Delta 07

Page 1

NR.07 1 december 2014

onafhankelijk universiteitsblad

Antonio Ortiz

Happier than the rest Verkeersveiligheid

Het gevaar van slimme auto’s Survival Guide

Delicious winter foods

150 jaar werktuigbouw

van stoom naar stroom

english pages see page 28


2

Delta

TU Delft

8 Delta nr. 7

1 december

2014

“Werktuigbouwkunde bestaat 150 jaar, dus we wilden iemand in een pak van toen combineren met een vinding van nu. Het pak is te huren, de vinding moet bij voorkeur iets zijn wat je kunt aantrekken. Cor Meijneke werkt zelf aan het exoskelet, dus hij weet hoe hij er in kan lopen. Hij was zelfs bereid speciaal voor de foto zijn baard af te scheren.” (Fotograaf Sam Rentmeester) Mindwalker: supported by EU FP7 grant no. 247959

REAGEER!

12

www.delta.tudelft.nl

colofon

Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.

Redactie Frank Nuijens (hoofdredacteur) - @franknu, Katja Wijnands - @kwijnands, Dorine van Gorp - @dorinevangorp, Saskia Bonger - @sbonger, Tomas van Dijk - @tomasvd, Connie van Uffelen - @connievanu, Jos Wassink - @joswashere Medewerkers aan dit nummer Jorinde Benner, Natalie Carr, Phillip Gangan, Quin Genee, Auke Herrema, Job Hogewoning, Jessica Kalisvaart, Heather Montague, Folkert van der Meulen Bosma, Thomas Platzer, Damini Purkayastha, Molly Quell, Daniela Stow, Jimmy Tigges Foto’s Sam Rentmeester, Hans Stakelbeek

Bladconcept en vormgeving Maters & Hermsen, Leiden Lay-Out Liesbeth van Dam Redactie-adres Universiteitsbibliotheek, Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848, delta@tudelft.nl Advertenties H&J Uitgevers, 010 451 5510, delta@henjuitgevers.nl Druk Edauw & Johannissen Oplage 8.000 Jaargang 47 ISSN 2213-8838 Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op de website. Meer informatie op: www.delta.tudelft.nl/colofon

cover

interview

jubileum werktuigbouw

antonio ortiz

Elektriciteit, de computer of het vak materiaalkunde? Wat zijn, 150 jaar na de oprichting van de faculteit werktuigbouwkunde, de belangrijkste doorbraken geweest? En de uitdaging voor de toekomst? “Duurzaamheid. Hoe afgezaagd dat ook klinkt.”

Antonio Ortiz is one of the duo responsible for renovating the Rijksmuseum. He discusses what it's like to renovate a national treasure." If you get into a process like this, you should know that it's going to be controversial."


Delta

3

TU Delft

18

28 reportage

english pages

beste idee

Winter foods

Wie heeft het beste idee om bij te dragen aan een duurzamere ontwikkeling in de wereld? Drie studententeams, onder wie twee Delftse, namen het in de finale van de Battle of Ideas van de organisatie Wotro Science for Global Development tegen elkaar op.

Looking for a sweet treat or a hearty meal? The Survival Guide covers all of the special winter foods the Netherlands has to offer.

Delta 08 verschijnt op maandag 15 december

VERDER Column Kort nieuws nieuwsinterview nieuws master sport lifestyle achtergrond Sudoku desgevraagd Survival Guide science

04 05 06 07 15 16 17 22 25 27 30 31


Delta De jaarwisseling komt er weer aan en dus kan het grote ‘trendwatchen' beginnen. Hoe ziet 2015 er uit? We willen het allemaal weten en de trendwatcher weet het. Want wie trends watcht, die leeft in de toekomst. Een fascinerend beroep. Een soort waarzegger in een maatpak. Een extrapolatie-professional. En… big business! Althans, nú nog. Als ik Google trends mag geloven, is het trendwatchen een afnemende trend. Maar nu de data om trends te voorspellen voor het oprapen liggen, zou er best een revival kunnen komen. Ik voorspel de trend dat het trendwatchen niet meer door een selecte groep wordt gedaan, maar een sport wordt voor de grote massa. Het zal niet lang meer duren voor we kunnen stemmen en juichen tijdens ‘So you think you can trendwatch’: een interactief tweedeschermconcept waar geduld bij nodig is. Tussen de opname en de uiteindelijke uitslag zit 25 jaar. De winnaar is degene die het meeste goed heeft voorspeld én nog in leven is. De prijs: een Toyota Aigo oldtimer, een doos taaie Twixen en de rest van je leven gratis thuiszorg. Ik zie een constante factor in alle trends die gewatcht worden: ‘Zoals we nu doen en denken is naïef, dom en super onhandig’. In de toekomst pakken we het veel slimmer aan. Wat we ook doen, één ding staat vast voor alle trendwatchers: de toekomst is beter! Totdat we er zijn. Dan zijn we weer naïef, dom en super onhandig. Waarom houden trendwatchers geen rekening met de feilbaarheid van mensen? We zijn wel homo sapiens ('keislimme aap’) maar ook homo ridiculus (‘klungelende baviaan’). We doen heel domme dingen, terwijl we ervan overtuigd zijn dat ze briljant zijn. Ik wil van de trendwatchers wel eens horen wat we allemaal voor blunders en fouten zullen gaan maken. Hoe zou dat klinken, onze problemen van de toekomst? Gaat u mee op reis want daar gaan we! 2024: “Wat een gedoe met die oprolbare telefoons! Soms vergeet ik hem op te rollen. Dan gaat hij over en nét als ik hem wil opnemen, rolt hij zich vanzelf op! Super onhandig." 2095: "Wat je wat mij stoort aan de meeste hersenschorscloud interfaces? Het bereik is niet zo groot, dus ik moet de ontvanger in de hoofdband stevig tegen mijn hoofd duwen. Ik zou juist willen dat ik al verbinding krijg als ik in de buurt ben. Zo kan ik toch niet werken!" 2240: "Handig dat ik het weer in mijn tuin nu zelf kan instellen, maar ik heb interferentie problemen met het weer van mijn buurman. Als we niet precies dezelfde tuintemperatuur instellen, krijgen we rond de schutting een lokaal onweersfront. Meestal aan mijn kant. Dat kan toch niet de bedoeling zijn!"

Thomas Platzer is alumnus werktuigbouwkunde en eigenaar van trainingsbureau Creactor. Hij probeert mensen te leren hoe ze vindingrijk, origineel en vernieuwend kunnen blijven in hun werk.

TU Delft

1 Zo veel klanten en omzet in twee jaar tijd: dat hadden we wel verwacht.

nee

Mei Ling Tan en Jantien Herfst wonnen met hun start-up House of Einstein de VIVA400-award in de categorie Mode. De oud-studenten van de faculteit Techniek, Bestuur en Management bieden een persoonlijke kledingservice voor drukbezette mannen die er wel goed uit willen zien, maar geen tijd of zin hebben om te winkelen. In twee jaar tijd groeide het bedrijf naar meer dan duizend klanten en tonnen omzet. Oprichtster Mei Ling Tan over dit succes.

5 Op welke stelling wil je terugkomen?

2 Onze klanten zijn vooral medewerkers en oud-studenten van de TU.

nee

3 Er komt ook een kledingservice voor de drukbezette vrouw.

ja

4 Onze studie aan de TU was onmisbaar voor deze start-up.

“Op stelling 3. Een kledingservice voor de vrouw is niet iets waar we nu direct mee bezig zijn. Daarvoor staan we nog niet stevig genoeg in onze schoenen. De aanname dat alle vrouwen shoppen leuk vinden, klopt niet. Als we voor een kledingadvies skypen met mannen, krijgen we de vraag van hun vrouwen waarom deze service er niet is voor vrouwen. We zouden dat best willen starten voor de zakelijke vrouw met een drukke baan en weinig tijd, maar niet voor vrouwen die zelf van shoppen houden. Onze klanten kiezen voor de service die we geven, dus daar moet je dan wel behoefte aan hebben. Als mode niet interessant is voor je of geen prioriteit heeft is het heel fijn als iemand er voor zorgt dat je er goed uitziet.”

ja

4,3 Er verdwijnen nog eens 4,3 arbeidsplaatsen (fte) bij Dimes. Het chiponderzoeksinstituut is daarmee niet uit de rode cijfers. Er blijft een jaarlijks financieel tekort van 0,7 miljoen euro. En dan is de extra steun van 2 miljoen euro per jaar van de TU al meegerekend. Volgens EWI-decaan Rob Fastenau zijn verdere bezuinigingen onmogelijk als het instituut nieuwe opdrachtgevers wil werven. Daarvoor zijn immers faciliteiten en mensen nodig. “We moeten gewoon meer werk doen in de cleanroom. We leren steeds beter om aan de knoppen te draaien zodat dat mogelijk wordt. We zien daarbij nieuwe onderzoeksprogramma’s ontstaan, waarbij onze cleanrooms nodig zijn, zoals naar solarcellen en leds. Dat is hoopvol.” delta.tudelft.nl/29104

Tweet Liesbeth Mantel: “Onze directeur Wilma van Wezenbeek sprak in mei dit jaar op een conferentie van de Liber Architecture Group in Helsinki. De Finnen waren zo enthousiast dat ze op bezoek wilden komen. En dus kwamen er twintig directeuren van Finse universiteitsbibliotheken naar Delft. Wilma vertelde in mei hoe we binnen de Library het concept van de living campus vormgeven, hoe we met onze gebruikers samenwerken. We krijgen gemiddeld twee à drie keer per maand zulke groepen over de vloer. Uit Nederland, maar ook uit Taiwan en Australië. We lopen voorop met de inrichting van ons gebouw en met onze diensten en producten. We zijn heel lang open, je hoeft als bezoeker niet stil te zijn, je ziet nog maar weinig boeken en tijdschriften, er zijn tentoonstellingen. Je kunt daarnaast kiezen op wat voor werkplek je wilt werken. Wil je stilte, dan ga je naar de glazen zaal. Maar we hebben ook de Hive, projectruimtes en plekken in de centrale hal. Dat willen anderen graag zien.”

(Foto: Nick Dors)

columnthomasplatzertrendygestuntel

4


Kort Meer en uitgebreider nieuws op www.delta.tudelft.nl

Opzij

TU-collegelid Anka Mulder staat op vijf in Opzij’s top-10 van machtige vrouwen in onderwijs & wetenschap. Op de hoogste plaats van het feministische maandblad staat voor het derde jaar op rij Louise Gunning, voorzitter van de Universiteit en Hogeschool van Amsterdam. delta.tudelft.nl/29106 Een sfeervollere locatie zullen de studenten van Happietaria Delft niet snel meer krijgen. Het voormalige Legermuseum aan de Korte Geer is sinds vorige week hun tijdelijke restaurant waar bezoekers kunnen eten voor het goede doel. De organiserende studenten van vier christelijke studentenverenigingen hopen veertigduizend euro op te halen door driegangenmaaltijden aan te bieden voor 15 tot 20 euro. Happietaria is open tot 16 december en heeft elke dag twee shifts: eentje om 17.00 uur en eentje om 20.00 uur. De opbrengsten gaan dit jaar naar een project in Jemen. (Foto: Sam Rentmeester) delta.tudelft.nl/29118

De week van... Maar liefst vijf recentelijk afgestudeerde ingenieurs uit de onderzoeksgroep van waterbouwkundige prof.dr.ir. Bas Jonkman wonnen deze maand prijzen tijdens de Waterbouwdag, de jaarlijkse bijeenkomst van Nederlandse waterbouwkundigen. Onder hen ir. Kasper Stoeten en ir. Marjolein van Breukelen. Kasper Stoeten: “Ik heb de waternetwerk scriptieprijs gewonnen met mijn afstudeerscriptie ‘Hurricane surge reduction for Galveston Bay’. Galveston Bay is een baai vlakbij Houston (Texas) die in 2008 getroffen is door orkaan Ike. In 2012 heb ik stage gelopen bij Texas A&M-university en heb ik gekeken of Nederlandse waterbouwkundige technieken toegepast kunnen worden in de Verenigde Staten. Moeten ze in Texas ook deltawerken ma-

ken zoals wij die hebben, en de baai dus afsluiten, of kunnen ze volstaan met lokale dijken? Ik heb daarvoor een kosten-batenanalyse verricht. Tegelijk heb ik onderzoek gedaan naar de effecten van orkanen. Als Ike dertig kilometer meer ten westen was binnengekomen, dan waren de gevolgen veel erger geweest. Het water in de haven van Houston zou in plaats van twee meter met wel vijf à zes meter gestegen zijn. De combinatie van modelleerwerk en kosten batenanalyse sprak de jury erg aan.” (Foto: Kasper Stoeten) Weg met de Maeslantkering. Waterbouwkundige Marjolein van Breukelen viel met haar plan om de Maeslantkering op te doeken in de prijzen bij de zeepkistenpresentaties bij de Waterbouwdag.

“Bedenk een waterbouwkundig project dat aansluit bij het deltaprogramma; dat Nederland nu en in de toekomst beschermt tegen overstromingen. Dat was de opdracht. Als gevolg van klimaatverandering en stijgende zeespiegel kan de Maeslantkering ons in de toekomst mogelijk niet meer voldoende beschermen. Ik heb voorgesteld om de kering te vervangen met een balgkering. Dit is een rubberen doek dat bevestigd is aan een constructie op de bodem. Voor mijn afstuderen heb ik onderzoek gedaan naar de verbetering en opschaling van balgkeringen in Texas (VS). In feite heb ik mijn afstudeeronderzoek dus toegespitst op Nederland.” (Foto: Marjolein van Breukelen)

Multinationals

Incubator YesDelft gaat nauw samenwerken met zes grote multinationals. Contact met startups moet de innovatieve kracht van deze bedrijven vergroten. En de startups krijgen gemakkelijker toegang tot kapitaalkrachtige partners. delta.tudelft.nl/29121

Onveilig

De reorganisatie bij de dienst human resources verloopt niet soepel. Volgens ondernemingsraadsvoorzitter Dineke Heersma voelen medewerkers zich ‘onveilig’. Collegelid Anka Mulder herkent die ‘frustratie bij human resources’. “Dat kan ik me goed voorstellen, want niet iedereen komt terug in de nieuwe organisatie.” delta.tudelft.nl/29103

Uitleg

Velen vragen het zich af: waarom breekt de TU op de ene plek een oud gebouw af om even verderop een nieuw pand neer te zetten? Leg het uit, vindt ondernemingsraadslid Dick Hoeneveld, anders haken medewerkers af. Volgens hem zijn processen binnen de dienst facilitair management en vastgoed niet te volgen voor de or of medewerkers. delta.tudelft.nl/29076

Inhuur

Tegen welk tarief huur je personeel van derden in op de TU? Een tijdelijke unit binnen de inkoopafdeling procurement gaat iedereen die daaraan behoefte heeft vanaf januari 2015 helpen om tot een goede prijs te komen, te beginnen bij de universiteitsdienst. delta.tudelft.nl/29075


6

Delta

TU Delft

nieuwsinterview ‘Ik heb een lange adem’ Hans van Schagen stopt als voorzitter van de vakbonden in het Lokaal Overleg (VLO). Daarin bespreken de bonden en het college van bestuur zaken als arbeidsvoorwaarden en de rechtspositie van medewerkers. Van Schagen noemt de TU ‘een heel goede werkgever’. Kritiek heeft hij ook. In juli 2015 gaat u met pensioen. Tot die tijd gaat u de ondernemingsraad (or) in. Waarom? “Ik stond als lijstduwer op de lijst van Abvakabo FNV, nummer 20 van de 21 kandidaten. Ik heb veel voorkeursstemmen gehad. Ik vind dat ik dan een flinke jongen moet zijn en de or in moet. Dat is niet te combineren met het VLO-voorzitterschap.”

Bent u zo populair? “Nee, dat is het niet. Maar mijn naamsbekendheid is door belangenbehartiging redelijk groot.” Wat hebt u bereikt de afgelopen jaren? “Er is een akkoord over de werkkostenregeling (zie pagina 7) en we hebben een redelijk fatsoenlijk sociaal plan. Maximaal resultaat, binnen de mogelijkheden van de huidige tijd.” Waarover bent u minder tevreden? “We zijn al drie jaar bezig met kinderopvang op de campus. Nu liggen de plannen weer bij de gemeente. Had dat niet eerder gekund? De TU zet er in overleg met de bonden al jaren geld voor opzij. We kunnen gouden bedjes neerzetten.” Frustrerend? “Nee, hoor. Ik heb een lange adem. Dat heb ik wel geleerd. Met mobiliteit van medewerkers zijn we ook lang bezig. We zetten al jaren geld opzij voor een mobiliteitsportal, waarop medewerkers die een andere baan willen, hun gegevens kunnen invullen. De mensen erachter zoeken in de organisatie naar mogelijkheden. De

Hans van Schagen: “De R&O-cyclus wordt vaak gebruikt als middel voor ontslag, via slechte beoordelingen.” (Foto: Sam Rentmeester)

software kun je gewoon kopen. Maar dat gebeurt niet. We hebben niet eens zicht op alle vacatures. Ons vacaturebeleid is een gunbeleid geworden. Komt er ergens een plek vrij, dan kennen ze nog wel iemand. Ik zie nauwelijks vacatures voorbij komen.” Hoe beoordeelt u de TU als werkgever? “We hebben een heel goede werkgever. De arbeidsvoorwaarden zijn goed, vergeleken met anderen. Maar natuurlijk zijn er veel mindere din-

gen. Ik noem het verkeerde gebruik van de R&O-cyclus. Die wordt vaak gebruikt als middel voor ontslag, via slechte beoordelingen. Terwijl je een medewerker ook de kans kunt geven om binnen de organisatie een functie te vinden die beter bij hem past. Het wordt allemaal erg afhankelijk van het inzicht van één leidinggevende. Het is niet tegen de regels, maar het is me een doorn in het oog.” (SB)

Niet meer een kwartier douchen Zes Delftse en zes Leidse studentenhuizen doen het komende half jaar mee aan de Student Energy Race van Duwo. Doel is om zoveel mogelijk energie te besparen. De bewoners van het voormalige nonnenhuis aan de Bagijnhof hopen vooral hun gasverbruik te verlagen. “Een nieuwe huisgenoot vond onze gasrekening belachelijk hoog”, vertelt Mika Bots, bewoner van het voormalige nonnenhuis aan de Bagijnhof. De student luchtvaart- en ruimtevaarttechniek en zijn 21 huisgenoten konden hun nieuwe medebewoner niet uitleggen waardoor dat kwam. Ongeveer tegelijkertijd kreeg Bots een vraag van zijn kamerverhuurder Duwo. Of zijn huis mee wilde doen aan de Student Energy Race. Alle puzzelstukjes vielen in elkaar en het huis besloot dat maar te doen. Vorige week begonnen ze. “Om te besparen en om wat structurele tips te krijgen hoe we minder energie kunnen verbruiken.”

Volgens Duwo gaat in studentenhuizen veel energie verloren door lopende kranen, open ramen, langdurig douchen en stroom slurpende apparaten. Met hoge energierekeningen tot gevolg. De studentenhuisvester organiseert daarom voor de derde keer de energy race. De afgelopen jaren alleen in Leiden, en nu voor het eerst dus ook in Delft. De wedstrijd was volgens Duwo zelf een ‘doorslaand succes’, aldus het persbericht. “Bij de laatste wedstrijd, die in mei eindigde, werd aan gas en elektriciteit samen gemiddeld 39 procent energie bespaard. Per persoon ging het gemiddeld om 164 euro. Met een correctie voor de zeer zachte winter van vorig jaar was de gerealiseerde besparing nog steeds 33 procent.”

Spartaans Een mooi vooruitzicht voor de studenten aan de Bagijnhof. Zij verbruiken vooral veel gas omdat ze lang douchen, weet Bots inmiddels. De douchetijd inkorten, dat is dus de bedoeling. En dat wordt een uitdaging, denkt de student. Het huis telt zeven douches en in de winter zijn die lekker warm. Bots: “Dan

wil iedereen een kwartier onder de douche staan. Dat kan wel wat korter, al ga ik zelf niet terug naar Spartaanse douches van twee minuten. Dan heb ik me net ingezeept.” Bots denkt dat het gasverbruik verder naar beneden kan als hij en zijn huisgenoten de verwarming in hun kamers uitzetten als ze weggaan. En door ramen dicht te doen. In de woonkamer van ruim vijftig vierkante meter is besparen lastiger. Eén wand bestaat vrijwel geheel uit ramen en de verwarmingen hangen eronder. “Je bent eigenlijk de ramen aan het verwarmen”, verzucht Bots. Binnenkort krijgen zijn en de andere huizen slimme energiemeters van Duwo. Die vertalen verbruiksgegevens in grafieken en statistieken, die op een website en in een app komen. Zo krijgen de studenten inzicht in hun eigen verbruik en dat van hun concurrenten. Tussentijds krijgen de huizen besparingstips. Maandelijks zijn er kleinere prijzen op deelthema’s als koken, wassen en drogen. Na een half jaar wordt bekend welk huis en welke stad het meest heeft bespaard. (SB)


Delta

7

TU Delft

campusnieuws Akkoord over compensatie gratis ADSL TU-medewerkers krijgen vanaf januari 2015 een vergoeding van in totaal maximaal 47 euro per maand. Dat is het resultaat van onderhandelingen tussen de TU en de vakbonden. De vergoeding komt in plaats van onder meer gratis ADSL.

opgenomen dat het bedrag dat een werkgever belastingvrij uitgeeft aan bepaalde vergoedingen voor medewerkers niet meer mag zijn dan 1,2 procent van de totale loonsom. Voor de TU gaat het in 2015 om ongeveer 2,5 miljoen euro. Gratis ADSL en telefonie zou een te grote hap hebben genomen uit dat

Het merendeel van de TU-medewerkers lijkt bij internetaanbieder xs4all te blijven. Die heeft de termijn om gebruik te maken van zijn aanbieding verlengd van 15 november tot 1 december. De gratis internet- en telefonieabonnementen die veel TUmedewerkers een aantal jaar gehad hebben, passen niet in de Werkkostenregeling (WKR). Die fiscale regeling is vanaf 1 januari 2015 verplicht voor alle werkgevers. In de WKR is

bedrag. Afgelopen jaar maakten ongeveer drieduizend medewerkers gebruik van de regeling. Dat kostte de universiteit 1,2 miljoen euro. Veel geld, vonden TU en vakbonden, en niet eens eerlijk verdeeld over alle medewerkers. Vandaar dat de directie human resources (HR) en de bonden twee vergoedingen ontwierpen voor iedereen. Die komen op verzoek van de bonden ook in de plaats van de fietsenregeling. Ook daarvan maakte

De totaalsom van 47 euro geeft ‘een aardige compensatie’

immers lang niet iedereen gebruik. Verder vervalt onder meer de vergoeding voor bedrijfsfitness.

Vrij besteden Medewerkers krijgen in 2015 een maandelijkse woon-werkverkeervergoeding van maximaal 20 euro per maand, naar rato van dienstverband (wie vier van de vijf dagen werkt, krijgt daarvan dus 4/5). Medewerkers moeten dat bedrag in mindering brengen op hun mobiliteitsvergoeding in IKA, mits ze die gebruiken. Daardoor is het voordeel voor mensen die verder weg wonen in werkelijkheid iets lager. Daarnaast krijgen medewerkers in 2015 maximaal 27 euro netto om vrij te besteden, ook naar rato van dienstverband. De totaalsom van maximaal 47 euro geeft volgens Hans van Schagen, voorzitter van de vakbonden in het Lokaal Overleg, ‘een aardige compensatie’. “De bonden zijn tevreden. Dit is het maximaal haalbare voor ons.” De WKR is namelijk een regeling die streng gehandhaafd zal worden door

de Belastingdienst. Ze is ingesteld om het fiscale systeem te vereenvoudigen. Zodat de Belastingdienst en werkgevers administratief verlicht worden en er grip komt op de hoeveelheid geld die via belastingvrije vergoedingen naar medewerkers gaat. Komt dat bedrag boven het percentage van 1,2 procent van de totale loonsom, dan volgt een naheffing van 80 procent van die overschrijding. Een groot potentieel risico, dus, voor de TU. Onder de WKR vallen niet-zakelijke representatiekosten. Dat zijn ook werklunches en -diners met collega’s en personeelsuitjes. Hoeveel de TU daar precies aan uitgeeft, kan HR-directeur Machiel Hermans niet zeggen. Hij houdt het erbij dat er jaarlijks meer dan één miljoen euro aan op gaat, een bedrag waarop de TU gaat bezuinigen.t Hans van Schagen: “Etentjes vinden vaak plaats in managementslagen. Gewone medewerkers nemen hun eigen boterham mee. De bonden staan er dan ook achter dat dit beperkt wordt.” (SB)

Promovendi vier jaar aanstellen Promovendi moeten bij aanvang voortaan allemaal een aanstelling voor vier jaar krijgen, vindt het college van bestuur. Promovendivereniging Promood is zeer positief over dit voorlopige besluit. De meeste faculteiten aan de TU stellen promovendi bij aanvang aan voor vier jaar, maar enkele werken standaard met een tijdelijke aanstelling die na één of anderhalf jaar van rechtswege afloopt en daarna kan worden verlengd. Het gaat bijvoorbeeld om Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek en Techniek, Bestuur en Management. Ook wordt soms het risico van beperkte financiering bij de promovendus gelegd. In overleg met het college voor promoties is besloten voortaan één lijn te trekken en werknemerpromovendi altijd voor vier jaar aan te stellen op basis van artikel 2,3 lid 3 sub a cao NU. Dat biedt promovendi meer bescherming. Bij een aanstelling van één jaar konden promovendi namelijk bij een no go al worden weggestuurd terwijl ze nog in bezwaar konden.

In de cao staat dat als mensen voor vier jaar worden aangesteld er na één of anderhalf jaar kan worden beslist om de aanstelling voortijdig te beëindigen als wordt voorzien dat de promovendus niet zal promoveren. Daarvoor is de go/no go-procedure binnen de Graduate School ingesteld. Promotoren zullen dan helder moeten communiceren

Dat biedt promovendi meer bescherming waarom iemand niet verder mag en dat er nog bezwaar kan worden gemaakt. “Dat is goed voor promovendi”, zegt Jonas Teuwen, interim-voorzitter van promovendivereniging Promood. Volgens het nieuwe promotiereglement – dat per 1 januari ingaat – komt er voortaan een vaste geschillencommissie van hoogleraren die bij geschillen nagaat of de juiste procedure is gevolgd en die de argumenten beoordeelt. Ook komt daarin een versnelde procedure van één maand voor het go/ no go-moment. Het college van bestuur legt het voorlopige besluit nog voor aan de ondernemingsraad.

De Beestenmarkt is vanaf vrijdag 5 december weer het decor voor de jaarlijkse schaatsbaan van Delft. Tot 5 januari 2015 kun je er terecht voor schaatsplezier en winterse gezelligheid. (Foto: Sam Rentmeester) Pagina 30: Surviving the season’ s treats

www.deschaatsbaan.nl


Pagina 10: wat zijn, 150 jaar na oprichting van de faculteit, de belangrijkste doorbraken geweest in het vakgebied? En wat zijn de voornaamste uitdagingen waar werktuigkundigen zich voor gesteld zien?


Tekst: Jos Wassink Foto: Sam Rentmeester Illustratie: Stephan Timmers

Delta

9

TU Delft

Wegbereiders van de industrie Werktuigkundigen moesten 150 jaar geleden met hun kennis van metaalbewerking, mechanica en thermodynamica de industriĂŤle revolutie in Nederland op poten zetten. Maar het begin daarvan verliep, zeker in vergelijking met Engeland, nogal traag.

I

n Engeland kwam in 1830 de helft van de energie van stoommachines; in Nederland was dat pas vijftig jaar later het geval. Maar daarna ging het snel: rond steden ontstonden gasfabrieken, watertorens, kleine elektriciteitscentrales, havenwerken, spoorwegen en riolering. Bij suikerfabrieken in West-Brabant, zuivelfabrieken in het noorden en voedingsindustrieĂŤn in de Randstad draaiden grote stoominstallaties. Net als bij de steeds grotere elektriciteitsbedrijven die vanuit de steden met de opbouw van een elektriciteitsnetwerk begonnen dat zich over het hele land verspreidde. Ook de opwekking van elektriciteit was toen het domein van werktuigkundigen. Die ingenieurs kwamen van de Polytechnische School in Delft - de voorloper van de TU. Na de oprichting in 1842 onder de naam Koninklijke Akademie voor de opleiding van civiel ingenieurs kwam er in 1864, 150 jaar geleden, ook een opleiding voor werktuigkundigen als wegbereiders van de industrialisatie.

De nieuwe studie voor werktuigkunde kreeg vorm door de inspanningen van ir. Adrien Huet. Na zijn afstuderen als civiel ingenieur vijf jaar eerder, had Huet studiereizen gemaakt naar Engeland, dat industrieel een stuk verder ontwikkeld was. De polemisch ingestelde Huet pleitte na terugkeer als leraar aan de Polytechnische School vurig voor meer praktijkervaring en experimenten in de ingenieursopleiding en voor meer theorieonderwijs aan de ambachtsscholen. Hij streefde, in navolging van wat hij in Engeland gezien had, een omslag na van een schoolcultuur naar die van een werkplaats. Hij kreeg als docent de taak om het onderwijs in de werktuigbouw en de kennis van werktuigen opnieuw in te richten. Het begin, met acht leerlingen in twee bovenlokalen aan de Westvest, was bescheiden. Als uitgesproken onderwijshervormer was Huet bij de professoren niet erg populair, zodat hij pas in 1896 tot hoogleraar benoemd werd. Toen hij drie jaar later op 63-jarige leeftijd overleed, namen zijn toegewijde oud-studenten het

initiatief voor een monumentale bank in het Kalverbos voor zijn nagedachtenis. Die halfronde bank staat er nog steeds. Bij het 25-jarig bestaan van de opleiding in 1889 kreeg Adrien Huet van zijn oud-studenten een groot gedenkboek. Het is met blauw vilt bekleed en heeft een zwaar zilveren beslag. In het boek staan de namen en functies gekalligrafeerd van zijn 92 afstudeerders van die eerste 25 jaar. De meesten van hen (27) werkten als 'werktuigkundigen' in de industrie, daarnaast gingen er twintig naar de spoorwegen, vijftien naar de marine, zeven naar het stoomwezen en zes naar de mijnbouw. De overige zeventien kwamen in andere sectoren terecht. Het duurde tot ongeveer 1900 dat het aantal werktuigkundigen dat per jaar afstudeerde net zo groot was als het aantal civiel ingenieurs (35 per jaar). Lees verder op pagina 10


Moderne turbine zet stoom via beweging om in stroom. (Foto: Wikimedia/Siemens)

Dunwandige systemen kunnen fraai bezwijken. (Foto: Jos Wassink)

Virtuele Nemag-grijper. (Foto: Stef Lommen)

Van stoom naar stroom

Een kast vol Koiter

Intelligent en duurzaam

Van stoom naar stroom, dat vindt prof.dr.ir. Bendiks Jan Boersma van de afdeling energietechnologie de belangrijkste doorbraak in zijn vakgebied. “Honderdvijftig jaar geleden werkte alles op stoom. Stoomschepen, stoomlocomotieven, zelfs hei-installaties werden tot in 1920 nog met stoom aangedreven. Alle fabrieken hadden een centrale stoommachine en de beweging werd met leren banden overgebracht. Maar tussen 1930 en 1940 maakte stoom plaats voor elektrische aandrijving of werden stoommachines vervangen door diesel- en benzinemotoren. Nu is elektriciteit het belangrijkste middel om kracht en vermogen mee op te wekken.” Als belangrijkste uitdaging geldt de transitie naar een duurzame energievoorziening. “Daar zijn veel ideeën over en het zal uiteindelijk wel een mengvorm worden. Je zult veel goedkope elektriciteit krijgen uit wind en zon, maar doordat de productie fluctueert zul je energie moeten opslaan. We moeten onze eigen brandstof maken en gezien de bestaande infrastructuur denk ik dat methaan daarvoor de beste keuze is.”

“Als je in de wereld zegt: Delft en mechanica. Dan zeggen ze: o, Koiter!” aldus prof.dr.ir. Fred van Keulen van de afdeling precision and microsystems engineering. Koiter publiceerde zijn proefschrift, over de stabiliteit van het elastisch evenwicht, vlak na de Tweede Wereldoorlog. Tien jaar later werd het in de Verenigde Staten ontdekt en vertaald. Sindsdien is het de standaard voor stabiliteit van dunwandige systemen zoals onderzeeërs, vliegtuigen, silo’s, raketten en microsystemen. Prof.dr.ir Warner Koiter heeft het wiskundige framewerk gemaakt om dat op een nette manier te beschrijven. In de gang staat een kast vol met zijn oorkondes en erepenningen. De uitdagingen voor de micro- en nanoengineering zijn talrijk. “Er moet een goede beschrijving voor materialen op nanoniveau komen, je zult nanoverschijnselen moeten vertalen naar de macroscopische wereld en er is gebrek aan gereedschappen voor het maken van nanostructuren. Kortom, er is werk genoeg.”

“Een open deur”, vindt prof.dr.ir. Gabri Lodewijks (maritieme en transporttechnologie) zijn eigen antwoord. Maar toch noemt hij de informatie- en communicatietechnologie (ict) als grootste verandering en innovatie. “De computer als ontwerpgereedschap heeft nieuwe dingen mogelijk gemaakt. Door hydrodynamica kun je het gedrag van een schip al tijdens het ontwerp bepalen. Ook kunnen we virtuele prototypes maken van bijvoorbeeld grijpers om te kijken hoe goed ze werken. Daarnaast hebben communicatieprotocollen het mogelijk gemaakt om automatisch geleide voertuigen te ontwikkelen zoals die bij de containeroverslag gebruikt worden. Goed rentmeesterschap ziet Lodewijks als grootste uitdaging: “Wat we nu allemaal ontwikkelen is gericht op een duurzame toekomst. Zoals transport van containers binnen de haven met elektrische autonome scheepjes in plaats van over de weg. Of: terugbrengen van het energiegebruik van bulktransport per lopende band. We hebben dat nu bijna gehalveerd.”


Huet streefde, in navolging van wat hij in Engeland gezien had, een omslag na van een schoolcultuur naar die van een werkplaats

Zink wordt schaars. (Foto: Wikimedia)

Computers zijn goede regelaars. (Foto: Wikipedia)

Een robotgrijper plukt paprika's. (Foto: Lacquey Food Solutions, Delft)

Niet aan de bomen

Een circus van onderhandelingen

Naar de natuur

“De grootste doorbraak is dat het vak materiaalkunde bestaat”, vindt prof.dr.ir. Jilt Sietsma van de afdeling materials science and engineering. “In de jaren vijftig ontstond het besef dat materialen niet aan de bomen groeien, maar dat je daar wetenschappelijk onderzoek naar moet doen om eigenschappen te begrijpen en te verbeteren. Een middeleeuwse smid stak een gloeiend zwaard in het water om het te harden. Wij snappen nu hoe dat werkt en kunnen materiaalstructuren zichtbaar maken en naar onze hand zetten.” Die studie begon met metalen en verbreedde zich later naar kunststoffen, keramiek en halfgeleiders. De uitdaging voor de toekomst ligt volgens hem, hoe afgezaagd dat ook klinkt, in duurzaamheid. "Materialen worden schaars. Neem zink: het is onmisbaar voor roestbescherming van auto’s en voor het harden van rubber banden. Maar over vijftien jaar is het op. En dat geldt voor heel veel grondstoffen. De materiaalkunde ontwikkelt technieken voor terugwinning en ontwikkelt alternatieve materialen."

“De opkomst van de computer is de grootste verandering in ons vakgebied over die periode”, zegt prof.dr.ir. Hans Hellendoorn, afdelingsvoorzitter van de afdeling meet- en regeltechniek. "De eerste regelsystemen waren mechanisch. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen elektrische regelaars met weerstanden, condensators en spoelen voor proportionele, optellende en differentiële regelingen. Nu heeft de computer al die regelingen overgenomen en kennen we netwerken met honderden regelaars die onderling communiceren. Dat zie je terug bij verkeerslichten en borden boven de snelweg, maar ook in regeling van waterniveaus. Regeltechniek is een automatisch circus van onderhandelingen geworden.” “Nieuw voor ons is het sturen van licht. Denk aan een beweegbare spiegel in een telescoop die atmosferische fluctuaties real-time compenseert, of aan een chipmachine die compenseert voor de warmte die de laser produceert. Een uitdaging daarbij is dat we moeten wennen aan het gedrag van fotonen die zich niet deterministisch gedragen, maar volgens de wetten van de kansberekening.”

“In de biomechanica willen we kennis van de natuur gebruiken om nieuwe mechanische principes te ontwikkelen”, aldus prof.dr.ir. Jenny Dankelman, voorzitter van de afdeling biomechanical engineering. Dat geldt voor een beter begrip van het menselijk lopen om lopende robots te maken, of de tentakels van een inktvis te gebruiken als model voor operatiewerktuigen. “Momenteel proberen we de wespenangel te begrijpen: die kan tot tien centimeter lang zijn en een tiende millimeter dun. En toch knikt hij niet. Zelfs niet bij het doorboren van stugge materialen. Als we dat begrijpen kunnen we hele dunne en stuurbare naalden maken.” "Hoe laat je de mens controle houden over mechanische systemen? Denk aan een versterkend exoskelet voor patiënten die moeite hebben met lopen. Hoe kun je ervoor zorgen dat mensen toch letterlijk blijven voelen wat ze doen. "Het vinden van een optimale interactie tussen mens en technisch systeem, daar zit voor ons de uitdaging, aldus Dankelman. <<


In certain occasions, the architect should remain as invisible as possible, claims Antonio Ortiz. Indeed, the Spanish architect’s design philosophy is clearly evident in his firm’s most recent work: the Rijksmuseum renovation.

‘We as architects are happier than the rest’


Tekst: Phillip Gangan Foto’s: Sam Rentmeester

Delta

13

TU Delft

For over four decades, you have had a spectacular career in architecture. Did you always want to become an architect?

we have been called by friends or by people who knew us to do things here.”

“Actually, no. I am an architect a little bit by chance. I was supposed to be a Civil Engineer, but there was a new architectural school in Seville and I thought, ‘why not try?’ and I liked it. Since then, I am really happy to be an architect. I am enjoying my career.”

In 2001, Cruz y Ortiz won first prize in the Competition for the New Rijksmuseum. How did it feel to have won?

You were born and raised in Seville. Has the city influenced you in any way? “Yes, probably more than I think. There’s a kind of secrecy in many spaces of the city that I like and I try to bring into what we build. But I am completely unable to say until what point the city has influenced me.”

In 1971, you founded Cruz y Ortiz arquitectos with your partner Antonio Cruz. What made you decide to start your own practice? “Well, in those years, there were not so many architects in Spain. You studied architecture to be an independent practitioner. I mean, it was not even conceivable that you can work for bigger offices. You were supposed to be a liberal professional by yourself.”

You have worked with Antonio Cruz for your entire career. How would you describe your relationship? “We have been together for so many years, from students to professionals, and we are very close friends. We like the same films and we read the same writers. The way we work together is very difficult for us to perceive. For us, it happens in a very natural way.”

Cruz y Ortiz arquitectos is known for its award-winning designs. What is the secret to your success? “I don’t think we are so successful. We still keep an office in the south of Spain, which is not too big and we have another office here in Amsterdam. We always liked what we do and we are very tenacious. That is another quality that an architect should have. First, we started with small commissions and later we had bigger ones. What could be the origin of our success is that when commissions arrived, we were already trained to do something on a similar scale. We are also great competitors. We made and still make one competition after another, parallel to the normal activities of the office. Well, now I realize that everyone is forced to do it. It’s not a choice. But it was a choice, at a certain point, for us to do that.”

Since the early 90s, your firm has left its mark on the Dutch urban landscape. Was it always your intention to take on projects in the Netherlands? “No. I mean, it was a kind of mutual falling in love, let’s say. I always like to tell people that the first time I gave a lecture abroad was in Rotterdam. We were very young and to be called out of the country for the first time was very important. This was in the 80s and since then,

‘If you get into a process like this, you should know that it’s going to be controversial’

“The competition was by invitation, so we were invited with six or seven other offices. When we won it, we obviously felt very happy. Well, to lose a competition is not important, but to win some of them is very exciting, especially the Rijksmuseum. That’s something that I always feel thankful for. In general, the way in which we have been treated in the Netherlands has always been very good. And to be trusted to build the National Museum is also something that I cannot be thankful for enough.”

Talk us through the renovation. “The building was treated very badly during the 20th century. The courtyards had disappeared and the museum was an absolute labyrinth. So the first thing was to clean up what shouldn’t be there, to bring the building back to its original splendour. I think this is the right word for this building because it was created with this ambition to be splendorous. Apart from that, we had to endow the building with spaces to receive an ever-growing number of visitors. That means we needed to provide the building with services and all those things that two and a half million visitors are going to need. We tried to connect the two courtyards as much as possible, because, in technical terms, it was impossible to do in Cuyper’s time. The passage actually cut the two lower floors of the building in two parts. Only the main floor was continuous. Apart from that, we tried to bring the building up-to-date using contemporary architecture, but not abusing the juxtaposition or contrast. There is a certain abuse in modern architecture of this kind of juxtaposition. From my point of view, it has become too explanatory. Visitors are permanently taught about what is new, what is old. I get tired of these things. I prefer that for those who want to pay attention to these matters, they can do it without being overwhelmed by the explanation of the architect. The architect is not on the stage. He is out of the stage.”

