3 minute read

Kattenstaart

door onze sluipende reporter Mark

Tijger op de schutting van zijn vroegere tuin

Advertisement

Ooooohh, mensen, ik schaam me dood. WAT een vernedering… Tijger zat weer eens op de schutting naar de nieuwe katten in zijn vroegere tuin te loeren, en was nogal geïrriteerd dat ik hem daarbij stoorde. Dat liet hij ook duidelijk merken: Opzouten, Mark!!! Ik was zo verbouwereerd, dat ik een onhandige beweging maakte en pardoes van de schutting afviel. Recht in het zwembad van de buren. PLONS!!! Gelukkig stond er maar een bodempje water in, maar ik was tot op mijn huid toe nat, het water droop in straaltjes uit mijn mooie dikke vacht. Heb je enig idee hoeveel werk het is om dat allemaal weer droog te krijgen en te fatsoeneren? En alsof dat nog niet erg genoeg was werd ik ook nog eens keihard uitgelachen. Niet alleen door Tijger, maar ook door mijn mensen. Die noemden me een verzopen kat en kwamen me met een handdoek achterna. Woest was ik, ik heb geblazen en gegromd. WEG jullie!! Laat me met rust! Aan mijn lijf geen polonaise. En toen kwamen ze me ook nog eens met een camera achterna. Ja hoor, laat de hele wereld het maar zien… BAH! Ik heb mezelf zo goed en zo kwaad als het ging schoon en droog gelikt, ben midden op hun bed gaan liggen en heb me de rest van de dag niet meer laten zien.

Arme, natte Mark voelt zich vernederd

Gelukkig is het niet allemaal kommer en kwel, hoor. Het is de laatste tijd weer heel gezellig in de wijk. En omdat het nog zo lang heerlijk nazomerweer was, ben ik heel vaak met mijn mensen gaan wandelen. Soms gaan Tijger, Poema of Mowgli ook gezellig mee, en dan lopen we lekker te dollen samen. Maar soms heb ik mijn mensen helemaal voor mezelf alleen, en dat is ook gezellig. Dan kan ik helemaal zelf bepalen waar we heen lopen. Als de school net uitgaat als we langs lopen, ga ik graag even kroelen met die kinderen. Die worden daar soms heel emotioneel van. Mijn mensen zeggen dat dat komt omdat ze uit hun eigen land hebben moeten vluchten, en daarbij soms hun eigen huisdieren bij familie of buren hebben moeten achterlaten. Maar niet al die kinderen zijn gewend om met een kat om te gaan. Sommigen komen op me af rennen om me te aaien, en dat vind ik niet zo fijn. Maar dan vertelt iemand anders hen meteen hoe het wel moet: ‘blijven staan, op je hurken gaan zitten en hem uitnodigen om naar jou toe te komen’. En dan kom ik natuurlijk ook.

Mark maakt nieuwe vrienden.

This article is from: