DANTE Magazine nr. 10 (voorjaar 2013)

Page 1

voorjaar 2013

DANTE Magazine van de Tilburg School of Humanities

Kennis, kunde, kassa?

Valorisatievisies


Inhoud

Jaargang 6 • nr 1 • voorjaar 2013

02. Colofon 03. Praktische Humanities

14

Van de redactie

04. Geesteswetenschappen en valorisatie

Beleid

06. tilburg supermarket humanities

Cartoon

07. Valorisatie, goede bedoelingen achter een beroerde term?

Opinie

10. Games. Speelgedrag voorspelt karakter

13.

14.

Onderzoek

17

Valorisatie: wie wordt daar nu beter van? Column Populisme, voorbij de oppervlakkigheid Promotie

17. Local Resistance, the case of Somali immigrants in Tilburg

Researcher on Site

20. Helping adolescents and their families in Antwerp

Researcher in Residence

23. Ondernemend onderzoeken, onderzoekend ondernemen

Promotie en Bedrijf

26

26. Communiceren als je niet meer kunt praten door afasie

Promotie

28. Zonder Humanities zijn praktische modellen leeg

Student

30. Bettine Vriesekoop, haar studenten en haar China

Leonardo

32.

Agenda/kort nieuws

Dante Magazine is een uitgave van de Tilburg School of Humanities (TSH). Een cultureel en informatief magazine met een scherpe blik voor nieuwe ontwikkelingen in de geesteswetenschappen in het algemeen en TSH in het bijzonder. Dante Magazine hergebruik Indien u dit exemplaar na lezing niet behoudt, gelieve deze dan niet in de daarvoor beschikbare bakken te deponeren, maar te retourneren aan uw secretariaat t.b.v. hergebruik (o.a. voor studenten)

Productie Afdeling Education and Research Marketing Tilburg University, Simongebouw, kamer S833, Postbus 90153, 5000 LE Tilburg Redactie Reggy van den Bosch & Clemens van Diek (eindredactie), Veerle Draulans, Elma Dujso, Odile Heynders (hoofdredactie), Hille van der Kaa, Tom van Nuenen , Frans van Peperstraten, Paul Vogt Met medewerking van Jim Korsten, Paul Mutsaers, Karin

van Nispen, Merijn Oudenampsen, Annemeike Tan, Jef Van der Aa Fotografie Ben Bergmans, Etmee Boeve, S. Dewickere, De Touter, Hollandse Hoogte, Denis Oei Cartoon Hank Beelenkamp Grafisch ontwerp en vormgeving Beelenkamp ontwerpers, Tilburg Drukwerk PrismaPrint, Tilburg University

Copyright Overname van (delen) van artikelen is toegestaan na schriftelijke toestemming van de hoofdredactie, via o.m.heynders@tilburguniversity.edu. Voor overname van illustraties en foto’s neem contact op met de redactie. Uitgave mei 2013. Het volgende nummer verschijnt najaar 2013.


VAN DE REDACTIE

Praktische Humanities door odile heynders

alleen maar leuk zijn om te spelen, maar ook kunnen worden ingezet als psychologische test. Er wordt aan de

Hoogleraar Vergelijkende Literatuurwetenschap aan het Department of Culture Studies

Tilburg School of Humanities nuttig onderzoek gedaan naar discriminatie bij de regionale politie en in asielzoekerscentra. We zien dat onderzoek naar niet-verbale communicatie bruikbaar is bij de behandeling van afasiepatiënten. En er is het voorbeeld van onderzoek naar de retoriek van populistische politiek.

In dit Dante Magazine nieuwe stijl laten we

Wat deze voorbeelden van nuttig geesteswetenschappe-

een aantal voorbeelden zien van de maat-

lijk onderzoek verbindt, is dat het brede, interdisciplinai-

schappelijke aansluiting van het Tilburgse

re projecten zijn, veelal uitgevoerd op het grensvlak van

geesteswetenschappelijke onderzoek.

disciplines die voorheen van elkaar werden gescheiden.

Humanities in de praktijk. Lees deze editie

Juist domeinoverstijgend zijn er interessante en rele-

als een pleidooi voor breed onderzoek

vante vragen te stellen, waarmee we niet alleen nieuwe

met een concrete gerichtheid.

economische en maatschappelijke toepassingen kunnen vinden, maar ook studenten kunnen motiveren. Het doet

Gaat het slecht of goed met de geesteswetenschappen?

er toe dat taal- en cultuurbeschouwers een mening heb-

Worden ze wegbezuinigd omdat zij geen direct meetbaar

ben en kunnen legitimeren wat gaande is in de samen-

economisch nut hebben (denk aan de desastreuze op-

leving. Het is belangrijk om theorie te verbinden met

heffing van verschillende opleidingen vreemde talen die

concrete kwesties, en haar maatschappelijke reikwijdte

op dit moment aan diverse universiteiten plaatsvindt), of

te tonen. Dat wordt in beleidsstukken ook wel ‘valorisa-

moet juist de kritiek op het ‘nutsdenken’ een speerpunt

tie’ of ‘knowledge utilisation’ genoemd.

zijn? (zie Amerikanen als Martha C. Nussbaum, George Steiner of Harold Bloom die het ‘nutteloze’ humanisti-

Toch bestaat er in de ambtelijke context nogal wat

sche Bildungsideaal hoog in het vaandel hebben).

verwarring als het om een brede visie op deze begrippen

“Het doet er toe dat taal- en cultuurbeschouwers een mening hebben en kunnen legitimeren wat gaande is in de samenleving”

gaat. Valorisatie wordt van de onderzoeker verwacht, zonder dat precies duidelijk is wat het begrip inhoudt. Daar besteden we in dit nummer ook aandacht aan in een interview met de TSH vice-decaan onderzoek en een kritisch opiniërend stuk. Lees dit Dante Magazine als een pleidooi voor breed

Of willen we met Rens Bod (hoogleraar Computational

onderzoek met een concrete gerichtheid. Laten we stre-

and Digital Humanities aan de UvA) laten zien hoe

ven naar een nieuw Bildungsideaal in een globaliserende

geesteswetenschappen en bedrijfsleven met elkaar

digitaliserende wereld die vraagt om Humanities-weten-

kunnen samenwerken, en gaan we ervan uit dat brede

schappers met een kritische, nauwkeurige en daarmee

interdisciplinaire onderzoeksprojecten wel degelijk eco-

vaak ook tijdrovende blik.

nomisch en maatschappelijk nut hebben? In dit Dante Magazine opteren we voor het laatste. Voorbij de doemscenario’s laten we een aantal voorbeelden zien van de maatschappelijke aansluiting van het Tilburgse geesteswetenschappelijke onderzoek. Huma-

Zie voor een uitgebreide goede samenvatting van de stand van zaken van de geesteswetenschappen in Nederland het artikel van Nina Polak, In het verdomhoekje. Hoop voor de geesteswetenschappen. In: De Groene Amsterdammer, 12 september 2012. www.groene.nl/2012/37_spui25/in-het-verdomhoekje

nities in de praktijk. Zo blijkt dat computerspelletjes niet

Dante Magazine mei 2013 _____

3


BELEID (paul post)

s tructurele relaties uur

cult

same

nwer

king

Geesteswetenschappen en valorisatie in gesprek met vice-decaan onderzoek Paul Post

De wetenschap staat net als veel andere sectoren onder druk en wordt steeds meer aangezet tot praktische samenwerking met het bedrijfsleven. Hoe handhaven de geesteswetenschappen zich in dit krachtenveld? En hoe zit het met het toverwoord: valorisatie? Tijd voor een gesprek met Paul Post, vice-decaan onderzoek aan de Tilburg School of Humanities.

door odile heynders Doen ‘onze’ Humanities aan praktisch onderzoek?

die dag doet, als het in een getal is aan te geven wat het

Paul: “Ja, ik denk het wel. De beide grote programma’s

opbrengt, heb je een meetinstrument – zo redeneert men

van Communicatie en Informatica zijn goede voorbeelden

graag. NWO vindt dit meetbare nut zeer van belang, maar

van praktisch gericht onderzoek. Maar ook onze cultuur-

hanteert gelukkig net als andere instanties die bezig zijn

studies gaan door het leggen van een duidelijk contempo-

met beleid en indicatoren van valorisatie, een open en

rain accent allerlei relaties aan met ontwikkelingen in de

brede insteek. Mevrouw Bos heeft als hoofd van de afde-

maatschappij. En sommige filosofen, zoals Ruud Welten

ling Geesteswetenschappen binnen NWO benadrukt dat

met een boek over toerisme, doen ook praktisch gericht

het begrip valorisatie ook gehanteerd zou moeten kunnen

onderzoek. Aan onze faculteit leggen we bewust nadruk op

worden met betrekking tot dimensies die niet precies in

hedendaags onderzoek en daar zit de praktische dimensie

geld zijn uit te drukken. Denk bijvoorbeeld aan samenwer-

eerder aan vast dan wanneer je zeer historisch gericht

king met maatschappelijke of culturele partners; niet altijd

onderzoek doet.”

is duidelijk wat dat in geld oplevert, wel kan de ethische, morele en betekenisgevende dimensie zeer belangrijk en

Wat is precies de dimensie van het praktische en hoe zit

maatschappelijk relevant zijn.”

dat vast aan het veel gebruikte begrip ‘valorisatie’? Paul: “NWO heeft een valorisatieconcept ontwikkeld dat

Leidt dat dan ook tot het vage begrip van ‘nuttigheid’

bedoeld is om de maatschappelijke waarde, de bruikbaar-

dat in de discussies van NWO-commissies vaak aan de

heid en toepasbaarheid van onderzoek, te evalueren. Als

orde is?

een wetenschappelijk medewerker zegt ‘woensdag is mijn

Paul: “Zo vaag is dat begrip volgens mij niet. Hier in huis

valorisatiedag’ dan moet je als bestuur in beeld kunnen

hebben we een aantal parameters geformuleerd waarmee

krijgen wat zo iemand dan precies doet op woensdag.

we de nuttigheid, of valorisatie, van het onderzoek kunnen

Momenteel komt zo’n gesprek vaak uit op ‘meten in

beoordelen. Als je kunt aantonen dat je structurele relaties

geld’: als je kunt uitdrukken in geld wat zo iemand op

hebt met maatschappelijke en culturele partners, en als

4 ______ Dante Magazine mei 2013


BELEID (paul post)

Paul Post is vice-decaan onderzoek aan TSH en hoogleraar Liturgical & Ritual Studies aan het Department of Culture Studies

“Voor onze faculteit is belangrijk dat we nu de fundamentele veranderingen van de network society op de agenda zetten. We realiseren ons veel te weinig dat er fundamentele veranderingen in onze samenleving en cultuur gaande zijn die begrippen als tijd en ruimte, privaat/publiek en individu/gemeenschap principieel veranderen. Deze veranderende context heeft grote theoretische en praktische

zichtbaar wordt dat daar producten uit voortkomen (boe-

consequenties.”

ken, tentoonstellingen, symposia), dan heb je een opener begrip van valorisatie en praktisch nut dan wanneer je

Moeten we meer samenwerking met buiten

alleen inzet op geld en patenten, zoals dat in de hoofd-

(de universiteit) opzoeken?

stroom van het bèta-onderzoek gebeurt.”

Paul: “Ja, dat denk ik zeker. In de breedte: dus met partners die financieel iets te bieden hebben, de privaat-par-

Toch blijft de praktijk weerbarstig. NWO steekt momenteel

ticuliere samenwerking, maar ook met musea, culturele

de helft van haar budget in de zogenoemde topsectoren

instellingen en scholen, ontwikkelingsorganisaties. NWO

(water, tuinbouw, veiligheid, enzovoort), en het blijkt dat

vraagt er nu al om dat we bij veel projecten en program-

de geesteswetenschappen daarin eigenlijk niet echt voet

ma’s 10% van het budget ‘uit de markt’ halen. Dat bete-

aan de grond krijgen. Binnen die aangewezen sectoren

kent gelukkig niet dat we ons alleen op het bedrijfsleven

is nauwelijks ruimte voor onderzoek en valorisatie met

moeten richten. Het kan ook in kind zijn, het kan gaan om

een Humanities-dimensie. Hetzelfde geldt op Europees

producten in de zin van diensten, publicaties, manifesta-

niveau, onderzoekskaders als Horizon 2020 bieden ook

ties. Mijn eigen onderzoeksgroep, Religie en Ritueel, heeft

weinig ruimte voor valorisatie vanuit ons perspectief.

bijvoorbeeld een aantal projecten opgezet, met de Hollandsche Schouwburg, het Joods Historisch Museum, het

Maken wij een onderscheid tussen zuiver theoretisch

Museum Catharijneconvent en het Genootschap van Sint

en toegepast onderzoek? Is dat nog een relevant

Jacob. Dit zijn heel praktische samenwerkingverbanden

onderscheid?

met heel concrete output.”

Paul: “Er is denk ik geen tegenstelling tussen beide. Datajournalism, onderzoek naar gebaren als communicatie, onderzoek naar de talige capaciteiten van asielzoekers – dit is gefundeerd in theorie en praktisch toepasbaar. Iets anders is natuurlijk dat we voortdurend worden gedwongen de praktische waarde van de cultuurwetenschappen onder woorden te brengen. Dat is kennelijk

“Je kunt de maatschappij niet begrijpen zonder de cultuur te bestuderen en te doorzien”

niet voor iedereen onmiddellijk duidelijk. Voor mij zijn de waarde en nut van de cultuurwetenschappen gelegen in het leggen van zinvolle betekenisverbanden. Dat gebeurt door bijzondere vormgeving; zinvolle verbanden heb-

Understanding Society, de profilering van de

ben altijd te maken met vormgeving: esthetiek, taal, of

universiteit, past hier helemaal in?

handelingen en rituelen. Voor mij is dat geen theoretische

Paul: “Ja, je kunt de maatschappij niet begrijpen zonder

exercitie, maar een heel praktische toepassing. Zelfs het

de cultuur te bestuderen en te doorzien. Als je kijkt naar

onderzoek van een Egyptoloog als Jan Assmann heeft

gespecialiseerde centra als de London School of Econo-

een zeer praktische toepasbaarheid; hij liet zien hoe de

mics of MIT in Boston, of in eigen land de technische

Egyptische feestcultuur van belang was voor het overleven

universiteiten in Twente of Delft, en de universiteit van

van culturen. Assmann is een van de grondleggers van de

Wageningen, dan zie je altijd een behoefte aan de cultuur-

Cultural Memory Studies geworden. Dus dat geeft aan dat

wetenschapper, taalkundige, filosoof. Steeds is er vraag

het verschil tussen zuiver theoretisch en toegepast heel

naar verdieping met betrekking tot context, historische

betrekkelijk is.”

visie, betekenismogelijkheden.” ΩΩ

Dante Magazine mei 2013 _____

5


BELEID (paul post)

“Als je kunt aantonen dat je structurele relaties hebt met maatschappelijke en culturele partners, en daar boeken, tentoonstellingen of symposia uit voortkomen, dan heb je een opener begrip van valorisatie en praktisch nut dan wanneer je alleen inzet op geld en patenten”

De geesteswetenschappen worden ook wel als bewust ‘onnuttig’ gezien, hoe denk je daarover? Paul: “Daar zit vaak een zeer defensieve en vaak ook cultuurpessimistische visie achter. Die wijs ik af. Wat wel relevant is, is de diagnose dat cultuur en cultuurwetenschap onder druk staan in deze tijd. Maar dat constaterend moeten we niet, zoals Martha C. Nussbaum of George Steiner, al te pessimistisch roepen, “laat ons nutteloos zijn”, en evenmin zoals Rens Bod dat doet de vlucht naar voren afdwingen. We moeten laten zien hoe de maatschappelijke situatie om ons heen verandert als het gaat om waardering van cultuur. Hoe de cultuur wordt gemarginaliseerd, in een bepaalde hoek wordt gezet. Onze taak is om te laten zien hoe nodig geesteswetenschappen zijn. En juist het heel eigen Tilburgse profiel van Humanities kan laten zien hoe actuele maatschappelijke processen als globalisering en digitalisering ons dwingen ideeën, concepten en perspectieven opnieuw te doordenken en te herijken.”

6 ______ Dante Magazine mei 2013

Valorisatie, bedoelingen een beroerde


goede achter e term?

OPINIE (frans van peperstraten)

De term valorisatie is nog jong, maar al zeer populair. Uit de beleidsstukken van onze universiteit kun je opmaken dat valorisatie één van de drie hoofdpijlers van onze activiteit is geworden: onderzoek – onderwijs – valorisatie. Maar er zit, zoals altijd in beleidsstukken, veel gebakken lucht bij. Want pas eind 2015 gaat Tilburg University slechts 2,5% van het geld dat aan onderzoek wordt uitgegeven aan valorisatie besteden. Dat is dus relatief heel weinig. En dat is misschien maar goed ook.

door frans van peperstraten Dante Magazine mei 2013 _____

7


OPINIE (frans van peperstraten)

duurzame g samenlevin soc i inn ale ova tie

cha ats t a m n eva rel

pp

jk eli

Halbe Zijlstra typeert valorisatie als “kennis, kunde, kassa” Valorisatie is een politiserend woord. Het brengt de universiteiten strakker onder het bevel van de politiek. Het is vooral een term die door de vorige regering (VVD – CDA, gedoogd door de PVV) werd gestimuleerd. Toenmalig staatssecretaris Halbe Zijlstra sprak aldus: “Daarbij is het cruciaal (…) dat onderzoekers zich meer laten inspireren door de kennisvragen van de samenleving. Zodat de kennisketen beter gesloten wordt, in de lijn van kennis, kunde, kassa.” Maatschappelijk relevant. In de politiek is nu eenmaal een tegenstelling tussen links en rechts aan de orde. De verheldering van politieke keuzes kan niet zonder dit onderscheid. Dat geldt ook wanneer het om valorisatie gaat. Lang geleden (bijvoorbeeld ten tijde van de Vietnamoorlog) kon de vraag in de volgende termen worden gesteld: moet de universiteit meewerken aan het militair-industrieel complex of moet de universiteit ervoor zorgen dat haar onderzoek maatschappelijk relevant is?

Wat is valorisatie eigenlijk? Er is een Landelijke

Maatschappelijk relevant betekende toen: nuttig voor de

Commissie Valorisatie aan te pas gekomen om het begrip

gewone mensen, de meerderheid, degenen die feitelijk

te definiëren: “Kennisvalorisatie is het proces van waarde-

geen belang hebben bij dat militair-industrieel complex.

creatie uit kennis, door kennis geschikt en/of beschikbaar

Tegenwoordig – ook in het taalgebruik op de universi-

te maken voor economische en/of maatschappelijke

teit – staat het woord maatschappelijk op één lijn met

benutting en te vertalen in concurrerende producten, dien-

economisch en dat weer met ondernemingen. Zo vind

sten, processen en nieuwe bedrijvigheid.” De universiteit

je in de Tilburg University-teksten over valorisatie vooral

heeft deze definitie overgenomen. Maar het is typisch zo’n

verwijzingen naar “de ontwikkeling van maatschappelijk

definitie waarin de onduidelijkheid verschoven wordt naar

en commercieel interessante toepassingen” en naar “het

weer andere termen die definitie behoeven. Want wat is

stimuleren van ondernemerschap”, via de participatie in

waardecreatie? Het woord waarde is zowel een morele

het Brabant Center of Entrepreneurship en in Midpoint

als een economische term. De Landelijke Commissie zal

Brabant, de economische ontwikkelingsorganisatie van

vooral de laatste op het oog hebben gehad, zoals af te

Midden Brabant. Op zijn best vind je ook nog iets over so-

leiden valt uit het woord concurrerend. Daarmee wordt de

ciale innovatie. Maar geen woord, werkelijk geen woord, is

definitie er een die voor sommigen op de School of Econo-

te vinden over de duurzame samenleving of over kritische

mics and Management wellicht plausibel klinkt, maar die

organisaties als Amnesty International, Greenpeace, en

voor Humanities weinig perspectief biedt.

dergelijke.

8 ______ Dante Magazine mei 2013


OPINIE (frans van peperstraten)

“Valorisatie, niemand wil het echt” Verzilveren. Verder is het woord valorisatie het mid-

“Ik denk dat het heel lastig is om het begrip valorisatie

delpunt van een grote, en soms grappige, conceptuele

bij facultaire medewerkers een duidelijk gezicht te geven.

verwarring. Volgens het Universdossier over valorisatie

Wetenschappers zijn soms niet geïnteresseerd. Dat wil

definieerde iemand valorisatie als “het beschikbaar stellen

niet zeggen dat ze de meerwaarde er niet van inzien, maar

van wetenschappelijke kennis voor de samenleving”. Maar

je wordt toch snel afgerekend op het aantal publicaties.”

vooral het argument dat deze spreker voor valorisatie

Bovendien blijkt dat de valorisatie zelf niet te waarderen

aandraagt is aardig: “We worden met openbaar geld gefi-

(valoriseren?) valt. “Bij wetenschappelijk werk is dat

nancierd, dan moeten we ook zorgen dat de maatschappij

eenvoudig. Voor publicaties in tijdschriften krijg je punten.

iets aan ons onderzoek heeft. Het is een maatschappelijk

Maar we kennen nog geen format om valorisatie officieel

belang, maar ook eigenbelang. (…) Als je die geldstroom

te waarderen. Dat is lastig. We besteden er tijd aan (…).

wilt behouden in moeilijke tijden, moet je zorgen dat de

Nu doen we het vooral in onze eigen tijd, naast ons funda-

samenleving de universiteit belangrijk vindt.”

mentele wetenschappelijke werk. Dat zou anders moeten.”

Dachten we toch eerst dat het erom ging dat de univer-

Wie zegt dat valorisatie één van de drie pijlers van de uni-

siteit de samenleving belangrijk vindt… En wat te denken

versiteit is, oogst bij wetenschappers een cynische glim-

van het genoemde beschikbaar stellen van wetenschappe-

lach. Want in feite word je ervoor gestraft: het leidt tot min-

lijke kennis? Iemand anders zegt iets soortgelijks: “Simpel

der publicaties en dus tot slechtere carrièremogelijkheden

gezegd is valorisatie het verspreiden en verzilveren van

voor het individu in kwestie. En waar minder gepubliceerd

kennis.”

wordt, geeft het College van Bestuur vervolgens minder

Wat te denken van het verspreiden? Deze sprekers weten

geld aan de desbetreffende faculteit, zodat dit individu

bijna de indruk te wekken dat er zonder valorisatie geen

ook zijn collega’s in de kou zet. De druk tégen valorisatie

kennis verspreid of beschikbaar gesteld zou worden. We

is hoog. Dit mechanisme is natuurlijk ook bij het College

zouden nog vergeten wat de eerste hoofdwet van weten-

bekend – en tot nu toe in stand gehouden. Nu vooruit,

schappelijk onderzoek aan universiteiten is: dat het gepu-

op dit moment (‘Aanpak 2012-2015’) wordt gewerkt aan

bliceerd wordt, openbaar gemaakt, openbaar aan iedereen

het formuleren van bruikbare prestatie-indicatoren voor

in de hele wereld, die er vervolgens mee mag doen wat hij

valorisatie. Het wordt vast nog wel eens wat.

of zij wil en kan. Als we eenmaal zo gaan denken als deze geciteerde sprekers, namelijk dat valorisatie verspreiding van kennis is, is het niet verwonderlijk dat weer een andere spreker doodleuk opmerkt: “Laten we niet vergeten dat onderwijs ook valorisatie van wetenschap is.” Eigenlijk besteden we dus 100% van ons budget aan valorisatie…

Frans van Peperstraten is universitair hoofddocent aan het Department of Philosophy

Cynische glimlach. Jammer dat we nog één probleem overhouden: niemand wil het echt. Iedere medewerker van de universiteit wil graag onderzoek en onderwijs doen, maar valorisatie? Ik citeer maar weer uit Univers:

Bronnen - Het valorisatiedossier van Univers is te vinden via universonline.nl/dossiers/valorisatie - Prestatieafspraken van Tilburg University, inclusief het hoofdstuk ‘Aanpak 2012-2015’, zijn na te lezen via universonline.nl, zoek op ‘analyse prestatieafspraken’

Dante Magazine mei 2013 _____ 9


ONDERZOEK GAMES

Games

Speelgedrag voorspelt karakter door paul vogt

Computerspelletjes zijn niet alleen leuk maar kunnen ook een breder doel dienen. Zo kunnen ze worden ingezet om vaardigheden te trainen of om te bestuderen hoe mensen zich in bepaalde situaties gedragen. Maar kunnen computers ook de persoonlijkheid van mensen herkennen aan de hand van hun spelgedrag? Is het mogelijk om games te gebruiken als psychologische test? Dante Magazine sprak met Pieter Spronck. Pieter Spronck is universitair hoofddocent bij het Department of Communication and Information Sciences en verbonden aan het Tilburg center for Cognition and Communication (TiCC). Samen met de onlangs gepromoveerde Giel van Lankveld onderzocht hij of computers de persoonlijkheid van mensen kunnen herkennen aan de hand van hun spelgedrag.

Een klassiek voorbeeld van een psychologische test is de NEO-PI-R test die de persoonlijkheid van mensen probeert te bepalen aan de hand van vijf factoren, de zogenoemde Big 5: openheid voor nieuwe ervaringen, consciëntieusheid, extraversie, vriendelijkheid (agreeableness) en neuroticisme. De NEO-PI-R test wordt middels een vragenlijst met 240 vragen afgenomen. Andere persoonlijkheidstesten maken gebruik van kortere vragenlijsten, interviews of observaties. Vragenlijsten of interviews werken niet altijd even goed omdat mensen vaak antwoorden geven die niet overeenkomen met hun persoonlijkheid, en obervationele studies zijn relatief duur. Extravert. Tegenwoordig is het mogelijk om het spelgedrag van mensen nauwkeurig en relatief goedkoop met behulp van een computer te volgen. Idee hierbij is dat mensen hun persoonlijkheid onbewust uiten wanneer ze een computerspel spelen. De vraag die Spronck en Van Lankveld daarom stelden was: Kunnen we de persoonlijkheid van mensen achterhalen door hun gedrag tijdens het spelen van een computerspel te observeren? Dit leidde direct tot een grote uitdaging, want hoe meet je de Big 5 aan de hand van gedragingen in een computerspel? In eerste instantie ontwikkelde Van Lankveld een spel waarin situaties werden gecreëerd om gedragingen uit te lokken die bij één van de factoren, extraversie, horen. Dit lijkt een adequate methode, maar helaas bleek deze aanpak onvoldoende in staat om de persoonlijkheid van de proefpersonen te voorspellen, zoals die via de NEO-PI-R test werden gemeten. Hoewel een aantal gedragingen wel overeenkwamen met de verwachting, lieten andere facetten een tegengesteld gedrag zien. Spronck geeft een voorbeeld: “Iemand die in het dagelijks leven extravert is trekt vaak kleurigere kleding aan, dus in het spel gaven we de speler de mogelijkheid om zijn personage aan te kleden. Toen bleek dat de introverte speler zijn personage kleurige kleren aantrok en de extraverte gaf zijn personage zwarte kleren.” Het lijkt er dus op dat

10 D��� Dante Magazine mei 2013


ONDERZOEK GAMES

“Wij proberen het karakter van mensen te bepalen via hun gedragingen in de virtuele wereld”

mensen zich anders uiten in een beschermde omgeving als een spel dan in de werkelijke wereld. Deze gerichte methode bleek dus niet zo geschikt om de persoonlijkheid van mensen te meten. Big 5-correlatie. Daarom besloten Spronck en Van Lankveld allerlei gedragingen binnen het spel te meten en die te correleren met de scores van spelers op de Big 5. Het spel, dat in circa 45 minuten kan worden gespeeld, bevat allerlei mogelijke gedragingen zoals conversaties en beweging door het spel. De spelers hebben op deze wijze een scala aan keuzemogelijkheden. Spelers kunnen in een conversatie bijvoorbeeld kiezen om anderen vriendelijk gedag te zeggen of zonder te groeten weg te gaan. Ook maten Spronck en Van Lankveld welke locaties de spelers bezochten, via welke route ze daar kwamen, hoe lang ze onderweg waren en of ze veel heen en weer gingen. In totaal werden zo’n 250 gedragingen en keuzes van spelers gemeten die elk met de vijf persoonlijkheidskenmerken werden gecorreleerd. Dit leverde verassend goede resultaten. Er werden correlaties gevonden met elk van de vijf karaktertrekken van mensen, en veel van de gemeten variabelen ΩΩ

Dante Magazine mei 2013 ____

11


ONDERZOEK GAMES

(ongeveer een derde) correleerde met één of meerdere kenmerken van de Big 5. Een aantal van deze correlaties waren betekenisloos, maar karaktertrekken als openheid en neuroticisme waren goed te voorspellen, terwijl extraversie heel slecht te bepalen bleek. “Dat was wel grappig,” volgens Spronck, “want extraversie hadden we in eerste instantie gekozen als karaktertrek die het makkelijkst zou zijn om te meten.” Neurotisch gedrag. Achteraf is het wel goed te verklaren waarom neuroticisme goed te meten is, en extraversie niet. Neuroticisme komt voort uit onbewust gedrag dat je niet makkelijk uit kunt zetten in een spel. Mensen met neurotische karaktertrekken kwamen bijvoorbeeld in alle hoeken en gaten van het spel terecht, moesten vaak lang nadenken om beslissingen te nemen, en gingen vaak heen en weer - typisch neurotisch gedrag. Extravert gedrag, zoals we al zagen, heeft meer te maken met bewuste keuzes. Die kun je in een beschermde spelomgeving makkelijk anders invullen dan in het dagelijks leven, en daar blijken mensen behoefte aan te hebben. Eén van de toepassingen die Spronck voor ogen heeft met dit onderzoek is om computerspelen te ontwikkelen die nauwer aansluiten bij de persoonlijkheid van mensen waardoor

“Mensen uiten hun persoonlijkheid onbewust wanneer ze een computerspel spelen”

de games leuker worden voor hen. Hij had verwacht dat dit makkelijker zou zijn, maar dat bleek niet het geval. Het voorspellen van individueel gedrag is lastiger dan verwacht, mede doordat het Big 5-model uiteindelijk niet zo goed in staat is om individueel gedrag te verklaren. Daarnaast gedragen mensen zich vaak niet zoals hun persoonlijkheid doet vermoeden. Voor sommige aspecten van de Big 5, zoals neuroticisme, gebeurt dat wel, maar voor andere weer niet.

Battlefield 3. Om een betere validatie te krijgen van hoe de persoonlijkheid van mensen zich vertaalt naar een spelomgeving is een veel grotere dataverzameling nodig. Daarom verzamelt Spronck, samen met promovenda Shoshanna Tekofsky, nu data via het internet over het spelgedrag bij spelers van het commerciële spel Battlefield 3. Hoewel de data die op deze wijze verzameld worden niet altijd even betrouwbaar zijn, maakt de hoeveelheid data veel goed. In korte tijd werden gedrags- en persoonlijkheidsgegevens van meer dan 13.000 spelers verzameld. Met de analyse van deze data hoopt Spronck de voorspelbaarheid van persoonlijkheid van mensen aan de hand van hun gedrag in de virtuele wereld verder te verbeteren. Virtuele wereld. Wat kun je nu eigenlijk met al deze kennis? Naast toepassingen in de spelindustrie, kunnen deze ontwikkelingen ook van nut zijn in onze samenleving. “Wij onderzoeken wie mensen zijn en proberen hun karakter automatisch te bepalen aan de hand van hun gedragingen in een virtuele wereld”, aldus Spronck. In onze moderne samenleving is deze kennis van groot belang, omdat we steeds meer tijd doorbrengen in de virtuele wereld: we communiceren veel meer met andere mensen in een virtuele omgeving (via het internet), we communiceren vaker met automatische systemen, en ook worden mensen meer en meer getraind in een virtuele spelomgeving. De software waarmee mensen communiceren kan aanzienlijk verbeterd en persoonlijker worden als we in staat zijn om te bepalen wie de mensen zijn. Een voorbeeld: als je artsen via een virtuele omgeving wilt trainen op hun ethisch gedrag, dan zou een virtueel personage inzicht moeten hebben in met wat voor soort persoon hij communiceert om op een adequate manier te interacteren met deze arts. Het is (nog) niet mogelijk om computerspelen in te zetten als vervanging voor psychologische testen, omdat slechts een beperkt deel van de menselijke persoonlijkheid kan worden voorspeld. Computergames kunnen wel als aanvulling op de bestaande testen worden toegepast. Een grotere toekomst ziet Spronck in het gebruik van computerspelen als therapie voor mensen. Daarnaast worden de computerspelen natuurlijk leuker als die zich aan jouw gedrag aanpassen.

12 D���� Dante Magazine mei 2013


Column

Valorisatie: wie wordt daar nu beter van? door veerle draulans

Universitair docent aan het Department of Culture Studies

“Je kan het zo gek niet bedenken, of er bestaat wel een

Brengt het UvT Strategisch Plan 2010-2013 de verhoopte

boek of onderzoek over”, zegt de bibliotheekbaliedame,

verheldering? Lange volzinnen zeggen dat wetenschap er

“een minuscuul eilandje in een godvergeten uithoek, het

toe moet doen. Maar dat betekent niet dat “wetenschap-

aantal vermeldingen van een bepaald woord in een oud

pelijk onderwijs en onderzoek altijd direct relevantie

manuscript of de poten van een vlieg… ’t is allemaal wel

heeft of kan hebben voor het oplossen van de actuele

ergens geboekstaafd.”

maatschappelijke vraagstukken.” De toelichting maakt

“Wie wordt daar nu beter van?”, krijgt ze als reactie.

me niet wijzer. Wie bepaalt wanneer wetenschap er toe doet? Het is andermaal een kwestie van definitiemacht:

Ik was een toevallige getuige van dit korte dialoogje. Is

wie beslist wat maatschappelijk relevante wetenschap is,

het dat wat bedoeld wordt met ‘valorisatie van onder-

of wat excellente wetenschap is?

zoek’: dat iemand er beter van wordt? Eerlijk, de precieze betekenis is vaag. Van Dale online biedt niet meteen een verlichtend inzicht: “zelfstandig naamwoord; de (v) (1901-1925) ontleend aan Franse valorisation 1. (geldwezen) hernieuwde vaststelling van de waarde van een schuldvordering, die ten gevolge van valutadaling,

“Wie bepaalt wanneer wetenschap er toe doet?”

noodtoestand van de staatsfinanciën of andere regeringsmaatregelen sterk gedeprecieerd of noodlijdend geworden is 2. (handelseconomie) samenstel van maat-

Bijna Pasen. Dat betekent onherroepelijk: Mattheüs-

regelen die ten doel hebben de prijs van grondstoffen of

passie. Welke wetenschapper berekende ook weer het

producten op een zeker peil terug te brengen, teneinde

verband tussen de hemelse muziek van Bach en de

de productie weer lonend te maken.”

gulden snede uit de wiskunde? Toeval of niet, op Witte

Elders vind ik: “Valorisatie is het proces dat kennis om-

Donderdag vertelde ik mijn studenten over Pythagoras

zet naar commercieel haalbare producten, processen of

en Theano. Dat Pythagoras zijn (nu ja, ‘zijn’?) beroemde

diensten (geld).”

berekeningen vermoedelijk uitwerkte samen met een leerlinge, en zijn latere vrouw, Theano, wordt door som-

De woordkeuze ‘valorisatie’ creëert flink wat verwar-

mige mensen wellicht gewoon als weetje bestempeld.

ring. Een onmiskenbare economische logica, waarbij

Echter, voor dit weetje de status ‘weetje’ kreeg, was

velen zich ongemakkelijk voelen, werd tot kernconcept

er gelukkig een onderzoeker die zich vastbeet in dit

gemaakt. In mijn kindertijd konden we ‘valois’-zegeltjes

onderwerp. En die zich vooraf niet al te veel bekom-

sparen: vol spaarboekje te ruilen voor levensmiddelen.

merde om de vraag wie er later van deze kennis beter

Wellicht als gevolg van die associatie, roept de verwijzing

zou worden.

naar ‘prestatie-indicatoren voor valorisatie’ bij mij iets op van onderzoekers die beloond worden met air miles of iets dergelijks.

Dante Magazine mei 2013 ______ 13


PROMOTIE POPULISME

Populisme, voorbij de oppervlakkigheid door merijn oudenampsen

De Nederlandse politiek heeft de laatste tien jaar een ruk naar rechts gemaakt. Populisme is, na Fortuyn en Wilders, sterk in opkomst. Stormachtige politieke ontwikkelingen zijn het gevolg. Merijn Oudenampsen zoekt naar verklaringen.

14 D���� Dante Magazine mei 2013


PROMOTIE POPULISME

Er zijn onderzoekers die zich

Merijn Oudenampsen is PhD student aan het Department of Culture Studies

richten op een zeer specifiek deelterrein. Zowel het onderzoeksobject als de termen gebruikt voor de beschrijving daarvan, hebben meestal een zeer exotische kwaliteit. Het is onderzoek dat zich buiten de alledaagse belevings-

wereld van mensen bevindt en juist daaraan haar maatschappelijke relevantie ontleent. Slechts een kleine groep experts houdt zich bezig met het thema en genereert kostbare kennis. Er is eveneens een type onderzoek dat zich juist richt op fenomenen waar we allemaal bekend mee zijn. Waar de meesten van ons zelfs al een mening over klaar hebben. Het doel van dit type onderzoek is niet het genereren van kennis of data als zodanig. Het is eerder het verkennen van de diepere structuren die zich schuilhouden achter tendensen waar we normaliter enkel de oppervlakteverschijnselen van waarnemen. Mijn onderzoek naar de opkomst van het populisme en de ruk naar rechts in de Nederlandse politiek sinds de opkomst van Fortuyn, valt in de laatste categorie. Afspiegeling. De dominante visie op de stormachtige politieke ontwikkelingen van de afgelopen tien jaar heeft als uitgangspunt een vraaggestuurd verklaringsschema. Politiek wordt binnen dit schema gezien als analoog aan de markt. Er zijn politieke ‘ondernemers’ die inspringen op een vraag naar zekere politieke ‘producten’. In Nederland, zo stelt dit type onderzoek, was er een lang verwaarloosde vraag naar een politiek die immigratie, criminaliteit en Europese eenwording op de agenda zou zetten. Pim Fortuyn en later Geert Wilders zijn daar handig op ingesprongen en hebben zo grote politieke successen weten te boeken. Dit verklaringsschema, nu in zeer grove tinten geschetst, wordt ook wel reflectief genoemd. Het gaat ervan uit dat de politiek een reflectie is, een letterlijke afspiegeling van de rationele belangen en opinies van de stemgerechtigde bevolking. Net zoals het aanbod van producten in de schappen van de supermarkt een afspiegeling is van de vraag onder consumenten. Nieuw product. Dit verklaringsschema kent echter grote tekortkomingen, zo stel ik in mijn onderzoek. Het probleem is allereerst dat een abrupte omslag in de publieke opinie niet verklaard kan worden vanuit een dergelijke benadering. Zo bevond de politieke tevreden-

Fortuynisme: een nieuw product dat nog niet eerder in de schappen lag

heid in de jaren voor de opkomst van Fortuyn zich op recordhoogte. In de maanden voor en na de moord op Fortuyn piekte juist de ontevredenheid. Dergelijke abrupte wijzigingen zijn niet te verklaren vanuit een reflectief schema dat vasthoudt aan het idee dat veranderingen eerst plaatsvinden onder de bevolking en pas later hun opgang vinden in de politiek. Het is bijna onvermijdelijk dat politiek handelen en politieke gebeurtenissen een belangrijke rol spelen in een dergelijke waterscheiding. Of, om onze metafoor van de supermarkt aan te houden, dat het aanbod van producten allereerst in de supermarkt opnieuw georganiseerd wordt, wat leidt tot een verandering van het gedrag van consumenten. Er is sprake van politieke innovatie, de opkomst van een nieuw politiek verhaal over de islam en immigratie. Een nieuw product verschijnt, het fortuynisme, dat eerder nog niet in de schappen lag. Er is dus sprake van een wisselwerking tussen consumenten en producenten, tussen het electoraat en de politiek. De fabricatie van nieuwe producten – politieke ideologieën in dit geval – moet een aanzienlijke rol spelen in het verklaringsschema. ΩΩ

Dante Magazine mei 2013 ______

15


PROMOTIE POPULISME

Postprogressief. Het product in kwestie noem ik, in een ander deel van mijn studie, de postprogressieve politiek. Hiermee refereer ik aan een conservatieve politiek, die bepaalde elementen van het progressieve gedachtegoed – vrouwenrechten, homorechten, individualiteit, secularisme – in haar programma heeft overgenomen. Desalniettemin is deze politiek overwegend conservatief in uitwerking en karakter. Hier zijn twee redenen voor. Enerzijds zien we dat Fortuyn en Wilders bepaalde progressieve waarden overnemen zonder het bijbehorende vooruitgangsideaal. Het idee van een

Fortuyn en Wilders nemen progressieve waarden over zonder het vooruitgangsideaal

aanhoudende progressie op het gebied van sociale gelijkheid en burgerlijke vrijheden is in het postprogressieve discours vervangen door een cultuuressentialisme: progressiviteit krijgt een statisch karakter toebedeeld, het is ingebakken in de Nederlandse cultuur. Het moet vooral behouden blijven en verdedigd worden tegen bedreigingen van buitenaf. Verlichtingswaarden worden zo als trofeeën ingezet om de eigen cultuur superieur te verklaren ten opzichte van de islam. Deze waarden worden daarmee ontdaan van hun universele karakter en komen op gespannen voet te staan met het Verlichtingsdenken zelf, dat zich immers beriep op de transversale kracht van de rede om culturen te overbruggen. Anderzijds heeft deze conservatieve omarming van progressieve verworvenheden niet alleen een paradoxaal, maar ook een zeer selectief karakter: op het gebied van milieu, cultuur, internationalisme, economie, arbeidsethiek, ontwikkelingshulp, terrorisme, immigratie, misdaadbestrijding en sociaal beleid heeft de postprogressieve politiek een meer klassieke conservatieve signatuur en bestrijdt het actief progressieve waarden. Op zeer succesvolle wijze welteverstaan, want de progressieve agenda heeft bijna op al deze gebieden de aftocht moeten blazen. Tot slot. Dit is natuurlijk nog maar één element van een

Populisme als conservatieve omarming van progressieve verworvenheden

veel groter verhaal dat ik hier helaas niet uit de doeken kan doen. Ook komt er een grote hoeveelheid politieke theorie aan te pas (wat is populisme?, wat is conservatisme?; dat soort vragen kan enkel de politieke filosofie beantwoorden), wat ik de lezer hier zoveel mogelijk heb proberen te besparen. Het houden van de juiste afstand om enerzijds de analyse te kunnen verdiepen en anderzijds de snelle loop van de actualiteit te kunnen bevatten, is een terugkerende uitdaging. Het is een luxeprobleem van een onderzoek dat zich blijvend in het brandpunt bevindt van het maatschappelijk debat.

16 D���� Dante Magazine mei 2013


Researcher on Site

Local Resistance, the case of Somali immigrants in Tilburg When Laetitia Griffith (VVD) and other national spokespersons in the Netherlands proposed to send the military to Gouda to discipline ‘Moroccan youngsters’, police authorities on site stayed calm and reluctant to play the ethnic card. For several years now PhD student Paul Mutsaers has been practicing the craft of ethnographic research among police officers in various urban contexts. He has learned a lot from local practitioners.

by paul mutsaers Recent immigration enforcement agreements imposed quota upon the police to detain and deport undocumented migrants, but were widely disputed by mayors and police officials alike who showed very much aware of the possibility of discriminatory identity checks and raids targeting minority neighborhoods. In 2011 the 37 largest municipalities publicly detested The Hague’s responsibilization of migrants for integration. Whilst local opposition to the rising and mainstreamed migrant-hostility in national discourse transcends political boundaries, it is at the same time noticeable – to say the least – how easy

it is for political figures to adapt to the particularities of different scales (local vs. national). These figures are perhaps best embodied by someone like Lodewijk Asscher, who as alderman condemned the policy-induced obstacles for undocumented students to do a traineeship, only to suggest the implementation of participation contracts the moment he is Deputy Prime Minister. Let us for the moment disregard counterexamples and briefly explore how we may benefit from local knowledge and developments in this matrix of citizenship, ethnicity, migration and criminality. Underrepresentation. A little while ago I found myself in a local community center in Tilburg for a meeting that was jointly organized by the municipality and a regional welfare organization, ContourDeTwern. The meeting had been arranged for a group of Somali women who had come together to listen to the local community police officer informing them about the police in Tilburg, how to communicate with the police, mutual expectations, etc. The attendance was overwhelming. Insofar as police officers find guidance in national frames about citizens as partners in the securitization of society, they deem the local Somali immigrants of relatively little use. Though they are strongly underrepresented in crime statistics, they are also underrepresented in crime reporting and in testifying in court. It is defendable, albeit far too generic, to argue that the average officer ascribes this to certain cultural attributes – a bit like Geert Hofstede, whose theories function as a keystone in a police training on ‘multicultural craftsmanship’, ongoing as I write. If troubles occur, Somali people would

Paul Mutsaers is PhD student at the Department of Culture Studies

easily retire to their communal life, as they have a ‘collective culture’, so it goes. What’s more, in line with Hofstede’s juxtaposition of hierarchical and flat cultures, they belong to the first and thus find it hard to approach the police on their own initiative. These culturist explanations are as misleading, fictional, and fraudulent as they are seductive and beguiling. ΩΩ

Dante Magazine mei 2013 ______ 17


Researcher on Site

Ethnic boundaries may break down when the police knows why Somali women avoid police contact

They easily square with the current cultural imaginary in Dutch politics and media, but they are not to be slavishly followed. In fact, they pale into insignificance when local knowledge is taken seriously and when epistemic justice is done.

Fear and violence. However, a completely different story came to the fore after the community officer concluded his talk and invited people to open up about their experiences. Here we have an outstanding example of professional policing, as this officer managed superlatively well to give these women enough security to share with him their highest hopes and deepest fears. It turned out that their reluctance to make any contact with the security apparatus had everything to do with their traumatic life histories of war and violence; it had nothing to do with cultural forms. The majority of these women suffered from the atrocities in their homeland, which have left permanent scars on their bodies and souls. Their traumatic histories had taught them two lessons for life: (1) being a witness carries with it the risk of being next; (2) contacting the police can simply enhance this risk, particularly so when ‘tribal policing’ is involved. The rest of the meeting was dedicated to the experiences of the women with the Dutch police, i.e. their hesitancy to call in crimes, their fear of repercussions, the low level of institutional trust (“will the police keep me anonymous?”), etc. In several interviews I conducted with some of the Somali women, these experiences were confirmed and further discussed. Instant valorization. Despite all the good intentions to enfranchise local communities in policing policy and practice, asymmetric relations in policing will perpetuate unless these sorts of initiatives – focused on local input – are taken seriously. What’s more, such local initiatives may serve as ideal platforms for what my colleague Jef Van der Aa has coined ‘instant valorization’. Such instant valorization has its basis in emic knowledge – already circulating within the communities we study – and can be rearticulated, reactivated or redeployed in situ by the ethnographer for certain positive purposes. It has nothing to do with premature conclusions or sabotaging the rhythm of research; it simply has to do with identifying local practices or knowledge that are deemed worthy by the researcher to emphasize because of, say, an emancipating potential or an economic value. Clearly, the case at hand is not a zero-sum game; both parties can benefit from a wider distribution of these local insights. Ethnic boundaries between the police and Somali migrants in Tilburg may break down when the women feel better understood and less stigmatized and the police may have a better grip on the situation and know the reasons people may have to avoid police contact.

18 D���� Dante Magazine mei 2013


Researcher on Site

Reluctance to make contact with the police had everything to do with traumatic lives

Dante Magazine mei 2013 _____

19


Researcher in Residence

Helping

adolescents and their families in Antwerp by jef van der aa

The ‘researcher in residence’ can make changing dynamics within institutions visible, explicit and reportable. One example of fascinating research in residence done by members of the Department of Culture is described here. Post doc Jef Van der Aa works in Antwerp’s De Touter, a nonJef Van der Aa is profit organization post doc at the Department of helping adolescents Culture and their families. 20 D��� Dante Magazine mei 2013


Researcher in Residence

Evidence-based material

at all. In all branches there is an intake procedure, a

The researcher in residence helps to bring attention to

waiting list, and an ‘action plan’ drawn up after six to

useful dynamics, ideas and routines, strengthens them

eight weeks. After that, families or children are usually

and makes them work better. The researcher in residence

under supervision of the center’s counselors for one to

is a long-term academic consultant, who can offer help

two years.

with e.g. academic ventures of institutional personnel, qualitative reporting, tapping into a wide network of aca-

Field site: Red Cross

demic colleagues to discuss particular issues, and so on.

