Heroine | 2.1 As Seen on TV

Page 1

1

Hero誰ne | As seen on TV


HeroĂŻne | As seen on TV

Colofon Tekstredactie: Twan Stiekel, Erik Post, Emma-Sophia Nagels, Joep Harmsen, Thomas van Grol, Nanko van Egmond, Circe de Bruin, Merel Borst. Beeldredactie: Circe de Bruin en Giuseppe de Bruijn. Illustraties: Hannah Vischer (2), Merel Borst (9, 11), Giuseppe de Bruijn (24, 26, 29, 36), Iris van der Werff (5, 7, 12, 14, 35), Circe de Bruin (19, 23). Voorkant: Iris van der Werff, Giuseppe de Bruijn. Met dank aan Fabula Rasa. Contact en inzendingen: redactie.heroine@gmail.com, www.facebook.com/Tijdschrift.Heroine, www.twitter.com/Tijdschrifthero. Lijkt het je leuk om betrokken te zijn bij het creĂŤren van een tijdschrift, neem dan contact op met de redactie. We zijn ook naarstig op zoek naar tekst en beeld voor de volgende editie. Hou voor het volgende thema facebook in de gaten.

2


Inhoud 01:02

Thomas van Grol

Dichters van een generatie: Lara Willems

Een inleiding op een nog niet geboren dichteres.

02:04

Erwin Hurenkamp

Het sneeuwt in juli

Het eerste gedicht uit de nog niet uitgebrachte bundel.

03:06

Sinead Wendt

Televisie kijken met Foucacult

Een foucaultiaanse lezing van Een huis vol dieren.

04:13

Anne Beeksma

Insha’Allah

Karl van Heijster

Een hoop geschreeuw

Een vreemd gesprek tijdens het roken van een sigaret.

06:16

Circe de Bruin

Gedicht over een buik

Anne Beeksma

Tel Aviv

Over gescheiden werelden en hoe zij samenkomen.

08:13

Merel Borst en Circe de Bruin

As seen in film

De lezer aan het werk gezet: een puzzel.

09:14

Erwin Hurenkamp

Een vergezicht

Over boerenwormkruid en dat de tijd liegt.

10:24

Nanko van Egmond

Een stageverslag

Een verrassend inkijkje in de wereld van een uitgeverij.

11:30

Joep Harmsen

Het verband tussen de dingen

Over vissen, kinderen en de zee.

05:14

07:18

Verslag van een jeugdige poging tot schrijverschap.

Elf fragmenten uit het leven van...

12:33

Anne Beeksma

Antropologie

De derde conversatie van die dag en waar het toe leidde.

13:34

Alex Guern

Dageraad

“Omdat je zelf mag beslissen wat er staat” 3


Dichters van een generatie

Lara Willems Een inleiding op een nog niet geboren dichteres

Thomas van Grol

‘Oude tijden herleven; het werk van Willems is geestig en gezellig, Heroïne | As seen on TV

als ganzenborden op een stormachtige herfstnacht’, zo schreef Visser in een recensie van de eerste dichtbundel van de, nu al vaak geprezen, Lara Willems (geb. 2038). Volgens de dichteres zelf gaan de gedichten over een nostos, een thuiskomst ‘in vormen van poëzie die weer zijn weggeëbd, in tradities die zijn verdwenen, in een vrijheid die we niet meer hebben.’ Zo gaan de gedichten van Willems niet alleen over het spelen met de wereld om ons heen, maar geven ze tegelijkertijd ook kritiek op de hedendaagse maatschappij. In deze inleiding zal ik u laten zien hoe Willems dit uitwerkt in haar dichtbundels Periodes van politiek (2056) en Mondige minderheden (2059). Het bekendste gedicht uit de bundel Periodes van politiek moet wel het gedicht “Kralingen” zijn. In “Kralingen” lijkt het of er een gezelschapsspel gespeeld wordt, maar eigenlijk reageert het gedicht op de verpreutsing van de maatschappij in de jaren na 2040. Zo komt

4

de trope van pre-jaren-’30 porno terug, waarbij een man ejaculeert in het gezicht van een vrouw, als ‘snor van warme melk.’ Hiermee impliceert ze dat ze haar ex niet los kan laten, maar dat ze ondanks haar verlies wel de macht heeft weten te krijgen over haar lichaam. Het gedicht begint met de pijn die ze voelt als ze aangeraakt wordt door haar oude liefde: ‘Ik voel me geslagen / zijn hand in mijn gezicht / aaiend / liefhebbend / ik begin weer bij af.’ Ze verliest hier de controle. Later lijken ze allebei niet te weten wat ze met de situatie aanmoeten: ‘Nu mijn beurt / om te gooien / ik spring op hem / hij schrikt.’ Aan het eind heeft de lyrisch ik verloren, maar in de laatste regel lijkt ze haar macht terug te krijgen door hem ‘een pion’ te noemen, iemand die er niet echt toe doet: ‘Ik verlies / een snor van warme melk / ik lig op bed en denk / hij was maar een pion.’ Zoals u merkt, gebruikt Willems weinig rijm. Ze zegt dat ze dit doet als reactie op de dichters van de generatie voor haar, waar rijm en rap versmolten tot snelle spoken word poetry. Willems is van mening dat ‘poëzie gelezen moet worden en door moet dringen, zonder dat de dichter nog aan regels wordt gebonden zoals met de rijmschema’s van de jaren ’20 gebeurde.’ Willems werd ontdekt toen een kort gedicht van haar werd uitgekozen als motto van een makelaarsbureau. Ze was zeventien jaar oud


toen Mergel & Co. de woorden ‘wij zijn huizen om te wonen / wij zijn kastelen om te veroveren / wij zijn ramen om doorheen te kijken’ gebruikte voor hun viral reclamecampagne.

Kralingen

bekeken / bestaard vanachter het raam / lijk ik een maagd / of ben ik een dievegge / de camera’s turen me na.’ Het werpt een onrustige

Ik voel me geslagen

Nu mijn beurt

sfeer op die haar doet nadenken over hoe ze gezien wil worden. Later

zijn hand in mijn gezicht

om te gooien

geeft ze in het gedicht een anekdote over de politie: ‘Ik zie een agent

aaiend

ik spring op hem

/ help me toch, vraag ik hem / hij pakt zijn knuppel / hij wil graag

liefhebbend

hij schrikt

macht.’ “Teamsport”, het gedicht dat hierboven is geciteerd, zorgde

ik begin weer bij af

voor een aanklacht door de staat. Willems werd beticht van kritiek

Zijn hand om mijn middel

op de nationale veiligheid. Toch heeft de rechter haar vrijgespro-

spelen met je ex

zijn adem voelt warm

ken omdat ‘de poëzie in het huidig publiek domein geen enkele

ik kan niet bedenken

daar is hij veilig

zeggingskracht bezit.’

hoe vaak ik had gewild

voor mijn zet

Lara Willems kan rekenen op de steun van een grote groep volgers.

dat het maar bij spelen bleef

Ze zien haar als leider van de V’s-For-Freedom-beweging. Willems

Ik verlies

is een boegbeeld van activisme. Uiteindelijk kan ik het niet eens

Hij heeft niets met woorden

een snor van warme melk

zijn met Visser, de teksten van Willems zijn zoveel meer dan alleen

maar er is een kans

ik lig op bed en denk

‘geestig en gezellig’, ze zijn fundamenteel voor de vooruitgang van de

dat ik me op hem werp

hij was maar een pion

Dichters van een generatie: Lara Willems | Thomas van Grol

In Mondige minderheden valt ze ook de politiestaat aan. ‘Ik voel mij

poëzie. Uitgekozen gedicht:

5


Het sneeuwt in juli Heroïne | As seen on TV

Erwin Hurenkamp

Het sneeuwt in juli. De vlokken dansen, vriezen aan de droeve morgen vast – aan jou, je lichaam vertraagt, verstilt hier onverzettelijk naast de trein: Je bevroren gelaat voor altijd klaar om in te stappen. De perronklok rekt de minuten op, we staan hier gevoelsmatig dagen en alle voorbije tijd verzwaart onze ledematen, vertraagt ons afscheid, concentreert zich in één losse kus, een zucht.

6


7

Hero誰ne | As seen on TV


Foucault Televisie kijken met

Heroïne | As seen on TV

Sinead Wendt

Op de Nederlandse televisie verdringen programma’s als Help! Mijn man is klusser!, Help! Mijn man heeft een hobby! of Mijn leven in puin! zich. Ze vechten om de aandacht van de kijker, laten zien hoe iemand leeft in bouwval/omringd door modeltreintjes/tussen de kattenbeeldjes. In 2012 voegde zich een nieuw programma in dit rijtje: Mijn huis vol dieren. Een programma over mensen die zoveel huisdieren hebben dat ze moeten worden geholpen. Het lijkt sympathiek, mensen helpen hun leven weer op de rails te krijgen. Maar wat gebeurt er eigenlijk tijdens zo’n uitzending? Waarom is je leven ontspoord als je je tussen oude kranten verschanst? Waarom heb je hulp nodig wanneer je twintig katten in huis hebt? Wat gebeurt er wanneer je met Foucault dit programma bekijkt? Foucault problematiseert, zoals bekend, macht en kennis. Zo schrijft hij over waanzin (History of Madness) of de gevangenis (Discipline and Punish), en hoe in individuen in de psychiatrie of de gevangenis worden gedisciplineerd en genormaliseerd. Mijn vraag is of en hoe dit met Mijn huis vol dieren werkt. Wat gebeurt er in zo’n programma? Is het een normaliserend apparaat? Ik besloot één aflevering, waarin één familie wordt gevolgd, nader te bestuderen. Peter van de Vorst, de presentator, introduceert de

8

familie als volgt: “Behalve twee katten en een hond hebben ze ook nog papegaaien, schildpadden, eekhoorntjes, vissen, een paar krokodillen en een paar enorme pythons van ruim zeven meter lang, pythons!” (“Afl. 3”). De opsomming van huisdieren is duidelijk hiërarchisch, beginnend bij ‘normale’ huisdieren als katten en een hond om via papegaaien en schildpadden naar de overtreffende trap van krokodillen en pythons te komen. Dat deze laatste dieren niet in huis horen wordt niet gezegd, maar toch minstens geïmpliceerd. Dit discours wordt verder doorgezet in het programma. Een vriendin schreef RTL en vroeg om hulp voor haar vrienden. Peter brengt het gesprek met haar vrij snel op de pythons, vraagt of ze gevaarlijk zijn. Zij denkt van niet, het zijn immers wurgslangen. Dit antwoord wordt door Peter weggelachen; alsof het niet serieus gemeend kan zijn dat wurgslangen niet gevaarlijk zijn. Het verbinden van gevaar met de dieren is een rode draad in de vragen, ook als Peter met Christina, de vrouw, over de slangen praat, is dit onderwerp van gesprek. Bij Michiel, de man, wisselt Peter het gevaar van de pythons naar de krokodillen. Michiel zegt dat ze weliswaar een vinger kunnen afbijten, maar als je weet hoe je ze moet behandelen, valt het gevaar wel mee. Het onvermogen van Peter om te reageren kan geïnterpreteerd


Peter met buren die zich zorgen maken om de krokodillen, deze zouden gevaarlijk zijn voor de kinderen! Hoewel het nergens expliciet wordt gezegd, is de boodschap duidelijk: krokodillen zijn geen huisdieren. Deze boodschap kan met Foucault als disciplinerend mechanisme worden geïnterpreteerd. Discipline is voor Foucault in Discipline and Punish een bepaalde type macht dat zich door het sociale lichaam verspreidt. Het is een manier waarop macht werkt. Discipline normaliseert en gedijt bij de constante aanwezigheid van macht (215). Het gaat daarbij om zichtbaarheid, het gaat om kennis. Deze zichtbaarheid legt Foucault uit aan de hand van het panopticon van Bentham. Dit is een model voor een gevangenis waarin de cellen zich in een cirkel aan de buitenzijde bevinden en in het midden een wachttoren. De gevangenen zijn altijd zichtbaar maar weten nooit of iemand in de toren ze ook daadwerkelijk observeert (200). Dit mechanisme is volgens Foucault in de samenleving verspreid (216). We worden altijd bekeken, of dat nu plat door bewakingscamera’s of agenten op straat is, of meer abstract doordat je vrienden weten waar je bent en wat je doet. Deze zichtbaarheid is in het geval van Michiel en Christina op minstens twee manieren duidelijk. Ten eerste zijn ze zichtbaar doordat een programma met camera’s in hun huis komt en op de nationale televisie beelden uitzendt. Deze zichtbaarheid is echter secundair, slechts een gevolg van eerdere zichtbaarheid, namelijk dat een vriendin ziet hoe zij leven en besluit dat dit niet kan. Zichtbaarheid is

Televisie kijken met Foucault | Sinead Wendt

worden in een normaliserend discours. De opvattingen van Christina en Michiel zijn zó absurd voor Peter, dat hij geen antwoord heeft. Hij duwt deze opvattingen buiten het kenbare, diskwalificeert het als non-kennis of non-opvattingen. Echter, Peter wil iets veranderen, hij moet dus wel degelijk iets met het discours van Michiel en Christina beginnen. Tot nu toe zijn pythons en krokodillen neergezet als gevaarlijk, maar de protagonisten, de mensen die volgens het programma geholpen moeten worden, zijn het hier niet mee eens. Op dit punt wordt een expert ingebracht. Deze man heeft weinig te zeggen over de pythons, waarna deze dieren van het toneel verdwijnen: bij het bespreken welke dieren weg moeten, worden ze niet genoemd. De krokodillen blijven onderwerp van discussie: de expert vindt hun hok te klein. De expert adviseert 2/3e van de dieren weg te doen, welke laat hij in het midden. De montage van dit advies is uiterst manipulatief. Afwisselend wordt de expert in gesprek met Michiel en Christina getoond, tussendoor spreekt

9


Heroïne | As seen on TV 10

echter slechts een mechanisme waarmee macht kan worden uitgeoefend. In macht gaat het om kennis. Zodra Peter van der Vorst weet dat Michiel en Christina pythons en krokodillen hebben kan hij macht over hen uitoefenen. Zodra de buren dit weten, kunnen zij disciplineren. Dat betekent echter niet, en dit is een belangrijk punt, dat Christina en Michiel onderworpen zijn aan de buren of aan Peter. De buren en Peter zijn slechts “oppervlakken” waardoor macht op hen werkt. De norm ‘geen pythons en krokodillen als huisdier’ is niet een uitvinding van Peter of de buren, het is een sociaal construct dat door Peter en de buren naar Michiel en Christina wordt gecommuniceerd. De grap van deze aflevering is dat Michiel en Christina een hoop dieren weg doen, maar de pythons en krokodillen blijven. Je zou kunnen zeggen dat ze zich weigeren te onderwerpen aan de norm die voortdurend aan ze wordt opgelegd. Je kunt het interpreteren als een bevrijding uit de machtsstructuren en een mogelijkheid de macht af te breken. Ik wil met Foucault echter betogen dat zij zich geenszins aan de norm, aan de macht onttrekken. Verzet is, zoals hij in “The Will to Knowledge” schrijft, inherent onderdeel van macht, macht kan alleen bij gratie van dit verzet bestaan (95). In plaats van onttrekken is het niet conformeren wellicht een extra bevestiging van de machtsverhoudingen, zij het op een voor macht mogelijk niet-wenselijke wijze. Maar daarmee is het disciplinerende effect van dit programma niet via een grappig trucje omgebogen. Waar het om gaat, is dat dit een televisieprogramma is. Het is een show. Het wordt opgevoerd voor mensen die langs RTL zappen en dit kijken. De disciplinerende

macht, in dit betoog gemakshalve gereduceerd tot de boodschap ‘geen krokodillen in je huis’, komt zo je huiskamer in. En hoewel je zelf misschien geen krokodillen, pythons, schildpadden of papegaaien hebt, is de kous niet af. Want hoe zit het eigenlijk met je eigen huisdieren? Houd je ze op een goede manier? Zijn er niet te veel? Ook wanneer je zelf geen huisdieren hebt wordt een bepaalde norm door dit programma geïntroduceerd en geïnternaliseerd. Er zijn goede en slechte manieren om huisdieren te houden. In “Society Must be Defended” legt Foucault uit dat via de grens, het extreme, de middelmaat wordt geconstrueerd én macht duidelijk wordt (27). Ten slotte. Ik wil niet betogen dat disciplinering een doel van dit programma is; het doel maakt niet uit voor het effect. De vraag is welke normen er worden gezet, welke waarden er worden overgedragen. Daarbij maakt het niet uit of dit programma bij RTL of de VPRO wordt uitgezonden, of het door Peter van der Vorst of Eva Jinek wordt gepresenteerd, of het als entertainment of leerzaam doorgaat. Het gaat er om dat een norm door de mensen wordt uitgedragen, waarbij ‘door’ niet als actief maar instrumentaal moet worden opgevat. Foucault in “Society Must be Defended”: “The individual is in fact a power-effect, and at the same time, and to the extent that he is a power-effect, the individual is

“Het gaat er om dat een norm door de mensen wordt uitgedragen, waarbij ‘door’ niet als actief maar instrumentaal moet worden opgevat.”


a relay: power passes through the individual it has constituted.” (30). Macht is niet iets dat door jou of mij wordt geïnitieerd, maar vindt door en in het subject zijn uitvoering. Het subject is slechts een schakelaar waar macht door stroomt, niet het beginpunt maar een instrument.

Verwijzingen: “Aflevering 3”. Mijn huis vol dieren. RTL4. 18-09-2012. Foucault, Michel. Discipline and Punish. The Birth of the Prison. Alan Sheridan (Vert.). London: Penguin Books, 1991. ---. History of Sexuality 1: The Will to Knowledge. Robert Hurely (Vert.). London: Penguin Books, 1998.

Televisie kijken met Foucault | Sinead Wendt

---. “Society Must be Defended”. Lectures at the Collège de France 1975 – 1976. David Macey (Vert.). Ed. Arnold I. Davidson. New York: Picador, 2003.

11


12 Hero誰ne | As seen on TV


Insha’Allah

Anne Beeksma

Mijn voeten kan ik niet goed meer voelen maar de geur van vette vis en verstoven vlagen zee tintelen mijn herinneringen wakker.

Hoe kan het dat een kind nooit weet een geschenk te zijn, niet geweest - nu nog steeds. Alleen mijn dankbaarheid had voldoende net moeten vormen om jou te vangen als de vis -

Insha’Allah | Anne Beeksma

Dit pad is weerbarstig. Het gras hier is weerbarstig en het duurde even voordat ik ons weer vond.

je vader ving, jij fileerde en ik wreef ze in met zout daar gelijk op het basalt tussen een woud van lijnen. Laat me op adem komen even. De zee is overal grijs Allah moet toch weten, een kind spoel je niet weg. 13


14

Hero誰ne | As seen on TV


Een hoop geschreeuw Karl van Heijster

Ze schreeuwden, de hele dag. Ze schreeuwden zo van – en hij zette een keel op: ‘Buh buh buh!’ De taal had hun stem kapotgemaakt. Het was vanwege de kinderen, legde hij uit. De kinderen schreeuwden de hele dag, en hun ouders schreeuwden opdat de kinderen eens ophielden met schreeuwen. Al veertig gezinnen waren uit de buurt verhuisd, zuchtte hij. Een exodus uit de Schilderswijk. Ik had er wel iets van meegekregen, natuurlijk, van dat hele gedoe. Een hoop geschreeuw om niets, vond ik. Hooguit een schreeuw om aandacht. Maar ja, wat doe je eraan? Ik keek naar het lerenvoetbalhoofd en dacht: die kerel kan elk moment in huilen uitbarsten. ‘Als je ooit wil zien wat een levende hel is,’ zei hij, ‘dan moet je er maar eens naartoe gaan.’ Toen glimlachte hij weer. Het was een droevige glimlach. ‘Nu ga ik naar huis. Ik ga weer terug naar de Marokkanen.’ Ik zei: ‘Zet ‘m op.’ Het was het enige wat ik kon bedenken. Ik drukte mijn sigaret uit in de rokerspaal en ging naar binnen.

Een hoop geschreeuw | Karl van Heijster

Het was aan het eind van mijn pauze, de tweede week van mijn stage in Den Haag. Ik stond bij de deur, rookte een sigaret. Een kleine, zwarte man kwam naar buiten. Hij had een hoofd als zo’n oude leren voetbal. De man was netjes gekleed: gestreepte blouse, blauwe broek. Hij droeg een ronde bril met gouden montuur. ‘Mag ik u iets vragen?’ Ik dacht dat hij mijn aansteker wilde, maar in plaats daarvan vroeg hij: ‘Hoe gaat het met u?’ ‘Goed hoor.’ De man knikte, glimlachte en wilde weer weglopen. ‘En met u?’ ‘Ja, ook goed,’ mompelde hij, en maakte opnieuw aanstalten om weg te gaan. Maar hij bedacht zich, kwam wat dichterbij en zei: ‘Nou, eigenlijk is mijn leven een levende hel geworden.’ ‘Goh. Hoezo?’ Hij zei dat hij omringd was door Marokkanen, de hele dag. Overal om hem heen woonden Marokkanen: aan de linkerkant, aan de rechterkant, onder hem, boven hem. En die Marokkanen maakten zijn leven tot een hel.

15


Tel Aviv

Anne Beeksma Ik wrijf de zandkorrels van mijn eelt, mijn handen plakken,

HeroĂŻne | As seen on TV

een hand op mijn onderrug maar ik laat je mijn shirt niet rechttrekken. De zon strooit oranje linten over de zee, nog even en er breekt weer een goede dag aan om mooi weer te spelen. Achter in de ochtend veeg ik mijn handen langs mijn katoenen schort, stort een achteloze regen van koffiebonen in de machine. Er staan nog vier kinderwagens te wachten. Koffiebonen en sinaasappels vullen mijn poriĂŤn als ik aan je denk, een waas van druppels tegen mijn wimpers als ik mijn duim in de schil duw. Lik het vocht uit de kom van je rug terwijl ik je in het zand druk. Dit strand, ik ben de soldaat van dit strand. Prik met mijn pik deze gewapende luchtbel lek, duw mijn natte krullen nog een keer tegen jouw billen. 16


Het mag niet baten. Als de wereld straks weer waakt wandel jij met je gympen in je rechter – een blikje cola in de linker – terug naar het busstation. Als de eerste espresso zich door het piston perst voeg jij je lijf bij de klamme massa voor de grenspost. Je gedachten rennen al door de straten van Ramallah.

van de palmbomen aan de straat. Het zijn de bomen die ons nu nog verbinden, bladeren niet als zachte vingertoppen, maar striemenslaand loof. Soms wilde ik dat ik hier voor jou een hut kon bouwen.

Tel Aviv | Anne Beeksma

’s Nachts valt het licht van de lantaarns in banen door de bladeren

17


Gedicht over een buik Circe de Bruin “Schrijf voor mij een gedicht,” zei hij, “over mijn buik”. Demonstratief trok hij zijn T-shirt omhoog: een navel grijnsde. Ik knikte. Hij doneerde zijn 50ct in het daarvoor bestemde tromHeroïne | As seen on TV

meltje, waar normaal mijn snoepgoed in bewaard werd, en ging in afwachting van mijn kunde op de driepoot aan de andere kant van de klaptafel zitten. Ik keek naar mijn handen, rustend op een stapel wit papier, klaar om te beginnen. Deze A4’tjes had ik vanochtend ontvreemd uit de printer van mijn stiefvader, maar dat wist niemand. Ik dacht aan de buik van de jongen en wat ik daar in godsnaam over kon zeggen. Buiken blijven buiken. Maar zo was de deal. “Voor 50 ct een persoonlijk gedicht” stond op het bord boven mijn kraampje. Omdat er zo snel niks te binnen schoot veroorloofde ik mij een laatste blik op de omgeving, de jongensbuik in het midden van het fish-eye-plaatje dat ik voor mij zag: de zelfgebreide-wollen-sokken-kraam, de misvormde-groenten-kraam. Mijn moeder met groene ranja op een dienblad, mijn buurmeisjes met zelfgebakken koekjes. 18


Ik keek op van mijn papier. De jongen volgde mijn bewegingen vanuit zijn ooghoek, dat merkte ik wel. Ik keek naar mijn paarsedit moment echter langer – mijn tante en mijn zusje sloten zich aan achter de bovenbuurvrouw. Als ik later schrijver wilde worden moest Na de wilde glijbaan van keel en slokdarm

ik veel meer onderwerpen oefenen. Ik besloot op dat moment om in

Is de hap nog weinig warm

mijn toekomstige carrière andere onderwerpen te kiezen: ik wilde

En nestelt zich op de dikke laag

toch liever, dacht ik toen, over dolfijnen schrijven.

Van koekjes in jouw maag

“Klaar,” zei ik, net toen mijn moeder een glas ranja – oranje deze

Waar maagmannetjes in de nacht enzymen zaaien

keer – op mijn tot schrijvershoek gedoopte marktkraampje zette. “De

Zodat jij in de ochtend

volgende mag plaatsnemen”, zei ik terwijl ik de jongen het beschreven

Een soepele drol kan draaien.

velletje gaf. Ik gebaarde naar het zojuist vrijgekomen driepootje.

