TU Delta 19

Page 1

Delta Nr. 19

17 juni 2013

Delta test Concept House

roekeloos met energie achtergrond

reportage

interview

DELftenaren spieken niet

waterprof ongewenst han vrijling gedrag

english pages inside see page 28


8 Delta nr. 19

17 juni

2013

“De opdracht was om de gebruikers van het Concept House te fotograferen. Zij zitten in deze woning om het energieverbruik te bekijken. Vandaar dat ik ze met allerlei huishoudelijke zaken heb gefotografeerd.” (Fotograaf Hans Stakelbeek)

REAGEER!

12

www.delta.tudelft.nl

colofon

Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.

Redactie Frank Nuijens (hoofdredacteur) - @franknu, Katja Wijnands - @kwijnands, Dorine van Gorp - @dorinevangorp, Saskia Bonger - @sbonger, Tomas van Dijk - @tomasvd, Carlijn Remmelzwaal - @c_remmelzwaal, Connie van Uffelen - @connievanu, Jos Wassink - @joswashere Medewerkers aan dit nummer Jorinde Benner, Hein Cuppen, Kerry Dankers, Jessica van den Doel, Dap Hartmann, Auke Herrema, Job Hogewoning, Heather Montague, Damini Purkayastha, Molly Quell, Jimmy Tigges, Robert Visscher, Alexander van der Wel Foto’s Sam Rentmeester, Hans Stakelbeek

Bladconcept en vormgeving Maters & Hermsen, Leiden Lay-Out Liesbeth van Dam, Saskia de Been Redactie-adres Universiteits-bibliotheek, Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848, delta@ tudelft.nl Advertenties H&J Uitgevers, 010 451 5510, delta@henjuitgevers.nl Druk Deltahage, Den Haag Oplage 8.000 Jaargang 45 ISSN 2213-8838 Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op de website. Meer informatie op: www.delta.tudelft.nl/colofon

cover

interview

Energietest concept House

Waterlanders

Is het energieneutrale Concept House bestand tegen energieverslindende bewoners? Delta neemt alles met een stekker mee en probeert het uit.

Waterprofessor Han Vrijling nam afscheid van de TU. Hij is het niet eens met het huidige waterbeleid in Nederland. “Men lijkt te denken dat het hele deltaprogramma wel zonder ingenieurs kan.”


16

Delta 20 verschijnt op maandag 1 juli

28 reportage

english pages

tentamenfraude

good food

Spiekbriefjes verstoppen op het toilet en stiekem ouderejaars mailen met je smartphone. Hoe listig is de Delftse student met spieken tijdens tentamens?

With the semester winding down, you might finally have the chance to cook a good, homemade meal. You can learn where to find all the ingredients you’ll for a traditional recipe or try out a new cuisine in our Survival Guide.

VERDER Column Kort nieuws Sport Campuslife Partyspotters Job de kok ESSAY Bachelor Column Apps Boeken Kriep Desgevraagd Science Survival Guide Talking Point

04 05 06 07 15 15 20 23 25 25 26 27 27 29 30 31


Delta De eerste keynote speaker is een Amerikaanse emeritus hoogleraar die al dertig jaar bevriend is met de decaan die deze conferentie organiseert. Hij gebruikt de eerste vijf van de twintig minuten die hem zijn toegewezen om te vertellen hoe blij hij is om hier te zijn, en hoe geweldig hij Den Haag vindt. Dit alles tegen een achtergrond van een nauwelijks leesbaar grijskleurig diagram dat op twee schermen wordt geprojecteerd. Het blijkt een antieke overheadsheet te zijn. “De organisatie vroeg of ik iets kon laten zien, maar ik heb alleen deze transparant”, zegt de keynote speaker verontschuldigend. “Wat is een transparant?” had de conferentie-assistent aarzelend gevraagd. In het fonkelnieuwe auditorium is geen technologie uit de vorige eeuw aanwezig. Daarom werd de transparant ingescand zodat hij nu via twee beamers geprojecteerd kan worden. Wij zien een natte krant achter bezoedeld matglas. “Doe maar weg”, zegt de keynote speaker. De conferentie-assistent drukt op een knopje. De projectoren gaan uit en de projectieschermen kruipen langzaam het plafond in. Dat gaat verre van geluidloos, en daarom pauzeert de keynote speaker totdat de operatie is voltooid. Vijf minuten later komt het schema op de overheadsheet ter sprake. De keynote speaker vraagt de conferentieassistent om het schema weer te vertonen. De conferentie-assistent drukt weer op een knopje en langzaam zakken de twee projectschermen uit het plafond. Opnieuw een onderbreking vanwege de zoemende motoren. De projectoren gaan weer aan en tonen het logo van de projectorfabrikant. “Waar is mijn transparant?” vraagt de keynote speaker. Het logo verdwijnt en de computer gaat op zoek naar de overheadsheet. De schermen blijven donker. “Maak niet uit”, zegt de keynote speaker, “u heeft die transparant toch al gezien.” Dan mengt zich een onzichtbare stem in de discussie: “Woeoeoeoe…, aaaahhhh…, eeeeehhhhh…” Lijzig en langgerekt klinkt het als een dolende geest – misschien wel de ziel van de overheadprojectietechnologie. Aanvankelijk doet de keynote speaker of er niets aan de hand is, maar als de langgerekte klagelijke geluiden blijven aanhouden, kijkt hij de zaal in, richt zich tot de organisatoren en zegt goedgemutst “You’re doing this on purpose, don’t you?” Waarschijnlijk is elders in het gebouw iemand een draadloze microfoon aan het testen, en heeft die microfoon zich toegang verschaft tot onze geluidsinstallatie. “Just turn the damned thing off!”, zegt de keynote speaker, nog steeds goedgeluimd. De assistent interpreteert ‘the damned thing’ als de gehele geluidsinstallatie, inclusief de microfoon van de keynote speaker. Die gaat nu verder zonder versterking, maar niet voordat de mobiele telefoon van de assistent luid afgaat. Zonder verdere interrupties haalt de keynote speaker de eindstreep. Ik zal de columns van Willemijn Dicke missen. Haar toon was altijd luchtig, haar stijl bedrieglijk eenvoudig. Het bovenstaande is een Dappere poging tot imitatie. Dap Hartmann is astronoom. Hij werkt als onderzoeker bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

TU Delft Komende tentamenperiode zorgt Oras voor extra studieplekken op de campus. In de weekenden van 15-16, 22-23 en 29-30 juni wordt de aula van 08.00 tot 20.00 uur ingericht als extra studieruimte. Oras-lid Christiaan Rijneveld licht toe.

1 Bij toekomstige tentamenperiodes zal de aula standaard worden ingezet als extra studieplek.

studeren: printers, computers, stilteruimtes etc.

2 Faculteiten

ja

ja

zouden ook in het weekend open moeten zijn.

nee

3 De aula biedt alle faciliteiten om goed te kunnen

ja

4 De XXL openingstijden van de bibliotheek hebben onvoldoende geholpen om alle TU studenten een studieplek aan te kunnen bieden.

5 “Op vraag twee. Als één faculteit in het weekend open gaat, dan willen meer faculteiten dat. Het geld dat zij moeten betalen om open te gaan, kan beter naar onderwijs gaan. De aula is een goede optie om open te gaan in het weekend, omdat dit gebouw faciliteiten zoals de servicebalie kan delen met de bibliotheek. Zo ontstaat een beheersbaar gebied waar in het weekend veel extra studieplekken zijn.”

7,9 De bibliotheek van de TU krijgt voortaan 7,9 miljoen euro minder van het ministerie van onderwijs. Dat is bijna de helft van het totale budget van 18,5 miljoen euro. “Behoorlijk shocking”, zei collegelid Anka Mulder tijdens een overleg met de studentenraad. De korting zal gevolgen hebben voor de uitgaven aan onderwijs en onderzoek op de TU Delft, schrijft collegevoorzitter Dirk Jan van den Berg in een reactie aan de minister. Want de activiteiten voor de landelijke taak van de bibliotheek zijn volgens hem niet zomaar te stoppen. www.delta.tudelft. nl/26804

Tweets

(Foto: Carlijn Remmelzwaal)

columnDAPHARTMANNEPIGOON

4


Kort Meer en uitgebreider nieuws op www.delta.tudelft.nl

Hema-wedstrijd

Geen Delftse winnaar dit jaar van de Hema ontwerpwedstrijd. Na twee jaar eerste te zijn gewonnen, gaat nu een studente van de Universiteit Twente met de eer aan de haal. Op de derde plaats eindigde wel een Delftenaar: industrieel ontwerper Zsolt Hayde. www.delta.tudelft.nl/26828

Talentvolle basisschoolkinderen mochten woensdag 12 juni bij biotechnologie dna isoleren uit kiwi’s. Ook leerden zij bacteriën te programmeren door hun dna-code aan te passen. Beide workshops waren onderdeel van de finaledag van de zeventiende Toptoets, een wedstrijd voor hoogvliegers van de basisschool, georganiseerd door de stichting Cognitief Talent. (Foto: Sam Rentmeester)

Wie je moet kennen Het college van bestuur heeft dr.ir. Paul Breedveld benoemd tot Antoni van Leeuwenhoekhoogleraar bij de faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen (3mE). Breedveld ontwikkelt flexibele chirurgische instrumenten voor sleutelgatoperaties. In 2004 patenteerde hij een veersysteem met kabels, het ‘kabelkransmechanisme’, dat hij had afgekeken van inktvissen. De universiteit heeft sinds kort een

klachtenregeling wetenschappelijke integriteit. Als vertrouwenspersoon hiervoor is hoogleraar industriële microbiologie prof.dr. Jack Pronk benoemd (Technische Natuurwetenschappen). Medewerkers en studenten kunnen naar hem toe als zij vinden dat sprake is van schending van de wetenschappelijke integriteit aan de TU. Muzikant Spinvis (Erik de Jong) hield vrijdag 7 juni zijn uittreerede, waarmee hij zijn verbintenis als cultural professor

aan de TU afsloot. Samen met 24 masterclass-studenten van alle Delftse studierichtingen heeft hij de afgelopen maanden ‘Iets uit Niets’ gecreëerd. Bij de uittreerede presenteerden Spinvis en de studenten hun ‘Mécanique érotique’ - een muzikale installatie met verrassende audiovisuele en tactiele details. Tot 7 juli is de installatie in de bibliotheek te zien. (TvD)

Studentensteun

De TU wil komend jaar dertig- tot veertigduizend euro bezuinigen op de ‘regeling afstudeersteun studenten’ (RAS). Hoewel er 1,1 miljoen euro was gereserveerd, was er in 2011 namelijk 1,39 miljoen en in 2012 1,86 miljoen euro uitgegeven aan studenten die door bestuurswerk of overmacht vertraging opliepen. De studentenraad wil eerst meer informatie. www.delta.tudelft.nl/26805

Hausse

De faculteit 3mE ziet zo’n zevenhonderdvijftig eerstejaars op zich afkomen. Vorig jaar was zeshonderd nog de maximumcapaciteit, daarom gaat de faculteit hoorcolleges dubbel geven, extra zalen inzetten voor werkcolleges, twintig tafels voor projecten regelen en extra docenten en student-assistenten inzetten. Scholieren krijgen als proef een vragenlijst voor zelfselectie. www.delta.tudelft.nl/26810

Gepasseerd

De TU Delft heeft zich op het allerlaatste moment toch aangemeld voor een experiment met een bindend studieadvies in het tweede jaar. Het betreft alleen de studies life science and technology en molecular science and technology. De studentenraad voelt zich gepasseerd en protesteert. www.delta.tudelft.nl/26814

Record

Hoewel de universiteit steeds waarschuwt dat de inkomsten uit werk voor derden niet kunnen blijven toenemen, stijgen ze al jaren. Met 2012 als nieuw record. De TU haalde 150 miljoen euro binnen uit nationale en Europese subsidiepotten en uit het bedrijfsleven. www.delta.tudelft.nl/26830


IN THE SPORTLIGHT

sportzaken

Ingeborg Kuijlaars Specs

1.70 mtr Gewicht

62 kilo Geboortejaar 1989

Prutsen aan je fiets, gerommel in de buik

studie: Bouwkunde Het nieuwe clubshirt sinds maart 2012. Het vorige clubshirt was bruin en goudkleurig.

sport: Ultimate frisbee (mix van handbal en american football), bij Force Elektro

andere sporten: Niet meer Sterke punten: “Men zegt dat ik redelijk veel veldinzicht heb. En de spirit natuurlijk. Een belangrijk element bij ultimate frisbee: dat je elkaar blijft oppeppen.” Zwakke punten: “Te weinig zelfvertrouwen. Gooien als het hard waait.” Blessuregevoeligheid: “Pols en elleboog geblesseerd na een val tijdens een toernooi. Daardoor moest ik als linkshandige anderhalve maand met rechts spelen.” Kort zwart broekje. Het ontwerp voor een nieuw clubshort is in de maak.

Hoogtepunten/prijzen: “De landelijke damestrainingen waaraan ik mee doe. Die zijn heel leuk en leerzaam. Het gaat er daarbij echt om dat je jezelf verbetert.”

Ambities? “Ik werk dit seizoen aan mijn persoonlijke verbetering. Beter gooien, beter vangen en beter verdedigen.” Ergens een hekel aan? “Aan negativiteit. Dat mensen zichzelf gaan afkraken: ‘we kunnen het niet’.” Bijzonderheden? “Na een wedstrijd ga je spellen spelen als Ninja of Mingle mingle, met je tegenstanders. Dat hoort ook bij de spirit of the game.”

Soort legging. Standaard wedstrijdschijf. Gewicht: 175 gram. Omvang? ‘Geen idee, maar er kunnen precies drie Engelse pints in.’

American football-schoenen. ‘De eigenschappen daarvan zijn het meest geschikt voor de bewegingen die wij in het veld in theorie moeten maken.’

Foto: Sam Rentmeester

Waarom zou je gaan frisbeeën? “Het is een heel sociale sport. Er is geen scheidsrechter, je bent zelf verantwoordelijk voor het wedstrijdverloop. De spirit of the game is wat de teams drijft. Omdat het een kleine sport is, leer je je tegenstanders ook goed kennen. Je hebt er weinig voor nodig. Alleen een schijf en een groepje mensen.”

