Palden Gyatso op de Dam in Amsterdam, 10 december 2008, foto: Robert Koelewijn
Denkend aan Palden Gyatso
Palden Gyatso was een Tibetaanse monnik die in de beruchte Chinese Drapchi-gevangenis in Tibet belandde. Gemarteld en uitgemergeld kwam hij uiteindelijk vrij, waarna hij over de Himalaya vluchtte. Hij had een verhaal te vertellen en reisde daarom van land tot land, met in zijn bagage voorbeelden van de martelwerktuigen van de Chinese gevangenisbewaarders. Zijn verhaal over de onderdrukking van de Tibetanen in Tibet door de Chinese bezetter was niet mis. In 2018 overleed deze dappere monnik. Zijn neef Puntsok Tsering Duechung (1976-2019) schreef een persoonlijk verslag.
Kushab Palden Gyatso met zijn neef Puntsok Tsering Duechung
DENKEND AAN MIJN OOM PALDEN GYATSO door Puntsok Tsering Duechung*, 30 november 2018, Duitsland Regelmatig vertelde mijn moeder mij tijdens mijn kindertijd in Tibet over mijn oom Palden Gyatso-la uit Panam Gadong Bhelre. Over hoe zij hen bezocht om hun voedsel te brengen in de periode dat mijn oom en mijn grootvader Duechung Sonam Dorje-la in de gevangenis en later in een werkkamp zaten. Hoewel hij voor het eerst werd vrijgelaten in 1975, werd Palden Gyatso-la in de jaren tachtig teruggestuurd naar de gevangenis in Lhasa wegens deelname aan verschillende protestacties, waaronder het verspreiden van posters, in zijn niet-aflatende strijd voor de Tibetaanse zaak. Inmiddels was mijn moeder ook naar Lhasa verhuisd en bezocht zij hem af en toe om eten te brengen. Het was, denk ik, in 1993 dat we op de radio een bericht hoorden uit de Verenigde Staten dat het Palden Gyatso-la gelukt was India te bereiken na zijn vlucht uit Tibet, en, in het bijzonder, dat hij mensen over de hele wereld vertelde over wat hij had doorstaan tijdens zijn gevangenschap in het door China overheerste Tibet. Mijn moeder en een andere oom van mij waren verrukt dit te horen en ze zeiden met veel bewondering: ‘Wat een prestatie van oom Palden Gyatso-la! Wat dapper van hem!’ Nadat ik in Duitsland was aangekomen, voelde ik meermaals de drang om mijn oom Bhelre Palden Gyatso-la te bezoeken. In 2003 kon ik echter pas contact met hem opnemen. In dat jaar, toen hij de Verenigde Staten bezocht, slaagde ik erin hem telefonisch te bereiken en had ik het geluk met hem te spreken. Ik herinner me niet elk woord van wat hij me toen vertelde.
Kushab Palden Gyatso
Titelblad van de autobiografie van Palden Gyatso in het Tibetaans, met handgeschreven opdracht voor Puntsok Tsering
Daarna, op 22 december 2010, stuurde ik hem een brief uit New Delhi en een klein cadeautje, via een bekende. In januari 2011, toen ik voor het eerst Dharamsala bezocht, ging ik bij hem langs. Het was voor het eerst in mijn leven dat ik mijn oom Palden Gyatso-la ontmoette. Op dat moment verbleef hij in een kamer in een gebouw met twee verdiepingen vlak bij het Kirti-klooster. Ik klopte op het ijzeren kozijn van de voordeur en riep: ‘Kushab Palden Gyatso-la!’ Na een moment kwam hij de kamer uit, en vroeg: ‘Hallo, wie ben jij?’ Nadat ik mij kort
had voorgesteld, opende hij de deur en vergezelde ik hem de trap op, naar zijn kamer. Ik herinner het mij nog helder – een brandschone, gezellig uitziende plek. Hij begon met mij te vragen: ‘Ben jij de jongste zoon van Ani [tante van vaderskant] Dadon-la uit Duechung Phunkhang?’ Ik antwoordde door uit te leggen dat ik de zoon was van de dochter van mijn grootmoeder Dadon-la. Daarna hadden we veel te bespreken. Hij had echter geen herinnering aan het telefoongesprek van 2003. Hij vertelde me over het bezoek dat hij pas had afgelegd aan Duitsland om over de situatie in Tibet en over zijn leven te spreken. Hij vertelde me over iedere persoon die voor hem gezorgd had. Hij vertelde me dat de Library of Tibetan Works and Archives in Dharamsala net een Tibetaanse versie van zijn biografie had gepubliceerd. Daarbij overhandigde hij me een van de eerste exemplaren. Los daarvan, als ik sprak over onze uitgebreide familie en over diegenen die in de tussentijd waren overleden, bleef hij mompelen: ‘Wat jammer! Wat jammer!’ Ik vroeg hem ook naar mijn grootvader Duechung-pa Sonam Dorje tijdens zijn jaren in de gevangenis met hem. Mijn grootvader was gedwongen achttien jaar in de gevangenis te verblijven, van 1959 tot 1977. Na zijn vrijlating was hem verteld dat als hij akkoord zou gaan lid te worden van de lokale afdeling van de Chinese People’s Political Consultative Conference, hij een baan zou krijgen en een salaris zou ontvangen. Hij was echter heel resoluut in zijn weigering. ‘Dedrung-la [een verwijzing naar de man met zijn vorige titel als secretaris van een lokaal initiatief – red.] was niet alleen een moedig persoon, maar ook een man die goed kon schrijven.’ Dat gezegd hebbend, nam hij zijn mala op en zei: ‘Wat jammer! Wat jammer! Hij en ik behoorden tot de eersten die in 1959 in Norbu Khyungtse werden opgesloten. Omdat hij een officier van het district Duechung was, brachten ze hem naar Gyantse. Op het moment dat hij werd weggehaald, deed hij een ketting van dzi en koraal af en vertelde me terwijl hij die aan mij gaf: “Ola Kushab, zorg ervoor dat je dit bij Dadon-la brengt.” Toen op een dag Ani Dadon-la kwam om me bij Norkhyung te zien, gooide ik de ketting op de weg buiten en zei tegen haar: “Nou, daar gaat het.” Ani-la was intelligent genoeg om te begrijpen wat ik bedoelde en ging snel op pad om de ketting op te halen en weg te gaan.’ En zo spraken we over verleden en heden, en voltrok de dag zich genoeglijk voor ons. Gedurende een aantal dagen bleef ik in Dharamsala en Palden Gyatso-la stond erop dat ik hem vergezelde voor een diner buiten de deur. Hij nam me mee naar een restaurant waar ze mijn favoriete momogerecht serveerden. Ik plande een bezoekje aan Kushab Palden Gyatso-la in de ochtend van de dag dat ik zou terugreizen naar Europa. Op dat moment waren de Tibetanen in Dharamsala druk bezig met het voorbereiden van Losar. Dus ik bracht een zak meel, een zak rijst, blokken thee, boter en zout mee toen ik hem bezocht, met de bedoeling al deze dingen aan hem te geven als offercadeau voor Losar. Op die dag had Kushab een gSol Tshok [een bepaald Tibetaans ritueel − red.] voorbereid in zijn kleine kamer. Er stond een thermoskan gereed met zoete thee en twee kopjes. Op de tafel had hij een houten raamwerk geplaatst met een opgerolde ceremoniële sjaal van hoge kwaliteit, met Tibetaans geld in traditioneel Tibetaans rijstpapier. Binnen het raamwerk bevond zich ook een Tibetaanse tamka-munt. Hij vertelde me met warmte: ‘Je vertrekt nu naar een verre plaats. Deze geschenken zijn een teken van mijn genegenheid voor jou. Ik wens je een grote toekomst. Deze gSol Tshok symboliseert dat je verdiensten zult vergaren. En ik
wil dat je werkt voor het grotere goed van Tibet en daardoor een persoon wordt die volledig gereed is om de wensen van Zijne Heiligheid de Dalai Lama uit te voeren. Ik wens dat dit moment een gunstige voorbode mag zijn. Volgend jaar zal ik naar de Verenigde Staten reizen voor medische behandeling. En ik stuur je een stuk turkoois van hoge kwaliteit. Houd dat als het turkoois van de essentie van je leven, zoon.’ Terwijl hij dit zei, schonk hij thee in mijn kopje en gaf het me. Hij legde vervolgens de ceremoniële sjaal om mijn nek en raakte met zijn voorhoofd het mijne. Omdat het de eerste keer was dat ik op zo’n mooie manier een gift kreeg aangeboden, leeft de herinnering in mijn gedachten alsof het pas gisteren is gebeurd. Vanaf dat moment was ik in staat om ononderbroken contact met hem te houden, hem regelmatig te bellen, hem brieven te sturen, enzovoort. Hoewel hij zelf geen telefoon had, kon ik contact met hem te houden door frequente telefoontjes via monnik Lobsang Choephag van het Institute of Buddhist Dialectics. Bij gelegenheid stuurde ik hem ook een bericht via journalist Pema Thinley-la.
Palden Gyatso, foto: Robert Koelewijn
Het was rond het jaar 2014. Via Zoge-la – hij hielp mij met mijn correspondentie met Kushab Palden Gyatso-la totdat hij naar het Westen verhuisde – kreeg ik een bericht dat mijn oom me een video-opname had gestuurd via de uitvoerend directeur Kai Müller van International Campaign for Tibet (ICT) Duitsland. Later tijdens telefoongesprekken vroeg Palden Gyatso-la me herhaaldelijk of ik het videobericht had ontvangen. En omdat dat niet het geval was, schreef ik herhaaldelijk naar Kai Müller en collega’s om ernaar te vragen. Zijn enige antwoord was echter dat hij, omdat hij het druk had met zijn werk, zich niet kon herinneren waar hij de compactdisc met het videoboodschap had gelaten. Feit is dat ik de korte videoboodschap met een vurig verzoek van Kushab Palden Gyatso-la nooit heb ontvangen. Tussen 2011 en 2018 bezocht ik Dharamsala twee keer voor mijn werk. Maar
beide keren bleek dat Kushab Palden Gyatso-la naar de Verenigde Staten was gereisd voor medische behandeling. Op een keer, rijdend in de metro, ontving ik een telefoontje van een Spaans nummer, en toen ik opnam, hoorde ik een stem aan de andere kant van de lijn zeggen: ‘This is Thupten Wangchen speaking. Your relative Kushab Palden Gyatso-la wishes to talk to you.’ Dit was in februari 2014, denk ik. Het was toen Kushab Thupten Wangchen-la Kushab Palden Gyatso-la had uitgenodigd naar Spanje te komen om bij het Spaanse gerechtshof te getuigen in de genocidezaak tegen Chinese leiders. Ik reisde naar Spanje en deelde twee nachten een kamer met Kushab Palden Gyatso-la. Toen we naar bed gingen, vertelde hij mij: ‘Zoon, als ik in slaap gevallen ben, zou het kunnen dat ik vreemde, luide geluiden maak. Je hoeft niet bang te zijn. Het komt waarschijnlijk door het lijden dat mij is aangedaan in de jaren dat ik in de gevangenis zat.’ Hij zei ook: ‘Ik ben nu verhuisd naar het Kirti-klooster. Ik ben veel dank verschuldigd aan Kirti Rinpoche. Om mijn verzoek aan hem te vervullen, heeft Kirti Rinpoche een bijeenkomst belegd met de monniken van het klooster en hun gevraagd te bespreken of het in orde was als ik tot het klooster zou toetreden. Alle monniken zeiden onomwonden dat het absoluut in orde was, dat zij mij in hun midden accepteerden en de zaak was besloten. Ik bood mijn huis ook aan het Kirti-klooster aan. Het Kirti-klooster zal voor mij zorgen tot aan mijn dood. Er is mij gevraagd een gezellig woonkwartier te kiezen in het klooster, en dat heb ik gedaan. Ik ben nu tevreden, zoon.’ En zo meer. Deze ontmoeting met mijn oom Palden Gyatso-la uit Bhelre, in de woning van directeur Kushab Thupten Wangchen van het Tibethuis in Spanje, zou de laatste zijn. Op dat moment had ik niet kunnen denken dat dit mijn laatste ontmoeting met hem was. In september 2018, toen ik Dharamsala bezocht, probeerde ik contact te krijgen, in de hoop mijn oom weer te zien. Maar hij was al naar de Verenigde Staten vertrokken. Toen Kushab Lobsang Choephag-la uit Dharamsala vertrok, werd mijn telefonische contact met Kushab Palden Gyatso-la een stuk minder. Maar mijn mentale band met hem bleef net zo sterk als voorheen. Kort geleden, op 16 november, waren er berichten dat Kushab Palden Gyatso-la in kritieke gezondheid verkeerde. Ik belde onmiddellijk met Kushab Dhondup Tashi-la, lid van het Tibetaanse parlement in ballingschap, om hem te vragen of hij het pakketje met een cadeau kon afleveren bij Kushab Palden Gyatso-la, dat ik met dat doel in september had achtergelaten. Het bleek dat hij niet alleen op bezoek was geweest bij Kushab Palden Gyatso-la die dag; hij had ook geprobeerd mij telefonisch te bereiken zodat we elkaar konden spreken. Het mocht niet zo zijn. Hij had enkele keren gebeld maar kreeg een