Oprichting: 1999 Maatschappelijke zetel: Genève Oorsprong/behoefte: PEFC is ontstaan in een periode van grote protesten tegen de ontbossing van het Amazonewoud. Bos en hout spelen een fundamentele rol in de strijd tegen de klimaatverandering. De consument moet dus de garantie krijgen dat hij hout van duurzame herkomst koopt. Sector: bosbeheer
PEFC is Europees van oorsprong. Het label houdt rekening met de eigenheid van de typisch kleine, Europese bossen.
In België: hout (ruw en afgewerkt) en houtproducten (papier, karton) Wat wordt gegarandeerd: een economisch leefbaar bosbeheer met respect voor het milieu (herstel, bescherming van de biodiversiteit, het water en de bodem) en met een positieve sociale invloed (plaatselijke werkgelegenheid, respect voor de inheemse bevolking en de rechten van de arbeiders). Belanghebbenden: ngo's, consumenten, vakbonden, overheden, ondernemingen, boseigenaren, experts. Begunstigden: onafhankelijke producenten, coöperaties, fabrieken, ondernemingen/merken.
De gigantische kerstboom die in 2011 op de Brusselse Grote Markt prijkte, was afkomstig uit een bos met PEFCcertificatie. "Zo bewijzen wij dat we de traditie in ere kunnen houden en tegelijk ook begaan zijn met de toekomst van onze planeet en het erfgoed van de komende generaties", zegt Philippe Close, Schepen van Toerisme van de Stad Brussel. Meer info: www.pefc.be
PEFC, Programme for the Endorsement of Forest Certification Schemes (vroeger Pan European Forest Certificate), is een onafhankelijke, nietgouvernementele organisatie zonder winstoogmerk die in 1999 werd opgericht. PEFC ging van start in twaalf Europese landen, waaronder België, en wilde een certificeringsysteem invoeren dat rekening hield met de eigenheid van de voor de Europese ecosystemen typische kleine bossen. De organisatie ijvert voor een beheer dat het milieu respecteert maar dat ook sociaal voordelig en economisch leefbaar is. De certificering is gebaseerd op de erkenning van elk nationaal certificeringsysteem (de bossen verschillen immers van land tot land) door PEFC International. In totaal wordt rekening gehouden met 76 criteria. Die zijn op hun beurt gebaseerd op de beslissingen die tijdens grote internationale milieuconferenties werden genomen, zoals de conferentie van Helsinki in 1993. Met wereldwijd 247 miljoen hectare gecertificeerd bos beperkt PEFC zich al lang niet meer beperkt tot de EU. Het label is nu ook sterk aanwezig in Noord- en Centraal-Amerika. De PEFC-certificering gebeurt op vrijwillige basis. Ze geeft dus geen garantie over de kwaliteit van het gekochte hout maar wel over de duurzaamheid van de bosbouw waaruit het voortkomt. PEFC certificeert niet alleen de bossen maar ook de controleketen, dus de ondernemingen die in de verwerkende keten actief zijn. Als een enkel bedrijf van die keten niet gecertificeerd is of na de jaarlijkse controle door een onafhankelijk organisme zijn certificering verliest, kan het PEFC-logo niet meer worden gebruikt. In België zijn 287.000 hectare bos (uitsluitend in Wallonië) gecertificeerd door PEFC.
Type controle: derde partij. Methoden: analyse van het documentensysteem, onaangekondigde waarnemingen op het terrein, gesprekken met interne en externe belanghebbenden. Betrokken fases van de keten: productie, export / import, verwerking, distributie en sensibilisering.
PEFC baseert zich op de wederzijdse erkenning van nationale certificeringsystemen. De procedures en de kosten verschillen dus van land tot land. We nemen België als voorbeeld: Boseigenaren Zij ondertekenen het charter voor duurzaam beheer, sturen het beheerdocument naar de Koninklijke Belgische Bosbouwmaatschappij (KBBM) of naar de Division Nature & Forêts (DNF - Waals Gewest) en betalen de bijdrage. Nadien ontvangen ze een attest dat bevestigt dat ze deelnemen aan de PEFC-boscertificering. De bijdrage dekt de kosten van de nalevingscontrole door een erkend onafhankelijk certificeringsorganisme.