Je kunt best een keer naar de wc tijdens een triatlon, en toch als eerste over de finish komen. Andere Delftse successen werden behaald door survivalrunners, roeiers en voetballers. ‘Een race hoeft niet altijd perfect te gaan om te winnen.’ Dat concludeerde Bert van Veen van het herenteam van DSZ Wave, na de tweede ronde van de competitietriatlon - op eerste divisieniveau - in Almere, begin juni. Een minuutje aan je fiets prutsen, een minuutje op de wc zitten of een benedenmaatse looptijd neerzetten, dat zijn tijdrovende belemmeringen die het winnen van een race danig in weg kunnen zitten. Het overkwam het Delftse kwartet allemaal, in Almere. Desondanks bleek de ploeg tot haar eigen grote verrassing en vreugde de 1500 meter zwemmen, 40 kilometer fietsen en tien kilometer lopen (de officiële Olympische afstand) het snelst te hebben afgelegd. ‘Nooit gedacht dat een golfslagbad, snoeiharde wind, panne op de fiets en met name een run naar de Dixie zo’n goede nasmaak zou geven’, jubelde Van Veen in zijn rol als verslaggever. Het zegevierende viertal bestond naast hem uit Mulders (de man die tijdens het loopgedeelte een minuutje een wc-hokje indook vanwege gerommel in de buik), Posthuma en Mobbs. Teammanager Gela stuurde ze allemaal de goede kant op. Net zomin voor een kleintje vervaard waren de survivalrunners die in het zelfde juniweekend in de buurt van Heerenveen streden om het Nederlands kampioenschap. Survivalrun? Dat is een strijd tegen de elementen, net als bij de triatlon, waarbij hardlopend een parcours wordt afgelegd met natuurlijke en opgebouwde hindernissen. Ook hier Delfts succes, want TU-student Joris Domhof van SV Slopend legde de twaalf kilometer lange run voorzien van 37 hindernissen in 1.15,20 als snelste af. Opvallend was het ruime verschil van meer dan vier minuten met de nummer twee van het klassement, waar de verschillen aan de top doorgaans veel kleiner zijn. Eind mei deelden Sjoerd de Groot en stuurman Pieter Wiersum van Proteus, als leden van de nieuwe Holland Acht, in de vreugde om de bronzen plak tijdens het EK roeien in Sevilla. De achterstand op nummer 2, Polen, bedroeg slechts een halve seconde. Tot slot kan gemeld worden dat de lange weg naar handhaving in de derde klasse voor de zaterdagvoetballers van Ariston’80 met goed gevolg is afgerond. In de allerlaatste beslissende wedstrijd, thuis tegen Blauw Zwart, moest er gewonnen worden om niet na één jaar weer terug te keren naar de vierde klasse. Lange tijd was het, met een tussenstand van 2-1, ijzingwekkend spannend op het sportcentrum, totdat Ali Mousivand de beslissende 3-1 binnen tikte. Tips? Jimmy.tigges@hetnet.nl


Delta

7

TU Delft

campuslife Actievoeren met een limo Actievoerende studenten protesteerden maandag 10 juni tegen het afschaffen van de ov-kaart. Met zes busjes en een limousine van studentenbesturen vervoerden de actievoerders zo’n vijftig studenten van het station naar de aula. Tijdens de rit informeerden ze hun passagiers over de geplande bezuinigingen en mogelijk verdwijnende buslijnen. Bas Vollebregt, voorzitter van de organiserende Delftse studentenvakbond VSSD, is bang dat financiële motieven steeds zwaarder gaan wegen bij de studiekeuze. “Wie van Utrecht naar Delft reist, is zonder ov-kaart 265 euro per maand kwijt voor alléén de reis. De plaats van een universiteit zou er niet toe moeten doen bij het maken van een

studiekeuze. Wie in Delft wil studeren moet er ook heen kunnen.” Studenten die met een studentenbusje van Het Gezelschap Practische Studie meereden, noemden het een ‘terechte actie’. “Als deze maatregel doorgaat, ben ik straks veel geld kwijt als ik naar mijn ouders in Heerlen wil: zonder korting betaal ik heen en weer bijna vijftig euro”, zegt civiel-student Edward Fransen (21). Martijn de Vlieger (19) denkt dat hij wellicht een andere studie had gekozen dan technische natuurkunde in Delft. Hij komt uit de Hoekse Waard, net onder Rotterdam. “Ik zou eerder kijken naar een studie in Rotterdam”, zegt hij. “Vooral de trein is erg duur. Als je daar iedere dag tien euro aan kwijt bent en zo’n 250 dagen per jaar rijdt, is dat een aardig sommetje.” Van een kale kip kun je niet plukken, zegt Maurice van Beijnen van de VSSD, die tegenover de aula koffie en vlaai

Weer eens wat anders: met een limousine naar college. (Foto: Spotlightstudent)

uitdeelde. “Het verdwijnen van de ov-kaart kost studenten die niet op kamers wonen gemiddeld 1059 euro per jaar. Dat zorgt ervoor dat mensen niet op de plek gaan studeren waar ze willen studeren.” Hij wijst ook op joint-bacheloropleidingen life science and

technology en molecular science and technology van Delft en Leiden. “Het is vervelend als je in een van die steden woont en elke dag heen en weer moet reizen. Het aantal studenten dat een gecombineerde studie kiest, rem je hier mee af.” (HOP/CvU)

‘Het water in de kanonnen is oranje’ rechten. Het recht op demonstreren zonder blootgesteld te worden aan traangas. Het gaat niet om de islam, want er zijn ook islamitische groepen in het park die er ook bidden. Het is tegen de regering en haar optreden. Het is tegen de houding ‘ik heb de meerderheid en ik doe wat ik wil’. Maar de regering laat het protest zien als incident tegen islamitische mensen.”

Erdem Demir (33) promoveerde in 2010 aan de TU Delft. Nu maakt hij de demonstraties in Turkije van dichtbij mee en geeft zijn persoonlijke indruk. “Een referendum is geen oplossing.” Je woont in Istanbul? “Ja, ik woon vijf minuten lopen van het Taksimplein. Om de dag ga ik naar het Gezi-park om de regering te laten zien dat we aanwezig zijn. Ik kan niet elke dag, omdat ik mede een bedrijf run voor user experience design.” Wat is precies de reden van het protest? “Het begon als protest voor het park, maar na het politiegeweld gaat het meer om democratische

Hoe is het om daar te zijn? “Vrijdag twee weken geleden was het echt afschuwelijk. De politie gebruikte traangas en waterkanonnen. Zaterdagmiddag verdween de politie. Daarna was het leuk. Mensen met verschillende culturele achtergronden waren verenigd tegen het politiegeweld en tegen de plannen voor een winkelcentrum daar. Heel vreedzaam. Er waren zelfs yogasessies. Na die eerste week kwam de politie terug en begon het opnieuw. Er gingen in het park geruchten dat de aanvallers leden van de politie waren en dat de premier zo wilde aantonen dat dit geen vredig protest was.” Erdogan sprak woensdag 12 juni met mensen uit het park. “Hij sprak met mensen die niet protesteren en die door de regering zijn geselecteerd. Dit is geen oprechte poging. Niet uitgenodigd was de organisatie Taksim Solidarity waarin verschillende groepen zitten, onder andere voor mensenrechten, een feministische organisatie en zelfs een homo-organisatie. De meeste mensen die de premier hadden ontmoet,

hebben geen idee wat de mensen van Taksim vragen. Die willen namelijk vier dingen; verlaat het Gezi Park en bouw daar niets; stop het politiegeweld onmiddellijk, overal in Turkije; respecteer het recht om te demonstreren en stop het gebruik van traangas en waterkanonnen, dit zijn chemische wapens.”

Chemische wapens? Leg eens uit. “Mensen hebben ademhalingsproblemen. Er zit niet alleen water in de waterkanonnen, er zit een chemische stof in. Ik heb geen bewijs, maar ik zag op YouTube dat het water oranje gekleurd is. Een van de medewerkers hier had water over zijn gezicht gekregen en drie uur lang een brandend gevoel. Hij had allergische verschijnselen.” Erdogan kondigde een referendum aan. Goed idee? “De premier zei dat dat een mogelijkheid was, maar een referendum is geen oplossing. Hij heeft de mogelijkheid te manipuleren wat de meerderheid denkt, door zijn macht over de media. Die zendt uit wat de regering wil. Ik ben er niet zeker van dat het een democratisch referendum is. De regering geeft financiële hulp en voedselhulp aan de armen en krijgt zo stemmen.” Waar eindigt dit? “Ik weet het niet. Ik hoop dat de regering een stap terug doet en het Gezi-park laat zoals het is. Ik denk dat de demonstranten er lang zullen blijven. Ik blijf naar het park gaan.” (CvU)


Het is misschien wel ’s werelds eerste energieneutrale appartement: het Concept House Prototype. Delta-redacteur Tomas van Dijk logeerde er met vrienden en probeerde de elektriciteitsmeter op hol te laten slaan.


Tekst: Tomas van Dijk Foto’s: Amber Beckers, Tomas van Dijk

Delta

9

TU Delft

Hedonisme op de Heijplaat

D

e voorjaarszon breekt slechts af en toe door en het is tien graden Celsius als wij aan het begin van een middag in mei met tassen vol boodschappen en energieslurpende apparaten zoals strijkbout, waterkoker en haardroger het Concept House op de Rotterdamse Heijplaat binnengaan. Het driekamerappartement is gemonteerd op een vijf meter hoog stalen frame opdat voor iedereen duidelijk is dat dit geen grondgebonden villa is,

maar een eerste aanzet tot iets groters. Het huis, dat gebouwd is onder leiding van hoogleraar productontwikkeling prof.dr.ir. Mick Eekhout (Bouwkunde), moet aantonen dat niet alleen villa’s energieneutraal kunnen zijn – daar zijn er al zoveel van – maar ook appartementen. De woning is zo ontworpen dat hij gestapeld met andere appartementen energieneutraal is tot een hoogte van vier bouwlagen. Sinds het huis in oktober vorig jaar de deuren opende, fungeert het als laboratorium van de fa-

culteit Industrieel Ontwerpen (IO) om woongedrag te bestuderen en om nieuwe uitvindingen te testen. Wij, vier Amsterdammers, gaan dit Rotterdamse huis, dat energieneutraal heet te zijn, eens flink op zijn staart trappen. Allereerst gaat natuurlijk het bier koud en het licht in de woonkamer vol aan. De thermostaat gaat een tandje hoger. Op het aanrecht vinden we een van de energiegadgets die door IO zijn ontwikkeld. Het is een tablet waarop een app draait die

weergeeft hoeveel energie het huis binnenhaalt via de zonnepanelen en hoeveel het verbruikt. Verschillende inwoners van de wijk Heijplaat, die eerder als proefkonijnen in het huis logeerden, hebben er al mee geëxperimenteerd. Als deze app, Ampul, ons één ding heel duidelijk maakt, is het wel dat we met onze biertjes, de verlichting en verwarming geen deuk in een pakje boter slaan. We leveren volop energie aan het net. De zonnepanelen genereren 1800 à 3200 watt. Daarvan >>


De app Ampul toont ons precies wat we verbruiken. In dit geval met de stofzuiger.

Koken, strijken, tv-kijken; het testteam trapt het huis op zijn staart.

Als je goed met je energie omspringt, kijkt je virtuele goudvis vrolijk, is het water helder en vol met mooie waterplanten Na het eten spelen we met de app van Niko Home Control. Daarmee kun je alle zonneweringen en lichten van het huis afzonderlijk aansturen en instellen. En we ontdekken andere noviteiten; gescheiden afvang in de wc-pot van poep en urine bijvoorbeeld en bewegingssensoren in de badkamer. Helaas reiken deze laatsten niet helemaal tot aan de douchecabine waardoor je na een paar minuten in het pikkedonker doucht. ’s Nachts laten we de thermostaat op twintig staan. Een beetje warm is dat wel. Na een uitgebreid ontbijt ‘s ochtends zetten we de vaatwasser en de wasmachine aan terwijl ze maar half vol zijn en we douchen nog eens uitgebreid. We hebben kortom de verleiding om energiebewust te handelen – iets waar dit huis toch heel erg toe uitnodigt – weerstaan.

verbruiken we er hooguit een paar honderd. Wat wil je ook met LEDverlichting, driedubbele beglazing, goed geïsoleerde muren en grote raampartijen? Het meeste verbruikt de koelkast: het verbruik verdubbelt tijdelijk. De warmtepomp hoeft nauwelijks bij te stoken. Toen we binnenkwamen was het huis met 18,5 graden Celsius nog aardig op temperatuur.

Bananencake We halen er grover geschut bij. We zetten thee met de waterkoker, stofzuigen het hele huis, strijken een paar overhemden. De televisie gaat aan en een van ons gaat een kwartier lekker heet douchen. De zonnepanelen, die ongeveer de helft van het dakoppervlak innemen, genereren nu onvoldoende energie. Als aan het eind van de middag de bewolking toeneemt en we ook nog eens gaan koken, moeten we geregeld tot twee kilowatt van het elektriciteitsnet afnemen. In de grafiek is duidelijk de energiepiek te zien van onze aardappelgratin, varkenshaasjes en bananencake.

We komen binnen. Het licht gaat aan, de boodschappen gaan in de koelkast en de verwarming wordt iets hoger gezet

2

Kwh

Hoogleraar smart products & environments, prof.dr. David Keyson (IO) moet hard lachen als hij over ons experiment hoort. Hij is projectleider van SusLab, een project gericht op energie-efficiënt wonen. “Jullie hebben voor niets in een warme slaapkamer geslapen”, grinnikt hij. “De vloerverwarming van het huis werkt extreem efficiënt. Daarvoor gebruiken we een warmtelus. Warm water van 130 meter diepte wordt langs een

In totaal verbruiken we in iets minder dan een etmaal ongeveer 20 kilowattuur terwijl de zonnepanelen ruim 17 kilowattuur produceerden. Maar deze meidagen

Bouw appartementen Toegegeven, we hebben het een beetje bont gemaakt. Ook wij zijn ervan overtuigd dat je in dit huis energieneutraal kunt wonen. Maar woon je er ook nog energieneutraal als het appartement onderdeel is van een flat van vier hoog? “De proof of the pudding is de bouw van de Urban Villa, een gebouw van vier hoog, dat uit zestien

We koken. Op het menu staat: aardappel gratin, varkenshaas en bananencake.

Douchen. Tijdens het ‘uitbuiken’ kijken we tv.

13:00

14:00

15:00

op

16:00

br

1 0

Warme slaapkamer

Gratis warmte

We zetten thee, stofzuigen, strijken en 1 persoon gaat douchen.

warmtewisselaar bij de warmtepomp geleid om het huis te helpen verwarmen. Die warmte is bijna gratis.” Onze douches hebben volgens de hoogleraar ook weinig effect gesorteerd. Ook het water van de douche wordt met hulp van de warmtelus verwarmd. Daarbij komt dat er ook een warmtewisselaar onder het doucheputje zit waardoor een deel van de energie die anders weg zou stromen hergebruikt kan worden in de badkamer. Maar hier onderschat Keyson ons. Volgens de apps verbruikte de warmtepomp maar liefst 5,6 kilowattuur.

waren niet erg representatief. In heel 2012 produceerden de zonnepanelen 2500 kilowattuur. Deel dat door 365 en je komt uit op 6,8 kilowattuur. We hebben ons budget dus ruim overschreden. “Jullie waren met vier man”, vergoelijkt IO-er Jaap Rutten, de ontwerper van de Ampul-app. “Dat is vrij veel voor een driekamerwoning en jullie hebben de oven veel gebruikt. Als je op andere dagen minder mensen in huis hebt en je een simpele pasta op het fornuis bereidt, speel je gemiddeld waarschijnlijk quitte.”

ve

rb

k rui

en

gs t

17:00

18:00

19:00

20:00

21:00

22:00

23:00


Delta

11

TU Delft

Prefab ontwikkelbaby

Met het home control system van het huis kunnen we alle lichten en zoneweringen naar believen instellen.

van deze appartementen bestaat”, vertelt professor Mick Eekhout. “Ik zou graag een aanzet tot de bouw van dit appartementencomplex geven voordat ik met emeritaat ga over anderhalf jaar. Ik trek hard aan dit project. Het initiatief zou veel meer uit de markt moeten komen. Helaas zijn de tijden in de bouw bar slecht.” IO-alumnus ir. Jaap van Kemenade denkt dat zo’n appartementencomplex wel energieneutraal is. Na zijn afstuderen heeft hij vier jaar bij Eekhout gewerkt aan het Concept House. Op de bouwplaats was hij degene die het hele bouwproces aanstuurde (zie kader). “Vanwege het krappe budget kon niet het hele dak met zonnepanelen worden bedekt, maar slechts de helft”, legt Van Kemenade uit. “Mocht het appartementencomplex ooit echt gebouwd worden, dan zal uiteraard het totale oppervlak benut worden.” Staande op het dak wijst Van Kemenade nog op een andere ‘energiebron’: zonnecollectoren in het dak. Ze zitten er nu al, maar zijn nog niet aangesloten. De zonne-

De laatste uitvinding van IO is het programma E-quarium, waarbij de gemoedstoestand van een visje aangeeft of je zuinig met energie omspringt.

collectoren genereren niet alleen warmte, ze koelen ook de zonnepanelen waarop die beter functioneren. En in de winter kun je ze gebruiken om de sneeuw op het dak te laten smelten. Ook binnen in het huis zijn verrassingen. “De toiletten kunnen aangesloten worden op een biogasinstallatie”, zegt Van Kemenade. “En er is een aansluiting voor hot fill waardoor witgoed gebruik kan maken van de warmtepomp in plaats van de verwarmingselementen uit de apparaten zelf, die veel minder efficiënt werken.”

Virtueel aquarium En dan is er uiteraard nog ruimte om te experimenteren met nieuwe technologieën. Hoogleraar Keyson heeft een waslijst aan projecten op stapel staan; computergestuurde wasmachines en vaatwassers die aanslaan als de zon fel schijnt bijvoorbeeld en smartgrid-technologieën zoals het koppelen van je elektrische auto aan huis. De app E-quarium, een virtueel aquarium waarin een goudvis

zwemt, moet mensen energiebewuster maken. Als je goed met je energie omspringt, kijkt dit huisdiertje vrolijk, is het water helder en vol met mooie waterplanten. Het wordt binnenkort getest in het Concept House. Met onderzoeksschool OTB en onderzoekspartners in Engeland, Duitsland en Zweden, die ook energieneutrale woningen hebben gebouwd, wil hij het energieconsumptiegedrag van mensen in kaart brengen en linken aan de weersomstandigheden (gefinancierd door het EU programma SusLabNWE). Bij de ingang van het Concept House is daarom een weerstation geïnstalleerd. Keyson: “Ik wil vooral beter begrijpen hoe mensen een huis gebruiken. De huidige modellen kunnen niet de grote variatie verklaren die er zijn in energieconsumptie. Waarschijnlijk denken veel mensen dat als ze in een energieneutraal huis wonen, ze roekelozer met energie kunnen omgaan”, lacht hij. <<

www.suslab.eu concepthouse.bk.tudelft.nl

ijdag 24 mei

zaterdag 25 mei

Warmtepomp slaat aan.

01:00

02:00

Het oorspronkelijke doel van het Concept House-project was drieledig. Er moet een energieneutraal huis verrijzen, dat gestapeld met andere huizen een flat van vier hoog kan vormen. Het huis moet gemaakt zijn van duurzame materialen; met name hout. En tot slot; met het huis willen onderzoekers van Bouwkunde aantonen dat huizenbouw veel verder geïndustrialiseerd kan worden. De grote onderdelen - wanden, vloer, dak, natte cel - worden geprefabriceerd. Vrijwel alles is al klaar voordat het naar de bouwplek wordt gebracht in december 2011. Wanden zijn voorzien van stopcontacten, ruiten gipsplaten. Op de bouwplaats wordt het huis binnen twee weken als een Lego-spel in elkaar gezet. Het prototype heeft uiteindelijk ruim vier ton gekost, grotendeels in natura betaald door tientallen participerende bouwbedrijven in de vorm van bouwmaterialen. Eekhout had het project graag nog voortgezet om een goedkopere versie van het Concept House te maken. Maar het economische tij zit tegen. Eekhout: “Waar we twee jaar geleden bedrijven konden overtuigen, lukt dat nu niet meer.” De faculteit Bouwkunde is bovendien gestopt met het project, tot grote frustratie van Eekhout. “Mijn ontwikkelbaby is mij afgenomen uit regelzucht en zuinigheid”, zegt hij. “Gelukkig had IO budget voor onderhoud en kan die het huis gebruiken als laboratorium.” Bouwkundedecaan Karin Laglas mailt dat ze het ‘Concept House inhoudelijk een uitstekend project’ vindt. ‘Financieel oversteeg dit project op een gegeven moment helaas de draagkracht van de faculteit en daarom moest ik op de rem trappen.’

Gekookte eitjes, thee en koffie. Vaatwasser en wasmachine gaan aan.

03:00

04:00

05:00

06:00

07:00

08:00

09:00

10:00

11:00


12

Delta

TU Delft

Hoogleraar waterbouwkunde prof.dr.ir. Han Vrijling ziet met lede ogen toe hoe de aandacht in Nederland voor dijken afbrokkelt. 23 mei ging hij met pensioen.

‘De lus is verbroken’


Tekst: Tomas van Dijk Foto’s: Sam Rentmeester

Delta

TU Delft

Nederland wordt geroemd om zijn waterwerken. Vindt u dat nog terecht? “Als je kijkt naar de geschiedenis wel. Maar als je ziet hoe het waterbeleid zich nu ontwikkelt… “ Hij zucht. “Tijdens mijn afscheidsrede (23 mei, red.) sprak ik over de onderminister voor waterbouw in Vietnam, professor Hoc. Hij wil dijken bouwen, want evacueren vindt hij niet meer passen bij de huidige rijkdom van zijn land. Voordat hij onderminister werd, was hij hoogleraar waterbouwkunde en rector van een technische universiteit. Als mensen bij hem op bezoek komen die geen degelijke waterbouwachtergrond hebben, dan vallen die door de mand. Bij ons is het andersom. Bij ons zijn er geen ingenieurs meer aan de top. Dat hele deltaprogramma kan wel zonder ingenieurs, lijkt men te denken. Het verhaal in Nederland is nu dat we naar meerlaagsveiligheid toe moeten. Dat impliceert dat dijken niet voldoende zijn. Je moet ook terpen bouwen en evacuaties organiseren voor het geval de dijken het begeven.” Wat is er mis met een goed evacuatieplan? “Het plan voor meerlaagsveiligheid is in strijd met de wetten van de economie. Je moet je geld uitgeven waar je de meeste ‘bang voor je buck’ krijgt. En dan is preventie – de dijken verhogen en versterken het beste. Dat is relatief goedkoop. Een derde van onze dijken is niet op orde. Als het mis gaat is de schade enorm. Na een overstroming is het vertrouwen van de wereld in Nederland als investeringsland voorbij. Je zag het al in 1995. In dat jaar was er niet echt een overstroming. Toch werd er massaal geëvacueerd (in de provincies, Limburg, Gelderland en Overijssel, red.). Computerbedrijf Compaq, dat bij Tiel zijn Europese distributiesysteem had opgezet, besloot daarop te verhuizen naar Duitsland. Het is trouwens mar helemaal de vraag of evacuatieplannen werken. Middenin een storm van windkracht dertien sta je met je handen in het haar. De krachten zijn enorm.” U was begin jaren zeventig betrokken bij het ontwerp en de bouw van de stormvloedkering in de Oosterschelde. Daarna is er volgens u weinig bijzonders meer gebeurd in Nederland. “Daarna kwam de Maeslandkering. Maar toen was het wel een beetje over. Toen ik mijn afscheidsrede geschreven had, wilde ik ook nog even mijn intreerede lezen. Daarin stond ook dat we in een tijdperk leven waarin we ons afvragen wat we nou eigenlijk verder gaan doen. Daar schrok ik van. Toen ik op de lagere school zat, kregen wij twee plannen gepresenteerd; het Deltaplan en het Rijkswegenplan. Dat waren plannen die de hele natie besloegen. Zulke grootse plannen hebben we al heel lang niet meer. Sommige economen zeggen dat er weer een groots en meeslepend plan moet komen om ons uit het slop te halen. De aanleg van windmolenparken is een van de voorstellen. Maar ik denk dat dat niet goed afloopt, want daar moet vervolgens continu subsidie bij.” Zou het versterken van de dijken ons uit het slop trekken? “Behalve voor meer veiligheid zorgt het voor veel werkgelegenheid. Vroeger hebben ze het Amsterdamse Bos aangelegd om mensen aan het werk te houden. Dit lijkt me nuttiger.”

‘De mensen bij Rijkswaterstaat houden zich nu alleen nog bezig met management, niet meer met techniek’

13

U loopt te hoop tegen, wat u noemt ‘de nieuwe waterbouwers’, mensen die volgens u niet zoveel waarde aan dijken hechten. “Ja, dat zijn de mensen die geen waterbouwkunde in Delft hebben gestudeerd, maar fysische geografie, biologie of landbouwkunde en die zich nu ook waterbouwkunde-expert noemen. Ze zijn allemaal actief in natuurgerelateerde waterbouwprojecten. Een groot deel van het budget voor hoogwaterbestrijding wordt besteed aan nieuwe natuur. En dat terwijl het de vraag is of het allemaal wel klopt wat ze zeggen. Ook voor natuurliefhebbers gelden de natuurwetten. Neem nou het project ruimte voor de rivier. Als je gaat rekenen, dan blijkt dat het technisch en economisch efficiënter is om de dijken te verhogen dan om de rivier te verbreden. Daarbij komt dat als het rivierbed verbreed is, het ook nog onderhouden moet worden. Bosschages moeten weggehaald worden anders krijg je lokaal te hoge waterstanden. Nu zijn er nog boeren die dat doen. Maar misschien zijn die over tien jaar wel weg. En wat gebeurt er dan?” In het blad De Ingenieur noemde u een andere mogelijke verklaring voor het feit dat de waterbouw in Nederland al zo lang op zijn gat zit. ‘Opa is dood’, zei u. “Opa, dat was Rijkswaterstaat. Vroeger werd deze faculteit op de achtergrond gesteund door Rijkswaterstaat. Alle ontwerpen die Rijkswaterstaat maakte, waren voor ons beschikbaar. De instantie steunde studievereniging Het Gezelschap Practische Studie financieel. In bijna iedere afstudeercommissie zat iemand van Rijkswaterstaat. De samenwerking was heel laagdrempelig en automatisch. Niemand stond daar bij stil. De gelijkenis met opa is echt een goede. Ga maar na. Wat deed je opa nou helemaal toen je op de middelbare school zat? Niets?! Nee, dat lijkt maar zo. Opa zei tegen je moeder: ‘dat kereltje moet je een schop onder zijn kont geven, dat luie ventje. En als hij een acht haalt dan krijgt hij van mij een tientje.’ Je had iemand op de achtergrond van wie je later pas besefte hoe invloedrijk die was voor je leven. Rijkswaterstaat heeft zich nu echter teruggetrokken. Met techniek wil het niets meer te maken hebben. De mensen daar houden zich nu alleen nog bezig met management.” Ik dacht dat u zou refereren naar de rol die ‘opa’ speelde in uw eigen carrière. U hebt tijdens de bouw van de stormvloedkering in de Oosterschelde de probabilistische ontwerpmethodiek geïntroduceerd. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de kans op hoogwater, maar ook naar de kans dat allerlei omstandigheden bij elkaar de dijk teveel worden. U had daar drie maanden onderzoek naar gedaan en ‘opa’ omarmde het plan. “De organisatie had toen nog een management dat verstand van zaken had; die onmiddellijk herkent ‘jij bent een slim ventje’. Dat is me pas later opgevallen. Op het moment zelf dacht ik ‘natuurlijk >>


14

Delta

TU Delft

‘Iedereen praat over innoveren alsof het een gebraden kip is die je mond invliegt’ gaan we het zo doen, ik heb het toch zitten uitrekenen’. Na de Oosterscheldekering hebben we dezelfde aanpak willen toepassen op de dijken. Maar dat is nooit gebeurd. Het was het einde van een tijdperk, een tijdperk waarvan ik nog net het laatste stukje heb meegemaakt.” “We hadden laatst de deltacommissaris op bezoek. Hij wilde innoveren, vertelde hij. Want ook hij kende de juiste woorden. Hij zocht nieuwe ideeën. Ik zei tegen hem dat hij vandaag nog kon beginnen met innoveren als hij zou overgaan op die risicobenadering voor de dijken. Maar dat durfde hij niet. Iedereen praat over innoveren alsof het een gebraden kip is die je mond invliegt. Je leunt achterover en hop daar komt innovatie aangevlogen. Maar zo is het niet. Je moet bereid zijn risico’s te nemen. Misschien koop je wel een zeperd. Overigens heeft de minister onlangs gezegd dat ze wel wil overgaan tot de probabilistische ontwerpmethodiek voor de dijken. Dertig jaar na de Oosterscheldekering. Ik was toen net afgestudeerd en nu ben ik professor.”