ingesprektoon, omdat ik met iemand anders aan het bellen was. Ongeveer een uur later belde ik terug, maar toen was Kushab Dhondup Tashi-la alweer thuis. Ondertussen had hij wel aantekeningen gemaakt van zijn gesprek met Kushab Palden Gyatso-la en hij stuurde me daarvan een kopie. Dit stond er: ‘Beste vriend Phuntsok-la, ik bezocht Kushab Palden Gyatso-la vanmiddag. Ik heb hem het pakje gegeven dat je bij mij achterliet. Zijn kamer, zijn bed en de dingen eromheen zijn in goede staat en erg schoon. Het lijkt erop dat hij zich niet goed kan bewegen. Monniken van het Kirti-klooster wisselen elkaar af om voor hem te zorgen. Tijdens mijn bezoek was hij in gesprek mer twee mannen van in de zestig, een jonge vrouw en een monnik. Gen Palden Gyatso-la zat op zijn
bed, leunend tegen een kussen. Hij was vermagerd. Maar ik merkte dat zijn geest en bewustzijn scherp waren. Het bleek dat hij vanochtend een interview heeft gegeven aan twee journalisten.’ ‘De kern van wat Gen Palden Gyatso-la tegen mij zei, en mij vroeg aan jou door te geven, is het volgende: “Puntsok Tsering is familie van mij. Hij is een goed mens, een bekwaam man. Hij is ook een hooggeleerd persoon. Zijn vrouw is buitenlands. Ze hebben twee kinderen. Zeg alsjeblieft dat hij zich helemaal geen zorgen over mij moet maken. Zeg hem dat hij goed moet werken voor het algemeen belang van de Tibetaanse zaak, zijn wilskracht voor dit doel inzet en zijn kinderen goed onderwijs geeft. Zeg hem dat ik verder geen probleem heb. Kirti Gonpa is extreem goed voor me. Ik ben nu 89 jaar oud. Ik lijd aan leverkanker. Er is geen manier om dit te genezen door naar het ziekenhuis te gaan. Ik ben niet bang of bezorgd om te sterven.”’ ‘Naar wat een Kirti-monnik mij vertelde, begreep ik dat Kushab Palden Gyatso-la waarschijnlijk al ziek was voor hij naar de VS ging. Nadat hij daar was aangekomen, verslechterde zijn gezondheid. Hij ging terug naar India rond 28 oktober 2018. En rond 10 november had hij om audiëntie verzocht bij Zijne Heiligheid de Dalai Lama. Hij zei dat Gen-la alleen nog wat tsampa nam en verder niet veel at. Hij nam ook Tibetaanse medicijnen en leek geen pijn te hebben’, schreef Dhondup Tashi-la. Toen schreef ik Gen Pema Thinley-la. Hij gaf mij daarop twee telefoonnummers van het Kirti-klooster. Ik belde de nummers een paar keer, maar kreeg geen contact. Vanochtend schreef Gen Pema Thinley-la mij dat Kushab Palden Gyatso-la is overleden. Ik bereidde toen drie offers met boterlampjes en herinnerde me helder de relatie die Kushab Palden Gyatso-la en ik hadden gedeeld, en zijn blijken van genegenheid en de adviezen die hij me gaf. Het is alleen met spijt dat ik in gedachten houd dat hij, die zoveel heeft opgeofferd en zoveel bewondering verdient, zijn thuisland niet meer zou zien. Ik slaakte een diepe zucht van verdriet. * Puntsok Tsering Duechung werd geboren in Tibet, kwam in 1998 naar Duitsland, en werkte tot zijn overlijden in september 2019 als directeur van Tibethaus Deutschland in Frankfurt. Dit artikel is naar het Nederlands vertaald, geredigeerd en gepubliceerd met toestemming van Tibetan Review en Puntsok Tsering. © TibetanReview.net, 6 december 2018
DANK Puntsok’s echtgenote Lena Raab-Tsering schreef over de ziekte van Puntsok dat hij zonder het te weten aan hepatitis B leed, als gevolg waarvan hij leverkanker ontwikkelde. Veel Tibetanen hebben hepatitis B bij de geboorte; leverkanker is door hepatitis B de meest voorkomende vorm van kanker in Azië. Puntsok had het grote geluk dicht bij vele lama’s en zeer invloedrijke mensen te zijn en ook dicht bij Zijne Heiligheid de Dalai Lama en Samdhong Rinpoche, schreef Lena. Hij ontmoette beiden in augustus jl. en vervulde daarmee zijn laatste wens voor zijn dood.
