Delta TU Delft

Page 1

Delta nr. 12

25 februari 2013

Delftse oplossingen voor ruimteschepen

koken op mars reportage

interview

verhaal

ageing centre

kees slager

google en privacy

english pages inside see page 28


12 Delta nr. 12

25 februari

2013

TU-onderzoeker Angelo Vermeulen maakte prachtige foto’s tijdens zijn verblijf in Utah. Afgelopen januari zat hij twee weken in het Mars Desert Research Station, een met luchtsluizen afgesloten cilindervormig verblijf. Daar wordt het leven op Mars gesimuleerd inclusief korte excursies met ruimtepakken. (Foto: Angelo Vermeulen)

REAGEER!

www.delta.tudelft.nl

colofon Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.

Redactie Frank Nuijens (hoofdredacteur) - @franknu, Katja Wijnands - @kwijnands, Dorine van Gorp - @dorinevangorp, Saskia Bonger - @sbonger, Tomas van Dijk - @tomasvd, Carlijn Remmelzwaal - @c_remmelzwaal, Connie van Uffelen - @connievanu, Jos Wassink - @joswashere Medewerkers aan dit nummer Tina Amirtha, Jorinde Benner, Robbert Fokkink, Auke Herrema, Job Hogewoning, Lynn Morrison, Olga Motsyk, Damini Purkayastha, Molly Quell, Olaf Schüsler, Jimmy Tigges, Ellen Touw Foto’s Sam Rentmeester, Hans Stakelbeek

Bladconcept en vormgeving Maters & Hermsen, Leiden Lay-Out Liesbeth van Dam, Saskia de Been Redactie-adres Universiteits-bibliotheek, Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848, delta@ tudelft.nl Advertenties H&J Uitgevers, 010 451 5510, delta@henjuitgevers.nl Druk Deltahage, Den Haag Oplage 8.000 Jaargang 45 ISSN 2213-8838 Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op de website. Meer informatie op: www.delta.tudelft.nl/colofon

8 reportage

interview

marsmissie

kees slager

Een verblijf op Mars is misschien beter te verdragen als je zelf kunt koken. TBM-onderzoeker Angelo Vermeulen neemt in april in een vier maanden durende imitatiemissie op Hawaï de proef op de som. “Kant-en-klare maaltijden ben je snel beu.”

Kees Slager maakte de watersnoodramp mee als kind en schreef er een veelgeprezen boek over. Zestig jaar na dato kijkt Slager opnieuw naar de ramp. Op de TU Delft, via een interactieve simulator.


16

Delta 13 verschijnt op maandag 18 maart.

29 VERDER reportage

international pages

alles gaat voorbij

finding work

Het op 28 februari te openen verouderingsinstituut Ageing Centre is het jongste onderzoekscentrum op de TU. Veroudering moet beheersbaar worden, is het idee. “Waar je het meest last van hebt, is onvoorspelbaar falen.”

International students may feel at a disadvantage when it comes time to look for a job, but this doesn’t have to be the case. Students coming out of most faculties at TU will find that there are jobs available.

Column 04 KORT NIEUWS 04 SPORT 05 DESGEVRAAGD 06 KRIEP 07 Partycrashers 15 JOB DE KOK 15 essay 20 BACHELOR 23 COLUMN 25 apps 25 BOEKEN 27 SCIENCE 29 survival guide 30 TALKING POINT 31


columnELLENTOUWgespot

Delta In de designwereld wordt wel eens gezegd: als het eenmaal in de Volkskrant heeft gestaan, kun je je er met goed fatsoen niet meer mee/in/op vertonen. Maar het artikel in de Volkskrant op 26 januari lijkt het fenomeen van de Gespot UB-pagina’s op Facebook alleen maar populairder te hebben gemaakt. Als jij studeert hoef ik je niks uit te leggen, maar voor diegenen die aan de TU werken en de Volkskrant niet lezen is uitleg wellicht op zijn plaats. Gespot UB-pagina’s zijn ontmoetingspagina’s op Facebook, waarop je bij wijze van studieontwijkende activiteit tijdens de tentamenvoorbereiding in de Universiteitsbibliotheek een anoniem berichtje kunt achterlaten in de hoop de aandacht te trekken van een van je medestudenten. Ook Delft heeft zo’n pagina, www.facebook.com/ GespotUBTUD waarop je berichtjes vindt als: ‘Kan het leuke meisje met de blonde krullen en bruine bril op de tweede verdieping alsjeblieft stoppen met het gooien van pennen. Ik probeer me te concentreren en dat gaat al moeilijk genoeg als je steeds zo lief lacht. Misschien zo meteen koffie drinken? Kan je me ook vertellen waarom je twee olifanten op je vest hebt staan!’ En:‘Hé mooie man, met je blonde haren, grijze koptelefoon en rode Vans. Als je nou eens stopt met koffie drinken, met je iPhone spelen, en je buurman met blonde krullen en een goddelijk lichaam lastig vallen (die er overigens uitziet alsof hij gisteren hard gedronken heeft). Heb je vanavond misschien tijd voor een wijntje met mij?’ Waarna behulpzame studiegenoten de namen van de personen in kwestie proberen te raden, om Anoniempje en de beoogde koffie/wijnpartner bij elkaar te brengen. Uit de daaropvolgende Facebook-conversatie kun je zien dat de koffie/wijn soms inderdaad wordt geconsumeerd (en wie weet meer). Periodiek kun je merken dat Delft toch wel een enorm mannenbolwerk is. Zo plaatste iemand een foto van de rug van een studerende blondine met een inderdaad wat laag uitgesneden spijkerbroek (208 likes), vergezeld van de hartenkreet: ‘Hoe zo’n klein stukje stof je zo uit je concentratie kan houden! Morgen samen even een ander onderbroekje uitzoeken?!’ Waarna een golf voorspelbare reacties van heren volgt met kreten zoals: ‘insert coin/geen reet aan/die werkt zich zeker uit de naad!’ Soms slaan de dames terug. Als een student een berichtje post waarin hij een meisje beschrijft als: ‘Ze kijkt een beetje verdwaasd maar ze heeft wel twee grote pluspunten! Mooie Borsten! Wie is deze hete tijger? Samen koffie drinken en daarna lekker het warme bed in kruipen? Of lust je geen koffie? Groetjes je hete aanbidder xxxxx’ wordt hij door een groep leeuwinnen in twee talen in de pan gehakt, met verbale oorvijgen als: ‘Het niveau is vandaag wel erg laag/Seksueel gefrustreerd level: TU Delft/Koop een fleshlight (misschien even googlen, dit woord :-))/ Even worse than Howard.’ Iets zegt mij dat deze hete aanbidder blij was zijn berichtje anoniem te hebben gepost. Van consumeren is het, voor zover ik kon zien, niet gekomen.

Ellen Touw is hoofd van de dienst onderwijsen studentenzaken bij Civiele Techniek en Geowetenschappen en beleidsadviseur internationalisering.

TU Delft

Masterstudent transport engineering and logistics Herbert Schröer is verkozen tot ‘Instagram legend’ door Instagram talk, een community van Instagramgebruikers. Zij vinden Schröer met zijn artistieke landschapsfoto’s een inspirerende fotograaf. 1 Instagram heeft mijn dagelijks leven veranderd, want ik zie alles om me heen nu door een cameralens.

ja

2 Ik vind fotografie interessanter dan mijn master.

ja

3 Mijn foto’s zijn nooit spontaan, want ik denk altijd na over kleur, compositie en thema.

4 Een dag zonder Instagram bestaat niet meer voor mij.

nee

5 Op welke vraag wil je terugkomen? “Op vraag 2. Op dit moment vind ik fotografie interessanter dan mijn studie. Fotografie is nieuw voor me en ik heb ontdekt dat ik er goed in ben. Later ga ik dan ook liever de fotografie in, maar het is moeilijk om daar een baan in te vinden. Ik wil geen trouwfotograaf worden. Na mijn afstuderen ga ik eerst een baan zoeken in het vakgebied van mijn studie, maar als National Geographic me belt, ga ik daar voor.” (CR)

nee

Foto: Herbert Schröer

4

3 De TU Delft gaat dit jaar drie massive open online courses (moocs) op bachelorniveau aanbieden. Het betreft water treatment engineering, aerospace engineering en solar energy. Deelnemers kunnen ze vinden op het non-profit platform edX (www. edx.org)dat is opgezet door Harvard University en Massachusetts Institute of Technology (MIT). Er is geen vooropleiding vereist. De gratis introductiecursussen zullen zo’n acht weken duren en bestaan uit colleges met tussentoetsen en opdrachten. Wie slaagt krijgt een certificaat. www.delta.tudelft. nl/26307 en 26322

Tweets


Kort Studieswitchers

TU-studenten zitten bij de meeste faculteiten eerder op de juiste plaats. Dat blijkt uit een evaluatie van het bindend studieadvies. Het aantal studieswitchers is meer dan verdubbeld en studenten stoppen eerder dan voorheen als zij niet voldoende studiepunten dreigen te halen. www.delta.tudelft.nl/26326

Goedkoper buitenland

Razend enthousiast waren ze over de projecten in de Dream Hall. Minister Kamp van Economische Zaken en staatssecretaris Dekker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap probeerden tijdens hun werkbezoek aan de TU dan ook bijna elk wagentje uit. De bewindslieden maakten bekend dat onderzoeksfinancier NWO structureel honderd miljoen euro extra krijgt voor onderzoek in de topsectoren. Foto: Leen Vlasblom. www.delta.tudelft.nl/26301

Wie je moet kennen Asfaltexpert prof.dr.ir. Erik Schlangen (Civiele Techniek en Geowetenschappen) is met zijn verhaal over asfalt dat door verhitting zichzelf heelt op de prestigieuze website www.ted.com terechtgekomen. Slechts één procent van alle wereldwijde TEDx-lezingen valt deze eer te beurt. Schlangen stond op 5 oktober 2012 op het jaarlijkse evenement TEDxDelft.

Theo Toonen is tot 1 maart 2016 herbenoemd als decaan van de faculteit Techniek, Bestuur en Management (TBM). Toonen is sinds 1 maart 2008 decaan van TBM. Daarvoor was hij verbonden aan de Universiteit Leiden, als hoogleraar Bestuurskunde en als decaan van de faculteit der Sociale Wetenschappen.

De ‘Chinese overheidsprijs voor uitstekende promovendi in het buitenland’ (Chinese Government Award for Outstanding Self-financed Students Abroad) is toegekend aan promovendus MSc. Hao Chen (Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek). Chen ontvangt de prijs voor zijn onderzoek naar de lokale herverdeling van legeringselementen tijdens een vaste stof fase transformatie in staal.

Goed nieuws voor Nederlandse studenten die langer dan acht maanden naar het buitenland gaan. Zij mogen straks het gewone collegegeld blijven betalen in plaats van het hoge instellingstarief. Er komt op korte termijn een wetswijziging, kondigt minister Bussemaker aan. Vanaf 2014 zal het voor studenten minder duur zijn om langere tijd in het buitenland te verblijven. www.delta.tudelft.nl/26329

Dure partners

Liefde wordt een dure grap bij een sociaal leenstelsel. Studenten zadelen niet alleen zichzelf met een studieschuld op, maar ook hun toekomstige partner. Het kabinet wil de basisbeurs voor studenten schrappen, waardoor hun studieschuld vele duizenden euro’s hoger wordt. De Dienst Uitvoering Onderwijs kijkt bij mensen die arbeidsongeschikt raken of partners de studieschuld kunnen aflossen. www.delta.tudelft.nl/26321

College Tour

Het tv-programma College Tour wordt op 28 maart bij de TU Delft opgenomen en een dag later uitgezonden. Te gast is dit keer PvdA-leider en TU-alumnus Diederik Samsom. Samsom (1971) studeerde technische natuurkunde aan de TU Delft en studeerde af als kernfysicus. www.delta.tudelft.nl/26305

Verschuiving

De slechte arbeidsmarkt in de architectenbranche is merkbaar bij de TU. Bouwkunde heeft het minste aantal eerstejaars bachelorstudenten ooit: 265, blijkt uit een peiling in december. Studenten kozen vaker voor opleidingen bij 3mE, Civiele Techniek en Geowetenschappen, Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica, en Technische Natuurwetenschappen. Deze faculteiten hadden nooit eerder zoveel eerstejaars. www.delta.tudelft.nl/26264


IN THE SPORTLIGHT Rik Houwers Specs

1.80 mtr wedstrijdGewicht

67 kilo

sportzaken

Koerspetje, een wielertraditie. Het zonneklepje is klein, anders waait de pet af. Ook geschikt om de sponsornaam op te zetten.

Geboortejaar 1988

studie: Werktuigbouwkunde

sport:

Wielrennen; lid van WTOS, eliterijder voor Restore Cycling (Pijnacker)

Echt WTOS-shirt.

scheuren over zee

andere sporten:

De rugbydames van Thor beginnen langzamerhand in vorm te raken. De crew van het TU-zeilteam Delft Challenge beleefde de afgelopen drie weken een natte droom in de Perzische Golf.

beetje schaatsen

Sterke punten: “Tijdrijden, en ‘naar de bami gaan’, ofwel: afzien.”

Broekje met mailadres van sponsor BBB. WTOS vormt een testgroep voor hun kleding.

Zwakke punten: “Sprinten, tactiek, (aarzelt) en misschien ook wel techniek.” Blessuregevoeligheid, lichamelijke zwakheden: “Ik heb wel eens last gehad van mijn kuiten. Wat het precies was, was onduidelijk. Verder ben ik wel eens overtraind geweest.” Hoogtepunten/prijzen? “Winnaar van de Hel van Brabant bij de amateurs, in 2010. En mijn verse pr bij de 10-kilometertijdrit van WTOS, 12.49, zes seconden boven het clubrecord van Maurits van der Ven.”

SRM-wattagemeter, geeft het vermogen aan dat je trapt. Handig om effectief te kunnen trainen.

Waarom zou je gaan wielrennen? “Omdat je er je energie in kwijt kunt. Het is een makkelijke sport: je stapt op en gaat fietsen.” Ambities? “Ik wil me meer gaan focussen op criteriums. Daar zijn meer wedstrijden in en er zijn meer prijzen in te winnen. Verder vooral lekker fietsen en mijn energie daarin kwijt kunnen.” Hekel aan? “Balsporten, daar kan ik niet mee overweg. Ik word snel fanatiek en dat helpt niet als je er niets van kan.” Chip, verplicht voor wedstrijden.

Fiets met stevige korting gekocht via mijn club Restore Cycling. Voor tijdrijden gebruik ik een andere fiets.

Reguliere fietsschoenen.

Foto: Sam Rentmeester

Bijzonderheden? “Bij een wedstrijd vliegfietsen in Japan heb ik in een mensaangedreven vliegtuig zitten trappen. Door een vlaag zijwind ben ik 74 meter na de start gecrasht. Enorm balen. De winnaar kwam veertien kilometer ver.”

‘Hard werken, niet slapen, teamwork, over de zee scheuren, de langste adem moeten hebben en keihard vlammen. Gaaf!’ Zomaar een stukje verslag op de website van het TU-zeilteam Delft Challenge dat als enige Nederlandse boot op 10 februari begon aan Sailing Arabia The Tour 2013. Volgens de gepassioneerde verslaggever is deelname aan deze drie weken durende zeilmarathon in de Perzische golf, van Manama in Bahrein tot Muscat in Oman, ‘een ervaring die niet op een wedstrijdzeil-cv zou mogen ontbreken’. In hoog tempo wisselen korte races (‘inshores’) bij kustplaatsen en lange-afstandswedstrijden (‘offshores’) over zee elkaar af, vaak met slechts enkele uren rust. Een natte droom voor de ware wedstrijdzeiler. Het citaat hierboven stamt uit een verslag van een offshore race, ruim een week geleden, van 160 zeemijlen die eindigde in Abu Dhabi, waar het Delftse studententeam als vierde over de finish kwam. De Farr 30, waarmee wordt gevaren, wordt bemand door een crew van zeven personen. Het resultaat van de marathon, die op 25 februari eindigt, was bij het ter perse gaan van deze Delta nog niet bekend. In juli is Delft Challenge als vanouds weer present bij de jaarlijkse Tour de France voor zeilers, langs de west- en zuidkust van Frankrijk. Met hard werken en teamwork kun je ook op het rugbyveld ver komen. Dat bewezen de dames van Thor vorige week in het thuisduel met RC Groningen. Met de hekkensluiter van de ereklasse hadden de Delftse vrouwen nog een appeltje te schillen, vertelt aanvoerster Irith Lely. “We hadden zin om met enorm grote cijfers van ze te winnen”, verklaarde zij de vrij ruime cijfers (82-0) waarmee het Delftse vijftiental zijn tegenstander verpulverde. De sportieve wraakgevoelens kwamen voort uit de nederlaag die Thor eerder in Groningen leed. “Een totaal overbodige nederlaag. Bovendien vinden we dat we helemaal niet thuis horen in de onderste helft van de ranglijst.” Een week eerder werden deze woorden in Tilburg al kracht bijgezet. De plaatselijke RC verkeert in de subtop van de ranglijst, maar werd op een knap gelijkspel (19-19) gehouden. “We hadden een matige competitiestart, maar zitten er nu lekker in. Dat komt ook omdat onze nieuwe speelsters steeds beter in het team passen.” Tips? jimmy.tigges@hetnet.nl


Delta

7

TU Delft

Desgevraagd Alle ogen waren gericht op planetoïde 2012 DA14. Deze steen van vijftig meter in doorsnede suisde op zevenentwintig duizend kilometer aan ons voorbij. Ongekend dichtbij, en precies zoals voorspeld. Spaanse amateurastronomen hadden de asteroïde een jaar eerder ontdekt. Toen schoot hij ook al voorbij, maar op wat grotere afstand. Sindsdien hield men de rots nauwlettend in de gaten. Dat geldt niet voor de asteroïde die diezelfde dag (buitengewoon toeval, menen experts) explodeerde boven Rusland en enorme schade aanrichtte. Hoe is het mogelijk dat astronomen deze meteoriet niet zagen aankomen? Dat ligt niet alleen aan het formaat, vertelt sterrenkundige prof.dr. Imke de Pater van de Berkeley Universiteit van Californië. “De meteoriet had een diameter van tien à vijftien meter; voor astronomische begrippen is dat klein. Dat maakt hem moeilijk te detecteren en hij ging natuurlijk enorm snel – vijftigduizend kilometer per uur – waardoor er weinig waarschuwingstijd was. Maar we hadden hem waarschijnlijk ook niet zien aankomen als hij tien kilometer in doorsnede was geweest, zoals de meteoriet die vijfenzestig miljoen jaar geleden de dinosauriërs uitvaagde.”

Volgens De Pater, die ook verbonden is aan de sectie astrodynamics & space missions (L&R), is de aanvliegroute van cruciaal belang. Deze asteroïde kwam recht op ons af. Daardoor was hij niet waar te nemen als een lichtpuntje dat in de verte aan de hemel beweegt. Dit in tegenstelling tot 2012 DA14. 2012 DA14 volgt een baan die niet helemaal

fen. De schade was dan veel groter geweest. Door de inslag zou namelijk ook materiaal van de aarde zijn rondgeslingerd. Overigens is het zo dat de meeste meteorieten van steen zijn, dus de kans dat een stenen meteoriet op aarde afkomt, is groter.” Er vallen uit deze meteoriet helaas geen lessen te leren waardoor we ons in de toekomst beter tegen een meteoriet kunnen beschermen, zo lijkt het. Toch is het onderzoek naar het materiaal en de richting van waaruit de meteoriet kwam buitengewoon interessant voor sterrenkundigen. Wetenschappers willen weten waar deze meteoriet precies vandaan komt. Komt hij uit de afgelegen asteroïdengordel of was het een zogenaamde near earth asteroide, een asteroïde die eerder al door

‘We hadden hem waarschijnlijk ook niet zien aankomen als hij tien kilometer in doorsnede was geweest’ synchroon loopt met die van de aarde. Daardoor komt hij langs, de ene keer wat dichterbij dan de andere en is hij te zien als een bewegend puntje. Dat de ‘Russische’ meteoriet van steen was en niet van metaal, is een geluk bij een ongeluk, meent De Pater die de dag voor de explosie toevallig in Delft college gaf over meteorieten. “Was hij van metaal geweest, dan was hij misschien niet in de atmosfeer ontploft, maar had hij de aarde echt getrof-

verstoringen op zijn baan (door gravitatie of zonnewarmte) uit de asteroïdengordel is verstoten? “Door gegevens te verzamelen over meteorieten en daar statistiek op los te laten, leren we meer over de asteroïdengordel en de near earth asteroides. Uiteindelijk levert ons dat ook meer inzicht in het ontstaan en functioneren van ons zonnestelsel.” (TvD)

Nog één zetel en er is een meerderheid in de Eerste Kamer voor het afschaffen van de basisbeurs. Maar verzet tegen de invoer van een sociaal leenstelsel in plaats van de studiefinanciering is onnodig. Ook door te lenen blijven studenten wel studeren.

60% Eens

40% Oneens

Kijk voor de nieuwe poll op de Facebookpagina van Delta. www.facebook.com/tudelta

Strip: Auke Herrema

Als donderslag bij heldere hemel explodeerde op 15 februari een meteoriet boven Rusland, meldden media wereldwijd.



KOKEN OP MARS Een Marsmissie is fysiek en geestelijk slopend. Maar als je kunt koken op de ruimtebasis, dan is zo’n toekomstmissie misschien beter te verdragen. TBM-onderzoeker Angelo Vermeulen neemt in april als crew-commander de proef op de som.

D

ag 334. De terugreis van Mars naar Aarde verloopt volgens plan. Het lijkt een dag als vele anderen te worden van een ruimtereis waar maar geen eind aan lijkt te komen. Op het menu voor vandaag staat wederom gevriesdroogd poedervoedsel met water. In een klein kamertje in het instituut voor biomedische problemen in Moskou, dat als grondstation dient voor een zeventien maanden durende imitatiemissie naar de rode planeet, maakt Konstantin Chetvergov zich intussen grote zorgen. Het doucheputje van het ‘ruimteschip’ – een reeks containers in een hal van het insti-

tuut, waar zes mannen al bijna een jaar opgesloten zitten - loopt niet meer lekker door. “Ik moet dit tactisch aan de astronauten mededelen en hen zeker niet op gebiedende toon vertellen dat ze naar dit probleem moeten kijken”, vertelt Chetvergov tegen een journalist van New Scientist die op bezoek is. Als je al een jaar lang opgesloten zit, zonder daglicht, met alleen maar gevriesdroogd voedsel, dan kunnen futiliteiten als deze makkelijk escaleren, weet Chetvergov. De bemanning was prikkelbaar. En dat is begrijpelijk. Een retourtje Mars is slopend. In een recente publicatie in ‘Proceedings of the National Academy of Sciences’ (doi/10.1073/pnas.1212646110) staat dat

de proefpersonen van deze beruchte Mars 500-missie, zoals de missie officieel heette, last kregen van vermoeidheid, verminderde cognitieve vaardigheden en dat ze lethargisch werden (de onderzoekers gebruiken zelf de term hypokinesie). En dan was dit experiment nog een slap aftreksel. Een echte missie duurt waarschijnlijk twee keer zo lang. De heen- en terugreis zijn ieder goed voor ongeveer een half jaar. En voor het verblijf op de planeet rekent men ruim twee jaar. Slechts eens in de 26 maanden bevinden de Aarde en Mars zich namelijk in een gunstige positie ten opzichte van elkaar voor een ruimtereis. >>


10

Delta

Vermeulen (rechts) inspecteert samen met een collega zijn zelf geteelde groente bij het Mars Desert Research Station in Utah. Foto: Sian Proctor

Ruimtevaartorganisaties als ESA, Nasa, het Russische Roskosmos; allemaal doen ze onderzoek naar de effecten die zo´n lange periode van afzondering heeft op de bemanning. Wil een Marsmissie ooit slagen, dan zijn dergelijke onderzoeksvragen minstens even belangrijk als technische vraagstukken. Behalve fijn licht, dat in kleur en intensiteit het licht op aarde imiteert, en geregeld sporten, lijkt voedsel een belangrijke factor. Het saaie gevriesdroogde eten kan astronauten letterlijk op de zenuwen werken, zo is de vrees. “Het eten was echt een probleem”, vertelde een van de proefpersonen na afloop van het Russische experiment. “We hadden het er continu over.” “Kant-en-klare beef stroganoff, pasta’s en soepen met rijst; echt vies zijn ze niet, maar je bent ze snel beu, die maaltijden”, vertelt ook onderzoeker en kunstenaar Angelo Vermeulen. “Het is fijner om zelf een maaltijd te maken, bijvoorbeeld op basis van gevriesdroogde broccoli met een saus van poedermelk en bloem. Dat smaakt toch redelijk vers.” Vermeulen spreekt uit ervaring. Nou ja, een beetje ervaring. Afgelopen januari zat hij twee weken in het Mars Desert Research

TU Delft

Tijdens de simulaties worden monsters van de bodem verzameld om de missies zo echt mogelijk te laten lijken. Foto: Kate Green

Station, een met luchtsluizen afgesloten cilindervormig verblijf in de rode woestijn van Utah (Verenigde Staten). Daar wordt het leven op Mars gesimuleerd inclusief korte excursies met ruimtepakken.