Bestek: PEFC werkt met verschillende bestekken voor tropische en andere wouden. Voor tropische wouden werden enkele extra criteria toegevoegd. De bestekken zijn beschikbaar op het internet Vooruitgangsprocedure: Bosbeheer is een langdurig proces. De rotatie van de bomen duurt soms langer dan een mensenleven (in het geval van loofbomen). Aanpassingen moeten geleidelijk gebeuren, vandaar dat het systeem van permanente verbetering belangrijk is.
De verbintenissen worden op twee niveaus gecontroleerd:
intern door de KBBM en de DNF, die audits uitvoeren;
extern door een erkend onafhankelijk certificeringsorganisme.
Wanneer bij een meerderheid van de eigenaren afwijkingen zouden worden vastgesteld die niet worden verbeterd, verliest de KBBM of de DNF zijn certificeringsmandaat en wordt de PEFC-certificering van de boseigenaren ingetrokken.
Privé-boseigenaren Voor 3 jaar: € 5 voor een bos van minder dan 5 ha, vermeerderd met € 0,5 / ha voor elke hectare die er bovenop komt (max. € 250). Ondernemingen +/- € 750 / jaar voor de audit door het certificeringsorganisme en een bijdrage aan PEFC Belgium die in verhouding staat tot de omzet (tussen € 100 en 2.000 /jaar).
© www.pefc.be
Ondernemingen Ondernemingen moeten een keuze maken tussen twee opvolgingsmethoden van de houtstroom. Ofwel wordt het hout met PEFC-label gescheiden van het hout zonder PEFC-label in elke fase van de productie, het transport en de opslag. Ofwel gebruikt men de pariteitsmethode: de hoeveelheid hout met PEFC-label die de onderneming verkoopt mag dan ten hoogste gelijk zijn aan de hoeveelheid aangekocht gelabeld hout.
De audit wordt voorbereid door de nodige documenten te verzamelen en een erkend certificeringsorganisme te kiezen.
De onderneming die aan de eisen van PEFC voldoet (geen afwijkingen), krijgt een certificaat dat vijf jaar geldig blijft. Het certificaat vermeldt het nummer van de controleketen dat de onderneming heeft ontvangen.
Begunstigden: 9548 kleine en grote gecertificeerde exploitaties ter wereld (waarvan 384 in België). Verspreiding: Wereldwijd is er 247 miljoen hectare bos met PEFC-certificatie, verspreid over 35 landen. Dat is zowat de oppervlakte van Frankrijk, Duitsland, Italië en het Verenigd Koninkrijk samen. PEFC vertegenwoordigt twee derde van de gecertificeerde bossen ter wereld.
Door de boscertificatiesystemen van Gabon (PAFC) en Maleisië (MTCS) te erkennen zet PEFC zijn eerste stappen op Afrikaanse en Aziatische bodem. Tot nog toe was PEFC vooral aanwezig in Europa en NoordAmerika maar voortaan kunnen dus ook de houtproducten uit gecertificeerde bossen van Gabon en Maleisië het PEFC-label dragen. "De uitdagingen liggen vooral in het duurzaam beheer van de tropische wouden op het zuidelijk halfrond. Die bieden immers de beste troeven om enkele van de grootste uitdagingen van onze maatschappij aan te pakken, zoals de strijd tegen de klimaatsverandering, de ontbossing, de aantasting van de wouden én het behoud van de biodiversiteit”, zegt Ben Gunneberg, Algemeen Secretaris van PEFC. De eerste wouden in Afrika en Azië kunnen zich nu laten certificeren volgens het PEFC-systeem. "Meer dan twee derde van Gabon is bedekt met bossen. Het land kan prat gaan op een regenwoud met een rijke biodiversiteit. Internationale erkenning van het Gabonese programma is een primeur in het Congobekken en betekent een stap in de goede richting", voegt Ben Gunneberg eraan toe. Maleisië is voor 59,4 % bebost met natuurlijk en aangeplant woud. Het gaat hierbij om 19,52 miljoen hectare waarvan 4,84 miljoen (Permanent Reserved Forests) gecertificeerd is onder het MTCS-systeem.
