Davinc3i jaarverslag 2013

Page 1

Dutch Agricultural Virtualized International Network with Consolidation, Coordination, Collaboration and Information availability

Jaarverslag 2013


DaVinc3i

2


Jaarverslag 2013

VOORWOORD

In 2011 zijn we met het vierjarige DaVinc3i project gestart in samenwerking met vele partijen uit alle schakels van de sierteeltketen. Omdat elk van die partijen ontwikkelingen op zich zag afkomen, zagen zij de noodzaak om over hun strategie en logistiek concept na te denken. Denk hierbij aan een toenemende internationalisering van productielocaties en afzetmarkten, een toenemend gebruik van ICT in de kas, transport en handel en de groei van virtuele marktplaatsen en webshops. Ook de toename van directe stromen tussen kweker en klant, zonder fysieke tussenkomst van de veiling of zelfs van Nederland, is een sprekend voorbeeld. Deze ontwikkelingen hebben een zeer sterke invloed op de inrichting en besturing van de logistieke stromen in het internationale speelveld en op de rol die elke speler in de keten vervult. Men realiseerde zich dat het ontwikkelen van een gezamenlijke toekomstvisie en uitwerken van verschillende scenario’s nieuwe inzichten zou opleveren. Natuurlijk is het wel zo dat elke partij zijn eigen conclusies aan de inzichten verbindt en een eigen plan trekt – eventueel in samenwerking met andere partijen. Nu, in 2014, kijken we terug op alweer de afronding van het derde DaVinc3i jaar. Denkende aan de recente ontwikkelingen in de sierteeltsector is de relevantie en het belang van een dergelijk project alleen maar groter geworden. Misschien is mede daarom het afgelopen jaar het aantal bedrijven dat intensief betrokken is bij het project wederom gestegen. Zo hebben in totaal 37 studenten van de Technische Universiteit Eindhoven, Vrije Universiteit Amsterdam en Wageningen Universiteit hun afstudeerproject gedaan in samenwerking met zo’n 30 bedrijven. In elk project zijn de huidige processen geanalyseerd, is literatuur bestudeerd en is gekomen tot nieuwe inzichten voor effectieve logistieke besturings-, bundelings- of samenwerkingsconcepten. Van meerdere van deze onderzoeken zijn artikelen geschreven in vakbladen en presentaties gegeven op (inter)nationale congressen; immers, kennisontwikkeling en -verspreiding staat centraal in ons project. Ik hoop dat dit jaarverslag u zal informeren over de voortgang van het DaVinc3i project en zal inspireren tot het nemen van eigen initiatieven. Om dit verder te stimuleren zullen we dit laatste jaar een aantal themagerichte Masterclasses organiseren waarin we de bevindingen op dat thema zullen presenteren en bediscussiëren met de deelnemers, zowel vanuit de theorie als de praktijk. Rest mij alle betrokken bedrijven en onderzoekers hartelijk te danken voor hun inzet en bijdragen.

Prof. dr. ir. Jack G.A.J. van der Vorst Projectleider DaVinc3i Hoogleraar Logistics and Operations Research Wageningen Universiteit 3


DaVinc3i

4


Jaarverslag 2013

INHOUD

Voorwoord ................................................................................................... 3 Project in cijfers ........................................................................................... 7 Project in het kort ........................................................................................ 8 Presentaties en publicaties ........................................................................ 9 Voor en door de sector ............................................................................. 10 Orders voor de retail ................................................................................. 12 Samenwerken aan waarde ....................................................................... 13 Inrichten van een logistiek netwerk ........................................................ 14 Onderzoek: metromodel .......................................................................... 15 Virtualisering in sierteeltketens ............................................................... 16 Studenten aan het woord ......................................................................... 18 De online consument ................................................................................ 22 KenniscafĂŠ, hoe werk je succesvol samen? ............................................ 23 Onderzoeken in het kort .......................................................................... 24 Onderzoeken & onderzoekspublicaties ................................................. 26 Vooruitblik op 2014 ................................................................................... 28 Onderzoek meerdere modaliteiten ........................................................ 29 Onze mensen ............................................................................................. 30 Partners & financiers ................................................................................ 31 Colofon ....................................................................................................... 32

5


DaVinc3i

6


Jaarverslag 2013

PROJECT IN CIJFERS

Betrokkenheid bedrijfsleven

Outputs

Betrokken personen

Budget

Gebruik website Deze kengetallen zijn voor 2012 niet beschikbaar

7


DaVinc3i

PROJECT IN HET KORT

Hoe kan Nederland zijn leidende positie in de sierteelt op termijn handhaven? Welke wegen moeten worden bewandeld om ‘handel, logistiek en coördinatie op afstand’ te realiseren? In het kort is dat de kern van het DaVinc3i project. Technologische ontwikkelingen maken het mogelijk om zaken te doen in een meer gevirtualiseerde wereld. Fysieke stromen zijn dan in toenemende mate ontkoppeld van de aansturing en coördinatie van die stromen. Dat vereist samenwerking en afstemming binnen de sierteeltsector, zodat producten met de juiste informatie, op het juiste moment op de correcte plek aankomen. De vraag rijst welke invloed virtualisering op al die terreinen zal hebben, welke logistieke scenario’s logisch zijn en hoe de vereiste collectie– en distributienetwerken er uit kunnen zien. Die invloed staat centraal in het project. Het onderzoek in DaVinc3i is daarom gericht het analyseren van de noodzaak en mogelijkheden voor: 1.

Nieuwe besturingsconcepten in logistiek en commercie

2.

Nieuwe bundelingsconcepten via synchromodale transportnetwerken

3.

Nieuwe samenwerkingsconcepten in internationale tradepark netwerken

We geven hierbij specifieke aandacht aan de mogelijkheden om keteninformatie direct en real-time beschikbaar en bruikbaar te maken voor besluitvormingsondersteuning in het hele ketennetwerk. Scenario’s Met DaVinc3i willen we een bijdrage leveren aan de toekomst van de Nederlandse sierteeltsector. Daarvoor is het nodig om een idee te hebben hoe die toekomst er uit zou kunnen zien. We hebben daarom scenario’s ontwikkeld. Deze scenario’s zijn beschrijvingen van mogelijke commerciële ketens voor bloemen en planten. Daarmee maken we duidelijk welke schakels samen de verantwoordelijkheid hebben voor het bedienen van de Europese consument. Er zijn in totaal 12 commerciële scenario’s. Daarbij houden we rekening met waar de consument koopt, of dat bloemen of planten zijn en in welke mate de keten verandert (evolutie of revolutie).

8


Jaarverslag 2013

PRESENTATIES EN PUBLICATIES

Ook in 2013 hebben diverse vakbladen en websites aandacht besteed aan DaVinc3i. Hieronder vindt u een overzicht.

 Sierteelt kan tot 28% besparen met Europese Distributiehubs

 Hubs leiden tot 28 procent besparing

Artikel op bloembollenvisie.nl Artikel op NieuweOogst.nu

 Sierteeltsector kan tot 28% besparen met

Artikel op Logistiek.nl

Europese distributiehubs

 Hubs sneller, schoner en goedkoper

Artikel in Vakblad voor de Bloemisterij

 Distributie goedkoper door hub

Artikel in Nieuwe Oogst

 Kenniscafé, hoe werk je succesvol samen

Artikel op FreesiaNet

 Kenniscafé, hoe werk je succesvol samen

Artikel op SierteeltNet

 Innovatieproject leidt naar digitaal platform Artikel op Logistiek.nl  Veranderingen kun je maar beter zien aankomen

 Nieuwe logistieke concepten

Artikel in Vakblad voor de Bloemisterij Artikel op Logistiek.nl

voor de sierteeltsector

 Future Applications of Virtualization in Agri-Food Logistics

 Internationale kansen Tuinbouwsector

Presentatie bij Logistics CIO Europe Presentatie bij Greenport Holland

 Mixed-Integer Linear Programming with

Presentatie bij

simulation feedback for design of a perishable product network

Conference on

 A mathematical model for multimodal

Presentatie bij

horticultural transportation planning

Operational Research Conference on Operational Research

 Moving Towards Responsive Hub Network Designs

 Process and inventory allocation in a perishable product logistics network

Presentatie bij

Vervoerslogistieke Werkdagen Presentatie bij Rijksuniversiteit Groningen

 A multimodal model for horticultural transportation planning

 Ketenoptimalisatie door slimme RFID, sensor-, en internettechnologie

 Kwaliteitsgestuurde Tracking & Tracing

Presentatie bij

DINALOG Winter School Presentatie bij Floricode Presentatie bij Tuinbouw Digitaal

 Plants & Flowers Trial

Presentatie bij

FISpace Smart Logistics in Horticulture

 Duurzame agri-food logistiek

Presentatie bij Greenport Holland

9


DaVinc3i

VOOR EN DOOR DE SECTOR

In DaVinc3i zijn kwekers, handel en logistiek dienstverleners vertegenwoordigd door ongeveer 30 bedrijven, naast FloraHolland en VGB. We laten een aantal deelnemers aan het woord de redenen waarom zij aan het project meedoen en wat het project tot nu toe heeft opgeleverd. Stephan van Maldegem is een deelnemer van het eerste uur. Aanvankelijk vanuit Oudendijk, maar na de fusie vertegenwoordigt hij OZ Import. “Deelname aan DaVinc3i betekent voor ons het verwerven van nieuwe kennis en inzichten en draagt bij aan de toekomst ontwikkeling van onze organisatie en mensen. Wij zien dat de wereld om ons heen verandert en willen onze rol daarin graag blijven houden. Samen met ketenpartners zoeken we naar die rol.” Hij vervolgt “verder verwachten we dat door onze bijdrage en kennis over de internationale aanvoer, DaVinc3i een beter inzicht in de markt te geven, zodat we uiteindelijk branche virtueel efficiënter en effectiever kunnen maken, want zonder goede virtualisering wordt het voor Nederland lastig om de centrale positie die het nu vervult, vast te houden en te versterken.” De tot nu toe gepubliceerde resultaten van DaVinc3i hebben tot op heden gezorgd voor nieuwe inzichten en kennis. “De verdiepende onderzoeken, dragen bij aan de ontwikkeling van onze OZ Import als geheel. De nieuw verworven kennis en inzichten, helpen ons richting te geven aan de gedachte dat de komende paar jaar de wereld snel zal veranderen door virtualisatie. DaVinc3i geeft ons nieuwe tools en benaderingswijze om in te spelen op de veranderende markt omstandigheden” aldus Van Maldegem. Een van de kwekers die intensief bij DaVinc3i betrokken is, is Bunnik Plants. In het project vertegenwoordigt Johan van Barneveldt het bedrijf uit Bleiswijk. Hij ziet dat het bedrijf opereert in een snel veranderende omgeving. “Voor de toekomst van het bedrijf en de sector in het algemeen, is het noodzakelijk om ons te blijven richten op de mogelijkheden in de nabije toekomst. Wij werken daarom graag mee aan de toekomst van een duurzaam florerende sector.”

Stephan van Maldegem

10


Jaarverslag 2013

“Wij werken momenteel hard aan het sterker maken van ons bedrijf. Daarvoor hebben we het programma B-Leaf geïntroduceerd. In B-Leaf draait het om Bunnik Plants als de beste kweker. Daarbij gaat het niet alleen om het product, maar ook om bijvoorbeeld logistiek of nieuwe verkoopkanalen. Dat sluit dus perfect aan bij DaVinc3i.” Inmiddels hebben twee studenten onderzoek gedaan bij Bunnik Plants. Van Barneveldt zegt hierover: “Met deze studenten hebben we onderzocht of onze ideeën goed zijn en wat de precieze gevolgen er van zijn. Daardoor weten we nu dat B-Leaf in de juiste richting marcheert en in zelfs een stroomversnelling is geraakt. De geleerde lessen delen we graag met onze collega’s. Immers, we hebben allemaal belang bij een sterke sector!”

Johan van Barneveldt

Arnoud de Vries vertegenwoordigt Greenport Logistics, een samenwerkingsverband van logistiek dienstverleners in de sector. Zij zijn vanaf het begin van het project betrokken. “In de eerste periode spraken we veel over ontwikkelingen in de logistiek in onze sector. Je hoort hoe wetenschapper en andere ketenpartijen hier over denken. Met deze informatie kun je als bedrijf veel beter je positie bepalen en strategische keuzes maken.” “Naast het verkrijgen van algemene inzichten en lessen van andere bedrijven, hebben wij ook zelf een student aan het werk gezet,” zo vervolgt De Vries. “Het rapport van de student over verbetering van het waardeverdelingsmodel is door de coöperatie aangenomen en wordt geïmplementeerd. Dankzij de nabijheid van de universiteiten in het onderzoeksproject, hebben we gemakkelijk toegang tot de academische wereld.”

Arnoud de Vries

11


DaVinc3i

Kwekers en handelsbedrijven die veel aan retailers leveren, hebben te maken met andere uitdagingen dan bedrijven waarvan de producten vooral bij detaillisten belanden. Voor een deel zijn die uitdagingen bekend, maar vaak genoeg lopen bedrijven toch tegen nieuwe uitdagingen aan. Zeker als die retailers in toenemende mate direct inkopen bij kwekers die voorheen via de veiling en/of een handelsbedrijf hun producten verkochten. Een van onze studenten heeft in dit kader onderzoek gedaan naar projectorders. Dit zijn orders waarbij het veelal om grote aantallen gaat en waar toegevoegde-waardeartikelen en -activiteiten bij komen kijken. Voorbeelden zijn een bijzondere pot of doos of misschien zelfs een ’bijzondere’ logistieke drager als een europallet. Projectorders stellen hoge eisen aan interne informatie en communicatie, mede omdat projectorders van elkaar verschillen. De samenstelling van een projectorder moet helder en eenduidig zijn voor alle betrokkenen. Terugkoppeling en controles gedurende het proces versterken de afhandelingsprocessen omdat eventuele afwijkingen tijdig gesignaleerd kunnen worden. Dat voorkomt duur improviseren. Bij voorkeur gebruikt het bedrijf hiervoor een IT-toepassing: een ordervolgsysteem. Zo kunnen de orders en alle mijlpalen goed worden bijgehouden voor en door alle betrokken medewerkers. Goed gebruik van zo’n systeem is wel afhankelijk van de flexibiliteit er van: de diversiteit aan klantwensen is groot en het systeem moet daar ruimte aan bieden. Dit geeft bovendien de mogelijkheid om analyses te doen. Met die analyses kunnen processen en prestaties worden verbeterd. Een ordervolgsysteem is echter geen doel op zich, het is een middel dat moet passen in de algemene organisatie en de processen van de kweker of het handelsbedrijf. Daarom is het belangrijk dat voor de afwikkeling van projectorders gefaseerd worden aangepakt en op basis van heldere afspraken worden afgewikkeld. Die fases en afspraken vormen vervolgens de basis voor het ordervolgsysteem. De waarde van een ordervolgsysteem neemt toe als het gekoppeld is aan andere systemen binnen het bedrijf. Denk hierbij aan het voorraad– of kasplanningsyteem, maar ook het financiële systeem. Zulke koppelingen verkleinen de kans op fouten en maken het werk minder arbeidsintensief. Tot slot, een ordervolgsysteem kan meer dan een toepassing hebben. Als een systeem geschikt is om projectorders mee te begeleiden, betekent dat niet dat het niet gebruikt kan worden om kleinere eenmalige bestellingen mee af te wikkelen.

12

ORDERS VOOR DE RETAIL


Jaarverslag 2013

SAMENWERKEN AAN WAARDE

Een coöperatie van kwekers heeft uniek product. De bloem heeft, in vergelijking met soortgelijke bloemen, een hogere kwaliteit. De coöperatie beoogt onder andere om dat concurrentievoordeel om te zetten in een relatief hoge prijs voor de bloem en meer waarde voor de consument. De coöperatie slaagt er echter niet in om deze waarde in de keten te bewaren, waardoor de doelstellingen van de coöperatie onvoldoende gerealiseerd worden. Een van onze studenten heeft daarom op verzoek van de coöperatie onderzoekt verricht naar de oorzaak of oorzaken. Het vinden van de oorzaak was direct gekoppeld aan het doen van aanbevelingen. Na een uitgebreide serie van interviews met betrokkenen, legde de student een aantal duidelijke oorzaken bloot en heeft hier oplossingen voor aangedragen. Het werk van de student is uiteraard in vertrouwelijkheid uitgevoerd, maar er zijn wel algemene beelden te schetsen die breder in de sierteelt toepasbaar zijn. Een van de meest opvallende resultaten is dat zonder een goede en directe samenwerking tussen de partners het probleem niet kan worden opgelost. Concreet kan de samenwerking tussen de partners worden verbeterd door: 1.

Het ontwikkelen van een duidelijke en gedeelde visie op de toekomst van de coöperatie en het product

2.

Het verbeteren, structureren en directer maken van de communicatie tussen de partners

3.

Het professionaliseren van de samenwerking door het vaststellen van regels en afsluiten van contracten

Op verzoek van een andere DaVinc3i deelnemer heeft een student onderzoek gedaan naar de verdeling van waarde binnen een samenwerkingsverband. De gedachte achter samenwerking is vaak dat het de prestaties van de partners vergroot en de kosten verminderd. Het is vervolgens echter wel een uitdaging om die kosten en baten eerlijk te verdelen tussen de partners. De student heeft het samenwerkingsmodel geëvalueerd en concrete aanbevelingen gedaan over verbeteringen aan dat samenwerkingsmodel. De leden van het samenwerkingsverband hebben de aanbevelingen overgenomen in de statuten. De aanbevelingen zelf zijn vertrouwelijk, maar gebaseerd op de volgende elementen die van belang blijken in de verdeling van kosten en baten. De motivatie van partners om samen te werken, de bijdrage die zij aan een samenwerkingsverband doen en de principes van het samenwerkings-verband zijn van groot belang voor de waardeverdeling in een samen-werkingsverband. Zeer belangrijk voor de toe-eigening van waarde is het bestaan van meerdere lidmaatschapsvormen. Dit stelt partner in staat om binnen bepaalde afspraken hun eigen bijdrage aan een samenwerkings-verband te leveren. Tevens stelde de student vast dat de aanwezigheid van een neutrale partij de beslissingen omtrent de toe-eigening van waarde kan beïnvloeden. De precieze resultaten van de aanwezigheid van een neutrale partij is afhankelijk van de rol van die partij. Het gevolg van het betrekken van zo’n buitenstaander dient daarom dus zorgvuldig te worden geregeld.

13


DaVinc3i

INRICHTEN VAN EEN LOGISTIEK NETWERK

In het DaVinc3i project wordt onder andere onderzoek gedaan naar logistieke netwerken. De vraag is hoe het opnieuw inrichten van zo’n netwerk Nederland kan helpen in het bedienen van de Europese markt. Marlies de Keizer, PhD student aan Wageningen Universiteit, licht haar onderzoek toe. De Nederlandse sierteeltsector is een draaischijf voor de Europese detail en retail markt. Door nieuwe technologieën wordt virtueel handelen steeds belangrijker en komt ook de e-tail markt (virtuele marktplaatsen, webshops, etc.) erbij. Fysieke productstromen worden daarmee steeds meer losgekoppeld van de besturing en coördinatie van productstromen. Dit geeft mogelijkheden om het logistieke netwerk opnieuw in te richten. Dit onderzoek richt zich op de optimalisatie en analyse van netwerk inrichting vanuit een theoretisch en toegepast perspectief. Netwerk inrichting is in de eerste plaats een strategisch vraagstuk, maar in dit onderzoek wordt vooral ook gekeken naar hoe rekening gehouden kan worden met de operationele gevolgen voor product kwaliteit en responsiviteit (leversnelheid). In de eerste stap is gekeken naar strategische netwerk inrichting voor de Europese potplantensector. Vertrekpunt voor dit onderzoek was een logistiek netwerk met Aalsmeer, Naaldwijk en Bleiswijk als logistieke hubs om productstromen te consolideren en distribueren. Met behulp van een wiskundig optimalisatiemodel is vervolgens aangetoond dat logistieke kosten, werktijden en emissies substantieel kunnen worden verminderd met een netwerk van logistieke hubs verspreid over Europa. Het zijn met name hubs in het economisch centrum van Europa die bijdragen aan dit effect. als er logistieke hubs verspreid over Europa, en vooral in het economische centrum van de sector, aan het netwerk worden toegevoegd. Wel is er een substantieel deel van de Europese productstromen nodig om de voordelen te behalen. In de tweede stap is onderzocht hoe strategische netwerk inrichting uitgebreid kan worden zodat rekening gehouden wordt met operationele gevolgen. Hiervoor is een model ontwikkeld dat uit twee delen is opgebouwd: 1.

een wiskundig model dat de netwerk inrichting op strategisch niveau bepaalt

2.

een simulatiemodel dat de netwerk inrichting op meer operationeel niveau evalueert

In de simulatie kunnen onzekerheden en dynamiek worden gemodelleerd, waardoor in meer detail geanalyseerd kan worden welke netwerk inrichting voldoet aan eisen omtrent responsiviteit en productkwaliteit. De resultaten tonen aan de inrichting van een netwerk veranderd bij verschillende niveaus van dynamiek en onzekerheid. In de derde stap zal dit laatste model worden toegepast in de Europese snijbloemensector.