Maaltijden en gemoedstoestand Het was het voorwerk voor een groter experiment dat in april start. De Delftse onderzoeker is crew commander van een groep van zes (drie mannen en drie vrouwen) die dan meedoet aan een vier maanden durende Marsmissie. De missie is georganiseerd door de universiteit van Cornell (in de staat New York) en de universiteit van Hawaï Manoa en wordt betaald door Nasa. Het doel van deze zogenaamde HI-Seas missie (Hawaii Space Exploration Analog and Simulation) is te onderzoeken wat het effect van gevriesdroogde kant-en-klare maaltijden is op de gemoedstoestand van de bemanning en of de missie dragelijker wordt als de astronauten zelf ‘kokkerellen’ met zogenaamde shelf stable ingredients. Dit zijn onder meer gevriesdroogde etenswaren, maar ook ingrediënten als rijst, bloem en honing. Het experiment vindt plaats op de flank van

De verwachting is dat de reukzin van mensen verandert als ze lange tijd geen verse lucht binnenkrijgen

de Mauna Loa-vulkaan op Hawaï, waar op dit moment de laatste hand wordt gelegd aan een bolvormig verblijf van ongeveer elf meter in doorsnede. De proefpersonen zullen afwisselend zelfgemaakte maaltijden en kant-en-klare maaltijden eten. Ze maken foto’s van de gerechten, noteren de ingrediënten en het gewicht, evalueren het voedsel en sturen alle data door naar de voedselonderzoekers van de twee Amerikaans universiteiten. Tussendoor doen ze ook geregeld medische en cognitieve tests en vullen ze vragenlijsten in over hun gemoedstoestand. Als extra onderdeel van het voedselonderzoek zullen de proefpersonen geurtesten doen. “De verwachting is dat de reukzin van mensen verandert als ze lange tijd geen verse lucht binnenkrijgen”, vertelt Vermeulen. “We gaan daarom meerdere malen per week ons geurvermogen meten. Van een twintigtal potjes moeten we raden wat er inzit. Van sommige potjes moeten we wat opsnuiven en van anderen opzuigen met een rietje (voor de ‘retronasale’ reukzin). Het kan echt naar alles ruiken; kippensoep, kaas, kauwgom.” Maar liefst zevenhonderd mensen hebben zich aangemeld om aan deze missie mee te doen. Vermeulen is niet wegens zijn kookkunsten geselecteerd. “Ik ben een middelmatige kok, al kan ik aardig improviseren. Godzijdank zijn sommige andere teamleden zeer ervaren koks”, lacht hij. Vermeulen doet bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management promotieonderzoek naar concepten voor toekomstige ruimte-


Tekst: Tomas van Dijk Foto pagina 8: Nasa JPL

Delta

11

TU Delft

De verdwaalde toerist weet niet wat hij ziet. Mannen met ruimtepakken aan, gevolgd door een robot? schepen (in het kader van het onderzoeksprogramma participatory systems initiative). Dit experiment past dus aardig in zijn straatje. Gedurende de vier maanden kan hij inspiratie opdoen voor zijn proefschrift. Als crew commander heeft hij de taak om de lieve vrede te bewaren aan boord van het schip. “Ik ben een soort coach. Die rol heb ik gekregen omdat ik al jaren met community building bezig ben.” Een back-up crew staat klaar om ingezet te worden, mochten de spanningen toch oplopen in de basis op Hawaï. Vermeulen denkt niet dat het nodig zal zijn. “Ik zal niet te vroeg victorie kraaien. Maar we hebben elkaar leren kennen en we lijken compatibel.”

Ruimteschepen reproduceren Het promotieonderzoek van de Delftse wetenschapper gaat over geïntegreerde oplossingen voor ruimteschepen. “Oplossingen waarbij de biologische, technische en sociale dimensies samen komen. En het gaat over ruimteschepen die zichzelf kunnen reproduceren.” “Het is niet zweverig”, verzekert Vermeulen. “Ik ga ook niet werkelijk ruimteschepen bouwen. Maar ik ga concepten ontwikkelen en simulaties doen. Het idee is om de invalshoek van kunst en design te gebruiken voor het discours binnen de ingenieurswetenschappen.” Alle zes deelnemers gaan op Hawaï ook een eigen persoonlijk onderzoek verrichten om de missie zo waarheidsgetrouw mogelijk te

maken. Op Mars zouden ze immers ook tal van onderzoeken verrichten. Vermeulen voorziet een verre toekomst waarin de basis zelfvoorzienend is doordat er ter plekke voedsel gekweekt wordt. Landbouw op Mars is dan ook zijn onderwerp. Hij gaat sla en kool kweken in een kas ver verwijderd van de basis. Hiervoor gebruikt hij een op afstand bestuurbare robotarm. “Mijn experimenten vormen de eerste stap naar een groter plan. In de toekomst zullen zichzelf ontplooiende kassen op Mars gedropt worden die alvast beginnen met het kweken van voedsel voordat de astronauten aankomen. In die kassen werken robots. Zij doen het werk, ook nadat de mensen zijn aangekomen. De astronauten hebben hun handen al vol aan onderzoekstaken en onderhoud van de basis, die kunnen niet ook nog eens fulltime landbouw bedrijven.” Een van de collega’s van Vermeulen, Simon Engler van de Carnegie Mellon University, richt zich bij zijn persoonlijke onderzoek ook op robots. Hij heeft de verantwoordelijkheid over een robot die nog het meeste weg heeft van een Marsrover en die mee zal gaan op excursies. Daarnaast wil Engler nagaan of robots steun en toeverlaat van de bemanning kunnen zijn tijdens een missie. De bemanningsleden zullen regelmatig met hun ruimtepakken aan op pad gaan, gevolgd door de robot om monsters te nemen en sensoren te plaatsen. De teamleden helpen geoloog Oleg Abramov van de United States Geological Survey (een federaal Amerikaans

Het Mars Desert Research Station, met links het verblijf en rechts de kas voor de groenteteelt. Foto: McKay Salisbury

onderzoeksinstituut voor de geologie) namelijk mee met zijn persoonlijke onderzoek. Abramov wil met warmtesensoren de ontstaansgeschiedenis van de nog vrij recente – en warme – vulkaan reconstrueren. Vermeulen heeft hoge verwachtingen van dit geologisch onderzoek, ook al is het in eerste instantie bedoeld om de missie realistischer te maken. “Ik denk werkelijk dat dit interessante papers gaat opleveren.” Het wordt wel een gek gezicht voor de verdwaalde toerist die ronddoolt langs de flank van de Mauna Loa-vulkaan. Mannen met ruimtepakken aan, op de voet gevolgd door een robot? “Het zou heel verstorend en confronterend zijn als we een mens zouden tegenkomen. Het is een isolatiestudie. Als een persoon bij het station blijft rondhangen, dan moet in het ergste geval iemand zijn pak uitdoen en een gesprek met die persoon aangaan.” Maar Vermeulen verwacht niet dat zoiets gebeurt. “Het gebied is afgelegen. Heel in de verte kun je een weg zien, en daar komt misschien een of twee keer per dag een auto langs. Het enige wat ons er verder aan herintnert dat we op aarde zijn, is zo nu en dan een wolk of een vogel.” <<

De rode woestijn van Utah is desolaat en daarom heel geschikt voor isolatiestudies zoals gesimuleerde Marsmissies. Foto: Yajaira Sierra Sastre


Flierefluiters, jongens die niet helemaal in de pas liepen, dat werden vaak de helden van de watersnoodramp van 1953. Journalist Kees Slager maakte de ramp zelf ook mee en gaf er eind januari op de TU een lezing over.

‘Dat gelul altijd over evacueren’


Delta

Tekst: Tomas van Dijk Foto: Hans Stakelbeek

Z

ondagmiddag 1 februari 1953. Het water heeft het hoogste punt bereikt en het gebied rond het huis van Kees Slager nabij het Zeeuwse Scherpenisse is ondergelopen. “Aan die kant stroomde het water de polder binnen”,

vertelt Slager, wijzend naar ondergelopen dijken in de verte die door de kabbelende golfjes nog net zichtbaar zijn. “Dat klopt wel ja. Vlieg nu eens wat verder.” Zestig jaar na dato kijkt Slager opnieuw naar de overstroming die hij zelf meemaakte in zijn geboorteplaats Scherpenisse. Ditmaal heeft hij een 3D-brilletje op en kijkt hij samen met TU-onderzoeker dr.ir. Olivier Hoes (CiTG), die een interactief 3D-programma heeft gemaakt waarmee je over het rampgebied heen kunt ‘vliegen’ ten tijde van de overstroming. De simulator staat sinds enkele weken opgesteld in het Science Centre Delft. Vlak daarvoor, tijdens de presentatie van de overstromingssimulator, gaf Slager een lezing over de ramp. Slager is expert, maar niet alleen omdat hij ooggetuige is. Hij is ook auteur van het boek ‘De ramp, een reconstructie’ (1992). Hij reconstrueerde de ramp aan de hand van interviews met 225 ooggetuigen.

U vloog net over moderne huizen in Zeeland, NoordBrabant en Zuid-Holland. De waterkeringen van na 1953 zijn verwijderd, maar daar blijft het wel zo’n beetje bij. Griezelig, nietwaar? “Ja, de dreiging lijkt groter zo. Ik dacht dat ik in een soort tijdmachine zou stappen, maar ik zie allemaal nieuwe wijkjes die onder water lopen.”

Ruim achttienhonderd mensen stierven. ‘Zo’n vaart zal het nu niet meer lopen’, zei u tijdens de lezing. Hoezo? “Sinds 1953 zijn de dijken verbeterd. En mocht het toch mis dreigen te gaan, dan worden we nu veel eerder gewaarschuwd. We weten het waarschijnlijk twee dagen van tevoren.”

Volgens waterbouwkundige prof.dr.ir. Han Vrijling (CiTG), die ook een lezing gaf, verkeren de dijken in Nederland in slechte staat. “Vrijling liet dijken zien die niet aan de normen zouden voldoen, zoals de dijk waar ik op woon. Die dijk is drie jaar geleden helemaal vernieuwd. Alle dijken langs de Oosterschelde zijn de afgelopen jaren drastisch verbeterd. Bovendien liggen we achter de Oosterscheldekering en die kering voldoet volgens diezelfde kaart wel. Dus ja, dan is het toch heel betrekkelijk allemaal.”

Een andere spreker, Karla Peijs, commissaris van de koningin in Zeeland, zei dat een evacuatie binnen twee dagen ondoenlijk is. Dat zou blijken uit een recente simulatie. “Dat gelul altijd over evacueren. Je moet helemaal niet evacueren. Je moet het een paar dagen uit weten te houden op de bovenste verdieping van je huis of in dat van de buren als dat hoger ligt. In 1953 zijn de meeste mensen omgekomen omdat hun huis instortte. Op de getroffen eilanden stonden heel kleine slecht gebouwde huisjes met halfsteensmuren. Die waren niet eens gemetseld met cement maar met tras. Als daar een keer een kar tegenaan stootte die door vloed werd meegenomen, dan zakte het in elkaar. Nu zijn de huizen veel beter.”

13

TU Delft

Als veertienjarige jongen maakte u de overstroming mee. Hoe kijkt u daarop terug? “Voor mij was het spanning en sensatie. Scherpenisse ligt op een middeleeuwse terp. Dat dorp is niet ondergelopen. Mijn familie is niet omgekomen, en mijn vrienden ook niet. Het dorp stroomde vol met mensen, koeien, paarden en varkens. Ik hielp koeien uit stallen te halen. Maar als scharminkel van veertien lukte me dat nauwelijks. Ik werd achter de koeien aangetrokken. Na anderhalve dag begonnen vliegtuigen levensmiddelen, zoals brood en boter, te droppen. En weer een dag later kwamen de eerste amfibievaartuigen.”

Die amfibievaartuigen kwamen erg laat? “Naar onze huidige maatstaven kwam de hulp laat op gang. Maar het was acht jaar na de oorlog. Om een idee te geven; er was toen één helikopter in heel Nederland, en het was zelfs toeval dat we die nog hadden.” Toch meent ook Slager dat een groot deel van het drama te wijten is aan menselijk falen. Tijdens zijn lezing heeft hij het over burgemeesters van de getroffen eilanden die in de nacht van zaterdag op zondag hun bed niet uit wilden omdat ze dachten dat het allemaal wel zou meevallen; over de ‘Officier Belast met Hulp bij Watersnood’ (een functie bij de marine speciaal voor ‘onmiddellijke hulpverlening bij watersnood’) die niet van de stormvloed op de hoogte was omdat hij geen abonnement had op het telegram van de stormvloedwaarschuwingsdienst van het KNMI; over het kabinet dat pas vierentwintig uur na de ramp voor het eerst in crisisberaad kwam en pas dagen later helikopterhulp bij de geallieerde bezettingstroepen in West-Duitsland aanvroeg.

Veel autoriteiten hebben gefaald, maar de mensen uit de omgeving zelf moeten toch ook hebben aangevoeld dat er iets stond te gebeuren? Maar in plaats van weg te vluchten bleven veel mensen gefascineerd naar het natuurgeweld kijken. “Ja, zoals de soldaat die ik beschrijf, die met zijn verloofde op de dijk bij Stavenisse naar die enorme watermassa staat te kijken die hij op zich af ziet komen. Geweldig vond hij het. ‘Prachtig die natuur’, zei hij. En zo stond iedereen overal te kijken.”

De afgelopen duizend jaar is het gebied tientallen keren overstroomd. Hoe is het mogelijk dat de mensen zo naïef waren? “Het is ongelofelijk inderdaad. Het zijn mensen van het water.”

>>


14

Delta

TU Delft

Heeft het geloof ermee te maken?

Wie zijn de helden in uw boek?

