Delta nr. 11
11 februari 2013
Tien ambitieuze vrouwelijke wetenschappers komen de TU Delft versterken
toptalent reportage
interview
verhaal
appels en peren
Doctor met drijfveer
online onderwijs
International pages inside see page 28
8 Delta nr. 11
11 Januari
2013
Regelmatig komt het voor dat je voor een opdracht een tijdelijke studio moet inrichten. Een gesleep met statieven, achtergrondrollen, studioflitsers, accu’s en fotospullen. Ook al heb je vooraf aangegeven dat je een grote lege ruimte nodig hebt, in de praktijk zetten ze je nog wel eens in een bezemkast. Maar bij het Art Centre Delft was het goed geregeld. (Fotograaf Hans Stakelbeek)
REAGEER!
12
www.delta.tudelft.nl
colofon Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.
Redactie Frank Nuijens (hoofdredacteur) - @franknu, Katja Wijnands - @kwijnands, Dorine van Gorp - @dorinevangorp, Saskia Bonger - @sbonger, Tomas van Dijk - @tomasvd, Carlijn Remmelzwaal - @c_remmelzwaal, Connie van Uffelen - @connievanu, Jos Wassink - @joswashere Medewerkers aan dit nummer Jorinde Benner, Jessica van den Doel, Dap Hartmann, Auke Herrema, Job Hogewoning, Lynn Morrison, Olga Motsyk, Damini Purkayastha, Molly Quell, Ionica Smeets, Jimmy Tigges, Robert Visscher, Petra Vissers Foto’s Sam Rentmeester, Hans Stakelbeek
Bladconcept en vormgeving Maters & Hermsen, Leiden Lay-Out Liesbeth van Dam, Saskia de Been Redactie-adres Universiteits-bibliotheek, Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848, delta@ tudelft.nl Advertenties H&J Uitgevers, 010 451 5510, delta@henjuitgevers.nl Druk Deltahage, Den Haag Oplage 8.000 Jaargang 45 ISSN 2213-8838 Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op de website. Meer informatie op: www.delta.tudelft.nl/colofon
reportage
interview
topvrouwen
wereldverbeteraar
Tien getalenteerde vrouwen zijn binnengehaald voor een TU Delft Fellowship. Ze moeten het lage percentage vrouwelijke wetenschappers op de TU Delft omhoog krikken. Opvallend: slechts één vrouw heeft de Nederlandse nationaliteit.
De Spaanse katalyse-expert professor Avelino Corma kreeg begin januari een eredoctoraat van de TU Delft. “Nieuwe dingen ontdekken, en die ontdekkingen toepassen om het leven beter te maken. Dat is mijn drijfveer.”
16
Delta 12 verschijnt op maandag 25 februari.
29 reportage
international pages
goede ogen
happy new year
Vergeet statistiek maar even. Je ogen gebruiken om patronen te herkennen in enorme bergen data; daar gaat het om bij het project Vanpire. “Wat we eigenlijk gaan doen is appels met peren vergelijken.”
New Years Day in China marks the beginning of the spring and the end of winter in Chinese culture. Chinese people reflect on the lessons learned in the previous year and celebrate the opportunities for good luck and fortune in the coming one.
VERDER Column 04 KORT NIEUWS 05 SPORT 06 DESGEVRAAGD 07 KRIEP 07 JOB DE KOK 15 groot verhaal 20 BACHELOR 23 COLUMN 25 apps 25 BOEKEN 27 SCIENCE 29 survival guide 30 TALKING POINT 31
Delta Wat is de belangrijkste taak van de universiteit? Toen ik zeventien was en een studie uitkoos, zag ik de universiteit vooral als een school. En toen ik eenmaal studeerde bleef dat zo. Ik wist dat de docenten ook nog iets met wetenschap deden, maar dat leek me een klein deel van hun werk. Hun hoofdtaak was natuurlijk om de nieuwe generatie op te leiden. Het viel me wel op dat ze ons vooral opleidden tot een nieuwe versie van zichzelf. Als je vroeg wat voor werk je na je afstuderen buiten de universiteit kon doen, werd je verbaasd aangekeken. Een baan buiten de universiteit? Waarom zou je dat nu willen? Ik koos dan ook maar keurig voor een promotieplek. Toen veranderde mijn beeld van de universiteit compleet. Ineens zag ik dat het werk van de meeste collega’s draaide om onderzoek. Tussendoor moesten ze de eerstejaars nog even algebra en analyse leren. Maar het belangrijkste was toch onderzoek doen en vooral artikelen publiceren. Ik leerde ook dat de staf vooral daarop wordt afgerekend. NWO-beurzen, mooie functies, prestigieuze voordrachten: die krijg je allemaal dankzij je publicaties en niet dankzij je geweldige lesgeven. Dus nogal wiedes dat de belangrijkste taak van de universiteit onderzoek is. Inmiddels ben ik alweer een paar jaar weg bij de universiteit en weet ik niet meer zo goed wat nu belangrijker is: onderwijs of onderzoek. Het liefste wil je universiteiten die allebei heel goed doen. Helaas ligt de balans bij de financiering nu wel heel erg op onderzoekskwaliteiten. Universitaire medewerkers die beter zijn in onderwijs dan onderzoek, moeten veelal vrezen voor hun baan. In de praktijk zijn mensen die uitblinken als docent én onderzoeker nogal zeldzaam. En tegenwoordig is één van de talenten geliefder dan het andere. Een klassiek voorbeeld uit de wandelgangen: bij een vakgroep waren er twee trajecten voor jonge afgestudeerden. Ze konden kiezen om carrière te maken als onderzoeker en een promotietraject doen. Ze konden ook universitair docent worden, dan deden ze geen promotieonderzoek, maar richtten ze zich helemaal op lesgeven. Een paar jaar later besloot de decaan dat alleen nog mensen die gepromoveerd waren een vaste aanstelling kregen en alle onderwijsmensen konden vertrekken. Laten we even heel eerlijk zijn: je hoeft echt niet gepromoveerd te zijn om goed college te kunnen geven. Het is handig als studenten af en toe een echte toponderzoeker te zien krijgen, iemand die de randen van het vakgebied verkent. Maar een groot deel van de vakken kan ook door een iets mindere onderzoeksgod gegeven worden. Iemand met een gedegen basiskennis van het vakgebied, die gevoel heeft voor studenten en zorgt dat de basisvaardigheden goed aangeleerd worden. Ook voor de échte onderzoekers zou het fijn zijn als er meer van zulke mensen een eervolle baan aan de universiteit hadden. Zij hebben dan meer tijd voor hun belangrijke publicaties en kunnen hun onderwijstijd vooral besteden aan het begeleiden van afstudeerders en promovendi die verder willen in hun onderzoeksgebied. Meer waardering voor onderwijs is ook in het belang van beter onderzoek.
Ionica Smeets is TUalumnus (wiskunde), wetenschapsjournalist en onderzoeker bij Publiek Begrip van Wetenschap in Leiden.
TU Delft
Oud-IO-studente Marlies de Koning geeft twee keer per week pralaya yoga op het sportcentrum van de TU Delft. Pralaya yoga is een pittige yogavariant waarbij je spieren juist aanspant in plaats van ontspant. 1 Pralaya yoga biedt ontspanning na het studeren..
4 De trucjes van deze yogastijl kun je
ja
ja
2 Pralaya yoga
5 Op welke vraag wil je
is voor iedereen geschikt, ook als je niet sportief en lenig bent.
terugkomen? “Op vraag 4. Mijn docent Robert Boustany, grondlegger en bedenker van pralaya yoga, heeft onderzocht welke spieren kort en slap zijn, de zogenoemde vergeten spiergroepen. Bij andere yogavarianten ontspan je je spieren door ze te stretchen. Bij pralaya yoga ga je juist de vergeten spiergroepen aanspannen, wat het heel technisch en actief maakt. Op die manier leer je je lijf kennen en die trucjes en kennis kun je toepassen in andere sporten, bij het studeren, ademhalen en werken.” (CR)
ja
3 Steeds meer studenten doen aan yoga.
ja
toepassen in het dagelijkse leven.
Foto: Marlies de Koning
columnIONICASMEETSonderzoeksgoden
4
265 Nooit eerder heeft Bouwkunde zo weinig eerstejaars bachelorstudenten gehad: 265 volgens een peiling op 1 december 2012. In 2009 was er nog sprake van een piek met 562 eerstejaars, waardoor de onderwijskwaliteit in het gedrang kwam. Dat was reden voor de TU Delft om een numerus fixus in te stellen vanaf collegejaar 2011-2012. Dat zouden alle opleidingen bouwkunde in zowel hbo als wetenschappelijk onderwijs moeten doen, vindt de Bond van Nederlandse Architecten. De arbeidsmarkt is volgens de bond nu ‘extreem slecht’ waardoor een numerus fixus ‘onafwendbaar’ is. www.delta.tudelft. nl/26264
Tweets
Kort Keffertje
De dertien Nederlandse universiteitsbladen hebben steeds meer moeite om onafhankelijk te opereren. Vijf kunnen bestempeld worden als waakhond, vijf als keffertje (wel blaffen, niet bijten) en drie als schoothond. Delta valt in de tweede categorie. www.delta.tudelft.nl/26255
Overstappers
Zorgrobot Eva trok veel bekijks in het verpleegtehuis in Heemskerk waar onderzoeker dr.ir. Joost Broekens van het Delftse zorgrobotproject haar mee naartoe nam, drie dagen na de officiele opening van het TU Delft Robotics Institute op 25 januari. “Handig zo’n robot”, vond een vrouw in een rolstoel. “Als ik naar de badkamer ga, kan ze mijn kleren meenemen. Maar ik heb liever niet dat ze medische taken uitvoert.” (Foto: Tomas van Dijk) Pagina 30: Handy robot serves drinks
Wie je moet kennen Ze hamert er al jaren op: neem emoties serieus in besluitvorming over risicovolle technologie. Hoogleraar filosofie prof.dr. Sabine Roeser hield vrijdag 8 februari haar intreerede. Haar stelling: emoties brengen belangrijke morele standpunten en ethische bezwaren aan de oppervlakte. Zo kan verontwaardiging duiden op een onrechtvaardige verdeling van risico’s. En boosheid op een schending van autonomie; geef je de mensen wel die inspraak in hun leefomgeving die past in een democratie?
Het ondergrondse ecosysteem kan mensen dienen bij tal van maatschappelijk relevante activiteiten, stelde prof.dr.ir. Timo Heimovaara op 1 februari in zijn intreerede. De hoogleraar geomilieutechniek doet onder meer onderzoek naar de mogelijkheid om natuurlijke biologische processen in de ondergrond te benutten voor geo- en civieltechnische toepassingen. Zo kan met behulp van micro-organismen zandsteen gemaakt worden uit los zand, zodat de stabiliteit van dijken verbeterd kan worden.
Dr. Eelco Visser heeft een Vicisubsidie van 1,5 miljoen euro ontvangen van NWO. Hij doet aan de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica onderzoek naar programmeertalen. Met het Viciproject ‘The Language Designer’s Workbench’ wil Visser dat ontwikkelaars van programmeertalen een diepere analyse kunnen uitvoeren op de beschrijving van hun programmeertaal.
Het aantal hbo’ers dat doorstudeert aan een universiteit is voor het eerst in jaren gedaald. Universiteitenvereniging VSNU denkt dat dure schakelprogramma’s daar de oorzaak van zijn. De TU Delft laat een ander beeld zien: in Delft was er in 2010 een scherpe daling en trok het aantal hbo’ers dat de overstap waagde in 2012 juist een beetje aan. www.delta.tudelft.nl/26254
Online onderwijs
De TU Delft wil een groot Europees samenwerkingsverband voor online onderwijs opzetten. Een subsidieaanvraag voor zes ton is eind januari naar de Europese Commissie gestuurd. In juni wordt bekend of de aanvraag wordt gehonoreerd. www.delta.tudelft.nl/26252
Informaticales
Jongeren groeien op met hun smartphone in de ene en hun tablet in de andere hand, maar hebben geen weet van veilig internetgebruik. Tijd voor bijdetijdse en verplichte schoolvakken informatica. Dat stelt de KNAW-commissie informatica in het voortgezet onderwijs, waarin de Delftse hoogleraar informatica Inald Lagendijk zitting heeft. www.delta.tudelft.nl/26250 en 26253
YesDelft2
YesDelft zit vol. De provincie en de gemeente Delft trekken ongeveer een miljoen euro uit voor een nieuw pand: YesDelft2. De TU onderzoekt of en hoeveel zij er juridisch gezien zelf in kan steken. www.delta.tudelft.nl/26242
Geen selectie
De numerus fixus is niet bedoeld als sluiproute om selectie aan de poort te kunnen toepassen, waarschuwt minister Bussemaker. Ook Kamerleden maken zich zorgen over de toegankelijkheid van het hoger onderwijs. Steeds meer ‘gewone’ studies voeren een studentenstop in. www.delta.tudelft.nl/26248
IN THE SPORTLIGHT Syb Ten Cate Hoedemaker
Sportzaken
Specs
1.85 mtr Gewicht
88 kilo Geboortejaar 1989
studie: Maritieme techniek, bachelor
IJshockeyhelm met beschermtralies voor neus en tanden.
Weinig vrouwen
Retrotouwtje aan de hals. Gebruikelijk in de jaren 70 en 80, momenteel weer erg hip.
sport: IJshockey bij Phoenix Firebirds, ondervereniging van DSC.
Officieel wedstrijdshirt van Delft Phoenix Firebirds
andere sporten: Vissen, voor de lol. Vroeger gehockeyd.
Sterke punten: “Inzicht en techniek.”
Het verenigingslogo: het fabeldier Phoenix (Feniks) in de weer met een ijshockeystick.
Zwakke punten: “Afstandsschot.” Blessuregevoeligheid, lichamelijke zwakheden: “Niks, ik ben onbreekbaar.” Hoogtepunten/prijzen? “Twee seizoenen geleden hebben we met Firebirds het NSK gewonnen.” Waarom zou je gaan ijshockeyen? “Omdat het de allersnelste teamsport is ter wereld. Met je lichaam kun je veel compenseren. Je bent fysiek tot veel in staat, alles mag.” Ambities? “Die had ik vroeger wel, toen ik in de Nederlandse jeugdselectie zat als veldhockeyer. Ik geef nu bewust voorrang aan mijn studie en andere dingen.”
Schouders, ellebogen en knieën zijn de meest kwetsbare lichaamsdelen bij een val. In de kleding zitten daar beschermstukken verwerkt.
Reebok schaatsen, met pompje ic opblaaskussentje aan de zijkant, om ze strak te trekken.
Foto: Sam Rentmeester
Hekel aan? “Veel mensen gaan op ijshockey omdat ze denken dat het vechten erbij hoort, maar het gaat toch echt om het spel.”
De voetballers van Ariston’80 schoten verrassend uit de startblokken, lopers gaan dat aanstaande woensdag pas weer doen en Delftse wielrenners gebruiken geen doping, maar willen alleen maar fietsen. In kringen van studentenwielervereniging WTOS is de reeks recente bekentenissen door bekende coureurs over dopinggebruik een terugkerend gespreksonderwerp. “Voor ons blijft het natuurlijk een ver-van-mijn-bedshow”, reageert bestuurslid Tim Foppen geruststellend. “Ik denk dat de meeste WTOS’ers het vooral een hype vinden. Die vinden het gewoon leuk om te fietsen.” Dat deden ze bijvoorbeeld op het vorige week verreden clubkampioenschap cross, in het bos achter de Ikea. Anders dan in vorige jaren hoefden ze niet door de bagger te ploeteren, vertelt voorzitter Tim Hogervorst: “Daardoor kwam het meer op beuken aan dan op stuurtechniek.” De vier rondes werden in ongeveer veertig minuten afgelegd door aardig wat deelnemers. Jos Koop, het sprintkanon van WTOS, legde zich pas kort geleden toe op het crossen. Het resultaat was een overtuigende zege, waarbij de nieuwe clubkampioen vrijwel het gehele deelnemersveld op één ronde achterstand zette. De enige vrouw in het peloton was Jeltje van der Meulen. “Tja, het blijft Delft hè”, verklaart Foppen. “Je mag blij zijn dat er een meedoet.” Hoeveel vrouwen komen opdagen bij de aanstaande derde Winterse Wippolderloop van De Koplopers is de vraag. Bij de eerste loop, in oktober, verschenen alleen mannen aan de meet. Een maand later was Sarah Lammers de enige vrouwelijke deelnemer. De snelste mannen over de 6,9 kilometer waren respectievelijk Martin Bloemendal en Jelle Roozenburg. Na de loop van deze week volgt een laatste race halverwege maart. Wie in aanmerking wil komen voor een notering in het eindklassement moet minstens drie van de vier lopen afleggen. Liefhebbers kunnen zich woensdag om 19.45 uur melden aan de start bij de ingang van het TU-sportcomplex. Tot slot nog een melding van de verrassende competitieherstart door Ariston’80. Vóór de winterstop pakten de in de derde klasse debuterende voetballers slechts eenmaal de overwinning. Omdat het niet meer boterde tussen de spelersgroep en coach Arjan van der Meijde werd in december, in goed overleg zoals dat heet, besloten uit elkaar te gaan. Het studententeam speelde na de winterstop zowel BSC’68 (4-0) als Leiden (4-1) met klinkende cijfers van de mat. De laatste wedstrijd onder de hoede van de nieuwe coach Ruud van Zuijlen. TU-medewerker Van der Meijde had overigens een aardige klus bij het Afrikaans voetbalkampioenschap, als video-analist van de nationale ploeg van Burkina Faso. Tips? jimmy.tigges@hetnet.nl
Delta
7
TU Delft
Desgevraagd Van 20 miljard kubieke meter aardgas per jaar in 2000 is de winning van gas opgevoerd naar 47 miljard kuub in 2012 (inkomsten voor de staat: 11,5 miljard euro). Tegelijk steeg het aantal aardbevingen in het gebied van 4 naar 28 per jaar en nam de sterkte toe tot 3,9 op de Richterschaal in augustus 2012. De NAM erkende vorige maand verantwoordelijkheid, en zei toe een bedrag van 100 miljoen euro te reserveren. Groningen vraagt een miljard. Is het tijd voor een trendbreuk? Hoogleraar geofysica en oud-rector prof. dr.ir. Jacob Fokkema (Technische Natuurwetenschappen) pakt er een papiertje bij en zegt: “Het is heel simpel. Onder een stapel aardlagen liggen die poreuze lagen. Het gas zit daar onder hoge druk in, maar dat wordt aangeboord en verkocht. Daardoor verliest het gesteente zijn kracht en zakt een beetje in. Dat is op zich geen probleem. Maar aan de rand van het reservoir zitten andere aardlagen en daartussen bouwt een spanning op. Op een gegeven moment schiet dat met een schok los en krijg je een aardbeving waarvan de grootte afhangt van de grootte van het verschoven oppervlak. Meer is het niet.” Aan voorspellingen waagt hij zich niet,
maar wel weet hij: “Zo lang je aan het winnen blijft, blijft je de spanning uit het gesteente halen en blijf je het oppervlak irriteren.” Tv-camera’s zoomen in op scheuren in de muren, maar emeritus hoogleraar veiligheidskunde prof.dr. Ben Ale (Techniek, Bestuur en Management) signaleert vanuit Frankrijk een heel ander gevaar: “Ik hoop dat ze genoeg geld hebben om de mensen te compenseren als het gebied onderloopt. Honderd miljoen is voor de aardbevingen, maar ook de dijken lopen een groot risico. Door de aardbevingen zakken ze in. Verwonderlijk dat twee dagen nadat de minister roept dat overstromingen de grootste bedreiging voor Nederland vormen, er opeens luchtig over gedaan wordt als de dijken inzakken als gevolg van aardgaswinning. Het is niet handig om de waarschuwingen over bodemdaling zo lang te negeren. Als ze de schade vergoeden, is de schade aan de huizen nog te overzien.
Schade aan de dijken, dat is zorgelijker.” Het rapport van Staatstoezicht op de Mijnen stelt dat halvering van de productie de kans op een zwaardere beving (kracht 3,9 of meer) halveert. Maar niet wegneemt. Pas als de productie wordt teruggebracht naar een kwart van de huidige hoeveelheid (naar 12 miljard kuub/jaar), daalt het risico op aardbevingen tot het minimum. Zo’n reductie is onbespreekbaar, dus men zet geld opzij voor compensatie. Veiligheidskundige dr.ir Coen van Gulijk (TBM) reageert: “Nu men besluit om de gaswinning niet stop te zetten, en het KNMI aangeeft dat zwaardere aardbevingen te verwachten zijn, zou een nader onderzoek moeten plaatsvinden naar de risico’s. Met voorspellende modellen moet gekeken worden wat de gevolgen zijn voor de huizen en de dijken in het gebied. Op basis van die risicoanalyse kun je kijken waaraan het geld het best besteed kan worden: aardbevingbestendig maken van huizen, mensen uitkopen, bewoners compenseren voor onverkoopbare huizen of versterking van de zeedijk.” Zo’n onderzoek zou ook duidelijk moeten maken wat een reëel compensatiebedrag is: 100 miljoen, een miljard of wellicht nog meer. (JW)
Als studenten niet opletten tijdens een hoorcollege ligt dat aan de docent, niet aan de studenten.
92%
Waar! Naar een inspirerende docent luisteren studenten altijd.
8%
Niet waar! Studenten letten tegenwoordig per definitie minder op.
Kijk voor de nieuwe poll op de Facebookpagina van Delta. www.facebook.com/tudelta
Strip: Auke Herrema
Nu uit rapporten blijkt dat aardbevingen in het gaswinningsgebied Noordoost-Groningen frequenter en zwaarder worden, is compensatie toegezegd. Wat staat er op het spel?
8
Delta
Tekst: Saskia Bonger Foto’s: Sam Rentmeester
TU Delft
10 Topvrouwen Discriminatie, of niet? Dat was de vraag toen de TU Delft aankondigde op zoek te gaan naar vrouwelijk talent: wetenschappers, die in Delft een tenure track konden doen om hun carrière te versnellen. En om het treurig lage aantal vrouwelijke onderzoeksters in Delft op te krikken. De universiteit vond tien vrouwen. De ambitie spat van ze af.
S
neeuw, zon en vrieskou buiten; de geur van haardvuur en een bescheiden clubje netwerkende TU-medewerkers binnen. In het Art Centre aan de Rotterdamseweg staan zeven van de tien vrouwelijke wetenschappers die de universiteit heeft binnengehaald voor een TU Delft Fellowship klaar voor hun korte pitch. De sfeer is ontspannen, de nieuw aangestelde wetenschappers praten met hun mentoren en de leden van de selectiecommissie die hen aanstelde voor een tenure track naar een vaste aanstelling universitair docent (UD), universitair hoofddocent (UHD) of hoogleraar. In die commissie zaten onder meer rector Karel Luyben, Bouwkundedecaan Karin Laglas, voorzitter van vrouwennetwerk Dewis Isabel Arends en hoofd human resources (HR) Nynke Jansen. Ook Johan Verweij, HR-pro-
grammamanager, zat in die commissie. Op aangeven van Jansen kan hij de percentages vrouwen opnoemen onder het wetenschappelijk personeel. De volgende dag e-mailt hij ze: in 2012 was 24 procent van de UD’s vrouw, 11 procent van de UHD’s en 11 procent van de hoogleraren. De TU scoort (overigens niet als enige universiteit) notoir laag.
Helpende hand Dat was uiteindelijk de reden dat het College voor de Rechten van de Mens (CRM), voorheen de Commissie Gelijke Behandeling, na een klacht oordeelde dat de TU geen verboden onderscheid maakte bij de werving voor het fellowship. De achterstand van vrouwen is in de praktijk simpelweg zo groot dat het nodig is vrouwen een handje te helpen. Verweij: “Maar dat ging niet zomaar. We moesten twee keer een enorme hoeveelheid gegevens overhandigen aan de commissie voordat ze eruit waren.” Alle inspanningen moeten er
uiteindelijk toe leiden dat er eind dit jaar twaalf procent van de hoogleraren vrouw is, vijftien procent van de UHD’s en dertig procent van de UD’s. Tussen de tien vrouwen die nu zijn aangesteld zitten twee hoogleraren, twee UHD’s en zes UD’s. Zij zijn over zeven faculteiten verdeeld, alleen Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek ontbreekt. Naast hun salaris krijgen de onderzoeksters respectievelijk driehonderdduizend euro, tweehonderdduizend euro en honderdduizend euro om hun onderzoek op te zetten. Wat opvalt, is dat slechts één van de vrouwen de Nederlandse nationaliteit heeft. Hun gemiddelde leeftijd is 36,4 jaar. De jongste fellows zijn 33 jaar,
de oudste is 49. De helft van de geïnterviewden wilde de leeftijd niet vermeld hebben, vandaar dat deze allemaal zijn weggelaten. De kosten van het fellowship worden voor tweederde door het college van bestuur betaald, de rest komt voor rekening van de faculteiten waar ze zijn aangesteld. In totaal heeft de universiteit - afhankelijk van het instroomniveau van de wetenschapsters - minimaal 10,5 miljoen euro en maximaal 14 miljoen euro vrijgemaakt voor in totaal twintig fellowship-deelnemers. In 2014 worden er nog eens maximaal tien vrouwelijke wetenschappers aangesteld binnen het fellowship.
De achterstand van vrouwen is zo groot dat het nodig is ze een handje te helpen
Nuria Llombart
Elisa Giaccardi
(UHD bij EWI) Nationaliteit: Spaans Onderzoekt: Hoe het aantal fotonen dat aankomt in de detectoren van teraherzt antennes kan worden gemaximaliseerd. Dat vergroot de gevoeligheid van deze antennes, die gebruikt kunnen worden in de ruimte en voor veiligheidsdoeleinden als wapendetectie. Llombart werkte al eerder in Nederland. Ze was promovendus bij TNO. De laatste jaren werkte ze bij het Amerikaanse Jet Propulsion Laboratory, dat onderzoek doet voor Nasa. Terugkomen naar Nederland voelt voor de Spaanse aangenaam: “Nederland is een goed compromis tussen werk en privé. In de Verenigde Staten heb je geen vakanties. Ik heb een kindje van één. Hier wordt dat herkend door je werkgever.”
(Hoogleraar bij IO) Nationaliteit: Italiaans Onderzoekt: “Sociale media zijn ondraaglijk en niet-duurzaam”, zei geesteswetenschapper Giaccardi in haar pitch. Wat ze daarmee bedoelde? “Sociale netwerken hebben veel potentie, maar de huidige interfaces zijn zo gemaakt dat ze de flow van het alledaagse leven juist onderbreken.
Dat moet anders.” De onderzoekster werkte de laatste drie jaar in Spanje, maar zat daarvoor in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië, altijd in computer science-afdelingen. Giaccardi werkt nu onder meer aan een project met Volkswagen, om een deelauto te ontwerpen waarin de gebruikers hun persoonlijke verhalen kunnen achterlaten, zodat de auto mensen verbindt.
Philomena Bluyssen (Hoogleraar bij Bouwkunde) Nationaliteit: Nederlands Onderzoekt: De kwaliteit van het binnenmilieu van gebouwen en de mogelijkheden dit te verbeteren door uit te gaan van de wensen en eisen van de gebruiker. Ze schreef onder meer het boek ‘Indoor Environment Handbook: How to make buildings healthy and comfortable’. Bluyssen is getrouwd en moeder van twee zoons (13 en 9).
Wioletta Ruszel
Marie-Eve Aubin-Tam
(UD bij EWI) Nationaliteit: Pools, opgegroeid in Duitsland Onderzoek: Als wiskundige maakt Ruszel op fundamenteel niveau modellen van processen op toevallige structuren, zoals de communicatie tussen neuronen in de hersenen. Neurowetenschappers kunnen die modellen gebruiken om bepaalde dynamieken in de hersenen te begrijpen. De onderzoekster kwam in 2006 naar Nederland en werkte eerst aan de Rijksuniversiteit Groningen.
(UD bij TNW) Nationaliteit: Canadees Onderzoekt: De beweging van proteïnen in membranen. “In membranen vinden belangrijke processen plaats. De giffen uit bacteriën worden door membranen heen getransporteerd door langskomende proteïnen. Zo worden giffen dus in onze cellen geïnjecteerd.
Hayley Hung Als we begrijpen hoe dat werkt, kunnen we dezelfde strategie gebruiken om medicijnen in cellen af te leveren. Er zijn altijd nieuwe manieren nodig om dat te doen.” Dat klinkt ingewikkeld, maar de grootste uitdaging voor de komende jaren wordt volgens Aubin-Tam om werk en privé goed te combineren.
(UD bij EWI) Nationaliteit: Brits, haar ouders komen uit Hong Kong Onderzoekt: Hoe machines gebruikt kunnen worden om menselijk gedrag te begrijpen. “Nu willen we bijvoorbeeld apps die kunnen zeggen of iemand echt vriendelijk doet, of maar doet alsof.” Hung praat met architecten over positief gedrag en welbevinden in de openbare ruimte. Hoe kunnen machines bepaald gedrag signaleren – overigens zonder af te luisteren – en beïnvloeden? Hung werkte tot voor kort aan de Universiteit van Amsterdam en is van plan om in Amsterdam te blijven wonen. “Ik kom naar Delft omdat hier een paar vrouwelijke rolmodellen zijn om tegenop te kijken. En de honderdduizend euro onderzoeksgeld helpt ook mee.”
Delta
TU Delft
Rafaela Hillerbrand
Heike Vallery
(UHD bij TBM) Nationaliteit: Duits Onderzoekt: De filosofie van wetenschap en techniek. Voorbeelden van Hillerbrands werk zijn computersimulaties van de wetenschappelijke en de ingenieurspraktijk. Ook houdt ze zich bezig met onzekerheid in klimaatmodellen en de relatie tussen energiegerelateerde technologie en (social) life cycle assessment. Deze laatste term is volgens Hillerbrand niet makkelijk in één zin uit te leggen. Hillerbrand promoveerde twee maal summa cum laude: in 2003 in de filosofie en in 2006 in de fysica. Ze was al hoogleraar, ‘juniorprofessor’, aan de universiteit van Aken. Naast andere taken, was ze in 2011 adviseur van de ethische commissie van de federale regering die gaat over veilige energievoorziening.
(UD bij 3mE) Nationaliteit: Duits Onderzoekt: Robots die mensen kunnen helpen lopen en die dat zo onzichtbaar mogelijk doen. Vallery doet bijvoorbeeld onderzoek naar een apparaat dat helpt bij het in balans blijven. Dat apparaat
Miren Vizcaino (niet op de foto) (UD bij CITG, startdatum 1 maart 2013) Nationaliteit: Spaans Onderzoekt: De relatie tussen continentgrote gletsjers en het klimaat. Vizcaino wil ervoor zorgen dat deze ijskappen een standaard onderdeel worden van klimaatmodellen, omdat hun smeltwater zorgt voor zeespiegelstijging. Momenteel werkt zij nog voor het Institute for Marine and Atmospheric Research van de Universiteit Utrecht. Vizcaino promoveerde aan het Hamburgse Max Planck Institute for Meteorology. Daarna ging ze als postdoc aan de slag bij Berkeley.
moet liefst in een rugzak passen en alleen in werking treden als mensen dreigen te vallen. De onderzoekster werkt voor tachtig procent in Delft en voor twintig procent in Abu Dhabi, waar ze in juli 2011 begon aan de Khalifa University.
11 Maria Santofimia (UD bij 3mE) Nationaliteit: Spaans Onderzoekt: De eigenschappen van metalen op fundamenteel niveau. “Metaal bestaat op microniveau uit verschillende onderdelen. Ik onderzoek hoe die onderdelen zich vormen en hoe ze de eigenschappen van een metaal beïnvloeden.” Die kennis gebruikt Santofimia om met de industrie nieuwe metalen te ontwikken. “Zeg mij welke eigenschappen je nodig hebt en ik zeg welke structuren je moet gebruiken.” De onderzoekster won eerder al een Vidi-subsidie en een ERC starting grant.
De Spaanse katalyse-expert professor Avelino Corma combineert fundamenteel en toegepast onderzoek en is daar heel succesvol in. Hij kreeg er begin januari een eredoctoraat van de TU Delft voor. “Nieuwe dingen ontdekken, en die ontdekkingen toepassen om het leven beter te maken. Dat is mijn drijfveer.”
‘ik wil het leven beter maken’
Tekst: Jos Wassink Foto: Sam Rentmeester
Delta
13
TU Delft
Ik begrijp dat uw scheikundige belangstelling al vroeg ontstond en dat u als kind stoffen uit planten wilde winnen. Hoe ging dat? “Ik kom uit een boerengezin. We hadden altijd veel last van slakken die het gewas aanvraten. Die bestreden we met een chemisch strooisel waardoor ze stierven. Toen ik dertien jaar was, zag ik dat het gif methanal bevatte. Ik dacht: dat kan ik ook maken. Dus ik kocht methanol bij de drogist en kaliumdichromaat om het te oxideren. Ik impregneerde er wat kaf mee en probeerde het uit. Tot mijn verbazing kwamen de slakken erop af, maar gingen ze niet dood. Later begreep ik dat methanal bedoeld was om slakken aan te trekken. Ze gingen dood aan het arsenicum, dat niet in mijn mengsel zat.”
Is het normaal dat een jongen van dertien zoiets weet en bedenkt? “Ik denk het niet. Mensen vroegen zich niet zoveel af in die tijd. Ik wilde gewoon toepassen wat ik op de middelbare school leerde. Het is leuk te weten dat je methanol kunt oxideren, maar als je het kunt toepassen in de wereld om je heen, kun je er misschien problemen mee oplossen. Zo denk ik.”
U bent bekend als een van de grondleggers van het gebruik van zeolieten als katalysator om scheikundige reacties mee te versnellen. Wat zijn zeolieten? “Dat zijn anorganische driedimensionale structuren die als vaste stof in de natuur voorkomen, maar die ook gesynthetiseerd kunnen worden. De belangrijkste eigenschap is dat ze een regelmatig patroon van poriën hebben in een kristalstructuur waarbij de ligging en de grootte van de poriën constant is. Daarmee kun je moleculen selecteren. Als je bovendien actieve plekken zoals metaalionen binnenin de structuur aanbrengt, kun je een selectie maken van de moleculen die naar binnen komen en reageren.”
Ik las dat de Romeinen al zeolieten gebruikten in hun aquaducten om verontreinigingen te binden. Wanneer kwam u ermee in aanraking? “Dat was tijdens mijn postdoc-periode in Canada. Daar gebruikten ze zeolieten in de krakers van olieraffinaderijen. In het lab waar ik toen werkte gaven ze niet veel om zeolieten, maar wel om de producten. Mij interesseerden juist de zeolieten. Ik wilde weten wat het voor materiaal was. In die tijd had je maar twee typen synthetische zeolieten die voor katalyse gebruikt werden. Ik zag mogelijkheden voor de katalyse van heel andere reacties, als je maar de ligging en de grootte van de poriën zou kunnen afstemmen op de moleculen die je wilt laten reageren. Daar ben ik toen mee aan de slag gegaan.”
Dacht u dat u zeolieten kon maken zoals u wilde? “Dat was het doel, maar je weet nooit of je dat bereikt. We zijn heel proefondervindelijk begonnen. Later ontwikkelden we modellen om de structuur en afmetingen onder controle te brengen. Vandaag kunnen we nog niet een zeoliet met poriëngrootte van zeg 5,3 Ångström (1 Ångström= 0,1 nanometer, red) maken in de ene richting en 6,2 Ångström in de andere richting. Wat wel kan is dat we zeolieten synthetiseren met kleine, middelgrote, grote en extra grote poriën en dat kunnen we in een, twee of drie richtingen maken. Dus we komen in de buurt, maar we zijn er nog niet.”
Zeolieten worden nu niet meer alleen in olieraffinage gebruikt, maar ook in waspoeder, korrels voor de kattenbak en de farmaceutische industrie. Wat nog meer? “Ik denk dat adsorptie en katalyse de belangrijkste toepassingen zijn. Voor de kattenbak worden natuurlijke zeolieten gebruikt, daar ga je geen geavanceerde materialen voor maken. Met gesynthetiseerde zeolieten kun je het moleculaire verkeer beheersen.”
Kunt u daar voorbeelden van geven? “Neem de PET-flessen, die worden gemaakt uit tereftaalzuur dat op zijn beurt gemaakt wordt door oxidatie van paraxyleen waarbij de twee methylgroepen tegenover elkaar aan de benzeenring zitten. Maar omdat ze ook ergens anders kunnen gaan zitten, moet je het juiste type er uitselecteren. Dat kan met een zeoliet met de juiste poriëngrootte die het gewenste moleculetype, dat de kleinste diameter heeft, selectief doorlaat. Een ander voorbeeld is het kraken van zeer lange moleculen uit aardolie om er diesel of benzine uit te maken. Stel dat je meer diesel wilt dan benzine omdat er meer vraag naar is. Dan wil je de poriëngrootte zo hebben dat diesel uit het reactievat wegstroomt voordat het verder kraakt tot benzine. Dat is wat ik bedoel met beheersing van het moleculaire verkeer.”
Heeft de ontwikkeling van zeolieten het begrip van moleculaire chemie veranderd? “Dat denk ik wel, omdat zeolieten moleculen samenbrengen in een beperkte ruimte. Hierdoor lijkt het alsof er een hogere druk heerst. Het gevolg is dat de kans op een reactie tussen twee moleculen enorm toeneemt omdat je de moleculen er welhaast toe dwingt.”
Hoeveel verschil maakt dat? Gaan reacties honderd of duizend keer sneller? “O, meer. Dat scheelt vier tot zes orden van grootte. Als je het goed doet, controleer je niet alleen de moleculegrootte, maar ook de optimale oriëntatie van de moleculen voor de reactie.”
Hangt dat af van hoe je de zeoliet opbouwt? “Natuurlijk. Daar hangt het heel sterk van af. Stelt u zich eens voor dat wij twee moleculen zijn die samen moeten reageren om een bepaald product te maken. Wij zweven dan vrij door deze grote kamer waardoor het lang kan duren voor we elkaar treffen. Maar als we een klein hokje maken, dan vinden we elkaar makkelijk waardoor de kans op een reactie veel groter wordt. Stelt u zich nou eens voor dat we alleen staand in het kamertje kunnen komen. Dan komen we vanzelf recht tegenover elkaar uit, waardoor de kans op een reactie nog groter wordt. >>
14
Delta
TU Delft
Dat is hoe een zeoliet de kans op een reactie vergroot en daarmee de chemische reactiesnelheid. Het zijn in feite nanoreactoren.”
Daarover hebt u toch in Science gepubliceerd?
“Dat is één van de onderzoekslijnen. We maken katalysatoren, waarvan zeolieten een plezierig type zijn vanwege de kristallijne opbouw waardoor je precies de structuur weet. Dat is niet bij alle katalysatoren het geval. Ook fijn is dat je bij zeolieten de actieve plekken kent waardoor je met computersimulaties de reacties kunt verkennen die daar plaatsvinden. Maar naast zeolieten werken we met clusters van metalen nanodeeltjes als katalysator.”
“Correct. De reden van die reactiviteit heeft te maken met de elektronen die verdeeld zijn over geleidingsband en valentieband. In een cluster van drie of vijf atomen zijn de elektronen van alle atomen beschikbaar voor reacties waardoor ieder atoom bijdraagt aan de katalytische activiteit. Terwijl bij een nanodeeltje alleen de atomen aan de oppervlakte beschikbaar zijn voor chemische reacties. Die clusters van actieve atomen vormen een nieuw onderzoeksveld waar ik veel van verwacht.”
In de begintijd van het ITQ, begin jaren negentig, begon ook uw samenwerking met de TU Delft, en een wetenschappelijke competitie met professor Van Bekkum. Waar ging dat over?
U hebt de reputatie heel succesvol te zijn in het toepassen van fundamenteel onderzoek. Komt dat door uw wens nieuwe kennis toe te passen?
U ontwerpt en bouwt zeolieten op uw instituut ITQ?
“Ach, competitie zou ik het niet noemen. Professor Van Bekkum is een van onze meesters. Nou, we hebben toen hard gewerkt aan een zeoliet met titanium in het kristalrooster voor de katalyse van oxidatiereacties. Indertijd werkten de groepen van Van Bekkum en mij er allebei aan, en we kwamen gelijkertijd met dezelfde resultaten. Dus we moesten opschieten, maar de competitie verliep altijd vriendelijk en positief. We hebben nog steeds contact en ik heb bewondering voor professor Van Bekkum.”
U werkt nu aan gouddeeltjes als katalysator en zelfs als kankermedicijn. Wat zijn uw verwachtingen voor het katalyseveld? “Tot nu toe zijn we van grote metaaldeeltjes naar nanodeeltjes gegaan. Dat geldt voor goud, maar ook voor platina, paladium, rodium enzovoorts. Maar recent hebben we laten zien dat je nog kleiner kunt gaan. Een cluster van slechts een paar atomen bij elkaar kunnen de reactiviteit enorm versnellen.”
“Ja, dat is de basis. Aan de ene kant onderzoek je hoe de natuur werkt en hoe je daarop kunt ingrijpen. De andere kant is je af te vragen hoe je die kennis kunt gebruiken om de kwaliteit van leven te verbeteren. Laten we de katalytische activiteit van nanoclusters als voorbeeld nemen. Als ik weet dat er chemische reacties plaatsvinden onder gevaarlijke of milieuvervuilende omstandigheden, begin ik na te denken over hoe ik die reacties kan verbeteren met nanoclusters zodat het proces veiliger wordt en minder vervuilend.”
