Tilburg University
Tilburg University Postbus 90153 5000 LE Tilburg www.tilburguniversity.edu
Jaarverslag
2013
Jaarverslag 2013
Jaarverslag Tilburg University 2013
Stichting Katholieke Universiteit Brabant Warandelaan 2 5037 AB Tilburg Telefoonnummer: 013 - 466 9111 E-mail: info@tilburguniversity.edu 1
in-
2
houdsopgave
7 9 11 11 13 13 14 17 17 22 23 24 26 26 28
30 30 32 33 33 36 37 39 40
42 42 45 48 48 51 54 55 55 56 56
Verslag van het Stichtingsbestuur Voorwoord van het College van Bestuur Hoofdstuk 1 Voortgang prestatieafspraken 1.1 Inleiding 1.2 Onderzoek 1.2.1 Hoge wetenschappelijke kwaliteit 1.2.2 Scherp onderzoeksprofiel 1.3 Onderwijs 1.3.1 Onderwijskwaliteit en rendement 1.3.2 Scherp onderwijsprofiel 1.3.3 Differentiatie en excellentie 1.3.4 Versterken internationalisering 1.3.5 Verbeteren aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt 1.4 Valorisatie 1.5 Indirecte kosten
Hoofdstuk 2 Onderzoek en valorisatie 2.1 Verslag bestuursagenda 2.2 Rankings 2.3 Onderzoeksprogramma’s en -instituten 2.3.1 Relevante ontwikkelingen per faculteit 2.3.2 Centers of Excellence 2.3.3 Kwaliteitszorg onderzoek 2.3.4 Stichting Bijzondere Leerstoelen 2.4 Valorisatieplan Midden en West Brabant
Hoofdstuk 3 Onderwijs 3.1 Verslag bestuursagenda 3.2 Rankings 3.3 Onderwijsprogramma’s 3.3.1 Relevante ontwikkelingen per faculteit 3.3.2 Accreditatie 3.4 Internationalisering 3.5 Verslag procedures klachten, beroepen en bezwaren 3.5.1 Centraal Klachtenloket 3.5.2 College van Beroep voor de Examens 3.5.3 Commissie van Advies voor de Bezwaar-en Beroepschriften
3
58
Hoofdstuk 4 Bedrijfsvoering
81
Hoofdstuk 5 Jaarrekening 2013
58 68 68 70 73 75 76 77 78 79 79 80 80 80
81 82 83 84 85 87 90 92 98
104 108 109 110
4
4.1 Verslag bestuursagenda 4.2 FinanciĂŤn 4.2.1 Toelichting geconsolideerde jaarrekening 2013 4.2.2 ContinuĂŻteitsparagraaf 4.2.3 Risicobeheersing 4.2.4 Treasurybeleid 4.2.5 Tegemoetkomingen Profileringsfonds 4.2.6 Stimuleringsmiddelen joint degrees 4.2.7 Helderheidsaspecten 4.2.8 Declaraties College van Bestuur 4.2.9 Bezoldigingen College van Bestuur 4.3 Overige 4.3.1 Beheersing van uitgaven inzake uitkeringen na ontslag 4.3.2 Toegankelijkheid van de instelling
5.1 Kengetallen 5.2 Geconsolideerde balans per 31-12-2013 5.3 Geconsolideerde staat van baten en lasten 2013 5.4 Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2013 5.5 Algemene toelichting op de jaarrekening 5.6 Waarderingsgrondslagen activa en passiva 5.7 Grondslagen voor de resultaatbepaling 5.8 Toelichting op de onderscheiden posten van de geconsolideerde balans 5.9 Toelichting op de onderscheiden posten van de geconsolideerde staat van baten en lasten 5.10 Enkelvoudige Jaarrekening 2013, inclusief toelichting 5.11 Overige gegevens 5.12 Bestuursverklaring 5.13 Accountantsverklaring
112 113
Bijlage A Organisatie en organogram Bijlage B Samenstelling en nevenfuncties Stichtingsbestuur
116
Bijlage C Samenstelling en nevenfuncties College van Bestuur
118
Bijlage D Kerncijfers
138
Bijlage E Lijst van afkortingen
118 124 130
D.1 Kerncijfers onderzoek D.2 Kerncijfers onderwijs D.3 Kerncijfers personeel
5
6
Verslag van het Stichtingsbestuur Taken Het bestuur van de Stichting Katholieke Universiteit Brabant vervult aan de universiteit twee hoofdtaken. Het bestuur functioneert als Raad van Toezicht voor Tilburg University, in de zin van de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW) en op basis van de stichtingsstatuten en de Structuurregeling van Tilburg University. Daarnaast draagt het bestuur een speciale verantwoordelijkheid voor de bewaking van de bijzondere signatuur van de instelling. De uitoefening van de toezichthoudende taken krijgt gestalte door het nemen van besluiten, het verlenen van goedkeuring en het gevraagd en ongevraagd uitbrengen van advies. Voor de uitoefening van die taken en bevoegdheden onderhouden de leden van het Stichtingsbestuur nauwe banden met de universiteit, via veelvuldig contact met het College van Bestuur en het bijwonen van academische zittingen en belangrijke evenementen. De overige taken van het Stichtingsbestuur zijn het vastleggen van haar bevoegdheden in de Structuurregeling, het besluiten over de inrichting van de medezeggenschap bij Tilburg University en het vaststellen van het hooglerarenbeleid.
Samenstelling Per 1 oktober 2013 is mevrouw Ingrid Doerga door de Nederlandse Bisschoppenconferentie voor een tweede termijn benoemd als bestuurslid. Op grond van de statuten is herbenoeming éénmaal mogelijk. Dit is een afwijking van de Code Goed Bestuur waarin twee maal herbenoeming mogelijk is. Tilburg University volgt op dit punt de eigen stichtingsstatuten. Het Stichtingsbestuur bestond in 2013 nog uit zeven leden. In de loop van het jaar is gediscussieerd over het terugbrengen van het aantal leden naar vijf. Een dergelijke samenstelling ligt in lijn met wat bij andere toezichthoudende organen gebruikelijk is. Op 3 oktober 2013 werd mr. Niels van de Ven, hoofd afdeling Legal Affairs, benoemd als ambtelijk secretaris van het Stichtingsbestuur. In 2013 zijn er geen wijzigingen opgetreden in de samenstelling van het College van Bestuur. Het College van Bestuur bestaat uit twee leden, met Koen Becking als voorzitter en Philip Eijlander als rector magnificus.
Vergaderingen en bijeenkomsten In 2013 vergaderde het Stichtingsbestuur vijf maal in aanwezigheid van het College van Bestuur. Onderwerpen van bespreking tijdens de reguliere vergaderingen waren strategische beleidsthema’s, de daaruit voortvloeiende financiële consequenties en het toezicht op de realisering daarvan, evenals de relatie met de katholieke kerk en relevante wet- en regelgeving. Belangrijke onderwerpen van bespreking waren het Strategisch Plan, de Instellingskwaliteitstoets, Governance, het jaarverslag 2012 en de begroting 2014. Het Strategisch Plan is in een eigentijds, interactief proces met studenten en medewerkers tot stand gekomen. Het Stichtingsbestuur heeft tot haar genoegen vastgesteld dat deze aanpak heeft geleid tot een brede betrokkenheid en een groot draagvlak voor het plan.
7
Met het College van Bestuur werd de voortgang van de bezuinigingsoperatie besproken. De financiële jaarrekening 2012 werd besproken met het College van Bestuur en de externe accountant. Het Stichtingsbestuur stelt vast dat ook Tilburg University wordt geconfronteerd met krimpende financiële middelen. Het feit dat voor 2014 desondanks sprake is van een sluitende begroting, geeft vertrouwen voor de toekomst. Het Stichtingsbestuur onderkent de maatschappelijke focus op ‘Goed Bestuur’, en de daarmee verbonden aanscherping van de functies bestuur en toezicht. In dat kader werden de interne organisatie en regelgeving getoetst aan de Code Goed Bestuur 2013 van de VSNU. Het Stichtingsbestuur heeft expliciet bevestigd deze code als richtlijn te hanteren voor de organisatie van bestuur en toezicht bij Tilburg University. Naar aanleiding van de genoemde toetsing wordt - onder meer in dit jaarverslag – uitgelegd op welke punten Tilburg University een eigen lijn volgt en wat daarvan de reden is, en zijn enkele publicaties van het intranet verplaatst naar de openbare website. Naar het oordeel van het Stichtingsbestuur is bij de uitoefening van het toezicht het principe van onafhankelijkheid geëerbiedigd. De leden van het Stichtingsbestuur bezitten geen aandelenpakket groter dan tien procent van een aan de universiteit gelieerde vennootschap. In 2013 heeft het Stichtingsbestuur een auditcommissie ingesteld. Voor deze commissie én voor de reeds bestaande remuneratiecommissie werden reglementen vastgesteld. In de auditcommissie hebben zitting mevrouw Ingrid Doerga (voorzitter) en de heer Willibrord Van Beek. De auditcommissie is twee maal bijeen geweest. De belangrijkste onderwerpen die werden besproken, zijn de managementletter van de accountant, de financiële tussenrapportages, het treasurybeleid en de deelname aan de pilot van de Onderwijsinspectie die een verkenning uitvoerde van de publiek-private activiteiten bij Tilburg University. Op advies van de auditcommissie heeft het Stichtingsbestuur in verband met de in de managementletter geconstateerde knelpunten in de interne controle- en beheersystemen, aangedrongen op een voortvarende aanpak van deze knelpunten. Er werden een plan van aanpak en een monitor voor bewaking van de voortgang vastgesteld. De remuneratiecommissie bestond in 2013 uit de heren Mike Leers (voorzitter) en Ruud Lubbers. De remuneratiecommissie is twee maal bijeen geweest. Het bezoldigingsbeleid voor de leden van het College van Bestuur bleef ongewijzigd. De besprekingen omtrent het functioneren van het College van Bestuur stonden in het licht van het feit dat de collegevoorzitter op 1 oktober een jaar in functie was. De remuneratiecommissie heeft geconstateerd dat het college voor een zware financiële en strategische opgave staat, maar dat sprake is van een goede onderlinge samenwerking en dat een goede koers is uitgezet. Overige onderwerpen van bespreking in de remuneratiecommissie waren de toekomstige samenstelling van het Stichtingsbestuur en de loskoppeling van de dubbelfunctie Secretaris van de Universiteit/Algemeen Directeur. Twee maal was een delegatie van het Stichtingsbestuur aanwezig bij het overleg tussen het College van Bestuur en het centrale medezeggenschapsorgaan, de Universiteitsraad. Naast de algemene gang van zaken werden daarbij besproken het jaarverslag, de begroting en het strategisch plan 2014 -2017 Tilburg, mei 2014
Ruud Lubbers Voorzitter Stichtingsbestuur 8
Voorwoord van het College van Bestuur In dit jaarverslag leggen wij verantwoording af over de manier waarop onze werkzaamheden zijn uitgevoerd. Het gaat om het werk waarvoor de rijksbijdrage door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) is verleend. Deze verantwoording gebeurt mede in het licht van het instellingsplan en het kwaliteitsbeleid van de instelling. In dit jaarverslag vindt u de feiten en cijfers op het gebied van onderwijs, onderzoek, valorisatie en bedrijfsvoering. Een nieuw Strategisch Plan In 2013 is in samenspraak met diverse in- en externe relaties het nieuwe Strategisch Plan 2014-2017 opgesteld met prioriteiten voor onderzoek, onderwijs en valorisatie. In dit Strategisch Plan formuleren wij ambities die leiden tot een scherper profiel van de universiteit. Vijf duidelijke keuzes geven aan waar we de komende periode onze energie in steken om onze missie gestalte te geven: • Kwaliteit staat voorop; • Innovatie; • Meer verbinding aanbrengen; • Gericht internationaal samenwerken; • Een slagvaardige universiteit. Prestatieafspraken In 2012 heeft Tilburg University prestatieafspraken gemaakt met het ministerie van OCW. Voor de midterm review van deze prestatieafspraken rapporteren wij in dit jaarverslag over de voortgang ten aanzien van profilering en zwaartepuntvorming. Het Strategisch Plan 2014-2017 is een belangrijk element in onze profilering. We hebben voor de komende jaren een duidelijke missie, visie en strategie, waaruit onze unieke positie als onderzoeksgedreven maatschappij universiteit blijkt. Naast een scherpere profilering hebben we in 2013 op alle fronten gewerkt aan acties die leiden tot het realiseren van de prestatieafspraken op het gebied van onderwijs, onderzoek en valorisatie. Financiën Ook in 2013 hebben wij hard gewerkt om de universiteit financieel gezond te houden. De jaarrekening 2013 is met een positief resultaat afgesloten, mede dankzij een hoog kostenbewustzijn bij onze faculteiten en diensten. Wij voorzien dat er nog veel middelen vrij te maken zijn voor onderwijs en onderzoek door de dienstverlening van de universiteit beter te organiseren. In 2013 hebben we de eerste aanzet gegeven tot het programma BEST (Building Excellent Support at Tilburg University) dat in 2014 verder uitgewerkt wordt. De middelen die structureel vrijkomen door dit programma, zetten wij in voor onderwijs en onderzoek. Betrokkenheid Ook in 2013 toonden alle medewerkers van Tilburg University grote betrokkenheid bij het leveren van grote en kleine prestaties. Over een kleine selectie van deze prestaties kunt u in dit jaarverslag lezen. Medewerkers en studenten worden zeer gewaardeerd voor hun bijdrage aan de missie van de universiteit. Zij zijn het immers die Tilburg University maken. We zijn bovendien tevreden over de goede verhoudingen met de medezeggenschap op onze universiteit, die een wezenlijke bijdrage aan de kwaliteit van ons beleid levert. Tilburg, mei 2014
Koen Becking
Philip Eijlander
Voorzitter College van Bestuur
Rector Magnificus
9
10
Hoofdstuk 1
Voortgang prestatieafspraken
1.1 Inleiding In dit hoofdstuk rapporteert Tilburg University over de voortgang ten aanzien van profilering en zwaartepuntvorming in het kader van de midterm review prestatieafspraken. We geven aan welke acties Tilburg University heeft ondernomen, wat daarbij de stand van zaken is en welke stappen gepland zijn. We doen dit in aparte hoofdstukken voor onderzoek, onderwijs en valorisatie. In 2013 is het nieuwe Strategisch Plan 2014-2017 ‘Het verschil maken’ tot stand gekomen en vastgesteld. Dit strategisch plan is een belangrijke stap tot verdere aanscherping van ons profiel. In dit plan bevestigt Tilburg University de keuzes van de prestatieafspraken en krijgen deze nadere uitwerking. Voor een juiste context, volgt hieronder een beknopte weergave van de profilering van Tilburg University.
1. Understanding Society - Gedachtegoed van Cobbenhagen - Verantwoord burgerschap - Maatschappelijke verantwoordelijkheid - Transparant en betrokken
5. Excellent onderwijs
2. Maatschappij universiteit
- Gebaseerd op zowel ons toponderzoek als onze maatschappelijke missie - Innovatie en onderwijsvisie - Positieve beoordeling instellngstoets kwaliteitszorg
- Onderzoeksgedreven maatschappij universiteit - Internationale speler voor onderwijs en onderzoek - Sterke wortels in de regio
4. Valorisatie
3. Toponderzoek als fundament
- Multidisciplinair onderzoek naar maatschappelijke problemen in instituten en vijf Centers of Excellence - Sterk op thema's: pensioenen, veiligheid, duurzaamheid, arbeidsmarkt en zorg - Social innovation: samen met maatschappelijke partners
-
Economics Business Law Psychology & Social Sciences Communication and Information Sciences
11
Profilering Tilburg University Understanding Society Uitgangspunt van het strategisch plan 2014-2017 ‘Het verschil maken’ is een verdere uitwerking van het motto Understanding Society. We stellen ons ten doel actief bij te dragen aan de samenleving door het ontwikkelen en overdragen van kennis en het samenbrengen van mensen uit verschillende vakgebieden en organisaties. Het motto Understanding Society is een actuele vertaling van het gedachtegoed van founding father Martinus Cobbenhagen en reflecteert de christelijke en humanistische tradities waarin Tilburg University wortelt. Maatschappij universiteit Tilburg University is een onderzoeksgedreven maatschappij universiteit. We leveren een actieve bijdrage aan het versterken van de concurrentiekracht in de regio. Dat doen we onder andere door het inbrengen van onze expertise op gebied van Social Innovation in de regionale samenwerkingsverbanden Midpoint Brabant en Brainport. Tilburg University werkt vanuit een internationale wetenschappelijke oriëntatie. We gaan de samenwerking met onze partners en onze rol in verschillende netwerken versterken en uitbouwen. Samenwerking is een voorwaarde voor het kunnen realiseren van de ambities in onderzoek, valorisatie en onderwijs. Gefundeerd op toponderzoek Voor onderzoek blijven we investeren in onze sterke disciplines: waaronder economics, business, law, psychology & social sciences en communication and information sciences. Hoogwaardig disciplinair onderzoek vormt immers de basis van onze universiteit. Daarnaast investeren we in discipline overstijgende samenwerking. Het aanbrengen van samenhang en versterken van samenwerking tussen disciplines is essentieel bij het benaderen van maatschappelijke vraagstukken. Tilburg University stimuleert een integrale benadering waarbij verschillende wetenschappelijke disciplines betrokken zijn. Valorisatie Een maatschappelijk profiel vereist structurele interactie met de omgeving. Naast bestaande vormen van valorisatie investeren we extra in nieuwe samenwerkingsverbanden met maatschappelijke partners. Social Innovation geldt hierbij als dragend principe. De kennis van en het inzicht in de samenleving wordt omgezet in onderzoekende vormen waarin toepassing, ontwikkeling en innovatie aan de orde zijn. Door sterk in te zetten op de thema’s pensioenen, veiligheid, duurzaamheid, arbeidsmarkt en zorg heeft Tilburg University meer focus aangebracht in haar multidisciplinaire onderzoek. Hiertoe laten we vijf van onze onderzoeksinstituten doorgroeien tot Center of Excellence. Excellent onderwijs Ons onderwijs is gebaseerd op ons toponderzoek en onze visie op de maatschappij. In de Tilburgse onderwijsvisie staan het verbeteren van de onderwijskwaliteit, onderwijsinnovatie en het vergroten van maatschappelijke oriëntatie centraal. Onze groene campus biedt een mooie basis voor het versterken van de internationale gemeenschap waarin studenten en medewerkers elkaar stimuleren, uitdagen en kennis opdoen. 12
1.2 Onderzoek 1.2.1 Hoge wetenschappelijke kwaliteit Basis voor alles wat aan Tilburg University gebeurt is de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek. Om deze kwaliteit te kunnen blijven waarborgen, voert Tilburg University een kwaliteitsbevorderend beleid langs een aantal lijnen, vooral promotiebeleid, tenure track-systeem, hoogleraarsbenoemingen, onderzoeksvisitaties en vier-uit-vijf-beleid, actieve deelname aan nationale en Europese competitieve subsidie-instrumenten en ontwikkeling van Centers of Excellence. Promoties en promotiebeleid Prestatieafspraak: Om de voorgenomen 140 promoties te realiseren zet Tilburg University de komende jaren in op verbetering van de begeleiding van promovendi. Dat krijgt onder andere vorm door de afspraak om altijd te werken met twee begeleiders. Ook zullen buitenpromovendi ondanks hun externe status nauwer betrokken worden bij de activiteiten in de Graduate Schools. Voortgang: In zowel 2012 als 2013 realiseerde Tilburg University 132 promoties. Op basis van het aantal aanmeldingen voor een promotiedatum bij het College voor Promoties is de verwachting dat het aantal promoties in 2014 op 135 uitkomt. In april 2012 heeft het College voor Promoties besloten dat alle promovendi door minimaal twee (co-) promotores worden begeleid. Dit leidt tot meer teamwork en voorkomt een zekere kwetsbaarheid voor de promovendus. Bijkomend voordeel is het opdoen van ervaring met promotiebegeleiding door UHD’s die als copromotor op kunnen treden. Bij alle Graduate Schools van Tilburg University is er in toenemende mate aandacht voor buitenpromovendi en hun betrokkenheid bij de universiteit. Zo nemen alle buitenpromovendi van Tilburg School of Economics and Management (TiSEM) deel aan het PhD Program for Professionals en worden buitenpromovendi van Tilburg Law School (TLS) in staat gesteld om zogenaamde Summer en Winter Schools te volgen met daarin extra aandacht voor onderzoeksmethoden en schrijfstijl. Kwaliteitsbeleid Prestatieafspraak: Om de genoemde streefwaarden te behalen zet Tilburg University haar huidige kwaliteitsbeleid voort. Het vier-uit-vijf-kwaliteitsbeleid blijft ook de komende jaren leidend bij de bestuurlijke afhandeling van onderzoeksvisitaties. Het uitgangspunt is dat Tilburg University inzet op excellente resultaten in, bij voorkeur, landelijke onderzoeksvisitaties. Voortgang: Excellent ben je alleen als je hoger dan een vier scoort. Dat is dan ook het minimale kwaliteitsniveau dat we nastreven. Met dit kwaliteitsbeleid als uitgangspunt hebben er in 2012 en 2013 diverse onderzoeksvisitaties 13
plaatsgevonden. In 2012 ging het om de landelijke visitatie psychologie (commissie Mellenbergh) waaraan de onderzoeksprogramma’s van de verscheidene departementen Psychologie en Methoden en Technieken van de Tilburg School of Social and Behavioral Sciences (TSB) hebben deelgenomen. De visitaties die in 2013 hebben plaatsgevonden staan beschreven in paragraaf 2.3.3 van dit jaarverslag. Het College van Bestuur vraagt naar aanleiding van elke visitatie aan de decaan van de betrokken faculteit om een bestuurlijke reactie te formuleren. Wanneer de uitkomsten van een visitatie daartoe aanleiding geven dient de betrokken faculteit maatregelen te nemen. De in de afgelopen periode gehouden visitaties hebben onder andere geleid tot het nemen van de volgende maatregelen: - De sectie Cross Cultural Psychology in het Departement Decaan van TSB is opgeheven; - Bij de Tilburg School of Catholic Theology vindt een groot redesign van het onderzoek plaats, met als doel de kwaliteit van de programma’s te verhogen; - Het programma History of Philosophy wordt opgenomen binnen het onderzoeksinstituut Tilburg Center for Logic, General Ethics, and Philosophy of Science (TiLPS). Centers of Excellence Prestatieafspraak: Het beleid rondom Centers of Excellence wordt in de komende periode gecontinueerd. Het is niet de verwachting dat alle huidige multidisciplinaire onderzoekscentra kunnen doorgroeien tot een Center of Excellence. Tilburg University verwacht dat nog maximaal drie instituten deze status kunnen verwerven, wat het totaal op vijf zal brengen. Voortgang: In 2011 en 2012 hebben onderzoeksinstituten Intervict en Netspar de status van Center of Excellence aan Tilburg University verkregen. In 2013 is daar het Tilburg Law and Economics Center (TILEC) bij gekomen. In het adviesrapport van de onafhankelijke commissie Breimer wordt het hoge niveau van multidisciplinaire samenwerking - tussen economie en recht - dat TILEC sinds de oprichting in 2002 heeft bereikt geprezen. Het onderzoekscenter onderscheidt zich op dat vlak niet alleen van andere onderzoekscentra binnen onze universiteit, maar ook van vergelijkbare centra in Nederland en Europa. Op dit moment is TILEC een actieve organisatie met meer dan vijftig leden afkomstig uit zowel de juridische als uit de economische faculteit. TILEC heeft een bedrag van een miljoen euro ontvangen. Eind 2013 ontving het College van Bestuur een aanvraag van het Center of Research on Psychology in Somatic Diseases (CoRPS) om de status van Center of Excellence te verkrijgen. De commissie Breimer komt medio 2014 op bezoek in Tilburg om deze aanvraag te beoordelen. 1.2.2 Scherp onderzoeksprofiel Tilburg University heeft een scherp onderzoeksprofiel in de alfa- en gammawetenschappen, dat zowel wetenschappelijke kwaliteit en actualiteit weerspiegelt, als een link heeft met maatschappelijke vragen. Het portfolio ontwikkelt zich binnen een matrix van disciplinaire onderzoeksprogramma’s, geschraagd door het strikte kwaliteitsbeleid zoals geschetst in 1.2.1, en multidisciplinaire instituten waarin de verbinding met de maatschappelijke omgeving tot uitdrukking komt. 14
Aansluiting op topsectorenbeleid Prestatieafspraak: Het topsectorenbeleid is sterk gericht op de bèta- en medische wetenschappen, waarbij Tilburg University vanuit haar onderzoeksprofiel beperkt aansluiting heeft. Wel onderzoekt Tilburg University mogelijkheden om, met name via de aanpak van NWO, te participeren in de topsectoren. Ook steunt Tilburg University in dat kader de Nationale Sociale Infrastructuur-Agenda. Door social innovation kunnen de alfa- en gammawetenschappen een onmisbare bijdrage leveren aan alle sectoren van het topsectorenbeleid. Deze bijdrage vanuit de alfa- en gammawetenschappen acht Tilburg University essentieel voor het welslagen van veel van de technische innovaties. Tilburg University heeft op dat punt dan ook een concreet aanbod gedaan aan de minister van EL&I om deze visie in te brengen in de topsectorenaanpak. Voortgang: De landelijke uitrol van het topsectorenbeleid verloopt niet zonder enige problemen, zowel in praktische zin als qua steun van de betrokken actoren. Dit heeft als gevolg dat er nog weinig concrete opvolging heeft plaatsgevonden op basis van de input van Tilburg University. Wij zijn nog steeds voorstander van een horizontale verbreding van het topsectorenbeleid, waardoor cross-sectorale thema’s als human capital/ arbeidsmarktvraagstukken, nieuwe business modellen en nieuwe vormen van samenwerking (bijvoorbeeld coöperaties) een meer structurele positie krijgen binnen het beleid. Het Tilburgse Maatschappelijk Topinstituut Netspar is een van de initiatiefnemers voor samenwerking met NWO aan uitvoering van de Sociale Infrastructuur-agenda, onderdeel Sociale Zekerheid. De Sociale Infrastructuur Agenda bundelt onderzoek op het terrein van human capital, slimme sturing, duurzaamheid, sociale zekerheid veiligheid, maatschappelijk verantwoord innoveren en veiligheid. Op die manier levert de Agenda een bijdrage aan de oplossing van maatschappelijke opgaven die voor alle individuele topsectoren relevant zijn. In 2013 gingen onder vlag van Netspar in dit kader drie nieuwe projecten van start op het gebied van pensioenen. Aansluiting op Grand Challenges Prestatieafspraak: In 2014 gaat het nieuwe Europese onderzoeksprogramma Horizon 2020 van start. Tot die tijd zal Tilburg University actief blijven participeren in KP7. Tilburg University wil met haar onderzoekszwaartepunten, Centers of Excellence en multidisciplinaire onderzoekscentra aansluiten bij de grand challenges. Voor Tilburg University zijn twee grand challenges in het bijzonder relevant: ‘Health, demographic change and wellbeing’ en ‘Inclusive, innovative and secure societies’. Tilburg University zet actief in op verwerving van subsidies binnen deze grand challenges. Doelstelling is dat alle multidisciplinaire onderzoekscentra en Centers of Excellence in 2015 actief zijn in minstens een van deze challenges of serieuze pogingen hebben gedaan hieraan een bijdrage te leveren. Om de aansluiting zo groot mogelijk te maken, wil Tilburg University actief participeren in de groepen die de Calls for Proposals voorbereiden. Voortgang: Onderzoekers van Tilburg University hebben geparticipeerd in de laatste rondes van het Zevende Kaderprogramma. In totaal zijn er in de laatste twee jaar 14 projecten door de Europese Commissie gehono15
reerd. Naast persoonsgebonden subsidies gaat dit om grote projecten in diverse onderdelen van KP7 zoals Health, Environment, Security, Social Sciences and Humanities en ICT. De meeste van deze projecten zijn inhoudelijk gezien uitstekend onder te brengen in de grand challenges ‘Health, demographic change and well-being’, ‘Inclusive, innovative and reflective societies’ en ‘Secure societies’. Daarnaast is de universiteit volop bezig geweest met de voorbereidingen voor Horizon2020. In het kader van het Strategisch Plan 2014-2017 zijn er vier white papers geschreven. Dit heeft geleid tot de keuze voor een vijftal maatschappelijke thema’s die centraal zullen staan in onze aanpak van Social Innovation: pensioenen, veiligheid, duurzaamheid, arbeidsmarkt en zorg. Langs deze lijnen ontwikkelen wij een effectieve wervingsstrategie voor Horizon2020. Zo heeft dit bij TLS reeds geleid tot het aanstellen van drie post-docs die ieder vanuit hun eigen expertise aan consortiumvorming en subsidieaanvragen binnen deze grand challenges werken. Naast participatie in de Grand Challenges zet Tilburg University stevig in op het verwerven van de persoonsgebonden subsidies van de European Research Council. Om onze successen te vergroten is ervoor gekozen om een aantal van onze beste onderzoekers tijdelijk vrij te stellen van andere taken, zodat zij zich volledig op het schrijven van een ERC-voorstel kunnen richten. Ter verdere stimulering en facilitering van onderzoekers om subsidieaanvragen in te dienen in Horizon2020 ging in 2013 het project ‘Stimulering onderzoekssubsidies’ van start. Het project heeft tot doel onderzoekers te ondersteunen bij het indienen van succesvolle aanvragen van Horizon2020, de ERC en bij NWO. Elementen uit het project zijn incentives voor aanvragen, adviescommissies en de organisatie van trainingen. Tabel 1.1 - Ontwikkeling niet-verplichte indicatoren onderzoek Realisatie
Voortgang
Ambitie
2007-2011
2012-2013
2012-2015
Veni
19
11
15
Vidi
8
4
7
Vici
5
1
4
Starting Grants
1
0
4
Advanced Grants
1
0
2
31
14
35
-
-
Alle in ten minste 1 GC
Aantal talentsubsidies nationaal (NWO VI)
Aantal talentsubsidies Europa (ERC)
Contracten en deelname Grand Challenges Aantal gesloten contracten KP7 en Horizon2020 Deelname multidisciplinaire onderzoeksinstituten in Grand Challenges
16
1.3 Onderwijs 1.3.1 Onderwijskwaliteit en rendement Kwaliteit van het onderwijs is voor Tilburg University een van de belangrijkste issues. Goed onderwijs is de resultante van een optimale combinatie van studenten, docenten, onderwijsprogramma’s en faciliteiten. Tilburg University vindt het belangrijk dat studenten gedurende hun studie ruimte krijgen zich breed te ontwikkelen, maar bevordert daarnaast ook het studierendement. Tilburg University streeft naar maximaal c+1, waarbij de uitloop bij voorkeur wordt benut voor academische vorming ‘on top of ’ of voor andere activiteiten waarmee studenten zich kunnen onderscheiden. Behalen instellingstoets kwaliteitszorg Prestatieafspraak: Alle onderwijsprogramma’s van Tilburg University zijn van goede kwaliteit en positief beoordeeld door de NVAO. Tilburg University verwacht in het najaar van 2012 de instellingsaccreditatie te verkrijgen, het keurmerk dat tot uitdrukking brengt dat Tilburg University een doeltreffend systeem van kwaliteitszorg heeft. Voortgang: In 2013 zijn de volgende opleidingen geheraccrediteerd: B Organisatiewetenschappen B Personeelwetenschappen B International Business Administration B Sociologie B Psychologie M Human Resource Studies M Psychologie en Geestelijke Gezondheid M Social and Behavioral Sciences (research) M Organisation Studies M Sociology De opleidingen zijn via het beperkte opleidingskader beoordeeld. Op 3 april 2013 heeft de NVAO besloten tot het verlenen van de instellingstoets kwaliteitszorg. De NVAO stelt vast dat in het adviesrapport deugdelijk en kenbaar is gemotiveerd op welke gronden de commissie heeft vastgesteld dat het College van Bestuur van Tilburg University vanuit zijn visie op de kwaliteit van het onderwijs een doeltreffend systeem van kwaliteitszorg hanteert, waarmee het de kwaliteit van de aangeboden opleidingen kan garanderen. Betere studievoorlichting en studiekeuzegesprekken Prestatieafspraak: Tilburg University kiest voor een goede en realistische studievoorlichting en strakker verwachtingenmanagement vooraf, zodat studenten goed voorbereid en weloverwogen aan de studie beginnen. Hierbij wordt voor iedere studie een digitale zelfselectietest ontwikkeld. Onderdeel van de voorlichtingsactiviteiten zijn verder studiekeuzegesprekken. Tilburg University maakt een keus voor op de opleidingen toegespitste modellen van studiekeuzegesprekken. In beginsel zal met alle studenten die zich aanmelden een studie17
keuzegesprek worden gevoerd. In september 2014 is het pakket studiekeuzegesprekken dat Tilburg University aanbiedt gereed. Voortgang: Met de inwerkingtreding van de Wet ‘Kwaliteit in Verscheidenheid’ is het beleid rondom studievoorlichting en studiekeuzegesprekken aangepast. Voor alle bacheloropleidingen, met uitzondering van een aantal opleidingen waarvoor een selectieprocedure geldt, is gewerkt aan het in gereedheid brengen van een studiekeuzecheck. Aspirant-studenten kunnen door middel van de studiekeuzecheck nagaan in hoeverre de studiekeuze past bij wat ze willen en kunnen (zie http://www.tilburguniversity.edu/matching). Verder heeft Tilburg University een aantal producten ontwikkeld voor middelbare scholieren op het gebied van heroriëntatie. Tevens is een workshop ‘Studiekeuzehulp’ voor ouders ontwikkeld, die vanaf september 2014 wordt aangeboden. Numerus fixus en decentrale selectie Prestatieafspraak: Met ingang van het collegejaar 2013-2014 gaan numerus fixus en decentrale selectie ook gelden voor de opleidingen in het rechtendomein. Voortgang: In 2013 is voor het eerst met een, landelijk overeengekomen, numerus fixus gewerkt voor de bacheloropleidingen Rechtsgeleerdheid, Fiscaal recht en Ondernemingsrecht. Er is hierbij het instrument van decentrale selectie ingezet om de ambities met het rendement van de opleidingen (minder negatief BSA, sneller afstuderen) en het niveau van de opleidingen te vergroten. Onder andere vanwege teruglopende aanmeldingscijfers heeft Tilburg University besloten voor het cohort 2014/2015 - in plaats van decentrale selectie – matchingsactiviteiten te organiseren en daarvoor een aantal onderdelen uit de decentrale selectieprocedure van 2013/2014 te gebruiken. Voorbereidende Summer Schools Prestatieafspraak: Voor de studies met de hoogste uitvalpercentages worden voorbereidende summerschool-classes ontwikkeld. Voortgang: Tilburg University heeft een Summerschool opgestart. In de zomer van 2013 volgden studenten de Summerschool Wiskunde/Statistiek. Dit vak is speciaal aanbevolen voor studenten die een opleiding willen volgen bij TiSEM en geen wiskunde B hebben gevolgd op de middelbare school. De cursus zal naar verwachting verplaatst worden naar een tijdstip dichter bij de start van het collegejaar. Ophogen BSA-norm Prestatieafspraak: In principe is besloten om met ingang van het studiejaar 2013-2014 de BSA-norm verder te verhogen naar 48 ECTS. De evaluatie, ter voorbereiding op deze besluitvorming, loopt op dit moment. 18
Voortgang: Het College van Bestuur heeft besloten het BSA niet te verhogen van 42 naar 48 ECTS. Uit monitoring van de studievoortgang in 2013 bleek die stap nog te groot. In de faculteiten wordt continu gewerkt aan intensivering van het onderwijs, in zowel het eerste jaar als latere studiejaren. In 2014 wordt opnieuw bekeken of de BSA-norm zal worden verhoogd naar 48 ECTS. HBO-instromers Prestatieafspraak: Afhankelijk van ontwikkelingen in wetgeving zal Tilburg University voorstellen uitwerken om ook de rendementen en de selecterende werking ervan voor HBO-instromers in de schakelprogramma’s te versterken. Voortgang: Voor elk pre-master dient een juiste vooropleiding gevolgd te zijn. Binnen TiSEM en TLS zijn aanvullende toelatingscriteria ingesteld. Voor TiSEM geldt een cijfergemiddelde van minimaal een 7.0. Tevens dient een Engelse taaltoets met goed gevolg te worden afgelegd. HBO studenten Recht dienen een toelatingstoets af te leggen. De 110 studenten met de hoogste score krijgen toegang tot het pre-master programma. Onderzoeksgedreven en activerend onderwijs Prestatieafspraak: De diverse onderwijsintensiveringsprojecten worden de komende jaren voortgezet en waar nodig uitgebreid. In de eerste helft van 2012 formuleert Tilburg University haar nieuwe onderwijsvisie. De onderwijsvisie gaat onder andere uit van lessituaties in groepen waar regelmatig persoonlijk contact tussen student en docent nodig en mogelijk is, maar zet ook in op de ontwikkeling van andere, innovatieve, vormen van onderwijs. Sleutelwoorden zijn onder andere: verkleining van onderwijsgroepen, ontwikkeling van innovatieve onderwijsconcepten, aanspreekbaarheid van studenten, ook door de student voorbereide colleges, gekwalificeerde docenten, onderwijsfaciliteiten die zijn afgestemd op de didactische ontwikkelingen in het onderwijs en monitoring van studieprestaties. Voortgang: Onderwijsinnovatie staat bij alle faculteiten hoog op de agenda; elke faculteit legt daarbij andere accenten. Met ingang van het collegejaar 2013/2014 past TiSEM in nagenoeg al haar onderwijsprogramma’s Research Based Learning (RBL) toe. RBL is een onderwijsbenadering waarbij onderzoek stevig in het curriculum is ingebed. Dit gebeurt door onderzoekselementen in verschillende vormen te integreren (o.a. leren over onderzoek, participeren in onderzoek en het zelf uitvoeren van onderzoek). Ook het gebruik van diverse innovatieve lesmethoden, tussentijdse toetsing en opdrachten om studenten te activeren, en een ondergrens voor het aantal contacturen per vak maken deel uit van deze benadering. De in 2010 ingezette redesign-operatie van het bacheloronderwijs binnen TLS is verder uitgevoerd. Voor zowel de rechtenbachelors als voor de bestuurskundebachelor is een start gemaakt met het derde onderwijsjaar. Het redesign beoogt primair de praktische en onderwijskundige stroomlijning van het bacheloronderwijs en moet in samenhang met academisering en intensivering worden bezien. Het doel van deze operaties is zowel studenten meer uitdagen als hogere eisen stellen aan het eindniveau dat met de opleiding wordt nagestreefd. 19
De intensivering van het onderwijs bij TSB, in september 2012 ingezet met de intensivering van bachelorjaar 1, is per september 2013 uitgebreid naar het tweede jaar van alle bacheloropleidingen. Als norm voor bachelorjaar 2 geldt dat minimaal zeven contacturen per ECTS worden aangeboden en dat minimaal 30% van het onderwijsaanbod kleinschalig is georganiseerd (maximaal veertig studenten per groep). Tilburg School of Humanities (TSH) startte in 2013 een onderwijsinnovatieproject waarin instrumenten worden ontwikkeld voor het geven van feedback aan studenten over hun prestaties en vorderingen. De facultaire ‘Werkgroep Onderwijs en Werkveld’ richt zich specifiek op curriculaire vernieuwingen inzake aansluiting op de arbeidsmarkt. Tilburg School of Catholic Theology (TST) zal met ingang van september 2014 het onderwijs aanmerkelijk gaan intensiveren door de invoering van een nieuw studierooster. De voorbereiding hiervoor liep in 2013. Studievoortgangsgesprekken Prestatieafspraak: De studieprestaties van studenten worden – ook in het tweede en derde jaar – nauwkeurig gevolgd. Wanneer studenten onder de norm presteren (minder dan 20 ECTS in het eerste semester), worden ze opgeroepen voor een gesprek. Voortgang: De studieadviseurs richten zich steeds meer op een proactieve benadering van de student, om op deze wijze in een vroeg stadium te kunnen bijsturen als een student studievertraging dreigt op te lopen. Naast individuele begeleiding worden regelmatig trainingen voor studenten met problemen rond de studiediscipline georganiseerd, zoals opjutgroepen en back-on-track trainingen. Onderwijskwaliteit docenten Prestatieafspraak: Het beleid ten aanzien van de basiskwalificatie onderwijs wordt voortgezet. Tilburg University stemt deze benadering af op de eisen van haar onderwijsvisie. Verder wordt gewerkt aan modules voor een seniorkwalificatie; daarbij worden onder andere vormen van peer review van docenten ontwikkeld en toegepast. Ook hebben docenten de mogelijkheid deel te nemen aan een leergang onderwijskundig leiderschap. Tot slot is de werkgroep ‘Waardering voor onderwijs’ een verkennend onderzoek gestart naar wat onder een topdocent wordt verstaan en welke mogelijkheden er zijn om een dergelijke docent (extra) te belonen. Voortgang: In december 2012 heeft het College van Bestuur het beleid met betrekking tot de senior kwalificatie onderwijs vastgesteld. In januari 2013 zijn de eerste SKO certificaten uitgereikt. Drie docenten hebben deelgenomen aan de leergang onderwijskundig leiderschap.
