The White Album - Dutch version

Page 1

DERTIG VERHAALTJES OVER DERTIG LIEDJES


Het enige album dat luistert naar een naam die ontleend is aan het hoesontwerp, en niet naar de eigenlijke naam van het album: ‘The Beatles’. Kunstenaar Richard Hamilton (vaak bestempeld als ‘grondlegger’ van de popart) ontving een vergoeding van $316 voor zijn iconische ontwerp. Nog veel voor iets waar hij helemaal niks voor heeft hoeven doen!


Introductie

I

In 1966 stopten The Beatles met optreden. Het verhaal is bekend: geen zin meer in de hysterische taferelen met krijsende fans. De studio werd in de jaren hierna hun thuis, wat zorgde voor een ongekende explosie van creativiteit. De muziek van de albums die The Beatles na 1966 maakten is door hen nooit op het podium uitgevoerd. The Analogues doen dat wel, vijftig jaar later. Zo authentiek mogelijk en met aandacht voor de kleinste details. Na de integrale uitvoeringen van Magical Mystery Tour en Sgt. Pepper is nu The White Album aan de beurt. The White Album, het eerste dubbelalbum van The Beatles, heette in werkelijkheid gewoon The Beatles. Lekker sober. Die soberheid zien we

ook terug in het hoesontwerp, dat we gerust het meest minimalistische ooit kunnen noemen. Een groter contrast met Sgt. Pepper was niet denkbaar. Wellicht had kunstenaar Richard Hamilton een andere hoes gemaakt als hij de plaat had kunnen horen voordat hij zijn ontwerp inleverde, want muzikaal gezien is het album allesbehalve minimalistisch. Met de dertig songs bewezen -3-


The Beatles in 1968 nog steeds op de toppen van hun creativiteit te zijn en in staat om overal inspiratie vandaan te halen. Die inspiratie vonden ze voor een groot deel in Rishikesh, India, waar ze in februari 1968 op bezoek waren bij Maharishi Mahesh Yogi. Donovan en Mike Love (van The Beach Boys) liepen er ook rond. The Beatles gingen erheen om transcendente meditatie te beoefenen, maar hadden gelukkig ook een paar akoestische gitaren bij zich. Een flinke berg songs was het resultaat. Het zou kunnen dat die manier van schrijven (lekker simpel en overzichtelijk) ook invloed had op de latere opnamen van de nummers: die waren een stuk minder extravagant dan de studio-experimenten op Sgt. Pepper en Magical Mystery Tour. Het mediteren in India zorgde gek genoeg niet voor een ontspannen sfeer in de studio. Paul McCartney noemde het later ‘The Tension Album’. Niet voor niets zie je op de binnenzijde van de hoes geen groepsfoto maar vier losse portretten. Veel nummers zijn veredelde soloprojecten. Geoff Emerick, vanaf 1966 de vaste studiotechnicus van The Beatles, werd gek van de spanningen en -4-


stapte tijdens de opnamen van The White Album op. Producer George Martin had van het materiaal liever een album van normale lengte gemaakt (en dus de helft van het materiaal weggegooid). Laten we het zo zeggen: voor de leek is het wellicht niet allemaal even makkelijk te verstouwen. Veel Beatles-diehards vinden The White Album het interessantste album. Wij vinden het een meesterwerk dat het verdient om in al zijn rijkdom op een podium uitgevoerd te worden. En dat is wat we vanavond gaan doen.

-5-


-6-


01. Back In The U.S.S.R.

T

egen de achtergrond van de Koude Oorlog, die in 1968 een nieuw hoogtepunt had bereikt, vonden sommige mensen de tekst van Back In The U.S.S.R. nogal provocatief. Tegenwoordig leven we in heel andere tijden als het gaat om de verhoudingen tussen de VS en de voormalige Sovjet-Unie. Zullen we de tekst gewoon interpreteren als anti-Trumpiaans strijdlied? Daar heeft Paul vast geen bezwaar tegen. Overigens, over Koude Oorlog gesproken: tijdens de opnamen van dit nummer was het ook niet bepaald ouwe-jongens-krentenbrood. The Beatles zaten inmiddels drie maanden in de studio, Yoko Ono maakte iedereen (behalve John) gek met haar onafgebroken aanwezigheid en Paul was Ringo aan het pesten omdat hij een bepaalde fill niet kon spelen zoals Paul die in zijn hoofd had. Ringo ging ervandoor: ‘Doe het dan lekker zelf als je het allemaal zo goed weet’, en tja, we moeten toch toegeven dat Paul dat drumpartijtje behoorlijk adequaat ingespeeld heeft. Yoko Ono, conceptueel kunstenares en legendarische splijtzwam.

-7-


02. Dear Prudence

H

et is algemeen bekend dat Prudence de zus was van Mia Farrow. Ook de zussen waren lekker aan het mediteren in Rishikesh tijdens de retraite van The Beatles aldaar. Alleen nam Prudence dat mediteren zo serieus dat ze haar hut nooit meer uitkwam. Dit tot ongenoegen van de mannelijke aanwezigen in de ashram. En ja, nu worden we nieuwsgierig. Dan moet Prudence even gegoogled worden, want we willen toch graag even weten hoe dat er dan ongeveer uitzag, Nou. Ja. Dit is ’r dus. een dame van wie John zo -8-


ongedurig werd dat zij hem inspireerde tot dit prachtige liedje. En trouwens, wat vond Yoko daar eigenlijk van? Volgens de boeken is het slagwerk van Dear Prudence, in afwezigheid van Ringo, verzorgd door Paul, net als dat van Back In The U.S.S.R. Wij wagen dat serieus te betwijfelen. Het eindstuk is zo goed en zo signature Ringo (en heeft daarnaast een iets andere sound) dat het bijna niet anders kan dan dat de drummer na terugkomst even heeft laten zien (en horen) hoe het écht moet.

03. Glass Onion

O

mdat de critici over elkaar heen buitelden om analyses te maken van de songteksten van The Beatles, en omdat dat nogal vaak pretentieuze onzin was in de ogen van de makers, vond John het geinig om van tijd tot tijd de mensen te voeden met een portie betekenisloze onzin. Daar is Glass Onion een mooi voorbeeld van. Om ook een duit in het zakje te doen: in de tekst wordt verwezen naar vijf andere Beatlessongs, waarvan er op hun beurt twee verwijzen naar wéér andere. -9-


Die gelaagde structuur, ja, die lijkt op een ui! En voor de mensen thuis: wat zijn die twee liedjes aan het eind van de keten? De trainspotters onder ons kunnen de verschillende versies van Glass Onion – er staan twee eerdere versies op Anthology 3 – met elkaar vergelijken. Opvallende toevoeging: op de The White Albumversie staat het strijkersarrangement aan het einde van het nummer. Daar zijn we blij mee, want dan hebben onze strijkers ook weer een momentje om in het licht van de schijnwerpers plaats te nemen.

04. Ob-La-Di, Ob-La-Da

E

en typische McCartney-song. Tongue-incheek, maar tegelijkertijd gemaakt met een gekmakend perfectionisme. En een liedje dat blijkbaar zorgde voor enorme verschillen in temperament bij Lennon. In Rishikesh, waar het liedje ontstond, vond John het nog leuk, want ze hadden lol in het eindeloos herhalen van het refrein. Maar tijdens de opnamen was die lol er al snel af en refereerde hij eraan als ‘more of Paul’s granny music shit’. Het hielp ook niet mee dat Paul na drie dagen klooien nog steeds niet tevreden was over de - 10 -


juiste Jamaicaanse ska-feel die hij nastreefde. De uiteindelijke versie ontstond, volgens een anekdote van onze vriend en Beatles-engineer Geoff Emerick, nadat John in eerste instantie geërgerd de studio had verlaten. Een paar uur later kwam hij terug, in een iets beter humeur, en verklaarde: ‘I AM FUCKING STONED!! I am more stoned than you have ever been. In fact, I am more stoned than you will ever be! And this is how the fucking song should go.’ Na deze wijze woorden liep hij naar de piano en speelde het beroemde piano-intro zoals we het nu kennen. Ondanks deze waardevolle creatieve inbreng vond hij het later toch maar een commercieel gedrocht en wilde niet dat het als single werd uitgebracht. Tot genoegen van de band The Marmelade, want hun cover van Ob-La-Di, Ob-La-Da

Nummer 1- hit, dankzij Lennons wispelturigheid.

belandde in januari 1969 op nummer 1 in Engeland. - 11 -


05. Wild Honey Pie

W

el even erbij blijven, want anders is ’ie voorbij voordat je doorhad dat ’ie begonnen was. Een privéprojectje van Paul die, om twee uur ’s nachts in een experimentele bui (nadat hij Mother Nature’s Son had opgenomen), nog geen zin had naar huis te gaan. Best lastig nog, dat charmant rammelende ritme en die rare zangpartij. Sommigen beweren dat Wild Honey Pie de plaat gehaald heeft wegens de contractuele verplichting om dertig liedjes voor het dubbelalbum te leveren. Maar wij geloven liever dat het erop staat omdat Patti, de vrouw van George, het zo’n geinig dingetje vond. Kijk: hiervoor heeft men de uitdrukking ‘handsome couple’ uitgevonden.

- 12 -


06. The Continuing Story Of Bungalow Bill

T

he Analogues zou je met een beetje goede wil kunnen beschouwen als de beschermers van een met uitsterven bedreigde muzieksoort. Namelijk het soort muziek dat op een podium, met behulp van analoge instrumenten, wordt gespeeld door echte, levende mensen. Een paar maanden voordat we er zelf speelden bezochten we in gezelschap van een adolescent een concert in de Ziggo Dome, van een

Ricky Gervais heeft het misverstand ‘jagen’ wat ons betreft afdoende samengevat: ‘It must feel pretty tough to shoot an innocent animal that had no chance at all for absolutely no reason.’

- 13 -


niet nader te noemen wereldartiest. ‘Hè?! Hij heeft helemaal geen band bij zich!’, riepen wij oprecht verbaasd uit. Niemand hoorde ons, want we werden overstemd door ratelende beats, klaarblijkelijk voortgebracht door een jongeman die in een hoekje van het podium heel moeilijk naar een laptop stond te kijken. De eerdergenoemde adolescent had geen enkele moeite met de afwezigheid van een band, net zo min als de andere vijftienduizend aanwezigen. Ja, en dan zijn we maar een ouwe lul, maar wij zijn met die uitstervende muzieksoort bijna net zo erg begaan als met de olifant, leeuw of tijger. Dat laatste is natuurlijk nóg veel erger. Dat was ook de monumentale ergernis van John Lennon in Rishikesh, waar een Amerikaan tussen het mediteren door een tripje ging maken om een paar tijgers dood te schieten. En dat bewijst maar weer dat The Beatles vijftig jaar na dato nog steeds actueel zijn, want er zijn nog steeds idioten die het nodig vinden als vrijetijdsbesteding op een paar van die allerlaatste dieren te jagen. Overigens werd het protest hiertegen gegoten in de vorm van een gezellige meezinger. Meestal het domein van McCartney, maar Lennon kon het dus ook! - 14 -


07. While My Guitar Gently Weeps

J

e kan over de I Ching zeggen wat je wil, maar zonder dat boek zou deze classic er nooit geweest zijn. Harrison was nogal bezig met een belangrijk filosofisch element uit de I Ching, namelijk dat ‘alles met een reden gebeurt’ (in tegenstelling tot het westerse idee dat alles willekeurig en toevallig is). Om die stelling te testen besloot hij naar het Het historisch belang van dit manuscript is vergelijkbaar huis van zijn met dat van de Dode Zee-rollen. - 15 -


ouders te gaan, daar een willekeurig boek uit de kast te trekken, dat op een willekeurige pagina open te slaan en een lied te maken rond de eerste woorden die hij zou lezen. ‘Gently weeps’ las hij, en de rest is geschiedenis. En zo is de stelling bewezen: alles gebeurt inderdaad met een reden. Zoals iedereen langzamerhand wel weet (in ieder geval de mensen die al eerder een Analoguesshow bezocht hebben): Eric Clapton speelt de beroemde gitaarsolo. ‘No, nobody’s ever played on a Beatles record’, zei Clapton aanvankelijk, maar George Harrison wist hem toch naar de studio te slepen. Een strategisch slimme zet: Lennon en McCartney hadden het veel te druk met het in hoog tempo afscheiden van hun eigen meesterwerkjes en namen deze song van de veel te bescheiden Harrison nauwelijks serieus. Maar Claptons aanwezigheid veranderde dat (hoog bezoek in de studio!), zodat While My Guitar Gently Weeps de tijd en aandacht kreeg die het verdient. Bij The Analogues krijgt Jac Bico hier ook even de tijd en aandacht die hij verdient (hoewel de echte fijnproever daar deze solo natuurlijk niet voor nodig heeft).

- 16 -


08. Happiness Is A Warm Gun

A

ndere tijden: de vermeende dubbele betekenis van Happiness Is A Warm Gun zorgde ervoor dat de BBC het nummer niet wilde draaien, hoewel het niet helemaal duidelijk is of er hier sprake is van een seksuele metafoor of een analogie voor ‘shooting up drugs’. Allebei onzin, volgens Lennon. De titel kwam gewoon een-opeen uit American Rifleman, een tijdschrift over vuurwapens. Dat gegeven was voor John al merkwaardig genoeg om het als uitgangspunt voor een song te gebruiken. In de studio besteedden The Beatles 95 takes Inspiratie is overal. aan dit nummer; - 17 -


niet verwonderlijk gezien de complexiteit van de verschillende tempo’s en maatsoorten. Eigenlijk bestaat het nummer uit vier ‘losse’ delen. Met elk van die stukken is ritmisch gezien iets geks aan de hand, maar vooral over deel drie (Mother Superior) hebben de muziektheoretici zich het hoofd gebroken. Een interessante verklaring voor de ritmische gekkigheid is de overeenkomst met America uit West Side Story (het ritme van de zin ‘I like to be in America, merica’ past precies op Mother Superior). De soundtrack van West Side Story stond van 1962 tot 1965 in de Britse albumtoptwintig, dus Lennon zal ’m vast gehoord hebben. In deel vier haalt Ringo ook nog een polyritmisch geintje uit, door een vierkwartsmaat te spelen terwijl de rest van de band een driekwartsmaat speelt. Na negen vierkwarts- en twaalf driekwartsmaten (Hallo, bent u er nog?) komt alles weer keurig bij elkaar. We wensen Fred veel plezier met Happiness Is A Warm Gun!

- 18 -


09. Martha My Dear

W

eer een mooi staaltje van ‘wat jij kan, kan ik ook’. Strooide Lennon met rare maatsoorten, dan kon McCartney niet achterblijven, hoewel hij wel zo vriendelijk was om zijn medebandleden hier niet mee lastig te vallen. Op dit nummer deed hij alles zelf: drums, piano, gitaar, zang en uiteraard bas. Behalve dat kwamen er nog veertien strijkers en blazers aan te pas om het fraaie arrangement van George Martin uit te voeren. Veel mensen dachten dat de tekst ging over Pauls liefje Jane Asher. Paul zelf gaf het een enigszins prozaïschere uitleg, namelijk dat het draait om zijn Old English Sheepdog Martha. Daar kwam hij later op terug: het nummer gaat over ‘de muze’ in het algemeen, de mysterieuze stem die hem melodieën en Jane, Martha en Paul. teksten influistert. - 19 -


