TU Delta 15

Page 1

NR.15 13 APRIL 2015

onafhankelijk universiteitsblad

Stephanie Wehner:

Van hacker tot quantumcryptograaf Experiment

Levende cellen op een chip Start me up

ENGLISH PAGES SEE PAGE 28

Meditatie

How to start a company

HELPT HET ECHT?


2

Delta

TU Delft

8 Delta Nr. 15

13 april

2015

“Mediteren kan helpen om je beter te concentreren waardoor je beter kunt studeren. Kim Vollenhoven mediteert normaal gesproken niet in de Library, maar voor de cover is het wel mooi. Ook al is het alleen voor de foto, als hij zijn ogen weer opent gaat dat langzaam en duurt het even voor de frisse blik terug is. Blijkbaar was hij toch even met zijn gedachten ergens anders.” (Fotograaf Sam Rentmeester)

REAGEER!

12

www.delta.tudelft.nl

COLOFON

Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.

Redactie Frank Nuijens (hoofdredacteur) - @franknu, Katja Wijnands - @kwijnands, Dorine van Gorp - @dorinevangorp, Saskia Bonger - @sbonger, Tomas van Dijk - @tomasvd, Connie van Uffelen - @connievanu, Jos Wassink - @joswashere Medewerkers aan dit nummer Jorinde Benner, Phillip Gangan, Quin Genee, Anne Blair Gould, Dap Hartmann, Auke Herrema, Job Hogewoning, Folkert van der Meulen Bosma, Joreen Merks, Heather Montague, Damini Purkayastha, Molly Quell, Jimmy Tigges Foto’s Marcel Krijger, Sam Rentmeester

Bladconcept en vormgeving Maters & Hermsen, Leiden Lay-Out Liesbeth van Dam Redactie-adres Universiteitsbibliotheek, Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848, delta@tudelft.nl Advertenties H&J Uitgevers, 010 451 5510, delta@henjuitgevers.nl Druk Mediacenter Rotterdam Oplage 8.000 Jaargang 47 ISSN 2213-8838 Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op de website. Meer informatie op: www.delta.tudelft.nl/colofon

COVER

INTERVIEW

MENTALE HYGIËNE

STEPHANIE WEHNER

Mediteren: steeds meer studenten en docenten op de TU doen het. Je wordt er positiever en creatiever door, het is goed voor je geheugen, je productiviteit en je zelfcontrole.

Ze werkte in Pasadena en in Singapore en publiceert in alle grote wetenschapsbladen. Ze kwam terug naar Nederland om bij QuTech mee te bouwen aan de quantumcomputer: dr. Stephanie Wehner.


Delta

3

TU Delft

18

28

Delta 16 verschijnt op dinsdag 28 april

REPORTAGE

ENGLISH PAGES

LEVENDE HARTCELLEN

THE STARTUP DELTA

VERDER

A new initiative by the Dutch government is hoping to make the Netherlands the top spot for start-ups in Europe. This public-private partnership brings together entrepreneurs, investors and industry representatives.

COLUMN NIEUWS MASTER SPORT LIFESTYLE NEDERLANDS OF ENGELS? LEUK BEDACHT DESGEVRAAGD SURVIVAL GUIDE SCIENCE

Om de neveneffecten van nieuwe medicijnen grondig te onderzoeken, moet je experimenteren met levende en kloppende menselijke hartcellen. Delftse onderzoekers werken aan zo’n chip; een elektronisch uitleesbaar mini-orgaantje.

04 05-07 15 16 17 22 25 27 30 31


COLUMNDAPHARTMANNPERSONEELSVERENIGING

4

Delta Prometheus is de ‘Centrale en Algemene Personeelsvereniging van de Technische Universiteit Delft’ en stelt zich ten doel ‘harmonische verhoudingen, resp. het sociale verkeer te bevorderen tussen de personeelsleden van de Technische Universiteit Delft.’ Prometheus ‘tracht dit doel te bereiken door het centraal organiseren van verenigingsevenementen op het gebied van algemene vorming, voorlichting, ontspanning en sport, die voor het personeel van de universiteit van gemeenschappelijk belang zijn’, aldus de statuten uit 1954. Wat zouden die evenementen van gemeenschappelijk belang zijn? Vol verwachting klikte ik op de activiteitenagenda van de Prometheus website. Dat had ik beter niet kunnen doen, want ik opende een onwelriekende gierput van treurnis en ellende die ik doorgaans associeer met de lamzalige onderkant van de samenleving. De activiteitenagenda is gevuld met het kleinste gemene veelvoud van de nationale culturele wansmaak. Over smaak mag dan misschien niet te twisten zijn, over kwaliteit des te meer. Prometheus blijkt niet te onderscheiden van SBS6 in een slechte week. Muzikaal mogen we genieten van Frans Bauer, Billy Elliot, 5 Seconds of Summer, de Edwin Everts Band, de Toppers, en Vrienden van Amstel Live. Uit de beerput van muzikale treurnis viel dit jaar verder niets meer op te dreggen, maar wellicht biedt het volgende seizoen nieuwe kansen. Misschien staan André Rieu en de 3JS dan op het programma! Ik begrijp best dat je geen bus kunt vullen met TU-medewerkers die naar een uitvoering van Rêves d'un Marco Polo van Claude Vivier willen, of naar een concert van Dweezil Zappa. Maar ergens tussen de bodem van de Marianentrog en de top van de Mount Everest is toch wel een niveau te vinden waarop iedereen zich een beetje comfortabel voelt? Een opera van Mozart of Puccini, een goed toneelstuk, een leuke cabaretvoorstelling, een fatsoenlijke chansonnier? Prometheus organiseert ook diverse ‘activiteiten’ van een weerzinwekkend Viva/Libelle-gehalte. Zoals de Lente groenworkshop: “Maak tijdens uw lunchpauze dit leuke groenstuk voor het voorjaar dat zowel binnen als buiten kan staan”, of een reisje naar de Efteling. Er is opvallend veel aandacht voor het menselijk lichaam, met een gezichtsbehandeling en ontspannende hoofdmassage bij schoonheidsspecialiste Chantal (inclusief twee gratis spelfouten), een pedicure, een voetreflexmassage of hotstone-voetmassage, een knipbeurt bij de kapster, en een stoelmassage. Wat een malheur. Boze tongen beweren dat de Prometheus zich uitsluitend richt op de smaak van werknemers in de lagere echelons van de TU Delft. Ik vrees echter dat het veel erger is, en dat de programmering van Prometheus ook naadloos aansluit bij de smaak van veel ud’s, uhd’s en hoogleraren. Want het niveau van de hoogst genoten opleiding is helaas geen betrouwbare indicatie voor de mate van culture beschaving. Zo ontdekte ik tot mijn grote schrik dat mijn (inmiddels gepensioneerde) huisarts verzot is op musicals. Musicals – het kán bijna niet erger. Iedere musical die in Nederland wordt opgevoerd, bezoekt hij wel drie keer. En die man heb ik mijn prostaat laten testen? Yikes!

Dap Hartmann is astronoom. Hij werkt als onderzoeker bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

TU Delft

1 De overheid gaat te nerveus om met preventie van cybercriminaliteit.

nee

2 Veel cybercriminelen zijn ‘gewone’ criminelen die online zijn gegaan.

ja

3 Straffen voor cybercriminelen moeten hoog zijn om een voorbeeld te stellen.

ja

4 Een burger moet zijn computer tot de tanden toe beveiligen.

Online dienstverleners als banken moeten zorgen dat hun software en websites veilig zijn. Lijden gebruikers schade als cybercriminelen toch toeslaan, dan moet de dienstverlener die vergoeden. De samenleving zou dan minder geld moeten steken in tegenmaatregelen en meer in het oppakken en vervolgen van criminelen. Dat stelt hoogleraar governance of cybersecurity Michel van Eeten. Hij is één van de gasten op de Global Conference on Cyberspace, 16 en 17 april in Den Haag. 5 Op welke stelling wil je terugkomen? “Op stelling 4. Burgers hebben geen effectieve manier om zich te verdedigen. Je doet aan basishygiëne, hebt een antivirusprogramma en klikt niet zomaar op alles, maar het blijft behelpen. Burgers worden blootgesteld aan het falen van bedrijven, die bijvoorbeeld gaten in hun software hebben zitten. Het is heel eenzijdig om de gebruiker te laten opdraaien voor de schade als een cybercrimineel daar misbruik van maakt. Aanbieders van online diensten als banken moeten schade vergoeden en voorkomen. Het is geen armageddon wat staat te gebeuren, maar criminaliteit moet bestreden worden waar die plaatsvindt. Burgers, overheid en bedrijven steken vele malen meer geld in anti virussoftware en andere tegenmaatregelen dan in opsporing en vervolging van criminelen. Juist in dat laatste moeten we meer investeren.” (Foto: Michel van Eeten) gccs2015.com

nee

100 De master engineering and policy analysis mag van het college van bestuur naar Den Haag verhuizen. De faculteit Techniek, Bestuur en Management (TBM) verwacht dat de studentenaantallen daardoor zullen stijgen van 35 naar mogelijk 100 in vijf jaar. De voordelen van de locatie Den Haag voor opleiding en studenten, die leren ‘opereren op het snijvlak van technologie en publiek beleid’, zijn volgens TBM duidelijk. Studenten zitten dichtbij nationale en internationale instanties, overheden en bedrijven. Dat maakt stage lopen gemakkelijker, net als bijvoorbeeld het uitvoeren van onderzoekopdrachten van (inter)nationale instellingen, gemeenschappelijk onderzoek doen en het verzorgen van gastcolleges door Haagse beleidsmakers en politici. delta.tudelft.nl/29729

Tweet Carel van der Poel, directeur van het Else Kooi Lab: “Er zijn twee redenen voor de nieuwe naam: formeel bestaat de Dimes onderzoekschool niet meer. Bij de reorganisatie van Dimes, die vier jaar geleden begon, zijn technici uit alle vakgroepen samen het Dimes Technology Centre begonnen. Dit is een groep technologen die de cleanroom up and running houdt, de gebruikers daarvan opleidt en er voor zorgt dat ook gebruikers vanuit de buitenwereld er kunnen werken. Verder vonden we dit een mooie reden om te laten zien dat we ook programmatisch een nieuw begin hebben gemaakt. Else Kooi is pionier van de siliciumtechnologie. Hij is onder meer uitvinder van de isolatietechnologie Locos (Local oxidation of silicon) om transistors van elkaar te isoleren. Ons Else Kooi Lab is volledig uitgerust om silicium microfabricage te verrichten. Wij vonden het gepast om Else Kooi op deze wijze te eren. In feite zijn wij ook een beetje aan het pionieren, want wij zijn een ondernemend universiteitslab. Onze missie is excellent onderzoek faciliteren. Daarnaast proberen we een brug te slaan naar industriële toepassing, wat Else Kooi ook deed.” (CvU)


KORT Meer en uitgebreider nieuws op www.delta.tudelft.nl

Ondernemers

Wie is de meest ondernemende wetenschapper van de TU? Zoals ieder jaar zijn incubator YesDelft en het valorisatiecentrum van de universiteit op zoek naar de ‘entrepreneurial scientist’ en ‘entrepreneurial motivator’ van het jaar. Nomineren kan tot en met 17 april. Op 18 mei is de prijsuitreiking. yesdelft.nl/desa Ruim tweehonderd leerlingen van de basisschool combineerden woensdag 8 april werk met plezier: zij testten de speelgoedconcepten die eerstejaars studenten Industrieel Ontwerpen hebben ontworpen voor het vak product ontwerpen 2. De houten prototypes zijn bedoeld voor kinderen in leeftijdsgroepen tussen vier en twaalf jaar. De grote hal bij IO was voor de testdag volledig omgebouwd tot speeltuin. (Foto: Sam Rentmeester)

De week van... Hoogleraar watermanagement prof.dr.ir. Nick van de Giessen en hoogleraar waterhuishouding en waterbeheer prof.dr.ir. Huub Savenije krijgen onderscheidingen tijdens het congres van het European Geosciences Union in Wenen, van 13 tot 17 april. Nick van de Giesen krijgt de Henry Darcy Medal 2015 vanwege zijn multidisciplinaire onderzoek binnen het watermanagement en zijn inspanningen voor duurzame ontwikkeling. Hij is sinds juli 2004 hoogleraar watermanagement in Delft. In 2009 werd hij ook hoofd van het Delft Research Initiative Environment. Van de Giesen is een van de initiatiefnemers van een netwerk van goedkope weersensors voor Afrika dat door Afrikanen wordt gebouwd. Dankzij dit trans-Afrikaans meteo-

netwerk moeten de landbouwopbrengsten verbeteren. In het kader van een van zijn andere hydrologische projecten, het Glowa-Volta project in Ghana, zijn 88 promovendi opgeleid, merendeels West Afrikanen. De Henry Darcy Medal is vernoemd naar de negentiendeeeuwse Franse hydroloog Henry Philibert Gaspard Darcy. (Foto: Sam Rentmeester) Huub Savenije krijgt de 2015 Alexander von Humboldt Medal. Ook hij wordt geroemd om zijn ontwikkelingswerk. De hoogleraar is een van de drijvende krachten achter het pan-Afrikaanse onderzoeksnetwerk 'Waternet' dat de samenwerking tussen Afrikaanse wateronderzoekers moet versterken. Vijftig universiteiten in zuidelijk Afrika doen mee aan dit netwerk. Savenije richt zich

in veel van zijn onderzoeken op het verbeteren van de landbouw door efficiënter om te gaan met water. In 1995 startte de hydroloog een eigen open access journal: het online tijdschrift ‘Hydrology and Earth System Sciences’. Het idee erachter was dat wetenschappelijke informatie ook voor onderzoekers in ontwikkelingslanden met weinig financiële middelen toegankelijk moet zijn. De Alexander von Humboldt Medal is vernoemd naar de Pruisische natuuronderzoeker en Friedrich Heinrich Alexander Freiherr von Humboldt (1769 – 1859). (Foto: Tomas van Dijk)

Leerfabriek

Door de nadruk op snel studeren ziet Oras de TU Delft veranderen van een academisch instituut naar een leerfabriek, zo schrijft de studentenraadsfractie aan het college van bestuur. ‘Het gevaar is dat de universiteit een verlengde wordt van de middelbare school’. delta.tudelft.nl/29734

