2 minute read
Kattenstaart - door onze sluipende reporter Mark
Hallo mensen, hebben jullie ook zo’n zin in de lente? Nou, ik wel hoor. Ik word zooo chagrijnig van al die wind en regen. Nou ja, wind? Zeg maar rustig storm. Er kwam geen eind aan. En allemaal zulke zware stormen dat ze een eigen naam kregen (en dat ik, als ik niet uitkeek, bijna uit mijn bontjas geblazen werd). Storm Gerrit, storm Henk, storm Isha, storm Jocelyn… Ik heb ze vervloekt. En ik niet alleen, hoor. Luna steekt met die wind en regen echt nog geen snorhaar buiten. Poema wordt geacht een echte buitenkat te zijn, die komt het liefst alleen thuis om te eten en een dutje te doen, maar zelfs die was vaak ook de hele dag (en nacht) binnen. Hij ging wel regelmatig door het kattenluik naar buiten, maar meestal maakte hij binnen een paar seconden rechtsomkeert. Ik ga graag door de ‘koninklijke weg’ naar buiten. Dan blijf ik net zo lang onder aan de trap zitten klieren tot een van mijn mensen de tussendeur naar de hal en de voordeur voor me open doet. Maar ik heb mijn personeel volgens mij niet goed opgevoed, want als ik te lang op het stoepje voor het huis blijf staan dubben of ik nu wel of niet naar buiten wil, doen ze botweg de voordeur dicht en moet ik omlopen naar de tuin om via het kattenluik naar binnen te gaan. Mijn vrouwmens doet dan vaak nog wel een paar keer de deur weer even open: “Weet je het zeker, Mark?” Maar dan moet ik snel wezen, anders doet ze de deur weer voor mijn neus dicht. Ik denk dat ik Tijgers methode maar eens ga proberen. Als die geen zin heeft om om te lopen, gaat hij keihard zitten gillen bij de voordeur. Bij voorkeur ’s nachts. Maar ’s nachts hoef ik niet binnengelaten te worden, want dan slaap ik tussen mijn mensen in op bed.
Mag ik weer naar binnen?