10. I’m So Tired

H

et is altijd boeiend om te weten wat een kunstenaar of artiest zélf vindt van zijn schepping. Als Rembrandt over De Nachtwacht zou hebben gezegd dat hij het eigenlijk maar prutswerk vond, zouden we er toch met andere ogen naar kijken. John Lennon was over het algemeen nogal kritisch over zijn eigen nummers. Maar I’m So Tired schaart hij onder zijn all-time favourites, ook vanwege de sound en de manier waarop hij het zingt. Wij kunnen het alleen maar met John eens zijn. Bijzonder mooi hoe de vorm (melodie, harmonieën, tempo, sound, enzovoorts) perfect aansluit bij de inhoud. Dat kunstje had hij, rond hetzelfde thema, al eens eerder geflikt: luister nog maar ’ns naar I’m Only Sleeping, op Revolver. I’m So Tired is geschreven tijdens het verblijf in India, waar Johns slapeloosheid volgens hem het gevolg was van overmatig langdurige meditatie, gecombineerd met het gemis van Yoko Ono. Wat hij er niet bij vertelde: in Rishikesh heerste een drank- en drugsvrij regime. Daarvan word je, als je dat niet gewend bent, ook heel erg wakker. En vervolgens moe, omdat je niet kan slapen. - 20 -


11. Blackbird

H

oewel The Beatles een echte studioband werden nadat ze in 1967 stopten met optreden, hoeft dat nog niet te betekenen dat aan álle liedjes eindeloos gesleuteld moest worden. De opnamen van dit meesterwerk waren in zes uurtjes gepiept. Dat Paul McCartney dat helemaal in zijn eentje deed (alleen geholpen door het gekwetter van een blackbird uit het Abbey Road-archief) scheelde natuurlijk een slok op een borrel. Veel gitaristen hebben zich het hoofd gebroken over het geheim hoe Blackbird moet worden gespeeld. Ook binnen The Analogues is er geen eensluidend oordeel over welke techniek Paul heeft toegepast. Waarom Paul deze listige gitaarpartij bedacht kwam voor een groot deel door de plek waar hij ’m verzon. Op het erf van de Maharishi in Rishikesh was geen elektriciteit, dus tja… dan neem je die akoestische gitaar maar weer eens ter hand. Volgens Paul werd hij bij het schrijven van de tekst geïnspireerd door de protesten van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging tegen rassenscheiding. Dat ligt er nou niet bepaald duimendik bovenop. - 21 -


Drie meter verderop zit Paul McCartney aan een meesterwerk te sleutelen, maar Mevrouwtje Gekleurde Brillenglazen vindt het allemaal de normaalste zaak van de wereld.

- 22 -


Dit is geen hoogdravende, wereldverbeterende protestsong, maar een fijn multi-interpretabel miniatuurtje.

12. Piggies

W

ij van The Analogues laten bij het reproduceren van het perfecte Beatlesgeluid niets aan het toeval over. We vinden het daarbij prettig om te koketteren met ons zorgvuldig bijeengezochte vintageinstrumentarium, maar die instrumenten zijn nog maar het topje van de ijsberg. Een Analogues-show is een complexe operatie die met militaire precisie uitgevoerd moet worden! En dat is allemaal een beetje belachelijk wanneer je beseft dat een enorm deel van het Beatlesoeuvre bepaald is door toeval en willekeur. De klavecimbel op Piggies? Toeval, want die klavecimbel was alvast in de studio neergezet omdat later die dag een klassieke opname zou plaatsvinden. Ze dĂŠden maar wat! Wel een perfecte aanvulling trouwens op het barokke arrangement ĂŠn een mooi contrast met de sarcastische, anti-establishmenttekst van George Harrison (een soort vervolg op Harrisons Taxman - 23 -


van twee jaar daarvoor). Dat dan weer wel. Maar toch... wanneer er die dag geen klavecimbel in de studio had gestaan, wat dan? En wij maar slepen met die spullen.

13. Rocky Raccoon

D

it was in vergelijking tot veel andere songs op The White Album een vluggertje. Misschien ook omdat het nummer geen enkele pretentie heeft: je hoort hier gewoon een lol hebbende Paul die de anderen in zijn enthousiasme meeneemt. Het lijkt onwaarschijnlijk dat er nog ergens een dubbele bodem in de tekst schuilt: het is gewoon een verhaaltje over een cowboy die wraak wil nemen omdat iemand hem zijn liefje heeft afgenomen (lukt niet, mogen we verklappen, die wraak). Voor dit soort honky tonk-pianosoli was meestal George Martin de aangewezen persoon, met behulp van wat technische foefjes zodat je je ergens in het Wilde Westen in een saloon waant. Normaal gesproken is dat de sound van een tack piano , waarbij er stukjes metaal of spijkers in de vilten hamertjes van de piano worden gestoken, op - 24 -


de plek waar de hamertjes de snaren raken, met het kenmerkende, percussieve geluid als resultaat.

George Martin luistert naar zijn zojuist ingespeelde pianopartij. Paul is een tevreden mens.

14. Don’t Pass Me By

W

ie was de geniaalste Beatle? Weinig mensen zullen die vraag beantwoorden met ‘Ringo Starr’. Maar laten we dan eens een andere vraag stellen. Met welke Beatle zou je het liefste op vakantie gaan naar een bestemming - 25 -


naar keuze? Dan scoort opeens zowel George als Ringo vrij goed. George stond bekend als zeer vriendelijk en geduldig, altijd bereid tot een praatje met de fans. Ook had hij gevoel voor humor: hij was een enorme Monthy Python-fan (en financier van Life of Brian). Maar met George loop je wel het risico dat je de hele dag zit te mediteren. Doe dan toch maar Ringo, hoewel het repertoire voor ‘s avonds bij het kampvuur beperkt blijft tot Octopus’s Garden en Don’t Pass Me By. Met het laatste nummer liep hij al vijf jaar te leuren bij zijn medebandleden, totdat er op dit dubbelalbum eindelijk een plaatsje beschikbaar kwam.

15. Why Don’t We Do It In The Road?

T

erwijl Lennon en Harrison bezig waren met het mixen van een liedje, namen Paul en Ringo even snel, tussen neus en lippen door, Why Don’t We Do It In The Road? op. Later reageerde John Lennon een beetje verbolgen op het feit dat dit ‘Lied Over Neuken’ helemaal zonder zijn inbreng tot stand was gekomen. Daar reageerde Paul McCartney op door te zeggen: ‘Maar jullie hebben Revolution 9 ook zonder mij gedaan!’ - 26 -


Die verwijten over en weer werden pas jaren later geuit maar waren wel tekenend voor de verstoorde sfeer in de studio. Dat Lennon het jammer vond hieraan niet te hebben meegewerkt, dat snappen we wel. Hij vond het een goed nummer en ook de thematiek sprak hem aan. Paul kwam op het idee voor de tekst toen hij, tijdens het mediteren in Rishikesh, twee terloops copulerende apen zag. In tien seconden was het klusje geklaard, waarna de vrouwtjesaap licht verstoord om zich heen keek en het mannetje zijns weegs ging omdat hij blijkbaar elders bezigheden had. Dat gaat bij mensen toch een tikkie omslachtiger. En dankzij de beschaving geldt dat niet alleen voor seks op straat, maar voor een heleboel andere dingen waarover we met z’n allen ontzettend Apen doen niet moeilijk. ingewikkeld doen. - 27 -


16. I Will

B

ij de opnamen van I Will was George Harrison niet van de partij, maar daarover hoorde je hem niet klagen (zie Why Don’t We Do It In The Road). Het bespaarde hem in ieder geval het gekmakende perfectionisme van McCartney: van de 67 takes bleek nummer 65 uiteindelijk de beste. Hij wilde blijkbaar recht doen aan de melodie van dit liedje, een van zijn eigen all-time favourites, waarmee hij al een tijdje rondliep zonder erin te slagen de juiste tekst te vinden. Een poging om er samen met Donovan een lied over de maan van te maken (tsja, dat krijg je ervan als je de hele dag zit te mediteren) bleek achteraf toch niet zo’n succes. Uiteindelijk werd het een rechtdoorzee liefdesliedje – wat zeg ik, eigenlijk is dit het schoolvoorbeeld van hoe een liefdesliedje zou moeten zijn. Na die 67 takes was het wel even mooi geweest. De volgende dag werden er nog een paar overdubs gedaan, waaronder McCartneys gezongen baspartij.

- 28 -


17. Julia

J

ulia is het laatste nummer dat werd opgenomen voor The White Album en het enige nummer van The Beatles dat John Lennon helemaal in zijn eentje speelt en zingt, zonder bijdragen van de andere bandleden. Julia is, net als Dear Prudence, gebaseerd op de fingerpicking-stijl die hij in Rishikesh van Donovan had geleerd. John vond het grappig om van tijd tot tijd teksten te schrijven die een aaneenschakeling waren van onzin, alleen om te kunnen gniffelen

Donovan legt het nog ĂŠĂŠn keer uit. Wel even erbij blijven, jongens.

- 29 -


om de serieuze analyses die er vervolgens op losgelaten werden. Ook bij deze song buitelden de amateurpsychologen over elkaar heen om de tekst ervan te duiden, maar hier was meer aan de hand: gelukkig heeft Lennon daar later zelf genoeg over gezegd. Julia was Johns moeder, die hem naar eigen zeggen twee keer verliet. De eerste keer toen John twee jaar oud was en zijn ouders scheidden, waarna Julia de opvoeding grotendeels aan haar zus Mimi overliet. De tweede keer toen zijn moeder, met wie de achttienjarige John inmiddels een hechte band had, bij een auto-ongeluk om het leven kwam. Pas toen John Yoko Ono ontmoette vond hij iemand die de leegte die Julia had achtergelaten kon opvullen. Dit verzinnen we niet, hè, we zouden niet durven: dit zijn Johns eigen woorden. En daarover gaat dus dit lied.

18. Birthday

H

et is vanuit auteursrechtelijk gezichtspunt heel slim om een nummer te schrijven dat bij bepaalde gelegenheden uit de kast getrokken kan worden. Daarom vinden veel - 30 -


artiesten het ook zo fijn om kerstliedjes te maken. De nog levende bandleden van Queen lachen in hun vuistje wanneer er iemand kampioen wordt (dat gebeurt met enige regelmaat) en John Sebastian (van The Lovin’ Spoonful) maakte het officiële Welkom Thuis-lied (Welcome Back), maar zoals zo vaak waren The Beatles er nog net iets eerder bij. En aangezien er om de haverklap iemand jarig is, is het prettig dat we een liedje hebben om tijdens zo’n viering op te zetten.