“Ik woon zelf op de bible belt op Tholen. De helft van mijn familie komt

“Er waren nogal wat mensen die met een scheef oog

uit die hoek en die had zeker het gevoel dat God ons gestraft had voor

door de burgerij werden aangekeken; jongens van de

onze zonden. In Stavenisse zei een dominee maanden na de ramp dat

rafelrand van de samenleving die net niet helemaal in

als God rechtvaardig was geweest, er dan in Stavenisse geen 153 men-

de pas liepen. Die flierefluiters werden vaak de grote

sen waren omgekomen, maar dat er 153 in leven waren gebleven. Zo

helden, want die waren stressbestendig. Zo was er een

hard. Die man heette ook Slager, helaas.”

schippersknecht uit Oude Tonge die 47 mensen gered heeft die op daken zaten van een rijtje huizen dat op

Zijn de mensen volgens u nog steeds zo naïef?

instorten stond. Hij heeft een touw om zijn middel ge-

“Na twee generaties zakt een ramp weg uit het collectieve geheugen.

bonden en is door het koude water naar die huizen ge-

Zo was dat vroeger. Nu staat overstromingsgevaar hoog op de agenda.

zwommen. Daar dreef een vloer voorbij en die heeft hij

Daarom denk ik ook dat we iets geleerd hebben van de ramp. Maar je

als een soort pont gebruikt om de mensen naar de kant

moet ook bedenken dat de eilanden die het hardst getroffen zijn - Goe-

te brengen.

ree-Overflakkee, Schouwen-Duiveland en Tholen – tijdens de oorlog

De burgemeesters van Ooltgensplaat op het eiland Goe-

door de Duitsers onder water zijn gezet omdat ze bang waren dat gealli-

ree-Overflakkee en van Willemstad in Noord-Brabant

eerden daar zouden landen. De mensen waren in de jaren daarna voor-

waren ook wel grote helden. Zij waren allebei lid van

al bezig hun zilte land weer een beetje vruchtbaar te maken. De dijken

een knokploeg tijdens de oorlog. Ook zij waren stressbe-

komen later wel, dacht men. Intussen schroefde de overheid het budget

stendig. Ze hebben iedereen uit de polder geordonneerd

voor defensie alsmaar verder op vanwege de angst voor de Russen en

om naar het dorp te komen. Ze waren er dus wel, figuren

werd het budget voor waterkering verkleind.”

die adequaat gehandeld hebben. Voor mij was dit aanleiding om een soort vergelijkend warenonderzoek te

U hebt dit boek geschreven omdat u iets wilde rechtzetten. Vond u dat er een te romantisch beeld van de ramp bestond?

doen. Wat de consumentenbond met waspoeder doet,

“Ja, er was een beeld van helden en slachtoffers ontstaan. Als journalist

te doen.”

heb ik geprobeerd met burgemeesters en dijkmeesters

ben ik in de jaren zeventig teruggegaan naar Zeeland toen actiegroe-

in Yerseke dat dijkgraven begin jaren vijftig hadden liggen slapen. Ze

Iets heel anders. U verzet zich hevig tegen het onder water zetten van de Hedwigepolder. Waarom?

wezen plekken aan en zeiden ‘als wij met onze visserskotter tegen die

“De Zeeuwse milieubeweging heeft een deal gesloten:

dijk waren gevaren, dan zouden we er dwars doorheen zijn gegaan’. Dat

in ruil voor het onder water zetten van de Hedwigepol-

soort verhalen had ik nooit eerder gehoord of gelezen. Ik had wel allerlei

der, een polder met puike grond, zou ze niet procederen

gedenkboeken gelezen - ieder dorp heeft een gedenkboek - maar al die

tegen de derde uitdieping van de Westerschelde. Maar

boeken zijn geschreven vanuit het autoriteitsperspectief en niet vanuit

men zou helemaal niet met die enorme schepen over de

het perspectief van al die mensen die hun ogen open hadden gehou-

Westerschelde moeten manoeuvreren. Zeebrugge heeft

den, maar niet gehoord werden in de jaren vijftig.”

toch ook een containerterminal? Je moet met je handen

pen daar probeerden te voorkomen dat de Oosterschelde potdicht afgesloten zou worden van zee. Ik hoorde toen van actievoerende vissers

van die Westerschelde afblijven.

En dan komt u met een waanzinnig verhaal.

Ik ben een groot voorstander van buitendijkse na-

“Een soort parlementaire enquête die eigenlijk in 1953 had moeten

tuur; voor een dynamisch landschap in de Delta. Van

plaatsvinden”, lacht Slager. “Ik heb bijna veertig jaar later nog wat ver-

mij mogen dan ook onmiddellijk die dammen bij de

halen naar boven weten te halen, maar een groot deel van de verant-

Grevelingen en het Hollands Diep weg. Hop, de dijken

woordelijken was natuurlijk dood of dementerend.”

verhogen en laat het maar gebeuren. Maar binnendijks ben ik voor behoud van het cultuurlandschap. Ik woon vlakbij een stuk nieuwe natuur. Ik ben er niet kapot van. Aan de andere kant heb ik cultuurlandschap. De boer heeft daar wintertarwe gezaaid en dat zie ik nu heel pril opkomen. Ik weet nu al dat ik van de zomer uitkijk op

CV Cornelis (Kees) Slager (1938) is journalist, schrijver en politicus. Als veertienjarige jongen maakte hij de watersnoodramp van 1953 mee in Scherpenisse. In 1956 vertrok hij naar Amsterdam om als journalist te gaan werken bij de krant Het Vrije Volk. In de jaren daarna werkte hij onder meer ook voor de Vara en de

een prachtig geel tarweveld. Het jaar daarop komen er VPRO. Hij is oprichter en redacteur van het VPRO-radioprogramma OVT. In de jaren zeventig keerde Slager terug naar Zeeland en in 1992 schreef hij het veelgeprezen boek ‘De Ramp, een reconstructie’. Van 2007 tot 2011 was Slager Eerste-Kamerlid voor de SP.

misschien aardappelen of bieten of vlas. Elk jaar en elk seizoen zijn weer anders. Het natuurgebied daarentegen ziet er altijd hetzelfde uit. Als er een boom opkomt, wordt hij omgehakt want het moet een zoutmoeras blijven. De natuur mag ook in een natuurgebied zijn gang niet gaan. Pas op hè.” <<


Wat: Girls Only Night Waar: Aula Wanneer: Woensdag 6 maart van 18.30 tot 22.00 uur Drank en hapjes: 7 Publiek: 10 Dresscode: 8 Entree: gratis Feestgehalte: 8 Eindcijfer:

8

party crashers

Op het scherpst van de snede Het is het basisgereedschap van elke kok. Zonder zou je niets kunnen klaarmaken. Helaas zijn er meer slechte dan goede varianten van. Alle scherpe opmerkingen opzij gezet, moet ik nu toch tot mijn punt komen. Messen. Ik weet de eerste keer nog goed dat ik in Delft een mes pakte om een tomaat te snijden. Na een soepele actie bleef ik over met een tomaat die aan de zijkanten was ontploft maar waar in het vel nog geen krasje te zien was. Ik had net hem zo goed kunnen snijden met een gitaar. Messen zijn een essentieel deel van de keuken maar worden heel vaak slecht begrepen. Daarom een paar tips om messen en mensen dichter bij elkaar te brengen. 1. Goedkoop is duurkoop. Beter één goed mes dan tien slechte. Slechte messen zijn slecht geslepen. De hoek waarop de punt staat is veel flauwer dan bij goede messen. Ook is het staal van slechte kwaliteit.

Meiden onder elkaar Voorjaarsvakantie; geen geld om te skiën en geen date. Wat nu? Uit met de meisjes natuurlijk – maar wel op geheel Delftse wijze. Ze wilde ‘iets met dieren of mensen doen’ en belandde bij technische informatica. Haar medestudente koos bewust voor de TU Delft, maar had nooit verwacht binnen de kortste keren aan een racewagen op zonne-energie te bouwen - waarmee ze ook nog de wereld over reisde om hem te laten racen. En die andere TU-studente dan, die dankzij haar studie kinderen kon helpen in de sloppenwijken van Rio de Janeiro. Een studie aan de TU voor jongens? Echt niet! Zoveel is wel duidelijk op de Girls Only Night, op 6 maart. Het mooiste: alle meiden zijn welkom. Stoere, die hard beta’s die leven voor techniek, 4-, 5- en 6-vwo-leerlingen met een NT- of NG-profiel, meisjes-meisjes met rokjes en nagellak, en leerlingen die gewoon nog niet weten wat ze willen studeren en eens gezellig willen rondkijken. Passen wíj daar even mooi tussen! Want het is natuurlijk wel een feestje, zoveel jonge vrouwen bij elkaar die een passie delen voor techniek. Techniek in de ruimste zin van het woord althans, want studeren aan de TU betekent volgens ons óók leuke keukenspullen ontwerpen of meewerken aan het design van een mooie stoel. Studenten en alumni vertellen wat hun ervaringen zijn aan de TU én op de werkvloer daarna. Wij willen natuurlijk vooral meedoen aan het speeddaten met studenten: je kent nooit genoeg leuke vrouwen in Delft. Beetje jammer dat de ontvangst om 18.30 uur met koffie is. Alcohol onder de 18 mag dan verboden zijn; de ouders en studenten willen vast ook wat drinken. En kom op, geen girls night zonder bubbels en hapjes, toch? Komt vast helemaal goed tijdens de afsluitende borrel. Wij haken voor de zekerheid wat later aan. Er valt toch niks te crashen; de entree is gratis – als je je maar even aanmeldt. En de leukste speeddates heb je toch nog altijd aan de borreltafel, zelfs al is het met een meisje. (JB)

2. Niet in de afwasmachine. Je hoort dit vaker, maar ik zal het even toelichten. Messen zijn op hun snede heel dun. Daarom snijden ze ook. Dit dunne staaloppervlak is echter gevoelig voor langdurige blootstelling aan water en zeep. In een afwasmachine is de tijd dat het mes hieraan blootstaat te lang. Dit tast dus de snede aan. Wat wel te doen? Gewoon snel afwassen met de hand, klein beetje zeep, goed afspoelen en daarna meteen afdrogen. 3. Een mes is een mes. Dus geen schroevendraaier, hamer, flessenopener of wrik. Gebruik het mes dan ook niet daarvoor. 4. Netjes opbergen. Het hele doel van een mes, de snede, is ook meteen het meest kwetsbare deel van een mes. Opbergen in een la met al het ander bestek is dan ook vragen om een bot mes. Leg je mes ergens apart waar het niet in aanraking komt met ander bestek of messen. Volg deze tips en dan heeft een ieder een stuk langer plezier van zijn messen.

Met geslepen messen, De Kokende Student



Tekst: Jos Wassink Foto’s: Hans Stakelbeek

Lang zullen ze leven

P

lotseling staat veroudering als een urgent probleem op de agenda. Want ga maar na: de hele golf aan wegen, sluizen, gebouwen en installaties die hier tussen de jaren vijftig en zeventig gebouwd zijn met een levensduur van zo’n vijftig jaar is toe aan inspectie, groot onderhoud of vervanging. In Nederland ziet professor Klaas van Breugel (Civiele Techniek en Geowetenschappen) nog geen bruggen instorten, maar in de Verenigde Staten draagt tien procent ervan het predicaat ‘zwaar verdacht’. Het American Concrete Institute bericht dagelijks over verouderende infrastructuur, weet Van Breugel. Hij is voorzitter van het op 28 februari te openen Ageing Centre als deel van het Delft Centre for Materials (DCMat). Het onderzoekscentrum is geïnspireerd door de Concrete Sustainability Hub van het Amerikaanse Massachusetts Institute of Technology (MIT) en het Materials Ageing Institute in Parijs. Dat laatste instituut bestudeert vooral veroudering onder invloed van radioactieve straling met het oog op eindberging van radioactief afval en het op termijn ontmantelen van oude kerncentrales. Het verouderingsinstituut van het MIT legt de nadruk op duurzaamheid. “Een langere levensduur van gebouwen en infrastructuur betekent minder belasting voor het milieu. Dat is ook duurzaamheid”, legt Van Breugel uit. “Uiteindelijk gaan alle materialen kapot”, zegt DCMat-voorzitter prof.dr.ir. Sybrand van der Zwaag (Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek). “Maar waar je het meeste last van hebt, is onvoorspelbaar falen. De uitdaging van het Ageing Centre is om die onvermijdelijke verouderingsprocessen beter en meer geïntegreerd te beschrijven.” Daarvoor hebben de initiators al in een vroeg stadium samenwerking gezocht met andere vakgebieden zoals natuurkunde, scheikunde, bouwkunde, maar ook wiskunde

Delta

17

TU Delft

Het verouderingsinstituut Ageing Centre is het jongste onderzoekscentrum op de TU. Met gezondheidszorg heeft het niets te maken, wel met de teloorgang van wegen, gebouwen, voertuigen, apparaten en installaties. Veroudering moet beheersbaar worden.

en biotechnologie (zie figuur). “Wij willen als eerste in Nederland veroudering over de volle breedte aanpakken”, zegt Van der Zwaag. “Dat is de uitdaging.”

Oud Veroudering is overigens geen nieuw onderzoeksgebied. Neem dr.ir. Tom Scarpas, die al jaren onderzoek doet naar veroudering van asfalt. Of het onderzoek naar veroudering van beton, corrosie van staal en vermoeiingsonderzoek, dat ook allemaal bij civiele techniek plaatsvindt. Of neem de manier waarop de vliegtuigindustrie met veroudering omgaat. Vliegtuigen worden ontworpen en gebouwd op een levensduur van veertig jaar. Ze worden zwaarder belast dan de meeste auto’s, ze maken meer uren en gaan toch veertig jaar mee. Dat is volgens Van der Zwaag te danken aan een traditie van ontwerp, monitoring, onderhoud die gericht is op veiligheid, zelfs in het geval van falen. Fail-safe ontwerp wil zeggen dat een vliegtuig bij een gebrek niet direct neerstort, maar met een scheur in de romp toch veilig kan landen. “Dat kun je ook voor gebouwen bedenken of voor elektrische infrastructuur: dat een falen in een systeem niet catastrofaal wordt.” Een week na dit interview zat het publiek bij de Amerikaanse Superbowl in het donker vanwege een stroomstoring in New Orleans. Het onderstreept de actualiteit van het onderwerp in een samenleving die leunt op verouderende infrastructuren. Van der Zwaag schat dat er aan de TU 25 promovendi actief zijn met onderzoek dat gerelateerd is aan veroudering. Hij zou graag wiskundigen met biologen, architecten, natuurkundigen en elektrotechnici twee dagen op de hei willen samenbrengen om hen te laten leren van hoe men in andere disciplines tegen veroudering aankijkt. Dat moet een begin worden van een samenwerking over de disciplines heen. >>

Wie Europees succesvol wil zijn, moet aantoonbaar lokaal succes hebben, stelt DCMat-voorzitter Sybrand van der Zwaag. Zo zal ook het Ageing Centre zich eerst lokaal moeten bewijzen. Veroudering is dichterbij dan je denkt.

TU-campus Veel gebouwen stammen uit de jaren zestig en zijn aan renovatie toe. Ook de kernreactor is dit jaar vijftig jaar in bedrijf. Hoe lang kan die nog mee? Welk gebouw moet bij renovatie de voorkeur hebben: civiele techniek of toch elektrotechniek? Het Ageing Centre kan voorspellingen doen over welk gebouw de meeste kans loopt op ongeplande schade. Bij renovatie kan het Ageing Centre bepalen hoe verouderingsgevoelig het nieuwe ontwerp is. Van der Zwaag: “Waar anders kunnen vliegtuigbouwers en architecten overleggen over faalveilige oplossingen?”



Delta

19

TU Delft

‘Waar je het meeste last van hebt, is onvoorspelbaar falen’ Hoogleraar productontwerp dr. Christos Spitas (Industrieel Ontwerpen) definieert veroudering als ‘tijdsafhankelijk functioneren van een product’. Hij vindt dat veroudering een aandachtspunt moet zijn bij het ontwerpen, net als kosten, materiaalgebruik, veiligheid en zo meer. Traditioneel probeerden fabrikanten de veroudering tegen te gaan door hun producten zo degelijk mogelijk te maken. In het tijdperk van consumentisme werd veroudering juist aangejaagd om de doorloopsnelheid te verhogen en daarmee de productie en de omzet. In het huidige tijdperk van duurzaamheid is dat consumentisme dubieus geworden en moeten producenten zich opnieuw verhouden met de veroudering van hun producten. “Wij zijn geen predikers perse voor duurzaamheid”, zegt Spitas. “Als wetenschappers vinden we dat je meer moet weten van de veroudering van producten, zodat je verantwoorde keuzes kunt maken. Veroudering moet net zo goed deel uitmaken van je ontwerp als elke andere ontwerpoverweging.”

In eerste instantie zal het centrum zich richten op civieltechnische materialen als beton, staal en bouwmaterialen. Daar gaan grote bedragen in om, denkt Van der Zwaag. “En iedereen is beducht voor onvoorziende uitgaven. Van woningcorporaties tot elektriciteitsbedrijven – iedereen houdt geld achter de hand om het hoofd te kunnen bieden aan onvoorzien catastrofaal falen.” Stel nu dat je de conditie van oude wegen, bruggen, gebouwen en viaducten beter kunt bepalen. Dan weet je wat er aan onderhoud en reparaties te verwachten valt. “Er ligt een grote opgave voor de inventarisatie van het erfgoed van een halve eeuw geleden”, zegt Van Breugel. Hij zou graag sensoren inzetten om veroudering van civieltechnische structuren te meten. “Een auto heeft tegenwoordig 40 tot 60 sensoren en die hoeft maar tien jaar mee. Als je bruggen en wegen ook met sensoren uitrust, kun je ze eens in de zoveel tijd vanuit de auto inspecteren. Door vroegtijdig ingrijpen kun je dan miljoenen besparen op onderhoudskosten.”

Nieuw

Veeleisend

Eerder had het onderzoekscentrum DCMat met zelfherstellende materialen een groot succes. Er is in verschillende Europese landen voor tientallen miljoenen euro’s in onderzoek gestoken, en dat heeft zich ook terugverdiend. In vergelijking met het onderzoek naar zelfherstellende materialen zal onderzoek aan het Ageing Centre fundamenteler zijn, denkt Van Breugel. “Veroudering begint op atomair en op moleculair niveau waar spanningen en drukken heersen. We willen die processen begrijpen, vertragen en elimineren.” Van der Zwaag voegt eraan toe dat het onderzoek anderzijds ook een sterkere link naar ontwerpers en constructeurs zal hebben.

Klinkt dat als sciencefiction? Niet voor professor Spitas die al een patent heeft aangevraagd op een sensor die de groei van scheuren meet. Zulke sensors gaan online diagnostiek mogelijk maken. Spitas: “Je ziet dan wat de huidige status is en wanneer iets kapot gaat. Op basis daarvan kun je onderdelen vervangen. Straks kan zelfs een mixer vertellen hoe lang die nog meegaat. We kennen dat nu van accu’s in je laptop, maar dat komt ook voor mechanische onderdelen.” Spitas, die eraan werkt om veroudering op te nemen in ontwerpsoftware, verwacht dat consumenten in eerste instantie niet veel zullen merken van de subtiele voortgang op het gebied van veroudering. Zo zullen producten niet perse langer meegaan, verwacht hij. Wel zal het falen beter voorspelbaar worden, en minder toevallig. Uiteindelijk kan dat ertoe leiden dat consumenten veeleisender gaan worden. Maar of dat nou zo fijn is? Het centrum zelf zal wel tien jaar nodig hebben om zijn naam te vestigen, denkt Van der Zwaag. “Als er tegen die tijd een grote infrastructurele calamiteit plaatsvindt, wie gaan ze dan bellen om te vragen wat er is misgegaan? Ik hoop dat het Ageing Centre tegen die tijd zo’n reputatie heeft opgebouwd dat men als eerste de TU Delft gaat bellen. Met vragen als: Leg uit wat er gebeurd is. Leg uit hoe dat te voorkomen. Als wij het innovatieve kenniscentrum op dat gebied zijn, komen de onderzoeksgelden daar naartoe.” <<

Oude binnenstad Historisch, cultureel, architectonisch en maatschappelijk staat er veel op het spel. Maar de veroudering slaat toe. Huizen verzakken, stenen verschilferen, rioolbuizen breken en de ondergrond kantelt. Het Ageing Centre kan de zwakke plekken van de verouderende stad identificeren om veiligheid en functioneren te waarborgen en om catastrofaal falen te voorkomen.

Botlek Prachtig hightech industriegebied van veertig tot vijftig jaar oud. Het is van groot belang dat de installaties veilig blijven functioneren, ondanks de voortschrijdende veroudering. Van der Zwaag wil methoden uit wiskunde, bouwkunde, luchtvaarttechniek, civiele techniek, materiaalkunde, chemie en biotechnologie samenbrengen om een beter zicht te krijgen op de veiligheid van het gebied. Bijkomende complicatie: het grote aantal betrokken partijen.


20

Delta

TU Delft

ESSAY

‘Hoe zou jij je voelen als jouw vakantiefoto’s op de voorkant van de Volkskrant zouden staan?’ (Olaf Schüsler, masterstudent wetenschapscommunicatie)


21

Sinds mensen lukraak alles op internet

Nederland was in shock door de acht jongens die in Eindhoven een student mishandelden. Nadat de politie videobeelden had vrijgegeven van de mishandeling, ontstond er op internet een klopjacht. Eerst werd een foto van de vriendengroep online gezet waarop de gezichten onherkenbaar gemaakt waren. De nieuwssite Geenstijl.nl maakte de gezichten weer zichtbaar. Het was niet moeilijk de namen bij de foto’s te zoeken en zo de daders op te sporen. Het risico van zo’n digitale klopjacht is dat je de verkeerde persoon te pakken hebt. Dit overkwam de 26-jarige Tom Kantelberg uit Waalre, die dezelfde naam bleek te hebben als een van de verdachten. Die bewuste avond was deze Kantelberg niet in Eindhoven, maar sinds zijn naam op internet staat, wordt hij belaagd met dreigtelefoontjes en -mails.

gen, sms-berichten en internetverkeer afluistert. Sinds kort biedt Google file-informatie aan in Google Maps. Hiervoor zijn gps-coördinaten van de gebruikers nodig. Het merendeel van de gebruikers lijkt hier geen probleem mee te hebben, ook al staan ze er niet bij stil dat deze gegevens in een database terecht komen en aan hun persoonlijke profiel worden gekoppeld. Hiermee kan Google bepalen waar iemand zich meestal bevindt om bijvoorbeeld zes uur ‘s avonds op dinsdag. Nu denk je misschien, wat geeft het, mijn gegevens zijn toch anoniem. Maar zelfs als je naam is weggehaald, betekent dit niet dat je anoniem bent. Neem het voorbeeld van AOL (America Online) gebruiker 4417749. Voor een wetenschappelijke studie waren haar zoekgegevens van de afgelopen maand openbaar gemaakt. Onderzoekers probeerden te achterhalen wie deze gebruiker was en binnen no time stonden zij op de stoep bij Thelma Arnold, een 62-jarige weduwe, woonachtig in Lilburn, Georgia. Het feit dat gegevens geanonimiseerd zijn, wil nog niet zeggen dat niet te achterhalen is wie je bent. Het kost alleen wat meer moeite. Daarnaast zal Google in zijn software niet met geanonimiseerde gegevens werken, aangezien ze meer over je willen leren. Met andere woorden, Google heeft een gigantische database: over wie jij bent, wat jouw gewoontes zijn, met wie je praat, waar je loopt. En wat wissel je daarvoor in? Het gratis kunnen e-mailen.

Gratis diensten of Big Brother

Identiteitsvervalsing

In 1997 begon Google met een zoekmachine. In rap tempo breidden ze dat uit naar een e-maildienst (Gmail), online office pakket (Google Docs), browser (Chrome) en mobiel besturingssysteem (Android). Je verzint het niet, maar Google is nu zelfs bezig met het maken van een autonoom rijdende auto. Als je beter kijkt naar deze producten, kun je je afvragen of je blij moet zijn met deze vooruitgang. Natuurlijk, ze zijn meestal gratis, maar als tegenprestatie leert Google meer over jouw zoek- of mailgedrag. Toen Gmail uitkwam, had Google daarmee meteen toegang tot de mailtjes die je stuurt. Tot de inhoud van jouw mailtjes dus. Stel, jij hebt twee vrienden die Bob heten. Met een van de twee mail je altijd over voetbal. Als jij een mail wilt sturen naar de andere Bob, toevallig ook over een wedstrijd, zal Gmail jou vragen of je niet die ene Bob bedoelt. Google weet dus precies wát je aan wíe stuurt. Google zegt van jouw mails te leren: ‘who you email’, ‘which messages you open’, ‘what keywords spark your interest’, ‘which messages you reply to’ en ‘your recent use of stars, archive and delete’. Met Google Docs kreeg Google dezelfde toegang, maar nu tot alle files die je in Google Docs zet en daarmee op hun servers. Google’s laatste nieuwe producten hebben een heel nieuwe impact. In bijna alle, zo niet alle smartphones, zitten gpschips. Zonder dat je het weet, kan de telefoon deze informatie uploaden. De Electronics Frontier Foundation, een internationale non-profitorganisatie met onder meer juristen, technologen en beleidsanalisten die al sinds 1990 de rechten van gebruikers op internet probeert te beschermen, protesteerde toen bleek dat er spyware op smartphones geïnstalleerd zou zijn. Uit tests bleek dat de spyware onder andere toetsaansla-

Deze gigantische online database, met al jouw informatie, is natuurlijk hartstikke handig. Overal ter wereld kun je inloggen op Google Docs of Gmail en kun je direct bij je gegevens. Veel mensen zijn bereid hun privacy hiervoor op te offeren, zeker als ze denken niks te verbergen te hebben. Dit is echter bepaald niet zonder risico’s. Het meest voor de hand liggende gevaar is dat de servers van Google gehackt worden. Hoe meer gegevens er bij elkaar staan, hoe interessanter de gegevens worden voor hackers en hoe meer er in één keer op straat ligt. Nu is Google een groot bedrijf dat waarschijnlijk veel zal doen op het gebied van veiligheid, maar geen enkel systeem is foolproof. Zo werd het PlaystationNetwork van Sony gehackt en vielen de creditcardgegevens van miljoenen mensen in verkeerde handen. Een creditcard is nog te blokkeren, maar wat zijn de gevolgen als iemand er met jouw persoonlijke profiel vandoor gaat? Identiteitsvervalsing is dan makkelijk, maar ook bijvoorbeeld zorgverzekeringen zouden die gegevens best graag willen hebben. >>

gooien, wordt de kans op mistaken identities steeds groter. Maar dit is niet het enige risico dat je loopt door alles met internetreuzen zoals Google te delen.

‘Google heeft een gigantische database: over wie jij bent, wat jouw gewoontes zijn, met wie je praat, waar je loopt’


22

‘Google bedenkt welke zoekresultaten jij te zien krijgt. Dat heet censuur’ Daarnaast kunnen jouw persoonlijke gegevens door overheden bekeken worden, bijvoorbeeld met behulp van de Amerikaanse Patriot Act. SurfNet, de organisatie die internet voor academische instellingen verzorgt, beschrijft de wet als volgt: ‘Met deze federale anti-terrorismewet kan de Amerikaanse overheid gegevens vorderen bij partijen die hun gegevens opslaan in de Verenigde Staten. Dit kan gebeuren zonder toestemming of wetenschap van betrokkene en met slechts een beperkte gerechtelijke toetsing.’ Op het moment dat jouw gegevens op een Amerikaanse server staan, vallen ze officieel onder het Amerikaanse recht en zijn daarmee via de Patriot Act op te vragen door de Amerikaanse justitie. Daarnaast hebben opsporingsdiensten er een handje van om meer servers in beslag te nemen dan ze strikt noodzakelijk nodig hebben. In verband met de activiteiten van hackersbeweging LulzSec heeft de FBI servers bij hostingbedrijf DigitalOne in beslag genomen. In plaats van dat ze alleen de verdachte server meenamen, namen ze servers voor tientallen klanten mee. Onder andere Instapaper, een site om webpagina’s op te slaan, heeft hier onder geleden en moest een aantal functionaliteiten uitschakelen. Stel, jouw gegevens staan niet op de gezochte server, maar om bovenstaande reden vallen jouw gegevens in hun handen. Wie weet wat er dan mee gebeurt? De FBI zou je gegevens kunnen vernietigen, of erger nog, denken dat jij lid bent van de hackersbeweging.

aan wat je waarschijnlijk zoekt. Aan de ene kant is dat natuurlijk prettig, want je krijgt alleen die dingen te zien die je waarschijnlijk wilt weten, maar aan de andere kant bedenkt Google voor jou welke informatie je te zien krijgt. Dat heet censuur. Dan resteert de vraag wat Google nog meer met je gegevens doet, zonder dat je er weet van hebt. In de algemene voorwaarden van Google Drive staat: ‘When you upload or otherwise submit content to our Services, you give Google (and those we work with) a worldwide licence to use, host, store, reproduce, modify, create derivative works (such as those resulting from translations, adaptations or other changes that we make so that your content works better with our Services), communicate, publish, publicly perform, publicly display and distribute such content.’ Dit betekent dat Google jouw geüploade bestanden - vakantiefoto’s, wetenschappelijke onderzoeken, etc. - mag gebruiken, zelfs als je geen gebruiker meer bent van welke service van hen dan ook. De advertenties voor het gebruik van de gratis diensten van Google zijn het zichtbare gevolg, maar kennelijk lever je uiteindelijk veel meer in.

Wat moeten we met internet? Moet je nu het internet, of de diensten van Google, beter maar niet gebruiken? Nee, internet is een geweldig communicatiemiddel en zonder de innovaties van Google zouden we een stuk minder ver zijn. Realiseer je echter wel dat je alles met de rest van de wereld deelt, ook onbewust. Hierin herhaal ik het advies van Marco Arment - oprichter van Instapaper en mede-oprichter van Tumblr - om iedere keer als je iets op internet plaatst je af te vragen: ‘How would I feel if this data were on the front page of the New York Times tomorrow?’ <<

Adverteren Wat doet Google eigenlijk met die database met persoonlijke gegevens? Google staat niet alleen bekend om zijn grote netwerk van nuttige producten, maar ook om zijn verdienmodel. Google maakt winst door (gepersonaliseerde) reclames te verkopen. Hierbij verkopen ze niet jouw gegevens aan adverteerders, maar plaatsen kleine advertenties, afgestemd op jouw profiel. Een voorbeeld. Google weet dat jongere, technisch georiënteerde mensen meer BMW’s rijden. Als 25-jarige jongen, die veel op technische sites komt, loop je dan de kans om BMW-advertenties te krijgen. Als er op de advertentie geklikt wordt, moet de adverteerder betalen. Het is dus van groot belang voor Google om zo goed mogelijk op jouw persoonlijke interesses afgestemde advertenties te plaatsen. Misschien vind je dit geen probleem, aangezien je informatie krijgt waar je op zit te wachten. De vraag is echter hoe ver Google hierin gaat. De situatie waarin een journaliste van de Daily Mail zich bevond, is een passend voorbeeld. Zij raakte haar laptop kwijt in een taxi en mailde hierover met vrienden. Toen zij haar laptop terugkreeg en voor het eerst weer op Google kwam, zag zij tot haar stomme verbazing advertenties verschijnen voor het aanschaffen van een laptop. Niet alleen je advertenties worden aangepast, maar ook de zoekresultaten die je te zien krijgt op Google zijn aangepast

Olaf Schüsler studeerde technische informatica en doet nu de master wetenschapscommunicatie.

Cloud Het Internet is een netwerk van servers, verbonden met elkaar. De cloud is eigenlijk een andere benaming voor het internet, maar wordt vaak gebruikt in combinatie met storage en computing. Cloud storage is de opslagruimte op het internet. Deze gegevens staan dus niet op jouw computer, maar staan op de servers van de providers van de cloud storage dienst, zoals Dropbox. Dit brengt het voordeel met zich mee dat het overal vandaan benaderbaar is, en dat je bestanden veilig zijn als je computer crasht. Het nadeel is dat je de zeggenschap over je data uit handen geeft.


De bachelor

23

Martijn Sparnaaij

Gezond na de ramp Ravages, doden, gewonden; de schade van natuurrampen is enorm, maar de neveneffecten zijn soms net zo erg. Gebrek aan schoon drinkwater bijvoorbeeld zorgt voor nog meer slachtoffers. Civieler Martijn Sparnaaij breidde voor zijn bachelor-eindonderzoek een simulatieprogramma voor waterzuivering uit met een model voor andere zuiveringsstappen - en ontving een UfD-Imtech Bachelor van tweeduizend euro. Daardoor kan een mobiel zuiveringsapparaat binnen 24 uur na aankomst in een rampengebied schoon drinkwater produceren. “Hartstikke handig, want je vervoert dat apparaat – eigenlijk een soort kleine versie van een gewone zuiveringsinstallatie - gewoon achterop een vrachtwagen.” Maar het blijft een fragiele aangelegenheid: “Je wilt tenslotte goede desinfectie om bijvoorbeeld een cholera-uitbraak te voorkomen, maar de hoeveelheid kankerverwekkende stoffen beperken.” De student begon zijn eindproject met een fiks literatuuronderzoek. “Dat was even schrikken”, lacht hij, “want de eerste literatuur over waterdesinfectie stamt al uit eind 1800.” Daarnaast moest zijn simulatiemodel simpel zijn, en niet teveel input vragen om tot een goede berekening te kunnen komen. Er was namelijk al een markt voor zijn model: de universiteit van Bandung, Indonesië, zat erom te springen. “Het model is een stuk goedkoper dan een zuiveringsinstallatie laten draaien, en ter plekke te ontdekken of hij inderdaad

in staat is om het water in het betreffende gebied te zuiveren. Na mijn project ben ik gevraagd om als student-assistent door te gaan met het onderzoek”, vertelt Sparnaaij. Dat het onderwerp praktisch was, was geen verrassing – dat was al bekend toen hij zijn onderwerp koos, en waar hij het op selecteerde. “Maar het student-assistentschap dat erop volgde zag ik niet aankomen! Ik vond het leuk om een koppeling naar de praktijk te hebben, en niet alleen maar theoretisch bezig te zijn, een papiertje in te leveren en een cijfer te krijgen.” Want zelfs al is dat cijfer een 9, eigenhandig een stapje kunnen zetten naar een betere wereld is natuurlijk altijd nóg mooier. (JB)

Onderzoek: ‘Schoon drinkwater na een natuurramp, desinfectie met chloor’ Eindcijfer:

9

Foto: Sam Rentmeester

Weleens een slokje water uit de kraan genomen in Frankrijk? Alsof je uit het campingzwembad drinkt. Geen wonder dat tout le monde daar met flessen mineraalwater zeult, want behalve vies, kan dat kraanwater op lange termijn nog een verhoogde kans op kanker geven ook. Martijn Sparnaaij (22): “Chloor doodt namelijk niet alleen de ziekteverwekkers in drinkwater, het reageert ook met andere stoffen in het water. Die kunnen, als je er lang en veel van drinkt, een verhoogde kans op kanker geven. Om die reden gebruikt Nederland al lang geen chloor meer in het drinkwater. In mobiele zuiveringsinstallaties is chloor alleen nog broodnodig.” Tja, dan bestrijd je dus het ene kwaad met het andere; de cholera met de kanker – grof gesteld. En daar komt het onderzoek van de civielstudent om de hoek kijken. Het computermodel dat hij creëerde, simuleert chloordesinfectie in een mobiel waterzuiveringsapparaat en berekent bij een natuurramp de minimale chloorhoeveelheid die nodig is om het water in dat gebied te zuiveren.


24

Advertenties

3TU. School for Technological Design

SAI Information day Date: Tuesday 5 March 2013 Time: 13.00 – 17.00 hrs Location: Eindhoven University of Technology More information and registration: www.3tu.nl/sai

SAI ad Delta 208x140 mm.indd 1

STAN ACKERMANS INSTITUTE

Two-year post-master traineeships to boost your career: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.

Architectural Design Management Systems Automotive Systems Design BioProduct Design BioProcess Engineering Chemical Product Design NEW! Civil Engineering Clinical Informatics NEW! Comprehensive Design in Civil Engineering Design and Technology of Instrumentation Energy and Process Technology Healthcare Systems Design NEW! Information and Communication Technology Logistics Management Systems Mathematics for Industry Process and Product Design Process and Equipment Design Robotics Smart Energy Buildings and Cities Software Technology User System Interaction 30-01-2013 13:14:33


25

media

Valsspelers

Apps die je productiever maken, slimmer, georganiseerder – been there, done that. Installeer eens een app die je gelukkiger maakt! Wist je dat mensen die dagelijks een paar geluksmomenten in hun leven opschrijven, zich daadwerkelijk gelukkiger voelen, minder angstig zijn en optimistischer in het leven staan? Bewezen. Reden genoeg om er een app op te baseren, en dat is wat de makers van ‘Happier’ hebben gedaan. Van het idee alleen al word je al vrolijk, maar ‘Happier’ blijkt in de praktijk óók nog eens ontzettend leuk. De app heeft geen enkele functionaliteit, behalve dat hij je een positief gevoel geeft. En zeg nou eens eerlijk: dat is toch de basis van alles? Het principe: je meldt je er aan via Facebook, zodat je al je vrienden kunt uitnodigen. (Geen zorgen, je kunt je instellingen op privé zetten en je posts worden niet op Facebook gezet.) Vervolgens beantwoord je simpelweg de vraag: wat was vandaag voor jou een geluksmoment? Je kunt behalve tekst ook een foto toevoegen, share, klaar. Het resultaat is verbluffend: als je je eigen geluksmoment zo gezellig in oranje tinten ziet staan op je scherm, voel je je daadwerkelijk warm van binnen. Wat een mooie bevestiging: het leven is gewoon echt mooi! Spread the word. Via Facebook, uiteraard – en zet die status gewoon lekker op ‘voor vrienden’. Want juist het geluk van anderen kan zo motiverend werken. (JB)

Mind your ego

Apps

Je hebt brain trainers en je hebt brain trainers. Als dan één zijn kop boven het enorme maaiveld moet uitsteken, dan is het natuurlijk de app van Mensa. Je studeert aan de TU Delft, dus grote kans dat je behoort tot de twee procent slimste mensen ter wereld. Een beetje brain trainer is waarschijnlijk peanuts voor je, maar juist mensen met een hoog IQ hebben het nodig dat in topconditie te houden. En dat is een niche waar Mensa, de organisatie voor mensen met erg hoge IQ’s, feilloos op inspringt met de Mensa Brain Test. In tegenstelling tot de meeste breinkrakers, is hij betaald. Maar die €1,79 weegt ruimschoots op tegen het niveau van de vragen die de app je voorschotelt. In vijf vragen warm je je op voor één van de drie testen: de short test (twintig vragen), het medium (veertig vragen) of de large (zestig vragen. Die vragen komen uit de officiële Mensa-testen, die wereldwijd worden gebruikt om het IQ vast te stellen. Logica, taal, wiskunde, ruimtelijk denken – de app test je op alle gebruikelijke onderdelen. Het grote verschil met een officiële IQ-test: je kunt hem keer op keer herhalen, en zo je score verbeteren. Die kun je vervolgens weer delen op Facebook. Maar ja: dat je gewoon voor de lol een Mensa-test doet is één ding; erover opscheppen is een tweede. Als je al in die twee procent blijkt te vallen, dan: mind your ego! (JB)

happier Ontwikkelaar Happier Inc. platform iPhone, iPod Touch en iPad

Prijs: gratis leuk jjjjj handig jjjjj bediening jjjjj

mensa brain test Ontwikkelaar Normisian Ltd. platform Android, iPhone, iPod Touch, Tablet en iPad

