Delta nr. 4
15 oktober
2012
128,94 kilometer per uur klokte de Velox ligfiets in de woestijn van Nevada
Kan het nog harder? reportage
interview
visie
Decathlon prabhu deltfenaren geven in madrid kandachar rutte advies
International pages inside see page 29
8 Delta nr. 4
15 oktober
2012
Sebastiaan Bowier van het Human Power Team testte in augustus het nieuwe luchtmasker tijdens de laatste training met de Velox ligfiets in Nederland. In september deed het team in de woestijn van het Amerikaanse Nevada een poging het wereldrecord te verbeteren. Bas de Meijer maakte deze foto.
REAGEER!
12
www.delta.tudelft.nl
colofon Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie. Redactie Frank Nuijens (hoofdredacteur), Saskia Bonger, Tomas van Dijk, Dorine van Gorp, Connie van Uffelen, Jos Wassink, Katja Wijnands, Carlijn Remmelzwaal Medewerkers aan dit nummer Jorinde Benner, Chandra Elango, Robbert Fokkink, Dap Hartmann, Auke Herrema, Job Hogewoning, Martin Kers, David McMullin, Damini Purkayastha, Gunjan Singh, Jimmy Tigges, Robert Visscher Foto’s Sam Rentmeester, Hans Stakelbeek
Bladconcept en vormgeving Maters & Hermsen, Leiden Lay-Out Liesbeth van Dam, Saskia de Been Redactie-adres Universiteitsbibliotheek, Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848, delta@tudelft.nl Advertenties H&J Uitgevers, 010 451 5510, delta@henjuitgevers.nl Druk Deltahage, Den Haag Oplage 8.000 Jaargang 45 ISSN 0169-698x. Meer informatie op: www.delta.tudelft.nl/colofon
reportage
interview
hard fietsen
rasoptimist
De woestijn aan weerszijden van Highway 305 in Nevada is zo plat als een dubbeltje, er is weinig wind en er heerst doodse stilte. Hier komen elk najaar tientallen ligfietsfanaten bijeen om te racen tijdens de World Human Powered Speed Challenge.
Emeritus-hoogleraar industrieel ontwerpen Prabhu Kandachar straalt op zijn afscheid meer bevlogenheid en idealisme uit dan menig politicus. Hoe ingewikkelder de wereld, des te meer werk voor ontwerpers.
16
29 reportage
international pages
universitair bouwdorp
poo project
Het huis van morgen. En dan als architecturaal hoogstandje, duurzaam en met state-ofthe-art bouwtechniek. De Solar Decathlon Europe, dit jaar in Madrid, is een universitair bouwdorp op hoog niveau. Maar waar is Delft?
As a child, Miguel Melguerajo Angel Fuentes never dreamed that one day he’d be deeply involved in researching human excrement. “When you talk about poo, which is something super personal, then it has a bigger dimension.”
Delta 5 verschijnt op maandag 5 november.
VERDER Column 04 KORT NIEUWS 05 SPORT 06 DESGEVRAAGD 07 PARTYCRASHERS 15 JOB DE KOK 15 BACHELOR 20 NA DELFT 21 VISIE 22
Delta - Welkom bij de Universiteit Utrecht. Waarmee kan ik je van dienst zijn? - Omdat ik gefascineerd ben door het heelal wil ik me graag inschrijven voor de opleiding astrofysica. Ik heb voor Utrecht gekozen omdat grote sterrenkundigen als Henk van de Hulst, Cees de Jager en Ed van den Heuvel hier gestudeerd hebben. - De Universiteit Utrecht vindt het belangrijk dat je een studie kiest die goed bij je past. Daarom is matching een verplicht onderdeel van je inschrijving. Deze matchingsprocedure zal een ambitieus studieklimaat stimuleren, de binding met de opleiding vergroten en uitval als gevolg van een niet-passende studiekeuze tegengaan. - Ik ben echt super gemotiveerd, dus dat zit wel goed! - Dat denkt iedere student, maar zo eenvoudig is het niet. De matchingsprocedure loopt van de eerste kennismaking met de universiteit tot aan het bindend studieadvies aan het einde van het eerste jaar. De eerste fase is de oriëntatiefase. Onder andere via open dagen en meeloopdagen word je als aankomend student geactiveerd om bewust voor een vervolgopleiding te kiezen. - Maar ik kies toch heel bewust voor sterrenkunde? - In de tweede fase ben je na inschrijving echt aspirant student, en ervaar je aan den lijve wat het betekent om in Utrecht te studeren, middels onderwijs, toetsen en opdrachten. Je beslist hierna zelf of de gekozen studie bij je past. In het eerste jaar van je opleiding krijgt de matching een vervolg in de opleidingsintroductie en het tutoraat. - Er is dus een bindend studieadvies, maar toch mag ik zelf beslissen? - Als je aan het einde van je eerste studiejaar 37,5 ECTS of meer hebt behaald, krijg je een positief studieadvies en kun je doorgaan met je studie. Heb je minder dan 37,5 ECTS behaald dan moet je stoppen en kun je je niet opnieuw voor dezelfde opleiding in Utrecht inschrijven. - Te weinig studiepunten impliceert toch niet dat de studie niet bij mij past? - We bieden ook een master bijbelwetenschappen aan, heb je die weleens overwogen? - Eh, nee, ik wil sterrenkunde studeren. - Of de master multiculturalisme in vergelijkend perspectief of sportbeleid en sportmanagement? Misschien is religies in hedendaagse samenlevingen meer iets voor jou? Of nieuwe media en digitale cultuur? - Ik had op het vwo negens en tienen voor wiskunde, natuurkunde en scheikunde. Ik ben gefascineerd door het heelal. Ik wil sterrenkunde studeren! - Tja, dan hebben we toch een probleem. - Hoezo? - We hebben de master astrofysica afgeschaft. - Wáááááát?! - Wat dacht je van gender and ethnicity? Of film- en televisiewetenschap? De eenjarige master islam wellicht? (Een deel van de tekst is letterlijk overgenomen van de website van de Universiteit Utrecht)
Dap Hartmann is astronoom. Hij werkt als onderzoeker bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.
TU Delft Regisseur en stagedirector Floris Visser is op dit moment cultural professor aan de TU. Als thema koos hij ‘Deus ex machina’. Opera is volgens Visser de totaalkunst tussen kunst en techniek. Zijn studenten ontwerpen in de masterclass het decor van de opera ‘Carmen’, een eigen creatie die de Delftsche Opera Compagnie en de TU onder leiding van Visser van 12 tot 20 november presenteren in het auditorium. 1 Ik ben een alfaman beland in een betàwereld.
4 Ik heb voor de opera Carmen
ja
nee
2 Ik hoop nieuwe
5 Op welke vraag wil je
Leonardo Da Vinci’s te ontdekken in mijn masterclasses.
ja
3 Op de TU Delft wordt te veel aandacht besteed aan machina (machine, techniek) en niet voldoende aan deus (magie, mysterie, dromen).
ja
gekozen om de TU te verrassen en te shockeren.
terugkomen?
Op vraag vier. Ik heb niet zelf gekozen voor Carmen, maar de TU. Anderhalf jaar geleden ben ik benaderd door Krashna Musika en de Delftsche Opera Compagnie. Hun grote wens was om Carmen te produceren, de meest beroemde en populaire opera ooit. Ze wilden mij als regisseur. Carmen is niet om te shockeren, maar om een verhaal te vertellen. Het gaat om de magie, de beelden en de dromen. Maar ook om de mensen en de monsters die we in het leven tegen komen. (CR)
77 De TU stijgt van 104 naar 77 op de wereldranglijst van Times Higher Education. De universiteit is blij maar tegelijkertijd ongerust, omdat de bezuinigingen uit de herijking (nog) niet in de ranglijst zijn meegenomen. “De goede positie hebben we bereikt dankzij de financiering van de overheid”, zegt collegelid Paul Rullmann. “Blijf alsjeblieft investeren, anders ben je over een paar jaar verbaasd omdat die positie blijkt geërodeerd.” Op nummer 1 staat het California Institute of Technology. www.delta.tudelft. nl/25726 en 25734
Tweets
Foto: Floris Visser
columnDAP HARTMANNMATCHINgSTRAJECT
4
Kort
Foto’s: Rutger Wirtz
Miljoenen
Het prototype van het Delftse Concept House werd 5 oktober officieel geopend. Met dit experimentele stadsappartement op de Heijplaat in Rotterdam willen Delftse onderzoekers aantonen dat je in een flatgebouw energieneutraal kunt wonen. Het gebouw produceert zijn eigen warmte en energie met in het dak geïntegreerde zonnepanelen, warmtecollectoren en warmtelussen die warmte uit de aarde halen. Vanaf januari 2013 zullen inwoners van de wijk in het gebouw gaan proefwonen. Onderzoekers van Industrieel Ontwerpen zullen hun gedrag observeren. www.delta.tudelft.nl/ 25721
Wetenschap top 3 Het lijkt een paradox, maar de E-snake die dr.ir. Frank van der Pijl bij EWI ontwikkelde, maakt het mogelijk om een contactloos snoer te maken: volkomen geïsoleerd en vonkvrij. De techniek is gebaseerd op zogenaamde inductieve vermogensoverdracht. Van der Pijl werkt de technologie in zijn bedrijf Optimos Apto verder uit voor de offshore-industrie. delta.tudelft.nl/25722 Tegen 2020 vliegen er naar verwachting twee keer zo veel kleine vliegtuigjes rond dan nu het geval is. Omdat 72 procent van de ongelukken die hiermee gebeurt het
gevolg is van slechte besturing, bepleit Wouter Falkena (L & R) de invoering van een stuurcomputer, net als nu bij grote en militaire toestellen het geval is. De sturing moet dan wel een stuk goedkoper worden. delta.tudelft.nl/25711 E-snake; het snoer van de toekomst. Illustratie: Astrid Koekoek
Kikkers produceren eiwitten die veelbelovend zijn voor de farmaceutische industrie. Dat is althans de overtuiging van promovenda ir. Geisa Evaristo (TNW). Ze gebruikte massaspectrometrie om de samenstelling te bepalen van de eiwitten waarmee kikkers zich verdedigen tegen bacteriële infecties. delta.tudelft.nl/25684
De TU heeft de 25 miljoen euro die ze na de brand van Bouwkunde kreeg weer terug. Het subsidie was teruggevorderd door het ministerie van Onderwijs, omdat het niet voor nieuwbouw gebruikt was. Volgens de rechtbank heeft het ministerie bij het terugvorderen een procedurefout gemaakt. Bovendien was volgens de rechtbank niet duidelijk dat het geld voor nieuwbouw van Bouwkunde was bedoeld. Het ministerie is in hoger beroep gegaan bij de Raad van State. www.delta.tudelft.nl/25754
Vrouwen De Commissie Gelijke Behandeling buigt zich over het TU Delft Technology Fellowship: de tenure track-aanstellingen voor vrouwen. Een mannelijke alumnus had hierover een klacht bij de commissie ingediend, omdat hij niet in aanmerking kwam voor de functies waarmee de TU vooraanstaande vrouwelijke wetenschappers naar Delft lokt. De commissie - die sinds 2 oktober het College voor de Rechten van de Mens heet – doet op 13 november uitspraak. www.delta.tudelft.nl/25743
Archief Studenten en medewerkers kunnen voortaan online in het archief van National Geographic Magazine grazen. De TU Delft Library heeft onlangs een langlopend leasecontract afgesloten voor alle nummers van het beroemde maandblad uit de jaren 1888 tot en met 1994. www.delta.tudelft.nl/25720
Spoorzone Bovengronds is er weinig te merken van de voortgang in de bouwput bij station Delft, ondergronds blijkt de spoortunnel behoorlijk vorm te krijgen. Al duurt het nog tot 2015 voordat de treinen uit het Delftse straatbeeld verdwijnen. Delta mocht alvast even gluren. www.delta.tudelft.nl/25752
Leenstelsel
De DA-42 vloog als test met een stuurcomputer. Foto: Diamond Aircraft Industries
Braziliaans gifkikkertje. Foto: Geisa Evaristo
VVD en PvdA willen de basisbeurs voor studenten per september 2014 afschaffen en een leenstelsel invoeren. Het is nog onzeker of ook de aanvullende beurs verdwijnt, zoals de VVD wil. Bronnen rond de formatie hebben dit gezegd tegen de NOS. Alleen nieuwe studenten vallen onder het leenstelsel. www.delta.tudelft.nl/25758
SPORT
Sporter van de week is Jianing Wang
“Als kind droomde ik ervan basketballer te zijn in de NBA.”
Specs
nationaliteit
China 1.86 mtr Gewicht
70 kilo Geboortejaar 1985
studie: PhD electrical power processing group (EWI)
sport:
Officieel basketbalshirt van de Universiteit van Florida. Cadeau gekregen van vrienden die ik daar bezocht. Ze weten hoeveel ik van die sport houd. Draag ik altijd bij het hardlopen.
Feest aan het hegermeer In de voorbije weken bleken de beste zeilende studenten wederom uit Delft te komen, werd Jos Koop van WTOS derde tijdens het NSK wielrennen op de weg en begon de ambitieuze vrouwenselectie van Thor de rugbycompetitie met twee nederlagen.
Fitness, hardlopen ANDERE SPORTEN
basketbal, tennis
Klein handdoekje, verplicht bij het fitnessen.
Mijn sterke punten “Als basketballer ben ik inzetbaar op alle posities. Het beste kom ik tot mijn recht als guard, vanwege mijn goede pass. En ik ben goed in langeafstandlopen.” Zwakke punten “Ik ben niet zo zwaar en sterk. Bij lichamelijke contacten is dat een nadeel, maar voor een guard is dat niet zo erg.”
Hoogtepunten/prijzen? “Kampioen van het departement met het basketbalteam van de universiteit in China.”
Knie nog altijd niet hersteld van een beenbreuk van twee jaar geleden.
Ambities? “Mezelf gezond en in conditie houden. Ik loop twee keer per week acht kilometer. Als PhD-student heb je een gezond lichaam nodig, anders kun je geen onderzoek doen.” Schoenen zijn licht en ademend en daardoor erg geschikt voor langeafstandlopen.
Foto: Sam Rentmeester
Lichamelijke zwakheden “Twee jaar geleden brak ik mijn rechterbeen, waardoor de meniscus in mijn knie ernstig beschadigde. Die knie is nog steeds niet hersteld, zodat ik momenteel niet serieus kan basketballen.”
Zeer comfortabel broekje van een Chinees merk, vernoemd naar de beroemde Chinese turner Li Ning.
Ondanks de uitgedunde selectie willen de Thor-rugbysters dit seizoen toch weer een gooi doen naar een plek in de play-offs om de landstitel. “We hebben er ook een aantal goede speelsters erbij”, vertelde Janneke Hermans die zelf overkwam van het Nijmeegse The Wasps. “Als die eenmaal ingespeeld zijn gaat het helemaal goed komen.” Zelfverzekerde woorden die zij bezigde na de pittige thuisnederlaag (0-32) tegen Utrechtse RC, waarmee Thor de competitie begon. “Het liep gewoon niet lekker. Bovendien hebben we een probleempje. Onze voorwaartsen zijn kleiner, ranker en slanker dan die van andere clubs. Daardoor werden wij in de scrums flink weggezet. Dat moeten we technisch anders gaan aanpakken.” Een week later werd ook het uitduel met RC Tilburg verloren, maar scoorde Thor wel haar eerste punten middels een try en een geslaagde conversie (31-7). Je hebt NSK’s en je hebt NSK’s. Bij het NSK wielrennen in Amsterdam werd voor een drankje of een broodje verwezen naar een café, ergens langs het parcours. De organisatie van het NSK zeilen (met ploegjes van drie in een Valk) pronkte daarentegen volop met de feestelijke omlijsting van het weekend op en rond het Friese Hegermeer. Het motto luidde ‘Ibiza an ut Hegemer Mar’. Toch werd er behoorlijk serieus gezeild. Voor het vierde opeenvolgende jaar ging de beker naar een team van het Delftse DSWZ Broach. Hoe dat komt? “We zijn gewoon de beste vereniging”, verklaarde Broach-secretaris Emma Fromberg droogjes. Andere Broach-teams werden vierde, zesde en dertiende. Op het al genoemde NSK wielrennen op de weg trapten de beloften en eliterijders zich de benen lam gedurende 84 kilometer. Tot genoegen van Jos Koop van WTOS stond er een lekker windje. Zoiets is lastig voor op ontsnapping beluste renners en vergroot de kans op een beslissende eindsprint, Koops specialiteit. In de ultieme eindfase ging er toch nog een drietal renners vandoor. De voorste was te ver vooruit, maar van de andere twee wist achtervolger Koop er nog een te verschalken waardoor hij derde werd. “Het blijft toch een wedstrijd uit de categorie net onder de profs, met zo’n zestig man aan de start”, aldus Koop. “Niet verkeerd dus.” (JT) Tips? Jimmy.tigges@hetnet.nl
Delta
7
TU Delft
Desgevraagd TU Eindhoven plaatst hurktoiletten. Ook iets voor de TU Delft? De voortijdig uitgelekte stresstest van Europese kerncentrales pleit voor investeringen oplopend tot 25 miljard euro. Dat betekent niet dat de huidige reactoren onveilig zijn, zeggen Delftse wetenschappers.
de ramp van Fukushima weten we dat er daar te weinig aandacht is geweest voor de gevolgen van een tsunami. Dat leidde er toe dat de Europese Commissie nieuwe richtlijnen hanteert in de stresstest. Kerncentrales moeten bijvoorbeeld een overstroming van eens in de tienduizend jaar aan kunnen.” Uit het rapport blijkt dat Borssele op dat punt tekort schiet. “Dat is niet verrassend, want deze richtlijn is een nieuwe eis. De strenge richtlijnen zijn een goede zaak. De veiligheid neemt er door toe”, zegt reactorfysicus dr.ir. Jan Leen Kloosterman (faculteit Technische Natuurwetenschappen). Borssele komt volgens Kloosterman en Taebi goed uit de stresstest. Al zijn er nog andere verbeterpunten. “Zoals de be-
scherming van mobiele dieselgeneratoren om bij stroomuitval de kleppen van de centrale te bedienen. Dat zijn triviale dingen, die de veiligheid enorm verbeteren”, aldus Kloosterman. De kernfysicus is wel geschrokken van de staat van een aantal Bulgaarse, Roemeense, Slowaakse en Tsjechische reactoren. Kloosterman: “Daar staan onvoldoende apparaten die waterstof onschadelijk kunnen maken. Na het kernongeval in het Amerikaanse Harrisburg (1979) was de aanschaf daarvan een van de belangrijkste aanbevelingen. Ik vind het onbegrijpelijk dat er reactoren zijn, die daar niet mee zijn uitgerust.” Worden reactoren door deze aanbevelingen helemaal veilig? Dat valt niet te zeggen, benadrukt Taebi. “Met complexe technologie zoals kernenergie kan men niet vooraf uitgebreid experimenteren. Risicoanalyses veranderen voortdurend, door nieuw opgedane kennis. Daarom is het juist goed, dat de techniek daar steeds op wordt aangepast.” (RV)
25% Goed plan! Geen bril meer met voetsporen.
67%
Onnodig! Buitenlandse studenten/medewerkers moeten leren op de bril te zitten.
8%
Boeit me niet
Strip: Auke Herrema
N
a het ongeval met de kerncentrales in het Japanse Fukushima, besloot de Europese Unie om alle 143 kerncentrales in Europa te onderzoeken. Het rapport van deze stresstest lekte onlangs uit. Op vrijwel alle reactoren valt wel wat aan te merken. Aanleiding voor Greenpeace om op te roepen met kernenergie te stoppen. “Maar dat is niet de conclusie van het rapport”, zegt dr.ir Behnam Taebi (faculteit Techniek, Bestuur en Management) desgevraagd. Hij promoveerde op onderzoek naar de ethische aspecten van kernenergie. “Het is een politieke beslissing om van kernenergie af te willen. Uit het rapport blijkt dat er verbeteringen nodig zijn aan de centrales. Maar dat komt vooral door de wijsheid die is opgedaan na Fukushima.” Taebi noemt dit voortschrijdend technisch inzicht. “Het is belangrijk om met de nieuwe stand van de techniek mee te gaan. Door
Fietsen tegen een 1
De ligfietsen Velox1 en Velox2 gaan bijna 130 kilometer per uur en behoren tot de snelste van de wereld. Twee keer op rij wonnen Delftse studenten er een race mee in Nevada. Maar het wereldrecord bleef ongebroken. Hoe kan het de komende jaren nog harder?
Fietsen met de heupen Dr. Knoek van Soest, biofysicus aan de VU, meent ook te weten hoe de fietsen sneller kunnen. “Een fiets is bedacht vanuit een ingenieursperspectief. Hij moet robuust zijn en daar paste een cirkelvormige trapbeweging het beste bij. Maar men is nooit nagegaan of dat ook de wijze is waarop onze spieren het meeste vermogen kunnen genereren. Ik weet bijna zeker dat dat niet zo is. Misschien kun je wel beter een aardappelvormige trapbeweging maken of een niervormige.” Idealiter zou je volgens Van Soest een grotere bewegingsuitslag met je heupen moeten maken. “Die spieren gebruiken we nu nauwelijks tijdens het fietsen. Doe je dat wel, dan kun je twintig procent meer vermogen genereren en dan kun je twee a drie procent harder fietsen.”
5
Delta
Tekst: Tomas van Dijk Foto’s: Hans Stakelbeek/Bas de Meijer
9
TU Delft
n muur van wind 2
1
3
2 3
4 5
Remmen deed Sebastiaan Bowier met zijn duimen. Vanwege plaatsgebrek was het namelijk niet mogelijk de remmen achter de handgrepen te plaatsen zoals in een normale fiets. Hij had een remweg van anderhalve kilometer. Het remmen ging er niet kinderachtig aan toe. “Door de hitte van het remmen hebben we twee voorvelgen gesloopt.” Bowier fietste in een speciaal drie millimeter dik pak gemaakt van een poreus materiaal dat de hitte goed afvoert. Zijn gewicht. “Haha, wil je weten hoeveel ik woog vóór of na de race? Ik ging de week in met 90 kilo en kwam eruit met 93.5 kilo. Elke dag koolhydraten eten doet wat met het lichaam.” Zijn hoogste snelheid behaalde Bowier vorig jaar tijdens de race in Battle Mountain. Hij reed toen 129,61 kilometer per uur. Dit jaar ging hij 128,94 kilometer per uur. Nadat hij al acht kilometer in de benen heeft zitten, piekt Bowier (1.94 meter) in de laatste halve minuut tijdens de sprint. Zijn benen genereren dan 900 Watt.
4
E
en kaarsrechte weg met een gele stippellijn in het midden waar maar geen eind aan lijkt te komen. De woestijn aan weerszijden van highway 305 is zo plat als een dubbeltje, er is weinig wind en er heerst doodse stilte. Het is geen wonder dat tientallen ligfietsfanaten hier sinds 2000 elk najaar bijeenkomen om een week lang te racen tijdens de World Human Powered Speed Challenge. Deze locatie, vlakbij het stadje Battle Mountain in Nevada, nodigt uit om snoeihard te gaan. De coureurs, in hun nauw sluitende aerodynamische cocons, nemen een aanloop van acht kilometer. Dan fietsen ze zich pas echt de
longen uit het lijf en worden ze geklokt over een afstand van tweehonderd meter. De resterende twee kilometer van de, speciaal voor hen, afgezette weg gebruiken ze om af te remmen. Sommigen krijgen voor de show een bekeuring van een politieagent. De snelsten gaan bijna 130 kilometer per uur. En de snelsten, die komen sinds kort uit Delft. Sinds vorig jaar doet een team van voornamelijk TU-studenten, aangevuld met enkele studenten bewegingswetenschappen van de Vrije Universiteit, mee aan de race met respectievelijk de fietsen Velox1 en Velox2. Human Power Team Delft & Amsterdam heet het team. Vorig jaar reed hun fietser, Sebastiaan Bowier,
129,61 kilometer per uur. Dat was een halve kilometer per uur sneller dan de nummer twee van dat jaar, de befaamde wereldrecordhouder, Canadees Sam Witthingham (in 2009 reed hij 133,28 kilometer per uur). En ook dit jaar ging de zege naar de Nederlandse studenten. Al leek de race in eerste instantie op een drama uit te lopen. Op de eerste racedag kreeg Bowier een lekke band, zwenkte hevig over de weg en vloog toen meermalen in de berm over de kop. Gelukkig mankeerde hem niets en hadden de studenten een reservekap bij zich. Enkele dagen later “nadat ik door de angst heen gefietst was” klokte Bowier 128,94 kilometer per uur. >>
10
Tekst: Naam auteur Beeld: Naam fotograaf
Delta magazine
TU Delft juni 2012
Ultieme mens machine-combinatie ‘Bowier zou Jan Marcel van Dijken (de snelste coureur van team Cygnus, dat als tweede eindigde met een topsnelheid van 124,52 kilometer per uur, red.) op een normale fiets makkelijk verslaan’, mailt Ollinger. ‘En toch ging Van Dijken bijna even hard in de ligfiets. Het is voor mij overduidelijk dat de
Foto: Jan-Marcel van Dijken
Thomas Ollinger is een oude rot in het vak. Sinds 1993 racet hij in zelfgemaakte ligfietsen. Hij weet een verrassend simpele manier om het record van Witthingham te verbreken. “Stop Bowier gewoon in de fiets van team Cygnus.” Dan krijg je volgens hem de ultieme mensmachine combinatie.
Iets trager dus dan in 2011, maar wel goed voor de overwinning. De andere fietser van het team, schaatskampioen Jan Bos, reed 127,82 kilometer per uur. Witthingham deed dit jaar niet mee.
Teleurgesteld Twee zeges achter elkaar. Dat zou toch vrolijk moeten stemmen. Toch oogt L&R-student David Wielemaker teleurgesteld. Wielemaker ontwierp de eerste Velox en was dit jaar mee naar Battle Mountain als adviseur. Ondanks alle ingewikkelde computersimulaties en windtunneltests heeft het Delftse team weer het record niet verbroken. En dat steekt. “Toen we aan de race begonnen, dachten we nog dat we het wel even beter zouden doen dan Sam Witthingham.” Niet omdat Witthingham veel kleiner is en minder vermogen genereert dan Sebastiaan Bowier zijn fiets is ook navenant kleiner waardoor hij minder luchtweerstand heeft. “We dachten makkelijk te kunnen winnen, omdat Witthingham zijn fiets had laten maken door een kunstenaar”, lacht Wielemaker. “Maar dat wij wel even zouden winnen, was dus echt een verkeerde gedachte.”
De Bulgaarse beeldhouwer George Georgiev ontwierp Witthingham’s fiets, de Varna Tempest. Zonder computersimulaties en windtunneltests. Georgiev maakte gewoon een fiets die er strak uitzag, een soort kogel op wieltjes. Al ongeveer tien jaar hikken de snelste deelnemers tegen de 130 kilometer per uur aan, met in 2009 een kleine uitschieter naar 133,28 kilometer per uur. Wat is er aan de hand? Wielemaker denkt dat er een soort absolute grens is en dat deze bijna is bereikt.
Minder weerstand Maar op papier had de Velox2 een stuk harder moeten gaan dan de Velox1. Hij is gladder dan zijn voorganger doordat de voorruit vervangen is door twee piepkleine camera’s (de fietser kijkt dus niet naar buiten, maar op een schermpje). En de fietser maakt, dankzij een slim samenspel van een dubbele set krukken (een uitvinding uit 1890), een ovale trapbeweging. De studenten konden de neus van de fiets daardoor spitser maken. Al met al zou deze fiets de lucht langer laminair langs de romp moeten laten stromen, en daardoor dus een stuk minder weerstand moeten onder-
Cygnus de snelste fiets is.’ Team Cygnus doet pas voor de tweede keer mee en is opgericht door Nederlandse wielerenthousiastelingen. De projectleider, Thomas van Schaik, werkt als vliegtuigbouwkundig ingenieur bij KLM. Hij bevestigt dat hij en zijn teamgenoten qua vermogen niet kunnen tippen aan Bowier die in de laatste halve minuut tot maar liefst 900 Watt piekt. “Sebastiaan is een klasse apart”, zegt ook Wielemaker. “Als hij niet meer meedoet dan hoeft het team volgend jaar niet meer naar Battle Mountain te gaan. Hij doet niet onder voor Fabian Cancellara (de wielrenner die 2004 de
gele trui rijder was bij de Tour de France, red.).” Toch vindt Wielemaker dat de vergelijking mank gaat. De fietsen zijn op maar gemaakt, stelt hij. Bowier zou helemaal niet passen in de Cygnus. Van Schaik denkt dat daar met wat simpele aanpassingen wel een mouw aan te passen is. Bowier zelf heeft ook zo zijn twijfels. Het verschil in score tussen de twee fietsen vindt hij toch wel aanzienlijk. “Vanaf 125 kilometer per uur begin je echt tegen een muur van wind aan te fietsen. Ik weet niet hoe dat in de Cygnus zou gaan. Overigens zou ik er niet in willen fietsen omdat hij volgens mij minder veilig is dan de Velox.”
vinden dan de Velox1. “140 kilometer per uur hadden we moeten kunnen halen”, zegt Paul Denissen, de projectleider van het Velox2team, telefonisch vanuit Nevada. Vanwaar die tegenvallende prestatie? Denissen is er nog niet helemaal uit. “De crash speelde het team volgens hem in ieder geval parten. De reservekap die daarna over de fiets ging was minder glad dan de wedstrijdkap. Wielemaker denkt dat het team de fiets moet versimpelen en meer tactisch moet fietsen. “We waren die fiets elke dag aan het repareren. Dat helpt natuurlijk niet. Die klapband was ook het gevolg van een te ingewikkeld ontwerp. Er zat ergens een ringetje een millimeter verkeerd waardoor de band tegen het frame aanliep. Die crash heeft de fietsers vervolgens een psychologische tik gegeven.” Je moet ook geluk hebben met het weer. Officiële snelheidspogingen kunnen alleen worden ondernomen bij windsnelheden van minder dan 6 kilometer per uur. Maar idealiter is het helemaal windstil. Ook de temperatuur is belangrijk. Bij warm weer is de lucht wat ijler waardoor je minder weerstand hebt. Dat geluk valt volgens Wielmaker wel af te dwingen door tactisch te rijden. En daaraan
Delta magazine Delta
schortte het dit jaar. “Dit jaar hadden we op één dag goed weer. En net op die dag was onze fietser niet in vorm omdat hij de dag ervoor heel hard had gefietst. Witthingham doet dat beter. Hij stopt soms halverwege als hij ziet dat zijn snelheid tegenvalt. Op die manier brandt hij zichzelf niet nodeloos op bij de sprint. Hij is dan altijd in vorm op de dag dat alles wel meezit.” Het nieuwe team, dat de Velox3 gaat maken, knoopt de boodschap – houd de fiets simpel en rijdt tactisch - in zijn oren. Zelf had het al bedacht om de fiets lichter te maken, en te voorzien van betere wielen en banden met minder rolweerstand. Een echt nieuw spectaculair design valt dus
TU Delft juni 2012
niet te verwachten. Dat is jammer, vinden fietsonderzoekers dr.ir. Arend Schwab en dr.ir. Jodi Kooijman (beiden van 3mE). Als zij het voor het zeggen zouden hebben, ging de ligfiets compleet op de schop. Het achterwiel zou het sturende wiel worden in hun ontwerp. “Op die manier kun je de aandrijving en de sturing van elkaar loskoppelen en de fiets versimpelen. Je kunt dan ook de sturing makkelijker minder nerveus maken waardoor de fietser zich daar minder op hoeft te concentreren”, zegt Schwab. Kooijman ziet nog een ander groot voordeel. De vermaledijde uitsparing in de monocoque rondom het wiel (nodig om het wiel wat bewe-
Op papier had de Velox2 een stuk harder moeten gaan dan de Velox1
11
gingsvrijheid te geven) zou in hun ontwerp niet aan de voorkant, maar aan de achterkant van de fiets komen. “De turbulentie die ontstaat rond deze uitsparing verplaats je dan naar achteren, en dat komt de aerodynamica van de fiets als geheel ten goede.” Tot voor kort ging men ervanuit dat een fiets met sturend achterwiel niet stabiel kon zijn. Maar Schwab en Kooijman toonden aan dat dat wel degelijk kan. Hoe precies? Dat snapt niemand. Kooijman: “Er zijn 25 parameters die de stabiliteit bepalen. Die leveren een explosie aan stabiliteitsvergelijkingen op. Je zou vijftig miljoen jaar bezig zijn om uit te rekenen hoe het zit.” Maar door te spelen met de variabelen – vooral de massaverdeling is erg belangrijk – komt Kooijman toch steeds dichter in de buurt van een bruikbaar fietsframe met achtersturing. Hij begeleidt een groep bachelorstudenten die het frame verder ontwikkelen speciaal voor de Velox. Maar dit jaar zal dat frame in ieder geval niet worden toegepast. “Dat is nog een brug te ver”, zegt Velox3-projectleider Niels >> Tielen.
‘we moeten verder kijken’ Op zijn afscheid straalt emeritus-hoogleraar Prabhu Kandachar meer bevlogenheid, idealisme en optimisme uit dan menig politicus. Hoe ingewikkelder de wereld, des te meer werk voor ontwerpers.
Tekst: Jos Wassink Foto’s: Hans Stakelbeek
Delta
13
TU Delft
Iedereen klaagt over de crisis. U zegt: het zijn geweldige tijden voor ontwerpers. “Omdat ontwerpers de potentie hebben om veel dingen te ontwikkelen die tegemoetkomen aan de eisen op wereldniveau. Mijn verhaal gaat niet over de Europese crisis, maar over de aankomende crises op wereldniveau.”
Betekent dat niet alleen denken aan het product, maar ook aan hoe het gemaakt wordt, van welke grondstoffen, de levenscyclus?
En wat zijn dat voor crises?
“Ja, een meer holistische benadering. Een voorbeeld is de Millenniumdoelstellingen van de Verenigde Naties. Een van die doelstellingen gaat over de gezondheid van moeders en een ander over die van kinderen. Sterfte gerelateerd aan zwangerschap treft meer dan een half miljoen vrouwen per jaar. Kindersterfte treft nog steeds zeven miljoen kinderen per jaar. Terugbrengen daarvan is als twee aparte doelstellingen gehanteerd. Pas na tien jaar bedachten ze dat moedersterfte en kindersterfte met elkaar verweven zijn en dat een gecombineerde aanpak kansrijker is. Bovendien gaat het niet alleen om de gezondheid van moeder en kind, maar van een hele gemeenschap. Er is dus een meer holistische benadering nodig voordat je gaat inzoomen. Dat is wat ontwerpers nodig hebben.”
“Eigenlijk zijn het drie ontwikkelingen tegelijk. De bevolkingsgroei is de basis. We zijn nu al met zeven miljard mensen en aan het einde van de eeuw ergens tussen elf en vijftien miljard. Dat betekent een verdubbeling van de wereldbevolking in deze eeuw. Veel van die bevolkingsgroei vindt plaats in opkomende economieën. Die combinatie levert een enorme groei op in de consumptie. Dat kan leiden tot voedselcrises, watercrises, brandstofcrises enzovoort.”
Dat hoor je vaker, maar u blijft optimistisch. “Wacht even, ik was nog niet klaar. Consumptie was het tweede punt. Als gevolg van de groei in consumptie is er een enorme groei aan afvalproductie en milieuvervuiling. Wij belasten onze planeet door het gebruik van grondstoffen en natuurlijke hulpbronnen voor onze consumptie. Nu al leggen we beslag op 1,4 maal wat de aarde op kan brengen. Als iedereen zou leven als de Amerikanen, zouden we zelfs vijf keer de aarde nodig hebben. Meer consumptie leidt tot een stijgende vraag naar grondstoffen. Dat kan tot conflicten tussen landen leiden. Dit zijn uitdagingen, waar ontwerpers op kunnen inspelen. Rijke landen zijn sterk in het vervuilen van het milieu en arme landen minder. Dus rijke landen moeten hun consumptie verminderen, en in elk geval hun carbon footprint verlagen (CO2-uitstoot per capita, red). Verder kunnen mensen in ontwikkelingslanden vergeten dat ze ooit het welvaartsniveau van westerse landen kunnen bereiken wanneer ze hetzelfde ontwikkelingsmodel als in het Westen volgen.”
Dat is geen populaire boodschap daar. “En hier ook niet. Voor niemand. Er is een klein beetje ruimte voor welvaartsgroei in arme landen, als tenminste de rijke landen de consumptie verminderen. Want samen moeten we er uitkomen op één planeet. Als we doorgaan zoals we nu doen, hebben we over dertig tot veertig jaar vier keer de aarde nodig. En in die ommekeer spelen ontwerpers een belangrijke rol.”
Hoe? “Door de consumptie omlaag te brengen met efficiëntere producten. Denk bijvoorbeeld aan elektrische of lichtgewicht auto’s. Daarnaast is er gedragsverandering. Het staat nog in de kinderschoenen, maar ontwerpers denken na over hoe hun producten gedrag kunnen beïnvloeden.”
Kunt u daar een voorbeeld van geven? “Het gebruik van een fiets in plaats van een auto, ontwerpen van energiebesparende middelen en niet te vergeten het vergroten van bewustzijn bij de consumenten. Van oorsprong maakten ontwerpers producten en diensten, maar nu ontwerpen ze ook infrastructuur en veel meer. Ontwerpers moeten vooral het probleem begrijpen. Dan kun je veel beter een oplossing bedenken.”
Vraagt de toekomst om een ander soort ontwerpers dan nu? “Ja. Ze zullen veel breder opgeleid moeten zijn dan nu het geval is. En ze moeten meer ‘systemisch’ leren denken.”
Bent u niet bang dat realisatie van die Millenniumdoelstellingen in gevaar komt door de huidige crisis? “Die komt zeker in gevaar. Afgelopen juni was er in Rio de Janeiro de terugblik op de milieuconferentie van twintig jaar eerder. Daar was men niet in staat tot een krachtige verklaring. Amerika en Europa hebben momenteel andere prioriteiten.”
Blijft u Evengoed optimistisch? “Ik bén optimist. Het heeft geen zin om pessimist te zijn, daarom moet ik optimist zijn. Leuk of niet. Wij mensen komen er altijd uit. Maar ik ben er niet zeker van of dat altijd dankzij de technologie is. Er is veel meer dan technologie. Bijvoorbeeld gedragsverandering, waar de sociale wetenschappers meer van begrijpen. Ik pleit ervoor dat de universiteiten van Leiden, Delft en Rotterdam dit soort wereldproblematiek gezamenlijk aanpakken. Dat is een gouden kans.”
Hoe? Gewoon ergens beginnen? “Ja. Bijvoorbeeld met sociale innovatie in arme én in rijke landen.”
