6 minute read

Ringo Meerveld: ‘Op het veld ga ik voor niemand opzij’

‘Op het veld ga ik voor niemand opzij’

RINGO MEERVELD (18) MAAKTE ONLANGS DE OVERSTAP VAN FC DEN BOSCH NAAR WILLEM II. DE IN DE WIJK HAMBAKEN OPGEGROEIDE MIDDENVELDER DANKT DIE TRANSFER, ZEGT HIJ, VOOR EEN GROOT DEEL AAN DE OPLEIDING DIE HIJ GENOOT IN DE VLIERT. ‘IK HEB HEEL VEEL AAN MIJN JEUGDTRAINERS TE DANKEN.’

Advertisement

Van harte met je overstap naar

Willem II, Ringo. ‘Ja, dankjewel. Elke voetballer wil natuurlijk in de eredivisie spelen. Ik ook. Ik ben heel blij met de kans die ik nu krijg bij Willem II.’

Het moet genieten zijn voor je om wekelijks in nagenoeg volle eredivi-

sie-stadions te spelen. ‘Ja, dat is zeker genieten! Vanwege de coronaperiode, met al die wedstrijden in lege stadions, was ik bijna vergeten hoe fantastisch het is om voor publiek te voetballen. Nu merk je weer wat het met je doet om voor goed gevulde stadions te spelen. In die zin ben ik blij dat ik dit seizoen ook nog een paar duels voor FC Den Bosch uit kon komen. De supporters van Den Bosch behoren tot de fanatiekste van het land. Als je dan voor zo’n bruisende M-Side staat, voel je het kippenvel op je armen komen. Heerlijk om mee te maken.’

Was het voor jou, als echte Bosschenaar, extra speciaal om voor

jullie fans te spelen? ‘Jazeker. Ik ken natuurlijk heel veel mensen in de stad, woon er al mijn hele leven. En dat merk je. Waar ik ook kom; overal word ik aangesproken over de club en over mijn eigen prestaties. FC Den Bosch leeft ongelooflijk; dat voel je overal. Dat ik dan als jongen uit Hambaken voor al die mensen mocht spelen maakte me trots. Over die wijk gesproken: Ik durf te zeggen dat daar opgroeien me mede heeft gevormd tot de voetballer die nu een transfer naar Willem II heeft afgedwongen. In Hambaken gelden de wetten van de straat, je moet er voor jezelf opkomen. Ik kan me nog herinneren dat je tijdens partijtjes tegen vrienden alleen mocht blijven staan wanneer je zo’n partijtje won. Nou, geloof me, ik mocht heel vaak blijven staan… Die eigenschap, dat per se willen winnen, komt me als prof nu heel goed van pas. Ook op het veld ga ik voor niemand opzij.’

In interviews valt op dat je zelfkritisch bent. Heeft die mentaliteit te maken met je opvoeding en

opleiding bij FC Den Bosch? ‘Ik kom uit een echte voetbalfamilie met twee oudere broers, Diego en Djordi, met

wie ik regelmatig de strijd aan ging op de pleintjes van Hambaken. En ook mijn vader heeft altijd gevoetbald. Als ik hem moet geloven schoot hij vroeger zelfs elke bal in de kruising, haha. Maar, inderdaad, dat zelfkritische heb ik wel een beetje van hem denk ik. Als je ver wilt komen als profvoetballer moet je niet denken dat je er bent, wanneer je toevallig een paar aardige wedstrijden hebt gespeeld. Je moet door. Alleen zo haal je het maximale uit jezelf. Die boodschap hebben mijn ouders er wel ingepeperd bij me. Net als mijn jeugdtrainers bij FC Den Bosch. En daar ben ik ze nog steeds dankbaar voor.’

Wat heet. Je debuteerde als zestienjarige in het eerste elftal van FC

Den Bosch. ‘Ja, tegen Jong PSV. Ik weet nog goed dat de trainer in die tijd, Erik van der Ven, riep dat ik me warm moest gaan lopen. Dat was wel even spannend. Al kwamen de echte emoties er pas na afloop uit, toen mijn aanwezige ouders me knuffelden en me vertelden heel trots op me te zijn. Debuteren voor FC Den Bosch; daar had ik al die jaren tenslotte zo intens naar toegewerkt. Het shirtje van die wedstrijd ligt nu nog ergens in de kast thuis. Maar straks, als ik op mezelf ga wonen, krijgt dat shirt zeker weten een mooi plekje aan de muur van mijn woonkamer.’

Heb je als kind altijd al gedacht dat je het tot profvoetballer zou schop-

pen? ‘Ik was in de jeugd wel altijd een van de betere spelers in mijn leeftijdscategorie, speelde om die reden vaak ook in een hoger elftal. Dus de hoop dat ik FC Den Bosch 1 zou halen heb ik altijd wel gehad. Ook om wat mijn ouders me altijd inprentten: ‘Geloof in jezelf’. Zoals mijn jeugdtrainers eveneens een belangrijke rol hebben gespeeld. Ik bewaar aan al mijn trainers in de opleiding goede en fijne herinneringen, dat meen ik echt. Ze hebben me mede gemaakt tot de voetballer die ik nu ben. Op school was ik niet altijd de liefste, hield nooit zo van leren. Om die reden moesten de trainers soms ook streng voor me zijn, aangezien zij eisten dat ik op school ook mijn best zou doen. Soms, wanneer ik mijn huiswerk weer eens niet had gemaakt, mocht ik dan bijvoorbeeld een week niet trainen. Toen baalde ik ervan, nu heb ik er profijt van. Mijn trainers hebben me discipline bijgebracht, me nog beter leren focussen.’

FC Den Bosch staat steeds nadrukkelijker bekend als opleidingsclub.

Heb je dat zelf ook zo ervaren? ‘Ja, zeker. Ik had me geen betere opleiding kunnen wensen, dan de opleiding van FC Den Bosch. Kijk, het is heel simpel: de club heeft er belang bij dat jeugdspelers zich zo goed mogelijk ontwikkelen. En jij als jeugdspeler hebt daar zelf tenminste zoveel belang

FOTO: Robey/Bram Ceuppens

GEWELDIGE RECLAME VOOR DE OPLEIDING VAN FC DEN BOSCH

Ringo neemt afscheid en schudt handen bij de M-Side met The Youth supporters. Foto: Kees Vos Fotografie

Foto: ProShots/ Peter van Gogh

bij. Die combinatie maakt dat zowel de jeugdtrainers als de jeugdspelers er alles aan doen om het maximale eruit te halen. Elke dag werd ik weer een stukje beter. Met waar ik nu sta tot gevolg. Met het geld dat FC Den Bosch overhield aan mijn transfer naar Willem II kan de club weer verder bouwen. En voor mijzelf geldt natuurlijk ook dat ik ambitieus ben. Ik wil in Tilburg laten zien dat ik de eredivisie aankan. En dat heb ik voor een groot deel aan mijn opleiding bij FC Den Bosch te danken.’

Zijn er naast je (jeugd)trainers nog meer FC Den Bosch-mensen belangrijk voor je geweest in je

ontwikkeling? ‘Voor een vijftien-, zestienjarig ventje dat net bij de selectie zit, is het natuurlijk stevig aanpoten. Ik ging in die eerste weken echt kapot op de training, zo hevig ging het eraan toe. En dan is het fijn als er oudere, ervaren spelers zijn die je op weg helpen. Een van de jongens aan wie ik veel heb gehad is Danny Verbeek. Hij heeft me slimmigheidjes geleerd, dingen waar je in het veld veel aan hebt. Je tijd pakken, je niet gek laten maken door een tegenstander; dat soort dingen. Danny is een echte prof. Daarnaast zijn er natuurlijk ook wereldtoppers naar wie je kijkt. Pedri met name, de speler van FC Barcelona die op dezelfde positie speelt als ik en ook nog eens even oud is als ik. Geregeld zit ik voor de televisie om Pedri te zien. Hij is zo gigantisch goed, prachtig om te zien. Datzelfde had ik als kind met Ronaldinho. Uren achtereen keek ik naar beelden van hem. Puur om van hem te leren. Zijn balbeheersing, de trucjes die hij kon; weergaloos mooi. En leerzaam, dat vooral ook.’

En wanneer sta jij in Camp Nou?

‘Laat ik eerst nog maar eens een paar tussenstapjes maken, hè, voordat ik bij FC Barcelona ga voetballen. (Dan, serieus:) Maar natuurlijk wil ik het liefst zo snel mogelijk zo hoog mogelijk spelen. Vandaar dat ik zo graag naar de eredivisie wilde. Juist ook omdat mijn overgang naar Willem II geweldige reclame is voor de opleiding van FC Den Bosch, die ronduit professioneel en van hoge kwaliteit is.’

Wie weet speel je ooit nog wel met FC Den Bosch in de eredivisie.

‘Inderdaad, wie zal het zeggen? Eén ding weet ik zeker: Met deze mooie club in de eredivisie spelen zou geweldig zijn.’

This article is from: