Delta16

Page 1

NR.16 28 APRIL 2015

onafhankelijk universiteitsblad

Aad de Hoop:

‘De bevrijding kwam net op tijd’ Gesmoltenzoutreactor

Heeft thorium de toekomst? Peter Russell

The making of...

GETEKEND

An international dean for architecture ENGLISH PAGES SEE PAGE 28


2

Delta

Delta

TU Delft

8

3

TU Delft

18

Delta Nr. 16

28 april

2015

“Op de cover twee acteurs (Ton Postma links en Laurens Oostwegel rechts) van het toneelstuk ‘Getekend’. Ik heb het ‘logo’ van dit toneelstuk in fotografie uitgewerkt. De Januskop als letterlijke en figuurlijke beeldspraak voor de keuze: tekenen voor erkenning van de Duitse bezetter en doorstuderen, of weigeren en vertrekken.” (Fotograaf Marcel Krijger)

REAGEER!

12

www.delta.tudelft.nl

COLOFON

Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.

Redactie Frank Nuijens (hoofdredacteur) - @franknu, Katja Wijnands - @kwijnands, Dorine van Gorp - @dorinevangorp, Saskia Bonger - @sbonger, Tomas van Dijk - @tomasvd, Connie van Uffelen - @connievanu, Jos Wassink - @joswashere Medewerkers aan dit nummer Jorinde Benner, Phillip Gangan, Anne Blair Gould, Auke Herrema, Job Hogewoning, Christiaan Jongeneel, Folkert van der Meulen Bosma, Heather Montague, Thomas Platzer, Damini Purkayastha, Molly Quell, Bauke Steenhuisen, Daniela Stow, Jimmy Tigges Foto’s Marcel Krijger, Sam Rentmeester

Bladconcept en vormgeving Maters & Hermsen, Leiden Lay-Out Liesbeth van Dam Redactie-adres Universiteitsbibliotheek, Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848, delta@tudelft.nl Advertenties H&J Uitgevers, 010 451 5510, delta@henjuitgevers.nl Druk Mediacenter Rotterdam Oplage 8.000 Jaargang 47 ISSN 2213-8838 Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op de website. Meer informatie op: www.delta.tudelft.nl/colofon

28

Delta 17 verschijnt op dinsdag 18 mei

COVER

INTERVIEW

REPORTAGE

ENGLISH PAGES

GETEKEND

AAD DE HOOP

THORIUMREACTOR

PETER RUSSELL

VERDER

The newly appointed Dean for the Faculty of Architecture and the Built Environment praises the Dutch for making the most of what they have: “With a lack of space, using it well has always been a priority.”

COLUMN NIEUWS MASTER SPORT LIFESTYLE COLLEGE RANKINGS LEUK BEDACHT DESGEVRAAGD SURVIVAL GUIDE SCIENCE

In een grote theaterproductie over Delftse studenten tijdens de Duitse bezetting spelen studenten van nu studenten van toen. Een kijkje achter de schermen van Getekend.

Op Bevrijdingsdag is het zeventig jaar geleden dat twee Canadese motoren de Coolsingel op reden om het gezag over Rotterdam over te nemen van de Duitse bezetters. Emeritus hoogleraar Aad de Hoop stond er als jongen bij.

Thorium heeft volgens velen de toekomst. Goedkope elektriciteit, geen plutonium en geen meltdowns. Dat zijn de beloftes van de gesmoltenzoutreactor. De TU Delft gaat uitgebreid onderzoek doen naar deze reactor.

04 05-07 15 16 17 22 25 27 30 31


Delta Terwijl ik dit schrijf, zit ik aan een bureau dat bezaaid ligt met pennen. Balpennen. Hoe ik er aan kom? Geen idee. Waarom ze daar liggen? Omdat ik pennen nodig heb. Maar wacht eens even, ik zit toch te schrijven op een toetsenbord? Waar heb ik die pennen dan voor nodig? Als ik een idee heb of een actie die ik wil onthouden, dan schrijf ik dat in Evernote of stuur mijzelf een e-mail ter herinnering. Wat moet ik met al die pennen? Als ik naar links kijk ligt daar een papieren composthoop van boeken, bonnetjes en losse papiertjes. En als ik op die papiertjes kijk zie ik: PEN! Aha, ik gebruik ze dus blijkbaar om dingen mee op te schrijven op losse papiertjes die ik vervolgens op een stapel leg naast mijn toetsenbord. Best handig. Want dan blijft het bureau onder die stapel in ieder geval schoon. Heeft de balpen nog waarde? Van alle pennen die ik op dit moment zie liggen is er niet één die ik zelf heb aangeschaft. Pennen komen op raadselachtige wijze tot mij. Je kunt de wereldbevolking opdelen in twee groepen: zij die pennen kopen en zij die pennen hebben. Ik hoor bij de tweede soort. Maar wat nu als de stroom opdroogt? Ga ik ze dan zelf kopen? Of heb ik ze niet nodig? Eén ding is zeker. Ik gebruik ze. Het bewijs ligt naast me. Maar waardeer ik de balpen wel genoeg? Het was een lange weg naar succes voor de balpen. De allereerste balpen zag het licht in 1888. Het duurde veertig jaar voordat de techniek tot het eerste commerciële succes leidde in Argentinië. En daarna duurde het nog eens vijftien jaar voordat de grote spelers van nu (Parker, Bic, etc.) de markt begonnen te veroveren. De moderne balpen werkt zo goed (en sommige goedkope varianten zo slecht) doordat alles klopt: de viscositeit van de inkt is groot genoeg en niet te groot. De inkt lekt niet langs het balletje maar wordt makkelijk verdeeld bij het schrijven. De inkt droogt snel op het papier maar niet in de vulling. De tolerantie van het balletje is perfect, waardoor het soepel rolt en goed afdicht. Het lijkt allemaal zo vanzelfsprekend maar het heeft decennia geduurd voordat we er achter waren wat de perfecte balpen nodig heeft. Hij is een boegbeeld voor de ware betekenis van het woord ‘innovatie’: interdisciplinaire samenwerking, vallen en opstaan, grote risico’s nemen en volharding. Ik merk dat ik te licht denk over dit soort collectieve verworvenheden. Het wordt tijd dat ik de balpen ga eren voor wat hij is: een technisch wonder dat voor een habbekrats in de winkel ligt. Ik ga mijn eerbetoon starten met de aanschaf van een balpen die kost wat hij waard is. Ik zal mijzelf trakteren op een heel dure balpen met een bijpassend foedraal (voor als ik op reis ga). Ik wil er een houder bij van geborsteld staal, waar ik de pen in kan zetten als ik hem niet gebruik. Die zal ik naast mijn computer zetten en uitlichten met een softone lichtspotje. Elke keer als ik iets onbelangrijks op een papiertje krabbel, zal ik een minuut stilte in acht nemen voor John J. Loud, László en György Bíró, Milton Reynolds en de vele anderen, die zo hard hebben gewerkt om dit analoge wonder mogelijk te maken.

Thomas Platzer is alumnus werktuigbouwkunde en eigenaar van trainingsbureau Creactor. Hij probeert mensen te leren hoe ze vindingrijk, origineel en vernieuwend kunnen blijven in hun werk.

TU Delft

1 De stoelen dreigden in de vergetelheid te raken.

nee

2 De mensen die een stoel ‘hosten’ mogen erop zitten.

nee

3 De collectie is nog steeds nuttig voor onderwijs en onderzoek.

ja

4 Af en toe komt er een nieuwe stoel bij de collectie.

ja

KORT

De stoelencollectie van Bouwkunde gaat de campus op. De stoelen moeten voor een renovatie op de faculteit tijdelijk van hun plek of worden ingepakt in plastic. Beheerder Charlotte van Wijk maakt van de gelegenheid gebruik om de collectie zichtbaarder maken op de hele TU. Medewerkers kunnen een stoel ‘hosten’. Die komt dan, met uitlegpaneel, op of bij hun kamer te staan. Alle cvb-leden willen een stoel op hun kamer. Ook komen er plateaus met stoelen in de UB, de aula, het cultureel centrum, het Science Centre en bij Industrieel Ontwerpen. Bij de stoelen komt een gelegenheid voor bezoekers om reacties achter te laten. Na de zomer spelen de stoelen een rol in verschillende onderwijsprojecten.

Meer en uitgebreider nieuws op www.delta.tudelft.nl

Uitloop

5 Op welke stelling wil je terugkomen? “Op stelling 1. De stoelen, het zijn er ongeveer driehonderd, staan voor iedereen zichtbaar in een gang op de faculteit. We geven ze ook geregeld in bruikleen aan musea, zoals nu aan het Gorcums Museum dat een overzichtstentoonstelling heeft van twintigste-eeuwse stoelontwerpen. Ook gebruiken studenten die een scriptie moeten schrijven ze soms voor onderzoek. Het is lastig om ze elders op de universiteit te laten zien, omdat er weinig geschikte tentoonstellingsruimtes zijn. Nu gaan we plateaus met stoelen plaatsen. Het is niet de bedoeling dat mensen erop gaan zitten. We houden daar wel rekening mee door geen unieke exemplaren te plaatsen, maar stoelen die in serie zijn gemaakt. Zo kunnen we ze toch laten zien. De collectie heeft immers als doel een gebruikscollectie te zijn.”

Masterstudenten, ook die van de TU Delft, doen meestal langer over hun opleiding dan er voor staat. Minder dan veertig procent blijft binnen de tijd, de meesten hebben enige uitloop nodig en een deel haalt de eindstreep helemaal niet. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van universiteitenvereniging VSNU. delta.tudelft.nl/29814

Uber Het invullen van het ‘individueel keuzemodel arbeidsvoorwaarden’-formulier, beter bekend als IKA, kost veel TU-medewerkers moeite. De afdeling human resources bedacht een ludieke manier om medewerkers te helpen. Vorige week reden er tuk tuks over de campus met experts aan boord die vragen kunnen beantwoorden. Vijfduizend TU-medewerkers hebben recht op IKA. (Foto: Marcel Krijger) delta.tudelft.nl/29796

De week van...

5750 Kassa! TU-student Dennis Roelofsen won onlangs 5750 euro bij de RTL-kennisquiz ‘Weet ik veel’. Daarin namen driehonderd studenten het op tegen bekende Nederlanders door elk vijftig meerkeuzevragen te beantwoorden. Roelofsen ging als beste student naar de finale, waarin hij met beste BN’er Barry Atsma vragen van Linda de Mol goed moest zien te beantwoorden. Een kwart van het totale prijzengeld was voor de masterstudent transport, infrastructure and logistics. Hij wil er deze zomer mee op studietour naar Hong Kong en Tokyo.

Foto: Charlotte van Wijk

COLUMNTHOMASPLATZERWONDEROPEENSTOKJE

4

Tweet Mieke Dings, architectuurhistorica, promoveerde 23 april op ‘Tussen tent en villa. Het vakantiepark in Nederland 1920 – nu’. “Ik was in 2001 op excursie naar naoorlogse wijken en na de zoveelste flat had ik een deuntje in mijn hoofd van een Center Parcs-reclame. Raar dat er nooit onderzoek is gedaan naar vakantieparken, dacht ik. Toen ik me verdiepte in de wordingsgeschiedenis van vakantieparken, mondde dat uit in een promotieonderzoek. De ontwikkeling bleek te verlopen in drie fases en meest opvallend vond ik de rol van de rijksoverheid. Die stimuleerde in de eerste periode - van 1920 tot 1960 - het vakantiepark voor stedelingen, als compensatie voor de stad. Na de oorlog ging de overheid recreatie plannen. Er was sprake van leiding, in het begin vooral van socialisten. Het motto was: terug naar de natuur. Vanaf 1960 tot 1980 ging de rijksoverheid vakantieparken ook financieel stimuleren om aan de vraag ernaar te kunnen voldoen. Met grote accommodaties in buitengebieden als Friesland en Drenthe zouden die zich kunnen ontwikkelen. Na 1980 vond de overheid dat er meer slecht weervoorzieningen moesten komen, want toeristen trokken naar het buitenland. Je ziet bedrijven dan een buitenlandse sfeer creëren in de vorm van tropische zwemparadijzen.”

Biofysicus prof.dr. Cees Dekker (TNW) is door de KNAW benoemd tot Akademiehoogleraar. Die eer valt jaarlijks twee hoogleraren te beurt, die hebben bewezen binnen hun vakgebied te behoren tot de wereldtop. Een internationale jury selecteerde de winnaars die behalve de titel ook een miljoen euro ontvangen die ze naar eigen inzicht aan hun onderzoek mogen besteden. Een winnaar komt uit de bètawetenschappen, de andere uit de sociale of geesteswetenschappen. Dit jaar was dat de Utrechtse hoogleraar religiewetenschap prof. dr. Birgit Meyer. Het onderzoeksgeld wil Dekker besteden aan zijn onderzoek naar kunstmatige cellen.

De uitreiking van de prijs is op 25 juni bij het KNAW in Amsterdam. (Foto: Cees Dekker) delta.tudelft.nl/29821 Een afstand van maar liefst 25,2 meter legde het papieren vliegtuigje van Chuan Bui af. De student offshore and dredging engineering werd daarmee op zondag 19 april de Nederlandse kampioen van de Red Bull Paper Wings, een wedstrijd papieren-vliegtuigjesgooien. Bui mag op 8 en 9 mei meedoen aan de internationale kampioenschappen in Salzburg, Oostenrijk. Hier gaan studenten uit 57 landen hun papieren vliegkunsten tonen. Marc Meijnema,

bestuurslid van L&R-studievereniging VSV Leonardo da Vinci, mag ook mee. Hij maakte het meest creatieve vliegtuigje. Evenals de medewerker van de universiteit Twente, Sameer Safaya, wiens vliegtuigje maar liefst 10,47 seconden zweefde. (Foto: Jarno Schurgers)

De naam Uber, van het Amerikaanse bedrijf dat via een app taxidiensten aanbiedt, laat zich fijn combineren met allerhande achtervoegsels. Bekend is natuurlijk de ‘snordersdienst’ Uberpop. Delftse honoursstudenten hebben daar nu een kleine reeks aan toegevoegd. UberShare, UberLady, UberMatch, UberLocal, UberSpaces en UberFind zijn hun concepten voor een verbeterd Uber. delta.tudelft.nl/ 29824

Secretaresses

Het komt niet zo vaak voor: zo’n 130 secretaresses die in het auditorium de lengte van hun ringvinger checken. Toch gebeurde het dinsdag 14 april tijdens een optreden van filosoof en cabaretier Paul Smit op hun jaarlijkse bijeenkomst van ZieSO, het secretaressenetwerk aan de TU. delta.tudelft.nl/29794

Biomassa

Volgens de KNAW is het Energieakkoord gebaseerd op verkeerde wetenschappelijke uitgangspunten. Toch liet de regering dat in maart van kracht gaan. Hoog tijd dus voor een debat tussen de voor- en tegenstanders van biomassa voor de productie van energie vrijdag 10 april in Amsterdam. delta.tudelft.nl/29786

Man/vrouw

Het was één van de opmerkelijkste feiten gisteren op het LDE-diversiteitssymposium in Rotterdam: het Delftse collegelid Anka Mulder vertelde dat ze bij het uitoefenen van haar functie ‘talloze malen’ heeft meegemaakt hoe mensen haar oversloegen bij het handen schudden. delta.tudelft.nl/29789


6

Delta

Delta

TU Delft

NIEUWSINTERVIEW

CAMPUSNIEUWS

‘De EU biedt veel kansen aan studenten uit Zuid-Europa’

‘Er viel geen eer aan te behalen’

De vereniging van Griekse studenten en alumni, de Hellenic Student and Alumni Society (HSASN), organiseert van 3 tot en met 5 mei een reis naar Brussel. Medeorganisator en Bouwkunde-alumnus Theodore Klouvas, half-Nederlands en halfGrieks en opgegroeid op Rhodos, wil deelnemende studenten uit Zuid-Europese landen laten zien dat ze wel degelijk kansen hebben op de arbeidsmarkt.

Commotie vooraf, teleurstelling na afloop. Na de omstreden Studium Generale-lezing ‘The 9/11 building collapse’ van Richard Gage op 16 april in de aula rest de vraag: had het anders gemoeten?

Wat wil je met de reis naar Brussel bereiken? “Het doel is jongeren te laten zien dat Europa meer is dan alleen beleid maken. Het is een enorme bureaucratie, maar daarbinnen bestaan veel programma’s waar je in kunt stappen als je een baan zoekt. Wij willen internationale studenten en pas-afgestudeerden zicht geven op de kansen die ze hebben, maar waar ze geen weet van hebben.”

Wat voor kansen zijn dat? “Neem Erasmus placements. Daarmee kun je op kosten van de EU zes maanden werkervaring opdoen bij een Europees bedrijf. Naast voorlichting over dat soort programma’s krijgen de studenten en pasafgestudeerden die meegaan op onze reis – dat zijn naast Grieken Spanjaarden, Italianen, Portugezen en mensen uit niet-Europese landen – informatie over hoe je voor de EU kunt gaan werken. Verder

kunnen ze speeddaten met Grieken die in Brussel werken. En er komt een paneldiscussie met Europarlementariërs over wat Europa doet en moet doen om brain drain om te zetten in brain mobility.”

Komen die twee begrippen voor een land als Griekenland niet op hetzelfde neer? Jonge talenten gaan weg om elders te studeren en komen niet meer terug. “Brain drain ontstaat inderdaad als er geen kansen zijn. Brain mobility maakt het mogelijk om, gesteund door programma’s als die van de EU, weer te gaan werken in Griekenland of een ander ZuidEuropees land.”

Er studeren ongeveer driehonderd Griekse masterstudenten in Delft. Ik kan me voorstellen dat veel van hen voorlopig niet teruggaan. “De meesten zoeken inderdaad een baan in Nederland, Duitsland of Engeland. De laatste anderhalf jaar heb ik desondanks steeds meer Griekse studenten de weg terug zien vinden. Dat blijft een minderheid: het zijn specialisten die dat lukt. Ben je een generalist zoals ik, dan is het moeilijk.”

Jij bent architect, maar doet er van alles naast. “Met een vriend heb ik een architectenbureau, dat best goed loopt. Daarnaast onderzoek ik in opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken in landen als Ghana, Oeganda en Zuid-Afrika of en hoe de Nederlandse ambassades daar programma’s kunnen opzetten voor jonge ondernemers. Mensen uit die landen kunnen dan gemakkelijker handel drijven met Nederland, en jonge Nederlandse ondernemers kunnen via die weg daar hun producten of diensten aanbieden. Twee jaar terug heb ik geholpen iets

Theodore Klouvas: “De meeste Grieken zoeken inderdaad een baan in Nederland, Duitsland of Engeland.” (Foto: Marcel Krijger)

soortgelijks op te zetten in de Nederlandse ambassade in Athene: Orange Grove. Dat loopt goed.”

Ga je ooit terug naar Rhodos? “Voorlopig niet. Een eiland is heel beperkt. Rhodos ligt ver van Athene en het is steeds een dure reis erheen. Ik zal me wel blijven inzetten voor Griekenland, maar dan niet-politiek, zoals met de Hellenic Student and Alumni Society.” (SB)

Twee cyber security-opleidingen tegelijk van start De universiteiten van Delft en Twente starten in september een gezamenlijke masterspecialisatie cyber security. Tegelijk komen Nijmegen en Eindhoven met een concurrerende specialisatie. Beide opleidingen zijn geen nieuwe masters, maar specialisaties binnen bestaande masteropleidingen computer science. Dat is gemakkelijker, namelijk zonder nieuwe accreditatie, op te zetten en het voorkomt een veel-

heid aan masteropleidingen. De variant van Nijmegen en Eindhoven is volgens coördinator Berry Schoenmakers van de TU Eindhoven grotendeels een inhoudelijke voortzetting van het in 2006 gestarte ‘Kerckhoffs master program computer security’. Dat was toegespitst op informatiebeveiliging, maar de huidige tijd vraagt om een focus op cyber security, vandaar de nieuwe insteek en naam. Aan de Kerckhoffs master deed ook de Universiteit Twente mee, maar die gaat nu verder met de TU Delft. Volgens de betrokken Delftse hoogleraar cyber security Jan van den Berg was het in eerste instantie de bedoeling dat de vier universiteiten samen zouden werken. “We zagen er wel wat in:

3TU plus Nijmegen. Het is alleen niet gelukt, want de voorkennis van onze studenten is te anders en er was een verschil van mening over de inrichting van de specialisatie.” Dus kwamen er twee samenwerkingsverbanden en de programma’s die ze bieden, verschillen inderdaad van insteek. Waar Nijmegen-Eindhoven kiest voor bijna puur techniek met bijvoorbeeld veel informatica en wiskundige cryptografie, maakt Delft-Twente (dat overigens vaart onder 3TU-vlag) ongeveer een kwart van het curriculum vrij voor niet-technische vakken als recht, economie, psychologie en criminologie. Die vakken moeten de studenten zicht geven op de maatschappelijke context waarbinnen ze na hun studie komen

te werken. “Cyber security is meer dan een puur technisch probleem”, vindt Van den Berg. Daar denkt Schoenmakers van Nijmegen-Eindhoven anders over. “Onze opleiding vraagt technisch en wiskundig wat meer. In de twee jaar die we hebben, willen we daar zoveel mogelijk tijd aan besteden. De maatschappelijke context komt later wel. Daar hebben wij de studenten ook niet voor. Dat geloven ze wel.” Beide opleidingen maken veel gebruik van tele-lectures zodat hun studenten niet steeds heen en weer hoeven te reizen tussen twee steden. Vooral Delft-Twente legt daar zwaar de nadruk op. Niet vreemd, want Delft en Enschede liggen bijna drie uur treinen uiteen. (SB)

De lezing van Gage op 16 april in de TU-aula veroorzaakte vooraf veel commotie. Waarom een complottheorie breed uitmeten op een technische universiteit? En waarom zo kritiekloos? De ophef werd zo groot, dat de TU zich niet afzijdig kon houden. Rector Karel Luyben kondigde aan in mei in gesprek te zullen gaan met SG-hoofd Coen Vermeeren, de organisator van de lezing. Het college van bestuur (cvb) wil toetsen of de programmering ‘voldoende aansluit bij de doelstellingen, verwachtingen en behoeftes van de studentengemeenschap’. Die gemeenschap toonde in ieder geval interesse, getuige de grote opkomst. Een rondgang langs de twee faculteiten die het dichtstbij het onderwerp staan, Bouwkunde en Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG), bevestigt dat. Volgens vicevoorzitter Chris Heuberger van Practische Studie, de studievereniging van civiele techniek, leefde de lezing erg op zijn faculteit. “Een medewerkster van marketing en communicatie kwam er zelfs mee bij ons. Velen vonden het een interessant onderwerp, ik ook. Het is toch iets bekends en ik was benieuwd. Zelf kon ik niet die avond, maar veel mensen zijn geweest.” Ook veel bouwkundestudenten gingen, met de nodige scepsis, aldus

Anne van der Meulen van Stylos, de studievereniging van Bouwkunde. “Er was wat discussie, want zo’n complot, kun je dat serieus nemen? Bijna niemand gelooft dat.” Toch vindt de studente het ‘prima’ dat deze lezing op de TU werd gehouden. “Mensen waren geïnteresseerd in wat Gage zou zeggen. Als hij goede argumenten heeft, laat maar horen.” Hoewel Van der Meulen zelf niet naar de lezing kon, merkte zij dat de scepsis ‘terecht’ was. “Ik hoorde na afloop dat er teleurstelling was. Op vragen van studenten kon Gage niet goed antwoorden.” Ondanks dat beetje kritiek tijdens de lezing, rijst de vraag of de TU geen inhoudelijk tegengeluid had moeten organiseren. Dat was Vermeeren afgelopen zomer al aangeraden door de twee jaar geleden opgerichte SGprogrammaraad. Die raad vergadert vier keer per jaar en blikt dan zowel vooruit als terug. Specifieke evenementen die zich op een ander moment aandienen, komen alleen voor advies bij deze raad als de programmamakers er onderling niet uitkomen. Daar was bij de lezing van Gage geen sprake van. De lezing over 9/11 kwam afgelopen zomer wel ter sprake als casus op een bijeenkomst van de programmaraad met Studium Generale. Programmaraadvoorzitter en TU Library-directeur Wilma van Wezenbeek: “Wij hebben toen gezegd: veel kan, maar denk na over de setting en zorg dat er debat plaatsvindt.” Dat probeerde Vermeeren te regelen door TU-wetenschappers uit te nodigen om tijdens de lezing op Gages beweringen in te gaan. Niemand hapte toe. Daarover zei hij eerder: “Ze hebben daarvoor de meest uiteenlopende redenen: ze kunnen niet of hebben onvoldoende expertise.”

Op de website van Studium Generale staat de onderstaande disclaimer. 'De meningen geuit door medewerkers en studenten op de website en blogs van Studium Generale van de TU Delft en de meningen geuit door gasten en sprekers bij activiteiten georganiseerd door Studium Generale van de TU Delft en haar partners, alsmede de commentaren die daarop zijn gegeven, reflecteren niet perse de mening(en) van de TU Delft. De TU Delft is dan ook niet verantwoordelijk voor de inhoud van hetgeen op de website van Studium Generale zichtbaar is en bij de activiteiten van Studium Generale wordt aangedragen, besproken en becommentarieerd. Wel vindt de TU Delft het belangrijk – en ook waarde toevoegend – dat gasten, sprekers, medewerkers en studenten op deze, door de TU Delft gefaciliteerde, omgeving hun mening kunnen geven.'