Innovatie is zo’n leeg begrip geworden. Hebt u daar geen last van? “Ik heb er geen last van. In Nederland is innovatie misschien een leeg begrip. Maar ik werk ook samen met de Aalto universiteit in Finland. Dat is een klein land met vijf miljoen mensen met maar >>
14
Delta
TU Delft
één groot bedrijf: Nokia. En daar gaat het niet goed mee. Dus zei de Finse overheid tegen de Helsinki University of Technology, Helsinki University of Design en Helsinki University of Business economics: jullie gaan samenwerken en fuseren. In 2010 zijn ze gefuseerd tot één universiteit, de Aalto universiteit. Ze kregen vijfhonderd miljoen euro mee met de opdracht: innovatie.”
En wat gebeurt daar? “Hoopvolle processen. Ze hebben ingezien dat innovatie niet altijd vanuit Finland hoeft plaats te vinden. Ze kijken ook in het buitenland. Ze hebben innovatiecentra opgericht in China, India en elders. Daar gebeurt van alles waar de Finnen mee willen helpen en van meeprofiteren. Gebeurt dat hier?”
Het Nederlandse innovatieplatform stimuleert vooral de bestaande grote industriële sectoren. “En hoe komt dat? Het Finse besef om eens naar buiten te kijken en daarna te vertalen wat het voor je eigen land en industrie betekent, dat ontbreekt in Nederland. De tegenwoordige politieke partijen zijn er ook niet mee bezig. Alleen maar met de vraag of je 130 of 120 mag rijden. Heel veel wat buiten Nederland gebeurt, heeft invloed op Nederland, dus moet je ook even buiten kijken.”
U kijkt wel eens naar buiten? “Ik kijk naar buiten en naar binnen.”
U heeft zich sterk gemaakt voor het ontwikkelen van producten voor de vier miljard armsten, ook wel base of the pyramid genoemd. Hoe kan zoiets als businessmodel draaien? “Nokia doet dat. Het bedrijf kan er geld mee verdienen omdat het een product maakt dat voor de mensen daar geschikt is.”
Nokia is in arme landen succesvol met een telefoontje die verschillende adresboeken bevat. “Bijvoorbeeld. Mensen hebben daar vaak samen een telefoon, en dan is het handig dat die meerdere adresboeken heeft. Die innovatie is bedacht nadat ze gezien hebben hoe mensen daar leven en hun product gebruiken. Ze zagen ook dat mensen het licht van het beeldscherm als zaklantaarn gebruikten, en dachten toen: we bouwen er een ledlampje bij in. Het is niet zo moeilijk. Je moet daar een tijdje zijn en observeren. Dus je moet een product ontwerpen voor hen. Een voor hun betaalbaar en acceptabel product, dan lukt het wel.”
Is het ethisch om geld te verdienen aan mensen die arm zijn? “Ik denk niet dat het onethisch is. Ze worden toch niet gedwongen tot aankoop? Maar er zijn wel andere vraagstukken. Zo was ik betrokken bij de ontwikkeling van een klein en goedkoop echografieapparaat dat geen twintigduizend maar slechts duizend euro zou gaan kosten. Het moest geschikt zijn voor gebruik
CV
P.V. (Prabhu) Kandachar was tot 1 januari 2012 hoogleraar industrieel ontwerpen met speciale aandacht voor duurzame materialen en productietechnologie. Geboren in India kwam hij in 1975 na zijn promotie aan het Indian Institute of Science vanuit Bangalore in Delft terecht, waar hij tot 1980 aan milieuvriendelijke technologieën werkte. Tussen 1980 en 1995 werkte hij bij Fokker Aerospace nabij Amsterdam. En vanaf 1995 was hij werkzaam aan de faculteit
Industrieel Ontwerpen. In die hoedanigheid raakte hij hartstochtelijk betrokken bij het ontwerpen voor de armsten in ondermeer India, Indonesië, Honduras en Madagaskar. Deze base-of-the-pyramidaanpak stimuleerde hem na te denken over de wereld van vandaag en de nabije toekomst met talrijke uitdagingen. Zijn rede ‘Beyond Design’ op 7 september 2012 stond in het teken van de rol van ontwerpers in deze context.
door een analfabete dorpsdokter. De dokter maakt een beeld, seint dat door naar het ziekenhuis waar een specialist antwoordt met drie lichtjes: groen, geel of rood. Bij geel of rood moet de vrouw naar het ziekenhuis komen. Er is echter een maar. Want op het beeld is te zien of het een jongen of meisje wordt. En in sommige landen worden vrouwelijke foetussen geaborteerd. Wat moet ik doen als ontwerpdocent? Als ik het ontwerp, red ik het leven van vrouwen, maar breng de ongeboren meisjes in gevaar. Dat zijn ethische problemen waar ik geen antwoord op heb.”
U neemt afscheid - behalve van uw vijf promovendi. U staat op het podium. Wat wilt u de toekomstige ontwerpers meegeven? “Dat ze doorgaan zoals ze nu doen. Daarnaast ben ik bezig met mijn afdelingsvoorzitter Frans Gortemaker te overtuigen dat er een opvolger van mijn vakgebied komt. Decaan Ena Voûte vindt dat ook een goed idee. En in de samenwerking met Leiden en Rotterdam liggen fantastische uitdagingen voor ontwerpers.” >>
Wat: TEDxDelft Waar: Aula Wanneer: 5 oktober 2012 Alcohol en hapjes: 7 Publiek: 9 Dresscode: 9 Entree: Feestgehalte: 9 Eindcijfer:
8
15
party crashers
Zuivere koffie De wereld draait er op. Delft draait er op. Het was een koffieapparaat dat Bouwkunde de das om deed. We drinken er jaarlijks gemiddeld 140 liter van per persoon. Dus: als je het doet, doe het dan goed! Koffie kan veel meer zijn dan een treurig bakkie troost tussen de colleges door. Het is geschikt voor de eerste date, of het nu met je projectgroep is, of met die ene speciale persoon. Daarom ga ik deze week op zoek naar de beste plek voor een lekker bakkie leut in Delft. De vijf plekken die ik bezocht kregen allemaal dezelfde simpele bestelling: espresso, geen suiker, geen melk. Naam: Kaldi, Molslaan Beoordeling: Goede koffie, mogelijkheid om te zitten en iets te eten. Je krijgt er, zoals het hoort, een glaasje water en een koekje bij. Helaas, de prijs mag er wel zijn. Eindcijfer: 7
Altijd fijn om je welkom te voelen op een feestje, zelfs al ben je één van de duizend gasten. TEDxDelft is niet alleen brain food, maar vooral ook heel veel inspiratie… en spekkies. Sms. Om kwart voor acht ’s ochtends. TedXDelft: “Goeiemorgen! Hier is je toegangskaartje nog een keer, we zien je over een paar uurtjes!” Oef, de eerste kop koffie is nog niet eens achter de kiezen, maar wat een gastvrijheid! Dat krijg je, als je je als partycrasher gewoon eens netjes aanmeldt voor een feestje. Acht uur lang inspirerende praatjes. Over wetenschap, het leven, muziek… Klinkt educatief en interessant, maar een al te hoog partygehalte kan dat nooit hebben. Toch maar eens een nadere blik op de uitnodiging. ‘Never grow up, dus… geen pakken en dassen! Het uniform van TEDxDelft is een lach en een optimistische houding. […] Laat niemand alleen staan. Zie het als intellectueel speeddaten.’ O. Dit zou weleens één van de feestjes van het jaar kunnen worden! De gympen worden hakken – of nee, laat eigenlijk maar aan – de haren gaan weer los. Wel visitekaartjes mee, je weet maar nooit. In een rood verlichte lounge staan koffie en thee. Zelfbediening, voor als je een praatje wilt skippen. De echte die hard blijft gewoon in het auditorium zitten, voordracht na voordracht. De sprekers zijn namelijk nauwkeurig geselecteerd. Een emotioneel relaas van een Egyptische ingenieur die moest knokken voor haar opleiding, wordt afgewisseld met een humoristisch verhaal over de anderhalve kilo bacteriën die de microbioloog op het podium naar alle tevredenheid met zich meedraagt in zijn darmen. Een muzikaal intermezzo uit de opera Carmen, gewoon door TU’ers uitgevoerd. Aldith Hunkar met vrolijke dreadlocks en iPad als presentator. Geen jasjes en dasjes te bekennen. Wel een zaal vol vrolijke mensen. Het enthousiasme werkt aanstekelijk. Het maakt eigenlijk niet uit waarover de genodigden praten, de sfeer zit erin. Die bevlogenheid, wow! Twitter stroomt over. Het doet niet onder voor een festival als Crossing Border, dit is een serieus dagje uit. En dat allemaal met mensen uit eigen huis. Wel een beetje benieuwd naar die intellectuele kruisbestuiving die we zelf ook moeten veroorzaken. Poging één in de foyer dan maar. Op de statafels liggen – leuk! – metalen lettertjes waarmee je woorden kunt vormen. ‘Essentie’, leggen we. Voordat we ons aan elkaar voorstellen, zet een twintiger in streepjesmaillot ons een kop koffie voor – mét chemisch roze spekje. ‘Oprecht, open, interesse’, legt ze. Zoveel moois hebben we zelfs op het grootste studentenfeest nog niet kunnen ontdekken. (JB)
Naam: Il Tartufo, Minderbroerstraat Beoordeling: Koffie waar je blij van wordt en wel even wakker van blijft. Naast de lekkere broodjes niet vervelend om hier een kopje koffie te halen. Lekker rustig met een mooi uitzicht. Glaasje water en een koekje, dus goed voor elkaar. Eindcijfer: 8,5 Naam: Bagels & Beans, Markt Beoordeling: Over de koffie niet te klagen, echter is het macrobiotische gehalte iets waar ik persoonlijk tegenaan loop. Je mag laten zien dat men milieubewust denkt, maar er is een grens. Toplocatie aan de Markt, maar de prijs is daar ook wel naar. Eindcijfer: 6,5 Naam: The Coffee Company, Markt Beoordeling: Helaas weer wat megalomaan. Wel weer goede koffie en goed uitzicht. Dit is een beetje de Starbucks van Delft, dus helaas niet voor een speciale gelegenheid. Echter, helemaal niet verkeerd. Eindcijfer: 7 Naam: De vergulde pauw, Voldersgracht Beoordeling: Mijn soort winkel, het product wordt voor je neus klaar gemaakt. Goede diversiteit en domweg lekkere koffie. Prijs/ kwaliteit goed, dat krijg je met van die kleine winkeltjes. Eindcijfer: 8
Met geslepen messen, De Kokende Student
Een plek onder de zon Het huis van morgen. En dan als architecturaal hoogstandje, duurzaam en met state-of-the-art bouwtechniek. De Solar Decathlon Europe is een universitair bouwdorp op hoog niveau. Maar waar is de TU?
>>
Tekst: Jos Wassink Foto’s: Jos Wassink/Solar Decathlon
C
ampo de Lago, het stadspark in het westen van Madrid, was in september een van de weinige plekken in Spanje waar nog gebouwd werd. En hoe. Trucks en containers kwamen hier vanuit alle hoeken van Europa naartoe om in een mum van tijd achttien huizen te doen verrijzen. Variërend van een min of meer traditionele datsja (Russisch buitenhuis) via een Japans huis met eigen rijstveldje tot het visionaire dakterras Canopea dat de bekroning moet vormen van een kleine appartemententoren. Aan verbeeldingskracht geen gebrek hier op de ‘Villa Solar’. De Solar Decathlon Europe daagt universi-
Delta
17
TU Delft
teiten uit met ontwerpen te komen die scoren op het gebied van architectuur, bouwtechniek en duurzaamheid. Tegelijkertijd is het een kijkje in de huizen van de toekomst.
Immense machinerie De meeste huizen stonden op Campo de Lago binnen enkele dagen overeind. De resterende tijd van de twee weken bouwperiode besteedden studenten en begeleiders aan het aanbrengen en afregelen van de installaties. Kijk in de technische ruimte van deze huizen en je ziet een immense machinerie die het modernste op het gebied van klimaatbeheersing, energiebesparing en zonnecellen combineert. De huizen zijn duurzaam gebouwd,
produceren ruim twee maal meer elektriciteit dan ze gebruiken en handhaven een aangenaam binnenklimaat. Projectmanager dr. Sergio Vega, die vijf jaar geleden het team van de technische universiteit van Madrid (UPM) in de van oorsprong Amerikaanse competitie aanvoerde, is vooral trots op het smartgrid op het terrein. Bij de vorige editie in 2010 werd het teveel aan opgewekte zonne-energie nog weggesluisd naar het elektriciteitsnet. Nu bepaalt een slim lokaal netwerk (smartgrid) of het handiger is de zonnestroom op te slaan in accu’s en elektrische auto’s voor eigen gebruik, of dat de prijs gunstig genoeg is om het te verkopen aan het >> openbare net. Dit is een van de weinige
Hier had het Revolt House kunnen staan
18
Delta
Fold
De inzending van de Deense technische universiteit DTU staat aan de kop van het park en trekt de aandacht door de hoge strakke vorm en de ongenaakbare grijze wanden met vreemde hoeken. Ze noemen het Fold, vertelt economiestudente Philippa Taul, omdat de vorm ontstond tijdens het vouwen met vellen papier. De wanden zijn super isolerend gemaakt met lagen van het experimentele isolatiemateriaal ‘air
plekken waar het publiek kan zien hoe zoiets in de praktijk werkt.
Kennisuitwisseling Vorige keer, in 2010, telde de Solar Decathlon een kleine 200 duizend bezoekers. Maar het evenement is niet alleen bedoeld om het grote publiek kennis te laten maken met de energieproducerende huizen. Ook stimuleert de organisatie de kennisuitwisseling tussen teams en specialisten door gerichte rondleidingen te organiseren voor professionals, en forumdiscussies over architectuur, bouwtechniek, industrialisatie, communicatie, duurzaamheid en energierendement. Aan het eind van de vorige competitie bracht de organisatie een boek uit waarin alle inzendingen in detail beschreven zijn, samen met de bevindingen van de jury en de prestaties tijdens de competitieweken. Gevraagd naar verrassende ontwerpen noemt Vega het Revolt House, de inzending
De Franse inzending Canopea heeft de competitie gewonnen. Anders dan de andere teams gaan de Fransen niet uit van een zelfstandige tweepersoonswoning, maar van een gemeenschappelijke ruimte voor de bewoners van kleine flats die ze ‘nanotowers’ noemen. Hun inzending gaat uit van de beperkte
TU Delft
wool’ van Rockwool, de hoofdsponsor. Hoeken en afmetingen van de wanden zijn zo uitgekiend dat de zon nooit door de ramen naar binnen schijnt. Dat beperkt de behoefte aan koeling. Ook bijzonder zijn de zonnepanelen; niet alleen zijn die verzonken in het dak – steeds meer teams integreren de panelen liever in hun ontwerp dan ze er later op te schroeven – maar ze leveren naast elektriciteit warmte. De
van de TU Delft: “Ik vond het idee van een drijvend huis dat meedraait met de zon een interessant nieuw concept.”
Zichtbaarheid “Het is aantrekkelijk voor universiteiten om hieraan mee te doen”, stelt projectmanager Sergio Vega. “Dan kunnen ze prototypes maken van bijzondere gebouwen. Zoiets stimuleert de samenwerking tussen verschillende afdelingen en faculteiten. Verder is het voor studenten een vormende ervaring om mee te doen aan zo’n internationale competitie. Bovendien is deelname belangrijk voor de zichtbaarheid van een universiteit. Alle teams zijn zichtbaar op onze website die wereldwijd door honderdduizenden mensen bekeken wordt.” Maar wie nu op de website van Solar Decathlon kijkt, zoekt tevergeefs naar een Delftse bijdrage. Afgezien dan van een bericht van 13 maart over de terugtrekking van de inzending (‘Revolt House se retira’). Vorig jaar was een tentversie van Revolt House nog een publiekstrekker op Llowlab, de wetenschappelijke appendix van het Lowlandsfestival in Biddinghuizen. Amper een half jaar later wordt het project, waar op dat moment meer dan dertig studenten uit verschillende faculteiten bij betrokken zijn, beëindigd.
ruimte in Grenoble, en wil bewoners een aantrekkelijke leefomgeving bieden zonder terug te vallen op losstaande huizen. In een nanotoren van acht verdiepingen herbergt iedere verdieping een woning. De bovenverdieping biedt een gemeenschappelijke ruimte met wasmachine, een zomerkeuken en een
loungegelegenheid. De groengekleurde zonnecellen in het glas en de wind door de jaloezieën moeten de indruk versterken dat je hier als in de boomtoppen leeft. ‘Canopea combineert de beleving van de ruimtelijke kwaliteiten van een eigen huis met het wonen in een dichtbevolkt stadscentrum en het gevoel deel uit te maken van een gemeenschap’, aldus de toelichting.
DTU-studenten doen dat door de zonnepanelen aan de achterzijde met een vloeistof te koelen. Dat verbetert het rendement van de PV-installatie en levert warmte op voor de douche. Trots zijn de studenten ook op een onopvallende centrale draagmuur van gelamineerd hout die de hele scheefstaande constructie overeind houdt.
Waar is Delft? “Ik vond het een waanzinnig moeilijke beslissing,” zegt Bouwkundedecaan prof.ir. Karin Laglas. “Het Revolt House was er juist zo’n goed voorbeeld van dat comfort en duurzaamheid niet strijdig zijn. Maar het was heel moeilijk voor het team om de sponsoring voor elkaar te krijgen.” Promovendus Florian Heinzelmann bevestigt dat. Hij was projectleider van het Revolt House vanaf september 2010 onder verantwoordelijkheid van hoogleraar bouwtechnologie prof.dr. Patrick Teuffel. De totale begroting bedroeg 880 duizend euro, vertelt Heinzelmann. Begin dit jaar, toen beslist moest worden over de voortgang, was daarvan 422 duizend binnen. Grote bouwondernemingen waren weliswaar geïnteresseerd in het project, maar schrokken ervoor terug zich eraan te committeren. Karin Laglas denkt dat de crisis het project parten heeft gespeeld. Die maakte het erg moeilijk om sponsoring voor elkaar te krijgen. Afgelopen februari moest een besluit vallen. “Toen er nog steeds onzekerheid heerste over de sponsoring heb ik na consult met een aantal mensen besloten ermee te stoppen”, zegt Laglas. Wel spreekt ze haar waardering uit voor wat de studenten tot dan toe bereikt hadden.
Canopea
Odoo
Op de vraag of hij begrip voor die beslissing heeft, antwoordt Teuffel dat hij er liever mee was doorgegaan. Hij ontkent dat zijn vertrek uit Delft met de annulering te maken heeft. Het heeft zijn besluit naar de TU Eindhoven te gaan hooguit bespoedigd. Tim Hilhorst, student bouwtechniek die vanaf het begin in september 2010 bij het project betrokken was, heeft een analyse gemaakt van wat er is misgegaan. Dat begon volgens hem met een te kleine bezetting van het team in het begin: één promovendus voor alle taken. Teuffel en Heinzelman bevestigen dat. Maar, zeggen ze, dat was een voorwaarde die we geaccepteerd hebben. Het was de bedoeling dat studenten verantwoordelijkheid zouden nemen voor alle aspecten van het project. Maar Hilhorst constateert dat het zoeken naar sponsors te laat op gang is gekomen. Ook zijn relevante netwerken van bekende hoogleraren zoals Van Hal, Van Gameren, Van den Dobbelsteen en Patijn pas op een laat tijdstip (oktober 2011) benaderd. Hilhorst denkt verder dat het project beter in samenwerking met sponsoren uitgewerkt had kunnen worden. Dat beaamt ook de Deense ploeg in Madrid. Het gaat misschien te ver om te zeggen dat hun inzending Fold een demoproject van Rockwool is, maar de sponsor heeft er wel uitdrukkelijk zijn stempel op kunnen zetten. Anderen wijzen op de luxueuze keuken in de Italiaanse villa; Villa Solar is natuurlijk ook een fijn duurzaam po-
“Mensen zijn 95 procent van de tijd binnen”, zegt Bálint Bakos, constructeur van het Hongaarse team. Daarom heeft het team van de universiteit van Boedapest een huis ontworpen dat de bewoners naar buiten lokt naar het trapezevormige terras tussen het kleine winterhuis en de lange zomermuur. De zomermuur, die het terras over de hele lengte afsluit, is aan de buitenkant (zuidzijde) bedekt met gro-
te glazen panelen met 1,9 kWp aan dunnefilm zonnecellen. Aan de terraszijde is een buitenkeuken geïnstalleerd en binnenin de muur bevindt zich een reservoir met regenwater dat gebruikt wordt voor koeling en verwarming van het huis. Het water zelf wordt gekoeld door het ’s nachts over de zonnepanelen op het dak te laten lopen en weer op te vangen. Het terras van het strakke zwartwit uitgevoerde huis kijkt
vanuit Villa Solar prachtig uit op het koninklijk paleis. Over een maand wordt het zogeheten Odoo-project opnieuw opgebouwd op de campus in Boedapest.
‘Het Revolt House was er juist zo’n goed voorbeeld van dat comfort en duurzaamheid niet strijdig zijn’ dium voor sponsoren om zich aan de wereld te presenteren. Capice?
Basisfinanciering In 2014 wordt de derde Europese Solar Decathlon in Frankrijk gehouden. Het is de vraag of de TU dan van de partij is. De huidige projectmanager Sergio Vega hoopt van wel; hij wil het draaiende huis wel eens in het echt zien. De Delft Energy Club wil ook wel en kijkt uit naar een hoogleraar en studenten om het project op te starten. Architect prof. ir. Thijs Asselbergs raadt aan in elk geval een bestemming voor het huis te zoeken voor na de competitie: “De campus, een stad, een bedrijf of een museum. Je hebt een partij nodig die zich eraan committeert.” Tim Hilhorst vindt het ook niet gek als de TU of een ministerie met een basisfinanciering zou komen. Zo werken de meeste andere teams, weet hij inmiddels. Daar kwam hij achter toen hij de organisatie vertelde dat Revolt House zich terugtrok. Die zeiden toen: “Hebben jullie al sponsoring overwogen?” >>
Website solar decathlon: www.sdeurope.org
Boek over SD 2010: bit.ly/report-SD-2010
Videogalerij: DTU Denmark Fold op bit.ly/S75G42 RWTH Duitsland Counter Entropy House op bit.ly/S77ABT ODOO project Universiteit Boedapest, Hongarije op bit.ly/S77UR5 Chiba University met Omotenashi House op bit.ly/S789eP Universiteit Baskenland met EKI House op bit.ly/S78VIZ Of via www.delta.tudelft.nl onder de rubriek ’In beeld’.
De bachelor
Tim van den Bosch
Foto: Sam Rentmeester
Ondergrondse praktijken
Onderzoek: ‘Brandveiligheid in ondergrondse stations’ Eindcijfer:
9
Brand! Eén woord kan genoeg zijn voor paniek in de tent. En wat blijkt: juist in ondergrondse stations, waar vluchten extra moeilijk is, is de brandveiligheid vaak ver te zoeken, ontdekte civielstudent Tim van den Bosch. Het zal je maar gebeuren. Denk je veilig met het openbaar vervoer te reizen, breekt er brand uit op je ondergrondse trein- of metrostation. Vlucht je dan net zo gemakkelijk als vanuit een bovengronds station? Of zit je als een rat in de val? Met de bouw van het nieuwe ondergrondse treinstation in Delft niet zo gek om bij stil te staan, dacht Tim van den Bosch (23), en hij besteedde er zijn bachelor-eindproject bij CiTG aan. De conclusie was schrikbarend: “Voor ondergrondse stations bleken geen andere brandvoorschriften te gelden dan voor bovengrondse”, vertelt hij. “Bouwbesluiten, gebruiksbesluiten – nergens is een aparte sectie opgenomen voor stations onder de grond. In 2006 en 2007 zijn alleen twee rapporten verschenen die dieper ingaan op het onderwerp.” En dat terwijl via een trap naar boven vluchten toch een stuk lastiger is dan gewoon een zijpaadje inschieten in de open lucht. Hoog tijd voor nieuwe aanbevelingen. “Ik heb eerst een grove basis gelegd voor mijn onderzoek”, zegt Van den Bosch. “Want wat versta je precies onder brand en waarom is het zo gevaarlijk? En hoe gedragen mensen zich in geval van brand? De wet- en regelgeving op dat vlak is grotendeels gebaseerd op aannames, maar die blijken vaak helemaal niet te kloppen.” Zo ontdekte de student dat vuur in een ondergronds station niet eens het gevaarlijkst is. “Het is de rook – en die is er vaak ook al bij een brand die nog niet volledig is ontwikkeld. Die belemmert het zicht, waardoor het lastiger is te vluchten. Bovendien kan
rook óók ontzettend warm zijn. Als je die inademt…” Ook zou er bij het ontwerp van een ondergronds station een simulatie gemaakt moeten worden van hoe brand zich op zo’n plek ontwikkelt en hoe mensen binnen tien minuten kunnen vluchten, vindt hij. En, hoe zit het daarmee bij het nieuwe Delftse treinstation? “Ja, eh, dat weet ik dus niet”, lacht de student. “Mijn eerste insteek was de huidige wet- en regelgeving op het gebied van brandveiligheid te toetsen op het nieuwe treinstation. Maar wie ik ook benaderde; aannemers, architecten – niemand reageerde.” Een domper. “Dus heb ik mijn onderzoek algemener getrokken. Uit bestaande bouw- en gebruiksbesluiten én de twee brandveiligheidsrapporten over ondergrondse stations heb ik de belangrijkste brandveiligheidseisen gedestilleerd. Op basis daarvan heb ik een aanbeveling gedaan voor een nieuw bouwbesluit voor ondergrondse stations.” Een dag na zijn eindpresentatie kreeg Van den Bosch bericht van de Delftse architecten en aannemers. “Met alle ins en outs op het gebied van brandveiligheid.” Een béétje mosterd na de maaltijd. Hoewel: “Mijn begeleider stelde voor mijn praktijkonderzoek aan te bieden in als additional master thesis, als basis voor vervolgonderzoek. Kunnen ze de Delftse insteek toch nog een keer gebruiken.” Wel even hopen dat de aanbevelingen uit dát onderzoek dan niet op hun beurt als mosterd na de maaltijd komen. Eén keer station Delft op de schop is tenslotte meer dan genoeg. (JB)
Delta
NA DELFT
21
TU Delft 2012
“Google het maar eens”, zegt L&R-alumnus René Allart: “techniek plus rechten”. De uitkomst: octrooien. En daar zit ‘ie dan, in Rijswijk. Hoe een carrière verrassend kan lopen na de TU Delft.
Wie: René Allart (33) Burgerlijke staat: Samenwonend Studie: Luchtvaart- en ruimtevaarttechniek, in zeven jaar – waarvan twee om af te studeren. “Ik kreeg er een 8 voor – dat viel nog tegen.” Daarna rechten aan de Erasmus Universiteit Beroep: Octrooigemachtigde bij EP&C Auto: Citroën Saxo uit 1999 Huis: Koopappartement uit de jaren dertig in oudRijswijk Stemt: SP Salaris: ‘Boven modaal’ Wapenfeit: Werkte van 2004 tot 2008 mee aan de Europese ruimtesatelliet Galileo. “Superfrustrerend; hij werkt nog steeds niet!”
Z
o ontwerp je voor ESA aan een automatische piloot voor een vliegtuigje op Mars, zo zit je aan de andere kant van de tafel; doorgeleerd en gemachtigd om diezelfde ontwerpen geoctrooieerd te krijgen. Niet het carrièrepad dat René Allart voor ogen had toen hij in 2004 afstudeerde bij luchtvaart- en ruimtevaarttechniek. “Ik denk dat geen enkele octrooigemachtigde bij mij op kantoor dit ooit van plan was”, zegt hij. Typisch zo’n baan waar je per ongeluk in rolt. En nu blijkt hij zo uitdagend, dat hij er voorlopig maar blijft zitten. In hoeveel functies kun je letterlijk naast de uitvinder zitten, in woorden vatten hoe zijn uitvinding werkt, en hem van A tot Z adviserend door zijn octrooiaanvraag heen loodsen? “Ik ben betrokken bij de nieuwste technische ontwikkelingen in Nederland! Ik mis het ontwerpen zelf helemaal niet; dat zijn in mijn vakgebied zulke trage, langlopende trajecten.
Nu heb ik te maken met korte projecten, elke dag ben ik weer bezig met een andere techniek.” Hij deed er nog speciaal een studie rechten voor. “Dat is niet verplicht, je wordt juridisch bijgeschoold tijdens je opleiding tot octrooigemachtigde. Maar ik wilde graag nog een studie volgen en mijn toenmalige werkgever betaalde.” Knap is hij, in pak (voor de gelegenheid) en de dertig voorbij. Gegroeid sinds zijn studententijd in Delft, toen hij nog met guitig gezicht het nachtleven in dook. Uitgaan doet hij niet meer zo veel, en al helemaal niet meer in Delft. Er zijn rust en volwassenheid voor in de plaats gekomen. Privé zit hij gebeiteld. Een koopappartement in oudRijswijk, een mooie vriendin op de bank (ontmoet in Delft, ze studeerde industrieel ontwerpen) - zelfs een kat. Hun Citroën Saxo uit 1999 is wel het laatste wat je verwacht bij een afgestudeerde TU’er met twee titels en een bovenmodaal salaris. “Wat dat betreft zijn mijn vriendin en ik echte techneuten: hij brengt ons van A naar B en technisch werkt hij, dus het is prima.” Hij heeft sowieso niet zoveel met de Delftse conventies. Was bewust geen lid van een studentenvereniging – “Ik kies liever zelf mijn vrienden” – en in plaats van ‘gewoon’ te stemmen op de VVD, koos hij voor het afdelingsvoorzitterschap van de SP in Rijswijk. Dat ‘bekrompen’ kiezen voor je eigen baan en een goed salaris, daar kan hij niks mee. “Ik vind ook andere dingen in de samenleving belangrijk.” Het kostte hem de afgelopen vier jaar minstens tien uur per week. Vorige maand legde hij zijn politieke functie neer. Even pas op de plaats. “Ik heb het afgesloten als lijstduwer, op de onverkiesbare vijftigste plaats voor de Tweede Kamerverkiezingen.” Maar hij blijft actief
Foto: Sam Rentmeester
wet en wetenschap
voor zijn partij. Klinkt als een man met ambities. “Ja gek hè, want die heb ik niet echt”, lacht hij. “Ik vind het vooral belangrijk om je als mens te blijven ontwikkelen. Dat kan in de techniek, de politiek, maar ook in het bestuur van mijn badmintonvereniging. Ik wil gewoon mijn steentje bijdragen aan de samenleving – maar het moet wel leuk blijven voor mezelf.” (JB)
René Allart leerde zijn vriendin kennen bij een cursus wushu op het sportcentrum, op de fiets, zijn Citroën Saxo uit 1999, en de kat.
22
Delta
TU Delft
‘Doe eerst die dijken maar, anders zijn we straks niet eens meer in staat om te doen aan ontwikkelingswerk’ (Han Vrijling, hoogleraar waterveiligheid)
23
Tekst: Saskia Bonger/Tomas van Dijk
Pensioenleeftijd, Europa, marktwerking in de zorg; VVD en PvdA hebben genoeg hoofdpijndossiers te bespreken voordat ze een coalitie kunnen smeden. Maar de Haagse politici hebben meer structurele problemen op te lossen, problemen waar Delftse wetenschappers aan werken binnen de Delft Research Initiatives (DRI’s). Zij voorzien Rutte en Samsom graag van ongevraagd advies.
Onzalig idee Nederland is trots op haar dijken; experts van over de hele wereld komen er al decennia lang speciaal voor naar hier. Maar dertig procent is onveilig en de overheid laat het bewust zo. Tijd voor een nieuwe filosofie. Dat betoogt prof.dr.ir. Han Vrijling, hoogleraar waterveiligheid en waterbouwkundige constructies en voorzitter van het Delft Infrastructures and Mobility Initiative. “De beveiliging tegen overstromingen is niet goed geregeld. Eén derde van de dijken voldoet niet. Eens in de zes jaar zouden dijken worden gecontroleerd. Dat is omgezet naar eens in de twaalf jaar. Zo hoor je misschien minder vaak dat het niet goed is, maar het probleem is er niet mee opgelost. En dat terwijl de oplossing van een verrassende eenvoud is. Natuurlijk is het in een stedelijke omgeving moeilijk dijken te verhogen. Daarom doen wij, met een beurs van technologiestichting STW, onderzoek naar functionele dijken. Dat zijn dijken waar bijvoorbeeld een parkeergarage in zit, of waar een wandelweg overheen loopt. Of dijken geïntegreerd in lucht- en zeehavens. Dat is technisch te realiseren, maar bestuurlijk lastig. Verschillende wetten, zoals bouwregelgeving en infrastructuurwetten, komen samen. Waarom de politiek de dijken niet aanpakt? Dat heeft te maken met geld en politieke wil. We geven 0,7 procent van ons binnenlands product uit aan ontwikkelingssamenwerking. Prima. Het onderhoud van de dijken kost veel minder, namelijk 0,1 procent. Ik denk: doe eerst die dijken maar, anders zijn we straks niet eens meer in staat om aan ontwikkelingswerk te doen. Maar de regering heeft gekozen voor meerlaagse veiligheid. Dat concept is mijn grootste angst. De eerste laag zijn de dijken, maar daarna zegt de overheid tegen haar burgers: “Waarom woont u zo onveilig? Zorg maar dat u in een waterbestendig huis woont.” Dat is de tweede laag. De derde laag is vluchten. Maar denk je in dat half Nederland onder een meter water verdwijnt. De economische schade zal gigantisch zijn, want alles valt stil. Een onzalig idee.”
Tikkende tijdbom Nederland loopt achter met duurzame energieopwekking. Complexe regelgeving, trage overlegstructuren en de Groningse gasbel maken het moeilijk een echte omslag te maken naar een duurzame gebouwde omgeving. Toch is dat precies wat er moet gebeuren. Dat zegt prof.dr.ir. Arjan van Timmeren, hoogleraar environmental technology and design, bij de afdeling stedenbouw (Bouwkunde) en betrokken bij het Delft Environment Initiative, dat zich richt op een duurzame leefomgeving. “Bij de ruimtelijke ordening in Nederland houden we overal rekening mee, we zorgen voor voldoende waterberging, we tellen vleermuizen en we rekenen minutieus aan geluid en fijnstof. Maar planners en ontwerpers hebben nagenoeg geen kennis van actuele energievraagstukken. Om een nieuwe, duurzame energie-inrichting te realiseren, is een betere afstemming tussen ruimte en energie nodig. Duurzame energiebronnen vergen veel meer oppervlakte per KWh dan een kolencentrale. Laten we beginnen met het slimmer op elkaar afstemmen van bovengrondse en ondergrondse planning, via uit hernieuwbare bron gevoede warmtenetten en smart grids (intelligente energienetwerken, red.). Vooral in de bestaande gebouwde omgeving is dat moeilijk. De meest urgente plekken zijn de sociaal zwakkere wijken, vaak gebouwd in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Isolatie en bouwkwaliteit zijn daar relatief slecht. Tegelijkertijd stijgen de energieprijzen. Dat betekent dat de sociaal zwakkeren relatief de hoogste energielasten hebben. Dat is een tikkende tijdbom. Woningen in deze wijken moeten geïsoleerd worden en voorzien van zuiniger apparatuur. Ook moet restwarmte beter worden benut en moet het resterende deel van de energie komen uit hernieuwbare bronnen. Het energienetwerk wordt daarbij de komende twintig jaar een stuk complexer doordat het aandeel van deze ‘variabele’ bronnen zal toenemen. Het zal veel schelen als we de pieken in energievraag en -aanbod beter op elkaar afstemmen, via slimme opslagsystemen en verdeelnetten. Laten we deze broodnodige energietransitie zo snel mogelijk inzetten, want we lopen achter qua aandeel van duurzame energie in onze energieopwekking. Ik denk dat het te maken heeft met de complexiteit van onze ruimtelijke ordening én met onze overlegcultuur. En vergeet de gasbel in Groningen niet. Die drukt ons gevoel van urgentie volledig naar achteren.” >>
‘De sociaal zwakkeren hebben de hoogste energielasten. Dat is een tikkende tijdbom’
24
Advertenties
Wednesday 17 October 2012 12:30 – 13:30 hrs TU Delft Library, Orange room
OBAMA VS. ROMNEY
WILL SCIENCE WIN, OR WILL THE WORLD LOSE? BY RUTH OLDENZIEL LECTURE AND DISCUSSION TUESDAY OCTOBER 16TH 7:30 PM @ PSOR CAFE, CIVIL ENGINEERING
TEDXDELFTSALON
Fifty Shades of Concrete Eva Lantsoght
FIFTY SHADES OF CONCRETE BY EVA LANTSOGHT
WEDNESDAY OCTOBER 17TH 12:30 PM @ ORANGE ROOM, TU DELFT LIBRARY WITH FREE LUNCH! REGISTRATION REQUIRED WWW.FACEBOOK.COM/TEDXDELFT Powered by
BIOMIMICRY
ECOLOGICAL PERFORMANCE INDICATORS FOR ARCHITECTS AND ENGINEERS BY MAARTEN EPEMA THURSDAY OCTOBER 18TH 6 PM @ ORANGE ROOM, TU DELFT LIBRARY
Free lunch!
registration required (www.facebook.com/TEDxDelft or TEDxDelftSalon@TEDxDelft.nl)
Voor advertenties bel met:
H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80 E delta@henjuitgevers.nl
Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.
25
‘Langer vitaal houden’ De vergrijzing is helemaal niet zo problematisch als altijd wordt beweerd. Slimme oplossingen kunnen de zorgkosten minder hard doen stijgen. Dat meent prof.dr.ir. Lucas van Vliet, wetenschappelijk directeur van het Delft Health Initiative (DHI), het overkoepelende Delftse onderzoekscluster op zorggebied. “Discussies over de zorg lenen zich niet voor soundbites van dertig seconden. Het heeft te maken met preventie, genezing, de verzorging van gehandicapten en ouderen, kosten en kwaliteit. Ik heb geen politicus kunnen betrappen op een integrale visie. Daar werken wij wel aan. De vergrijzing is een duidelijk gegeven. Dat is problematisch, zegt men altijd. Binnen het zogenaamde ‘vitaliteitsprogramma’ van Medical Delta in samenwerking met het DHI hebben we hier een andere kijk op. Ouderen hebben meerwaarde. We moeten ouderen langer in de maatschappij en op de arbeidsmarkt houden. We kunnen de bevolking langer vitaal houden, de kosten drukken en profiteren van een hogere productiviteit. Wat we verzekeren via de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), moeten we in dit licht bekijken. De elektrische scooter zit bijvoorbeeld in de AWBZ, maar de elektrische fiets niet. Waarom? De elektrische fiets houdt ouderen langer vitaal. Om mensen langer zelfredzaam te houden, is het ook belangrijk dat we onze leefomgeving anders inrichten. Er moeten meer communicatiemiddelen komen in huizen waardoor ouderen contact kunnen onderhouden met mantelzorgers en zorgverleners. We moeten ict-middelen ontwikkelen die zo eenvoudig zijn dat ouderen ermee overweg kunnen. Er moet meer technologie komen waarmee hulpverleners ouderen kunnen monitoren zonder hun privacy aan te tasten. Dat de kosten voor de zorg stijgen, is onvermijdelijk. Maar we kunnen de curve afvlakken. Als onze levenskwaliteit toeneemt, dan zijn we bereid die kosten te betalen. Over dit soort zaken heb ik niemand gehoord tijdens de verkiezingscampagnes.”
Eiland vol halffabricaten Voor zover energie al een thema was tijdens de verkiezingscampagnes, sneden politici het onderwerp verkeerd aan. Ze moeten ondernemerschap en creativiteit tonen. Dat vindt hoogleraar future energy systems prof.dr. Ad van Wijk (TNW). Zijn werk valt onder het Delft Energy Initiative. “Wij hebben in Nederland een goed ontwikkelde petrochemische industrie en een goede link naar het achterland. We zouden daarom moeten inzetten op biobased economy. Zoals een eiland maken op de Noordzee waar we bijvoorbeeld ethyleen produceren. Ethyleen is een van de basiselementen van de chemie. Daar wordt plastic van gemaakt. In plaats van ethyleen te produceren uit olie – wat nu meestal gebeurt – maken we het van ethanol. Dat ethanol kun je op zijn beurt maken van suikerriet. We schakelen dus over naar biomaterialen. Op dat eiland produceren we tevens biodiesel en stoffen uit algen voor de farmaceutische industrie. Het is handig om al die industrieën op dat eiland geconcentreerd te hebben, omdat ze halffabricaten aan elkaar kunnen leveren. Ook komt er plek voor
‘ Ouderen hebben meerwaarde’ de offshore windindustrie. De rotorbladen van de grootste windmolens zijn zo groot dat je ze niet over land kunt transporteren. Daarom moeten ze aan de kust gemaakt worden. Naast het eiland komt een industrieel stadje, een drijvend stadje. Eén van mijn ideeën voor de energievoorziening op het vaste land behelst de inzet van auto’s als energiecentrales. De brandstofcel komt er namelijk aan. Straks hebben we die allemaal in onze auto om elektrisch te kunnen rijden. In feite rijdt iedereen dan in kleine elektriciteitscentrales van zo’n 100 kilowatt. In parkeergarages kunnen die brandstofcellen – die een heel hoog rendement hebben - elektriciteit leveren aan het net. Vijfhonderd geparkeerde auto’s kunnen alle woningen in Delft van elektriciteit voorzien. De overheid moet anticiperen op deze ontwikkeling.”
Acceptabele risico’s Hoe veilig is het elektronisch patiëntendossier? En wat weten we van digitale oorlogsvoering? De politiek moet nadenken over een acceptabel veiligheidsniveau op internet. Dat vindt ict-expert dr.ir. Jan van den Berg van de faculteit Techniek, Bestuur en Management. Ict is geen aparte DRI, maar is niettemin een speerpunt van de TU. “Ict is een van de drijvende krachten achter de economie. Tegelijkertijd is er een keerzijde: de samenleving wordt steeds afhankelijker van de ict-techniek, terwijl die intrinsiek onveilig is. We zouden het moeten hebben over de risico’s. Voor de dijken heeft de politiek al aangegeven wat acceptabele risico’s zijn: eens in de tienduizend jaar mag, voor sommige gebieden, een omliggende dijk het begeven. In het verkeer vindt men zeshonderd doden per jaar in Nederland ‘acceptabel’. Het vaststellen van een acceptabel veiligheidsniveau op internet is waarschijnlijk veel complexer. Op sommige terreinen kunnen we misschien beter beslissen om de verbindingsstekker met internet eruit te trekken, ook al is dat economisch niet prettig. Neem de connectiviteit van onze waterwerken: of stuwen open of dicht gaan wordt deels via data-uitwisseling over internet bepaald. Als een vijandig land Nederland wil raken, kan het proberen op afstand vitale gebieden onder te laten lopen. Een ander voorbeeld is het elektronisch patiëntendossier. Als straks de ict-voorziening uitvalt, kunnen patiënten dan nog behandeld worden? Is dat risico expliciet meegenomen toen besloten werd tot invoering? Iets anders waar ik Nederlandse politici niet in het openbaar over hoor spreken is cyberoorlogsvoering. De Nederlandse overheid heeft recentelijk een aantal drones gekocht. Hoe die worden gebruikt en hoe soldaten ermee om moeten gaan, is met onduidelijkheid omgeven. Het is de hoogste tijd openheid van zaken te krijgen en een publiek-politiek debat te starten over de inzet van ict in het algemeen en in digitale oorlogsvoering in het bijzonder.”
26
Advertenties
How do you make a lithography system that goes to the limit of what is physically possible? At ASML we bring together the most creative minds in science and technology to develop lithography machines that are key to producing cheaper, faster, more energy-efficient microchips. Our machines need to image billions of structures in a few seconds with an accuracy of a few silicon atoms. So if you’re a team player who enjoys the company of brilliant minds, who is passionate about solving complex technological problems, you’ll find working at ASML a highly rewarding experience. Per employee we’re Europe’s largest private investor in R&D, giving you the freedom to experiment and a culture that will let you get things done. Join ASML’s expanding multidisciplinary teams and help us to continue pushing the boundaries of what’s possible.
www.asml.com/careers
techniekbedrijven Talents
16 november 2012 | Beurs-WTC te Rotterdam
Hét landelijke carrière-evenement voor de techniek- en bètastudent schrijf je in vóór 31 oktober op www.techniekbedrijven.nl
Delta
27
TU Delft
uitgelicht di 16 Lezing: Het Majoranadeeltje
Do 18 Workshop ‘Drawing in Perspective’
20.00-21.45 uur – De ontdekking van het Majoranadeeltje veroorzaakte afgelopen april grote opwinding in de wereld. Maar waarom eigenlijk? Hoogleraar Leo Kouwenhoven van de TU Delft houdt een lezing over het Majoranadeeltje en kwantummechanica in het Paard van Troje, Prinsengracht 12, Den Haag. Prijs: 7,00 euro (excl. servicekosten). www.nwo.nl/spinozatepaard.
20.00 hrs – Perspective drawing is a drawing technique used to illustrate dimension through a flat surface. It’s a very useful skill in designing and architecture, if not, just a great skill to have in general. Entrance: 7,50 euro. Culture Center, Mekelweg 8-10, Delft. www.sc.tudelft.nl
wo 17 Oktoberfest 17.00-21.00 uur – Het i.d-Kafee zal deze woensdag in het teken staan van het Oktoberfest. De avond zal gevuld worden met bierpullen, biertafels, dirndl’s, lederhosen, braadworsten, Deutsche Schlager en vooral veel Gemütlichkeit. Aanschaf van een pul bedraagt 2 euro. ww.id.tudelft.nl
zo 21 Rock’n roll dance evenings 20.00-22.00 hrs - Come and discover 4-steps style rock and roll dance every Sunday evening, at the Culture Center with Rock‘n Delft. Every week you discover new moves during the first hour. Then you are invited to stay and practice what you learned. Everyone can join; with or without dancing skills, beginner or experienced, alone or with a partner, everybody is welcome! Location: TU Delft Culture Center, Mekelweg 8-10, Delft. www.rockndelft.nl
za 20 Cursus ‘Train your brain’ 9.30-17.00 uur – TU Delft Library organiseert samen met Brainstudio voor studenten van de TU Delft een unieke cursus om je brein te trainen. Taal: Engels. Voor koffie en thee wordt gezorgd, exclusief lunch. De kosten bedragen 60 euro. Voor aanmelden en meer informatie zie Agenda op www. library.tudelft.nl. Locatie: Blauwe zaal, Library Learning Centre TU Delft.
DO 25 Symposium ‘Participation in Research’
Honours Concert 19.00-22.30 hrs – The Honours College of Leiden University and the TU Delft Honours Programme organize an Honours Concert to strengthen the ties between Leiden and Delft in the LAK Theatre, Cleveringaplaats 1, Leiden. Admission is free of charge. For tickets go to goo.gl/imlEU and for more information check out www. facebook.com/honoursconcert. Bijdragen voor de rubriek Agenda in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail: delta@tudelft.nl. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur.
12.30-16.00 hrs – During the Open Access week, the symposium ‘Participation in Research will take place in the National Library in The Hague. See participationinresearch.wordpress. com for more information and for registration.
Advertentie
t s o m e h t r o f h c r t s i t The sea n e i c S l a i r u e n Entrepre
th
BUILDING TOMORROW’S LEADING FIRMS INSPIRATION | EDUCATION | INCUBATION | GROWTH
Challenge the future
28
Delta
columnrobbert fokkink
ABC vermoeden Het is alweer anderhalve maand geleden dat de wiskunde werd opgeschrikt, omdat een wiskundige in Kyoto het abc-vermoeden zou hebben bewezen. Shinichi Mochizuki, een voormalig wonderkind, heeft meer dan twintig jaar in alle stilte gewerkt aan dit probleem, dat door collega’s ver buiten het bereik van de huidige kennis werd gehouden. Het doet denken aan Perelman en zijn bewijs van Poincaré, of Wiles en zijn oplossing van Fermat. Maar Mochizuki’s inspanning is opmerkelijker. Waar Perelman en Wiles de laatste steen legden op denkwerk van anderen, verweeft Mochizuki ons begrip van ruimte en getal via een volledig nieuwe methode. Bot gezegd voorspelt het abc-vermoeden dat de vergelijking Xa+Yb=Zc slechts eindig veel geheeltallige oplossingen heeft als 1/a+1/b+1/c kleiner is dan 1. Is deze som groter dan 1, dan zijn er oneindig veel oplossingen. De bekendste vergelijking van dit type is die van Pythagoras, in welk geval a en b en c alle gelijk zijn aan 2. In dit geval zijn er oneindig veel oplossingen. Iedereen kent 3,4,5 of 5,12,13 en er zijn er nog veel meer. Als de machten hoger zijn, dan hebben we de vergelijking van Fermat, waarvan we sinds Wiles weten dat die geen oplossingen heeft. Gerd Faltings had al een soort abc bewezen voor Fermat en het is geen toeval dat Faltings de promotor was van Mochizuki. Sinds enige tijd weten wiskundigen hoe je moet differentiëren op korrelige structuren, die er heel anders uitzien dan onze standaardruimte Rn. Ook de meetkunde van die korrelige ruimten is goed ontwikkeld. Echter, niemand kon differentiëren en meetkunde goed aan elkaar vastknopen. Mochizuki kan dat nu wel. Het zal lang duren voordat alles is gecontroleerd, maar het is nu al duidelijk dat hij een enorme inspanning heeft geleverd. Twintig jaar lang in alle eenzaamheid geconcentreerd werken aan het diepste probleem in de wiskunde, dat gaat je niet in de kouwe kleren zitten. Respect. Voor hem. En ook voor zijn vrouw. Robbert Fokkink
TU Delft
media X-ray eyes Onder je voeten bevindt zich een wereld waar je misschien wel geen weet van hebt. Een extra dimensie, die je met behulp van de app UAR Ondergronds kunt bekijken. Parkeergarages, metrostations, oude stations; al het onzichtbare maakt de app driedimensionaal zichtbaar. Eigenlijk is het gewoon een uitbreiding van de Urban Augmented Reality-app (UAR), die het Nederlands Architectuurinstituut eerder lanceerde en die toekomst en verleden van de stad zichtbaar maakt. Een pakketje dat de moeite waard is om te downloaden, want hoe interessant is het om in steden als Rotterdam, Den Haag en Amsterdam dwars door de stoep heen te kijken? Gewoon een kwestie van je camera op het betreffende punt richten, en de app lepelt de informatie op basis van gps zo voor je op. Ooit beseft dat waterbassins zich gewoon pal onder je voeten bevinden? Of dat er onder de titel Amfora plannen zijn voor een zes lagen diepe stadsuitbreiding onder Amsterdam? Dat wordt je dan wel verteld door presentatrice Harmke Pijpers, die de bijbehorende audiotours heeft ingesproken. Maar een kniesoor die zich daar aan stoort. Een echte TU’er gaat voor de kennis – ook al heeft hij die voor een deel zelf geleverd. (JB)
x-ray eyes
Ontwikkelaar NAi Platform iPhone, Android, iPad en Tablet
Prijs: gratis jjjjj leuk jjjjj handig jjjjj bediening
Kluyver in 3D
Apps
Ach ja, herfstvakantie, en je was toch al aan de wandel met je UAR Ondergronds-app. Waarom dan niet meteen de app Route Delft downloaden? Daarin zit een heuse biotechnologische wandeling. Die leidt je langs allerlei bezienswaardigheden die met de ontwikkeling van biotechnologie in Delft te maken hebben. Antoni van Leeuwenhoek, Kluyver en Beijerink verschijnen hoogstpersoonlijk in 3D en verder laat de app een hoop verleden van de stad zien. Met een tab op je scherm krijg je extra informatie zodra je op een bezienswaardigheid staat. Je bent er zomaar een uur zoet mee. In hoeverre de app nou iets toevoegt aan de informatie die je al kreeg voorgeschoteld in je introductietijd en verder gaandeweg je studententijd nog opdoet, is een beetje de vraag. Maar het mooie na zo’n lange wandeling is dat je met een goed gevoel kunt eindigen in de kroeg. Op de biotechnologie dan maar: proost! (JB)
route delft
Ontwikkelaar Stichting Delft Marketing Platform iPhone, Android, iPad en Tablet
Prijs: gratis leuk jjjjj handig jjjjj bediening jjjjj
Text: Gunjan Singh Photo: Hans Stakelbeek
Delta
29
TU Delft
Whether you are sinking or swimming in the sea of Dutch words all around you here, the International Pages offer our foreign readers a life raft in the form of engaging, entertaining articles written in the university’s lingua franca – English! Miguel Melguerajo Angel Fuentes: “When you talk about poo, which is something super personal, then it has a bigger dimension.”
international pages
The poo project As a child, Miguel Melguerajo Angel Fuentes never dreamed that one day he’d be deeply involved in researching… human excrement. Miguel Melguerajo Angel Fuentes graduated in Strategic Product Design from the Industrial Design Engineering (IDE) faculty last month, literally going through tons of crap to get his MSc degree. His graduate project focused on user-centered research and the creation of business models for the technology developed as a part of the ‘Reinvent the Toilet Challenge’ competition, organised by the Bill and Melinda Gates Foundation. After writing a project proposal, he was selected to develop a strategy for deploying sanitation technology in India’s urban slums. ”It was a complex project, because the 3mE faculty was to develop the technology and IDE the user-centred aspects,” Fuentes explains. The Bill and Melinda Gates Foundation was primarily interested in the technology, but TU Delft also wanted to include the user-centred focus. “Technology’s great but it couldn’t work until the human side was included,” Fuentes says. “When you talk about poo, which is something super perso-
nal, then it has a bigger dimension.” For his research, Fuentes had to go to India: “But the people in Delft didn’t know much about India, and the Indian collaborator firm was too busy with their own projects, so I didn’t know where to start. I searched the web for NGOs with any connections with sanitation in Delhi.”
Slums He ultimately landed in Delhi’s notorious slums. “I went with no clue of what to expect. I met a young guy who eventually became my guide, but it was quite difficult to handle that relationship. Dependent on his time schedules and whims, I had to keep persuading him in different ways to keep my research going. I also did this in many other slums with the help of other NGOs.” No matter how dismal the slums, Fuentes was struck by how the “people there tried not to show the raw reality, to hide the dirt and show how clean the toilets were and how good the systems were. I had to play de-
tective, trying interpret gestures, dig, and find my way.” As for conducting research in the slums, Fuentes says: “Babies on the floor, swarming flies, open sewage…I thought I was in a Discovery Channel documentary. It was emotionally intense, so intense that you end up thinking: ‘how do they survive like this and why are they like this?’ Slowly you start to understand things and that’s the beginning.” And was he asked questions in the slums, too, recalling how explaining the technology of plasma gasification was particularly difficult. The slum dwellers also asked Fuentes when the new sanitation-system would be deployed. “Knowing that it didn’t depend on me, that’s when I felt really bad, and that pushes you to do the best you can and I tried,” he concludes. “I tried to be nice to them, left some Mexican candies and Dutch clogs as gifts, but that’s not going to change their lives. I promised the NGOs to send them my thesis as appreciation for their help.”
‘I had to play detective, dig, and find my way’
30
Delta
TU Delft
Text: Damini Purkayastha Photo: Hans Stakelbeek
delft survival guide
Kianoush Souri and Sima Tarashioon
Focus on the good stuff These Iranian students tell us how to make the most of life at TU Delft. As long as you can combat the unpredictable Dutch weather, TU Delft offers more opportunities for fun than one can imagine, say Sima Tarashioon, a PhD at Dimes and outdoor enthusiast whose latest adventure was paragliding, and Kianoush Souri, an MSc micro-electronics student who is now trying his hand at being a great podcaster. What drew you to Delft? Tarashioon: “I wanted to pursue my MSc abroad, but I wasn’t keen on the US or Canada, as they’re too far from home. When I applied for my MSc in 2007, one of TU Delft’s biggest attrac-
tions was that, unlike many universities in Europe, English is the medium of education.” Souri: “One of my older brothers is pursuing his PhD here, while another is in the US. So, I applied to both countries. At the time, I wasn’t really sure about the academic structure here, but Delft seemed the stronger choice.” How does doing a PhD/MSc in the Netherlands help in the long run? Tarashioon: “Though universities in Iran are good with theoretical knowledge, there isn’t much interaction with industry. Here, things are very different; in fact, many companies even fund student projects and PhDs. Not only do we get a chance to understand how things work, there’s also a regular exchange of knowledge and infrastructure.”
‘Students are also encouraged to do projects with companies’
Souri: “At the MSc level, there’s lots of interaction and collaboration between students and professors. Students are also encouraged to do projects with companies. Hands-on work always helps one understand the subject better.” What are your interests outside the classroom? Tarashioon: “I’ve always been fond of outdoor activities. A big advantage of being in Delft is that one can easily travel to other countries for camping or trekking. I’ve also tried sports like skydiving and bungee jumping.” Souri: “As a member of the Iranian students association, I often work with the group on organising out-reach events. Now, we’re launching a Podcast channel. We did one sample recording and I really enjoyed the new role. The channel will air Iranian music, news, and have some fun stuff, too.” What was the biggest adjustment problem you faced when first arriving here? Tarashioon: “I know it’s a cliché, but it
was the weather. Another thing that took some getting used to is how the Dutch segregate their professional and personal lives.” Souri: “The wind and weather. Everybody said it would get better in my second year, but it’s worse now. I know what to expect and I feel depressed just thinking about it.” Any survival tips for new Iranian students? Tarashioon: “Make the most of living in a multi-cultural country. It’s always easier to make friends with people from your own country, but also step out and make friends with people from different parts of the world.” Souri: “Coming to study here is a big financial investment, so don’t lose focus of your goals. Things are very different from a BSc, the deadlines tougher and expectations higher. Enjoy life, but always keep academics your first priority.”
Delta
31
TU Delft
Talking point
HALFWAY “During dredging activities, in order to create land in the sea or to deepen a harbour channel, sediment plumes appear under and behind the dredging vessel. It looks like smoke coming out of a reversed chimney. The plumes consist of mud and silt and give the water a brownish colour. One could compare this to throwing sand in the sea, except that the sand sinks to the bottom quickly. Mud and silt sink slower and may float in the sea for hours; therefore, less light can penetrate the water and this may affect fish, birds that eat fish, and coral. Mud and silt settling out of the plumes could also cover plants and animals on the seabed. I’m investigating how the plumes behave near dredging vessels in order to know its effects and consequences. It’s difficult to understand how the plumes behave near the ship, because the plumes interact with the vessel and are influenced by its movements. I’m also looking into how the plumes swirl to the seabed. Water mixes with the mud and silt, but how will this change the plumes?
In order to understand the behaviour of the plumes, I’ve measured the water and its contents around a dredging vessel in Australia. A harbour channel had to be deepened, which gave me an opportunity to take measurements. We sailed around a dredging vessel in a special type of boat. We put special equipment in the water and navigated it through the plumes. I collected lots of data thanks to that measurement. I’m currently using this data to see how it corresponds with the simulation of the plumes that I’ve made. I would like to create a model that can predict what percentage of the plumes will swirl around and what percentage will reach the seabed. Additionally, it would be interesting to know what effects the depths of the sea and the ship’s propeller have. Hopefully, this will be a model in which one could enter varying conditions and the model will simulate the plumes and the consequences beforehand.” (RV)
Name: Lynyrd de Wit (31) Nationality Dutch Supervisor: Professor Cees van Rhee (Mechanical, Maritime and Material Engineering faculty, department of Marine and Transport Technology) Subject: Simulation of mixing of sediment dredging plumes under and near dredging vessels Thesis defense: In about 1.5 years
Photo: Tomas van Dijk
How mud and silt plumes behave
nostalgia Aulia Zulfa (25, Indonesia) has been in Delft for about four weeks now, where she is pursuing an MSc in engineering, policy, analysis and management at the TPM faculty. Her worried mother back in Jakarta, on Java, sends her all kinds of things to help her survive the cold, windy weather here. Untuk Masuk Angin is an herbal blend that helps prevent colds. The gel comes in a sachet and should be dissolved in hot water. Angin means friend. In the large bag is Abon Sapi, dried beef for rice dishes.
Quarter-life crisis After years of studying, graduation brings sweet relief. Or does it? For the many TU Delft international students, the post-graduation happiness phase ends in about a week that is, if they’re planning to stay in the Netherlands for an extra year hunting for jobs. With no income whatsoever, high living expenses, and huge study loan debt, you’re required to pay 600 euros just for ‘zoekjaar’ status. Though many of my international friends try to act cool, they’re in fact under intense pressure. Most internationals come to Delft thinking that a good education here will ultimately help them land the jobs they always wanted. Some even refuse job offers back home, thinking an MSc degree abroad will pave the way for a better life with better pay. The reality however is shocking. Apparently, in the Netherlands, excellent grades, intelligence and skills don’t matter as much as one’s ability to converse in Dutch! ‘Spreekt u Nederlands?’ is a question difficult to avoid during most job applications. Worse, ‘nee’ or even ‘een beetje’ are simply unacceptable answers. Pre-2000, all international students had to learn Dutch to even start studying at TU Delft, but now English is the MSc language of instruction, so Dutch is no longer a requirement. But outside of Delft, on the Dutch job market, Dutch remains a requirement. For many international students, learning Dutch as an extra elective was a second priority, given the large amount of course work that had to be done. Now however, realizing the importance of knowing Dutch to land jobs here, learning Dutch should’ve been given top priority. Why didn’t TU Delft make it obligatory for all international students to learn Dutch, when it knows that this is equally or even more important than other obligatory courses to our future career prospects? Why aren’t international graduates given the full support needed to set up subsequent careers in the Netherlands, especially when, by doing so, they benefit the country by being the ‘right kind’ of (highly educated) immigrants the Dutch knowledge economy claims to want? Is education just a business then, exploiting non-Dutch speaking internationals for cash but offering no real career prospects here later? We internationals study hard and graduate with high grades, while amassing huge study loan debts, for one reason: to land good jobs when we graduate. If we can’t consistently land jobs in the Netherlands, the country we studied in, invested in for two years, without speaking Dutch, then TU Delft must make Dutch courses mandatory for internationals again. Or if not, then at least add a line to the TU’s glossy recruitment brochures that helped lure us here: ‘Note: if you want work in the Netherlands after graduation, you better learn Dutch!’ Now that would be direct and honest, something the Dutch are apparently famous for.
Photo: Hans Stake
lbeek
Chandra Elango Do you agree or disagree with the points raised in this week’s Talking Point? Let us hear your opinion: start or join the discussion in the website’s Comments section at www.delta.tudelft.nl
Contents International
29
The poo project
30
Focus on the good stuff
The bike of Martina Cuschieri Name: Martina Cuschieri (Malta, MSc Biomedical Engineering) Price: 38 euros Brand: Fongers Intercycle Striking feature: Handy bike bags
Text: Chandra Elango Photo: Hans Stakelbeek
31
Halfway - Nostalgia - Talking point
W
hen Cuschieri’s first bike got stolen, she decided to settle for something cheaper, which surprisingly turned out to be a very good deal. “When I arrived in the Delft two years ago I bought a new, traditional omafiets, but a couple of months ago it got stolen. When I bought this bike I just wanted something cheap to get me from A to B, but ultimately it turned out to be quite good because unlike my old bike this one has three gears. This wasn’t something I had thought of in the beginning - I thought ‘flat country: who needs gears?’ but I had overlooked how strong the wind can be here,” she says, laughing. Cuschieri says biking isn’t as popular in Malta as here: “I do own a bike back home but it’s the one I used to ride until I was 12 years old. In Malta, not many people own bike
See www.delta.tudelft.nl for the translation of page 15 ‘A place under the sun’
let alone use them. In the Netherlands, I honestly don’t think I’d have survived without one. I almost feel like it’s become an extension of my own legs.” “I don’t have many good memories with this bike unfortunately,” she explains. “It happens to have hand breaks and my old one had pedalbreaks, so whenever it’s raining I always end up nearly crashing into someone or falling. My latest fall happened while I was waiting at the lights: all of a sudden I just lost balance and before I knew it was making love to the tarmac.” When it comes to fixing her bike, Cuschieri has a special tactic. “I usually try to fix it myself, and if I don’t manage I give my boyfriend a puppy look and ask him to do it for me,” she says, grinning. Cuschieri plans to keep her bike: “I might buy a better one in future but I’d still keep this one. I get very attached to these things and giving it away would feel like giving away a part of me.”