NR.12 4 APRIL 2016
onafhankelijk universiteitsblad
Avonden doorhalen
Tentamentijd voor docenten Laura Ramirez Elizondo:
‘Wisselspanning is een erfenis uit het verleden’ Rubicon
Naar het buitenland met een beurs
LEVEN IN VRIJHEID
4 april 2016
Delta
08 COVER
STUDYING UNDER CHAOS A growing number of students is coming here from countries in conflict. What is it like when you come from a country where war, political or social unrest is part of your personal experience?
12 INTERVIEW
LAURA RAMIREZ ELIZONDO Onze elektriciteitsvoorziening gaat enorm veranderen, denkt elektrotechnicus Laura Ramirez Elizondo (EWI). Ze kreeg twee miljoen euro subsidie om uit te zoeken hoe.
VERDER 04 06 15 16 17 22 25 27 30 31
Column Nieuws Master Sport Lifestyle Rubiconbeurzen Sonnet Desgevraagd Survival Guide Science
18 REPORTAGE
TENTAMENTIJD Ook docenten hebben tentamenstress. Vragen bedenken, toezicht houden, nakijken en studenten te woord staan; veel gebeurt tussen het college geven en onderzoek doen door. Of ’s avonds, in het weekend en tijdens vakanties.
3
TU Delft
COVER Een bijzonder beeld op de cover. Bijzonder omdat we het jongste ‘covermodel’ in de geschiedenis van Delta hebben: de zoon van Amjad Majid. En natuurlijk bijzonder omdat de uit Irak afkomstige Amjad met zijn gezin in vrijheid en veiligheid bij TU Delft kan bouwen aan een mooie toekomst. Voor dit artikel portretteerden we vier mensen die vanuit een conflictsituatie nu hun leven weer kunnen richten op de toekomst. (Fotograaf Marcel Krijger)
COLOFON REDACTIE Frank Nuijens (hoofdredacteur), Saskia Bonger, Tomas van Dijk, Dorine van Gorp, Connie van Uffelen, Jos Wassink, Katja Wijnands MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER Jorinde Benner, Ailie Conor, Brandon Hartley, Auke Herrema, Erik Huisman, Job Hogewoning, Christian Jongeneel, Heather Montague, Molly Quell, Bauke Steenhuisen, Jimmy Tigges, Caroline Vermeulen, Marco Villares FOTO’S Marcel Krijger, Sam Rentmeester BLADCONCEPT EN VORMGEVING Maters & Hermsen, Leiden LAY-OUT Liesbeth van Dam, Saskia de Been REDACTIE-ADRES Universiteitsbibliotheek, Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848, delta@tudelft.nl ADVERTENTIES H&J Uitgevers, 010 451 5510, delta@henjuitgevers.nl DRUK Quantes Grafimedia b.v. Oplage 4.500 Jaargang 48 ISSN 2213 8838 Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op de website. MEER INFORMATIE OP www.delta.tudelft.nl/colofon.
REAGEER!
Design with kids Kinderen van basisschool Het Talent storten zich op de Memo, een speeltoestel bestaande uit palen met gekleurde LED-schermen en aanraaksensoren. Maker Yalp zoekt een nieuwe variant op de spelletjes: een mooie klus voor Co-design with kids. Meer over dit TU-project in Delta 14 (2 mei). Foto: Marcel Krijger
Syrië Verschoolsing
Wildgroei Raad van toezicht
Wanbetalers
Zuid-Korea Het Ingenieur Korea Advanced Institute of
Voor Modulaire de lezing curricula, ‘Hoezo: meer Syrië’ verplichte van aanwezigheid en toetsen, de verhoNRC-columnist Carolien Roelants moest Studium Generale woensdag ging van het bindend studieadvies: uitwijken naar groterevijf collegede TU heeft de een afgelopen jaar alzaal lerleiom maatregelen alle geïnteresseerden genomen om eenstuzitplaats te geven. Het verhaal datNu zij denten sneller te laten studeren. hoorden was weinig hoopvol.start, de universiteit een evaluatie vraagt de studentenraad opnieuw aandacht voor verschoolsing. delta.tudelft.nl/31362 De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) heeft 25 duizend oud-studenten in het buitenland opgespoord die hun Achtstudieschuld boeken maarniet liefstterugbetaalpresenteerde hoogleraar Micksamen Eekhout in maart bij den. Ze lossen alsnog twaalf Bouwkunde. miljoen euroDie af. heeft hij allemaal afdelta.tudelft.nl/30521 gelopen jaar, het eerste jaar van zijn emeritaat, geproduceerd. Verrassing: er zitten er nóg vier in de pijplijn. delta.tudelft.nl/31341
Stapel boeken
Steeds Gijsbertmeer de Zoeten medewerkers is met ingang nemenvan hun 1 meieigen doorwaterkoker minister Bussemaker of koffiezetapparaat benoemdmee als lid naar vandedeTU. raad Gevaarlijk, van vindt de onderdeelcommissie (odc) toezicht van de TU Delft. Hij volgt van de universiteitsdienst. Maarten Schönfeld op wiens tweede delta.tudelft.nl/30453 en laatste termijn verstrijkt. delta.tudelft.nl/31352
Science Tim Horeman and Technology is in maart(KAIST) gekozen wiltot samen Ingenieur metvan de het faculteit Jaar. Horeman Luchtvaartis en onderzoeker Ruimtevaarttechniek en docent bij enbiomechahet Nederlandse nical engineering Lucht- en aan Ruimtevaartde TU Delft, technischeen directeur van MediShield centrum onderzoekscentrum en van Surge-On Medical. Volgens de opzetten in Zuid-Korea. jury heeft hij ‘het vermogen om zijn delta.tudelft.nl/30528 innovatieve ideeën om te zetten in echte producten’. delta.tudelft.nl/31332
Rectificatie Collegetijden
In Delftse de infographic studentenbij zien hethet artikel verrui‘Bsa omhoog: selecteren ofniet motiveren’ men van collegetijden als oplos(Delta 3) staat een fout. Er staat dat sing voor de capaciteitsproblemen 43% de eerstejaars studenten die zevan ervaren aan de TU, blijkt uit van de faculteit Elektrotechniek, onderzoek van Oras. De studentenWiskunde raadsfractie enonderzocht Informaticabegin (EWI)maart een positief per faculteit bindend waarstudieadvies studenten tegen kreeg afgelopen capaciteitsproblemen studiejaar. Dat aanlopen percentage en slaat of verruiming echter opvan ééncollegetijden van de bacheloreen opleidingen oplossing zouvan zijn. EWI: Eenelektrotechniek uurtje later (ET). beginnen De andere en eindigen twee opleidingen, met colleges technische ziet een meerderheid wiskunde (TW) van 1275 en ontechnische dervraagdeinformatica studenten niet (TI),zitten. kwamen op Slechts percentages vijftien procent van respectievelijk vindt het in54% en van 47%.avondcolleges Dat brengt het gemidvoeren een oplosdelde sing voor vancapaciteitsproblemen de faculteit op 48%. ronddelta.tudelft.nl/30468 om collegezalen. Iets meer dan een kwart vindt colleges tijdens de lunch een goed plan. delta.tudelft.nl/31390
4
Delta
Cijfer
Column Erik Huisman
4000
Resetten Ik heb een plan. Werken aan een nieuwe set normen. En grenzen aangeven. Eindelijk grenzen aangeven. Zo moet het lukken. Na anderhalve week was het beeld me wel duidelijk. Het moet … Nee. Misschien zo: “Ik herken het helemaal”, zegt collega A. “Je kunt overwegen er een tijdje helemaal uit te stappen. Ik heb er veel baat bij gehad.” Alles in mij verzet zich. Ze ziet het. Ze herhaalt: “Je kunt er even uit stappen. Ik kan een afspraak maken.” We zitten in de koffiehoek van de Library. Ze zou feedback geven voor m’n R&O. Door wat me een week geleden gebeurde, is het een ander gesprek. Ik … Of nee. Zo: Het gaat veranderen. Er zijn veel plannen voor het central international office. Goede plannen. We hadden een heidag. Uitdagingen zat. Almaar groei van het aantal studenten. Huisvesting merkt het. Het introduction program. De HR-afdeling ploetert nog met losse systemen. Front office wordt meer spin in het web. We gaan minder improviseren en gaten vullen. Dat laatste komt mij goed uit, want …
Twitter bestaat tien jaar. TU praktijkdocent interactie ontwerpen @ianus (Ianus Keller) was in juli 2006 een van Nederlands eerste twitteraars. Met ruim 7200 tweets noemt hij zichzelf een ‘rustige twitteraar’. Hij volgt 547 mensen en heeft 1387 volgers. Omdat Twitter tien jaar geleden vroeg: What are you doing? luidde zijn allereerste tweet: I am at home. “Ik had niet het idee dat ik iets heel bijzonders had gedaan.”
Of misschien zo: Met een stralend gezicht vreselijke dingen zeggen. Daar is collega B goed in. Even uitvallen? Kan gebeuren. “Maar er is er maar één verantwoordelijk en dat ben jij. Je had eerder aan de bel moeten trekken. Grenzen moeten stellen.” Ik sputter. Zij maakt korte metten. Het is twee weken na …
wen, wellicht verdeeld over twee nieuwe gebouwen. Dat meldde collegelid Anka Mulder tijdens een overleg met de studentenraad. De dienst facilitair management en vastgoed onderzoekt hoe die nieuwe ruimtes eruit zullen zien en waar ze komen. Momenteel laat de universiteit het nieuwe onderwijsgebouw Pulse neerzetten waarin verschillende soorten collegezalen en zelfstudieplekken komen voor ruim duizend man. In de nieuwe plannen gaat het om
1. Twitter is ideaal als nieuwsmedium
Nee joh. Zo maar: Dus een blind paard kon het zien aankomen. De kribbigheid. De vermoeidheid. De geuite onmacht. Wie kan elke week dagdelen inspringen, taken overnemen, zijn eigen taken op tijd blijven doen, foutjes recht breien, overzicht houden, een collega inwerken, je ook nog verantwoordelijk voelen voor ….? Nou? Wie? Superman! Maar kijk in de spiegel. Staat daar …
De TU is van plan vierduizend extra onderwijsplekken bij te bou-
JA 3. Twitter is ook in te zetten bij onderwijs en onderzoek JA
2. De lol is er vanaf nu Twitter steeds meer wordt vervuild met reclame
vier maal deze capaciteit. delta.tudelft.nl/31358
NEE 4. Over vijf jaar bestaat Twitter nog
Tweet
JA
Nee, toch maar: Hoog tijd om eindelijk consequent grenzen aan te geven. En te stoppen met minstens een 8,5 te halen. En op te houden elk probleem te willen oplossen. Op naar een nieuwe norm. Moeilijk ja. Maar als ik mijn collega’s nou vraag om …. Dat als tóch weer per ongeluk te snel, te gretig …. Dat ze dan roepen: Hé Huisman, kappen nou! Ik ben op weg terug. Terug van bijna niet weggeweest. Vrij naar: ‘Mijn eeuwige begin’ van Rabih Alameddine. Erik Huisman is frontman bij het central international office. Als oud-journalist kijkt hij graag over muurtjes.
Op welke stelling wil je terugkomen? “Op stelling 4. Twitter zal veranderen en het moeilijk krijgen, maar de waarde die het heeft voor nieuws is groot. Ik zeg niet dat het over vijf jaar alleen een journalistenplatform wordt, maar Twitter blijft in een andere vorm bestaan. Alles waarvan je denkt ‘dat blijft eeuwig bestaan’, zoals Facebook, Google en Twitter, zal veranderen of verdwijnen. Waar Twitter nu op wordt afgerekend is dat het niet groeit. Dat vind ik irrelevant. Je merkt als gebruiker niet dat er honderdduizend mensen minder zijn. Facebook heeft daar wel last van, daar is volledigheid essentieel. Net als bij Skype.”
Hoogleraar bio-elektronica prof.dr.ir. Wouter Serdijn hield woensdag 30 maart zijn intreerede over elektroceutica. “Dat zijn elektrische medicijnen: kleine elektrische apparaatjes die in het lichaam een interactie aangaan met weefsel. Dat kan neuraal weefsel zijn, maar ook spier- of hartweefsel. Het oudste voorbeeld is een pacemaker: die stimuleert het hart om op een regelmatige manier samen te trekken, zodat de bloedsomloop beter wordt. In hersenweefsel zijn elektroceutica in te zetten voor bijvoorbeeld epilepsie, oorsuizen of de ziekte van Parkinson. Bij Parkinson trillen mensen vanwege een verstoring die in de hersenen heeft plaatsgevonden. Die verstoring kun je onderdrukken via elektrische stimulatie. Een andere toepassing is een bionisch oor bij doof geboren kinderen. Probleem is dat die apparaten vrij fors zijn. Wij willen ze kleiner en slimmer maken. Ze moeten zich aanpassen aan hoe de patiënt op de behandeling reageert. Je krijgt als het ware een soort dokter in je hoofd.”
TU Delft
De week van...
