5 minute read

De Cliëntenraad

“Voor mij is dit de toekomst van de zorg”

Sinds februari krijgt een aantal Adrz-patiënten bij wijze van proef thuis chemo- of immunotherapie tegen kanker. Een van hen is Cees Schroevers uit Goes. Twee van de vijf behandelingen, die hij wekelijks nodig heeft, krijgt hij thuis.

Advertisement

De thuisbehandeling is een pilot van een half jaar, opgezet door Adrz en Allerzorg-Care for Cancer, als onderdeel van de strategie Samen Zeeland. Het doel is om de zorg, als het kan, dichtbij de patiënt te leveren.

Cees Schroevers kreeg vorig jaar twee intensieve chemokuren tegen acute leukemie in het Erasmus MC. Sinds juni krijgt hij chemotherapie in Goes. “Ik ga vaak op de fiets naar het ziekenhuis. Maar met slecht weer is het wel fijn als ze die dag thuis komen prikken. Bovendien moet je in het ziekenhuis soms even wachten als het druk is.”

Een van de verpleegkundigen die patiënten thuis bezoekt, is Ellen Koopen. “Twee keer per week krijgen we een schema met patiënten die bezocht worden. Ik haal de medicatie op bij apotheek Scheldezoom in Adrz. Daarna controleer ik met een collega of ik de juiste heb gekregen en bij de patiënt controleer ik dat nog eens.”

Het prikken zelf gaat moeiteloos. “Soms is mijn arm wat gevoelig”, vertelt Schroevers. “De weken erna ben ik vaker moe. Maar ik laat me niet kennen, ik wandel en fiets zoveel ik kan.”

Het werkplan is klaar en nu?

De Clientenraad maakt jaarlijks een werkplan. U weet wel, van die dingen die onderin de lade terechtkomen als je daar niet goed op let. Dat proberen we dus te voorkomen. Vandaar dat de leden van de Cliëntenraad portefeuillehouder zijn geworden van de speerpunten die Adrz heeft geformuleerd voor 2021. Ik benoem er enkele die met name voor u van belang zijn.

Patiëntvriendelijkheid vraagt dagelijks de aandacht en heeft allerlei aspecten. Binnen Adrz is men zich daar goed van bewust en zijn er ook verschillende programma’s die personeelsleden alert moeten houden op bejegening, vriendelijk en behulpzaamheid aan de mensen die behandeld worden in het ziekenhuis. Maar het gaat ook om dingen zoals ‘hoe verloopt het maken van een afspraak’, worden afspraken wel nagekomen’ en ‘wat als een afspraak niet door kan gaan om een of andere reden’. ‘Kan men de weg wel vinden in het ziekenhuis’ en ‘hoe flexibel is de maaltijd verstrekking’.

Contact met de achterban is ook zo’n speerpunt. Dat doen we via het patiëntenpanel waarvoor we u van harte uitnodigen deel te nemen (digitaal). Maar ook proberen we door direct contact informatie op te halen, los nog van het persoonlijk netwerk van de leden van de Cliëntenraad.

Verder houden we ons natuurlijk bezig met onze wettelijke taken van advisering en overleg met de organisatie.

Wilt u wat kwijt bij de Cliëntenraad van Adrz? Stuur dan een e-mail naar cliëntenraad@adrz.nl.

Peter de Doelder

voorzitter Cliëntenraad Adrz

Geschiedenis onder water

Nieuwlandseweg, Tolseindeweg, Olzendepolder: het zijn zo maar wat straatnamen rondom Yerseke, Oostdijk en Krabbendijke op ZuidBeveland. Ze verwijzen naar dorpen die allang niet meer bestaan. Verdwenen in de golven van de Oosterschelde tijdens een van de vele watersnoodrampen die Zeeland in de loop der eeuwen hebben getroffen.

Alleen bij laag water en als je weet waarnaar je zoekt, zijn er nog wat resten te vinden van de verdronken dorpen van Zuid-Beveland. Ploeterend door de zuigende modder en glibberend over felgroen gekleurd wier, stuit je zomaar op de resten van muren, een keldervloer of de contouren van een kerktoren. Verdronken dorpen vind je overal waar mensen van oudsher langs de kust wonen. Omdat Zeeland veel kust heeft, zijn hier ook relatief veel verdronken dorpen: 117 zijn er in kaart gebracht, maar waarschijnlijk zijn het er meer. Sommige zijn spoorloos in de golven verdwenen, andere vormen een schorren- en slikkengebied dat alleen bij vloed onderloopt, zoals het Zeeuws-Vlaamse Verdronken Land van Saeftinghe.

Uitgestrekte akkers

In de buurt van Yerseke en Krabbendijke liggen de resten van dorpen, zoals Nieuwlande en Tolsende en de enige Zeeuwse verdronken stad Reimerswaal. Ze verdwenen in de Sint Felixvloed van 1530. Wie op zoek gaat naar deze dorpen, moet over veel fantasie, doorzettingsvermogen en goede kennis van de waterstanden beschikken. De uitgestrekte akkers van Zuid-Beveland verraden niets van eventuele overblijfselen. Wie vanaf de dijk uitkijkt over de Oosterschelde ziet meestal niet veel meer dan de grijze golven.

Nieuwe nederzetting

De natuur en de fundamenten van de verdronken dorpen op Zuid-Beveland zijn beschermd gebied. Maar af en toe verzorgt een archeoloog excursies naar Tolsende of Nieuwlande, waar nog bakstenen funderingen van gebouwen en wat aardewerkfragmenten te ontdekken zijn. In Tolsende zijn de resten van de kerktoren duidelijk te zien, maar de kerk zelf is verdwenen. Waarschijnlijk is veel bouwmateriaal in de jaren na de overstroming weggehaald en gebruikt om een nieuwe nederzetting op een veiliger plek te bouwen.

Plompe Toren

Veel herkenbaarder en toegankelijker zijn de resten van Koudekerke, een van de verdronken dorpen van Schouwen-Duiveland. Wie de Oosterscheldekering bij Westenschouwen afrijdt en naar rechts kijkt, ziet al van grote afstand de Plompe Toren boven het land uitsteken: het enige restant van het dorpsleven op het Zuidland van Schouwen.

Scheepvaart

Het Zuidland was een uitgestrekt gebied dat tussen 1475 en 1650 stukje bij beetje verdween in de golven van de Oosterschelde. Het enige opvallende restant is de monumentale Plompe Toren, die een tijdlang fungeerde als baken voor de scheepvaart. De bijbehorende kerk

“Je ziet niet veel meer dan grijze golven”

Overblijfselen verdronken dorpen Tolsende en Nieuwlande

was al afgebroken voordat de rest van het dorp moest worden opgegeven. Tegenwoordig is in de Plompe Toren een bezoekerscentrum van Natuurmonumenten gevestigd. Wie de smalle trap van de toren beklimt, ziet de zeilbootjes op de Oosterschelde, de kust van Noord-Beveland en de Zeelandbrug.

Krekengebied

Naar het oosten kijkend zie je de Schelphoek, een krekengebied dat is ontstaan tijdens de Watersnoodramp van 1953. Caissons en een betonschip in de herstelde dijk herinneren aan deze ramp. Ook richting het noorden zijn sporen te zien van de strijd tegen het water. Aan de voet van de Plompe Toren ligt de Koudekerkse Inlaag met de zogenoemde karrenvelden. Inlaagdijken waren een soort reservedijken achter de zeedijk, als extra bescherming tegen overstromingen. De karrenvelden ontstonden door het afgraven van klei, die werd gebruikt om de zeedijken te versterken. Landinwaarts zijn de langgerekte

This article is from: