Talentontwikkeling door Passie-onderwijs
Zoals de bloesem in de lente een voorbode is van het fruit in de zomer, zo zijn wensen en verlangens van mensen een voorbode van hetgeen ze later kunnen realiseren. Zoals er in de natuur een vaste route is van bloesem naar vrucht, zo is er ook een welbepaalde weg van wens naar werkelijkheid. Marinus Knoope, fysicus, hield zich jarenlang bezig met de vraag in hoeverre en op welke wijze de mens invloed heeft op zijn eigen levensomstandigheden. In 1989 ontdekte hij de creatiespiraal, een verrassend eenvoudig en praktisch toepasbare beschrijving van de natuurlijke weg waarmee de mens zijn wensen realiseert. Van zijn boek ‘de creatiespiraal’ zijn inmiddels meer dan 140.000 ex verkocht in Nederland. Hij gaf (en geeft) er meer dan 3000 lezingen over bij zowel profit als non-profit organisaties. De creatiespiraal wordt door vele (grote) ondernemingen toegepast in hun werkwijzen. In 2009 legde Chantal Trigallez contact met Marinus Knoope met het verzoek de creatiespiraal toepasbaar te mogen maken voor kinderen / jongeren. Haar motivatie is om kinderen al op jonge leeftijd contact te laten maken met hun wensen/verlangens en daarmee met zichzelf en anderen. Hierdoor worden talenten makkelijker/sneller aangeboord en ontwikkeld alsmede een groot aantal andere vaardigheden die de levenskwaliteit bevorderen. De methodiek werd geïmplementeerd in de werkwijze van het Talenten Theater (NH). De methodiek is inmiddels vertaald in musicalvorm, een handboek/roman en een werkboek (samenvatting handboek). Inmiddels vindt er implementatie van de methodiek plaats in het regulier onderwijs.
1
De Creatiespiraal in het onderwijs – Spelend(er) Wijs De weg van wens naar werkelijkheid bestaat uit 12 overzichtelijke stappen: 1. Wensen 2. Verbeelden 3. Geloven 4. Uiten 5. Onderzoeken 6. Plannen 7. Beslissen 8. Handelen 9. Volharden 10.Ontvangen 11.Waarderen 12.Ontspannen
2
Spelend(er) Wijs kennis maken met de creatiespiraal In een lessencyclus neemt Chantal Trigallez de leerlingen mee langs de weg van wens naar werkelijkheid. In de lessen wordt er gewerkt met het vertellen van (ervarings-)verhalen, beeldmateriaal van de making of You Wish, spelopdrachten, solistische en samenwerkingsopdrachten. Toelichting per stap: 1. Wensen: de leerlingen worden middels oefeningen in contact gebracht met hun wensen. Onder begeleiding van de vakdocent / creatiecoach worden de wensen ‘afgepeld’ (wil je werkelijk beroemd worden of heb je behoefte aan meer aandacht?) Het vergt lef om te willen ontdekken (je kunt je eigen wensen immers niet kiezen, die zijn al in jou aanwezig) wat je wensen zijn en hiervoor te gaan staan. De leerling wordt in contact gebracht met zichzelf, met zijn wensen/verlangens en daarmee met wie hij / zij werkelijk is. Door het ontdekken van je wens, ontwaakt ook de passie. Met passie aan je vaardigheden werken, bevordert sterk talentontwikkeling. Naast dat de leerling in contact gebracht wordt met zichzelf ontstaat in de groep ook een dieper contact met de ander. Het inlevingsvermogen wordt hiermee verder ontwikkeld. Hierdoor neemt de behoefte aan buiten sluiten (pesten) sterk af. De behoefte aan samen dingen delen en ontwikkelen neemt toe. Als je doet wat je echt leuk vindt en wilt doen, bevordert dit je eigen welzijn en daarmee het welzijn van je omgeving.
3
2. Verbeelden: de leerlingen worden middels oefeningen aangesproken op hun verbeeldingskracht. De fantasie wordt geprikkeld. Er worden creatieve uitingsmogelijkheden aangeboden om de eigen verbeeldingskracht (visualisatie) te ‘verbeelden’ in een creatieve vorm. Denk aan: collages op canvasdoek, eigen gemaakt filmpje, een maquette, een schilderij. ‘Hoe ziet jouw leven eruit als jouw wens werkelijkheid is geworden?’ 3. Geloven: middels oefeningen worden de leerlingen geprikkeld voor zichzelf te verwoorden waarom ze wel of niet in hun eigen capaciteiten geloven om hun wensen te verwezenlijken. Alle bezwaren worden geïnventariseerd, bekeken en omgedraaid naar positieve formuleringen. De leerlingen leren negatieve gedachten over zichzelf ombuigen naar positieve gedachten. Met zorg en aandacht wordt het geloof in zichzelf en anderen bevordert. Alsmede het geloof in eigen wensen (en kunnen). 4. Uiten: de stap ‘uiten’ dient met grote zorgvuldigheid door de docent (onder begeleiding van coaching) met de leerlingen te worden uitgewerkt. Voor het eerst je wens(en) uiten richting anderen is net zo kwetsbaar als de eerste fruitbloesem. Bij negatieve feedback; uitlachen, smalende blikken, elkaar belachelijk maken etc. is het geloof in het volledige proces ondermijnd. De boodschap : ‘wat ik wil, kan toch niet, en/of is belachelijk’ wordt geïnternaliseerd. Verlangens en wensen worden genegeerd en er wordt ‘genoegen genomen’ met veel minder dan waar de leerling daadwerkelijk in staat is. Tijdens de stap ‘uiten’ worden de leerlingen getraind zichzelf eerst alleen in zichzelf (positief!) te uiten. Hun wensen en verlangens op schrift te zetten. Daarna wordt er naar personen gezocht waar ze zich vertrouwd bij voelen en waar we zeker van weten dat ze met positieve feedback de wens ontvangen. Er wordt vooral ook veel geoefend met het reageren op negatieve feedback door rollenspellen en andere spelvormen. Zo wordt het geloof in eigen kracht en staan voor wie je bent (wilt zijn) bevordert. 4