20
Tabel 1.2 - Ontwikkeling verplichte indicatoren onderwijs 2011
2012
2013
2015
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Ambitie
-
-
90,0%
100,0%
4,5%
12,0%
20,5%
30,0%
Uitval
24,4%
24,7%
20,4%
22,0%
Switch
13,0%
9,5%
12,3%
11,0%
Rendement
59,7%
69,5%
70,4%
70,0%
NSE: Aandeel studenten dat (zeer) tevreden is over de opleiding in het algemeen
80,5%
79,9%
80,1%
80,5%
Onderwijskwaliteit - input Percentage bacheloropleidingen met ten minste gemiddeld 12 geprogrammeerde contacturen en overige gestructureerde uren per onderwijsweek Percentage docenten met BKO Onderwijskwaliteit - output
In 2013 is een dashboard prestatieafspraken ontwikkeld. Het dashboard maakt de stand van zaken op de verplichte indicatoren inzichtelijk en is een instrument om de voortgang te blijven volgen.
21
1.3.2 Scherp onderwijsprofiel Het onderwijsportfolio van Tilburg University heeft een duidelijke alfa-/gammafocus. Verdere focussing is niet aan de orde. Net zoals dat geldt voor het onderzoek, geldt ook voor de ontwikkeling van het onderwijsportfolio dat het een permanent proces is, waarbij het bestaande aanbod wordt getoetst aan een aantal criteria. Brede bachelors Prestatieafspraak: Op dit moment worden stappen gezet naar het samenvoegen van twee (facultaire) bacheloropleidingen om te komen tot een bredere multidisciplinaire bachelor. Verder wordt onderzocht of het haalbaar is kleinere en enigszins verwante bacheloropleidingen te integreren tot bredere bachelors. Voortgang: In 2013 is bij de faculteit TSB een projectgroep van start gegaan die zich buigt over de ontwikkeling van een internationale bachelor(variant) op het gebied van de maatschappijwetenschappen. In het team werken vertegenwoordigers van de departementen Organisatiewetenschappen, Personeelwetenschappen en Sociologie samen. In 2014 wordt hierover een besluit genomen. In het Strategisch plan 2014-2017 is aangegeven dat Tilburg University de komende jaren verder zal onderzoeken welke (andere) bacheloropleidingen in aanmerking kunnen/willen komen voor bundeling tot brede bachelor. Nieuwe en afgebouwde opleidingen Voortgang: In 2013 is het besluit genomen om de volgende opleidingen af te bouwen: - B Economie en Informatica (TiSEM) - B Ondernemingsrecht (TLS) - B Religie in Samenleving en Cultuur (TSH) - M Economics and Finance of Aging (TiSEM) - M Leisure Studies (TSB) - M Master of Laws in European and International Taxation (TLS) - M Opleiding tot leraar v.o. van de 1e graad in Religie in Samenleving en Cultuur (TSH) - M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Wiskunde (TiSEM) - M Theologie & Religiewetenschappen (research) (TSH, TST) Verder zijn in 2013 de voorbereidingen gestart voor een aantal nieuwe opleidingen. De Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs heeft positief geadviseerd over een door TSB ontwikkelde Research Master Individual Differences. In aansluiting daarop zal in 2014 een aanvraag voor de Toets Nieuwe Opleiding voor deze Research Master bij de NVAO worden ingediend. Verder heeft het instituut Tranzo een aanvraag macrodoelmatigheid in voorbereiding op het terrein van zorginnovatie. Deze master sluit aan op het thema ‘Zorg’, een van de thema’s die Tilburg University onderscheidt in het kader van Social Innovation. Tot slot is een nieuwe masteropleiding in voorbereiding bij TST: Lerarenopleiding Godsdienst en Levensbeschouwing. 22
1.3.3 Differentiatie en excellentie Tilburg University wil uit al haar studenten het beste halen en erkent tegelijkertijd dat studenten verschillen qua niveau, belangstelling, leerstijl en ambitie. Tilburg University houdt rekening met deze verschillen. Voor gemotiveerde studenten die meer uit hun studie willen halen, ontwikkelt Tilburg University aanvullende programma’s. Excellentieprogramma’s Prestatieafspraak: De aanpak op het terrein van de excellentieprogramma’s wordt voortgezet. Het Honors Program krijgt met ingang van september 2012 een andere invulling met een aantal modules die specifiek zijn georiënteerd op de Europese geschiedenis en cultuur. Er wordt gestreefd naar inbedding van dit nieuwe Honors Program in de reguliere bachelors. Het programma Outreaching wordt na afloop van de subsidieperiode gecontinueerd. De mogelijkheden voor de ontwikkeling van een University College met Liberal Arts en Sciences en het te ontwikkelen Global Law & Economics worden onderzocht. De samenwerking met Orion en het voortgezet onderwijs wordt voortgezet. Voortgang: Het aantal studenten in on-top-of-programma’s is gestegen van 6,3% in 2011-2012 naar 9,9% in 2012-2013. Het Honors Program is omgevormd tot het Honors Program Discourses on Europe. 2013 was een overgangsjaar, waarin zowel ‘oude’ als nieuwe vakken werden aangeboden. 39 studenten volgden in 2012-2013 het Honors Program Discourses on Europe. Het Outreaching Honors Program is in het najaar van 2013 positief beoordeeld door de experts van Sirius. Na afloop van de Sirius subsidie wordt het programma gecontinueerd met alternatieve financieringsbronnen. Excellentie-onderwijs heeft daarmee een duurzame plaats gekregen in ons onderwijsaanbod. In het Strategisch Plan is het voornemen geformuleerd om te komen tot de oprichting van een Honors College, waarin het on-top-of-onderwijs wordt gebundeld, al dan niet in samenhang met een University College. De plannen voor een University College, zoals die ten tijde van formulering van de prestatieafspraken werden besproken, bleken eind 2012 financieel niet haalbaar. Er is toen besloten om deze plannen niet verder uit te werken. Vervolgens is in 2013 een nieuw concept voor een University College in onderzoek genomen door middel van een haalbaarheidsstudie. Besluitvorming hierover wordt voor de zomer van 2014 verwacht. In 2013 is gewerkt aan samenwerking met het voortgezet onderwijs. In 2013 ging het Wetenschapsknooppunt Brabant van start. Het Wetenschapsknooppunt Brabant is een samenwerking tussen Tilburg University en TU/e en wordt mede gefinancierd door de KNAW. Vanuit het Wetenschapsknooppunt Brabant wordt wetenschap op verschillende manieren voor (excellente) scholieren toegankelijk gemaakt. Tot slot heeft TiSEM in 2013 samen met het Tilburgse Odulphuslyceum en de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs het initiatief genomen voor het Econasium, een programma om VWO-scholieren te motiveren om te kiezen voor een economische, bedrijfseconomische of econometrische studie aan Tilburg University. 23
Het Econasium is succesvol van start gegaan. Niet alleen hebben zich binnen het Odulphuslyceum al 22 nieuwe leerlingen aangemeld voor het Econasium-programma komend jaar, maar in 2014/2015 gaan ook 9 andere scholen van start met het Econasium-programma. 1.3.4 Versterken internationalisering Complexe maatschappelijke vraagstukken vragen om analyses en oplossingen waarbij men verder kijkt dan de eigen landsgrenzen. Het hedendaagse onderwijs dient daarom plaats te vinden in een internationale omgeving. Tilburg University creĂŤert deze omgeving op haar eigen campus. Daarnaast stelt zij haar studenten in staat tot het volgen van onderwijs bij internationale, zorgvuldig geselecteerde buitenlandse partners. Bijzonder kwaliteitskenmerk internationalisering Prestatieafspraak: Tilburg University zal bij de heraccreditatie van haar internationale opleidingen het bijzondere kwaliteitskenmerk Internationalisering op programmaniveau aanvragen, en in 2018 bij de tweede instellingstoets kwaliteitszorg het bijzondere kenmerk Internationalisering op instellingsniveau. Voortgang: Tilburg University is gestart met de voorbereiding op het behalen van het kenmerk internationalisering. Er is een werkgroep opgericht, waarin kennis en ontwikkelingen over het behalen van het kenmerk worden gedeeld. Tilburg University dient hier nog verdere stappen te zetten. Een eerste poging het kenmerk te behalen voor de opleiding International Business Administration is niet succesvol gebleken. Internationaal netwerk Prestatieafspraak: Tilburg University zal de netwerken van topinstellingen rond haar specialismen uitbreiden en versterken. Deze netwerken zullen benut worden voor intensieve samenwerking op het vlak van zowel onderwijs als onderzoek. Binnen de hechte samenwerkingsverbanden zijn staf- en studentenmobiliteit vanzelfsprekend. Voortgang: In het strategisch plan 2014-2017 zijn nadere keuzes gemaakt over internationale samenwerking. Een scherper profiel als universiteit heeft immers ook gevolgen voor onze internationale relaties. Zo zullen we het aantal internationale partnerschappen terugbrengen. Vanuit onze strategische doelen vormen we met een selectief aantal universiteiten, verspreid over de wereld, strategische allianties. Internationale onderzoeksen/of onderwijsactiviteiten zullen steeds vaker plaatsvinden binnen deze allianties. Naast bilaterale samenwerking zal Tilburg University op instellingsniveau actief participeren in internationale netwerken gericht op kennisdeling en belangenbehartiging. Studeren in het buitenland Prestatieafspraak: Iedere opleiding zal studenten de mogelijkheid bieden een deel van de studietijd in het buitenland door te brengen. De periode in het buitenland is een volwaardig onderdeel van het curriculum, waarvoor minstens gelijke kwaliteitseisen gelden als voor de Tilburg University-opleidingen. In de onderwijsvormen zal de sa24
menwerking tussen Nederlandse en niet-Nederlandse studenten extra aandacht krijgen. Ook studenten die niet naar het buitenland gaan verwerven zodoende internationale competenties. Voortgang: In het Strategisch Plan 2014-2017 is de doelstelling geformuleerd dat alle bacheloropleidingen in 2017 een ‘mobility window’ hebben. Het mobility window maakt het voor alle studenten mogelijk om zonder studievertraging buitenlandervaring op te doen. Het beleid om een internationale omgeving te creëren heeft onder andere vorm gekregen door het nastreven van internationaal samengestelde werkgroepen. Daarnaast zijn extra aandacht en middelen geïnvesteerd in betere voorlichting en begeleiding bij studeren in het buitenland. Joint en dual/double degree programma’s Prestatieafspraak: Tilburg University zal meer internationale joint dan wel dual/double degree programma’s aanbieden in samenwerking met goede buitenlandse partnerinstellingen. Voortgang: Tilburg University werkt continu aan de ontwikkeling en uitbreiding van zijn joint degree programma’s. In 2013 zijn stimuleringsmiddelen ingezet voor de ontwikkeling van nieuwe joint master programma’s bij TLS en TiSEM. Tilburg University kent inmiddels zeven internationale double/multiple degree programma’s die worden aangeboden met partnerinstellingen zoals University of Deusto (Spanje), University of Stuttgart (Duitsland) en BI Norwegian Business School (Noorwegen). Zie voor een volledig overzicht paragraaf 3.4 van dit jaarverslag. Tabel 1.3 - Ontwikkeling niet-verplichte indicatoren internationalisering 2011/12
2012/13
2013/14
2015/16
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Ambitie
4
4
5
6
37
37
31
37
Percentage inkomende buitenlandse uitwisselingsstudenten
4,0%
3,8%
3,4%
4,0%
Percentage buitenlandse instroom in Engelstalige bacheloropleidingen
31,0%
32,0%
25,0%
34,0%
Percentage buitenlandse instroom in Engelstalige masteropleidingen
22,0%
25,6%
27,0%
30,0%
14,9%
16,1%
16,5%
18,0%
7.8%
7.7%
7,1%
10,0%
Onderwijsportfolio - internationalisering Aantal bachelorprogramma’s aangeboden in het Engels Aantal masterprogramma’s aangeboden in het Engels Onderwijs – inkomende buitenlandse studenten
Onderwijs - output Percentage bachelors met buitenlandervaring Percentage masters met buitenlandervaring
25
1.3.5 Verbeteren aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt Tilburg University vindt het belangrijk dat studenten tijdens hun opleiding ook mogelijkheden krijgen om zich in het bijzonder voor te bereiden op de stap naar de arbeidsmarkt en op hun latere positie in de samenleving. Extended masters Prestatieafspraak: Het experiment met extended masters zal worden voortgezet en uitgebreid. Voortgang: In 2008 is het departement Organisation Studies van TSB gestart met de Extended Master. De extended master combineert academische opleiding en wetenschappelijk onderzoek met een traineeship in een organisatie. De extended master duurt anderhalf jaar. In het eerste semester volgen studenten cursussen uit de reguliere masteropleiding. In het daarop volgende jaar besteden ze gemiddeld 50% van hun tijd per week aan het uitvoeren van een onderzoek en het schrijven van hun masterthesis en 50% aan een juniortraineeship bij één van de partnerorganisaties van het departement. Het experiment met de extended master is in 2013 geëvalueerd, waarbij is aanbevolen het onderdeel een structurele plaats te geven in het onderwijsaanbod. Het experiment met de extended masters is inmiddels uitgebreid naar de opleiding Personeelwetenschappen. Career services Prestatieafspraak: Om een goede koppeling met de arbeidsmarkt te realiseren zal Tilburg University haar eenheid Career Services verder professionaliseren met als doel afgestudeerden op (nog) betere plekken op de banenmarkt onder te brengen. Voortgang: Het vergroten van de maatschappelijke oriëntatie is een belangrijke pijler van het onderwijshoofdstuk van het strategisch plan. Onze inzet hierop is drieledig: het verbinden van studenten met de maatschappij, het stimuleren van het verantwoordelijkheidsbesef en het stimuleren van een internationale oriëntatie. Voornemen in het strategisch plan is het ontwikkelen van één loket voor Career Services. Dit wordt de komende periode uitgewerkt.
1.4 Valorisatie Tilburg University is een universiteit die midden in de maatschappij staat en wil staan. Het motto van Tilburg University luidt niet voor niets: Understanding Society. Dit motto zegt ook alles over de manier waarop de universiteit zich tot haar maatschappelijke omgeving wil verhouden. Tilburg University kent een grote diversiteit aan valorisatieactiviteiten. (...) Tilburg University wil via valorisatie bijdragen aan welvaart en welzijn, aan economische en maatschappelijke ontwikkeling van de samenleving, zowel op internationaal, nationaal, regionaal als lokaal niveau. Tilburg University geeft haar valorisatieactiviteiten vorm langs verschillende dimensies. 26
Valorisatie aan Tilburg University kent diverse praktijken en wordt gezien als meer dan louter een proces waarbij ‘kennis naar de markt moet worden gebracht’. Aan Tilburg University wordt op diverse manieren kennis tot economische, sociale, maatschappelijke en culturele waarde gebracht. Het dossier valorisatie heeft de afgelopen jaren een dynamisch proces doorgemaakt. Tilburg University heeft ervoor gekozen om valorisatie een fase verder te brengen aan de hand van het concept Social Innovation. We hebben hierbij gekozen voor het behouden van elementen die hun verdiensten reeds bewezen hebben en voor het ontwikkelen van nieuwe zienswijzen en vormen van samenwerking. Tilburg University heeft de afgelopen jaren onder andere de volgende activiteiten ontwikkeld: 1. Deelname aan het landelijke VSNU project voor het ontwikkelen van een set valorisatie-indicatoren die recht doet aan het profiel van de universiteit. Deze set zal worden gebruikt om de inspanningen en resultaten op het gebied van valorisatie beter zichtbaar c.q. meetbaar te maken. In 2013 is een test-set vastgesteld en een nulmeting uitgevoerd. 2. Recentelijk is het onderzoek ‘Verkenning haalbaarheid en vormgeving valorisatie-impuls’ afgerond. Het rapport geeft een aantal adviezen voor een verdere impuls voor (met name economische) valorisatie en de verankering van deze kerntaak in het universitaire beleid en organisatie. Belangrijkste adviezen uit het onderzoek zijn: 1) bundeling van activiteiten op het terrein van valorisatie, en 2) het organiseren van deze activiteiten zo dicht mogelijk bij de wetenschappers. Deze adviezen worden in 2014 verder uitgewerkt. 3. Tilburg University heeft ervoor gekozen het thema valorisatie nader uit te werken aan de hand van het concept Social Innovation. Deze verbijzondering van alfa-/gammavalorisatie wordt gezien als de stuwende kracht van de universiteit om zich te verbinden met partijen in de samenleving. Door middel van diverse praktijken en werkvormen (denk aan academische werkplaatsen, proeftuinen, etc.) wordt maatschappelijke waarde gecreëerd. Deze werkvormen worden voornamelijk toegepast binnen de multidisciplinaire onderzoeksinstituten van Tilburg University, maar ook bij TiasNimbas wordt binnen diverse ‘Competence Centers’ met maatschappelijke partijen samengewerkt. Begin 2013 heeft het College van Bestuur de Taskforce Social Innovation geïnstalleerd. Deze Taskforce, waarin veertien hoogleraar-directeuren van de multidisciplinaire onderzoeksinstituten zitting hebben, heeft in de afgelopen periode de volgende zaken gerealiseerd: • Verdere uitwerking van het concept Social Innovation aan Tilburg University ten behoeve van het Strategisch Plan 2014-2017. • Aan de hand van Social Innovation; het transdisciplinair vormgeven van thematische zwaartepunten (zorg, inclusief pensioenen, arbeidsmarkt, duurzaamheid, big data (t.b.v. veiligheid)). Deze thema’s zijn een uitsnede van de universitaire thema’s om focus aan te brengen ten behoeve van regionale programmering. • In samenwerking met regionale partijen zoals de Gemeente Tilburg, Hogescholen en het lokale bedrijfsleven en maatschappelijke partners vaststellen van regionale programmering voor de periode 20142017. Deze programmering is vastgelegd in de Alliantie van Brabant (ondertekend op 18 maart 2014 in aanwezigheid van HKH Koningin Máxima). Uitvoering van dit regionale programma vindt plaats in samenwerking met de regionale netwerken Midpoint Brabant en Brainport. 27
• Opstart van een onderzoek naar de Tilburgse Methode van Social Innovation (de eerste voorstudie ‘Brug met de Samenleving; voorstudie Social Innovation @Tilburg University’ is in februari 2014 opgeleverd). • Het Tilburg Social Innovation Lab (samenwerkingsverband tussen Tilburg University en de Hogescholen) faciliteert en ondersteunt de Taskforce Social Innovation en de triple helix partijen met de implementatie van Social Innovation in de regio. 4. Participatie in nationale en (boven)regionale netwerken, zoals Brainport en Midpoint Brabant, maakt deel uit van de valorisatiestrategie van Tilburg University. Binnen deze netwerken is de universiteit kennispartner in diverse projecten en programma’s op thema’s zoals arbeidsmarkt, zorg, duurzaamheid en veiligheid. Een voorbeeld van een dergelijk project is het Dutch Institute for Technology Safety and Security (DITSS). Doelstelling van het project is het stimuleren en realiseren van research- en innovatie programma’s en gerelateerde bedrijvigheid op het gebied van veiligheid. De inbreng van de universiteit binnen dergelijke projecten richt zich naast bijdragen aan de Brainport en Midpoint Brabant thema’s (zoals zorg, gezondheid en duurzaamheid) op cross-sectorale thema’s als human capital/arbeidsmarktvraagstukken, nieuwe business modellen en nieuwe vormen van samenwerking. 5. Binnen het ondernemerschapsonderwijs (Tilburg Center of Entrepreneurship) is in 2013 gestart met een minor Entrepreneurship, alsmede met een mastertrack Entrepreneurship. Tilburg University heeft zich tot doel gesteld eind 2015 een bedrag van minstens 2,5% van de publieke onderzoeksmiddelen aan valorisatie te besteden. Na afronding van het project rondom de valorisatie-indicatoren zal de universiteit rapporteren over de voortgang op deze indicator.
1.5 Indirecte kosten Tilburg University stelt zich ten doel indirecte kosten te verminderen. Prestatieafspraak: Tilburg University heeft de ambitie om de generieke overheadformatie ten opzichte van de totale formatie (eerste definitie van Bureau Berenschot, thans 21,8%) eind 2015 bij een gelijkblijvende primaire formatie te verminderen tot onder 21%. Voortgang: De generieke overhead is tussen 2010 en 2013 met 0,8 procentpunt afgenomen tot 21,0%, berekend volgens de Berenschot methode. Bij de berekening wordt de omvang van het ‘personeel niet in loondienst’ gelijk gehouden met de verandering van de omvang het ‘personeel in loondienst’ en is de overhead voor ICT en automatisering met de dezelfde verdeelsleutel als in 2010 aan de generieke overhead, de specifieke overhead en de primaire formatie toegerekend.
28
Voor de bedrijfsvoering is inmiddels gestart met de voorbereiding van het programma Herstructurering ondersteunende dienstverlening (BEST). Dit programma zal in 2014 nader worden uitgewerkt en daarna worden uitgevoerd. De ondersteuning van het primaire proces zal zo veel mogelijk worden gebundeld waardoor de OBP-formatie verder zal worden verminderd. De middelen die structureel vrijkomen, zullen worden ingezet voor onderwijs en onderzoek. Tabel 1.4 - Ontwikkeling overheadformatie
Percentage generieke overheadformatie van totale formatie
2010 Realisatie
2011 Realisatie
2012 Realisatie
2013 Realisatie
2015 Ambitie
21,8%
-
<21,8%
21,0%
<21,0%
29
Hoofdstuk 2
Onderzoek en valorisatie
2.1 Verslag bestuursagenda Jaarlijks stelt de universiteit een bestuursagenda op als onderdeel van de begroting. Deze bevat de uitwerking van de hoofdonderwerpen van het instellingsbeleid uit het Strategisch Plan. Tevens zijn in deze agenda onderwerpen opgenomen die eerder zijn gepland, maar het voorgaande jaar nog niet zijn gerealiseerd. In het jaarverslag van de universiteit wordt jaarlijks verslag gedaan van de voortgang van de bestuursagenda. Evaluaties onderzoeksprogramma’s en instituten Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013, prestatieafspraken Doel/omschrijving: Tilburg University hecht groot belang aan de kwaliteit van haar onderzoek. Daartoe evalueert zij periodiek haar onderzoeksprogramma’s en -instituten. Resultaat: Hoog kwaliteitsniveau onderzoeksprogramma’s Middelen: Reguliere exploitatie Actie: Rector Magnificus, decanen, CS/S&P Tijdschema: 2012 en verder Resultaat 2013: In 2013 hebben diverse onderzoeksvisitaties plaatsgevonden. In paragraaf 2.3.3 is een overzicht opgenomen van de resultaten van deze visitaties. Implementatie Centers of Excellence Strategisch Plan 2010-2013, prestatieafspraken Aanleiding/kader: Doel/omschrijving: Om in de nationale en internationale competitie mee te kunnen doen zal Tilburg University de mogelijkheid scheppen om een aantal van haar multidisciplinaire onderzoekscentra door te laten ontwikkelen tot een universitair Center of Excellence. Resultaat: Oprichting van Centers of Excellence aan Tilburg University FBI Middelen: Actie: Rector Magnificus, CS/S&P Tijdschema: 2012 en verder Resultaat 2013: In 2013 heeft de commissie Breimer onderzoeksinstituut TILEC (Tilburg Law and Economics Center) beoordeeld, en een positief advies gegeven aan het College van Bestuur om TILEC het predicaat Center of Excellence toe te kennen. TILEC is hiermee, na Intervict en Netspar, het derde Center of Excellence van Tilburg University. Versterking participatie Tilburg University in KP7, kaderprogramma’s, ERC Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013, prestatieafspraken Doel/omschrijving: In 2012 is het project ter stimulering van persoonsgebonden subsidies van NWO en ERC geëvalueerd. Op basis hiervan wordt een plan voor een vervolgtraject opgesteld met als doel de verhoging van i.h.b. Europese subsidies. Resultaat: Grotere deelname/succes in Europese onderzoeksprogramma’s FBI Middelen: Actie: Rector Magnificus, CS/S&P, faculteiten 2013 en verder Tijdschema:
30
Resultaat 2013: Begin 2013 is het project Stimulering Onderzoeksubsidies van start gegaan. Het project, met een looptijd van drie jaar, heeft als doel het verhogen van het aantal binnengehaalde onderzoekssubsidies. Het project draagt daarmee bij aan het realiseren van de prestatieafspraken met betrekking tot participatie in KP7, Horizon202, ERC in 2015. Tilburg Social Innovation Lab Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013, valorisatie Doel/omschrijving: Ontwikkelen en verduurzamen Tilburg Social Innovation Lab Resultaat: TiSIL Middelen: K€ 40 per jaar en externe middelen (HBO’s, Midpoint en overige stakeholders) Actie: Rector Magnificus, CS/S&P Tijdschema: 2012-2014 Resultaat 2013: Onder de vlag van TiSIL is in 2013 gewerkt aan een aantal concrete projecten, onder andere de ontwikkeling van een ‘transformatie-expeditie’ voor Cubiss, de Brabantse steunorganisatie voor de Brabantse bibliotheken (o.l.v. NHTV) en de organisatie van de Blue Sky Sessie ‘Living labs for Healthy Ageing’, in opdracht van de Gemeente Tilburg. Verder heeft de Werkgroep Europa, waarin TiSIL participeert naast Midpoint en Gemeente Tilburg, ingezet op lobby om het thema Social Innovation verankerd te krijgen in verschillende beleidsdocumenten (regionaal, nationaal en Europees). In dat kader is in juni 2013 ook een bijeenkomst in Brussel georganiseerd voor Europese beleidsmakers. Valorisatie ondernemerschap/Kennisklik Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013, Strategisch Plan StS 2010-2013 en Prestatieafspraken Doel/resultaat: De afdeling Kennisklik zal vanuit de nieuw geformuleerde ambitie onder meer door middel van accountmanagement en gerichte acquisitie een professionaliseringsslag gaan doormaken die meer recht doet aan deze tijdsgeest. Niet van toepassing Middelen: Actie: Voorzitter, StS/Kennisklik Operationeel in 2012/2013 Tijdschema: Resultaat 2013: De professionalisering van de afdeling Kennisklik is door middel van accountmanagement en acquisitie alsmede een nieuw inverdienmodel in gang gezet. Ook zijn eerste stappen gezet voor meer intensieve samenwerking met zowel interne partijen als externe organisaties. De studentondernemers, gehuisvest in en/of begeleid vanuit het ondernemerscentrum, laten een professionele doorontwikkeling zien met zowel groei in omzet als in aantal arbeidsplekken. De economische valorisatie van wetenschappelijke kennis is voortvarend ter hand genomen. Eind 2013 is een onderzoek gestart waarin wordt nagegaan hoe het principe van economische valorisatie en de alfa/gamma-disciplines van Tilburg University beter op elkaar kunnen worden aangesloten. 31
2.2 Rankings Tilburg University heeft als gespecialiseerde universiteit in 2013 goede posities weten te behalen de top van diverse internationale rankings. Voor Economics & Business en Economics & Econometrics staat de universiteit in de wereldtop 50 volgens respectievelijk de Sjanghai (ARWU) ranking (positie 47) en QS (42). Tilburg University vinden we in de top 100 terug bij de vakgebieden Accounting & Finance (QS, positie 52), Psychology (QS, 70) en Social Sciences (Times Higher Education, positie 68 en Sjanghai, positie 86). Volgens de Taiwan ranking staat Tilburg voor Social Sciences in 2013 op positie 106. Volgens QS bevindt de Tilburg University zich in de top 200 bij de disciplines Social Sciences & Management (108), Statistics & Operational Research (167), Philosophy (162) en Sociology (171). Op de overall rankings behoort de Tilburg University volgens de Times Higher Education tot de top 250 en volgens QS op positie 373. Tabel 2.1 - Score Tilburg University op diverse internationale rankings Wereld Europa
Nederland
2013
2012
2011
2013
2012
2011
2013
2012
2011
Economic/Business
47
53
61
7
7
8
2
2
2
Social sciences
86
81
88
16
11
17
4
3
4
Overall
500+
500
500
500+
219
216
13
13
13
Overall
225250
201225
225250
-
98
107
13
13
13
Social sciences
68
50+
50+
15
-
-
4
-
-
Arts & Humanities
100+
100+
100+
-
-
9
-
3
Clinical, Pre-clinical & Health 100+
100+
100+
-
-
-
-
-
100+
100+
100+
-
-
-
-
-
106
104
128
31
28
-
8
7
7
Economics & Econometrics
42
45
86
13
11
38
2
1
5
Accounting & Finance
52
67
148
18
18
57
3
3
6
Sociology
171
76
142
73
27
55
8
6
6
Social sciences & Management
108
88
97
47
32
35
4
3
4
Statistics & Operational research
167
91
110
65
21
38
8
4
6
Sjanghai (ARWU)
Times Higher Education
Engineering & Technology Taiwan Social sciences QS
32
Wereld
Europa
Nederland
2013
2012
2011
2013
2012
2011
2013
2012
2011
Psychology
70
138
-
27
46
-
8
8
-
Arts & Humanities
279
366
300+
136
-
-
10
-
-
Philosophy
162
-
-
66
-
-
7
-
-
Life Science & Medicine
401+
-
-
175+
-
-
11
-
-
Overall
373
422
402
123
186
186
13
13
13
Tilburg World Ranking Economic Research
19
22
25
3
4
6
1
1
2
Dallas World Ranking Business Research
34
38
41
3
3
3
1
1
1
- gegeven ontbreekt / geen ranking
2.3 Onderzoeksprogramma’s en -instituten 2.3.1 Relevante ontwikkelingen per faculteit Tilburg School of Economics and Management TiSEM heeft haar hoge posities in de onderzoeksrankings weten te behouden. In Europa neemt de faculteit een derde positie in, zowel in business als in economics, gebaseerd op totale onderzoeksoutput in wetenschappelijke toptijdschriften in de periode 2008-2012. De faculteit heeft diverse NWO-subsidies binnengehaald, waaronder één TOP-subsidie, één Vidi, vijf Onderzoekstalent, en één Open Competitie. In 2013 ging COBACORE - ‘The Community Based Comprehensive Recovery’- van start, een door de EU gesubsidieerd project gericht op het verbeteren van samenwerking tussen stakeholders in een post-crisis periode. In 2013 vielen meerdere onderzoekers van de faculteit in de prijzen. Zo werd het project ‘Economically Efficient Flood Standards to Protect the Netherlands against Flooding’, waaraan de Tilburgse onderzoekers Dick den Hertog en Ruud Brekelmans hebben meegewerkt, bekroond met de Franz Edelman Award, een prestigieuze prijs op het gebied van Operations Research. Tilburg Law School Wat betreft onderzoek lag de nadruk op de afronding van de mid-term review onderzoek en op de voorbereiding op de nieuwe Europese onderzoeksagenda Horizon 2020. Voor de mid-term review is het onderzoek van de jaren 2009-2011 beoordeeld door een internationale reviewcommissie op de aspecten kwaliteit, productiviteit, relevantie/impact en vitaliteit/haalbaarheid met een gemiddelde beoordeling van 4,5 op een schaal van 5. De aanbevelingen uit het beoordelingsrapport zijn een inspiratiebron geweest voor het nieuwe Strategisch Plan TLS. 33
De voorbereiding op de Europese onderzoeksagenda Horizon 2020 heeft een belangrijke impuls gekregen door de organisatie van een facultaire onderzoeksdag gewijd aan de thema’s van Horizon 2020 (maart 2013). Een belangrijk deel van de onderzoekers van TLS en enkele onderzoekers van TiSEM hebben deelgenomen aan deze dag. In het verlengde van deze dag zijn drie Horizon 2020 groepen geformeerd die nadere invulling hebben gegeven aan de voor TLS kansrijke Horizon 2020 thema’s. Het faculteitsbestuur heeft deze ontwikkeling gestimuleerd door de financiering van drie postdocs die een voortrekkersrol zullen vervullen bij het opbouwen van een consortium om vanuit de drie thema’s een aanvraag onder Horizon 2020 voor te bereiden. Deze postdocs starten hun werkzaamheden in 2014. Tilburg School of Social and Behavioral Sciences In 2013 hebben de externe onderzoeksvisitaties plaatsgevonden van Tranzo, Organization Studies en Human Resource Studies. De drie onderzoeksprogramma’s zijn zeer goed tot uitstekend beoordeeld. Ook de resultaten van de eindevaluatie van het onderzoekscentrum CoRPS waren uitstekend. Op basis hiervan is TSB voornemens een aanvraag voor een Center of Excellence voor CoRPS in te dienen. De Richtlijn Data Handling en Methods Reporting die de Wetenschapscommissie TSB heeft geformuleerd is vastgesteld. Eind 2013 is een start gemaakt met pilots om de toepasbaarheid van de richtlijn te toetsen. Voor de promovendi is een opleidingsprogramma vastgesteld. Dit facultair opleidingsprogramma draagt bij aan de kwaliteit en positionering van de TSB Graduate School en beoogt een solide opleiding te waarborgen voor alle aangestelde promovendi. In 2013 heeft TSB met succes subsidieaanvragen bij NWO en ZonMw ingediend, waaronder vier onderzoekstalentbeurzen, vier Veni-beurzen en een Aspasia-beurs bij NWO. Daarnaast zijn er twee Europese KP7 subsidievoorstellen toegekend en op het gebied van derde geldstroomfinanciering zijn onder meer een CZ-aanvraag, een KWF Fellowship en een Dichterbij-aanvraag binnengehaald. In totaal werd in 2013 een bedrag van ruim € 5,7 miljoen aan nieuwe tweede en derde geldstroom opdrachten toegekend. Tilburg School of Humanities In 2013 vonden visitaties plaats van alle TSH-onderzoeksprogramma’s en van de onderzoekscentra TICC, TILPS en Babylon. De beoordelingen van de internationaal samengestelde commissies waren goed tot excellent. De bevindingen van de visitatiecommissies worden betrokken in de doorontwikkeling van onderzoek en valorisatie, onder meer bij de profilering van de cultuurwetenschappelijke programma’s. De strategische onderzoeksagenda van TSH legt een focus op e-Humanities en multidisciplinariteit. Om dit perspectief TSH-breed te verankeren werd in oktober een succesvolle e-Humanities Meeting georganiseerd die leidde tot nieuwe onderzoeksinitiatieven. NWO honoreerde een VENI-subsidie aan Lisette Mol (TICC) voor haar onderzoek ‘Na-apen in woord en gebaar’. Voor de acquisitie van onderzoekssubsidies werd het incentivebeleid uitgebreid. De Dissertatieprijs 2013 van de Vereniging voor Wijsbegeerte van het Recht werd toegekend aan Nanda Oudejans voor haar dissertatie over de internationale reactie op het vluchtelingenprobleem vanuit juridisch en filosofisch standpunt. Geertjan de Vugt (promovendus DCU) won de essaywedstrijd van de Koninklijke 34
Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen en NRC Handelsblad. Het valorisatieproject Religie in het publieke domein heeft een bijdrage geleverd aan het Tilburg University Strategisch Plan 2014-2017 over de identiteit van de universiteit. In 2013 realiseerde TSH 23 promoties. De Graduate School for Humanities ontwikkelde een beleidskader voor de opleidingscomponent in het promotietraject. Tilburg School of Catholic Theology In 2013 werd het streefcijfer van drie promoties per jaar ruim overstegen: in totaal vonden vijf promoties plaats. Verder werd de uitwisseling van onderzoeksresultaten niet alleen bevorderd in de reguliere promovendi-bijeenkomsten maar ook in bijeenkomsten van alle onderzoekers in het Atelier, waarin na een lezing van een van de onderzoekers systematisch de onderzoeksoutput wordt geïnventariseerd. Verder vonden uitwisselingen plaats met de zusterfaculteit in Erfurt en zijn, in overleg met de Congregatie voor de Katholieke Opvoeding (H. Stoel), meer systematisch dan voorheen de mogelijkheden en de voordelen verkend van een strategisch partnerschap met Heythrop College (Engeland), Saint Patrick’s College Maynooth (Ierland), de theologische faculteit te Oslo (Noorwegen) en het Newman Instituut te Uppsala (Zweden). Vooral de mogelijkheid van joint doctorates werd verder uitgewerkt. Het rapport van de onderzoeksvisitatie was de aanleiding om de coherentie van de twee onderzoeksprogramma’s verder te doordenken. Vanuit de onderzoekscentra (CPO, Thomas Instituut, RJC, Cardinal Willebrands Research Center, Centrum voor Justitiepastoraat) werd een krachtige onderzoeksimpuls ontvangen in de vorm van congressen (over Thomas, over het martelaarschap, de wisselwerking van theologie en economie, de jonge Willebrands, en over de meerstemmigheid van de geestelijk verzorger bij justitie) en in de vorm van een NWO subsidie (Vrije Competitie), voor het onderzoeksproject ‘Parables and the Partings of the Ways’. TiasNimbas In 2013 heeft TiasNimbas een start gemaakt met haar strategische herpositionering; er wordt gestreefd om in de volgende 5 jaar te komen tot een ‘School for Business and Society’. Hierbij staan ook onderzoek en valorisatie centraal. Om relevante en actuele thema’s in organisatie en maatschappij te kunnen vertalen naar bruikbaar onderzoek en aansprekende opleidingen is in 2013 de interne organisatie aangevuld met een Knowledge LAB-structuur. LABs zijn open virtuele platformen waarbinnen wetenschappers samen met professionals uit de praktijk werken aan ontwikkeling, disseminatie en toepassing van relevant onderzoek. Elk LAB is verbonden aan een aantal business partners en/of sponsoren uit de desbetreffende sector. Er zijn momenteel vijf LABs: VastgoedLAB, FinanceLAB, HealthLAB, GovernanceLAB, en Business DevelopmentLAB. Op wekelijkse basis wordt er door de onderzoekers binnen elk van deze LABs content aangeleverd in de vorm van korte artikelen en (livestream) webinars. In de meeste gevallen hebben deze direct betrekking op het eigen onderzoeksveld. In het kader van valorisatie zullen binnen de LABs ook steeds meer nieuwe opleidingen ontwikkeld worden die voortvloeien uit de co-creatie tussen business partners en wetenschappers. Hierbij krijgt ook het digitaal onderwijs een prominente rol. Er is in 2013 geïnvesteerd in het MediaLAB & IT Services waarmee de ontwikkeling van blended learning modules verder is verankerd binnen TiasNimbas. 35
Zo is er bijvoorbeeld, de inmiddels zeer goed ontvangen, pre-master blended learning module ontwikkeld. 2.3.2 Centers of Excellence Tilburg University wil de continuïteit van de multidisciplinaire onderzoekscentra duurzaam blijven stimuleren. Hiertoe kunnen onze beste centra zich door ontwikkelen tot een universitair Center of Excellence. Om te bepalen welke instituten voldoen aan de eisen om een Center of Excellence te kunnen worden, is er een onafhankelijke semipermanente commissie ingesteld onder voorzitterschap van professor Douwe Breimer, die de kwaliteit van de bestaande instituten kan beoordelen en het brede veld waarbinnen aan Tilburg University onderzoek wordt uitgevoerd kan overzien. De commissie heeft het College van Bestuur tot nog toe drie keer geadviseerd. Dit heeft geleid tot de benoeming van drie onderzoekscentra tot Center of Excellence: Intervict, Netspar en TILEC. Intervict Tilburg University’s eerste Center of Excellence timmerde in 2013 volop verder aan de weg. In de zomer van 2013 studeerde meer dan de helft van de veertig ingeschreven Masterstudenten af en bemachtigde zo de unieke titel MSc Victimology and Criminal Justice. De nieuwe master mag zich verheugen in veel belangstelling. In augustus startte de tweede groep van zestig masterstudenten; twintig van hen zijn afkomstig uit het buitenland. Dr. Antony Pemberton ontving in 2013 een prestigieuze Veni-subsidie van NWO voor zijn onderzoeksvoorstel Slachtofferverhalen van rechtvaardigheid en onrechtvaardigheid. De komende drie jaar zal hij naar nieuwe inzichten zoeken in de ervaring van slachtoffers met het (straf-)rechtssysteem door middel van verhalen van slachtoffers. In het najaar stonden twee promovendi in de aula van de universiteit. Volgens Esmah Lahlah speelt kindermishandeling een belangrijke rol bij de oververtegenwoordiging van Marokkaans-Nederlandse jongens in de criminaliteit. Volgens Lahlah moet er meer aandacht komen voor preventie en vroegtijdige interventie van kindermishandeling. Francesca Capone pleit voor een internationale (juridisch bindende) conventie voor recht op herstel, met bijzondere aandacht voor kwetsbare slachtoffers zoals kinderen. Haar promotie was een ‘joint doctorate’ (een van de eerste van TLS) met de Scuola Superiore Sant’Anna in Pisa. Als blijk van waardering voor de bijdrage van prof.dr. Jan van Dijk aan de kennisontwikkeling op het gebied van slachtoffers introduceerden het Ministerie van Veiligheid en Justitie en het Fonds Slachtofferhulp in november de Jan van Dijk Victimology and Victims’ Rights Award voor masterscripties en dissertaties. In december sprak hoogleraar Victimologie Peter van der Velden zijn inaugurele rede uit voor de Pieter van Vollenhoven leerstoel. Deze leerstoel, gefinancierd door het Fonds Slachtofferhulp, beoogt juridisch en sociaalwetenschappelijk onderzoek te verrichten naar slachtofferschap van misdrijven, ongelukken, rampen en andere soorten bedreigingen van menselijke veiligheid met het oog op preventie en slachtofferhulp. In zijn rede ‘Problemen groter dan gedacht’ betoogde van der Velden dat zelfredzaamheid van slachtoffers cruciaal is voor herstel en meer aandacht verdient in wetenschappelijk onderzoek en hulpverlening.
36
Netspar Afgelopen zomer zijn de activiteiten van Netspar in de periodes 2007-2010 (final) en 2011-2013 (mid-term) geëvalueerd door NWO, in opdracht van de vier ministeries die het pensioeninnovatie programma subsidiëren. De commissie is positief over de maatschappelijke relevantie, de wetenschappelijke betekenis en de effectieve valorisatie. Er zijn voorbereidingen getroffen voor het programma 2015-2019, waarvoor een hernieuwing van het commitment van sector en overheid nodig is. Positionering en strategie zijn aangescherpt: er is gekozen voor verbreding van het onderzoek naar pensioen, werk, zorg en wonen. In het toegepast onderzoek vindt er een verbreding van disciplines plaats en er wordt meer nadruk gelegd op internationaal onderzoek (VS, Canada, Australië en Horizon 2020) en beïnvloeding in Europa, voor zover relevant voor het Nederlandse pensioendebat. De deelname in het Europese MOPACT-project verloopt voorspoedig. Hetzelfde geldt voor de uitvoering van de Sociale Infrastructuur Agenda (topsectorenbeleid), die Netspar namens NWO voor haar rekening neemt. Kennisdeling en valorisatie krijgen veel aandacht binnen Netspar. In 2013 waren er ruim 30 kennisevents. De eerste leergang van de Masterclass cyclus Pensioeninnovatie is in 2013 afgerond en goed geëvalueerd. Ook de tweede leergang die in september van start is gegaan was binnen een week vanuit de pensioensector overtekend. TILEC Het Tilburg Law and Economics Center (TILEC) heeft in 2013 als derde onderzoeksinstituut binnen Tilburg University het predicaat Excellent verworven. In het adviesrapport van de onafhankelijke commissie Breimer wordt het hoge niveau van multidisciplinaire samenwerking - tussen economie en recht - dat TILEC sinds de oprichting in 2002 heeft bereikt geprezen. Het center onderscheidt zich op dat vlak niet alleen van onderzoekscentra binnen de Tilburgse universiteit, maar ook van vergelijkbare centra in Nederland en Europa. Op dit moment is TILEC een actieve organisatie met meer dan 50 members afkomstig uit zowel de juridische als uit de economische faculteit. In 2013 bestond TILEC tien jaar en heeft dit met vier internationale academische workshops gevierd. Thema’s van de workshops waren Economic Governance and Organizations, Competition Policy and Regulation in Media and Telecommunications, Innovation and the Patent System en International Standardization. Daarnaast heeft TILEC onderzoeksprojecten uitgevoerd voor een aantal nationale en internationale organisaties zoals Microsoft, Qualcomm, Schindler en ACM. 2.3.3 Kwaliteitszorg onderzoek Tilburg University hecht grote waarde aan de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek. Het College van Bestuur streeft er dan ook naar dat alle onderzoeksprogramma’s elke zes jaar een onderzoeksvisitatie ondergaan. Voor een retrospectief en prospectief beeld van deze visitaties vindt drie jaar na een beoordeling ook een zogenaamde mid-term review plaats. Tilburg University hanteert hierbij een 4-uit-5 kwaliteitsbeleid. Van onderzoeksprogramma’s die niet aan deze eis voldoen, wordt verwacht dat er op zeer korte termijn een actieplan komt om de kwaliteit op het vereiste niveau te brengen, dan wel dat het programma niet wordt gecontinueerd. 37
Bij TSH werden in 2013 de resultaten bekend van twee onderzoeksvisitaties en een mid-term review (uitgevoerd in 2012). De onderzoeksprogramma’s van het departement Filosofie hebben geparticipeerd in een landelijke onderzoeksvisitatie. De onderzoeksprogramma’s van het departement Communicatie- en Informatiewetenschappen zijn in een ‘stand alone’ visitatie betrokken geweest, die deel uitmaakte van een landelijke visitatieronde. Voor de onderzoeksprogramma’s van het departement Cultuurwetenschappen is een mid-term review georganiseerd. Tabel 2.2a - Overzicht resultaten onderzoeksvisitatie Departement Filosofie Kwaliteit Productiviteit
Relevantie
Vitaliteit
Gemiddeld
Practical Philosophy
4.0
4.0
4.0
4.0
4.0
Theoretical Philosophy
4.5
4.5
4.0
3.0
4.0
History of Philosophy
3.5
3.5
3.5
3.0
3.38
Relevantie
Vitaliteit
Gemiddeld
Tabel 2.2b - Overzicht resultaten onderzoeksvisitatie Departement Communicatie- en Informatiewetenschappen Kwaliteit Productiviteit Language,Communication and Cognition
5.0
4.0
4.0
4.0
4.25
Creative Computing
5.0
5.0
5.0
4.0
4.75
- TSH heeft in 2013 geparticipeerd in de landelijke onderzoeksvisitatie Theology & Religious Studies. Tabel 2.2c - Overzicht resultaten onderzoeksvisitatie Tilburg School of Catholic Theology Kwaliteit Productiviteit
Relevantie
Vitaliteit
Gemiddeld
Christian Identity in a Pluralistic Context
3.0
3.0
3.0
3.0
3.0
(Re-) actualizing Catholic Identity in Advanced Modernity
3.0
3.0
4.0
3.0
3.25
- TSB heeft in 2013 geparticipeerd in de landelijke onderzoeksvisitatie Organization Studies. Daarnaast heeft er bij het departement Tranzo (Wetenschappelijk centrum voor zorg en welzijn) een ‘stand-alone’ visitatie plaatsgevonden. Tabel 2.2d - Overzicht resultaten onderzoeksvisitatie Organization Studies & Tranzo Kwaliteit Productiviteit
Relevantie
Vitaliteit
Gemiddeld
Organization Studies
4.5
5.0
4.0
4.0
4.38
Human Resources Studies
4.5
4.5
5.0
4.5
4.63
Tranzo
4,5
5,0
4,5
4,5
4.63
- Bij TLS heeft in 2013 een mid-term review plaatsgevonden van alle departementen (m.u.v. bestuurskunde).
38
Voor 2014 zijn de volgende onderzoeksvisitaties gepland: - Het departement Sociologie van de TSB. - TiSEM voert in 2014 een mid-term review uit voor alle onderzoeksprogramma’s. 2.3.4 Stichting Bijzondere Leerstoelen In 2013 zijn drie nieuwe bijzondere leerstoelen gevestigd en er zijn zes bijzondere leerstoelen beëindigd. Eén van de nieuwe bijzondere leerstoelen, de leerstoel Onderwijsarbeidsmarkt (TLS) wordt gedeeld door twee bijzonder hoogleraren. In 2013 zijn de volgende leerstoelen gevestigd: TLS Naam bijzonder hoogleraar Prof.dr. F.Cörvers en Prof.dr. J.S.M. van der Meer (gedeelde leerstoel 2 x 0.2 fte) Titel Onderwijsarbeidsmarkt Initiatiefnemer Centrum voor Arbeidsverhoudingen TSH Naam bijzonder hoogleraar Prof.dr. L.H.M. Hanssen Life Writing and Cultural Memory Titel Initiatiefnemer Centacon TSB Naam bijzonder hoogleraar Prof.dr. K.G. Luijkx Titel Ouderenzorg Initiatiefnemers De Riethorst Stromenland, St. Groenhuysen, Volckaert, Surplus, De Wever, St. Schakelring, Zorggroep West- en Midden-Brabant, CZ Zorgkantoren, Brabantzorg, Zuidzorg Tabel 2.3 - Ontwikkeling bijzondere leerstoelen in aantal 2009-2013 2009
2010
2011
2012
2013
TiSEM
11
12
11
11
10
TSB
15
17
19
17
17
TLS
7
8
9
8
6
TSH
13
15
12
9
7
TST
6
8
8
6
7
TiasNimbas
4
7
9
9
10
56
67
68
60
57
Totaal
39
2.4 Valorisatieplan Midden en West Brabant Het Valorisatieplan Midden en West Brabant is een samenwerking tussen Tilburg University, Avans Hogeschool en NHTV Breda, gebundeld in Starterslift, en stimuleert ondernemerschap in drie vormen: 1. Ondernemerschapsonderwijs 2. Het begeleiden en faciliteren van start-ups (studentondernemers) 3. Het economisch verwaarden van wetenschappelijke kennis Pijler 1 - Ondernemerschapsonderwijs De (vernieuwde) minor Entrepreneurship is in 2013 van start gegaan. In totaal volgden ruim 300 studenten de drie minorvakken; 54 van hen ontvingen het minor-certificaat. De studenten waardeerden deze minor als de beste: 3,87 op een 5-puntsschaal. Daarnaast zijn we in 2013 gestart met een Master Track Entrepreneurship. Deze track bestaat uit drie vakken en een thesis. Het eerste vak (najaar 2013) heeft 170 studenten aangetrokken. Naar verwachting zullen de twee andere vakken (voorjaar 2014) gemiddeld tachtig studenten bevatten. Verder is er vanuit het Expertise centrum CERC een aantal activiteiten georganiseerd waarmee het onderzoek naar ‘venturing’ zijn weg vond naar het bedrijfsleven. Omgekeerd droeg het bedrijfsleven bij aan onderwijsactiviteiten (gastcolleges en afstudeeropdrachten) en onderzoeksactiviteiten (cases). Ook het onderzoek naar ‘snelle groeiers’ kreeg verder vorm. Voor 2014 wordt daar een derde onderzoeksgroep aan toegevoegd, namelijk ‘sustainable entrepreneurship’. Pijler 2 – Start Ups Studenten, medewerkers en alumni van Tilburg University die een goed business idee hebben of recentelijk zijn gestart, kunnen van Starterslift ondersteuning krijgen bij het ontwikkelen en op de markt brengen van innovatieve producten en diensten. Bij het scouten en screenen hanteert Starterslift een selectiemethode waarbij de strategie is gericht op kwaliteit in plaats van kwantiteit. Een screeningscommissie, bestaande uit ondernemers en ervaren professionals uit het bedrijfsleven, bepaalt of de ondernemer wordt toegelaten. De verhouding tussen gescoute en toegelaten deelnemers was in 2013 ongeveer 1 op 5. Vanuit Tilburg University zijn in totaal 26 ondernemers opgenomen als deelnemer in het programma. Door de Starterslift fondsen krijgen jonge innovatieve bedrijven vroegtijdig financiering. Sinds begin 2013 is meer dan 1,1 miljoen euro uit deze fondsen verstrekt aan innovatieve en kennisintensieve ondernemers. Het totale resultaat van de Starterslift-ondernemers was bijna 11 miljoen euro, tegenover 5,3 miljoen euro in 2012. Gezamenlijk realiseerden zij 430 arbeidsplaatsen. Het Starterslift programma levert daarmee een positieve bijdrage aan de economie en werkgelegenheid in de regio.
40
Figuur 2.1 - Resultaten Starterslift
€ 10,8 mln € 5,3 mln € 1,8 mln
430 fte
270 fte
100 fte
2011
2012
2013
Koppeling tussen pijler 1 en 2 De constructieve samenwerking met de kennisinstellingen Tilburg University, Avans Hogeschool en NHTV Breda blijkt hierbij van cruciaal belang. Ondernemend vermogen en ondernemerschap worden al in een zeer vroege fase van de opleiding aangeboden en structureel ingebed in de curricula. Verankering in het hoger onderwijs draagt zichtbaar bij aan het succes van innovatieve en kennisintensieve ondernemers: zowel het aantal deelnemers als de kwaliteit van hun business cases vanuit kennisinstellingen namen aanzienlijk toe in 2013. Pijler 3 – Business Development De alfa- en gammawetenschappen kenmerken zich door het onderwerp van onderzoek en studie. Veelal betreft het onderzoek naar het menselijk handelen en zijn de wetenschappelijke methoden in de basis analyserend, interpreterend, verklarend en statistisch van aard. Een praktische toepasbaarheid, vooral het creëren van commerciële producten of diensten en nieuwe bedrijvigheid, is echter niet altijd evident. Doelstelling van het Valorisatieplan Midden en West Brabant is: “Een structureel valorisatieproces dat publiek gefinancierde kennis beter en sneller benut en tot economische en maatschappelijke meerwaarde leidt.” In de oorspronkelijke plannen is deze doelstelling (eenzijdig) vertaald naar aantallen spin-outs en omzet en werkgelegenheid van deze spin-outs. Als gevolg van de gesignaleerde problematiek van valorisatie van alfa- en gammawetenschappen is besloten tot een redesign van pijler 3 die in 2014 zijn beslag moet krijgen.
41
Hoofdstuk 3
Onderwijs
3.1 Verslag bestuursagenda Kwaliteit en studiesucces Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013, prestatieafspraken Doel/omschrijving: Selectie aan de poort, studiekeuzegesprekken, intensivering onderwijs, professionalisering docenten (BKO/SKO), verhoging BSA-norm. Resultaat: Verhoging studiesucces en verbetering kwaliteit van het onderwijs Middelen: FBI, algemene middelen Actie: Rector Magnificus, CS/S&P, faculteiten Tijdschema: 2013 en verder Resultaat 2013: In 2013 is gewerkt aan vernieuwde aanpak van de werving voor alle bacheloropleidingen. Voor alle bacheloropleidingen, met uitzondering van een aantal opleidingen waarvoor een selectieprocedure geldt, is gewerkt aan het in gereedheid brengen van een studiekeuzecheck. In 2013 is voor het eerst met een, landelijk overeengekomen, numerus fixus gewerkt voor de bacheloropleidingen Rechtsgeleerdheid, Fiscaal recht en Ondernemingsrecht. Het voornemen om de BSA te verhogen van 42 naar 48 ECTS is nog niet gerealiseerd; uit monitoring van de studievoortgang in 2013 bleek die stap nog te groot. In 2013 hebben docenten bij alle faculteiten gewerkt aan het traject voor het BKO. Het aantal BKO’s is in 2013 dan ook gestegen van 12% naar ruim 20%. Alle faculteiten hebben gewerkt aan verdere intensivering van het onderwijs, in het bijzonder in het eerste jaar van de bacheloropleidingen. Differentiatie onderwijs Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013, prestatieafspraken Doel/omschrijving: Verder vormgeven aan onderwijs voor excellente studenten, verkennen mogelijkheden voor meer differentiatie in het onderwijs. Resultaat: Meer op verschillende groepen studenten toegesneden onderwijs Middelen: FBI, algemene middelen Actie: Rector Magnificus, CS/S&P, faculteiten Tijdschema: 2013 en verder Resultaat 2013: In 2013 is in het kader van het nieuwe Strategisch Plan gekeken naar de aanpak van het excellentieonderwijs. Het Outreaching Honors Program is in het najaar van 2013 beoordeeld door de experts van Sirius. Het programma wordt gecontinueerd met alternatieve financieringsbronnen. Onder de noemer ‘excellentie’ werd in het voorstel voor de prestatieafspraken een breed aanbod gepresenteerd bestaande uit: on-top-of-programma’s, extended masters, double/dual degree-programs en research masters. Deze on-top-of-programma’s timmeren gezamenlijk aan de weg om studenten te werven.
42
Ontwikkeling opleidingsportfolio Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013 Doel/omschrijving: Tilburg University werkt permanent aan het ontwikkelen van haar opleidingsportfolio. Resultaat: Nieuwe, aangepaste opleidingen Middelen: PM Actie: Rector Magnificus, decanen, CS/S&P Tijdschema: 2013 en verder Resultaat 2013: In 2013 zijn diverse opleidingen afgebouwd en zijn stappen gezet naar de opstart en ontwikkeling van nieuwe opleidingen. Zo zijn de voorbereidingen gestart voor de nieuwe opleidingen Individual Differences (Research Master) van TSB en een master op het terrein van Zorginnovatie bij Tranzo. Efficiënter roosterproces voor collegezalen en tentamens Strategisch Plan Tilburg University en StS 2010-2013 Aanleiding/kader: Doel/resultaat: Inrichten van een efficiënter roosterproces voor collegezalen en tentamens. Middelen: Afhankelijk van de uitkomst doorlichting roosterproces Actie: Voorzitter, StS, faculteiten De resultaten worden begin 2013 verwacht Tijdschema: Resultaat 2013: In 2013 is hard gewerkt aan de implementatie van Exam Scheduler (live-gang gekoppeld aan MySIS light, medio 2014). De pilot ‘halfjaarlijks roosteren’ is in 2013 voortgezet (evaluatie februari 2014). Eind 2013 is een werkgroep in opdracht van het College van Bestuur een onderzoek gestart naar de haalbaarheid van een uniform jaarrooster. Verbetering facilitering internationale studenten Aanleiding/kader: Strategisch Plan Tilburg University en StS 2010-2013 en prestatieafspraken Doel/resultaat: Onze internationaliseringsambities doen een beroep op de wijze waarop Tilburg University internationale studenten faciliteert in huisvesting, career services, opleiding etc. en de campus toegankelijk maakt. Het is in dat licht noodzakelijk de keten tussen StS en de faculteiten met betrekking tot de processen rond internationale studenten efficiënter in te richten. Middelen: Afhankelijk van de uitkomsten van de werkgroep Internationalisering en de ketenanalyse die alle faculteiten en diensten betreft Actie: Voorzitter, StS/IO, faculteiten Gereed in 2012 /2013 Tijdschema: Resultaat 2013: De werkgroep Internationalisering, onder leiding van de rector magnificus, heeft in het voorjaar van 2013 een rapport uitgebracht waarin een aantal voorstellen voor efficiencyverbetering binnen de internationaliserings-’kolom’ gepresenteerd werden.
43
Career Services Aanleiding/kader: Strategisch Plan Tilburg University en StS 2010-2013 Doel/resultaat: Ten aanzien van Career Services verwacht de maatschappij andere kwaliteiten van afgestudeerden (academic professionals). De arbeidsmarkt voor academici verandert dan ook in hoog tempo. Meer aandacht voor begeleiding naar de arbeidsmarkt van nationale en internationale studenten is noodzakelijk. Dat vraagt optimale benutting van ons universitaire netwerk richting werkgevers en alumni, focus tijdens de studie op de ontwikkeling van soft-skills, het mogelijk maken van bredere carrièreontwikkeling dan de studie alleen etc. De universiteit wil op dit gebied een flinke ambitieslag maken en investeren. Middelen: Afhankelijk van besluitvorming College van Bestuur Actie: Voorzitter, StS, TiSEM Najaar 2012; uitvoering vanaf goedkeuring. Tijdschema: Resultaat 2013: Faculteiten en StS hebben hun ontwikkelingen en activiteiten op het gebied van student career services onverminderd voortgezet. Een nieuwe ambitie op het gebied van student career services en arbeidsmarktoriÍntatie zal binnen de kaders van het Strategisch Plan verder vorm krijgen. Invoeren nieuw stelsel van bestuursbeurzen/subsidies Student Services Aanleiding/kader: Strategisch Plan Tilburg University 2010-2013 en bezuinigingen Doel/resultaat: Het stelsel van bestuursbeurzen en subsidies van StS is afgelopen jaar herzien. Er zijn uitgangspunten geformuleerd op grond waarvan een transparante beleidslijn kan worden ontwikkeld. Studentenorganisaties zijn hierbij betrokken. Niet van toepassing Middelen: Actie: Voorzitter, StS Tijdschema: De afdelingen Academic Forum en Student Advisory Office gaan in het academisch jaar 2012/2013 volgens de nieuwe werkwijze van start Resultaat 2013: Het nieuwe stelsel van bestuursbeurzen en subsidies is in 2013 ingevoerd. Strategische heroverweging bachelor- en masterwerving Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013 Doel/omschrijving: Ontwikkeling van de werving van bachelor- en masterstudenten naar aanleiding van maatschappelijke ontwikkelingen, prestatieafspraken en onderwijsintensivering. Resultaat: Geactualiseerde en effectieve inrichting van de marketingcommunicatie, webbased en crossmediaal vormgegeven en met een verantwoorde verhouding tussen kosten en opbrengsten. Wervingsresultaat conform targets in overleg met faculteiten. Behoud van het predicaat: beste website uit het Nederlands Hoger Onderwijs. Reguliere middelen Middelen: Actie: Voorzitter, GS/ERM 2013 Tijdschema:
44
Resultaat 2013: In de bachelorwerving heeft een kanteling plaatsgevonden van een productgericht naar een vraaggestuurd aanbod van informatie en voorlichtingsactiviteiten op basis van het OVVK-model (oriënteren, verkennen, verdiepen, kiezen). Deze nieuwe aanpak is doorgevoerd in materialen en crossmediale campagnes, en zal in 2014 verder worden uitgerold met een nieuwe site voor bachelor-studiekiezers. In 2013 heeft de website van Tilburg University wederom een top drie positie weten te behalen (tweede plaats) in de competitie van de beste websites in het WO. In overleg met de (nieuwe) bestuurscommissie ERM is de heroverweging van de masterwerving verplaatst naar 2014. Internationale Marketing Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013 Doel/omschrijving: Realisatie van strategische visie op internationale studentenwerving. Resultaat: Integrale en campusbrede benadering, kosteneffectief en efficiënt. Wervingsresultaat conform targets in overleg met faculteiten. Middelen: Reguliere middelen en facultaire middelen voor internationalisering en recruiting Rector Magnificus, GS/ERM Actie: Tijdschema: 2010-2013 Resultaat 2013: In 2013 is een nieuwe strategie voor de werving van internationale studenten ontwikkeld, waarbij de wervingsactiviteiten meer focus krijgen en gestructureerd kunnen worden ingezet, door een integrale en campusbrede benadering die kosteneffectief en efficiënt is. In 2013 hebben de faculteiten nog geen overeenstemming bereikt over de keuze voor focuslanden, ad hoc-landen, facultaire landen en de verdeling van het budget tussen deze drie categorieën. Dit besluit zal genomen worden in het eerste kwartaal van 2014.
3.2 Rankings Keuzegids Masters 2013 (publicatiedatum april 2013) De Keuzegids Masters vergelijkt en beoordeelt alle masteropleidingen. Over alle studies gemeten wordt Tilburg University beoordeeld met 60 punten. Dit is dezelfde totaalscore als in 2012 en 2011. Van de dertien beoordeelde universiteiten staat Tilburg University hiermee op de tiende plaats. Zeventien van de 36 beoordeelde masters van Tilburg University scoren in 2013 een eerste plek. De masters Fiscaal Recht, Ondernemingsrecht, International Business Law, Econometrics and Mathematical Economics, Quantitative Finance & Actuarial Science, Research Master in Business, Fiscale Economie en Accounting zijn de niet-unieke masters van Tilburg University, die als beste worden beoordeeld door studenten. Ook Filosofie en Theologie en Religiewetenschappen scoren goed met een tweede plaats tussen respectievelijk zes en zeven andere aanbieders.
45
De onderzoeksmaster Grondslagen & Methoden van de Rechtswetenschap behoort volgens de normen van het C.H.O.I., dwars op de disciplines, tot de top van het Nederlandse masteronderwijs. Aan deze master is daarom een apart kwaliteitszegel toegekend. NSE 2013 (publicatiedatum mei 2013) De Nationale Studentenenquête (NSE) is een grootschalig landelijk onderzoek waarin jaarlijks alle studenten aan hogescholen en universiteiten worden uitgenodigd om hun mening te geven over hun opleiding. In het voorjaar van 2013 hebben 4.504 studenten van Tilburg University de NSE ingevuld. Studenten van Tilburg University geven gemiddeld een oordeel van 3,92 (op een schaal van 1 tot en met 5) op de vraag naar de algemene tevredenheid over de studie. Dit cijfer ligt iets lager dan het landelijke gemiddelde voor universiteiten (3,95). In vergelijking met studenten aan andere Nederlandse universiteiten oordelen de studenten van Tilburg University significant positiever over: • Opdoen van wetenschappelijke vaardigheden • Studierooster • Studieomgeving • Huisvesting Voor de volgende aspecten geldt dat de Nederlandse universiteiten gemiddeld een lage absolute waardering krijgen (<3,5), waarbij Tilburg University op alle aspecten minder scoort dan het landelijk gemiddelde: • Voorbereiding op de beroepsloopbaan • Studiebegeleiding • Informatievoorziening • Stage en opleiding • Kwaliteitszorg Vergeleken met 2012 zijn de studenten positiever over studieomgeving en huisvesting, maar zijn de oordelen significant lager over het opdoen van algemene vaardigheden, het opdoen van wetenschappelijke vaardigheden, docenten, studiebegeleiding, informatievoorziening en studierooster. Elsevier Beste Studies 2013 (publicatiedatum september 2013) Tilburg University is door de hoogleraren en hoofddocenten voor het zevende achtereenvolgende jaar uitgeroepen tot beste specialistische universiteit in het jaarlijks onderzoek van het weekblad Elsevier. Ruim 2.000 hoogleraren en hoofddocenten van universiteiten deden mee aan de jaarlijkse Elsevier Faculty Rating, die als input dient voor Elsevier Beste Studies. Dertien universiteiten werden onder de loep genomen en onderverdeeld in drie groepen: brede, specialistische en technische universiteiten.
