4 minute read

'De camera is mijn maatje geworden'

Door Arie Kuperus
In de serie over kunstenaars die in Stadspolders wonen hebben we deze keer voor het eerst een gesprek met een fotograaf. Connie de Haan is nog maar vijf jaar bezig met fotografie, maar heeft er ontzettend veel plezier in en zij maakt van foto’s hele kunstzinnige beelden.

Iets nieuws na mijn pensioen

‘Ik ging vijf jaar geleden met pensioen en wilde iets anders gaan doen dan de jeugdzorg waarin ik altijd werkzaam was. Foto’s maken leek me leuk en ik volgde een beginnerscursus fotografie, want ik wist niets van sluitertijden, van diafragma’s en dergelijke. Tot die tijd fotografeerde ik alleen in vakanties. In die cursus ontdekte ik al snel dat je met foto’s veel meer kunt zeggen dan alleen een plaatje van de werkelijkheid te maken. Zo had de cursusleider een serie foto’s gemaakt van directeuren naast hun stoel. Een serie zegt dan veel meer dan een individuele foto. Dat je met een beeld zoveel meer kunt vertellen intrigeerde mij enorm en zorgde ervoor dat ik heel actief met fotograferen aan de slag ben gegaan.’

Wat fotografeer je vooral?

‘Ik wandel veel en neem altijd mijn camera mee. Ik hou van de natuur en dat levert vaak foto’s op, maar allerlei voorwerpen kunnen mijn aandacht trekken. Ik kijk anders om mij heen als fotograaf, vaak alsof ik door de lens kijk. Ik probeer daar creatief in te zijn. Zo kan ik van een schimmel op een prullenbak honderden foto’s maken vanuit allerlei hoeken. Normaal kijk je op ooghoogte, maar het kan heel verrassend zijn om eens door je knieën te zakken. Ik werk in kleur, maar vooral zwart-wit. Als ik thuiskom ga ik mijn foto’s bewerken en dan worden het vaak abstracte beelden waarin de oorspronkelijke foto niet of nauwelijks herkenbaar is. Dat zal niet iedereen aanspreken, maar mij boeit het enorm. Fotograferen is zo een creatief maakproces wat me veel plezier oplevert.’

Enthousiast en aanstekelijk Connie vertelt heel enthousiast

Connie vertelt heel enthousiast over haar hobby en ze steekt daar anderen mee aan. Zo vertelt ze dat al meerdere mensen in haar omgeving ook zijn gaan fotograferen. Ze is bescheiden over haar eigen producten, zou zichzelf geen kunstenaar noemen. Ze leert veel op de fotoclub in Dordrecht (Dordtse Amateur Fotografen Vereniging) waar ze over technieken leert, over hoe te kijken en waar de deelnemers elkaar ook feedback op gemaakte foto’s geven.

Wat wil je laten zien?

‘Mij gaat het om de essentie weer te geven. Daarom bewerk ik de foto en wordt het vaak onherkenbaar, abstract. Sfeer vind ik ook belangrijk. En het moet vooral mooi zijn. Een foto moet indringend zijn, je moet ernaar blijven kijken, erin blijven hangen. Soms is een foto snel klaar en soms ben ik uren bezig’

Voor wie en hoe verder?

‘Ik fotografeer puur voor mezelf en heb niet de neiging om mijn foto’s aan iedereen te laten zien. Ik toon ze op de fotoclub en een enkele keer werk ik mee als de club ergens foto’s mag exposeren. Dat is voor mij genoeg. Het creatieve maakproces levert voor mij de voldoening op.

Ik heb heel veel bewondering voor fotografen die met een foto een verhaal laten zien dat tot actie en tot maatschappelijke verandering leidt, bijvoorbeeld de foto van het napalmmeisje in Vietnam. Onlangs was ik op een tentoonstelling met foto’s over de raakvlakken tussen de Joodse en de Islamitische cultuur. Daarmee toonde de fotograaf de verbinding en dat was een krachtige boodschap. Dat vind ik geweldig. Voorlopig ben ik nog te onervaren voor zulke iconische foto’s, maar al kijkend en fotograferend ontdek en leer ik veel.’

This article is from: