Leren Zamelen - Zamelend Leren by Tjebbe van Tijen / Imaginary Museum Projects

Page 1

LEREN ZAMELEN - ZAMELEND LEREN

rapport 55 pagina's

bijlage 20 pagina's

referenties 207 pagina's

navigatie 1 Index pagina 2 Rapport pagina 3 Illustratie pagina 4 Web-referentie pagina 5 Weblink via Illustratie 6 Weblink via Referentie

2

1

3

4

Link naar andere pagina binnen hetzelfde venster Terug naar vorige pagina binnen hetzelfde venster Klik op schema voor gedetailleerde versie

5

6



Betekenis van pagina elementen Paragraaf Totaal aantal weblinks per paragraaf

Blauw blokje verwijst naar illustratie-pagina

Tekstnoot zonder link Webnoot met subaantal links Indicator en paraaf voor commentaar tekst

Citaten van webpagina


LEREN ZAMELEN - ZAMELEND LEREN

concepten en recepten voor professionele portfolio’s een onderzoek in opdracht van de afdeling R&D/ICT van de HvA Tjebbe van Tijen Imaginary Museum Projects april 2000


Colophon Rapport gegenereerd uit Occasio Database System (File Maker Pro 5) op basis van speciale scripts ontwikkeld voor HvA Portfolio studie. Platform Mac. PDF file gemaakt met Adobe Acrobat 4.0. Gebruikt lettertype Arial. Weblinks gemaakt met de Occasio Database. Herformatering van webcitaten via Occasio Work Pad. Web-snapshots gemaakt met Snapz Pro2. Rapport tekst ontwikkeld op basis van een reeks discussies met Caroline Nevejan en Max Bruinsma in de periode november 1999 februari 2000. Copyright Tjebbe van Tijen - Imaginary Museum Projects; 2000. De auteur is bereikbaar via Email: t.tijen@cable.a2000.nl Website Imaginary Museum projects: http://people.a2000.nl/ttijen/Index.html


Index LEREN ZAMELEN - ZAMELEND LEREN 1 TOEKOMST IN VERLEDEN ONTDEKKEN 1:01 een kennisschat voor herlezing en meditatie 1:02 rijzende en dalende aandacht voor ervaringsleren 1:03 de school als werkplaats 1:04 onderwijshernieuwing: het verleden splinternieuw maken 1:05 samenhang van betekenissen laten zien 1:06 sinnepoppen en clipcultuur 1:07 met 'de media' kunnen 'lezen en schrijven' 1:08 van gemeenplaatsboek tot citatendatabase 1:09 het eigen leerproces boekstaven 1:10 representatief of reflectief 1:11 herconfiguratie van het bestaande 1:12 trans-copyright en plagiaat-detectors 1:13 kwaliteiten waarvan men zich niet bewust was 1:14 de wereld bezien met oogkleppen 1:15 tastbare informatie-overdracht 2 VERZAMELEN EN ONTSLUITEN 2:16 classificatie als spiegel van onze gedachte 2:17 classificatie als dialoog 2:18 het synergisch verbond van digisaurus en thesaurus 2:19 de bibliotheekcatalogus als actief instrument 2:20 mobilizing the net-citizens 2:21 kennis in twee richtingen laten stromen 2:22 stabiliseren van net-informatie 2:23 vrijheid van informatie versus intellectueel eigendom 3 LATEN ZIEN WIE JE BENT 3:24 etalage of spiegel? 3:25 negatieve kanten van portfolio 3:26 jezelf verzamelen 3:27 over jezelf schrijven - naar jezelf kijken 3:28 emoties zichtbaar maken 3:29 schrijfvrees overwinnen 3:30 versmelten van synchrone en asynchrone communicatie 3:31 van geluidscasette tot hypervideo 4 LEREN IS NIET IN TIJD EN RUIMTE AF TE PERKEN 3:32 intermediaire technologie: zowel het oude als het nieuwe 4:33 toekomstscenario 4:34 de mogelijkheid geven mee te groeien 4:35 flexibel en standaard, gaat dat wel samen? 4:36 de prijs van de traagheid 4:37 niet langer de drager maar de informatie bewaren 4:38 geplande veroudering 4:39 digitale portabiliteit 5 DE IJSBERG DRIJVENDE HOUDEN 5:40 drijvende kracht van het digitale onderwijs 5:41 moedwillige overcapaciteit 5:42 trouwe sleutelbewaring 5:43 taaie verknoping 5:44 basisvoorwaarden


1 TOEKOMST IN VERLEDEN ONTDEKKEN n

De onderstaande tekst is ontstaan door een wisselwerking van inhoudelijke en technische argumentatie. Daar de vraag van de opdrachtgever was te kijken naar 'persoonlijke professionele portfolio's' als een onderwijshulpmiddel voor de toekomst, heb ik in de eerste plaats opnieuw naar het verleden gekeken om daarin te ontdekken wat de toekomst mogelijk kan brengen. "Waar anders?", zou je moeten kijken, niets is kortzichtiger dan het heden en de toekomst zelf hult zich of in een verblindend licht, of in het aardeduister.

1:01 een kennisschat voor herlezing en meditatie Kijken naar het verleden moet zeker niet enkel als terugvolgen van een lange historische lijn van logisch opeenvolgende gebeurtenissen gezien worden, het is in mijn perspectief veel meer het ontdekken van nu en dan terugkerende thema's, die wij als eigentijds of 'modern' ervaren, maar die ook op andere momenten in andere omstandigheden aan de orde zijn geweest. Zo associeert het thema van persoonlijke portfolio's in het onderwijs met de 'hypomnemata' van de Grieks-Romeinse cultuur die persoonlijke zakboekjes kende waarin men "citaten en uittreksels uit boeken noteerde, zo ook voorbeelden en gebeurtenissen die men had meegemaakt of waarover men had gelezen, overdenkingen en redeneringen die men had gehoord of die bij iemand opkwamen. Zij vormden een materiële notitie van dingen, gelezen, gehoord, of gedacht, beschikbaar gemaakt, als een bijeengegaarde schat, voor latere herlezing en meditatie." [1:01.1] Uit diezelfde tijd stamt ook een observatie van Seneca over de functie van zulke collecties voor 'zelfvorming': "We moeten er op toezien, dat, wat we ook in ons op hebben genomen, dit niet ongewijzigd mag blijven, of het zal geen deel van onszelf uitmaken. We moeten het verteren; anders betreedt het enkel ons geheugen, maar niet ons redeneringsvermogen."

n 1 link(s) 1:01:1 (1 x) Citaat uit Michel Foucault: “L’ecrire de soi”, aangehaald in mijn artikel “The arts of oneself” 1:01:2 (1 x) ibid

[1:01.2]

1:02 rijzende en dalende aandacht voor ervaringsleren n

Dit thema van 'door eigen ervaring tot begrip komen' is van alle tijd. Met een hink-stap-sprong door de geschiedenis gaand is het te vinden bij vele 'schrijvers' die gedachtengoed over opvoeding en onderwijs overgeleverd hebben: Aristoteles, Augustinus, Comenius, Rousseau, Pestalozzi, Tolstoi, Montessori, Pankhurst, Dewey, Ferrer, Freinet, Boeke, O'Neill, Goodman, Illich en het zou weinig moeite kosten deze opsomming nog langer te maken en ook met niet-Westerse voorbeelden en namen te illustreren. Je zou denken dat de idee van ervaringsleren, zolangzamerhand zo in het onderwijs ingeburgerd zou zijn dat het niet meer is dan een gemeenplaats ('al doende leert men'), waarvan men de oorspronkelijke kracht haast niet meer voelt. Toch lijkt dit niet het geval te zijn. Er zijn, kennelijk, ook andere maatschappelijke verwachtingen (zoals meetbaarheid van bekwaamheid en resultaten) waar het onderwijs aan dient te voldoen, die maken dat de leerstof op een meer directe wijze overgebracht wordt en het aspect van 'leren door eigen praktijk' op de achtergrond kan geraken. Het lijkt er op dat de uiteindelijke onderwijspraktijk tot stand komt in het krachtenveld tussen deze twee opvattingen, toen en nu. [1:02:1]

nnnn 4 link(s) 1:02:1 (4 x) Weblinks over ervaringsleren: zelf uit proberen, verwondering, zelfstandig, braaf zijn.


1:03 de school als werkplaats n

In het midden van de 17e eeuw wijst Comenius, in zijn omvangrijke geschriftenreeks over onderwijs en opvoeding 'Opera didactica omnia', meerdere malen op het belang van de eigen activiteit: "Ambachtslieden onderdrukken hun leerlingen niet met theorieën; zij zetten hen onverwijld aan het werk, zodat zij metaal leren smeden door te smeden, snijden door te snijden, verven door te verven (...) Leer daarom in scholen de leerlingen te schrijven door te schrijven, spreken door te spreken, zingen door te zingen, redeneren door te redeneren, etc., zodat scholen simpelweg werkplaatsen worden waar het werk met geestdrift gedaan wordt. Aldus, door een goede praktijk, zullen allen uiteindelijk de waarheid van het gezegde voelen: 'fabricando fabricamur'." [1:03:1] De werkplaats is een goede metafoor voor de leerpraktijk en pedagogen gaan vaak zo ver om het niet als zinnebeeld, maar als werkelijk model te gebruiken. Zo spreekt de 18e eeuwer Rousseau over Emile die voor zijn opvoeding geen boeken nodig heeft maar "een werkplaats waarin de handen tot nut van de geest werkzaam zijn" en Rousseau spreekt verder over Emile zijn weten: "Hij heeft een universele geest, niet door zijn inzichten maar door het vermogen ze te verwerven (...)." [1:03:2] Zo noemt Kees Boeke zijn in de dertiger jaren van deze eeuw begonnen experimentele school: 'De Werkplaats', omdat, zo zegt hij, "ik bij 'school' altijd geneigd ben te denken aan iemand die 'geschoold wordt' en het mijn bedoeling juist is de kinderen niet te 'scholen', maar hun de gelegenheid te geven door allerlei soort werk zich naar hun eigen aard en aanleg te ontwikkelen." [1:03:3] Het is trouwens niet oninteressant dat de digitale portfolio van Koningin Beatrix een verwijzing naar de school van Kees Boeke bevat: "In Canada bezocht de Prinses na de kleuterschool het lager onderwijs. Na terugkeer in Nederland vervolgde zij het lager onderwijs op De Werkplaats, de school van onderwijsvernieuwer Kees Boeke, te Bilthoven." [1:03:4] De afgelopen jaren wordt het oude thema van ervaringsleren weer op nieuwe wijze geformuleerd. [1:03:5]

1:04 onderwijshernieuwing: het verleden splinternieuw maken n

Het ligt niet in mijn bedoeling om hier aan de hand van historische citaten aan te tonen dat er weinig nieuws onder de zon is als er bij de HvA, in verband met het idee van de portfolio's, gesproken wordt over concepten als 'producerende leeromgeving' en 'leren leren', alhoewel er beter gesproken kan worden van 'onderwijshernieuwing; in plaats van 'onderwijsvernieuwing'. De citaten zijn bedoeld ter ondersteuning van mijn pleidooi voor het putten van inspiratie uit vroegere didactische geschriften, met name als het gaat om ontwikkeling van wat we nu 'nieuwe media' noemen. Zeker, computers en het bijbehorende enorme scala aan electronische informatievormen, zijn nieuw, maar als het gaat om wat effectieve methodes zijn om informatie te presenteren (visualisatie en dramatisering) en hoe daar op gereageerd wordt, dan blijkt er sprake van een grote continuïteit en kunnen inzichten uit het verleden weer 'splinternieuw' worden.

nnnnn 5 link(s) 1:03:1 (1 x) Andere citaten van Comenius over speels en zintuigelijk leren. 1:03:2 (1 x) Jean Jacques Rousseau "Emile of over de opvoeding"; 1762; citaat uit Nederlandse editie van 1989 p.196 1:03:3 (1 x) Kees Boeke; "Kindergemeenschap"; 1934; p.12 1:03:4 (1 x) Website van het Nederlands Koninklijk huis met CV Beatrix 1:03:5 (3 x) Experiment in Reggio Emilia en ‘constructionist learning’


1:05 samenhang van betekenissen laten zien n

Het projekt 'Orbis Pictus Revised' is een voorbeeld, uit mijn eigen praktijk, van methodisch onderzoek naar de toepasbaarheid van concepten uit het verleden in moderne multimedia. Het projekt laat de verandering van de verbeelding van de wereld zien, van de zestiende eeuw tot heden, aan de hand van boeken die gebruik maken van een beeldende leermethode, met als middelpunt het beroemde 17e eeuwse leerboekje van Comenius, de 'Orbis Sensualium Pictus' (de wereld in beelden verklaard). Het onderzoek, samen met de Tsjechische kunsthistoricus Milos Vojtechovsky, vond plaats in de periode 1991-1996 en resulteerde in drie interactieve installaties die gebruik van verschillende zintuigen als uitgangspunt hadden: 'kijken en aanwijzen', 'aanraken en voelen' en 'spreken en luisteren'. Ik denk dat een aantal elementen van de 'Orbis Pictus Revised' relevant zijn voor het HvA portfolio projekt. Een zo'n element is het door Comenius consequent toegepast systeem van beeldende 'tableaus' waarin bij elkaar horende elementen uit het leven landschappelijk, of als stilleven gegroepeerd zijn, of in de vorm van een diagram gepresenteerd worden. In het tableau-plaatje staan nummers, die verwijzen naar in meerdere (taal)kolommen gepresenteerde tekst, die op dezelfde openliggende pagina's als het tableau staan en waarbij men dus in een oogopslag van beeld naar tekst en tekst naar beeld kan gaan (hyper-links avant-la-lettre). De tekst is meer dan enkel losse woorden, in korte zinnetjes worden betekenissen verklaard. De volgorde van de tableaus zelf en binnen de tableaus, is een logische volgorde, waarbij de nadruk op samenhang van betekenissen ligt, anders dan de vaak verkeerd toegepaste alfabetische volgorde, die soms praktisch kan zijn, maar dikwijls meer chaos creëert als oplost. [1:05:1]

n 1 link(s) 1:05:1 (1 x) Zie website over ‘Orbis Pictus Revised’ project

1:06 sinnepoppen en clipcultuur n

Comenius werkte vanuit een oudere traditie van beeldtaal, zoals gebruikt in de heraldiek, en emblematiek. Vooral de principes van de emblematiek hebben hun actualiteit behouden door de wijze waarop beeld en tekst gecombineerd worden. Het plaatje beschrijft als het ware de tekst en de tekst verbeeldt het plaatje, waarbij de tekst op verschillende niveaus wordt toegepast van veralgemeniserend (titel/inscriptio) tot bijzonder (beschrijving/descriptio) waarbij het plaatje (pictura) geenszins enkel illustratie is, maar een zelfstandig karakter heeft. Een succesvol embleem (ook wel 'sinnepop' genoemd, in het Nederlands) weet een spanning tussen deze drie elementen (nomenclatura/pictura/descriptio) op te roepen, vaak door het inbouwen van een rebus of raadselachtig element. [1:06:1] Deze kenmerken van emblematiek zijn in de moderne reclame en clipcultuur terug te vinden en zijn van groot belang voor het portfolio projekt, om tot attractieve, de aandacht vasthoudende presentaties te komen. Naast de gebruikelijke 'links' van tekst naar tekst en van tekst naar beeld, zijn er de nog te weinig gebruikte mogelijkheden om van beeld naar beeld en van beeld naar tekst te 'linken' [1:06:2]

nnnn 4 link(s) 1:06:1 (1 x) Voorbeeld embleemkunst van Roemer Visscher “Sinnepoppen”; Amsterdam 1614. 1:06:2 (3 x) Voorbeelden gebruik van beeld voor tekstontsluiting.


1:07 met 'de media' kunnen 'lezen en schrijven' Zonder een inzicht in de tradities van het dramatiseren van informatie dreigt het portfolio projekt te vervallen tot een dodelijk saaie electronische formulierinvullerij, of te verdrinken in een overdaad aan halfgelukte vormexperimenten waarin goede toepassingen verdwijnen tussen de slechte. [1:07:1] Het verdient aanbeveling om, dat wat door sommigen ervaren wordt als 'media-bombardement', maar waarin anderen zich behaaglijk weten te nestelen, met een bredere blik als die van de 'eigen tijd', te bekijken. Met andere woorden 'media-kennis' (media-literacy) dient naast het kunnen lezen en schrijven, gymnastiek, of het houden van spreekbeurten, tot de basisvaardigheden te horen. [1:07:2] Een plezierig kennispakket dat bijvoorbeeld duidelijk kan maken dat er een verband bestaat tussen systemen voor fakkelsignalen uit ver vervlogen tijden en de moderne fax, tussen de postduif die een Romeinse senator in zijn mantel hield om in nood zijn verwanten snel te kunnen verwittigen en het gebruik van de 'handy' telefoon nu. [1:07:3] Ook vanuit het omgekeerde perspectief, van het heden naar het verleden terugkijkend is media-kennis op te doen, zoals bij de historica Elisabeth L. Eisenstein. Zij overziet het hele spectrum van scriptorium en drukkerij tot copycenter en de home computer en constateert: "There are signs in recent decades that some of the intellectual property rights which were a by-product of printing are beginning to be undermined. Thus commercial copy centres have begun to appear within the precincts of modern universities much as stationers' stalls did near medieval universities." [1:07:4 ] Ook zijn er enkele auteurs die met een lange termijn perspectief de geschiedenis van de wisselwerking tussen communicatie-technologie en samenleving beschreven hebben zoals Harold Adams Innis en Ithiel de Sola Pool, die in een leerplan voor mediakunde niet zouden moeten ontbreken. [1:07:5 ]

nnnnnnnnnn nnnnnnnnnn nnnn 24 link(s) 1:07:1 (12 x) Voorbeelden studenten websites universiteiten en hogescholen Twente, Delft, Eindhoven, Amsterdam en Utrecht 1:07:2 (6 x) Didactisch gebruik Internet, cursussen mediakennis - media literacy. 1:07:3 (1 x) Zie John Wilkins "Mercury, the secret and swift messenger"; London 1641; en weblink met kort biografie van Wilkins. 1:07:4 (1 x) "On revolution and the printed word"; geciteerd in "Revolution in history"; Roy Porter/Mikulas Teich; 1986; p.188. Zie ook weblink naar review van Eisenstein’s book “The printing revolution in early modern Europe�. 1:07:5 (4 x) Weblinks naar communicatie geschiedenis bij Innis, De Sola Pool, de ontwikkeling van word processing en een virtueel computer museum.


1:08 van bloemlezing tot wereldencyclopedie n

Nogmaals teruggaand in de tijd op zoek naar leervormen die in verband gebracht kunnen worden met de nu voorgestelde nieuwe praktijk van professionele portfolio's, is er de ontdekking van het 'commonplace-book', zoals dat op het einde van de 16e eeuw in gebruik raakte. Er heeft een aanzienlijke verschuiving in betekenis van het begrip commonplace/gemeenplaats (locus communis) plaatsgevonden. Zo'n half millennium terug had het nog niet de huidige betekenis van 'banaal' en 'afgezaagd' gekregen, maar werd het gebruikt voor (tekst)passages met een algemene toepassing. Een 'common-place' boek was een verzameling van meestal Latijnse citaten geplukt bij auteurs die als gezaghebbend golden, of waarvan taalgebruik of stijl buitengewoon in de smaak vielen: "Commonplace-books were the principal support system of humanist pedegogy. Pupils were required to make themselves commonplace-books, and to collect excerpts from their reading under the appropriate heads. When they came to construct compositions of their own, they were encouraged to use their commonplace-books as a resource, culling from them questions, examples, and other illustrative material, as well as replicating the categories of thought enshrined in commonplace-heads. Children educated in this way brought into adult life certain mental attitudes, and certain habits of reading and writing which characterized literate culture in Western Europe over a remarkably long period. In effect, the commonplace-book of Early Modern Europe met exactly the same requisites as those presupposed by the recent advertisement for a quotation computer package." Een citaat uit een studie van Ann Moss met de titel “Electrifying the Renaissance”. [1:08:1] Het verband met het heden is nog directer, zo zijn er meerdere ‘sites’ op het Internet waar het ‘common place book’ in electronische vorm terugkomt en ook de minder persoonlijk getinte citaten-databases zijn een veel voorkomend en verwant verschijnsel. [1:08:2 ] Maar dat is nog niets vergeleken bij de onafzienbare massa gegevens die nu via Internet oproepbaar zijn. Dit leidt vaak tot overspannen verwachtingen in de geest van dat je bijn alles op ‘het net’ zou kunnen vinden. Dat is zeker niet waar, de informatie-omvang van ‘paper-space’ is van een veel grotere orde dan die van ‘cyber-space’ en er zijn vele vormen van kennis die heel andere wijzes van overdracht behoeven. Reproduceerbare kennis die, in overdrachtelijke zin, nu digitaal binnen handbereik is, dreigt het zicht op dat wat op armlengte of nog verder weg beschikbaar is, te vertroebelen. De utopische dromen van een wereldomvattend kennissysteeem dat overal en altijd voor iedereen toegankelijk zal zijn, dateren van ver voor het computer tijdperk, maar ook in het onwaarschijnlijke geval dat zoiets gerealiseerd wordt, dan blijft de kennis die je hebt, bestaan uit het kiezen van wat je opvalt en bevalt, het plukken van een eigen boeket.

nnnnnnn 7 link(s) 1:08:1 (1 x) Langer citaat van Ann Moss in referentielijst (oorspronkelijke URL niet meer geldig). 1:08:2 (6 x) Weblinks over citaten en context en voorbeelden van citaten websites.


1:09 het eigen leerproces boekstaven Het is opvallend hoe de ideeën over verzamelen en verwerken van kennis, uit de klassieke oudheid en de Renaissance, eeuwen later terug te vinden zijn in de 'professionele portfolio' gedachte, zoals bijvoorbeeld bij Berea College in Florida, USA: "The portfolio will contain an evolving selection of your academic work and related experiences as you make your way in the teacher preparation program". (...) "Through the portfolio you will demonstrate the quality of your developing understanding of the subject(s) for which you will be responsible, your deepening grasp of the complexities of teaching and learning, and your growing readiness to teach in a classroom setting. [1:09:1] Zo ook bij de Amerikaanse auteur Martin Kimeldorf die enkele boeken over 'professionele portfolio's' schreef: "Unlike a resume which requires wordsmith skills, a portfolio puts you in touch with a hands-on process for show casing your talents. Assembling a portfolio requires cutting and pasting, sorting and manipulating. In this regard a portfolio may be more engaging and more accessible than the text-laden resume. Portfolios play different roles across time. They evolve with your career development. When you are in school or engaged in re-training, you can use a portfolio to document your learning." [1:09:2]

nnn 3 link(s) 1:09:1 (2 x) Website pagina Berera College over portfolio. 1:09:2 (1 x) Link naar uitgebreide website over portfolio van Kimeldorf.

1:10 representatief of reflectief Er zijn duidelijke verschillen te ontdekken in moderne definities van wat zo'n persoonlijke- professionele portfolio inhoudt. Ook hier valt al direct een verschil te constateren tussen 'representatieve' en 'reflectieve' functie van de portfolio. Ik ben begonnen met een kleine verzameling van zulke citaten aan te leggen die als aparte webpagina met bijbehorende links naar de bronnen op het Internet toegevoegd is. [1:10:1] Het is maar een eerste aanzet, aangezien vooral de Engelstalige literatuur op dit gebied overweldigend is. Een eenvoudige zoekhandeling in de toonaangevende onderwijs database ERIC (Education Resources Information Center, met bijna 1 miljoen records) leerde dat het gebruik van de term portfolio in de laatste tien jaar fors gegroeid is: 1966-1981 = 161 occurences 1982-1991 = 266 occurences 1992-1999 = 1843 occurences Een verdere verzamelen en vergelijken van portfolio definities zou zeker verhelderend kunnen werken. [1:10:2] Bijgevoegd is ook een voorlopig boekenlijstje met betrekking tot het onderwerp van educatieve partfolio’s, waarbij natuurlijk de Amerikaanse titels overheersen, aangezien dit het land is waar deze (nieuwe) praktijk het eerste tot ontwikkeling kwam. [1:10:3 ]

nnnnnnnnnn nnnnnnnnnn nnnnnnnnnn nnnnnnnnnn 40 link(s) 1:10:1 (21 x) Links naar Nederlandse en Amerikaanse webpagina’s met portfolio definities. 1:10:2 (1 x) De CDRoms van het Education Resources Information Center, met bijna 1 miljoen records, bij de UvA is een goede bron hiervoor. 1:10:3 (19 x) Lijstje met in meerdere gevallen samenvattende teksten of besprekingen.


1:11 herconfiguratie van het bestaande n

Kennis is (meestal) niet meer en ook niet minder dan een herconfiguratie van bestaande elementen. Het debat over wanneer er echt sprake is van nieuwe kennis, een uitvinding, hoeft hier niet gevoerd te worden. De eerste stelling is enkel bedoeld om aan te geven dat in het proces van kennisverwerving en kennisoverdracht, er meestal sprake is van hergebruik en herschikking van bestaande kennis. Traditioneel was kennis beschikbaar in boeken en tijdschriften en aanwezig in persoonlijk en vooral in publieke verzamelingen van voornamelijk papieren documenten: bibliotheken. Het zoeken en vinden van informatie vond, naast mondelinge overdracht, vooral via schriftelijke referenties (voetnoten en andere bibliografische aantekeningen) en het zoeken in catalogi plaats. Deze laatste hulpmiddelen zijn door electronische automatisering veel sneller en meer omvattend geworden. Het moeizaam overschrijven van citaten, het dictaat, schijnen uit de tijd. [1:11.1] 'Knip & plak' (cut & paste) zijn metaforen uit het nabije verleden waar fotokopieerapparaat, schaar en plakselpot wonderen konden verrichten en er zelfs een literaire techniek door ontstond. [1:11:2]

nnnnnn 6 link(s) 1:11:1 (5 x) Links naar voorbeelden van electronische citatenboeken en een citaten ‘portal’. 1:11:2 (1 x) Website met korte beschrijving ‘cut-up’ techniek van William Burroughs.

1:12 trans-copyright en plagiaat-detectors n

De mogelijkheden voor het configureren en herconfigureren van teksten zijn tegenwoordig ongekend. In mijn uitwerking van het voorstel voor de HvA portfolio's wordt de mogelijkheid van het ontwikkelen van een speciaal 'citaten- en referentie-werktuig' (quotation-engine) genoemd. Die gedachte past in een lange bibliografische traditie van Conrad Gessner in de 16e en Leibniz in de 18e, tot Paul Otlet in het begin van de 20e en Vannevar Bush in het midden van de 20e eeuw. [1:12:1] Het toenemend gemak van het overnemen van teksten maakt ook een grotere aandacht voor nieuwe vormen van bronvermelding nodig, zonder te vervallen in onhoudbare 'copyright claims' en 'digital policing of the web'. [1:12:2] Ted Nelson, een van de grondleggers van de 'hypertekst' en de gebruikersinterface voor personal computers, nu werkzaam bij Keio University in Japan, heeft een interessant oplossing voor dit probleem, zeker voor het onderwijs, dat hij 'trans-copyright' gedoopt heeft en een pioniersonderzoek van Nelson over "Parallel Visualization and Transpointing Windows" dat ten onrechte tot op heden genegeerd is. [1:12:3] Een keerzijde van het digitaal knip-en-plak-gemak dient ook genoemd te worden, de neiging om steeds minder zelf te formuleren en in sommige gevallen zelfs kwaadwillige gebruik van het werk van anderen als zijnde een originele eigen creatie (alhoewl het verschijnsel plagiaat natuurlijk van alle tijd en diep menselijk is). Maar ook hierop is een passend antwoord. De Amerikaanse firma Plagiarism.org heeft de markt van verontruste universiteiten en hogescholen ontdekt en biedt een software programma aan dat digitale teksten op originaliteit kan testen, door deze te vergelijken met 'dat wat on-line' aan teksten op het Internet aanwezig is. [1:12:4]

nnnnnnnnnn nnnnnnnn 18 link(s) 1:12:1 (5 x) Websites waarin verbanden tussen hypertekst, het Internet en vroege pioniers van universele kennissystemen gelegd worden. 1:12:2 (4 x) Nieuwe normen voor het citeren van en verwijzen naar electronische documenten. 1:12:3 (8 x) Links naar websites van en over Ted Nelson en zijn Xanadu-system. 1:12:4 (1 x) Website van plagiaat detector firma.


1:13 kwaliteiten waarvan men zich niet bewust was n

De toekomst in het verleden terugvinden, niet enkel om het ideeëngoed van vroeger, maar ook om de verandering van de materiële cultuur in een breder perspectief te zien. Dit is zeker nodig in het huidige tijdsgewricht waar door de 'hype van de nieuwe media' de oude media te weinig op hun waarde geschat worden, terwijl juist bij het verschijnen van nieuwe media de oudere media opnieuw bekeken kunnen worden en kwaliteiten zichtbaar worden waarvan men zich niet eerder bewust was. Het is misschien niet verwonderlijk dat zo’n bewustzijn nog nauwelijks aanwezig is omdat het om een stormachtige ontwikkeling in verloop van minder dan 15 jaar gaat. [1:13:1] Er zijn zonder meer kwaliteiten van het met de hand maken van aantekeningen, die bij gebruik van digitale media verloren gaan, zoals de kaartachtige structuur van veel notities waardoor een extra herinneringselement ontstaat, de mogelijkheid van overzicht door het uitspreiden en ruimtelijk verschuiven van papieren, verschillen in handschrift die emoties kunnen weergeven, doorhalingen en overschrijvingen die het aspect van tijd zichtbaar maken.. Dit is niet meer dan een summiere aanduiding van enkele van de vele verschillen. Zo kunnen we nu in boeken ongekende kwaliteiten herkennen. De razendsnelle doorbladerbaarheid (browsibility), de superieure navigatie (instant jump) door tastzin, omdat we met het oog kijken en tegelijkertijd met de hand de omvang en onze positie binnen het 'informatie-object' dat 'boek' heet, kunnen bepalen. Op de zijkant van een deels geïllustreerd boekwerk kunnen zien waar de plaatjes zitten, afgescheurde snippers papier als bladwijzers, aantekeningen in de marges (hoezeer ook verafschuwd door leenbibliotheken). Ik hoef de superieure kwaliteiten van het nieuwe medium, 'de computer', hier niet te bezingen. Het is gepaster om op de valreep, voordat het gehele onderwijs zich in de digitale oceaan dompelt, te wijzen op enkele serieuze beperkingen. [1:13:2]

nnn 3 link(s) 1:13:1 (2 x) Van de ontwikkeling van Hypercard in 1987 tot Push Portals nu en een virtueel bladerbaar boek als web interface. 1:13:2 (1 x) Weblink met taboe-onderwerp: kritiek op toepassing nieuwe media technologie.

1:14 de wereld bezien met oogkleppen n

Hoe je het ook wendt of keert, de ervaring heeft geleerd dat een computerscherm maar een beperkt oppervlak heeft en dat dit oppervlak weliswaar op wonderbaarlijke wijze kan veranderen, maar dat het toch een klein pest schermpje blijft, een benauwd venster. We kunnen wel suggereren dat de hele wereld en wat je maar wensen kan, door het lichtend venster van de computer zichtbaar gemaakt kan worden, maar het is en blijft een klein, sterker nog, een te klein, beeldoppervlak en het is goed deze beperking goed in gedachte te houden bij het al te voortvarend dematerialiseren van informatie. Navigeren door de informatie-oceaan via een computerscherm is verre van gemakkelijk en de mogelijkheden van terugkijken of vooruitkijken zijn vaak beperkt. [1:14:1] Maar enkele zaken kunnen tegelijkertijd op het beeldscherm zichtbaar gemaakt worden. De tientallen vensters die we geopend hebben geven allen een prachtige uitzicht, maar als een werkpaard met oogkleppen hebben we maar een beperkt gezichtsveld toebemeten gekregen en sjokken we braaf van venster naar venster zonder ooit een totaalbeeld te krijgen. Alberto Manguel maakt een historische vergelijking tussen boekenrol (scroll) en het moderne computervenster en signaleert de superioriteit van de codex (in een rug samengebonden vellen die vrij doorbladerbaar zijn, voorloper van het moderne boek): "The unwieldly scroll possessed a limited surface -a limitation we are keenly aware of today, having returned to this ancient bookform on our computer screens, which reveal only a portion of a text at a time as we 'scroll' upwards or downwards." [1:14:2]

nn 2 link(s) 1:14:1 (2 x) Links over het volgen van sporen op het Web. 1:14:2 (1 x) Alberto Manguel "A history of reading"; 1996; p.127.


1:15 tastbare informatie-overdracht n

Printers zijn al om aanwezig en kunnen in veel gevallen deze tekortkoming van het computerscherm compenseren, maar dan moet er wel rekening gehouden zijn bij de opmaak. Een aparte drukbare versie dient gemaakt te worden met de benodigde hogere beeldkwaliteit van de plaatjes voor het drukproces. Het is van belang om op niveau van productie en reproduktie van digitaal materiaal van het begin af aan het element van de behoeft aan 'hard copy', gedrukte vormen, mee te nemen. Het is ook mogelijk zo te produceren dat zowel een hogere druk-resolutie als een lagere scherm-resolutie vanuit een bestand gemaakt geproduceerd worden. [1:15:1] Er zijn ook verschillende mogelijkheden om meer tastbare vormen van informatiedragers met de immaterialiteit van de computer te combineren. De combinatie van tekstboeken met barcodes met videodisc presentaties is een voorbeeld van zo'n andere benadering, die ongeveer tien jaar geleden in het onderwijs is toegepast en wijst in die richting. Natuurlijk is er de lange traditie van computergestuurde simulatoren en de nog jonge kunsttak van interactieve installaties met gebruikmaking van ruimtelijke elementen. Het gaat om het vinden van een juiste balans tussen tastbare en minder tastbare vormen van informatie-overdracht. [1:15:2]

nnnnnnn 7 link(s) 1:15:1 (1 x) Zie verwijzingen naar de Adobe Acrobat standaard onder 4:39:1. 1:15:2 (7 x) Links naar websites met onderzoek naar ruimtelijke interfaces uit het bereik van kunst en wetenschap.


2 VERZAMELEN EN ONTSLUITEN

2:16 classificatie als spiegel van onze gedachte n

Een verzameling wordt pas een verzameling door ordening en classificatie, om het even of het om tastbare of ontastbare dingen gaat. We kunnen er over twisten of het de verzameling is die de behoefte aan classificatie oproept of omgekeerd, maar zeker is dat kennis enkel verworven kan worden door de wisselwerking tussen verzamelen en benoemen. Dezelfde dingen kunnen, naar behoefte, op verschillende wijzen gegroepeerd worden en de labels die de een of de ander aan zo'n groep verbindt, zijn vaak niet gelijk. Een label staat nooit op zichzelf, maar maakt altijd deel uit van een stelsel van samenhangende begrippen. Zo'n begrippenstelsel, dat zich kan ontwikkelen tot classificatie-systeem, kan berusten op uiterst persoonlijke gevoeligheden, of een bijna universeel karakter hebben, maar in beide gevallen zal het, als het al blijft bestaan, voortdurend veranderen. Voor de zoรถloog Stephen Jay Gould, werkzaam in een beroep met een sterke taxonomische traditie, is de wetenschap van de classificatie "truly the mirror of our thoughts." Hij ziet de veranderingen van classificaties door de tijd als "the best guide to the history of human perceptions." [2:16:1] Deze in zeer algemene termen gemaakte opmerkingen over verzamelen en classificatie zijn mijns inziens nodig omdat men vaak een te star beeld heeft als het onderwerp van classificatie ter sprake gebracht wordt. Gould, die door zijn studies over de evolutie gewend is in een grote tijdspanne te denken, ziet de taxonomie als een dynamische wetenschap.

n 1 link(s) 2:16:1 (1 x) Classificatie, meer dan een edele vorm van opbergen...

2:17 classificatie als dialoog n

Bibliotheken, archieven, musea, maar ook andere instellingen die met grote hoeveelheden informatie-objecten omgaan, hebben een lange traditie van strenge regelstelsels met eenduidig toegekende noemers. Classificeren was specialistenwerk dat er voor zorgde dat dezelfde termen over lange tijd in stand gehouden werden. Tabellarische systemen en kaartenbakken vormden de logistieke beperking waaruit die classificatie-tradities voortkwam. Het veranderen van een begrip, of het maken van een stelsel van verwijzingen was vaak uiterst arbeidsintensief. Met de opkomst van de computer en de mogelijkheid om eenmaal ingevoerde data op allerlei manieren te filteren, te bekijken, om te zetten, extra informatielagen toe te voegen en deze naar wens zichtbaar of onzichtbaar te maken (warbij trouwens ook nieuwe vormen van censuur ontstaan) [2:17:1], komen er ook mogelijkheden om die starre positie van eenduidige classificatie, van informatie-ontsluiting als eenrichtingsverkeer, te veranderen: Classificatie als iets dynamisch, als tweerichtingsverkeer tussen specialist en leek, classificatie als dialoog. Het vrijelijk kunnen maken van links en het in kaart brengen van al die elkaar kruizende verbanden, kan een nieuwe dimensie geven aan hoe wij voortaan met informatie omgaan. [2:17:2]

nnn 3 link(s) 2:17:1 (1 x) Classificatie en het gevaar van filtering en censuur. 2:17:2 (2 x) Links met teksten over betere kennisnavigatie


2:18 het synergisch verbond van digisaurus en thesaurus Het meest voor de hand liggende voorbeeld is het "vrije" informatie-aanbod via het Internet zoals dat het afgelopen decennium sprongsgewijs gegroeid is. De zware zoekmachines hebben een ware informatie-revolutie ontketent doordat vrijwel ieder woord in combinatie met elk denkbaar ander woord als vraag ingevoerd kan worden in een 'search-engine', waarmee, als het specifieke of unieke woordcombinaties betreft, in een oogwenk een verbinding naar wat gezocht wordt gelegd kan worden. [2:18:1] Maar vaker is er, door gebrek aan structuur van de aangeboden Internet-informatie, een resultaat dat weliswaar in kwantiteit alle verwachtingen overtreft, met duizenden 'hits', maar een kwaliteit heeft die onvoldoende is: "... there is an immense amount of potentially valuable and interesting information on the internet that remains unnoticed and will be forgotten because its content is not properly described. Whatever powerful 'search engines' are used, machine protocols can not sufficiently distinguish between meaningful and meaningless occurrences of search terms used. Most search results give so many "links" that one can not possibly follow all of them. In this way valuable information is "lost in the deafening babble of global electronic traffic". [2:18:2] Het is duidelijk dat enkel de 'vrije tekst' zoekmethode, hoe krachtig deze ook kan zijn, niet voldoende is, dat er daarnaast een grote behoefte bestaat aan gestructureerde vormen van ontsluiting van deze gigantische informatiebron. De kracht van het woorden verslindend monster de 'digi-saurus' moet gebundeld worden met die van de synoniemen spugende draak de 'the-saurus'. De schatkamer van classificatie-termen, de thesaurus, kan anders gebruikt worden door het maken van dynamische verwijzingen van gecontroleerde naar ‘vrije taal’. [2:18:3] Ook hier kan een bredere deelname aan het ontsluitingsproces van informatie gestalte krijgen, kunnen docenten en studenten hun specifieke kennis, hun eigen visie inbrengen, bijgestaan en gestimuleerd door informatie-specialisten die met behulp van nieuwe hulpmiddelen kunnen helpen om dwarsverbanden te leggen, waardoor de nu nog verkokerde kennis-structuur op allerlei plaatsen doorboord en de kans op het vinden van nieuwe kenniscombinaties verhoogd wordt.

nnnnnnn 7 link(s) 2:18:1 (2 x) Links over spanning tussen presentatie van informatie en zoekgedrag op het Internet. 2:18:2 (1 x) Citaat uit mijn artikel “Digital ways of forgetting” (1998), met weblink. 2:18:3 (4 x) Veranderende rol van bibliotheken en auteurs bij kennis-ontsluiting.

2:19 de bibliotheekcatalogus als actief instrument De 'virtuele bibliotheken', bestaande uit lijsten met Internet-links en de persoonlijke 'bookmark-files' zijn pogingen, hoe bescheiden ook, enige ordening in de informatiechaos aan te brengen. De mogelijke introductie van een digitaal portfolio systeem als onderdeel van een verdere toepassing van digitale leermiddelen in het onderwijs aan de HvA, geeft de gelegenheid om het proces van kennisvergaring en classificatie op een ander niveau te brengen. Het maken van verwijzingen, het citeren, het zoeken, het vinden, het classificeren en het bewaren van informatie zijn dagelijkse handelingen voor velen. Het is goed denkbaar hiervoor hulpmiddelen te ontwikkelen die deze taken aangenamer maken en waarbij ook standaards (die niet als dwingend ervaren hoeven te worden) aanboden worden, die uitwisseling van informatie, ook op langere termijn, aanzienlijk kunnen verbeteren. [2:19:1] Naast de nadrukkelijke in stand te houden traditionele bibliotheek catalogi (OPACs), zouden dezelfde catalogi (van bibliotheek en mediatheek) een extra kennislaag kunnen krijgen, waar gebruikers (studenten en docenten) gegevens aan kunnen toevoegen.

nnnnn 5 link(s) 2:19:1 (5 x) Het catalogus instrument wordt meer dan alfabetisch geordende tekstgegevens.


2:20 mobilizing the net-citizens n

De voorbeelden zijn er al geruime tijd, van een pioniersproject als de oorspronkelijk door vrijwilligers opgebouwde Movie-Database (nu Internet-Movie-Database) [2:20:1] tot de mogelijkheid voor bezoekers van de grootste electronische boekenleverancier ter wereld, Amazon Books, om hun eigen boekbesprekingen aan het databestand toe te voegen. [2:20:2] Natuurlijk is ook in kringen van de search-engines het probleem van de tot orkaankracht toegenomen 'informatie-ruis' gesignaleerd en sommigen zoeken de oplossing hiervoor in dezelfde richting: deelname van wat wel de 'net-citizens' van de 'Internet-Republic' genoemd wordt. Een voorbeeld is het 'Open Directory Project' met als doel: "to produce the most comprehensive directory of the web, by relying on a vast army of volunteer editors." Er is een strategie ontwikkeld die ook voor een instelling als de HvA relevant is: "As the Internet grows, so do the number of net-citizens. These citizens can each organize a small portion of the web and present it back to the rest of the population, culling out the bad and useless and keeping only the best content." [2:20:3]

nnnnnnn 7 link(s) 2:20:1 (2 x) Over de ontwikkeling van de Movie Database. 2:20:2 (1 x) Webpagina Amazon Books met optie voor lezerscommentaar. 2:20:3 (4 x) The Open Directory Project en hoe vrijwilligerswrek inzet van commercie wordt.

2:21 kennis in twee richtingen laten stromen n

Het gaat dus om ICT-gereedschap te ontwikkelen dat als onderdeel van het portfolio systeem aan de HvA-gemeenschap aangeboden kan worden en enkel om de fantasie te prikkelen worden er hier namen aan gegeven: 'quotation-engine' en 'classification-engine'. Zo is dit rapport gemaakt met een testversie van een programma dat beide functies van ‘quotation’ en ‘classification’ combineert. [2:21:1] en zijn er verschillende voorbeelden van software modules die elementen van zo’n ‘engine’ in zich hebben. [2:21:2] Zo'n engine, zo'n stuk gereedschap, kan het mogelijk maken naast de 'grootste gemene delers' van de traditionele bibliotheekcatalogus ook ontsluiting op deelaspecten van een publikatie mogelijk te maken. Deze functionaliteit zou op elk werkniveau inzetbaar dienen te zijn, van losse notities en in manuscriptfase tot bij het classificeren en citeren van eindproducten. Zo zou bijvoorbeeld het totale HvA scriptiebestand als digitale facsimile 'on-line' gebracht kunnen worden en kan naast de formele beschrijving die door bibliotheekmedewerkers gedaan dient te worden, aan docenten en studenten de mogelijkheid geboden worden om, daar waar gewenst, verwijzingen naar deelaspecten van de inhoud te maken. Niet enkel links van citaat naar bron, maar ook omgekeerd, van bron naar citaat. Dit is, overigens, al lang een bestaande bibliografische praktijk, zoals bij de 'Citation Index', maar de idee is zo goed dat deze het verdient wijder toegepast te worden.

nnnnnnnnn 9 link(s) 2:21:1 (1 x) Link naar screenshots van Occasio Reference Database gebruikt om dit rapport samen te stellen. 2:21:2 (4 x) Links over categoriseren en organiseren van ongestructureerde informatie. 2:21:3 (3 x) Weblinks gerelateerd aan digitaliseren HvA scripties. 2:21:4 (1 x) Artikel Roelof Jansma van de Universiteits Bibliotheek Amsterdam over Web of Science.

[2:21:3]

2:22 stabiliseren van net-informatie n

Er is niets droeviger dan een catalogus of link-pagina die verwijst naar dingen die niet meer bestaan en iedere gebruiker van genetwerkte informatiebestanden, of dat nu via een intern netwerk of het Internet is, weet dat naast het niet kunnen vinden door foutieve adressering, in veel gevallen de informatie waar naar verwezen wordt definitief verdwenen is, of in een iets andere gedaante op een onbekende plaats herrezen is. [2:22:1] Er is al eerder in dit betoog naar dit fundamentele probleem verwezen en ook later zal het terugkomen. Het is nu in het verband van de classificatie dat het nogmaals gesteld wordt. Het heeft natuurlijk weinig zin om tijd, moeite en geld te besteden aan het classificeren van informatie die op ieder ogenblik verdwenen kan zijn. De noodzaak voor onderwijsinstellingen om delen van het Internet permanent of semi-permanent te archiveren, is onontkoombaar. Het is zowel een technische als een juridische kwestie, waarbij het niet enkel om commerciële aanbieders van digitale informatie gaat, maar ook om een grote hoeveelheid informatie die 'vrij' ter beschikking gesteld wordt. [2:22:2]

nnnnnnnnnn n 11 link(s) 2:22:1 (5 x) Links over missende of vermiste webpagina’s. 2:22:2 (6 x) Links over het bewaren van Internet en ander digitaal materiaal.


2:23 vrijheid van informatie versus intellectueel eigendom n

Het zou goed zijn de traditionele positie van onderwijsinstellingen als lange termijn bewaarplaatsen van informatie opnieuw te profileren en het gevaar te zien van de tendens waarbij het onderwijs enkel doorgeefluik wordt van de informatie-industrie. Er zijn fantastiese bestanden van tijdschriften on-line, maar je dient wel je creditcard gereed te houden en voldoende geld op je rekening te hebben staan, want in veel gevallen zijn de bedragen vele malen hoger dan de kleine vergoeding die je via de opcenten van een fotokopie bij een bibliotheek betaald. Zoals het vaak als een eer beschouwd wordt als een bibliotheek of archief een bepaalde publikatie of een verzameling documenten onder haar hoede neemt en deze ook voor latere generaties beschikbaar weet te houden (zonder dat hier betaling tegenover staat), zo kan ook een groot deel van de voor het onderwijs relevante 'vrij' aangeboden digitale informatie op gelijke voorwaarden bewaard worden. [2:23:1] Het was al zo en het zal nog meer zo zijn, dat bij het overaanbod aan informatie waar een ieder mee te kampen heeft, je al blij mag zijn als iemand de moeite wil nemen om Ăźberhaupt naar "jouw" bijdrage te kijken of te luisteren. Tegenover de vaak overspannen verwachtingen van informatie-aanbieders die denken hun revenuen mis te lopen, dient gesteld te worden dat al te grote beperkingen tot gevolg hebben dat uit de roulatie genomen wordt wat juist zou moeten rouleren. Allerlei vormen van niet formeel geregeld gebruik dragen bij aan de bekendheid van een informatie-product. De scheidslijnen tussen aanvaardbaar gebruik en misbruik zijn vloeiend, maar misplaatste toeĂŤigening en exploitatie op enige schaal van iets dat echt uniek is, is wel degelijk duidelijk herkenbaar en dan pas loont het om echt maatregelen te nemen. Het mogelijk invoeren van het digitale portfolio project bij de HvA maakt het nodig om een lange termijn visie te hebben over de wijze waarop kennis kan rouleren. Het is niet zo zeer een juridische maar een politieke en ethische kwestie. Er moeten keuzes gemaakt worden en grenzen getrokken worden tussen 'vrije informatie-uitwisseling' en 'intellectueel eigendom', waarbij we kunnen bevroeden dat op de lange duur de vrijheid van informatie de overhand zal krijgen. [2:23:2]

nnnnnnnnn 9 link(s) 2:23:1 (4 x) Links naar voorbeelden publieke digitale bewaarplaatsen: IISG, Gutenberg Etext, Wiretap, KB. 2:23:2 (5 x) Links naar Internet en copyright discussie en controle op digitale bestanden.


3 LATEN ZIEN WIE JE BENT

3:24 etalage of spiegel? n

Als men een aantal definities van 'professionele portfolio' vergelijkt dan valt op dat daarin meestal verschillende functies opgesomd worden. Veel voorkomende functies zijn: -representatie naar buiten, -registratie en controle van het leerproces en -reflectie op de eigen ontwikkeling. "Market yourself", "Showcase your talent", "Profileer je op de arbeidsmarkt", zijn leuzen die voor de representatieve functie gebruikt worden. Opvallend is het grote verschil in intentie tussen jezelf zo goed en voordelig mogelijk presenteren en de activiteit van zelfbeschouwing, reflectie. Natuurlijk, in veel gevallen zullen we het nodig vinden voor de representatieve kant een grotere mate van orde en kennisbeheersing te suggereren als eigenlijk aanwezig is, terwijl de beschouwende functie er juist om vraagt om dit element van verhulling aan het licht te brengen. Het is duidelijk dat de aan de buitenwereld ter inzage gegeven representatieve portfolio's niet verward moeten worden met de enkel intern te gebruiken portfolio-delen die bedoeld zijn voor het leerproces, maar toch is er een verband tussen de representatieve en reflectieve functies. [3:24:1] Enkel het onderkoelde carrièrelijstje, het Curriculum Vitae, voldoet niet meer, er is behoefte aan het laten zien van 'persoonlijkheid', 'visie op het leven', 'mentaliteit'. Maar, in hoeverre mensen bereid zijn zich in deze zin bloot te geven en in welke mate werknemers, opdrachtgevers, of andere geïnteresseerden dit ook zullen appreciëren, is (nog) niet erg duidelijk. Het is mooi om te zeggen dat je "er iets van jezelf in moet leggen", maar terwijl je dat overweegt vraag je je af hoe de scheidslijn te trekken tussen wat privé en wat publiek is en wat wel of niet goed is voor je beoogde carrière. [3:24:2]

nnnnnnn 7 link(s) 3:24:1 (5 x) Links naar voorbeelden en beschouwingen over zelf-representatie. 3:24:2 (2 x) Voorbeelden van hoe het persoonlijke aspect vorm kan krijgen.


3:25 negatieve kanten van portfolio n

Het is verwonderlijk hoe zeer de als negatief te ervaren kanten van het 'portfolio idee' in het onderwijs, niet of nauwelijks ter sprake gebracht worden. Dit is verontrustend. Enkel al het taalgebruik wijst toch in die richting: je 'persoonlijk dossier', dat je de hele schooltijd blijft achtervolgen, volgens sommigen zelfs levenslang.. Een wanbetaler die bij de centrale in Tiel geregistreerd wordt heeft het nog beter, daar verjaren in ieder geval de aangebrachte notities op de conduitestaat. Een diploma hebben gehaald, met de hakken over de sloot, maar gelukkig is dat niet meer zichtbaar. Dit gebrek aan registratie is voor velen een bevrijding, anders dreigt je ongewenste verleden je eeuwig te achtervolgen.

nnnnnnnnnn nnn 13 link(s) 3:25:1 (13 x) Links met Amerikaanse en Nederlandse voorbeelden over studie beoordeling op basis van portfolios.

In staat zijn jezelf te observeren en jezelf te beoordelen, is een vaardigheid die voor elke vorm van sociaal verkeer nodig is. Het is zeker een taak van het onderwijs om de ontwikkeling van deze vaardigheid te stimuleren. Echter, het formaliseren en institutionaliseren van het proces van 'zelfbeoordeling', zoals bij veel portfolio projekten voorgesteld wordt [3:25:1], kan ook leiden tot gedwongen vormen van publiek geuite zelfkritiek. Vergelijkingen met politieke systemen waar zulke zelfkritiek als totalitair machtsmiddel wordt ingezet, of radicale therapievormen, gaan zeker te ver, maar het kan verhelderend zijn om dit onderdeel van het portfolio gebeuren ook vanuit zo'n invalshoek kritisch te bekijken.

3:26 jezelf verzamelen n

In zekere zin zijn we verzamelaar van onszelf. Het zelfbeeld dat we opbouwen, deels afbreken en opnieuw samenstellen is gebaseerd op datgene wat we steeds weer uitkiezen: wat we ons willen herinneren of denken te herinneren, voorwerpen die duidelijk moeten maken wie we zijn, keuze van mensen waarmee we omgaan of om willen gaan, de keuze van ruimtes die we betreden of bewonen, de wensen die we openlijk uiten, er is geen einde aan de lijst van elementen waaruit wij onze 'identiteit' samenstellen. [3:26:1] Soms kiezen we niet wat we wĂŠl willen, maar lijkt de eigen identiteit vooral te bestaan uit wat we afwijzen, wat we niet willen. Ook dat is een verzameling. Zoals al eerder gezegd, de verzameling behoeft ordening en classificatie, maar als het om het verzamelen van onszelf gaat wil een duidelijke ordening nogal eens ontbreken: "Of course there are people who will compulsively line up anything that comes under their hands, like the bookkeepers of the family with their strict chronological photo albums, but I dare to say that in most cases creative chaos is the preferred system for personal memoralia. The shoe box archive with a mix of personal papers and photographs is one of the best examples of this practice. Each time a document is searched for, each time something is shown, a new disorder of the content of these boxes will be established. It is a bit different from reshuffling playing cards because there is not a complete remix, certain strata of document tent to stay together. Such messy containers are a stimulus for new associations, new comparisons, new ways of recollecting the stages of one's life, they are very much a model for the way we remember...." [3:26:2] Dit aspect van hoe wij 'onszelf' verzamelen zou vertaald kunnen worden naar de wijze waarop de persoonlijke geschiedenis, de persoonlijke context in het portfolio projekt gevisualiseerd wordt. De al eerder aangehaalde historische voorbeelden van emblematiek en de principes van het tableaus zoals die door Comenius gebruikt werden, zijn hier relevant.

nnnnnnnnnn n 11 link(s) 3:26:1 (11 x) Links naar websites over persoonlijke plak- of scrapboeken uit Nederland en Amerika. 3:26:2 (1 x) Zie mijn artikel “The arts of oneself� en de weblink onder 1:01:1


3:27 over jezelf schrijven - naar jezelf kijken n

Schrijven is niet enkel schrijven, maar vooral lezen. Lezen wat anderen schrijven en dan zelf proberen te schrijven en lezen en herlezen wat je, zo net, zelf geschreven hebt, 'da capo al fine' (de totstandkoming van het stuk wat u nu leest vormt daar geen uitzondering op). Over jezelf schrijven, autobiografisch schrijven, is een bijzondere vorm van communicatie. Het zijn reconstructies gebaseerd op de schema's die wij voor onszelf, van onszelf, gemaakt hebben. Niet alles wat gebeurd is past daar in. Er kan zelfs een omkering van de elementen 'bio' en het 'grafie' plaats vinden. Het is iets dat veel schrijvers overkomt als zij zich op een bepaald moment beginnen af te vragen: "schrijf ik nu omdat ik zo ben, of ben ik zo omdat ik zo schrijf?". Het bijhouden van een persoonlijk dagboek, een 'journal intime', heeft vaak een andere functie en hier zou eigenlijk 'alles' wat je elders niet kwijt kan, gezegd mogen worden. Het kan een van de meest intieme vormen van contact met jezelf zijn. Je communiceert met een ander 'ik' via jezelf in het proces van schrijven. [3:27:1] Maar, "lief dagboek", ook dat wil maar zelden lukken: "Als het om jezelf gaat ben je nooit jezelf, behalve als je 'jezelf' herinnert en dan, natuurlijk, geloof je jezelf niet.", is de constatering van de Amerikaanse schrijfster Gertrud Stein. [3:27:2] In veel gevallen heeft het dagboek vooral een therapeutische functie, om bij je zelf te rade te gaan, in het proces van schrijven moeilijkheden te overwinnen. Zo'n dagboek blijft geheel onzichtbaar voor de buitenwereld, maar ook al is dat zo, toch kijkt die buitenwereld ongewild over je schouder mee en aarzel je een ogenblik voordat je een plots opkomende gedachte durft op te schrijven. En dan zijn er de 'journal intimes', de 'diaries', die vaak als iets heel persoonlijks begonnen zijn, maar als publieke documenten eindigen. Soms is dat per ongeluk, vaak niet. In veel gevallen is de dagboekvorm niet meer dan een literair instrument en richt de schrijver zich niet tot zichzelf maar tot de buitenwereld. De persoonlijke brief is een andere uitdrukkingsvorm die de mogelijkheid biedt over jezelf te schrijven. Op het moment van schrijven zie je door het papier een beeld van degene tot wie je je richt en tegelijk spiegelt het papier jezelf. Hier is het 'jezelf laten zien' bijna tot traditie geworden. Je kunt in een brief aan iemand die je graag mag, die je lief hebt, zelfs een geheel ander persoon worden en toch heel erg jezelf zijn, op een andere wijze als in direct persoonlijk contact.

n 1 link(s) 3:27:1 (1 x) Link naar Nederlandse webpagina met tips over het scrhijven van een dagboek als therapeutisch middel. 3:27:2 (1 x) Aangehaald door Margo Cully in "American women's autobiographies"; 1992; p.19


3:28 emoties zichtbaar maken n

De traditionele brief wordt meestal met de hand geschreven, onherroepelijk, iedere doorhaling is zichtbaar. De hand kan in direct contact met de ziel staan en iedere aarzeling en verandering van gemoedstoestand kan als teken op het papier achterblijven en door een goede kaartlezer gevolgd worden. Wat de een slordig vind, is voor de ander juist een kwaliteit die bij de handgeschreven brief hoort. Deze kwaliteit gaat bij de nieuwe vorm van electronische correspondentie, 'email', verloren, het is enkel ons toetsenbord dat de emoties voelt en we wachten nog op 'perifials' die het hele scala van vingertoppengevoel in een tactiele of visuele vorm kunnen overbrengen. [3:28:1] Natuurlijk, ieder nieuw medium heeft weer een eigen kwaliteit en bij email lijkt die te liggen in de snelheid van het schrijven die "ongevraagd" voorrang neemt: letters vallen weg of verwisselen van positie, de zinsbouw krijgt een ander karakter, het is soms bijna als spreektaal, hortend, stotend, onafgemaakt, de ander begrijpt toch wel waar je het over hebt, het hoeft niet allemaal uitgeschreven te worden.

nnnn 4 link(s) 3:28:1 (2 x) Links over veranderingen door electronisch schrijven. 3:28:2 (2 x) Grafische tekens om emoties uit te drukken bij Email en on-line contact.

Getikte klanknabootsingen, afkortingen, 'smilies' en andere "geheime" tekens uit het digitale letter-arsenaal hebben de mogelijkheden van communicatie verrijkt [3:28:2], maar het meest ingrijpend is de mogelijkheid bij het antwoord een gemerkte 'carbon-copy' mee te sturen, waarbij in veel gevallen alles verwijderd is behalve de gestelde vragen. De respondent kan volstaan met een simpel 'ja', 'nee' of 'weet ik niet'. Dit laatste kan wel degelijk als een kwaliteitsverlies aangemerkt worden. Een van de meest krachtige elementen van correspondentie was toch het bij de beantwoording herformuleren van de gestelde vraag, waarmee naast het directe antwoord ook enigszins duidelijk werd hoe de ander de vraag begrepen had.

3:29 schrijfvrees overwinnen n

Het direct 'on-line', via een computernetwerk "corresponderen", ook wel 'chatten' genoemd, heft het basis kenmerk van ieder vorm van correspondentie op, dat het asynchroon is, dat lezen en schrijven niet tegelijkertijd kunnen plaatsvinden (dat kan gaan van een per expres-koerier verstuurde brief tot het pas jaren later openen van vergeten brieven). Hier is een schriftvorm, een mogelijkheid van schrijven, die je niet of nauwelijks de mogelijkheid geeft om je te bezinnen op wat je gaat zeggen, hier wordt schrijven bijna als spreken, met dat verschil dat wat jij en de anderen geschreven hebben wel terugleesbaar is, als je tenminste niet vergeten bent je 'log-file' open te zetten. [3:29:1] Het is een nieuwe vorm van schrijven die veel mensen, die in meer in een orale dan een scribale cultuur opgegroeid zijn, moet aanspreken. Mensen die zich niet gemakkelijk schriftelijk uitdrukken, kunnen hier hun schrijfvrees overwinnen.

nnnnnnn 7 link(s) 3:29:1 (7 x) Voorbeelden van en reflecties op on-line schrijven (IRC/chatten)


3:30 versmelten van synchrone en asynchrone communicatie n

Wat we allen kennen, de communicatie per telefoon, het op hetzelfde moment hier en daar zijn met je stem, is van karakter aan het veranderen. Het antwoordapparaat met een bandje dat het achterlaten van een kort bericht mogelijk maakte is al weer verouderd en 'voice-mail', waarbij vaak geen beperkingen van de lengte van een bericht zijn, wordt door meer en meer mensen gebruikt. Synchrone en asynchrone communicatie versmelten tot een nieuw systeem. [3:30:1] Nieuwe vaardigheden ontwikkelen zich haast ongemerkt: het maken van een leuke en creatieve 'meldtekst' voor je 'voicemail', een grappig bericht achter laten, waardoor je meer kans maakt dat er op gereageerd wordt. De video-foon, een idee dat al uit de oertijd van de telefonie stamt, begint zich nu pas aarzelend aan te dienen, maar kent al toepassingen via computer-netwerken, waar video-camera's, vaak nog op primitieve wijze, iets laten zien van de ander, meestal het gezicht of delen ervan. Gelaatsuitdrukkingen, gebaren en andere vormen van lichaamstaal, non-verbale communicatie, komen aarzelend in het zichtveld van de telecommunicatie. Hier liggen vergaande mogelijkheden om jezelf te laten zien en horen, je zelf op een meer "natuurlijke" wijze uit te drukken door middel van 'high technology'.

nn 2 link(s) 3:30:1 (2 x) Links over verandering tijd-ruimte belevenis met electronische communicatie.

3:31 van geluidscasette tot hypervideo n

Het is nog maar kort geleden dat mensen die lezen noch schrijven konden en ook niet de beschikking over telefoon hadden, de cassetterecorder ontdekte als middel om vertelde "brieven", naar verwanten ver weg, te sturen (zo reisden persoonlijke berichten van in Nederland wonende boscreolen per cassettebandje naar boven de stroomversnellingen in Suriname gelegen dorpen). De camcorder is de natuurlijke opvolger voor deze vorm van asynchrone communicatie en geeft ongekende vrijheid en mogelijkheden om te laten zien wie je bent, of denkt te zijn. De simpelste toepassing, het laten lopen van de camera, een aaneengesloten 'stuk tijd' vangen, is maar een van de vele mogelijkheden. Jonge generaties groeien op in een 'clipcultuur' waarin de verkorting van het tijdselement, door weglaten en fragmenteren, tot de overheersende vorm van expressie is geworden. Wat eerst nog moeizaam door middel van lineair registreren en postproduktie montage plaats vond, kan nu direct 'in de camera' gedaan worden. Doordat het 'wegschrijven' van geluid, foto's en videobeelden nu ook digitaal mogelijk is komen er meer en meer mogelijkheden deze signalen te manipuleren en veranderen ook de kenmerken van deze media, die eerst ieder hun eigen communicatieruimte hadden. De foto kan een verhaal vertellen, de vinger die onderdelen van het beeld aanwijst wordt een muisklik op het computerscherm die de stem oproept, het geluidsbandje met een menging van muziek, zang en 'toasting' is het bindend element van een reeks snel verspringende beelden, een bewegend videobeeld kan bevroren worden, teksten doemen op, geluiden kunnen gekozen worden en alweer een nieuwe vorm van zelfexpressie dient zich aan: hypervideo. [3:31:1] Het is niet nodig hier in verder detail te treden, het mag duidelijk zijn dat als een onderwijsinstelling als de HvA haar taak serieus neemt, zij ook deze vormen van zelfexpressie mogelijk maakt. Het kan de portfolio's verrijken.

nnn 3 link(s) 3:31:1 (3 x) Links over ‘hyper-video’, met name gebruik in onderwijs situaties.


3:32 intermediaire technologie: zowel het oude als het nieuwe Versta mij goed.. en hier gerbuik ik weer de wellicht irritante 'ik' vorm, ik hoop dat het enthousiasme voor al die mogelijkheden van de nieuwe media niet te ver door slaat en doet vergeten wat een rijk scala aan expressiemogelijkheden de oudere media ons te bieden hebben. Er zal een balans gevonden moeten worden tussen zelf-expressie op basis van zowel 'high tech' als 'low tech'. [3:32:1] De laatste, de allernieuwste technologie is niet zaligmakend, de mooiste ideeen worden vaak gevonden door de combinatie van het oude met het nieuwe.

nnn 3 link(s) 3:32:1 (3 x) Links over ontstaan electronische netwerken en blijvend belang van stoffelijke informatievormen en direct menselijk contact.


4 LEREN IS NIET IN TIJD EN RUIMTE AF TE PERKEN

4:33 toekomstscenario n

Ik herinner me nog goed hoe wij met een aantal vrienden en vriendinnen bovenstaande negatief geformuleerde positieve definitie van leren "uitvonden", in de periode waar het debat, over hoe het nu moest met het onderwijs, zich tot buiten de school- en universiteitsgebouwen uitstrekte. Dat is inmiddels meer dan een kwart eeuw geleden en ik was ook blij verrast toen ik in het Toekomstscenario voor de HvA van Caroline Nevejan (november 1999) termen en concepten vond die direct of indirect met bovenstaande leuze associëren: -uitbreiding van leeromgeving met virtuele ruimte waarin zowel synchrone als asynchrone communicatie plaats vindt; -leren leren, het zichtbaar maken van het leerproces, het jezelf 'eigen' maken door het doen van ontdekkingen -producerend leren; -inzichtelijke en transparente informatiestructuur voor de produktieve leeromgeving. [4:33:1]. Dit rapport (Zamelend leren) is een uitwerking van die visie, alsmede een rapport van Max Bruinsma [4:33:2] met de nadruk op redactionele vormen en bekwaamheden.

nn 2 link(s) 4:33:1 (1 x) Link naar rapport Caroline Nevejan: vier mogelijke toekomst scenario’s 4:33:2 (1 x) Link naar raooort voor de HvA van Max Bruisnma: kwaliteit van zelf-representatie

4:34 de mogelijkheid geven mee te groeien Bij dat laatste, "de transparente informatiestructuur voor de produktieve leeromgeving" zou de idee van de portfolio's al in een vroeg stadium toegepast kunnen worden door de ontwikkeling van het concept , de eventuele nadere uitwerking van ideeën en de mogelijk te ontwikkelen daadwerkelijke toepassing, in al deze stadia middels een (digitaal) portfolio formaat te presenteren aan de HvA gemeenschap en andere belangstellenden. De activiteiten van verschillende personen, werkgroepen, kennisclubs, externe medewerkers, etc. kunnen met behulp van een soort analytische 'weerkaart' of waterstandenlijsten getoond worden. [4:34:1] Op deze wijze kan men de veranderende informatiestructuren volgen, samenhangen, of het gebrek eraan, blootleggen, het wordingsproces documenteren, contacten leggen. Het voor dit rapport ontwikkelde systeem van becommentarieerde specifieke links op het Internet wijst misschien in zo’n richting. Meerdere mensen kunnen verschillend commentaar of commentaar op commentaar geven bij Weblinks die relevant zijn voor de gemeenschap van de Hogeschool van Amsterdam. Doorzoekbaarheid van zo’n virtuele bibliotheek van becommentarieerde weblinks zou ook op naam (of alias) van commentator kunnen gebeuren. Het gaat om het ontwikklen van een beschrijfformaat dat verder gaat dan domweg een link naar een website te maken en de gebruiker dan zelf maar te laten uitzoeken waarom het eigenlijk ging (voordat je het weet ben je al weer vergeten waarom je nu deze specifieke link hebt aangeklikt).

nnnnnnnn 8 link(s) 4:34:1 (8 x) Aanzet voor een lijst van (web) contacten met voor het portfolio project relevante kennisclubs, externe medewerkers.


4:35 flexibel en standaard, gaat dat wel samen? De ontwikkeling van een HvA portfolio-systeem zou moeten leiden tot een flexibele standaard die rekening houdt met de steeds weer nieuwe eisen die de gebruikers (gestimuleerd door een over-dynamische markt) aan computersystemen stellen. Dit met behoud van een algemene, overkoepelende structuur met standaards die kunnen waarborgen dat de HvA gemeenschap, die zo'n 20.000 mensen omvat, optimaal met elkaar kan blijven communiceren zonder door incompatibilteitstwisten uiteen te vallen in elkaar bestrijdende computer-platforms. [4:35:1] Als voorstellen voor vernieuwing of verandering voldoende open geformuleerd worden, ontstaat er ook ruimte voor eigen initiatief van degenen die (nog) niet direct bij de ontwikkeling van concepten of het construeren en vormgeven, betrokken zijn.

n 1 link(s) 4:35:1 (1 x) Weblink met artikel over flexibel leren met telematica als bindmiddel.

4:36 de prijs van de traagheid Een zekere traagheid bij het reageren op veranderingen van digitale informatie-systemen heeft ook voordelen: de meest stabiele software is niet de allernieuwste, maar de laatst verbeterde vorige versie. Niet de nieuwste 'plug-in' mode, maar een gedegen, de tijd weerstaande, kleding past een instelling als de HvA. Maar, om deze metafoor nog even door te zetten, dan moet die kleding wel op groei en slijtage berekend zijn. [4:36:1] Te krappe kleding schaadt de bloedsomloop en bedekt het lichaam onvoldoende. Opslagcapaciteit, verwerkingssnelheid, bandbreedte voor data-overbrenging, beeldschermformaat, beeld- en geluidsresolutie, snelheid en kwaliteit van data-invoer (scanners en digitale camera's) en niet te vergeten een meervoudig systeem van veiligheidskopieĂŤn van heel die enorme datastroom, moeten ruim bemeten en van meer dan voldoende kwaliteit zijn om zich zo'n trage, 'de kat uit de boom kijken' houding, te kunnen veroorloven.

n 1 link(s) 4:36:1 (1 x) Link naar webpagina van Web Standard Project die probeert een meer stabiele Webomgeving te handhaven.

4:37 niet langer de drager maar de informatie bewaren Zo het beschikbaar hebben en houden van papieren documenten op lange termijn al niet eenvoudig is, nog veel moeilijker zal het worden dit voor digitale documenten te realiseren. Er is een in eeuwen opgebouwde kennis van het beheer van papieren documenten, maar 'electronische bibliotheken' en 'digitale archieven' vormen een nieuw gebied waarvan de kennis nog beperkt is en in de meeste gevallen ervaring ontbreekt. Een opvallend verschil is dat bij papieren informatiedragers de drager zelf, het bedrukte papier, bewaard wordt (met uitzondering dan van microverfilming), maar dat bij veel analoge en zeker digitale informatiedragers, niet langer de drager zelf, maar enkel de inhoud geconserveerd wordt. Met andere woorden de inhoud van videotapes en geluidsbanden moet steeds weer opnieuw op andere dragers overgezet worden en digitale bestanden vinden zelden of nooit de rust van een permanente 'drager' en verhuizen voortdurend van het ene medium naar het andere, met alle bijbehorende compatibilteits- en beheersproblemen. [4:37:1]

nn 2 link(s) 4:37:1 (2 x) Links over migratie van digitale nformatie naar verschillende dragers, platforms.


4:38 geplande veroudering Er wordt vaak, ook door Caroliene Nevejan in haar Concept Toekomst Scenario voor de HvA, gesproken over 'snelle ontwikkelingen' in de 'informatie- en communicatietechnologie', die vragen om een dynamisch beleid waardoor een "groot potentieel aan creativiteit" aangeboord kan worden. Vanuit een andere, terugblikkende, invalshoek, kan die dynamiek ook gezien worden als een proces van versneld in onbruik geraken van technologie, waarbij men behoedzaam moet reageren en niet teveel energie moet verliezen door achter iedere nieuwe ontwikkeling aan te hollen. Een stapel onleesbare floppies verdwijnt in het vuilnisvat, de 'zip', 'jazz' en 'super-zo-en-zo' drive wacht eenzelfde lot. Bossen onbruikbare kabels kronkelen nog ergens in een hoek en op de stoep staat een container klaar waarin, zonder genade, mainframes, computer-terminals en netwerkkaarten hun einde vinden. Vuistdikke ongebruikte handleidingen zijn het enige tastbare bewijs van het bestaan van software die al lang weer van de harde schijf verwijderd is. [4:38:1]

nnn 3 link(s) 4:38:1 (3 x) Links over gerbrek aan blijvende standaards en overzicht ‘dode media’.

4:39 digitale portabiliteit Om dit weer terug te voeren tot het portfolio-project, kan opgemerkt worden dat (niet geheel toevallig) het begrip 'portafogli' het element 'portare' in zich heeft, dat verwijst naar draagbaarheid van de inhoud. Dit idee van draagbaarheid heeft met het woord 'portabiliteit' ook ingang heeft gevonden in de informatietechnologie. Beschikbaarheid van portfolio informatie kan niet enkel voor een korte periode bedoeld zijn, dus 'digitale draagbaarheid' (digital portability) maakt het noodzakelijk om, zij het stapsgewijs, al de van belang geachte digitale objecten voor het portfolio-gebeuren, op een systematische en gelijkvormige wijze te bewaren en te ontsluiten. In veel gevallen kan volstaan worden met een inventaris die verwijst naar een digitaal bestand elders (in een formaat waarvan verwacht mag worden dat het op middellange termijn nog bruikbaar is), maar zo'n bestand moet dan wel een vaste en veilige plaats hebben en liefst ook een eenduidige digitale adressering. Men kan er zeker van zijn dat in de meeste gevallen daar niet of nauwelijks in is voorzien. Voor heel veel klein materiaal zou het veel handiger en verstandiger zijn dit met een paar eenvoudige handelingen, per stuk, of groepsgewijs als digitaal object op te slaan, in een eenvoudig doorzoekbaar systeem dat verdere adressering overbodig maakt. In plaats van duizenden mensen, ieder voor zich, met dit probleem te laten worstelen, kan er door de HvA een bruikbare oplossing met toekomstvisie gemaakt/gevonden worden. [4:39:1 ](Zie ook opmerkingen elders [5.42] over 'digitaal-restauratie-atelier' en 'steen van Rosetta werkgroep'). Obsolesantie, obsolescence (the state of being virtually obsolete, or the process of becoming obsolete) is een voortstuwende kracht in de informatie- en communicatietechnologie. Wat als voortdurende vernieuwing gepresenteerd wordt is eveneens een voortdurend proces van geplande veroudering. Het is van groot belang dit wezenskenmerk te onderkennen, omdat het de beweegbare basis vormt waarop de digitale leeromgeving gegrondvest gaat worden.

nnnnnnnnnn n 11 link(s) 4:39:1 (11 x) Links over het Portable Document Format (PDF) en de bruikbaarheid van deze standaard voor de HvA.


5 DE IJSBERG DRIJVENDE HOUDEN

5:40 drijvende kracht vanm het digitale onderwijs Een zinnebeeld voor de 'digitale leeromgeving' dat zich opdringt, is dat van een ijsberg. De nu in de belangstelling staande portfolio's en andere digitale leermiddelen staan volop in de belangstelling, flonkeren als kristallen op de top van de ijsberg, die langzaam voorbijdrijft op weg van koude naar warme streken. Uit het zicht, onder het water zit een veel grotere ijsmassa, waardoor heel die langzaam wegsmeltende constellatie een behoorlijk lange tijd drijvende gehouden kan worden. Waaruit kan zo'n massa, die de drijvende kracht van het digitaal onderwijs moet vormen, bestaan? Laten we het 'moedwillige overcapaciteit', 'trouwe sleutelbewaring' en 'taaie verknoping' noemen, middelen om het proces van geplande en versnelde veroudering van informatie en communicatiesystemen te weerstaan.

5:41 moedwillige overcapaciteit -altijd meer dan genoeg opslag en bandbreedte hebben;

n 1 link(s)

-faciliteiten bieden aan docenten en studenten om meerdere back-ups van hun digitaal materiaal te kunnen maken (de praktijk van sommige instellingen om de verantwoording hiervoor enkel bij studenten en docenten te leggen lijkt me onvoldoende basis om digitalisering van delen van het onderwijs door te voeren);

5:41:1 (1 x) Link nar notitie van minister Hermans van Onderwijs over “investeren in voorsprong�.

-boven het gemiddelde aan snelheid en kwaliteit kiezen als er nieuwe apparatuur voor in-, uitvoer en weergave aangeschaft moet worden. [5:41:1]

5:42 trouwe sleutelbewaring n

-enkel nieuwe software en hardware standaards accepteren als die ook oudere versies kunnen lezen of converteren; -een digitaal restauratie-atelier instellen dat beschadigde bestanden kan herstellen en verouderde software, hardware en hardware componenten en de bijbehorende documentatie bewaard om oudere bestanden naar nieuwe formaten te converteren; -een expertisegroep instellen (De Rosetta Groep) die de vertaalproblemen van digitale standaards bijhoudt/oplost, immers, de standaard van gisteren creĂŤert het onleesbare document van morgen. [5:42:1]

nnnnnn 6 link(s) 5:42:1 (6 x) Links over dataherstel (recovery) en lange termijn strategie voor bewaren digitale bestanden.


5:43 taaie verknoping n

Wellicht het grootste probleem, dat van adressering, zowel in de meest letterlijke zin, het beheren van duizenden Email adressen van een vlottende en naar elders uitwaaierende leergemeenschap, als ook van de vele miljoenen verwijzingen en links die in het proces van digitaal leren gegenereerd zullen worden. Toch zijn er, mits tijdig onderkent en voldoende gefinancierd, oplossingen mogelijk: -het creĂŤren van een digitale vorm van 'intelligente' poste restante, waar 'persoonlijke email' voor zeer lange tijd in gecomprimeerde en versleutelde vorm bewaard wordt met gebruikmaking van filters die bulk mailings e.d. automatisch verwijderen, met inbegrip van een attenderings meldingen; -het door middel van een instelbare HvA proxy (een Internet server waaraan bevoegdheden toegekend zijn 'om voor een ander op te treden', met name wat betreft het tijdelijk bewaren van de inhoud van (veel) bezochte 'sites') creĂŤren van semi-permanente en permanente (geheime) bewaarplaatsen van waardevolle, aan het Internet en Intranet ontleende gegevens (de letterlijke betekenis van de computer term 'cache') waarnaar direct of indirect 'links' gemaakt zijn en het bijhouden van een verwijsregister van niet meer bestaande adressen (URLs en filenames) naar HvA 'informatie-locators' die de verbinding tot stand kunnen brengen met de digitale gegevens in de permanente cache/bewaarplaatsen van de HvA; -het ontwikkelen van een systeem van 'virtuele ankers' die het mogelijk maakt een precieze verwijzing naar een bepaalde passage of een bepaald beeld binnen een digitaal document te maken, omdat de huidige wijze van het maken van 'links' in veel gevallen onvoldoende nauwkeurig is om als bruikbaar middel in digitaal onderwijs ingezet te worden. [5:43:1]

5:44 basisvoorwaarden Deze opsomming van elementen waaruit de brede basis en drijvende kracht van het nieuwe digitale onderwijs zou moeten bestaan is natuurlijk zeer onvolledig en nog schetsmatig . Het hoort ook niet tot mijn directe opdracht hier op in al te veel detail in te gaan, maar ik vind wel dat het basisvoorwaarden zijn zonder welke nieuwe vormen van digitaal onderwijs weinig kans van slagen hebben.

W-IJSBERG DRIJVENDE!

HOUDT DE ONDER-

Enkel met inachtnemening van deze drie elementen, 'doelbewuste overcapaciteit', 'trouwe versleuteling' en 'taaie verknoping' houden we de digitale onderwijsberg drijvende!

n 1 link(s) 5:43:1 (1 x) Link met discussie over ontwikklen van virtueel anker voor web-referenties.


Illustraties bij rapport Leren Zamelen - Zamelend Leren Door te klikken op op de plaatjes gaat u weer terug naar de betreffende paragraaf in het rapport.


1 TOEKOMST IN VERLEDEN ONTDEKKEN leren met een kunstig voorbereide machine

“Buitendien is te wensen, dat de methode van het leren van de mensen mechanisch is, dat wil zeggen, alles zo duidelijk voorschrijven, dat, wat op zulke wijze geleerd en gedaan wordt, noodzakelijk voorwaarts gaat, op gelijke wijze als een klok, een wagen, een schip, een molen en welke voor een beweging kunstig voorbereide machine dan ook.” Comenius in zijn ‘Opera didactica omnia’ in Amsterdam in 1657 gepubliceerd (deel IV). De machine als metafoor voor het leerproces lijkt nu meer dan drie eeuwen later concrete gestalte te krijgen met de digitale leermachine. Een uitstekend (franstalig) artikel van Jean-Marc Berthoud over ontstaan en betekenis van de ‘Opera didactica omnia’ is te vinden via het onderstaand Internet adres: http://perso.club-internet.fr/vbru/src/avpc/comenius.html


1:02 rijzende en dalende aandacht voor ervaringsleren wat doet die leraar daar nog?

Een plaatje uit het Oxford-Duden beeldwoordenboek, eind vorige eeuw, onderwerp ‘Secondary School, High School: Language Laboratory’. Eerste tekenen van de electronische leermachine, want wat doet die leraar daar nou nog? ..of is het om de leerlingen de werking van de al die knopjes uit te leggen, waarschijnlijk is dat andersom. Misschien schrijft de docent af en toe nog wat met een krijtje op het duizendjaar oude uitwisbare communicatie-oppervlak (nummertje 36) dat nu verdrongen dreigt te worden door viltstift en ‘flipover’, het schoolbord met een geheugen. Leerlingen schijnen enkel nog bij elkaar te zitten vanuit de traditie van het klaslokaal en omdat de apparatuur om schakeltechnische redenen dicht bij elkaar dient te staan. De leerlingen zijn wel auditatief (let op de hoofdtelefoons) maar niet visueel van elkaar gescheiden; ze spreken in een microfoon in plaats van tegen of met elkaar. Hoort die leraar dat? Waarschijnlijk kan hij met de ‘console (nummertje 37), ‘das zentrale Schaltpult’ in het Duits, de leerlingen afzonderlijk beluisteren. Als je heden ten dage een taallab van een onderwijsinstelling in loopt dan zijn al de werkplekken door schotten van elkaar gescheiden en de leraar is al lang verdwenen en vervangen door een baliemederwerker, die soms nog (heel ouderwets) de leermiddelen in een gleufje duwt en de studiepasjes controleert. Met de in een netwerk geschakelde persoonlijke computer, hoeven de leerlingen, technisch gesproken. niet meer bij elkaar in een klaslokaal geduwd te worden om te te leren.. nu is het tijd om op positieve wijze de reden voor het bij elkaar komen van docent en student opnieuw te formuleren.


1:03 de school als werkplaats de omgeving is van ontzagelijke betekenis

“Als er iets is, dat ik de laatste 15 jaar geleerd heb, dan is het wel dit, dat de omgeving een ontzaglijk grote betekenis heeft bij de opvoeding. Wanneer de ruimte-indeling, de algemene inrichting, het voor het gebouw gebruikte materiaal, het meubilair en de gehele outillage onvoldoende zijn, dan zal bij de grootste toewijding en kundigheid de docent zulke bezwaren nog als een handicap blijven gevoelen”, schreef Kees Boeke in 1934 in zijn boek de “Kindergemeenschap’ waar hij zijn leerwerkplaats praktijk en toekomstideen in detail uitlegd. Op het einde van het boek (p.208) staat deze schets voor de inrichting van een ideale leeromgeving, een gebouwencomplex met veel glas en wanden die bij goed weer opengeschoven kunnen worden, gelegen in een parkachtige omgeving, met leertuinen, een boerderij, een zwembad, plaats voor verschillende diersoorten en een kransvormig gebouw met gangen waarin tentoonstellingen, door de leerlingen zelf gemaakt, gehouden worden, waar zij hun kennis en inzicht met het maken van presentaties verdiepen. Het is een utopisch plan gebleven, maar dergelijke visies zijn nodig een norm te hebben om de vaak grauwe allerdaagsheid aan af te meten: “het zou ook anders kunnen...” Het is belangrijk om in deze tijd van dematerialisering door digitalisering, weer te kijken naar de concrete ruimtelijke vorm van de leeromgeving. Zoals de werkelijkheid van de Hogeschool van Amsterdam, die een groot deel van haar activiteiten bedrijft in gebouwen die bedoeld waren als kantoorgebouwen en de fantasie-arme standaardbehoeften die projektontwikkelaars daarbij voor ogen hebben gehad.


1:04 onderwijshernieuwing: het verleden splinternieuw maken herbruikbaar en draagbaar schrijfoppervlak

Illustratie op een Griekse vaas van een schrijvende man met een wastafeltje (uitwisbaar notitieblok voor losse aantekeningen) op zijn knieen dat voor ons eententwintigste eeuwers verdacht veel op een laptop computer lijkt. Het verband met de moderne tijd gaat nog verder als je het wastafeltje met de ‘palmtop’ computer vergelijkt (zonder toestsenbord en met een stylus). De palmtop lijkt trouwens weer verdacht veel op het ‘wonderblok’, het uitwisbaar schrijfblok met twee micavelletjes en daartussen een waslaagje, dat al zo’n twintig eeuwen bekend is. Bovenstaande illustratie is ontleend aan een uistekende website over “The whatness of a book”:“The electronic document has, in a sense, a life of its own - it is dynamic and changes to it can easily be made at any point in its life span. J. David Bolter has said, "The pixels of the electronic medium define a space inherently different from that of ink on paper." The complexity of the electronic document's place in time and space makes it difficult for us to answer simple questions about its status. Who is the document's author? Who owns the data? Do contributors give away their rights to their contribution? Do they have any say in how it is used? How it is edited or distributed? These seem like new problems, brought on by new technology, but in reality they are forgotten ones. In the oral tradition, no one owned a story. Individual reciters added and modified their recitation to suit their audience. The concept of the integrity of the text and the rights of the author came later, and grew stronger with the invention of print. Now electronic technology seems to be weakening the author's firm hold on the text.” http://www.philobiblon.com/isitabook/future.html


1:05 samenhang van betekenissen laten zien contextuele tableaus

Pagina uit de “Orbis sensualium pictus” (de wereld in beelden verklaard) van Comenius, editie uit 1658 met het tableau over de uiterlijke en innerlijke zintuigen. Het tableau (plaatje) toont de de 6 zintuigen tegen de achtergrond van een doek om de ruimtelijkheid (als een in een stilleven) te benadrukken. Ieder onderdeel van het plaatje heeft een nummer dat weer terug komt in de tekst. De tekst is in twee kolommen gezet, links Latijn, rechts Duits. De woorden zijn in korte zinnetjes gedefinieerd. De drie basiskenmerken van de Europese embleemkunst zoals die in de 16e eeuw ontstond zijn ook hier terug te vinden: 1-Inscriptio (titel, bij Comenius ‘nomenclatura’ genoemd), 2-Pictura (het tableau/plaatje), 3-Descriptio (de beschrijving van de samenhang tussen tekst en beeld). Dit tableau staat in een geordende reeks, die zover mogelijk het bijbelse scheppingsverhaal volgt, de volgorde waarin God de wereld schiep. Zo wordt het geheel van de wereld in honderdenvijftig tableaus aan kinderen verklaard. Tekst en beeld staan bij elkaar op twee naast liggende pagina’s zodat het overzicht niet verloren gaat, het oog kan als op een kaart van het ene naar het ander element gaan. Dit constante element van informatie-overdracht is bijzonder belangrijk om de lezer de tijd te geven de woorden te lezen (al dan niet stil uit te spreken) en deze met een plaatje te verbinden. De volgorde van de behandelde woorden wordt niet door arbitraire nummering bepaald, maar door aanschouwelijke rangschikking (stilleven), is contextueel. Zie verder link naar webpagina voor het onderzoeksprojekt ‘Orbis Pictus Revised’. (foto Pieter Boersma) http://people.a2000.nl/ttijen/OPR/OPRWAAGE.HTM


1:06 sinnepoppen en clipcultuur voorbeeld van een embleem

Het huis van de Amsterdamse koopman Roemer Visscher (1547-1620) aan de Geldersekade was in de eerste twee decennia van de zeventiende eeuw een trefpunt voor de Amsterdamse culturele elite. (...) Als succesvol koopman vergaarde Roemer Visscher een fortuin. (...) Roemer Visscher was goed bekend met de Latijnse, Italiaanse en Franse literatuur. (...) Zijn sterke punt was het korte gedicht: aan de ene kant de berijmde anekdotes en woordspelingen (puntdichten), aan de andere kant de emblematiek. Het embleemboek was een geliefd genre in de zestiende en zeventiende eeuw: op elke bladzijde een plaatje, een spreuk, en een (meestal berijmde) toelichting. Geen van die drie elementen kon worden begrepen zonder de andere twee. In 1612 werd in Leiden, buiten medeweten van de auteur, een aantal van zijn gedichten gedrukt. Als antwoord hierop liet hij in 1614 in Amsterdam zijn Sinnepoppen verschijnen bij de vooral om zijn atlassen beroemde uitgever Willem Jansz Blaeu. De bundel bevatte allereerst de sinnepoppen (= emblemata) zelf, gevolgd door ‘Roemers Brabbeling, ofte Ghenoeghelicke boerten’ (...). Het hier afgebeelde embleem stelt een Hollandse sluis voor, die het water ‘exonerat & arcet’ (loost en weert), zoals een ‘vroom vorst 't landt suyvert van gheboeft, door justitie’. Denk aan de toepasselijkheid vanm deze sinnepop voor de affaire rondom ex-bugermeester Bram Peper..

. (Roemer Visscher. Sinnepoppen. Amsterdam, Willem Jansz, 1614. 4º oblong. 341 C 4, p. 19)

http://www.kb.nl/kb/100hoogte/hh-im/hh047.html


1:08 van bloemlezing tot wereldencyclopedie het wereldbrein, een permanente wereld-encyclopedie

De Encyclopaedia Brittanica twee maal: in het midden een foto van mijn boekenkast waar dit veelbandig naslagwerk al bijna een decennium voortdurend antwoord weet te geven op de verscheidenste vragen die bij een nieuwsgierig iemand kunnen opkomen; achter dit tastbare boekenkast-kennissysteem een screenshot van de Webpagina van wat nu kortweg WWW.BRITTANICA.COM heet. Ik herinner mij nog goed mijn vraag, op de boekenbeurs in Frankfurt, waarom de Brittanica niet on-line gebracht werd... voordat ik toch maar besloot, op afbetaling, dit naslagwerk der naslagwerken aan te schaffen. Luttele jaren later kwam de Brittanica ‘on-line’ met een ingewikkeld soort kennis-abonnement bij vooruitbetaling. E-commerce betalingsgemak was nog net niet operationeel... Deze vorm van kennislevering via een ‘rekening courant’ is waarschijnlijk niet echt aangeslagen zodat niet zo lang geleden de Brittanica gratis het Internet op ging als een ‘portal’, een voorportaal voor eigen en andersmans diensten. Het sjieke van de in leer gebonden banden met goudopdruk is er wel van af, zo ook de duidelijkheid, want het is een portaal vol met schreeuwerig leuzen die je in verwarring brengen en je afleiden van je werkelijke vraag. Ook moet je veel van de plaatjes uit de gedrukte Brittanica missen. Toch is het interessant en ergens een vreemd soort verwezenlijking van een utopische droom, zoals bijvoorbeeld H.C. Wells die had in 1937 toen hij een artikel schreef, “The World Brain, The Idea of a Permanent World Encyclopaedia”, een idee dat sommigen vergeleken hebben met een pre-conceptie van het huidige Internet. http://sherlock.berkeley.edu/wells/world_brain.html


1:11 herconfiguratie van het bestaande op zoek naar een eigen mening bij anderen

Teksten blijven in beweging, komen enkel tot rust als ze gedurende lange tijd vergeten worden. Bij iedere aanhaling kan een ander facet van de tekst belicht worden. Iedere lezing is een reproductie in een andere context. De tekst wurmt zich los uit het oorspronkelijk verband, hoe traag dat ook moge gaan. Nieuwe verbindtenissen worden aangegaan, nieuwe betekenissen komen tot stand. (foto Akiko Tobu)


1:12 trans-copyright en plagiaat-detectors zijn we er klaar voor toe te geven dat we het niet allemaal zelf verzonnen hebben?

Uitleg van het idee van transcopyright door Ted Nelson ontleent aan zijn webpagina’s bij Keio University in Japan. De drie icons hier vlak boven zijn bedoeld om in een tekst of bij een plaatje op te nemen. Door deze icons aan te klikken ga je naar een webpagina waar de toestemmingsstatus te vinden is. Het debat in hoeverre zo’n vergaande vorm van citeren ook echt wenselijk is wordt hier niet gevoerd. Wel kan dit idee voor gebruik in onderwijs situaties heel interessant zijn: “Transpublishing is an alternative approach to copyright which has some remarkable properties: especially, allowing copyrighted contents to be included in new on-line documents, by someone else, without negotiation. It keeps connections to the original, and has other benefits. An author may legally use this system to quote from other Web pages on a new Web page, without contact the owner, without paying, and without violating copyright. It works like this: The materials appear on the Web page, but the transquoter does not deliver the materials at all, even though they look that way on the resulting page. There are several good reasons for this. One is that it avoids the copyright problem-- because the republisher has not made or sent a copy. SO EACH TRANSQUOTATION COMES, IN EFFECT, FROM THE ORIGINAL PUBLISHER; THE ORIGINAL PUBLISHER SUPPLIES THE QUOTATION TO EACH USER. The rest is details. Like the idea of flying, the idea is very simple. However, to go from the idea of flying to actually building and flying airplanes involves many details and complexities that most of us do not need to know.” http://www.sfc.keio.ac.jp/~ted/TPUB/tpubMoreBenefits.html


1:13 kwaliteiten waarvan men zich niet bewust was nieuw leven voor het potlood van de corrector

Er zijn al langer computer programma’s die dit element van de handmatige aantekeningen ook binnen het digitale domein ingevoerd hebben. Probleem was tot voor kort dat die programma’s enkel voor specialistische groepen van gebruikers beschikbaar waren. Zelfs niet in de uitgevers wereld waar tot de dag van vandaag kilo’s geannoteerde manuscripten over en weer gezonden worden. Bovenstaand voorbeeld laat het gebruik van annotatie-gereedschap in het programm Adobe Acrobat 4.0 zien. Het schrijven van tekst met een muis is geen pretje, daar is dat ding nooit voor onworpen, dus gebruikers zouden ook een ‘drawing pad’ met een stylus moeten hebben om dit echt goed te kunnen toepassen. Wel komt er met deze anotatie techniek een nieuwe dimensie bij omdat iedere annotatie een los boven ‘drijvend’ element is, dat weer apart gemerkt kan worden, waardoor verschillende annotatielagen door meerdere mensen in principe op eenzelfde document aangebracht kunnen worden. Deze laatste mogelijkheid is natuurlijk zeer interessant voor gebruik binnen het onderwijs.. Het rode porlood van de corrector krijgt hier een nieuw leven en kan ook op nieuwe wijze in groepsprocessen gebruikt worden.


1:14 de wereld bezien met oogkleppen persoonlijke rommeligheid of collectieve ordening

De geschiedenis van lees- en kijkkaders in een verkort overzicht met de horizontale en vertikale boekenrol (volumen, rotulus) als begin- en een simulatie van het drie dimensionale boek op een computerscherm als eindpunt. Steeds vindt er een formalisering van betekenissen van verschillende posities op het leesvlak plaats, wat de titel is, waar annotaties staan en waar de navigatiemiddelen. De beperkingen van het computerscherm zijn evident. Welke ruimtelijke suggesties ook gewekt worden, het oppervlak is beperkt en we zijn nog niet beland in het stadium waar meerdere voortdurend hernieuwbare leesvlakken (LCD, Plasma of nog onbekende computer schermen) om ons heen kunnen liggen als ware het een uitstalling van boeken, tijdschriften en kranten op een studeertafel. Al te letterlijke terugverwijzende papieren-informatie metaforen worden vaak afgewezenvoor gebruik op een computerscherm. Als er een keuze gemaakt zou moeten worden tussen de persoonlijke rommeligheid van een Windows achtige interface of de geordende boekachtige pagina’s van een PDF document, dan lijkt, in het geval van collectief gebruik, de boekmetafoor een betere keuze. (schema’s ontleend aan “L’aventure des ecritures: La Page”; Bibliotheque Nationale de France; 1999; p.36-37 en 46-47)


1:15 tastbare informatie-overdracht interface voor het tentoonstellen van Internet sites

Voorbeeld van het gebruik van barcodes in een gedrukte catalogus die toegang geeft tot websites op het Internet. De catalogus (een zig-zag-boek) kan doorgebladerd worden. Gegevens zijn op eenduidige wijze weergegeven, door de barcode pen (hier verborgen in een bamboestok) over het papier te halen gaat men direct naar de daarmee verbonden webpagina. De barcodeboeken zijn gegenereerd via een database (op gelijke wijze als onderhavig document). Dit gebruik was voor een tentoonstelling over shamanisme in de ICC/NTT gallerie in Tokyo in 1998 (een projekt van Fred Gales en Tjebbe van Tijen). Het computerscherm is een los object dat ook op de schoot genomen kan worden. Tevens kan er binnen opgeroepen webpagina’s genavigeerd worden door gebruik van een eenvoudige ‘stylus’. (schermpen) De uiteindelijke bedoeling is om barcodepen en stylus te integreren. De gebruikelijke webbrowser functies zijn bij deze interface verwijderd, zodat de gebruiker enkel de in de catalogus weergeven sites kan bezoeken en niet verder kan dwalen als de achterliggende database de gebruiker toestaat. Het is een vorm van tentoonstellen van Internet gegevens, die zeker ook voor gebruik in het onderwijs nuttig kan zijn. Het is heel goed mogelijk om via een databasesysteem of een ander systeem van geordende informatie, ‘on the fly’ interactieve formulieren, kaarten, boeken, brochures en ook voorwerpen te gebruiken, gekoppeld aan Internet-achtige informatie. Zie ook weblink voor andere voorbeelden van interactieve installaties. (foto Eiji Ina)

http://people.a2000.nl/ttijen/InfoArcaWeb/InfoArcadia2.htm


2:16 classificatie als spiegel van onze gedachte de wereld hanteerbaar maken

Een van de zestig delen van het herbarium van Albrecht von Haller, medicus, botanist en ook musicus en dichter, die op het eind van de 18e eeuw een Zwitserse ‘flora’ publiceerde. In de natuur geplukt, dan gedroogd en met was en koperen lipjes op een bladen gefixeerd, om later geordend te worden en waarbij, uiteindelijk, deze ordening door het inbinden vastgelegd werd. Deze herbaria vormden de basis voor een latere nagetekende en gedrukte versie. De reeks van handelingen kan model staan voor het proces van classificeren, het vocht wordt aan levende dingen onttrokken, die letterlijk afgeplat worden tot een afbeelding, posities worden verzegeld, ieder object krijgt een naam en iedere naam wordt in een bepaalde reeks geplaats. Eenmaal ingebonden is het moeilijk om een gemaakte indeling nog te wijzigen, of het moet door het maken van schriftelijke verwijzingen zijn. De selectie wordt teruggebracht tot een enkel exemplaar van wat als een unieke groep gezien wordt en andere interpretaties op basis van hetzelfde materiaal zijn moeilijk tot onmogelijk. Als alles een vaste plaats in zo’n ordeningssysteem gekregen heeft, dan geeft dat zekerheid, dan wordt de wereld hanteerbaar, totdat iemand op andere gedachten komt, de bladen uit de rug van het boek loswringt en een nieuwe ordening aanbrengt... Afbeelding ontleend aan “Tous les savoirs du monde, encyclopedies et bibliotheques, de Sumer au XXIe siecle”; Bibliotheque National de France; 1996; p.230.


2:17 classificatie als dialoog de MEMEX : voorloper van de persoonlijke computer als kennismachine

“Consider a future device for individual use, which is a sort of mechanized private file and library. It needs a name, and to coin one at random, “memex'' will do. A memex is a device in which an individual stores all his books, records, and communications, and which is mechanized so that it may be consulted with exceeding speed and flexibility. It is an enlarged intimate supplement to his memory. It consists of a desk, and while it can presumably be operated from a distance, it is primarily the piece of furniture at which he works. On the top are slanting translucent screens, on which material can be projected for convenient reading. There is a keyboard, and sets of buttons and levers.” Dit schreef Vannevar Bush in zijn nu beroemde artikel “As we may think” in 1945. Een concept voor een kennismachine gebaseerd op de technieken van zijn tijd: fotografie (microfilm), electrische rekenmachines en ponskaarten. Bush keek zowel terug, zoals naar de calculus voor alle kennis van de 18e eeuwer Leibniz, als vooruit en voorzag spraakgecontroleerde typemachines en het minituriseren van informatie-opslag. Belangrijkste was niet zozeer zijn techniese, maar zijn maatschappelijke visie, waarbij hij grote nadruk legde op het ontwikkelen van kennissystemen die de associatieve werkwijze van het menselijke geheugen konden ondersteunen. Vrijwel alle pioniers van de latere personal computer interfaces en nieuwe vormen van tekstsystemen, zoals hypertekst, verwijzen naar Bush als een van hun inspiratiebronnen. Zijn concept voor het vastleggen en weer terug kunnen roepen van denkpatronen is ook nu nog een bron van inspiratie. (Illustratie samengesteld uit o.m. screenshots van Memex animatie, zie link) http://www.dynamicdiagrams.com/design/memex/opening.htm


2:20 mobilizing the net-citizens lezersmeningen als extra kennislaag

Commentaar van klanten bij een heruitgave van Marshall MacLuhan’s “Understanding Media : The Extensions of Man” op een van de honderdduizenden beokenpagina’s van de electronische boekverkopersorganisatie Amazon Books. Op dezelfde pagina de gewone verkoopgegevens en ook uittreksels uit teksten van de uitgever zelf. Er zijn verschillende opties om commentaar/informatie te geven: uitgevers, reviewers, de auteur zelf en lezers.Interessant is dat ook het commentaar van klanten weer door andere klanten van een waarderings(cijfer) voorzien kan worden. Dit is een uiterst interessant model voor onderwijsinstellingen en het behoeft niet veel moeite te kosten de bestaande publiekscatalogi (OPAC’s) met deze commentaar faciliteit uit te breiden, waarbij natuurlijk altijd de mogelijkheid gegeven kan worden commentaar al dan niet te laten zien. Ook het seperaat bestaan van annotaties over boeken is uit de tijd. De combinatie van het objectieve met het subjectieve kan een verrijking voor bibliotheken zijn. Of commentaar vrijelijk toegevoegd kan worden of toch gemodireerd dient te worden (zoals bij Amazon Books) is een kwestie van smaak en principes. http://www.amazon.com/exec/obidos/ASIN/0262631598/o/qid=954846943/sr=2-2/102-3811840-3285643


2:21 kennis in twee richtingen laten stromen scripties: kennissysteeem van generaties studenten

In de mediatheken van de Hogeschool van Amsterdam staan duizenden scripties van hogeschool studenten, keurig in dozen en per studierichting op onderwerp gerangschikt. Het zijn werkstukken waarin veel energie en moeite gestoken is en die vaak een specifiek onderwerp uitdiepen of een specifieke werksituatie in detail beschrijven. Bij eerste observatie viel al op dat deze scripties regelmatig gebruikt worden, dat het zeker niet een stoffig achteraf deel van de bibliotheek betreft, dat veel studenten voortbouwen op kennis en ervaring van hun voorgangers. Nu in het onderwijspoces meer en meer gebruik gemaakt gaat worden van digitale technieken, zeker waar het overdracht van informatie betreft, zou het goed zijn te overwegen om met terugwerkende kracht deze schat aan gegevens op meer flexibele wijze beschikbaar te stellen. Dit zou kunnen door de inhoud in de vorm van digitale facsimile (leesbare tekst op het beldscherm, als plaatje) ter beschikking te stellen, waarbij een aantal onderdelen van de scriptie door middel van OCR (Optical Chararcter Recognition) als gestructureerde, doorzoekbare tekst verwerkt kan worden. Dit kan gaan om zaken als: titel, auteur, studierichting, jaar, inoudsopgave, inleiding, conslusies en index. Een mogelijkheid is de scripties eerst te verfilmen op microfilm en dan naar digitale bestanden om te zetten. (foto Tjebbe van Tijen)


2:22 stabiliseren van net-informatie in de berm van de digitale snelweg

Anno 2000, 4 april om 18:51 gaf de zoekmachine Google een aantal van 215.351 pagina’s met de woorden .404. en ‘not found’, terwijl de Alta Vista zoekservice met een wat lager aantal kwam: 191.706 niet werkende links, HoTBot gaf geen exact getal maar de mededeling: “WEB RESULTS more than 100,000”. Soms wordt de niet-vindbaar mededeling in een andere taal gesteld, zodat het aantal niet vindbare links bij deze zoekmachines waarschijnlijk wat hoger zal zijn. Ook zijn maar een deel van de honderden miljoenen pagina’s op het Internet via dit soort zoekmachines ontsloten. Yahoo geeft geen aantal van ‘404 pagina’s’, maar een link naar een grappige gallerie van Error 404 Webpagina’s... en een informatieve pagina over wat de redenen voor een 404 melding kunnen zijn. http://www.mindspring.com/~isixtyfive/404page/the_quest.html


2:23 vrijheid van informatie versus intellectueel eigendom je gebruikersnaam:......... je paswoord: .......

Title: Professionalism, Portfolios and the Development of School Leaders Author(s): Helen Wildy; John Wallace Source: School Leadership and Management Volume: 18 Number: 1 Publisher: Carfax Publishing Limited Active Reference Links: 6 (explain links) The requested document is freely available only to registered users with an online subscription to School Leadership and Management On-line document purchase pricing is detailed below.. of ... liever gezegd hier vlak boven is het te lezen, in het screen shot van deze site van ‘CatchWord’. Als niet lid van deze organisatie diende ik een bedrag van 24 US Dollars te betalen voor het ‘downloaden’ van bovengenoemd tijdschriftartikel van pagina 123 tot en met 140. Dat is, als ik het goed heb, bijna drie gulden per pagina. Nog snel even gekeken of het tijdschrift in Amsterdam te vinden is en ja!, bij het instituut 318 (Faculteitsbibliotheek POW op de Wibautstraat 4', 1091 GM Amsterdam) is dit tijdschrift aanwezig en de publiekscatlogus van de Universiteit van Amsterdam vermeldt: “Ter inzage / fotocopie mogelijk”. Dus voor een twingste van het on-line bedrag en een korte fietstocht is het begeerde artikel te krijgen. Nog wel... maar wat zal het bibliotheekbeleid in de nabije toekomst brengen? Er hoef maar een verkeerd begrijpende manager te zijn, ”oh maar dat is toch allemaal on-line beschikbaar?” en je moet diep in de digitale geldbuidel tasten om nog bij de tijd te blijven.

http://nabucco.catchword.com/cl=5/vl=-97526265/nw=1/rpsv/1363-2434(19980201)18:1L.123;1-


3:24 etalage of spiegel? portfolio: je draagbare wereld

Krabbeltje hoe een portfolio tot stand komt, gemaakt tijdens werkbespreking voor HvA projekt: verzamelen van observaties van wat dan maar ook in de wereld en dat zonder enige duidelijke orde opbergen in een schoenendoos; op gezette tijden de inhoud van de doos op de tafel uitspreiden, zaken groeperen, volgordes maken, volgordes veranderen; kiezen wat weg kan naar de prullebak, kiezen wat bewaard dient te worden, waar nodig uitknippen en opplakken en opbergen in de portfolio map. Voor meer werkschetsen zie onderstaand Internet adres. http://people.a2000.nl/ttijen/HvAwww/Raamconcept.htm


3:25 negatieve kanten van portfolio geformaliseerde zelfbeoordeling

Testpagina uit 1998 van de EFA van de denkbeeldige student Simon Tudent een voorbeeld van wat ook wel ‘reflectieverslag’ genoemd wordt waarin de student terugkijkt op wat hij of zij in de afgelopen periode geleerd heeft: “In zo'n verslag kijk je terug op een afgelopen periode en maak je duidelijk wat je hebt geleerd. Daarbij kun je verwijzen naar feedback en beoordelingen door docenten, deze zijn via een apart gedeelte van je portfolio toegankelijk. Het is dus niet zo dat jij als enige over jezelf oordeelt. Voor het IBM (Integratieve Beoordelings Momenten) schrijf je op basis van al het bewijsmateriaal dat je in het portfolio hebt ondergebracht, een zelfevaluatie. Dit doe je met behulp van door de opleiding vastgestelde richtlijnen. Deze zelfevaluatie wordt gebruikt als uitgangspunt voor het IBM.” De testpagina heeft het volgend verzonnen voorbeeld van zelfbeoordeling: “CONCLUSION In this analysis I have written about my strengths and weaknesses, and how I can improve them. I know now that there are still a lot of things that I have to learn. My pronunciation should be improved, and there is always room for a wider range of vocabulary. And I should pay some attention to my grammar, because I know how to use it, but I don’t know why I use it. I don’t think I need real improvement where my general skills are concerned, but that is just my personal opinion at the moment. It may change in a year or so. Simon Tudent 8 April 1998” http://onderwijs.efa.nl/portfolio_NL/sterkte-zwakte.html


3:26 jezelf verzamelen plakboeken als herinneringsobjecten

“Keepsakes I think I would give up the Journal entirely did I not see K's pleasure in looking through the bound volumes. The pictures & programs interest her now, but later she will like to read about events & the small happenings in her life. It is also quite a book of reference for me.” - Jessie Southard Parker, 1913. The stereotype of women as sentimental collectors of memories is born out in the pastime of keeping scrapbooks. The late-eighteenth century saw the popularization of pasting verses, sketches, and watercolors into books, and the proliferation of chromolithographic "scraps" in the Victorian era turned producing these books into a bona fide recreation. When women combined journalistic narrative with colorful ephemera and memorabilia from their lives, these creative collages reveal fascinating self stories. Een pagina ontleend aan een website van de University of Delaware University Library Special Collection Department, gemaakt naar aanleiding van een tentoonstelling SELF WORKS: DIARIES, SCRAPBOOKS, AND OTHER AUTOBIOGRAPHICAL EFFORTS. Met prachtige voorbeelden en heel relevante annotaties voor een ieder die in de constructie van het zelfbeeld door middelen van schrijven en inplakken geinteresseerd is. Jammergenoeg zijn er geen vergelijkbare voorbeelden van websites van Nederlandse bibliotheken of archieven te vinden die dit soort materiaal tonen. Scrapbooks zijn het logische, geindividualiseerde, vervolg op de ‘commonplace books’ uit daarvoor liggende eeuwen.

http://www.lib.udel.edu/ud/spec/exhibits/selfwork/consider.htm


3:27 over jezelf schrijven - naar jezelf kijken waarneming van spiegelbeeld tot geestesoog

We kunnen onszelf nooit direct in het gelaat kijken, altijd is daar een hulpmiddel voor nodig. We kennen uit eigen observatie onze handen, voeten, benen, buik en borst, maar veel verder rijkt onze blik niet. Het spiegelend wateroppervlak is er altijd geweest, spiegels zelf bleven eeeuwen lang letterlijk ‘kleinnoden’ met een beperkt oppervlak. Als kind ontdek je jezelf als een ander in de spiegel, want al het andere, al de anderen, kunnen ook zonder spiegel waargenomen worden, maar er blijft een iemand over, dat ben je zelf en die waarneming is een hele schok. De spiegel geeft iets anders weer dan dat wat wij als onze eigen werkelijkheid ervaren. Het is een beeld dat zowel overeenstemt als afwijkt. De vervorming door kijkhoek en oneffenheden van een spiegel, of spiegelend oppervlak, zet ons aan het denken over wat werkelijkheid eigenlijk is. Het is door het waargenomen verschil van spiegelbeeld en ons innerlijk beeld, ons geestesoog, dat we tot nieuw begrip kunnen komen. Het zelfportret is een proces van heen en weer kijken van spiegelbeeld naar afbeelding en in het spanningsveld tusssen verandering en fixatie is er de mogelijkheid om jezelf beter te leren kennen. De digitale camera met het schermpje dat je naar je toe kunt draaien geeft een nieuwe dimensie aan het proces van observatie en fixatie. (Zie ook het essay over “the eye” op de website van de Spaanse kunstenaar en fotograaf Pedro Meyer) http://www.zonezero.com/editorial/enero99/january.html


3:28 emoties zichtbaar maken de hand in direct contact met de ziel

Notities van de Franse schrijver en dichter Bataille voor “Les larmes de eros”, neergeschrven in begin zestiger jaren, als voorbeeld van andere kwaliteiten die een handgeschreven tekst kan hebben. Het zou goed zijn studenten bewust te maken van de kwaliteiten van dit soort ‘rommeligheid’ . Veel mensen maken allerlei vormen van krabbelige aantekeningen, maar beginnen zich in het tijdperk van de oprukkende gestandariseerde tekstinvoer door middel van toetsenborden en saaie powerpoint presentaties hiervoor te generen... het is niet orderlijk en netjes. Bovenstaand voorbeeld is een notitie die waarschijnlijk enkel bedoeld was voor de schrijver zelf en die het begin punt vormde voor meer overdraagbare vormen van tekstrepresentatie. Toch is het heel verhelderend om dit soort notities te kennen. De de-personalisering van het schrift in onze electronische communicatiemaatschappij, is misschien enkel een eerste primitieve fase.. ontstaan door de beperkte geheugencapaciteit van de vroegere computersystemen. We zijn nu bijna aangeland in een volgend tijdperk dat, wat betreft bandbreedte, ook mogelijkheden voor extreem persoonlijke uitdrukkingsvormen geeft. (Afbeelding ontleend aan “L’aventure des ecritures: La Page”; Bibliotheque Nationale de France; 1999; p.109.)


3:29 schrijfvrees overwinnen elkaar schrijven van ongelijktijdig naar gelijktijdig

De babbelbox uit de tijd van het ‘radio-bakkie’ waarmee radio-amateurs op bepaalde golflengtes met elkaar konden kletsen is al weer bijna vergeten, nu is er een fenomeen dat de losse vorm van groepcommunicatie gemeen heeft met die van de radio-amateurs, maar nieuwe kenmerken en mogelijkheden heeft: ‘chatten’. Het luistervinken, is meeloeren geworden, oftwel ‘lurking’ in Internetjargon. Je ziet de teksten van anderen over he scherm schieten, maar hoeft zelf niets te zeggen. In sommige chat-gemeenschappen wordt dit gedrag niet echt geaccepteerd, wel is het, evenals in het directe sociale verkeer, een goede mogelijkheid om de groep waarin je terecht gekomen bent te leren kennen en jezelf voor te bereiden op deelname aan ‘het gesprek’. Twee, uiterlijk, extreem verschillende gebruikers-interfaces voor chatten (Inter Relay Chat/IRC): Boven “The Palace”, een grafische vorm waarbij de gebruikers plaatjes kunnen kiezen die hun persoon vertegenwoordigen (avatars) die in verschillende ruimtes, dikwijls kamers met een apart sfeer bijeenkomen. Onder een tekstvorm met gebruik van verschillende gekleurde tekst. In de referentielijst staan een aantal verwijzingen naar chat-interfaces en onderzoek op dit gebied.

http://mslady.home.mindspring.com/vision/newusers.html


3:30 versmelten van synchrone en asynchrone communicatie contactstoring ?

Een diagram uit 1991 van Don Foresta in een artikel “The many worlds of Art, Science and the New Technologies” in het blad Leonardo (volume 24 nr.2; p.139), waarin de groeiende communicatie-ruimte als gevolg van telecommunicatie gevisualiseerd wordt. Video-conferencing heet hier nog ‘slowscan’, omdat in die tijd de bandbreedt aanzienlijk kleiner was. Dit delen van ruimte via communicatiemiddelen is natuurlijk niet uniek voor electronische communicatie. De briefwisseling, het boek en vooral het tijdschrift (zoals dat zich tot een contactorgaan voor lezers ontwikkelde in de 18e en 19e eeuw) hebben ook nieuwe ruimtes gecreeerd. Natuurlijk gaat het allemaal om gereduceerde vormen van communicatie waarbij tast- en reukzin, het bespeuren van perssonlijke uitstraling, het waarnemen van gebaren en andere moeilijker te benoemen vormen van waarnemingen en communicatie geen kans krijgen. Directe menselijke contacten waren, zijn en blijven van een geheel andere orde, vormen de grote constante door de tijd heen. Meer informatie over de ideeen van Don Foresta via onderstaand Internet adres. http://www.mitpress.com/e-journals/Leonardo/isast/articles/souillac/foresta.html


3:31 van geluidscasette tot hypervideo een nieuwe manier van vertellen

You enter the Cafe, and the voices surround you. Pick a table, make a choice, follow the voices. You're over their shoulders looking in, listening to what they say-you have to choose, or the story will go on without you. Enter HyperCafe (...) Welcome Thanks for coming! We've invited you by to check out our work. (...) What's Hypervideo? Short answer: Hypervideo is an emerging medium that enables hypermedia theorists, developers, writers, educators, and filmmakers to combine film and video with the multivocality and nonlinearity of hypertext. (...) The "Hypervideo Engine" is the first generalized implementation of the hypervideo framework illustrated in HyperCafe. Authors can provide video and create scripts in a simple hypervideo scripting language that are interpreted by the Engine for playback. The Engine, programmed in Lingo, allows playback of synchronized hypertext and video and permits temporal links to other hypervideo scripts. The scripts can specify the placement of text and video on the screen, or the Engine can dynamically assign non-overlapping screen positioning for simultaneous video. If no scripts are provided, the Engine can be used to generate a random video playback sequence based on any existing video content. De software kan vrij via onderstaande site ‘gedownload’ worden. http://www.lcc.gatech.edu/gallery/hypercafe/


4:33 toekomstscenario portfolio rapport voor de HvA van Max Bruinsma

“Tussen de onderdelen van de PortFolio Site bestaat een beredeneerde samenhang, die er, vanuit de bezoeker gedacht, op gericht is een logisch traject aan te bieden van algemene, feitelijke informatie naar meer gedetailleerde en persoonlijke informatie over de portfoliohouder. Bij de vaststelling van de diverse categoriën en ingangen is uitgegaan van het soort informatie dat de beoogde doelgroepen van de portfolio site willen vinden, en van het soort informatie dat de houder van het portfolio wil communiceren. Feitelijk informatie als CV, opleiding en ervaring is gerubriceerd onder BIOGRAFIE, aan de top van het persoonlijke professionele portfolio, omdat het hier gaat om de meest voor de hand liggende informatie die een externe bezoeker actief zoekt in verband met een specifiek persoon. Om die bezoeker ook naar informatie te leiden die minder voor de hand ligt, of die antwoord kan geven op vragen die de bezoeker slechts vaag kan formuleren, is deze afdeling van het portfolio sterk gelinkt. Dit (...) stimuleert de bezoeker tot associatief verder lezen en zoeken (...) Het DOSSIER bevat informatie die door de portfoliohouder is gerubriceerd op door hem/haar zelf geselecteerde categoriën(...). Externe bezoekers kunnen op vier manieren bij de hier toegankelijke informatie aankomen: Direct, door te zoeken op een van de categoriën; Direct, door te browsen in de Tijdbalk; Indirect via de links achter CV, Opleiding of Ervaring; Indirect via een zoekopdracht in een ander niveau van de PortFolio site, waarbij de ingang in het specifieke dossier een van de gevonden matches is.” Citaat uit het rapport van Max Bruinsma “HvA.nl home of experience“. http://www.xs4all.nl/~maxb/HvA/Port2.htm


5:42 trouwe sleutelbewaring Digital Rosetta Stone

Citaten uit proefschrift van Steven B. Robertson B.S., van het Amerikaanse Air Force Institute of Technology, gepubliceerd in 1996.: “The theory behind the Digital Rosetta Stone (DRS) can be demonstrated using an 8– track punched paper tape (8–TPPT). The 8–TPPT technology was widely used during the 1960s and 1970s. This technology was developed before industry standards were the norm and therefore, this technology is primarily proprietary. Finding information on the 8–TPPT coding scheme was very difficult. While doing research for this thesis, I contacted the technical support and archive sections of International Business Machines (IBM) to get some information on 8–TPPT equipment. Unfortunately, I was told that IBM no longer supported this technology and does not maintain any information in its archives on it. However, some functional 8–TPPT readers still exist. (...) Upon examining the media storage techniques information on 8–TPPT in the DRS, engineers find that they can reprogram a modern day scanner to interpret the bit patterns represented by the series of holes and migrate the data to a modern storage device. (...) Suggested Implementation To meet the high resource requirements of a rapidly developing digital world, it is recommended that (1) a government organization be created to oversee the preservation of our digital history and (2) this organization be based on the concepts developed here under the name of Digital Rosetta Stone.” (Een PDFversie is te vinden op onderstaand Internet adres) http://www.au.af.mil/au/database/projects/ay1996/afit_la/rober_sb.pdf


5:43 taaie verknoping dynamisch verknopen van informatie

Diagram en citaat uit artikel gepubliceerd in 1999 door Ted Nelson: “Electronic literature, after decades of little progress, has recently developed fast, but badly. The selection of literary constructs-- primitives for owned, persistent media-- has been crude. In particular, the World Wide Web is a delivery system for separate closed units-- a system which allows only embedded links pointing outward. This is simple but naive-- creating a tangle of ever-breaking one-way links, breaking whenever documents are moved or modified. It postpones the real problems. The two-way link problem is merely dismissed; the more fundamental problems of intercomparison, version management, the correspondence of versions, and link maintenance as versions change, are not approached. Nor is the vital literary relation of transclusion (the management and intercomparison of identities of content among documents and versions). Rights management is not considered to be part of the structural model, but a separate legalistic issue to be handled by different mechanisms unrelated to the structure of documents. By contrast, the xanalogical model of electronic media (best known by one trademark, Xanadu*) was always concerned far earlier with these deeper problems, and proposed to solve these problems with a specific simple structure. This structure handles version management, rights management, quotation management, the connection of quotations to their originals, the ability freely to quote without negotiation in any amount and to recomposite in any amount. Central to the design are the literary constructs of 2-way content link, transclusion, and transpointing windows.� http://www.sfc.keio.ac.jp/%7Eted/XU/XuSum99.html


Het HvA PORTFOLIO RAAMWERK

bijlage bij

LEREN ZAMELEN - ZAMELEND LEREN concepten en recepten voor professionele portfolio’s een onderzoek in opdracht van de afdeling R&D/ICT van de HvA Tjebbe van Tijen Imaginary Museum Projects april 2000


Index HET RAAMWERK 6:45 vast raamwerk waarbinnen al het andere draait 6:46 bestaande elementen origineel combineren 6:47 beperking van aantal elementen en keuzes 6:48 vijf basiselementen, gegroepeerd in twee schermvlakken 6:49 vaste posities van scherm-onderdelen 6:50 kennis-objecten kern van portfolio-systeem 6:51 indicatoren voor navigatie en status 6:52 zwevend gereedschapspalet 6:53 gereedschappen (1) 6:54 subgroep: templates en formats 6:55 hulpbestanden en diensten (2) 6:56 eigen software (3) 7 OVERDENKINGEN BIJ HET RAAMWERK 7:57 nu, maar ook nog zoveel jaren later 7:58 digitaal? niet helemaal! 7:59 niet met lege handen komen te staan


HET RAAMWERK n

6:45 vast raamwerk waarbinnen al het andere draait Het 'HvA PortFolio-RaamWerk' is het hoofdprogramma waarbinnen de portfolio onderdelen, maar ook benodigde externe programma's, 'draaien'. Dit is een fundamentele keuze die verder gaat dan enkel het hebben van een grafische omlijsting die het HvA stempel draagt. Dit raamwerk is vooral nodig is om de benodigde portfolio-functies en -faciliteiten mogelijk te maken en het daarbij horende omvangrijke en dynamische systeem van verwijzingen en adresseringen, beheersbaar te houden .[6:45:1]

nnn 3 link(s) 6:45:1 (3 x) -Vast raamwerk voor hergebruik software elementen en fixeren functies.

6:46 bestaande elementen origineel combineren De keuze van software zou, als "wij de gebruikers", de fusies konden bepalen, heel gemakkelijk zijn. Geen enkel pakket op zich is goed genoeg, maar een mengsel of combinatie van goede functies uit verschillende softwareprogramma's zou ideaal zijn. Vernieuwend zijn betekent meestal niet iets geheel nieuws bedenken, maar op originele wijze bestaande elementen weten te combineren. Te grote drang naar originaliteit leidt vaak tot het negeren van al bestaande oplossingen die hun nut meer dan genoeg bewezen hebben. De door mij voorgestelde (schetsmatige) portfolio modulen zijn vaak "bedacht" uitgaande van combinaties van specifieke functies/onderdelen van bestaande software pakketten. Dit komt voort uit de eigen praktijkervaring waarbij een gewenst resultaat vaak enkel door het combineren van afzonderlijke functies uit meerdere computerprogramma's verkregen kan worden. De benadering van het kiezen van pasklare oplossingen met slechts marginale bijstellingen heeft ook zijn aanhangers. [6:46:1] Er zijn meerdere portfoliopaketten en daarmee vergelijkbare functionaliteit biedende softwareproducten op de markt.. [6:46:2 ] Gelukkig is er ook software die deze keuze omzeilt door een scheiding tussen inhoud en context te maken.

nnnnnnnnnn nnnnn 15 link(s) 6:46:1 (7 x) -Links naar debat over kopen of zelf maken en voorbeelden van software elementen met relevantie voor portfolios. 6:46:2 (8 x) -Enkele voorbeelden van bestaande portfolio software paketten en aanverwante programma’s.

6:47 beperking van aantal elementen en keuzes n

Het raamwerk heeft een minimaal aantal elementen. Keuzes hieruit worden op een eenduidige manier gemaakt. Het aanbieden van verwarrende varianten dient vermeden te worden. Schermposities van de verschillende besturingselementen blijven zoveel mogelijk constant. Ook is er beperking van de te gebruiken grafische elementen (lettertype, korps, kleurcombinaties, beeldformaten, e.d.) om een goede leesbaarheid (op 't scherm en gedrukt) te waarborgen en uitwisseling te vereenvoudigen. [6:47:1]

n 1 link(s) 6:47:1 (1 x) -Weblink naar voorwaarden waar teksten voor ‘on screen reading’ aan dienen te voldoen.


6:48 vijf basiselementen, gegroepeerd in twee schermvlakken n

Er zijn vijf basiselementen, gegroepeerd in twee schermvlakken (hulpvlak, werkvlak), het minimaal benodigde schermoppervlak is 800/600 pixels: hulpvlak 1- gereedschap (werktuigen, bestanden, diensten, externe software) 2- overzicht-indicator (navigatie & status extern) 3- detail-indicator (navigatie & status intern) werkvlak 4- object-indicator (keuze soort object, formaat & template) 5- kennisobjecten (tekst-, beeld- & geluidsdocumenten; telepresence, games, radio/tv)

6:49 vaste posities van scherm-onderdelen n

de vijf basiselementen kunnen in omvang verschillen, maar hebben een vaste positie binnen de twee schermvlakken: hulpvlak 1- gereedschap (links boven in het kruisvlak van overzicht en detail) 2- overzicht-indicator (aan de bovenkant van het scherm) 3- detail-indicator (aan de linkerzijkant van het scherm) werkvlak 4- object-indicator (linkerzijkant van het vlak met werkobjecten) 5- kennisobjecten (rechterkant en onderkant van het scherm) Indien gewenst kunnen de hulpvlakken vrijwel geheel terzijde geschoven worden en ontstaat een optimaal werkvlak. De hulpvlakken kunnen door een enkele handeling weer teruggeroepen worden.

6:50 kennis-objecten kern van portfolio-systeem n

Het 'kennisobject', vormt de kern van het portfolio systeem. 'Kennis-object' is op zich een simpele term, maar het verwijst naar een groot aantal afzonderlijke objecten, die verschillend van inhoud en verschijningsvorm kunnen zijn. Het kunnen biografische of persoonlijke context gegevens zijn, maar ook passen hier alle denkbare digitale documentvormen, van het maken van losse aantekeningen, het verzamelen van citaten en andere referenties, tot werkstukken, databases, spreadsheets, stroomdiagrammen, adressystemen, bookmark-files, emailboxen, dag- en logboeken, beeld- en geluidsverzamelingen, electronische tekstarchieven en al wat nog meer nodig of gewenst wordt geacht.

6:51 indicatoren voor navigatie en status n

De drie vlakken met indicatoren op het scherm: overzicht, detail en object, laten zien waar je bent en wat je aan het doen bent. De indicatoren bieden tevens navigatiemogelijkheden binnen een gekozen kennisobject of naar nieuw te kiezen objecten. De zeer kleine symbolen die aangeven waar men zich bevind en waar men naar toe kan gaan zeggen ook iets over status (soort object, omvang, ouderdom). [6:51:1] Meerdere kennis-objecten kunnen gelijktijdig geopend worden door splitsing van het werkvlak of door achter elkaar verschuivende/roulerende werkvlakken.

nnnnnnnnn 9 link(s) 6:51:1 (9x) Weblinks met voorbeelden van verschillende data-visualisatie technieken, met name voor Internet navigatier en digitale verzamelingen.


6:52 zwevend gereedschapspalet n

In de linker bovenhoek van het scherm 'zweeft' een palet met een beperkt aantal buttons om de gegroepeerde gereedschappen op te roepen. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van een uittrekbare 'regelbalk' gebeuren. Er zijn drie hoofdgroepen onderverdeel in drie subgroepen. hoofdgroepen 1- werktuigen (engines) 2- bestanden en diensten 3- software (extern/eigen) Voorbeeld van een aantal mogelijke subgroepen van werktuigen (1) subgroep a- zoek/referentie/classificatie b- collage/montage/conversie c- templates/formats

6:53 gereedschappen (1) n

Te grote detaillering in deze conceptfase is weinig zinvol, maar wat betreft de gereedschappen kan gedacht kan worden aan functies die in het voorgaande betoog aan de orde zijn gekomen, zoals: classificatie-engine en quote-engine en een bijbehorende functie van 'virtuele ankers'. Als gedacht wordt aan het maken van 'tableaus' of andere emblematische voorstellingen waarbij tekst en beeld gemengd worden, kunnen hiervoor ook bestaande of nieuw te ontwikkelen hulpmiddelen voor aangereikt worden. In plaats van iedereen vertrouwd te maken met de 'wegwerpkennis' van het construeren van HTML-achtige pagina's, is het misschien beter om de gebruikers de mogelijkheid te bieden om zich op de inhoud te concentreren. Tekst en beeld niet als met Mecano met vele schroefjes en boutjes in elkaar te knutselen, maar er simpel weg één enkel plaatje van te maken (veel van argumenten tegen zo'n werkwijze stammen nog uit het tijdperk van beperkte bandbreedte en opslag).

6:54 subgroep: templates en formats n

Wel dient apart de functie voor het maken van templates en andere voorgestructureerde formaten genoemd te worden. Ook hier kan gedacht worden aan bestaand gereedschap voor het creëren van digitale leeromgevingen, of kunnen eigen hulpmiddelen ontwikkeld worden. Een combinatie van deze twee mogelijkheden ligt voor de hand. Het is een element dat een brede deelname aan het in detail uitwerken van alle mogelijk gewenste kennis-objecten, mogelijk maakt. Iets dat zowel door de HvA staf, externe krachten, docenten of studenten kan gebeuren, mits het zich weet te voegen binnen der basisvoorwaarden van het voorgestelde HvA Raamwerk.


6:55 hulpbestanden en diensten (2) n

Hulpbestanden en diensten is een losse aanduiding voor bestaande en nog te ontwikkelen kennisbestanden en daarbij behorende faciliteiten. [6:55:1] Hierbij kan gedacht worden aan het idee om de vroegere HvA scripties als digitale facsimile 'on-line' te brengen, kan verbinding gelegd worden met interne en externe biblio/mediatheek catalogi, email, news en Internet functies. Het is aan de HvA gemeenschap om wensen te uiten, maar misschien kan hier door een buitenstaander de suggestie gegeven worden om als de portfolio's ingevoerd worden ook te denken aan het zo doorzichtig mogelijk maken van het proces. Een hulpmiddel hierbij kan bijvoorbeeld een Jargon-bestand zijn, waar geprobeerd wordt om de taaldrempel laag te houden en alle specialisten uitgedaagd worden om hun termen kort en bondig uit te leggen. Ook een 'klaag-lijn' of 'irritatie-meldpunt' is onontbeerlijk.

6:56 eigen software (3) n

Natuurlijk is het niet zo dat studenten, docenten en stafmedewerkers hun favoriete software moeten afzweren en voortaan enkel met een nieuw stuk HvA-raamwerk-software, dat zeker vele kinderziektes zal kennen, dienen te werken. Het is zonder meer mogelijk binnen het 'portfolio-raamwerk', een ruime keuze aan gewenste softwarepaketten aan te bieden. Dit is vooral van belang omdat de behoefte zal bestaan vanuit bestaande programmatuur materiaal naar portfolio-onderdelen over te brengen en omgekeerd.

nnnnnnn 7 link(s) 6:55:1 (7 x) Weblinks met voorbeelden van mogelijke hulpbestanden en middelen, zoals foto en plaatjesarchief, jargon-vertalers en voorbeeld van facilitair bedrijf voor technische ondersteuning voor portfolio gebruikers.


7 OVERDENKINGEN BIJ HET RAAMWERK

7:57 nu, maar ook nog zoveel jaren later Zo'n uitgebreide opsomming van mogelijk te integreren 'kennis-objecten' in de vorm van digitale documenten ruikt naar 'informatie imperialisme', zoals men die bij sommige wijdverbreide besturingssystemen tegen komt en dat ligt toch zeker niet in de bedoeling. Het gaat er om niet verloren te laten gaan wat behouden had moeten worden. Verlies door verstrooiing of rommeligheid, maar ook verlies door onvertaalbaarheid van het ene formaat naar het andere, of onleesbaarheid door missende plug-ins en andere toegevoegde elementen waarvan de maker/gebruiker zich niet tijdig bewust was. Het begrip 'portfolio' wordt hier vrijwel letterlijk genomen, als de map waarin losse informatievellen bijeengehouden worden en waaruit steeds weer andere presentaties samengesteld kunnen worden, nu, maar ook nog zoveel jaar later!


7:58 digitaal? niet helemaal! n

Welk begrip gebruiken we? Simpelweg 'portfolio', of het meer bij de tijd lijkende 'electronische portfolio', of een nog nauwer begrip 'digitale portfolio'. Het draagbaar zijn, de portabiliteit, is een belangrijk aspect van informatie-overdracht en dat verdient naar mijn mening meer dan enkel een electronische of digitale vorm. Fixatie, vastleggen, op papier moet zeker een van de mogelijkheden zijn. Er is een duidelijke positieve overwaardering van electronische informatiedragers te constateren, als het maar digitaal is en het Internet er bij te pas komt "dan zijn we op de juiste weg". Ik denk echter dat als andere gewenste eigenschappen als continu誰teit en 'een leven lang leren', serieus genomen worden, ook begrepen moet worden hoe vluchtig en kwetsbaar digitale media (nog) zijn en voor lange tijd zullen blijven en wat het verschil is tussen 'directe informatiedragers' en 'indirecte informatiedragers'. [7:58:1] Het zonder tussenkomst van enige apparatuur (behalve de leesbril) direct leesbaar en bekijkbaar zijn van informatie, tegenover informatie die niet direct zichtbaar of beluisterbaar is en die enkel via specifieke apparaten en bijbehorende omzettingsprotocols gebruikt kan worden. Ik pleit dan ook voor periodieke 'hard copies', gedrukte versies van de portfolio's. Die frequentie mag laag zijn, niet meer dan een maal per jaar, of twee of drie belangrijke stadia van een opleiding. Het certificaat, het diploma, de brief, het werkstuk, de scriptie, zijn tastbare objecten en wij kunnen nu pas ,vanuit het in opkomst zijnde vluchtige digitale tijdperk, hun blijvende documentwaarde goed begrijpen. Een dergelijke benadering heeft ook praktische consequenties voor inhoud en vormgeving van de digitale documenten. Het betekent dat de mogelijkheid van het ongelimiteerd in stukjes knippen en met elastiekjes aan elkaar knopen van informatie-elementen (hypertekst), de oppervlaktebeperkingen van het computerscherm met de vele informatievensters daarbinnen en (vaak verouderde) vormgevingsmethoden die hun oorsprong vinden in de beperkte snelheid van datacommunicatie en data-opslag (kleine plaatjes, niet te lange documenten), niet (enkel) richtinggevend moeten zijn.

7:59 niet met lege handen komen te staan Natuurlijk men is nu geneigd te gaan roepen dat dit te hoog gegrepen is en dat moge zo zijn, maar als deze voorgestelde functionaliteit niet meegenomen wordt zou het misschien beter zijn het hele avontuur van het aanleggen van persoonlijke electronische portfolio's niet aan te gaan. Zonder het vervullen van deze voorwaarde is de kans is groot dat studenten en docenten ruw gewekt worden uit hun digitale droom en op de meest ongelegen momenten niet met een gevulde portfolio, maar met lege handen staan.

n 1 link(s) 7:58:1 (1 x) Opmerking Staats-Secretaris Ministerie Onderwijs en Cultuur over toekomst: een boek lezen of turen op een beeldscherm.


Illustraties bij Bijlage HvA Portfolio Raamwerk Door te klikken op op de plaatjes gaat u weer terug naar de betreffende paragraaf in het rapport.


HET RAAMWERK

De boekenmolen is een voorbeeld van een vast raamwerk waar verschillende informatie objecten (boeken) in geplaatst kunnen worden. Vanuit een bureaustoel te bedienen. Met een simpele draaibeweging zijn, als de molen geheel gevuld is, twee tot driehonderd boeken binnen handbereik. Er zijn vroegere vormen geweest van de boekmolen, als een soort waterrad, met op bepaalde passages opengeslagen boeken om vergelijking van teksten te vergemakkelijken. Afbeeldingen daarrvan zijn al op 16e eeuwse prenten te vinden. Het principe is dat niet wij langs de boekenplanken lopen, maar dat een mechaniek, een machine, hoe eenvoudig ook vanuit ons huidig perspectief, de boekenplanken aan oog en hand voorbij laat trekken. Twintig vakjes (in vier groepen van vijf) zitten er in deze molen en een gebruiker kan eigenlijk vrij willekeurig boeken of andere informatieobjecten er in zetten, een keer draaien is voldoende om het gezochte te vinden. Dit apparaat kan gezien worden als een metafoor voor het informatieraamwerk voor de persoonlijke portfolio’s. Een open, niet dichtgetimmerd, skeletachtig ding waar ieder op eigen wijze informatie in kan stoppen, rangschikken en weer tevoorschijn halen. De informatie objecten kunnen in maat varieeren, maar dienen wel in het raamwerk te passen. Het computerscherm als een venster waarachter een molen met herschikbare kennisobjecten in de gewenste positie gedraaid kan worden. http://www.mindspring.com/~jntolva/ramelli.html


6:47 beperking van aantal elementen en keuzes werkvlak met navigatiehaak

Schets voor een mogelijke uiterlijke vorm van de HvA portfolio met in de linkerhoek boven een gereedschapspalet met functies als zoeken, classificeren, (her)formateren, keuzes van externe software, etc); daarnaast een vlak dat laat zien waar je bent, vandaan komt en naar toe kan, met zeer kleine symbooltjes die de aard van de (web)pagina’s aangeven (beeld, tekst, links, of combinaties); links aan de zijkant weer kleine symbooltjes die de hoeveelheid informatie aanduiden van een gekozen object; dan de werkvlakken met tabs die naar believen naar voren gehaald of naar achteren verplaats kunnen worden, met functies om varianten van een informatie-object te bewaren of te verwijderen en templates voor bepaalde notaties op te roepen. Het horizontale navigatievlak aan de bovenkant wordt gebruikt om je in de brede context te bewegen (als een horizon die door draaiing van het hoofd afgetast kan worden); het vertikale navigatievlak aan de linkerzijkant dient om een gekozen informatieobject (uit het bovenvlak) meer in detail te bekijken (hier is de kijkbeweging van omhoog naar omlaagkijkend of omgekeerd, als het met het oog aflopen van een lijst). De navigatievlakken staan als een haak om het werkvlak en kunnen naar believen groter en kleiner gemaakt worden en ook vrijwel geheel aande kant geschoven worden met enkel een dunne lijn van enkele pixels zichtbaar om de navgatie-haak weer tevoorschijn te halen. Voor ander schetsmateriaal zie onderstaand Internet adres. http://people.a2000.nl/ttijen/HvAwww/Raamconcept.htm


6:48 vijf basiselementen, gegroepeerd in twee schermvlakken raamwerk hoeft nauwelijks zichtbaar te zijn

1 gereedschapspalet 2 navigatie in brede context 3 navigatie binnen een gekozen object 4 indicatoren (tabs) voor keuze uit subgroepen van objecten 5 werkvlak De navigatievlakken 2 en 3 (die zamen als het ware een haap vormen) kunnen indien gewenst vrijwel gheel terzijde geschoven worden, zodat het HvA Portfolio Raamwerk nauwelijks zichtbaar is en de gebruiker vrijwel geheel in een zelf te kiezen software omgeving, zoals Windows, kan werken, wel ‘draaien’ die applicaties binnen de HvA structuur (wat nauwelijks zichtbaar hoeft te zijn voor de gebruiker). Dit laatste is nodig om al de gewenste adresseringen, versleuteleingen en verknopingen te kunnen aanbrengen en in stand te houden. Schetsen te zien via onderstaand Internet adres.

http://people.a2000.nl/ttijen/HvAwww/Raamconcept.htm


6:49 vaste posities van scherm-onderdelen verschuivende vlakken

Vier voorbeelden van het verschuiven van hulpvlakken en werkvlakken: 1- boven links: HvA-Portfolio staat op werkvlak (5); 2- rboven echts: externe software staat op het werkvlak (5); 3- onder links: een combinatie in werkvlak (5 ) van externe software en HvA portfolio 4- onder rechts: uitwisseling van materiaal tussen externe software en HvA Portfolio Schetsen te zien via onderstaand Internet adres. http://people.a2000.nl/ttijen/HvAwww/Raamconcept.htm


6:50 kennis-objecten kern van portfolio-systeem van fix tot flux

Voorbeelden van een tiental verschillende verschijningsvormen van digitale kennis-objecten, zoals database, bookmark file, email, flowchart, wordprocessor, web browser, media organizer, vectoren bitmap tekenprogramma’s. Zo zijn er natuurlijk nog veel meer programma’s en verschijningsvormen van digitale informatie. Aanmaken en verwerken van gegevens lijkt altijd in beweging, nooit tot stilstand te komen. We zijn gewend om overdraagbare en herhaalbare kennis te associeeren met vastlegging en dan met name vastlegging door middel van publikatie in tijdschriften en boeken. Die gedachte blijkt sterk bepaald door de media van een tijdperk van de herhaalde vermenigvuldiging, van monniken en andere schrijfklerken, tot de latere drukmachine en analoge informatiedragers als grammofoonplaten en videobanden. Prodcutie en reproductie van kennis-objecten, in het afgelopen halve millenneum, werden meer en meer van elkaar gescheiden. Publicatie betekende ook selectie, op kwaliteit, verkoopbaarheid en aanvaardbaarheid, wat dikwijls ook een aanpassing inhield van de inhoud van een gefixeerd kennisobject. In het tijdperk van genetwerkte computers wordt de scheiding tussen productie en reproductie van kennisobjecten minder sterk en kan zelfs geheel verdwijnen: auteur en uitgever worden één. Het traditionele proces van selectie, aanpassing en fixatie door publikatie valt weg en nieuwe sociale processen van kennisoverdracht zullen zich moeten gaan ontwikkelen. Ook wordt het onduidelijker wannneer iets af is, kennisobjecten worden vloeiend...


6:51 indicatoren voor navigatie en status

Snapshot van een gedeelte van een scherm met een schets voor navigatie vanuit het portfolio-programma. De bovenstrook laat de huidige positie zien. De pastelkleurige vlakken geven de verschillende kennisobjecten weer, iedere rechthoekje is een aparte file of folder. De aard van het kennisobject (tekst, beeeld, combinaties van tekst en beeld, database, spreadsheet, etc.) zijn schematisch aangeduid door het raster waarmee het rechthoekje is ingevuld. Het roodomrande rechthoekje is de huidge positie. In dit voorbeeld zijn er zes hoofdgroepen, die ook verticaal als tabs terug te vinden zijn. Der tabs zijn om tussen verschillende werkvlakken heen en weer te ‘schakelen’. Bij ‘mouse over’ schuiven de tabs verder open en laten de rubrieksnaam zien alsmede drie hoofdfuncties voor filebeheer (opslaan, variant opslaan, verwijderen); Bij gebruik van templates met vatsgestelde tekst/beeld lengtes zou hier ook een termometer ingebouwd kunnen worden om aan te geven hoeveel binnen of buiyen een aangegeven hoeveelheid invoer men op een bepaald moment is. De kleine rechthoekes aan de linkerzijkant van het scherm geeft het aantal schermen van het actieve kennisobject aan. De rechthoekjes aan de bovenkant en zijklant gevenaan waar men nu is en kunnen ook gebruikt worden om naar een andere positie te springen.


6:52 zwevend gereedschapspalet enkele palet voorbeelden

Drie voorbeelden van zwevende gereedschap paletten: -links Adobe Photoshop 5.0, met een 50tal functies compact weergegeven; -rechts boven, een detail van Malph, een lijst met programma iconen voor drag & drop; -onder, uit/in-trekbare strook met systeem functies van de Mac desktop.


6:53 gereedschappen (1) beeld & tekst collages zonder rompslomp

Simulatie van de gewenste functionaliteit van een ‘collage-werktuig’ (collage-engine). Uit een palet van verkleinde afbeeldingen van plaatjes (thumbnails) links, kan met de muis, ieder plaatje op het werkvlak rechts getrokken en naar believen geschaald worden, groot of klein. Teksten kunnen onder boven, maar ook over de plaatjes gezet worden. Het eindresultaat wordt als een enkel plaatje (b.v. als een GIF) bewaard. Er zijn allerlei software routines die er voor kunnen zorgen dat dit plaatje voor web gebruik een aanvaarbare omvang heeft. Als de oorspronkelijke scans voldoende van omvang zijn (genoeg resolutie hebben) kan van dezelfde collage ook een printbare of drukbare versie (in een hogere resolutie) bewaard worden. Ondanks de mogelijk veranderende standaards van webbrowsers (zoals HTML) blijft deze collage leesbaar en hoeft ook geen gecompliceerde code geschrven te worden, of via talloze keuzemenu’s, van een hulpporgamma voor het maken van webpagina’s, aangemaakt te worden. Bovenstaande simulatie is gemaakt door drie programma’s te combineren: Qpict Media Organizer, Adobe Photoshop en MacFlow. Het is zeer wel mogelijk de combinatie van een keuze van functies uit deze drie programma’s in een enkel programma samen te vatten.


6:54 subgroep: templates en formats

Voorbeeld van een uitgebreide tekstverwerker ‘Scientific Word’ met een heel aantal voorgestructureerde templates voor artikelen, boeken, rapporten en dergelijke. Bij ieder template is ook een aantal voorbeeldpagina’s op te roepen. Het zou goed zijn, bij de HvA, een bibliotheek van dit soort standaards aan te leggen die binnen een bepaalde opleiding, of ook door andere opleidingen gebruikt kan worden. Het beheer van zulke templates en andere standaardvormen kan decentraal gebeuren met de mogelijkheid om populaire en goed werkende en geteste templates aan het centrale bestand toe te voegen. Herhaalbaarheid van eenmaal verworven kennis kan het leven vergemakkelijken, alhoewel men wel op moet letten niet te ver te gaan met standarisering en regelzucht...


6:55 hulpbestanden en diensten (2) voorbeeld voor gedigitaliseerde scripties

Beel & Howell/UMI vroeger specialisten in microfilm edities van kranten, tijdschriften en proefschriften, en natuurlijk al lang bezig dat allemaal digitaal te maken. Op dit moment zijn er 1000.000 PDF (de standaard van Adobe) titels on-line beschikbaar. Dit is natuurlijk een puur commercieele handel, maar wel met een ongelovelijk breed aanbod, van zeer kleine alternatieve en culturele undergroudn blaadjes tot gevestigde tijdschriften en proefschriften. Voor ieder proefschrift is een uitstekende abstract gemaakt. En de zoekmachine is zeer de moeite waard. Het onderwerp portfolio voor onderwijs komt er zonder moeite uit. Een site die voor onderzoekers naar toepassingen van portfolio’s ook zeker aan te bevelen is. Hier is ook een model voor de uiteeindelijke vorm van gedigitaliseerde scripties. Internet adres zie hier onder. http://wwwlib.umi.com/pqdd2/search/basic


6:56 eigen software (3)

Drie voorbeelden van gebruik van eigen of exterene software binnen het HvA Raamwerk: links externe software in combinatie met HvA portfolio; midden Windows draait binnen HvA Portfolio Raamwerk; rechts een webbrowser draait binnen HvA Raamwerk met hukpvlakken (2, 3 en 4 ter zijde geschoven), rechts boven is palet van quote-engine (6) Schetsen via onderstaand Internet adres. http://people.a2000.nl/ttijen/HvAwww/Raamconcept.htm


7:58 digitaal? niet helemaal! beeld kwijt of beeld kwaliteit

Digitaal full-color kopieerapparaat van Xerox waarop de preview versie van dit rapport gedrukt is. De drukversie heeft in het totaal 192 pagina’s en in nog geen 5 minuten is dat dubbelzijdig gekopieerd in kleur, met een hoge beeldkwaliteit, waarbij de vele kleine plaatjes er veel scherper en doortekender uitzien dan op een beeldscherm. Die hogere beeeld-resolutie kan niet zomaar gerealiseerd worden. Het betekent dat de plaatjes allen, voor zover mogelijk, in een hoge resolutie (met een palet van duizenden kleuren) gescand zijn. De PDF file van de hoogwaardige printversie is ook aanzienlijk groter in omvang, bijna 250 MegaByte, tegenover minder dan 10 MB voor deze beeldschermversie. Ook de kosten van deze drukmethode zijn nog aanzienlijk, alhoewel het vrijwel zeker is dat daar verandering in gaat komen. Oplossend vermogen oftewel resolutie is lastig te begrijpen. Dit heeft verschillende redenen. Een daar van is dat hier drie verschillende beroepswerelden elkaar ontmoeten met de nodige digitale spraakverwarring: fototgrafie, drukken, computer. Ieder gebruikt net iets andere maateenheden en termen, zoiets als het heen en weer reizen tussen drie grenslanden met verschillende valuta. Met de wetenschap dat schermresolutie 72 dpi (dots per inch) is en drukkwaliteit van beeld een scanresolutie van 300 dpi vergt ben je er nog lang niet. Er zijn ook vele soorten beeldformaten, vaak met beeldcompressie om sneller dataverkeer mogelijk te maken. Op het scherm is de verminderde kwaliteit door compressie dikwijls niet tot nauwelijks te zien, maar bij het drukken van grotere formaat beelden valt er vaak een niet meer acceptabel verlies aan beeldkwaliteit te constateren. http://www.xerox.com/go/xrx/products/overview.jsp?id=5800&cat=%2fEquipment%2fCopying%2fProduction&trk=/Copy ing/Production/5800/overview/


Referenties Leren Zamelen ...

De referenties verwijzen allen naar webpagina’s. Door op de blauwe URLs (Internet adressen van webpagina’s) te klikken gaat u direct naar betreffende webpagina (mist uw webbrowser en/of Acrobar reader hiervoor op de juiste wijze ingesteld is. (zie configuratie opties bij een van deze twee programma’s). Door op de gele stip te klikken gaat u weer terug naar de desbetreffende paragraaf in het rapport. De 301 referenties zijn in volgorde van de paragrafen waartoe ze behoren opgeomen in de hier achter liggende lijst. In sommige gevallen staan bij de commentaar regels ook URL adressen, ook deze kunnen aangeklikt worden om direct met de betreffende webpagina verbonden te worden.


