Oprichting: 1993 Maatschappelijke zetel: Oaxaca, Mexico. Oorsprong/behoefte: antwoorden op de toenemende dreiging van de wereldwijde ontbossing die onder meer werd vastgesteld op de Top over de Aarde in 1992 in Rio. Sector: bosbeheer. In België: vooral hout, houtproducten en papier, maar ook andere bosproducten zoals kurk, bamboe, latex en andere niet-houtachtige bosproducten. Wat gegarandeerd wordt: het FSC-label waarborgt een duurzaam beheer van het bos en zijn hulpbronnen, alsook het respect van correcte arbeidsvoorwaarden in de verwerkende keten. Belanghebbenden: ngo's, consumenten, vakbonden, experts, ondernemingen. Begunstigden: onafhankelijke producenten, coöperaties, ondernemingen/merken. Controletype: derde partij. Methoden: Boscertificering op basis van aangekondigde en onaangekondigde terreinaudits, stakeholderconsultaties en inzage van de administratie. Chain of custody certificering via audits bij bedrijven gebaseerd op het documentensysteem en een traceerbaarheidssysteem. Betrokken fases van de keten: productie, export/import, verwerking, distributie, sensibilisering.
FLO (Fairtrade Labelling Organization) en FSC hebben een proefproject gestart voor een dubbele certificering die toegankelijk moet zijn voor kleine boseigenaren. Men wil zowel de duurzame bosbouw als de eerlijke handel certificeren. Meer informatie: www.fsc.org
De Forest Stewardship Council (FSC) werd in 1993 opgericht in Toronto (Canada) door boseigenaren, bedrijven actief in de houtketen, diverse groepen uit het middenveld en ngo's die iets wilden doen aan het probleem van de ontbossing en onverantwoord bosbeheer. Het doel was de consument de garantie te geven dat het hout of het papier dat hij koopt afkomstig is uit een bos dat beheerd wordt op een sociaal correcte en economisch leefbare manier, met respect voor de biodiversiteit. 'Sociaal correct' betekent hier dat FSC toeziet op het welzijn van de plaatselijke gemeenschappen die in (de buurt van) de geëxploiteerde bossen leven en op dat van de exploitanten en de bosarbeiders. Een van de belangrijkste kenmerken van FSC is het krediet dat de organisatie geniet bij de grote milieuorganisaties, zoals WWF en UNEP1. Om het label te ontvangen moet het bosbeheer voldoen aan een set van 10 fundamentele FSC principes en hun bijhorende criteria. Deze worden door lokale werkgroepen verder verfijnd naar de lokale context. De principes zijn geïnspireerd door de Internationale Arbeidsorganisatie (eigendomsrecht van de autochtone bevolking, financiële compensatie voor de onteigening van gronden, enz.), maar ook door een reeks milieunormen (een beheerplan voor het bos opstellen, opmerkelijke bossen beschermen, de nationale wetten naleven, de biodiversiteit vrijwaren, enz.). Het FSC-label moet niet verplicht worden aangebracht op het verkochte hout of papier – dit gebeurt vaak wel bij eindproducten. Voor nietgelabelde producten wordt de FSC garantie vermeld op de facturen. De certificering is gebaseerd op een onafhankelijke audit, die ten minste om het jaar wordt herhaald. De audit betreft niet alleen de administratie maar ook een inspectie op het terrein, al dan niet aangekondigd. Zowel het bosbeheer (aan de basis van de producten) als alle verdere stappen van de verwerking worden geïnspecteerd. De meeste gecertificeerde bossen liggen op het noordelijke halfrond, waaronder in Europa, Rusland, Canada en Noord-Amerika. In het zuidelijk halfrond begint FSC boscertificering ook voet aan grond te krijgen. 1. United Nations Environment Programme
1. Contact opnemen met een of meerdere door FSC erkende certificeringsorganismen. Op basis van de verstrekte informatie geeft het organisme een raming van de kosten, de vereisten en de duur van de procedure. 2. Een FSC-certificeringsorganisme kiezen en er een overeenkomst mee afsluiten. 3. Het organisme voert een audit uit om de naleving van de FSCprincipes en -criteria te controleren. 4. Het stelt op basis van de verzamelde gegevens een auditrapport op. 5. Op basis van het rapport wordt beslist of men de certificering toekent. Als het besluit positief is, wordt een FSC-certificaat uitgereikt. Als de naleving onvoldoende is, stelt het certificeringsrapport verbeteringsmaatregelen voor en kan er later een nieuwe audit worden uitgevoerd.
-
Bestek: de principes en criteria van FSC vormen een internationaal kader voor de certificering van bossen. Parallel hiermee kan men dankzij een bestek voor de productieketen de producten tot bij de consument traceren. Tijdens de certificeringsaudit worden verbeteringsmaatregelen voorgesteld om afwijkingen op te lossen. Ingrijpende maatregelen schorten het proces op, terwijl kleinere verbeteringen binnen een gegeven termijn na de certificering moeten worden uitgevoerd. Vooruitgangscontrole: de verbeteringsmaatregelen (CAR: corrective actions requested) leiden tot een permanent verbeterproces.
De kosten hangen af van de aard van de certificering (bosbouw of productieketen) en van een aantal andere parameters: omvang, plaats, complexiteit van het bos. Het centrale element is de duur van de audit en het vereiste aantal inspecteurs. Hoe groter het bos, hoe hoger de kosten, maar ze zijn niet noodzakelijk evenredig met het aantal hectaren. Omgekeerd zal voor een kleiner bos de prijs per hectare hoger zijn (een groepscertificering levert een schaalvoordeel op). De kosten verschillen bovendien van land tot land. In België bestaan er verschillende formules van FSC-certificering, afhankelijk van het type onderneming. De individuele FSC CoC-certificering (CoC staat voor Chain of Custody) is de meest gebruikte standaardformule. De kosten voor dit certificeringstype zijn in grote mate afhankelijk van de aard en de grootte van de onderneming. Ze liggen voor een middelgroot bedrijf tussen € 1.000 en € 2.000 per jaar. De groepscertificering wordt voorgesteld aan groepen van bedrijven die minder dan 16 werknemers tellen. Het grootste voordeel ervan is de lagere kost (doorgaans minder dan € 1.000/jaar) en de verminderde administratieve last.
Copyright by Moyan Brenn
FSC staat voor: > Meer dan 150 miljoen hectare gecertificeerde bossen (waarvan 10 % plantages) > Meer dan 22.000 gecertificeerde ondernemingen en ontginningen ter wereld, waarvan bijna 700 in België.
De kosten en de procedures houden een heel aantal kleine boseigenaars tegen om een certificatie te behalen. FSC neemt deel aan verschillende projecten ten voordele van deze benadeelde actoren zodat ze hun duurzaam beheer kunnen aantonen: SLIMF (Small and Low Intensity forest Management), GEF (verbetering van de certificaties voor tropisch bosbeheer), samenwerking met FLO (Fairtrade Labelling Organisation).
De multi-sites-certificering functioneert volgens hetzelfde principe als groepscertificering maar richt zich tot bedrijven die meerdere juridische entiteiten en/of meerdere fysieke vestigingen tellen in België of/en in het buitenland.
Sinds de lente van 2008 beschikt de Compagnie Industrielle des Bois (CIB), een filiaal van de Deense groep DLH, over 750.000 hectare FSCgecertificeerde bossen in het noorden van de Republiek CongoBrazzaville. Een manier om te anticiperen op de onontkoombare evolutie van de Europese en Amerikaanse vraag naar steeds “schoner” hout. Een getuigenis van Lucas Van Der Walt.
Waarom heeft een internationale groep als de uwe de stap naar labeling gezet? In het begin was labeling een marketinginstrument. Maar met alle wetswijzigingen in Europa en Noord-Amerika om een wettelijke bosontginning te bevorderen, is het stilaan een must geworden. Het komt erop aan de ecosystemen te beschermen waarvan wij rechtstreeks afhangen voor onze industriële en commerciële activiteit. Waarom kiezen voor FSC? Van alle internationale labels is FSC het enige dat massaal wordt erkend in de tropen. Het is trouwens ook het enige dat strikt is op sociaal vlak en zich niet beperkt tot louter plannen voor bosbeheer. In Pokola en Kabo bijvoorbeeld, druisen twee type rechten tegen elkaar in. Enerzijds zijn er voor bosbouwbedrijven zoals het onze concessies die bijna veertig jaar geleden legaal afgeleverd zijn door de Congolese regering, anderzijds zijn er de eeuwenoude eigendomsrechten van de autochtone bevolkingen (Pygmeeën). Hoe beide met elkaar verzoenen? Door verschillende cartografische en markeringsinstrumenten op punt te stellen die zijn aangepast aan weinig geschoolde of zelfs ongeletterde bevolkingen. Wat is het kostenplaatje voor de Congolaise Industrielle des Bois? Het is heel hoog! Het FSC heeft ons sinds 2004 rechtstreeks meer dan 10 miljoen dollar gekost, dit is 20 % van ons jaar-
lijks zakencijfer. Daarbij komen de onrechtstreekse kosten, die nog hoger liggen. Op dit ogenblik is het niet rendabel. De prijs van hardhout wordt op de internationale markt immers nog te veel beïnvloed door de illegale houtkap, overwegend in de tropen. Voor pioniers als wij is de concurrentie dus bikkelhard. De certificering rechtvaardigt de meerprijs. De overheden van de landen uit het Noorden moeten koste wat kost hun overheidsopdrachten via gecertificeerd hout voorzien. Ook de gewone consument kan via aankoop van ramen, deuren of tuinmeubelen eisen dat hij gelabeld hout krijgt. Pas dan kan het sneeuwbaleffect zijn werk doen.
Het FSC-label wordt tegenwoordig beschouwd als een van de meest geloofwaardige duurzame certificeringen. Dit komt vooral doordat de initiatiefnemers – de FSC leden — een evenwicht weten te vinden tussen economische performantie enerzijds en het nakomen van strenge sociale en milieucriteria anderzijds. Bovendien kon Forest Stewardship Council zich onderscheiden als multistakeholderorganisatie doordat het een eerlijke, evenwichtige vertegenwoordiging kan waarborgen van de belangen van de verschillende actoren van de keten, zowel in de landen uit het Zuiden als uit het Noorden. Het FSC-label staat o.m. bekend om zijn transparantie en zijn duidelijke procedures en documentatie. Vooral de professionals uit de houtketens stellen het label op prijs omdat het rekening houdt met performatie-eisen bij het beheer van de bosontginningen. Voor velen staat de FSC-norm op die manier garant voor een verantwoord beheer van onze bossen wereldwijd. De kritiek die Forest Stewardship Council momenteel krijgt, heeft vnl. te maken met zijn snelle succes en zijn aanpassing aan sommige specifieke situaties. De ngo FERN heeft bijvoorbeeld enkele gevallen opgemerkt van onterecht gelabelde ontginningen zonder voldoende controle van de certificeringsinstellingen. Ook de FSC certificering van bosplantages kent zijn tegenstanders. Ten slotte is FSC certificering van bosbeheer vaak een hele uitdaging in regio’s waar lokale overlegsystemen niet of moeilijk op poten te zetten zijn en/of in landen met een politiek instabiele context.
* De gewaarborgde bezoldiging varieert van systeem tot systeem. Sommige verzekeren een "billijk" loon en bieden een discretionair inkomen (ESR, Fair for Life, Fairwild, FSC, GoodWeave, Max Havelaar (FLO), BSCI, ETI, Fair Wear, RSPO, SA8000, STEP, WFTO). Dit inkomen varieert van streek tot streek en wordt bekeken in functie van de levenskost (gezinskorf). Andere systemen respecteren enkel de wettelijke barema’s zonder na te gaan of deze in verhouding staan tot de “billijkheid” van het toegekende bedrag.
FSC Belgium - Fair Timber asbl Dutselhoek 47 - 3220 Holsbeek Rue Nanon 98 - 5000 Namen Tel. : 016/22.61.37 - Fax : 016/30.83.66 info@fsc.be - www.fsc.be
** Financiële zekerheid concretiseert zich soms via een gegarandeerde minimumprijs (vooral voor grondstoffen), soms via de betaling van een extra premie boven op de marktprijs (wordt verondersteld een superieure kwaliteit van het product weer te geven) en/of nog via contractuele clausules zoals bijvoorbeeld de duur van het partnership (lange termijn), (pre)financieringsgemak … Deze elementen zijn onlosmakelijk verbonden met het criterium "verloning”: een juiste prijs veronderstelt een "waardig" inkomen.