Delta Magazine

Page 1

Delta Delta nr. 8 nr. 9

17 december 14 januari 2012 2013

delfts

TU of hbo: zoek de verschillen

gevoel

14 januari 2013

nr. 9

Delta reportage

interview

bijbel voor bonnie jachtbouwers bassler

essay

boeten voor beroepsfouten

International pages inside see page 28


8 Delta nr. 9

14 januari

2013

Over de cover

“Voor de vergelijking tussen hogeschool en TU heb ik twee studenten gefotografeerd die zijn geswitcht van studie. Van TU naar hbo, en andersom. Bij de opleidingen is de vraag wat de verschillen zijn. Door de studenten samen op een speelkaart te zetten in dezelfde houding lijkt het een geheel, maar zijn de personen anders. Alleen als je goed naar een speelkaart kijkt staat een boer of koning eigenlijk in een heel vreemde houding.” (Fotograaf Sam Rentmeester)

REAGEER!

12

www.delta.tudelft.nl

colofon Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie. Redactie Frank Nuijens (hoofdredacteur) - @franknu, Katja Wijnands - @kwijnands, Dorine van Gorp - @dorinevangorp, Saskia Bonger - @sbonger, Tomas van Dijk - @tomasvd, Carlijn Remmelzwaal - @c_remmelzwaal, Connie van Uffelen - @connievanu, Jos Wassink - @joswashere Medewerkers aan dit nummer Jorinde Benner, Willemijn Dicke, Auke Herrema, Christian Jongeneel, Job Hogewoning, Lynn Morrison, Olga Motsyk, Damini Purkayastha, Molly Quell, Jimmy Tigges, Ellen Touw, Robert Visscher Foto’s Sam Rentmeester, Hans Stakelbeek

Bladconcept en vormgeving Maters & Hermsen, Leiden Lay-Out Liesbeth van Dam, Saskia de Been Redactie-adres Universiteits-bibliotheek, Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848, delta@ tudelft.nl Advertenties H&J Uitgevers, 010 451 5510, delta@henjuitgevers.nl Druk Deltahage, Den Haag Oplage 8.000 Jaargang 45 ISSN 2213-8838 Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op de website. Meer informatie op: www.delta.tudelft.nl/colofon

reportage

interview

Hbo of universiteit

bonnie bassler

Sinds een paar jaar zitten Inholland en de Haagse hogescholen op de campus. Innig contact of gescheiden werelden? “Langzaam gaat het beter en wordt het normaler om elkaar op te zoeken.”

De bacteriefluisteraar wordt ze wel genoemd. Bonnie Bassler, moleculair bioloog uit Princeton: “Natuurlijk communiceren bacteriën, ze zijn hier al vier miljard jaar. Ze hebben alles al uitgevonden.”


16

29 reportage

international pages

botenbijbel

Efficient dredging

Botenexpert Lex Keuning stelt de volledige meetgegevens van de afgelopen veertig jaar beschikbaar aan wetenschappers en jachtbouwers. “De verwachte snelheid van zeilboten is moeilijk met de hand uit te rekenen�, zegt hij.

The shipping channel of the river Waal is at risk of clogging up. How to keep this important river transportation route through The Netherlands navigable.

Delta 10 verschijnt op maandag 28 januari.

VERDER Column 04 KORT NIEUWS 05 SPORT 06 desgevraagd 07 PARTYCRASHERS 15 JOB DE KOK 15 bachelor 23 Column 25 boeken 27 science 29 TALKING POINT 31


Delta Rond de jaarwisseling ontstond even een interessante discussie toen Jan Derksen, hoogleraar klinische psychologie aan de Radboud Universiteit, in de Volkskrant verzuchtte dat er vroeger nog echt naar hem geluisterd werd tijdens hoorcolleges. Tegenwoordig werd er volgens Derksen voornamelijk gegeten, gegaapt, gesurft en gekletst. Derksen vond dat de studenten individualistisch en narcistisch waren geworden, en preekte de revolutie: de universiteit moest maar fuseren met het internet. Alles wat hij onderwees kon het internet op en toetsen kon ook wel digitaal. Met als leuke spin-off dat er flink kon worden bezuinigd op managers en gebouwen, aldus Derksen. Omdat het komkommertijd was (de Van der Vaartjes hadden hun scheiding nog niet aangekondigd) kreeg het betoog van Derksen in de Volkskrant veel ruimte, eerst als ingezonden brief en daarna een interview van een halve pagina compleet met illustratieve foto vol slapende en sms’ende studenten. En omdat het kerstvakantie was en iedereen tijd had een leuke reactie op de iPad te tikken, kwam een hele polemiek op gang. Eva van Gemert, student aan de UvA, merkt fijntjes op dat studenten op hun manier de (niet verplichte) hoorcolleges kennelijk toch wel waarderen. Waarom zouden anders de collegezalen elke keer weer vol zitten? Casper Hulshof, van de Universiteit Utrecht, hielp Derksen herinneren dat in de jaren zeventig, toen Derksen zelf student was, ook volop koffie gedronken, pijp gerookt en zelfs gebreid werd tijdens colleges. (Klopt, destijds heb ik nog een complete tweepersoonssprei gebreid in de collegebanken.) Ook onze eigen Willem Valkenburg mengde zich in de strijd met de radicale bewering dat de universiteiten hun monopolie op kennis kwijtgeraakt zijn, aangezien studenten tegenwoordig veel van de benodigde informatie op internet kunnen vinden. Volgens Willem waren collegebanken zelfs geen goede plek om kennis over te dragen. Go Willem! Helemaal lesgeven zonder collegebanken, zover zal het hier rond het Mekelpark nog niet gauw komen. Maar wie de ontwikkelingen een beetje bijhoudt, weet dat de toekomst hier in Delft al lang is begonnen. Honderd vakken op opencourseware, en een veelvoud daarvan op collegerama, pod- of vodcasts. Als je deze weken over de schouders kijkt van studenten die hun tentamens zitten voor te bereiden dan zie je overal Delftse docenten als Speedy Gonzalez over het scherm van laptops dartelen. Een van onze docenten was in het begin verontrust dat studenten zijn colleges op dubbele snelheid terugkeken. Hij vroeg zich af of hij soms sloom les gaf. Pas later kreeg hij door dat ze hem op dubbele snelheid afdraaiden omdat ze precies wisten wat hij vertelde: ze hadden al zijn colleges in de zaal gevolgd, en checkten gewoon in hoog tempo of ze de stof goed geleerd hadden. Bij moeilijke passages die ze nog een keer echt wilden bestuderen ging de snelheid omlaag. Vanaf dat moment was hij er trots op als hij zichzelf weer als een soort PSY op beeldschermen voorbij zag stuiteren, in de wetenschap dat studenten niet andermans samenvattingen of spiekbriefjes gebruikten, maar ‘the real thing’ als tentamenvoorbereiding. Teaching Gangnam style!!

Ellen Touw is hoofd van de dienst onderwijsen studentenzaken bij Civiele Techniek en Geowetenschappen en beleidsadviseur internationalisering.

TU Delft

1 Het Libanese koken is een uit de hand gelopen hobby waarbij ik mijn liefde voor Libanees eten wil delen met anderen.

ja

Yosef Safi Harb organiseert Libanese kookworkshops en is oprichter van libaneeskoken.nl. In 2004 kwam hij vanuit Libanon naar Nederland om luchtvaart- en ruimtevaarttechniek te studeren. Afgelopen jaar studeerde hij af in aerospace engineering and business. Naast het verzorgen van kookworkshops, ontwikkelt hij samen met een partner games die het bewustzijn van kinderen vergroten. 4 Nederlanders houden over het algemeen van de Libanese keuken.

ja

5 Op welke vraag wil je

2 Ik ben fan van de Nederlandse keuken.

nee

3 Ik doe dit al mijn hele studententijd en wil dit ook blijven doen.

terugkomen? Op vraag 1. In mijn studentenhuis wilde ik nooit afwassen, dus kookte ik altijd. Mijn huisgenoten waren fan van mijn Libanese gerechten. Ze namen vrienden mee om het te proberen en zo groeide mijn publiek. Op een dag liep ik bij een winkel binnen om viskruiden te kopen. Ik raakte aan de praat met de eigenaar en hij vroeg mij of ik een keer een Libanese kookworkshop wilde organiseren. Dat was zo’n groot succes dat ik besloot om voor mezelf te beginnen. (CR)

Foto: Mandy Brander

columnellentouwteachinggangnamstyle

4

ja

30.000 Medewerkers en studenten van bionanoscience, chemical engineering en biotechnology moeten nog even op hun tanden bijten in hun oude kantoren en labs. Als het meezit, kunnen zij eind 2015 verhuizen naar een nieuw pand aan de Kluyverweg. In het nieuwe gebouw voor de faculteit Technische Natuurwetenschappen moeten straks zo’n achthonderd studenten, dertig hoogleraren en een kleine zeshonderd andere medewerkers werken en studeren. Het vloeroppervlak telt straks dertigduizend vierkante meter over drie bouwlagen. Het ontwerp is van Ector Hoogstad Architecten. www.delta.tudelft. nl/26117

Tweets


Kort

Foto: Hans Stakelbeek

Beeldbepalend

Nog lang niet iedereen weet van het bestaan van zijn eettentje, maar toch is eigenaar Ibrahim Koç (niet op de foto) van de pas geopende Döner Company aan de Mekelweg tevreden over de aanloop tot nu toe. “Mensen vragen zelfs of we niet tot twaalf uur ’s nachts open willen blijven, in plaats van tien uur nu.” De vestiging van de keten op de campus staat niet op zichzelf. Het bedrijf zoekt in meerdere steden locaties vlakbij universiteiten en dus bij zijn grootste doelgroep, de studenten.

Wie je moet kennen De TU heeft een voet tussen de deur bij de regering. Hoogleraar process & energy systems engineering prof. dr.ir. Margot Weijnen (TBM) is per 1 januari lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. De benoeming geldt tot en met 31 december 2017. Prof.dr.ir. Ronald Hanson (1976), van Kavli Instituut

for Nanoscience, is benoemd tot Antoni van Leeuwenhoekhoogleraar. Nog een reden voor een feestje: de in kwantumeffecten gespecialiseerde onderzoeker staat nummer 3 op de lijst van meest geciteerde Nederlandse wetenschappers die recent door de Volkskrant is gepubliceerd. De TU heeft afgelopen vrijdag tijdens de diesviering een eredoctoraat uit-

gereikt aan hoogleraar Avelino Corma van het Spaanse Instituto de Tecnologia Quimica. De Spanjaard is gespecialiseerd in heterogene katalyse, een vorm van katalyse die veelvuldig gebruikt wordt in de petrochemie en de chemische industrie.

Tijdens de Amerikaanse Super Bowl draait alles om grote namen en veel geld. IO-studente Alexandra Izeboud maakte voor het evenement beeldbepalend werk voor vrijwel niets. Met een fotobewerking verbond ze zangeres Beyoncé met colamerk Pepsi. www.delta.tudelft.nl/26130

Filmpjeswedstrijd Positieve aandacht vestigen op de combinatie techniek, zorg en ouderen. Dat is het doel van de iCare-filmpjeswedstrijd, een idee van postdoconderzoekster Alina Pommeranz. Zij wil het gebruik van techniek door ouderen en in de zorg van ouderen promoten. “We kunnen er niet omheen. De gezondheidszorg wordt duurder en er komen steeds meer oudere mensen.” www.delta.tudelft.nl/26129

Belerend Maar liefst vier TU-studenten telde de Nationale Denktank dit jaar. De groep van in totaal 21 studenten presenteerde in december zijn ideeën voor een duurzamere voedselketen. Denktanklid studente chemische technologie Lydia Boktor (24): “Ik vind het moeilijk belerend te zijn, maar sommige dingen zijn makkelijk. Zoals vlees minderen en minder eten weggooien. Hoe wij eten heeft een enorme impact op het klimaat.” www.delta.tudelft.nl/26120

Niet verboden Bij de werving en selectie van tien vrouwelijke wetenschappers voor een fellowship heeft de TU geen verboden onderscheid gemaakt naar geslacht. Dat oordeelt het College voor de Rechten van de Mens (CRM). www.delta.tudelft.nl/26118

Royaal De Universiteit van Tilburg is een royale werkgever. In 2011 werkten daar de meeste hoogleraren met een topinkomen boven de 193 duizend euro. De best betaalde hoogleraar van Nederland werkt bij de Universiteit van Amsterdam. www.delta.tudelft.nl/26134


In the SPORTlight Irith Lely

sportzaken

Haren, na de training gekamd voor de foto.

Specs

1.76 mtr Gewicht

74 kilo Geboortejaar 1991

Bij wedstrijden en trainingen een bitje in de mond. Hier afwezig.

studie: Maritieme techniek, bachelor.

Geen finale, wel lol

Rugbybal, merk Gilbert.

sport:

Rugby bij Thor; international)

Eerstejaars roeiers van Proteus zetten een nieuw Nederlands record neer op de ergometer. Waarschijnlijk waren zij beter getraind dan de Delftse afvaardiging op het NSK korfbal, die vóór de finaledag moest afhaken.

andere sporten: Speelde als junior op hoog niveau hockey in Nijmegen

Sterke punten “De langere afstanden.” Positie? “Fullback, een soort ‘laatste man’. Ik ben ook af en toe het verrassingselement in de aanval.” Sterke punten: “Snel, behendig, communicatief. Ik rugby pas twee jaar, maar leer heel snel.”

Trots op het officiële Oranjeshirt. Binnen een half jaar na aanvang van haar rugbyleven al gevraagd voor de nationale selectie van het fifteens-rugby.

Zwakke punten: “Onervaren en daardoor slordig.” Blessuregevoeligheid, lichamelijke zwakheden: “Niet noemenswaardig.” Hoogtepunten/ prijzen? “Vorig seizoen speelde ik met de nationale fifteens op het EK in Zweden. Als nieuweling was ik nog een beetje het watje van de selectie.” Waarom zou je gaan rugbyen? “Goede sfeer, gave sport. Toen ik in Delft over rugby hoorde, vond ik dat zó cool. Het zijn mijn type mensen: nuchter, heel open en bierdrinkers. Als je een hoop kamikaze-lef hebt en snel kunt rennen, heb je het al snel gemaakt bij rugby. In februari zijn er weer gratis introductietrainingen bij Thor.”

Broekje van Samurai, een bekend buitenlands kledingmerk.

Hekel aan? “Gemene trucjes als knijpen, bijten of op iemand gaan staan als de referee het niet ziet. Dat vind ik heel a-relaxed. Aan de andere kant doe ik het zelf ook. Mooi is dat beide partijen na afloop altijd samen bier drinken en zingen.” (JT) Gewone voetbalschoenen van Reebok, zelf gekocht. Lopen lekker.

Foto: Sam Rentmeester

Ambities? “Met Oranje in april bij de WK-kwalificaties in Spanje tegen Samoa spelen. Die doen de haka vooraf: een intimiderende dans om te laten zien hoe goed ze zijn. Die wil ik dolgraag zien.”

Niet kunnen trainen met elkaar en dan toch tegen beter weten in de prestatie van een jaar eerder (tweede van Nederland) willen verbeteren, dat lijkt bij voorbaat een mission impossible. Toch reisde de afvaardiging van de TU Delft aan de vooravond van kerst ‘vol gretigheid’ af naar Rotterdam voor de voorrondes van het NSK zaalkorfbal. ‘Het was in het begin nog even met elkaar kennis maken en elkaar aanvoelen’, schrijft verslaggever Arjan Altena op de website van hofleverancier Paal Centraal. Niet vreemd dus dat de sterke gastploeg van de Erasmus Universiteit binnen no time een gaatje van drie punten sloeg dat de Delftse studenten niet meer konden dichten. Na de 13-8 nederlaag trof de TU in Halo 2 een minder sterk geachte tegenstander. ‘Korfballend waren we ze verreweg de baas, maar door soms domme overtredingen konden we nooit echt ver weglopen.’ Toch werden de punten binnengesleept (11-9) en na het naar eigen zeggen ‘bloedstollende’ derde duel met Tilburg (6-5) moest een beslissingswedstrijd met de nummer 2 uit de andere poule uitmaken wie er na kerst naar de finaleronde mocht afreizen. De gelijk opgaande strijd met oude bekende Halo 1 leidde tot een nipte nederlaag (4-5) en daarmee voortijdige uitschakeling. Tot algehele treurnis leidde dit niet, volgens Altena: ‘Het was een geslaagd toernooidagje, iedereen heeft lol gemaakt. Volgend jaar met een betere voorbereiding zouden we de finaledag weer moeten kunnen halen.’ Nog langer geleden, begin december, vond in de Amsterdamse Sporthallen Zuid het NK indoorroeien plaats. ‘De dag van ratelende kettingen, suizende vliegwielen, knallende muziek en verzuurde lichaamsdelen’, zoals hoofdredacteur Michiel Jonkman van nlroei.nl het zo beeldend omschrijft. Voor Proteus waren er enkele mooie resultaten. Zo stelde de eerstejaars lichte acht over de twee kilometer ergometeren het toch al scherpe record van Nereus met één seconde scherper tot 6:48,9. In het clubveld bij de vrouwen bleek Lana Letanche over de meeste kracht te beschikken. Clubgenoot Sander van Dijk ‘trok blik’ in het lichte senioren A-veld, door een cruciale eindsprint over de laatste 600 virtuele meters. Voor de deelnemende Lagaaiers zaten er geen echte prijzen in, behalve de winst op de 500 meterrace op de Dynamic Four. (JT) Tips? jimmy.tigges@hetnet.nl


Delta

7

TU Delft

Desgevraagd NEWS IN FOCUS E NE RGY

Methane leaks erode green credentials of natural gas Losses of up to 9% show need for broader data on US gas industry’s environmental impact. BY JEFF TOLLEFSON

S

cientists are once again reporting alarmingly high methane emissions from an oil and gas field, underscoring questions about the environmental benefits of the boom in natural-gas production that is transforming the US energy system. The researchers, who hold joint appointments with the National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA) and the University of Colorado in Boulder, first sparked concern in February 2012 with a study1 suggesting that up to 4% of the methane produced at a field near Denver was escaping into the atmosphere. If methane — a potent greenhouse gas — is leaking from fields across the country at similar rates, it could be offsetting much of the climate benefit of the ongoing shift from coal- to gas-fired plants for electricity generation. Industry officials and some scientists contested the claim, but at an American Geophysical Union (AGU) meeting in San Francisco, California, last month, the research team reported new Colorado data that support the earlier work, as well as preliminary results from a field study in the Uinta Basin of Utah suggesting even higher rates of methane leakage — an eye-popping 9% of the total production. That figure is nearly double the cumulative loss rates estimated from industry data — which are already higher in Utah than in Colorado. “We were expecting to see high methane levels, but I don’t think anybody really comprehended the true magnitude of what we would see,” says Colm Sweeney, who led the aerial component of the study as head of the aircraft programme at NOAA’s Earth System Research Laboratory in Boulder. Whether the high leakage rates claimed in Colorado and Utah are typical across the US natural-gas industry remains unclear. The NOAA data represent a “small snapshot” of a much larger picture that the broader scientific community is now assembling, says Steven Hamburg, chief scientist at the Environmental Defense Fund (EDF) in Boston, Massachusetts. The NOAA researchers collected their data in February as part of a broader analysis of air pollution in the Uinta Basin, using ground-based equipment and an aircraft to

Pétron and her colleagues have a defence of the Colorado study in press3, and at the AGU meeting she discussed a new study of the Denver–Julesburg Basin conducted with scientists at Picarro, a gas-analyser manufacturer based in Santa Clara, California. That study relies on carbon isotopes to differentiate between industrial emissions and methane from cows and feedlots, and the preliminary results line up with their earlier findings. A great deal rides on getting the number right. A study4 published in April by scientists at the EDF and Princeton University in New Jersey suggests that shifting to natural gas from coal-fired generators has immediate climatic benefits as long as the cumulative leakage rate from natural-gas production is below 3.2%; the benefits accumulate over time and are even larger if the gas plants replace older coal plants. By comparison, the authors note that the latest estimates from the US Environmental Protection Agency (EPA) suggest that 2.4% of total natural-gas production was lost to leakage in 2009. To see if that number holds up, the NOAA scientists are also taking part in a comprehensive assessment of US natural-gas emissions, conducted by the University of Texas at Austin and the EDF, with various industry partners. The initiative will analyse emissions from the production, gathering, processing, longdistance transmission and local distribution of natural gas, and will gather data on the use of natural gas in the transportation sector. In addition to scouring through industry data, the scientists are collecting field measurements at facilities across the country. The researchers expect to submit the first of these studies for publication by February, and say that the others will be complete within a year. In April, the EPA issued standards intended to reduce air pollution from hydraulic-fracturing operations — now standard within the oil and gas industry — and advocates say that more can be done, at the state and national levels, to reduce methane emissions. “There are clearly opportunities to reduce leakage,” says Hamburg. ■

L DAVID ZALUBOWSKI/AP

Toen wetenschappers van de National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA) de lucht ingingen om metingen te doen, verwachtten ze luchtvervuiling te meten, maar geen aardgas. En toch is dat wat ze opvingen. Ze herleidden hun waarnemingen tot het nabijgelegen Denver-Julesburg veld waar de afgelopen veertig jaar meer dan twintigduizend putten voor olie- en gaswinning zijn geslagen. Onderzoeksleider Gabrielle Pétron (NOAA) berekende dat vier procent van het gewonnen gas in de atmosfeer belandt. Dat is van belang omdat aardgas een zeer sterk broeikasgas is (ruim twintig maal sterker dan CO2). Dus als er maar een beetje van lekt, wordt het klimaatvoordeel van gas boven kolen teniet gedaan. Nature citeert wetenschappers van Princeton die berekenden dat het gebruik van aardgas alleen klimaatvriendelijker is dan kolen als het verlies in de hele keten, van bron tot brander, tot 3,2 procent beperkt blijft. De problemen doen zich vooral voor bij de nieuwere hydrofracture-techniek (‘fracking’), waarbij gesteente in de ondergrond met vloeistof onder hoge druk opengekraakt wordt. Het op deze manier gewonnen schaliegas had eerder al negatieve pers. In 2011 berichtte de New York Times dat door fracken op veel plaatsen radioactief radon in het grondwater was terechtgekomen.

De meningen over schaliegas lopen ook in Nederland, waar later dit jaar enkele proefboringen gepland staan, wijd uiteen. NWO laat dan ook een onderzoek uitvoeren naar de attitudes van verschillende partijen ten aanzien van schaliegaswinning. Het onderzoek wordt uitgevoerd door een team onder leiding van energie-expert dr. Aad Correljé (TBM). Correljé wil hier niet reageren omdat hij lopende het onderzoek neutraal wil blijven. Natural-gas wells such as this one in Colorado are increasingly important to the US energy supply.

make detailed measurements of various pollutants, including methane concentrations. The researchers used atmospheric modelling to calculate the level of methane emissions required to reach those concentrations, and then compared that with industry data on gas production to obtain the percentage escaping into the atmosphere through venting and leaks. The results build on those of the earlier Colorado study1 in the Denver–Julesburg Basin, led by NOAA scientist Gabrielle Pétron (see Nature 482, 139–140; 2012). That study relied on pollution measurements taken in 2008 on the ground and from a nearby tower, and estimated a leakage rate that was about twice as high as official figures suggested. But the team’s methodology for calculating leakage — based on chemical analysis of the pollutants — remains in dispute. Michael Levi, an energy analyst at the Council on Foreign Relations in New York, published a peer-reviewed comment2 questioning the findings and presenting an alternative interpretation of the data that would align overall leakage rates with previous estimates.

1. Pétron, G. et al. J. Geophys. Res. 117, D04304 (2012). 2. Levi, M. A. J. Geophys. Res. 117, D21203 (2012). 3. Pétron, G. et al. J. Geophys. Res. (in the press). 4. Alvarez, R. A., Pacala, S. W. Winebrake, J. J., Chameides, W. L. & Hamburg, S. P. Proc. Natl Acad. Sci. USA 109, 6435–6440 (2012).

1 2 | N AT U R E | VO L 4 9 3 | 3 JA N UA RY 2 0 1 3

© 2013 Macmillan Publishers Limited. All rights reserved

Barnhoorn zich voorstellen dat er bij fracking extra aardgas op diepte in de frackingvloeistof oplost. Wanneer de frackingvloeistof dan later in bassins aan het aardoppervlak wordt opgeslagen kan de vloeistof weer ontgassen. Om welke hoeveelheden dat kan gaan is nog onbekend. Collega-onderzoeker dr. Karl-Heinz Wolf (CiTG) vindt dat de ‘problemen’ omtrent schaliegaswinning nodig genuanceerd moeten worden. “Hoeveel van het gas dat vanuit Siberië onze kant op komt, denk je dat de atmosfeer in gelekt is tegen de tijd dat het bij de Poolse grens aankomt? Dat kan oplopen tot een kwart.” Daarmee vergeleken valt de lekkage van schaliegas waarschijnlijk wel mee, lijkt hem. Het Nature-artikel geeft helaas geen uitsluitsel over hoeveel kuub schaliegas er lekt.

‘Er zouden vergelijkende metingen gedaan moeten worden tussen traditionele winningsputten en de nieuwere hydrofracture techniek’ Dr. Auke Barnhoorn, van de sectie technische geofysica en petrofysica (CiTG) wil wel reageren. Hij zegt desgevraagd dat uitgezocht moet worden of de metingen in Colorado representatief zijn voor de hele VS en dat er vergelijkende metingen gedaan zouden moeten worden tussen traditionele winningsputten en de nieuwere hydrofracture techniek. Zoals Pétron aangeeft in een eerder gepubliceerd bericht in Nature, kan

Schaliegas kan volgens Wolf overigens vrijwel zonder lekkage gewonnen worden. “Je moet je putten een goede casing geven. Maar vooral veel kleine boormaatschappijen doen dat in mindere mate. Ze willen, en mogen, zo snel mogelijk goedkoop gas winnen. De afgelopen tien jaar is het ‘het Wilde Westen’ geweest in de VS. Staatstoezicht op de mijnen zou zulke open putten in Nederland nooit toestaan.” (JW/TvD)

De feestdagen zitten erop. Tijd voor tentamens. Waar ga jij studeren?

8% UB

25% Faculteit

67% Thuis Kijk voor de nieuwe poll op de Facebookpagina van Delta. www.facebook.com/tudelta

Strip: Auke Herrema

Schaliegas is populair in de Verenigde Staten (VS). Het hoeft niet geïmporteerd te worden en veroorzaakt de helft minder uitstoot aan broeikasgas dan steenkool. Maar dat verandert snel als het gas lekt, stelde Nature vorige week.


8

Delta

TU Delft

Delfts gevoel moet nog groeien “Hbo, wat doe je hier in Delft?”, schreeuwen TU-studenten tijdens de Owee tegen hbo’ers. Zachtzinnig is het gebral in de aula nooit, maar dit klinkt wel erg ongastvrij. Inholland en de Haagse Hogeschool zitten sinds 2010 en 2009 op de campus. Hoe thuis voelen hun studenten zich en hoeveel contact is er over en weer? Over gescheiden werelden, die langzaam aan verstrengeld raken.

Z

ittend aan een barretje in de hoge, open kantine van Hogeschool Inholland moet Wouter Tuls glimlachen als hij terugdenkt aan zijn Owee. Tuls is vicevoorzitter van V.S.V. Sipke Wynia, de studievereniging van de op-

leiding luchtvaarttechnologie. Twee jaar geleden deed hij mee aan de ontvangstweek (Owee) voor aankomende Delftse studenten. Heel weinig hbo’ers doen dat, maar Tuls vond het grappig hoe honderden TU’ers hem en zijn mede-hbo’ers neerbuigend toezongen wat zij dachten te komen doen in Delft. Tuls heeft er geen trauma van opgelopen.

Sterker nog, hij ging op kamers en werd in zijn tweede jaar lid van studentenvereniging Delftsche Studenten Bond (DSB). Als bestuurder heeft hij weinig te maken met TU-studenten, “al werken we wel eens samen met Leonardo da Vinci” (studievereniging L&R, red.), in zijn sociale leven des te meer. Iets wat maar weinig hbo’ers hem nadoen. Bij

de Delftse studentenverenigingen zit gemiddeld namelijk zo’n vijf procent hbo’ers op het gehele ledenbestand. Tuls is ook bij de DSB in de minderheid en hij weet wel waarom. “Vaak blijven hbo’ers bij hun ouders wonen, omdat er altijd wel een hogeschool in hun eigen buurt zit. Maar luchtvaarttechnologie kan alleen in Delft, dus wonen wij

Test je vooroordelen. Wie denkt dat hij aan iemands uiterlijk kan zien of hij of zij hbo’er of TU’er is, kan nu zijn vooroordelen op de proef stellen. Want wie van deze

Magaly Doggen.

Efsun Evren.

Jesse Mulderij.

Kim Vollenhoven.


Tekst: Saskia Bonger Foto’s: Sam Rentmeester

Delta

vaak op kamers.” Iets preciezere cijfers komen van Sander van Ipenburg Grijpma, vestigingsdirecteur van de Haagse Hogeschool in Delft. Driekwart van ‘zijn’ studenten woont bij hun ouders. Van Ipenburg Grijpma is een enthousiast pleitbezorger van meer integratie op de campus. Hij en zijn collega-bestuurders van Inholland en TU spreken elkaar geregeld en willen stuk voor stuk faciliteiten als bibliotheek en sportcentrum delen. Bij de studenten moet het nog doordringen. “Nog geen tien procent van onze eerstejaars doet mee aan de Owee. Dus is het is goed dat er vorig jaar voor het eerst een hbo’er in het Owee-bestuur zat. En dat onze intro en de Owee steeds meer geïntegreerd raken.”

Goede vibe Van Ipenburg Grijpma gelooft dat er ‘een goede vibe’ op de campus kan ontstaan als mensen die er studeren en werken samen leuke dingen doen. Dus zorgde hij ervoor dat sommige van zijn studenten een goedkopere sportkaart kunnen kopen bij de TU en organiseerde hij een sloepenrace van Den Haag naar Delft. Ook wil hij het delen van elkaars spullen verder vergemakkelijken. “Met een apparaten-smoelenboek, of zoiets, zodat iedereen van elke instelling weet welk apparaat waar staat en wie de beheerder ervan is.” De hogeschoolbestuurder vindt het soms lastig samenwerken met de TU. “Iedere faculteit is een eigen wereld, dus het heeft

9

TU Delft

‘Inholland in Delft is kleinschaliger en we gaan informeler met docenten om’ even geduurd. Maar ik heb nu een netwerk van leuke mensen die kansen zien op de universiteit.” Van Ipenburg Grijpma vertelt dat hij studieverenigingen en studenten probeert te koppelen. “Langzaam gaat dat beter en wordt het normaler om elkaar op te zoeken.” De vestigingsdirecteur van Inholland, Peter Scheerder, kijkt er hetzelfde tegenaan. “We moeten zorgen voor een Delfts gevoel onder onze studenten, al is het voor hen zeker niet normaal zich in te vechten in het studentenleven. Het duurt nog wel tien jaar voordat iedereen het gevoel zal hebben dat de campus van hen is. Dat moet groeien.” Beide bestuurders zien de campus als een unique selling point voor hun instelling. Van Ipenburg Grijpma: “Hier zijn zoveel partijen met techniek bezig, dat we grote dingen kunnen organiseren.” De Haagse Hogeschool kampt bovendien met dezelfde problemen als de TU. “Wij zitten ook met studiesucces. De helft valt in het begin al af en de gemiddelde studieduur is te lang: 5,2 jaar. Hier hebben onze

studenten bovendien de mogelijkheid door te stromen naar een TU-masteropleiding.” Daarvoor is nabijheid alleen niet genoeg. “Schakelen is echt nodig. Het tempoverschil met de TU is groot en de wiskunde is echt anders. Samen regelen we dat het schakelen goed kan gebeuren.”

Aanpoten Schakelen, dat woord komt vaak langs als je het op de TU hebt over hbo’ers. Dat schakelen bestaat uit het volgen van een studieprogramma speciaal geënt op de overstap van hbo naar TU. Hbo’ers die een TU-masteropleiding willen volgen, kunnen daar niet omheen. Sinds 2010 moeten zij ook een wiskundeen Engels-toets doen om tot het schakelprogramma toegelaten te worden. Frans van der Meijden is op de TU beleidshoofd hbo-aansluiting. Uit zijn gegevens blijkt dat er 37 verschillende schakelprogramma’s zijn, variërend van 22 tot 61 studiepunten. Bij de meeste faculteiten zijn schakelaars in de praktijk een jaar bezig. Het studieprogramma bestaat

meestal voor een groot deel uit wiskundevakken als analyse en lineaire algebra. In 2012 begonnen 133 studenten met een hbobachelorsdiploma aan een schakelprogramma, waar dat aantal in 2009 nog boven de 350 lag. Dat heeft niet alleen te maken met de toetsen Engels en wiskunde. Ook de harde knip, die bepaalt dat studenten eerst hun bachelor helemaal gehaald moeten hebben alvorens ze met hun master mogen beginnen, speelt een rol. Het schakelprogramma moet namelijk helemaal gehaald zijn, voordat een student toegelaten wordt tot een TU-master. Voorheen deden studenten hun schakelvakken terwijl zij al >> aan de masteropleiding begonnen waren. Van der Meijden heeft geen gegevens over het studiesucces van de hbo-schakelaars. “Dat komt doordat de schakelaars onder allerlei verschillende termen in de studentenadministratie terecht zijn gekomen, tussen weer andere groepen studenten die soms schakelaar heten.” Toch lijkt het veilig om ervan uit te gaan dat degenen die het scha-

zestien studenten studeert er aan de TU en wie aan een hogeschool? De antwoorden staan op pagina 11.

Sezen Tosunoglu.

Jeff Kartodirjo.

Tim Wiegerinck.

Maurice Mayer.


10

Delta

TU Delft

‘Zij zijn constructief heel sterk, wij denken meer conceptueel’ kelprogramma halen het ook in de master redden.

Aanpassen Justin Groot (23) kan daarover meepraten. In september 2011 begon hij aan het schakelsemester van zijn huidige masteropleiding systems engineering, policy analysis and management (TBM). Groot kwam van de Hogeschool van Amsterdam. Zwaarder dan zijn huidige masteropleiding vond hij het schakelprogramma niet, maar velen denken daar anders over, vertelt hij. “Vooral de wiskunde was aanpoten en die heb ik nu niet meer.” Op de faculteit heeft hij geen moeite met aanpassen. “Maar tijdens projecten merk ik wel dat ik een andere kijk heb, praktischer. Als studenten een voorstel doen, vind ik wel dat het toepasbaar moet zijn. Dat hebben TUstudenten niet.” Dat kunnen masterstudentes architectuur Josje Hemmes en Maartje Meijs alleen maar beamen. Op hun faculteit Bouwkunde lopen de meeste hboschakelaars rond en het verschil is vaak snel merkbaar, vertellen Hemmes en Meijs in de espres-

Daniela Maxouri.

sobar op hun faculteit. Daarbij niets van de neerbuigendheid van het Owee-lied. Hemmes: “Zij hebben veel meer kennis van detailleren en praktisch bouwen. Ze zijn constructief heel sterk en denken veel technischer dan studenten zoals wij, die een TUbachelor hebben gedaan. Wij denken meer conceptueel. Ikzelf ben bijvoorbeeld nooit op een bouwplaats geweest.” Hemmes en Meijs zijn meer van het artistieke dat aan de Delftse opleiding kleeft, maar beiden zien de voordelen die mensen met een hbo-vooropleiding hebben. Meijs: “Doen we een project, en moet er een ontwerp uitgewerkt worden, dan zeggen we vaak: vraag het maar aan de hbo’ers.” Hemmes: “Zij vinden dat einde van het ontwerpproces leuk, wij juist het begin.” De schakelaars bepalen voor een belangrijk deel hoe er op de TU tegen hbo’ers wordt aangekeken. Ze zijn niet met veel, maar ze weten wat ze willen en ze werken hard. Neem Tobias Breve (22). Hij kwam nadat hij zijn propedeuse had gehaald op de Hogeschool Rotterdam naar Delft. Hij zit nu in het tweede jaar van de bacheloropleiding molecular

Laura Molenaar.

science technology van de faculteit Technische Natuurwetenschappen. “De jongens bij wie ik in de klas zit, zijn drie of vier jaar jonger dan ik. Ze zijn gedreven, maar de studie mag van hen best een jaartje langer duren. Ze zijn heel druk met hun studentenleven, ik steek mijn tijd liever ergens anders in. Ze vragen vaak waarom ik al begonnen ben met studeren als het tentamen nog ver weg is. Ik voel de tijdsdruk, want ik ben al 22 en heb nog niks afgemaakt. Ik moet hard werken voor wiskunde, maar ik heb tot nu toe alles gehaald en sta gemiddeld een 7,5.”

Harde werkers Mechanicadocent en schakelmentor op de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG) Hans Welleman prijst die hardwerkende houding van hbo’ers die naar de TU zijn overgestapt. “Je herkent ze meteen in college, want ze zitten altijd vooraan. Je zou willen dat al je studenten er zo hard aan trokken.” Kritischer is Welleman over de scholen waar ze vandaan komen. Als voormalig hogeschooldocent begrijpt hij dat die instellingen

Jalanda Frensch.

Sportkaart als sleutel

Maurice van Beijnen is de eerste commissaris hbo van de Delftse studentenvakbond VSSD. Zelf studeert hij werktuigbouwkunde aan de Haagse Hogeschool, na te zijn afgehaakt op de TU. Het was niet het niveau dat hem nekte, vertelt hij. “Ik werk met een praktische insteek, in plaats van eindeloos over iets na te denken.” Van Beijnen denkt dat het belangrijk is dat TU- en hbo-studenten elkaar al tijdens de studie leren kennen. In het werkende leven moeten ze het immers ook samen doen. De sportkaart kan de sleutel zijn, denkt hij. “Sportend komen hbo’ers in aanraking met TUstudenten en hun manier van denken.” De prijs van de kaart blijft echter een drempel. Het goedkoopste tarief op het sportcentrum geldt alleen voor TU-studenten en voor studenten van de Haagse Hogeschool die roeien bij Laga of Proteus Eretes. De rest betaalt het dubbele: 230 euro tegen 101 euro. Niet voor niets dat er onder de bijna 6200 studenten met een sportkaart maar 118 hbo´ers zijn. Het verschil in prijs zit hem in wat de instellingen bereid zijn bij te leggen. Het onderwerp is al jaren onderwerp van gesprek tussen bestuurders van de hogescholen en de TU.

Rodi van den Bergen.


Delta

• Daniela Maxouri, TU, Bestruurskunde, 24jr , • Maurice Mayer, HHS werktuigbouw, 19jr , • Tim Wiegerinck, HHS werktuigbouw, 20jr , • Jeff Kartodirjo, HHS werktuigbouw, 24jr , • Sezen Tosunoglu, TU, Electrotechniek, 26jr , schakeljaar op TU, 23jr , • K im Vollenhoven, HBO-civiel, nu Master kunde, 17jr , • Jesse Mulderij, TU, wiskunde en natuur• Efsun Evren, HHS werktuigbouw, 19jr , wetenschappen, 19jr , • Magaly Doggen, TU, Technische Aard-

Hassan al Mahmoedi.

• Laura Molenaar, TU, wiskunde, 19jr ,

Lucien Martijn.

• Jalanda Frensch, HHS natuurkunde, 18jr ,

Nina Beschoor Plug.

2.000

studenten (Delftse vestiging), negen bacheloropleidingen, waaronder werktuigbouwkunde, elektrotechniek, technische natuurkunde en technische informatica.

• Rodi van den Bergen, TU, Bestuurskunde, 24jr ,

1.100

studenten (Delftse vestiging), van wie meer dan de helft bij de enige echt technische opleiding, luchtvaarttechnologie. Die opleiding is heel internationaal, de helft van de studenten komt uit het buitenland.

• Nina Beschoor Plug, HHS electrotechniek, 20jr ,

Nu ze hoge cijfers haalt, heeft ze veel meer plezier in studeren. “De stof wordt beter uitgelegd, er wordt meer tijd voor genomen. Inholland in Delft is kleinschalig en we gaan veel informeler met de docenten om. Dat is prettig.” Een masteropleiding aan de

• Lucien Martijn, HHS natuurkunde, 20jr ,

Elitair

TU blijft desondanks haar doel. “Met die gedachte heb ik de overstap gemaakt, dat ik straks weer naar de TU kan.” Bruins Slot heeft die wens niet meer. Door zijn stage heeft hij al bijna zeker een baan, terwijl hij in februari pas gaat beginnen met afstuderen. Op de TU paste hij niet, ziet hij nu, maar hij haakte pas laat af. Hij vond dat hij het als vwo’er op de universiteit moest proberen. “In mijn eerste jaar haalde ik 56 studiepunten, in mijn tweede jaar maar acht. Maar het is oké zo, want ik heb het geprobeerd. Ik zat altijd in de UB.” Wat de verschillen zijn tussen TU en hbo? Bruins Slot noemt de TU elitairder. Hij vond L&R overweldigend en miste contact met docenten. “Op het hbo kan ik nominaal studeren zonder van negen uur ´s morgens tot acht uur ´s avonds te werken. Het is allemaal wat gemoedelijker.” <<

• Hassan al Mahmoedi, TU, wiskunde, 21jr ,

zij beide werelden? Neem Egbert Bruins Slot (23) en Marije Oosterlaak (19). Bruins Slot stapte na 2,5 jaar ploeteren bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek (L&R) over naar de opleiding luchtvaarttechnologie van Inholland. Oosterlaak deed vorig studiejaar al na de eerste tentamens hetzelfde. Oosterlaak: “Ik had me er al op ingesteld dat ik het niet zou redden, dus het was geen moeilijke beslissing. En nee, niemand vond het raar.” Oosterlaak mocht bij Inholland meteen instromen, met als voorwaarde dat zij haar propedeuse in één jaar zou halen. Dat lukte.

• Arnoud Dom, TU, Civiele techniek, 19jr.

rekening moeten houden met allerlei instroomniveaus: mbo, havo en vwo. “Toch vind ik dat de hbo’s hun fundamentals moeten verzwaren. Veel hogescholen waar ik mee te maken heb, zitten niet eens op een uitstroom-niveau havo voor wat betreft wiskunde.” Het schakelprogramma van CiTG kent standaard het hele wiskundepakket. Het bestaat uit 45 studiepunten, maar vrijwel iedereen doet er een jaar of langer over. “Het studiesucces was de voorgaande jaren maar vijftig procent. Dat zou nu beter moeten worden, nu ook bij ons de harde knip echt geldt. Maar feit blijft dat studenten met een groot gat in hun kennis zitten.” Is er voor hbo-studenten die naar de TU willen een heel studieprogramma opgetuigd, van de stroom de andere kant op zijn geen cijfers bekend. Toch zijn er wel degelijk studenten die het op de TU niet redden en die hun heil zoeken op het hbo. Hoe zien

11

TU Delft

17.000

studenten, onder wie dik tienduizend bachelors. Zij zijn verdeeld over vijftien bacheloropleidingen. De TU telt meer dan dertig masteropleidingen.

Arnoud Dom.


Bonnie Bassler, hoogleraar moleculaire biologie uit Princeton, verzorgde eind november het colloquium van het Kavli Institute of Nanoscience over samenzweringen tussen bacteriën. “Communicatie is geen recente uitvinding van de evolutie, het was een van de eerste.”

‘Het waren twee fantastische dagen’


Tekst: Jos Wassink Foto: Hans Stakelbeek

Delta

13

TU Delft

Ik las dat u in Princeton de dag begint met aerobicsles geven. Hoe gaat dat als u op reis bent?

ceerde bacteriën die niet kunnen communiceren

“Dan neemt een postdoc dat van me over en kan ik uitslapen. We

de andere kant beseffen de meeste mensen niet

werken aan groepsgedrag van bacteriën en aerobics is voor mij ty-

dat we voor het grootste deel symbiotisch met

pisch groepsgedrag dat ik niet doe als ik alleen ben.”

bacteriën leven. Je hebt duizenden soorten in je

en daardoor ook geen infecties veroorzaken. Aan

ingewanden en duizenden soorten op je huid en

U wordt wel de ‘queen of quorum’ genoemd of ‘de bacteriefluisteraar’ omdat u bacteriële communicatie bestudeert. Wanneer kwam u daar voor het eerst mee in aanraking?

die zijn aan het werk voor je: ze verteren je voed-

“Zo’n twintig jaar geleden. Men had ontdekt dat er lichtgevende

sensing voor nodig. Je kunt het zo zien: wanneer

bacteriën zijn die op de bodem van de oceaan leven. Men wist dat

een bacterie een enzym of vitamine moet ma-

ze pas licht geven als er genoeg van zijn. Dus ik vroeg me af: hoe

ken, ziet hij die nooit terug. Alleen in een grote

weet een bacterie dat hij alleen is of in een groep? Het fijne van lu-

groep waar ik de jouwe krijg en jij de mijne, heeft

minescentie is dat je ziet wat ze doen. Ik vond het verbijsterend dat

een bacterie daar baat bij, en dat gebeurt door

bacteriën benul hadden van groepsgrootte, want men nam aan

quorum sensing. Dat vormt niet alleen de basis

dat ze daar te simpel voor zijn. Alleen hogere diersoorten zouden

van infecties en uitbraken, maar ook van talloze

sociaal complex gedrag vertonen terwijl bacteriën alleen eindeloos

dagelijkse taken die mensen, dieren en planten

zouden eten en delen. Maar luminescentie is duidelijk groepsge-

in leven houden. Maar dat beseft niemand om-

drag, dus ik dacht: dit is oeroud. Als bacteriën groepsgedrag verto-

dat je je alleen van bacteriën bewust wordt wan-

nen, is dat al miljarden jaren geleden ontstaan.”

neer je ziek wordt. Maar dat zijn de uitzonderin-

sel, ze maken vitaminen aan, ze bedekken je met een beschermende film. Daar is ook quorum

gen op de symbiose.”

Dacht u dat toen al? molecuul, een chemisch woord, in het spel was. Want we konden

Ik begrijp dat u de boodschappermoleculen als voorlopers ziet van hormonen?

een stofje winnen uit bacteriën die licht geven en dat toevoegen

“Dat klopt. Alleen zijn het wel heel andere mo-

aan een oplossing met bacteriën in het donker. Die begonnen dan

leculen. We zien in het genoom van bacterie en

ook licht te geven. En die belachelijke ‘glow in the dark’-bacteriën

mens welke stoffen ze aanmaken en chemisch

bleken niet de enige met groepsgedrag. We hebben aangetoond

zijn ze verschillend. Maar de manier waarop

dat vrijwel alle bacteriën weten of ze alleen of in een groep zijn, en

bacteriën die stoffen detecteren en de manier

daar hun gedrag op aanpassen. Dat gaat over honderden soorten,

waarop ze reageren, is precies dezelfde bioche-

en over verschillende moleculen. Sommige zeggen ‘ik ben je broer’;

mie als waarop zoogdiercellen reageren op hor-

‘ik ben je zuster’ of ‘ik ben je neef’. Er zijn moleculen die zeggen: ‘ik

monen. Die regels zijn, denk ik, vier miljard jaar

ben je vijand’. Dus bacteriën nemen al die verschillend boodschap-

geleden bij de bacteriën ontwikkeld en vormen

pen waar. Zo weten ze wie hun buren zijn, en schakelen bepaalde

de basis van ons hormonaal systeem.”