In Menen (West Flanders), we have started a research

Recently, and increasingly, academic institutions are

project with the Red Cross asylum center in which colle-

asked to cooperate with social actors in education,

ague Massimiliano Spotti is the researcher in residence.

social work and so on, in order to help them deal with

In both centers we take part in various activities, such as

new superdiverse realities. From an academic point of

participant observation; collecting information; inter-

view, it is very useful to see how particular academic

views with care providers/counseling personnel as well

concepts, deemed relevant by social actors, are operati-

as clients; the organization of discussion sessions, both

onalized. Without a doubt, and seen from both parties,

in group and one-on-one; ‘spreekuurtje’ or ‘office hour’,

such a commitment needs to be long-term and quali-

in which particular issues or problems can be brought

tative: long-term because there should be enough time

to the attention of the academic consultant; educatio-

“We build shareable knowledge during a long-term commitment to the field”

nal sessions; helping out in general, e.g. with moving a couch; etc. We also support the centers in establishing and maintaining links with and within the neighborhood, an important issue at both venues. In the case of Antwerp the center is located in a historical neighborhood which bears traces of more than fifty years of migration; and Menen is located very close to the French border. Both centers have strong interaction with the local environment, which shows in the infrastructure of the environment that the centers utilize: telephone and in-

to develop particular networks and strategies, and to

ternet shops, shops offering food and products from all

get used to one another coming from entirely different

over the world, etc. The centers also work together with

environments; and qualitative in order to counterbalance

other organizations, sometimes also offering additional

the need for educational and social institutions to report

locations for research. Currently we have exploratory

evidence-based material, by offering a very practical

talks planned in Berchem with the Antwerp Network

alternative.

for Labor Care, a low-profile organization offering job

guidance to people dealing with structural issues in their

Field site: De Touter

lives preventing them from doing ‘regular work’.

Concretely, we are working with two field sites that each who is the first liaison of the particular site with the uni-

Ethnographic monitoring: observing change

versity. In Berchem (Antwerp) I have developed several

To structure our involvement and activities in the cen-

lines of research within the organizational structure of

ters, we follow the steps of what the anthropologist and

De Touter, a non-profit organization consisting roughly

sociolinguist Dell Hymes has described as ‘ethnographic

of three branches: a ‘home supervision’ counseling

monitoring’:

service for families who have problems with one or more

(1) First, ethnographers consult social actors to identify

children; several day centers catering to the free time

what issues concern them most;

and homework needs of young people aged 6-18 from

(2) A second step is to participate in a series of contexts

a very diverse background; and finally a service catering

in and out of the center;

to adolescents aged 16-21 who want to live on their own

(3) The final step is to share our findings with the staff

because of problems at home, or not having a home

at the centers and with the clients in as far as possible. ΩΩ

have a researcher in residence, an academic consultant

Dante Magazine mei 2013 ______ 21


Researcher in Residence

This way we guarantee that research plans and

Master student has started participating in these proce-

programs are developed organically, and in close consul-

dures in one of the center’s branches. Another student

tation with all social actors involved. We develop our re-

will be involved with questions of Roma identity.

search projects ‘bottom-up’. Examples of research ques-

In other words: static solutions are being replaced by

tions developed in such a way have to do with processes

complex dynamics, because understanding the world

of ‘digital citizenship’, ‘doing asylum seeker’ in Menen,

involves changing it. Therefore when engaging in ethno-

and questions concerning framing, epistemology and

graphic monitoring, one can speak of epistemic solida-

narrativity in Berchem. In some cases, it offers oppor-

rity: build shareable knowledge together during a long-

tunities for Master or PhD students to work together

term commitment to the field, in which researchers work

with the researchers in residence. In Antwerp particular

together with social actors to achieve social change.

issues arose with regards to the intake procedure, and a

The context: Superdiverse realities The notion of superdiversity suggests that the effects of globalization are not only visible in the contact between languages and cultures, but that the concepts of language and culture themselves, as separate, bounded entities, have become highly problematic. Linguistic and cultural change is the rule and not the exception. Dealing with this diversification of diversity, and concretely with extremely complex migration patterns and the birth of the ‘network society’, in which individuals’ and groups’ networks have become immensely intense and diverse, is a real challenge for both civil and civic society in key areas such as health care, social work, education, union work, and so on. It calls for new frames, concepts, and actions through which it should become possible to deal with the very diverse needs of increasing numbers of people who fell outside the mainstream: newcomers from non-European Union countries, newcomers from other EU countries, but also many EU natives who have become victims of the ever tightening economy and job market. Therefore, a homogenous or unified program to deal with, for example, ‘problematic youth’ cannot exist anymore because it starts from a specific group of people who are prone to develop particular behavior. It completely ignores the superdiverse background, including very complex (migration) trajectories that

“Researchers work together with people in the field to achieve social change”

people have experienced before coming into contact with a particular institutional context like the federal job control agency. It will become clear that not everyone needs to be able to speak (as much) Dutch or French or English as the next person, and people’s final destinations are not always known.

22 D��� Dante Magazine mei 2013


Promotie en bedrijf

Ondernemend onderzoeken, onderzoekend ondernemen door hille van der kaa

Onderzoek binnen de universitaire muren houden? Welnee. Dat is zonde. Want juist daarbuiten komt het pas echt tot zijn recht. Zegt Matje van de Camp (32). PhD student én eigenaar van het bedrijf De Taalmonsters. Wanneer Van de Camp een academische tool of methode ontwikkelt, houdt ze altijd andere toepassingen in haar achterhoofd. Zo ontwikkelt ze binnen haar PhD text mining tools, gericht op de Nederlandse sociale geschiedenis (zie kader pag. 25), maar denkt ze tegelijkertijd aan de mogelijkheden voor andere domeinen. “Met enkele aanpassingen kunnen mijn academische tools waardevol gereedschap vormen voor onderzoek en analyse binnen andere domeinen waar data een rol spelen, bijvoorbeeld binnen de journalistiek, de overheid, of de politie.” Vanuit deze gedachte ontstond haar bedrijf De Taalmonsters, dat ze sinds begin dit jaar samen met een bevriende programmeur naast haar PhD-aanstelling runt. Het bedrijf richt zich op data-analysetools en zit in de opstartfase; Van de Camp richt zich naast haar onderzoek voornamelijk op acquisitie en planning. “Ik doe alles in mijn vrije tijd en dat komt mijn sociale leven niet altijd ten goede. Maar ik weet waar ik het voor doe en dat maakt veel goed.” Ze verwachten binnenkort het eerste grote project voor een klant te starten. Hoewel de inhoud van haar wetenschappelijk onderzoek en bedrijf overeenkomsten kennen, kent de dagelijkse praktijk grote verschillen. “Binnen het bedrijf rust de verantwoordelijkheid volledig op mijn eigen schouders. De deadlines binnen de bedrijfswereld zijn een stuk strikter. Dat verhoogt de

“De druk om te presteren is in het bedrijfsleven een stuk hoger”

druk, maar dwingt je tegelijkertijd ook om keuzes te maken en dingen af te leveren zodat gebruikers ermee aan de slag kunnen.” Hun ervaringen en feedback leveren dan ook weer heel bruikbare informatie op voor verdere ontwikkeling. Iets dat volgens Van de Camp in de wetenschap nog wel wat vaker mag gebeuren. “Die gebruikerservaring wordt naar mijn mening binnen de wetenschap nog vaak over het hoofd gezien. Of slechts op een kunstmatige manier getest. In de wetenschap is de gebruiker nog altijd ondergeschikt aan de innovatie.” Over enkele maanden hoopt Van de Camp haar promotietraject met goed gevolg af te ronden. Daarna wil ze fulltime aan de slag voor haar bedrijf. “Mijn droom is om een gewichtige speler te worden op het gebied ΩΩ

Dante Magazine mei 2013 _____

23


Promotie en bedrijf

Matje van de Camp en tilburg university Matje van de Camp start in 2004 met de bacheloropleiding Bedrijfscommunicatie en Digitale Media aan Tilburg University. Daarna volgt ze de masteropleiding Human Aspects of Information Technology. Hier wordt haar interesse voor taaltechnologie gewekt. Sinds 2009 werkt Van de Camp als PhD student aan TSH en geeft ze les aan studenten van de masteropleiding Data Journalism. Voor haar onderzoek won ze in 2012 de eHumanities Innovation Award, uitgereikt door de Universiteit van Leipzig. Deze prijs is bedoeld voor het meest innovatieve eHumanties-project wereldwijd.

van innovatieve en vooral bruikbare taaltechnologische oplossingen binnen Nederland. Misschien ook wel daarbuiten.” Om die droom te verwezenlijken, ziet ze een belangrijke rol weggelegd voor de universiteit. “Die connectie blijft nodig. Zo wil ik bijvoorbeeld studenten de mogelijkheid bieden om praktijkervaring op te doen door middel van stages en zelf bijdragen aan de vooruitgang van de wetenschap door PhD-plekken te financieren. Om die connectie van wetenschap en praktijk verder te stimuleren, wil ik in de toekomst ook datalaboratoria opzetten waar studenten en mensen uit de praktijk samen kunnen komen om aan projecten te werken, uiteraard met de innovatieve tools van De Taalmonsters.” Een eigen bedrijf runnen naast een academische carrière is volgens haar een ideale combinatie. Een gezonde dosis zelfvertrouwen komt daarbij goed uit. “Ik denk dat veel academici genieten van de warme deken van de wetenschap waaronder je grotendeels zelf kunt bepalen wat je onderzoekt en waar een negatief resultaat niet het einde van de wereld betekent. De druk om te presteren is in het bedrijfsleven nu eenmaal een stuk hoger. Om daar niet aan onderdoor te gaan moet je goed om kunnen gaan met stress.” Verder denkt ze dat een wetenschapper veel van de kwaliteiten die nodig zijn voor het runnen van een bedrijf al van nature bezit. “In beide contexten is het bijvoorbeeld heel belangrijk om actief je netwerk te onderhouden, zodat je weet wat er om je heen speelt en waar nieuwe kansen liggen. De drang om steeds een stapje verder te gaan in de problemen die je oplost, speelt ook bij

24 D��� Dante Magazine mei 2013


Promotie en bedrijf

socialisme in kaart Het PhD-onderzoek van Van de Camp richt zich op het in kaart brengen van de opkomst van het socialisme binnen Nederland. Ze gebruikt state-of-the-art text mining-methoden om op basis van een collectie biografieën het sociale netwerk van de belangrijkste personen binnen dit proces in kaart te brengen. Deze automatische analyse kan vervolgens weer gebruikt worden door sociaal historici om een nieuw perspectief op de data te verkrijgen, of oude perspectieven te bevestigen. Meer over haar onderzoek: ilk.uvt.nl/hitime

beide een grote rol, evenals het kunnen overzien van het grotere geheel en de bereidheid om het roer volledig om te gooien wanneer de dingen niet lopen zoals gepland.” Voor TSH ziet ze genoeg kansen. “We doen bijvoorbeeld veel onderzoek naar menselijk gedrag en emoties. De data voor dit type onderzoek worden verzameld in experimentele settings, waarbij sommigen gebruikmaken van computer games en de beslissingen die spelers daarin maken. Directe samenwerking met game developers zou bijvoorbeeld een continue stroom aan data kunnen opleveren die bovendien niet op een kunstmatige manier verkregen is.”

