
3 minute read
Column - Wil & Wil
Tekst: Willem Moerman
Laatst was ik in de PLUS op het Vogelplein de boodschappen halen toen twee merkwaardige dingen gebeurden. Ten eerste was mijn vriend meegegaan. Nou is dat al een wonder; meestal mag ik onze boodschappen zelf halen. Vervolgens werd ons ironisch door de caissière verteld: “Zo, je kan écht niet zien dat jullie tweeling zijn!” Ouch. Ik snap echter wel waar haar opmerking vandaan kwam. Ik lijk best een beetje op mijn vriend. Bovendien gaan de gelijkenissen verder dan alleen uiterlijke kenmerken. Hij heet William, ik heet Willem. Hij heeft mediavormgeving gestudeerd, ik heb communicatie en multimedia vormgeving gestudeerd. Deze gebeurtenis heeft mij aan het denken gezet. Waarom zie ik vaker gaykoppels waarbij de één op de ander lijkt. Wat verklaart dit fenomeen?
Advertisement
Zou het misschien een evolutionaire oorzaak hebben. Waar het voor hetero’s van belang is een gevarieerde genenpoel voort te zetten, is dit niet van toepassing op homo’s aangezien wij niet op natuurlijke wijze kunnen voortplanten. Homo’s kunnen zich aangetrokken voelen tot mannen die op henzelf lijken omdat ze zich geen zorgen hoeven te maken over de voortzetting van hun genen. En mocht je een kind willen, dan zou die iets weghebben van beide ouders ondanks dat het genetisch gezien alleen iets geërfd heeft van diens biologische vader.
Ook valt er een sociaal-culturele uitleg voor te vinden. William en ik kunnen altijd terugvallen op de illusie dat wij broers zijn. Nou zijn wij sowieso niet echt van de pda (public display of affection), dus levert dat voor ons weinig problemen op in Nederland. Maar voor homo’s op vele andere plekken in de wereld is geen mogelijkheid om veilig jezelf te zijn. Ik zou met William op reis kunnen naar Dubai en ondanks de ongebreidelde homofobie zouden we er veilig zijn als ‘broers’.
Of zou dit fenomeen simpelweg van contextuele aard zijn? Doordat ik op William lijk hebben wij misschien wel dezelfde levenservaring gehad. Die gedeelde context maakt het voor ons makkelijk om een band te scheppen, essentieel voor een relatie.
Bovendien is het een geweldig goede ‘conversation starter’. “Hoi ik ben Wil, hij heet ook Wil. Oja, we lijken ook nog eens op elkaar.” Tuurlijk, soms moet je je trots met een neplach inslikken als je in de rij staat bij de PLUS om je boodschappen af te rekenen, maar je kan zelf bepalen wanneer en met wie je de confrontatie aangaat. Ik kan eigenlijk alleen maar positieve argumenten opnoemen, en nodig daarom iedereen uit het ook te proberen. Date je broer!