Iedereen kan leren, als alle zintuigen mee mogen doen

Page 1

Iedereen kan leren

Meer lezen:

als alle zintuigen mee mogen doen

Thomas Armstrong: 7 Kinds of Smart Thomas Armstrong:

Alle kinderen hebben hun talenten en zijn in staat tot leren, in iedere klas zijn alle leerstijlen vertegenwoordigd. Hoe kan het dan dat scholen zijn ingericht alsof alle kinderen alleen maar via boeken en luisterend naar de juf leren?

Irene Besnard-van Baaren

Past school wel bij leerstijl?

Irene Besnard was werkzaam binnen onderwijsbegeleiding en had sinds 1984 een eigen praktijk voor onderzoek en behandeling van dyslectische kinderen.

Laten we eerst kijken naar de twee meest voorkomende leerstijlen: De auditief-talige denkt vooral in taal en begrippen, is tijdsbewust, leert stap-voorstap, is gericht op de volgorde: ’t één na het ander. Deze leerling kan verbale instructie goed opnemen, goed uit het hoofd leren en automatiseren. Zo’n kind kan losse informatie goed onthouden en heeft een goed kortetermijngeheugen. Ze is gericht op het detail en kan zich op één ding tegelijk richten, is gericht op verschillen, heeft een goede concentratie en kan goed het ene juiste antwoord vinden. De visueel-ruimtelijke leerling denkt vooral in beelden en handelingen. Ze is niet tijdsbewust maar ruimtelijk vaak sterk. Ze leert vanuit het geheel en is gericht op verbanden. Ze neemt informatie in een keer op, eerst het geheel en dan de details. Deze leerling heeft moeite met verbale instructie. Kan niet uit het hoofd leren. Heeft een zwak kortetermijngeheugen. Alle prikkels komen tegelijk binnen, ze is daardoor gevoelig voor afleiding.

[ pagina 34 ] 1/2011

e du c a r e

Je ziet dat het auditief-talige kind het binnen ons onderwijssysteem heel wat gemakkelijker heeft dan het visueel-ruimtelijke kind.

Alle zintuigen doen mee Nu heb je als leerkracht wel een probleem, hoe kun je beide types aan hun trekken laten komen? Hoe kun je zorgen alle kinderen zich kunnen ontwikkelen? Je lost dat probleem op door alle zintuigen in te schakelen: naast het zien, het horen, ook het spierzintuig, de motoriek en het tastzintuig. Als je multi-sensorisch werkt, wordt ieder kind aangesproken via het zintuig dat de voorkeur heeft bij de opname van informatie. Door steeds alle zintuigen in te zetten, worden de verbindingen in de hersenen rond de nieuwe leerstof of vaardigheid sterker. Nieuwe kennis wordt daardoor gemakkelijker onthouden en is gemakkelijker op te roepen. En als we daarbij gebruik maken van ritme, rijm, liedjes, kleur en beweging wordt het leren veel leuker en ook meer ontspannen. Ook het gebruik maken van de verbeeldingskracht via visualisaties is een krachtig middel om leerstof op te nemen. Door kennis te visualiseren kunnen leerlingen innerlijk waarnemen en zaken in één geheel zien en de delen met elkaar in verband brengen. Het versterkt de creativiteit en het geheugen. Dit versterkt ook de concentratie en daardoor neemt de motivatie toe. Saaie spellinglessen worden “hoi, hoi!”

Een breed aanbod Hoe schakel je alle zintuigen, de motoriek en de verbeeldingskracht in je les in? Als voorbeeld neem ik het aanleren van de klank-tekenkoppelingen. Het is het fundament van lezen en spellen en veel latere lees- en spellingproblemen zijn te herleiden tot tekorten op het gebied van geautomatiseerde kennis van de klank-tekenkoppelingen. Voor heel wat kinderen is niet alleen de didactiek onvoldoende toereikend, maar ligt het tempo van het aanleren te hoog: ze moeten nieuwe letters aanleren terwijl de voorgaande er nog niet goed in zitten. Vooral met de uui-uu-eu en de e-i-ee-ie ontstaat vaak verwarring.