Bedrijfspromovendi

Als het aan de Tweede Kamer ligt, kan een werknemer van Shell, Philips of Unilever straks in de baas zijn tijd promoveren. Bedrijfsleven en hoger onderwijs hebben baat bij meer samenwerking, is de gedachte achter de ‘industrial doctorates’ van VVD-Kamerlid Pieter Duisenberg. delta.tudelft.nl/29744

Basisbeurs

Minister Bussemaker van Onderwijs waarschuwt hogescholen en universiteiten: het is niet de bedoeling dat zij hun studenten alsnog aan een basisbeurs helpen. De TU Delft hoeft haar regels niet aan te passen. delta.tudelft.nl/29742

Knooppunt

Achttien veelbelovende wetenschappers kunnen met een beurs van onderzoeksfinancier NWO ervaring opdoen in het buitenland. Zoals dr. Hannes Bernien van Technische Natuurwetenschappen. Hij gaat in Harvard onderzoek doen naar quantumnetwerkknooppunten. Bernien gaat de fundamentele bouwsteen van deze netwerken ontwikkelen: het knooppunt. delta.tudelft.nl/29740


6

Delta

TU Delft

NIEUWSINTERVIEW ‘Ouders hebben veel vragen over homoseksualiteit’ Ouders maken zich soms zorgen over de veiligheid van hun homoseksuele kind. Daarom is er op 19 april bij DWH een informatiedag, Meet the parents. Voorzitter Bram van Meurs (23), vierdejaars student technische natuurkunde, legt uit waarom. Wat verandert er voor ouders als hun zoon of dochter uit de kast komt? “In principe niet veel. Je ziet wel vaak - dat heb ik zelf ook meegemaakt - dat ouders veel vragen hebben. Vooral over hoe je op een veilige manier anderen ontmoet die homo- of biseksueel zijn.” Bram van Meurs: “We laten zien wat we doen en wie we zijn.” (Foto: Sam Rentmeester)

En wat antwoord je dan? “Dat dit kan bij een vereniging of aan een bar, zoals bij de Delftse Werkgroep Homoseksualiteit (DWH) of bij onze jongerenvereniging Outsite op donderdagavond, maar ook via apps of social media. We besteden aandacht aan de risico’s bij ontmoetingen via social media. De persoon die jou daar aanspreekt is anoniem. Je weet niet wat de intentie is van die ander. Het is belangrijk voor jezelf te bepalen wat je wel en niet wilt op seksueel gebied. Dat is onderdeel van onze voorlichting.” Hoe reageerden jouw ouders op je coming-out? “Heel goed. Het was meer voor mezelf een probleem. Mijn vader was blij dat ik het al op zo jonge leeftijd ontdekte en niet pas op mijn veertigste met vrouw en kinderen. Mijn moeder was bezorgd, omdat ze vaak in het nieuws hoorde dat homo’s in elkaar geslagen of bedreigd worden. Ze vroeg wat DWH is. DWH is een vereniging voor homo- en bisek-

suele mannen en vrouwen en transgenders, maar ook hetero’s kunnen lid worden. De vereniging heeft een maatschappelijk karakter én biedt gezelligheid. Dat is de kracht ervan.” Wat gaan jullie doen op 19 april? “We geven een rondleiding door Delft, houden workshops en hebben informatiestands over onder meer de kennismakingsgroep die we hebben. We laten zien wat we doen en wie we zijn.” Is uitkomen voor je homoseksualiteit een probleem aan de TU Delft? “Ik heb niet zo veel negatieve verhalen gehoord. Wel is er in een enkel geval in een studentenhuis een probleem geweest met een internationale student die het niet accepteerde.”

Welke rol kan DWH daarbij spelen? “Onze jongerenvereniging Outsite is aanwezig tijdens de Owee. Sinds vorig jaar ook met een eigen informatiestand tijdens de internationale Owee, om te laten zien dat je er kunt zijn als homo in Nederland. We kregen vrij veel positieve reacties. In onze kennismakingsgroep zitten nu vier internationale studenten op een totaal van veertien deelnemers. Die groep komt acht donderdagavonden bijeen voor onder meer een debat, een film en een spelavond. Aan de TU ervaren we vrijwel nooit problemen, maar niet signaleren betekent niet dat er geen problemen zijn.” (CvU) - Meet the parents, zondag 19 april van 13.00 tot 17.00 uur bij de Delftse Werkgroep Homoseksualiteit, Lange Geer 22. Aanmelden op dwhdelft.nl.

Actief op forum, hoger mooc-cijfer Studenten die bij een mooc goede cijfers halen, zijn actiever op het online forum van de cursus. Dat blijkt uit een analyse van de eerste vijf moocs van de TU Delft.

B

ij de moocs solar energy en introduction to water treatment haalden studenten die geen contacten op het forum hadden een lager cijfer dan zij die

dat wel hadden. Er is een samenhang tussen het aantal berichtjes dat cursisten op het forum achterlaten en de hoogte van hun cijfer, constateren onderzoekers van de TU Delft en de University of South Australia. Onduidelijk is nog wat oorzaak is en wat gevolg. “Na vijf moocs kunnen we daar nog geen uitspraak over doen”, zegt onderzoeker Pieter de Vries. Bij de andere drie moocs (introduction to aeronautical engineering, introduction to credit risk management en next generation infrastructures) waren de meeste cursisten niet actief op het forum. Cursisten die bij de

‘aeromooc’ wel zeer actief waren, haalden allemaal relatief hoge cijfers voor hun huiswerk. De onderzoekers vermoeden dat de behoefte om daarover te discussiëren de reden was om naar het forum te komen. De ‘watermooc’-cursisten - vooral Aziaten - maakten een Facebookgroep voor het huiswerk. Twee van de 73 leden eindigden in de top tien van best presterende studenten. Volgens De Vries zijn met het verbeteren van een forum en het integreren van samenwerking in een mooc betere resultaten te behalen. De TU-moocs trekken veel studenten

uit de Verenigde Staten en India. De meeste cursisten zijn mannen van rond de dertig met een afgeronde bachelor- of masteropleiding. Zij zeggen de cursus vooral te volgen om hun kennis en vaardigheden te vergroten of puur voor hun plezier. Zoals vaker bij moocs maakte maximaal vijf procent de cursus af. De rest zegt tijdgebrek te hebben. Bij de solaren watermooc zou 95 procent van de geslaagden de mooc aanbevelen aan anderen. Next generation infrastructures bleef wat achter met 67 procent. De lesstof bleek niet in balans door veel webcolleges. (CvU)


Delta

7

TU Delft

CAMPUSNIEUWS Niet alle bacheloropleidingen worden Engels Het college van bestuur laat faculteiten zelf beslissen of en wanneer zij hun bacheloropleidingen verengelsen. Uit een rondgang van Delta blijkt het Engels overal terrein te winnen, maar het Nederlands is niet afgeschreven.

C

ollegevoorzitter Dirk Jan van den Berg zei in september 2014 te verwachten dat in drie of vier jaar tijd alle TU-bacheloropleidingen Engelstalig zouden zijn. Die voorspelling komt niet uit, niet in de laatste plaats doordat het college van bestuur de verengelsing niet van bovenaf wil opleggen. Voor drie bacheloropleidingen bestaan momenteel concrete plannen om ze compleet te verengelsen. Informatica en elektrotechniek (EWI) gaan vanaf 2016 of 2017 gefaseerd over, omdat steeds meer docenten op de faculteit niet-Nederlands zijn. Bovendien verwacht EWI dat de instroom

van Nederlandse studenten over een paar jaar om demografische redenen zal afnemen. Ook de bacheloropleiding nanobiologie (TNW) gaat in 2016 om vakinhoudelijke redenen over op Engels. De andere TNW-bachelors blijven wat decaan Tim van der Hagen betreft voorlopig Nederlandstalig. Voor de bachelors civiele techniek (CiTG) en technische bestuurskunde (TBM) spelen vooral praktische bezwaren. Voor de eerste geldt dat afgestudeerden vaak op de Nederlandse arbeidsmarkt terecht komen. De TBMbachelor is opgebouwd rondom Nederlandse wet- en regelgeving. Datzelfde geldt voor Bouwkunde. Die faculteit noemt desondanks een jaar, 2017, waarin de bachelor verengelst zou kunnen worden. De interne discussie daarover moet wel nog beginnen. Op 3mE en IO is van plannen nog geen sprake. Voor alle Nederlandstalige bachelors geldt dat veel colleges allang in het Engels gegeven worden, omdat docenten het Nederlands niet machtig zijn. De faculteit L&R bood jarenlang een Engelstalige bachelor naast een Nederlandse variant. Die laatste is bij gebrek aan belangstelling geschrapt.

De bachelor applied earth sciences (CiTG) is dit studiejaar voor het eerst overgegaan naar Engels. Volgens decaan Bert Geerken verloopt dat goed. Studievereniging Mijnbouwkundige Vereeniging bevestigt dat. Onderwijscommissaris Talitha Groenewold: “Aan het begin van het jaar waren er

best wat klachten, vooral over het Engels van sommige docenten. De faculteit heeft daar veel aan gedaan en het gaat steeds beter. De studenten zijn tevreden nu.” (SB) Pagina 22: ‘Het Nederlands is nog niet afgeschreven’

Dode kamer

YoungDelft, het netwerk van TU-medewerkers tot 36 jaar, ging donderdagavond 2 april op zoek naar de leukste plekken op de campus. De Secret Places Crawl bracht de jonge medewerkers onder andere bij het reactorinstituut, het waterlab, de vluchtsimulator, het roboticalab, de Dreamhall en de geluidskamers van Technische Natuurwetenschappen (TNW). Op de foto de Dode Kamer bij TNW. (Foto: Sam Rentmeester)

Feestend richting duurzaamheid

E

lf masterstudenten design for interaction (IO) staan tot 19 april op de tentoonstelling ‘energie en gewoonten’ in de galerie van Bacinol 2, 38CC. Hun zeer uiteenlopende ontwerpen moeten energiegewoonten in huis verduurzamen. De Italiaanse studente Daniela Rassa is één van de studenten die de door galerie werden geselecteerd voor de tentoonstelling. 38CC was dit najaar opdrachtgever voor het vak exploring interactions. Rassa kreeg toen de opdracht het gedrag van mensen in hun eigen huis positief te beïnvloeden. Niet puur het eindproduct telde, maar de interactie die gebruikers ermee hebben. Rassa koos ervoor zich op pubers te richten. “Ik wilde hen met een simpel ontwerp in één oogopslag laten zien dat hun elektriciteitsgebruik wel degelijk effect heeft op de aarde.” Het eindresultaat is een boomvormige lamp, die blaadjes laat vallen als hij brandt terwijl er niemand in de kamer is. Iedere minuut dat de sensor geen beweging oppikt, valt er een blad. Totdat na tien minuten het licht uitgaat en de gebruiker vijf minuten moet wachten tot de lamp weer aan kan.

Dit ontwerp en de tien andere moeten onder meer de bezoekers van het mede door de TU georganiseerde minisymposium ‘energie en gewoonten’ op maandag 13 april aan het denken zetten. Zo is er een spel voor huurders en verhuurders dat duidelijk kan

De boomlamp van masterstudente Daniela Rassa.

maken welke energiesystemen gewenst zijn en een futuristische bus met fietsen en skateboards aan boord, voor wie anders wil reizen. Studente Sofia van Oord ontwierp een website en starterskit voor huurders die hun woning willen verduurzamen. Want hoe pak je dat aan als je die investering zelf niet kunt doen? “In de kit zitten spullen voor een feestje met buren: kartonnen bekertjes en ballonnen met feitjes over bijvoorbeeld zonnepanelen om het gesprek op gang te brengen. Zijn de buren enthousiast, dan kunnen ze hun motivatie op een vlaggetje schrijven. De slinger die daarvan gemaakt kan worden, kan als een soort petitie aan de verhuurder worden aangeboden.” Van Oord draaide daarmee haar oorspronkelijke opdracht 180 graden om. Eigenlijk zou ze zoeken naar manieren voor woningcorporaties om bewoners te enthousiasmeren als zij hun woningen willen verduurzamen. Niet zelden liggen huurders dan dwars. “Ik wilde uitgaan van de energie van jonge mensen.” Saskia Bonger 38CC.nl



Tekst: Joreen Merks Foto’s: Sam Rentmeester

Delta

9

TU Delft

Van meditatie tot mechanica De TU en meditatie, niet echt iets dat hand in hand gaat. Toch is deze combinatie zo gek nog niet. Meditatie maakt positiever en creatiever, vergroot de zelfcontrole, productiviteit en het geheugen; eigenschappen die zeker bij de TU passen.

M

eestal is de Snijderszaal in de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI) het decor voor colleges of vergaderingen, maar één keer per week wordt deze zaal omgetoverd tot een ware meditatieruimte. Tafels en stoelen aan de kant, schoenen uit en de meditatie kan beginnen. Bij binnenkomst zijn de deelnemers nog druk bezig met die presentatie van morgen of de afdelingsmeeting na de lunch. Daar weet Kim Vollenhoven, begeleider van de lunchmeditaties door Studium Generale en NGO Art of Living, wel raad mee. Hij begint met een paar lichaams- en ademhalingsoefeningen. “Zo worden lichaam en geest goed voorbereid op de meditatie”, aldus Vollenhoven. Er komt een gemêleerd gezelschap af op de SG-meditaties. Van IO tot natuurkunde en student tot docent: ze zijn allemaal vertegenwoordigd en ze hebben één ding gemeen: ze zoeken dat rustmomentje in een drukke werkweek. Niet alleen Studium Generale (SG) organiseert meditaties aan de TU. Er zijn eigen initiatieven

vanuit studenten en TU-medewerkers, bij de studentpsychologen worden cursussen aangeboden in het smartstudie-assortiment en ook bij de unit sport zijn er lessen in meditatie en de specifieke vorm mindfulness. Dick van Wijngaarden is twee jaar geleden begonnen met mindfulness bij de unit sport. “Normaal duren deze cursussen acht weken en zijn ze heel intensief. Ik probeer de kern in korte sessies over te brengen zodat de studenten bewuster en meer in het nú gaan leven”, zegt Van Wijngaarden.

FOCUSSEN “Eén van de grootste voordelen van meditatie is een verbeterde concentratie, de ontspanning krijg je er als een soort cadeautje bij”, legt studentenpsycholoog Paula Meesters uit. Zowel bij de smartstudiecursussen als in individuele behandelingen wordt gebruikgemaakt van meditatieve oefeningen. “Het helpt studenten beter te focussen”, aldus Meesters. “Je merkt eerder wanneer je wordt afgeleid en gaat zo weer sneller terug naar wat écht belangrijk voor

je is.” Dat meditatie binnen de TU een steeds grotere rol krijgt, is niet gek als je kijkt naar wat er in de rest van de wereld gebeurt. Zo wordt bijvoorbeeld mindfulness in het bedrijfsleven meer en meer toegepast om te werken aan de mentale gezondheid van de werknemers. En die extra efficiëntie is natuurlijk ook mooi meegenomen. Ook komt er steeds meer wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van meditatie. Hersenscans laten zien dat het gedeelte in de hersenen waar het stresshormoon wordt aangemaakt minder actief is, en dat de grijze materie groter blijft bij mensen die regelmatig mediteren. Ook wordt de communicatie tussen de twee hersenhelften versterkt. “Dit zorgt voor meer creativiteit en een beter gebruik van het brein als een geheel”, aldus natuurkundige en meditatiedocent Wim van Rijswijk in een lunchlezing van SG op 12 februari.

Lees verder op pagina 10


10

Kim Vollenhoven

Adonis Reyes

Kim Vollenhoven is masterstudent construction management and engineering bij Civiele Techniek en Geowetenschappen. Op zijn elfde deed hij al aan karate, toen begon ook zijn nieuwsgierigheid voor meditatie. Toch is hij pas twee jaar geleden begonnen. “De interesse voor meditatie is er eigenlijk altijd al geweest, maar ik had nooit echt handvatten om er wat mee te doen. Toen ik mijn moeder vroeg naar meditatie, stelde ze voor om stil te gaan zitten en mijn hoofd leeg te maken. Dat sloeg op dat moment niet helemaal bij me aan.” Twee jaar geleden kwam hij via een poster terecht bij de wekelijkse lunchmeditaties van Studium Generale en Art of Living. “Ik merkte dat ik na een meditatie de rest van de dag veel meer gefocust en veel productiever bezig was. Die focus wilde ik ook de rest van de week, dus ik ging steeds meer mediteren. Nu doe ik het elke dag.” “Meditatie is voor mij een periode van volledig comfort waarin lichaam en geest helemaal ontspannen.” Volgens Vollenhoven is ‘deconcentratie’ de kern van meditatie. “Tijdens een sessie hou je drie dingen in je gedachten: ik ben niets, ik wil niets en ik doe niets. Dit zorgt ervoor dat je alles even helemaal kan loslaten waardoor je de rest van de dag gefocust dingen kan zijn, willen en doen.” Meditatie geeft je ook een competitieve voorsprong. “Als je geest ontspannen is, word je veel creatiever en kom je sneller op ideeën. Dit geeft je een voordeel ten opzichte van iemand die misschien wel heel slim is maar ook gestrest en zich daardoor minder kan focussen en een minder resultaat boekt.” Een leven zonder meditatie kan hij zich niet meer voorstellen. “Het is een soort mentale hygiëne, net als de gewoonte om elke dag je tanden te poetsen of te douchen. Daar stop je ook niet opeens mee.”

“Meditatie geeft me tijd om mijn gedachten op te ruimen, om alle gedachten een plek te geven.” Adonis Reyes is PhD-student bij technische natuurkunde, waar hij werkt aan een machine voor ademhalingsanalyses. Hij kwam vijf jaar geleden naar Europa om zijn master te doen en is hier in Nederland begonnen met mediteren. “Voordat ik naar Europa kwam, was ik ook al geïnteresseerd in meditatie, maar in Mexico vond ik alleen relatief dure cursussen. Wat me ook tegenstond is dat bij de meditatiecursussen die ik vond vaak een expliciete link met het boeddhisme werd gelegd.” “Ik kwam in contact met de meditatielessen van Carmen Lai tijdens de Owee voor internationale studenten.” Lai heeft een PhD in technische informatica en geeft naast haar werk meditatiecursussen in het gebouw van MoTiv Delft. Reyes is nu een trouwe bezoeker en heeft met haar ook een aantal stilteretraites gedaan. “Daar heb ik grappig genoeg een paar van mijn beste vrienden leren kennen, je leert elkaar op een heel andere manier kennen.” Reyes is ervan overtuigd dat iedereen kan mediteren. “Het is vergelijkbaar met rennen, iedereen kan het maar het is je eigen keuze of je voor de marathon gaat trainen. Meditatielessen zijn een soort hardlooptrainingen voor je brein.” Buiten de meditatielessen mediteert Reyes niet vaak zelf. “Ik gebruik wel vaak korte oefeningen die ik bij de lessen heb geleerd, ik doe bijvoorbeeld na een stressvolle vergadering even een ademhalingsoefening van vijf minuten. Zelfs bij een korte oefening merk ik dat ik helderder kan denken.” Reyes denkt dat meditatie voor studenten een goede oefening is. “Studenten zijn vaak met complexe vraagstukken bezig waarbij ze door de bomen het bos niet meer zien. Door het probleem de tijd te geven in je gedachten komen tijdens de meditatie vaak de belangrijkste waarden naar boven wat kan helpen bij het vinden van een goede oplossing.”

‘Meditatie is een soort mentale hygiëne, net als de gewoonte om elke dag je tanden te poetsen of te douchen’

‘Zelfs bij een korte oefening merk ik dat ik helderder kan denken’


Delta

Yvonne van Gameren Het is koud in de Botanische Tuin waar Yvonne van Gameren, programmacoördinator van de postmaster opleiding PDeng bij biotechnologie, iedere maandag een half uur lesgeeft in ademhalingsoefeningen (pranayama). “Er komen meer mensen als het mooi weer is, maar er zijn altijd wel een paar deelnemers.” Van Gameren is afgestudeerd in de biotechnologie en heeft jaren bij Heineken gewerkt. “Ik had het daar super naar mijn zin. Het is een bedrijf dat 24/7 draait en omdat het zo leuk was ging ik ook constant door met werken.” Totdat ze een jaar of tien geleden een burn-out kreeg. Ze had door dat er wat moest veranderen en kwam via een vriendin bij meditatie en ademhalingsoefeningen uit. “Ik kon nooit rust vinden en sliep slecht. Nu merk ik dat als ik stress voel, ik weer heel makkelijk terug kan naar dat gevoel van ontspanning. Het betekent dus niet dat ik nooit meer gestrest ben, maar dat ik er nu veel bewuster mee om kan gaan. Dat duidelijke effect motiveert me om door te gaan met oefeningen.” De ademhalingsoefeningen in de Botanische Tuin geeft van Gameren nu voor het tweede jaar. “Als medewerker deed ik mee aan het vitaliteitsprogramma van de TU. Daar kwam een pranayama app aan bod, hiermee konden mensen zelf aan de slag met ademhalingsoefeningen. De app was alleen veel te moeilijk dus toen heb ik aangeboden om lessen te geven. Deze zaten steeds zo vol dat ik maar gewoon ben doorgegaan.” Ook bij de PDeng trainees geeft ze les in ademhaling binnen de projectmanagement cursus. “Sommige trainees zijn zo enthousiast dat ze zelf sessies leiden als ik er niet ben en eigen oefeningen inbrengen.” Zelf doet ze dagelijks ademhalingsoefeningen bij het wakker worden en meditatie voor het slapen gaan. “Ik word zo suf wakker, dat ik nergens zin in heb. Na tien minuten ademhalingsoefeningen ben ik helemaal fit. En je hebt er altijd tijd voor, het kan namelijk gewoon onder de douche of op de fiets.”

‘Niet dat ik nooit meer gestrest ben, maar ik ga er nu veel bewuster mee om’

TU Delft

11

ZELF AAN DE SLAG MET MEDITATIE • M indfulness en meditatielessen bij de unit sport (sportkaart) sc.tudelft.nl/sport/aanbod/body-mind/meditatie • Meditatielunches via Studium Generale (gratis) sg.tudelft.nl/weekly-events/yoga-meditation-sessions • Ademhalingsoefeningen in de Botanische Tuin (gratis) Meer informatie: y.m.vangameren@tudelft.nl • Mindful stress relieve workshops, Smartstudie (gratis) studenten.tudelft.nl • Wekelijkse meditaties bij MoTiv, student Maggie Sheu (gratis) facebook.com/delftmeditation • Meditatiecursus, MoTiv (44/52 euro) ginepro99.org • YES!+ meditatieweekend, unit cultuur en Art of Living (prijzen zie website) • artofliving.org/yes-course-18-30-yrs • Headspace, app en website als meditatiecoach (gratis) headspace.com • Sattva, app met uitdagingen en trofeeën (gratis) sattva.life • Oprah & Deepak 21 dagen meditatie-ervaring (gratis) chopracentermeditation.com

YES!+ WEEKEND Van 16 tot 19 april is er een Yes!+weekend in de unit cultuur. Je leert op een praktische manier yoga-, ademhalings- en meditatietechnieken. Deze zorgen volgens de website niet alleen voor verhoogde concentratie, een beter geheugen en minder stress maar ook voor een kalmere en energiekere leefstijl. “Het is een mix van oude wijsheden in yoga, meditatie en ademhaling gecombineerd met intellectuele discussies, muziek en spel”, aldus TU-alumnus en Yes!+ docent Aditya Kualampur in Delta. yesplus@aofl.nl delta.tudelft.nl/24959 artofliving.org


Ze werkte in Pasadena en in Singapore. Ze publiceert in alle grote wetenschapsbladen. Sinds eind vorig jaar is ze terug in Nederland om bij QuTech mee te bouwen aan de quantumcomputer: dr. Stephanie Wehner.

'HACKEN WORDT OOK SAAI'


Tekst:Jos Wassink Foto’s: Sam Rentmeester

Delta

H

aar kamer in het gebouw van Technische Natuurkunde is ruim en bijna leeg. Een zwarte leren fauteuil en een knalrode leren bank vormen de setting voor het interview. De tegenoverliggende wand dient als whiteboard en is volledig bedekt met formules en berekeningen. Dit is de werkkamer van een theoretisch quantumfysicus. Maar wel een die begonnen is als hacker in de computerbeveiliging. “Ik werkte voor banken, verzekeringsmaatschappijen en farmaceutische bedrijven die wilden weten hoe veilig hun systeem was. Wij testten die systemen door er in te breken.” Kunt u dat nog steeds? “Ik heb het al een tijd niet meer geprobeerd, maar ik heb niet de indruk dat de beveiliging er veel beter op is geworden.” Waarom bent u op uw 22ste alsnog gaan studeren? “Het is misschien raar om te zeggen, want iedereen denkt dat hacken een heel spannende bezigheid is. In zekere zin was het dat ook, maar op een gegeven moment is het meer van hetzelfde. Ik wilde iets meer en besloot te gaan studeren.” Wat trok u aan in computers? “Wat mij interesseert is de communicatie waar computers bij betrokken zijn. De uitwisseling van informatie, hoe je toegang kunt krijgen tot informatie, hoe het verdeeld is of hoe het afgeschermd is, die dingen fascineren me. Maar met wat ik nu doe, probeer ik de natuur zelf te begrijpen op het niveau van informatie. Dat is een stap verder dan je toegang verschaffen tot informatie zoals een hacker doet.” Wat studeerde u in Amsterdam? “Ik ben afgestudeerd in informatica, maar ik deed ook natuurkundevakken.” En waarom studeerde u in Amsterdam en niet in Duitsland, waar u vandaan komt? “Ik zat al in Amsterdam, waar ik bij XS4ALL werkte en later bij ITSX, een computerbeveiligingsbedrijf.” Uw proefschrift ging over quantumcryptografie. Wat trok u aan in de quantumwereld? “Voor mij was het een soort stap tussen waar ik vandaan kwam en wat ik nu doe. Ik zei al dat uitwisselen van informatie mij interesseert. Quantuminformatie is dan de volgende stap. Vanwege mijn achtergrond als hacker trok de cryptografie me aan omdat het gaat om het afschermen van informatie, beveiliging en het kraken daarvan. Nu ben ik een stap verder en doe niet alleen quantumcryptografie maar ook quantumcommunicatie in bredere zin.” Werkt quantumcryptografie al? “Ja, dat kun je gewoon kopen. De apparaten die daarvoor op de markt zijn, hebben natuurlijk allerlei praktische probleempjes, maar het grootste bezwaar is dat de werking beperkt is tot een afstand van tweehonderd kilometer. Dat is niet slecht, maar ik zou van die beperking af willen. Wat me nu bezighoudt is een quantumnetwerk te bouwen. Over zo'n netwerk kun je quantumcommunicatie bedrijven ongeacht de afstand.”

‘Met wat ik nu doe, probeer ik de natuur zelf te begrijpen op het niveau van informatie’

13

TU Delft

Zoiets als het internet? “In dit geval het quantuminternet. Daarmee zouden we quantumcryptografie over afstanden groter dan tweehonderd kilometer kunnen realiseren, maar quantumcommunicatie is natuurlijk breder dan alleen cryptografie.” Ik heb wat publicaties van u nagezocht. U lijkt zich te bewegen op het kruispunt van informatica, quantumfysica en thermodynamica. Hoe gaat u met zoveel complexiteit om? “Ik houd ervan om in een abstract wiskundige manier over dingen na te denken. Vanuit een zekere abstractie zijn die velden helemaal niet zo verschillend. Laat me een voorbeeld geven. De fysica heeft het over twee deeltjes die een bepaalde wisselwerking hebben. Je kunt die wisselwerking ook opvatten als het uitwisselen van informatie. Als je nadenkt over de manieren waarop deeltjes op elkaar kunnen reageren, kun je ze ook beschouwen als twee actieve spelers die met elkaar willen communiceren en via een bepaald protocol in een andere toestand komen. Die opvatting noemen we het operationele perspectief dat je in staat stelt om ideeën uit de quantuminformatietheorie toe te passen.” Leidt dat tot nieuwe inzichten? “Ja zeker. Ik werk momenteel aan een studie van machines die te klein zijn om statistiek op toe te passen. Thermodynamica is ontwikkeld voor grote systemen als stoommachines. Mensen stelden regels op en verifieerden die experimenteel. Later werden ze met statistische mechanica nagerekend op basis van grote aantallen deeltjes. Nu hebben we heel kleine machientjes van slechts een paar deeltjes waar je geen statistiek meer op kunt toepassen. Maar je kunt de processen ook opvatten als uitwisseling van informatie. Daar kun je inzichten uit de quantuminformatica op toepassen om de thermodynamica op quantumschaal te bestuderen.” Er is een gedachtenexperiment waarbij een mannetje deeltjes selectief wel of niet doorlaat waardoor hij de thermodynamica verstoort. Is zoiets te bouwen? “Dat is Maxwell's demon. Je kunt je voorstellen dat de experimentator alleen klassieke informatie over het systeem heeft. Zoals Maxwell's demon die kijkt of een deeltje naar links of naar rechts gaat. Je kunt je echter ook voorstellen dat iemand quantuminformatie heeft over het systeem. Dat kan een groot verschil uitmaken. We beginnen nu te begrijpen wat de regels zijn als twee systemen aanvankelijk verstrengeld zijn. Als hun quantumtoestanden al samenhangen voordat ze bij elkaar komen, geeft dat vreemde uitkomsten. Zo gingen we ervan uit dat warmte altijd van een heet naar een koud lichaam stroomt. Dat denkt iedereen, maar het is niet altijd waar. Want als de twee systemen een quantumrelatie hebben kan de warmte ook van koud naar warm stromen. Lees verder op pagina 14


14

Delta

TU Delft

‘Ik denk dat snelheid het meest opvallende kenmerk van een quantumcomputer zal zijn’ Dat is moeilijk voor te stellen omdat het in onze macroscopische wereld niet gebeurt. Maar in de wereld van het heel kleine kan dat wel.” Dat klinkt vrij bizar. Zijn zulke interacties al experimenteel aan te tonen? “We zouden het in het laboratorium kunnen aantonen, maar we hebben het nog niet gedaan. Er zijn veel nieuwe dingen ontdekt in quantumthermodynamica, maar de meeste ideeën zijn nog vrij wiskundig en abstract. We werken nu aan een project dat we experimenteel kunnen testen. Maar zover zijn we nog niet.” Is dat uw rol hier, vooruit denken en nieuwe experimenten verzinnen? “Ik heb hier meerdere rollen. Ik werk samen met de groep van Ronald Hanson die een quantumnetwerk probeert te bouwen en dat is tweerichtingsverkeer. Ik kom met een cool theoretisch protocol dat ze kunnen bouwen. Of zij lopen tegen een probleem aan en willen weten of daar een theoretische onderbouwing bij past. De samenwerking komt van twee kanten.” Onlangs tekenden Qutech uit Delft en Qdev uit Denemarken een samenwerkingsovereenkomst met de bedoeling om Europa in de voorhoede te houden bij de ontwikkeling van de quantumcomputer. U hebt ook in Singapore gewerkt. Wat is uw inschatting? “Laat ik de kansen en risico's noemen. Wat mij naar Delft heeft getrokken is dat mensen hier quantumapparaten kunnen bouwen en dat is tamelijk uniek. In Singapore zijn ze theoretisch sterk, maar experimenteel was het minder. Dus was daar minder perspectief om een echt quantumnetwerk te bouwen. Europa heeft kennis en infrastructuur opgebouwd waar onderzoekers gebruik van kunnen maken voor hun experimenten. Europa staat sterk in quantuminformatica, ook qua theorie, en heeft dus volgens mij sterke kaarten. De andere kwestie heeft te maken met geld. Onderzoekers hier steken veel tijd in het werven van financiering. Het is duur onderzoek vanwege de apparatuur en de technici die je ervoor nodig hebt. Als je ruimere middelen hebt kun je meer technologieën tegelijk ontwikkelen en kijken welke het beste werkt. In Azië, en in China in het bijzonder, gooien

CV Stephanie Wehner (Würzburg, 1977) kwam op haar achttiende naar Nederland om bij XS4ALL te werken in de computerbeveiliging. Vier jaar later ging ze informatica studeren aan de Universiteit van Amsterdam. In 2008 promoveerde ze aan het Centrum voor Wiskunde en Informatica op quantumcryptografie. Ze werkte twee jaar als postdoc op CalTech bij de befaamde fysicus John Preskill. Vanaf 2010 werkte ze als universitair hoofddocent op het Center for Quantum Technology van de Nationale Universiteit van Singapore. In 2011 was ze een van de initiatiefnemers

van QCRYPT, inmiddels de grootste conferentie over quantumcryptografie. In oktober 2014 keerde ze terug naar Nederland als computerwetenschapper bij QuTech van het Kavli Instituut voor Nanowetenschap (faculteit Technische Natuurwetenschappen). Ze doceert het vak quantum computing and transport. Ze schrijft artikelen met titels als ‘The second laws of thermodynamics’ (PNAS 2015); ‘Entanglement sampling and its implications (CRYPTO 2103) en ‘Long distance two-party quantum cryptography made simple’ (arxiv.org, 2010).

ze enorme bedragen tegen het quantumonderzoek aan. Ze lopen nog achter in theorie en infrastructuur, maar dat is een kwestie van tijd.” Ik teken hierbij aan dat Qutech niet de meest armlastige afdeling is van de TU. “Maar besef je ook dat onderzoekers enorm veel tijd kwijt zijn aan het vergaren van externe financiering? In vergelijking met China is het budget hier een orde van grootte kleiner en hebben onderzoekers minder tijd over voor hun eigenlijke werk.” U bent nu halverwege uw collegereeks over quantum computing en quantumcommunicatie. Hoe bevalt dat? “Het gaat er erg levendig aan toe. Er zijn veel vragen en er is discussie, ook na afloop. Ik kom daardoor minder ver met mijn stof dan de bedoeling was, maar dat is niet erg.” Hebt u er een voorstelling van hoe een quantumcomputer zal functioneren? “Van de buitenkant zal het er voor een gebruiker niet anders uitzien, behalve dat bepaalde taken een stuk sneller opgelost worden dan voorheen. Op bepaalde gebieden is een quantumcomputer exponentieel sneller.” Als je vraagt naar toepassingen komen mensen altijd met het kraken van codes en cryptografie. Maar zijn er ook t oepassingen die dichterbij een doorsnee gebruiker liggen? “Stel je hebt een boel vragen, zoals in dit interview. Je stelt me de ene vraag na de andere. In een quantumnetwerk kun je al je vragen tegelijk stellen en je krijgt al mijn antwoorden in één keer terug. Het opzoeken van informatie kan veel sneller verlopen in een quantumnetwerk. Dat geldt ook voor zoekmachines of databases. Ik denk dat snelheid het meest opvallende kenmerk zal zijn.” <<


DE MASTER Maarten Gramsma

ONDERZOEK: ‘Self-healing of deformationinduced defects in Fe-based alloys using positron annihilation techniques’

EINDCIJFER:

Motorschade? Bestaat over honderd jaar niet meer in vliegtuigen. Beginnende schade in staallegeringen repareert zich dan gewoon zelf, denkt ir. Maarten Gramsma.

H

ij gelooft het echt: “Over pakweg vijftig jaar kunnen vliegtuigen rondvliegen met zichzelf reparerende motoren.” Beter nieuws bestaat niet in een tijd vol vliegtuigcrashes. Maarten Gramsma (26) onderzocht voor zijn afstuderen bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek de zelfherstellende eigenschappen van zogenaamde kruipschade in staallegeringen. Die kruipschade treedt vaak op in vliegtuigmotoren, doordat ze veel worden blootgesteld aan hoge temperaturen - bo-

ven een half maal het smeltpunt - in combinatie met grote krachten onder de vloeigrens. “Als je het vliegtuig die schade in een vroeg stadium zélf kunt laten herstellen, verleng je de levensduur van vliegtuigonderdelen met minder onderhoud.” Klinkt als sciencefiction, maar is het niet. Nieuw is het wel. Gramsma: “Volgens de traditionele methode proberen vliegtuigbouwers schade te voorkomen, door het materiaal zo sterk mogelijk te maken. In de methode van onze onderzoeksgroep staan we schade op nanoschaal toe, en zorgen ervoor dat die zichzelf herstelt.” Eigenlijk betekent dat niets anders dan slim gebruikmaken van diffusie van opgeloste deeltjes in het ijzer. "Als je koper of goud toevoegt aan het ijzer, kun je deze oplossen in het metaalrooster van ijzer door de normale warmtebehandeling te onderbreken. Vervolgens vult het

in een soort vloeibare toestand zelf de nanoscheurtjes op." En dat heeft niemand ooit eerder bedacht? “Niet dat ik weet”, lacht de ingenieur. “In de master novel aerospace materials wordt veel onderzoek gedaan naar zelfherstellende materialen, maar zelfherstellend staal staat nog in de kinderschoenen.” Doordat Gramsma keek naar de mogelijkheden van zelfhelende staallegeringen bij 550 graden Celsius, lijkt zijn onderzoek vooral toepasbaar op vliegtuigmotoren. “Maar je kunt het natuurlijk gebruiken voor allerlei producten die te maken hebben met hoge temperaturen en grote krachten. Stoomturbines, bijvoorbeeld, of snelkookpannen.” Het onderzoek dat Gramsma ervoor verrichtte was voor hem het hoogtepunt van zijn master. “Ik heb geëxperimenteerd bij het Reactor Instituut Delft. Daar is zoveel geavanceerd onderzoek mogelijk, geweldig vond ik dat. Omdat

7,5 ik mijn materiaal van binnen wilde bekijken op niet-destructieve wijze, heb ik het bestraald met positronen. Dat is een heel goede manier om op nanoschaal de ontwikkeling van schade én het reparatieproces te volgen.” Conclusie: ijzer met goud en het versterkende materiaal molybdeen werkt daadwerkelijk zelfherstellend. “We staan nog mijlenver van toepassing vandaan, er is nog veel meer materiaalkundig onderzoek nodig”, zegt de ingenieur. De onderzoeksgroep werkt nu dus verder met zijn resultaten, terwijl Gramsma zelf op zoek gaat naar een materiaalkundige baan in het buitenland. Die resultaten zijn namelijk letterlijk goud waard: zelfherstellende staallegeringen kunnen de vliegtuigindustrie niet alleen veel onderhoud, dus geld besparen, denkt hij. “Doordat je minder materialen hoeft te vervangen, is het nog relatief milieuvriendelijk ook.” (JB)

(Foto: Sam Rentmeester)

Futuristisch vliegtuig repareert zichzelf


IN THE SPORTLIGHT

SPORTZAKEN

Jeroen Naaborg SPECS

1.86 meter

Traditioneel moddergooien

GEWICHT

83 kilo Geboortejaar 1992

Weer geen Varsity-winst voor Laga, wel een derde plek voor Proteus. Voor schermer David van Nunen was het WK-junioren in Oezbekistan een bijzondere ervaring, maar hij werd snel uitgeschakeld.

studie: IO, bachelor; overstap naar werktuigbouwkunde

Sport: roeien (bij Proteus-Eretes; wedstrijdroeier in twee-zonder)

andere sporten geen

Waarom roeien? “Mijn broer heeft geroeid. Toen ik dat zag was ik meteen verkocht.”

Elke roeistatus heeft zijn eigen kledingvoorschriften. Als wedstrijdroeier mag je je bovenhemd niet naar beneden doen zodat het onderhemd in zicht komt.

Wat zijn de belangrijkste vaardigheden? “Doorzettingsvermogen en discipline.” Sterke/zwakke punten? “Willen winnen, beter willen zijn dan anderen. Ik ben alleen technisch niet de meest begaafde roeier”

Roeipakje in ‘hemelschblauwe’ clubkleuren.

Blessuregevoelig? “Roeien is een vloeiende sport. Je rijdt een beetje heen en weer op een bankje, daar krijg je niet zo snel blessures van.” Hoogtepunt? “Op een zonnige dag op de Bosbaan een race varen en het gevoel hebben dat de boot over het water zweeft.” Waarom raad je anderen aan om te gaan roeien? “Het is een prachtige mix van kracht, techniek en het mentale spelletje met jezelf.”

Ergens een hekel aan? “De intense kou als je in de winter stilligt op het water. Bij een start bijvoorbeeld.” Bijzonderheden? “Mijn coach zei: eigenlijk is roeien een soort slavensport: zitten en pompen. Dan denk ik: zo moeilijk hoeft het niet te zijn.”

Blote voeten. “Ik ga altijd met blote voeten de boot in. De schoentjes zitten al in de boot bevestigd. Sokken dragen is alleen maar extra gewicht.”

Je kunt aan iemands armen zien dat hij roeit, maar benen zijn de belangrijkste lichaamsdelen. “Zeventig, tachtig procent van de krachten die je levert, komt uit de benen.”

(Foto: Sam Rentmeester)

Ambities? “Dit jaar op de Bosbaan races winnen en de status van overgangsroeier halen.”

En wéér lukte het de beste roeiers van Laga niet om tijdens de prestigieuze Varsity de Race der Races te winnen. Weer geen gouden blik, eeuwige roem en kroegjool in het clubgebouw aan de Nieuwelaan. De bij tijd en wijle over overlast klagende omwonenden konden vorige week zondag in betrekkelijke rust gaan slapen. De Varsity, dit jaar toe aan aflevering nummero 132, staat van oudsher bekend van het gezellig bier en modder gooien naar elkaar en het brassen, door de in afgeragde verenigingsjasjes en -dasjes getooide bestuurders. Traditie. Het evenement werd dit jaar door de daartoe bevoegde instantie zelfs officieel geaccepteerd als immaterieel cultureel erfgoed. Intussen wordt er ondanks alle studentenlol aan de wal op het water wel degelijk bloedserieus gevaren, bezweert menig betrokkene. En zeker tijdens de finale van het hoofdnummer waarin de in principe beste roeiers van alle studentenverenigingen het tegen elkaar opnemen: de Oude Vier. Het halen van de finale was voor Laga als gebruikelijk geen probleem, maar na drie kilometer beulen en afzien op het Rijn-Schiekanaal nabij Houten ging de Delftse boot in die als altijd zinderende eindstrijd pas als zesde door de finish. Dat was drie boten achter de ploeg van de Delftse tegenhanger Proteus die het favoriete Triton uit Utrecht een halve seconde achter zich liet en derde werd. Winnaar werd het Rotterdamse Skadi. Volgend jaar nieuwe kansen. Een heel eind verder, in een grote hal in Tasjkent in Oezbekistan, kruiste David van Nunen diezelfde dag zijn degen met de beste jeugdige schermers van de wereld op het junioren-WK. Na vier winst- en twee verliespartijen in de poule kwam de 19-jarige IO-student als 47ste op het tableau voor de eliminatierondes. Vooraf droomde de talentvolle Van Nunen hardop van een stunt. Zijn droom werd al snel verstoord door de Braziliaan Alexandre Carmago, nummer 82 op het tableau. De wisselend verlopende partij werd nipt met 15-13 verloren, waardoor Van Nunen was uitgeschakeld. Het leverde hem de 70ste plaats op in de eindrangschikking in een deelnemersveld van 154 degenisten uit 68 landen. “Dit kon beter, ik weet dat ik meer in huis heb dan ik nu heb laten zien”, aldus de jongeling die zich voornam hard te gaan werken aan zijn verbeterpunten. Zijn optreden in Tasjkent was het laatste op juniorenniveau. Op 19 april schermt hij op het NK senioren in Rotterdam. Tips? Jimmy.tigges@hetnet.nl


WAT: Festival Oranjekoorts WAAR: Markt WANNEER: Zondag 26 april van 18.00 tot 23.30 TOEGANG: € 9,50 (exclusief administratiekosten) voor de eerste kaarten, oplopend tot € 15,50 aan de deur PARTYPROGNOSE:

8,5

17

PARTY SPOTTERS

Te veel vlees In de Victoriaanse tijd geloofde men dat als je te veel vlees had gegeten en buikpijn had, er een goede remedie was: nog meer vlees! Hun recept was vleessap, wij hebben iets wat smakelijker is, namelijk soep. Nodig: soeppan, ovenschaal, oven Ingrediënten: 1,5 kilo botten (kalf, rund, varken, kip), blikje tomatenpuree, olie, ui, wortel, bleekselderij, laurierblad, peperkorrels, tijm, rozemarijn, knoflook, rode wijn, 2 liter koud water, peper en zout. Het volgende recept is een basisrecept voor een standaard bouillon. Je kunt de bouillon voor veel verschillende doeleinden gebruiken, zoals sauzen, basis voor andere soepen of domweg voor de lekker.

KONINGSFESTIVAL VOOR THUISBLIJVERS Armoe troef was het, als het ging om Delftse feestjes op Koningsnacht. Evenementenbureau De Burgemeesters kon het niet aanzien, en houdt dit jaar voor het eerst 'het allerdikste outdoor festival van Koningsnacht': Oranjekoorts op de Markt. Geen excuus om dit te missen als Delfterik. ‘Voor het eerst in de historie van Delft is de stad the place to be op deze Koninklijke nacht. We gaan met zijn allen buitensporig hard knallen’, voorspellen De Burgemeesters. Oranjekoorts belooft namelijk 'een enorm vet festival te worden met duizenden andere lucky bastards, een ontzettend dikke line-up en nog veel meer ongein'. Zo'n drie- tot vierduizend bezoekers, om precies te zijn, die als het aan de organisatie ligt een leeftijd hebben van 18 tot 55 jaar. Op het programma: de Avondploeg van Radio 538, deephouse-dj De Hofnar, danceband Alive, en (tech)house-dj AjeN met saxofonist Mister Nice Guy. 'Gekkigheid en ongein komen in de vorm van Barry Badpak, Def Rhymz en Allard & Huib', aldus de organisatie. Gratis is het festival niet, in tegenstelling tot veel Koningsnachtevenementen in andere steden. Life I Live in Den Haag bijvoorbeeld, dat om 19.00 uur begint, en waar onder anderen Admiral Freebee, Jacco Gardner en Intergalactical Lovers optreden, verspreid over negen podia in de binnenstad. Een kaartje voor het Delftse evenement kost tussen de pakweg tien en vijftien euro. Toch gaat de ticketverkoop hard, volgens Guy Verbeek van De Burgemeesters: "Mensen hebben dus veel vertrouwen in Oranjekoorts." Alle early bird-tickets, de zogenaamde 'Prinses Ariane-kaarten', waren binnen een dag uitverkocht. En dat terwijl de programmering pas bekend werd ver nadat de kaartverkoop van start ging. Entree voor de enige geduchte concurrent van Oranjekoorts, het tweedaagse Rotterdamse Oranjebitter, kost dan ook al snel een tientje meer - maar dan krijg je wel een optreden voorgeschoteld van Typhoon. Een beetje feestbeest pakt het natuurlijk slim aan, en eet van twee walletjes. Op Koningsnacht rollend naar huis na Oranjekoorts, en op Koningsdag door naar het pretpark voor volwassenen op Oranjebitter. Want een ballenbak, reuzenrad en trampoline, een bruine kroeg, housepodium en happen uit vijftien foodtrucks; dat weerstaat natuurlijk niemand. (JB) oranjekoortsfestival.nl oranjebitter-rotterdam.nl 2015.lifeilive.nl

Verwarm de oven voor op 200 graden. Smeer de botten in met de tomatenpuree (dun laagje over alle botten), doe in de ovenschaal en braad in de oven tot mooi bruin, misschien met wat donker geblakerde randjes zelfs. Dit is de meest vitale stap van de hele bouillon. Het roosteren van de botten geeft de bouillon de roostersmaak. Anders is het daadwerkelijk vleeswater wat je aan het einde van de rit overhoudt. Doe een klein beetje olie in de soeppan en zet deze op hoog vuur. Snij de ui, knoflook, bleekselderij en wortel in grove stukken en bak even aan in de soeppan. Blus af met de rode wijn en laat de alcohol eruit verdampen. Voeg vervolgens de botten, kruiden en het water toe, breng aan de kook en zet vervolgens op het zachtste vuurtje wat je hebt. Ongeveer 2 uur trekken en de bouillon is klaar. Lekkerste is uiteraard een nacht laten trekken.

Met geslepen messen, Job Hogewoning


18

Delta

TU Delft

KLOPPENDE HARTCELLEN OP EEN CHIP Kloppende menselijke hartcellen op een chip moeten bijwerkingen van medicijnen beter kunnen opsporen. Delftse onderzoekers werken aan zo’n chip; een elektronisch uitleesbaar mini-orgaantje.

Tekst: Tomas van Dijk Foto's: Sam Rentmeester


HDMT De officiĂŤle aftrap van het samenwerkingsverband Human organ and disease model technologies vond plaats op 16 maart. De onderzoekers werkten al jaren samen in een losser verband. De hoop is dat farmaceuten nu, na de officiĂŤle lancering, meer aansluiting zoeken en dat het extra geld oplevert. Hdmt heeft behalve het hartonderzoek nog twee onderzoekslijnen. De universiteit Twente en de VU Amsterdam nemen het voortouw in bloedvatenonderzoek. Ze zullen proberen vaten na te bouwen op chips om vervolgens onder meer onderzoek te doen naar trombose en infecties van bloedvaten. Biochemici van de TU Eindhoven willen kankercellen op een chip kweken.

Lees verder op pagina 20


Hoogleraar micro-elektronica prof.dr.ir. Ronald Dekker werkt al jaren aan chips met kloppende hartcellen.

‘En toen rolde daar eindelijk, na lang experimenteren, een mini-elektrocardiogrammetje uit de computer. Het had dezelfde vorm als het ECG van een echt hart’

H

et is een raar gezicht. De uitvinding van ir. Saeed Khoshfetrat Pakazad lijkt op een bot, zo een als honden in cartoons altijd in hun bek hebben. Maar het is piepklein - slechts drie millimeter lang - en het klopt als een hart. Letterlijk. Op het filmpje dat de promovendus toont, zijn menselijke hartcellen te zien die synchroon op en neer gaan. Ze vormen een dun laagje weefsel op een rubber vliesje in de vorm van een kluif. Dat vliesje op zijn beurt zit vast op een silicium chip. Het weefsel is op tientallen plekken verbonden met elektrodes. Met dit miniatuur orgaantje, waar aan alle kanten aan gemeten kan worden, hoopt Pakazad bijwerkingen van medicijnen in een vroeg stadium te detecteren. Geneesmiddelen worden regelmatig van de markt gehaald omdat ze hartritmestoornissen veroorzaken of zelfs een hartstilstand. Om de neveneffecten van nieuwe medicijnen grondig te onderzoeken, kun je experimenteren met levende en kloppende menselijke

hartcellen. Op die manier is vast te stellen of personen met een bepaalde genetische aanleg gevoeliger zijn voor bijwerkingen dan anderen. Dat is de gedachte achter het onderzoeksprogramma Human organ and disease model technologies (Hdmt). Pakazad’s chip is het eerste tastbare resultaat van dit project. Behalve de TU Delft doen onder meer Philips mee aan het project, de andere twee TU’s, de VU Amsterdam, en de universiteiten van Utrecht en Leiden.

EUFORISCH Pakazad verrichtte zijn werk grotendeels bij Philips onder begeleiding van hoogleraar micro-elektronica prof.dr.ir. Ronald Dekker. Dekker heeft ook een deeltijdaanstelling bij de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI). De experimenten met de hartcellen deed hij samen met het Leidse biotechnologie bedrijf Pluriomics. Het hoogtepunt van zijn onderzoek was het moment dat Pakazad voor het eerst elektrische signalen

van de hartcellen opving. “Ik was euforisch. Het moet ongeveer een jaar geleden zijn geweest. Ik was tijdelijk verhuisd naar de onderzoeksgroep van stamcelbiologe Christine Mummery van de Universiteit Utrecht om met een speciale signaalversterker aan mijn cellen te meten. En toen rolde daar eindelijk, na lang experimenteren, een mini-elektrocardiogrammetje uit de computer. Het had dezelfde vorm als het ECG van een echt hart.” De volgende stap is om medicijnen op de cellen te pipeteren en te kijken hoe ze reageren. Als het elektrische signaal van vorm verandert, kan dat duiden op cardiotoxiciteit. Aan deze tests komt Pakazad niet meer toe. Hij verdedigt op 15 juni zijn proefschrift. Hoogleraar micro-elektronica prof.dr.ir. Lina Sarro (EWI) zet aan de TU het werk voort. “We willen de elektrische signalen nog beter uitlezen”, vertelt ze. “En we gaan werken aan tal van geminiaturiseerde sensoren. Denk bijvoorbeeld aan sensoren die de krachten meten waarmee de cel-

len samentrekken en aan sensoren die de aanwezigheid meten van bepaalde ionen. Hoe meer we elektronisch kunnen meten, hoe makkelijker de data te analyseren zijn.” Het klinkt als een open deur; gegevens verzamelen met sensoren en de data vervolgens analyseren. Toch is het vrij nieuw om cellen elektronisch door te lichten en te koppelen aan een computer. Zeker als het gaat om bewegende cellen. Naar eigen zeggen is Pakazads chip de eerste waarmee de elektrische activiteit te meten is van bewegende uitrekbare menselijke hartcellen.

NABOOTSEN Om betrouwbare metingen te kunnen doen aan de cellen, moeten alle krachten die hartcellen normaal gesproken ervaren zo natuurgetrouw worden nagebootst. Onder de cellen zit daarom een pompje dat het vliesje opblaast waardoor de cellen op en neer gaan en uitgerekt worden, net als in een echt hart. Het was een hele toer om deze chip


Delta

Hoogleraar micro-elektronica prof.dr.ir. Lina Sarro (EWI) zet aan de TU het werk van promovendus Pakazad voort. “We willen de elektrische signalen nog beter uitlezen.”

te maken. Pakazad borduurde voort op het onderzoek van Ronald Dekker en Nikolai Böker, die in 2009 op dit onderwerp afstudeerde en ook al een prototype had ontwikkeld. Wat ontbrak aan de chip was de uitrekbare bedrading. Hoe maak je elektrodes die uitgerekt kunnen worden? “Onderzoekers hebben in het verleden van alles geprobeerd. Ze hebben geëxperimenteerd met vloeibare metaallegeringen als elektrodemateriaal, met elastische geleiders en met elektrodes in de vorm van spoelen die meegeven, net als een telefoondraad. Maar al deze methoden waren niet geschikt voor massaproductie. Dat is een vereiste. Om interessant te zijn voor de farmaceutische industrie moet je tegen een lage prijs honderdduizenden chips kunnen maken.” Pakazad ontdekte dat als je het vliesje de vorm geeft van een bot, er zones ontstaan die nauwelijks rekken op het moment dat je het vliesje opblaast. Door de karakteristieke vorm is de krachtverdeling niet overal gelijk. Daar maakte hij handig gebruik van. Hij liet de

grootste elektrodes over die gebieden lopen die nauwelijks rekken. “Honderdzestigduizend maal heb ik het vliesje op en neer laten gaan. Het was geen enkel probleem; de elektrodes bleven intact.” Resteert de vraag hoe je het voor elkaar krijgt om cellen te kweken op een chip. Daar kan Pakazad kort over zijn. “Die cellen koop je gewoon bij een bedrijf. In mijn geval het bedrijf Pluriomics. Je zorgt ervoor dat ze op je chip voorzien zijn van vocht met de juiste voedingsstoffen en na een paar dagen zie je dat ze aan elkaar plakken en contact maken met het membraan. Ze gaan ook vanzelf synchroon kloppen. Het is waanzinnig.”

STAMCELTECHNOLOGIE Wereldwijd zijn tal van onderzoeksgroepen bezig met het nabootsen van organen op chips. Dat dit onderzoek de laatste jaren om zich heen grijpt, heeft te maken met drie factoren. Allereerst loopt de farmacie tegen haar grenzen aan. De geneesmiddelenindustrie beschikt niet over goede modellen

TU Delft

21

Saeed Khoshfetrat Pakazad: “Ik ben de eerste die een elektronisch leesbaar hart op een chip heeft gemaakt dat ook nog eens kan rekken.”

om het gedrag van organen mee te bestuderen. Daarnaast zijn er betere polymeren ontwikkeld waar cellen goed op groeien. Maar het belangrijkst is een doorbraak uit 2006 in de stamceltechnologie. De Japanner Shinya Yamanaka en de Brit John Gurdon ontwikkelden een techniek waarmee gespecialiseerde cellen terug gevormd kunnen worden tot stamcellen, de zogenaamde induced pluripotent stem cells (IPS)-technology. Tot dan toe was het heel lastig om aan menselijke cellen te komen voor experimenten. Gespecialiseerde cellen, zoals hartcellen, longcellen en neuronen hebben de mogelijkheid om te delen verloren en kunnen dus in principe niet gekweekt worden. Maar met IPS-technologie kun je een stukje huid nemen, de huidcellen reprogrammeren tot stamcellen, en deze stamcellen vervolgens laten uitgroeien tot elk gewenste celtype van het lichaam. Experimenten met menselijke weefsels werden opeens beter reproduceerbaar. Je kunt nu talloze experimenten doen met weefsel van één persoon; met cellen die

genetisch identiek zijn. Ronald Dekker vat de kracht van de techniek krachtig samen. “Vroeger nam je een biopt van een hart, dan deed je een proef en dan hield het weer op. Dan kon je wel weer een biopt van iemand anders erbij nemen, maar dan had je te maken met andere genetica.” De groep die de meeste furore maakt met haar mini-organen is het Wyss Institute van de Universiteit van Harvard. Onderzoekers daar bouwden enkele jaren geleden een soort long na. Aan de ene kant van een membraan lieten ze longepitheelcellen groeien en aan de andere kant bloedvat endotheelcellen. Met dit systeem onderzochten ze onder meer het effect van fijnstof op de longen. “Die mensen daar zijn pioniers”, zegt Saeed Khoshfetrat Pakazad. “Wat zij doen is heel indrukwekkend. Maar een elektronisch leesbaar hart op een chip, dat ook nog eens kan rekken, dat hadden ze nog niet gemaakt”, lacht hij. <<


22

Delta

TU Delft

Het Nederlands is nog niet afgeschreven Maastricht en Groningen zijn al om, in Twente is het debat gaande: de invoering van Engels als voertaal op de universiteit, inclusief het bacheloronderwijs. Het bestuur van de TU Delft is niet van plan daarover een besluit op te leggen. De faculteiten bepalen zelf of en wanneer ze overstappen.

H

et college van bestuur (cvb) van de Universiteit Twente begon 2015 met de lancering van een vooruitstrevend plan: in 2018 moet de voertaal Engels zijn, in 2020 zijn alle bacheloropleidingen Engelstalig. Het debat dat volgde, en dat nog loopt, zal het Delftse cvb sterken in zijn opvatting dat een ‘top down’-decreet niet de manier is om te verengelsen. De Twentse universiteitsraad heeft haar instemmingsbesluit immers al twee keer uitgesteld. Zij vindt dat opleidingen zelf moeten kunnen bepalen of zij Engelstalig onderwijs geven. De facultaire medezeggenschap zou daar bovendien mee moeten instemmen. De Twentse collegevoorzitter wil echter niet ‘plan op plan’ stapelen, aldus uni-

‘Ik zou het jammer vinden als we over twintig jaar compleet Engelstalig zijn. Dan verliezen we onze taal’

versiteitsmagazine UTNieuws. Toch ging hij er schoorvoetend mee akkoord dat wordt uitgezocht wie op dit onderwerp inspraak zou moeten hebben. Het Delftse cvb blijft dit soort discussies waarschijnlijk bespaard. Het college laat nieuwe initiatieven vaak liever van onderaf groeien. ‘Bottom up’ is het credo, ook als het om verengelsing gaat. “Wij kiezen voor een andere, organische aanpak”, vertelt collegelid Anka Mulder. Zij zal niet met een allesomvattend plan komen, verzekert zij.

ENGELSE MINORS Dat wil niet zeggen dat de TU niet overgaat op Engels, vaak is het al een feit. De faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek biedt al jaren een Engelstalige bacheloropleiding. Daarnaast zijn alle masters Engels. Daarbij is een groot deel van de studenten (6% van de bachelors, 30% van de masters), promovendi (66%) en ander bezoldigd personeel (30%) van niet-Nederlandse origine. Sommige faculteiten willen de internationale instroom verder vergroten. En de universiteit zoekt tegenwoordig doelbewust ook in het buitenland naar decanen en ondersteunend personeel. Op 1 mei start op de faculteit Bouwkunde de Canadees Peter Russell als decaan. Ook het voor


23

Tekst: Saskia Bonger

decaanschap van Techniek, Bestuur en Management kijkt de TU over de landsgrenzen. Al deze internationals willen meepraten tijdens vergaderingen en andere bijeenkomsten en in medezeggenschap. Volgens Anka Mulder is de verschuiving naar Engels ontegenzeglijk. Dat werkte zij bovendien zelf in de hand met het besluit dat alle minors vanaf 2016 Engelstalig zijn. Een docent wiens vaardigheid te wensen overlaat, gaat op cursus. “Zeker zullen wij de Engelstaligheid waar nodig goed ondersteunen”, verzekert zij. De faculteiten laat ze verder hun eigen plan trekken.

‘Het is kunstmatig om alles in het Engels te doen als er geen Engelstaligen bij zijn. Maar als het nodig is stappen we over’

PRAGMATISCH Uit een rondgang blijkt dat de faculteiten pragmatisch met het Engels omgaan. De taal sluipt waar nodig als vanzelf colleges en andere bijeenkomsten binnen, terwijl het Nederlands zeker niet is afgeschreven. Slechts drie bacheloropleidingen hebben concrete plannen om de komende jaren een volledige overstap te maken, andere zijn nog in discussie of kiezen voor een mengeling van talen. Geen enkele faculteit is van plan de voertaal officieel te wijzigen. Bert Geerken, decaan van Civiele Techniek en Geowetenschappen, heeft ervaring met het compleet verengelsen van een bacheloropleiding. Dit jaar loopt voor de eerste maal applied earth sciences (in plaats van voorheen technische aardwetenschappen), en dat gaat volgens hem goed. Dat wil niet zeggen dat de bachelor civiele techniek volgt. “Natuurlijk, de teneur is er, maar we doen het geleidelijk en in overleg met het afnemend veld. We willen studenten niet vervreemden van de Nederlandse arbeidsmarkt. Daar komt bij dat we voor civiele techniek niet internationaal studenten zullen werven. We hebben de handen vol aan de Nederlandse instroom. Daarom houden we de eerste twee jaar vooralsnog Nederlands. Het derde jaar wordt, is eigenlijk al, Engels. Zo kunnen we studenten voorbereiden op de masterfase.” Ook bij Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen (3mE) zit het Engels al in de bachelor. “Sinds dit collegejaar is het toegestaan vakken in het Engels te geven indien nodig”, aldus directeur onderwijs Hans Hellendoorn. Daarnaast is zoals bijna overal de literatuur Engels, worden minors Engelstalig en doet bijna iedere student zijn eindproject in die taal. Notulen worden vertaald. “Maar we hebben geen plan om de hele opleiding te verengelsen.” De voertaal blijft waar mogelijk Nederlands, benadrukt Hellendoorn. “Nieuwe medewerkers worden gestimuleerd Nederlands te leren. In het managementteam zitten een Engelsman en een Duitser, maar we vergaderen in het Nederlands. Overigens schakelen we bij bijeenkomsten over op Engels als een meerderheid het Nederlands niet machtig is.” De faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI) zal de voertaal ook niet radicaal omgooien. “Het is kunstmatig om alles in het Engels te doen als er geen Engelstaligen bij zijn. Maar als het nodig is stappen we over”, vertelt directeur onderwijs Hans Tonino. Vaak is dat al het geval. Sommige secties bestaan voor zestig procent uit internationale medewerkers. EWI is wel van plan vanaf 2016 of 2017 twee van haar drie bacheloropleidingen gefaseerd over te laten gaan op Engels: informatica en elektrotechniek. “Steeds meer docenten zijn internationaal”, verklaart Tonino. “Bovendien verwachten we, om demografische redenen, over een paar jaar over het hoogtepunt van de instroom van Nederlandse studenten heen te zijn. Daar willen we op voorsorteren.”

GOEDE VOORBEREIDING MASTER Bouwkunde, Industrieel Ontwerpen (IO), Techniek, Bestuur en Management (TBM) hebben niet zulke concrete plannen. Ze vergaderen meestal in het Nederlands en waar nodig in het Engels. Wat betreft de bacheloropleidingen zijn ze bezig de voors en tegens af te wegen.

Om met TBM te beginnen: waarnemend decaan Jeroen van den Hoven ‘volgt nauwlettend’ wat er speelt. “Er zijn wat mij betreft geen principiële barrières, behalve inhoudelijke redenen”, zegt hij. Sommige vakken hangen immers nauw samen met het Nederlandse recht en met Nederlandse instituties. “Dat laat zich moeilijk in het Engels doen.”

VERLIES VAN NUANCES Datzelfde speelt bij Bouwkunde. Vandaar dat veel studenten daar niet happig zijn op verengelsing. Waarnemend decaan Hans Wamelink ziet, hoewel hij er zelf niet uit zegt te zijn, tegelijk voordelen. “We kunnen de internationale studenteninstroom vergroten en het is een goede voorbereiding op de master.” Er zijn plannen om de bachelor per 2017 in het Engels te gaan aanbieden, maar eerst wil Wamelink de ‘mogelijkheden en onmogelijkheden’ inventariseren. Is er bij Bouwkunde, hoewel onzeker, sprake van een datum, bij IO staat de discussie aan het begin. Decaan Ena Voute heeft geen plan voor het compleet verengelsen van de bachelor. Misschien hoeft dat ook niet: de helft van het curriculum wordt al in die taal gegeven, omdat de docenten het Nederlands niet machtig zijn. Voute vindt dat er op haar faculteit best meer Engels mag worden gesproken. “Ik probeer het te stimuleren, alleen het speelt bij ons iets minder. Ons vakgebied is vrij jong.” Zelf houdt Voute rekening met haar publiek. “Natuurlijk schakelen we over op Engels waar nodig, maar het is best gek om dat te doen voor één persoon in een zaal met tweehonderd man.” Voute ‘waardeert het enorm’ als een internationale medewerker ‘bij de koffieautomaat’ in het Nederlands een praatje kan maken, zegt ze. “Maar Nederlands hoeft niet.” Hoe anders denkt Tim van der Hagen, decaan van Technische Natuurwetenschappen (TNW). Ja, zijn faculteit stapt in september 2016 om inhoudelijke redenen over naar een Engelstalige bachelor nanobiologie. En ja, sommige afdelingen zijn zo internationaal dat de voertaal daar allang Engels is. Toch is Van der Hagen ‘iets terughoudend’, zegt hij. De andere TNWbacheloropleidingen blijven vooralsnog Nederlandstalig, het managementteam vergadert ook in het Nederlands. “Je moederstaal heeft zo’n rijkdom aan nuances. Als er problemen zijn, als emoties en gevoelens een rol spelen, dan kun je je daarin veel beter uitdrukken. We zijn een Nederlandse universiteit. Ik zou het jammer vinden als we over twintig jaar compleet Engelstalig zijn. Dan verliezen we onze taal.”


24

SUDOKU VARIATION

Trend Event Sports & Culture

Dance & Fitness Edition 2015

Š 2014 www.sudoku-variations.com In a regular Sudoku, every row, column and block of 3x3 cells must contain the digits 1 through 9 exactly once. In this JigsawPiecesDoku, there are five further items to solve. Below are five numbered jigsaw pieces which must be placed inside the puzzle. The shapes can be rotated, but cannot be reflected.

Experimental Hiphop By Gil Arazzi (SYTYCD)

Solution Delta Sudoku 14

Afrohouse

By Akram Bouchiba (Dancasala)

Trampoline workout By Remy Draaijer

Krumping

Thu 23 April 2015

By Michael Zaalman

Slowbal

By Joost van Son & Deirdre Schoemaker

Musicality of Salsa

By Carlos & Mirella (Everybody Dance Now)

Piloxing

By Anneloes Welter

Floorwork Contemporary By Tyrone Dikmoet

17:00-22:00 @Sports

Mekelweg 8 [TU Campus] www.sc.tudelft.nl ----------------------------------------Free entrance for All Free dance workouts For all levels ----------------------------------------www.sc.tudelft.nl/facebook www.twitter.com/tudelft_sc

Voor advertenties bel met:

Delta Magazine Lees ‘m online

www.delta.tudelft.nl

H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel

E delta@henjuitgevers.nl

Beter wachten op de trein, dan wachten op een nier.

Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van

Ga naar nierstichting.nl

T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80

Ginkel voor nadere informatie.


Delta

LEUK BEDACHT

Voor seismologen is achtergrondruis meestal irritant. Om de ondergrond in kaart te brengen, creëren ze liefst zelf seismische golven. Bijvoorbeeld met dynamiet. De knallen reflecteren op de geologische lagen in de ondergrond en wordt opgevangen door geofoons. Op deze wijze speuren de ingenieurs naar nieuwe olie- en gasreserves. Achtergrondruis filteren ze weg om een mooi beeld te verkrijgen. Bronnen van achtergrondruis kunnen heel divers zijn; een aardbeving aan de andere kant van de wereld, het nabije autoverkeer of bouwwerkzaamheden. Dr. Deyan Draganov is een vreemde eend in de bijt. De onderzoeker bij de sectie technische geofysica en petrofysica maakt juist dankbaar gebruik van achtergrondruis. En dat is geen gek idee, want je kunt niet zomaar overal dynamiet tot ontploffing brengen; denk aan natuurgebieden en steden. In 2012 ontving Draganov een vidi-subsidie van NWO van 800 duizend euro om twee aardbevingsgebieden in Argentinië door te lichten. Hij moest in beeld brengen hoe de Nazcaplaat, een tektonische plaat ten westen van Zuid-Amerika, zich onder de Zuid-Amerikaanse plaat wurmt. Toen Delta hem sprak in juni 2012 stond hij op het punt om een gebergte vlak bij de Andes in te trekken met tientallen geofoons.

GEBROKEN “Afgelopen najaar heb ik over dit onderzoek gepubliceerd in Seismological Research Letters”, vertelt Draganov. “We hebben ontdekt dat de Nazcaplaat op een van de meetpunten honderd à honderdvijftig kilometer onder de grond zit en op de tweede meetpunt

bijna tweemaal zo diep. De plaat bestaat niet uit een geheel. Hij is aan een uiteinde gebroken. Dit soort informatie is belangrijk voor aardbevingsmodellen. Onze geluidsbron was een aardbeving die aan de andere kant van de aarde plaatsvond.”

WAT NU? Ook een tweede onderzoekslijn waar Draganov aan werkt lijkt succesvol. Hij gebruikt dezelfde techniek om schilderijen op houtwerk door te lichten. Op termijn wil hij ook fresco’s bestuderen. Geluid reflecteert op de verschillende structuren in de kunstwerken. Groeiringen in hout en gaatjes veroorzaakt door houtworm kunnen zo in beeld worden gebracht. “Met röntgen kan dit natuurlijk ook”, zegt Draganov. “Maar 3D-rontgenscannners die ze in ziekenhuizen hebben staan, zijn heel duur. Bovendien passen grote kunstwerken daar niet in. Wij werken aan een mobiel ultrasonisch systeem.” (TvD)

Leven om te leren Het was reden voor feest. Het pensioen van een collega kondigde zich aan. Ik kon het me levendig voorstellen, toen ik hem er vorig jaar voor het eerst over sprak. Hij gaat zijn spullen pakken en vertrekt naar een tropisch oord. Een man wiens moderne, grijze kapsel zijn leeftijd gladstreek. Mijn pensioen ligt waarschijnlijk nog veertig jaar in het verschiet, maar ik zie er, bij de gedachte alleen al, tegenop. Niet meer de adrenaline van dagelijkse deadlines, afspraken, strubbelingen en discussies. Niet meer de omgang met studenten en collega’s die je vaker spreekt dan je beste vrienden. Geen kantoorhumor bij de koffieautomaat, geen geginnegap naast het kopieerapparaat en zeker niet de gulle lach van collega’s die de gangen vult. Als je altijd vakantie hebt, kun je dan écht van je vrije dagen genieten? En eenmaal op deze eeuwige vakantie, hoe houd je jezelf dan bij de tijd? En hoe houd je jezelf scherp? Tuurlijk is het niet alleen leven om te werken. Ik ken ook genoeg momenten op het werk die ik goed zou kunnen missen. Zoals samenwerken met samenwerkingssceptici, deelnemen aan overleggen die aanvoelen alsof je gegijzeld wordt (laatst viel de term meetnapping) en het aanhoren van spierballentaal van koppige collega’s die een bepaalde leeftijd hebben bereikt, waarbij hun voorkeur, opvattingen en instinct zo hard als beton zijn geworden. Hoe groot de navelstaarderij in sommige situaties ook is, ik ben geneigd om te denken dat mijn werk mijn humeur op peil houdt en mijn grijze massa in beweging. Ook al zijn niet alle werkdagen bijzonder betoverend, op dagelijkse basis ontmoet ik collega’s die open, grappig en genereus zijn. Ook al duurt het soms een eeuwigheid om een akkoord te krijgen voor een project, ik mag over van alles meepraten en denken. Ook al lijken bepaalde processen steeds langer te duren, ik blijf geïntrigeerd door het politieke steekspel en leef op van nieuwe opdrachten. Ga ik ooit met pensioen? Vast. Ik zal alleen niet militant vasthouden aan hetzelfde werk. Ik leef ook niet om te werken, maar wil graag een leven lang leren. Ook als de oneindige vakantie begint. Daar kan ik wel aan wennen. Quin Genee is communicatieadviseur en coördinator externe betrekkingen bij de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek.

COLUMNQUINGENEE

Delta bericht regelmatig over innovatieve ideeën. Maar wat is daar een paar jaar later van terechtgekomen? Hoe staat het bijvoorbeeld met het plan van geofysicus Dr. Deyan Draganov om met achtergrondruis aardbevingsgebieden én kunstwerken door te lichten?

Draganovs team aan het werk in Argentinië. (Foto: Deyan Draganov)

HET IDEE

25

TU Delft


26

ING RANG M O R F -2015 2010

RIL 17!

ORE AP

TE YOUR NOMINA

GUE BEF COLLEA

The hunt for the most entrepreneurial scientists of Delft University of Technology has begun! Which scientist supports and stimulates entrepreneurship the most and deserves to win the Delft Entrepreneurial Scientist Award (DESA) of 2015? Two categories: most entrepreneurial scientist & most entrepreneurial motivator. Nominating is easy! Apply your candidate before April 17! The winner will be announced on May 18 during the YES!Delft Network Event.

WINNERS RECIEVE A VALORISATION BONUS OF

€15.000 AND €5.000!

How do you make a lithography system that goes to the limit of what is physically possible? At ASML we bring together the most creative minds in science and technology to develop lithography machines that are key to producing cheaper, faster, more energy-efficient microchips. Our machines need to image billions of structures in a few seconds with an accuracy of a few silicon atoms. So if you’re a team player who enjoys the company of brilliant minds, who is passionate about solving complex technological problems, you’ll find working at ASML a highly rewarding experience. Per employee we’re one of Europe’s largest private investor in R&D, giving you the freedom to experiment and a culture that will let you get things done. Join ASML’s expanding multidisciplinary teams and help us to continue pushing the boundaries of what’s possible.

www.asml.com/students /ASML

@ASMLcompany


DESGEVRAAGD

Stelling

Een Airbus A320 van de Duitse vliegmaatschappij Germanwings stortte 24 maart neer in de Franse Alpen. Waarschijnlijke oorzaak: een suïcidale copiloot. Tegen zulke gevaren kan de luchtvaartindustrie weinig doen. Of wel?

Z

ijn collega was even naar het toilet. Co-piloot Andreas Lubitz van de Airbus greep zijn kans. Hij had genoeg van het leven en boorde het toestel moedwillig een berg in. De bewijzen die deze theorie onderbouwen, stapelen zich op. Vliegtuigen worden alsmaar veiliger. Maar hoe zit het met de menselijke factor? Wat kan de vliegtuigindustrie aanvangen tegen piloten met slechte zin? Daarover liet hoogleraar besturing en simulatie prof.dr.ir. Bob Mulder (L&R) zich bijna vijftien jaar geleden al uit. “Over tien jaar weigert een vliegtuig simpelweg tegen berg of gebouw te vliegen. […] De vrijheid van piloten wordt elektronisch afgegrensd.” Dit zei Mulder in september 2001 in Delta vlak na de terroristische aanslagen in de Verenigde Staten. “Tien jaar was een mooi afgerond getal”, zegt Mulder nu. “Ik was te optimistisch, dat is duidelijk. Alles gaat langzaam in de luchtvaartindustrie. Men wil nu eenmaal geen risico’s’ nemen. Er zitten namelijk ook keerzijden aan een flight control-systeem dat de besturing overneemt. Bugs kunnen overal zitten.” En je moet ook de intuïtie van piloten

niet onderschatten, vervolgt Mulder. “In 2009 maakte een piloot van de Amerikaanse luchtvaartmaatschappij US Airways een geslaagde noodlanding in de rivier de Hudson. Dat is een beroemd incident. Je wilt natuurlijk

‘Er zitten ook keerzijden aan een flight controlsysteem dat de besturing overneemt’ niet dat de software in zo’n geval zou zeggen: ‘nee je mag niet landen op water’.” “Deze technologie moet dus erg goed onderzocht worden. Maar ik blijf erbij dat hij wordt geïntroduceerd. Piloten worden net kinderen; ze mogen spelen, maar binnen een beperkte ruimte. Ze mogen niet van de stoep af. Het toestel

27

TU Delft

grijpt in als duidelijk is dat het anders echt misgaat.” TU-piloot ir. Hans Mulder, die voor onderzoeksdoeleinden veel vliegt in de Cessna Citation van de TU, merkt op dat piloten nu al te maken hebben met beperkingen. “Als twee vliegtuigen tegen elkaar dreigen te vliegen, treedt het collision avoidance-systeem in werking. De vliegtuigen praten met elkaar en sluiten met elkaar kort wie daalt en wie stijgt. De uitwijkmanoeuvre wordt aan de piloten voorgelegd. Zij moeten hun vliegtuigen vervolgens van de autopilot afhalen en het advies opvolgen. Maar bij de A380 is de piloot al uit de loop gehaald. Als een A380 minder dan 25 seconden van een ander vliegtuig is verwijderd, onderneemt hij zelf actie.” Volgens de piloot moet er nog een grote technologische slag gemaakt worden voordat vliegtuigen ook weigeren om tegen bergen op te vliegen. "Maar het is wel de toekomst”, zegt Mulder, die er overigens niet van is overtuigd dat een zelfmoord de oorzaak is van de crash. “De ervaring leert dat onderzoek naar luchtvaartongevallen jaren duurt en het mogelijk is dat er een totaal andere oorzaak gevonden wordt dan in eerste instantie werd aangenomen.” (TvD)

De twee belangrijkste dagen in het leven van een promovendus zijn de dag dat hij met zijn onderzoek begon en de dag waarop hij er achter komt waarom hij eigenlijk begon met zijn promotieonderzoek. ZHANG LI expert beeldanalyse Uit proefschrift ‘Image registration for assessment of Crohn's disease severity’ “Ik was geïnspireerd door een uitspraak van Mark Twain: ‘De twee belangrijkste dagen in je leven zijn de dag dat je geboren werd en de dag waarop je er achter kwam waarom’. Toen ik vanuit China naar Nederland kwam voor mijn promotieonderzoek begon ik aan een vierjarig avontuur, een nieuw leven. Ik moest mijn familie, vriendin (nu gelukkig mijn vrouw), hondje en vrienden achterlaten. Ik wilde ingewikkelde problemen oplossen en publiceren. Dat was de reden om promotieonderzoek te doen, dacht ik. Duizenden uren bracht ik door in het lab. Maar het wilde niet vlotten, ik kreeg afwijzingen van vooraanstaande bladen. Opeens daagde het bij me dat de reden om onderzoek te doen nieuwsgierigheid is. Daar liet ik me vanaf dat moment door leiden. En het is allemaal gelukt; ik heb gepubliceerd en ik verdedig mijn proefschrift binnenkort.” Verdediging 23 april

Strip: Auke Herrema

Delta


28

Delta

TU Delft

Text: Damini Purkayastha Photo: Sam Rentmeester

The new Dutch unique selling point is a startup ecosystem

Want to start a startup? This seems like the time. The Dutch government wants to help as we write about on page 28. YesDelft also wants to help, which you can read about on page 29. And if you just want to go to Jupiter, you can. See how on the back cover.

English pages

Skel-Exo thinks the Netherlands is a great place to run a start-up.

The Netherlands launches a programme to position itself as the top choice for startups.

I

n December 2014, Dutch diplomat and former EU commissioner Neelie Kroes became the Netherlands’ Special Envoy for Startups. Kroes now heads Startup Delta, a public private organisation that will promote the Netherlands among innovators, investors and industries abroad. Rick Janse Kok, the communications manager for Startup Delta, explained that they have a threepronged focus; network, talent and capital. The network will bring together the vast hubs of innovation and research spread out over the country, and also reach out to global influencers. With incentives such as a Startup Visa and startup incubators they hope to draw top talent. As for capital, they aim to create a network of venture capitalists, investors and make it easier to access funding. “Together we can attract the best minds in the world in these fields and put

Netherlands on the map as a great country for startups,” said Janse Kok. There are over ten hubs in the ecosystem, including cities such as Delft, The Hague, Leiden, Rotterdam and Groningen. “We looked at places already known for their startup climate and with expertise in certain areas of research.” For instance, Leiden is the hub for Biotech while Groningen covers Healthy Aging among other topics. Delft has a host of tech fields - Industrial Solutions, CleanTech, MedTech and IT. In Delft, Startup Delta will be joining hands with startup incubator YesDelft. On May 18, YesDelft will host a networking event and Neelie Kroes will take the stage. “We are actively involved in the Startup Delta plans; the network they open up is impressive and will be helpful for our mission. As a hub, Delft is proving to be the tech entrepreneurial centre of the Netherlands,” says Bjorn Bolderdijk, marketing coordinator, YesDelft. Delft-based entrepreneurs agree with that assessment. “For technical companies, the Netherlands is an excellent place. Not just in terms of the support offered by incubators, but

‘Together we can attract the best minds in the world in these fields and put Netherlands on the map as a great country for startups’

network-wise too. One of the most important things for a technical company is access to tech, for instance, if I need carbon-fibre, I can get it the next day. ” said Gaurav Genani, CEO of Skel-Exo, a Delft-based techstartup with a five member team. However, he does have a few suggestions for the startup vision. “The entrepreneurial visa is issued only for one year and one has to pay each time it needs to be renewed. Most high-tech companies take at least three years to break even, why not make it easier for entrepreneurs by issuing visas in accordance with their business plan?” His other suggestion is to create more funding opportunities, “perhaps along the lines of a scholarship, where multiple startups can apply for funding and go through various stages to qualify for it.” Startup Delta does have some plans in keeping with the latter. They not only hope to bring in more investments, by June 2015 they plan to create a web portal with an overview of the venture capitalists and subsidies available. Furthermore, they plan to expand the network to include big international names, host a Startup Fest in 2016 and create a Schengen Area for startups. “For now, we will be visiting all the hubs. We want to understand better what they need and how we can improve,” said Janse Kok.


Delta

More than 3,000 international students at TU Delft The international student population at TU Delft exceeded 3,000 students in 2014.

T

he official number of international students was pegged at 3,151 in December last year, 203 students more than in 2013. Despite the rise in the university’s total student population (19,613 in 2014), internationals still comprised only 16% of TU Delft students. Nevertheless, the continual increase of international students at

TU Delft remains significant. “We believe that having more international students and staff is a positive change, a logical part of being a top university,” said Anka Mulder, TU Delft Vice President for Education and Operations. “At first, our international policies were about numbers, but now those numbers are significant. So we are in the next stage of internationalisation.” According to the Association of Universities in the Netherlands (VSNU), 32,476 international students officially enrolled in Dutch universities as of October last year. (PG)

YesDelft is searching for budding entrepreneurs for their 1.2.LAUNCH event.

O

ne of the biggest technology incubators in Europe, YesDelft, is once again inviting entrepreneurs and technology-driven inventors to ‘get out of the building’ and talk business. During the 1.2.LAUNCH event on April 9 and 16, participants

‘We encourage participants to make a business model for their own ideas’ will get a get a two-day crash-course in how to create a startup. “At past events”, said LaunchLab Manager, Elsbeth Geukers, “we’ve noticed that participants are very technology driven - so inventors, engineers, and people who like to make stuff - but they don’t actually look at market to see what potential customers want.” So the 48-hour 1.2.LAUNCH event enables PhD candidates, post-graduates and even professors to create a

POPULATION OF INTERNATIONAL STUDENTS AT TU DELFT IN 2014

IN 2014, 3.151 OUT OF 19.613 STUDENTS ARE INTERNATIONAL

2014

ARRIVALS

16% SHORT HISTORY OF INTERNATIONAL STUDENTS AT TU DELFT TOTAL

MSC

1.312 757

1.367 827

1.485 931

2004

2005

2006

startup whilst being coached by professionals from science, business, engineering and design. “We encourage participants to make a business model for their own ideas”, explained Geukers. “Then they make a start with customer validation, so learning how to interview people, what questions to ask, and how to get that information on the table to help them figure out if their business model matches the markets.” This will be the fourth time that YesDelft, which is a collaboration between TU Delft, TNO (the Netherlands Organisation for Applied Research) and the Gemeente Delft, has organised a 1.2.LAUNCH event. “Each time”, said Geukers, “we saw people transform; take off their engineering glasses and start looking at things from the customers’ perspective – that’s a nice thing to see. And what I also like to do is to make teams, so put people with ideas together with people interested in entrepreneurship and who are looking for ideas; that’s fun.” (ABG)

2.427

2.137

1.739 1.172

1.917 1.362

1.464

2007

2008

2009

2.653

1.693

1.829

2010

2011

3.151 2.506

2.908

2.743

2.240

2.050

2012

2013

1.710 STUDENTS WITH EU NATIONALITY 1.441 STUDENTS WITH NON-EU NATIONALITY

2014

2013 TOP COUNTRIES OF ORIGIN

CHINA 437

YesDelft Launch event for startups

29

TU Delft

INDIA 419

BELGIUM 299

GREECE 293

GERMANY 247

ITALY 179

SPAIN 101

COUNTRIES ON THE RISE

30% INTERNATIONAL

FROM 23 STUDENTS IN 2003 TO 419 STUDENTS IN 2014

FROM 16 STUDENTS IN 2003 TO 179 STUDENTS IN 2014

ITALY

SURINAM 72

ROMANIA 67

6% INTERNATIONAL

8.384

INDIA

IRAN 60

10.871

MASTER STUDENTS

BACHELOR STUDENTS

PREVIOUS TOP COUNTRIES OF ORIGIN 1: CHINA 421

1: CHINA 420

1: CHINA 362

1: CHINA 360

2014

2013

2012

2011

2. INDIA 3. BELGIUM 4. GREECE 5. GERMANY

310 309 308 218

2. GREECE 3. INDIA 4. BELGIUM 5. GERMANY

2. GREECE 3. BELGIUM 4. INDIA 4. GERMANY

309 309 307 217

309 307 224 199

2. BELGIUM 3. GREECE 4. INDIA 5. GERMANY

1: BELGIUM 324

2009 326 256 221 206

2. CHINA 3. IRAN 4. INDIA 5. GREECE

316 136 134 104

INTERNATIONAL STUDENTS PER FACULTY

ELECTRICAL ENGINEERING, MATHEMATICS AND COMPUTER SCIENCES

INDUSTRIAL DESIGN ENGINEERING

APPLIED SCIENCES

CIVIL ENGINEERING AND GEOSCIENCES

BSC 1.224

MSC 832

BSC 1.072

MSC 875

BSC 1.316

MSC 771

BSC 1.660

MSC 1.421

78% M 22% V

78% M 22% V

41% M 59% V

46% M 54% V

70% M 30% V

67% M 33% V

64% M 36% V

50% M 50% V

85+15+L 78+22+L 62+38+L 46+54+L 68+32+L 72+28+L 70+30+L 65+35+L

AEROSPACE ENGINEERING

ARCHITECTURE

MECHANICAL, MARITIME AND MATERIALS ENGINEERING

TECHNOLOGY, POLICY AND MANAGEMENT

BSC 1.308

MSC 1.126

BSC 1.131

MSC 1.468

BSC 2.382

MSC 1.430

BSC 778

MSC 461

87%M 13%V

50% M 50% V

44% M 56% V

44% M 56% V

81% M 19% V

33% M 67% V

63% M 37% V

50% M 50% V

87+13+L 87+13+L 56+44+L 44+56+L 85+15+L 82+18+L 83+17+L 62+38+L HIGHEST PERCENTAGE OF FEMALE STUDENTS

BIGGEST FACULTY

yesdelft.nl

This infographic is based on data from 5-12-2014 Exchange students not included


30

Delta

TU Delft

Text: Damini Purkayastha Photo: Sam Rentmeester

DELFT SURVIVAL GUIDE Surviving the walks Now that spring is officially here, find the next sunny weekend and head out to explore good ol’ Delft. Join a walking tour, a bike sojourn, hop on a boat or buy a special map and discover the city yourself. Here are your options. OPEN WALKS Throughout the week, some of these organisations and the tourism department of Delft organise open walks that visitors can join on the spot. Options include the Vermeer Walk, which costs €2.00 for the map, which takes you from Vermeer’s birthplace in Beestenmarkt, to scenes from his paintings. The map corresponds to information cubes placed all over the city and these work as landmarks and give you more information on the artist and his work. Or you can try the Archaeology Walk. Developed by Delft Heritage, this walk introduces you to the archaeological research going on in Delft. Called Delft Upside Down, the walk is available for € 3.95. delft.nl

TOUR ON WATER This is one boat you don’t want to miss. Rondvaart Delft lets you discover Delft via the canal network. The 45-minute boat tour includes highlights of the city and fascinating stories about how the city evolved. There are a number of tours through the day and start at the Koornmarkt. Tickets cost €7.50 for adults and there’s a 10% discount for groups of 20. It is also possible for people to rent a boat for the day and head out on your own. rondvaartdelft.nl

Wonder what those cubes are around Delft? The Vermeer Walk will explain them all.

WALK, BIKE, GAME

OFFBEAT WALKS

“About 90% of our guides have been with us for over 10 years and know Delft very well,” said Corneel Adamse, the assistant manager of Gidsenservicedelft. The company offers tours in various packages including one that ends at a bowling alley and others that include lunch and dinner. The have a special tour for those interested in photography and even bike tours. Most of these are only available on group booking, but they have day walks every Wednesday for €5.00 that begin in the city centre. gidsenservicedelft.nl

Besides walks across the major landmarks such as the New Church, the City Hall and the Old Church, the Gilde Delft also offers smaller themed-walks on interesting topics. These include one on the history of Delft through the Middle Ages and the Golden Age, a tour of the 16th century city prison, a walk through the city’s courtyards and even walks based on famous books. Four a group of more than four people a walk costs €4.00 per person. gildedelft.nl

If you want a touch of fancy, try the High Wine tour

WINE OR A DIY TOUR Delft-based tour company Happy Day Tours organises a number of weekly tours, both in Dutch and English. If you want a touch of fancy, try their High Wine tour – a walk across the city’s attractions that ends with a glass of wine and dessert. They also have a Do It Yourself tour. “Included in this tour is a leaflet with a city walk, entrance

to the New Church of Delft, coffee and lunch. A ticket for a canal boat trip or a ticket to Museum Prinsenhof is also included,” said Lia van der Loos of the organisation. TU Delft students get a 10 % discount. en.happydaytours.nl

BEER, BEER EVERYWHERE Once upon a time Delft had one of the largest beer industries in the country and the Beer Walk by tour organisers StadgidsDelft will walk you through those days for €7.50. The route includes old buildings and beer breaks at cafes that still serve traditional recipes. stadsgidsdelft.nl


Delta

31

TU Delft

SCIENCE The science of smouldering wood Uncertainty about its performance under fire restricts the use of wooden panels for high buildings. Roy Crielaard has shown that some forms of crosslaminated timber remain unimpaired.

W

ooden apartment buildings are popping up all over the world. The nine-story Graphite Apartments in London and the 14-story Treet building in Bergen, Norway are well known among wood-enthusiasts. Plans exist for even taller wooden towers in Oslo and Vancouver. Architect Michael Green (Canada) in his TED talk pleads for building skyscrapers made from wood instead of steel and concrete. Structurally it can be done, wood is a sustainable resource, and the building acts as a carbon-sink. So why don’t we build more and higher with wood? First, we should make clear what we mean by ‘wood’ here. This is not the planks and beams that you may be used to, but massive thick plates called cross-laminated timber or CLT. Typically these solid slabs of wood are 10 - 20 cm thick, and built up from five to nine layers laid perpendicularly and glued together. When used for building, computerguided saws and drills cut holes for doors, windows and piping. Channels for electrical wiring are cut into the panels. At the building site, a crane will hoist the panels in position. They are then bolted together with metal brackets. What's holding back the use of this supersize plywood for higher buildings can be explained in two words: Towering Inferno. Such is the fear that a fire in an apartment building made from CLT could result in uncontrollable raging flames and end in ashes. But how combustible is CLT really? Does it go on burning after the first heat is gone or does it self-extinguish? Those important questions were the motivation for the master thesis research by Roy Crielaard MSc, who graduated from the Fa-

SHORT Viral DNA

In the lab Roy Crielaard documents failing CLT material.

culty of Civil Engineering and Geo Sciences with a 9.5 on his thesis. For his experiments, Crielaard distinguished two phases of the fire. In the first and most intense phase, material is exposed to gas flames that transfer 75 kilowatts per square meter. The experiment models the phase when the furniture in an apartment is ablaze and emits enormous amounts of heat. In the second phase, all combustible furniture has been consumed, and

Why don't we build more and higher with wood? the heat radiation drops to 0 - 10 kW/m2. In response, the wood panels transform from a flaming to a smouldering combustion and eventually self-extinguish. In the lab, Crielaard started with book-sized blocks of CLT that were equipped with temperature sensors, put under a gas flame first and a smaller heat source afterwards. These tests pointed out that CLT does go out spontaneously provided that the remaining radiation was less then 5-6 kW/m2 and the passing airflow less than 0.5 m/s. His next set-up included the radiation from burning walls and floor on each other. Since it's difficult to calculate, Crielaard opted for the experimental approach and built a number of hollow wooden cubes

(about 1 by 1 meter) with one open wall. He set them alight with gas flames from below. At the end of the experiments, Crielaard had found that spontaneous self-extinguishment did occur, but not always. Whether or not the fire goes out spontaneously depends on the intactness of the wooden panels. If the fire had progressed so far into the timber that it reached the first glue layer. The charred top-layer fell off and the fire would blaze again, ramping up the temperature and the radiation. Sometimes, this delamination process would repeat at every subsequent layer until the flames broke through to the outside of the cube. The good news is that a thicker top layer (40 instead of 20 mm) can prevent delamination and result in a calm self-extinguishment of the fire. Measuring the remaining strength was not part of the research, but Crielaard reckons that 90 percent of the structure can be designed to retain sufficient strength as long as delamination is avoided. (JW)

Roy Crielaard, ‘Self-extinguishment of Cross-Laminated Timber’, master thesis supervisor Prof. J.W.G. van de Kuilen (CEGS), 20 March 2015.

Delft research teams received grants from the Foundation for Fundamental Research on Matter (FOM) for their research on the immune system of bacteria and on magnetism. Animals are not the only creatures suffering from viruses. So do bacteria. These microorganisms have developed a technique to disarm the malignant intruders by chopping virus-DNA into pieces. Better understanding of this process could benefit our battle against our own diseases. For their project, entitled Deciphering the antiviral genome programming skill of bacteria, Dr. Chirlmin Joo of the bionanoscience group (Faculty of Applied Sciences) and microbiologist Dr. Stan Brouns of the Wageningen University received over half a million Euros from FOM. The grant is part of the subsidy scheme called the Projectruimte, which is created to fund ‘small-scale projects of fundamental research with an innovative character’. 3.3 million Euros have been awarded to a total of eight projects.

Atomic magnets

Dr. Sander Otte of the Kavli Institute of Nanoscience (Faculty of Applied Sciences) also received funding to develop more advanced microscopy techniques. Otto, who works primarily with cobalt and iron atoms aims, aims for a better understanding of magnetic materials. Otto said: “Atoms are placed into their designated positions through atom manipulation, where the apex of the STM tip is used to move them around. Once built, the structures can be probed electronically with atomic precision using the same tip.” For his proposal ‘Sub-atomic spin resolution through magnetically functionalized scanning probe tips’, Otte received a grant of 400,000 Euros.

The images (each 5 x 5 nm large) show a chain of five cobalt atoms. Atoms are placed into their designated positions through atom manipulation, where the apex of the STM tip is used to move magnetic atoms around. (Images: Otte Lab)


Contents International

28

The new Dutch USP A startup ecosystem

30

Text: Heather Montague Photo: Sam Rentmeester

Surviving the walks

31

Science

See delta@tudelft.nl for the translation of page 12: Interview with Stephanie Wehner page 20: ‘The Dutch language is still alive’

AVOCATIONS Aldo Brinkman

A

t first glance Aldo Brinkman’s flat looks like a pretty typical place to live until you notice the number of large glass flasks. Brinkman, a PhD candidate in physical chemistry, also happens to be an amateur wine maker. Growing up as the child of what he calls “almost hippies”, Brinkman watched and learned from his father’s home wine production. About a year ago, he saw the old equipment and it sparked an interest. So he bought a book with recipes for wine and started his own experimentation. Although wine is typically made of grapes, Brinkman doesn’t use any in his recipes. Instead, he uses ingredients that are either free or easy to incorporate. His first batch of wine was made from elder

flowers and then elder berries that he picked. Other flavors currently in process include honey, nectarine, banana and even Earl Grey tea. According to Brinkman, the basic recipe includes varying amounts of sugar, water, yeast and some other additives to help the yeast grow. “Basically, the yeast eats the sugar and poops out alcohol and carbon dioxide,” he said. Each batch is about 20 litres, and he currently has about 85 litres in different stages of fermentation. The process can take between months and years, depending on the desired result. Brinkman said the fastest batch of wine typically takes about six months. In true academic style, Brinkman keeps a lab book about everything he makes. He tracks ingredients,

time and processes that he tries as he is experimenting with different variables. He does have to buy a few of the necessary materials, like corks, but Brinkman likes recycling by collecting empty wine bottles from restaurants to package his creations. He has even designed and printed his own labels. “It has to be fun,” said Brinkman about his hobby. He said he enjoys giving bottles as gifts because it is much more unique and thoughtful than simply buying something. He also enjoys getting honest feedback about his successes and failures. “The highlight is sharing with friends. The difference in people’s opinions is fantastic.”


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.