Delta 8

Page 1

NR.08 15 december 2014

onafhankelijk universiteitsblad

Eva de Valk

Verslag uit Silicon Valley TU-piloten

Stuntmannen in de lucht Housing

TU’ers on tour

Problems for faculty and staff Jaaroverzicht 2014 english pages see page 32


2

Delta

TU Delft

8 Delta nr. 8

15 december

2014

“Het coverartikel gaat over Delftse studenten die meedoen aan het Nederlands Studenten Jazz Orkest. Zij reizen met hun instrumenten langs diverse steden waar zij optredens doen. De reis, het ‘onderweg zijn’ is verbeeld op de foto.” (Fotograaf Hans Stakelbeek)

REAGEER!

12

www.delta.tudelft.nl

colofon

Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.

Redactie Frank Nuijens (hoofdredacteur) - @franknu, Katja Wijnands - @kwijnands, Dorine van Gorp - @dorinevangorp, Saskia Bonger - @sbonger, Tomas van Dijk - @tomasvd, Connie van Uffelen - @connievanu, Jos Wassink - @joswashere Medewerkers aan dit nummer Jorinde Benner, Phillip Gangan, Auke Herrema, Job Hogewoning, Heather Montague, Folkert van der Meulen Bosma, Damini Purkayastha, Molly Quell, Bauke Steenhuisen, Jimmy Tigges, Ellen Touw Foto’s Sam Rentmeester, Hans Stakelbeek

Bladconcept en vormgeving Maters & Hermsen, Leiden Lay-Out Liesbeth van Dam Redactie-adres Universiteitsbibliotheek, Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848, delta@tudelft.nl Advertenties H&J Uitgevers, 010 451 5510, delta@henjuitgevers.nl Druk Edauw & Johannissen Oplage 8.000 Jaargang 47 ISSN 2213-8838 Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op de website. Meer informatie op: www.delta.tudelft.nl/colofon

cover

interview

Muzikale studenten

eva de valk

Vijf TU-studenten met één gemeenschappelijke interesse: de muziek. Deze week gaan ze met andere muzikale talenten op tournee langs Nederlandse studentensteden met het Nederlands Studenten Jazz Orkest. “Een geweldige ervaring.”

Schrijven over Silicon Valley voor Nederlandse media. Een gat in de markt, ontdekte Eva de Valk. “In Silicon Valley worden mensen enthousiast als je met iets onwaarschijnlijks komt. In Nederland word je uitgelachen.”


Delta

3

TU Delft

18

32 reportage

english pages

luchtcowboys

housing series

TU-piloten Hans Mulder en Alexander in ’t Veld bootsen vliegincidenten na met de Cessna Citation van de TU Delft. Met de experimenten die zij uitvoeren, dragen ze bij aan een veiliger luchtvaart.

We finish our series on housing by looking at the needs of faculty and staff. Despite having more resources than students, the internationals still struggle to find adequate accommodations.

Delta 09 verschijnt op maandag 12 januari

VERDER Column nieuws master sport lifestyle jaaroverzicht nynke tromp leuk bedacht desgevraagd Survival Guide science

04 05-07 15 16 17 22 26 29 31 34 35


columnEllentouwbollemans

4

Delta Dit najaar is de buitenboel van mijn huis geschilderd door een echte Bollemans. De Kuifje-liefhebber weet direct waarover ik het heb. Isidoor Bollemans, steenhouwer te Molensloot, die in ‘De juwelen van Bianca Castafiore’ belooft de trap te komen repareren, maar een album lang zijn komst om vage redenen uitstelt. Deze onbereikbare steenhouwer, ‘Boullu’ genaamd in de originele Franse versie van het album, is gebaseerd op een bestaande reparateur. Deze monsieur Boullu liet de geestelijk vader van Kuifje, Hergé, eindeloos wachten om een gebroken traptree in zijn huis te komen herstellen. Uit ergernis verwerkte Hergé hem in het album, zonder zijn naam te veranderen. Onze schilder voldeed in elk geval aan alle eigenschappen van een echte Bollemans. Het duurde om te beginnen al even voor dat hij kwam kijken, doordat hij een sportblessure aan zijn pols had opgelopen. Het uitbrengen van een offerte duurde weken door grote drukte op het werk, waardoor hij zelf ook op de ladder moest staan, waar hij naar eigen zeggen prompt van af viel en ook zijn andere pols kneusde. Een datum afspreken over het schilderen zelf bleek lastig omdat hij zijn telefoon nooit opnam en ook niet terugbelde als je een boodschap insprak. En toen wij echt gingen aandringen (de herfst was inmiddels al begonnen) kondigde hij op vrijdag aan dat hij die maandag daarop met een hele ploeg voor onze deur zou staan. Die ploeg bleek echter te bestaan uit twee onaanspreekbare Polen die de benedenboel licht opschuurden en daarna weer vertrokken. Meer kon niet worden gedaan omdat de ladders en de overige manschappen nodig waren op een ander adres. Het zal niet verbazen dat wij deze Bollemans na afronding van de klus uit ons adresboekje hebben geschrapt. In elk van ons schuilt een Bollemans. Ga maar na: hoe vaak komt het niet voor dat u zelf een mailbericht wegklikt terwijl u denkt: “Dat heb ik even niet gezien hoor!” Of uw Bollemans collega die de vergaderstukken niet heeft gelezen en dat probeert te verbloemen door tijdens de vergadering af en toe een paar volzinnen te roepen. En wie kent niet de Bollemansen die vergeten tijdig commentaar op een stuk te leveren en dan roepen: “O maar ik dacht dat je dat pas volgende maand nodig had?” Over de echte Bollemans/Boullu heeft Hergé ooit eens de volgende anekdote verteld: Na verschijning van ‘De juwelen van Bianca Castafiore’ werd hij benaderd door een dame met de vraag of het personage Boullu dezelfde kon zijn die een terras bij haar had aangelegd. Of Hergé soms wist of hij nog op hetzelfde adres woonde? Zij wilde namelijk haar terras door hem laten herstellen en maar ze kreeg monsieur Boullu maar niet te pakken…

Ellen Touw is beleidsadviseur internationalisering en secretaris van de toetsingscommissie joint education.

TU Delft Vliegtuigen kunnen veel zuiniger vliegen als zij in de lucht worden bijgetankt. De toestellen vertrekken dan met minder kerosine en zijn dus lichter. L&R-wetenschapper dr. Gianfranco La Rocca zocht dit uit in het kader van een EU-onderzoeksprogramma.

1 Binnen tien minuten kan een vliegtuig worden bijgetankt.

ja

2 Ieder passagierstoestel is geschikt voor deze nieuwe manier van vliegen.

nee

3 Aankoppelen aan het tankvliegtuig is een fluitje van een cent.

ja

5 Op welke stelling wil je terugkomen? “Op de laatste. Als het bijtanken zou gebeuren zoals bij de luchtmacht, dan zou het heel gevaarlijk zijn. Om aan te koppelen moeten militaire vliegtuigen aardig wat luchtacrobatiek uithalen. Bij de methode die wij voorstellen, komt het tankvliegtuig net wat lager achter het passagierstoestel vliegen. In de luchtmacht is de configuratie precies omgekeerd en daardoor gevaarlijker. Als het tanken faalt, dan eindigt het vliegtuig niet in de oceaan. Het moet altijd genoeg brandstof bij zich hebben om een noodstop te maken op het meest dichtstbijzijnde vliegveld.” (TvD) delta.tudelft.nl/29214

4 Bijtanken in de lucht is levensgevaarlijk.

nee

2.000.000 De Delftse spin-off Eternal Sun heeft twee miljoen euro binnengehaald bij de bij de Belgische investeringsmaatschappij Vermec. Het bedrijf van de Delftse alumni Chokri Mousaoui en Stefan Roest is gespecialiseerd in het bouwen van zonnesimulatoren. Het wil het groeikapitaal van Vermec gebruiken om de verkoop en service uit te breiden. De zonneenergiemarkt gebruikt de zonnesimulatiesystemen van Eternal Sun onder meer om de levensduur en prestaties van hun zonnepanelen te testen. De systemen van het Delftse bedrijf kunnen zonlicht tot 98 procent nauwkeurig nabootsen. Vermec noemt Eternal Sun, dat gevestigd is in het gebouw van YesDelft, een ‘veelbelovend bedrijf’.

Tweet Hans de Bruijn, hoogleraar bestuurskunde bij TBM: “Framing is taal zodanig gebruiken dat jouw opvatting positief overkomt en die van je tegenstander negatief. Bij de aanleg van elektriciteitsdraden boven de grond bijvoorbeeld, kunnen tegenstanders zeggen: ‘overhead powerlines leveren elektrosmog op.’ Dat heeft lading, want iedereen is tegen smog. Je zet de voorstanders dan in het defensief. Framen doen we bewust, maar ook onbewust. Stap nooit in het frame van een ander, maar re-frame. En dan ontstaat een spel van framing en reframing. Taal is nooit objectief. Er zit altijd een associatie, emotie of waarde onder. De mooc (massive open online course, red.) begint op 20 april en duurt zes weken. Er is geen minimale vooropleiding vereist, je moet het gewoon leuk vinden. In de cursus presenteer ik eigen frames en vraag ik cursisten om filmpjes, die ze zullen analyseren. Ik stuur ze vragenlijsten om te kijken naar culturele verschillen. Via vragenlijsten aan de cursisten kunnen we onderzoek doen naar frames die wel of niet werken. Ik geef ook opdrachten waarin ik frames presenteer en cursisten met een reframe mogen komen. Hun beste ideeën laat ik door een acteur spelen.” (CvU)


Kort Meer en uitgebreider nieuws op www.delta.tudelft.nl

Wielertocht

Erasmus Sport, het sportcentrum van de Erasmus Universiteit, houdt op 30 mei 2015 een wielertoertocht langs Leiden, Delft en Rotterdam. Het evenement moet de samenwerking tussen de drie onder de aandacht brengen. delta.tudelft.nl/29219

Uiterlijk Een ‘food truck’ met IBM's supercomputer Watson aan boord stond woensdag 3 december voor de ingang van faculteit EWI. Op basis van 35 duizend recepten en een triljoen verschillende combinaties van ingrediënten, bedacht Watson vernieuwende gerechten. Deze werden vervolgens door een chef-kok in de truck bereid. (Foto: Hans Stakelbeek)

De week van... ’s Werelds meest efficiënte dunne-film zonnecel is van Delftse makelij. Promovendus Hairen Tan (EWI) rekte het record op van 14,5 naar 14,8 procent. Eind vorige maand kreeg hij de Young Researcher Award voor zijn prestatie tijdens de World Conference on Photovoltaic Energy Conversion in Kyoto. “Het klinkt als een kleine verbetering”, zegt Tans begeleider dr. Arno Smets. “Maar in de wereld van de dunne-film zonnecellen verlopen de ontwikkelingen in heel kleine stapjes. Vergelijk het met de honderd meter sprint, daarbij verbeter je het record ook niet meteen met een volle seconde.” De hogere energieopbrengst komt onder meer door

een betere benutting van het zonnespectrum. Tan heeft zijn zonnecel een soort tandemstructuur gegeven, waarbij twee absorptiematerialen – amorf silicium en nanokristallijn silicium – elk verschillende gebieden uit zonnespectrum absorberen. (Foto: Hairen Tan) Uit de trillingen van rails valt veel op te maken over de staat van onderhoud. Voor die ontdekking ontving promovenda Maider Oregui van de afdeling railway engineering (CiTG) op 3 december in Parijs de innovatieprijs voor jonge onderzoekers van de international railway research board. Door een combinatie van veldtests en simulaties is ze in staat uit de

trillingen van rails bepaalde afwijkingen af te leiden. Als voorbeeld noemt ze golfslijtage, kleine oneffenheden (squats) of losrakende bouten. Voor continue metingen worden de trillingen gemeten met een speciaal assenstel onder de trein. De uitkomsten daarvan kunnen het onderhoud goedkoper en effectiever maken en het treinverkeer veiliger. (Foto: Maider Oregui)

Een aardig uiterlijk en genoeg zelfvertrouwen zijn voor hoogopgeleiden net zo belangrijk als werkervaring en diploma, blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Het SCP vindt dat de overheid werkzoekenden moet stimuleren aandacht te besteden aan hun ‘esthetisch kapitaal’. delta.tudelft.nl/29218

Overschot

Universiteiten hebben veel geld overgehouden in 2013: samen bijna 150 miljoen euro. Dat meldt de Algemene Onderwijsbond (AOb). Uit haar cijfers blijkt dat de TU Delft het jaar 2013 afsloot met een overschot van 31,2 miljoen euro. Dat is 5,4 procent van de totale baten. delta.tudelft.nl/29217

Verwijderd

Het Massachusetts Institute of Technology verwijdert alle online colleges van de Nederlandse professor Walter Lewin. Hij wordt beschuldigd van seksuele intimidatie. Lewin studeerde in Delft, maar vertrok in de jaren zestig naar MIT. Daar werkte hij tot zijn pensioen in 2009. delta.tudelft.nl/29216

Space

“Expertise op het gebied van ruimtevaart bundelen en creëren voor een lokale, regionale en mondiale impact op onderzoek, onderwijs en valorisatie.” Dat is kort gezegd de taak van het nieuwe TU Delft Space Institute, dat in januari 2015 wordt opgericht. Het instituut zal zich richten op ‘sensing from space, ‘space robotics’ en ‘distributed space systems’. Hoogleraar space systems engineering Eberhard Gill wordt directeur.


6

Delta

TU Delft

nieuwsinterview ‘Veel partijen niet klaar voor big data’ De Nationale Denktank onderzocht dit jaar het veelomvattende thema big data. Studente luchtvaart- en ruimtevaarttechniek Lotte Engelen (23) was een van de vier Delftse deelnemers. Jullie onderzochten hoe big data zijn te gebruiken. Hoe pakten jullie dit aan? “Van 18 augustus tot 3 oktober hadden we een analysefase. Talloze experts gaven presentaties. We hebben nagedacht over de status, de problemen en kansen van big data. Daarna hadden we creatieve sessies over mogelijke oplossingen.” Wat kwam er uit jullie analyse? “Allereerst bewustzijn: Nederlanders weten niet wat big data inhoudt. Wij definiëren big data als: de exponentiële toename van de mogelijkheden om data te genereren, delen, combineren en analyseren, die leiden tot nieuwe inzichten en een nieuwe manier van redeneren. In Nederland

zijn veel partijen hier niet klaar voor. Mensen zijn zich niet bewust van de consequenties. Waar laat je je gegevens achter en wie heeft ze allemaal? Dat creëert onrust.” Wat kan big data verder betekenen? “Big data kan waarde toevoegen aan de Nederlandse economie. Die waarde schatten wij op 45 miljard euro. Verder zijn er randvoorwaarden aan big data. Zoals bewustzijn en samenwerking, want de grote waarde van big data is het combineren van databronnen. Dat gebeurt nu niet omdat organisaties bang zijn voor concurrenten of reputatieschade. In 2018 zal er een tekort van achtduizend data scientists zijn om met al die big data aan de slag te gaan.” Welke oplossingen bedachten jullie? “Voor het bewustzijn bedachten we onder meer de datawijzer, een oplossing voor die lange privacyverklaringen bij apps. We hebben ze samengevat in duidelijke icoontjes, die bijvoorbeeld weergeven hoe lang een organisatie data bewaart, of welke informatie een bedrijf gebruikt.”