Hoogleraar reactorfysica prof.dr.ir. Jan-Leen Kloosterman gaf vrijdagmiddag 1 april zijn intreerede. In de week ervoor heeft hij zitten schaven aan de voordracht nadat hij een oefensessie had gedaan in de Aula. “Ik moest nog wat meer loskomen van het papier”, vertelt hij. “Het moet meer mijn eigen verhaal worden en minder voorlezen.” Ook is hij nog op zoek naar betere plaatjes voor zijn slides. Door thuis te oefenen hoopt hij ook in de formele setting van de inaugurele rede gewoon spreektaal te kunnen gebruiken. De slides zijn een houvast, maar hij neemt wel een tekst mee. “Over gesmolten zout en thoriumreactor heb ik al zo vaak verteld, dat moet wel goed gaan.” Aan een uitsmijter heeft hij ook gedacht, maar die wil hij niet verklappen. Kloosterman is hoogleraar bij de afdeling radiation science and technology (RST) binnen de faculteit Technische Natuurwetenschappen. (Foto: Jan-Leen Kloosterman) “Laten we ervoor zorgen dat de kindersterfte in Afrika net zo laag wordt als in Nederland.” Met die uitsmijter rondde Tim Cheung op woensdag 30 maart zijn presentatie af van het onderzoek waar hij samen met vijf medestudenten enkele maanden aan werkte. Met hun project BabyShell wonnen de studenten van EWI de eerste prijs, vijfduizend euro, bij de jaarlijkse Damen Bachelor Awards voor beste afstudeerprojecten van TU-bachelorstudenten. De jonge ingenieurs maakten een apparaat dat zwangere vrouwen en moeders met kleine kinderen in afgelegen gebieden kan helpen bij het diagnosticeren van ziektes via een vraag-antwoordproces. Ook moet BabyShell in staat zijn om taken te verrichten zoals tijd bijhouden, temperatuur opnemen en reminders versturen voor belangrijke gebeurtenissen zoals prenatale doktersbezoeken en vaccinaties. (Foto: Tomas van Dijk)
5
6
Delta
‘We moeten meer keuzes maken’ Eén van de missies van Tim van der Hagen zal zijn om de werkdruk bij medewerkers te verlagen, vertelt hij tijdens een kort telefonisch interview. “Ze moeten nog meer lol krijgen in hun werk.” Welke plannen heeft u voor de TU de komende jaren? “Natuurlijk ga ik daar rustig naar kijken. Ik weet alles van Technische Natuurwetenschappen, maar ik heb nog minder zicht op wat er breder speelt. Ik weet wel dat we er fantastisch voor staan als universiteit, maar natuurlijk zijn er altijd kansen en uitdagingen. Zo vind ik dat we beter gebruik moeten maken van onze diversiteit aan disciplines: science, engineering en design. Hoewel wetenschappers al geregeld samenwerken, denk ik dat veel van hen toch nog te vaak in hun eigen gebouw blijven zitten. Zij kunnen meer samenwerken.” Dat is een kans. Wat is een uitdaging? “De werkdruk verminderen. Medewerkers moeten nog meer lol krijgen in hun werk. Ze mogen er trotser op zijn. We hebben de neiging om steeds meer werk naar ons toe te trekken. Ik vind dat we meer keuzes moeten maken en meer focus moeten hebben. We moeten het ook van bovenaf mogelijk maken dat medewerkers die keuzes maken.” Waar vindt u dat de focus moet liggen? “Waardering voor onderwijs is er één. De onderwijskant van wetenschappelijke carrières moet worden verbeterd. Ik weet nog niet zo goed hoe. Als groepsraad (het overlegorgaan van de decanen met het college van bestuur, red.) zijn we daar al mee bezig en zijn er goede stappen gezet. Zoals de benoeming van onze eerste onderwijshoogleraar, Arno Smets. Ik denk ook dat we goed moeten luisteren naar studenten. Zij weten waar het onderwijs beter kan.
Mijn zoon studeert op de TU. Van hem alleen al hoor ik allerlei kleine details waar we wat mee kunnen doen.” Minder werkdruk én meer aandacht voor onderwijs. Dat klinkt als een moeilijke combinatie. “Er moet zeker niet meer werk bij. Als die extra aandacht voor onderwijs ten koste gaat van onderzoek dan is dat maar zo. Maak er ruimte voor. Ik zie dat de tijdsverdeling bij veel medewerkers tachtigtwintig is: tachtig procent van de tijd zit in onderzoek, twintig procent in onderwijs. Maak van die twintig procent dertig procent. Dan doe je al de helft meer aan onderwijs en is er nog steeds genoeg tijd over voor onderzoek. Dat is een bewuste keuze.”
Tim van der Hagen nieuwe collegevoorzitter Tim van der Hagen wordt de nieuwe collegevoorzitter van de TU Delft. Het college van bestuur bestaat dan uit twee voormalige decanen van de faculteit Technische Natuurwetenschappen. “We hebben de neiging om steeds meer werk naar ons toe te trekken.” (Foto: Sam Rentmeester)
Student kan docent soms moeilijk bereiken Veel TU-studenten hebben moeite om in contact te komen met docenten. Een wekelijks spreekuur is een oplossing, zegt Lijst Bèta. Studentenraadsfractie Lijst Bèta hield een enquête over het contact met docenten. 351 Studenten vulden hem in. Van hen heeft 61 procent geen problemen met contact leggen met hun docenten en 39 procent wel, of dat nu persoonlijk is of per e-mail. Lijst Bèta stelt voor dat meer docenten een wekelijks spreekuur houden.
Nu heeft maar twintig procent dat, aldus de fractie. Docenten die daar geen tijd voor hebben, zouden meer student-assistenten kunnen aanstellen om vragen te beantwoorden. Lijst Bèta presenteerde het onderzoek vorige week tijdens een overlegvergadering met het college van bestuur. Cvb-lid Anka Mulder vond de resultaten meevallen, zei ze. Ze zegde toe om samen met de directeuren onderwijs 'te kijken waar ruimte is voor verbetering'. delta.tudelft.nl/31360
Fikse tegenvallers bij de sloop van twee TU-gebouwen. Het voormalige onderkomen van YesDelft en de oude Stevin IV-hal zitten ondergronds ingewikkelder in elkaar dan gedacht. Met welke houding zorgt een wielrenner voor de laagste luchtweerstand en hoe aerodynamisch is zijn rennerstenue eigenlijk? Die vragen wil promovendus ir. Wouter Terra onder meer beantwoorden tijdens zijn promotieonderzoek. Hij heeft een pop van een wielrenner met fiets en al in de windtunnel van L&R geplaatst en blaast er miljoenen minuscule zeepbelletjes met helium langs. Door deze te beschijnen met lasers kan hij de luchtstroming langs de atleet nauwkeurig in kaart brengen. (Foto: Sam Rentmeester)
Uw benoeming heeft lang op zich laten wachten. In juni 2015 kondigde toenmalig collegevoorzitter Dirk Jan van den Berg zijn vertrek al aan. Waarom duurde het zo lang? “Dat moet je aan de raad van toezicht vragen.” Maar was u niet meteen enthousiast over de functie? “Ik heb al een aantal jaren interesse in een functie in het college van bestuur. Dit is een hele mooie plek. Ik ken de andere twee collegeleden heel erg goed en ik zie ernaar uit om het met zijn drieën te
Sloop van panden valt tegen
gaan doen. Als decaan heb je een managementteam, maar draag je de verantwoordelijkheid alleen. In het cvb doe je het samen. Nu komt het erop aan hoe we tot een optimale verdeling van portefeuilles komen. Welke past wie het beste? Externe relaties zitten bij de voorzitter, wetenschap bij de rector, onderwijs bij het derde lid, Anka Mulder. Dat ligt wel vast. Over de rest moeten we het hebben. Human resources zou ik zelf wel willen doen. Daarvan ben ik nu domeindecaan. Ik vind dat interessant, want het gaat om de mensen op de universiteit.” (SB)
U bent het tweede collegelid dat eerder TNW-decaan was. De ondernemingsraad noemt dat een aandachtspunt. Is dat inderdaad zo? “Ik snap dat ze dat zeggen. Maar Karel (Luyben, rector, red.) is al zes jaar weg bij TNW. Misschien dat hij in zijn eerste jaar meer wist van TNW dan van de andere faculteiten, maar daarna niet meer. Ook ik ken TNW natuurlijk goed. Ik ga me inwerken in de rest, ga op bezoek bij alle andere faculteiten en ondersteunende diensten, zien hoe zij dingen doen. En ik denk dat ik er na een jaar vooral op moet letten dat ik ook TNW aandacht moet geven.”
7
TU Delft
Prof.dr.ir. Van der Hagen zal aantreden per 1 mei, acht maanden nadat de vorige collegevoorzitter vertrok. Rector Karel Luyben nam de functie sindsdien waar. Volgens de raad van toezicht is Van der Hagen degene die ‘in staat is de positie van de TU Delft als internationaal vooraanstaande technische universiteit verder te versterken’. De ondernemingsraad sprak met de toen nog kandidaat-voorzitter, vertelt voorzitter Danko Roozemond. Hij denkt dat Van der Hagen ‘een prima voorzitter’ zal zijn. “Ik ben benieuwd naar de samenwerking. We zijn blij dat het college van bestuur straks weer voltallig is, zeker met grote agendapunten als vastgoed en financiën.” Is het goed dat de nieuwe collegevoorzitter van binnen de TU komt?
“Aan de ene kant is het een voordeel. Maar het had wat ons betreft ook een externe kandidaat kunnen worden”, aldus Roozemond. En wat vindt hij ervan dat er nu twee voormalige TNW-decanen in het driekoppige college van bestuur zitten? Van der Hagen volgde in 2010 Karel Luyben op als decaan. De laatste werd toen rector en is dat nu nog. “Dat is een aandachtspunt. Wij gaan ervan uit dat ook de nieuwe collegevoorzitter een brede kijk zal hebben. Hem moeten alle faculteiten even lief zijn. En hij heeft aangegeven dat dat wat hem betreft hem geval is.” Ook het feit dat Luyben en Van der Hagen elkaar erg goed kennen, is onderwerp van gesprek geweest, aldus Roozemond. Hij is gerustgesteld. “Uit de gesprekken is niet gekomen dat we dit niet moeten doen. En trouwens, Van der Hagen wordt nu de baas van het cvb.” De faculteit TNW verliest intussen een ‘gedreven’ decaan, zegt Dick de Haas. Hij is voorzitter van het lokale medezeggenschapsorgaan - de odc - van de faculteit en heeft Van der Hagen jarenlang van dichtbij meegemaakt. “Het overleg verliep altijd goed. Van der Hagen zorgde voor een
open cultuur. Hij hield ons altijd goed op de hoogte. Voor TNW is het jammer dat hij weg gaat.” Volgens De Haas heeft Van der Hagen ‘veel goeds gedaan voor de faculteit’, ook toen hij nog directeur was van het Reactor Instituut Delft. “Dat het RID nog bestaat, is mede aan hem te danken.” De odc-voorzitter doelt op het project Oyster, een grootschalige vernieuwing van de reactor waaraan het ministerie van OCW 38 miljoen euro heeft bijgedragen. Van der Hagen was volgens De Haas ook de ‘drijvende kracht’ achter de nieuwbouw voor de faculteit. Daarover is vele jaren gesproken. Nu is het gebouw zo goed als klaar en verhuizen de drie betrokken afdelingen er vanaf 9 mei aanstaande naartoe. De Haas typeert Van der Hagen als iemand die weet wat hij wil, met een groot netwerk, binnen en buiten de TU. “Hij heeft visie en weet welke kant het op moet. Dat gold voor de faculteit en dat zal vast ook gelden voor de universiteit in zijn geheel.”
Tot vorig jaar sloegen studentenverenigingen hun spullen op in de kelder van het voormalige YesDelft-gebouw aan de Rotterdamseweg 145. Nu blijkt diezelfde kelder deel te zijn van de dijkstructuur langs de Schie. De dienst facilitair management en vastgoed kwam daar achter na een onderzoek aan het gebouw. De constatering maakt de sloop van het ooit beschermde pand na een reeks eerdere vertragingen ingewikkelder dan gedacht. Hoeveel geld daarmee gemoeid is wil FMVG niet kwijt, omdat de aanbesteding voor de sloop nog loopt. Hoe dan ook zal het nodig zijn een damwand te slaan voordat de kelder verwijderd kan worden. Bij de oude Stevin IV-hal aan de Keverling Buismanweg 5 achter de faculteit CiTG is iets anders aan de hand. Onder de grond van het voormalige laboratorium voor gezondheidstechniek, kunststofcontructies en weg- en spoorwegbouwkunde zitten kabels, leidingen en transformatoren die naar andere gebouwen lopen. Die moeten worden omgelegd of afgesloten, zodat bij er eventuele toekomstige nieuwbouw op het terrein geen verrassingen meer zijn. Overigens zijn voor beide terreinen nog geen plannen bekend. delta.tudelft.nl 31359
delta.tudelft.nl/31383
Shaped by conflict
Text: Heather Montague Photos: Marcel Krijger
Delta
TU Delft
9
The international student population of TU Delft has consistently grown during the last decade. While the majority of these students come from the EU, India and China, there is a growing number of students coming here from countries in conflict. Adjusting to life in a new culture has its challenges for anyone, but what is it like when you come from a country where war, political or social unrest is part of your personal experience? Motasem Abushaban (Palestine) PhD candidate, Civil Engineering (UNESCO-IHE)
T
he first time Motasem Abushaban remembers encountering the Israeli army he was only four years old. Driving home from the market with his father, they were stopped at a checkpoint when an Israeli soldier hit the car window with his gun. Abushaban recalled that was when his parents started explaining the reality of life in Gaza. During the war of 2008-2009, Abushaban lost nine family members, all civilians. “It was the most terrible time for me,” he said. “The war started the day I finished my exams.” Leaving on foot that night the family walked 3 km until a relative took them to his house. “It was in fact terrible,” said Abushaban. “There were bombs
and explosions everywhere. We had no electricity, water or gas and there was no food.” It was not easy for Abushaban to get out of Gaza, but with the help of a Dutch ambassador he got a visa and a scholarship to come to Delft in 2012. A few days after he arrived here, another war broke out at home. “It was hard to think about my studies or focus,” he said.
‘The war started the day I finished my exams’ “People don’t seem to care because they think we always have trouble there.” It got so difficult that Abushaban stopped working and stayed home for some time until he knew his family was safe.
There were many adjustments for Abushaban coming to the Netherlands. He said during the first couple of months, the sound of planes flying overhead was terrifying. And the fireworks during New Year’s Eve celebrations were unsettling. “Every sound makes me think of bombs,” he said. But there were some good things, too. “When I arrived here it felt like paradise. In Gaza we don’t have groundwater so a truck comes every two weeks to fill your drinking water tank. Here you always have fresh, clean water,” said Abushaban, who is doing his PhD in seawater desalination. He also said that it felt very different knowing he could do what he wanted any time. “Everything is here, available, and people are kind. But that takes time to accept.”
Olga (Ukraine) MSc (2015), Aerospace Engineering
A
t the age of five, Olga already knew the word ‘shortage’. It was common to have food shortages at that time in Ukraine, but her family was fortunate to always have what they needed. “In the first grade I remember we received humanitarian aid from the US at school, including canned food,” said Olga, who asked Delta to use only her first name. She grew up in Kyiv, where she lived until Ukraine declared independence from the Soviet Union in 1991. As the child of a diplomat, Olga also experienced life abroad. She recalled the first time her mother went to the US and entered a supermarket. “She cried,” said Olga. “It was hard to understand why there could be places that had so much while others were lacking so much.”
As a university student in Kyiv, Olga actively participated in the Orange Revolution, protesting the results of the presidential election in
‘If you deal with challenges by taking one step at time you can get through anything’ 2004 widely believed to be fraudulent. “It was very different because it was non-violent,” she said. “Not a drop of blood was spilled. After that the country had high hopes. The pressure from the protests forced the government to call for a revote.” Later during the Euromaidan Revolution of 2014, Olga was in Delft pursuing a master’s
degree. At home Ukrainians took to the streets in protest of then President Viktor Yanukovych, which turned out to be violent and deadly, with hundreds losing their lives. She worried not knowing the fate of friends and family who were involved in the protests. Coming to the Netherlands, one of the most striking differences for Olga was the lack of corruption. “There are rules and people behave according to the rules,” she said. “Once you get used to these type of things and expect them, you go back home and get really frustrated.” Her life experiences have taught Olga that there are no hopeless situations. “You can spend a lot of time worrying about things, but if you deal with challenges by taking one step at time you can get through anything.” >>
10
Zahrah Naankwat Musa (Nigeria) PhD candidate, Hydro-informatics (UNESCO-IHE)
G
rowing up in north-central Nigeria, Zahrah Naankwat Musa remembers a relatively happy childhood. She explained that conflict has come during recent years in the form of a bad economy, struggling democracy, a military that acts with impunity and the extremist group Boko Haram. Although her family was a bit more liberal, for Musa one of the biggest life challenges was marrying into a conservative, male-centred culture where girls are expected to marry young and forgo education, saying it has a lasting psychological effect on girls in her country. “For women it is difficult,” she said. “Even with educated husbands, even if you have a job, that
11
shouldn’t inconvenience your role at home.” So it was difficult for her own family to accept her ambitions when she decided to go overseas to study. “For women like me you either do it or you’re damned,” said Musa. “You either make sacrifices to get an education or you go back to the kitchen. And my society condones that, sanctions that.”
‘The victim is to blame’ Making the difficult decision to leave her husband and children at home, Musa, went to France to pursue a master’s degree. Despite culture shock and what she described as a racially hostile environment, she graduated and returned home. Later, a growing passion for using data from space to protect water resources on earth led Musa to further her education in the Netherlands. “It was the hardest time for me because
you are not allowed to bring your family with you when you come for a master’s,” she explained. Despite that challenge, Musa said coming to the Netherlands was great compared to her time in France. And starting her PhD meant one of her daughters was able to join her and is now doing a bachelor’s in aeronautics engineering here. Musa has been inspired by recent events in Nigeria to become a social crusader for gender, rape and family balance issues in Nigeria. She explained that rape is becoming quite common, especially with minors. “Our society is very conservative and believes that when things like rape happen it is because of the women,” she said. “The victim is to blame.” Musa, who plans to go back to Nigeria, hopes her two teenage daughters can learn from her experiences. “Life is not always smooth,” she said. “You will have challenges; you can cry, but wipe away your tears and carry on.”
Amjad Majid (Iraq) PhD Candidate, Embedded Software Lab
F
or Amjad Majid, growing up in Iraq was a happy time. He recalls travelling together with his family and having frequent visitors at home. “The social part of life there is very good,” he explained. But those memories only lasted until the beginning of the 1990’s, when he said everything went bad very quickly. In 1991 during the First Gulf War, Majid said the situation changed dramatically. His father, a successful businessman, lost everything in a couple of months. “The economic part was very difficult for people,” he recalled. Tensions continued until 2003, when the Americans waged war to remove Saddam Hussein from power. “We hoped the situation would be better, but it was much worse,” said Majid. “I saw many bodies in
the street.” Majid experienced many traumatic events living in Baghdad. One of the worst moments was the night his 27-year-old brother was killed. His child had been sick so he went out to buy some fresh water, but never returned. “Where do you look? We looked all night and found him in the morning,” he said. Along with his family and neighbours, he also endured a 12
‘I saw many bodies in the street’ hour terrorist attack on their homes until they were relieved by American soldiers. “It is terrifying,” Majid said, “but what can you do but continue with your life?” Coming to the Netherlands in 2009, Majid went on the do a master’s before starting his PhD. He faced financial challenges and difficulties
getting the right to stay in the country. Majid said it wasn’t a nice experience, but he had a goal and was determined to succeed. Since arriving here, he has married and now has a child. With family still in Baghdad, Majid says he often calls them just to make sure they are alive. He said the instability in Iraq prevents him from trying to build a future there. “I have experienced many difficult things in my life, but it doesn’t stop me,” he said. “I feel like it is my duty to work hard and contribute to improving life conditions wherever that is possible.”
<<
Tekst: Tomas van Dijk Foto's: Marcel Krijger
Delta
N
u zijn ze nog onmisbaar, de grote kolen- en gascentrales in ons land, maar over twintig jaar spelen ze nauwelijks meer een rol van betekenis. Onze elektriciteitsvoorziening gaat enorm veranderen, denkt Laura Ramirez Elizondo (faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica). In de gang van de onderzoeksafdeling van Ramirez hangt een poster met een cartoon die Ramirez’ toekomstvisie aardig weergeeft. We zien industrie, een energiecentrale, een stedelijk gebied, windmolens op zee en zonne-energieparken. Op de plaat staan slechts enkele hoogspanningskabels; ze verbinden de windparken met het vaste land en zorgen ervoor dat de energie-centrale fabrieken kan voorzien van elektriciteit. In of naar de stad lopen nauwelijks hoogspanningskabels. De stedelingen zijn zelfvoorzienend en aangesloten op een gelijkspanningsnet (DC-net). Alle daken en veel muren zijn bedekt met zonnepanelen. Hier en daar staat een windmolen op een dak of tussen de huizen.
Wat doet een pianiste in de wereld van de elektriciteitsnetten?
Ons elektriciteitsnet moet op de schop, vindt de Costa Ricaanse pianiste en elektrotechnicus Laura Ramirez Elizondo. Ze kreeg twee miljoen euro subsidie om uit te zoeken hoe. “Ik wil een draai aan de toekomst geven.”
VAN AC WEG MET DE NAAR DC ADAPTERS
“Ik heb getwijfeld of ik carrière zou maken in de muziek of in de wetenschap. In 2005 ben ik afgestudeerd aan het conservatorium van San José met piano als specialisatie. En ik heb ook een bachelordiploma elektrotechniek aan de universiteit van Costa Rica behaald. Ik zag het niet zitten om continu op tournee te moeten. Ik heb uiteindelijk gekozen voor de wetenschap omdat ik het zo mooi vind dat ik daardoor mee kan helpen om een draai aan de toekomst te geven. Ik geef nog wel pianoles. Ik mag trouwens officieel ook yogales geven, maar daarvoor heb ik geen tijd.”
Wat bracht u naar Nederland? “Ik ben naar de TU gekomen vanwege de grote nadruk die hier ligt op duurzaamheidsvraagstukken. In 2007 heb ik hier mijn masterdiploma electrical power engineering behaald (cum laude, red). Ik ben altijd met duurzaamheid bezig geweest. Als kind was ik al betrokken bij milieuorganisaties die afval van stranden afhaalden en voorlichting gaven over duurzaamheid aan mensen in plattelandsgemeenschappen. Daarbij komt dat mijn man componist is. Hij wilde net als ik graag naar Europa. Europa heeft zoveel grote componisten voortgebracht. Alleen daarom al wilden we graag hiernaartoe komen.”
Volgens u gaan woonwijken elektriciteit zelf opwekken en met elkaar uitwisselen via gelijkspanning smart grids; intelligente gelijkspanningsnetten van lage spanning. Wat voor rol spelen energiebedrijven straks nog? “Hun rol verandert enorm. De directe link tussen energiebedrijven en de consument wordt heel anders. Ik denk dat energiebedrijven vooral als dienstverlener gaan werken. Ze kunnen helpen bij het reguleren van de netten en bij het aansluiten van huishoudens op deze netten.
‘Ik denk dat we de wereld duurzamer kunnen maken met laagspanning intelligente DC-netten’
TU Delft
13
Jij gebruikte het woord smart grids. Dat is een vaag begrip. Ik heb het liever over laagspanning DC-netten.” Wisselstroom heeft volgens Ramirez ook zijn beste tijd gehad. De eenentwintigste eeuw wordt de eeuw van de gelijkstroom. En daarmee gat de wens in vervulling van Thomas Edison. Edison stond aan de wieg van 's werelds eerste elektriciteitsvoorziening. Hij voorzag vanaf 1882 enkele tientallen klanten in Manhattan van 110 volt gelijkspanning. Het probleem met gelijkstroom was dat je het lastig over grote afstanden kon transporteren omdat je de gelijkspanning niet kon omzetten naar hoge voltages. Nu kan dat wel door middel van vermogenselektronica. Er ontstond een concurrentiestrijd tussen Edison (gelijkstroom) en de Amerikaanse zakenman George Westinghouse, een felle voorstander van wisselstroom. Deze strijd zou de geschiedenis ingaan als de ‘War of the currents’ en werd beslecht in het voordeel van de wisselstroom. Het lijkt erop dat Edison postuum toch nog zijn zin krijgt, omdat we allemaal onze eigen energie gaan opwekken. Met collega’s van de afdeling electrical sustainable energy onderzoekt Ramirez wat er moet gebeuren om de transitie naar duurzame laagspanning DCnetten mogelijk te maken. Daar hebben ze net twee miljoen euro voor gekregen van de Europese Unie.
U voorziet een toekomst waarin we gelijkspanning uit het stopcontact krijgen. “Ja. Wisselspanning is een erfenis uit het verleden. Decentrale opwekkingstechnologieën zoals zonnepanelen produceren gelijkspanning, en opslagtechnologieën zoals batterijen en elektrische auto’s werken op gelijkspanning. Dit gebeurt allemaal op laagspanningsniveau. We kunnen de elektriciteit ter plekke opwekken en gebruiken. Als laagspanningsnetten op gelijkspanning werken, hoeven we de output van die technologieën niet om te zetten in wisselspanning.”
Dan hebben we al die adapters niet meer nodig. “Klopt. Al onze apparaten, van laptops, tot broodrooster en tv’s, werken op gelijkspanning (DC). Omzetters veranderen nu de wisselspanning (AC, Alternating Current) uit het stopcontact voor deze apparaten om in gelijkspanning. En dat terwijl zonnepanelen gelijkspanning produceren. Het is eigenlijk heel onhandig dat we elektriciteit omzetten van DC, naar AC en weer terug naar DC.”
Lees verder op pagina 14
14
Delta
de
Dit gebruikersgemak zal niet uw enige drijfveer zijn. “Ik denk dat we de wereld duurzamer kunnen maken met laagspanning intelligente DC-netten. Deze netten maken de overstap naar volledig duurzame elektriciteit met wind en zon makkelijker. We hebben bovendien minder dikke kabels nodig en geen grote adapters meer. Dat scheelt materiaal. En op plekken op de wereld waar het geld ontbreekt om traditionele hoogspanningsinfrastructuur aan te leggen – veel plekken in Afrika – komen elektriciteitsnetten dankzij DC toch binnen handbereik.”
Het zal nog een hele kluif zijn om over te stappen naar gelijkspanning. “Er zijn veel uitdagingen. We moeten er vooral voor zorgen dat gelijkspanningsnetwerken beter bestand zijn tegen storingen zoals kortsluiting. Dat is een van de onderwerpen waar we binnen ons Europees project aan zullen werken. Daarnaast werken we aan algoritmes om vraag en aanbod op DC-netten te balanceren. De elektriciteitsproductie van zonnepanelen en windturbines varieert sterk. Daar moet je op een handige manier mee om gaan.”
Betekent deze nieuwe focus op laagspanning dat het hoogspanningslab van EWI op de schop gaat? “We gaan het laboratorium de komende paar jaar anders inrichten. Naast de huidige hoogspanningsapparatuur komen er zonnepanelen, elektrische auto’s en thuisbatterijen te staan. Voor een van onze onderzoeksprojecten bootsen we een huishoudelijke installatie in Nederland na. Het doel is om te evalueren hoe effectief de thuisbatterij is voor intelligent energiebeheer.”
Wanneer kunnen we de omslag verwachten? “Ik denk dat we over een jaar of tien de eerste nieuwbouwprojecten zien waarbij hele wijken uitgerust worden met intelligente DC-netten. Wat helpt is dat steeds meer mensen elektrisch rijden. Het opladen van elektrische auto’s vergt veel vermogen. Ons huidige elektriciteitsnet kan al die elektrische auto’s op een gegeven moment niet meer aan. Je kunt daar gedistribueerde DC-netten voor creëren. In Amsterdam, waar men relatief veel elektrisch rijdt, begint dat nu al problematisch te worden. Het zou me niet verbazen als daar DC-netten worden aangelegd speciaal voor elektrische auto’s.”
CV Dr. Laura Ramírez Elizondo (1980) is assistant professor bij de onderzoeksgroep DC Systems, Energy Conversion & Storage . In 2003 behaalde ze haar bachelordiploma elektrotechniek en haar bachelordiploma in muziek met een specialisatie in piano aan de universiteit van Costa Rica. In 2007 studeerde ze cum laude af voor haar master electrical power engineering aan de TU Delft. Tot 2011 werkte ze vervolgens als promovenda aan de TU. Nu is Ramírez coördinator van een Europees project dat twee
miljoen euro heeft ontvangen om te onderzoeken wat er moet gebeuren om de overstap mogelijk te maken van hoogspanningsnetten naar laagspanning DC-netten. Dat project heet ‘DC SMART: DC Distribution Smart Grids’. DC staat voor Direct Current, de Engelse term voor gelijkspanning. Ze werkt hiervoor onder meer samen met het bedrijf Direct Current, het FraunhoferGesellschaft in Duitsland en het Centre Suisse d’Électronique et Microtechnique.
Komt er ook een soort demonstratiewijk? “Er komt een demonstratieproject in de Haarlemmermeer. Een aantal glastuinbouwers gaat over op een DC-net. De tuinders gaan zelf met warmtekrachtkoppeling met een gasturbine hun eigen warmte voor de kassen produceren en elektriciteit opwekken. Onze inbreng in dit project is de intelligentie. We willen de turbines dusdanig instellen dat ze de juiste restwarmte produceren voor de kassen en tegelijkertijd zoveel mogelijk elektriciteit generen. Daarnaast moeten we de stabiliteit van het DC-net behouden door middel van regelingsalgoritmen.”
Jullie gaan dus geen woonwijk uitrusten met DC-netten? “We hebben op dit moment een aanvraag lopen voor een Marie Curie-subsidie bij de Europese Unie. Als dat doorgaat, kunnen we echt op wijkniveau verder werken aan concepten voor intelligente DC-netten. We zullen dan naar veel meer toepassingen kijken, zoals schepen en vliegtuigen die op gelijkstroom werken. Meer dan dertig onderzoekspartners uit Europa hebben zich voor dit project bij ons aangesloten.” <<
‘Immigranten zijn het minst gelukkig’
Master Barbara Jakubowska
Als je toch eens geluk kon vinden door simpelweg rond te lopen in het juiste gebouw. Niet je kapitale droomvillamaar een hybride pand dat kinderen aan de onderkant van de maatschappij de juiste kansen biedt om op te klimmen en zo gelukkig te worden. Architect Barbara Jakubowska (27) weet zeker dat het werkt. Ze zat zelf niet lekker in haar vel. Zocht als immigrant in Nederland naar haar pad als architect en raakte gefascineerd door hoe je geluk kunt afdwingen. Dat bleek goed te combineren met haar afstuderen. “Immigranten blijken tot de minst gelukkige groepen in Nederland te behoren. Met name in Rotterdam-Zuid, waar ik mijn onderzoek op richtte, leven ze aan de onderkant van de maatschappij. Ze hebben onvoldoende toegang tot opleiding en gezondheidszorg, en dat komt de groeiende intolerantie van autochtone Nederlanders naar (westerse én niet-westerse) immigranten niet ten goede.” Ze kan het weten, zelf komt Jakubowska uit Polen. “Toch beperkt het gebrek aan geluksgevoel zich in Rotterdam-Zuid niet tot die groep mensen; autochtone gezinnen met lage inkomens lopen tegen dezelfde beperkingen aan.” Die problemen beginnen bij de jeugd. Geef kinderen goed onderwijs en goede gezondheidszorg, en ze ontwikkelen zich succesvoller, stelt Jakubowska. “Daar moet ik als architect toch aan kunnen bijdragen?” Dus ontwierp ze een gebouw dat de kloof tussen allochtone en autochtone kinderen en hun families moet verkleinen, om problemen in de toekomst te voorkomen. “Wetenschappers erkennen dat de omgeving – of die nu al bestaat of architecten hem creëren – onbewust van invloed kan zijn op hoe gelukkig mensen zich voelen. Idealiter richt een gebouw zich dus op lichaam, geest en ziel, en biedt diverse mogelijkheden om alle drie te prikkelen. Doe dat bij kinderen, en je geeft ze de kans te bloeien.” Een multifunctioneel gebouw dus, dat onderwijs, gezondheidszorg en voeding (moestuinen) omvat, evenals gelegenheden voor ouders om elkaar te ontmoeten. Aangepast op het reguliere onderwijssysteem in Nederland, maar met een focus op andere sporten dan de gangbare, zoals martial arts. “Die stimuleren focus en controle”, denkt de architect. En: kinderen leren er vrienden maken in een veilige omgeving. “Uiteindelijk zal zo’n gebouw ook de autochtone bevolking aantrekken, en één grote melting pot worden die de multiculturele samenleving stimuleert.” Dat ze haar ontwerp heeft gemaakt naast de niet meer gebruikte Hefbrug in Rotterdam, is een metafoor. “Ooit verbond de brug noord en zuid met elkaar. Ik wil hem een publiek pad maken naar een nieuwe verbinding.” Natuurlijk is het niet dé oplossing voor de immigrantenproblematiek, beseft ze. “Met mijn onderzoek wil ik vooral een statement maken, wereldwijd, en laten zien wat momenteel ontbreekt in ons schoolsysteem en de maatschappij.” (JB)
ONDERZOEK: ‘The ABC of Happiness’
EINDCIJFER:
9
Foto: Sam Rentmeester
‘Ons huidige elektriciteitsnet kan al die elektrische auto's op een gegeven moment niet meer aan’
TU Delft
16
SPORTZAKEN
UIT DE KUNST Hans de Munnik
De verlosser
SPECS
Geboortejaar 1996
Studie:
Technische wiskunde, bachelor
Cursus:
Trompet (individueel)
“Eén keer had ik pijn in mijn kaken van het spelen. Dat was tijdens een festival in Lissabon, met het VU-orkest. We hebben daar een week lang vijf tot zes uur per dag staan spelen.”
Waar, bij wie:
Unit cultuur (S&C), Ellister van der Molen
Speelt bij:
O.a. Krashna Musika, Jong Nederlands Blazers Ensemble-west
“De drie middelste vingers van je rechterhand zijn cruciaal. Daarmee druk je de ventielen in, zodat je niet alleen natuurtonen speelt.”
“Ik kan goed muziek naspelen, maar ik had vroeger moeite om mijn eigen gevoel erin te leggen. Spelen met het hoofd kan iedereen, spelen met het hart is iets anders. Bij mijn vorige docent heb ik daar veel in geïnvesteerd en dat is er ook uitgekomen. Je moet een boeiend verhaal met je trompet kunnen vertellen.”
Speel je al lang trompet? “Op mijn zevende begon ik bij de muziekvereniging in mijn Zeeuwse geboortedorp met een blokfluit, maar daar vond ik niet veel aan. Mijn pa nam een keer een trompet mee naar huis, zo is het begonnen.” Waarom deze cursus? “Ik kreeg veel audities en wilde beter worden. Elke trompettist heeft zijn eigen visie en tips voor je. Het is nuttig om daarnaar te luisteren.” Leer je veel? “Ellister treedt veel op en deelt al haar nieuwe ervaringen met je. Daar leer je veel van. Ik wilde in drie aspecten vooruitgaan: tongslag, uithoudingsvermogen en in een hoger register kunnen spelen. Door speciale oefeningen lukt dat ook.” Speel je veel? “Per dag gemiddeld bijna twee uur. Thuis heb ik een demper en een oortelefoon. Daarnaast heb ik veel invalklussen en repetities bij Krashna en het ensemble. Ik treed best veel op, op uiteenlopende podia als Concertgebouw, AZC en festivals.” Ambities? “Zo goed worden dat je met de beste orkesten en bands mag optreden.” Repertoire? “Klassiek, jazz, pop, ik vind het allemaal leuk. Ik zit ook nog in een popcoverbandje en bij Krashna in het symfonieorkest.”
“Buikspieren zijn heel belangrijk. Via je buik moet je kracht zetten om een mooie toon te houden, dat heet ‘ademsteun’.”
“Door je knieën licht te buigen, kan je bovenlichaam zich ontspannen. Op deze manier kun je als trompettist vrij bewegen, zodat je heerlijk ontspannen muziek kunt maken.”
Foto: Sam Rentmeester
Wil je er je geld mee verdienen? “Dat doe ik al bij sommige professionele ensembles waarvoor ik gevraagd word.” Raad je de cursus aan? “Ja, de docent heeft een rugzak vol trompetkennis en -vaardigheden die ze ook nog kan overbrengen.”
17
Wonderbaarlijke wederopstanding, voetbalsters incasseren honderdste tegendoelpunt, Ariston’80 aast op koppositie en roeien is goed voor de conditie, ook op de fiets. Alsof de geest van De Verlosser Johan Cruyff rondwaart over de sportvelden van de TU, kent het vijfde elftal van Taurus –in eigen kring doorgaand voor Taurus 8, maar da’s logisch- een wonderbaarlijke wederopstanding. De voetballers begonnen compleet waardeloos aan de competitie met negen nederlagen en één gelijkspel, maar vanaf speelronde elf tapt dit bierelftal ineens uit een totaal ander vaatje. Alsof het nooit anders is geweest werd er ineens aan de lopende band gewonnen. Op paasmaandag voor de zesde maal op rij. ‘Reden voor een biertje’, volgens de verslaggever op Facebook. De studentenvoetbalclub heeft wel meer redenen om een biertje te drinken, zo blijkt uit een ander verhaal. Het tweede vrouwenteam zag als nooit tevoren uit naar de eerste wedstrijd in maart: ‘Iedereen wist dat het een heel bijzondere dag ging worden. Vol spanning voor het moment dat ging komen werd de bal afgetrapt. De eerste tien minuten waren de langste in ons leven. Maar toen gebeurde het, al het harde werk van afgelopen seizoen kwam samen in een bijzondere gebeurtenis. Het honderdste tegendoelpunt was een feit.’ Een geitenkaas dus, die verdediging van Taura 2, maar dat deert de dames geenszins: ‘Allen zijn welkom om dit bijzondere feit met ons te vieren met een biertje.’ Met de kusjes van Taura 2. Elk nadeel heb zijn voordeel. Bij Ariston’80 kijken ze erg uit naar de komst van VV Schipluiden naar Delft, komend voetbalweekend. De tot voor kort ongenaakbare koploper in de afdeling speelde plots drie keer gelijk, waardoor de afstand met runner-up Ariston’80 nog maar een puntje is. Mits de studenten afgelopen zaterdag hun tussentijdse wedstrijd tegen CION in winst hebben omgezet. Tegen Schipluiden kan dan in theorie de koppositie worden overgenomen en komt een kampioenschap en rechtstreekse terugkeer naar de derde klasse in het vizier. Uit het ongeschreven handboek Tips van Cruyff: ‘Als je één goal meer maakt dan de ander, dan win je’. In maart vond ook de Head of the River plaats, een roeiwedstrijd over acht kilometer op de Amstel te Amsterdam. Hoogtepunt in het voorseizoen. De mannen van Laga onderscheidden zich door binnen de senioren-subtop alle vier de velden - lichte acht en zware acht- te winnen. Bij Proteus, dat overigens ook enige ‘blikken trok’, ging de hulde uit naar ‘de vele meefietsende Proteërs die aardig wat kilometers hebben afgelegd’. Wat maar weer aangeeft dat lid zijn van een roeivereniging goed is voor de conditie. Tips? Jimmy.tigges@hetnet.nl
WAT: Festival Motel Mozaïque WAAR: Overal in Rotterdam WANNEER: Vrijdag 8 en zaterdag 9 april PRIJS: €12,50 (nachtticket Annabel) € 65,- (passe-partout)
Brood maken Het tweede deel van de doe-het-lekker-zelfcategorie gaat over een essentieel deel van het Nederlandse leven. Buitenlanders worden er gek van dat we het zoveel eten. Ik heb het uiteraard over brood.
PARTYPROGNOSE
Oorlogen zijn uitgevochten om brood, denk maar aan de Franse revolutie. Een dusdanig belangrijke plek neemt dit ogenschijnlijke simpele eten in ons dagelijks leven in. Brood en spelen was de oude term van het Romeinse rijk. Echter, door een toevoer van simpel te kopen brood zijn we helemaal vergeten hoe we het zelf moeten bakken. Dit terwijl brood maken misschien wel een van de simpelste dingen is om te doen. Het volgende recept is voor zelfgemaakt zuurdesembrood. Let op, dit is zonder het gebruik van gedroogd gist, dus het duurt iets langer, ongeveer een week.
8,5
Zuurdesembrood Nodig: volkorenbloem, water, zout, olie Materiaal: oven, pizzasteen, schaal of kom
Motel Mozaïque Omdat de stijgende temperaturen smaken naar uitgestrekte grasvelden, kunst, muziek en bier, zoeken de Partyspotters de lentekriebels de komende weken buíten Delft. De meeste veldjes zijn van beton, maar Rotterdamser kun je het niet krijgen: tijdens festival Motel Mozaïque bivakkeer je op de vreemdste plekken. Of je overnacht er zelfs, maar waar precies en voor hoeveel mensen dat geschikt is, geeft de organisatie nog niet weg. Dat je je er snel voor moet opgeven wel: ‘Motel Mozaïque vindt in hetzelfde weekend plaats als de Marathon van Rotterdam, en dat betekent dat er ongelooflijk veel mensen in de stad verblijven.’ Hoe dan ook is het kunstenfestival elk jaar weer een avontuur. Een paar locaties: het Kleinpolderpleinpark (ja echt, onder de reusachtige flyover), het Schouwburgplein en het dakpark op de Hofbogen. Op het programma staan muziek, theater, dans en beeldende kunst, van onder anderen Damien Jurado, Leon Bridges, Jamie Woon, The Go! Team, Tourist LeMC, Protomartyr, Liima, NAO, Nneka, Pixx en De Dansers. Niet alles bezoek je klappertandend met je billen op het beton; veel optredens vinden gewoon plaats in concertzaaltjes als Annabel, Rotown en de Paradijskerk. En dan zijn er natuurlijk nog de Gidsen van Motel Mozaïque, een groep van zo’n dertig creatievelingen met niet alleen een grote passie
voor het festival, maar vooral voor de stad Rotterdam. Ze laten hun gasten de tofste plekjes zien - óók leuk als je dacht dat je de havenstad al van binnen en buiten kende. Vermaak de festivalgasten zoals je je vrienden zou vermaken, is het credo. Zo neemt de Bebaarde Brouwer je op zaterdag mee langs de Hofbogen, en dan met name naar het toekomstige Eurotrash. Dit project van Arno Coenen en Iris Roskam (die de binnenkant van de Markthal beschilderden) staat nog op losse schroeven, maar moet deze zomer leiden tot een bijzondere plek waar kunst en speciaal gebrouwen - bier samenkomen. En bier drinkende vrienden kijken voetbal, dus dat Motel Mozaïque samenvalt met de tweede editie van het Sportfilmfestival Rotterdam, is mooi meegenomen. In filmtheater Cinerama kijk je talloze sportfilms en -documentaires, én ontvangt gastheer Wilfried de Jong gasten uit de sport- en filmwereld in zijn dagelijkse Talkshow. Dit alles met een olympisch tintje. (JB) motelmozaique.nl sportfilmfestivalrotterdam.nl
Om te beginnen moet je een starter maken. Dit doe je door 100 gram bloem met 100 milliliter water te mengen tot een dun beslag en het vervolgens op een lauwwarme plek weg te zetten. Dit proces kan enkele dagen duren, maar is de belangrijkste stap van het geheel. Je bent nu een soort open huis aan het houden voor de natuurlijke gistsoorten die in de lucht zweven om in het beslag te gaan. Zodra het beslag flink begint te bubbelen en zurig ruikt, moet je het kweekje weer voeden met 100 gram bloem en 100 milliliter water. Als het kweekje te zuur is, moet je helaas opnieuw beginnen. Voeg wanneer je het brood gaat maken bloem en een snufje zout aan het beslag toe tot je een stevig deeg hebt en leg deze in een ingeoliede schaal en laat een hele nacht rijzen. Afbakken in een op 200 graden voorverwarmde oven (leg het brood op de pizzasteen) voor 30 minuten, daarna nog 30 minuten in de nog warme oven die uit staat.
Masterstudent civiele techniek en amateurkok Job Hogewoning was in 2011 verliezend finalist van het kookprogramma MasterChef Holland.
18
Tentamineren met militaire precisie
Tekst: Saskia Bonger Foto's: Marcel Krijger
Delta
19
TU Delft
Deze week starten de tentamens. Veel studenten zijn druk en gestrest, maar hoe gaat dat bij de mensen die de tentamens maken en nakijken? Een kijkje in de keuken van vier docenten die deze periode grote tentamens afnemen.
B
lokkende studenten aan iedere tafel, rijen bij de betere koffietent. Het ‘straatbeeld’ op de campus verraadt de tentamentijd. Wanneer die is afgelopen kan ook dát niemand ontgaan: opeens zijn de zwaar bevochten stoelen en tafels in de UB en op de faculteiten leeg. Docenten hebben een ander, veel minder zichtbaar tentamenritme. Vragen bedenken, toezicht houden, nakijken en studenten te woord staan tijdens inzagedagen; veel gebeurt tussen het college geven en onderzoek doen door. Of ’s avonds, in het weekend en tijdens vakanties. Deze tentamenperiode hebben docenten Hans Welleman (CiTG), Gerrit van Ballegooijen (EWI), Paul Breedveld (3mE) en Joris Melkert (L&R) één of meer grote (her)tentamens. Honderden studenten zitten te zweten op vragen die zij hebben bedacht. Hoe zetten ze een tentamen in elkaar? Is dat nakijken inderdaad zo’n vervelende klus? En welke studenten willen nadien hun tentamen inzien?
TENTAMENS MAKEN: PRECISIEWERK Grondig, secuur, met militaire precisie. Het in elkaar zetten van een tentamen vergt concentratie. Het niveau van de vragen moet kloppen, opgaven mogen niet overeenkomen met die in eerdere tentamens, uitkomsten moeten niet te ingewikkeld zijn. De puntentelling moet kloppen, criteria daarvoor moeten op voorhand worden opgesteld. Omdat meerdere docenten of student-assistenten een groot tentamen nakijken en omdat later voor studenten duidelijk moet zijn waarom ze voor vraag 3b vier van de tien punten hebben gehaald. Afhankelijk van de omvang van een tentamen kost het maken al gauw twee of drie werkdagen. Docent Hans Welleman heeft deze periode het hertentamen van constructiemecha-
nica 3 en het tentamen constructiemechanica 4, voor tweede- en derdejaars studenten civiele techniek. “Vanaf halverwege de periode groeit het idee wat ik tijdens het tentamen wil vragen. Om het nakijken te vergemakkelijken, wil ik antwoorden zoveel mogelijk in hele getallen. Dat is een gepuzzel. Van sommige tentamens maak ik twee versies om te voorkomen dat studenten gaan ‘samenwerken’. Ik doe dat geraffineerd, zodat het niet te zien is dat het twee verschillende tentamens zijn.” Er zit steevast een open val in Wellemans tentamens. “Niet dat ik studenten bewust op het verkeerde been zet. Wie de theorie goed heeft begrepen, zal er niet in vallen. Ik
Het in elkaar zetten van een tentamen vergt concentratie wil de gelegenheidstentamenklanten in de wielen rijden.” Volgens docent Joris Melkert moeten tentamens niet te voorspelbaar zijn. “Dat past niet in een academische opleiding.” En dus komt het aan op creativiteit. Best leuk werk, vindt Melkert, maar de bron kan na een paar jaar uitgeput raken. “Wellicht is het goed het vak dan door te geven aan een ander.” Melkert moest deze periode drie tentamens maken: de eerstejaars herkansing dynamics, het eerstejaars tentamen aerospace design and systems engineering elements en het tweedejaars digitale tentamen propulsion and power. Een digitaal tentamen is volgens hem moeilijker te maken. “Dat vergt militaire precisie. Het systeem is gevoeliger voor fouten. Je moet alles inprogrammeren. De parameter-validatie moet kloppen. Ik laat student-assistenten dat checken. Daarna trek ik een weekend uit om alle sommetjes te maken.”
Ook Paul Breedveld gaat niet over één nacht ijs, bewust als hij is van wat er voor studenten op het spel staat. Zijn derdejaars vak integrated mechanical systems loopt nu voor de eerste keer. “De studenten krijgen te maken met de harde knip. Vaak hangt het om één vak. Het zijn slimme, volwassen mensen, die terecht kritisch kijken naar een tentamen. Je moet het grondig in elkaar zetten, met de onderwijsdoelen erbij.” Breedveld vindt dat uitdagend werk. “Je wilt intelligente vragen stellen met subvragen die niet op elkaar voortbouwen. Ik denk erover hoe ik studenten het antwoord zó kan laten opschrijven dat ik zie dat ze het begrepen hebben terwijl ik toch snel kan nakijken.” Formuleringen moeten secuur, vertelt hij, anders ontstaat er tijdens tentamen onduidelijkheid. “We hebben daarom op de faculteit een toetsdeskundige, die alle formuleringen naloopt.” Gerrit van Ballegooijen heeft die luxe niet. Hij maakt zijn deel van het tentamen wiskunde 2 voor eerstejaars studenten van 3mE alleen, waarna hij het rondstuurt aan zijn collega’s. Dan verwerkt hij hun commentaar. Het tentamen begint met wat hij noemt kort-antwoord-vragen. “Haal je daarvoor niet genoeg punten, dan kijken we de open vragen niet na. Het is een manier om het nakijkwerk te reduceren. Maar de kort-antwoord-vragen zijn niet eenvoudig om te maken. Omdat het antwoord kort moet, moet ik het heel precies laten uitkomen.” En een grapje, stopt hij dat wel eens in zijn tentamens? Van Ballegooijen vindt het niks. “Opgaven die docenten leuk vinden, zijn voor studenten vaak niet te doen. Je moet ze gewoon reëel vragen wat ze moeten weten.”
NAKIJKEN: SAAI LOPENDEBANDWERK Van tentamens nakijken gaat het bloed van de docenten niet sneller stromen. Het is een klus die moet gebeuren. “Het is saai lopendebandwerk”, zegt Breedveld. Niettemin vergt nakijken concentratie, net als het in- >>
20
‘Je doet vierhonderd keer hetzelfde, in de praktijk vaak op zaterdagavond’ voeren van alle behaalde punten in de computer, want dat luistert nauw. ‘Getallen inkloppen’, noemt Breedveld het met een vies gezicht. Nakijkwerk gaat vaak mee naar huis, Pasen of niet. Of er gaan wat papieren mee naar een vergadering waar ruimte is. “Want alle momenten die je hebt, moet je pakken”, zegt Welleman. Alles om de nakijktermijn van vijftien dagen niet te overschrijden. De docent lacht: “Ik heb een foto van mezelf op de Drebbelweg, met mijn steekkarretje vol gemaakte tentamens. ‘Fijne vakantie’, riepen de studenten tegen elkaar. Voor mij begon het nakijken.” Welleman spreekt van zijn ‘nakijkfabriekje’: zeven mensen per tentamen. Hij kijkt een derde zelf na om te weten wat de studenten produceren. De andere zes mensen zijn student-assistenten. Zij werken aan de hand van een door Welleman opgesteld protocol. “Je moet goed nadenken over de nakijkcriteria. Wanneer is iets goed of fout, wanneer heb je coulance, wat doe je met doorrekenfouten? Want een student kan het begrip op orde hebben, maar toch een suffe rekenfout maken.”
WERK SPREIDEN Ook Van Ballegooijen verdeelt het nakijken met de andere docenten van zijn vak. Ze zijn met zijn tienen. Een tweede correctieronde is nodig om administratieve fouten eruit te halen: punten zijn verkeerd opgeteld, cijfers staan bij verkeerde namen. Dat komt allemaal wel eens voor. Hij vindt het niet erg om ’s avonds en in het weekend na te kijken. Hij moet het werk toch verspreiden. “Nakijken vergt concentratie. Thuis zet ik er klassieke muziek bij op, maar daar luister ik vervolgens niet naar. Radio of tv kan ik er niet bij hebben. Dat leidt te veel af. Ik kan niet te veel tentamens achter elkaar doen.
Dan ga ik steeds langzamer werken.” Van Ballegooijen vindt het nakijken het minst leuke deel van zijn werk. Breedveld ook: “Je doet vierhonderd keer hetzelfde, in de praktijk vaak op zaterdagavond. Dan zit mijn vrouw op de bank een romantische komedie te kijken en zit ik ernaast getalletjes in te kloppen.” Natuurlijk verdeelt ook hij het werk met collega’s, maar de eerste vijftig doet hij sowieso zelf. “Het nakijkmodel moet uit evalueren. Er zijn soms interpretaties waaraan je niet eens hebt gedacht. Na een stuk of vijftig weet ik wat studenten wel en niet kunnen. Het nakijkmodel is immers een hybride van ‘wat kan deze populatie’ en ‘dit moeten ze kunnen’.”
CONSISTENTIE CHECKEN Melkert pakt het anders aan. Hij kijkt de eerste twintig tentamens twee keer na om ‘de consistentie van zijn beoordelingen te checken’. “Maken veel studenten dezelfde fout dan moet je je afvragen: ligt het misschien aan de vraagstelling?” Tijdens de paasdagen zit hij soms non-stop na te kijken. “Dat kan niet anders, want de toegestane nakijktijd is beperkt.” Digitale tentamens schelen in zijn ogen een hoop ellende. “Handschriften van studenten zijn door het leven met een laptop steeds onleesbaarder. Ik krijg er hoofdpijn van. Bovendien kunnen studenten op een computer een beetje aan tekstverwerking doen. Dan krijg je betere antwoorden, die niet over drie blaadjes zijn verspreid.” De computer kan sommetjes sneller nakijken dan hijzelf, weet Melkert. Maar waar is de nuance als hij niet ziet waar de student de mist in is gegaan? Misschien snapte diegene de theorie best. Melkert is onverbiddelijk: “Als de uitkomst niet klopt, is het fout. Het is een harde leerschool, maar zo werkt het. De luchtvaart is terribly unforgiving for mistakes. Vallen er doden door jouw bere-
DIGITAAL NAKIJKEN De TU test een nieuw systeem waarmee docenten papieren tentamenformulieren digitaal kunnen nakijken. Dat scheelt administratieve rompslomp. En studenten kunnen het tentamen echt terugkrijgen. Ze hoeven niet naar de inzage te komen om te weten hoe hun cijfer tot stand is gekomen. De eerste proeven met het platform van de Delftse startup ANS Delft zijn positief. Deze tentamenperiode test het bedrijfje voor het eerst op een andere faculteit dan 3mE; onder meer bij Civiele Techniek en Geowetenschappen. Daar stonden docenten in de rij, vertelt Hans Welleman, die ook onderwijsdirecteur is op die faculteit. Weten hoe digitaal nakijken werkt? Kijk op delta.tudelft.nl/31282
kening als ingenieur, dan kom je in het gevang.” Ook al hebben ze een broertje dood aan nakijken, de vier docenten doen het zo gewetensvol mogelijk. Welleman: “Steeds moet je het belang van de studenten voor ogen houden. Natuurlijk denk ik wel eens ‘wat een prut’ als ik een paar mindere achter elkaar heb gehad. Maar de volgende kan weer heel goed zijn. Ieder werk moet je even secuur bekijken.”
INZAGE: HEBT U EEN FOUT GEMAAKT? De laatste horde van een tentamen is de inzage door studenten. Administratief veel werk, omdat papieren tentamens daarvoor op alfabet of studienummer moeten liggen. Bij de ene docent kunnen studenten direct een afspraak maken, bij de ander is de inzage uitbesteed aan het secretariaat of student-assistenten. Breedveld kondigt zijn inzagemoment tijdig aan op Blackboard, om te voorkomen dat studenten hem direct mailen. “Anders heb ik na publicatie van de cijfers meteen 25 mails in mijn inbox. Vaak van de strekking: ik dacht dat ik het goed had gemaakt, maar ik heb een vier. Hebt u misschien een fout gemaakt?” Ook Melkert ziet vooral studenten langskomen die willen onderhandelen, zoals hij dat noemt. “De ruimte daarvoor achten ze groter bij een papieren tentamen. Bij een digitaal tentamen krijg ik veel minder vragen. Ik denk dat dat deels komt doordat studenten de uitslag meteen krijgen. Blijkbaar vertrouwen ze het systeem ook meer. Er komt een hard getal uit.” <<
Op het moment dat je als student je tentamens achter de rug hebt en dit gaat vieren, zit je docent avond aan avond na te kijken
22
Delta
23
Tekst: Bas Belleman (HOP)/Jos Wassink Illustratie: Auke Herrema
TU Delft
‘Rubicon staat goed op CV’ De Rubiconbeurs, die dit jaar tien jaar bestaat, is bedoeld om veelbelovende promovendi een kans te bieden om zich in het buitenland verder te ontwikkelen. Maar vaak werkt het toch anders.
J
aarlijks kunnen zo’n zestig recent gepromoveerde wetenschappers met een Rubiconbeurs van NWO op pad. Daarvoor is zo’n zeven miljoen euro beschikbaar. De afgelopen tien jaar zijn er 781 uitgedeeld. Afgelopen jaar vertrokken twee Delftse alumni met een Rubiconbeurs om als postdoc in het buitenland te gaan werken. Dr.ir Hairen Tan (faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica) ging naar Toronto om de stabiele en goedkope zonnecellen te ontwikkelen. Dr.ir. Calin Plesa (Technische Natuurwetenschappen) ging naar Californië om zich verder te bekwamen in de synthese van eiwitvarianten. Opvallend vaak gaan de beurzen naar gepromoveerden van de Universiteit Utrecht: maar liefst 144 keer. Ter vergelijking: Delftse promovendi kregen in de afgelopen tien jaar 22 maal zo’n buitenlandbeurs. Technische universiteiten en de Wageningen universiteit blijven met gemiddeld twee Rubicons per jaar duidelijk achter bij het gemiddelde van vijf per jaar over alle universiteiten. Waar dat aan ligt weet niemand.
NOSTALGIE Al zijn ze nog zo populair, het is beslist niet vanzelfsprekend dat de beurzen er nog zijn. Rond 2010, toen de economische crisis op zijn hoogtepunt was, moest het kabinet alle zeilen bijzetten om de rijksbegroting op orde te houden. Er dreigden grote bezuinigingen, ook in het wetenschappelijk onderzoek, en geen enkel instituut mocht
zich veilig wanen. Het budget van NWO bleef uiteindelijk overeind, maar het ministerie schrapte allerlei kleine subsidies. Ook die voor de Rubiconbeurzen. “We hebben toen besloten om het Rubiconprogramma toch door te zetten”, herinnert NWO-voorzitter Jos Engelen zich. “Linksom of rechtsom moesten we de middelen ervoor vinden, en dat is gelukt. De Rubiconbeurzen hebben een vaste plek gekregen.”
‘In het buitenland word je op jezelf teruggeworpen en dat is heilzaam’ Misschien zat er een vleugje nostalgie achter de koppige beslissing. “In het algemeen bestuur zaten een paar leden – ik denk zelfs dat het voor ons allemaal gold – die zich herinnerden hoe belangrijk buitenlandse verblijven voor henzelf waren geweest”, vertelt Engelen. “De een had zelf een beurs gehad, een ander was door zijn universiteit in staat gesteld om naar het buitenland te gaan. Ikzelf ging als natuurkundestudent naar de deeltjesversneller in Genève en ben meteen na mijn promotie naar het buitenland gegaan. Voor ons allemaal was het een geweldige stimulans. Het klinkt een beetje dramatisch, maar in het buitenland word je op jezelf teruggeworpen en dat is heilzaam. Je verlaat je vertrouwde omgeving en moet je maar zien te redden met je eigen ideeën.”
De beurzen passen in het NWO-stelsel van talentontwikkeling. De gedachte is dat goede onderzoekers in alle stadia van hun carrière een steuntje in de rug kunnen krijgen. De Rubiconbeurzen, net na de promotie, komen als eerste. Maar in het geval van beide Delftse Rubicon-winnaars kwam de toekenning van de beurs pas nadat ze al een plaats als postdoc hadden weten te verwerven. In hoeverre kun je dan nog zeggen dat de NWO beurs hen over de streep helpt in hun ontwikkeling? Neem het geval van Hairen Tan die in Toronto aan de stabiliteit van goedkope (perovskiet) zonnecellen werkt. Aan het einde van zijn promotietraject (bij prof.dr. Miro Zeman) solliciteerde hij bij de groep van professor Sargent aan de Universiteit van Toronto. In mei 2015 kreeg hij daar een postdoc positie aangeboden.
WAAR KOMT DE NAAM VANDAAN?
ZWANGER
OOK VOOR BUITENLANDERS?
WEINIG INVLOED
De beurzen zijn vernoemd naar een Italiaanse rivier, de Rubicon. In 49 v.Chr. stak de Romeinse veldheer Julius Caesar met zijn leger deze rivier over en greep hij de macht in Rome. Andere talentbeurzen van NWO verwijzen ook naar Julius Caesar. De zogeheten Veni-, Vidi- en Vici-beurzen ontlenen hun naam aan een briefje dat Caesar aan de Romeinse senaat schreef na zijn overwinning in de slag bij Zela: ‘Ik kwam, ik zag, ik overwon.’
Lang niet iedereen kan zomaar naar het buitenland. Het wordt bijvoorbeeld lastig als je jonge kinderen hebt. Dat zou vooral vrouwelijke wetenschappers kunnen nekken, vreest NWO. Eén ding scheelt: sinds vorig jaar kunnen vrouwelijke wetenschappers in hun Rubiconperiode wel met zwangerschapsverlof. NWO zorgt ervoor dat het salaris volledig wordt doorbetaald, als het gastinstituut dit niet zelf doet.
Voorheen konden buitenlandse wetenschappers een Rubiconbeurs aanvragen om in Nederland onderzoek te doen, in het rotsvaste vertrouwen dat de Nederlandse wetenschap daar baat bij zou hebben. Sinds 2012 trekt NWO daar minder geld voor uit: alleen voor echt Nederlandse onderwerpen (denk aan Nederlands recht) kunnen buitenlanders nog bij NWO aankloppen voor een Rubiconbeurs.
Tan had in augustus 2014 een Rubicon aangevraagd en verkeerde nog in afwachting van de uitslag. Kort na zijn promotie vertrok hij in oktober vorig jaar naar Canada. Eenmaal daar aangekomen kreeg hij te horen dat hem een Rubicon was toegekend met een looptijd van maart 2016 tot maart 2018. Fijn natuurlijk, maar op het verloop van zijn loopbaan had het weinig invloed. Bij Calin Plesa liep het niet veel anders. In januari 2015 promoveerde hij bij prof.dr. Cees Dekker op het onderzoek van DNA-strengen met nanoporiën - minuscule gaatjes in een membraan waar net een DNA molecuul doorheen past. Daarna bezocht hij vijf labs met het oog op een postdoc positie. Hij koos voor het lab van het UCLA en bedacht een onderzoeksvoorstel dat hij daar zou kunnen uitvoeren. Los Angeles leek hem een prettige plek om een paar jaar door te brengen in een
vriendelijk klimaat en met goede surflocaties als bonus. In september diende hij zijn Rubiconaanvraag in en een maand later vertrok hij naar Californië. Begin 2016 hoorde hij dat zijn aanvraag was goedgekeurd met ingang van maart 2016 en de gebruikelijke looptijd van twee jaar.
NUTTIG Is daarmee de Rubicon mosterd na de maaltijd? “Er is een probleem met de timing”, zegt Plesa. “Maar dat is bij alle beurzen het geval, en de Rubicon is relatief snel. Ik had het geluk dat professor Kosuri (UCLA, red) me een paar maanden kon inhuren tussen de tijd van mijn promotie en het begin van mijn postdoc. Bij veel mensen lukt dat niet en dan wordt het een probleem als de timing niet past.” Op de vraag wat hij aan de beurs heeft antwoordt Plesa: “Ik denk dat de Rubicon erg nuttig is voor mijn loopbaan. Als je op je CV kunt vermelden dat je een eigen beurs hebt weten te bemachtigen, is dat een krachtige aanbeveling voor de academische wereld. Op die manier denk ik dat de Rubicon helpt om gepromoveerden voor het onderzoek te behouden.” Ook Tan wil na zijn Rubiconperiode verder in onderzoek. Dat zou in Europa kunnen zijn, maar het aantal posities is daar klein, vreest hij. Of hij keert terug naar China waar hij zijn masterstitel behaalde. “De regering is er kien op om postdocs terug te halen naar China”, weet Tan. “Instellingen bieden aantrekkelijke werkomstandigheden en excellente onderzoeksfaciliteiten.” NWO-voorzitter Jos Engelen ziet het vertrek van talent niet als bezwaar. “Het is een open deur. Wetenschap is nu eenmaal een internationale gelegenheid. Er gaan Nederlanders naar het buitenland, en er komen buitenlanders hierheen.” <<
24
Delta
BOEKEN
Adolf Loos (1870-1933) was niet alleen zelf een modernistische architect, maar ook een voorvechter daarvan op papier. Zijn gebundelde columns geven een vermakelijk tijdsbeeld.
‘De Papoea tatoeëert zijn huid, zijn boot, zijn peddel, kortom alles binnen handbereik. Hij is geen misdadiger. De moderne mens die zich tatoeëert is een misdadiger of een gedegenereerde. In sommige gevangenissen heeft tachtig procent van de gedetineerden een tatoeage. De getatoeëerden die niet in het gevang zitten, zijn latente misdadigers of gedegenereerde aristocraten.’ Al aan het begin van een van zijn beroemdste teksten ‘Ornament en misdaad’ brengt Adolf Loos de stemming er lekker in. Architecten die ornamenten aanbrengen zijn crimineel. De argumentatie daarvoor wordt niet veel sterker dan dat ornamenten iets zijn voor 'achterlijke Papoea’s' waar de moderne mens zich ver boven zou moeten verheffen. Wie zo hier en daar eens wat leest in de onlangs verschenen bundeling van Loos’ columns, ‘Architectuur en al het andere’, begrijpt onmiddellijk waarom hij niet zo heel geliefd was bij zijn
Minor Sustainable Development – Leiden University Now open for students from TU Delft! Are you interested in the worldwide sustainability issues we’re facing, like climate change, food security and waste processing? And do you want to know how to find solutions? Why? • Make a difference • Inspiring speakers, excursions • Interactive and interdisciplinary approach • Practical skills
‘Architecten die ornamenten aanbrengen zijn crimineel’ Maar goed, W.F. Hermans was ook een pedant kereltje, en die heeft evengoed vermakelijke en rake boutades geschreven. Want vermakelijk is het werk van Loos zeker, al houdt hij in zijn taalgebruik juist weer wel van uitweidingen en tierelantijnen. Hij beledigt er een eind op los, waarbij duidelijk wordt dat zijn vaderland Oostenrijk een soort achterlijke modderput in het hart van Europa is, dat oneindig ver achterloopt bij de Amerikanen, die in hun ontwerpen absolute voorrang geven aan functionaliteit. Zelfs in een ontroerende necrologie van een vriend lukt het hem niet zijn
I GO TO RIO
In augustus 2016 zijn de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Delftse topsporters staan te trappelen om mee te doen.
Bit by bit security
Internet security is quite a nut to crack. Both technologically it is obscure, and sociologically just even more, when looked at in the light
of why attackers do attack, despite defenders do what psychologically
Adolf Loos, ‘Architectuur en al het andere’, NAI010 Uitgevers 2016, ISBN 978-9462-08247-2
may feel ok, but economically Wie: Bart Lukkes (23) Sport: Roeien Vereniging: Proteus-Eretes Boot: Lichte mannen vier-zonder Studie: Industrieel ontwerpen, master strategic product design
Foto: Sam Rentmeester
Vermakelijke pedanterie
boosheid op alles en iedereen te verbergen. Toch zou het verkeerd zijn om de bundel alleen om zijn vermaakswaarde te lezen. Aan de stukken ligt wel degelijk een visie ten grondslag waarin Loos zijn tijd ver vooruit was, namelijk dat architectuur en kunst twee gescheiden werelden dienen te zijn. In de architectuur draait het om de bruikbaarheid van het gebouw, in de kunst om de individuele expressie van de maker. Nu kun je beweren dat die opinie een kwestie van smaak is, maar dan ben je dus een postmodernist, waarmee de modernisten het al enkele decennia aan de stok hebben. Dergelijke relativering is aan modernistische architecten namelijk niet besteed. En dat lees je dus in vele toonaarden in deze bundel. (CJ)
tijdgenoten van de Art Nouveau. Al zijn drie vrouwen waren hem binnen een paar jaar zat. In 1928 werd hij veroordeeld wegens seksuele handelingen met heel jonge meisjes. Hij was, kortom, niet zo’n aangename man.
25
TU Delft
is ridicule. The trick is to incite
attackers and defenders in a way that surely doesn’t kill the cyber cheat
INTERDISCIPLINARY MINOR
Situatie “De boot heeft zich gekwalificeerd, maar mijn persoonlijke situatie is heel onzeker. Ik zit ‘op 3’, achter de slagroeier. Dan ben je het power house, de ‘motor’ van de boot. Je ondersteunt het ritme. Ik vervang Tim Heybrock die overtraind is. Ik heb niet in de hand wanneer en hoe hij daarvan herstelt, maar zijn blessure biedt voor mij een geweldige kans. Als hij kan laten zien dat hij fit is, wordt de keus gemaakt tussen hem en mij. Als meest ervaren roeier in het team, en de enige met Olympische ervaring, is Tim in het voordeel. In dat geval val ik terug naar een reserve-status. Dat ik in deze situatie zit, is voor mij überhaupt fantastisch. Als iemand mij vorig jaar verteld had dat ik in een Olympische boot zou zitten, had ik hem voor gek verklaard.”
SUSTAINABLE DEVELOPMENT FOR 3RD YEAR BACHELOR STUDENTS FROM ALL DEGREE PROGRAMMES FIRST SEMESTER, 30 ECTS
When? 5 September 2016 – 27 January 2017 (1st Semester) How? Application from 1 - 31 May: www.onderwijs.leidenuniv.nl/minoren Signing up and transferring credits is easy More info: www.cml.leiden.edu/education /minorduurzameontwikkeling
More information: cml.leiden.edu minor@cml.leidenuniv.nl facebook.com/minorduurzameontwikkeling
Come and see us at the TU Minor Event 19 April!
Drijfveer “Roeien is een fantastische sport. Ik heb veel talent, het is ontzettend gaaf om te kijken waar dat toe kan leiden. Ik ben enkele jaren geleden van de
Discover the world at Leiden University. A3 Poster Poster minor sustainable development 2015-DEF.indd 1
Voorbereiding “We trainen tweemaal per dag, zes dagen per week, op de Bosbaan. Vervelend? Je hebt het ervoor over. Het blijft mijn hobby, dus het is leuk om te doen. Half april varen we de eerste wereldbekerwedstrijd in Varèse, begin mei het EK in Brandenburg, eind mei de tweede wereldbekerwedstrijd. Zo gaat het door tot de Spelen in augustus.”
02-04-15 16:52
Delftse burgervereniging DDS overgestapt naar Proteus, omdat die vereniging professionelere coaching en materiaal heeft. Ook vanwege de steun vanuit de TU Delft en een stukje studentenleven dat je meepakt.”
but balances the costs and gains at play.
Kansen “Vorig jaar werd de lichte vier-zonder vijfde in de finale op het WK. Ik was daar niet bij. In de voorronde lieten ze zien dat bij een goede race een medaille mogelijk is. Ik zeg zeker niet dat we goud gaan winnen, maar we zouden niet naar de Olympische Spelen gaan als we er niet onze zinnen op zouden zetten.”
won’t make us better off. Let’s hope and say
Walls of fire, wire and concrete
that nudging makes the brutal obsolete.
Ambities “Mijn beste race van mijn leven varen tijdens dat toernooi. Als ik dat heb gedaan, kan ik tevreden terugkijken. Mijn traject loopt nog door na Rio, het zal zeker niet mijn laatste race zijn op een internationaal toernooi.” Studie “IO is een studie met veel vakken in projectvorm, dat is lastig te combineren met topsport. Ik heb geregeld dat ik aan de VU, bij een oud-docent van de IO-faculteit, kan meehelpen aan een onderzoek waarvoor ik studiepunten krijg. Daar moet ik tijd voor vrijmaken, al is dat lastig als je zo veel moet trainen. Ik vind dat belangrijk, want anders staar je jezelf dood op het roeien.” (JT)
Poetic impression by Bauke Steenhuisen of the dissertation ‘Cybersecurity via Intermediaries, Analyzing Security Measurements to Understand Intermediary Incentives and Inform Public Policy’ by Hadi Asghari, defended on the 29th of February.
26
Delta
TU Delft
Delta
SUDOKU VARIATION Solution Delta Sudoku 11
Delta Magazine
© 2015 www.sudoku-variations.com
In a regular Sudoku, every row, column and block of 3x3 cells must contain the digits 1 through 9 exactly once.
Lees ’m online www.delta.tudelft.nl
In this EvenOddDoku, there are five further items to solve. The first four are the groups of nine pink, blue, yellow and green marked cells. All of the corner cells and centre cells of each group only contain odd digits.
through 9 exactly once. If you like to receive a possible partly solution of this puzzle in Dutch please send an email to folkert@sudoku-variations.com, with the number of the puzzle you want. If you love to solve more of these challenging Sudoku variations please visit www.sudoku-variations.com.
The fifth item is the middle gold marked group and it also contains the digits 1
Voor advertenties bel met:
Why is the Architecture faculty called BK? What is sugar called in Dutch? What does a person do for a midnight snack in Delft? Why is the food at the Aula so bad? Okay, we can't help with the last one, but TU Delta has answers for the rest and more.
H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel
T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80 E delta@henjuitgevers.nl Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.
We are proud to announce the launch of our very first e-book – Delft Survival Guide. Free to download and accessible on any online reader, this is a compilation of the hugely popular Survival Guide series published in TU Delta. The book is your handy reference guide to Delft. From eating out and public transport, to understanding Dutchisms. So grab your copy today at delta.tudelft.nl/ebooks.
DESGEVRAAGD
Stelling
Apple wilde de FBI niet helpen om de iPhone te kraken van een van de schutters van het bloedbad in San Bernardino. De FBI daagde Apple voor het gerecht, maar heeft die zaak nu laten vallen. De Amerikaanse federale politie FBI kreeg het voor elkaar om zonder de hulp van Apple de iPhone van de schutter van San Bernardino te kraken, meldt Villamedia.nl. De kwestie sleepte al weken. De FBI startte een rechtszaak om Apple te dwingen toegang te verlenen tot de iPhone door een achterdeur in de software te bouwen. Apple wilde niet meewerken omdat het dan de veiligheid van alle iPhones zou ondermijnen.
‘Apple heeft de propagandamachine op volle toeren laten draaien’ Voor ir. Ronald Prins, TU-alumnus en chief technology officer bij het Delftse beveiligingsbedrijf Fox-IT, was het geen verrassing dat de iPhone te hacken was. “Ik heb dat van het begin af aan gezegd”, zegt Prins desgevraagd. Het is lastig om de tijdsvertraging uit te schakelen die intreedt nadat je vijf
keer een verkeerde code hebt ingetoetst. Slimme bedrijfjes, zoals Cellebrite uit Israël dat voor de hack van deze iPhone door de FBI is ingehuurd,
hebben daar iets op gevonden. Zijn we dus weken lang voor het lapje gehouden door FBI en Apple? “Wel door Apple, niet door de FBI”, denkt Prins. “Apple wist heus wel dat er bedrijfjes zijn die een iPhone kunnen kraken, maar ze hebben van de gelegenheid gebruik gemaakt om er een principiële pr-stunt van te maken. En misschien wisten de advocaten van Apple zelf ook niet dat de iPhone te kraken was. De FBI wist het niet, maar dat is een kwestie van te weinig kwaliteit in huis.” Hoogleraar governance of cybersecurity prof.dr. Michel van Eeten (TBM) schat de FBI hoger in. “Het was vrije-
27
TU Delft
tijdshackers al gelukt om de iPhone te jailbreaken (software installeren die door Apple niet erkend wordt, red.). Dus dat er kwetsbaarheden in de software zitten, was al lang bekend. Ik denk dat de FBI gewoon wilde zien of het bedrijven kan dwingen hun eigen producten open te breken.” Van Eeten vindt het goed dat Apple zich heeft verzet. Maar hij zegt zich wel rot te hebben geërgerd aan de pr van Apple. “Apple heeft de propagandamachine op volle toeren laten draaien. Ze hebben hun claims - dat ze enorm veel waarde hechten aan de privacy van hun gebruikers én dat hun telefoons extreem veilig zijn - overtrokken. Het is pijnlijk dat de iPhone, naar verluid, voor een lullige vijftienduizend dollar is opengebroken. Voor dat bedrag komen de juristen van Apple hun bed niet eens uit.” En waar staat Ronald Prins in het Apple-versus-FBI-debat? “Ik vind dat iedereen het recht heeft om zich te verdedigen. De overheid kan een bedrijf niet dwingen om een ‘achterdeurtje’ te maken, die de gebruiker kwetsbaarder maakt voor aanvallen door derden.” (JW/TvD) delta.tudelft.nl/31303
Om als technische universiteit relevant te blijven, moeten ingenieursopleidingen meer aandacht besteden aan de fundamentele principes van ontwerpen. TIES VAN BRUINESSEN scheepsbouwkundig ingenieur Uit proefschrift: ‘Controlled innovation of complex objects a socialtechnological approach to describing ship-design’ “Ingenieurs spelen een belangrijke rol bij innovatie. Om nieuwe oplossingen te ontwikkelen moeten zij ook kunnen werken met creativiteit, nieuwe technieken kunnen toepassen en omgaan met verschillende partijen. In veel opleidingen aan de TU ligt de focus op de fundamentelere technische kennis zoals mechanica en wiskunde, hydromechanica en constructieleer. Vaak wordt verwacht dat scheepsontwerpers, civiele ingenieurs en bijvoorbeeld vliegtuigontwerpers het ontwikkelen van innovatieve producten in de praktijk leren. Door de fundamentele basisprincipes van het ontwerpproces onderdeel te maken van elke ingenieursopleiding wordt ervoor gezorgd dat ingenieurs een beter begrip krijgen van ontwikkeltrajecten waar nieuwe kennis voor nodig is. Hierdoor blijven ingenieurs, en daarmee de TU, relevant voor onze maatschappij en arbeidsmarkt.” Verdediging 25 mei
28
News
Text: Brandon Hartley Photo: Menno Blaauw
Delta
BK students design refugee housing solutions “Holland isn’t full, but it is full of unused space,” according to Govern-ment architect Floris Alkemade. This was the inspiration behind the ‘Home Away from Home’-competition, challenging architects to design housing solutions for refugees.
English pages
In case you missed it, ‘Shaped by conflict’ (page 08) features students at the university whose home countries are facing war and violence. It’s in English, so check it out. On a happier note, if you want a break from your studying, you can check out the Survival Guide for English language events.
There are three metres of water between the top of the container and the reactor itself.
The little reactor that could On a morning in the early 1990s, a group of youthful Greenpeace demonstrators arrived at the front gate of the Reactor Institute Delft. They assumed that it was a dangerous nuclear facility and had planned to spend the day demanding its immediate closure. “We took them in,” Dr. Menno Blaauw recalled. “We gave them a tour of the reactor, a brochure and a few CocaColas. Then they went home happily.” A graduate of TU Delft himself, Dr. Blaauw has been working at the reactor since 1988 and this is the only ‘protest’ he’s witnessed at the facility. The reactor’s history begins in the 1950s when an exhibition promoting Atoms For Peace, a United Nations sponsored campaign to advocate the development of beneficial nuclear projects, ended its European tour in the Netherlands. The exhibit featured a small nuclear reactor that the Dutch government later agreed to repurpo-
se for research projects. Construction began on a permanent facility at TU Delft in November of 1958 and it opened in 1961. Since then, it has been used to conduct projects launched not only by researchers from TU Delft but other universities and even a few corporations as well. Current projects at the reactor primarily focus on advancements in the fields of medicine and sustainable energy. In order to accommodate newer types of research, the facility has been upgraded and expanded several times since its first projects were conducted in the ‘60s. Infrastructural improvements and a cooling tower helped boost the reactor’s power levels from 100 kilowatts to two megawatts. In the early ‘90s, a ‘beam guide hall’ was added that houses large equipment. A current development programme dubbed OYSTER will bring more precise and versatile instruments to the reactor. A cold neutron source will be added that’s currently scheduled for completion in 2018.
URANIUM-235 The facility also currently utilises only a moderate amount of uranium-235. It’s contained within a series of about
‘Is it ‘radioactive’ tomato ketchup or is it a ‘radioactive’ coffee stain?’
20 fuel elements located within the reactor itself. Each contains 300 grams of U-235 that creates an eerie blue glow as opposed to the bright green colour typically seen in nuclear facilities featured on TV shows like The Simpsons. The reactor doesn’t pose much of a health risk to its employees or the public. In the extremely unlikely case of a major incident, only the 300 metres surrounding the facility would need to be evacuated. Nevertheless, Dr. Blaauw and his colleagues strictly adhere to a series of safety procedures to prevent even the slightest possibility of something, or someone, becoming contaminated. The reactor itself is housed behind two thick airlock doors and visitors wear protective covers over their shoes to offset the possibility of radioactive dust following them back out. Afterwards, they’re also required to step onto a device that resembles a doctor’s office scale that scans them for radioactivity. Lab jackets worn by researchers and the facility’s permanent staff are washed in on-site laundry machines as well. The water used to clean them is even later scanned for radioactivity. As for which cycle is used, that depends on the ‘contamination’ involved. “Is it ‘radioactive’ tomato ketchup or is it a ‘radioactive’ coffee stain?” Dr. Blaauw joked. “That’s what really determines the washing procedure.”
29
TU Delft
This challenge became a part of the curriculum for this year’s Architecture and Building Technology master’s students. The competition was organised by the Rijksbouwmeester and the COA (Central Agency for the Reception of Asylum Seekers) in response to the growing number of refugees arriving in Europe. 150 Students spent five weeks developing their housing units for the compulsory course titled ‘Delft Seminars on Building Technology’, although not all the students will actually be entering the competition. Previous years have required students to use existing buildings as case-studies, for example the Kunsthal, the EWI building and even BK City itself. According to course coordinator Bas Gremmen this new approach proved more difficult than expected for some. He explained that these buildings are smaller than those from previous case studies, “however everything is involved, all the complexity is in that one building. I think that surprised the students.” Several students agreed that this difficulty was a positive thing and believed this case-study better helped them learn about designing for people. One of the students, Bas de Pater, said it was particularly motivating to work on a more ‘real-life’ example, adding “it let me think about how to build for people.”
‘It let me think about how to build for people’ Marianne Boonekamp, whose design has been entered into the competition, also said she particularly appreciated a case-study with more real-life applications; “What I do sometimes miss here is that aspect of reality, so it was really interesting to get into this social problem, and really try and make something that could be built, not just something that looks nice on paper.” Her approach was particularly interesting, as she told Delta she didn’t just want to make a home for refugees that works, but one that is “more personal, and gives an element of choice”. The students presented their designs in the BK Faculty Friday March 11. For those entering the competition, the 12 winners moving onto round 2 will be announced April 10, where their designs will be further developed. (AC)
Digging for innovation Wouldn’t it be fantastic if we could know what every researcher at TU Delft is up to? The DIG-it! team of the TU Delft Valorisation Centre aims to uncover just that. After the success of the first edition in 2014, they are mapping the university innovation ecosystem again faculty by faculty by approaching every researcher and asking them what they are working on. In February 2016 they made a sweep of the Civil Engineering and Geosciences faculty (CiTG), conducting 240 interviews. TU Delft alumnus Robbert van Leeuwen, graduate of the Science Education and Communication MSc, is responsible for this exploratory first step of a three stage process. Around eight students, Dutch and internationals from all faculties make up his innovation harvesting team. Selection depends on the researchers' willingness to collaborate and their work's potential impact and interest to industry. “The second explanatory step involves making the ideas into something tangible,” said Susanne Sleenhoff, DIG-it! team coordinator. “For each project chosen we produce a cartoon capturing the innovative idea in one image. Then we look at other ways to visualise the idea. Though many researchers say they would like to make a film, it can also be a 3D model or some kind of physical prop too.” The third step exposes the innovations at the TU Delft Research Exhibition held on campus. The show displays the selected projects, raising visibility on campus but mainly to industry and the market. The first research exhibition presented 90 projects, and they hope for double that at the second one. “This year's Research Exhibition on June 2 will feature a teaser with some of the latest innovations we dig up,” said Sleenhoff. “We also want to empower researchers to communicate their work so we encourage them to use these images in their own presentations,” she said. The projects are also published on the searchable DIG-it! website. DIG-it! evolved from the biannual Delft Innovation award running since 2009. (MV)
30
Text: Caroline Vermeulen Photo: TEDxDelft
Surviving English language performances
TEDXDELFT This year’s TEDxDelft event takes place later this month. “It will be TEDxDelft’s fifth anniversary and will be held on the birthday of one of history’s biggest thinkers, Leonardo da Vinci. Come join us on April 15 to celebrate the universal genius and share some more brilliant ideas,” said TEDxDelft’s communications coordinator, Pierre Mathieu. “Keep an eye on the TEDxDelft website as the speakers for this year’s event will start to be unveiled soon.” The event will be held at TU Delft’s Aula Congress Centre from 12:00 to 21:00. Regular tickets cost €45, and student tickets cost €20. Salons, storytelling and cinema events are hosted in addition to the main conference aimed at inspiring the community with ideas worth spreading. tedxdelft.nl
THEATER DE VESTE Organisers have designed a programme suitable for the international community in Delft, and the schedule for this coming month alone includes four performances for nonDutch speakers. The American oneman circus comedy show, Jamie Adkins, will be performing. Dance duo ‘Wang Ramirez’ will create a portrait of a new, urban, mobile and intercultural generation. The play ‘A House in Asia’ is scheduled, as is British sight
and sound show ‘The Bootleg Sixties’. Student discounts are available. There is a ‘recommended for internationals’ page on the website that’s worth taking a look at. theaterdeveste.nl
Aren’t we all lonely planets? This is the title of a unique theatre show created by Berry Visser, who stars as Madame de Berry. The performances take place in a twenty-seven seat theatre in the city centre, which also happens to be Visser’s home. Far more than a theatre show, it’s an experience. Madame de Berry takes you on a journey through space to Jupiter with Milky Way Airlines at 95% the speed of light, sharing her stories and theories along the way. “Our next series of performances will take place between October 15 and October 23,” said Visser. Tickets cost €32.50, and private flights are also possible during this period. madamedeberry.com
RIETVELD THEATER
‘Music and dance are suitable for any language’
Transforming materials In collaboration with Harvard University, two TU Delft students have built a 3D material with controllable shape and size. PhD student Bas Overvelde MSc (Harvard University, 3mE graduate TU Delft 2012) and Twan de Jong MSc (Faculty of Aerospace Engineering) have designed a new type of foldable material that is versatile, tunable and self-actuated. It can change size, volume and shape; it can fold flat to withstand the weight of an elephant without breaking, and pop right back up to prepare for a next task. The research was led by Katia Bertoldi, Professor of the Natural Sciences at the Harvard John A. Paulson School of Engineering and Applied Sciences (SEAS), James Weaver (Senior Research Scientist at the Wyss Institute for Biologically Inspired Engineering) and Chuck Hoberman, of the Harvard Graduate School of Design. Nature Communications published their article on March 11, 2016. “We’ve designed a three-dimensional, thin-walled structure that can be used to make foldable and reprogrammable objects of arbitrary
MADAME DE BERRY
This small theatre hosts an ongoing series of culture days called ‘Spice up your Life’ featuring concerts, stories and theme days aimed at expats and organised in cooperation with guests from around the world, and is partly in English. “Music and dance are suitable for any language,” said Tamara Kuipers, volunteer. “We also have some performances in English, mostly international artists. We would like to do more for the international community in Delft, however, we need a programmer to do that. The theatre is run by volunteers.” They have ‘free play’ every second Sunday of the month in the evening; anyone who wants to share their music, writing or
Dr. Edward Valstar, a professor it the Department of Biomechanical Engineering at TU Delft, speaks at TEDxDelft 2015.
art on an open stage can go along. Every third Sunday of the month there’s a live jazz evening. Both events are free and open to all. rietveldtheater.nl
FURTHER AFIELD In The Hague the Anglo American Theatre Group is an amateur group which enjoys, performs and supports English language theatre. Stichting The English Theatre (STET) also produces and promotes professional English language productions. Later this month there’ll be events commemorating Shakespeare's death
31
TU Delft
SCIENCE
DELFT SURVIVAL GUIDE
As the international community in Delft continues to grow, there are a number of English language productions and performances in the area geared to the non-Dutch speaker.
Delta
400 years ago - STET is working on a programme with Dutch, Tunisian and British companies between 18 to 24 April at Koninklijke Schouwburg, Nationale Toneel and Theater aan het Spui. At Koninklijke Schouwburg ‘Macbeth’ will be performed with English surtitles, and UK theatre company ‘Infinite Jest’ will perform their take on ‘Macbeth’ in English. Zuiderstrandtheater has a range of performances and events which are suitable for non-Dutch speakers too; from opera and jazz to flamenco. aatg.nl theenglishtheatre.nl
More news on delta.tudelft.nl/science
Rejuvenating BMW
PhD student Bas Overvelde (photo) and Twan de Jong have designed a new type of foldable material. (Photo: Jos Wassink)
architecture, whose shape, volume and stiffness can be dramatically altered and continuously tuned and controlled,” said Overvelde, graduate student in Bertoldi’s lab and first author of the paper. The structure is inspired by an origami technique called ‘snapology’, and is made from extruded cubes with 24 faces and 36 edges. Like origami, the cube can be folded along its edges to change shape. The team demonstrated, both theore-
tically and experimentally by a centimetre-scale prototype, that the cube can be deformed into many different shapes by folding certain edges, which act as hinges. The team also embedded pneumatic actuators (inflatable cushions) that can deform certain hinges, changing the cube’s shapes and size, without external application of force on the structure. (JW) delta.tudelft.nl/31278
RISE returns with flying skiff Dreamteam RISE announced the build of a single scull rowing boat on hydrofoils. The students presented their design on March 9, 2016. Rowing Innovation and Sports Engineering (RISE) started with a double four on hydrofoils in 2013. Two years later, in August 2015, they succeeded in getting the boat out of the water and onto its hydrofoils. The fun didn’t last, however. After four strokes, the front hydrofoil broke off, and the boat sank back onto the surface. At the presentation, the new team showed their design for a single
SHORT
scull boat. The most remarkable differences with the previous design are the format (skiff instead of four) and the moveable hydrofoils that provide variable lift. The aft part of the hydrofoil moves like the flap of a wing. Just like a wing flap, moving it downward generates more lift (and drag) than keeping it horizontal. The flap is connected to a floater by a clever hinging construction of rods. “The effect is that when the boat goes up, the floater goes down. This movement pushes the rod up so that the wing profile will flatten out,” Jaep Koning, the team’s chief technician explained. Koning studies Aeronautical Engineering and rows at Proteus. Team manager
Karsten Koelewijn, who was also present at the interview, studies mechanical engineering and rows at Laga. The choice to develop a single scull instead of a (coxless double) four is mainly economical. Getting the skiff at the required take-off speed of 14-15 kilometres per hour will be no easy feat with the hydrofoils causing extra drag. About fourteen students have joined the RISE team this season. Their ambition, said team manager Koelewijn, is to produce a skiff on moveable hydrofoils by July 2016 and to improve the world record (6 minutes 33 seconds) over 2 kilometres with it shortly thereafter. (JW) delta.tudelft.nl/31320
While conducting her MSc research with BMW, Industrial Design Engineering student Solé Boleda interviewed people in their 20s and early 30s as they drove one of the company’s cars. Several confessed that they were annoyed by the vehicle’s numerous buttons, seemingly superfluous features and confusing integration controls. Her study addressed ways that the German automaker might design future models in order to make them more appealing to Millennials. “Cars are the only products that Millennials call their parents for help with,” Solé Boleda said during her defence on 24 March. “Except for maybe washing machines.” (BH) delta.tudelft.nl/31381
Wet & green
At 600 degrees and 250 bars, supercritical water rips organic molecules apart, producing gas from wet biomass. PhD candidate Onursal Yakaboylu modelled the process. Too much manure and dwindling gas production - that sums it up for the Netherlands in 2016. A new technology called ‘supercritical water gasification of wet biomass’ has the potential to restore the equilibrium. The technique converts manure, but also sewage sludge and food industry waste, into biogas (hydrogen and methane). The conversion efficiency is potentially high (up to 95%) but limited by the costs of the equipment. (JW) delta.tudelft.nl/31326
Smart world
The development of smart grids and the smart homes they are connected to, is apparently not in sync. The aim of a symposium on the topic was to see if integration of the two is possible to contribute to a sustainable energy transition. Around 75 attendees heard two perspectives from the smart grid and smart home sectors and then participated in a lively debate with an expert panel about measures to promote integration. It was organised on March 17, 2016 by the Royal Netherlands Society of Engineers (KIVI), the Electrical Engineering department and the Association of Electrical Engineering Students (ETV) of TU Delft. (MV) delta.tudelft.nl/31344
28
30
31
Reactor Institute Delft
English Language Performances
Transforming materials
MAIN
Contents International
SURVIVING
SCIENCE
WHAT'S HIDING IN DELFT
Prototype of Maison d’Artiste
T
he artwork on Mekelweg is a prototype of Maison d’Artiste, a cubist house designed in 1923 by artist Theo van Doesburg and urban planner and architect Cor van Eesteren. It was never built. “The heirs of Cor van Eesteren asked me for a technical feasibility study in 1999,” said Professor Mick Eekhout, project supervisor, in his farewell speech at TU Delft last March. “It proved to be an interesting cultural challenge, but also technically very complex.” Students at TU Delft’s Prototype Laboratory, Bucky Lab, carried out the research project. The process of reconstruction, geometry, and colours of the design were derived from eight black and white photos of the original cardboard model that was lost, and some drawings, which didn’t correspond. Geodetic techniques were used to reconstruct a 3D digital model that showed that the previously assumed dimensions were off by 15%, and a revolutionary different scheme of colours was also deduced. The model was built in 2003, on a scale of 1:5. The project was concluded with a symposium in April 2005, where some doubt was cast on the scientific correctness of the team’s discoveries. The prototype can remain on Mekelweg until 2023, a century after the creation of the original design, and thereafter it will be exhibited at the Centre Pompidou in Paris, the city of the 1923 exhibition.
Text: Caroline Vermeulen Photo: Marcel Krijger