46
Volgens de hoogleraren scoren de volgende bachelors van Tilburg University het beste in vergelijking met hun equivalenten elders: • Econometrie & Operationele Research • Economie & Bedrijfseconomie • Economie • Communicatie- & Informatiewetenschappen Tilburg University is door studenten ten opzichte van 2012 iets beter beoordeeld in de Elsevier Beste Studies 2013. Het gemiddelde tevredenheidpercentage over de negentien beoordeelde bachelors van Tilburg University is 60,4%. Dit is een stijging ten opzichte van 2012 (59,0% tevreden bij dezelfde opleidingen). Het gemiddelde tevredenheidpercentage over de 33 in 2013 beoordeelde masters van Tilburg University is 62,3%. Dit is een daling ten opzichte van 2012 (63,6% tevreden over de zeventien vergelijkbare opleidingen). De bachelor Economie is de enige niet-unieke bachelor van Tilburg University, die als beste wordt beoordeeld door studenten. De bachelor Bedrijfseconomie behaalt een tweede plaats (ook volgens hoogleraren). negentien van de drieëndertig beoordeelde masters van Tilburg University scoren in 2013 een eerste plek. De masters Ondernemingsrecht en Communicatie- en Informatiewetenschappen zijn de niet-unieke masters van Tilburg University, die als beste worden beoordeeld door studenten. Keuzegids Universiteiten 2014 (publicatiedatum november 2013) De Keuzegids Universiteiten vergelijkt en beoordeelt alle wo-bacheloropleidingen. In het algemeen wordt Tilburg University in de 2014-editie duidelijk beter beoordeeld dan in de voorgaande editie. Tilburg University wordt over alle studies gemeten beoordeeld met 61,5 (gemiddeld) punten. Hiermee stijgt zij behoorlijk ten opzichte van 2013 (58,5) en licht ten opzichte van 2012 (61). Tilburg University bekleedt van de veertien universiteiten een negende plaats. In 2013 was dit een elfde plaats. Met een stijging van de gemiddelde score met drie punten realiseert Tilburg University absoluut gezien de grootste stijging. Van de bachelors van Tilburg University, die onderling te vergelijken zijn (dus de niet-unieke opleidingen) scoort Economics een eerste positie ten opzichte van de concurrenten. De volgende bachelors scoren eveneens goed met een tweede plaats: Fiscaal Recht (vijf aanbieders), Organisatiewetenschappen (vier aanbieders) en Fiscale Economie (vier aanbieders). Met een totaalscore van 82 behoort de bachelor Economics volgens de normen van het C.H.O.I., dwars op de disciplines, tot de top van het Nederlandse wetenschappelijk onderwijs. Aan deze bachelor is daarom het kwaliteitszegel ‘topopleiding’ toegekend.
47
Tabel 3.1 - Positie van TiasNimbas op Financial Times ranglijsten in 2013 Ranglijst
Programma
Wereld
Europa
Nederland
European Business School Ranking
Alle programma’s
-
20
2
EMBA Ranking
EMBA
93
35
3
Masters in Management
International MSc in Business Administration
53
47
3
Executive Education - Customized
CSP programma’s
47
24
1
57
27
2
Executive Education - Open Open programma’s
3.3 Onderwijsprogramma’s 3.3.1 Relevante ontwikkelingen per faculteit Tilburg School of Economics and Management Met ingang van het collegejaar 2013/2014 past TiSEM in nagenoeg al haar onderwijsprogramma’s Research Based Learning (RBL) toe. RBL is een onderwijsbenadering waarbij onderzoek stevig in het curriculum is ingebed. Dit gebeurt door onderzoekselementen op verschillende manieren in het onderwijs te integreren (o.a. leren over onderzoek, participeren in onderzoek en het zelf uitvoeren van onderzoek). Ook het gebruik van diverse innovatieve lesmethoden, tussentijdse toetsing en opdrachten om studenten te activeren, en een ondergrens voor het aantal contacturen per vak maken deel uit van deze benadering. De faculteit biedt met ingang van september de lerarenopleidingen Algemene Economie en Management & Organisatie aan. Ook is in september het nieuwe masterprogramma International Business Taxation van start gegaan, een coproductie van TiSEM en TLS. Tot slot heeft TiSEM samen met het Tilburgse Odulphuslyceum en vereniging Ons Middelbaar Onderwijs het initiatief genomen voor het Econasium, een programma om VWO-scholieren te motiveren om te kiezen voor een economische, bedrijfseconomische of econometrische studie aan Tilburg University. Tilburg Law School De in 2010 ingezette redesign-operatie van het bacheloronderwijs binnen TLS is verder uitgevoerd. Voor zowel de rechtenbachelors als voor de bestuurskundebachelor is een start gemaakt met het derde onderwijsjaar. Het redesign beoogt primair de praktische en onderwijskundige stroomlijning van het bacheloronderwijs en moet in samenhang met academisering en intensivering worden bezien. Het doel van deze operaties is gelijktijdig de studenten meer uitdagen en hogere eisen stellen aan het eindniveau dat met de opleiding wordt nagestreefd. In september is een succesvolle start gemaakt met de nieuwe Engelstalige bachelor Global Law. In dit eerste jaar zijn ongeveer veertig studenten ingestroomd, waarbij tweederde van de studenten van buiten Nederland voor deze bachelor naar Tilburg University zijn gekomen. Ook is in september 2013 de LLM International Business Taxation van start gegaan. Bijna 20 studenten zijn ingestroomd in deze nieuwe master.
48
De faculteit heeft in 2013 deelgenomen aan de landelijk ingestelde numerus fixus voor bacheloropleidingen in het domein rechten. De fixus heeft niet tot de gewenste ‘selectie aan de poort’ geleid; landelijk gezien ligt de totale instroom voor studenten in de rechtenbachelors onder de totaal beschikbare capaciteit. Aangezien de wetgeving vanaf collegejaar 2014/2015 een verplichte studiekeuzecheck heeft afgekondigd, is de landelijk ingestelde numerus fixus voor opleidingen in het domein rechten inmiddels opgeheven. Tilburg School of Social and Behavioral Sciences Alle TSB-opleidingen (met uitzondering van de masteropleiding Medische Psychologie) zijn in 2012 gevisiteerd. In 2013 werd duidelijk dat de NVAO in de heraccreditatieprocedure de positieve beoordelingen van de visitatiecommissies heeft overgenomen. De onderwijsleeromgeving van de master Organization Studies is als ‘goed’ gekwalificeerd. De Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs heeft positief geadviseerd over de nieuw opgezette Research Master ‘Individual Differences’. In aansluiting daarop zal in 2014 een aanvraag voor de Toets Nieuwe Opleiding voor deze Research Master bij de NVAO worden ingediend. De intensivering van het onderwijs bij TSB, in september 2012 ingezet met de intensivering van bachelorjaar één, is per september 2013 uitgebreid naar het tweede jaar van alle bacheloropleidingen. Als norm voor bachelorjaar twee geldt dat minimaal zeven contacturen per ECTS worden aangeboden en dat minimaal 30% van het onderwijsaanbod kleinschalig is georganiseerd (maximaal veertig studenten per groep). De examencommissie voert samen met de universitaire toetsdeskundige het ‘Toetsen-van-toetsen’-beleid uit. Na elk blok worden tien cursussen geselecteerd waarvan de toetsing nader wordt geanalyseerd: vijf cursussen op basis van opvallende tentamenuitslagen of studentwaarderingsgegevens, vijf cursussen worden aselect geselecteerd. In samenspraak met de departementsvoorzitters is gestart met gericht beleid dat ertoe moet leiden dat alle TSB-onderwijsgevenden binnen twee of drie jaar over een BKO-kwalificatie beschikken. Tilburg School of Humanities In 2013 vonden de succesvolle onderwijsvisitaties plaats van de bachelor-/masteropleidingen Communicatie- en Informatiewetenschappen en Algemene Cultuurwetenschappen / Kunst- en Cultuurwetenschappen. De bevindingen van de visitatiecommissies worden betrokken in de doorontwikkeling van de opleidingen, onder meer bij de profilering van de cultuurwetenschappelijke opleidingen. Het toetsbeleid, in 2012 bij de bacheloropleiding Liberal Arts and Sciences ingevoerd, werd in 2013 bij alle TSH-opleidingen met succes geïmplementeerd. De visitatiecommissies hebben dit beleid als zeer positief beoordeeld. Het toetsproject verwierf tevens de tweede prijs van Tilburg University Onderwijsinnovatieprijs 2013. TSH startte in 2013 een onderwijsinnovatieproject waarin instrumenten worden ontwikkeld voor het geven van feedback aan studenten over hun prestaties en vorderingen. De facultaire ‘Werkgroep Onderwijs en Werkveld’ richt zich specifiek op curriculaire vernieuwingen inzake aansluiting op de arbeidsmarkt. 49
Samen met Ons Middelbaar Onderwijs en Fontys Lerarenopleiding Tilburg verwierf de Universitaire Lerarenopleiding Tilburg OCW-subsidie voor twee projecten ‘Begeleiding startende leraren’ en ‘Ontwikkeling van professionele leergemeenschappen’. In dit laatste project participeren tevens de Academische Opleidingsscholen Tilburg en West-Brabant. Het EU Intensive Program werd in 2013 in Tilburg aangeboden met als thema Democracy & Cosmopolitanism. Alda Pellemans won met haar masterscriptie ‘Het morele oordeel: verstandige reflectie of het juiste gevoel?’ de Geert Grote Pen 2013, een landelijke prijs voor de beste Nederlandstalige masterscriptie Filosofie. Tilburg School of Catholic Theology Sinds enkele jaren is TST intensief doende om de studie Theologie bij middelbare scholieren onder de aandacht te brengen. De campagne ‘Theologie dichterbij’ biedt scholen gastlessen en masterclasses aan over tevoren omschreven thema’s. Er is een toenemende belangstelling voor deze gastlessen, waardoor scholieren kunnen proeven van onderwerpen als zwaarder straffen, zinloos geweld of de ziel. Deze inspanningen krijgen een vervolg in een aanbod voor profielwerkstukken op het middelbaar onderwijs. TST zet zijn inspanningen voort om een nieuwe universitaire lerarenopleiding Godsdienst en Levensbeschouwing te realiseren. Er is een aanvraag Toets Nieuwe Opleiding voor deze opleiding opgesteld, maar nog niet goedgekeurd. Met behulp van externe expertise wordt volop verder gewerkt aan de visie op de leerkracht die de TST wil opleiden en het onderwijsprogramma om dit te realiseren. De TST zal met ingang van september 2014 het onderwijs aanmerkelijk gaan intensiveren door de invoering van een nieuw studierooster, dat onder meer voorziet in een vergroting van het aantal onderwijsweken van 24 naar 36. In 2013 heeft ook de visitatie van de opleidingen van TST plaats gevonden, die moet leiden tot heraccreditatie per eind 2014. Het rapport van de visitatiecommissie formuleert naast veel waardering voor de opleidingen een aantal belangrijke verbeterpunten die zo snel mogelijk door de faculteit worden geïmplementeerd. Het betreft hier onder meer de invoering van een Bachelorthesis en een nieuwe regeling voor het vervaardigen van de thesis in de Masteropleiding Christianity and Society. TiasNimbas Business School Aansluitend bij de strategische herpositionering ‘School for Business and Society’ is de algemene onderwijsvisie 2013 herzien. Deze is gebaseerd op een combinatie van de principes ‘thought leadership’ en ‘impact’. De nieuwe missie is daarbij leidend: ‘We believe in business with a purpose, where economic success and societal progress go hand in hand’ Om relevante en actuele thema’s in organisatie en maatschappij te kunnen vertalen naar bruikbaar onderzoek en aansprekende opleidingen is de interne organisatie aangevuld met een Knowledge LAB-structuur. De LABs vormen gezamenlijk de research infrastructuur van TiasNimbas en dragen zorg voor de ontwikkeling van hoogstaand onderzoek en de vertaling daarvan naar de verschillende onderwijsprogramma’s, het bedrijfsleven en de maatschappij als geheel. Op deze wijze versterken de LABs de reputatie van TiasNimbas als kennisinstelling. Hierbij krijgt ook het digitaal onderwijs een prominente rol. Er is in 2013 50
geĂŻnvesteerd in het MediaLAB & IT Services waarmee de ontwikkeling van blended learning modules verder is verankerd binnen TiasNimbas. De kwaliteit van de school werd in 2013 bevestigd door de FT ranking en de accreditatie van enkele masterprogrammaâ&#x20AC;&#x2122;s. 3.3.2 Accreditatie Tilburg School of Economics and Management B Bedrijfseconomie B Econometrie en Operationele Research B Economie B Economie en Bedrijfseconomie B Economie en Informatica B Fiscale Economie B International Business Administration M Accounting M Econometrics and Mathematical Economics M Economics M Economics and Finance of Aging M Finance M Fiscale Economie M Information Management M International Management M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Algemene Economie M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Management en Organisatie M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Wiskunde M Marketing Management M Marketing Research M Operations Research and Management Science M Quantitative Finance and Actuarial Science M Research Master in Business M Research Master in Economics M Strategic Management M Supply Chain Management
13-2-2017 13-2-2017 13-2-2017 13-2-2017 9-2-2017 13-2-2017 31-12-2019 13-2-2017 13-2-2017 13-2-2017 13-2-2017 13-2-2017 13-2-2017 9-2-2017 13-2-2017 14-6-2016 14-6-2016 14-6-2016 13-2-2017 13-2-2017 13-2-2017 13-2-2017 24-8-2015 24-8-2015 13-2-2017 13-2-2017
51
Tilburg Law School B Bestuurskunde B Fiscaal Recht B Global Law B Ondernemingsrecht B Rechtsgeleerdheid M Bestuurskunde M Fiscaal Recht M International and European Public Law M International Business Law M International Business Taxation M Law and Technology M Ondernemingsrecht M Rechtsgeleerdheid M Research master in Law M Sociaal Recht en Sociale Politiek M Victimology and Criminal Justice M Research in Public Administration and Organizational Science
18-4-2018 20-3-2018 20-3-2018 20-3-2018 20-3-2018 18-4-2018 20-3-2018 20-3-2018 20-3-2018 28-6-2018 20-3-2018 20-3-2018 20-3-2018 25-2-2016 20-3-2018 13-2-2018 11-4-2017
Tilburg School of Social and Behavioral Sciences B Organisatiewetenschappen 31-12-2019 31-12-2019 B Personeelwetenschappen 31-12-2019 B Psychologie 31-12-2019 B Sociologie 31-12-2019 M Human Resource Studies M Leisure Studies 31-12-2015 M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Maatschappijleer en Maatschappijwetenschappen 14-6-2016 M Medische Psychologie 16-8-2017 M Organisation Studies 31-12-2019 M Psychologie en Geestelijke Gezondheid 31-12-2019 21-12-2018 M Research Master Social and Behavioural Sciences 31-12-2019 M Social Psychology 31-12-2019 M Sociology Tilburg School of Humanities B Algemene Cultuurwetenschappen B Communicatie- en Informatiewetenschappen B Liberal Arts and Sciences B Religie in Samenleving en Cultuur B Wijsbegeerte M Communicatie- & Informatiewetenschappen M Research Master Communicatie- & Informatiewetenschappen 52
31-12-2014 31-12-2014 22-1-2019 6-5-2014 17-2-2017 31-12-2014 13-3-2017
M Filosofie M Research Master Filosofie M Kunst- & cultuurwetenschappen M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Filosofie M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Nederlands M Opleiding tot leraar v.o. van de 1e graad in Religie in Samenleving en Cultuur M Theologie en Religiewetenschappen: variant Religie en Ritueel M Research Master Theologie & Religiewetenschappen
17-2-2017 25-2-2016 31-12-2014 14-6-2016 14-6-2016 31-12-2014 31-12-2014 17-2-2016
Tilburg School of Catholic Theology B Theologie M Theologie M Theologie & Religiewetenschappen: variant Christianity and Society
31-12-2014 31-12-2014 31-12-2014
TiasNimbas Business School Executive Master of Actuarial Science Executive Master of Business Valuation Executive Master in Finance Executive Master of Health Administration Executive Master of Information Management Executive Master of IT-Auditing Executive Master of Management and Organisation Executive Master of Management in Education Executive Master of Operations and Supply Chain Excellence Executive Master of Real Estate Executive Master in Public and Non-Profit Management International Full-Time MBA International MSc in Business Administration Register Controller / Executive Master of Finance and Control
oktober 2017 november 2016 november 2016 september 2017 november 2017 augustus 2018 oktober 2016 maart 2017 oktober 2017 juni 2014 maart 2017 oktober 2018 mei 2016 april 2018
N.B. TiasNimbas Business School is een aparte rechtspersoon onderwijs en valt daarom niet onder de instellingsaccreditatie/instellingstoets voor Tilburg University. Voor de programmaâ&#x20AC;&#x2122;s van TiasNimbas kan dan ook geen gebruik worden gemaakt van de beperkte opleidingsbeoordeling voor (her)accreditaties, maar moet de uitgebreide opleidingsbeoordeling van de NVAO worden aangehouden.
53
3.4 Internationalisering Tabel 3.2 - Afgestudeerde Bachelor studenten met verblijf in het buitenland 2009-2010
2010-2011
2011-2012
2012-2013
12,4%
14,9%
16,1%
16,5%
Tabel 3.3 - Uitgaande mobiliteit 2009/2010
2010/2011
2011/12
2012/13
138
191
185
196
Canada/Verenigde Staten
34
47
56
54
Latijns Amerika
11
29
23
37
Afrika
17
8
14
7
Australië/Nieuw Zeeland
18
11
16
23
Azië
20
44
65
69
0
1
1
0
238
331
360
386
2009/10
2010/2011
2011/2012
2012/13
261
274
325
323
Canada/Verenigde Staten
47
38
38
28
Latijns Amerika
19
33
49
58
3
4
4
1
Australië/Nieuw Zeeland
17
21
14
22
Azië
33
49
58
75
0
1
2
1
380
420
490
508
Europa
Midden Oosten Totaal
Tabel 3.4 - Inkomende mobiliteit Europa
Afrika
Midden Oosten Totaal
Tabel 3.5 - Tilburg University Summer School Editie
Deelnemers
Cursussen
2010
150
9
2011
215
12
2012
255
14
2013
274
17
54
Internationale joint programma’s per faculteit Tilburg School of Economics and Management - Multiple degree International Master in Information Technology, in samenwerking met IAE Aix-en-Provence (FR) en Turku University (FIN). - Multiple degree International Master in Service Engineering, in samenwerking met University of Stuttgart (DU) en University of Crete (GR). - Double degree Information management (Bachelor) in samenwerking met Bentley University (USA), University of Deusto (SP). Tilburg Law School - Participeert in European Master in Transnational Trade Law and Finance, in samenwerking met Deusto (SP), Frankfurt (DU) en Straatsburg (FR). Tilburg School of Social and Behavioral Sciences - Double degree in Leadership and Organizational Psychology in samenwerking met BI Norwegian Business School (Noorwegen). - Double degree in Sociology and Sociological Research in samenwerking met University of Trento (Italië). - Double degree in Sociology and Population Studies in samenwerking met Universitat Pompeu Fabra (Spanje). Tabel 3.6 - Aantal ingeschreven studenten in een internationaal joint programma 2011/2012
2012/13
78
56
3.5 Verslag procedures klachten, beroepen en bezwaren Studenten kunnen conform artikel 7.59a van de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW) op één plek klachten, bezwaar- en beroepschriften indienen en informatie en advies inwinnen over deze procedures: het online CLGK, te vinden op http://www.tilburguniversity.edu/nl/studenten/studeren/klacht-beroep/. Betrokkenen die geen administratienummer van Tilburg University hebben kunnen hun klacht, bezwaar- of beroepschrift schriftelijk indienen. Op de genoemde website is ook het uitgebreide jaarverslag van het CLGK te raadplegen. 3.5.1 Centraal Klachtenloket Studenten die ontevreden zijn over de gang van zaken op de universiteit kunnen een klacht indienen. In 2013 is er een toename van zeventien klachten ten opzichte van 2012, die te vinden is bij studenten van TiSEM, TSH en TLS. Opvallend bij TSH is dat verschillende klachten met elkaar te maken hebben. Werden in 2012 nog 33 klachten over StS ingediend, in 2013 was dat minder: 22 over StS (StS, SA, tentamenorganisatie en Student Desk bij elkaar). Opvallend is een stijging in het aantal klachten over onderwijs (onderverdeeld over: aanbod, begeleiding docent, organisatie en didactische vaardigheid). 55
Tabel 3.7 - Centraal Klachtenloket 2013
2012
Diversen
6
12
Scriptie
6
6
Onderwijs
22
8
0
Tentamens
50
43
20
13
Voorlichting
2
3
13
6
Examencommissie
5
2
FS
3
5
Medewerkers
9
7
GS
0
0
Voorzieningen
7
9
LIS
3
3
Totaal 2013
107
90
StS
22
33
107
90
Faculteit/dienst
studenten van af handeling door
Klachten over
2013
2012
2013
2012
TiSEM
42
38
32
25
TSH
17
7
14
5
TST
0
0
0
TLS
27
23
TSB
21
22
Totaal
107
90
3.5.2 College van Beroep voor de Examens Op grond van de WHW kunnen studenten beroep kunnen instellen bij het CBE tegen bijvoorbeeld beslissingen van examencommissies, beslissingen omtrent het BSA en toelating tot een masteropleiding. In 2013 zijn er in totaal zijn 152 beroepen bij het CBE ingediend (2012: 180). In onderstaande tabel is te zien hoe de beroepen zijn afgehandeld. De beroepen die gegrond zijn verklaard hadden betrekking op fraude (3) en het BSA (1). Tabel 3.8 - College van Beroep voor de Examens Beroepen per faculteit
Totaal
Door- Minnelijke gezonden schikking
Ingetrokken
Uitspraak Gegrond
OngeNietgrond ontvankelijk
TiSEM
83
7
19
43
14
2
9
3
TLS
38
3
20
8
7
1
6
0
TSB
21
0
9
9
3
1
2
0
TSH
10
0
3
7
0
0
0
0
Totaal 2013
153
10
51
67
24
4
17
3
Totaal 2012
180
18
88
38
36
7
27
2
Vooralsnog heeft ĂŠĂŠn student hoger beroep ingesteld bij het CBHO nadat het CBE het beroep ongegrond verklaarde. De uitkomst daarvan is nog niet bekend. 3.5.3 Commissie van Advies voor de Bezwaar-en Beroepschriften Indien een student het niet eens is met een besluit dat door of namens het instellingsbestuur is genomen, kan hiertegen bezwaar worden aangetekend (bijvoorbeeld inschrijving, inschrijving met terugwerkende kracht, uitschrijving en restitutie of de hoogte van het collegegeld). Tilburg University heeft een geschillenadviescommissie (de CABB) die aan het College van Bestuur advies uitbrengt over deze bezwaren. In 2013 zijn er in totaal 58 bezwaren ingediend (2012: 57). In onderstaande tabel is te zien hoe de bezwaren 56
zijn afgehandeld. 16 bezwaren met betrekking tot de langstudeerboete die in 2012 waren ingediend, zijn in 2013 afgehandeld. Deze zijn niet in onderstaande tabel meegenomen. Al deze bezwaren zijn ongegrond verklaard. Tabel 3.9 - Commissie van Advies voor de Bezwaar-en Beroepschriften Bezwaren totaal
Doorgezonden
Minnelijke schikking
Ingetrokken
Advies van de CABB
Besluit College van Bestuur
58
1
48
5
4
4
Ongegrond: 4
Ongegrond: 4
Gegrond: 0
Gegrond: 0
De vier bezwaren die ter zitting zijn behandeld hadden betrekking op inschrijving met terugwerkende kracht en restitutie van collegegeld. Vooralsnog hebben twee studenten hoger beroep ingesteld bij het CBHO tegen het besluit van het College van Bestuur. EĂŠn daarvan is door het CBHO ongegrond verklaard. De andere is nog niet afgehandeld.
57
Hoofdstuk 4
Bedrijfsvoering
4.1 Verslag bestuursagenda Strategische ontwikkeling Ontwikkeling Strategisch Plan 2014-2017 Aanleiding/kader: Bestuurs- en beheersreglement Doel/omschrijving: Het vigerende Strategisch Plan heeft een looptijd tot en met 2013. Dat betekent dat in 2013 het volgende Strategisch Plan 2014-2017 zal worden ontwikkeld. In november 2012 wordt concreet gestart met het traject dat medio 2013 zal leiden tot het nieuwe Strategisch Plan. De hoofdlijnennotitie die in de eerste fase van het traject wordt ontwikkeld door College van Bestuur en decanen, zal in de tweede fase dienen als basis voor bredere interne en externe consultatie. Resultaat: Strategisch Plan 2014-2017 Middelen: PM Actie: Voorzitter, Rector Magnificus, CS/S&P Tijdschema: 2013 Resultaat 2013: In 2013 is in samenspraak met in- en externe stakeholders het Strategisch Plan 2014-2017 ontwikkeld. In december is het plan door het Stichtingsbestuur vastgesteld. Implementatie prestatieafspraken en monitoring voortgang Aanleiding/kader: Prestatieafspraken Doel/omschrijving: In oktober 2012 heeft Tilburg University prestatieafspraken gemaakt met het ministerie van OCW. Kern daarvan zijn een reeks afspraken met betrekking tot onderwijskwaliteit. In 2016 zal beoordeeld worden of Tilburg University de afgesproken ambities ook heeft gerealiseerd. Resultaat: Gerealiseerde ambities conform afspraken Middelen: PM Actie: Voorzitter, CS/S&P, faculteiten Tijdschema: 2012-2015 Resultaat 2013: Tilburg University heeft in 2013 op alle fronten gewerkt aan het realiseren van de prestatieafspraken. In hoofdstuk 1 van dit jaarverslag wordt verslag gedaan van de stand van zaken. ‘Waarden in de Wetenschap’ - brede academische vorming Aanleiding/kader: Strategisch Plan Tilburg University en StS 2010-2013 Doel/resultaat: In het project ‘Waarden in de Wetenschap’ wordt het debat over identiteits- en waardenvraagstukken door Academic Forum geëntameerd. Het project wil een debatcultuur stimuleren die voor onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering leidend is in gemeenschapszin. Daarbij wordt samenwerking gezocht met faculteiten, diensten en studenten.
58
Middelen: Financiering gedurende vier jaar in de vorm van subsidie van de Stichting Steunfonds ten behoeve van het Katholiek Hoger Onderwijs. Actie: StS/Academic Forum Tijdschema: Het project heeft een looptijd van vier jaar, waarbij voor 2013 de lancering van het internetplatform en de organisatie van enkele debatbijeenkomsten gepland zijn. Resultaat 2013: In 2013 heeft onder de vlag van ‘Waarden in de Wetenschap’ een veelheid aan activiteiten plaatsgevonden. Er is onder andere een besloten Facebook-groep voor studenten ontwikkeld. Verder is er, in samenwerking met de UvT Sociëteit, een ‘Rosep-bijeenkomst’ georganiseerd, in het kader van de ontwikkeling van het Strategisch Plan 2014-2017. Ook heeft er een vooronderzoek plaatsgevonden ter voorbereiding op aankomende focusgroepen, waarin medewerkers van alle faculteiten visies op ‘waarden in de wetenschap’ uitwisselen.
Personeel Sturen op prestaties en talent met een bijhorend bewust beloningsbeleid Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013 Doel/resultaat: In 2010 en 2011 is een nieuwe gesprekscyclus binnen Tilburg University geïntroduceerd welke als doel heeft meer te sturen op prestaties van medewerkers en het ontwikkelen van talenten om zo gerichter te werken aan de doelen van de organisatie en het beste uit de medewerker te halen. De laatste stap in de nieuwe gesprekscyclus is de invoering van bewust belonen. In 2013 vindt een pilot plaats met betrekking tot het bewust beloningsbeleid. In het najaar zal deze worden geëvalueerd en wordt besloten dit wel of niet om te zetten in regulier beleid. Middelen: Geen extra inzet van middelen nodig Actie: Voorzitter, GS/HR Tijdschema: 2013 Resultaat 2013: In 2013 zijn met de meeste medewerkers van de universiteit R&O-gesprekken gevoerd. De R&O-methodiek is inmiddels de standaardmethode om resultaat- en ontwikkelafspraken met medewerkers te maken. Op diverse plekken is ook in 2013 aandacht besteed aan het verder professionaliseren van het voeren van de gesprekken door middel van trainingen voor leidinggevenden. Voor de medewerkers waarmee in 2012 al gerichte R&O-afspraken zijn gemaakt, zijn deze afspraken in het R&O-gesprek van 2013 beoordeeld. HR zal in overleg met de faculteiten en diensten en het Lokaal Overleg in 2014 afspraken maken over doorontwikkeling van dit beleid.
59
E-HRM: Digitale ondersteuning van P&O-processen Aanleiding/kader: Doorlichting HR pakket C Doel/resultaat: Uit de doorlichting HR is naar voren gekomen dat P&O-processen binnen Tilburg University nog te ambachtelijk georganiseerd zijn en daardoor te tijdrovend zijn. Om HR efficiënter te organiseren is besloten de basisprocessen te gaan digitaliseren. Tevens wil Tilburg University een moderne universiteit zijn. Hierbij hoort dat Tilburg University met haar producten en diensten inspeelt en tegemoet komt aan de wensen van de mobiele werknemer, die steeds meer plaats- en tijdonafhankelijk wil kunnen werken. Een aantal producten/diensten wordt daarom (verder) gedigitaliseerd. Dit zal getemporiseerd gebeuren. Er wordt een projectmanager benoemd welke samen met de kolom HR en de dienst Library and IT Services (LIS)e-HRM binnen Tilburg University verder doorontwikkelt. Er wordt een projectplan/business case opgesteld Middelen: Actie: Voorzitter, GS/HR Tijdschema: Het gehele project zal een termijn van enkele jaren bestrijken: 2013-2016 Resultaat 2013: In 2013 zijn voorbereidingen getroffen voor de aanschaf en implementatie van eHRM-applicaties. Met de belangrijkste stakeholders zijn de projectmatige uitgangspunten bepaald (operationele uitgangspunten, scope, prioritering en fasering). Daarnaast zijn door middel van eHRM-workshops met alle gebruikersgroepen de belangrijkste eisen aan de nieuwe functionaliteiten en de uitgangspunten voor een uniforme procesgang in kaart gebracht op basis van recente kennis uit de markt. De verwachting is dat het onderzoek en de besluitvorming rondom de aanschaf en implementatie van eHRM-applicaties in de zomer 2014 is afgerond, waarna naar verwachting een Europese aanbesteding kan worden gestart in de tweede helft van 2014. Invoering werkkostenregeling Kader/aanleiding: Wettelijke verplichting Doel/resultaat: Implementatie van de werkkostenregeling bij Tilburg University per 1 januari 2014. Proefdraaien in 2013 om consequenties van inrichtingskeuzen duidelijk te krijgen, zodat invoering per 1 januari 2014 probleemloos verloopt en zonder financiële risico’s is voor Tilburg University. Financiële onderzoeksfase: inventarisatie vergoedingen, berekening werkkostenbudget. Administratieve onderzoeksfase: inventarisatie eventueel benodigde regelingen, administraties en processen. Implementatiefase: administratieve pilot, keuzen en definitieve invoer. Middelen: Er is een projectplan opgesteld en een projectgroep van GS/FA en HR/Policy en HR/PA ingesteld Actie: Voorzitter, GS/HR Het project bestrijkt de periode oktober 2012 tot einde 2013 Tijdschema: Resultaat 2013: De implementatie van de werkkostenregeling bij Tilburg University is volgens planning verlopen. In 2013 is proefgedraaid om de consequenties van inrichtingskeuzen duidelijk te krijgen. De invoering per 1 januari 2014 verliep probleemloos. 60
Pilot ‘het nieuwe werken’ Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013 Doel/omschrijving: Om een zo efficiënt mogelijk gebruik van de huisvesting op de campus mogelijk te maken, is een meer flexibel gebruik van de kantoren een belangrijk middel. In dit verband spreekt men dan vaak over ‘het nieuwe werken’. Afgesproken is dat bij de renovatie van gebouwen ook nadrukkelijk gekeken zal worden naar een inrichting die dit ‘nieuwe werken’ mogelijk maakt. Het eerste project waarbij dit aan de orde komt is de renovatie van het Simon Building. Doel is deze renovatie te gebruiken om een pilot uit te voeren rondom ‘het nieuwe werken’. Hierbij spelen ook andere beleidsvelden zoals HR een cruciale rol. Deze beleidsvelden zullen dan ook nauw bij deze pilot betrokken worden. Resultaat: In de plannen voor de renovatie van het Simon Building zal de inrichting van het gebouw ten behoeve van ‘het nieuwe werken’ zijn opgenomen. Middelen: Voor de renovatie van Simon Building is een startbudget toegekend. De voorbereidingskosten worden uit dit budget gefinancierd. Actie: Voorzitter, FS Begin 2014 zijn de plannen afgerond. Tijdschema: Resultaat 2013: In de voorbereiding van het programma van eisen voor de renovatie van gebouw Simon wordt - als pilot en in nauw overleg en samenwerking met de toekomstige bewoners van TSB - uitgegaan van een flexibeler inrichting. Deze pilot is gestart in 2013 en loopt door in 2014. De renovatie start begin 2015.
Communicatie en marketing Strategische profilering van Tilburg University Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013 en 2014-2017 Doel/omschrijving: Corporate communication ondersteunt de universiteit bij haar strategisch beleidsproces, de uitwerking van het hoofdlijnenakkoord en de prestatieafspraken, ontwikkeling van identiteit en imago, en de voorbereiding van het strategisch beleidsplan 2014-2017. Resultaat: Breed gedragen strategisch beleid, versterking van positionering en naamsbekendheid. Behoud van predicaat: best communicerende universiteit. Middelen: Reguliere middelen Actie: Voorzitter, GS/CC Tijdschema: 2011-2013 Resultaat 2013: Corporate Communication heeft in tal van contacten met externe stakeholders de positionering en naamsbekendheid van Tilburg University gestimuleerd. Daarnaast heeft de afdeling in 2013 het College van Bestuur ondersteund bij de totstandkoming van het Strategisch Plan 2014-2017, zowel bij de communicatie over het planin-wording, als bij de organisatie van evenementen. Ook is een eerste doorvertaling van de nieuwe strategie gemaakt naar de huisstijl.
61
Strategisch relatiebeheer Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013 Doel/omschrijving: Campusbrede benadering van relatiebeheer (CRM), gericht op de belangrijkste doelgroepen, zoals studiezoekers in binnen- en buitenland, alumni en strategische relaties. Resultaat: Afronding pilotfase gericht op internationale studenten. Start van uitrol voor andere doelgroepen Middelen: Project CRM Actie: Voorzitter, GS/CC, GS/ERM, LIS, CS/S&P Tijdschema: 2012-2013 Resultaat 2013: In 2013 zijn middelen toegewezen voor een CRM. De insteek was aanvankelijk de inrichting van een campusbreed CRM-systeem (MS Dynamics), met een pilot voor internationale studenten en een parallel proces voor werving en corporate relaties. In het voorjaar is dit beleid gewijzigd en is gekozen voor een apart (ander) systeem voor internationale studenten. Voor nationale werving en corporate relaties wordt nu apart een selectie- en inrichtingstraject gevolgd. Organisatie C&M kolom Aanleiding/kader: Bezuinigingen, pakket C Doel/omschrijving: In 2012 wordt de (formele) reorganisatie van de kolom C&M afgerond. Het betreft de samenvoeging van alle C&M-activiteiten in twee afdelingen, één ter ondersteuning van onderwijs en onderzoek, aangestuurd door een bestuurscommissie van decanen, de afdeling Education and Research Marketing, en één ter ondersteuning van de universiteit, de afdeling Corporate Communication, aangestuurd door het College van Bestuur. Voorbereiding van een optimale start van de nieuwe afdelingen gebeurt in de laatste drie maanden van 2012 onder leiding van een projectgroep met directeur GS, nieuwe afdelingshoofden CC en ERM en met ondersteuning van GS/HR. Implementatie en overdracht, aanpassingen in taakverdeling, werkwijze et cetera loopt door in 2013. Resultaat: Effectieve, resultaatgerichte en transparante vormgeving en inrichting van beide afdelingen, inclusief jaarplannen, bedrijfsprocessen, functies, overlegstructuur et cetera. Kwalitatief hoogwaardige dienstverlening voor faculteiten, diensten, bestuur en Tilburg University als concern. Middelen: Reorganisatiefonds Actie: College van Bestuur, Bestuurscommissie, GS/CC, GS/ERM 2013 Tijdschema: Resultaat 2013: Op 1 januari 2013 is de nieuwe organisatie van de C&M-kolom gestart, inclusief de nieuwe bestuurlijke inrichting. Er zijn jaarplannen opgesteld, de taakverdeling is aangepast, nieuwe samenwerkings- en overlegvormen zijn tot stand gebracht. Een evaluatie van de reorganisatie volgt in 2015; dan moet ook de beoogde bezuiniging zijn gerealiseerd.