The renovation took thirteen years to complete. What were the main challenges? “There were many problems. If you get into a process like this, you should know that it’s going to be controversial. Everybody’s going to have an opinion, from the Monumentenzorg (the National Heritage Board) to every neighbour in the area, to the bicycle associations. Read more on page 14


14

Delta

TU Delft

‘Everyday, we are losing control of the technical aspects and remain just as responsible for the shape of the buildings’ "So there were a lot of things that had to happen and eventually happened. Apart from that, the technical difficulties were high in order to bring the building and the museum, up-to-date. It was also difficult to work on a building from the end of 19th century facing the permanent presence of the previous architect. Cuypers was everywhere. So the building is full of details that made it especially difficult to work on. There are almost no points to approach the building without finding something there that you should respect.”

Despite these challenges, what was the most fulfilling aspect of the project? “The opening. The opening because, after getting through what has been a controversial process, finally, there is a kind of worldwide agreement that a very good thing has been made. We never got such an enthusiastic response with any other building, not just in architectural terms, so we are very thankful for that. The museum staff seems to be happy, from the security guards to the director and the same can be said from the first visitor to the last one. We, as architects, feel happier than the rest.”

This year, you and Antonio Cruz are visiting professors at the Faculty of Architecture at TU Delft. Could you tell us more about what you intend to teach? “The lectures are going to be about our work. I will try to select those buildings that are closer to the topics that the students are studying, probably those that are a little bit more integrated in historical settings. And the studio – Studio Amsterdam is its name – is going to be about studying the Plantage area in the centre of the city.”

You and your partner have taught at universities all over the world, including the Graduate Schools of Design at Columbia, Cornell, Harvard, Zurich and Lausanne. Do you consider education to be an important part of your work? “We are guest professors now and then. We like to do it from time to time. I mean, to be guest professors is a very good thing for both us and also for the universities: we try to do our best in a short period of time and we are very happy to teach here.”

CV Spanish architect Antonio Ortiz (1948) studied architecture at the Escuela Superior de Arquitectura in Madrid. In 1971, he and his partner Antonio Cruz founded Cruz y Ortiz arquitectos in their hometown of Seville. Known for their recent work on the Rijksmuseum, the award-

winning duo has designed some of the most extraordinary buildings in Europe over the last forty years, including the SBB Railway Station in Basel and the Olympic Stadium in Seville. They opened a second office in Amsterdam in 2002.

What do you think about Dutch design? “I can understand that, nowadays, for every architect it is very difficult to reach a certain visibility. But this can lead to a certain excess in Dutch architecture. Of course, there are wonderful buildings and beautiful works and a huge will for innovation, but this sometimes brings about certain anxiety and excess. It’s probably a sign of the times. But anyway, Dutch architecture always had a leading role in the 20th century and it still does. Probably, what I modestly criticize as a certain kind of excess is certainly welcome all over the world. So maybe I am the one who is wrong. To be fair, the problems that I can see in Dutch architecture have a lot to do with the way in which the role of the architect in the whole construction process has evolved in the last twenty years. Everyday, we are losing control of the technical aspects and remain just as responsible for the shape of the buildings.”

What advice would you give to architecture students? “I know how the architect profession has evolved in the last decades and I cannot know how it is going to keep evolving, but I still think that being an architect is a great thing. For those who feel that architecture is their vocation, I really try to encourage them, because I think we architects are still generalists in a world of specialists. It is great to be able to have a broader vision. I’m really happy with my profession and I am proud to have made this choice.” <<


De master Lennart Klaver Wifi uit? Lamp aan

Onderzoek: ‘Design of a network stack for directional visible light communication’

Eindcijfer:

8,5

Natuurlijk is lichtcommunicatie niet helemaal nieuw. “Er gebeurt enorm veel op dat vlak. Er is alleen nog één ontbrekend puzzelstukje: de netwerktechniek.” Nu studeerde Lennart Klaver (25) nét af bij Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI). En hij wist wel raad met dat puzzelstukje. “Wetenschappers maken enorme stappen als het gaat om de snelheid en afstand van lichtcommunicatie”, zegt hij, “Ze kijken alleen niet naar wat je vervolgens met die snelle verbinding doet.” Want hoe handig zou het zijn als je auto kan communiceren met zijn voor-, achter-, of tegenligger? “Bijna alle auto’s hebben tegenwoordig ledverlichting. Daar kun je informatie in stoppen. Met welke snelheid de auto voor hem remt bijvoorbeeld, zodat hij zijn eigen snelheid daar op kan aanpassen.” Het handige van licht is namelijk dat je het kunt richten, vertelt Klaver. “Dat is een heel positieve eigenschap voor de netwerktechniek, want dat betekent dat je kunt besparen op energie. Het maakt uit of je je licht (dus informatie) richt op één ontvanger, of op de hele omgeving.” Klaver ontwikkelde een platform waar hij die eigenschappen kon testen. Met behulp van een rond bordje met ledjes rondom, keek hij in hoeverre hij vergelijkbare bordjes in de omgeving kon volgen, én gericht informatie kon sturen naar één van hen. Eigenlijk was lichtcommunicatie een dingetje van zijn afstudeerbegeleider Marco Zuniga van Embedded Software Group bij Computer Science & Engineering. “Hij zag er veel potentie in en wilde op de TU de eerste stappen zetten op dat gebied. Er bestond al wel literatuur over hoe je informatie

stuurt van het ene lichtpunt naar het andere, maar niet over hoe je dat doet als zich meerdere lichtpunten rondom bevinden.” Daar zat Klaver maar mooi mee. “We kwamen met een enorm praktische inslag het gebied binnen, want we moesten het meeste dus zelf bedenken. Dat betekent nu veel publiceren, zodat anderen er verder mee kunnen.” Náást Klaver en Zuniga, want zij hebben ondertussen de interesse gewekt van onderzoeksgroepen in Zweden, Engeland en Oostenrijk. “Die zijn al verder dan wij in de ontwikkeling van lichtcommunicatie, maar missen net dat ene netwerkstukje dat ik heb uitgevonden.” Klaver ziet er wel heil in. “De EU heeft gloeilampen verboden, en het huidige halogeen zal meer en meer worden vervangen door led. Dat betekent dat straks overal toegangspoorten zijn voor communicatie.” Niet alleen handig, maar ook nog eens veilig: lichtcommunicatie heeft namelijk geen bandmodus. Klaver: “Je hebt dus geen last van de buren op je netwerk. Doordat je de informatie heel gericht zendt, kun je het eigenlijk niet afluisteren.” Dag gekraakt internetbankieren! De informaticus denkt dan ook dat zijn techniek in de toekomst wel op toepassing kan rekenen, maar op heel specifiek gebied. Lichtcommunicatie is niet iets wat we straks allemaal hebben. De radioband is namelijk een prima techniek. Dromen doet hij er wel over. “Voor hetzelfde geld staat opeens iemand op die een manier bedenkt om de toepassing in laptops te bouwen. Zitten we straks en masse onder een lamp om te internetten.” (JB)

(Foto: Sam Rentmeester)

Geen (internet)communicatie via radiofrequenties, maar via licht. Als het aan technisch informaticus Lennart Klaver ligt, kletst jouw auto straks via kop- en achterlichten met zijn medeweggebruikers, en dient elke ledlamp boven tafel als toegangspoort naar internet.


IN THE SPORTLIGHT Bernardien Tiehatten

Een roze helm is bijzonder in de raftwereld, volgens Bernardien Tiehatten. “Hij is niet mooi, maar we vallen wel op met onze roze helmpjes.”

Specs

1.72 meter

sportzaken

Gewicht

60 kilo Geboortejaar 1989

Waterdichte jas (anorak), met rubber seals bij hals en polsen.

Laffe Hel

studie:

Geen ‘hel’ tijdens roeiwedstrijd in het hoge noorden en de stand van zaken in het Delftse studentenvoetbal.

bachelor of science, civiele techniek; master watermanagement

Sport: raften (bij de Liquid Ladies)

andere sporten: veel gehockeyd (onder meer bij Dopie) en hardgelopen.

Waarom raften? “Door een aangeboren afwijking mag ik niet op mijn pols vallen. Ik zocht een sport waar je niet hard valt en waar je één arm niet hoeft te gebruiken. Via mijn zus kwam ik bij de Liquid Ladies.” Wat is je niveau? “Ik zit in de tweede Nederlandse boot (R4: raft voor vier personen) en vaar nationale en internationale wedstrijden.” Sterke punten? “Ik ben niet bang en ben zeer beweeglijk in de boot. Bij de slalom moeten alle vier de hoofden door de poortjes. Ik ben snel en soepel, dus dat gaat meestal goed.” Zwakke punten? “Ik ben niet supersterk. Dit compenseer ik een beetje met mijn techniek.”

Geel reddingsvest.

Onder de bovenkleding wordt een thermoshirt en thermobroek gedragen.

Blessuregevoelig, lichamelijke zwakheden? “Je zit wel raar in zo’n boot, met je knieën gedraaid. Je krijgt snel last van je rug.” Hoogtepunten/prijzen? “Vierde plaats op het EK in Bratislava, afgelopen zomer, in de discipline headto-head. Dat zijn één-tegen-één races, waarbij de verliezer steeds afvalt.” Waarom zou iemand moeten gaan raften? “Het is leuk en gezellig onderling en je zit midden in de natuur. Je doet iets inspannends zonder je echt in te spannen en je kunt achteraf leuke verhalen vertellen. We zoeken trouwens nog liefhebsters.”

Ergens een hekel aan? “Dat mijn neopreen-sokken niet drogen binnen één nacht. Dan stap je de volgende wedstrijddag met vieze natte sokken in de boot.”

Peddel van carbon, merk Panenka. Het houten handvat geeft een goede grip als het nat is.

Neopreen sokken.

(Foto: Sam Rentmeester)

Ambities? “We willen het zo goed mogelijk doen, maar met tweemaal in de week trainen win je uiteraard geen EK.”

Sneeuw, onderkoelde roeiers en ijspegels op de riggers. Dat zijn de ingrediënten die de Hel van het Noorden tot de Hel van het Noorden maken. Al jaren lang. Nou ja, in de enigszins verwrongen herinnering dan. Niets van dat al was in elk geval vorige week zondag te bespeuren tijdens de 37ste editie van dit door de Groningse studentenroeivereniging Aegir georganiseerde evenement. Nooit had de voorzitter van de Hel-commissie zo'n 'laffe Hel' meegemaakt als deze keer. Dat verkondigde hij voor een camera van een studentenmedium over de zes kilometer lange achtervolgingsrace voor de skiff (eenmansboot) en de twee-zonder-stuurman op het Eemskanaal te Groningen. Uiteraard waren ook de Delftse studentenroeiverenigingen Laga en Proteus vorige week met een flink contingent roeiers present in het hoge noorden. 'Met zo'n 11 knopen zuiderwind en een temperatuur van rond de 12 graden lijkt het een milde editie van de Hel te worden, in de luwte van de dijk langs het water', werd al tandenknarsend voorspeld op de site van Laga. Onder deze bijna lenteachtige omstandigheden speelde zich in de categorie skiffeuses onder 23 jaar een onderlinge Delftse strijd af tussen Roos de Jong van Proteus en de winnares van vorig jaar, Laila Youssifou van Laga. Dit keer bleef eerstgenoemde haar grote concurrente drie seconden voor. Ze was de enige Delftse afgevaardigde die blik trok. Hoe het met de heldendaden van het nationale vrouwenvoetbalelftal staat was op het moment van kopijsluiting voor deze Delta onbekend. In elk geval konden de Oranje-dames afgelopen donderdag in Italië geschiedenis schrijven door zich voor het eerst in hun bestaan te plaatsen voor een WK. Interessant om in het kielzog daarvan eens te inventariseren hoe het er met het Delftse studentendamesvoetbal voor staat. Voorlopig kan er een voorzichtig optimistische conclusie worden getrokken. De dames van zaterdagclub Ariston'80 promoveerden twee jaar terug voor het eerst naar de derde klasse en doen het daarin niet onaardig met een plaats in de middenmoot. Het ooit zieltogende en in 2002 uit de as herrezen Taura, zoals de vrouwentak van zondagclub Taurus voor insiders door het leven gaat, werd vorig seizoen afgetekend kampioen, maar lijkt nu in de vierde klasse te moeten vrezen voor degradatie. Na zeven duels staan de voetbalsters stijf onderaan met een schamele twee punten. De laatst gespeelde wedstrijd voor de deadline van dit blad gaf overigens wel enige hoop. Tegen het hoog geplaatste Hekelingen werd met 1-1 gelijkgespeeld. Tips? Jimmy.tigges@hetnet.nl


Wat: Comedytrain on (college)tour Waar: Aula Wanneer: Dinsdag 9 december van 20.00 tot 21.30 uur Toegang: Gratis Partyprognose:

9

17

party Spotters

wetenschap, dat is lachen! Ben je voor een Comedytrain-kaartje in het Amsterdamse Toomler al gauw veertien euro kwijt, nu komen de stand-up comedians onder aanvoering van Jan Jaap van der Wal op dinsdag 9 december gratis naar de Aula. Cadeautje van Studium Generale. Terwijl een enkele uitverkoren cabaretier sleutelt aan zijn eindejaarsconference, stapt een gezelschap van de Comedytrain in de bus om langs universiteiten en hogescholen te toeren. Aan het roer: cabaretier alias MC Jan Jaap van der Wal, tot voor kort artistiek leider van het gezelschap. Want hij staat nog steeds op het podium van dé stand-up comedyclub van Nederland en thuisbasis van de Comedytrain: het Amsterdamse Toomler. Ook al ontsteeg hij veel van zijn collega’s door acht jaar geleden de jongste eindejaarsconferencier ooit te worden. Zette hij zes avondvullende shows op zijn naam, én tv-rollen als teamcaptain in ‘Dit was het nieuws’ en presentator van ‘Spijkers met koppen’. En toert hij sinds november in België met zijn voorstelling ‘Dystopia’, die vanaf 2015 te zien is in de Nederlandse poptempels. Tjonge. En dan belooft Studium Generale dat hij nog een stuk of drie talentvolle stand-uppers meeneemt ook. Wie? Dat weet niemand, want dat blijft bijna altijd een verrassing tot de avond begint. ‘De Comedytrain on tour’ is namelijk bepaald geen nieuw concept, ook al voegen de grappenmakers er nu toevallig – voor het eerst! - het woordje ‘college’ aan toe. Al jarenlang trekt het collectief elk theaterseizoen het land in. Altijd in verschillende samenstellingen, op de meest uiteenlopende podia. Zwaargewichten en aanstormend talent, die graag blijven stand-uppen tussen het spelen van hun solovoorstellingen door. Toch zijn studenten en wetenschappers geen dagelijkse kost voor de cabaretiers. Humor in de wetenschap; ga er maar aan staan. Al is het natuurlijk dankbaar trappen tegen clichés als de eeuwige student, frauderende onderzoekers en stoffige professoren. Zin om er een lekker lang avondje van te maken? Pik je van tevoren Lichtjesavond op de Markt nog even mee, die Delft in kerstsfeer hult maar je met een beetje pech achteraan doet aansluiten in de rij voor de Aula. Slimmer: sluit ná de Comedytrain even aan bij House of Styles in de foyer van Theater De Veste. Lasers, blacklights, lichtgevende drankjes; gratis loungen met een grote L. Thema: ‘Is fissa toch?’ En dan is het nog niet eens weekend. sg.tudelft.nl

Kruidnoten of pepernoten? Over een paar dagen is het zover: het heerlijk avondje is gekomen. En hoewel de winkels al vol staan met kerstversieringen, is het eerst tijd om dit oer-Hollandse feestje te vieren. Hierbij een recept voor kruidnoten, die in de volksmond pepernoten heten. Leuk feitje over pepernoten; het illustere element, namelijk de speculaaskruiden die er in moeten, bestaat uit kaneel, nootmuskaat, kruidnagel, gemberpoeder, witte peper en kardemon. Vroeger waren dit zo ongeveer de duurste kruiden die er waren. Het snoepgoed dat wij voor lief nemen en dat nu de supermarkten overspoelt, was vroeger een teken van welvaart. Het strooien van pepernoten was een teken van vruchtbaarheid, zoals boeren vroeger de akkers inzaaiden. Genoeg feitjes, hier komt het recept. Kruidnoten Nodig: bakplaat, bakpapier, mengschaal, oven Ingrediënten: 150 gr. boter, kamertemperatuur en in kleine blokjes, 150 gr. suiker (liefs bruine of basterdsuiker), 250 gr. zelfrijzend bakmeel, 10 gr. speculaaskruiden, ongeveer 100 ml. melk, snufje zout Verwarm de oven voor op 160 graden. Doe de boter, de suiker en het zelfrijzend bakmeel samen met het zout en de speculaaskruiden in de mengschaal. Wrijf het mengsel tussen je vingers tot het lijkt op heel veel fijne kruimels. Voeg vervolgens beetje bij beetje de melk toe tot het deeg ‘pakt’. Let op, je wilt een deeg, niet een beslag, dus pas op met de hoeveelheid melk! Rol in doorzichtig folie en laat ten minste dertig minuten in de ijskast afkoelen. Snijd vervolgens het deeg in kleine stukjes en rol deze tot bolletjes. Leg de bolletjes op de met bakpapier bedekte bakplaat, druk ze een beetje plat en doe vervolgens ongeveer 20 minuten of tot goudbruin in de oven. Strooien maar!

Met geslepen messen, Job Hogewoning


Battle of Ideas

Wie heeft het beste idee om bij te dragen aan een duurzamere ontwikkeling in de wereld? Drie studententeams, onder wie twee Delftse, namen het in de finale van de Battle of Ideas van de organisatie Wotro Science for Global Development tegen elkaar op.


Tekst: Jessica Kalisvaart Foto’s: Hans Stakelbeek

B

edenk een sociaal-innovatieve oplossing die bijdraagt aan het oplossen van de meest hardnekkige problemen in de wereld. Dat was in een notendop de ambitieuze opdracht voor de studentenwedstrijd Battle of Ideas, ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de afdeling Wotro binnen de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).

Delta

De prijs? 1500 Euro per teamlid. Twee Delftse teams schopten het samen met een samengesteld team van de Universiteit Twente en de Wageningen Universiteit tot de finale op 15 oktober in het Museum voor Communicatie in Den Haag, waar ze hun ideeën pitchten. “In India plegen jaarlijks duizenden boeren zelfmoord uit wanhoop,” begint Ryan Helmer, masterstudent sustainable energy technology aan de TU Delft zijn betoog. “De opbrengsten

19

TU Delft

van hun land zijn vaak niet genoeg om een gezin te onderhouden. Het gebrek aan een stabiel inkomen is een groot probleem in arme plattelandsgemeenschappen in India. De vraag is: hoe kunnen deze boeren hun eigen middelen en kunde gebruiken om genoeg inkomsten te generen om hun gezin te bieden wat het nodig heeft?” De Battle of Ideas begon afgelopen zomer met een matchmaking evenement om studenten aan elkaar te koppelen. Groepen

van twee tot vijf bachelor en/of masterstudenten uit verschillende disciplines gingen op zoek naar innovatieve oplossingen voor specifieke mondiale problemen. Twaalf teams dienden een projectvoorstel in, waaruit er drie werden geselecteerd voor de finale. In een pitch van vijf minuten moesten zij het publiek, dat later de winnaar bepaalt, overtuigen van de haalbaarheid en relevantie van hun idee. Lees verder op pagina 20

Met het omhoog houden van stemkaarten kiest het aanwezige publiek de winnaar van de Battle of Ideas.


Gedroogd fruit “Boeren in Afrika moeten hun verse seizoensproducten vaak allemaal op hetzelfde moment verkopen,” aldus Marisol Amador van het winnende team. “Hierdoor is er op bepaalde momenten een overschot en krijgen boeren een lage prijs voor hun product. Op andere momenten is er juist schaarste. Veel voedsel wordt verspeeld doordat deze boeren niet de middelen hebben om producten goed te bewaren en te vervoeren.” Het winnende team, bestaande uit vier studentes van de Wageningen Universiteit en de Universiteit Twente, ziet kans om dit te veranderen door middel van het drogen van rijpe groenten en fruit. “Zo kunt je deze producten langer bewaren en heb je het hele jaar door voedingsrijke landbouwproducten tot je beschikking,” aldus Camilla Ponte uit Italië, die aan de Wageningen Universiteit International Development Studies doet. Het team bedacht een sms-systeem, waardoor ruilhandel tussen de boeren beter mogelijk wordt. Daarnaast biedt de verkoop van deze producten de mogelijkheid tot het verdienen van een inkomen. Oluwaseyi Aladade uit Nigeria, die ook in Wageningen studeert: “Boeren hebben geen geld om te investeren in dure technologie. Met het drogen van groenten en fruit maakt men simpelweg gebruik van de zon. Dit kan een oplossing zijn voor een groot wereldwijd probleem.”

Torrefaction Samen met Vidyut Mohan, die ook de master sustainable energy technology doet en Piet-Jan Schipper, masterstudent system engineering, policy analysis and management, bedacht Helmer een manier om de Indiaanse boeren een stabiel inkomen te bieden. Het antwoord ligt volgens hen in het gebruik van torrefaction, een nieuwe techniek waarmee van biomassa brandstof wordt gemaakt. Hierdoor kan landbouwafval, zoals rijstkaf (het velletje van rijstkorrels) worden gebruikt als energiebron. Torrefaction houdt in dat biomassa eerst wordt geroosterd, en dan wordt samengeperst tot korrels. “De boeren kunnen deze brandstof gebruiken om op

De twee TU-teams zagen een prijs van 1500 euro per persoon aan hun neus voorbij gaan.

‘Straatlantaarns op zonne-energie bestaan al. Wij maken er een sociaal innovatief concept van’ te koken,” vervolgt Helmer. “Het voordeel is dat er in tegenstelling tot bijvoorbeeld petroleum geen giftige gassen vrijkomen. Bovendien concurreert het niet met de voedselketen en absorbeert het geen water, waardoor het lang opgeslagen kan worden.” Dat laatste is vooral belangrijk voor het businessplan dat de studenten bedacht hebben. Helmer: “We willen een corporatie oprichten, waaraan boeren hun landbouwafval geven. Die corporatie zet die biomassa dan met behulp van een installatie om in pellets.” Pellets zijn cylindertjes van geperste biomassa die je in kachels, ketels, fornuizen of barbecues kunt gebruiken. “Boeren kunnen deze ophalen of de brand-

stof kan worden verkocht aan bijvoorbeeld de industrie, waardoor de boeren een inkomen krijgen. Doordat de pellets lang kunnen worden opgeslagen, functioneert dit als een economische stabilisator in tijden van slechte oogst.” Het drietal reist in februari 2015 naar India om de haalbaarheid van hun idee te onderzoeken.

Straatverlichting “Vrouwen kunnen in de stad Kabwe in Zambia in het donker niet veilig over straat,” vertelt Frederique de Groen, derdejaars student industrieel ontwerpen. “Onder andere overvallen zijn er een groot probleem.” Om de veiligheid op straat te vergroten heeft het team, dat verder bestaat

uit Wietske Scholtens, bachelor werktuigbouwkunde en Sharon van Luik, derdejaars student technische bestuurskunde, op zonneenergie werkende lantarenpalen bedacht. “We volgen alle drie de minor international entrepreneurship and development. Daarvoor waren we al bezig met het bedenken van een oplossing voor dit maatschappelijke probleem,” zegt Wietske Scholtens. “De local council in Kabwe gaf aan iets met duurzame energie te willen. Wij hebben het idee verder uitgewerkt.” Het is niet alleen de bedoeling dat de straten worden verlicht, het drietal heeft het concept verder uitgebreid met een extra accu voor andere toepassingen. “De energie uit de tweede accu is bedoeld


Delta

21

TU Delft

Over WOTRO

Frederique de Groen (industrieel ontwerpen) legt uit hoe straatverlichting op zonne-energie in Zambia het verschil kan maken.

Vidyut Mohan, Ryan Helmer en Piet-Jan Schipper zien het tot brandstof omzetten van biomassa als de manier om armoede in arme plattelandsgemeenschappen aan te pakken.

voor mensen die investeren in de straatlantaarns. Zo wordt investeren interessanter, zelfs voor mensen die weinig te besteden hebben,” zegt Sharon van Luik in de pitch. “We hebben geen nieuwe techniek bedacht. Straatlantaarns op zonne-energie bestaan al. Wat wij doen, is er een sociaal-innovatief concept van maken.” “We gaan daar niet de lamp neerzetten en dan weer weg,” vult Scholtens aan. “We willen dit echt samen met de lokale bevolking doen. Daarom moeten we uitzoeken of ze überhaupt wel zitten te wachten op deze lantaarns. Kunnen we ze lokaal produceren? En hoe zorgen we ervoor dat het project verder gaat als wij er weer weg zijn?” Op 5 november zijn de drie

studentes naar Zambia gevlogen om antwoorden te krijgen op deze vragen, als onderdeel van hun minor.

Prijs Na de pitches mocht het aanwezige publiek beslissen welk team er met de geldprijs vandoor gaat. De twee TU-teams vielen helaas niet in de prijzen. “Ons concept heeft veel potentie en perspectief” aldus Piet-Jan Schipper. “Het probleem is dat het een vrij technisch verhaal is en ik heb wel al met eerder van dit soort wedstrijden gemerkt dat simpele technieken makkelijker worden begrepen door het publiek.” Ook Vidyut Mohan was enigszins teleurgesteld. “We konden het geld

goed gebruiken voor onze reis naar India, maar we gaan sowieso in februari drie maanden die kant op om te kijken of ons idee haalbaar is en of het geïmplementeerd kan worden. Ryan en ik doen dat als onderdeel van onze master.” Ook het andere TU-team baalde: “Het is jammer dat we niet gewonnen hebben. We wilden graag een exemplaar van de lamp maken daar, maar zonder het prijzengeld wordt het lastig dit daadwerkelijk te realiseren,” zegt Wietske Scholten. <<

“Wotro is een dochterorganisatie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), die wetenschappelijk onderzoek in de tropen financiert,” zegt hoogleraar hydrologie, prof.dr.ir. Huub Savenije van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen. Savenije is als lid van het Wotro Board mede verantwoordelijk voor strategie en beleid. “Oorspronkelijk richtte Wotro zich met name op geografisch, demografisch, landbouwtechnisch en biologisch onderzoek in de tropen. Dat stamt uit het Nederlandse koloniale verleden. Men deed bijvoorbeeld veel onderzoek in Indonesië. Door de jaren heen is de maatschappelijke relevantie steeds prominenter geworden. Dit loopt in gelijke pas met onze kijk op ontwikkelingssamenwerking. Dat richt zich ook steeds meer op duurzame ontwikkeling. Door Wotro gefinancierd wetenschappelijk onderzoek focust zich nu meer op maatschappelijk of duurzaamheid relevant onderzoek. Het sluit bijvoorbeeld aan bij de millennium goals van de Verenigde Naties.” Zelf heeft Savenije met financiering van Wotro onderzoek gedaan naar de manieren waarop kleinschalige boeren in OostAfrika hun land op een duurzame manier kunnen gebruiken, waardoor tevens hun productie verhoogd kan worden. Nu werkt hij mee aan wetenschappelijk onderzoek op het gebied van het verwijderen van arsenicum uit drinkwater in Bangladesh en het hergebruik van water in Mozambique. “De naam Wotro zal bachelor- en masterstudenten waarschijnlijk niet zoveel zeggen,” zegt Savenije.” “Maar ik krijg regelmatig vragen van studenten over de mogelijkheden voor onderzoek in de tropen. Wotro financiert geen onderzoek van bachelor of masterstudenten, maar ik raad hen die hierin geïnteresseerd zijn aan om uit te zoeken welke onderzoeken er lopen en om eens te kijken of ze zich kunnen aansluiten bij dergelijke onderzoek. Ik probeer zelf altijd een aantal studenten te betrekken bij onderzoeksprojecten. Voor promovendi is Wotro zeker interessant.”


22

Delta

TU Delft

‘Er heerst te veel optimisme over zelfrijdende auto’s’ Slimme auto’s, ingewikkelde verkeerssituaties in steden en het gedrag van verkeersdeelnemers; dit zijn de onderwerpen waar gedragswetenschapper prof.dr. Marjan Hagenzieker zich over buigt. Hagenzieker doet al vijfentwintig jaar onderzoek naar de gevaren op de weg. Ze is wetenschappelijk adviseur bij de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV en is sinds dit najaar ook hoogleraar bij de afdeling transport en planning van de TU Delft. Ze waarschuwt voor te veel optimisme over zelfrijdende auto’s. steeds Drukker

Smart cities

“Hoe kunnen we het verkeer veiliger maken in moderne stedelijke omgevingen? Dat is een van de vragen waar ik me in mijn nieuwe functie op zal richten. Zo’n 35 procent van alle verkeersslachtoffers valt in de bebouwde kom. Steden worden steeds ingewikkelder doordat het er drukker wordt en er steeds meer verschillende soorten voertuigen aan het verkeer deelnemen. Je ziet kleine autootjes die officieel een soort brommers zijn, steeds meer soorten snelle en elektrische fietsen, motoren met een dakje erop, de elektrisch aangedreven zelf-balancerende Segways die tussen het andere verkeer op de rijbaan mogen rijden.”

“Beleidsmakers hebben de mond vol van smart cities. Ze introduceren technieken die de stad leefbaarder en aantrekkelijker maken, en op het gebied van verkeer zijn er bijvoorbeeld apps die laten zien waar parkeerplaatsen vrij zijn, of die je helpen bij het vinden van de juiste aansluitingen met het openbaar vervoer. Verkeersveiligheid zou een onderdeel moeten uitmaken van deze trend. Plan die route naar de parkeergarage zo dat hij ook het veiligst is.”

Scheiden “Lag in het verleden de nadruk op de veiligheid van wegen buiten de bebouwde kom, nu hebben ook steden snel aandacht nodig. Er moet infrastructuur komen waardoor je voertuigen met verschillende massa en snelheid van elkaar kunt scheiden. Denk aan dubbele fietspaden, voor de snelle en minder snelle fietsers. En in sommige gevallen moet je er misschien voor kiezen om bepaalde verkeerstromen te weren, zoals vrachtwagens uit drukke winkelstraten.”

Lantaarntje “Bij verkeersonderzoek draait het vrijwel altijd om doorstroming en bereikbaarheid. Verkeersveiligheid is maar een heel klein academisch vakgebied. In veel landen bestaan helemaal geen hoogleraren verkeersveiligheid of moet je ze met een lantaarntje zoeken. Hier aan de TU zijn veel hoogleraren die zich bezig houden met verkeer en vervoer, maar ik ben de enige die zich specifiek richt op verkeersveiligheid.”

Fietsers “Het speerpunt in Nederland, wat verkeersveiligheid betreft, is nu om het aantal gewonden naar beneden te krijgen. Er vallen vooral veel ernstig gewonden onder fietsers. Sinds 2005 zien we een sterke


23

Tekst: Tomas van Dijk

stijging. Dat is een zorgelijke trend. Ouderen kopen elektrische fietsen en rijden daar vrij hard mee. Je ziet tegenwoordig ook zogenaamde speed pedelecs, dat zijn elektrische fietsen die vijfenveertig kilometer per uur kunnen. Daar mag je in Nederland nu nog mee op het fietspad, zonder helm. Dat is niet zo’n goed idee.”

Spectaculaire daling “Over de hele linie heeft er een spectaculaire daling plaatsgevonden van het aantal verkeersslachtoffers. Begin jaren zeventig vielen er jaarlijks meer dan drieduizend doden in het verkeer. De koningin stond daar in die tijd bij stil in haar troonrede. Dat kun je je nu niet meer voorstellen. In de jaren zeventig werden gordels verplicht, er kwam een wettelijke limiet van 0,5 promillage voor alcoholgebruik achter het stuur, er kwamen snelheidslimieten en meer markeringen op de weg. Sindsdien is het aantal doden gestaag gedaald. In 2013 waren het er 570. De grote winst is al behaald. Het wordt steeds moeilijker om het aantal verder te laten dalen.”

Rotondes “De kleine afname die we nu nog zien, komt onder andere doordat auto’s steeds veiliger worden. Zo geven de motorkappen van sommige auto’s een beetje mee bij een botsing met een fietser of voetganger en er zijn zelfs speciale airbags die aan de voorkant van auto’s aangebracht kunnen worden. Als er een botsing is met een fietser of voetganger klapt de airbag uit en bedekt de hele voorruit. Ze anticiperen op de botsing opgeleid en er is aandacht voor verkeersveiligheid op school. Kruispunten worden vervangen door rotondes. En de wegen zijn beter geworden. En dan heb ik het niet alleen over het asfalt. Ze zijn ook beter ingericht en aangelegd.”

Eenduidigheid “Zo’n vijftien jaar geleden zijn alle wegen gecategoriseerd. Je hebt stroomwegen om snel van a naar b te gaan, erftoegangswegen en tussenwegen. Bij alle typen wegen gelden bijpassende vormgevingseisen. Eenduidigheid maakt een enorm verschil. Mensen weten vaak wel als ze bepaalde markeringen op de weg zien hoe hard ze ongeveer mogen. Het hele verwachtingspatroon wordt geactiveerd. Dat is heel belangrijk. Die systematiek moet nog verder doorgevoerd worden.”

Wegontwerp “Je kunt het rijgedrag op fantastische wijze beïnvloeden. Een bordje met ‘50’ langs de weg zetten is niet genoeg om mensen rustig te laten rijden. Je moet er voor zorgen dat mensen door de vormgeving van de weg het gevoel krijgen dat ze er maar vijftig kilometer per uur willen rijden. Je kunt spelen met de belijning en de rijstroken niet te breed maken. Op een brede weg gaan mensen eerder hard rijden. Het helpt ook om flauwe bochten aan te brengen en ervoor te zorgen dat het fietspad goed zichtbaar is.”

Visioenen “Maar of het ook mogelijk is om tot nul doden per jaar te komen… Sommige mensen hebben visioenen waarin dit gebeurt dankzij automatische auto’s. Ik denk niet dat dit gaat gebeuren. En zeker niet op korte termijn. Er heerst te veel optimisme over zelfrijdende auto’s. Automatische auto’s weten niet goed hoe ze om moeten gaan met fietsers en voetgangers.”

Transitieperiode “De eerste experimenten vinden plaats op de snelweg. Maar ook daar is het lastig. Totdat automatische auto’s gemeengoed zijn bevinden we ons in een gevaarlijke transitieperiode. In het begin rijden er slechts enkele slimme auto’s op de weg, terwijl het de

‘Ik kan me voorstellen dat telefoons zichzelf in de toekomst uitschakelen als je autorijdt’ bedoeling is dat alle auto’s met elkaar communiceren. Dat wordt dus lastig. Hoe gaan automobilisten reageren op automatische auto’s die heel berekenend rijden, die bijvoorbeeld invoegen met een heel kleine marge? Misschien schrikken ze daar wel erg van en krijg je gevaarlijke situaties.”

Gedrag “Ik vind het goed dat er aan automatisering gewerkt wordt. Maar in het enthousiasme ziet men over het hoofd dat we met mensen te maken hebben. In mijn onderzoek besteed ik bijzondere aandacht aan het gedrag van weggebruikers. Gedragsonderzoek verdient bij het ontwerpen van wegen en het ontwikkelen van technologie in voertuigen een belangrijke plek.”

Supervisors “Een full blown automatische auto, die je van deur tot deur brengt, zie ik de komende twintig jaar niet zomaar overal op de openbare weg rond rijden. De komende decennia blijven er veel taken over voor de automobilist. Hij zal nog altijd het verkeer in de gaten moeten houden. Als het systeem stuk gaat, moet hij ingrijpen. We veranderen dus in supervisors. Dat is een rol die ons niet zo goed ligt. We dreigen in te dutten en kijken niet meer goed om ons heen. De vraag is hoe lang het duurt voordat we weer helemaal zicht hebben op het verkeer op het moment dat we het stuur moeten overnemen.”

Afleiding “Afleiding is een ander aspect waar ik als gedragswetenschapper onderzoek naar doe. Tussen de vijf en vijfentwintig procent van de verkeersongevallen heeft te maken met afleiding in het verkeer. Mensen zijn met hun smartphones bezig en navigatiekastjes roepen soms dingen die tegenstrijdig zijn met de verkeersborden. Daar is nog vooruitgang te boeken. Navigatiesystemen moeten leren prioriteren. Dat ze je waarschuwen voor een file kan handig zijn en de veiligheid bevorderen. Maar er zijn ook navigatie-apps die gesponsord worden en die je vertellen dat je een kilometer verderop een lekker broodje kunt eten.”

Leren “Misschien gaan mensen leren om verstandig om te gaan met de verleidingen die de communicatietechnologie brengt. Mensen hebben ook leren omgaan met meer drukte op de weg. Ik kan me voorstellen dat telefoons zichzelf in de toekomst uitschakelen als je autorijdt. Automobilisten moeten dit leren accepteren.”

Topland “Nederland staat in de top van de meest veilige landen. Tot voor kort scoorden in Europa alleen Engeland en Zweden hoger. Maar het kan nog veiliger. Daarvoor is wel extra inspanning nodig, want andere landen zoals Noorwegen, Ierland en Denemarken zijn Nederland aan het inhalen” <<


24

Advertenties

How do you make a lithography system that goes to the limit of what is physically possible? At ASML we bring together the most creative minds in science and technology to develop lithography machines that are key to producing cheaper, faster, more energy-efficient microchips. Our machines need to image billions of structures in a few seconds with an accuracy of a few silicon atoms. So if you’re a team player who enjoys the company of brilliant minds, who is passionate about solving complex technological problems, you’ll find working at ASML a highly rewarding experience. Per employee we’re one of Europe’s largest private investor in R&D, giving you the freedom to experiment and a culture that will let you get things done. Join ASML’s expanding multidisciplinary teams and help us to continue pushing the boundaries of what’s possible.

www.asml.com/students /ASML

1

@ASMLcompany

3

• Snelle analyse in 60 - 150 sec • Geschikt voor aardgas, biogas en meer

2

• Flexibele configuratie van max. 4 kanalen

5

• Compact ontwerp 4

40

• Snelle en eenvoudige opstart

Op zoek naar een snelle, flexibele en compacte oplossing voor een gasanalyse? Bel Da Vinci Laboratory Solutions om een Micro GC Demo aan te vragen op 010-258 1870.

150

Seconds

Boosting laboratory efficiency

www.davinci-ls.com Je benadert klanten actief en helpt ze op een vriendelijke manier. Je verkoopt “Fun” en “Emotie” en adviseert maar bovendien bied je een uitstekende service. Je weet goed in te springen op de wensen van de klant.

NEBO Photo & Electronics is op zoek naar nieuwe

Verkoopmedewerkers Als verkoper ben je bij ons verantwoordelijk voor de verkoop en presentatie van onze artikelen en accessoires. Ben je geïnteresseerd, stuur dan een reactie met daarin je motivatie, aangevuld met je CV naar:

NEBO Photo & Electronics Of stuur een mail aangevuld Jocé van Gaal met je CV naar: Postbus 75 jvagaal@neboweb.nl 2630 AB NOOTDORP

Samen met je collega ben je verantwoordelijk voor een geordend filiaal en een prettige winkel- en werksfeer. Als je minimaal beschikt over een MBO werk- en denkniveau en je hebt de nodige productkennis, je bent commercieel ingesteld maar ook communicatief, dan zijn wij op zoek naar jou! Wij bieden je een leuke baan met collega’s die als geen ander weten hoe je, zoals wij dat noemen “Fun” en “Emotie” moet verkopen aan de klanten. Voor jou is er een marktconform salaris en personeelskorting.


Delta

25

TU Delft

sudoku variation

Blonde Brabander Solution Delta Sudoku 6

In a regular Sudoku, every row, column and block of 3x3 cells must contain the digits 1 through 9 exactly once. In this SeriesDoku, there are eight further items to solve. There are four groups of pink squares and four groups of blue squares. Each group must contain any series of consecutive digits in any order, e.g. 97182. For the purposes of this puzzle, 9 and 1 are considered to be consecutive. If you love to solve more of these challenging Sudoku variations please visit www.sudoku-variations.com. The solution of this calculodoku will be published in next Delta.

Help Alzheimer overwinnen. Dan hoeft niemand zichzelf te verliezen. 1 op de 5 mensen krijgt dementie, waarvan Alzheimer de meest voorkomende vorm is. www.alzheimer-nederland.nl

columnquingenee

© 2014 www.sudoku-variations.com

De aversie tegen de pitch-je-passiecultuur proef ik steeds vaker in mijn kennissenkring. In masterclasses Personal Branding wordt ons verteld hoe je je ‘WHY HOW WHAT’ het beste uitdraagt. Be your own brand. Pitch in elke lift en heb je praatje klaar voor netwerkborrels. Ga heen en deel. Dat we ons moeten verbijzonderen en een merk moeten worden, daar willen sommige vrienden niet in meegaan. Zij stellen nuchterheid op prijs en menen dat je uniek bent net als ieder ander. Ze keren zich tegen een opgelegde geldingsdrang dat je de wereld moet verkondigen dat je unieker bent dan anderen en zijn overtuigd dat het gematigder kan. Toch werkt voor mij de interactie, die volgt na een pitch, als oefening om mijn visie scherp te krijgen. Dat kan natuurlijk ook in je vriendengroep, maar als het alleen daar gebeurt, geeft dat het gevaar van group think. Anaïs Nin schreef hierover: ‘We don’t see things as they are, we see things as we are’. Daarom zoek ik ook onbekende of nieuwe terreinen en mensen op om beter grip te krijgen op het werk wat ik wil doen. Online ben ik daar niet zo sterk mee bezig. Telefoon en laptop gebruik ik vooral voor praktische verzoeken. Met één letter op de verkeerde plaats is de praktische eenvoud echter verdwenen. Zo dacht ik dat ik laatst een helder verzoek via de whatsapp had gestuurd aan een bevriende fotografe. Ik stuurde haar een summiere typering van een vriend die op de foto wilde: “Een energieke, blonde Brabander”. Lichtelijk verbaasd las ik haar reactie: “Wat een bijzonder verzoek.” Wat volgde was een ongemakkelijk telefoongesprek tussen de vriend en de fotografe. Waar ik dacht ‘blonde Brabander’ te hebben getypt, bleek ‘blinde Brabander’ te staan. Dan krijgt de vraag: ‘hoe zou je willen dat je foto eruit komt te zien?’ ineens een heel andere lading. De verwarring was compleet toen de vriend een foto uit de Volkskrant van die dag omschreef. Mijn les: niet blind vertrouwen op autocorrect. Voor het schaven aan mijn visie, blijf ik bij persoonlijk contact in combinatie met de nuchtere inslag van vrienden. “What got you here, will get you there.”


26

Advertenties

Een perfect proefschrift.

Sports & Culture Winter Programme

Grote & kleine oplage



Opmaak, druk & afwerking Kleur & zwart/wit Service & dichtbij

www.druktanheck.nl • 015-2142981 • info@druktanheck.nl

Sports & Culture

Paperback & harde omslag

4/12

Open Stage Night ‘Audience Looking for Performers’: Showcase your talent, or just drop by! Thursday, 20:30, @Culture, €0,-

-------------------------------------------------------------6/12

Mexican Posada Make your own ‘Piñata’, join the ‘Lotería’, enjoy traditional food & drinks and dance & enjoy this Mexican themed Christmas party with us! Saturday, 18:00, @Culture, €0,-

-------------------------------------------------------------9/12

Fitness and Health Test: How fit are you?* Measure your physical condition with a variety of tests in endurance, strength & flexibility. Are you ready?! Tuesday, 17:00 - 21:00, @Sports, €2,50

-------------------------------------------------------------11/12

Workshop: Monoprinting, Drawing & Concepting Create new visual stories and concepts with various techniques. Thursday, 19:30, @Culture, €10,-

++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

12/12

ver vooruit in duurzame technologie

Hoe energie efficient ben jij? €7 win .500 ,Draag met je scriptie bij aan een duurzame wereld!

Swinging X-Mas Party with Rilan & The Bombardiers Live band Rilan & The Bombardiers can even make a retirement home go crazy. Celebrate like they did in the Roaring Twenties at our Great Gatsby themed X-mas party. Don’t forget to dress to impress! Friday, 22:00, @Sports cafe, €0,-

++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

14/12

Sports Clinic: Ice Skating* Winter is coming… Join this workshop for beginners and learn how to ice skate! Sunday, 13:00, @Uithof, €6,50 – including skate rent [In co-op w/ ELS]

-------------------------------------------------------------18/12

Lecture: Gardening 2.0 Learn how you can have your own garden on even the smallest patio or balcony and receive tips for growing food indoors! Thursday, 20:00, @Culture, €0,-

-------------------------------------------------------------19/12

Iran celebrates Yalda A night filled with storytelling, musical performances, dance and treats. Friday, 19:00, @Culture, €0,- [In co-op w/ ISSTUD]

--------------------------------------------------------------

Ben jij masterstudent aan de TU Delft

8/1

en heb jij een innovatief idee

Grand Tequila Tasting* Still drinking tequila like a dabbler? Learn how to drink it like a pro. Thursday, 19:00 - 21:00, @Culture, €15,-

++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

op het gebied van energy

9/1

efficiency en duurzaamheid? Cofely geeft 1 x € 7.500,-

StuKaFest Kickoff party With performances from Orange Skyline (3FM Serious Talent) & Josephine Zwaan (finalist ‘De Beste Singer-Songwriter van NL’). Bands & singer-songwriters will battle to win a spot at StuKaFest Delft! Friday, 20:00, @Culture, €0,- [In co-op w/ StuKaFest Delft]

++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

en 2 x € 2.500,- weg aan

10/1

masterstudenten met de meest innovatieve

The Dutch Championship Risk* [Dutch spoken] Have you always wondered what your chances are at Risk on a national level? Join this unique championship. Subscribe at www.benjijeralbij.nl. Saturday, 10:30, @Army Museum, €5,-

--------------------------------------------------------------

oplossingen. Stuur vóór

21/1

9 januari 2015 jouw

Presentation Night @Culture Drop by and enjoy the works of our talented students. Wednesday, 19:00 - 23:00, @Culture, €0,-

project, afstudeer- of onder-

--------------------------------------------------------------

zoeksverslag in en maak kans!

--------------------------------------------------------------

* Enrol @ www.sc.tudelft.nl or Sports & Culture desks

Kijk voor meer informatie op

Sports & Culture Mekelweg 8-10, 2628 CD Delft www.sc.tudelft.nl | twitter.com/tudelft_sc | www.sc.tudelft.nl/facebook

www.hoe-energie-efficient-ben-jij.nl

www.hoe-energie-efficient-ben-jij.nl

Voor advertenties bel met:

H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80

E delta@henjuitgevers.nl Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.

Te huur te

huur t

Kantoor- , praktijk- en atelierruimte te huur in centrum delft voor startende en jonge bedrijven Molslaan 121 2611 RK Delft 015 21 32 568 post@skb-delft.nl www.s-k-b.nl

015 Bedrijven - 213 25 68 Stichting Kleinschalige

0

s-k-b.nl s


Delta

27

TU Delft

desgevraagd

Stelling

Uitgevers van wetenschappelijke bladen waakten altijd als een broedse hen over de artikelen, terwijl financiers van wetenschappelijk onderzoek juist aandrongen op publieke toegankelijkheid van de resultaten. Deze jarenlange impasse is nu doorbroken.

‘Soms is het goed om door te gaan, ook al is het voorgaande werk niet geheel begrepen’ Dr. Michiel Petrus Materiaalwetenschapper

In het door hen gepropageerde ‘open access’ model betalen auteurs voor publicatie, maar zijn de artikelen vrij toegankelijk. Die kloof leek lang onoverbrugbaar. Totdat vorige week bekend werd dat de Nederlandse universiteiten, verenigd in de VNSU, tot overeenstemming zijn gekomen met een belangrijke uitgever, het Duitse bedrijf Springer. Het poldermodel lijkt te zegevieren. “Dit is een doorbraak omdat we naast een verlenging van de abonnementen op de tijdschriften, waar wetenschappers toegang toe moeten hebben, een koppeling hebben gemaakt met het open-access publiceren”, zegt VNSU woordvoerder Bas Verweij desgevraagd. De deal houdt in dat de universitaire bibliotheken een eenheidsprijs betalen voor abonnement en publicaties. Nederlandse onderzoekers betalen dus geen extra bijdrage voor hun publicaties die wereldwijd vrij te raadplegen zijn. De abonnementen worden gehandhaafd zodat universitaire onderzoekers toegang houden tot publicaties uit andere landen. Springer is met dertien procent marktaandeel in wetenschappelijke publicaties de op een na grootste uitgever.

Onderhandelingen met de grootste uitgever, Elsevier (23 procent), liepen eerder vast. Verwacht Verweij een domino-effect van de overeenkomst met Springer? “Daar hopen we wel op. We weten dat een deel van wereld meekijkt. Het overleg met Elsevier liep enkele weken geleden stuk, maar ook met hen willen we weer om tafel. We hopen dat ook universiteiten in andere landen tot soortgelijke afspraken komen. Want overheden en zeker ook

‘Onderzoek dat met publiek geld is betaald, moet publiek toegankelijk zijn’ wetenschappers zijn er van overtuigd dat open access de weg naar de toekomst is.” “Dit is een overwinning voor de wetenschap”, zegt hydroloog prof.dr.ir. Huub Savenije (CiTG). Savenije maakt zich al

lang sterk voor open access. In 2004 richtte hij een van de eerste open access journals op: het online tijdschrift ‘Hydrology and Earth System Sciences’, dat valt onder de paraplu van de European Geosciences Union. “Overheden en universiteiten pleiten al heel lang voor open acces. En terecht”, vindt Savenije. “Onderzoek dat met publiek geld betaald is moet publiek toegankelijk zijn. Voor de universiteiten is er daarnaast een belangrijke financiële drijfveer. Ze worden al jaren in een houdgreep gehouden door uitgevers met hun dure abonnementen. Ze moeten die wel afnemen omdat onderzoekers toegang tot de literatuur nodig hebben.” Savenije denkt dat andere uitgevers zullen volgen. “Bij Elsevier hadden ze wellicht gehoopt dat ze nog enkele jaren met hun huidige zeer winstgevende business model door konden gaan. Maar ze zijn niet blind voor de tekenen des tijds. Nu een uitgever overstag is gegaan, moeten zij ook wel volgen.” Uiteindelijk hoopt Savenije dat niet alleen publicaties voor iedereen toegankelijk worden, maar ook de onderliggende data die tot die publicaties hebben geleid. “Data zijn vaak dankzij publiek geld verzameld en zouden daarom ook publiek toegankelijk moeten zijn. Er is nu een hele beweging in de wetenschap aan het ontstaan die zich hier sterk voor maakt.” (JW/TvD)

“Deze stelling komt voort uit mijn eigen ervaring tijdens mijn promotieonderzoek. Ik heb onderzoek gedaan naar organische zonnecellen. De hoofdvraag was of bepaalde goedkope polymeren, met koolstof-stikstofbindingen (azomethine-bindingen) bruikbaar zijn als elektrondonor in organische zonnecellen. Tijdens mijn experimenten bleek het rendement van deze zonnecellen erg tegen te vallen. Ondanks verschillende metingen kwamen we niet achter de oorzaak. Ik ben vervolgens organische zonnecellen gaan maken met kleine moleculen in plaats van polymeren. Dit leidde meteen tot hoge rendementen. Met de nieuwe inzichten die we hadden verkregen via onze studie aan de kleine moleculen konden we vrij eenvoudig de organische zonnecellen met azomethinepolymeren verbeteren.” (TvD)


28

Delta

TU Delft

Text: Phillip Gangan Photo: Sam Rentmeester

International students burdened by Delft housing shortage

English pages

You may have noticed that this isn't the first section of English in this edition of Delta. The interview of architect Antonio Ortiz was written in English. Read it on page 12. And don't miss our final Lab Of on the back cover.

Evan Clearesta pins photos about his desk in his room at the Student Hotel.

International students at TU Delft are at a disadvantage when it comes to securing housing accommodations from abroad. With no knowledge of the current housing situation in Delft, many students face difficult challenges in obtaining suitable housing.

A

ccording to the latest results of the 2014 Student Housing Monitor, roughly 4% of the total student population in Delft has no access to student housing accommodations. Compared to other university cities in the Netherlands, approximately 60% of the students at TU Delft rent out rooms through student housing organization Duwo. Due to the overwhelming demand for student ac-

commodations in Delft, a system of guaranteed housing was developed in cooperation with the university to ensure that international students find proper housing during their stay. As a result, Duwo reserves 1,700 rooms each year for incoming international students for a one-year period. Despite this housing guarantee, the system has given rise to a number of critical issues. “Duwo has very stringent contracts with international students,” said Delft International Student Society Chairman Jad Masri. “The second biggest problem is the price. The rent is way above the market price if you compare it to non-Duwo accommodations.” This is due to the fact that most of Duwo’s international student housing is fully furnished and is serviced on a regular basis. Furthermore, costs such as utilities and municipality taxes are included in the rent. “It is expensive,” said Duwo Accommodate Manager Gijsbert Mul. “The students’ complaints are justified in terms of the amount of money, but we are a social housing organiza-

‘Duwo is the only social housing organization here in Delft that can provide the number of student accommodations that we actually need’

tion, not a private entity. We make a profit, but we have to reinvest our profits into new projects.” Indeed, over the next five years, Duwo plans to build an additional 1,300 accommodations for TU Delft’s growing student population and has recently provided 485 rooms at the new XRay building on Röntgenweg. Obligated to provide affordable housing to students at TU Delft, Duwo has inadvertently secured a monopoly on the student housing market. “Duwo is the only social housing organization here in Delft that can provide the number of student accommodations that we actually need,” said TU Delft International Housing Coordinator Alexander van der Wel. “When the International Office first started, the head of our office spoke to all the other social housing organizations in Delft, but none of them were interested in student accommodations because it’s a different sport, let’s say.” Although TU Delft is open to new student housing initiatives in the city, Van der Wel claims that the university needs to ensure both the quality and quantity of these accommodations before any agreement can be made. However, given the major shortage of student housing in Delft, the International Office has enlisted the help of the newly opened Student


Delta Hotel The Hague to provide housing accommodations to some 70 TU Delft international students. “Last summer, we experienced a huge shortage of accommodations, something we were not able to solve within Delft, so we had to look elsewhere,” van der Wel said. “What I like about The Student Hotel’s concept is that it offers shortstay accommodations but with hotel facilities. Of course, that is also reflected in the price.” Located across the Den Haag Hollands Spoor train station, The Student Hotel The Hague offers 220 accommodations to students for a period of five to ten months. Moreover, an additional 90 rooms are reserved for hotel guests such as visiting family members and friends. While the current rental price ranges between €650 to €850 per month depending on the room type and the duration of reser-

vation, special amenities including shared or en suite kitchens, laundry machines, recreational facilities, and top-of-the-line commuter bicycles are available to tenants and guests for daily use. “Our hotel is like a 2.0 version of student housing,” said Hotel Manager Rinse Kempinga. “There’s a huge demand in terms of student accommodations for a safe environment and also a certain community environment. It’s always exciting for students to come to a new city and so we provide them with that safe environment where everyone can have the same unique experience.” Although the price is justified by its upscale amenities, The Student Hotel rates are more than double that of DUWO accommodations. “The room is expensive, but I think it’s worth it,” said Engineering and Policy Analysis

29

TU Delft Master student Evan Clearesta. “I was trying to find accommodations in Delft, but DUWO did not have any more rooms, so the university proposed that I stay here.” In order to

The Student Hotel The Hague offers 220 accommodations to students for a period of five to ten months help offset their costs, TU Delft has provided rental subsidies to its international students who are residing at The Hotel. “Quality-wise, it’s like moving into a new apartment,” said Aerospace Engineering Bachelor student Jakub Janowski. “The best thing about the

hotel is that the community is pretty close and you get to know people from other universities.” Nevertheless, Janowski prefers to live much closer to the campus. “It’s an hour of travel everyday [to my faculty] so, in the end, I’d still like to move to Delft.” As much as The Student Hotel is able to provide suitable housing accommodations to the international student community, the fact remains that the housing shortage in Delft is a burden to the stakeholders involved. Unfortunately, it is the international students who bear the brunt of the issue. With the entire TU Delft student population expected to reach 25,000 by 2022, it is clear that more housing initiatives are urgently needed.

