Delta 18

Page 1

Delta nr. 18 3 juni 2013

Selectie voor bouwkunde

creatief op commando reportage

interview

essay

Gerommel rond Dirk van den gratis onderwijs STENENmuseum heuvel

international pages inside see page 28


Delta nr. 18

3 juni

2013

“Fotograferen is eigenlijk een soort van jagen. Kijken, zoeken, je prooi vinden en wachten op het juiste moment. Voor deze opdracht moest iemand intensief bezig zijn met een opdracht. Je zoekt dan naar iemand op wiens gezicht dit goed is af te lezen.” (Fotograaf Hans Stakelbeek)

REAGEER!

www.delta.tudelft.nl

colofon

Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.

Redactie Frank Nuijens (hoofdredacteur) - @franknu, Katja Wijnands - @kwijnands, Dorine van Gorp - @dorinevangorp, Saskia Bonger - @sbonger, Tomas van Dijk - @tomasvd, Carlijn Remmelzwaal - @c_remmelzwaal, Connie van Uffelen - @connievanu, Jos Wassink - @joswashere Medewerkers aan dit nummer Tina Amirtha, Jorinde Benner, Kerry Dankers, Auke Herrema, Job Hogewoning, Desiree Hoving, Heather Montague, Damini Purkayastha, Supraja Ramachandran, Molly Quell, Jimmy Tigges, Ellen Touw, Maurits van der Ven Foto’s Sam Rentmeester, Hans Stakelbeek

Bladconcept en vormgeving Maters & Hermsen, Leiden Lay-Out Liesbeth van Dam, Saskia de Been Redactie-adres Universiteits-bibliotheek, Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848, delta@ tudelft.nl Advertenties H&J Uitgevers, 010 451 5510, delta@henjuitgevers.nl Druk Deltahage, Den Haag Oplage 8.000 Jaargang 45 ISSN 2213-8838 Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op de website. Meer informatie op: www.delta.tudelft.nl/colofon

8 cover

12 interview

selectiesores

modernisten

Ontwerp binnen één dag een brug, een vakantiehuisje en een visie voor de Spoorzone. 144 Scholieren deden bij Bouwkunde een toets voor decentrale selectie. “Het is verschrikkelijk als je tijd tekort komt.”

Volgens bouwkundige Dirk van den Heuvel is het uitgesproken en omstreden Britse architectpaar de Smithsons lang onderschat. “Ze zetten zich af tegen hun voorgangers door hun aandacht voor de omgeving van een bouwwerk.”


16

Delta 19 verschijnt op maandag 17 juni

28 reportage

english pages

opdoeken of niet?

moving abroad

Vorig jaar vierde het Mineralogisch-Geologisch Museum aan de Mijnbouwstraat zijn honderdjarig bestaan. Onlangs liet het college van bestuur weten dat de zaal ontruimd dient te worden. “Deze verzameling is uniek in Nederland.�

A look at the various research centers TU Delft has opened around the world, from Asia to South America.

VERDER Column Kort nieuws Sport Campuslife Partyspotters Job de kok ESSAY Bachelor Column Apps Boeken Kriep Desgevraagd Science Survival Guide Talking Point

04 05 06 07 15 15 20 23 25 25 26 27 27 29 30 31


Delta Van veel dingen merk je pas echt hoe verslaafd je er aan bent als ze weg vallen. Zo had ik dagenlang een slecht humeur toen mijn vaatwasser het begaf, omdat ik afwassen de meest ergerniswekkende bezigheid vind die ik kan bedenken. En laten we eerlijk zijn: niets is hinderlijker dan een haperend netwerk als de deadline van je column nadert. Alles moet gewoon werken, anders raak je als moderne kosmopoliet gefrustreerd en uit je hum. Ook het ontbreken van een douche is iets wat het menselijk welbevinden behoorlijk kan verstoren. Het is een beleving die hoort bij reizen in verre oorden, bij overnachtingen in een hutje in het oerwoud waar òf geen stromend water is òf waar de doucheboiler met zijn blanke elektriciteitsdraden eruit ziet of hij je elk moment kan elektrocuteren. Op dat soort momenten ga je stinkend door het leven, in de prettige wetenschap dat ook de naaste medemens aldaar niet bepaald naar viooltjes ruikt. Wanneer je in je eigen huis ineens geen douche meer hebt, ligt deze beleving heel anders. De afgelopen tijd is mijn badkamer gerenoveerd, en een bijkomend probleem van zo’n make-over is dat je inderdaad drie weken lang niet kan douchen. Ik geef eerlijk toe dat ik daar niet goed over heb nagedacht. Pas toen de klussenbus voor de deur stond en het krikkemikkige bad en de zeeblauwe tegels (zo 1980) in de container waren verdwenen, realiseerde ik me dat ik me voorlopig zou moeten behelpen met poedelen aan de wastafel, bij gebrek aan een redelijk alternatief. Ik weet niet hoe ze dat in de jaren vijftig precies deden, maar dat geknoei aan zo’n wastafel heeft zijn beperkingen. Als ik mijn haar wilde wassen, raakte mijn hoofd steeds klem onder de kraan. En geloof me: tenzij je de ruggengraat van een huiskat hebt, zijn er echt plekken op je lichaam die je niet kunt bereiken met een washandje. Om niet volledig te verkazen, klopten mijn man en ik daarom af en toe aan bij onze uitwonende zoon die ons verbaasd binnenliet in zijn habitat. Dat je 21 jaar lang dagelijks een half uur de badkamer van je ouders hebt geblokkeerd, maakt het kennelijk nog niet vanzelfsprekend dat je ouders ook eens bij jou willen douchen. Toen het besef van onze nood tot hem doordrong, schoof hij bereidwillig een en ander opzij en boende zelfs de badkamervloer om het ons naar de zin te maken, zodat wij verkwikt en opgefrist weer naar onze bouwput konden terugkeren. Maar gelukkig komt aan alle leed een einde, en heb ik sinds eind vorige week de beschikking over mijn eigen, in leigrijs uitgevoerde, inloopdouche (zo 2013). In het begin kon ik er geen genoeg van krijgen en stond ik er minstens twee keer per dag het stof van eeuwen af te spoelen. Maar het is nu al weer zo gewoon dat ik er nauwelijks meer over nadenk. Ik zal je het nog sterker vertellen: volgens mij ben ik vanmorgen helemaal vergeten om te douchen.

Ellen Touw is hoofd van de dienst onderwijsen studentenzaken bij Civiele Techniek en Geowetenschappen en beleidsadviseur internationalisering.

TU Delft Titiaan Palazzi, onlangs afgestudeerd aan de TU, fietst deze zomer met acht studenten van MIT en Berkeley zesduizend kilometer van San Francisco naar Washington DC. Onderweg stoppen ze in vijftien steden om ‘Learning Festivals’ te organiseren voor middelbare scholieren met workshops als ‘Hoe bouw ik een zonnepaneel?’ en ‘Hoe werkt het menselijk brein?’

1 Kinderen in de VS moeten meer ervaring krijgen met technologie.

ja

4 Het doel van de reis is kinderen laten zien hoe leuk leren kan zijn.

ja

5 “Op vraag 1. Ik geloof dat ieder

2 We fietsen bepakt en bezakt op speciale toerfietsen.

ja

3 Als enige Europeaan in de groep moet ik wel even mijn plekje vinden.

ja

mens de kans verdient om ideeën werkelijkheid te maken. Onze reis gaat niet alleen om lesgeven in technologie, maar ook om kinderen te laten ervaren dat leren betekent je eigen nieuwsgierigheid achteraan gaan. Na de workshops tijdens de Learning Festivals koppelen we scholieren aan lokale mentoren om hen te begeleiden in het realiseren van hun eigen ideeën. Dit is de start van een Amerikaans netwerk voor het coachen van scholieren.” Palazzi is te volgen op zijn blog: titiaan.spokesamerica.org

38,9 Het opkomstpercentage bij de studentenraadsverkiezingen lijkt te stabiliseren: 38,9 procent van de studenten stemde 22 en 23 mei op Oras of Lijst Bèta. Deze opkomst was slechts ietsje lager dan vorig jaar toen 39,2 procent stemde. Oras won dit keer een zetel terug van Lijst Bèta. De zetelverhouding is nu weer zoals in 2011 toen Lijst Bèta begon: zeven voor Oras en drie voor Lijst Bèta. Bijna alle faculteiten zijn dit keer met een zetel vertegenwoordigd in de studentenraad: alleen Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica ontbreekt. delta.tudelft.nl/26753

Tweets

(Foto: Emilio Palazzi)

columnELLENTOUWGEENDOUCHE

4


Kort Meer en uitgebreider nieuws op www.delta.tudelft.nl

Starters Honderd kilometer roeien achter de rug, dan mag je na de finish best even uitrusten. Moe maar voldaan, zoals dat heet. Deze damesacht was een van de 144 boten die woensdagochtend in Leiden begonnen aan de 38ste editie van de OC&C Ringvaart Regatta. Voor het sprintklassement over de laatste driehonderd meter op de Delftse Schie had niet iedereen nog de puf. Sommigen gebruikten hun allerlaatste krachten liever om zich na het aanmeren ook nog naar het iets verder gelegen feestterrein bij Lijm en Cultuur te slepen. (Foto: Hans Stakelbeek)

Wie je moet kennen Een oude bekende keert terug naar de TU Delft: drs.ir. Jeroen van der Veer is door minister Jet Bussemaker per 1 juli benoemd tot voorzitter van de raad van toezicht en volgt daarmee Gert Jan Kramer op. Van der Veer studeerde werktuigbouwkunde bij de TU en economie bij de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij was tot 2009 hoogste baas bij Shell. Sindsdien vervult Van der Veer verschillende functies als voorzitter van de raden van commissarissen van ING en Philips en voorzitter van het Platform Bèta Techniek.

Nog aan het begin van zijn carrière staat ir. Marcel Klomp: hij studeerde op 24 mei bij de TU af op een mobiel stadion voor grote sportevenementen. Permanente stadions zijn bijna altijd zwaar verliesgevend. Klomp ontwikkelde een demontabel stadion van aluminium en staal, dat eenmalig wordt gehuurd voor de duur van het evenement. Als het gedurende de levensduur van dertig jaar acht keer wordt ingezet, zijn de kosten voor de huurder slechts 22 procent van die van een eigen, permanent stadion berekende Klomp.

De veelbekroonde milieukundige en hoogleraar biotechnologie prof. dr.ir. Mark van Loosdrecht heeft er weer een titel bij: hij is Simon Stevin Meester 2013. Van Loosdrecht krijgt de prijs - een half miljoen euro te besteden aan onderzoek - op 3 oktober tijdens het Jaarcongres van onderzoeksfinancier STW. Hij heeft een grote rol gespeeld in de ontwikkeling van twee nieuwe waterzuiveringstechnologieën gebaseerd op een groep micro-organismen die afvalstoffen omzet in onschadelijke stoffen.

Delft gaat startersleningen verstrekken aan mensen tot 35 jaar die waar dan ook in de gemeente hun eerste woning willen kopen. Voorheen waren startersleningen alleen beschikbaar voor de nieuwbouwlocatie Harnaschpolder. Veel mensen, onder wie onderzoekers of pas-afgestudeerden van de TU, willen echter liever in of dichterbij het centrum wonen. De gemeente komt hen nu tegemoet. www.delta.tudelft.nl/26739

Bouwcampus

De TU is bezig met de aankoop van een leegstaand pand aan de Van den Burghweg aan de rand van de campus. De universiteit wil daar de Bouwcampus vestigen, een plek voor kleinere en grotere kennisbedrijven gericht op de bouw. De ondernemingsraad wil dat de TU de gevolgen voor andere vastgoedplannen inzichtelijk maakt. www.delta.tudelft.nl/26734

OV-kaart

Minister Bussemaker overweegt de ovstudentenkaart toch te behouden en de aanvullende beurs te verhogen, meldt het Algemeen Dagblad. Meerdere Haagse bronnen zouden dit hebben bevestigd. Hiermee zou Bussemaker het afschaffen van de basisbeurs willen verzachten. Haar woordvoerder ontkent noch bevestigt het AD-bericht. “Er is nog geen wetsvoorstel. Er is dus nog geen besluit genomen.” www.delta.tudelft.nl/26758

Plastic

Studenten industrieel ontwerpen, medewerkers van de faculteit Technische Natuurwetenschappen, leden van de ondernemingsraad: allemaal hebben ze wel eens gevraagd waarom de TU geen plastic scheidt. De universiteit gaat– opnieuw – uitzoeken of het haalbaar is. www.delta.tudelft.nl/26761


IN THE SPORTLIGHT

sportzaken

Kees Lampe Specs

1.79 mtr Gewicht

Draagt als enige van de club dit soort schoentjes. ‘Ik ben er gewoon mee begonnen en vind ze prettig. Schrijf maar niet op dat ze op balletschoentjes lijken.’

72 kilo Geboortejaar 1992

Tenen en benen niet volledig gestrekt kost mogelijk tweemaal 0.3 punt aftrek door de jury.

Vreugde bij de dames van Dopie (hockey) en Ariston’80 (voetbal). De eersten werden kampioen, laatstgenoemden voorkwamen degradatie. Goed nieuws ook voor hen die een tennisracket kunnen vasthouden: zij kunnen terecht bij het in strandsferen gehulde open toernooi van Obvius.

studie: Technische informatica

sport: Turnen bij DST Pegasus

andere sporten:

Hemdje en trainingsbroek. ‘Bij echte wedstrijden dragen we strakke pakjes, maar ik voel mij hierin prettiger. Zo’n hemd geeft veel bewegingsvrijheid.’

Hardlopen, fitness, beetje klimmen

Sterke punten (volgens leraar): “Ik heb weinig angst. Dat is bij turnen soms wel handig.” Zwakke punten: “Mijn basis is niet zo goed, ik ben pas begonnen toen ik ging studeren. De meeste turners beginnen op jonge leeftijd, daaraan zie je het verschil.” Blessuregevoeligheid, lichamelijke zwakheden: “Sinds ik begonnen ben met turnen heb ik last van mijn polsen. Een echte turnkwaal. Polsen zijn er niet op gemaakt om handstandjes te doen.” Hoogtepunten/ prijzen: “Prijzen vind ik niet zo belangrijk, maar elke keer dat je een nieuw trucje (officieel ‘element’) leert is een nieuw hoogtepunt.” Waarom zou je gaan turnen? “Het is heel uitdagend op individueel niveau. Je moet het echt uit jezelf halen, je kan niet meeliften op je team.”

Handen niet op schouderbreedte: kan een halve punt aftrek kosten.

Waarom bij Pegasus? “Een ongelofelijk leuke club. We zijn nu de grootste studententurnvereniging van Nederland. Een heel hechte groep.”

Polsbandjes, in de clubkleur, om de polsen warm te houden. Bij rekstokoefeningen zitten daar leertjes omheen die door de polsband vastgehouden worden.

Foto: Sam Rentmeester

Ambities? “Hier zo lang mogelijk mee doorgaan, zoveel mogelijk trucjes leren.” Ergens een hekel aan? “Aan die polsen. Daarom vind ik trampolinespringen het leukst. Daar heb je je polsen niet voor nodig.”

FEEST VOOR DE EENDJES

Feest bij Dopie. Dames 1 van de Virgiliaanse hockeyvereniging won vorige week zondag in Schiedam met 1-0 van Asvion en werd daardoor kampioen van de derde klasse B. Captain Josephine Wagenaar scoorde voor rust het enige doelpunt. “Het was best wel een spannende wedstrijd”, liet verdedigster Ilse Caminada weten. Terecht kampioen? “Ik denk het wel. We hebben de meeste wedstrijden gewonnen. Dit jaar hebben we er extra veel moeite in gestoken. En we hadden in Hans Verhey een erg goede nieuwe coach.” Een jaar of vijf geleden kende de damesselectie een grote leegloop. Het gevolg was dat de zich als ‘Dopie Eendjes’ manifesterende ploeg binnen twee seizoenen van de eerste naar de derde klasse degradeerde. “Ik was toen een van de nieuwe speelsters. Met die nieuwe groep zijn we gaan bouwen aan een nieuw team.” Na drie jaar derde klasse treft Dopie volgend seizoen als verse tweedeklasser wellicht de vrouwen van het uit de eerste klasse gedegradeerde DSHC. Als dat team in dezelfde poule wordt ingedeeld wordt de aloude prestigestrijd tussen corps en Virgiel op competitieniveau in ere hersteld. Het lijkt Caminada geweldig. “Dat zijn toch dé wedstrijden van het jaar.” Feest was het ook bij de voetbalsters van Ariston’80. De debutantes in de derde klasse waren gaande de competitie afgezakt naar de onderste regionen. Een beslissingswedstrijd tegen Soccer Boys moest bepalen wie van de twee clubs zou degraderen naar de vierde klasse. Het 1-1 gelijke spel was dankzij de ondoorgrondelijke regels van de KNVB voldoende voor de Ariston-vrouwen om zich te handhaven. De mannen van Ariston’80 overleefden eveneens beslissingswedstrijden om rechtstreekse degradatie. De strijd om handhaving in de derde klasse wordt nu voortgezet in de p/d-nacompetitie. Die werd in elk geval ingezet met een 2-0 overwinning op Leiden. Na het koude voorjaar klinkt het thema van het zesde open tennistoernooi van Obvius, ‘On the beach’, wel erg aanlokkelijk. Net als vorig jaar betreft het in de categorieën dames- en herenenkel een actual rating toernooi: spelers van vrijwel gelijke sterkte komen vanzelf tegen elkaar te spelen. Dat zal een hoop driesetters opleveren. Nadeel van het systeem: wie té goed is ten opzichte van de rest mag niet meedoen. In de categorieën HD, DD en GD wordt gespeeld op niveau 3 tot en met 8. Het toernooi op het sportcentrum vindt plaats van 10 tot en met 16 juni. (JT)

Tips? Jimmy.tigges@hetnet.nl


Delta

7

TU Delft

campuslife TU komt schoonmakers tegemoet Onder druk van actievoerende schoonmakers tekent de TU nog vóór de zomer de code verantwoordelijk marktgedrag schoonmaak- en glazenwassersbranche. Ongeveer dertig schoonmakers en een handvol vakbondsmensen voerden dinsdag actie tegen wat zij noemen ‘intimidatie, verslechterende werkomstandigheden en oplopende werkdruk’ op de TU. Ze trokken in optocht naar het pand van het college van bestuur aan de Drebbelweg om een petitie te overhandigen. Daarin eisten de schoonmakers dat de TU de code verantwoordelijk marktgedrag schoonmaak- en glazenwassersbranche ondertekent, die stamt uit juni 2011. Deze code beschermt schoonmakers tegen een te hoge werkdruk en andere uitwassen van ‘doorgeschoten marktwerking’. De TU besteedt schoonmaakwerk periodiek openbaar aan. Momenteel zijn er vier schoonmaakbedrijven aan de TU verbonden. Zij hebben, zoals gebruikelijk, de al aanwezige schoonmakers overgenomen van hun voorgan-

ger. Niet zelden betekent een nieuwe werkgever voor de schoonmakers: in minder uren hetzelfde werk doen. De code maakt daarvoor niet alleen de schoonmaakbedrijven zelf verantwoordelijk, maar ook opdrachtgevers als de TU. Woordvoerder Mustafa Hayaty, zelf schoonmaker bij 3mE, vertelt dat hij en zijn collega’s zich niet gerespecteerd voelen. “Ooit waren er per pand twintig of dertig mensen, nu vier of vijf. Je kunt kantoren nog maar maximaal twee keer per week schoonmaken. Op kasten kom je misschien twee keer per jaar. Een toilet moet in vijf minuten helemaal schoon zijn. En dan de

‘Ooit waren er per pand twintig of dertig mensen, nu vier of vijf’ controles op ons werk. Dat gaat nog net niet met een wit handschoentje. Vervelend. ” Onder de petitie staan bijna honderd handtekeningen. Dat betekent dat vrijwel alle schoonmakers die op de TU werken hebben getekend. Zij wilden hun handtekeningen in eerste

Collegevoorzitter Van den Berg (rechts) praat met vakbondsmensen en schoonmakers, onder wie Mustafa Hayaty (voorgrond, tweede van links). (Foto: Saskia Bonger)

instantie aanbieden aan een vertegenwoordiger van de dienst facilitair management en vastgoed, maar die hield de boot af. Daarop besloten de actievoerders het hogerop te zoeken. Collegevoorzitter Dirk Jan van den Berg zegt het ‘heel erg’ te vinden dat er op de TU mensen werken die zich niet gerespecteerd voelen. “Dat is totaal niet waar we voor staan. Ik snap niet dat we die code niet hebben ondertekend. Ik zeg toe dat we dat nog vóór de zomer doen.”

Hij zegt ook ‘op gezette tijden’ te willen spreken met de schoonmakers zelf, over wat er onder hen leeft. “Iedereen moet hier fijn kunnen werken, maar ik hoor niet alles via de officiële kanalen.” Hayaty is tevreden en terughoudend tegelijk. “Fijn dat de TU de code gaat ondertekenen. Maar daarna is er nog een lange weg te gaan.” (SB) delta.tudelft.nl/26755

Commotie om lustrumpand corps Klussende corpsleden tussen schoolgaande vmbo’ers. Die combinatie op het Delftse Grotius College heeft geleid tot zoveel onrust dat er nu vragen liggen bij het gemeentebestuur. Voor de ingang van het Grotius College aan de Van Bleyswijckstraat staan woensdagochtend drie medewerkers te roken. Boven hen, op de tweede en derde verdieping, brandt licht in de klaslokalen en zijn de hoofden van leerlingen zichtbaar. Door de ramen van de andere verdiepingen is bouwmateriaal te zien. Verder is het stil op de twee verdiepingen waar het Delftsch Studenten Corps in juli zijn 33ste lustrum viert. Voordat de voormalige klaslokalen geschikt zijn voor een feestje moet er gesloopt, getimmerd en gezaagd worden, maar daarvan is nu geen sprake. De rokende medewerkers buiten lachen desondanks veelbetekenend op de vraag of zij overlast ondervinden van de studenten, zoals vooral op de website

van Leefbaar Delft uitvoerig is beschreven. Vervolgens vertellen ze dat er een mediastilte heerst na de ophef eerder deze maand, die uitmondde in schriftelijke vragen van de Stadsbelangen Delft-fractie aan het college van b&w. Alleen de rector beantwoordt nog vragen, aldus de Grotius-medewerkers. De situatie op het Grotius College is ontstaan door een samenloop van omstandigheden. Het corps zocht een leegstaand pand, rijp voor de sloop, om ongestoord te kunnen verbouwen tot een feestlocatie. Het schoolgebouw aan de Van Bleyswijckstraat zou leegkomen, dus kwam er een overeenkomst met de gemeente. Het samenvoegen van verschillende Delftse scholen liep echter anders dan verwacht. En dus wordt er gewoon nog lesgegeven aan de Van Bleyswijckstraat en dat zal nog zeker een jaar zo blijven. Mediastilte Stadsbelangen wil nu onder meer van de gemeente weten welke afspraken er precies zijn met het corps, of de juiste vergunningen aanwezig zijn en of er handhaving is op momenten dat afspraken niet wor-

‘Er is geen overlast, we hebben goede afspraken’ den nageleefd. Het corps zelf houdt een mediastilte in acht totdat de antwoorden van b&w er zijn. Grotiusrector Andrew van den Bosch wil wel praten. Hij bevestigt dat er ‘incidenten’ zijn geweest waarbij de studenten bijvoorbeeld onder schooltijd herrie hebben gemaakt. Na een goed gesprek komt dat niet meer voor, zegt hij. “Er is geen overlast, we hebben goede afspraken.” Had het corps niet toch beter op zoek kunnen gaan naar een andere feestlocatie? Volgens Van den Bosch was dat op korte termijn onmogelijk. “Dan was hun lustrumviering in het gedrang gekomen. Studenten horen bij Delft. We willen als school niet met onze rug naar de samenleving staan. Als het niet had gekund, had ik dat echt wel gezegd.” (SB) delta.tudelft.nl/26760



Delta

Tekst: Connie van Uffelen Foto’s: Hans Stakelbeek

9

TU Delft

Creatief op commando Ontwerp op één dag een brug, een vakantiehuisje en een visie voor de Spoorzone. Dat was de afmattende opdracht aan scholieren die deelnamen aan een toets voor de decentrale selectie bij Bouwkunde. Negentig scholieren kwamen erdoor. De afvallers maken kans alsnog te worden toegelaten via centrale loting.

BK City 02 West,12:05 uur “Let op: achterin de zaal staan twee snijtafels”, zegt docent Engbert van der Zaag. “Wees voorzichtig: snij van je af! Veel geluk, plezier en lol in dit prachtige vak dat construeren heet. Aan de slag!”

D

e toets voor de decentrale selectie bij Bouwkunde is begonnen. Van de 150 scholieren die een test op de website hebben doorstaan, zijn er 144 komen opdagen. Drie opgaven - ontwerpen, construeren en sturen – testen hun vermogen om bouwkundige vraagstukken op te lossen. De studenten die als eerste zullen construeren, vinden op tafel een moedermaquette bestaande uit twee gebouwen. Daarnaast liggen potjes lijm, pennen, potloden, gummetjes, schildertape, touw, tandenstokers, satéprikkers, paperclips, punaises, elastiekjes, mesjes, linialen, ijzerdraad en grote vellen karton. De opdracht: ontwerp en bouw een doelmatige, mooie en veilige loopbrug voor twee voetgangersstromen. De loopbrug komt uit het ene gebouw en gaat naar het dakterras van het andere. Via vragen, schetsen en een zeer beknopte uitleg moeten de kandidaten hun ontwerp toelichten. Rinze Wassenaar begint meteen te tekenen. “Het is verschrikkelijk als je tijd tekort komt.” Voor een project op school moest hij eens een

stad maken. “Na vier keer tachtig minuten had ik nog geen zicht op wat ik wilde.” Doodse stilte. Peinzende blikken. “Hou de tekst beknopt”, tipt Van der Zaag. “Het gaat om de verbeeldingskracht, de maquette, het model.” De zon schijnt, het is behoorlijk warm. Wassenaar vraagt om een schaar, maar scharen ontbreken. Hij gaat als eerste snijden. Ruim een kwartier na aanvang volgt een waarschuwing: iedereen moet nu toch echt zo langzamerhand beginnen aan de maquette. Wassenaar rijgt wat touw door een strookje karton. Een kwartier later begint bij de snijtafel het spitsuur en de verspreiding van een zweetlucht. Wassenaar heeft met het touw een brugboog gespannen en lijmt er wat tandenstokers als pylonen onder. Hij leunt achterover om het eens goed te bekijken. Een meisje gebruikt liever ijzerdraad, maar weet niet hoe ze dat zonder schaar moet doorknippen. Van der Zaag doet het voor: flink aan het draad draaien. Ze kijkt met de moed der wanhoop. Een andere kandidate loopt met haar enorme vel karton Van der Zaag bijna omver. “Past je brug in het model?”, vraagt hij aan Wassenaar. Ja. “Mag ik het even zien?” Nee. “Het moet nog even drogen.”

13.00 uur De eerste opdracht is voorbij. De helft van de scholieren verkast naar een andere atelier-

ruimte en wordt afgewisseld door andere scholieren, die al voor de deur wachten. Sommigen bijten op hun nagels.

D

e groep van Wassenaar blijft in de zaal voor de ontwerpopdracht: een eenvoudig vakantiehuisje op een eiland in een meer. De scholieren moeten hun ontwerp toelichten en veel tekenen: een plattegrond, een doorsnede, een gevel en een huisje in perspectief. De meeste scholieren beginnen meteen met tekenen. Wassenaar vraagt of hij de inrichting van het huis er ook in moet verwerken. “Ja, maak eerst de contouren en kijk hoe ver je komt”, zegt docent Luc Willekens. Hij waarschuwt iedereen: “Zorg dat je op alle vragen een antwoord hebt. Onthoud: ontwerpen is als een voetbalwedstrijd: op een gegeven moment is het afgelopen en is er nog een kleine verlenging mogelijk.” Die bestaat aan het eind van de middag uit een volle voetbalhelft, om het resultaat nog bij te werken. Maar eerst is het nog volop gummen en keurig langs linialen tekenen. Steeds schichtiger. Sommigen hebben een huisje met trapgevel gemaakt, anderen een standaard eengezinswoning met uitbouw. >>


‘We trainen hier geen slaafse machines, maar creatieve mensen’ 14.35 uur “Wie is er met de trein gekomen?”, vraagt docent MaartenJan Hoekstra aan de gespannen scholieren. Veel vingers gaan omhoog. “De laatste opgave gaat over station Delft. Dat is nu een grote bouwput, omdat het spoor onder de grond wordt gelegd. Daardoor kunnen wijken eindelijk met elkaar worden verweven. Wij vragen jullie voor dat gebied een visie te ontwikkelen. Het enige gebouw dat blijft staan, is het stationsgebouw.”

W

Jelle Zijlstra (19)

Merel Cornelissen (20)

Woonplaats: Leiden Kiest voor bouwkunde omdat: het een creatieve studie is en ik best creatief ben. Vond de opdrachten: Wel oké. Ik zag dat anderen mooiere dingen hadden gemaakt, maar ook minder mooie. De moeilijkste opdracht: De brug. Hij paste niet in de mal: was iets te breed, iets te onnauwkeurig. Als ik niet geselecteerd word, dan: Hoop ik dat ik ingeloot word. Het is erger als ik helemaal niet mag beginnen. Dan schrijf ik me in voor civiele techniek. Uitslag: Niet geselecteerd.

Woonplaats: Houten Kiest voor bouwkunde omdat: ik op een kinderfeestje al met klei een huisje met meubels in elkaar knutselde. Vond de opdrachten: Wennen. Veel doen in weinig tijd. De moeilijkste opdracht: Tekenen, ik had wel een idee in mijn hoofd, maar vervolgens moet het nog op papier komen. Als ik niet geselecteerd word, dan: ga ik bouwkunde in Eindhoven doen, of iets economisch. Uitslag: Geselecteerd.

oningen, winkels, horeca, het stationsgebouw met stadskantoor, een park en een plein. Het moet allemaal een plekje krijgen op een plattegrond. Het programma van eisen geeft aan hoeveel vierkante meters elke functie heeft. Dat wordt stapelen, de hoogte in! Met kleurpotloden geven de scholieren elke functie op de plattegrond aan. Twee verdiepingen? Vijf verdiepingen? Het vereist aardig wat rekenwerk. Het gaat dit keer echter vooral om de argumentatie, benadrukt Hoekstra. “Heel belangrijk voor een bouwkundige: heeft je plan overtuigingskracht?” Zo bedrijvig als het in het andere atelier was, zo rustig is het hier. Een scholiere heeft extra ruimte op haar plattegrond over, omdat ze veel heeft gestapeld. Zij heeft volgens Hoekstra de durf verder te denken. “Een goede instelling is om op een slimme manier om te gaan met het programma van eisen. We trainen hier geen slaafse machines, maar creatieve mensen.” Die creatievelingen zijn om half vier klaar. “Als je denkt: ik vind er hier niks aan, denk dan nog eens goed na over je studiekeuze”, zegt directeur onderwijs Christian van Ees in zijn slotwoord.

17.00 uur In een van de twee atelierruimtes staan dozen met pizza’s en wijn voor docenten die de opdrachten zullen beoordelen. Iedere kandidaat zal een uniek rangnummer krijgen.


Niet geselecteerd, toch ingeloot

B

ij de loopbruggen kijken docenten onder meer naar de voetgangersstromen, de toegankelijkheid, de breedte en de vorm, bijzondere onderdelen, de stevigheid, het concept en vooral: de maquette zelf. “Dit vind ik echt een geweldig dingetje”, roept een van de docenten. “Deels open en deels overdekt: vijf punten voor een bijzonder onderdeel!” Even later: “Nu een slechte brug: dit is een lekkere fröbelaar”, zegt een van de docenten. “De voetgangersstromen bewegen tegelijkertijd: slechts één punt. De toegankelijkheid is goed: vijf punten. Breedte: vier punten. Het is een keihard en simpel idee. Minder schetsachtig: ik zou zeggen een twee. Hij is niet stevig: drie van de tien punten. Jammer dat er geen hekje is.” De volgende. “Deze heeft gewoon de Erasmusbrug nagebouwd.” Aan de andere kant van de zaal is ontwerpdocent Luc Willekens plotsklaps helemaal lyrisch. “Krik, kom je even kijken?” Van Ees: “Heb je een geniaal ontwerp?” Een scholier heeft het vakantiehuisje op palen in het water gezet in plaats van op het eiland. Ook is er een boothuisje, waarvan het dak een terras vormt. Dat zijn al zes tot zeven bonuspunten. Ronde raampjes benadrukken het maritieme karakter. “Dit is een snoepje”, zegt Willekens. Zo lyrisch is MaartenJan Hoekstra niet. Zijn stationsopdracht is nogal wisselend gemaakt. “Mensen die niet doen wat we vragen, geen hoogtes aangeven, geen titel er boven zetten. Zo kan ik geen punten geven.” Er zijn zelfs plattegronden die niet ingekleurd zijn. Toch zitten er ook goede transformaties bij: zelfs plattegronden met een extra legenda. “Krik, we hebben er een die het eerste jaar mag overslaan!”, jubelt Willekens weer. “Dit zijn tekeningen zoals een eerstejaars ze aan het eind van het jaar maakt.”

21.20 uur Op tafel liggen zes bruggen uitgestald: de mooiste van de dag. Die van Wassenaar ligt er tussen. De selectie is ten einde. De papiercontainer is snel vol. <<

Rinze Wassenaar (18) Woonplaats: Houten Kiest voor bouwkunde omdat: ik tekenen op school heel leuk vond en ik interesse heb voor wis- en natuurkunde. Ik denk dat bouwkunde een goede mix is. Vond de opdrachten: Geweldig, ik ben over alles tevreden. Super leuk. De moeilijkste opdracht: Tekenen, omdat je zoveel tekeningen moest maken. Thuis werk ik zo een uur aan een tekening en hier is het pats boem: fabriceer tekeningen. Als ik niet geselecteerd word, dan: Is plan B Eindhoven. Uitslag: Geselecteerd.

Studenten die vorig jaar niet werden geplaatst bij de decentrale selecties aan de TU, werden uiteindelijk toch toegelaten via centrale loting. Dat komt doordat zich toen minder studenten inschreven dan er aan plaatsen beschikbaar waren. De decentrale procedure heeft wat dat betreft geen selecterende functie gehad, concludeert de werkgroep Numerus Fixus in een evaluatie. Wel heeft het proces ertoe geleid dat een aantal studenten besloot hun aanmelding in te trekken, omdat zij na de selectieopdrachten de studie toch minder bij zich vonden passen. Tevens biedt decentrale selectie faculteiten de mogelijkheid te onderzoeken hoe geselecteerde studenten presteren ten opzichte van niet-geselecteerde studenten. Dat zou binnenkort moeten blijken. Bouwkunde (BK), Industrieel Ontwerpen (IO) en Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek (L&R) voerden vorig studiejaar (2012-2013) voor het eerst een decentrale selectie uit. Bij Bouwkunde en IO was er net als nu een online eerste selectie met daarna een selectiedag met opdrachten op de faculteit. Bij IO meldden zich 180 kandidaten, van wie er 75 werden uitgenodigd voor de selectiedag met ontwerpopdrachten. Vijftig werden er uiteindelijk geselecteerd. Dit kostte IO in totaal 550 manuren. Bij Bouwkunde meldden zich 283 kandidaten, van wie er 152 werden uitgenodigd voor de selectie. Van de 126 scholieren die kwamen, selecteerde Bouwkunde er negentig. De selectie bij L&R richtte zich alleen op studenten met een internationale vooropleiding. Zij konden een dossier laten beoordelen. Uit tweehonderd dossiers selecteerde een team van drie medewerkers 77 kandidaten op motivatie voor de studie en voor de TU Delft, op extracurriculaire activiteiten en op cijfers. Van die 77 schreven zich er 52 daadwerkelijk in. De numerus fixus voor Bouwkunde (450) en IO (330) beïnvloedde de studiekeuze, blijkt uit een evaluatie onder studenten die wel interesse hadden, maar zich niet inschreven. Van de 51 IO-studenten die reageerden, gaf 61 procent aan dat de fixus van invloed was. Van de 50 bouwkundestudenten gold dit voor 43 procent. Bij de evaluatie voor de fixus van L&R (440) ging overigens wat fout. De invloed van de fixus bestond er onder meer uit dat studenten de loting niet aandurfden en kozen voor dezelfde studie bij een andere universiteit. Anderen zagen betere kansen bij een andere TUopleidingen of wilden de studie juist wel doen omdat die door de fixus prestigieuzer leek.


12

Delta

TU Delft

‘ALTIJD EEN BEETJE VERLOREN’ Zijn fascinatie met het Britse architectenechtpaar Alison en Peter Smithson werd in mei bekroond met een promotie. Volgens dr.ir. Dirk van den Heuvel (Bouwkunde) zijn de uitgesproken en omstreden Smithsons lang onderschat.

In de kelder van Bouwkunde bewaart Dirk van den Heuvel nog kisten en maquettes van de tentoonstellingen die hij over de Smithsons heeft samengesteld.


Tekst: Jos Wassink Foto’s: Hans Stakelbeek

Delta

TU Delft

De Smithsons zijn in Engeland vanaf de vroege jaren vijftig actief. Ze proberen de vooroorlogse progressieve ideeën over modernistisch bouwen aan te passen aan de naoorlogse behoefte aan wederopbouw. Voor hen is een huis geen massaproduct, maar een plek die zowel past in de omgeving als bij het gebruik van de bewoners. Tijdens hun jaar in Delft (1981-1982) ter vervanging van de overleden invloedrijke hoogleraar Jaap Bakema, groeide de invloed van hun denken in Nederland.

Twee boeken, twee reizende tentoonstellingen en nog een proefschrift. Wat is uw fascinatie met Alison en Peter Smithson? “Eigenlijk gaat het altijd om de stad, het huis en het alledaagse. Die driehoek is een mooi perspectief om naar architectuur te kijken en naar alle ontwikkelingen in de architectuur.” Wat bedoelt u hiermee? “De traditie van de moderne architectuur draait erg om die drie zaken: het huis is een laboratorium voor nieuwe ideeen over wonen. Maar het huis is altijd verbonden met de stad en het dagelijks gebruik. Dat is een heel klassiek idee. De Smithsons zijn belangrijk omdat zij in hun werk, hun schrijven en hun ontwerpen daar veel aandacht aan hebben besteed.” Vanaf wanneer zijn ze actief? “Vanaf de jaren vijftig. Ze waren pas begin twintig toen ze een prijs wonnen voor het gebouw van de Hunstanton School. Alison overleed in 1993 op 60-jarige leeftijd en Peter is tien jaar geleden overleden op 79-jarige leeftijd.” Wat is hun plaats in de architectuurgeschiedenis? “Ze noemen zichzelf de derde generatie moderne architecten. Ze zetten zich af tegen hun voorgangers door hun aandacht voor de omgeving van een bouwwerk. De omgeving wordt daarmee weer belangrijk, terwijl bijvoorbeeld Le Corbusier zijn Villa Savoye op kolommen zette en ‘m daarmee van de grond tilde. De Smithsons vinden juist de tuin, het landschap en de verbondenheid met het territorium belangrijk. Naast het bekende licht, lucht en ruimte van de eerste generatie modernen zetten de Smithsons ook onderwerpen als controle en veiligheid op de agenda.” Is dat hetzelfde thema veiligheid waar nu veel om te doen is? “Ja en nee. Ze hebben het over een gevoel van veiligheid, dat eerder nog geen rol speelde. Hun voorgangers spraken over een ‘functionele stad’ met vier functies: wonen, werken, verkeer en ontspanning. Daar nemen de Smithsons afstand van. Zij stellen dat het idee van de functionele stad tot monotone technocratische steden leidt.” Hoe uitte zich dat in hun werk? “Ze bouwden geen standaarddozen, maar lieten zich altijd leiden door de bestaande omgeving. Dat betekent een verschuiving ten opzichte van het begrip ‘functionele stad’ en Ciam (Congrès Internationaux d’Architecture Moderne – de organisatie van moderne architecten die het idee van de functionele stad propageerde, red.). De Smithsons wil-

‘Vroeger ging het vooral over vormen, terwijl het nu over het proces gaat’

13

den de kwaliteit van de plek waar je bouwt in kaart brengen en daarvanuit verder werken. Niet op een conserverende manier maar om het oude en het nieuwe in relatie met elkaar te brengen.”

Kunt u voorbeelden noemen die mensen kennen? “Dat is moeilijk. In Nederland kent men misschien Aldo van Eyck wel. Dat waren zowel vrienden als tegenstrevers, de Smithsons en Van Eyck. Binnen Team 10, een groep mensen die de Ciam van binnenuit opgeblazen heeft, kregen zij als jongeren de leiding binnen de nieuwe Ciam-organisatie. Vanuit Nederland zaten Aldo van Eyck en Jaap Bakema daarbij. Bakema was hier hoogleraar architectuur, voorzitter van de faculteit Bouwkunde en de architect van het oude Bouwkunde-gebouw en de Aula.” Even terug naar Aldo van Eyck als voorbeeld. “Van Eyck heeft spraakmakende voorbeelden van omgeving-specifiek bouwen geleverd bij de Amsterdamse Nieuwmarkt. Na de nieuwmarktrellen in 1975 vanwege voorgenomen sloop van die buurt, schaarde Van Eyck zich achter de bewoners. Samen met Theo Bosch tekende hij een plan om die wijk op te knappen in plaats van te bulldozeren.” De Smithsons zijn ook een jaar in Delft geweest. Hoe was dat? “Ze hebben toen samengewerkt met o.a. Max Risselada (Van den Heuvels promotor, red.). Mobiliteit en auto’s waren in die tijd heel belangrijk voor ze. Zo maakten ze bijvoorbeeld een boek ‘AS in DS’ over een nieuwe perceptie van het landschap en daarmee een nieuwe waarde in termen van cultuur, identiteit en samenleving. Op die manier wordt er nu niet meer gesproken over aanleg van snelwegen en de verbreding van de A27.” Wat zijn de sporen die de Smithsons in Nederland hebben achtergelaten? “Ik noemde Van Eyck al. Maar ook in het onderwijs van Max Risselada klinken hun ideeën door. In zijn algemeenheid is hun werk heel didactisch te noemen, uitstekend voorbeeldmateriaal voor studenten. Een heel belangrijk gebouw van hen is Robin Hood Gardens – een woongebouw in Londen dat nu waarschijnlijk gesloopt gaat worden.” Ik herinner me verhoogde straten of galerijen die als ontmoetingsplaats bedoeld waren. Dat wil nog wel eens verloederen. “O, ja. Hier ook. Dat is een lastig probleem en dat is een van de redenen dat het gesloopt wordt. Net als bij de Bijlmer waren de gedeelde ruimtes openbaar toegankelijk. Indertijd stond zo’n radicale openheid niet ter discussie, maar nu zouden we dat echt niet meer doen. Het ideologische idee van de Open Society propageerde die onbegrensde openheid. ‘Open’ is altijd goed. Ook nu, kijk maar naar het internet en open source-ideeën. Behalve als je er last van krijgt natuurlijk, dat maakt radicale openheid tot zo’n lastig onderwerp voor ontwerpers.” >>


14

Delta

TU Delft

‘Studenten die hier zitten moeten niet alleen leren te opereren in krimpregio’s’ Hun bloeitijd ligt al bijna een halve eeuw achter ons. Wat is de zeggingskracht van de Smithsons anno 2013? “Ze worden nog steeds herontdekt door nieuwe generaties. Ze zijn ook populairder dan ooit. Nu Robin Hood Gardens met sloop wordt bedreigd is hun status nog grootser en heroïscher geworden.” Neemt u na uw promotie afscheid van de Smithsons? “Nee, er is nog wel wat te doen. Het idee van de Open Society spreekt me erg aan. Ik zou graag onderzoeken hoe de architectuur heeft bijgedragen aan de waarden van de Open Society - een egalitaire samenleving waar mensen vrij en gelijk zijn en overal toegang hebben.” Wat kunnen we daaruit meenemen voor het tijdperk van en na de crisis? “De productie van toen heeft ons stadslandschap bepaald waarbinnen we moeten werken. We moeten weten hoe het in elkaar zit om te weten of je het kunt hergebruiken of transformeren. Verder spelen dezelfde vragen ook buiten Nederland en buiten Europa een rol in grote stadsuitbreidingen. Dat is ook een van de thema’s van Team 10: het bouwen voor de grote aantallen. Hoe ga je daarmee om als architect? Studenten die hier zitten moeten niet alleen leren te opereren in krimpregio’s. Ze moeten ook adequaat opgeleid worden om grote nieuwe steden buiten Europa te kunnen opzetten. Een andere reden waarom ik het geen terugkijken noem, is dat die mentaliteit en ideeën nog steeds betekenis hebben. Als je wilt snappen hoe Rem Koolhaas opereert, moet je weten wat zijn voorgangers hebben gedaan omdat architectuur een soort cumulatieve ervaring is. Architectuur is niet alleen het hier en nu. Je ziet het in de stad zelf: een opstapeling van kennis en opvattingen waar je nog steeds mee te maken hebt. Bijvoorbeeld over ontmoetingen en interactie tussen mensen. Dat heeft steeds een an-

CV Dr.ir. Dirk van den Heuvel (Apeldoorn, 17 juli 1968) is universitair hoofddocent bij de faculteit Bouwkunde. Hij studeerde daar in 1994 af, werkte vijf jaar voor architectenbureaus en keerde in 1999 terug als onderzoeker. Op 6 mei promoveerde hij op zijn proefschrift ‘Alison and Peter Smithson – A Brutalist Story’ over een invloedrijk en omstreden Brits architectenechtpaar. Zij waren ook het onderwerp van twee tentoonstellingen en boeken door Van den Heuvel en TU-hoogleraar Max Risselada: ‘In Search of Utopia of the Present 1953-1981’ (2005) en ‘From the House of the Future to a house of today’ (2004). Van den Heuvel is als redacteur verbonden aan het tijdschrift Dash (Delft Architectural Studies on Housing) en aan de online publicatie Footprint. In het verleden was hij ook redacteur bij het architectuurblad Oase.

dere uitwerking, maar het is een steeds terugkerend vraagstuk binnen de architectuur. In ons onderzoek richten we ons meer op die vraagstukken dan op de steeds wisselende output. Het huis wordt steeds opnieuw uitgevonden en ziet er steeds anders uit, maar heel veel onderliggende vragen zijn hetzelfde omdat het over het wonen van mensen gaat.”

Alleen de context verandert elke keer. “En daarom veranderen ook de uitkomsten. Dat is trouwens een heel modern idee. Vroeger ging het in de architectuur vooral over vormen, terwijl het nu over het proces gaat, dat in principe vormloos is.” Hoe staan de Smithsons daarin? “Zij kiezen ook voor het proces en het vormloze. Dat was een hele discussie in het Engeland van de jaren vijftig. De historicus Sir John Summerson heeft daarover gezegd: ‘Misschien denken mensen wel zo negatief over moderne architectuur omdat ze de uitkomst is van een traumatische ervaring met de modernisering.’ Maar dat trauma is onvermijdelijk omdat de wereld haar vormvastheid kwijt is geraakt, waardoor we altijd een beetje verloren zijn. Binnen die onzekere context moet een architect plekken maken voor identiteit, bewoning en dat soort zaken. Dat was in de jaren ’50 de opdracht en ik denk dat het nog steeds een issue is voor architecten vandaag.” Dirk van den Heuvel, ‘Alison and Peter Smithson, a brutalist story – Involving the house, the city and the everyday (plus a couple of other things)’, 6 mei 2013, promotor: prof. ir. Dick van Gameren, prof.dr. Hilde Heynen (KU Leuven) en prof.ir. Max Risselada.


Wat: Voorrondes Peter Tetteroo Bokaal Waar: Theater de Veste, Delft Wanneer: 5 en 12 juni 2013 prijs: Gratis PARTYPROGNOSE:

7

15

party spotters

Zomers kippetje Misschien moet ik nog uitleg geven over mijn vorige column. Het was vakkentijd en, zoals bij elke Delftse student, was de druk groot en de tijd klein. De combinatie tussen slecht eten en stress is een ware literaire trigger voor mij. Echter, het slechte eten blijft, dus het dilemma duurt voort. Maar genoeg over vorige keer, laten we weer zelf de keuken in duiken! Zoals de titel al doet vermoeden gaan we voor een zomers gerecht. En terwijl ik uitkijk over de Schie met de grijze wolken boven mijn hoofd en de verwarming aan, realiseer ik mij één ding: zomer komt niet, zomer moet je afdwingen. Dus vandaar: Zomerse kip met couscoussalade

Kies je eigen popster Gratis naar een concert én gratis naar Theater De Veste; daar valt weinig aan te partyspotten. Al lukt het bij een voorronde voor de Peter Tetteroo Bokaal op Westerpop natuurlijk altijd wel een gratis biertje te snaaien. 45 Inzendingen kwamen er op de inschrijving voor de zestiende Peter Tetteroo Bokaal: de popprijs voor lokaal talent met een plekje op het podium van Westerpop toe, 30 augustus. Aan muzikale aspiraties geen gebrek in Delft en regio. Maar je belandt niet zomaar op dat podium, dus selecteerde de jury van de Peter Tetteroo Bokaal negen bands. Zij strijden de komende weken voor één van de drie plaatsen op het festival én de felbegeerde popbokaal, in gratis toegankelijke voorrondes in Theater De Veste. Bandjes, een theaterzaal, gratis – daar lopen wij warm voor. Béétje jammer dat we de eerste net misten op 29 mei, met Bang the Skillet, Ahmshere en Pangea op het podium. Gelukkig krijgen we twee herkansingen, op 5 en 12 juni, met namen als Bombilate, Farris, Kelly wants to fly, Princeton, Audiodaycare en 27 Ways to Win. Genoeg om op zijn minst een uur de voetjes van de vloer te krijgen – al dan niet met geniepig gescoord biertje in de hand. We blijven natuurlijk wel de Partyspotters. Het mooie aan de Peter Tetteroo Bokaal (tot 2002 nog de Westerpop Lokaal Bokaal, maar omgedoopt na het overlijden van de Delftse TeeSet-zanger en Lokaal Bokaal-voorzitter Peter Tetteroo): je mag als bezoeker nog meestemmen ook. De eerste kandidaat is al geselecteerd. Gemiste kans voor ons, maar met een gezonde dosis geldingsdrang maken wij ons alvast op voor de komende twee rondes. Wij willen Pangea en Audiodaycare natuurlijk gewoon live zien op Westerpop. Kom op: jaarclub, studiemaatjes en huisgenoten mee - meeste stemmen gelden! (JB)

www.westerpop.nl

Moeilijkheidsgraad: koken vanaf het terras voor 4 personen Materiaal: mes, snijplank, grote ovenschaal, grote schaal Ingrediënten: 4 kippenpoten , 4 tenen knoflook, 3 citroenen, 1 bosje tijm, olijfolie, zout en peper, 600 gram couscous, 800 gram warme bouillon (mag alles zijn), rozijnen, 1 bosje munt (ook lekker voor in de mojito), 1 bosje koriander, 2 uitjes , 1 komkommer, pijnboompitten, 2 rode paprika’s Marineer de kippenpoten 30 minuten in de fijngesneden knoflook, de schil (‘zest’) van 2 citroenen, de tijm, een beetje olijfolie, zout, peper en sap van 1 citroen. Verwarm de oven voor op 100 graden en zet de gemarineerde kip er ongeveer 2 uur in. Ga terug naar het terras. Doe de couscous in een grote schaal en giet de warme bouillon er op. Laat 20 minuten wellen. Snij de rozijnen, munt, koriander, ui, komkommer en paprika fijn. Rooster de pijnboompitten en combineer samen met de fijngesneden ingrediënten, citroenrasp van 1 citroen, het sap van 2 citroenen, olijfolie en zout en peper met de gewelde couscous. Als de kip gaar is, haal je hem uit de oven en zet je deze vervolgens zo hoog als je durft. Zet de kip nog even kort terug voor een krokant korstje als de oven helemaal warm is . Kip samen met de couscoussalade en genieten maar. Laat de zomer beginnen!

Met geslepen messen, Job Hogewoning


Afvoeren, opkna


nappen of allebei Vorig jaar vierde het Mineralogisch-Geologisch Museum aan de Mijnbouwstraat zijn honderdjarig bestaan. Dit voorjaar liet het college van bestuur weten dat de zaal ontruimd dient te worden. Er moet iets gebeuren, vindt iedereen.

A

lsof de tijd heeft stil gestaan. Zo voelt het als je de zaal met mineralen en gesteenten betreedt. Je hebt dan de ingang van het Science Centre met de opgetogen kinderen achter je gelaten. Hier heerst de rust van tijdloosheid. Links en rechts staan rijen houten vitrinekasten langs lange wanden met hoge vensters. Kartonnen bordjes geven aan wat er aan mineralen en ertsen te zien is. Metaalertsen van zilver, goud, kwik, ijzer en koper zijn verzameld uit Bolivia, Siberië, Ontario, Chili en Kongsberg. Een enorm brok glashelder kwarts uit Arkansas ligt naast een rijtje glimmende kubusjes van pyriet en een grote klomp paars fluorietkristal uit Illinois. In 1864 legde hoogleraar mijnbouwkunde professor Vogelsang

de basis voor deze verzameling. Hij was zeer verbaasd dat die er nog niet was. Een opleiding mijnbouwkunde zonder collectie? Hoe moesten studenten dan mineralen leren herkennen?

Glorietijd Studenten, medewerkers en alumni verzamelden mineralen (bepaalde chemische verbinding in kristalvorm), ertsen (mineraal waaruit metaal gewonnen kan worden) en gesteenten (samenstelling van groep mineralen) van over de hele wereld. In de glorietijd stuurden mijnbouwkundige ingenieurs soms hele kratten met stenen vanuit Afrika of Azië op naar het museum. In bijna 150 jaar geschiedenis groeide de collectie van het Mineralogisch-Geologisch Museum uit tot 150 duizend stuks.

Dat zijn gemiddeld bijna drie stenen per dag. “Het is een systematische verzameling”, antwoordt prof.dr. Stefan Luthi (Civiele Techniek en Geowetenschappen)) op de vraag naar de waarde van de verzameling. “Er zijn complete klassen van mineralen: evaporieten, halieten, sulfieten en zo verder. Mineralen zijn als verschillende soorten in de biologie. Je hebt verschillende chemische samenstellingen, maar daarbinnen ook weer verschillen in kristalstructuur. Vandaar dat een systematische verzameling alle mineralen moet hebben die er zijn. Deze verzameling is uniek in Nederland.” Tot op de huidige dag speelt de mineralogische verzameling een belangrijke rol in de opleiding van studenten mijnbouwkunde

(tegenwoordig technische aardwetenschappen). Studenten bezoeken voor tentamens de collectie en staan met hun neus op de lichtelijk verstofte vitrines te speuren naar verschillen en overeenkomsten. In de colleges krijgen ze stenen in handen om een gevoel te krijgen voor hun vak. Hoe anders moeten ze stenen in de praktijk herkennen, zei Vogelsang al.

Ontruimen Op 11 maart barstte de bom. Toen kondigde rector prof.ir. Karel Luyben namens het college van bestuur (cvb) het einde aan van het museum aan de Mijnbouwstraat. In een gesprek met beheerder Stefan Luthi en CiTG-decaan prof.dr.ir. Bert Geerken vertelde Luyben dat de zaal ontruimd diende te worden omdat die voor >>


18

Delta

TU Delft

De museumzaal die ontruimd moet worden.

andere doelen gebruikt zou gaan worden. “Het cvb wil expanderen in dat gebouw”, legt Luyben later uit. Wil het college de zaal voor eigen gebruik claimen? “Nee, het opknappen gebeurt niet exclusief of specifiek voor het cvb.” Voor het argument dat het een voor Nederland unieke verzameling betreft, toont Luyben zich niet gevoelig. Hij bezocht alle plaatsen waar de verzameling nu verspreid ligt: het museum en de kelder aan de Mijnbouwstraat, de kelder van Civiele Techniek en het glazen kopgebouw van Technische Aardwetenschappen. En wat hij zag beviel hem niet: “Met uitzondering van het museum zelf staat de verzameling er slecht bij. Kasten staan open, bakken hangen eruit, er staan dozen op de grond waar iedereen bij kan. Er liggen fossielen op de vloer. Het ligt er onbe-

houwen, onverzorgd en verstoft bij.” En ook het museumbezoek viel de rector tegen. Uit het log van het elektronische slot dat hij had opgevraagd, bleek dat er afgelopen jaar vrijwel niemand in het museum was geweest. Luthi merkt hierover op dat er ook zes jaar lang geen personeel was om de collectie fatsoenlijk te beheren. Na zijn bevindingen gaf Luyben aan Luthi en diens conservator drs. Maaike van Tooren de opdracht de verzameling op te schonen. De topstukken van de verzameling, naar schatting zo’n vijf procent, waaronder de Triceratops-schedel en het dodoskelet, zouden voor kleine tentoonstellingen behouden moeten worden. Ook zou er een onderwijsverzameling moeten blijven waar de studenten mee kunnen werken.

In de glorietijd stuurden mijnbouwkundige ingenieurs soms hele kratten met stenen vanuit Afrika of Azië op naar het museum

• Voormalig gebouw voor Mijnbouwkunde. • Fluoriet uit Arkansas. • Triceratops ‘Trix’.

Maar het overgrote deel van de verzameling zou afgevoerd kunnen worden naar het Leidse natuurhistorisch museum Naturalis, dat een nationale archieffunctie op dit gebied heeft.

Afstoten “Delft heeft een van de laatste grote universitaire collecties”, zegt dr. Leo Kriegsman, hoofd geologie bij Naturalis. Hij is betrokken bij gesprekken tussen TU en Naturalis over het overdragen van de collectie. Eerder nam Naturalis al wetenschappelijke collecties van de TU over, waaronder fossielen uit Timor, evenals de geologische verzameling van de Universiteit van Amsterdam en deelcollecties van de Vrije Universiteit en de voormalige Rijks Geologische Dienst. “Het einde is in zicht voor de instellingscollecties”, constateert Kriegsman. “Naast Delft hebben alleen de Universiteit Utrecht en TNO in Zeist nog een grote geologische verzameling.” Naarmate universiteiten zich meer concentreren op hun onderzoek en onderwijs, komt het beheer van verzamelingen vaker onder druk te staan. Voor het afstoten van instellingscollecties is een protocol opgesteld, dat bepaalt dat Naturalis als

eerste namens de staat benaderd moet worden om het behoud van nationaal erfgoed veilig te stellen. Meestal wordt dan de hulp van de Mondriaanstichting ingeroepen. Deze inventariseert, voorkomt verdubbelingen in de Leidse depots, verhuist de verzameling en zorgt voor digitale ontsluiting voor gebruikers. “Het is belangrijk dat de systematische collectie in zijn geheel wordt overgenomen”, vindt Geerken, die in zijn vorige baan directeur van Naturalis was. Hij wil ook gebruiksrechten afspreken, zodat er na een eventuele overname van de collectie toch tentoonstellingen in Delft ingericht kunnen worden.

Beetje dood “Het is fout gegaan toen mijnbouwkunde in 2007 naar de nieuwbouw bij civiele techniek verhuisde”, denkt conservator Maaike van Tooren, die naast haar colleges het dagelijks beheer voert over het museum. Voor de verhuizing zat de hele opleiding mijnbouwkunde in het zelfde gebouw, en brachten studenten veel tijd door bij en met de verzameling. Vanuit het andere gebouw blijkt de afstand te groot, en bezoek kan alleen op afspraak. De plotselinge toestroom van studenten afgelo-


Tekst: Jos Wassink Foto’s: Hans Stakelbeek

Maaike van Tooren opent het museum op afspraak.

‘Delft heeft een van de laatste grote universitaire collecties’ pen jaar betekende meer collegeuren voor Van Tooren, en dus minder tot geen gelegenheid om studenten te ontvangen bij de verzameling aan de Mijnbouwstraat. Maar kan het Science Centre de zaal niet openen voor bezoekers en studenten? De vraag ontlokt een zucht aan Van Tooren, en ook aan prof.dr.ir. Jacob Fokkema trouwens. In zijn tijd als rector met geofysische achtergrond was Fokkema betrokken bij de opzet van het Science Centre. Ook toen al probeerde men om de stenencollectie te koppelen aan het Science Centre, net als geprobeerd is een tentoonstelling Waterstad Delft op te zetten, en een fraaie binnentuin. Maar elke keer liep het vast op geld. En dat is nog steeds zo. Science Centre-directeur drs. Michael van der Meer constateert dat de faculteit CiTG schermt met de enorme waarde van de collectie, maar “er geen rooie cent voor over heeft.” Bovendien betaalt het Science Centre de huur, elektra en verwarming voor de zaal die al in

2009 aan het Science Centre is toegezegd. Van der Meer wil de zaal op laten knappen en geschikt laten maken voor symposia, ontvangsten en presentaties voor maximaal 260 mensen. Wat hem betreft kan de collectie naar de tweede verdieping of anders naar Naturalis.

Sponsoring “Geld mag geen probleem zijn”, vindt drs.ir. Duco Drenth. Hij is TU-alumnus en voorzitter van de afdeling mijnbouwkunde van het ingenieursgenootschap KiviNiria. Toen hij in het blad Geo.brief over de dreigende ontmanteling las, nam hij direct contact op met het college van bestuur. “Ik begrijp best dat er iets moet gebeuren” zegt Drenth, die ook wel zag dat het museum de laatste vijf jaar “een beetje dood aan het gaan was.” Het college heeft geen geld, de faculteit heeft geen geld, maar is sponsoring overwogen? Drenth denkt aan oliemaatschappijen, grotere toeleveranciers in de gas-

Kogelgraniet uit Finland.

industrie, Energie Beheer Nederland Gasunie, TNO - allemaal ondernemingen met grote budgetten en een sterke band met de ondergrond. In een voorstel aan het cvb ontvouwde Drenth zijn plannen om de geologische tentoonstelling te verlevendigen met computers en projecties om de expositie meer in lijn te brengen met het Science Centre. Het zou een educatief centrum moeten worden voor scholieren en burgers, waar ze meer kunnen leren over de ondergrond aan de hand van actuele thema’s. “Als je een tentoonstelling kunt maken die de ongerustheid over schaliegas, aardgasbevingen of CO2opslag vermindert, dan denk ik dat het NEB daar graag aan meewerkt. Die schrikken niet van een of twee miljoen euro.”

Salomonsoordeel Ook Luthi heeft een plan ingediend. Hij stelde het cvb voor om het museum zodanig in te richten dat het geschikt wordt voor feesten, diners en lezingen in de nabijheid van vitrines. “Dat gebeurt bijvoorbeeld ook in het Natural History Museum in Londen. Wat is er mooier dan dineren met een Triceratops achter je?” Hij heeft daar geen reactie op gekregen – iets waarvoor Luyben zich tegen-

over hem heeft verontschuldigd. “Opdoeken is een weinig creatieve oplossing”, zegt prof.dr. Salomon Kroonenberg, onder wiens verantwoordelijkheid de collectie viel van 1996 tot zijn emeritaat in 2009. “We waren erg trots op die collectie, en dat zijn we nog steeds. En ook die zaal – het Teylers museum van Delft - moet je niet zomaar wegdoen. De zaal kan een combinatie van functies krijgen.” Kroonenberg schaart zich achter de plannen van zijn opvolger Luthi: “Je laat de topstukken daar staan en gebruikt het daarnaast als ontvangstruimte zonder de museumfunctie aan te tasten. Het cvb heeft meer taken dan financieel en organisatorisch beheer – het moet ook trots staan voor het Delftse culturele erfgoed.” En het geld? “Ik was gisteren bij de KNGMG (Koninklijk Nederlands Geologisch Mijnbouwkundig Genootschap, red.) en daar gingen al stemmen op van oud-Delftenaren om sponsoring te zoeken. Noem het voor mijn part de Shell-, NAMof BP-zaal. Maar als je het weg doet, krijg je het nooit meer terug.” <<


20

Delta

TU Delft

ESSAY

‘Waarom geven universiteiten geld uit aan online onderwijs dat ze vervolgens gratis op internet zetten, terwijl het risico is dat ze minder studenten trekken?’ (Desiree Hoving, wetenschapsjournalist)


21

Een hoorcollege bezoeken was eerst alleen weggelegd voor de happy few. Inmiddels staat er op internet een walhalla aan complete academische vakken, gratis en voor iedereen. De universiteit herbezint zich op haar taak. Een man staat met zijn rug naar je toe. Voor hem hangt een schoolbord zo breed als een bioscoopscherm. Zijn krijtje beweegt ergens in de linker bovenhoek. Wat hij schrijft, is niet te lezen achterin de collegezaal. Toch pen je samen met honderd medestudenten alles mee, mits je wakker blijft. Na een uur heeft de man het zwarte vlak helemaal volgeschreven. Iedereen druipt af. Je hoorcollege is voorbij. ‘Colleges zijn plekken waar de aantekeningen van een hoogleraar rechtstreeks in de aantekeningen van zijn studenten verdwijnen, zonder dat er hersenen aan te pas komen.’ De quote is een vrije vertaling van Mark Twain, een Amerikaanse auteur en docent uit de negentiende eeuw. Hij vat zo’n beetje alle kritiek op de huidige hoorcolleges samen. Het klassikale onderwijs is éénwegscommunicatie van lesgever naar cursist. In andere woorden: een inspiratieloze en passieve manier van kennisoverdracht. Hoog tijd dus dat daar verbetering in komt. Wellicht helpt het als we ons onderwijsmateriaal delen met de rest van de wereld, gewoon via het internet! Dat dacht men in 2002 bij het Massachusetts Institute of Technology (MIT, ocw. mit.edu) Sindsdien zetten universiteiten over de hele wereld steeds meer leerstof gratis online, bijvoorbeeld op iTunes U en Wikiwijs. Ook de TU Delft begon hiermee in 2007 en heeft inmiddels meer dan honderd cursussen beschikbaar (ocw.tudelft.nl). In principe kan iedere Engels sprekende wereldburger die in zijn eigen tijd volgen. Nu is er weer een nieuwe hype: moocs (massive online open courses). Deze überhippe internetcursussen worden tot nu toe vooral door topprofessoren van Amerikaanse universiteiten gegeven. Het grootste verschil met de andere gratis leerstof is dat mensen zich moeten inschrijven en dat de cursus op een bepaalde datum van start gaat. Mensen bekijken wekelijks een serie korte videocolleges, die elk hooguit tien minuten duren, en beantwoorden enkele multiplechoicevragen. Via een discussieforum overleggen ze met medestudenten en na een week of acht halen ze hun eindtoets.

Gewoon onderwijs vervangen Zo startte in september 2011 een cursus kunstmatige intelligentie bij Stanford University. Daarvoor schreven zich maar liefst 160 duizend enthousiastelingen uit 190 landen in. Van hen haalden 23 duizend de eindstreep. Het betekende de definitieve doorbraak van moocs. Ook de TU Delft zal in september twee van dit soort massale gratis online cursussen aanbieden. In het voorjaar van 2014 starten er nog twee. Ook online, maar niet als mooc, kun je na de zomer bij civiele techniek de complete master track watermanagement volgen. En bij de faculteiten Techniek, Bestuur en Management en Lucht-

vaart- en Ruimtevaarttechniek is het mogelijk een deel van de master online te doen. Voor deze masters moet je overigens wel het gewone collegegeld neerleggen. Allemaal leuk en aardig, die stortvloed aan internetonderwijs. Maar wat is de invloed ervan op universiteiten? “De vraag die voor mij het belangrijkste is, is in hoeverre het online onderwijs het gewone onderwijs gaat vervangen”, zegt Willem van Valkenburg. Hij is projectmanager opencourseware en gaat over bijna alles wat op de TU Delft met internetonderwijs te maken heeft. Voorzichtig formuleert hij een antwoord op z’n eigen vraag: “Door de toename van online onderwijs is het plausibel dat universiteiten minder studenten zullen trekken. Daarmee staat het businessmodel van universiteiten onder druk. Dat is immers gebaseerd op het aantal studenten dat staat ingeschreven. Toch kunnen studenten voorlopig niet zonder universiteit, want het zijn de enige instanties die een diploma mogen uitreiken. Ik kan me voorstellen dat wanneer iemand verschillende moocs heeft gevolgd een diploma wil halen bij de universiteit met de beste reputatie.” Paradoxaal genoeg denkt Van Valkenburg dat die reputatie juist verhoogd wordt wanneer een universiteit meer online onderwijs, in de vorm van moocs, aanbiedt. Om die reden lijken Nederlandse universiteiten eerder bang voor wat er gebeurt als ze géén mooc zouden aanbieden. Zo ook Arie den Boon, initiatiefnemer van de eerste Nederlandse mooc, die begin dit jaar bij de Universiteit van Amsterdam (UvA) te volgen was. Volgens hem zou de UvA dan niet aanwezig zijn als merk en zouden studenten eerder kiezen voor universiteiten waar ze wél een mooc kunnen volgen. Van Valkenburg ziet die wereldwijde concurrentie ook om de beste wetenschappers en PhD’s. Om die reden kiest de TU Delft ervoor om haar mooc alleen rondom onderwerpen te bouwen waar ze het beste in is, zoals watermanagement en luchtvaart- & ruimtevaarttechniek. Alles voor de strijd om de beste studenten en onderzoekers.

Onderscheidend Toch lijkt het businessmodel van moocs niet te kloppen. Waarom geven universiteiten geld uit aan het maken van online onderwijs dat ze vervolgens gratis en voor niks op internet zetten, terwijl het risico daarvan is dat ze minder studenten trekken? Het is logisch dat universiteiten naar een hoge reputatie streven. Maar als elke universiteit straks een mooc heeft, dan onderscheid niemand zich meer. Van Valkenburg denkt dat het niet zo’n vaart zal lopen. Volgens hem is er geen markt voor zoveel moocs, omdat mensen toch het liefst een mooc van een topuniversiteit volgen. Dat niet elke universiteit straks een mooc heeft, bevestigt ook onderzoeksbureau Gallup. In mei publiceerde Gallup op de nieuwssite Inside Higher Ed dat de meeste Amerikaanse voorzitters van het college van bestuur niet in de meerwaarde van moocs geloven. Slechts drie procent dacht dat studenten er beter door gingen leren en twee procent geloofde dat ze de financiële problemen van universiteiten gingen oplossen. Internetonderwijs roept ook de vraag op wat de rol van universiteiten eigenlijk precies is. Collegezalen lijken immers overbodig als studenten complete vakken vanaf hun eigen laptop, tablet of smartphone kunnen volgen. Docenten lijken elkaar weg te concurreren als studenten liever colleges van tophoogleraren aan de andere kant van de wereld volgen. >>


22

‘Alleen de collegezalen van oude kritische knarren die hun lessen niet willen opnemen, worden leger’ Bovendien staat alles toch al online, dus waarom zou je als docent volgend jaar nog zelf in de klas gaan staan?

Geen vervanging maar aanvulling Bij Civiele Techniek en Geowetenschappen zijn ze louter positief. “Online is geen vervanging, maar een aanvulling”, roept Anke Grefte, die de online master watermanagement coördineert en ook bezig is met een mooc. “Eerlijk gezegd denk ik dat het voor docenten juist veel drukker wordt, want de online en offline master lopen parallel aan elkaar. Al die studenten willen nog steeds begeleid worden. Als er tachtig mensen in de collegezaal zitten en daarnaast nog vijftig online masterstudenten komen, moeten docenten veel meer vragen beantwoorden. Bovendien worden vragen nu niet allemaal meer in de collegezaal gesteld, maar ook via e-mail en Skype. Zowel de hogere studentaantallen als de individuelere benadering verhogen de druk”. Ook universitair hoofddocent Mark Bakker ziet alleen maar voordelen. “Mijn vak geohydrologie 1 is dit jaar voor het eerst opgenomen. Het is één van de 25 vakken voor de online master. Het verbaasde me eerlijk gezegd dat studenten daar blij mee waren. Ze kijken het bijvoorbeeld als ze een keer ziek zijn geweest of bereiden er hun tentamen mee voor”. Ook is Bakker niet bang dat hij overbodig wordt nu zijn vak online beschikbaar is. “Ik heb collega’s in Amerika die weigeren om hetzelfde verhaal nog een keer te vertellen. Die zeggen tegen hun studenten: kijk eerst mijn college van vorig jaar, dan hebben we daar in de klas een discussie over”. De docent is er zelfs van overtuigd dat studenten steeds vaker alleen de vakken kiezen die zowel offline als online aangeboden worden. “Alleen de collegezalen van oude kritische knarren die hun lessen niet willen opnemen, worden leger”.

presenteren. Dat geldt zowel voor de online master, waarvoor bij de online masters alle hoorcolleges integraal zijn opgenomen of zijn vervangen door speciaal opgenomen korte weblectures, als voor de moocs, waarvoor speciale filmpjes van elk tien minuten worden gemaakt. “Ik ga met docenten door hun powerpointpresentatie heen en verdeel die in kleinere stukken met goede tekst en mooie afbeeldingen. Ook kijk ik hoe we een soort interactie in kunnen bouwen, wat bij online onderwijs extra belangrijk is omdat je de vragende blik van studenten niet kan zien. We willen studenten ook online triggeren om vragen te stellen. Je kunt kennis immers niet simpelweg kopiëren van docent naar student”, zegt Mebus. Dat stellen van vragen aan de docent zal bij de online master, met kleinere studentaantallen, makkelijk zijn dan bij moocs. “Ik wil helemaal geen vragen van vijftigduizend mensen krijgen”, zegt docent Bakker dan ook. Bij moocs krijgt dus niemand persoonlijke begeleiding van docenten. In plaats daarvan begeleiden studenten elkaar op speciaal voor de mooc ingerichte discussiefora.

Erkend diploma Om nog even terug te komen op de vraag in hoeverre het online onderwijs het gewone onderwijs gaat vervangen: dat hangt ook samen met de waarde die gratis online cursussen gaan krijgen. Als commerciële Amerikaanse aanbieders van moocs serieus de concurrentie aan willen gaan met universiteiten, moeten studenten er een erkend diploma kunnen krijgen om een baan mee te kunnen vinden. Daar wordt aan gewerkt. Zo kondigde edX, het open source platform waarop de TU Delft haar moocs gaat geven, in september 2012 aan samen te gaan werken met Pearson. Een wereldleider in het afnemen van computertoetsen. Hierdoor hebben edX-studenten de mogelijkheid om examen te doen bij een van de 450 testcentra in meer dan 110 landen. Onze studenten willen hun toekomstige werkgevers een onafhankelijk gevalideerd certificaat kunnen laten zien, motiveerde Anant Agarwal, voorzitter van edX in een persbericht . Zo’n examen kost nog geen honderd dollar, veel goedkoper dus dan een jaar collegegeld wat je op een universiteit kwijt bent, ook als je maar één vak zou willen volgen. De universiteit mag zich voorlopig nog even blijven herbezinnen op haar taak. <<

Aantrekkelijke presentatie Maar helpt online onderwijs inderdaad om van die oersaaie hoorcolleges af te komen? Een oninteressant college wordt immers niet beter als je het via internet kunt volgen. “Doordat we bezig zijn met online onderwijs, wordt de kwaliteit van het gewone onderwijs verbeterd”, zegt Linda Mebus. Ze is onderwijsadviseur aan de TU Delft en begeleidt docenten bij de didactiek van online leren. Dat is een veelgehoord geluid; na iedere onderwijsinnovatie roepen mensen dat het reguliere onderwijs daar beter van wordt. Maar als een docent nooit heeft nagedacht over hoe hij een hoorcollege aantrekkelijk kan maken, waarom zou hij dat nu ineens wel gaan doen bij internetonderwijs? Daar helpt Mebus de docenten mee. Al zegt ze wel dat er een goede en ervaren docent een vereiste is. Iemand die om kan gaan met alle digitale tools om met studenten te communiceren. Vervolgens moet hij of zij een onderwerp op een visueel aantrekkelijke manier

Desiree Hoving is freelance wetenschapsjournalist Online onderwijs is in essentie te onderscheiden in twee categorieën: • Massive open online courses zijn online vakken, vaak op bachelor niveau, die iedereen overal en gratis kan volgen. Je volgt elke week online colleges, maakt tussentijdse multiplechoicetoetsen en bij gebrek aan een docent overleg je met je medestudenten via een forum. Je krijgt geen diploma. • Online masters bestaan uit ongeveer 25 vakken, die grotendeels via internet te volgen zijn. Je krijgt persoonlijke begeleiding van een docent, betaalt het normale collegegeld en krijgt hetzelfde diploma als bij een gewone masterstudie.


De bachelor

23

Ruud Visser

Verslaafd aan wiskunde Wiskunde is sexy. Gewoon een kwestie van de juiste invalshoek zoeken. Zoals Ruud Visser deed, en met studiegenoot Rogier Slag voor hun bachelor-eindproject bij EWI een wiskundevariant bedacht op de smartphonespelletjes Ruzzle en Wordfeud.

gen dat hij geschikt is voor een groot publiek. Niet alleen inhoudelijk, maar juist ook technisch: tienduizenden mensen moeten het tegelijk kunnen spelen.” De studenten hielden twee keer een gebruikerstest tijdens hun project. “Uiteindelijk moesten we de smartphones van de bètatesters afpakken om ze te laten stoppen met spelen.” Een succes dus. De app is al gratis te downloaden voor iPhone, de Android-versie laat nog heel even op zich wachten. Visser: “Puur toeval hoor; het bedrijf waar we onze app ontwikkelden is nu eenmaal gespecialiseerd in apps voor iPhone. We zijn nu bezig met het doorontwikkelen van ons programma, zodat we het nog groter kunnen maken.” Hoe dan ook is het uniek dat informaticabachelors een product afleveren voor hun eindproject. “Maar we hopen natuurlijk een gat in de markt te hebben gevonden. Als dat zo is, stel ik mijn master ICT Innovation ervoor uit.” (JB) Do the Math is gratis verkrijgbaar in de Apple App Store.Voor een premium-versie zonder reclame en onbeperkt aantal spellen betaal je € 1,79.

Onderzoek: ‘Do The Math’ Eindcijfer:

9 (Foto: Sam Rentmeester)

Nooit meer excuses nodig wanneer je de tijd verdrijft op je smartphone, met de door TU-studenten ontworpen app Do The Math. Ja ja, de tentamens roepen en het is jouw beurt om de GR te soppen, maar hallo: hier wordt serieus wiskunde bedreven! Niets zo goed voor je brein als een beetje hoofdrekenen, en je sleurt je vrienden er nog in mee ook. Nederland wordt steeds slimmer – en dat is deels te danken aan Ruud Visser (21) en Rogier Slag (23), die hun bachelor technische informatica er met een dikke 9 mee afrondden. “Iedereen speelt spelletjes als Ruzzle en Wordfeud op zijn telefoon”, zegt Visser. “Maar we misten een rekenvariant. Bij Innovattic van YesDelft mochten we er één maken.” Dat werd Do The Math, een hoofdrekenspelletje dat je in drie rondes van twee minuten tegen een uitgenodigde vriend speelt. Het heeft vier niveaus, variërend van sommetjes als ‘6+7=?’ tot ‘9x8x6:3=?’. Ook het type som wisselt. Zo zitten er ook goed/ fout-vragen tussen, want de één is nu eenmaal sterker op het ene vlak, en de ander op het andere. “Hoofdrekenen wordt langzaam een verloren vaardigheid”, meent de student. “Op de basisschool zijn kinderen er heel even goed in, maar daarna zakt het weg en blijken ouderen er weer beter in. Met een beetje oefenen met Do the Math is dat tij te keren.” Maar een appje bouwen voor je bachelor-eindproject – is dat niet een beetje lichte kost voor informaticastudenten? Dat kan toch bijna iedereen? “Er komt nog onverwacht veel techniek bij kijken”, werpt Visser tegen. “Voor ons was het hoe dan ook nieuw om een app te maken. Maar het moeilijkste was om ervoor te zor-


24

Advertenties

Sports & Culture A Jp u rniel P r o g r a m m e

Waarmee poetst u uw tanden?

Sports & Culture



6

Music: Jammin’ Let’s play! Thursday, 21:00, @Culture, €0,-

-------------------------------------------------------------7

Friday Night: Sheesha Night “Struggle is the enemy, Sheesha is the remedy!” Leave your troubles behind and join us to have the time of your life at this oriental date with BBQ, sheesha and Global Beatz! [In co-op with DISS, http://www.diss-online.nl] Friday, 17:00, Beachfield@Sports, €0,-/ €6,- incl BBQ

-------------------------------------------------------------8

Music: Groover’s Jazztival Jazz lovers unite! Free jazz-festival ft. big band and various jazz combo’s. Saturday, 15:30, @Culture, €0,-

++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

9

Event: Martial Arts and Body&Mind One big try-out on Asian combat sports AND Asian mindfull relaxation lessons & workshops. All lessons are for free!!

Martial Art Experience The ultimate opportunity to taste Martial Arts; workshops and demo’s from Pencak Silat, Krav Maga, Karate, Judo, Aikido and many more. Body & Mind Detox day! With yoga, tai chi, body balance, massages and tarot readings. Sunday, 10:00 - 17:00, @Sports, €0,-

++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

13

Sports workshop: Urban Golf* Play golf in the Mekelpark? YES! Learn the basics and/or use your talent to navigate the golfball through urban settings. Thursday, 19:00, @Mekelpark (Meetup in front of Culture), €5,-

-------------------------------------------------------------14

Met dit gevoel hebben Alzheimerpatiënten dagelijks te kampen.

Friday night: Tango Salon Enjoy this Tango night with a dance workshop and Tango salon. Friday, 20:00, @Culture, €0,-

-------------------------------------------------------------14

S&C Series of Poker: Final* The last of the 3 series in S&C Poker Tournament. Compete to win the Final Prize. Ranked participants of previous series will start off with a bigger stack. Friday, 20:00, @Sports, €10,[Enrollment fee will be shared among organizational costs and prizes]

-------------------------------------------------------------19

Presentation night @ Culture Exposition & Performances by our students of the 2012/2013 season! It is going to be a night filled with music, dance and art exhibitions, so stop by and enjoy the shows! Wednesday, 18:30, @Culture, €0,-

-------------------------------------------------------------20

Movie: International movie night Thursday, 21:00, @Culture, €0,-

Help Alzheimer overwinnen. Dan hoeft niemand zichzelf te verliezen.

--------------------------------------------------------------

1 op de 5 mensen krijgt dementie, waarvan Alzheimer de meest voorkomende vorm is. www.alzheimer-nederland.nl

--------------------------------------------------------------

LOVE IT...

MET AL JE VRIENDEN IN ACTIE KOMEN KOM OOK IN ACTIE ChECK fIghTCANCEr.NL

*Enroll @ sc.tudelft.nl or Sports & Culture desks Sports & Culture Mekelweg 8-10, 2628 CD Delft www.sc.tudelft.nl | twitter.com/tudelft_sc | www.sc.tudelft.nl/facebook

Voor advertenties bel met:

H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80 E delta@henjuitgevers.nl Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.


Delta

media

Dure keukenruimte

Tweede ronde

Apps

kringloopwinkel Ontwikkelaar Westenberg Platform iPhone, Android, Tablet en iPad

Prijs: gratis jjjjj leuk jjjjj handig jjjjj bediening

Delta. Lees ‘m. TU Delta Nieuwsbrief. Meld je aan.

Waarom bewaar je ze eigenlijk nog? Garantiebewijzen van een strijkijzer van een tientje, de handleiding van een oeroude keukenmachine die je nooit gebruikt, het boekje van de Senseo… Allemaal boekwerken ‘die misschien nog eens van pas komen’, maar uiteindelijk nooit meer ingekeken worden omdat je vergeten bent dat je ze had bewaard, of het apparaat al overleden en weggegooid is voordat je aan garantie hebt gedacht. De app Serial+ denkt in te spelen op een gat in de markt en laat je alle garanties en serienummers gewoon opslaan op je telefoon. Je moet ze alleen allemaal wél even handmatig invoeren – al dan niet met foto. Tja, handig. Maar dat kan natuurlijk ook allemaal in Notities of Evernote. Maak meteen een notitie in je agenda wanneer de garantietermijn verloopt en je krijgt nog een herinnering ook. Doet Serial+ niet voor je. Als de app gratis zou zijn, was het nog een aardig hebbedingetje geweest voor de ultiem georganiseerden onder ons. Maar om € 2,69 uit te geven aan een nutteloze app, moet je wel een extreme controlfreak zijn. (JB)

serial+ Ontwikkelaar Enables Apps LLC platform iPhone, iPod Touch en iPad

Prijs: € 2,69 leuk jjjjj handig jjjjj bediening jjjjj

Het grote afstuderen Er zijn heel veel mensen met een universitair diploma. Dat betekent dat heel veel mensen ooit zijn afgestudeerd. Het zogenaamde afstuderen (de Delfse term voor ‘scriptie schrijven’) schijnt de kroon te zijn op je studietijd. Het absolute hoogtepunt, zoals dat in de eerste weken inderdaad voelt. Je gaat iets briljants uitvinden. Je kunt eindelijk laten zien wat je waard bent: heel wat dus. Jammer. Dit euforisch gevoel is van korte duur. Je raakt al snel verstrikt in een woud van tegenstrijdige literatuur, aannames die niet blijken te kloppen en datasets die te groot zijn voor je hersenkwab. Bij elke commissievergadering wordt je nieuwste theorie onderuit geschoffeld en voor elk antwoord komen er tien vragen terug. Wat scheelt, is dat alle malaise op jezelf te betrekken is. Je ontdekt snel genoeg dat de strijd die afstuderen heet maar één tegenstander kent. Juist ja. Al je eigen tekortkomingen passeren tijdens je afstuderen, hernieuwd, de revue. Al die laffe trekjes die zich al meer dan eens, ergens in je studietijd, hebben gemanifesteerd. Stress richting deadlines. Het gevoel dat je altijd te weinig hebt gedaan; en vooral de wetenschap dat dit ook meestal zo is. Avonden waarin je eigenlijk had moeten werken, maar uit lamlendigheid op de bank bent beland. Waar je vervolgens niet van kunt genieten omdat je je schuldig voelt. Wanhopig probeer je je aan deze ultieme studentensyndromen te onttrekken; je bent immers al bijna burger! De zoektocht naar overwinning is duister. Dit komt omdat de transitie van student naar werkende wordt vergezeld van oneerlijke afspraken. Enerzijds dien je je als werkende te gedragen. Hiertoe laat je jezelf een corporate coupe aanmeten (matje eraf), je staat vroeg op, je kleed je netjes aan en je gaat hup, achter het andere klootjesvolk de trein in. Anderzijds word je nog niet echt serieus genomen en hoor je er nooit helemaal bij. En het belangrijkste: van de enige echte grote burgerlijke lust (geld) mag je nog niet genieten! Ach, er zijn heel veel mensen met een universitair diploma. En al die mensen zijn ooit afgestudeerd. Het komt vast goed. Maurits van der Ven

columnMAURITSVANDERVEN

Oké, de logische eerste gedachte ‘Wat is mis met Marktplaats?’ wuiven we even weg. Goedkope of gratis tweedehands spullen, handig online geselecteerd op uiterlijk, staat en locatie, kun je niet overtreffen. Toch doen de makers van de Kringloop-app een dappere poging. Want met meer dan vijfhonderd vestigingen in Nederland, is er altijd wel één bij je in de buurt, is hun redenatie. En ben je net een dagje aan het shoppen in een andere stad, dan is het wel zo handig als je in één oogopslag kunt zien waar de dichtstbijzijnde tweedehandsshop zit. Wát je dan precies in die winkel kunt kopen, een catchy up-to-date overzicht van de collectie, zou dan welkom zijn. De informatie die de app wel geeft is juist weer overbodig. Je kunt winkels zoeken op plaatsnaam of op een plattegrond, en de betreffende winkel bellen met één druk op de knop. Tja, niets wat Google niet ook kan. Zelfs de openingstijden worden niet vermeld. De app is dus net zo knullig als een groot deel van de Kringloopcollecties. Gebruik de ruimte op je smartphone liever voor de app van Marktplaats. En laat je de oude bende lekker ophalen door de Kringloop – ouderwets ingeschakeld via de huistelefoon. (JB)

25

TU Delft


26

Delta

TU Delft

boeken

Deze boeken liggen binnenkort op de leestafel in de TU Library.

Op zoek naar opa Albert

Een gids voor internet

Geen standaard biografie, dit boekje over het leven en werk van professor Albert Sybrandus Keverling Buisman. Zijn kleinzoon schreef vooral een persoonlijk verhaal over zijn grootvader, die tussen 1919 en 1940 hoogleraar was in Delft.

Ja, ja. Zoeken kan iedereen tegenwoordig. Je typt wat in op Google en - floeps! - duizenden treffers, waarvan je vervolgens alleen de eerste een of twee bladzijden doorkijkt. Maar zijn dat de meest relevante treffers? Ewoud Sanders schreef een slim boekje over hoe je minder resultaten krijgt, maar wel meer wat je zoekt.

Enkele maanden nadat TU-hoogleraar A.S. Keverling Buisman op 20 februari 1944 in een Jappenkamp in Bandoeng overleed, werd een pasgeboren kleinzoon naar hem vernoemd. Toen die 64 jaar later tijdens een symposium op de TU gevraagd werd om iets te vertellen over zijn grootvader, stond hij met zijn mond vol tanden. Dat was voor dr. Albert Sybrandus Keverling Buisman de aanleiding om op zoek te gaan naar de man die hij nooit had gekend. Hij verzamelde materiaal dat uitmondde in een boekje over het leven en werk van prof.ir. A.J. Buisman. Daarin staat dat Buisman (geboren in 1890 in Hardinxveld) in 1912 cum laude afstudeerde in de weg- en waterbouw. Hij ging werken voor HBG

op Java en kwam na vijf jaar terug in Nederland. Aanvankelijk voor verlof, maar hij besloot te blijven toen de TU hem een hoogleraarschap ‘toegepaste techniek’ aanbood. Buisman maakte naam met een onderzoek naar een verzakte treindijk bij Weesp, waardoor in 1918 een trein verongelukte met 41 slachtoffers. Buisman toonde aan dat de dijk verzadigd was met water (het had veel geregend) waardoor de aarde ging schuiven. Hij liet ook zien dat het inklinken van de bodem een langzaam maar eindeloos proces is (de zettingswet). Zijn standaardwerk ‘Grondmechanica’ dat in 1940 verscheen, heeft Buisman zelf nooit gezien omdat hij in 1939 naar Bandoeng vertrok waar hij overvallen werd door de oorlog. Het boek is liefdevol gemaakt en verzorgd uitgegeven. Het is een persoonlijk verhaal geworden, en geen standaard biografie. Dan had er meer over Buismans werk in gestaan en minder over de familie. (JW) Albert Sybrandus Keverling Buisman: ‘Albert Sybrandus, leven en werk van prof. ir. A.S. Keverling Buisman (1890 – 1944)’, 104 blz, Betatext 2012, 27,50 euro te bestellen bij www.betatext.nl

Een van de eyeopeners is dat Sanders erop wijst dat je moet denken ‘vanuit het document’. Dus niet ‘woonplaats Jan Smit’, maar ‘Jan Smit woont’ (Pegasusstraat 10, Volendam trouwens). Verder doet Sanders het gebruik van commando’s uit de doeken. Het –teken bijvoorbeeld filtert de uitkomsten, waardoor de je meest voor de hand liggende resultaten (de eerste zoveel pagina’s) kunt mijden. ‘Jan Smit – zanger – Volendam’ bijvoorbeeld leert dat er ook een geoloog Jan Smit bestaat aan de VU, en een tractorhandelaar in Noordwijkerhout.

Een andere gouden tip is het bestaan van databanken op tal van gebieden. Ook die zijn vaak met dezelfde commando’s als het open Internet te doorzoeken. Voorbeelden zijn bestanden met alle historische kranten (leuk om uit te zoeken wanneer iets voor het eerst opduikt, zoals de nylonkous in 1942 in Soerabaja, jaarboeken, naslagwerken en encyclopedieën. Via een lidmaatschap van de Koninklijke Bibliotheek (15 euro per jaar) heb je tot al die bronnen toegang. Van praktische betekenis is ook het hoofdstukje over hoe contactgegevens te zoeken. Vooral bedrijven hebben liever dat je een mail stuurt dan belt. Een zoekopdracht als [Achmea zorg 015] verhelpt dat (Zorgpunt Delft, 015 – 2623647). Kortom, als je een beetje intelligent wilt zoeken, schaf dan voor nog geen tientje dit gidsje aan waardoor jij de zoekmachines bestuurt en niet andersom. (JW)

Ewoud Sanders, ‘Slimmer zoeken op Internet’, 64 blz, Euro: 9,85

Voorspellen doe je zo Wanneer TBM-medewerker dr. Patrick van der Duin op verjaardagsfeestjes vertelt dat hij toekomstonderzoeker is, wordt er steevast gegniffeld. Een futuroloog heeft een vergelijkbaar populair aanzien als een hoogleraar vrijetijdskunde. Maar toekomstonderzoek is helemaal niet zo gek. Sterker: iedereen doet het in zekere mate en een aantal instituten zijn er speciaal voor ingericht (centraal planbureau, sociaal cultureel planbureau, Rathenau instituut). Consultancybu-

reaus van naam verdienen er goed geld mee. Vandaar deze inleiding toekomstonderzoek door Van der Duin en veertien collega’s van wie er vier bij de faculteit TBM aan de TU werken. “Het onderzoeken van de toekomst is geen glazen bol en niet alleen weggelegd voor exotische types”, verduidelijkt Van der Duin als hij een onderscheid maakt tussen voorspellen (van de nabije toekomst) en het verkennen (van de verre toekomst) door middel van

verschillende scenario’s. In zeven hoofdstukken doen de auteurs verschillende methoden uit de doeken variërend van technology forecasting via Delphi (raadpleeg deskundigen) tot scenariostudies. Ieder hoofdstuk heeft eenzelfde opbouw zodat eenvormigheid gewaarborgd is ondanks de veelheid van auteurs. Ook behandelt het team negen verschillende technieken waarmee onderzoekers aan hun informatie kunnen komen. Alle deskundigheid ten spijt

kan de toekomst opeens heel anders verlopen door een onvoorziene 9/11 achtige gebeurtenis. Zoiets staat in de futurologie bekend als The Black Swan, een term van auteur Nassim Taleb. (JW)

Patrick van der Duin e.a., Toekomstonderzoek voor organisaties – Handboek methoden en technieken, Van Gorcum Uitgeverij, 2012, 300 blz., 44,50 Euro.


Delta

27

TU Delft

Desgevraagd We zien een opkomst van autisten, zegt Ari Ne’eman, voorzitter van een autistennetwerk in Washington, in het artikel. De reserve die bedrijven vaak hadden ten aanzien van mensen met een autismespectrumstoornis, begint volgens hem plaats te maken voor een erkenning van hun speciale talenten. Drs. Paula Meesters, studentenpsycholoog aan de TU, vindt het een ‘geweldig initiatief’ van SAP. “Er is intensieve begeleiding nodig”, zegt ze desgevraagd, “maar als deze mensen eenmaal in hun structuur zitten, zijn het geweldige werknemers: betrouwbaar, eerlijk en niet snel afgeleid.” Autisme wordt tegenwoordig gezien als een ‘spectrumstoornis’ die in ernst kan variëren. De meeste mensen die bij Meesters terechtkomen met klachten zijn hoogbegaafde autisten met een relatief lichte beperking. “De informatieverwerking gaat bij hen anders”, zegt Meesters. Die uit zich bijvoorbeeld door een overgevoeligheid voor licht en/of geluid, die gepaard kan gaan met een ongevoeligheid voor kou. Ook sociale informatie wordt anders verwerkt waardoor ze bijvoorbeeld beeldspraken letterlijk nemen (‘iets over de schutting gooien’) en moeite hebben emoties bij anderen en zichzelf te her-

kennen en onder woorden te brengen. Sterk ontwikkeld daarentegen is hun systematische en analytisch denken en hun aandacht voor detail - precies wat je nodig hebt om software te testen. Maar

de psycholoog brengt. Vaak wordt die stress veroorzaakt door misverstanden met anderen, of door moeite om een project af te ronden. Die stress kan dan weer leiden tot depressie of angst waardoor studenten hulp gaan zoeken. Een bedrijf dat zulke mensen in dienst neemt, moet wel speciale voorzieningen treffen die bovendien voor verschillende individuen anders kunnen zijn (een donkere ruimte, of juist stil). Ook moet er een vast aanspreekpersoon zijn die rechtstreeks en direct weet te communiceren. Monique Draijer van het TU career centre is blij dat autisme bespreekbaar geworden is, nadat bijvoorbeeld een succesvolle werknemer van Shell heeft

Sterk ontwikkeld daarentegen is hun systematische en analytisch denken en hun aandacht voor detail ook bij rekenintensieve projecten binnen elektrotechniek, natuurkunde of civiele techniek presteren studenten met een autismebeperking opvallend goed. Gemiddeld valt een procent van de bevolking binnen het autismespectrum. Door het karakter van de TU-studies valt te verwachten dat het percentage onder TU-studenten hoger ligt dan die ene procent, al is dat nooit onderzocht. Stressklachten is vaak wat autisten bij

laten weten binnen het autismespectrum te vallen, en hoe hij geleerd heft daarmee om te gaan. Het career centre verzorgt speciale sollicitatiecursussen voor studenten met een autismebeperking. Dat gebeurt in samenwerking met de organisatie Onbegrensd Talent die zich inzet om Nederlandse bedrijven en mensen met een autismetalent tot elkaar te brengen. (JW)

Hoe staat het met Twitter onder studenten. Ben jij actief op Twitter?

61%

Nee. Ik houd het bij Facebook en/of andere social media.

14%

Ik volg alleen bepaalde personen op Twitter, maar tweet zelf niet.

25%

Ja, ik tweet wel eens.

Kijk voor de nieuwe poll op de Facebookpagina van Delta. www.facebook.com/tudelta

Strip: Auke Herrema

Gaan we de opmars van de autisten beleven, vraagt New Scientist zich af. Het blad meldt dat het Duitse softwarebedrijf SAP op zoek is naar autisten om software te testen. TU-psycholoog Paula Meesters is er blij mee.


28

Delta

TU Delft

Text: Damini Purkayastha Photo: BE-Basic programme

Science without borders

Correction We ran the incorrect photo with the Lab Of… article in Delta 17. We’ve corrected the photo in the online version of this article and apologize for any inconvenience.

international pages

Then Crown Prince Willem-Alexander officially opens the Brazilian office of TU-BE Basic in Sao Paulo, Brazil.

Science without borders may be the motto of TU Delft this decade. Over the past few years, the university has developed ties with academic institutions across the world in a bid to share knowledge, facilitate research and build a strong international reputation. Foremost among partnering countries are China and Brazil, with whom the university has set up collaborative institutes. In November 2012, four new centres opened officially in China, each dedicated to a specific area of study. The centres are the TU Delft-Beijing Research Centre, Wuhan University-TU Delft Joint Research Centre on Spatial Information, Scut- TU Delft Joint Research Centre on Urban Systems & Environment and Hohai-TU Delft Water Research Centre. The same month, TU Delft opened a permanent office at the University of Campinas in Brazil in collaboration with the BE-Basic programme. “Knowledge is essential for the growth of any economy and that of the world. A small country like the Netherlands can only generate part of the knowledge and a single university can only play a limited role. Which is why, it is important to be able to share knowledge on a larger platform,” says Professor Kees

Beenakker, director TU Delft- Beijing Research Centre (BRC). While the two countries signed a memorandum of understanding in 2011, their office in the Institute of Semi Conductors of the Chinese Academy of Science actually opened last year. ”One of the first things we bought was a coffee maker,” he quips. Dr. Sau Koh, the coordinator of the BRC, calls this a ‘win win partnership’. “TU has a great track record in research and China is currently the epicentre for the SSL industry. This will enable the rapid development of innovative and relevant LED applications,” says Koh.

Investing heavily The tie-up with Brazil offers to be equally advantageous. Brazil has been active in biobased research for ethanol production for energy for the past 30 years. Recently, the federal government announced a program for 75,000 international scholarships including this area. In addition, the State of Sao Paulo is investing heavily in research in bioenergy. “Not only do they have a strong scientific basis and activity in the field of bioenergy, they also have the biomass resources and are investing strongly in R&D in this field.”

says Professor Patricia Osseweijer, Flagship Manager of BE-Basic. While collaboration had been ongoing for years, in 2010, BE-Basic and the research organisation in State of Sao Paulo, Fapesp, formalized their relationship by launching a program for joint research projects. On November 21, 2012, King WillemAlexander (then Crown Prince) officially opened the Brazilian office of TU-BE Basic at the State of Sao Paulo. “We are also looking at multidisciplinary research projects. For instance, we work with a group researching remote sensing linked to sustainability and have joint projects on a range of subjects from bioprocess technology to synthetic biology,” says Osseweijer. International collaboration requires a lot of travel. Beenakker travels to China about five times a year. He feels one of the critical things right now is to sustain the standard of quality that has been set. “We are very happy about the way things have started and the quality of students that are participating. We are sure things will only get better,” he says.