En daarmee het positief leren uit van wensen en jezelf. (Over het algemeen uiten leerlingen makkelijker wat ze allemaal niet meer willen i.p.v. zich positief te uiten wat ze wĂŠl willen). 5. Onderzoeken: de leerlingen worden begeleid in het opzetten van een onderzoek. Wat en wie heb je allemaal nodig om je wensen te kunnen realiseren? Welke bronnen gebruik je? Hoe zet je een onderzoek op? Handige vaardigheden waar een leven lang gebruik van gemaakt kan worden. 6. Plannen: de leerlingen worden gestimuleerd en geholpen om een planning te maken. De planning van de creatiespiraal ziet eruit als een stappenplan. De weg, stap voor stap, erheen wordt gebruikt als ondersteunend instrument (en niet als leidend instrument). 7. Beslissen: de leerlingen worden zich ervan bewust gemaakt dat ze op een gegeven moment het besluit nemen er helemaal voor te gaan. Het stimulerende gevoel dat dat oproept en de kracht die dat je meegeeft. Het besluit is daar, daar sta ik voor, ik zal er alles aan doen om tot resultaat te komen. 8. Handelen: de leerlingen worden gestimuleerd tot eigen initiatief, vooruit bewegen, in actie te komen en daarmee zelf kansen te creĂŤren. Er wordt een beroep gedaan om ondernemersvaardigheden. 9. Volharden: de leerlingen worden met het resultaat voor ogen gestimuleerd om te volharden, door te zetten, niet op te geven of af te haken als het tegen zit, te lang duurt, of saai wordt door herhaling. Dit werd met name door de leerlingen bij de evaluatie van de musical You Wish genoemd als bewustwording van het belang om vol te houden. (Tijdens de repetities zakte de moed weleens in de benen, maar op het podium werd duidelijk waar je het allemaal voor gedaan hebt!)
5
10. Ontvangen: middels oefeningen wordt de leerling geholpen om te leren ontvangen. Hoe ga je om met het ontvangen van complimenten, van het resultaat? Voor veel leerlingen is het ontvangen een moeilijke stap, dit heeft veelal te maken met het gevoel van eigenwaarde. Door te leren ontvangen en te geloven in de complimenten van anderen, groeit ook het gevoel van eigenwaarde. 11. Waarderen: op waarde schatten van het resultaat. Is dit waar je naar verlangde? Of wil je de vorm nog aanpassen? Voelen dat je hebt gekregen waarvoor je hebt gewerkt, wat je hebt gewenst. Ervaren van je eigen (creatieve) kracht. Iets willen betekenen voor je omgeving. Je omgeving waarderen om wat ze voor jou betekenen. 12. Ontspannen: tot rust komen. De leerling wordt geholpen om de stilte op te zoeken (wat in een wereld van mobieltjes, t.v., en andere impulsen een hele opgave is). Tot rust komen, geeft ruimte om tot nieuwe wensen te komen en te genieten van wat je bereikt hebt. Jezelf rust gunnen, geeft ook de mogelijkheid om naar jezelf te luisteren en jezelf niet te verliezen in de hectiek van alledag. Een vaardigheid dat zelfsturings-bevorderend werkt.
De creatiespiraal kan als methodiek ingezet worden op persoonlijk vlak maar ook als samenwerkingsinstrument. Het bevordert de eigen creatieve kracht alsmede co-creatie. De musical vorm overkoepelt zowel de eigen wens (persoonlijke ontwikkeling) alsmede het groepsproces (co-creatie). De leerlingen ervaren dat ze als individu, met eigen wensen en talenten kunnen bijdragen aan een groter geheel. Uit ervaring weten we dat dit ze een enorme kick geeft. Geprojecteerd naar onze samenleving bevordert de methodiek van de creatiespiraal het welzijn van het individu (door te leven naar zijn eigen wensen, verlangens) en daarmee het welzijn van zijn omgeving. 6
Net als stamcellen (in het begin allen identiek) hun eigen bestemming volgen door als nier, hart, hersenen te gaan functioneren en zo bij te dragen aan een gezond lichaam. Een mens heeft een lichaam, een karakter, zijn uitstraling en zijn eigen wensen. Op school kan de leerling begeleid en ondersteund worden bij het ontdekken van wie hij / zij werkelijk is. Wie je bent, staat direct in contact met wat je wenst (waar word je blij van?, wat zou je willen doen/worden?, hoe wens je dat je relatie eruit ziet? en je leefomgeving?). De school speelt een cruciale rol bij het helpen ontwikkelen van die vaardigheden en talenten die nodig zijn voor het realiseren van het door het individu gewenste leven. Werkmateriaal: Basisonderwijs: (Voor)lees en doe-boek ‘De weg van wens naar werkelijkheid’ Werkboek voor groep 7/8 met oefeningen bij de 12 stappen. Voortgezet onderwijs: Werkboek brugklas / lessen cylus 12 stappen + docenten instructie Voor vragen en aanvragen werkmateriaal: c.trigallez@kpnmail.nl 06 53 61 62 84 Talentontwikkeling door Passie-onderwijs Copyright Chantal Trigallez
7