19. Yer Blues

Y

er Blues is Lennons knipoog naar de ‘British blues boom’ uit de jaren zestig – denk aan John Mayall’s Bluesbreakers of aan Fleetwood Mac. Dat kunnen wij ook, dacht John. En het was weer eens tijd voor een ongebruikelijk technisch opname-experiment: Lennon besloot dat het een interessante sound opleverde wanneer ze met de complete band, inclusief instrumenten en versterkers, in een soort bezemkast zouden gaan zitten. Zo gezegd, zo gedaan. Klinkt inderdaad lekker. De blues is een genre waarin tegenslag en - 31 -


rottigheid bezongen worden en John doet dat hier in een extreme vorm: hij wil namelijk dood. Hij verklaarde later dat hij zich tijdens het schrijven van dit liedje, op bezoek bij de Maharishi in Rishikesh, daadwerkelijk zwaar klote voelde: ‘Trying to find God and feeling suicidal.’ Dat kwam ook omdat John Yoko zo ontzettend miste. En daarom horen we er ondanks de ellende ook de ultieme liefdesverklaring in: ‘If I ain’t dead already, ooh girl you know the reason why’. Dat is toch lief?

20. Mother Nature’s Son

B

ij sommige Beatlessongs denken we weleens: het lijkt wel of ze gemáákt zijn om gezongen te worden door Diederik Nomden. En dat kan een liedje van zowel Lennon als McCartney zijn, zoals dit, waaraan geen enkele andere Beatle te pas is gekomen. Behalve de trompetten en trombones in het mooie blazersarrangement deed Paul alles zelf. Onder meer een drumpartij, waarbij de drums in de gang waren opgesteld om dit specifieke effect te krijgen, tenminste dat is wat wij erover hebben kunnen vinden. Die basdrum klinkt inderdaad alsof hij - 32 -


ergens verderop om de hoek opgesteld staat, maar er is ook nog een ander onbestemd percussiegeluid, een soort woodblock, maar minder scherp. Hoe we dat gaan oplossen verklappen we niet (om de simpele reden dat we het zelf ook nog niet precies weten).

21. Everybody’s Got Something To Hide Except Me And My Monkey

V

oor Penny Lane (Magical Mystery Tour) moesten we enige moeite doen om aan het juiste type buisklok te komen, waar Jan dan zo’n tien keer op slaat met een klein houten hamertje. Gedoe. Maar het is wel precies de goede sound, dus uiteindelijk zeer bevredigend. Nog veel bepalender dan die buisklok in Penny Lane is het hysterische gerinkel in Everybody’s Got Something To Hide Except Me And My Monkey. Maar: wat ís - 33 -


het? Daarover bestaat onduidelijkheid. Is het de ‘bel’ van een bekken, gewoon bespeeld met een drumstick? Uiteindelijk houden we het op een ‘handbel’, een soort klokje met klepel dat door het heen en weer te bewegen geluid voortbrengt. Maar het blijkt nog behoorlijk lastig om dat ritmisch accuraat te doen, en dat is toch belangrijk. Anders heb je gewoon een irritante stoorzender in je hand. Bij het schrijven van deze tekst is nog niet bekend wie deze uiterst verantwoordelijke taak op het podium zal gaan vervullen.

22. Sexy Sadie

V

olgens Beatlesbiograaf Mark Lewisohn speelde Lennon een vroege versie van Sexy Sadie voor aan de rest van de band, en luidde de fijnzinnige tekst op dat moment: ‘Maharishi, you little twat/ Who the fuck do you think you are?/ Who the fuck do you think you are?/ Oh, you cunt.’ Het was het laatste liedje dat Lennon schreef tijdens het verblijf in Rishikesh, en blijkbaar was hij langzamerhand toch een beetje uitgekeken op de goeroe (minder verheven motieven om vrouwen - 34 -


bepaalde oneerbare voorstellen te kunnen doen, zoiets zat erachter). George Harrison suggereerde om ‘Maharishi’ ter veranderen in ‘Sexy Sadie’. Dat bespaarde The Beatles een rechtszaak wegens smaad, waarschijnlijk. Er was genoeg tijd om na te denken over een alternatieve titel, want The Beatles besteedden 35 uur en 52 takes aan dit liedje. Het resultaat mag er zijn.

23. Helter Skelter

E

en helter skelter is een vrolijke Engelse kermisattractie, een soort spiraalvormige glijbaan. Wisten wij niet! Wie dat óók niet wist was Charles Manson, de krankzinnige sekteleider die dacht dat Helter Skelter refereerde aan zijn visioen van een apocalyptische rassenoorlog. Het was een rare snuiter, die Manson, temeer omdat hij dacht dat het complete The White Album was geïnspireerd door zijn gestoorde theorieën. Best irritant als Manson trekt een gekke snuit iemand jouw onschuldig op de cover van ‘Life’. - 35 -


- 36 -


bedoelde liedjes gebruikt als leidraad voor allerlei narigheid (om het voorzichtig uit te drukken). Dat vond ook Bono van U2, die hun uitvoering van Helter Skelter inleidde met de woorden ‘This is a song Charles Manson stole from The Beatles, well, we’re stealin’ it back.’ Best een leuke cover van U2 trouwens, dat mag ook weleens gezegd worden. Sommigen beweren dat dit nummer McCartneys weinig geslaagde poging was om net zo heavy te klinken als The Who. Zijn wij het niet mee eens. Het klinkt een halve eeuw na dato nog steeds heavy, vinden wij (hoewel de versie die Paul tegenwoordig live ten gehore brengt nog net een tikkie ruiger is).