14


Jaarverslag 2013

ONDERZOEK: METROMODEL

Het netwerk voor sierteeltlogistiek kenmerkt zich op het moment waarschijnlijk nog het beste als een hub-en-spoke model: de meeste producten komen Nederland binnen in een van de greenports en gaan van daaruit naar bestemmingen in heel Europa. Dit netwerk is ingesteld op grote volumes, er is echter een toenemende vraag naar kleinere volumes en frequentere leveringen. We hebben daarom onderzocht wat de potentie is van een ‘metromodel’ voor goederen. In dit model worden bloemen en planten vanaf de productielocatie via inhoud hubs verspreid over Europa. Tussen de inbound hubs en de inland hubs waar toegevoegde waarde activiteiten plaats vinden, gaan producten in dikke stromen heen en weer. Transport vindt in vaste frequenties plaats, waardoor transport van producten niet precies gepland hoeft te worden: er is namelijk altijd snel een slot beschikbaar. Transport gaat op basis van een dienstregeling, of het nu truck, trein, schip of vliegtuig is. Hierdoor kunnen ook kleine zendingen makkelijk op weg naar hun bestemming.

Het metromodel gaat uit van drie verschillende eisen die een eindklant kan hebben: het product moet goedkoop, snel of milieuvriendelijk bij hem of haar voor de deur staan. Via de beschikbare verbindingen vinden de producten dan ‘vanzelf’ hun weg. Dit kan gaan om een (mono)boeket, een fust of een grotere hoeveelheid. De eerste verkennende berekeningen geven aan dat de gemiddelde levertijd in vergelijking met de huidige situatie met ongeveer 10 tot 30% omlaag kan. Ook emissies nemen af. Het kosteneffect is sterk afhankelijk van de scope van het model. Het is daardoor de vraag of een metromodel kostentechnisch beter zou uitpakken dan de huidige situatie. In 2014 doen diverse studenten onderzoek naar onderdelen van het model om een beter beeld te kijken van de potentie van het model. Het metromodel is besproken is het artikel Nieuwe logistieke concepten voor sierteeltsector op logistiek.nl.

15


DaVinc3i

Virtualisering van ketennetwerken met behulp van ICT is een kernonderwerp van het project. In zulke ketens is de planning, besturing en coördinatie gebaseerd op virtuele objecten (zoals producten, karren, pallets of trucks). Die virtuele objecten worden continu geactualiseerd op basis van automatische identificatie en sensors. Hierdoor kan de besturing van ketens op afstand via internet plaatsvinden. Zo wordt het mogelijk om met nieuwe toepassingen keteninformatie te delen. Dat kan vervolgens als basis dienen voor slimme (logistieke) beslissingen. Voorbeelden van toepassingen zijn voorraadbeheersing, productieplanning en –management, productontwerp, logistieke planning, kwaliteitsbeheersing of commerciële systemen. In 2013 is gewerkt aan het ontwerp van een informatievoorziening voor het virtualiseren van sierteeltnetwerken. Hiervoor is eerst een besturingsmodel ontwikkeld waarmee het mogelijk is om toepassingen van virtualisering in kaart te brengen en de eisen aan de daarvoor benodigde informatiesystemen te definiëren. Tevens zijn een aantal pilots gestart die in 2014 verder hun beslag zullen krijgen. Indeling van toepassingen van virtualisering in ICT De verschillende gebruiksdoeleinden van virtualisering zijn in te delen volgens onderstaand figuur, waarin twee dimensies worden onderscheiden. De eerste dimensie beschrijft de mate waarin de producten in het echt bestaan. In veel gevallen is het nodig om producten van tevoren te virtualiseren. Er wordt dan gewerkt met referentievoorwerpen. Twee concrete voorbeelden zijn virtueel veilen en webshops. In het eerste geval kunnen klanten overal ter wereld realtime deelnemen aan veilingen deelnemen. Bij webshops kopen klanten op basis van gestandaardiseerde informatie online bijvoorbeeld bloemen of planten. In beide gevallen wordt er gebruik gemaakt van de weergave van een product zoals dat er op enig moment uit zag of ziet, maar betreft het respectievelijk werkelijke producten of referentieproducten. De tweede dimensie geeft het tijdaspect weer. Enerzijds is het mogelijk om producten weer te geven op basis van de huidige status of die uit het verleden, zoals bijvoorbeeld in track & trace toepassingen. Anderzijds is het mogelijk om iets te zeggen over de toekomst van het product. Dat kan bijvoorbeeld door het verwachte vaasleven van een bos bloemen weer te geven op basis van kwaliteitsverloopmodellen.

16

VIRTUALISERING IN SIERTEELTKETENS


Jaarverslag 2013

Toepassingen in de keten Als virtualisering van logistieke besturing een grote vlucht neemt, dan kan het combineren van toepassingen uit bovenstaand model grote voordelen bieden. Denk bijvoorbeeld aan het combineren van historische gegevens over producten met actuele waarnemingen. Zo zouden met sensoren gegevens verzameld kunnen worden over bijvoorbeeld temperatuur en luchtvochtigheid die kunnen worden gecombineerd met kwaliteitsgegevens over de planten of bloemen verzameld op de kwekerij. Door het combineren van deze gegevens kunnen vervolgens voorspellingen worden gedaan over de toekomstige kwaliteit van de producten. Die voorspellingen kunnen dan een rol spelen in logistieke beslissingen. Op dit moment staan veel van deze toepassingen nog in de kinderschoenen. Echter, de onderliggende technologieĂŤn worden snel volwassen. De mogelijkheden en kansen die ze bieden, zullen zich dus snel manifesteren. Daarbij zijn de uitdagingen echter niet alleen technologisch naar vooral ook functioneel en organisatorisch. Zie onder andere ons Jaarverslag 2012 voor een discussie van de uitdagingen waar de sector mee te maken heeft en krijgt.

17


DaVinc3i

STUDENTEN AAN HET WOORD

In het DaVinc3i project zijn veel studenten actief. Zij doen onderzoek voor de deelnemende bedrijven of nemen juist een algemene vraag ter hand. Graag laten we u kennis maken met studenten van de drie deelnemende studenten.

Aan het woord is Okke van der Eijk, student Bedrijfs- en Consumentenwetenschappen aan Wageningen Universiteit. “In mijn Bachelor heb ik mij onder andere gericht op consumenten en informatica, bijvoorbeeld om de rol van informatietechnologie binnen bedrijven. Daarbij kwam onder andere het online kopen van producten aan bod. Zo ben ik uiteindelijk uitgekomen op het onderzoek ‘Online kopen voor bloemen: wanneer en voor wie interessant’.“ Hij vervolgt “Hierbij heb ik voornamelijk gekeken naar de fases in online aankoop: hebben consumenten al eerder online producten aangeschaft en zo ja, welke producten. Daarnaast heb ik gekeken naar de momenten waarvoor consumenten bloemen kopen (zoals een verjaardag): zijn bepaalde aankoopmomenten interessanter voor het online aanschaffen van bloemen interessanter dan andere momenten?”