7

TU Delft

De ontstane ophef over de lezing van Richard Gage (met bril en stropdas) is voor de SGprogrammaraad aanleiding om een bijeenkomst te organiseren met Vermeeren, de redactieraad, het cvb en mensen van corporate communicatie. (Foto: Patrick Savalle/Flickr)

Vermeeren heeft bij CiTG inderdaad ‘Jan en Alleman’ gevraagd weerwoord te bieden, bevestigt Sander Pasterkamp, onderzoeker van de afdeling bouw en infra. Zelf besloot hij dat door tijdgebrek niet te doen. Hij had zich in het dossier moeten inlezen. “De algemene stemming was: aan erheen gaan, valt geen eer te behalen. Onder constructeurs is over de technische oorzaken geen enkele twijfel. Maar Gage is hier al tien jaar mee bezig. Het is geen doen om op het podium elke bewering te weerleggen. Je moet steeds alles opzoeken. Bovendien willen veel mensen hem geloven, omdat ze gevoelig zijn voor complottheorieën.” CiTG-decaan Bert Geerken zegt op voorhand pogingen te hebben gedaan een deskundige van zijn faculteit naar de lezing te laten gaan. “Het klonk in eerste instantie interessant. Toen wist ik nog niet wie Gage was.” Geerken peilde onder meer Joop Paul en Rob Nijsse. De eerste is hoogleraar structural design bij Bouwkunde en was niet bereikbaar voor commentaar. De tweede combineert diezelfde functie met het hoogleraarschap building engineering bij CiTG. Hij besteedt binnen het mastervak building structures 2 aandacht aan de instorting van de Twin Towers. Nijsse reageert kort per e-mail: “Ik kon die dag niet. Ik zou op zich de discussie aangegaan zijn, want de stellingname is inderdaad discutabel. Maar negeren lijkt mij nog onproductiever.” Toen decaan Geerken vlak voor de

lezing voor zichzelf vaststelde dat die zou plaatsvinden ‘in een sfeer van stemmingmakerij’ concludeerde hij echter dat een open debat onmogelijk was. “Ik vind dat we het best over controversiële onderwerpen kunnen hebben, maar dan moet alle informatie beschikbaar zijn. Gage beweert dat de overheid achter de instorting van de gebouwen zit. Dat kunnen wij niet nagaan en daar staan we te ver vanaf. Dus moeten we er geen medewerking aan verlenen. Ik maak me er niet heel druk over, maar deze lezing was geen handig idee. Voor het imago van onze instelling moeten we erop letten dat er geen versterkingseffect optreedt.” Van zo’n effect is al sprake. Vermeeren programmeerde eerder controversiële lezingen over Ufo’s, graancirkels, vrije energiemachines en homeopathie. CiTG-onderzoeker Pasterkamp zegt daarover: “Vermeeren staat wel een beetje met 1-0 achter.” De nu ontstane ophef is voor de SGprogrammaraad aanleiding om binnenkort een bijeenkomst te organiseren met Vermeeren, de redactieraad, het cvb en mensen van corporate communicatie. Van Wezenbeek: “Het is goed om samen na te denken over wat de grenzen zijn. Wellicht dat we het proces anders moeten inrichten. De onafhankelijkheid van Studium Generale staat daarbij buiten kijf.” (SB/CvU) Pagina 26: Opinion Voor de visie van Vermeeren: delta.tudelft.nl/29797 en 29807


THE MAKING OF… GETEKEND

De acteurs van links naar rechts: Jop van den Hoogen (promovendus bij TBM), Frederique Roemer (technische bestuurskunde), Sven Bijma (professioneel acteur), Renske Maria van Dam (bouwkunde alumna), Melissa Drost (professioneel acteur), Victor Griffioen (professioneel acteur)

Zeventig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog komt de TU met een grote theaterproductie over Delftse studenten tijdens de Duitse bezetting. Studenten van nu spelen studenten van toen. Studenten die in 1943 moesten kiezen: loyaal zijn aan de bezetter en doorstuderen, of weigeren en dwangarbeid in Duitsland. Een kijkje achter de schermen van Getekend.

HET IDEE Met zijn allen vlammen in het hart van de TU. Zo voelt het voor TUdocent Bauke Steenhuisen, als hij in november 2012 met studenten de opera Carmen opvoert in het auditorium. Kort daarna leest hij het boek ‘Loyaliteit in verdrukking’ van Onno Sinke, over Delftse studenten en de (toen nog)

Technische Hogeschool tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij is er stil van, omdat hij beseft hoezeer de integriteit van het instituut en de ethiek van de ingenieur tijdens de oorlog onder druk stonden. Het sterke verlangen om over dit thema door te praten én zijn zoete herinnering aan Carmen leiden in februari 2013 tot het idee voor een

theaterstuk. Steenhuisen spreekt er in een café over met Onno Sinke, die toevallig net op een toneelcursus zit. Sinke heeft er een goed gevoel bij en na een mailtje aan de rector mag Steenhuisen met een plan komen. Het college van bestuur is enthousiast, waarna de docent in de zomer langs t oneeldisputen gaat van het Delfts

Studenten Corps, Virgiel en Sint Jansbrug. Samen met wat geïnteresseerde studenten vormt hij een initiatiefgroep om zijn idee verder uit te werken, want er is nog helemaal niks: geen organisatie, geen budget, geen schrijver en geen vereniging. Lees verder op pagina 10


10

Tekst: Connie van Uffelen Foto’s: Marcel Krijger (openingsfoto), Sam Rentmeester

Scriptschrijver Reinier Noordzij (blauwe trui) en regisseur Albert van Andel nemen aandachtig het script door met de acteurs.

Bij de repetities roept het script nog wat vragen op.

Docent vormstudie Jeroen van de Laar (blauw overhemd) beoordeelt het decorconcept van de honours studenten.

Delta

11

TU Delft

Heel belangrijk tijdens repetities: begrijp je als acteur wat er in het script staat?

‘Het moet haast wel iets spectaculairs worden’ Om fondsen te kunnen werven, blaast de groep de ‘slapende’ stichting Studium Generale nieuw leven in. Studium Generale was vlak na de oorlog opgericht ‘ter verbreding van de ingenieur’, maar wordt momenteel gerund door een bedrijfsbureau. De initiatiefnemers winnen advies in bij het Nationaal Toneel, strikken scriptschrijver Reinier Noordzij en regisseur Albert van Andel en schrijven samen met Van Andel fondsen aan. In april 2014 vraagt Steenhuisen docent vormstudie Jeroen van de Laar om assistentie voor het maken van een decor. Die zet daarvoor een honours mastervak op poten. Rond die tijd spreekt Steenhuisen met docent Sylvia Pont van het master keuzevak lighting design om studenten zowel het toneel als de foyer te laten belichten. Om een eigen ruimte te hebben, regelt de initiatiefgroep een lokaaltje in de bibliotheek. De studenten reserveren het auditorium van Hemelvaart tot Pinksteren en gaan in mei 2014 met de scriptschrijver, de regisseur en Steenhuisen op kroegentocht langs studentenverenigingen om geïnteresseerden te vinden voor het spel en de organisatie.

HET SCRIPT Voor zijn script begint Noordzij eerst met ongeveer twee maanden

research. Hij leest Sinkes boek nog eens en leest stukken uit Lou de Jongs standaardwerk Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, vooral over het studentenverzet en de loyaliteitsverklaring. Met die verklaring confronteren de Duitsers in 1943 alle studenten: wie wil doorstuderen, moet zich eerst loyaal verklaren aan de Duitse bezetter, wie weigert wordt zijn studie ontzegd en naar Duitsland gestuurd voor dwangarbeid. Voor Noordzij is het al snel duidelijk: die verklaring wordt het hoofdonderwerp. Hij put inspiratie uit de tv-serie Bij nader inzien, die gaat over studenten net na de oorlog, en let daarbij vooral op sfeer en taalgebruik. Het toneelstuk Antigone, waarin Sophocles het geweten tegenover de wet plaatst, vormt de belangrijkste inspiratiebron. Noordzij doelt vooral op de twee zussen in het stuk, van wie er eentje principieel is en de ander wat opportunistischer. Waarom zou hij voor zijn script niet twee broers volgen in hun morele dilemma: tekenen of weigeren? Met dramaturgen Mark Timmer en Hannah Ester zet Noordzij in twee maanden het verhaal in grote lijnen op. Het gaat over een groep studenten rond twee broers. De een wil principieel niet tekenen, de ander lijkt pragmatischer. Noordzij

heeft gesprekken met drie mensen die destijds zelf voor de keuze stonden, weigerden te tekenen en actief in het verzet waren. Veel informatie uit die gesprekken verwerkt Noordzij in het script. Hij schrijft er sinds januari dit jaar 2,5 maanden lang elke dag aan, ondersteund door de dramaturgen en regisseur Van Andel. Bij Sinke checkt hij of elementen uit het script historisch juist zijn. “De geschiedenis levend houden, dat vind ik belangrijk.”

DE AUDITIES Op twee donkere avonden in januari zijn er audities. Na diverse oproepen op de campus hebben zich ruim dertig studenten en één docent aangemeld. Ze krijgen een stukje dialoog uit het script-inwording opgestuurd plus twee monologen waarvan ze er eentje mogen kiezen. Een voor een melden ze zich in het zaaltje van de bibliotheek. Vier mensen achter een tafel wachten hen op. “Hallo, ik ben Albert van Andel, regisseur. Naast mij zitten scriptschrijver Reinier Noordzij, professioneel acteur Sven Bijma en student Kseniya Otmakova die eventueel teksten souffleert. Wie ben jij en hoe ziet je ziel eruit?” “Ik ben Tom Postma, masterstudent petroleum engineering. Een huisgenootje vertelde over deze toneelproductie. Ik heb nog nooit

wat op toneel gedaan behalve een musical in groep 8, waarin ik een detective in trenchcoat speelde.” “Oké, welke monoloog heb je gekozen?” “Die van de verdwijntruc.” “Heb je iets nodig?” “Nee, ik heb zelf een glas mee genomen.” “Als je je tekst kwijt bent, zeg je ‘tekst’. Dat is helemaal niet erg. Oké?” Tom pakt het glas dat een rol speelt in zijn monoloog en begint: “Ik ga dus een verdwijntruc doen…” Af en toe klinkt hij wat aarzelend. Na afloop oppert Van Andel een idee: “Speel je verhaal alsof je het al zes jaar doet. Dat je heel hard spreekt, veel loopt en de zaal na afloop scandeert.” Tom volgt het advies nauwkeurig op en klinkt veel overtuigender. Met acteur Bijma volgt een stukje dialoog waarin twee vrienden het hebben over de loyaliteitsverklaring. Postma speelt een twijfelende student die er slecht van heeft geslapen. Een enkele keer moet Otmakova souffleren. Noordzij en Van Andel letten op durf, uitstraling en enthousiasme, maar laten niets doorschemeren. Tot slot neemt Van Andel een foto van Postma. “Op 20 januari volgt de uitslag”, zegt hij tegen de student. “Mocht je het niet geworden zijn, dan wil ik graag in gesprek over

figuratie.” Twee weken later hoort Postma dat hij is geselecteerd voor een tekstrol.

HET DECOR 4 maart 2015. Tien gespannen honours studenten zitten rond een grote tafel in de maquettehal van Bouwkunde. “Het uur u: de presentatie”, begint docent Van de Laar in aanwezigheid van de regisseur, scriptschrijver en Steenhuisen. Sinds oktober zijn de studenten bezig aan een decorontwerp. Ze hebben het toneelstuk geanalyseerd, de schrijver en regisseur geïnterviewd, een locatieonderzoek gedaan voor de maten in het auditorium, de technische mogelijkheden uitgezocht en verschillende decors ontworpen. Daaruit koos Van de Laar een definitief ontwerp dat ze nu hebben uitgewerkt, technisch én op haalbaarheid en financiën. Wat het decor precies voorstelt, moet nog geheim blijven, maar het is opgebouwd uit dozen die fungeren als studeerkamer, sportzaal, universiteitsbibliotheek, sociëteit en kerk. Achter het decor speelt de Groover Big Band muziek uit de jaren twintig en dertig plus liedjes die speciaal voor Getekend door Peter Habraken zijn gecomponeerd. Het geluid testen ze half april met Groover. “Complimenten”, zegt regisseur

Van Andel na de decorpresentatie. “Jullie hebben kleine oogjes en wallen, dus jullie hebben flink doorgewerkt.” Zijn belangrijkste vraag betreft ‘mapping’, projectie van foto’s op het decor. “Als we mappen, mappen we over acteurs heen, dus heb je schaduw… En hoe komen de tafels in het decor? Blokkeert die trap de zichtlijn niet? Ik zou het decor een meter naar voren leggen, dat heb je minimaal nodig voor een gang aan de achterkant. En waar kom je op?” De studenten hebben twee weken om de puntjes op de i te zetten en twee maanden om met de dozen aan de slag te gaan. Op 13 en 14 mei bouwen ze op locatie.