24. Long, Long, Long

K

ijk, die eerste 2 minuut en 21 seconden zijn voor een stel goedwillende muzikale archeologen zoals The Analogues nog wel te reproduceren, en dat doen we graag. Want dit is een van Harrisons meest geslaagde bijdragen aan The White Album, iets wat hier en daar wellicht een beetje over het hoofd wordt gezien. Maar dan, ná die 2:21, hebben de heren gemeend een bijna ondefinieerbaar slotakkoord te moeten produceren - 37 -


van een halve minuut. Volgens de overlevering horen we hier onder andere een wijnfles bovenop een Leslie, die meetrilt met een lage noot van een Hammondorgel. Dat hebben wij weer. Harrison liet zich inspireren door Sad Eyed Lady From The Lowlands van Bob Dylan. Wat Dylan ontbeerde en The Beatles niet, was een Ringo die er zo te horen echt lol in had die dag (of beter gezegd die nacht, want The Beatles werkten voornamelijk ’s nachts). Doet ons ook een beetje denken aan Ringo’s legendarische bijdrage op A Day In The Life.

25. Revolution 1

T

he Beatles waren er niet zo tuk op om politieke denkbeelden in hun songteksten te verwerken, maar in 1968, mediterend op een bergtop, vond John het tijd worden er iets over te zeggen. Er was van alles aan de hand: studentenprotesten in Parijs, de Vietnamoorlog, de moord op Martin Luther King. John twijfelde eraan of het gebruik van geweld de juiste weg was (‘Count me out/in’, zingt hij, - 38 -


hoewel de songtekst op de hoes alleen ‘Count me out’ vermeldt). Daarnaast gaf de bergtop hem het inzicht dat ondanks ons kleinzielige gefriemel hierbeneden er een hogere macht was die ervoor zou zorgen dat het uiteindelijk allemaal goed zou komen (‘Don’t you know it’s gonna be alright’). Revolution 1 was het eerste nummer dat werd opgenomen voor The White Album. De sfeer was al vanaf het begin lichtelijk verstoord: bij het opnemen van de blazerspartijen en bij het mixen was John Lennon als enige Beatle aanwezig, wat toen nog hoogst ongebruikelijk was. Dat heeft ervoor gezorgd dat een fout in de editing (een extra tel in het laatste refrein) op de plaat is terechtgekomen: John hield zowel van toevalligheden als van rare maatsoorten.

26. Honey Pie

D

e eerste nummer 1-hit van George Martin als producer heette, lang voordat hij bij The Beatles betrokken was, You Are Driving Me Crazy van The Temperance Seven. Luister maar eens. Van Paul McCartney kennen - 39 -


we diens voorkeur voor pastiches in vaude-villestijl, maar ook George Martin lustte er wel pap van. Je hóórt gewoon het plezier dat hij had in het schrijven van het stijlvaste blazersarrangement. De enige die een Staat ook gewoon op Spotify, trouwens. beetje chagrijnig werd van dit soort uitstapjes was John Lennon. Des te opmerkelijker dat juist hij de geslaagde Django Reinhardt-achtige solo voor zijn rekening nam.

27. Savoy Truffle

W

anneer je wereldberoemd bent en zo vaak de hemel in geprezen dat je de tel allang kwijt bent, kan je soms overvallen worden door het vreemde gevoel dat het niet uitmaakt wat je doet: de mensen vreten het toch wel. George Harrison nam dat heel letterlijk door de inhoud van een doos Mackintosh’s Good News-chocolaatjes op te sommen - 40 -


in de tekst van Savoy Truffle. Béétje gemakzuchtig, maar aan de andere kant ook wel weer heel lief, want het lied was bedoeld om Eric Clapton, verslaafd aan bovengenoemde chocola, te waarschuwen dat overmatig chocoladegebruik kan leiden tot tandbederf. George Martins assistent Chris Thomas speelt hierop niet alleen orgel en elektrische piano maar is ook verantwoordelijk voor het prachtige blazers-arrangement. Hiervoor werden uit de Britse jazzscene zeven zwaargewichten opgetrommeld, die verbaasd waren (en misschien zelfs not amused) toen ze achteraf hoorden hoe hun partijtje behandeld was: het klinkt lekker overstuurd en smerig, precies zoals George het in zijn hoofd had.

Zó verleidelijk kan chocolade zijn.

- 41 -


28. Cry Baby Cry

C

ry Baby Cry is een van de liedjes die ontstaan is vanuit John Lennons beproefde songwriting-methodiek. Die bestond eruit dat hij de hele dag op de bank voor zich uit ging zitten kijken, met op de achtergrond de televisie aan, als een soort lamp die ook geluid voortbrengt. In India, op bezoek bij de Maharishi, werkte hij het nummer vervolgens uit. Cry Baby Cry is geschiedkundig interessant, want

halverwege de opnamen van dit nummer gaf onze grote vriend Geoff Emerick, de studiotechnicus die bij de opnamen van alle meesterwerken tot dit moment aanwezig was (en ook onze gast in de Ziggo Dome op 1 juni 2017) er opeens de brui aan. De sfeer was door de rivaliteit tussen John en Paul inmiddels allang niet meer gezellig. Daarnaast had EMI, ondanks herhaald verzoek van The Beatles, er helemaal niets aan gedaan om de studio een beetje knusser te maken; er waren drie gekleurde tl-buizen opgehangen, daar moesten de heertjes het maar mee doen. Even naar buiten dan maar? Daar stonden horden hijgerige fans te wachten om hun idolen te bespringen. Alles bij elkaar een - 42 -


Geoff Emerick inspecteert de Grote Motoren.