Lena: ‘Zijn laatste woorden voordat hij in een zogenoemd levercoma terechtkwam, waren: “Gyalwar Rinpoche khyenno, Dagyab Rinpoche khyenno” [“Dalai Lama beschermt me, Dagyab Rinpoche beschermt me” - zijn eigen leraar die samen met Zijne Heiligheid uit Tibet ontsnapte]. Beiden waren zijn morele ruggengraat en gaven hem kracht en uithoudingsvermogen om verder te gaan.’
Puntsok Tsering Duechung op 4-jarige leeftijd, op 17-jarige leeftijd en op 42-jarige leeftijd, de zomer voor zijn dood.
‘Hij werkte zo veel. Wat me troostte, was dat het voor een goed doel was: het bevorderen van het positieve culturele erfgoed van Tibet: geneeskunde, kunst, kalligrafie, mindfulness, boeddhisme, trainingen in emotionele en sociale competentie, compassietraining, omgaan met sterven en dood, boeddhistische hospice-beweging, modern Tibet, interculturele dialoog, conserveren door het te laten leven, taal, heilige en seculiere literatuur, poëzie, proza, Tibetaanse muziek, moderne kunst, klassieke kunst ... de lijst is eindeloos, hoe Tibet de wereld dient. Vooral de nuchtere mensen die de cultuur van Boeddha leven door in gelijkmoedigheid te leven.’ ‘Puntsok Tsering-la, ik dank je. Je gaf me zware taken als je vrouw en moeder van onze kinderen, en je gaf me lichte taken met je humor en luchtigheid. En met je kalme helderheid bij het verschijnen van een probleem. Dit waren je sterkste kwaliteiten: humor en helderheid in stormen en mist. Bedankt, liefde van mijn leven en vader van onze kinderen Nyishön Pawo en Khyentso Jigme. We missen je. We zijn verdrietig.’ Puntsok Tsering Duechung overleed op 10 september 2019 in Duitsland. Tekst en foto’s zijn met toestemming van Lena Raab-Tsering opgenomen.
KUSHO BAGDRO Het overlijden van Palden Gyatso-la vernamen we in Amsterdam in eerste instantie van Kusho Bagdro-la. Kusho Bagdro is een Tibetaanse monnik die in India woont, net als Palden Gyatso in zijn laatste jaren. Zij ontmoetten elkaar destijds in de Drapchi-gevangenis toen zij een cel moesten delen in gevangenschap. De Drapchi-gevangenis, die
bekendstaat als een van de meest afschrikwekkende en mensonterende gevangenissen van het Chinese bewind. Onder onmenselijke omstandigheden moesten zij daar zien te overleven. ‘Vlak voor Palden Gyatso zijn laatste adem uitblies, zag ik nog kans hem te bezoeken’, aldus Kusho. ‘We spraken meer dan een uur en Palden sprak uitgebreid over zijn tijd in gevangenschap en de ontberingen die hij heeft doorstaan. Nu is de oudste nog levende Drapchi-overlevende Takna Jigme Sangpo, hij woont in Zwitserland. Ik heb eenzame tranen geplengd uit gemis, denkend aan mijn voormalige medegevangenen. Er waren meer dan honderd politieke gevangenen die tegelijk met ons gevangenzaten en van wie velen de barre omstandigheden en wrede martelingen van de Chinese gevangenisbewakers niet hebben overleefd.’ Kusho betuigt zijn medeleven aan Palden Gyatso en alle gevangenen en onbezongen helden van Tibet, die hun leven hebben gegeven voor Tibet en de mensheid: ‘Bodgyalo. Free Tibet’.