REPETITIES EN CASTING In februari beginnen de repetities, elke maandagavond. In eerste instantie door samen hardop scenes te lezen. De rollen zijn nog niet verdeeld. Van Andel en Noordzij willen eerst weten of de acteurs begrijpen wat er staat en hoe ze de karakters interpreteren. Het uiteindelijke go/no go-moment van de toneelproductie is er pas op 23 februari, waarna Van Andel een team samenstelt met drie professionele acteurs en productieleider Joshua Lindeman. Het script is trouwens ook nog niet af. Noordzij schaaft en schrapt tijdens de repe-

tities, dan hoort hij namelijk hoe het klinkt. De repetities dienen nog een ander doel: de casting. Kan iemand denken op de manier van het karakter? Heeft hij of zij compassie voor de beoogde rol? Is er een goede match tussen karakters die elkaar veel tegenkomen? Daar letten Van Andel en Noordzij op en daar hebben ze na de audities al lijstjes over gemaakt. Half maart zijn ze er uit. Drie grote en dragende rollen worden door professionals gespeeld en tien andere rollen komen voor rekening van TU’ers. Neem bijvoorbeeld student Tom Postma (21). Hij speelt uiteindelijk Rudolf. “Tom is heel jong maar heeft nu al een natuurlijk soort autoriteit”, zegt Van Andel. “Hij komt snel tot conclusies, is geen twijfelaar.” Geknipt voor Rudolf. Tweedejaars student bouwkunde Laurens Oostwegel (19) speelt Joop, een personage dat het heel graag goed wil doen maar erg kan twijfelen omdat hij jong is. “Dat begrijpt Laurens”, zegt Van Andel. “Hij heeft iets jongs en cerebraals.” Laurens begon al vroeg met toneelspelen, deed mee aan verschillende toneelproducties en maakte met een vriend al halverwege zijn middelbare school een toneelstuk. Hij zegt zijn rol vooralsnog niet echt moeilijk te vinden.

Docent organisatiekunde en bestuurskunde Haiko van der Voort (42) speelt een pastoor en twee vaderrollen. Hij speelde eerder in amateurgezelschappen, is gecast op leeftijd en vertegenwoordigt de oudere generatie die niet hoeft te tekenen. Hij vindt het heerlijk om een wat brallerige vader te spelen en noemt het switchen naar zijn andere rollen een ‘uitdaging’. Nog maar enkele dagen geleden pasten ze hun kostuums uit het magazijn van het Nationaal Theater en het RO Theater. En nu? Nu is iedereen nog hard bezig met de laatste voorbereidingen. Onno Sinke kan niet wachten om te zien hoe het verhaal is geworden. “Ik verwacht er veel van. Zeker met het decor en wat studenten ervan maken met hun technische achtergrond. Dat moet haast wel iets spectaculairs worden.” <<

Getekend, 19 tot en met 23 mei, Aula TU Delft. getekenddelft.nl


Tekst:Jos Wassink Foto’s: Marcel Krijger

Op Bevrijdingsdag is het zeventig jaar geleden dat twee Canadese motoren de Coolsingel opreden om het bevel en het (militair) gezag over de stad over te nemen van de Duitse bezetters. Emeritus hoogleraar Aad de Hoop stond er als uitgehongerde jongen bij.

Delta

“I

k heb de oorlog tussen 1940 en 1945 meegemaakt in de Duivenvoordestraat in Rotterdam-West. Ik heb het bombardement overleefd en (stilte) ook de hongerwinter van december 1944 en mei 1945. Als de oorlog één week langer had geduurd, had ik hier niet gezeten, dan was ik aan de honger bezweken. Het voedsel was op de bon, verwarming hadden we niet. Voor een bon kreeg je één liter soep per dag. Het broodrantsoen was in die laatste weken op een half brood per week gesteld. Als systematicus sneed ik dat halfje brood in zeven stukjes, maar na drie dagen begonnen de stukjes groen uit te slaan van de schimmel. De vraag was: moet ik dat eten of niet? Van opeten kon je ziek worden en als je het niet at, ging je dood. Ook de tulpen- en hyacintenbollen die sommige groentewinkels verkochten, raakten toen uitgeput. De bevrijding van Rotterdam kwam voor mij nog net op tijd.”

VOEDSELDROPPING “Op 30 april hoorden wij op de verboden Engelse zender Radio Oranje, dat er overleg was met het Internationale Rode Kruis over voedseldroppings voor de drie miljoen mensen die verhongerden (stilte). In Zwitserland was overleg met het Duitse opperbevel. De droppings zouden plaatsvinden met Engelse bommenwerpers die via Hoek van Holland zouden moeten aanvliegen over de Nieuwe Waterweg op een maximale hoogte van vijftig meter. Op het laatste moment stond de plaatselijke Duitse commandant dat niet toe en dreigde de toestellen neer te schieten. Dus het kon niet doorgaan. De geallieerden zeiden toen: dan sturen we ook echte bommenwerpers mee.”

CAPITULATIE “Op 4 mei om half acht 's avonds, vlak voor de avondklok, las ik op een klein papiertje op een elektriciteitshuisje dat er onderhandelingen waren over capitulatie. Eerder hadden mensen die illegaal naar Radio Oranje luisterden, gehoord dat er onderhandelingen gaande waren, maar dat de capitulatie nog niet rond was. De volgende dag ben ik naar het stadhuis gelopen en daar stond het vol met mensen. Ik zie dat nog voor me: een hoge Canadese officier met zijn ordonnans kwamen op twee motoren over de Coolsingel aanrijden om het (militair) gezag en het bevel van de stad Rotterdam over te nemen. Vanaf het bordes van het stadhuis hield de officier met een megafoon een korte toespraak. Hij kondigde een volstrekt idiote maatregel af: de Duitse bezetters stonden vanaf nu onder zijn commando en de geallieerde krijgstucht zou op hen van toepassing zijn. Later die dag stonden we met wat vriendjes op het dak van een woning aan de Beukelsdijk te zwaaien naar vliegtuigen die laag over de Nieuwe Waterweg aan kwamen vliegen. We konden de piloot zien zitten. Hij wiegde zijn toestel heen en weer om terug te zwaaien. Een eind verderop was aan de Kralingse Plas een bewaakte droppingsplaats ingericht.”

EINDEXAMEN

‘JE WAS ZO VERDOMDE BLIJ’

“Vanaf 5 september 1944 (‘Dolle Dinsdag’) hadden we op school geen les meer gehad. Na de bevrijding hoorden we op school dat de directeur, die sympathiseerde met de Duitsers, was verdwenen. Die kwam tijdens zijn bewind soms de klas binnen. Dan keek hij rond en zei: ‘Voor jou, jou en jou zou een SS-opleiding wel goed zijn.’ Ja meneer,

‘Als spoorstudent en nihilist behoorde ik tot de laagste kaste van studenten, zeker in de ogen van corpsleden’

13

TU Delft

zei je dan. De toenmalige onderdirecteur, leraar natuurkunde, trad na 5 mei op als fungerend directeur. Maar hoe moest het met het eindexamen, vroegen we ons af. Er is toen een apart Koninklijk Besluit uitgevaardigd waarbij alle leerlingen die in het middelbaar onderwijs bevorderd waren tot de hoogste klas automatisch een getuigschrift kregen dat hun toegang verschafte tot het hoger onderwijs. Geen cijferlijst, geen eindexamen. Nauwelijks een maand na de bevrijding, op 8 juni, werd het Koninklijk Besluit getekend. Geen bureaucratie maar voortvarendheid.”

DELFT “Ik was goed in natuurkunde, de leraar had gezegd: ga jij maar naar Delft. Omdat mijn vader was omgekomen bij de tewerkstelling in Duitsland kwam mijn moeder in aanmerking voor een uitkering van de Sociale Dienst, afdeling Oorlogsslachtoffers. Daar moesten we van leven. Ik kon dus met geen mogelijkheid op kamers en zocht iets op spoorafstand van Rotterdam. Delft was het dichtste bij. Een stuk of drie, vier klasgenoten deden dat ook. We probeerden in de zomer van 1945 om de beurt naar Delft te gaan om informatie te verzamelen. We wisten niet wanneer de Technische Hogeschool weer zou starten of hoe je je moest inschrijven. Zo hielden we elkaar op de hoogte van de recente aankondigingen.”

STUDIEFINANCIERING “Ik moest eerst studiefinanciering zien te regelen. Die kon je aanvragen, zo wist ik van een vader van een klasgenoot, bij de minister van OK&W en wel per rekest. Dat moest worden ingediend op gezegeld papier dat je bij de boekhandel kon kopen voor dertig cent per velletje. Daar kon je twee broden voor kopen. Als je je verschreef, moest je een nieuw velletje kopen. Daar leer je wel voorzichtig door schrijven. Ik ken nog de tekst uit mijn hoofd: ‘Aan zijne Excellentie, de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen geeft met verschuldigde eerbied te kennen ondergetekende (naam, voornamen, geboortedatum, geboorteplaats) dat hij voornemens is om aan de Technische Hogeschool Delft te gaan studeren en dat hij over onvoldoende geldelijke middelen beschikt om deze studie zelf te bekostigen. Reden waarom hij Uwe Excellentie beleefd verzoekt hem in aanmerking te doen komen voor een Rijksstudietoelage (renteloos voorschot). Hetwelk doende, tekent, in afwachting van Uwer Excellenties gunstige beslissing, met de verschuldigde hoogachting enzovoort, enzovoort, van Uwe Excellentie de dienstwillige dienaar.’ En dan volgde een handtekening. Drie maanden na de voorlopige inschrijving kreeg ik de eerste cheque ten bedrage van 350 gulden voor het hele studiejaar. Daar gingen af: 325 gulden collegegeld en 10 gulden inschrijfgeld!”

Lees verder op pagina 14


Delta

DE MASTER

TU Delft

Suzanne Weller

‘Studiefinanciering moest je aanvragen op papier van dertig cent per velletje. Daar kon je twee broden van kopen’

Een robot met emoties, het moet niet gekker worden. Het afstudeeronderzoek van werktuigbouwkundig ingenieur Suzanne Weller leverde geen écht voelende robot op, maar wel een manier om hem emoties te laten uitdrukken door middel van nonverbale communicatie.

SPOORSTUDENT “In Delft had je kamerbewoners die ook lid waren van gezelligheidsverenigingen - dat waren de echte studenten. Je had ook kamerbewoners die geen lid waren van verenigingen - dat waren de nihilisten. Je had ook spoorstudenten, niet-nihilist. Maar ik was spoorstudent en nihilist. Daarmee behoorde ik tot de laagste kaste van studenten, zeker in de ogen van corpsleden.”

Z

LOYALITEITSVERKLARING “De oudere broer van een van mijn mede-spoorstudenten kwam in problemen met de zuivering op de TH. Studenten moesten in de oorlog een loyaliteitsverklaring met de Duitsers tekenen om ingeschreven te blijven. Na de oorlog werd ze dat aangerekend. De oudere broer zat bij het verzet en had in opdracht van de commandant van de verzetsgroep de verklaring getekend. De bedoeling was om zo bij de TH te komen om uit te zoeken wie de verraders waren. Bij het zuiveringscomité vertelde hij dat verhaal, maar de enige getuige was de commandant van de verzetsgroep die kort daarvoor gefusilleerd was. Dus de student werd uitgesloten voor een jaar.”

COLLEGE IN WINTERJAS “Colleges aan de TH vormden een probleem. Er waren duizend eerstejaars. De grote wiskundecolleges vonden plaats in barakken aan de Jaffalaan. In de winter werd er gestookt met potkachels, maar er waren niet altijd kolen beschikbaar. We hebben daar wel gezeten met vorst zodat de docent in zijn winterjas met een muts op voor het bord stond. In de laboratoria was het iets beter, omdat het instrumentarium niet mocht bevriezen. Omdat er te weinig zaalcapaciteit was, was besloten elk college om de week te geven. Op de even weken kwamen de studenten met achternaam A tot en met K en de week daarop waren de letters L tot en met Z aan de beurt. In april begonnen we ons af te vragen hoe het met het propaedeutisch examen zou gaan, want slechts de helft van de stof was behandeld. Het examen begon gewoon in mei en wel over de gehele stof.”

CV Prof.dr.ir. Adrianus T. de Hoop werd in 1927 geboren als zoon van een fabrieksarbeider in Rotterdam. Hij was twaalf jaar toen op 14 mei 1940 het Duitse bombardement de stad in brand zette. De Hoop volgde in de oorlog de HBS-B zo goed en zo kwaad als het ging. Daarna ging hij elektrotechniek studeren in Delft. Na zijn studie bleef hij er werken als do-

cent en onderzoeker. In 1960 volgde zijn aanstelling als hoogleraar theoretische elektriciteitsleer en toegepaste wiskunde bij de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica. In 1996 ging hij met pensioen, maar hij is tot op heden onverminderd wetenschappelijk actief. Sinds zijn herseninfarct in 2012 werkt hij thuis en publiceert hij via atdehoop.nl.

