Delta 03

Page 1

NR.03 29 september 2014

onafhankelijk universiteitsblad

De Gouden Eeuw

Broedplaats voor talent Ionica Smeets

Wiskunde als cadeautje

Sprong naar de ruimte

Free Zones

Improving campus life

english pages see page 28


2

Delta

TU Delft

8 Delta nr. 3

29 september

2014

“De Stratos-raket is een lang dun apparaat, dus op een foto heb je automatisch veel omgeving in beeld. Hij zou buiten komen te staan, maar vanwege de wind moest het binnen. Door alleen de raket in het licht te zetten, valt hij toch als eerste op in beeld, en kun je zorgen dat de omgeving in de vorm van silhouetten wat spanning aan de foto toevoegt.” (Fotograaf Sam Rentmeester)

REAGEER!

12

www.delta.tudelft.nl

colofon

Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.

Redactie Frank Nuijens (hoofdredacteur) - @franknu, Katja Wijnands - @kwijnands, Dorine van Gorp - @dorinevangorp, Saskia Bonger - @sbonger, Tomas van Dijk - @tomasvd, Connie van Uffelen - @connievanu, Jos Wassink - @joswashere Medewerkers aan dit nummer nummer Jorinde Benner, Natalie Carr, Phillip Gangan, Quin Genee, Dap Hartmann, Auke Herrema, Job Hogewoning, Christian Jongeneel, Damini Purkayastha, Folkert van der Meulen Bosma, Molly Quell, Jimmy Tigges, Robert Visscher Foto’s Sam Rentmeester, Hans Stakelbeek

Bladconcept en vormgeving Maters & Hermsen, Leiden Lay-Out Liesbeth van Dam Redactie-adres Universiteitsbibliotheek, Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848, delta@tudelft.nl Advertenties H&J Uitgevers, 010 451 5510, delta@henjuitgevers.nl Druk Edauw & Johannissen Oplage 8.000 Jaargang 47 ISSN 2213-8838 Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op de website. Meer informatie op: www.delta.tudelft.nl/colofon

cover

interview

recordpoging met raket

ionica smeets

Delftse studenten van de raketvereniging Dare willen een nieuw record vestigen door op vijftig kilometer halverwege de ruimte te komen. “We gaan stapsgewijs verder omhoog.”

Bèta’s moeten de wereld vertellen wat voor moois ze allemaal doen, vindt wiskundige en wetenschapsjournaliste Ionica Smeets. Ze schreef het boek ‘Het exacte verhaal, wetenschapscommunicatie voor bèta’s’.


Delta

3

TU Delft

18

28 reportage

english pages

hollands glorie

a better campus

Professor Ramon Hanssen neemt zijn masterstudenten mee naar Hofwijck, het huis van Christiaan Huygens en het middelpunt van veel wetenschappelijke ontwikkelingen in de Gouden Eeuw. “Deze omgeving was een ongelofelijke broedplaats aan talent.”

The Free Zones around campus are part of a larger plan to make TU Delft's campus more livable.

Delta 04 verschijnt op maandag 13 oktober

VERDER Column Kort nieuws Nieuwsinterview nieuws boeken sport lifestyle achtergrond leuk bedacht desgevraagd science Survival Guide There’s an app

04 05 06 07 15 16 17 22 25 27 29 30 31


Delta Maandagochtend 1 september om 10.00 uur was de kickoff van de minor technology-based entrepreneurship (TBE). De zestig enthousiaste studenten had ik vooraf gemaild: ‘Maak een naambordje en neem dat mee naar de kick-off. Het is een eerste test van jullie toewijding. Ieder jaar ben ik weer verbaasd dat een aantal studenten dit ‘is vergeten’. Het belooft niet veel goeds voor de toekomst als dit al te moeilijk is…’ Grote woorden om de studenten op het hart te drukken dat het in de minor TBE menens is. Grote woorden die ik meteen weer beschaamd kon inslikken, met dank aan de roosteraars van de TU Delft. De nijvere roosteraars hadden mij voor deze kick-off de Grote Pastizaal in Gebouw 12 van DCT aan de Julianalaan toebedeeld. Ik kende die zaal niet maar ‘het zal wel goed zijn’ dacht ik in mijn onnozelheid. Toen ik die zaal betrad, zonk de moed me in de schoenen. De Grote Pastizaal bleek een computerzaal te zijn, gevuld met clusters van tafels waarop vier computers en vier beeldschermen staan. Volstrekt ongeschikt om onderwijs te geven, omdat de helft van de studenten met de rug naar mij toe zit. Er was ook geen schoolbord, geen whiteboard en geen flipover – niets om op te schrijven, terwijl dat tijdens een college zomaar eens nuttig zou kunnen zijn. De naambordje waren volstrekt onzichtbaar en ook de studenten zelf waren nauwelijks te ontwaren achter al die beeldschermen. Een dramatisch begin van wat een geweldige kick-off had moeten zijn. De bijeenkomst werd afgesloten met een presentatie van een ondernemer die daarvoor speciaal uit Amsterdam was gekomen. Ik kon hem niet eens een stoel aanbieden. Dat dit geen incident was, bleek twee dagen later toen ik van 8.45 tot 16.30 uur samen met een collega een participant-centered case study leidde. Daarbij moeten de studenten zich inleven in de rol van de protagonisten van een case study en vervolgens met elkaar in discussie gaan. De wakkere roosteraars hadden mij ditmaal veroordeeld tot Studio Classroom 1 in het Fellowship gebouw. Wie schetst mijn verbazing toen dat opnieuw een computerzaal bleek te zijn. Wederom clusters met vier computers en vier beeldschermen. Om het zicht nóg verder te beperken, beschikt Studio Classroom 1 over een grote hoeveelheid pilaren met als hoogtepunt een enorme houten X-vormig kruis dat midden in de zaal is aangebracht en waarachter ook nog studenten moeten zitten. Het is volstrekt onmogelijk om daar te doceren, laat staan dat je er een participant-centered case study kan leiden. Opnieuw enorme frustratie, opnieuw een blamage, opnieuw een heel slecht signaal naar de studenten. Er zijn op de hele TU nauwelijks fatsoenlijke collegezalen, want degenen die daarvoor verantwoordelijk zijn hebben zelf nog nooit college gegeven. Er wordt maar wat aan gerotzooid. Het aantal zitplaatsen lijkt het enige criterium te zijn. De TU Delft moet onmiddellijk investeren in goede collegezalen, dat is een morele verplichting naar de docenten en de studenten. Mijn collega’s en ik weten hoe een goede collegezaal eruit moet zien. Vráág het ons en laat het niet over aan managers en architecten. Laat toch de kok bepalen hoe de keuken eruit moet zien.

Dap Hartmann is astronoom. Hij werkt als onderzoeker bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

TU Delft

1 De studenten komen voor de colleges in alle drie de steden.

ja

Verantwoord innoveren is het onderwerp van de eerste minor van LDE, het samenwerkingsverband tussen de universiteiten van Leiden, Delft en Rotterdam. De minor is inmiddels gestart en loopt in de eerste twee kwartalen, als proef. De twaalf deelnemende studenten én docenten komen van alle drie de universiteiten. Delft verzorgt vakken als ‘responsible management of risk and safety’. Leiden geeft bijvoorbeeld ‘ethics, culture and biotechnology’. Rotterdam neemt onder meer ‘responsible innovation management’ voor haar rekening. Henk Zandvoort, universitair hoofddocent bij Techniek, Bestuur en Management is coördinator.

2 De studenten uit Delft herken ik meteen.

nee

3 Zijn de negatieve gevolgen van technologische innovaties honderd procent te voorspellen?

nee

4 Ook de docenten van de drie universiteiten kunnen veel van elkaar leren.

ja

5 Op welke stelling wil je terugkomen? ““Op vraag 2. In de projectgroepen blijkt dat de studenten van de drie universiteiten heel verschillende achtergronden en kennis hebben. Dat leidt tot wederzijds aanvullende inbreng. De interactie en samenwerking zijn één van de waardevolle aspecten van deze multidisciplinaire, verbredende minor. In de projectgroepen werken gemengde teams aan een echte case op het gebied van (responsible) innovation. Voor dit jaar zijn die cases: whole genome sequencing and personalised medicine, Google Glass en de Tweede Maasvlakte. Studenten zijn verzekerd van inbreng en terugkoppeling, niet alleen van docenten van de drie universiteiten, maar ook van de opdrachtgevers zelf.”

101 De nieuwe bacheloropleiding klinische technologie telt 101 eerstejaars studenten. Eh… 101? Er gold toch een numerus fixus van 100 met centrale selectie? Klopt. Toch zijn er 101 studenten, aldus directeur onderwijs van de faculteit 3mE, Hans Hellendoorn. Hij weet ook niet hoe het kan. “Eentje is kennelijk door het systeem geglipt.” De TU biedt de opleiding sinds deze maand met de Erasmus Universiteit Rotterdam en Universiteit Leiden. Studenten krijgen vijftig procent technische vakken, de andere helft betreft geneeskundige onderwerpen.

Tweet Marion Vredeling, programmamanager TU Delft Library: “Eens per maand gaat de rector naar een studentenhuis om te debatteren over de actualiteit. Dit keer was er een stevige stelling over de Ebolaramp in Afrika. Die ramp wordt nu vaak in een rij andere rampen genoemd. Een van de stellingen van de studenten was dat die ramp daardoor lijdt onder de andere rampen. Het was hypocriet en bot dat er zo laat was ingegrepen, omdat andere dingen om voorrang riepen. Een ander onderwerp ging over de vraag waarom er zo weinig ingenieurs de politiek in gaan. Studenten suggereren dat ingenieurs niet in de politieke cultuur passen, omdat ze zo doelgericht zijn. Als voorbeeld werd staatssecretaris van Financiën Eric Wiebes genoemd. Die was voorheen verkeerswethouder in Amsterdam. Toen daar op een gegeven moment veel files waren, stapte hij op de fiets om te kijken. Bleken de stoplichten verkeerd afgesteld te zijn. Het resultaat daarna: dertig procent minder files. De ov-studentenkaart kwam ook ter sprake. Studenten die heen en weer reizen tussen Delft, Leiden en Rotterdam moeten kiezen tussen verschillende typen kaarten. Met een trajectkaart wordt een reis in het weekend naar je ouders duurder. Dat raakt studenten.”

(Foto: Henk Zandvoort)

columndaphartmannbaalzaal

4


Kort Meer en uitgebreider nieuws op www.delta.tudelft.nl

Velox IV

Na een ingrijpende verbouwing is het TU Waterlab op donderdag 18 september heropend. Op de plek van het golfbassin is een waterzuiveringslab ingericht met glazen wanden en een koepel in het dak. Directeur prof.dr.ir. Wim Uijttewaal vindt de ‘indikkingsoperatie’ van Stevin III geslaagd. Later dit jaar houdt het Waterlab samen met de andere laboratoria van Civiele Techniek en Geowetenschappen een open dag. (Foto: Jos Wassink)

De week van... Rodrigo Valladares Linares (Technische Natuurwetenschappen) verdedigt op 1 oktober zijn proefschrift ‘Hybrid membrane system for desalination and wastewater treatment’. Hij is de eerste onderzoeker die promoveert volgens de regels van de Graduate School, waarbij onderzoekers met cursussen worden klaargestoomd op een werkzaam leven buiten de universiteit. “Of ik mezelf druk aan het voorbereiden ben op de verdediging? Nee hoor, ik heb jaren onderzoek gedaan naar een ontziltingstechniek met membranen, ik ken de materie wel. Ik reis nu met mijn moeder door Zuid-Spanje. Vakantie, dat is nu de beste voorbereiding. Ik drink lekker een biertje. Tijdens mijn onderzoek kon ik dat nooit doen. Af en toe was ik in Delft om cursussen te volgen. Maar mijn onderzoek heb ik

onder begeleiding van Delftse hoogleraren verricht in Saoedi-Arabië, aan de King Abdullah University of Science and Technology (Kaust). De TU werkt samen met die universiteit. Kaust is ongeveer vijf jaar geleden opgezet. Er is daar van alles mogelijk. Er is veel geld, de modernste apparatuur en de Saoediërs zijn geïnteresseerd in allerlei nieuwe onderzoeken. Zeker als die met drinkwater te maken hebben. Dat hebben ze daar niet veel.” (Foto: Rodrigo Valladares Linares) Expert in kunstmatige intelligentie Dr. Birna van Riemsdijk (EWI) kreeg te horen dat ze de Nederlandse Prijs voor ictonderzoek gewonnen heeft. Vijftigduizend euro, te besteden aan onderzoek. “Nietsvermoedend bereidde ik een college voor toen ik gebeld werd door Alexander

Delftse studenten klokten met hun ligfiets Velox IV de snelste tijd tijdens de race voor ligfietsen in de Verenigde Staten (VS) eerder deze maand. Toch viert het Human Power Team Delft Amsterdam geen feest. Met 132,26 kilometer per uur verbraken de studenten nét niet het wereldrecord. Slechts anderhalve kilometer per uur had coureur Rik Houwers harder moeten fietsen om het wereldrecord van 133,78 kilometer per uur te verbreken. Dat record vestigden de studenten vorig jaar tijdens de jaarlijkse race voor ligfietsen, de World Human Powered Speed Challenge, in de woestijn van Nevada (VS). delta.tudelft.nl/28819

Ontmoedigd Rinnooy Kan. Hij is voorzitter van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen, die de prijs uitreikt. Waarom ik de prijs krijg? Omdat ik vernieuwend onderzoek doe. Ik onderzoek software die zich aanpast aan de normen en waarden van mensen. Denk bijvoorbeeld aan gps-tracking. Hiermee kun je een dementerende patiënt volgen. De patiënt voelt zich hierdoor veiliger, maar het kan ook de normen rondom privacy en vrijheid schaden. Ik ontwikkel technologie die zich aanpast aan de normen die je afspreekt. Maar de normen staan niet vast, ze kunnen verschuiven en er kunnen uitzonderingen optreden. Hierdoor is het van groot belang dat de technologie flexibel blijft. Een mooie bijkomstigheid van de prijs, is dat er een poster van mijn onderzoek wordt gemaakt om het werk aan scholieren uit te leggen. Hopelijk trekt dat meer meisjes naar de ict.” (Foto: Przemysław Pawełczak)

De Delftse studentenvakbond VSSD vindt dat het wetsvoorstel voor het leenstelsel bètastudenten extra hard raakt, omdat hun studies gemiddeld een jaar langer duren en er geen compensatie is. Volgens de VSSD zorgt de invoering van het leenstelsel ervoor dat de keuze voor een langer durende bètastudie wordt ontmoedigd. delta.tudelft.nl/28808

Ranking

Nog nooit hoorde een Nederlandse universiteit in een internationale ranking bij de beste vijftig van de wereld. Het is de Universiteit van Amsterdam in de QS-ranking gelukt. De TU Delft staat op plaats 86. delta.tudelft.nl/28783

Leenstelsel

Het wetsvoorstel dat de basisbeurs afschaft is naar de Tweede Kamer gestuurd. Tegenstanders gaan op 14 november demonstreren. Vanaf september 2015 krijgen nieuwe studenten geen basisbeurs meer. In plaats daarvan kunnen ze een lening afsluiten. Op termijn zou het nieuwe leenstelsel jaarlijks 625 miljoen euro voor het hoger onderwijs moeten opleveren. delta.tudelft.nl/28805

Bsa

Een student bedrijfseconomie heeft een rechtszaak gewonnen van de Hogeschool van Amsterdam. Hij had geen bindend studieadvies mogen krijgen, omdat zijn docent hem een verkeerd cijfer had gemaild. delta.tudelft.nl/28799


6

Delta

TU Delft

Zorgen over switchers bij maritieme techniek Zo’n veertig procent van de eerstejaars studenten maritieme techniek kreeg vorig jaar een negatief bindend studieadvies voor een eerdere studie, vaak werktuigbouw. Dat leidt tot zorgen bij maritieme techniek. Zeventig van de honderdtachtig eerstejaars studenten maritieme techniek voldeden vorig jaar niet aan de eisen voor het bindend studieadvies (bsa). Het gaat voornamelijk om switchers

van werktuigbouw. “Vorig jaar hadden we er twintig, maar dit jaar is het wel heel ernstig”, zegt hoogleraar scheepsontwerp Hans Hopman. “Aan ons nu de nobele taak om toch ons uitvalspercentage laag te krijgen”, verzucht Hopman. “Ik hoop maar dat een groot deel gewoon wat meer tijd nodig had, maar er zit ook een deel tussen waarvoor onze werktuigbouwopleiding gewoon te moeilijk is en waarvoor het dus geen zin heeft de maritieme opleiding te beginnen die voor tachtig procent uit dezelfde vakken bestaat.” Directeur onderwijs van 3mE, Hans Hellendoorn, deelt die zorgen, maar hoort ook van ouderejaars switchers dat het nu wel goed gaat. “Eerstejaars

zijn jong, gaan studeren, op kamers, krijgen nieuwe vrienden en dan gaat het studeren niet. Daarna worden ze rijper en meer ervaren.” Toch vindt ook Hellendoorn het ernstig. “Honderdtachtig maritieme studenten, het zou me verbazen als er in Nederland werkelijk zo veel zijn die voor de bootjes gaan.” Eigenlijk, zo oppert Hopman, zou er nog een vorm van toestemming moeten komen voor mensen die hun bsa bij werktuigbouw niet hebben gehaald. “Je moet je afvragen waarom zij zich dan wel voor maritiem mogen inschrijven.” Hellendoorn heeft liever dat studenten werktuigbouw zich vóór 1 februari uitschrijven als het niet gaat. “Dan mag je werktuigbouw opnieuw

doen. Het is krom dat je na je bsa die opleiding niet opnieuw mag doen.” En extra toestemming? “Daar gaan we in de toekomst wel naar toe met matching, waarbij we met studenten praten over hun motivatie”, zegt Hellendoorn. “Over twee jaar mag je met matching mensen weigeren als je een numerus fixus hebt. Maar een numerus fixus ligt politiek gevoelig.” Daarnaast is er een ander probleem, meldt Hellendoorn. Studenten die het vak mondeling presenteren en schriftelijk rapporteren wel hebben gehaald, maar hun bsa niet, moeten deze vakken opnieuw doen. “Docenten hebben de smoor in, omdat het zinloos is. Daar zit een hoop frustratie.” (CvU) www.delta.tudelft.nl/28820

nieuwsinterview ‘We zien tekenen van herstel’ De ozonlaag herstelt zich, zo maakte de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) deze maand bekend. Ze leidt dit af uit onderzoek van prof.dr. Pieternel Levelt, remote sensing expert bij de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen en het KNMI. “Dit is heel belangrijk nieuws.” U hebt laten zien dat de ozonlaag zich herstelt. “Zo is het nu ook weer niet. De WMO van de Verenigde Naties trekt deze conclusie na een analyse van alle satellietdata die inzicht geven in de staat van de ozonlaag, waaronder de data verzameld door mij en mijn collega’s van het KNMI. Ze baseert zich op datareeksen tot veertig jaar terug. Het is een grote gemeenschappelijke inspanning geweest.” U staat aan het hoofd van OMI. Wat is dat? “OMI staat voor Ozone Monitoring Instrument. Dit is een van de instrumenten aan boord van de satelliet

Hoe groots is dit nieuws? “Het is heel belangrijk nieuws. We wisten op basis van modellen dat we de eerste tekenen van herstel dit decennium zouden gaan zien. De afname van Cfk’s toont aan dat het Montreal Protocol uit 1987 (de afspraak dat alle VN-landen chemicaliën uitbannen die de ozonlaag aantasten, waaronder Cfk’s –red.) effect heeft gehad. Het is een uniek verdrag. Geen enkel verdrag is door zoveel landen getekend. En het werkt dus ook nog.”

Prof.dr. Pieternel Levelt viert dubbel feest. De ozonlaag herstelt zich en haar instrument OMI vliegt al tien jaar rond. (Foto: Pieternel Levelt)

EOS-Aura van ruimtevaartorganisatie Nasa. Het doet al tien jaar lang metingen aan de samenstelling van de atmosfeer. OMI is een Nederlands-Fins instrument. Nederland heeft de lead. Nasa heeft Nederland gevraagd dit instrument te bouwen.” Jullie metingen hebben laten zien dat er een causaal verband is tussen de afname van Cfk’s in de atmosfeer en het herstel van de ozonlaag. Dat is toch niet niks? “Het causale verband is afgeleid uit meerdere typen waarnemingen. Onze

metingen vormen wel een van de belangrijkste datasets voor het ozononderzoek van de WMO.” Wanneer werd duidelijk dat de ozonlaag op zijn retour is? “Die vaststelling is geleidelijk gegaan. Het heeft met statistiek te maken. We zitten nu net op de grens van wat statistisch significant is. We zien dat de hoeveelheid ozonafbrekende stoffen afneemt en dat ozon weer langzaam toeneemt. Deze toename kan nog onderdeel van natuurlijke variaties zijn. Maar dat is heel onwaarschijnlijk.”

Het was twee weken geleden nog om een andere reden feest voor u. “Ja, ik was in de Verenigde Staten om met collega’s van Nasa te vieren dat EOS-Aura en OMI tien jaar rondvliegen. OMI was oorspronkelijk bedoeld voor vijf jaar.” Hoe lang gaan de satelliet en OMI nog mee? “Er is genoeg brandstof aan boord voor metingen tot 2023. We werken wel aan een opvolger samen met ESA, het Tropomi-instrument. Dat instrument wordt in 2016 gelanceerd en gaat een hoop metingen nog nauwkeuriger verrichten.” (TvD)


Delta

7

TU Delft

campusnieuws 'Levensgevaarlijk op en rond Mijnbouwplein' Levensgevaarlijk. Zo typeert een bewoonster van het Mijnbouwplein de verkeerssituatie voor haar deur. Fietsers, voetgangers, auto’s, bussen; in de spits zitten ze elkaar behoorlijk in de weg. Ze wil dat de gemeente er iets aan doet, voordat er ernstige ongelukken gebeuren. Tijdens de ochtend- en avondspits, de lunchpauze, maar ook in de namiddag is het dringen om via de Sebastiaansbrug, het Mijnbouwplein en de Michiel de Ruyterweg van de binnenstad naar de campus te komen, of omgekeerd. Het fietspad en de stoep zijn vol, waardoor auto’s nauwelijks kunnen oversteken. Met opstoppingen en uitlaatdampen tot gevolg. Nanneke de Fouw ziet het vanuit haar huis aan het Mijnbouwplein vaak bijna en soms helemaal mis gaan. Ze vreest dat het een keer echt verkeerd afloopt met al die grotere en kleinere aanrijdingen en wil dat de gemeente actie neemt. Vandaar dat ze vorige week een brief stuurde naar de gemeenteraad. Daarin noemt ze de verkeerssituatie ‘onacceptabel onoverzichtelijk en zeer onveilig’. “Gewoon levensgevaarlijk”, voegt ze daar telefonisch aan toe. “Het is al een hele tijd zo en er wordt niks tegen gedaan. Ik was het zat, daarom heb ik een brief geschreven. We moeten ervoor zorgen dat het beter wordt voordat het een keer echt mis gaat.”

De Fouw reikt de gemeente een aantal mogelijke oplossingen aan, zoals een smalle uitvoegstrook voor rechts afslaand verkeer van de Michiel de Ruyterweg naar de Julianalaan. Ook voor verkeer dat van de Sebastiaansbrug af komt en rechtsaf naar de Mijnbouwstaat moet, moet er volgens haar weer zo’n uitvoegstrook komen. “Dat laatste kan door de nu afgesloten strook open te stellen. En op echt drukke momenten, zet een paar verkeersregelaars neer, zoals de TU dat verderop bij de Jaffalaan doet.”

De gemeenteraad heeft De Fouws brief doorgestuurd naar het college van burgemeester en wethouders. Een woordvoerder kan nog niet inhoudelijk reageren. “We hebben de brief ontvangen. We gaan de inhoud goed bekijken, want er komen vele punten in aan de orde. We zullen op korte termijn antwoorden. Een afschrift van dat antwoord gaat naar de gemeenteraad.” (SB)

Auto's die van de Michiel de Ruyterweg naar de Julianalaan moeten, staan soms lang te wachten. Dat leidt tijdens spitsuren tot files. (Foto: Saskia Bonger)

TU Library biedt Nederlandse literatuur in 35 talen ‘De dochter’ van Jessica Durlacher in het Zweeds of ‘De ontdekking van de hemel’ van Harry Mulisch in het Engels. Vanaf 1 oktober zijn 120 vertaalde boeken van Nederlandse schrijvers te lezen in de TU Delft Library. De boeken komen in een aparte kast in de centrale hal van de universiteitsbibliotheek waar nu ook – lukraak door elkaar – literaire boeken in andere talen staan. Vertalingen van Nederlandse literatuur heeft een toegevoegde waarde, vindt Florien Velsink. De studente

werktuigbouwkunde is als bestuurslid van taalbuddyproject Tandem betrokken bij de invulling van de boekenkast. “Buitenlandse studenten en medewerkers kunnen door het lezen van Nederlandse boeken in hun eigen taal gemakkelijk meer te weten komen over de Nederlandse literatuur en cultuur”, zegt zij. Daarbij kunnen volgens haar Nederlanders juist met deze boeken gemakkelijk een vreemde taal leren. De boeken zijn een donatie van het Nederlands Letterenfonds. Deels stonden ze in de bibliotheek op Schiphol, die onlangs is gesloten. Marion Vredeling, programmamanager Library, kwam door die bibliotheek op het idee voor de Delftse boekenkast en benaderde de studenten van Tandem. Die waren meteen enthousiast, vertelt Velsink. In de kast komen boeken

in 35 talen, natuurlijk in het Engels en Spaans, maar ook in het Macedonisch, Chinees, Vietnamees en Koreaans. ‘Het diner’ van Herman Koch is straks in het Zweeds en Chinees te lezen, ‘Nooit meer slapen’ van Willem Frederik Hermans in het Sloveens. ‘Het zijn net mensen’ van Joris Luyendijk staat er in het Frans en ‘De eeuw van mijn vader’ van Geert Mak in het Hongaars. Eén nadeel is er wel. De boeken komen niet in de catalogus van de Library en kunnen alleen in de bibliotheek zelf gelezen worden. Velsink verwacht dat er toch genoeg belangstelling zal zijn. “Er zijn mensen die in Nederland willen blijven werken. Voor hen is dit een laagdrempelige manier om Nederland te leren kennen.” De studente ziet deze internationals ook terug bij Tandem. Op deze web-

site kunnen mensen elkaar vinden die een taal willen oefenen met een buddy. Er zijn meer dan duizend mensen op ingeschreven, maar er is een tekort aan Nederlanders, vertelt Velsink. Die moeten namelijk ook de taal van de ander willen leren. Velsink heeft zelf verschillende buddy’s gehad. “Dat is leuk en je krijgt soms heel rare vragen. Zoals: wat betekent ‘hoor’ in ‘ja, hoor’. Tja, niks eigenlijk.” (SB) De vertaalde boeken zijn vanaf 1 oktober te vinden in de centrale hal van de TU Delft Library. Op die dag, vanaf 17:00 uur, is de opening in de Hive. Verschillende studenten lezen passages van de boeken in hun eigen taal voor, daarna zijn er workshops.


Sprong in Delftse studenten van de raketvereniging Dare treffen in ZuidSpanje de laatste voorbereidingen voor hun nieuwe recordpoging. Over een paar dagen willen ze op vijftig kilometer halverwege de ruimte komen. “We gaan stapsgewijs verder omhoog.�


het heelal

Lees verder op pagina 10


Het koppelstuk tussen de motor en de neuskegel moet op het hoogtepunt openschieten om de (eerste) parachute er uit te laten.

‘T

hree, two, one, ignition!’ Stilte. Drie spannende seconden lang. Het Zweedse lanceerteam in Kiruna begint peentjes te zweten. Die studentenraket zal toch niet ontploffen? Op dat moment flitst er een steekvlam en schiet de Stratosraket er vandoor als een vuurpijl. Dat was op 17 maart 2009 toen de Delftse raketbouwvereniging Dare (Delft Aerospace Rocket Engineering) met hun Stratos-I het Europese hoogterecord voor amateurraketten op 12,3 kilometer hoogte bracht. Na het hoogtepunt ging het snel naar beneden. Heel snel zelfs, want de parachute weigerde waardoor het slanke gevaarte een enorme vaart ontwikkelde en met negenhonderd kilometer per uur op de toendra insloeg. Als een raket eigenlijk. Een half jaar later, toen de sneeuw ontdooid was, wisten twee doortastende Dare-leden het wrak te bereiken om de geheugenkaartjes te bergen. De SD-kaartjes waren niet bestand geweest tegen dit geweld en versplinterd bij de impact.

Timingfout “Het was een timingfout”, zegt dr.ir. Chris Verhoeven achteraf. Nadat de eerste trap verbruikt is en de tweede trap wordt opgestart, telt het systeem het aantal seconden totdat de

tweede trap ontsteekt. Wanneer dat te lang duurt, wordt de missie afgebroken en gaat de parachute uit. “We hebben het de avond ervoor nog over gehad”, zegt Verhoeven, die als erelid van Dare bij de missie aanwezig was. “Vijf of zes seconden? We kozen voor vijf vanwege de veiligheid. Als je te lang wacht heeft de vallende raket al zo’n vaart dat de parachute afscheurt zodra die openklapt.” Later bleek dat de tweede trap na 5,1 seconde alsnog ontbrandde en de raket verder opstuwde. Een parachuteluikje kun je maar één keer openen, en die zat nu door de versnelling van de tweede trap nog dicht. De parachute bleef daardoor keurig opgevouwen zitten. Ook toen de raket aan zijn terugweg begon. Vijf of zes seconden. Bij een raket kunnen kleine beslissingen grote gevolgen hebben. Verhoeven was een aantal jaren eerder bij lanceringen van Dare op militair oefenterrein ’t Harde geweest en raakte onder de indruk van wat studenten daar lieten zien. Het pure geweld van zo’n lancering maakt indruk. Je kunt je hoofd amper snel genoeg achterover gooien om de raket te volgen. Zo snel gaat het. “Het is de ultieme performance”, verwoordt Verhoeven zijn indruk. “Het is een indrukwekkend geweld dat extreme versnellingen geeft aan een heel fragiel bouwsel. Een raket is een ijzingwekkend compromis.” Verhoeven heeft zich sindsdien ingezet om de raketbouw te koppelen aan onderzoek

en onderwijs. Dat heeft een minor raketbouw opgeleverd, zeven afstudeerders en een eigen onderzoekslab in de laagbouw van de EWI-gebouw. Verhoeven stelde voor het lab naar de Russische chief-designer Sergei Korolev te vernoemen. Die was verantwoordelijk voor de eerste satelliet (Spoetnik, 1957), het eerste hondje (Laika, 1957) en de eerste mens (Joeri Gagarin, 1961) in de ruimte. Verhoeven: “Korolev had een visie en wist mensen te motiveren om het te bouwen. Dat leverde prachtige staaltjes op van engineering. Zijn experimentele aanpak streef ik in het lab ook na. Experimenteren is belangrijk, dingen lopen vaak anders dan je dacht.”

Hybride aandrijving “Van 12 naar 50 kilometer is een grote sprong”, zegt L&R-masterstudent en Stratos-II-teammanager Rob Hermsen. Na het hoogterecord van Stratos-I was de vraag: hoe nu verder? Gaan we door ontwikkelen met vaste raketbrandstof of moeten we het over een heel andere boeg gooien: vaste brandstof in combinatie met een vloeibare of gasvormige oxidator – een hybride aandrijving. Net als in de grotemensenwereld gingen twee ploegen aan de slag om een zo aantrekkelijk mogelijk aanbod te maken. Zekerheid versus opnieuw beginnen. Explosief materiaal versus veiligheid. “Tijdens de kerst van 2012 hebben we de knoop doorgehakt”, vertelt voor-


Tekst: Jos Wassink Foto’s: Sam Rentmeester Illustraties: Stephan Timmers

Delta

TU Delft

11

‘Als dit lukt, is de volgende stap honderd kilometer’

Kortsluiting in de ignitionbox. 'At least it failed correctly.'

lichtingsman en bachelorstudent natuurkunde Martin Olde. “We hebben toen voor een hybride aandrijving gekozen.” Dat betekende weliswaar dat het ontwerpen vanaf nul begon maar ook dat de brandstof zelf ongevaarlijk was (sorbitol koffiezoetjes met paraffine en aluminiumpoeder) en dat de motor op elk moment gestopt kon worden door de kraan met lachgas (N2O de oxidator) dicht te draaien. Bij een solid-fuel-motor kun je dat mooi vergeten. De hybride motor werd door studenten in de minor raketbouw ontworpen en was daarmee een goed voorbeeld van de integratie van onderwijs en onderzoek met de verenigingsactiviteit.

Steekvlam "Ten, nine, eight..’ Het aftellen is begonnen in de TNO-bunker in Ypenburg. Het is voorjaar 2014 en in bunker zitten vijf studenten achter camera’s en laptops. Alle ogen zijn gericht op de raketmotor in de betonnen tunnel. Na geslaagde tests van vijf en tien seconden lang begint het team er vertrouwen in te krijgen. ‘Three, two, one ignition!’ Er springen een paar vonken en dan gloeit er iets op in de straalpijp. Enkele seconden later gaat de gaskraan open en knált er met donderend geweld een tien meter lange steekvlam door de tunnel. De meter wijst een ton stuwkracht aan. Dat duurt zes seconden als er plots een vlam uit de zijkant van de raket plopt. “O?!” reageert de controle-

kamer. Bliksemsnel gaat de gaskraan dicht. De raketpijp blijft smeulend en sputterend achter in de testtunnel. “Het ontwerpen en bouwen van een raket gaat nooit gladjes”, zegt Hermsen later. Er werd een scheur geconstateerd in de huls met vaste brandstof waardoor het vuurfront zich dwars door de brandstof heen een weg naar de wand baande. Dat probleem werd opgelost door de brandstofkernen op een andere manier te gieten. Maar toen brandde een ring aan de kop van de verbrandingskamer door en later nog een ander onderdeel. Het valt niet mee om de drieduizend graden hete vlam twintig seconden lang in bedwang te houden en toch is dat precies wat er voor de recordpoging moet gebeuren. Volgens berekening bevindt de Stratos-II zich op het moment van burn-out met een snelheid van bijna vijfduizend kilometer per uur op vijftien kilometer hoogte en stijgt dan op eigen traagheid en nauwelijks geremd door wrijving door tot vijftig kilometer hoogte.

Radiostraling Ook radio-astronoom dr. Marc Klein Wolt (Radboud Universiteit Nijmegen) hoopt dat de raket een tijdje in de stratosfeer zal verkeren. Zijn ontvanger bovenin de raket moet duidelijk maken in hoeverre langegolf radiosignalen op die hoogte verzwakken. Zulke radiogolven kaatsen heen en weer tussen het aardoppervlak en de rand van

de stratosfeer (vanaf tien kilometer hoogte) waardoor ze tot ver achter de horizon reiken. Hetzelfde verschijnsel zorgt er echter ook voor dat langegolf radiostraling uit het heelal, de uitgerekte 21-cm waterstofstraling uit het vroege en duistere begin van het heelal, niet met radiotelescopen op aarde is waar te nemen. Metingen aan boord van de StratosII moeten duidelijk maken hoe het aardse radiosignaal afneemt met de hoogte. Uiteindelijk wil Klein Wolt een antenne op de maan of in de ruimte plaatsen om de vroege waterstofstraling te detecteren. Zijn ontvanger is een van de drie ‘payloads’ aan boord van de raket. “Als dit lukt, is de volgende stap honderd kilometer”, zegt Verhoeven. Hermsen beaamt dat: “Als we dertig procent gewicht kwijtraken halen we dat al. Alle resterende brandstof wordt dan in hoogte omgezet omdat wrijving geen rol meer speelt.” De huidige raket weegt 180 kilogram waarvan 80 aan vloeibare brandstof (lachgas onder 60 bar druk) en 25 kilogram aan vaste brandstof. “De daarop volgende stap is een lancering vanaf een straalvliegtuig, een air-launch, waardoor we in de ruimte kunnen komen om daar satellietjes uit te zetten”, vervolgt Verhoeven enthousiast. “Maar als het niet lukt, moeten we terug naar de tekentafel. Het experiment beslist nu eenmaal.” <<

De lancering is gepland op 1, 2 of 3 oktober. Volg het laatste nieuws op de website dare.tudelft.nl


12

Delta

TU Delft

‘Elke formule halveert je aantal lezers’ Bèta’s moeten uit hun schulp kruipen en de wereld vertellen wat voor moois ze allemaal doen, vindt wiskundige en wetenschapsjournaliste Ionica Smeets. Ze schreef het boek ‘Het exacte verhaal, wetenschapscommunicatie voor bèta’s’.


Tekst: Tomas van Dijk Foto’s: Sam Rentmeester

Delta

E

en dame op de fiets knijpt vol in de remmen. "Ik heb zo genoten van Zomergasten”, roept ze. Ionica Smeets kijkt verrast op. Ze moet er aan wennen dat ze BN'er is. Als ze even later poseert voor haar portret bij dit interview heeft een andere bewonderaar haar ontdekt. “De slimste mens”, mompelt een oude man. Deze maand verscheen Smeets’ boek ‘Het exacte verhaal, wetenschapscommunicatie voor bèta’s’. Het is een verslag van haar eigen zoektocht naar de beste manieren om natuurwetenschap te populariseren. “Ik schreef het omdat ik jaren geleden zelf graag zo’n boek had willen lezen. Maar het bestond niet.” Smeets put deels uit eigen ervaring. Ze weet hoe het is om camera’s op zich gericht te hebben. Afgelopen zomer kwam ze veelvuldig op tv. De TU-alumna, die al bekendheid genoot vanwege haar columns over wiskunde in de Volkskrant en haar column in Delta en die zo nu en dan aanschoof bij De Wereld Draait Door en Pauw en Witteman, deed zeven maal mee aan het tv-programma ‘De slimste mens’. Als klap op de vuurpijl werd ze geïnterviewd door Wilfried de Jong voor VPROprogramma Zomergasten. Maar haar boek staat bovenal vol tips van de wetenschappers, journalisten, programmamakers en schrijvers die ze interviewde, mensen die exacte wetenschap goed weten over te brengen aan een breed publiek. Eén van de geïnterviewden is Michel van Baal, TU-wetenschapsvoorlichter. Hij vergelijkt een interview met stijldansen. Het is iets wat je samen doet.

Ionica, mag ik je bij dezen ten dans vragen? Het is een kleffe interviewvraag misschien, maar Smeets moet er gelukkig wel om lachen. “Je hebt het boek gelezen”, zegt ze. “Wilfried de Jong had ter voorbereiding van Zomergasten het eerste hoofdstuk doorgenomen dat ik geschreven had. Dat ging erover dat je je als wetenschapper uitvoerig moet voorbereiden op een interview. Hij was daardoor bang geworden dat ik het hele interview vooraf al had dichtgetimmerd, dat ik een soort college zou gaan geven. Maar zo moet je het dus niet doen.”

Wat doen bèta’s die hun werk aan een breed publiek willen presenteren, nog meer verkeerd? “Ze overschatten vaak het belang van hun vakgebied als ze de media opzoeken. Een eindredacteur zei ooit eens “Rot toch op met je wiskunde”, toen ik weer een verhaal wilde publiceren over een wiskundige. Als wetenschapper schrijf je uit liefde voor je vak. Dat betekent dat je goed moet filteren. Je moet je afvragen of je de uitreiking van een bepaalde prijs aan een wiskundige ook interessant had gevonden als die prijs naar een scheikundige gegaan was wiens theorieën je niet snapt.”

Je schrijft dat je het als jouw morele plicht beschouwt om wiskunde te populariseren. “Ja. Ik voel me bevoorrecht dat ik wiskunde heb gestudeerd. En ik vind

‘Wiskunde is een ongenaakbaar bastion van ellende voor veel mensen’

13

TU Delft

dat ik mijn stinkende best moet doen voor mensen die er wat over willen leren. Sommige mensen hebben kreunend eindexamen wiskunde gedaan en bedenken nu dat ze er toch wel weer wat meer over willen weten. Voor hen is het heel moeilijk om zich er verder in te verdiepen. Als ik wil leren over kunst of geschiedenis, dan zijn er tal van mooie boeken, lezingen en hoorcolleges waar ik op terug kan vallen. Mensen die meer over wiskunde willen leren, hebben niet dat voorrecht. Wiskunde is een ongenaakbaar bastion van ellende voor veel mensen.”

Vanwaar jouw liefde voor wiskunde? “Bij wiskunde werk je stap voor stap aan een bewijs. Je beredeneert dat iets waar is, dat er geen twijfel over mogelijk is. En dat gevoel - als je dat bewijs te pakken hebt – dat is te gek. Het is telkens weer een cadeautje. Ik denk dat het vergelijkbaar is met het gevoel van een sporter die een record verbreekt. En je hebt dat gedoe niet zoals bij industrieel ontwerpen, waarbij men een ontwerp mooi of niet mooi kan vinden. Je hebt een stelling bewezen en die klopt gewoon, op welke planeet je je ook bevindt. Je kunt hoogstens de formule wat eleganter opschrijven.”

Over formules gesproken, wetenschappers gebruiken die maar al te vaak wanneer ze leken over hun werk vertellen. Dat is dodelijk. “Stephen Hawking zei dit ooit heel mooi. Elke formule halveert je aantal lezers. Vroeger vond ik dat onzin. Daar moeten ze maar tegen kunnen, dacht ik. Maar je moet beseffen hoe ondoordringbaar formules zijn voor buitenstaanders. Je gaat ook geen Latijnse teksten opzeggen op tv.”

Kijk je vaak met gekromde tenen naar onderzoekers die over wetenschap praten op tv? “Soms. Bij de Wereld Draait Door werd de wiskundige Barry Koren eens gevraagd uitleg te geven over Navier Stokes-vergelijkingen. Hij moest formules op een bord uittekenen. ‘Professor u bent ons allemaal kwijt, maar ga door alstublieft’, zei Matthijs van Nieuwkerk al heel snel.”

Ja, iedereen in de studio moet op dat moment lachen. “Het is misschien wel amusante tv. Maar wat doet dit voor het beeld van wiskundigen? Wiskundigen worden als een soort clowns neergezet. Wetenschappers denken vaak dat ze zich niet hoeven voor te bereiden als ze voor de camera iets moeten uitleggen, omdat ze de materie kennen. Maar als je eenmaal in de studio zit, word je geconfronteerd met de desinteresse in je vak. Je stuit tegen de muur van de presentator.

Lees verder op pagina 14


14

Delta

TU Delft

‘Als driekwart van de zaal aangeeft het niet meer te snappen, dan zou een toeter moeten afgaan’ En je moet je met veel praktische dingen tegelijk bezig houden. Ongemerkt heb ik geleerd hoe je iemand moet aankijken zonder je rug naar de camera te draaien. Als je al dit soort dingen niet weet, dan ben je net een konijn dat in een koplamp kijkt. Ik vond het geweldig om te horen hoe bioloog Freek Vonk zich voorbereidt op interviews. Hij bedenkt wat de belangrijkste punten zijn die hij wil overbrengen en oefent met vrienden in de kroeg.”

Heb jij ook, net als Vonk, een klankbord? “Mijn artikelen laat ik altijd lezen door mijn moeder. Toen ik dat vertelde op een bijeenkomst van de vereniging van wetenschapsjournalisten, moest iedereen hard lachen. Het klinkt misschien wat knullig. Maar het werkt goed. Ik raad iedereen aan om stukken door leken te laten lezen. Je schrikt je te pletter over wat er allemaal onduidelijk is in je stuk. Nu wordt het overigens wel wat lastig met mijn moeder. Ze snapt inmiddels te veel van wiskunde. Ze is gecorrumpeerd.”

Maar wetenschappers snappen elkaar onderling ook vaak niet, zelfs wetenschappers binnen een en hetzelfde vakgebied. “Ja, dat klopt. Wetenschappelijke presentaties bij conferenties zijn ijzingwekkend slecht. Iedereen zit die maar uit te zitten, niemand snapt er wat van. Het is heel pijnlijk. Vorig jaar ben ik naar acht praatjes gegaan in Delft over wiskunde. Bij zeven ervan was ik bij drie slides de draad al helemaal kwijt. En dan moet je nog veertig minuten. Het is zo zonde. Honderd slimme mensen zitten daar in zo’n zaal. Die hadden beter wat anders kunnen doen. En het zijn niet alleen beginners die slechte verhalen houden; professoren doen het net zo. Stop toch met die colloquia. Er zou een soort toeter moeten komen. Als driekwart van de zaal aangeeft het niet meer te snappen, dan moet dat ding afgaan.”

Al die tv-redacteuren kijken naar elkaars programma’s. Als jij het als wetenschapper ergens goed gedaan hebt, dan word je vervolgens voor van alles en nog wat gevraagd. Je moet nee kunnen zeggen. Overigens vind ik dat je als professor best iets triviaals mag uitleggen wat elke eerstejaars weet. Als jij denkt dat je het goed kan, waarom niet?”

Is je leven veel veranderd na al je tv-optredens van afgelopen zomer? “Ik word veel voor andere programma’s gevraagd. Laatst door de EO, voor een nieuw programma, ‘Op zoek naar de Condor’. Een groep BN'ers gaat samen in de bergen van Peru op zoek naar een condor. Dat ga ik niet doen. Ik heb een dag lang om het idee moeten lachen.”

En je gaat ook werken als voetbalcoach? Terug naar de media. De meeste wetenschappers zijn misschien wat mediaschuw. Maar denk je niet dat anderen juist te mediageil zijn? “Je moet niet op tv gaan praten over zaken waar je geen verstand van hebt.

CV Ionica Smeets (1979) haalde in 2005 haar master technische wiskunde aan de TU Delft. In 2010 promoveerde ze aan de Universiteit Leiden op het proefschrift ‘On continued fraction algorithms’. Ze schrijft columns voor de Volkskrant, Technische Weekblad en tot februari dit jaar voor Delta. Samen met Jeanine Daems houdt ze de blog wiskundemeisjes.

nl bij. Ze werkt ook mee aan diverse tv-programma’s zoals Factcheckers. Vorig jaar presenteerde ze samen met Sofie van den Enk voor de KRO het programma Eureka, over wiskundige antwoorden op dagelijkse vragen. Deze maand verscheen haar derde boek ‘Het exacte verhaal, wetenschapscommunicatie voor bèta’s’ (Uitgeverij Nieuwezijds).

Lachend: “Ajax-jeugdtrainer Bryan Roy was hier laatst. Hij had me bij Zomergasten gezien en bedacht dat hij meer met cijfertjes wilde doen. Hij heeft wat ideeën over spelsystemen waar hij met me aan wil rekenen. Het idee is dat ik meedenk over lesmateriaal voor de jonge voetballers. Hilarisch dat ik straks Ajax-adviseur op mijn cv kan zetten. Mijn vriend was flabbergasted toen hij Roy in de tuin zag zitten. Roy was een sterspeler in de jaren tachtig.”

Ga je die jonge voetballers ook wiskundeles geven? “Nee, ik denk niet dat ik een erg goede docent zou zijn. Als je lesgeeft, moet je mensen de dingen zo uitleggen dat ze het vervolgens na kunnen doen. Dat is lastig. Doceren is iets anders dan leuke verhalen vertellen. Ik wil mensen de illusie geven dat ze het snappen. Als ik een verhaal vertel moet je vooral denken: ‘wat is dit tof’!” <<


Delta

TU Delft

15

boeken Geloof in de wetenschap een poging een nieuw verhaal te vinden, dat hij provocerend ‘een theologie van de wetenschap’ noemt. Zijn christelijke achtergrond drukt daarbij een soms wel erg sterke stempel op de analyse. Zo wijdt hij een heel hoofdstuk aan de wijsheidslessen uit het bijbelboek Job (die gaan over het lijden, een thema waaraan Arnon Grunberg zich ook wijdde, toen hij gastschrijver aan de TU Delft was). Op zich heel interessant, maar niet in alle opzichten relevant voor het onderwerp. Op zijn sterkst is McLeish als hij op

In ‘Faith and wisdom in science’ probeert Tom McLeish de discussie over geloof en wetenschap naar een hoger niveau te tillen door terug te grijpen op de tijd van Newton. Hedendaagse discussies over de relatie tussen religie en wetenschap worden gedomineerd door types die niet alleen vinden dat de een superieur is over de ander, maar ook vaak dat beide elkaars tegenstander zijn. Meer gematigde lieden vinden dat ze elkaars terrein simpelweg niet moeten betreden. Nog gematigder lieden proberen compromissen te bereiken. Alle drie de benaderingen vinden geen genade in de ogen van Tom McLeish, hoogleraar natuurkunde aan Durham University en praktiserend christen. In zijn boek ‘Faith and wisdom in science’ betoogt hij dat wetenschap net als religie voortkomt uit de menselijke behoefte zijn oorsprong te kennen en zijn omgeving te duiden. Aan religieuze scherpslijpers, die bijvoorbeeld de evolutietheorie verwerpen, maakt McLeish geen woorden vuil. Hij richt zich op de wetenschap, die volgens hem haar ‘verhaal’ is kwijtgeraakt. In de tijd van Newton, toen wetenschap nog ‘philosophia naturalis’ heette, was dat verhaal vanzelfsprekend: begrip van de natuur maakte integraal onderdeel uit van een wereldvisie waar ook zingeving deel van uitmaakte. De huidige wetenschap is daarvan losgezongen. McLeish doet

‘De wetenschap zit vol niet-rationele motieven, maar schaamt zich daar een beetje voor’ zoek gaat naar de motieven van de wetenschap. Hij laat zien hoe belangrijk esthetische overwegingen kunnen zijn, bijvoorbeeld bij Copernicus, die vasthield aan de zon in het middelpunt van het zonnestelsel, ondanks de slechtere voorspellingen die dit aanvankelijk opleverde. De wetenschap is evengoed in staat om zich bij mysteries neer te leggen, zoals de aanvaarding dat kleine deeltjes tegelijkertijd golven kunnen zijn. Kortom, betoogt McLeish, de wetenschap zit vol niet-rationele motieven, maar schaamt zich daar een beetje voor, terwijl ze die eigenlijk zou moeten omarmen om haar betekenis voor de mens duidelijk te maken. ‘Faith and wisdom in science’ is geen makkelijk boek. Het abstractieniveau is hoog en er wordt nogal wat wetenschapsfilosofische voorkennis verwacht. Bovendien is het sterk gekleurd door McLeish’ persoonlijk voorkeuren. Hoewel niet op alle fronten geslaagd, is het niettemin een moedige poging de wetenschap te formuleren als een vorm van zingeving aan het bestaan. (CJ)

Tom McLeish, ‘Faith and wisdom in science’, Oxford University Press, ISBN 978-0-19-870261-0

Wonen in een parkeergarage Werken in een verticale stad, thee drinken in een glazen boerderij of een huis als een parkeergarage. Het jaarboek ‘Architectuur in Nederland’ laat de oogst zien aan opmerkelijke, nieuwe gebouwen. Wie in Rotterdam komt, kan niet om de nieuwe, gigantische glazen kolos op de Kop van Zuid heen. Het is niet zomaar een bouwwerk, maar een ware verticale stad. Het herbergt kantoren, appartementen, een hotel, restaurants en een café. Het gebouw valt ook op door de drie verspringende torens. Met 160 duizend vierkante meter vloeroppervlak is: ‘De Rotterdam’ - want die fantasieloze naam heeft het pand gekregen - het grootste multifunctionele gebouw in ons land. Het prijkt op de voorkant van het jaarboek en is een van de belangrijkste gebouwen dat de afgelopen jaren is gebouwd. De redactie van het boek kreeg meer dan 350 inzendingen en stelt optimistisch vast dat de problemen in de bouwsector niet zichtbaar zijn in het jaarboek. ‘Er wordt in Nederland nog veel gebouwd en de kwaliteit van de architectuur is door de bank genomen van een hoog niveau’, schrijft de redactie, die een Delfts tintje

De problemen in de bouwsector zijn niet zichtbaar in het jaarboek heeft. Hoogleraar bouwkunde prof. dr.ir. Tom Avermaete en TU-alumnus en architect Hans van der Heijden zitten onder anderen in de redactie. Het jaarboek staat vol met blikvangers. Toch zijn er een paar die extra opvallen. Een goed voorbeeld is de Glazen Boerderij die het Rotterdamse architectenbureau MVRDV ontwierp. Het staat in Schijndel. Zowel het ontwerp als de totstandkoming ervan is opmerkelijk. Uit gesprekken met buurtbewoners kwam onder meer een maximale bouwhoogte

naar voren. ‘Het overeengekomen maximale volume leek op een groot huis met een zadeldak’ en leidde tot een boerderijvorm. Binnenin het gebouw zitten bedrijven, winkels en horeca. De gevel is van glas, dat bedrukt is met foto’s van lokale boerderijen. Het levert een modern gebouw op met traditionele elementen. Een ‘hyperbolische karikatuur van de agrarische oorsprong van kerkdorp Schijndel’, volgens het jaarboek. Niet alleen de multifunctionele gebouwen springen in het oog. Ook de opzienbarende Villa Kogelhof valt op. In Zeeland werd deze woning gebouwd voor een handelaar in uien en aardappelen. Hij wilde een woning net als de parkeergarage aan het Museumpark in Rotterdam. Hij schakelde daarom Paul de Ruiter in, die de parkeergarage heeft ontworpen. Het resultaat is schitterend. Het gebouw heeft een ondergrondse garage en kantoor met uitzicht op water. Daarboven zit een langgerekte woning, met grote ramen, die haast in de lucht lijkt te zweven. Het boek staat vol met mooie gebouwen, waar opvallend vaak veel glas in is verwerkt. Het jaarboek beslaat de jaren 2013 en 2014 en dat zijn zeker geen slechte jaren. De lezer vergaapt zich aan prachtige ontwerpen in wat de uitgever terecht ‘het visitekaartje voor de Nederlandse bouwkunst’ noemt. (RV)

‘Architectuur in Nederland. Jaarboek 2013/2014’, nai010 uitgevers, 176 pagina’s, 39,50 euro.


IN THE SPORTLIGHT

sportzaken

Annewiet Vermeulen Specs

1.76 meter Gewicht

61 kilo

‘Superwaardeloos’

Geboortejaar 1995

studie:

Dubbel gevoel voor zeilsters, corporale slaag voor virgilaanse hockeydames en vliegende start van zijdeurpromovendus.

industrieel ontwerpen

Sport: Competitieshirt met clublogo in clubkleuren.

tennis (sinds één jaar bij Tenniphil)

andere sporten: wel eens gebadmintond

Waarom tennis? “Ik doe het van jongs af aan. Mijn hele familie tennist. Ik vond het leuk en ben ermee doorgegaan.” Welk niveau? “Gemiddeld.” Sterke punten? “Ik ben balvast en word niet snel boos op mijzelf.” Zwakke punten? “Omdat ik niet snel boos op mezelf word , is de drang om te winnen minder groot. Ik vind het het belangrijkst dat ik lekker gespeeld heb.” Blessuregevoelig, lichamelijke zwakheden? “Nee.” Hoogtepunten/prijzen? “Ik speel graag competitie, vooral de dubbels. Jammer dat tennis geen echte teamsport is.” Waarom zou iemand moeten gaan tennissen? “Je krijgt er een goed balgevoel van. Als je tennist merk je dat sporten als softbal, pingpong en badminton veel makkelijker zijn.”

Wit tennisrokje met inwendig een elastisch broekje om ballen in te kunnen bewaren tijdens het spelen.

Waarom bij Tenniphil? “Bij de club van mijn ouders thuis vond ik het niet meer zo leuk, alle leeftijdgenoten gingen weg. Omdat ik door wilde gaan en lid was van Virgiel, leek het me handig om bij de ondervereniging daar te gaan spelen.”

Ergens een hekel aan? “Aan heel fanatieke tegenstanders die op zichzelf schelden en boos worden.” Bijzonderheden? “Ik heb bij Tenniphil binnen een jaar heel veel mensen leren kennen die dezelfde interesses hebben.”

(Foto: Sam Rentmeester)

Ambities? “Plezier hebben, maar ook beter worden.”

Doorsnee racket, met demper (zwart vlekje). ‘Mijn vader deed er een elastiekje om, dat werkt ook.’ Doodgewone tennisschoenen.

Een ‘dubbel gevoel’, daarmee kampten TU-studente Annette Duetz (TN) en haar compagnon Annemiek Bekkering na de bijna perfect verlopen medalrace vorige week zondag, in de Golf van Biskaje. Het WK zeilen in de ‘stoere vrouwenboot’ de 49er FX waren ze een week eerder uitstekend begonnen. Op de voorlaatste dag van het evenement faalde het duo echter opzichtig. Door een aantal verkeerde keuzes kwam het koppel als zestiende over de finish. “We hebben het eigenlijk weggegeven, dat is gewoon superwaardeloos”, erkende Bekkering. Frustrerend, want door het opgelopen puntenverschil met nummer drie in de totaalstand, was de kans op eremetaal – en daarmee ook de kans op directe kwalificatie voor de Spelen in Rio - verkeken. Toch kon het koppel zich een dag later in de medalrace voldoende oppeppen om als tweede te finishen en zo hun vierde plaats vast te houden. “Het is echt fijn dat we hebben laten zien wat we kunnen”, zei Duetz direct na afloop. “We gingen met een plan het water op en hebben dat uitgevoerd, zo eenvoudig ging het eigenlijk vandaag. We hadden de medalrace bijna nog gewonnen ook. Het gevoel over onze vierde plaats is nu wel dubbel. We hebben in het begin van de week heel goed gevaren en gisteren alle kansen op een medaille weggegeven. Maar ik denk dat we over een tijdje blij zijn met dit resultaat.” Blij zijn met het resultaat is wel erg zacht uitgedrukt voor de voldoening die moet hebben geheerst bij de hockeydames van DSHC, nadat de corpsvrouwen bij de competitie-opening de prestigestrijd met het Dopie van Virgiel ruim in eigen voordeel hadden beslist: 5-1. Voor hen kan het seizoen vermoedelijk nu al niet meer stuk. Bovendien werd in speelronde twee ook Noordwijk verslagen (2-1). Het hoogst spelende TU-team, heren-1 van DSHC, begon in klasse 1B eveneens met twee zeges. Slachtoffers waren De Reigers en De Kieviten. Zo’n vliegende start kenden verrassend genoeg ook de neutrale mannen van Scoop in 3B. De heren, die dankzij een zelf ingezette wildcard en een geslaagd verlopen eendaags play-off toernooi als middenmoter zowaar promotie naar de derde klasse in de wacht sleepten, begonnen de nieuwe competitie doodleuk met twee zeges. Dat geldt in dezelfde klasse trouwens ook voor Dopie. Dat belooft wat voor de onderlinge confrontatie op 12 oktober. Eerder al liet Scoop-voorzitter Jorin van der Harst in deze rubriek zelfverzekerd weten: “Dat wordt een kraker. Ik denk dat wij met 3-1 gaan winnen na een 1-1 ruststand.” Wordt vervolgd. Tips? Jimmy.tigges@hetnet.nl


Wat: I'm Binck Waar: Binckhorst Den Haag Wanneer: Van 1 oktober tot en met 1 november 2014 Prijs: Gratis Partyprognose:

7

17

party Spotters

Alleen voor kunstzinnige bin(c)ken Het festival I'm Binck geeft een andere kijk op de bedrijvigheid op de Haagse Binckhorst. Een beetje leegstaand of saai bedrijventerrein hipt zichzelf op tegenwoordig. En zo komt het dat in de Haagse Binckhorst de laatste jaren steeds meer kunstenaars zetelen. Ze werken er tussen lassers, advocaten en innovators op het gebied van duurzaamheid. Een bonte mix van disciplines, waar oude en nieuwe industrie elkaar versterken. Zoiets roept natuurlijk om een evenement. Met meer dan vijftig evenementen op bijzondere, industriële locaties laten Binckhorst-ondernemers het publiek een maand lang zien waarom zij zo gek zijn op hun omgeving. Tijdens de derde editie van I'm Binck is er van alles te beleven op het gebied van film, muziek, dans, nieuwe technologieën, movement, productpresentaties, kunst, ondernemerschap, industrieel erfgoed, stedenbouw, architectuur, (urban) culture & sports en eten & drinken. De opening, op 1 oktober van 17.00 tot 20.00 uur bij De Besturing aan de Saturnusstraat 89, begint al lekker: je kunt oesterzwammen proeven die gekweekt zijn op koffiedik van KPN, tijdens een optreden van de drumformatie Yamamoto. Gratis: je hoeft je alleen maar even aan te melden via de website. In een oude stadsbus van de HTM is dagelijks tussen 17.00 en 20.00 een mobiele tentoonstelling te zien over de geschiedenis van De Binckhorst. Van 1 tot en met 5 oktober toont Art The Hague in de Fokker Terminal aan de Binckhorstlaan hedendaagse kunst van talloze kunstenaars. En dan kun je óók nog de biertjes proeven van de Haagse brouwerij De Kompaan, die een proeflokaal heeft ingericht in De Besturing. Lekkere happen zijn er ook, in de vorm van eigen worst, kazen en broodjes Pulled Pork, iedere donderdag en vrijdag tussen 16.00 en 21.00 uur. O, mét live muziek, overigens! Netwerken, workshops volgen, lekker anoniem een muziekfestival bijwonen of wijn proeven; er is eigenlijk maar weinig dat niet aan bod komt tijdens I'm Binck. Slim plannen, is het devies. Omdat de meeste evenementen plaatsvinden rond borreltijd, combineer je I'm Binck idealiter met een avondje stappen in Den Haag, of ter afsluiting van een saaie collegedag. In het laatste geval mag je de afsluiter niet missen: boksgala Food Fight Music All Night, met behalve boksen veel live muziek, dans en vuur op de kade. Kost je wel dertig euro trouwens. Maar dat is natuurlijk peanuts als je de hele voorgaande maand gratis cultuur hebt kunnen snuiven. (JB) www.imbinck.nl

Verboden woord Als rugbyspeler hoef ik er niet mee aan te komen bij mijn huis- en teamgenoten. Als 'vleesetariër' heb ik het jaren uitgelachen. Maar je loopt er soms toch tegenaan en je kunt er niet omheen. Het verboden woord: vegetariër. Toch eet ik nu ook minimaal één keer in de week geen vlees meer. Het is niet alleen goed voor je, maar ook nog eens goedkoper dan elke dag vlees kopen. Dus hoe overleef ik het? Gewoon heel erg lekker vegetarisch koken! Paddenstoelenpasta Nodig: bakpan, kookpan, snijplank, mes, blender of staafmixer Ingrediënten voor één grote portie: 150 gram pasta, witte wijn (klein flesje, grote als je wat wil drinken), grote bak champignons, ui, twee tenen knoflook, 150 milliliter room, 150 gramdiepvrieserwten, olie, zout en peper, walnoten en parmezaanse kaas Zet een pan water op voor de pasta. Bewaar ongeveer drie champignons en snij de rest in plakjes van een halve centimeter. Snipper een ui en de knoflook. Zet je pan op middelhoog vuur en bak de champignons en de ui in een beetje olie. Als de olie is opgezogen door de champignons, voeg je weer een beetje olie toe. Zo verbranden de champignons en de ui niet. Als de ui glazig is, voeg je de knoflook toe. Op een gegeven moment laten de champignons hun vocht los. Ga door met bakken tot al het vocht is verdampt en de champignons ongeveer een derde van hun grootte hebben en goudbruin zijn. Blus af met een beetje wijn en de room, en laat de alcohol verdampen. Pureer het mengsel (dit is nu je saus) en voeg zout en peper naar smaak toe. Bak de losse champignons even kort, kook de erwten gaar, kook de pasta gaar en combineer alles. Walnoten en parmezaan er overheen.

Met geslepen messen, Job Hogewoning


Hollands glorie In hun eerste week neemt professor Ramon Hanssen zijn masterstudenten mee naar Hofwijck - het huis van Christiaan Huygens en het middelpunt van veel wetenschappelijke ontwikkelingen in de gouden eeuw.

D

e lage ochtendzon straalt naar binnen door de glas-inlood ramen. Weerkaatsingen op het water van de slotgracht fladderen over het lage plafond. Misschien hebben die Huygens wel tot zijn golftheorie geĂŻnspireerd. Uit het keukentje komt de geur van koffie terwijl beheerder Jack Zuurmond koffiekopjes op de tafels zet. "Hier is heel weinig veranderd sinds de tijd van Christiaan Huygens", vertelt hij. Dezelfde zwart-witte stenen op de vloer en dezelfde witte tegels aan de wand. Niet dat Christiaan hier veel tijd heeft doorgebracht. Het souterrain dat uitkijkt op de slotgracht was immers het domein van de huishoudelijke staf. Christiaan en zijn vader Constantijn brachten hun tijd in hun buitenhuis Hofwijck voornamelijk op de begane grond door met studie en muziek. De zolder was het domein van Christiaan. Hier sleep hij zijn lenzen, bouwde hij zijn slingeruurwerken en ontdekte hij de ringen van Saturnus en diens maan Titan. Gravitatie-expert RenĂŠ Reudink en gpsspecialist dr.ir. Hans van der Marel brengen over de slotbrug grote statieven naar binnen. Daar gaan de studenten vanmiddag mee aan het werk, vertellen ze. De kamer op de begane grond heeft glas-in-lood vensters rondom en zwart met witte marmeren tegels op de grond. Het rood geschilderde balkenplafond hangt vier meter hoog, waardoor de kamer ondanks het bescheiden oppervlak toch ruim aanvoelt. In drie hoeken van de kamer bouwen de TU-medewerkers proefopstellingen op met een koperen kegel aan een dun

koord. Gestommel in de hal en daar komen de studenten binnen. Vanuit Delft zijn ze zeven kilometer langs de Vliet gefietst. Anderhalf uur en twee lekke banden later hebben ze het historische kasteeltje in Voorburg dan toch bereikt. Ze zijn afkomstig uit de VS, Duitsland, Griekenland en Frankrijk dus is Engels de voertaal onder de masterstudenten geoscience & remote sensing (faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen). Het fietstochtje langs de Vliet is voor de meesten van hen de eerste kennismaking met Nederland. Een kennismaking die wat prof.dr.ir. Ramon Hanssen betreft niet blijft steken bij klompen, tulpen en Delfts blauw.

Broedplaats "De keuken waar we nu zitten is nog vrijwel het zelfde als in 1640 toen Hofwijck gebouwd werd als buitenhuis voor de welgestelde familie Huygens", vertelt Hanssen. "Toen was Schiphol, waar velen van jullie geland zijn, nog een groot meer. Deze omgeving was een ongelofelijke broedplaats aan talent waar ontdekkingen gedaan zijn die we vandaag de dag nog steeds gebruiken. Ook voor de wetenschap en techniek was de zeventiende eeuw werkelijk een gouden eeuw." Als voorbeeld haalt Hanssen een messing apparaatje tevoorschijn dat niet groter is dan een pink. "Dit is een replica van de eerste microscoop van Antoni van Leeuwenhoek die in Delft woonde. De lens is niet groter dan een waterdruppel, maar het vergde dagen slijpen om zoiets te maken." Lenzen slijpen was trouwens helemaal hot toen. Iedereen met een beetje ontwikkeling probeerde dat.

Hanssen geeft de replica door: "Je moet de lens zo ongeveer tegen je pupil houden om wat te zien. Als eerste zie je dan de kop van de koperen naald die er vlak voor zit. Aan die naald hing een druppel met slootwater waarin Van Leeuwenhoek levende wezentjes ontdekte. Dan kun je je een beetje voorstellen hoe dat ging." "Ook de schilder Johannes Vermeer woonde in die tijd in Delft. Hier zie je een reproductie van zijn schilderij De Geograaf. Het is een typische Vermeer met een persoon en objecten voor een raam waar het licht doorheen valt. De Geograaf bestudeert een uitgevouwen kaart en op de kast achter hem staat een globe. Die was toen net vijf of tien jaar daarvoor uitgevonden en gemaakt door Jodocus Hondius." Vermeer mocht graag de nieuwste attributen in zijn schilderijen opnemen: landkaarten, Perzische tapijten en chinees porselein (waaruit later het Delfts blauw ontstond). "Het schilderij lijkt op De Astronoom waar een man de sterrenhemel op een bol bestudeert. Maar het lijkt twee keer dezelfde man. En ik denk dat hij Van Leeuwenhoek heeft geschilderd. Het kan niet anders dan dat die mannen, die even oud waren, elkaar gekend hebben." Christiaan Huygens was ongelofelijk veelzijdig (zie kader) en je zou hem Nederlands eerste ingenieur kunnen noemen. Hij stelde wiskundige modellen op over de natuur, bouwde zijn eigen instrumenten waarmee hij vervolgens nieuwe waarnemingen kon doen. Lees verder op pagina 20



Eregalerij

Het bekendst is hij wel als uitvinder van het slingeruurwerk. Op de begane grond hangt een slinger van een torenuurwerk met de vinding die hem beroemd heeft gemaakt. Het probleem met een slinger als tijdmeter is dat de slingertijd alleen constant is bij een kleine uitwijking. Bij een grotere uitwijking wordt de slingertijd langer. Huygens maakte aan de bovenkant van de slinger twee gekromde plaatjes die de slinger, en daarmee de slingertijd, inkorten wanneer de uitwijking te groot wordt. Het effect was dat de slingertijd veel minder afhankelijk is van de uitwijking. Voor tijdmeting op zee, en de bepaling van de oost-west positie waar men indertijd naar op zoek was, voldeed de slinger helaas niet. Een andere toepassing van de slinger is de meting van de zwaartekracht, vertelt dr.ir. Cornelis Slobbe. Hij leidt het middagprogramma in. Als je de lengte van de slinger en de slingertijd meet kun je daar de zwaartekracht mee berekenen. We zijn geneigd om de zwaartekracht als constante te beschouwen van 9,81 m/s2. Maar dat klopt alleen bij benadering. Als je precies genoeg meet, varieert de zwaartekracht met de hoogte en met de plaats op aarde (bij de polen groter dan aan de evenaar), met de grondwaterstand en zelfs met zware regenval. Als oefening in bescheidenheid mogen de studenten 's middags de zwaartekracht bepalen op de manier waarop Huygens dat deed: met een slinger. In drie groepjes van zeven verdelen de studenten zich rond de statieven op de begane

Ramon Hanssen (links) leidt de studenten rond.

grond. Ze meten zo nauwkeurig mogelijk de lengte van de slinger, geven die een klein zetje en meten dan de tijdsduur van tien slingeringen. Met die slingertijd valt de waarde voor g uit te rekenen. En dat doen de studenten voor iedere gemeten slingertijd. Een groep meet waarden tussen 9,2 en 9,8. Bij een andere groep

lopen de waarden zelfs uiteen van 9,7 tot 12,2. Gewend aan onze digitale apparaatjes, is het moeilijk voor te stellen hoe wankel de eerste schreden van de wetenschap waren. <<

Christiaan Huygens (1629 - 1695)

Johannes Vermeer (1632 - 1675)

Antoni van Leeuwenhoek (1632 - 1723)

Portret door Caspar Netscher (Wikimedia)

Uitsnede van zelfportret (Wikimedia)

Portret door Jan Verkolje

Zoon van dichter, diplomaat en componist Constantijn Huygens. Christiaan had meer interesse voor wiskunde, natuurkunde en astronomie. In navolging van Descartes geloofde hij in de eigen waarneming. Hij bestudeerde de val- en slingerbeweging, ontwikkelde het slingeruurwerk, formuleerde de wetten van de golfvoortplanting en legde met zijn kansberekening de basis voor het verzekeringswezen. Met zijn zelfgeslepen lenzen deed hij baanbrekende waarnemingen als de ringen van Saturnus en diens maan Titan.

De Delftse schilder is bekend van zijn interieurs bij open ramen en natuurlijk van het gezicht op Delft en het meisje met de paarlen oorbel. Zijn oeuvre is niet groot (34 schilderijen) maar wel opvallend accuraat in perspectief en lichtval. Zo zelfs dat kunsthistorici dachten dat Vermeer met een camera obscura of andere optische middelen gewerkt moet hebben. Daarvoor is nooit bewijs gevonden.

Hij verdiende de kost als lakenhandelaar, roerde zich in de Delftse politiek en begon zich te interesseren voor lezen. Hij was de eerste die met een zelfgebouwde microscoop levende wezens in slootwater ontdekte. Daarna volgde de ontdekking van spiervezels, spermacellen en bloedcellen. Hij maakte z'n vindingen bekend via briefwisseling met de Royal Society in Londen waar Newton de voorzitter was (vanaf 1703).


Tekst: Jos Wassink Foto’s: Sam Rentmeester

Delta

21

TU Delft

Deze omgeving was een ongelofelijke broedplaats aan talent waar ontdekkingen gedaan zijn die we vandaag de dag nog steeds gebruiken

De studenten meten zo nauwkeurig mogelijk de lengte van de slinger.

Baruch Spinoza (1632 - 1677)

Hugo de Groot (1583 - 1645)

Simon Stevin (1548 - 1620)

Schilder onbekend. (Beeld: Wikimedia)

Portret door Michiel Jansz. van Mierevelt. (Beeld: Wikimedia)

Beeld in Brugge door Louis Simonis. (Foto: Ad Meskens)

Jurist, ook bekend als Grotius, die de basis legde voor het internationaal recht en de auteur was van het zeerecht (Mare Liberum) . Zijn standbeeld staat op de Markt in Delft. De Groot werd opgesloten wegens zijn pleidooi voor scheiding van kerk en staat en wist in een boekenkist uit slot Loevestein te ontsnappen. De Groots vader heeft in Delft een valproef uitgevoerd met Simon Stevin.

Over Stevin schreef Hugo de Groot dat hij de verschillende bewegingen van de aarde doorgrondde. De valproef die zijn vader met Stevin heeft uitgevoerd speelde daarbij een rol. Door twee 'loden kloten' met sterk verschillend gewicht van een kerktoren te laten valen (waarschijnlijk de Nieuwe Kerk) die spatgelijk op een houten vlonder neerkwamen, bewees de wiskundige en militair ingenieur dat de valversnelling onafhankelijk is van de massa.

Zoon van Portugees Joodse ouders die de inquisitie ontvluchtten naar de tolerante metropool Amsterdam. Baruch werd in de joodse gemeenschap van Amsterdam geboren, maar ontworstelde zich aan de dogmatiek. Als filosoof wordt hij tot de 'rationalisten' gerekend omdat in zijn visie god en natuur aan dezelfde onderliggende regels gehoorzamen. Zijn geld verdiende hij met lenzen slijpen die door zijn buurman Huygens en anderen hoog geprezen werden.


22

Delta magazine Delta

TU Delft

‘Het hebben van een ingenieurstitel, is geen garantie voor ethisch gedrag’ Jack Pronk werd in 2013 door rector Karel Luyben gevraagd vertrouwenspersoon wetenschappelijke integriteit te worden voor de TU Delft. Zijn ervaringen na ruim een jaar: “Is het een wondermiddel? Nee. Kan het helpen? Jazeker.” Drijfveren “Wetenschappelijke integriteit is een onderwerp dat me al lang fascineert, omdat vertrouwen belangrijk is in de wetenschap. Als het vertrouwen in wetenschap wordt geschaad, kan dat desastreuze gevolgen hebben. Ik heb in mijn nabije omgeving één keer een narrow escape meegemaakt aan de TU. Ik ga daar verder niet op in want ik wil niet dat mensen herkenbaar zijn, maar dat voorval heeft me nog eens met de neus op de feiten gedrukt dat wetenschappelijke integriteit essentieel is. Om daarover te kunnen praten, is het belangrijk dat drempels zo laag mogelijk zijn. Een vertrouwenspersoon is een van de middelen die je daarvoor kunt inzetten. Ik werk daar graag aan mee.”

Verleidingen “Ook als je de illusie hebt dat je integriteit op het netvlies hebt, is er niet veel voor nodig om in een spanningsveld terecht te komen als lid van een groep, als begeleider of als student. Er wordt nu veel gepubliceerd over perverse prikkels en de druk op wetenschappers. Integriteit is voor mij: juist in aanwezigheid van die druk en verleidingen

toch op een zuivere manier blijven werken. Je bewust te zijn van die verleidingen en ze zeker niet als excuus gebruiken. Ik doe dit werk nu een jaar en ik denk dat het een zinvolle aanvulling is. Is het een wondermiddel? Nee. Kan het helpen? Jazeker.”

Procedure “Mensen nemen contact op per mail of telefoon waarna ik ze uitnodig op mijn kamer of, als de TU te beladen is, ergens anders. We praten in strikt vertrouwen. In eerste instantie luister ik. Samen probeer ik zo duidelijk mogelijk te krijgen waar de schoen wringt en hoe breed het probleem is. Ziet de persoon zelf mogelijkheden om een uitweg te vinden? Het kan zijn dat de betrokkene een klacht wil indienen bij de commissie wetenschappelijke integriteit. Ik kan dan adviseren hoe dat te doen. De commissie geeft advies aan het college van bestuur en dat beslist. Ik ben geen partij in eventuele conflicten.”

Contacten “Zo’n twintig mensen hebben mij al weten te vinden als vertrou-


Tekst: Connie van Uffelen

Delta magazine

wenspersoon wetenschappelijke integriteit. Bij die contacten varieert het van één keer een gesprek tot veel intensievere trajecten waarbij je mensen vijf of zes keer spreekt. Gezien de kleine aantallen ga ik geen specifieke voorbeelden noemen. Er waren mensen die hun eigen handelen wilden toetsen. Daarbij heb ik wel eens een compliment uitgedeeld. Anderen hadden het vermoeden getuige of slachtoffer te zijn van inbreuk op de wetenschappelijke integriteit. In enkele gevallen heb ik met hun instemming gesprekken gevoerd met een betrokkene. Meer wil ik er niet over zeggen, want dan wordt het herkenbaar.”

Klachten “Of gesprekken concreet geleid hebben tot indiening van klachten, wil ik liever niet zeggen. Het is in ieder geval gespreksonderwerp geweest in sommige gesprekken. Met instemming van een gesprekspartner kan ik procedurele – maar geen inhoudelijke - zaken checken bij de voorzitter van commissie wetenschappelijke integriteit. Vaak kunnen problemen worden opgelost zonder tussenkomst van de commissie. In twee gevallen heb ik gevraagd of een geanonimiseerde en een door betrokkene goedgekeurde weergave van een succesvolle aanpak gebruikt mocht worden voor onderwijsdoeleinden. Ik zeg niet waar dat over ging, omdat ik het nog maar zo kort doe. Over vijf jaar gaat het wellicht over grotere aantallen, zodat zaken verscholen gaan in de anonimiteit.”

Promovendi “Misschien is er één punt dat ik wel concreet kan noemen. Toen ik net vertrouwenspersoon was, heb ik vrij veel gesprekken gevoerd – daar schrok ik in het begin wel van - met promovendi die aan eind van het eerste jaar een ‘no go’ hadden gehad voor hun promotietraject. Wij hebben toen als organisatie geconcludeerd dat dit niet primair de rol van de vertrouwenspersoon moet zijn. In de Graduate School wordt daar nu een andere voorziening voor getroffen: een beroepscommissie. Het is lastig om dat onder de wetenschappelijke integriteit te vangen. Je zit dan snel meer in de arbeidsverhoudingen dan in de zuiverheid van het wetenschappelijk proces.” In een intern memorandum geeft de TU voorbeelden van mogelijke inbreuk op de wetenschappelijke integriteit, zoals onder meer fingeren, onterecht (mede-)auteurschap, verwijtbare onzorgvuldigheden en plagiëren. Pronk laat er zijn licht op schijnen.

Fingeren “Onder fingeren versta ik het verzinnen van en ‘foezelen’ met data. Het hebben van een ingenieurstitel of werk aan deze instelling is geen garantie voor ethisch gedrag. Waar het om gaat is een cultuur te scheppen waarbij dit soort zaken bespreekbaar is en snel gesignaleerd wordt. Tijdens de studie moet je al praten over het belang hiervan. Daaraan gekoppeld is: letten op elkaar. Het helpt om te kijken of het wel goed gaat met een collega. En om jezelf geregeld af te vragen of je nog wel goed bezig bent.”

Onterecht (mede-)auteurschap “Punt is dat je in discussies komt over wat een wezenlijke bijdrage is aan een publicatie. Afhankelijk van het vakgebied zijn er uit traditie geboren conventies over wie er eerste en laatste auteur is. Ook daar kun je discussies over hebben. Bijvoorbeeld: twee promovendi, moeten die gedeeld eerste auteur zijn? Daar spelen soms positieve menselijke eigenschappen als generositeit en loyaliteit doorheen. Wat heeft de groepsleider er aan bijgedragen? Dat debat is volop gaande. Als je het onderzoeksproject bedacht hebt, rechtvaardigt dat een plek op de auteurslijst? Ook als dat

‘Als het vertrouwen in wetenschap wordt geschaad, kan dat desastreuze gevolgen hebben’ werk vervolgens door anderen is uitgevoerd? Er zijn geen in steen gebeitelde wetten voor bij de TU Delft. Aantoonbaar alleen om politieke redenen mee publiceren, is iets wat je uit het oogpunt van integriteit niet zou moeten willen.”

Verwijtbare onzorgvuldigheden “Als wetenschappers er op gewezen zijn, of uit een snelle analyse van de literatuur hadden kunnen uitvinden dat de methoden die ze gebruiken ondeugdelijk zijn, maar die methoden toch blijven gebruiken, dan vind ik dat een voorbeeld van laakbaar onzorgvuldig handelen. Dat geldt nog sterker als er gevaar voor lijf en goed aan verbonden is of als het betreffende laboratorium er geen vergunningen voor heeft. Iedereen heeft de plicht zich vooraf over dat soort dingen te informeren.”

Plagiëren “Afgelopen jaar is er in de landelijke pers veel te doen geweest over ‘zelfplagiaat’, recycling van tekst uit eerdere publicaties van jezelf. De KNAW zei eerder dit jaar: zelfplagiaat is een contradictio in terminis, die term moeten we niet gebruiken. Daar zit veel zinnigs in. Ik wil best verklappen dat toen ik las over zelfplagiaat, ik dacht: oei als ze sommige van mijn artikelen door een scanner halen, vinden ze dat ook. Dat komt doordat we in mijn groep stukjes in de ‘Materialen en Methoden’ secties van artikelen bondig opschrijven en hergebruiken. Daar kan ik niet zo veel kwaads in ontdekken. Tegelijkertijd: als je meer inhoudelijke teksten naar twee verschillende tijdschriften gaat sturen, is er wel iets dat niet klopt. Er is niet één antwoord op de vraag 'wat adviseer ik' als een collega bij mij een vermoeden van plagiaat uit. Vaak nemen mensen die zoiets willen bespreken al materiaal mee naar een gesprek. Wat meespeelt is de ernst, het tijdsbestek waarover het gespeeld heeft en de hiërarchische verhouding tot de persoon. Het is samen zoeken naar wat in die specifieke situatie de opties zijn.”

Gewetensnood “Een uitkomst kan zijn dat iemand het toch niet aandurft ergens een zaak van te maken. Dan blijft het gesprek vertrouwelijk en gebeurt er niks. Kan dat mij voor dilemma’s plaatsen? Ja. Is dat in het afgelopen jaar gebeurd? Nee. Gelukkig nog niet. Ik spreek soms met vertrouwenspersonen van andere universiteiten. Niet om vertrouwelijke casussen te bespreken, maar om op een niveau hoger te praten over hoe je met dilemma’s omgaat. Ik denk dat ik een modus heb gevonden om daar goed mee uit de voeten te kunnen.” << Prof.dr. Jack Pronk is hoogleraar en groepsleider industriële microbiologie bij de afdeling biotechnologie van de faculteit Technische Natuurwetenschappen. Sinds 2013 is hij vertrouwenspersoon wetenschappelijke integriteit en vertrouwenspersoon bestuurlijke integriteit aan de TU Delft.

23


24

boeken

VAKANTIE IS...

GRATIS ADVERTENTIE

...MUZIEK

Beschaving herbouwen

VAKANTIE IS WIELEWAAL Stichting Wielewaal zoekt vrijwilligers om kinderen, jongeren en volwassenen met een beperking een onvergetelijke vakantietijd te bezorgen. Maak jij het mogelijk? www.wielewaal.nl/ vrijwilligers

Beter wachten op de trein, dan wachten op een nier. Irritant hè, wachten?! Een nierpatiënt wacht ook. Tot z’n bloed is gespoeld, tot er een donornier is, of… tot het te laat is.

Ga naar nierstichting.nl

In ‘Faith and wisdom in science’ probeert Tom McLeish de discussie over geloof en wetenschap naar een hoger niveau te tillen door terug te grijpen op de tijd van Newton. Aan boeken en films over een postapocalyptische wereld is geen gebrek. Zonder uitzondering gaan die over de periode niet lang na de catastrofe, waarin de mensheid overleeft op de restjes van de voorbije beschaving. Lewis Dartnell,

onderzoeker aan de University of Leicester, vraagt zich iets anders af: hoe moet het daarna? ‘The Knowledge’ is een gedachte-experiment waarin Dartnell systematisch nagaat welke kennis de mensheid nodig heeft om de beschaving opnieuw op te bouwen. Zomaar een herhaling van de eerste beschavingsronde kan dat niet zijn. Dat duurt lang en sommige dingen zijn simpelweg onmogelijk. Cruciaal zijn de eerste decennia, betoogt Dartnell. Hij voorziet kleine gemeenschappen in cirkels rondom de uitgestorven steden, die langzaam gestript worden van waardevolle materialen, terwijl de mensheid een nieuwe start maakt. De eerste jaren werken oude landbouwmachines misschien nog, maar drainagesystemen, kunstmest en bruikbare zaden zullen snel schaars worden. Daarom zal de landbouw opnieuw uitgevonden moeten worden. Hetzelfde geldt voor onder meer kleding maken, huizen bouwen en andere basisbehoeften van de mens. Daarna volgen geneeskunde, energievoorziening, transport, chemie, communicatie, tijdsbesef en tenslotte de wetenschapsbeoe-

fening, ofwel het systematisch zoeken naar nieuwe kennis. Dartnell ontrafelt de complexe technologische wereld en legt deze op volgorde: als je ervan uitgaat dat kennis beschikbaar blijft, hoe knoop je alle stukje

Dartnell systematisch nagaat welke kennis de mensheid nodig heeft om de beschaving opnieuw op te bouwen. technologie dan zo aan elkaar dat het niet weer tienduizend jaar duurt voordat het huidige beschavingspeil bereikt is? Het maakt van ‘The Knowledge’ een zowel leerzaam als onderhoudend boek. (CJ)

Lewis Dartnell 'The Knowledge, how to rebuild our world from scratch' Bodley Head ISBN 978-1-847-92227-4

Delta CalculoDoku In a regular Sudoku, every row, column and block of 3x3 cells must contain the digits 1 through 9 exactly once. In this Calculo PalindromeDoku, there are two further items to solve. The first item uses 23 cells that are marked with a dot. These cells contain a numerical palindrome, i.e. the order of the 23 digits is the same backwards and forwards (e.g. 25381518352). The second item, highlighted in green, consists of two two-digit numbers (A and B) and one four-digit number (C). A and B must be multiplied together to get C. A, B and C contain eight different digits. © 2014 www.sudoku-variations.com

The solution of this calculodoku will be published in next Delta.

Solution Calculodoku Delta 2


Delta

leuk bedacht

Delta bericht regelmatig over innovatieve ideeën. Maar wat is daar een paar jaar later van terechtgekomen? Hoe staat het bijvoorbeeld met de uitrekbare chip waar hartspiercellen op groeien?

M

Eerste tests In 2010 vertelde Dekker aan Delta dat hij een eerste prototype gereed had. Hij had hem gemaakt samen met stamcelbiologen van

het Leiden Universitair Medische Centrum en het bedrijf Pluriomics. Hartcellen wilden er echter nog niet op groeien en de elektrodes om de elektrische signaaltjes van de hartcellen mee te meten moesten ook nog ontwikkeld worden. Inmiddels heeft Dekker de eerste tests met hartspiercellen achter de rug. Hij heeft daarvoor elektrodes gemaakt die tot vijftig procent kunnen uitrekken en zo kunnen meebewegen met het ritme van de hartspiercellen. Technische gezien een grote uitdaging. Stamcelbiologen uit Leiden slaagden er intussen in om stamcellen op de chip uit te laten groeien tot hartcellen. “We bootsen echt een orgaan in zijn meest elementaire vorm na op een chip.” De chip kan hartspiercellen ook actief uitrekken. Zodoende kan onderzocht worden wat het effect is van nieuwe medicijnen op het hart wanneer men actief is. Tijdens het sporten rekken de hartspiercellen immers ook continu uit.

Maar echte metingen aan de toxiciteit van medicijnen laten nog op zich wachten. “Het onderzoeksproject verloopt met horten en stoten. We kruipen langzaam vooruit. Zo gaat dat in technologieland. Het is nu wachten tot we een project goedgekeurd krijgen zodat we samen met onderzoekers uit Leiden die laatste stappen kunnen zetten.” Op termijn hoopt Dekker dat gekweekte hartspiercellen op een chip ook nog iets heel anders kunnen, namelijk implantaten voorzien van stroom. Maar dat is verre toekomstmuziek. (TvD)

Begin with the end in mind De vraag die op mijn beeldscherm prijkt, doet me zwijgen. “Wat zouden mensen op jouw begrafenis over je zeggen?” Toen ik aan de vragenlijst over communicatie en persoonlijk leiderschap begon, leken de vragen vrij onschuldig en eenvoudig te beantwoorden. Op basis van mijn antwoorden wordt een advies gemaakt voor een training. Deze vraag, de zwarte letters op het witte scherm, wekt bij mij vluchtgedrag op. Ik blader door een soort bijbel over persoonlijk leiderschap, geschreven door Stephen Covey. Een van zijn ‘regels’ luidt: ‘Begin with the end in mind.’ Geen idee dat ik dat zo fatalistisch moest gaan bekijken. Ik dwaal verder af en maak een uitstapje naar de opening van het collegejaar. Daar schetste het college van bestuur ontwikkelingen voor de toekomst en roemde prestaties van het afgelopen jaar. André Kuipers deed daar een schepje bovenop met een inkijkje in zijn view from the top. Onder het motto ‘let’s embrace space’ volgde deze astronaut de voetsporen van Wubbo Ockels. De nalatenschap van Wubbo is een enorme impuls voor ondernemerschap en duurzaamheid. André brengt eenzelfde bevlogenheid ten tonele als het gaat om onze planeet. Hoewel zijn woorden geregeld worden overstemd door kuchsalvo’s, brengt hij de uitgeputte eerstejaars tot het puntje van hun stoel. Aan het einde van de bijeenkomst krijgen de studenten een erecode in de hand gedrukt. Een leidraad voor hun academische jaren. Luthers credo zou zijn: geef individuen maximale vrijheid in alle aspecten van het leven en alles zal in orde komen. Als het niet goed komt, dan mag de wereld vergaan. Bij de TU Delft wordt die freedom to excell begrensd door een erecode, omdat eventuele misstappen en schandalen een te groot risico vormen om niet te beteugelen. Integriteitsbeleid vormt het bewustzijn. Met respect, eerlijkheid en nieuwsgierigheid als kernwaarden. Zou dat aan het einde van de rit herinnerd worden? Zouden daar de mensen op mijn begrafenis over spreken: mijn prestaties? Mijn waarden? Hoe ik me verhield tot andere mensen? Komende maand sluit ik mijn traineeprogramma af. Ervaringen rijker, maar ook zeker nog vol met vragen, grootse dromen en ambities. Met deze afronding begint weer een nieuwe periode. Het einde is gelukkig nog niet in zicht.

columnquingenee

Het idee edicijnen worden regelmatig van de markt gehaald omdat ze bij sommige mensen hartritmestoornissen veroorzaken of zelfs hartstilstanden. Stel dat een medicijn bij een op de duizend mensen zorgt voor hartproblemen, dan is het heel goed mogelijk dat dit bijeffect tijdens klinische trials niet wordt opgemerkt. Door hartcellen op een silicium chip te laten groeien en bloot te stellen aan medicijnen kunnen deze bijeffecten in een veel eerder stadium ontdekt worden. Hoogleraar micro-elektronica prof. Ronald Dekker (EWI) werkt aan zo’n chip, de Cytostretch. “Met de Cytostretch kunnen we de cardiotoxiciteit meten bij personen met een bepaalde genetische aanleg voor hartproblemen en voorkomen dat mensen bij bosjes neervallen”, zegt Dekker, die tevens werkzaam is bij Philips.

25

TU Delft


26

Advertenties

Voor advertenties bel met:

Sports & Culture

H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel E delta@henjuitgevers.nl Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.

Sports & Culture

T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80

October Programme

 3 Friday Night: Career Jump Start! It is never too early to start preparing for your career! Join this big international career event of the new academic year and start building your network. Friday, 18:00, @Culture, €0,- [In co-op with DISS]

-------------------------------------------------------------5

Inter Faculty League*

In this indoor soccer tournament you will be grouped with other members from your faculty and face a series of qualifiers and knockouts. Represent your faculty in this indoor football tournament and take home the trophy… May the best faculty win! Sunday, 12:00, @Sports, €4,- [In co-op with DISS]

-------------------------------------------------------------9 - 12

Delta Magazine Lees ‘m online

YES!+ Life Changing Workshop*

Do you live in the middle of the hustle-bustle, have a lot of responsibilities and demands to fulfill? In this 4-day workshop YES!+ focuses on our main reasons for stress and on practical tools to reduce it. Check the S&C website for detailed information and times. Thursday-Sunday, @Culture, €95,- [In co-op with YES!+]

-------------------------------------------------------------14

Music Lecture: KOFFIE

Learn about jazz from great musicians! KOFFIE’s music can be described as a mix of afrobeat, jazz and 70’s funk. This band can always get a crowd moving! This summer they played at the North Sea Jazz Festival, now it’s time for the TU Delft! Tuesday, 20:30, @Culture, €0,- [In co-op with Groover]

-------------------------------------------------------------16

Green Campus: Symposium Sustainability

What are our options for realising a sustainable campus? Which measures does this involve? Visit the lectures and take part in our workshop to get a feel for what sustainability at the TU Delft is all about. Get to know the expertise of the involved Sustainability Community student groups on the green market. Thursday, 19:00 - 22:00, @Culture, €0,-

www.delta.tudelft.nl

-------------------------------------------------------------17

morgen kunt u haar gerust weer een vraag stellen

Sports Clinic: Slackline*

Have you tried the yellow slackline between the trees on our own TU campus? The flat and elastic rope enables you to perform tricks, but it ain’t as easy as it looks. This clinic aims at improving your skills and muscle strength. Are you up for it!? Friday, 19:00, @Sports, €7,50

-------------------------------------------------------------23

Workshop: The Art Of Cycling*

Would you like to learn how to ride a bike? This cycling workshop is for international students who are not used to riding a bike. It's a great way to learn about the Dutch traffic rules and enhance your basic riding skills! Thursday, 19:00, @Sports, €10,-

-------------------------------------------------------------24

Bel de gratis KWF Kanker Infolijn 0800 - 022 66 22 Al uw persoonlijke vragen over kanker persoonlijk beantwoord Bel met een van onze deskundige medewerkers of ga voor meer info naar kwfkankerbestrijding.nl/vraag. De KWF Kanker Infolijn is geopend van maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 18.00 uur.

Friday Night at the Museumnacht*

This is a special Friday Night; a night where you can experience Delft in a totally unique way! Start the evening with a free drink at the Legermuseum, sign up for a themed guided tour and visit other highlights with your own passe-partout. Tickets available from 3 October. Friday, 18:30 @Legermuseum, €12,-

-------------------------------------------------------------* Enrol @ www.sc.tudelft.nl or Sports & Culture desks

-------------------------------------------------------------Sports & Culture Mekelweg 8-10, 2628 CD Delft www.sc.tudelft.nl | twitter.com/tudelft_sc | www.sc.tudelft.nl/facebook

Help Alzheimer overwinnen. Dan hoeft niemand zichzelf te verliezen. 1 op de 5 mensen krijgt dementie, waarvan Alzheimer de meest voorkomende vorm is. www.alzheimer-nederland.nl


27

TU Delft

desgevraagd

Stelling

Duizenden demonstranten verzamelden zich zondag 21 september voor een klimaatmars bij het Amsterdamse filmmuseum Eye.

‘Om niet overbodig te worden dient de civiele techniek ecologische kennis te gebruiken om aan de eisen van de toekomst te voldoen.”

Mahatma Ghandi liep in 1930 voorop in de Grote Zoutmars tegen de Engelse kolonisator. Mao Tse Tung leidde in China de Lange Mars richting communistische heilstaat. En burgemeester Bill de Blasio van New York voerde in 2014 de klimaatmars aan met meer dan 300 duizend deelnemers. In steden van Papua Nieuw-Guinea tot Parijs gingen mensen hen al voor, verenigd in hun frustratie over de passiviteit van overheden tegenover een steeds merkbaar wordende klimaatverandering. Was prof.dr.ir. Herman Russchenberg, voorzitter van het Delftse klimaatinstituut, er ook bij? "Nee, ik ben niet zo van de grote demonstraties", vertelt hij desgevraagd over de telefoon. "Ik vind het belangrijk dat er bewustzijn gecreëerd wordt om tot aanpak van klimaatprobleem te komen. Maar ik zal zelf niet snel meelopen." Marjan Minnesma, directeur van Urgenda en organisator van de Amsterdamse klimaatmars, dringt aan op strenge maatregelen bij de VN klimaattop. Russchenberg vindt dat onwaarschijnlijk: "De top van dinsdag (23 september) dient als voorbereiding voor de klimaattop van volgend jaar in Parijs. Daar is het de bedoeling om tot afspraken te komen. Nu gaat het erom

te bepalen wat er in komt te staan en is er van besluitvorming nog geen sprake." Bij de Troonrede kwamen klimaatverandering en energietransitie nauwelijks ter sprake. Wat zegt dat over de

‘Over klimaatverandering praten ze binnen deze coalitie niet graag’ Nederlandse betrokkenheid? Russchenberg: "Over klimaatverandering praten ze binnen deze coalitie niet graag. De VVD gelooft er niet in, de PvdA wel. Maar waar ik Rutte wel vaak over hoor is vermindering van afhankelijkheid van Russisch gas. Terwijl je natuurlijk, ook als de Russen heel vriendelijk zijn, je moet afvragen of je door wilt gaan

met fossiele brandstof." Hoe ziet Russchenberg de rol van het klimaatinstituut? In één woord: informatievoorziening. De TU moet volgens hem in contact blijven met ambtenaren en politiek om zo goed mogelijk kennis over te brengen over de stand van het klimaat, verwachte ontwikkelingen, mogelijke interventies en effecten van energiebeleid. "Ik ben niet van de barricades, maar voorzie de partijen wel graag van goede informatie waarmee ze hun beleid kunnen ondersteunen", zegt Russchenberg. Ook Rob de Jeu, voorzitter van de Energy Club, was niet van de partij. "Ik hoorde ervan op duurzame dinsdag. Het leek me meer iets voor activisten. Zelf ben ik iemand van problemen aanpakken en naar oplossingen zoeken." Van de klimaattop heeft hij geen hoge verwachtingen: "Politici zijn daar toch vooral met zichzelf bezig en er lopen veel groeperingen rond om hun eigen belangen te verdedigen. Jongeren hebben daar niet veel te zoeken." Over de insteek van de Energy Club zegt De Jeu: "Het is ons doel om TU-studenten op het spoor van energietransitie te brengen en om energieprojecten van de TU zichtbaar te maken. Dat deden we vorige week vrijdag op ons Energy Festival, waar 250 tot 300 bezoekers op afkwamen. Daar brengen we energie op een positieve en interactieve manier onder de aandacht." (JW)

Miguel de Lucas civiel ingenieur Uit ‘Effect of biota on fine sediment transport processes. A study of lake Markermeer’ “Nederland heeft zich in de afgelopen zestig jaar verschanst tegen het dreigende water. Maar het besef is doorgebroken dat hoge dijken ook schade aanrichten aan de ecologie - denk aan leefgebieden van vissen en vogels, en aan de economie – denk aan verzande havens en verloren gegane visserijgronden. Met de kennis van nu zouden we meer met dan tegen de natuur bouwen. Om de fysica te begrijpen moet je ook de ecologie begrijpen omdat dieren in de zeebodem invloed hebben op de erosie van de bodem of omdat algen in de waterkolom de bezinking van sediment beïnvloeden en daarmee het sedimenttransport en de snelheid van de verzanding van de economisch belangrijke havens.” (JW)

Strip: Auke Herrema

Delta


28

Delta

TU Delft

Text: Damini Purkayastha Photo: Sam Rentmeester

The TU Delft campus gets some life

Seen food trucks around campus? Heard a DJ in front of the EWI building? Read all about the Living Campus initiative on this page. In case you missed it in the previous edition, Delta now has a special Sudoku on page 24.

international pages

Food trucks have taken advantage of the campus Free Zones.

Great ideas are born when strangers meet. That is the simple philosophy that lies behind the university’s Living Campus initiative. Part of the Campus Vision 2023, the project is spearheaded by the Facilities Management & Vastgoed (FMVG) and aims at making the campus a vibrant, living space that encourages an exchange of ideas in a fun, relaxing environment. “We want students, employees and even visitors to feel at home here, to want to stay and unwind on campus even after hours,” explains Iljoesja Berdowski, Development Manager, FMVG. “Students are often away from home, on a limited budget and get caught up with work. They can be isolated and lonely. We want to help them build a network by social and professional. Knowledge and scientific ideas are born and shared when people across faculties and departments have spaces to meet. As a uni-

versity, great ideas are our ultimate goal,” she adds. Work on the Living Campus project began in 2013 and one of its first big kick-offs was the Free Zones project. On September 1, six outdoor zones on campus were declared ‘Free Zones’, which could be booked for any purpose with just a day’s notice. A team from various branches of the university came together with FMVG on this project. Informally called the FONC team (Free zones on campus), it comprises organisers from the Science Centre, Library, Sports en Cultuur and other branches. Over the past year, they closely studied patterns of interaction and physical spaces where people seem to congregate - from coffee corners to cafes and entrance foyers. Some spaces, such as the BouwPub, were more popular than their counterparts and were designated hotspots. “We’ve been looking at these hotspots to try and understand what it is that makes them successful and how we can replicate that. Whether it’s wifi or cushions on the floor or relocating a café from the fourth floor to the ground floor.” says Berdowski. As a forum that involves not only researchers and students across fa-

‘Students are often away from home, on a limited budget and get caught up with work’

culties but also schools, children, families and local business, the Science Centre is looking forward to sharing their expertise and expanding their programming. “We organise events such as First Lego Leagues, Museum nights, U-meets, Museum weekends, Science Camps and Science Day by ourselves. At this point we are looking for nice combinations to mix our current activities with the outdoor Freezone locations,” says Alexander Lokhorst, Marketing Sales Communication and PR Advisor, Science Centre. For instance, they are looking for an opportunity to roll out their Drone workshop at the Freezones. The workshop, to be held in collaboration with the Faculty of Aerospace Engineering, will involve flying a drone to gather information for scientists. “The Science Centre is seen as the gate to the university and the Freezones can been seen as the extension of this,” he adds. During the winter, FONC will be looking at programming a number of indoor events and are also working on a joint calendar of all events across campus. “Our dream is to have an app for this one day, so everyone knows about every event and lecture on campus and can attend whatever they feel like,” says Berdowski.


Delta

29

TU Delft

SCIENCE SHORT

Shark-skinned rowing boats In TU Delft's fluid mechanics lab, former top rower Arnoud Greidanus is looking for ways to reduce drag in boats and pipes. "Nature often has solved the problems that we're just becoming aware of." Halfway through his PhD research, Greidanus is about to publish a paper on his current results. He’s created a 5% reduction in drag for speeds between four and six meters/second - the typical speed of rowing boats. For the uninitiated, 5% may seem small, but it is in fact quite substantial says Greidanus. "Imagine reducing the friction of freighters by 1% and the savings that it entails in fuel costs and exhaust emissions. 10% drag reduction would be phenomenal, but five is already quite significant." Sharkskin patterns have been known to reduce drag since scientists at NASA's Langley Research Center researched the phenomenon

Land registration

Greidanus watching the flow. (Photo: Jos Wassink)

you do feel a different friction depending on the direction you move your fingers in. By channelling the flow in the main direction, the micro channels reduce the turbulence. The sharkskin is one of the materials

By channelling the flow in the main direction, the micro channels reduce the turbulence (in air) in the 1980's. It took a while, but both Airbus and Boeing are now either preparing or conducting tests on the fuel-saving effect of sharkskin structures on airplane fuselages. Michael Phelps demonstrated the reduction of flow resistance of sharkskin swimsuits at the 2004 Olympic Games, where he won eight medals. Five years later, the world's swimming body FINA banned the shark suit, mostly because it worked too well. "You can feel the structure", says Greidanus as he brushes his hand over a plastic foil with parallel groves - the polymer imitation of the dented structures on a shark's skin. At 8 groves per millimetre, the structure is too fine to feel in detail but

he measured the friction of in a flow between two concentric cylinders spinning in opposite direction with one centimetre water between them. This Couette-Taylor set-up is the current research standard for measuring the drag of a flow along a surface. He measured the drag for several products now in use for rowing and sailing boats for speeds varying from zero up to 15 meters per second. The sharkskin foil came out best with a drag reduction up to 4.8% compared to an untreated smooth surface (measured with 0.6 per cent accuracy). Greidanus points out that the friction has a dip at an optimum speed. This means the optimal spacing between the groves will vary for dif-

ferent boats. It will be slightly bigger than 125 micrometres in a men's eight and smaller for a women's four. For the remainder of his research, not sharks but dolphins are his study-models. "Often, when we stumble over a problem, nature has already solved it", Greidanus notices. "People have noticed that dolphins can swim much faster than we could give them credit for given their muscles and circulation. But still, they do. So, what is their secret?" The technical term is compliant coating by which researchers mean a rubbery coating with soft but stiff feel. The idea is that such a coating, when properly tuned, will dampen the turbulence along the surface and thus reduce drag. Like a dolphin’s skin, as the thinking goes. Although it has not yet been developed, Greidanus expects the effect to be speed-dependent and to result in minimal drag only over a specific speed interval. Prof. Jerry Westerweel (3mE) is Greidanus' PhD supervisor. Greidanus graduated in chemical engineering in 2009 before embarking in a PhD research in fluid mechanics. His daily supervisor is Dr. René Delfos. Both he and Westerweel co-author the upcoming article. (JW)

Sub-Saharan Africa is rapidly becoming urbanised, but land registration remains an issue. Or so Dr. Paul van Asperen found during his PhD research, which he defended this month at the Faculty of Architecture. “Land owners who lack property deeds can be ruthlessly ejected from their land when a municipality or developer shows an interest in the property. As a result nobody invests in their homes." Van Asperen compared new forms of legal protection developed for the benefit of poor landowners in urban areas in Lusaka (Zambia), Oshakati (Namibia) and Gaborone (Botswana). Simple legal rules were established in those places, whereby the municipality provides the landowners with a certificate for use. Van Asperen considers this a leap forward, although he still has plenty of concerns. Municipalities have made little progress in implementing the rules. The development of legislation and the issuing of certificates can sometimes take more than ten years. delta.tudelft.nl/28806

Sport Institute

(Photo: Tomas van Dijk) How can athletes go faster and jump higher, with less resistance? These are just the kind of technological questions TU Delft can provide answers to, which is why the university is now pooling all its teaching and research expertise in the area of sport in the new TU Delft Sports Engineering Institute. Wednesday, September 17, saw the official opening of the institute in the Faculty of Mechanical, Maritime and Materials Engineering (3mE). Sporting inventions of TU Delft, like shoes that protect the ankles, a wheelchair for basketball players and an ultrafast rowing boat, were exhibited at the opening of the institute. delta.tudelft.nl/ 28791


30

Delta

TU Delft

Text: Damini Purkayastha Photo: (TU Delft Library)

delft survival guide Surviving TU Delft's online forums At TU Delft, there’s a digital solution for a lot of your problems. Missed a class or need to review a lecture? There’s Collegerama or iTunes U. No idea what’s happening on campus or where to meet new people? Here's a quick recap about them all. Come2TUDelft In 2013 the Central International Office (CIO) launched a social networking community for PhD candidates and researchers. Called Come2TUDelft, today the by-invitation-only network has close to 750 members. Come2TUDelft allows candidates and researchers across faculties to interact with each other, through posts and IMs. It is also an information portal, with pages on practical information about Delft and the university, upcoming activities, arrangements for new arrivals and events. There is also space for videos, photos, blogs and discussion forums. come2tudelft.ning.com/main

Collegerama Collegerama is an online database with live recordings of almost all lectures held on campus. It has over 20,000 lectures and around 800,000 visits a year. In July, the site recorded its three millionth visitor since 2008. “The amount of lectures we record has been growing and is now about 3,000 a year. Started in 2008 as additional material for students, today about 70-100 lectures across faculties are recorded per week. “We have limited resources, but we try and cover all faculties. We get the most requests from EWI, CiTG and 3mE,” says Leon Huijbris, head of the New Media Centre. collegeramacolleges.tudelft.nl

Students can access all of the online forums from any device.

Blackboard

Delftulip

This is a great blended learning tool for teachers and students. Accessible by campus ID, Blackboard has an online extension of the classroom, complete with options for interaction and feedback. “Teachers can use Blackboard as a digital learning environment to upload presentations, documents, notes. Here you can do everything you can do in class, it’s a great learning interface and is still evolving,” says Kees van Kuijen of E-Learning Support. Besides the Grade Centre and Content Editor, teachers can now also access Student View and are encouraged to use Blackboard Instant Messenger to communicate with groups, offer online consultation and video conferences. blackboard.tudelft.nl

Delftulip (also launched by the CIO) is an online international student community catering to M.Sc and B.Sc students. A private community, it is designed like a social media website with a profile page, chat boxes, space for blogs and posts. Incoming students are given resources about what to expect - on campus, in the city and Dutch society. The idea is to help students from different cultural backgrounds create networks within a safe environment even before they get on campus. delftulip.ning.com

iTunes TU Delft When the app launched in 2011, TU Delft was the first Dutch university forum on iTunes University. With over 20,000 lectures, presentations, videos and podcasts, it is downloadable free

Collegerama is an online database with live recordings of almost all lectures held on campus

and accessible all over the world. “The material includes almost everything found on Collegerama. This platform makes it easier to find globally and put us in the league of big international universities that were already on iTunes U,” says Paul Suijker, who was the project manager of the team that launched the app. It has had over half a million downloads and continues to grow. tudelft.nl/en/study/online-education/ itunes-u

Tu on social media All of these forums apart, TU Delft and TU Delta are both active on Facebook and Twitter. Regular updated with news, events, photos and campus on-goings, they’re a good resource all things related to TU Delft. The various faculties also have social media channels worth following, which are too numerous to list here. www.facebook.com/tudelft www.facebook.com/tudelta www.twitter.com/tudelft www.twitter.com/tudelta


Delta

TU Delft enhances BitTorrent security through user anonymity Researchers at the Faculty of Computer Science and Engineering have embarked on the first public test of their anonymous BitTorrent software. Developed over the past nine years as an open source, peer-to-peer file-sharing program, Tribler is considered to be the only truly decentralized BitTorrent client, allowing users to add and share new content even if all torrent sites were shut down. With over one million users and three generations of PhD students testing their algorithms in the last decade, the client continously improves upon the original BitTorrent protocol created in 2001. “Having systems where millions of people collaborate and self-organize is still mostly uncharted scientific territory, so it is of great interest to the university,” says Parallel and Distributed Systems Associate Professor and Tribler founder Johan Pouwelse. While working on a user-generated music encyclopedia 15 years ago, Pouwelse ex-

31

TU Delft

perienced first-hand the power of large-scale collaboration prior to the launch of Wikipedia. After evaluating the strengths and weaknesses of existing systems for a number of years, he then went on to establish Tribler in 2005. “We aim to have a better understanding of selforganizing systems with unbounded scalability,” Pouwelse explains. “We focus on video distribution because this is the dominating traffic type on the internet.” One major issue Tribler has focused on is the protection of user privacy. Without a virtual private network (VPN) or proxy, all downloads can be traced back to a single internet connection. Tribler hopes to remedy the problem with a builtin Tor (anonymity) network, whereby users help hide each other’s IP addresses through encrypted proxies. According to Pouwelse, the protection of user privacy is an issue that immediately needs to be addressed. “Any sense of privacy is an illusion in the post-9/11 world,” the founder claims. “We need to reclaim privacy and find an alternative way to organize society.” Systems such as Tribler strive to do just that. (PG)

There’s an app for that If you’ve got a podcast addiction, Pocket Casts can help you feed the need. International Editor Molly Quell uses the app almost daily. “I’m from the US and I miss NPR. Pocket Casts is the best app that I’ve found for keeping up with the shows I used to listen to back home,” she says. The app, available for iOS and Android, lets users subscribe to, download and listen to podcasts. Any podcast with an RSS feed will work. It will sync across your devices so your podcast will start at the same spot you left off. “You can create playlists and even search through popular podcasts if you’re looking for something new,” says Quell. It costs $3.99. (MQ)

Design for empowerment nostalgia Italian student Emilia Louisa Pucci won TU Delft’s first-ever Student Inspiration Award on September 1, 2014 at the official Opening of the Academic Year. Selected from a list of nominees on the Students Wall of Fame, Pucci’s project was part of her thesis for M.Sc Design For Interaction. In 2012, while working at a Fabrication Lab in Rotterdam, Pucci interacted with locals in Afrikaanderwijk, a multicultural neighbourhood in Rotterdam with low income and educational opportunities and higher crime rates. While there were some activities being held to empower women and young children, the young adults from around 15 to 21 were largely ignored by policy makers. “They were stereotyped as troublemakers but nothing was being done to empower them. It wasn’t that they lacked drive or ambition, if they could just be given sti-

mulating opportunities they would get more confidence. Especially if they could work with latest technologies and innovations,” said Pucci. Work at the FabLab involved 3D printing and laser cutting and Pucci decided to hold workshop there. She believed that for a generation born to technology it would easy to get a grasp of these tools.

‘They were stereotyped as troublemakers but nothing was being done to empower them’ Despite scepticism from local schools, Pucci had the support of her university advisor Dr. Ingrid Mulder. Eventually, she found a coach who was eager to get her students on board. “At first the students wanted to know what they could get out of it. It wasn’t instant money, I clarified. But these were employable skills; they would make tangible things they

could put on their portfolios; and, for those among them who wanted to be entrepreneurs, this was an opportunity to see a product through from the idea stage to a finished product.” The workshop was a success and students quickly took to the technology. They made keychains, necklaces and other knick knacks. One student, an artist, made stencils for himself while another learnt Adobe Illustrator during the time. “They learned everything so quickly it was amazing. There was no difference between them and so-called university students,” says Pucci. Though the project is on hold now, Pucci hopes that one day it can be a continuous sustainable model. Over the past year, she has spoken about it at several international forums and other countries have expressed an interest in adapting it. “If I were two people, one of me would be back in Delft. For now, I will be happy if someone wants to take on the project and make it grow.” (DP)

P

aola Rondón, 28, is a recent addition to the campus community. She is doing a research internship for her PhD at TU Delft, which she began in July 2014. She didn’t leave her sense of style in her home country of Colombia though. “These

things are very typical in my country,” she says. She bought the necklace in Cartagena, Colombia so it reminds her of, as she describes, “the most beautiful city in my country.” (Photo: Hans Stakelbeek)

Interested in being featured in Nostalgia? Contact us at deltainternational@tudelft.nl


Contents International

28

The TU Delft campus gets some life

30

Surviving TU Delft's online forums

Text: Natalie Carr Photo: Sam Rentmeester

31

Nostalgia There’s an app for that

See www.delta.tudelft.nl for the translation of page 18: Dutch scientists from the past

The lab of Quantum computing

S

olving difficult and complex problems is something that most strive for at TU Delft but in the faculty of Applied Science, the Quantum Computing Group is taking it to another level. The long-term goal of the group is to realize a working quantum computer, a machine that goes beyond the computational powers of anything available today. With grants from the Dutch government and European Research Council as well as support from Microsoft, the Quantum Computer Lab was built to achieve this goal.

Maja Cassidy and Stevan Nadj-Perge work together in the Quantum Computing Lab.

Unlike traditional computers, quantum computers use something called quantum bits (or qubits). “In a quantum computer you can have a superposition of the zero and the one so you can store more information and use that information to compute more things faster,” says Maja Cassidy, a postdoc researcher from Australia. Quantum states are extremely fragile and thus preserving them for a long time is difficult. Even a tiny thermal fluctuation can uncontrollably flip the qubit state and destroy the quantum information. The group

uses a number of refrigerators to cool their computers nearly down to absolute zero and bring thermal fluctuations to a manageable level. Typically research in this field is quite disjointed. In most cases small research groups collaborate with each other but they are often geographically far apart. What sets the Quantum Computing Group apart is the number of experienced individuals working together in one place and the multitude of approaches. “It is a concentration of knowledge that makes this place stand out,” says Stevan Nadj-Perge a postdoc resear-

cher from Serbia. “Many of the techniques developed in one project can be useful for the other ones,” adds Cassidy. She goes on, “While we are not sure what is actually going to play out in the future, I think at least what we are doing and the techniques we develop will be applicable from one project to the other.”


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.