Dante Magazine mei 2013 ______ 25


PROMOTIE AFASIE

Communiceren als je niet meer kunt praten door afasie door karin van nispen

Hoe maak je jezelf duidelijk, als je ineens niet meer kunt praten? Afasiepatiënten kampen dagelijks met dit dilemma. PHD STUDENT Karin van Nispen zoekt naar een oplossing. Met haar begeleiders onderzoekt ze of de oplossing in het gebruik van gebaren te vinden is. Een casestudy biedt antwoorden.

raken mensen met afasie gemakkelijk geïsoleerd. Want hoe maak je jezelf duidelijk als je niet meer kunt praten? Gebaren. Communicatie bestaat echter niet alleen uit spreken. Een groot deel van de communicatie bestaat uit andere, niet-verbale aspecten, zoals gezichtsuitdrukkingen, intonatie en (hand)gebaren. Zouden mensen met afasie gebaren kunnen gebruiken om hun communicatie te ondersteunen? Op het eerste gezicht lijkt dit een goed alternatief. Als je niet meer kunt spreken, maar je kunt nog wel gebaren, dan kun je immers nog altijd veel duidelijk maken. Maar zo eenvoudig is het helaas

Beroerte. Praten is een belangrijk onderdeel van

niet. Waarschijnlijk is de productie van gebaren in onze

ons dagelijks leven. De voetbalwedstrijd van gisteren

hersenen (deels) gekoppeld aan de productie van spraak.

bespreken, een kopje koffie bestellen of even bellen om

Dus mogelijk hebben mensen met afasie niet alleen pro-

te vertellen hoe laat je thuis bent. Wat als het gebruik van

blemen met spreken, maar ook met het gebruiken van

taal, en dus spreken, ineens niet meer mogelijk is? Dit is

gebaren. In mijn promotieonderzoek probeer ik, samen

iets waar je waarschijnlijk liever niet over na wilt denken,

met mijn begeleiders, uit te zoeken of mensen met afasie

maar na een beroerte kan dit werkelijkheid worden.

nog gebruik kunnen maken van gebaren en in hoeverre

Afasie ontstaat als het gebied in de hersenen dat ver-

dit van meerwaarde kan zijn voor hun communicatie.

antwoordelijk is voor de productie en/of verwerking van taal, wordt aangetast. Mensen met afasie kunnen hier-

Pantomime. Om dit te onderzoeken, hebben we de

door problemen hebben met spreken en het begrijpen

gebaren van een patiënt met afasie geanalyseerd. Deze

van spraak, maar ook met lezen en schrijven. Dit kan in

man kan nog wel spreken, maar zijn spraak is compleet

meer en minder ernstige vorm voorkomen, maar bij een

onbegrijpelijk voor een gesprekspartner. Hij gebruikt

ernstige stoornis kan het zelfs zo zijn dat spreken niet

verkeerde woorden en hij mixt klanken van woorden door

of nauwelijks meer mogelijk is. Communiceren met je

elkaar. Terwijl hij spreekt gebruikt deze patiënt veel ge-

omgeving wordt veel ingewikkelder en als gevolg daarvan

baren. Zouden deze gebaren begrijpelijk zijn en kunnen compenseren voor zijn spraak?

Pantomime is begrijpelijk voor het benoemen van plaatjes, gesticulatie voor het navertellen van een verhaal

Dit hebben we onderzocht door videofragmenten van deze patiënt, zonder geluid, aan studenten te laten zien en te vragen of zij begrepen waar hij het over had. Uit deze studie blijkt dat zowel gebaren die hij maakt terwijl hij spreekt (gesticulatie) als gebaren die hij maakt als hij

26 D��� Dante Magazine mei 2013


PROMOTIE AFASIE

Karin van Nispen is PhD student aan het Department of Communication and Information Sciences niet spreekt (pantomime), begrijpelijk kunnen zijn. Beide gebarenmodi zou hij dus kunnen gebruiken om voor zijn spraak te compenseren. Alleen de begrijpelijkheid van de gebaren blijkt te verschillen per communicatieve situatie. Pantomime was uitslui-

attenderen op de informatie die zij uit gebaren kun-

tend begrijpelijk voor het benoemen van plaatjes,

nen halen, maar hen er vooral ook op wijzen dat zij

terwijl alleen gesticulatie begrijpelijk was voor het

hierbij zowel naar pantomime als naar gesticulatie

navertellen van een verhaal.

moeten kijken. Dit is heel belangrijk bij diagnostiek en bij het in kaart brengen van de communicatieve

Gesticulatie. Vooral deze laatste observatie, dat

vaardigheden van een patiĂŤnt. Daarnaast kunnen

de begrijpelijkheid van gesticulatie en pantomime

behandelingen mogelijk aangepast worden om

van elkaar kunnen verschillen per communicatieve

beide gebarenmodi optimaal te benutten. Dit zal er

situatie, is klinisch heel relevant. Natuurlijk voor de

hopelijk toe leiden dat mensen met afasie, hoewel

patiĂŤnt zelf en zijn sociale netwerk, maar vooral ook

zij altijd problemen zullen houden met spreken, wel

voor logopedisten die werken met mensen met afa-

zo goed mogelijk hun opties benutten om te com-

sie. Aan de hand van dit onderzoek kunnen we hen

municeren.

Dante Magazine mei 2013 _____

27


student Filosofie

Zonder Humanities praktische modellen “The problem is not a technological one, but one of mentality. We live in a consumerist society, and the consumerist mentality is that we must have a choice. But the collateral damage is waste. Welfare is not about having enough anymore; it’s about having too much. We want to both maintain our consumerist mentality and freedom, but also solve the hunger problem.”

door elma dujso Dit zijn de woorden die Ruud Welten, universitair docent Filosofie aan Tilburg University en docent Ethiek en Sociaal Verantwoord Ondernemen aan Saxion, uitsprak op 6 februari 2013 tijdens het symposium Feeding a Sustainable Future. Het symposium werd georganiseerd door AWAke International, de Association for World Affairs, in samenwerking met Extra Muros, de studievereniging van Liberal Arts and Sciences. Als filosofiestudente en bestuurslid van AWAke International tracht ik studenten bewuster te maken met betrekking tot actuele maatschappelijke kwesties door voor hen maatschappijgerelateerde activiteiten te organiseren. Valorisatie. Deze activiteiten lijken op het eerste gezicht wellicht weinig met de inhoud van de eigen studie te maken te hebben en zijn niet gericht op het behalen van studiepunten. Toch leggen de studenten de link tussen de eigen studie en de praktijk wel degelijk. Wetenschappelijke kennis hoeft dus niet per definitie rechtstreeks te worden toegepast door middel van een stage. Valorisatie, wat dat ook moge betekenen,

28 D��� Dante Magazine mei 2013


student Filosofie

zijn n leeg

Elma Dujso is bachelorstudent Filosofie en bestuurslid AWAke International

kan in feite tijdens de studie beginnen. In mijn ogen is het zelfs noodzakelijk dat studenten de link blijven leggen met de realiteit en zich niet verliezen in studieboeken, maar zich veeleer engageren met extracurriculaire en maatschappijgerelateerde activiteiten. Met name als filosoof moet men niet blijven hangen in de ivoren toren, maar zich juist onder de mensen begeven als men een verandering in de wereld teweeg wil brengen. Tijdens het symposium stonden de oneerlijke verdeling van voedsel en het tekort aan voedselbronnen aan de ene kant en het streven naar duurzaamheid aan de andere kant centraal, zeer relevante en actuele maatschappelijke thema’s. Het doel van het symposium was om de voedselproblematiek op interdisciplinaire wijze aan de kaak te stellen door het vanuit meerdere invalshoeken, vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines, te belichten. Naast rechten, economie en de sociale wetenschappen hebben we ook de geesteswetenschappen, en meer in het bijzonder de filosofie, erbij betrokken. De filosofie kan een extra dimensie geven aan de duurzaamheidsproblematiek en op een bijzondere wijze bijdragen aan het begrijpen en opbouwen van de samenleving door in het actuele maatschappelijke debat te stappen. Is het immers niet ironisch dat enerzijds grote delen van de wereld honger lijden door het tekort aan voedselbronnen en door een oneerlijke verdeling van voedsel in de wereld, terwijl wij in het Westen bezig zijn met duurzaamheid en gezonde en natuurlijke voeding? Wat is ons concept van duurzaamheid überhaupt en is het niet vooral een westers probleem? Hoe verhouden deze zaken zich tot elkaar? Afval. Het maatschappelijke probleem dat hier centraal wordt gesteld is geen praktisch of sociaal probleem. Het heeft veeleer te maken met de mentaliteit die eigen is aan het Westen, zoals Welten tijdens het symposium beargumenteert. Duurzaamheid is volgens hem vooral een westers luxeprobleem en wordt pas mogelijk in een wereld van overvloed. Er is sprake van overvloed wanneer de eerste levensbehoeften probleemloos zijn geworden en we eindeloos kunnen kiezen tussen consumptiegoederen. Afval speelt hierin een belangrijke rol, want zonder afval is welvaart ondenkbaar. Het probleem is echter dat de goedbedoelde duurzame projecten en producten die zich richten op afvalreductie de verschillen in de wereld vaak alleen maar benadrukken en vergroten in plaats van deze op te lossen. Omdat wij tuinmeubels willen van duurzaam hout, gaan er elders op de wereld bossen ten onder. Omdat wij hier schoon willen produceren, verplaatsen we ons afval naar landen als Afrika. Hierdoor brengen we niet alleen schade toe aan aan de natuur, maar ook aan de eerste levensbehoeften. Wereldbewoners die geen overvloed maar een tekort kennen, worden zelf het afval van de geglobaliseerde wereld. Relevantie. We kunnen nu wel aan de hand van empirisch onderzoek nagaan wat de consequenties zijn van de manier waarop we produceren en consumeren. Zonder een ‘touch of the humanities’ zijn de economische modellen en wetten die dit trachten weer te geven echter leeg. De geesteswetenschappen zijn derhalve zeer relevant voor de voedselproblematiek. Zoals Martha Nussbaum in haar boek Niet voor de Winst benadrukt, zijn de geesteswetenschappen nodig om bewuste en maatschappelijk geëngageerde burgers te krijgen. Filosofie is hierin vooral sterk omdat het mensen leert nadenken over wie ze zijn, waar ze zijn en waarom ze zijn. Het nadenken hierover kan een ethisch besef creëren, wat kan resulteren in een betere en meer morele omgang met elkaar en met de omgeving. Zonder de geesteswetenschappen gaat een maatschappij failliet.