Uw vertrek luidt ook het einde van een tijdperk in. U bent de laatste hoogleraar waterbouwkunde die gewerkt heeft aan de Deltawerken. “Ja, de lus is verbroken. De leerstoel was altijd bemand door mensen uit de praktijk. We hadden mensen die aan de Afsluitdijk hadden gewerkt en daarna college kwamen geven. Daarna kwam professor Van de Velde van de Haringvlietsluizen en professor Glerum die tunnels afzonk. Dat waren mensen met veel bouwervaring. Met mijn Oosterscheldevloedkering was ik eigenlijk een slag minder.” (lacht). Dat zijn in uw ogen de klassieke waterbouwkundigen? “Klopt. Je ziet nu een tendens dat er meer waarde wordt gehecht aan pure wetenschap dan aan praktijkervaring. Vroeger werd je nooit hoogleraar als je geen praktijkervaring had. Je moest eerst bij Rijkswaterstaat, een ingenieursbureau of bij een aannemer gewerkt hebben. Nu is het ideale carrièrepad; promoveren, universitair docent, universitair hoofddocent en hoogleraar. Het zou goed zijn als de TU een betere mix had van hoogleraren die theoretisch geschoold zijn en hoogleraren met praktijkervaring. Ik hoop niet dat de TU een skischool wordt waar noch de directie noch de leraar ooit geskied heeft.” U wordt opgevolgd door twee hoogleraren; prof.dr.ir. Matthijs Kok en prof. dr.ir Bas Jonkman. Twee onderzoekers zonder praktijkervaring. Dat is toch ook niet goed?! “Kok heeft weinig in het water gestaan en Jonkman heeft ook niet zoveel praktijkervaring. Vanuit dat oogpunt is het niet zo goed.”

CV Han Vrijling (65) studeerde in 1974 af in de civiele techniek (betonconstructies) aan de TU Delft en in 1980 in de economie aan de Erasmusuniversiteit in Rotterdam. Nadat hij zijn Delftse bul behaald had, werkte hij als jong broekie mee aan de bouw van de stormvloedkering in de Oosterschelde. Hij introduceerde daar de probabilistische ontwerpmethodiek. Van 1984 tot vorige maand was hij hoogleraar waterbouwkunde en probabilistisch ontwerpen aan de TU. Gedurende die periode (van 1983 tot 2010) werkte hij ook voor Rijkswaterstaat. Momenteel werkt hij nog voor adviesbureau Horvat & Partners.

Maar u bent toch blij? “Ja natuurlijk. Het is beter dan niet te worden opgevolgd. Daarvoor vreesde ik in eerste instantie. Voor de leerstoel zijn vloeistofmechanica, grondmechanica, wiskunde en kansrekening van groot belang. Dat hebben de twee opvolgers wel in huis.” Kunt u enkele interessante onderzoeksprojecten noemen bij waterbouwkunde die we in de gaten moeten houden? “Het onderzoek naar multifunctionele waterkeringen. Matthijs Kok heeft laten zien dat je waterkeringen kunt maken met parkeergarages erin.” Er valt een korte stilte. “Onderzoek daarnaar was volgens mij overigens niet echt nodig. Dit soort onderzoeken zijn toch een soort veredelde uitstelmanoeuvres. Beleidsmakers zeggen dat ze een multifunctionele dijk willen maar dat de TU het eerst nog moet bestuderen. Als ze hem echt willen dan vraag ik twee mannen van Royal Haskoning die ik ken en dan bouw ik morgen zo’n dijk voor ze.”

Een van de sprekers op uw afscheidssymposium, uw oudstudent Suzanne van Kinderen, noemde u risicomijdend maar ook risicozoekend. Dat typeert u. U houdt niet van het risico op natte voeten, en tegelijk blaast u hoog van de toren als iets u niet zint. Kunt u zich daar in vinden? “Ja. Ik ben ook geen ondernemer zoals Van Kinderen. Ik ben een professor. Er waren zeshonderd mensen op mijn afscheid, dus ik heb nog wel veel vrienden. Alhoewel ik onder de nieuwe waterbouwers misschien toch wel wat mensen boos heb gemaakt.” Een andere spreker, Peter Struik, ingenieur-directeur bij Rijkswaterstaat en tevens oud-student van u, noemde u een querulant. “Ja. Ik weet niet hoe hij dat precies bedoelde. Maar als je een verantwoordelijke positie hebt bij Rijkswaterstaat, dan ben je niet blij als iemand je er telkens aan herinnert dat een derde van de dijken niet voldoet.” Maar u ziet u zichzelf niet als querulant? “Nee.” <<


Wat: Lustrumconcerten Krashna Musika Waar: Anton Philipszaal Den Haag en Vredeskerk in Delft Wanneer: 19 en 22 juni 2013, 20.15 uur prijs: €12 voor studenten, alumni en TU-medewerkers PARTYPROGNOSE:

7

15

party spotters

Twee violen en een trommel en een fluit Met Studuction en het IO-festival nog in de benen en het Spoorzone Festival op de agenda, snakken we naar een hangmatje. Een cocktail. En éven muziek zonder honderd beats per minuut. Hoorden wij daar goed dat Krashna Musika twee lustrumconcerten geeft? Als Armin van Buuren voor een verkeersinfarct kan zorgen met zijn optreden met het Koninklijk Concertgebouworkest, als Vivaldi gesampeld wordt, dan moet je toegeven dat klassieke muziek tijdloos is. Hip zelfs. Wat wij natuurlijk al lang wisten, en dagelijks naleven met ons racefietsrondje op de beste operaklassiekers. Fantastische uitlaatklep na een Muse-concert of white party. Dus Krashna Musika it is. Zo’n hangmatje gaat ook vervelen. Het negende lustrum vieren de Delftse studentenmusici alweer. Op het programma een aantal in Parijs gecomponeerde werken: ‘Vioolconcert Nr.2’ van Martinů, Stravinsky’s ‘Petroesjka’, ‘Les Offrandes Oubliées’ van Messiaen en Fauré’s ‘Requiem’. Je zou er reiskriebels van krijgen, het studentenmuziekgezelschap vóert het er later dit jaar immers ook daadwerkelijk uit. Vooralsnog volstaan de Haagse Anton Philipszaal en de Vredeskerk in Delft. We zouden ‘cillaxen’, nietwaar? Orkest en koor staan vertrouwd onder leiding van Daan Admiraal en Ruben de Grauw. Pauline Doolaard (sopraan) en Robert Brouwer (bariton) zingen de solo’s in het ‘Requiem’ van Fauré. De vioolsolo in ‘Vioolconcert Nr.2’ wordt gespeeld door Lieke Arts, die zeven jaar concertmeester is geweest van Krashna. Zoveel artistiek talent in een stad met zoveel technische opleidingen; dat is iets om blij van te worden. Vooruit: na een avondje klassiek zijn we vast weer genoeg opgeladen om behalve muziek ook nog even wat Delftse dans, theater en beeldende kunst mee te pakken op het Spoorzone Festival Bestemming015. Zonde om te missen als je om de hoek woont. En daarna gauw die hangmat weer in. De zomer lonkt, maar de tentamens nog harder. (JB) www.krashnamusika.nl www.bestemming015.nl

Vlees, vuur en gezelschap Na weken grijze meuk is het moment daar. Het academisch jaar loopt langzaam op zijn eind en de zon begint eindelijk te schijnen. Uiteraard zal het natuurlijk het mooiste weer van de wereld zijn tijdens de vakkentijd, maar dat zijn wij Delftenaren ondertussen wel gewend. Met het stijgen van de temperaturen en het langer worden van de dagen, komen alle vergeten dingen weer langzaam boven. De terrassen stromen weer vol, al het zomerse bier is weer uitverkocht, zonnebrand en anti-mug zijn ineens twee keer zo duur en de rokjes worden een stuk korter. Maar, waar ik persoon by far het meeste naar uitkijk, naast uiteraard jullie trouwe lezers te verlaten en met mijn vriendin de Bourgogne weer onveilig te maken, is maar één ding: barbecue. Want ja, dames en heren, het is de nobele kunst van het vlees roosteren wat de meest primitieve van instincten combineert: vlees, vuur, gezelschap. Om dit te vieren, mijn tot nu toe goed bewaarde geheime recept voor cola-spareribs. Materiaal: kookpan, bbq Ingrediënten: spareribs (rauw), cola of Dr. Pepper, tijm, rozemarijn, knoflook, ui, bouillonblokje, chilipeper, kruidnagel, steranijs, zout en peper Het recept kan niet simpeler zijn. Doe de spareribs rauw in de pan, snijd de knoflook, ui en chilipeper in tweeën en mik ze erbij, doe de rozemarijn, tijm, bouillonblokje, kruidnagel en steranijs er bij, doe de cola er bij tot de spareribs onder staan, vul eventueel bij met water, zout en peper naar smaak en laten staan op een laag vuurtje voor zolang als je de tijd hebt. Minimaal drie uur, want spareribs zijn voornamelijk bindweefsel en dat gaat pas na 2 uur garen bij ten minste 65 graden. Ikzelf zet mijn ribs de dag van tevoren al op, laat ze de hele nacht garen en de dag zelf ook nog, ongeveer 24 uur! Afmaken op de barbecue en klaar is kees. Laat het bbq-seizoen beginnen!

Met geslepen messen, Job Hogewoning



Delta

Tekst: Saskia Bonger Foto’s: Sam Rentmeester

17

TU Delft

Kat en muis in de tentamenzaal Fraude tijdens tentamens. Het onderwerp maakt een hoop emoties los, al heeft de TU er weinig last van. En dat terwijl een kwaadwillende student er niet heel veel moeite voor hoeft te doen.

D

rommen studenten in de rij voor het toilet. Wachtend om te gluren in spiekbriefjes die ze eerder onder de toiletborstel hebben verstopt of op mailcontact met ouderejaars via de mobiele telefoon. Met ouderejaars die zich daarvoor laten inhuren, tot wel honderden euro’s per tentamen. Op de Maastrichtse School of Business and Economics was het zo erg, dat studenten nu nog maar één keer per tentamen naar het toilet mogen. Een halfbakken oplossing, vinden velen in Maastricht. Maar fouilleren mag niet, cameratoezicht op toiletten evenmin en detectiepoortjes werken niet. Kortom, er is geen kruid gewassen tegen studenten die de boel (op de wc) willen flessen. Hoe zit dat in Delft? Die vraag beantwoordde interim-directeur onderwijs- en studentenzaken Nellie van de Griend half april met geruststellende woorden. Aan de TU komen dit soort taferelen niet voor, althans daarvan waren nooit signalen geweest. Van de Griend werd daarop naïviteit verweten. Hoe kon zij nou weten wat studenten wel of niet deden tijdens tentamens, of hoe vaak zij naar de wc gingen? En hoe kon zij er zeker van zijn dat studenten geen mobieltje in hun decolleté of onderbroek hadden als zij wel gingen? Uit gesprekken met studenten, docenten, surveillanten en beleidsmakers doemt een

antwoord op dat hierop neerkomt: van grootschalige of zelfs kleinschalige wc-fraude is geen sprake. Als het al gebeurt, gaat het om incidenten. Tegelijkertijd: frauderen op de wc kán wel, of dat nou met spiekbriefjes of met telefoons is, of door praten met mensen in de gang of op het toilet. Studenten gaan immers alléén naar de wc.

Eerlijke studenten Student technische bestuurskunde Mark Klein Entink geeft twee voorbeelden. Tijdens tentamens gaat hij meestal meerdere malen naar het toilet. Hij levert zijn iPhone altijd volgens de regels in bij de docent of surveillant. Eén keer had hij zijn telefoon in zijn tas zitten. Toen hij dat zei tegen de docent, mocht hij doorlopen. Hij hoefde de telefoon niet alsnog in te leveren en hij had hem best in zijn broekzak kunnen hebben. Ander voorbeeld: tijdens een tentamen op de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek kwam Klein Entink op de wc een vriend tegen die hetzelfde tentamen aan het doen was, in een andere zaal. De twee gaven elkaar geen antwoorden op tentamenvragen. Het kwam niet eens in ze op, aldus Klein Entink, maar het had gekund. Deze studenten hadden geen snode plannen en wie je ook spreekt zegt: de cultuur onder TUstudenten is er één van eerlijk voor je punten werken, geen gebruikmaken van list en bedrog.

Studeren doe je voor jezelf, het is niet verplicht. Veel vakken lenen zich daarbij niet voor fraude, omdat er wordt getoetst op inzicht. Daarop voortbordurend: studenten die nu de kantjes eraf lopen, komen zichzelf bij het volgende vak keihard tegen. Vakken staan nu eenmaal niet op zichzelf. En toch, zegt Marjolein Gunkel, coördinator van de surveillantenpool, ‘niets menselijks is ook deze mensen vreemd’. Die opmerking komt vaker voorbij in interviews. ‘De kat niet op het spek binden’ is een andere, of ‘de gelegenheid maakt de dief’, of ‘ook tussen studenten zitten rotte appels’. Voorbeelden van fraude op de wc kent Gunkel desondanks niet. Zij ziet tentamenfraude wel toenemen, vertelt ze. De bescheiden aantallen mensen die worden gesnapt – vier of vijf per periode - hebben spiekbriefjes op hun lijf of tafel, of ze kijken bij elkaar af. Gunkel denkt dat de surveillanten dat allemaal goed in de gaten hebben. Al maakt de locatie wel uit. In de grote zalen is het bijvoorbeeld regel dat bij toiletbezoek de mobiele telefoon wordt ingeleverd en dat studenten één voor één gaan. Surveillanten kunnen plaatsnemen in de hoeken van de zaal en zo heel gemakkelijk iedereen zien. De kleine zaaltjes bij bijvoorbeeld technische natuurkunde en civiele techniek zijn een ander verhaal. Die zijn volgens Gunkel ‘niet >>


18

Delta

TU Delft

Roep om eenduidige sancties Wie op de TU wordt gepakt tijdens het spieken, hoeft niet direct het pand te verlaten. De ervaring heeft volgens surveillantencoördinator Marjolein Gunkel geleerd dat dat tot te veel onrust leidt. “Dan krijg je oorlog.” Studenten gingen de discussie aan, of stelden zich agressief en dreigend op. Daarom is gekozen voor het opmaken van een incidentenrapportage, een soort proces-verbaal, en een aantekening op het tentamenpapier. “Daarna is het aan de docent om te beslissen wat er gebeurt. Een rapportage moet naar de examencommissie, maar er zijn docenten die zeggen: maak je niet druk, ik handel het zelf wel af. De TU als zodanig bestaat niet.” Dat is een probleem, vindt Dagmar Stadler, hoofd onderwijsen studentenzaken en adviseur van de overkoepelende examencommissie op Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica. Die faculteit verzorgt serviceonderwijs op de hele TU. Bij fraude – vaker met werkstukken dan met tentamens – blijkt telkens dat gelijke gevallen niet gelijk wordt bestraft, vertelt zij. “Het is mijn grootste wens dat we komen tot een gezamenlijk fraudebeleid en ik ben niet de enige. Studenten moeten duidelijk weten waar ze aan toe zijn, zeker nu ze steeds meer op andere faculteiten komen. Fraudeert een projectgroep met studenten die onder verschillende faculteiten vallen, dan blijken ze nu anders bestraft te worden.” Examencommissies kunnen studenten opleggen dat ze het betreffende vak dat studiejaar niet meer mogen volgen, ze kunnen ze ook tot maximaal een jaar schorsen. Maar er zijn docenten die fraude liever zelf oplossen, of door de vingers zien. Een overkoepelend fraudebeleid zou docenten kunnen ontlasten, denkt Stadler. Dan is het tenminste duidelijk dat iedere fraude wordt overgedragen aan een examencommissie. “Natuurlijk, het gaat om relatief kleine aantallen, maar in het echte leven is dat ook zo met misdaad. Fraude heeft enorm veel impact. Het stuit iedereen enorm tegen de borst.”

Bij fraude worden gelijke gevallen niet gelijk bestraft

te doen’. “De laatste tijd zijn er vrij veel tentamens in zes tot acht zaaltjes tegelijk. In iedere zaal zit één surveillant, de docent loopt tussen de zaaltjes op en neer. Het is dan godsonmogelijk om studenten één voor één naar de wc te laten gaan.”

Anonieme bachelors Docent Sander Pasterkamp (civiele techniek) is geen fan van tentamens in meerdere zaaltjes tegelijk. “In hoe meer zaaltjes je zit, hoe lastiger het werk wordt. Ik vind dat in iedere zaal een docent aanwezig moet zijn. Studenten zijn bloednerveus. Ze willen wel eens van je weten of ze een vraag goed begrepen hebben.” Fraude komt Pasterkamp nooit tegen, vertelt hij. “Studenten zijn redelijk braaf. Het is mogelijk dat ze op de wc iets doen. Maar vergeet niet: dat kost ze steeds tien minuten en ze hebben hun tijd hard nodig.” Wel is hij extra op zijn hoede bij bachelortentamens. “Dat is één grote anonieme bedoening. Dit in tegenstelling tot

de tentamens in de master building engineering, waar ik docent ben. De studentenaantallen zijn daar aanzienlijk kleiner, ongeveer dertig per tentamen. De studenten kennen mij en ik ken hen. Dan neem ik de telefoon meestal niet in. Kwestie van vertrouwen.” O&S-directeur Nellie van de Griend vindt ook dat de basishouding er één van vertrouwen moet zijn. “Maar we zijn niet naïef. Overal komt fraude voor. Je moet je organisatie zo inrichten dat het zo moeilijk mogelijk wordt gemaakt. Helemaal voorkomen kan helaas nooit. Iemand die fout wil doen, vindt wel een weg. Het blijft een kat- en muisspelletje.” <<

Dit is het eerste deel van een drieluik over studenten en fraude.


Per september strikt deurbeleid bij tentamens Jaarlijks zijn er op de TU 1600 gevallen van studenten die een tentamen maken zonder dat ze zijn aangemeld. Een centrale tentamenaanpak en de opening van een tentamenloket moeten hieraan per september een einde maken. De nieuwe regels houden onder meer in dat er bij tentamens een streng deurbeleid gaat gelden. Studenten moeten bij binnenkomst in de zaal hun campuskaart of ID en een bewijs van inschrijving voor het tentamen laten zien. Kunnen ze dat niet, dan komen ze niet meer binnen, in geen enkel geval. Nu komt het jaarlijks 1600 keer voor dat studenten een tentamen maken waarvoor ze niet zijn aangemeld. Dat betekent onder meer dat alle gegevens rondom dat tentamen handmatig verwerkt moeten worden, dat er onrust ontstaat bij tentamens zelf en dat er op het laatste moment extra opgaves moeten worden gekopieerd.

Een hoop extra werk, vertelt André van Peppen, adjunct-directeur en hoofd van het shared service centre van onderwijsstudentenzaken. “Maar erger nog, als iemand een tentamen heeft gemaakt van een opleiding zonder een geldige inschrijving, telt het resultaat van de betreffende student niet mee. Dat kan leiden tot een bekostigingsverlies vanuit het ministerie.” Meestal gaat het in deze gevallen om bachelorstudenten die alvast een tentamen maken van hun toekomstige masteropleiding. Om studenten tegemoet te komen, worden de mogelijkheden tot inschrijving voor tentamens uitgebreid. Nu kunnen studenten zich alleen inschrijven via Osiris, tot twee weken van tevoren. Per september komt er een tentamenloket waar inschrijving tot één werkdag voor het tentamen mogelijk is, mits er plaatsen over zijn. Studenten die een tentamen bij nader inzien toch niet willen maken, kunnen zich bij dat loket tot drie dagen van te voren uit-

schrijven. Dat moet de logistiek rondom tentamens vergemakkelijken. De TU heeft veel last van no shows, omdat er dan onnodig veel zaalruimte, papier en surveillanten zijn besteld. Van die surveillanten komen er meer. De pool wordt uitgebreid van ongeveer 70 man nu naar maximaal 120 straks, zodat er bij alle tentamens (per kwartaal zijn dat er meer dan 700) surveillanten aanwezig kunnen zijn. Nu staat de docent bij groepen tot vijftig studenten alleen. De pool is de afgelopen zeven jaar extern beheerd. Vanaf september gaat de TU dat zelf doen. Docenten hoeven straks niet meer bij tentamens te zitten. Dat moet leiden tot een uniformere werkwijze. Sommige docenten blijken bij de toelating tot tentamens coulanter dan andere, vertelt Van Peppen. Bovendien worden drukke docenten ontzien, en niet alleen qua werklast. Van Peppen: “Studenten worden wel eens agressief richting docenten als ze er niet in mogen.” Docen-

ten moeten tijdens hun tentamens wel telefonisch bereikbaar zijn voor vragen. De surveillanten moeten zich houden aan de al bestaande richtlijnen en protocollen. De mensen die toezicht gaan houden bij de steeds vaker gehouden digitale tentamens krijgen een extra computeropleiding. Er worden geen student-assistenten meer ingezet bij digitale tentamens. Dat moet eventuele fraude voorkomen. In het nieuwe tentamenbeleid is verder vastgesteld dat het aantal avondtentamens (tussen 18.00 en 21.00 uur) omhoog kan, maar alleen als de roosteraars er niet uitkomen. Overigens is het aantal avondtentamens en avondcolleges nu laag. Het gaat om respectievelijk vijf en één procent van het totaal. Het nieuwe tentamenbeleid ligt nog bij het college van bestuur en de studentenraad. Het wordt vanaf september gefaseerd ingevoerd.


20

Delta

TU Delft

‘Wellicht is het voor mannen moeilijker om een vrouw om raad te vragen’ (Jeanneke Bruggeling, coördinator en voorzitter van het overleg van vertrouwenspersonen)


21

Vaker dan voorheen krijgen vertrouwenspersonen aan de TU Delft meldingen over vrouwen en niet-leidinggevenden. Voor het eerst komt ook de hoge druk om te publiceren naar voren. Het totaal aantal meldingen van ongewenst gedrag bedroeg vorig jaar 59, daarnaast registreerden de vertrouwenspersonen 52 adviesgesprekken. Uit hun Jaarverslag 2012 blijkt dat 94 medewerkers en 15 studenten een beroep deden op de vertrouwenspersonen. Het merendeel van de meldingen betreft gedrag van mannen, hoewel er sinds 2011 een groeiend aantal vrouwen wordt beklaagd. Hoe dat zo komt? “Er zijn meer vrouwen bij de TU gekomen, dat merk je echt”, zegt Jeanneke Bruggeling, coördinator en voorzitter van het overleg van vertrouwenspersonen. “Er zijn er dus ook meer op leidinggevende posities en sommige mensen vinden het moeilijk om leidinggevenden aan te spreken op gedrag dat ze niet bevalt.” Bijna traditiegetrouw komen er meer meldingen over leidinggevenden, hoewel er nu een groeiend aantal meldingen over niet-leidinggevenden (vaak collega’s) binnen komt. Waarom is onduidelijk. In 2008 ging nog ongeveer één op acht meldingen over niet-leidinggevenden, in 2012 was dat aantal gegroeid naar ongeveer één op de twee. “In zekere zin is de organisatie platter”, zegt Bruggeling. “Het gaat heel geleidelijk.” Vrouwen De afgelopen jaren schommelde de verhouding mannelijke en vrouwelijke melders nogal, maar doorgaans zoeken meer vrouwen dan mannen vertrouwenspersonen op. Afgelopen jaar was twee op de drie melders vrouw. “Blijkbaar vinden zij het gemakkelijker om die stap te zetten dan hun mannelijke collega’s”, zegt Bruggeling. “Wellicht is het voor mannen moeilijker een vrouw om raad te vragen? Daarom zijn er bewust ook vier mannelijke vertrouwenspersonen.” Het overgrote deel van de melders is niet-leidinggevend: 78 van de 94. Wel is er een lichte groei van melders met een leidinggevende functie: van 9 procent in 2011 naar 17 procent in 2012. Verhoudingsgewijs blijft het aantal melders vanuit ondersteunend personeel, wetenschappelijk personeel, promovendi en studenten redelijk constant. Ongeveer de helft van de meldingen komt al jaren vanuit het ondersteunend personeel. Een vijfde tot een kwart komt van wetenschappelijk personeel en de rest van de meldingen is gelijkelijk verdeeld over promovendi en studenten. Intimidatie De meeste meldingen betreffen bejegening (16), intimidatie (14) en arbeidsconflicten (16) met in een enkel geval intimidatie. De melder ervaart het gedrag van de beklaagde als intimiderend of conflictueus. Bij bejegening en intimidatie gaat het onder meer om medewerkers die zich geïntimideerd voelen door hun leidinggevende of andere collega’s. Dat kan zowel verbaal als non-verbaal zijn, al dan niet gepaard gaand met machtsmisbruik. Zij ervaren dat bijvoorbeeld voorafgaand of tijdens een r&o-gesprek, of tijdens een werkoverleg. Ook kunnen melders zich geïntimideerd voelen door de manier

waarop de leidinggevende feedback geeft op hun functioneren. Dat gebeurt soms met agressief gedrag of taalgebruik. “Belangrijk is de manier waarop iets wordt gezegd, de sfeer, de toon”, zegt Bruggeling. “Is er ruimte om weerwoord te geven? Wij helpen mensen er anders tegenaan te kijken. Zo was er ook eens iemand die klaagde over negatieve feedback, maar dan zie je in het r&overslag allemaal positieve dingen en maar één negatief punt. Alleen dat laatste wordt dan onthouden.” Het is ook maar net wat melders bedoelen met ‘intimidatie’, vindt Nynke Jansen, directeur human resources (HR) aan de TU. “Dat is voor ieder van die klachten heel specifiek. Het is heel lastig om daar in algemene termen iets aan te doen.” Ook het uitschelden van een medewerker in het bijzijn van collega’s komt voor. Bijvoorbeeld als iemand een fout heeft gemaakt. Als het vaker gebeurt en het een patroon wordt, adviseert Bruggeling om er over te praten met collega’s. Zij kunnen dan in de bres springen als het weer voorkomt. Arbeidsconflicten De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in deze crisistijd kunnen van invloed zijn geweest op het hoge aantal meldingen over arbeidsconflicten, denken de vertrouwenspersonen. Melders voelen zich dan sneller onzeker. Bij deze meldingen gaat het vaak over beoordelingsgesprekken waarbij kritiek onverwacht of onvoorbereid wordt gegeven, of waarbij kritiek onnodig hard kan overkomen. Het niet verlengen van een contract komt steeds meer voor. Een functie houdt op te bestaan door financiële omstandigheden, niet door disfunctioneren. In een aantal gevallen zien medewerkers wel in waarom hun contract niet wordt verlengd, maar het is de manier waarop leidinggevenden het vertellen die als ongewenst wordt ervaren. Bruggeling noemt wat voorbeelden. “Gaat het even tussen neus en lippen door? Zit er opeens iemand van HR bij het gesprek zonder dat dit vooraf is gemeld? Mensen worden geroepen en krijgen het te horen. Vorig jaar hebben wij gezegd: zorg voor meer cursussen conflicthantering. Ik denk dat je leidinggevenden, zeker jonge en nieuwe, moet blijven trainen.” Volgens Jansen wordt daar zeker aandacht aan besteed. “HR biedt cursussen voor het houden van goede r&o-gesprekken. Er is veel aandacht voor hoe je die goed kunt voorbereiden, hoe je de feedback goed geeft, hoe je het herkent als iemand jouw feedback niet onderkent of nog niet begrijpt en hoe je daar vervolgens op ingaat.” Tot nu toe hebben zo’n 95 leidinggevenden deze cursus gevolgd. Ook de cursus ‘coachend leiderschap’ is volgens Jansen gericht op hoe de boodschap over te brengen en de impact daarvan op de ontvanger. Deze cursus is echter wat breder: hij gaat niet alleen over het houden van r&o-gesprekken, maar over gesprekken in het algemeen. “Zo veel mogelijk leidinggevenden moeten die cursus volgen en ook misschien herhalen”, zegt Jansen. “Mijn eigen ervaring als leidinggevende is dat je iedere keer weer wat nieuws leert. Het is niet iets wat je een keer doet en dan kunt.” Inmiddels hebben zo’n 113 medewerkers de cursus coachend leiderschap gevolgd. Zij zijn volgens Jansen enthousiast, maar merken medewerkers ook effect? “Laatst vertelde iemand dat haar dochter had gezegd: ‘Ik merk dat je naar die cursus bent geweest: je geeft me nu niet direct antwoord maar vraagt: wat kan ik doen om je te helpen het antwoord te vinden?’ Dat was wel grappig. Daar was een merkbaar effect.” >>


