Delta 1

Page 1

NR.1 31 AUGUSTUS 2015

onafhankelijk universiteitsblad

Thom Hoffman

Acteur wordt cultural professor Leermeester Jack Pronk

De kracht van het krijtje

Mission

Taking NASA to Pluto and beyond

Owee 2015

LID WORDEN LOONT


31 augustus 2015

8 COVER

LID WORDEN Eerstejaars die zich aansluiten bij een studentenvereniging halen vaker hun bsa dan de gemiddelde TUstudent.

12 COVER

THOM HOFFMAN Cultural professor Thom Hoffman gaat samen met Delftse studenten aan de hand van oude foto's de geschiedenis van Nederlands-Indië bestuderen.

VERDER 04 06 15 16 17 18 27 30 31

Column Nieuws Master Sport Lifestyle Nobelprijswinnaars Desgevraagd Survival Guide Science

18 COVER

PRIJS Hoogleraar industriële microbiologie Jack Pronk (TNW) ontvangt op 31 augustus de UfD-Leermeesterprijs 2015. “Onderwijs geven is een voorrecht.”


Delta

TU Delft

COVER “Bij de Delftsche Studenten Bond hangt in de sociëteitszaal een kroonluchter. Volgens aloude traditie is het de bedoeling hier in te klimmen. Het vereist wat kracht en lenigheid, en met een beetje proppen kunnen er zes man zitten. Tijd voor een biertje met ander uitzicht, en een gesprek op niveau.” (Fotograaf Sam Rentmeester)

COLOFON REDACTIE: Frank Nuijens (hoofdredacteur) @franknu, Katja Wijnands @kwijnands, Dorine van Gorp @dorinevangorp, Saskia Bonger @sbonger, Tomas van Dijk - @tomasvd, Connie van Uffelen - @connievanu, Jos Wassink - @joswashere

FOTO’S: Marcel Krijger, Sam Rentmeester CONCEPT: Maters & Hermsen, Leiden VORMGEVING: Liesbeth van Dam, Saskia de Been Redactie-adres Universiteits-bibliotheek, Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848, delta@tudelft.nl ADVERTENTIES: H&J Uitgevers, 010 451 5510, delta@ henjuitgevers.nl Druk Mediacenter Rotterdam Oplage 8.000 Jaargang 48 ISSN 2213-8838 Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op de website. MEER INFORMATIE OP: www.delta.tudelft.nl/colofon

REAGEER!

CHECK

Eerstejaars die hier op de foto nog onwennig over het fietspad van het Mekelpark stappen, waren aan het einde van de Owee volledig ingeburgerd in Delft. Toen hadden ze onder meer de Backstage Campus Tour en de Delft City Challenge achter de rug, twee nieuwe onderdelen uit het Owee-programma waarbij ze de beste plekken van zowel de TU als van de stad ontdekten. (Foto: Sam Rentmeester)

Elitair

De TU als soevereine staat naar voorbeeld van het Vaticaan. Het was één van de ‘augustusinitiatieven’ waarmee de oude lichting van de studentenraad 27 augustus ludiek afscheid nam van het college van bestuur. Een ander plan: bijkomende studiekosten opvoeren, zodat studeren weer voor de elite wordt.

Deurwaarder

Duizenden mensen komen in aanraking met een deurwaarder omdat ze hun studieschuld niet op tijd afbetalen. De informatievoorziening moet beter, vindt het Interstedelijk Studenten Overleg. delta.tudelft.nl/30298

Diefstal

De meerderheid van de Delftse uitwonende studenten voelt zich veilig tot zeer veilig in Delft. Als het gaat om diefstal en schade maken ze zich de meeste zorgen om hun laptops, smartphones en tv’s. delta.tudelft.nl/30238

Numerus fixus

De studentenraad wil dat de TU nadenkt over een herinvoering van een numerus fixus voor werktuigbouwkunde. De faculteit 3mE kan de toestroom van eerstejaars nauwelijks aan. Plannen zijn in de maak voor onder meer het aannemen van meer docenten, maar als studenten blijven klagen, wil de sr dat een fixus overwogen wordt. Het college van bestuur wil zo’n harde toezegging niet doen, bleek tijdens een overlegvergadering op 27 augustus. delta.tudelft.nl/30305

Feuten

Opnieuw zijn de studentenverenigingen populair en dan vooral de twee grootste: Virgiel en het Delftsch Studenten Corps (DSC). Virgiel kreeg 521 inschrijvingen en liet na loting 420 nieuwe leden toe. Het corps stelde tijdens de inschrijfdagen daglimieten in, zodat zich niet meer dan 450 feuten konden inschrijven. Meer leden kunnen beide niet behappen. Het corps koos voor daglimieten en niet voor loting zoals Virgiel, omdat de vereniging alle eerstejaars de kans wil geven lid te worden, ook mensen die niet al vóór de Owee wisten dat ze bij het corps wilden. DSC-president Matthias Perdeck sluit niet uit dat zijn vereniging gaat uitbreiden, als de grote toestroom aanhoudt. “Intern kunnen we het pand efficiënter indelen en verder moeten we daarover creatief nadenken.”

Foto: Sam Rentmeester

MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER: Jorinde Benner, Aldo Brinkman, Ailie Conor, Dap Hartmann, Auke Herrema, Job Hogewoning, Desiree Hoving, Folkert van der Meulen Bosma, Heather Montague, Molly Quell, Jimmy Tigges, Caroline Vermeulen


4

Delta

TU Delft

Schaakmat In 1979 begon ik met mijn studie sterrenkunde in Leiden. Er was slechts een dozijn eerstejaars studenten sterrenkunde, en de meeste colleges hadden we gemeenschappelijk met studenten die wiskunde en natuurkunde studeerden. De sterrenkunde-opleiding was in het eerste jaar identiek aan natuurkunde, met twee extra vakken: inleiding sterrenkunde en sterrenkundig practicum. In een van de grote collegezalen van het Gorlaeuslaboratorium volgden ongeveer honderd studenten het vak lineaire algebra 1. Al snel was duidelijk dat dit hoorcollege weinig toevoegde aan het uitstekende dictaat dat bij dit vak hoorde. De docent krijtte zes enorme schoolborden vol met de voorbeelden die al netjes in het dictaat waren uitgewerkt. Dat vond ik een beetje zonde van mijn tijd en daarom zat ik meestal hoog in het auditorium te schaken met Remco, een natuurkundestudent met wie ik op de middelbare school had gezeten. Een andere jongen, Peter, keek toe hoe onze partijen verliepen. Hij studeerde biologie en ook voor hem was lineaire algebra een verplicht vak. Peter vond ‘paard van g1 naar f3’ beduidend interessanter dan kijken naar het inverteren van de 3x3 matrix die al in het dictaat was geïnverteerd. Ik kwam Peter ook tegen in de terminalkamer op het centraal rekeninstituut. Daar kon je middels een toetsenbord en een beeldscherm communiceren met een PDP11/70 minicomputer. Dat was toen heel bijzonder, want wij leerden programmeren in Algol-68 met ponskaarten die je nauwkeurig moest uitstansen (er was geen backspace) en vervolgens aan een IBM mainframe kon voeren. Nadat jouw programma eindelijk aan de beurt was geweest, werden de resultaten uitgeprint op 132 karakters breed tractor-feed papier. We waren allebei verzot op programmeren en op die PDP11/70 schreven we allerhande programma’s, waaronder een simulatie van een fruitautomaat (de computer won altijd al je geld), en een programma waartegen je het bordspel Risk kon spelen. Dankzij een eenvoudige conservatieve strategie won ook hier de computer altijd. Begin 1981 had Peter in de HCC Nieuwsbrief gelezen dat er een Nederlands kampioenschap computerschaak zou worden georganiseerd. Iedereen met een zelfgeschreven schaakprogramma kon deelnemen. Wij hadden geen schaakprogramma, maar wel zes maanden om er een te maken. We zullen vast af en toe nog wel een college, werkgroep of practicum hebben gevolgd, maar in mijn herinnering woonden we vanaf dat moment permanent in die terminalkamer. En het is ons gelukt om ons schaakprogramma DAPPET op tijd klaar te hebben voor het eerste NK computerschaak dat in september 1981 in Utrecht werd verspeeld. Met drie overwinningen, vier remises en twee verliespartijen behaalde DAPPET de zesde plaats in een veld van dertien deelnemers. Sindsdien is DAPPET zes maal geheel herschreven en nam deel aan twintig achtereenvolgende NK’s, twee wereldkampioenschappen en vele menscomputer toernooien. Twaalf jaar geleden emigreerde Peter met zijn gezin naar Nieuw-Zeeland. DAPPET was toen al een aantal jaren met pensioen. Onlangs ontving ik een mail van zijn vrouw met de onheilspellende titel ‘Peter 1959-2015’. Nooit gerookt, nooit gedronken, uitermate sportief en nu op 56-jarige leeftijd overleden aan een hartaanval. Met die variant had niemand rekening gehouden. Schaakmat. Rest in peace, my friend. Dap Hartmann is astronoom. Hij werkt als onderzoeker bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

Een stad van zout, midden in de woestijn. Daarop studeerde Eric Geboers (24) deze zomer af bij Bouwkunde. In zijn eigen oven bakte hij staafjes van zout uit de supermarkt. En daarmee maakte hij schaalmodellen van gewelfde bouwwerken. Hij won daar al verschillende prijzen mee en zit inmiddels in de voorselectie van de Archiprix, de prijs voor de beste architectuurafstudeerder.

1.

Mijn idee is helemaal nieuw

JA

2.

Een gebouw van zout kan alleen staan in gebieden waar het zelden regent.

JA 3.

Ik kan zout zo stevig maken als beton.

NEE

4.

Een gebouw van zout kan alleen staan in gebieden waar het zelden regent.

JA

Op welke stelling wil je terugkomen? “Op stelling 3. In het begin waren het slappe koekjes die ik bakte, maar nu heb ik een vrij sterk materiaal. Qua eigenschappen komt het overeen met ongewapend beton, zoals de Romeinen dat gebruikten. Dat materiaal is niet goed bestand tegen trekkrachten, maar wel tegen drukkrachten. En daarom kun je er alleen bogen mee bouwen. Ik denk dat mijn gebouwen ongeveer twee lagen hoog kunnen worden. Ik zoek nu fondsen zodat ik een klein zouten paviljoentje kan bouwen aan de Nederlandse kust. Maar voor het echte werk moet ik in de woestijn zijn. In Nederland zijn er betere alternatieven voor duurzaam bouwen. Maar in andere landen houd je het zout gewoon over als je zoet water maakt met behulp van zonne-energie.” buildingwithseawater.com


Delta

Cijfer

23,8

miljoen De TU heeft tot nu toe ruim 23,8 miljoen euro opgehaald binnen het Europese onderzoeksprogramma Horizon 2020. Met deelname aan 44 onderzoeksprojecten is de TU Delft de meest succesvolle Nederlandse universiteit. Grote landen als Duitsland (bijna 1,4 miljard euro) en Groot-Brittannië haalden het meeste geld op,

5

TU Delft

De week van...

Kiki + Bendiks Jan

Wel eens problemen met inparkeren? U bent niet de enige. Op luchthavens schampen piloten ook wel eens een andere verkeersdeelnemer. Masterstudent luchtvaart- en ruimtevaarttechniek Kiki Faber (24) dacht na over de vraag hoe het verkeer op vliegvelden beter gestroomlijnd kan. Voor haar onderzoek ‘The Challenges for Air Safety Investigators: Dangers of Busy Airports’ kreeg ze vorige week de ‘Rudolph Kapustin Scholarship’ van de International Society for Air Safety Investigators (ISASI). “Volgens mij moet het informatiesysteem van ground control (dat bijhoudt waar wagentjes en taxiënde vliegtuigen rijden) en traffic control (voor al het vliegverkeer) gekoppeld worden”, zegt Faber. Onderdeel van de prijs is dat Faber lessen mag volgen bij trainingsinstituten voor vliegveiligheid in Californië en Engeland. (Foto: Kiki Faber)

maar ook Nederland scoort zeer goed, met ruim 520 miljoen euro voor 1144 projecten. Horizon 2020 ging vorig jaar van start met een budget van bijna 80 miljard euro voor de periode 2014-2020.

Tweet Dr.ir. Winnie Daamen, onderzoeker bij transport en planning: “In samenwerking met AMS Institute, DAT.Mobility en de gemeente Amsterdam hebben we tijdens Sail Amsterdam een crowd monitoring dashboard ontwikkeld om bezoekersstromen in kaart te brengen. Dat deden we met behulp van telcamera’s, wifi-sensoren en gps-trackers. We wilden met deze verschillende databronnen een beeld krijgen van waar het druk was en waar niet. De gps-trackers hebben we aan bezoekers uitgereikt met de vraag of ze mee wilden doen aan deze proef. Hiermee konden we zien waar ze op welk moment waren. Met de telcamera’s en de wifi-sensoren, die het wifi-signaal van telefoons oppakten en versleutelden, konden we meten welke routes werden genomen en wat de reistijd was op bepaalde stukken van de kades. Het doel hiervan was: kijken of we real time informatie kunnen verzamelen en verwerken, en of dat nuttig is als basis voor crowd management. Het antwoord op beide vragen is ja. Nu kunnen we verder met ons onderzoek: methodes verbeteren om nog nauwkeuriger in kaart te brengen wat de situatie is in een bepaald gebied, kijken of we voetgangersstromen kunnen voorspellen en aangeven op welke momenten maatregelen voor crowd management nodig zijn. (CvU) Pagina 15: Master

Ruim vierhonderd turbulentie-experts kwamen af op de ‘15th European Turbulence Conference’ georganiseerd door prof.dr.ir. Bendiks Jan Boersma (process and energy, 3mE). Het vond vorige week plaats op de TU Delft. Hot topic was het gebruik van polymeren. Polymeren kunnen de weerstand van stromingen halveren. Brandweerlieden in de Verenigde Staten voegen polymeren toe aan het bluswater om verder te spuiten. Hoe het komt dat de weerstand afneemt, is nog niet goed begrepen. Twee andere veel besproken onderwerpen waren de vraag hoe je turbulentie in de hand kunt houden met klepjes en vleugels en hoe je juist zoveel mogelijk turbulentie creëert om vloeistoffen en gassen te mengen. (Foto: Sam Rentmeester)


6

Nieuws

Delta

TU Delft

‘De eerstejaars hebben hun weg gevonden’

Rol van secretaresses verandert

De eerstejaars mogen even bijkomen, de Owee is voorbij. De nieuwe supervisor Alexander Lokhorst, in het dagelijks leven marketing en communicatieadviseur bij het Science Centre, vond de Owee ‘heel erg TU-waardig’.

Zijn TU-medewerkers goed voorbereid op de toekomst? Dat onderzoekt de universiteit samen met haar medewerkers. De secretaresses waren het eerst aan de beurt.

O Owee-supervisor Alexander Lokhorst. (Foto: Delft op Zondag)

Hoe is de Owee in jullie ogen verlopen? “Op het openingsfeest zondagavond op de Markt ging het dak eraf. Iedereen was in een feeststemming. Die lijn heeft zich voortgezet. We zijn allemaal tevreden: het Owee-bestuur, de TU, de gemeente en de hulpdiensten.Neem de backstage campus tour, één van de nieuwe programmaonderdelen. De studenten hebben plekken ontdekt waar zelfs veel medewerkers nog nooit geweest zijn. Dat helpt bij de integratie en het vinden van de weg op de TU. Ook de nieuwe Delft city challenge, een digitale speurtocht door de stad, was geslaagd.”

Iets anders nieuws was de locatie van de cantus: naast de UB. “Het dak stond vol mensen die de cantus bekeken en meegenoten van de band Lijn 7. De cantus staat bekend als evenement waar veel zou worden gedronken, dus ik hield mijn hart een beetje vast. Maar wat mij vooral opviel, was dat alles ordelijk verliep. Slechts een enkeling was aangeschoten. Goed, we hebben wat mensen weggestuurd die tegen een container stonden te plassen en we hebben iemand uit een boom moeten halen, maar verder was het een mooie afsluiting.”

In de stad was niet iedereen gelukkig. Ondernemers klaagden dat tijdens het openingsfeest het centrum ontoegankelijk was. Ook zou de muziek te hard hebben gestaan. “Tijdens het canal dinner was de opstelling van de kraampjes niet handig, ondanks dat die aan

de vergunningen voldeed: dwars op de grachten, waar erlangs vaak beter was geweest. Dat doen we volgend jaar anders. Over de decibellen: die hebben we zelf ook gemeten en soms ging het geluid inderdaad over de norm heen. Dan ging de muziek meteen zachter. Volgend jaar maken we heldere afspraken met de gemeente over de voorwaarden. Het belangrijkste voor ons is dat de Owee zonder calamiteiten is verlopen en dat de eerstejaars hun weg hebben gevonden.”

Studenten konden dit jaar voor het eerst met hun armbandje betalen. Hoe ging dat? “In het armbandje zat een chip met een elektronisch betalingssysteem. Studenten konden hun bandje bij speciale punten opladen en er vervolgens mee betalen bij voornamelijk Owee-activiteiten en als registratie voor het eten bij verenigingen. Het systeem is voor het eerst gebruikt op een grootschalig en complex evenement. Het is handig en veilig. We hopen dat studenten volgend jaar alles kunnen betalen en registreren met dit systeem.” (SB) Alexander Lokhorst nam dit jaar de functie van supervisor van het Owee-bestuur over van Wim Thijs, die deze zomer met pensioen ging. "Een supervisor is vanaf het begin bij de vergaderingen van het bestuur, als klankbord en inspirator. Voor de TU let ik op de veiligheid en de begroting. Ook breng ik de visie van de TU op de Owee over."

nder de noemer ‘Fit for the future’ analyseert de universiteit welke trends en ontwikkelingen er zijn bij beroepsgroepen. Die gaan in workshops met HR-adviseurs en leidinggevenden onderzoeken wat de veranderingen betekenen voor hun functie, hoe zij zich zouden moeten ontwikkelen en welke maatregelen nodig zijn. Secretaresses beten het spits af. “We kregen signalen dat hun functies veranderden”, vertelt Gytha Rijnbeek, skill pool-adviseur aan de TU. “Het functieprofiel verdient modernisering. Opleidingen bleken niet te voldoen aan hun behoeftes.” Zo zijn er secretaresses die niet goed Engels spreken en zijn er afdelingen waar nog met papieren agenda’s wordt gewerkt. Overstappen van universiteitsdienst naar faculteit gaat moeizaam. Secretaresses maken tegenwoordig meer gecompliceerde afspraken maken en krijgen meer administratie op hun bordje krijgen. Vergaderingen voorbereiden en reizen boeken doen ze vaker digitaal. Bovendien verwachten anderen vaker dat secretaresses continu bereikbaar zijn. “Het wordt niet minder, maar meer en sneller”, zegt extern adviseur Alina Jansen. “Je moet secretaresses stimuleren en de middelen geven daar in mee te gaan.” Volgens Rijnbeek hoeft het functieprofiel van secretaresses niet te worden aangepast, maar moeten andere vaardigheden meer prioriteit krijgen. Stonden in het oude profiel accuratesse, telefoneren en notuleren centraal, nu wordt van secretaresses verwacht dat ze contactpersoon zijn met een verbindende rol, overzicht, een proactieve houding en reflectievermogen. De adviezen worden aan het college van bestuur voorgelegd, en zouden volgens Jansen kunnen zijn: • L aat leidinggevenden en secretaresses meer samen kijken naar wat nodig is om het nieuwe profiel in te vullen • Zorg voor een goed afgestemd opleidingspakket en begeleiding in mobiliteit, zodat secretaresses makkelijker kunnen switchen • Verbeter de coördinatie voor instroom en doorstroom • Versterk en positioneer het vakgebied door introductie van sturing, structuur en beleid (CvU)


7

Plagiaat in afscheidsrede TU-hoogleraar Deeltijdhoogleraar Michiel Haas heeft in zijn afscheidsrede twintig keer plagiaat gepleegd. Dat oordeelt de commissie wetenschappelijke integriteit van de TU.

V

ijf jaar lang werkte deeltijdhoogleraar materials and sustainability Michiel Haas bij de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen. Op 11 april 2014 sprak hij zijn afscheidsrede uit in de aula. Delen van de rede, waarin hij ‘een helikopterview’ wilde geven van de veranderingen in de maatschappij en zijn vakgebied publiceerde hij op zijn persoonlijke blog. De anonieme klager die het plagiaat in de rede en het blog ontdekte, stapte in december 2014 naar de commissie wetenschappelijke integriteit (CWI) van de TU. In februari 2015 diende hij zijn klacht formeel in. Daarna werden zowel de klager als de beklaagde apart van elkaar gehoord. Haas heeft tegenover de CWI erkend fouten te hebben gemaakt. Ook nu de zaak via de website Kloptdatwel.nl openbaar is geworden, trekt hij het boetekleed aan. “Ik ben me ervan bewust dat ik steken heb laten vallen. Ik heb onhandig

gewerkt. Maar ik heb nooit met de veren van een ander willen pronken. Zo zit ik niet in elkaar. Ik snap dat ik wel die schijn op me heb geladen.” De CWI heeft geoordeeld, en het Delftse college van bestuur heeft dat advies overgenomen, dat Haas drie maanden lang een rectificatie op zijn site moet hebben ‘met de strekking dat beklaagde toegeeft onjuist gehandeld te hebben en excuses aanbiedt’. Die rectificatie staat sinds de uitspraak half juni online. Een herpublicatie van de afscheidsrede, inclusief juiste voetnoten, is volgens de universiteit 'niet wenselijk gelet op de kwaliteit van de rede'. Wat zijn eigenlijk de regels voor intree- en afscheidsredes? Waarom worden die niet op voorhand gecheckt op plagiaat? TU-conrector Peter Wieringa legt uit dat niet mogelijk is. “Wij schrijven niet voor dat iemand de tekst van de rede uitspelt. Er is geen verplichting een tekst te hebben. De redenaar kan zijn intree- of afscheidsrede als vrije voordracht geven. In dat geval is alleen achteraf te controleren of plagiaat heeft plaatsgevonden.” (SB) Lees Haas’ volledige reactie op: delta.tudelft.nl/30306 delta.tudelft.nl/30301 delta.tudelft.nl/30302

'Slap bakkie' Uit de nieuwe koffieautomaten van de TU komt een ‘slap bakkie’, vinden nogal wat koffiedrinkers in de TU Library. Fancy automaten, minder sterke koffie. Prima zwarte koffie. Chocolademelk die minder van smaak is. Een slap bakkie cappuccino met bijsmaak. Groene thee die niet lekker is, gezet van water dat niet gekookt lijkt. Dat waren wat eerste reacties van Library-medewerkers toen begin augustus de nieuwe koffieautomaten waren geïnstalleerd. Per 1 september moeten er tweehonderd operationeel zijn voor medewerkers en vijftig voor studenten. Ook zijn er dan 65 snack- en frisdrankautomaten. De apparaten zijn energiezuiniger, neutraler, melden storingen automatisch en werken door te swipen met een campuskaart. Die kaart moet het servicepunt wel eerst upgraden. FMVG controleert nog of de automaten minimaal dezelfde snelheid hebben als de vorige automaten. Voor de Europese aanbesteding van de automaten hield de TU koffieworkshops met medewerkers en studenten. Daaruit bleek dat zij meer diversiteit en snelheid wilden. Studenten wilden goedkope en snelle instantkoffie, maar ook wel eens bonenkoffie en noemden – net als medewerkers – duurzaamheid. Uitgaande van het health coach-programma moesten er in de snackautomaten gezondere snacks zijn. Ongewenst waren de koffiedruppel in theewater en campuspasjes die worden vergeten in de automaat. Verder wil de universiteit dat alle medewerkers en studenten gratis gekoeld water kunnen tappen. Daarom zijn er lege flessen te koop in de machines. In de beeldschermen erboven is straks TU-nieuws te lezen. In een later stadium komen er duurzame, beschrijfbare bekers met TU-logo. Al met al bleek Maas International het best aan deze voorwaarden te voldoen en is daarmee een flinke besparing doorgevoerd, zegt facilitair manager Dennis Cruyen. Het precieze bedrag noemt hij niet, maar het is meer dan een cent per kopje, op 4,5 miljoen medewerkersbakjes per jaar. Terug naar het ‘slappe bakkie’. Wat gebeurt daarmee? Volgens Cruyen wordt eens per jaar gekeken of de machines goed zijn afgesteld en of de leverancier levert volgens afspraak. In het begin gebeurt dat steekproefsgewijs. Verder komt er een TU-klantenpanel dat samen met FVMG tweemaal per jaar met de leverancier gaat praten over het totale aanbod. Wie dat wil, kan zich daarvoor aanmelden bij een servicepunt. (CvU) Lees het volledige artikel op: delta.tudelft.nl/3026


8

Delta

TU Delft

Studentenverenigingen trokken aan de bel toen vorig jaar het leenstelsel ingevoerd dreigde te worden. Ze vreesden dat studenten geen lid meer zouden worden als de studiedruk verder zou oplopen. Hoe verleiden en behouden zij nieuwe leden nu het leenstelsel een feit is en studenten hun hele studie bij elkaar moeten lenen?


Tekst Saskia Bonger Fotografie Sam Rentmeester

Delta

1

9

TU Delft

2 Zo'n 2800 studenten kwamen van zondag 16 tot en met donderdag 20 augustus naar Delft voor de Owee 2015 met het thema 'Dit is jouw moment'. Naast klassiekers als de botenparade (1), het openingsfeest op de Markt (4), het inzingen (5), de informatiemarkt (8) en het presidentenforum (2)bevatte het programma dit jaar nieuwe onderdelen als cabaret en een openluchtbioscoop. Vertrouwd gezicht waren natuurlijk de bierestafette (3, hier bij DSB) en de cantus (6 en 9), dit jaar creatief opgeleukt met het oud-Hollandsche spel biermeppen (7).

3

N

achten doorhalen, verdrinken in fusten bier. Dat is het beeld dat studentenverenigingen van oudsher oproepen bij ‘burgers’, zoals de leden van sommige verenigingen hun nietstuderende medemensen graag noemen. De verschaalde bierlucht die de bezoeker in veel sociëteiten tegemoet komt, doet het vermoeden rijzen dat dat beeld nog steeds aardig klopt. Toch is er de laatste jaren veel veranderd bij de studentenverenigingen, zeker voor eerstejaars leden, de nullen. Een rondgang langs Delftse verenigingen (zie kader) leert dat zij hun eerstejaars stimuleren met allerlei maatregelen. Maar eerst het leenstelsel. Op 4 november 2014 komt de Landelijke Kamer van Verenigingen met een petitie daartegen. Bij de petitie zitten brieven uit twaalf studentensteden, waaronder Delft. In hun brief spreken de Delftse verenigingen zich uit tegen het leenstelsel. Ze schrijven: ‘Op de TU Delft ligt de nadruk op de ingenieursvaar-

digheden, maar praktijkervaring op organisatorisch en bestuurlijk vlak moet de student buiten de studie zoeken. Deze praktijkervaring is, naar onze mening, noodzakelijk om een breed opgeleide ingenieur te worden die voorbereid is op een toekomst in de academische en ondernemende wereld. Wij vrezen dat bij invoering van het leenstelsel deze ervaring niet meer voldoende geleverd kan worden door de studentenverenigingen, omdat veel studenten zich niet meer bij een dergelijke vereniging zullen aansluiten.’

BETER STUDEREN Tot zover de theorie. In de praktijk blijkt dat het leenstelsel de verenigingen – anders dan de brief doet vermoeden – voorlopig nauwelijks kopzorgen geeft. Van de zes verenigingen die meewerkten aan dit artikel is er geen een die daadwerkelijk minder (actieve) leden verwacht. Waarom? Deels doordat de belangrijkste maatregel die de studiedruk verhoogt, het in 2009 ingevoerde bindend studieadvies (bsa), ook niet leidde tot minder aanmeldingen. Die namen juist toe, ook omdat het aantal studen-

ten in Delft stijgt. Maar er is meer. Want uit cijfers van studentenverenigingen zelf blijkt dat hun leden vaker het bsa halen dan gemiddeld op de TU. “Al onze eerstejaars leden hebben het afgelopen jaar hun bsa gehaald”, zegt president Boedi Diepersloot van De Bolk. “In onze Owee-commissie zaten drie eerstejaars die hun P-in-één jaar hadden.” Verenigingen als het Delftsch Studenten Corps (DSC) en Virgiel houden het bsa-slagingspercentage zelfs nauwkeurig bij. Volgens DSC-president Matthias Perdeck ligt het slagingspercentage van zijn eerstejaars tien procent hoger dan gemiddeld. In het studiejaar 2013-2014 kreeg zestig procent van alle eerstejaars op de TU een positief bsa. Perdeck legt uit hoe hij aan zijn cijfers komt: “We vragen aan het eind van het jaar aan enkele leden per jaarclub hoeveel van hun clubgenoten het bsa hebben gehaald. Als we twijfelen aan de gegevens dubbelchecken we het bij hun huisgenoten.” Ook de eerstejaars Virgilianen deden het beter, aldus Noud Wijtenburg. 71 Procent haalde zijn bsa in studiejaar 2013-2014.

Hoe dat kan? Volgens Robbert de Keijzer, president van de Delftsche Studentenbond (DSB), is ‘de trend van sneller studeren al veel eerder ingezet dan met de invoering van het leenstelsel’. “Hierop is een groot aantal wijzigingen doorgevoerd in de vereniging.” Volgens Jelle Muller, voorzitter van de Delftse Verenigingsraad (VeRa), ‘veranderen verenigingen mee met de toenemende studiedruk’. “Ze bieden extra begeleiding aan vooral eerstejaars studenten. Een vereniging heeft nu eenmaal niks aan een student die niet zijn punten of bsa haalt.” De meest in het oog springende voorbeelden daarvan zijn het DSC en Virgiel. Bij de eerste vereniging mogen alleen goed studerende leden een commissie doen. Bij Virgiel worden goed studerende leden eerder voor commissies gevraagd.

MAATREGELEN Om studievoortgang te bevorderen, namen de verenigingen eerder al tal van maatregelen.

Lees verder op pagina 10


10

Delta

4

TU Delft

5

6

• De DSB geeft al haar leden de mogelijkheid om tijdens de tentamenperiodes te studeren op de sociëteit. Mét wifi, koffie, thee en studiekoekjes. Er is een eerstejaarscommissie, die gedurende het jaar de studievoortgang van de eerstejaars controleert en eerstejaars helpt met studieproblemen. Bijvoorbeeld als iemand een andere studie wil kiezen, als de studievoortgang niet voldoende is om het bsa te halen of als er behoefte is aan studiegroepjes. Iedere eerstejaars krijgt een ouderejaars student van zijn of haar studie aangewezen als mentor. • Het DSC heeft een ook commissie die eerstejaars op weg helpt: de eerstejaars begeleidingscommis-

sie. Deze houdt de studievoortgang in de gaten en organiseert tentamentrainingen. Studenten kunnen tijdens tentamens op de sociëteit studeren, met koffie en broodjes. Er zijn in tentamenperiodes geen activiteiten op de sociëteit. De eerder genoemde selectie op studievoortgang bij het vullen van commissies is een stok achter de deur. • De Bolk kent een studiegroep, die via Facebook ergens op de TU afspreekt. Leden beantwoorden elkaars vragen. De vereniging vraagt eerstejaars af en toe hoe het met hun studie gaat. Er zijn geen activiteiten in tentamentijd. De ‘borrelcultuur’ is aangepast aan de studie. President Boedi Diepel-

‘Al onze eerstejaars leden hebben het afgelopen jaar hun bsa gehaald’

sloot legt uit: “We eten om vijf of zes uur, zijn om twaalf uur thuis, zodat we om acht uur weer kunnen opstaan om te studeren.” • Dispuut Johannes Calvijn van de CFSR stelt zogenoemde patroons aan om eerstejaars te begeleiden. “Iedere eerstejaars heeft als het ware een eigen mentor”, vertelt preses Beppie van de Hoef. “Deze informeert hoe het met de eerstejaars gaat, zowel persoonlijk als op de studie. De patroon stimuleert de eerstejaars actief om te studeren. In sommige gevallen studeren ze samen. We plannen tijdens tentamenweken enkel activiteiten die weinig voorbereiding vragen en op tijd afgelopen zijn.” • Jansbrug biedt eerstejaars studiebegeleiding, studiegroepen, mentoren en studiemiddagen. Volgens president Timo Töns is zijn vereniging ‘altijd bezig om de studiebegeleiding te verbeteren’. “Zo vindt er komend studiejaar een intensiever overleg plaats tussen onze studiebegeleidingscommissie en de studieadviseurs van de TU. Vanaf komend jaar bieden we

bijlessen aan via AthenaStudies op alle faculteiten en voor meerdere jaren. We verschuiven de focus voor studieondersteuning van alleen het eerste jaar naar de hele studie.” • Virgiel stelt per jaarclub één student aan als ‘studieverantwoordelijke’. Diegene monitort de studievoortgang van zijn clubgenoten. Elke eerstejaars krijgt een per studie specifiek studieboekje, met informatie over boeken, vakken en deadlines. Er zijn mentoren, een eerstejaars commissie en ouderejaars geven bijles in struikelvakken. In tentamenweken zijn verschillende ruimtes op de sociëteit open als studieplek. En, vertelt commissaris extern Noud Wijtenburg, afgelopen jaar hebben oud-Virgilianen de eerstejaars een workshop ‘studiesucces’ gegeven. “Die ging over persoonlijkheidsafhankelijke leerstijlen, timemanagement en motivatie.” Vanaf komend jaar werkt Virgiel samen met AthenaStudies, voor bijscholing in struikelvakken.


Delta

7

11

TU Delft

8

9

VRIJHEID De gevraagde verenigingen leggen dus allemaal een nadruk op studeren, maar er zijn nuanceverschillen als het aankomt op hoe zij hun eigen functie zien. Zo spreekt Timo Töns van Jansbrug over ‘het ondersteunen van onze leden tijdens de studie’. “De nadruk lag altijd op ontspanning en het creëren van een sociaal platform. Dit is de afgelopen jaren aan het veranderen, daarom zijn we onze leden op andere manieren gaan ondersteunen en dat blijkt erg succesvol.” Het DSC is volgens Matthias Perdeck altijd al heel studiegericht geweest. “Toen bijvoorbeeld in 1862 de voorloper van TU tijdelijk gesloten werd, werden de colleges voortgezet op onze sociëteit. Bijna alle studieverenigingen zijn opgericht vanuit het DSC. Leden stimuleren en motiveren bij hun studie zit al sinds de oprichting in de genen van onze vereniging.” Toch vindt Perdeck dat de overheid moet beseffen dat ‘je niet oneindig door kunt gaan met het invoeren van prestatie-eisen’. “De vrijheid

om jezelf breed te ontwikkelen is erg belangrijk.” Robbert de Keijzer van de DSB sluit zich daarbij aan. “Studeren is natuurlijk een van de belangrijkste redenen dat je naar de TU bent gekomen. Daarnaast is het negatieve imago van studenten die veel te lang over hun studie doen en alleen maar bier drinken iets wat studentenverenigingen geen goed doet. Maar de laatste tijd is de overheid doorgeschoten in het nemen van studieversnellende maatregelen. Daardoor wordt het steeds lastiger de persoonlijke ontwikkeling van onze leden te faciliteren, omdat ze simpelweg geen tijd hebben.”

PLEZIER Noud Wijtenburg van Virgiel ziet hetzelfde probleem. “Ik vind het niet zo’n slechte ontwikkeling als het aandeel van de studie op studentenverenigingen wat groter wordt. Wat het wel moeilijk maakt, is dat schoolse maatregelen zoals steeds meer tussentoetsen ervoor zorgen dat we minder goed de ac-

tiviteitenplanning buiten belangrijke perioden op de TU kunnen houden.” Ook Beppie van de Hoef van de CFSR heeft bedenkingen. “We stimuleren dat leden studeren, maar denken dat het daarnaast waardevol is dat ze zich breder ontwikkelen. Door de nadruk op studeren zou deze bredere ontwikkeling in het geding kunnen komen.” De filosofie van Boedi Diepersloot van De Bolk staat misschien het dichtstbij het ouderwetse beeld dat ‘burgers’ hebben van studentenverenigingen: “Wij faciliteren plezier. Studeren is, ondanks de maatregelen die we hebben genomen, de eigen verantwoordelijkheid van onze leden. In het eerste jaar is het hard werken om het bsa te halen, daarna hebben de meeste studenten een periode van een jaartje of twee, drie wat meer rust.” Of het leenstelsel dat zal veranderen, moet de toekomst uitwijzen. <<

RONDGANG Alle Delftse gezelligheidsverenigingen kregen deze zomer van Delta het verzoek een serie vragen te beantwoorden over het onderwerp leenstelsel en studiedruk. Zes verenigingen zagen – vóór de Owee – kans om mee te werken: het Delftsch Studenten Corps (DSC), DSV Sint Jansbrug, KSV Sanctus Virgilius (Virgiel), DSV ‘Nieuwe Delft’ (De Bolk), de Delftsche Studenten Bond (DSB) en dispuut Johannes Calvijn van de CFSR.


12

Delta

TU Delft

Zijn wij in ons hart nog dezelfde mensen als de mannen die in witte pakken rondliepen over de plantages? Het is een vraag die knaagt aan cultural professor Thom Hoffman. Samen met Delftse studenten gaat hij de geschiedenis van NederlandsIndië bestuderen aan de hand van de vroege fotografie.

’ZO MOOI WAS HET NIET IN INDIË’


Tekst: Tomas van Dijk Foto’s: Sam Rentmeester

Delta

W

TU Delft

13

uivende palmbomen, een kabbelend riviertje en bedienden die drankjes serveren aan blanke mannen in witte kostuums en vrouwen in prachtige jurken. Ergens op de foto, die Thom Hoffman uit een familiealbum tevoorschijn heeft gehaald, staan zijn opa en oma. We zien de upper class op de sociëteit in het Nederlands-Indië van de jaren twintig. “The Great Gatsby. Daar doet het aan denken”, zegt Hoffman. “Maar daar moet je doorheen kijken. Zo mooi was het niet.” We hebben afgesproken in Hoffmans atelier, een etage aan een Amsterdamse gracht. Hier bereidt de acteur, fotograaf en documentairemaker zijn gasthoogleraarschap voor. In zeven bijeenkomsten wil hij met vijfentwintig studenten de geschiedenis van Nederlands-Indië onderzoeken aan de hand van de vroege fotografie. Het werk moet uitmonden in een nationaal historisch fotoarchief over Nederlands-Indië. Midden in de kamer staat een grote houten kast – ‘mijn schatkist’ – met daarin een eerste druk van Max Havelaar. “Een van mijn dierbaarste bezittingen.” En tal van historische boeken en fotoalbums van zijn familie en van koloniale ondernemingen. Hoffmans opa werkte in de kolonie als ingenieur voor een petroleumbedrijf. We zien rubberbomen keurig in het gelid, blanke mannen in witte kostuums die in rijtuigjes naar de sociëteit gaan, vrolijk spelende Hollandse kinderen, maar ook de verschrikkingen van de Atjeh-oorlog. Nederlands-Indië was een wereld vol tegenstellingen, een wereld die Hoffman fascineert.

Het thema van uw gasthoogleraarschap is Kromo-Blanda. Wat betekent dat?

Dat mooie beeld van de high society klopt volgens u niet. Hoezo?

“Ja. Maar ook door die van mijn vrouw en schoonmoeder, die Indonesisch zijn. Je wordt erin gezogen. Je ontdekt steeds meer dingen. Vooral de geschiedenis van mijn oma had een aanzuigende werking op mij. Veel meer dan die van mijn opa. Mijn opa was, zo te zien, een typische Nederlander in wit pak. Uit niets blijkt dat hij oog had voor de inheemse bevolking. Ze zagen er mooi uit in hun smetteloze kostuums, maar het waren geen dichters natuurlijk, die Nederlanders. Enkele uitzonderingen daargelaten, zoals Eduard Douwes Dekker (Multatuli), Couperus, Du Perron en Madelon Székely-Lulofs. Auteur W.F. Hermans zei eens: ‘Over het beschavingsniveau der Nederlanders in Indië hoeft men zich geen illusies te maken.’ Diverse bronnen bevestigen dat beeld. Het waren ondernemers en soldaten, carrièremakers en jeneverdrinkers. Ze vloekten en hadden het over de aanhoudende regen en snel rijk worden. Net als in de Nederlandse polder.”

“De hitte was verschrikkelijk. Er was malaria. Maar men wilde voor het vaderland een idyllisch beeld schetsen. Mensen stuurden albums naar Nederland waarin te zien is hoe papa naar de sociëteit ging, waarin je roomblanke kindjes vrolijk op klompen ziet spelen en gedrild personeel op prachtig onderhouden landerijen. Je mocht in de kolonie niet mislukken. Al die foto’s zijn bewuste mededelingen aan het moederland. Maar het was natuurlijk helemaal geen puntgaaf gekostumeerd Engels BBC-drama. Mensen werkten keihard en werden vaak niet ouder dan veertig. De Indische samenleving was bovendien zeer scherp raciaal verdeeld.”

Wilt u de geschiedenis van Nederlands-Indië herschrijven? “Ik wil het beeld completeren. Dat beeld begint steeds meer de romantische geparfumeerde kant op te gaan: het was daar gezellig en mooi, we reden rond in rijtuigjes en we hadden een goede band met iedereen in de maatschappij.”

Maar iedereen kent toch Max Havelaar en de politionele acties? We weten dat het niet altijd even koosjer was wat daar gebeurde. “Niet helemaal koosjer? Volgens mij kun je dat gerust stellen, het moest een blanke Nederlandse maatschappij blijven. Er bestaan natuurlijk al veel academische studies over NederlandsIndië. Maar die beslaan deelgebieden en -perioden. Ik wil samen met de studenten een allesomvattend werk maken; een nationaal historisch fotoarchief over Nederlands-Indië waaraan mensen foto’s kunnen toevoegen. De website is bedoeld voor eenieder die interesse heeft in de geschiedenis van Nederlands-Indië. Ik wil hen een gereedschap in handen geven om de geschiedenis te bestuderen en samen te schrijven, a la Wikipedia.”

’Het waren ondernemers, soldaten en jeneverdrinkers’

“Kromo-Blanda betekent zwart-wit, en overdrachtelijk: Indonesisch-Nederlands. Dit begrip is begin twintigste eeuw geïntroduceerd door activist en multimiljonair Hendrik Tillema. Hij was een arme boerenzoon uit Friesland die als avonturier naar Nederlands-Indië is gegaan en daar gigantisch heeft verdiend aan de verkoop van gedestilleerd water. Doordat hij van eenvoudige komaf was, had hij oog voor de lokale bevolking in de Javaanse stad Semarang, ook wel ‘het rooie nest’ genoemd. Hij maakte zich hard voor de aanleg van riool- en waterleidingen voor de inlanders. Dat deed hij met boeken aan de Tweede Kamer die Kromo-Blanda heetten. Het zijn boeken met ‘tegenbeelden’. Op de ene pagina zie je hoe Europeanen leefden - hoe ze kookten, waar ze sliepen - en op de volgende pagina zijn de leefomstandigheden van de inheemse bevolking afgebeeld. Je ziet kinderen die zich wassen in een riviertje waarin ze ook poepen. Het vertelprincipe Kromo-Blanda is een schitterend aanknopingspunt voor mij aangezien de TU mij vroeg of ik iets wilde doen met het thema perspectieven.”

Komt uw interesse voort uit de geschiedenis van uw grootouders?

Waarin was uw oma anders? “Mijn oma was een halfbloed. Zij had roots in de Sumatraanse bevolking. Zij kwam in een soort middengroep terecht, tussen de Indonesische, inheemse, en de blanke laag in. Dat heeft van haar een sociaal capabele vrouw gemaakt. Dat zie ik terug in de foto’s die ze maakte. Als ik die analyseer, dan zie ik een vrouw die op de markt donkere vrouwen fotografeert maar die ook ontzag koestert voor de Gouverneur-Generaal. Er bestond zelfs een term voor. Een geaccepteerde inlander was officieus ‘gelijkgesteld’.”

Lees verder op pagina 14


14

Delta

TU Delft

’Zijn wij in ons hart nog dezelfde mensen als die mannen in witte pakken op de plantages’ Maar eigenlijk weet u niet veel over uw grootouders. “Ze stierven toen ik jong was. En mijn vader vertelde maar weinig. Hij was ook nog maar een kind toen de familie naar Nederland vertrok vanwege de economische crisis van 1929. Maar ik ken de wereld van de vele literatuur die ik heb verzameld en van de albums die naar Nederland werden gestuurd. Misschien werd ik extra tot die foto’s aangetrokken omdat ze zo mysterieus waren. En als je dan ook nog eens door De Stille Kracht van Couperus bent aangeraakt… Couperus heeft al die feesten met mooie kostuums op de sociëteiten prachtig beschreven. Dat is echt de wereld van mijn grootmoeder geweest. Maar eigenlijk wil ik het niet teveel hebben over mijn familie.”

MASTERCLASS De besloten masterclass van Thom Hoffman bestaat uit zeven bijeenkomsten en een excursie voor TU-studenten. Daarnaast zijn er drie openbare bijeenkomsten en organiseert Theater de Veste filmavonden. Op 11 september vindt de ‘Cultural Promotion’ plaats in de aula van de TU. Hoffman zet het thema ‘Kromo Blanda’ uiteen en vertelt wat hij met zijn studenten gaat doen. Aansluitend aan de lezing volgt een gesprek tussen Hoffman en film- en tentoonstellingsmaker Herman de Boer. Aanvang 20.00 uur. Op 16 oktober wordt de film ‘White Mischief’ van Michael Radford (UK) vertoond in de Aula. De film gaat over de koloniale verhoudingen in Kenya in de jaren veertig. Aanvang 20.00 uur. Op 27 november spreekt Hoffman zijn uittreerede uit en presenteren de studenten hun resultaten. AULA TU DELFT, AANVANG 20.00 UUR

Waarom niet? “Boeken en publicaties over Nederlands-Indië zijn doordrenkt met familiegeschiedenis. Ze beginnen allemaal met ‘Ik had een heel lieve baboe’ of ‘Toen wij vertrokken stond het personeel met tranen op de kade’, enzovoorts. Dat vind je bij Hella Haasse en bij Adriaan van Dis. Bijna alle literatuur begint ermee. Als je met weemoed terugkijkt naar je jeugd, op zoek naar de verloren tijd - tempo doeloe, dan is het heel moeilijk om objectief naar geschiedenis te kijken. Ik hoop een neutraal beeld te kunnen samenstellen van Nederlands-Indië, juist door afstand te nemen en te kijken vanuit verschillende, liefst zo tegenstrijdig mogelijke perspectieven.”

Mensen kennen u vooral van films als Zwartboek of als Dokter Tinus in de gelijknamige tv-serie. Is dit werk aan Nederlands-Indië een welkome afwisseling op het acteren? “In films moet je altijd doen wat andere mensen zeggen. Ik vind het erg fijn om ook mijn eigen dingen te maken.”

U besteedt in uw masterclasses veel aandacht aan de fotografie uit de jaren ‘70, ‘80 en ‘90 van de negentiende eeuw. Waarom die periode? “Toen is een interessante vorm van fotografie ontstaan. Fotografen ontdekten dat ze konden liegen. De keuze van wat je vastlegt, en hoe, draagt uit wat je standpunt is. Het was eerst een relatief nieuw medium in handen

CV Thom Hoffman (1957) is acteur, fotograaf en documentairemaker. Hij heeft sinds 1981 in ruim tachtig speelfilms en televisieseries gespeeld. Hij is onder meer bekend van Dokter Tinus en Freddy, leven in de brouwerij, waarin hij de titelrollen speelt. Afwisselend werkt Hoffman als fotograaf en documentairemaker. Zijn werk gaat geregeld over Indonesië en Nederlands-Indië. In 2002 fotografeerde hij

het dagelijkse leven van de allerarmsten ter wereld, op de vuilnisbelt van Jakarta, ‘Bantar Gebang’. In het theater speelde Hoffman de titelrol in Max Havelaar (2004). In 2009 was hij gasthoogleraar aan de Universiteit van Tilburg, met als onderwerp Multatuli en NederlandsIndië. Met 25 studenten deed hij literatuuronderzoek naar deze periode uit de Nederlandse geschiedenis.

van adellijke kunstenaars en chemici, maar werd op den duur onderdeel van de massacommunicatie en daarmee van de politiek.”

Tijdens enkele masterclasses gaan jullie oude foto’s reconstrueren. Hoe gaan jullie dat doen? “Het gasthoogleraarschap is serieus, maar bestaat op momenten ook uit gein trappen. We gaan werken met oude camera’s, met glasplaatnegatieven en met chemie uit de begintijd. Na het eerste begin van de fotografie in 1840 maakte men foto’s met het lichtgevoelige eiwit albumine. Ik heb hier een 140 jaar oud portret van een lokale vorst, een hoge pief van een bepaald district, gemaakt met albumine. Ik vind het een wonderschone foto. Het verloop van de scherpte is ongelofelijk prachtig.”

Willen jullie die foto namaken? “Er staat een portret van de rector magnificus gepland. Hij heeft zich al bereid verklaard om aan deze ludieke actie mee te doen. Of hij ook in negentiende-eeuwse kleding op de foto gaat? We zullen zien. Maar we maken ook een vroeg-fotografisch beeld van het gebouw in Delft waar Indische ambtenaren werden opgeleid. Dit is een speelse introductie tot belangrijker werk. Als je zelf met oude technieken foto’s hebt gemaakt, dan geeft dat meer gevoel over fotografie. Het is een godswonder dat die oude foto’s - vanuit het niets - opeens gemaakt zijn. Bewust fotograferen zet je aan het denken over wat je met fotografie zou moeten doen, en hoe dat afhangt van je wereldbeeld.”

In een persbericht zei u ‘Het bestuderen van de geschiedenis van Nederlands-Indië levert een raam op het Nederlandse denken in haar relatie tot de wereld toen en nu.’ Wat bedoelt u daarmee? “Dit is de kernvraag van het hele onderzoek: Zijn wij deep down in ons hart nog dezelfde mensen als de mannen die daar in die witte pakken rondliepen over de plantages?”

En het antwoord? “Het is een vraag die iedereen voor zichzelf mag beantwoorden.”


Delta

de

Master Een chauffeurloze taxi die je na college vanaf het station zo afzet voor je huis - geen fooi nodig. Toekomstmuziek, volgens civiel ingenieur Louise Hamilton. Je moet hem delen met andere passagiers en sneller dan twintig kilometer per uur rijdt 'ie niet, maar een zelfbesturend voertuig als voor- en navervoer van het openbaar vervoer kan weleens dé grote concurrent worden van de fiets, bus en tram, denkt Louise Hamilton (25). Is een zelfbesturend voertuig een goed alternatief voor de fiets van en naar het openbaar vervoer, is de hamvraag. “De Google Car is een groot succes: hij rijdt bijna nooit ergens tegenaan. Het gerucht gaat dat Apple bezig is met een concurrent. En in Ede-Wageningen gaat binnenkort een pilot van start met een klein, self-driving vehicle dat zo'n twintig kilometer per uur rijdt.” Hamilton bouwde voor de stadsregio Rotterdam een verkeersmodel dat berekent in hoeverre zo'n onbemand voertuig een welkome aanvulling is op ander transport van en naar het openbaar vervoer in de havenstad. Tussen bedrijvenpark Rivium en metrostation Kralingse Zoom rijdt sinds jaren een zelfbesturend busje, gestuurd door sensoren in de weg. “Dat heb ik natuurlijk meegenomen in mijn onderzoek”, zegt Hamilton. “Het is absoluut rendabel, want dagelijks maken er 1100 passagiers gebruik van.” De vraag is wat er gebeurt wanneer je een kleiner voertuig in het leven roept, dat een flexibel traject aflegt op basis van de vraag van de passagier. Daarvoor onderzocht Hamilton het openbaar vervoer van en naar Rotterdam-The Hague Airport en industrieterrein Spaanse Polder. Ze vroeg reizigers of ze gebruik zouden maken van zo'n self-driving vehicle, en hoe vaak dan. 25 tot 60 procent van OV-reizigers zou het overwegen. “Bij het vliegveld komt dat neer op zo'n tweehonderd passagiers per dag, en dat is te weinig. Maar dat het een goed alternatief is voor het bestaande navervoer van het OV, is duidelijk. Richting grote winkelcentra bijvoorbeeld.” En niet alleen vanwege de flexibele verbinding; ook qua kostenplaatje is het vervoermiddel interessant. Hamilton: “Je bespaart de kosten van een bestuurder - één van de grootste posten op de begroting van het openbaar vervoer.” Er zijn nog wel mitsen en maren. “Wetgeving, bijvoorbeeld. Want die zegt dat een voertuig altijd een bestuurder moet hebben. En dan moet er nog een knop om bij de gebruiker, want vertrouw je het, instappen in een auto zonder bestuurder? Bovendien: áls het fout gaat, wie is dan verantwoordelijk?” Hamilton ziet haar onderzoek vooral als een goed begin voor verder onderzoek. “Het is de eerste keer dat dit soort voertuigen én het voor- en natransport in een model worden gestopt. Daarnaast is mijn model breed toepasbaar, want fietsen en lopen kun je er ook in meenemen. Dat maakt het voor gemeentes heel interessant.”

(JB)

Foto: Sam Rentmeester

ONDERZOEK: ‘Self-driving vehicles as public transport in Rotterdam’

EINDCIJFER:

7

TU Delft


IN THE SPORTLIGHT

SPORTZAKEN

Emma Gerritse SPECS

1.63 meter GEWICHT

55 kilo Geboortejaar

Plastic skate-helm met piepschuim aan binnenkant. ‘Als je er een keer hard op valt heb je een nieuwe nodig.’ Bij wedstrijden is een bitje verplicht (niet op de foto)

1991

studie: MSc Applied Physics

Sport: Roller Derby (The Parliament of Pain, Den Haag)

Het karatepak heet een ’Gi’.

Stappen maken Bout-teamshirt (bout = officiële roller derbywedstrijd)

Zelf bedacht nummer, moet goed leesbaar zijn.

andere sporten voorheen badminton en squash; nu klimmen en yoga

Elleboogbescherming.

Waarom roller derby? “Tijdens een stage in Schotland nam iemand mij mee naar een wedstrijd. In het begin had ik geen idee waar ik mee bezig was, maar ik vond de sport wel ontzettend gaaf. Ook door het rock ‘n’ rollsfeertje eromheen, de muziek, de aankleding. Mijn ‘derby name’ is Cherry Bombe, naar een nummer van The Runaways.” Wat is roller derby? “Een soort Mario Kart op rolschaatsen. Je werkt in een team en moet je tegenstander een beuk geven of te snel af zijn. Het wordt vooral door vrouwen beoefend.”

Speelsters dragen een legging of hotpants.

Wat zijn de belangrijkste vaardigheden? “Groot en sterk is handig als je wilt beuken, klein en licht om je tegenstanders te vlug af te zijn.” Je sterke punten? “Tactisch spelinzicht.” Je zwakke punten? “Mijn postuur is ook mijn nadeel: ik ben makkelijk te beuken. Ik heb een team nodig om iets goed te kunnen doen.” Blessuregevoeligheid, lichamelijke zwakheden? “Het is een redelijk blessuregevoelige sport, daarom wordt er erg opgelet dat iedereen zich aan de regels houdt. Bij een wedstrijd zijn zeven scheidsrechters aanwezig.” Hoogtepunten/prijzen? “Zesde op het laatste NK.” Waarom zou je anderen deze sport aanraden? “Vanwege de intensiteit. Je leert je grenzen kennen, wat je wel en niet aan kan.” Waarom bij The Parliament of Pain? “Een ontzettend gezellig team en Den Haag ligt vlakbij. Ik hoop dat er op de TU ook een team komt.” Dit was de laatste aflevering van de serie Sportlight.

Pols- en kniebescherming. Teenbeschermer. Quad rolschaatsen.

Gekke sokken, hoort bij de cultuur.

Voor verschillende soorten vloeren zijn verschillende wieltjes nodig.

Bronzen WK-plakken voor Delftse roeiers, gedegradeerde zaterdagvoetballers kloppen gepromoveerde zondagvoetballers. Lang geleden besloten zondagclub Taurus en de daarvan afgesplitste zaterdagtak Ariston’80 voorlopig maar niet meer vriendschappelijk tegen elkaar te voetballen. De animositeit in de onderlinge oefenduels liep daarvoor iets te hoog op. Een paar decennia later is van deze sentimenten niets meer over. Toch speelt prestige nog steeds een rol als de twee studentenclubs het tegen elkaar opnemen, zeker als dat gebeurt in officieel verband. Zoals vorige zaterdag, toen de teams elkaar op de unit sport troffen in de poulefase van het bekertoernooi. Met als pikant detail dat beide clubs gecoacht worden door een en dezelfde man: Willem Lok. Voor rust zette Menno Steensma Ariston’80 op een 1-0 voorsprong. In de loop van de tweede helft werd de marge door Joeri Frederik en Casper Althmer uitgebouwd naar 3-0. “Na een uurtje spelen bleken wij over een betere conditie te beschikken”, verklaarde middenvelder Peter Jamar het voor zijn team gunstige scoreverloop. Midas de Wildt maakte voor Taurus nog een eretreffer middels een daverend afstandsschot dat in de kruising eindigde. ‘Van zo’n 20, 25 meter’, aldus Jamar, waar Taurus-woordvoerder Bas Oude Luttighuis het op ‘zeker 30 à 35 meter’ hield. “Ach, deze keer hebben zij de derby gewonnen”, verklaarde de laatste nuchter. “Voor ons is het een voorbereiding voor de competitie. We moeten nog even wat stappen maken voor we die beginnen.” Vorig jaar speelden de ‘Elite Stieren’ nog in de vierde klasse, maar dwongen zij via de nacompetitie promotie af naar de derde. “We kijken ernaar uit om op een hoger niveau te spelen. Naarmate je betere tegenstanders treft, kom je zelf ook meer aan voetballen toe.” Taurus is ingedeeld in een afdeling met vijf andere Delftse clubs plus het nabijgelegen Den Hoorn. “Heerlijk, kunnen we lekker op de fiets naar al die uitwedstrijden.” Ariston’80 legde overigens de omgekeerde weg af en degradeerde naar de vierde klasse. Minstens zo vermeldenswaard is de bronzen medaille die het duo Roos de Jong van Proteus-Eretes en Laila Youssifou van Laga in de dubbeltwee behaalde tijdens het eind juli in Bulgarije gehouden WK voor roeiers tot 23 jaar. In de herenfinale lagen Amos Keijser (Laga) en Abe Wiersma van het Amsterdamse Nereus lang op een tweede plaats achter de Duitsers, maar moesten zij in de eindsprint ook de Noren voorrang verlenen. Voor hen lag eveneens een bronzen medaille klaar na de finish. Het volgende grote internationale evenement waar TU Delftroeiers aan meedoen is het WK in Aiguebelette dat op 30 augustus begint. Tips? Jimmy.tigges@hetnet.nl


Delta

TU Delft

WAT Nacht van de Kaap WAAR Katendrecht Rotterdam WANNEER: zaterdag 5 september vanaf 17.00 uur TOEGANG € 15,-

17

Goede binnenkomer We zijn terug! Na een heerlijke vakantie is het weer tijd om aan de studie te gaan. En hoewel sommige eerstejaars studenten zich nog te buiten gaan aan alles wat Delft te bieden heeft (sommige ouderejaars doen daar uiteraard nog vrolijk aan mee), is voor het overgrote deel de tijd van knallen weer aangebroken. Om te vieren dat we er weer zijn, heb ik een favoriet gekozen. Mosselen! Ondergewaardeerd, vaak gezien als moeilijk en duur. Geplaagd door horrorverhalen van allergie en ziekte zijn dit juist fantastische schelpdieren en ze zijn nu in het seizoen, dus niet te duur. Nieuw jaar, nieuwe kansen, nieuwe dingen om te proberen!