62
Corporate Social Responsibility Duurzaamheid Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013 Doel/omschrijving: Het Strategisch Plan vraagt aandacht voor duurzaamheid. Mede naar aanleiding daarvan zijn binnen Tilburg University op veel verschillende plekken initiatieven genomen op het gebied van duurzaamheid. Al deze initiatieven hebben echter nog niet geleid tot een meer alomvattend duurzaamheidbeleid of MVO-beleid voor de universiteit. Eind 2012 is besloten dit onderwerp op een meer gestructureerde manier aan te pakken. Hiertoe is het programma Duurzaamheid geëntameerd, ondergebracht bij de afdeling CS/S&P. In het programma zullen ook de conclusies van het mobiliteitsonderzoek worden ondergebracht. Resultaat: Een duurzaamheidbeleid dat aansluit bij de actuele maatschappelijke ontwikkelingen op dit gebied Nader te bepalen op basis van plan van nog te ontwikkelen plan Middelen: Actie: Voorzitter, CS/S&P Tijdschema: Nader te bepalen Resultaat 2013: In 2013 is het startdocument voor uitvoering van het Programma Corporate Social Responsibility opgesteld. Het plan voorziet in ontwikkeling van beleid en projecten op de zeven kernthema’s van ISO 26000: bestuur van de organisatie, mensenrechten, arbeidspraktijk, het milieu, eerlijk zakendoen, consumentenaangelegenheden, betrokkenheid bij en ontwikkeling van de gemeenschap. Gedurende de looptijd van het Strategisch Plan 2014-2017 zal het programma CSR worden uitgevoerd.
ICT en bibliotheek Nieuw bibliotheeksysteem Aanleiding/kader: Memo voor SIA van 13 maart 2007 ten behoeve van TMP 2008-2011 (Nieuwe Search Engine en vervanging bibliotheeksystemen) Doel/omschrijving: LIS is als eerste universiteitsbibliotheek in Europa bezig met het overstappen op het bibliotheeksysteem Worldshare Managed Services van OCLC, een cloudsysteem. Augustus 2012 is de zoekmachine WoldCat Local in gebruik genomen, vermoedelijk zal de ‘achterkant’ van het systeem (het systeem voor acquisitie, catalogisering, plaatsing en uitlening) aanvang 2013 in gebruik genomen kunnen worden. Resultaat: Vervanging van het bibliotheeksysteem en van de zoekdienst Get It! Middelen: De kosten van de nieuwe systemen worden gedekt door bestaande posten in het Subcompartiment ICT. Doordat er niet van leverancier wordt gewisseld zijn er afspraken gemaakt ter voorkoming van dubbele kosten in de overgangsperiode van oud naar nieuw systeem. Projectkosten en de bemensing van het project zijn voor rekening van LIS en van de leverancier, OCLC. Actie: Voorzitter, LIS
63
Tijdschema: Het invoeringsproject loopt van augustus 2011 tot aanvang 2013. WorldCat Local wordt in augustus 2012 in productie genomen, WMS (achterkant) in het eerste kwartaal van 2013 Resultaat 2013: WMS is in gebruik genomen en geaccepteerd in het voorjaar van 2013. Het project is binnen het toegewezen budget gebleven. De nazorgfase zal nog enkele jaren duren. Nieuw onderzoekregistratiesysteem Aanleiding/kader: Onderzoekregistratie, outputverantwoording (o.a. SEP) Doel/omschrijving: De gezamenlijke aanbesteding met twintig instellingen van een nieuw nationaal systeem voor onderzoekregistratie is in 2011 mislukt en heeft in 2012 ook niet meer geleid tot een levensvatbaar alternatief. In 2012 worden de restopties bekeken: doorgaan ‘as is’, maar met een vernieuwd Metis, doorgaan met inbegrip van uitbesteding van de ‘hosting’ van het systeem of toch overstappen op een modern nieuw systeem maar dan zonder partners. In het laatste geval zal een project in samenwerking met de faculteiten worden gestart. Resultaat: Vermindering van de administratieve druk op onderzoekers en instituten, verbetering van managementrapportages, betere functionaliteit m.b.t. persoonlijke profielpagina’s, publicatielijsten e.d. Middelen: Subcompartiment ICT Eenmalig: Bij overstap: K€ 100 voor het migratieproject Structureel: Licentie + hosting: K€ 60 per jaar (2012: K€ 33) Actie: Voorzitter, LIS 2013 Tijdschema: Resultaat 2013: In 2013 is in samenwerking met de faculteiten gekozen voor het onderzoekregistratiesysteem Pure van Elsevier. De technische invoering is in 2013 afgerond. Volledige oplevering vindt plaats in het voorjaar van 2014. MySiS, Studielink en BronHO Aanleiding/kader: SaNS, MySiS, Studielink Doel/omschrijving: Het landelijke SaNS-project en het project voor de invoering van Oracle Campus Solutions (CS) bij Tilburg University, MySiS, vragen in 2013 nog fors aandacht van LIS, al is een deel van het systeem inmiddels overgedragen aan StS (Inschrijf). Eind 2012 wordt door de stuurgroep MySiS een definitief besluit genomen over de vraag of Tilburg University doorgaat met Oracle CS en een partner blijft in het landelijke SaNS-verband of dat Tilburg University alsnog gaat uittreden en een nieuw aanbestedingstraject gaat starten. Inmiddels is LIS volgens plan bezig met de afbouw van bestaande systemen die al geruime tijd end-of-life zijn en die in toenemende mate een bedrijfsrisico zijn geworden. Dat zal in 2013 worden doorgezet. Indien Tilburg University besluit door te gaan met Oracle CS zal 2013 in het teken staan van implementatie van Volg-functionaliteit (studiegids, self-service, managementrapportages) hetgeen een intensieve samenwerking met de faculteiten vooronderstelt. 64
Ingebruikname van de volledige Volg-functionaliteit brengt nieuwe kosten met zich mee. Voor het kunnen inschrijven van master-studenten via Studielink is in 2012 een vervolgproject gestart op het in 2011 afgesloten project Studielink voor de bachelorfase. Het project Studielink-II wordt voorjaar 2013 afgerond. Vanaf studiejaar 2013-2014 worden studenten via Studielink ingeschreven op basis van hun BSN via BronHO. Tilburg University zal daar klaar voor moeten zijn en dat betekent voornamelijk dat MySiS geschikt moet worden gemaakt voor het nieuwe koppelvlak. Resultaat: Invoering nieuw studentenadministratie- en informatiesysteem. Inschrijven via Studielink (wettelijk vereiste). Aansluiten op BronHO (wettelijk vereiste). Middelen: Subcompartiment ICT Begroting Expertisecentrum 2013, deel Tilburg University: € 544.186 (TMP 2013: K€ 481) StS Studielink: Implementatie volledige VOLG-functionaliteit: € 0 - K€ 150 (nieuw) n.n.b. BronHO: Actie: Voorzitter, LIS, StS, faculteiten en SaNS-Expertisecentrum MySiS-Volg: 2012-2013 Tijdschema: 2012-voorjaar 2013 Studielink-II: BronHO: studiejaar 2012-2013 Resultaat 2013: Na landelijk uitstel met een jaar is de uiteindelijke aansluiting op Bron-HO bij Tilburg University vlekkeloos verlopen. Het project is binnen het budget gebleven. Fase twee van het Studielink-project - inschrijven masterstudenten - is succesvol verlopen, op tijd en binnen budget. Het onzichtbare netwerk Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010 - 2013: Hoogwaardige IT-voorzieningen Doel/omschrijving: Het huidige Tilburg University netwerk is een jaar of 10 geleden ontworpen volgens toen geldende inzichten. In 2012 en 2013 zijn in het ICT-fonds middelen beschikbaar om het netwerk te vervangen. Het is de bedoeling dat na de vervanging het netwerk voldoende toekomstbestendig is om weer tenminste 6 jaar mee te gaan en toekomstige (nu nog onvoorziene) ontwikkelingen te kunnen volgen. Hierbij moet vooral gedacht worden aan de toegenomen (informatie)-beveiligingseisen als gevolg van het vervagen van de scheidslijn tussen het Tilburg University-netwerk en het ‘open’, onveilige internet. Herontwerp van de onderste laag van de IT-architectuur (het fysieke netwerk) is een noodzakelijk gevolg van het uitbesteden van IT-diensten (outsourcing, cloud services), de opkomst van smartphones/tablets en het daarmee samenhangende feit dat gebruikers steeds meer hun eigen apparatuur kiezen (Bring Your Own Device). Resultaat: Modern, toekomstbestendig netwerk Middelen: ICT-fonds: beschikbaar 2012: k€ 1.247, 2013: k€ 113 (voor vervanging) Voor nieuw netwerkontwerp gewenst: M€ 1,650 (nog geen dekking, aanvraag via TMP 2013 is te laat wanneer we subsidie via SURFnet binnen willen halen) 65
Actie: Voorzitter, LIS Tijdschema: Vervanging netwerkapparatuur Q3/Q4 2012 en Q1/Q2 2013 Vervanging glasvezel in de gebouwen Q1 en Q2 2013 Uitbreiding netwerkapparatuur Q3/Q4 2013 Resultaat 2013: De ingediende subsidieaanvraag bij SURFnet is niet gehonoreerd. De noodzaak om het netwerk aan te passen om de bedrijfszekerheid ervan beter te garanderen blijft overeind. Bij het TMP 2013 heeft LIS het College van Bestuur gevraagd hiervoor middelen te reserveren. Bij toewijzing zal in 2014-2015 de implementatie plaatsvinden. SEPA Aanleiding/kader: Invoering in Europees verband van Single Euro Payments Area (SEPA) Doel/omschrijving: Om te realiseren dat alle eurobetalingen op dezelfde manier plaatsvinden wordt een nieuwe standaard ingevoerd voor het rekeningnummer, het zogenaamde IBAN-nummer. Daarnaast worden twee Europese standaarden geïntroduceerd: de Credit Transfer voor betalingen en de Direct Debit voor Europese incasso’s. In Nederland dient vanaf 1 februari 2014 de nieuwe standaard volledig te worden gebruikt. Om dit voor Tilburg University mogelijk te maken zijn aanpassingen in diverse systemen noodzakelijk. Resultaat: Uiterlijk per 1 januari 2014 worden alle betalingen conform de nieuwe standaarden verwerkt. Projectorganisatie. Inzet van € 14.000 uit ICT fonds (toegewezen) Middelen: Aanpassingen in SAP/FiCo, SAP/SA, SAP/HR en SAP/Payroll Actie: 2012-2013 Tijdschema: Resultaat 2013: De implementatie van SEPA is helemaal gerealiseerd. Alle betalingsverkeer en incasso’s vinden plaats conform de nieuwe Europese standaarden. In Europees verband is besloten de invoering van SEPA een halfjaar uit te stellen, aangezien veel organisaties nog niet aan de nieuwe standaarden konden voldoen. Digitale declaraties Aanleiding/kader: Pakket C, rapport Finance Doel/omschrijving: Het geheel digitaal indienen en verwerken van declaraties. In de rapportage van de werkgroep Finance pakket C is de aanbeveling gedaan een aantal processen binnen de financiële kolom door te lichten door het uitvoeren van een zogenaamde ketenanalyse. Specifiek voor het proces declaraties is als vervolgtraject digitalisering ervan benoemd. In eerste instantie richt het traject zich op het digitaal indienen en verwerken van declaraties van medewerkers met een dienstverband, waarbij de routing en de systemen waarin de declaraties worden verwerkt belangrijke aandachtspunten zijn. Resultaat: Een digitaal declaratiesysteem voor medewerkers in vaste dienst Projectorganisatie met FA, HR en LIS Middelen: Vastleggen proces, keuze routing en systemen, implementatie Actie: 66
Tijdschema: 2012-2013 Resultaat 2013: In 2013 is besloten om de digitalisering van declaraties op te nemen in het e-HRM project.
Huisvesting Implementatie ontwikkeling campus Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013 Doel/omschrijving: Eind 2012 zal een eerste proeve van een strategische visie op de ontwikkeling van de campus gereed zijn, alsmede één of meerdere voorstellen inzake huisvesting voor specifieke activiteiten. In 2013 zullen deze verder uitgewerkt en geïmplementeerd worden. Resultaat: Een strategische visie op de ontwikkeling van de campus die uitgevoerd kan worden, dan wel voor een deel al in uitvoering genomen is Middelen: De ontwikkeling van een visie wordt gefinancierd uit de eigen middelen van Facility Services. Voor de voorbereiding van concrete huisvestingsprojecten worden middelen aangevraagd conform de hiervoor geldende systematiek Actie: Voorzitter, FS Tijdschema: In afwachting van nadere besluitvorming over deze onderwerpen Resultaat: De strategische vastgoedvisie is in 2013 afgerond en in oktober 2013 ingebracht in de besluitvorming. Het plan omvat een visie op kantoren en onderwijsruimtes van 2014 tot 2025. Hieruit voortvloeiend is in de strategische Vastgoedvisie terug te vinden op welke termijn sloop, nieuwbouw en renovaties zullen plaatsvinden. Tevens is hierin beschreven hoe deze ontwikkelingen bijdragen aan het (substantieel) verlagen van de jaarlijkse huisvestingslaten. Implementatie ruimteverdeelmodel Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013 Doel/omschrijving: Eind 2012 is het ruimteverdeelmodel voor kantoren gereed. In 2013 zal dit geïmplementeerd worden, zodanig dat op 1 januari 2014 alle eenheden van de universiteit conform dat model worden gehuisvest. Resultaat: Een verdeling van de kantoren op de campus die een zo efficiënt mogelijk gebruik van de ruimtes mogelijk maakt, zodat de kosten voor huisvesting niet hoger zijn dan noodzakelijk. Middelen: De ontwikkeling en uitvoering van het ruimteverdeelmodel vinden plaats binnen de reguliere middelen van Facility Services. Actie: Voorzitter, FS Op 1 januari 2014 is het model geïmplementeerd. Tijdschema: Resultaat: Het Ruimteverdeelmodel is in 2013 definitief vastgesteld en geïmplementeerd. Er is voortgang gemaakt met de fysieke invoering in 2014 (verhuizen). In de laatste maanden van 2013 is gestart met de verhuizing van de eerste kantoorwerkplekken binnen de gebouwen M en K. In het eerste half jaar van 2014 worden de laatste 67
verhuisbewegingen uitgevoerd, waarmee alle eenheden vanaf de zomer op de vastgestelde norm zullen zitten. Gebouw Simon is dan volledig leeg, gereed om in 2015 gerenoveerd te worden; gebouwdeel Prisma-laag is dan ook leeg en gereed voor sloop in 2015. Vernieuwing Sportcentrum Aanleiding/kader: Strategisch Plan Tilburg University en StS 2010-2013 Doel/resultaat: Vernieuwing en inrichting van het middengedeelte van het sportcentrum. FS gaat in mei 2013 beginnen met gedeeltelijke nieuwbouw sportcentrum. StS is verantwoordelijk voor de inrichting van de niet-vloer en nagelvaste onderdelen. Middelen: Huisvestingscompartiment, bestemde reserve StS wat betreft de inrichting. Actie: Voorzitter, FS, StS Tijdschema: Plan van besteding gereed eind 2013 Resultaat: Het nieuwbouwdeel en het groot onderhoud aan gebouw Olympia is tijdig gestart en zal in september 2014 opgeleverd worden. Het project kende een mooi aanbestedingsvoordeel, echter ook een gerechtelijke procedure inzake de keuze van de aannemer vanuit de aanbestedingsprocedure. Tilburg University is in deze procedure in het gelijk gesteld.
4.2 Financiën 4.2.1 Toelichting geconsolideerde jaarrekening 2013 De geconsolideerde jaarrekening 2013 van Tilburg University is inclusief de Stichting Universiteitsfonds en de deelnemingen TiasNimbas Business School BV en UVT-Holding BV. Tabel 4.1 – Geconsolideerde jaarrekening 2013 Exploitatie 2013 geconsolideerd (€)
2013
Begroting 2013
2012
110.869.186
107.918.000
109.503.865
Collegegelden
23.942.200
23.200.000
23.707.927
Baten werk in opdracht van derden
42.227.813
49.240.000
46.765.161
Overige baten
13.129.483
16.566.000
18.553.895
Baten totaal
190.168.682
196.924.000
198.530.848
Personele lasten
143.743.148
144.345.000
146.622.147
45.918.053
55.392.000
54.365.620
189.661.201
199.737.000
200.987.767
507.481
-2.813.000
-2.456.919
-101.122
535.000
952.540
Rijksbijdragen OCW
Overige lasten Lasten totaal Saldo baten en lasten Saldo financiële baten en lasten Belasting
118.292
206.149
Aandeel derden
-10.814
108.816
Exploitatieresulaat
277.253
68
-2.278.000
-1.601.712
De totale baten zijn in 2013 ruim m€ 8 lager dan in 2012. De rijksbijdrage en de collegegelden zijn licht gestegen. Als gevolg van het najaarsakkoord is de rijksbijdrage op de valreep nog met m€ 1,8 verhoogd met middelen die voor 2014 bestemd zijn. Ondanks minder ingeschreven studenten zijn de collegegeldbaten toegenomen door de indexering van de tarieven. De baten uit werkzaamheden in opdracht van derden liggen 10% lager dan vorig jaar. Oorzaken zijn de beëindiging van de stichting IVA en de stichting IVO, lagere inkomsten uit contractonderwijs bij TiasNimbas Business School en minder tweede geldstroombaten bij de faculteiten. De overige baten waaronder studiebeurzen, detacheringen en bedrijfsmatige opbrengsten zoals repro zijn aanzienlijk lager dan in 2012. De lasten konden in 2013 snel en flexibel worden aangepast aan de lagere baten. Driekwart van de lasten hangen samen met personeel. Geconsolideerd zijn zowel de kosten van personeel in loondienst als de kosten van uitzendkrachten gedaald. Het totale personeelsbestand is met 88 fte afgenomen. Dit betreft zowel het WP als het OBP van Tilburg University (-52) als de verbonden partijen (-36). De daling van de OBP-formatie hangt samen met het bezuinigingsprogramma dat in 2011 is gestart en tot 2016 doorloopt. Ondanks minder formatie zijn de kosten van personeel in loondienst enkelvoudig toegenomen. Dit wordt veroorzaakt door de duurdere CAO Nederlandse Universiteiten 2013 (+2% structureel), hogere pensioenpremies en hogere dotaties aan personele voorzieningen. Bij TiasNimbas Business School zijn de personele lasten hoger dan begroot door een herrubricering van onderzoekskosten van overige naar personele lasten. Mede dankzij een hoog kostenbewustzijn bij de beheerseenheden zijn de overige lasten tijdig aangepast aan de lagere omzet. Enkelvoudig waren de overige instellingslasten ruim m€ 5 lager dan begroot. De afschrijvingen waren bijna 9 ton lager dan begroot. Dit hangt samen met lagere ICT-investeringen in 2012 en 2013 en enkele huisvestingsprojecten die ruim binnen de begroting zijn afgesloten. De huisvestingslasten waren m€ 1,7 hoger dan begroot, onder andere door een dotatie van bijna 9 ton aan een voorziening voor asbest en sloop. Verder waren de kosten voor onderhoud, energie en water, verzekeringen en schoonmaak hoger dan begroot. De faculteiten hebben de overige lasten snel aangepast aan de lagere baten uit werkzaamheden in opdracht van derden. Geconsolideerd liepen de overige lasten nog verder terug door de herrubricering van onderzoekskosten bij TiasNimbas Business School (m€ 2,1) en de vrijval van een groot deel van de vorig jaar getroffen voorziening in verband met de beëindiging van de stichting IVO. Op de balans is de boekwaarde van de materiële vaste activa planmatig met m€ 4 afgenomen tot m€ 124. De waarde van de financiële vaste activa is door desinvesteringen met m€ 3 gedaald naar m€ 10. De liquide middelen zijn met m€ 4 gestegen tot ruim m€ 96. De voorzieningen zijn met 5% toegenomen tot m€ 8. Door de afvloeiing van personeel in loondienst is de voorziening wachtgelden gestegen tot m€ 2,2. De voorziening WIA/WGA eigen risico is verdubbeld tot m€ 1,4. De in 2011 en 2012 getroffen voorziening voor de beëindiging van de stichting IVO is in 2013 grotendeels vrijgevallen. In 2013 is een voorziening van bijna m€ 0,9 getroffen voor de asbestsanering in de gebouwen Prisma-laag (incl. sloop) en Simon. Door reguliere aflossingen zijn de langlopende schulden met m€ 2 gedaald tot m€ 38. De kortlopende schulden zijn gedaald naar m€ 74.
69
De netto kasstroom was bijna m€ 4 positief. De kasstroom uit operationele activiteiten was per saldo bijna m€ 7,5 positief. De investeringen in materiële vaste activa waren iets groter dan de desinvesteringen in financiële vaste activa waardoor de kasstroom uit investeringsactiviteiten m€ 1,5 negatief was. De kasstroom uit financieringsactiviteiten was ruim m€ 2 negatief als gevolg van de reguliere aflossing van langlopende schulden en afwaardering van de herwaarderingsreserve effecten in verband met ongerealiseerde koersdalingen. De current ratio (vlottende activa/kortlopende schulden) en de solvabiliteit (eigen vermogen/totaal vermogen) zijn licht gestegen. Ook het netto werkkapitaal (vlottende activa minus kortlopende schulden) is gegroeid. Eind 2013 bedroeg het eigen vermogen m€ 133. Tilburg University is en blijft financieel gezond. 4.2.2 Continuïteitsparagraaf De prognoses van de personele bezetting en de ingeschreven studenten en de financiële prognoses voor de balans en de exploitatie zijn gebaseerd op de eind 2013 vastgestelde meerjarenbegroting 2014-2017. De effecten van de in het nieuwe Strategisch Plan aangekondigde maatregelen op het gebied van onderwijs, onderzoek en de bedrijfsvoering zijn daarin nog niet verwerkt. Voor de bedrijfsvoering is een start gemaakt met de voorbereiding van het programma Herstructurering ondersteunende dienstverlening (BEST). Dit programma zal in 2014 nader worden uitgewerkt en vanaf 2015 worden uitgevoerd. De ondersteuning van het primaire proces zal zo veel mogelijk worden gebundeld waardoor de OBP-formatie verder zal afnemen. De middelen die structureel vrijkomen, zullen worden ingezet voor onderwijs en onderzoek. De in de volgende tabel opgenomen personeelsontwikkeling in fte is exclusief TiasNimbas Business School en KCS. Tabel 4.2 – Prognose personele bezetting en ingeschreven studenten 2013
2014
2015
2016
27
26
26
26
WP
885
900
849
817
OBP
652
648
627
619
30
36
31
31
1.594
1.610
1.533
1.493
12.599
12.232
12.128
12.185
Management/Directie
Studentassistenten Totaal Ingeschreven studenten
Bij management/directie is alleen het topmanagement gekwantificeerd. Dit betreft College van Bestuurleden, de secretaris van de universiteit, decanen, vice-decanen en directeuren van faculteiten en diensten. De in 2011 gestarte bezuinigingen bij de centrale diensten en de faculteiten zijn in tegenstelling tot het BEST-programma wel in de OBP- prognose verwerkt. Het aantal ingeschreven studenten blijft volgens de huidige prognose vrijwel constant. In het nieuwe Strategisch Plan zijn doelstellingen geformuleerd om marktaandeel terug te winnen. Dit is nog niet in de prognose verwerkt.
70
Tabel 4.3 - Prognose Balans (k€) 2013
2014
2015
2016
4.466
4.111
3.756
3.401
124.022
128.927
140.975
152.571
9.791
9.000
10.000
11.000
TOTAAL VASTE ACTIVA
138.279
142.038
154.731
166.972
VLOTTENDE ACTIVA
115.327
106.542
89.262
73.848
TOTAAL ACTIVA
253.606
248.580
243.993
240.820
133.273
133.373
134.008
136.138
7.939
7.719
7.800
7.800
LANGLOPENDE SCHULDEN
38.248
36.279
34.310
32.341
KORTLOPENDE SCHULDEN
74.182
71.209
67.875
64.541
253.606
248.580
243.993
240.820
ACTIVA Immateriële VA Materiële VA Financiële VA
PASSIVA EIGEN VERMOGEN VOORZIENINGEN
TOTAAL PASSIVA
Eind 2013 is een nieuwe strategische vastgoedvisie vastgesteld. Daarin is sprake van vervangende nieuwbouw en renovatie, waarbij overtollige kantoorruimte geleidelijk zal worden omgebouwd naar nieuwe onderwijsfaciliteiten. Per saldo zal dit resulteren in een lichte daling van het bruto vloeroppervlak. Het beleid is om toekomstige investeringen in materiële vaste activa zoveel mogelijk te financieren met eigen liquiditeiten waardoor de vlottende activa de komende jaren zullen afnemen. Door de exploitatieoverschotten neemt het eigen vermogen de komende jaren toe. Daarmee blijft het financiële weerstandsvermogen op peil. De solvabiliteit groeit eind 2016 tot 57%. Bij de voorzieningen is nog geen rekening gehouden met eventuele personele afvloeiingskosten van het programma Herstructurering ondersteunende dienstverlening (BEST). De langlopende schulden nemen als gevolg van reguliere aflossingen geleidelijk af. De current ratio daalt als gevolg van de financiering van investeringen met eigen liquiditeiten eind 2016 naar 1,16. Current ratio en solvabliteit blijven binnen de normatieve bandbreedtes die Tilburg University hiervoor hanteert.
71
Tabel 4.4 - Prognose exploitatie (k€) 2013
2014
2015
2016
Rijksbijdrage
110.869
115.041
111.236
111.092
Collegegelden
23.942
24.499
24.113
24.345
Baten werk in opdracht van derden
42.228
45.212
42.972
42.762
Overige baten
13.129
15.487
14.158
12.257
190.168
200.239
192.479
190.456
143.743
141.827
137.136
133.972
9.463
10.243
11.086
11.769
Huisvestingslasten
10.841
9.063
8.914
8.721
Overige lasten
25.615
38.634
34.505
33.721
189.661
199.765
191.641
188.183
507
474
838
2.273
Waarvan belasting resultaat en aandeel derden
-129
0
0
0
Saldo financiële baten en lasten
-101
-338
-203
-143
0
0
0
0
277
136
635
2.130
0
0
0
0
BATEN
TOTAAL BATEN LASTEN Personeelslasten Afschrijvingen
TOTAAL LASTEN Saldo baten en lasten
Saldo buitengewone baten en lasten TOTAAL RESULTAAT Incidentele baten en lasten in totaal resultaat
Uitgangspunt voor de exploitatie is een minimaal sluitende meerjarenbegroting. De begroting voor 2014 is taakstellend. Dit betekent dat faculteiten en diensten niet onder het begrote exploitatieresultaat mogen komen. Voor afwijkingen daarboven geldt een bandbreedte. In de meerjarenbegroting zijn de eventuele incidentele reorganisatiekosten als gevolg van de Herstructurering ondersteunende dienstverlening nog niet verwerkt. De rijksbijdrage vertoont in 2014 een piek als gevolg van het grote aantal bekostigde diploma’s door de langstudeer-maatregel in 2012. In 2013 was er een dip in de pre-masterbekostiging. Na 2014 breken wat de rijksbijdrage betreft magere jaren aan. Dit is een gevolg van de dalende studentenaantallen sinds 2011 en de daarop na-ijlende bekostiging. De collegegelden blijven nagenoeg constant. De volumedaling wordt in 2014 gecompenseerd door prijsindexering. Op basis van de huidige orderportefeuille wordt verwacht dat de werkzaamheden in opdracht van derden in 2014 weer iets zullen aantrekken na de daling in de afgelopen jaren. De jaren daarna zijn voorzichtig begroot.
72
4.2.3 Risicobeheersing Integraal management De risicobeheersing binnen Tilburg University sluit aan bij de governance. De bestuursstructuur van de stichting is vastgelegd in de structuurregeling en nader uitgewerkt in het bestuurs- en beheersreglement. Tilburg University hanteert het besturingsmodel van integraal management op decentraal niveau. Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden op het gebied van onderwijs, onderzoek en de bedrijfsvoering binnen de faculteit zijn op grond van de mandaatregeling gemandateerd aan de decanen. Het College van Bestuur voert twee keer per jaar bilateraal overleg met de faculteiten. In het voorjaar over de gerealiseerde prestaties en de jaarrekening over het afgelopen jaar en in het najaar over de plannen en de begroting voor het komende jaar. De jaarafspraken met de decanen worden vastgelegd in individuele managementcontracten. Alle beheerseenheden rapporteren minstens twee keer per jaar over de financiële ontwikkelingen en de bijsturingsmaatregelen gedurende het lopende jaar. Het College van Bestuur hecht bij de bestuurlijke besluitvorming over belangrijke aangelegenheden zeer veel waarde aan het draagvlak bij de decanen. Hierover wordt regelmatig gezamenlijk overleg gevoerd. Ook het Stichtingsbestuur wordt als toezichthouder nauw betrokken bij majeure beleidsbeslissingen. Het Stichtingsbestuur keurt het Strategisch Plan en jaarlijks de begroting en de jaarrekening goed. De procedure voor de aanbesteding van de accountantsdiensten voor de komende vier jaar zal in de eerste helft van 2014 worden afgerond waarna het Stichtingsbestuur de externe accountant zal benoemen. Het Stichtingsbestuur houdt via de Auditcommissie toezicht op de aanwezigheid en werking van systemen en processen voor risicobeheersing, de naleving van regelgeving en de financiële ontwikkelingen. Strategisch Plan 2014-2017 Risicobeheersing binnen Tilburg University is in de eerste plaats gericht op het behalen van de strategische doelstellingen. Voor de monitoring wordt gebruik gemaakt van digitale stuurkaarten. In 2013 is een nieuw Strategisch Plan 2014-2017 vastgesteld. Tilburg University wil het verschil maken door een verdere aanscherping van het profiel van de universiteit, duurzame verbetering van onderwijs en onderzoek, vergroting en communicatie van de maatschappelijke impact in samenwerking met externe partners en meer middelen vrijmaken voor onderwijs en onderzoek door herstructurering van de ondersteunende dienstverlening. De faculteiten en diensten hebben de opdracht aangenomen om de strategische doelstellingen ieder voor zich maar ook gezamenlijk te effectueren. Om dit daadwerkelijk te realiseren zal Tilburg University het risicomanagement in 2014 verder expliciteren en aanscherpen onder andere via een verdere verbreding van financial naar management control. Voor iedere doelstelling zijn concrete KPI’s geformuleerd om de resultaten te monitoren. Per faculteit zullen targets worden vastgelegd in een set prestatieafspraken. Via een dashboard zal de voortgang kunnen worden gevolgd waarna bijsturing kan plaatsvinden. Prestatieafspraken met OCW De merendeels publieke middelen van de universiteit moeten effectief, efficiënt en rechtmatig worden besteed. In 2012 heeft Tilburg University prestatieafspraken met OCW gemaakt op het gebied van onderwijskwaliteit, studiesucces, maatregelen, profilering en valorisatie. Een deel van de rijksbijdrage is gekoppeld 73
aan de realisatie van de afspraken. Intern zijn afspraken gemaakt over de mogelijke financiële consequenties voor de faculteiten. Tilburg University heeft een dashboard ontwikkeld waarmee de verplichte indicatoren voor onderwijskwaliteit, studiesucces en maatregelen kunnen worden gevolgd. Om te voorkomen dat kwaliteit een sluitpost wordt, houdt Tilburg University de kwaliteit van onderwijs en onderzoek daarbij scherp in de gaten. Reputatie Universiteiten zijn relatief open organisaties waarvan de reputatie ernstig kan worden geschaad door foutief gedrag van medewerkers of studenten. Om dit te voorkomen hanteert Tilburg University een aantal duidelijke gedragsregels. De Code of Conduct bevat algemene gedragsregels voor medewerkers en studenten waardoor een open cultuur wordt bevorderd waarin men elkaar kan aanspreken. Daarnaast zijn er diverse specifieke regelingen. De regeling ‘Wetenschappelijke integriteit Tilburg University’ voorziet in een onafhankelijke vertrouwenspersoon aan wie vermoedens van inbreuk op de wetenschappelijke integriteit gemeld kunnen worden. Tilburg University onderschrijft de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening van de VSNU en de Notitie Wetenschappelijke Integriteit van de KNAW. De regeling Nevenwerkzaamheden is ter voorkoming van potentiële belangenverstrengeling van onderzoekers en andere medewerkers. De klokkenluidersregeling beschermt medewerkers die een vermoeden van fraude binnen de universiteit willen melden. Ongewenst gedrag kan worden gemeld bij een van de vertrouwenspersonen van Tilburg University. Kwaliteit De kwaliteit van onderwijs en onderzoek is een constante factor in de strategie van de universiteit. Voor de kwaliteitsborging wordt zowel gebruik gemaakt van externe als interne systemen en processen die voortdurend worden verfijnd en aangepast aan de veranderende omstandigheden. Voor een beschrijving hiervan wordt op deze plaats verwezen naar de hoofdstukken over onderzoek en onderwijs. Stelsel interne beheersing (niet limitatief ) Tilburg University hanteert een volledige planning- en control cyclus. De externe bekostigingsparameters en de strategische doelstellingen werken intern door in de financiële middelenverdeling. Ieder jaar wordt een meerjarenbegroting opgesteld voor exploitatie, investeringen en kasstromen. De door de beheerseenheden begrote exploitatieresultaten hebben een taakstellend karakter nadat ze door het CvB geaccepteerd zijn. Beheerseenheden, rapporteren periodiek over de voortgang door middel van viermaandelijkse analyses en prognoses plus afsluitende analyses ten behoeve van de jaarrekening. Het interne verdeelmodel voor de rijksbijdrage en de wettelijke collegegelden wordt periodiek geëvalueerd met het oog op de externe ontwikkelingen en de strategische doelstellingen. Tilburg University hanteert normatieve bandbreedtes ten aanzien van de financiële reserves op centraal en decentraal niveau. Dit is gerelateerd aan de exploitatielasten. Daarnaast zijn er normatieve bandbreedtes voor de afwijking van het exploitatieresultaat ten opzichte van de begroting, de current ratio en de solvabiliteit. Beheerseenheden sturen actief op kostenflexibiliteit om snel en adequaat te kunnen reageren op fluctuaties van vooral tweede en derde geldstroombaten.
74
De planning- en controlcyclus wordt aangestuurd en gecoördineerd door de Concern Staff. De financiële controle binnen de universiteit is belegd bij Internal Audit. De faculteiten en diensten beschikken over een eigen controller die via de decaan of directeur rapporteert aan het College van Bestuur. Het Treasurystatuut is in 2013 herzien en goedgekeurd door het Stichtingsbestuur. Tilburg University maakt geen gebruik van derivaten ter afdekking van renterisico’s en voldoet volledig aan de regeling beleggen en belenen. Werking Voor de verbetering van de interne beheersing zijn in 2013 diverse maatregelen doorgevoerd. De projectadministratie is aangepast om publieke en private activiteiten intra-comptabel te kunnen onderscheiden. Voor EU-projecten is het urenregistratiesysteem via de projectadministratie gekoppeld aan de financiële administratie. Het integrale kostprijsmodel is verder ontwikkeld en wordt breed toegepast. In 2013 is een begin gemaakt met tussentijdse afsluitingen onder andere voor projecten. Naar aanleiding van de IT-audit op de SAP-omgeving is een plan van aanpak vastgesteld waarvan de uitvoering strak wordt gemonitord. Interne procedures zijn aangescherpt en de werking ervan wordt intern gecontroleerd door de afdeling Internal Audit. Ook de externe accountant ziet toe op de werking van de systemen en de procedures. Dit heeft in 2013 geen bijzondere waarnemingen opgeleverd. Tenslotte Het besturingsmodel en de beschreven systemen en procedures zijn gericht op de beheersing van de risico’s voor de universiteit en op het verschaffen van een redelijke mate van zekerheid over de effectiviteit, efficiency en rechtmatigheid van alle activiteiten. Het College van Bestuur onderkent dat zich altijd onvoorziene omstandigheden kunnen voordoen waardoor risico’s overblijven. Het bewustzijn en aanvaarden daarvan vormt een belangrijk element in de risicobeheersing omdat systemen en procedures alleen niet toereikend zijn. Om stappen vooruit te kunnen zetten is een cultuur noodzakelijk waarin risico’s binnen de grenzen van rechtmatigheid onder ogen worden gezien en worden afgewogen tegen de kansen. 4.2.4 Treasurybeleid Het Treasurystatuut van Tilburg University is in 2013 geactualiseerd en na bespreking in de Auditcommissie goedgekeurd door het Stichtingsbestuur. Het statuut sluit volledig aan bij de Regeling beleggen en belenen voor instellingen voor onderwijs en onderzoek. De belangrijkste wijziging in het statuut betreft een aanpassing van de beleggingshorizon van zeven naar vijf jaar waardoor dit in lijn ligt met de horizon van het Strategisch Plan. Daarnaast is de rendementsdoelstelling voor de beleggingen aangepast aan de vooruitzichten voor de financiële markten. Het beleggingsprofiel van Tilburg University is zeer defensief. De beschikbare middelen worden afhankelijk van de liquiditeitsbehoefte conform de Regeling beleggen en belenen binnen tactische bandbreedtes belegd in vastrentende waarden, zoals (staat)obligaties, en deposito’s. Omdat er momenteel nauwelijks kwaliteitsobligaties beschikbaar zijn die in dit portfolio passen, waren er door verkoop en uitloting in de loop van het jaar per ultimo 2013 minder obligaties in portefeuille dan het jaar daarvoor. Er werden geen nieuwe fondsen aan de portefeuille toegevoegd.
75
De liquiditeitsprognoses en cashflow planningen voor de komende vijf jaar zijn onder andere gebaseerd op middellange termijnramingen voor de rijksbijdrage en de collegegelden, meerjarenbegrotingen van de beheerseenheden, de strategische vastgoedvisie en historische gegevens. Uitgangspunt voor het financieringsbeleid is dat toekomstige investeringen in vaste activa zoveel mogelijk met eigen middelen gefinancierd worden. Treasury besteedt veel aandacht aan het beperkt houden van de rekening-courantsaldi waarbij de continuïteit van de bedrijfsvoering gegarandeerd blijft. Tijdelijk beschikbare liquiditeiten worden belegd in deposito’s tegen percentages hoger dan Eonia en Euribor. Op spaarrekeningen en deposito’s samen is in 2013 een rendement gerealiseerd van 1,5027% (2012: 2,0149%). De liquide middelen zijn uitgezet bij Nederlandse banken met minimaal A rating voor deposito’s met een looptijd korter dan drie maanden en minimaal AA- rating voor deposito’s met een looptijd langer dan drie maanden. In de jaarrekening worden obligaties per balansdatum gewaardeerd tegen reële waarde. Ongerealiseerde koerswijzigingen sinds de aankoop (dalingen tot aankoopkoers) worden rechtstreeks verwerkt in de herwaarderingsreserve effecten. Door koersdalingen is deze herwaarderingsreserve in 2013 afgewaardeerd met € 134.358. Verkoop van obligaties heeft in 2013 een positief koersresultaat opgeleverd van € 4.150. Dit is toegevoegd aan het resultaat. Door de aanhoudende lage rentestanden wordt verwacht dat in 2014 een lagere beleggingsopbrengst zal worden behaald dan in 2013. Tilburg University heeft in 2013 de bancaire dienstverlening aanbesteed. Als gevolg daarvan is per 1 januari 2014 de overstap gemaakt van Deutsche Bank naar ABN AMRO. De overgang naar het betalingsplatform van ABN AMRO is probleemloos verlopen. 4.2.5 Tegemoetkomingen Profileringsfonds Conform artikel 7.51 van de WHW heeft Tilburg University voorzieningen getroffen voor de financiële ondersteuning van studenten in bijzondere omstandigheden. Dit betreft studenten met studievertraging als gevolg van overmacht, een erkende topsportstatus of een bestuursfunctie in de medezeggenschap of een studentenorganisatie. Studenten die aan de voorwaarden voldoen ontvangen een financiële ondersteuning uit het Profileringsfonds. Via het fonds worden ook Excellence Scholarships verstrekt aan excellente studenten van Tilburg University die aansluitend op hun bachelor-opleiding een buitenlandse masteropleiding of een research-masteropleiding in Tilburg willen volgen. De volgende tabel geeft een overzicht van de vergoedingen uit het Profileringsfonds in 2013. Van het totale bedrag was 76% bestemd voor studenten met een bestuursfunctie. Tabel 4.5 – Vergoedingen uit het Profileringsfonds 2013 Herkomst Aantal studenten
Vergoeding
553
€788.693
11
€35.643
564
€824.336
EER Niet-EER Totaal
76
4.2.6 Stimuleringsmiddelen joint degrees Het ministerie van OCW heeft middelen beschikbaar gesteld aan de Nederlandse universiteiten ter stimulering van joint degrees. Het betreft de stimulering van zowel BA, MA als PhD degrees. Het gaat voor Tilburg University om een bedrag van k€404 in de periode 2009-2013. Er is besloten deze middelen als volgt aan te wenden: k€260 voor de stimulering van joint BA en MA degrees, en k€144 voor de stimulering van joint PhD degrees. De stimulering van joint BA en MA degrees heeft zijn uitwerking gekregen in het ‘Tilburgs kader en stimuleringsmaatregel joint degrees’. Het International Office is verantwoordelijk voor de coördinatie hiervan. De stimulering van joint PhD degrees heeft zijn uitwerking gekregen in een ‘Stimuleringsregeling joint doctorates’. De afdeling Strategy & Policy is verantwoordelijk voor de coördinatie hiervan. De faculteiten zullen middels periodieke rapportages verslag leggen over de vorderingen van de projecten. Stimuleringsmiddelen joint BA en MA degrees In 2013 heeft het College van Bestuur twee projectaanvragen voor het opzetten van een internationaal gezamenlijke Masterprogramma gehonoreerd met een bedrag van k€25 ieder als bijdrage in de ontwikkelingskosten. Tabel 4.6 - Besteding middelen gezamenlijke Masterprogramma’s Programma
Bedrag
Joint master program International Environmental Law met University of Tasmania, Australië
€25.000
Joint master program Strategic Management met nader te bepalen partner(s)
€25.000
Reeds besteed in de periode 2011/2012 Middelen nog te besteden
€210.000 €0
Stimuleringsmiddelen joint PhD degrees Het College van Bestuur heeft in 2013 vier projectaanvragen voor het opzetten van internationale joint PhD programma’s gehonoreerd. Tabel 4.7 - Besteding middelen gezamenlijke PhD programma’s Joint PhD programma met…. Middle Eastern Technical University, Ankara, Turkije (TSB) Uitbreiding EDOLAD consortium met North-West University Potchefstroom, Zuid-Afrika (TLS) o.a. Universidad de los Andes, Universidad del Rosario, Pontificia Universidad Javeriana, Pontificia Universidad Católica de Chile, Universidad de Chile, Fundação Getulio Vargas Sao Paulo, Fundação Getulio Vargas Rio de Janeiro (TLS) University of California, San Francisco, USA (TSB) Reeds besteed in de periode 2011/2012 Middelen nog te besteden
Bedrag €1.482 €9.400 €18.400
€4.150 €99.360 €11.208
77
4.2.7 Helderheidsaspecten In deze paragraaf wordt beschreven hoe binnen Tilburg University wordt omgegaan met de thema’s zoals die zijn opgenomen in de notitie ‘Helderheid in de bekostiging van het hoger onderwijs’, uitgevaardigd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op 29 augustus 2003. • Deelname eigen personeel aan opleidingen: In 2013 hebben in totaal 117 medewerkers ingeschreven gestaan voor het volgen van onderwijs aan de eigen instelling. Betrokkenen hebben zelf hun collegegeldverplichting voldaan. • Uitbesteding (delen van) Croho-geregistreerde opleidingen Tilburg University besteedde in 2013 geen (delen van) geregistreerde opleidingen uit aan private organisaties en andere instellingen. • Investeren van publieke middelen in private activiteiten Tilburg University heeft in 2013 geen Rijksbijdrage aangewend voor de uitvoering van private activiteiten. • Verlenen van vrijstellingen Het verlenen van vrijstellingen is binnen Tilburg University alleen mogelijk op verzoek van de individuele student. Vrijstellingen kunnen worden verleend door de examencommissie; de gronden waarop zijn vastgelegd in de onderwijs- en examenregeling. Documentatie zit in het studentdossier. • Bekostiging van buitenlandse studenten Binnen Tilburg University worden buitenlandse studenten alleen ingeschreven als student als zij volledig voldoen aan de inschrijvingsvoorwaarden. Ingeschreven studenten worden alleen dan voor bekostiging in aanmerking gebracht als zij volledig voldoen aan de wet- en regelgeving hieromtrent. Uitwisselingsstudenten en buitenlandse studenten die slechts een gedeelte van een opleidingsprogramma volgen worden ingeschreven als contractcursist conform de binnen Tilburg University van toepassing zijnde regeling contractcursisten aanschuifonderwijs en worden niet uitgewisseld met DUO. • Collegegeld niet betaald door student zelf De inschrijfprocedures binnen Tilburg University zijn conform wet- en regelgeving rondom dit thema. Door Tilburg University wordt geen rijksbijdrage besteed aan het op enige manier compenseren van het door studenten betaalde collegegeld. Indien het collegegeld namens een student door derden wordt betaald staat dit aangegeven op de door de student afgegeven machtiging. • Studenten volgen modules Studenten die slechts een gedeelte van een opleidingsprogramma volgen worden ingeschreven als contractcursist conform de binnen Tilburg University van toepassing zijnde regeling contractcursisten aanschuifonderwijs. Deze studenten worden niet uitgewisseld met DUO.
78
• Studenten volgen een andere opleiding Studenten geven via Studielink zelf aan voor welke opleiding(en) ze zich aanmelden en inschrijven zonder tussenkomst van Tilburg University. Tilburg University schrijft studenten niet in voor andere opleidingen dan waarvoor studenten zich hebben ingeschreven. • Maatwerktrajecten voor bedrijven of organisaties: TLS organiseerde in 2013 één maatwerktraject voor VMW Taxand, KPMG Meijburg & Co, Mazars, Baker & McKenzie, Loyens & Loeff, Ministerie van Financiën / Belastingdienst, PriceWaterhouseCoopers, Ernst & Young en Deloitte ten behoeve van 40 voltijd studenten. Studenten die elders het collegegeld (Maastricht of Amsterdam) betalen worden hier ingeschreven als cursist bijvak en worden niet uitgewisseld met DUO. Personeelsleden van de federatie worden ingeschreven als contractcursist en worden niet uitgewisseld met DUO. Studenten die hier het collegegeld betalen worden ingeschreven als reguliere student en worden uitgewisseld met DUO. 4.2.8 Declaraties College van Bestuur Het College van Bestuur van Tilburg University bestaat uit twee personen met een full-time dienstverband. De bedragen in de volgende tabel betreffen declaraties van de door henzelf betaalde onkosten, rechtstreeks door de universiteit betaalde rekeningen en onkosten die met een universitaire creditcard betaald zijn. De binnenlandse reiskosten betreffen de kosten van een chauffeurspool bestaande uit studenten waar incidenteel gebruik van wordt gemaakt en de kosten van twee leaseauto’s (contract plus brandstofkosten). De vaste maandelijkse onkostenvergoeding van € 225 per maand is opgenomen bij de bezoldigingen. Tabel 4.8 - Declaraties College van Bestuur (in euro’s) Categorie
Koen Becking
Philip Eijlander
3.953
3.953
Reiskosten binnenland
28.409
16.742
Reiskosten buitenland
9.616
10.024
0
0
41.978
30.719
Representatiekosten
Overige kosten Totaal
4.2.9 Bezoldigingen College van Bestuur Het bezoldigingsbeleid voor leden van het College van Bestuur is vastgesteld door het Stichtingsbestuur. Het salaris is afgeleid van het maximum van salarisschaal 18 volgens de CAO Nederlandse Universiteiten en bevat een bestuurderstoelage van 37,5%. De vakantie-uitkering bedraagt 8% en de eindejaarsuitkering 8,3%. De leden van het College van Bestuur hebben geen recht op bonussen, gratificaties en andere prestatieafhankelijke beloningen. De bezoldiging bestaat uit bruto loon, werkgeversaandeel pensioenpremie, de vaste maandelijkse onkostenvergoeding en een fiscale bijtelling voor het privé gebruik van de leaseauto tenzij die privé niet gebruikt wordt. De bezoldiging van de topbestuurders van Tilburg University ligt onder het WNT-maximum van € 228.599 voor topbestuurders in de (semi-) publieke sector.
79
Tabel 4.9 – Bezoldigingen College van Bestuur (in euro’s) Bezoldigingen Totaal
Koen Becking
Philip Eijlander
194.059
206.187
4.3 Overige 4.3.1 Beheersing van uitgaven inzake uitkeringen na ontslag Als eigen risicodrager, begeleidt Tilburg University haar medewerkers die recht hebben op een WW-uitkering. Deze begeleiding wordt of door de HR-afdeling van betrokkene of door het Career Center verzorgd (de ‘van werk naar werk’ begeleiding). Het beleid is gericht op het opstellen van een zoekprofiel, ondersteuning bij de arbeidsmarktoriëntatie, netwerken en solliciteren alsmede de doorzending van vacatures van partnerinstellingen en intermediair bij outplacementtrajecten. Momenteel biedt de universiteit alle WW-gerechtigden een ‘Van Werk Naar Werk’ training aan. Tilburg University monitort jaarlijks de WW-lasten. 4.3.2 Toegankelijkheid van de instelling De Beleidsnotitie ‘Studeren zonder belemmering’ is in februari 2013 vastgesteld door het College van Bestuur. Om dit beleid verder te verankeren, uit te dragen, te evalueren en aan te passen is er begin 2014 een werkgroep samengesteld die één of twee keer per jaar bijeen zal komen. Binnen deze werkgroep worden de studentenpsychologen, studentendecanen, de examencommissie, hoofd onderwijs diverse faculteiten en studieadviseurs vertegenwoordigd. Tilburg University besteedt aandacht aan de fysieke toegankelijkheid van gebouwen, stelt hulpmiddelen ter beschikking en tentamenvoorzieningen. Daarnaast worden knelpunten ad hoc aangepakt. Er wordt voor studenten met een functiebeperking al veel gedaan, maar een integrale aanpak hierop ontbrak nog, waardoor er onvoldoende afstemming was tussen de diverse partijen die bij het onderwerp betrokken zijn. Daarnaast ontbrak een coördinatie hierin. Door het opstellen van de beleidsnotitie ‘Studeren zonder belemmering’ hebben we meer invulling kunnen geven aan een helder beleid voor studenten met een functiebeperking. De Universiteitsraad heeft ingestemd met deze notitie in maart 2013. Voor een integrale aanpak zijn een aantal zaken in het beleidsstuk benoemd: een goede informatievoorziening en voorlichting, een centraal meldpunt voor studenten, coördinatie, registratie van studenten met een functiebeperking in het onderwijssysteem en kennisoverdracht / borging deskundigheid.
80
Hoofdstuk 5
Jaarrekening 2013
5.1 Kengetallen Kengetallen 1)
2009
2010
2011
2012
2013
3.562 12.678 236
3.425 13.153 193
3.649 13.599 208
3.273 12.952 198
3.235 12.599 184
2.408
2.640
3.309
2.779
3.213
7 57 1.373 1.868 468
1 72 1.365 2.015 522
2 52 1.491 2.222 483
6 67 1.779 2.815 559
0 16 1.743 2.408 561
Studenten Eerstejaars (WO/I) Ingeschrevenen initiële opleidingen Ingeschrevenen postdoctorale opleidingen 2) Ingeschrevenen TiasNimbas Business School Onderwijs Doctoraal diploma’s Postdoctoraal diploma’s Bachelor diploma’s Master diploma’s Diploma’s TiasNimbas Business School Onderzoek 85
111
131
132
132
1.936
1.939
2.280
2.049
2.033
Rijksbijdragen (in m€) College- en examengelden (in m€) Overige baten (in m€) Exploitatie resultaat (in m€)
108 19 70 3,8
106 20 73 -6,1
106 24 69 -2,4
110 24 65 -1,6
111 24 55 0,3
Eigen vermogen (in m€) Vreemd vermogen (in m€)
142 121
136 138
134 135
132 126
133 121
104 64 1,8 0,9 0,5 0,5
106 62 1,7 0,9 0,5 0,5
104 56 1,7 1,0 0,5 0,5
92 48 1,6 1,0 0,5 0,5
96 51 1,7 pm 0,5 pm
993
994
986
963
931
Promoties 3) Wetenschappelijke publicaties
4)
Exploitatie
Vermogen
Financiële positie Liquide middelen (in m€) Netto werkkapitaal (in m€) Current ratio Current ratio alle universiteiten Solvabiliteit Solvabiliteit alle universiteiten Personeel Wetenschappelijk personeel TiU 5) 5)
Ondersteunend beheerspersoneel TiU Personeelsbestand verbonden partijen Totaal personeel in loondienst Personele lasten personeel in loondienst (in m€) Personele lasten uitzendkrachten (in m€)
753
748
675
683
663
168 1.914 126 17
164 1.906 133 18
166 1.827 131 18
146 1.792 129 17
110 1.704 129 14
1)
De cijfers inclusief de gegevens van de deelnemingen en verbonden partijen.
2)
Exclusief TiasNimbas Business School.
3)
Inclusief dubbelpromoties; in afwijking van het aantal bekostigde proefschriften die in het TMP staan vermeld.
4)
Inclusief proefschriften, monographs en edited books.
5)
Fte’s op basis van Wopi-cijfers (peildatum 31/12), cijfers 2010 zijn gecorrigeerd.
81
5.2 Geconsolideerde balans per 31-12-2013 (alle bedragen in €) Activa
31-12-2013
Ref
31-12-2012
Vaste activa Immateriële vaste activa
1
4.465.508
4.842.875
Materiële vaste activa
2
124.022.313
128.487.058
Financiële vaste activa
3
9.791.248
12.956.693 138.279.069
Totaal vaste activa
146.286.626
Vlottende activa Voorraden
4
83.165
141.752
Vorderingen
5
18.984.559
19.615.304
Liquide middelen
6
96.259.105
92.316.412
Totaal vlottende activa
115.326.829
112.073.468
Totaal activa
253.605.898
258.360.094
31-12-2013
31-12-2012
Passiva Groepsvermogen Eigen vermogen
7
132.631.197
132.488.301
Aandeel derden
8
605.342
594.528
133.236.539
133.082.829
Voorzieningen
9
7.939.371
7.543.998
Langlopende schulden
10
38.248.256
40.217.422
Kortlopende schulden
11
74.181.732
77.515.845
Totaal passiva
82
120.369.359
125.277.265
253.605.898
258.360.094
5.3 Geconsolideerde staat van baten en lasten 2013 (alle bedragen in €) 2013
2012
Begroting 2013
Baten
Ref
Rijksbijdragen OCW
12
110.869.186
107.918.000
109.503.865
Collegegelden
13
23.942.200
23.200.000
23.707.927
Baten werk i.o.v. derden 14
42.227.813
49.240.000
46.765.161
15
13.129.483
16.566.000
18.553.895
Overige baten
190.168.682
Totaal baten
196.924.000
198.530.848
Lasten Personele lasten
16
143.743.148
144.345.000
146.622.147
Afschrijvingen
17
9.462.896
10.413.000
9.196.767
Huisvestingslasten
18
10.840.527
8.548.000
11.420.900
Overige lasten
19
25.614.630
36.431.000
33.747.953
189.661.201
199.737.000
200.987.767
507.481
-2.813.000
-2.456.919
-101.122
535.000
952.540
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering vóór belastingen
406.359
-2.278.000
-1.504.379
Belasting resultaat uit gewone bedrijfsvoering
118.292
-
206.149
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering na belastingen
288.067
-2.278.000
-1.710.528
-10.814
-
108.816
277.253
-2.278.000
-1.601.712
Totaal lasten Saldo baten en lasten Saldo financiële baten en lasten
Aandeel derden Exploitatieresultaat
20
8
83
5.4 Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2013 (alle bedragen in â&#x201A;Ź) Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo baten en lasten Belastingen Aanpassingen voor: Afschrijvingen Mutaties voorzieningen
2013
2012
507.481
-2.456.919
-118.292
-206.149
9.462.896
9.196.767
395.373
1.247.245 9.858.269
Veranderingen in vlottende middelen: Voorraden Vorderingen Schulden
58.587
-20.951
630.745
3.657.816
-3.334.113
-8.031.863
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest Buitengewoon resultaat
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen 84
-4.394.998
7.602.677
3.385.946 2.756.865
-1.721.553
-1.804.325
-
-101.122
952.540
7.501.555
4.338.486
-4.622.384
-15.372.177
1.600
-
4.000
2.000
3.161.445
1.403.573 -1.455.339
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden Mutatie herwaarderingsreserve effecten
-2.644.781
1.620.431
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiele vaste activa Desinvesteringen in materiele vaste activa Mutaties leningen Overige investeringen in financiĂŤle vaste activa
10.444.012
-13.966.604
-
-
-1.969.166
-1.969.166
-134.358
240.847 -2.103.524
-1.728.319
3.942.692
-11.356.437
5.5 Algemene toelichting op de jaarrekening Activiteiten De missie van Tilburg University wordt geduid met ‘Understanding Society’. Door het ontwikkelen en overdragen van kennis en het samenbrengen van mensen uit verschillende vakgebieden en organisaties, wil Tilburg University een actieve bijdrage leveren aan de samenleveing en bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. De hoofdactiviteiten zijn onderwijs, onderzoek en valorisatie. Continuïteit De in de geconsolideerde jaarrekening gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn gebaseerd op de veronderstelling van continuïteit van de instelling. Vestigingsadres Tilburg University is gevestigd op de Warandelaan 2, 5037 AB te Tilburg. Stelsel- en schattingswijzigingen In 2013 hebben zich geen stelsel- en schattingswijzigingen voorgedaan. Schattingen Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt de leiding van Tilburg University zich een oordeel over verschillende zaken en maakt schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. Consolidatie In de consolidatie zijn de financiële gegevens van Tilburg University opgenomen samen met die verbonden partijen waarbij sprake is van een meerderheidsbelang dan wel van beslissende zeggenschap. Indien sprake is van een meerderheidsbelang van minder dan 100% dan is separaat in zowel het resultaat als in het groepsvermogen een aandeel derden opgenomen. Intercompany-transacties, intercompany-winsten en onderlinge vorderingen en schulden tussen groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen worden geëlimineerd, voor zover de resultaten niet door transacties met derden buiten de Groep zijn gerealiseerd. Ongerealiseerde verliezen op intercompany-transacties worden ook geëlimineerd tenzij er sprake is van een bijzondere waardevermindering. Waarderingsgrondslagen van groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen zijn waar nodig gewijzigd om aansluiting te krijgen bij de geldende waarderingsgrondslagen voor de Groep.
85
In de consolidatie zijn de volgende partijen betrokken: - Tilburg University, Tilburg, 100% - UvT Holding B.V., Tilburg, 100% • KUB Career Services B.V. - TiasNimbas Business School B.V., Tilburg, 80% • TiasNimbas Business School Utrecht B.V. • TiasNimbas Business School Germany GmbH - Stichting IVA, Instituut voor sociaalwetenschappelijk onderzoek, Tilburg, 100% - Stichting Instituut voor ontwikkelingsvraagstukken (IVO), Tilburg, 100% - Universiteitsfonds Tilburg, Tilburg, 100% Aangezien de winst- en verliesrekening over 2013 van Tilburg University in de geconsolideerde jaarrekening is verwerkt, is in de enkelvoudige jaarrekening volstaan met weergave van een beknopte winst- en verliesrekening in overeenstemming met artikel 2:402 BW. Verbonden partijen Als verbonden partij worden aangemerkt alle rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Dit betreft de verbonden partijen die deel uitmaken van de consolidatie. Daarnaast is sprake van twee verbonden partijen waarbij sprake is van een minderheidsbelang en geen beslissende zeggenschap. Deze partijen zijn niet betrokken in de consolidatie. Dit betreft de Stichting Steun Sportcentrum KUB en Stichting Bijzondere Leerstoelen. Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen, met uitzondering van deposito’s met een looptijd langer dan drie maanden. Kasstromen in vreemde valuta zijn omgerekend tegen een geschatte gemiddelde koers. Koersverschillen op geldmiddelen worden afzonderlijk in het kasstroomoverzicht getoond. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde dividenden zijn opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. De verkrijgingsprijs van de verworven groepsmaatschappij is opgenomen onder de kasstroom uit investeringsactiviteiten, voor zover betaling in geld heeft plaatsgevonden. De geldmiddelen die in de verworven groepsmaatschappij aanwezig zijn, zijn op de aankoopprijs in mindering gebracht. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt, waaronder financiële leasing, zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van de leasetermijnen uit hoofde van het financiële leasingcontract zijn voor het gedeelte dat betrekking heeft op de aflossing als een uitgave uit financieringsactiviteiten aangemerkt en voor het gedeelte dat betrekking heeft op de interest als een uitgave uit operationele activiteiten.
86
Beleidsregels toepassing WNT De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semi-publieke sector (WNT) is met ingang van 1 januari 2013 van kracht.
5.6 Waarderingsgrondslagen activa en passiva Algemeen De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven is door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. De jaarrekening is opgesteld in euro’s. Activa en passiva (met uitzondering van het groepsvermogen) worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Vreemde valuta De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in euro’s. Transacties in vreemde valuta gedurende de verslagperiode zijn in de jaarrekening verwerkt tegen de koers op transactiedatum. Immateriële vaste activa Goodwill De goodwill is gewaardeerd tegen historische kostprijs verminderd met afschrijvingen. Er wordt rekening gehouden met bijzondere waardeverminderingen. De goodwill inzake TiasNimbas Business School Utrecht B.V. en TiasNimbas Business School Germany GmbH wordt lineair afgeschreven over een periode van 20 jaar. TiasNimbas verwacht gedurende deze periode significante voordelen te behalen zoals bijvoorbeeld reputatie, marktaandeel en alumni. Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen De terreinen zijn gewaardeerd tegen de aanschafwaarde en worden niet afgeschreven. De gebouwen inclusief vaste installaties, alsmede de inrichting van terreinen zijn gewaardeerd tegen de aanschafwaarde verminderd met afschrijvingen. De afschrijvingen zijn lineair en gebaseerd op de aanschafwaarde en verwachte bedrijfseconomische levensduur. De bouwrente als gevolg van investeringen wordt geactiveerd, voorzover sprake is van financiering met vreemd vermogen. Voor de toekomstige kosten van groot onderhoud aan de bedrijfsgebouwen is geen voorziening voor groot onderhoud gevormd. De kosten worden rechtstreeks in het resultaat verantwoord. 87
Apparatuur en inventarisgoederen Apparatuur en inventaris zijn geactiveerd voor zover de aanschafwaarde per activum groter is dan € 11.500. Geactiveerde apparatuur en inventaris zijn gewaardeerd tegen de aanschafwaarde verminderd met afschrijvingen. De afschrijvingen zijn lineair en gebaseerd op de aanschafwaarde en verwachte bedrijfseconomische levensduur. Technische vervangingen Technische vervangingen worden niet geactiveerd, maar in de exploitatie verantwoord. Financiële vaste activa Deelnemingen Deelnemingen zijn gewaardeerd tegen de nettovermogenswaarde. Effecten Effecten worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Vervolgens worden de onder financiële vaste activa opgenomen effecten gewaardeerd tegen reële waarde. Waardevermeerderingen van deze effecten worden rechtstreeks verwerkt in de herwaarderingsreserve. Op het moment dat de desbetreffende effecten niet langer in de balans worden verwerkt, wordt de cumulatieve waardevermeerdering in het eigen vermogen verwerkt in de winst- en verliesrekening. Indien van een individueel effect de reële waarde onder de (geamortiseerde) kostprijs komt, wordt de waardevermindering verwerkt ten laste van de winst-en-verliesrekening. Voor rentedragende financiële activa vindt verwerking van de rentebaten plaats tegen de effectieve-rentemethode. Bijzondere waardevermindering vaste activa Op balansdatum wordt beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Eventuele bijzondere- waardeverminderingsverliezen worden direct als last verwerkt in de staat van baten en lasten. Voorraden De voorraden zijn gewaardeerd tegen historische kostprijs. Onderhanden projecten Onderhanden projecten in opdracht van derden worden gewaardeerd tegen de gerealiseerde projectopbrengsten (bestaande uit de gerealiseerde projectkosten). Indien van toepassing, worden de verwerkte verliezen en reeds gedeclareerde termijnen hierop in mindering gebracht. Onderhanden projecten waarvan de gefactureerde termijnen hoger zijn dan de gerealiseerde projectopbrengsten worden gepresenteerd onder de kortlopende schulden. Vorderingen De vorderingen zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs. Indien nodig wordt een voorziening voor oninbaarheid getroffen.
88
Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en bestemmingsreserves en/of -fondsen. Hierin is tevens een segmentatie opgenomen naar publieke en private middelen. De bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, welke door het bestuur is aangebracht. Algemene reserve gebouwen Deze reserve is ontstaan uit het saldo eigen vermogen in materiële vaste activa in het kader van de Integrale Verantwoordelijkheid Huisvesting (IVH)-operatie per 1 januari 1995. De reserve muteert als gevolg van desinvesteringen. Algemene reserves Dit zijn de vrij besteedbare middelen op balansdatum van de exploitatiesaldi tot en met het verslagjaar. Bestemde reserves Dit zijn de reeds bestemde middelen op balansdatum van de exploitatiesaldi tot en met het verslagjaar. Herwaarderingsreserve Indien herwaarderingen in de herwaarderingsreserve zijn verwerkt, worden de gerealiseerde herwaarderingen ten gunste van de winst-en-verliesrekening gebracht. Aandeel derden Het aandeel derden als onderdeel van het groepsvermogen wordt gewaardeerd tegen het bedrag van het nettobelang in de netto-activa van de betreffende verbonden partij. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is in te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. Wachtgelden De wachtgeldvoorziening is gebaseerd op de per balansdatum afgegeven beschikkingen in het kader van wachtgeld en (bovenwettelijke) WW-uitkeringen. De voorziening is bepaald op 75% van de berekende maximale verplichtingen. Uitzondering hierop vormen de beschikkingen van vóór 1991, die voor 100% zijn voorzien. Betaalde uitkeringen worden aan de voorziening onttrokken.
89
Spaarverlof De voorziening spaarverlof is gevormd in verband met verplichtingen die samenhangen met het meerjarig sparen van verlofdagen. WIA/WGA Eigen Risico Tilburg University is sinds 1 juli 2004 eigenrisicodrager voor de WIA/WGA. De voorziening is gebaseerd op de verplichtingen in verband met toegekende WIA/WGA-uitkeringen na (gedeeltelijk) ontslag wegens arbeidsongeschiktheid. Jubilea Deze voorziening is gevormd in verband met de verplichtingen die samenhangen met toekomstige 25-jarige en 40-jarige jubileumuitkering van het personeel. Overige voorzieningen Dit betreft naast een voorziening voor buitengewone verlofconstructies, een voorziening voor een aantal projecten binnen IVO en een getroffen voorziening voor asbestverwijdering in de gebouwen P laag en S en de sloop van gebouw P laag. Schulden De schulden zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs. De kortlopende schulden hebben een looptijd korter dan 1 jaar.
5.7 Grondslagen voor de resultaatbepaling Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risicoâ&#x20AC;&#x2122;s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden. Baten Rijks- en overige bijdragen Dit betreft de rijksbijdrage die volgens de modelmatige verdeling door de minister is toegewezen, alsmede de toegekende doelsubsidies. College en examengelden Dit betreft de ontvangen college- en examengelden voor zover deze aan het verslagjaar kunnen worden toegerekend. Opbrengst werk voor derden Dit betreft opbrengsten uit contractonderwijs en contractonderzoek met betrekking tot afgesloten projecten en opbrengsten van lopende projecten tot een bedrag van de gemaakte projectkosten. Eventuele posi90
tieve resultaten worden gerealiseerd bij afsluiting van het project. Indien het waarschijnlijk is dat de totale projectkosten de totale projectopbrengsten overschrijden, dan worden de verwachte verliezen onmiddellijk in de exploitatie verwerkt. Overige opbrengsten Dit betreft de opbrengsten uit alle andere activiteiten voor zover deze aan het verslagjaar kunnen worden toegerekend. Rentebaten De rentebaten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben. Lasten Personele lasten Hier zijn de lasten opgenomen in verband met de beloning voor verrichte arbeid, inclusief sociale lasten en pensioenpremies, alsmede overige personeelskosten voor zover deze betrekking hebben op het verslagjaar. Tilburg University heeft een pensioenregeling bij Stichting Bedrijfspensioenfonds ABP. Op deze pensioenregeling zijn de bepalingen van de Nederlandse Pensioenwet van toepassing en worden op verplichte, contractuele of vrijwillige basis premies betaald door de instelling. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen. Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Immateriële vaste activa en materiële vaste activa worden met ingang van het jaar van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen wordt niet afgeschreven. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de economische levensduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Overige lasten Dit zijn alle overige lasten voor zover deze betrekking hebben op het verslagjaar. Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen. Belastingen De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de staat van baten en lasten, rekening houdend met beschikbare, fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. 91
5.8 Toelichting op de onderscheiden posten van de geconsolideerde balans Activa 1. Immateriële vaste activa
Aanschaf Afschrijvingen prijs t/m 2012 t/m 2012
Boekwaarde Investeringen 31-12-2012 2013
Desinvesteringen 2013 AW
Desinvesteringen 2013 AFS
Afschrijvingen 2013
Aanschaf Afschrijvingen prijs t/m 2013 t/m 2013
Boekwaarde 31-12-2013
Goodwill
7.322.421
2.479.546
4.842.875
-
-
-
377.367
7.322.421
2.856.913
4.465.508
Totaal immateriële vaste activa
7.322.421
2.479.546
4.842.875
-
-
-
377.367
7.322.421
2.856.913
4.465.508
Boekwaarde Investeringen 31-12-2012 2013
Desinvesteringen 2013 AW
Desinvesteringen 2013 AFS
Afschrijvingen 2013
Aanschaf Afschrijvingen prijs t/m 2013 t/m 2013
Boekwaarde 31-12-2013
2. Materiële vaste activa
Aanschaf Afschrijvingen prijs t/m 2012 t/m 2012
Gebouwen en terreinen
168.236.182
79.431.122
Gebouwen in uitvoering
14.930.996
-
Terreinen (incl. inrichting)
13.733.186 882.408
Gebouwen
Terrein TFT
14.548.101
-
- 5.019.554 182.784.283
14.930.996 -13.139.782
-
-
-
2.086.036
11.647.150
-
-
-
-
882.408
-
-
-
81.517.158 116.265.614
1.408.319
-
- 5.205.303 199.191.091
86.722.461 112.468.630
28.714.152
16.494.308
12.219.844
3.214.065
-
- 3.880.226
31.928.217
20.374.534
11.553.683
4.093.425
4.091.825
1.600
-
-
-
-
32.807.577
20.586.133
12.221.444
3.214.065 4.093.425 4.091.825 3.880.226
31.928.217
20.374.534
11.553.683
197.782.772
Inventaris en apparatuur Administratieve afboekingen
88.805.060
Totaal materiële vaste activa 230.590.349 102.103.291 128.487.058
84.450.676
98.333.607
1.791.214
-
1.791.214
185.749
13.733.186
2.271.785
11.461.401
-
882.408
-
882.408
- 4.093.425 4.091.825
4.622.384 4.093.425 4.091.825 9.085.529 231.119.308 107.096.995 124.022.313
De afschrijvingen worden vanaf het jaar van ingebruikname van het actief berekend over de aanschafwaarde en zijn gebaseerd op de volgende percentages: Goodwill 5% Terreinen 0% Inrichting van terreinen
5%
Gebouwen 3,3% Apparatuur en inventaris
10% - 25 %
De WOZ waarde van de gebouwen en terreinen bedraagt per ultimo 2013 € 133.854.000. De verzekerde waarde van gebouwen bedraagt € 262.650.000. De waardegrondslag voor gebouwen is herbouwwaarde.
92
3. Financiële vaste activa Het verloop van de financiële vaste activa kan als volgt worden gespecificeerd: Overige leningen u/g
Plaats
ESN
Tilburg
Totaal overige leningen u/g
Boekwaarde Verstrekkin31-12-2012 gen 2013
Aflossingen Boekwaarde 2013
31-12-2013
10.000
-
4.000
6.000
10.000
-
4.000
6.000
De renteloze lening aan ESN heeft een looptijd van 3 jaar. De resterende looptijd is 2 jaar.
Effecten
Boekwaarde
Obligaties
12.946.693
-
3.161.445
9.785.248
Totaal effecten
12.946.693
-
3.161.445
9.785.248
Investerin- Desinvester- Boekwaarde ing in 2013 31-12-2013
31-12-2012 gen in 2013
De actuele waarde van de effecten per 31-12-2013 is € 9.785.248. Totaal financiële vaste activa
12.956.693
9.791.248
Vlottende activa 31-12-2013
31-12-2012
Gebruiksgoederen
83.165
141.752
Totaal voorraden
83.165
141.752
4. Voorraden
93
5. Vorderingen
31-12-2013
31-12-2012
Debiteuren
10.962.566
10.736.685
Overige vorderingen: -
-
168.750
201.247
Kaskortingen OCW Overige
168.750
Totaal overige vorderingen
201.247
Overlopende activa: Vooruitbetaalde kosten
3.016.851
2.359.280
Nog te factureren kosten contractonderzoek
2.277.229
4.350.825
71.194
81.902
2.487.969
1.885.365
Verstrekte voorschotten Overige
7.853.243
8.677.372
18.984.559
19.615.304
6. Liquide middelen
31-12-2013
31-12-2012
Banken
14.528.287
13.734.345
37.063
29.960
Deposito’s
81.693.755
78.552.107
Totaal liquide middelen
96.259.105
92.316.412
Totaal overlopende activa Totaal vorderingen De vorderingen hebben een resterende looptijd korter dan een jaar.
Kasmiddelen
Deposito’s zijn voor € 52.000.000 niet direct opeisbaar. Geen van de deposito’s heeft een looptijd langer dan 12 maanden.
Totaal vlottende activa
94
115.326.829
112.073.468
Passiva Groepsvermogen 7. Eigen vermogen
Saldo Bestemming resultaat
31-12-2012
2013
Algemene reserve publiek
86.589.863
2.004.904
Algemene reserve privaat
8.692.901
355.113
Overige Mutaties
Saldo
31-12-2013
2.293.273 90.888.040 -
9.048.015
Bestemmingsreserve publiek: Reserve huisvestingsbeleid
14.493.931 -3.033.479
-491.276 10.969.176
Bestemde reserves
22.002.238
907.068
verbonden partijen
253.143
43.647
-
296.791
Herwaarderingsreserve effecten
456.223
-
-134.358
321.865
132.488.301
277.253
-1.801.997 21.107.309
Bestemmingsreserve privaat: Eigen vermogen geconsolideerde
Totaal eigen vermogen
8. Aandeel derden
Saldo Bestemming resultaat
31-12-2012
2013
-134.358 132.631.197
Overige Mutaties
31-12-2013
Saldo
Aandeel derden
594.528
10.814
-
605.342
Totaal aandeel derden
594.528
10.814
-
605.342
95
9. Voorzieningen
Saldo
Dotaties 2013
Onttrekkingen 2013
Vrijval 2013
31-12-2013
Wachtgelden
1.427.087
1.732.104
949.527
14.689
2.194.975
Spaarverlof
2.532.865
181.809
42.144
173.204
2.499.326
WIA/WGA eigen risico
702.710
934.393
235.376
-
1.401.727
Jubilea
911.494
127.165
11.103
773.226
31.639
16.922
-
14.717
31-12-2012
Voorziening belastingen
Saldo
Overige voorzieningen
1.938.203
860.000
1.742.803
-
1.055.400
Totaal voorzieningen
7.543.998
3.708.306
3.113.937
198.996
7.939.371
De voorzieningen WIA/WGA en jubilea worden één maal per jaar bepaald; dotatie en/of vrijval worden daarom gesaldeerd opgenomen. < 1 jaar
1>5 jaar
> 5 jaar
Totaal
1.282.747
577.791
334.437
2.194.975
Spaarverlof
249.933
999.730
1.249.663
2.499.326
WIA/WGA eigen risico
199.111
739.077
463.539
1.401.727
Jubilea
103.615
335.928
333.683
773.226
14.717
-
-
14.717
511.800
543.600
-
1.055.400
2.361.923
3.196.126
2.381.322
7.939.371
Bestedingen van het saldo per 31-12-2013
Wachtgelden
Voorziening belastingen Overige voorzieningen Totaal voorzieningen 10. Langlopende schulden
Plaats
BNG 32 jaar (renteperc. 4,4%)
Den Haag
BNG 30 jaar (renteperc. 4,0%)
Den Haag
BNG 25 jaar (renteperc. 4,0%)
Den Haag
BNG 17 jaar (renteperc. 3,5%)
Den Haag
Saldo Verstrekking 31-12-2012
Totaal langlopende schulden
2013
Aflossingen Saldo lenings- Aflossings2013 overeenkomst verplichting 31-12-2013
Balans 31-12-2013
2014
21.270.517
-
945.356 20.325.161
945.356 19.379.805
5.812.500
-
250.000
250.000
13.800.000
-
600.000 13.200.000
600.000 12.600.000
1.303.571
-
173.811
173.810
42.186.588
-
5.562.500
1.129.761
1.969.167 40.217.422
5.312.500
955.951
1.969.166 38.248.256
Van deze langlopende schulden heeft € 30.371.592 een looptijd langer dan 5 jaar. Aflossingsverplichtingen binnen 12 maanden na afloop van het boekjaar zijn opgenomen onder de kortlopende schulden.
96
11. Kortlopende schulden
31-12-2013
31-12-2012
Vooruitontvangen termijnen OHW
14.150.891
13.910.943
Crediteuren
7.437.113
7.951.545
Loonheffing
4.559.264
5.000.635
513.167
528.346
Premies sociale verzekeringen
1.108.244
1.038.423
Schulden terzake pensioenen
1.828.352
1.819.373
Omzetbelasting
Overige kortlopende schulden 1.969.166
1.969.166
Penvoerderfondsen
706.370
1.364.818
Winstaanspraken derden
615.960
359.358
Overige
415.223
418.587
Aflossingsverplichting langlopende schulden
3.706.719
Totaal overige kortlopende schulden
4.111.929
Overlopende passiva 9.023.181
10.309.071
13.870.941
13.639.198
Vakantiegeld
3.749.769
3.823.295
Vakantiedagen
2.996.718
3.063.861
11.237.373
12.319.226
Vooruitontvangen collegegelden Vooruitontvangen collegegeld contractonderwijs
Overige Totaal overlopende passiva
40.877.982
43.154.651
Totaal kortlopende schulden
74.181.732
77.515.845
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Leaseverplichtingen Tilburg University heeft een operationeel autoleasecontract gesloten met een maximale looptijd van 5 jaar. De jaarkosten bedragen € 57.874, waarvan € 20.427 bij TiasNimbas Business School B.V. Huurverplichtingen TiasNimbas Business School B.V. heeft een huurverplichting voor het pand in Utrecht met een looptijd tot 31 augustus 2016. De verplichting bedraagt € 341.040 in 2014 en € 590.695 in de jaren 2015 en 2016. Investeringsverplichting Tilburg University is een investeringsverplichting aangegaan met Sportsphere voor de renovatie van het Olympia Building. De aanneemsom bedraagt € 3.984.300 (exclusief BTW). Van deze verplichting resteert per maart 2014 nog € 3.556.619.
97
Ondershoudscontracten De Universiteit van Tilburg heeft een niet uit de balans blijkende verplichting voor onderhouds- contracten met een verplichting van € 2.755.102 in 2014, een verplichting van € 757.715 tussen 2015 en 2018 en een verplichting van € 83.118 vanaf 2019. ICT Met betrekking tot de ICT is een onderhoudscontract afgesloten met een jaarlijkse verplichting van € 371.000 voor een looptijd van 3 jaar.
5.9 Toelichting op de onderscheiden posten van de geconsolideerde staat van baten en lasten Baten 2013
2012
110.240.166
109.177.430
629.020
326.435
110.869.186
109.503.865
2013
2012
College- en examengelden
23.942.200
23.707.927
Totaal collegegelden
23.942.200
23.707.927
12. Rijksbijdragen OCW Normatieve Rijksbijdrage UvT (WO) Overige overheidsbijdragen en -subsidies Totaal rijksbijdragen
13. Collegegelden
98
14. Baten werk in opdracht van derden Contractonderwijs
2013
2012
20.571.355
21.996.865
Contractonderzoek Internationale organisaties
2.919.410
4.049.758
Nationale overheden
1.477.251
2.885.142
10.029.512
10.938.188
1.126
1.623
Overige non-profit organisaties
3.843.566
2.903.903
Bedrijfsleven
1.747.492
2.263.641
NWO KNAW
20.018.357
23.042.255
1.638.101
1.726.041
42.227.813
46.765.161
2013
2012
593.753
458.326
Detachering personeel
1.002.698
1.029.104
Subsidies/bijdragen studentactiviteiten
1.521.670
3.355.523
Overige subsidies
2.894.785
4.905.336
Dienstverlening/personele ondersteuning
1.018.111
1.402.282
791.924
745.945
5.306.542
6.657.379
13.129.483
18.553.895
Totaal contractonderzoek Overige baten in opdracht van derden Totaal baten werk in opdracht van derden
15. Overige baten Verhuur onroerende zaken
Verkoop sportkaarten Overige baten Totaal overige baten
99
Lasten 16. Personele lasten Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies
2013
2012
98.288.153
99.368.986
9.962.578
10.283.810
15.390.941
14.980.970
Overige personele lasten 14.441.247
17.445.750
Dotatie personele voorzieningen
2.649.310
1.097.151
Overige
3.748.405
4.261.590
Uitzendkrachten
Totaal overige personele lasten Uitkeringen (-/-) Totaal personele lasten
20.838.962
22.804.491
-737.486
-816.110
143.743.148
146.622.147
Gedurende het jaar 2013 waren gemiddeld 1704 werknemers in dienst op basis van een fulltime dienstverband, in 2012 waren dit 1792 werknemers. 2013
2012
377.367
377.367
MateriĂŤle vaste activa
9.085.529
8.819.400
Totaal afschrijvingen
9.462.896
9.196.767
2013
2012
Huur
710.628
717.536
Verzekeringen
284.615
283.903
Onderhoud
1.465.306
3.042.154
Energie en water
2.156.456
2.016.621
Schoonmaakkosten
1.821.603
1.739.822
Heffingen
457.633
574.031
Dotatie voorziening overig
860.000
-
3.084.286
3.046.833
10.840.527
11.420.900
17. Afschrijvingen ImmateriĂŤle vaste activa
18. Huisvestingslasten
Overige Totaal huisvestingslasten 100
2013
2012
Administratie- en beheerlasten
251.663
286.535
Accountantskosten
274.793
256.803
Inventaris en apparatuur
1.043.456
1.058.059
Boeken/literatuur
1.995.375
2.114.477
Subsidies/inkomensoverdrachten
3.237.164
4.797.951
Licenties
2.285.521
2.109.097
Reis- en verblijfkosten
3.018.668
3.357.399
Beurzen
2.152.206
2.484.362
Overige
11.355.785
17.283.270
Totaal overige lasten
25.614.630
33.747.953
19. Overige lasten
Accountantskosten Honorarium onderzoek jaarrekening Honorarium andere controle werkzaamheden Honorarium fiscale advisering Honorarium andere niet-controlediensten Totaal
2013
2012
183.089
191.275
84.269
33.006
7.435
15.841
-
16.682
274.793
256.803
2013
2012
1.330.886
2.148.317
Waardeveranderingen financiĂŤle activa
35.525
187.601
Overige opbrengsten financiele activa
254.020
420.947
-1.721.553
-1.804.325
-101.122
952.540
20. FinanciĂŤle baten en lasten Rentebaten
Rentelasten Saldo FinanciĂŤle baten en lasten
101
Overzicht verbonden partijen Meerderheidsdeelneming (BV of NV)
Juridische vorm
Statutaire zetel
Code activiteiten
31-12-2013
Vermogen
TiasNimbas Business School
BV
Tilburg
1
3.026.708
UvT Holding
BV
Tilburg
4
2013
439.862 3.466.570
Totaal meerderheidsdeelneming
Beslissende zeggenschap (stichting of vereniging)
Juridische vorm
Statutaire zetel
Code activiteiten
IVA
stichting
Tilburg
2
IVO
stichting
Tilburg
4
Universiteitsfonds Tilburg
stichting
Tilburg
4
Totaal beslissende zeggenschap
Exploitatie saldo in
Vermogen
31-12-2013
Omzet in Verklaring 2013 art. 2:403 BW
54.071 21.317.569 5.614
3.041.334
Deelname
Consolidatie
N
80%
Ja
N
100%
Ja
59.685 24.358.903
Exploitatie saldo in 2013
-
Omzet in Verklaring 2013 art. 2:403 BW
-
-151.208 2.146.691
-
N
38.321
N
43.647
285.851
N
145.582 2.190.338
324.172
296.790
Toelichting code activiteiten: 1. contractonderwijs, 2. contractonderzoek, 3. onroerende zaken, 4. overige. Gemiddeld aantal medewerkers: TiasNimbas 106 (2012:108), UvT Holding 1 (2012:1), IVA 1 (2012:33), IVO 2 (2012:4). Overige verbonden partijen Juridische (minderheidsdeelneming en geen beslissende zeggenvorm schap)
Statutaire zetel
Code activiteiten
Stichting Steun Sportcentrum KUB
stichting
Tilburg
4
Stichting Bijzondere Leerstoelen
stichting
Amsterdam
4
Verantwoording uit hoofde van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) Bezoldigingsgegevens Naam
Functie
(gewezen) met diensttopfunctio- betrekking naris (ja/nee) (ja/nee)
beloning
belastbare vast/var. onkosten vergoeding
duur voorziening bezoldiging dienstbeloningen totaal op betaalbaar basis van 1,0 verband in dagen op termijn fte en 365 dagen
omvang dienstverband in fte
(herrekende) WNT norm
Bestuurders Dr. K.M. Becking
CvB voorz
ja
ja
194.059
nvt
nvt
194.059
365
1,0
228.599
Prof. Dr. Ph. Eijlander
CvB rector
ja
ja
206.187
nvt
nvt
206.187
365
1,0
228.599
102
Naam
Functie
(gewezen) met diensttopfunctio- betrekking naris (ja/nee) (ja/nee)
beloning
belastbare vast/var. onkosten vergoeding
voorziening bezoldiging duur beloningen totaal op dienstbetaalbaar basis van 1,0 verband in op termijn fte en 365 dagen dagen
omvang dienstverband in fte
(herrekende) WNT norm
Toezichthouders RvT voorz
ja
nee
nvt
nvt
nvt
11.000
nvt
nvt
17.145
Dhr. W.I. van Beek
RvT lid 1
ja
nee
nvt
nvt
nvt
5.500
nvt
nvt
11.430
Mevr. drs. R.I. Doerga RA
RvT lid 2
ja
nee
nvt
nvt
nvt
5.500
nvt
nvt
11.430
Mevr. dr. A. Esmeijer
RvT lid 3
ja
nee
nvt
nvt
nvt
5.500
nvt
nvt
11.430
Mevr. mr. N.A. Kalsbeek
RvT lid 4
ja
nee
nvt
nvt
nvt
5.500
nvt
nvt
11.430
Ir. B.W.M. Koeckhoven
RvT lid 5
ja
nee
nvt
nvt
nvt
5.500
nvt
nvt
11.430
Drs. M.A.M. Leers
RvT lid 6
ja
nee
nvt
nvt
nvt
8.250
nvt
nvt
11.430
Hoogleraar 1
nee
ja
290.452
nvt
nvt
290.452
365
1,0
228.599
Hoogleraar 2
nee
ja
248.425
nvt
nvt
248.425
365
1,0
228.599
Hoogleraar 3
nee
ja
189.075
nvt
nvt
246.620
365
0,76
228.599
Hoogleraar 4
nee
ja
81.027
nvt
nvt
242.416
120
1,0
228.599
Hoogleraar 5
nee
ja
242.305
nvt
nvt
242.305
365
1,0
228.599
Prof. dr. R.F.M. Lubbers
Overige functionarissen
Gegevens uitkeringen bij beëindiging dienstverband Niet van toepassing. Toelichting bij het samenstellen van de WNT verantwoording Bij de samenstelling van bovenstaande verantwoording uit hoofde vande WNT zijn de Beleidsregels toepassing WNT d.d. 27 februari 2014, inclusief de wijziging van 12 maart 2014, van het ministerie vanBinnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als uitgangspunt genomen. Tilburg University herkent de door de Minister van BZK in zijn kamerbrief d.d. 27 februari 2014 onderkende uitvoeringsproblemen met betrekking tot externe niet-topfunctionarissen, en heeft deze categorie in lijn met de door de minister voorgestelde gedragslijn niet in de WNT verantwoording betrokken. Toelichting bij overschrijdingen van de van toepassing zijnde WNT normen Bij de volgende personen / functionarissen bedraagt de totale bezoldiging méér dan de van toepassing zijnde WNT-norm, waarbij de WNT-norm zo nodig is herrekend op basis van een dienstverband korter dan een vol jaar en/of een dienstverband lager dan een voltijdsdienstverband. Motivering overschrijdingen WNT-norm Functie Motivering overschrijding Hoogleraar 1 t/m 5 Betreffende hoogleraren ontvangen een persoonlijke toelage vanwege bijzondere verantwoordelijkheid voor het wetenschappelijk onderzoek. 103
5.10 Enkelvoudige Jaarrekening 2013, inclusief toelichting Enkelvoudige balans per 31-12-2013 (na resultaatbestemming, alle bedragen in €) 31-12-2013
Activa
31-12-2012
Vaste activa Materiële vaste activa Gebouwen
98.333.607
88.805.060
Terreinen
12.343.809
12.529.558
1.791.214
14.930.996
Gebouwen in uitvoering en vooruitbetalingen Inventaris en apparatuur
112.468.630
116.265.614
11.155.364
11.826.956
123.623.994
128.092.570
Financiële vaste activa Deelnemingen Overige leningen u/g Effecten
2.861.226
2.812.355
6.000
10.000
9.785.248
12.946.693
Totaal vaste activa
12.652.474
15.769.048
136.276.468
143.861.618
83.165
141.752
Vlottende activa Voorraden Gebruiksgoederen Vorderingen 5.040.192
5.550.406
155.448
414.005
Kasstortingen OCW
-
-
Overige vorderingen
8.230
2.292
Nog te factureren kosten contractonderzoek
2.277.229
3.731.770
Overlopende activa
5.139.492
3.579.030
-207.979
-2.127.099
Debiteuren Verbonden partijen
Af: voorzieningen wegens oninbaarheid
12.412.612
11.150.404
Het debiteurensaldo bestaat voor € 725.0754 uit vorderingen op verbonden partijen. Liquide middelen
84.287.525
79.565.138
Totaal vlottende activa
96.783.302
90.857.294
233.059.770
234.718.912
Totaal activa
104
31-12-2013
Passiva
31-12-2012
Eigen vermogen Algemene reserve publiek
89.312.035
84.462.763
Algemene reserve privaat
8.415.096
8.178.445
Bestemmingsreserves publiek
31.525.391
36.496.170
Bestemmingsreserves privaat
2.861.226
2.812.355
321.865
456.223
Herwaarderingsreserve
132.435.613
132.405.956
Voorzieningen Wachtgeld
2.194.975
1.427.087
Overige
5.729.679
4.602.004 7.924.654
6.029.091
38.248.256
40.217.422
Langlopende schulden Overige langlopende schulden Kortlopende schulden 14.047.104
13.152.619
Crediteuren
6.197.615
6.924.839
Loonheffing
4.112.327
4.245.591
Vooruitontvangen termijnen contractonderzoek
449.748
467.655
Premies sociale verzekeringen
1.108.244
1.038.423
Schulden terzake pensioenen
1.789.452
1.775.650
Aflosverplichting langlopende schulden
1.969.166
1.969.166
Overige kortlopende schulden
1.137.282
1.799.094
Omzetbelasting
Overlopende passiva
23.640.309
24.693.406 54.451.247
56.066.443
Het crediteurensaldo bestaat voor â&#x201A;Ź 457.114 uit schulden aan verbonden partijen. Totaal passiva
233.059.770
234.718.912
105
Enkelvoudige staat van baten en lasten 2013 Baten
Rijksbijdragen OCW
2013
2012
Begroting 2013
110.869.186
108.342.000
109.503.865
Collegegelden
23.942.200
23.200.000
23.707.927
Baten werk in opdracht van derden Overige baten
22.938.165
29.069.000
24.403.795
13.435.452
14.679.000
19.086.966
Totaal baten
171.185.003
175.290.000
176.702.553
Lasten Personele lasten Afschrijvingen
131.356.703
133.771.000
131.807.564
8.926.735
9.806.000
8.615.369
Huisvestingslasten
10.244.987
8.515.000
10.800.150
Overige instellingslasten
20.321.549
25.909.000
25.947.018
Totaal lasten
170.849.974
178.001.000
177.170.101
335.029
-2.711.000
-467.548
-219.885
360.000
569.154
115.144
-2.351.000
101.606
Saldo baten en lasten Saldo financiĂŤle baten en lasten Resultaat Resultaat deelnemingen Exploitatieresultaat
48.871 164.015
-423.399 -2.351.000
-321.793
Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening Algemeen De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaglegging, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. De grondslagen van waardering en resultaatbepaling voor de enkelvoudige jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening zijn gelijk. Deelnemingen in groepsmaatschappijen worden gewaardeerd volgens de nettovermogenswaarde in overeenstemming met paragraaf 4.5 van de geconsolideerde jaarrekening. Voor de grondslagen van de waardering van activa en passiva en voor de bepaling van het resultaat wordt verwezen naar de in de geconsolideerde balans en winst- verliesrekening.
106
Financiële vaste activa Deelnemingen
Plaats
UvT Holding B.V. TiasNimbas Business School B.V.
01-01-2013
2013
Desinvestering 2013
Resultaat
Boekwaarde
Tilburg
434.248
-
-
5.614
439.862
Tilburg
2.378.107
-
-
43.257
2.421.364
2.812.355
-
-
48.871
2.861.226
Totaal deelnemingen
Boekwaarde Investeringen
2013
31-12-2013
UvT Holding B.V. is een door Tilburg University opgerichte en door haar gefinancierde vennootschap, met een maatschappelijk kapitaal van € 226.890, waarvan € 113.445 geplaatst en € 90.756 gestort is. UvT Holding B.V. neemt voor 100% deel in KUB Career Services B.V. TiasNimbas Business School B.V. is een door de Tilburg University opgerichte en door haar gefinancierde vennootschap met een maatschappelijk kapitaal van € 12.500.000, waarvan geplaatst en gestort € 2.500.000. De 100% deelnemeingen van TiasNimbas Business School B.V. in TiasNimbas Business School Utrecht B.V. en TiasNimbas Business School Germany GmbH zijn betrokken in de consolidatie. Tilburg University heeft een 80% deelneming in TiasNimbas Business School B.V.
Eigen vermogen
Saldo
31-12-2012
Bestemming resultaat
Overige Mutaties
31-12-2013
2013
Saldo
Algemene reserve publiek: Algemene reserve centraal
22.377.231
1.344.230
551.854-
23.169.607
Algemene reserve gebouwen
24.900.596
-
-
24.900.596
Algemene reserves decentraal
37.736.031
660.674
2.845.127
41.241.832
8.178.445
236.651
-
8.415.096
Bestemde reserves
24.975.899
-2.126.411
-2.293.273
20.556.215
Bestemde reserve huisvestingsbeleid
10.969.176
-
-
10.969.176
2.812.355
48.871
-
2.861.226
456.223
-
-134.358
321.865
132.405.956
164.015
Algemene reserve privaat: Algemene reserves decentraal Bestemmingsreserve publiek:
Bestemmingsreserve privaat: Reserve deelnemingen Herwaarderingsreserve effecten Totaal eigen vermogen
-134.358 132.435.613
107
Aansluiting tussen de enkelvoudige jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening 31-12-2013
31-12-2012
132.435.613
132.405.956
Vermogen Eigen vermogen Tilburg University (enkelvoudig)
50.000
2.127.099
132.485.613
134.533.055
Eigen vermogen IVA
-
-
Eigen vermogen IVO
-151.208
-2.297.899
296.790
253.143
132.631.196
132.488.301
2013
2012
164.015
-321.793
Correctie voorziening IVO
-2.077.099
1.552.099
Gecorrigeerd exploitatiesaldo Tilburg University
-1.913.084
1.230.306
Exploitatiesaldo IVA
-
-1.325.440
Exploitatiesaldo IVO
2.146.691
-1.503.782
43.647
-2.796
277.253
-1.601.712
Correctie eigen vermogen voorziening IVO Gecorrigeerd eigen vermogen Tilburg University
Eigen vermogen Universiteitsfonds Tilburg Geconsolideerd eigen vermogen
Exploitatiesaldo Exploitatiesaldo Tilburg University (enkelvoudig)
Exploitatiesaldo Universiteitsfonds Tilburg Geconsolideerd exploitatiesaldo
5.11 Overige gegevens Resultaatbestemming 2013 Het exploitatieresultaat 2013 bedraagt € 277.253 en zal als volgt worden bestemd: Aan de algemene reserves op centraal en decentraal niveau wordt € 2.360.017 toegevoegd. In verband met het negatieve vermogen van een van de verbonden partijen zijn zowel in 2012 als in 2013 alle mutaties verwerkt in de algemene reserve en heeft de toevoeging van € 43.647 aan het eigen vermogen van de geconsolideerde verbonden partijen alleen betrekking op het Universiteitsfonds. Aan diverse bestemde reserves wordt -/- € 2.126.411 onttrokken. Binnen de bestemde reserves publiek heeft een correctie plaatsgevonden vanuit het verleden tussen de reserve huisvestingsbeleid en bestemde reserves. Het betreft een mutatie van € 3.033.479 op bestemming resultaat en € 491.276 overige mutaties. Deze mutatie is destijds onterecht toegevoegd aan de reserve huisvestingsbeleid in plaats van aan de bestemde reserves. Dit is nu gecorrigeerd. Deze resultaatbestemming is in de jaarrekening verwerkt. 108
Gebeurtenissen na balansdatum Er is geen sprake van gebeurtenissen na balansdatum met belangrijke financiĂŤle gevolgen. Geoormerkte Doelsubsidies OCW (conform model G2 Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule) G2-A Aflopend per ultimo verslagjaar Subsidie
Kenmerk
Datum
Bedrag van toewijzing
Ontvangen t/m verslagjaar
Totale kosten t/m verslagjaar
Te verrekenen ultimo verslagjaar
279.000
279.000
319.690
-
279.000
279.000
319.690
-
Totale kosten
Saldo nog te besteden ultimo verslagjaar
Subsidieregeling Progr. Akademie-ass.
OND/ODB- 01-02-10 2010/41411 U
G2-B Doorlopend tot in een volgend verslagjaar Subsidie
Kenmerk
Datum
Ontvangen t/m verslagjaar
Lasten in
-187.018
759.240
449.697
1.230.115
-470.875
-187.018
759.240
449.697
1.230.115
-470.875
Bedrag van toewijzing
Saldo t/m
949.050
949.050
2012
2013
31-12-2013
Subsidieregeling Sirius Programma
705AO-2184
31-07-09
5.12 Bestuursverklaring Het College van bestuur heeft een uitgebreide bevestiging bij de jaarrekening 2013 afgegeven aan de onafhankelijke accountant waarin wordt verklaard dat alle bij het College van Bestuur bekende informatie die van belang is voor de controleverklaring bij de jaarrekening en de bekostigingsgegevens is verstrekt en waarin het College van Bestuur zijn verantwoordelijkheden erkent ten aanzien van de jaarrekening en het jaarverslag en alles wat daarmee samenhangt zoals de interne beheersing, rechtmatigheid, fraude en de naleving van wet- en regelgeving.
109
5.13 Accountantsverklaring
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het College van Bestuur van Stichting Katholieke Universiteit Brabant
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2013 van Stichting Katholieke Universiteit Brabant te Tilburg gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2013, de geconsolideerde en enkelvoudige staat van baten en lasten over 2013 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de entiteit is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 2.9, lid 3 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013 en de Beleidsregels toepassing WNT, exclusief het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., Flight Forum 840, 5657 DV Eindhoven, Postbus 6365, 5600 HJ Eindhoven T: 088 792 00 40, F: 088 792 94 13, www.pwc.nl ‘PwC’ is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. (KvK 51414406), PricewaterhouseCoopers Pensions, Actuarial & Insurance Services B.V. (KvK 54226368), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op www.pwc.nl treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.
110
het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Katholieke Universiteit Brabant per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de Beleidsregels toepassing WNT. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2013 voldoen, in alle van materieel belang zijnde aspecten, aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393, lid 5 onder e en f van het BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 van het BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392, lid 1 onder b tot en met h van het BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391, lid 4 van het BW. Tenslotte vermelden wij dat het jaarverslag voldoet aan de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.2.5 Jaarverslag van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013. Eindhoven, 8 mei 2014 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
Origineel ondertekend door drs. Th.A.J.C. Snepvangers RA
Pagina 2 van 2
111
Bijlage A
Organisatie en organogram
Tilburg University is een bijzondere instelling en gaat uit van een privaatrechtelijke rechtspersoon, de Stichting Katholieke Universiteit Brabant. Tilburg University heeft een godsdienstige (katholieke) signatuur. Het doel en de regels van de stichting worden geregeld bij de statuten. De stichting wordt bestuurd door een Stichtingsbestuur. De leden daarvan worden door de Nederlandse Bisschoppenconferentie benoemd. De van de stichting uitgaande universiteit heeft een eigen bestuur: het College van Bestuur. De bestuurs- en beheersbevoegdheden zijn statutair toegekend aan het College van Bestuur. De collegevoorzitter heeft een algemene volmacht om voor de universiteit op te treden in en buiten rechte. Het College van Bestuur is verantwoording verschuldigd aan het Stichtingsbestuur. Het bestuur, de inrichting van de universiteit en de medezeggenschap wordt, conform de verplichting daartoe in artikel 9.51 van de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek, geregeld in de Structuurregeling. Het Bestuurs- en beheersreglement bevat de toedeling van bestuurs- en beheersbevoegdheden naar organen binnen de universiteit. De mandatering van bevoegdheden is verder geregeld in de Mandaatregeling.
Board of Governors
University Council
Doctorate Board
Executive Board
University Labor & Representation Board
Secretary General/ Managing Director
Tilburg School of Economics and Management
TiasNimbas Business School
Corporate Staff Netspar General Services
Tilburg Law School
Library & IT Services
Tilburg School of Social and Behavioral Sciences
Student Services
Facility Services Tilburg School of Humanities
Tilburg School of Catholic Theology
112
Univers
Bijlage B
Samenstelling en nevenfuncties Stichtingsbestuur
Tilburg University is een zogenoemde ‘bijzondere universiteit’; een universiteit op levensbeschouwelijke grondslag die uitgaat van een privaatrechtelijke stichting, de Stichting Katholieke Universiteit Brabant. Het Stichtingsbestuur bewaakt de doelstellingen van de stichting, waaronder de open katholieke identiteit. Ook benoemt het Stichtingsbestuur de leden van het College van Bestuur. Het Stichtingsbestuur oefent tevens de taken en bevoegdheden uit die de wet toekent aan de Raden van Toezicht bij openbare universiteiten. De leden van het Stichtingsbestuur worden benoemd door de Nederlandse Bisschoppenconferentie, op voordracht van het Stichtingsbestuur. Op 31 december 2013 was het Stichtingsbestuur als volgt samengesteld: - Prof.dr. R.F.M. Lubbers, voorzitter - De heer W.I.I. van Beek - Mevr. Drs. R.I. Doerga RA - Mevr. Dr. A. Esmeijer - Mevr. Mr. N.A. Kalsbeek - Ir. B.W.M. Koeckhoven - Drs. J.H.M. Hommen (per 1 januari 2014) De commissie Remuneratie / Benoemingen van het stichtingsbestuur bestond op 31 december 2013 uit: - Drs. M.A.M. Leers, voorzitter; - Prof. dr. R.F.M. Lubbers Het Stichtingsbestuur wordt ondersteund door het hoofd Legal Affairs van de universiteit, mr. C.P.J.M. van de Ven.
Nevenfuncties Een overzicht van de belangrijkste nevenfuncties van de leden van het Stichtingsbestuur: Prof.dr. R.F.M. Lubbers • Minister van Staat • Voorzitter Curatorium VNO-NCW • Voorzitter Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF • Voorzitter Stichtingsbestuur Tilburg University De heer W.I.I. van Beek (commissaris van de Koning in de provincie Utrecht) • Voorzitter Prins Bernhard Cultuurfonds Utrecht • Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Beheersstichting Huis Doorn • Voorzitter Raad van Toezicht Utrechts Landschap • Voorzitter Raad van Toezicht Stichting De Utrechtse Molens • Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Kasteel Loenersloot 113
• • • • • • • •
Voorzitter bestuurlijk platform Hart van de Heuvelrug Lid Raad van Advies Slot Zuylen (Vice-)Voorzitter EFRO-programma Kansen voor West Voorzitter Raad van Toezicht “De Stilte” Dansschool te Breda Lid Raad van Commissarissen van de Brabanthallen Den Bosch Lid commissie integriteit VVD Lid interbestuurlijke taskforce Beter en Concreter Lid Stichtingsbestuur Tilburg University
Mevr. Drs. R.I. Doerga RA (Directeur Corporate Internal Audit APG groep) • Lid Raad van Commissarissen Rabo Amsterdam • Lid Raad van Commissarissen Havenbedrijf Amsterdam / voorzitter Audit Committee • Voorzitter Ledengroep Interne en Overheidsaccountants Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) • Member of the Edenburgh Group (internationale Accountantsorganisatie SMP/SME) • Voorzitter Stichting WoW (Faciliteren en expositiemogelijkheden voor kunstenaars ) • Lid Stichtingsbestuur Tilburg University Mevr. Dr. A. Esmeijer (Directeur-bestuurder Prins Bernhard Cultuurfonds) • Vice-voorzitter Raad van Toezicht van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten • Lid bestuur Stichting Aanwending Loterijgelden Nederland • Lid bestuur Stichting Collecteplan • Lid bestuur Goede Doelen Platform • Lid van het bestuur van het Blockbusterfonds • Lid Board van de European Cultural Foundation • Lid Advisory Council van de European Cultural Foundation • Secretaris bestuur van The Hague Club (Europees netwerk van vermogensfondsen) • Directeur Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen • Lid Stichtingsbestuur Tilburg University Mevr. Mr. N.A. Kalsbeek (Voorzitter Raad van Bestuur Altra) • Voorzitter Raad van Toezicht Nederlands Jeugdinstituut • Voorzitter Raad van Toezicht COA • Voorzitter van de Stuurgroep Actieplan Professionalisering Jeugdzorg (ingesteld door de Minister van Jeugd en Gezin) • Lid Stichtingsbestuur Tilburg University
114
Ir. B.W.M. Koeckhoven (Sr. Manager Achmea Agro/Directeur NV Hagelunie) • Voorzitter Raad van Commissarissen Recreatie Noord-Holland NV • Voorzitter Raad van Toezicht AOC Helicon • Lid Raad van Commissarissen LTO-Groeiservice BV • Lid Adviesraad Social Sciences Group Wageningen UR • Penningmeester Adrianusfonds en Fonds Antonianum • Lid Ereraad Katholieke Studenten Vereniging (KSV) • Lid Bestuur Stichting ‘Eigen Huis’ • Lid Stichtingsbestuur Tilburg University Drs. J.H.M. Hommen • Voorzitter RvC Ahold NV • Voorzitter RvC Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) • Lid RvC PSV • Lid RvT Concertgebouw Orkest • Lid RvC Ondernemend Oranje Kapitaal (OOK) • Vice-voorzitter Stichtingsbestuur Tilburg University
115
Bijlage C
Samenstelling en nevenfuncties College van Bestuur
Het College van Bestuur (CvB) vormt het dagelijkse bestuur van de universiteit. Het is belast met alle bestuurlijke aangelegenheden en met het beheer van de universiteit. Het College van Bestuur is onder meer belast met het doelmatig beheer van financiën, de zorg voor het personeelsbeheer en het zorg dragen voor de veiligheid, de gezondheid en de overige arbeidsomstandigheden. Het College van Bestuur is verantwoording verschuldigd aan het Stichtingsbestuur. Per 31 december 2013 bestond het College van Bestuur uit twee personen: - Dr. K.M. Becking, voorzitter - Prof.dr. Ph. Eijlander, rector magnificus Het College van Bestuur wordt ondersteund door de secretaris van de universiteit, drs. A.R.G. van der Zee.