1:01:1 een kennisschat voor herlezing en meditatie Foucualt: l’ecrire de soi Ó Een essay over persoonlijke herinneringsobjecten. Een korte versie is verschenen in Artintac nr.5, uitgave van Het Zentrum für Kunst und Medientechnologie in Karlsruhe, 1998. THE ARTS OF ONESELF TWENTY SIX SHORT TALES ON PERSONAL MEMORALIA TEXT BY TJEBBE VAN TIJEN We can even go further back in time to find examples of similar usage of personal notebooks, like 'scrapbooks' and 'poesie albums', in the 'hupomnemata' of the Greco-Roman culture: "One wrote down quotes in them, extracts from books, examples and actions that one had witnessed or read about, reflections or reasonings that one had heard or that had come to mind. They constituted a material record of things read, heard, or thought, thus offering them up as a kind of accumulated treasure for subsequent rereading and meditation." This is part of an article by Michel Foucault, "L'écrire de soi/Self writing", in which he describes how this form of writing an reading was not so much "a narrative of oneself" but a collection of "what one has managed to hear or read" with the aim of "the shaping of the self" and he quotes Seneca on its function: "We should see to it that whatever we have absorbed should not be allowed to remain unchanged, or it will not be part of us. We must digest it; otherwise it will merely enter the memory and not the reasoning power." (p211-213) While writing this essay I am of course constantly confronted with the problem how to find a balance between neatly quoting from others, and reformulating what I have taken from others, but what in my feeling has become something from myself. Often the distinction between the two blur. You can only create yourself through the others, no divine creation out of void, it is more like an endless reconfiguration of what existed already, but there are so many elements that I myself and others might be under the impression that something unique or new has been created. http://www.iisg.nl/~tvt/tijen03.html

eerste datum: 22-02-2000; tj


1:02:1 rijzende en dalende aandacht voor ervaringsleren ervaringsleren = uitproberen Ă“ Vooraf de handleiding lezen of eerst zelf proberen en pas iets opzoeken als je er niet uitkomt. VISIONING ABOUT TECHNOLOGY & LEARNING A number of years ago, I watched a colleague reading a manual for a word processor in depth prior to actually using the word processor. He was getting very frustrated. Finally several of us, who had been involved in the technology world for some time, tried to tell him..."No! No! Manuals were not intended to be read. What you need to do is write something that you want with the word processor, and then if you get hung up, look that specific piece up in the manual." For the sake of discussion I have characterized two different models of instruction and/or learning. Model A is the model we most frequently identify with schools. Model B, on the other hand, may be the model where more "real" learning occurs. As educators is our goal to teach specific content or is it to help students build a foundation for lifelong learning? As learners ourselves, do we want to always have to wait for someone else to organize our instruction so we can learn, or do we need to develop strategies for learning something new on our own? Can there ever be an interaction of how to use Model A and Model B? (...) Learning comes from within the student; Teacher is viewed as an orchestra director, to orchestrate and dispense learning; Teacher is viewed as a facilitator of learning; Classes are teacher-centered; Classes are student-centered; Students are viewed as receivers of knowledge; Students are viewed as active constructors of knowledge; Students are teacher-dependent learners; Students move towards becoming independent learners; Learning is externally controlled, such as weekly quizzes and/or frequent tests; Learning is organized so that students have control over the learning, allows for self-regulation; Conflict and student errors are kept to a minimum; Students learn to deal with conflict and learn from their errors; that is, errors are viewed as part of the feedback system; Learning occurs through feedback of information given; Learning occurs through reflective abstractions, cognitive reorganization--sometimes with flashes of insight; Learning is viewed as linear; Learning is viewed as non-linear; Evaluation is linear, e.g., give (...) http://mailer.fsu.edu/~jflake/AVISION.html

eerste datum: 28-01-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 1x door tj


1:02:1 rijzende en dalende aandacht voor ervaringsleren ervaringsleren: voortdurende verwondering LEARNING Learning is a never-ending process Part of the joy of life is the continuous wonder of learning new things. When you integrate new knowledge with what you already know, you build a deep, richly textured fabric of wisdom that can be applied to make life more satisfying and productive. In other words, knowledge is your key to success. It's surprising how many people lose the ambition to keep on learning once they finish formal schooling. The fact is that school (including college) teaches you HOW to learn but only gives you an initial load of facts and skills. There is so much more to know! (...) "All human beings, by nature, desire to know." -Aristotle "Anyone who stops learning is old, whether twenty or eighty. Anyone who keeps learning today is young. The greatest thing in life is to keep your mind young." -Henry Ford (...) More on "Learning how to Learn" "The only person who is educated is the one who has learned how to learn ‌ and change." -Carl Rogers "In a world that is constantly changing, there is no one subject or set of subjects that will serve you for the foreseeable future, let alone for the rest of your life. The most important skill to acquire now is learning how to learn." -John Naisbitt "‌ in the world of the future, the new illiterate will be the person who has not learned how to learn." -Alvin Toffler "Knowledge has three degrees - opinion, science, illumination. The means or instrument of the first is sense; of the second, dialectic; of the third, intuition." -Plotinus A brief thank you to my readers: "To read a writer is for me not merely to get an idea of what he says, but to go off with him, and travel in his company." -Andre Gide (1903. http://www.herbaldave.com/HELP/Better_Business_Building/learning.htm

eerste datum: 05-03-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 1x door tj


1:02:1 rijzende en dalende aandacht voor ervaringsleren ervaringsleren: actiever en zelfstandiger HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM ... Studievaardigheden Een groot aantal projecten dat zich richt op het onderwijsprogramma in de propedeuse heeft centrale begrippen als 'zelfstandig leren' en 'leren leren'. Vaak gaat het dan om de introductie van intensieve onderwijsvormen waardoor studenten actiever en zelfstandiger met de leerstof aan het werk gaan. Om dit goed te kunnen is het van belang dat de student vaardigheden aanleert zoals het zoeken naar informatie, het schrijven van werkstukken en het voorbereiden van tentamens. In veel projecten worden deze vernieuwingen ondersteund door het invoeren van ICT-toepassingen en het scholen van docenten die met deze veranderingen een andere rol krijgen in het onderwijsproces. De Hogeschool van Amsterdam gaat in het project 'Ontwikkeling module Introductie, mediatheek en informatiebronnen' een interactieve courseware module realiseren die verplicht wordt voor alle eerstejaars studenten. In deze module, die wordt afgesloten met een toets, leren studenten om gericht informatie te zoeken in de mediatheek van de hogeschool. De Universiteit Utrecht ontwikkelt met het project 'Doelmatig studeren in een geïntegreerd propedeuseprogramma' (Ruimtelijke Wetenschappen) tal van activiteiten in de vernieuwde basisopleiding. Tutorials (kleinschalige studiegroepen) worden ingevoerd om een regelmatig studieritme te stimuleren en zelfstudiepaketten worden ontwikkeld bij de cursussen. Docenten worden getraind in het hanteren van activerende werkvormen. Ook worden studieonderdelen inhoudelijk geïntegreerd en worden korte projectmatige activiteiten opgezet om de motivatie en oriëntatie te bevorderen. Dit alles wordt gezien als een fase in een continu proces van kwaliteitsverbetering. http://www.minocw.nl/onderwij/ho/1999/3000x/2.htm

eerste datum: 09-04-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 1x door tj

1:02:1 rijzende en dalende aandacht voor ervaringsleren oude wijn in een nieuwe fles Ó Gevonden op de webpagina van het Belgische Mater Dei Gooreind, anno 1999, ook dit wordt gepresenteerd als zijnde “leren leren”, een gospe. 8.1. LEREN LEREN Lees en leer in het begin van het schooljaar de INHOUDSTABEL van elk handboek -Maak eerst je werken, je taken; leer dan pas de lessen voor de volgende dag. -Leer je les minstens tweemaal op verschillende dagen. Kijk wat er van rest. Wat niet rest leer je nogmaals. -Leer graag. Denk steeds dat je iets bijleert dat vandaag of morgen voor jou van pas komt. GEEF JE LERAAR EEN GOEDE INDRUK VAN JOU -Ga op tijd naar de klas, sta tijdig en rustig in de rij. -Leg je gerief ordentelijk en vooraf klaar. -Probeer mee te werken door te antwoorden, een vraag te stellen. -Zit rustig op je stoel. -Speel niet met een pen of ... terwijl de leraar praat. ga desnoods op je handen zitten. -Vraag beleefd om meer uitleg als het niet duidelijk is. -Dank je leraar als hij uitleg geeft of verduidelijkt. -Wees geen aandachttrekker of rustverstoorder. -Verbeter steeds de fouten netjes; geen gekrabbel, wel correctievloeistof. -Begin je boeken niet bijeen te pakken of je gereed te maken als de leraar nog aan het praten is. -Hoe moeilijk alles ook moge weze, probeer minstens je best te doen. http://pi1093.kub.nl/~guilk/8_1.htm

eerste datum: 09-04-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 2x door tj


1:02:1 rijzende en dalende aandacht voor ervaringsleren ervaringsleren: voortdurende verwondering LEARNING Learning is a never-ending process Part of the joy of life is the continuous wonder of learning new things. When you integrate new knowledge with what you already know, you build a deep, richly textured fabric of wisdom that can be applied to make life more satisfying and productive. In other words, knowledge is your key to success. It's surprising how many people lose the ambition to keep on learning once they finish formal schooling. The fact is that school (including college) teaches you HOW to learn but only gives you an initial load of facts and skills. There is so much more to know! (...) "All human beings, by nature, desire to know." -Aristotle "Anyone who stops learning is old, whether twenty or eighty. Anyone who keeps learning today is young. The greatest thing in life is to keep your mind young." -Henry Ford (...) More on "Learning how to Learn" "The only person who is educated is the one who has learned how to learn ‌ and change." -Carl Rogers "In a world that is constantly changing, there is no one subject or set of subjects that will serve you for the foreseeable future, let alone for the rest of your life. The most important skill to acquire now is learning how to learn." -John Naisbitt "‌ in the world of the future, the new illiterate will be the person who has not learned how to learn." -Alvin Toffler "Knowledge has three degrees - opinion, science, illumination. The means or instrument of the first is sense; of the second, dialectic; of the third, intuition." -Plotinus A brief thank you to my readers: "To read a writer is for me not merely to get an idea of what he says, but to go off with him, and travel in his company." -Andre Gide (1903. http://www.herbaldave.com/HELP/Better_Business_Building/learning.htm

eerste datum: 25-04-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 1x door tj


1:03:1 de school als werkplaats speels leren Ó Citaten uit de “Didactica Magna” van Comenius gepubliceerd in het Latijn in 1657 in Amsterdam, ontleend aan de Engelstalige uitgave van de UNESCO uit 1957 onder redactie van Piaget (Classics in Education no.33). Deze citaten zijn te vinden op de website van de Maatschappij voor Oude en Nieuwe Media in Amsterdam waar de installatie Orbis Pictus Revised van Milos Vojtechovsky en Tjebbe van Tijen in 1996 tentoongesteld werd. ORBIS PICTUS @ DE WAAG learning from experience- Therefore in schools let the pupils learn to write by writing, to speak by speaking, to sing by singing... [p.12] -examples must precede rules () acting first and only afterwards reflecting on the circumstances of the action, examples cannot be deduced from a rule unless the rule is understood, but under- standing of the rule derives from the retroactive organization of examples already utilized in spontaneous practice [p.12] (...) -explaining words through things- '..when instruction is given in any language, even in the mother-tongue itself, the words must be explained by reference of the objects that they denote; and contrariwise, the scholars must be taught to express in language whatever they see, hear, handle or taste, so that their command of language, as it progresses, may ever run parallel to the growth of the understanding.' [p.86/87] -playful learning- '...it will be of immense use, if the amusements that are provided to relax the strain on the minds of the scholars be of such a kind as to lay stress at the more serious side of life, in order that a definite impression may be made on them even in their hours of recreation. For instance, they may be given tools, and allowed to imitate the different handicrafts, by playing at farming, at politics, at being soldiers or architects, etc.' [p.89. http://www.waag.org/orbpic/OP_outline/OP_quotations.html

eerste datum: 09-04-2000; tj

1:03:4 de school als werkplaats CV Koningin Beatrix Ó Citaat ontleend aan de webpagina van het Nederlands Koninklijk Huis. DE KONINGIN EN LEDEN VAN HET KONINKLIJK HUIS In Canada bezocht de Prinses na de kleuterschool het lager onderwijs. Na terugkeer in Nederland vervolgde zij het lager onderwijs op De Werkplaats, de school van onderwijsvernieuwer Kees Boeke, te Bilthoven. In april 1950 werd Prinses Beatrix leerlinge van het Incrementum, een dependance van het Baarns Lyceum, waar zij in 1956 het eindexamen gymnasium-A met goed gevolg aflegde. http://www.koninklijkhuis.nl/koninklijkhuis/leden.html?koningin.html

eerste datum: 16-03-2000; laatste: 21-03-2000; bezocht: 1x door tj


1:03:5 de school als werkplaats zoals in Reggio.. STEPS TOWARD TEACHING THE REGGIO WAY by Joanne Hendrick (Editor) (...) The first book of its kind on the market, this timely, hands-on guide examines how real teachers in real schools are working to grasp the principles of the Reggio Emilia Approach and apply them in their every day classroom settings. Written for practicing and future teachers by leading advocates of the Reggio philosophy, it explores the most essential features of this emergent constructivist and Italian curriculum by combining discussions of Reggio concepts with examples of their application in American schools. From the Back Cover (...) Written in simple, clear language by foremost American and Italian authorities in the field, the book answers the burgeoning need for information on this emergent, inquiry-based, project approach philosophy in early childhood education. Offering practical, real-life examples and advice, it shares experiences of ordinary teachers working to apply the Reggio Approach in their own classrooms, and demonstrates its wide applicability by discussing its implementation in a variety of teaching settings - including preschool, elementary school, with inner city children, in children's museums and more. College professors and practicing teachers in Early Childhood, Education or Home Economics. http://www.amazon.com/exec/obidos/ts/book-reviews/0134373022/102-2046106-1500847#013437302232 00

eerste datum: 10-02-2000; tj


1:03:5 de school als werkplaats constructionist learning Ó Een nieuwe term voor een oud begrip ‘constructionist learning’ E&L THEMES Learning through Design Our research is guided by the constructionist theory of learning. Constructionism asserts that knowledge is not simply transmitted from teacher to student, but is actively constructed by the mind of the learner. Moreover, constructionism suggests that learners are particularly likely to create new ideas when they are actively engaged in making external artifacts that they can reflect upon and share with others. In our research, we develop new technological tools to support children as designers -- for example, helping them create their own video games, robots, and simulations. The projects also probe how and what children learn through the process of designing and making. Learning in Communities Much of our research focuses on the social nature of thinking, recognizing that how people think and learn is deeply influenced by the communities and cultures with which they interact. Our research projects explore how new technologies and new media can change relationships within existing communities (such as urban neighborhoods), while also encouraging the development of new types of "virtual" communities over computer networks. The projects also examine the development of communities among teachers, and the development of "communities of learning" within individual classrooms. Learning about Systems Ideas about systems are important in a wide range of sciences, engineering, and social sciences. New computational media are significantly altering how researchers study and think about systems, while also making systems ideas more accessible to younger students. Our research projects probe how students think about systems concepts (such feedback and self-organization), and demonstrate new ways for students to learn about such concepts. Among the projects are several "construction kits" that allow children to create (and experiment with) animal behaviors, either on the computer screen or with LEGO "creatures. http://lcs.www.media.mit.edu/groups/el/elthemes.html

eerste datum: 29-03-2000; tj


1:03:5 de school als werkplaats constructionist learning ADVENTURES IN LEARNING: CONSTRUCTIVISM Definition: A philosophy of learning that is founded on the premise that we all construct our own understanding of the world we live in, through reflection on our experiences. We use the "rules" and "mental models" we generate in this process to make sense of experience. Learning is the process of adjusting our mental models to accomodate new experiences. Discussion: Constructivism has several guiding principles: 1) Learning is a search for meaning. Therefore, learning must start with the issues around which students are actively trying to construct meaning. 2) Meaning requires understanding wholes as well as parts. Parts must be understood in the context of wholes. Therefore the learning process focuses on primary concepts, not isolated facts. 3) In order to teach well, we must understand the mental models that students use to understand the world, and the assumptions that support those models. 4) The purpose of learning is to construct one's own meaning, not to have the "right" answers by repeating someone else's meaning. Learning in inherently inter-disciplinary, and the only valuable assessement of learning is assessment that is part of the learning process and that provides students with information on the quality of their learning. Implications For: Curriculum: Elimination of standardized curriculum; more use of curricula customized to the prior context of students; use of raw data and primary sources; emphasis on working on real problems. Instruction: Focus on making connections and creating new understandings; shifting of teaching strategies based on student responses; extensive student-student dialogue; open-ended inquiry; focus on making the student process of analyzing, interpreting, predicting and synthesizing visible. Assessment: Elimination of grades and standardized testing; assessment as part of the learning process, "in the service of the learner"; more student responsibility for self-assessment. Reading: Jacqueline and Martin Brooks, The Case for Constructivist Classrooms. http://picce.uno.edu/SS/Theory/Construc.html

eerste datum: 09-04-2000; tj


1:05:1 samenhang van betekenissen laten zien kijken en aanwijzen - aanraken en voelen ORBIS PICTUS REVISED The exhibition is based on the book Orbis Sensualium Pictus (the world explained in pictures) by Comenius. The first version was published in 1658 in N¸rnberg in a German/Latin edition. Comenius is the Latin name of Jan Amos Komensky?, born in Nivnice near Uhersky? Brod in Moravia 1592, deceased Amsterdam 1670 and buried in Naarden. The Orbis Sensualium Pictus is a playful and visual textbook to learn Latin and other languages. It summarizes the whole world in hundred and fifty pictures (tableaus) with titles (nomenclature) and numbers that point to words that are set in short sentences. Almost two thousand words and notions are explained for children in this compact little book. In the past three centuries more than two hundred editions in twenty six languages, that used the Orbis Sensualium Pictus as a model, have been published. Things, phenomena and notions are shown in the seemingly natural context of landscapes, still lifes, schemes or allegoric images. Most of the tableaus represent concrete and tangible things. The seventeenth century tableaus look like modern computer screens with 'hot spots' that can be clicked with a mouse or be touched to set an event in motion. The exhibition Orbis Pictus Revised joins this seventeenth century 'multi media' book with today's modern technology. The exhibition has three parts: Associative assemblages Looking and Pointing Touching and Feeling. http://people.a2000.nl/ttijen/OPR/OPRWAAGE.HTM

eerste datum: 09-04-2000; tj

1:06:1 sinnepoppen en clipcultuur voorbeeld 17e eeuws Nederlands embleem Ó De sluis als allegorie, ‘sinnepop’, voor het lozen van het kwade ...denk bijvoorbeeld aan de affaire Bram Peper... HONDERD HOOGTEPUNTEN UIT DE KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK Roemer Visscher. Sinnepoppen. Amsterdam, Willem Jansz, 1614. 4º oblong. 341 C 4, p. 19 (...) Het embleemboek was een geliefd genre in de zestiende en zeventiende eeuw: op elke bladzijde een plaatje, een spreuk, en een (meestal berijmde) toelichting. Geen van die drie elementen kon worden begrepen zonder de andere twee. (...) Het hier afgebeelde embleem stelt een Hollandse sluis voor, die het water ‘exonerat & arcet’ (loost en weert), zoals een ‘vroom vorst 't landt suyvert van gheboeft, door justitie. http://www.kb.nl/kb/100hoogte/hh-im/hh047.html

eerste datum: 21-03-2000; tj


1:06:2 sinnepoppen en clipcultuur van beeld naar tekst Ó Klik op een plaatje in de flowchart (stroomdiagram) om naar een bepaald argumen te gaan en druk weer op het plaatje bij de tekst om terug te gaan naar het overzicht. Dit is een webversie van een artikel in het Japanse tijdschrift “10+1”, Octobre 1995, van Tjebbe van Tijen. OVERVIEW MAP OF ARTICLE FOLLOW THE TRAIL OF VISIONS LOOK AT THE SKY AND REDRAW THE MAPS A WORLD OF CREATURES STILL DWELLS IN YOUR MIND SO DRAW A LINE AND STEP OVER IT (...) Maps are representations that facilitate a spatial understanding of things, concepts, conditions, processes or events in the human world. The representation techniques used can vary from graphic arts and spatial models to poetry, songs and dance. Maps not just reproduce geophysical realities, but can also transmit the shape of sacred space and the realms of fantasy and myth as explored by the inward eye. http://people.a2000.nl/ttijen/Maparticle/0map.htm

eerste datum: 09-04-2000; laatste: 19-04-2000; bezocht: 1x door tj

1:06:2 sinnepoppen en clipcultuur visualisatie van informatie Ó Site van academicus Matthew G. Kirschenbaum die een studie schreef over ‘on-line’ publiceren van proefschriften en zich met name interesseerde voor de wisselwerking tussen gebruik van beeld en tekst en de veranderingen die nieuwe media daar in kunnen brengen. Zeer waardevolle signaleringen, ondanks de wat warrige opmaak van de webpagina’s. LOOKSEE: RESOURCES FOR IMAGE-BASED HUMANITIES COMPUTING JPEG 2000 Wavelets Wavelet Demo Digital Imaging Group Image Data Research Medical Imaging LizardTech MediaLoom Virage Blobworld Visual Semiotics HyperIconics Inote and ImageSizer Metadata Workshop Introduction to Imaging. (...) LOOKSEE's long-term goal is to serve as a community focal point for the collaborative development of open source image analysis tools. http://www.rch.uky.edu/~mgk/looksee/

eerste datum: 09-01-2000; laatste: 29-03-2000; bezocht: 3x door tj


1:06:2 sinnepoppen en clipcultuur ontsluiting van inhoud met gebruik van beeld COMPUTATIONAL EXPRESSIONISM: Computational Expressionism: An Environment of Tools For Generating Emergent Drawings Joanna Berzowska Thesis proposal for the degree of Master of Science Massachusetts Institute of Technology January 1997 (...) Tools for the creation of digital art are still modeled, to a great extent, on preceding media and technologies. They revolve around direct metaphors from studio arts. As such, they are restricted, and they restrict the kind of expression we can produce with computation. I propose to construct an environment for the creation of expressive content that is an extension of traditional digital drawing tools. I want to exploit more fully certain affordances of computation: interactivity, dynamism and emergent behavior of many "smart" graphical objects. The individual drawing tools will expand on the traditional ideas of line making (the direct mapping of a linear motion to the display of a corresponding graphic) and the literal metaphors of pencil, brush and paint bucket. (...) Drawing And Painting Interfaces To Everyday Applications I see potential in the use of digital art tools in performing tasks such as authoring or browsing of content. A close relationship with content can be achieved using elements of traditional drawing and painting, so that users perceive and express with line, shape, color, dynamism and other vocabulary from the art world. Searches on the web, for example, can be refined using gestural underlining or crossing out of search terms, as opposed to the conventional check-boxes. Choreographed Interfaces Another future application is the creation of contrived, choreographed structures which exist at the intersection of art and design. These would consist of creative mappings of action and reaction, interfaces that span different disciplines. Can shape grammars be used to navigate text? Can color be used to navigate news? Can we make a typewriter that uses shape and color to signify the different characters, and can this can evolve a choreography of painting for text input? The example below shows an early prototype of generating text through color composition. The selection of the color palette on the left is an important first step in the design process. http://www.media.mit.edu/people/joey/proposalHTML/index.html

eerste datum: 25-01-2000; laatste: 21-03-2000; bezocht: 1x door tj

1:07:1 met 'de media' kunnen 'lezen en schrijven' Universiteit Twente: studenten portfolio Ă“ De leuke vriendin en de laatste vakantie .. . vluchtige informatie misschien, maar wel een open en persoonlijke benadering. NEW PAGE 5 Portfolio In mijn portfolio kun je informatie over mij vinden (als je dat wilt). Het is een soort visitekaartje. Mijn portfolio heb ik opgedeeld in de volgende delen: Me (informatie over mijn dagelijks leven) Curriculum vitae Positieve Bit-skills Negatieve Bit-skills (...) Me Waar zal ik beginnen. Er is wel het een en ander te vertellen. Ten eerste dat ik een hardstikke leuke vriendin heb, Ellen. We zijn al vanaf 11 april 1998 bij elkaar en alles gaat erg goed tussen ons. Zoals bijvoorbeeld de vakantie. We zijn naar Lido di Jesolo geweest (in Italie, vlakbij Venetie). Daar hebben we bijna drie weken van de zon, het strand, de zee en natuurlijk elkaar genoten. Ook hebben we elkaar nog beter leren kennen. Ik heb nu al zin in volgend jaar... dan is de bestemming Frankrijk. Tot dan toe moeten we het met de weekenden doen. Gelukkig zie ik haar door de week de laatste tijd wat vaker, want zij is dit (school)jaar begonnen met haar studie op het HBO in Enschede. http://home.student.utwente.nl/h.j.top/me.htm

eerste datum: 07-02-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 2x door tj


1:07:1 met 'de media' kunnen 'lezen en schrijven' Universiteit Twente: studenten portfolio Ă“ Link op 2 februari 2000 gemaakt en op 2 april 2000 al niet meer terug te vinden: Error 404... WELKOM OP DE HOMEPAGE VAN 4TRESS Even voorstellen Mijn naam is AndrĂŠ du Croix en ik ben in 1980 geboren te Alkmaar. Mijn ouders woonden destijds in Castricum, alwaar ik opgegroeid ben. Basisschool en middelbare school waren ook allebei in het kustplaatsje aanwezig. Op die middelbare school, het Bonhoeffercollege, heb ik mijn gymnasiumdiploma in 6 jaar behaald met als eindexamenvakken Nederlands (7), Engels (7), Natuurkunde (8), Wiskunde A (8), Wiskunde B (7), Economie 1 (8), Economie 2 (8) en Latijn (6). Met dat gymnasiumdiploma op zak moest ik eens gaan bekijken wat ik ging doen met de rest van mijn leven. Al snel had ik vastgesteld dat ik opleiding erg belangrijk vond. Doorleren dus, en wel op academisch niveau. Mijn keuze is gevallen op BedrijfsInformatieTechnologie aan de Universiteit Twente, vanwege de breedheid van de studie en de sfeer van Enschede. Bovendien sluit BIT goed aan bij mijn grote interesse in computers. Mijn ouders wonen nog steeds in Castricum, in hetzelfde huis waarin ik altijd gewoond heb. Aangezien Twente een redelijk eind reizen is van Castricum woon ik nu op mezelf in Enschede. Heb ik dan alleen in de schoolbanken gezeten? Nee, ik heb ook wat om me heen gekeken. Ik had verschillende vakantiebaantjes, waaronder tweemaal bij Deltakabel Telecom. Dat is het ingenieursbureau waar mijn vader afgelopen paar jaar werknemer van was. Ik heb daar verschillende taken gehad, onder andere het programmeren van software-chips en verschillende logistieke taken. Op het VWO vond ik tijdens het examenjaar dat ik wel eens wat anders erbij kon gaan doen. Ik ben toen in de jaarboekcommissie gestapt. Ook tijdens mijn eerste jaar op de UT heb ik iets buiten mijn studie gedaan. Zo heb ik meegeholpen met de voorlichtingsdagen en met de ExamenChat. Om een indruk te geven van mijn kwaliteiten zal ik enkele sterke en zwakke punten van mijzelf bespreken. Deze punten zijn gebaseerd op een selectie van vaardigheden uit het boekje BIT-Skills van Dr. Oosterhuis-Geers. In dat boekje zijn ook de criteria van die vaardigheden te vinden. Ik heb mij in mijn selectie beperkt tot Managementvaardigheden, omdat ik mijn kwaliteiten in de Bedrijfstechnische vaardigheden mijns inziens nog niet voldoende (...) http://wwwedu.cs.utwente.nl/~bitip004/Andre/andre.html

eerste datum: 07-02-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 1x door tj


1:07:1 met 'de media' kunnen 'lezen en schrijven' Univeristeit Twente: studenten portfolio PIETER GUIS In deze portfolio probeer ik mij zo goed mogelijk te profieleren door mijn sterke en zwakke kanten aan het licht te brengen. Een aantal vaardigheden die speciaal van toepassing zijn voor succesvolle BITters heb ik daarom voor mij persoonlijk geevalueerd. Aangezien ik nog aan het begin van de opleiding BIT sta zijn veel van de BIT-vaardigheden nog niet praktisch aan de orde gekomen. Zij zullen dan ook niet worden geevalueerd. School & Werk Na de basisschool te hebben afgerond ben ik in 1992 aan het VWO begonnen. Op het VWO heb ik examen gedaan in de volgende vakken: Nederlands, Engels, Aardrijkskunde, Economie I, Wiskunde B, Natuurkunde en Scheikunde. Op dit moment studeer ik Bedrijfsinformatie technologie aan de Universiteit Twente, waar ik in september aan mijn doctoraal hoop te beginnen. Sinds 1 september 1995 werk ik in de weekenden als schoonmaker in een timmerfabriek en sinds november 1996 bezorg ik het weekblad Autonieuws. Verder ben mede-eigenaar van Twente Online, een bedrijf dat zich bezig houd met het ontwerpen, bouwen en hosten van internetpagina's voor bedrijven en instellingen. (...) Informatie verzamelen met oude en nieuwe technieken De vaardigheid in het verzamelen van informatie is eigenlijk pas dit jaar op gang gekomen. Sinds het begin van dit studiejaar werk ik veel met internet en heb ik veel ervaring opgedaan in het zoeken op internet. Een speciale bijdrage heeft het AIT-project daar aan geleverd, daar heb ik geleerd hoe ik zoekmachines efficient kan gebruiken en de juiste informatie snel kan vinden zonder te verdrinken in de zee van informatie. Ook heeft dit project een grote bijdrage geleverd aan het zoeken m.b.v. oudere bronnen, zoals catalogi, bibliografieen, thesauri en trefwoordenlijsten. Kortom, ik heb ervaring opgedaan in het methodisch zoeken naar literatuur. De zoekactie tijdens dit project is echter de enige methodische zoekactie die ik ooit heb gedaan dus van grote vaardigheid ik zeker geen sprake. Ik weet ongeveer wat de mogelijkheden zijn, en hoe je ze ongeveer kunt gebruiken maar dan houdt het ook wel op. Dit ga ik verbeteren door bewust methodisch te zoeken naar informatie als ik die nodig heb voor een bepaald project of (...) http://home.student.utwente.nl/p.guis/

eerste datum: 07-02-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 2x door tj

1:07:1 met 'de media' kunnen 'lezen en schrijven' Technische Hogeschool Delft: studenten portfolio Ă“ Een portfolio met een heel eigen stijl, sterk beeldend met weinig tekst, uitzonderlijk! Er was ook een Emailadres bij van de maakster, maar het briefje dat ik haar probeerde te sturen, kwam onbestelbaar terug. Voor continuiteit van de Emailadressen is door de TH Delft NIET gezorgd! VORMSTUDIE INDEX PORTFOLIO NOLDA GRIFFIOEN In the spotlight portfolio Nolda Griffioen Ik ben in 1993 direct na de middelbare school hier komen studeren. Naast de liefde voor muziek en in het bijzonder cello spelen is tekenen, knutselen en freubelen altijd een grootte hobby van me geweest. Als kind wilde ik al uitvinder worden, maar volgens mijn moeder was daar geen studie voor. Nu blijkt vormstudie 3 toch een heel eind aan deze behoefte tegemoet te komen. U kunt in mijn portfolio de strijd met het materiaal en het wordingsproces van een aantal kledingstukken meemaken. Mijn E-mail adres is: io278742@student.io.tudelft.nl. http://www.io.tudelft.nl/education/vormstudie/portfolio/nolda/index.htm

eerste datum: 07-02-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 2x door tj


1:07:1 met 'de media' kunnen 'lezen en schrijven' WestBrabantNet: studenten homepagina Ó Voorbeeld van een zeer minimale homepage van een studente op WestBrabantNet. MIJN EERSTE HOMEPAGE Dit is mijn eerste homepage dus wees niet te kritisch Hoi ik ben Sandra, 23 jaar en bijn bijna afgestuurd als Bestuurlijk Informatiekundige. Ik sport (voetbal) en ga graag stappen. Dit is mijn eerste homepge en ik weet dat hij nog niet perfect is (nog lang niet) maar al doende leert men, dus moet je over een tijdje eens kijken! Favorite Links Homepage KUB Mijn stageplek De provider You can reach me by e-mail at: savanti@westbrabant.net This page was created using WEB Wizard Version 1.1 Copyright © 1995 ARTA Software Group and David P. Geller. http://home.concepts.nl/~savanti/

eerste datum: 22-02-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 3x door tj

1:07:1 met 'de media' kunnen 'lezen en schrijven' Universiteit van Amsterdam: studenten homepage Ó De UvA faciliteert eigen home pagina’s voor studenten. CURSUS HTML - PUBLICEER JE HOMEPAGINA publiceer je homepage [Home] propedeuse communicatiewetenschap 1999-2000 Iedere propedeuse student CW kan een eigen homepage op de server van de UvA zetten. Je adres wordt: http://home.student.uva.nl/voornaam.achternaam Je voor- en achternaam moeten gelijk zijn aan die van je student mail-account. Ook je usernaam (collegekaartnummer) en password om je homepagina te beheren zijn gelijk aan die van je mail-account. Hoe gaat het in zijn werk? [Let op: dit geldt voor Netscape Communicator. http://edu.pscw.uva.nl/cw/propedeuse/home.html

eerste datum: 22-02-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 1x door tj

1:07:1 met 'de media' kunnen 'lezen en schrijven' Hogeschool v/d Kunst Utrecht: studenten portfolio Ó Kunst- en vormgevingsstudenten die leren met de nieuwste Internet technieken om te gaan zijn beter in staat hun informatie te visualiseren. Dit is zo’n voorbeeld. Klik op de boekenplank en dan op de boeken om een aardig voorbeeld te zien van gelezen boeken. Wel mist deze site (misschien was dat nog niet de bedoeling) tekst informatie en zijn ook geen ‘meta-tags’ meegeven zodat de inhoud van de site voor zoekmachines nauwelijks zichtbaar is. HANS BEEKHUIJZEN http://www2.hku.nl/%7Ehans1/

eerste datum: 16-03-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 2x door tj


1:07:1 met 'de media' kunnen 'lezen en schrijven' Hogeschool v/d Kunst Utrecht: studenten portfolio Ó Voorbeeld van studentenpagina waar zonder veel onnodige muisklikken een goede indruk gegeven wordt van studieprojekten en het leerproces. WERK CAROLIEN BMT-1 Op deze pagina vindt je een overzicht van het werk van Carolien van Herrikhuyzen. Geen filmpjes, maar storyboardjes met tekst en uitleg. Wanneer ik weer iets nieuws gemaakt heb zet ik het er zo snel mogelijk op. http://www2.hku.nl/~carolien/pag.1.html

eerste datum: 16-03-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 2x door tj

1:07:1 met 'de media' kunnen 'lezen en schrijven' Hogeschool v/d Kunst Utrecht: verwijspagina Ó Ik heb ze niet geteld... maar er zijn er zeker meer dan 100.. en dit is een sprekend voorbeeld van een enormn gemis aan informatie ... wat moet je nu met zo’n waslijst van namen en projektnamen, die enkel voor insiders betekenis kan hebben? Informatie over informatie is wat er mist en dan een visualisatie daarvan. Het is een uitdaging om daar een oplossing voor te vinden! HKU - UTRECHT SCHOOL OF THE ARTS Welcome at the student homepages overview. A-F 1 The Seventh Project Martin Kool DMD1 1 Yannis Homepage 1OO11 1O1O 1O1 1OO1 1O1OO 1O1 binary encoding 1dcrdcr 2d Graphic Design 3D scriptie 44 File Not Found 44 Not Found 4D Nomadic Design by Carl Giesberts ALEXANDRA~MANDRAGORA A1 Alexander Lentjes AIRJOHN ANIMATION IN PRAGUE ARRI index van niX Aaah Aahhhhh Absurdity Adindaartwork Alicia Lee Muller Als De Almen Wuiven Kaas Als je honger hebt? Always on Top Anne IDK34 25 ml Interaction Design Applemoose. http://www2.hku.nl/hp.cgi

eerste datum: 16-03-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 4x door tj


1:07:1 met 'de media' kunnen 'lezen en schrijven' EFA Amsterdam: test portfolio Ó Voorbeedlpagina van het portfolio projekt van de EFA, bladzijde met CV. EFA - PORTFOLIO VOORBEELD Naam: Eduard de Ridder Adres: Boeweg 12 Postcode en woonplaats: 1943 JN Beverwijk Telefoonnummer: 0251-222417 Geboortedatum: 6/4/1979 E-mail: krakts@open.net / ridder07@efa.nl Persoonlijke homepage: Bezoek mijn Thuisbladzyde of mijn internetkrant Opleidingen en diploma's: Ik heb zowel de MAVO als de HAVO gedaan op het Berlingh College te Beverwijk. Nu ben ik bezig met de opleiding leraar geschiedenis tweede graad op de EFA te Amsterdam. Ik ben in het bezit van zowel een MAVO (1995) als een HAVO (1998) diploma. Leerpraktijken: ik heb in het eerste jaar een acht weken durende stage gelopen op het Vellesan College. Deze stage was oriënterend van aard. Voor meer informatie betreffende deze stage kan mijn STAGEVERSLAG bekeken worden. Werkervaring: Beverwijkse bazaar; hier heb ik drie jaar part-time gewerkt als afbouwer en soms ook overdag. Komart, distributiecentrum; hier heb ik gedurende de periode van een half jaar part-time gewerkt als orderverzamelaar. Bakkerij Vlaar; hier werk ik soms part-time in opdracht van een uitzendbureau. Lekkerland, distributiecentrum; hier heb ik gedurende de periode van een half jaar part-time gewerkt als orderverzamelaar. We Beverwijk; hier heb ik gedurende de periode van een maand part-time gewerkt. EFA; soms werk ik in opdracht voor de EFA. Ik heb bijvoorbeeld meegeholpen met de open dagen in de vorm van het begeleiden van HAVO-4 leerlingen. Tevens werk ik mee aan het portfolio-project. Ik heb gedurende zeven maanden bij de Gamma in Beverwijk gewerkt. Ik was daar hulp-verkoop. Op dit moment werk ik als part-time medewerker bij de portfolio-helpdesk op de EFA. Vrije tijd: Ik sta soms vol overgave op mijn skateboard, speel in twee hardcore bandjes (gitaar), hou erg van computeren en bezit een grote liefde voor de meest uiteenlopende muzieksoorten. http://portfolioinfo.efa.nl/nl/voorbeeld/eduard.html

eerste datum: 31-03-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 2x door tj

1:07:1 met 'de media' kunnen 'lezen en schrijven' Hogeschool v/d Kunst Utrecht: studenten portfolio Ó Hogeschool voor de Kunst Utrecht Voorbeeld van te veel aan (HTML) techniek en te weinig (vindbare) inhoud. Kleuren, lettertypen en naamloze ‘roll-overs’ en in te veel stukken geknipte informatie. Deze pagina vond ik als link op de EFA site van voorbeelden van portfolio projekten bij andere onderwijsinstellingen. R-A-B.NET: PORTFOLIO V2.0 - ARNOUD BOEKHOORN http://www2.hku.nl/~arnoud1/

eerste datum: 31-03-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 1x door tj


1:07:1 met 'de media' kunnen 'lezen en schrijven' Hogeschool v/d Kunst Utrecht: studenten portfolio Ó Hogeschool voor de Kunst Utrecht Voorbeeld van een subpagina van de portfolio van Jurriaan Schalken, student Digital Media Design. Een heldere opzet die direkt een indruk geeft van wat deze student gedaan heeft. JURRIAAN SCHALKEN DIGITAL MEDIA DESIGN I am a student Digital Media Design at the Utrecht School of Arts, Faculty Art, Media and technology. On this site you'll find projects of mine for DMD. It will be regularly updated. You can choose a subject on the left. http://www.audio-graphic.demon.nl/work/dmd.html

eerste datum: 31-03-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 2x door tj

1:07:2 met 'de media' kunnen 'lezen en schrijven' media-kennis als basisvaardigheid Ó Voorbeeld van een on-line lespakket van de Universiteit van Leiden. SYLLABUS GRONDSLAGEN ALFA-INFORMATICA 1999-2000 1.inleiding - besturingssystemen en computertoepassingen 2.tekst en tekstverwerking 3.electronisch publiceren 4.electronische post 5.hypermedia 6.webbrowsen 7.spraak 8.digitale beeldverwerking 9.algoritmiek en programmeren 10.programmeren en macro's 11.statistiek 12.databases en gegevensverwerking 13.databases. http://www.let.leidenuniv.nl/baai/gsl/syll.htm

eerste datum: 08-04-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 1x door tj

1:07:2 met 'de media' kunnen 'lezen en schrijven' ontwikkelen van basisvaardigheden Ó Technische Universiteit Eindhoven. TOINE ANDERNACH Toine Andernach is sinds 1 januari 1999 werkzaam als docententrainer bij het OSC en gedetacheerd als opleidingsonderwijskundige bij de opleiding Informatica. Als docententrainer adviseert en begeleidt Toine docenten en ontwikkelt en verzorgt hij didactische trainingen, met als speciaal aandachtsgebied het gebruik van ICT in het onderwijs van de TUE. Workshops die op dit moment worden verzorgd zijn Didactisch gebruik van Internet en Het verzorgen van een software-demonstratie. Aan de ontwikkeling van twee workshops wordt nog gewerkt: het begeleiden van studenten die leren werken met software en het schriftelijke instructies voor software-gebruik. Toine is ook betrokken bij de cursus Theatervaardigheden in het onderwijs en bij de ontwikkeling van OGO-trainingen. Als opleidingsonderwijskundige bij de opleiding Informatica liggen zijn taken op het gebied van ICT (de digitale portfolio), Ontwerpgericht Onderwijs (het geintegreerd praktikum) en kwaliteitszorg. Toine Andernach telefoon: (040-247) 3478 Email: j.a.andernach@tue.nl Locatie: TR 3.24 Medewerker OSC voor 0,4 fte. Hij is maandag,woensdag en vrijdag middag aanwezig. http://www.osc.tue.nl/medewerkers/toine.htm

eerste datum: 06-02-2000; laatste: 15-02-2000; bezocht: 1x door tj


1:07:2 met 'de media' kunnen 'lezen en schrijven' media literacy Ó Een voorbeeld van een Amerikaanse cursus ‘media litteracy’. WRT 350 COURSE GUIDE: EVALUATION The writing that professionals do is currently in a state of upheaval, if not revolution. We're all trained to move paper. Our desks, filing cabinets, bookshelves, archives, and wastebaskets are full of it. If we look at ourselves as moving information instead of paper, however, then digital networks can change the way we move it around, or publish it. Is your work part of the collaborative collection, creation, editing, distribution, and management of an organization's collective knowledge? My work is. As a college graduate, yours probably will be, too. You won't make the steel; you'll make the information about managing the making of the steel. Thus we are all in the publishing business. My business, your business, every professional's business. We are becoming, ta-da! ... Knowledge Workers in the Information Age In other words, we're paper pushers. Or at least we used to push paper. More and more, we're pushing digital bits. The technology may settle down in time. For now, however, professionals have several options for reporting their activities. In WRT 350, you will explore some current options. If you've been a back-seat passenger on the information highway, this course will move you into the driver's seat. (...) In the coming decades, you will get paid for your ability to create digital information and experiences that customers, colleagues, and supervisors find valuable and compelling. To do this, you must organize and present words and images to directly address these readers' needs as well as their level of information anxiety and visual literacy. (...) The course will encourage you to learn more about: the Internet, especially the World Wide Web search engines information design, including graphic design for the Web acquisition, creation, storage, manipulation, and management of textual and graphic information hardware, software, and networks popular issues such as copyright, privacy, and access so that you can better separate hype from reality. http://tolearn.net/infodesign/cdseval.htm

eerste datum: 08-01-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 2x door tj


1:07:2 met 'de media' kunnen 'lezen en schrijven' boekenlijst recente mediageschiedenis Ó Matthew G. Kirschenbaum komt op meerdere plaatsen in mijn referentielijst voor, zijn bibliografie bij zijn studie “Poetry, Information, and Hypertext: Towards a Poetics of Cognition for the Networked Academy” biedt een goed overzicht in een mooie betekenisvolle volgorde. Het maken van bibliografische waslijsten is gemakkelijk genoeg, maar de gebruiker heeft behoefte aan structuuren meer informatie dan enkel een titel. Enkele van de titels zijn nader beschreven op: http://www.engl.virginia.edu/~mgk3k/prosp/annotbib.html TECHNOLOGY, CULTURE, AND COMMUNICATION: FULL BIBLIOGRAPHY From the Frankfurt School and Memex to the Global Village and Theories of the Postmodern -Walter Benjamin. "The Work of Art in the Age of Mechanical Reproduction" (1936). -Vannevar Bush. "As We May Think" (1945).---. "Memex Revisited" (1967) -Theodor Adorno and Max Horkheimer. "The Culture Industry: Enlightenment as Mass Deception" (1947, 1979). -Claude E. Shannon. "A Mathematical Theory of Information" (1948). -Alan Turing. "Intelligent Machinary" (1948).---. "Computing Machinary and Intelligence" (1950). -Norbert Wiener. Cybernetics: Control and Communication in the Animal and Machine (1948). -Bruno Snell. The Discovery of the Mind (1953). -Thomas S. Kuhn. The Structure of Scientific Revolutions (1962, 1970). -Marshall McLuhan. Understanding Media: The Extensions of Man (1964). -John von Neumann. The Computer and the Brain (1958). ---. Theory of Self-Reproducinq Automata (1966). -Guy Debord. Society of the Spectacle (1967, 1977). -Louis Althusser. "Ideology and Ideological State Apparatuses: Notes Toward a Investigation" (1969). -Gregory Bateson. Steps to an Ecology of Mind (1972). -Jurgen Habermas. Legitimation Crisis (1973, 1975). -Theodore H. Nelson. Computer Lib/Dream Machines (1974, 1987).---. Literary Machines (1981, 1987). -Ithiel de Sola Pool. The Social Impact of the Telephone (1977). ---. Technologies Without Boundaries: On Telecommunications in a Global Age (1990. http://www.engl.virginia.edu/~mgk3k/prosp/bib.html

eerste datum: 01-04-2000; laatste: 01-04-2000; bezocht: 2x door tj


1:07:2 met 'de media' kunnen 'lezen en schrijven' communication literacy Ă“ Artikel op de site van de ‘The Children, Youth, and Family Consortium’, onderdeel van de Universiteit van Minesota. Het gaat om een initiatief dat welzijnsondersteunend werkt voor de lokale gemeenschap. Het is interessant dat ook in dit artikel een vergelijking met de studie van Elizabeth Eisenstein over de invloed van de drukpers, gemaakt wordt. INFORMATION COMMUNICATION EDUCATION 1994 The dizzying pace of hardware and software development around the marriage of computers and technological systems--to retrieve, process, and store text, data, sound, and image--has generally made the news as either technological wizardry or as economic venture. It is essential, however, that we turn our attention to the impact of these new developments on our responsibilities as citizens and individual communicators. There are new imperatives about our understanding of communication in this new razzle-dazzle information society. We face new challenges in educating everyone about this new communication environment. (...) And yet, communication technologies have over time influenced and shaped the course of human history. Historian Elizabeth Eisenstein, for instance, has argued persuasively that the printing press fostered the development of a secular society and the development of modern democracies. Thus communications literacy should include an understanding of the impact of communication technology on the history of civilization on changing political ideologies, social movements, institutional structures, and philosophical and cultural values. Future Challenges Developing a communications-literate citizenry today is crucial. All citizens need to understand the communications environment we are about to enter. We all need tools to approach the enormous challenges the new communications environment will create. Will there be equal access to new means of communication among the rich and the poor? Can we sustain authorship and intellectual property rights in the era of "morphing" and "sampling" and vast information networks which make one's creative work instantly reproducible for millions? Can we--and do we need to--regulate certain forms of speech, such as hate speech, obscenity, and "fighting words," in this new environment? And perhaps most important, by what fundamental principles may we develop a technologically sophisticated yet socially equitable communication system that can continue to sustain and nurture a democratic society? These are issues which require media literacy. It is clear that we in communication education must provide all of our students, and the larger community, with an understanding of communication history, philosophy, and technology. http://www.cyfc.umn.edu/Documents/C/C/CC1007.html

eerste datum: 01-04-2000; laatste: 01-04-2000; bezocht: 1x door tj


1:07:2 met 'de media' kunnen 'lezen en schrijven' media literacy Ă“ Nieuwe media dwingen ons om meer te leren, niet minder! Dit is een interessante opmerking in de conslusie van dit artikel. LITERACY SKILLS IN THE AGE OF GRAPHICAL INTERFACES & NEW MEDIA SUSAN B. BARNES FORDHAM UNIVERSITY Graphical interfaces that use icons to execute computer commands are influencing traditional literacy skills. By adding a new visual language to the reading process this technology alters print-based reading skills because it adds visual thinking to verbal reading skills. The introduction of new media, such as hypertext and multimedia, further reinforce this trend by adding visual elements to texts. To date, educators have mixed reactions to the influence of new media on traditional literacy skills. However, some educators fear that computer technology will require people to learn additional skills to become literate, as a result, a huge gap will be created between people who are techno-literate and techno-illiterate. This article describes some of the literacy issues raised by the introduction of graphical interfaces and new media in education. (...) Alan Kay (1991), reminds us that users of media need to be aware, too, that technology often forces us to choose between quality and convenience (p. 141). Multimedia may be a convenient way to present information, however, the educational quality of these products is questionable. Moreover, in a society that has seen a decline in traditional literacy skills, sugar-coating learning could have disastrous social consequences. Despite the user-friendly facade of graphical interfaces, new media actually require people to learn more - not less. In fact, learning the literacy skills required to communicate using new media could overwhelm people into illiteracy. http://www.helsinki.fi/science/optek/1996/n3/barnes.txt

eerste datum: 01-04-2000; laatste: 01-04-2000; bezocht: 1x door tj


1:07:3 met 'de media' kunnen 'lezen en schrijven' postduif als draagbare telefoon Ă“ Als een van de godfathers van de moderne telecommunicatie heeft John Wilkins nog maar een bescheiden web-aanwezigheid. Als een echte Renaissance man hield hij zich onledig met een breed kennisveld van het vinden van een universele taal, tot de vraag of er leven op de maan was alsook cryptografie... HOW IT BEGAN Homing pigeons were also used by the Romans, around the fourth century In 1641, John Wilkins referred to it as follows:[Note 26] Lypsius relates out of Varro, that it was usual for the Roman magistrates when they went unto the theatre, or other such public meetings, whence they could not return at pleasure, to carry such a pigeon with them; that if any unexpected business should happen, they might thereby give warning to their friends or families at home. The system was still in use some eight centuries later. Woods reports that in the twelfth century Genghis Khan (1167-1227) used a pigeon relay system to communicate messages across Asia and much of Europe.[Note 27] Figure 1.1 displays the use of carrier pigeons in a woodcut that appeared in 1481 in Jean de Mandeville's Travels in the Orient. Another seven centuries later, in 1918, the British Air Force kept over 20,000 homing pigeons, handled by 380 pigeoneers. The system was organized by Colonel A. H. Osman. Woods quoted him as follows:[Note 28] A small balloon was constructed with a metal [release-] band worked by clockwork. To this band was attached a small basket containing a single pigeon with a message holder on its leg, and to each basket was attached a small parachute. The balloons were liberated in favourable conditions of wind and at intervals automatically released from the special ring a single basket with a bird. These were dropped into Belgian and French territory when occupied by the Germans, and in French and Flemish a request was made to the finder to supply intelligence information that was needed, at the same time giving the finder hopefulness and cheer as to the ultimate success of the allies' cause and promising reward for the information supplied. Woods adds a sobering note. The Germans tried to halt this activity by replacing captured pigeons with their own birds, and then arresting and shooting anyone foolish enough to sign his name and address to the note. With this much history, it is not surprising that pigeons were still used in 1981 (...) http://www.it.kth.se/docs/early_net/ch-2-1.1.html

eerste datum: 09-04-2000; tj


1:07:4 met 'de media' kunnen 'lezen en schrijven' maatschappelijke verandering door informatie REVIEW OF ELIZABETH L. EISENSTEIN, THE PRINTING REVOLUTION IN EARLY MODERN EUROPE Cambridge, U.K.: Cambridge University Press, 1983) It has become commonplace to claim that the telecommunications and computer revolutions in technology in the twentieth century are the greatest changes affecting information processing and distribution since Gutenberg. But those who make such claims then wave their hands when asked what difference it makes--and what difference Gutenberg made. Elizabeth Eisenstein sets out to analyze what difference Gutenberg made: how Europe in the sixteenth century and beyond would have been different had Gutenberg not begun carving letters out of wood and putting them in trays, and had no one replaced his efforts. First, note--importantly--that the cultural matrix in which technology is embedded is of vital importance. Sir Francis Bacon, for example, noted that the three inventions of gunpowder, the compass, and printing had utterly transformed Europe. Yet all three of these were known, indeed invented, in China. And they had not transformed China. Moreover--or perhaps this is part of the same point--in every age before universal education, printing's direct impact is confined to a relatively small stratum of the population. These points conceded, however, the magnitude of the change in information processing and distribution resulting from printing takes your breath away. Over the fifty years separating pre-Gutenberg times from the start of the sixteenth century, the cost of producing a book fell by a factor of several hundredfold: for the time and skilled labor that a monastic scribe would have taken to produce several manuscript copies of a work, a post-Gutenberg printer could (using a different kind of skilled labor) produce 1,000 copies. After Gutenberg the purchase of a book was a more significant decision than today, when buying a book consumes the money earned in 15 or 30 minutes of work by the average established member of the literati. Technical progress in book production has contributed to further tenfold or so since the immediate post-Gutenberg age; offsetting this is the fact that the average established member of the literati ranked considerably higher in the income scale in the sixteenth century than today; the representative book purchaser in the (...) http://econ161.berkeley.edu/Econ_Articles/Reviews/reviewtheprintingrevolutio.html

eerste datum: 01-04-2000; laatste: 05-04-2000; bezocht: 3x door tj


1:07:5 met 'de media' kunnen 'lezen en schrijven' invloed van media op sociale structuren Ó Een klassieke tekst uit de vijftiger jaren, mede van invloed op MacLuhan’s ideeën (the medium is the message).. HAROLD ADAMS INNIS: THE BIAS OF COMMUNICATIONS For Innis, a key to social change is found in the development of communication media. He claims that each medium embodies a bias in terms of the organization and control of information. Any empire or society is generally concerned with duration over time and extension in space. Time-biased media, such as stone and clay, are durable and heavy. Since they are difficult to move, they do not encourage territorial expansion; however, since they have a long life, they do encourage the extension of empire over time. Innis associated these media with the customary, the sacred, and the moral. Time-biased media facilitate the development of social hierarchies, as archetypally exemplified by ancient Egypt. For Innis, speech is a time-biased medium. Space-biased media are light and portable; they can be transported over large distances. They are associated with secular and territorial societies; they facilitate the expansion of empire over space. Paper is such a medium; it is readily transported, but has a relatively short lifespan. http://www.mala.bc.ca/~soules/media212/innis/innis.htm

eerste datum: 08-01-2000; laatste: 08-04-2000; bezocht: 1x door tj


1:07:5 met 'de media' kunnen 'lezen en schrijven' van tikmachine tot wordprocessor Ă“ Deze korte tekst schetst de ontwikkeling van een mislukte poging voor een schrijfmachine in de 18e eeuw tot de vroeger vormen van wordprocessing in de tachtiger jaren. Het geeft aan hoe dramatisch de veranderingen van het schrijfproces in de afgelopen decennia geweest zijn. A BRIEF HISTORY OF WORD PROCESSING (THROUGH 1986) / BY BRIAN KUNDE Word processing did not develop out of computer technology. It evolved from the needs of writers rather than those of mathemeticians, only later merging with the computer field.1 The history of word processing is the story of the gradual automation of the physical aspects of writing and editing, and the refinement of the technology to make it available to individual and corporate users. The invention of printing and moveable type at the end of the Middle Ages2 was the initial step in this automation. But the first major advance from manual writing as far as the individual was concerned was the typewriter. Henry Mill, an English engineer of the early eighteenth century, is credited with its invention. The fact that almost nothing is known about his early version today is evidence of its lack of success. (...) With the automatic typewriter, it was possible to produce multiple typed copies of form letters identical in appearance to the hand-typed original, without the intermediary of carbons, photocopiers or typesetting. The bulky paper roll machine was succeeded by a device called the Flexowriter, which used paper tape. This had a key that allowed the deletion of mistakes from the tape and copies by punching a "non-print" code over the code for the character erroniously typed. Long passages of text could be deleted or moved by literally cutting the tape and pasting it back together.12 In 1961 IBM introduced the Selectric typewriter, which replaced the standard movable carriage and individual typestrikers with a revolving typeball (often refered to as a "golfball" or "walnut"). This could print faster than the traditional typewriter. (...) The floppy disk marked a new stage in the evolution of storage media. Developed by IBM in the early 1970s for use in data processing (that is, traditional number computation), it was soon adopted by the word processing industry.22 Vydec, in 1973, seems to have been the first manufacturer to produce a word processing system using floppy disks for storage. Previous storage media could only hold one or two pages of text, but the early disks were capable of holding 80 (...) http://www.stanford.edu/~bkunde/fb-press/articles/wdprhist.html#C

eerste datum: 28-12-1999; laatste: 31-03-2000; bezocht: 2x door tj


1:07:5 met 'de media' kunnen 'lezen en schrijven' maatschappelijke invloeden van communicatie-technologie Ó Ithiel de Sola Pool was professor voor politicologie aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT) en stierf in 1984. Zijn historische studies van communicatie technologie, o.m. over de geschiedenis van de telefoon, gaven hem een goed inzicht hoe de maatschappij op technologische vernieuwing reageert. Zijn hieronder aangehaalde boek ‘Technologies of freedom’ geeft daar blijk van en is nog steeds uiterst waardevol als het gaat om het debat over vrijheid van informatie. Zo ook het postuum verschenen boek ‘Technologies without bopundaries, on telecommunications in a global world’, waarin ook een meesterlijk beknopt overzicht van de ontwikkeling van telecommunicatie dat een vaste plaats verdient in het media onderwijs. THE INTELLECTUAL LEGACY OF ITHIEL DE SOLA POOL Ithiel Pool as a Communication Technology Theorist and Science-Based Revolutionary: "Most movements that are self-described as radical are highly urbanistic, or nationalistic, or oriented to obsolete class structures, or to central bureaucratic planning. The changes that we can see on the horizon are much more drastic than that . . . People who think about social change in traditional political terms cannot begin to imagine the changes that lie ahead. Conventional reformers cast their programs in terms of national policies, or in terms of laws and central planning. But in the end, what will shape the future is a creative potential that inheres in the new technologies . . ." - Ithiel Pool, "Development of Communication in the Future Perspective" in S. Aida (Ed.), The Human Use of Human Ideas (NY: Pergamon Press, 1983), pp. 237 - 238 (...) "With each passing year the value of this 1983 book (Technologies of Freedom: On Free Speech in an Electronic Age) becomes more evident. Like no one before or since, Ithiel de Sola Pool saw the world of communications whole and with up-to-the-second knowledge in depth. . . Technologies of Freedom . . . provided a theme - freedom of speech and 'press' is core - which I took up with relish. . . I've seen this book convert liberals away from government control of broadcast media toward a guided marketplace approach . . . I've seen technology skeptics . . .begin to get a gleam in their eye." - Stewart Brand. Review, 9/89, http:// www.gbn.org/ BookClub/Technologies.html (7. http://media-in-transition.mit.edu/articles/etheredge.html

eerste datum: 01-04-2000; laatste: 02-04-2000; bezocht: 1x door tj


1:07:5 met 'de media' kunnen 'lezen en schrijven' virtueel museum bezoek Ă“ Een uitstekende ingang voor media-onderwijs. THE VIRTUAL MUSEUM OF COMPUTING This virtual museum includes an eclectic collection of World Wide Web (WWW) hyperlinks connected with the history of computing and on-line computer-based exhibits available both locally and around the world.// Galleries Local virtual exhibits Corporate history and overviews History of computing organizations General historical information Computer-related museums On-line exhibits and information Personal collections Selected newsgroups Computer simulators The future Other links Local virtual exhibits Pioneers of Computing by the museum's "virtual director", Jonathan Bowen. The Alan Turing Home Page by the museum's first "virtual curator", Andrew Hodges, author of Alan Turing: The Enigma. Charles Babbage (1791-1871) including the Difference Engine. Mandelbrot Exhibition. A Brief History of Algebra and Computing. John V. Atanasoff: Obituary (June 1995). Early Microprocessor Instruction Set Cards. N-dimensional cubes, including program code to generate them. Computer graphics image archive, including moving images. 3-D and SIRDS images, including Virtual Reality. Paul's Virtual Exhibition. An experimental ray-traced gallery/museum. Computer audio. A selection of organizations with WWW servers, including many major computing, electronics and telecoms corporations. Bob's Computer Museum - guide to a growing personal collection of mainly microcomputers by Robert Manners. (Good brief information and pictures.) Lionising Leo: Review of The World's First Business Computer: User-Driven Innovation, D.T. Caminer (ed.), McGraw-Hill, 1996. http://www.gti.ssr.upm.es/~vlmp/computing.html

eerste datum: 02-10-1998; laatste: 08-04-2000; bezocht: 1x door tj


1:08:1 van gemeenplaatsboek tot citatendatabase Ann Moss: Electrifying the Renaissance Ă“ URL jammer genoeg niet meer geldig... THE COMMONPLACE BOOK ANN MOSS The commonplace-book, in the form which was normative to it by the end of the sixteenth century, was a collection of quotations (usually Latin quotations) culled from authors held to be authoritative, or, at any rate, commendable in their opinions, and regarded as exemplary in terms of linguisitic usage and stylistic niceties. The feature which distinguished the common-place book from any random collection of quotations was the fact that the selected extracts were gathered together under heads. The more elementary commonplace-books, whose subject was the moral of life of man as an individual and as a social being, would be divided into sections under heads listing the main virutes and vices, and all their subsidiary manifestations. More advanced commonplace-books might have ambitious programmes for covering all knowledge, or they might be specialist repertories of excerpts relevant to specific disciplines. Commonplace-books were the principal support system of humanist pedegogy. Pupils were required to make themselves commonplace-books, and to collect excerpts from their reading under the appropriate heads. When they came to construct compositions of their own, they were encouraged to use their commonplace-books as a resource, culling from them questions, examples, and other illustrative material, as well as replicating the categories of thought enshrined in commonplace-heads. (...) Children educated in this way brought into adult life certain mental attitudes, and certain habits of reading and writing which characterized literate culture in Western Europe over a remarkably long period. In effect, the commonplace-book of Early Modern Europe met exactly the same requisites as those presupposed by the recent advertisement for a quotation computer package. The commonplace-book worked as a memory store of quotations, which could be activated to verablize present experience in language of familiar moral paradigms and with reference to a cultural history shared by writer and reader; it marshalled excerpts from sources invested with the necessary degree of authority to "back up your argument or point of view"; and it was arranged by headed sections in such a way as to ensure maximum ease and efficiency in retreiving the information it contained. http://humanitas.ucsb.edu/depts/english/coursework/rar/commonplace.html

eerste datum: 19-12-1999; laatste: 31-03-2000; bezocht: 4x door tj


1:08:2 van gemeenplaatsboek tot citatendatabase anything pithy, witty, outrageous, cool, elegant, ... Ă“ Citaten collage pagina op de RhetNet site van de University of Missouri met twee voorbeelden uit de lange lijst van bijdragen.. Doordat studenten hun Email adres vermelden kan dit ook weer een basis voor contact zijn. Jammer is het dat geen poging gedaan is het gekozen citaat een iets breder kader te laten plaatsen, ook mist de mogelijkheid om het citaat in een bepaalde categorie onder te brengen, dit zou het gebruik beter maken en ook meer tot denken kunnen aanzetten. RHETNET, QUOTE COLLAGE Add Stuff! Add anything relevant, anything pithy, witty, outrageous, cool, elegant, absurd, or even wise that pertains somehow to writing, rhetoric, education, culture, technology, art, life, stuff like that.. (...) Technology, along with the issues that surround its use in reading- and writing-intensive classrooms, both physically and intellectually disrupts the ways in which we make meaning--the ways in which we communicate. Computers change the ways in whic h we read, construct, and interpret texts. In doing so, technology forces us to rethink what it means to be human. We need more problems like this. Cynthia L. Selfe and Susan Hilligoss Literacy and Computers Contributor:Alan I Rea, Jr. Email: alan@bgnet.bgsu.edu . (...) At times things can happen outside school that compensate for closed, alienating classrooms." Herbert R. Kohl Teaching The "Unteachable" (32) Contributor:Janet Cross Email: hceng028@email.csun.edu. http://www.missouri.edu/~rhetnet/quotes.html

eerste datum: 13-04-2000; tj


1:08:2 van gemeenplaatsboek tot citatendatabase uit het oorspronkelijk verband gerukt COMMONPLACING IN THE SPIRITUAL TRADITIONS , A BIBLIOGRAPHY BY NORMAN ELLIOTT ANDERSON I have long had a thirst for the historical sensibility of the spiritual life, that is, a desire to find others in history whose insight into the human spirit and perhaps even the divine/cosmic/human relationship could enrich my own. By reaching across time and culture to the present through their writings, historical figures provide a special perspective and challenge; and they help to ground us in a humanity that is not merely the conditioning of our present age. One of the ways in which I have learned about and come to appreciate the spiritual writings of the past has been through collections of excerpts, excerpts which have been assiduously gathered by commonplacers. Commonplacing is the practice of entering literary excerpts and personal comments into a private journal, that is, into a commonplace book or, to use a 17th century synonym, a silva rerum ("a forest of things"). Typically the excerpts were regarded as exceptionally insightful or beautiful or as applicable to a variety of situations, and so as such they are often especially quotable. Commonplacing has, at times, had an odium attached to it. This is partly because commonplaces, when overused, have a tendency to become trite. It is partly because they have sometimes been used in ways that are inapplicable or that show insensitivity to a situation. But most of all, it is because they are frequently used in ways that violate their original literary context, reflecting a mere show of learning and not genuine erudition or care. Even today, most books of quotations perpetuate the tendency to quote out of context by failing to provide title and page number, chapter and verse, which means that readers are hampered in checking the original contexts for themselves. (...) Now-a-days this deficiency is expanding into new contexts, such as e-mail signatures. Ideally no quotation should appear without sufficient citation to find it in context quickly and easily, which is not to say that this particular ideal must always outweigh all other considerations. (...) We have long had to tolerate the prevalence of excerpts totally disconnected from their original contexts in quotation (...) http://www3.shore.net/~anderson/commonpl.html

eerste datum: 19-12-1999; laatste: 31-03-2000; bezocht: 3x door tj


1:08:2 van gemeenplaatsboek tot citatendatabase eigen inspiratiebronnen delen RICHARD'S COMMONPLACE BOOK Richard's Commonplace Book Compiled 9/89-3/93. HTML version, 12/94. Version updates 7/96, 14/99 These are references I found useful while developing my own ideas about language and art, and are offered here along with a few notes on them. (...) -Feyerabend, Paul. Against Method: Outline of an Anarchistic Theory of Knowledge. London: NCB; Atlantic Highlands, NJ: Humanitas Press, 1975. [Q175.F42] : -The consistency condition which demands that new hypotheses agree with accepted theories is unreasonable because it preserves the older theory, and not the better theory. -Hypotheses contradicting well- confirmed theories give evidence that cannot be obtained in any other way. Proliferation of theories is beneficial for science, while uniformity impairs its critical power. Facts are constituted by older ideologies, and a clash between facts and theories may be a part of progress. -Facts are conventional (De Man), and only when events occur that are so inexplicable by the going convention that they are denied by the going ideology to have occurred at all do we have the preconditions for what is called scientific progress. Compare, on this, Kuhn and also Popper. http://darkwing.uoregon.edu/~rbear/common.html

eerste datum: 09-04-2000; tj


1:08:2 van gemeenplaatsboek tot citatendatabase actieve lezers Ó Het verschijnsel van ‘common place book’ in verband gebracht met digitale media en heel verrassende wordt hier al weer de vader van de hypertext Ted Nelson aangehaald... Het loont verder zeker de moeite om te verdwalen in andere gangen van ‘The Electronic Labyrinth’ waaraan dit citaat ontleend is. THE COMMONPLACE BOOK The commonplace book was the bound volume in which aristocratic readers of the Renaissance would copy out their favourite poems from manuscript. It provides another useful model for understanding both the positive and negative aspects of the world of electronic texts in which hypertext exists. On the positive side, the "interactive" nature of the commonplace book, the practice of copying out favourite passages to be added to a personal anthology (an anthology which in a sense constitutes a new work on to its own), emphasizes the active role of the reader in the distribution process. One of the benefits of hypertext is that it too may be added to, modified and then re-distributed so that several parallel versions of the same "original" text might be in circulation at any one time. On the negative side, the similarity between the commonplace book and the electronic text reminds us that the literate reading public seems to be shrinking back to a limited cadre of university-educated "intellectuals." Readership for literature continues to decline not because of the limitations of literacy, but because other mediums of representation--film, video, television--have eroded interest in the written word. It is argued by some proponents of hypertext (in particular, Ted Nelson) that the form represents "a return to literacy, a cure for television stupor, a new Renaissance of ideas and generalist understanding, a grand posterity that does not lose the details which are the final substance of everything" ("How Hypertext (Un)does the Canon" 4). Nelson's argument, however, is underscored by the inherent elitism which made possible the person-to-person distribution of the commonplace book: only those who can afford not only the hardware, but the knowledge required for navigating and managing the potentially unlimited oceans of data available in the docuverse will be able to participate in it. In this I would include not simply technological knowledge, but the social knowledge, the inculcation in an ideological system which understands and promotes information as power. © 1995 Christopher Keep, Tim McLaughlin, robin robin.escalation@ACM.org. http://web.uvic.ca/~ckeep/hfl0231.html

eerste datum: 09-04-2000; tj


1:08:2 van gemeenplaatsboek tot citatendatabase toevaltreffers Ó Bijna 400 verschillende rubrieken kent dit electronisch ‘common place book’ van David Lavery dat op de Internet server van Middle Tennessee State University een plaats heeft gevonden. Het spanningsveld tussen ‘inhoud’ en ‘vormgeving’ wordt hier prachtig geillustreerd... Niets geen mooi pagina’s maar wel een enorme hoeveelheid ‘inhoud’! Ik heb heel losjes enkele citaten uit de rubriek ‘serendipiteit als voorbeeld gekozen’... THE IMAGINATIVE THINKER: A COMMONPLACE BOOK SERENDIPITY : Consider the question of serendipity: It may well be the case that the seemingly random juxtaposition of ideas produces something new. But this juxtaposition arises in one person's mind. It is he who activates the structures giving rise to the ideas in question. It is he who recognizes the fruit of the encounter and assimilates it into a newly forming structure. And it was he in the first place who assembled all these constituents in the close proximity of one person's mind, his own, so that all this might happen. [Howard E. Gruber] (...) A university can provide you with a library, but what makes the book you are not looking for fall off the shelf into your hands to give you the material you need is not understood by any university.[ William Irwin Thompson, Darkness and Scattered Light. http://www.mtsu.edu/~dlavery/ImaginativeThinker/

eerste datum: 09-04-2000; tj


1:08:2 van gemeenplaatsboek tot citatendatabase wijsheid of gemeenplaats Ó Voorbeeld van een hedendaags ‘commonplace book’ op het Internet, met een keuze van citaten over onderwijs en opvoeding. Leuk is het aangehaalde Japanse gezegde “you can know ten things by learning one”, dat kun je lezen als een samenvatting van wat “leren leren” zou moeten zijn. A COMMONPLACE BOOK: ON EDUCATION The most important function of education at any level is to develop the personality of the individual and the significance of his life to himself and to others.” –Grayson Kirk -“Perhaps the most valuable result of all education is the ability to make yourself do the thing you have to do when it ought to be done, whether you like it or not; it is the first lesson that ought to be learned; and however early a man's training begin, it is probably the last lesson that he learns thoroughly.” –Thomas Huxley -“The highest result of education is tolerance.” –Hellen Keller “ -“He who learns but does not think, is lost! He who thinks but does not learn is in danger!” –Confucius -“An education is what you have left after you have forgotten all of the course content.” unknown -I am convinced that it is of primordial importance to learn more every year than the year before. After all, what is education but a process by which a person begins to learn how to learn?” –P. Ustinov -“Everybody is ignorant, only on different subjects.” –Will Rogers -“Education has produced a vast population able to read but unable to distinguish what is worth reading.” –G. M. Trevelyan -“We ought to be able to learn some things secondhand. There is not enough time for us to make (all) the mistakes ourselves.” –Harriet Hall -“The most important subject in this school is You.” –Reg E Walker Japanese proverbs -You can know ten things by learning one. -To teach is also to learn. http://www.psu.edu/dus/leonard/book/commeduc.htm

eerste datum: 09-04-2000; tj


1:09:1 eigen leerproces boekstaven portfolio definitie Berera College LATIN EDUCATION, P-12 EDUCATION PORTFOLIO LATIN Education, P - 12 Purpose. Students seeking certification will begin the Education Portfolio in their first education class. The portfolio will contain an evolving selection of your academic work and related experiences as you make your way in the teacher preparation program at Berea College. The Education Portfolio will represent you to those who review it for decision-making purposes. Through the portfolio you will demonstrate the quality of your developing understanding of the subject(s) for which you will be responsible, your deepening grasp of the complexities of teaching and learning, and your growing readiness to teach in a classroom setting. You will add to and modify this portfolio over the next four years so that it will document in a substantial and persuasive manner your readiness to meet Kentucky's New Teacher Standards prior to recommendation for certification. The Education Portfolio is a requirement of the Teacher Education Program, and it is also a requirement of the Kentucky Education Professional Standards Board for all students seeking certification in Kentucky. When you graduate from Berea, your Education Portfolio will become your Eligibility Portfolio, required for certification in Kentucky. The Eligibility Portfolio can be shared with prospective employers as you seek your first teaching position and modified in subsequent years during your internship and later as you work toward advanced certification levels. (...) Upon admission to the Professional Term(s), your Education Portfolio becomes the framework for your official Eligibility Portfolio. http://www.berea.edu/EDS/portfolios/LTN.html

eerste datum: 06-02-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 5x door tj

1:09:1 het eigen leerproces boekstaven portfolio definitie Berera College HISTORY EDUCATION, 8-12 Students seeking certification will begin the Education Portfolio in their first education class. The portfolio will contain an evolving selection of your academic work and related experiences as you make your way in the teacher preparation program at Berea College. The Education Portfolio will represent you to those who review it for decision-making purposes. Through the portfolio you will demonstrate the quality of your developing understanding of the subject(s) for which you will be responsible, your deepening grasp of the complexities of teaching and learning, and your growing readiness to teach in a classroom setting. You will add to and modify this portfolio over the next four years so that it will document in a substantial and persuasive manner your readiness to meet Kentucky's New Teacher Standards prior to recommendation for certification. (...) When you graduate from Berea, your Education Portfolio will become your Eligibility Portfolio, required for certification in Kentucky. The Eligibility Portfolio can be shared with prospective employers as you seek your first teaching position and modified in subsequent years during your internship and later as you work toward advanced certification levels. Maintaining the portfolio is your responsibility. Many of the materials which you choose to include at one point in time will be revised or replaced by more recent items as you approach your next portfolio review. You may wish to keep a few older items in the portfolio to illustrate important developments in your thinking and/or teaching abilities. At any given point, the portfolio's contents will reflect your current strengths and the areas you are seeking to improve. http://www.berea.edu/EDS/portfolios/HIS.html

eerste datum: 06-02-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 3x door tj


1:09:2 het eigen leerproces boekstaven portfolio definitie Martin Kimeldorf PORTFOLIO LIBRARY: LIFE-LONG LEARNING AND EDUCATION PORTFOLIOS MEET ONLINE Life-long Learning and Education Portfolios Meet Online Fitting the life-long learning piece into overworked schedules requires a degree of flexibility not found in the typical campus and classroom schedule. An approach is needed where students can interact with their instructors while learning at their own pace, perhaps in the comfort of their own home, and when it fits into their cramped schedule. This is a prescription for lifelong learning online! At its basic level, the traditional correspondence or distance learning options which have been enjoyed for years take on a new quality when students can share their work with teachers and other students via e-mail and posting on bulletin boards. E-mail speed and simplicity encourages a back-and-forth dialogue. Posting student papers online where others can read and comment on them allows people from different time-zones and life-styles to engage in a broader learning experience than yesterday's correspondence courses. Sometimes this is referred to as an "asynchronous" discussion or dialogue. This virtual form of a class replicates the kind of dialogue which occurs in a classroom with the advantage that people are able share ideas in a manner which fits into their schedule. Some instructors believe, that the anonymous nature of online discussion also encourages the traditionally shy person to speak out. The caviar version of online learning might involve real-time or live chats by modem, research via the Internet, with options for voice and video interaction. In the short term, many of us will come in contact with hybrid options combining traditional formats (text, syllabi, printed tests, short-terms campus visits) with newer mediums (interactive video and tapes, and modem-based communications). Some experts suggest that the digital age creates a "convergent" technology which affects the way we learn. By this they mean that the computer age encourages the integration of learning experiences and information processing. For instance, when a video clip is digitized and your photograph is scanned, then these can be easily added to word processed documents or spreadsheet data analysis. In other words, regardless of the source of your information, once it is coded into the digital language of (...) http://amby.com/kimeldorf/portfolio/p_mk-06.html

eerste datum: 09-01-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 4x door tj


1:10:1 representatief of reflectief portfolio definities: Universiteit Twente LOS CONTACT 16(2): PORTFOLIO'S VOOR STUDENTEN Waarom portfolio's? Wanneer afgestudeerden zich begeven op de arbeidsmarkt beschikken zij over een diploma, dat bepaalde kwaliteiten garandeert. Het bewijsmateriaal van deze kwaliteiten is de cijferlijst, het afstudeerverslag en het verhaal, dat de student(e) over zichzelf vertelt in een sollicitatiegesprek. Deze zaken zeggen vaak wel iets over het eindprodukt van een leerproces, maar daarentegen slechts weinig over het leervermogen of over het leerproces zelf. Een portfolio voor studenten levert nu juist bewijsmateriaal over het leerproces. Een portfolio kan bovendien bewijsmateriaal over activiteiten naast de studie bevatten. Met een portfolio kunnen afgestudeerden zich daarom beter profileren op de arbeidsmarkt, waardoor hun kansen op de een baan toenemen. Portfolio's voor studenten bevatten dus naast de gebruikelijke cijferlijst en het afstudeerverslag ook ander bewijsmateriaal van activiteiten die iemand heeft verricht in het kader van de eigen professionalisering. Het bewijsmateriaal van de extra actviteiten wordt door de persoon zelf geselecteerd en deze bepaalt eveneens zelf welke activiteiten hij/zij wil verrichten om dat bewijsmateriaal te verzamelen. Werken met een portfolio is mede student-gestuurd en student-gericht. Want een portfolio fungeert tevens als een hulpmiddel voor studenten om te leren eigen doelen te stellen in het kader van eigen professionalisering (een levenlang leren). Het stelt de student in staat zich bewust te worden van de eigen capaciteiten en bewijsmateriaal te verzamelen van de eigen vaardigheden. Uit dit geheel van bewijsmateriaal kan de student onderdelen selecteren voor de portfolio die hij/zij later bij sollicitaties eventueel aan het bedrijf ter informatie wil tonen. Op deze manier is sprake van een integratie van curriculum, instructie, assessment, studieloopbaanbegeleiding en carriereplanning. (...) Tartwijk, J. van, Hoornweg, J. & Vries, O. de (1994). Verslag van een literatuurstudie naar het gebruik van portfolio's als instrument voor de beoordeling van onderwijsgevenden. Utrecht: IVLOS, interne publikatie. http://utocp189.oc.utwente.nl/los/loscon/NR16/AF2/portf.htm

eerste datum: 06-02-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 3x door tj


1:10:1 representatief of reflectief portfolio definities: LOS LANDELIJKE DAG STUDIEVAARDIGHEDEN 1998 portfolio's (Oosterhuis-Geers, 1997). Het begrip portfolio komt oorspronkelijk uit de wereld van kunst en architectuur (Linton, 1996). Kunstenaars en architecten kunnen bij hun sollicitaties niet volstaan met diploma's en mooie verhalen over hoe goed ze wel niet zijn. Mensen uit deze beroepsgroepen hebben een andere vorm gevonden om hun kwaliteiten aan te tonen, namelijk het portfolio. Dat is een dossier met eigen schetsen en tekeningen, met foto's van eigen kunstwerken, van maquettes, van gebouwen e.d. De laatste jaren zien we dat portfolio's ook door andere beroepsgroepen worden gebruikt (...) Dit heeft geresulteerd in een enorme creativiteit in het bedenken van zinvolle bewijsstukken van kwaliteiten, zoals video's, software programma's, nota's, rapporten, logboeken, kladjes, stroomdiagrammen, producten, voorbeelden van producten die laten zien wat de klant er mee kon doen, rapportages door derden, korte beschrijvingen bij het materiaal e.d. Op dit moment zien we dat de belangstelling vanuit het bedrijfsleven voor dergelijke portfolio's toeneemt. Portfolio's leveren namelijk niet alleen gegevens over de capaciteiten van de toekomstige werkne(e)m(st)ers, maar geven ook inzicht in hun leervermogen. Dit is van des te meer belang omdat snelle maatschappelijke en technische ontwikkelingen maken dat kennis snel veroudert, waardoor niet zozeer de verworven kennis van belang is, maar veeleer het vermogen van een werknemer om snel nieuwe zaken bij te leren. Wanneer we in het onderwijs werken met een portfolio kan men zeggen dat het onderwijs mede student-gestuurd en student-gericht is. Op deze manier fungeert een portfolio als een hulpmiddel voor studenten om hen te leren eigen doelen te stellen in het kader van eigen professionalisering (een leven lang leren). Het stelt de student in staat zich bewust te worden van de eigen capaciteiten en bewijsmateriaal te verzamelen van de eigen vaardigheden. Dit materiaal kan verzameld worden op basis van activiteiten binnen, maar ook buiten de studie. Als voorzitter van de voetbalclub kan een student immers ook veel ervaring opdoen. Op deze manier is sprake van een integratie van curriculum, instructie, assessment, studieloopbaanbegeleiding en carrièreplanning. De belangrijkste reden voor docenten om hun studenten te stimuleren tot het bijhouden van portfolio's is gelegen in de kwaliteitsverbetering van (...) http://utocp189.oc.utwente.nl/los/lds/joke98e.htm

eerste datum: 06-02-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 2x door tj


1:10:1 representatief of reflectief portfolio definities: Universiteit Twente MULTI-FUNCTIONELE PORTFOLIOS Digitale portfolio's Geïntegreerde communicatieve vdgn Doel van de portfolio Oorsprong en motieven Voorbeelden Praktische realisatie Criteria en beoordeling Integratie van PF in het onderwijs Doel van de portfolio De portfolio dient verschillende doelen in het TCW-curriculum: Middel om GCV tastbaar te maken voor studenten en docenten. Middel om studenten door de studie heen ICT-vaardigheden op het gebied van opslag en beheer te laten vergroten. Extra stimulans voor studenten om goede communicatieproducten te maken. Neerslag van leerproces op het gebied van vaardigheden, dat basis kan zijn voor reflectie op de ontwikkeling van de student. Een middel voor docenten om de leerweg te volgen van student (vooral in het kader van Major/minor van belang). ‘Showcase’ voor studenten om te kunnen laten zien wat ze kunnen, tijdens en na afloop van de opleiding. Archief van studentproducten voor docenten en studenten. Middel om samenhang in curriculum te vergroten - Docenten zijn beter op de hoogte van wat bij andere vakken gebeurt en hoe zij hier op aan kunnen sluiten; studenten worden nadrukkelijker geconfronteerd met de mogelijkheden voor transfer van kennis en vaardigheden van het ene vak naar het andere. De portfolio functioneert binnen de opleiding en is in principe tijdens de studie niet bestemd voor extern publiek. Aan het eind van de opleiding krijgt de student de inhoud van de portfolio mee op CD-Rom. http://education.edte.utwente.nl/courses/9899tcw/docentensite/portfol2.htm

eerste datum: 07-02-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 3x door tj

1:10:1 representatief of reflectief portfolio definities: Universiteit Twente PORTFOLIO’S Portfolio’s Oorsprong, motieven en tips voor het werken met portfolio’s in het onderwijs. Enkele voorbeelden van studentportfolio's op Internet. Oorsprong Het begrip portfolio’s komt oorspronkelijk uit de wereld van kunst en architectuur. Kunstenaars en architecten kunnen bij hun sollicitaties niet volstaan met diploma’s en mooie verhalen over hoe goed ze wel niet zijn. Mensen uit deze beroepsgroepen hebben een andere vorm gevonden om hun kwaliteiten aan te tonen, namelijk het portfolio. Dat is een dossier met eigen schetsen en tekeningen, met foto’s van eigen kunstwerken, van maquettes, van gebouwen e.d. Op dit moment zien we dat de belangstelling vanuit het bedrijfsleven voor dergelijke potfolio’s toeneemt. Portfolio’s leveren namelijk niet alleen gegevens over de capaciteiten van de toekomstige werkne(e)m(st)ers, maar geven ook inzicht in hun leervermogen. Dit is van des te meer belang omdat snelle maatschappelijke en technische ontwikkelingen maken dat kennis snel veroudert, waardoor niet zozeer de verworven kennis van belang is, maar veeleer het vermogen van een werknemer om snel nieuwe zaken bij te leren. De laatste jaren zien we dat portfolio’s ook door andere beroepsgroepen worden gebruikt. Dit heeft geresulteerd in een enorme creativiteit in het bedenken van zinvolle bewijsstukken van kwaliteiten, zoals video’s, software programma’s, nota’s, rapporten, logboeken, kladjes, stroom-diagrammen, producten, voorbeelden van produkten die laten zien wat de klant er mee kon doen/maken, rapportages door derden, korte beschrijvingen bij het materiaal e.d. http://utocp189.oc.utwente.nl/oc/werkgebieden/portfoli.htm

eerste datum: 07-02-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 2x door tj


1:10:1 representatief of reflectief portfolio definities: Expertisecentrum Nederland Ă“ Mienke Droop en Sylvia Peters in Nummer 4, jaargang 2, februari 1999 NIEUWSBRIEF VAN HET EXPERTISECENTRUM NEDERLANDS Portfolio's Een portfolio is een bekend begrip in de kunstwereld. Het is een map waarin een kunstenaar zijn werk bewaart om aan belangstellenden te laten zien. Zo heeft hij een map met het beste werk (ook wel showcase genoemd), maar ook een map met werk in verschillende ontwikkelingsstadia. (...) Portfolio's vormen zowel een filosofie als een fysieke plaats om werk te verzamelen. (...) Het is een collectief proces van verzamelen, onderzoeken en gebruiken van informatie om te denken over instructie en leren. De reflectievaardigheden van de leerkracht worden hierdoor vergroot. Het portfolio is in principe eigendom van de leerling, maar de leraar en de ouders worden bij het samenstellen van het portfolio betrokken. Dit betekent dat de leerling leert zelf verantwoordelijk te zijn voor niet alleen het product, maar ook voor het leerproces. (...) Het reflecteren op het eigen leren benadrukt de actieve betrokkenheid van het kind bij het eigen leerproces. (...) In de Verenigde Staten wordt al vele jaren gewerkt met portfolio's. Wij zijn op verschillende scholen gaan kijken om te zien welke functie portfolio's in de praktijk vervullen, maar ook om voorbeelden te zien die passen bij interactief taalonderwijs. .(...) De leerkrachten gaven in gesprekken aan dat het werken met portfolio's veel invloed had op hun professionele ontwikkeling. Ze vertelden dat ze meer zicht kregen op hun eigen onderwijs en op de ontwikkeling van leerlingen. De leerlingen lieten blijken dat ze trots waren op hun portfolio's. (...) Ook vonden ze het prettig met andere kinderen hun portfolio's te bespreken. (...) Aanvankelijk speelt de leerkracht een grote rol bij de selectie van werk van de kinderen, maar geleidelijk verschuift de verantwoordelijkheid meer naar de leerling. De selecties van het werk worden aangevuld met de schriftelijke reflectie van de leerling en de leerkracht en soms ook met de reflectie van de ouder op de vraag waarom een bepaald stuk is uitgekozen. (...) Door het portfolio een paar keer per jaar (...) met het kind te bekijken of kinderen samen hun werk te laten bekijken en te laten bespreken, ontstaat er een actieve betrokkenheid van het kind bij het leerproces. http://www.kun.nl/en/nieuws/oktober%201998/portfolio.html

eerste datum: 07-02-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 2x door tj


1:10:1 representatief of reflectief portfolio definities: EFA MANAGEMENT SAMENVATTING Het portfolio kan door mentor en student worden gebruikt voor beoordeling en sturing van de groei naar professionaliteit. Het portfolio draait op de laptop van de student en wordt door de student zelf beheerd. De inhoud van het portfolio wordt regelmatig besproken met de mentor en met medestudenten. Docenten die betrokken zijn bij het ontwikkelen van nieuwe leerpraktijken zijn geschoold in de basisbegrippen van projectmatig werken. Dit is zowel in een cursus gedaan, als ook on-the-job. Ook is aandacht besteed aan interne communicatie om medewerkers binnen de eigen organisatie te informeren over de inhoud en voortgang van het project. Ook aan de externe communicatie is uitdrukkelijk aandacht besteed. In september 1997 is de Efa-website gereed gekomen. Met het beroepenveld zijn intensieve samenwerkingsrelaties opgezet. In de afgelopen jaren zijn samenwerkingsovereenkomsten met 40 scholen uit VO en BVE gesloten. Tevens is de Efa vertegenwoordigd in het directeurenoverleg van de Montessorischolen M2000. Waar in het verleden de nadruk lag op samenwerking op het terrein van de stages, komt nu steeds meer de nadruk te liggen op het inzetten van studenten als nuttige medewerkers en deskundigen bij ontwikkeling van nieuwe werkwijzen en het uitvoeren daarvan. Deze samenwerking heeft de vorm van projecten met scholen en educatieve instellingen. Ook zijn internationale projecten opgestart. In de komende jaren zal de voornaamste aandacht uitgaan naar de verdere ontwikkeling van een aantal projecten, onder andere de ontwikkeling van een Expertisecentrum Curriculumontwikkeling, verdere curriculumontwikkeling binnen Efa, laptops en afstandsleren, infrastructuur en samenwerking. http://www.efa.nl/publicatie/publiexplo/nederlands/mansam.html

eerste datum: 07-02-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 2x door tj

1:10:1 representatief of reflectief portfolio definities: LOS REPRESENTATIEVE PORTFOLIOS Wanneer afgestudeerden zich begeven op de arbeidsmarkt beschikken zij over een diploma, dat bepaalde kwaliteiten garandeert. Het bewijsmateriaal van deze kwaliteiten is de cijferlijst, het afstudeerverslag en het verhaal, dat de student(e) over zichzelf vertelt in een sollicitatiegesprek. Deze zaken zeggen vaak wel iets over het eindprodukt van een leerproces, maar daarentegen slechts weinig over het leervermogen of over het leerproces zelf. Een portfolio voor studenten levert nu juist bewijsmateriaal over het leerproces. Een portfolio kan bovendien bewijsmateriaal over activiteiten naast de studie bevatten. Met een portfolio kunnen afgestudeerden zich daarom beter profileren op de arbeidsmarkt, waardoor hun kansen op de een baan toenemen. Portfolio's voor studenten bevatten dus naast de gebruikelijke cijferlijst en het afstudeerverslag ook ander bewijsmateriaal van activiteiten die iemand heeft verricht in het kader van de eigen professionalisering. Het bewijsmateriaal van de extra actviteiten wordt door de persoon zelf geselecteerd en deze bepaalt eveneens zelf welke activiteiten hij/zij wil verrichten om dat bewijsmateriaal te verzamelen. (...) Door naast de bestaande beoordelingen te werken met portfolio's kunnen we ervoor zorgen dat studenten niet alleen beoordeeld worden op eindprodukten, maar ook op hun leervermogen. http://utocp189.oc.utwente.nl/los/loscon/NR16/AF2/portf.htm

eerste datum: 10-02-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 2x door tj


1:10:1 representatief of reflectief portfolio definities: ATEB Ă“ Portfolio als persoonlijk dossier. REPRESENTATIEVE PORTFOLIOS Portfolio wordt hier overigens als 'persoonlijk dossier' uitgelegd. de map wordt de hele schooltijd meegenomen en wordt een hulpmiddel genoemd om aan de leerling zelf en aan anderen te laten zien wat men kan en geleerd heeft. Zo kan de leerling een echte gesprekspartner zijn. http://www.atb.nl/documenten/doc%5Famap.htm

eerste datum: 10-02-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 2x door tj

1:10:1 representatief of reflectief portfolio definities: LOS MULTI-FUNCTIONELE PORTFOLIOS Wanneer we in het onderwijs werken met een portfolio kan men zeggen dat het onderwijs mede student-gestuurd en student-gericht is. Op deze manier fungeert een portfolio als een hulpmiddel voor studenten om hen te leren eigen doelen te stellen in het kader van eigen professionalisering (een leven lang leren). Het stelt de student in staat zich bewust te worden van de eigen capaciteiten en bewijsmateriaal te verzamelen van de eigen vaardigheden. Dit materiaal kan verzameld worden op basis van activiteiten binnen, maar ook buiten de studie. (...) Op deze manier is sprake van een integratie van curriculum, instructie, assessment, studieloopbaanbegeleiding en carrièreplanning. http://utocp189.oc.utwente.nl/los/lds/joke98e.htm

eerste datum: 10-02-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 2x door tj

1:10:1 representatief of reflectief portfolio definities: EFA INTRODUCTIE Op de Educatieve Faculteit Amsterdam wordt met ingang van het studiejaar 99-00 gebruik gemaakt van een digitaal portfolio. Het portfolio is een hulpmiddel voor de student bij het nemen van verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces en een instrument voor de opleiding bij de begeleiding en assessment van studenten. Dit digitale portfolio is webbased en heeft de vorm van een homepage voor elke student. In het portfolio maken studenten het eigen, individuele leerproces zichtbaar, o.a. door het verzamelen van producten en het reflecteren op de eigen ontwikkeling. De mentor is degene die de student begeleidt bij het maken van keuzes in dit leerproces, het bijhouden van het portfolio en het voorbereiden op het assessment. Ook docenten van de EFA zullen in de toekomst een eigen portfolio ontwikkelen. http://portfolioinfo.efa.nl/nl/introductie.html

eerste datum: 31-03-2000; tj


1:10:1 representatief of reflectief portfolio definities: Universiteit Utrecht Ó Referentie gevonden via de zoekmachine van SURFnet http://www.surfnet.nl/surfnet-zoektools/search.html FACULTEITSBERICHTEN SCIALE WETENSCHAPPEN UNIVERSITEIT VAN UTRECHT Onderwijskunde Stageplaats (interne stage) Dit jaar wordt de D3-module 'Opleidings- en Begeleidingsvaardigheden' op een nieuwe leest geschoeid. De onderdelen Opleidingsvaardigheden en Begeleidingsvaardigheden worden geïntegreerd.We werken met nieuwe literatuur. Deelnemers ontwikkelen gedurende de module een portfolio waarin ze hun eigen opleidings- en begeleidingsvaardigheden documenteren. In subgroepen wordt ervaring opgedaan met coaching en supervisie. Wij zoeken iemand die mee wil werken aan het uitwerken van de nieuwe opzet. Taken zijn: draaiboek maken voor de docenten (o.a. helpen formuleren van leerdoelen, opstellen van opdrachten, ontwikkelen van materialen, opstellen van aanwijzingen voor de begeleiding van de subgroepen). Eisen: gevolgd hebben van de modulen 'Ontwerp van Leersituaties' en 'Opleidings- en/of Begeleidingsvaardigheden'; plezier in ontwikkel-activiteiten. Periode: januari - maart 2000. Contactpersoon: Jan de Jong (tel. 030-2534803; 030-6990588, of per email j.dejong@fss.uu.nl. http://ublad.warande.uu.nl/ubladen/31/15/Faculteitsberichten.html

eerste datum: 02-04-2000; tj

1:10:1 representatief of reflectief portfolio definities: EFA Ó EFA's web based portfolio system. EFAs Digital Portfolio System Paper presented at the SITE Conference, San Diego, February 2000; Douwe Wielenga Magda Ritzen Jacqueline Kösters. De Engelstalige ‘live version’ van de EFA portfolio is te vinden op http://portfolioinfo.efa.nl/main_uk.html EFA'S DIGITAL PORTFOLIO SYSTEM In principle, the portfolio has three functions: -It is a tool to help students become aware of the competencies involved in the teaching profession: helping them evaluate their own process of development and keep a record of it; -It is a tool to help students keep a record of their personal curriculum: students record which learning practices they have worked on, which learning goals they had intended to achieve, which products the work resulted in and the assessments they received from commissioners, teachers and/or fellow students; -It is a tool to help students compile a showcase or curriculum vitae of material they have collected to provide evidence to the assessment committee. -The portfolio therefore has three roles: an educational tool for the development of metacognitive skills, a navigational and recording tool for the personal curriculum, and tool to build convincing proof of competence for the three integrative moments of assessment during the program. -The portfolio plays the role of a 'student tracking system' in a dynamic curriculum. http://onderwijs.efa.nl/publicaties/publiexplo/english/portfol2.html

eerste datum: 09-04-2000; tj


1:10:1 representatief of reflectief portfolio definities: University New Mexico DEVELOPMENT OF THE PROFESSIONAL PORTFOLIO The Portfolio provides evidence of the work conducted in the internship and of expertise in their program emphasis area. The Portfolio provides an essential means for reviewing evidence of professional capacity and illustrates the cumulative learning of the student. The Portfolio serves as an introspective document that should demonstrate learning gained from coursework, the internship, and synthesis by the student on his or her collective academic and professional experience. The portfolio not only will be used to evaluate the student's work in the Master's Program, but could also be used as a means of demonstrating experience and capabilities for current or future employers. http://www.unm.edu/~olit/portdev.html

eerste datum: 28-01-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 4x door tj

1:10:1 representatief of reflectief portfolio definities: Northern Virginia Community College LEARNING CHOICES USING ELECTRONIC PORTFOLIO What is an educational Portfolio? A portfolio in the education field generally refers to a collection of a learner's work that is used to demonstrate the learning progress and/or learning outcomes for that learner. A portfolio may be used to demonstrate a learner's achievement in one course (math, English, etc.) or it may be used to cover all learning over a certain time period. Portfolios fall into what is currently called authentic or performance-based measurement. These types of measurements are not limited to standardized test results but include projects that reflect a learner's achievement and growth. The projects in a learner's portfolio may include, but is not limited to, written reports/papers, art work, poetry, learning journals, science project, problem solving/math skills, etc. What is an Electronic Portfolio? A "computer-based" or "electronic" portfolio would contain the same type of collection that a hard copy portfolio would have except it would be in electronic format. Current technology allows for the collection and storage of information in a number of formats (text, graphics, audio, video, multimedia, etc.). A learner's electronic portfolio could be collected on a floppy disk or, if more space was needed, stored on a CD-ROM. This space will be used to expand on the concept of using Electronic Portfolios and on links to other resources that deal with portfolios. http://www.nv.cc.va.us/home/nvreynj/lcfa99/theory/elecport.htm

eerste datum: 28-01-2000; laatste: 11-04-2000; bezocht: 3x door tj

1:10:1 representatief of reflectief portfolio definities: SERVE Ă“ School portfolio. SERVE REGIONAL FORUM ON SCHOOL IMPROVEMENT A school portfolio is a purposeful collection of work that tells the story of a school and its systemic and continuous schoolwide improvement efforts to better serve its clients---all students. This session, with the assistance of a multimedia presentation, offered examples of completed school portfolios. Handouts about the school portfolio showcased the elements of this unique framework for school improvement that have helped numerous schools manage systemic change throughout their learning organizations. http://www.serve.org/forum/forum98/cp.html

eerste datum: 06-02-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 4x door tj


1:10:1 representatief of reflectief portfolio definities: University of Alaska Anchorage ED 320 - TASK 12 SETTING UP AN ELECTRONIC PORTFOLIO You will set up and prepare to develop an electronic portfolio Time: two hours Background: Activities: Your task here is to set up a framework for your own electronic portfolio. Use any of the software we have used in class (word processor, draw program, slide show, web page or HyperStudio) to design your portfolio. Use the Alaska Department of Education Teacher Education standards as an organizing framework for your portfolio: (b) The following content and performance standards apply to a teacher: (1) A teacher can describe the teacher's philosophy of education and demonstrate its relationship to the teacher's practice. (2) A teacher understands how students learn and develop, and applies that knowledge in the teacher's practice. (3) A teacher teaches students with respect for their individual and cultural characteristics. (4) A teacher knows the teacher's content area and how to teach it (5) A teacher facilitates, monitors, and assesses student learning. (6) A teacher creates and maintains a learning environment in which all students are actively engaged and contributing members. (7) A teacher works as a partner with parents, families, and the community. (8) A teacher participates in and contributes to the teaching profession. (9-ASD) A teacher uses instructional technology as a tool to enhance student learning. This assignment has two parts: a) Design a framework for your portfolio using any of the software we have used in class (word processor, draw program, slide show, web page or HyperStudio). This part of the assignment is a "mock-up" of what the first two levels of your portfolio might look like...style and graphics are important here. b) Design a plan for gathering and organizing the evidence that demonstrates your competency in each of these areas. Discuss the strategies you would like to use for electronically recording and maintaining a working portfolio of this evidence throughout your pre-service years. This is probably more easily accomplished by using a word processing document, since this part of the assignment deals with your plan and needs assessment in maintaining your working portfolio over the next two years. Disk Portfolio: Save your portfolio framework to (...) http://www.uaa.alaska.edu/ed/ed320/Task12.html

eerste datum: 06-02-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 3x door tj


1:10:1 representatief of reflectief portfolio definities: Comprehensive Assistance Center California Ó School portfolio. PORTFOLIO A Comprehensive Framework While working with its schools to achieve these goals, the Initiative has pioneered a unique framework for school improvement in the form of a School Portfolio. This comprehensive School Portfolio frameworkused in conjunction with assessment criteria adapted from the business worldallows for a deep understanding of the school elements and processes, what needs to be improved and why, how to carry out the improvement efforts, the expected outcomes of the approach to improvement, the efforts to implement the plan and the results of the effort. The School Portfolio captures the “big picture” of the school and illustrates how its many elements interrelate to make a whole. The School Portfolio is a purposeful collection of work that tells the story of a school. It describes efforts to engender and maintain systemic and continuous schoolwide improvement and documents the school’s goals, vision, plans, and progress. The School Portfolio is always evolving, growing, improving, and enabling schools to make better decisions. The comprehensive School Portfolio provides a uniquely appropriate and effective framework for describing current processes, and for planning, monitoring, and evaluating schoolwide improvement efforts. It guides the improvement of what is most important to the school and is able to reflect the multidimensionality of each unique school organization. It simplifies the evaluation of schoolswhich are by nature complex organizationsby offering a means to monitor the parts and their interrelationships as they compose the whole. This framework is designed to work for accreditation, compliance reviews, schoolwide planning and program evaluations, and grant proposals. If kept up-to-date, regulatory audits will not interfere with the important work of schools to meet the academic needs of students. http://www.fwl.org/cc/html/portfolio.htm

eerste datum: 06-02-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 2x door tj


1:10:1 representatief of reflectief portfolio definities: University of Central Florida GENERAL PORTFOLIO INFORMATION UNIVERSITY OF CENTRAL FLORIDA COLLEGE OF EDUCATION WHAT IS THE PURPOSE OF MY PROFESSIONAL PORTFOLIO? "The Facilitating Reflective Practitioner" is the conceptual framework of the University of Central Florida College of Education. As such, the goal of the College of Education is to promote the development of educators who demonstrate excellence in the facilitation of student learning in a pluralistic, global society through a continual, lifelong, reflective process. In order to develop this process of reflection throughout one's entire educational career at the University of Central Florida, the Professional Portfolio as the primary forum for reflective writing was implemented. The reflective practitioner is one who gleans meaning from his/her experiences, evaluating what has been learned and applying it to one's developing philosophy of education. The portfolio is essentially a work-in-progress chronicling who you are now and into whom you are developing as an educator. Just as artists keep portfolios of their best and ongoing works, this portfolio should be a reflection of your current and emerging self. Your portfolio is an admissions requirement into Internships I and II. Evidence, or documentation (such as lesson plans, brochures from workshops, etc.) representative of different experiences, must be included in the different areas of competency of the portfolio. Each piece of evidence must be accompanied by a reflection that explains why the evidence or document was chosen to be included in the portfolio or why it serves as evidence of one of the areas of competency. Although a particular piece of evidence may "fit" in more than one area of competency, you must select one area in which you wish to place it. Once you select an area in which you wish to include the piece of evidence, your reflection MUST focus on how the evidence is representative of that area of competency. The reflections are the crux of the portfolio. The Professional Portfolio is divided into a number of sections or areas of competency. The areas of competency, which are indicated below, correspond to "The Educator Accomplished Practices" adopted by the Florida Education Standards Commission. These are the areas of performance (...) http://reach.ucf.edu/~ed_found/gpi.html

eerste datum: 06-02-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 2x door tj

1:10:1 representatief of reflectief portfolio definities: University of Central Florida REFLECTIVE WRITING In order to develop this process of reflection throughout one's entire educational career at the University of Central Florida, the Professional Portfolio as the primary forum for reflective writing was implemented. The reflective practitioner is one who gleans meaning from his/her experiences, evaluating what has been learned and applying it to one's developing philosophy of education. The portfolio is essentially a work-in-progress chronicling who you are now and into whom you are developing as an educator. Just as artists keep portfolios of their best and ongoing works, this portfolio should be a reflection of your current and emerging self. http://reach.ucf.edu/~ed_found/gpi.html

eerste datum: 10-02-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 1x door tj


1:10:1 representatief of reflectief portfolio definities: University of Lethbridge PROFESSIONAL PORTFOLIO DEVELOPMENT GUIDE A professional portfolio is a record of goals, growth, achievement, and professional attributes developed over time and in collaboration with others. A portfolio illustrates goals and development over time, and not simply the highest level of achievement. For teachers, a professional portfolio is a thoughtfully organized collection of artifacts that illustrates professional status, pedagogical expertise, subject matter knowledge, knowledge of learning processes, and professional and personal attributes that contribute to teaching. The professional portfolio itself is the product of, and cannot be separated from, the reflection and assessment processes required to produce it. Throughout this guide, the term professional portfolio is intended to connote a fusion of processes and product. Portfolio development involves the complex processes of self and collaborative evaluation. These include the somewhat cyclical processes of goal setting, reflecting upon growth, and recognizing achievement, followed by further goal setting to facilitate continued professional development. Portfolio development also requires decision-making and analysis concerning the selection and arrangement of the artifacts to be included as well as the development of presentation skills to facilitate communication concerning professional development. http://www.edu.uleth.ca/fe/ppd/contents.html

eerste datum: 05-04-2000; laatste: 11-04-2000; bezocht: 2x door tj


1:10:1 representatief of reflectief portfolio definities: Saint Michael's College Ó Een gedetailleerde beschrijving voor studenten hoe en waarom een professionele portfolio te maken voor het Internet van een katholiek college in Vermont, USA. SAINT MICHAEL'S COLLEGE VIRTUAL, PROFESSIONAL PORTFOLIO PLAN Creating a Showcase Portfolio Higher education can adopt strategies to help students identify, organize, and articulate their personal, professional, academic, and transferable skills. These strategies culminate into what is known as a professional portfolio. Professional portfolios consist of two parts - a working portfolio and a showcase portfolio. The working portfolio is like a "shoebox" (Milone, Jr., 1995) carried by the student with its content constantly being reviewed and assessed. This is where students identify their strengths and weaknesses and form plans with goals to turn these weaknesses into strengths. A completed working portfolio should contain a table of contents, cover letter, plan of study, resume, personal narrative, experiences, work pieces, skills, transcript, and letters of reference (University of Maine System, 1994). On the other hand, the showcase portfolio is computer-based and is a compilation of four years of examples and highlights of major accomplishments, growth, and areas of interest. The characteristics of a well-developed showcase portfolio include portability, inclusion of in and out of class sources, a resume, cover letter, letters of reference, proficiency of skills, 3-5 elements (oral and written expression; video or audio components; samples of a spreadsheet, database, program, or presentation), and a personal narrative reflecting on each included element (Schindler, 1997). This is all precisely arranged on a series of web pages that are linked to the Internet for advisors, professors and instructors, career counselors, and prospective employers to view. Students can also copy their portfolios onto a disk for interviews or personal use. When compiling a showcase portfolio for an interview, the process will refresh candidates’ of the skills they possess, organize their competencies for an employer to view, and showcase their qualifications. (...) Portfolios are not storage folders for all the work students do. They are organizational tools which allow students to collect information about themselves and use in making personal, educational, and career decisions (Lester & Perry, 1995). They provide spaces for students to illustrate their strengths, weaknesses, and progress. They are vehicles for on-going assessment which force students to reflect on their work http://www.smcvt.edu/src/career/VPPP/workshops.htm

eerste datum: 05-04-2000; tj

1:10:3 representatief of reflectief links boekenlijstje portfolio Ó Aanwezig bij de Universiteit van Amsterdam; plaatsnummer Instituut: 318: 96/48. BECOMING REFLECTIVE STUDENTS AND TEACHERS : WITH PORTFOLIOS AND AUTHENTIC ASSESSMENT Becoming reflective students and teachers : with portfolios and authentic assessment / Scott G. Paris and Linda R. Ayres. - Washington, DC : American Psychological Association, cop. 1994. - XIII, 177 p. : ill. ; 28 cm. - (Psychology in the classroom) Met lit. opg. ISBN 1-557-98252-X basisclassificatie : 81.61 engels/duits trefwoord : Portfolios in education; Language arts (Elementary) DDC-code : 371.2/6 1. http://www.amazon.com/exec/obidos/ASIN/155798252X/qid=950135274/sr=1-2/102-2046106-1500847

eerste datum: 09-02-2000; laatste: 31-03-2000; bezocht: 1x door tj


1:10:3 representatief of reflectief links boekenlijstje portfolio CAPTURING THE WISDOM OF PRACTICE Capturing the Wisdom of Practice: Professional Portfolios for Educators by Giselle O. Martin-Kniep (...) - 119 pages (October 1, 1999) Assn for Supervision & Curriculm Development; (...)Editorial Reviews Book Description What do professional portfolios consist of? Who are their audiences? Why should teachers and administrators use them? How are they structured? In "Capturing the Wisdom of Practice," Giselle Martin-Kniep answers these and other questions, drawing on her work with more than 3,000 teachers and administrators from 400 school districts. Through excerpts from actual portfolios, Martin-Kniep illustrates how to select a range of artifacts that will lead portfolio developers to evaluate and improve their work. She also discusses using portfolios for key purposes: learning, curriculum development and assessment, research, and staff development. Readers will find many practical strategies for building and using portfolios and learn what conditions are needed for success. "I am absolutely convinced," says Martin-Kniep, "that every professional who uses portfolios in a serious way will become a better teacher or administrator. http://www.amazon.com/exec/obidos/ASIN/0871203456/qid=950136260/sr=1-34/102-2046106-1500847

eerste datum: 10-02-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 1x door tj

1:10:3 representatief of reflectief links boekenlijstje portfolio CREATING PORTFOLIOS : FOR SUCCESS IN SCHOOL, WORK, AND LIFE Creating Portfolios : For Success in School, Work, and Life by Martin Kimeldorf, Pamela Espeland(...) Reading level: Young Adult Paperback 96 pages (...) TEACHER’S GUIDE TO CREATING PORTFOLIOS FOR SUCCESS IN SCHOOL, WORK, AND LIFE by Martin Kimeldorf.A portfolio is a powerful tool for learning, assessment, and self-discovery. In some school districts, portfolios are being mandated into the curriculum. This companion guide suggests ways to implement and evaluate portfolios at various grade levels and adapt them for students with special needs. http://www.amazon.com/exec/obidos/ASIN/0915793733/qid=950135274/sr=1-4/102-2046106-1500847

eerste datum: 09-02-2000; tj


1:10:3 representatief of reflectief links boekenlijstje portfolio HOW TO DEVELOP A PROFESSIONAL PORTFOLIO: A Manual for Teachers by Dorothy M. Campbell (Editor), Pamela Bondi Cignetti (Contributor), Beverly J. Melenyzer (Contributor); 96 pages 1 edition (July 3, 1996) Allyn & Bacon; (...) Editorial Reviews From the Back Cover: This book is the first manual to present clear, manageable, step-by-step practical procedures and tips on how to organize a professional portfolio to document the achievement of nationally developed standards for teachers. This book introduces the national teacher standards and then guides readers through the portfolio development process in a logical, sequential manner from the initial stage involving the collection of potential artifacts to the final step of constructing a Presentation Portfolio. A professional portfolio is a vehicle that will enable teachers and prospective teachers to gain a large measure of control in charting their own professional growth and then demonstrating to others in a convincing way the competence that has been achieved. For professionals working in the field of education. (...) Customer Reviews: (...) Reviewer: Swen H. Digranes, Ph.D. & Jo Lynn A. Digranes, Ph.D.(digranes@cherokee.nsuok.edu) from Tahlequah,Oklahoma, USA September 15, 1998 HOW TO DEVELOP A PROFESSIONAL PORTFOLIO A MANUAL FOR TEACHERS is an excellent resource for teacher educators, as well as for aspiring teachers and teachers in the field. The book provides complete, easy-to-understand information for assembling both "working" and "presentation" portfolios. The "working" portfolio is a collection of teaching materials and educational documents that represents professional growth and goal setting both for the veteran teacher and the pre-service teacher. The "presentation" portfolio is a condensed version of the "working" portfolio that documents professional competencies. It is compiled for a specific purpose, such as applying for a job. The chapter "Organization of Portfolios around Teaching Standards" presents a good model for portfolio organization, furnishing information that can be adapted to a particular state or university set of standards. http://vig.abacon.com/product/0,2371,0205261531,00.html

eerste datum: 09-02-2000; tj

1:10:3 representatief of reflectief links boekenlijstje portfolio INFORMATIEPAGINA'S MEDIATHEEK HOGESCHOOL HOLLAND Portfolio in opleiding en bedrijf : portfolio-ontwikkeling : een instrument voor competentie-profilering in opleiding en bedrijf / Wil Blom, Ruud Klarus en Marian Nieskens 's-Hertogenbosch : E2B/CINOP, 1997 458.4 B64 po. http://www.hsholland.nl/mediatheek/index.htm?99feb.htm

eerste datum: 06-02-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 1x door tj


1:10:3 representatief of reflectief links boekenlijstje portfolio MAKING PORTFOLIO ASSESSMENT Making Portfolio Assessment Easy : Reproducible Forms and Checklists and Strategies for Using Them by Mary Sullivan Paperback (January 1996) Scholastic Trade. http://www.amazon.com/exec/obidos/ASIN/0590245074/ref=sim_books/102-2046106-1500847

eerste datum: 09-02-2000; tj

1:10:3 representatief of reflectief links boekenlijstje portfolio MINDFUL SCHOOL : THE PORTFOLIO CONNECTION by Kay Burke, Robin Fogarty, Susan Belgrad (June 1994) Skylight Pub; (...) Reviews From the Back Cover: What is the best way to assess a person's vocabulary level? A multiple-choice exam? A fill-in-the-blank exercise? Or perhaps a performance activity that allows the person to "show" the contextual meaning of a word? As the new reforms in education emphasize alternative forms of evaluation and testing, creative educators are now implementing assessment strategies which no longer measure an individual's ability to memorize and reiterate, but focus instead on one's capacity to create, discover, and become a lifelong learner. The portfolio has emerged as one of the most powerful tools for assessment and evaluation in education. Just as the artist chooses from an array of watercolors to paint her picture, the creative educator chooses from a repertoire of assessment tools to paint her picture of a student as a lifelong learner. This easy-to-use resource explores a multitude of options for purposes and types of portfolios as well as practical ideas for implementing them in the classroom. Ten steps in developing portfolios are presented, along with lesson options, examples, and suggestions for encouraging creative and critical thinking in an easy-to-follow format. Educators, administrators, curriculum planners, and parents. http://www.amazon.com/exec/obidos/ASIN/0932935788/qid=950136260/sr=1-6/102-2046106-1500847

eerste datum: 10-02-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 1x door tj

1:10:3 representatief of reflectief links boekenlijstje portfolio PORTFOLIO ASSESSMENT Portfolio Assessment : Getting Started (Teaching Strategies) by Allan D. De Fina, Allan A. De Fina Paperback Reissue edition (June 1996) Scholastic Trade; ISBN: 0590491830. http://www.amazon.com/exec/obidos/ASIN/0590491830/ref=sim_books/102-2046106-1500847

eerste datum: 09-02-2000; tj


1:10:3 representatief of reflectief links boekenlijstje portfolio PORTFOLIO BOOK The Portfolio Book : A Step-By-Step Guide for Teachers by Cathy Grace, Elizabeth F. Shores, Kathy Charner (Editor. http://www.amazon.com/exec/obidos/ASIN/0876591942/ref=sim_books/102-2046106-1500847

eerste datum: 09-02-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 1x door tj

1:10:3 representatief of reflectief links boekenlijstje portfolio Ó Er zijn al niet zoveel titels over dit onderwerp te vinden bij de UvA en dan “langdurig intern uitgeleend”..... PORTFOLIO IN OPLEIDING EN BEDRIJF : PORTFOLIO-ONTWIKKELING EEN INSTRUMENT VOOR COMPETENTIE-PROFILERING IN OPLEIDING EN BEDRIJF Portfolio in opleiding en bedrijf : portfolio-ontwikkeling een instrument voor competentie-profilering in opleiding en bedrijf / Wil Bom, Ruud Klarus, Marian Nieskens. - 's-Hertogenbosch : E2B/CINOP, 1997. - 136 p. : ill. ; 24 cm. - (E2B-reeks ; 1) Met lit. opg. 1; noot : Langdurig intern uitgeleend: niet extern beschikbaar AANVRAAG INFORMATIE : Uitgeleend. Boek: Universiteit van Amsterdam Instituut: 318: 79.63 B10

eerste datum: 09-02-2000; tj


1:10:3 representatief of reflectief links boekenlijstje portfolio PORTFOLIO JOURNEY The Portfolio Journey : A Creative Guide to Keeping Student-Managed Portfolios in the Classroom by Tom Crockett (March 1998) Teacher Ideas (...) Editorial Reviews The author, Tom Crockett (sayer@norfolk.infi.net) , July 2, 1998 Use travel as a metaphor for dynamic student portfolios. "The Portfolio Journey: A Creative Guide to Keeping Student-Managed Portfolios in the Classroom" is a teacher's guide, manual, and activity book for creating, maintaining, and working with student-managed portfolios. Its premise is that the metaphor of travel can be used to both inspire and organize students in the building of their own portfolios. It introduces the idea of portfolios and walks a teacher through the processes of planning, preparing, organizing, maintaining, evaluating, and maximizing the value inherent in student portfolios. Filled with illustrations, quotes, and activity ideas in support of the metaphor of travel, the book also contains worksheets and reproducible masters for creating portfolio maps, passports, visas, luggage tags, organizing materials, certificates, and even family update newsletters. "The Portfolio Journey" looks at the teacher's role as Travel Agent (the planner), Travel Consultant (the advisor), Travel Guide (the facilitator), and Curator (the one who arranges for the sharing of portfolios). Tom Crockett has had 12 years of experience with student-managed portfolios. His background as a teacher, an artist, and a nationally recognized education consultant helps to make "The Portfolio Journey" a fun and imaginative experience. This dynamic and flexible guide will appeal to all elementary and middle school educators. It's also a wonderful resource for homeschoolers. http://www.amazon.com/exec/obidos/ASIN/1563084546/qid=950139713/sr=1-56/102-2046106-1500847

eerste datum: 10-02-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 1x door tj

1:10:3 representatief of reflectief links boekenlijstje portfolio PORTFOLIO LEARNING Portfolio Learning by Barbara L. Cambridge, Anne C. Williams Our Price: $37.10 Paperback - 372 pages 1 edition (October 29, 1997) Prentice Hall;(...) Editorial Reviews From the Back Cover This unique book demonstrates the value of portfolio learning as readers write, revise, assess, and present themselves as thinkers and writers in their portfolios. Constructed around the narrative of one engaging journey to portfolio completion, the book presents a variety of writing activities, flexible assignments, and opportunities for self-assessment; from metawriting to revisions. It includes a large number of exercises and activities to promote continual writing and revisions and encourage readers to analyze their own work. A valuable resource for any reader who wishes to improve his writing skills. http://www.amazon.com/exec/obidos/ASIN/013299819X/qid=950136260/sr=1-11/102-2046106-1500847

eerste datum: 10-02-2000; tj


1:10:3 representatief of reflectief links boekenlijstje portfolio PORTFOLIO PRIMER : TEACHING, COLLECTING, AND ASSESSING STUDENT WRITING A Portfolio Primer : Teaching, Collecting, and Assessing Student Writing by Geof Hewitt, Geof Gewitt (...) - 215 pages (January 1995) Heinemann (Tx); (...) Editorial Reviews: Book Description A Portfolio Primer explains how any teacher can build a community of writers, using portfolios to demonstrate progress across the curriculum. Intended for teachers of grades three through twelve, the book outlines practical strategies for ensuring that students explore meaningful challenges and develop essential speaking skills. Author Geof Hewitt chairs Vermont's Writing Assessment Leadership Committee, which designed the nation's first statewide portfolio-based writing assessment program. Recognizing the new national emphasis on assessing students' learning, he explores a range of uses for portfolios that complement formal assessment programs for all subjects. Key to the success of a classroom program is the students' regular use of their portfolios and the ongoing activity of reflecting on, and editing, their selections. Hewitt suggests the kinds of work that should go into a student's portfolio. In a step-by-step review of "the writing process," he explains how to guide students in developing their own processes and argues that "the process" should be reserved for only those pieces toward which the student feels substantial commitment. A Portfolio Primer provides generous samples of student work, including two portfolios reprinted in their entirety, as well as a variety of tools for formal and informal assessments. The book also offers practical suggestions for ensuring ownership so that students can control and witness their own development in the classroom. About the Author GEOF HEWITT started writing poems as a teenager. Ten years later, he was teaching teenagers and publishing their poems, while publishing and performing his own work in venues as diverse as Harpers, The Paris Review, Exquisite Corpse, the Whitney Museum, and the Honolulu Zoo. Hewitt brings his quirky sense of "poetry" to his workshops with junior high and high school students, and continues to write, publish, and perform his poems wherever he can. Hewitt teaches in the Adult Degree Program at. http://www.amazon.com/exec/obidos/ASIN/0435088343/103-5312760-9611809

eerste datum: 10-02-2000; tj


1:10:3 representatief of reflectief links boekenlijstje portfolio ROOM 109 : THE PROMISE OF A PORTFOLIO CLASSROOM by Richard Burt Kent (...) The Promise of a Portfolio Classroom by Richard Burt Kent (...) Editorial Reviews Book: Description We all agree that students learn at different rates and in different ways. The question now is how to create a classroom that is responsive to and respectful of their learning needs. Room 109 offers one such example, demonstrating the promise of portfolios to individualize instruction. Room 109 is a how-to and ultimately why-to book, offering a range of strategies for helping learners of varying abilities. Richard Kent shows how he took current research in the fields of teaching and learning and turned it into successful practice. His underlying premise is that to have a portfolio classroom, the teacher must also be a portfolio keeper. This book shows in detail the what, how, and why of doing portfolios, providing in depth guidelines on portfolio requirements and full-blown descriptions of portfolio projects. Room 109 demonstrates how to build a classroom community through the exchange of letters: teacher to student, student to teacher, student to student, "keeper" (parent, guardian, or significant adult other) to student. These lively letters reveal the energy and passion of the learners. The writing is down to earth and the situations real. (...) Room 109 will help secondary preservice and inservice teachers of all levels and all disciplines rethink their practices regarding portfolio use, assessment, teacher research, parental involvement, and project-based learning. http://www.amazon.com/exec/obidos/ASIN/086709429X/qid=950139713/sr=1-65/102-2046106-1500847

eerste datum: 10-02-2000; tj

1:10:3 representatief of reflectief links boekenlijstje portfolio SYLLABUS-S98 MCOM 329: ELECTRONIC PORTFOLIOS (2 SH) () COURSE DESCRIPTION: Introduction to and preparation of electronic portfolios for assessment and personal use. Topics include, selecting and developing portfolio content, portfolio organization and navigation, and creating the electronic portfolio using templates. REQUIRED TEXTBOOK: David J. Hass. The Personal Image and Skills Marketing System (Kenetic Media: Rochester, 1996. http://199.17.141.102/TV/mc329.html

eerste datum: 28-01-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 2x door tj

1:10:3 representatief of reflectief links boekenlijstje portfolio THE TEACHER PORTFOLIO : A STRATEGY FOR PROFESSIONAL DEVELOPMENT AND EVALUATION The teacher portfolio : a strategy for professional development and evaluation / James E. Green, Sheryl O'Sullivan Smyser. - Lancaster, PA [etc.] : Technomic Publ. Co, cop. 1996. - XI, 139 p. : ill., tab. ; 25 cm Lit. opg. ISBN 1-566-76371-1 1 G4 AANVRAAG INFORMATIE : Uitleenbaar. Boek: Universiteit van Amsterdam Instituut: 318: 81.31

eerste datum: 09-02-2000; tj


1:10:3 representatief of reflectief links boekenlijstje portfolio WINDOWS ON LEARNING: DOCUMENTING YOUNG CHILDREN’S WORK Teachers College Press).) by Judy Harris Helm, Sallee Beneke, Kathy Steinheimer, Lilian G. Katz Paperback - 216 pages (December 1997) (...) Editorial Reviews The author, Judy Harris Helm, Bestpractices@prodigy.net , October 15, 1997 First comprehensive book on how to document. In Windows on Learning, we explain the mechanics of documentation and share how teachers collect, analyze, and organize children's work into portfolios and displays. Lilian Katz, who wrote the foreword, emphasizes that the "practice of documenting...can contribute to the quality of any early childhood program" and the many examples in the book of children's and teachers' work prove this. The book celebrates active, engaged learning. It should be helpful to anyone using portfolios or interested in the project approach, Work Sampling, or US adaptations of methods used in the schools of Reggio Emilia, Italy. A companion Teacher Materials booklet and video simplify use in teacher education courses and student teaching. The authors invite you to throw open the windows of your classroom and let everyone see what your children are learning. For teachers in prekindergarten through third grade programs. http://www.amazon.com/exec/obidos/ASIN/0807736783/qid=950136260/sr=1-21/102-2046106-1500847

eerste datum: 10-02-2000; laatste: 04-03-2000; bezocht: 1x door tj

1:10:3 representatief of reflectief links boekenlijstje portfolio WRITING FOR YOUR PORTFOLIO Writing for Your Portfolio by C. Beth Burch (...) - 473 pages 1 edition (September 14, 1998) Allyn & Bacon; (...) Editorial Reviews From the Back Cover Many writers underestimate the importance of a strong portfolio. For freelance work, creative assignments, or any other professional or academic pursuit, a compilation of writing samples is a must for all writers. Providing various examples of how to diversify and develop a writing portfolio, Burch's guide stands alone as the only resource of its kind for writers. This book presents portfolio pedagogy as the logical conclusion of a writing process. Its genre-based approach includes chapters emphasizing the memoir, advisory essay, profile, study of place, analytical essay (including literary analysis), editorial, and position paper as possible components of a portfolio. The portmanteau sections at the end of each chapter provide many examples of writing, illustrating various genres, perspectives, and levels of accomplishment. In moving from expressive to analytical writing, this book reinforces the personal voice while encouraging that it be heard by wider audiences and in increasingly varied social contexts. It therefore prepares students for general competence in writing, both personal and public, including academic writing. Creative and professional writers, and instructors of writing. http://www.amazon.com/exec/obidos/ASIN/0205271596/qid=950136260/sr=1-22/102-2046106-1500847

eerste datum: 10-02-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 1x door tj


1:10:3 representatief of reflectief links boekenlijstje portfolio Ó Er zijn al niet zoveel titels over dit onderwerp te vinden bij de UvA en dan “langdurig intern uitgeleend”.... WRITING PORTFOLIOS IN THE CLASSROOM : POLICY AND PRACTICE, PROMISE AND PERIL Writing portfolios in the classroom : policy and practice, promise and peril / ed. by Robert Calfee, Pamela Perfumo. - Mahwah, NJ : Lawrence Erlbaum Associates, 1996. - X, 374 p. : ill. ; 24 cm Lit. opg. - Reg. ISBN 0-8058-1835-9 cloth ISBN 0-8058-1836-7 pbk. basisclassificatie : 17.42 taalbeheersing goo-trefwoorden : Schrijven; Evaluatie; Onderwijs engels/duits trefwoord : Portfolios in education; English language DDC-code : 371.2/72 1 plaatsnummer : 318: 17.42 W1 noot : Langdurig intern uitgeleend: niet extern beschikbaar. Boek: Universiteit van Amsterdam Instituut : 318: 17.42 W1

eerste datum: 09-02-2000; tj

1:11:1 herconfiguratie van het bestaande electronisch citatenboek Ó Linkpagina van het Open Directory Project (vrijwilligers als classificeerders van het Internet) dat verwijst naar een klein aantal Nederlandstalige on-line citaten. Ik zelf heb ook geen andere Nederlandstalige citaten sites van enige omvang kunnen vinden, dit in tegenstelling tot wat in het Engels via het Internet gevonden kan worden. Deze pagina van het Open Directory Project geeft een link naar een groot aantal Engelsetalige citaten sites. OPEN DIRECTORY - WORLD: NEDERLANDS: NASLAG: CITATEN Citatenboek - Opmerkelijke uitspraken, gesorteerd op trefwoorden. De Opkamer - Citaten - Verzameling gesorteerd op naam. Insekten - Een verzameling citaten, spreekwoorden, gezegdes, uitdrukkingen etc. die allemaal met insekten en spinnen te maken hebben. Literaire Citaten Een lijst van spraakmakende citaten. Loesje - Loesje projecten op internet. Nederlandse Spreekwoorden en Gezegden - Spreekwoorden, gezegden, aforismen, spreuken en uitdrukkingen uit de Nederlandse Taal. Spreekwoorden en gezegden - Nederlandse database. Ward Vanmarsenille - Verzameling van meer dan 5000 citaten, aforismen, definities, woordspelingen, en uitspraken. http://dmoz.org/World/Nederlands/Naslag/Citaten/

eerste datum: 10-04-2000; tj

1:11:1 herconfiguratie van het bestaande electronisch citatenboek Ó “Lezen is ontdekken dat anderen al hebben opgeschreven wat jezelf denkt” is een van de lopende teksten onderin de webbrowser als je amateur citatenverzamelaar VanMarsenille bezoekt. MEER DAN 5000 CITATEN AFORISMEN WOORDSPELINGEN WIJSHEDEN ONELINERS QUOTES DEFINITIES http://users.belgacom.net/citaten/index.html#verzameling

eerste datum: 10-04-2000; tj


1:11:1 herconfiguratie van het bestaande electronisch citatenboek THE QUOTATIONS PAGE Welcome to The Quotations Page! This page was originally developed as a catalog of Quotation resources on the Internet; it has since evolved into a large-scale Quotation site with many original resources. Historically, The Quotations Page was one of the first quotations pages on the net. I've tried to keep it current through the years. It includes many unique features for the Quotation lover, and I hope you'll enjoy it. http://www.starlingtech.com/quotes/index.html

eerste datum: 19-12-1999; laatste: 10-04-2000; bezocht: 2x door tj

1:11:1 herconfiguratie van het bestaande citaten portal Ă“ Quotation site die pogingen doet ook een commercieele portal te worden. Aardig is de mogelijkhedi om bij een gevonden citaat direct door te klikken naar een lijst van andere citaten van die bepaalde auteur. FAMOUS QUOTATIONS NETWORK Voltaire (1694-1778): --A witty saying proves nothing. --If we do not find anything very pleasant, at least we shall find something new. --Indeed, history is nothing more than a tableau of crimes and misfortunes. --It is not enough to conquer; one must learn to seduce. http://www.famous-quotations.com/

eerste datum: 19-12-1999; laatste: 10-04-2000; bezocht: 2x door tj

1:11:1 herconfiguratie van het bestaande electronisch citatenboek Ă“ Nog een voorbeeld van een persoonlijk electronisch citatenboek dat via het Internet met anderen gedeeld wordt. GOOD QUOTATIONS BY FAMOUS PEOPLE Good Quotations by Famous People: (collected by Gabe Robins over the years) "Glory is fleeting, but obscurity is forever. " - Napoleon Bonaparte (1769-1821) "Victory goes to the player who makes the next-to-last mistake. " - Chessmaster Savielly Grigorievitch Tartakower (1887-1956) "Don't be so humble - you are not that great. " - Golda Meir (1898-1978) to a visiting diplomat "His ignorance is encyclopedic" - Abba Eban (1915-) "If a man does his best, what else is there?" - General George S. Patton (1885-1945) "I can write better than anybody who can write faster, and I can write faster than anybody who can write better. " - A. J. Liebling (1904-1963) "People demand freedom of speech to make up for the freedom of thought which they avoid. " - Soren Aabye Kierkegaard (1813-1855) "Give me chastity and continence, but not yet. " - Saint Augustine (354-430) "Not everything that can be counted counts, and not everything that counts can be counted. " - Albert Einstein (1879-1955. http://www.cs.virginia.edu/~robins/quotes.html

eerste datum: 17-12-1999; laatste: 10-04-2000; bezocht: 1x door tj


1:11:2 herconfiguratie van het bestaande all writing is in fact cut-ups BURROUGHS : THE CUT-UP TECHNIQUE The method is simple. Here is one way to do it. Take a page. Like this page. Now cut down the middle. You have four sections: 1 2 3 4 . . . one two three four. Now rearrange the sections placing section four with section one and section two with section three. And you have a new page. Sometimes it says much the same thing. Sometimes something quite different-cutting up political speeches is an interesting excercise-in any case you will find that it says something and something quite definite. Take any poet or writer you fancy. Here, say, or poems you have read over many times. The words have lost meaning and life through years of repetition. Now take the poem and type out selected passages. Fill a page with excerpts. Now cut the page. You have a new poem. As many poems as you like. As many Shakespeare Rimbaud poems as you like. (...) All writing is in fact cut-ups. A collage of words read heard overheard. What else? Use of scissors renders the process explicit and subject to extension and variation. Clear classical prose can be composed entirely of rearranged cut-ups. Cutting and rearranging a page of written words introduces a new dimension into writing enabling the writer to turn images in cinematic variation. Images shift sense under the scissors smell images to sound sight to sound sound to kinesthetic. This is where Rimbaud was going with his color of vowels. And his "systematic derangement of the senses." The place of mescaline hallucination: seeing colors tasting sounds smelling forms. (...) The cut-up method brings to writers the collage, which has been used by painters for seventy years. And used by the moving and still camera. In fact all street shots from movie or still cameras are by the unpredicatble factors of passersby and juxtapositon cut-ups. And photographers will tell you that often their best shots are accidents . . . writers will tell you the same. The best writings seems to be done almost by accident but writers until the cut-up method was made explicit - all writing is in fact cut-ups; I will return to (...) http://www.txt.de/spress/author/burroughs/Texts/Essays/Cutup.htm

eerste datum: 10-04-2000; tj


1:12:1 trans-copyright en plagiaat-detectors 1934: universeel netwerk voor documentatie Ó Aan het begin van deze eeuw dacht de Belgische bibliograaf Paul Otlet aan wat hij een ‘mondiale gegevensbank’ noemde... hij was ook de grondlegger van de moderne idee van documentatie en ontwierp daar speciale kaartsystemen voor met ponsgaten en metalen pennen om verbanden te kunnen leggen. Otlet is ook de grondlegger van de nu nog steeds toegepaste Universele Decimale Classificatie (UDC) en legde de grondslag voor een vak dat nu ‘documentatie’ heet. Het plaatje is van de hand van Otlet en komt uit zijn “Traite de documentation..” uit 1934. Jammer genoeg zijn die plaatjes (nog) niet op het Internet te vinden... VISIONS OF XANADU: PAUL OTLET (1868-1944) AND HYPERTEXT: W. BOYD RAYWARD The work of the Belgian internationalist and documentalist, Paul Otlet (1868-1944), and his colleagues in Brussels, forms an important and neglected part of the history of information science. They developed a complex of organisations that functionally are similar in important respects to contemporary hypertext/hypermedia systems. These organisations effectively provided for the integration of bibliographic, image and textual databases. Chunks of text on cards or separate sheets were created according to "the monographic principle" and their physical organisation managed by the Universal Decimal Classification, created by the Belgians from Melvil Dewey's Decimal Classification. The paper discusses Otlet's concept of of the Office of Documentation and, as examples of an approach to actual hypertext systems, several special Offices of Documentation set up in the International Office of Bibliography. In his Traité de Documentation of 1934, one of the first systematic treatises on what today we would call information science, Otlet speculated imaginatively about online communications, text-voice conversion and what is needed in computer work stations, though of course he does not use this terminology. By assessing how the intellectual paradigm of ninteenth century positivism shaped Otlet's thinking, the paper suggests how, despite its apparent contemporaneity, what he proposed was in fact conceptually different from the hypertext systems that have been developed or speculated about today. (...) In 1934, some ten years before Vannevar Bush published his ideas about a memex, some thirty five or forty years before Ted Nelson began to develop his ideas of a fabled information Xanadu, Paul Otlet published a magisterial work of synthesis, the Traité de Documentation (reprinted in 1989).This work culminated a lifetime's thinking, begun for Otlet forty years before with "Something about Bibliography," about the problems of creating new, and improving existing, systems for organizing knowledge. The Traité is perhaps the first systematic, modern discussion of general problems of organising information. The term "documentation" is a neologism invented by Otlet to designate what today we tend to call Information Storage and Retrieval. In fact it is not to much to claim the Traité as one of the first information science textbook. http://alexia.lis.uiuc.edu/gslis/people/faculty/fac_papers/rayward/rayward3.html

eerste datum: 10-04-2000; tj


1:12:1 trans-copyright en plagiaat-detectors 1945: Memex .. selection by association Ă“ Het beroemde artikel uit 1945 in The Atlantic Monthly, dat nieuwe methodes voor kennisbeheer voorstelde in een tijd dat computers nog nauwelijks tot ontwikkeling waren gekomen. Bush stelde een kennisapparaat voor dat hij MEMEX doopte en gebaseerd was op een combinatie van ponskaartachtige techniek, microfilm en instant fotografie. De ideeĂŤn van Bush vormde een inspiratiebron voor de grondleggers van de hardware en software voor de personal computer. Herlezing nu is inspirerend omdat Bush mogelijkheden noemt die de (tot op heden) verontachtzaamd zijn. Bij iedere nieuwe technologische ontwikkelingsfase wordt een bepaalde weg ingeslagen, steeds verder verbreed, terwijl andere mogelijke paden niet tot nauwelijks betreden worden, tot dat... AS WE MAY THINK BY VANNEVAR BUSH The real heart of the matter of selection, however, goes deeper than a lag in the adoption of mechanisms by libraries, or a lack of development of devices for their use. Our ineptitude in getting at the record is largely caused by the artificiality of systems of indexing. When data of any sort are placed in storage, they are filed alphabetically or numerically, and information is found (when it is) by tracing it down from subclass to subclass. It can be in only one place, unless duplicates are used; one has to have rules as to which path will locate it, and the rules are cumbersome. (...) The human mind does not work that way. It operates by association. With one item in its grasp, it snaps instantly to the next that is suggested by the association of thoughts, in accordance with some intricate web of trails carried by the cells of the brain. (...) Yet the speed of action, the intricacy of trails, the detail of mental pictures, is awe-inspiring beyond all else in nature. Man cannot hope fully to duplicate this mental process artificially, but he certainly ought to be able to learn from it. In minor ways he may even improve, for his records have relative permanency. (...) Selection by association, rather than indexing, may yet be mechanized. One cannot hope thus to equal the speed and flexibility with which the mind follows an associative trail, but it should be possible to beat the mind decisively in regard to the permanence and clarity of the items resurrected from storage. Consider a future device for individual use, which is a sort of mechanized private file and library. It needs a name, and, to coin one at random, "memex" will do. A memex is a device in which an individual stores all his books, records, and communications, and which is mechanized so that it may be consulted with exceeding speed and flexibility. It is an enlarged intimate supplement to his memory. (...) Most of the memex contents are purchased on microfilm ready for insertion. Books of all sorts, pictures, current periodicals, newspapers, are (...) http://www.theatlantic.com/unbound/flashbks/computer/bushf.htm

eerste datum: 07-03-2000; laatste: 21-03-2000; bezocht: 1x door tj


1:12:1 trans-copyright en plagiaat-detectors feeling the threat of information overload Ó Een lezing in 1995 ter ere van de wetenschappelijk adviseur van de Amerikaanse regering Vannevar Bush die in 1945 zijn vooruitziende ideeen over een kennisbeheer systeem (toen nog gebaseerd op microfilm, de MEMEX) publiceerde, waarin een structuele aanpak van het probleem van ‘information overload’ gezocht wordt. Het artikel van Bush was inspiratiebron voor mensen als Ted Nelson (hypertekst) en Douglas Engelbert (de computermuis). BERNERS-LEE: TALK AT BUSH SYMPOSIUM: NOTES For Bush, the daunting challenge for humanity was to cope with the awful growth of what he called "the record". He considered the plight of a researcher beset by so much research that despite narrowing his field, he could not hope to read all the relevant material. He was already feeling the threat of the information overload in 1945 -- that's before digital computers were around. The conclusion of his article suggests that the future of the world was, he felt, at stake. (Perhaps it was indicative of the times that the researcher in such a key role for society.) The thought I discuss with you today is that though the MEMEX is with is, whether we as a result feel very much more confident about our destiny. Bush presented the problem from the point of view of a single researcher, and he provided a solution for a single researcher. (...) The MEMEX was a machine which allowed an individual to store, rapidly retrieve documents, and to store and rapidly follow random associations between pairs of documents. To a large part we have MEMEXes on our desks today. We have not yet seen the wide scale deployment of easy human interfaces for editing hypertext and making links. (I find this constantly frustrating, but always assume will be cured by cheap commercial products within the year.) In part the speed of the net has replaced the size of the person record store, but otherwise a web browser with an editor gives quite a good substitute for a MEMEX. It is, then, a good time 50 years on to sit back and consider to what extent we have actually made life easier. We have access to information: but have we been solving problems? Well, there are many things it is much easier for individuals today than 5 years ago. Personally I don't feel that the web has made great strides in helping us work as a global team. http://www.w3.org/Talks/9510_Bush/Talk.html

eerste datum: 08-03-2000; laatste: 04-04-2000; bezocht: 1x door tj


1:12:1 trans-copyright en plagiaat-detectors concept manipulatie in plaats van typesetting Ó Online versie van een hoofdstuk uit een van de standaardwerken over tekst en computers in de menswetenschappen: “The Digital Word: Text-based computing in the Humanities”; edited by George P. Landow en Paul Delany; MIT Press; 1993. Belangrijke teksten om ons bewust te maken van het feit dat tekstverwerkingssoftware meer aandacht heeft voor uiteindelijke presentatie op papier dan voor de inhoudelijke organisatie van de tekst zelf (de nieuwe mogelijkheden van hypertekst). MARKUP SYSTEMS AND THE FUTURE OF SCHOLARLY TEXT PROCESSING In the last few years, scholarly text processing has entered a reactionary stage. Previously, developers were working toward systems that would support scholars in their roles as researchers and authors. Building on the ideas of Vannevar Bush, people such as Theodor H. Nelson and Andries van Dam (Drucker, van Dam, Yankelovitch) prototyped systems designed to parallel the associative thought processes of researching scholars. Similarly, Douglas C. Engelbart sought to augment human intellect by providing concept-manipulation aids (Engelbart and English, Engelbart et al.). Brian K. Reid developed Scribe, freeing authors from formatting concerns and providing them with integrated tools for bibliography and citation management. Although only a small percentage of scholars were exposed to these ideas, the movement was toward developing new strategies for research and composition. (...) Since the introduction of inexpensive and powerful personal computers, we have seen a change in focus away from developing such new strategies toward finding ways to do the old things faster. (...) Previously, developers worked with the model of scholar as researching and composing author. Recently, however, the dominant model construes the author as typist or, even worse, as typesetters. Instead of enabling scholars to perform tasks that were not possible before, today's systems emulate typewriters. Granted, these electronic typewriters have built-in search and cut/paste facilities, but for the knowledgeable user, such systems offer only minor improvements and may be less powerful overall than some of the systems available ten and fifteen years ago (...) Conclusion Descriptive markup solves many of the problems that scholars face in document development. First, the process of marking up the text is simplified because the author's attention is focused on the content instead of on controlling a computer program or on the typography of the presentation copy. (...) Document portability enables authors to share files with colleagues and significantly reduces both the cost of publication and the nonauthorial demands on authors. (...) Equipped with the basic concepts from the general theory of markup systems, however, authors quickly recognized the superiority of descriptive http://www.oasis-open.org/cover/coombs.html

eerste datum: 08-04-2000; laatste: 10-04-2000; bezocht: 2x door tj


1:12:1 trans-copyright en plagiaat-detectors 1997: mondiale gegevensbank Ă“ Artikel van Robert D. Cameron School of Computing Science Simon Fraser University uit 1997. De klassieke droom van een universeel kennissysteem, zoals dat in de Europeese cultuur te vinden is bij de 16e eeuwer Conrad Gessner (die mede heeft bijgedragen tot het standariseren van wat we nu de titelpagina noemen) en vooral bij Leibniz die deze idee in het begin van de 18e eeuw verbond met een mechanische calculeermachine om bestaande kennis te verwerken en nieuwe kennis te genereren. De idee heeft zeker ook verband met de idealen van Paul Otlet die op de grens van de 19e en 20e eeuw begon met het denken over een modiaal kennissysteem. A UNIVERSAL CITATION DATABASE AS A CATALYST FOR REFORM IN SCHOLARLY COMMUNICATION A universal, Internet-based, bibliographic and citation database would link every scholarly work ever written---no matter how published---to every work that it cites and every work that cites it. Such a database could revolutionize many aspects of scholarly communication: literature research, keeping current with new literature, evaluation of scholarly work, choice of publication venue, among others. Models are proposed for the cost-effective operational and technical organization of such a database as well as for a feasible initial goal: the semi-universal citation database. (...) Imagine a universal bibliographic and citation database linking every scholarly work ever written---no matter how published---to every work that it cites and every work that cites it. Imagine that such a citation database was freely available over the Internet and was updated every day with all the new works published that day, including papers in traditional and electronic journals, conference papers, theses, technical reports, working papers, and preprints. Such a database would fundamentally change how scholars locate and keep current with the works of others. In turn, this would also affect how scholars publish their own works, in light of the increased visibility of research regardless of publication venue and the increased potential to demonstrate the value of works through citation analysis. In short, a universal citation database would serve as an important catalyst for reform in scholarly communication. Literature Research. The use of citation data to locate newer works that cite important prior works in a field has long been an important technique for literature research. Unfortunately, the available indexes (principally the Science Citation Index and the Social Sciences and Humanities Citation Index) tend to be quite limited in their coverage, indexing only selected sets of academic journals. (...) As the pace of change in scholarly communication continues to increase, citation searching using the existing indexes tends to become less and less useful. (...) Another intriguing possibility is the use of citation data in current awareness services. http://elib.cs.sfu.ca/project/papers/citebase.html

eerste datum: 28-12-1999; laatste: 10-04-2000; bezocht: 3x door tj


1:12:2 trans-copyright en plagiaat-detectors universele citaten database Ă“ Een goed ingang voor de problematiek van het citeren van electronische publikaties op het Internet.. A PUBLICATION ON INFORMATION TECHNOLOGY (ELECTRONI CITATION) Bridging the Gap Between Traditional and Electronic Scholarly Publishing -Electronic Scholarly Publishing and the World Wide Web -A Universal Citation Database as a Catalyst for Reform in Scholarly Communication -Bibliographic Formats for Citing Electronic Information. http://wcw.emory.edu/EE/citation.page.html

eerste datum: 28-12-1999; laatste: 10-04-2000; bezocht: 2x door tj

1:12:2 trans-copyright en plagiaat-detectors verschillende standaards om het web te citeren ELECTRONIC CITATION STYLE MANUALS APA-Style Web Citation MLA-Style Citations of Electronic Sources MLA Citation Example by HCC Liberary ISO Bibliographic References to Electronic Documents Citation Style for Internet Sources Citing Computer Documents How do you cite URL's in a bibliography? A Brief Citation Guide for Internet Sources in History & Humanities. http://www.lib.siu.edu/swen/eciting.htm

eerste datum: 28-12-1999; laatste: 10-04-2000; bezocht: 2x door tj


1:12:2 trans-copyright en plagiaat-detectors internationale standaard voor electronische bronnen ISO 690-2, BIBLIOGRAPHIC REFERENCES TO ELECTRONIC DOCUMENTS International Standard ISO 690-2 Information and documentation -Bibliographic references -- (...) Electronic documents or parts thereof This part of ISO 690 specifies the data elements and their prescribed order in bibliographic references to electronic documents. (...) An increasing number of publications and other documents are appearing in electronic form and are created, maintained, and disseminated on a computer system. An electronic document may be fixed and unchangeable, or it may take advantage of its computer environment to allow modifications in both form and content. An electronic document may or may not have a paper or other form of equivalent. In spite of the complexity of these documents, scholars, researchers, and others need to create references to these electronic resources in order to document their research. This part of ISO 690 provides guidance on the creation of those bibliographic references. Although an electronic document may stylistically resemble a print publication (such as a monograph, a serial, or an article or chapter), the physical characteristics inherent in printed publications may not appear in the electronic form. For instance, the existence of volumes, issues, and pages is essential to print formats, but not to electronic ones. A growing amount of scholarly communication through large telecommunications networks seems to fall somewhere between published articles and personal correspondence. Features that allow a user to move at will from one point in an electronic document to another point, or even to another document, add a complication not found in the traditional linear nature of print formats. Although a correspondence may be made between some print publications and some electronic documents, electronic documents have their own identity as computer programs, databases, files, or records which exist in a machine-readable format, such as online, on CD-ROM, on magnetic tape, on disk, or on another electronic storage medium. Bibliographic references to these electronic documents must reflect that identity, not one of paper surrogates. New formats and technologies for electronic documents will continue to develop. As such developments evolve into widespread international usage, this part of ISO 690 will be amended, where necessary, to accommodate new forms and features of electronic documents. http://www.nlc-bnc.ca/iso/tc46sc9/standard/690-2e.htm#4

eerste datum: 28-12-1999; laatste: 10-04-2000; bezocht: 2x door tj


1:12:2 trans-copyright en plagiaat-detectors bibliografische formaten voor citeren electronische informatie BIBLIOGRAPHIC FORMATS FOR CITING ELECTRONIC INFORMATION Bibliographic Formats for Citing Electronic Information Citation formats suggested here are based on Li and Crane's Electronic styles: A Handbook for citing electronic information (1996), by Information Today, Inc. For more complete recommendations on bibliographic formats for electronic sources, please refer to Electronic styles. The book follows two common citation conventions, APA & MLA, and adds embellishments to represent the unique features of electronic information. Publication Information Electronic Sources: APA Style of Citation Individual Works Parts of Works Journal Articles Magazine Articles Newspaper Articles Discussion List Messages Personal Electronic Communications (E-mail) Reference Citations in Text Electronic Sources: MLA Style of Citation Individual Works Parts of Works Journal Articles Magazine Articles Newspaper Articles Discussion List Messages Personal Electronic Communications (E-mail) Parenthetical Documentation. http://www.uvm.edu/~ncrane/estyles/

eerste datum: 28-12-1999; laatste: 10-04-2000; bezocht: 2x door tj

1:12:3 trans-copyright en plagiaat-detectors to help the process of republishing Ó Idee van de grondlegger van de idee van ‘hypertekst’ (non-sequential writing - a text that branches and allows choices to the reader) om het citeren via een computer netwerk te reguleren, door het origineel te laten waar het is en enkel delen eruit virtueel te plaatsen in een gewenste andere configuratie. Er behoort een systeem van toestemming bij en ook de mogelijkheid om, indien gewenst, betaling voor gebruik te regelen. De idee is gestoeld op vroegere ontwerpen van Nelson voor een wereldwijd consistent, niet verouderend adresserings-systeem. Zie ook referenties bij zijn boek “Literary machines”. TRANSPUBLISHING-- CAN IT HELP COPYRIGHT PROBLEM? Most people who are worried about the digital copyright problem are trying to PREVENT republishing. We want to HELP the process of republishing within the copyright system-- as a different way to approach the copyright problem. On the Internet there are no exact rules for what copyrighted material you may quote without permission. However, IF PERMISSION IS GIVEN THERE CAN BE EXACT RULES. http://www.sfc.keio.ac.jp/~ted/TPUB/TranspubPoster.html

eerste datum: 04-12-1999; laatste: 10-04-2000; bezocht: 5x door tj


1:12:3 trans-copyright en plagiaat-detectors permission for use if the picture stays on the server... Ó Voorbeeld van een ‘transcopyright regeling’ voor een tekening van een van de leerlingen van Ted Nelson aan de Keio University in Japan, inclusief de tekst-string die de citeerder in de HTML code van de eigen webpagina dient op te nemen. PERMISSION TO TRANSQUOTE COPYRIGHTED WORK: Self-Portrait Trans© 1997. MAY BE TRANSQUOTED ON THE WEB UNDER THIS SPECIFIC TRANSCOPYRIGHT PERMISSION (details below). Charge per downloaded copy: Zero. Period of availability: indefinite. Permission granted by Rightsholder / Copyright Owner: Kouhei Sasagawa, 3 December 1998 Subject: Kouhei Sasagawa. Date of work: approx. October 1997 Artist: Kouhei Sasagawa. Server Location of work: http://www.sfc.keio.ac.jp/~ted/TPUB/SasagawaSelfportrait.gif Permission is NOT given-- • to republish except by the methods below; • to transmit this picture from any server except http://www.sfc.keio.ac.jp/~ted; • to put the actual picture data on your page; • to modify the picture in any way; • to use the picture without the accompanying transcopyright symbol, LINKED TO THIS PERMISSION PAGE at http://www.sfc.keio.ac.jp/~ted/TPUB/SasagawaPermish.html DETAILS OF TRANSCOPYRIGHT PERMISSION Permission is hereby given to transquote, or republish virtually, by the methods stated below, the picture at http://www.sfc.keio.ac.jp/~ted/TPUB/SasagawaSelfportrait.gif ONLY BY USING ONE OF THE FOLLOWING TWO METHODS, which will: • deliver the picture to each user from my designated server; • include with the picture its transcopyright emblem; • maintain connection between the transcopyright emblem and this original permission page; • allow ANYONE ELSE, WHO SEES THIS ON A TRANSQUOTING WEB PAGE, to re-use it BY THIS SAME METHOD on any NEW publicly-available Web page in the world. 1. Method to transquote at half size, like this: Include the following TQstring in the HTML SOURCE of your Web page: <img SRC="SasagawaSelfportrait.gif" BORDER=0 height=155 width=123><a href="http://www.sfc.keio.ac.jp/~ted/TPUB/SasagawaPermish.html"><im g SRC="tcosymb.gif" height=14 width=36></a> 2. Method to transquote at full size, like this: Include the following TQstring in the HTML SOURCE of your Web page: <img SRC="SasagawaSelfportrait.gif" height=311 width=246><a href="http://www.sfc.keio.ac.jp/~ted/TPUB/SasagawaPermish.html"><im g SRC="tcosymb.gif" height=14 width=36></a> Back to Transpublishing http://www.sfc.keio.ac.jp/~ted/TPUB/SasagawaPermish.html

eerste datum: 04-12-1999; tj


1:12:3 trans-copyright en plagiaat-detectors what we have yet to see Ó De ideeën van Ted Nelson las ik voor het eerst in het midden van de zeventiger jaren. In een vreemd groot ‘scrapbook’ dat twee voorkanten had met twee verschillende titels: ‘Computer Lib’ en ‘Dream Machines’. Het stond vol kriebelige tekst en schetsjes en vooral veel flowcharts en maakte duidelijk dat computers niet enkel Big Brother & Big Business machines waren maar ook een persoonlijke revolutionaire bevrijding konden bewerkstelligen alsook artistieke potenties had die nog ontdekt moesten worden. Opvallend is dat in geen enkele Nederlandse bibliotheek de boeken van Nelson te vinden zijn, met uitzondering van het IISG in Amsterdam dat een exemplaar van ‘Computer Lib/Dream machines’ heeft (dat heb ikzelf trouwens aangeschaft). In het algemeen is de maatschappelijke geschiedenis van de computer revolutie slecht vertegenwoordigd in Nederlandse bibliotheken. Het navolgende citaat komt uit een boekbespreking van Austin Bunn LITERARY MACHINES The idea of "hypertext," a term first coined by Nelson in 1965, may have been sketched in various forms before, but its first wild exegesis came in 1981 with Nelson's manifesto, Literary Machines. "Forty years from now (if the human species survives), there will be hundreds of thousands of files servers," Nelson wrote in the prelude. "And there will be hundreds of millions of simultaneous users...All this is manifest destiny. There is no point in arguing it, either you see it or you don't." Less than two decades later, the Web has made much of his ambitious speculations commonplace: textual links stringing together a global net of file servers, traversed by millions of users. Structured like a collection of brilliant Post-It notes, Literary Machines details the construction of his master-machine, a encyclopedic nest of information called "Xanadu." (Nelson released multiple beta versions, but never a final product.) The network of inter and intra-connected documents was to be the ultimate research device, development tool, cultural event -- as well as a financial boon for the authors whose work resided on it. Nelson explicitly imagined Xanadu as the first real incarnation of Vannevar Bush's Memex device. (See our Document on Bush from last year.) Reading Literary Machines, you can't help feel the need for the system Nelson lays out: the mad organization of the book itself -- with its restless transitions and MacDraw diagrams unhappily jailed on the page -- makes its own great case for "Xanadu." But what makes Literary Machines important is not just how much Nelson foresaw, but what we have yet to see. (...) Austin Bunn. http://www.sfc.keio.ac.jp/~ted/TN/PUBS/LM/LMpage.html

eerste datum: 08-03-2000; laatste: 05-04-2000; bezocht: 1x door tj


1:12:3 trans-copyright en plagiaat-detectors transpointing windows: bron en citaat verbonden Ă“ Naast elkaar liggende vensters, met verbindende lijnen tussen naar elkaar verwijzende tekstdelen, die dynamisch kunnen verspringen als de tekst in het ene of het ander venster verschoven wordt, een idee van Ted Nelson van dertig jaar geleden, dat een nieuwe dimensie kan toevoegen aan hypertekst, maar nog steeds niet gerealiseerd is. Dit dikwijls geciteerde plaatje is een foto van een mock-up uit de zestiger jaren (op karton geplakte papiertjes) toen zulk soort grote beeldschermen nog nauwelijks bestonden en ook de benodigde software nog ontwikkeld moets worden. Er is nu decennia later een werkende versie, een illustratie van het tijdsverschil dat tussen idee en werkelijkheid kan liggen. PARALUNIVERSE MY PARALLEL UNIVERSE Mine is a parallel universe in various ways. I share the physical universe with other people, but it seems I see it very differently and I disagree about a lot (the current word is "Contrarian"). So my world is the same but different. I have a different (and parallel) world of computers (below). I have a different and parallel history of computers (will be put here some other time). I am especially concerned about parallelism in many ways: considering how things are alike and different, which requires comparing them in parallel. Which in turn means-- parallel presentation on computer screens parallel data structures. This is what my computer work is about. Here are the main parallelisms: Most software (like most people) tends still to be naive about documents, treating them as independent and standing alone. But actually documents are conjoined and parallel by nature. To the basic assertion: "Documents Are Parallel" To Examples of Parallel Documents How can we visualize parallel documents? My proposal of Transpointing Windows. How can we represent parallel documents? The best way is with parallel data. http://www.sfc.keio.ac.jp/~ted/TN/PARALUNE/paraluniverse.html

eerste datum: 25-01-2000; tj


1:12:3 trans-copyright en plagiaat-detectors weg met de desktop metafoor Ó Een recent artikel van Ted Nelson over de noodzaak van een andere manier van verknoping van documenten en concepten die verder gaan dan die geleend van de papieren wereld. Het gepeperd taalgebruik is gericht tegen de behoudzucht van de grote firma’s die de computermarkt beheersen en structuele vernieuwing van de basisconcepten voor gecomputeriseerde communicatie frustreren. XANALOGICAL STRUCTURE: NOW MORE THAN EVER The present computer world is built on crude traditional models: hierarchy (believed by some to be synonymous with "structure"); paper analogies, machine analogies, spatial analogies; a crude model of time and backtracking. Older computer methods have great unseen drawbacks, pushing huge problems out into users' laps. Users' needs are ill-addressed by the paradigm of hierarchical files and their inability to deal with non-overlap. Today's graphical front ends, all using the arbitrarily conventionalized PARC User Interface (PUI-- usually called 'GUI') merely sugar-coats this hierarchical structure. And paper simulation, as in "word processing", is a dumb-down bargain with the devil. The assumption of printout as a canonical form of information (the role of the Xerox Corporation here was no accident) are clumsy constructs, entrapping the user in their irrelevant ramifications. The same goes for "Folders", the so-called "Desktop" and worst, the pernicious "Clipboard". Machine analogies and spatial analogies are just as misleading. We need instead a rational representation of structure-from computer mechanisms to electronic literature-- around the representation of all connection, rather than on false approximations (eg copying). This includes a different approach to files (making their contents more streamlike). Most important, it means system-maintained connections in vast quantities. The objectives are: the escape from paper, finding the best ways to support human thought and creativity-building on a sophisticated knowledge of complex documents, not building up from the simplest implementation of the simplest documents. The search is for an orderly, fast-evolving, fast-accumulating universe of electronic documents, not modelled to paper, and showing detailed relations among documents and versions, including overlap and commonality. http://www.sfc.keio.ac.jp/%7Eted/XU/XuSum99.html

eerste datum: 04-04-2000; laatste: 10-04-2000; bezocht: 2x door tj


1:12:3 trans-copyright en plagiaat-detectors documents must remain accessible indefinitely XANADU AUSTRALIA HOME PAGE The name "Xanadu" and the Flaming-X symbol are software and service trademarks of Project Xanadu, registered in certain countries and claimed elsewhere. What is Xanadu? The Xanadu Australia formal problem definition is: We need a way for people to store information not as individual "files" but as a connected literature. It must be possible to create, access and manipulate this literature of richly formatted and connected information cheaply, reliably and securely from anywhere in the world. Documents must remain accessible indefinitely, safe from any kind of loss, damage, modification, censorship or removal except by the owner. It must be impossible to falsify ownership or track individual readers of any document. This system of literature (the "Xanadu Docuverse") must allow people to create virtual copies ("transclusions") of any existing collection of information in the system regardless of ownership. In order to make this possible, the system must guarantee that the owner of any information will be paid their chosen royalties on any portions of their documents, no matter how small, whenever and wherever they are used. http://www.xanadu.com.au/xanadu/

eerste datum: 23-09-1998; laatste: 27-03-2000; bezocht: 2x door tj

1:12:3 trans-copyright en plagiaat-detectors link Ted Nelson transcopyright Ă“ Correspondentie via een Mailing List over de behoefte om aan een specifiek deel van een webpagina te kunnen refereren, met verwijzing naar de ideeen van Ted Nelson. URI@BUNYIP.COM FROM MAY 1997: RE: URL-REFERENCE / "EMPTY URL" QUESTION I'm not sure, but I seem to detect in some of the comments >in this thread a question as to why there could be a need >to move inside a document without every refetching it (from >the cache or wherever). But I think it goes without saying >that something like this is needed, and if it didn't >exist (currently as a special convention for URL references >of the form "#blarg"), somebody would come along and >invent it :-). > >Regards, Martin. I don't know about the this: scheme, but there is certainly a need for a way to specify part of a document other than predefined #blargs. The transclusion scheme in Ted Nelson's Xanadu project is a major example. The idea is to support quoting from copyrighted materials by reference rather than by copying. The project is working on ways to simulate the Xanadu publishing model within HTML, and has suggested several ways to do transclusions in HTML. http://lists.w3.org/Archives/Public/uri/1997May/0077.html

eerste datum: 08-03-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 2x door tj


1:12:3 trans-copyright en plagiaat-detectors Xanadu vision of hypertext Ó Sinds kort zijn Xanadu principes als ‘open source’ verkrijgbaar. Interessant is de vermelding hier hoe de Xanadu ideeen ook door grote firma’s aangewend zijn voor hun produkten, zoals Lotus (als ook elders de searchstring <Lotus "Ted Nelson" Xanadu> geeft 74 hits bij de searchengine Google). WELCOME TO UDANAX.COM Udanax.comTM Enfiladic Hypertext Opening Monday August 23, 1999 Xanadu Secrets Become Udanax Open-Source The long history of the Xanadu® vision of hypertext has inspired many individual hypertext efforts. Some, such as Lotus Notes or the Web, were built by others based on aspects of our vision. Others were created directly by one of the Xanadu development groups -- groups working with Ted Nelson and building on his work in order to realize his vision of hypertext, as well as other goals inspired by this vision. Primary among such software are two systems developed by Udanax.com, back when it was known as "XOC" or "Xanadu Operating Company". These two systems are now known as Udanax Green and Udanax Gold. The intellectual property rights to these two systems are held by Udanax.com, which brought them both to their current state. Based on the intellectual-property climate of the world at the time the work began -- long before the virtues of Open Source were widely appreciated -- keeping this work under trade secret seemed both standard and prudent. Today the world is very different. In celebration of the success and vast human benefit of the Open Source movement, we are proud at last to be able to present to the world the technical ideas and methods on which we worked so hard for so long. http://udanax.com/index.html

eerste datum: 10-04-2000; laatste: 10-04-2000; bezocht: 1x door tj

1:12:4 trans-copyright en plagiaat-detectors link Plagiarism.org WELCOME TO PLAGIARISM.ORG, THE INTERNET PLAGIARISM DETECTION SERVICE FOR AUTHORS & EDUCATION Plagiarism.org is an organizational division of iParadigms Corporation dedicated to preventing plagiarism, deterring scholarly dishonesty and cheating, and raising academic ethics. Cheaters/cribbing high school or university college students who turn in unoriginal term papers or other manuscript or written type homeword through our service are automatically detected. Online term paper mill papers are searched and archived by our service. Copyright infringment and other intellectual property violations can also be detected by our Slycheck algorithms. http://plagiarism.org/

eerste datum: 08-01-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 2x door tj


1:13:1 kwaliteiten waarvan men zich niet bewust was van hypercard tot push networks HISTORY-OF-HYPERTEXT TIMELINE The Hypertext Era (personal hypertext generates excitement) 1987: Apple bundles HyperCard with every Macintosh 1987: Hypertext '87 Workshop held in North Carolina 1987: Conklin's "Hypertext: An Introduction and Survey" 1987: Internet hosts break 10,000; 1000 news msgs/day in 300 groups 1989: Tim Berners-Lee proposes WorldWide Web 1989: 100,000 Internet hosts; ?4,000 news msgs/day in ?500 newsgroups 1989: Autodesk funds Xanadu project development (dropped 1992) 1989: IBM's LinkWay & IRIS Intermedia 3.0 released commercially 1989: Schneiderman & Kearsley's "Hypertext Hands-On"; Joyce's "Afternoon" 1990: ECHT (European Conference on Hypertext) 1990: HTML; Deutsch, Emtage, & Heelan's Archie; Lotus Notes? 1991: Sony's Data Discman; Franklin's Electronic Bible 1991: Lindner & McCahill's Gopher; Kahle's WAIS The WWWeb Era (global hypertext with minimal imposed structure) 1992: CERN ?releases WWWeb [http?] 1992: 1,000,000 Internet hosts; 10,000 news msgs/day in ?1000 newsgroups 1992: Ed Krol's "Whole Internet Guide" is a bestseller 1992: alt.hypertext newsgroup created 1993: Int'l Wrkshp on Hypermedia & Hypertext Standards, Amsterdam (April) 1993: NCSA Mosaic 1.0 for X Windows (June) 1993: WWW dvlprs conf, Cambridge MA (August); Hypertext Conf, Seattle (Nov) 1993: "A Hard Day's Night" CD-ROM from Voyager; US White House on WWWeb 1993: "Myst" by Robyn and Rand Miller, "Doom" by ID released 1994: WWWeb byte-traffic passes Gopher byte-traffic on NSFnet (March) 1994: Confs: Geneva, Intl WWW; Vancvr, Ed Multimed; Edinbrgh, Hypermed Tech 1994: Clark & Andreessen form Mosaic (-> Netscape), release 1st beta The Netscape Era (NHTML evolution driven largely by user-gee-whiz factor) 1995: ?10 million Internet hosts; ??250,000 news msgs/day in ?10,000 newsgroups ?1995: Lycos WWWeb search engine; Yahoo WWWeb category index 1995: Comp.infosystems.www.*. reorg creates 18 groups; alt.culture.www 1995: Netscape IPO goes stratospheric, Wall Street goes nuts for the Net 1995: Java makes applets net-portable 1995: DEC's Altavista search engine word-indexes 15 million pages (Dec) 1996: 24 Hours in Cyberspace documentary project (Feb 8?) 1996: US telecom bill outlaws indecency on Net, immediate court challenges 1997-1998: push, network computer, Java, portal, http://www.mcs.net/~jorn/html/net/timeline.html

eerste datum: 10-04-2000; laatste: 11-04-2000; bezocht: 1x door tj


1:13:1 kwaliteiten waarvan men zich niet bewust was doorbladerbaarheid Ă“ Hier is het boek als interface het meest letterlijk toegepast. Er kan een Mpg filmpje van deze site gedownload worden waarmee zichtbaar wordt hoe gecompliceerd eigenlijk de wijze is waarop wij al bladerend ons in een echt boek oriĂŤnteren. THE WEBBOOK AND THE WEB FORAGER: AN INFORMATION WORKSPACE FOR THE WORLD-WIDE WEB Stuart K. Card, George G. Robertson, and William York Xerox Palo Alto Research Center 3333 Coyote Hill Road Palo Alto, California 94304 E-mail: {card | robertson | york}@parc.xerox.com (...) The World-Wide Web has achieved global connectivity stimulating the transition of computers from knowledge processors to knowledge sources. But the Web and its client software are seriously deficient for supporting users' interactive use of this information. This paper presents two related designs with which to evolve the Web and its clients. The first is the WebBook, a 3D interactive book of HTML pages. The WebBook allows rapid interaction with objects at a higher level of aggregation than pages. The second is the Web Forager, an application that embeds the WebBook and other objects in a hierarchical 3D workspace. Both designs are intended as exercises to play off against analytical studies of information workspaces. (...) There are a number of features in the WebBook that make it intuitive to use. The user has several ways to flip through the pages of the book, all animated so the user can continue to see the text and images on pages while they turn. The simplest method is to click on a page (away from any link on that page); this will flip to the next or previous page depending on whether user clicked on the right or left page. The user can also click on the right or left edge of the book. The relative distance along that edge indicates how far to flip. The user can also scan the book with forward and backward scan controls (two of the buttons on the bottom of the book). The scan rate and pause time at each page is a user preference. When the user clicks on a page during a scan, the scan stops. Finally, the user can ruffle through the pages (Fig. 3) by clicking and holding the mouse button down. The ability to rapidly riffle through a set of pages has previously been a method of rapid scanning for information that could only be done with physical books. http://www.acm.org/sigs/sigchi/chi96/proceedings/papers/Card/skc1txt.html

eerste datum: 03-04-2000; laatste: 05-04-2000; bezocht: 1x door tj


1:13:2 kwaliteiten waarvan men zich niet bewust was frustraties worden verzwegen Ă“ Artikel dat probeert het taboe-onderwerp van kritiek op nieuwe technologieen in het onderwijs aan de orde te stellen.. Bruikbare literatuurverwijzingen. STUDENTS' FRUSTRATIONS WITH A WEB-BASED DISTANCE EDUCATION COURSE Many advocates of computer-mediated distance education emphasize its positive aspects and understate the kind of work that it requires for students and faculty. This article presents a qualitative case study of a Web-based distance education course at a major U.S. university. The case data reveal a taboo topic: students' persistent frustrations in Web-based distance education. First, this paper will analyze why these negative phenomena are not found in the literature. Second, this article will discuss whether students' frustrations inhibit their educational opportunities. In this study, students' frustrations were found in three interrelated sources: lack of prompt feedback, ambiguous instructions on the Web, and technical problems. It is concluded that these frustrations inhibited educational opportunities. This case study illustrates some student perspectives and calls attention to some fundamental issues that could make distance education a more satisfying learning experience.(...) It is time to seriously consider the actual experiences among students in distance education courses and to critically discuss the phenomena of distance education. As Bates (1994) states, "it is a relatively untested assumption that advanced technologies, ... , are pedagogically more effective than older" (p. 1577) technologies. We also question if technology can improve pedagogy with little special effort. For more than a decade Clark (1983; 1994) has raised the arguments of whether or not media influence better learning. http://www.firstmonday.dk/issues/issue4_12/hara/

eerste datum: 09-04-2000; tj


1:14:1 de wereld bezien met oogkleppen het spoor terug kunnen volgen Ó Het sprookje van ‘Klein Duimpje die probeerde de weg naar huis terug te vinden door het achter laten van een spoor bevat veel leerzaams. Broodkruimels worden door de vogels opgegeten, maar kiezelsteentjes blijven liggen. Hier een tekst van een jaar of vijf geleden waarin het probleem van verdwalen in het donkere Internet woud goed geschetst wordt. Sommige elementen zijn nog steeds relevant, zoals de noodzaak om niet alle sporen op hetzelfde niveau te laten zien omdat de ‘kaart’ dan onoverzichtelijk wordt en zeker niet meer binnen het scherm past. Delen van de boomstructuur van gevolgde paden worden in bepaalde stadia niet zichtbaar gemaakt om het overzicht binnen een klein beeldvenster te behouden. USING GRAPHIC HISTORY IN BROWSING THE WORLD WIDE WEB Using Graphic History in Browsing the World Wide Web Eric Z. Ayers John T. Stasko (...) Users of hypertext systems often find themselves eagerly following hypertext links deeper and deeper into a hypertext web, only to find themselves "lost" and unable find their way back to previously visited pages. As navigation aids to help users orient themselves in the Web, browsers often provide a list of the documents a user has visited, a way to move forward and backward along previously traversed links, and a quick way to return to a home document. Still, users often have trouble revisiting a page that was previously viewed in a session, especially after many invocations of the backtracking shortcuts. MosaicG is derivative work of NCSA Mosaic version 2.5 which enhances the history-keeping facility of the browser by providing a two-dimensional view of the documents a user has visited in a session. It is intended as an easy-to-use aid in navigating a collection of hypertext documents. By presenting titles, URLs, and thumbnail images of the documents a user has visited in a session, the Graphic History View allows a user to easily recognize a previously visited document and provides an easy way for the user to revisit that document and analyze the structure of a set of hypertext documents. (...) Although the backtracking aids and history list are helpful navigation tools, users often have trouble revisiting a page that was previously viewed in a session. This problem becomes acute after many invocations of the backtracking shortcuts. Users of hypertext systems often find themselves eagerly following hypertext links deeper and deeper into a hypertext web, only to find themselves "lost" in the sense that they are unable find their way back to previously visited pages. This difficulty in revisiting previously viewed pages may discourage users from engaging in such exploratory behavior. It is hoped that the addition of the graphic history view will encourage exploratory behavior and help users navigate the WWW more easily in general. (...) By presenting titles, Uniform Resource Locators (URLs), and thumbnail images of the documents a user has visited in a session, the (...) http://www.w3.org/Conferences/WWW4/Papers2/270/

eerste datum: 27-09-1998; laatste: 31-03-2000; bezocht: 4x door tj


1:14:1 de wereld bezien met oogkleppen leesbaarheid webpagina’s VISUAL LITERACY FOR GUIS TEMPLATE Graphical User Interface JONES (1995) IDENTIFIES SEVEN GUIDELINES TO PROMOTING BROWSIBILITY in screen design. 1. Provide selectable areas to allow users to access information. 2. Allow users to access information in a user-determined order. 3. Provide maps so that users can locate where they are and allow provisions to jump to other information of interest from the map. 4. Provide users with feedback to let them know that they must wait when significant time delays are required for the program to access information. 5. Provide users with information that lets them know that they are making progress. 6. Arrange information in a nonthreatening manner so that users are not overwhelmed by the amount of information contained in a program. 7. Provide visual effects to give users visual feedback that their choices have been made and registered by the program. http://coe.sdsu.edu/eet/Articles/VLitGUI/start.htm

eerste datum: 20-02-2000; tj

1:15:2 tastbare informatie-overdracht navigatie in een poetische wereld Ó Een heel interessant concept bij deze installatie is een virtuele ‘combinatorische classificatiemachine’, die doet denken aan de gokkast met de fruitautomaat met tenopzichte van elkaar verdraaiende schijven met plaatjes. De bij deze installatie virtueel bewegende schijven kunnen een eindeloze hoeveelheid informatie bevatten (als een uitbreidbare paternoster lift). Jammer genoeg is er geen website met een behoorlijke visuele documentatie van dit project, dat enkele jaren terug ook bij V2 in Rotterdam te zien was. DEAF96, WORLD GENERATOR THE WORLD GENERATOR Bill Seaman Programming by Gideon May Sax and Clarinet by Tony Wheeler Initial funding through the Australian Film Commission THE WORLD GENERATOR is an interactive system which allows viewers to construct and navigate poetic worlds in real time based on an interactive template of potential choices. The system is facilitated through a new interface metaphor. At the bottom of the screen is a rotating set of containers. A series of different wheels contain a variety of selections. The menu system contains the following set of wheels: 3d models; poetic text fragments; texture maps; audio objects (musical loops); video texture maps; behaviours. The variables carry specific artistic content / fields of potential meaning. The viewer can manipulate these variables within 3D space. They can then enter into the world of these selections and navigate within this world. http://www.v2.nl/DEAF/96/texts/SeamanB_old/wogen.html

eerste datum: 25-01-2000; laatste: 21-03-2000; bezocht: 1x door tj


1:15:2 tastbare informatie-overdracht weven van verhaalfragmenten MARCH BY GRAHAME WEINBREN: DESCRIPTION & CREDITS MARCH II by Grahame Weinbren & James Cathcart In his children's novel Haroun and the Sea of Stories, Salman Rushdie describes an Ocean of Streams of Story containing currents of narrative in fluid form, "weaving in and out of one another like a liquid tapestry of breathtaking complexity." A swimmer in this ocean would encounter different streams of story, and even cause them to intermingle by the turbulence of his own motion. March is partly inspired by this image. In the architectural space of the work, a viewer discovers different story fragments, and movement in the space accesses the stories, sometimes causing them to combine or affect one another in other ways. The narratives unfold against a background projection which, mirroring the viewer's movements, lurches and swoops across an image landscape composed of several paintings and photographs, focused around the Rembrandt painting The Sacrifice of Isaac. The overall theme of the piece is the classical conflict between duty and desire, between obeying an external law and following one's inner impulses-and how this tension is played out in the era of Nintendo and Netscape. March is an interactive installation work. The interface is a steel and aluminum ramp, designed specifically for the project by architect James Cathcart. Where and how viewers walk on this ramp determines the flow of images on three screens: one projected image and two images on large monitors, one on a tower at the top of the ramp and one underfoot. The monitor underfoot shows a map of the virtual and potential image landscape. Images in March include dramatic scenes-notably of the angel on his mission to prevent Abraham's sacrifice of his son-footage from the Gulf War Victory Parade in Manhattan, Renaissance paintings, a performance by a professional cantor, and an interview with war, economics and technology expert Manuel de Landa. These are mixed into a grand tapestry by the actions of viewers. http://www.grahameweinbren.com/march_desc.html

eerste datum: 09-01-2000; tj

1:15:2 tastbare informatie-overdracht interactie op grens kunst en wetenschap Ă“ Een zeer goed overzicht met links van websites op het grensvlak van techniek, wetenschap en kunst, hier valt veel inspiratie te putten voor andersoortige computer interfaces. CONCEPTUAL DESIGN/INFO ARTS LINKS Intersections of Art, Technology, Science & Culture - Links Motion, Gesture, Touch, Gaze, Manipulation, Activated Objects, Haptics. http://mercury.sfsu.edu/~infoarts/links/wilson.artlinks2.html

eerste datum: 25-01-2000; laatste: 21-03-2000; bezocht: 2x door tj


1:15:2 tastbare informatie-overdracht onderzoek naar high-tech interfaces VIRTUAL WORKBENCH The virtual work is a non-immersive, projected system for tracked interaction with 3D scenes on a large, table-like display. Since the view is non-immersive, participants can see the gestures and interactions of others and since the display area is large, they can work together on a common application. The virtual workbench runs with one or two handed interaction and in stereoscopic mode, so that objects appear to project out of the display surface. (...) Impact The virtual workbench and similar projected systems are shaping up as useful tools for design, simulations, emergency planning and response, tactical displays, and other applications where teams must use or investigate complex 3D models or patterns. Already these systems are appearing in real working environments. Engineers at Ford and BMW use workbenches for design and crash simulations. Army and Marine tacticians use workbenches and similar systems for wargaming. The virtual workbench is also part of a simulation-based design prototype for designing very large systems, such as ships. Virtual workbenches can compete successfully with other virtual environments for applications needing a higher resolution display, an environment for group work, and relative cost effectiveness.. Applications Terrain visualization. We are using the virtual workbench to navigate and explore very large, high resolution geographies with accurate terrain elevations, photo-imagery, moving objects such as vehicles, buildings, roads, and other features. The stereoscopic views bring out 3D detail very quickly and the mode of navigation and interaction with terrain and objects by simply grabbing them is quite intuitive. Ship design environment. (...) The workbench visualization provides an interface for steering both the data that gets displayed and the simulation that produces them. Model environment for testing both interaction and collaboration. We have set up an environment for directly evaluating the issues discussed in the first section of this paper. Here we not only compare different modes for selection and manipulation of virtual objects but also try different methods to make each one more accurate and easier to use. http://www.cc.gatech.edu/gvu/datavis/research/workbench.html

eerste datum: 12-03-2000; laatste: 05-04-2000; bezocht: 1x door tj

1:15:2 astbare informatie-overdracht onderzoek naar high-tech interfaces VIRTUAL WORKBENCH The virtual workbenchis a non-immersive virtual reality display system. Figure 1a is an abstract diagram of a virtual workbench. A user views a large stationary display that generates stereoscopic imagery similar to that used in 3D movies. Due to the stereoscopic imagery the virtual objects appear to exist above and below the physical display surface. The display system also accounts for the current position of the user's head when creating the stereoscopic images. This allows user to view the virtual objects from different vantage points by simply moving her head and/or body around the workbench. Figure 1c illustrates the what a user sees on the workbench as she walks from the left side to the right side of the bench. In order to manipulate the virtual objects, the user reaches out and grabs the objects using either her hands or hand-held devices. http://www.cc.gatech.edu/people/home/wartell/virtual-workbench.html

eerste datum: 12-03-2000; laatste: 05-04-2000; bezocht: 1x door tj


1:15:2 tastbare informatie-overdracht onderzoek naar high-tech interfaces AGILE, MOBILE, AND HOSTILE INTERFACES PROJECT DESCRIPTION: A networked, collaborative whole Earth terrain database linking workstations, large projected displays, and mobile handheld systems. Mobile users carry handheld systems with 3D terrain visualizations. Mobile users receive, record, and transmit information about the world. Users of stationary 3D displays collect and evaluate information provided by mobile users and route data and intelligence back to mobile users. Collaboration is through annotation of the virtual terrain database. RESEARCH CHALLENGES: Novel Portable Perceptual Interfaces 3D Interaction Collaborative Work Network Architecture Mobile Hardware Design 3D Performance Tracking. http://www.cc.gatech.edu/gvu/datavis/research/schmods/

eerste datum: 12-03-2000; laatste: 05-04-2000; bezocht: 1x door tj

1:15:2 tastbare informatie-overdracht the real world as an interface VIRTUAL PRESENCE A starting point for CICC was establishing why the industry has worked so well until now. Construction is fundamentally visible and human scale. It is easy to monitor the work and even an outsider can exercise an informal quality control function. Staff seek stability in the culture of team rather than in stability of the workplace, hermits need not apply! In this culture every architect tends to conform to one stereotype and every bricklayer to another. This helps the rapid formation of teams with each person knowing what they can expect of the others - a first step towards trust and collaboration. The CICC approach has been to treat the real world as an "Information Environment". Every object conveys information - very little when it is the position of a brick, an enormous amount when it is the screen of an "Information Appliance" such as an engineer's pocket computer. In this Information Environment the metaphoric approach of the Macintosh desktop and Microsoft Windows has been extended from office documents to include the whole of the real world. We have found that this approach takes us in a creative leap from a number of self-contained metaphor modules to a seamless virtual presence within a comprehensive augmentation of reality. This augmented reality includes the virtual landscape of the World Wide Web, the virtual room in which a distributed meeting takes place and the trust-building "virtual handshake" of the first video meeting between two people. CICC has attempted to integrate this melange of metaphors into a unified "Community-Network Interface" to the many Advanced Communications Technologies and Services required to support construction. http://www.vers.co.uk/DLEEVERS/PAPERS/images%20vienna/Virtual%20Presence.html#slides

eerste datum: 25-01-2000; tj


2:16:1 classificatie als spiegel van onze gedachte geen duffe catalogi enkel om chaos te voorkomen TYPES AND TYPOLOGICAL THINKING Stephen Jay Gould notes that the field of taxonomy, too, "is often undervalued as a glorified form of filing--with each species in its folder, like a stamp in its prescribed place in an album" (1989:98). While it can involve putting things in named slots, in biology, taxonomy is "a fundamental and dynamic science, dedicated to exploring the cause of relationships and similarities among organisms. Classifications are theories about the basis of natural order, not dull catalogues compiled only to avoid chaos" (1989:98. http://www.bates.edu/~pwason/Types.html

eerste datum: 10-04-2000; tj

2:17:1 classificatie als dialoog publieksparticipatie in verbodsclassificatie Ó Jammer genoeg zijn er nog weinig voorbeelden te vinden van positieve publieksbijdragen aan het classificeren van informatie in publieke bestanden. Meestal gaat het om negatieve classificatie, dat wat volgens sommigen niet kan of mag. Onderstaand citaat komt van een van de links op een Open Directory Project webpagina waar een opsomming van de problematiek gegeven wordt: http://www.cpsr.org/filters/faq.html - Overigens is Open Directory zelf wel een voorbeeld van positieve publieksparticipatie bij classificatie. De pagina’s worden door een grote groep van duizenden vrijwilligers samengesteld. OPEN DIRECTORY - COMPUTERS: SOFTWARE: INTERNET: CLIENTS: FILTERING: OPINIONS Computer Professionals for Social Responsibility Filtering FAQ (...) Seen by some as a powerful tool for protecting children from online pornography and by others as "censorware," Internet content filters have generated much controversy, debate, and confusion. This document attempts to describe the concerns and issues raised by the various types of filtering software. It is hoped that these questions and answers will help parents, libraries, schools, and others understand the software that they may be considering (or using). (...) The Internet contains a wide range of materials, some of which may be offensive or even illegal in many countries. Unlike traditional media, the Internet does not have any obvious tools for segregating material based on content. While pornographic magazines can be placed behind the counter of a store, and strip-tease joints restricted to certain parts of town, the Internet provides everything through the same medium. Filters and ratings systems are seen as tools that would provide the cyberspace equivalent of the physical separations that are used to limit access to "adult" materials. In rating a site as objectionable, and refusing to display it on the user's computer screen, filters and ratings systems can be used to prevent children from seeing material that their parents find objectionable. In preventing access, the software acts as an automated version of the convenience-store clerk who refuses to sell adult magazines to high-school students. Filters are also used by businesses to prevent employees from accessing Internet resources that are either not work related or otherwise deemed inappropriate. http://dmoz.org/Computers/Software/Internet/Clients/Filtering/Opinions/

eerste datum: 10-04-2000; tj


2:17:2 classificatie als dialoog kennis cartografie van Internet zwerftochten Ó Een voorstel van de Argentijn Fernando Das Neves met een naam ontleend aan een verhaal van de Argentijnse schrijver Borges die als bibliothekaris gefascineerd was van de onmogelijkheid van totale kennissystemen. In dit voorstel valt ook de term ‘docuverse’ die de Amerikaan Ted Nelson gebruikt voor de assemblage van al de op de en of anderwijze met elkaar verbonden teksten, wat bij de Franse filosoof Derrida ‘assemblage’ genoemd wordt en waarvoor de theoreticus van de hypertekst George P. Landow de term ‘metattext’ gebruikt. Het gaat om verbanden zichtbaar te maken in al die losse fragmenten die wij in het proces van ons informeren tegenkomen... THE ALEPH A tool for spatially representing user knowledge about the WWW docuverse (...) Our application is a cartographer which charts maps representing the knowledge about the WWW document space which is already known by a group of people, and allows to store and analyze what they have seen and known. This groupware tool works both as a storage of information about already visited places and as a visualizer of that information. User knowledge has traditionally been difficult to elicit and share with others due to the lack of proper tools (something better than sharing URLs), and it is usua lly lost or forgot by the discoverer, or badly communicated. We propose graphical maps as the way to build a common ground where the group can see, talk and share what they have found, and helps the user in relating documents to contents and other documents. Creating maps from hypermedia systems is not new [Yankelovich88]: starting from displaying the syntax (underlying structure), they evolved to deduct the semantic to documents. Our approach is different from what exists in that: Our map explicitly relates documents to their contents and similar documents in the same view, Whilst computer science very often uses the word map as a synonym for graph, we try to take advantage of other distinctive features of maps in real-life: they have a coordinate system that helps to locate and see places in context; objects in the map has implicit distance relationships that most of the time are related to the real ones; there exists some graphical conventions developed for representing extra information over the map, like using a color scale for representing heights in two dimensions, of for representing temperatures related to height and location in three dimensions; and the most important: real maps are not hollow structures, they are made of surfaces. We translated many of these features to our content maps. http://www-lifia.info.unlp.edu.ar/~babel17/Aleph/

eerste datum: 27-09-1998; laatste: 27-03-2000; bezocht: 2x door tj


2:17:2 classificatie als dialoog maakt meer informatie ons ook intelligenter? Ă“ Een citaat uit een vooruitziend boek gepubliceerd in 1986. Het is goed om dit soort passages in de huidige context te herlezen om te zien in welke mate de hooggespannen verwachtingen uit de vroege jeugd van het Internet nu op wat latere leeftijd ook uitgekomen zijn. ENGINES OF CREATION - K. ERIC DREXLER : Chapter 14 (...) The Coming Era of Nanotechnology THE NETWORK OF KNOWLEDGEYet its other advantages seem greater. Today, following a reference in a library typically takes minutes; with luck, a few hundred seconds - but it can take days or more, if the material is unpopular and hence absent, or too popular and hence missing. Hypertext will cut this delay from hundreds of seconds to about one second. Thus where the Gutenberg revolution reduced the labor cost of producing text by several hundredfold, the hypertext revolution will reduce the labor cost of finding text by several hundredfold. This will be a revolution indeed. As I have discussed, making links more convenient will change the texture of text, bringing a revolution not merely in quantity but in quality. This increase in quality will take many forms. Better indexes will make information easy to find. Better critical discussion will weed out nonsense and help sound ideas thrive. Better presentation of wholes will highlight the holes in our knowledge. With abundant, available, high-quality information, we will seem more intelligent. And this will increase our chances of handling the coming breakthroughs right. What could be more useful? Next time you see a lie being spread or a bad decision being made out of sheer ignorance, pause, and think of hypertext. http://www.foresight.org/EOC/EOC_Chapter_14.html

eerste datum: 04-04-2000; laatste: 05-04-2000; bezocht: 1x door tj


2:18:1 het synergisch verbond van digisaurus en thesaurus informatie geven betekent nog niet ontvangen A REPRESENTATIONAL DATA MODEL FOR WEB SITE ADMINISTRATORS By Laurie Gelb: The Web as a communication medium Like several other media, the Web permits the exchange of information by using our transmitted images, words and sounds to substitute for a physical and/or real-time presence. Unlike voice or electronic mail, however, the Web allows communication to occur without the specification of an individual or group as the recipient of information. Yet being able to broadcast information does not insure that those who need it most will receive it. One obvious motivation for maintaining a Web is "sharing and communicating information"(2), just as humans, as social animals, have always sought to do. However, this task requires the willingness to offer a flexible, rather than rigid structure by which this information is communicated. (...) Often, Web providers are more concerned with what subject-oriented information can be provided than with how it is provided. Thus, a Web site administrator may presume that the classification schemes she uses to structure resources for the user are sufficiently universal, and focus instead on "content." However, as Marshall McLuhan noted, the medium is the message. The information provided by a Web site as to the data classification schemes available to the user is not only descriptive of the medium, but in itself is content. Thus, when providers focus on the raw material their sites offer, they lose sight of the Web as an information exchange, and of their role in the transformation of data into information. This transformation cannot occur without the provision of a context or framework for the data. (...) We do not believe that our classifications of data are necessarily shared by a television newscaster, a newspaper reporter, or even our network administrator. Nor can a user assume that the providers of Web servers with which she interacts support her models. Every menu item on every Web site is information about a Web provider's model, even as it represents the subject to which its sign points. The crucial question is, does the information presented about a provider's model facilitate or hinder users' productive use of the site involved. http://www.ncsa.uiuc.edu/SDG/IT94/Proceedings/InfOrg/gelb/Gelb.html

; laatste: 27-03-2000; bezocht: 2x door tj


2:18:1 het synergisch verbond van digisaurus en thesaurus zoekgedrag Ó N.B. ‘warez’ is een sleutelwoord voor hackers dat naar niet legale software verwijst en ‘Jenifer Lopez’ is een vrouw die anderen door middel van een videocamera gekoppeld aan het Internet (webcam) laat meegenieten van haar charmes en andere kundigheden. Meer informatie over search-engines is o.m. te vinden bij http://searchenginewatch.com/index.html SEARCHTERMS.COM: THE TOP TEN Rank this month Rank last month Months in top 100 Search term1998 = #1 sex #2 mp3 #3 jenifer lopez #4 hotmail #5 pokemon #6 wrestling #7 warez #8 yahoo #9 chat #10 games. http://www.searchterms.com/

eerste datum: 12-07-1998; laatste: 27-03-2000; bezocht: 3x door tj

2:18:2 het synergisch verbond van digisaurus en thesaurus de pracht van een spinnenweb Ó Artikel uit 1998 als vervolg op een eerder essay “Ars Oblivivendi” -the art of forgetting, about the construction of our collective memory system”. Beide artikelen zijn te vinden op de website van Het Internationaaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. TJEBBE VAN TIJEN: DIGITAL WAYS OF FORGETTING With the advent of the internet, though, the concept of hypertext has been widened from linking materials on a "wide area network" to links made across networks and protocols. The growing enthusiasm for seemingly endless possibilities led some people to speak of the net as a global brain of interconnected and linked human resources. But these links are weak links: already, and even on the local level, it is very common to encounter an error such as "404: File not found." On a global level, this new digitally unified "brain" suffers from an even worse case of amnesia. One cannot escape the comparison with printed media here; it is like reading a book and suddenly missing a few pages or discovering that some of the footnotes have been torn out, or trying to read a newspaper after someone has cut a series of news clippings from it. The fascination with the internet is like the fascination with the beauty of a spider web dancing in the wind. It is based on the knowledge of its fragility - one unlucky instant will destroy all the work. This ephemeral aspect can of course also be seen in a positive way: enjoy the moment itself, do not leave too many traces, leave the others, the generations after you, some space to discover things for themselves. Ideally, a combination of the two elements might develop, whereby some examples of the constantly broken threads of the web will be collected and preserved, while the rest will be washed away by time. http://www.iisg.nl/~tvt/tijen04.html

eerste datum: 10-04-2000; laatste: 10-04-2000; bezocht: 1x door tj


2:18:3 het synergisch verbond van digisaurus en thesaurus taakverschuiving biblioteken van lokaal naar globaal Ă“ Een heldere introductie over noodzaak en gebruik van ‘meta data’ voor digitale documenten. Het algemene probleem van catalogiseren blijft: een balans te vinden tussen te weinig en te algemene informatie enerzijds en teveel en te specifieke informatie anderzijds. Het ware te wensen dat de minimale traditie van het boek en het tijdschrift artikel met de elementen: titel, auteur, plaats, jaar van uitgave, ook voor webdocumenten, algemeen ingang zou vinden... {NORDIC METADATA PROJECT - PROJECT PLAN} Cataloguing, Indexing and Retrieval of Digital Documents Introduction Emergence of the Internet is bringing along major changes to the role of libraries. They are being transformed from document depositories to network information access providers. Instead of, or in addition to providing local access to local documents, they are providing global access to relevant resources anywhere within the Internet. Increased use of the Internet makes it very important to provide good information about networked resources. Libraries should be actively involved in this work, so that our expertise and skills can be utilized in the process of making the Net more easily accessible. Information about Internet resources is generally called metadata. Rachel Heery describes metadata in the following way in her article Review of Metadata Formats: Metadata in its broadest sense is data about data. The familiar library catalogue record could be described as metadata in that the catalogue record is 'data about data'. Similarly database records from abstracting and indexing services are metadata (with a different variation on location data). However the term metadata is increasingly being used in the information world to specify records which refer to digital resources available across a network, and this is the definition used within this paper. By this definition a metadata record refers to another piece of information capable of existing in a separate physical form from the metadata record itself. Metadata also differs from traditional catalogue data in that the location information is held within the record in such a way to allow direct document delivery from appropriate application software,(...) The aim is to some extent pass the burden of metadata creation from librarians to authors. However, design of a metadata creation and utilisation environment for digital documents is a complex task. As these documents can be easily exported from one Nordic country to another - or even outside Scandinavia - with the help of Internet services like WWW, it is of major interest that embedded metadata can be utilized as globally as possible. This is only possible if the same metadata element set and similar "cataloguing" practices are used. Having the same element set (...) http://linnea.helsinki.fi/meta/projplan.html

; laatste: 08-04-2000; bezocht: 1x door tj


2:18:3 het synergisch verbond van digisaurus en thesaurus schrijver zelf verantwoordelijk voor indexering ELECTRONIC THESES AND DISSERTATIONS Atkinson, Ross. "Networks, Hypertext, and Academic Information Services: Some Longer-Range Implications." College and Research Libraries 54.2 (1993): 199-215. This article explores some of the future implications of computer networks and hypertextual documents, and the roles that librarians might assume in developing that information as a scholarly resource. Ross also discusses the author/audience relationship, and how that is likely to change in light of rapidly developing computer technology and the proliferation of electronic networks. Further, the article describes how libraries might assist with the work of college-based publications, help writers index what they publish, and create new formats for electronic publishing. Ross also cites Jay David Bolter's ideas in Writing Space, and argues that Bolter "misinterprets" some of the operating principles of language (205). According to Ross, writers must exercise some authority or control over what they write--in electronic and traditional print formats--if communication is to occur. However, hypertextuality offers writers and readers an extra dimension beyond print formats, whereby t exts can be linked electronically to other texts via an electronic network. Ross suggests that hypertext and networks will mean less commercial influence on academic publishing and more control by the academy. He also points out the writer's responsibil ity for indexing e-texts, and the reader's need for structure in e-texts for ease of access. http://www.cas.usf.edu/english/walker/papers/etds/print.html#atkinson

eerste datum: 09-01-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 1x door tj


2:18:3 het synergisch verbond van digisaurus en thesaurus automatische generatie van thesauri Ó Deze benadering lijkt de mogelijkheid te bieden om lijsten van te standariseren termen (thesauri) te genereren uit bestaande tekstdata. Het kan een functionaliteit zijn die het ontlsuiten en vergelijkbaar maken van informatie per geleding van de HvA mogelijk maakt. Het systeem kan zowel voor teksten a als beeldmateriaal (luchtfotografie) gebruikt worden . Een korte beschrijvende tekst kan als PDF-file ‘gedownload’ worden (http://www.canis.uiuc.edu/projects/interspace/interspace-demo.pdf) CONCEPT SPACE GENERATOR The automatic generation of thesauri represents an area of growing importance in the field of computational science. Developed under the auspices of the federal NII Digital Library Initiative (DLI) at the Universities of Illinois and Arizona. Concept Space thesauri are based on a hybrid symbolic/numeric computation that determines relationships between concepts in a collection of source units. The resulting map between concepts is designated a Concept Space and is useful in the refinement of queries presented to the collection. Concept Spaces are used, for example, in interactive query sessions as part of the DLI testbed at the University of Illinois, Urbana-Champaign. Algorithms to perform iterative search refinement which incorporate the computation of Concept Spaces. In the conceptspace generation process called by the domain manager, a ConceptInCS object is created for each ConceptInDomain objects that pass the domain threshold functions. Two threshold functions are used in this step: a sourceunit level threshold function and a collection level threshold function. The generation process uses a similarity function and only updates the new ConceptInCS objects. (..) The threshold function is needed to eliminate those ConceptInCS objects that are relatively unimportant in the conceptspace computation. We do this because it would be computationally infeasible to compute every ConceptInCS objects at this time. However, this may change in the future when hardware computation power is higher. The occurrence list of each of these ConceptInCS objects will be updated if the old one was saved or recreated if none exists. Since the cooccurrence list objects take up a large amount of space, there is an option to save it or to discard when the computation is done. After the cooccurrence is list computed, the similarity list is generated from it. This list represents the similarity matrix for each ConceptInCS object. These matrixes together form the conceptspace. http://www.canis.uiuc.edu/projects/interspace/conceptspacegenerator.html

eerste datum: 13-03-2000; laatste: 05-04-2000; bezocht: 2x door tj


2:18:3 het synergisch verbond van digisaurus en thesaurus specifieke kennis vertalen naar algemene termen Ă“ De mogelijkheid om definities van kennisgebieden te formaliseren en in een HTML document (verborgen maar toegankelijk) op te nemen. Op een andere wijze dan de zogenaamde ‘meta tags worden hier geformaliseerde kennisbeschrijvingen gebruikt met de mogelijkheid voor buitenstaanders de toegekende betekenissen te duiden. Er is een online PDF document beschikbaar op http://www.cs.umd.edu/projects/plus/SHOE/pubs/techrpt99.ps THE SHOE KNOWLEDGE ANNOTATOR SHOE is a small extension to HTML which allows web page authors to annotate their web documents with machine-readable knowledge. SHOE makes real intelligent agent software on the web possible. HTML was never meant for computer consumption; its function is for displaying data for humans to read. The "knowledge" on a web page is in a human-readable language (usually English), laid out with tables and graphics and frames in ways that we as humans comprehend visually. Unfortunately, intelligent agents aren't human. Even with state-of-the-art natural language technology, getting a computer to read and understand web documents is very difficult. This makes it very difficult to create an intelligent agent that can wander the web on its own, reading and comprehending web pages as it goes. SHOE eliminates this problem by making it possible for web pages to include knowledge that intelligent agents can actually read. (...) SHOE's basic structure consists of ontologies, entities which dene rules guiding what kinds of assertions may be made and what kinds of inferences may be drawn on ground assertions, and instances, entities which make assertions based on those rules. Because SHOE exists in a distributed environment with little central control, SHOE treats assertions as claims being made by specic instances instead of facts to gather and intern as generally-recognized truth. http://www.cs.umd.edu/projects/plus/SHOE/KnowledgeAnnotator.html

eerste datum: 02-04-2000; tj


2:19:1 de bibliotheekcatalogus als actief instrument standaards voor digitale bibliotheken Ó Amerikaans project, maar tegelijk ook zeer internationaal gericht, met voorbeeld functie. Dit is een ingang naar meerdere grootschalige systemen voor kennisbeheer en verspreiding op basis van digitale technieken. NATIONAL SYNCHRONIZATION DIGITAL LIBRARIES INITIATIVE Funded through a joint initiative of NSF/DARPA/NASA (...) The Initiative's focus is to dramatically advance the means to collect, store, and organize information in digital forms, and make it available for searching, retrieval, and processing via communication networks -- all in user-friendly ways. Digital Libraries basically store materials in electronic format and manipulate large collections of those materials effectively. Research into digital libraries is research into network information systems, concentrating on how to develop the necessary infrastructure to effectively mass-manipulate the information on the Net.. The key technological issues are how to search and display desired selections from and across large collections. (...) University of California at Berkeley Environmental Planning and Geographic Information Systems University of California at Santa Barbara The Alexandria Project: Spatially-referenced Map Information Carnegie Mellon University Informedia Digital Video Library University of Illinois at Urbana-Champaign Federating Repositories of Scientific Literature University of Michigan Intelligent Agents for Information Location Stanford University Interoperation Mechanisms Among Heterogeneous Services. http://dli.grainger.uiuc.edu/national.htm

; laatste: 15-04-2000; bezocht: 4x door tj

2:19:1 de bibliotheekcatalogus als actief instrument een extra kennislaag Ó Testversie van een onderzoek hoe op afstand een indruk te geven van een bibliotheek of archief. De beeldstroken kunnen uitvergroot worden door te klikken en met de schuif onderaan de webbowser kan een algemene indruk van een collectie gekregen worden, wordt eeen blik gegegund in de magazijnen die anders voor de gebruiker onzichtbaar zijn. De klikbare onderschriften (in het Engels en het Japans) zijn nog niet geimplementeerd. Onderzoekprojekt van Tjebbe van Tijen voor het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam. OHARA01.HTML Visualisatie van wat voor een soort materiaal de archieven en bibliotheek van het Ohara Instituut, Tokyo Japan ‘verbergt. http://people.a2000.nl/ttijen/Ohara/ohara00.html

eerste datum: 29-10-1999; laatste: 08-04-2000; bezocht: 1x door tj


2:19:1 de bibliotheekcatalogus als actief instrument classificatie met gemoedskaart Ó Een website voor en door lezers van boeken waar met meer persoonlijke vormen van classificatie geexperimenteerd wordt. Een fraai voorbeeld is een diagram/kaart met woorden die gemoedstoestanden uitdrukken die via klikken doorverwijzen naar romans die deze onderwerpen behandelen. Er lijkt verband te zijn met het trefwoorden systeeem van de catalogus van de Openbare Bibliotheek in Eindhoven (Chanovski) maar daar worden de woordkaarten via ‘fuzzy logic’ door een computer gegenereerd en dat resultaat is vaak, de naam van de gebruikte techniek zegt het al, wazig. QUERLESEN.DE Gute Bücher Wie bitte, »gute Bücher«? - Damit verhält es sich ähnlich wie mit dem guten Wetter. Es ist eine Frage der persönlichen Vorlieben und des wandelbaren Geschmacks. Wir empfehlen Bücher, die wir gerne gelesen haben. suchen ... nach Autoren und Inhalten, nach Erzählweisen und Anlässen des Lesens, nach Themen und Schlagworten ... mit Kategorien, die Sie in keiner Bibliothek finden werden. (Eine Übersicht der Suchfunktionen finden Sie unter dem Menüpunkt Sitemap.) finden Jedes Buch wird vorgestellt und kommentiert. Wenn Sie es schon kennen, interessieren Sie sich vielleicht für die Buchtitel unter »Weiterlesen«. (In Planung: Leseproben aus den Büchern) Sie finden eine Auswahl unserer Vorlieben, ohne Rücksicht auf Aktualität und Bestsellerlisten. Sie werden keine thematisch geschlossenen Angebote finden, aber hoffentlich überraschende Entdeckungen machen. Abonnieren Sie den Newsletter, wenn sie über neue Fundstücke informiert werden möchten. »querlesen« erweitert sich ständig. Es ist ein unabhängiges Projekt von Manuela Abel und Heike Staff. Uns interessiert Ihre Meinung. © Abel & Staff, Karlsruhe 1998. http://www.querlesen.de/register/zu_und_umstaende2.html

eerste datum: 01-12-1999; laatste: 12-03-2000; bezocht: 3x door tj

2:19:1 de bibliotheekcatalogus als actief instrument zoeken en ophalen van electronische documenten Ó Voorbeeld van integratie van traditionele bibliotheken met het Internet. INTERNET CATALOGING PROJECT: CALL FOR PARTICIPATION This project initiates a nationwide, coordinated effort among libraries and institutions of higher education to create, implement, test, and evaluate a searchable database of USMARC format bibliographic records, complete with electronic location and access information (USMARC field 856), for Internet-accessible materials. Project participants will identify, select, and catalog Internet-accessible resources and contribute those machine-readable records to OCLC.(...) This project is designed to facilitate the rapid creation of a database of USMARC format bibliographic records for remotely accessible electronic files through a coordinated, cooperative nationwide effort involving OCLC, college and university libraries, and repositories of electronic information, (2) provide widespread access to this catalog of items via the OCLC Online Union Catalog, the OCLC FirstSearch system, and a specially created database with access to all Internet users, and (3) complete the link between coded location and access data in the bibliographic records (USMARC field 856) and the objects themselves by facilitating automated file transfer to the user or other access methods. http://www.oclc.org/oclc/man/catproj/catcall.htm

eerste datum: 28-12-1999; laatste: 27-03-2000; bezocht: 2x door tj


2:19:1 de bibliotheekcatalogus als actief instrument dynamische terugkoppeling Ó Subpagina met uitstekend overzicht van literatuur over maatschappelijke aspecten van informatietechnologie (IT) van het ‘Palinurus Project’ van de University of California, Santa Barbara (The Aacademy and the Coorporation, teaching the humanities in a restructured world). Een projekt genoemd naar de stuurman Palinurus in Virgilius' Aeneïs die veraderlijk door sirenes in slaap gebracht wordt en verdrinkt. Er zijn aparte pagina’s om suggesties voor het toevoegen van referenties te maken. De stuurman (kybernetus) behoeft terugkoppeling anders valt hij in slaap. PALINURUS> READINGS> INFORMATION TECHNOLOGY: AN IDEA AND CULTURE Information Technology: An Idea and Culture: General Resources -History of Information and Computing -General History -Early Computing, Information, and Communications Theory -Age of the Mainframe -Age of the "Personal Computer" and Networking -The "Future History" of IT (Predictions, Prophecies, Etc.) -The Telecommunications Revolution -"How Much Information Is There?" (objective measures of contemporary information and information work) -"Information Literacy" -IT Ethics -IT Law -Politics and Sociology of IT -Economics of the Internet -IT and Ethnic, Gender, and Other Underrepresented Populations -IT Sub-, Counter-, and Fringe-Cultures -Critical Reflections on Information Technology (on separate page. http://palinurus.english.ucsb.edu/BIBLIO-it-and-academy+it.html

eerste datum: 01-04-2000; laatste: 02-04-2000; bezocht: 3x door tj


2:20:1 mobilizing the net-citizens collecting movie information on-line MOVIE DATABASE: FREQUENTLY ASKED QUESTIONS LIST Well, it all began back in 1989 when someone started a discussion in rec.arts.movies about who were the most attractive looking actresses around. In response to this thread, a college student in the US began to collect a list of all the actresses, along with the movies they had appeared in. The list was pretty disorganised to say the least and the original maintainer disappeared from the net after a few months. At this point Andy Krieg picked up the list, sorted it properly and began to post it monthly to rec.arts.movies under the title "THE LIST". In May of 1989 Chuck Musciano started the Movie Ratings Report, an on-going poll of movies posted weekly to the group. The two projects remained entirely separate for a couple of years, but it is appropriate to mention the start of the report here. I approached Andy Krieg in July 1990 asking why he didn't do an actors list. He said he was too busy but suggested I manage one. The actors list was created early in August and grew very rapidly. It was limited to living actors (like the actress list) to keep the size down. Being a fan of older movies I was disappointed that I couldn't include some of my favourite actors since they were dead. Later that month I asked for volunteers to run a dead actors/actresses list and when nobody came forward I started the dead list. At this point it's appropriate to mention the biggest contributor to the cast lists, Kevin Arvin. Kevin had been collecting movie information on-line and around this time he agreed to keep us supplied with data - something he's continued to do every month for the last five years. I estimate that over 100,000 entries in the database originate from Kevin and there's no doubt we owe an awful lot of the success to him. In September 1990 Dave Knight volunteered to manage a directors list to complement the cast lists. Seeing all the lists in rec.arts.movies, Grant Mason, a post-graduate student at Edinburgh, posted a request asking for some software to (...) http://isir.kaist.ac.kr/yeyoung/md/faq/moviedb-faq.html

eerste datum: 20-02-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 1x door tj

2:20:1 mobilizing the net-citizens vrijwilligerswerk wordt business THE INTERNET MOVIE DATABASE (IMDB). Though we have many fun features we'll introduce you to in our tour, our biggest asset is our database of over 200,000 movies and TV shows made since 1892. We catalog information on who made them, who appeared in them, where they were filmed, awards they received, trivia, quotes and many other categories. Along with being able to look up the movies, you can look up people. We have information on over 400,000 actors and actresses, nearly 40,000 directors, and much more. All of this is quickly accessible through the "search the database for" form you see at the top of the lefthand column. Later in the tour, we'll play with it a bit. http://uk.imdb.com/

eerste datum: 20-02-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 1x door tj


2:20:2 mobilizing the net-citizens write your own review Ó Je hebt een password nodig (als customer) om een review te schrijven.. dat is zonder kosten aan te maken, dus probeer het zelf eens om een boekbespreking aan het Amazonbestand toe te voegen.. Jammer genoeg is er (nog) geen mogelijkheid om deze besprekingen als ‘zoekingang’ seperaat, of in combinatie met andere zoeksleutels, te gebruiken. AMAZON.COM CUSTOMER REVIEW FORM Write Your Own Review Hello, Tjebbe van Tijen. (If you're not Tjebbe van Tijen, click here.) We'd love for you to review Libraries Without Shelves. Please be sure to focus your comments on the book's content. Read our review guidelines for more information. You can also look at some example customer reviews before you write your own. Submitting your review may make you eligible for the Amazon.com Book Review Contest, where you could win a $50 Amazon.com gift certificate! Here's more info about the contest. Posting Customer Reviews is a two-step process. First, complete the form below and click Preview Your Review. Then, we will show you how your comments will appear online. When you're ready to submit them, click the Submit Your Review button on the bottom of the page. http://www.amazon.com/exec/obidos/ASIN/0835210014/104-1309319-5862046

eerste datum: 10-04-2000; laatste: 10-04-2000; bezocht: 2x door tj

2:20:3 mobilizing the net-citizens relying on a vast army of volunteers ABOUT THE OPEN DIRECTORY PROJECT About the Open Directory Project As the web grows, automated search engines and directories with small editorial staffs will be unable to cope with the volume of sites. The Open Directory Project's goal is to produce the most comprehensive directory of the web, by relying on a vast army of volunteer editors. The Internet Brain The web continues to grow at staggering rates. Automated search engines are increasingly unable to turn up useful results to search queries. The small paid editorial staffs at commercial directory sites can't keep up with submissions, and the quality and comprehensiveness of their directories has suffered. Link rot is setting in and they can't keep pace with the growth of the Internet. The Republic of the Web Instead of fighting the explosive growth of the Internet, the Open Directory provides the means for the Internet to organize itself. As the Internet grows, so do the number of net-citizens. These citizens can each organize a small portion of the web and present it back to the rest of the population, culling out the bad and useless and keeping only the best content. This Isn't a Talk Show Usenet has its share of experts and good information, but you have to be an expert yourself to tell the good from the bad. The Open Directory is a self-regulating republic where experts can collect their recommendations, without including noise and misinformation. You Can Make a Difference Like any community, you get what you give. The Open Directory provides the opportunity for everyone to contribute. Signing up is easy: choose a topic you know something about and join. Editing categories is a snap. We have a comprehensive set of tools for adding, deleting, and updating links in seconds. For just a few minutes of your time you can help make the Web a better place, and be recognized as an expert on your chosen topic. Join the Open Directory Project 1.Find a category that you would like to maintain. 2.Follow the Become an Editor link at the top of the category page. Note that there are no (...) http://dmoz.org/about.html

eerste datum: 20-12-1999; laatste: 27-03-2000; bezocht: 1x door tj


2:20:3 mobilizing the net-citizens participerende classificatie Ă“ Contact en linkpagina van Open Directory Project. Forums (2) Macintosh Sherlock Modules (2) Press (66) Sites Using ODP Data (108) Submitting (2) Tools for Editors (204) Use Of ODP Data (8) See also: World: Deutsch: Internet: Suchdienste: Verzeichnisse: Open Directory Project (18) World: EspaĂąol: Internet: WWW: Buscadores: Open Directory Project (6) Open Directory Project - Help build the most comprehensive human-reviewed directory of the web About ODP - The official "about" page describing the Open Directory. Alexa User Reviews of the ODP - Users of the Alexa browser add-on review the Open Directory. Some reviews biased by reviewers being rejected as editors or already being editors. Awards - Awards the Open Directory Project has won Dejanews ODP search - List recent articles from Usenet newsgroups referring to the Open Directory: dmoz.org, Gnuhoo, or Newhoo. Open Directory Project Cool Sites - lists all ODP cool sites. Open Directory Project Growth Rate chart - Graphic tracking the growth rate of the number of sites and editors in ODP Open Directory Review from Search Engine Showdown - Reviews search and display features of Open Directory. Why I'm (Not Yet) Suing Mozilla - A former editor's legal plans. http://dmoz.org/Computers/Internet/WWW/Searching_the_Web/Directories/Open_Directory_Project/

eerste datum: 20-12-1999; laatste: 27-03-2000; bezocht: 2x door tj


2:20:3 mobilizing the net-citizens the thrill of seeing their name up... ABCNEWS.COM : VOLUNTEERS DRIVE NEW NETSCAPE ENGINE Netscape’s Volunteer ‘Experts’ New ‘Open Directory’ Features Talents of Volunteer Editors P A L O A L T O, Calif., Jan. 26 — Netscape on Monday began offering an alternative to the standard Internet search engines. Visitors to its Netcenter site now can search the Netscape Open Directory, which posts content compiled by volunteer and self-proclaimed experts outside of the company. These “volunteer editors” must apply to Netscape for approval, but receive no compensation for their efforts, aside from what a Netscape spokesman called “the thrill of seeing their name up in lights.” Netscape says the new service, designed around the NewHoo! Community directory Project it bought last fall, provides a way to harness the knowledge of thousands of experts — more than it could possibly maintain on staff. Defaults to Standard Engine The Open Directory currently has content compiled by some 6,000 volunteer editors, more than twice the size of Netscape’s entire workforce. “This open model is the only way to truly scale to the size of the Web,” said a Netscape spokesman. Netscape says it hopes this model will help it build the “largest and highest quality human-edited directory on the Web.” The new Open Directory has a home page that looks like all the other Internet search engines, with a group of channels — like art, health, science and sports — to choose from. But within each of those channels is content posted by various volunteer editors. Under “science,” for example, a user may click onto the sub-category of “psychology,” and from there move onto a selection of narrower topics such as “behavioral analysis,” “emotional intelligence” or “obsessive compulsive disorder” — all maintained by a different expert or group. The company says many of its volunteer editors see the open directory as a way of publicizing their talents. Editors may post bios and e-mail addresses for additional queries. The directory also posts content from several professional library organizations, non-profits and educational groups. Visitors to the Netscape Netcenter Web site can find the open directory by clicking on “free web sites.” Searches that yield no results in the open directory will default to (...) http://abcnews.go.com/sections/tech/DailyNews/netscape990126.html

eerste datum: 20-12-1999; laatste: 27-03-2000; bezocht: 2x door tj


2:20:3 mobilizing the net-citizens how to keep up with the growth of the web CHANGES IN SEARCH INDUSTRY CREATE STRANGE BEDFELLOWS By LISA NAPOLI (...) Netscape Communications Corp. had agreed to license, at no charge, its Open Directory Web guide to a competitor, Lycos, left a lot of people in the industry scratching their heads. Last November, Netscape paid an unspecified sum for the Open Directory, a guide to the Web created by two computer programmers in California that is now maintained by 8,900 volunteers. At the time, Netscape announced it would make the Open Directory available to other Web sites that wanted to use it, free -- perhaps to avoid alienating the unpaid staff contributing to it, industry watchers said. But by allowing Lycos or any other search service to use -- free -- a service it paid for, Netscape is essentially financing the competition. (...) As search services have refashioned themselves as "portals," focusing on revenue-generating deals like partnerships with e-commerce companies and advertisers, their strategy for developing search features has changed. Rather than trying to offer access to the broadest number of sites on the Web, as they once did, the leading search services now focus on offering the most discerning guides to the Internet. To do so, most employ staff members who sift through site submissions and decide whether and where to include them in their directories. But even the most profitable search service could never afford to pay a staff large enough to keep up with the 5.4 million sites that are now estimated to be online, not to mention address changes and dead links. As a result, they are looking for ways to economize. (...) AltaVista, a search engine, has partnerships with LookSmart, a human-powered directory with a staff of 160 editors, and Ask Jeeves, another human-powered search tool. Meanwhile, Excite licenses its search technology to both America Online and Netscape, which is now owned by AOL, and the Walt Disney Co.'s Go site uses Infoseek's search engine. (...) "We have a finite set of resources to manually editorially filter, aggregate and present information," said Srinija Srinivasan, vice president of editorial for Yahoo. "We couldn't possibly scale head count to the growth of the Web. Is that a bug or a (...) http://www.nytimes.com/library/tech/99/04/cyber/articles/28search.html

eerste datum: 20-12-1999; laatste: 27-03-2000; bezocht: 1x door tj


2:21:1 kennis in twee richtingen laten stromen quotation/classification engine Ó De testversie van de ‘Occasio reference Database’, ontwikkeld door Tjebbe van Tijen voor het ‘OCCASIO Digital Social History Archive’ project van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam. De referentielijst die u nu leest is er mee gemaakt. Voor het rapport van de Hogeschool van Amsterdam over portfolio’s zijn meerdere nieuwe modules aan het programm toegevoegd, zoals het maken van verschillende soorten screen-snapshots, nummeringssysteeem voor verwijzingen, calculatie van aantallen referenties per paragraaf, het maken van meerdere persoonlijke annotaties, groeperen van meerdere weblinks onder een enkele noemer en tekststripper om van het web geplukte citaten te herformateren. HVA PORTFOLIO TJEBBE VAN TIJEN OCCASIO-QUOTE-ENGINE PROTOTYPE Dit is een overzicht van verschillende functies van de Occasio Refrence database. De screenshots zijn steeds van een kort commentaar voorzien en kunnen als een enkele lange strook met behulp van de schuif onder aan uw browser bekeken worden. Dit prototype is gemaakt met Filemaker pro 5 en draait nu op een Power Mac, een Windows versie is eveneens in ontwikkeling. Gegevens uit deze database kunnen direct geprint worden of als PDF of EPS file geexporteerd worden. http://people.a2000.nl/ttijen/HvAwww/Occasio.htm

eerste datum: 14-04-2000; tj


2:21:2 kennis in twee richtingen laten stromen Hyperwave: handling unstructured information HYPERWAVE INFORMATION MANAGEMENT - CONTENT The Hyperwave Information Portal. From Information to Knowledge to Wisdom. Hyperwave portal solutions are today's most functional and intuitive Knowledge Management products, providing a secure, single point of exchange and relevant access to information of many different types and formats, both structured and unstructured, inside and outside of the organization, through a flexible and easily-customized browser interface. Whew. Maybe we should explain what that all means. Problems. Imagine a library in which only 20% of the books and periodicals are filed. Looking for the latest cancer research? Well, somebody said they saw something like that last week on the sixth floor, you might want to scout around up there. Amazingly enough, that's what most corporate IT systems are hobbled with (though, because of the evolving nature of corporate information, the problem is usually even more dramatic). On average, 80% of corporate information - printed documents, electronic documents, e-mail, faxes, video - is unstructured, i.e. difficult, if not impossible, to find and/or catalog. Solutions. Hyperwave resolves the issue by allowing you to leverage intellectual capital. The Hyperwave Information Portal provides a logical, familiar and highly intuitive user inteface, all of which rests on the Hyperwave Information Server, an ideal platform featuring our unique technology. As documents enter the system, they're put in the right place - for the author as well as for each affected group and individual. As these documents are updated, so too are all associated links (those contained within the documents, as well as those pointing toward them). Not only is the wealth of corporate information given continuous and proper structure and context, but everyone you choose to have access to specific areas of this information is also given the continuous ability to enhance it. We've highlighted some of the features and benefits of Hyperwave's portal solutions in our Portal Tour, which you can take by following the link below. For those who want more details about our solutions, reference materials are available in the Product Information section. http://www.hyperwave.com/

eerste datum: 23-09-1998; laatste: 13-04-2000; bezocht: 3x door tj


2:21:2 kennis in twee richtingen laten stromen quotation/classification-engine INTERNET PRODUCT WATCH - BACKFLIP (BACKFLIP, INC) Backflip Personal Web Site Organizer With Search Capabilities Backflip is a free Web based service that allows users to create their own Yahoo-like categorized online listing of their favorite Web sites. The service is accessed through the Web from any computer with a Web browser. Users register for the service by selecting their user name and password and providing basic geographical information. They are then provided with instructions to install a small "Backflip" button on their browser toolbar that allows them to instantly add any page they visit to their categorized listings automatically. Users can create their own folder based structure for their directory listings, and can either file the selected page directly in the folder of their choice, or elect to have Backflip automatically file it. Users can also choose to automatically add their existing bookmarks and favorites to their listings. Pages that have been filed into folders can then be searched by the user, similar to other popular search engines and directories. Future services to be offered include a complete browsing history (allowing users to search and find any page they have seen in the past, whether they've saved it to their directory or not) and the ability to share portions of their directory with other Backflip members. Backflip is a free service that is available now. product submission by IPW Staff. http://ipw.internet.com/site_management/organizing_utilities/943889662.html

eerste datum: 01-12-1999; laatste: 27-03-2000; bezocht: 3x door tj


2:21:2 kennis in twee richtingen laten stromen making an overlay with a secondary structure Ă“ Nieuwe informatielagen over de bestaande web-informatie leggen en de mogelijkheid om in een groepsproces deze nieuwe betekenislagen te verkennen. BROWSING THE WWW BY INTERACTING WITH A TEXTUAL VIRTUAL ENVIRONMENT -- A FRAMEWORK FOR EXPERIMENTING WITH NAVIGATIONAL METAPHORS Andreas Dieberger Georgia Institute of Technology School of Literature, Communication & Culture (...) This paper describes a system that combines a textual virtual environment (MOO -- MUD Object Oriented) and a WWW browser. The MOO provides a text-only but information-rich spatial user interface in which objects and locations can be associated with pointers to WWW pages. When using a specialized MOO client, navigation in the MOO causes the corresponding Web pages to be loaded. The overall effect is the possibility to navigate the Web using spatial navigational metaphors. Textual virtual environments support the creation of diverse navigation tools and metaphors. The Juggler system we describe can thus serve as an experimental tool to explore diverse navigational metaphors for the WWW. The system uses references to Web pages which can be arranged in any possible way and allows users to overlay a new secondary structure on existing Web structures, even using Web pages not on one's own Web server. Textual virtual environments further support almost real time communication and interaction between several users. Because of the extensive interaction possibilities, the Juggler system can be used to discuss material on the Web, conduct guided tours through the Web or give presentations using material available on the Web. (...) CONCLUSIONS MOO environments by themselves are interesting tools for communication, interaction, and exploring novel navigational metaphors. The strength of the MOO are the communication facilities and the ease with which structures based on various -- mostly spatial -metaphors can be created in it. Using a special MOO client -- Juggler -we can associate MOO locations and objects with URLs and create the illusion of one information space with two views, one textual and one WWW based. This combines the navigational and communicational advantages of the MOO with the Web interaction. The system supports creating new structures using existing pages on the Web using diverse navigational metaphors. The MOO's communication facilities permit conducting guided tours and discussing material on the Web. http://www.mindspring.com/%7Ejuggle5/Writings/Publications/HT96.paper.html

eerste datum: 10-03-2000; laatste: 20-03-2000; bezocht: 2x door tj


2:21:2 kennis in twee richtingen laten stromen de gebruiker meer controle geven Ó Een interessante benadering voor een zoekinterface die verder gaat als de voorgekauwde minimale voeding van de meeste zoek-software. De discriminatie van de gebruiker op basis van de ‘grootste gemene deler’ benadering kan zo opgeheven worden. THE ADVANCED TACTICAL USER INTERFACE Enabling Interaction with Advanced Information Retrieval Systems The Interspace Analysis Environment will provide users with the means to directly manipulate and combine arbitrary information retrieval capabilities, whether they be traditional techniques such as full text search or advanced techniques such as the exploration of the term coocurrence relationships provided in the Interspace Services. The environment emphasis indicates that we wish to give users a level of control and power over their work comparable to that enjoyed by the programmer, as opposed to more typical application-oriented user interfaces which give the user only those abilities which the system programmer deemed neccessary. In order to give the user this level of control, we are taking an object-oriented approach to the construction of the Analysis Environment's direct-manipulation user interface. In this approach, the objects presented to the user are meant to most closely embody underlying concepts found in the user semantic model, or that model which we wish to present to the user as if it is the actual system, regardless of the actual implemenation of the underlying system. This is a particularly good match for the Interspace model, as it is being implemented using object-oriented techniques and therefore provides a close match between the actual system model and our user semantic model. http://www.canis.uiuc.edu/projects/interspace/technical/canis-report-0007.html

eerste datum: 13-03-2000; laatste: 05-04-2000; bezocht: 1x door tj

2:21:3 kennis in twee richtingen laten stromen virtueel door de scripties bladeren DIGITALISEREN: PANACEE VOOR HET BEHOUD EN TOEGANKELIJKHEID VAN ONS CULTUREEL ERFGOED? Ook van de microfilm vroeg men zich in eerste instantie af of het overzetten op een andere drager nu wel nodig was, hoe houdbaar dit medium was en hoe de microfilms moesten worden geregistreerd opdat dubbel werk vermeden kon worden. Inmiddels is de registratie via de EROMM (European Register of Microform Masters) mogelijk en kan eenieder die een titel wil verfilmen snel in de database zien of de titel reeds verfilmd is. (...) Digitalisering impliceert dat origineel, vaak kwetsbaar en kostbaar bibliotheekmateriaal minder vaak fysiek geraadpleegd hoeft te worden. Behalve dat er virtueel 'gebladerd' kan worden door de collectie kan de onderzoeker via een gedigitaliseerde collectie vanaf zijn eigen werkplek al een eerste gespecialiseerde selectie maken. Hierdoor kan de onderzoeker effectiever zoeken en hoeven minder boeken (onnodig) uit het magazijn te worden gehaald. Wanneer digitale reproducties gemaakt worden via een intermediair zoals foto of microfilm, levert dat tevens tegelijkertijd twee soorten conserveringskopieën op: de analoge intermediair en de brongetrouwe digitale reproductie. http://www.kb.nl/kb/resources/frameset_kb.html?/kb/sbo/digi/den.html

eerste datum: 15-04-2000; tj


2:21:3 kennis in twee richtingen laten stromen Document Informatie Systeem = DIS DIS Een Document Informatie Systeem (DIS) is een systeem waarmee documenten, voorzien van index gegevens, digitaal worden opgeslagen. Deze documenten kunnen hierna met behulp van de index gegevens opgevraagd, bekeken en eventueel geprint of per fax verzonden worden.(...) De voor- en nadelen van een DIS Het omschakelen van een papieren archief naar een Document Informatie Systeem, kan naast voordelen ook een aantal nadelen met zich mee brengen. Nadelen Investering. De aanschaf en implementatie van een DIS betekent een investering in tijd en geld. Naast het feit dat in de regel hard- en software aangeschaft moeten worden, zullen medewerkers ook tijd in het systeem moeten investeren. Zij zullen de leverancier van informatie moeten voorzien, zodat deze het systeem kan inrichten. (...) Het werken met een DIS heeft tot gevolg dat men, in principe, documenten op het scherm moet raadplegen in plaats van op papier. Voor veel mensen is dat een grote verandering waar ze in het begin erg aan moeten wennen. Voordelen: (...) Zeer compacte opslag. Binnen een DIS worden de documenten digitaal opgeslagen op magnetische of optische media, zoals bijvoorbeeld CD-ROM. Op ĂŠĂŠn CD-ROM schijf kunnen ongeveer 15.000 pagina's A4 worden opgeslagen. (...) Verhoogde toegankelijkheid. Met behulp van een DIS kunnen alle documenten snel en eventueel door verschillende gebruikers gelijktijdig geraadpleegd worden. Informatie veilig opgeslagen. Doordat de documenten digitaal zijn opgeslagen, is het relatief eenvoudig om een kopie van het archief te maken,(...) Groeipad. Het digitaliseren van de documenten is slechts een eerste stap. Hierna kunnen zij gebruikt worden voor andere geautomatiseerde systemen. (...) Het is ook mogelijk het DIS te integreren in een workflow management systeem. Telewerken. Door het DIS via een modem toegankelijk te maken, kunnen medewerkers het archief ook vanuit huis raadplegen. In het algemeen is gebleken dat met name op locaties waar documenten geregeld geraadpleegd worden, de voordelen ruimschoots opwegen tegen de nadelen. Bovendien kunnen de nadelen door een goede begeleiding van het project geminimaliseerd worden. http://www.delt.nl/dis.html

eerste datum: 15-04-2000; tj


2:21:3 kennis in twee richtingen laten stromen microfilm-archief wordt gelijdelijk digitaal OIDAS CONCEPT Open Integraal Digitaal Archiverings Systeem (OIDAS) OIDAS is een systeem waarbij het mogelijk is om documenten te scannen en daar vervolgens door middel van een indexeerslag zoekcriterea aan vast te knopen en vervolgens deze op CD-Rom te plaatsen. Ook is het mogelijk om reeds bestaande digitale informatie bijvoorbeeld WP-bestanden, WORD-bestanden, Excell-bestanden enz. samen op te slaan met deze gescande documenten. Daarnaast is het mogelijk om microfilm bestanden te integreren in de Database van OIDAS, hetgeen in feite inhoud dat vermelding wordt gemaakt van rol-filmnummer of fichenummer en vervolgens een microfilm beeldadres. Met een daartoe geschikte reader-printer de microfilmbeelden te digitaliseren waarmee de informatie op diverse manieren dan beschikbaar kan worden gesteld aan de opvrager(s). Deze gedigitaliseerde beelden kunnen in een aparte directory bewaard worden waarna ze door middel van een indexeerslag in de toekomst ook in digitale vorm beschikbaar blijven en in een later stadium naar een CD-Rom kunnen worden geschreven. (...) Geleidelijk aan wordt op deze manier ook het microfilm-archief digitaal. Er kan ook voor gekozen worden een microfilm-archief in zijn geheel direct over te zetten naar een digitaal formaat. (...) Documenten die met machineschrift zijn gemaakt worden gescand waarna er OCR wordt toegepast. OCR staat voor Optical Character Recognition. Daarna wordt er een NLP slag gedaan, hetgeen staat voor Naturel Language Programming. Dit houdt in dat lidwoorden, voorzetsel e.d. waarop niet wordt gezocht, uit de tekst worden gehaald. Er ontstaat in feite een grote data-base met woorden waarop gezocht kan worden. Op deze manier is het mogelijk om dergelijke stukken met zoekwoorden op te vragen. http://www.zodiak.nl/OIDASconcept.html

eerste datum: 15-04-2000; tj

2:21:4 kennis in twee richtingen laten stromen Web of Science WEB OF SCIENCE Citatie-indexen Wetenschappers doen verslag van hun onderzoek in boeken en tijdschriften. Wat wordt er gedaan met de resultaten? Hoe worden ideeĂŤn opgepikt in de wetenschappelijke wereld? De citatie-index is een hulpmiddel om antwoord te vinden op dit soort vragen. Deze indexeert namelijk artikelen, inclusief de bijbehorende citaten (voetnoten). Zodoende is het gemakkelijk te achterhalen wie er geciteerd wordt (cited author) en op grond van welke publicatie dat gebeurt (cited work). U kunt het ook zien als een andere manier van zoeken op onderwerp, want citaten representeren een onderwerp. Uitgaande van bepaalde publicaties vindt u per definitie recentere literatuur: de bekende sneeuwbalmethode, die in dit geval geen oudere, maar nieuwere publicaties oplevert. http://www.ic.uva.nl/uvalink/uvalink23/web_of_science.htm

eerste datum: 21-02-2000; laatste: 22-02-2000; bezocht: 1x door tj


2:22:1 stabiliseren van net-informatie collectie van 404 error pagina’s Ó Je schiet er niets mee op deze home site van de Error 404, het is zeker niet de plek om dat wat je zocht toch te vinden, maar wel een aardige gallerie van links hoe verschiilend deze vervelende mededeling gepresenteerd kan worden. Ook is er een link op deze pagina naar een meer technische uitleg van hoe de error kan ontstaan... in de hoop dat dit adres permanent is.. http://www.netscapeworld.com/netscapeworld/nw-09-1997/nw-09-web master.html THE 404 HOMEPAGE Can't find your way around the net? Well you have wandered into the wrong place. This page is devoted to that particular message you get when a link has changed, or that page has somehow faded away. Find the best 404 page available on the web. How to test? Well, the classic "booger.html" test did work for a while. But there have been too many out there that have created a "booger.html". So will use a highly sophisticated program to generate a random file name that will be used to test for the best 404 page. Not really, but its a thought. Lets have at it! This is a work in progress. If you happen upon a nice 404 page, send me the URL. Need a listing and explanation of the errors. http://www.mindspring.com/~isixtyfive/404page/the_quest.html

eerste datum: 13-04-2000; laatste: 14-04-2000; bezocht: 1x door tj

2:22:1 stabiliseren van net-informatie Error 404 Not Found Ó De firma Alexa is opgericht door Bruce Kahle, uitvinder van Wide Area Information System (WAIS) in 1989 en oprichter van het The Internet Archive in 1996. Dit is een commercieele toepassing van sommige van deze ideeen met de bijbehorende beperkingen. De archiefroutines die Alexa ontwikkeld heeft lijken me interessant. De browser plug-in software kan van deze site gedownload worden. Een van de features is het (anoniem) volgen van sporen van Internetgebruikers en deze terugkoppelen als product. Voor sommigen wellicht een beangstigende gedachte, maar vanuit een ander perspectief (zoals in een onderwijs situatie) kan het nieuwe inspiratie opleveren. ALEXA 1.3ALPHA (MAC) --- ARCHIVE OF THE WEB --- PAGE 4 OF 5 Rely on Alexa's "Archive of the Web" for pages that are no longer available. For example: You bookmarked your favorite science site and it's no longer available. With Alexa on your desktop you'll see whether Alexa's "Archive of the Web" has a copy available for you. 500,000 Sites and Growing Access temporarily unavailable or "404 - Not Found" pages through Alexa's Archive of more than 500,000 Web sites. When your browser displays a "404-Not Found" message and Alexa has a copy of that page, the Archive button will change to a blue "page" icon. Click on the "page" icon to request a copy of that page from the Archive. http://www.alexa.com/mac/tour/archive.html

eerste datum: 08-04-2000; tj


2:22:1 stabiliseren van net-informatie Error 404 document not found Ó “User Has Moved This user (seeker1) is no longer associated with the University of Florida, with the College of Liberal Arts & Sciences, or with this server. Please do not ask us where the web pages are, or where the author is. We do not know. Thank you for understanding. Last modified: Mon Feb 28 13:04:08 EST 2000” Een fraai voorbeeld van kennisverlies, lijkt zo’n prachtig onderwerp. FROM ORALITY TO TELELITERACY The original goal of this paper was to analyze the relationship between literacy and orality as cultural processes. However, in doing the research for this paper, I found it soon became critically apparent that the very interest in this relationship on the part of anthropologists, communication scholars, cognitive scientists, education scholars, and sociologists was only provoked in this century by the dawning awareness of the arrival of a third term in this equation - something that was not orality and not literacy but something else. It was interest in this new form of communicational competency that provoked the "Toronto School" of Innis, McLuhan, Ong, and others to look at earlier transitional moments in Western civilization. Although there is not an agreed upon scholarly definition of this third term, in this paper I will call it "teleliteracy." An Evolutionary Sequence - ? What is about to be presented is something that most anthropologists would disdain: a linear, evolutionary perspective on changes in communication technology within the specific sphere of "Western civilization." This account will be horrifically oversimplified, in the interests of brevity. However, this framework is being utilized merely to establish what the relationships and common historical sequences of these terms are - then other research will be offered which, in effect, deconstructs the nature of this sequence, both temporally and spatially (cross-culturally. http://www.clas.ufl.edu/users/seeker1/scholarly/orality.htm