Prijs: €1,79 leuk jjjjj handig jjjjj bediening jjjjj

Gevoel voor humor is heel persoonlijk. Ik doe mijn kleine neefjes en nichtjes graag een puzzel cadeau. Eentje met meer dan duizend stukjes. Daar zijn die nerdjes lang zoet mee en het is ook nog eens goed voor hun concentratievermogen. Ik verwijder altijd een paar stukjes uit de doos. Geestig, nietwaar? Toen ik zondag een e-mail kreeg van een student, die hulp vroeg bij een speciale berekening die ook voorkwam op het kansrekeningtentamen van maandag, wist ik niet of hij een grap maakte. Gevoel voor humor is heel persoonlijk. Misschien was het een grap. Misschien was het toeval. Maar toeval bestaat niet, zoals ik studenten altijd toebijt onder mijn kansrekeningcolleges. Ik heb het tentamen daarom op de laatste minuut drastisch veranderd, waardoor het slagingspercentage weer keurig netjes rond de dertig procent uitkwam. Zouden studenten tentamens stelen door in te breken via het intranet? Zouden blanco tentamenbriefjes worden weggehaald uit secretariaten en verhandeld op marktplaats.nl? Spieken ze wel eens? Natuurlijk niet. Delftse studenten zijn brandschoon. Dit in tegenstelling tot Amsterdamse studenten. Mijn broer, die werkzaam is in ons nationale Sodom en Gomorra, heeft wel eens studenten gehad die zijn practicumuitwerking digitaal onderschepten, toen hij deze naar de printer stuurde. Maar dat waren dus Amsterdamse informaticastudenten, bij wie it-fraude net zo is ingebakken als zelfdrogering bij Raborenners. Wij in het Westland zijn allen nette mensen. De schuldbekentenis van Lance Armstrong kwam natuurlijk niet uit de lucht vallen. Wielrennerij is een sport voor valsspelers. Ook matchfixing in de voetballerij is nauwelijks een verrassing. Maar wie had er gerekend op spierversterkende middelen bij golf? Wat staat ons nog meer te wachten? Anabole steroïden bij jeu de boules, amfetaminegebruik bij de bingo? Het Oprah-interview met Lance was voor mij trouwens een teleurstelling. Ik had gedacht dat Lance, geconfronteerd met zijn stelselmatige ontkenning en zijn gerechtelijke procedures tegen oud-collega’s, in Texaans lachen zou uitbarsten: “I fooled ya good, didn’t I?” Gevoel voor humor is heel persoonlijk. Robbert Fokkink

columnrobbertfokkink

Gelukkiger dan ooit


Advertenties

Maart - April 2013

De afdeling Transport & Planning van de TU Delft zoekt deelnemers voor een nieuw soort onderzoek!

Activiteiten TU Delft Library

4

March TU Human Library: PhD students meet the rector

During this event PhD students will -together with Rector Karel Luyben- listen and talk to two exceptional people, or rather ‘Living Books’. For PhD students

12

March Exposition ‘Op Kamers / Studentrooms all over the world’

16

Wij zoeken deelnemers die mee willen doen aan een onderzoek waarbij wij een nieuwe computeromgeving willen testen. Vereisten: • Beheersing van de Nederlandse & Engels taal • Minimum leeftijd: 12 jaar

March Train your Brain

Nieuwsgierig? Meer informatie over dit onderzoek en inschrijven voor dit onderzoek kan op deze website: www.experiment-tudelft.nl

19

March De krant: lezen met de rector

until 22 April

An exposition of large-size photos of student rooms in various countries around the world by the Amsterdam photographer Henny Boogert. For everyone

Learn useful techniques such as mindmapping, information processing and speed-reading to help you improve your concentration and learning skills in just one day. For students

Met vriendelijke groet,

Bespreek het actuele nieuws met Rector Magnificus Karel Luyben in de GR van een studentenhuis. Locaties: 19 maart Fruitweg 25, 23 april Rotterdamseweg 139A. Voor studenten

28

Prof. dr.ir. Serge Hoogendoorn, dr.ir. Rob van Nes, dr.ir. Hans van Lint, ir. Mignon van den Berg

April ‘Quick Library introduction’

TU Delft, afdeling Transport & Planning

25

April ‘How to manage your research information’

and 23 April

Get acquainted with the services and information sources available at TU Delft Library in this free two-hour workshop. For everyone

Increase your effectiveness in searching, finding, assessing, managing and processing information in this two-part course. For scientists

25

April Filmvertoning Cultural Professor SPINVIS

Op verzoek van de Cultural Professor wordt de film ‘Sunshine’ van de Engelse filmregisseur Danny Boyle vertoond en besproken. Voor iedereen

www.library.tudelft.nl/agenda maart april 2013.indd 2

18-2-2013 16:07:47

Voor advertenties bel met:

H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80 E delta@henjuitgevers.nl

Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.

TU Delta App. Download ‘m. Delta Magazine. Lees ‘m. Op de hoogte blijven van het laatste nieuws van de TU Delft? Download de gratis app in de appstore (TU Delta). Of lees ons vernieuwde Delta magazine, dat éénmaal per twee weken verschijnt of meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op www. delta.tudelft.nl/ colofon.

TU Delta

TU Delta


Delta

27

TU Delft

mededelingen Verkiezingen SR en FSR Het College van Bestuur maakt het volgende bekend: De verkiezingen van de leden van de Studentenraad (SR) en de Facultaire Studentenraden (FSR) vinden via het internet plaats op woensdag 22 mei en donderdag 23 mei 2013. De verkiezingen vangen aan op woensdag 22 mei 2013 om 9:00 uur en eindigen op donderdag 23 mei 2013 om 17:00 uur. Het College heeft voor de organisatie van de verkiezingen het onderstaande tijdschema vastgesteld. De deadline voor het indienen van de kandidatenlijsten is woensdag 10 april 2013 om 17:00 uur.

MEDITATION WORKSHOP BY ADITYA KUMALAPURKAR AND SHRIPRAKASH SINHA

THURSDAY 28TH FEBRUARY 12:30 PM @ SNIJDERSZAAL, FACULTY EWI, MEKELWEG 4 ENTRANCE FREE

BROODJE FILOSOFIE

HOEZO, SLIM? DOOR BAS HARING

DONDERDAG 7 MAART 12.30 UUR @ HIVE-RUIMTE, TU DELFT LIBRARY, PROMETHEUSPLEIN 1, DELFT GRATIS LUNCH!

LAST VAN BLANKEN?

LEZING EN OPEN DISCUSSIE OVER HET NUT VAN ONTWIKKELINGSHULP DOOR VANESSA NIGTEN EN MARTINE KOOPMAN DONDERDAG 7 MAART 19.30 UUR @ KOORNBEURS, VOLDERGRACHT 1, DELFT

DEBAT MET DE RECTOR OPEN EDUCATION: VLOEK OF ZEGEN? MAANDAG 18 MAART 12.30 UUR @ LOCATIE VOLGT

Elections to the Student Council and Faculty Student Councils The Executive Board hereby announces that the elections of the members of the Student Council (SR) and the Faculty Student Councils (FSR) will take place via the internet on Wednesday 22 May and Thursday 23 May 2013. The elections begin on Wednesday 22 May 2013 at 09.00 hrs and finish on Thursday 23 May 2013 at 17.00 hrs. The Board has laid down the timetable for organising the elections (see below). The deadline for submitting candidate lists is Wednesday 10 April 2013 at 17.00 hrs.

Tijdschema verkiezingen SR en FSR op • 22 en 23 mei 2013 • 25-02-13 bekendmaking verkiezingsdata in Delta 1 • 27-03-13 t/m 03-04-13 inzage lijst met kiesgerechtigde en verkiesbare studenten 2 • 27-03-13 t/m 10-04-13 indienen kandidatenlijsten • 25-04-13 bekendmaking kandidatenlijsten 3 • 22 en 23 mei 2013 verkiezingen • 24-05-13 vaststellen voorlopige uitslag • 31-05-13 vaststellen en bekendmaking definitieve uitslag 4

Elections to the SR and FSR on • 22 and 23 May 2013 • 25-02-13 announcement of election dates in Delta 1 • 27-03-13 to 03-04-13 perusal of the list of students entitled to vote, and students entitled to stand 2 • 27-03-13 to 10-04-13 submission of candidate lists • 25-04-13 publication of candidate lists 3 • 22 and 23 May 2013 elections • 24-05-13 provisional results determined • 31-05-13 final results determined and announced 4

Bezwaarschrift binnen één week na: 1) 25 februari 2013 2) 3 april 2013 3) 25 april 2013 4) 31 mei 2013

Objections to be submitted no later than one week after: 1) 25 February 2013 2) 3 April 2013 3) 25 April 2013 4) 31 May 2013

SG.TUDELFT.NL

‘Ga mee als vakantievrijwilliger!’ gratis advertentie

‘Hoi ik ben Geert en ik ga al jaren mee met de vakantiereizen van het Nationaal Epilepsie Fonds. Deze vakanties zijn speciaal voor mensen met epilepsie die niet zelfstandig op reis kunnen. Vrijwilligers zijn daarbij onmisbaar! Ga jij een week met ons mee?’ Meer informatie? Kijk op www.epilepsiefonds.nl of bel 030 63 440 63. Geert, deelnemer vakantiereizen

Postbus 270 - 3990 GB HOUTEN - giro 222111 - www.epilepsiefonds.nl

Help Alzheimer overwinnen. Dan hoeft niemand zichzelf te verliezen. 1 op de 5 mensen krijgt dementie, waarvan Alzheimer de meest voorkomende vorm is. www.alzheimer-nederland.nl


28

international pages

Whether you are sinking or swimming in the sea of Dutch words all around you here, the International Pages offer our foreign readers a life raft in the form of engaging, entertaining articles written in the university’s lingua franca – English!

Delta

TU Delft

Text: Lynn Morrison Photo: Hans Stakelbeek

Madeleen Stam from the Career Centre is informing foreign students how to make a proper CV for their sollicitations.

Finding work in the Netherlands International students may feel at a disadvantage when it comes time to look for a job, but this doesn’t have to be the case. Students coming out of most faculties at TU will find that there are jobs available. “The Netherlands has not been as hard hit by the economic slump as other nearby countries and engineering is a strong field”, stated Madeleen Stamm-Vuijk, a Careers Counsellor at the TU Delft Career Centre. Jobs are available for TU graduates. Landing one of those roles as an international student might take a bit more work, but is very possible. Preparing to look for a job is a threestep process. The first step can start even before you arrive at TU. “You need to figure out what you want,” explained Stamm-Vuijk. International students need to have a clear end goal in mind and put a plan in place to reach that goal. For students that need help with finding direction, the Career Centre offers study choice counselling. This can be very useful in determining which masters or minor field to study. Once you have a clear goal, the next step is to start building a network. Stamm-Vuijk emphasized how important it was to start networking long before you enter the job mar-

ket. “You should try and speak with people in the role that you want. If you approach them while you are still a student, it makes them feel that you are interested in learning about the job and not asking for them to find one for you. This makes them more willing to give you helpful information.” Networking is not a one-time event either. “Try and build your network early on and nourish those relationships,” advised Stamm-Vuijk. Recent TU Delft graduate Tania Veiga echoed that advice. When asked what she found to be most important, she answered, “Networking, networking, networking! It is important to be good at what your do, but it is equally important to know the right people.”

Advantages The last step in the job search process is to turn any perceived negatives or concerns to your advantage. The staff at the TU Career Centre see a lot of advantages in hiring international students and regularly advise companies and organizations about them. “We find that many companies have not even thought about hiring an international person. We explain the benefits and train them

on how to interview and hire people from abroad.” The main concerns that international applicants face are about language competency, ability to fit into the organization and commitment to stay in the Netherlands. Savvy job hunters can easily turn these concerns to their advantage. For example, you can use your experience as an international student to show your independence and ability to integrate into a new environment. You can tell employers that your experience in adapting to new environments will help you get up to speed faster than someone without international experience. Additionally, many international students spent time working before coming to TU and this can be a great advantage. Finally, tell interviewers that you want to learn Dutch. “I asked whether or not the company would pay for Dutch language lessons,” says former student Sameer Shah. “The interviewer seemed really impressed with my desire to learn.”

‘The next step is to start building a network’


Text: Jos Wassink Photo: Tomas van Dijk

Delta

29

TU Delft

science shorts

Synthetic gel mimics protoplasm Researchers from TU and Nijmegen University have amazed and inspired other scientists with a synthetic super gel that behaves biologically. Science magazine Nature says the polymer gel will provide opportunities for materials scientists for years to come. It illustrates the gel’s wondrous properties by a thought experiment: ‘Take one kilogram of polyisocyanide (the gel, ed.). Sprinkle liberally across an Olympic swimming pool. Warm gently. Within minutes, your jelly is ready. Serves 25 million.’ Nature highlighted the publication* from Delft and Nijmegen researchers by two related articles in News & Views. This kind of attention usually labels the finding as something significant. The gel that researchers in the group of Professor Alan Rowan and Dr. Paul Kouwer from Nijmegen University have synthesized consists of molecules with a stiff helical backbone made from polyisocyanide carrying thousands of ‘hairs’ sticking out perpendicularly. Under the right conditions these molecules group together, forming bundles, resulting in an amazingly stiff polymer network of fibers. In one of the accompanying articles, Margaret Gardel, biophysicist at the University of Chicago, points out the extraordinary thing about these molecules: it is the first-ever polymer that can match the rigidity found in biological polymers. “Nearly all biopolymers, like DNA or collagen, have some inherent rigidity”, she explains. “Synthetic polymers, by contrast, tend to be extremely floppy.” The Nijmegen group has been working with polymers for years, says Professor Stephen Picken (AS). “But with this one, they noticed something strange: it had gone totally fluid in the fridge.” And after warming up, it stiffened again. Picken and Dr. Eduardo Mendes

Hot water

Dr. Eduardo Mendes (left) and prof. Stephen Picken with their synthetic super gel.