“Ik zou willen dat ik zo slim was. Wat we wel wisten, was dat er een

genen aan of uit, al naar gelang de omgeving.”

“Ja, dat hebben we. Daarom ben ik hier. Ik ben biologe en ik weet

Toch zeggen sommigen dat boodschappermoleculen niet meer zijn dan bijproducten van de spijsvertering. Hoe overtuigt u hen?

iets van chemie. Ik vind genen en moleculen en receptoren. Ik vind

“Gewoon meer proeven doen. Kijk, als onze

de eiwitten die betrokken zijn bij de informatieverwerking in de cel

ideeën niet kloppen, dan waren ze allang van ta-

en ik weet welke genen in- en uitgeschakeld worden. We kunnen

fel geveegd, want zo gaat dat in de wetenschap.

die moleculen maken en de bacteriën foppen met foute informatie

In plaats daarvan is quorum sensing nu aange-

en kijken hoe ze reageren. Dat is waar we de afgelopen twintig jaar

toond in honderden bacteriesoorten.”

Hebt u dat kunnen aantonen?

aan gewerkt hebben.”

“Wanneer bacteriën in het nieuws komen, is het vanwege een in-

Hoe lang heeft het geduurd vanaf het begin in 1990 tot u voet aan de grond kreeg binnen de wetenschappelijke gemeenschap?

fectie of een uitbraak. Zulk virulent gedrag is altijd groepsgedrag

“Jullie kerel Van Leeuwenhoek heeft in 1676 bac-

waarbij quorum sensing (het koppentellen van bacteriën, red.) een

teriën ontdekt. Sindsdien, en meer dan drie eeu-

rol speelt. Als een bacterie bij je binnendringt is hij te klein om iets

wen lang, denken we aan bacteriën als levens-

Wat merken mensen van die bacteriële communicatie?

uit te richten. Dus hij houdt zich koest en gaat delen. Pas als er vol-

vorm die eet en deelt, eet en deelt. Bovendien

doende bacteriën zijn gaan ze met z’n allen tegelijk in de aanval om

zien bacteriën er simpel uit en hebben ze weinig

iets uit te richten. We hebben tientallen voorbeelden van gemodifi-

DNA. Dan is het niet vreemd te denken dat >>


14

Delta

TU Delft

gint over communicatie, hormonen en groepsgedrag. Het heeft vijftien

Ik begrijp dat er al heel wat meer groepen quorum sensing bestuderen?

jaar geduurd voordat dat idee serieuze aandacht kreeg. Na verloop van

“Oh, het zijn er honderden. Het staat intussen in de leer-

tijd begonnen ook andere onderzoeksgroepen erover te publiceren.

boeken.”

ze niet veel in hun mars hebben. En dan komt er iemand langs die be-

Tien, vijftien jaar om eeuwenoude denkbeelden bij te stellen, dat is niet slecht. En vergeet niet: voor ons was het ook verrassend. Op gegeven

Wat bracht u naar Delft?

moment ontdekten we een stofje waarmee verschillende soorten bac-

“Ik wil samenwerken met fysici en ingenieurs die nieu-

teriën elkaar beïnvloeden. Pas naderhand denk je dan: Natuurlijk, ze

we materialen maken die we kunnen impregneren.

leven in gemengde gemeenschappen en moeten ze weten wie er om

Daarom is het voor mij zo’n plezier hier rond te lopen.

zich heen zitten. Maar dat is achteraf. We hebben nu vier stofjes gevon-

Ik heb me van mijn beste kant laten zien, de afgelopen

den, maar tot nu toe hebben we de bacteriën steeds onderschat. Ik ben

paar dagen.”

trots op mijn team. We zijn in twintig jaar van fluorescente bacteriën opgeklommen tot nieuwe antibiotica. Tegelijkertijd denk ik: maar na-

En, heeft het gewerkt?

tuurlijk communiceren bacteriën, ze zijn hier al vier miljard jaar. Ze

“Dat weet ik nog niet. In seminars vertelde ik wat wij

hebben alles al uitgevonden.”

doen, en daarna heb ik wel twintig een-op-een gesprekken gehad met onderzoekers over hun projecten. En dan

Hoe zit het met die antibiotica?

kijk je eens of er een overlap is. Dat kan de komende tijd

“Dat is nogal een claim, he. We hebben stoffen gevonden die bacteriële

gebeuren, want we kennen elkaar nu en hebben e-mail-

communicatie verstoren in een reageerbuis en in een wormpje C. Ele-

adressen uitgewisseld. Misschien komt er iemand naar

gans. We gaan nu kijken of het ook in een muis werkt. De valkuil is dat

mijn lab, of komt een van mijn mensen hier. We zien wel

de verstorende stoffen niet sterk genoeg zijn of dat ze hun doel in het li-

waar de wetenschap ons brengt. Ik heb in elk geval twee

chaam niet bereiken. Medische farmaceuten weten hoe je een stof kunt

fantastische dagen gehad. Dat past ook goed bij de stijl

ombouwen tot medicijn en daar werken we momenteel aan.”

van mijn gastheer Cees Dekker die graag getalenteerde onderzoekers samenbrengt en dan afwacht wat er zich

Maar tegen de tijd dat ik er last van krijg en naar de dokter stap, zijn de bacteriën waarschijnlijk al virulent.

riën, doen ze bij bionanoscience ook erg fundamenteel

“Precies. Het immuunsysteem reageert op bacteriële virulentie en pro-

onderzoek. Dat geeft een gevoel van verwantschap.”

ontwikkelt. Net als ik met mijn glow in the dark-bacte-

beert de bacteriën op te ruimen. We weten dat quorum sensing nodig is Met andere woorden: zal verstoring van quorum sensing de virulentie

Vind u dat er nog voldoende ruimte is voor vrij en fundamenteel onderzoek?

stoppen, of had je het voor die tijd moeten nemen? In het laatste geval

“Ik zeg daar maar één ding over. Je kunt alleen toege-

zou je het als voorzorg kunnen nemen voordat je opgenomen wordt in

paste wetenschap bedrijven als je wat hebt om toe te

het ziekenhuis. Daarnaast, en dat gaat waarschijnlijk sneller, zijn er de

passen. Toegepaste techniek en geneeskunde staan op

industriële toepassingen van quorumverstoring voor sterilisatie van

de schouders van fundamentele wetenschappers die

katheters of anti-aangroeilaag voor waterfilters. Het impregneren van

niets anders wilden dan ideeën te formuleren waarmee

materialen in landbouw of industrie – dat zie ik veel sneller gebeuren.

anderen verder kunnen.”

om virulentie aan te schakelen, maar niet of het daarna ook nodig blijft.

Geïmpregneerde contactlenzen die niet meer vervuilen, of afvoerbuizen die niet meer dichtslibben – allemaal biofilms en quorumgedrag.

In Princeton krijgt u daar de gelegenheid voor. “Ik solliciteerde er 22 jaar geleden en werd aangenomen omdat bacteriële communicatie hen een spannend concept leek. Maar tegenwoordig heb je externe fondsen nodig om je laboratorium draaiend te houden. Princeton betaalt mijn salaris, ik betaal de promovendi,

Wie is Bonnie Bassler? Haar energie is tomeloos, haar taalgebruik verfrissend. Bonnie Bassler (1962) is een Amerikaanse moleculair biologe die als postdoc in 1990 gegrepen werd door het idee dat lichtgevende bacteriën met elkaar communiceren. In 1994 kreeg ze een betrekking aan de universiteit van Princeton om haar ideeën over bacteriële communicatie, quorum sensing genoemd, verder uit te werken. De

toekenning van de prestigieuze MacArthur Fellowship in 2002 markeerde de wetenschappelijke erkenning van haar ideeën. Bassler werkt nu aan toepassingen van bacteriële communicatie voor antibiotica en anti-aangroeimiddelen. “Na zoveel jaren research wil ik wel eens iets praktisch doen voor de wereld”, grapt ze.

de postdocs en alle pipetten. Kijk, het is niet gek dat belastingbetalers willen weten wat ze aan onderzoek terugkrijgen, maar de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek zijn nu eenmaal onvoorspelbaar. De top twintig van de medische vooruitgang in de twintigste eeuw zijn toevalsvondsten: statines (cholesterolverlagers, red) waren niet bedoeld als hartmedicatie, MRI’s waren niet bedoeld als scanner. Het waren vondsten van fröbelende wetenschappers en ik geloof daar erg in omdat ik het zelf altijd zo heb gedaan.” <<


Wat: Bedeltocht Waar: Delft Wanneer: 3 januari 2013 Drank en hapjes: 1 Publiek: 1 Dresscode: 1 Feestgehalte: 1 Eindcijfer:

1

party crashers

De uitdaging Ik hou van lekker eten. Maar niet zoals iedereen misschien denkt. Vaak wordt aan mij gevraagd of ik altijd mijn eigen complexe gerechten eet. Het antwoord is simpel: nee. Daar heb ik geen tijd en geld voor. Mijn favoriet is om eerlijk te zijn een simpel stukje vlees, wat aardappelen en een bak spruiten. Want ik ben en blijf een student. Ook ik heb ups en downs, de lege ijskast met nog vijf euro op de bank, ook ik heb wel eens de nachtelijke escapades en ook ik word soms onbedoeld de ochtend erna wakker met de penetrante smaak van knoflooksaus en shoarma. Ik daag jullie uit om mij uit te dagen voor een maaltijd. Dit mag alles zijn, van een luxe gerecht tot een in-vijfminuten-voor-twee-eurogerecht. Stuur je uitdaging naar dekokendestudent@gmail.com en wie weet ga ik de uitdaging aan!

Moe van twee weken feestgeweld stappen de Partycrashers zo fris als ze kunnen 2013 in. Een ongeluksjaar in getallen moet toch geluk in het gratis leven en feesten betekenen? Yin en yang? Om de maag te neutraliseren en het jaar feestproof te beginnen, storten ze zich in de bedelarij. De ontplofte rotjes plakken onder onze laarzen, de champagnekater ligt nog vers op de maag. Voornemen voor 2013: meer en betere feesten, minder drank. Een nieuwjaarsborrel in de Spoorzone dus? Een TU-promotie over shopgedrag? Dranktechnisch veilig, maar niets om heel erg warm van te worden. Een stadswandeling Delft it is - with benefits. De wind door onze haren, de saleborden schreeuwend in de etalages - en tout mannelijk Delft op zoek naar De Liefde om de komende oud en nieuw niet wéér noodgedwongen tollend en alleen in bed te eindigen. Denken we. Meer hebben we toch niet nodig om feestklaar te worden? Lumineus idee van partner in crime als ze in de discountshop vlakbij het Vesteplein twee paar oorwarmers afrekent voor drie euro: “Als ik deze twee dingen koop - bij de Action waren ze maar een euro! - krijg ik die aansteker er dan gratis bij?” Verhip. Het vuurtje voor onze zoveelste slechte gewoonte voor 2013 is in de pocket. Dat stemt positief. De Vietnamese loempia’s onderweg naar de Beestenmarkt - ommetje via de Paradijspoort - liggen er onaangeroerd bij in de januariregen. Geen hond die nog iets vets kan zien na kilo’s oliebollen. Mogen wij er misschien één proeven…? De man achter de vitrine kijkt ons aan alsof we gek geworden zijn. Eén die over datum is? Eén kleintje als we twee grote kopen? Dat laatste lukt. Als we hem hangend over het hek bij de schaatsbaan aan de Beestenmarkt met lange tanden oppeuzelen, valt ons oog op een eenzame twintiger, hangend voor Kobus Kuch; biertje in de ene hand, sigaret in de andere. We kijken elkaar aan en besluiten: easy target. “Gezelschap nodig?”, vragen we poeslief. “Wij drinken ook bier en hebben best dorst.” Voordat hij antwoord heeft kunnen geven, is de reden van zijn eenzame rookpauze duidelijk. Hij kijkt op, loopt op een uitbundig zwaaiend studentenclubje af en laat zijn biertje én ons achter. Op een beregend stoeltje prijkt een stoer gebreide sjaal, nu officieel zonder eigenaar. Kansloos, besluiten we, en lopen naar binnen voor een betaald glas wijn. De eindscore: een aansteker, de begeerde warme sjaal mét vers opgespoten L’Homme van Jean-Paul Gaultier, één miniloempia en een doodgeslagen, aangebroken bier. Dat moet vanaf nu heel anders. Feestgevend Delft: behold your entrance. De Partycrashers zijn gemotiveerder dan ooit. Niks oliebollentest, maar kaasvlinderexperiment en uitsmijterslijmen. Tot zaterdag. (JB)

Ben jij een partycrasher? Vind jij het leuk om voor Delta naar studentenfeestjes te gaan en nl hierover te schrijven? Mail naar delta@tudelft.

Met de vakkentijd om de hoek, heb ik hier een snel en makkelijk receptje voor in die spaarzame vijftien minuten. Roerbak tilapia Moeilijkheidsgraad: snel en simpel Materiaal: wok, kookpan, rasp Ingrediënten: 1 duimgroot stuk gember, 3 knoflooktenen, 1 chilipeper, lente-ui, glasnoedels, sojasaus, ketjap, pinda’s, Chinese kool, peultjes, tilapiafilet Maak de wok goed warm op het vuur en breng een pan met water aan de kook. Doe de glasnoedels in een bak en zet deze onder in kokend water. Glasnoedels hoeven alleen te wellen. Rasp de gember en knoflook en snijd de chilipeper, lente-ui en Chinese kool in kleine stukjes. Snijd de tilapia in stukken van ongeveer 2 bij 2 cm. Kook je peultjes kort, ongeveer twee tot drie minuten. Doe een beetje olie in de wok en voeg de knoflook, gember en chilipeper erbij. Blijf ongeveer dertig seconden goed roeren. Voeg de vis toe en roer nog eens nog eens dertig seconden. Blus af met een beetje ketjap en sojasaus en doe vervolgens de Chinese kool en peultjes in de pan. Roer deze één minuut door en serveer het geheel op de glasnoedels met de pindas en de lente-ui als garnering. Ook lekker met kip in plaats van tilapia.

Met geslepen messen, De Kokende Student


16

Delta

TU Delft

Botenbijbel Na bijna veertig jaar onderzoek aan zeiljachtrompen in de Delftse sleeptank, heeft botenexpert dr.ir. Lex Keuning zijn levenswerk vrijgegeven aan jachtbouwers en onderzoekers. De Delft Systematic Yacht Hull Series staat online.

Veertig jaar metingen in het kantoor van archivaris van Piet de Heer.

D

oor een ongelukkige samenloop van omstandigheden kon Keuning zelf niet aanwezig zijn bij de presentatie van zijn ‘systematische serie’ op het Hiswasymposium – de jaarlijkse bijeenkomst van ontwerpers en bouwers en van jachten. TU-onderzoeker ing. Michiel Katgert nam de honneurs waar. Hij vertelde dat de volledige meetgegevens van zeventig rompvormen van de afgelopen 39 jaar, evenals de veertig publicaties die daarop gebaseerd zijn, nu publiekelijk toegankelijk zijn voor iedereen die de moeite neemt om een login aan te vragen (op dsyhs.tudelft.nl). Met deze meetgegevens kun je volgens Katgert software maken die de prestaties van schepen al tijdens het ontwerp voorspellen (de zogenaamde velocity prediction programmes of VPP’s). Ook kun je aan de hand

van de Delftse gegevens bijvoorbeeld numerieke benaderingen van de weerstand van een schip valideren. Katgert vroeg ontwerpers op het symposium om op het discussieforum van de website te laten weten hoe zij de gegevens gebruiken. “We willen jullie uitnodigen om mee te doen in ons onderzoek.” Dat klonk heel open-source en eigentijds, maar even later moest Katgert toegeven dat uitbreiding van de serie er niet meer inzit in Delft.