22

‘Het blijven jongeren in de hormonaal spannende leeftijd’ Publicatiedruk Voor het eerst melden vertrouwenspersonen dat de hoge druk om te publiceren een rol speelt bij meldingen. Zo voelen sommige promovendi zich gebruikt voor de doelstellingen van hun promotoren en voelen zij zich in hun vrijheid beperkt om onafhankelijk onderzoek te doen. Volgens de vertrouwenspersonen gaat het vaak om het auteurschap en maximering van eerste-auteur publicaties aan de kant van de promovendus en om laatste auteur-publicaties aan de zijde van de promotor. “Er wordt ook altijd met namen geschoven”, zegt Bruggeling. “Wij ontmoeten mensen die daar niet tegen kunnen. Ze krijgen niet de credits die ze verdienen, vinden ze zelf.” Bij de Delftse promovendivereniging Promood komen daar heel voorzichtig meldingen van binnen, zegt voorzitter Jonas Teuwen. De regels voor de volgorde van auteursnamen verschilt echter per vakgebied en per journal. “Bij sommige vakgebieden werken veel mensen op hetzelfde onderwerp: daar is het meer een kwestie. Bij andere vakgebieden werken mensen meer solitair. In veel vakgebieden is het gebruik dat de promotor als laatste bij de auteurs wordt genoemd. Bij wiskunde is het alfabetisch.” Teuwen heeft nooit gehoord van maximering van eerste auteurpublicaties aan de kant van promovendus. “Wel dat er iemand op de auteurslijst komt die geen significante bijdrage heeft geleverd. Soms wordt dat beargumenteerd met ‘de hoogleraar heeft voor de fondsen gezorgd’.” Juist omdat per wetenschapsgebied andere mores gelden, kan de universiteit niet bepalen dat zij voortaan altijd de promovendus als eerste vermeldt, of degene die het meest aan een artikel heeft geschreven. “Je wilt dat een promovendus zich vrij voelt om dat met zijn promotor te bespreken”, zegt Jansen. “Er zijn promovendi die dat moeilijk vinden en er zijn promotoren die daar minder toe uitnodigen. Via de graduate school wordt er al meer aandacht gegeven aan promovendi. Zij kunnen het ook bij een mentor aanhangig maken.” Social media Andere meldingen bij vertrouwenspersonen gaan over pesten (4x), agressief gedrag (3x), discriminatie (2x) en niet-professioneel of respectloos gedrag (4x). Het aantal meldingen van seksuele intimidatie neemt sterk af: van negen in 2011 tot één in 2012. Die trend is volgens Bruggeling ook bij andere universiteiten te zien. Net als de toename van machtsmisbruik, algemene intimidatie en arbeidsconflicten. De TU heeft niet opvallend vaker of minder vaak meldingen in specifieke categorieën. Wel signaleren vertrouwenspersonen nieuwe vormen van ongewenst gedrag door het veelvuldig gebruik van social media, vooral onder studenten. Die waarschuwden in 2012 enkele malen vertrouwenspersonen, omdat zij een foto of tekst van zichzelf of een vriend(in) op Facebook zagen in een onwelvoeglijke houding of positie. Die posts zijn vaak ongewenst en moeilijk te verwijderen. Tevens waren er meldingen van studentikoze grappen waardoor studenten zich beledigd voelen en onmiddellijk reageren in social media, waardoor de zaak kan escaleren. “Het is de vraag of de TU daar wat aan kan doen”, zegt Bruggeling. “Je zou kunnen zeggen:

een integriteitscode tekenen, maar het blijven jongeren in de hormonaal spannende leeftijd.” Jansen wil eerst maar eens kijken wat andere onderwijsinstellingen daar aan doen, en met welk effect. Interim-directeur onderwijs en studentenzaken Nellie van de Griend denkt dat er geen andere onderwijsinstellingen zijn die studenten een integriteitscode laat tekenen. “Studenten en wijzelf zijn meer van de discussie en het creëren van bewustwording dan van het tekenen.” Op 11 juni was er bijvoorbeeld met leden van studieverenigingen een discussiedag over ethische zaken. Verwijzend naar de code of ethics vinden de vertrouwenspersonen het goed dat integriteit binnen de TU het afgelopen jaar bespreekbaar is gemaakt. Al lag de nadruk in hun ogen veelal op wetenschappelijke integriteit, waarvoor overigens nog een extra vertrouwenspersoon zal worden aangesteld. Feedbackmethode Hoewel de vertrouwenspersonen hopen op meer aandacht voor integriteit onder ondersteunend personeel, zijn daar volgens Jansen geen plannen voor. Ze vindt dat er met de regeling nevenwerkzaamheden – die zowel voor wetenschappelijk als ondersteunend personeel geldt - al meer aandacht komt voor integriteit in brede zin. Wel staat invoering van ‘360 graden feedback’ op de agenda. Bij deze feedbackmethode vraagt de leidinggevende voor een r&ogesprek input van mensen rondom de medewerker, zoals collega’s, mensen aan wie de medewerker leiding geeft en eventuele klanten. “Niet gebaseerd op een oordeel over iemand, maar op feitelijke observaties”, zegt Jansen. “De methode is gericht op ontwikkeling en vertrouwen.” Sommige faculteiten en bepaalde diensten binnen de universiteitsdienst doen dat al of experimenteren daar mee. “Ik hoop dat we veel meer een cultuur krijgen waarin dat normaal is”, zegt Jansen. “Dan is er meer open feedback tussen mensen. Dat zou de cultuur erg kunnen beïnvloeden, ook wat betreft integriteit.” Terugkijkend op de afgelopen jaren vindt Bruggeling dat er aan de TU wel een en ander is veranderd door het hebben van vertrouwenspersonen. “Wij hebben in het verleden aandacht gevraagd voor promovendi en nu is er de graduate school. Ook hebben we gewezen op de noodzaak leidinggevenden te trainen in coachend leiderschap en conflicthantering. Er is vooruitgang geboekt wat betreft beleid ten aanzien van integriteit.” Een terugkerend aandachtspunt ten slotte is een standaard exitgesprek met medewerkers die de universiteit verlaten. Die gesprekken kunnen immers een bron van informatie zijn waaruit de TU lering kan trekken. HR houdt die gesprekken niet structureel, maar alleen als daar aanleiding voor is. Jansen zou die informatie ook los van een vertrek willen krijgen. “Dat bedoel ik ook met die 360 graden feedback. Je wilt gewoon dat bepaalde signalen vrijelijk worden besproken.” <<

Connie van Uffelen, redacteur Delta


De bachelor

23

Rachid Abraimi

Waterproof parkeren

Onderzoek: ‘Parkeergarage Leuvehaven’ Eindcijfer:

8

Wees niet bang om groots te denken, moeten Rachid Abraimi (25) en zijn studiegenoten Remko Donga en Sedat Erdogan hebben gedacht toen ze aan hun bachelor-eindproject begonnen. De opdracht: ontwerp een parkeergarage bij de Rotterdamse Leuvehaven. En zo trok het drietal op pad. Maar wat een schrik. “Het is daar nogal dicht bebouwd”, constateerde Abraimi. “En ze bleken ook nog eens van plan om daar een enorme woontoren te bouwen. Er bleek dus totaal geen plek voor een parkeergarage. Onze enige optie was uitwijken naar het water – erónder, om precies te zijn.” Tja, je bent een Nederlandse ingenieur of je bent het niet. Ieder van de drie studenten werkte een eigen methode uit. Abraimi richtte zich op de nieuwe woontoren. “Als je die plek nu eens gebruikt als bouwkuip door hem via sluisdeuren droog te leggen en af te schermen van de haven, kun je caissons bouwen op het droge. Door de sluisdeuren te openen, kan de bouwkuip daarna vollopen met water, zodat de caissons (twee verdiepingen van tien meter hoog, veertig meter breed en veertig meter lang) drijvend over water naar de locatie kunnen worden verplaatst. Als je dat vier keer doet, zou dat ruimte moeten bieden aan twee parkeerverdiepingen van 40 bij 160 meter. De bouwkuip kan dan dienen als kelder voor de woontoren.” En als enorme kostenpost op de begroting, ontdekte hij. “Komt door het bouwen van die sluisdeuren en het wegpompen van het water uit de kelder.”

Technisch haalbaar, maar nee, economisch verantwoord is anders. Sedat Erdogan bedacht een alternatief waarbij je de garage bouwt op straatniveau, vervolgens een caisson naar de kade rolt en de hele boel laat zinken in de haven. “Maar dat bleek echt onmogelijk”, zegt de student; “een hijskraan zou die bouwconstructie nooit kunnen tillen.” De economisch meest haalbare optie bleek die van Remko Donga. Daarbij bouw je een damwand in de Leuvehaven, laat de haven vervolgens leeglopen om de garage te bouwen, en daarna haal je de damwand weg en loopt de haven weer vol, om en over de parkeergarage heen. “De traditionele bouwkuipmethode”, weet Abraimi – blijkbaar niet ten onrechte traditioneel genoemd. Met hun – naar wat ze zelf noemen – beperkte bachelorkennis was het best pittig om tot drie goed uitgewerkte plannen te komen. “Soms dreigden de ideeën te veel naar elkaar toe te lopen. Het is moeilijk om praktisch na te denken en continu het totaalplaatje te blijven zien.” Hun plannen zijn inmiddels in de vergetelheid geraakt. De woontoren is af en de bestaande parkeergarages staan vertrouwd vol. Maar ja, de gemiddelde student komt toch lekker met het openbaar vervoer. En tegen de tijd dat die zijn eigen woontoren ontwerpt, staat Abraimi misschien wel aan het roer van de sluisdeuren. (JB)

(Foto: Sam Rentmeester)

Shoppen in Rotterdam. Leuk met je OV, met de auto een stuk lastiger op zaterdag. Waar laat je die? In de parkeergarage onder de Leuvehaven, als het aan Rachid Abraimi ligt, die hem hoogstpersoonlijk ontwierp voor zijn bachelor-eindproject bij civiele techniek.


24

Agenda & Advertenties

agenda Audities landelijke studentenmusical

Delta Magazine Lees ‘m TU Delta Nieuwsbrief Meld je aan Delta app Download ‘m www.delta.tudelft.nl

De eerste auditieronde voor de landelijke studentenmusical is 18 juni in Tilburg. Voor deze musicalproductie is Scala Productiehuis op zoek naar studenten die het aandurven om als acteur, zanger, danser, muzikant of… mee te werken aan deze musicalproductie. Met de slogan ‘You are invited’ nodigt Scala Productiehuis alle studenten van de Nederlandse hogescholen en universiteiten van harte uit om auditie te doen. Deze worden in juni en september gehouden. Met een eigentijdse, rauwe versie van de Broadway-klassieker The Scarlet Pimpernel zal de Nederlandse studentencultuur een nieuwe traditie rijker zijn. Aanmelden kan via www.studentenmusical.nl

Summer career week

Beste bacheloronderzoek

Looking for work after graduation? What about joining the summer career week on 8, 9 and 10th of July. As you start to finalize and finish your studies, the question of what to do next often comes up. The TU Delft Career Centre Summer Career Week is meant to help you answer this question, no matter what stage of job searching you are in. Whether you don’t even know what you want to do after you graduate or just want to learn how to apply for jobs, these workshops will be helpful. You can sign up for all of the workshops or just specific workshops that you feel you need extra help on. In the afternoons you’ll have the ability to sign up for individual appointments to put what you learned about in the workshop into practice. More information on: tudelftcareercentre.nl/summercareerweek

Is jouw bacheloronderzoek het beste van dit jaar? Doe mee aan de Student Research Award van de VSNU en stuur je paper voor 8 juli in. Meer info op www.vsnu.nl/scr

facebook.com/delta

Per direct te huur aan het Arthur van Schendelplein in Delft-Zuid

Ruime 4-kamer appartementen

circa 100 m2

- Ca. 10 min. fietsen van TU Delft - Huismeester aanwezig - Groot balkon Huurprijs: E 695,per maand excl. service- en stookkosten. Voor informatie: Afdeling Verhuur (010 436 92 18) of inschrijven via onze website www.vormvastgoed.nl

Voor advertenties bel met:

H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80 E delta@henjuitgevers.nl Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.


Delta

media

Gezond kritisch

catchy Ontwikkelaar Orbit Games Platform Android

Prijs: gratis jjjjj leuk jjjjj handig jjjjj bediening

Nooit meer pennen

Apps

Meepennen, collegerama; allemaal niet meer nodig om de colleges van de afgelopen weken op te lepelen. Nu is er Recordium! Heel verleidelijk: hij is het allerleukst voor concerten. Met Recordium kun je bijna alles opnemen, van colleges tot interviews en van memo’s tot – juist ja – concerten. Dat is op zich niet zo bijzonder, dat deed je smartphone namelijk allemaal uit zichzelf al. Maar wat Recordium speciaal maakt, is dat je bepaalde punten in de opname kunt markeren. Belangrijke quotes. Tentamenstof. Of je favoriete nummer van de band die je net live staat te bekijken. Hartstikke handig met de tentamenperiode in het vooruitzicht. En nog leuker als je straks op Lowlands staat. Je kunt er namelijk ook nog foto’s en krabbels aan hangen. Wel zo leuk als je je opname wilt delen met vrienden. Dat kan trouwens ook gewoon vanuit de app, via e-mail of door hem op te slaan in bijvoorbeeld Dropbox of Evernote. Je kunt je opname zo lang maken als je maar wilt. Dat kost natuurlijk wel wat geheugen, dus kun je na afloop eindeloos knippen. Zo heb je al je collegestof compact paraat. En de slechte nummers op Lowlands gewist. Inclusief jouw ietwat beschonken commentaar. De achten die je haalde dankzij je goed beluisterde collegestof moeten natuurlijk wel geloofwaardig blijven. (JB)

recordium Ontwikkelaar Ivysoft co. platform iPhone en iPad

Prijs: gratis leuk jjjjj handig jjjjj bediening jjjjj

Kritiek komt in twee vormen: constructief en destructief. Destructieve kritiek is kritiek die iemands zelfvertrouwen schaadt en alleen maar minder effectief maakt. Het onderscheid tussen constructieve en destructieve kritiek zal vaak gemaakt worden door de manier van kritiek geven. ‘Hoe heb je dit kunnen vergeten?’ zal weinig positief effect geven. Terwijl ‘goed werk, wellicht kun je er nog het volgende aan toevoegen [..]’ al beter ontvangen zal worden. Ik ben een voorstander van kritiek. Wanneer de kritiek terecht is, is het een mogelijkheid voor verbetering. Als iemand de vraag hoe je het bekritiseerde kan verbeteren kan beantwoorden, heb je mijns inziens te maken met gerechtvaardigde kritiek. Dat hoeft niet te betekenen dat je die klakkeloos moet opvolgen, maar het is een goed begin voor een discussie. Persoonlijk ben ik alleen maar blij als iemand met me meedenkt om een voor de TU beter resultaat op te leveren. Ik vind het een teken van betrokkenheid. Toch schijnt dat idee niet overal te heersen. Voor sommigen is het moeilijk kritiek te ontvangen. De expertrol die zij tijdens hun werk aannemen komt daarmee in gevaar, denken ze. Gezond-kritisch denken dat zich uit in een kritische opmerking, wordt dan niet gewaardeerd. Daarentegen zeggen managers vaak dat ze gezond verstand belangrijker vinden dan specialistische deskundigheid. Dus wanneer mag en moet je op de TU kritiek geven? Sommige afdelingen omschrijven zich zelfs als de afdeling die gevraagd en ongevraagd advies geeft. Vaak hangt het af van hiërarchische en geïnstitutionaliseerde relaties waarin een adviesfunctie opgenomen is of kritisch zijn geaccepteerd wordt. Toch hoop ik dat iedereen binnenkort standaard zijn/haar grootste criticus uitnodigt voor koffie en vraagt wat er dan zoal verbeterd kan worden. Kijk eens verder dan je eigen ego en expertrol en bedenk wat je kunt hebben aan een andere blik, wellicht heb je wat aan goedbedoelde kritiek. ‘If you want to go fast, go alone. If you want to go far, go together’. Jessica van den Doel

columnjessicavandendoel

Smijt met je smartphone Je koopt je suf aan bumpers en hoesjes, en past wel drie keer op dat je gekoesterde smartphone niet zomaar op de grond valt. En dan willen twee Delftse studenten dat je hem met hun nieuwste app zo hoog mogelijk in de lucht gooit…? Knap staaltje marketing van EWIstudenten Olivier Hokke en Eric Rijnboutt – of is het gewoon een briljant ontwerp? Hun app Catchy verscheen onlangs op de Androidmarkt en wat niemand had voorzien gebeurde: hij werd warempel massaal geïnstalleerd. Het idee kan bijna niet simpeler. Gooi je telefoon zo hoog of zo vaak mogelijk in de lucht en verdien zoveel mogelijk punten. Dat kan in diverse spelletjes, al dan niet tegen een (bekende) tegenstander. “Een perfecte combinatie tussen spanning, entertainment en competitie”, vinden de makers. Bovenal is het een mooie combinatie van wiskunde, vaardigheid en fun. Want voor dit knappe staaltje programmeerwerk is wel een beetje handigheid vereist. Zo is het de bedoeling dat je je mobieltje op dezelfde hoogte vangt als waarop je hem in de lucht gooide. Ook mag je telefoon tijdens de worp niet teveel om zijn as draaien, want dat vertekent de hoogtemeting (‘Do not use for precision measuring’, waarschuwen ze zelfs). O, en hoe nieuwer je Android, hoe beter, want des te accurater zijn de metingen. Wat je noemt een app voor waaghalzen. De makers trekken hun handen er alvast vanaf: ‘Met het gebruik van deze applicatie gaat de gebruiker ermee akkoord dat de maker niet aansprakelijk is voor wat voor schade dan ook door (indirect) gebruik van Catchy.’ Wie durft nog? (JB)

25

TU Delft


26

Delta

boeken

Deze boeken liggen binnenkort op de leestafel in de TU Library.

Even mysterieus als zijn deeltje De geniale natuurkundige Ettore Majorana voorspelde in 1937 het veelbesproken elementaire deeltje Majorana-fermion. Een jaar later stapte hij aan boord van een boot en daarna werd niets meer van hem vernomen. Een nieuwe biografie beschrijft zijn leven en wetenschappelijk werk.

“Hebben we Majorana-fermionen gezien? Ik zou zeggen: een voorzichtig ja”, zei de Delftse natuurkundige Leo Kouwenhoven tijdens de jaarvergadering van de Amerikaanse natuurkundevereniging APS. De duizenden aanwezige fysici waren in rep en roer. Sinds 1937 werd er gezocht naar het deeltje dat tegelijkertijd zijn eigen antideeltje is. In dat jaar voorspelde Ettore Majorana (1906-1938) het bestaan ervan.

Rekenen en schaken vond Majorana van jongs af aan geweldig Daardoor kwamen de schijnwerpers niet alleen op Kouwenhoven te staan, maar ook op de naamgever van het deeltje. Wie was deze Italiaanse natuurkundige? Onlangs verscheen de biografie ‘Majorana. Spoorloos verdwenen genie’ van de Italiaanse wetenschapshistorica Luisa Bonolis in het Nederlands. De biografe heeft door alle aandacht voor Majorana en de levensloop van de natuurkundige goud in handen. De Italiaan was een genie, die de moeilijkste berekeningen gewoon uit het hoofd deed. Rekenen en schaken vond hij van jongs af aan geweldig. Hij leefde bovendien in een tijd waarin de ene na de andere spectaculaire wetenschappelijke ontdek-

TU Delft

king werd gedaan, die jonge onderzoekers als Majorana inspireerden. De quantummechanica stond in de kinderschoenen en zette de visie op de wereld op zijn kop. Het was de tijd van invloedrijke boegbeelden van de wetenschap als Albert Einstein en Hendrik Lorentz. Daar komt nog bij dat Majorana in 1938 op een opzienbarende manier uit het zicht verdween. In 1938 nam hij de postboot richting Palermo en daarna werd niets meer van hem vernomen. De Italiaan werd daarmee even mysterieus als zijn voorspelde deeltje. Genoeg ingrediënten voor een spraakmakende biografie dus. Toch komt het boek van Bonolis niet helemaal goed uit de verf. Het bevat veel interessante informatie, maar het wordt niet meeslepend verteld. Bonolis beschrijft bijvoorbeeld de jeugd en studietijd van Majorana veel te droog. Over zijn karakter en de ontwikkeling daarvan komen we maar weinig te weten. Een van de schaarse hoogtepunten is een anekdote over een wedstrijd tussen natuurkundige Enrico Fermi en Majorana. Beide maakten een berekening. Fermi had het hele schoolbord nodig om alle stappen uit te rekenen. Majorana stond ondertussen met zijn rug naar hem gekeerd. Fermi zei: ‘kijk het is me gelukt’. Majorana antwoordde: ‘mij ook’. En hij noemde de uitkomst. De berekening had Majorana uit zijn hoofd gedaan. Het boek ontbeert meer van dit soort mooie beschrijvingen. Het lijkt wel alsof Bonolis niet enthousiast is over het onderwerp waar ze over schrijft. Dat geldt ook, zij het in mindere mate, voor de teksten die ze schreef over het wetenschappelijk werk van Majorana en collega’s. (RV)

Luisa Bonolis, ‘Majorana. Spoorloos verdwenen genie’, Veen Media, 160 p, € 34,50

Suburbane nachtmerrie of fijne woonplek? Veertig tot vijftig jaar geleden ontwikkelden Almere en Zoetermeer zich tot nieuwe steden. Een uitstekend boek laat zien hoe ze zich vormden en bekritiseerd werden.

Lelystad, Almere, Zoetermeer en Nieuwegein. Voor de een staat het voor fijn wonen in ruime woningen. Voor anderen is het een suburbane nachtmerrie vol zielloze bebouwing. Weinig stedenbouwkundige vernieuwingen zijn onder inwoners en buitenstaanders zo veelbesproken als de nieuwe steden. Daarom is ‘Atlas Nieuwe Steden’, dat de ontwikkeling ervan in kaart brengt, een welkom boek. Toch duurde het even voordat een dergelijk werk verscheen. ‘Suburbaniteit is nooit populair geweest bij stedenbouwkundigen en stadssociologen, zoals de binnenstad dat was’, schrijft directeur Planbureau voor de Leefomgeving prof.dr. Maarten Hajer in zijn voorwoord. Populair of niet, de steden hebben een geschiedenis. Het begin is stroef. De schrijvers concluderen dat ‘slechts zelden sprake is van een uitgewerkt idee over stedelijkheid’. De reden daarvoor was dat men de toekomst te onzeker vond en plannen flexibel moesten zijn. Eerst werd dus begonnen met het bouwen van wijken. Een ‘stadscentrum werd hoogstens gezien als sluitstuk van de nieuwe stad’. De planning van de steden kenden daardoor ‘een aarzelend begin’. In Lelystad was volgens de auteurs zelfs sprake van een ‘valse start’. De ontwikkeling van die stad komt pas na 1972 op gang. De steden vormden zich met vallen en opstaan. Steeds weer nieuwe

zienswijzen en veranderde woonwensen speelden daarbij een grote rol. De steden moesten weliswaar zo flexibel mogelijk zijn, maar liepen daardoor ook voortdurend achter de feiten aan. Vanaf de jaren zeventig werd voor een nieuwe insteek gekozen. Niet het stadsgewest, maar de buurt moest centraal staan. Er was meer behoefte aan herbergzaamheid en het vervlechten van wonen, werken, winkelen en uitgaan. Wijken als Almere Haven en Zoetermeer Seghwaert moesten de rol gaan vervullen van gezellige oud-Hollandse stadjes. Ook daarna zijn er tegengestelde zienswijzen op de steden. De een vindt Almere bijvoorbeeld te weinig stedelijk. De ander, zoals de Amsterdamse architect Izak Salomons, benadrukt juist dat Almere-Haven te weinig suburbaan is. Dit voorbeeld geeft aan hoe interessant de ontwikkeling van de nieuwe steden is. De voortgang hinkt voortdurend op twee gedachten. Men wil steden creëren, maar het gevoel van een dorp niet verliezen. Daardoor worden Zoetermeer en Almere bijvoorbeeld een aaneenschakeling van wijken. Daar vinden de meeste inwoners het fijn wonen. Met hun huis zijn ze tevreden en ook de ruimte eromheen loven ze. Maar het stadscentrum wordt vaak als saai ervaren. Voer genoeg voor nog meer discussies. Dit boek geeft een uitstekend overzicht van de ontwikkeling van nieuwe steden met prachtige illustraties. Een must voor iedereen die zo van de nieuwe steden houdt. Of er juist van gruwelt en wil weten hoe het zo uit de hand heeft kunnen lopen. (RV)

Arnold Reijndorp e.a., ‘Atlas Nieuwe Steden’, Trancity valiz, 341p., € 29,50


Delta

27

TU Delft

Desgevraagd Boundless Informant, een datamining tool van de Amerikaanse overheid, heeft in één maand tijd gegevens over 97 miljard berichten en bestanden op internet verzameld en over 124 miljard telefoongesprekken. Dat zijn tientallen items per wereldbewoner. In één maand. Volgens het NSA (National Security Agency) gaat het over ‘metadata’ zoals afzender, geadresseerde, datum en onderwerp en niet over de inhoud zelf. Maar in een document dat Snowden naar de Guardian lekte, is te zien dat ook teksten, foto’s, skypegesprekken en andere bestanden door Boundless Informant besnuffeld worden. NSA’s afluisternetwerk Prism heeft zich met een dwangbevel van het Foreign Intelligence Surveillance Court toegang verschaft tot de servers van Microsoft, Yahoo, Google, Skype, Apple en alle andere internetbedrijven die ertoe doen. “Bedrijven moeten nu beschroomd toegeven dat ze doen wat iedereen al vermoedde”, concludeert TU’s cybersecurity expert dr.ir. Jan van den Berg (TBM). Voor hem was het geen verrassing dat de Amerikanen ‘snuffers’ hebben geplaatst op strategische plekken om de op internet rondreizende informatie te monitoren en te analyseren.

Hij is daar ook voorstander van, net als je het wegennet in de gaten houdt met surveillancecamera’s en het luchtruim met radar. “Sterker nog, ik heb tegen de mensen van het Nederlandse cyber security center gezegd dat ze internet-

monitoring van de cyber ruimte erkend wordt, en dat er transparante besluitvorming komt over wie welke gegevens bewaakt en waarom. “We hoeven geen operationele gegevens bekend te maken, maar het proces moet transparant en democratisch gewaarborgd zijn.” “Vijftien jaar geleden hadden we het over het beveiligen van informatie, maar nu is internet een plek geworden waar miljoenen mensen met elkaar verkeren, en waar je fysiek dingen in gang kunt zetten aan de andere kant van de wereld. Daarom moeten er, net als op de weg, in de lucht of op het water, spelregels komen en handhaving.” Voor Edward Snowden heeft Van den Berg respect: “Ik vind het heel knap en

‘Ik heb tegen de mensen van het Nederlandse cyber security center gezegd dat ze internetverkeer 24/7 in de gaten moeten houden’ verkeer 24/7 in de gaten moeten houden.” Maar dat is toch precies wat het NSA doet en wat Snowden ‘de architectuur van de onderdrukking’ noemt? “Het moet ook niet op die manier”, vindt Van den Berg. “De NSA vergaart gegevens van iedereen zonder opgave van reden. Dat schept wantrouwen jegens de staat.” In plaats daarvan zou Van den Berg graag zien dat de noodzaak tot

dapper wat hij heeft gedaan. Hij heeft laten zien dat de Amerikaanse werkwijze ondemocratisch is. Ik hoop dat hij een boel steun krijgt.” De zoektocht, wereldwijd, is nu naar een middenweg tussen de zorgeloze vrijheid van ‘bits of freedom’ en de ondemocratische controle van de Amerikaanse geheime dienst. (JW)

De TU-feestjes komen er weer aan. Waar ga je naar toe?

13% 30% 40% 9% 8%

Zomerfestival op 31 mei.

Studuction op 6 juni.

IO-festival op 14 juni.

Naar allemaal!

Geen, ik moet studeren. Kijk voor de nieuwe poll op de Facebookpagina van Delta. www.facebook.com/tudelta

Strip: Auke Herrema

Voormalig medewerker Edward Snowden van de Amerikaanse veiligheidsdienst NSA onthulde aan de Britse krant de Guardian het bestaan van een ongekend machtig afluisternetwerk op internet. “De architectuur van de onderdrukking.”


28

Delta

TU Delft

Text: Damini Purkayastha Photo: Sam Rentmeester

The big draw

If it seems like TU Delft students never leave, it’s because they don’t. We talk to students who have stayed on after their graduation. Possibly because of the wonderful food options in Delft (see the Survival Guide) or learning opportunities (read 3TU SET Day.)

international pages

Abhigyan Singh and Sten Vollebregt are just two of many students who continue to work at and with TU after they have completed their degrees.

Usually, a bird can’t wait to fly the nest. Students can’t wait to wrap up stints at one university and jump to another. Yet, contrary to the trend in other parts of the world, TU Delft seems to be an exception to the rule. In recent years, more and more students who have graduated from the university have chosen to stay on here, either to work on research projects or do their post-docs. At any given time, there are approximately 2,000 PhD students enrolled at TU Delft. That’s a wealth of knowledge the university is quick to tap. And it’s not just international students; Dutch students also opt to stay on as well. “There is a lot of collaborative work going on between TU and technology-based companies. So, a researcher here gets to experience both worlds in a way,” says Abhigyan Singh, who worked with the Multimedia Information Retrieval Lab of EWI for a year. During his tenure, Singh found that a lot of research in the field of his interest was going on at the university. Despite job offers from several companies back in India, Singh chose to stay on at TU. He

recently started a PhD with the Industrial Design faculty of TU and the NHL University of Applied Sciences, Leeuwarden. Sten Vollebregt has been associated with TU for almost a decade. He has done his BSc, completed his MSc and is now wrapping up his PhD here. “I am currently working on a project proposal for a 3 year Post-Doc position, and one year of this has already been arranged,” says Vollebregt. The exciting aspect for him is his new line of research. “I found a new topic which interests me a lot, and will be quite challenging. But if we can pull it off, we will have some unique production capabilities in the cleanroom.” Will he stay at the university even after? “After that, who knows? Maybe I will go to another university abroad for a few years to get some more international experience. After that I might come back to try and pursue a faculty position.” The fact that TU makes it easier for scientists to pursue academia is a big draw for prospective employees. “In a lot of countries, funding for any kind of research is always a big question. Here, PhDs and researches

are treated as employees. They can sign 4 year contracts and not worry about constantly asking for grants, which is how it is in the US and UK,” says Singh. While a re-run at TU is a top choice for anyone interested in staying with academia, the pay scales are still not comparable to the industry. “If I look at my classmates who went into the industry after finishing their PhDs from TU Delft, the pay is not competitive,” says Dang Doan, who also did his PhD at the university. Doan, who is from Vietnam, has been with TU since 2006. Though back in his country now, he will be working on collaborations with his former advisors in the Delft Centre of Systems and Control for a year. On the subject of pay-scales, Vollebregt agrees that there are no comparisons between the industry and academia, but points out that the salaries at TU are far better compared to other PhD positions globally. “Still, don’t start a PhD if you’re only interested is earning money, you will have to like doing research.”