; laatste: 08-04-2000; bezocht: 1x door tj


2:22:1 stabiliseren van net-informatie protocol voor vasthoudende postbodes Ă“ PADI (Preserving Access to Digital Information) is een initiatief van de Nationale Bibliotheek van Australie, een voorloper op het gebied van het lange termijn denken over conserveren van digitale informatie. Een bezoek aan de website van PADI (http://www.nla.gov.au/padi/) is zeer aan te bevelen. PADI - PERSISTENT IDENTIFIERS Persistent identifiers The current method of discovering and locating resources on the World Wide Web relies on allocating an identifier to all resources. At present these identifiers are Uniform Resource Locators or URLs, and are allocated according to the location of the resource. They can identify the network zone, machine, disk, directory(ies) and the actual name of the file within which the resource resides. Although URLs have been serving the combined purpose of identifying a resource and describing its location for some time now, they are not a satisfactory means of uniquely identifying a digital resource. The URL simply points to the current location of the resource. If a resource is moved to a new location, the previous URL is no longer useful. A persistent and unique identifier would be specific to one particular digital resource and preserve access to that resource regardless of its location, as long as it still existed on the Internet. URI, URN, URL, URC A Uniform Resource Name (URN) is a standard, persistent and unique identifier for digital resources on the Internet. URNs and URLs are components of the Uniform Resource Identifier (URI)-architecture, which aims to be a comprehensive and persistent resource discovery system for the Internet. The URI-architecture also includes Uniform Resource Characteristics (URC), which is metadata encoded information about the resource. Finally, for someone to be able to link to the URL of a digital resource from the URN, a resolver service is required. A standard URI-architecture has not yet been realised. The development of a standard for the URN is critical for success. The Uniform Resource Names Working Group of the Internet Engineering Task Force has been working on standards for the URN. While the URN Working Group has been developing these standards, a number of unique identifier systems have already been implemented by different groups. These include The Handle System, the Digital Object Identifier (DOI) initiative and the Persistent URL (PURL). Digital Object Identifier The development of the Digital Object Identifier (DOI) system was initiated by the Association of American Publishers, and is now managed by the International DOI (...) http://www.nla.gov.au/padi/topics/36.html

eerste datum: 04-04-2000; laatste: 05-04-2000; bezocht: 1x door tj


2:22:1 stabiliseren van net-informatie oplossend vermogen van informatie over informatie IDENTIFICATION, LOCATION AND VERSIONING OF WEB-RESOURCES A Uniform Resource Identifier (URI)-architecture for the operation of resource discovery systems on the net is evolving steadily. URIs, such as URLs and URNs, are resolvable web-addresses. As the functionality of web-applications becomes more and more dependant on URIs, the concept of "contractual commitment to the availability of URIs" becomes increasingly important. This is the commitment to guarantee persistence, uniqueness and resolution of URIs. The need to assure the reliability and referential integrity of URIs in general, whether URN or URL, is and remains the crux of the problem in web-information management practice. The management of URIs, whether simple management of URLs or metadata-driven access management via complex URI-resolution systems, is primarily the responsibility of the local site maintainer who controls local URIs and local access data. URI-resolution systems can range from simple systems such as PURL-servers, to very complex resolution systems, such as envisioned by the DOI community. (...) Confusion about the functionality and potential capabilities of URN-resolution systems remains, despite the progress made by URI-architectural implementations. A commonly held belief is that the PURL Resolution Service is a predecessor of the URN-resolution system and that once all the URI-standards are in place, PURLs will become obsolete. However a PURL-system is a URI-resolution system that provides for the simple one-to-one resolution of a PURL to a URL. This type of simple resolution for URL-management purposes will remain important for certain types of web-resource collections, now and in the future. It is very likely that complex URN-resolution systems will emerge in the future to control access to resources of specific (commercial) resource collections. It is even likely that these complex systems will be more manageable if location-resolution goes through a PURL-like system, maintained separately. The functional requirements for URL-management and those for other access-parameters may justify the implementation of distinct systems. http://www.konbib.nl/donor/rapporten/URI.html#1

eerste datum: 15-04-2000; tj


2:22:2 stabiliseren van net-informatie gemiddelde levensduur webpagina 75 dagen Ó Het meest bekende artikel van Bruce Kahle uit 1996, met een nogal optimistiche visie. Het voortdurend in beweging zijn van informatie op het Internet stelt geheel nieuwe conceptuele problemen... De vergelijking met verzamelingen van gecanoniseerde informatie, zoals gedrukte boeken, is zeker niet toepasselijk voor het Internet. Zover mij bekend heeft Kahle wel een ‘snapshot’ van een korte periode van het Internet gedeponeerd bij de Library of Congress, maar is het idee om het hele Internet te documenteren zeker niet doorgezet... Men kan denken aan het klassieke debat over de stelling van Heraclitus dat alle waarneembare dingen altijd in beweging zijn en of het wel mogelijk is om ‘tweemaal in dezelfde rivier te stappen’ (Plato’s Cratylus). Het Internet is wel geen snel stromend water (zoals de vroegere logosfeer van de radio met enkel live-uitzendingen), maar het begint wel een soort stroperige traag stromende rivier te worden en het behoeft een ijstijd om die te kunnen vastleggen. ARCHIVING THE INTERNET Even though the documents on the Internet are the easy documents to collect and archive, the average lifetime of a document is 75 days and then it is gone. While the changing nature of the Internet brings a freshness and vitality, it also creates problems for historians and users alike. A visiting professor at MIT, Carl Malamud, wanted to write a book citing some documents that were only available on the Internet’s World Wide Web system, but was concerned that future readers would get a familiar error message "404 Document not found" by the time the book was published. He asked if the Internet was "too unreliable" for scholarly citation. Where libraries serve this role for books and periodicals that are no longer sold or easily accessible, no such equivalent yet exists for digital information. With the rise of the importance of digital information to the running of our society and culture, accompanied by the drop in costs for digital storage and access, these new digital libraries will soon take shape. The Internet Archive is such a new organization that is collecting the public materials on the Internet to construct a digital library. The first step is to preserve the contents of this new medium. This collection will include all publicly accessible World Wide Web pages, the Gopher hierarchy, the Netnews bulletin board system, and downloadable software. If the example of paper libraries is a guide, this new resource will offer insights into human endeavor and lead to the creation of new services. Never before has this rich a cultural artifact been so easily available for research. Where historians have scattered club newsletters and fliers, physical diaries and letters, from past epochs, the World Wide Web offers a substantial collection that is easy to gather, store, and sift through when compared to its paper antecedents. Furthermore, as the Internet becomes a serious publishing system, then these archives and similar ones will also be available to serve documents that are no longer "in print. http://www.archive.org/sciam_article.html

; laatste: 08-04-2000; bezocht: 5x door tj


2:22:2 stabiliseren van net-informatie issues in privacy, intellectual property, web architecture THE PARC FORUM The Internet Archive gathers, stores, and allows access to all public information on the net (WWW, Gopher, netnews, and usage logs). The Archive will serve as historical record, a backup for dead sites, and a dataset for Internet research. The Internet Archive, organized as a commercial/non-profit combination, raises interesting issues in privacy, intellectual property, and architecture (faster pipes, cheaper storage). This talk will discuss the current state of the Archive and where it is going. Brewster Kahle received his BSEE from MIT in 1982. He designed supercomputers at Thinking Machines Corporation in the 1980's. Later he invented the Wide Area Information Servers (WAIS) system and founded WAIS Inc., which helped bring commercial and government agencies onto the Internet. He founded the Internet Archive in April 1996. Catch the Archive Website at: www.archive.org. http://www.parc.xerox.com/ops/projects/forum/1996/forum-12-05-external.html

eerste datum: 19-10-1998; laatste: 12-03-2000; bezocht: 3x door tj

2:22:2 stabiliseren van net-informatie digitaal depot Ă“ Een goede bibliografie (met veel on-line bronnen) over het onderwerp van het bewaren van digitale bestanden, bijgewerkt tot begin 2000. PRESERVATION OF ELECTRONIC INFORMATION: A BIBLIOGRAPHY BY MICHAEL DAY I have been interested in the preservation of information in digital form since the late 1980s when I wrote a dissertation on the subject as part of a Master of Arts degree in Library and Information Studies (1989) at Loughborough University of Technology. The aim of the bibliography is to indicate some relevant resources, with annotations and where possible some links to documents. The bibliography will be updated from time-to-time. Interest in preserving electronic information began in the 1970s within the archive community and the articles here by Dollar, Fishbein and Bell represent this period. The 1980s saw more concern with electronic publications so libraries began to look at the preservation problems that these would create, with BNBRF funded reports being written by Hills, Sturges and Blake. In recent years the US Commission on Preservation and Access has sponsored important research in this area, and it jointly commissioned (with RLG) the Task Force on Archiving of Digital Information which published its report in 1996. The Commission on Preservation and Access has its own home page at: <URL:http://www.clir.org/programs/cpa/cpa.html> (Last visited: 17-Jun-1999. http://homes.ukoln.ac.uk/~lismd/preservation.html

eerste datum: 29-09-1998; laatste: 08-04-2000; bezocht: 1x door tj


2:22:2 stabiliseren van net-informatie digitaal depot Ó Over het Nederlandse onderzoek naar het inrichten van ‘digitale depots’ (grappig dat deze tekst zelf alweer verwijderd was van de Nederlandse site, maar wel nog terug te vinden was in het tijdelijke depot (cache) van de search-engine Google, maar ook daar inmiddels verdwenen is). De website http://www.minbzk.nl/acib/whoiswho/whoiswho.html geeft contactadressen voor dit nu nog lopend onderzoek bij het Ministerie voor Binnenlandsezaken (Advies- en Coördinatiepunt Informatiebeveiliging (ACIB) ) Wel inmiddels ook uit de Google cache verdwenen.. zo doven berichten op het Internet langzaam uit als sterren ... eerst het origineel, dan een mirror dan een cache en niets beklijft er meer van een artikel met het onderwerp ‘duurzaamheid’. DIGITALE DUURZAAMHEID Papieren archiefbescheiden zijn direct leesbaar, als we ze maar onder goede omstandigheden bewaren. Maar digitaal opgeslagen informatie (of gegevens) kan alleen maar leesbaar worden gemaakt met behulp van hardware en software. De verscheidenheid daarin is enorm. De informatietechnologie (IT) is bovendien heel erg in beweging en maakt zeer snelle ontwikkelingen door. Bij de Nederlandse overheid is nauwelijks sprake van standaardisatie op dit gebied. Dat betekent dat zo ongeveer alle merken en soorten wel in gebruik zijn. Uitdaging Het Nederlandse archiefwezen beheert blijvend te bewaren archiefbestanden van de overheid. Digitalisering bij de overheid heeft als gevolg dat archiefdiensten in de toekomst digitale archiefbescheiden krijgen aangeleverd, die bovendien zeer verschillend van aard zijn. Voor een deel kan dit opgevangen worden door eisen te stellen bij de overbrenging, bijvoorbeeld over het opslagformaat waarin moet worden aangeleverd. Maar er blijven nog genoeg problemen over. De enorme uitdaging waar archiefdiensten in binnen- en buitenland nu voor staan is om een nieuwe infrastructuur te ontwerpen voor het beheren van die digitale archiefbescheiden: het 'digitaal depot'. Daar is nog nauwelijks ervaring mee. Wat is nu een digitaal depot Een 'digitaal depot', een infrastructuur, moet een aantal functies omvatten. De belangrijkste functies zijn: controle van binnengekomen digitale archiefbescheiden (wordt werkelijk overgedragen wat is overeengekomen?); beheren (in welke vorm en steeds in dezelfde vorm?) en beschikbaarstellen (in de verschijningsvorm waarin het document of bestand oorspronkelijk is gemaakt. http://www.google.com/search?q=cache:www.archief.nl/digiduur/digitalekluis.html

eerste datum: 06-03-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 2x door tj

2:22:2 stabiliseren van net-informatie digitale duurzaamheid COMP AGR: 03/04/98 - DATA ONLEESBAAR IN 2696, DIGITAAL DUURZAAM OF NIET Amnesie in het cyberarchief Data onleesbaar in 2696, digitaal duurzaam of niet Cultuur-historische zaken van groot belang dreigen voor het nageslacht verloren te gaan. Archieven krijgen van allerlei overheidsinstellingen digitale gegevens aangeleverd, die alle op eigen wijze zijn vormgegeven in verschillende bestandsformaten en afkomstig uit honderden applicaties. Is die informatie over een paar eeuwen nog wel toegankelijk? De overheid onderzoekt de mogelijkheden, maar een echte oplossing is er nog niet. http://www.computable.nl/artikels/archief8/d14ag8bc.htm

eerste datum: 06-03-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 1x door tj


2:22:2 stabiliseren van net-informatie overheid ook in het digitale tijdperk betrouwbaar DIGITALE DUURZAAMHEID Het programma Digitale Duurzaamheid Welkom op de website van het programma Digitale Duurzaamheid. Het programma Digitale Duurzaamheid is een gezamenlijk programma van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Digitale Duurzaamheid heeft tot doel een duurzame toegankelijkheid en beschikbaarheid van digitale overheidsdocumenten te waarborgen en zo te verzekeren dat de overheid ook in het digitale tijdperk betrouwbaar kan functioneren. Het programma Digitale Duurzaamheid bestaat uit een aantal samenhangende projecten en activiteiten, waarover meer op deze webpagina. Actuele literatuur Richtlijnen voor het gebruik van elektronische informatie De Guidelines on best practices for using electronic information, een uitgave van het DLM-forum 1996, zijn nu in een Nederlandse vertaling van Van Heijst Information Consulting beschikbaar. DoD-eisen voor elektronisch archiefbeheer Het Amerikaanse Department of Defense (DoD) heeft de minimale functionele eisen beschreven waaraan een records management applicatie zou moeten voldoen. Deze standaard is in het Nederlands vertaald. http://www.archief.nl/digiduur/welkom.html

eerste datum: 06-03-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 2x door tj


2:23:1 vrijheid van informatie versus intellectueel eigendom grijp de kans (Occasio) voordat deze voorbij is Ă“ Het zinnebeeld van het Occasio is vrouwe Prudentia die zowel terug als vooruit kijkt en tegelijkertijd ook de slang aan haar voeten en Occasio (de kans) in de gaten houdt. Occasio heeft een kuifje van voren en de rest van zijn schedel is kaal.. je kunt hem enkel pakken als hij je in het aangezicht met hem staat niet als je probeert vat op zijn kale achterhoofd te krijgen. ~IISH: OCCASIO: DIGITAL SOCIAL HISTORY ARCHIVE} Following an idea of Michael Polman, director of the Antenna Foundation, and Tjebbe van Tijen, the International Institute of Social History and Antenna are jointly undertaking a project aimed at archiving important digital documents concerning social, political and environmental issues. They have named it Occasio. Today the archive contains nearly 900,000 messages from 974 newsgroups. It is available online and can be searched full text. Background Since its foundation in 1935 the International Institute of Social History has collected documents of any material type in the field of social history. Today many documents within the range of the Institute's acquisition profile appear no longer in print but just in digital form. Increasingly, social movements use the Internet to report on violations of human rights, to denounce authoritarian regimes and to campaign for social justice, especially in areas which are suffering from war and political violence, and where independent news service by traditional media is made difficult or impossible. Archiving Internet documents, until recently, received relatively little attention from the authors. For them, priority number one is their political purpose, not the question whether their documents can be read after 50 years. The material, however, is vulnerable, and unknown numbers of valuable documents may have disappeared for ever because of crashing computers, deleted files and the absence of backups; what has been saved may become unreadable in a few years because of hardware and software obsolescence. To safeguard important documents for the future, and to avoid the risk of a gap in its collections, the Institute, at the suggestion of Tjebbe van Tijen and Michael Polman, director of the Antenna Foundation, decided to archive documents produced on the Internet in the newsgroups, or conferences, of the Association of Progressive Communications (APC). APC, of which Antenna is the Dutch member, was selected for the high quality and relevance of its newsgroups as compared with other (Usenet) newsgroups on social, political and environmental issues. http://www.iisg.nl/~occasio/

; laatste: 08-04-2000; bezocht: 1x door tj


2:23:1 vrijheid van informatie versus intellectueel eigendom 10.000 free books by the year 2001 PROJECT GUTENBERG - ETEXT LISTINGS The Beginning of the Gutenberg Philosophy The premise on which Michael Hart based Project Gutenberg was: anything that can be entered into a computer can be reproduced indefinitely. . .what Michael termed "Replicator Technology" The concept of Replicator Technology is simple; once a book or any other item (including pictures, sounds, and even 3-D items can be stored in a computer), then any number of copies can and will be available. Everyone in the world, or even not in this world (given satellite transmission) can have a copy of a book that has been entered into a computer. This philosophical premise has created several offshoots: 1.Electronic Texts (Etexts) created by Project Gutenberg are to be made available in the simplest, easiest to use forms available. 2.Suggestions to make them less readily available are not to be treated lightly. Therefore, Project Gutenberg Etexts are made available in what has become known as "Plain Vanilla ASCII," meaning the low set of the American Standard Code for Information Interchange: ie the same kind of character you read on a normal printed page-- italics, underlines, and bolds have been capitalized. The reason for this is that 99% of the hardware and software a person is likely to run into can read and search these files.(...) . .we choose etexts we hope extremely large portions of the audience will want and use frequently. We are constantly asked to prepare etext from out of print editions of esoteric materials, but this does not provide for usage by the audience we have targeted, 99% of the general public. Also in the same vein, Project Gutenberg has avoided requests, demands, and pressures to create "authoritative editions." We do not write for the reader who cares whether a certain phrase in Shakespeare has a ":" or a ";" between its clauses. We put our sights on a goal to release etexts that are 99.9% accurate in the eyes of the general reader. (...) We do, however, intend to release many editions of Shakespeare and the other classics for the comparative study on a scholarly level, before the end of the year (...) http://www.promo.net/pg/list.html

eerste datum: 19-10-1998; laatste: 27-03-2000; bezocht: 2x door tj

2:23:1 vrijheid van informatie versus intellectueel eigendom klassieke electronische bibliotheek WIRETAP-CLASSIC-LIBRARY another.txt 79771 A.T. Schofield: Another World; or, The Fourth Dimension aesop2.txt 64691 Aesop: Fables, Paperless Edition aesop1.txt 224404 Aesop: Fables, Townsend Translation aladdin.txt 28681 Aladdin and the Magic Lamp cansuch.txt 339478 Ambrose Bierce: Can Such Things Be devils.txt 387515 Ambrose Bierce: The Devil's Dictionary wartheo.txt 1602188 Andrew Dickson White: Warfare of Science with Theology arabian.al 596969 Andrew Lang: The Arabian Night's Entertainments zenda.txt 288647 Anthony Hope: The Prisoner of Zenda ayala.txt 1169755 Anthony Trollope: Ayala's Angel arteph.txt 58418 Artephius: The Secret Book (Alchemy) confess.txt 971788 Augustine: Confessions and En. ftp://ftp.sunet.se/pub/etext/wiretap-classic-library/.authors

eerste datum: 08-01-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 2x door tj


2:23:1 vrijheid van informatie versus intellectueel eigendom Deposit System for Electronic Publications BIBLIOTHEEKONDERZOEK 1997 KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK) 2.3.3 NEDLIB Het EU-project NEDLIB - Networked European Deposit Library – is gestart in januari 1998, met financiering van de 'Telematics for Libraries Programme' van de Europese Commissie. NEDLIB streeft naar de ontwikkeling van een basis-infrastructuur voor de bouw van een digital depot netwerk. Het projectdoel past binnen de algemene doelstelling van nationale bibliotheken elektronische publicaties te bewaren voor raadpleging op de lange termijn. In NEDLIB nemen twaalf partners deel, waaronder acht Nationale Depot Bibliotheken, het Agentschap Rijksarchiefdienst en IT-ontwikkelaars. Drie vooraanstaande uitgevers dragen bij aan het project door elektronische publicaties als test-materiaal in de demonstratiefase aan te leveren.(...) Het hele verwerkingsproces van een elektronische publicatie, van ontvangst van de uitgave in het depot, via registratie en opslag voor de lange-termijn, tot en met raadpleging door eindgebruikers, is in kaart gebracht. Functionele modules van een depot systeem die delen van dit proces ondersteunen, zoals een module voor acquisitie, een module voor opslag en een module voor toegang, zijn nader gespecificeerd. In december 1998 is besloten te opteren voor het Open Archival Information System (OAIS)-model, dat in ISO-verband door de NASA ontwikkeld wordt. (...) Tenslotte ligt het in de bedoeling om vooral de lange-termijn aspecten van een digitaal depot te identificeren, zoals de metadata voor digitale conservering, migratie- en emulatie-vereisten, en deze in test-bed achtige omgevingen nader te onderzoeken. NEDLIB is primair een project van en voor nationale depot bibliotheken. Het zoekt aansluiting met vergelijkbare initiatieven elders, zoals de projecten CEDARS in Groor Brittannië en PANDORA in Australië. (...) Contactpersoon: Titia van der Werf Partners: 8 nationale bibliotheken en de Rijksarchiefdienst. Looptijd: 1 januari 1998 – december 2000 URL: http://www.konbib.nl/nedlib. http://www.konbib.nl/kb/sbo/jaar/1998/sbo982.htm

eerste datum: 05-03-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 4x door tj


2:23:2 vrijheid van informatie versus intellectueel eigendom taboe op discussie copyright COPYRIGHT IN DE VOLGENDE EEUW DOOR TJEBBE VAN TIJEN Vrijheid van meningsuiting en vrijheid van drukpers zoals die nu in vrijwel alle grondwetten is vastgelegd is dan ook een door strijd verworven recht, als reactie op het niet gewenste deel van deze overheidsbemoeienis. Bij het onstaan van nieuwe informatie en verspreidingsmedia zoals telegrafie, telefoon, radio en televisie is niet voortgebouwd op verworvenheden als die van 'vrijheid van drukpers', maar is van het begin af aan het vrije gebruik van deze 'nieuwe' media wettelijke beperkt. Hetzelfde dreigt weer te gebeuren met de roep om wettelijke regelingen en beperkingen op de nieuwe electronische vormen van creatie en informatie-overdracht. Terwijl de technische mogelijkheden voor hergebruik, montage en collage, voor duplicering en verspreiding nog nooit zo groot geweest zijn en op basis daarvan een cultuurvernieuwing zou kunnen plaats vinden, is de heersende tendens er een van het beperken van de mogelijkheden, het vasthouden aan oude marktprincipes, het uitbreiden van reikwijdte en duur van copyright. Er zijn talloze voorstellen om de nu beschikbare technologie juist voor controle op de naleving van nieuwe beperkende wetten en regelingen in te zetten. Zonder de redelijkheid van vergoeding voor auteurs en een bescherming van het werk van uitgevers en andere producenten geheel in twijfel te willen trekken is het nodig een andere visie op het functioneren van 'intellectueel eigendom' in onze samenleving te ontwikkelen. De verdedigers van de huidige vorm van copyright hebben een krachtige lobby met grote invloed op overheidsbelsuiten weten te ontwikkelen, een stem die zo sterk is dat het ter discussie stellen van copyright vrijwel taboe is. http://www.dds.nl/~n5m/content/tijen.htm

eerste datum: 20-02-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 2x door tj


2:23:2 vrijheid van informatie versus intellectueel eigendom Internet op slot? NRC HANDELSBLAD - DOSSIER AUTEURSRECHT NRC Webpagina's 25 maart 1998 Internet op slot Hoofdredactioneel commentaar ,,Het auteursrecht is over het algemeen goed hanteerbaar op de elektronische snelweg'', bericht minister Sorgdrager (Justitie) in haar recente nota over de juridische noden van de komende informatiemaatschappij. Hoe komt ze erbij. De WIPO , de wereldorganisatie voor intellectueel eigendom, heeft een aantal draconische maatregelen voor het Internet opgesteld. De Europese Unie maakt zich op dit dunnetjes over te doen. ,,Nu is Internet nog vrij'', zei de Amsterdamse auteursrechtexpert Hugenholtz onlangs tegen het vakblad Computable. ,,Ik ben bang dat het op slot gaat.'' (...) Het grote manco van deze en andere Europese richtlijnen inzake het recht van intellectueel eigendom op de elektronische snelweg is, zoals Hugenholtz eerder signaleerde in het tijdschrift Computerrecht, dat de stem van de gebruikers, de intermediairs en de consumenten in Brussel te zwak doordringt. Er is vrijwel geen kernactiviteit in een digitale netwerkomgeving te bedenken of zij is wel op de een of andere manier in strijd met het auteursrecht. Dat is in hart en nieren een verbodsrecht. De WIPO en de EU willen dat zo houden, in plaats van tegemoet te komen aan de nieuwe communicatiemogelijkheden die Internet biedt. Iedere verbinding over het Internet loopt technisch gezien via verscheidene schakels waar berichten tijdelijk worden opgeslagen in computers. Juridisch gezien zijn dat vormen van verveelvoudiging waarop de auteursrechthebbenden exclusieve zeggenschap claimen. (...) Internet moet het juist hebben van de vrijheid van informatie. (...) De spanning tussen auteursrecht en moderne informatietechnologie doet zich nu zelfs gevoelen bij een bedaagde instantie als de Koninklijke Bibliotheek.(...) Ook hier is een belangrijk knelpunt dat rechthebbenden technische verveelvoudiging als een inbreuk op hun rechten voorstellen. Tekenend is dat iedere concessie van het auteursrecht aan de vrije stroom van informatie wordt betiteld als ,,beperking'' in plaats van dat het exclusieve verbodsrecht zelf wordt aangemerkt als een beperking van de Internetvrijheid. Straks heeft iedere Internetgebruiker toestemming nodig om her en der te browsen. http://www.nrc.nl/W2/Lab/Auteursrecht/980325vp.html

eerste datum: 06-03-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 1x door tj

2:23:2 vrijheid van informatie versus intellectueel eigendom most likely find themselves regulated by law INTELLECTUAL PROPERTY IN THE AGE OF UNIVERSAL The Internet has opened up unprecedented new opportunities. But it is also blamed for pornography, bomb-making recipes, hate-group literature, the Littleton massacre, spamming, and fraud." - Peter G. Neumann "Unless developers construct digital library systems in a manner that respects the public policies of the jurisdiction in which they operate, they will most likely find themselves regulated by law whether they like it or not." - Pamela Samuelson. http://www.acm.org/pubs/property/

eerste datum: 01-12-1999; laatste: 10-04-2000; bezocht: 1x door tj


2:23:2 vrijheid van informatie versus intellectueel eigendom to advocate the most outrageous stands ty BEDROOMS, BARROOMS & BOARDROOMS ON THE INTERNET Why are cyberspaces more like spaces than media? First, media assumes that the technology determines content control. Multiple spaces are set up using the same fundamental construction technologies and principles. (...) With electronic services there can be multiple levels of control. An institution may limit access to an internal Web page, or allow it to be open. In either case the author of the Web page may choose to provide access to a select group, or to many. Thirdly there is limited assurance of speech protection in various media types. Obscenity can be outlawed by the states for example; yet raiding a home or private poetry reading would be extreme. Because the equivalent spaces on the Internet are not so closed such a raid or prohibition may be likely to happen. Authors have advocated protecting cyberspace as a whole as an electronic soapbox (Berman, 1996). The Internet offers a unique opportunity for speech -- particularly the speech of the despised or threatened. Individuals can interact with those that support violence against groups of to which the individual belongs without fear of personal reprisal. For example, few of the liberals who argue on the militia group would go a militia meeting to confront the armed self-proclaimed patriots physically. Physical threat is far less effective at silencing speech when the space is virtual and the participants dispersed. Yet it is precisely those dialogues that would be limited by a threatening environment that are most likely to be subject to limitation -areas for hate speech and sexual speech provide forums for debates which would otherwise be unlikely to occur. Recognizing the value in these debates implies protecting them from closure, and assuring providers and participants free reign to advocate the most outrageous stands without fear of liability. (...) Finally the space analogy has the advantage that its understanding is intuitive. The social contract that may appear to fail in a workspace may be failing simply because it is not understood to be a workplace by all parties. Such an understanding would bring to the electronic forum far better internalized understanding among users than the application of (...) http://www.ksg.harvard.edu/people/jcamp/media.html

; laatste: 27-03-2000; bezocht: 3x door tj


2:23:2 vrijheid van informatie versus intellectueel eigendom doorgeefluik van de informatie-industrie Ă“ De bibliotheek als een doorgeefluik voor electronische uitgevers. Dit bericht is ontleed aan de ECUP lijst van merendeels Europese bibliothekarissen, waaruit de zeer legalistsiche en weinig culturele denkwijze van deze beroepsgroep op het gebied van copyrights blijkt... ECUP-LIST: CONTROLLED ACCESS TO NETWORK DIGITAL LIBRARIES IN EUROPE - PRESS RELEASE A new European digital libraries project called CANDLE (Controlled Access to Network Digital Libraries in Europe) was launched today in Madrid. It will develop library mediated access to electronic journals. CANDLE will demonstrate how the CaseLibrary digital resource management system, developed under the European Commission's Third Framework Programme of research, can be used to enable the library to act as a trusted distributor for electronic journal publishers, guaranteeing the rights of authors and publishers to appropriate reward for their efforts. Key issues The main issues to be explored are: Enhanced functionality to lock the digital library into publisher services, including control over access and payment of rights; Controlled management environment for users, librarians and information providers; Cost reductions for users by optimising publications handling and encouraging shared licensing and access. http://www.eblida.org/hypermail/ecup-list/0507.html

eerste datum: 08-03-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 3x door tj

3:24:1 etalage of spiegel? placing a mirror next to the computer Ă“ Zelfportret tekenen en vertekenen... SELF-PORTRAIT ASSIGNMENT Digital Painting Gallery Self Portrait In this assignment, the students placed a mirror next to the computer and painted their portrait. On the left is the image they first created. On the right, is their "wild" image, where they took the original portrait and did whatever they wanted to it (while maintaining the portraiture) to produce the second portrait. Where there is an empty image space that means the painting has not yet been deposited. http://www.rtworld.demon.co.uk/selffan.html

eerste datum: 06-04-2000; tj


3:24:1 etalage of spiegel? projectgroep portfolio HvA VERSLAG AMERIKA STUDIEREIS PORTFOLIO Jacqueline Kösters (projectgroep portfolio) Magda Ritzen (projectgroep portfolio) Liz Savage (projectgroep assessment) (december 1998) Inleiding In de periode 16-11 tot 20-11-1998 hebben we een studiereis naar de V.S. gemaakt met als doel het bestuderen van digitale portfolio’s en de rol die deze kunnen spelen in een assessmentprocedure. In de V.S. is het werken met portfolio’s heel gangbaar: in alle niveaus van het onderwijs, van basisonderwijs tot universitair onderwijs, kom je portfolio’s tegen. De functies die portfolio’s daarbij kunnen hebben zijn zeer divers. (...) Voorbeelden van mogelijke functies zijn: een ‘showcase’ waarin opgenomen het beste werk van een student, reflectie-instrument, archief, bewijsmateriaal voor beoordeling, presentatie van jezelf aan mogelijke werkgevers. Portfolio’s worden al zo’n twintig jaar gebruikt in het Amerikaanse onderwijs. Nieuw is ook hier de ontwikkeling naar digitale of electronische portfolio’s. Een trend die zichtbaar lijkt te worden is de ontwikkeling van het portfolio als ‘showcase’ en als instrument om jezelf te presenteren, naar het meer reflectie- en ontwikkelingsgerichte portfolio. In het EFA-portfolio willen we beide functies integreren. Ook zal het EFA-portfolio een rol gaan spelen bij de beoordeling van studenten. Het portfolio, zoals we dat op de verschillende scholen en colleges gezien hebben, is altijd een instrument in handen van de student. In het portfolio laat de student zien dat hij in staat is verbanden te leggen tussen verschillende competentiegebieden. http://www.efa.nl/publicatie/publiexplo/nederlands/uitwerkingen/portfol-vs.html

eerste datum: 31-03-2000; tj


3:24:1 etalage of spiegel? reflecteren op het eigen leerproces Ă“ Citaten uit een rapport uit mei 1999 over ervaringen met EFA's experimentele portfolio systeeem van Jacqueline KĂśsters, Magda Ritzen. Op http://onderwijs.efa.nl/publicaties/publiexplo/nederlands/PFstandalon e.zip kan een standalone versie van het menugedeelte van dit portfolio systeem gedownload worden. EFA'S DIGITALE PORTFOLIO SYSTEEM Het portfolio is een concretisering van het onderwijsconcept van de EFA; in het portfolio maakt elke student het eigen, individuele leerproces zichtbaar. De mentor is degene die de student binnen metawerk begeleidt bij het maken van keuzes in dit leerproces, het bijhouden van het portfolio en het voorbereiden op het assessment. (...) De EFA heeft gekozen voor een digitaal portfolio in de vorm van een eigen homepage voor iedere student, gekoppeld aan de EFA-website. De redenen daarvoor zijn: een digitaal portfolio maakt het mogelijk veel materiaal overzichtelijk en compact te ordenen; studenten kunnen door middel van hyperlinks gemakkelijk relaties leggen tussen verschillende delen van het portfolio en zo de samenhang in de verschillende onderdelen van hun opleiding zichtbaar maken; uit ervaringen van andere opleidingen blijkt bovendien dat veel studenten het zeer motiverend vinden zichzelf te presenteren via een eigen website; (...) ; door het portfolio op intranet of internet te zetten wordt het een communicatiemiddel tussen student en docent en tussen studenten onderling; tenslotte kan de student ook na het afstuderen zijn portfolio verder ontwikkelen en zich via een eigen homepage presenteren aan toekomstige werkgevers. Het portfolio wordt zo een instrument in het kader van 'een leven lang leren'. (...) Het portfolio is in de eerste plaats een instrument in handen van de student; met het portfolio sturen studenten het eigen leerproces door te reflecteren op hun ontwikkeling en groei. (...) Een functie van het portfolio als reflectie-instrument heeft de meeste kans van slagen als de student veel vrijheid heeft om het eigen reflectieproces en daarmee het portfolio vorm te geven. Het portfolio moet daarom zeker geen 'invulformulier' met veel richtlijnen en beperkingen worden. (...) Een portfolio moet aan mentor en assessoren het bewijsmateriaal leveren dat een student inzicht heeft in het eigen leerproces en over de vereiste competenties beschikt. We hebben dit dilemma van vrijheid versus richtlijnen proberen op te lossen door binnen het portfolio een aantal onderdelen voor alle studenten verplicht te stellen. Binnen dit gegeven kader zijn studenten vrij hun portfolio op eigen wijze in te richten en vorm te geven. http://onderwijs.efa.nl/publicaties/publiexplo/nederlands/uitwerkingen/pf03.html

eerste datum: 09-04-2000; tj


3:24:1 etalage of spiegel? personeelswervingsdiscipline Ó Dit zou dan een voorbeeld moeten zijn van hoe je kunt zoeken in publieke studenten portfolios. Het gaat hier om eeen Internet versie van een vacaturebank, het lijkt me dat dat gelijksoortige functies zijn. Een nogal moeizame interface.. met grote onduidelijkheid waar te klikken, maar wel een voorbeeld uit de praktijk. JOBCENTER. VACATUREBANK JOBMATCHING EN PERSONEELSWERVING Vacatures zoeken en solliciteren bij JobCenter gaat snel en gemakkelijk. Maar dat is niet alles. Maak uw eigen Internet Presentatie en als u dat wilt gaan bedrijven gericht op zoek naar u! En dat natuurlijk helemaal gratis. JobCenter is ontstaan vanuit een personeelswervingsdiscipline. Dit èn onze intermediaire functie zorgen voor een professionele kijk op werving, selectie en sollicitatie. Onze Respons Screening, Selective File Search en Active Mail Search zijn daar enkele voorbeelden van. http://www.jobcenter.nl/

eerste datum: 16-03-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 1x door tj

3:24:1 etalage of spiegel? dream of education... Ó Tara E. Higgins: Education: -Master of Arts in Educational Technology, Pepperdine University, 2000; -Bachelor of Arts, Psychology and Elementary Education, University of Notre Dame, 1996. Een aardig voorbeeld van een portfolio die meer is dan digitale formuliereninvullerij. TARA'S EDUCATIONAL PORTFOLIO Welcome to my online portfolio. This includes assignments from the Master's Program in Educational Technology at Pepperdine University and assorted Professional Resources. (...) My dream for the future of education is already in place in a few classes, and many of us are trying to reach these goals every day. Education seems to take place on a continuum, with those that reach the goals first then moving beyond to newer ideas, while the rest of the schools and teachers follow behind. I think that my dream can be divided into four main goals - as a teacher, for the student, in the classroom, and with technology. http://hale.pepperdine.edu/~tehiggin/

eerste datum: 11-04-2000; laatste: 11-04-2000; bezocht: 1x door tj


3:24:2 etalage of spiegel? creatieve dames Ó Linkpagina met vele voorbeeelden van ‘home pages’ waarbij opvallend veel goede voorbeelden hoe het publieke met het persoonlijke in verband te brengen... WEBGRRLS NL, HOMEPAGES Webgrrls over de hele wereld helpen elkaar om kennis te maken met de nieuwe media. Op informele bijeenkomsten ontmoeten zij elkaar om zakelijke contacten te leggen en meer te weten te komen over nieuwe media. Webgrrls nemen elkaar serieus, benaderen elkaar als professionals en ondersteunen elkaar bij de acties die zij ondernemen. Webgrrls NL wil hier in Nederland de mogelijkheid voor dergelijke contacten bieden. Iedere vrouw, jong of oud, kan zich aansluiten bij Webgrrls NL. Je hoeft niet technisch te zijn om webgrrl te worden, interesse in de nieuwe media en een email-adres zijn voldoende. Sinds de oprichting van de Nederlandse Webgrrls in mei 1996 door Corrine Petrus, erelid van de vereniging, hebben zich ruim 1500 vrouwen aangemeld als Webgrrl. Deze vrouwen komen uit allerlei verschillende beroepsgroepen, en de leeftijd varieert van rond de 20 tot in de 70. Sommigen wonen in Afrika of Frankrijk, met internet maakt dat niet uit, als je maar wel Nederlands spreekt en schrijft. (...) Webgrrls zijn onder meer creatieve dames. Velen van hen hebben dus ook hun eigen homepage gemaaktHieronder vind je een collectie van homepages, allemaal van Webgrrls. http://www.webgrrls.nl/vereniging/de_grrls/homepages.html

eerste datum: 13-04-2000; tj


3:24:2 etalage of spiegel? er iets van jezelf in leggen Ó Een voorbeeld van een publiek beschikbare studenten portfolio waar ook de moeilijkheden met het leren genoemd worden. ADAM KEIM'S LEARNING PORTFOLIO -- HIGHER EDUCATION -- STUDY SKILLS Learning Autobiography (...) Despite having a rough time with Physics in the 12th grade, my favorite quote comes from the walls of that room. An unknown person stated that “Throughout life we are presented with countless opportunities, brilliantly disguised as impossible situations.” That person was right. The things that I want the most from my life and my education, are going to be the things that I’m going to have to work the hardest for. Ever since I was a young child, the importance of working hard at anything that was important (especially education) was necessary for success. During elementary and middle school I always wanted to do my best. In High School, this became critical. Going to school with a small group (100) of highly competitive people. It was very important to set goals and standards for myself. I took and thoroughly enjoyed three advanced placement classes ( Biology, Psychology, and Physics ). At my High School, grades and academic performance were highly emphasized, even more than athletic performance. I was determined to prepare myself for college in any way I could. I took classes that would give me a good running start at college such as my AP classes, Pre Calculus, an Intro to Computer Science course ( I’m a Computer Science major), Public Speaking, Accounting, etc…. Preparation also meant getting into a good school and being able to pay for it. So I became involved in many organizations, I set a goal to have a graduating GPA greater than a 3.8, and to graduate in the top 10 in my class. Unlike some other students, I had my eyes on college ever since becoming a Sophomore in High School. It was at about this time that I became certain that I wanted to do something in the computer-related field. (...) Now in college, I have a rigorous study plan that averages 6-7 hours a day. To study, I need a comfortable, quiet place. I also need breaks every hour or so to get away from my studies. In order to do well (or in college, survive) I go to all of (...) http://www.d.umn.edu/~akeim/learn/study.html

eerste datum: 29-01-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 1x door tj


3:25:1 negatieve kanten van portfolio zelfevaluatie wordt gebruikt als uitgangspunt HET PORTFOLIO EN HET IBM Het portfolio en het IBM Het verschijnsel 'portfolio' ben je waarschijnlijk al eens tegen gekomen bij architecten of kunstenaars. Een portfolio is dan een map met ontwerpen en tekeningen waarmee de architect of kunstenaar laat zien wat hij kan. Zo'n map bevat in feite het bewijs van zijn competenties. Het idee van een map met bewijsstukken is overgenomen in het onderwijs. Zo wordt in de hoogste klassen van havo en vwo nieuwe stijl gewerkt met een 'examendossier'. Dat zou ook zo'n map met bewijsstukken moeten zijn waarin leerlingen hun beste werk hebben opgeborgen om later aan een examencommissie te kunnen bewijzen wat ze in huis hebben. Op de EFA werkt iedere student door het hele jaar heen aan een eigen portfolio. Dat hoeft geen 'map' in letterlijke zin te zijn. Het EFA-portfolio heeft het uiterlijk van een in de computer opgeslagen website, waarin je jouw werkstukken en verslagen opslaat. Het kunnen ook lesplannen, praktijkopdrachten, werkstukken, stageverslagen of video-opnamen van lessen en presentaties zijn. Dit alles geeft een beeld van wat jij kan en van wat je leert. Het is de bedoeling dat in het portfolio ook reflectieverslagen worden opgenomen. In zo'n verslag kijk je terug op een afgelopen periode en maak je duidelijk wat je hebt geleerd. Daarbij kun je verwijzingen naar feedback en beoordelingen door docenten, deze zijn via een apart gedeelte van je portfolio toegankelijk. Het is dus niet zo dat jij als enige over jezelf oordeelt. Voor het IBM schrijf je op basis van al het bewijsmateriaal dat je in het portfolio hebt ondergebracht, een zelfevaluatie. Dit doe je met behulp van door de opleiding vastgestelde richtlijnen. Deze zelfevaluatie wordt gebruikt als uitgangspunt voor het IBM. De precieze uitwerking van de beoordelingsprocedure (eisen aan portfolio, richtlijnen voor zelfevaluatie, te gebruiken beoordelingscriteria, extra opdrachten, opdrachten voor de gesimuleerde kritische situatie) vind je in de beschrijving van je opleiding. [ Naar boven. http://portfolioinfo.efa.nl/nl/portfolio/ibm.html

eerste datum: 07-02-2000; laatste: 06-04-2000; bezocht: 3x door tj


3:25:1 negatieve kanten van portfolio feedback in peergroep DE EXPERIMENTELE LERARENOPLEIDING Begeleiding en reflectie als hart van het curriculum Het hart van het dynamisch curriculum wordt gevormd door de doorgaande begeleidingsen reflectielijn (de metalijn) die begeleid wordt door een tutor. De metalijn wordt gestuurd door een verzameling leerlijnen: verzamelingen van samenhangende leerdoelen die gerelateerd zijn aan het beroepsprofiel. In deze metalijn vindt de reflectie plaats op het leerproces dat de student doormaakt, waarbij doelbewust gewerkt wordt aan lange termijndoelen op het gebied van de persoonlijke en professionele ontwikkeling van de student. Een portfoliosysteem maakt deel uit van dit curriculumonderdeel. Omdat de tutorgroepen ook functioneren als peergroups, waarin studenten elkaar voorzien van feedback, is de metalijn zowel een individueel als een groepstraject, waarbij naast persoonlijke groei van de individuele student ook het sociale proces binnen de groep centraal staat. De voortgang van de student wordt gemonitord door tutor en student. Dat gebeurt door middel van een portfolio, een dossier waarin de student leerresultaten, producten en persoonlijke reflecties opneemt (in elektronische en multimediale vorm) en waarmee hij zijn voortgang voor zichzelf en anderen zichtbaar maakt. In de metalijn wordt aandacht besteed aan methoden van werken en leren reflecteren en aan het ontwikkelen van een professionele attitude waarin zelfsturing en het nemen van initiatief centraal staan. De tutor begeleidt de student in de keuze van de nlp's op basis van zijn leerresultaten en leervragen. Samen met de student bewaakt de tutor dat de student gedurende de studie de noodzakelijke bekwaamheden verwerft om als startbekwaam beroepsbeoefenaar de opleiding af te kunnen ronden. Dit vergt de ontwikkeling van nieuwe toetsmethoden. http://www.efa.nl/publicatie/publiexplo/nederlands/lab.html

eerste datum: 07-02-2000; laatste: 06-04-2000; bezocht: 1x door tj


3:25:1 negatieve kanten van portfolio groepsgesprek rondom een ronde tafel Ó Enekele citaten uit beoordelingsmethode bij EFA Amsterdam IBM-1 - DE DAG ZELF De beoordeling door de assessoren komt in verschillende fasen tot stand. In de eerste fase worden alle competenties bekeken, maar daarna worden alleen nog de competenties bekeken waarvoor nog geen overtuigend bewijs is geleverd. De assessoren houden dat bij in een matrix (zie onder). In de loop van de dag verschuiven er dus competenties naar de kolom 'Óvertuigend'. En aan het eind van de dag zou die kolom dus geheel gevuld moeten zijn. (...) Beoordelingsfasen 1.Zelfevaluatieverslag (ZE) en Portfolio (PF) Assessor (1) leest ZE en verifiëert beweringen van de kandidaat in PF (er wordt gekeken naar alle competenties). Assessoren werken aan de hand van beoordelingscriteria en turven in matrix. [Format voor beoordeling ZE en PF moet nog ontwikkeld worden] (Duur: ?) (...) 2.Gesprek assessor - student Assessor (1) geeft feedback over zijn beoordeling van ZE en PF (welke competenties wel en nog niet voldoende zijn) en geeft eventueel aanvullende opdrachten uit 'ladenkast' (Duur: 15 min.) 3.Presentatie De kandidaat probeert te bewijzen dat hij wel degelijk over de nog niet als voldoende beoordeelde competenties beschikt. Assessoren (3) beschikken over beoordelingscriteria voor presentatie. Assessoren turven in de matrix: sommige competenties zijn na de presentatie voldoende aangetoond en de kolom 'Overtuigend' wordt aangevuld. [Format voor beoordeling Presentatie moet nog ontwikkeld worden] (duur: ?) 5.Ronde Tafel Groepsgesprek aan de hand van de vastgestelde agendapunten Kandidaat 1 - kandidaat 2 - kandidaat 3 Assessoren en kandidaten beschikkenover protocol RT [Format voor beoordeling RT moet nog ontwikkeld worden] (Duur: 1 uur. http://onderwijs.efa.nl/publicaties/publiexplo/nederlands/uitwerkingen/ass03.html

eerste datum: 09-04-2000; tj


3:25:1 negatieve kanten van portfolio beoordeeld worden en zichzelf beoordelen PORTFOLIOMAP DOCENTEN INTRODUCTIE- EN ASSESSMENT-PROGRAMMA stichting Aantrekkelijk Technisch Beroepsonderwijs Terug naar ATB producten Portfoliomap docenten introductie- en assessment-programma Dit document is een handleiding voor het introductie-programma in de eerste uitvoeringsronde. Na een uitleg over wat assessment is en hoe dat in het ATB-programma is opgenomen, worden aanwijzingen gegeven voor het uitvoeren van het introductieen assessment-programma. Dat bestaat uit negen blokken, uit te voeren in één introductieweek. Ook de portfoliomap voor leerlingen is aanwezig. Assessment betekent dat leerlingen beoordeeld worden en zichzelf beoordelen op aanwezige en potentiële kwaliteiten die het succes van hun opleiding bepalen: leer- en werkervaring, beroepsbeeld en motivatie, praktijk-vaardigheden, algemene niveau-verhogende vaardigheden, en sociale en leer-vaardigheden, zo staat te lezen in dit document. Doel is dat leerlingen zich bewuster worden van wat ze kunnen en willen, en dat docenten weten wie ze voor zich hebben. Het beschreven assessment-programma is uitgevoerd bij het begin van de opleiding. In dit document wordt beschreven wat de negen blokken daarvan inhouden, zoals een rondleiding door het gebouw, een excursie naar een bedrijf, de principes van het leren leren, het inventariseren van werk- en leer-ervaringen, de verwachtingen over beroep en opleiding, en het maken van een persoonlijk ontwikkelplan. Per blok wordt aangegeven welke de doelen en werkwijzen zijn, hoeveel tijd ervoor moet worden uitgetrokken. Opdrachten en spellen zijn toegevoegd. Portfolio wordt hier overigens als 'persoonlijk dossier' uitgelegd. de map wordt de hele schooltijd meegenomen en wordt een hulpmiddel genoemd om aan de leerling zelf en aan anderen te laten zien wat men kan en geleerd heeft. Zo kan de leerling een echte gesprekspartner zijn. Het document 'Portfoliomap docenten intro. http://www.atb.nl/documenten/doc%5Famap.htm

eerste datum: 06-02-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 2x door tj


3:25:1 negatieve kanten van portfolio inzicht in het doceergedrag van een docent ONDERWIJSPORTFOLIO ALS BEOORDELINGSINSTRUMENT (DELTA NR. 17 VAN DONDERDAG 23 MEI 1996) Hoe de docent college geeft, moet duidelijk worden in zijn portfolio (...) Een portfolio is te omschrijven als een dossier dat iemand aanlegt om een ander inzicht te geven in de wijze waarop hij zijn beroep uitoefent, en dus ook in de kwaliteit van zijn werk. (...) Je zou je echter kunnen voorstellen dat een opleidingsdirecteur van een faculteit bij een selectieprocedure voor een universitair docent de portfolio's van sollicitanten opvraagt en bekijkt. Waarom portfolio's? In de meeste beroepen kun je de kwaliteit van het geleverde werk beoordelen op de output, maar bij onderwijs ligt dat een stuk lastiger. Hoe doe je recht aan het werk van een docent en hoe beoordeel je dat op adequate wijze? Je kan aan de afnemers van dat onderwijs vragen hoe het onderwijs is geweest. Studentenevaluaties zijn in dat opzicht waardevol: ze geven inzicht in het doceergedrag van een docent, in ieder geval in de manier waarop het gedrag op hen overkomt. (...) Er is dus meer, en andersoortige, informatie nodig om inzicht te krijgen in de kwaliteit van de beroepsuitoefening van docenten. Een portfolio kan dan uitkomst bieden. In een dergelijk dossier kunnen docenten zelfgemaakte onderwijsmaterialen opnemen, zoals onderwijsdictaten, handleidingen voor practica, overhead sheets, opdrachten en modulehandleidingen. Om inzicht te geven in hun onderwijsgedrag kunnen ze ook video-opnamen van colleges maken. (...) Wat is nu de bruikbaarheid van portfolio's voor docenten in de praktijk? Bij de universiteit van Utrecht wordt geĂŤxperimenteerd met het gebruik van portfolio's voor docenten. Dit is in het kader van een grootscheeps project om de status van onderwijsactiviteiten onder universitaire medewerkers te verhogen en om een verhoging van de kwaliteit van het onderwijs in het algemeen te bewerkstelligen. Er is een nieuwe functiestructuur voor wetenschappelijk personeel ontworpen waarin onderwijskwalificatie een belangrijke plaats heeft. De beoordeling van de onderwijsbekwaamheid geschiedt op grond van de aangelegde portfolio's. http://www.delta.tudelft.nl/delta/jaargangen/28/17/snippe.html

eerste datum: 07-02-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 2x door tj


3:25:1 negatieve kanten van portfolio een aantrekkelijke en verzorgde indruk AANWIJZINGEN PORTFOLIO Portfolio algemeen: De ontwerper heeft een duidelijke visie op de vier communicatieve boodschappen die zijn portfolio en de producten erin moeten (gaan) overdragen. De portfolio is een goede uitwerking van die visie. De ontwerper heeft een duidelijke en logische inhoudelijke structuur gegeven aan zijn portfolio, uitgaande van de doelgroep en de gebruikscontext waar de portfolio voor bedoeld is. Deze structuur is goed toegankelijk en zichtbaar gemaakt met visuele en verbale middelen. De portfolio maakt een aantrekkelijke en verzorgde indruk. De portfolio bevat een verantwoording voor elk product dat erin opgeslagen is. Afzonderlijke pagina’s in de portfolio: De structuur op het niveau van de pagina is duidelijk en logisch. De structuur is goed toegankelijk en zichtbaar gemaakt met visuele en verbale middelen. Het taal- en beeldgebruik op de pagina is passend en aantrekkelijk, uitgaande van doelgroep en context. Het taal- en beeldgebruik is correct en consistent. Afzonderlijke producten in de showcase: De context van het product (opdracht en verantwoording) is duidelijk gemaakt. De documenten zijn goed gestructureerd. De structuur op het niveau van document, hoofdstuk, paragraaf en alinea is met passende structuuraanduiders zichtbaar en toegankelijk gemaakt voor de gebruikers. De documenten voldoen aan de conventies voor het betreffende type document, of wijken er om goed verantwoorde redenen vooraf. Het taalgebruik is passend en aantrekkelijk, uitgaande van doelgroep en context. Het taalgebruik en de spelling zijn correct en consistent. http://education.edte.utwente.nl/courses/9899tcw/241202cv/aanwijzingen%20portfolio.htm

eerste datum: 07-02-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 2x door tj


3:25:1 negatieve kanten van portfolio Alternative Assessment & Electronic Portfolios Ó Een mooi overzicht over assessment en portfolios in het onderwijs waar ook de EFA Amsterdam niet in ontbreekt. Hieronder een kleine keuze van de vele links op deze pagina, die, jammer genoeg, sinds april 1999 niet meer bijgewerkt schijnt te zijn. DR. HELEN BARRETT'S BOOKMARKS Higher Ed & Professional Examples: -The Kalamazoo portfolio: reflections, connections, life http://www.kzoo.edu/pfolio/ A comprehensive college-wide application of portfolios. -Teaching Portfolios http://www.public.iastate.edu/~teaching_info/port.html Article on How to Document your Teaching for facultymembers preparing materials for promotion/tenure. (from Center for Teaching Excellence at Iowa State University) -Career Development Portfolios http://www.wa.gov/esd/lmea/soicc/prtfolio.htm The Washington SOICC provides support for career development portfolios. -Portfolios Online: FAQ http://www.portfolios.com/faq.html This group from RMIT University, Kodak Australia, and Moreland City College in Australia is developing professional portfolios with technology. -CATO project at University of Jyväskylä, Finland http://www.pedanet.jyu.fi/cato/ An active research project entitled, Collaboration and Authenticity in Open Technologically-Enriched Learning Contexts. Collaborative school portfolios: Flexible learning and teaching in technologically enriched childhood environments -Portfolio Info Site at the Amsterdam Faculty of Education http://portfolioinfo.efa.nl/uk/index.html This brand new web site was developed by the Educative Faculty of the Netherlands as an experimental project in portfolio development. The site was custom-designed to their specifications, and has both public and restricted access. An active research project, presented at the SITE conference in San Diego on a CD-ROM entitled, "Dutch Courage. http://transition.alaska.edu/www/Portfolios/bookmarks.html

eerste datum: 14-04-2000; tj


3:25:1 negatieve kanten van portfolio to reflect on his/her pedagogical experience COLLECTION OF PORTFOLIO MATERIALS IN PHASES Each phase of study in Professional and Pedagogical Studies and in Content Studies provides the teacher education candidate with the opportunity to reflect on his/her pedagogical experience and gather the kinds of materials for his/her portfolio that will be indicative of his/her learning performance. These materials, (i.e., evidence), are intended to demonstrate the student’s level of acquisition of the Unit’s expected characteristics of all graduates. The teacher education student will use the portfolio to demonstrate his/her acquisition of the relevant understandings, skills, and dispositions of the Unit and programs’ outcomes; the State accomplished practices, and competencies and the professional principles and standards of national organizations. As a result of the use of the pedagogical knowledge base from the professional and pedagogical studies area, and the corresponding content and pedagogical-content knowledge base from the content studies area, guiding questions, built around these knowledge bases, frame how the teacher education candidate’s performance as critical thinker, reflective practitioner, instructional leader, change agent, problem solver, and self-directed professional, is assessed in the Unit. The guiding questions, for each outcome, across each phase, that students must consider in selecting materials for their professional portfolio, and the related items for the portfolio for each outcome, are delineated below. http://www.fiu.edu/~lewiss/big6.htm

eerste datum: 28-01-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 1x door tj

3:25:1 negatieve kanten van portfolio evaluation of experiential learning INTRODUCTION TO CPS The College of Professional Studies (CPS) enrolls approximately 950 undergraduate students per year at the Lone Mountain Campus and in our five regional campuses in Cupertino, Oakland, Sacramento, San Ramon and Santa Rosa. With more than13,000 experiential learning portfolios evaluated in the last twenty years, CPS administers one of the nation's largest and best programs for the evaluation of experiential learning. Most of the College's students are working adults who enter the program with two years of transferable credit. They enroll in a 36 unit major (the current undergraduate choices are Organizational Behavior, Information Systems Management, Applied Economics, Public Administration and Law Enforcement Leadership) which typically involves taking a series of required classes meeting four hours a night, once a week, for twenty to twenty-two months depending on the program. (...) The experiential learning portfolio is prepared during the first two upper division courses in the program. The first three unit course covers Autobiographical Literature and the second 3 unit course emphasizes advanced writing skills and adult learning. This initial component constitutes the first forty-eight in-class hours of every undergraduate degree program. The portfolio is screened by the student's writing instructor and by the academic advisor assigned to his or her class, and, if found acceptable in terms of format and writing competence, may be submitted for evaluation. After the completion of the evaluation process, the portfolio is returned to the student, along with copies of evaluators' comments. With the advisor's and evaluators' comments for guidance, the student generally submits the portfolio a second time with new and/or revised material to petition for further credit. http://www.cps.usfca.edu/welcome.htm

eerste datum: 28-01-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 1x door tj


3:25:1 negatieve kanten van portfolio evidence of self-reflection CISL/STRATEGIES: PORTFOLIO ASSESSMENT Portfolio Assessment A purposeful, interrelated collection of a student's work that exhibits to the student and others the student's efforts, progress, and achievement over time. Student participates in selection of portfolio contents, the criteria for selection, the criteria for judging merit, and evidence of self-reflection. http://cisl.ospi.wednet.edu/CISL/Strategies/PRTFRESEARCHEJ.html

eerste datum: 28-01-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 1x door tj

3:25:1 negatieve kanten van portfolio rather than merely absorbing PORTFOLIO DESCRIPTION Criteria for assessment There are several things I will be looking for in your portfolio on which your grade will be based. Most importantly I will be looking for evidence that you learned something in this course: about yourself as a writer, student, and thinker; about the content of the course, or about writing in general. To determine this I will look at your efforts at idea generation and revision, the degree to which you appear to have "grappled" with ideas you encountered in this course rather than merely absorbing and reporting them, and your own reflections in the "metawriting" components of the portfolio. I will also looking at the writing itself. Is the content thoughtful, "original", and interesting? Have you adequately developed your ideas and provided support for them? Have you shown as well as told ? Have you not only written what you think but why you think it? Are the style and language appropriate for the type of essay and for the writer’s purpose. Is there evidence that the writer has considered and attempted to address alternate points of view? Is the writing structured and well organized within each piece? Are the essays focused, avoiding unnecessary commentary and empty fillers? Do your research paper and annotated bibliography use MLA style correctly? And finally, is it clear that you took pride in your work by carefully editing for spelling, punctuation and conventional grammar? Late portfolios will lose a full letter grade for each day late. http://128.174.194.59/boyd/rhet108g/portfoli.htm

eerste datum: 29-01-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 1x door tj


3:25:1 negatieve kanten van portfolio self-knowledge, life roles, educational development Ă“ Autobiografie en zelfbeoordeling als portfolio elementen. CAREER PORTFOLIO PLANNING AND PREPARATION Porttfolio is a personalized, sequential educational and career planning program. Typical focus areas include self-knowledge, life roles, educational development, and career exploration. It may include test scores, examples or records of relevant work, education/training plans, and descriptions of demonstrated skills. It can be used as an educational and career planning guide, as an information source for resumes and job interviews, as a repository for materials, and as a counseling tool. Having a career development portfolio: Helps individuals assume responsibility for the management of their careers. Enables others to assess individuals' progress. Encourages individuals to use higher-level thinking skills, i.e., analysis, synthesis and evaluation Provides individuals with tangible evidence of their progress, and increases self-confidence in their skills and abilities. Provides documentation for potential employers. Helps individuals understand the complexity of career decision-making and workplace preparations. Allows individuals to tailor activities according to their preferred learning styles when possible. Enables everyone to develop an understanding of the big picture involved in career selection and preparation. Helps students see the connection between school and work. Provides a vehicle for articulation among various educational levels and agencies within a community. Helps individuals focus on and plan for their future. A Career Portfolio should include materials in the following areas: Autobiography Self-assessment Learning styles Education Plan Transcripts Skills Assessment Values Clarification References Journal of Interviews Performance Diary Record of Achievements. http://www.careers.maryville.edu/career.htm

eerste datum: 29-01-2000; laatste: 21-03-2000; bezocht: 1x door tj

3:25:1 negatieve kanten van portfolio concepts of mediation, history, and conscious reflection Ă“ Het construeren van een professionele identiteit. VOLUME811 The Student Teacher Portfolio as Autobiography: Developing a Professional Identity JANIS L. ANTONEK, DAWN E. MCCORMICK, & RICHARD DONATO In this study, we argue that student teacher portfolios are a viable, effective, and approprate tool in documenting teacher growth and development and in promoting reflective, thoughtful practice. We show that concepts of mediation, history, and conscious reflection, embodied in Vygotskian theory, provide a theoretical framework in which to understand and analyze portfolios in professional development programs. Specifically, this study traces the unique paths of two preservice foreign language teachers who, through anchored reflection mediated by the portfolio, constructed a professional identity out of the historical and cultural conditions of their classroom experience. Therefore, portfolios can go beyond a gatekeeping function to a means of informing teacher educators and forming the identities of novice teachers. http://polyglot.lss.wisc.edu/mlj/vol811.htm

eerste datum: 29-01-2000; laatste: 27-03-2000; bezocht: 1x door tj


3:26:1 jezelf verzamelen al jaren in een doos bewaard Ó Ontleend aan een advertentiepagina op het Internet van Nederlandse hobbyboeken.. Opvallend is de Amerikaanse term ‘memory-album’, plakboek is kennelijk te gewoon.. AUTEUR MARIA RADEMAKER Haal alle foto's, die al jaren in een doos bewaard worden, maar te voorschijn want met dit boek als inspiratiebron creëert u voortaan schitterende plakboeken, die u met veel plezier steeds weer ter hand neemt en doorbladert. Of het nu om een kinderverjaardag, een vakantie, een dagje uit of een verbouwing gaat, voor iedere gelegenheid zijn er prachtige voorbeelden met veel nuttige tips en practische aanwijzingen. http://home.hccnet.nl/je.kampert/mariarademaker.htm

eerste datum: 07-04-2000; tj

3:26:1 jezelf verzamelen plakboeken fans Ó De sporen op het Nederlandstalige deel van het Internet met betrekking tot plakboeken leiden vaak naar plakboeken van fans en dat kan gaan van de Spice Girls tot Nelly Wijsbeek. NELLY WIJSBEK Met vertedering bladert ze door de plakboeken die een fan voor haar samengesteld heeft. En met liefde toont ze achtenzeventig-toerenplaten uit het begin van haar carrière. Zevenenzestig is ze nu (in 1994), Nelly Wijsbek, en optreden doet ze alleen nog als er oud-strijders over zijn uit Engeland. Soms zingt ze bij een begrafenis. Maar haar huidige levensgezel weet het zeker: als Nelly nu nog een plaatje op zou nemen, zou het zo weer een hit kunnen worden. http://home.iae.nl/users/vdmark/wijsbio.htm

eerste datum: 07-04-2000; tj

3:26:1 jezelf verzamelen plakboeken voetballers Ó De (bijzonder grote) plakboeken van Jan Mulder in een vitrine van het Letterkundig Museum... LETTERKUNDIG MUSEUM/AGENDA Literatuur met een doel. Schrijvers over voetbal Van 15 april tot en met 10 september a.s. is in het Letterkundig Museum de tentoonstelling Literatuur met een doel. Schrijvers over voetbal te bezichtigen. (...) Voetbal inspireert tot gebeeldhouwde sonnetten en proza dat als een man op je afkomt. Maar de liefde van schrijvers voor voetbal uit zich niet alleen op papier. (...) Op de tentoonstelling (redactie Aad Meinderts en Erna Staal) is naast veel audiovisueel materiaal onder meer te zien: de (bijzonder grote) plakboeken van Jan Mulder en zijn eerste voetbalschoenen, waarover hij zo’n mooi verhaal heeft geschreven. De Adidas-voetbalschoenen van Piet Keizer, het bundeltje aan hem gewijde gedichten, een shirt van Theun de Winter (van het TOGOZO-elftal = Tot Ons Genoegen Op Zondag Ochtend). Het shirt van Nanne Tepper van de Oosterparkers. Een handschrift van een gedicht dat Johnny Rep in 1977 op Corsica heeft geschreven, de plakboeken van Freek de Jonge als voetballer en de ADO Den Haag-supporterssjaal van Bart Chabot. http://www.letmus.nl/abx.html

eerste datum: 07-04-2000; tj


3:26:1 jezelf verzamelen digitaal plakboek voetbalsupporters Ó Voetbal is vanouds een plakboek onderwerp, maar vroeger waren dat meestal plakboeken van fans over hun idolen. De aandacht verschuift de laatste jaren vaak van de voetspelers naar de supporters, zoals bestuurskunde studente Irma Duteweerd constaeerde in haar studie over supporters van FC Twente: “...een mediastilte om de kick van publiciteit die bij de supporters sterk leeft (ze hebben plakboeken), te beteugelen.” zie (http://wwwutnws.utwente.nl/utnieuws/data/32/39/STUDIE.html) HET DIGITALE PLAKBOEK Verbroedering Deze foto toont aan dat het ook anders kan. Supporters van de twee grootste club in ons land vliegen elkaar om de hals. Dat mag ook wel eens gezien worden. P.L. van Tiggele. Supporttersvereniging Feyenoord (Er wordt een nieuw venster geopend!) Heb jij ook een foto, programmaboekje of ander aandenken dat leuk is voor het digitale plakboek? Stuur deze dan met naam, adres en een begeleidend tekstje naar: Ajax Internet postbus 12522 1100 AM Amsterdam o.v.v. Echo/Het digitale plakboek Mailen kan natuurlijk ook: web@ajax.nl © 1997, 1998 AFC Ajax NV. Alle rechten voorbehouden / all rights reserved. http://www.ajax.nl/supporters/plakboek/97/0013.html

eerste datum: 07-04-2000; tj


3:26:1 jezelf verzamelen your collection of artifacts upon a large table Ă“ Dit is een interessante benadering omdat het gaat om tastbare vormen van informatie, originele documenten en het uitspreiden ervan op een tafel. Dat heeft een heel andere kwaliteit als het scherm voor scherm doorbladeren van een digitale portfolio. Een aspect dat in dit tijdperk van ontstoffelijken van informatie veel meer aandacht verdient. PORTFOLIO AS A COLLECTION OF ARTEFACTS When changing a career, your portfolio may assist you in finding new options. Spread your collection of artifacts upon a large table, play your favorite music and sip a delicious beverage as you stare at the contents of your work life. Then stir up the items with your hands. Try placing samples in different groups. This stimulates the act of stirring up new thoughts which may suggest new occupations. (...) Once you lock onto a job target, take your portfolio to the interview. It is a powerful prop in the story telling adventure we must suffer through to land a job. Your portfolio can be used to help illustrate points. Then when you land the job be sure and take the portfolio to your job performance evaluation. You can't expect your employer to recall all that you have contributed. Take a list of committees, e-mail praising your efforts, , a safety inspection sheet, a pay stub showing the overtime or a log of compensation hours earned, pages from report mentioning your efforts, or photos and articles in a company newsletter mentioning a team or project you worked on. Remember, the supervisor who hired you may not be there to evaluate you one year later. Once on the job, the portfolio provides a thread of continuity. My basic point is that everyone can use a portfolio to both manage their professional or career assets and to showcase their potential. The very act of organizing your career portfolio brings clarity to your career direction. The process requires reflection and analysis. When you sequence the samples in your portfolio, you begin thinking more broadly about your collection of talents. You think more deeply about who you are. As a result, you and your students will be able to enter an interview with a firmer grasp of your own talents and potential. http://amby.com/kimeldorf/portfolio/p_mk-11.html

eerste datum: 10-02-2000; laatste: 09-04-2000; bezocht: 3x door tj


3:26:1 jezelf verzamelen testaments to the lives of many forgotten women Ă“ Plakboeken, scrapbooks voor de Angelsaksen, zijn er in allerlei soorten, dit verhaal gaat vooral over hoe Amerikaanse vrouwen hun leven documenteren. Visuele autobiografieĂŤn is een term die in dit artikel gebruikt wordt. Het is vaak een uiterst persoonlijke activiteit en een publiek medium als het Internet schijnt in tegenspraak te zijn met deze intimiteit. SCRAPBOOKS In the attics of homes all over the world, in the backs of cabinets and bottoms of drawers, lie testaments to the lives of many forgotten women. Scrapbooks, books constructed of the scraps of lives, are multilayered records of life experiences. They are part of a tradition of life writing that can be called "Self Works" (Melvin 1). Scrapbooks come in many forms. There are books of newspaper clippings, some filled with obituaries or newsclippings focusing on a brother or a favorite movie star. There are books of embroidery samples and collected skeleton leaves. There are photograph albums and autograph collections. There is an entire genre of scrapbook constructed of paper and fabric scraps meant to look like rooms of a utopian household. Each of these types is interesting for its record of a person's preoccupations, and each tells us much about the person who would patiently create these books. They are all, to some degree, autobiographical. However, the kind of scrapbook that has always intrigued me is the personal memento scrapbook. This is the scrapbook that contains ephemeral mementos of a woman's life: letters, photographs, clippings, invitations, locks of hair, dance cards. These fragments are "saved because of their relationship to an experience"(Garvey 56). They are pasted in and each page arranged to hold its record of an event or a day or a year. As Patricia Buckler has stated, "the personal memento scrapbook is a locus where text and artifact meet" (149). The language used to compose these visual autobiographies uses artifacts as nouns and sentiment as verbs (Motz 75, Buckler and Leeper 1). It is a language that is ephemeral, fragmentary, and peripheral, a nonsyntaxically restrained language that women use to creatively express their lives. With these records undeciphered and untranslated, these lives are buried in the silence of unexamined history. Like diaries, they transgress the boundaries of the limits of autobiography. When taken as a form of autobiography, scrapbooks also transgress boundaries of language and artifact, low and high art, and concepts of the spatial and the textual. The scrapbook are autobiography and provides us (...) http://slisweb.lis.wisc.edu/~ggilliam/scrapbooks.html

eerste datum: 22-07-1998; laatste: 07-04-2000; bezocht: 3x door tj


3:26:1 jezelf verzamelen men's scrapbooks Ă“ Omslag van een scrapbook van een Amerikaanse soldaat/schrijver uit de jaren 1940-1941. UNIVERSITY OF DELAWARE: SELF WORKS: WORD AND DEED - MEN'S SCRAPBOOKS Word and Deed St. Louis Star-Times Mark Harris, 23-year-old St. Louis staff correspondent for the International News Service, has written a novel about Willie Jim, a Georgia Negro, and his encounters with white society. Actually a tract pleading for racial tolerance, "Trumpet to the World" resulted from Harris being stationed as a soldier in the South... Newsclipping in 1946 Scrapbook of Mark Harris The commonplace book, where an individual might collect personal records, quotations, and miscellaneous facts, was a precursor to the scrapbook. Men's scrapbooks are often collections of news clippings or any printed documentation of their work and activities. Journalists, especially, are prone to keep record of their bylines, authors keep reviews of their work, and public figures keep scrapbooks of their press coverage. Brian Coffey, the Irish poet, stands apart as a creative artist with his highly personal self book/scrapbooks. http://www.lib.udel.edu/ud/spec/exhibits/selfwork/scrapmen.htm

eerste datum: 14-09-1998; laatste: 07-04-2000; bezocht: 2x door tj

3:26:1 jezelf verzamelen permanent electronic scrapbook WHAT IS SCRAPBOOKING Scrapbookers of the 90's have also embraced scrapbooking as a creative outlet. New scrapbooking techniques, ideas and products are in great demand. These demands have spawned many new scrapbooking related businesses. In just a few short years scrapbooking has become a $200 million dollar a year business. The future of scrapbooking will undoubtedly bring many "electronic" scrapbookers into the field of scrapbooking. The hardware to take digital photographs, the ability to transfer photos to disk and the software to manipulate photographs have amazing capabilities. The electronic scrapbook may ultimately be the only truly permanent scrapbook and so you will find information on this medium here also. http://learn2scrapbook.com/what_is_scrapbooking.htm

eerste datum: 17-12-1999; tj


3:26:1 jezelf verzamelen getting all your memorabilia into one place Ă“ Een handleiding om uit je dagelijkse chaos een orderlijk overzicht te scheppen. ORGANIZING YOUR PHOTOS AND NEGATIVES Organizing your photos Start with the last roll of film you pick up after it was developed and put it into a storage box, then put the next one in back of it and then nest and then next. If you do not have time to go back and organize all of your old photos yet, at least let this be your starting point. Work on first getting all of your photos and memorabilia into one place. This task may take a month or more depending on how thorough you are and how many places your photographs are stored. Look in the garage, attic, drawers, files, closets, old and new albums, frames around your house, old Christmas cards and letters from family members. If you know that there are family members that have photos that you would like copies of, now is the time to ask for copies. While you are at it, think about all the photos that you have framed in your home. These photos will be the first to fade and deteriorate. Do you need to get copies made to put in a safe place, if so this is a great time to have the copies made. If you have magnetic albums that are less than 5 years old, tackle these first. The majority of damage done to a photo is in its first 5 years. If you have 20 or more years of photos in magnetic albums, tackle the newest ones first and work your way back. Are your photos stuck in the magnetic albums? Try dental floss to pry them off safely. If that doesn't work you can try releasing the glue with a blow dryer on LOW HEAT for just a few minutes. Also, you can try the product UN-DO that removes adhesive, if all else fails, it should work. The last option, if they just will NOT come out is to have copies made of the photos right where they are. Kodak makes kiosks that will make a photos from a photo without having a negative. If you have old family scrapbooks read (...) http://learn2scrapbook.com/organizing_your_photos.htm

eerste datum: 17-12-1999; laatste: 27-03-2000; bezocht: 1x door tj

3:26:1 jezelf verzamelen if you want to plan Peek A Boo Pages POWER PLANNING Power Planning: Pre-planned layouts This is the method that I have used for my personal scrapbooking for over 2 years. Original concept by Jennia Hart Benefits of pre-planning your pages Great for beginners or expert scrapbookers! Makes it easy to plan for two-page spreads before mounting. Makes it easy to choose your colors that will appear on facing pages more carefully, coordinating colors on facing pages, or place theme colors throughout a series of similar pages, if desired. Also helpful if you want to plan Peek A Boo Pages. Makes it easy to collect 'orphan' pictures that don't fit with any particular theme in order to make a page of miscellaneous photos. Saves time!! When you're finished with this few hours of pre-planning, you will have pages ready to mount into your album. Now your album can be completed one page at a time if that's all you can do, whenever you have a few extra minutes. You can mount a page or two a day, or maximize your workshop time with this preparation work so that you can complete more pages at every workshop you attend. ** If you are planning a gift album, you might want to layout the whole album at one sitting. Saves money!!! If you do not buy scrapbooking supplies for your pages until they are in the Power planning box, you will only buy what you need. You can take the box with you to stores and shop SMART!! I highly recommend this method. http://articles.scrapbooking.com/power_layouts.htm

eerste datum: 17-12-1999; laatste: 27-03-2000; bezocht: 2x door tj


3:26:1 jezelf verzamelen those who are interested in scrapbooking -SCRAPBOOKING Nickname: Scrapbooking Purpose: This is a list for those who are interested in scrapbooking. We are a community, so there will be some off topic conversations as we get to know each other. The list owner will post ideas to the list. Scans are welcome, so feel free to let others see your wonderful pages. Those who are more experienced, please jump in and enjoy the chance to mentor someone new. We will focus on archival photo issues and ideas. List Type: Unmoderated discussion Subscription: Does not require owner approval Archive: Readable by anyone Created: July 07, 1999 Owner: Katy Ulrich To Join: Subscribe here, or send an email to Scraps-subscribe@topica.com To Post: Send mail to 'Scraps@topica.com' Stats: 46 subscribers / 1 message per week Categories: Arts | Crafts Hobbies | Scrapbooking. http://www.igc.topica.com/read/home.html?alid=2000002964&cid=1384

eerste datum: 17-12-1999; tj

3:27:1 over jezelf schrijven - naar jezelf kijken schrijven als therapie Ó Nuttige raadgevingen voor hen die een uitweg voor hun gemoed in het schrijven zoeken. DAGBOEK SCHRIJVEN -TIPSOmgaan met Spanning (Psychoeducatie) Dagboek & (geestelijke) Gezondheid: Tips bij het schrijven Inhoud: De gezondheid verbeteren door het bijhouden van een dagboek Dagboek tips: Reflectief schrijven: Katharsis schrijven: De (niet-verstuurde) brieven... Een N.B.-tje bij het 'brieven schrijven' Oplossingsgericht schrijven: Uw Emoties zijn privé Notes: De gezondheid verbeteren door het bijhouden van een dagboek (...) Reflectief schrijven: Wees een observator van uw eigen leven. Schrijf over de gebeurtenissen die u overkomen of die om u heen gebeuren. En beschrijf dat zo dat het u helpt om die dingen beter in perspectief te zetten: schrijf over de veranderingen in uw leven, uw baan, relaties of ziekte. Reflecteer over uw dag. Hoe is deze dag geweest, hoe moeten we dat in perspectief zien en op welke verschillende manieren kan u ernaar kijken... ook in relatie tot uw omgeving, uw verleden (uw dieptepunten èn uw successen) en uw wensen voor de toekomst. Als u niet zo op dreef kunt komen begin dan die dag met "er was een tijd dat..." en vervolgens schrijf je de gebeurtenissen in al zijn details. (...) Katharsis schrijven: Schrijf over uw gevoelens... en wel allemaal!. Zet uw pijn, woede, frustratie en wrevel op papier. Zeg wat u eigenlijk wilt zeggen. Het verslag dat u schrijft zal u niet beoordelen of bekritiseren. U kan het gebruiken als een veilige haven waar u alles eruit kunt laten wat u voelt. Begin de zin met de woorden "Op dit moment voel ik mij..." en laat er dan uit komen wat er uit wil komen. Als u geen gevoelens meer heeft om op te schrijven dan kan u even terug lezen wat u zojuist geschreven heeft om vervolgens het eerstvolgende dat in uw gedachten opkomt op te schrijven (zelfs al zou dat zijn dat er niks in u opkomt). Laat uw intuïtie bepalen wat en hoe er wordt geschreven. En laat de intuïtie ook bepalen wat u wilt doen met de woorden die u heeft opgeschreven. Probeer dit niet alleen te doen als u vervelende dingen heeft maar ook als u uzelf blij of dankbaar voelt. Soms kan je beslissen om weg te gooien wat (...) http://utopia.knoware.nl/users/hanswest/DRU/mci/helpdisk/dagbtips.htm

eerste datum: 13-04-2000; tj


3:28:1 emoties zichtbaar maken E-mail correspondentie is sneller en intiemer Ó Visie op Email vanuit een managements organisatie die zich o.m. bezig houdt met arbeidsomstandigheden... Intiemer wil hier zeggen ‘intiemer’ dan de gangbare zakelijke correspondentie. ONZE INTERNETVISIE Digitale communicatie E-mail correspondentie is sneller en intiemer dan brieven schrijven. Mensen blijken zich bovendien emotioneler te uiten vanachter hun computer. En het is efficiënter dan telefoneren omdat je niet allebei tegelijk aan het scherm hoeft te zitten. Met e-mail stoor je nooit iemand en toch kan je binnen een uur berichten uitwisselen. Het schrijven helpt om de gedachten nèt iets verder af te maken dan in je gedachten of in een gesprek. Dat bevordert het zelfinzicht en de bewustwording. Bovendien kan de mail later nog eens worden doorgelezen, evenals het antwoord. Ook dat her-lezen komt de zelfreflectie ten goede. Uit onderzoek blijkt dat mensen die hun problemen opschrijven, al is het maar in een dagboek, er makkelijker mee om kunnen gaan. Mens-bedrijf.nl richt zich op het één op één persoonlijk contact via internet. We beginnen met e-mail; later kunnen wellicht andere virtuele communicatiemiddelen worden ingezet zoals chatten, beeldtelefonie of de virtuele gemeenschap. http://www.mens-bedrijf.nl/visie/visie.htm

eerste datum: 13-04-2000; tj


3:28:1 emoties zichtbaar maken our texts are no longer physical objects Ó In de conclusies van deze reeks uitstekende pagina’s nog deze zin: “One of the sign functions of the linguistic code of writing was, according to Hjelmslev, the visual aspect, or the expression potential. This is, however, an aspect that is no longer just visual. With electronic writing technology the expression potential is both auditive and spatial as well.” WRITING IN VIRTUAL SPACE 1 What happens to writing when texts in "a world on paper" are replaced by messages in "virtual space?" Aspects of new electronic writing technology and some consequences for writing, text and communication. Finn Bostad The Norwegian University of Science and Technology Faculty of Arts and Science Department of Applied Linguistics (...) All writing is applying some technology in the process of organizing, storing and presenting information. The writer may organize his information according to the conventions of print and store it on paper. He may also use an electronic writing tool that organizes data in a different way and stores it electronically as binary codes. No matter what technology a writer makes use of, it influences the process and product of writing, and adds something to what is being written. Up to now writing in our Western culture has mainly been the use of the pen, typewriter and printing press, and the storing of the more or less finished product on the visual surface of paper. With new electronic communication tools, however, this is changing. The most obvious change may be that our texts are no longer necessarily the physical objects of the written paper, but as often electronically stored binary codes of which we might fetch copies and convert to recognizable signs in the form of pixels displayed on a computer screen. (...) As for the communicative function of writing, the new technology changes the roles of both readers and writers. The active and intrusive reader is able to choose his or her way through a text, and may annotate and create links between texts written by others. It is not that the reader changes the text of another, as has wrongly been feared, but the autonomy of both text and author is reduced in the electronic environment. The technology encourages intertextuality and discourages reification of texts. Landow talks about 'the convergence of poststructuralist conceptions of textuality and electronic embodiments of it' (Landow 1992), and this affects both the autonomy of text and the authorial mastery of it. So the writer loses communicative control while the reader gains a more independent (...) http://www.hf.unit.no/anv/wwwpages/Finn/Finn1.html#RTFToC3

eerste datum: 09-01-2000; laatste: 11-04-2000; bezocht: 1x door tj

3:28:2 emoties zichtbaar maken non-verbale communicatie via schermtypografie LEARN THE NET: SMILEYS When we talk to people face-to-face, our body language, the tone of our voice and our facial expressions impart great meaning to what we say. You can personalize your written messages by using smileys or emoticons. You create smileys by typing characters from your keyboard. Some of the more popular ones include. http://www.learnthenet.com/english/html/25smile.htm

eerste datum: 02-04-2000; tj


3:28:2 emoties zichtbaar maken smileys & emoticons SMILEYS AND EMOTICONS FOR EFFECTIVE COMMUNICATION HAPPY, SMILING, LAUGHING :-) smiling; agreeing :-D laughing |-) hee hee |-D ho ho :-> hey hey ;-) so happy, I'm crying :'-) crying with joy \~/ full glass; my glass is full AFFIRMING, SUPPORTING :^D "Great! I like it!" 8-] "Wow, maaan" :-o "Wow!" ^5 high five ^ thumbs up :] Gleep, a friendly midget who wants to befriend you (::()::) bandaid; offering help or support UNHAPPY, SAD :-( frowning; boo hoo :( sad :-< really sad :-c really unhappy :-C really bummed &-| tearful :' crying :'-( crying and really sad :-| grim :[ really down :-[ pouting \_/ "my glass is empty. http://www.windweaver.com/emoticon.htm

eerste datum: 02-04-2000; tj


3:29:1 schrijfvrees overwinnen nieuwe vormen van schrijven Ó Proefschrift uit 1991 van de historica Elizabeth M. Reid, over de vroege vormen van ‘chatten’, ook in verkorte vorm gepubliceerd in het tijdschrift ‘Intertek’, vol.3.3, winter 1992, p.7-12, special issue ‘Virtual Communities’. Jammer genoeg is er geen on-line versie van dit pionierstijdschrift ‘over het Internet’ op het Internet te vinden. ELECTROPOLIS: COMMUNICATION AND COMMUNITY ON INTERNET RELAY CHAT - THESIS BY ELIZABETH REID This paper discusses interaction on 'Internet Relay Chat' (IRC) , the synchronous computer-mediated communication system available on that network. It is shown that the structure of IRC forces users to deconstruct many of the cultural tools that form the basis of more conventional systems of interaction. (...) Communication using the Internet Relay Chat program is written, and users are spatially distant, but it is also synchronous. It is a written - or rather, typed - form of communication that is transmitted, received and responded to within a time frame that has formerly been only thought relevant to spoken communication. IRC does not assume physical contact between users either prior to or after communication via computer. Users of the system will, as the medium is international, know in person at most only a few fellow users. IRC allows - encourages - recreational communication between people who have never been, most likely will never be, in a situation to base their knowledge of each other and their methods of communication on physical cues. (...) Interaction on IRC involves a deconstruction of traditional assumptions about the dynamics of communication, and the construction of alternative systems. IRC is essentially a playground. Within its domain people are free to experiment with different forms of communication and self-representation. Within IRC, "Power is challenged and supplanted by rituals combining both destruction and rejuvenation."(7) To paraphrase F.R. Ankersmit, users of IRC do not shape themselves according to or in conformity with the conventions of social contexts external to the medium, but learn to "play" their "cultural game" with them.(8. http://people.we.mediaone.net/elizrs/electropolis.html

eerste datum: 09-03-2000; laatste: 09-03-2000; bezocht: 1x door tj


3:29:1 schrijfvrees overwinnen elektronische conversaties Ó Gearchiveerde site van Mia Verstraete van de Universiteit van Gent die een inleiding geeft over ‘online schrijven en schrijfonderwijs’. Met veel ideeen voor degenen die het concept van een educatieve portfolio meer diepgang willen geven. GENRES Nieuwe media genereren nieuwe genres Bij online schrijven vervaagt de grens tussen schrijver & lezer, waardoor het schrijven dialogischer wordt. Deze evolutie in het schrijven heeft er ook toe geleid dat traditionele, "monologische" genres zoals het essay of de verhandeling min of meer achterhaald geraken, of toch op zijn minst in vraag gesteld. Tegelijkertijd zien we experimenten ontstaan met nieuwe tekstvormen, waarbij precies het dialogische aspect van het construeren van betekenis naar voren wordt geschoven: elektronische conversaties met 2 of meer deelnemers, interactieve forums waarbij kortere teksten als "aanzet" dienen voor een elektronisch debat (vgl. de "Snapshots" in Rhetnet). Dit zijn voorbeelden van pogingen om het academische discours een nieuwe wending te geven. Ook in het literaire schrijven zien we veranderingen optreden: e-mail blaast de kunst van het brieven schrijven nieuw leven in; daardoor leeft ook een oud literair genre als de briefroman weer op, maar dan in elektronische vorm. De ontwikkeling van hypertekst leidt tot het ontstaan van hypertekst-fictie, waarin geëxperimenteerd wordt met non-lineaire, open teksten waarbij het aan de lezer is om door eigen keuzes betekenis toe te kennen aan de tekst waar hij zich een weg door baant. Het ontstaan van nieuwe genres heeft te maken met de ontwikkeling van nieuwe retorische strategieën: hypermedia combineren woorden, beelden en klanken, waardoor het verbale zijn alleenrecht verliest. Schrijven, of althans verbale retoriek, wordt op zo'n manier "visueler". Ook het schrijfonderwijs zal wellicht steeds meer een kant uitgaan die niet langer puur verbaal is, maar waar ook "visuele geletterdheid" van belang is. http://simsim.rug.ac.be/staff/mia/writing/genre.html

eerste datum: 13-04-2000; tj


3:29:1 schrijfvrees overwinnen "talking" with each other in text Ó RhetNet is een interactieve faciliteit voor nieuwe vormen van essays, interactief schrijven alsmede citaten collages (Quote Collage) op de website van de Universiteit van Missouri, Columbia: “Without leaving our print heritage behind entirely, we want to adapt to the net rather than only adapting net publishing to print-based convention.” Een heel heldere opzet zonder vormgevers opsmuk... Goed voorbeeld! RHETNET SNAPSHOT: BETH BALDWIN'S ESSAY-A-SAURUS Electronic conversation via VAX notes discussions or some of the group interactive softwares provides response-ability. Students in my classes spend almost all of every class period "talking" with each other in text -- having textual conversations. Thus, my students are doing far more writing than any of my students have in the past. What they say becomes meaningful to them because it's genuinely social and genuinely interactive. People are going to have responses, for better or worse, to what they have to say. It seems a natural part of the process that they become critically aware of their rhetorical choices such that the conversation is often meta-rhetorical (as often happens on lists?). If I "bank" them a little on logical fallacies, for example, suddenly they're noticing their logical fallacies by name. Suddenly they're seeing the effect the way they talk has on others. (...) I no longer require essays, although I am "required to require" 20 pages of polished prose. I teach them to write and invite them to write conversational (dialogical or multilogical) pieces. I give no grades on product even though the "product" of conversation is far superior to the product of even process approaches. We study our conversations and look for how we make meaning which also means that we engage, as a whole class, in extensive assessment. I've seen *big* changes in 3 major areas: 1) development and exercise of meta-rhetorical skills, 2) increased inter-subjective tolerance and understanding, i.e., liberalization, and 3) a significant increase in "authentic" learning activity -- they're doing a lot of "unassigned" work for the class simply because they really care about what they're doing. http://web.missouri.edu/~rhetnet/baldwin_snap.html

eerste datum: 13-04-2000; tj


3:29:1 schrijfvrees overwinnen avatars in a graphic environment EXAMPLES OF CURRENT CHAT INTERFACES These are two examples of current chatroom environments. In a sense, these are the two opposite ends of the spectrum of chatroom interfaces:one is totally text based, the other is graphical. On text-based chatrooms, identity becomes highly problematic because there are not visual cues differentiating between one person and the next. It is hard to tell the difference between a conversation involving 5 people and one where 15 people are involved. Moreover, participants are reminded only of the people who are active in the conversation; lurkers are not "visible" because they are not constantly producing text. Graphical environments make use of avatars to solve the issue of identity. At the same time, this approach makes poor use of valuable real state on the screen; each person occupies not only the space used by their avatar but also the space taken by each one of their postings. The screen tends to get easily overpopulated. The pictorial nature of these environments also brings up issues of what looks right, or even possible. http://chatcircles.media.mit.edu/research/examples.html

eerste datum: 05-04-2000; laatste: 11-04-2000; bezocht: 3x door tj

3:29:1 schrijfvrees overwinnen row of emoticons will send funny sounds VRMLSITE MAGAZINE: SONY'S COMMUNITY PLACE BROWSER This a small and simple application, although there is almost 5 megabytes to download. This is clearly a beta world. I had to try several times before I was able to connect to a multi-user server. But when I finally did, three helpful Sony people were there to give me a tour. The Browser Text chat is shown above avatar heads in a translucent bar, a nice touch allowing you to look through someone else's chat to read another conversation. The main chat interface is a window which pops up by the browser window. The following figure shows the MultiUser Window. The row of emoticons (smiley faces) will send funny sounds into the world and make your avatar gesture. Avatar aliases (your name) are shown in color along with your chat, making it easy to trace conversational threads. http://violet.csa.iisc.ernet.in/Resources/vrmlsitemag/spot2.html

eerste datum: 05-04-2000; laatste: 11-04-2000; bezocht: 2x door tj

3:29:1 schrijfvrees overwinnen avatar fabriek Ă“ Een term uit de Hindoe godsdienst voor een vleesgeworden godheid, een godheid die de gestalte van en mens aannneemt. AVATAR = A graphical icon that represents a real person in a cyberspace system. When you enter the system, you can choose from a number of fanciful avatars. Sophisticated 3D avatars even change shape depending on what they are doing (e.g., walking, sitting, etc.).(definitie ontleend aan WebOpedia (http://webopedia.internet.com/TERM/a/avatar.html) die ook weer links geeft, o.m. naar deze site met pasklare identiteiten. ! THE AVATAR FACTORY - VP AVATARS - MEGAHEADS - GESTURES PAINTERS Welcome to the Avatar Factory! Since 1996, providing high quality VP Avatars, Megaheads, and Gestures for Virtual Places Chatters. Enjoy your stay. http://www.theavatarfactory.com/

eerste datum: 05-04-2000; tj


3:29:1 schrijfvrees overwinnen overzicht van verschillende chat interfaces Ó Voorbeelden van een paar pogingen om de beperkingen van communicatie via ‘chat’ te verminderen. CHAT CIRCLES BY FERNANDA B. VIÉGAS AND JUDITH S. DONATH MIT Media Cambridge,: Although current online chat environments provide new opportunities for communication, they are quite constrained in their ability to convey many important pieces of social information, ranging from the number of participants in a conversation to the subtle nuances of expression that enrich face to face speech. In this paper we present Chat Circles, an abstract graphical interface for synchronous conversation. (...) The history of networked computing shows that, given a chance, people will adapt technology for social interaction. E.g., although the ARPANET was developed for remote operation of computers, email and newsgroups have become among its most popular (and arguably, most important) uses [5]. More recently, online service providers have discovered that chat, email and other communicative activities are the key services that people want. Yet, although interpersonal communication has proved to be an extraordinarily popular and influential use of the computer, the conversational interfaces in use today are still quite primitive, making it difficult to convey many basic social cues. With that in mind, we have developed Chat Circles, a chat system that uses abstract graphics to create a richer, more nuanced communicative environment. (...) In the conversational interface, we hope to demarcate different parts of the background in order to allow for distinct modes of conversation. This way, the same screen will support, conversations that are being recorded for archival purposes as well as conversations that won't bear any records at all. We believe that this delimitation of differing sections of the background will happen through the discriminate use of color. We want to implement a three-dimensional (3D) version of the archival interface so that location as well as time and hearing range can be visualized simultaneously. (...) By capturing users' moving locations on the screen, this new version of the Conversation Landscape will generate interesting "weaving" patterns as users rearrange their circles around different parts of the conversational interface. Users will be able to zoom in or out of the 3D model. Zooming in will allow for a closer look at individual postings whereas zooming out will allow for immediate reading of both the length of the (...) http://www.media.mit.edu/~fviegas/chat-circles_CHI.html

eerste datum: 22-03-2000; laatste: 07-04-2000; bezocht: 1x door tj


3:30:1 versmelten van synchrone en asynchrone communicatie verkleinen van tijd-ruimte barrieres Ó De oude tijger, is de tijger van papieren informatie en de nieuwe tijger die van de digitale informatie. Misschien realiseert de schrijver van dit artikel zich niet dat de politieke term ‘papieren tijgers’, zoals die in het Maoisme gebruikt wordt, betekent dat het om schijngestaltes gaat die ontmaskerd en overwonnen dienen te worden.... Het artikel is een nogal positieve visie op invoering van digitale media bij de faculteit van Politieke en Sociale Wetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. PSCW OP HET INTERNET: EEN DIGIATLE TIJGER? We bevinden ons nu in een periode waarin de oude tijger zich steeds moeizamer voortsleept door een woud van dode bomen terwijl de nieuwe tijger lenig en met steeds meer zelfvertrouwen huppelt door een virtueel netwerk van digitale posities en informatiestromen. (...) In het digitale communicatiemodel resulteert in een hele serie nieuwe communicatievormen die één ding gemeenschappelijk hebben: de tijd-ruimtelijke barrières die overwonnen moeten worden als mensen met elkaar willen communiceren worden aanzienlijk verkleind. email: een op een of een op meerdere; geen geluid/beeld elektronische discussiegroepen (mailinglists): meerdere zenders, meerdere ontvangers; geen geluid/beeld elektronische nieuwsbrieven: enkelvoudige zenders, meerdere ontvangers; geen geluid/beeld. elektronische babbelhoekjes (chatbox): een op een of velen simultaan; wel geluid maar geen beeld. videofoon: een op een; geluid en beeld video-conferenties: een op een of velen tegelijk; beeld en geluid. Interacties en communicaties die vroeger face-to-face verliepen zullen steeds meer door computers worden gemedieerd. Sociale interactie en communicatie kunnen digitaal worden gerepliceerd. Dat is mogelijk omdat we met de huidige computer- en telecomtechnieken in staat zijn om zowel tekst, geluid als beeld op een geïntegreerde wijze digitaal te dupliceren: van email en FTP via Internet en Intranet tot videofoon en videoconferentie. Voor directe sociale interactie en communicatie zijn twee elementen van essentieel belang: stem en gelaatsuitdrukking Door gedigitaliseerde hereniging van gezicht met stem wordt fysieke nabijheid zo goed als werkelijk ('virtueel'). Hierdoor zullen de grenzen tussen face-face en computergemedieerde interacties steeds meer vervagen. Hierdoor zijn de kansen voor kwalitatief hoogwaardig afstandsonderwijs aanzienlijk toegenomen. De voor onderwijs zo essentiële wederzijdse communicatie tussen docenten en studenten en tussen studenten onderling, is niet meer noodzakelijk gebonden aan de voorwaarden van gelijktijdige aanwezigheid in één fysieke ruimte. Het tijdperk waarin het volgen van onderwijs identiek was aan het fysieke bezoek van collegezalen en werkgroepruimtes loopt ten einde. http://www.pscw.uva.nl/sociosite/PSCW.html

eerste datum: 13-04-2000; tj


3:30:1 versmelten van synchrone en asynchrone communicatie jezelf meer natuurlijk uitdrukken met high tech Ó High Tech pilot project waarbij integratie van verschillende media plaats vindt en beschrijvingsmethoden ontwikkeld worden om beeld met gesproken woord te combineren, te condenseren en met nieuwe cartografische methoden navigeerbaar te maken. Deze methode kan (op kleinere schaal) relevant zijn voor toepassing in bepaalde onderwijs-situaties. INFORMEDIA-II DIGITAL VIDEO LIBRARY The Informedia Experience-on-Demand system uses speech, image, and natural language processing combined with GPS information to capture, integrate, and communicate personal multimedia experiences. This paper discusses an initial prototype of the EOD system. Introduction The Informedia Experience-on-Demand Project (EOD) develops tools, techniques and systems allowing people to capture a record of their experiences unobtrusively, and share them in collaborative settings spanning both time and space.Users may range from rescue workers carrying personalized information systems in operational situations to remote crisis managers in coordinating roles. Personal EOD units record audio, video, Global Positioning System (GPS) spatial information, and other sensory data, which can be annotated by human participants. The EOD environment synthesizes data from many EOD units into a “collective experience” – a global perspective of ongoing and archived personal experiences. Distributed collaborators can be brought together over time and space to share meaning and perspectives. (...)The Informedia Digital Video Library Project defined numerous abstractions for structured broadcast-quality video, including text titles, thumbnail images, filmstrips, and skims [Wactlar et al. 1996, Christel et al. 1998]. These abstractions are now being extended to address the unbounded continuous nature of experience video, and to move from words as the primary information and indexing source to audio/image interdependence. Our goal for EOD interfaces is to allow the information to be quickly and effectively accessed, queried, viewed, abstracted, navigated, summarized, and annotated along dimensions of time, space, and user perspective. http://www.informedia.cs.cmu.edu/eod/

eerste datum: 28-03-2000; laatste: 29-03-2000; bezocht: 1x door tj


3:31:1 van geluidscasette tot hypervideo zapping through multiple narratives HYPERVIDEO PRESENTATION :: 01 OF 20 What is Hypervideo and where does it come from? a definition: digital video and hypertext, offering to its user and author the richness of multiple narratives, even multiple means of structuring narrative(or non-narrative), combining digital video with a polyvocal, linked text (...) Hypervideo and Film: both capitalize on narrative value of moving images films prior to 1904 consisted of a single shot with no editing -- the era of the teleplay (like the era of the web page and interactive books) today's full-feature films contain between 800-1200 cuts, though these cuts are largely invisible What does this have to do with hypervideo? The cut and the link :: a cut or edit in film is essentially the same thing as a link in hypervideo or, the film cut is a link that has been flattened out phenomenologically, the link and the cut differ only in their agency and contingency: the link may be ignored; the cut must be followed thus, film and hypervideo can both be discussed in terms of the transition between segments (like lexia) Types of hypervideo links :: filmic: spatial - link anchored to a region graphic - imagery matches temporal - link indexed to a time segment rhythmic - duration matches non-filmic: spatio-temporal - link anchored and indexed textual - link anchored to a text block temporal links :: in film, all scene cuts are temporal links of duration zero (a flattened link) in hypervideo, a temporal link is one that is active only for a given duration of time - a window of opportunity temporal links can be denoted explicitly (using wireframes or by showing "preview" frames of destinations as links become active) or can be unannounced the default path in hypervideo can be a sequence of temporal links that activate when no input is received graphic links :: a spatial link based purely on the pictorial qualities of two or more shots graphic links efface the disconnectedness of the hypervideo by emphasizing visual similarity and persistance of vision similar to the "graphic match" in film parlance no real analogue in hypertext theory graphic links :: a spatial link based purely on the pictorial qualities of two (...) http://www.mindspring.com/~jntolva/brighton/

eerste datum: 09-01-2000; laatste: 22-02-2000; bezocht: 1x door tj


3:31:1 van geluidscasette tot hypervideo links as spatial and temporal properties HYPERVIDEO PAPER - NICK SAWHNEY Hypertext and video-based hypermedia have traditionally been used by authors to create fictional narratives, hyper-linked documents and interactive presentations. On the WWW, hypertext provides a powerful framework to structure and organize distributed knowledge. Multimedia CD-ROMs have been produced to support video-based interactive presentations of educational scenarios, games, encyclopedias and documentaries. The model used by web browsers structures all information as text-based pages augmented with image, sound and video elements, whereas multimedia products on CD-ROM generally utilize custom metaphors to provide a unique experience of the content. In either delivery mechanism, no formal methodology is utilized to structure hypermedia content for authoring or presentation. A broader framework is necessary to structure and integrate video and hypertext to represent new forms of creative expression afforded by their merger. Additonally, in a video-centric medium, the notion of links (as traditionally considered in hypertext) must be redefined to consider the spatial and temporal properties of the medium. Authoring within such a framework requires being able to design video and text-based narratives, dynamically appearing in space and time. New interaction paradigms must be developed to navigate a hierarchy of linked, video-driven content. Such a temporal and spatial approach towards hypermedia and hypertext has the potential to change the traditionally confining modes of representation, and may help develop richer narrative expressions and innovative applications. (...) Design and implementation of the Engine shows how the hypervideo framework can be used to present generic video-based content to viewers. An authoring process to create hypervideo narratives is then outlined, with a description of distinct phases and techniques for production and design. Discussion of potential applications for hypervideo will demonstrate its applicability to a wide range of domains, including experimental expression, film conceptualization, training, simulation, and electronic news delivery. http://www.lcc.gatech.edu/gallery/hypercafe/Nick_Project96/hypervideo.html

eerste datum: 09-01-2000; tj


3:31:1 van geluidscasette tot hypervideo see its potential as a distribution media Ó Oudere media komen in een nieuwe vorm terug. De computer als middel voor het mengen van ‘live broadcasting’ en asynchrobe communicatie. Relevante voorbeelden voor het onderwijs. NEW WORLD PRODUCTION: THE NEW MEDIA CONNECTION: HOW TO INTEGRATE MULTI-MEDIA PRODUCTION ... Introducing a Radical New Book for Digital Video Production and the Internet (...) The CU-SeeMe software was developed by a consortium at Cornell University CU-SeeMe (...). The original plan was to develop video conferencing software that would provide near-real-time two-way audio and video communication over the Internet. It was believed that if companies and individuals could conference over a 28.8 kbps modem connected to a dial-up telephone line, the expensive satellite equipment rental and time charges normally associated with a video conference could be eliminated. Using a camera costing less than $100, People in homes, schools and small businesses could meet and interact one to one or one to many. The CU-SeeMe software is offered free at the Cornell FTP transfer site and can be downloaded into a 386 or greater PC or a Mac. Using a reflector (a large computer server, typically Unix based) it is possible from 30 to 40 up to 200 people at a time to interact or receive a "broadcast/netcast" depending on the speed of the computer server.(...) Offered free and with no restrictions, other organizations began to see its potential as a distribution media for arts, music, TV and radio. NASA now maintains several one-way reflectors <139.88.27.43> where the audio and video of space shuttle missions and press conferences are available. The University of Texas at Austin broadcasts the programming of its low power campus TV station, and Eden Matrix Company promotes their reflector to be used "to broadcast concerts, shows and commercial events." (...) How does a person find out about CU-SeeMe? On-air announcements over KSJS and stories in the local press have instructed interested listeners and readers to first access the KSJS web service (www.ksjs.org) where they can learn about CU-SeeMe and link for free software for PC or Mac. You will also be linked to the KSJS Webmaster and the originator of this project, Dan Fortune for detailed information on how to obtain and use the technology. Between Daniel Fortune, KSJS and Cornell sites, there is complete information on CU-SeeMe. http://www.fortune.org/book/frame/frameindex.html

eerste datum: 04-08-1999; laatste: 05-04-2000; bezocht: 4x door tj


3:32:1 intermediaire technologie: zowel het oude als het nieuwe an evolving pool of information Ó Het begon allemaal als een voorstel voor het interne beheer van documenten binnen de wetenscheppelijke onderzoeks organisatie CERN, waarbij Tim Bemers-Lee tien jaar vooruit blikte en in zag dat de problemen die een technologisch geavanceerde organisatie als het CERN toen had, de problemen van grote delen van de wereld zouden worden. Het is de moeite waard het schetsplan voor het World Wide Web, tien jaar later nog eens te lezen als een soort digitale Renaissance. N.B. Ook in dit stuk wordt een vroege tekst van Ted Nelson uit 1967 over ‘hypertext’ aangehaald. THE ORIGINAL PROPOSAL OF THE WWW 1989/1990 TIM BERNERS-LEE If a CERN experiment were a static once-only development, all the information could be written in a big book. As it is, CERN is constantly changing as new ideas are produced, as new technology becomes available, and in order to get around unforeseen technical problems. When a change is necessary, it normally affects only a small part of the organisation. A local reason arises for changing a part of the experiment or detector. At this point, one has to dig around to find out what other parts and people will be affected. Keeping a book up to date becomes impractical, and the structure of the book needs to be constantly revised. The sort of information we are discussing answers, for example, questions like Where is this module used? Who wrote this code? Where does he work? What documents exist about that concept? Which laboratories are included in that project? Which systems depend on this device? What documents refer to this one? The problems of information loss may be particularly acute at CERN, but in this case (as in certain others), CERN is a model in miniature of the rest of world in a few years time. CERN meets now some problems which the rest of the world will have to face soon. In 10 years, there may be many commercial solutions to the problems above, while today we need something to allow us to continue. Linked information systems In providing a system for manipulating this sort of information, the hope would be to allow a pool of information to develop which could grow and evolve with the organisation and the projects it describes. For this to be possible, the method of storage must not place its own restraints on the information. This is why a "web" of notes with links (like references) between them is far more useful than a fixed hierarchical system. When describing a complex system, many people resort to diagrams with circles and arrows. Circles and arrows leave one free to describe the interrelationships between things in a way that tables, for example, do not. The system (...) http://www.w3.org/History/1989/proposal.html

eerste datum: 08-03-2000; laatste: 05-04-2000; bezocht: 2x door tj


3:32:1 intermediaire technologie: zowel het oude als het nieuwe reading on screen different from reading on paper Ă“ De nieuwe media brengen een extra informatielaag boven op de al bestaande papieren informatielaag aan, ons leven wordt er niet eenvoudiger door, maar moeilijker... een artikel zonder de gebruikelijke juigtoon. READING SKILLS INSTRUCTION: PREPARING READERS FOR THE INFORMATION ECONOMY From the standpoint of reading skills instruction, the important point here is that your job is now significantly more complicated. Paper and the computer screen are profoundly different environments for reading. Most of the techniques and strategies that readers use on paper-based texts do not translate well into the electronic world. Conversely, most of the techniques and strategies that readers use on electronic texts do not translate well into the paper world. Your students will need to develop skills for reading in -- and across -- both worlds. They will need to be proficient at reading both on paper and on screen because today's information-based economy depends heavily upon both. This increases their workload -- and yours. Reading on screen is different than reading on paper. Your students will need to be proficient readers in both mediums. http://www.textscape.com/teachingInfoAgeF.html

eerste datum: 29-12-1999; tj


3:32:1 intermediaire technologie: zowel het oude als het nieuwe the concept of the face to face meeting is helping Ă“ Interessant bij deze benadering is het bewust gebruik van verschillende vormen van synchrone en asynchrone communicatie, van gebruik van moderne technologie tot informele bijeenkomsten bij de docent thuis. COPY OF INTERESTS For the purposes of grading, class participation means simply that. You must show up for class prepared to discuss the readings assigned for that day. We will be trying out at least one form of synchronous computer based communication system, an Internet Rely Chat (IRC). These experiments with different forums for class discussion will occur during class time and should be considered an important part of you efforts at class participation. Some of us come from cultures where silence in the classroom is a form of respect. Please understand that every student is expected to contribute to the discussions that form the most important part of the class. A word about Face to Face Meetings (f2f): The face to face meeting is a tradition that I started in English 732, Computers and English. The course meets as a networked environment and students do not have any opportunities to get together. I found that the concept of the f2f is useful in helping us to get better acquainted. (...) I propose that we meet at my house at 8:00 PM on Thursdays. I will have chicken wings and drinks ready for us. (...) Please feel free to come and socialize if you have no other obligations and you feel like a couple of hours of company. Electronic Portfolio The electronic portfolio will consist of the following parts: 1.World Wide Web Homepage 2.Technology Autobiography 3.Theory Paper 4.End of Term Reflective Paper The portfolio is a display of your learning this semester. (...) As a doctoral student, you need to know about the theories of literacy and technology, along with their impact on teaching. This theoretical kind of learning and its application to pedagogy is the most important aspect of the course. Secondarily, you will learn some programming skills, Hyper Text Markup Language (HTML) in particular. You will not get credit for your learning of HTML in this course. (...) Your knowledge will be judged on the basis of your web page, in terms of the quality of presentation and as a demonstration of the theory of computer technology that you espouse (...) http://gradeng.en.iup.edu/MMWIMSON/781SYLLABUS.htm#portfolio

eerste datum: 28-01-2000; tj


4:33:1 toekomstscenario Caroline Nevejan: vier mogelijke scenario’s Ó Caroline Nevejan werkt voor het Expertise Centrum Onderwijsontwikkeling van de Hogeschool van Amsterdam en was voorheen o.m. betrokken bij de Maatschappij voor Oude en Nieuwe Media en het organiseren van pioniersbijeenkomsten op het gebied van Internet en ‘tactische media (Next 5 Minutes) in Paradiso en De Balie (begin jaren 90). Dit stuk is de aanzet voor het maken van een beleidsplan voor ICT van de Hogeschool van Amsterdam dat voor de zomer van het jaar 2000 gepland is. Via dit Internet adres zijn ook andere stukken van Caroline Nevejan te vinden. HVA PORTFOLIO > PRESENTATIE > CAROLINE NEVEJAN In dit discussiestuk wordt een toekomstvisie voor de Hogeschool van Amsterdam (HvA) gepresenteerd met betrekking tot ICT en leren leren. Aan de hand van vier scenario's wordt inzicht geboden in de activiteiten en investeringen die nodig zijn om een bepaald effect te kunnen behalen voor de student, voor de docent, voor het management en voor de concurrentiepositie van de Hogeschool van Amsterdam. In een breder maatschappelijk kader vinden belangrijke ontwikkelingen in de informatieen communicatietechnologie (ICT) plaats. Het gebruik van internet is sinds de introductie van een gebruiksvriendelijke interface, het world wide web, exponentieel gegroeid. De kloof tussen de populaire cultuur van de informatiesamenleving en de klassieke onderwijscultuur wordt alleen maar groter. Het verrichten van zakelijke transacties via Internet (e-commerce) zal enorm toenemen. Binnen ICT is dynamiek het fundamentele principe; er worden ontwikkelingen in gang gezet die zich met een ongekende snelheid ontwikkelen zonder dat duidelijk is wat het eindpunt zal zijn. Dit in tegenstelling tot organisatieprocessen die veelal procesgestuurd en doelgericht zijn. Onder invloed van ICT is de leeromgeving uitgebreid met een virtuele ruimte waarin zowel synchrone als asynchrone communicatie kan plaatsvinden en ongekende mogelijkheden tot communicatie, informatievergaring en informatiewaardering. Deze hebben allen invloed op het leren leren concept door de HvA vorm gegeven. In het leren leren concept is het inzichtelijk maken van het individuele leerproces belangrijk, daarvoor ontstaan productieve leeromgevingen. Internet en webtechnologoie kunnen hierin een belangrijke rol vervullen. (...) Momenteel wordt er binnen de instituten van de HvA geëxperimenteerd met portfolio’s, elektronische leeromgevingen en computer ondersteund onderwijs. Het afgelopen half jaar is een structuur gecreëerd ter opvang van de dynamiek (kennisclubs, R&D, ICT projecten service centrum, werkgroep flexibele standaard). Voor de verdere ontwikkeling van ICT en leren leren zijn de volgende vier mogelijke scenario’s ontwikkeld: Niets; dynamiek uitstellen tot later; Minimaal: de communicatieomgeving; Nu risicovol: de professionele community gebaseerd op portfolio’s; Maximaal: elektronische leeromgevingen en digitaal curriculum. Er zal gekozen worden voor een gemeenschappelijke richting, waarin ieder http://www.xs4all.nl/~maxb/HvA/caro3.html

eerste datum: 15-04-2000; tj


4:33:2 toekomstscenario Max Bruinsma: kwaliteit van zelf-representatie Ó Rapport van Max Bruinsma voor de Hogeschool van Amsterdam dat met name over redactionele vaardigheden en gewenste structuur van de professionele portfolios van studenten en docenten gaat. Dit onderzoek is een zuster-rapport van dat wat u nu leest. De webversie van het rapport van Max Bruinsma heeft ook een ‘doorgelinkte’ versie, waarin dwarsverbanden tussen de twee rapporten gelegd worden. HVA PORTFOLIO > PRESENTATIE Het ontwikkelen en stimuleren van redactionele vaardigheden* is een belangrijk leerdoel achter de werklast die het maken en onderhouden van een on-line werkboek of portfolio met zich meebrengt.(...) het onze stelling dat die vaardigheden een noodzakelijke uitbreiding zijn van het arsenaal aan kennis en ervaring waarmee de professional de arena van vlottende teams en kennisnetwerken betreedt. De vaardigheid om een aansprekende, inhoudelijk interessante en functionele zelf-representatie te maken is niet in eerste instantie gedacht als verfraaiing van wat anders vaak een saaie opsomming van feiten en mededelingen is, maar wordt door ons gezien als een bewijs dat de maker een redactionele – dat is: een actief begrijpende – visie op zijn leven en werk heeft ontwikkeld, die hem/haar ook in staat stelt adequaat te reageren – of te anticiperen! – op de complexe en veranderlijke contexten waarin hij/zij werkt. Daarbij wordt de kwaliteit van de zelf-representatie steeds belangrijker voor de verdere carrière: het zal een integraal onderdeel gaan worden van de assessment tijdens sollicitaties en bij de selectie van geschikte mensen voor bepaalde jobs. Daarnaast is het van belang dat zowel studenten als professionals elkaar kunnen vinden en kunnen gevonden worden door collega’s en anderen, zodat op het juiste moment de juiste contacten voorbereid zijn en aangesproken kunnen worden. Redactioneel inzicht en schrijfervaring dient dus in deze context niet in de eerste plaats ‘literaire’ doelen – al is een verhoging en stimulering van kunstzinnig creatieve vaardigheden op zich meegenomen! – maar dient vooral het ontwikkelen van inzicht en begrip in de eigen geschiedenis en de omgang met de complexe informatiestromen waarmee studenten zowel tijdens hun studie als later tijdens de uitoefening van hun beroep zullen worden geconfronteerd. http://www.xs4all.nl/~maxb/HvA/Port2.htm

eerste datum: 15-04-2000; tj


4:34:1 de mogelijkheid geven mee te groeien kennisclubs: beoordeel de beoordelaars Ă“ Resultaten na een jaar experimentele lerarenopleiding (EFA Amsterdam) door Annette Dietze en Marco Snoek PRODUCEREND LEREN ALS BASIS VOOR OPLEIDING EN ORGANISATIE Coaching EFA heeft zich afgelopen jaar laten coachen door PROMMITT. In spiegelgesprekken reageerde PROMMITT regelmatig op basis van reflecties, presentaties, beslispunten en knelpunten die door EFA werden aangedragen. We werden gewezen op witte vlekken, aandachts- of zorgpunten of bevestigd in de door ons ingeslagen route. Zo vroeg PROMMITT in het begin van de vernieuwing aandacht voor het belang van kennis en vaardigheden als bron voor studenten. In het project was daarvoor nog geen expliciete aandacht gereserveerd. Ook adviseerde zij ons om niet te strak een uniform concept en vernieuwingstraject aan alle afdelingen op te leggen. (...) Zo is er in juni aan PROMMITT verantwoording afgelegd over de activiteiten van dat jaar. Met de formele opheffing van PROMMITT is die vermenging van rollen opgeheven. Nu functioneren de leden van de voormalige PROMMITT-stuurgroep in een coachende rol als Raad van Advies. (...) Portfolio en assessment Om zicht te krijgen op de voortgang van haar eigen leerproces moet EFA een eigen portfolio ontwikkelen. Hierin zouden resultaten en concrete producten opgenomen moeten worden, maar ook eigen reflecties en oordelen van anderen. Zo heeft het projectteam in juni een uitgebreide reflectie geschreven waarin teruggeblikt is op de activiteiten in de periode november 1997 tot juni 1998 en stil gestaan wordt bij de gerealiseerde resultaten, de ondervonden knelpunten, de verworven inzichten en de aandachtspunten voor het nieuwe jaar. Een andere bijdrage aan het portfolio van EFA kan worden geleverd door onderzoeksresultaten. Het SCO Kohnstamminstituut en de faculteit Toegepaste Onderwijskunde van de Universiteit Twente werken samen aan onderzoek naar ontwikkelingen binnen EFA. (...) Uiteindelijk moet het portfolio voor de opdrachtgever en een externe assessor het bewijsmateriaal leveren dat EFA haar leerdoelen heeft gerealiseerd. Komend jaar zal worden nagedacht over het opzetten van een auditsysteem, waarbij EFA regelmatig (bijvoorbeeld eens per jaar) aan externe assessoren verantwoording moet afleggen van haar groei. http://onderwijs.efa.nl/publicaties/publiexplo/nederlands/velon99.html

eerste datum: 09-04-2000; tj


4:34:1 de mogelijkheid geven mee te groeien kennisclubs: onderwijs onderzoek HET ONDERWIJSKUNDIG CENTRUM (UNIVERSITEIT TWENTE) Welkom bij het Onderwijskundig Centrum (OC) van de Universiteit Twente. Het OC maakt sinds september '99 deel uit van het Development Institute for Knowledge, Education and Learning, kortweg DINKEL-instituut. Binnen het DINKEL-instituut richt het OC zich op het ondersteunen van docenten bij het ontwikkelen en vernieuwen van het onderwijs. Een ander aspect waar het OC zich op richt is het waarborgen van de kwaliteit van het onderwijs. (...)Digitale Portfolio's(Contactpersoon: Gerdy ten Bruggencate (tel. 3276, G.C.tenBruggencate@oc.utwente.nl) In 1999 zijn drie projectvoorstellen ingediend waarin het Digitale Portfolio centraal staat: door EL, TCW en TO. Deze drie zijn geherformuleerd tot één projectvoorstel. Beoogde resultaten van het gezamelijke project zijn: een technische infrastructuur voor digitale portfolio’s een structurele inbedding van deze infrastructuur op het UT-net, gefaciliteerd door het CIV een uitgewerkt concept voor de invoering van digitale portfolio’s voor ontwerponderwijs een werkwijze om academische vaardigheden te beoordelen aan de hand van digitale portfolio’s de opzet van een docententraining over de toepassing van digitale portfolio’s in het kader van academische vorming. http://www.oc.utwente.nl/OCSite/default.asp

eerste datum: 13-04-2000; tj

4:34:1 de mogelijkheid geven mee te groeien kennisclubs: wegwijzer LEREN.NL - WEGWIJZER NAAR EDUCATIEF MATERIAAL OP HET WEB (E-LEREN, E-LEARNING, CURSUS, HANDLEIDING, TUTORIAL, LESMATERIAAL) Zoek in de grootste Nederlandse gids met online cursussen, handleidingen en studiemateriaal. Je vindt hier zeer veel leerzame links over de meest uiteenlopende onderwerpen. http://www.leren.nl/

eerste datum: 31-03-2000; tj


4:34:1 de mogelijkheid geven mee te groeien kennisclubs: geledingen verbinden Ó Knipperende plaatjes en een grappig bedoelde interface vormen de eerste kennismaking met dit op zichzelf zeer nuttige initiatief. Het is de vraag of deze gewild populaire aanpak wel past voor een zo breed bedoeld platform. Het lijkt allemaal verdacht veel op de schreeuwerige aanpak van de vele wedijverende Internet-portalen. En er is niets ergers dan het lezen van een tekst op een pagina met knipperende plaatjes die je oog voortdurend afleiden.... KENNISNET - WELKOM OP DE HOMEPAGE Kennisnet is een project van het ministerie van OCenW dat allerlei groepen in het onderwijs -letterlijk & figuurlijk- met elkaar verbindt. Scholieren, leraren, ouders, scholen, organisaties, geïnteresseerden en ook culturele instellingen kunnen via kennisnet heel makkelijk met elkaar in contact komen. Wanneer gesproken wordt over kennisnet heeft men het vaak over maar een aspect; bijvoorbeeld alleen over de fysieke infrastructuur, of juist alleen over de website. Maar het is beide. Kennisnet is een computernetwerk waarin op dit moment ongeveer 400 onderwijslocaties, een aantal bibliotheken en een museum zijn aangesloten en telt op dit moment zo'n 250.000 gebruikers. Kennisnet levert ook diensten; dit zijn world wide web-diensten, informatiediensten, discussiediensten en faciliterende (technische) diensten. Tot slot is kennisnet ook een portaalwebsite, dé toegang tot electronisch beschikbaar gesteld materiaal voor lerend en onderwijzend Nederland. http://www.kennisnet.nl/index.html

eerste datum: 31-03-2000; laatste: 05-04-2000; bezocht: 1x door tj

4:34:1 de mogelijkheid geven mee te groeien kennisclubs: ontwikkelen informatie netwerken NL.TREE Over nl.tree nl.tree ontwikkelt hoogwaardige breedbandige communicatie-, informatie- en netwerkdiensten voor het Nederlandse onderwijs in het kader van de realisatie van kennisnet. Bij dit unieke project worden in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen in totaal circa 12.000 aansluitingen gerealiseerd en 2,6 miljoen gebruikers aangesloten. Achtereenvolgens worden beroepsonderwijs- en volwasseneneducatie (BVE), voortgezet onderwijs (VO) en primair onderwijs (PO) voorzien van een kennisnetaansluiting. nl.tree is daarbij het centrale loket voor coördinatie, organisatie en technische implementatie. nl.tree is een initiatief van de kabelexploitanten in Nederland. Tot 1 november 1999 opereerde nl.tree onder de naam Educatief Net. Aandeelhouders nl.tree Kabelfoon BV (CAI Westland) Kabelservice Drenthe-Overijssel BV (Rendo) KabelTV & Telecom (Eneco) NV Casema NV Kabeltelevisie Kop Noord-Holland (Multikabel) NV Remu Palet Kabelcom BV NV CasTel UPC Nederland BV Technology Partners Sun Microsystems. http://www.nltree.nl/index.html

eerste datum: 31-03-2000; laatste: 05-04-2000; bezocht: 1x door tj


4:34:1 de mogelijkheid geven mee te groeien kennisclubs: Nederlands ICT plan 1997-2001 Ó Citaat uit “The use of multi media learning environments in teacher training colleges Values education and language education as examples” een paper gepresenteerd op de ATEE conference Limerick, Ireland/ August 1998, waarin een voor buitenstaanders goed te volgen kort overzicht van de Nederlandse ICT onderwijssituatie gegeven wordt. TOWARDS AN INTEGRATED MULTI MEDIA LEARNING ENVIRONMENT FOR MORAL EDUCATION. The Dutch ICT plan in a nutshell. During four years (1997 - 2001) the Dutch ICT action plan stimulates independent learning in primary schools by providing them with computers and a local aerea network together with internet access. The computer ratio should be one to ten at the end of the action period. All 1.6 million pupils are involved. Software development will be focused upon mathematics and language education. Each school will have a training offer for the manager, the ICT coordinator and the internal support teacher (for disadvantaged children). Collaboration in pilot projects, together with teacher training colleges and support institutions is strongly stimulated. A national network (Edunet) will be established where hardware and software aspects are organized and presented to all participating schools. In secondary education the ratio also must become one to ten. Networks and internet access will be provided as well as training for management and teachers. Emphasis will be laid on language education, especially foreign languages. In the second phase of secondary education schools will be transformed to "study homes". Pupils will learn independent as much as possible with the help of ICT and multi media tools. (...) Teacher training colleges and schools of education are seen as the central axis of development for the future. Therefore students must learn to teach with ICT and also be tought with ICT and multi media for at least 50% of their study time. Spread out over the country six innovation centers for ICT have to be established. (...) Of course the central problem are the teachers for the class. They have to be trained and get ready for a basic certificate of ICT. Young teachers, coming from the new institutions were ICT was a basic element of their program, are expected to stimulate their elder colleagues and provide an example of good practice. At the same time teachers and professors at schools of education and teacher training colleges have to be trained. In the whole operation international collaboration is foreseen as a way to answer the demand for highly qualified teachers and experts at all levels. ICT is seen as (...) http://www.goliath.nl/waarden/studie/hoeken/2artikelen/multimedia/index.html

eerste datum: 31-03-2000; laatste: 05-04-2000; bezocht: 2x door tj


4:34:1 de mogelijkheid geven mee te groeien externe medewerkers WIE IS APPLINET? In opdracht van de Hogeschool Holland en de Hogeschool van Amsterdam participeerde Applinet in enkele ICT-projecten bij de Educatieve Faculteit Amsterdam. Applinet heeft het projectteam Onderwijsnet geadviseerd en ondersteund bij het ontwikkelen van een faculteitsbreed intranet voor Onderwijstoepassingen. Applinet ontwikkelde onder andere het ontwerp voor de technische voorzieningen en schreef de aanbestedingsdocumenten. Applinet heeft het projectteam Portfolio geadviseerd en ondersteund bij het realiseren van een web-voorziening die de student een instrument in handen geeft om verantwoordelijkheid te nemen voor zijn eigen onderwijsproces. Applinet heeft onder andere zorg gedragen voor het opstellen van het eindrapport van de definitiestudie. Verder heeft Applinet een prototype van het web-based Portfolio-systeem gerealiseerd. http://www.applinet.nl/overapplinet/index.html

eerste datum: 31-03-2000; tj

4:34:1 de mogelijkheid geven mee te groeien kennisclubs: Ezine voor docenten Ó De zoekfunctie van de website geeft (vreemd genoeg) geen enkel resultaat voor het woord ‘portfolio’ ONLINE COURSES MAGAZINE Online Courses Magazine is een maandelijkse elektronische publicatie op het internet, bedoeld voor docenten in het (agrarisch) middelbaar en hoger onderwijs. De redactie van OCM is benieuwd naar uw mening over dit "e-zine" en staat open voor suggesties van lezers. U kunt ons bereiken op e-mail adres redactie.ocm@buro.iend.wau.nl. Mocht u geinteresseerd zijn in het leveren van een inhoudelijke bijdrage aan Online Courses Magazine, dan kunt u via dit adres (of het ook op deze page vermelde correspondentie adres) contact met ons opnemen. http://ocm.kennis.org/

eerste datum: 13-04-2000; tj


4:35:1 flexibel en standaard, gaat dat wel samen? lerend veelvlak Ó Onderzoek afgerond in 1998 over het gebruik van Informatie en Communicatietechnologie (ICT) in het onderwijs, verricht door de Universiteit van Twente. Interessant is dat hierin ook de roep naar meer stabiliteit in kombinatie met een flexibele aanpak doorklinkt. VAN DIDACTISCHE DRIEHOEK NAAR LEREND VEELVLAK NAAR EEN ONDERWIJSTECHNOLOGISCH RESEARCH PROGRAMMA MET IMPACT P.C. VAN DEN DOOL J.C.M.M. MOONEN A.G. KRAAN De 'nieuwe' leeromgeving die onder invloed van ICT ontstaat wordt dikwijls als de 'virtuele' leeromgeving aangeduid. Een benadering als 'virtual classroom', 'virtual campus', 'virtual university', of 'virtual organization', enz. is al bijna gemeengoed geworden. Dit wil niet zeggen dat daarmee helder is hoe die nieuwe leeromgeving eruit ziet, en zeker niet hoe ze moet worden geïmplementeerd. Kenmerkend voor de nieuwe leeromgeving is dat ze flexibel leren met telematica als bindmiddel mogelijk maakt. Er is onderzoek nodig naar het modelleren van de architectuur (structuur) van de nieuwe leeromgeving en daarbij aansluitend het ontwikkelen van een passende didactiek (vormgeving). (...) Er is onderzoek nodig naar de productkenmerken van cognitieve tools, zoals tools voor concept mapping, tools voor navigatie, tools ter ondersteuning van het ontwerpen, tools voor studieplanning, tools voor visualisatie, tools ter ondersteuning van de communicatie, tools die gebruik maken van virtual reality, enz., en naar de bijdrage die gebruik van die tools leveren aan de functionaliteit en bruikbaarheid van rijke leeromgevingen. (...) ICT vereist nieuwe competenties. Hoe moet het traditionele ‘computer literacy’ worden aangevuld en uitgebreid met ‘visual literacy’ tot bredere ICT-competenties en kennisvaardigheden? Hoe worden deze ICT-competenties welke verschillend zijn naar opleidingsdifferentiatie beïnvloed door het buitenschools leren? (...) ICT voor organisatie-, informatie- en kennismanagement binnen scholen Er verschijnen signalen dat gebruikers de afhankelijkheid van hardware en software leveranciers en door hun opgelegde voortdurende en kostbare ‘upgrades’, steeds minder accepteren. Er is behoefte aan meer stabiliteit. Het management moet die beweging ondersteunen. http://projects.edte.utwente.nl/proo/rapport.htm#1intro

eerste datum: 01-04-2000; laatste: 01-04-2000; bezocht: 1x door tj


4:36:1 de prijs van de traagheid standards sacrificed in the name of innovation Ă“ Een poging om het vasthouden aan standaards te laten prevaleren boven de drang om steeds maar nieuwe vormen (met vaak marginale vernieuwing) te lanceren... THE WEB STANDARDS PROJECT: MISSION - WASP BASELINE STANDARDS The World Wide Web Consortium (W3C) has established standards for interpreting Web-based content. By releasing browsers which do not uniformly support those standards, browser makers are injuring Web developers, businesses and users alike. Lack of uniform support for W3C standards makes using and developing Web-based technologies unnecessarily difficult and expensive. We recognize the necessity of innovation in a fast-paced market. However, basic support of existing W3C standards has been sacrificed in the name of such innovation, needlessly fragmenting the Web and helping no one. Our goal is to support these core standards and encourage browser makers to do the same, thereby ensuring simple, affordable access to Web technologies for all. The Details When we speak about "standards" for the Web, we mean: Structural Languages HTML 4.0 XML 1.0 Presentation Languages Cascading Style Sheets 1 Cascading Style Sheets 2 XSL (under development) Object Models Document Object Model 1 Core HTML/XML Scripting ECMAScript (the "official" version of JavaScript) ... as well as emerging standards, such as those for television-based and PDA-based browsers. These standards were created by W3C (with the exception of ECMAScript) with the intention of balancing the needs of designers for a sophisticated set of presentation and interactive features against the desire to make the Web accessible to the largest possible number of browsers (and other client devices) and environments. (...) HTML, XML, CSS and the DOM are more than just a set of interesting technologies. They are a way of creating Web pages that will enable the twin goals of sophisticated and appropriate presentation and widespread accessibility. It is in developers' own interest to learn to use these technologies in the way they were intended. But doing so is difficult at best currently with the fragmentary, and often incompatible, implementation of these technologies. Creating multiple versions of the same Web page because of incompatibilities among browsers is wasteful and self-defeating for Web developers and their clients. (...) Consequently, using these technologies to their intended purpose requires not only developers to learn to use them, but also browser makers to live up to their pledges to support them. http://www.webstandards.org/mission.html

eerste datum: 03-01-2000; tj


4:37:1 niet langer de drager maar de informatie bewaren als de originele hard- en software er niet meer is... LONG-TERM PRESERVATION OF ELECTRONIC PUBLICATIONS: Long-term preservation of electronic publications: the NEDLIB project Titia van der Werf-Davelaar This article was first published in the September 1999 issue of D-Lib Magazine. NEDLIB, which stands for Networked European Deposit Library, aims to develop a common architectural framework and basic tools for building deposit systems for electronic publications (DSEP). The project addresses major technical issues confronting national deposit libraries that are in the process of extending their deposit, whether by legal or voluntary means, to digital works. (...) with emulation for preservation In May 1999, the Koninklijke Bibliotheek and Jeff Rothenberg agreed upon a project proposal to perform emulation experiments for long-term preservation purposes. The overall purpose of the project is to test the viability of using hardware emulation as a means of preserving digital publications in a deposit library. The experiment will be designed to test and evaluate the hypothesis of Jeff Rothenberg, as publicized in 1995 in the Scientific American [ref. 3 ]. For the application area of deposit libraries, Rothenberg has formulated his hypothesis as follows: "The original hardware environment (processor, display, peripherals, etc.) required to run the original software used to render digital publications can be cost-effectively described with sufficient accuracy to enable the creation of software emulators of that original hardware environment that can be executed by future host hardware environments, and using such emulators to run that original software on future hardware will render saved digital publications in ways that are sufficiently similar to their original renderings to qualify as preserving those publications in the manner required by a Deposit Library. http://linnea.helsinki.fi/tietolinja/0399/longterm.html

eerste datum: 15-04-2000; tj


4:37:1 niet langer de drager maar de informatie bewaren periodieke data migratie Ó Rapport van belangrijk Brits kenniscentrum voor biblioteken, waarin de verschillende mogelijkheden van conservering (preservation in het Engels) besproken worden en allereerst de mogelijkheid van ‘technical preservation’ van zowel hardware als software en ‘emulation’, het naapen met software van een niet meer bestaand hardware platform, aan de orde komt. Periodieke migratie van een oudere naar een nieuwere digitale omgeving lijkt de beste oplossing. ISSUES AND APPROACHES TO PRESERVATION METADATA by Michael Day UKOLN: The UK Office for Library and Information Networking, University of Bath: Cedars is a project that aims to address strategic, methodological and practical issues relating to digital preservation (Day 1998a). A key outcome of the project will be to improve awareness of digital preservation issues, especially within the UK higher education sector. Attempts will be made to identify and disseminate: Strategies for collection management Strategies for long-term preservation (...) 2.3 Migration A third approach to digital preservation is the periodic migration of digital information from one hardware or software environment to another. The Task Force on the Archiving of Digital Information (1996) has produced a good (much cited) definition: Migration is the periodic transfer of digital materials from one hardware/software configuration to another, or from one generation of computer technology to a subsequent generation. The purpose of migration is to preserve the integrity of digital objects and to retain the ability for clients to retrieve, display, and otherwise use them in the face of constantly changing technology. The point of migration is to transfer to new formats while, where possible, preserving the integrity of the information. A digital archive could convert incoming digital objects into a small number of 'standard' formats. For example textual data could be stored in a relatively software independent format like ASCII, in widely used proprietary formats like the Portable Document Format (PDF) or in formats based on applications of SGML (Coleman and Willis 1997). Over time, data would be copied and refreshed as necessary and periodically migrated to new formats for use with new generations of hardware and software. http://www.ukoln.ac.uk/metadata/presentations/rlg-npo/warwick.html

eerste datum: 15-04-2000; laatste: 15-04-2000; bezocht: 1x door tj


4:38:1 geplande veroudering het ontbreken van bewaarstandaarden 'DIGITAAL ERFGOED' Studiemiddag 'Digitaal Erfgoed' Op vrijdag 18 juni 1999 vond in Leiden de VGI-studiemiddag Digitaal Erfgoed plaats. (...) 'Hoe bewaren we digitale bestanden zodat deze in de toekomst nog bruikbaar zijn?'. Een vraagstuk waarvan het belang steeds meer wordt onderkend. (...) De problemen rond het bewaren van digitale bestanden zijn talrijk. De duurzaamheid van de media, veroudering van hard- en software en het ontbreken van bewaarstandaarden zijn enkele van de belangrijkste. In de cursus werden uiteraard geen kant en klare oplossingen geboden. Wel kwamen alle onderwerpen en verschillende visies op de problematiek uitgebreid aan bod. Er waren dan ook zo'n twaalf 'docenten' uitgenodigd die hun opvattingen en ervaringen op dit gebied met de cursisten wilden delen.(...) Op de studiemiddag ging het voornamelijk om de vraag wat er organisatorisch op dit gebied wordt gedaan. Er waren vijf sprekers. Peter Doorn sprak over initiatieven van de Europese Unie op dit terrein. Eelco Bruinsma, van het in januari 1999 opgerichte Bureau Digitaal Erfgoed Nederland, zette het doel van dit bureau uiteen: het behoud en toegankelijk maken van het digitaal erfgoed voor een breed publiek. De problemen die het Depot van Nederlandse Elektronische Publicaties tegenkomt bij het ontwikkelen van een digitaal depot, werden toegelicht in een interessante lezing van Trudi Noordermeer. B. Looper, directeur van de Centrale Archief Selectiedienst, sprak over het voornemen van de dienst om eveneens een digitaal depot op te richten. (...) Op de website van het NIWI is sinds kort een handig overzicht te vinden van sites die het bewaren van digitale bestanden als onderwerp hebben. Er zijn links te vinden op het gebied van het bewaren van digitale bestanden, documentatie en meta-data standaarden, relevante wet- en regelgeving en naar organisaties op het gebied van Digitaal Erfgoed. Verder zijn een aantal links naar wetenschappelijke data-archieven en andere nuttige pagina's opgenomen. Adres: http://www.niwi.knaw.nl/nl/links/webhis_bewaar.htm. Laatst gewijzigd op 8 december 1999. http://www.leidenuniv.nl/nhda/vgi/vgistud.htm

eerste datum: 06-03-2000; laatste: 12-03-2000; bezocht: 1x door tj


4:38:1 geplande veroudering dode media studie Ó Inleidende tekst van Bruce Sterling voor zijn ‘dead media list’, een lijst van in ongebruik geraakte, vergeten en ‘vermoorde’ media. ADVENTURES IN CYBERSOUND: THE LIFE AND DEATH OF MEDIA First, I want to destroy the Whig version of technological history. In the Whig version of history, all events in the past have benevolently conspired to produce the crown of creation, ourselves. In the Whig version of media history, all technological developments have marched in progressive lockstep, from height to height, to produce the current exalted media landscape. This is a very simple story. It's convenient and it flatters our self-esteem. It's very cheering to supporters of the media status quo (if there are any supporters left, or even any status quo left), but it can be proven untrue. It can be proven untrue by disinterring and dissecting dead media. One understands evolution by studying the fossil record. The arcane, the offbeat, the forgotten. The failures, the lost and the buried, the media-maudit. The dead precursors of later successes. Some forms of media are rendered obsolescent, but others are murdered. Some innovations are pushed very hard by clever and powerful people with lots of money, and yet they still fail. I find that aspect particularly interesting. http://www.cinemedia.com.au/SFCV-RMIT-Annex/rnaughton/DEAD_MEDIA_LIFE_DEATH.html