- 43 -


werkklimaat waar Geoff, na een woordenwisseling tussen George Martin en Paul, geen zin meer in had. ‘Blijf toch alsjeblieft!’, riep iedereen. Maar Geoff was onvermurwbaar.

29. Revolution 9

W

e hebben er natuurlijk een beetje om gevraagd, hè, door continu te verkondigen dat we ‘albums van The Beatles integraal, van begin tot eind, uitvoeren’. Toen we aankondigden dat The White Album op het programma stond, begonnen bij velen de oogjes te glimmen van leedvermaak. ‘En hoe gaan jullie Revolution 9 dan doen?’ is de meest gestelde vraag uit de geschiedenis van The Analogues. Daar hadden we niet zo een-twee-drie een antwoord op. Revolution 9 is waarschijnlijk het meest

overgeslagen ‘liedje’ dat The Beatles ooit hebben opgenomen. Tegelijkertijd hebben cultuurfilosofen zich uitgeput in het duiden van dit experiment. Diverse avantgardistische stromingen en kunstenaars, zowel in muziek als beeldende kunst, hebben Lennon wellicht beïnvloed om Revolution 9 - 44 -


te maken. Maar misschien was het wel een doorzichtige poging om indruk te maken op Yoko Ono, die al een aantal jaren flink aan de weg timmerde als conceptueel kunstenaar. Haar simpele maar baanbrekende boodschap: ‘We are all artists, and the world around us is art if we can just find new and different ways to view it.’ Veel plezier met Revolution 9!

30. Good Night

J

a, had je niet gedacht, maar deze song is dus van Lennon. O, maar dit nummer is toch veel te zachtaardig en zoetsappig voor John? Dan zal het wel een soort grap zijn. Nee, ook niet. Want hij schreef het speciaal voor de vijfjarige Julian. Toch was hij blijkbaar bang om zijn vingers te branden aan dit lichtelijk sentimentele werkje. Dat klusje mocht Ringo opknappen, de enige Beatle die te horen is op Good Night. Dat vond hij naar eigen zeggen doodeng, maar tegen de achtergrond van het enorme orkestrale bouwwerk van George Martin (strijkers, blazers, vibrafoon, harp en koor) is Ringo’s vocale prestatie alleszins redelijk te noemen. Good Night is in het Beatlesoeuvre - 45 -


een vreemde eend in de bijt (een van de vele) en kon maar op één plek op The White Album staan: helemaal achteraan, als afsluiter. The Analogues hopen dat je een mooie avond hebt gehad. We sluiten ons aan bij Ringo’s famous last words: ‘Good night, good night everybody, everybody everywhere, good night.’

Good Night, een slaapliedje voor de kleine Julian Lennon.

- 46 -


- 47 -


The Analogues

Director

Bart van Poppel - bass, keys, vocals Felix Maginn - guitars, vocals Fred Gehring - drums, vocals Diederik Nomden - keys, guitars, vocals Jac Bico - guitars, vocals

Ruut Weissman

Orchestra Marieke de Bruijn - violin Jacob Plooij - violin Camilla van der Kooij - viola Jos Teeken - cello Allard Robert - French horn, trumpet Jean Pierre Grannetia - trumpet Michel Lamers - saxophone, clarinet Christof May - saxophone, clarinet LĂŠon Klaasse - percussion

Set & light design Jantje Geldof

Visuals Marcel de VrĂŠ Sonja & Robert Muda van Hamel (Spacebar) Emanuel Wiemans Zoltan Korai Pieter Vermeerbergen (Far Lake Mountain) Jaap Drupsteen

Technical production Hennie Schwithal Bram Visser (assistent)

Stage manager Eelco Ladan

Front of house engineer Remko Luijten

Monitor engineer Ger Arts - 48 -


System technician

Publicity

Guus Hoekstra

Monique Ophorst (Multimo Media) Hajo de Boer

Light operator Pepijn van der Sanden

Production Louis-Fritz Maurer

Light technician Jasper Claessens

Agency

Instrument & amp technicians

George Visser Productions B.V. + 31 (0)70 3465657 www.gvproductions.nl

Sidney Katz Martijn Klippel Niels de Maa

Set building De man met de hamer

Styling Carine Beelen

Thanks to Peak Audio (Amsterdam) Ampco Flashlight Rental B.V. Faber Audio Visuals Tenfeet Group B.V. Erik-Jan Berendsen Pieter Smit LevTec B.V. Peas Catering

Drivers Eric Apeldoorn Iwan Verploegen Richard Hoppe

- 49 -


Credits Tekst: Hajo de Boer Eindredactie: Annemiek van Grondel Ontwerp/opmaak: Robert Muda van Hamel (Spacebar) Beeldredactie: Hajo de Boer & Robert Muda van Hamel Fotografie: Pag. 6 - Trinity Mirror / Mirrorpix / Alamy Stock Photo Pag. 12 - Pictorial Press Ltd / Alamy Stock Photo Pag. 13 - Dinodia Photos / Alamy Stock Photo Pag. 19 - Express Pag. 27 - Luciano Mortula / Alamy Stock Photo Pag. 36 - Incamerastock / Alamy Stock Photo Pag. 41 - Allan Cash Picture Library / Alamy Stock Photo Pag. 47 - Keystone Pictures USA / Alamy Stock Photo Drukwerk: Drukkerij Nautilus

Eerste druk - december 2017 Š 2017 Over Easy B.V. - 50 -



M E E R I N F O RMATIE & TOURDATA:

www.theanalogues.net


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.