Gedicht over een buik | Circe de Bruin

stift-letters. Weinig charmant. De rij voor mijn kraampje werd op De buik

19


Hero誰ne | As seen on TV 20

Nobody puts Baby in a corner.

Someone has to die in order that the rest of us should value life more.

As seen in film

We all go a little mad sometimes...

Merel Borst Circe de Bruin

Father to a murdered son, husband to a murdered wife. And I will have my vengeance, in this life or the next.


De stills en de ondertiteling van acht films zijn gehusseld. Welke tekst hoort bij welke film en welke 8 films zijn hier te zien?

Take the best orgasm you’ve ever had, multiply it by a thousand, and you’re still nowhere near it.

You want a toe? I can get you a toe, believe me.

As seen in film | Merel Borst en Circe de Bruin

Look how they massacred my boy.

„No! I’m madly in love with you and it’s not because of your brains or your personality”.

21


een vergezicht Erwin Hurenkamp

22

vergezichten, als een foto in mijn portemonnee.

nog altijd met me mee. In mijn binnenzakken,

En ik draag jou, de wereld die je voor me was

maar de huid rondom de wond is nog rauw.

al jaren oud, op het vat gerijpt

de pijn is welbeschouwd

De tijd is ergens beginnen te liegen want

ik door je voelde.

dan het liefste over jou of wat

Als ik toen al met de wereld sprak,

van mijn blikveld maar verloor.

ze aandacht bleef trekken langs de randen

niet verder kwam dan de marge, hoewel

toen jij er was voor mij en de wereld lang

Dat was toen jij en ik nog samen waren,

en later op de avond mijn rug, een harp).

of soms tussendoor een lok van je haar

met water bespelen,

die slechts de verse groene blaadjes

door een keukenraam op je pianovingers,

zag ik je weer (hoe het licht valt

Later, toen ik sla waste voor de maaltijd,

en een brakke sloot, een mooie jongen.

met bloeiend boerenwormkruid, wat vlinders

en een uitgestrekte wei,

een kalvende koe in een vergezicht met bomen

Vanochtend zat ik op de fiets en zag

Hero誰ne | As seen on TV


Vergezicht | Erwin Hurenkamp 23


ten hoe het er daar aan toe gaat. Onze redacteur Nanko van Egmond heeft afgelopen winter een korte stage gelopen bij Athenaeum-Pollak

Stageverslag

van Gennep en zal proberen een inkijkje te geven in de wereld van het boekenvak. Dit is het eerste deel van een driedelige reeks.

Nanko van Egmond

Het was begin februari, mijn jaargenoten pakten eindelijk hun studie weer op. Ook ik stond voor een donker pand in de binnenstad, maar Heroïne | As seen on TV

het was niet het Bungehuis. Het was een groot grachtenpand met drie verdiepingen, met links een brede, hoekige toren. Alle ramen hadden een strook glas-in-lood aan de bovenkant en op de kantelen van de brede toren waren in reliëf kinderlijke sterren aangebracht. Ik trok de mouwen van mijn hemd recht en drukte op de bel. Een lange vrouw met een zwart hoedje en een klein brilletje deed open. “Hallo, jij bent zeker de nieuwe stagiair?’’ Ik knikte en lachte verlegen, waarna zij zich voorstelde als Inge. “Welkom bij onze uitgeverij,’’ zei ze droog, “ik zal je even kort het gebouw tonen, waarna ik je meteen de eerste opdracht geef.’’ Ik liep met haar mee naar binnen, waar het warm en behaaglijk was, met zacht licht dat van de muren leek te komen. Ik

24

Als je ons Literatuurwetenschappers vraagt wat wij later willen doen,

hing mijn jas op in een klein halletje naast de ingang. “Hier op de

weten wij vaak niet wat we moeten zeggen. Klopt het nu wel dat we

begane grond is er eigenlijk niet veel: een kantine daar achter, een ke-

bij een “uitgeverij of zoiets’’ kunnen werken? Velen zouden niet we-

ukentje en onze magazijnen. Jij komt zo boven te zitten.’’ Ik liep nog


wat naar achteren en probeerde te ontdekken waar nu precies wat zat.

een telefoontje met een behulpzame mevrouw was het gepiept. Nu

De kantine bleek een lage hal te zijn achter in het gebouw, maar het

was het alleen nog wachten op de nota.

magazijn kon ik niet ontdekken. Het plafond was hoog en als je goed keek zag je nog de resten van een schildering.

Een uur later kwam Inge aan mijn bureau staan. “We hebben nu theepauze, pak ook maar wat beneden.’’ Ik volgde haar naar de kantine, die wat muf en donker was, maar toch gezellig. Er stonden

mij naar een grote marmeren trap nam, die een beetje vreemd in

lange, houten tafels en echt óveral lagen boeken. Zelfs de juffrouw die

de hal stond. Vlak voor de trap bleef ze stil staan. “Wat is er aan de

thee schonk keek

hand?’’ vroeg ik. Inge wees naar het uiteinde, dat uit leek te komen

tussendoor in een

op een muur; er boven zag ik nog een trap, die leek te bewegen van de ene naar de andere kant. “Deze trappen hebben we een paar jaar terug voor een laag prijsje over weten te nemen van een school in Engeland die haar inboedel veilde. De school ging failliet toen een iemand een boekje open deed over levensgevaarlijke situaties waar leerlingen in terecht kwamen, maar de trappen zijn prima verder.’’