Blikmans is gratis

ELKAAR PESTEN “We bereidden ons voor door elkaar moeilijke vragen te stellen. Dat is nog steeds de beste manier: elkaar pesten. Daar hadden we, het Rotterdamse groepje, een reputatie mee opgebouwd, hoorde ik later toen ik aan de TH kwam werken. Mondelinge examens deed je in groepjes van drie of vier. De professor gaf dan opdracht elkaar te examineren. Hij zei dan: ‘Als je elkaar niet klem zet, ben je niet geslaagd.’” “Ik zat in de zenuwen, want ik vanwege mijn Rijksstudietoelage kon ik mij niet veroorloven te zakken. Ik zat altijd in angst. Voor het eerste examen Analytische Meetkunde voor duizend kandidaten was alles afgehuurd in Delft. Enkele weken later hing er een lijstje met de resultaten. Aantal geslaagden: zeventig. Ik hoorde daar gelukkig bij. Falen kon niet, want dan zou ik terugvallen in een volstrekt gat.”

GEEN BOEKEN “Voor het eerstejaars vak mechanica was er wel een docent, maar geen boek. De docent beschikte over twee drukproeven die hij aan de studenten ter beschikking stelde. Je moest je daarvoor aanmelden in groepjes van vier en dan kreeg je een van de drukproeven 24 uur ter beschikking. Als je het een minuut te laat inleverde, was het hele groepje gezakt. Niet alleen waren er geen boeken maar er was ook geen papier. Ik herinner me dat ik zaterdags heel Rotterdam afliep op zoek naar schriften. Vaak waren ze er niet. En toch was je blij. Je was zo verdomde blij.”<<

ONDERZOEK: 'Emotion expression in robots: A study on the effect of a virtual gravity vector on the perceived emotional content of robot movement'

EINDCIJFER:

8,5

e stofzuigen, opereren, kunnen zelfs praten maar tonen geen gelijkenis met mensen. Zulke gelijkende robots zijn er wel, maar die laten qua lichaamstaal nog te wensen over. Om Blikmans geaccepteerd te krijgen in de huidige maatschappij, moet er nog het nodige gebeuren. “Dan moet je hun spraak combineren met bewegingen”, weet Suzanne Weller (25), die een mastertitel op haar naam kon zetten dankzij dit onderwerp. “Robots lijken al best op mensen, maar hun bewegingen zijn nog niet natuurlijk. Er is veel onderzoek gedaan naar gezichtsuitdrukkingen, maar nog niet veel naar non-verbale communicatie.” Alleen: hoe druk je die uit? Door slim gebruik te maken van zwaartekracht, ontdekte Weller. “Mensen die zich down voelen, in een negatieve gemoedstoestand verkeren, laten de boel hangen”, zegt ze. “Ze houden hun hoofd gebogen, hun schouders laag… ze hebben letterlijk geen energie om tegen de zwaartekracht in te gaan. Vrolijke mensen doen het tegenovergestelde. De zwaartekracht lijkt hen niet te deren: ze houden hun kin omhoog, hun borst naar voren. Diezelfde zwaartekracht is dus een prima parameter om robots iets positief of negatief te laten uitdrukken.” Dát is even nieuw in robotland. “Er bestaan verschillende stromingen in mijn onderzoeksgebied. De ene stroming laat robots precies de bewegingen nabootsen die mensen maken. De andere, waarop ik me richtte, gaat om zogenaamde motion principles: welke variabelen veranderen als een emotie verandert

van blijdschap naar verdriet? De beweging vertraagt bijvoorbeeld, en gebaren worden minder breed. Toch heeft nooit iemand gekeken naar de invloed van zwaartekracht.” Om de boel een beetje overzichtelijk te houden, beperkte Weller zich voor haar afstuderen alleen tot een robotarm, die ze allerlei dagelijkse situaties liet simuleren. “Koffie pakken bijvoorbeeld, een deur openen, en nog een stuk of acht taken. Die liet ik die arm telkens uitvoeren onder een normale, neutrale of zelfs omgekeerde zwaartekracht, maar de proefpersonen kregen steeds filmpjes te zien van de robotarm onder slechts één van de drie zwaartekrachtinvloeden. En wat bleek: ze zagen wel degelijk verschil in emotie.” De werktuigbouwkundige vroeg haar proefpersonen om de filmpjes te beoordelen op basis van drie pijlers: genot, opwinding en dominantie. “Vreugde is bijvoorbeeld een emotie die hoog scoort op alle drie de pijlers, verdriet scoort juist laag op alle drie. Met deze drie pijlers kon ik genuanceerd de emoties meten, zonder direct labels te gebruiken.” Toch waren de uitkomsten van haar onderzoek niet helemaal wat ze verwachtte. “ Zo bleek iedereen het openen van een deur altijd als positief te beoordelen, ongeacht de zwaartekracht. De nadruk in mijn project lag bij nader inzien te sterk op het uitvoeren van taken.” Conclusie: zwaartekracht is wel degelijk een variabele in emotieexpressie van robots, maar dat is maar een fractie van het onderzoek dat nog moet volgen. “ Het zou al veel schelen als we een torso zouden toevoegen aan de arm, want om lichaamstaal te lezen hebben we als mensen echt een groter deel van het lichaam nodig.” Daar gaat haar onderzoeksgroep aan verder, terwijl Weller naarstig zoekt naar een baan in het bedrijfsleven. Helemaal loslaten kan ze toch nog niet. “ We zijn nog een paper aan het schrijven. Ik vind het leuk om in contact te blijven met de onderzoeksgroep, en te volgen wat verder gebeurt met mijn onderzoek.” (JB)

(Foto: Sam Rentmeester)

14


IN THE SPORTLIGHT

SPORTZAKEN

Jacco Bontekoe SPECS

1.84 meter

WAT: Rollende keukens en foodfestivals WAAR: Door het hele land WANNEER: De hele zomer TOEGANG: Gratis PARTYPROGNOSE:

GEWICHT

75 kilo

Goed bezig

Geboortejaar 1995

studie: technische aardwetenschappen

Sport: survivalrun (bij SBV Slopend)

Bijl en boomstam zijn vaste attributen bij een survivalrun. ‘Als je een kilometer met die stam op je schouder hebt lopen sjouwen ligt er een bijl klaar om hem in stukken te hakken.’

Schermers halen brons, roeiers goud, rugbyers en hockeysters aan de bak voor promotie en titel.

andere sporten mountainbiken, fietsen, klimmen

Waarom survival? “Ik doe dit al vanaf mijn tiende, omdat ik totaal geen balcontrole had en wel een buitensport wilde beoefenen.” Wat houdt de sport in? “Zo snel mogelijk een parkoers afleggen door water en onverhard terrein met talloze hindernissen.”

Club-T-shirt van SBV Slopend

De belangrijkste vaardigheden? “Basistechnieken als de voetklem en de apenhang. Aanpassingsvermogen aan speciale situaties tijdens een run.” Sterke punten? “Ervaring en een goede krachtenverdeling.” Zwakke punten? “Momenteel train ik te weinig.” Blessuregevoelig, zwakheden? “Ik heb zwakke knieën. Daar komt veel kracht op, tijdens een run.” Hoogtepunten/prijzen? “Drie seizoenen geleden ben ik tweede geworden in het eindklassement van een jeugdcircuit.” Waarom raad je anderen aan te gaan survivallen? “Lekker buitensporten. Het is vet om in de zomer met zijn allen in een sloot te springen. Je gaat ook met elkaar mountainbiken of een adventure race doen. Je zwemt, loopt en trekt jezelf op, allemaal goed voor de conditie.”

Een ‘tight’, ofwel heel strakke broek, zodat je daar niet aan blijft hangen bij hindernissen.

Bij een run krijgt elke deelnemer een rood bandje om de pols (niet op foto). Zodra je een hindernis mist wordt dat bandje afgepakt en tel je niet meer mee in de uitslagen. ‘Prioriteit nummer één tijdens een wedstrijd: je rode bandje behouden.’

Ambities? “Volgend jaar wil ik het NSK winnen. Dit jaar kan dat niet: Slopend organiseert het NSK op 9 mei hier op de campus en ik zit zelf in de organisatie.”

Oude trailschoenen, met grof profiel aan de onderkant. Schoenen waar het water snel uitloopt als je bijvoorbeeld door een sloot hebt gewaad.

(Foto: Sam Rentmeester)

Waarom bij SBV Slopend? “Dat de TU over de grootste studentensurvivalclub beschikt heeft de doorslag gegeven om hier te studeren.”

De tegenstander is nog niet bekend, maar via de play-offs kan DSR-C zomaar promoveren naar ’s lands hoogste rugbyafdeling, de ereklasse. Na de gewonnen finale om de titel ‘beste studententeam van Nederland’, tegen het Leidse LSRG, ziet de anonieme verslaggever op de clubsite het tweeluik met gematigd vertrouwen tegemoet: “Het niveau van het team gaat steeds omhoog en we zullen zeker klaar zijn om die twee belangrijke wedstrijden te spelen.” Voor het in niveau gestegen vijftiental van vierdeklasser Sanctus Virgilius RC gloort een plaats in de derde klasse. De eerste play-off tegen Tilburg RC 2 werd in elk geval met 36-7 gewonnen. De return stond gepland voor afgelopen zondag, net na de deadline. Play-offs lonken ook voor de hockeysters van tweedeklasser DSHC, maar eigenlijk willen de dames, nu ze toch bovenaan staan, gewoon kampioen worden. Vorige week zondag zagen zij echter hun voorsprong op naaste belager Etten-Leur slinken van drie naar één punt. De Noord-Brabantse ploeg won, maar de TU-studentes bleven, na het Delftse openingsdoelpunt door Romy Menten, op 1-1 steken bij HDS. “Een terechte uitslag, HDS speelde gewoon goed”, erkende woordvoerster Evy Otto nuchter. “We hebben weinig kansen gecreëerd, kwamen moeilijk hun cirkel binnen.” Het is dat de collega-hockeysters van het Virgiliaanse Dopie een handje hielpen door nummer drie op de ranglijst, Dordrecht, met 2-0 te verslaan, anders was die laatste ploeg zich eveneens in de titelstrijd gaan mengen. Otto: “Dat is zeker wel fijn. Dopie is sowieso goed bezig, na de winterstop.” In de resterende vijf duels staat DSHC nog een zwaar programma te wachten met als absolute kraker het onderlinge duel met Etten-Leur op 10 mei in Delft. “We moeten echt nog even aan de bak.” Vier schermers van Delft Fencing Club haalden op 18 en 19 april brons op het NK in Rotterdam, in hetzelfde weekend dat er in Amstelveen een aantal Nederlandse kampioenen was te bejubelen aan het roeifront. Op het NK voor kleine nummers won skiffeur Conno Kuyt van Laga goud bij de senioren-B. Hij was trouwens ook sneller dan de snelste roeier uit de categorie senioren-A. Van Proteus konden skiffeuse Roos de Jong (senioren-B), Ellen Hogervorst (senioren-A, twee zonder) en Janneke Voordouw/ Marlies van der Lugt (senioren- B, twee zonder) goud omhangen. De eveneens uit Proteus-kringen afkomstige alumnus Gerritjan Eggenkamp is gevraagd om als extra buitengewoon lid zitting te nemen in het bestuur van de wereldroeibond Fisa. Dat vitnden ze bij Proteus natuurlijk ook goud. Tips? Jimmy.tigges@hetnet.nl

9,5

17

PARTY SPOTTERS

Zomerdip Als wij op reis gaan, slaan we er de Lonely Planet op na, maar is er ook een Lonely Planet Nederland en komt deze verder dan tulpen, Kinderdijk en Amsterdam? Tot mijn verbazing is het antwoord ja. Een van de dingen die de buitenlander opvalt aan Nederlanders is het terrasgedrag. Al vriest het buiten: als het zonnetje schijnt, zit de gemiddelde Nederlander op een terras. En als het weer dan daadwerkelijk lekker is zoals nu, is het tijd voor een recept voor op het terras. Guacamole Nodig: stamper, mes, snijplank, lepel, bak Ingrediënten: 3 rijpe avocado’s, handje cherrytomaatjes, rode peper, 2 limoenen, 1 rode ui, knoflook, handje peterselie, olijfolie, zout en peper