Dante Magazine mei 2013 _____

29


Leonardo leerstoel

Bettine Vriesekoop haar studenten en haar China door tom van nuenen Valorisatie betekent vaak dat de wetenschapper zich naar de maatschappij toe beweegt. Maar het kan ook andersom: iemand van buiten de academische muren naar binnen loodsen. En dat is precies het doel van de Leonardo-leerstoel, een wisselleerstoel die dit jaar wordt ingevuld door oud-tafeltennisspeelster en schrijfster Bettine Vriesekoop. De leerstoel, die door de Tilburg School of Humanities wordt georganiseerd, trekt jaarlijks een spraakmakende gastdocent van buiten de academie aan die een cursus geeft aan een kleine groep ambitieuze studenten. Hoewel, cursus – vaker zet de Leonardo-hoogleraar samen met zijn of haar studenten een onderzoek op, waarbij de studenten als researchers en klankbord dienen. Zo zette Joris Luyendijk zijn Leonardo-studenten drie jaar geleden aan het werk om de duurzaamheid op de campus te doorgronden, en onderzochten de leerlingen van Femke Halsema in 2011 de politiek in de 21e eeuw. Dit jaar is dat niet anders: Bettine Vriesekoop is al een tijdje bezig met een boek over de geschiedenis van de Chinese vrouw – en de studenten helpen om dat boek in te richten. Daarbij komen allerlei thema’s voorbij, zoals het concubinaat, het schoonheidsideaal, het huwelijk, en de eenkindpolitiek. Voor Vriesekoop is het geen nieuw terrein – ze studeerde sinologie in Leiden en werkte als correspondent voor NRC Handelsblad in China.

Masterclass Marja ter Braak is een van de acht studenten (allemaal vrouwelijk) die aanzitten bij de masterclass. De studenten helpen hun Leonardo vooral met het zoeken naar gegevens van China. Dat valt niet altijd mee. “Het is moeilijk om überhaupt informatie te vinden en die te toetsen”, zegt Marja. “Totaal anders dan we gewoonlijk doen. Minder academisch, misschien, omdat het vaak online informatie is, waarbij de betrouwbaarheid lastig in te schatten is. Maar dat is toch vaak de realiteit.” Een typisch college ziet er als volgt uit. “Op donderdagmiddag, als we bijeenkomen, is er eerst een klassieke worsteling met de computer. Vervolgens geven we presentaties over de gevonden data, die overigens wat Bettine betreft wel wat ‘creatiever’ mogen. Ze zou het leuk vinden als we het eens in een rollenspel zouden gieten. Maar je hebt hier natuurlijk wel met academici te maken. Die vinden dat toch moeilijker. Daarnaast is er altijd een ontzettend burgerlijk theekwartiertje, waarbij we steevast over een luchtig onderwerp beginnen maar altijd eindigen bij China.” Dat is overigens niet het enige opmerkelijke aan de cursus, weet de studente. “Bettine had nog nooit college gegeven, en dat merkte je wel. Maar daardoor krijgen we ook dingen voor onze kiezen die normaal niet bij een college horen. Ze vraagt bijvoorbeeld regelmatig naar

30 D��� Dante Magazine mei 2013


Leonardo leerstoel

Bettine Vriesekoop

“Deze masterclass geeft ons nieuwe inzichten in het onderwerp China”

ons advies over het schrijfproces. Dat is voor ons ook leerzaam.” Een ander voordeel is dat de studenten van verschillende opleidingen komen. “Een presentatie geven aan mensen die je voorkennis niet delen, is heel wat anders dan wat we gewend zijn.”

Lessen Dan de hamvraag. Wat leert zo’n bijzondere masterclass de studenten over hun plek in de maatschappij? Marja: “Je ziet vooral dat je met zo’n interdisciplinaire groep allerlei inzichten krijgt over een onderwerp. Als cultuurwetenschapper kan ik interpreteren, vergelijken. De situatie in China versus die in Nederland, bijvoorbeeld. Daar is absoluut behoefte aan, zeker omdat er vaak genoeg statistische informatie voorhanden is, maar geen goede duiding. Al liggen de banen waarin je zoiets kunt doen, niet voor het oprapen...”

Dante Magazine mei 2013 ______ 31


Tilburg University School of Humanities Postbus 90153 5000 LE Tilburg T (013) 466 25 68 E humanities@tilburguniversity.edu I www.tilburguniversity.edu/nl/humanities

Agenda tips

ningen uit te voeren op experimentele data 25 juni

van de Large Hadron Collider (deeltjesver-

Promotie Martijn Balsters (DCI/TSB):

sneller) van CERN in Genève.

Mei 2013

Expression and Perception of Emotions:

5 mei

The case of depression, sadness and fear,

E. du Perronprijs

Van Randwijklezing door Paul Scheffer,

Aula, 14.15 u

Schrijver Koen Peeters kreeg op 28 maart

Sint Jacobskerk Vlissingen, 12.00 u

28 juni

2013 de E. du Perronprijs 2012 uitgereikt

14 mei

Promotie Lisanne van Weelden (DCI):

voor zijn roman over Rwanda, Duizend

Promotie Susanne Bauer: Dialogues for

Metaphor in Good Shape, Aula, 14.15 u

heuvels. De jury verkoos Peeters’ Duizend

Knowledge and Development: The Case

heuvels uit drie genomineerden, omdat hij

of MENA, C186, 16.15 u

Juli 2013

“in staat is om menselijke proporties aan

16 mei

15 juli – 28 juli

te brengen in de waanzin van grote getallen

Openbare Leonardolezing door

Summer School

die de media ons voorschotelen”. De andere

Bettine Vriesekoop, Aula, 16.00 u

Democracy and Cosmopolitanism, intensie-

genomineerden waren Tommy Wieringa

27 mei

ve samenwerking 25 internationale filosofie-

met Dit zijn de namen en Ed van Thijn met

Promotie Mary Scott (DCU): A Chronicle

studenten, campus Tilburg University

Blessuretijd.

of Learning: Voicing the Text, Aula, 14.15 u September 2013

Leo Coolen Award

Juni 2013

3 sept

Tetske Avontuur ontving op 27 februari

5 juni

Promotie Mandy Bosma (DFI):

jongstleden de Leo Coolen Award 2013 voor

Promotie Sander Wubben (DCI): Text to

The Duty to Assist the Poor and the Extent

haar masterscriptie Modeling player skill in

Text Generation by Monolingual Machine

of its Demands. A Kantian Approach, Aula,

Starcraft II. De Leo Coolen Award is een jaar-

Translation, Aula, 16.15 u

16.15 u

lijkse prijs die sinds 2005 wordt uitgereikt

6-7 juni

aan een student die de beste masterscriptie

Conferentie Law and Popular Culture:

op het gebied van elektronische of (tele-)

International Perspectives, met Lawrence M. Friedman (Stanford), Jeanne Gaakeer (Erasmus) en Peter Robson (Strathclyde), campus Tilburg University

Kort nieuws

7 juni

communicatie heeft geschreven. Max van der Stoel Human Rights Award Nanda Oudejans ontving in december

Inaugurele rede Wim Dubbink (DFI):

ERC Advanced Grant

2012 de Max van der Stoel Human Rights

Een doodgewone manager en het radicale

Aan Jaap van den Herik en Aske Plaat van

Award 2012 voor haar proefschrift Asylum:

kwaad, Aula, 16.15 u

de Creative Computing Group is een ERC

a Philosophical Inquiry into the International

11 juni

Advanced Grant toegekend van 1,73 miljoen

Protection of Refugees. Oudejans onderzocht

Promotie Jeroen Janssens (DCI): Outlier

euro door de European Research Council

de internationale reactie op het vluchtelin-

Selection and One-Class Classification, Aula,

(ERC) van de Europese Commissie. Ze ont-

genprobleem vanuit juridisch en filosofisch

14.15 u

vangen de subsidie samen met Jos Vermase-

standpunt. De jury noemt

ren van het onderzoeksinstituut Nikhef, die

het proefschrift een grote intellectuele

de aanvraag heeft ingediend. Het betreft een

prestatie, mede vanwege de uitgebreide

project om tot dusver onmogelijke bereke-

research.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.