“Het mooie meisje leunde voorover, rustte haar smalle hoofd op haar handen en vroeg met een zachte stem: ‘‘Wat doen jullie nog meer?’”

bundel van Vasalis. Hier kon ik mij nog wel eens thuis gaan voelen. Ik zette mij, nadat ik zag dat Inge zo ver mogelijk van

Binnen een minuut stond de trap weer goed en nam Inge mij mee

de ingang en met de

naar een bureau in een grote zaal, waar ze mij mijn eerste opdracht

rug naar mij toe was gaan zitten, aarzelend bij een groepje twintigers:

gaf. Ik moest een coverillustratie zien te vinden voor een boek over

mooie meisjes en jongens in zwarte kleren, die het hadden over wat

de multiculturele samenleving. Het leek Inge leuk leek om een soort

nu goede literatuur was. “Een boek moet vooral gaan over de ziel, of

“Waar is Wally?’’ plaat te hebben, maar dan zonder Wally. Vol ijver

de Zeitgeist,’’ ving ik nog op uit het relaas van een prachtig meisje,

ging ik aan de slag, en na een rondvraag bij mijn nieuwe collega’s en

dat af en toe even haar ogen sloot, alsof ze wat ze zei oplas van een

Stageverslag | Nanko van Egmond

Inge wenkte mij geïrriteerd. “Ik heb niet veel tijd,’’ zei ze, waarna ze

25


tekst die op de binnenkant van haar oogleden geschreven stond. Eén jongen knikte, waarschijnlijk meer omdat hij haar zo mooi vond dan om wat ze zei. Ik raapte al mijn moed bij elkaar en zei ook wat: “Alles is relatief, omdat we nu post-modern zijn. Er is niets buiten de tekst.’’ De hele groep viel stil en mijn wangen werden al rood. Het meisje dat over de ‘ziel’ had gesproken, nam het woord: “Hoe bedoel je?’’ Ik vertel-

Heroïne | As seen on TV

de ze alles wat ik wist over Derrida en Foucault en toen ik klaar was knikten ze enthousiast. “Hoe kom je aan al die kennis?” vroeg een van de jongens vol bewondering. “Ik studeer Literatuurwetenschap, dit is wat wij doen.’’ Het mooie meisje leunde voorover, rustte haar smalle hoofd op haar handen en vroeg met een zachte stem: “Wat doen jullie nog meer?’’ Net toen ik wilde uitleggen over “the Other’’, hoorde ik een harde bel. Iedereen stond op, het meisje ook, maar toen ze langs mij heen liep drukte ze mij een briefje in mijn handen met slechts haar naam, Nausicaä, en een telefoonnummer. Eenmaal terug aan mijn bureau, zag ik dat iemand een fax had

26

neergelegd met de nota. Ik deed hem in een mapje, maar toen ik op

melde ze wat, tot ze zei: “De prijs die u waarschijnlijk in uw hoofd

wilde staan en hem naar Inge wilde brengen, zag ik dat er iets niet

heeft is voor een plaat met Wally erop, maar als u er een zonder wilt

klopte. Ik greep de telefoon, belde hetzelfde nummer weer en vroeg

moeten wij hem eerst weer zoeken om hem eraf te halen, en dat kost

de behulpzame mevrouw waarom de coverillustratie ineens veel

nu eenmaal veel tijd.’’ Ik voelde me zo stom dat ik wel door de grond

duurder was dan afgesproken. Even was het nagenoeg stil en rom-

kon zakken. “Natuurlijk, ik begrijp het,’’ stamelde ik, “ik had er ge-


hoek om was, zag ik hoe Inge met haar ogen rolde. “Dat was Sylvia,

De deur stond open en ik klopte. Inge keek op van een grote stapel

een concurrente. Zij beweert dat wij uit jaloezie jonge talenten voor

papier. “Ben je al klaar?’’ vroeg ze terwijl ze haar leesbril afzette en

hun neus proberen weg te kapen.’’ Eenmaal binnen zag ik dat ook

uit haar bureaustoel kwam. “Jazeker, het liep gesmeerd,’’ loog ik. Ze

Johannes, een grote man met een dikke, zwarte snor, woest was. “Dat

feliciteerde mij ingetogen en nam mij vervolgens via een smalle wen-

kreng, wat denkt zij wel niet? Die landverraders van de Arbeidspers

teltrap mee naar het kantoor in de toren, waar ik de grote baas zou

lopen maar naar de fucking hel!’’ Inge probeerde hem te kalmeren:

ontmoeten. Nog voor we boven waren, zag ik halverwege de trap een

“Rustig maar, Johannes, hou je hier maar niet mee bezig.’’ Ze stopte

kleine deur, nog geen anderhalve meter hoog. “Wat is dat, is er nog

mij wat kleingeld toe. “Nanko, ga jij maar even naar de supermarkt

een verdieping?” Inge draaide zich om en keek mij geïrriteerd aan.

om wat dropjes voor Johannes te halen, daar wordt hij altijd rustig

“Hier moet je altijd een beetje stil zijn, want achter die deur zit de

van.’’ Johannes keek haar aan en glimlachte zwakjes, maar mompelde

inspiratiekamer.” Bruusk liep ze verder en ik hield mijn mond maar,

nog steeds verwijten.

hoe geheimzinnig de ‘inspiratiekamer’ ook klonk. Het ronde halle-

Buiten zag ik dat het vrouwtje van de Arbeidspers nog snel een

tje boven was klein maar statig, met een donker vloerkleed en hoge,

sigaret op probeerde te steken in de luwte van het portiek. Ik liep

kleine glas-in-lood raampjes die elk een sterrenbeeld voorstelden.

langs haar heen en net op het moment dat ik wilde sissen om haar

Inge legde haar oor tegen de deur: “Ze zijn nog even bezig, we wacht-

duidelijk te maken dat ook ik haar verachtte, vroeg ze of ik haar even

en hier wel.’’ Ik las het koperen bordje naast de deur. “J.H. Athenaum-

wilde helpen. Ze pakte mijn handen vast en hield ze in de lucht, waar-

Polak van Gennep’’ stond daar in elegante krulletters. Ze volgde mijn

na ze haar sigaret ertussen aan stak. “Dank je.’’ Ze had een zware,

blik en zei vriendelijk: “Eigenlijk is het Baron Athenaeum-Polak van

rokerige stem. “Wat gebeurde daar boven nu?’’ vroeg ik voorzichtig.

Gennep, maar wij mogen gewoon Johannes zeggen hoor.’’ Na een

Ze nam een hijs en zuchtte. “Enkele maanden geleden zagen we in

paar minuten kwam er een kleine vrouw naar buiten, met een rood

een klein, onbeduidend tijdschriftje een stuk staan dat onze aandacht

gezicht waar nog hetere witte vlekken overheen trokken. Toen zij de

trok. Het was een nog nooit gepubliceerd interview met Homerus.

Stageverslag | Nanko van Egmond

woon niet aan gedacht.’’ Ik had nog veel te leren, dacht ik maar.