Een van de studenten die een logistiek onderzoek heeft gedaan, is Natasha Theeuwen. Natasha studeerde Technische Bedrijfskunde ` (specialisatie in Operations Management and Logistics) aan de Technische Universiteit Eindhoven. Enthousiast vertelt ze over haar opdracht. “Ik heb een van de toekomstscenario’s voor 2020 uitwerken: etail. Zo’n 60% van de bloemenverkopen verloopt dan via webwinkels. Hierbij heb ik een ontwerp gemaakt voor het distributienetwerk, waarbij ik meerdere vervoerswijzen heb meegenomen.” “Daarvoor heb ik eerst een kort marktonderzoek gedaan naar welke webwinkels er al zijn en hoe zij hun klanten beleveren. Met een aantal tussenstappen heb ik een wiskundig model gemaakt om aantal scenario’s te modelleren en te optimaliseren.” Op de vraag wat er uit de opdracht is gekomen, geeft Natasha aan dat de sector daarmee een globaal beeld heeft over hoe webwinkels samen hun Europese logistiek kunnen inrichten.

Okke van der Eijk

Natasha Theeuwen

18

Dirk Oorbeek volgt de opleiding agrotechnologie aan Wageningen Universiteit. Vanuit zijn interesse in optimalisatieproblemen heeft hij ervoor gekozen om daarnaast enkele logistieke vakken te volgen. “Mijn afstudeeropdracht sloot daar perfect bij aan. Voor een combinatie van een handelsbedrijf en enkele kwekers heb ik onderzocht hoe zij hun logistiek het beste konden organiseren. De producten van de kwekers zijn van hoge kwaliteit en belanden daarom vooral bij bloemisten in de winkel. Het gaat echter wel om kleine volumes. De vraag is dan vooral: hoe kun je slim het ophalen van de bloemen bij de kwekers organiseren?” “Voor het ophalen van de bloemen heb ik verschillende scenario’s opgesteld. Deze scenario’s zijn verwerkt in simulatiemodellen. Met behulp van die modellen kan per alternatief berekend worden wat de collectietijd, de kosten en de CO2-uitstoot van een bepaald scenario is. Mede gezien de kleine volumes, is het per kweker ophalen van de bloemen het goedkoopste, maar wel het meest vervuilende alternatief is. Een scenario waarbij alle leverende kwekers hun bestelling elke dag bij de kweker in de regio met de grootste order brengen bleek de duurste oplossing te zijn. Voor het bedrijf was vooral het laatste resultaat een eye -opener.” Hij vervolgt: “Zo heb ik een echte bijdrage kunnen leveren aan het succes van het bedrijf!”


Jaarverslag 2013

Vanuit de Vrije Universiteit Amsterdam is Karen Hooijschuur aan de slag gegaan bij Greenport Logistics. Karen volgde de masteropleiding Business Administration met Management Consulting als specialisatie. Enthousiast vertelt Karen “het vak Strategy, Control & Design sprak mij erg aan. Het ging in dit vak onder andere over het strategisch ontwerpen van allianties. Dit wekte mijn interesse voor het ontwerpen van allianties en de complexiteit die gepaard gaat met een business model voor allianties.” Vanuit het DaVinc3i project leefde bij Greenport Logistics de behoefte om een nieuw waardeverdelingsmechanisme te ontwerpen. “De perfecte afstudeeropdracht dus!”

Karen Hooijschuur

De opdracht gaf Karen de mogelijkheid om een concrete bijdrage te leveren. “Mijn opdracht heeft geresulteerd in een nieuw waardeverdelingsmechanisme voor Greenport Logistics, dat goed ontvangen is door de leden.” Ze heeft ook een theoretische bijdrage geleverd: “verder bleek uit mijn onderzoek dat acht elementen invloed kunnen hebben op het ontwikkelingsproces van een waardeverdelingsmechanisme binnen een multi-partner alliantie. Denk aan de motivatie van de partners en de principes van de samenwerking, maar ook eventuele meerdere lidmaatschapsvormen.” Na haar afstuderen is Karen aan de slag gegaan bij één van de alliantiepartners, De Winter Logistics, als Supply Chain Management Consultant. In deze functie richt zij zich op de verdere optimalisatie van de planning van De Winter Logistics. Ook zo dragen projecten als DaVinc3i bij aan de sierteeltsector.

Niet alle studenten die aan het project meewerken kennen de sierteeltsector. Dat gold ook voor Okke, Natasha, Dirk en Karen. Daarom de vraag aan alle vier wat hun beeld van de sector nu is. Okke steekt van wal: “Mijn bachelor thesis heeft mij laten zien hoe omvangrijk de sierteeltsector in Nederland eigenlijk is. Het is op vele gebieden een indrukwekkende branche: de teelt zelf, de logistiek eromheen en ook de internationale focus. Het maakte meer indruk op mij dan ik aanvankelijk had gedacht. Het DaVinc3i project is een mooie bron voor kennis waar de sierteeltsector in de toekomst mogelijk zelf veel aan heeft.” Karen stemt hiermee in. “Ik heb mogen ervaren hoe snel producten uit de sector door de keten gaan en wat voor invloeden het weer en nationale en internationale feestdagen kunnen hebben op de handel. Tevens begrijp ik beter welke impact veranderingen in de sector, zoals lagere volumes per order en de daling van het aandeel klokhandel, kunnen hebben op een logistiek dienstverlener. De onvoorspelbaarheid en de veranderingen maken het erg interessant om in deze sector te werken.” Natasha omschrijft zich als iemand met een sterke interesse in Supply Chains. “ Ik zocht een opdracht in die richting en één waarbij ik affiniteit heb met het product. Bij bloemen kon dat natuurlijk niet missen. Op het moment dat ik deze opdracht zag, was ik meteen verkocht.” “Natuurlijk wist ik wel dat Nederland een bloemenland was, maar pas toen ik er daadwerkelijk mee bezig was zag ik pas hoe groot het was. Echt iets om trots op te zijn!”