Nevenfuncties Een overzicht van de belangrijkste nevenfuncties van de leden van het College van Bestuur. Voor alle nevenfuncties geldt dat deze onbezoldigd zijn. Nevenfuncties niet uit hoofde van functie zijn aangegeven met (*). Dr. K.M. Becking MPA • Lid algemeen bestuur VSNU • Lid algemene presidenten vereniging VSNU • Lid stuurgroep internationalisering VSNU • Vertegenwoordiger ‘open access’ VSNU • Lid algemeen bestuur Brainport • Voorzitter bestuur Starterslift • Lid adviesraad internationalisering, public affairs en branding provincie Noord-Brabant • Lid stuurgroep Brabant Centre for Entrepreneurship • Lid raad van afgevaardigden SURF • Lid bestuur stichting professor Cobbenhagen • Lid raad van advies Nexus Instituut • Aandeelhouder TiasNimbas BV • Aandeelhouder holding KCS • Lid bestuur Vrienden van Nieuwspoort, tevens lid Stuurgroep Vernieuwing Nieuwspoort (*) • Lid raad van Advies PBLQ-ROI Centrum Strategie en Leiderschap (*) • Voorzitter scoutingcommissie VVD Brabant (*)
116
Prof.dr. Ph. Eijlander • Lid Rectoren College Nederland • Lid VSNU Stuurgroep Onderwijs • Lid European University Association • Lid EU-netwerk RISE • Lid Bestuur HOVO Brabant Seniorenacademie • Lid Stuurgroep Hoger OnderwijsPlan • Vicevoorzitter Raad van Commissarissen TiasNimbas • Vicevoorzitter Dagelijks Bestuur Midpoint • Lid VSB-fonds adviescommissie WO (*) • Lid Adviesraad Nuffic (*) • Voorzitter SER-Commissie Monitoring Code Goed Bestuur Product- en Bedrijfschappen (*) • Voorzitter Comité 4 mei Tilburg (*) • Lid Raad van Toezicht Stichting Netspar (*) • Lid Supervisory Board HiiL (Hague Institute for the Internationalisation of Law) (*) • Voorzitter Stakeholderspanel van Raad voor Accreditatie (*)
117
Bijlage D
Kerncijfers
D.1 Kerncijfers onderzoek Tabel D.1.1 - Promoties per faculteit1) 2009
2010
2011
2012
2013
TiSEM
17
23,5
37,5
34
37
TLS
20
19
24
24,5
19
TSB
30
47,5
43
46
48,5
TSH
15
20
21,5
24,5
23
TST
3
0
3
3
4,5
TiasNimbas
0
1
2
0
0
85
111
131
132
132
Tilburg University
bij een gezamenlijke promotie wordt deze over de twee faculteiten verdeeld Tabel D.1.2 - Wetenschappelijke publicaties per faculteit 1) 2)
1)
2009
2010
2011
2012
2013
TiSEM
344
344,5
410,5
418,0
395,0
TLS
632
609
685
493,5
460,0
TSB
512
545,5
664
636
684
TSH
329
355,0
410,5
396,5
350,0
TST
119
87
108
105
145
1.936
1.942
2.280
2.049
2.033
Tilburg University
inclusief proefschriften, monographs en edited books een niet geheel getal komt omdat gezamenlijke promoties over twee of meer faculteiten verdeeld worden Tabel D.1.3 - Output Tilburg University volgens SEP-indeling 1) 1)
2)
Output
2009
2010
2011
2012
2012
Academic
In refereed journals
869
886
1.036
1.054
1.072
Publications
In other journals
176
152
161
123
115
Bookchapters
683
647
789
621
593
123
146
164
119
121
85
110
128
132
132
1.936
1.942
2.280
2.049
2.033
655
525
573
633
439
Monographs en edited books PhD Theses (diss. I en II) Totaal wetenschappelijke publicaties Professional publications and products
Standard Evaluation Protocol dat wordt gebruikt bij de beoordeling van onderzoek
1)
118
Tabel D.1.4 - Output volgens SEP-indeling per faculteit 2009
2010
2011
2012
2013
230
248
262
288
260
5
3
6
5
5
79
63
93
83
77
Monographs en edited books
13
7
12
8
16
PhD Theses (diss. I en II)
17
23,5
37,5
34
37
344
344,5
410,5
418
395
94
52
98
95
65
Tilburg School of Economy and Management Academic
In refereed journals
Publications
In other journals Bookchapters
Totaal wetenschappelijke publicaties Professional publications and products Tilburg Law School Academic
In refereed journals
142
142
177
145
124
Publications
In other journals
146
124
130
90
92
Bookchapters
264
242
274
177
172
Monographs en edited books
60
82
80
57
53
PhD Theses (diss. I en II)
20
19
24
24,5
19
Totaal wetenschappelijke publicaties
632
609
685
493,5
460
Professional publications and products
363
275
235
260
182
367
365
438
475
539
0
4
1
1
0
100
112
150
96
80
Monographs en edited books
15
17
32
18
16
PhD Theses (diss. I en II)
30
47,5
43
46
49
512
545,5
664
636
684
88
79
115
99
70
Tilburg School of Social and Behavioral Sciences Academic
In refereed journals
Publications
In other journals Bookchapters
Totaal wetenschappelijke publicaties Professional publications and products
119
Tilburg School of Humanities 102
110
133
124
123
14
10
14
19
5
176
182
212
197
181
Monographs en edited books
22
33
31
32
18
PhD Theses (diss. I en II)
15
20
20,5
24,5
23
329
355
410,5
396,5
350
45
66
59
95
48
Academic
In refereed journals
Publications
In other journals Bookchapters
Totaal wetenschappelijke publicaties Professional publications and products Tilburg School of Catholic Theology Academic
In refereed journals
28
21
26
22
26
Publications
In other journals
11
11
10
8
13
Bookchapters
64
48
60
68
83
13
7
9
4
18
3
0
3
3
4,5
119
87
108
105
144,5
65
53
66
84
74
< 4 jr.
4-5 jr.
5-6 jr.
> 6 jr.
Monographs en edited books PhD Theses (diss. I en II) Totaal wetenschappelijke publicaties Professional publications and products
Tabel D.1.5 - Gemiddeld cumulatief promotierendement per HOOP-gebied HOOP-gebied
Instroom
Nog bezig of gestaakt
2003 t/m
Gepromoveerd
2009 151
29%
28%
57%
66%
71%
82
57%
7%
28%
38%
43%
G&M
121
40%
17%
49%
60%
60%
T&C
58
47%
12%
24%
47%
53%
412
40%
18%
44%
56%
60%
Economie Rechten
Tilburg University
120
Tabel D.1.6 - Onderzoeksinzet 2013 1e
2e
3e
geldstroom
geldstroom
geldstroom
116,3
38,0
5,1
159,4
TLS
41,1
12,8
14,6
68,5
TSB
76,7
23,0
20,1
119,7
TSH
63,8
18,9
7,7
90,5
TST
12,2
0,0
2,1
14,3
Tilburg University
310,1
92,7
49,6
452,4
2011
2012
2013
TiSEM
835.077
4.135.726
2.498.475
TLS
458.193
-
958.091
TSB
1.392.674
2.233.529
4.253.411
TSH
1.138.269
1.124.609
587.632
TST
-
-
400.000
Netspar
-
1.619.000
-
CenterData
-
245.000
-
3.824.213
9.357.864
8.697.609
TiSEM
Totaal
Tabel D.1.7 - Toegekende subsidiebedragen NWO (in euroâ&#x20AC;&#x2122;s) 2011, 2012 en 2013
Totaal
Tabel D.1.8 - Toegekende NWO-subsidies, uitsplitsing 2013 Persoonsgebonden subsidies
Overige NWO-subsidies
Totaal
1.784.690
713.785
2.498.475
TLS
450.000
508.091
958.091
TSB
1.870.021
2.383.390
4.253.411
TSH
224.000
363.632
587.632
TST
400.000
-
400.000
Netspar
-
-
-
CenterData
-
-
-
4.728.711
3.968.898
8.697.609
TiSEM
Totaal
121
Tabel D.1.9 - Toegekende subsidiebedragen EU (in euroâ&#x20AC;&#x2122;s) 2011, 2012 en 2013 2011
2012
2013
TiSEM
369.486
868.265
369.034
TLS
739.226
1.796.441
966.090
TSB
3.019.787
1.544.696
66.213
TSH
-
-
-
TST
-
-
-
Overige
-
612.896
66.000
4.128.499
4.822.298
1.467.337
Totaal
Tabel D.1.10 - EU-subsidies 2013 Acroniem / Naam
Regeling
Aanvrager
TiSEM
GLAMURS
FP7 Cooperation SSH
J. Smulders
369.034
TLS
Fi Star
FP7 Cooperation ICT
E. Kosta
393.238
TLS
NERRI
FP7 Science in Society H. Somsen
108.412
TLS
Courage
FP7 Cooperation Secu- B.J. Koops rity CSA
60.990
TLS
Info Exchange
HOME/2011/ISEC/ AG/2511
T. Spapens
66.335
TLS
Victimization Experience ISEC2012/AG/ RAD/3818
A. Pemberton
83.949
TLS
E-Mediate
JUST/2011/JCIV/ AG/3440
P. Vlaardingerbroek
96.632
TLS
Daphne
JUST/2011/DAP/3350
A. de Brouwer
26.508
TLS
YO-VI
ISEC2012/Fight A. Pemberton against and prevention of crime
10.000
TLS
EEO
GHK 2013/2014
S. Bekker
20.298
TLS
IVOR
DG Justice
A. Pemberton
99.728
TSB
IMPLEMENT
FP7 Cooperation Health CSA
I. Bongers
43.713
TSB
LOCAL-PASS
EU Action Grant
J. Mathijssen
22.500
TSH
IV&L NET
COST Action
E. Krahmer
0*
TSH
New Speakers in a Multilingual Europe
COST Action
S. Kroon / M. Spotti
0*
EAHC-2011-CP-01
M. Das
CenterData Online Sustainability Information Displays Totaal 122
Subsidie (aandeel Tilburg University)
66.000 1.467.337
* De middelen van deze COST Actions zijn aan een andere instelling dan Tilburg University toegekend, waarbij onze onderzoekers kosten kunnen declareren bij de penvoerder. Tabel D.1.11 - Toegewezen 1e geldstroom per faculteit in â&#x201A;Ź x 1.000 2011
2012
2013
-
200
200
TISEM
29.013
28.490
28.109
TLS
15.975
15.407
14.237
TSB
16.937
17.987
16.996
TSH
14.441
13.616
13.201
TST
4.508
4.038
3.828
80.874
79.738
76.571
Netspar
Totaal
Tabel D.1.12 - Ontvangsten 2e en 3e geldstroom per faculteit 2e geldstroom
3e geldstroom
2011
2012
2013
2011
2012
2013
-
852.127
2.424.223
-
1.517.454
1.263.724
TISEM
3.425.194
2.470.888
2.309.424
6.850.158
5.980.811
3.406.633
TLS
1.091.298
769.276
627.085
4.071.764
3.768.196
4.381.385
TSB
3.651.696
3.503.154
3.288.434
3.112.802
3.313.406
3.691.120
TSH
1.534.099
1.453.363
1.094.472
714.695
617.400
597.403
TST
-
-
-
112.826
206.490
271.357
9.702.287
9.048.808
9.743.638
14.862.245
15.403.757
13.611.622
Netspar
Totaal
Toelichting: De 1e geldstroombaten betreffen de modelmatige toewijzingen voor onderwijs en onderzoek vanuit de ontvangen rijksbijdrage en collegegelden. De ontvangsten 2e geldstroom betreft de bijdragen van NWO en KNAW. In de kolom 3e geldstroombaten zijn de baten opgenomen voor contractonderwijs, contractonderzoek (o.a. EU-projecten) en overige inkomsten.
123
D.2 Kerncijfers onderwijs Tabel D.2.1 - Diplomaâ&#x20AC;&#x2122;s 2008/09
2009/10
2010/11
2012/13
2013/14
TiSEM
598
574
696
792
814
TLS
354
301
321
406
386
TSB
328
371
339
394
410
TSH
73
104
121
169
121
TST
20
15
14
18
12
1.373
1.365
1.491
1.779
1.743
TiSEM
877
884
1.027
1.359
1.076
TLS
387
491
515
636
503
TSB
431
473
473
498
510
TSH
162
151
198
316
311
TST
11
16
9
6
8
1.868
2.015
2.222
2.815
2.408
TiSEM
0
0
0
0
0
TLS
0
0
0
0
0
TSB
0
0
0
0
0
TSH
1
0
0
1
0
TST
6
1
2
5
0
Tilburg University
7
1
2
6
0
Totaal initiĂŤle opleidingen
3.839
3.381
3.340
4.600
4.151
Postdoctorale opleidingen
57
72
52
67
16
Bacheloropleidingen
Tilburg University Masteropleidingen
Tilburg University Doctoraalopleidingen
Tabel D.2.2 - Aantal eerstejaars (eerstejaars instelling WO-I) totaal buitenlandse studenten % buitenlandse studenten
124
2009/10
2010/11
2011/12
2012/13
2013/14
3.522
3.425
3.649
3.273
3.235
468
465
594
560
616
13,3%
13,6%
16,3%
17,1%
19,0%
Tabel D.2.3 - Aantal ingeschrevenen 2009/10
2010/11
2011/12
2012/13
2013/14
TiSEM
5.690
5.927
5.963
5.558
5.400
TLS
3.061
3.135
3.296
3.070
2.945
TSB
2.557
2.605
2.706
2.723
2.708
TSH
1.215
1.322
1.496
1.491
1.432
TST
155
164
138
110
114
12.678
13.153
13.599
12.952
12.599
Tilburg University
Tabel D.2.4 - Percentage buitenlandse ingeschrevenen Tilburg University
2009/10
2010/11
2011/12
2012/13
2013/14
7,2%
7,3%
8,8%
9,0%
9,9%
Tabel D.2.5 - Ingeschrevenen naar geslacht en naar opleidingsvorm 2009/10
2010/11
2011/12
2012/13
2013/14
man
6.739
7.027
7.115
6.714
6.461
vrouw
5.939
6.126
6.484
6.238
6.138
47%
47%
48%
48%
49%
12.173
12.668
13.118
12.594
12.354
deeltijd
505
485
481
358
245
% deeltijd
4%
4%
4%
3%
2%
% vrouw voltijd
125
Tabel D.2.6 - Aantal eerstejaars (eerstejaars instelling WO-I) naar faculteit en fase
Tilburg University
TiSEM
TLS
TSB
2009/10
2010/11
2011/12
2012/13
2013/14
totaal
3.522
3.425
3.649
3.273
3.262
bachelor
2.268
2.211
2.271
1.993
1.963
pre-master
857
838
873
736
625
master
397
376
505
544
674
totaal
1.587
1.553
1.633
1.464
1.429
bachelor
1.020
997
1.046
898
910
pre-master
378
360
325
299
213
master
189
196
262
267
306
totaal
789
724
781
657
629
bachelor
504
438
452
429
366
pre-master
178
207
224
118
125
master
107
79
105
110
138
totaal
736
739
761
694
724
bachelor
527
561
542
449
440
pre-master
140
109
146
169
136
69
69
73
76
148
totaal
392
381
460
446
428
bachelor
205
199
225
210
201
pre-master
157
158
177
147
145
master
30
24
58
89
82
totaal
18
28
14
12
25
bachelor
12
16
6
7
19
pre-master
4
4
1
3
6
master
2
8
7
2
0
master TSH
TST
126
Tabel D.2.7 - Aantal contractstudenten 2009/10
2010/11
2011/12
2012/13
2013/14
TiSEM
42
34
28
24
31
TLS
85
70
102
86
87
TSB
96
16
31
18
19
TSH
25
16
11
16
10
TST
4
5
3
4
5
252
141
175
148
152
Tilburg University
Tabel D.2.8 - Aandeel studenten met positief bindend studieadvies 2008/09
2009/10
2010/11
2011/12
2012/13
TiSEM
72%
69%
77%
69%
74%
TLS
70%
69%
71%
62%
77%
TSB
72%
80%
83%
87%
84%
TSH
75%
82%
86%
84%
81%
TST
100%
57%
100%
100%
100%
72%
73%
78%
74%
78%
Tilburg University
Tabel D.2.9 - Eerstejaarsvoortgang bachelor (voltijd) (gemiddeld aantal behaalde studiepunten 1) binnen de opleiding) 2008/09
2009/10
2010/11
2011/12
2012/13
TiSEM
39
38
41
39
41
TLS
40
36
40
35
39
TSB
36
40
40
45
44
TSH
41
42
43
43
42
TST
34
31
38
64
42
Tilburg University
38
38
41
40
41
1)
inclusief studenten met nul studiepunten
127
Tabel D.2.10 - Eerstejaarsvoortgang bachelor (voltijd) (frequentieverdeling behaalde studiepunten) 2008/09
2009/10
2010/11
2011/12
2012/13
12%
12%
9%
12%
11%
1 - 11
8%
9%
8%
7%
7%
12 - 23
8%
8%
7%
8%
7%
24 - 35
7%
6%
7%
6%
6%
36 - 41
8%
8%
8%
4%
3%
42 - 47
9%
9%
9%
9%
9%
48 - 59
21%
23%
23%
26%
25%
60 of meer
26%
25%
29%
29%
32%
100%
100%
100%
100%
100%
0
Tabel D.2.11 - Rendement bachelor (voltijd) cohort
aantal geslaagd geslaagd geslaagd geslaagd geslaagd geslaagd geslaagd eerste binnen binnen binnen binnen binnen binnen binnen jaars 3 jaar 4 jaar 5 jaar 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar
2002/03
1.688
23%
46%
57%
64%
66%
67%
68%
2003/04
1.837
25%
47%
59%
65%
68%
69%
70%
2004/05
1.842
21%
44%
55%
61%
63%
65%
66%
2005/06
1.795
25%
45%
57%
63%
65%
66%
2006/07
1.843
23%
44%
57%
64%
66%
2007/08
1.832
23%
46%
61%
66%
2008/09
2.082
24%
51%
61%
2009/10
2.162
25%
51%
2010/11
2.126
31%
128
Tabel D.2.12 - Postbsa bachelorrendement bachelor (voltijd) aantal geslaagd geslaagd geslaagd geslaagd geslaagd geslaagd geslaagd studenten binnen binnen binnen binnen binnen binnen binnen 2 jaar * 3 jaar 4 jaar 5 jaar 6 jaar 7 jaar 8 jaar 2004/05
921
35%
66%
81%
88%
91%
92%
92% 91%
2005/06
890
29%
64%
80%
86%
89%
90%
2006/07
1.149
38%
67%
83%
90%
92%
93%
2007/08
1.211
35%
64%
80%
88%
90%
2008/09
1.211
34%
66%
85%
90%
2009/10
1.274
38%
77%
88%
2010/11
1.364
39%
77%
2011/12
1.457
45%
* Is nominale studiejaar van drie jaar; 2004/05 sluit aan bij cohort 2003/04 van bachelorrendement. Tabel D.2.13 - Masterrendement (voltijd; 1-,2,- en 3 jarige opleidingen; start: 1 september) cohort
aantal geslaagd geslaagd geslaagd geslaagd geslaagd geslaagd geslaagd eerste binnen binnen binnen binnen binnen binnen binnen jaars 1 jaar 1,5 jaar 2 jaar 2,5 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar
2005/06
1.071
36%
58%
78%
84%
88%
91%
92%
2006/07
1.535
29%
53%
75%
83%
88%
91%
92%
2007/08
1.756
26%
51%
73%
81%
88%
92%
94%
2008/09
1.717
24%
46%
70%
79%
87%
92%
93%
2009/10
1.913
24%
46%
71%
80%
87%
90%
2010/11
2.051
27%
52%
80%
86%
90%
2011/12
2.168
33%
55%
76%
2012/13
2.383
34%
Tabel D.2.14 - Instroomgegevens TiasNimbas 2008
2009
2010
2011
2012
2013
MBA programma’s
162
156
144
117
111
105
Company specific programma’s
539
530
535
921
676
1122
Executive Masterprogramma’s
337
407
326
412
293
320
Executive Programma’s
417
400
535
421
441
489
78
98
89
91
65
70
404
468
522
483
559
561
2112
2408
2640
3039
2779
3213
MSc Programma’s Aantal uitgegeven diploma’s Aantal ingeschreven studenten
129
D.3 Kerncijfers personeel Tabel D.3.1 - Stand van zaken per 31 december 2013: aantal medewerkers in personen en fte onderverdeeld naar geslacht 2011
Personen Fteâ&#x20AC;&#x2122;s
2012
2013
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
1051
1084
2135
1050
1070
2120
992
1039
2031
855,9
805,1
1661,0
848,1
797,7
1645,8
807,6
786,4
1594,0
Figuur D.3.1 - Ontwikkeling personeelsformatie in fte
Figuur D.3.2 - Aantal medewerkers per faculteit en de diensten
130
Tabel D.3.2 - Ontwikkeling personeelsbestand in fte en personele lasten 2010
2011
2012
2013
Personeelsbestand (in fteâ&#x20AC;&#x2122;s)
1742
1661
1646
1594
Wetenschappelijk personeel
1016(58%)
986(59%)
963(58,5%)
931(58,4%)
Ondersteunend beheerspersoneel
726 (42%)
675(41%)
683(41,5%)
663(41,6%)
134
131*
132
131
Totaal personele lasten (in mâ&#x201A;Ź) * gecorrigeerd cijfer t.o.v. jaarverslag 2011 Tabel D.3.3 - WP, OBP en totaal in fte naar geslacht WP
OBP
Totaal
% WP
M
V
totaal
M
V
totaal
M
V
totaal
233,6
84,7
318,3
21,3
66,0
87,3
254,9
150,7
405,6
78%
TLS
98,2
96,5
194,7
8,4
44,2
52,6
106,6
140,7
247,3
79%
TSB
102,7
124,9
227,6
17,9
48,6
66,5
120,6
173,5
294,1
77%
TSH
85,7
68,1
153,8
10,8
25,1
35,9
96,5
93,2
189,7
81%
TST
26,0
4,8
30,8
6,3
5,5
11,8
32,3
10,3
42,6
72%
3,0
2,6
5,6
193,7
215,4
409,1
196,7
218,0
414,7
1%
549,2
381,6
930,8
258,4
404,8
663,2
807,6
786,4
1594,0
58%
TISEM
Diensten Totaal
Figuur D.3.3 - Wetenschappelijke functies hoogleraar, UHD en UD, in fte naar geslacht
131
Figuur D.3.4 - Promovendi en overig wetenschappelijk personeel in fte naar geslacht
Tabel D.3.4 - Ontwikkeling tijdelijk personeel in % van het personeelsbestand naar geslacht (per 31 december 2013) 2011
2012
2013
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
TISEM
47,2
46,4
46,9
46,5
47,0
46,7
45,9
48,3
46,8
TLS
46,9
52,7
50,1
43,7
51,8
48,2
45,0
51,0
48,4
TSB
42,3
70,9
59,7
44,1
67,1
57,8
43,8
63,3
55,3
TSH
41,3
55,2
47,8
43,9
52,5
47,9
41,8
53,5
47,5
TST
19,3
37,9
24,7
24,1
29,8
25,5
24,1
16,5
22,3
8,5
11,7
10,1
9,5
9,7
9,6
9,6
10,5
10,0
35,2
46,1
40,5
35,8
43,5
39,5
35,3
41,8
38,5
Diensten Totaal
Tabel D.3.5 - Ontwikkeling WP in tijdelijke dienst in FTE (m.u.v. promovendi en student-assistenten (per 31 december) 2011
2012
2013
man
vrouw
totaal
Man
vrouw
totaal
Man
vrouw
Totaal
TISEM
54,8
25,1
79,9
50,8
20,5
71,3
42,5
21,4
63,9
TLS
26,5
37,1
63,6
22,2
36,3
58,5
21,5
36,1
57,6
TSB
26,7
51,5
78,2
31,5
42,6
74,1
27,6
38,2
65,8
TSH
15,1
17,3
32,4
17,4
17,9
35,3
19,1
15,8
34,9
TST
4,0
0,6
4,6
3,5
0,6
4,1
3,2
0,6
3,8
Diensten
0,0
0,8
0,8
0,0
0,7
0,7
0,0
0,7
0,7
127,1
132,4
259,5
125,4
118,6
244,0
113,9
112,8
226,7
Totaal
132
Tabel D.3.6 - Ontwikkeling promovendi in FTE (per 31 december) 2011
2012
2013
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
Man
Vrouw
totaal
TISEM
67,0
37,4
104,4
67,2
35,5
102,7
67,5
41,7
109,2
TLS
19,9
24,8
44,7
18,4
21,4
39,8
20,6
19,5
40,1
TSB
21,8
73,9
95,7
20,8
69,1
89,9
20,8
55,8
76,6
TSH
23,8
22,7
46,5
25,8
24,5
50,3
19,8
28,7
48,5
TST
2,6
1,7
4,3
3,8
1,0
4,8
3,8
1,0
4,8
Diensten
0,0
0,3
0,3
0,0
0,3
0,3
0,0
0,0
0,0
135,1
160,8
295,9
136,0
151,8
287,8
132,5
146,7
279,2
Totaal
Tabel D.3.7 - Ontwikkeling student-assistenten in fte (per 31 december) 2011
2012
2013
man
vrouw
totaal
Man
vrouw
totaal
Man
vrouw
totaal
TISEM*
0,0
0,0
0,0
2,6
2,4
5,0
3,0
1,8
4,8
TLS
6,4
7,1
13,5
3,9
4,9
8,8
3,9
6,3
10,2
TSB
4,1
9,4
13,5
4,0
7,7
11,7
3,7
5,5
9,2
TSH
1,8
5,2
7,0
1,6
4,7
6,3
1,0
4,5
5,5
TST
0,1
0,7
0,8
0,3
0,5
0,8
0,4
0,1
0,5
Diensten
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
12,4
22,4
34,8
12,4
20,2
32,6
12,0
18,2
30,2
Totaal
* In 2011 stelde TiSEM student-assistenten aan via KCS (11,9 fte). Deze cijfers zijn niet in de tabel opgenomen. Toelichting: Student-assistenten verrichten werkzaamheden ter ondersteuning van het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. In deze tabel zijn geen werkstudenten opgenomen, die ondersteunende werkzaamheden verrichten ten behoeve van het bestuur en beheer van de universiteit (bijvoorbeeld voorlichting of studenten die boeken terugplaatsen in de bibliotheek of werkzaam zijn op een IT helpdesk).
133
Figuur D.3.5 - Ontwikkeling leeftijdsopbouw in procenten
Figuur D.3.6 - Leeftijdsopbouw WP/OBP onderverdeeld naar geslacht in procenten
134
Figuur D.3.7 - Voltijd en deeltijd personeel naar geslacht in personen
Tabel D.3.8 - Salarisopbouw per functiecategorie en geslacht in personen (per 31 december) WP
OBP
totaal
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
0
0
0
22
35
57
22
35
57
schaal 6 t/m 9
191
242
433
121
310
431
312
552
864
schaal 10 t/m 12
213
198
411
130
172
302
343
370
713
schaal 13 en 14
91
35
126
15
11
26
106
46
152
schaal 15 en 16
104
26
130
8
4
12
112
30
142
96
6
102
1
0
1
97
6
103
695
507
1202
297
532
829
992
1039
2030
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2,5
2,5
2,5
2,5
2,2
2,9
0,92
0,93
0,87
0,82
0,78
0,82
11
11
13
14,5
12,7
15,7
schaal 1 t/m 5
schaal 17 en hoger Totaal
Tabel D.3.9 - Ontwikkeling ziekteverzuim < 1 jaar Ziekteverzuimpercentage < 1 jaar Meldingsfrequentie Gemiddelde verzuimduur (in dagen)
135
Tabel D.3.10 - Instroom* in personen naar faculteiten en diensten 2010
2011
2012
2013
TISEM
120 (22%)
77 (16%)
122 (24%)
108 (22%)
TLS
141 (36%)
97 (27%)
101 (30%)
54 (16%)
TSB
163 (35%)
127 (29%)
135 (32%)
98 (26%)
TSH
79 (31%)
106 (40%)
81 (30%)
65 (26%)
TST
9 (13%)
13 (19%)
11 (16%)
2 ( 3%)
Diensten
130 (22%)
84 (19%)
61 (12%)
43 ( 8%)
Totaal
642 (28%)
504 (24%)
511 (24%)
370 (18%)
* Uitgedrukt in een percentage van het totaal aantal personen op 31 december 2013. Tabel D.3.11 - Uitstroom* in personen naar faculteiten en diensten 2010
2011
2012
2013
TISEM
102 (18%)
128 (26%)
97 (19%)
132 (27%)
TLS
182 (46%)
142 (40%)
122 (37%)
81 (24%)
TSB
142 (30%)
157 (36%)
150 (35%)
161 (42%)
TSH
47 (18%)
90 (34%)
83 (31%)
98 (39%)
TST
5 (7%)
12 (17%)
14 (21%)
12 (20%)
Diensten
108 (19%)
132 (26%)
67 (13%)
98 (19%)
Totaal
586 (25%)
661 (31%)
533 (25%)
582 (29%)
* Uitgedrukt in een percentage van het totaal aantal personen op 31 december 2013. Tabel D.3.12 - Inhuur van derden in Kâ&#x201A;Ź, en als % van de totale personele lasten KCS
Uitzendbureaus
2008
1.972 (1,7%)
1.513 (1,3%)
2009
2.574(2,0%)
1.642 (1,3%)
2010
3.307(2,5%)
912 (0,7%)
2011
2.992(2,3%)
2.240 (1,7%)
2012
2.465(1,9%)
1.901 (1,4%)
2013
2.453(1,9%)
2.232 (1,7%)
136
Tabel D.3.13 - Inhuur via KCS in fte en personen (tussen haakjes) per faculteit en diensten onderverdeeld naar functiecategorie WP(excl AIOâ&#x20AC;&#x2122;s)
OBP Student assistenten
AIOâ&#x20AC;&#x2122;s
TOTAAL
TISEM
0 (15)
0 (13)
0 (7)
0 (0)
0 (35)
TLS
1,8 (4)
4,2 (7)
0,4 (1)
0 (0)
6,4 (12)
TSB
0,8 (1)
1,8 (3)
0 (0)
0 (0)
2,6 (4)
TSH
0,9 (2)
1,5 (3)
0 (1)
0 (0)
2,4 (6)
TST
1,55 (4)
1,3 (9)
0 (0)
0 (0)
2,85 (13)
0,0 (0)
16,13 (243)
0,6 (4)
0 (0)
16,73 (247)
5,05 (26)
24,93 (278)
1 (13)
0 (0)
30,98 (317)
Diensten Totaal
Toelichting: Onder het OBP zijn 108 surveillanten opgenomen die samen 9,9 fte vertegenwoordigen. Daarnaast zijn er 99 werkstudenten gaan werken bij General Services (ERM) en Facility Services (Operations).
137
Bijlage E AIO BaMa BCE BEST BKO BSA CABB CAO CBE CC CentER CERC CIR CKT CoRPS CPO CRIS CS CSR CvB CvP DUO EBC ECTS EL&I ERC ERISS ERM EZ FA FBI FS Fte GS HBO HL HOOP HR ICT Intervict IO ISI 138
Lijst van afkortingen Assistent in opleiding / Promovendus Bachelor-Master Brabant Center of Entrepreneurship Building Excellent Support at Tilburg University Basis Kwalificatie Onderwijs Bindend Studie Advies Commissie van Advies voor de Bezwaar-en Beroepschriften Collectieve Arbeidsovereenkomst College van Beroep voor de Examens Corporate Communication Center for Economic Research Corporate Entrepreneurship Research Centre Center for Innovation Research Center for Knowledge Transfer Center of Research on Psychology in Somatic diseases Centrum voor Patristisch Onderzoek Current Research Information System Corporate Staff Corporate Social Responsibility College van Bestuur College voor Promoties Dienst Uitvoering Onderwijs European Banking Center European Credit Transfer System Economische Zaken, Landbouw en Innovatie European Research Council European Research Institute in Service Science Education and Research Marketing Economische Zaken Financial Administration Fonds Beleidsinitiatieven Facility Services Fulltime-equivalent General Services Hoger Beroepsonderwijs Hoogleraar Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan Human Resources Informatie en Communicatie Technologie International Victimology Institute Tilburg International Office Institute for Scientific Information
IVA IVO KNAW KP7 LIS MBA MKB Netspar NVAO NWO OCD OBP OCW P&C PhD QANU ReflecT RM S&P SBL SEP SEPA SIS SKO StS TCE TiasNimbas Tiber TILEC TiLPS TILT TiSEM TiSIL TiU TLS TMP TSB TSC TSH TST UD UHD
Instituut voor sociaal-wetenschappelijk beleidsonderzoek en advies Instituut voor Ontwikkelingsvraagstukken Koninklijke Nederlandse Akademie voor Wetenschappen Zevende Kaderprogramma Library and IT Services Master of Business Administration Midden- en Kleinbedrijf Network for Studies on Pensions, Aging and Retirement Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Overleg College van Bestuur en Decanen Ondersteunend en beheerspersoneel Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Planning & Control Doctor of Philosophy / Promovendus Quality Assurance Netherlands Universities Research Institute for Flexicurity, Labour Market Dynamics and Social Cohesion Rector Magnificus Strategy & Policy Stichting Bijzondere Leerstoelen Standard Evaluation Protocol Single Euro Payments Area Studenten Informatie Systeem Senior Kwalificatie Onderwijs Student Services Tilburg Center of Entrepreneurship TiasNimbas Business School Tilburg Institute for Behavioral Economics Research Tilburg Law and Economics Center Center for Logic and Philosophy of Science Tilburg Institute for Law, Technology and Society Tilburg School of Economics and Management Tilburg Social Innovation Lab Tilburg University Tilburg Law School Taken Middelen Plan Tilburg School of Social and Behavioral Sciences Tilburg Sustainability Center Tilburg School of Humanities Tilburg School of Catholic Theology Universitair Docent Universitair Hoofddocent 139
UvT VSNU VWO Vz WHW WIA WO Wopi WNT WP WW
140
Universiteit van Tilburg Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Voorzitter Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen Wetenschappelijk Onderwijs Wetenschappelijk Onderwijs Personeels Informatie Wet Normering Topinkomens Wetenschappelijk Personeel Werkloosheidswet
Tilburg University
Tilburg University Postbus 90153 5000 LE Tilburg www.tilburguniversity.edu
Jaarverslag
2013
Jaarverslag 2013