Kusho Bagdro toont A hell on earth. A brief
biography of a Tibetan political prisoner
De Tibetaanse monnik Palden Gyatso – in 1933 in Panam in de Tibetaanse Autonome Regio geboren – werd in 1959 gearresteerd tijdens protesten tijdens het hoogtepunt van de Chinese invasie, hij leidde een groep monniken in een vreedzame opstand. Drieëndertig jaar lang zat hij gevangen in kampen en gevangenissen.Hij ontvluchtte Tibet na zijn vrijlating in 1992. In ballingschap werd hij het gezicht van China’s culturele genocide in Tibet en de onderdrukking van het Tibetaanse volk. Hij toerde de wereld over met Chinese martelwerktuigen die werden gebruikt tijdens de tientallen jaren van marteling, ondervraging en ‘mentale hervormingen’. Zijn persoonlijke verhalen en getuigenissen uit de eerste hand over de onmenselijke behandeling door China werden gehoord in de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties in 1995 in Genève en in het Oslo Freedom Forum in 2009. In 1998 kreeg hij de John HumphreyFreedom Award van de Canadese mensenrechtengroep Rights & Democracy.
WAARDERING Het is met droefenis dat we bijna een jaar na dit schrijven over Palden Gyatso hoorden van het overlijden van Puntsok Tsering Duechung in september 2019. In november 2018 was hij in Amsterdam om met The Himalaya Initiative for Culture and Society een kalligrafieworkshop- en expositie te houden in het Lloyd Hotel. In de Nieuwe Kerk was op dat moment de expositie Het leven van Boeddha te zien en konden we aldaar samen van een concert van Namgyal Lhamo genieten en een mandala schilderen.
Voor Galerie ArtSite in Haarlem heeft hij een decennium eerder het contact gelegd met Tibetaanse kunstenaars in Lhasa, tijdens onze eerste samenwerking. Puntsok vond het heel belangrijk de moderne Tibetaanse kunst over het voetlicht te brengen; helaas kon dat alleen buiten Tibet. Het is al een wonder dat de groep van het Gendun Choepel Artists’ Guild in Lhasa kon voortbestaan, zij het in de marge. In 2009 was Puntsok-la een van de kunstenaars die exposeerden tijdens de tentoonstelling Tibet Art Now in Amsterdam en in 2011 hebben we samen met hem en Elke Hessel van Tibethaus Frankfurt de foto-expositie Insight Tibet kunnen realiseren in de galerie van de Amsterdamse Melkweg. Een gedegen opleiding in de authentieke Tibetaanse kalligrafie en literatuur vormde de basis van het werk dat Puntsok maakte. Puntsok legde uit hoe de hedendaagse Tibetaanse kunstenaars dikwijls traditionele, vaak boeddhistische symbolen in hun werk opnamen, hoewel ze