; laatste: 08-04-2000; bezocht: 2x door tj


4:38:1 geplande veroudering een klein stukje van de dodenlijst Ó Beginnend met pre-schrift media als klei ‘tokens’, kerven en knoopnotaties, eindigend met ‘dode’ computertalen en Internet-technieken. Een lijst ontstaan door een schrijver die zelf betrokken was bij de hype rond ‘cyberspace’ , Bruce Sterling. Het is een groeiende lijst waarvoor lezers toevoegingen en commentaren kunnen aandragen. THE MASTER-LIST OF DEAD MEDIA Dead personal computers: Altair 8800, Amiga 500, Amiga 1000, Amstrad Apple I, II, II+, IIc, IIe, IIGS, III Apple Lisa, Apple Lisa MacXL, Apricot Atari 400 and 800 XL, XE, ST, Atari 800XL, Atari 1200XL, Atari XE Basis 190, BBC Micro, Bondwell 2, Cambridge Z-88 Canon Cat, Columbia Portable Commodore C64, Commodore Vic-20, Commodore Plus 4 Commodore Pet, Commodore 128 CompuPro "Big 16," Cromemco Z-2D, Cromemco Dazzler, Cromemco System 3, DOT Portable, Eagle II Epson QX-10, Epson HX-20, Epson PX-8 Geneva Exidy Sorcerer, Franklin Ace 500, Franklin Ace 1200 Gavilan, Grid Compass, Heath/Zenith, Hitachi Peach Hyperion, IBM PC 640K, IBM XT, IBM Portable IBM PCjr, IMSAI 8080, Intertek Superbrain II Ithaca Intersystems DPS-1, Kaypro 2x Linus WriteTop, Mac 128, 512, 512KE Mattel Aquarius, Micro-Professor MPF-II Morrow MicroDecision 3, Morrow Portable NEC PC-8081, NEC Starlet 8401-LS, NEC 8201A Portable, NEC 8401A, NorthStar Advantage, NorthStar Horizon Ohio Scientific, Oric, Osborne 1, Osborne Executive Panasonic, Sanyo 1255, Sanyo PC 1250 Sinclair ZX-80, Sinclair ZX-81 Sol Model 20, Sony SMC-70, Spectravideo SV-328 Tandy 1000, Tandy 1000SL, Tandy Coco 1, Tandy Coco 2 Tandy Coco 3, TRS-80 models I, II, III, IV, 100, Tano Dragon, TI 99/4, Timex/Sinclair 1000 Timex/Sinclair color computer, Vector 4 Victor 9000, Workslate Xerox 820 II, Xerox Alto, Xerox Dorado, Xerox 1108 Yamaha CX5M http://www.islandnet.com/~ianc/dm/dmlist.html

eerste datum: 04-04-2000; tj


4:39:1 digitale portabiliteit Portable Document Format (PDF) Ó Het ligt bijna teveel voor de hand om voor het portfolio projekt ook te wijzen op het al geruime tijd bestaande ‘Portable Document Format’ (PDF) van Adobe, maar er is geen ontkomen aan, dit is een van de beste en weinige standaards temidden van de waan van de digitale dag, die als het weer verandert. In mijn tekst noem ik meerdere malen de noodzaak om op zijn minst periodiek documenten/kennisobjecten te fixeren. Hier is zo’n standaard, die zowel kan functioneren om gedrukte versies te leveren als op het scherm raadpleegbaar is. Doordat de sourcode nu open is, zijn er talrijke aanvullende faciliteiten (plug ins) voor dit software pakket van derden verkrijgbaar. In de navolgende referenties heb ik een keuze gemaakt van extra functies die voor de HvA leeromgeving relevant leken. ACROBAT 4.0 BY ADOBE Adobe Acrobat software is the essential tool for reliable, universal document communication. Just convert any document to Portable Document Format (PDF) and preserve its original look. If incompatible platforms, varying application versions, and missing fonts are keeping you from sharing information, then you need Adobe Acrobat software on your desktop. (...) Easily convert any document to Portable Document Format (PDF), which faithfully preserves fonts, colors, images, and layout. Scan and convert paper documents to PDF (...). Deliver PDF files electronically to colleagues for comments and approvals. Acrobat users can mark up PDF files using electronic notes, underlining, strike-through, and the Pencil tool. Protect document security with password protection. Distribute PDF files anywhere: in print, attached to e-mail, or posted on your Web site. With free Acrobat Reader software, recipients can reliably view, navigate, and print PDF files from any computer, no matter what system, applications, or fonts they have installed. (...) Working in Microsoft Office on a PC? Just choose File > Create PDF File from within Word, Excel, or PowerPoint. Or simply drag and drop the file onto the Acrobat application icon for instant PDF conversion. (...) Protect documents with security controls From legal contracts and financial reports to tax forms and insurance claims, when you distribute documents using Acrobat, you can be sure they're secure. Password-protect confidential documents to control access. Apply specific restrictions, such as preventing recipients from printing or modifying files, selecting text and images, or creating and modifying electronic notes and form fields, to preserve document validity.(...) Convert Web pages to PDF (...) Acrobat establishes your Internet connection and creates an exact rendition in a compact PDF file, with all of the formatting, text, images, colors, and links intact. You can even specify conversion settings to automatically create bookmarks from HTML tags and add headers and footers to pages. http://www.pdfstore.com/mainpage.asp?webpageid=216&pdfsproductid=1032

eerste datum: 29-03-2000; laatste: 01-04-2000; bezocht: 1x door tj


4:39:1 digitale portabiliteit PDF Server Ó Sinds kort kunnen Portable Document Files (PDFs) ook zonder lokale lezer/browser (Adoce Acrobat Reader) gelezen worden via het Internet. Jammer genoeg is de webinterface niet geheel gelijk aan de Acrobat Reader, wat weer een kleine verwarring geeft bij het eerste gebruik. Het is wel zo dat deze online PDF-documenten meestal ‘zwaarder’ zijn en meer bandbreedte nodig hebben dan een gangbare HTML webpagina. Dit lijkt echter enkel een korte termijn probleem. Voor de nabije toekomst is dit een zeer aantrekkelijke mogelijkheid waarbij op het scherm lezen, lokaal of niet lokaal en het afdrukken, in een enkel basisformaat afgehandeld kan worden. ADOBE DOCUMENT SERVER A Web server companion for making PDF files more accessible Adobe Document Server software is an easy-to-implement, server-based tool that lets users view Adobe Portable Document Format (PDF) files within a Web browser, without requiring Adobe Acrobat® Reader or other client software. It converts PDF documents into GIF or JPEG images and displays them in the browser along with a toolbar for easily navigating and searching the documents. Adobe Document Server also lets you make PDF content accessible to the visually impaired by enabling users to convert Adobe PDF files into HTML text that can be interpreted by conventional screen-reading software. And because it works with all browsers and operating systems, you can be sure that anyone, anywhere can view and navigate your PDF documents - no Reader software required. Current version: 1.0 Platforms: Windows NT Server 4.0 (and greater), Sun Solaris 2.5 (and later) (...) View, navigate, and search Adobe PDF files in any browser on any operating system, without Acrobat Reader. • Make PDF content accessible to third-party search engines. • Browse collections or directories of PDF files, viewing clickable thumbnails and user-selectable metadata. • Convert PDF files to HTML text for interpretation by screen-reading programs for the visually impaired. • Perform server-based printing and faxing of PDF files for high-quality output. http://www.adobe.com/products/docserver/main.html

eerste datum: 02-04-2000; tj

4:39:1 digitale portabiliteit voorbeeld PDF server Ó Voorbeeldpagina van de toepassing van Adobe Document Server, jammer is dat de webinterface toch weer afwijkt van de Acrobat reader software die veel mensen nu lokaal op hun computer gebruiken om PDFbestanden te lezen. Ook is er een behoorlijk snelle verbinding nodig om een aanvaardbare bladersnelheid te kunnen realiseren. ADOBE DOCUMENT SERVER http://access.adobe.com:8088/vba_demo/index.html

eerste datum: 02-04-2000; laatste: 02-04-2000; bezocht: 1x door tj


4:39:1 digitale portabiliteit PDF tools PLANET PDF - TOOL DESCRIPTION FOR DL PAGER BY DATALOGICS, INC. DL Pager Print DL Pager is a high speed, fully automatic composition engine. Simply pour volumes of data into DL Pager and out roll perfectly formatted pages, complete with complex headers and footers, contents, indices, footnotes, tables, math and cross references; all set perfectly in place. DL Pager Advantages: No transformations or filtering SGML to typesetting language required High speed automatic composition with support for complex tables, scientific and mathematics as well as legal footnotes Support for a wide variety of graphics input formats Automated graphics tracking, sizing, and scaling Support for automated complex graphics placement UNIX, VAX platform support, or Alpha VMS and now, Windows NT Multiple concurrent output including PostScript and PDF PDF output with hyperlinks and bookmarks in place. http://www.planetpdf.com/mainpage.asp?webpageid=550&TBToolID=1128

eerste datum: 29-03-2000; laatste: 01-04-2000; bezocht: 1x door tj

4:39:1 digitale portabiliteit PDF tools PLANET PDF - TOOL DESCRIPTION FOR PDF EDITOR BY GLANCE PDF Editor Print The PDF editor is a graphical user interface tool based on Acrobat that provides editing functionality in the sense that you can create PDF files by copying and pasting arbitrary rectangular portions from existing PDF files. The Editor is integrated with Documentum, but can also be used as a stand alone tool. Published by Glance. http://www.planetpdf.com/mainpage.asp?webpageid=550&TBToolID=1173

eerste datum: 29-03-2000; laatste: 01-04-2000; bezocht: 1x door tj

4:39:1 digitale portabiliteit PDF tools PLANET PDF - TOOL DESCRIPTION FOR PDF LIBRARIAN BY LANTANA RESEARCH SOFTWARE PDF Librarian Print Turns a PDF document into an archiving environment. With this Acrobat Exchange plug-in, you can store digital files within a PDF file. PDF Librarian also provides a complete tool set for managing, extracting, and launching these files. PDF Librarian has capabilities for compression, encryption, versions, revision control, auto backup, and logging. Great for engineering projects, web site management, graphic arts projects. Published by Lantana Research Software. http://www.planetpdf.com/mainpage.asp?webpageid=550&TBToolID=1168

eerste datum: 29-03-2000; laatste: 01-04-2000; bezocht: 1x door tj

4:39:1 digitale portabiliteit PDF tools PLANET PDF - TOOL DESCRIPTION FOR PDF LINKER BY GLANCE PDF Linker Print PDF Linker is a tool that allows you to build links between multiple PDF files for the purpose of publication (e. g. on a CD ROM) graphical user interface customizable and extensible (scripting) framework supports full text analysis support to generate link annotations and bookmarks Published by Glance. http://www.planetpdf.com/mainpage.asp?webpageid=550&TBToolID=1187

eerste datum: 29-03-2000; laatste: 01-04-2000; bezocht: 1x door tj


4:39:1 digitale portabiliteit PDF tools PLANET PDF - TOOL DESCRIPTION FOR PDFAQUA BY COMPUTERISED DOCUMENT CONTROL (CDC) PDFaqua Print PDFaqua is an extension to Documentum which offers: "Print time" watermark and attribute addition to documents; Dynamic or "one time" Documentum Docbase attribute addition to the "view"and/or "print" copies of the document; The ability to set the document's permissions "on the fly" to reflect the User's Docbase permissions. PDFaqua is based around the PDF file format and may be seamlessly installed onto any existing Docbase. PDFaqua allows the document administrator to give different users different perspectives of the same document. The administrator can easily provide different combinations of document "view" and "print" views for the same user or different users or user groups. These different views may include additional text, graphics, watermarks and Docbase attributes. Full control over the document's security permissions is provided. For example, the same PDF rendition may be presented to one user with "print" functionality disabled, to another user with "print" functionality enabled but with print time watermarking applied and to a third user with "print" functionality enabled but with "controlled copy" information (such as User name and Document expiry date) automatically applied. Complex "rules based" document policies may be implemented by simply changing Administrator definable templates, which themselves are PDF documents within the Docbase. Published by Computerised Document Control (CDC. http://www.planetpdf.com/mainpage.asp?webpageid=550&TBToolID=1225

eerste datum: 29-03-2000; laatste: 01-04-2000; bezocht: 1x door tj

4:39:1 digitale portabiliteit PDF tools PLANET PDF - TOOL DESCRIPTION FOR PDFEXPRESS BY THINK121, INC. pdfExpress Print pdfExpress represents a new step forward in a technology called variable data printing. Although you may not be familiar with this term, you are probably familiar with various expressions of this technology. For example, a form letter with your name and address from your local bank or insurance company is probably the most common form of variable data printing. pdfExpress is dynamic PDF creation. pdfExpress is a Plug-In for Adobe Acrobat Exchange which provides on-the-fly creation of custom PDF documents. pdfExpress allows an Acrobat user to interactively define and create new PDF documents by combining text and graphics from: standard databases existing text pages graphics or text from existing PDF documents images in industry standard formats Published by Think121, Inc. http://www.planetpdf.com/mainpage.asp?webpageid=550&TBToolID=1197

eerste datum: 29-03-2000; laatste: 01-04-2000; bezocht: 1x door tj


4:39:1 digitale portabiliteit PDF tools Ó Niet direct een PDF tool, maar wel een ‘utility’ waarmee degenen die geen (dure) postscript printer hebben, toch verschillende vormen van post script files kunnen printen. Een voorbeeld van ‘freeware’, gratis ter beschikking gestelde software, die ook binnen een grote organisatie nuttig kan zijn. Naast “optimale oplossingen” zijn er steeds tijdelijke oplossingen nodig. PLANET PDF - TOOL DESCRIPTION FOR PRINTFILE BY PETER LERUP PrintFile Print PrintFile is a freeware MS Windows utility program that will enable you to print files fast and easily. The program recognizes plain text, PostScript, Encapsulated PostScript (EPS) and binary formats. Using this program can save you a lot of paper and thereby also saving valuable natural resources. PrintFile can also act as a print spooler, watching a specified directory for files. Whenever a file appears in that directory it will automatically be printed. PostScript and EPS files created on Macintosh and UNIX systems can also be printed by PrintFile. The program is available in both 16-bit (Windows 3.1x) and 32-bit (Windows 95 and NT) versions. Documentation is included in a Windows Help file. Published by Peter Lerup. http://www.planetpdf.com/mainpage.asp?webpageid=550&TBToolID=1336

eerste datum: 29-03-2000; laatste: 01-04-2000; bezocht: 1x door tj

4:39:1 digitale portabiliteit PDF tools PLANET PDF - TOOL DESCRIPTION FOR BOOKWORM BY RADTKE CONSULTING This Acrobat Plug-In allows a user to select fonts, sizes, attributes, and/or strings to be used to create Bookmarks in a PDF document. The Bookworm searches through a document and when a match is found it creates a bookmark to the location of the Match in the document. http://www.planetpdf.com/mainpage.asp?webpageid=550&TBToolID=1103

eerste datum: 29-03-2000; laatste: 18-04-2000; bezocht: 2x door tj

5:41:1 moedwillige overcapaciteit investeren in voorsprong INVESTEREN IN VOORSPRONG Op 29 april 1999 heeft minister Hermans de notitie 'Onderwijs Online; verbindingen naar de toekomst' gepresenteerd. 'Onderwijs on line' is een uitwerking van de beleidsbrief over ict in het onderwijs, die de minister in februari 1999 de Tweede Kamer aanbood. Minister Hermans kiest bij de verdere invoering van ict in het onderwijs voor een bestuurlijke aanpak met eigen verantwoordelijkheid van scholen en ruimte voor eigen beleid. (...) In ‘Investeren in Voorsprong’ is het belang van digitale toegang tot bibliotheken, musea en andere culturele instellingen aangegeven. Vooral bibliotheken en archieven worden als belangrijke bronnen van informatie en kennis gezien en het is dus meer dan wenselijk dat zij integraal op het kennisnet aangesloten worden. Deze aansluitingen vormen tegelijkertijd voor bibliotheken, archieven, instellingen voor monumentenzorg en musea een extra stimulans om hun collecties digitaal toegankelijk en didactisch toepasbaar te maken. http://www.ictonderwijs.nl/documenten/uwp/speciale.htm

eerste datum: 09-03-2000; tj


5:42:1 trouwe sleutelbewaring Digital Rosetta Stone Ă“ Robertson pleit voor het oprichten van een overheidsinstelling om de overdraagbaarheid van digitale bestanden in de toekomst veilig te stellen. Iets dat zeker ook voor de Nederlandfse situatie geldt. Er zijn wel bedrijven die dit soort services leveren, maar dat is allemaal korte termijn werk en als er geen vraag is dan zal een bepaalde standaard ook niet meer ondersteund worden, zoals ook uit het onderzoek van Robertson blijkt. Een PDF versie van deze tekst is te vinden op: http://www.au.af.mil/au/database/projects/ay1996/afit_la/rober_sb.pdf DIGITAL ROSETTA STONE: A CONCEPTUAL MODEL FOR MAINTAINING LONG-TERM ACCESS TO DIGITAL DOCUMENTS BY TEVEN B. ROBERTSON Due to the rapid evolution of technology, future digital systems may not be able to read and/or interpret the digital recordings made by older systems, even if those recordings are still in good condition. This thesis addresses the problem of maintaining long-term access to digital documents and provides a methodology for overcoming access difficulties due to technological obsolescence. A review was conducted to determine the long-term access methods that have already been suggested by other researchers. These previously suggested methods are then combined with other ideas that were encountered and conceived while performing research for this project. The combination of these methods and ideas led to the creation of a model, the Digital Rosetta Stone, that provides a methodology for maintaining long-term access to digital documents. The hypothesis for the model is that knowledge preserved about different storage devices and file formats can be used to recover data from obsolete media and to reconstruct the digital documents. The Digital Rosetta Stone model describes three processes that are necessary for maintaining long-term access to digital documents in their native formats-knowledge preservation, data recovery, and document reconstruction. Finally, recommendations are made for the evaluation and implementation of the Digital Rosetta Stone. http://www.au.af.mil/au/database/research/ay1996/afit_la/rober_sb.htm

eerste datum: 15-04-2000; laatste: 15-04-2000; bezocht: 5x door tj


5:42:1 trouwe sleutelbewaring redden van data RETURN FROM INTERRUPT DATARECOVERY Een zeer specialistische dienst van deze afdeling is het repareren van harde schijven en 'datarecovery'. Het is niet mogelijk om een harde schijf in een normale omgeving te openen. De altijd aanwezige stofdeeltjes die daarbij in de harde schijf komen, vernielen het kwetsbare oppervlak van de harde schijf zodra we deze weer in gebruik nemen. Om datarecovery aan te kunnen bieden beschikt R.T.I. over een Class 100 cleanroom, de enige plaats waar een harde schijf veilig geopend kan worden. In deze stofvrije omgeving kunnen we de interne elektronica en mechanica van een harddisk repareren. Door deze reparatie wordt het mogelijk om die gegevens die aanvankelijk niet meer leesbaar waren alsnog in te lezen en daardoor te redden. U hebt ook een backup van Uw boekhouding en orderadministratie? U vertrouwt daarop? Ongeveer 80% van de klanten die hulp zoeken bij een datarecoveryservice vertrouwden op hun backup. Een backup is echter geen garantie dat U altijd Uw data terug kunt krijgen. Als u niet in een vroeg stadium een storing opmerkt kan het zijn dat uw backup al 'corrupt' is. Na het terug zetten van de backup blijft u dan met twee corrupte kopieĂŤn zitten! Er bestaan een groot aantal oorzaken waardoor de gegevens niet meer leesbaar zijn: hardwarestoringen, blikseminslag, spanningspieken, computervirussen, datacorruptie, softwarefouten, menselijke fouten en opzet. Bij een hardwarestoring kan het gebruik van hulpprogramma's leiden tot extra verminking van de gegevens. Om risico's te vermijden is het dus raadzaam ook het eerste onderzoek aan de datarecovery experts van RTI over te laten. http://rti.popin.nl/rti/datareco.htm

eerste datum: 15-04-2000; tj

5:42:1 trouwe sleutelbewaring digitaal detectivewerk VOGON DATATERUGWINNING EN FORENSISCH COMPUTERWERK Vogon International werd opgericht in 1985 en ging in 1997 een fusie aan met AuthenTec. Als DE experts op het gebied van het terug winnen van data, levert Vogon oplossingen aan voor hard disk, tape, optische en andere opslagmedia en biedt het de meest uitvoerige dataconversie service ter wereld. Vogon is tevens gespecialiseerd in het verzamelen van bewijsmateriaal in computer opslagmedia ten behoeve van rechtszaken op het gebied van computerfraude, computermisbruik of andere computermisdrijven. De forensische systemen van Vogon worden gebruikt door overheden in heel Europa en Noord-Amerika. Onze forensische adviesdienst heeft de meest ervaren onderzoekers van Europa in dienst en wordt gebruikt door overheid en bedrijfsleven om effectief bewijsmateriaal veilig te stellen en daarnaast te zorgen voor een snelle manier om dit materiaal te raadplegen en zonodig te presenteren voor de rechtbank. http://www.computer-crime-vogon.com/dutch-00.htm

eerste datum: 15-04-2000; tj


5:42:1 trouwe sleutelbewaring data recovery DATAREC.COM - THE BEST IN DATA RECOVERY SERVICES. Our engineering team has in-depth knowledge of drive technologies, controller interfaces, computer hardware, data structures, file formats and unpublished network/operating system characteristics. OPERATING SYSTEMS AND FILE SYSTEMS Intel Platforms Non-Intel Platforms STORAGE MEDIA Hard Disk Drives Removable Media Tapes. http://www.datarec.com/index.html

eerste datum: 15-04-2000; tj

5:42:1 trouwe sleutelbewaring encapsulation PADI - ENCAPSULATION Encapsulation Encapsulation in the context of preserving digital materials is a technique of grouping together a digital object and anything else necessary to provide access to that object. This technique aims to overcome the problems of the technological obsolescence of file formats because the details of how to interpret the digital bits in the object can be part of the encapsulated information. Encapsulation can be achieved by using physical or logical structures called "containers" or "wrappers" to provide a relationship between all information components, such as the digital object and other supporting information such as a persistent identifier, metadata, software specifications for emulation. The encapsulation may be composed of analogue and digital components. An example of an analogue component would be human readable instructions, such as writing on the outer case of a physical format carrier, to describe how to use the carrier and interpret the outer most layer of the digital component, most likely the wrapper, which will in turn provide the information required to use the rest of the digital information contained. The analogue component of the encapsulated object may change as the carrier needs to be refreshed but ideally there should be no change required of the digital component when it is stored this way. The types of supporting information that should be included in an encapsulation, apart from the digital object itself, are described by the Reference Model for an Open Archival Information System (OAIS) which are based on the report "Preserving Digital Information" from the Task Force on Archiving of Digital Information. Briefly, they are: the representation information used to interpret the bits appropriately for access; the provenance to describe the source of the object; the context to describe how the object relates to other information outside the container; reference to provide one or more identifiers to uniquely identify the object; and fixity to provide evidence that the object has not been altered. An alternative to storing the representation information to decode the bit-stream with every digital item archived, is to include a pointer to a single storage area for that information. This could be (...) http://www.nla.gov.au/padi/topics/20.html

eerste datum: 15-04-2000; laatste: 16-04-2000; bezocht: 1x door tj


5:42:1 trouwe sleutelbewaring Computer Conservation Society SIMULATORS OF HISTORIC MACHINES SIMULATORS OF HISTORIC MACHINES This directory contains software to simulate the behaviour of historic computers. Much of this software has been created by members of the Computer Conservation Society, whose cooperation in allowing it to be included is gratefully acknowledged. The remaining software is included by permission of the relevant author, again with thanks for allowing it to be included under our umbrella. Each historic machine has its own directory, within which are one or more simulators. Please read the readme text for a given machine for a brief description of what simulators are available. The most popular host platform for the simulators is MSDOS or Windows other platforms would be specifically mentioned in the readme. You must assume that the copyright of all the software in this directory and its subdirectories remains with the relevant author(s). You may download the software for your own use, but you may not distribute it nor make money from it unless you are specifically licensed so to do by the relevant author. ,- | DISCLAIMER | | | | The Computer Conservation Society and the relevant authors | | accept no liability for any use made of this software. ftp://ftp.cs.man.ac.uk/pub/CCS-Archive/simulators/00readme.txt

eerste datum: 02-10-1998; laatste: 13-03-2000; bezocht: 1x door tj

5:43:1 taaie verknoping virtueel anker Ó Voorbeeld van discussies over het verbeteren van de bestaande webinterfaces. Een belangrijke gedachte die ikzelf ook al langere tijd had om een stukje software te schrijven dat het mogelijk maakt om ‘virtuele ankers’ in webpagina’s, waar dan ook, uit te werpen. Dit heeft ook verband met de ideeen van Ted Nelson over transcopyright en zijn methode van universele adressering (Xanadu). WWW WISHLIST Robot Wisdom home page] A wishlist for HTML/Netscape/WWW There should be two ways to select a link, one of which causes you to go there, and the other to 'inspect' the nature of the link-- where it leads, how much data it will transfer (w/ or w/o gifs), etc. Navigation commands need to be standardized and built into HTML, so that we don't have to put our own 'up' 'next' 'home' buttons on every page. (This will require supplying a map of the topology, which the browser can translate into buttons.) A 'virtual' anchor like "bigtext.html#%27" that would allow you to link to a particular position (here, 27% down from the top) in someone else's document, without them having to insert a real anchor A sort of 'temporary bookmark' that you can create with a single keystroke/mouseclick, for those occasions when you have to choose between following an interesting link and continuing to read an interesting page. It would make sure you get back to the branch-not-chosen, eventually... I'm looking for where issues like these are discussed. This document from the WWW Consortium in Switzerland is the best I've found so far. But it's written in jargon, and very vague. Here's another one that goes into a few more particulars. http://www.mcs.net/~jorn/html/net/wishlist.html

eerste datum: 06-03-2000; laatste: 10-04-2000; bezocht: 2x door tj


6:45:1 vast raamwerk waarbinnen al het andere draait hergebruik van software elementen PLATINUM WHITE PAPER: COMPOSING MODELING FRAMEWORKS IN CATALYSIS Re-use has been a long sought-after goal in software development. In object-oriented design and programming, the concept of a "framework" has proven to be a very useful way to re-use skeletal implementations of architectural designs, while permitting customization to different contexts. However, pieces of code are by no means the only useful re-usable artifacts; recurrent patterns occur in models, specifications, interactions, and refinements. Moreover, the basic OOP unit of encapsulation — a class — is not the most interesting unit of describing designs; it is the collaborations and relationships between elements that constitutes the essence of any design. http://www.platinum.com/products/wp/crc/wp_modfr.htm

eerste datum: 06-02-2000; laatste: 12-03-2000; bezocht: 1x door tj

6:45:1 vast raamwerk waarbinnen al het andere draait vast raamwerk waarbinnen al het andere draait COMPONENT-BASED DEVELOPMENT ENVIRONMENT: AN INTEGRATED MODEL OF OBJECT-ORIENTED TECHNIQUES AND OTHER TECHNOLOGIES Object-Oriented Techniques have been considered a powerful means of solving software crisis through their high reusability and maintainability. However, Object-Oriented Programming(OOP) has not brought many benefits since they have not provided interoperability of components at the binary/runtime level. The following article from Byte Magazine shows that the paradigm for a software development method has shifted from OOP to Component-Based Development(CBD). "Object technology failed to deliver on the promise of reuse. Visual Basic's custom controls succeeded. What role will Object-Oriented Programming play in the component-software revolution that's now finally under way?" [Byte94] A software component is defined as a unit of software that implements some known functions and hides the implementation of these functions behind the interfaces that it exposes to its environment. The term componentware is also described as software assembled from a set of components [Ovum98]. Ovum's definition of a component is limited to software, but in order to maximize the benefits from reuse we should include all information generated in the course of development, ranging software products to requirement specifications, design specifications, project plans, test plans, quality plans, user manuals, including ideas, methods, experiences, etc. Component-Based Software Engineering(CBSE) or CBD is considered a new paradigm of a software development method that consists of component production, selection, evaluation and integration. In order for CBSE to be successful and effective, many problems related to this new technology should be solved. This paper reviews several technologies that need to be investigated in order to build a Component-Based Development environment that will work as a total solution. Since CBSE requires the linkages between many related technologies, a tool supporting CBSE/CBD may not work as a feasible tool if these technologies are all not implemented in the tool. There are some hopeful component infrastructure tools or models such as OMG's CORBA 2 specification [Orfali97], Microsoft's ActiveX/OCX and COM/DCOM[Chappell96], and Sun's Java Beans[Sun97]. However, since these component tools are http://www.sei.cmu.edu/cbs/icse99/papers/17/17.htm

eerste datum: 06-02-2000; laatste: 12-03-2000; bezocht: 1x door tj


6:45:1 vast raamwerk waarbinnen al het andere draait competenties regelen Ó Teksten bij enkele ‘slides’ die de principes van het portfolio systeem van de EFA in Amsterdam uitleggen. Er is een strakke basisstructuur, zowel op de eigen computer thuis als bij de opleiding... EFA PORTFOLIOSYSTEEM MENTAAL BEELD 2 HET EIGEN DOMEIN Het eigen domein is een verzameling (sub)directories waarin je jouw HTML-bestanden, plaatjes, geluid, e.d. plaatst. Enkele directories zijn verplicht, anders werkt het portfolio-menu niet goed. Hiernaast zijn ze aangewezen met dunne lijnen. De rode kruisen geven aan welke directories je hebt afgesloten voor anderen die in je portfolio willen kijken. DELEN VAN DE PORTFOLIO AFSLUITEN De eigenaar kan delen van zijn portfolio afsluiten. Daarna kan hij eventueel 'permissies' instellen die bepaalde personen het recht geven om bepaalde delen van zijn/haar domein te bekijken. Die personen moeten wel geregistreerde gebruikers zijn. Het gaat daarbij alleen om kijken, want schrijfrechten zijn exclusief voor de eigenaar van een portfolio gereserveerd (...) IN ANDERMANS PORTFOLIO KIJKEN Andermans portfolio is te bekijken vanuit je eigen portfolio. Er wordt dan een nieuw scherm geopend. In dat scherm gebruik je het portfolio-menu van die anderman. Maar niet alle menu-keuzes zijn dan aanwezig, want je mag alleen kijken, niet veranderen! Natuurlijk kun je alleen zien wat je mag zien volgens de eigenaar van het portfolio. http://onderwijs.efa.nl/publicaties/PF-lokaal/mentaal/index.html

eerste datum: 09-04-2000; tj


6:46:1 bestaande elementen origineel combineren teaching without bureaucracy Ă“ Heel bruikbaar overzicht en ideeen over het vormgeven van digitale on-line leergemeenschappen, waarin zowel de maatschappelijke als de technische aspecten aan de orde komen, met de prangende vraag zelf iets te bouwen of verschillende bestaande sytemen te combineren. Er is ook feed-back van lezers op het geschrevene en praktische raad bij kiezen en ontwikkelen van software. SCALABLE SYSTEMS FOR ON-LINE COMMUNITIES here are the new things that we can do with online communities: we can teach other people without becoming part of a university or secondary school bureaucracy we can teach other people without having to teach full-time we can learn without paying $40,000/year to a college we can learn without quitting our jobs we can learn without leaving our houses we can learn from people who have broader experience than full-time teachers we can work without having to be in the same building we can contribute to a company's or non-profit organization's projects without having to work full-time no matter how unusual our personality or interests, we can make like-minded friends (...) In practice, we have to do some programming work first if the communities are to remain useful as they grow. (...) It has become fashionable in the late 1990s for people who buy information systems to purchase several "best-of-breed" applications from different vendors, drag these back to their server rooms, and proceed to put together an information system for their organization. Having paid their license fees, this assembly process is known as "systems integration". (...) At Oracle Open World in 1999, Larry Ellison asked the audience to imagine if they bought a car the way that smart business people buy computer systems: "BMW has the best fuel injection so I'll get BMW fuel injection. I really like those big Jeep wheels so I'll get Jeep wheels. I like the Mercedes best engine and I'll put it all into a Porsche body. I'll have the best car in the world because each component is best-of-breed. ... "People buy cars from one company at a time. This is why cars are cheap and reliable. Computers were supposed to make people more productive but because of the way people buy software, our industry has created a worldwide labor shortage." A management consultant friend of mine refers to best-of-breed solutions as "A bunch of inferior programs huddling together for warmth around the dying embers of Windows NT." The alternative is to build an integrated system, running out of a single relational database. http://photo.net/wtr/thebook/community.html

eerste datum: 11-04-2000; laatste: 14-04-2000; bezocht: 1x door tj


6:46:1 bestaande elementen origineel combineren koop wat je kunt kopen Ó Artikel in ‘SURF WebCahier’ van Prof.dr. C.P.M. van der Vleuten (Universiteit Maastricht Faculteit Geneeskunde Onderwijsontwikkeling en -research): “Kennis meten met ICT” SURFWEB CAHIER • FEBRUARI 2000 Houd het simpel, ontwikkel niet alles zelf, koop wat je kunt kopen, werk samen. Die lessen hebben we goed geleerd," zo zegt prof.dr. C.P.M. van der Vleuten van de Universiteit Maastricht. Hij is één van de experts in Nederland op het gebied van toetsing met ICT. De computer wordt steeds vaker te hulp geroepen door toetsenmakers. Vooral itembanken blijken populair. Maar het valt Van der Vleuten op dat ontwikkelprojecten voor toetsbeheerprogramma's nogal eens mislukken. "Het nadeel van commerciële pakketten is dat ze slecht aansluiten bij je eigen organisatie. Dus hebben mensen de neiging om zelf programma's te ontwikkelen. Ik heb die neiging ook, en dan val ik in dezelfde kuil als de anderen. Zelf ontwikkelen van software is gigantisch lastig en kostbaar. Ik zou in neonletters willen zetten: pas daarmee op. Koop het gewoon. Of werk samen, want dan deel je de kosten." Een ander devies van Van der Vleuten is: houd het simpel. "Praktijksimulaties met de computer kun je heel complex maken, maar voor toetsdoeleinden is dat vaak niet nodig. Complexe simulaties voegen niet zo veel toe aan gewone kennismetingen." (...) Digitale portfolio Wat heeft de toekomst nog in petto? Nieuwe vormen van onderwijs, waarin het accent ligt op zelfstandig leren en ontwikkelen van vaardigheden, doen nieuwe toetsvormen ontstaan: peer-assessment, zelfanalyse, logboeken, productevaluaties. Die kunnen allemaal worden gecombineerd in een dossier. Dat noemt men portfolio-assessment. Dit vereist echter goede begeleiding. In periodieke gesprekken nemen docent en student het dossier door en bespreken zij de acties voor de komende tijd. "Dat brengt een behoorlijke bureaucratie met zich mee", zegt Van der Vleuten. "Dus ligt het voor de hand om ICT daarbij te hulp te roepen, in de vorm van een digitale portfolio. Wij zijn doende om zoiets te ontwikkelen, samen met anderen." De onderwijskundige meerwaarde van ICT is volgens Van der Vleuten nu nog beperkt. "Er zit wel beweging in, maar het gaat met hele kleine stapjes. Je moet heel erg oppassen dat je de technische aspecten niet vooropstelt. De vraag is altijd: voor welke inhoudelijke problemen kan ICT een oplossing bieden. http://www.surf.nl/cahier/Pages/21/21art1.html

eerste datum: 09-04-2000; tj


6:46:1 bestaande elementen origineel combineren data bases en data mining links Ă“ Subpagina van Array Publications met een goede actuele lijst met verwijzingen naar informatie over databases. SITESELECT / DATABASES EN BUSINESS INTELLIGENCE Center for the Application of Information Technology (http://www.cait.wustl.edu/catalog/database/index.html) Het Center for the Application of Information Technology van de Washington University in St. Louis heeft een Web-pagina samengesteld met links naar informatie over database-ontwikkeling en bekende producten als MS Access, Chrystal Reports, DB2 en Oracle. Database-onderzoek (http://www-ccs.cs.umass.edu/db.html) De Universiteit van Massachusetts heeft een database-pagina waarin per rubriek (en dat zijn er nogal wat) is opgesomd wie er wetenschappelijk onderzoek doet op database-terrein en waar dat is. Alle hotlinks zijn aanwezig. Andere universiteiten met op hun sites pagina's over databases en verwante onderwerpen zijn: Indiana University Database Group, Stanford University Database Group, University of Virginia - Real-Time Database Management Systems, University of Twente - DOLLS Group. De informatie wisselt regelmatig en bestaat doorgaans uit onderzoeksprojecten, verslagen, papers, enzovoort. Database-onderzoek (http://liinwww.ira.uka.de/bibliography/index.html) Collection of Computer Science Bibliographie The Collection of Computer Science Bibliographies, gehost door de Universiteit van Karlsruhe, bevat verwijzingen naar een enorm aantal tijdschriftartikelen, congrespapers en technische rapporten. Meer dan 80.000 referenties bevatten een link naar online versies van papers. Tevens meer dan 2000 links naar andere bibliografische sites. Data-mining (http://www.cs.bham.ac.uk/~anp/TheDataMine.html) Onder de titel 'the Datamine' biedt deze pagina links naar allerlei informatie over data-mining, waaronder bibliografie, software, conferenties, enzovoort. Data Warehousing Information Center (http://pwp.starnetinc.com/larryg/index.html) De beste 'onafhankelijke' bron voor data-warehousingonderwerpen en -aanbieders die wij konden traceren is in handen van Larry Greenfeld van het bedrijf LGI Systems: the Data Warehousing Information Center. Het biedt een groot aantal (schijnbaar uitputtend) verwijzingen naar leveranciers, ingedeeld in ongeveer tien categorieĂŤn, boeken, artikelen, white papers, technische evaluaties, nieuwsgroepen enzovoort. Hij heeft alles zelf van eenregelig commentaar voorzien. Zeer uitgebreid. Aanrader. http://array.nl/Sites/dbmanagement.htm

; laatste: 06-04-2000; bezocht: 2x door tj


6:46:1 bestaande elementen origineel combineren allows anyone to create, publish, enhance, and maintain their own Web site TRELLIX WEB PRODUCT INFORMATION - SO, WHAT IS TRELLIX WEB? So, what is Trellix Web? Trellix Web is incredible new software that allows anyone (and we mean anyone) to create, publish, enhance, and easily maintain their own professional-looking Web site. Trellix Web is easy • No HTML, no FTP and you don't have to be a graphic designer. • Pick a design template and add your content. • One click to add new pages, links to other sites, change fonts or easily manipulate those photos of yours. • On-screen guides and Wizards can take you through the entire process. How hard is that? Trellix Web is fast Don't spend days or weeks building your site - do it in minutes. Trellix Web is fast. Publishing and updating is even faster. With One-Step Publish™ all it takes is a click. Trellix Web is expressive Change fonts, change type sizes, change colors. Insert your own photos, images or use our clip art. Fool with the design by editing the template. Express yourself! Make it your site. What Trellix Web is Not • It is not difficult • It is not cheesy • It is not just a front page • It is not the sequel to Charlotte's Web • It is not for Mac users (sorry) • It is not embarrassing • It is not mind-boggling • It is not limiting • It is not expensive • It is not boring Trellix Web does it all Templates provide a multipage site structure complete with navigation that automatically updates as you add or move pages. One click you add links. Another click sparkles up your site with a Web Gemä - like your local weather forecast, animated graphics, or an affiliate link that earns you money. Trellix Web is one-of-a-kind • Nobody makes it soooo easy to build a complete, great looking web site. • Nobody makes it this easy to publish and update a site because nobody else has One-Step Publish. • Nobody provides technical support like Trellix. We want you to have a great site - join a chat, send us an e-mail or just browse our award-winning support site all for FREE. We have phone support too. • Nobody comes close! Trellix Web is FREE* Talk about a no-brainer. Download Trellix (...) http://www.trellix.com/Product/TrellixWeb.asp

eerste datum: 28-12-1999; tj

6:46:1 bestaande elementen origineel combineren every word or phrase is a potential link THINKER - HYPERTEXT EDITOR & WORD PROCESSOR Poor Person Software introduces Thinker, the innovative hypertext editor, hypertext word processor, and database that enhances the creativity of writers of every kind. Text is organized both as an extended outline and as a hypertext web. Every word or phrase is a potential link. Links can be to applications, documents processed by other applications, Thinker documents, and external links to mail or the web using your browser. Are you writing a book, thesis, or report? Are you organizing data for a book? Do you write interactive fiction? Do you want to publish your work in HTML? Based on a system called "NLS" developed in the 1970's at SRI by Doug Engelbart, Thinker is the hypertext word processor and hypertext editor of choice for imaginative people everywhere. Thinker is used by writers, composers, software engineers, and other creative people as a hypertext word processor, hypertext editor, story creator, database, idea processor, documentation tool, and groupware design aid. http://www.webcom.com/~thinker/

eerste datum: 28-12-1999; laatste: 12-03-2000; bezocht: 1x door tj


6:46:1 bestaande elementen origineel combineren de fundamenten van het electronisch bouwwerk Ó Kort overzicht met bijbehorende links over de architectuur van het World Wide Web voor hen die het overzicht kwijt zijn. THE ARCHITECTURE OF THE WORLD WIDE WEB Web Architecture from the Ground Up Essentials URLs: naming; HTTP: NIR protocols; HTML: data formats; clients: immersive hypermedia experience; servers: PIM to MIS to global KB. disintermediaries. Brian's dream server Hypertext Ted Nelson and Xanadu: links and anchors; Engelbart: windows, mouse; Describing and Linking Web Resources Networked Information Retrieval GET: WAIS, verity, fulcrum, z39.50, gopher; PUT/POST: FTP, NNTP; HTTP Caching Rules and Heuristics Proxy caching, stale copies, format negotiation; Web/Mail/Usenet Integration: HyperMail Done Right, Notification Document formats and Knowledge Representation character sets: Character Set Considered Harmful; Character sets, encodings, octets, integers... ; SGML, TeX, RTF, andrew; critique of markup languages; MIME/WWW/SGML thread; WWW Architecture: Data Formats in progress: Jan 1996. A formal architecture begins to develop (Jan 1996) in the form of Larch traits: Octet Character; AI, slots/frames, deduction, semantic network. Describing and Linking Web Resources; GEB: symbols, names, GET=eval; declarative vs. turing-complete. Toward a Formalism for Communication On the Web; programs as knowledge: OOP authenticity, confidentiality, belief, and trust. http://www.w3.org/Architecture/Outline.html

eerste datum: 08-03-2000; laatste: 05-04-2000; bezocht: 1x door tj

6:46:1 bestaande elementen origineel combineren een antwoord op het monopolie van software giganten? Ó Het wiel niet nog een keer hoeven uit te vinden... met het recente succes van het besturingssysteem Linux is kennisvermeerdering door het open ter beschikking stellen van software gegevens, zodat velen er aan kunnen meewerken, een nieuwe trend geworden. Dit initiatief lijkt vooral op cuturele projekten gericht te zijn, maar heeft een visueel aantrekkelijke interface, die jammer genoeg niet altijd functioneel is. OSCULTURE DATENBANK (OPEN SOURCE) in dieser datenbank finden sich projekte, die im weitesten sinne etwas mit dem open source gedanken zu tun haben. man kann die datenbank durchsuchen (einfach mit der maus über die roten kästchen fahren) oder selber projekte in die datenbank eintragen (auf ein freies feld klicken u jedem projekt gibt es ein eigenes forum, das man unmittelbar vom ende des jeweiligen eintrags aus erreicht. (...) das osculture archiv hat zwei funktionen. das text-archiv soll für transparenz und kompetenz sorgen, indem es näheres über osculture sowie seine engeren und weiteren hintergründe vermittelt und damit gleichzeitig jedem die möglichkeit verschafft, sich mit der sache und debatte vertraut zu machen. re-source soll ganz praktische hilfe anbieten, sei es, um wege zu verkürzen, oder um die bürokratie gelegentlich zu umgehen. wir haben uns überall bemüht, das urheberrecht zu waren und die quellen korrekt wiederzugeben, sollten uns fehler unterlaufen sein, dann lasst es uns wissen. überhaupt: Schickt uns Links, Texte etc, denn jede datenbank ist nur so gut wie ihre daten. http://osculture.in-mv.de/os1.4/files/pro/pindex.html

eerste datum: 31-03-2000; laatste: 02-04-2000; bezocht: 1x door tj


6:46:2 bestaande elementen origineel combineren master the monitoring system at their own pace Ă“ Een portfolio systeem voor medisch personeel... EDUCATIONAL PORTFOLIO GENERAL INFORMATION Marquette Medical Systems' Educational Portfolio supplies educational materials and other resource information. A competency-based instructional program, including classroom materials and product information, allows personnel to master the monitoring system at their own pace, and to measure their own progress. http://www.mei.com/products/eduport.info.html

eerste datum: 11-04-2000; tj

6:46:2 bestaande elementen origineel combineren educational portfolio Ă“ Een persoonlijke portfolio van Daniel R. Jones, tevens een voorbeeld van dit uitegwerkt portfolio systeeem, waarbij het niet geheel duidelijk is of dit systeem ook als produkt op de markt gebracht wordt. EDUCATIONAL PORTFOLIO This electronic portfolio was originally designed for use with various calsses at Wayne State College and has been maintained in the ineterst of Education. http://www.conpoint.com/badreb/portfolio/index.html

eerste datum: 11-04-2000; tj

6:46:2 bestaande elementen origineel combineren portfolio for success THE COLLEGE PORTFOLIO FOR SUCCESS PROGRAM FEATURES What is the College Portfolio For Success ? The College Portfolio for Success is an innovative, research-driven text for first-year students, designed to be used with first-year seminar or orientation programs. The Portfolio program was created through the collective efforts of a professional staff of researchers, writers, and college faculty/administrators Dr. George Stevens, who has more than 30 years experience in program development, founded and directed the three-year project of creating the College Portfolio for Success. After a team of Ph.D.'s directed the research and writing of the text, Dr. Stevens and his staff field-tested it in 30 universities in a ten-state area. The positive response from those surveyed was overwhelming. Designed to enhance retention initiatives Program customized for each institution Student centered content Institutional control over content Flexible to meet the individual needs of the student and the institution Content applicable for students of all ability levels and user friendly Portfolio program designed to comply with accrediting association guidelines No effective cost to institution. http://www.college-portfolio.com/features.html

eerste datum: 11-04-2000; tj


6:46:2 bestaande elementen origineel combineren digital portfolio Ă“ Een voorbeeld project op University Heights High School Bronx, New York, zoals te zien op de website van De Coalition of Essential Schools, die ook in het reisverslag van de HvA portfolio werkgroep genoemd wordt. THE DIGITAL PORTFOLIO: A RICHER PICTURE OF STUDENT PERFORMANCE The Digital Portfolio is a software tool that can help students create a "richer picture" of their skills and accomplishments than traditional transcripts allow. It has the potential to help schools as they think about performance assessment and overall issues of school reform -- by providing a more thorough documentation of how students are reaching goals, it can give a school better information on how to help individual students, and the school as a whole. (...) The key to making this vision work is the "roundtable." As each student completes projects and accumulates other evidence of her skills in a certain domain, she puts together a portfolio of work that collectively shows her abilities and achievements. When she believes she is ready to move to the next level in the school (from middle school student to high school student; from high school student to high school senior; and from high school senior to graduate), the student presents the portfolio to a roundtable of 15 or so teachers, peers, and guests from outside the school. Prior to the roundtable presentation, students prepare cover letters, describing why the set of work in the portfolio demonstrates mastery of the given domain. The participants at the roundtable have a chance to read the cover letter and to review the work done by the student. During the roundtable, the student begins with a presentation that describes the domain, and what her work shows about her understanding of the domain. After the student presentation, reviewers can ask questions of the student about her work, and discuss how that work meets the school's standards. After 45 minutes or so, the student steps outside, and the reviewers determine if they believe that the student has indeed met the standard established for mastery of this domain. At the end, the student returns, and hears about areas of what she has demonstrated that work well and areas that need improvement, and told whether she has passed or whether she needs to prepare for another roundtable. http://www.essentialschools.org/pubs/exhib_schdes/dp/dpframe.htm

eerste datum: 31-03-2000; tj


6:46:2 bestaande elementen origineel combineren career and educational portfolio RIVERSIDE PUBLISHING - CREATING A PLAN - A TOUR OF GIS 3.0 Career and Educational Portfolio A Career and Educational Portfolio is a way to organize records and summaries of your accomplishments, skills, and interests that are related to your career choice and career plan. Each tab includes a set of activities that can be completed at your own pace. The "How To Make a Career Portfolio" is a place to start when first accessing this tool. It presents an overview of each activity set and explains how you can use the activities in each set to build your own Career Portfolio. The tabs at the top of the screen provide access to the following portfolio areas: How to Make a Career Portfolio Creating a Personal Profile Writing Summary Pieces Choosing a Career and Designing a Plan Exploring Career Choices and Plans Creating an Adult Portfolio The area in the middle of the screen identifies the available topics for the selected portfolio area. The topics for the "Creating a Personal Profile" area are: Creating a Personal Profile Academic Accomplishments Academic Interests Awards and Honors Achievement or Ability/Aptitude Test Results Activities in School Projects in School Work Experience Hobbies Interest Inventory Results Work-Related and Leisure-Time Interests Work Values Basic Foundation Skills Competencies Letters of Recommendation This unique on-line portfolio is an essential tool for creating an organized collection of an individual's knowledge, skills, and experiences. A career and educational portfolio can grow and change right along with the individual, whether just starting high school, or planning a new career. In GIS 3.0, your options on this screen are: select a portfolio area, select a topic, enter portfolio information, view the Tutorial; revisit the Main Menu, and click Back. http://www.riverpub.com/products/guidance/creating.htm

eerste datum: 05-04-2000; laatste: 11-04-2000; bezocht: 1x door tj


6:46:2 bestaande elementen origineel combineren learning space Ó Het is interessant te weten dat Lotus Notes en aanverwante producten mede gebaseerd zijn op vroege concepten van Ted Nelson uit de tachtiger jaren, met name zijn Xanadu project met een basisconcept voor het bijhouden van complexe niet verouderende relaties tussen kennisobjecten. LEARNING SPACE Lotus LearningSpace is een speciaal voor onderwijsgebruik ontwikkeld programmapakket, waarmee onderwijs-op-afstand volgens het principe van een virtual classroom kan worden ontwikkeld en gebruikt. Het is een krachtige onderwijsomgeving, die een geïntegreerde combinatie van database- en communicatiefaciliteiten met veel tools biedt, waarmee bijvoorbeeld samenwerking van docenten en studenten en multimediagebruik worden ondersteund. Het pakket kan door studenten naar keuze worden gebruikt met een standaard web-browser of met een specifieke Notes-client-versie. Lotus LearningSpace (versie 2.5) is gebaseerd op het standaard groupware-pakket Lotus Notes / Domino(versie 4.5 +), dat daarom voor het gebruik van LearningSpace ook beschikbaar dient te zijn. Lotus Notes biedt behalve voor het gebruik van LearningSpace ook mogelijkheden voor het faciliteren van een open leeromgeving en voor de ondersteuning van andere processen in onderwijsinstellingen. Lotus Notes wordt in het bedrijfsleven op grote schaal gebruikt voor de informatievoorziening en voor de ondersteuning van diverse groepsactiviteiten en bedrijfsprocessen (intranet). Daarmee hangt samen dat het pakket aansluit bij de gebruikelijke industriestandaarden voor hard- en software. Het pakket wordt geleverd door Lotus/IBM. (...) In Lotus LearningSpace zijn voorzieningen voor asynchrone communicatie rijkelijk aanwezig. Er kan een complexe structuur van open en besloten groepen worden gevormd en de gebruikers kunnen individueel worden geautoriseerd voor de toegang tot informatie en de verschillende bevoegdheden om van die informatie gebruik te maken. Wanneer een Notes-client wordt gebruikt is ook voor studenten uitwisseling van informatie op een hoog kwalitatief niveau mogelijk (bv. ook in e-mail werken met opgemaakte tekst, tabellen, afbeeldingen, etc.). Bovendien kunnen standaard programma’s in een gewone Windowsomgeving worden gebruikt (werken in html is niet nodig). Bij gebruik van een web-browser zijn de gebruikelijke faciliteiten van een internet-omgeving beschikbaar, waardoor de kwaliteit van de informatie (asci-tekst, etc.) die kan worden uitgewisseld en de mogelijkheden voor interactie enigszins worden beperkt. http://websites.ic.uva.nl/icto/tekst/algemeeniwi/learning3.htm

eerste datum: 04-04-2000; laatste: 04-04-2000; bezocht: 1x door tj


6:46:2 bestaande elementen origineel combineren discussie over platform keuze niet centraal MEETPUNTEN LEARNING SPACE Kracht en zwakte van Learning Space als platform voor teleleren in het landbouwonderwijs Inleiding Zowel vanuit KUS als vanuit SEP ICT (in fase 1 van de cursus HAO docent Online) is de vraag gesteld of LearningSpace een rol zou kunnen spelen als platform in het digitaal afstandsonderwijs binnen landbouwonderwijs. (...) Eigenlijk is de vraag verkeerd: zoals nog zal blijken dient niet de discussie over het platform centraal te staan, maar het onderwijskundig uitgangspunt. Afgeleid daarvan kan dan een keuze worden gemaakt uit ICT hulpmiddelen daarbij, waarbij dan ook een platformkeuze hoort. Het Van Hall Instituut is al geruime tijd bezig met digitaal afstandsonderwijs. De software die hiervoor gebruikt wordt bestaat sinds 1994 uit Lotus Notes, sinds dit voorjaar op een afzonderlijke NT server. Enige jaren geleden werd gestart met Release 3 op een OS/2 machine in navolging van de Open Universiteit in Heerlen. Daarbinnen werd een eigen set van teleleerdatabases ontwikkeld met opgaven, een forum etc. Het onderwijskundig uitgangspunt hierbij was dat groepen studenten geformeerd moesten kunnen worden die samen aan documenten moesten kunnen werken, die van elkaar moesten kunnen bekijken, die ingezonden moesten kunnen worden aan de docent, waarna ze beoordeeld teruggezonden moesten worden. (...) Sinds enige tijd is Lotus met een aparte set databases binnen Notes in de markt met als naam Learning Space. Verrassend genoeg blijkt vrijwel de volledige functionaliteit die door de Productgroep simulaties was ontwikkeld in LearningSpace aanwezig te zijn. Het pakket kan door docenten worden benaderd met cliĂŤntsoftware waarbij ruime editmogelijkheden aanwezig zijn; voor studenten is een standaard webbrowser voldoende. (...) Samenvatting Kracht en zwaktes van LS: Kracht Didactisch concept ligt ten grondslag aan softwareontwerp Studenten gebruiken alleen browser Zeer veel functionaliteiten ingebouwd Gebruikersrechten in te stellen Vaak gunstig beoordeeld in veel platformvergelijkingen Door Lotus als speerpunt gebruikt en dus waarschijnlijk minstens enige jaren bruikbaar Lage kosten, korte leertijd Zwaktes Alleen asynchroon Matig studentenvolgsysteem Discussies en assignments slecht gescheiden Zware eisen aan systeembeheer Lay-out slechts mondjesmaat aan te passen Alleen engels. http://online.kennis.org/ocm/artikelen/lshtml.htm

eerste datum: 13-04-2000; tj

6:46:2 bestaande elementen origineel combineren Hyperwave: content en context uit elkaar PODIUM tot slot is nog uitgebreid gediskussieerd over de OU benadering om de content en de context uit elkaar te halen bij het produceren van onderwijs materialen. Deze benadering komt voor in het OU systeem Mercator, maar ook in het Ariadne project van Leuven. En Jan meldde dat Hyperwave ontwikkelingn op dezelfde benadering stoelen. Deze benadering moet het mogelijk maken dat onderwijs content slechts 1x gemaakt hoeft te worden, en dat in de context omgeving de inkleuring van de onderwijskundige aspecten en de student specifieke aspecten plaats vindt. WebCT, virtual classroom en learning space zijn produkten die hier zijdelings ook aan verwant zijn. http://www.surfbureau.nl/podium/verslag0711.htm

eerste datum: 13-04-2000; tj


6:47:1 beperking van aantal elementen en keuzes reading on-screen must be better than paper GOOD DOCUMENTS: INTRANET BUSINESS WRITING FROM DAN BRICKLIN AND TRELLIX This site shows you how to write everyday documents for the new Web medium This site, www.gooddocuments.com™, gives ideas on how to write and organize when your main target is linked pages to be read on-screen, e.g., for reading with a browser on an Intranet. Not for web sites, but rather the documents of the Intranet Most other discussions of how to write for on-screen focus on writing for the World Wide Web as homepages to attract readers. This site is not for "web sites" like that. It is strictly for material people need to write and need to read, the "boring" stuff like analysis, status, tips and techniques, policies and procedures, presentations, etc., that makes up most writing in business. The success of a traditional web site is measured by how many visitors come and come back. That is not the goal here. The success of the documents we are talking about is measured by how many readers find what they need quickly, how useful they find the document, and how efficient it is. For example, quickly finding that the document you are reading is not what you need at this point is as important as finding out that it is. Research has shown that readers can find material in correctly written sites in half the time it takes to find it in incorrectly written sites. In companies where employees spend hours each month reading or researching material on their Intranet, writing correctly can save very large sums of money. We know how to make a site touting the latest perfume. We don't know what makes a good on-screen status report or materials-return policy write-up. How should summaries be written? When do you use them? What makes them most effective for their readers? Reading on-screen must be better, not the same as, or worse than, paper. If the reader feels they have to print out the information to use it, we have failed. This site aims to address those questions and more. http://www.gooddocuments.com/homepage/homepage.htm

eerste datum: 28-12-1999; laatste: 12-03-2000; bezocht: 3x door tj


6:51:1 indicatoren voor navigatie en status overzicht data-visualisatie Ó Dit is zolangzamerhand wel de standaard ingang naar datavisualisatie van de digitale ‘ruimte’ geworden. Zoals ook voor traditionele geografische cartografie en het verwante gebied van diagrammen geldt, bestaan er geen kaarten met een algemene geldigeheid, maar zijn kaarten altijd hulpmiddelen voor specifiek gebruik. Het loont dan ook de moeite verder te kijken dan de in esthetisch opzicht vaak prachtige plaatjes, maar te proberen te ontdekken welk doel ze dienen en in sommige gevallen is dat niet meer dan een overdrijving om een bepaalde visie op te dringen, zoals we die kennen van geo-politieke kaarten. In het referentie overzicht heb ik enkele links pagina’s uit deze atlas apart opgenomen omdat ze mij relevant leken voor de HvA. AN ATLAS OF CYBERSPACES - GEOGRAPHIC Welcome to the Atlas of Cyberspaces This is an atlas of maps and graphic representations of the geographies of the new electronic territories of the Internet, the World-Wide Web and other emerging Cyberspaces. These maps of Cyberspaces - cybermaps - help us visualise and comprehend the new digital landscapes beyond our computer screen, in the wires of the global communications networks and vast online information resources. The cybermaps, like maps of the real-world, help us navigate the new information landscapes, as well being objects of aesthetic interest. They have been created by 'cyber-explorers' of many different disciplines, and from all corners of the world. Some of the maps you will see in the Atlas of Cyberspaces will appear familiar, using the cartographic conventions of real-world maps, however, many of the maps are much more abstract representations of electronic spaces, using new metrics and grids. The atlas comprises fifteen pages, covering different types of cybermaps. For more information on the geographies of the Internet, the Web and Cyberspaces, check out The Geography of Cyberspace Directory. If you would like to be kept informed of updates to the Atlas of Cyberspaces please register to receive the free Cyber-Geography Research Bulletin. If you're interested in discussing the wider issues why not join the Mapping-Cyberspace list? Also, check out the Map of the Month columns at Mappa.Mundi Magazine which discusses different maps in detail. http://www.geog.ucl.ac.uk/casa/martin/atlas/geographic.html

eerste datum: 04-12-1999; laatste: 29-03-2000; bezocht: 5x door tj


6:51:1 indicatoren voor navigatie en status you are here Ă“ Een heel compacte en simpele naviagtie visualisatie, versimpelen in plaats van indruk maken door visueel geweld. Ik heb deze basisgedacht overgenomen bij mijn schets voor een HvA portfolio systeem. THE OTHER SIDE (INTRODUCTION) This is a sample document to introduce you to the feel of a Trellix-style document map. The little squares represent the pages in the document. The page you are currently viewing is indicated by a yellow "you are here" icon. You can follow links in the page body itself normally by clicking on the underlined words, or you can click on the page icons in the map. In many browsers, pointing to a page icon with the mouse will cause the title of the page it represents to be displayed, either right near the mouse-pointer or in the status-line display. When viewed over the Internet, the display of the map with the correct "you are here" icon may take a few seconds. To get a feel for the way a good map operates, click on 3 or 4 pages in the map to get them in your browser's cache, and then go back and forth between them by clicking on them again. http://www.gooddocuments.com/mapdemo/introduction.htm

eerste datum: 28-12-1999; laatste: 11-04-2000; bezocht: 3x door tj

6:51:1 indicatoren voor navigatie en status reading strategies not possible in the paper world FRAMESET: INDEX eTools for eReaders: Time-saving reading productivity tools for people who do their reading on line and on screen. What are the requirements for a good eReading tool? eTools for eReaders should make reading on screen better, faster, more efficient, and more desirable than reading from paper. They should enable eReaders to apply reading strategies that are not possible in the paper world -- powerful strategies for quickly, accurately, and efficiently... navigating, inspecting, previewing, analyzing, comprehending, annotating, and otherwise reading and working with electronic information sources directly on screen. http://www.textscape.com/index.html

eerste datum: 29-12-1999; tj


6:51:1 indicatoren voor navigatie en status dynamische navigatie hulpmiddelen Ă“ Deze firma heeft verschillende producten voor het visualiseren van informatie met als doel navigatie te verbeteren. Dynamische boomstucturen die de mogelijkheid bieden in en uit te zoomen moeten een beter inzicht geven waar je naar toe kan gaan en waar je ook weer vandaan kwam. Het blijft natuurlijk de vraag of dynamische interactieve cartografie op zich het wondermiddel zal zijn om onze weg in het digitale doolhof te kunnen vinden. Zeker is dat het mits overdacht toegepast voor bepaalde doeleinden geschikt kan zijn. Ik zelf ben meer voor een statische benadering omdat het oog rust nodig heeft om verbindingen tussen kaartelementen te maken, maar wellicht is een combinatie van deze twee opties een mogelijkheid. INXIGHT > DEMOS With Site Lens Studio, you can create, design, and publish stylish, intuitive website and information maps (Site Lenses) that give your visitors a quick and easy way to navigate your website. Your visitors will no longer be burdened with finding the information they're looking for. Your Site Lens will make it easy for them to find what they need quickly, thus, giving them more time to willingly see what else you have to offer on your site. What is a Site Lens? A Site Lens is a small java applet served to your website visitors from your website. They are graphically engaging displays that allow users to get to information quickly and intuitively. With your uniquely designed Site Lens, visitors can find your content and act on it without having to navigate through endless links or download unnecessary pages. Think of it as a lens that can be instantly refocused at any time to allow the discovery of context and meaning. A graphical map of such ease and richness that your website visitors will feel confident they can find what they need without getting lost. Not to mention actually enjoying the experience of moving around your website. http://www.inxight.com/demos/ht/anim.html

eerste datum: 13-03-2000; laatste: 29-03-2000; bezocht: 9x door tj

6:51:1 indicatoren voor navigatie en status a meaningful multi-layered subject directory ET-MAP ET-Map is a prototype Internet homepage categorization system developed by the AI Group in the MIS Department at the University of Arizona. Funded mainly by an NSF/CISE "Intelligent Internet Categorization and Search" project (1995-1998) and the NSF/ARPA/NASA Illinois Digital Library Initiative project (1994-1998), ET-Map aims to demonstrate a scalable, automatic, and concept-based approach to Internet homepage categorization and search. It preserves information granularity like Lycos but also creates a meaningful multi-layered subject directory like Yahoo. In this project, we analyzed the content of 110,000+ entertainment-related homepages algorithmically and produced a multi-layered map with different subject regions. Larger subject regions occupy a bigger space on the map and conceptually related subjects are often grouped in close proximity. Regions which contain 100 URLs or more produce another map; regions which contain fewer than 100 URLs produce a ranked list of URL summaries. This project will continue to generate subject-specific maps for various Internet domains in the next two years. Work on several designs of "intelligent spiders" is also under way. Please read our acknowledgment page to learn who helped bring this service to life. http://ai2.bpa.arizona.edu/ent/

eerste datum: 22-03-2000; tj


6:51:1 indicatoren voor navigatie en status visualizing an electronic community VISUAL WHO Visual Who is a tool for visualizing an electronic community. Using data such as mailing list subscriptions, it creates a spring based model of the patterns of affiliation within the community. By varying the groups chosen as anchor points, the user can interactively explore the underlying social and organizational structure. The resulting image of the community can be used as the basis for visualizing other data, such as the patterns of activity found in the record of login and idle times. The goal of Visual Who is to make the social patterns of an electronic community visible. This paper discusses Visual Who within the context both of social interface design and of data visualization. (...) Electronic communities are growing quickly in size and importance: telecommuting and virtual offices are changing the structure of corporations; online discussion groups - on topics ranging from the care of cats to the revival of islam - are increasingly influential. Yet these communities can feel abstract and shapeless. One cannot tell, at a glance, who else is around. Nor is it easy to sense how the community is structured: which people share similar interests or responsibilities, how do the various circles of acquaintances relate? It is, in many ways, a typical visualization problem. The data exists: the task is to make it visible. (...) When the Visual Who screen first appears, the names of all the people in the community (there are about 700 of them) are in a pile in the center of the screen. The user can place any of the mailing-lists as anchors, anywhere on the screen. Visual Who calculates the strength of each person's correlation to that mailing-list and attaches a spring from person to anchor, with the spring constant determined by the strength of the correlation. By placing additional mailing-list/anchors around the screen, the user creates a conceptual map of the community. The visualization is dynamic. People with a very close correlation to a given mailing list will quickly converge on it when it is added as an anchor; those who are less similar approach it more slowly. People who are equally related (...) http://smg.media.mit.edu/people/Judith/VisualWho/VisualWho.html

eerste datum: 22-03-2000; tj


6:51:1 indicatoren voor navigatie en status visual maps of text documents WEBSOM - INSTRUCTIONS What is WEBSOM? WEBSOM is a method for automatically organizing collections of text documents and for preparing visual maps of them to facilitate the mining and retrieval of information. The documents are in the points, or "pigeon-holes", of the map, and their contents can be browsed by clicking the points visible on the lowest level of the map display. You can use a full text search to find an interesting starting point for browsing. Uses Browsing Click on the map image with the mouse. A zoomed view of the part of the map will appear. By clicking on a white point you can investigate the contents of the individual map unit. The arrows let you move to adjacent units, where you will probably find similar texts. You can read the texts by clicking on the headings. The map image contains labels which are example of the core vocabulary of the area in question. The labels give a general idea of the topics in the document collection. The colouring of the various areas of the map represents the density of documents on that area. Light areas contain more documents. Search You can write a description of what you wish to seek in the search field. The description can be a few keywords or a freely worded sentence. You may choose between two search modes, Keyword search or Document search. In Document search the program encodes the search text as a document, and finds the area of the map with most similar documents. In Keyword search mode the words are combined either with AND or OR (select either one), and the best-matching locations on the map are returned. After you've pressed "Go!" the program will seek the area of the document map with the best match for your text and will mark them with a circles. By clicking on the circle you can browse the results of the search. The size of each circle represents the goodness of the match. Try for example coffee machine. The search facility is particularly useful when looking for an interesting starting point for browsing. If none (...) http://websom.hut.fi/websom/doc/instructions.html

eerste datum: 22-03-2000; tj

6:51:1 indicatoren voor navigatie en status navigate inside the answers LA TECHNOLOGIE The list of Keywords : Is automatically generated by Umap so you can immediately visualize the content of the documents. This list will refine with the action you will perform on the map. The Documents : They are the result at the question you asked to Umap. Umap found these answers on the Web using the search engines he is programmed to use. These pages are the raw material that Umap uses for its analysis. The information you are looking for is probably hidden in this list : using the map you will be able to simply navigate inside the answers, without reading any document, until you find the one that interest you ! The Map : Is the heart of Umap. Showing the words in the left window, it allows you to visualize and immediately understand the nature, the context and the coherence of the texts along with the associated themes, from your various points of view. http://www.umap.com/highuk/techno2.html

eerste datum: 22-03-2000; tj


6:51:1 indicatoren voor navigatie en status statistical consistencies in everyday Web use THE ORDER OF THINGS: ACTIVITY-CENTRED INFORMATION ACCESS Matthew Chalmers, Kerry Rodden & Dominique Brodbeck Ubilab, UBS, Bahnhofstr. 45, 8021 Z端rich, Switzerland Matthew.Chalmers@ubs.com Abstract This paper focuses on the representation and access of Web-based information, and how to make such a representation adapt to the activities or interests of individuals within a community of users. The heterogeneous mix of information on the Web restricts the coverage of traditional indexing techniques and so limits the power of search engines. In contrast to traditional methods, and in a way that extends collaborative filtering approaches, the path model centres representation on usage histories rather than content analysis. By putting activity at the centre of representation and not the periphery, the path model concentrates on the reader not the author and the browser not the site. We describe metrics of similarity based on the path model, and their application in a URL recommender tool and in visualising sets of URLs. Keywords: heterogeneous data, activity, indexing, collaborative filtering, information retrieval, access and visualization. (...) Conclusion By putting activity at the core of information representation, we have developed prototype tools for accessing Web information. Extending collaborative filtering to take better account of movement and context, the path model uses statistical consistencies in everyday Web use to build up associations and similarities, irrespective of content. Implementation issues such as algorithmic scale have to be addressed, and we need wider and longer-term use for deeper evaluation and feedback, but this early work has demonstrated the basic practicality of the approach and given us a platform for future development. Taking a wider view, we may see beyond the traditional approaches to interaction, evaluation and analysis that treat each information access tool, each type of information, and each object in isolation. Accepting this complexity as natural lets us address issues such as the subjectivity of interpretation and the difficulty of formally describing information use. It also points out connections between information representation, interactive system design, and wider discourse on structure, language and human communication. We suggest that this wider view may help us build systems that better show, fit and support user activity. http://www.dcs.gla.ac.uk/~matthew/papers/WWW7/www98.html

eerste datum: 22-03-2000; laatste: 31-03-2000; bezocht: 1x door tj


6:55:1 hulpbestanden en diensten (2) 3 miljoen foto’s Ó Een mogelijke partner voor beeldmateriaal voor de HvA? Met drie miljoen foto’s, waarvan maar een fractie gebruikt wordt omdat uitgevers en andere mediamakers de neiging hebben steeds dezelfde beelden te gebruiken. SPAARNESTAD FOTOARCHIEF - EDUCATIEF Educatief Een onuitputtelijke bron Ter gelegenheid waarvan is deze foto gemaakt? Wat wordt er mee bedoeld? In welk jaar was dat precies? Vragen, vele vragen, die een gedegen antwoord vereisen. Tenslotte moet je bij dissertaties, scripties, werkstukken of historische overzichten secuur zijn. Niet alleen de foto is van groot belang, maar ook de achterliggende kennis. Het Spaarnestad Fotoarchief is de gelukkige bezitter van een redelijk omvangrijke bibliotheek met de 'leggers' van de tijdschriften waarin de foto's ooit zijn geplaatst. De ooit geschreven artikelen geven achtergrondinformatie, onontbeerlijk voor (universitaire) studies op velerlei gebied. Belangrijk nu Culturele en Kunstzinnige vorming (CKV) een verplicht examenvak is geworden voor vwo en havo. http://www.spaarnefoto.nl/educatief.html

eerste datum: 11-04-2000; laatste: 14-04-2000; bezocht: 1x door tj

6:55:1 hulpbestanden en diensten (2) meer dan 80.000 digitale beelden Ó Een prachtig voorbeeld van een beelddatabank voor het onderwijs die ook echt inhoudelijk wat te bieden heeft. Het is een interessant concept voor een grote onderwijsinstelling om beeldarchieven te verwerven en zo de gehele onderwijsgemeenschap te dienen.... De zoekinterface is zonder enige poespas en heel functioneel.. BERKELEY DIGITAL LIBRARY PHOTO COLLECTION More than 80,000 digital images are available for online searching. The images are the basis for our computer vision research, and many of them are also linked to other datasets we have online. (...)The image retrieval system used for the Berkeley Digital Library Project had its roots in a 1993-94 research project called Chabot, which was a part of the Database Research Group at UC Berkeley. Chabot used a relational database, Postgres, to store not only textual information about the images, but also image content. Through the use of pre-computed color histograms, Chabot provided the ability to search for "Mostly Red" photos, or images with "White Stuff" in them. The images used for this research were provided by the Film Library of the California Department of Water Resources (DWR), an early adopter of digital image technology, in particular PhotoCD format. DWR has continued to provide digital photos to the Digital Library Project for our research; as of December 1998 there were over 17,000 images online. http://elib.cs.berkeley.edu/photos/about.shtml

eerste datum: 11-04-2000; laatste: 11-04-2000; bezocht: 1x door tj


6:55:1 hulpbestanden en diensten (2) digitaal plaatjesarchief DIGITAL IMAGE ARCHIVES, PH Digital Image Archive Instructional Resources Photography Department The JPEG files contained herein are provided as a courtesy for you, to help in the design and layout of your publications. The complete archives are not currently online, for we actually have thousands of stock images relating to U.C.S.B. When you're ready to go to press, then any image in the archive can be printed in black & white or color, imaged to film, or even down-loaded back to you in print quality resolution. The images have a stock usage fee of $25.00 per, if used in this manner. If your department would like to have its own image archives on the network, Photo Services can create and maintain a system for you. (If a department hires us to shoot images that end up in our archives, they don't have to pay a stock usage fee if they use them at a later date.) Call for more information. Each proof sheet below contains 20 thumbnail images of slides and photos we have available. To get a better view of an image, just click on it, or if you wish to view a text description, click on a the handle in the lower right corner of the appropriate image. ProofSheet 1: Architecture, the Views ProofSheet 2: People, Technology, Buildings ProofSheet 3: Sports, the Community ProofSheet 4: The Arts, Science, Logos ProofSheet 5: Student Diversity You may also view a Text-Only Index of the photos. A New Greatly Expanded and Searchable Archive Is Currently Under Construction. Note: The larger images are in JPEG format. You must have your Mosaic client configured to launch an external JPEG viewer, in order to see these files. Also, you must have a client that accepts URL redirection, such as NCSA Mosaic. http://www.id.ucsb.edu/IR/PH/ARC/TXT/archive.html

eerste datum: 04-12-1999; tj


6:55:1 hulpbestanden en diensten (2) clipart Ó In de oude traditie van de plak- en knipplaatjes zoals in poesie-albums en in schoolagenda’s nu ‘clipart’. Het reproductiegemak maakt dat een eindeloze stroom van plaatjes ons dreigt te overspoelen.. Voor luttele tientjes koopt men een CD-ROM met vele duizenden plaatjes. Zo biedt NOVA Development een reeks plaatjes CD’s met 750.000 clipart pieces voor Dfl. 599,-. Dat het hier om veel groen en weinig rijp materiaal gaat behoeft geen betoog... De extreem snelle groeiende ruilplaatjes rage zoals bij het Japanse Pokemon spel zijn tekenen des tijds... Maar op zich hebben kant en klaar plaatjes een lange geschiedenis.. Het gebruikersgemak maakt wel dat wellicht de drang voor het maken van originele eigen plaatjes, van de weeromstuit, zal toenemen. HEE YUN'S GRAPHIC COLLECTION One of the hardest things (for me) when I was starting my web page was finding graphics. So, I am providing this graphics collection to help people. If you'd like to contribute additions or ideas to this graphics collection, please let me know. Many of the images on 'Hee Yun's Graphic Collection' have been gathered and contributed from other sites on the WWW. Please feel free to take any images from here for your home pages. To the best of my knowledge, none of them is copyrighted. If there are any graphics here that do have a copyright that I am unware of, please let me know and it will be removed as soon as I recieve your message about it. If you use any of these graphics, I would appreciate it if you would send me a picture postcard of the area where you live. A postcard is a piece of thick paper with a pretty picture on one side (showing something about where you live, what you do, what you like, etc.) and some nice words written by the sender on the other side. I collect postcards (only real ones, not the electronic/virtual version) and I would love to send you a postmarked Korean postcard in return of one from you. IMPORTANT: PLEASE DO NOT LINK DIRECTLY TO THESE GRAPHICS! Download them to your hard disk, then upload the copies to your web server. To find out why you should not link directly, click here. http://soback.kornet.nm.kr/~pixeline/heeyun/graphics.html

eerste datum: 11-04-2000; laatste: 11-04-2000; bezocht: 1x door tj


6:55:1 hulpbestanden en diensten (2) jargonvertaler Ă“ Een van de betere sites voor het opzoeken van Internet jargon.. LURK - WEBOPEDIA DEFINITION AND LINKS Top 15 Terms: 1.SSL 2.TCP/IP 3.operating system 4.T-1 carrier 5.network 6.Ethernet 7.HTML 8.LAN 9.proxy server 10.SCSI 11.firewall 12.MP3 13.HTTP 14.IP address 15.modem. http://webopedia.internet.com/TERM/l/lurk.html

eerste datum: 05-04-2000; tj

6:55:1 hulpbestanden en diensten (2) jargonvertaler Ă“ Voorbeeld van een eenvoudige naar het Nederlandse vertaalde online woorden en begrippenlijst HET NEDERLANDSTALIG INTERNET WOORDENBOEK Access provider Toegang-aanbieder, een bedrijf dat tegen betaling een Internet account aanbiedt, oftewel zorgt voor een aansluiting op het Internet. BinHex Staat voor Binary Hexadecimaal en is een methode om niet-tekst bestanden (non-ASCII) naar ASCII te vertalen. Het wordt bijvoorbeeld gebruikt in e-mail attachments omdat Internet e-mail alleen ASCII kan versturen. Zie ook MIME en UUencode/UUdecode Finger Een programma dat informatie geeft over personen op het Internet. Wanneer u online bent kunt u met de opdracht Finger gevolgd door het e-mail adres van een persoon zien of die persoon op dat moment op dezelfde server is ingelogd, zo niet wanneer hij het laatst ingelogd heeft en wat zijn gebruikersnaam is. Spamming Het blindelings plaatsen van grote aantallen advertenties in ongerelateerde nieuwsgroepen. Spamming gaat lijnrecht tegen de netiquette in. TCP/IP Staat voor Transport Control Protocol/Internet Protocol. Onder dit begrip vallen alle op het Internet gebruikte protocollen waarmee de computers onderling kunnen communiceren. Voorbeelden hiervan zijn toepassingen als FTP (File Transfer Protocol) en Telnet en inbelverbindingen als PPP en SLIP. In het IP is de adressering van Internet hosts vastgelegd, TCP geeft aan hoe informatie moet worden verpakt om te kunnen worden verzonden over het Internet. http://www.lijn3.nl/helpdesk/internetwoorden.htm

eerste datum: 02-04-2000; tj


6:55:1 hulpbestanden en diensten (2) technische faciliteiten CEMAT ON THE WEB The Mobile Portfolio Lab Mobalizing Tools For Students The Mobile Portfolio Lab provides specialized duplication facilities for audio, video and print materials. It also provides graphic sevices includeing: computers, copiers, laminator, etc. The student portfolio is an integral part of the Career and Employability County-wide Curriculum. The Mobile Portfolio Lab puts the latest technology in each participating district. The County-wide Curriculum and Mobile Portfolio Lab project are unique in that they integrate the state core curriculum with the state benchmarks for portfolios, identify assessments and activities for each outcome and connect all of this to technology. The Mobile Portfolio Lab is divided into the following workstation areas: 1.electronic-composing and editing workstations 2.college view workstation 3.MOIS workstation 4.video-audio workstation. http://scnc.lisd.k12.mi.us/~webimc/mobportlab.html

eerste datum: 28-01-2000; laatste: 11-04-2000; bezocht: 1x door tj

7:58:1 digitaal? niet helemaal! een boek lezen of turen op een beeldscherm... HET OCENW-PLEIN - NIEUW - TOESPRAKEN Congres Digitale Duurzaamheid Toespraak van mr. P.H. Holthuis,Secretaris-Generaal van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, ter gelegenheid van het Congres Digitale Duurzaamheid 9 april 1998 te Rotterdam (...) Maar waar het mij om gaat is dat ook in de toekomst de schrijfstift en het kladbloc beschikbaar zullen zijn voor de snelle notitie en het boek voor de weergave van het bezonken geschreven woord. Misschien schiet mijn fantasie te kort maar ik acht het nu eenmaal weinig waarschijnlijk of aantrekkelijk dat iemand het lezen in zijn boekenschat zou willen inruilen voor het turen op een beeldscherm. Zoveel is zeker: in het volgende millennium zullen de documenten waarmee de mensen onderling communiceren dus - nog steeds - worden onderverdeeld in echte papieren documenten en in digitale documenten. En dat levert de nodige complicatie op, in de eerste plaats bij de archivering. http://www.minocw.nl/toespr98/t980409.htm

eerste datum: 06-03-2000; laatste: 08-03-2000; bezocht: 1x door tj


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.