- Malaysian Timber Certification Scheme (MTCS) : www.mtcc.com.my - Gabonese Forest Certification Scheme (GFCS) - Brazilian Program of Forest Certification (BPFC): www.inmetro.gov.br - CERTFORCHILE Forest Certification Scheme : www.certfor.org
Het PEFC-label stelt de lokale actoren centraal. De grootste kritiek is dat het te grote kwaliteitsverschillen kent tussen de verschillende nationale standaarden. Het label omvat bijvoorbeeld zeer gedetailleerde standaarden met duidelijk te behalen prestatiedrempels (zoals die van Zweden) maar ook standaarden die geen prestatiedrempel opleggen (zoals Frankrijk). Deze verwijten houden verband met een van de basisprincipes van het systeem, dat zichzelf omschrijft als een instrument voor voortdurende verbetering van de beheerprestaties zonder minimumdrempels vast te leggen. Bovendien wrijft men het label een zekere onevenwichtigheid aan in de samenstelling van structuren omdat deelnemende partijen worden betrokken bij de uitwerking van de nationale instrumenten. Het is een feit dat de houtexploitanten en de industrie een bevoorrechte positie genieten in de functionerings- en besluitvormingsprocessen (opstellen standaarden, overnemen nationale standaarden en accrediteren van certificeringsinstellingen). Dat gaat soms ten koste van de ngo's en de verenigingen.
Positief is dan weer dat het PEFC-systeem toegankelijk is voor kleine structuren. Het label moedigt bovendien het opstellen en aannemen van criteria op lokaal niveau aan.
Verder kiest het systeem voor een evolutieve aanpak. Sinds zijn oprichting wil het label geleidelijk aan zijn procedures en standaarden verbeteren. PEFC breidde onlangs de sociale criteria in zijn controleketen op de invoer van gelabeld hout veder uit. De nieuwe norm erkent bijvoorbeeld de VN-verklaring voor de Rechten van Inheemse volken en Conventie 169 van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) betreffende inheemse en in stamverband levende volken.
Aanpassing aan de nieuwe Europese wetgeving Een nieuwe EU-verordening die op 3 maart 2013 van kracht gaat verbiedt illegaal bosbeheer en de verkoop van niet gecertificeerd tropisch hout en afgeleide producten (zoals papier en houtslijp). PEFC International past in dit kader de criteria aan voor de controleketen.
februari 2013
PEFC Belgium vzw Centrumgalerij, blok 2 bus 289,, 6de verdieping 1000 Brussel—België Tel. : +32 (0)2 223 44 21 Fax : +32 (0)2 223 42 75 info@pefc.be www.pefc.be
* De gewaarborgde bezoldiging varieert van systeem tot systeem. Sommige verzekeren een "billijk" loon en bieden een discretionair inkomen (ESR, Fair for Life, Fairwild, FSC, GoodWeave, Max Havelaar (FLO), BSCI, ETI, Fair Wear, RSPO, SA8000, STEP, WFTO). Dit inkomen varieert van streek tot streek en wordt bekeken in functie van de levenskost (gezinskorf). Andere systemen respecteren enkel de wettelijke barema’s zonder na te gaan of deze in verhouding staan tot de “billijkheid” van het toegekende bedrag. ** Financiële zekerheid concretiseert zich soms via een gegarandeerde minimumprijs (vooral voor grondstoffen), soms via de betaling van een extra premie boven op de marktprijs (wordt verondersteld een superieure kwaliteit van het product weer te geven) en/of nog via contractuele clausules zoals bijvoorbeeld de duur van het partnership (lange termijn), (pre)financieringsgemak… Deze elementen zijn onlosmakelijk verbonden met het criterium "verloning”: een juiste prijs veronderstelt een "waardig" inkomen.