Natuurlijk duurzaam

Page 1

Natuurlijk duurzaam Maatschappelijke kwesties rond de transitie naar een duurzame bio-economie.

Lotte Asveld, Jurgen Ganzevles, Patricia Osseweijer en Laurens Landeweerd



Voorwoord De bio-economie, ook wel bekend als de biobased economy, is een veelbelovend technologisch concept waarbij het gebruik van biomassa centraal staat. Duurzaamheid vormt een belangrijke maatschappelijke drijfveer achter dit concept, naast energie onafhankelijkheid en economische kansen voor agrarische ondernemers. Een succesvolle bio-economie vereist niet alleen technologische innovatie, maar ook een afgewogen inbedding van die technologie in de samenleving. Daarom vraagt de bio-economie bij uitstek om een aanpak zoals Maatschappelijk Verantwoord Innoveren, waarbij verschillende actoren met elkaar in gesprek gaan teneinde gevoelige maatschappelijke kwesties te agenderen. In de transitie van fossiele naar biobased grondstoffen moeten nieuwe partner samenwerkingen ontstaan. In dit project hebben we speciaal aandacht gegeven aan vraagstukken rond vertrouwen, duurzaamheid, economische rechtvaardigheid en natuurlijkheid. Deze kwesties spelen een belangrijke rol in de afwegingen en keuzen voor nieuwe innovatiepaden. Pas als deze helder voor het voetlicht staan en voldoende aandacht krijgen, kan de bio-economie volledig tot bloei komen. Het rapport presenteert de uitkomst van een door NWO gefinancierd project binnen het Maatschappelijk Verantwoord Innoveren (MVI) programma. In dit project heeft een panel met daarin een breed scala aan actoren een belangrijke rol gespeeld. De lijst met namen en organisaties staat achterin het rapport vermeld. Wij danken het panel hartelijk voor hun openhartige en enthousiaste inzet. We verwachten met dit rapport een bijdrage te leveren aan de verdere ontwikkeling van een duurzame, maatschappelijk gedragen, bio-economie.

Patricia Osseweijer Hoogleraar Biotechnologie & Samenleving, Technische Universiteit Delft

Natuurlijk duurzaam: Maatschappelijke kwesties rond de transitie naar een duurzame bioeconomie

3



Inhoudsopgave

Voorwoord............................................................................................................ 3 Inhoudsopgave...................................................................................................... 5 Executive summary............................................................................................... 7 1. De maatschappelijke transitie naar de bio-economie.................................. 11 2. Wereldbeelden.............................................................................................12 3. Regionalisering............................................................................................15 3.1 Nieuwe fase in de industrialisering van de landbouw........................................... 15 3.2 Varkensflats................................................................................................................ 16 3.3 Biogasinstallaties....................................................................................................... 17 4. Beloftes van geavanceerde genetische technologie....................................19 5. Internationale biomassastromen.................................................................21 5.1 Vertrouwen................................................................................................................. 22 5.2 Eerlijke verdeling van middelen............................................................................... 24 6. EfficiĂŤntie door samenwerking....................................................................24 6.1 De coĂśperatie als blauwdruk.................................................................................... 25 6.2 Vertrouwen in de keten............................................................................................. 26 6.3 Consumenten............................................................................................................. 26 7. Handelingsperspectieven............................................................................27 Valorisatiepanel................................................................................................29

Natuurlijk duurzaam: Maatschappelijke kwesties rond de transitie naar een duurzame bioeconomie

5



Executive summary De transitie naar een duurzame samenleving die

aandacht krijgen van actoren in de keten. Het gaat

deels op biomassa draait, is geen makkelijke opgave.

dan bijvoorbeeld om een rechtvaardige verdeling

De belangrijkste toegevoegde waarde van biobased

van middelen (distributive justice), om inspraak en

producten zit hem in duurzaamheid. Echter, de manier

betrokkenheid bij technologische ontwikkelingen en om

waarop duurzaamheid in de bio-economie wordt

de (verdere) industrialisering van de landbouw. Deze

vormgegeven sluit onvoldoende aan op bestaande

industrialisering raakt aan ideeën over natuurlijkheid

maatschappelijke percepties van duurzaamheid. Deze

en de waarde van natuur. Deze ideeën kunnen een

term moet zodanig ‘geladen’ worden dat relevante

belangrijke factor zijn voor de maatschappelijke

actoren er zich in kunnen herkennen. Een breed

acceptatie van de bio-economie.

gedragen benadering van duurzaamheid kan sociale conflicten voorkomen, samenwerking bespoedigen,

Percepties van duurzaamheid en natuur hangen

nieuwe perspectieven voor innovatie openen en de

samen met wereldbeelden. Wereldbeelden vormen het

basis leggen voor een markt voor biobased producten.

morele kader waarmee mensen hun wereld betekenis geven. Ze worden in de academische literatuur

Deze behoefte aan een brede definitie van

vaak ingedeeld in vier kwadranten. Op basis van die

duurzaamheid houdt verband met nieuwe

literatuur gaan wij uit van de onderstaande vier ‘types’

ontwikkelingen zoals regionalisering, het toepassen van

wereldbeelden. We willen geenszins beweren dat met

geavanceerde genetische technologieën, Nederland

deze vier wereldbeelden alle mogelijke houdingen

als distributieland van biomassa en de noodzaak

ten aanzien van nieuwe technologie beschreven zijn.

van verregaande samenwerking tussen actoren in de

Deze kwadranten schetsen echter wel een redelijk

biobased keten, zoals boeren, energieproducenten en

betrouwbaar beeld van de bron van verschillen in

chemische bedrijven.

inzichten rond nieuwe technologie.

Dit onderzoek richt zich daarom op maatschappelijke

Het bolletje in onderstaand kwadrant vertegenwoordigt

kwesties rond duurzaamheid die nu nog te weinig

‘de natuur’. In de visie van de ene groep kan de Individualisme

Figuur 1. De bio-economie vanuit vier wereldbeelden. Gebaseerd op en deels overgenomen van De Vries en Petersen (2009), Thompson

Natuur als grondstof

(1997) en de IPCC (2000)

Natuur is grillig

Globalisering

Regionalisering

Natuur in toom

Natuur in toom

Collectiviteit

Natuurlijk duurzaam: Maatschappelijke kwesties rond de transitie naar een duurzame bioeconomie

7


natuur wel een stootje hebben en zal ze niet snel

Respecteer een scheidslijn tussen industrie en

‘over het randje’ kieperen. De natuur kan dus zonder

landbouw Laat industrie en landbouw niet zonder

al te veel problemen worden geëxploiteerd (‘natuur

meer door elkaar heen lopen. Wees voorzichtig

als grondstof’). Volgens een andere groep bevindt de

met het plaatsen van industriële installaties op

natuur zich in een precair evenwicht, waarbij ieder

boerenerven. Ga zorgvuldig om met de relevante wet-

duwtje fataal kan zijn (‘kwetsbare natuur’). De visie

en regelgeving met betrekking tot risico’s en zorg voor

van ‘eerlijke bio-economie’ zit daar precies tussenin:

inspraakprocedures.

deze groep ziet mogelijkheden om de natuur te exploiteren, maar onderkent daarbij ook grenzen die

Begin een debat over geavanceerde technologie

niet overschreden moeten worden. De groep met het

Begin een debat over technologieën zoals synthetische

wereldbeeld ‘natuur is grillig’, tenslotte, ziet weinig

biologie en genetische modificatie met als hoofdvraag:

heil in welke vorm van controle dan ook. Het gaat hier

wat is de opbrengst van deze technologieën en wie

bijvoorbeeld om laagopgeleide groepen met weinig

profiteert ervan? Dit debat kan de aanzet vormen voor

maatschappelijke invloed.

richtlijnen voor het gebruik van deze technologie, die met inspraak van een breed scala aan actoren is

In de casestudy’s over varkensflats, biomassacentrales

opgezet.

en geavanceerde technologie komen deze verschillende wereldbeelden met elkaar in botsing. Tegelijkertijd

Ook binnen de keten kunnen uiteenlopende

manifesteren zich ook juist kansen voor het zoeken naar

verwachtingen bestaan ten aanzien van duurzame

verbindingen tussen deze wereldbeelden. Daartoe zijn

biomassa, bijvoorbeeld over de voorspelbaarheid

onderstaande aanbevelingen opgesteld.

van de eigenschappen van biomassa, de continuïteit van de kwaliteit en de economische risico’s. Actoren

Benadruk de gemene deler De bio-economie heeft

binnen de keten moeten zich bewust zijn van

een aantal aspecten dat voor alle groepen interessant

dergelijke uiteenlopende verwachtingen omdat deze

is, namelijk: het is efficiënt om grondstoffen te

het opbouwen van vertrouwen kunnen bemoeilijken.

hergebruiken, kleinschaligheid loont en de natuur

Daardoor kunnen samenwerkingsverbanden stroef

heeft ons veel te bieden. Benadruk deze aspecten

verlopen.

en gebruik ze ook als leidraad bij het ontwerpen van biobased toepassingen. Investeer in kleinschalige lokale

Overweeg coöperatieve organisatiestructuren

projecten waarbij reststromen worden hergebruikt.

In de landbouw, de sector die de meeste ervaring met

Ook voor multinationals liggen er kansen op dit gebied.

biomassa heeft, komt het coöperatieve model veel

Als kleinschaligheid geen optie is, is het sluiten van

voor. Dat kan wellicht uitkomst bieden om ook de

de keten dat wellicht wel. Laat zien hoe dit gebeurt.

kwaliteit en beschikbaarheid van verschillende soorten

Voorbeeld: Van Gansewinkel.

biomassa te garanderen, zoals bijvoorbeeld biomassa uit de houtsector. Ook biedt het mogelijkheden om

Investeer in egalitaire inbedding Veel burgers

economische risico’s te spreiden.

hechten aan inspraak wat betreft nieuwe technologische ontwikkelingen. Investeer daarom in een egalitaire

Investeer in wederzijdse betrouwbaarheid Gebruik

inbedding van biobased technologie door o.m.

instrumenten zoals codes of conduct, corporate identity

omwonenden van biobased productie-installaties

en een derdepersoonsgarantie om verschillende

inspraak te geven.

interpretaties van waarden zoals duurzaamheid en behoeften ten aanzien van grondstoffen te expliciteren, zodat wederzijdse verwachtingen helder worden. Dit is niet alleen nodig voor samenwerking tussen

8


producenten en bewerkers van biomassa, maar ook voor samenwerking tussen bedrijven en ngo’s. Deze laatste groep speelt nu al een belangrijke rol bij de relatie tussen consumenten en bedrijven in de bioeconomie. Samenwerking met ngo’s is dan ook van vitaal belang voor actoren in de biobased keten.

Natuurlijk duurzaam: Maatschappelijke kwesties rond de transitie naar een duurzame bioeconomie

9


10


zoals het bioplastic PEF, dat harder is dan conventioneel plastic (PET), maar hun commerciĂŤle beschikbaarheid is nog beperkt. Biomassa wordt dus voornamelijk gebruikt vanwege de beloftes van duurzaamheid die eraan kleven. Echter, de manier waarop duurzaamheid in de bioeconomie wordt vormgegeven sluit onvoldoende aan op bestaande maatschappelijke percepties van

1. De maatschappelijke transitie naar de bio-economie

duurzaamheid. Deze term moet zodanig ‘geladen’ worden dat relevante actoren er zich in kunnen herkennen. Dat gebeurt nu nog te weinig. De bio-

De bio-economie (of biobased economy) voorziet

economie biedt bij uitstek aanknopingspunten om

in een wenkend perspectief op onze omgang met

een brug te slaan tussen actoren met uiteenlopende

grondstoffen. Klimaatverandering, afnemende

percepties van duurzaamheid. Een dergelijke

olievoorraden en geopolitieke spanningen motiveren

verbinding kan de basis leggen voor een markt voor

de zoektocht naar een alternatief voor fossiele

biobased producten, sociale conflicten voorkomen,

grondstoffen. Biomassa zoals planten, mest en algen

samenwerking bespoedigen en nieuwe perspectieven

biedt talrijke mogelijkheden op het gebied van energie,

voor innovatie openen.

chemie en farma. Denk bijvoorbeeld aan elektriciteit uit hout, of plastic gemaakt van planten.

Onder de vlag van de bio-economie is al eerder een breed scala aan actoren verenigd.

De transitie naar een samenleving waarin biomassa

In 2011 ondertekenden 43 actoren, waaronder

fossiele grondstoffen vervangt, is echter geen

milieuorganisaties, banken, energiebedrijven en

makkelijke opgave. Op dit moment bieden biobased

chemische bedrijven, het manifest Biobased Economy,

producten alternatieven voor bestaande fossiele

waarin zij gezamenlijke doelstellingen definieerden

producten, bijvoorbeeld bioplastic in plaats van

zoals terugdringing van CO2 en het behouden van

gewoon plastic, biobrandstof in plaats van fossiele

biodiversiteit.2 Het opstellen van adviezen voor een

brandstof, of bio-ethyleen in plaats van petrochemisch

duurzame bio-economie door de Commissie Corbey is

ethyleen. Deze biobased alternatieven zijn vaak duurder

een ander voorbeeld van samenwerking tussen diverse

dan hun fossiele tegenhanger.

actoren gericht op het bevorderen van een duurzame bio-economie.

De belangrijkste toegevoegde waarde van biobased producten ten opzichte van hun fossiele tegenhangers

Hoewel in beide bovenstaande voorbeelden een

heeft betrekking op duurzaamheid. Sommige

ruime opvatting van duurzaamheid wordt gehanteerd,

biobased toepassingen hebben kwaliteiten die hen

ontbreken er toch nog aspecten die cruciaal zijn voor

aantrekkelijker maken dan hun fossiele tegenhanger,

het welslagen van een duurzame bio-economie.

1

1

De oorspronkelijke opdracht voor dit onderzoeksproject richtte zich voornamelijk op bio-energie. Omdat energie, chemie

en landbouw in de bioeconomie onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, komen deze laatste twee sectoren ook veel aan bod in dit onderzoek. Ook stonden in de oorspronkelijke aanvraag de maatschappelijke kwesties van vertrouwen, duurzaamheid en rechtvaardige verdeling van middelen centraal. Tijdens ons onderzoek bleek dat natuurlijkheid ook van belang is, zoals uit dit rapport zal blijken. 2

Manifest Biobased Economy, http://www.biobasedeconomy.nl/2011/10/03/manifest-voor-biobased-economy-2/

Natuurlijk duurzaam: Maatschappelijke kwesties rond de transitie naar een duurzame bioeconomie

11


Deze aspecten verdienen de aandacht van actoren in

sociale organisatie en regulering van risico’s centrale

de biobased keten, om steun voor de bio-economie

elementen vormen. Vervolgens zullen we aan de hand

te verkrijgen van andere actoren en om onderling

van lopende discussies over biomassa illustreren wat

vertrouwen te creëren of te behouden. Het gaat dan

deze wereldbeelden voor de bio-economie betekenen.

bijvoorbeeld om kwesties rond een rechtvaardige

Daarbij zal duidelijk worden waar de tegenstellingen

verdeling van middelen (distributive justice) en om

liggen en waar de (aanknopingspunten voor)

de omgang met onze natuurlijke omgeving. Biomassa

overeenkomsten.

komt rechtstreeks uit onze natuurlijke omgeving en ontwikkelingen in de bio-economie raken daarom aan ideeën over natuur en de waarde van natuur.

2. Wereldbeelden

Dergelijke ideeën spelen vaak een belangrijke rol bij uiteenlopende percepties van duurzaamheid.

Wereldbeelden vormen het morele kader waarmee mensen hun wereld betekenis geven.3, 4 In deze

Ook binnen de keten kunnen uiteenlopende

wereldbeelden en de bijbehorende houding ten

verwachtingen bestaan ten aanzien van duurzame

opzichte van nieuwe technologie speelt een aantal

biomassa. Actoren binnen de keten moeten

concepten een belangrijke rol. Opvattingen over natuur

zich bewust zijn van dergelijke uiteenlopende

en natuurlijkheid staan vaak centraal.5 Deze opvattingen

verwachtingen omdat deze het opbouwen van

vertonen bijvoorbeeld een relatie met iemands houding

vertrouwen kunnen bemoeilijken. Daardoor kunnen

tegenover genetische modificatie.6 Opvattingen over

samenwerkingsverbanden stroef verlopen.

natuur en natuurlijkheid kleuren ook vaak opvattingen over duurzaamheid en het belang daarvan.7

Aan het einde van dit rapport zullen we aangeven welke handelingsperspectieven er zijn voor actoren binnen

Zo is er bijvoorbeeld een groep mensen die lokale,

de biobased keten om bovengenoemde aspecten van

kleinschalige en biologische landbouw als het meest

duurzaamheid aan de orde te stellen en verbindingen

duurzaam beschouwt, 8, 9 onder meer omdat voedsel

te zoeken tussen verschillende visies op duurzaamheid.

dan minder kilometers hoeft af te leggen, omdat grote

Eerst zullen we de relevante visies op duurzaamheid

bedrijven bij dergelijke landbouw geen rol spelen

uiteenzetten. Deze verschillende visies komen voort

en omdat er geen chemicaliën worden gebruikt.10

uit verschillende wereldbeelden, waarin natuur,

Genetische modificatie is voor deze groep uit den boze.

Hedlund-de Witt, A. (2013) Worldviews and the transformation to sustainable societies. An exploration of the cultural and

3

psychological dimensions of our global environmental challenges. Amsterdam: IVM. 4

Taylor, C. (1989). Sources of the Self. The Making of the Modern Identity. Cambridge: Harvard University Press.

5

Thompson, M., 1997. Cultural theory and integrated assessment. Environmental Modelling and Assessment 2, 139–150.

6

Dragojlovic & Einsiedel (2013) Framing Synthetic Biology Evolutionary Distance, Conceptions of Nature, and the Unnaturalness

Objection. Science Communication October 2013 vol. 35 no. 5 547-571 7

Hedlund-de Witt, A. (ibid.).

8

Sijtsema, S., Haaster – De Winter, M.A. van & Verain, M.C.D. (2012) Samenspel duurzaam en gezond? Duurzaam eten in

consumentperspectief Den Haag: LEI 9

Schuttelaar & Partners (2011) Duurzaamheidskompas 2011 http://www.duurzaamheidkompas.nl/

10

Bodelier, H., Trouw, 2013. http://www.trouw.nl/tr/nl/4332/Groen/article/detail/3513959/2013/09/22/Biologisch-eten-is-goed-fout.

dhtml 11

Fresco, L. (2012) Hamburgers in het Paradijs. Voedsel in tijden van schaarste en overvloed. Amsterdam: Prometheus - Bert

Bakker

12


Individualisme

Natuur als grondstof

Figuur 1. De bio-economie

Natuur is grillig

vanuit vier wereldbeelden. Gebaseerd op en deels

Regionalisering

Globalisering

overgenomen van De Vries en Petersen (2009), Thompson (1997) en de IPCC (2000)

Natuur in toom

Natuur in toom

Collectiviteit Daartegenover staat een visie die grootschalige,

worden geplaatst. Dit kwadrant is opgesteld op basis

intensieve landbouw propageert omdat dit de

van vergelijkbare, reeds bestaande kwadranten en

enige manier zou zijn om de wereldbevolking te

empirisch vastgestelde wereldbeelden.15, 16, 17, 18, 19, 20

voeden en om CO2-reductie te bewerkstelligen. 11, 12, 13

Genetische modificatie past heel goed in

We willen geenszins beweren dat met deze vier

deze visie. Vertegenwoordigers van deze groep

wereldbeelden alle mogelijke houdingen ten aanzien

verwijten de hierboven genoemde groep dat ze

van nieuwe technologie beschreven zijn. Veel

mondiale onrechtvaardigheid in de hand werken

houdingen bevinden zich ergens binnen het veld van

met hun denkbeelden, omdat ze de mondiale

de vier kwadranten. Sommige aan de extreme uitersten

voedselvoorziening ondermijnen puur en alleen

ervan, sommige meer in het midden en sommige

om zichzelf goed te kunnen voelen over hun eigen

misschien zelfs erbuiten. De kwadranten geven echter

biologische voedsel.14 Omgekeerd krijgt deze groep

wel een redelijk betrouwbaar beeld van de bron

zelf het verwijt dat ze alleen de belangen van grote

van verschillen in inzicht rond nieuwe technologie.

bedrijven dient en alternatieve oplossingen uit het oog

Bovendien kunnen de dominante stemmen in een

verliest.

debat wel degelijk in een dergelijk kwadrant worden

15

geplaatst.21 De bovengenoemde visies kunnen samen met nog twee andere wereldbeelden in onderstaand kwadrant

12

Dijkhuizen, A. Trouw, 2012 http://www.trouw.nl/tr/nl/4504/Economie/article/detail/3310252/2012/09/03/Of-intensieve-landbouw-of-

honger.dhtml 13

De Weerdt, S. (2013) Is local food better? WorldWatch Institute http://www.worldwatch.org/node/6064

14

Dijkhuizen, A. (ibid.) Bodelier, H. (ibid.)

15

Birch, Kean, Levidow, Les, & Papaioannou, Theo. (2010). Sustainable capital? The neoliberalization of nature and knowledge in

the European “Knowledge-based Bio-economy”. Sustainability, 2 (2898-2918). 16

Douglas, M., & Wildavsky, A. B. (1982). Risk and Culture: An essay on the selection of technical and environmental dangers.

Berkeley: University of California Press. 17

Brom, F., A. Thijssen, G. Dorren & D. Verhue (red.) (2011): Beleving van technologie en wetenschap - Een segmentatieonderzoek.

Den Haag: Rathenau Instituut. 18

Hedlund-de Witt, A. (ibid.).

19

IPCC (2000) Emission scenarios, Cambridge: Cambridge University Press.

20

De Vries & Petersen (2009) Conceptualizing sustainable development. An assessment methodology connecting values,

knowledge, worldviews and scenarios Ecological Economics, pp. 1006 – 1019. 21

Cf. Brom et al.

Natuurlijk duurzaam: Maatschappelijke kwesties rond de transitie naar een duurzame bioeconomie

13


Vier houdingen

niet overschreden moeten worden. Deze actoren zien doorgaans heil in nieuwe technologie, maar zien ook

Bovenstaand schema schetst een grof beeld van

mogelijke risico’s en willen daarom wel regulering. Dat

vier houdingen en de bijbehorende visies op de

hoeft voor deze groep niet met inspraak voor iedereen.

kwetsbaarheid van de natuur. Deze verschillende

In een efficiënte organisatie kunnen de taken ook

opvattingen over de natuur leiden tot verschillende

worden verdeeld. Tot deze groep behoren bijvoorbeeld

percepties ten aanzien van de beheersbaarheid van

overheidsorganen, boeren die grootschalig werken en

de risico’s van nieuwe technologie en duurzaamheid.

(middel-)grote bedrijven.

Dat heeft ook te maken met opvattingen ten aanzien van wenselijke vormen van sociale en economische

Grillige natuur

organisatie. Zo staat individualisme tegenover

Het wereldbeeld van de ‘grillige natuur’, tenslotte,

collectiviteit en globalisering tegenover regionalisering.

ziet weinig heil in welke vorm van controle dan ook. Deze groep heeft weinig maatschappelijke invloed

Natuur als grondstof

en omvat bijvoorbeeld laagopgeleiden in Europa,

In de visie van de ene groep kan de natuur wel een

of ongeschoolde boeren in ontwikkelingslanden die

stootje hebben en zal ze niet snel ‘over het randje’

met de bio-economie te maken kunnen krijgen. Deze

kieperen. Natuur kan dus zonder al te veel problemen

groep staat doorgaans tamelijk onverschillig tegenover

worden geëxploiteerd (‘natuur als grondstof’).

nieuwe technologie en de regulering ervan, tenzij het

Hieronder vallen niet alleen multinationals, maar

tot zichtbaar voordeel in de directe omgeving, de eigen

vaak ook pioniers van nieuwe technologie, zoals

regio of het dagelijks leven leidt.

ontwikkelaars, kleine start-ups en durfkapitalisten. Deze groep ziet weinig heil in regulering. Dat past

Deze wereldbeelden leiden tot uiteenlopende

bij hun individualistische instelling en aversie tegen

standpunten ten aanzien van de bio-economie en

collectiviteit.

de betekenis van duurzaamheid binnen de context van de bio-economie. Zoals eerder gezegd spelen

Kwetsbare natuur

zaken zoals controle over grondstoffen, economische

Volgens een andere groep bevindt de natuur zich in

rechtvaardigheid, industrialisering van de landbouw en

een precair evenwicht, waarbij ieder duwtje fataal

de sociale inbedding van nieuwe technologie daarbij

kan zijn (‘kwetsbare natuur’). Tot deze groep behoren

een centrale rol.

bijvoorbeeld milieuorganisaties, biologische boeren of burgercollectieven voor de gezamenlijke inkoop

Verbindingen tussen deze wereldbeelden zijn echter

van energie. In het wereldbeeld van een kwetsbare

ook goed mogelijk. Duurzaamheidscriteria zijn daar

natuur is alleen sommige technologie goed en dan

een goed voorbeeld van. Zij vormen een verbinding

alleen als deze is ingeperkt door goede sociale en

tussen drie van de bovenstaande wereldbeelden.

juridische kaders. Deze groep heeft een sterke voorkeur

Ze zijn een vorm van (zachte) regulering en bieden

voor lokale economieën, waarbinnen afnemers en

tegelijkertijd veel ruimte voor ‘bottom-up’-bijdragen

producenten elkaar kennen en grote bedrijven afzijdig

van een breed scala aan actoren. Dit past bij het idee

zijn of slechts een beperkte invloed hebben. Dit is de

van een kwetsbare natuur. Tegelijkertijd zijn dergelijke

groep die collectief genomen besluiten omarmt, maar

criteria vaak niet erg hard. Bedrijven kunnen zelf kiezen

dan wel met inspraak voor iedereen.

of ze zich laten certificeren of niet. Dit past bij de visie van natuur als grondstof, waarbij al te veel inmenging

Natuur in toom

onwenselijk is. Maar als het zo uitkomt, kunnen de

De visie ‘natuur in toom’ zit daar precies tussenin.

criteria makkelijk worden ingezet als beleidsinstrument,

Deze groep ziet mogelijkheden om de natuur te

zoals in het biobrandstoffenbeleid van de Europese

exploiteren, maar onderkent daarbij ook grenzen die

Unie. Dit past bij de houding die de natuur in toom

14


wil houden. Daarmee komt dit instrument tegemoet aan standpunten die horen bij drie houdingen op dit gebied en kunnen de belangen van mensen met het wereldbeeld van de grillige natuur, die zich vaak aan de onderkant van de economie bevinden, erin worden erkend. Dergelijke ontwikkelingen kunnen aanknopingspunten bieden om discussiepunten rond de bio-economie te beslechten. Deze discussiepunten komen voort uit vier centrale trends die zich aftekenen in de transitie naar een duurzame bio-economie, namelijk regionalisering, beloftes van geavanceerde genetische technologie, blijvende internationalisering en efficiëntie door samenwerking. Deze trends raken elk aan maatschappelijke gevoeligheden die te maken hebben met uiteenlopende percepties van natuur

een afstand van 50 tot 60 kilometer. Volgens dezelfde

en duurzaamheid. We zullen deze trends en de

commissie zijn chemische processen met biomassa

bijbehorende gevoeligheden hieronder bespreken.

doorgaans minder risicovol dan petrochemische productie, omdat de processen bij lagere temperaturen kunnen plaatsvinden. Daardoor kunnen ze makkelijker

3. Regionalisering

worden ingepast in een landelijk gebied (in plaats van een industrieterrein). Daarnaast zijn biobased

Nieuwe fase in de industrialisering van de landbouw

processen zoals fermentatie al op kleinere schaal

De bio-economie heeft potentieel een enorme impact

Deze drie kenmerken van de bio-economie maken

op de bestaande Nederlandse landbouw. Die landbouw

volgens de WTC BBE meer decentrale productie

is nu hoofdzakelijk producent van voedsel. In de bio-

mogelijk: kleinschalige chemische installaties en

economie zal de boer ook grondstoffen leveren aan

energieopwekking op het boerenerf. Een dergelijke

de chemische sector en de energiesector. Sterker nog,

constellatie maakt het bovendien makkelijker om de

deze twee sectoren zullen tot op zekere hoogte worden

bodemkwaliteit te bewaken, omdat nutriënten die

geïntegreerd met het boerenbedrijf. Dat is namelijk in

overblijven uit het productieproces meteen op het land

het geval van biomassa een efficiënte optie.

kunnen worden teruggebracht.22, 23

Omdat natte biomassa vaak voor een belangrijk deel

Biomassa voor de recente geopende biomassacentrales

uit water bestaat, is het economisch niet interessant

van Essent (Biobased Economy Park Cuijk) en Eneco

om deze over lange afstanden te vervoeren. Volgens

(Bio Golden Raand in Delfzijl) wordt gewonnen binnen

de Wetenschappelijke en Technologische Commissie

een relatief kleine straal, namelijk een straal van ca. 500

voor de Biobased Economy (WTC BBE) ligt de grens bij

km voor Bio Golden Raand en een van ca. 150 km voor

rendabel dan de huidige petrochemische processen.

22

WTC BBE (2013) Strategie voor een groene samenleving, Den Haag: WTC BBE, p. 43

23

Transport van biomassa op mondiale schaal zal hier waarschijnlijk naast blijven bestaan. Niet alle biomassa is tenslotte natte

biomassa.

Natuurlijk duurzaam: Maatschappelijke kwesties rond de transitie naar een duurzame bioeconomie

15


Biobased Economy Park Cuijck. In Cuijk wordt gewerkt

flats inzichten bieden in de maatschappelijke zorgen

aan de integratie van energie, chemie en landbouw,

rond de bio-economie in Nederland. Varkensflats

waarbij de landbouw de grondstof mest levert, Essent

belichamen het ideaal van efficiënte omgang met

deze verwerkt tot elektriciteit, warmte en grondstof

biomassa en het sluiten van de kringlopen. In visies

voor kunstmest, en DSM de enzymen levert voor een

op de Nederlandse bio-economie ontbreekt doorgaans

snelle productie.

de positie van de veestapel, maar de veestapel zal vroeg of laat toch het debat over de bio-economie

Regionalisering betekent overigens niet dat voortaan

binnenwandelen, omdat de Nederlandse landbouw

alleen nog maar biobased producten uit Europa

nu eenmaal nauw is verbonden met veeproductie. Zo

de Nederlandse markt zullen bereiken. Verwerking

draaien de biogasinstallaties op dierlijke mest. Naast

van biomassa vlakbij de plaats waar het wordt

de maatschappelijke zorgen rond biogasinstallaties

geproduceerd kan ook in andere werelddelen

zullen we daarom ook de maatschappelijke zorgen rond

plaatsvinden, bijvoorbeeld in Zuid-Amerika of Azië,

varkensflats in ogenschouw nemen.

waarna de producten alsnog naar bijvoorbeeld de Rotterdamse haven kunnen worden verscheept.

Een Nederlandse varkensboerderij biedt gemiddeld

Een dergelijke verknoping van de landbouw met de

plaats aan 1.000 varkens. Varkensflats bieden plaats

sectoren chemie en energie zal echter niet altijd zonder

aan ongeveer 20.000 tot 100.000 varkens. In termen

slag of stoot gaan, omdat deze raakt aan zaken waar

van productiviteit en efficiëntie betekent dat grote

veel mensen in hun dagelijks leven mee te maken

winst. Gezien de huidige intensiteit van de Nederlandse

hebben, zoals hun leefomgeving en hun voedsel. In

varkenshouderij lijken varkensflats een volgende

enkele lopende discussies zijn de spanningen rond

logische stap.

deze ontwikkelingen reeds zichtbaar. Hierbij spelen voornamelijk de kwesties van inspraak en regulering

Varkensflats roepen veel weerstand op bij

een belangrijke rol, naast ideeën over wat waardevol is

(toekomstige) omwonenden en milieuorganisaties.

aan landbouw. Voor de discussie over dergelijke zaken,

Onlangs besloot de gemeente Almelo tegen de

kijken we in dit rapport vooral naar de Nederlandse

komst van een hightech varkensflat, het zogenaamde

context.

Agropark, vanwege de sociale weerstand. Ook Rotterdam blies de komst van een Agropark met

Varkensflats

varkens vanwege sociale weerstand af.

De nieuwe fase in de industrialisering van de

Dierenwelzijnsorganisaties zijn doorgaans minder

landbouw tekent zich reeds af in nieuwe technologieën

kritisch omdat zij in de varkensflats mogelijkheden

zoals biogasinstallaties op boerderijen. Maar ook

zien om het welzijn van varkens te verbeteren.24

ontwikkelingen zoals varkensflats (ook wel bekend

Milieuorganisaties zijn echter bezorgd dat het

als megastallen) zijn in dit licht te begrijpen. De meer

boerenbedrijf zijn boerenkarakter zal verliezen en

geavanceerde types (zoals het Agropark-concept van

zal veranderen in grootschalige industrie, met alle

Transforum) integreren efficiënt afvalmanagement,

bijkomende problemen van dien, zoals intensief

energiezuinigheid, klimaatcontrole en dierenwelzijn. De

transport en grote afvalstromen. Zij stellen dat

productie en verwerking van zowel veevoer als varkens

dergelijke grootschalige industrie niet thuishoort in

gebeurt lokaal, zodat er weinig transport nodig is.

landelijke gebieden, maar eerder in industriegebieden.

Hoewel de varkensflats doorgaans niet tot de bio-

Zij vinden bovendien dat familiebedrijven behouden

economie worden gerekend, kan het debat over deze

moeten blijven. Uiteindelijk zou volgens de

24

http://www.varkensinnood.nl/nieuws/nieuwsitem/artikel/megastallen-en-varkensflats/

16


milieuorganisaties de intensieve veehouderij geheel

waardevol is aan de landbouw, hoe we met dieren om

opgeheven moeten worden: een doel dat door

zouden moeten gaan en hoe het landschap eruit zou

de varkensflats alleen maar verder weg komt te

moeten zien, gecombineerd met zorgen over veiligheid

liggen.25 Dit bezwaar kan ook opduiken bij andere

en levenskwaliteit. Voor veel mensen is betrokkenheid

biomassacentrales wanneer zij reststromen uit de bio-

bij hun directe omgeving een belangrijk onderdeel van

industrie verwerken.

duurzaamheid, en een dergelijke betrokkenheid is lastig op te brengen bij een hoge, gesloten faciliteit als een

Voor veel omwonenden van varkensflats is een

varkensflat.

verminderde kwaliteit van leven een grote zorg. Varkensflats kunnen een penetrante lucht verspreiden,

Dergelijke zorgen kunnen ook bij andere

ze verpesten in de ogen van de omwonenden het

gedecentraliseerde biomassacentrales een rol spelen,

landschap en ze veroorzaken kans op ziektes die door

zoals hieronder blijkt. Daarbij is het belangrijk zich

dieren worden overgebracht. Ook in ons volgende

te realiseren dat wanneer een technologie (zoals

voorbeeld, biogasinstallaties, blijkt stank een

varkensflats) eenmaal een slecht imago heeft,

prominente zorg voor omwonenden. Stank moet dus

meer geavanceerde vormen daarvan, die tegemoet

bij het ontwikkelen van biomassafaciliteiten altijd hoog

komen aan maatschappelijke bezwaren, niet zomaar

op de agenda staan.

geaccepteerd zullen worden.

Toch biedt het verminderen van stank geen garantie

Biogasinstallaties

voor de acceptie van biomassaverwerkingsfaciliteiten. De varkensflats-casus bevat bijvoorbeeld ook

In tegenstelling tot varkensflats worden

aanwijzingen dat de eerste kennismaking met

biogasinstallaties doorgaans wel tot de bio-

een nieuwe technologie belangrijk is voor de

economie gerekend. Ze verschijnen overal op

beeldvorming.26 De meer geavanceerde types

boerderijen in Nederland (en in omringende landen

varkensflat, zoals de Agroparken ontwikkeld door

en ontwikkelingslanden). In deze installaties wordt

het InnovatieNetwerk, hebben mogelijk te lijden

mest vergist tot gas. Dit gas kan worden gebruikt als

gehad onder de negatieve publiciteit rond eerdere types varkensflats. Zo is in het Agropark-concept de stank sterk gereduceerd en zijn alle andere potentiële voordelen, zoals meer dierenwelzijn en efficiënt afvalmanagement, gerealiseerd. Desalniettemin roept dit specifieke type even veel weerstand op als andere types, waarbij stank inderdaad een probleem is. De conclusie naar aanleiding van het bovenstaande is dat aantrekkelijke vooruitzichten zoals meer efficiëntie, milieuvoordelen, meer dierenwelzijn en economische winst niet genoeg zijn om een productiefaciliteit acceptabel te maken. Zorgen over verschuivende functies zijn een bron van conflicten. Boerderijen die fabrieken worden conflicteren met ideeën over wat

25

Zie onder meer https://milieudefensie.nl/vee-industrie/megastallen

26

Cf. Rogers, E.M. (2003) The Diffusion of Innovations. New York: Free Press

Natuurlijk duurzaam: Maatschappelijke kwesties rond de transitie naar een duurzame bioeconomie

17


energiebron op de boerderij of voor gemotoriseerd

zou komen, werd bijvoorbeeld afgeblazen vanwege

verkeer, het kan worden bewerkt tot groen gas en in

maatschappelijke weerstand.

het gasnet worden ingevoerd, of met behulp van een generator worden omgezet in elektriciteit. Omdat de

In bovenstaande voorbeelden conflicteert het

energieopbrengst van mest niet erg hoog is, mengt

perspectief dat de natuur onder bepaalde voorwaarden

men vaak andere vormen van biomassa bij, zoals maïs.

efficiënt en beheersbaar is met het perspectief dat de natuur (en de landbouw) kwetsbaar is. Het

Deze biogasinstallaties roepen soms flink wat

hiërarchische organisatiemodel dat bijvoorbeeld

weerstand op, om vergelijkbare redenen als bij de

gemeenten en de nationale overheid door middel van

weerstand tegen varkensflats, zoals stank, veiligheid,

subsidiebeleid invullen, botst met het inspraakmodel

schaal en de perceptie van een verschuiving van

waar veel omwonenden en milieuorganisaties om

landbouw naar industrie. In het Dagblad van het

vragen. Burgers vinden zeggenschap een belangrijk

Noorden zegt omwonende Harry Groen bijvoorbeeld

aspect van het al dan niet steunen van nieuwe

dat hij zich verzet tegen de plannen voor een

technologie.29

biogasinstallatie omdat deze te groot is en dus de status van een industriële centrale moet krijgen.27

Als er oog is voor de zorgen van omwonenden en het

Een dergelijke status heeft gevolgen voor de afstand

industriële karakter van de biomassacentrale wordt

tussen het dorp en de centrale, aangezien een

gehandhaafd, zoals bij het Biobased Economy Park

industriële centrale op grotere afstand moet worden

Cuijk van Essent en Bio Golden Raand van Eneco, lijkt

gebouwd. In de KRO-documentaire ‘De biogas beerput’

er weinig weerstand te zijn. Beide bedrijven hebben

klagen omwonenden over de stank van een nabije

veel moeite gedaan om omwonenden te betrekken,

biogasinstallatie.28 Ze maken zich ook zorgen over hun

zoals bijvoorbeeld met het evenement ‘Ruiken aan

veiligheid, omdat ze vermoeden dat de biogasinstallatie

Cuijk’, dat door Essent werd georganiseerd om de

giftige en brandbare stoffen produceert. Ook zij zien een

buren te laten kennismaken met het nieuwe Biobased

industriële installatie die door het juridische raamwerk

Economy Park (interview Den Houting, d.d. 25 nov.

als een landbouwinstallatie wordt beschouwd, maar

2013). Danny Hanssen, die bij Eneco aan de Bio Golden

hen opzadelt met de risico’s van een industriële

Raand-centrale werkt, legt uit dat het betrekken van

centrale.

lokale omwonenden inzicht verschafte in de lokale bezorgdheid, zoals zorgen over lawaai die het gevolg

Biomassaverwerkingsinstallaties roepen niet altijd

waren van eerdere activiteiten van andere industriële

maatschappelijke weerstand op. De biomassacentrales

actoren (interview Hanssen, d.d. 18 nov. 2013).

van Eneco (Bio Golden Raand) en Essent (Biobased Economy Park Cuijk) zijn beide gebouwd op

Voor de betrokken bedrijven is het aanvragen van

industrieterreinen, waardoor ze geen aanleiding geven

vergunningen, bijvoorbeeld om mest industrieel te

tot zorgen over de bedreiging van de waarde van

mogen verwerken, een spannend moment. Als er

landbouw. Dat wil echter niet zeggen dat door het

partijen tegen zijn, dan zullen deze dergelijke formele

bouwen van biomassacentrales op industrieterreinen

momenten vaak aangrijpen om verdere ontwikkelingen

alle weerstand kan worden vermeden. Zorgen over

te vertragen of te blokkeren – hetzij langs juridische

stank en veiligheid kunnen nog steeds relevant

weg, hetzij via de media.

zijn. Het Agropark dat in de Rotterdamse Haven

27

http://www.binnenlandsbestuur.nl/ruimte-en-milieu/nieuws/bewoners-foxhol-biovergister-is-industrie.9098353.lynkx

28

http://reporter.incontxt.nl/seizoenen/2012/afleveringen/16-11-2012

29

TNS Opinion & Social (2010) Biotechnology Report Brussels: European Commission

18


In het algemeen lijken kleinschalige biogasinstallaties minder weerstand op te roepen, bijvoorbeeld een

4. Beloftes van geavanceerde genetische technologie

biogasinstallatie die de mest van 65 koeien verwerkt. Een dergelijke biogasinstallatie is ook nog eens

In de bio-economie spelen technologieën een rol die op

goedkoop en drijft de boer dus op minder hoge

een vernieuwende manier biomassa benutten en soms

kosten.30 Het bedrijf Biolectric, dat deze installaties

natuurlijke processen nabootsen. Deze technologieën

verkoopt, biedt een co-investeringsconstructie aan om

staan vaak nog in de kinderschoenen, maar hebben

de individuele risico’s voor de boer te beperken – een

potentieel een grote impact op de maatschappelijke

aanpak die aansluit bij de voorkeur voor collectieve

omgang met biomassa.

arrangementen in een aantal van de wereldbeelden. De nieuwe Omgevingswet zoals beoogd door de huidige regering schrijft voor dat de overheid de bevolking in een vroeg stadium betrekt bij ruimtelijke ontwikkelingen. Dit kan goed uitpakken voor de bioeconomie, omdat dit tegemoet komt aan aspecten van duurzaamheid die veel burgers belangrijk vinden. Idealiter wordt de plaatsing van biomassacentrales meegenomen in de vormgeving van het bredere landschap, zodat er een (nieuw) evenwicht gevonden wordt tussen industriële functies en andere functies. Om de industrialisering van de landbouw maatschappelijk goed in te bedden zijn ook andere ondersteunende beleidsmaatregelen nodig, bijvoorbeeld om risico’s goed af te dekken. Wellicht

Gentechnologie biedt veel mogelijkheden om biomassa

moeten biomassacentrales in een andere categorie

aan te passen aan de vereisten van specifieke

vallen dan de bestaande categorieën landbouw

productieprocessen, zoals een lager lignine-gehalte of

en industrie, bijvoorbeeld in een categorie die

een hogere glucoseproductie. Het telen van genetisch

‘industriële landbouw’ zou kunnen heten en waarvoor

gemodificeerde gewassen is in Europa nauwelijks

specifieke eisen zouden kunnen gelden wat betreft

toegestaan. In andere delen van de wereld wordt deze

afstand tot omwonenden31 en maatregelen tegen

technologie echter wel ingezet. Zo gebruiken Brazilië

stankoverlast. Hierbij kunnen chemische installaties en

en de Verenigde Staten genetisch gemodificeerde

energieproductie worden ingepast in de bestemming

gewassen voor de productie van biobrandstoffen.32

van het agrarisch bedrijf. Ook kan de veranderende rol van boeren worden geformaliseerd, zodat er

Een technologie die voortbouwt op gentechnologie

specifieke opleidingseisen en -mogelijkheden komen

is synthetische biologie, waarbij organismen niet

die aansluiten op deze nieuwe rol.

worden aangepast, maar door ingenieurs in elkaar worden gezet. Deze technologie bevindt zich in

30

http://www.boerderij.nl/Rundveehouderij/Nieuws/2011/4/Kleinschalige-biogasinstallatie-operationeel-AGD564557W/

31

Zie ook RIVM (2010) Veiligheid grootschalige productie biogas. Verkennend onderzoek externe risico’s veiligheid.

32

De Vriend, H. & Stemerding, D. (2011) Innovatie: op weg naar een bio-economie? In Asveld, L., Est, R. van, Stemerding, D.

(red.): Naar de kern van de bio-economie: de duurzame beloftes van biomassa in perspectief. Den Haag: Rathenau

Natuurlijk duurzaam: Maatschappelijke kwesties rond de transitie naar een duurzame bioeconomie

19


Europa nog grotendeels in het laboratorium33, maar

Afgevaardigden de volgende boodschap:

in de Verenigde Staten zijn de eerste toepassingen al gecommercialiseerd. Zo produceert het biotechbedrijf Amyris synthetische artemisinine, een medicijn tegen

“These new, advanced biofuels reduce the production

malaria. Het bedrijf Evolva maakt synthetische vanille.

of green-house gases, as they are derived from plants

Synthetische algen die biobrandstof kunnen produceren

that use sunlight and atmospheric carbon dioxide to

Deze laatste toepassing staat ook

grow. These biofuels will reduce our dependence on

zitten in de pijplijn.

34, 35

op de rol in de Rotterdamse haven, waar men probeert

foreign oil and could rejuvenate the U.S. agriculture

de productie van isobutanol door cyanobacteriën rond

economy, potentially making the American Midwest

te krijgen.36 Een andere veelbelovende technologie

the new Middle East.”

zijn de kunstmatige bladeren uit het BioSolarCellsprogramma, die zonlicht direct moeten omzetten in energie. Ook hierbij speelt synthetische biologie een

Lijnrecht tegenover dit optimisme staan de kritische

rol.37 Om die beloftes maatschappelijk te laten landen, is

geluiden van sommige ngo’s, met name de ETC Group

het nodig de maatschappelijke zorgen goed in kaart te

en Friends of the Earth. Deze groepen waarschuwen

brengen en aan de orde te stellen.

voor ontwrichtende effecten van synthetische biologie op ontwikkelingslanden. Omdat dankzij

Het debat rond synthetische biologie speelt zich nu nog

deze technologie meer vormen van biomassa benut

grotendeels af in de VS, maar deze technologie speelt

kunnen worden, zal de interesse van commerciële

potentieel ook in de Europese bio-economie een grote

actoren voor biomassa en land alleen maar toenemen

rol en verdient dus nu al onze aandacht. Ook genetisch

en daarmee de conflicten over landgebruik. Ze

gemodificeerde gewassen zouden een belangrijke

vrezen verder dat synthetische biologie bestaande

bijdrage kunnen leveren aan de bio-economie. Dat

economische ongelijkheden zal versterken als gevolg

is alleen mogelijk als maatschappelijke kwesties

van monopolies op kennis en grondstoffen dankzij

voldoende aandacht krijgen. In de discussie figureren

patenten. Ze wijzen erop dat elke vorm van toezicht en

veel kwesties die nog te weinig aandacht krijgen bij het

democratische controle ontbreken, terwijl de potentiële

vormgeven van een duurzame bio-economie, zoals een

risico’s enorm zijn.

38

rechtvaardige verdeling van middelen, vertrouwen en natuurlijkheid.

Een specifiek voorbeeld is de hierboven genoemde productie van synthetisch artemisinine door Amyris.

De verwachtingen rond (geavanceerde) genetische

Amyris ziet dit product als een belangrijke bijdrage

technologie zijn bij sommige actoren hooggespannen.

aan de strijd tegen malaria, omdat het de prijzen voor

Zo verkondigde de directeur van Amyris, Jay Keasling,

medicijnen verlaagt en deze dus beter verkrijgbaar

bij een hoorzitting van het Amerikaanse Huis van

worden. De ETC Group stelt echter dat deze vorm van

33

Zo wordt bijvoorbeeld in het Be-Basic programma gewerkt aan het verbeteren van de membraanfuncties van cellen door

synthetische biologie (www.bebasic.org). 34

http://www.washingtonpost.com/national/health-science/companies-rush-to-build-biofactories-for-medicines-flavorings-and-

fuels/2013/10/24/f439dc3a-3032-11e3-8906-3daa2bcde110_story.html 35

Wang B, Wang J, Zhang W and Meldrum DR (2012) Application of synthetic biology in cyanobacteria and algae. Front. Microbio.

3:344. doi: 10.3389/fmicb.2012.00344 36

http://www.biosolarcells.nl/onderzoek/algen/

37

http://www.biosolarcells.nl/onderzoek/kunstmatige_bladeren/

38

Zie ook: Rerimassie & Stemerding (2013) Politiek over Leven Den Haag: Rathenau Instituut.

20


artemisinine de inkomstenbron ondermijnt van kleine

verwachtingen klinken al langer in het debat. Voor de

boeren die conventionele artemisinine produceren.

kritische ngo’s zijn synthetische biologie en genetische

Ook de productie van ‘geavanceerde biobrandstoffen’

modificatie echter per definitie niet duurzaam.

door synthetisch geproduceerde algen kan op kritiek rekenen, van Friends of the Earth ditmaal, omdat er

Wil (geavanceerde) gentechnologie ooit een rol van

alternatieven voorhanden zijn, zoals wind- en zonne-

betekenis gaan spelen in de Europese bio-economie,

energie, waaraan minder economische en ecologische

dan zullen de bovengenoemde kwesties adequaat

risico’s kleven. En hoewel algen niet op het veld worden

moeten worden afgehandeld. Veel van deze kwesties

geteeld, maar in containers, bestaat er volgens Friends

spelen ook bij de grootschalige invoer van biomassa

of the Earth toch een behoorlijk risico op ‘ontsnapping’

in Europa uit andere werelddelen. Ook daar rijst de

van de algen en daarmee dus op ‘vervuiling’ van de

vraag of het in economisch opzicht wel eerlijk is, en

natuurlijke omgeving.

wat de effecten zijn op duurzaamheid. In deze context zijn al instrumenten ontwikkeld om maatschappelijke

We zien hier duidelijk een conflict tussen ‘natuur als

vraagstukken in de praktijk in te bedden, denk

grondstof’ en ‘kwetsbare natuur’ (en kwetsbare mensen

daarbij met name aan duurzaamheidscriteria. Deze

in ontwikkelingslanden). Een grote bron van kritiek

instrumenten bieden wellicht aanknopingspunten om

van ngo’s op producenten van synthetische biologie

ook maatschappelijke kwesties rond gentechnologie

is dat producenten regulering afwijzen.39 Tegelijkertijd

een plek te geven bij de ontwikkeling van nieuwe

blijkt dat burgers synthetische biologie alleen willen

toepassingen, bijvoorbeeld door middel van

steunen onder voorwaarde van strikte regelgeving.

duurzaamheidscriteria voor gentechnologie.

Zowel ngo’s als burgers hebben geen vertrouwen in bedrijven als het gaat om het afdoende beheersen van de risico’s van geavanceerde gentechnologie.

5. Internationale biomassastromen

In Europa is GMO-wetgeving voor alle vormen van gentechnologie van kracht. De vraag is echter of die

Naast voorzichtige aanzetten tot regionalisering,

voldoende wordt toegepast op geavanceerde vormen

wordt er ook nog altijd veel biomassa internationaal

van gentechnologie. Dit kan stof zijn voor een

gewonnen en naar Nederland verscheept. Via

maatschappelijke discussie.

Nederland gaat een deel, eventueel na bewerking,

40

verder het vasteland in. Dit gebeurt onder meer voor Ook maken ngo’s zich zorgen over de grip die grote

kolencentrales en voor biobrandstoffen.

bedrijven hebben op de productie van biomassa, en over de positie van mensen in ontwikkelingslanden en

In het Energieakkoord wordt een maximum van 25 PJ

hun inspraakmogelijkheden. Dit zijn argumenten die

gesteld voor bijstook van biomassa in Nederlandse

al langer meespelen in het debat over gentechnologie.

kolencentrales. Voor biobrandstoffen gold in 2010

Bedrijven als Amyris en Evolva verwachten juist

een bijmengverplichting van 4%. Houtpellets voor

positieve gevolgen van hun producten, zoals betere

bijstook, grondstoffen voor biobrandstoffen zoals

beschikbaarheid van medicijnen en brandstoffen en

plantaardige oliën en de biobrandstoffen zelf komen in

minder CO2-uitstoot. Zij tonen daarbij veel vertrouwen

grote hoeveelheden de haven van Rotterdam binnen.

in de kracht van radicale innovaties, of zoals ze het zelf

Naar verwachting blijft biomassa voor energie hard

noemen: ‘breakthrough science’.41 Ook deze positieve

nodig om de energiedoelstellingen van 2020 en 2050

39

TNS Opinion & Social (Ibid.).

40

Rerimassie & Stemerding (ibid.).

41

www.amyris.com

Natuurlijk duurzaam: Maatschappelijke kwesties rond de transitie naar een duurzame bioeconomie

21


Vertrouwen De duurzaamheid van internationaal gewonnen biomassa is voor de meeste actoren in Nederland en Europa niet direct waarneembaar, omdat deze ergens anders wordt geproduceerd. Actoren in Nederland hebben bijvoorbeeld geen direct zicht op de effecten van biomassaproductie in ontwikkelingslanden, zoals de effecten op de lokale economie. Ook kunnen ze niet zelf vaststellen hoe groot de CO2-reductie is die de inzet van biomassa bewerkstelligt. Daarvoor zijn metingen en berekeningen nodig. Als biomassa inderdaad duurzaam genoemd kan worden, krijgt het doorgaans een duurzaamheidslabel. Maatschappelijke actoren moeten vertrouwen hebben in zo’n label om de te halen, hoewel biomassa na 2020 wellicht zal worden

duurzaamheidsclaims van biomassa te geloven.

verdrongen door andere duurzame energievormen.

42

Daarna zal voor chemische toepassingen en sommige

Het gebruik van biomassa voor biobrandstoffen en

transportbrandstoffen de import van biomassa nodig

energie is onderhevig aan duurzaamheidscriteria.

blijven.

Deze duurzaamheidscriteria zijn meestal opgesteld in samenspraak met een breed scala aan

Het belangrijkste maatschappelijke draagvlak

maatschappelijke actoren. Voor biobrandstoffen

voor dit gebruik van biomassa heeft betrekking op

zijn duurzaamheidscriteria wettelijk verplicht en

duurzaamheid. Wat duurzaamheid betekent voor

vastgesteld door de Europese Commissie. De NTA

biomassa is een debat dat al lang loopt en waaraan

8080 norm, opgesteld door de NEN, vormt hierbij een

een breed scala aan partijen deelneemt. Volgens Harold

belangrijk ijkpunt, waar veel partijen hun certificering

Pauwels van de NEN is het begrip duurzaamheid

op baseren. Voor de bijstook van biomassa zijn

hiervoor redelijk uitgediscussieerd en internationaal

duurzaamheidscriteria nu nog niet verplicht, maar

breed gedeeld (interview Pauwels, d.d. 25 maart 2013).

in het Energieakkoord zijn afspraken gemaakt over bindende duurzaamheidscriteria ten aanzien van hout

Het maatschappelijke draagvlak voor de inzet van

voor bijstook.

internationaal gewonnen biomassa vraagt echter om meer dan een breed gedeeld begrip van duurzaamheid.

Er lijkt dus veel overeenstemming te zijn over de

Actoren in Nederland en Europa moeten ook

eisen aan duurzame biomassa, maar er blijven

vertrouwen hebben in de duurzaamheidsclaims die aan

onduidelijkheden. Er bestaat bijvoorbeeld hardnekkige

biomassa kleven. Daarnaast moet de kwestie van een

onenigheid op specifieke punten. Volgens velen

rechtvaardige verdeling van middelen concreet vorm

zijn de bindende criteria voor biobrandstoffen niet

krijgen.

streng genoeg, omdat ze onvoldoende rekening houden met de Indirect Land Use Change (ILUC). De Europese Commissie overwoog daarom om de duurzaamheidscriteria voor biobrandstoffen

42

Goudswaard, F. (2013) 10 kernpunten ‘verduurzaming via bio-economie’ voor de Groene Alliantie

Brief van de Groene Alliantie aan de SER.

22


bij te stellen, wat op veel verzet van de bestaande

duurzame biomassa. Bij de relatie met consumenten

biobrandstoffenindustrie stuitte.43 De Europese

en burgers in de bio-economie spelen ngo’s een

ministers van milieu stelden daarom voor om de

cruciale rol. Ngo’s zijn traditioneel actoren die veel

bijmenging van biobrandstoffen in ieder geval te

publiek vertrouwen genieten.48 Steun van ngo’s voor

beperken, zonder verder aandacht te schenken aan

duurzaamheidscriteria is daarom van belang om het

ILUC effecten. Dit riep weer protest op bij sommige

vertrouwen van het brede publiek in dergelijke criteria

lidstaten waaronder Nederland omdat deze aanpak

te winnen.

weinig winst voor het klimaat zou opleveren. Het voorstel wordt in de herfst door het Europese

Ngo’s spelen nu al een belangrijke rol bij de relatie

parlement besproken.44 Volgens sommige geluiden in

tussen consumenten en bedrijven in de bio-

de media ontstaan er vergelijkbare spanningen tussen

economie. Ze kaarten kwesties rond duurzaamheid

de energieproducenten en milieuorganisaties over hoe

en biomassa publiekelijk aan, of verlenen juist

streng de criteria voor bijstook zoals afgesproken in het

steun aan projecten met biomassa. Ze zitten aan

Energieakkoord moeten zijn.

tafel bij veel overlegorganen, zoals bijvoorbeeld de

45

Commissie Corbey. Om de bio-economie verder uit Daarnaast zijn heel veel verschillende labels die

te bouwen zou deze rol meer gefaciliteerd kunnen

verschillende manieren hanteren om te certificeren.

worden dan nu gebeurt. Ngo’s zouden bijvoorbeeld

Deze wildgroei werkt verwarring in de hand. Veel

meer mogelijkheden kunnen krijgen om samen te

bedrijven, zoals Essent, hebben bijvoorbeeld een

werken met bedrijven en tegelijkertijd hun kritische

eigen label opgesteld (Green Gold-label) waarmee

rol te behouden. Een Non-Disclosure Agreement

ze hun biomassa controleren en certificeren voor

zoals nu vaak gebruikelijk is bij deze samenwerkingen

duurzaamheid. Ook voor biobrandstoffen bestaat er

bemoeilijkt de samenwerking omdat zo’n NDA ngo’s

een scala aan labels voor het certificeren van duurzame

feitelijk de mond snoert.

biomassa, waarbij verschillende standaarden worden gehanteerd. Tegelijkertijd zijn labels voor duurzaam

Veel bedrijven vrezen dat ngo’s uit zijn op ‘makkelijk

hout zoals het FSC-label al heel lang beschikbaar.

scoren’ door zaken uit hun verband te rukken en onder

Milieuorganisaties zijn over sommige labels erg

een vergrootglas te leggen. Om de samenwerking

kritisch.46, 47

tussen bedrijven en ngo’s te versoepelen kan in plaats van een NDA een code of conduct, opgesteld door

Bedrijven kunnen los van het Europese politieke bedrijf

een partij die zowel het bedrijf als de ngo vertrouwen,

zelf vertrouwen in duurzaamheidsclaims stimuleren en

uitkomst bieden. Een code of conduct dwingt partijen

bestendigen. Ten eerste is natuurlijk belangrijk dat de

om de eigen waarden en wederzijdse verwachtingen

duurzaamheidscriteria en de manier van certificeren

uit te spreken. Hierdoor kan meer afstemming tussen

transparant zijn. Het is daarnaast cruciaal om ngo’s

de partijen plaatsvinden, waardoor ze een op maat

binnenboord te hebben bij de certificering van

gesneden overeenkomst kunnen aangaan die ruimte

43

http://www.euractiv.com/sustainability/crucial-eu-biofuels-vote-close-c-news-530312

44

http://www.euractiv.com/sections/sustainable-dev/biofuels-debate-continues-despite-eu-agreement-302834

45

http://fd.nl/economie-politiek/392381-1404/botsing-over-bijstook-hout-zet-energieakkoord-op-scherp

46

Biofuelwatch (2012) Sustainable Biomass: a modern myth http://www.biofuelwatch.org.uk/2012/biomass_myth_report/

47

http://www.forbes.com/sites/jonentine/2013/04/09/forestry-labeling-war-turns-ugly-as-greenpeace-bungles-logging-industry-

attack/2/ 48

Zie bijvoorbeeld: http://www.edelman.com/insights/intellectual-property/2014-edelman-trust-barometer/about-trust/global-

results/

Natuurlijk duurzaam: Maatschappelijke kwesties rond de transitie naar een duurzame bioeconomie

23


biedt aan wederzijdse zorgen en gedeelde kansen, in

6. Efficiëntie door samenwerking

plaats van een standaardafspraak als een NDA. Een efficiënte omgang met biomassa vereist dat

Eerlijke verdeling van middelen

sectoren die voorheen niet met elkaar samenwerkten, elkaar in de bio-economie steeds meer opzoeken.

Een andere kwestie die ngo’s vaak hoog op de agenda

Op die manier kunnen ze gebruikmaken van elkaars

hebben staan met betrekking tot duurzaam gebruik

reststromen. Dit gaat niet zonder slag of stoot,

van biomassa, is een rechtvaardige verdeling van

zoals Peter-Paul Schouwenberg (manager biobased

middelen. We kunnen alle biomassa naar Europa

economy bij Essent) weet te melden: “Iedereen wil

halen en hier verder verwerken, en dus hier alle

zijn deel in het verdienmodel en liever geen te grote

toevoegde waarde creëren, maar we kunnen ook

risico’s lopen… Het helpt daarbij niet dat biomassa

ontwikkelingslanden steunen door technologie over te

nog steeds geen ‘commodity’, regulier product is,

dragen, zodat de biomassa daar al bewerkt kan worden

zoals bijvoorbeeld fossiele olie, gas en steenkolen. De

tot (half-)producten. Deze producten kunnen dan in

risico’s zijn heel moeilijk in tijd af te dekken, waardoor

die ontwikkelingslanden worden gebruikt, of alsnog

bijvoorbeeld stijgende prijzen direct tot verliezen

worden verscheept naar Europa. Op die manier wordt

leiden, als men deze stijging niet kan doorberekenen.”

in ieder geval een deel van de toegevoegde waarde in

(interview d.d. 28 maart 2013). Veel bedrijven willen

ontwikkelingslanden gecreëerd en kan de economie

langetermijncontracten afsluiten voor bijvoorbeeld

van deze landen een stimulans krijgen. Dit sluit ook aan

stoom of elektriciteit tegen een vooraf bepaalde

bij de trend van regionalisering, waarbij biomassa zo

prijs, terwijl de prijs bij biomassa nogal eens kan

dicht mogelijk bij de bron bewerkt wordt. Er hoeft zo

schommelen omdat het bijvoorbeeld nodig is om van

minder biomassa vervoerd te worden.

grondstof te wisselen (interview Den Houting, Essent,

49

d.d. 28 nov. 2013). Aan houtpellets voor bijstook valt niet veel waarde toe te voegen, maar biobrandstoffen kunnen

Ook de samenwerking tussen de chemische sector, de

soms al in het productieland zelf gemaakt worden.

energiesector en de landbouw verloopt niet zonder

Dit gebeurt bijvoorbeeld al in Brazilië. Ook in de

problemen, omdat deze sectoren elkaar niet altijd

chemische bewerking van biomassa kan een dergelijk

begrijpen. “Chemie en landbouw zijn verschillende

model worden nagestreefd. Nederland kan zijn

bloedgroepen”, zegt Kees de Gooijer (voorzitter TKI

innovatieve technologie en kennis over duurzame

Biobased Economy) bij wijze van voorbeeld. “Een boer

landbouw exporteren naar landen waar veel biomassa

is gewend om flexibel te zijn wat betreft grondstoffen.

voorhanden is.

Maar een chemicus houdt liever vast aan één soort grondstof omdat hij daar de eigenschappen van kan

Daartoe zullen we hieronder aanbevelingen doen.

voorspellen.”(interview d.d. 6 januari 2014).

Eerst zullen we bekijken welke kwesties er spelen tussen actoren in de biobased keten onderling en hoe

Ook hier lijkt sprake van een tegenstelling tussen twee

uiteenlopende percepties rond natuur en grondstoffen

perspectieven op omgaan met de natuur, namelijk

daarbij meewegen.

die van de groep die de natuur vooral als plooibare grondstof ziet (‘natuur als grondstof’) en de die van de groep die grenzen ziet aan de plooibaarheid van de natuur (‘natuur in toom’). Sommige groepen, zoals de bedrijven waar Schouwenberg op doelt en de

49

Zie bijvoorbeeld https://milieudefensie.nl/biomassa

24


zijn voor de hout- en bossector, waar de kwaliteit van de geleverde biomassa nu nog wel eens ondermaats is (interview Eppo Bolhuis, ’t Bosschap51, d.d. 16 mei 2013; interview Hanssen, d.d. 18 nov. 2013). In de energiesector ontstaan steeds vaker coöperaties opgericht door burgers zelf. Dit model komt tegemoet aan de wens van burgers om inspraak te hebben in de chemici waar De Gooijer van spreekt, zien de natuur als

ontwikkeling van nieuwe technologie, zeker als dat in

grondstof die zich bij voorkeur zou moeten gedragen

de directe omgeving gebeurt. Een boerencoöperatie

als een fossiele grondstof, namelijk voorspelbaar.

die een gezamenlijke biogasinstallatie ontwikkelt, kan

Boeren zijn daarentegen gewend om met biomassa

in navolging van deze burgercoöperaties besluiten om

te werken en accepteren de complexiteit daarom. Zij

burgers bij hun boerencoöperatie te betrekken. Ook

accepteren daarmee dat de biomassa als grondstof niet

grote energiebedrijven die zich op duurzaamheid willen

geheel plooibaar is (maar wel in enige mate).

profileren, kunnen de samenwerking zoeken met deze coöperaties, omdat deze voor burgers tegemoetkomen

De coöperatie als blauwdruk

aan het aspect van sociale inbedding van nieuwe technologie.

Als biomassaproducenten zich vaker verenigen in coöperaties en op die manier leveren aan bedrijven die

De chemicus die een voorspelbare grondstof wil die

biomassa bewerken of de producten gebruiken, lukt

goed is op te slaan en continu een consistente kwaliteit

het wellicht om tegemoet te komen aan de vraag naar

heeft, is hiermee nog niet gediend. Wellicht moet de

een stabiele regionale grondstoffenstroom. Ook kunnen

oplossing hiervoor binnen hiërarchische structuren

coöperaties tegemoet komen aan de wens van burgers

zoals de overheid worden gevonden. De overheid

om inspraak en betrokkenheid.

kan ruimte creëren waarbinnen chemici leren om

50

te gaan met wisselende grondstoffen, eventueel in De coöperatieve structuur komt veel voor in de

samenwerking met boeren en met ondersteuning van

landbouw, de traditioneel biomassa producerende

een derde partij die zowel de boer als de chemicus

sector. De coöperatie Mestac bijvoorbeeld, die

begrijpt, zoals een kennismakelaar. Zodra dit leerproces

mestproducenten verenigt, let op de kwaliteit van de

is afgerond, is er wellicht een stevigere basis gelegd

geleverde mest en coördineert het transport zodat

voor commerciële samenwerking tussen boeren en

actoren verderop in de keten goed met de mest uit de

chemici. Te denken valt aan de productie door boeren

voeten kunnen (interview Ben Rooyackers, manager bij

van halffabricaten die voldoen aan de kwaliteitseisen

Mestac, d.d. 10 december 2013). De onvoorspelbaarheid

van chemici.52 Dit vereist de nodige infrastructuur in

van biomassa als grondstof wordt als het ware

de vorm van opslagcapaciteit en kwaliteitscontrole. De

ondervangen door de coöperatieve organisatie. Als de

bereidheid om daarin te investeren ontstaat bij partijen

ene producent niet voldoende kwaliteit kan leveren,

als afvalbedrijven of boerencoöperaties wellicht nadat

kan een andere producent dat waarschijnlijk wel

de wensen van afnemers zoals chemische bedrijven

compenseren. Op deze manier hebben afnemers meer

helder zijn geworden.

zekerheid. Dit zou bijvoorbeeld een uitkomst kunnen

50

Ook de WTC BBE noemt in haar laatste rapport het coöperatieve model als passend bij de bio-economie (Ibid., p. 47).

51

’t Bosschap is inmiddels opgeheven en de taken ervan zijn overgegaan in het VBNE.

52

Suggestie van Carolien Huisman, provincie Zuid-Holland.

Natuurlijk duurzaam: Maatschappelijke kwesties rond de transitie naar een duurzame bioeconomie

25


Vertrouwen in de keten

identity kan bijdragen aan het vertrouwen, doordat andere actoren meer duidelijkheid krijgen in de

Onderling vertrouwen is een onmisbaar element van

onderliggende motieven en doelstellingen van een

samenwerkingsverbanden in de biobased keten. Een

organisatie. Morele identiteit wil zeggen een heldere

actor is betrouwbaar als hij op een bepaalde manier

formulering van de waarden die een organisatie

voorspelbaar is, omdat hij steeds opnieuw hetzelfde

belangrijk acht. Veel gevestigde bedrijven doen dit al,

gedrag vertoont of omdat duidelijk is vanuit welke

maar er zijn veel nieuwkomers in de bio-economie

motieven hij handelt of omdat hij zich gebonden weet

die dit nog achterwege laten, bijvoorbeeld stichtingen

aan bepaalde afspraken.

die boeren verenigen om samen een biogasinstallatie te bouwen. Ook zou in bestaande corporate identity’s

Als er onzekerheden zijn, zoals nu met betrekking

meer expliciete aandacht moeten komen voor de

tot de bio-economie, hebben actoren onderling

sociaaleconomische aspecten van duurzaamheid en

vertrouwen nodig om verder te gaan. Ze nemen

andere termen die nu voor verwarring zorgen in de bio-

immers een risico en zijn dus kwetsbaar. Als ze een

economie.

potentiële samenwerkingspartner of leverancier niet betrouwbaar achten, zullen ze niet met hem

Gedragscodes

in zee gaan. Maar ook voor omwonenden van

Gedragscodes kunnen de wederzijdse verwachtingen

biomassaverwerkingsinstallaties en consumenten is de

van bijvoorbeeld potentiële samenwerkingspartners

betrouwbaarheid van producenten en verwerkers van

expliciteren, maar ook die van producenten in de bio-

biomassa een vereiste voor de acceptatie van biobased

economie en andere stakeholders. Denk bijvoorbeeld

technologieën.

aan het opstellen van een gedragscode voor beheerders van biomassaverwerkingsinstallaties in

Omdat de bio-economie een zich ontwikkelend veld is,

samenspraak met omwonenden, of het formaliseren

moet er vertrouwen tussen verschillende stakeholders

van verwachtingen tussen afnemers en leveranciers

worden opgebouwd. Actoren binnen de biobased

van biomassa in overleg tussen beide partijen.

keten kunnen vaak niet terugvallen op een gedeelde geschiedenis (een gedeelde geschiedenis vormt een

Derdepersoonsgarantie

basis waardoor je elkaars gedrag kunt voorspellen en

Bij een derdepersoonsgarantie fungeert een persoon

daarmee dus een basis voor vertrouwen). Ook speelt

of organisatie die door de andere betrokkenen als

er vaak wederzijds onbegrip, doordat verschillende

betrouwbaar wordt gezien als bruggenbouwer tussen

partijen dezelfde termen anders interpreteren

actoren die nog een relatie moeten opbouwen. Een

(opmerking tijdens valorisatieworkshop, d.d. 8 april

dergelijke derde persoon, zoals een kennismakelaar,

2014).

kan helpen om verschillen in interpretaties van waarden als duurzaamheid of behoeftes ten aanzien

Persoonlijk contact tussen stakeholders kan voor een

van grondstof te verhelderen en op zoek te gaan naar

deel leiden tot nieuwe vertrouwensrelaties. Dergelijk

overeenkomsten tussen actoren van waaruit verder

persoonlijk contact is echter niet altijd mogelijk en kost

gewerkt kan worden.

tijd. Er zijn daarom ook andere maatregelen nodig. Denk aan het uitbouwen van de morele identiteit

Consumenten

(of corporate identity), derdepersoonsgaranties of formalisering door middel van codes of conduct.

Vraag van consumenten naar duurzame producten is een andere stimulans voor het gebruik van biobased

Morele identiteit

grondstoffen door bedrijven. “Als je echt een groene

Het uitbouwen van de morele identiteit of corporate

economie wilt, is de rol van de consument essentieel”,

26


aldus de Gooijer. “Iemand moet de vraag voor duurzame biobased producten creëren. Maar het verhaal moet wel kloppen.” Duurzaamheid wordt door steeds meer mensen belangrijk gevonden, maar veel mensen zijn nauwelijks op de hoogte van het bestaan van de bio-economie, de specifieke producten en de bijbehorende duurzaamheidsclaims.53 Er valt dus nog een wereld te winnen aan consumenten die bewust kiezen voor biobased. Energieleveranciers bieden wel biomassa aan als onderdeel van een duurzame energiemix, maar hierbij speelt de keuze van consumenten nauwelijks een rol. De beschikbare opties voor consumenten zijn doorgaans zonne-energie of windenergie. De groep consumenten die te porren is voor duurzaamheid, en dus voor duurzame biobased producten, hangt waarschijnlijk het

Benadruk de gemene deler

wereldbeeld ‘kwetsbare natuur’ aan. Deze

De groep van wie maatschappelijk de meeste

groep is doorgaans afkerig van grootschalige,

weerstand is te verwachten ten opzichte van de bio-

industriële productieprocessen, maar ziet des te

economie, is tegelijkertijd de groep van wie de meeste

meer in kleinschalige, landelijke en coöperatieve54

steun is te verwachten, namelijk de groep die de

benaderingen.

natuur als kwetsbaar beschouwt. Om deze groep te betrekken bij de bio-economie is het nodig om steeds

Ook zal de boodschap dat de natuur ons veel te bieden

de gemene deler te benadrukken waarin ook andere

heeft hen aanspreken. Om deze groep consumenten te

actoren, zoals bedrijven en technologiepioniers, zich

bereiken moeten deze aspecten van de bio-economie

kunnen herkennen. Voorbeelden: het is efficiënt om

benadrukt en benut worden. Omgekeerd zal ten minste

grondstoffen te hergebruiken, kleinschaligheid loont en

een aantal van de bedrijven die met biobased aan de

de natuur heeft ons veel te bieden.

slag gaan zich ook kunnen vinden in bovenstaande voorwaarden voor een biobased economie, omdat

Ontwerp de bio-economie volgens deze gedeelde

die een efficiënte manier van werken opleveren. Hier

waarden

liggen dus kansen om verschillende aspecten van een

Investeer in kleinschalige lokale projecten waarbij

duurzame bio-economie met elkaar te verbinden.

reststromen worden hergebruikt. Communiceer dit duidelijk aan de consument. Probeer het natuurlijke karakter van de biobased producten zoveel mogelijk

7. Handelingsperspectieven

terug te laten komen in het ontwerp: ruwe structuren in gebruiksproducten, kleinschalige installaties

Op basis van het bovenstaande komen we uit op de

die in het landschap passen, makkelijk te recyclen

volgende handelingsperspectieven voor actoren in de

producten. Mooi voorbeeld: rondeeleieren. Ook

biobased keten en betrokken beleidsmakers:

voor multinationals liggen er kansen op dit gebied.

53

Veldkamp (2013) Publieksonderzoek biobased economy. Kennis, houding en gedrag. Amsterdam: Veldkamp.

54

Friesland Campina is ook een coöperatie, maar is te groot om in dit plaatje te passen.

Natuurlijk duurzaam: Maatschappelijke kwesties rond de transitie naar een duurzame bioeconomie

27


Als kleinschaligheid geen optie is, is het sluiten van

houtsector. Het kan daarnaast dienen als model om de

de keten dat wellicht wel. Laat zien hoe dit gebeurt.

economische risico’s te spreiden.

Voorbeeld: Van Gansewinkel. Investeer in wederzijdse betrouwbaarheid Investeer in egalitaire inbedding

Gebruik instrumenten als codes of conduct,

Veel burgers hechten aan inspraak met betrekking

corporate identity en een derdepersoonsgarantie

tot nieuwe technologische ontwikkelingen. Investeer

om verschillende interpretaties van waarden

daarom in een egalitaire inbedding van biobased

als duurzaamheid en behoeftes ten aanzien van

technologie door o.m. omwonenden van biobased

grondstoffen te expliciteren, zodat wederzijdse

productie-installaties inspraak te geven, bijvoorbeeld

verwachtingen helder worden.

om samen een code of conduct op te stellen, of te laten deelnemen aan een coöperatie waar ze zelf voordeel uit halen en in kunnen meedenken. Dit geldt voor zowel de agrarische sector als de energiesector en de chemische sector. Ga zorgvuldig om met de scheidslijn tussen industrie en landbouw Laat industrie en landbouw niet zonder meer door elkaar heen lopen. Wees voorzichtig met het plaatsen van industriële installaties op boerenerven. Respecteer wet- en regelgeving met betrekking tot risico’s, zodat omwonenden niet het gevoel krijgen dat zij industriële risico’s krijgen opgelegd onder de noemer van een bioeconomie. Overweeg de ontwikkeling van toegespitste wet- en regelgeving om eventuele nieuwe vormen van geïndustrialiseerde landbouw maatschappelijk in te bedden en eventuele risico’s goed af te dekken. Begin een debat over geavanceerde technologie Begin een debat over technologieën als synthetische biologie en genetische modificatie met als hoofdvraag: wat is de opbrengst van deze technologieën en wie profiteert ervan? Dit debat kan de aanzet vormen tot richtlijnen voor het gebruik van deze technologie die met inspraak van een breed scala aan actoren zijn opgezet. Overweeg coöperatieve organisatiestructuren In de landbouw, de sector die het meeste ervaring met biomassa heeft, is het coöperatieve model dominant. Dit kan wellicht ook goed werken om de kwaliteit en beschikbaarheid te garanderen van verschillende soorten biomassa, zoals bijvoorbeeld biomassa uit de

28


Valorisatiepanel George Brouwer, zelfstandig adviseur Daan Dijk, Rabobank Kees de Gooijer, TKI Biobased Economy Fokke Goudswaard, Eneco/koepel Bio-energie Carolien Huisman, Provincie Zuid-Holland Lily Jacobs, Beschavingsklik Danielle de Nie, Stichting Natuur & Milieu Harold Pauwels, NEN Peter-Paul Schouwenberg, Essent Arjen van Tunen, Keygene Ronald de Vries, Rabobank Tjerk Wagenaar, Stichting Natuur & Milieu Jan van der Zande, Sust Enable

Natuurlijk duurzaam: Maatschappelijke kwesties rond de transitie naar een duurzame bioeconomie

29





Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.