Rekenhulp Jachtontwerper en oceaanzeiler Gerard Dijkstra maakte naam met de ‘Stad Amsterdam’ (bekend van de VPRO-serie Beagle), de mysterieuze driemaster ‘Maltese Falcon’ en het nieuwe moederschip van Greenpeace: de motorzeiler ‘Rainbow Warrior III’. Bij het doorrekenen van een ontwerp geeft Dijkstra

de voorkeur aan ‘de Delftse serie’ of ‘Sysser’ (systematische serie). Tijdens de koffiepauze op het Hiswasymposium zegt hij: “Ik heb de serie vanaf het begin meegemaakt en de ontwikkeling gezien. Dat geeft vertrouwen.” Keuning (62) maakte het begin van de serie mee als student. Dat was in 1973 toen hoogleraar scheepshydromechanica prof.ir. Jelle Gerritsma een begin wilde maken met vergelijkende metingen aan de rompen van zeiljachten. Hij deed dat samen met twee collega’s van het Massachusetts Institute of Technology met wie hij een passie voor zeilen en zeilboten deelde. Dat waren de hoogleraar scheepshydromechanica Nick Newman en professor hydromechanica Justin Kerwin. De bedoeling was tweeledig: (1) een eenvoudige rekenhulp te maken waarmee jachtontwerpers de vaareigenschappen van hun concept konden bepalen en (2) een middel >> Jachtbouwer Gerard Dijkstra (l) naast onderzoeker Lex Keuning bij scheepswerf K&M Yachtbuilders in Makkum.


Tekst: Jos Wassink Foto’s: Hans Stakelbeek

Delta

TU Delft

17


18

Delta

TU Delft

‘Als je de prestaties uitrekent op basis van de serie, weet je in elk geval dat je schip goed zeilt’

te ontwikkelen waarmee de handicaps van verschillende boten in een zeilrace vastgesteld konden worden. “Voor zeiljachten is de snelheid die je kunt verwachten veel moeilijker uit te rekenen dan voor motorjachten”, vertelt Keuning (faculteit 3mE) in zijn kantoor naast de sleeptank. Zijn bejaarde hond heeft zich bij de deur genesteld. “Je hebt krachten boven en onder water die samen een ingewikkeld evenwicht vormen. Dat is lastig met de hand uit te rekenen. Men wilde een programma dat met opgave van lengte, breedte, diepte en waterverplaatsing de prestaties van een schip kon benaderen.” Het moest een systematisch onderzoek worden. Dat betekent: variëren op basis van een standaardschip. Destijds werd daar de ‘Standfast 43’ van Frans Maas voor gekozen – een dertien meter lang zeiljacht - waarvan een 1:6.25 schaalmodel werd gemaakt. Keuning legt uit hoe dat variëren in zijn werk ging: “Uitgaand van het moederschip gingen we de breedte iets vergroten en verkleinen. Dat leverde drie modellen op die allemaal gesleept werden. Verschillen die je meet in de weerstand zijn dan het gevolg van het verschil in de breedte. Dat kun je ook doen met lengte, diepgang en waterverplaatsing. Dat klinkt eenvoudig, maar als je de breedte verandert, gaat ook de waterverplaatsing mee.

Er zijn veel onderlinge afhankelijkheden.” De eerste systematische serie bestond uit negen modellen.

Sleeptank

SCHEEPSBEWEGINGEN translatie rotatie X-as (lengterichting) schrikken slingeren (verandering) Y-as (dwarsrichting) verzetten stampen (dynamisch) Z-as dompen gieren (mastrichting) (dynamisch)

De metingen vonden plaats in de ruime sleeptank van de TU: 142 meter lang, 4 meter breed en 2,5 meter diep. En omdat alle metingen op dezelfde manier en met dezelfde apparatuur zijn gedaan, zijn de resultaten niet alleen onderling vergelijkbaar, maar ook met die van latere modellen. Bij sleeptests rijdt een vier ton zware aluminium wagen over rails aan weerszijden van de waterbak met een maximale snelheid van bijna 30 kilometer per uur. Eronder, badend in het licht, klieft een rompmodel door de golven. De zeilromp is scharnierend bevestigd – alleen de hoek ten opzichte van de voortbeweging (de drifthoek) is vastgelegd en de hoek ten opzichte van de verticaal (de helling). Hier belanden we in het domein van de scheepstermen zoals stampen, dompen en gieren (waarover meer in het kader met scheepsbewegingen). De metingen voor iedere romp nemen zeker een week in beslag. Ga maar na: naast metingen rechtop met en zonder kiel en roer volgen metingen bij vier verschillende snelheden, vier verschillende hellingen (hoek ten opzichte van de verticaal) en vier verschillende


Delta

Tekst: Jos Wassink Foto’s: Sam Rentmeester

drifthoeken (hoek ten opzichte van de bewegingsrichting). Dat zijn minimaal 64 metingen en na elke meting duurt het een kwartier voordat het water in de tank voldoende bedaard is voor een volgende proef. Iedere proef levert waarden voor (onder meer) de weerstand (de trekkracht op het model in de richting van de verplaatsing), de zijwaartse krachten, de langsscheepse hoek van het schip (trim) en hoever de romp naar beneden zakt (inzinking). Op de vraag hoe vaak een proef herhaald wordt, antwoordt Katgert glimlachend met het maritieme adagium: “Thou shall never measure twice.” Absolute meetwaarden (en de marges daarin) zijn in dit vak namelijk minder van belang dan de onderlinge verschillen. Seriematige vergelijkingen – daar gaat het om. Overigens wordt de reproduceerbaarheid van metingen altijd wel geverifieerd. In het geval van de serie bijvoorbeeld zijn modellen na twintig jaar opnieuw gesleept, waarbij de verschillen binnen de één tot twee procent bleven.

Grootste meetserie ter wereld Na die negen modellen wilde de Delftse groep verder, maar de Amerikanen haakten af: het geld was op. In Delft kon het onderzoek nog doorgaan zolang de onderzoekers het zelf interessant vonden, en jachtbouwers hun verrichtingen met belangstelling volgden. Zo volgde er in 1982 een nieuwe meetserie op basis van een ontwerp van Van der Stad & Partners; in 1993 een serie gebaseerd op een model van Sparkman & Stephens en in 2007 was een model van Judel & Vrolijk het voorlopig laatste moederschip. In totaal bevat de Delft Systematic Yacht Hull Series (DSYHS) zeventig systematisch gevarieerde en onderling vergelijkbare rompvormen en is daarmee wereldwijd de grootste systematische serie. “Of het nou om een boot van 4 of 140 meter gaat, die serie geldt nog steeds”, zegt Dijkstra. Daarmee heeft de vakgroep scheepshydro-

De werf Bloemsma in Makkum.

19

TU Delft

mechanica een botenbijbel geschreven die nog lang als standaard zal gelden voor jachtbouwers en wedstrijdzeilers. De data uit Delft vormen de basis van prestatievoorspellingprogramma’s of VPPs die jachtontwerpers gebruiken tijdens het ontwerp. “Het mooie van de systematische serie is dat je niet hoeft te ontwerpen op een model dat gesleept is”, legt Dijkstra uit. “Je maakte je eigen ontwerp op basis van je ervaring en de wensen van de klant qua lengte, breedte en diepgang. Dat vormt het operationele profiel dat het jacht krijgt. Daarvan bereken je met WinDesign (één van die VPP programma’s, red) de prestaties en stel je het ontwerp bij totdat je iteratief tot het beste compromis komt dat aan de eisen van de klant voldoet. Als je de prestaties uitrekent op basis van de serie, weet je in elk geval dat je schip goed zeilt.” De snelheden die WinDesign voor alle mogelijke windrichtingen geeft, neemt Dijkstra niet al te serieus. Door de opbouw van de atmosfeer en het golfpatroon van het water wijkt de werkelijke snelheid vaak af van de theoretische berekening. Met een match binnen de vijf procent mag je al blij zijn. Maar, nogmaals, het draait om onderlinge vergelijkingen.

competitieve wereld worden handicaps van verschillende schepen vastgesteld met VPP’s op basis van de Delftse systematische serie. “Daarmee corrigeren we voor de lengte of gewicht van het schip en kijken wie er het best gevaren heeft”, aldus Keuning. Op de vraag of de serie nog uitbreid wordt, volgt als antwoord een zucht. En dan: “Daar is geen geld meer voor.” Keuning zou nog graag meer lichte planerende zeiljachten aan de serie toevoegen. Dijkstra komt soms langs om een extreem lang en slank model te slepen. “Vroeger was twaalf meter een flink jacht, nu is honderd meter normaal”, licht hij toe. Die gegevens worden dan wel aan de serie toegevoegd, maar bij wedstrijdboten houdt de opdrachtgever zijn kaarten liever tegen de borst. Anders dan voorheen moet de groep maar afwachten wat er aangeboden wordt voor de sleeptests. En Keuning zelf? Die werkt aan een goede overdracht. De resterende twee jaar tot zijn pensioen wil hij gebruiken om zijn kennis en ervaring over zeilboten en snelle motorschepen zo goed mogelijk over te dragen aan zijn opvolger. En daarnaast gaat hij meer zeilen met onder anderen zijn tweelingbroer. Niet om de wereld. Maar naar Engeland en de Oostzee, dat is mooi genoeg. <<

Handicaps Dat geldt ook voor het gebruik van de systematische serie voor het vaststellen van handicaps. Keuning is als onderzoeker lid van de Internationale Technische Commissie van het Offshore Racing Congress. In die

‘Je hebt krachten boven en onder water die samen een ingewikkeld evenwicht vormen’


20

Delta

TU Delft

ESSAY

‘Steeds strengere regels maken de criminalisering van het menselijk tekort relevant voor ingenieurs’ (Christian Jongeneel, wetenschapsjournalist)


21

Artsen, verkeersleiders en anderen die als professional andermans leven in handen hebben, worden steeds vaker persoonlijk aansprakelijk gesteld voor de gevolgen van fouten die ze onvermijdelijk wel eens maken bij de uitoefening van hun beroep. Ingenieurs raakt dat nu nog niet, omdat technische ontwerpfouten doorgaans slechts indirect fatale gevolgen hebben. Maar dat is een kwestie van tijd. Toen de politie haar vond in de kofferbak van haar stiefvader, had het meisje een prop in haar mond, die met een verband om haar hoofd op zijn plek werd gehouden. Onderzoek wees uit dat haar moeder de prop drie dagen daarvoor had ingebracht. Ze had het kind vervolgens onder het bed geschoven en alleen gelaten. Daar in het donker was ze overleden, drie jaar oud en zwaar ondervoed. De stiefvader was op weg om het lijkje in de bossen te dumpen. De moeder kreeg zes jaar cel en gedwongen behandeling. Daarmee was de Amerikaanse justitie nog niet tevreden. Er was een medeplichtige. De stiefvader, zou je misschien denken, maar die ging vrijuit. In plaats daarvan ging de officier van justitie achter een sociaal werker aan. Het gezin stond al lang onder toezicht. Het meisje was zelfs uit huis geplaatst, maar weer teruggekeerd bij haar moeder. In haar laatste rapport voor ze ziek werd, zei de behandelend sociaal werker dat het nu goed ging. Het duurde maanden voor een andere sociaal werker het gezin weer bezocht. Deze stelde een plan op voor de moeder, met onder andere een gedetailleerd eetschema voor het kind. Toen was het meisje ineens dood. En was de sociaal werker schuldig aan ernstig plichtsverzuim met de dood tot gevolg. Het verhaal van de sociaal werker is een van de voorbeelden die Sidney Dekker in zijn boek ‘Just Culture’ geeft van professionals die naar eer en geweten hun werk doen, op de een of andere manier (schijnbaar) tekort schieten en dan ineens als crimineel worden weggezet. Dekker voert ook een verpleegster op die een krabbel van een dokter verkeerd begreep en daardoor een baby een overdosis spierverslappingsmiddel toediende. Dit soort grove fouten komt honderden keren per jaar voor, maar deze verpleegster had de pech dat de baby overleed – en zij in de beklaagdenbank belandde. In geen van beide gevallen vertelt Dekker, hoogleraar aan Griffith University in Brisbane, Australië, en piloot op de Boeing 737, hoe het afloopt. Hij laat de zaken liever open, omdat hij mensen zo dwingt zelf tot een inzicht te komen over de rechtvaardigheid ervan.

Scherpere procedures Absolute, objectieve rechtvaardigheid bestaat niet in dit soort gevallen, betoogt Dekker. Er zijn teveel actoren in het geding. Slachtoffers willen genoegdoening. De professional handelde niet opzettelijk of vindt dat hij gezien de omstandigheden niet anders kon. Zijn werkgever heeft een dubbele positie: enerzijds staat ze mede in het beklaagdenbankje, anderzijds kan het aantrekkelijk zijn de fout toe te wijzen aan de persoon van

de professional en niet aan organisatorische omstandigheden. De officier van justitie ziet het als zijn plicht een schuldige aan te wijzen voor een vermijdbare dood. De rechter moet de feiten en de billijkheid van een straf vaststellen. Politici, ten slotte, hebben de opdracht maatschappelijke gevoelens van wat rechtvaardig is, in wetten vast te leggen. In Nederland hebben we ook een aantal gevallen van vermoorde peuters gehad waar de jeugdzorg tekort leek te schieten, zoals het geval van het Maasmeisje Jessica. De schuld werd niet gelegd bij individuele sociaal werkers, maar bij een falend systeem. Er kwamen scherpere procedures, betere werkwijzen, ofwel systeemingrepen die herhaling moeten voorkomen. Nobel en noodzakelijk – maar het vergroot de kans dat een individuele jeugdzorgwerker onbedoeld of gedwongen door omstandigheden de regels overtreedt. Als er weer iets mis gaat, is de kans groter dat een individu aangewezen kan worden als degene die een fatale fout beging.

Foute berekeningen Steeds strengere regels maken de criminalisering van het menselijk tekort relevant voor ingenieurs. Ook zij opereren immers in een omgeving waarin procedures aan belang winnen: tot in het extreme wordt vastgelegd wie wanneer welke stap gezet heeft, zeker in omgevingen met hoge veiligheidseisen, zoals de olie- en gasindustrie, de medische technologie en de vliegtuigbouw. Foutje in de sterkteberekening van een dijk, metaalmoeheid van een windturbineblad verkeerd ingeschat, uitzondering over het hoofd gezien bij het programmeren van een kerncentrale – de lijst met potentieel fatale ingenieursmissers is in een oogwenk langer te maken. Het kan overigens geen kwaad op te merken dat bijvoorbeeld vrachtwagenchauffeurs al heel lang in dit schuitje zitten: wanneer je de hele dag op de weg zit, maak je gegarandeerd stuurfouten en als je pech hebt, rijd je dan een fietser dood. Verplegers, sociaal werkers en ingenieurs worden niet met een unieke ontwikkeling geconfronteerd. Alleen zijn de omstandigheden van hun fouten zoveel complexer dat de morele afweging ingewikkelder is.

Schuldige ingenieurs In Nederland zijn nog geen gevallen bekend van ingenieurs die door een fout in hun beroepsuitoefening voor het hekje belandden. Maar dat is ook slechts een uiterste consequentie. Een groeiend leger van beroepsverenigingen en commissies houdt toezicht op de regels en spreekt overtreders aan. Enkele voorbeelden uit het buitenland. John Ruffini, als civiel ingenieur in dienst van de Australische provincie Queensland, wordt momenteel vervolgd, omdat hij zijn registratie bij de beroepsvereniging niet tijdig vernieuwd had. Dat kwam aan het licht bij een onderzoek naar ernstige overstromingen. Bij gebrek aan registratie had Ruffini de maatregelen die hij nam, helemaal niet mogen nemen. Het was nota bene de beroepsvereniging zelf, die Ruffini aangaf. Drie andere >>

‘Toen was het meisje ineens dood. En was de sociaal werker schuldig aan ernstig plichtsverzuim met de dood tot gevolg’


22

Delta

‘De ontwikkeling om professionals te vervolgen voor beroepsmatige fouten raakt niet alleen de professionals zelf, maar ook hun werkgevers en de maatschappij’ ingenieurs, in dezelfde zaak aangeklaagd wegens het niet correct volgen van een handboek, zijn onlangs vrijgesproken, omdat dit handboek enigszins dubbelzinnig was. In Nieuw-Zeeland bekende ingenieur Dick Cusiel onlangs dat hij zich verantwoordelijk voelde voor de dood van vrouw die tijdens de aardbeving in Christchurch onder een vallend stuk beton terecht kwam. Hij had als eindverantwoordelijke een tekening goedgekeurd, die achteraf een ontwerpfout bleek te bevatten, waardoor het beton niet stevig genoeg verankerd was. Dichterbij huis werd een Brits architectenbureau onlangs veroordeeld tot de betaling van een schadevergoeding van meer dan 200 duizend euro. Ze hadden tijdens de bouw het ontwerp van een gebouw aangepast, waardoor de airconditioning op het dak belandde. Daarbij verzuimden ze echter valbescherming op het dak te ontwerpen, wat een onderhoudsmonteur fataal werd. In dit geval belandden geen individuele architecten achter de tralies – wat altijd het meest tot de verbeelding spreekt – maar het maakt wel deel uit van een trend om ontwerpers aansprakelijk te stellen.

Verzwijgen is laakbaar De ontwikkeling om professionals (strafrechtelijk) te vervolgen voor beroepsmatige fouten raakt niet alleen de professionals zelf, maar ook hun werkgevers en de maatschappij in het geheel. Immers, wie wil er nog chirurg worden als de kans steeds groter wordt dat een fout je in het gevang doet belanden? Sidney Dekker wijdt een groot deel van zijn boek aan deze vraag: hoe bied je mensen een veilige werkomgeving waarbinnen zij niettemin een maximale verantwoordelijkheid voelen voor hun werk? Ten eerste is het belangrijk vast te stellen dat niet alle fouten van dezelfde orde zijn. Iets oprecht over het hoofd zien is iets anders dan onverantwoorde risico’s nemen of bewust instructies negeren (laat staan het bewijs daarvan vernietigen, waarvoor ingenieur Kurt Mix twintig jaar kan krijgen in de zaak van het geëxplodeerde olieplatform Deepwater Horizon). Maar is het rechtvaardig als je zes jaar cel krijgt omdat je je mond gehouden hebt, terwijl je tijdens een persconferentie naast een ambtenaar zat die ten onrechte beweerde dat er geen aardbeving zou komen in het dorp L’Aquila, zoals zes Italiaanse wetenschappers en ingenieurs eerder dit jaar overkwam? Om het begin van een antwoord op dit soort dilemma’s te geven, moet een organisatie alle fouten inventariseren, openlijk bespreken en ervan leren. Daarbij is cruciaal dat fouten in eerste instantie vertrouwelijk zijn, want onderzoek wijst uit dat mensen minder geneigd zijn fouten te rapporteren, als ze het gevoel hebben daar zelf nadeel van te zullen ondervinden – tenzij ze denken dat iemand anders de fout ook opgemerkt heeft, want een poging iets te verzwijgen is sowieso laakbaar. Een rechtszaak tegen drie luchtverkeersleiders in de VS leidde weliswaar

TU Delft

tot vrijspraak, maar ook tot een halvering van het aantal gerapporteerde incidenten en dus het vermogen van de verkeersleiding om te leren van fouten en de veiligheid te verhogen. Maar uit zo’n voorbeeld mag je niet afleiden dat het een slecht idee is om beroepsfouten te criminaliseren, waarschuwt Dekker. Justitie heeft een punt, dat beroepsgroepen met eigen regels zich niet buiten de wet kunnen stellen. Waarom zou een onoplettende vrachtwagenchauffeur wel voor de rechter kunnen belanden en een nalatige arts of ingenieur niet? Het verweer dat sommige beroepspraktijken zo ingewikkeld zijn dat de rechter het toch niet snapt, maakt begrijpelijkerwijs weinig indruk.

Niks doen is geen optie Hoe ingewikkeld de dilemma’s ook zijn die je boven water haalt wanneer je besluit dit thema aan te pakken, niets doen is geen optie. In een maatschappij die steeds meer roept om publieke verantwoording van menselijk falen, moet iedere organisatie zich afvragen wat haar en haar medewerkers zou kunnen overkomen. Dekker oppert een vierstappenplan. Het begint in de eigen organisatie. Zorg voor goede opleidingen en een transparant systeem om incidenten te melden. Zie die incidenten in de eerste plaats als een mogelijkheid om te leren, en voorkom vooral dat betrokkenen direct worden gestigmatiseerd. Haal de afhandeling van een incident bij voorkeur uit de lijnorganisatie. Zorg dat iedereen vooraf weet hoe incidenten behandeld worden en door wie. Bedenk ook dat afhandeling niet alleen de direct betrokkenen bij het incident betreft, maar dat het ook kan leiden tot bijvoorbeeld een extra opleiding voor een heel team of anderen die zich in een vergelijkbare positie bevinden. Stap drie: bescherm data tegen de buitenwacht. Dit is noodzakelijk om in een sfeer van vertrouwen te kunnen streven naar een optimale leeromgeving van incidenten. Het bijt echter ook met publieke verantwoording. Daarom is stap vier het tot stand brengen van een wettelijk kader. Anders gezegd: zorg dat je de interne structuur laat aansluiten bij juridische en maatschappelijke lijnen. Wanneer je bij het justitiële apparaat het vertrouwen kunt wekken dat je ernstige incidenten zelf goed onderzoekt en de consequenties neemt, is de kans kleiner dat het voor je gedaan wordt. Nee, een eenvoudig stappenplan is dat niet, zeker in een samenleving die in flux is. De discussie heeft grote delen van de ingenieurswereld ook nog nauwelijks bereikt. Het is echter onverstandig daarmee te wachten tot de eerste rechtszaak zich plotseling aandient. << ‘Just culture, balancing safety and accountability’ van Sidney Dekker verscheen onlangs in een tweede editie bij Ashgate Publishing (21,99 euro). De consequenties voor de ingenieurspraktijk zijn niet afkomstig uit het boek.

Christian Jongeneel is wetenschapsjournalist en auteur van het boek ‘Het zit in een lab en het heeft gelijk’, over de positie van de wetenschap in de moderne samenleving.


De bachelor

23

Marijn Hogeweg

Vliegende minihelden Brandweer – weinig beroepen die zo’n heldenstatus kennen. Niet zo raar als je bedenkt dat veel brandweermannen hun leven riskeren. Zou het niet geweldig zijn als hun risico’s drastisch werden ingeperkt? Een zwerm minihelikopters zou het antwoord kunnen zijn.

Onderzoek: Guardian Angels Eindcijfer:

Foto: Sam Rentmeester

8,5

Je vraagt je bijna af wie de grootste held is: de brandweerman of de techneut. De brandweerman neemt het risico om het grote, brandende gebouw binnen te stappen op zoek naar overlevenden; de techneut kan robotjes ontwerpen die die risico’s van tevoren in kaart brengen en kan ervoor zorgen dat de brandweerman gericht kan zoeken naar overlevenden. Uiteindelijk is het natuurlijk geen krachtmeting, maar een bundeling van krachten. En aan luchtvaart- en ruimtevaartstudent Marijn Hogeweg (27) en negen medestudenten de schone taak een deel van die krachten te leveren voor hun bachelor-eindproject. “Bij grote branden in grote gebouwen, zoals bij Bouwkunde en Ikea, gaat de brandweer meestal op basis van weinig informatie naar binnen. Het is een gok of zich nog mensen in het brandende gebouw bevinden, en waar ze zijn”, vertelt Hogeweg. Voor hun bachelor-eindproject moesten ze een informatiesysteem maken dat ervoor zorgt dat de brandweer beter voorbereid - en dus veiliger - het brandende gebouw kan betreden. Resultaat: een zwerm vliegende minirobotjes die de ogen en oren voor de brandweer moeten zijn. Unmanned aerial vehicle (uav), heten ze officieel; door de studenten liefkozend guardian angels betiteld. Hogeweg: “Ze vliegen de brand in en verzamelen gegevens over waar zich mensen bevinden, waar de brand precies is, wat de beste manier is om het gebouw te betreden, of zich ergens een gaslek bevindt… Ieder helikoptertje heeft zijn eigen taak, en gezamenlijk – gemiddeld met zijn vijven – geven ze de brandweer buiten het gebouw gedetailleerde informatie. Ze kunnen navigeren en met elkaar communiceren.”

Vooral die communicatie tussen de uav’s zorgde nog wel voor de nodige struikelblokken bij de studenten. Door de rookvorming werkt standaard meetapparatuur namelijk niet of slechter. “De laser die we gebruikten, kon bijvoorbeeld niet door rook kijken. En door de waterdamp in de rook, afkomstig van bluswater, werkten sommige robotjes niet meer. Qua communicatie was er bovendien minder bereik, waardoor we meer uav’s in het gebouw nodig hadden om de informatie bij de hulpdiensten buiten te krijgen.” En dan was er tijdens het ontwerpproces binnen de groep ook nog discussie over wat nou beter werkte: één grote, zware robot die alles kan, of zo’n zwerm. Uiteindelijk waren de brandweercorpsen van Amsterdam en Haaglanden meer dan enthousiast over de guardian angels. Sterker nog: Hogeweg studeert nu af op het onderwerp – net als zijn groepsgenoot Winifred Swegman. En daarna? Vliegen futuristische robotjes ons om de oren zodra ergens een grote brand woedt en zijn brandweermannen voortaan overbodig? “Welnee”, zegt de student, “het doel van de uav’s is puur informatie verstrekken. Om te blussen zouden ze een brandslang moeten meezeulen, en die is veel te zwaar. De kunst is ze zo licht mogelijk te houden: ze zijn zo groot als een koffiemok. Hun accu houdt het ook maar vijftien minuten vol; met een grotere motor zouden ze ook weer zwaarder worden.” Hulde voor de brandweerman: een beroep dat er dankzij tien L&R-studenten zomaar stukken veiliger op kan worden. Hogeweg: “En mochten de guardian angels voor de brandweer uiteindelijk toch niet haalbaar zijn, dan doen ze het altijd nog fantastische als speelgoed.” (JB)


24

Advertenties en mededelingen

mededelingen BEKENDMAKING Het College van Bestuur van de Technische Universiteit Delft heeft in zijn vergadering van 11 december 2012 de volgende regeling vastgesteld: Regeling vergoeding dienstreizen Technische Universiteit Delft. Deze regeling betreft de vergoeding van kosten voor dienstreizen in binnenen buitenland. De regels daarvoor zijn nu geïntegreerd in één nieuwe regeling. De regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2013. Per dezelfde datum wordt de Regeling dienstreizen binnenland TU Delft uit 2006 ingetrokken. De regeling ligt ter inzage bij de afdelingen HR van de beheerseenheden en wordt geplaatst op de website van de TU Delft.

January - February 2013

Cursussen Spaans Nieuw semester start op 11 en 12 februari 2013, 12 cursusweken, 3 studiepunten plus certificaat. 3 niveaus: • Spaans 1 (WM-ITAV-1010) • Spaans 2 (WM-ITAV-1011) • Spaans 3 (WM-ITAV-1012) Meer informatie en inschrijven via Blackboard- (2012-2013 Q3).

Events TU Delft Library start

8

start

10 start

11

D.J. van den Berg Voorzitter

start

13

TU Delta App. Download ‘m. Delta Magazine. Lees ‘m. Op de hoogte blijven van het laatste nieuws van de TU Delft? Download de gratis app in de appstore (TU Delta). Of lees ons vernieuwde Delta magazine, dat éénmaal per twee weken verschijnt of meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op www. delta.tudelft.nl/ colofon.

on

19 TU Delta

jan. Mystery object A Mystery Object with price question is again on in the Library Learning Centre. The contest is open till 29 January. The winner gets an iPod Shuffle and an iTunes gift card worth 25 euro.

jan. Exhibition “Off to a flying start in the New Year!” An exhibition of paper aeroplanes, made by Harry Hoek, which displays numerous examples, including paper aeroplane replicas of current models, origami aeroplanes and prize-winning designs.

jan. Exhibition “An ‘iCONE’ for 15 years” An exhibition about the Library building.

feb. Vijfdelige cursus PhotoshopIndesign-Illustrator Leer in vijf middagen Photoshop, Indesign en Illustrator. voor TU-studenten en -medewerkers

feb. Quick Library Introduction An introductory workshop intended for new researchers. Learn all about the services and information sources available at TU Delft Library. for TU Delft staff and Phd students

More info: www.library.tudelft.nl/agenda

TU Delta advertentie jan feb 2013.indd 1

12/19/12 1:12 PM

Help Alzheimer overwinnen. Dan hoeft niemand zichzelf te verliezen. 1 op de 5 mensen krijgt dementie, waarvan Alzheimer de meest voorkomende vorm is. www.alzheimer-nederland.nl


Delta

media

Overstap

Gebruik je EQ

Apps

Een app die draait om vragen die er niet toe doen en tóch een plek op je smartphone verdient? Neus eens rond in Polar. Polar, omschreven als een sociaal-netwerken-app maar gepresenteerd als een quiz, gaat niet om inhoud, maar om vorm. De ontwikkelaar stemde zijn app af op de manier waarop mensen hun smartphone gebruiken. In een eigentijds design (wat een verademing na A-Z Brain Teasers) schotelt hij je vragen voor waar je binnen een seconde antwoord op moet geven door te tappen. Eigenlijk is het niets meer dan een simpele enquête – en laten heel veel mensen dat nou stiekem ontzettend leuk vinden! Hoe eet je een burger, in tweeën gesneden of gewoon in één stuk? Woon je liever in de woestijn of in Alaska? House MD of Dexter? Arm in een strak lichaam of rijk met overgewicht? Foute antwoorden bestaan niet, wel kun je reageren op vragen en je antwoord delen met anderen. Een soort ‘liken’ op Facebook, alleen praat je – wanneer je kiest voor ‘reageren’ – eens een keer over iets anders dan de zoveelste party- of babyfoto. Verfrissend, en hij is nog gratis ook. (JB)

polar A-Z Brain teasers Ontwikkelaar Michael Quach Platform iPhone, iPod Touch en iPad

Prijs: gratis jjjjj leuk jjjjj handig jjjjj bediening

Ontwikkelaar Jeff Cole platform iPhone, iPod Touch en iPad

Prijs: gratis leuk jjjjj handig jjjjj bediening jjjjj

‘Och jee.’ ‘Was het jouw vrijwillige keuze, of was je boventallig?’ ‘Ik ben er stil van.’ ‘Mijn keuze zou het niet zijn.’ ‘Wat erg voor je.’ Dit waren de reacties op mijn heugelijke aankondiging dat ik een nieuwe baan heb. Na zeventien jaar wetenschapper te zijn geweest, ben ik nu HRadviseur. En ja, deze overstap was uit vrije wil - zo die bestaat. Mijn nieuwe rol bevalt uitstekend. Eén van de bijvangsten van deze nieuwe baan is dat de rol van ondersteuner een heel ander perspectief op de TU Delft oplevert. Hetzelfde instituut blijkt vele gezichten te hebben. Een paar verschillen tussen wetenschappers en ondersteuners: • Bij ondersteunende diensten worden de werkplekken gezellig aangekleed. De schilderijen zijn met zorg uitgezocht. Er hangen foto’s van dierbaren en tekeningen van de kinderen aan de muur. Dat is toch wat anders dan die ene onderzoeksbokaal of oorkonde die een wetenschapper op zijn kamer heeft hangen. • Onder wetenschappers is er misschien een enkele enthousiasteling die zijn verjaardag trouw elk jaar op de afdeling viert, maar de meeste mensen proberen hier onderuit te komen. Zo niet bij ons, ondersteuners. Onze verjaardagen worden in allerlei nieuwsbrieven vermeld en er is geen enkele manier om aan deze feestdag te ontkomen. • Ondersteuners hebben mapjes en perforators en kunnen documenten van jaren geleden terugvinden. De meeste wetenschappers hebben één archief, en dat is de inbox van hun e-mail. • In mijn nieuwe baan vergader ik. Op mijn oude afdeling liepen we bij elkaar naar binnen als we iets moesten bespreken. Staand in de deuropening werden zaken gedaan. Vaste vergaderingen en terugkerende bijeenkomsten waren uitzondering. Nu is mijn agenda tot eind 2013 volgepland met bila’s en MT’s en DHO’s en andere afkortingen. (Wordt vervolgd). Willemijn Dicke

columnwillemijn dicke

Train je IQ Je kon er al minstens een week niet meer omheen, die stapel studieboeken en een collegerooster dat dreigend op je muur hangt. Maar wachten op inspiratie werkt bij niemand, dus gooi die boeken aan de kant, spring op de bank en installeer A-Z Brain Teasers op je telefoon of tablet. Laat je niet afschrikken door het design van de app. Wie in deze tijd nog een comic sans-achtig lettertype durft te gebruiken, zou geen apps mogen bouwen. Maar de vragen die de app je voorschotelt zijn verrassend door hun simpelheid. Brain teasers die je jongere zusje zou kunnen oplossen, maar voor jou evengoed een doordenkertje kunnen zijn. ‘I am the beginning of the end en the end of time and space. I am essential to creation, and I surround every place. What am I?’ Overigens moet de app het wel hebben van de woordspelletjes, want eerlijk is eerlijk: hij barst ook van de stompzinnige opgaven. ‘When do giraffes have 8 legs?’ Precies, ja. ‘Where is the ocean the deepest? – At the bottom.’ Jammer is ook dat er nergens een optie zit om antwoorden in te voeren of met tegenstanders te spelen. Dat maakt de app net vermakelijk genoeg om je op een verloren momentje bezig te houden, en daarna weer te deleten. O, en het antwoord op de eerste vraag? Dat was natuurlijk de letter E. (JB)

25

TU Delft 2012


26

Advertenties

ALGEMEEN In kantoorgebouw ‘Torenhove’ zijn kantoorruimten beschikbaar vanaf circa 35 m2. Het gebouw telt 22 verdiepingen van 845 m² waarvan circa 7.600 m² wordt gehuurd door gemeente Delft. De overige kantoorruimten worden zowel door grote als kleine bedrijven met een grote verscheidenheid in bedrijfsactiviteiten gehuurd. Het kantoorpand is gelegen naast winkelcentrum ‘De Hoven Passage’. BEREIKBAARHEID Het pand is gelegen nabij het centrum van Delft en goed bereikbaar middels de Voorhofdreef en de Kruithuisweg, de A13 (Den Haag-Rotterdam), afslag Delft-Zuid, alsmede de A4 (verlengde Den Haag-Amsterdam). Voor de deur bevindt zich een tram- en bushalte met een directe verbinding naar centraal station Delft en Den Haag. PARKEREN Naast de Torenhove bevindt zich een zogenaamde ‘groene’ parkeergarage met circa 550 parkeerplaatsen. Er zijn tevens oplaadpunten voor elektrische auto’s aanwezig waar tegen betaling gebruik van kan worden gemaakt. Op de begane grond is een afgesloten fietsenstalling ten behoeve van de gebruikers van de kantoren. WERKPLEKVERHUUR Werkplek van ca. 9 m2. Maximaal 3 personen per kantoorkamer. € 130,- per maand excl. BTW per werkplek. Incl. gebruik algemene ruimtes, toiletten, portierdiensten en schoonmaak algemene ruimtes. HUURPRIJS REGULIERE VERHUUR Huurprijzen vanaf € 100,-. Parkeerplaats in de parkeergarage kost € 750,- per jaar. Per 3 units van 35 m2 verplicht één parkeerplaats te huren.

STUDENTENBEDRIJVEN INCUBEREN IN TORENHOVE In gebouw Torenhove zijn veel bedrijven gevestigd die voortkomen uit startups van studenten van de TU Delft. Het kantoorgebouw biedt ruimte voor ZZP-ers die een werkplek zoeken, tot volledig ingerichte kantoorkamers voor al verder doorgegroeide bedrijven. Er zijn zeer flexibele huurvoorwaarden voor perioden vanaf enkele maanden. Er zijn ook bedrijven die al 15 jaar gevestigd zijn in het gebouw zoals TOPdesk en Green Valley. Ir. Sico van Ammers MBA, directeur van Van der Vorm Vastgoed, die eigenaar is van het gebouw geeft aan dat Torenhove een voorbeeld is van een kantoorgebouw dat mee is gegroeid met de gewijzigde behoefte aan kantoorruimte. Waar vroeger verhuur voor minimaal 5 jaar gebruikelijk was, laten wij nu het geïnteresseerde bedrijf vrij hoe lang zij zich willen vestigen. Er wordt service verleend door een servicemanager en een portier. Voor elke vraag of probleem van een gebruiker weten zij een oplossing of schakelen zij de eigen

morgen kunt u haar gerust weer een vraag stellen

onderhoudsdienst van Van der Vorm Vastgoed in. Het gevolg is dat er in het gebouw meer dan 20 bedrijven en organisaties zijn gevestigd. Van Ammers is enthousiast over de broedplaats die het gebouw is voor startende bedrijven, die voortkomen uit de TU Delft. De bedrijven profiteren van de aanwezigheid van de winkels en lunchmogelijkheden in het winkelcentrum. De bereikbaarheid is prima met de tram, fiets en auto. De fiets kan geparkeerd worden in een afgesloten fietsenstalling en de auto in de naastgelegen parkeergarage. Sico van Ammers is zelf bouwkundig ingenieur en tevens alumnus van de TU Delft. Hij vertelt graag over de verduurzaming van de 5 verdiepingen voor TOPdesk. De ruimte is na de vernieuwing de meest frisse kantoorruimte die hij kent. De lucht wordt continu ververst met 100% buitenlucht, die verwarmd wordt door teruggewonnen warmte uit de retourlucht. Het rendement bedraagt 90%. Er is aan de zuidzijde van

het gebouw koeling door fluisterstille koelplafonds. De luchtkwaliteit wordt continu gemeten door sensors, die de luchtverversing aansturen. Gebruikers kunnen net als in hun auto de airco en verwarming individueel bedienen. Als er niemand in de kamer is, gaat de installatie in een slaapstand. Er is in algemene ruimten energiezuinige led-verlichting geïnstalleerd. Voor meer informatie kunt u zich wenden tot Gemma Hares 010 - 209 27 24 die de verhuur verzorgt of surfen naar www.vormvastgoed.nl. Zij heet nieuwe bedrijven van harte welkom en kan u bijna altijd een passende werkplek of ruimte aanbieden.

www.vormvastgoed.nl

De beste oplossing voor een mooie en gezonde wereld? Daar zet Natuur & Milieu zich al 40 jaar met hart en ziel voor in.

Maak het verschil met een jubileumgift natuurenmilieu.nl/40jaar

Voor advertenties bel met:

Bel de gratis KWF Kanker Infolijn 0800 - 022 66 22 Al uw persoonlijke vragen over kanker persoonlijk beantwoord

H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80 E delta@henjuitgevers.nl Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.


Delta

27

TU Delft 2012

boeken Gejaagd door hormonen

Lofzang op techniek

De winning van hormonen uit slachtafval levert een spannend verhaal op. Maar ‘De Hormoonfabriek’ is meer dan dat.

‘Abundance’ is geen boek voor azijnpissers en mopperaars. Volgens de auteurs van dit boek gaan we een zonnige toekomst tegemoet. Dankzij innovaties.

Hoofdpersoon en verteller is de oude bedrijfsdirecteur Mordechai ‘Motke’ de Paauw die zich op zijn sterfbed overgeleverd weet aan vrouwen die hij zijn leven lang heeft gedomineerd. Motke’s leven werd voortgedreven door het bedrijf, vrouwen en nieuwsgierigheid. Als directeur van een groot Brabants slachthuis ergert hij zich aan ‘die verrekte organen’ waar maar geen nuttige bestemming voor gevonden kon worden. Wanneer hij in contact komt met de Joods-Duitse hoogleraar farmacologie Rafaël Levine ontstaat het plan om insuline te winnen uit de organen. Met de kennis uit de universiteit en het geld en de organen van de fabriek wordt een laboratorium opgezet - de hormoonfabriek - waar het in tegenstelling tot de bloederige omgeving van het slachthuis ordelijk, net en schoon toegaat: “Dagen- en nachtenlang douwden Levine en zijn assistenten de kilo’s pancreas door een vruchtenpersje, de persschroef om de paar uur enkele slagen aandraaiend, om zo de druppels uit het vlees te persen.” Al snel beginnen hormonen ook buiten het lab een rol te spelen. Dat deden ze bij Motke altijd al – gewend als hij het was om ‘deernkes’ bij zich in het kantoor te roepen om zich aan hen te vergrijpen. “Waarna ik, als het voorbij was, met een liefdevol gebaar het kind wist gerust te stellen en het terugstuurde naar de werkvloer.” Maar nu kwam daar het plan

bij om kinderloze werkneemsters als proefkonijn in te zetten voor vrouwelijke hormoonpreparaten die de menstruatie regelden. Hormonen en zaad van de zaak. Motke gaat nog verder en besluit om ook zijn slome broer Aron aan een hormoonkuur te onderwerpen. Immers, Aron komt tekort wat Motke zo aantrekkelijk maakt: testosteron. Dan voltrekt zich een verandering van Dr. Jekyll naar Mr. Hyde met een gewelddadige verkrachting als gevolg. Het onderzoek daarnaar brengt een opeenstapeling van schandalen teweeg die het voortbestaan van het bedrijf in gevaar brengen. Maar Motke is een overlever. Hij overleeft de Tweede Wereldoorlog in ballingschap. Hij keert terug en gooit de verzwakte Levine eruit omdat hij ‘niets meer met Duitsers te maken wil hebben’. Het bedrijf groeit dankzij ‘de pil’ uit tot een internationaal succes. Motke ziet dat zijn zoon en opvolger Ezra net zo gedreven wordt door de bronsthormonen als hij zelf. Maar de tijden veranderen, en Ezra gaat ten onder in een scenario dat doet denken aan het schandaal van Dominique Strauss-Kahn en het kamermeisje. Het verhaal is beknopt, mooi geschreven en spannend. Dat niet alleen: de ontwikkeling van het bedrijf Farmacom is gebaseerd op die van Organon, zoals Goldschmidt in de verantwoording uit de doeken doet. Over waarheid en verdichtsels denk je dan nog lang na. (JW)

Saskia Goldschmidt, ‘De Hormoonfabriek’, Uitgeverij Cossée Amsterdam, 2012, 290 blz, € 18,90.

Of het glas half vol of half leeg is, daar valt over te twisten. Maar deze eeuwige discussie tussen optimisten en pessimisten wordt in ‘Abundance’ anders weergegeven. De auteurs vervangen het glas door een sinaasappelboom. De takken worden kaalgeplukt door sinaasappelplukkers. Vervolgens luidt de conclusie van de pessimist dat de boom geen sinaasappelen meer heeft. Maar dat klopt niet. Want de bovenste takken, waar de plukkers niet bij konden, hangen nog vol met sappige vruchten. Kortom, het gaat om toegankelijkheid. Niet om schaarste. ‘Abundance’ is a tale of good news en een lofzang op de grote technische mogelijkheden, die ons een zonnige toekomst bezorgen. Zoals efficiënte zonnecellen, verticale boerderijen en smart grids. Dus weg met de zwartkijkers. ‘Abundance’ roept op om aan de slag te gaan en te innoveren. Net

precies komen en wanneer ze ouderen verzorgen, laten ze in het midden. Aan veel technologieën die ze beschrijven zitten nog veel haken en ogen. Dat geven de auteurs trouwens ook zelf toe in de inleiding. En dat maakt het lastig dit boek te be-

‘Abundance’ is een lofzang op de grote technische mogelijkheden, die ons een zonnige toekomst bezorgen zolang tot je bij de sinaasappelen kan of iets hebt uitgevonden waardoor dat mogelijk wordt. Het boek werd geschreven door journalist Steven Kotler en ruimtevaartkundige Peter Diamandis. De laatste is mede-oprichter van de Singularity University, de International Space University en meerdere high-tech bedrijven. De auteurs geven een interessant overzicht van wat technologie in de toekomst kan veranderen. Neem mechanische verplegers die de zorg van ouderen overnemen en robotchirurgen opereren. De vergrijzing wordt daardoor een minder groot probleem en het leven aangenamer. Niet voor niets gaf president Obama in 2011 zeventig miljoen dollar aan het National Robotics Initiative. Maar de auteurs geven van dit initiatief een wel erg kort overzicht. Want hoe mechanische chirurgen er dan

spreken. Want het is nu nog onduidelijk of de innovaties wel van de grond komen en de toekomst dus wel vol met abundance zit. Ook het optimisme van het boek maakt het lastig om ‘Abundance’ te recenseren. Want eigenlijk verdient het enthousiasme van de auteurs en de onderbouwde, positieve blik op de wereld alle lof. ‘Abundance’ zit bomvol met sprankelende ideeën en fascinerende uitvindingen. En hun insteek dat toegankelijkheid belangrijker is dan schaarste valt ook zeer te prijzen. Dat alleen al maakt het meer dan de moeite waard om ‘Abundance’ te lezen. (RV)

Peter Diamandis en Steven Kotler, ‘Abundance. The future is better than you think’, Free Press, 388p., € 21,99.


28

international pages

Whether you are sinking or swimming in the sea of Dutch words all around you here, the International Pages offer our foreign readers a life raft in the form of engaging, entertaining articles written in the university’s lingua franca – English!

Delta

TU Delft

Text: Lynn Morrison Photo: Sam Rentmeester

Getting fit is on top of everybody’s New Year’s resolution list.

Setting goals for 2013 What you get done next year depends on how densely you packed your list of New Year’s Resolutions and how quickly you can get to work on them. The good news for all TU Delft students, faculty and staff is that there are many resources available to help you along your way.

if just one person in the class doesn’t speak Dutch, the whole class will be taught in English. The Culture Centre offers more than fitness courses. You can take a whole range of classes, from photography to cooking. If you’ve secretly wanted to learn to play the saxophone or the drums, they also offer music course. Registration runs until February 24th and you can see the full list of courses on their website.

Dutch classes Is getting into shape at the top of your list? “Improving my fitness level and losing weight are my number one priorities in 2013”, said former TU student Nadia Adams. If you are like Nadia Adams, there are plenty of options for getting fit. For team sports you can head on over to the TU Delft Sports Centre. It is home to 40 sports clubs including volleyball and rugby, tennis and baseball and even fencing and karate. If competitive sports are not for you, you could take one of the dance or fitness classes. For the more adventurous, there are even weekly belly dancing and salsa lessons through the Culture Centre. You don’t even have to worry about language barriers. According to the Sports Centre,

However, if you plan to stay in the Netherlands for more than a few months, learning Dutch might be high on your list. The Centre for Languages and Academic Skills uses the world-renowned ‘Delftse Method’ to teach day and evening Dutch classes. Intensive NT-2 prep classes start on January 14th and beginning and intermediate evening courses start

in early February. If you are looking for something a bit more basic, you could join one of the International Neighbor Group Dutch classes. These 10 lesson courses help build a basic Dutch vocabulary while teaching about Dutch culture and society. For many of you, the focus of 2013 will be on finding a job or internship. You can book a one-on-one appointment with the TU Delft Career Centre staff and outline the best action plan to help you achieve your goals. The knowledgeable staff is available to guide you through the job search process and direct you to the tools and training you need. Do not let 2013 be another year in which you forget your resolutions. Take advantage of these services and start accomplishing your goals.

If you plan to stay in the Netherlands for more than a few months, learning Dutch might be high on your list


Text: Tomas van Dijk Photo: Tomas van Dijk

Delta

science

shorts

Towards more efficient dredging The shipping channel of the river the Waal is at risk of becoming clogged. Delft researchers are helping to keep the most important river transportation route through The Netherlands navigable. Dredging boat Dintel keeps a safe course alongside the summer dyke. Its captain, Joop van de Hoeff, is on his way to a new dredging location. He has the tough task of keeping the shipping lane navigable whilst keeping out of harm’s way. As the main distributary branch of river Rhine, the Waal river plays an important role in inland navigation. Large ships loom from out of the fog and pass closely, one after the other. Dangling behind the Dintel from a crane is a new kind of plough developed by Delft researchers in collaboration with the research institute Deltares. It actually looks more like a very broad scoop with an openable bottom and backside. The hope is that this simple device will ultimately allow Dintel to work twice as efficiently. Dintel is one of two dredging ships working continuously in the Waal. It works together with a trailing suction hopper dredger which makes gullies at places in the riverbed where too much sand has accumulated. Dintel subsequently rakes the area, removing any trace of the river dunes that have formed under water. Rijkswaterstaat, the governmental body responsible for the rivers, prefers not to add any more dredgers on the river in order to limit the nuisance to shipping. But Dintels lone job is getting tougher. The amount of sand it removes is already about 150 thousand cubic meters a year, mostly in the area called Midden Waal near its boarding place Tiel. That is estimated to increase, possibly ten to forty percent. So the boat will need to work more efficiently. Partially submerged floodplains behind the summer dyke are reason for the increase in sedimentation and can been seen on the starboard

29

TU Delft

Climate talk

The third edition of Braindrops is online. The current video supplement of the alumni magazine Delft Outlook/Delft Integraal features Professor Herman Russchenberg, director of the Delft Climate Initiative. He shares his passion for clouds and explains what information reflecting radarwaves contain about them. He also explains how he thinks the Netherlands can play a pioneering role in adapting low lying cities to the changing climate and start profiting from climate change. www.delta.tudelft.nl/26121

Quantum Computer

Tim van der Lugt (on the right) is giving instructions as the M.S. Dintel is about to lower the dredge.

side of the ship. In 2007, the Dutch government started taking different measures to increase the water storing capacity of the Dutch river systems. The so called ‘room for the river’ program, which is set to end in 2015, entailed the relocation of dikes, the excavation of flood plains and the lowering of groins. As a side effect of these measures, the currents in the shipping channel have decreased, which in turn causes more sediments to precipitate. Underwater river dunes are forming at increased speed. Masters student Tim van der Lugt (CEG faculty) has been dredging with the new type of plough for several weeks now. It is based on an idea which resulted from an MSc-study of his predecessor, Ir. Hein Bots, a few years ago. Van der Lugt explains what he and his supervisor Dr. Ir. Arnold Talmon (MMME faculty, section offshore and dredging engineering), who also came a board the ship today, are testing. “Normally an open rectangular steel construction is dragged behind the boat,” he says. “Dragging this over the river bottom costs a lot of energy because of the high internal friction between the sand grains. By closing the bottom of the plough by a steel flap, as we did, we reduce the resistance since the friction between steel and sand is a lot less. When the plough has reached a deeper area the heap of sand is released by lowering the

The hope is that this simple device will ultimately allow Dintel to work twice as efficiently steel flap.” As it stands now, however, this new plough isn’t an improvement. Van der Lugt hasn’t got the exact numbers at hand as he still needs to analyze all his measurements, but it is clear that the plough is much too heavy to compensate for the reduced friction between sand and steel. Also, some adjustments need to be made to the design. “One day,” Van der Lugt says, “while we were doing a measurement the plough didn’t open to release the sand on time. At that moment the strain on the ship was the equivalent of 25 thousand kilograms. That is two and a half times the amount this ship is built for. The whole backside of the ship disappeared under water. It was scary.” With Van der Lugt’s research coming to an end, Talmon is looking for another student to continue where Van der Lugt has left off and rake the De Waal’s bottom with ever more efficiency.

A European Synergy Grant worth 15 million euros has been awarded to researchers striving to make the world’s first working quantum computer. “The research in Delft and Leiden has progressed to a point that we are confident that in the next coming years we can build an experimental computer system in which the quantum state is shielded. The recently discovered Majorana particle plays an important role”, says Prof. Leo Kouwenhoven. www.delta.tudelft.nl/26100

Wireless video sharing

With the advent of smart phones, sharing videos has become increasingly popular. But, this makes users increasingly dependent on fast and expensive mobile data connections and a limited number of well-known video websites. Researchers designed a mobile app which makes it possible to share and distribute videos, even without an internet connection. The app, called Tribler Mobile, makes use of the wireless connections between phones and peer-to-peer (p2p) technology. www.delta.tudelft.nl/26124

African e-waste

Since 2003, 4200 discarded computers from the TU Delft have been sent to schools in Tanzania, Sierra Leone and Kenya for a second life. But eventually these machines also end up as e-waste in these countries. Foundation Viafrica, responsible for the shipments to Africa, now wants to start up a recycling facility in Tanzania. Journalist Anna Vossers followed in the footsteps of four Delft students who are helping the foundation pull this off. It would be the first e-waste recycling facility in the country. www.delta.tudelft.nl/26123


30

Delta

TU Delft

Text: Damini Purkayastha Photo: Blueberry

delft survival guide Get connected

A guide to 5 cafés in the city that offer free wifi to cash crunched students

Sick of studying in your dorm room? Has the charm of the conical library begun to fade? Then head to the city centre for a change of academic pace. Here are five cafés in Delft that offer great coffee, excellent ambience and free wifi. Blueberry Blueberry is ideal if you’re looking for a place you can stay tucked inside for hours. There are neat rows of tables, high-backed sofas, and leather chairs. A big slice of their chocolate cake (€3.50) and a coffee and you’re set for the day. If you come in a big group, you can even order a one litre pot of tea (€5). “Instead of a cookie, we serve a piece of fresh blueberry cake with each cup of tea or coffee,” says Taco Beglinger, who opened the café with his girlfriend, Sabine Kleij, in October. “We decided not to cram the place with too many tables. Now there’s enough room for people to hook up their laptops, dump their bags and focus on work without bothering about bumping elbows with strangers,” he explains. Cup of coffee: €2.10 Address: Brabantse Turftmark 32A DOK The DOK Concept Centre is library, art gallery and café rolled into one. While members can use the internet enabled DOK computers, the café on the premises offers wifi to visitors. The library itself is huge, and you can find just the right corner for yourself. There are long work stations overlooking the canal on the ground floor and red satellite sofas among the bookshelves on the second floor. Cup of coffee: €2.40 Address: Vesteplein 100

Stads Koffyhuis Overlooking the Oude Kerk, this café has warm wooden interiors and a great view. “We guarantee to have food (and coffee) on your table within six minutes. So, if you’re really hungry, this is the place,” says Julian De Randamie, the Head Chef of the café. The board outside proudly announces that they offer wifi. “We also have a range of slanting beakers designed with the theme of the tilting old church in mind,” says De Randamie. While you’re here, sample the Delft Leaning Cup- served in a slanting cup – the drink has layers of hot chocolate, coffee and whipped cream (€3.40). Cup of coffee: €2.25 Address:Oude Delft 133

The DOK Concept Centre is library, art gallery and café rolled into one

Kaldi A small café tucked between apparel stores on Mols Avenue, Kaldi is another wifi-offering café that should get your academic juices flowing. Known for its speciality teas and exotic coffee blends, Kaldi is best enjoyed on a sunny day, when you can grab the table right next to the canal. The wifi is an open network, so if you’re settling down for a while, order a large cappuccino (€3.50). The fresh brew will keep you awake and alert for the toughest algorithm. Cup of coffee: €2.50 Address: Molslaan 13

Coffee Company If you’re one of those who need a little noise to concentrate, then this is your best choice. This three floor establishment is always crowded, but there are plenty of seats and sofas to choose from. The wifi access, however, is limited. “When people order something, they are given a receipt with an activation code at the bottom. The wifi lasts for an hour,” says Bibi Schrijn, the manager. The coffee options range from caramel cappuccino (€3.10 for a small cup) to a funky monkey bambino (€2.25 for a small cup) and they carry a whole range of baked goods. Cup of coffee: €2.80 Address: Markt 21


Delta

31

TU Delft

Talking point

HALFWAY

Big brother

“Climate change will have several consequences in Dutch cities. The Temperature will rise and there will be more rainfall. How could we take measures that make cities climate change adaptive? Could we use new materials or stimulate ventilation? For my PhD I focus on climate adaptation measures on neighbourhood level. Another option would be to make a neighbourhood greener by planting more trees and green facades. Trees create shade and have a positive cooling influence of up to five degrees on the temperature on street level. However the question is whether creating a green neighbourhood is the best option. Most neighbourhoods that were built in the sixties already have a lot of trees and city centres do not have a lot of space for new trees. If a dense tree-line is planted near a river they can also have a negative effect. Rivers could bring a cold airflow into the city that can be blocked by trees. How effective climate adaptations measures will be, depends on where they will be placed. Therefore I’m focusing on six different kinds of neighbourhoods in Dutch cities, for example a historical city centre, new suburbs and neighbourhoods

Photo: Hans Stake

lbeek

nostalgia

that were built in the sixties and thirties. One of my case-studies is the Couperusbuurt in Amsterdam that was built during the sixties. It consists of low buildings and it is a green neighbourhood. The municipality wants to renovate the neighbourhood and create larger dwellings by adding a building layer and turning small parks into a parking lot. The temperature will rise up to 1,5 degrees in sixty per cent of the neighbourhood because of this. An alternative could be to use special paving stones where grass grows through. It will become less hot in the neighbourhood and water could more easily infiltrate into the ground. My goal is to show how the knowledge of climate adaptation measures can be used during the (re)design of neighbourhoods. It could be a design tool or a fact sheet that shows the effect of a measure in different environments and what the do’s and don’ts are. My PhD is part of the project Climate Proof Cities in which several institutions participate and discuss the consequences of climate change and shows vulnerable areas.”

Name: Laura Kleerekoper (29) Nationality: Dutch Supervisors: Prof.dr.ir. Andy van den Dobbelsteen (Faculty of Architecture) Subject: Climate adaptation measures on neighbourhood level in Dutch cities Thesis Defence: In two years

Kate Gillen, 21, is visiting TU Delft as part of an exchange program. Originally from Dublin, Ireland, tea drinking is an important part of her culture. These tea bags were a gift from her grandmother. Though she’s only been in the Netherlands for five months, she’s already on her third box. She prefers her tea in the traditional Irish fashion, black tea with milk. She’ll be at TU Delft for another month before she leaves for the next part of her exchange in Lichtenstein where she hopes her grandmother will continue to send her favourite drink.

Photo: Tomas van Dijk

Climate adaptive measures for neighbourhoods

I often look at my name, in the top right corner of my Macbook, and wonder, how much information someone out there has about me. Someone I’ve never met or seen or heard of has information about me, my habits, preferences, school and work. To what extent is that information controlled and monitored? To what extent may it one day affect my future? My generation uses the internet for the bulk of our communication, work, and entertainment. We get online at the start of the day and shut down our computers just before bed. Our internet providers know every single website we visit and most of those websites collect information on the links we click. We willingly share our digital profiles through Facebook, LinkedIn, Twitter, Instagram and others. A computer screen creates a false sense of security which allows users to feel completely anonymous, when, in fact, it’s not that difficult to connect the dots to form a dossier of the individual. That’s how drugstore websites can predict with freakish accuracy how far along a woman is with her pregnancy by her product-browsing history. While that may not seem scary, consider those whose lives are changed forever by videos which go viral. Several years ago a woman whose poor parking job, and subsequent attitude towards the man filming her, changed her life forever. The video went viral and, coupled with some personal information, triggered everything from death threats to a campaign to boycott the clothing store she owned. To this day, the woman receives a fresh wave of hate every time the video resurfaces, even though the incident occurred years ago. The fact is all of us have similar bad-parking-andattitude moments in our lives. We normally forget these moments by the time we leave the parking lot, but if that moment is captured and linked to you, it can potentially become the moment that defines you. People make mistakes. They change their viewpoints and opinions and they grow as individuals. Previously, mistakes committed in the past would stay in the past. But nowadays any incident can be filmed or blogged and becomes searchable forever. Should the fact that you acted like a drunken idiot at a party in college effect your ability to get a task done at your future job? In ten years, if a potential employer stumbles upon that video, will they immediately discard your application? Or, by then, will society have learned to accept human flaws and move on from our past? Will things considered taboo now become the norm in human interaction? With the free flow of information today, it’s practically impossible to separate your work life from your personal life or your online identity from your real life identity. I think this is good. I believe that we are transforming into a more open society, where we can openly talk about our flaws and questionable moments from our youth, with acceptance and understanding rather than exclusion and judgment. Olga Motsyk Do you agree or disagree with the points raised in this week’s Talking Point? Let us hear your opinion: start or join the discussion in the website’s Comments section at www.delta.tudelft.nl


Contents International

28

Setting goals

30

Get connected

The bike of Yifan Pan Name: Yifan Pan (China, 3ME, Masters Student) Price: 80 euros Brand: Cheap Striking feature: It’s ugly

Text: Lynn Morrison Photo: Sam Rentmeester

31

Halfway - Nostalgia - Talking point

Y

ifan Pan claims to have the world’s ugliest bike. From a distance, the bike does not look so bad. The metallic blue splashguards bring a certain level of cool to it. However, once you start to get closer to the bicycle, you begin to see why Pan calls it ugly. The edges of the shiny splashguards are rusting away. The gleam on the black handlebars turns out to be all of the places where the paint is wearing away and the metal and rust are starting to shine through. The rest of the bike is a deep blue colour. The most useful aspect of the bike is the storage space. It has two large saddle bags on the back in a clashing olive green. It is a good thing that they are useful as they certainly do not do anything to improve the bike’s overall appearance. Pan bought the bicycle second-hand at a store that had very little in stock at the time. “I just

See www.delta.tudelft.nl for the translation of page 20: Essay ‘Just Culture’

picked it based on price,” explained Pan. While the bike is not beautiful, it is useful. “I use it everyday to go everywhere. My home is just a three minute walk away,” he stated while pointing to a building off in the distance. “Even though it is so close, I still use my bike. I don’t like biking in the rain and snow, but I do it anyways because it is faster than walking.” Pan likes biking here in the Netherlands. “I think it is a good place to do biking,” he answered. He could use the bus to get around, especially to go to where he plays basketball, approximately an hour’s walk away. “It is easy to reach out by bus, but they do not come often enough. I can’t wait 30 minutes for the bus to come,” he replied. His bike may not be much to look at, but it is dependable and Pan expects to keep on using it in the future.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.