PARTYPROGNOSE

Moules pommes Ingrediënten: 500 gram mosselen p.p. (1 kilo voor de grote eter); ui; 2 tenen knoflook; tijm; rozemarijn; olie; zout; peper; room 500 milliliter; witte wijn of vermout. Serveren met: brood en groente naar keuze Nodig: mosselpan of grote braadpan

Daar was laatst een meisje loos Eerstejaarsweekend, Owee, kennismakingstijd... even toe aan iets anders dan een studentenfeest? Op de Nacht van de Kaap vloeit het bier net zo rijkelijk, maar gelden heel andere mores. Het hoort evengoed bij je studie in Delft: stappen in Rotterdam. Met de Wereldhavendagen in aantocht (een feestje voor aankomend ingenieurs, check vooral het programma), staat bij ingewijden alvast een vet kruis in de agenda op zaterdag 5 september. De Nacht van de Kaap, één van de heilige stapavonden van Rotterdammers, en van iedereen die bereid is zijn neus iets over de eigen stadsgrens te steken. Je ruikt nog bijna de geur van beschonken, bezwete zeelieden. Katendrecht, het oudste havenkwartier van Rotterdam, was ooit het domein van hoeren en kroegbazen die profiteerden van scheepslui die al tijden geen bier of borst hadden geproefd. ‘Kroegentochten eindigend met een traan bij rooie Sjaan - of bij de juten na een onovertroffen matpartij. Als ergens plaats is voor een ode aan het levenslied of het zeemanslied, dan is het op de Kaap’, aldus de organisatie van de Nacht van de Kaap. Dus her-

leeft die glorietijd voor één nacht, met onder anderen Joke Bruijs en Lee Towers, die op één van de vier podia een ode brengen aan die ruige tijd. Ondertussen heupwiegen meisjes met rode lippen en net zoveel tatoeages als de zeelui van toen door de menigte met dienbladen vol bier, want alle kroegen op en rond het Deliplein doen mee. Het ene sterke verhaal verslaat er het andere; ook daar draait het om tijdens de Nacht. Fenixloods 1 wordt omgebouwd tot club, en behalve naar smartlappen kun je op de Kaap ook gewoon naar jazz, blues en rock 'n roll luisteren. Een beter feestje kun je niet vinden. O, en hebbie al een pakkie? Het is wel de bedoeling dat je je kleedt in de sfeer van de Kaap, dus stop met scheren en hijs je in een matrozenpak. Wie weet scoor je wel zo'n leuk loos meisje. (JB) denachtvandekaap.nl

Dit is een gevoelsgerecht. Alle ingrediënten zijn per 500 gram, maar ga zeker niet 4 uien bij 2 kilo mosselen doen. Snij de ui en de knoflook fijn. Spoel en ontbaard de mosselen, haal de open mosselen eruit. Deze zijn dood en moet je niet meer eten. Als ze op een klein kiertje staan, geef je ze een paar tikjes. Reageren ze, dan zijn ze nog prima. Doe de ui en knoflook in de mosselpan op middelhoog vuur met een beetje olie, fruit aan en doe vervolgens de tijm, rozemarijn en vermout of wijn erbij. Laat de alcohol verdampen en doe de room erbij. Voeg als de saus gemengd is de mosselen toe, doe de deksel op de pan en laat ongeveer 5 minuten stomen tot alle mosselen open staan. Serveren met brood en groente naar keuze en lekker wat sauzen!

Masterstudent civiele techniek en amateurkok Job Hogewoning was in 2011 verliezend finalist van het kookprogramma MasterChef Holland.


‘Lesgeven is mensenwerk’ ‘Zwaaien vanaf collegebanken’

‘IK STIERF DUIZEND DODEN’


Tekst Connie van Uffelen Foto's Sam Rentmeester

Delta

19

TU Delft

Liefde voor het vak Vijftienduizend euro voor een sabbatical van twee maanden, een zilveren penning en een oorkonde van het Universiteitsfonds Delft. Jack Pronk ontvangt de UfD-Leermeesterprijs 2015. GEBOUW 5, KAMER 1.080. Achter zijn bureau vol paperassen tuurt Jack Pronk naar zijn computer. Aan de wand twee tekeningen uit zijn studententijd in Leiden. Een van een zeester, een van een krab. ‘De dactyli eindigen spitser’ staat er gekrabbeld bij de ‘tenen’ van de krab. Vandaag heeft hij het druk. Heel druk, met ook nog eens een ingewikkelde afspraak. “Jack?” De secretaresse van de afdelingsvoorzitter staat in de deuropening. Ze kijkt moeilijk. “De decaan wil je dringend spreken en ik zie dat er vanmiddag om 16.00 uur een gaatje is in je agenda. Het hoeft maar tien minuten te duren. Hij moet je echt persoonlijk spreken.” Wat zou dat zijn? Gauw wat dingen afmaken. 15.45 uur: Op weg naar de decaan, gebouw 22, kamer C 162 A. Decaan Tim van der Hagen zit al klaar. “Jack, je lacht nog wel, maar loop maar even mee. We zitten met een paar mensen in het vergaderzaaltje hier tegenover. We moeten echt even praten.” Er zal toch niks ernstigs aan de hand zijn? Wat gaat er gebeuren? Binnen zit afdelingsvoorzitter Isabel Arends en stelt Jeroen den Tex zich voor, directeur van het Universiteitsfonds. Op tafel staat een fles champagne. Aan het eind van de dag fietst hij fluitend naar huis. Het scheelde niet veel of Jack Pronk was na zijn eerste jaar biologie overgestapt naar een andere studie. De stof pakte hem niet. Droog en beschrijvend. Middag in, middag uit door de microscoop turen en dingen natekenen. Het is dat

zijn ouders zeiden het nog een jaar een kans te geven... Toen hij in het tweede jaar proefjes deed was hij verkocht. “Ik werd in toenemende mate fanatiek”, zegt hij er nu over. “Vooral in de masterfase die toen in Leiden nog twintig maanden onderzoek inhield. Heerlijk!” Hij deed in Delft een groot bijvak van acht maanden: microbiologie. Daarna ging hij weer naar Leiden voor het hoofdvak moleculaire plantkunde. Hij mocht vervolgens kiezen: een promotieplek in Leiden of in Delft. Een ware worsteling, maar sindsdien is hij irreversibel in Delft. Dat hij het in Delft als afstudeerder en promovendus zo ontzettend naar zijn zin had, had veel te maken met zijn eigen leermeesters. Met name Hans van Dijken die in Delft leiding gaf aan de gistgroep. “Hij heeft mij mede begeleid bij mijn afstudeeronderzoek en later toen ik promovendus was. En ook met Gijs Kuenen, mijn promotor, die mij de liefde voor onderwijs heeft bijgebracht. Als Gijs college geeft, is het net of hij een cadeautje staat uit te pakken. Die straalt uit dat hij het leuk vindt. Ik denk dat dat een voorwaarde is om goed onderwijs te geven: je moet het leuk vinden. Tot op zekere hoogte kun je dat denk ik ook leren.” Soms moet je ook bewust de knop omzetten, meent Pronk. “Woorden als ‘onderwijslast’: dat doen we dus gewoon niet. Dit is iets dat we mogen doen, niet iets dat ‘moet’. Bachelorvakken geven: ik kijk er naar uit. Hoi, we mogen onderwijs geven. Het is een gigantisch voorrecht om voor een groep studenten te mogen staan, of om een-op-een met een student of promovendus te mogen praten. Niet alleen over vakinhoudelij-

ke dingen, het kan ook gaan over onzekerheid, perfectionisme, spreken in het openbaar, een loopbaan. Ik probeer mee te denken.” Studenten waarderen dat. Net als het feit dat Pronk tentamens direct nakijkt. Bij de p-in1-uitreiking had hij voor iedereen een persoonlijk praatje. “Hij stelde vragen als ‘wat is je favoriete studentenstad en uitgaansgelegenheid? Waarin ga jij uitblinken?”, zegt studente Sophie de Valk. “Hij nam de tijd om ouders dingen uit te leggen.”

DUOPRESENTATIE Pronk geeft twee vakken in het life science and technology-bachelorprogramma: biotechnologie en microbiële fysiologie. Dat doet hij samen met zijn voormalige promovendus (nu universitair hoofddocent) Ton van Maris, omdat het een collegeblok van vier uur is. “We hebben ontzettend veel lol”, zegt Pronk. “De verdeling van de stof is niet vastgespijkerd: wat doe jij morgen? Oké, dan doe ik dat andere stuk. Er zijn al drie publicaties en een patent voortgekomen uit onze interactie bij die colleges. Dan staat de een voor het bord iets te vertellen en zegt de ander: ja maar als dat zo is, dan moet toch ook...” Studenten vinden die duopresentatie erg leuk. “Ze kunnen elkaars zinnen afmaken”, zegt student Rik Brouwer. “Jack vindt het leuk een grapje te maken. Ik heb in ieder geval gelachen tijdens de les.” Van Maris zegt soms oneliners voorbij te horen komen, waarvan de zaal plat ligt: “Net wat aan de schunnige kant of net niet politiek correct.” Lees verder op pagina 20


20

Delta

TU Delft Verder is Pronk coördinator van het masterprofiel Cell Factory ,dat gaat over micro-organismen als fabriek. Met Sef Heijnen leidt hij een tweeweekse advanced course microbial physiology and fermentation technology met internationale deelnemers van bedrijven en universiteiten. De eerste keer dat die cursus werd gegeven, mocht hij als promovendus twee lezingen houden. Er gaat weer een rilling door hem heen als hij er aan denkt. “Werkelijk doodeng. Optreden voor groepen: ik stierf duizend doden.” Een tijdlang had Pronk het gevoel dat hij een ‘jas’ aantrok als hij les ging geven. “Zo van: nu speel ik docent. Dat gevoel is er na een aantal jaren voor een belangrijk deel uitgegaan. Voor het reguliere onderwijs heb ik nog steeds een beetje spanning nodig, maar niet zo dat ik er buikpijn van heb.” Inmiddels heeft Pronk het idee dat studenten het helemaal niet zo erg vinden als hij een foutje maakt. “Dan zien ze ook dat het mensenwerk is. Wat dat betreft blijft het krijtje een fantastische didactische uitvinding. Ik gebruik PowerPoint en soms het krijtje en ik merk dat op het moment dat je overschakelt naar schrijven op het bord, het niveau van het geroezemoes onmiddellijk zakt. Het tempo is vanzelf aangepast aan wat mensen kunnen verwerken.”

BURNOUT

‘Jack heeft school gemaakt, hij heeft een internationaal sterke reputatie en kan studenten en vakgenoten enthousiast maken voor zijn vakgebied’ De juryvoorzitter, Ted Young

Dat hij nu voor zijn gevoel wat losser in het onderwijs staat, heeft te maken met persoonlijke groei. “Ik heb in 2002 een burn-out gehad. Dat was een zinvolle leerervaring. Het heeft me de ogen geopend over hoe ik in het algemeen in mijn werk sta en ook wel in het leven. Dat inzicht betekent niet dat alles meteen daarna goed gaat en dat je vervolgens onkwetsbaar wordt. Wat helpt is ervaring en de waardering van studenten en van collega’s. ‘Hé je doet het goed’.” Pronk beleeft nu meer plezier aan de combinatie van onderwijs, onderzoek en management. Hij hecht veel waarde aan menselijk contact. “Ik denk dat het over tien, twintig jaar nog steeds zo zal zijn dat een topuniversiteit zich onderscheidt van andere universiteiten door een directe betrokkenheid en bereikbaarheid van docenten, meer nog dan de mogelijkheden voor e-learning. Elektronische hulpmiddelen als ondersteuning van onderwijs: fantastisch, maar onderschat niet de kracht van het krijtje. Ik heb soms visioenen over hoe het zal gaan als de krijtborden vervangen zijn door e-boards en weet ik wat. Dan ben je dus echt gefopt als de elektronica niet werkt.” << De Juryvoorzitter, TED YOUNG: “Jack heeft schoolgemaakt, hij heeft een internationaal sterke reputatie en kan


‘Ik denk dat dat een voorwaarde is om goed onderwijs te geven: je moet het leuk vinden’

De (oud)student en beste afstudeerder 2013, HILDE COUMOU

De voormalig promovendus, TON VAN MARIS (nu naaste collega)

De afdelingsvoorzitter, ISABEL ARENDS

De Leidse opleidingsdirecteur life science and technology (LST), MATHIEU NOTEBORN

• Wanneer hij doceert, gaan zijn ogen sprankelen waardoor elke student een liefde voor het vak krijgt. • Als ik op een symposium of conferentie laat vallen dat ik mijn master eindproject in zijn onderzoeksgroep heb gedaan, volgt steevast een blik van herkenning en waardering. Industriële microbiologie publiceert namelijk met grote snelheid indrukwekkende studies in hoogstaande wetenschappelijke tijdschriften die mijn onderzoeksgroep in Denemarken op de voet volgt. • Vaak worden studies van zijn onderzoeksgroep ‘open access’ gepubliceerd, en materialen en online tools aan de wetenschappelijke gemeenschap beschikbaar gesteld, waardoor onderzoek en innovatie in het vakgebied in hoge mate wordt bevorderd. Jack heeft hierdoor grote bekendheid in het vakgebied verworven.

• Hij heeft altijd ideeën en bestookt promovendi er met zoveel dat die ze nooit allemaal kunnen uitvoeren. Je moet ermee leren omgaan. Tegelijkertijd leer je zo wel keuzes maken. • Hij kan hele stukken Monty Python uit zijn hoofd opzeggen bij colleges. The Holy Grail, Life of Brian, Fawlty Towers. • Als mensen hun best niet doen, kan hij zijn geduld verliezen.

• Als eerstejaars niet willen luisteren klimt Jack op collegebanken en gaat hij staan zwaaien. Direct contact maken. Verplaatsen in de leefwereld van studenten. • Studenten, hoogleraren of de rector: hij vindt iedereen even belangrijk. Dat vind ik heel plezierig aan hem. • Hij is erg goed in inschatten, waar kan ik een verschil maken? En in monitoren, zodat studenten op de goede plek terechtkomen. • Jack heeft als hobby zeevissen. Midden in de nacht op zo’n vreselijke boot met slecht weer vissen naar boven proberen te krijgen. • Hij onderscheidt zich door de opzet en structuur van de colleges. Het is niet alleen maar voor de zaal staan, het is de opbouw en het combineren van stof met werkcolleges. Aansluiten in de tijd. Daar is Jack bovengemiddeld in.

• Hij is blij verheugd als het goed gaat met studenten en verdrietig als het niet goed gaat. Hij heeft hart voor de zaak. Als je hem nodig hebt, is hij er. Dat komt ook over. Hij is begeistert als hij les geeft. • De evaluatieformulieren van Jacks lessen hoeven we eigenlijk al niet meer door te kijken: dat is altijd mooi weer. • Je kunt op hem steunen. Zijn woord is zijn woord. Waren er daar maar meer van. • Hij is een van de pijlers van de opleiding. Met beide ij’s. Hij is een pijler en hij peilt.

Wist u dat Jack Pronk… • meer dan tweehonderd wetenschappelijke publicaties op zijn naam heeft staan? • uitvinder is op 21 patentaanvragen? • 28 (bijna) gepromoveerde onderzoekers heeft begeleid? • momenteel 12 promovendi onder zijn hoede heeft?

• a l 27 jaar betrokken is bij de internationale postgraduate ‘Advanced course microbial physiology & fermentation technology’? • het eerstejaars vak biotechnologie herstructureerde en dat daarmee het slagingspercentage verbeterde van 70 naar 90 procent? • in 2009 op voordracht van de KNAW de DOW

Energieprijs won voor de ontwikkeling van een concept om genetisch gemodificeerde gisten pentose suikers te laten omzetten? • van 2002 tot 2013 directeur was van het Kluyver Centre fot Genomics of Industrial Fermentation? • al ruim twee jaar vertrouwenspersoon wetenschappelijke integriteit van de TU is?


22

Delta

TU Delft

’Hier gaat het elk half uur over wéér een doorbraak’ Het is een mooie zomerse traditie op Lindau. Een week lang ontmoeten tientallen Nobelprijswinnaars en honderden jonge wetenschappers elkaar op dit schilderachtige schiereiland. Quantumonderzoeker Bas Hensen was er dit jaar bij.

H

et kalme blauwe water van de Bodensee, een ronde witstenen vuurtoren en een stenen leeuw die de entree van de havenkom markeren. Eromheen loopt de boulevard en daarachter begint de oude binnenstad van Lindau met kromme nauwe straatjes, een kerk, een oud theater en een stadhuis uit veertienzoveel. ‘s Zomers vindt op dit Beierse schiereiland traditioneel een opeenstapeling van IQ plaats. Hoogleraren begeven zich dan door de nauwe straatjes van de Insel Halle naar de Kirchplatz of naar het Altes Rathaus. Zoals een Higgsdeeltje massa ontleent aan de omringende deeltjes, zo worden de hoogleraren omgeven door zwermpjes jonge wetenschappers die met hen willen verkeren. Want dit zijn niet zomaar professoren: het zijn stuk voor stuk Nobelprijswinnaars. Dit jaar, vanwege het 65-jarig bestaan van deze traditie der Lindau Ontmoetingsdagen, zijn er 65 Nobelprijswinnaars aanwezig en 650 jonge wetenschappers. Het is niet alleen vanwege het lustrum een bijzondere conferentie, maar ook omdat het een interdisciplinaire bijeenkomst is met Nobellaureaten uit de vakgebieden chemie, natuurkunde en geneeskunde/fysiologie.

lende nationaliteiten. Amerikanen zijn in de meerderheid en er zijn veel Duitsers. Uit Nederland zijn er zeven deelnemers, onder wie twee promovendi uit Delft: ir. Bas Hensen en dr. Andreas Reiserer. Beiden zijn werkzaam op de afdeling quantumtransport van het Kavli-instituut voor quantum nanoscience bij de faculteit Technische Natuurwetenschappen. De oorsprong van het evenement ligt bij twee wetenschappers uit Lindau die in 1949 samen met graaf Lennart Bernadotte het initiatief namen tot een 'Europese Ontmoeting van Nobel Laureaten'. Ze wilden daarmee, kort na de Tweede Wereldoorlog, bijdragen aan een verzoening tussen de volkeren. Twee jaar later, in 1951, gaven zes Nobelprijswinnaars gehoor aan de oproep en weer twee jaar later werden de eerste studenten erbij uitgenodigd. Vijfenzestig jaar later is de Ontmoeting enorm gegroeid maar de grondgedachte is nog steeds hetzelfde: jonge wetenschappers inspireren en motiveren door hen in contact te brengen met de beste en briljantste geesten uit de wetenschap. Ook is het evenement nog altijd politieke betrokken en idealistisch van karakter: slimme mensen kunnen de wereld beter maken.

88 NATIONALITEITEN, 2 DELFTENAREN

Bas Hensen werd voor deelname voorgedragen, want zo gaat dat. De KNAW polste leden van de Jonge Akademie voor namen van bijzondere en talentvolle jonge onderzoekers die geschikt zouden zijn om als Nederlandse delegatie naar Lindau uitgezonden te worden. Hoogleraar Ronald Hanson, lid van de Jonge Akademie, droeg daarop Hensen voor, waarna het balletje ging rollen. Aanvankelijk twijfelde Hensen. Hij moest zoveel motivatiebrieven schrijven en aanbevelingen regelen dat hij zich begon af te vragen of het wel de moeite waard was. Op een gewone conferentie ontmoet je mensen die in hetzelfde veld werken als jij en je hoort de laatste ontwikkelingen in je vakgebied. Maar bij een ontmoeting tussen wetenschappers uit disciplines als geneeskunde, biologie, chemie en natuurkunde begonnen bij hem toch twijfels te rijzen over het nut van

Ze zijn vanuit alle uithoeken van de wereld gekomen. De KNAW, die de Nederlandse inzending organiseerde, houdt het op 88 verschil-

’Er trekt een zwerm van hooggeschoolde postdocs over de wereld op zoek naar meer onderzoekservaring en een tenure track’

NEDERLANDSE DELEGATIE


23

Tekst: Jos Wassink

’Wat al deze mensen bindt, is een wetenschappelijke attitude die zich kenmerkt door een cyclus van twijfel, onderzoek, hypothese en testen’ het gebeuren. Het voelde een beetje nutteloos, erkent hij. Maar toen hij een paar weken voor zijn vertrek het lijvige programmaboek ontving met beschrijvingen van de Nobellaureaten en de onderwerpen van hun lezingen, kreeg hij er zin in.

INSPIREREN EN MOTIVEREN Het is de bedoeling om jonge mensen te inspireren en te motiveren. Is dat bij hem gelukt? Hensen vindt van wel. Nobellaureaten geven graag tips aan jonge mensen hoe ze succesvol kunnen worden in de wetenschap. De een (natuurkundige Eric Betzig) zegt: doe je eigen ding en laat je niet van de wijs brengen door anderen. Een ander (astrofysicus Saul Perlmutter) benadrukt juist de rol van een grote groep mensen jaren lang gefocust houden. Anders had hij nooit kunnen aantonen dat het heelal steeds sneller uitdijt (Nobelprijs 2011). Aan de letterlijke tips heb je niet veel omdat ze nogal tegenstrijdig zijn. Maar wat al die mensen bindt, en dat kreeg Hensen ook mee, is de wetenschappelijke methode. Of zelfs: een wetenschappelijke attitude die zich kenmerkt door een cyclus van twijfel, onderzoek, hypothese en testen. De meest uitgesproken advocaat van de wetenschappelijke methode was wel de scheikundige Harry Kroto die met een brede Britse belezenheid van leer trok tegen creationisme in de schoolbanken, tegen luiheid in het denken en gemakzuchtig ontkennen van klimaatverandering. Wetenschappers maken een procent van de mensheid uit, hield Kroto zijn publiek voor. Maar die ene procent zorgt wel voor vooruitgang in de vorm van penicilline, anesthesie en DNA-profielen. Een hilarische kerel, zegt Hensen, en erg snel.

HET PROGRAMMA Behoorlijk vol zat het programma. Iedere dag begint met een vroeg ontbijt en lezingen lopen vanaf negen uur tot de lunch. 's Middags is er een paneldiscussie gevolgd door een vragenuurtje waar de jongeren in discussie kunnen met de laureaten die 's morgens een voordracht hebben gehouden. Vanaf half acht is er dan een onderhoudend samenkomen, georganiseerd door een gastland, gevolgd door diner en dans. Voor Hensen was het een bijzondere week. Op iedere andere conferentie krijgt een Nobelprijswinnaar alle ruimte in het programma en durft niemand hem of haar op de klok te wijzen. Hier kreeg iedereen strikt een half uur en daardoor bleef er vaart in het programma. Bovendien gaan bijdragen op vaksymposia over kleine stapjes vooruit. Hier ging het elk half uur opnieuw over wéér een doorbraak. Anders dan verwacht vond Hensen de verhalen buiten zijn vakgebied het leukst. Na de lezing van Harold Varmus begreep hij opeens hoe moeilijk kankeronderzoek is. Dat iedere patiënt een andere, eigen vorm van kanker heeft en dat elke patiënt dus een persoonlijk medicijn nodig heeft.

LEZINGEN OPENBAAR Het is ondoenlijk om uit zo'n overweldigend aanbod een verantwoorde selectie te maken. Vandaar dat de organisatie al sinds jaar en dag alle lezingen via haar website openbaar maakt. Daar zitten juweeltjes tussen. Hensen noemde een stel favorieten. Eén van hen

was de Amerikaanse quantumfysicus William Phillips die hij ‘fantastische reclame’ vond maken voor zijn eigen werkterrein van de quantuminformatica. Hij had erg genoten van de Engels/Amerikaanse bioloog Jack Szostak die vertelde over zijn onderzoek naar het eerste begin van leven vanuit een vulkanische poel met rudimentaire RNA-strengen. En de Amerikaanse natuurkundige en oud-energieminister Stephen Chu maakte indruk. Niet alleen had Chu serieus natuurkundig onderzoek gedaan (naar laser cooling), hij wist ook alles van zonnepanelen, kernreactoren, batterijen, watertekort in Californië en genetisch gemodificeerde gewassen. Tijdens de vragenuurtjes in de middag kwamen de jonge wetenschappers meer aan het woord. Daarbij bleek dat ze zich zorgen maakten over hun verdere loopbaan. Er trekt een zwerm van hooggeschoolde postdocs over de wereld op zoek naar meer onderzoekservaring en misschien, hopelijk, ooit een vaste baan in onderzoek en een tenure track. Maar dat is zelfs voor deze uitverkoren toptalenten geen uitgemaakte zaak.

ONGERUSTHEID Vrijdag stapte de delegatie aan boord van een glimmend schip op weg naar het eilandje Mainau - eigendom van de familie Bernadotte die ooit de conferentie begon. Bijna zestig jaar eerder hadden de grote geesten daar een verklaring opgesteld waarin ze hun zorgen uitten over de productie van kernwapens. De wapenwedloop was toen nog maar net begonnen. Nu uitten de wetenschappers opnieuw hun ongerustheid. ‘We geloven dat onze huidige wereld een dreiging van een vergelijkbare grootte tegemoet ziet’, aldus de opstellers van de Mainau Declaration 2015 on Climate Change. Vooropgesteld dat biologen, artsen, chemici en natuurkundigen niet deskundig zijn op het gebied van klimaat, stellen ze wel vast dat het VN-klimaatpanel IPCC op solide wetenschappelijke basis tewerk is gegaan en dat hun komende rapport de beste bron van informatie is over de staat van het klimaat. Ze sluiten af met: ‘De wereld moet haast maken met verminderen van huidige en toekomstige uitstoot van broeikasgassen om het risico van substantiële klimaatverandering te verminderen. We vinden dat landen tijdens de VN-klimaatconferentie in december 2015 in Parijs de kans moeten grijpen om de uitstoot terug te brengen. Dat zal een internationale samenwerking vergen en borging door herhaalde wetenschappelijke vaststellingen.’ Oud-energieminister Stephen Chu voegde er als zelfverklaard optimist aan toe dat overheden langetermijnonderzoek bij bedrijven kunnen stimuleren met fiscale maatregelen. Zo zouden gemotiveerde jonge wetenschappers bij R&D-afdelingen aan de slag kunnen met (energie)oplossingen voor de toekomst.

Bekijk lezingen van topwetenschappers op www.mediatheque. lindau-nobel.org Begin eens met Saul Perlmutter, William Phillips en Harold Kroto.


24

Delta

TU Delft

SECULAR SCIENTISTS AT TU DELFT welcome all new students to our university! Your newfound life as a student is the perfect time to reflect upon the great issues in life and discuss them with others. Can science answer all our questions? What is truth, and how can we distinguish it from myth? What is the essence of freedom, and what are its limitations and implications? If you would like to discuss any of these topics, please feel free to contact us.

TECHNOLOGY, POLICY AND MANAGEMENT Dr. Dap Hartmann L.Hartmann@tudelft.nl Dr. Patrick van der Duin P.A.vanderDuin@tudelft.nl Dr. Paul Swuste P.H.J.J.Swuste@tudelft.nl Prof. Dr. Ir. Peter Kroes P.A.Kroes@tudelft.nl APPLIED SCIENCES Prof. Dr. Ir. Mark van Loosdrecht M.C.M.vanLoosdrecht@tudelft.nl Prof. Dr. Ir. Leo Kouwenhoven L.P.Kouwenhoven@tudelft.nl Prof. Dr. Ir. Pieter Kruit P.Kruit@tudelft.nl Prof. Dr. Geert Jan Witkamp G.J.Witkamp@tudelft.nl Prof. Dr. Ir. Jacob Fokkema J.T.Fokkema@tudelft.nl CIVIL ENGINEERING AND GEOSCIENCES Prof. Dr. Peter Rem P.C.Rem@tudelft.nl AEROSPACE ENGINEERING Dr. Ir. Sotiris Koussios S.Koussios@tudelft.nl ARCHITECTURE AND THE BUILT ENVIRONMENT Prof. Dr. Ir. Mick Eekhout A.C.J.Eekhout@tudelft.nl ELECTRICAL ENGINEERING, MATHEMATICS AND COMPUTER SCIENCE Prof. Dr. Lina Sarro P.M.Sarro@tudelft.nl Dr. Klaas Pieter Hart K.P.Hart@tudelft.nl

CHRISTELIJKE WETENSCHAPPERS AAN DE TU DELFT heten alle nieuwe studenten welkom aan onze universiteit De studententijd is bij uitstek een periode om na te denken over de grote vragen van het leven, over God en de zin van alles. Wil je hierover met iemand van gedachten wisselen, dan zijn we graag bereid tot een gesprek. Hiernaast vind je enkele namen van christelijke docenten per faculteit.

Bouwkunde Ir. Hans Teerds Civiele Techniek en Geowetenschappen Prof. dr. ir. Klaas van Breugel Dr. ir. Karel van Dalen Ir. Roel Schipper Dr. ir. Henk Taale Dr. ir. Karel Terwel Elektrotechniek, Wiskunde en Informa=ca Prof. dr. Braham Ferreira Prof. dr. ir. Geurt Jongbloed Prof. dr. ir. Kofi Makinwa Dr. ir. Henk Polinder Dr. ir. Fred Vermolen Prof. dr. ir. Kees Vuik Luchtvaart-­‐ en RuimtevaarAechniek Dr. ir. René Alderliesten Ir. Jos Sinke Prof. dr. ir. Sybrand van der Zwaag

Technische Natuurwetenschappen Dr. Marie-­‐Eve Aubin-­‐Tam Prof. dr. Cees Dekker Prof. dr. Teun Klapwijk Prof. dr. Yuli Nazarov Dr. ir. Ruud van Ommen Dr. ir. MarSn Verweij Techniek, Bestuur en Management Dr. ir. Gijsbert Korevaar Prof. dr. Marc de Vries Werktuigbouwkunde, Mari=eme Techniek & Technische Materiaalwetenschappen Dr. ir. Wim-­‐Paul Breugem Prof. dr. ir. Hans Hellendoorn Dr. ir. Wiebren de Jong Dr. Daniel Tam Dr. ir. Marcel Tichem Prof. dr. ir. Michel Verhaegen


Delta

DE STARTER

In de serie De starter vertellen ondernemers van de ondernemersbroedplaats YesDelft over hun leermomenten, verkeerde inschattingen en fouten.

Een kopje pakken, een boterham smeren of je gulp open doen. Voor patiënten die getroffen zijn door een beroerte zijn dit soort alledaagse bewegingen verschrikkelijk lastig. Om patiënten te helpen bij revalidatie en het uitvoeren van dit soort handelingen, ontwikkelen Den Butter en Luijten een robotische brace. De robot is een soort exo-skelet dat mensen om hun arm en schouder doen. Het systeem helpt patiënten om bepaalde bewegingen af te maken. Zij hoeven slechts de eerste aanzet te doen van een beweging die voor hen lastig is en de robot maakt deze vervolgens af. Het tweetal besloot een bedrijf op te richten: Adjuvo Motion. “Als je een onderneming start, wil je daar natuurlijk het patent in onderbrengen”, vertelt Den Butter. “Dat is het moment waarop je met Delft Enterprise onderhandelt over het contract. Delft Enterprise betaalt het patent.”

ROYALTIES “Aandelen uitgeven, of juist royalties afdragen aan de TU als wij winst zouden maken? Wij hadden geen idee

wat op termijn het meest gunstig zou zijn. De contracten staan bol van juridisch jargon. Maar je moet weten waar je uiteindelijk je handtekening onder zet.” Nadat een patent in Nederland innovatief is bevonden, moet je besluiten of je ook een wereldpatent wilt aanvragen. Dit is zeer kostbaar. In eerste instantie zag de TU de ondernemingsplannen van de twee jonge ingenieurs niet zitten en wilde ze afzien van deze aanvraag. “Begrijpelijk”, zegt Den Butter. “We waren pas twee weken bezig met het idee en hadden nog geen businessplan.”

LAUNCHLAB Maar het plan om munt te slaan uit de robot kwam al snel en lijkt goed doordacht. De ondernemers willen de robotische brace zes maanden verhuren aan patiënten die poliklinisch revalideren. Als de brace in de behandeling wordt ingepast, kan het worden vergoed door zorgverzekeraars. In het najaar van 2014 wonnen de twee ingenieurs Launchlab, een door YesDelft georganiseerde masterclass waarin startende ondernemers bedrijfsmodellen moeten ontwikkelen. Sindsdien gaat het hen voor de wind. Ze hebben enkele subsidies gekregen en hun tweede prototype is net af. “We moeten nu in klinische testen laten zien dat robotische therapie meerwaarde heeft”, zegt Den Butter. “Die eerste keer onderhandelen met Delft Enterprise is lastig. Maar binnenkort zal dit traject zich herhalen met investeerders. Nu weten we veel beter wat er allemaal bij komt kijken.” (TvD)

Religie is een jachtgeweer Elk jaar staat in Delta een advertentie van christelijke professoren (zie pagina hiernaast -red.). Zij verzoeken studenten in geestesnood bij hen te komen voor raad. Al jaren wil ik daar een vlijmscherpe column over schrijven, maar ik durf niet. Gelovigen aanvallen en ze fantasten noemen is eng. Bovendien zijn professoren machtige mensen. Laten we eens aannemen dat religies sprookjes zijn. Stel, dat Jezus niet na drie dagen de dood overwon. Dat Mohammed en Abraham niet werden ingefluisterd door hun god. Dat Shiva de Vernietiger niet op demonen jaagt en dat het vliegende spaghettimonster niet bestaat. Stel. Is het erg als natuurwetenschappers in sprookjes geloven? Ja, want we moeten streng zijn voor onszelf. Zo vaak gooide ik dagen, weken, maanden aan meetdata weg. Zo vaak maken we spel- en rekenfouten. Zo vaak zien we iets over het hoofd. Een goede wetenschapper moet er altijd voor open staan dat hij fouten maakt. Geloof en wetenschap mengen is moeilijk. Natuurwetenschappers houden er een set strenge regels op na die we De Wetenschappelijk Methode noemen, zoals falsifieerbaarheid en reproduceerbaarheid. Terwijl geloven er hun eigen set logica op nahouden. “Ja maar, dat geloof ik zo.” Dat is een drogreden, namelijk het autoriteitsargument. Drogredenen zijn ongepast voor wetenschappers. Hoe zou zo'n discussie over geloof binnen de TU gaan? Ik denk analoog aan die over wapens in de Verenigde Staten. Voorstanders stellen dat wapenbezit een doel dient. Bijvoorbeeld het in stand houden van wildpopulaties of persoonlijke bescherming. Met valse argumenten als ‘guns don't kill people, people kill people.’ Zo ook dat negenjarige meisje dat vorig jaar een schietcursus deed. Ze schoot per ongelijk met een semi-automatische uzi haar instructeur dood. Ik denk dat de instructeur en het meisje niks te verwijten is. Juist de aanwezigheid van het wapen is de wortel van het kwaad. Ik vind dat het fundamenteel fout is dat natuurwetenschappers hun kritische blik laten vertroebelen door drogredenen en sprookjes. Universiteiten moeten zich realiseren dat religie net zo gevaarlijk voor kennis kan zijn als een jachtgeweer in de handen van een negenjarig kind. Aldo G.M. Brinkman is promovendus bij de onderzoeksgroep organic materials & interfaces (OMI) bij chemical engineering (Technische Natuurwetenschappen) en blogger bij de Scheikundejongens.

COLUMNALDOBRINKMAN

Johannes Luijten (links) en Gijs den Butter: “Je moet weten waar je uiteindelijk je handtekening onder zet.” (Foto: Marcel Krijger)

Als je na je afstuderen samen met de TU Delft een bedrijf opzet, moet je flink onderhandelen. Ook over patenten. Dat hadden industrieel ontwerpers Gijs den Butter en Johannes Luijten van het bedrijf Adjuvo Motion niet zien aankomen.

25

TU Delft


26

Delta

TU Delft

Voor advertenties bel met:

T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80

E delta@henjuitgevers.nl

H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel

Vrijwilligersorganisatie Humanitas steunt medemensen die tijdelijk sociaalmaatschappelijke hulp nodig hebben.

Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.

Delta Magazine

Steun uw Humanitas-afdeling daarbij: • als projectvrijwilliger • als donateur of lid • of als sponsor

Lees ’m online

www.humanitasdelft.nl Afdeling Humanitas Delft Rijswijk Pijnacker-Nootdorp

www.delta.tudelft.nl

SUDOKU VARIATION In a regular Sudoku, every row, column and block of 3x3 cells must contain the digits 1 through 9 exactly once. In this CalculoDoku, there are thirteen further items to solve. First, you must solve the five equations to find the digits represented by the letters A trough F:

Waar drinkt u koffie uit?

A * C = 18 C-E=B A*E=B*C A+B=D C – F = D. The orange cells denote eight groups of four cells, in which the sum of the digits is exactly 18 and the digits in each group are different.

Met dit gevoel hebben Alzheimerpatiënten dagelijks te kampen.

If you love to solve more of these challenging Sudoku variations please visit www.sudoku-variations.com © 2015 www.sudoku-variations.com

Op een dag hoopt Willem vrij te zijn. Lees wat hem zijn leven kan teruggeven in ons magazine Voortleven. Aan te vragen via nierstichting.nl/nalaten

Help Alzheimer overwinnen. Dan hoeft niemand zichzelf te verliezen. www.alzheimer-nederland.nl


Delta

DESGEVRAAGD

Stelling

Op Sail, het grootste publieksevenement van Nederland, kwamen dit jaar 2,3 miljoen mensen af. Voor het eerst werd realtime in kaart gebracht waar al deze bezoekers rondliepen.

H

et was waanzinnig druk tijdens Sail. Dit jaar vergaapte de menigte zich voor de negende keer aan honderden zeilschepen die uit havens over de hele wereld waren gekomen om in een lange optocht door Amsterdam te paraderen. Ondanks de mensenmassa, spreekt de organisatie van een gezellige en gemoedelijke drukte. Gelukkig maar, want bij evenementen waar ontzettend veel mensen komen, zoals de Gay Pride of de Nijmeegse Vierdaagse, doen organisatoren altijd hun best om niet teveel mensen op dezelfde plek aanwezig te laten zijn en te zorgen dat al die mensen zich veilig kunnen verplaatsen. Om die reden werd dit jaar voor het eerst een experiment gedaan, waarbij onderzoekers met acht camera’s de voetgangers telden die in beide richtingen langsliepen, met wifi-sensoren de looptijden van bezoekers registreerden en met gps-trackers de looproutes van vrijwilligers in kaart brachten. Daarnaast hielden ze in de gaten wat er op de social media over Sail werd gepost. ‘We maken een crowd monitoring dashboard voor Sail’, liet onderzoeksleider prof.dr.ir. Serge Hoogendoorn

(faculteit CiTG) tijdens het evenement aan de redactie weten. Maar konden we dat niet al lang? “Los van elkaar zijn de gebruikte technieken niet nieuw”, zegt Dorine Duives, die

‘Om het sentiment van een menigte in te schatten, zijn toch echt mensen nodig’ haar promotieonderzoek doet bij de afdeling transport en planning van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen. “Zo geeft een gps-tracker van één persoon aan waar hij heeft gelopen. Maar daar heb je niks aan als je wil weten waar 300 duizend mensen geweest zijn op een dag. Wij hebben geprobeerd om al deze losse stukjes

27

TU Delft

informatie te koppelen, zodat we van het hele evenement kunnen zien hoeveel mensen er zijn en met wat voor snelheid ze voortbewegen. Het gaat erom hoeveel mensen er door een straat lopen in een bepaalde tijd en of ze dat makkelijk kunnen doen of niet. Tot nu toe was dat online, à la minute, niet mogelijk.” De onderzoekers hebben de evenementorganisatie dit jaar nog niet ondersteund bij het crowd management; of er dranghekken moesten komen bijvoorbeeld. “Het belangrijkste voor ons was om te zien of het systeem technisch haalbaar was. Dit was een proef”, benadrukt Duives. Maar in de toekomst kan het crowd monitoring dashboard toch zeker wel het crowd management overnemen? “Nee, de computer kan alleen informatie geven over hoe druk het overal is. Veel mensen op elkaar is op zich geen probleem, pas als dat verandert in onrust heb je een probleem. Om het sentiment van een menigte in te schatten, zijn toch echt mensen nodig. Een housende massa die tijdens de Love Parade op zoek is naar een uitgang, is heel wat anders dan een menigte die gezellig staat te carnavallen.” (DH)

Dat het economische groei oplevert is niet voldoende argument om te investeren in meer wegen, aangezien alle investeringen leiden tot economische groei. Uit proefschrift: ‘Selective mobility, segregation and neighbourhood effects’ SANNE BOSCHMAN Demograaf “Je hoort beleidsmakers in Nederland vaak zeggen dat ze investeren in wegen omdat dit goed is voor de economie. Ik kan me daar ontzettend kwaad over maken. Dit zou pas een argument zijn als je investeringen tegen elkaar afzet en vergelijkt wat ze opleveren. Alle investeringen leiden tot economische groei. De aanleg van extra rijbanen zorgt er bovendien toe dat mensen verder van hun huis gaan werken. Is dat vooruitgang? Het leidt tot meer uitlaatgassen. Je zou ook kunnen investeren in technologie om meer hoogwaardige banen te creëren. Dat lijkt me verstandiger. Of in het spoor. Als mensen met de trein sneller of makkelijker op hun bestemming kunnen komen, is dat ook goed voor de economie. Maar ja, dan heet het opeens subsidie in plaats van investering. Dat is heel krom.” (TvD) Verdediging 12 november


28

News

Delta

Text: Ailie Conor Photo: NASA

TU Delft

TU alumnus helps NASA check out Pluto

English pages

Welcome back! Be on the lookout for some new projects from Delta this year, including our very first book, a compilation of our Survival Guide articles. We need to apologize to BK Dean Peter Russell who graciously appeared on the cover of Delta 21 only for us to misspell his name.

Photos taken by NASA show Pluto in remarkable detail.

NASA completed a successful flyby of Pluto after 25 years of preparation in July. TU Delft alumnus, and NASA employee Gerhard Kruizinga explains the significance of the mission, and what it is like to work on such a land-mark event. Kruizinga describes himself as coming from a Dutch farming family. He graduated from the Faculty of Aerospace Engineering at TU Delft with his master’s degree before completing his PhD at the University of Texas. He currently works in NASA’s Jet Propulsion Laboratory (JPL) as a navigator, and while his primary field of interest is Mars, he was brought onto the navigation team of Pluto project New Horizons around six months before the flyby. There were actually two navigation teams for New Horizons, the primary one was the New Horizons project navigation team, while JPL provided the shadow navigation which, as Kruizinga points out, really

emphasizes the importance of navigation. “They spent about a billion dollars flying to Pluto and it took about nine and a half years to get there then we had about two days to do all the measurements we wanted. So navigation is critical,” he said. Kuiper Belt Pluto was the last of the classical bodies to be visited in the solar system and is part of the Kuiper Belt, a region of space extending beyond the orbit of Neptune believed to contain remnants from the creation of the solar system. While numerous Kuiper Belt Orbit objects exist, Pluto is believed to be the largest and the mission has offered the first opportunity to study a Kuiper Belt object. Initial results have shown unexpected processes on Pluto, with a significant amount of recent activity on the planet’s surface. According to Kruizinga, “This means we have to go back to the drawing board and figure out what really happened. There are lots of Kuiper Belt objects, probably hundreds of thousands, so this is a whole new class of bodies.” In 2019 New Horizons will visit a smaller Kuiper Belt object to collect more data. When asked about the moment he knew the mission was successful,

Kruizinga told Delta that although the media was full of images of people celebrating, for him it was another 12 hours of waiting for the images to be transmitted before he knew the navigation was successful. Had the navigation been off, the images would have come back empty and black. He added that being one of the first people in the world to see the images of Pluto was a singular experience, “The fact that I was able to work on that mission was really cool for me personally.” Much of the preparation for a mission like New Horizons involves meetings and bureaucracy, which Kruizinga described as the least appealing part of his job however he added that his job is really, for the most part, his hobby. “If you can make out of your hobby, your job then you never work a day,” he said. “A lot of people are looking over your shoulder making sure you go where they want you to go but it’s the act of navigating that I enjoy so much” He is currently working on the next Mars rover mission, which will launch in 2020, and the one thing he would most like to see NASA do in the next few decades is a manned mission to Mars.


Delta

TU Delft

29

iBeacons bring TU Delft Library tour into the digital age ‘How to save the world with Salad Dressing’ or ‘How to win the Lottery’. Which of these are books at the TU Delft Library? Find out with the new TU Delft Library Tour App, a tour of the central library offering a mix of practical and interesting information to students in their own time. The idea was conceived by the TU Delft Library Research and Development (R&D) team, who along with other departments have spent several months developing the tour. The app uses iBeacons, a

type of small blue-tooth transmitter. When an app user comes within a pre-determined range of the beacon, it unlocks specific content for that area of the library. This means that the tour cannot be done remotely, encouraging users to physically explore the library. Each beacon point offers everything from information about the relaxation corner and massage chairs, to how you can buy a pen and borrow a blanket. The app includes videos and photos of the library, made with the help of students. The information from the iBeacons is also updatable, so things can be added, or removed as the environment changes or as the app is streamlined, without users having to update or re-download the app on their own phones. Karin Clavel from R&D said the feedback for the app has already been really positive.

She explained that they are aiming the app at international students, as they are most often masters students, or exchange year students already familiar with university culture and tertiary study, and so they will be the most likely to seek out the library. The app is also useful for students who miss important facts about the library during introduction week when there is often an overload of new information; they can go back later and take the tour in their own time, “When they are ready for the library, the library is ready for them.” Clavel added that there is potential to use the iBeacons for a number of other projects, however the focus for now entirely on the Library Tour App. (AC) IOS users can find the tour in the App Store, and it is also available on Google Play for Android users.

Last year’s biggest headlines To start the new semester and with it a new year of TU Delft news, Delta has put together a round-up of some of the most well-read headlines from the past academic year. The most read article from Delta was covering TU Delft PhD candidate Shou-en Zhu, who found a way to produce ‘wonder material’ graphene cheaply and at a high-quality. Graphene has numerous applications in everything from smart-phone screens to drug delivery devices, so this was pretty big news. Shou-en Zhu has since graduated, however graphene continues to be grown and studied at TU Delft. Also a big hit was an interview with Professor Hans van Lint, and his mathematical model which can predict and describe traffic patterns. A professor as Civil Engineering and Geo-Sciences, Lint also expressed his feelings about the scrapped kilometre tax, and the new “too stupid for words” 130 mp/h

speed limit. In true Dutch spirit, another of the most popular articles was about train delays. Or rather, how to prevent them. Often leaf and dirt build-up on train tracks is compacted into a slippery, dangerous mess. Researchers from TU Delft and University of Twente were testing how to use a train equipped

In true Dutch spirit, another of the most popular articles was about train delays with lasers to remove this build-up, and see whether tracks would actually remain clean. One of the most read headlines, not just for Delta but in the Netherlands nationally, was in January of this year when TU Delft student and self-described ‘hacker’ Tarik Z forced his way onto the NOS news studio with a fake pistol, demanding air-time to express something no-one quite understood. If, some-

how, you didn’t read about Tarik you probably did see the series of memes he spawned. If you already study or work at the university, the chances are you have ‘enjoyed’ the catering of Sodexo. However we, and many of our readers were excited to hear earlier this year that the university implemented a new ‘Catering Vision’ after numerous complaints from staff and international students particularly, ending Sodexo’s monopoly on campus nutrition and bringing a bit more variety to the diet of TU Delft. (AC) To read about rest of last year’s most popular articles, read the full article on the Delta website delta.tudelft. nl/30269


30

Delta

TU Delft

Text: Caroline Vermeulen Photo: Marcel Krijger

DELFT SURVIVAL GUIDE Surviving chips You may call them chips, fries or French fries depending on the part of the world you’re from. Here, the Dutch call them patat or friet. What makes them different in the Netherlands to anywhere else? The toppings. There are a variety of sauces and toppings that are served with chips, some with unusual names. PATAT ZONDER Translated simply this is ‘chips without’ a topping. You may still have to decide which kind of chips you want though. Margriet Jekkers of Jek’s Snack on the Oude Langendijk in Delft sells two kinds. Regular chips which are fried twice, and raspatat. The latter is a mixture of potato powder and water made in to a puree, pressed into shape and fried once. “The raspatat taste very different,” she said.

PATAT MET If you order this you’ll get chips with mayonnaise. The mayonnaise here is very different to that available in other countries, it’s much thicker and creamier. “Chips with mayonnaise is our most popular patat dish,” said Erkan Arun of Alev Grillroom & Snackbar on Peperstraat in Delft. Although most snack bars actually serve fritessaus instead of real mayonnaise because it’s cheaper, since it contains less oil, and it keeps its form better on the hot chips. The plus side of this is it’s also the healthier option because of the lower fat content.

Just some of the many chips options available in the Netherlands.

PATAT SPECIAAL ‘Special chips’ are served with mayonnaise, ketchup and finely chopped raw onions. You can usually choose between curry ketchup or regular tomato ketchup.

PATAT PINDA You may see this dish described as chips with pindasaus or with satésaus, but they are the same thing. This spicy peanut sauce is very common and came from Indonesia, a former Dutch colony.

PATAT JOPPIE Chips served with Joppiesaus. The exact recipe is a trade secret, but the

The ingredients of patat oorlog end up looking rather like a bloody battlefield

sauce has a vegetable oil base and also contains onion and curry powder. It was developed by the owner of a cafeteria in Glanerbrug, whose nickname was Joppie. The original recipe was sold to a company in Neede, who are now the legal owners of the brand name, which gained national notoriety when Lays crisps introduced the flavour Patatje Joppie in 2011. The sauce is now widely available.

PATAT HALFOM Piccalilli and mayonnaise top this dish. If you’re unfamiliar with it, piccalilli is typically a relish of chopped pickled vegetables such as gherkins, onions and cauliflower mixed with mustard and turmeric giving it a bright yellow colour.

PATAT OORLOG The literal translation of this is ‘war chips’. There are variations regionally, but here in Delft your chips will

come with peanut sauce, mayonnaise and finely chopped raw onions. Why is it called that? “I have no idea, maybe because it becomes such a mess,” said Jekkers. In fact, the ingredients do end up looking rather like a bloody battlefield. Attempts have been made to give the dish a less sinister name. “We call it patat feest (party chips) instead of patat oorlog,” said Arun. The dish is also called patat vrede (peace chips) in some places.

PATAT CHILI MAYO As you might expect, this is chips served with a mixture of mayonnaise and chilli sauce. Patat samurai is a spicier version, served with a sauce of mayonnaise and sambal.


Delta

31

TU Delft

SCIENCE RISE's short flight

SHORT

After eight strong strokes, RISE's rowing boat rose out of the water on its hydrofoils. Four strokes later it collapsed back into the choppy water of the Schie. That event, a world's first for a four-man rowing boat, took place in Delft on Saturday, August 15. It was just ten days prior to the planned demonstration on the Willem Alexander Baan near Rotterdam. Three days after the crash, Delta visited the student team RISE (Rowing Innovation and Sports Engineering) to see what went wrong. The broken front hydrofoil - black, slick and two meters wide - has been taken off the boat and put on a bench nearby. It has the shape of a reversed T, and it has a nasty crack on the inside of where the wing is attached to the vertical strut. The team now awaits a visit of the manufacturer QConcepts to find out more. "At the moment we won't speculate on how it broke", said Jaep Ko-

More news on delta.tudelft.nl/science

Quantum espionage?

It’s a short flight for man… (Photo: Proteus Paparazzi)

ning, a student at Aerospace Engineering and chief hydrofoil with the RISE Team. Choppy water, faulty design or inadequate manufacturing - anything might have caused the fracture. But until he can do a full analysis of the fracture with the manufacturer, Koning is determined to remain unbiased. The team has been working on the hydrofoil boat since November 2013. Initially, their plan to have a rowing boat lift out of the water on the power of the rowers met with scepticism. Many believed the boat

couldn't get itself out of the water or that it would be so hard to row that it would soon fall back again. According to the impression of the rowers, the boat accelerated once out of the water, and its stability increased when it was lifted on the 2-meter wide front hydrofoil. On two earlier attempts, the boat was shortly lifted out of the water as well. The lift made it hard for the rowers to complete their stroke. (JW) delta.tudelft.nl/30295

Brain Van visits stroke victims Scientists from Amsterdam and Delft visit stroke patients at home to measure brain activation patterns with the Brain Van. They hope to improve the recovery process by learning more about brain plasticity. Mique Saes sits in the middle of a van parked on the campus of the VU University. The student of human movement sciences has her right arm placed in a robotic device. She feels a tingling sensation as her colleague starts giving tiny electric pulses to her right index finger. Saes clenches her teeth, and hundreds of large waves appear on the electroencephalogram (EEG) on a monitor behind her, indicating muscle activity.

The 4D-EEG project investigates the spatial and temporal activity patterns in the brain. By performing brain measurements at intervals of several weeks for half a year, the researchers hope to gain insight into changes and adaptations of neural pathways in brains with lesions caused by stroke. TU Delft researchers developed the haptic robot called Wristalyzer: a handle that creates position and force disturbances. The robot allows correlating motor behaviour with brain activity. During one of the tasks, the robot makes repetitive movements that the patients have to counteract with their wrist. The EEG then shows the cortical activity related to movement control. "The brain regions that are involved in motor control change during the recovery", said PhD candidate Caroline Winters (VU MC). "At first patients may use

many areas of the brain, which are commonly not used. As they recover, the abnormally active brain regions diminish." The project is funded by a ERC grant worth 3.5 million euros and runs to 2017. It is a collaboration between Professor in neuro rehabilitation Gert Kwakkel of VU University Medical Centre, Professor Frans van der Helm of Biomechanical Engineering at TU Delft and Northwestern University in Chicago. (TvD)

The TU Eindhoven fired a Russian researcher in quantum optics after the Dutch security services warned he was spying for his home country. The German secret service had discovered that Agafonov had monthly rendezvous' with a Russian diplomat from Bonn, Germany while he was working at the TU/e. During these meetings — at a coffee shop in the German city of Aachen, a 75-minute drive from Eindhoven — Agafonov received money. To the German magazine Der Spiegel Agafonov declared that the payments he received were for his apartment in Moscow, which he had rented to friends of the diplomat for 800 euros a month. delta.tudelft.nl/30250

Unzipping DNA

Researchers of TU Delft have shed light on the way DNA replication stops in the E.coli bacterium. The research is an important milestone towards understanding DNA replication in bacteria. Researchers at the Kavli Institute of Nanoscience and the University of Wollongong in Australia found out how the E.coli bacterium succeeds in stopping the replisome (the molecular machine that carries out DNA replication) from moving on once DNA replication is finished. They showed that a molecular roadblock prevents replisomes from going beyond the termination site, somewhat like buffer stops on a railway track. The results were published in Nature Chemical Biology. delta.tudelft.nl/30244

delta.tudelft.nl/30248

A molecular buffer stops replication. (Image: Tremani/Cees Dekker Lab)


28

30

31

TU alumnus helps NASA check out Pluto

Chips and more chips

RISE's short flight

MAIN

Contents International

AVOCATIONS Bauke Steenhuisen Falling in love with a brown-eyed girl at the age of 13 inspired Dr. Bauke Steenhuisen to write his first poem. Later his mother gave him a book of poems, and his budding interest continued to grow. Now an Assistant Professor in the Faculty of Technology, Policy and Management (TPM), Steenhuisen has taken his love of poetry to another level.

SURVIVING

SCIENCE

It was always a habit to write his thoughts and ideas down, said Steenhuisen. In 2009 he put some of his creative work into action and started participating in poetry slams, a form of competitive performance poetry. That same year he won a contest that gave him the opportunity to be a TEDxDelft presenter. Frustrated at work with what he termed “unreadable consultancy reports”, Steenhuisen spoke about using poetry as a more effective way to communicate than prose. A few years later, he wrote his first “science sonnet”. “Theses are often considered too complex to read because they are very dense,” he said. He explained that in scientific writing people tend to be too serious and precise. But in Steenhuisen’s opinion, precision is overrated. “If you open the door to play with words, you can connect the context to what you’re doing.” Steenhuisen currently publishes a blog for TU Delta called Poetic Engineering. Collaborating with Jan Beuving, a writer and theatre artist, he creates rhymes by condensing a TU Delft thesis or dissertation into a sonnet. Steenhuisen hopes to challenge candidates to write in a more effective way to reach an audience beyond just the experts. He feels that poetry may have something to offer. delta.tudelft.nl/blog/poetic-engingeering

Text: Heather Montague Photo: Sam Rentmeester


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.