‘A small country like the Netherlands can only generate part of the knowledge and a single university can only play a limited role’


Delta

29

TU Delft

science Living on water from Mars Wastewater from the Mars factory in Veghel, the largest chocolate producer in Europe, feeds bacteria in an STW-funded pilot plant, producing bioplastic. A tiny part (much less than a percent) of the cream-coloured wastewater stream containing sugars and fatty acids is drawn off toward a white container that houses the

pilot plant. Operations here are run by Avans Academy student Casper Borsje and TU PhD-student Jelmer Tamis MSc. The process runs in three steps: fermentation, selection and accumulation. In the first step, wastewater is fermented by microbes that convert all sugars in the solution into a mix of fatty acids. The fatty acid mix is kept in a steel vessel to be fed intermittently to the plastic-producing bacteria. Earlier research from Prof. Mark van

Fattened, bioplastic-containing bacteria on the right are whiter than their hungry chumps (left). (Photo: Jos Wassink)

Loosdrecht’s group (faculty Applied Sciences) showed that if you apply a feast-famine regime to a mix of bacteria drawn from a wastewater, you end up with a population that quickly digests fatty acids into a sort of bacterial fat known as polyhydroxy alkanoate or PHA. This substance can be used as a bioplastic that is both biobased and biodegradable. This population then goes on into the third phase in which they are fattened up into the extreme. In the lab, bacteria grew so obese that 80 to 90 percent of their dry body mass consisted of the PHA polymer. Such values have as yet not been attained in the pilot plant. The pilot plant, which was built by Paques, has been operational since November 2012 and will probably be in use until the end of 2013. By that time, Tamis hopes to have increased the PHA content of the produced biomass, in order to bring down the production costs of the bioplastic and make sustainability more affordable. (JW) Full story and more pictures on delta.tudelft.nl/26740

Building houses with a computer It is a lot more constructive than the 3D printed gun with which an American anarchist recently made the headlines. Ir Pieter Stoutjesdijk, who graduated cum laude at the faculty of architecture earlier this year, made a house (a model that is to say) come out of the computer. He designed it especially for earthquake struck Haiti. A house like that, could according to him be built in a few days only, offering quick relief. Stoutjesdijk used a computer controlled milling machine to cut 2484 parts out of Medium-Density Fibre-

Pieter Stoutjesdijk with his house for Haiti. (Photo: Tomas van Dijk)

board (MDF). These parts were like Lego bricks which he assembled the house with through friction fit. No nails nor screws were used. If it were up to Stoutjesdijk, future

relief aid for areas where people became homeless would consist not only of tents, food and medicine, but also of milling machines. The house for Haiti is just a model and part of a design exercise. The researcher however has big plans. He is going to Rwanda this year to help build 25 thousand houses using the same technology. The walls of these houses will be made out of brick. “People there find that fancier than wood unfortunately”, Stoutjesdijk explains. But for most other parts, the computer aided technology will be used. The young Delft architect will work together with, amongst others, a Dutch company called Ecoboards which patented a technology to produce a water resistant board material from agricultural waste. (TvD)

SHORT Eight Vidi grants for Delft The Dutch organisation for scientific research has granted eight proposals from Delft for maximally 800,000 euros each, allowing researchers to set up their own group. Dr. Jeroen Kalkman (3mE) will shed new light on the humble zebra fish. He will reveal their tiny internal structures with optical tomography, while at the same time lighting up active genes and proteins. Tuneable gels are what Dr. Rienk Eelkema (AS) will focus on. Eelkema showed that a gel’s stiffness could be catalytically tuned, changing the material properties, which may be useful for cracked paint. Dr. Jorge Gascon also works on catalysts. He wants to optimise the conversion from natural gas (methane) into methanol – a liquid fuel that can be converted into gasoline. “On the bottom of the ocean there are enormous quantities of methane hydrate. If we can convert those into methanol, transport fuels will be plentiful.” Coagulating streams can vary from a nuisance (oil pipes) to a life-threatening risk (corony arteries). Dr. Brian Tighe (at 3mE) will use his NWO-grant to study coagulation and restarting of fluid streams. He will focus on soft solids such as foams and emulsions. Like Tighe, Dr. Lucia Nicola (3mE) will work a lot with computer simulations. She will focus on on reduction of friction in transport. Dr. Alessandra Palmigiano (TPM) describes her field of research as “the application of mathematical logic to the prognoses on the evolution and the outcome of social situations governed by collective decisionmaking or consumer behaviour.” Dr. Riccardo Riva (CEGS) works on specifying local differences in global sea level rise. Counter to intuition perhaps, extra water from melding glaciers will not spread evenly over the globe. Dr. Andy Zaidman (EEMCS) will develop techniques to improve computer software production by systematically learning from known errors. (JW)


30

Delta

TU Delft

Text: Damini Purkayastha Photo: Hans Stakelbeek

delft survival guide Surviving emergency situations Having trouble after-hours? Here’s some information to help the next time you’re locked out of your house at midnight or have a roommate in desperate need of some cough syrup on a weekend. Odd hour for bike troubles Time is no longer a good excuse for not getting your bike repaired. The bike shop behind the NS Delft station is open from 5:00 on weekdays and 5:30 on Saturdays and Sundays. The shop remains open until 2:30 from Monday to Thursday and until 1:15 on the rest. “Patching up a flat tyre costs €10 and replacing a tube €21,” says Rob, a shop employee. If you have a fancy bike and are paranoid about theft, you can also park your bike here until the end of the day. Day charges at €1.25 while a month card if for €13.50. “The garage is guarded, so people know their bikes are absolutely safe,” says Rob. This is also where you can rent bicycles if you have guests in town. Behind the NS station Locked out? It’s 1:00 on a Saturday night. You just got home. You can find your house but not your keys. What do you do? Slightly expensive but extremely efficient, Lock Expert is a structural and electronic security company which also works with the police and the Ministry of Justice. “We actually come at any hour of the day you call,” says Peter K, the owner of the company. Whether you need to unlock your door to get in or change all the locks, they are available 24 hours a day. “We charge a flat rate of €90 to open a door and the charge for materials of extra. The good thing is that if the work takes 5 seconds or half an hour, we don’t confuse the customer by negotiating. They know exactly

The Buitenhof Apotheek is the only 24 hour pharmacy in Delft. what to expect in terms of payment and don’t have to stress about that,” he adds. lockexpert.nl/pagina/slotenmakerdelft (015) 760 00 04 Urgent medication If you need medicines urgently after 18:00, or on the weekend, your best bet is the Buitenhof Apotheek. This small shop, tucked away in a quiet part of town, closes for regular business at 18:00, but an attendant stays at hand till 8:00 the next day. It’s mainly for emergencies and those with prescriptions, but you can get over-the-counter medicines such as paracetamol and cough syrup here even after hours. “If you call any pharmacy in town after working hours, there is an automated message that asks you come here,” explains Chantalle Thomassen, a staff

‘We actually come at any hour of the day you call’

pharmacist. An extra charge of €2.50 is added to after-hours purchases. If you reach the shop and find it closed, just ring the bell. If no one answers, a notice outside has a phone number you should call. “Someone will be there, but they might be sleeping. Which is why we ask people to ring the bell and wait,” she adds. buitenhofapotheek.nl (015) 2565 000 Doctor Doctor Weekends are the worst time to fall ill. Not just because you miss out on the fun, but also because your general practitioner is undoubtedly off as well. If you have a raging fever or an allergic reaction and absolutely must see a doctor, then it’s the Huisartsenpost Delft you need to head to. Situated next to the Reinier De Graaf hospital, the office is open from 17:00 to 8:00

on weekdays and 24 hours on weekends and holidays. The Huisartsenpost Delft is a collaboration of all GPs from the municipalities of Delft, Nootdorp, Pijnacker, Delft, Schipluiden and Den Hoorn. All the GPs of these areas alternate after-hours duties through the year. Always call first before going so the medical assistant can give you an appointment and initial assessment if needed. In case the patient is too unwell to travel, the assistant can also suggest sending someone over for a home consultation. huisartsenpostdelft.nl (015) 251 19 30


Delta

Researchers work together to understand cellular signaling With the tools of computer science and the questions of biology, a team of international researchers was able to uncover the dynamics of complex cellular signaling. TU Delft computer scientists have applied an optimization technique on large-scale protein measurements in cancerous lung cells in order to help biologists from the United States confirm a theory about chemical signaling in cellular pathways, while also uncovering previously unknown pathways within these cells. Dr. Marc Grimes, professor of biological sciences at the University of Montana, Missoula, had been investigating his theory that for an individual cell, multi-protein complexes would play a role in integrating several cellular signals into a single instruction for the cell to follow. He found himself with massive spectroscopic measurements of these protein complexes, but because it is com-

lbeek) (Photo: Hans Stake

nostalgia

mon for a mass spectrometer to miss details in complex molecules, his dataset was sparse. Searching for a way to deal with his large and sparse data, he stumbled upon a patternrecognition-based optimization method that had been developed by Dr. Laurens van der Maaten, an assistant professor in the Pattern Recognition and Bioinformatics Group. “He just sent an email. We’ve never

reduced the dimensionality by grouping the proteins by how close their variables were to one another. They literally calculated the Euclidean distances among the variables, across all of the data points. The method finally resulted in a two-dimensional visualization that indicated which protein complexes were most similar, facilitating Grimes’s and his colleagues’ interpretation of the data. The

‘He just sent an email. We’ve never met’ met,” said van der Maaten of the far-flung collaboration. The optimization work, done by van der Maaten and a former post-doc, Dr. Wan-Jui Lee, enabled the international collaborators to efficiently sift through the high-dimensional proteomic data. The proteins had several variables, or dimensions, and thousands of data points, the proteins. Van der Maaten’s method, called t-Distributed Stochastic Neighbor Embedding, or t-SNE for short, took all of the highdimensional data as input and

31

TU Delft

team’s findings were published in PLoS ONE in January 2013. “That our cooperation could happen so fast and smooth [is in] a great part owed to the international working environment of TU Delft,” said Lee, who, from her native Taiwan, first came to TU Delft on a scholarship as a guest researcher and then stayed as a postdoc. “Everyone was open, … brilliant and friendly, she said of her former research group. Lee now applies her research in industry, still in Holland. (TA)

What could be more of a reminder of America than cowboy boots? Aukje Schukken, 26, saved up to buy these boots from Frye, a brand only available in the US. “They remind me about all of the good things there,” she says. Schukken isn’t an international student in the traditional sense. She was born to Dutch parents in the Netherlands and lived here until she was 12 when her parents moved to the United States. She lived there until returning to pursue a bachelor’s in architecture at TU Delft.

Talking point A dream becoming a reality After almost two years of endless efforts and negotiations with the International Office and Facility Management department of TU Delft, the Delft International Student Society (Diss) is finally going to be officially situated at the first floor of the Vereniging voor Studie- en Studentenbelangen Delft (VSSD) Building located at Leeghwaterstraat 42 in Delft. Diss was established four years ago, originating from VSSD. The organization aims to represent the interests of international students at TU Delft and make these interests known to the various bodies within university. Diss focuses on encouraging a more cohesive community of international students, one that is actively involved and integrated with the Dutch society and way of life. The fourth Executive Board took charge in February 2013 and since then, one of the most important tasks has been to establish the office space and provide a professional identity for the organization. For an organization like Diss, getting an office space is of paramount importance to accommodate the rapid growth and expansion in terms of membership and reach. In addition to this, it will also help tremendously in integrating with the Dutch society as we will be sharing the office space with other popular organizations like VSSD, Owee, Best, Aegee and other national associations. The new office space will give a unique identity and recognition to Diss Board, its committees and its members. The office will be equipped with a state of the art facility, a common room and a meeting room. The office space will allow us to expand our network in order to support the growth we are experiencing while giving us dedicated facilities to host some of our events. The Board is indeed very excited about the possession of the new office and this drastic step ahead represents a commitment to continue to build on the success our society has accomplished over the years. Our sincere thanks to Ms. Germaine Poot from the International Office for her support, efforts and encouragement in obtaining the office space and kudos to the Board members who have served the Diss during the past years and struggled to get an office space for the organization. Supraja Ramachandran Secretary, Delft International Student Society

Do you agree or disagree with the points raised in this week’s Talking Point? Let us hear your opinion: start or join the discussion in the website’s Comments section at www.delta.tudelft.nl


Contents International

28

Science with borders

30

Surviving emergency situations

The bike of Jens Boemer

Text: Heather Montague Photo: Hans Stakelbeek

31

Nostalgia - Talking point

Jens Boemer has owned a good number of bikes in his lifetime, but in recent years he has become a big fan of Dutch bikes. Even before he moved to the Netherlands from his native Germany he owned Dutch bikes. Boemer moved to the Netherlands, along with his wife and one year old daughter, in February of this year to pursue his PhD. He bought his current bike in Delft in the spring of 2009 after he had an accident in Berlin with another bike (which he also bought in Delft!). “I was hit by a car that disregarded my right of way on my way home from work,” states Boemer. The car missed hitting his head by about 30cm and he ended up in the hospital. Despite such a serious accident, Boemer did not hesitate to get back on a bike. In choosing the replacement bike, it is no surprise that an engineer would be concerned about engineering. Boemer said it was the combination of hub brakes and gears along with well-engineered Dutch wheels that made him choose this bike. It has hub brakes on the front and back wheels as well as a three-speed hub on the back wheel. Hub brakes are

See www.delta.tudelft.nl for the translation of page 16: ‘Minerals Museum: dump, ugrade or both’

incorporated into the hub of a wheel, as opposed to a rim brake. “They allow me to ride fast and brake safely at the same time which is very useful, for example, when one of the Dutch lift bridges suddenly opens in front of me,” says Boemer. Hub brakes also have the advantage of being weatherproof, which is quite an asset in this Dutch climate. In talking with Boemer, you will quickly learn that he has a wry sense of humour, as well as a sturdy bike. “I was stunned by the fact that the bike allowed me to give a ride to my wife in her 8th month of pregnancy without collapsing.” Aside from transporting a pregnant wife, the bike is mainly used for commuting between TU and home, grocery shopping, bicycle tours with family and friends and other activities like moving house. It is also missing a kick stand, and Bomer says he will gladly accept donations. When asked what he thinks about cycling in the Netherlands, Boemer said, “I am not thinking, I am feeling. It feels great.”

Name: Jens Boemer (Germany, Electrical Sustainable Energy department, EEMCS, PhD Student)

Price: Around 250 euros Brand: Sparta Striking feature: Hub brakes


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.