TU researchers win Horizon 2020 A group of TU Delft researchers have received a grant from the European Union’s Horizon 2020 programme.

P

rofessor Kees Vuik’s Numerical Analysis team has received a four-year, €250,000 grant from Horizon 2020 to enable them to further their research in the field of computational science and engineering. Horizon 2020 is part of the European Union Framework Programme for Research and Innovation and is worth more than 80 billion euros over the next seven years (2014 to 2020). Professor Vuik’s team has received the

grant to further their research into MSFF-DYN-FRAC-PR: Multi-Scale Fluid Flow in DYNamically FRACtured Porous Reservoir. The research grant will be provided under the Excellent Science pillar of the Horizon 2020 as part of the Marie Sklodowska-Curie actions. Between 2014 and 2020 six programmes will be funded as part of this pillar, totalling 162 million euros. According to the European Commission, Horizon 2020 website, the Marie SklodowskaCurie actions are aimed at supporting the career development and training of researchers - from PhD candidates to highly experienced researchers. Within this pillar the research is aimed at Innovative Training Networks and, more specifically, at the European Industrial Doctorate. During the four-year grant period,

the PhD candidate will work towards developing mathematical models aimed at minimising the environmental impact of accessing freely available reservoirs of oil and gas, often referred to as fracking or fractioning. The research project is being conducted in collaboration with Schlumberger, “the world’s leading supplier of technology, integrated project management and information solutions for organisations working in the oil and gas industry worldwide,” according to their website. The PhD candidate selected to manage the research will split their time between TU Delft and two Schlumberger offices; one in Abingdon in the United Kingdom and a second in Boston in the United States of America. With the research set to begin in January 2015, Professor Vuik is currently

identifying a PhD student to conduct the research. Qualified candidates will need to have a strong background in scientific computing, be an applied physicist or applied mathematician and be available to travel to and spend two years as part of the Reservoir Simulation department at the Schlumberger offices in Abingdon and Boston. “I believe that modelling is the way forward in resource extraction,” said Professor Vuik. “I don’t think that our research will be the only method developed but it will certainly contribute to the future of resource extraction.” (DS)


30

Delta

TU Delft

Text: Damini Purkayastha Photo: Hans Stakelbeek

delft survival guide Surviving the season's treats From spiced biscuits to chewy cookies, steaming hot sugary treats to a warm cup of wine, even the Grinch won’t complain about these Dutch holiday treats. Speculaas Thin, crunchy and flat, speculaas are biscuits flavoured with spices of the season, such as cinnamon and nutmeg. Usually cut into distinct shapes, from Sinterklaas to animals, they’re available at most bakers and grocery stores. Try Bakerij De Diamanten Ring, at Choorstraat Delft. Around since the 17th century, they’re among the oldest bakers in the city. They have a variety of speculaas on offer, such as a plain speculaas (€3.75) and one with nuts (€4.75). “We also have a special speculaas cake with almonds inside which costs about €7.95,” said Lies Everts, one of the managers.

The oliebollen stand in front of the Oude Kerk sells between 400 and 500 oliebollen per day.

Pepernoten Pepernotenfabriek.nl declares pepernoten to be as essential for a good Sinterklaas celebration as a steam boat and a bag full of presents. Bite sized confectionary, pepernoten or pepper nuts are spiced with anise, cinnamon and clove. The cookies are so popular that they now hit stores as early as September. A 200gram bag of pepernoten at Jumbo will cost €1.15. At Bakker Jaap, 200 grams costs €2.25.

Kruidnoten Often mistaken for pepernoten because of their similar shape and size, kruidnoten is similar to speculaas in taste. You can even buy kruidnoten covered in chocolate, milk, white or even dark chocolate. A bag of 200 - 215 grams costs about €1.90 at Jumbo.

Kruidnoten are typically packaged in conical wrapping and most bakeries in town will have them on sale during the season.

Oliebollen Deep fried balls of dough anyone? It may not sound delicious, but oliebollen are a Dutch treat traditionally made on New Year’s Eve. In Delft, an oliebollen stand opens near the Old Church from November 1 to December 31 every year. You can get a regular oliebollen sprinkled with sugar for 80 cents or try one with raisins, apple, rum and raisin or even banana for €2. The special ones are made by sandwiching the stuffing between two regular oliebollen and deep frying them together. “We sell 400 to 500 oliebollen every

day,” said John Huybregts, the owner.

Poffertjes Poffertjes, or mini pancakes, are served steaming hot, with melting butter and powdered sugar. They’re the perfect treat on a cold evening. Be sure to try the poffertjes available at stands across the city on Lichtjesavond (the evening of lights on December 9). Sometimes, you can even have them with Nutella, rum and other toppings.

Glühwein Nothing strikes the right note in winter like a steaming glass of glühwein. This winter drink is made using red wine and spices such as cinnamon, clove and citrus fruits. While you can make it at home, it’s also very affordable to

‘Our erwtensoep is a traditional recipe with an East-Indian twist, a hint of curry is used’

buy. A bottle will cost you around €2 and is easily available at most grocery stores. Most pubs also have glühwein on their menu during the season, including Stadscafé De Waag at Markt. A glass of glühwein here costs €2.75 “Just like hot chocolate, people always seem to want glühwein in winter. It’s a great drink to warm up with,” said Hugo Overvoorde, the manager of De Waag.

Erwtensoep Another typical winter dish is erwtensoep or pea soup. A thick broth soup made with peas, small chunks of ham are added on top. During festivals, there are often stalls selling homemade erwtensoep in bowls. Stadskoffyhuis serves a bowl of erwtensoep with bacon, bread and mustard (€4.95). “Ours is a traditional recipe with an EastIndian twist, a hint of curry is used. We serve it from October to March,” said Ferry van Winden, co-owner of the restaurant.


Delta

31

TU Delft

SCIENCE Pretty paradoxes of Dutch housing Built originally as housing for the poor and elderly, hofjes are quiet oases in the city. As an urban tradition, they're remarkably resilient, finds Willemijn Wilms Floet. Wilms Floet defines a courtyard (hofje) as single-room houses around a common garden built in the existing urban surroundings. For her PhD research in the Faculty of Architecture and the Built Environment she studied 266 hofjes in nine Dutch cities dating from 1400 - 2000. The backs of the houses are closed, forming the exterior perimeter of the building. A gate connects the central court to the city. An ornament in the middle of the communal garden provides a visual focus, which gives the inhabitants of the small houses facing each other a little more privacy. As an assistant professor Wilms Floet is fascinated by the many paradoxes that hofjes embody.

SHORT SupportWare

Hofjes are oases in the city, finds Wilemijn Wilms Floet. (Photo: Sam Rentmeester)

For starters, hofjes are built by the wealthy for the poor. The courts are open to the public, but they often feel as private places. They're oases of green and quiet in the busy cities. In hofjes, international architecture and court cultures of the time are applied to what is essentially social housing. Hofjes hide in the fabric of the city, but sometimes the only way to hide them is to give the courtyard a facade that is just as monumental as the neighbouring houses. Wilms Floet mentions the Van Brants Rus-

hofje on the Amsterdam Nieuwe Keizersgracht as an example. Can hofjes provide solutions for the scores of elderly who are denied entry into a nursing home, but are in need of care anyway? Wilms Floet first makes clear that's not the topic of her study. Her thesis focuses on the architectural aspects. Nonetheless, architects could take her welldescribed concept of hofjes as a basis for special-needs housing. (JW) delta.tudelft.nl/29136

'If it's there, we'll find it' The search for the Boeing 777 that went missing above the Indian Ocean early March is in its second phase. A towed sensor produces high-resolution images of the site.

map of the seafloor at about 7,000 metres deep. During that phase, a survey has revealed two new volcanoes on the seabed and numerous improvements over the default map. During the second phase, a towed sonar device at the end of a 10-kilometre cable behind the ship

The missing flight MH370 that took off from Kuala Lumpur with destination Bejing is a modern-day mystery. It never arrived in China, but instead it made a 180-degree turn and headed south-west. Based to the last Inmarsat communications, the Malaysian government has identified a 60,000 km2 area 2,000 km southwest of Australia as the probable crash site by. All 227 passengers and 12 crew members are missing. The Australian Transport Safety Bureau (ATSB) has ordered an underwater search for the wreckage that started October 5, 2014 and will last up to a year at a cost of about 40 million euros. Alumnus Rob Luijnenburg from Fugro visited TU Delft to discuss about the ongoing operation on November 20. Fugro is a specialist in soil research, which they perform by truck, aircraft, vessels and unmanned submarines. The search consists of three phases with increasing resolution. In the first phase, four 60 metre ships with echo sounders crisscrossed the designated strip to produce a

Four 60-metre ships map the seafloor at 7.000 metres depth swims 150 metres above the seabed. The resolution of its sonar is 10 - 50 centimeters, which makes Luijnenburg say with confidence 'if it's there, we will find it.' He reports that 7,000 km2 has been covered so far - about a quarter of the area that the ATSB wants to cover in detail. In the third phase, a small autonomous vehicle will be launched from one of the ships to scan interesting areas with centimeter-resolution. Ultimately, the goal is to identify and recapture the black box - the only record of what happened to the unfortunate flight. (JW) delta.tudelft.nl/29126

No one is closer to you than your smartphone. PhD student Juan Jimenez Garcia (IDE) explored how it might help you recover after surgery. Supportive technology needs you to be aware of your present situation in relationship to your personal target. This technology runs from knowledge and awareness via reflection to activation. Jimenez developed trials for men recovering from prostate cancer operations and for elderly after a total hip replacement. Patients were glad to share their experiences via a tablet. delta.tudelft.nl/29131

Juan Jimenez Garcia demonstrates his invention. (Photo: Sam Rentmeester)

Zebrafish

A novel imaging technique developed in Delft enables medical researchers to look inside living zebrafish to study tumors. Dr. Jeroen Kalkman and his colleagues from Applied Sciences are developing a technique called Optical Coherence Computed Tomography that uses infrared light to produce images of the fish’s interior. The light is split into a reference and a sample beam. The sample beam shines light through the fish. After recombination with the reference beam, the difference in path length between the two light paths is used to compute a clear image. delta.tudelft.nl/29137

Courtyards

A warmer climate, due to global climate change, demands new, passive design solutions. According to the PhD research by Mohammad Taleghani (Faculty of Architecture), building around courtyards would be an excellent solution for the Netherlands. The Iranian doctoral candidate calculated that residential buildings can use 22 kWh per square meter less energy each year if they are grouped around a central courtyard since a shady courtyard is cooler in the summer and provides shelter during cold, windy days. delta.tudelft.nl/29139


English pages

28

International students burdened by Delft housing shortage

Text: Natalie Carr Photo: Sam Rentmeester

30

Surviving the season's treats

31

Science

See www.delta.tudelft.nl for the translation of page 8: 150 Years of mechnical engineering.

The lab of...

The Concrete Structures Group

E

very day you come in contact with concrete structures, whether it’s crossing Sint Sebastiaansbrug on your way to campus or sitting in your office in EWI. Most of us never even consider the structural integrity, durability or service life of these structures. However, a lot of research is done to predict performance in order to save money and lives. Some of this research is conducted on our very own campus, by the Concrete Structures Group over in Stevin Lab II. But how do we know when a structure will fail (preferably without actual failure)? PhD candidate, Patrick van Hemert, from the Netherlands is working

Andrija Blagojevic and Patrick van Hemert work in their lab.

with one technique to find out how. By proof loading structures and simultaneously measuring acoustic emissions van Hemert investigates whether there are indications of reaching the total load capacity. Once you stress a material, cracks begin to form internally and the propagation of these waves is measured with acoustic emission sensors on the surface. “We hope to find the relationship between the failure mechanism and the acoustic emission signals we receive,” said van Hemert. Taking his tests to the field, van Hemert applied smart proof loading to a bridge in Friesland. Since the bridge was no longer in service, they were allowed to load to the point of failure and they

found that the shear capacity of the bridge was higher than expected. In addition to extending the service life of a structure, researchers in Stevin II are also working to understand and improve durability. Andrija Blagojevic, a PhD candidate from Serbia, is working to determine the influence of cracks on the durability of reinforced concrete structures with emphasis on chlorideinduced corrosion. When chloride penetrates through the concrete to the steel reinforcement, corrosion begins and the structure gradually loses its integrity. Cracks are unavoidable in practice (due to thermal effects, loading and other expansive reactions) but it is not known exactly how much cracks

facilitate the ingress of chloride ions, water and oxygen- the agents necessary for the corrosion process. To better understand the influence of crack width on the durability of concrete structures, Blagojevic casted 32 reinforced concrete beams, induced predefined cracks and subsequently placed them in alternating cycles of two days submerged in a 3.5 NaCl solution and with five days of drying. “This situation simulates the most aggressive environmental conditions,” he said. The goal of these tests is to determine the relationship between surface crack width, concrete cover, crack frequency and loading conditions on the corrosion of the steel reinforcement.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.