6 minute read
Hoera, er is een nieuwe cultuurnota!
Wethouder Rik van der Linden zegt: “Deze nota bouwt verder aan de kracht van cultuur waarbij we nadruk leggen op meer cultuur voor iedereen, het vergroten van de aantrekkelijkheid van Dordrecht en het bieden van een sterke basis voor cultuurmakers. Bij een groeiende stad hoort een toekomstbestendige en bloeiende culturele sector.“
Dit nobel streven wordt uitgewerkt in dertig dichtbedrukte pagina’s. De nota is bedoeld als inspirerend kader voor de culturele sector in de stad maar de taal is vrij ambtelijk en saai. Je mist een bevlogen betoog. We vragen aan Kitty Kruger, raadslid voor GroenLinks en altijd op de bres voor cultuur, wat zij van de nota denkt.
Word je er blij van of juist niet?“De opstellers hebben hard gewerkt om de nota tot stand te brengen. Er zijn verschillende bijeenkomsten geweest waarbij zowel de professionals als de amateurs zich hebben kunnen profileren. Het blijft complex om een zo breed mogelijke nota neer te leggen waarin iedereen zich kan vinden. Doordat er zo enthousiast aan gewerkt is had ik dan ook een meer enthousiaste inhoud verwacht. Nu houden we wat we hebben, gaan over vijf jaar maar weer evalueren. Het is geen consistent geheel. Nog veel dingen zijn in ontwikkeling.”
“Wat is nog in ontwikkeling: Vastgoed is een apart beleid (vastgoed staat leeg: zou gebruikt kunnen worden voor de makers uit de cultuursector. Dus daar zou een verbinding mee moeten worden gemaakt).- Nieuwe visie evenementen moet nog worden uitgewerkt in een evenementenbeleid. Terwijl juist evenementen zo’n groot onderdeel uitmaken in de cultuursector.- Er is geen geldend toeristenbeleid.- Het atelierbeleid staat op de nominatie om geëvalueerd te worden: waarom is dit niet al gebeurd zodat het kon worden meegenomen.- Er zijn geen randvoorwaarden voor de Code Cultuur, terwijl we die al in 2025 willen doen ingaan. Met de cultuurnota schetsen we een perspectief voor de ontwikkeling van het culturele aanbod in onze stad voor de komende jaren. Daarmee begint de nota. Maar wat voor stad willen wij nu zijn?”
Wat vind je van de ambitie in de nota voor 2030? Het culturele karakter van Dordrecht is zichtbaar in de stad en versterkt het DNA van de stad. En: Het aantal bezoekers aan de stad neemt toe.“Het is een mooie ambitie. Zou gek zijn wanneer er iets anders had gestaan. Maar wat wordt er nu precies bedoeld? Wat is het DNA van de stad? De geschiedenis? Want je zou bijna denken dat dat vooral de kurk is waarop de cultuursector in Dordrecht drijft. Terwijl er zoveel makers zijn van het heden. Het aantal bezoekers neemt toe: en we hebben geen toeristenbeleid. Hoe gaan we een groeiend aantal bezoekers in banen leiden?”
De totale cultuurbegroting is pakweg 15 miljoen. Daarvan gaat 8,6 miljoen naar de Dordtse Musea (en ook nog iets naar beeldende kunstenaars), 3,1 miljoen naar Kunstmin, de Bibliotheek krijgt 3,4 miljoen, Cultuureducatie 2,4 miljoen, Bibelot 815.000 euro. En het Onderwijsmuseum, DOOR, Pictura, Hollands Diep, Museum 40-45, Torenmuziek, DJS en Bachfestival krijgen samen ongeveer hetzelfde. Voor amateurkunst staat 57.000 euro op de begroting en voor Culturele Initiatieven hetzelfde bedrag. Wat vind jij van deze verhoudingen? “Die verhoudingen vind ik aardig scheef. Terwijl ik het ook altijd lastig vind te beoordelen, omdat ze niet van dezelfde grootte zijn. Daarbij ook nog eens verschillend in waarvoor de subsidie nodig is. Daar zou ik nog wel eens over willen sparren om het geheel transparanter te krijgen en te zien hoe de een de ander zou kunnen verbinden. Bijvoorbeeld huisvestingskosten, die post kan gedrukt worden door zoveel mogelijk gebruik te maken van leegstand. Neem nu het Energiehuis. Wanneer gaan we dat nu eens echt gebruiken waarvoor het bedoeld is. Plat gezegd bepaalt Kunstmin grotendeels wie er wel of niet gebruik van maakt. Hierdoor staan veel ruimten lang leeg. Slecht voor de exploitatie lijkt mij. Bij alles loop je steeds weer tegen het gegeven aan: wat hebben we, van welke bloedgroep. Moeten we plafonds aanleggen? Laat kunst en cultuur zich een plafond opleggen?”