SCHIJT AAN JE SIXPACK Zon, een uitgestrekt grasveld, vrienden om je heen en eten en drinken in overvloed. Beter wordt het niet, toch? Behalve wanneer dat grasveld ook de locatie is van een foodfestival. Foodstock, de Rollende Keukens, Trek, de Smaak Karavaan... Zie jij door de foodtrucks het festival nog? Waren snackstands jarenlang gewoon een broodnodige faciliteit op popfestivals; inmiddels zijn ze het stralende middelpunt van hun eigen feestjes. Maar dan met écht lekker en verantwoord eten en een sfeer waar veel festivals nog een puntje aan kunnen zuigen. Waar moet je zijn de komende tijd, als jij je niet druk maakt om een buikje boven je zwembroek deze zomer? Om te beginnen op het Food Soul Festival, op 1, 2 en 3 mei op het plein rondom de Vuurtoren in Noordwijk aan Zee. In een reusachtig openluchtrestaurant geniet je er niet alleen van heerlijk eten, maar ook van soulmuziek. Perfect om in te komen voor het evenement der evenementen: de Rollende Keukens, van 13 tot en met 17 mei op het Westergasterrein in Amsterdam. Goed te combineren met het Amsterdam Coffee Festival (met dj's) dat plaatsvindt van 15 tot en met 17 mei aan de NDSM-werf in Amsterdam. Dat is wel in Amsterdam, en daar zit je misschien even later (van 4 tot en met 7 juni) ook al voor Taste of Amsterdam; één van de toppers onder de foodfestivals in het Amstelpark want volledig verzorgd door chef-koks van naam. Minstens net zo leuk is foodtruckfestival Trek. Dat trekt letterlijk van stad naar stad, en begint van 14 tot en met 17 mei in het Vroesenpark in Rotterdam. Daarna kun je het onder andere bezoeken in het Utrechtse Griftpark (22 tot en met 25 mei) en het Haagse Westbroekpark (10 tot en met 13 september). Iets meer in de buurt is dan Rrrollend Leiden, op 29, 30 en 31 mei op het Pieterskerkplein in Leiden. Een soort Trek en Rollende Keukens, met meer mooie meisjes. Evengoed ver weg maar echt niet te missen: ook Delft houdt een Food Festival, op zondag 20 september in de Botanische Tuin. Niet zo hip als een foodtruckfestival, want het draait vooral om hoe gezond te eten, maar hé: het is om de hoek. En dat is wel zo praktisch na zo'n culinaire zomer. Na al die rollende keukens, rollend je bed in. Vanaf oktober eten we alleen maar sla. (JB) facebook.com/foodsoulfestival rollendekeukens.amsterdam amsterdamcoffeefestival.com tasteofamsterdam.com festival-trek.nl

lepeltje-lepeltje.com facebook.com/RrrollendLeiden foodfilmfestival.nl foodfestivaldelft.nl

Maak de avocado schoon en snij het vlees in grove stukken. Bij heel rijpe avocado’s kan dit nogal een rommel geven. Snij de cherrytomaatjes, chili en ui in kleine stukjes, en snij met een beetje zout het knoflook tot een pasta (knoflookpers kan ook). Doe alles in een bak en stamp zo fijn als je wil, voeg limoensap, zout en peper toe naar smaak. Een beetje olie kan de guacamole wat smeuïger maken. Voeg als laatste een handje gesneden peterselie toe. Snij de peterselie één keer door, niet meermaals, want dan kneus je de bladen en verliezen ze hun textuur. Het recept voor de guacamole is uiteindelijk niet moeilijk, maar over smaak valt niet te twisten. Sommige mensen willen hem heel grof, andere juist helemaal glad gedraaid. Hoe dan ook is het altijd beter dan de deprimerende potjes die je kunt vinden in de supermarkt. Zak nacho’s erbij en op naar het terras!

Met geslepen messen, Job Hogewoning


Delta

TU Delft

Tekst: Tomas van Dijk Foto's: Sam Rentmeester

Tekst: Tomas van Dijk Foto’s: Marcel Krijger, Oak Ridge National Laboratorium

Delta

19

TU Delft

HDMT

DE TOEKOMST VAN KERNENERGIE Goedkope elektriciteit, geen plutonium en geen meltdowns. Dat zijn de beloftes van de gesmoltenzout-thoriumreactor. De TU Delft heeft subsidie gekregen om onderzoek te doen naar deze bijna utopische reactor.

“V

Een op zes schaalmodel van de gesmoltenzoutreactor van Alvin Weinberg.

ertel me alsjeblieft wat moeten we doen om mensen ervan te overtuigen dat we het hier hebben over een ander soort van kernenergie, dat deze techniek toekomst heeft? Als ik in het parlement over kernenergie begin, dan denkt iedereen meteen aan Fukushima.” Deze smeekbede kwam vrijdag 17 april uit het publiek tijdens een symposium over thorium gesmolten zoutreactoren in de aula. Hij was afkomstig van Tweede Kamerlid André Bosman. De VVD'er ziet het helemaal zitten met de thoriumreactor. Maar zie politici en kiezers maar eens voor kernenergie te enthousiasmeren na de kernramp van Fukushima. “Jij hebt een nog veel zwaardere taak dan ik als onderzoeker”, reageert de Amerikaan Kirk Sorensen vanaf het podium. Sorensen heeft gevoel voor ironie. Hij is een van de meest fervente aanhangers van thoriumreactoren. In 2005, toen hij voor Nasa werkte, vatte hij het plan op om een energiecentrale voor de maan te ontwikkelen. De beste optie was volgens hem een reactor die op thorium draait. Maar, bedacht hij, zulke reactoren zijn ook uiterst geschikt voor op aarde. Met zijn startup Flibe Energy hoopt hij er als eerste een op de markt te brengen. De Amerikaan moet snel zijn. Tijdens het symposium vertelde de Canadees Dave Leblanc dat zijn bedrijf Terrestrial Energy in 2024 al een reactor in werking hoopt te hebben. En dan is

er ook nog Leslie Dewan. De 29-jarige alumnus van het Massachusetts Institute of Technology begon vier jaar geleden het bedrijf Transatomic Power en haalde enkele miljoenen op van investeerders om een thoriumreactor te bouwen.

WEGBEREIDERS Startups die menen dat de dagen van uranium geteld zijn, schieten als paddenstoelen uit de grond, vooral in de Verenigde Staten, Canada, Engeland, Scandinavië en Duitsland. Thorium heeft volgens hen de toekomst. Een handjevol van deze wegbereiders presenteerde zijn plannen tijdens het symposium. Ook Delftse onderzoekers beklommen vrijdag het podium. Vorige maand werd bekend dat wetenschappers van de TU leiding geven aan een Europees thoriumonderzoeksproject van 3,5 miljoen euro. De partners zijn onderzoeksinstituten uit onder meer Duitsland, Frankrijk, Italië en Zwitserland. Net als bij de bovengenoemde plannen van de startups gaat het bij dit Europese project specifiek om onderzoek naar de thorium gesmoltenzoutreactor, ook wel Thorium MSR genoemd (molten salt reactor). In dit type reactor zit de brandstof (thorium) opgelost in een vloeibaar zout van lithiumfluoride of berylliumfluoride dat tegelijk dient als koelmiddel. De druk in de reactor is laag, waardoor de kans op een explosie nihil is. Als er een lek is, stroomt tegelijk met het koelmiddel ook de brandstof uit de reactor weg waardoor de reacties in de reactor stilvallen. De zoutoplossing stolt en al het radioactief

materiaal blijft in het zout zitten. Dat is althans de theorie.

GROTE DROOM Dr.ir. Jan Leen Kloosterman van het Reactor Instituut Delft is trekker van het project en organisator van het symposium. Hij breidt de lijst voordelen van de Thorium MSR met gemak uit. “Thorium komt ontzettend veel voor op aarde. Er is vier keer meer van dan uranium. Bovendien gebruiken we maar één procent van het uranium dat in de natuur voorkomt. Dus een thoriumreactor kan honderden keren meer energie uit thorium vrijmaken dan we nu uit uranium halen. In India heb je stranden waar een kilogram zand vijftig gram thorium bevat. Daarmee kun je evenveel elektriciteit opwekken als met honderdduizend liter benzine. Het is mijn grote droom om die energie uit thorium te onttrekken.” “Maar het mooiste is dat de Thorium MSR geen langlevend radioactief afval produceert, en geen plutonium. Het kan ook zeer efficiënt bestaand afval van kerncentrales en kernwapens opruimen en omzetten in energie.” (zie kader) De technologie van de gesmolten-zoutreactor is niet nieuw. De bedenker, Alvin Weinberg, had van 1965 tot 1969 een MSR in bedrijf bij het Oak Ridge National Laboratory in de Verenigde Staten. De Weinbergreactor leek veelbelovend.

Lees verder op pagina 20


Delta

21

TU Delft

HET SPLIJTINGSPROCES IN EEN NOTENDOP WAT IS HET VERSCHIL?

Uranium-233 vangt een neutron en splijt. Bij de kernsplitsing komt 198 Megaelektronvolt aan energie vrij.

De kern splitst. Er ontstaan twee nieuwe atomen, een klein en een groot atoom. Ook komen er twee of drie neutronen vrij.

Protactinium-233 vervalt in 27 dagen naar uranium-233 en verliest een electron.

De neutronen botsen op koolstof en remmen daardoor af. Ze remmen zover af dat ze opgenomen kunnen worden door thorium.

Thorium vervalt in 22 minuten naar protactinium-233 en verliest een elektron.

Thorium-232 (natuurlijk thorium) vangt een neutron en wordt thorium 233.

Toch werd het project stopgezet. Een van de verklaringen: landen hadden behoeften aan grote hoeveelheden plutonium voor het maken van kernbommen. Voor de productie daarvan waren kernreactoren nodig die op uranium draaiden.

LEVENSDUUR De thoriumreactor mag dan voortborduren op eerder werk, de onderzoeksopgave is nog enorm. Er is vooral veel onduidelijkheid over de levensduur van de materialen die in de reactor gebruikt moeten worden. En ook de chemie van het zout moet beter bestudeerd worden. Dat het nog een grote opgave is, daarover liet materiaalonderzoeker, en symposiumspreker, prof.dr.ir. Jilt Sietsma (3mE) geen misverstand bestaan. “Moet je kijken wat een rotzooi”, zei hij, wijzend naar een foto van een pokdalige metalen plaat gemaakt van een nikkellegering. Nikkel is een van de materialen die hoge ogen gooit voor het leidingenwerk in de reactor. “Het is helemaal kapot gebombardeerd door radioactieve straling.” Volgens de materiaalonderzoeker zijn er geen

heftigere plekken op aarde dan het binnenste van de thorium MSR. “Het materiaal is daar onderhevig aan een hoge temperatuur. Het zout is 700 graden Celsius, dat is de helft van de smelttemperatuur van nikkel. Het lithiumfluoride zorgt voor corrosie en dan heb je ook nog eens het continue bombardement van radioactieve deeltjes. Ergere omstandigheden zijn ondenkbaar.” Toch is Sietsma absoluut geen thoriumscepticus. “Ik denk dat we de materiaalproblemen allemaal kunnen oplossen, mits we er maar voldoende onderzoek naar doen.” De thoriumreactor kan volgens Sietsma het gat vullen tussen duurzame en fossiele energie. “Zonnepanelen en windmolens zijn geweldig. Maar de ontwikkelingen daarin gaan niet snel genoeg. En het andere alternatief, kernfusie, is ook nog te ver weg.”

MILJARD EURO Enkele dagen voor het symposium is Sietsma met Delftse collega’s naar de Energiecommissie van de Tweede Kamer gegaan om het thoriumonderzoek onder de aandacht te brengen. Die

Dr.ir. Jan Leen Kloosterman: “Het mooiste is dat Thorium MSR geen langlevend radioactief afval produceert.”

‘In India heb je stranden waar een kilogram zand vijftig gram thorium bevat. Daarmee kun je evenveel elektriciteit opwekken als met honderdduizend liter benzine’ paar miljoen van de Europese Unie, is volgens de Delftenaren een druppel op de gloeiende plaat. “We hebben een miljard euro nodig, verspreid over twintig jaar”, zegt Sietsman. Volgens de Delftenaren wordt vooralsnog alleen in Azië krachtig in MSR-technologie geïnvesteerd. In China is enkele jaren geleden een onderzoeksprogramma gestart waar honderden wetenschappers aan werken. “De volgende generatie thoriumreactoren komt uit China. Tenzij we er in Europa echt werk van gaan maken”, zei Kloosterman in 2012 al tegen Delta. Het gedrag van het fluoridezout is het andere grote aandachtspunt binnen het Europese project. Trekker van deze onderzoeksrichting is hoogleraar splijtstofcycluschemie prof.dr. Rudy Konings (Technische Natuurwetenschappen), die ook verbonden is aan het Institute for Transuranium Elements in Karlsruhe. Hij vertelde dat er later dit jaar bij de Hoge Flux Reactor van het NRG in Petten een experiment plaatsvindt waarbij fluoridezout wordt bestraald. Een van de dingen die Konings hoopt uit te zoeken is of radioactief materiaal, waaronder

cesium en jodium, werkelijk blijft vastzitten in het zout, zoals de theorie voorspelt, mocht er ooit iets weglekken.

TEGENSTANDERS Tijdens het symposium waren er wel wat kritische noten, maar het algehele concept van de thorium gesmoltenzoutreactor leek door iedereen omarmd te worden. Het waren preken voor eigen parochie. Toch zijn er in de wereld genoeg fervente tegenstanders. Een daarvan is Arjun Makhijani, de voorzitter van het Institute for Energy and Environmental Research, een Amerikaanse denktank en lobbyclub die strijdt tegen kernenergie. Makhijani bestrijdt de notie dat de thoriumreactor vanuit terroristisch oogpunt veilig is omdat hij geen plutonium maakt. Volgens hem produceert de reactor een stof die nog veel gevaarlijker is: uranium-233. De Thorium MSR wordt gevoed met thorium, maar omdat dit element niet splijtbaar is, moet het eerst door een neutronenbombardement in de reactor omgezet worden in het splijtbare uranium-233. Als je zout uit de reactor aftapt en

het uranium-233 eruit haalt, dan kun je als terrorist of als schurkenstaat je lol op. Met uranium-233 kun je namelijk nog makkelijker vuile bommen maken dan met plutonium, redeneert Makhijani op zijn website. Het risico hierop is volgens Makhijani des te groter omdat dit aftappen standaard al zal gebeuren bij MSR-reactoren. Om de kernreactie op gang te houden, moet het zout opgeschoond worden. Het stroomt in kleine hoeveelheden door een processing tank waar splijtstoffen en andere ongewenste bijproducten uit het zoutmengsel gevist worden. Volgens Jan Leen Kloosterman schuilt in het aftappen van uranium-233 geen groot gevaar. Of juist wel. Dat hangt er maar vanaf hoe je het bekijkt. Voor bommen hoeven we ons volgens hem geen zorgen te maken. “In het zoutmengsel zit ook uranium-232. En dat is heel gemeen spul. Dat zendt een enorme hoge dosis gammastraling uit. Daar ga je als terrorist heel snel aan dood.” <<

In bestaande lichtwaterreactoren (KWR) bestaat de splijtstof uit tabletten van uranium-dioxide omgeven door een lange gasdichte metalen huls van een zirkoniumlegering. Deze splijtstofpinnen worden gebundeld tot splijtstofelementen waarvan enkele honderden samen de reactorkern vormen. De afvalproducten die bij kernsplijting ontstaan zijn radioactief en produceren warmte, ook als de splijtstofreactie wordt gestopt. Als deze vervalwarmte niet wordt afgevoerd, bijvoorbeeld door grote schade aan het koelsysteem ten gevolge van een aardbeving, zoals in Fukushima, kunnen de splijtstofstaven oververhit raken. Uiteindelijk kunnen de splijtstofstaven zelfs smelten waardoor radioactieve stoffen vrijkomen. Daarnaast gebruikt dit type reactor maar één procent van het beschikbare uranium en wordt er bij bestraling van de in de brandstofelementen aanwezige niet splijtbare uraniumsoort het gevaarlijke plutonium geproduceerd. Dit kan weliswaar worden hergebruikt, maar volledige hergebruik vereist een nieuw type kerncentrale, een snelle natrium gekoelde kweekreactor, die nog niet bestaat en als hij komt nog steeds behept is met een klein risico op een groot ongeval. De gesmoltenzoutreactor kent deze problemen niet. Omdat de splijtstof wordt opgelost in een gesmolten zout, is er geen temperatuurverschil meer tussen splijtstof en koeling. Daarbij stopt de kernreactie automatisch als de temperatuur te hoog wordt. Er kan dus niets oververhit raken, er kan geen explosief waterstof gevormd worden en er kan geen meltdown optreden. Maar volgens de Delftse onderzoekers is de mooiste eigenschap van de MSR dat alle brandstof verspleten wordt en omgezet in elektriciteit. Dat geldt voor thorium, maar ook voor bestaand gevaarlijk kernafval dat beetje bij beetje in de reactor kan worden opgestookt. De resterende splijtingsproducten zijn binnen driehonderd jaar nauwelijks meer radioactief. Dit vergemakkelijkt de geologische opberging. En heel belangrijk, het resterende afval zou ongeschikt zijn voor de productie van kernwapens.


22

Delta

TU Delft

23

Tekst: Damini Purkayastha

Who’s afraid of college rankings? TU Delft dropped from number 42 to 52 in the World Reputation Rankings survey conducted by Times Higher Education. Are authorities concerned?

I

n 2013, Forbes magazine wrote that “college reputations have been hijacked by rankings”. As competition among universities gets fierce, rankings have become a go-to for potential students and even investors when it comes to choosing universities. UKbased Times Higher Education (THE) conducts a reputation rankings survey each year, which takes into account a university’s reputation among researchers and academics around the world. In recently released results for 2014, TU Delft dropped to a slot between 50-60. The exact rank and score is withheld by THE, but TU is listed at 52. Meanwhile, in their overall university rankings, TU Delft is at number 71 (up from 2013). Why the decrease in reputation rankings then? “We received responses from over 10,000 academics from 142 countries, and they provided us with many tens of thousands of data points, but they do not give qualitative answers to our survey questions. All we can say is that fewer scholars this year named TU Delft as being the very best in the world, in both teaching and research, based on the respondent’s direct experience and disciplinary knowledge,” said Phil Baty, editor Times Higher Education World University Rankings. Scores for colleges ranked after 50 have been withheld as “the data differentials become too narrow.” Given that the margins are so small, university authorities are not worried either. Anka Mulder, Vice President, Executive Board, says even the current score is impressive and not something to be concerned about. “There have been no major faculty changes. It’s not always clear why we score better in some years than in other years. I do know that the differences between for example place 40 and 50 are very small. All things considered, the reputation of our university

‘For me, rankings were not something I subscribed to’

remains very good. Last year we were number 42, the year before we also ranked 51-60. TU Delft has a fantastic reputation worldwide and that is what matters most.” The top 100 represents just around 0.5% of the world’s higher education institutions and being on that list is no small feat.

to see where we can improve our performance. We also need a good academic reputation in order to attract funding, and ranking positions play a role in this. Finally, I know that prospective students and staff look at rankings as well, which is another reason why we take these rankings seriously,” said Mulder.

WHAT ARE RANKINGS?

THE LARGER EUROPEAN PICTURE

College rankings are surveys conducted among faculty, researchers and students around the world to create comprehensive lists of top universities and colleges. While the two big international lists are THE and QS World University Rankings, most countries also have college rankings of national schools, often conducted by education magazines. Institutions are ranked in terms of faculty, publications, citations, contribution to industry, patents, facilities and a number of other factors. According to THE, among technical universities in the world, Delft ranks at number 19. QS, which not only releases overall university results, but also calculates rankings in areas of research, ranked Delft at 86 in the overall 2014-15 survey. The university fared better in certain subject categories. Chemical engineering at TU ranked 8 and civil and structural engineering at 14. While chemical engineering has consistently been in top slots, the numbers have jumped up and down. Faculty Chairman Michiel T. Kreutzer said small fluctuations in numbers are not important. “We’re scientists so we’re used to dealing with numbers and uncertainty. It’s like when you measure photons from a device from one experiment to the next, the numbers fluctuate. You can only study a trend over a longer period of time,” he said.

There are around 35 European colleges in THE’s top 100 with six Dutch universities among them and the University of Maastricht coming in at 101. The QS rankings too have 6 Dutch universities among the top 100 and according to their website, the Netherlands ‘boasts 13 globally ranked universities’. “For us that’s more important. We were recently at a job fair in the US and while there are always jokes doing the rounds about ranking such and such, all the representatives of Dutch universities were really proud to point out that this country the size of one US state has so many world class universities to speak of,” said Kreutzer. According to Baty, the engagement with the rankings from Europe has increased “dramatically” in recent years. He attributes this to the increasing competition for international students. “One of the more recent developments is that competition among universities is growing. For example, a number of Asian universities have improved their positions in the rankings. That means that we have to work hard to keep a position in the top 100: constantly improve the quality of education and research, reach out to talent worldwide, work on our international profile,” added Mulder.

INVESTORS, STUDENTS AND CONCERNED PARTIES

In 2012-2013 a report by Nuffic stated that over 90,000 international students were enrolled in the Netherlands. In 2014, over 1,189 new international students joined TU Delft. Of these, there were 108 students from Greece, 87 from Italy, 218 from India and 184 from China. Dichao Wang, a Chinese student doing his master’s in architecture, says for him the university’s ranking was an attracting factor.

A survey conducted by Art&Science in 2013 found that two thirds of college bound students in the US reported being swayed by rankings. For research partnerships with institutions and investors too, a university’s global footing is important. “There are many rankings nowadays and they hold information that is useful for us, for example

DO STUDENTS REALLY CARE?

‘We have to work hard to keep a position in the top 100’ “Though it wasn’t only the comprehensive university ranking that I was looking at. I also looked at the faculty, famous architects from the university and the course.” PhD candidate Holly Robbins acknowledges that back home in the US rankings are highly regarded when it comes to master’s and bachelor’s courses. However, at the PhD level there are other considerations. “At this stage you look for a professor you want to work with, the kind of research you want to do and so, for me, rankings were not something I subscribed to,” said Robbins. Currently, most bachelor’s courses at TU Delft are in Dutch and global rankings thus become irrelevant for local students. “For most of us it’s a pretty straight forward. There are 2-3 technical universities offering the courses we want and they’re all high quality. So we look at the course, distance from home, rankings are not really part of the discussion,” said Dutch student Frans Liqui Lung. Liqui Lung is doing his bachelor’s in Applied Earth Sciences and is the secretary of student association Mijnbouwkundige Vereeniging.

THE CRITICISM As important as rankings seem to be, they have also come under criticism globally for oversimplifying categories of education and not providing the kind of qualitative information parents and students actually need before applying. According to Mulder, the most important criticism often made is that ranking such as QS and THE are mostly about research and hardly take education into account. “It is exactly that, which is most important to prospective students. And in the end, real quality matters more than rankings,” she added. <<


24

Delta

LEUK BEDACHT

SUDOKU VARIATION Solution Delta Sudoku 15 Voor advertenties bel met:

T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80

E delta@henjuitgevers.nl

H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel

In a regular Sudoku, every row, column and block of 3x3 cells must contain the digits 1 through 9 exactly once. In this Mystery Sums CalculoDoku, there are 17 further items to solve.

Delta bericht regelmatig over innovatieve ideeën. Maar wat is daar een paar jaar later van terechtgekomen? Hoe staat het bijvoorbeeld met het plan om de kleuren te bepalen van een verborgen schilderij van Van Gogh?

Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van

Er balanceren ballen op een rij.

Ginkel voor nadere informatie.

De eerste ketst en slingert even flink

If you love to solve more of these challenging Sudoku variations please visit www.sudoku-variations.com

These are groups of shaded cells. The sum of the numbers in each colour group is equal. So, for example, the sum of the numbers in one group of yellow cells is equal to the sum in the other groups of yellow cells. Adv_Minor Sustainable Development_vDEF:Opmaak 1 20-04-15 12:14 Pagina 1

Lees ‘m online www.delta.tudelft.nl

Minor Sustainable Development – Leiden University NOW OPEN FOR STUDENTS FROM TU DELFT! Are you interested in the worldwide sustainability issues we’re facing, like climate change, food security and waste processing? And do you want to know how to find solutions? Join the interdisciplinary Minor Sustainable Development! Besides the theoretical knowledge you’ll learn a lot of practical skills, like debating and presenting. Why? - Interactive education, personal feedback - inspiring guest speakers, excursions, field work - interdisciplinary approach - practical skills (debating, presenting, writing) When? 31 August 2015 – 29 January 2016 (1st Semester) How to apply? Application from 1-31 May: www.onderwijs.leidenuniv.nl/minoren More information: www.cml.leiden.edu/education FB: www.facebook.com/minorduurzameontwikkeling

GEDICHT O Newton

de laatste weg, terwijl ertussenin

Delta Magazine

© 2014 www.sudoku-variations.com

25

TU Delft

de ballen als bevroren zij aan zij HET IDEE De kunstwereld stond op zijn kop toen materiaalonderzoekers van de TU Delft en van de Universiteit Antwerpen in 2008 met een röntgentechniek aantoonden dat er een vrouwengezicht schuilging achter het doek ‘Grasgrond’ van Vincent van Gogh. De onderzoekers konden aan de hand van de röntgenfluorescentie van de verflagen het gezicht goed reconstrueren in zwart-wit. Maar welke kleuren Van Gogh de vrouw precies gegeven had, bleef grotendeels giswerk. Dat hiaat wilden de materiaalkundigen vervolgens opvullen met een andere techniek: foto-akoestische spectroscopie. De methode: door het doek met licht te bestralen, ontstaan er trillingen in het doek die op hun beurt via gevoelige microfoontjes de verborgen kleuren verraden. De methode stond in de kinderschoenen, maar was volgens materiaalkundige en kunsthistoricus dr. Joris Dik (3mE) de ‘enige methode om zuivere informatie te verzamelen over de kleur van verborgen verflagen’, zo vertelde hij aan Delta. TEGENVALLENDE RESULTATEN Prof.dr.ir. Andreas Schmidt-Ott van Chemical Engineering (Technische Natuurwetenschappen), die het technische gedeelte van het onderzoek leidde, vertelt dat de resultaten tegenvielen. “Je mag het schilderij niet fel belichten, want dan beschadig je het kunstwerk. Er dringt daardoor te weinig licht door naar de onderliggende verflaag.” Hoe het verborgen vrouwengezicht er precies uitziet, zullen we misschien wel nooit weten. “Ik zie niet in hoe we daar achter moeten komen.” ONBESLIST

HOE VERDER? Toch is het onderzoek niet helemaal doodgebloed. Een promovendus van Schmidt-Ott richt zich op een ander schilderij met een iets andere methode. Ir. Tim Zaman licht een kunstwerk van impressionist en pointillist Georges Seurat door met fotothermische tomografie.