daarbij vaak moderne technieken gebruikten. Zijn klassieke opleiding kreeg Puntsok van zijn grootvader, een voormalig hoogwaardigheidsbekleder van het oude Tibet, die zeventien jaar in de Chinese gevangenissen in Tibet heeft doorgebracht. Hij vervolgde zijn opleiding in Lhasa, ging traditioneel schilderen en begon gedichten te schrijven, voordat hij leraar werd op een school. De Tibetaanse kunst en cultuur behouden, ontwikkelen en tentoonspreiden, was een belangrijk doel voor Puntsok-la. Hij inspireerde daarin ook anderen. De ontdekkingstocht door de hedendaagse Tibetaanse kunst verliest een belangrijke gids en bruggenbouwer in Puntsok Tsering Duechung. Met veel waardering denken wij aan hem terug. Rosemarijn Dissen 1 november 2019 Amsterdam
Righteousness; Dedicated to my fellow Tibetans, who have been self-immolated, for the righteousness of a nation, its culture, its religious faith ཐོབ་ཐང་ཆེད། ལུས་སྲོག་འབུལ་མཁན་གྱི་དཔའ་བོ་དཔལ་མོ་རྣམ་ལ་དུས་རྟག་ཏུ་ཡིད་རངས་ཞུ། Puntsok Tsering Duechung
The Journey འགྲུལ་བཞུད། མུ་མཐའ་མེད་པའི་རྒྱ་མཚོ་འདིའི་ཕ་རོལ་ན། ངས་ཤིན་ཏུ་གཅེས་པར་འཛིན་པའི་ཕ་ཡུལ་ཡོད་ལ། ངས་དུས་རྟག་ཏུ་དྲན་པའི་སྣང་ངོར་དབང་མེད་དུ་ཤར་བའི་ སྤུན་ཉེ་དང་། ཆུང་ནས་འགྲོགས་པའི་བློས་ཐུབ་ཀྱི་གྲོགས་དང་། གྲོགས་མོ་དག་ཡོད་ཅིང་། ཞོགས་སྔ་མོ་གཉིད་ལས་སད་སྐབས་ཁོང་རྣམས་སྣང་ཡུལ་ ལ་དྲན་མུར། ཉིན་གང་ལས་བྲེལ་གྱི་གནས་སྐབས་དྲན་དབང་ལ་བག་ཉལ་ལ་འགྲོ་རུ་བཅུག་ནའང་། བཀའ་དྲིན་ཅན་གྱི་ཉི་ཟེར་དགོང་ཁའི་ནུབ་རིའི་ཕག་ ཏུ་ཕེབས་པ་དང་། མཚན་མོའི་གྲིབ་ནག་ལྷུག་ལྷུག་ཏུ་བྱོན་སྐབས། དྲང་ཤུར་ཤུར་གྱིས་སླར་ཡང་ཁོང་རྣམས་དྲན་དུ་བཅུག་སོང་། ད་གཟོད་མཆི་མས་མིག་ ཟུང་ལས་དྲན་པའི་འཆར་སྣང་དེ་ལ་སྐྱེལ་མ་ཡང་བྱས་པ་གྲངས་ཀ་ཉུང་ཉུང་ཞིག་གཏན་ནས་མིན། ད་དུང་བྱིས་དུས་དང་དར་མའི་འཚོ་བ་ངོ་མཚར་ཅན་དང་། དགའ་བ་དང་སྐྱོ་བ་འདྲིས་འདྲིས་ཀྱི་འཚོ་བ་རྣམས་དྲན་ཞོར། བསྐུལ་མ་གཏོང་མཁན་མེད་རུང་སེམས་ཀྱི་གཏིང་ནས་དབུགས་རིང་གཉིས་གསུམ་ཞིག་ཕྱུང་ བ་ཧ་ཅང་མང་། སྐབས་སྐབས་ལ་རང་གི་གཅེས་པའི་མི་བུ་ཁོང་ད་ལྟ་གང་ཞིག་ལས་ཀྱིན་ཡོད་དམ། བསམ་པ་ཡང་ཡང་ཡང་དྲན་ཞོར། ད་ལྟ་གནམ་གྲུ་དང་། མེ་འཁོར་ ཡང་ན་གྲུ་གཟིངས་སོགས་གློ་བུར་དུ་འཕུར་བ་དང་། འགྲོ་བ་དང་། གཏོང་བ་ལ་སོགས་པའི་མཚམས་ཆད་སོང་བ་ཡིན་ན། ང་ཚོའི་བར་གྱི་འཇིག་རྟེན་འདི་ ལ་སླར་ཡང་འཕྲད་ཐུབ་ཐབས་གཏན་ནས་མེད་པར་འགྱུར་སྲིད་དམ་དྲན་ཞོར། ཆབ་སྲིད་ཀྱི་མུན་ཐག་ནག་པོ་ཞིག་གིས་གཅིག་བྱས་ན་ང་ཚོའི་བར་དུས་ནམ་ ཡང་སླར་མཇལ་ཡོང་མི་སྲིད་བསམ་མྱོང་ལ། བསམ་པ་དེ་ནི་དོན་དངོས་ཆགས་ཀྱིན་འདུག་མོས་མི་མང་པོས་བསམ་པ་དེ་ལ་དགའ་མོས་དང་། བདེན་པར་ འཛིན་འདོད་པ་རྩ་བ་ནས་ཡོད་མི་སྲིད། དེ་ནི་ངའི་བསམ་པའི་མྱོང་བ་ཞིག་ཡིན་ལ་ངའི་འགྲུལ་བཞུད་ཀྱི་ས་མཚམས་དེ་ཡང་ཡིན། Puntsok Tsering Duechung 2019
Colofon Redactie: Rosemarijn Dissen, Ine van Schaik Vormgeving: Erik Schermer Uitgave SOTC, december 2019, tibetaansecultuur@gmail.com