Carla Hannaford: Smart Moves Why learning is not all in your head

Een letter heeft een vorm en een richting en er hoort een klank bij. Nu kun je daar rijtjes van laten maken en het uit het hoofd laten leren. Maar je kunt het ook anders aanpakken: • De letters laten vingerverven en vormen met boetseerklei; • Op een dienblad met zand de letters ‘schrijven’ en met een spons op het bord; • Met touw of pijpenragertje de letters vormen; • Op de grond de lettervormen lopen; • Letters met brooddeeg maken; • Grote houten letters voelen en er raadspelletjes mee doen; • Schuurpapieren letters voelen; • Letters op de rug van hand of op de rug van het kind schrijven en raden. • Letters op een stukje karton schrijven, ze op de grond leggen, van letter naar letter springen, en van de losse letters een woord maken; • Ditzelfde op het schoolplein, als hinkelspel met stoepkrijt; • Het letterboek ‘Kijk mijn letter’ van Annie KeuperMakkink voorlezen en doen wat er staat; • Letters flitsen; • Race-oefeningen met letters; • Spelen met letterdobbelstenen; • Een lettergroeidoos waarin de letters komen die het kind kent; • Lettervoeldoos: letters voelen, via vorm en richting weten welke klank erbij hoort; • Gebruik van kleur voor letters die bij elkaar horen: de lange klanken een eigen kleur en de korte klanken een andere kleur; • De spiegel gebruiken: letters laten uitspreken en tegelijk in de spiegel zien welke mondbeweging en mondstand erbij hoort; • Een visualisatie (verhaaltje met gesloten ogen) over een Aap, die een Noot Eet die Zuur blijkt te zijn.

Niets nieuws onder de zon “Niets is in het verstand dat niet voorheen in de zinnen was” zei de Griekse wijsgeer Aristoteles. Wat pedagogen van weleer zeiden, komt verrassend goed overeen met wat de neurowetenschap nu aantoont. Jan Comenius in de 17e eeuw: “Alles wat het leren plezier verschaft, ondersteunt het geheugen”. Pestalozzi, 19e eeuw: “Met hoofd , hart en handen”. Alexander Damasio, toont aan het eind van de 20e eeuw aan dat er een sterke samenhang is van lichaam, zintuigen en motoriek, gevoelens en emoties, denken, logica en allerlei cognitieve processen.

© UIT: ‘CREATIVITEIT: GEEN KUNST’ VAN JENNY DE BODE EN LIA NIJMAN

E

r zijn kinderen die onthouden als ze iets geschreven zien. Anderen moeten het niet alleen zien, maar ook zelf opschrijven: zij hebben naast de visuele ook de motorische informatie nodig. Weer anderen kunnen mondelinge informatie heel goed via de oren opnemen en verwerken. Ook heel wat kinderen leren door iets met die informatie te doen, ermee te handelen: zij schakelen daarmee het lichaam en het spierzintuig in. Of ze werken graag samen, ze zijn sociaal. Al deze kinderen hebben hun eigen manier van informatie opnemen en verwerken. Zo heeft ieder zijn eigen leerstijl en unieke combinatie van leermogelijkheden. Toch is een doorsnee klas nog steeds zittend achter tafels en luisterend naar de juf met het leerproces bezig. Psycholoog dr. Linda Kreger-Silbermann toont in haar fascinerende boek ‘Upside-down Brilliance’ aan, dat meer dan 50% van de kinderen en volwassenen niet talig-auditief, maar visueel-ruimtelijk is ingesteld. Zij komen dus tekort binnen ons systeem van lesgeven en zo kunnen leerproblemen ontstaan.

In their own way

Zo is leren leuk, stressvrij en effectief. Thuis gaat het leren door, de hele familie kan meedoen. En: hoe meer je als leerkracht zo gaat werken, hoe creatiever je wordt!

e du c a r e

1/2011 [ pagina 35 ]


Iedereen kan leren

Meer lezen:

als alle zintuigen mee mogen doen

Thomas Armstrong: 7 Kinds of Smart Thomas Armstrong:

Alle kinderen hebben hun talenten en zijn in staat tot leren, in iedere klas zijn alle leerstijlen vertegenwoordigd. Hoe kan het dan dat scholen zijn ingericht alsof alle kinderen alleen maar via boeken en luisterend naar de juf leren?

Irene Besnard-van Baaren

Past school wel bij leerstijl?

Irene Besnard was werkzaam binnen onderwijsbegeleiding en had sinds 1984 een eigen praktijk voor onderzoek en behandeling van dyslectische kinderen.

Laten we eerst kijken naar de twee meest voorkomende leerstijlen: De auditief-talige denkt vooral in taal en begrippen, is tijdsbewust, leert stap-voorstap, is gericht op de volgorde: ’t één na het ander. Deze leerling kan verbale instructie goed opnemen, goed uit het hoofd leren en automatiseren. Zo’n kind kan losse informatie goed onthouden en heeft een goed kortetermijngeheugen. Ze is gericht op het detail en kan zich op één ding tegelijk richten, is gericht op verschillen, heeft een goede concentratie en kan goed het ene juiste antwoord vinden. De visueel-ruimtelijke leerling denkt vooral in beelden en handelingen. Ze is niet tijdsbewust maar ruimtelijk vaak sterk. Ze leert vanuit het geheel en is gericht op verbanden. Ze neemt informatie in een keer op, eerst het geheel en dan de details. Deze leerling heeft moeite met verbale instructie. Kan niet uit het hoofd leren. Heeft een zwak kortetermijngeheugen. Alle prikkels komen tegelijk binnen, ze is daardoor gevoelig voor afleiding.

[ pagina 34 ] 1/2011

e du c a r e

Je ziet dat het auditief-talige kind het binnen ons onderwijssysteem heel wat gemakkelijker heeft dan het visueel-ruimtelijke kind.

Alle zintuigen doen mee Nu heb je als leerkracht wel een probleem, hoe kun je beide types aan hun trekken laten komen? Hoe kun je zorgen alle kinderen zich kunnen ontwikkelen? Je lost dat probleem op door alle zintuigen in te schakelen: naast het zien, het horen, ook het spierzintuig, de motoriek en het tastzintuig. Als je multi-sensorisch werkt, wordt ieder kind aangesproken via het zintuig dat de voorkeur heeft bij de opname van informatie. Door steeds alle zintuigen in te zetten, worden de verbindingen in de hersenen rond de nieuwe leerstof of vaardigheid sterker. Nieuwe kennis wordt daardoor gemakkelijker onthouden en is gemakkelijker op te roepen. En als we daarbij gebruik maken van ritme, rijm, liedjes, kleur en beweging wordt het leren veel leuker en ook meer ontspannen. Ook het gebruik maken van de verbeeldingskracht via visualisaties is een krachtig middel om leerstof op te nemen. Door kennis te visualiseren kunnen leerlingen innerlijk waarnemen en zaken in één geheel zien en de delen met elkaar in verband brengen. Het versterkt de creativiteit en het geheugen. Dit versterkt ook de concentratie en daardoor neemt de motivatie toe. Saaie spellinglessen worden “hoi, hoi!”

Een breed aanbod Hoe schakel je alle zintuigen, de motoriek en de verbeeldingskracht in je les in? Als voorbeeld neem ik het aanleren van de klank-tekenkoppelingen. Het is het fundament van lezen en spellen en veel latere lees- en spellingproblemen zijn te herleiden tot tekorten op het gebied van geautomatiseerde kennis van de klank-tekenkoppelingen. Voor heel wat kinderen is niet alleen de didactiek onvoldoende toereikend, maar ligt het tempo van het aanleren te hoog: ze moeten nieuwe letters aanleren terwijl de voorgaande er nog niet goed in zitten. Vooral met de uui-uu-eu en de e-i-ee-ie ontstaat vaak verwarring.

Why learning is not all in your head

Een letter heeft een vorm en een richting en er hoort een klank bij. Nu kun je daar rijtjes van laten maken en het uit het hoofd laten leren. Maar je kunt het ook anders aanpakken: • De letters laten vingerverven en vormen met boetseerklei; • Op een dienblad met zand de letters ‘schrijven’ en met een spons op het bord; • Met touw of pijpenragertje de letters vormen; • Op de grond de lettervormen lopen; • Letters met brooddeeg maken; • Grote houten letters voelen en er raadspelletjes mee doen; • Schuurpapieren letters voelen; • Letters op de rug van hand of op de rug van het kind schrijven en raden. • Letters op een stukje karton schrijven, ze op de grond leggen, van letter naar letter springen, en van de losse letters een woord maken; • Ditzelfde op het schoolplein, als hinkelspel met stoepkrijt; • Het letterboek ‘Kijk mijn letter’ van Annie KeuperMakkink voorlezen en doen wat er staat; • Letters flitsen; • Race-oefeningen met letters; • Spelen met letterdobbelstenen; • Een lettergroeidoos waarin de letters komen die het kind kent; • Lettervoeldoos: letters voelen, via vorm en richting weten welke klank erbij hoort; • Gebruik van kleur voor letters die bij elkaar horen: de lange klanken een eigen kleur en de korte klanken een andere kleur; • De spiegel gebruiken: letters laten uitspreken en tegelijk in de spiegel zien welke mondbeweging en mondstand erbij hoort; • Een visualisatie (verhaaltje met gesloten ogen) over een Aap, die een Noot Eet die Zuur blijkt te zijn.