Hoe wint u de belangstelling van de chemische industrie? “Eerst test ik het idee, en als het werkt vraag ik er patent op aan voordat ik het publiceer. Bedrijven lezen dat en zoeken contact. Het kan ook anders. Met bepaalde bedrijven werken we al lange tijd samen, zodat ik weet waar ze naar op zoek zijn. Als zich dan wat voordoet, benader ik ze met een voorstel om het onderzoek samen op te pakken.”
Hoeveel van die onderzoeksprojecten lopen er momenteel? “Samen met bedrijven? Twaalf stuks.”
CV Volgens hoogleraar chemische katalyse Freek Kapteijn (faculteit Technische Natuurwetenschappen), die hem heeft voorgedragen voor het eredoctoraat van de TU Delft, is Avelino Corma Canós (1951) een wereldexpert op het gebied van katalyse met ‘zeolieten’. Kapteijn zegt dat het hem niet zou verbazen als Corma een keer uitgenodigd wordt voor ‘een retourtje Stockholm’. Corma studeerde scheikunde aan de universiteit van Valencia, en promoveerde in 1976 in Madrid. Na twee jaar chemische technologie aan de Queen’s University in Canada keerde hij in 1979 terug als onderzoeker bij de Spaanse nationale onderzoeksraad CSIC. Acht jaar later werd hij daar hoogleraar en in 1990
Dat lijkt me druk. richtte hij het Instituut voor Chemische Technologie (ITQ) op, dat ondersteund wordt door het CSIC en de Technische Universiteit van Valencia. Kapteijn heeft Corma aanbevolen omdat die als geen ander fundamenteel wetenschappelijk onderzoek weet te koppelen aan toegepast onderzoek. Meer dan duizend wetenschappelijke artikelen en ruim 150 patenten getuigen daarvan. Kapteijn: “Zijn werk en benadering zijn een inspiratie voor velen op het gebied van katalyse en poreuze materialen met toepassingen op velerlei gebied. Zowel op wetenschappelijk als op valorisatiegebied scoort hij daarom uitstekend.”
“Erg druk. Het lukt me nog steeds niet een goede balans te vinden tussen wetenschap en privéleven.”
U kreeg vijftien internationale onderscheidingen en negen eredoctoraten. Wat blijft er dan nog te wensen over? “Het eredoctoraat van de TU Delft is mijn tiende. Wat ik wens? Hetzelfde als toen ik dertien was: nieuwe dingen ontdekken, en die ontdekkingen toepassen om het leven beter te maken. Dat is mijn drijfveer. De eerbewijzen zijn aangenaam en ik stel ze zeer op prijs, maar mijn motivatie is onveranderd.” <<
De Spaanse katalyse-expert professor Avelino Corma kreeg tijdens de 171ste Diesviering op 11 januari 2013 het eredoctoraat van de TU uitgereikt vanwege zijn succesvolle combinatie van fundamenteel en toegepast onderzoek. Lijst met eredoctores: www.tudelft.nl/over-tu-delft/organisatie/ eredoctoraten
wedstrijdzeilen in de perzische golf
Delft Challenge in actie voor de kust van Duinkerken in 2009. (Foto: Tomas van Dijk)
De zeilers van het Team Delft Challenge, de zeilvereniging van de TU Delft, zijn afgelopen week vertrokken naar Bahrein om mee te doen aan de wedstrijd Sailing Arabia the Tour. ‘Deelname aan Sailing Arabia the Tour (Satt) is een droom voor veel zeilers, en een ervaring die niet aan een wedstrijdzeil-cv zou mogen ontbreken’, schrijven de studenten op hun website. Drie weken lang zeilen de studenten – negen man in totaal - straks langs kustplaatsen in de Perzische Golf. De tocht leidt van Bahrein naar Muscat (Oman). Team Delft Challenge is het enige Nederlandse team dat meedoet aan Satt, een wedstrijd waar in totaal een tiental teams van over de hele wereld aan deel neemt. De wedstrijd-
boot is de zogenaamde Farr 30, een sportief bootje van bijna tien meter lang, waarin het aan vrijwel elk comfort ontbreekt. De Perzische Golf is een nieuwe en exotische bestemming. Tot vorig jaar deed Team Delft Challenge jaarlijks mee aan de Tour de France á la Voile, een race die in de zomer werd gevaren. “De zomerperiode is een onhandige tijd voor ons in verband met de tentamens die dan ook vallen”, zegt teamleider Léon Boerop. “Bovendien is het in die periode lastiger om media-aandacht te krijgen en dus ook lastiger om sponsering te vinden.” Het is goed mogelijk dat het team Frankrijk voorgoed inruilt voor de Perzische Golf. Voor de kosten hoeven de studenten het niet te laten. Het huren van een boot kost hen in Bahrein een stuk minder dan in Frankrijk. De race wordt pittig. Op hoog tempo wisselen korte races (‘inshores’) bij kustplaatsen en lange-afstandswedstrijden
(‘offshores’) elkaar op, vaak met slechts enkele uren rust. Overdag is het heel warm en ’s nachts ijzig koud. De nachten duren bovendien erg lang. “We gaan heel wat nootjes nodig hebben aan boord”, zegt Boerop. “We eten daar behoorlijk wat van omdat er veel energie in zit. En natuurlijk eten we veel pasta om niet teveel af te vallen tijdens de race.” (TvD) Het team is te volgen via facebook.com/delftchallenge De partycrashers zijn deze week op wintersport.
Menu à deux Met Valentijnsdag om de hoek kan ik uiteraard deze kans niet laten liggen om daar iets over te schrijven. Met een vriendin met Frans bloed heb ik het genoegen gehad meer dan eens Parijs aan te mogen doen. Nou is dat natuurlijk de stad van de romantiek pur sang, maar je hoeft je voor een beetje romantiek niet zo ver buiten de deur te begeven. Hierbij een paar van mijn Valentijndate tips voor de soms toch een vleugje autistisch zijnde Delftenaar. Delft is een heerlijke stad. Niet alleen om te wonen, maar ook om gewoon doorheen te banjeren. Werkt een stuk socialer dan in de bioscoop naar een scherm te staren. Voor wat eten verwijs ik een ieder dan toch naar in mijn optiek de verborgen culinaire parel van de Beestenmarkt: Restaurant Vlaanderen. Ja, je betaalt er voor, maar de kwaliteit is naar mijn mening dusdanig dat het het meer dan waard is. Schuin tegenover restaurant Vlaanderen, aan de andere kant van de Beestenmarkt, zit een ontzettend leuke wijnbar. Daarheen voor de na maaltijdse afzakker is een gouden tip. Want wijn en romantiek zijn een welbekende combi. Nu voor het culinaire, zelf chocolade bodypaint en rozenchips maken. Nodig voor de chocolade bodypaint is chocolade en wat smaakloze olie (zonnebloemolie). Smelt de chocolade au bain-marie of in de magnetron (lees voor de laatste goed op internet hoe dat moet!). Zodra de chocolade is gesmolten, meng je een gelijke hoeveelheid olie met de chocolade. Uiteraard, vergeet niet een klein snufje zout toe te voegen. Door de olie blijft de chocolade vloeibaar. Kwast erbij en smeren maar. Voor de rozenchips het je nodig, een roos, poedersuiker en een oven. Zet de oven zo laag mogelijk (rond de 50 tot 60 graden). Pluk de blaadjes van een roos en was ze. Besprenkel ze, als ze nog nat zijn, licht met wat poedersuiker. Doe ze één of twee uur in de oven, waarna ze compleet zijn uitgedroogd. Voilà, rozenchips! What can I say, I’m a sucker for romance!
Met geslepen messen, De Kokende Student
Doorzichtige
data
Vergeet statistiek maar even. Je visuele cortex gebruiken om patronen te herkennen in enorme bergen aan data; daar gaat het om bij het project Vanpire. â&#x20AC;&#x153;Mensen zijn de allerbeste patroonherkenningsmachines.â&#x20AC;?
M
RI-scans, hersenvolumes, scores van cognitieve tests, concentraties antistoffen in het bloed; het waren zeer uiteenlopende soorten data die de Delftse onderzoeker ir. Martijn Steenwijk als input gebruikte voor zijn computerprogramma Papilio. En het waren véél data. Zowat alle gegevens afkomstig uit een grote Leidse studie naar 156 patiënten die leden aan een variant van de auto-immuunziekte lupus, nam Steenwijk onder de loep. Uit die enorme berg data moest iets interessants te destilleren zijn, redeneerde hij. En inderdaad, na lang spelen met variabelen, combineren van gegevens, creëren van clusters, inzoomen en weer uitzoomen, werden bepaalde verbanden duidelijk. Zo bleek er een link te zijn tussen geheugenverlies bij lupuspatiënten en de aanwezigheid van de antistof lupus anticoagulant. Het onderzoek van Steenwijk, die in 2010 cum laude in Delft afstudeerde, vormt het voorwerk van het project Vanpire. Vanpire staat voor visual analysis in population imaging research. De bedoeling van dit project is medici in staat te stellen op interactieve en intuïtieve manier grote hoeveelheden data te bekijken die op het eerste gezicht moeilijk te combineren lijken. Dr. Charl Botha is penvoerder van de sectie computer graphics & visualisation (EWI). Hij wil het
computerprogramma Papilio de komende vier jaar verder uitbouwen, samen met collega’s uit Leiden en Rotterdam. Zo kunnen nog meer gegevens - waaronder ook genetische data - toegevoegd worden.
‘Je kunt duizenden variabelen overzichtelijk representeren in één oogopslag’
Herkennen
die ze willen verifiëren. Daarvoor is er vaak nog te weinig bekend over de ziekte. “Statistiek loslaten op data is natuurlijk prima”, zegt Botha. “Maar dit impliceert dat je vooraf een hypothese hebt die je gaat verifiëren. Wij willen wat anders doen. Wij willen op zoek naar nieuwe hypotheses door naar de data te kijken.” Hoeveelheid grijze hersenmassa, witte hersenmassa, bloedwaardes, leeftijd, gewicht en genetische afwijkingen. Botha maakt zwaaiende bewegingen voor zijn beeldscherm en doet alsof hij via zijn computerinterface allerlei parameters naar hartenlust verandert middels imaginaire schuifjes en knopjes. De parameters waar Botha mee wil stoeien, zullen onder meer afkomstig zijn uit de ‘Rotterdam Scan Study’. In deze studie onderzoekt het Erasmus MC sinds 1990 via het maken van CT- en MR-scans van de hersenen van mensen van 45 jaar en ouder wat er gebeurt met ons brein als we ouder worden. Het onderzoek moet onder andere inzicht verschaffen in het ontstaan van Alzheimer en dementie. Inmiddels zijn er scans gemaakt van ruim negenduizend inwoners
Eind vorig jaar kreeg Botha driekwart miljoen euro, voornamelijk van onderzoeksfinancier STW. Hij kreeg dit geld samen met dr. Julien Milles van het Laboratorium voor Klinische en Experimentele Beeldverwerking (onderdeel van het Leids Universitair Medisch Centrum LUMC) en prof.dr.ir. Boudewijn Lelieveldt, hoogleraar biomedical imaging in Delft (EWI) en hoogleraar bij de afdeling radiologie van het LUMC. De achterliggende gedachte bij het project Vanpire is dat mensen heel goed patronen kunnen herkennen. “Computerprogramma’s kunnen makkelijk lineaire verbanden registreren, maar als de verbanden ingewikkelder worden en niet meer lineair zijn, zijn ze daar minder goed toe in staat”, weet Steenwijk uit ervaring. “Je visuele cortex daarentegen is de beste patroonherkenningsmachine die er is. Door menselijke visuele perceptie handig te gebruiken, kun je dergelijke ingewikkelde patronen wél ontdekken.”
Breinonderzoek
Bij deze manier van werken, ook wel data driven research genoemd, hebben de onderzoekers meestal geen hypothese over een ziekte
van Rotterdam Ommoord. Deze wijk is destijds gekozen omdat hij volgens de onderzoekers model kon staan voor de gemiddelde Nederlandse bevolking. Behalve hersenscans bestaat de studie uit cognitieve tests, bloeddrukmetingen en enquêtes.
Appels en peren
Het maken van een mooi gebruikersvriendelijk computerprogramma is nog maar het halve verhaal. Een groot deel van het werk gaat zitten in het prepareren van gegevens. “Wat we eigenlijk gaan doen is appels met peren vergelijken”, zegt prof. Boudewijn Lelieveldt. “Alle variabelen moeten geschaald worden naar waardes met een vergelijkbaar bereik. Dat is de preprocessing stap. Vervolgens moeten er wiskundige formules ontwikkeld worden waarmee deze ‘appels en peren’ vergeleken kunnen worden. En het geheel moet afgewerkt worden met een mooie gebruiksvriendelijke interface om de kracht van de visuele cortex te kunnen gebruiken.” Lelieveldt beschouwt de Rotterdam Scan Study slechts als een voorbeeld van data waar Delftenaren mee kunnen gaan werken. “Wereldwijd zijn er talloze
Twintigduizend tinten grijs Vanpire maakt deel uit van een veel groter project, genaamd Imagene (acroniem voor population imaging genetics). Dat overkoepelende project is gericht op het bestuderen van genetische data in combinatie met beelden, zoals hersenscans, verkregen bij populatiestudies. Een tiental universiteiten en onderzoeksinstellingen en een vergelijkbaar aantal bedrijven doen mee aan diverse onderzoekslijnen binnen Imagene. Een van die andere onderzoeksprojecten is ‘Genes in Space’, dat wordt geleid door prof.dr.ir. Boudewijn Lelieveldt en prof.dr.ir. Marcel Reinders van de sectie pattern recognition and bioinformatics (faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica). Hebben de onderzoekers bij het project
Vanpire geen of weinig voorkennis en kijken ze ‘bottom up’ of de data hen iets kunnen vertellen; bij Genes in space is het net andersom. Bij Genes in space zoeken ze naar verbanden uitgaande van kennis over ruimtelijke genexpressie. De onderzoekers gaan gebruikmaken van een onlangs gepubliceerde driedimensionale atlas van de menselijke hersenen. Deze zogenaamde ‘Allen Brain Atlas’ (een database die is samengesteld door het Allen Institute for Brain Science in de Verenigde Staten) geeft door de hersenen, op elk plekje (elke voxel), aan welke genen actief zijn. De activiteit van genen wordt aangegeven met grijswaarden en doordat de activiteit van alle genen gemeten wordt, heeft elke voxel dus zo’n twintig-
duizend grijswaarden. “Het is een mind-boggling hoeveelheid data”, zegt Lelieveldt. “Die ruimtelijke component van genexpressie op deze schaal bestond nog niet in de genetica.” De database stelt de onderzoekers in staat om zeer gericht te zoeken naar genen die een rol spelen bij ziektes. “Van bepaalde genen weten we al dat ze een rol spelen bij een specifieke ziekte. In de atlas kunnen we nagaan waar deze genen in de hersenen actief zijn. En we kunnen dan andere genen opzoeken die in exact datzelfde gebied actief zijn en die mogelijkerwijs dus ook met de ziekte te maken hebben.”
Tekst: Tomas van Dijk Foto oog: Sam Rentmeester
Delta
19
TU Delft 2013
Afkijken van Hollywood
Datavisualisatie is ook handig voor zorgverzekeraars. Door allerlei facturen van verschillende ziekenhuizen voor verschillende ingrepen met elkaar te vergelijken, kunnen patronen opdoemen waarmee fraude op te sporen is. Het Nederlandse bedrijf Synerscope (een spin-off van de TU Eindhoven) maakt dergelijke programma’s. (Beeld: Synerscope)
epidemiologische imaging studies waar we mee aan de slag zouden kunnen”, zegt hij.
Lichtpaden
Een bijkomend voordeel van de samenwerking met Rotterdam en Leiden, is dat er sinds vorig jaar razendsnel dataverkeer mogelijk is tussen de onderzoeksinstellingen. Glasvezelkabels, die normaal voor internetverkeer gebruikt worden, zijn speciaal gereserveerd voor de onderzoekers en worden slechts gebruikt voor dataverkeer tussen de drie universiteiten en de supercomputer van Stichting Academisch Rekencentrum Amsterdam (SurfSara). Deze lichtpaden, zoals de glasvezelkabels ook wel genoemd worden, zijn een prijs die de univer-
siteiten in 2011 bij de ‘Enlighten Your Research’- wedstrijd hebben gewonnen, een wedstrijd georganiseerd door de academische internetprovider Surfnet. “Dankzij deze lichtpaden hebben we toegang tot (geanonimiseerde) medische data uit Leiden en Rotterdam”, vertelt Lelieveldt. “De verbinding is razendsnel. Als ik met data van daar werk, is het net alsof ik de gegevens hier op mijn eigen harde schijf heb staan. Dat is echt heel bijzonder. Voorheen konden we niet eens bij die gegevens komen, omdat ze de ziekenhuizen niet mogen verlaten.” Lelieveldt hoopt dat er uiteindelijk een datavisualisatiesysteem komt waarbij je alle mogelijk denkbare zoekopdrachten voor het vergaren van specifieke data kunt doorge-
ven aan de supercomputer. Deze computer doet het rekenwerk en stuurt vervolgens het resultaat van de zoekopdracht door naar het Erasmus MC of het Leidse LUMC. “Met evenveel gemak als een zoekactie op Google kan een onderzoeker dan zoeken in duizenden hersenscans van mensen van bijvoorbeeld tussen de twintig en de veertig jaar oud die zwaarder zijn dan tachtig kilo en een hypothalamus hebben groter dan… nou ja, vul maar in. Je kunt dan duizenden variabelen overzichtelijk representeren in één oogopslag. Dit zou zeer goed van pas komen in de vele populatie imaging studies die overal in Nederland plaatsvinden.” <<
Wil je je visuele cortex echt goed gebruiken, dan moet je af van die muis en toetsenbord. Dat is de stellige overtuiging van dr. Robert Belleman van de computational science onderzoeksgroep van de Universiteit van Amsterdam. Bij Stichting Academisch Rekencentrum Amsterdam maakt hij gebruik van het zogenaamde collaboratorium, een ruimte met grote aanraakschermen. Daarmee, en met een mede door hem ontwikkeld datavisualisatieprogramma, zoekt hij naar patronen in epidemiologische HIV-studies. “In dat collaboratorium kan ik samen met collega’s spelen met de gegevens. We kunnen bijvoorbeeld data die bij elkaar in de buurt liggen selecteren door ze te omcirkelen en we kunnen ze verbinden met andere groepen door lijntjes te trekken. Grote aanraakschermen waarmee je op intuïtieve wijze verbanden probeert te vinden tussen talloze variabelen doet denken aan de scene uit de Hollywoodfilm ‘Minority report’(2002) waarin een rechercheur (Tom Cruise) het adres van boeven weet te achterhalen door talloze beelden voorbij te laten flitsen op een scherm dat reageert op zijn armbewegingen. “Dat is inderdaad waar mensen direct aan denken”, zegt Belleman. “Volgens mij zijn veel onderzoekers geïnspireerd door deze film. In de jaren nadat de film was uitgekomen, hebben talloze onderzoekers geprobeerd dergelijke technieken min of meer na te bootsen. In de wetenschappelijke literatuur vind je daar niets over terug, want niemand wil dat natuurlijk toegeven.”
20
Delta
TU Delft
‘‘We moeten ook bij online onderwijs rekening houden met het gebrek aan discipline van sommige studenten’’ (Anka Mulder, onderwijsdirecteur bij de TU Delft en voorzitter van het wereldwijde opencourseware consortium)
21
Gratis online onderwijs maakt een stormachtige groei door in de Verenigde Staten. De wereld van het grote geld voorziet een nieuwe goudmijn. Ook Nederland zet zich schrap voor de digitalisering van de collegezaal. Heeft jouw docent statistiek al vijf keer uitgelegd wat een regressie-analyse is en wil het kwartje maar niet vallen? Heb je bijspijkercursussen nodig om aan de bachelor van je keuze te beginnen? Of wil je gewoon meer weten over de wereldgeschiedenis vanaf 1870? Studenten van Aruba tot Zimbabwe krijgen les van professoren van de beste universiteiten. Iedereen die in zijn stoutste dromen nog geen semester aan Harvard of Stanford kan betalen, hoeft alleen maar thuis in te loggen voor een college over de Griekse oudheid, kinderziektes of moderne architectuur. Voor wie afgeladen hoorcollegezalen gewend is, zijn de beste zogeheten massive open online courses (moocs) een verademing. Het online zetten van hoorcolleges en lesmateriaal is niet nieuw, dat commerciële bedrijven zich op de markt storten wel. Het afgelopen jaar hebben durfkapitalisten miljoenen geïnvesteerd in de grote Amerikaanse platforms Coursera en Udacity. De prestigieuze Amerikaanse universiteiten MIT en Harvard wilden niet achterblijven: ze investeerden elk dertig miljoen dollar in edX.
Waarschuwing De Universiteit Leiden is de eerste Nederlandse instelling die met een Amerikaans platform in zee gaat. Over een paar maanden start op Coursera een introductiecursus Europees recht, waarvoor zich zonder noemenswaardige reclamecampagne in een paar weken tijd meer dan tienduizend mensen inschreven. “Met dit experiment onderzoeken we welke kant de universiteit de komende dertig jaar op kan gaan”, zegt Gideon Shimshon. Hij is directeur van het ‘Centre for innovation van de faculteit campus Den Haag’. Het centrum ontwikkelt de digitale colleges in samenwerking met het Europa Instituut en Leiden Law School. “Alle instellingen zetten colleges online; wij willen kijken hoe we nieuwe technieken kunnen inzetten om de onderwijskwaliteit te verbeteren.” Ook José van Dijck, hoogleraar mediastudies aan de Universiteit van Amsterdam, ziet veel voordelen. Maar ze waarschuwt: pas op voor commerciële partijen als Coursera. “Ik zou het heel jammer vinden als digitaal leren alleen maar op een commerciële manier wordt uitgebuit. Nederlandse instellingen moeten daarom een tegenwicht bieden aan de grote Amerikaanse platforms.” Ze is vooral bang voor misbruik van de enorme hoeveelheden data die de Amerikaanse durfkapitalisten verzamelen. “Hoe Udacity, Coursera en edX geld gaan verdienen, is tot nu toe onduidelijk. Het zou best kunnen dat de gegevens die mensen achterlaten over een aantal jaar verkocht worden.” Ze verwijst naar de ontwikkeling van Facebook. “Als we niks doen, is de kans aanwezig dat we over vijf jaar alleen maar online colleges kunnen volgen waar reclames tussen geplakt zijn.” De Technische Universiteit Delft overweegt als eerste Nederlandse universiteit colleges van het Amerikaanse MIT te gebruiken als aanvulling op eigen vakken. “Een vrij logische stap, want daar zit voor ons uitstekend onderwijs”, legt onder-
wijsdirecteur Anka Mulder uit. Delft zet al jaren colleges online via het wereldwijde opencourseware consortium – waar Mulder voorzitter van is – en stort zich binnenkort ook op de mooc-markt. “Dan doen we om ideële redenen”, aldus Mulder. “Maar ook omdat Delft hierdoor met het onderwijs en onderzoek veel zichtbaarder wordt in de wereld.” De instelling wil zich met de online vakken sterker profileren, bijvoorbeeld met thema’s als watermanagement. Om diezelfde reden begint de Universiteit van Amsterdam met een eigen mooc-platform. Leiden zegt enerzijds te willen onderzoeken hoe digitale modules het contactonderwijs kunnen verbeteren. De universiteit kiest niet toevallig voor een introductie in Europees recht: een van de onderwerpen waarmee de instelling zich profileert.
Online verdieping Maar niet alleen onderzoeksuniversiteiten werken aan online onderwijs. In de Verenigde Staten zijn het vooral de beroepsgerichte instellingen die gebruik maken van de modules die door topuniversiteiten online worden gezet. Ook de opleiding medische hulpverlening van de Hogeschool Rotterdam is net begonnen met een experiment om de beschikbare contacttijd beter te benutten. >>
Toetsing en diploma’s Online vakken van Stanford volgen, leidt niet tot een Stanford-diploma. Want hoewel Udacity, Coursera en edX samenwerken met topuniversiteiten, zijn zij zelf (nog) geen geaccrediteerde onderwijsinstellingen. Wel krijgen deelnemers een certificaat na succesvolle afronding van een online vak. Wat daarvan de waarde is op de arbeidsmarkt moet nog blijken. Er gaapt een groot gat tussen het aantal inschrijvingen voor een vak en het aantal studenten dat het vak succesvol afrondt. Volgens Udacity hebben zich tot nu toe zo’n 730 duizend studenten ingeschreven voor een vak, zo’n honderdduizend studenten rondden de cursus daadwerkelijk af. Dat is zo’n veertien procent. Coursera meldt dat zeven tot negen procent van de cursisten de eindstreep haalt. Toetsing verloopt via online examens, die worden nagekeken door een computer. Dat geeft problemen met meer subjectieve vormen van examinering, zoals het schrijven van essays. Coursera experimenteert daarom met een systeem waarbij studenten worden getraind om elkaars werk te beoordelen. De oprichters van Coursera beroepen zich daarbij op recent onderzoek over crowdsourcing, waaruit blijkt dat evaluaties van verschillende mensen tot hetzelfde oordeel zou leiden als het oordeel van een docent. Fraude ligt op de loer: anoniem achter de computer is het immers makkelijker om te spieken of hulp in te schakelen dan wanneer je fysiek in een klaslokaal aanwezig bent. Er zijn verschillende experimenten gaande om fraude bij online onderwijs tegen te gaan, zoals het verplicht aanzetten van een webcam tijdens examens, software die de toetsaanslag herkent en plagiaatdetectiesoftware. Zolang het probleem van fraude nog niet naar tevredenheid is opgelost, zal erkenning van online onderwijs waarschijnlijk problematisch blijven.
22
‘Geen enkele Nederlandse instelling kan het in zijn eentje opnemen tegen Coursera of Udacity’ “Voor studenten naar school komen, kunnen ze zich online verdiepen in de materie met filmpjes, foto’s en oefenvragen”, legt onderwijsmanager Cees van Bers uit. Studenten komen daardoor met meer kennis over hygiënevoorschriften of de werking van het hart naar college. Docenten kunnen dankzij de oefenvragen precies zien met welke onderdelen van de stof studenten moeite hebben. Daar kunnen ze hun lessen vervolgens op aanpassen. Hoewel elke student medische hulpverlening een hartfilmpje moet leren maken, werkt Rotterdam niet samen met andere opleidingen. “Onze focus is net even anders”, legt Van Bers uit. “Wij zijn minder gericht op acute zorg en leiden bijvoorbeeld ook operatieassistenten op.”
Samenwerken Maar wil Nederland de Amerikanen kunnen bijhouden, dan moeten instellingen volgens UvA-hoogleraar Van Dijck wel meer samenwerken. “Online lesgeven kost veel geld. Geen enkele Nederlandse instelling kan het in zijn eentje opnemen tegen Coursera of Udacity.”
Verdienmodel en privacy Udacity en Coursera zijn commerciële organisaties, die voor hun initiatief miljoenen hebben gekregen van investeerders. Op dit moment maken de instellingen nog geen winst, maar dat zal op termijn moeten veranderen. EdX is een non-profit organisatie, maar ook dit bedrijf zal op de een of andere manier geld moeten verdienen om de kosten te dekken. Op dit moment lijken de organisaties een zogeheten ‘freemium’-model te hanteren. Dat is een gangbaar model voor internetdiensten, waarbij er alleen voor extra diensten betaald moet worden. Eén van de mogelijkheden is dat het volgen van de vakken gratis blijft, maar dat het behalen van een certificaat geld kost. Coursera kondigde deze maand aan dat zij voor een bedrag van dertig tot honderd dollar vijf gecertificeerde cursussen gaat aanbieden, in samenwerking met partneruniversiteiten. Daarnaast onderzoeken Udacity en Coursera de mogelijkheid om succesvolle studenten tegen betaling in contact te brengen met geïnteresseerde werkgevers. Ook reclame, begeleidend studiemateriaal en netwerkevenementen zijn genoemd als mogelijke bronnen van inkomsten. Het vermoeden van UvA-hoogleraar José van Dijck dat Udacity, Coursera en edX op termijn informatie van gebruikers zullen verkopen, wordt door de aanbieders van online onderwijs tegengesproken. “Wij delen alleen informatie wanneer studenten er specifiek voor kiezen om hun deelname en scores te delen met werknemers”, zegt woordvoerder van Udacity. Ook Coursera zegt geen informatie te verkopen. EdX meldt dat zij gegevens van studenten uitsluitend gebruikt om te kijken hoe het onderwijs beter kan.
Het probleem is alleen dat instellingen zich liever profileren dan dat ze samenwerken, verzucht Harold van Rijen, Utrechts hoogleraar ‘Innovatieve leervormen in het biomedisch onderwijs’. “Nederland lijdt aan het ‘not-inventedhere’-syndroom. Docenten willen zelf de boeken uitzoeken en de colleges maken.” Studenten van de Utrechtse opleiding geneeskunde, waar Van Rijen docent is, moeten voor het practicum online colleges kijken en vragen beantwoorden. Lesgeven wordt daardoor volgens Van Rijen een stuk leuker. “Ik kan meer op niveau met studenten van gedachten wisselen, in plaats van voor de honderdduizendste keer uit te leggen wat de vooren achterkant van een hart is.” Van grootschalige samenwerking met andere instellingen is voorlopig geen sprake. “Terwijl we sommige colleges best kunnen delen”, vindt Van Rijen. “Niet alleen met andere geneeskundestudies, maar bijvoorbeeld ook met verpleegkunde of farmacie.” “Ik zou me goed kunnen voorstellen dat we in de toekomst meer gebruikmaken van de expertise van andere instellingen”, zegt de hoogleraar. “Bij de Radboud Universiteit Nijmegen zit bijvoorbeeld heel veel kennis over nierproblemen. Waarom zouden wij in Utrecht dan geen hoorcolleges gebruiken van hun topdocenten? Omgekeerd zou Nijmegen van Utrecht modules kunnen gebruiken over hart- en vaatziekten, één van onze speerpunten.”
Didactiek en politiek Goedkoop is het allemaal niet: Het UMC Utrecht heeft tot 2016 zes miljoen euro uitgetrokken om online onderwijs te ontwikkelen. Daar komt bij dat een online college vooralsnog niet meetelt als contactuur, terwijl instellingen juist meer les moeten geven. Shimshon van de Universiteit Leiden verwacht niet dat klassikaal onderwijs gaat verdwijnen. “De centrale vraag is hoe wij onderwijs kunnen verbeteren met behulp van nieuwe online technieken, niet hoe we het kunnen vervangen.” “De kracht van online leren is dat het heel geduldig is”, vat de Utrechtse hoogleraar Van Rijen het fenomeen samen. “Een filmpje vindt het niet erg om iets tien keer uit te leggen. Maar de grote zwakte is dat het ook weinig flexibel is. Als een student iets niet snapt, kan een filmpje het niet op een andere manier uitleggen.” Een oplossing voor luie studenten biedt online onderwijs ook niet. “We moeten ook bij online onderwijs rekening houden met het gebrek aan discipline van sommige studenten”, zegt TU-onderwijsdirecteur Anka Mulder. “Net zoals er studenten zijn die een boek maar half lezen, zullen er ook studenten zijn die de online modules niet maken.” Hoe digitaal leren precies past in het Nederlandse onderwijsmodel, blijft voorlopig zoeken en proberen. Maar het momentum is ‘gigantisch’, aldus Van Rijen. “Als we niet binnen vijf jaar een manier hebben gevonden om dit een plek te geven, gaan studenten hun onderwijs ergens anders halen.” << Meer informatie over online onderwijs op de TU Delft: ocw.tudelft.nl Petra Vissers werkt bij het Hoger Onderwijs Persbureau
De bachelor
23
Hidde Eysink Smeets
Gevecht tegen het ijs
Een booreiland op de Noordpool. Knappe werknemer die daar met een gerust hart gaat werken. Langsdrijvende ijsbergen kunnen zo’n eiland zomaar omslaan, om over de kracht van het ijs op de palen nog maar te zwijgen. Toch is zo’n boorplatform broodnodig. Vanaf daar kun je een put slaan om te kijken hoeveel gas je aanboort; pas daarna is het rendabel een vaste boorfaciliteit met pijpleidingen aan te leggen. Dat moet toch veiliger aan te pakken zijn? Natuurlijk, hoopte Hidde Eysink Smeets (23). Voor zijn bachelor-eindproject ‘Modeling an arctic jackup’ berekende hij de krachten op de palen van een boorplatform in het ijs. “Nu worden die krachten berekend met houtje-touwtjeformules. De theorie komt niet overeen met de realiteit. Bovendien gebeuren er ongelukken met gasboringen op zee. Pas nog raakte een drilboot van Shell los van de sleepboot en raakte aan wal. Vlakbij het Russische Sacahalin sloeg een jack-up rig om, omdat hij te laat voor de Noordpoolwinter werd teruggesleept. Er is te weinig bekend over de krachten van ijs.” Dat komt overigens niet alleen de veiligheid ten goede, maar zou ook milieuorganisaties iets milder kunnen stemmen. “Boren op de Noordpool blijft een strijd met het milieu”, erkent Eysink Smeets. De student bekeek drie rekenmethodes om de kracht van ijs op de palen te berekenen, en maakte een modelplatform. “In Hamburg staat een tank met kunstmatig ijs, waar je je model doorheen kunt trekken. Zo kun je de kracht van dat ijs op je model achterhalen en
opschalen naar de werkelijkheid, naar een echt boorplatform.” Het platform waarop hij zijn berekeningen baseerde, is een zogenaamd Jack-up rig, een vierkant drijvend platform met op elke hoek een poot. “Het vaart naar de Noordpool, en zodra het boven de beoogde locatie drijft, zet het zijn poten uit en duwt zichzelf omhoog. Vanaf daar kun je dan een put boren.” Dat werk moet ’s zomers gebeuren, en zodra de Noordpoolwinter aanbreekt, moet het platform vanwege het toenemende ijs weer weg zijn. De student berekende hoe groot de constructie moet zijn; hoe groot de palen moeten zijn en hoe dik, voordat het ijs de constructie niet meer zou beschadigen of omver duwen. Bij zijn onderzoek kwam wel één klein probleempje kijken; er was nauwelijks literatuur beschikbaar. Met zijn modelconstructie hoopt hij toch een stap gezet te hebben richting veilig boren op de Noordpool. “Naast wat kleine gasvelden moeten de nieuwe gasvoorraden echt daar gezocht worden”, weet de student, “en in de diepe zee.” Bijzonder vlaggetje mag daar dan op prijken: de rood-wit-blauw en een paar duidelijke initialen: H.E.S., CT. (JB)
Onderzoek: ‘Modeling an arctic jack-up’ Eindcijfer:
8
Foto: Sam Rentmeester
Foto: Sam Rentmeester
De olie- en gasvoorraden raken op, en alle hoop is gevestigd op de Noordpool. Maar zet daar maar eens een veilig booreiland op. Gelukkig heeft de wereld Hidde Eysink Smeets, met zijn bachelor-eindonderzoek ‘Modeling an arctic jack-up’, gemaakt voor civiele techniek.
24
Advertenties
TEDxS_adverdelta20130220-Sontheimer.indd 1
22-01-13 10:32
lta
e isl)iveable d r a s a
muitsions for m o ac er sol
lt lev (De ying c
tif ken : iden
ec uigjramme onr C K ( ro ga ta p rin Whiem Del Wie
TU tor
T
f. Pro
er
Pet
r & er: a a W nne sdag en ari wa o W bru fe 20
s:
p ho
B V ijlbo Wo istra eg p n o W W Sch aterben oppen N e wa eh ee te D apr eps Str rinkw aten timm rspe r l om o e Ye a v r Ex le w ing ter in er de man p en at Af er o d Vis valw tise erkra wate ntwik elta cht ser ate Pla rve kel c ijte rbe tfor in i chn hee m Wentra lighe gsla i nd l d r iek ate e en en r
ft) Del
s rk
:
atie
nis Orga
olk De B rs DSV zwerve G) e h CIT r) c ( s l f l a De wa ato ijtte (moder mU . Wi er Veer f o r P d van Bart
Jannet Mulder c
25
media
Goed geregeld
Ruys de Beerenbrouckstraat, Schoemakerstraat… Was je blij dat je ze eindelijk weet te vinden; nu leer je ook nog alles over de herkomst en betekenis van Delftse straatnamen. De geschiedenis van Delft ligt vast in de straatnamen. Een leuk gegeven om een app op te baseren. ‘Straatnamen van Delft’, geschreven door Peter van der Krogt die ook het gelijknamige boek uitbracht, vertelt je alles over hoe straten aan hun naam komen. Dat kan al wandelend door de stad, terwijl de app je alle weetjes presenteert over straten in de omgeving waar je je bevindt. Maar gewoon een beetje rondneuzen op de kaart van Delft kan ook. Wat is het verhaal van de ‘kromme lijn’ en de Crommelinlaan? Wie was Van Foreest eigenlijk? Liepen er echt ooit kalveren in het Kalverbos? Wat is het verhaal achter de Boterbrug? En hoe oud is de Oude Delft eigenlijk? Het is niet de eerste app die je bedenkt als je de desktop van je telefoon inricht met de coolste programma’s. Vermakelijk is hij wel, al is het maar om de wandeling van de bushalte naar de kroeg te doden. Een beetje TUstudent is immers altijd hongerig naar informatie. Saillant detail: Delft is de eerste ter wereld met een eigen straatnamen-app. Dat past dan wel weer mooi bij een stad waar zo veel vernieuwingen worden uitgevonden. (JB)
Filmster in je eigen leven
Apps
Carnaval en skivakantie in het vooruitzicht: dat wordt weer filmpjes maken! Gauw even ‘Game your video’ installeren dus. Nogal makkelijk om dé prijswinnaar onder de apps van 2012 aan te prijzen. ‘Game your video’ kreeg de prijzen Macworld Best of Show 2012 en App Store Best of 2012. En dat is niet zo gek, want het was nog nooit zo leuk en makkelijk om je eigen filmpjes te bewerken. Video-effecten (slow motion, reverse afspelen en fast forward bijvoorbeeld) en geluidsfragmenten toevoegen is gepiept binnen een handomdraai. Dat kun je al filmend doen, of achteraf toepassen op een filmpje uit je bibliotheek. Laat mensen spreken met een babystemmetje, gooi er een filter of compleet science fiction- of zombiethema overheen om het een nostalgische, futuristische of horrorsfeer te geven en snijd de ongewenste filmfragmenten eruit. Uiteraard kun je je zelf gecreëerde film meteen delen op YouTube en Facebook. Tikkeltje onzeker over je productie? Kijk even rond wat anderen gefabriceerd hebben! In de app kun je de meeste populaire video’s van anderen bekijken. Dat levert hilarische fragmenten op, maar ook zeeën van inspiratie. ‘De afdaling van de zombiepiste, 1920 – starring: me’. Dat is nog eens de blits maken in je studentenhuis na je skivakantie. (JB)
straatnamen van delft Ontwikkelaar Tremani platform Android, iPhone, iPod Touch, Tablet en iPad
Prijs: gratis leuk jjjjj handig jjjjj bediening jjjjj
game your video Ontwikkelaar Global Delight Technology platform iPhone, iPod Touch en iPad
Prijs: gratis leuk jjjjj handig jjjjj bediening jjjjj
Jessica van den Doel
columnJESSICAVANDENDOEL
Streetwise
Eén keer in de zoveel tijd denk ik er wel eens over na: zal ik het onderzoeksstation op Antarctica gaan bemannen? Of die benzinepomp in de Australische outback? Dan heb ik zo mijn buik vol van het samenwerken, dat het de enige opties lijken. De aanleiding voor mij om hier weer eens over te dagdromen was de volgende e-mail die ik op vrijdagmiddag ontving: Hi Jessica I have asked […] to contact you as from now/monday for the first task. Can you provide [lange opsomming van gewenste acties]? I’ve asked […]to have […] by Wednesday. Kind regards, […] Wellicht is de context van de mail ook nog belangrijk. Die was er namelijk niet. Deze mail kwam zonder enig overleg of notificatie vooraf uit de lucht vallen. Mijn eerste reactie was te gaan rennen voor deze mooie kans, twee seconden daarna maakte ik me zorgen over mijn eigen planning en weer daarna dacht ik pas: wacht eens even, zo werkt het niet. Last I checked ben jij niet mijn leidinggevende en bovendien ben ik een managementtrainee van een ander project. Een kort overleg zou ik op prijs stellen voordat je aan derden doorgeeft wat ik ga doen. Dertig seconden aan de telefoon is voldoende. Ondanks dat de code of ethics stelt dat: ‘Respect houdt in dat personen nooit worden behandeld als enkel een middel om persoonlijke of organisatorische doelen te bereiken’ merk ik dat er erg makkelijk gebruik wordt gemaakt van de inzet van anderen. Vervolgens komt het resultaat terug in het R&Ogesprek bij de prestaties van de delegerende partij. Nu is dat in bepaalde managende en ondersteunende posities wel logisch, maar ik vind het een slechte gewoonte. Ik denk dat een organisatie als de TU en de medewerkers zelf wat meer mogen kijken naar de omgang met elkaar. En dan bedoel ik met het ondersteunend personeel, wetenschappers én studenten. En dat geldt ook voor mijzelf. Met dergelijke opdrachten en slechte aansturing is de keuze voor mij ook makkelijk om te negeren, delegeren of afschuiven. En dat is jammer. Hi […], I have signed you up for the TUD courses communication and coaching leadership. The courses start Monday. HR services will contact you with the details and send the invoice your way. Kind regards,
Advertenties
ver vooruit in duurzame technologie
UITNODIGING Uitreiking UfD-Cofely Energy Efficiency Prijs ijs s
Wil je ideeën opdoen rondom energy efficiency, transparante dunne-film zonnecellen in ruiten, een inductielaadsysteem van elektrische auto’s en n een methode om hydropowerpotenties te inventariseren riseren en te berekenen? Kom dan naar de uitreiking van de UfD-Cofely Energy Efficiency prijs!
LEKKER BOEIEND @ SG-KAFEE SOCIAL MEDIA ALS STRIJDMIDDEL IN HET MIDDEN-OOSTEN DOOR PETRA STIENEN MAANDAG 11 FEBRUARI 17.00 UUR @ I.D.-KAFEE, LANDBERGSTRAAT 15, DELFT GRATIS TOEGANG EN TURKSE PIZZA
BROODJE FILOSOFIE
HOEZO, LIEFDE? DOOR JAN DROST
DONDERDAG 14 FEBRUARI 12.30 UUR @ HIVE-RUIMTE, TU DELFT LIBRARY, PROMETHEUSPLEIN 1, DELFT GRATIS LUNCH!
TEDXDELFTSALON
DEMOCRACY IN THE DIGITAL AGE BY ROBIN SONTHEIMER
WEDNESDAY 2OTH FEBRUARY 12:30 PM @ ORANGE ROOM, TU DELFT LIBRARY, PROMETHEUSPLEIN 1, DELFT FREE LUNCH! REGISTRATION REQUIRED (WWW.FACEBOOK.COM/TEDXDELFT)
febr24 u 201 ari 3
PROGRAMMA 15.00 uur Ontvangst 15.30 uur • Pitches genomineerde masterstudenten • Gastspreker • Prijsuitreiking 17.00 uur Borrel DATUM & PLAATS 24 februari 2013, Senaatszaal van het Aula Congrescentrum, Mekelweg 5, Delft MEER WETEN? Kijk op www.hoe-energieefficient-ben-jij.nl AANMELDEN Stuur een mail naar ufonds@tudelft.nl
Carrière bij Cofely? Maak op 24 februari kennis met young professionals van Cofely of kijk op www.werkenbijcofely.nl.
www.hoe-energie-efficient-ben-jij.nl
KRITIEK OP ALLES 6
MEDIA EN WAARHEID DOOR JOOST RAMAER DONDERDAG 21 FEBRUARI 19.30 UUR @ KOORNBEURS, VOLDERSGRACHT 1, DELFT
SG.TUDELFT.NL
Voor advertenties bel met:
H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80 E delta@henjuitgevers.nl
Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.
TU Delta App. Download ‘m. Delta Magazine. Lees ‘m. Op de hoogte blijven van het laatste nieuws van de TU Delft? Download de gratis app in de appstore (TU Delta). Of lees ons vernieuwde Delta magazine, dat éénmaal per twee weken verschijnt of meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op www. delta.tudelft.nl/ colofon.
TU Delta
TU Delta
Delta
27
TU Delft 2012
boeken Ode aan wiskunde en kunst
Doolhof van getallen
Dichters, schilders en musici verspreidden de kennis van de wiskunde tijdens de renaissance. Hun artistieke werk leidde tot grote wetenschappelijke ontdekkingen. Dat laat Mark Peterson overtuigend zien in ‘Galileo’s Muse’.
Ze weten alles van jouw gedrag op internet. Welke websites je kijkt en wat je favoriete pak melk is. En ze denken zo ook te ontdekken wat je seksuele en politieke voorkeur is. Ontmoet de datameesters.
Tegenwoordig worden kunst en wiskunde door velen als twee ver van elkaar verwijderde werkvelden gezien. Natuurlijk zijn er wiskundigen die ook kunst maken, maar het is eerder uitzondering dan regel. Meestal kiezen wiskundigen en kunstenaars voor een andere aanpak. Hoe anders was het in de renaissance. Dat toont Mark Peterson in ‘Galileo’s Muse’. Peterson doceert natuurkunde en wiskunde aan het Amerikaanse Mount Holyoke College. Peterson gaat in zijn boek nauwgezet na waar de (wiskundige) kennis van Galilei vandaan kwam. Hij komt opzienbarend genoeg onder meer uit bij renaissance-kunstenaars, die volgens hem een grote kennis hadden van de wiskunde. Neem de befaamde schilder Albrecht Dürer (1471-1528). In 1500 hoorde hij voor het eerst over hoe je met behulp van geometrische theorieën kon schilderen. Dat onderwerp liet hem nooit meer los. Dürer schilderde de rest van zijn leven het ene meesterwerk na het andere en volgde daarbij dus mathematische modellen. Hij publiceerde er zelfs over in 1525. De grote voorbeelden van Dürer en collega-schilders waren auteurs uit de oudheid. Zij geloofden dat de oude Grieken met perfect realisme hadden geschilderd, maar dat de kunst daarvan verloren was gegaan. In werken van de Romein Vitrivius
(85-20 v. Christus) en vooral Euclides van Alexandrië (300 v. Christus) zochten ze de oude, wiskundige kennis om hetzelfde realisme te bereiken. Wiskunde was tijdens de renaissance niet alleen de grote inspiratiebron van schilders, maar ook van dichters. Peterson laat zien hoe de Italiaanse meesterdichter Dante in zijn ‘Goddelijke Komedie’ keer op keer verwijst naar wiskundige theorieën, voornamelijk van Euclides. In die besprekingen excelleert de auteur. Ik heb zelden een boek gelezen waarin de invloed van de wiskunde op Dante’s werk zo fascinerend werd uitgelegd. Dante en Dürer beïnvloedden op hun beurt weer Galilei. Biografieën van tijdgenoten, waaronder die van zijn zoon, tonen dat Galilei zich bezighield met zowel kunst als wiskunde. Ook zijn leerling Vicenzo Viviani (1622-1703) beschrijft hoe nauw verbonden wiskunde en kunst met elkaar waren. Een beeld dat destijds blijkbaar wijdverspreid was. Peterson volgt nauwgezet de invloeden van wetenschappers en kunstenaar. Hij laat zien waar ze hun wiskundige ideeën vandaan haalden, inclusief berekeningen en verhelderende tekeningen. Peterson heeft daardoor een zeer waardevol boek geschreven, dat overtuigend en informatief is en een ode aan zowel wiskunde als kunst. (RV)
Mark Peterson, ‘Galileo’s Muse’, Harvard University Press, 336 p., 28,99 euro
“Straks zijn we alleen nog maar getallen!” Dat riepen vrienden van journalist Stephan Barker wanneer hij vertelde dat hij een boek schreef over wat gedaan wordt met de data die mensen op internet achterlaten. Maar die vraag is al niet meer relevant volgens Barker. “Dat was het verhaal van gisteren.” De datameesters, die de hoofdrol spelen in zijn boek, gaan al veel verder. “Vergeet eencijferige getallen. Ze willen een enorm, complex doolhof van getallen en vergelijkingen uitrekenen.” In wiskundige modellen proberen deze onderzoekers alles te simuleren ‘van vloten vrachtwagens tot kernbommen’. Barker schreef zijn boek over een nieuwe generatie wiskundigen, die voortdurend proberen gedrag te
voor de toekomst? Ook in de topsport zien we vaak genoeg uitzonderingen. Feyenoordspits Graziano Pellé scoort aan de lopende band, maar de voorgaande jaren vond hij veel minder vaak het net. Is het überhaupt wel wenselijk dat zoveel gegevens gebruikt worden, ook al is het anoniem? Voorstanders benadrukken natuurlijk dat de modellen voor verbeteringen zorgen. Van de productiviteit bijvoorbeeld. Of om een terroristische aanslag te voorkomen. Barker schrijft ook over analisten die dankzij onregelmatige voetstappen en tikfouten dementie in een vroeg stadium detecteren. Barker benadrukt dat wat de datameesters doen privacygevoelig kan zijn, zoals het ontdekken van de
‘Datameesters’ gaat vooral over de knappe koppen die goed werkende modellen en simulaties weten te maken ontcijferen en daardoor onder meer de gezondheidszorg en veiligheid willen verbeteren. Zo eenvoudig is dat nog niet. Want wordt maar eens wijs uit de diarree aan data die het internet levert. ‘Datameesters’ gaat daarom vooral over de knappe koppen die goed werkende modellen en simulaties weten te maken. Een van de onderwerpen die aan bod komen, is hoe men productiviteit meetbaar kan maken. Hoe valt wat mensen doen in cijfers te vertalen en te modelleren? De eerste stap is om een samenhangende portfolio van vaardigheden te maken. Eigenlijk zouden de datameesters net zoals bij honkbal of voetbal gebruikelijk is, statistieken bij willen houden van werknemers. De volgende stap is de gegevens steeds gedetailleerder te doorgronden en te interpreteren. Maar bieden behaalde resultaten uit het verleden wel een garantie
politieke en seksuele voorkeur van personen. Maar hij spreekt er geen duidelijk oordeel over uit. Voor de ene lezer zal het angstaanjagend zijn dat zoveel gegevens aan elkaar worden gekoppeld. Een ander watertandt van de mogelijkheden. Barker wil vooral laten zien hoe ze te werk gaan en dat doet hij voortreffelijk. Hij geeft de datameesters, die achter computerschermen zitten weggestopt, een gezicht. (RV)
Stephan Barker, ‘De Datameesters’, Maven Publishers, 319 p. 18,00 euro
28
international pages
Whether you are sinking or swimming in the sea of Dutch words all around you here, the International Pages offer our foreign readers a life raft in the form of engaging, entertaining articles written in the university’s lingua franca – English!
Delta
TU Delft
Text: Lynn Morrison Photo: Sam Rentmeester
If you are interested in celebrating the holiday, or just learning more about it, there special events are scheduled for Amsterdam, The Hague and Rotterdam.
Celebrating Chinese New Year New Years Day marks the the holiday, or just learning more about it, there special events are beginning of the spring and scheduled for Amsterdam, The Hathe end of winter in Chinese gue and Rotterdam between 9 Feculture. With the turn of the bruary and 13 February. seasons, Chinese people from around the world reflect Dancers and fireworks Visitors to The Hague can join the on the lessons learned in the festivities on 9 February. Chinatown will hold a special Chinese Market previous year and celebrate from 11-18:00. The market will have the opportunities for good stands selling clothing, souvenirs, luck and fortune in the coart and more. You can sample typical ming one. This year, the new Asian food in the Asian Food Court. Throughout the day there will be fireyear falls on 10 February, works displays, lion dancers and spewhich is the first solar term cial guest speakers. There will be additional presentations and displays on the Chinese calendar. In China, this is a family event. However, due to the school calendar, most Chinese students at TU Delft will not get to spend the holiday with family at home. This is not necessarily a bad thing. Civil Engineering and Geoscience student Tianduowa Zhu said, “I celebrated Chinese New Year with family all the time. So it is fresh for me, staying with friends.” Being far from home doesn’t mean that she won’t use some traditional elements in her celebrations. “We start to decorate rooms before eve of Chinese New Year. Usually, we put couplet (‘Dui lian’) on both sides of door, and the character ‘Fu’ (means happiness) in the middle of door. We also stick Fu on the wall, mirror, or wardrobe,” she explained. If you are interested in celebrating
at the Stadhuis. Amsterdam is hosting a large event as well. Most of the planned activities, including dancers and fireworks, will take place around the Nieuwmarkt square in Amsterdam’s Chinatown. However there are options for celebrating the event in a quieter setting. You can choose to visit the Fo Guang Shan He Hua Buddhist temple in Chinatown. There you can welcome the new year in a serene setting. If you are going out with a group, you might want to make dinner reservations at one of
Amsterdam’s many Chinese restaurants, such as Sea Palace on Oosterdokskade.
Chinese lanterns in Rotterdam Rotterdam is waiting until the middle of the next week to host its celebration. On 13 February the city will hold a festival near West-Kruiskade in the city center. The event will begin with at 13:00 with a welcome speech by the head of China Festivals Rotterdam and the city mayor. After that, you can wander through the shopping street and tour the 40 stands. The event ends in the nearby neighborhood park for a Chinese lantern lighting and light show. If you do not go to The Hague or Amsterdam, you can see a preview of the activities on 9 February at the Laurenskerk Plein in the center of Rotterdam. They will showcase the lion dancers at 15:00 and 16:00. Also in Rotterdam until 14 February China Light Rotterdam at the Park near the Euromast. Over 40 Chinese artists have built more than 35 enchanting light objects, including a 100-metre-long dragon. Tickets € 15.
‘I celebrated Chinese New Year with family all the time. So it is fresh for me, staying with friends’
Text: Tomas van Dijk Photo: Tomas van Dijk
Delta
29
TU Delft
science Handy robot serves drinks
Running robot
The focus of the newly launched TU Delft Robotics Institute lies with robots that interact with people, such as robotic aids in nursing homes. What do elderly, nurses and medics think of this? “Ah, look, there is Linda”, says one of the receptionists at the nursing home of Viva Zorggroep in Heemskerk. “No, Eva is her name”, her colleague corrects. “Thanks to her we will soon be unemployed”, she adds while laughing. As soon as Eva enters the nursing home, she is the centre of attention. Dr.ir. Joost Broekens, of the section interactive intelligence (EEMCS faculty) presented Eva to the elderly and nurses a few weeks ago, a robot built in 2012 by students of the robotics minor course. It was the first time that a Delft robot was presented to a nursing home. “She could carry my clothes to the bathroom when I’m taking a shower. Very handy such a robot”, says a lady in a wheelchair who is riding along with Eva through the corridors. A 73 year old lady eating her lunch in the canteen agrees. “Human contact is important, but with the aging of the population in this country we are bound to use robots in the future to help put our clothes on or to pick up the mail.” No medical tasks
During a group discussion held later that day with employees and inhabitants it was agreed upon that it would not be a good idea to have the robot perform medical tasks, at least not in the near future. Eva will thus not be handling injection needles, that much is clear. Lively discussions were held about whether tasks such as feeding people, helping them with revalidation exercises, washing patients and measuring blood pressure could and should be performed by robots.
shorts The latest and possibly last walking robot from the Delft Biorobotics Lab hops around like a mechanical ballerina. It should help reveal how humans run, says the new Dr Daniel Karssen. Such knowledge is essential for the development of prostheses. One of the big unknowns is how these affect the ability of the runner to handle disturbances, like sudden pushes or bumps on the road. Karssen improved the robot’s stability with non-linear springs. delta.tudelft.nl/26207
Robot Eva during her first visit to the nursing home where she will be doing an internship at the end of the year.
“Maybe the robot can offer room service”, one employee suggests. “Eva can go and fetch a croquette for someone who has to stay in bed.” “Or maybe Eva can hold hands of people who have panic attacks at night and can’t sleep”, another colleague suggests. Not everybody is happy with that last idea. “All tasks that need human interpretation should always be performed
Eva will not be handling injection needles by people” one of the attending doctors stated which pretty much concluded the whole discussion. Broukens is very much interested in hearing all these opinions. At the end of 2013, as a test case, an improved version of Eva will stroll through the building for a week accompanying people to their room and performing other simple tasks. It is important for the researcher to know what the needs and wishes are of the target group. Next on the program was a demonstration of Eva’s competence, or better, Eva’s future capabilities. The robots’ specialty for now is serving drinks. You can ask her to pick up a bottle of soda from a table and bring it to you. Yet for her to be able to do so auto-
nomously she must be preprogrammed to recognize the exact setting. There was no time to organize that in the short time span and so Wilson Ko, one of the students who devised Eva, used the remote control to have Eva serve drinks. Marcel Laan, IT-manager of the nursing home, who invited the Delft researchers, is not disappointed. “Eva isn’t really capable of doing anything”, he says. “This technology still needs a lot of work. We have always been interested in new technologies and we are thrilled to be at the forefront of these developments in robotics.” During an earlier conversation, Laan said that his employer had already purchased several robots for therapeutic use called Paro, which come in the shape of a cuddly seal and are a comfort to people suffering from dementia. Last but not least, Eva has to show that she is able to follow a person. During the demonstration however she seems to become enraged. At full speed, she heads towards a woman strolling by with a walker. Broekens and Ko laugh when asked what caused this fury. Ko explains that a pattern recognizer in the robot switched over to another moving object when the strolling lady came into its sight.
1953 Flooding
Sixty years after the infamous flooding of 3 February 1953, visitors to the TU Science Centre can interactively inspect the measure of the disaster. Researchers of the TU combined the latest in 3D computer graphics, geo-informatics and hydrodynamics into a flooded landscape over which the visitors can fly using two controls. What they see (through their stereo glasses) is very much like what airmen must have seen on the first rescue missions. delta.tudelft.nl/26247
X-ray Rembrandt
When you want to see what has been painted over, your best chance is with macro X-ray fluorescence analysis, or MA-XRF. It’s a relatively young method that’s not only available in major research centres, but for which also a mobile device has been developed. This says a recent publication of which Professor Joris Dik (3mE) is a co-author. The x-ray technique may now be used to reveal the portrait behind Rembrandt’s Old Man in Military Costume (from 1631). delta.tudelft.nl/26239
Disaster response
Evacuations can be managed better and more efficiently by using navigation and communication on smartphones, says Dr. Lucy T. Gunawan. She studied crowd sourced disaster response. People who can still walk are led out of the area by a special app. They can also report blockages, fires or broken bridges. These reports will update the maps for others. delta.tudelft.nl/26249
30
Delta
TU Delft
Text: Damini Purkayastha Photo: Sam Rentmeester
delft survival guide Getting the news For foreign students, access to local news may seem limited since local papers and TV broadcasts are in Dutch. Thankfully, there are a number of English language news outlets available. Here are five you can choose from to provide you a daily source of local news. The Hague Online Based out of The Hague, this website is a composite source of all kinds of information. You can find articles on upcoming events, news stories, sports activities, cultural shows, festivals and nightlife - not just in The Hague but also nearby places such as Delft. “The goal of the website is to help expats and internationals feel at home in The Hague,” says Billy Allwood, a British expat and the founder of the website. Check out their Weekly Calendar if you’re looking for a quick way to plan your weekend fun. www.thehagueonline.com @thehagueonline The Underground In the past year, The Underground has become a common sight at coffee shops across The Hague. The free, monthly English paper was started by graphic designer Simone Branson Harper as a way to “to connect the international yet local community of The Hague to the Hagernaren.” Besides articles on events, restaurants and hot spots, they have segments on historic landmarks, columns by prominent locals and quirky stories about local residents. Branson Harper, who was born to a Dutch mother and English father, says the idea was “to create a paper for people like me, people with a multicultural background... a paper which appeal to both communities, connecting them through culture, history and joint interests.” www.theunderground.nl @UndergroundTH
The Underground, English language news in the Netherlands.
Dutch News Feel lost each time your Dutch classmates talk politics? Then Dutch News is the website to visit. National news is reported in English and the site also has a section called the Dictionary of Dutchness which explains some key terminology (such as ATV, ANN), a section on housing, a What’s On section for the culturally inclined and a lot more. “We want to keep people who don’t speak Dutch in touch with a broad spectrum of Dutch news,” says Robin Pascoe, the editor. “We also try to remember that our readers may be new here and so we put stories in perspective. We don’t assume they know what an ATV day is or what the AOW is, for example,” she adds. The website also carries columns by Dutch and foreign writers. www.dutchnews.nl @DutchNewsNL IAmExpat This Amsterdam-based website was started in November 2010, by expats looking to create a platform to help
‘expats of all colours, shapes and sizes’ interact with each other and engage with the local community. While there is a certain amount of weekly news on the website, the focus is more on expat living issues. It has sections on education, careers and events, and in-depth articles on topics such as housing rules and the Dutch tax system. “It is an online media platform covering the dayto-day needs of all English-speaking internationals in the Netherlands. They can access up-to-date information, news, housing and career services, lifestyle tips and community events,” says Sergios Charalampos, Editor in Chief of the website. www.iamexpat.nl @iamexpat Expatica Sometime in early 2000, Canadian expat Bram Lebo found himself waiting endlessly for a tram one morning. The only people at the station were other foreigners. None of them knew that the transport workers of the Netherlands
were on strike that day because all news about that was limited to Dutch channels. That gap, between Dutch news and local foreigners, is what Lebo set out to fill with Expatica- an online forum. Today, the site has pages on other European countries, South Africa, and Moscow. Besides current affairs and daily news, the site is a trove of information for expats. There are sections on housing, education, student life, finding a job, finance and business and a lot more. www.expatica.com/nl @expatica
Delta
TU Delft offers over 100 opencourseware classes Did you know that people from all over the world can follow along with TU Delft classes? Thanks to the opencourseware (OCW) program, high-quality education is now available to anyone with an internet connection. According to the opencourseware consortium, OCW is ‘a free and open digital publication of high quality educational materials for colleges and universities.’ OCW is not a new distancelearning program for the university. The attendees cannot get course credit or take the classes as part of any degree program. The attendees do not get access to any TU Delft facilities. What they do get is the chance to see what research and teaching is taking place at TU. They can follow along with lectures, read course materials and use the information to implement their own self-study program. Over 40 countries in the world
have universities participating in the opencourseware consortium. Some of the universities are well-known, like the Massachusetts Institute of Technology (MIT) in the US, while others are smaller institutions. It is this mix that makes OCW so interesting to attendees. Where else can you quickly go online and compare how professors in the Netherlands and Nigeria approach the same topic? Share your knowledge Rector Magnificus Prof.ir. Karel Luyben states, “TU Delft is dedicated to making a significant contribution to finding responsible solutions to societal problems, at both national and international level. Our mission is to deliver science to society. Opencourseware is an important way to spread our mission around the world.” As a TU Delft international student, you can use OCW to share your knowledge with
colleagues back at home. Perhaps you know someone who is interested in aerospace engineering. The Introduction to aerospace engineering OCW class has lectures, readings, activities and exams available online. Recorded lectures are available in iTunes as part of the iTunes U program. Once they have mastered the material in that course, they can continue along with studies in statics, vibrations and dynamics and stability. One of the most interesting features of OCW is the way it connects the far-flung students with one another. You can use the OCW toolbar to get live help or to participate in an online study group. TU Delft’s status as a sustaining member of the opencourseware consortium and the large number of available courses clearly indicate the university’s dedication to the success of this great initiative. (LM)
One of the most interesting features of OCW is the way it connects the far-flung students with one another
lbeek
nostalgia
Photo: Hans Stake
31
TU Delft
Gautham Ram, 22, is all about family. And since his is so far away in India, he keeps a family portrait from his school days close by. He moved to the Netherlands in 2011 to pursue a Master’s degree in Electrical Power Engineering and keeps the photo on a table in his room. “The photo,” he says “acts as an inspiration to remind me how far I’ve come.”(MQ)
Talking point Flying the Pirate Flag The infamous US anti-piracy campaign ad that attempted to draw parallels between illegal file-sharing and violent crime, has ironically become the unofficial slogan for the Internet piracy movement. ‘You wouldn’t download a car...’ the ad begins. ‘I would if I could!’ is the retort. In fact, in honor of this ad, one of the first objects the Pirate Bay placed in its 3D printer template section was a toy car. File-sharing has become a sort of a rite of passage in the 21st century, a way to bond with the international community. Oftentimes people who can easily afford to pay for the content will still opt to download it illegally, out of principle. But what principles exactly? Firstly, it’s convenience. Content is often not available, or requires an elaborate payment method, or is too cumbersome. Why bother with all of the stress when on the dark side, content is one easy click away? Kim Dotcom of Megaupload summed up the solution to piracy in five easy steps: “Create great stuff, make it easy to buy, same day worldwide release, fair price, works on any device.” And some artists and creative content distributers have adapted. Radiohead sold its album online for a price suggested by the buyer, and ended up with one of their best-selling albums, with over 3 million copies sold and an average of $6 paid per album. Secondly, sharing is caring. Not just about the people we are sharing the content with, but about the content we are sharing. If you truly love something, you want the world to see it, hear it, and experience it. Sharing inspires creativity, which births new content. It’s the circle of life. Unfortunately, a lot of legally purchased content can’t be shared across platforms and can’t be lent to anyone. Most illegally downloaded files can. Thanks to this mechanism of rapid sharing, unknown artists can become famous very quickly. Ironically, often these artists do a 180, going from praising the blessed opportunity of their music reaching so many people, to waging a war on file-sharing once they are signed by a major label. Other artists play their hand more wisely. Psy of Gangnam Style fame, for example, has made more than 8.1 million US dollars by allowing his song to be shared, parodied, re-posted by others. In the end, endorsement deals made up for potential revenue loss. In contrast, when Japan passed its uber-strict antipiracy laws, music sales plummeted as users became cautious even of legal downloading. Trying to stop piracy is like trying to stop a stampede with a do not cross police line. Or as Creative Commons co-founder Lawrence Lessig put it, “The war against illegal file-sharing is like the church’s age-old war against masturbation. It’s a war you just can’t win.” In the Open Source generation, content distributors should adapt to the file-sharing culture, and not the other way around. Olga Motsyk
Do you agree or disagree with the points raised in this week’s Talking Point? Let us hear your opinion: start or join the discussion in the website’s Comments section at www.delta.tudelft.nl
Contents International
28
Celebrating Chinese New Year
30
Surviving the news
The bike of Alessandro Abate
Text: Lynn Morrison Photo: Hans Stakelbeek
31
Opencourseware - Nostalgia Talking point
When Dr. Alessandro Abate moved to the Netherlands four years ago, he purchased a relatively inexpensive bike from one of the secondhand shops in Delft. The bike held up through wind, snow and rain, reliably got him from point a to point b and took him on many great explorations of the area. This fall, he decided to use his bike allowance to purchase something new. The bike allowance gave him a fairly sizeable budget for his purchase. He headed out to Piet Vonk in Delft and soon found himself immersed in the world of shiny new bicycles. He combed through a sea of options until one called out to him from across the store. A brand new Gazelle, a bike so powerful that it would make the ride to school seem like a segment of the Tour de France. The new bicycle boasts a lightweight frame, 24 gears and an aerodynamic line. It is the Medeo Lite model and has the phrase ‘Every day adventure’ engraved on
See www.delta.tudelft.nl for the translation of page 8: Female toptalent
the frame. The bike is clearly meant for more than just simple transport. The rider is nearly obligated to strike off on paths unknown. Although the old bike still sits in the shed at home, Dr. Abate is using his new bicycle, despite the recent inclement weather. When asked if he was concerned about the salt messing up the paint or falling on the ice. He said, “No! I am having a lot of fun biking in the snow. I have been avoiding the busy streets and biking home through the Delftse Hout instead. It is quiet and peaceful and the snow is makes for a beautiful view.” Previously Abate lived in San Francisco, where biking was not always a reasonable option. He stated, “Being able to bike everyday was one of the reasons I was excited about moving to the Netherlands. I have a car but I have only used it twice in the last year. I would get rid of it completely if my wife would let me.” Something tells me we’ll being seeing Dr. Abate on his bicycle for many years to come.
Name: Alessandro Abate (Italy, 3ME, Assistant Professor)
Price: 900 Euros
Brand: Gazelle Striking feature: Its power