Jullie richtten je uiteindelijk op de vraag hoe big data zijn te gebruiken om Nederland socialer, mobieler en gezonder te maken. Wat bedachten jullie voor gezondheid? “Het programma Pacmed, dat op basis van anonieme gegevens van patiënten huisartsen kan helpen het beste advies voor te schrijven. Evidence based en volledig geanonimiseerd. Nederland kan socialer worden met de app BuurtBuddy. Veel mensen willen graag vrijwilligerswerk doen, maar weten niet goed hoe. De BuurtBuddy helpt vraag en aanbod aan elkaar te koppelen. Via big data is te zien dat ik door een supermarkt loop, waar ik een berichtje kan krijgen met de vraag of ik melk en eieren wil halen voor mevrouw Zeeman.” En hoe worden we mobieler? “Met de Flexibus, een klein busje dat inspeelt op de actuele vraag van de reiziger door real time route-optimalisatie. Va een app kan die bus mensen oppikken en afzetten alleen op momenten dat dit nodig is. Het is zonde als er lege bussen rijden.” (CvU) nationale-denktank.nl

Lotte Engelen: "In 2018 zal er een tekort van achtduizend data scientists zijn om met al die big data aan de slag te gaan.” (Foto: Nationale Denktank)

De Nationale Denktank wil met vernieuwende ideeën de Nederlandse samenleving verder helpen. Elk jaar buigen twintig jonge en getalenteerde mensen uit diverse disciplines zich gezamenlijk over een maatschappelijk probleem en bedenken hier praktische oplossingen voor.

TU-student wint brugcompetitie Het ontwerp Symbio van bouwkundestudent Rafail Gkaidatzis verbindt de polder van MiddenDelfland met het sciencepark Technopolis. Bij de presentatie van het winnende ontwerp bij Land Art Delft op 3 december kende de jury namens het Recreatieschap Midden-Delfland een prijs van 1200 euro toe aan bouwkunde-afstudeerder ir. Rafail Gkaidatzis (27). De opdracht was een loop/fietsbrug te ontwerpen over de Karitaatmolensloot, aan de overkant van de A13 (vanuit de TU gezien). De brug verbindt het sciencepark Technopolis met de polder van MiddenDelfland. De jury vond dat het ontwerp van Gkaidatzis goed slaagde in het verbinden van die twee werelden ‘dankzij de mooie asymmetrische, organische vorm en de toegepaste materialen.’ De verschillende werelden aan weerszijden van

samenlevingsvorm, kunnen beide zich goed ontwikkelen. Dat schrijft de architect in zijn toelichting. Of de brug daadwerkelijk gebouwd gaat worden, is nog niet zeker. Stephan Brandligt, wethouder van Delft en bestuurslid van het Recreatieschap MiddenDelfland: "Het is onze intentie om de brug te bou-

Artist's impression van het winnende ontwerp van Rafail Gkaidatzis.

de sloot inspireerden Gkaidatzis. De natuur van de polder verbeeldde hij in het rode stalen frame met afgeronde hoeken en organische vormen. De kennis en innovatie van het sciencepark liet hij terugkomen in het composietdek van de brug, met ingebouwde zitbankjes aan weerszijden. Het is een brug met een boodschap: de kennis en innovatie (het dek) wordt ondersteund door de natuur (het frame). Alleen in symbiose, een duurzame

De verschillende werelden aan weerszijden van de sloot inspireerden Gkaidatzis wen. We moeten nog wel een aantal zaken rond krijgen, zoals de financiering en de aanleg van het fietspad over Technopolis. Maar de betrokken partijen zijn enthousiast, dus ik ga ervoor." De brug wordt voor een flink deel gefinancierd door de provincie Zuid-Holland vanuit het 40 miljoen euro grote programma Integrale Ontwikkeling tussen Delft en Schiedam. Het IODS-programma is een soort compensatieregeling voor de aanleg van de A4 tussen Delft en Schiedam. (JW)


Delta

7

TU Delft

campusnieuws 'TU legt de lat erg hoog' De TU legt de lat voor studiesucces hoog en dat kan veel druk leggen op docenten. Dat is een van de conclusies van een commissie die een intern kwaliteitsonderzoek deed. Doel van de interne audit was vast te stellen hoe het aan de TU staat met de onderwijskwaliteitszorg, studiesucces, toetsbeleid en studeren met een functiebeperking. De universiteit wordt over 2,5 jaar namelijk weer ‘gekeurd’ door de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie en voor die Instellingstoets Kwaliteitszorg zijn deze thema’s doorslaggevend. De commissie, bestaande uit twee

externe leden en de directeur onderwijs van de faculteit Industrieel Ontwerpen, bekeek voor deze ‘midterm review’ verschillende documenten, bezocht de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen en sprak met medewerkers en studenten. Daaruit kwam naar voren dat de TU de lat erg hoog legt met haar program-

De slogan ‘nominaal is normaal’ zou de TU achterwege moeten laten ma Studiesucces, dat als streefdoelen heeft: onderwijskwaliteitsverhoging, studieduurverkorting en bedienen van groeiende studentenaantallen. Dat kan te veel druk leggen op docenten, vindt de commissie. Juist die groei

vormt een belemmerende factor voor het halen van die doelen. De TU zou niet alleen de voortgang van het programma Studiesucces moeten meten, maar ook de werkdruk die het met zich meebrengt. De commissie vraagt zich af of al die doelen te realiseren zijn. De kwaliteit van opleidingen zou volgens de commissie de hoogste prioriteit moeten krijgen, met een daarbij passende en vooral realistische studieduur van bijvoorbeeld maximaal vier jaar voor de bachelor. De slogan ‘nominaal = normaal’ zou de TU achterwege moeten laten. De commissie stuitte verder op een toenemende overlegcultuur waarbij efficiency soms ver te zoeken is. De TU meet veel wat betreft onderwijskwaliteit, maar voor terugkoppeling van de resultaten en opstellen van verbeteringen is minder aandacht. Voor het toetsbeleid adviseert de

commissie aandacht te besteden aan de balans tussen formatieve toetsen (om de leerstof te testen) en summatieve toetsen (voor een cijfer). Studenten blijken namelijk helemaal niet warm te lopen voor die eerste toetsen. Ondanks gestructureerd beleid voor studenten met een handicap, dreigt de hulp aan deze groep te versnipperen, constateert de commissie. Iedere faculteit zou een medewerker moeten aanstellen die ‘de bevoegdheid heeft om alles te regelen wat goed is voor deze studenten.’ Tijdens een overleg met de studentenraad vorige week sprak collegelid Anka Mulder van ‘nuttige adviezen’. Ze wil kritisch kijken naar de vele overlegstructuren. (CvU) delta.tudelft.nl/29192

Deelfietsen op de campus Medewerkers op de campus kunnen voor zakelijke ritjes voortaan een deelfiets pakken. Wethouder Lennart Harpe opende vorige week met zijn mobiel het slot van een van de eerste vier deelfietsen in Delft-Zuid. Verspreid over de campus (onder andere bij de Aula en sport en cultuur), het Delftechpark en Technopolis komen vanaf half januari 35 deelfietsen beschikbaar, waarvan vier elektrische. Gebruikers kunnen via een app of de website van Link2D zien waar een fiets staat en die via een account reserveren. Ze krijgen vervolgens een cijfercode via hun smartphone of een sms, waarmee ze de fiets van het slot kunnen halen. Voordeel van dit ‘slimme slot’ – dat fietsen traceert via gps - is dat fietsers niet meer naar een balie hoeven voor een sleutel. Wel moeten gebruikers de fietsen weer terugzetten op de

plek waar die werd geleend. In de toekomst zal dat echter niet meer nodig zijn, verwacht Niels Jacobs van Link2D. Hij studeert luchtvaart- en ruimtevaarttechniek en ontwikkelde het slimme slot via zijn softwarebedrijf Skopei samen met slotenfabrikant Axa. De deelfietsen kosten 1,5 euro per uur maar zijn de eerste tijd gratis uit te proberen. In de huur inbegrepen zijn reparatiekosten voor bijvoorbeeld een lekke band. De deelfiets is een van de maatregelen van Gastvrij Bereikbaar Delft-Zuid. Dat project wil mobiliteitsoplossingen bieden voor de slechtere bereikbaarheid van Delft-Zuid door werkzaamheden aan de Spoorzone, de Sebastiaansbrug en files op de A13. Behalve van deelfietsen kan via dezelfde app of website ook gebruik worden gemaakt van elektrische fietsen en scooters, en een e-shuttle vanaf station Delft-Zuid. Voorlopig ook gratis te proberen. De maatregelen zijn tot stand gekomen door samenwerking van onder meer de gemeente Delft, Stadsgewest Haaglanden en de TU Delft. (CvU)

Het nieuwe studentencomplex aan de Röntgenweg is klaar. Het betreft de eerste nieuwbouw in het Spoorzonegebied. De Duwo-flat kreeg na een wedstrijd de naam X-Ray. Het staat aan de Röntgenweg, bij het begin van de Abtswoudse fietstunnel, die de wijk Nieuw Delft met de TU-wijk verbindt. Het complex bevat 521 eenkamerwoningen in twee maten: 24 vierkante meter (330 woningen) en 18 vierkante meter (191 woningen).(Foto: Duwo)


Swingend

Na een weekend en zeven dagen non-stop repeteren begint op 15 december de tournee van het Nederland Studenten Jazz Orkest. Dit jaar doen er vijf studenten van de TU Delft mee.


9

Tekst: Connie van Uffelen Foto's: Hans Stakelbeek

het jaar uit

Lees verder op pagina 10


Joop Meijlink

Ruben Koopman

Julia Stoevelaar

Studie: technische natuurkunde (afgestudeerd) Instrument: trombone Joop Meijlink (26) doet voor de tweede keer mee aan het Nederlands Studenten Jazz Orkest en tourde met het Nationaal Jeugd Jazz Orkest langs alle mogelijke jazzfestivals in Nederland. Hij speelt veertien jaar trombone, na eerst twee jaar trompet te hebben gespeeld. Eenmaal op de TU wilde hij ook naar het conservatorium, maar helaas stegen toen de kosten voor een tweede studie. Daarom koos hij voor (goedkopere) privélessen van zijn tromboneheld Ilja Reingoud. Joop zat zes jaar bij Groover en speelt nu in The Hague Jazz Project, de West Coast Big Band, zijn eigen jazzcombo Focus Four en een soul big band project. Hij valt veel in bij het Ricciotti Ensemble dat onder meer speelt in gevangenissen, verzorgingstehuizen en instellingen voor geestelijk gehandicapten.

Studie: werktuigbouw Instrument: altviool Ruben Koopman (21) speelt vanaf zijn zevende. Eerst viool, nu altviool. Daar is moeilijker geluid uit te krijgen, vindt hij, omdat je andere partijen speelt. Hij zat jaren op de muziekschool, kreeg veel privélessen en volgde af en toe een masterclass. Twee avonden per week repeteert hij bij Krashna Musika, één keer per maand een dag bij het Noord-Hollands Jeugdorkest en sinds een half jaar speelt hij bij het VU-Orkest. Is dat te combineren met werktuigbouw? “Nee. Er komen zoveel leuke projecten om de hoek kijken.” Zo speelde hij twee edities bij het Nederlands Studenten Orkest. Jazz vergt een andere manier van spelen op zijn altviool. “De noten zijn niet zo moeilijk, maar de timing en de klank is anders. Ach, we krijgen het wel onder de knie.”

Studie: industrieel ontwerpen Instrument: cello Een dag voor de laatste repetitieweek gaf Julia Stoevelaar (22) nog een theatershow met haar bandje Qui?Oui in het kleine Teatro da Graça van kennissen van haar ouders. Easy listening. Ze speelde niet eerder in een groot orkest, alleen in kleine ensembles én vier jaar bij Groover. Daar deed ze een bestuur, richtte ze een strijkensemble op en hoorde ze leuke verhalen over de vorige editie van het Nederlands Studenten Jazz Orkest. De auditie vond ze ritmisch lastig. “Er zitten een paar loopjes in die eerst onmogelijk leken te spelen, maar die na wat gepuzzel wel lukten. Van dirigent Bert Pfeiffer kreeg ik tips hoe ik beter jazz kan leren spelen.” Ze hoopt dan ook veel van deze tournee te leren. “Het wordt leuk!”

aan de kant gelegd. Julia Stoevelaar, studente industrieel ontwerpen, gaat naar de strijkerssectie. “Hallo, speelt een van jullie cello?” Ze heeft meteen haar enige medecellist te pakken. “Hoe ben jij hier terechtgekomen?” Langzaam zwelt een kakofonie aan geluiden aan. Strijkers stemmen hun violen. De drummer temt zijn stokjes. Een saxofoon ontwaakt. “Van harte welkom allemaal”, roept Jan Sinnige. “Het NSJO gaat nu echt van start. Leuk dat jullie in zo groten getale aanwezig waren bij de audities.” Hij stelt het bestuur voor. “…En ik ben Jan en ik heb de leiding over dit zootje.” Sinnige introduceert iedere student en eindigt met dirigent Bert Pfeiffer. Spontaan applaus. Zou hij streng zijn? Pfeiffer legt uit dat de strijkers vanmiddag ook een aparte repetitie krijgen. “Een stop and go-repetitie. Het eerste stuk vandaag is: ‘Are you going with me?’” Nerveus geblader door bladmuziek. Stoevelaar zit op het puntje van haar stoel achter haar cello. Rechte rug. Geroezemoes. “Jullie zijn het misschien niet gewend”, zegt Pfeiffer, “maar in mijn repetities wil ik dat jullie stil zijn. Het gaat vooral om muziek maken. Oké?” Geknik. “Ready? One, two… one, two, three, four.” Aanzwellende strijkers en voorzichtige drums.

Easy listening op de zaterdagochtend. Hier en daar een valse of gemiste noot. Na ongeveer een halve minuut kapt Pfeiffer de musici af. “Is achttien een dubbele streep?” klinkt het in de zaal. “Ja”, zegt Pfeiffer. Opnieuw. “One, two, three…“ De strijkers zetten weer in. Jasper de Jonge schuift een demper in zijn trompet. De TU-student maritieme techniek begint samen met drie andere trompettisten aan zijn partij. Het klinkt behoorlijk hard. Bij maat 146 moet het weer opnieuw. Inderdaad: stop and go. “Het is een soort bolero en het hoogtepunt ligt op 210”, legt Pfeiffer de studenten uit na weer twee onderbrekingen. “Zullen we het nog één keer doen? Dan zit het er vrij goed in.” Het eind van het stuk moet nog een paar keer over, maar daarna is het ijs gebroken. “Yeah!” klinkt het na de laatste versie. De kop is er af.

H

alf november. Een grijze zaterdagochtend in Utrecht. Twintigers met instrumentkoffers haasten zich van het centraal station naar het conservatorium. Een beetje onwennig. Waar moet ik zijn? Wie zijn de andere orkestleden? Heb ik genoeg gerepeteerd? In de kantine staan studenten met elkaar te praten. Een bekertje koffie in de hand. Naast de deur groeit het aantal instrumentkoffers. Joop Meijlink, afgestudeerd aan de TU op een nieuw type detectoren voor PET-scanners, arriveert. Dit jaar speelt hij eerste trombone. “Hoi Joop, leuk dat je er bent”, zegt Jan Sinnige. Hij is voorzitter van het bestuur van het Nederlands Studenten Jazz Orkest (NSJO). Dit is een jaarlijks terugkerend project waarbij een jazzorkest wordt samengesteld met zo’n dertig talentvolle studenten uit heel Nederland. Zij repeteren een weekend en een week fulltime en gaan vervolgens een week lang op tournee langs Nederlandse studentensteden.

Repetitie Kwart over tien. Tijd om naar de repetitiezaal te gaan. Instrumentkoffers en jassen worden

Jazzorkest Dit jaar is alweer de derde editie van het NSJO. De bezetting is na de eerste editie in 2012 uitgebreid van een big band naar een echt jazzorkest met strijkers. Solist dit jaar is Anton Goudsmit, gitarist bij onder meer The Ploctones, Benjamin Herman, Estafest, Krupa & the Genes en Rumbata. Hij zal in de week voor de tournee


Jurriaan Govers

Jasper de Jonge

Studie: werktuigbouw Instrument: contrabas en basgitaar Toen Jurriaan Govers (22) vijf jaar was, moest hij van zijn ouders een jaar op muziekles. Hij mocht zelf kiezen wat hij leuk vond. Na vijf jaar cello koos hij het instrument van zijn moeder en zus: contrabas. “Ik wilde de lichte muziek in en samen spelen. Met een contrabas kom je overal in.” En ja hoor, hij speelde klassiek in het Amersfoorts Jeugdorkest, Jeugdorkest Nederland en het Nederlands Studenten Orkest. In Delft koos hij voor de Groover Big Band en schafte hij een basgitaar aan, zijn ‘B-instrument’. In deze tournee speelt hij beide instrumenten en hoopt hij zichzelf te ontwikkelen als bassist. Ervaring heeft hij in ieder geval al met zijn bandjes De Nachtwacht en Count Basses, genoemd naar zijn instrument én twee bandleden die Bas heten.

Studie: maritieme techniek Instrument: trompet en bugel Na één jaar bugel in de dorpsfanfare stapte Jasper de Jonge (26) over op trompet. “Dat instrument heeft wat meer ballen. Klinkt scherper.” Met een moeder die drumde en een vader die trombone speelt, was het niet verwonderlijk dat Jasper ook muziek ging spelen. “Mijn vader grapte altijd dat we geen eten kregen als we niet repeteerden.” Jasper viel in bij symfonieorkesten, met een kleine rol als trompettist. Hij houdt van filmmuziek, Star Wars, James Horner, John Williams: lekker veel trompet. Zo wil hij klinken. Bij de Groover Big Band begon er een nieuw hoofdstuk: jazz. Zes jaar lang op tournee. En dan nu – aan het eind van zijn studie - deze tournee, waarbij hij naast drie professionele trompettisten in spe staat. “Daar kan ik veel van opsteken. Schiet mij maar lek, ik zie het wel.”

komen repeteren met het orkest. Maar zo ver is het nog niet. Eerst een stuk van Goudsmit repeteren: Ernesto. Een rustig nummer met belangrijke rollen voor ritmesectie en bas. Moeilijke akkoorden voor TU-bassist Jurriaan Govers. “Het is een beetje mysterioso”, legt Pfeiffer uit. Onheilspellende strijkers, intrigerende violen. “Gaat-ie!” Jurriaan Govers zet in. De blazers komen er bij. “Zorg dat er een diepe klank in zit”, roept Pfeiffer. Ernesto is het mooiste liedje van de avond, vindt hij. “In de zin van…” en hij strijkt langs zijn hart. Duidelijk. “Hoe laat is het?” vraagt Pfeiffer in de zaal. “Hebben we al honger?” Na tien nummers is de eerste repetitiedag voorbij. Het is een erg leuke groep, vindt Pfeiffer. “Wel wat niveauverschil, maar dat lossen we op doordat er ook wat conservatoriumstudenten bij zitten.”

Pfeiffer. Als Smolders lekker op dreef is, stoort de apparatuur plotsklaps. Wat een domper. De trombones en trompetten zetten weer in. Jasper de Jonge kijkt Pfeiffer vragend aan. Pfeiffer gebaart met twee vingers. “Het is een D”, zegt hij later. “O, oké”, zegt Jasper en hij speelt de maten nog een keer. Ruben Koopman maakt snel van de gelegenheid gebruik een lastig gedeelte op zijn altviool te herhalen. Er staan vandaag wat popnummers op het programma, zoals ‘Love never felt so good’ van Michael Jackson en Justin Timberlake, en ‘Who do you think you are’ van de Spice Girls. En hoewel dat vooraf niet alle studenten kan bekoren - liever wat meer jazz - komen ze behoorlijk los bij de Spice Girls. Uptempo. De zaal staat even op zijn kop. “Het is echt geweldig” zegt Jasper de Jonge in de pauze. Ruben Koopman had wel wat moeite zijn eigen altviool te horen, met de blazers schuin achter hem. “Dan moet je wat harder spelen”, zegt een van hen bijdehand. “Nee, jullie moeten wat zachter spelen”, zegt de medecellist van Julia Stoevelaar. Zij vindt haar partijen pittig. “Ik moet nog wel aan de bak thuis”, zegt ze. Zo schuchter als het zaterdagochtend begon, zo close is het orkest na het eerste week-

Aan de bak De tweede dag, een druilerige zondagochtend, is gereserveerd voor repetities met de vocalisten. Dit keer zijn dat de aanstormende talenten Jared Grant en Joanne Smolders. ‘Cause we’ve ended as lovers, is het eerste nummer vandaag. “Graag even de strijkers vanaf het begin”, zegt

Hoewel het niet alle studenten kan bekoren liever wat meer jazz - komen ze behoorlijk los bij de Spice Girls

end. De groep groeit volgens Jurriaan Govers al helemaal naar elkaar toe. Dat zal alleen nog maar sterker worden: in de laatste repetitieweek zitten alle studenten 24 uur per dag bij elkaar in het Drentse Drouwen. Die plek is bewust gekozen, zodat ze ‘s avonds niet naar huis kunnen, maar zich focussen op de muziek. Een intensieve periode, weet trombonist Joop Meijlink van de vorige keer. Zeker met de tournee, die deze week begint en met een bus langs Groningen, Enschede, Rotterdam, Utrecht en Amsterdam voert. En daarna….Na twee weken bijna non-stop musiceren, zullen ze moeten afkicken. “Als je weer thuis bent, mis je het groepsgevoel”, zegt Meijlink. “Dan moet je weer over alles zelf gaan nadenken. En zorgen dat je eten krijgt.” Maar ze zijn een geweldige ervaring rijker. <<

Het Nederlands Studenten Jazz Orkest is van 15 tot en met 20 december op tournee en geeft op 17 december een concert in het Erasmus Paviljoen in Rotterdam. nsjo.nl


Journaliste Eva de Valk vertrok in 2012 naar de Verenigde Staten toen haar vriend onderzoeker werd aan Stanford University. Ze merkte dat nog niemand voor Nederland verslag deed vanuit Silicon Valley en zag een mooie kans.

‘Silicon Valley kent geen beleid’


Tekst: Jos Wassink Foto’s: Hans Stakelbeek

Delta

Met alle andere journalisten in Washington en New York, lag er een heel gebied voor je open? “Ja, in Nederland had men geen idee van hoe belangrijk het gebied is. Silicon Valley is een in zichzelf gekeerde wereld die alleen over gadgets lijkt te gaan. Maar die gadgets hebben een enorme impact op ons leven. Dat besef begint nu een beetje door te dringen, maar drie jaar geleden was dat nog niet zo.”

Hoe was het voor jou om na twee jaar in Silicon Valley weer terug te keren naar Nederland? “Ik mis mijn vrienden en het mooie weer. Het klinkt als een cliché, maar het is een heel inspirerende omgeving. Er gebeurt veel en iedereen is erg enthousiast bezig. Mensen reageren overal positief op. In Nederland is dat anders.”

Is het in Nederland precies andersom of ga ik dan te ver? “Zo voelt het wel. Mensen zijn hier erg kritisch. Mijn vriend sprak iemand die drone delivery wilde doen: pakjes bezorgen met onbemande vliegtuigjes. Ze hadden er een heel gesprek over en aan het eind zei die jongen: ‘Je bent de eerste die me niet uitlacht’. In Silicon Valley worden mensen enthousiast als je met iets onwaarschijnlijks komt. In Nederland word je uitgelachen. Ik merk dat ik zelf ook zo was en dat ik daar in ben veranderd.”

Silicon Valley zien we als het mekka van innovatie. In hoeverre is dat te kopiëren met een prestigieuze universiteit in het midden en startups eromheen? “ Overal wordt dat model geprobeerd. Delft wil dat zijn, en Amsterdam en Eindhoven en Twente. Net als Berlijn, Londen, Singapore, ZuidAfrika en Zuid-Amerika. Ik denk dat je er delen van kunt kopiëren. Je kunt mensen aanmoedigen om met startups te beginnen. Dat gebeurt ook in Delft: mensen op het idee brengen voor zichzelf te beginnen er hen daarbij te helpen. Maar Silicon Valley is niet uit de lucht komen vallen. Het heeft zich in veertig, vijftig jaar ontwikkeld en het is een systeem dat zichzelf versterkt. Je hebt ondernemers die heel succesvol zijn geworden en andere startups steunen met geld, maar ook met advies. Daardoor worden die startups ook weer beter. Zoiets bestaat hier nog niet en dat kun je ook niet zomaar uit je mouw schudden. Dat moet zich ontwikkelen.

In je boek schrijf je dat toeval een grote rol heeft gespeeld bij het succes van Silicon Valley. Zoals de terugkeer van een van de uitvinders van de transistor, William Shockley, naar Palo Alto omdat zijn moeder daar woonde. “Dat is toeval, maar de invloed van de Stanford-universiteit is niet toevallig. Die zorgde ervoor dat er veel technische kennis aanwezig was. Het is interessant te zien dat universiteitssteden het valley-model naar zich toe proberen te trekken. Het klinkt ook logisch als je veel slimme mensen bij elkaar zet en ze een zetje geeft dat ze er zelf iets mee moeten proberen. Dat is een van de factoren die Silicon Valley tot een succes hebben gemaakt.

‘Silicon Valley is niet uit de lucht komen vallen. Het heeft zich in veertig, vijftig jaar ontwikkeld’

13

TU Delft

Kortom: een goede universiteit is een voorwaarde voor innovatie, maar geen garantie voor succes. In je boek vertel je dat hippies en nerds samen de cultuur van Silicon Valley maakten. Het is voor jouw tijd, maar toen de hippies in Amsterdam zaten, studeerden de nerds in Delft. Die twee culturen bleven gescheiden. Vanwaar dat verschil? “Ik denk dat mensen in Amerika afstanden anders beleven. Van San Francisco naar Palo Alto is even ver als van Amsterdam naar Delft. Voor ons voelt dat ver weg, maar in Amerika voelt dat als naast de deur. Los daarvan was het hippiehoofdstuk lastig voor mij om te schrijven. Ik bedoel ermee dat in Silicon Valley de techies ook graag de wereld willen verbeteren. En of dat daadwerkelijk terug te voeren valt op de hippiecultuur van San Francisco en Berkeley, kan ik niet hardmaken. In mijn boek is ‘hippie’ het meest rekbare begrip. Wat ik wil laten zien is dat bedrijven als Google en Facebook de wereld willen veranderen. Ze willen positieve impact hebben door middel van technologie. Dat is een bijzonder aspect van dat gebied dat ik wilde benadrukken. Vanuit Nederland wordt daar cynisch over gedaan.”

Ik ga er ook nog even over doorzeuren. De eerste vraag is natuurlijk: geloven ze dat zelf? “Ja. Maar dat betekent niet dat je er geen kritiek op kunt hebben. Een van de redenen waarom er veel argwaan heerst ten opzichte van Google en andere bedrijven is dat ze claimen dat ze goed willen doen. Als je met goede bedoelingen te koop loopt, moet je niet raar kijken dat je er op aangesproken wordt.”

Met hun idealisme scheppen deze bedrijven grote verwachtingen. Maar aan grote fysieke wereldproblemen zoals malaria, watertekort of klimaatverandering komen ze niet toe. “Nee, maar dat ligt ook niet op hun terrein. Je ziet wel dat iemand als Mark Zuckerberg (oprichter van Facebook, red) veel geld doneert aan precies dat soort doelen. Hij gaf onlangs nog 25 miljoen dollar voor de bestrijding van ebola, waar hij erg mee begaan is. Mensen zoals hij vinden wetenschap heel belangrijk. Belangrijke mensen uit de tech-wereld hebben de Breakthrough Prize voor levenswetenschappen in het leven geroepen. Dat is met 36 miljoen dollar meteen een van de grootste prijzen op dat gebied.”

Het doet denken aan Bill Gates die met Microsoft heel veel geld verdient en dat vervolgens inzet voor het heil van de mensheid op gebied van sanitatie en malaria.

Lees verder op pagina 14


14

Delta

TU Delft

‘Als je meer innovatieve bedrijven wilt, moet je ook accepteren dat het soms mislukt’ Het oplossen van die grote problemen is niet de kernactiviteit van het bedrijf. “Nou, kijk naar Elon Musk die elektrische auto’s ontwikkelt omdat hij een enorm probleem ziet in benzineauto’s en ook een bedrijf heeft in zonnepanelen, Solar City. Hij stort zich vol op de energie.”

Zijn het niet alleen data-services en gadgets die er ontwikkeld worden? “Niet alleen, maar het is wel het belangrijkste dat er nu gebeurt.”

Je schetst het beeld van Silicon Valley als het Hollywood voor techneuten in de zin dat de kans op succes heel klein is, maar dat succes heel groot kan uitpakken. Wat gebeurt er met de afvallers? “Die gaan weg. Er is een enorme doorstroom van mensen. Er zijn ook mensen van twintig tot dertig jaar die er carrière komen maken. Als er kinderen komen, zijn ze meestal weer weg omdat het zo’n intensieve werkcultuur is. De afvallers proberen het nog een keer of ze trekken weg.”

ideeën nodig om hun geld in te investeren.

Startups hebben geld nodig, maar je schetst ook het omgekeerde: dat investeerders een constante stroom van starters nodig hebben. Hoe zit dat?

“Ja, dus als je naar een café gaat waar mensen koffie drinken, elkaar ontmoeten en werken, daar hoor je de hele tijd pitches van startups voor investeerders. Dat zie je overal om je heen gebeuren. Ik zit dan altijd een beetje mee te luisteren waar het over gaat.”

“Zo is het systeem gegroeid. De geldschieters zijn durfkapitalisten die investeren in jonge risicovolle bedrijven die potentie hebben om heel groot te worden maar het vaak ook niet redden.”

In je boek geef je tips voor startups. Heb je ook tips voor beleidsmakers?

Een op de hoeveel bedrijven moet lukken voor zo’n geldschieter? “Dat is moeilijk te zeggen, omdat ze streven naar een maximaal resultaat van hun investeringen.”

Mogen negen van de tien projecten mislukken? “Ja hoor. Maar dat betekent dat die tiende alles moet goedmaken. Met winst ook nog. Het is moeilijk om er een algemeen getal aan te hangen, want je hebt ook venture capitalists die later instappen met hogere bedragen bij wie het minder vaak mis mag gaan. En je hebt ook VC’s die in het allereerste begin zitten en dan heeft het meer weg van een pokerspel.”

En dat soort bedrijven heeft een constante stroom van jongeren met

CV Eva de Valk (1984) studeerde cultuurwetenschappen aan de universiteit van Maastricht en in Berlijn. Ze studeerde in 2006 cum laude af. Als freelance journalist schreef ze voor NRC Handelsblad, De Groene Amsterdammer en Intermediair over technologie en media. Tussen 2010 en 2012 deed

ze een master journalistiek aan de Universiteit van Amsterdam en van 2012 tot 2104 zat ze in Silicon Valley waar vandaan ze verslag deed over de startup-cultuur. Ze deed research voor een driedelige DWDD-documentaire over Silicon Valley en publiceerde er dit jaar een boek over.

“In Silicon Valley is niet veel beleid. Nederland heeft een enorme plancultuur – die bestaat daar niet. Wat wel beter kan, is de faillissementswetgeving. Die is in Nederland heel rigide. Dat maakt het onaantrekkelijk een bedrijf te beginnen, want als het misgaat heb je een groot probleem en kun je het niet makkelijk nog een keer proberen. Die wetgeving is sinds 1897 nauwelijks veranderd. Als je zegt dat je meer innovatieve bedrijven wilt, moet je ook accepteren dat het soms mislukt en daar een goed beleid voor bedenken. De belangrijkste openbaring voor beleidsmakers in Nederland lijkt me dat er voor Silicon Valley helemaal geen beleid is. Niemand heeft bedacht dat het daar moest komen. Dat is organisch gegroeid zonder topsectorenbeleid.” <<

De Valk beschrijft het verleden en heden van de meest innovatieve plek op aarde aan de hand van vier thema’s: hippies, nerds, ondernemers en visionairs. Lees het boek met een tablet onder handbereik voor extra informatie en filmpjes op lebowskipublishers.nl/siliconvalley ‘Silicon Valley – Waar de toekomst wordt gemaakt.’ Eva de Valk, Uitgeverij Lebowski, Amsterdam 2014, 224 blz, 18 euro.


De master Jaco Jansen Maandmenu: twee kilo larven

Hij zou ze zelf best eten, de larven van de black soldier fly die het onderwerp zijn van zijn afstuderen. "Ze zijn gezond; bevatten veel eiwit, betere vetzuren dan vlees, en mineralen als ijzer en zink", zegt Jaco Jansen (27). "Door hun exoskelet zijn de larven knapperig, maar je kunt ze tot poeder vermalen en er bijvoorbeeld balletjes van draaien." Klinkt als een horrorverhaal? Een nietsvermoedend testpanel at de insectenbitterballen van supermarkt Jumbo vingerlikkend op. Jansen is iets minder voortvarend dan de supermarktketen en wil vooralsnog alleen honden aan een insectendieet zetten. Maar dat zou wel vijftien procent van hun vleesconsumptie schelen. Hoe het allemaal begon: de - toen nog aankomend industrieel ontwerper zocht een afstudeerbedrijf dat

jong was, bezig met nieuwe, innovatieve producten en daar een duurzame impact mee wilde maken. Protix maakt een alternatief voor veevoeder. Dat daar geen consumentenproduct voor viel te ontwerpen, was Jansen al snel duidelijk. Dat hij iets wilde met het vergroten van de acceptatie van insecten als voedingsmiddel, stond als een paal boven water. "Insecten eten is noodzakelijk; de mate waarin we nu dierlijke proteïnen consumeren is niet houdbaar op lange termijn. Insecten kunnen op allerlei organisch materiaal worden gekweekt." Dus waarom niet een vleesvervanger maken voor dé vleeseters in Nederlandse huishoudens: honden? "Honden van gemiddeld twintig kilo eten twee keer zoveel vlees als mensen", weet Jansen: "Zo'n 430 gram per dag. Dat is 160 kilo per jaar." Daarvoor ging hij uit van baasjes die hun hond alleen vers vlees voeren, in plaats van brokken. "In Nederland zijn dat er zo'n 90 duizend. Een interessante doelgroep voor mij, omdat zij waarschijnlijk early adapters zijn van het idee van insecten eten. Het principe, vertelt Jansen: "De black soldier fly kent vier levensstadia in zijn zes weken lange leven. Het larfstadium is het enige waarin hij eet, en dan eet hij zich meteen helemaal vet met compost. Dat maakt hem tot één van de beste bio-converters ter wereld. Ik heb de

compostbak ontworpen. Mijn afstudeerbedrijf zet een bestandje op internet, en vervolgens kan iedereen hem 3D (laten) uitprinten. Protix verschaft de vliegeneitjes, je verzamelt al je compost in die bak, en na een week of twee giet je de bak leeg in een vergiet. De larven zijn bang voor licht en zullen naar beneden kruipen - uiteindelijk de gaatjes van het vergiet door. Wat je overhoudt is een verzameling larven, die je vervolgens invriest. Door ze bevroren even door de blender te halen, vermaal je ze tot een ultiem gezond diervoeder." En dat is niet alleen een optie voor hondenbezitters. "Je kunt er één keer in de week ook gerust hamburgers voor twee personen van bakken." Mooi meegenomen: van het recyclingprobleem dat in veel grote steden de compost niet gescheiden wordt opgehaald, maak je nu een hoogwaardige afvaloplossing. Een perfectere invulling van TU's nature inspired design bestaat niet. Of zijn compostbak voor black soldier fly-larven daadwerkelijk in productie komt, weet Jansen niet. "Maar ik wil hem dolgraag verder ontwikkelen. Ik werk graag aan een product dat een duurzame verandering teweeg kan brengen in de levensstijl van mensen." (JB)

Onderzoek: 'Insects as a sustainable alternative to feed animals in the city'

Eindcijfer: Nog niet bekend bij het ter perse gaan van deze Delta

(Foto: Sam Rentmeester)

Wat dacht je van een vleesvervangende hamburger van eiwitten en mineralen uit je compostbak? Als het aan industrieel ontwerper Jaco Jansen ligt, ziet de wereld er binnen afzienbare tijd veel diervriendelijker uit.


IN THE SPORTLIGHT

sportzaken

Sjoerd Bokma Specs

Nieuwe hal op sportcomplex

1.93 meter Gewicht

89 kilo Geboortejaar 1987

studie: bachelor economie (UvA), bachelor cum laude (honours programma, IO), beide afgerond; nu master werktuigbouw.

Sport:

Je verbrandt zo’n duizend calorieën per uur, dus zweet heel veel.

squash (bij Squash Delft)

andere sporten: gevoetbald, in Amsterdam.

Waarom squash? “Ik heb in Amsterdam verschillende sporten uitgeprobeerd en ben bij squash blijven hangen. Veel leukere sfeer dan bij voetbal.”

Handen worden vaak afgeveegd aan de muur. Als je handen nat zijn van het zweet gaat je racket glijden.

Stootrandje, omdat je met een squashracket vaak per ongeluk tegen de muur slaat.

‘Sweet spot’: de plek waar je de bal theoretisch moet raken. In de buurt van de muur is dat heel lastig.

Kleren die ademen en stretchen.

Welk niveau? “Tweede klasse regionaal.” Sterke punten? “Conditie en kracht.”

Teamshirt van Squash Delft.

Zwakke punten? “Volgens onze trainer heb ik een lakse speelstijl. Ik moet meer kwaliteit in het spel brengen in plaats van variatie in slagen.” Blessuregevoelig, lichamelijke zwakheden? “Twee jaar geleden bij voetbal mijn enkelbanden gescheurd. Ik kon snel revalideren dankzij een enkelband van EXO-L, een bedrijf van YESDelft. Ik was proefpersoon tijdens de testperiode. Bij squash heb ik nooit meer blessures gehad.”

Heel licht, stijf racket van 130 gram. Beginners-rackets zijn doorgaans robuuster, omdat je dan vaker de muur raakt. Dan ligt je racket al snel aan stukken.

Elleboog ‘naar je navel toe’ houden bij een backhand, voor een steviger slag dan bijvoorbeeld bij badminton.

Hoogtepunten/prijzen? “Mijn snelle vooruitgang binnen twee jaar tijd, dankzij het opvoeren van mijn trainingsfrequentie van één keer tot vijf keer per week.” Waarom zou iemand moeten gaan squashen? “Omdat het een mix is van techniek en fysieke en mentale kracht. Er zijn speciale trainingen voor TU-studenten. Een uitgelezen kans om kennis te maken met squash.”

Squashschoenen

Ambities? “Binnen een paar jaar een B-ranking hebben, zit nu op D.” Ergens een hekel aan? “Mensen met smoesjes als ze verloren hebben.”

(Foto: Sam Rentmeester)

Waarom sport je bij Delft Squash? “Het is de grootste club in de buurt.”

Fietsen, steppen en mediteren in demontabele hal, volleybalteams ontpoppen zich tot serieuze kampioenskandidaten, jong toptalent en TU-student kiest voor basketbalcarrière. Achter het beachvolleyveld op de Unit Sport verrijst in rap tempo een nieuwe overdekte accommodatie. Het demontabele bouwwerk zal dienen als tijdelijke plek voor het beoefenen van indoor cycling, populaire groepslessen als zumba en steps, ontspannende activiteiten als yoga en meditatie en dansante activiteiten. Onderdelen van het programma-aanbod waarnaar volgens de site van S&C een ‘groeiende klantvraag’ is. Naar verwachting zal de accommodatie half januari 2015 in gebruik worden genomen. Begin 2017 moet, volgens de planning, een blijvende bebouwing deze hal vervangen. Intussen wordt er in de bestaande zalen onder meer als vanouds gevolleybald. Door Punch bijvoorbeeld. En niet beroerd ook. De twee hoogste teams doen beide een serieuze gooi naar de afdelingstitel. Dames-1 staat, na de nota bene op Sinterklaasavond behaalde 3-1 zege op de reserves van Nesselande, tweede met drie punten achterstand op koploper DVC. Heren-1 behaalde zelfs het bijna maximale aantal punten van 37 uit 8 duels. De ploeg staat er virtueel beter voor dan koploper Gemini-Kangeroes, dat één punt meer haalde maar ook een wedstrijd meer afwerkte. De basketbalvereniging die namens de TU onder dezelfde naam Punch opereert, verkeert na acht duels traditiegetrouw op een bescheiden plaats in de middenmoot van de promotiedivisie. Dat is één niveau lager dan de landelijke eredivisie, ook wel bekend als Dutch Basketball League, waarin ZZ Leiden een van de hoofdrollen speelt. Bij deze topclub speelde de toen nog 17-jarige Jan Driessen bij de competitieopening op 4 oktober zijn eerste eredivisiewedstrijd. Hij was daarmee een van de jongste debutanten ooit bij ZZ Leiden. In het Leidsch Dagblad liet de talentvolle basketballer weten zich zorgen te maken over de voortgang van zijn net begonnen studie werktuigbouwkunde aan de TU Delft. Spelen op dit niveau betekent immers tweemaal trainen per dag. “Dit jaar krijg ik nog wat ruimte voor mijn opleiding, maar het is moeilijk”, legde hij uit. “Ik ben bezig met school voor een regeling, al is het afwachten of het dan wel gaat. Ik had meer medewerking van de TU verwacht. Maar als het niet te combineren is, kies ik basketbal.” Dat was half oktober. Inmiddels is de keuze gemaakt, laat hij desgevraagd weten: “Ik kwam er achter dat het niet te combineren was en heb daarom al vrij snel mijn studie laten vallen.” De sinds 4 december 18-jarige forward hoopt ooit in een grotere competitie uit te komen dan de Dutch Basketball League. Dat kan natuurlijk ook een mooie toekomst worden. Tips? Jimmy.tigges@hetnet.nl


Wat: Minivakantie in eigen stad Waar: Delft Wanneer: in de kerstvakantie Prijs: varieert per evenement Partyprognose:

7,5

17

party Spotters

Familie Met de kerst voor de deur zijn we al weer halverwege het academische jaar. Want zo snel gaat het dus! Voor je het weet zit je alweer in 2015 en kijk je naar een jaar vol nieuwe voornemens en kansen. Nu komt dan eindelijk mijn favoriete tijd. Sneeuw, kou maar bovenal, tijd met de familie. Want of je nou christen, moslim, jood of wat dan ook bent, dat is waar december om draait. Familie, vrienden en veel lekker eten. Hierbij een lekker recept om te delen. Hele vis uit de oven met citroenkrieltjes Nodig: oven; kookpan; ovenschaal of bakplaat; temperatuurmeter Ingrediënten: hele vis, schoongemaakt van binnen; citroen; olijfolie; boter; zout en peper; tijm; knoflook; bieslook; krieltjes

Driving home for Christmas Kerstmis. Na drie dagen bij je ouders weet je het wel. Doe eens gek: breng de kersttijd gewoon door in Delft. De Rotterdammer die nog nooit op de Euromast is geweest, de Amsterdammer die het Rijksmuseum nooit van binnen heeft bekeken, de Parijzenaar die geen idee heeft hoe zijn stad eruit ziet vanaf de Eiffeltoren. Gek hoe we de hele wereld bereizen, maar de mooie plekjes die pal voor onze neus liggen, vaak overslaan. Oké, het is verleidelijk om je de komende twee weken vol te eten en vooral heel lang in bed te liggen. Maar dat is wel een beetje zonde, want dit is dé tijd om je eigen stad nu eens verder te bekijken dan alleen de route van de collegezaal naar je sociëteit. Wist je bijvoorbeeld dat je kunt eten in het Lambert van Meerten Museum? Het voormalige droomhuis van de gelijknamige Delftse kunst- en antiekverzamelaar is al vier jaar gesloten voor publiek, maar tot en met 21 december kun je in pop-up theaterrestaurant Aan tafel bij Lambert een theatervoorstelling bekijken boven een viergangendiner. (aantafelbijlambert.com) En zeg eens eerlijk: ooit weleens in toeristentrekker True Blue aan de Voorstraat geweest? Nu gaan dan. Elke donderdagochtend tussen 9.30 en 11.00 uur kun je er 'een inspirerend gesprek' voeren met stadsfilosoof Hubertus Bahorie. Mensen met een beperking serveren je er de koffie. "Durf samen te leren denken in deze tijd", vindt Bahorie. Natuurlijk doe je er wel een fotosessie in klederdracht na, met al je huisgenoten. (truebluedelft.nl) Een kerstconcert in één van de Delftse kerken (delft.nl) mag echt niet ontbreken op je Delftse bucketlist, maar óók leuk wanneer het eenmaal donker is: de Gruwel en Griezelwandeling met gids Via Vanessa, langs allerlei enge plekjes met een of andere vreselijke geschiedenis. Niet bedoeld voor kinderen, dus een enkele stalen zenuw is wenselijk. (viavanessa.nl) Alternatief: in het zestiende-eeuwse stadhuis kun je een rondleiding volgen door de voormalige stadsgevangenis, waar ooit de moordenaar van Willem van Oranje, Balthasar Gerards, gevangen werd gehouden en ter dood werd veroordeeld. (prinsenhof.nl) Het voormalige Legermuseum al eens bezocht? Je kunt er op 20 december perfect kerstshoppen, tijdens een creatieve kerstmarkt met meer dan zestig kraampjes. Alles is er 'original', dus handgemaakt, vintage, gerecycled, fair trade, duurzaam geproduceerd of eigen ontwerp. (sites.google.com/site/ originalvintagehandmade) Natuurlijk zijn er grenzen aan hoe toeristisch je bezig kunt zijn. En na drie dagen kerst ben je ook gewoon toe aan een ouderwets feestje. Dat vier je op 26 december in Ciccionina, tijdens het Single Ball. Steekwoorden: gemaskerd, glazen muiltje, smoking, house en foto booth. (ciccionina.nl) Want hoe leuk zo'n minivakantie in eigen stad ook is, thuis komen is óók altijd fijn. (JB)

Helaas is het recept een beetje vaag, omdat veel afhangt van de soort vis en de grootte ervan. De meeste vissen zijn tussen de 60 en 70 graden netjes gaar. Verwarm de oven voor op 180 graden. Vul de buikholte van de vis met fijngesneden knoflook, plakjes citroen, tijm, peper en zout. Doe een paar klontjes boter in de buikholte erbij voor een beetje extra smaak. Zet de vis circa 20-30 minuten in de oven, maar let op, check de temperatuur ongeveer elke 10 minuten. Maak de krieltjes schoon en snij ze in tweeën. Kook ze gaar met zout in het water en giet ze af. Laat ze uitstomen en meng ze vervolgens met fijngesneden bieslook, een flinke scheut olijfolie en het citroensap naar smaak. Peper en zout naar smaak. Lekker met zijn allen aan tafel! Dat was hem weer voor deze keer. Hierbij prettige kerstdagen en een gelukkig nieuwjaar. Wij zien elkaar weer volgend jaar!

Met geslepen messen, Job Hogewoning


Luchtcowboys


Vliegen door aswolken, met een ontplofte motor of een kapot richtingsroer; niets is te gek voor TU-piloten Hans Mulder en Alexander in 't Veld. Door vliegincidenten na te bootsen met de Cessna Citation van de TU dragen zij bij aan een veiliger luchtvaart.

Lees verder op pagina 21


Vliegen op synthetische kerosine Vliegtuigmaatschappijen mogen hun brandstof voor de helft bijmengen met de synthetische kerosine gemaakt uit aardgas. Daardoor stoten ze minder vervuilende zwavelhoudende koolwaterstoffen uit. Meer dan dat percentage bijmengen mag niet, omdat vliegtuigmotoren soepeler draaien als er wat viezigheid in de brandstof aanwezig is. Dat was althans lange tijd de aanname. Tests van Delftse wetenschappers wezen uit dat motoren het ook prima doen op 95 procent synthetische kerosine. Maar is dat brandstofmengsel ook veilig als je hoog in de lucht vliegt waar de druk en temperatuur laag zijn en de lucht ijl? Mulder en In ‘t Veld zochten het uit. Een van de motoren van de Cessna werd daarvoor voorzien van speciale brandstofpompen en filters. Mulder: “De brandstof is vluchtiger dan gewone kerosine. De vraag is dus of je de motor weer aan krijgt als hij op grote hoogte uitvalt. Op twaalf kilometer hoogte hebben we een van de motoren uitgezet en weer herstart.” In ‘t Veld: “Als een van de motoren het begeeft, vlieg je normaal gesproken verder op de andere. Brandstof wordt dan van de ene vleugel naar de andere overgeheveld om te voorkomen dat je scheef komt te hangen door een te groot verschil in gewicht. Maar dit overhevelen van brandstof kon in ons geval niet omdat we met twee verschillende soorten brandstof vlogen. We moesten daarom bij vertrek al een verschil in brandstofpijl hebben tussen beide vleugels om voor dit potentiële probleem te compenseren en dan nog zouden we maximaal één uur op één motor kunnen vliegen voordat het zwaartepunt teveel zou zijn verschoven. Dit experiment vergde een extreem goed uitgedacht plan.”

E

r is geen vuiltje aan de lucht wanneer TUpiloten ir. Hans Mulder en dr.ir. Alexander in ’t Veld op een ochtend in oktober 2013 hun landingsmanoeuvre inzetten. In de verte doemen de contouren op van militair vliegveld Woensdrecht. Het toestel zakt gestaag en herkent al snel de signalen die de bakens van het vliegveld uitzenden. Aan de hand van deze radiosignalen, het zogenaamde Instrument Landing System (ILS), moet de autopiloot het vliegtuig langs een veilig glijpad aan de grond zetten.

Maar het loopt anders. Op nog geen honderd meter hoogte slaat de autopiloot op tilt en schiet de neus van het toestel omhoog. Het primary flight display, het belangrijkste schermpje waar piloten op kijken tijdens de landing, biedt geen houvast meer. Deze console geeft aan hoe goed het vliegtuig op koers ligt. De middenlijn, die de juiste verticale koers aangeeft, verdwijnt compleet van het scherm. Mulder schakelt de autopilot uit, laat het vliegtuig naar beneden duiken en geeft extra gas. Er ontstaat weer lift. De piloten maken een grote bocht en landen even

later probleemloos. Erg geschrokken van het incident zijn ze niet. Ze waren gewaarschuwd. Sterker nog, ze voerden deze luchtcapriool expres uit in opdracht van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Ze bootsten de landing na van een Boeing 737 van Ryanair (vlucht FR3531) die op 31 mei 2013 van Palma de Mallorca naar Eindhoven vloog. Het vliegtuig vloog net iets te hoog toen de autopiloot contact maakte met het ILS-systeem. Daardoor raakte het een false glide slope; een glijpad dat te steil loopt. Op het moment dat de autopiloot zich hieraan koppelt, raakt het totaal van slag. Mulder: “De piloten en passagiers moeten zich een ongeluk geschrokken zijn.”

Waarschuwing

TU-piloten dr.ir. Alexander in ’t Veld (links) en ir. Hans Mulder: “Dit vliegtuig is niet te vergelijken met andere toestellen.”

Mulder en In ’t Veld ontdekten de fout in het ILS-systeem. Dankzij hun werk en dat van de Onderzoeksraad voor Veiligheid werd enkele maanden later een wereldwijde waarschuwing uitgezonden naar vliegmaatschappijen. In een hangar op Schiphol toont Mulder de Cessna Citation waarmee hij, In ‘t Veld en vier andere collega’s, tal van experimenten uitvoeren die het luchtruim veiliger moeten maken. De zes vormen een pilotenpool die zowel voor de TU als voor het Nationaal Luchten Ruimtevaartlaboratorium

(NLR) vliegt. Het NLR is medeeigenaar van het toestel. Mulder, die ook vliegles geeft in twee- en vierpersoons vliegtuigjes, doet dit werk als ingenieurvliegenier nu zeven jaar. In ‘t Veld doet het al tien jaar. Hij is daarnaast aerobatics-vlieger. Gedurende deze jaren hebben de twee mannen diverse vluchten uitgevoerd die nauwelijks onderdoen voor het kunstvliegen dat In ‘t Veld in zijn vrije tijd doet. Zo koos het tweetal in 2011 het luchtruim terwijl dat voor het vliegverkeer gesloten was in verband met de aswolken van de IJslandse vulkaan Eyjafjallajökull (zie kader ‘Door de aswolk’) Het jaar erna vlogen ze als allereersten met een alternatieve brandstof, dat voor 95 procent uit synthetische kerosine bestaat om de veiligheid van dit mengsel te testen. En ze doen geregeld vluchten waarbij ze gewichtloosheid nabootsen, de zogenaamde paraboolvluchten. Van grote hoogte duiken ze naar beneden. Achter hen aan boord zitten dan wetenschappers die experimenten uitvoeren die gewichtloosheid vereisen, zoals tests met opstellingen die later in de ruimtevaart gebruikt worden. “Is ons onderzoek gevaarlijk? Nee”, zegt Mulder. “We maken met ons hele team een complete safety analysis voordat we een speciale


Tekst: Tomas van Dijk Illustratie: Stephan Timmers Foto: Hans Stakelbeek

Delta

21

TU Delft

Door de aswolk

‘Het vliegtuig neemt alles over van de piloot. Totdat er iets goed misgaat’ vlucht maken. We stippelen alles uit en bedenken wat er mis zou kunnen gaan.” “Het vliegtuig is ook niet te vergelijken met andere toestellen”, vervolgt Mulder terwijl hij naar het gevaarte wijst. “Overal zitten sensoren, bij het rolroer, de trimvlakjes… De hele configuratie van het vliegtuig is bij ons bekend tijdens de vlucht. Als we een bocht maken, weten we exact met hoeveel graden per seconde we rollen. Dat soort dingen weten piloten normaal niet. Zij zorgen er gewoon voor dat een bocht fijn aanvoelt voor de passagiers.”

Vliegmodel Volgend jaar wordt het onderzoek van de piloten nog iets spannender. Het toestel is namelijk onlangs uitgerust met fly by wire. Dat betekent dat je een computer aan boord van het vliegtuig kunt meenemen en die de besturing kunt laten overnemen. Experimenten die tot nu toe alleen in vliegsimulators konden, kunnen daardoor nu ook in de lucht. De Bijlmerramp uit 1992 is een goed voorbeeld. Het El Al-toestel dat crashte, had kort tevoren twee motoren verloren. In de vliegsimulator Simona van Luchtvaart- en Ruimtevaart-

techniek hebben de onderzoekers de vlucht nagebootst en zijn ze erin geslaagd veilig te landen. Straks gaan ze hetzelfde doen met de Cessna. “Natuurlijk breken er in het echt geen motoren af”, zegt In ’t Veld. “Maar de software die het toestel aanstuurt, denkt van wel. Achter ons zit een medewerker die dat programmeert.” “We gaan onder meer onderzoeken of we het besturingssysteem van het toestel kunnen laten inspelen op de nieuwe situatie, zodanig dat het toestel met zijn manco toch nog veilig kan landen”, vult Mulder aan. “Stel dat een richtingsroer het niet doet, dan kun je toch nog sturen door met de ene motor meer gas te geven dan met de andere. De software moet zich dus voegen naar een nieuw soort vliegmodel.” Bijkomend probleem is dat je in zulke situaties niet weet wat de limieten zijn van de nieuwe toestelconfiguratie. Wat is bijvoorbeeld de maximale rolhoek die je kunt maken met zo’n gehavend toestel? Mulder: “Het voorspellen van het vlieggedrag – enveloppe prediction in jargon – is serious business.” Ook Air France-vlucht AF447 die op 1 juni 2009 in de Atlantische Oceaan voor de kust van

Brazilië eindigde, staat op de rol. De snelheidsmeter van het vliegtuig was stuk. Zonder het te weten vlogen de piloten te langzaam en raakten in overtrek. Van tien kilometer hoogte vielen ze pardoes in zee. Een ander deel van het vliegersonderzoek spitst zich toe op de informatievoorziening aan piloten. Bij bovengenoemde rampen gebeurde er telkens iets met het toestel waar de piloten geen weet van hadden. Er zitten tal van sensoren in een vliegtuig, mankementen worden door het toestel dus wel opgemerkt. Maar de informatie komt niet bij de piloten terecht. In ’t Veld: “Dat is hoe het nu gaat. Het vliegtuig neemt alles over van de piloot. Totdat er iets goed misgaat. Dan zegt het toestel, oké, regel jij het nu maar verder. Maar in die situaties weet een piloot vaak echt niet wat hij moet doen. We moeten ervoor zorgen dat piloten veel meer informatie tot zich krijgen. Niet zozeer over wat er precies mis is, maar hoe het probleem op te lossen is.” <<

Vlak na de uitbarsting van de IJslandse vulkaan Eyjafjallajökull in 2012 kozen Mulder en In ’t Veld het luchtruim. Als enigen. Vliegen door de aswolken was verboden. “We hebben speciale toestemming gekregen van de minister”, zegt Mulder. “En we hebben even met de verzekering moeten babbelen.” Doel van de exercitie was om uit te zoeken wat het effect is van asdeeltjes op de motoren en om modellen over de verspreiding van de aswolk te valideren. Het toestel kreeg van het KNMI een speciaal snuffelpijpje mee dat deeltjes telt. As is vlijmscherp. Het kan de motor zandstralen en ernstig beschadigen. Als het heet wordt in de motor smelt het en als het vervolgens weer afkoelt, vormt het een soort glas op de turbinebladen. De Delftenaren voerden meerdere vluchten uit. Bij elke vlucht gingen ze weer iets dieper de aswolk in. Tussendoor werden de motoren met een boroscoop geïnspecteerd, een soort endoscoop voor motoren. Het viel uiteindelijk mee. De concentraties waren niet zo hoog dat er schade aan de motoren ontstond. “In de verte zie je die roze-bruine gloed van de as”, zegt Mulder. “In die wolk begeef je je steeds dieper. We waren de enige gekke henkies die het luchtruim kozen. Dat zette mij op dat moment wel te denken.”


22

Successen en tegenslagen, ergernissen en opluchting, vreugde en verdriet; ze liggen vaak dicht bij elkaar. Een selectie uit een jaar goed en slecht nieuws in Delta.

E

en van de schokkendste gebeurtenissen van 2014 was zonder twijfel de vliegtuigramp op 17 juli met de MH17. Hierbij kwamen 298 mensen om het leven, onder wie 3mE-medewerker Wim Bakker en Fatima Dyczynski, masterstudente bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek (L&R). Met het overlijden op 18 mei van astronaut Wubbo Ockels (1) verloor de TU Delft haar bekendste hoogleraar. Het jaar begon meteen met iets nieuws: de diesviering werd voor het eerst in het Engels gehouden. Er werden eredoctoraten uitgereikt aan de

Amerikaanse veiligheidsexpert Deborah Hersman en de Duitse socioloog Dirk Helbing. EWIdecaan Rob Fastenau en TBM-directeur onderwijs Ernst ten Heuvelhof werden in februari benoemd tot respectievelijk dean en director of open and online education. De massive open online courses (3) (moocs) die de TU sinds september 2013 aanbiedt, trokken meer dan een kwart miljoen deelnemers. Ook schrijfster en cabaretière Paulien Cornelisse wist als vijfde cultural professor van de TU Delft een flink aantal studenten te interesseren. Evenals TUalumna Ionica Smeets, die een boek schreef

1

over wetenschapscommunicatie voor bèta’s en Zomergast werd bij de VPRO. Oud-student Ferrie Förster (2) schopte het in mei tot wethouder voor studentenpartij Stip en TU-medewerker Dick Hoeneveld behaalde drie zetels winst bij de ondernemingsraadverkiezingen in oktober. Paul Hillman is per 1 januari 2015 benoemd tot nieuwe directeur bij de afdeling ict.

Onderzoek Veel TU’ers hielden zich afgelopen jaar bezig met drones. Er werd gewerkt aan een havendrone (4), die nog niet in Nederland mag vlie-

4

3

2

5


Tekst: Katja WIjnands Beeld: Auke Herrema, Sam Rentmeester, Hans Stakelbeek, Stephan Timmers

Delta

23

TU Delft

8 7 6 gen. Student Alec Momont bedacht een ambulancedrone (5) die de overlevingskans na een hartstilstand moet vergroten. En masterstudent Kitso Epema ontwikkelde een drone die moet helpen bij de strijd tegen stropers in Afrikaanse wildparken. Veel nieuws was er bij Technische Natuurwetenschappen. Liefst negentig mensen kwamen in januari kijken bij het gloednieuwe QC-laboratorium (6). Daarnaast startte in juni de bouw van het nieuwe pand voor de faculteit TNW startte in juni. Midden 2016 moet het gebouw klaar zijn. Nanofysicus Leo Kouwenho-

ven (7) werd in het voorjaar als eerste Delftse hoogleraar benoemd tot buitenlands lid van de Amerikaanse National Academy of Sciences. En de onderzoeksgroep van Ronald Hanson probeerde in de zomer Einsteins ongelijk (9) aan te tonen met een deeltjes-experiment. Bij L&R wordt sinds dit jaar in het nieuwe robotlab Cyberzoo (8) onderzoek gedaan naar slimme robots. Ook tussen faculteiten werd samengewerkt. Een team van IO en 3mE bedacht een nieuw toilet (10), dat een alternatief moet vormen voor het water- en energieverspillende doortrektoilet. De nieuwste medische hulp-

middelen (11) waren eind oktober te zien bij het symposium Design of Medical Devices. Tijdens de TU Delft Research Exhibition DIG-it (12) in november toonden Delftse wetenschappers meer dan tachtig recente onderzoeksprojecten in de TU Library.

Campus en studenten Slecht nieuws voor studenten: de basisbeurs wordt afgeschaft. Het tentamenbeleid (13) van de TU is veranderd: studenten die zich te laat

10 9

11

12 13 Lees verder op pagina 24


14

18

16

aanmelden voor een tentamen horen voortaan pas een dag van tevoren of ze kunnen deelnemen. De TU bezuinigde 261 duizend euro op de regeling afstudeersteun studenten (RAS), bestemd voor student-bestuurders die door overmacht studievertraging oplopen. Het aantal TU-studenten dat zijn bachelor in vier jaar haalt, is sinds 2010 verdubbeld. Het bindend studieadvies en de harde knip hebben hieraan bijgedragen. Dit alles veroorzaakt wel steeds meer stress (14): Delftse studentenpsychologen hebben het er druk mee. Studenten mogen per 2014 ook al geen alcohol (15) meer drinken als ze nog geen 18 jaar oud zijn maar werden tijdens de Kamerzoekdagen wel geholpen met het vinden van een

kamer. Om inbraken (16) te voorkomen in die kamers, werd een campagne opgezet. De numeri fixi voor bouwkunde en werktuigbouwkunde worden afgeschaft met ingang van collegejaar 2015-2016. In augustus verscheen een speciale Engelstalige editie (17) van Delta voor de 1200 buitenlandse studenten die naar de introductieweek voor internationale studenten kwamen. Op de ‘gewone’ Owee (18) kwamen ruim 2600 nieuwe eerstejaars af. Promovendi moeten bij aanvang voortaan allemaal een aanstelling voor vier jaar krijgen, vindt het college van bestuur. Promovendivereniging Promood is blij met dit besluit.

TU-schoonmakers kwamen in actie tegen bezuinigingen op hun werk. TU-docent Angeniet Kam (19) deed haar eigen schoonmaak, door een jaar lang elke dag zwerfafval te rapen op de campus. Het sportcentrum van de TU krijgt een derde grote sporthal en drie extra sportzalen; een uitbreiding van tienduizend naar veertienduizend vierkante meter. De investering kost enkele miljoenen euro’s. De eerste TU-sporters verhuisden dit jaar naar het nieuwe topsporthuis (20) aan de oude IJsbaan. In september opende een Sports Engineering Institute waarmee de TU zich wil profileren als sportuniversiteit. De kantine van de aula kreeg in de zomer een makeover. Het huidige pand van onderzoeksinstituut

19

15

17

20

21


22

24 23 OTB moet vanaf eind 2014 dienst doen als crèche en later als internationale school. Het stenenmuseum (21) van de TU maakte een doorstart op de tweede verdieping van het Science Centre. Een deel van de collectie is verhuisd naar Naturalis in Leiden. De drie technische universiteiten (3TU) begonnen in september een kenniscentrum voor ingenieursonderwijs. De TU mag 15 miljoen euro houden van de 25 miljoen die zij ontving van het ministerie van onderwijs na de Bouwkundebrand in 2008.

Prijzen en verjaardagen Hoogleraar watermanagement Nick van der

Giesen won op 1 september de leermeesterprijs van het Universiteitsfonds Delft. Alexandru Iosup (22) (EWI) werd gekozen tot beste docent van de TU Delft. Mark van Loosdrecht kreeg de Spinozaprijs van NWO en collegelid Anka Mulder haalde de vijfde plek in Opzij’s top-10 van machtige vrouwen in onderwijs en wetenschap. De TU zelf steeg naar plek 42 in de wereldwijde ranglijst van universiteiten van Times Higher Education. Na vijf maal goud in Australië, haalde het Nuon Solar Team (23) in oktober ook de hoofdprijs in Zuid-Afrika. Studenten van de raketvereniging Dare (24) troffen in Spanje voorbereidingen

voor hun nieuwe recordpoging, maar de lancering in oktober werd afgelast. IO-masterstudent Job Jansweijer (25) ontwierp het spel KonneKt, waarmee zieke kinderen in quarantaine met andere kinderen kunnen spelen. Hij won er de Design for Interaction-prijs mee. Het duurzame rijtjeshuis (26) Prêt-à-Loger won de derde prijs tijdens de Solar Decathlon in Versailles. Het huis staat nu op de campus. Het ingrijpend verbouwde waterlab (27) van CiTG heropende in september. De opleiding werktuigbouwkunde (28) bestond in 2014 150 jaar en het Kavli Instituut (29) voor nanowetenschappen vierde het tienjarig bestaan. <<

27

25

29 26

28


26

Delta

TU Delft

Omdenken in de wetenschap? Dr.ir. Nynke Tromp (Industrieel Ontwerpen) is your woman. Vorige week ontving ze de Dewis-award, een prijs van het netwerk Delft Women in Science voor uitmuntend promotieonderzoek.

“I

s dit nu de manier om emancipatie in de wetenschap te stimuleren?", vroeg dr.ir. Nynke Tromp zich openlijk af toen ze begin deze maand de Dewis-award in ontvangst nam. Tromp promoveerde vorig jaar op onderzoek naar hoe producten en diensten het gedrag van mensen positief kunnen beïnvloeden. Daarmee pakte ze belangrijke en maatschappelijke uitdagingen aan, van orgaandonatie tot politieke betrokkenheid van de burger, zo oordeelde de jury. "Zo'n prijs is een typisch mannelijke manier om kwaliteit te laten zien", oordeelt de ontwerper op haar beurt. "Met mij waren drie andere vrouwen genomineerd: dr. Amineh Gharbani (Techniek, Bestuur en Management), dr. Lenneke Kuijer (Industrieel Ontwerpen) en dr. Yi Zhao (Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica). Daar moet dan weer per se een beste uit gekozen worden, terwijl we alle vier baanbrekend onderzoek hebben verricht. Is een prijs dan het middel om gender equality te bereiken? Nou, daar wilden ze bij Dewis wel even over nadenken." Zoiets kun je natuurlijk verwachten als je dé maatschappelijk geëngageerde ontwerper van de TU in het zonnetje zet. Blij is ze wel met de prijs (vijfhonderd euro en een award), benadrukt Tromp. "Het geeft een boost aan wat ik doe, het betekent erkenning voor mijn werk. Bovendien staat het leuk op je cv, en dat is wat werkt in deze maatschappij. Tijdens mijn promotieonderzoek was maatschappelijk betrokken ontwerpen helemaal nog niet bekend. 'Moeten we hier ons als ontwerpers wel mee bezighouden?', vroeg iedereen zich af. 'We moeten toch dingen maken voor de consumentenmarkt?' Maar ík stoor me aan allerlei dingen. Het integratiedebat onder de toenmalige minister van buitenlandse zaken Rita Verdonk, ten tijde van mijn afstuderen bijvoorbeeld. Of de integratie nu wel of juist niet was gelukt, was het debat. En ik dacht: moeten we hier niet iets aan dóen, iets voor ontwerpen?" Klets een halfuurtje met Tromp en ze heeft de politiek herontworpen, de bio-industrie opgelost en obesitas aan de kaak gesteld. Het klinkt

Prof.ir. Nynke Tromp: "Ontwerpers moeten een denkslag maken. Meer ontwerpen vanuit de belangen van de gebruiker en stilstaan bij wat hun ontwerp teweeg brengt. Positief gedrag kun je misschien niet volledig sturen, maar wel stimuleren."


27

Tekst: Jorinde Benner Foto: Sam Rentmeester

Verbeter de wereld, ontwerp hem zelf allemaal zo logisch en makkelijk, wanneer ze erover praat. Maar waarom heeft dan niemand nog de oplossing gevonden? Ontwerpers moeten een denkslag maken, vindt ze. "Meer ontwerpen vanuit de belangen van de gebruiker en stilstaan bij wat hun ontwerp teweeg brengt. Positief gedrag kun je misschien niet volledig sturen, maar wel stimuleren." De Sociale Implicatie Ontwerpmethode, noemt ze dat.

Biokip als prijzenknaller "Neem de politiek. Drie maanden voor elke verkiezing ontstaat er een soort massahysterie. Politici moeten scoren en gaan met hun ene statement nog korter door de bocht dan met het andere en vlak daarna houdt niemand zich er meer mee bezig. Als je mensen ieder jaar op hun verjaardag laat stemmen en vervolgens eens in de vier jaar alle stemmen telt, hoef je alleen nog maar zetels te verdelen en een kabinet te formeren, en blijft iedereen er continu bij betrokken. We moeten het voelbaar maken bij mensen dat ze in een maatschappij leven. Ze moeten ervaren dat hun acties consequenties hebben - niet alleen voor henzelf, maar ook voor hun buurman. Stemmen op je verjaardag is een simpele manier om de eindgebruiker - de stemmer - betrokken te houden en te beïnvloeden, politici de tijd te geven om hun langetermijndoelen te realiseren en zo een heel systeem te veranderen." Tromp heeft eigenlijk voortdurend jeukende handen. Als het gaat om het immigratie- en integratiebeleid, of hoe we omgaan

‘Zeg maar eens nee tegen de kilo plofkip, als hij naast het bleke, driehonderd gram zware scharrelkipje even duur ligt te zijn’

met delinquenten, hoe het belastingstelsel functioneert. En ze zet zich graag in voor dierenrechten en dierenwelzijn. Tromp: "Daar valt veel te ontwerpen. Zo moeten mensen accepteren dat de wolf weer terugkomt in Nederland, bijvoorbeeld. En het is noodzakelijk dat de handel in exotische dieren stopt." Een jaar geleden zette ze zich al in tegen de jacht op ivoor in China, maar dat onderzoeksvoorstel wacht nog op financiering. Geen reden tot paniek bij Tromp, want de bio-industrie, daar kan ze al wel mee aan de slag. Eén van haar studenten probeert er momenteel voor te zorgen dat mensen meer biologisch vlees gaan eten. "Die student heeft een platform ontworpen waarop mensen groepen boeren financieel kunnen steunen. In ruil daarvoor krijgen die mensen korting in de supermarkt op het biologische vlees van die boeren. Kiloknallers kopen heeft namelijk meestal niks te maken met een gebrek aan principes, maar wordt simpelweg door prijs gedreven." Zeg maar eens nee tegen de kilo plofkip, als hij naast het bleke, driehonderd gram zware scharrelkipje even duur ligt te zijn. "Met die korting is de prijs geen issue meer." Het kan allemaal zo simpel zijn - als iemand het maar bedenkt. En wat een luxe dat er dan genoeg studenten zijn die graag doorgaan met haar onderzoeksideeën. Tromp: "Mijn promotieonderzoek heeft inmiddels twaalf afstudeerders opgeleverd." Haar eigen nijver gaat ondertussen onverstoorbaar door. Momenteel werkt Tromp aan een project om de geestelijke gezondheidszorg in Nederland te herontwerpen. "Die vraag kwam vanuit de sector zelf. Voor vijf GGZ-instellingen, samen verantwoordelijk voor het grootste deel van de geestelijke gezondheidszorg, kijk ik hoe we vanuit het gedragseffect dat we willen, de zorg opnieuw kunnen vormgeven. Momenteel zijn er enorme wachtlijsten en de huidige diagnostisering leidt tot uitsluitsel van mensen. Het hele systeem is gericht op ziektes en symptomen en op het laten afnemen daarvan. In plaats daarvan zouden we moeten kijken naar hoe die mensen op een goede manier kunnen participeren in de maatschappij." Verbeter de wereld, ontwerp hem zelf - dat idee. Kan een vlijtige eerstejaars dáár nou niet even een tegeltje bij ontwerpen? <<


28

Advertenties

sudoku variation Solution Delta Sudoku 7

morgen kunt u haar gerust weer een vraag stellen © 2014 www.sudoku-variations.com

Bel de gratis KWF Kanker Infolijn 0800 - 022 66 22

This is a fragments Sudoku. Instead of the digits 1 through 9, this Sudoku uses the following nine fragments:

There are four further items to solve, highlighted in green, pink, yellow and blue, in the shape of 2015. Each colour highlights a series of nine cells. These cells must also contain the fragments exactly once.

FRO, HAP, LOF, LTA, MAL, PY2, TDE, USA, 015 This puzzle consists of two partly overlapping Sudokus: Sudoku A and Sudoku B. In each Sudoku, every column, row and block of 3x3 cells must contain the nine fragments exactly once.

After solving this Sudoku, one of these groups holds a wish from the Delta team for our readers! If you love to solve more of these challenging Sudoku variations please visit www.sudoku-variations.com.

Beter wachten op de trein, dan wachten op een nier. Irritant hè, wachten?! Een nierpatiënt wacht ook. Tot z’n bloed is gespoeld, tot er een donornier is, of… tot het te laat is.

Ga naar nierstichting.nl

Ronald McDonald Kinderfonds

Help Alzheimer overwinnen. Dan hoeft niemand zichzelf te verliezen. 1 op de 5 mensen krijgt dementie, waarvan Alzheimer de meest voorkomende vorm is. www.alzheimer-nederland.nl


Delta

leuk bedacht

29

TU Delft

Delta bericht regelmatig over innovatieve ideeën. Maar wat is daar een paar jaar later van terechtgekomen? Hoe staat het bijvoorbeeld met de robotrog?

O grafeen Wie kent ze niet: die groen beprinte platen extra-terrestrale plattegronden. Erop, elektrisch met elkaar verbonden ligt een wereld die we rap verlaten

volgens Moore, omdat een plak grafiet Het idee Onder water speuren naar blauwalg, terroristen en zeemijnen. Een koud kunstje voor de robotrog die studenten luchtvaart- en ruimtevaarttechniek (L&R) ontwikkelen. Dat schreef Delta in juli 2009. Aard-observatieprofessor Dick Simons van L&R was zeer optimistisch over de toepassingen van de onderwaterrobot die studenten op zijn verzoek voor hun afstuderen hadden ontwikkeld. De robot beweegt zich voort door golfbewegingen te maken met lange vinnen aan weerszijden van zijn romp. Deze voorstuwing zorgt voor veel stabiliteit. De robotrog kan bovendien op de bodem gaan liggen om energie te sparen. “Waar een propeller al snel aan troep of waterplanten blijft hangen, wappert de robot twee keer met zijn vinnen en hij kan weer zwemmen”, aldus Simons. Hij was op zoek naar een financier die het prototype het jaar erop verder zou ontwikkelen voor diverse toepassingen, waaronder de inspectie van havens.

Te optimistisch Nu, 4,5 jaar later, zwemt de robot nog steeds niet in havens. Hij ligt opengeschroefd in het Biorobotics Lab bij 3mE. Promovendus ir. Tim Vercruyssen sleutelt eraan. Het is een groot bakbeest, dat de hele tafel beslaat. Vercruyssen is bijna klaar met zijn proefschrift over vinvoortstuwing bij robots. Gedurende zijn onderzoek heeft hij een aantal verbeteringen in het ontwerp aangebracht. Zo zwemt de robot nu met 0,75 meter per seconde ruim twee maal zo snel als in 2009 - doordat de vinnen voorzien zijn van krachtiger motortjes en doordat de beweging soepeler is geworden. De beweging benadert meer dan voorheen een perfecte sinusoïde. Toch verwacht Vercruyssen niet dat de rog snel in de praktijk gebruikt zal worden. “Destijds waren we iets te optimistisch over de

marktintroductie”, vertelt de promovendus, die als student vrijwel vanaf het begin bij dit robotproject betrokken was. “De focus van het onderzoek is nu veel meer op de fundamentele vraag komen te liggen hoe dieren bewegen met vinnen en hoe robots deze beweging kunnen nabootsen.” Vercruyssen werkt samen met oud-medestudent ir. Sebastian Henrion die na zijn afstuderen bij de TU het zwemgedrag van zeepaardjes en inktvissen ging bestuderen aan de Universiteit Wageningen. Telkens als Henrion nieuwe zwembewegingen bij deze dieren ontdekt, om efficiënt te draaien of te zweven bijvoorbeeld, stuurt hij zijn bevindingen naar Vercruyssen die deze informatie op zijn beurt gebruikt om de robotrog verder te verbeteren.

bijeengehouden slechts door Van der Waals één Nano, zeg maar tweedimensionaal, is. Wat een wonderlijk elektrolyt!

Nadat dit halfgeleidersmateriaal uitvoerig overdacht in theorie al was, bekeek men hoe het potentiaal

Hoe nu verder? Vercruyssen hoopt dat na zijn promotie andere promovendi het stokje overnemen en zich richten op het verkleinen van de robot. “We hopen uiteindelijk dat zwermen kleine robotrogjes voorzien van sensoren inspectiewerk kunnen verrichten onder water.” (TvD)

van energie gegeven Ångström en Pauli zich in het echt gedroeg nabij metaal. En wat een dipolaire variatie!

Poëtische impressie van het proefschrift ‘Charge transfer and redistribution at interfaces between metals and 2D materials’ van Menno Bokdam.

Dr.ir. Bauke Steenhuisen is universitair docent bij de TBM-onderzoeksgroep policy, organization, law & gaming. In 2011 won hij de TEDxDelft Award. Naast zijn onderzoek schrijft hij gedichten. Samen met tekstschrijver Jan Beuving ver-dicht hij proefschriften en masterscripties op delta.tudelft.nl/blog.


30

Advertenties

Een perfect proefschrift.

boek

Grote & kleine oplage Paperback & harde omslag

Hoe big data alles verandert

Opmaak, druk & afwerking Kleur & zwart/wit Service & dichtbij

www.druktanheck.nl • 015-2142981 • info@druktanheck.nl

Voor advertenties bel met:

H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80

E delta@henjuitgevers.nl

Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.

Te huurte

Het feit dat iedereen met smartphones rondloopt en overal sporen achterlaat, zal onze samenleving volledig veranderen, betoogt Alex Pentland.

huur te huur

Kantoor- , praktijk- en atelierruimte te huur in centrum delft voor startende en jonge bedrijven Molslaan 121 2611 RK Delft 015 21 32 568 post@skb-delft.nl www.s-k-b.nl

015 Bedrijven - 213 25 68 Stichting Kleinschalige

Als je denkt dat je een uniek persoon bent met een eigen goede smaak en een onafhankelijke wil, dan bezorgt Pentland je een onaangename verrassing. Ieder mens is namelijk aantoonbaar het product van de ideeën uit zijn omgeving. Mensen nemen die over in een proces van sociaal leren, waarbij ze goed kijken naar de meest succesvolle individuen in de groep, en hun gedrag imiteren. Nu zijn deze denkbeelden niet nieuw in de sociologie. Nieuw is dat Pentland en zijn team aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT) gedrag meetbaar maken. Keer op keer brengen ze de sociale interactie in groepen of bedrijven in kaart. Wie praat hoe lang met wie, hoeveel interactie hebben ze op sociale media enzovoort. Met terabyte aan data laten ze zien hoe ideeën en opvattingen door een groep gevormd en gedeeld worden. Pentland noemt deze nieuwe data-gedreven gedragswetenschap 'sociale fysica', maar je kunt het ook numerieke sociologie noemen. Ideeën vervullen een centrale rol in de sociale fysica. Zo zelfs dat Pentland cultuur, wetenschap en management op één hoop gooit. Het gaat er om een onweerstaanbaar verhaal over de

015 - 213 25 68

s-k-b.nl s-k-b.nl

Delta Magazine Lees ‘m online

www.delta.tudelft.nl

werkelijkheid neer te zetten en dat te toetsen aan de realiteit. Het genereren van voldoende nieuwe ideeën, een vlotte verspreiding en een goede selectie zijn van wezenlijk belang voor een gezonde en innovatieve samenleving. De basiselementen zijn eenvoudig (exploratie, onderlinge betrokkenheid, sociaal leren en meten van ideeënstromen), maar de achterliggende wiskunde en de hoeveelheid data worden al snel vrij indrukwekkend. Pentland, behalve hoogleraar aan het MIT big-data expert bij het World Economic Forum (WEF) en medeoprichter van tal van bedrijfjes, laat zien wat de uitkomsten van de sociale fysica betekenen voor de organisatie van groepen, bedrijven, steden en zelfs de samenleving in zijn geheel. In plaats van te besturen op basis van veronderstellingen, betoogt Pentland, hebben of krijgen we de middelen om economisch verkeer, verspreiding van ziekten of het functioneren van de zorg real time te volgen. En bij te stu-

Ieder mens is aantoonbaar het product van de ideeën uit zijn omgeving ren. Proeven met open data uit Afrika (opendataforafrica.org) en Trento, Italië laten zien wat voor inzichten data verschaffen in alles van infrastructuur tot onderwijs en gezondheidszorg. Alleen… het mag niet. Omdat de data beschermd zijn. Pentland vindt dat we daar eens vlot afspraken over moeten maken en zijn voorstel voor privacybeleid vormt de basis van de ontwerpregelgeving van zowel het WEF als de EU. Het boek fascineert doordat het alles in een nieuw perspectief plaatst: van vriendschappen tot economisch beleid. Het boek irriteert ook. Door de educatieve toon en de vreemde beeldspraken ('valkuilen omzeilen'). Bij mij won de nieuwsgierigheid het van de irritatie. (JW)

Alex Pentland, ‘Sociale Big Data, opkomst van de data-gedreven samenleving’, Maven publishing 2014, 328 bladzijden, 22 euro.


desgevraagd

Stelling

Eindelijk weer eens goed ruimtevaartnieuws uit de Verenigde Staten. Na de explosie van de Antaresraket op 30 oktober en het verongelukken van de SpaceShip Two een dag later, verliep de lancering van de Orioncapsule op 5 december vlekkeloos. Hoogleraar astrodynamica en ruimtemissies prof.dr.ir. Pieter Visser (Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek) schrijft desgevraagd: ‘De geslaagde Orion-lancering is een belangrijke mijlpaal voor de VS om in de toekomst weer zelfstandig mensen de ruimte in te brengen na het stoppen met de Space Shuttles. Het betrof een onbemande testvlucht, waarbij een hoogte van zo'n zesduizend kilometer werd bereikt - veel hoger dan het internationale ruimtestation dat op ongeveer vierhonderd kilometer hoogte vliegt. Op termijn kunnen met de Orioncapsule en toekomstige - nog te ontwikkelen of in ontwikkeling zijnde - raketten mensen naar de maan en misschien zelfs asteroïden en Mars worden gebracht.’ Zijn voorganger, emeritus hoogleraar prof.dr.ir. Boudewijn Ambrosius meldt vanuit Vlissingen over de telefoon: "De Orion is de nieuwe Amerikaanse capsule om naar de ruimte te gaan en terug te keren. Het systeem, dat maximaal vier mensen kan herbergen, is kleiner en goedkoper dan de Space Shuttle die niet verder kon dan een rondje om de aarde. Het uiteindelijke doel van de Orionoperatie is Mars, vertelt Ambrosius.

Maar daarvoor moet er eerst een tussenstation komen in de buurt van de maan. Niet op de maan, zoals George W. Bush wilde, maar op een (libratie) punt tussen de aarde en de maan of achter de maan waar de zwaartekrachten van beide hemellichamen elkaar opheffen. Daardoor kost het veel minder energie om van daaruit richting Mars te vertrekken - een reis van zes tot negen maanden over een afstand van

‘Misschien moet een missie naar Mars wel een mondiale missie worden’ minimaal vijftig miljoen kilometer. Voor de voorstuwing grijpt men naar een efficiënte elektrische raketmotor op zonne-energie, de solar electric propulsion. Dat is een motor die weliswaar weinig stuwkracht levert - Ambrosius

31

TU Delft

schat die op maximaal 100 gram of 1 newton - maar dat doet de motor wel continu, zodat het ruimteschip maandenlang blijft versnellen. De motor, de voorraden, de servicemodule en de capsule zullen allemaal samengebracht moeten worden in het libratiepunt bij de maan voordat de missie naar Mars kan vertrekken. De volgende proefvlucht met een verder uitgeruste Orioncapsule staat gepland voor 2017. Dan staat de capsule op een Space Launch System (SLS)-raket, en zal de vlucht een lus om de maan maken. Voor 2021 is dan de eerste bemande vlucht met het Orionsysteem gepland. Hoe het vervolg er uitziet is onzeker. Volgens Ambrosius heeft Nasa te lijden onder onzekere politieke steun en financiering en kan het niet, zoals in de Apollo-tijd, ver vooruit zijn missies plannen. "Misschien moet een missie naar Mars wel een mondiale missie worden", oppert de emeritus. "ESA levert al de servicemodule die al vijf keer het ISSruimtestation heeft bevoorraad. Het is interessant te zien wat de Russen en Chinezen kunnen bijdragen." (JW)

‘Voor studenten die werken aan een instrumentontwerp, is het allereerst belangrijk om te leren hoe ze om moeten gaan met de leveranciers van onderdelen’ Ping Liu werktuigbouwkundige “Je moet als promovendus heel erg uitkijken dat je geen tijd verdoet aan het bestellen van verkeerde onderdelen. Dat is een belangrijke les die ik geleerd heb uit mijn promotieonderzoek. Ik werk aan optische coherentietomografie om materiaaleigenschappen te bestuderen. Daarvoor ontwikkel ik zelf instrumenten en moet ik veel onderdelen bestellen. Ik heb geleerd dat je altijd direct moet praten met de technische mensen van een bedrijf en niet met de salesmanagers. Die laatsten proberen je dingen te verkopen waar je niet om vraagt. Het kost je een hoop tijd en geld. Check ook altijd hoe lang het duurt voordat ze onderdelen kunnen leveren. Je kunt het je als promovendus niet permitteren om een halfjaar lang op een onderdeel te moeten wachten. Ik heb mijn onderzoek in vier jaar en drie maanden afgerond. Ik heb geluk gehad.” (TvD)

Strip: Auke Herrema

Delta


32

Delta

TU Delft

Text: Phillip Gangan Photo: Holland Media

International faculty and staff in need of housing assistance

English pages

This edition’s Bike Of subject came to us after he’d been hit by a car while biking on campus. Fortunately, he wasn’t seriously injured. You can read his story on the back cover. And we welcome the 20,000th student.

Faculty and staff complain of a lack of assistance from the university with housing.

TU Delft international faculty and staff lack sufficient assistance with securing housing accommodations. Compared to international students who benefit from a system of guaranteed housing, these TU Delft employees face a different set of challenges when coming from abroad. Indeed, issues such as work permits, pensions, banking and insurance as well as childcare and education are among the major concerns of international employees. However, these matters cannot be adequately arranged without first acquiring a Dutch address. Despite the various relocation services provided by the university, it appears that the international faculty and staff still require housing assistance. “I did not ask for support from the university, because I was told that

there was none,” said Elisa Giaccardi, professor of interactive media design. “They said there aren’t really any accommodations for faculty. Duwo is targeted at students and there are no accommodations for faculty and staff with families. Unlike in the US where the university gives you accommodations for two years, there’s nothing like that here, so I just did everything independently.” With her contract only finalized in the end of June, Giaccardi barely had enough time to arrange for an apartment with her husband and six-year-old daughter before starting work at TU Delft. “The challenge is when you have a family,” Giaccardi said. “When you’re on your own, everything is easier. It was hard, simply because I didn’t have time. I’m very busy with my work so I just gave up looking and said this one will do, it doesn’t matter.” In the end, Giaccardi had to settle for a 90m2, semifurnished apartment on campus for €1,600 a month. After living in Delft

‘How accommodations are arranged is very much dependent on the secretary of the department where the employee is going to work’

for some time, she and her husband decided to move to a proper house in Pijnacker, close to their daughter’s school. Given the long-term nature of her employment, it was possible for Giaccardi to search for suitable housing. A few of the international staff, on the other hand, were not so fortunate, especially when the duration of their employment at TU Delft remained uncertain. Italian guest researcher and former exchange student Gabriel Chinello (Mechanical Engineering), for example, had to change apartments three times in the last year-and-a-half. Due to the numerous contract extensions given by the university, Chinello had difficulties securing temporary housing at short notice. “As an exchange student, I had a lot of support from the university in finding accommodations because Duwo and the university are linked,” Chinello said. “When I registered as a guest researcher, I really had a lot of problems with Duwo because I was no longer a student. I needed a cover letter from my professor and I had to go through a more difficult registration procedure. The university didn’t help me at all so I decided to find a room by myself.” The uncertainty of Chinello’s situation forced him to search for accommodations via alternative chan-


Delta nels such as joining housing-related groups on social media, subcontracting rooms from students going on foreign exchange programmes and making special agreements with private landlords. Although he was able to rent out several rooms in Delft for three to four months at a time, Chinello found the experience to be both inconvenient and frustrating. “When I became a guest researcher, I had a lot of problems,” Chinello said. “The whole bureaucratic process of [having to prove] who I was made it really difficult for me to find housing.” According to TU Delft International Housing Coordinator Alexander van der Wel, Chinello’s housing issues were regrettable and should have been resolved. “There’s a whole array of TU Delft employees –from postdocs

to teaching staff– who come from abroad,” the coordinator said. “We have a number of accommodations reserved for them, but I don’t believe we can accommodate them all.” While the Central International Office tries to provide as much housing information as possible to the new international faculty and staff, there appears to be a lack of communication with the faculty departments. “How accommodations are arranged is very much dependent on the secretary of the department where the employee is going to work,” Van der Wel claimed. “I don’t think all secretaries know about our services. Some of them are really trying to find the best housing accommodations they can [for international faculty and staff], while others don’t have the time to

TU Delft do so. It’s really dependent on the department where you’re going to work. And that is something that we would very much like to change.” Currently, both the Central Internatio-

‘I don’t think all secretaries know about our services’ nal Office and the university’s Human Resources Department are developing a system in order to provide the same level of service to all international employees. “The goal is to see how we can make our service more uniform,” Van der Wel explained, “not only in terms of housing, but the entire HR process, and what type of welcome

33 we give them. We’re really at the beginning of those developments.” Since internationalisation has become one of the university’s top priorities, a coordinated system of assistance for international employees on practical matters is a step in the right direction. Still, the provision of housing accommodations for international faculty and staff, along with their families, would be most ideal. “Even having accommodations for one year would really help,” Giaccardi said. “It would also attract more international talent, if that’s what the university wants to do.” With all the difficulties of having to move to another country, a little help goes a long way.

TU Delft exceeds 20,000 students as population grows The TU Delft student population officially surpassed the 20,000th mark in October, following the enrolment of incoming mechanical engineering master’s student Pip Schuijt. The Dutch native recently completed her bachelor’s degree in biological sciences at the University of Oxford in the UK and is currently undertaking a pre-master’s programme at TU Delft in preparation for her course next year. TU Delft Vice President for Education and Operations Anka Mulder presented Schuijt with a special cake in recognition of this momentous occasion.

“It is a milestone because it means that students value what TU Delft has to offer,” Mulder said. “Ten years ago, TU Delft had around 13,500 students and in some programmes, we were struggling to bring in enough students. Engineering was not very popular among secondary school students

‘ Ultimately, the programme in Delft is better, which is why I came here’ in the Netherlands in those days. That has changed in the last ten years. Student numbers have gone up and we have seen an increase both in Dutch as well as international students.” Indeed, TU Delft has experienced a 34% surge in the total student popu-

lation in the last ten years from an estimated 13,253 students in 2005 to 20,025 students in November 2014. This academic year alone saw a 21% increase in the number of new master’s students, bringing the total to roughly 8,580. In terms of internationals, approximately 3,268 students are currently enrolled at TU Delft, nearly 80% of which are pursuing their master’s degrees. According to Mulder, attracting more international students and staff is a logical part of being a top university. “Ultimately, the programme in Delft is better, which is why I came here,” Schuijt said in a statement published on the TU Delft website. Prior to her enrollment, the former Oxford student was contemplating whether to pursue her master’s degree in France or Delft. In the end, it was the university’s mechanical engineering programme that persuaded her to return

to the Netherlands. As the 20,000th student, Schuijt also joins the growing TU Delft female population, which has increased from 20% in 2006 to an estimated 25% this year. (PG)


34

Delta

TU Delft

Text: Damini Purkayastha Photo: Hans Stakelbeek

delft survival guide Surviving the trash From recycling to reusing to set rules for toxic waste, the Dutch have a rule for everything. The good news is the system seems fairly easy-to-use. Old Electronics and Furniture Reuse Before you decide to get rid of electrical equipment because it’s not working, you might want to stop by the Repair Cafe one weekend. Held at the Science Centre, the Repair Cafe is an initiative that brings together volunteers with expertise to help repair things, from televisions and vacuum cleaners to broken tables. repaircafe.nl

Recycle If the object in question is in working order, contact Kringloopwinkel Delft. The organisation, which has secondhand shops in the city, will send someone to collect old electronics, clothes, utensils and even furniture from your house if it is difficult for you to drop them off. According to their helpline (and the Delft.nl helpline) they will even collect old electronics that are not in working order. kringloopdelft.nl

Refuse Stuck with a giant TV that will never work again or a moth eaten sofa no one will buy? Don’t worry. There is a bulky waste collection point at Voltaweg 11 managed by Avalex. Residents usually need an Avalex card (Avalex-pas) to get in and only one card is registered per address. So check with your landlord or call the company to register. You can also call the Avalex helpline and make an appointment to have them collect the waste (note: only for bulky waste such old furniture

There are recycling points located around campus and the city centre.

and big electronic equipment). In the past, students in Duwo apartments were also given passes. “But they usually got lost as those in Duwo accommodations rarely used for them. If they do, they can contact the caretaker and he will organise the disposal for them,” said Sander Jongerling, Team Leader, Duwo. avalex.nl or 0900-0507

Toxic Waste Delft.nl offers a detailed explanation on how to separate waste. An important aspect is ensuring that toxic waste such as batteries, syringes, cans of paint etc. are not thrown with regular trash. While toxic waste can also be dropped off at Voltaweg, there are drop off points at Ikea and on campus

for electronic waste. At the Ikea recycle point you can drop off used energy saving bulbs, discarded packing, metal, used batteries, paper and plastic. With regard to small toxic waste such as batteries for those in Duwo houses, Jongerling said, “People can put that in the mailbox of the caretaker and he will get rid of it in the right manner.” If you need help sorting the waste, try a Jekko box by an initiative called WeCycle. The boxes are designed with easy-to-use categories and can be dropped off at collection points. wecycle.nl

Glass Check the label on beer bottles before you throw them away. Some of them can be returned to deposit machines

The Kringloopwinkel has second-hand shops in the city and will send someone to collect old electronics, clothes, utensils and even furniture from your house

in Jumbo or Albert Heijn. For the rest and other glass there are disposal points all over the city. The glass bin on campus is at Korvezeestraat and there’s one right behind the Jumbo at Kruisstraat. Note that mirrors, wire glass, double glazed windows, glass baking dishes and crystal should not be thrown in these bins - they have a different melting temperature and the recycling process then results in poor quality glass. While the bigger of these items needs to be dropped off at waste collection points, the smaller ones can be wrapped in newspaper and put with residual waste. To check where you can drop off paper, plastic, glass or textile waste for recycling visit avalex.nl/locatie-containers. For details on how to separate waste: delft.nl/delften/Residents/Housing/ Recycle_and_minimize


Delta

35

TU Delft

SCIENCE SHORT

Homo erectus art Homo erectus made the world's oldest engravings about half a million years ago. Dutch scientist revealed this spectacular finding, which overturns the way we look at early man, last week in Nature. The samples which Prof. Jakob Wallinga received about five years ago from archaeologists of Leiden University seemed like ordinary sand grains. The expert in luminescence dating, who at that time worked at the Reactor Institute Delft, had been asked to date these little grains. When Wallinga obtained the first results he knew right away that the implications were spectacular.

They showed that Homo erectus made the world's oldest engravings about half a million years ago. The researchers from Leiden had scraped the sand grains out of shells found on Java in the late 1800s. One of these shells bears markings – a zigzag engraving - that seem to have been carved intentionally with a shark tooth. They are by far the oldest abstract markings ever found. The oldest marking found until then is an engraving in ochre, ascribed to modern humans, found in South Africa. It is thought to be a 100,000 years old. What’s more, until the discovery of the shell engraving, nothing approximating art had been ascribed to Homo erectus. The species went extinct around 140,000 years ago. Most paleoanthropologists consider

the species to be the direct ancestor of both humans and Neanderthals. Wallinga and his research group moved to Wageningen University in 2012 and finished off the dating work there. The first author of the Nature publication is biologist Josephine Joordens from Leiden University. (TvD) delta.tudelft.nl/29196

Joordens J.C.A., et., al. ‘Homo erectus at Trinil on Java used shells for tool production and engraving’, Nature, DOI: 10.1038/ nature19362.

Springy robots Stopping a robot arm with brakes generates heat. An ingenious spring mechanism that buffers up to 80 percent of the kinetic energy makes robots more energy-efficient. Braking converts movement into heat, which means high energy consumption for performing repetitive tasks. Such energy inefficiencies apply to robots as well as fully automated systems. Some systems use electrodynamic brakes, which generate electric power when braking. That way, at least a little more than half of the energy is recovered. The spring-based buffer which Michiel Plooij MSc. (3mE) and colleagues developed, recycles up to 80 percent of the kinetic energy. On top of that, it has a simpler construction and a lower price tag than the electromechanical dynamos. Like all great inventions, the principle of the 'bi-directional parallel spring mechanism' is quite simple. The cylindrical housing contains a spring in-between two of the three axes of a differential mechanism. The third axis is connected to the robot joint. Brakes at both sides of the spring can fix the axes at any position. Turning one axis, while fixing the others, loads the spring. As long as the brakes are on, the energy remains stored in the cylinder. Releasing one of the breaks releases the energy by accelerating the robot joint into that direction. Smart (electronic) control of the fixing brakes allows energy storage during deceleration and energy release

No more congestion

Traffic congestion can be reduced if people reduce their speed when an obstruction is predicted further down the road. Yet figuring out what the ideal speed is at any given time to maximize flow is a hard nut to crack. For his master's graduation in computer science (EEMCS faculty) ir. Erwin Walraven did just that. He developed an algorithm that determines speed limits. He combined a traffic flow model with reinforcement learning techniques used in artificial intelligence. Earlier this month he received the Ngi-NGN Informatie Scriptieprijs. This prize, worth 5,000 euros, was awarded by the Royal Holland Society of Sciences and Humanities. A study is being done at this moment on highway A 67 in the province of Noord-Brabant to test the traffic flow optimization technique. delta.tudelft.nl/29203

Hasty drivers

Elizabeth Rendon Velez: “I’m quite a relaxed driver.” (Photo: Tomas van Dijk) Plooij holding the patented coupling. (Photo: Sam Rentmeester)

during acceleration. The built-in spring thus not only reduces a robot's energy consumption, it speeds up operation as well by providing extra mechanical power. (JW)

The invention has been patented, and it is available through the TU's Valorisation Centre with reference number OCT-14-019.

Distracted and intoxicated drivers cause most of the accidents. But also fit and attentive individuals can drive poorly when under stress. For her PhD research Elizabeth Rendón Veléz (IDE faculty) sought for an indicator for stress that a car's autopilot can react to. Working with 56 healthy test persons in a driving simulator, she noticed changes in heart rate, speed of breathing and blinking of the eyes when putting drivers under a time constraint. However, when putting all data together, the stress differences disappeared. “These differences were mainly evident when analysed per individual participant and seldom observable for the combined data of all participants”, she concludes. delta.tudelft.nl/29188


Contents International

32

International housing e and a playt

34

Surviving the trash

The bike of

Text: Heather Montague Photo: Sam Rentmeester

35

Science

Arwin Khoshnewiszadeh

Name: Arwin Khoshnewiszadeh (Norway, BSc, Aerospace Engineering) Price: 140 Euros Brand: Panasonic DX-3000 Striking Feature: Steel tubing with a beautiful color scheme

See www.delta.tudelft.nl for the translation of page 18: Airborne cowboys

Before coming to Delft from Norway three years ago, Arwin Khoshnewiszadeh rarely used a bike. In his home city of Oslo there are few dedicated paths and he says most cyclists ride on the road which can result in dangerous situations. But as he soon learned, even living in the land of bike paths doesn’t eliminate the danger for cyclists. In mid-September, Khoshnewiszadeh was riding on the main bike path next to the Faculty of Architecture when a car suddenly crossed in front of him. “My front wheel hit the back door and I flew into the windows head first,” he recalled. Luckily other cyclists helped him and called an ambulance. He was taken to the hospital where they checked for neck and head injuries. “I was really lucky and was sent home with only a groggy feeling and headache,” he said. “I can’t say the same for my bike.” Khoshnewiszadeh quickly found a worthy replacement for his old bike online. The price, coupled with its appearance, inspired him to contact the seller right away. “When I picked up the bike, it was love at first sight,” said Khoshnewiszadeh. “It’s an old bike which looks as handsome as it did 25 years ago and rides as smooth as butter.” Khoshnewiszadeh has only owned his current bike for a couple of months. “I would say we are still in the getting to know each other’ phase,” he said. The bike, which he describes as having a beautiful colour scheme, was extremely well maintained for being even older that Khoshnewiszadeh himself. Initially, he planned to use the bike for racing. But Khoshnewiszadeh enjoyed riding it so much around Delft that he now uses is almost daily for getting around. “I have fun with this bike every day,” he said. “I love riding really fast to and from university. If someone overtakes me I take it as a challenge and pick up my speed and bike past them. There is therefore seldom a slow moment with my bike.”


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.