Niets nieuws onder de zon “Niets is in het verstand dat niet voorheen in de zinnen was” zei de Griekse wijsgeer Aristoteles. Wat pedagogen van weleer zeiden, komt verrassend goed overeen met wat de neurowetenschap nu aantoont. Jan Comenius in de 17e eeuw: “Alles wat het leren plezier verschaft, ondersteunt het geheugen”. Pestalozzi, 19e eeuw: “Met hoofd , hart en handen”. Alexander Damasio, toont aan het eind van de 20e eeuw aan dat er een sterke samenhang is van lichaam, zintuigen en motoriek, gevoelens en emoties, denken, logica en allerlei cognitieve processen.3

© UIT: ‘CREATIVITEIT: GEEN KUNST’ VAN JENNY DE BODE EN LIA NIJMAN

E

r zijn kinderen die onthouden als ze iets geschreven zien. Anderen moeten het niet alleen zien, maar ook zelf opschrijven: zij hebben naast de visuele ook de motorische informatie nodig. Weer anderen kunnen mondelinge informatie heel goed via de oren opnemen en verwerken. Ook heel wat kinderen leren door iets met die informatie te doen, ermee te handelen: zij schakelen daarmee het lichaam en het spierzintuig in. Of ze werken graag samen, ze zijn sociaal. Al deze kinderen hebben hun eigen manier van informatie opnemen en verwerken. Zo heeft ieder zijn eigen leerstijl en unieke combinatie van leermogelijkheden. Toch is een doorsnee klas nog steeds zittend achter tafels en luisterend naar de juf met het leerproces bezig. Psycholoog dr. Linda Kreger-Silbermann toont in haar fascinerende boek ‘Upside-down Brilliance’ aan, dat meer dan 50% van de kinderen en volwassenen niet talig-auditief, maar visueel-ruimtelijk is ingesteld. Zij komen dus tekort binnen ons systeem van lesgeven en zo kunnen leerproblemen ontstaan.

In their own way Carla Hannaford: Smart Moves -

Zo is leren leuk, stressvrij en effectief. Thuis gaat het leren door, de hele familie kan meedoen. En: hoe meer je als leerkracht zo gaat werken, hoe creatiever je wordt!

e du c a r e

1/2011 [ pagina 35 ]


Dit artikel kreeg je van Educare! Educare is een tijdschrift over opvoeden en onderwijzen vanuit verbondenheid. Het wordt uitgegeven door Stichting Universele Opvoeding en verschijnt 5x per jaar. Ieder nummer bevat een uitneembaar katern met praktische oefeningen en informatie die je thuis en/of in de klas kunt uitvoeren. Wanneer je op de hoogte wilt blijven van nieuws over opvoeding en onderwijs in verbondenheid, dan kun je je inschrijven op onze digitale nieuwsbrief. We sturen je dan ook bericht wanneer de nieuwe Educare (het tijdschrift) uitkomt. We gebruiken de nieuwsbrief tevens voor nieuws wat niet in het tijdschrift gedrukt kon worden en om je op de hoogte te houden van ontwikkelingen op onze websites. Schrijf je nu in op de nieuwsbrief en ontvang direct 6 Educare katernen (pdf):

1. 2. 3. 4. 5. 6.

Leren met Hart Focus Schatgraven in jezelf Verrassend tekenen Opgroeien in verbondenheid Leren kun je leren De rol van spiegelneuronen

Je vindt het inschrijfformulier op onze homepage op www.educare.nl Op onze website kun je ook een abonnement afsluiten op het tijdschrift zelf of ter kennismaking een proefnummer aanvragen. De websites van Stichting Universele Opvoeding: www.educare.nl – alles over het tijdschrift Educare www.opvoedingsboek.nl – wekelijks een boekbespreking... www.opgroeieninverbondenheid.nl – wekelijks een praktische tip... opvoedingenonderwijs.ning.com – digitale ontmoetingsplaats voor leden Copyrights van alle teksten en foto’s in deze pdf berusten bij Stichting Universele Opvoeding en de respectievelijke auteurs en fotografen. Je mag er niets uit kopiëren zonder hier vooraf toestemming voor te vragen. Je mag wèl deze pdf in zijn geheel doorgeven aan vrienden en/of collega’s van wie je denkt dat ze belangstelling hebben voor de inhoud ervan. St. Universele Opvoeding – Hendrik Marsmanweg 16 – 4103 WS Culemborg – redactie@educare.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.