Dordrecht kent een vitaal makersklimaat voor alle disciplines, staat in de nota, maar er is vanwege het accent op maatschappelijke en economische waarde gekozen om hier nog geen extra middelen voor te reserveren. Hoe kijk jij hier tegenaan?“Ik constateer dat we het voor makers steeds moeilijker maken. Er zijn ateliers tegen gemeentelijke huren, maar dan weer met aardig wat restricties. Er zijn leegstaande panden, die we verkwanselen aan projectontwikkelaars. Vakwerk was een ontzettend efficiënte werkplaats voor industriële vormgeving, kunstenaars, die de ruimte nodig hadden voor het maken van kunst, regelmatig in opdracht van de gemeente. Het staat nu al bijna een jaar leeg. Het oude KDV staat nog steeds leeg, evenals de Biesboschhal, Berckepoort en zometeen het Insulacollege. Dan heb ik het alleen nog maar over de huisvesting. Ik mis meer ruimte voor opleidingen. Beurzen voor talenten in welke vorm van kunst dan ook.”
De nota noemt een eerlijke beloning voor kunstenaars: de Fair Practice Code. Het verplichten van die Code heeft bij kleinere organisaties en particulier initiatief grote gevolgen. In de Cultuurnota wordt hiervoor geen extra geld vrijgemaakt. Vind je het rechtmatig de code te verplichten maar er geen geld voor uit te trekken?“Hierboven heb ik al aangegeven dat we voor de invoering hiervan nog niets bedacht hebben. Met de vorming van het huidige kabinet vrees ik dat we snel tot bepaalde besluiten moeten komen. Moeten vastleggen of we het belangrijk vinden. En hoe we dit gaan organiseren en bepalen wat we er voor over hebben.”
Wat wilde je zelf nog kwijt?“Iedereen die op vakantie gaat geniet van culturele activiteiten. Is het een bandje, of theater op het plein van een dorpje. Zijn het de historische overblijfselen van een bepaalde cultuur: we vergapen ons eraan. We genieten van makers van kunst en cultuur zoals bij evenementen: Wantijpop, Oerol, Lichtfestival op Ibiza, Kunst op de Hoek. We zingen mee en worden vrolijk. Soms wat schuchter nemen we deel aan interactief theater. We laten ons verwonderen, confronteren, uitdagen, inspireren. Kunst en cultuur is de humus van de samenleving. Is de levenslucht waardoor het leven de moeite waard is en die mensen met elkaar verbindt. Belangrijk is dat we iedere mens de mogelijkheid geven te maken, te creëren, te genieten en te consumeren. En ja, dat kost geld.”
“Er wordt gezegd dat de gemeenten afstevenen op een ravijnjaar: 2026. Dan hebben zij te weinig geld voor zorg, educatie, veiligheid, enzovoort. Dan zullen er grote keuzes moeten worden gemaakt. Waarschijnlijk zal de cultuursector dan als eerste het kind van de rekening worden. Maar ik ben daar niet echt bang voor. Want als er één sector stevig is en zich niet laat wegvagen is het de cultuursector. Juist in crises is zij vindingrijk en creatief, weet van niets iets te maken.”
“Laten we er met elkaar ervoor zorgen dat dit niet nodig is. Dat we juist de culturele sector, de kunstenaars bevragen hoe om te gaan met schaarste. Hoe om te gaan met de maatschappelijke sociale problemen. En laten we hen daar dan ook eerlijk voor belonen.”
Ton Delemarre en Kitty Kruger