‘Don’t start a PhD if you’re only interested is earning money’


Delta

29

TU Delft

science Hiccups at Forze fuel cell test The Forze hydrogen racing team is testing their fuel cell stack at a specialised facility in Petten this week. Despite some difficulties, the output power approaches the 100-kilowatt target. The Forze team has outgrown TU Delft’s test facility with its maximal load of 15 kW. The stack that powers the latest version of the hydrogen car delivers 100 kW of electrical power plus the same amount as heat. Sponsoring enabled the team to perform their tests at the ground of

ECN in Petten at the Joint Research Centre of the Institute for Energy and Transport (JRC-IET). This facility has a grid connection permitting a 100 kW feed-in, which is what the Forze team needs at full power. Tests on Monday unveiled some

power. Instead the pump got stuck, and tests were continued with air flow from the JRC facility. On Tuesday afternoon Forze team member Matthijs Damen said that 85 kW had been reached and because of the bad luck with the

Damen is confident that the team will reach the 100 kW target since ‘no fundamental limitations have been met with’ software glitches, which were swiftly repaired. Somewhat more serious was the failure of the system’s air pump, which has to match the quantity of hydrogen at climbing

pump, the team has been given until Friday to finish their tests. Damen is confident that the team will reach the 100 kW target since “no fundamental limitations have been met with.” The Forze hydrogen car’s (peak) power will be almost double that of the stack, Damen explains. In the race the stack will run at full power, also when approaching a curve. Its excess power will be temporarily stored in supercaps, just as the energy from the brakes. After the curve, this extra energy is fed to the engines doubling the power for the duration of 3 to 5 seconds. (JW) delta.tudelft.nl/26829

Testing the stack. (Photo: Forze hydrogen team)

Veteran engineer develops natural airco After a life-long career in designing air-conditioning systems, Ben Bronsema (78) has developed a zero-energy airco by using the building itself as a climate engine. Exploring the system top-down, the curved Ventec roof handles air intake on the windward side of the building, and expulsion of used air in the centre of the roof. This layout ensures there will be no shortcut contamination from exhaust to inlet. The roof makes use of the Venturi-effect. This means that passing winds will create an under pressure

that will suck used air from the building. The 360 degrees intake uses wind pressure and a pressure room to power the airflow through the building. From this intake, the air flows into the climate cascade. The Climate Cascade is a shaft where water of 13 degrees Celsius falls down, pulling the incoming air downwards. In the summer, the hot air will be cooled and dried. The falling cold water will dry the air because excess humidity will condense on the cold-water droplets. In the winter, cold air will be warmed up in the climate cascade, after which it will be heated further by an auxiliary heating unit which uses heat from the underground heat storage

or, if the sun shines, directly from the solar chimney. After the air has served the living- or workspaces, the Solar Chimney, an architectural provision at the South side that harvests solar heat to create an upward draft, will draw it out. Besides powering the air suction, the solar chimney (or solar façade) also produces heat, which will be harvested by heat exchangers and stored in underground aquifers for use in the winter. According to calculations for the refurbishment of a four-floor office building, the subsequent steps will reduce the climate system’s energy use, and even make the building energy producing. (JW)

SHORT Light weigth hand Dr. Gerwin Smit has developed a lightweight body-powered prosthetic hand with hinged fingers. According to Gerwin Smit, 20% of amputees missing a hand, refrain from wearing a prosthetic hand because of wearing discomfort (too heavy, too hot) or because it is too difficult to use due amongst others to lack of sensory feedback. And another 27% of the amputees stop actively using their device after a certain time. Smit, who defended his thesis ‘Natural grasping, design and evaluation of voluntary closing adaptive hand prosthesis’ last week at 3mE faculty, developed a lightweight body-powered prosthetic hand which he believes alleviates most of these problems. The Delft Cylinder Hand, as it is called, has hinged fingers, hydraulically operated with miniature cylinders that are so small they fit inside a finger. The hand is operated through subtle movements of the shoulder and the upper arm by means of a shoulder harness. The first step of the study was to determine the state-of-the-art in body-powered prostheses. “Comparison with data of a study from 1987 showed no improvement in the mechanical performance over the last decades”, Smit writes in his thesis. The hands he investigated produced a pinch force of around 15 Newton while the mass of the hands was relatively high, around 423 grams. The Delft Cylinder Hand weighs half of that and has twice as much grip strength. “What’s more, the user requires a lot less energy to operate the hand than is needed with the current range of body-powered hands”, says the researcher, who also did experiments with test subjects and prosthesis users. (TvD)


30

Delta

TU Delft

Text: Damini Purkayastha Photo: Hans Stakelbeek

delft survival guide Surviving food shopping Craving some homemade baklava? Some Masala Maggie with tea? Or Duncan Hines cookie mix? It’s all available right here in Delft. We tell you where. Amazing Oriental This store is like a mini-supermarket of goodies from all over the global. Barely a 15-minute bike ride from the university, Amazing Oriental has been around for over a decade. The store is austere, no fancy interiors to distract you from the long aisles of imported food. Right at the start is a small section of American food with items such as marshmallows and Rocky Mountain Popcorn. They even carry baking soda. Further ahead are some Indonesian treats such as shrimp krupuk, and roasted onions as well as some Surinamese and Thai items. Frozen foods range from dim sum to pickled radish and bamboo shoots. Thirty different kinds of noodles are stacked in the noodle section ranging from spicy mushroom noodles, to udon. Further in you find things such as dried seaweed cake with seasoning and fried bean curd. Then of course, is the beverages section. Most interesting: bitter gourd tea and ginseng coffee. Not only is the shop popular with international students, it is a favourite with Dutch families looking to experiment with new cuisines. Where: Kleveringweg 59, Delft Bahaar Poptahof is a favourite with internationals, especially with people from South Asia, Iraq, Syria and Egypt. Bahar Foods Delft, Ozhalk Market and Polaat International Supermarket

Amazing Oriental stocks products from all over the world. are international grocery stores with a range of yummies. A whole section of Indian savouries by a popular brand called Haldirams, fresh cottage cheese, ready-to-eat breads and dishes such as palak paneer and dal makhni are available here. There’s a range of Turkish sweets, pickles, sauces and masalas, lentils and teas and a lot more. “I am from Afghanistan and I lived in India for a while, that is how I have a fairly good idea what to stock,” says Wasib Kazim, the owner of Bahaar who took over from the Turkish owners 2 years ago. “Most of our customers are students from the university. Baklava and fresh paneer are among the most

popular items but everything here is a top seller. Both shops also keep a range of instant noodles, including Masala Maggie. Where: Papsouwselaan 208, Delft Turkish shop, Centre Erciyes Slagerij If you’re not too keen on cycling all the way out, there’s a small store in the centre, right near the Oude Kerk, with a range of options. The butcher’s shop is out at the back, as you enter there are trays of Turkish delights to your right and salted/stuffed pickles to your left. “We keep a lot of things, but we always ensure that what we

‘Baklava and fresh paneer are among the most popular items but everything here is a top seller’

keep in our store is something we eat. If we don’t eat it, why should we sell it to our customers,” says Mehmet, who started the shop in 1986. Ask him the most popular thing in his shop and he says “Everything. Everything we keep is popular”. Besides Ayran (yogurt), the shop also keeps things such as henna. They also have trays of fresh feta cheese, which is a popular ingredient in Iranian cooking as well. Where: Hippolytusbuurt Delft, near Oude Kerk


Delta

Talking point

3TU SET Day Rising energy consumption around the world and the threat of climate change are urgent issues. Innovative and sustainable energy technologies will be required to face the challenges and the needs of this generation and many to come. And that is precisely what the students involved in the 3TU SET (Sustainable Energy Technology) Day aim to address through their studies, research and future careers. 3TU is a collaboration between the three leading universities of technology in the Netherlands - Delft University of Technology, Eindhoven University of Technology and the University of Twente. According to the 3TU website, ‘This federation maximizes innovation by combining and concentrating the strengths of all three universities in research, education and knowledge transfer.’ A major

part of this cooperative effort is the offering of five different joint master’s degree programs including one in SET. The first ever 3TU SET Day was hosted by TU Delft on June 7th. Attendees came from all three participating universities, including 20 from Eindhoven, 20 from Twente and approximately 40 from TUD. Gireesh Nair, one of the TUD students responsible for organizing the event, said “Students from these three universities have never had such close interaction.”

program with a bit of trivia. Villegas said the earliest known windmills were in Persia, dating back to the 9th century, and looked like large paddle wheels. The presentations that followed confirmed that harnessing the power of the wind is still relevant, but technology of today is light years ahead. Students gave presentations about their master’s theses and subjects included wind energy, energy from biomass and solar energy. Villegas said that hearing about other peo-

‘It’s a good opportunity to come and meet other students from 3TU’ Jad Al Koussa, of TU Eindhoven, agreed. “We are part of this joint program and it is a good opportunity to come and meet other students from 3TU,” he said. Under the program, students can take courses from any of the three universities, so learning opportunities are much broader. Eloisa Villegas, another TUD event organizer, said that 3TU SET Day was initiated to create “a platform to meet, interact, exchange knowledge and information.” She opened the

ple’s research will help many students to choose a path for their own theses. Finding new and innovative ways to address the energy needs of the future will require a new generation of specially trained engineers. The 3TU SET program, innovative in its own right, is expanding the opportunities for students to learn beyond their physical location and preparing some of these engineers of the future. (HM)

nostalgia

lbeek) (Photo: Hans Stake

31

TU Delft

Hassan Nemati, 27, came to Delft from his native Iran via Switzerland. He arrived here in 2012 to pursue a PhD in mechanical engineering and enjoys the country, though he admits he does complain about the weather. He is shown with a handicraft decoration from Shiraz, the city in Iran where his wife comes from. “In Iran, people decorate their houses with many things like this. Having these decorations reminds me of home.”

Housing TU Delft’s International Community TU Delft’s Central International Office plays an important role in facilitating international students, employees and guests in coming to Delft. Services offered range from visa application prior to arrival to acculturation workshops and field trips once in the Netherlands. Also amongst the services offered by the Central International Office is to arrange initial housing for incoming internationals. Having a comfortable accommodation to come home to is considered essential in making a stay abroad a pleasant experience. Moreover, in the Netherlands having an address is actually vital for arranging your life as this is a requirement for obtaining a so-called BSN number. The BSN is, in turn, needed to purchase health care insurance and open a bank account. International employees and guests may already find arranging accommodation challenging and since Delft is inundated with new students every summer, the problem is exacerbated. Therefore TU Delft’s Central International Office has arranged for Duwo, the largest student housing agency in the Netherlands, to reserve a number of rooms for her international students, employees and guests. Ranging from shared facilities to independent housing and varying in price, size and location, these accommodations can only be reserved through a specific section in the online reservation system of Duwo. The number of internationals being housed by the Central International Office grew rapidly. In 1997, rooms were assigned to just a few international students; nowadays almost 1700 accommodations are reserved with Duwo for incoming internationals of TU Delft to choose from. Even though most accommodations have a maximum rental period of one year, sometimes the number of available accommodations is very limited. Internationals who plan to stay at TU Delft longer than one year are expected to look for more permanent housing while in Duwo housing. For PhD candidates there now also is the option to move to long-stay apartments in the Hague, these are unfurnished apartments near train station Hollands Spoor. Since TU Delft’s international population is expected to grow further and with a dual-career program in development, the housing section of TU Delft’s Central International Office is not only looking to increase the number of accommodations but also to further improve their level of service. At current they are especially looking to add couple and family accommodations. Of course, the Central International Office will first of all try to meet these challenges together with their long-term partner Duwo. However, when the limitations of what Duwo can offer are reached, other options will be explored. Alexander van der Wel TU Delft/Central International Office Do you agree or disagree with the points raised in this week’s Talking Point? Let us hear your opinion: start or join the discussion in the website’s Comments section at www.delta.tudelft.nl


Contents International

28

The big draw

30

Surviving food shopping

Text: Kerry Dankerse Photo: Sam Rentmeester

31

Nostalgia - Talking point

See www.delta.tudelft.nl for the translation of page 12: ‘Lots of people just call themselves hydraulic engineers’

lab of ... Aerospace Engineering Flight Simulator Sitting atop six hydraulic arms is an imposing two-story high bulb. Inside the bulb is a small aircraft cabin with hundreds of buttons and panoramic screens displaying depth-perceptive environments. This odd looking structure is the flight simulator used for research in the Simona (Simulation, Motion and Navigation) Aerospace Engineering laboratory. The hydraulic arms can move six degree, creating very realistic aircraft movement. The simulator was initially only used in a fixed wing or airplane manner. Since international student Deniz Yilmaz came from Turkey in 2011 to do his PhD at TU Delft, he has helped to convert the simulator to be able to also function as a rotorcraft or helicopter. He is also working on coupling problems between pilot and aircraft. The aerospace lab simulator is very unique. The entire massive structure, including hard and software, was created by students at the university. As a custom simulator, the students working on it can measure any parameters they want. Flight simulators at other European schools were fabricated from off the shelf products, which limits testing. Yilmaz says, “It is a researcher’s paradise where we can conduct the best research possible.” The simulator can also be easily changed to function in fixed wing or rotorcraft mode adding another special component to the lab. The TU Delft flight simulator lab is not used as a training center. Pilots and students use the simulator to research perception, displays, dynamic change detection and new ideas. Pilots are tested on their perception of acceleration and velocity. In tight manoeuvring tasks, biofeedback monitors can be used to read the reactions of the pilots while using displays. Pilots can also be tested on their detection capabilities when dynamic changes are made. Finally, students can test their new innovation models in a close-to-real life setting.

Jia Wan and Deniz Yilmaz are at the controls in the flight simulator. One of these new innovations is worked on by PhD student, Jia Wan of China. He is investigating if a helicopter with flapping arms would fly better than

one with a rotor. Pilots can test and comment on his new theoretical work through the simulator.

Lab of... is a TU Delta series exploring the university labs.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.