27


Heroïne | As seen on TV

Al snel kwamen wij erachter dat het vervalst was, maar desondanks

ik moet doen wanneer ik weer naar binnen ga, ik wil ook gewoon

vonden wij het een erg goed stuk: dat iemand dit kon verzinnen was

mijn stage goed afronden.’’ Ze trapte haar sigaret uit onder haar hak.

uniek. Iemand die Homerus nooit gezien heeft, nooit gesproken

“Nanko, die stage gaat nergens over, ze zullen je gewoon de rotklusjes

heeft, wist hier die situatie perfect na te bootsen. Even verderop in

laten doen en je een willekeurig cijfer geven. Als je ons nu meehelpt,

het blad zagen we nog meer, en het was met dit verhaal dat het echt

leer je wat er écht gebeurt in het boekenvak, maak je dingen mee

bizar werd: een stuk over tentoonstellingen in de Nieuwe Kerk.’’ Ik

die je niet in de Volkskrant terugvindt.’’ Ze liep naar haar fiets, een

dacht dat ze alleen maar even stopte om adem te halen, maar ze bleef

zwarte gazelle met bloemenmandje, en zei tot slot: “Kom met mij

mij verwachtingsvol aankijken. “Dat is toch niet zo bijzonder?’’ vroeg

mee, dan gaan we samen op zoek naar een groot literair talent. Denk

ik. Ze lachte. “Dat dacht jij, maar het bizarre is dat na enige research

aan al die kwallen die je vandaag gezien hebt, daar doe je het toch

is gebleken dat die tentoonstellingen nooit plaats hebben gevonden.

niet voor?’’ Even zag ik Nausicaä weer voor me, met haar onschuldige

De auteur verzon ze gewoon.’’ Mijn hart begon sneller te kloppen: ík

lach en strakke hoge spijkerbroek, als een mal waarin een kunstenaar

had zo’n stuk geschreven, maar niemand die het wist. Ik was te laf ge-

de mooiste benen ter wereld had gegoten, maar al snel vervaagde dat

weest om het onder mijn eigen naam te publiceren. “We probeerden

beeld en ik stemde in. Een minuut later zat ik op mijn fiets en ging ik

op zoek te gaan naar de anonieme auteur,’’ vervolgde Sylvia, “maar

met Sylvia mee, op zoek naar mijzelf.

al snel kwamen wij erachter dat er iets niet in de haak was: in ieder donker, literair café waar wij kwamen, kwamen ook de trawanten van Athenaeum-Polak van Gennep. Ze waren ons op het spoor.’’ Hoewel ik het gevoel had ieder moment door de mand te vallen, vond ik het een spannend verhaal en was ik ervan overtuigd dat mijn kersverse werkgever een nest klassieke pestkoppen was. “Dat klinkt verschrikkelijk! Ik wou dat ik kon helpen, maar ik weet niet echt goed wat 28


Stageverslag | Nanko van Egmond 29


Het verband tussen de dingen

Heroïne | As seen on TV

Joep Harmsen

-1-

-2-

Het was een andere tijd, een andere stad. Ik stond voor een oud

‘Mag ik je piemel vasthouden,’ vroeg ze. Het was de eerste nacht dat

grachtenpand en liet mijn blik langs de gevel glijden. Na enige

we samen in één bed sliepen. We hadden een half uur geleden seks

aarzeling drukte ik de deurklink naar beneden en zette mijn gewicht

gehad. Ik vond het wel best en met mijn slappe penis in haar hand

erachter. De voordeur ging met moeite open, doordat de vloer van de

vielen we allebei in slaap.

hal bezaaid was met oude reclamefolders en nooit geopende rekeningen. Ik keek op mijn horloge. Nog net op tijd. Boven hoorde

-3-

ik gestommel. De trap kraakte onder mijn voeten. Ik stopte voor de

Ze trekt sokken over de benen, maakt een knoop dicht, hijst een oud

deur van appartement 5. Helder hoorde ik nu het gesprek tussen twee

lichaam overeind en kust mijn lippen. Ze vraagt vaak: ‘Weet je nog?’

lage mannenstemmen.

en vertelt me veel over vroeger: wie ik was, wie mijn ouders waren,

‘… daarom is een verhaal pas een verhaal als er een vrouw ten tonele

hoe we elkaar hebben ontmoet. Ze smeert mijn brood en veegt de

wordt gevoerd,’ ving ik op vanachter de dikke eikenhouten deur.

mond af, ze zingt.

‘Mits het niet door een vrouw geschreven is, vrouwen schrijven het

-4-

best over mannen. Trouwens, en Borges dan, hij schreef zelden over vrouwen, en dan …’

Een jongen kwam vandaag op bezoek. Toen zij even naar de super-

Ik klopte twee keer kordaat op het hout. De stemmen verstomden.

markt was, vroeg hij: ‘Hoe hebben oma en jij elkaar eigenlijk ontmoet?’

30


-5-

-6-

Er werd opengedaan door een lange, bebaarde man, de vierkante bril

Ze dronk bier als een vogeltje: slokje, hoofd naar achteren. Ik keek

op zijn neus was iets naar voren geschoven, zodat hij er goed mee

naar haar vanaf mijn kruk aan de bar en stootte Gerard aan. Ik wist

kon neerkijken.

het toen al en ik zei het hem: ‘Kijk, dat meisje wordt mijn redding.’

‘We hebben op je gewacht,’ zei hij verwijtend. ‘Kom binnen.’

-7-

slechts verlicht door een schemerlamp. De tweede man zat onder het

Het enige lichaam dat ik echt ken is dat van haar, als ik mijn ogen slu-

schijnsel in een lederen fauteuil een sigaret te roken. Het weinige haar

it kan elk plekje en knobbeltje, elke rimpel voelen. Maar met gesloten

dat hij bezat was achterovergekamd en in zijn grijze overhemd zaten

ogen, liggend op bed kan ik mijn eigen grote teen nog niet voor de

bruine vlekken. Hij stak zijn hand naar me uit.

geest halen. Ik heb mijn lichaamsdelen uitgeschakeld om de pijn niet

‘Kom, jongen. Mijn naam is Van Klareveen,’ zei hij terwijl hij mijn

meer te voelen. Maar in vlagen komen ze bovendrijven en ben ik

hand schudde.

mijn rechterknie, mijn onderrug. Het enige wat ik niet wil uitzet-

De andere man stelde zich nu ook voor – als Beekman – en ze ge-

ten, valt uit elkaar en terwijl ik met één hand met de intacte delen

boden mij te gaan zitten op een houten stoel.

jongleer, probeer ik met mijn andere hand de stukjes van de grond

Op dat moment voelde ik twee ogen in mijn rug.

op te rapen. Ze raken door de war – in de war.