Dirk Oorbeek

Dirk had al enige ervaring in de sierteeltsector. “Maar door het bezoeken van verschillende bedrijven en mijn gesprekken met ondernemers, heb ik de sierteeltsector veel beter leren kennen.” De sector blijkt een stuk complexer dan hij dacht. “Ik vond het interessant om een gedeelte van sector van dichtbij mee te maken. Ik ben me gaan realiseren welke bijzondere positie wij als Nederland hebben. Ik hoop dat we met alle ondernemers en innovatieve concepten deze positie ook in de toekomst vast kunnen houden.” Hij sluit af met de hoop dat “DaVinc3i daar in ieder geval een mooie bijdrage aan kan leveren.” 19


DaVinc3i

20


Jaarverslag 2013

21


DaVinc3i

DE ONLINE CONSUMENT

Online zoekgedrag kan veel vertellen over de online consument. Niet alleen waar ze internet voor gebruiken, maar ook waar ze bij bloemen en planten aan denken. Een van onze studenten heeft kort in kaart gebracht wat de zoekresultaten van Google ons kunnen vertellen over de online sierteeltconsument. ‘Bloemen’ (17%) is veruit het populairst, op enige afstand gevolg door ‘bloemen bezorgen’ (12%). ‘Bruidsboeket’ (4%) en ‘planten’ (3%) maken de top vier compleet. In de top 10 komen ook ‘bloemen bestellen’ en ‘bloemen versturen’ voor, maar pas na ‘bloemschikken’. Er lijkt dus duidelijk interesse te zijn voor internet als (hulp)middel bij het kopen van bloemen en planten. De hekkensluiter is ‘rouwboeket.’ Consumenten lijken online nauwelijks te zoeken naar verzorgingsadvies: het gaat om maximaal 0.1% van de zoekopdrachten. Als het gaat om bloemsoorten, zijn er duidelijke verschillende met de top 10 verkochte bloemen. Consumenten zoeken het vaakst naar roos , lotus, iris, margriet, jasmijn en tulp zijn de nummers 2 tot en met 6. Behalve bij tulp gaat het hier ook om een luxe auto en meisjesnamen, wat aangeeft hoe moeilijk het is om de online consument goed te plaatsen. Consumenten zoeken ook naar bloemen en planten voor specifieke gelegenheden. Zoals al enigszins blijkt uit de algemene zoekwoorden is bruiloft de meest populaire gelegenheid, op ruime afstand gevolgd door begrafenissen. Andere gelegenheden zijn duidelijk mindere populair.

22


Jaarverslag 2013

KENNISCAFÉ HOE WERK JE SUCCESVOL SAMEN?

Op 21 november 2013 vond het tweede DaVinc3i Kenniscafé plaats bij het Productschap Tuinbouw in Zoetermeer. Met ongeveer 60 personen, was de zaal goed vol. Inhoudelijk was het een divers programma. Na een korte toelichting op het DaVinc3i project, was Lean and Green het onderwerp. Caroline Koiter legde uit waarom Lean and Green zo’n succes is geworden en hoe samenwerking daarin van belang is. Albert Douma (Dinalog) lichtte de aanwezigen hierna in over de mogelijkheden die er zijn om logistieke innovatie te subsidiëren. Vervolgens was RoseLife het onderwerp van discussie; Madelon Balm presenteerde haar bedrijf en ging uitgebreid in discussie over het belang van samenwerking voor een bedrijf als het hare. RoseLife was de case waarmee de principes achter en aandachtspunten bij samenwerking werden toegelicht. Zij deed dat aan de hand van de elementen van het business model canvas van Osterwalder en Pigneur. Dit canvas bestaat uit negen elementen die aangeven hoe een organisatie waarde kan creëren. Alle elementen van het canvas zijn met elkaar verbonden.

Het succes van het business model is in grote mate afhankelijk van succesvolle samenwerking tussen de betrokken partijen. Andere wetenschappelijke onderzoeken zeggen daar meer over dan het canvas van Osterwalder en Pigneur. Die elementen passen in de ‘magische driehoek’ van succesvolle samenwerking. Uit die onderzoeken blijkt dat succesvolle samenwerkingsprojecten zijn meestal gebaseerd op de volgende punten:

 Een sponsor van elk van de samenwerkingspartners om bedrijfsbelangen te behartigen en strategische afstemming te waarborgen - een kampioen

 Het vermogen van een organisatie om de samenwerking te beheren door middel van processen, tools en best practices van alliantiemanagement - geschiktheid

 De persoonlijke vaardigheden van de betrokkenen die nodig zijn om virtuele teams te leiden, conflicten op te lossen, vertrouwen winnen, en productief te werken binnen samenwerkingen - bekwaamheid

 De normen, waarden en attitudes die aan partnervriendelijk gedrag ten grondslag liggen en succesvolle samenwerking ondersteunt cultuur

Over het Kenniscafé zijn in meerdere media berichten verschenen.

23


DaVinc3i

Onze studenten hebben bij veel bedrijven en samenwerkingsverbanden specifiek onderzoek gedaan. Hieronder lichten wij een aantal van die onderzoeken uit. De bevindingen zijn in eerste instantie vooral toepasbaar voor de specifieke case. Gelukkig kunnen de algemene lessen ook breder worden toegepast.

Waarde toevoegen In de loop van de jaren is het toevoegen van waarde aan producten steeds verder teruggelegd in de keten. Met name in het retailkanaal wordt steeds meer van kwekers verwacht. Zeker in het geval van planten moet het product vaak winkelklaar worden geleverd. Dit betekent dat de juiste prijssticker, hoes en pot al op de kwekerij bij de plant moet worden gedaan. Dit werkt natuurlijk het meest efficiënt als het gaat om grote, bulkorders of projectorders (zie ook <<pagina nummer>>). Het is wel belangrijk om in het achterhoofd te houden dat het geen wet van Meden en Perzen is dat het uitvoeren van toegevoegdewaardeactiviteiten door kwekers altijd efficiënter of effectiever is. Zo kan het bundelen en uitvoeren van VAL activiteiten bij een derde partij (die verderop in de keten actief is) de kosten van voorraden van toegevoegde -waardeartikelen drukken. Schaalvoordelen zijn de meest gebruikelijke oorzaak hiervan. Als een derde partij in staat is voorraden dichterbij de klant aan te houden, kan de responsiviteit omhoog. Dit is natuurlijk met name relevant als de fysieke afstand tussen kweker of handelaar en afnemer groot is. In de huidige situatie vervullen Cash & Carry winkels en groothandelsmarkten deze functie, maar er zijn andere invullingen denkbaar. Een daarvan is dat logistieke-dienstverleners voorraad aanhouden namens een kweker of handelspartij. Dit is een ontwikkeling die reeds gaande is. Voorraden in de keten De potentie van vooruitgeschoven voorraadpunten heeft onder andere te maken met de mate van regie die ketenpartijen voeren over de logistiek. In dit opzicht is het natuurlijk het meest interessant om te kijken naar de logistiek die hoort bij de export van sierteeltproducten. In sommige gevallen dragen Nederlandse exporteurs de verantwoordelijk-heid voor het afleveren van de bloemen en planten bij de buitenlandse klant. Er zijn echter ook buitenlandse klanten die hun voorraden in Nederland komen ophalen. Voor deze klanten zouden nieuwe oplossingen wel een duidelijke toegevoegde waarde moeten bieden, voordat ze zouden kunnen overwegen om ervan gebruik te gaan maken. Om op deze manier toegevoegde waarde te kunnen leveren, is het van belang te begrijpen waarom buitenlandse partijen hun bloemen en planten zelf in Nederland (laten) ophalen. Kosten zijn uiteraard een voorbeeld, maar ook de benutting van vrachtwagens. Dit zijn redenen die eventueel ondervangen kunnen worden. Dat geldt helaas niet voor lokale omstandigheden waardoor Nederlandse bedrijven zich genoodzaakt zien om het vervoer door een bedrijf uit het land van bestemming te laten verzorgen. Online winkelen Online shoppen is steeds gewoner. In 2013 hebben Nederlandse consumenten ongeveer € 10,6 miljard online uitgegeven. Het aantal 24

ONDERZOEKEN IN HET KORT


Jaarverslag 2013

bestellingen is met ongeveer 11% toegenomen. De groei zit met name in kleding en telecomartikelen. Deze cijfers van Thuiswinkel.org tonen de groei die in de markt zit. Hoewel de verkoop van bloemen en planten op dit moment nog mee valt, staan steeds meer supermarkten op om een webwinkel te openen. In het online assortiment vallen ook de versartikelen. Als consumenten hier gewend aan raken, zijn bloemen en planten misschien ook niet zo’n stap meer. Als consumenten in de toekomst online bloemen en/of planten gaan kopen, is het van belang om goed na te denken over het logistieke aspect van zo’n webwinkel. De logistiek van webwinkels is namelijk van groot belang voor het succes. Daarbij kan de logistiek van, bijvoorbeeld, een kledingwinkel natuurlijk niet zo maar worden toegepast op bloemen en planten. Een vergelijkend onderzoek in wetenschappelijke literatuur maakt duidelijk welke mogelijke strategieën er zijn en wat de kansen van die strategieën voor webwinkels in bloemen en planten zijn. Het blijkt dat er twee cruciale beslissingen zijn. De ene betreft de voorraadstrategie, de ander de ‘laatste meter’ ofwel hoe de consument te bereiken. Er bestaat daarom geen algemene keuze die voor online bloemisten van toepassing is waar het gaat om het afleveren van hun producten. Leren van andere bedrijven Ook in 2013 hebben studenten weer een benchmark uitgevoerd. Hierbij bekeken zij bedrijven die in een supply chain actief zijn die lijkt op een van de DaVinc3i scenario’s. De bedrijven die de studenten onder de loep genomen hebben zijn FrieslandCampina en Zara voor de retailscenario’s, Coolblue en Amazon voor de e-tailscenario’s en CB (het voormalige Centraal Boekhuis) voor de detailscenario’s. Hieronder vindt u een kleine selectie van de aanbevelingen. Voor retailscenario's bevelen de studenten aan dat de retailer volledige regie over zijn keten moet houden, maar daarin werkt met zelfstandige bedrijven vanuit de gedachte van wederzijdse afhankelijkheid. Bovendien raden de studenten dat retailers niet alleen zelf innoveren, maar daarin actief samen werken met ketenpartners. De studenten benadrukken dat succesvolle retailers hierbij niet bang zijn voor heilige huisjes. Voor de verkoop van bloemen en planten online, in de e-tailscenario's, hebben de studenten onder andere de volgende twee aanbevelingen. Ten eerste, suggereren zij dat een webwinkel parallelle business modellen zou moeten hanteren. De webwinkel kan dan een zo breed mogelijk publiek bedienen. Daarnaast raden zij aan klanten een breed scala aan opties te bieden. Het gaat dan niet alleen om de producten, maar ook voor bezorging en betaling. Voor de detailscenario’s is dus slechts naar een bedrijf gekeken. De studenten hebben op basis echter wel een aantal aanbevelingen gedaan. Een daarvan is dat informatie een bron van kennis en kracht is. Zij raden de sector dan ook aan om informatie uit een handelsplatform te benutten voor het signaleren van trends. Tevens achten de studenten het verstandig als ‘de sector’ een breed assortiment aanbiedt, inclusief aanverwante producten. Voor detaillisten is er dan een ‘one stop shop.’ Over deze benchmark is in het Vakblad voor de Bloemisterij van week 41 een artikel verschenen: Sierteelt kan leren van neutrale dienstverlener CB-logistics.

25


DaVinc3i

ONDERZOEKEN &

Onderzoeken door Master studenten Design of the Distribution Network for an E-tail Scenario in the Floriculture Sector: the Metro Model, N. Theeuwen

Master thesis

Floricultural Network Design with Process and Inventory Allocation, Z. Guo

Master thesis

Inventory Pooling in the Floricultural Supply Chain, Y. He

Master thesis

Sourcing strategies for flora providers in the detail scenario, L. de Kooter

Master thesis

Order fulfilment strategies of (flower) web shops, S. Bongaerts

Master thesis

Post-Harvest Product Quality in the UK Cut Flower Distribution Chain, J. Nibber

Master thesis

The Impact of Retail on a Pot and Bedding Plant Nursery, C. Drost

Master thesis

State of the Art Dutch Floriculture Exports, T. Weiss, C. van Dijke, Master project E. Kok en D. de Jong Virtualization of quality oriented Supply Chain networks in Dutch floriculture, J. Sotelo Ramos

Master thesis

Business Model for a B2C Flower Webshop, C. de Azeredo Mello Master thesis Business Models and Value Networks, Creating Value as MultiSided Platform, V. Beenen

Master thesis

Collaboration in the Value Chain in order to Sustain the Business Model’s Value Creation, D. Vredevoort

Master thesis

Investments in Inter-Organizational Collaborations, Case Studies in the Dutch Horticulture Sector, B. de Vaal

Master thesis

26


Jaarverslag 2013

ONDERZOEKSPUBLICATIES

Onderzoeken door Bachelor studenten

Quality Controlled Planning, H. Zhang, N. Enfon, N. Leijnse en T. Dankers

Bachelor project

Projectorders: Succesfactoren voor plantenkwekers in het retailkanaal, M. Kuijf

Bachelor thesis

Online kopen van bloemen, wanneer en voor wie interessant, O. van der Eijk

Bachelor thesis

EfficiĂŤnte collectie van snijbloemen voor de detailhandel, D. Oorbeek

Bachelor thesis

Lessons from other industries in the DaVinc3i scenarios, R. Gilsing, D. Haug, S. Pepping, M. Vermeulen en T. Wijnberg

Bachelor project

Wetenschappelijke publicaties door de onderzoekers Supply Chain Virtualization, a Conceptual Framework for Analysis of Virtual Supply Chains from an Internet of Things Perspective, C. Verdouw, A.J.M. Beulens en J.G.A.J. van der Vorst

Wetenschappelijke publicatie, verschijnt in Computers and Electronics in Agriculture

Logistics orchestration scenarios in a potted plant supply chain network, M. de Keizer, J.J. Groot, J.M. Bloemhof en J.G.A.J. van der Vorst

Wetenschappelijke publicatie, verschijnt in International Journal of Logistics Research & Applications

Multimodal freight transportation planning a literature review, M. Steadie Seifi, N.P. Dellaert, W. Nuijten, T. Van Woensel en R. Raoufi

Wetenschappelijke publicatie, verschijnt in European Journal of Operational Research

ICT in de Nederlandse sierteelt: analyse van de huidige situatie en uitdagingen voor de virtualisering van sierteeltnetwerken, C. Verdouw en A.J.M. Beulens

Wetenschappelijke publicatie

A multimodal network flow problem with product quality preservation, transshipment, and asset management, M. Steadie Seifi, N. Dellaert, T. Van Woensel

Wetenschappelijke publicatie

27


DaVinc3i

VOORUITBLIK OP 2014

2014 Is het laatste volledige jaar voor DaVinc3i. Het jaar zal dus in het teken staan van afronding, maar bovenal ook van het delen van onze inzichten met de sector. Het doel van het project is immers om bij te dragen aan de succesvolle toekomst van de Nederlandse sierteeltsector. We zullen daarom een aantal initiatieven ontplooien om onze bevindingen met de sector te delen. Zo zullen na de zomer van 2014 Masterclasses worden georganiseerd. In deze Masterclasses delen we de kennis uit het project met hoger management en directieleden van bedrijven uit de keten: zowel theorie als toepassing komen aan bod. Via onze nieuwsbrief, onze website, de projectpartners en andere kanalen houden we u graag op de hoogte. Naast het delen van kennis, werken we ook in 2014 nog aan diverse onderzoeken die nieuwe inzichten moeten opleveren. Een greep uit de onderzoeken door studenten:

 De interne logistiek bij kwekers als gevolg van “vaker, verser, vlugger”  Het succesvol opzetten van een webshop voor bloemen/planten  Het verder inrichten van het metromodel met bijvoorbeeld inzichten over de locaties van hubs, het uitvoeren van toegevoegdewaardeactiviteiten, het houden van voorraad

 Het combineren van Cash & Carry winkels en afhaalpunten  Het succesvol in de sector zetten van een IT platform om informatie te delen

 De voorwaarden voor internationaal ondernemerschap voor sierteeltbedrijven

Daarnaast werken de vier onderzoekers hard aan meer algemene inzichten op het gebied van:

 Het ontwerpen van een Europees distributienetwerk waarin responsiviteit voorop staat

 Het plannen van synchromodaal transport en het oplossen van eventuele verstoringen in die planning

 Het testen van mogelijkheden om met behulp van IT oplossingen slimme logistieke beslissingen te kunnen nemen

 De geschikte verdienmodellen voor samenwerkende bedrijven en de manier waarop die verdienmodellen geïmplementeerd kunnen worden

28


Jaarverslag 2013

ONDERZOEK MEERDERE MODALITEITEN

Naast het leveren van nuttige inzichten voor de sierteeltsector, wil DaVinc3i ook bijdragen aan de ontwikkeling van wetenschappelijke kennis. De onderzoekers die binnen het project hun onderzoek verrichten, publiceren hun werk in diverse wetenschappelijke journals. Zo heeft Maryam Steadie Seifi (Technische Universiteit Eindhoven) onderzocht wat er in de wetenschappelijke literatuur al geschreven is over het plannen van transport waarbij van verschillende vervoerswijzen (modaliteiten) gebruik gemaakt wordt en hoe dit zich verhoudt tot haar werk. Gezien de ontwikkelingen in Europese regelgeving in het algemeen en de sector in het bijzonder, zal er in de toekomst steeds vaker gebruik gemaakt worden van alternatieve vervoerswijzen. Een voorbeeld is bijvoorbeeld de beperking van de rijtijden van chauffeurs. Ook het sluiten van de Zwitserse tunnels voor doorgaand vrachtverkeer kan de relevantie van alternatieve modaliteiten vergroten. Het komt de kracht van de Nederlandse sierteeltsector ten goede als er al in een vroeg stadium over de impact van deze veranderingen wordt nagedacht. Voor het plannen van transport bij het gebruik van meerdere modaliteiten wordt in de literatuur niet altijd gebruik gemaakt van alle modaliteiten. Vaker gaat het om een aantal modaliteiten, zoals weg– en treinvervoer of lucht– en zeevaart. Er is dus ruimte om te onderzoeken hoe al deze modaliteiten in een planning opgenomen kunnen worden. Planningen worden bovendien vaak gemaakt om op een beperkt aantal voorwaarden zo optimaal mogelijk te zijn. Voorbeelden hiervan zijn kosten, aflevertijden of robuustheid. Zeker in het geval van beperkt houdbare producten, als bloemen en planten, kan het nodig zijn om aan meerdere voorwaarden te voldoen. Tot slot, retourstromen zijn enigszins onderbelicht in de wetenschappelijke literatuur. De sierteelt kent een divers beeld aan retourstromen: karren, fusten en sommige dozen komen altijd terug van hun bestemming in Europa om hergebruikt te worden. Uit de literatuur blijkt wel dat er behoorlijke besparingen in tijd en kosten mogelijk zijn als retourstromen goed gepland worden.

29


DaVinc3i

ONZE MENSEN

Het projectteam van DaVinc3i bestaat uit: Prof. dr. ir. Jack G.A.J. van der Vorst (WU, projectleider) Prof. ir. Adrie Beulens (WU) Prof. dr. Ard-Pieter de Man (VU) Prof. dr. Tom Van Woensel (TUE) Dr. Cor Verdouw (WUR-LEI) Souren Arzlanian (VU) Marlies de Keizer (WU) Maryam Steadie Seifi (TUE) Anton Bril (VGB) Rob Koppes (FloraHolland) Edwin Wenink (FloraHolland) Robbert van Willegen (VGB) Robert Ossevoort (WU, projectmanager)

In de stuurgroep van DaVinc3i is de sector vertegenwoordigd via: Herman de Boon (VGB) Rens Buchwaldt (FloraHolland) Erik de Vries (Greenport Logistics) Jerre de Blok en Jaap de Vries (Productschap Tuinbouw)

Daarnaast hebben vertegenwoordigers van onze partners deelgenomen aan diverse bijeenkomsten. Ook hebben 37 studenten zich voor DaVinc 3i ingezet.

30


Jaarverslag 2013

PARTNERS

FINANCIERS

31


Prof. dr. ir. J.G.A.J. van der Vorst Hoogleraar Logistics and Operations Research projectleider DaVinc3i Wageningen Universiteit

Robert Ossevoort Projectmanager DaVinc3i Wageningen Universiteit

T E

M E W T

0317 – 485 645

jack.vandervorst@wur.nl

COLOFON

Leeuwenborch, Gebouw 201, Hollandseweg 1, 6706 KN Wageningen Postbus 8130, 6700 EW Wageningen 0317 – 481 367

robert.ossevoort@wur.nl www.davinc3i.com @davinc3i

COPYRIGHTS van gebruikte foto’s

Dit jaarverslag is een uitgave van Wageningen Universiteit 1 - FloraHolland/DaVinc3i namens het DaVinc3i consortium. 2/3, 4/5, 6/7, 10, 12/13, 20/21 - Bloemenbureau Holland Samenstelling, vormgeving en teksten door het 16/17 - DGI projectteam DaVinc3i. 24/25 - DB Schenker Bij de samenstelling van dit overzicht is gestreefd naar de 26 - FloraHolland grootst mogelijke nauwkeurigheid in de opgenomen ver11, 22, 27, 30 - Photl.com meldingen. De uitgever stelt zich niet aansprakelijk voor eventuele (druk)fouten en onvolledigheden.

29 - Scania


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.