2 minute read
Checklist voor begrippen en leerdoelen
Hierna vind je een overzicht van de begrippen en leerdoelen per paragraaf. Kruis de leerdoelen aan waarvan jij vindt dat je ze nu beheerst. Bij de leerdoelen die je nog niet helemaal beheerst noteer je de acties die je gaat ondernemen om het leerdoel alsnog te kunnen behalen.
Paragraaf 1 Het molecuulmodel
Ik kan
de volgende begrippen beschrijven en toepassen: warmte, temperatuur, molecuulmodel, molecuul, bewegingsenergie, fase, vaste fase, vloeibare fase, gasvormige fase, faseovergang, smelten (bij water ook ontdooien), stollen (bij water ook bevriezen), verdampen, condenseren, sublimeren, rijpen, absolute nulpunt, absolute temperatuurschaal
de uitgangspunten van het molecuulmodel beschrijven en toepassen
bij energietoevoer aan een stof de gevolgen beschrijven voor de snelheid van en de afstand tussen de moleculen, en het effect daarvan op de temperatuur en het volume van de stof
de fasen en faseovergangen benoemen en beschrijven met het molecuulmodel
uitleggen waardoor de temperatuur niet lager kan zijn dan het absolute nulpunt
de temperatuur in °C omrekenen naar K en omgekeerd: TCelsius = Tkelvin – 273,15 en ∆TCelsius = ∆Tkelvin
Acties
Paragraaf 2 Transport van warmte
Ik kan
de volgende begrippen beschrijven en toepassen: warmtetransport, warmtegeleiding, warmtegeleider, isolator, thermische geleidbaarheid, warmtegeleidingscoëfficiënt, warmtestroming, warmtestraling, stookwaarde, debiet, dwarsdoorsnede, warmtestroom, warmtevermogen, isolatiemateriaal, warmtescan
de drie vormen van warmtetransport benoemen en uitleggen waardoor deze optreden
Acties
voorbeelden geven van stoffen die warmte goed geleiden en stoffen die warmte slecht geleiden
voorbeelden geven van stoffen die warmtestraling goed absorberen en stoffen die warmtestraling goed reflecteren
voorbeelden geven van isolatiematerialen en uitleggen waardoor deze materialen de warmtestroom door muren en ramen van een woning kleiner maken
berekeningen maken en redeneren met de formules voor chemische energie, debiet en warmtestroom: Ech = rV ∙ V , Ech = r m ∙ m , Q = ΔV _ Δt = A ⋅ v en P =
Q _ t
Paragraaf 3 Warmtestroom en warmte-uitwisseling
Ik kan
de volgende begrippen beschrijven en toepassen: warmtestroom door een laag materiaal, thermische geleidbaarheid, warmtegeleidingscoëfficiënt, joulemeter, soortelijke warmte
berekeningen maken en redeneren met de formule voor de warmtestroom door een voorwerp: P = λ ⋅ A ⋅
ΔT _ d berekeningen maken en redeneren met de formule voor de warmte die een stof opneemt of afgeeft: Q = c ⋅ m ⋅ ΔT
Paragraaf 4 Warmte zonder gas
Ik kan
de volgende begrippen beschrijven en toepassen: opwarming van de aarde, versterkt broeikaseffect, energietransitie, gasvrij koken, gasvrij verwarmen, warmtenet, elektrische vloerverwarming, warmtepomp, warmtewisselaar, rendement
aangeven hoe je een woning gasvrij kunt maken beschrijven dat in een warmtepomp energie wordt verplaatst van een plaats met lage temperatuur (er verdampt koelmiddel) naar een plaats met hoge temperatuur (er condenseert koelmiddel) en aangeven waardoor het rendement groter is dan 1
berekeningen maken en beredeneren met de formule voor het rendement: η = _
Enuttig _ Ein Pnuttig Pin