‘Kijk naar mij,’ zei Van Klareveen, toen ik mijn hoofd probeerde te

-8-

draaien. Ongemakkelijk keek ik naar zijn gezicht, zijn ogen ontwijkend.

Op zaterdagmiddagen las ik Remco Campert en vroeg ik me af of

‘Hoeveel vrouwen heb je in je leven gezien?’ vroeg hij.

ik ook zo oud kon worden, net als hij met drank en sigaretten. Toen

‘Pardon?’

dacht ik nog van wel, maar nu weet ik beter en het verband tussen de

‘Hoeveel vrouwen heb je echt gezien, in hun totaliteit?’

dingen dat is zij.

Het verband tussen de dingen | Joep Harmsen

Ik volgde hem door drie gangen naar de zitkamer. De ruimte was

Ik dacht na, maar had geen idee wat hij bedoelde. ‘Geen één, vermoed ik,’ sprak meneer Beekman.

31


Heroïne | As seen on TV

Ze dronk bier als een vogeltje: slokje, hoofd naar achteren.

- 10 Er is één droom die ik me nog levendig herinner: Ik zat in een kano en roeide door een rivier in het oerwoud. Ik stuurde de kano tegen de oever aan, kroop uit mijn bootje en kuste de modder. Overal bloedde ik en terwijl mijn handen mijn wonden stelpten, gleed ik als

-9De ogen bleven branden in mijn rug en ik voelde dat ik haar gezien had, elke nacht. Ik zag haar toen en ik zie haar nu. ‘Ken je me nog?’ klonk er. De oude mannen begonnen te lachen en te hoesten.

een slang naar een door het oerwoud opgeslokte tempel. Binnen was alles zwartgeblakerd en bedekt met as, alleen het altaar was ongeschonden. Opeens, wist ik wat ik moest doen: ik moest dromen, ik moest een mens dromen. Ik ging liggen, viel in slaap en werd wakker in mijn eigen bed. Ze lag zachtjes snurkend naast me.

‘Ogen van een blauwe hond,’ sprak Van Klareveen nadat hij bedaard was. ‘Ogen van een blauwe hond, en nu oprotten.’ Verbaasd keek ik hem aan, maar zijn stoïcijnse blik gaf geen antwoord. Ook Beekman leek geen zin te hebben om dit nader te verklaren. Ik stond op en draaide me om, er stond niemand achter me. 32

- 11 Ik stond op van mijn kruk, Gerard gaf me een schouderklopje. Even zwalkte ik op mijn benen, maar ik herpakte mijn balans. Ik wurmde me door drinkende mensen heen, ze sloegen geen acht op mij. Nu stond ik achter haar. Ik legde mijn hand op haar schouder en zei: ‘ogen van een blauwe hond.’


Anne Beeksma

voor lief nam.

Antropologie | Anne Beeksma

jij ze uiteindelijk, mijn hand nog richting het dak van de Waag,

Onze woorden duwden ons de Nieuwmarkt over, tot waar

hadden laten verstommen.

rustig was deze meervoudigheid, nadat we alle theorie al in het cafĂŠ al

Onder ons het zand van alle Amsterdamse verhalen,

Mijn arm door de jouwe, jouw tred en mijn stem over de nachtelijke Zeedijk.

nadat de doktoren aanschoven in het theater.

Het vlees van de lijken, ontleed tot op de vezels van het wezen,

mijn moeie lijf tegenaan mocht leunen.

Onze geesten bevonden zich in een omhelzing, waar

ik bezat al je aandacht, jij geheel de mijne.

Ik bestelde nog een biertje, had dronken moeten zijn, maar

nadat de leeuw het beest doodde.

Het vlees van de dode koe, teruggegeven aan de boer,

dit was zwelgen.

dit was geen zwoegen,

Je was mijn derde conversatiepartner die dag, maar

aan jou over de bar te brengen, in twijfel.

Trok alle woorden, die ik zo mijn best deed in die zakelijke taal

Je beschreef vlees op verschillende manieren.

Antropologie

33


Dageraad Alex Guern

“Omdat je zelf mag beslissen wat er staat”

Heroïne | As seen on TV

“Niets van dat”, zie ik Marik denken. Terwijl hij de bekleding van de leren bank open prikt met een vork, zit ik in de andere hoek van de kamer, anders dan de bank en een kleine tafel staat er niet. Gister liepen we samen over het Rokin naar zijn huis. Volgens mij zag ik nog een fles wijn staan achter de vieze magnetron. Ik sta op om deze pakken. Drink wel uit de fles, geen schone glazen, geen schoon iets hier in deze teringkeet. Marik volgt mij met zijn blik. Ik beeld me in er een heftige afkeer in te zien, maar ik durf hem niet aan te kijken. Gister komt goed, gister komt uiteindelijk goed, blijf ik in gedachten herhalen. Volgens mij kan hij ze lezen, ik voel zijn ogen nog steeds op me rusten. Als ik terug de kamer in wil lopen, zie ik dat hij de bank verder heeft open gehaald, hij kijkt aandachtig naar het houten frame dat open is komen te liggen, ik word misselijk, maar hij kijkt in ieder geval niet naar me. De wijn, net met gretige teugen naar binnen gewerkt, valt niet goed. Nee, dat kan het niet zijn. Mijn gedachten 34

flitsen terug naar gisteren. Marik is altijd al geïnteresseerd geweest in hoe iets werkt, hij kan het niet verkroppen als hij iets niet snapt. Ik blijf staan tegen de deurpost, wil de keuken niet helemaal verlaten, bang dat Marik op zal staan. We zijn dezelfde lengte, hij misschien wel iets kleiner. Maar hij is harder, drinkt harder, praat, neukt en slaat harder en op dit moment huilt hij ook harder. Buiten stroomt de regen als een grijs gordijn, als enig ornament in deze droevige kamer, op deze droevige ochtend, langs het schuine dakraam. ‘Gister was goed, gister komt goed, Marik’. Een vuist slaat hard tegen de muur, ik zie bloed. Meer bloed maakt me meer misselijk en ik heb moeite de wijn binnen te houden. ‘Fuck man, ik snap dat je shit niet trekt momenteel, maar probeer je in godsnaam rustig te houden. Je bent op oorlogspad, dat snap ik, maar hou je in.’


Dageraad | Alex Guern 35



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.