3 minute read
Geduld is een schone zaak
Het is een oud gezegde, maar in een tijd waarin alles in sneltreinvaart lijkt te gaan, zouden we dit gezegde weer eens ter harte moeten nemen. En als het ons niet lukt om wat meer geduld te nemen voor de dingen in ons leven, zouden we in de leer kunnen gaan bij onze allerjongste medemensen. Mijn leermoment kwam weer eens toen ik met mijn jongste kleinkind aan het wandelen was.
Mijn tweejarige kleinzoon liet zich lekker rijden in de buggy, tot hij het op een bepaald moment welletjes vond en de wandeling op eigen benen wilde voortzetten. Ik wist toen al dat ik mijn tempo moest gaan aanpassen aan zijn stappenplan. Maar niet voor lang, want hij had het al gezien voor ik het doorhad: een lonkende grote waterplas midden op het pad! Had ik hem nu maar zijn kaplaarzen aangetrokken, dacht ik nog, dan had hij zijn gang kunnen gaan. Maar zijn splinternieuwe sneakertjes kon ik dit niet aandoen.
Nee! kon hij al wel zeggen, maar kennelijk nog niet verstaan. Als moeder had ik mijn kind nu snel weggetrokken bij die enorme plas, maar als oma probeerde ik dit subtieler aan te pakken. Afleiden door de aandacht op iets anders te richten, zoals die grote stok langs het pad. Dat bleek een schot in de roos: stokken doen het bij jongens altijd goed. De grote stok werd dankbaar aangenomen, alleen niet voor waar ik hem had aangeboden, maar om er hard mee in het water te slaan. Er zat niets anders op dan even in mijn moederrol van vroeger te stappen en hem van de plas water weg te trekken met zijn natte schoenen, (dito sokken waarschijnlijk) en spatten op zijn jas.
We wandelden verder tot hij door zijn knietjes zakte en 'pin' zei. Ik moest wel drie keer kijken voor ik ontdekte wat hij bedoelde. Er kroop een miertje door het gras langs het pad wat zijn aandacht trok, wel vijf minuten lang. Na twee stappen zakte hij weer door zijn knietjes voor een nieuwe 'pin', een echte spin deze keer. We keken er samen naar, wel een minuut of vier, tot hij een steen ontdekte. Een beetje blubberige steen, maar hij vond hem mooi genoeg om hem mij cadeau te doen. Ik kreeg er zelfs nog één, en nog één en toen een stokje, en weer een steen, en toen zag hij een 'vieg'. Een vlinder vloog langs tot hij in het struikgewas verdween, maar een vogel nam het schouwspel snel over.
We waren intussen zo’n drie meter opgeschoten, maar wat is de wereld om ons heen toch boeiend als je er de tijd voor neemt...