(both co-authors) work in the Advanced Soft Materials (ASM) group. They specialise in soft matter and soft materials such as polymers, liquid crystals and gels. The ASMgroup measured the properties of the supergel from Nijmegen, including its stiffening at increasing temperatures. Dr. Mendes explains what happens: “The so-called hairs decorating the chiral backbone consist of short peptides with long tails made of re-

‘It had gone totally fluid in the fridge’ peating carbon and oxygen chains. These C-O-tails readily grab water molecules, making the polymer extremely soluble.” But with increasing temperature, the tails squeeze out the water molecules decreasing solubility and forming extremely thin and stiff fibres. AFM (Atomic Force Microscope) images of the stiffened polymer reveal a network of more or less homogenous 10 nanometre thick fibres. Picken estimates that in the process one polymer molecule get surrounded be six to eight others to form a fibre. Such spontaneous self-ordering is only known from biological systems. It is for example the way that microtubules are made to form cellular skeletons. So, what can the stuff be used for,

except for rigging a swimming contest? Well, because of its biocompatibility, the first applications people think of are biomedical. One could imagine applying the cold and fluid gel over an open wound, after which it heats up and forms a network very much like the natural fibrin turning into fibrinogen. In fact, the Nijmegen researchers are testing it on a pig’s paw they’ve put in the oven to heat up to 40 degrees Celsius. Other medical uses mentioned include drug-delivery and tissue engineering. Remember: it’s still early days. Picken can imagine useful applications in the drilling industry as well. You would have a cooled basin containing the fluid gel, it would get pumped down into the heat. While mixing with the drilling debris, the gel stiffens. The thick fluid containing rocks and sand gets pumped up, cools in a basin, drops it contents and it ready for a next round. How cool is that. Paul H.J. Kouwer, Matthieu Koepf, Stephen J. Picken, Eduardo Mendes, Alan Rowan et.al: ‘Responsive biomimetic networks from polyisocyanopeptide hydrogels’, Nature 493, Issue 7434, 31 January 2013, doi:10.1038/ nature11839

Deep geothermal wells have a large heating potential for the Netherlands, according to experts at DAP’s ‘Hot Topics’ symposium on 11 February. In the Netherlands, a small number of commercial gardeners have taken up geothermal heating for their glass houses. With a failure rate of 10 to 30%, geothermal projects have been luckier than oil and gas explorations, which typically fail in nearly half of the drillings. Experts think that the geothermal potential in the Netherlands has hardly been tapped. delta.tudelft.nl/26306

Micro-cracks

Students from Aerospace Engineering have reached the second level of the Airbus competition ‘Fly Your Idea’. Bram Davids, Philippe Willems and Maarten Debrouwere propose to integrate stress and delamination sensors, made of specially prepared glass fibers, into composite materials for aircraft hulls. An integrated network of these sensors would provide early warning for micro-cracks and delamination. Over 600 student teams from all over the world pitched their ideas in the open first round of the competition. The finalists will be made public at the end of April. delta.tudelft.nl/26268

Promising holes

Researchers from TU Delft, the FOM Foundation and TU Eindhoven have demonstrated that not just electron spins but also hole spins (the absence of an electron can also have a magnetic moment or so called spin) are good candidates for qubits, the information carriers in quantum computers. They have managed to electrically manipulate the hole spins. The research was published online last week in Nature Nanotechnology (DOI: 10.1038/ NNANO.2013.5). The lead author is Dr. Vlad Pribiag of the faculty of Applied Sciences. delta.tudelft.nl/26323


30

Delta

TU Delft

Text: Damini Purkayastha Photo: Hans Stakelbeek

delft survival guide Surviving networking Close to 1,000 international students join TU Delft every year. And countless other internationals move with them or for work nearby. Those internationals are looking to expand their professional and social networks and do so through a number of groups available in Delft. Young Delft The organisation started in 2007 as a platform for networking among Dutch support staff, but in 2012, it reinvented itself as a space for all young employees of TU Delft under the age of 36. The goal of the organisation is to help employees, especially international staff, get to know each other and develop their skills. The Young Delft board is comprised of volunteers from across the university. “The diversity in backgrounds (both in positions, as well as in cultural background/nationality) of the board adds value to the activities undertaken,” says Rudy Negenborn, the chairperson of Young Delft. Last year, the organisation hosted events such as ‘Speeddating the Board of Directors’ and the ‘TU History Event & Boat Tour’. “In 2013 we have already experienced a successful New Year’s Lunch and are currently working on organising the Secret Places Walk, the Science and Creativity Week and regular Cool Colleague Cafés,” adds Negenborn. youngdelft.tudelft.nl

They organise drinks every two weeks in one of the local pubs (usually at ‘t Proeflokaal) and also encourage members to organise events such as film nights, dinners, parties, dog walking, and games nights. “Basically, we try to match new members with people who have the same interests or speak the same language. The TU students mostly enjoy the drinks and meeting up with other TU students to talk about their research,” says Neesan. www.delftians.com

DelftIANS

DelftINA

If your idea of networking involves some fun and games, attend the next event organised by expat group DelftIans. Besides weekly squash meets, board game evenings and poker nights, there are also monthly pub quizzes for you to get your geek on. The group started in 2006 with 7 members and today has 454 members on their mailing list. Joe Neesan, who took over the organisation in 2010, says, “Our motto is ‘We will introduce you to your new friends.’”

If you’re hoping to stick around and work in Delft after TU, then definitely attend some INA events. The International Networking Association for Delft professionals, which started in 2011, brings together the English speaking international community in the city, and provides resources for those looking for work or starting their own businesses. “It was founded by a group of internationals based out of Delft who were tired of trekking to Rotterdam

Yound Delft event.

or The Hague to do all of their professional networking,” says Molly Quell, vice chairperson, DelftIna. Besides networking events, they organise a series of workshops on topics relevant to young professionals such as the Dutch business environment, how to write a CV, tax planning and so on. “It’s a great platform for young professionals to network with likeminded people,” she adds. delftina.org

information about events in the city that would interest expats, such as the Blues Festival and English Story Night. They also have a twitter account called Expat Team Delft (@DelftExpats) and a smart phone app called Discover Delft. “The Delft Expat Project team addresses ways in which the city can improve the living and working environments of expats in Delft,” says a note on their Twitter homepage. www.delft.nl/delften/residents

Delft Expat Project Started in 2009 under the aegis of the Gemeente, the Delft Expat Project helps expats feel at home. The organisation arranges an annual event to welcome new expats into the city and help them find their feet around. Their website is constantly updated with

‘Our motto is: We will introduce you to your new friends’


Delta

An international minor for bachelor students So, you thought that the only international students at TU Delft were the graduate students? Think again. Besides the English-taught aerospace curriculum, a few bachelor-level minors are taught exclusively in English. Designed to facilitate study abroad exchanges with foreign universities, these programs annually host English-speaking bachelor’s students from cooperating universities for half an academic year. Last month, students who have just finished the Sports Innovation minor in the industrial design faculty gave their final project presentations during a day-long symposium. “It’s good, I guess!” said Robert Bye, a third-year exchange student on what it has been like to be one of two non-Delft students this year. He acknowledged his subtle notoriety with a nervous laugh. Being one of two international students in a program that accepts between

20 and 60 students each meant that everyone in the program knew who he was. The other exchange student comes from Spain and left the symposium directly after having given his presentation. Last year, according to Arjen Jansen, professor of industrial design and coordinator of the Sports Innovation minor, there was one exchange student from France. “Unfortunately, he stopped participating right after the first week due to a mismatch between his expectations and our program.” In general, the minor keeps an open-door policy by not only actively promoting study abroad but also by encouraging inter-disciplinary education. Bye, who has returned to Brunel University, in London, to complete his fourth and final year of his degree, was optimistic about his team’s project, which devised a method to measure fluid intake during cardiovascular activities such

as competitive running and cycling. Each student in the team brought a unique educational background and experience to the table, as the minor accepts students from every bachelor’s program. The innovation projects were developed in partnership with European design companies, whose representatives attended the presentations as clients. One client was a footwear developer with Asics, the athletic company, who had hoped for a more biomechanical treatment of his shoe insole project. “I think this project was a little too hard for the students,” he said, while acknowledging that the work would have been better suited for students from mechanical engineering. A quick snowball fight before the last presentations erased any hardship in the group. What good sports. (TA)

The minor keeps an open-door policy by not only actively promoting study abroad but also by encouraging inter-disciplinary education

lbeek

nostalgia

Photo: Hans Stake

31

TU Delft

Swati Manocha (23) describes herself as a ‘religious girl from India’ so it’s no surprise that she looks to religious items for comfort. Originally from Faridabad she moved to Delft last year to pursue an MSc in Management of Technology. Her cloak was given to her by her temple priest and the book was a gift from her mother. She recalls that during the festival of Diwali, she repeated chants from her book and it almost felt like she was home. (MQ)

Talking point Missed between the lines ‘For English, please scroll down.’ These words head most of the emails that TU Delft’s administration sends to its international students. The key word here is ‘most’. Typically, when an official email reaches the inbox of anyone with an “@student.tudelft.nl” email address, the top portion written in Dutch and the bottom transcribed into English. Sometimes, the letter is only intended for Dutch nationals, and a sentence saying so in English begins the brief. However, emails intended for every student, regardless of his or her foreign-language ability, have been written in only in Dutch. And, as it turns out, those emails can be very important. On December 6, 2012, Anke Mulder of the Onderwijs & Studentenzaken office (Office of Education and Student Affairs) sent an email to all of TU Delft’s students, notifying them of the official registration and de-registration policies which have financial consequences. The information was presented exclusively in Dutch, with no instructive header in English. If this was important information, it certainly was not clear to the international population, who comprised around 2800 students in 2011. The email stated that un-enrolling from the university is only possible through Studielink.nl. The site is an online portal that automates all of the administrative processes related to student enrollment, from registration in a degree program to electronic tuition payments. Yes, de-registration is possible with a few short clicks of one’s mouse, but it is impossible to de-register retroactively. This point is sensitive to those master’s students who work month after month on their final projects, with graduation dates set in sand. Frequently, a student will not know his or her graduation date until a few weeks beforehand. This time is most often spent feverishly to polish reports and study for the oral defense. There is no time is for other matters, especially sifting through Dutch-language emails. This master’s student would then pay tuition for each subsequent month after defending, until a call is made to the Central Student Administration to find out why it had continued to deduct funds. Despite having completed the degree requirements, that money will not be reimbursed. While it is true that all international students who have started a second year at TU Delft have registered through Studielink and would therefore be familiar with the tool, it does not mean that they would have heard through the grapevine that this website would also govern the fate of their financial savings. Leaving large sums of money to the forces behind a little website is like cutting a hole in one’s pocket. Pay for classes when not actually taking them? This was not in the footnote. Tina Amirtha (earned her MSc from TU Delft in Biomedical Engineering in October 2011)

Do you agree or disagree with the points raised in this week’s Talking Point? Let us hear your opinion: start or join the discussion in the website’s Comments section at www.delta.tudelft.nl


Contents International

28

Finding work in the Netherlands

30

Surviving networking

The bike of Dieky Adzkiya

Text: Lynn Morrison Photo: Sam Rentmeester

31

International minor - Nostalgia Talking point

Dieky Adzkiya was accustomed to using a motorcycle to get around in his home country of Indonesia. “The distance between places is too far to use a bicycle. Everyone uses a motorcycle instead,” he explained. Adzkiya left his motorcycle behind in 2010 to complete a PhD at Delft. Therefore, he should not have been surprised when the photographer pointed out that his bicycle model usually comes with a motor. Although you can take the man out of Indonesia, you apparently cannot take the motorcycle-lover out of the man. Adzkiya was not looking to spend a lot of money when he purchased his bicycle at a secondhand shop near the Roland Holstlaan. “I brought a friend with me. He told me that this one was good enough and would be fine for a long time.

See www.delta.tudelft.nl for the translation of page 8: Cooking on Mars

He is quite an expert.” With his friend’s seal of approval, he bought the bicycle and has been riding it for the past two years. “The bike felt slow in the beginning, but now I really enjoy it.” Adzkiya likes to bike here in the Netherlands. “It is nice because we have a special route.” Like many international students, he struggles to bike in difficult weather. “If the wind is hard or there is snow, it is terrible!” He limits his bike use to the weekdays. “I just use it to go to the office,” he shared. On the weekend he prefers to walk around Delft with his wife and their young son. However, now that his son is learning to go from walking to running, he may need to get his bicycle out a little more often.

Name: Dieky Adzkiya (Indonesia, 3ME, PhD Student)

Price: 100 Euros

Brand: Sticker says Spartamet Striking feature: Lack of motor


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.