Via deze techniek kan worden nagegaan welke kleuren onder het verfoppervlak worden geabsorbeerd. Met deze techniek kun je niet diep kijken, maar wel onder een vernislaagje. “Het schilderij dat ik onderzoek, hangt in het Kröller-Müller Museum. Het is bedekt met gore gele vernis”, zegt Zaman. “En dat laagje kan er niet meer van af. Het museum wil weten hoe het schilderij er oorspronkelijk uitzag.” Zaman onderzoekt ook een Azteekse codex. Codices zijn heiligschriften, geschreven ten tijde van de Azteken. Of beter gezegd getekend, want ze bestaan voornamelijk uit een soort hiërogliefen. “Er zijn er nog maar tien à twintig van over. De Spanjaarden hebben ze bijna allemaal vernietigd.” Niet alleen Van Gogh tekende over ouder werk heen, de Azteken deden dat ook. Onder de codex die Zaman onderzoekt, zit een ouder heiligschrift verborgen. Met fotothermische tomografie probeert de Delftenaar deze verborgen vertelling zichtbaar te maken. Helaas hebben de kunstenaars van destijds het pigment deels weg geschraapt voordat ze gingen tekenen. Maar mogelijk kan het verhaal toch voor een deel gereconstrueerd worden. “Dit onderzoek doet denken aan een avontuur van Indiana Jones”, lacht Zaman. (TvD)

de schijn ophouden van oneindigheid. De weerstand looch'nen we van jongs af aan terwijl we nota bene kunnen staan dankzij die bron van nonlineairiteit.

Maar als we nu die ballen inverteren en ze op een karretje van links naar rechts bijsturend in de lucht jongleren

blijkt de dempingsfactor schier ongrijpbaar nauwelijks tot niet te modelleren heus, je programmeert jezelf een blaar. Bauke Steenhuisen

Poëtische impressie van de scriptie ‘Stability of underactuated mechanical systems controlled with IDA-PBC in the presence of physical damping’ van Camiel van der Burg. Met dank aan Motiv en de film 'My Mission' over zijn afstudeerproces.


Delta

DESGEVRAAGD

OPINION The controversial Studium Generale lecture about 9/11 surprised Delta International Editor Molly Quell. Not for the opinion of conspiracy theorist Richard Gage but for the podium a prestigious university like TU Delft offered. What I remember most about September 11, 2001 is the fear. There were security guards telling us to take off our shoes and run. Cell towers overwhelmed with the number of people trying to make contact. I remember the terror, the choking panic I felt when I realized I couldn’t even contact my own father. All of it came flooding back to me when I listened to Richard Gage’s two hour lecture about what he claims really happened that day. He only focused on the Twin Towers and WT7 during his talk, but there were other planes that crashed that day. There was Flight 77, which crashed into the Pentagon after taking off from Dulles Airport. The airport

I used every time I travelled home. There was also Flight 93, which was brought down by passengers in Pennsylvania who were aware of what was unfolding on the ground. That flight was destined for the White House or Capitol Building, mere blocks from where I was that morning. Gage’s narrow-minded focus was but a small part of what was troubling about his lecture. As I sat in the audience, listening to him talk and feeling the

How could a university, a technical university no less, allow someone like Gage to present his ideas unchallenged? memory of that fear well up in my chest, I stared at blue TU Delft letters emblazoned across the back of the stage and wondered how a university, a technical university no less, could allow someone like Gage to present his ideas unchallenged. According to the head of Studium Generale, the independent organisation which hosted this lecture, Coen Vermeeren,

he was unable to locate a professor who was either available, with the “sufficient expertise” to rebut Gage’s claims. Apparently, the entire faculties of civil engineering and architecture were on vacation. I have no problem with Gage being allowed to speak. I find his ideas repugnant, but I believe in his right to express them. What I don’t believe in is a prestigious, technical university giving a platform to repeatedly disproven conspiracy theories without offering a single rebuttal. I didn’t have any idea at the time how much the events of that day would shape my life. From the inconsequential inability to buy plane tickets at the airport on the day of a flight to the thousands of lives lost in the subsequent wars, including my college boyfriend who was killed in Iraq. Sadly, my story is far from unique. The events of September 11, 2001 irrevocably shaped our world, and many people -- too many people -- bear the invisible scars of that old fear. We deserved better to listened to Gage’s views unchallenged. Molly Quell, editor international pages Delta

BOEKEN To do-list voor de wetenschap

In ‘Imminent Science’ verkent Giovanni Bignami de wetenschap van de komende vijftig jaar door de huidige vragen te extrapoleren.

Dit is geen science fiction, waarschuwt vooraanstaand astrofysicus Giovanni Bignami op de achterflap van zijn dunne boek ‘Imminent Science’. Het is een serieuze poging om de wetenschappelijke agenda voor de komende vijftig jaar in kaart te brengen. Zeker in zijn vakgebied loopt de theorie vaak decennia voor op de empirische bewijsvoering. Door goed te bestuderen wat nu speelt, valt volgens hem een onderbouwde voorspelling te doen. Bignami behandelt in zeven hoofdstukken evenzoveel terreinen waarop hij progressie voorziet: ruimtevaart, de aard van de materie, energievoorziening, life science, hersenonderzoek, genetica en wiskunde. Zijn aanpak is steeds dezelfde: wat is de stand van zaken, waar zitten de gaten in de kennis en hoe denken we die te dichten? Hij springt er steeds met zevenmijlslaarzen doorheen, dus de lezer zal zijn basiskennis over deze vakgebieden op orde moeten hebben. Neem energie. Fossiele brandstoffen gaan in de ban, behalve voor vliegtuigen (elektrisch vliegen ziet Bignami niet gebeuren). Duurzame energie

is een uitkomst, maar te grillig om een economie op te bouwen. Dus het wordt kernenergie. Kernsplitsing heeft te veel bezwaren, zodat de zoektocht naar kernfusie door zal gaan. Bignami denkt echter dat dit nog meer dan vijftig jaar zal kosten. In de tussentijd

Speculeren blijkt ook te kunnen zonder dat het science fiction wordt stelt hij een hybride fusie/splitsingcentrale voor, volgens een proces dat in theorie al decennia bestaat, maar in de praktijk nooit is uitgetest. Supergeleidende kabels zorgen dat elektriciteit overal gebracht kan worden vanuit een beperkt aantal centrales. Het is een kolossale hoeveelheid benodigd onderzoek, erkent Bignami, maar toen we honderd jaar geleden aan olie begonnen, hadden we ook geen idee hoeveel miljarden we erin zouden investeren. Als de noodzaak er is, is geld nauwelijks een beperking. Het kan allemaal volstrekt anders

lopen, geeft Bignami in het laatste hoofdstuk toe, omdat de loop van de geschiedenis ook drastisch kan veranderen door plotselinge doorbraken. Hij geeft een lijstje, met daarop onder andere de ontdekking van een onfeilbare leugendetector, een scherpe stijging van de zeespiegel en een bewijs voor de Riemann-hypothese. In honderd bladzijden stort Bignami een vloed aan intrigerende voorspellingen uit over de lezer. Hij doet dat in een soort raamvertelling rond een personage uit een verhalenbundel uit Italo Calvino, maar omdat hij niet de humor van Umberto Eco heeft, is de meerwaarde daarvan beperkt. Niettemin schetst hij vanuit een brede wetenschappelijke oriëntatie een plausibele toekomst. Speculeren blijkt ook te kunnen zonder dat het science fiction wordt. (CJ)

Giovanni Bignami, ‘Imminent Science, what remains to be discovered’, Springer, ISBN 97888470-5351-9

Stelling

Heb je een knagende vraag, dan kun je die tot 1 mei indienen op wetenschapsagenda.nl. Delftse onderzoekers laten deze kans niet aan zich voorbij gaan. '

D

e Agenda bundelt de thema’s waar de wetenschap zich de komende jaren op zal gaan richten’, meldt de site van de Nationale Wetenschapsagenda. Burgers, wetenschappers, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties; iedereen kan tot 1 mei 2015 vragen indienen. De agenda is een initiatief van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). “Op de TU is enthousiast gereageerd op dit initiatief”, zegt beleidsmedewerker Eva Hoogland. In opdracht van het college van bestuur heeft ze alle decanen aangespoord om vragen van hun medewerkers te verzamelen en op te sturen. “We hebben honderden vragen ontvangen. We hopen zo een stempel op de agenda te drukken.” Een greep uit de vragen: hoe ziet het internet van de toekomst eruit? Hoe blijft onze privacy in de digitale wereld van 2050 gewaarborgd? Hoe kunnen we de delta’s veiliger maken? Kunnen we gebouwen maken die honderd procent recyclebaar zijn? Die laatste twee vragen komen van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen. Decaan prof.dr.ir. Bert Geerken heeft bij zijn achterban veel vragen losgepeuterd. “De afloop en de impact van de agenda is nogal onze-

ker”, zegt hij. “Maar goed, je wilt niet achterblijven. Stel dat het wel impact krijgt.” Dat de implicaties van de agenda onduidelijk zijn, dat onderkent beleidsmedewerker Hoogland. “De overheid heeft geen middelen beschikbaar gesteld om de vragen te laten onderzoeken”, zegt ze. “Het idee is dat besluitvormers de agenda in hun achterhoofd

‘De agenda moet ruimte blijven bieden aan verbeelding en aan creatieve dwarsdenkers’ houden als er in de toekomst nieuwe gelden verdeeld worden. Het is vaag. Aan de andere kant is het mooi dat de bevolking betrokken wordt bij wetenschap.” Al kun je ook wel vraagtekens zetten bij het democratische gehalte. Via een onduidelijke drietrapsraket moet van de duizenden vragen een kleine selectie

27

TU Delft

overblijven. Een ‘Kenniscoalitie’ maakt een eerste selectie. In deze coalitie zitten onder meer de KNAW, universiteitenvereniging VSNU en onderzoeksfinancier NWO. Een belangrijk criterium is in hoeverre de vraag aansluit op bestaande onderzoeksagenda’s, zoals EU-projecten en de ‘topsectoren’ (samenwerkingsverbanden van bedrijven, universiteiten en overheid). Na enkele debatten in de zomer en het najaar maakt de coalitie een definitieve keuze. Prof.dr.ir. Tim van der Hagen, decaan van Technische Natuurwetenschappen, hoopt dat nieuwe verrassende vragen het selectieproces overleven. “Het is belangrijk dat de nieuwsgierigheidsgedreven vragen niet worden vergeten. Zoals Agendavoorzitter Beatrice de Graaf zegt: de agenda moet ruimte blijven bieden aan verbeelding en aan creatieve dwarsdenkers.” Toch is Van der Hagen enthousiast. “Het is goed dat het belang van wetenschappelijk onderzoek voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken zoveel aandacht krijgt. Ik vind wel dat de overheid voor de beantwoording van elke vraag op de wetenschapsagenda een fors bedrag ter beschikking moet stellen.” Prof.dr. Theun Baller (decaan 3mE) tot slot noemt de agenda ‘een uitstekende gedachte’. “Wellicht komen hier vraagstellingen uit voort waar onderzoekers zelf eerder niet aan hebben gedacht.” (TvD)

De wetenschap zou er bij gebaat zijn als men in plaats van artikelen te schrijven voor wetenschappelijke tijdschriften Wikipedia zou aanvullen. WIETSE VAN DIJK Werktuigbouwkundige Uit proefschrift ‘Human Exoskeleton Interaction’ “Er vindt steeds meer onderzoek plaats en er wordt steeds meer geschreven. Dat lijkt fijn, maar is dat ook zo? Het doel van de wetenschap is het zoeken naar de waarheid. Het Wikipedia format lijkt me daar geschikt voor. Je kunt er grote aanvullingen doen, maar ook kleine. Het feit dat iedereen er bij kan, betekent niet dat het onbetrouwbaar is. Er zijn onderwerpen die controversieel zijn, en er worden fouten gemaakt. Maar fouten worden snel hersteld op Wikipedia. Er heerst een zekere ethiek die niet slecht uitpakt. En dat probleem met fouten die gemaakt worden, heb je ook bij het huidige systeem met wetenschappelijke artikelen en peer review.” Verdediging 21 april

Strip: Auke Herrema

26


28

Delta

TU Delft

Text: Phillip Gangan Photo: Marcel Krijger

‘When you have very little of something, you pay attention to the details’

Flip back to page 22. We cover rankings in higher education and what it means for TU Delft in

English pages

English.

The TU Delft Executive Board has appointed Peter Russell as the new Dean of the Faculty of Architecture and the Built Environment (BK) as of May 1.

29

TU Delft

TU Delft student wins Shell Bachelor Master Prize TU Delft electrical engineering master’s student Zaid Thanawala was awarded the 2014 Shell Bachelor Master Prize.

I

n a ceremony at Wageningen University and Research Center, the Indian national received the award for Best Master’s Thesis and the Public Prize for his research on hydrogen production with the use of solar light. “It feels great to have won the Shell Master Award,” Thanawala said. “The award not only reflects on my personal achievements but also highlights the type of research activities that are being carried out at TU Delft. Each year, Shell invites bachelor’s and master’s students from the Netherlands’ four technical universities (TU Delft, TU Eindhoven, University of Twente

F

Following a rigorous international recruitment process, Russell was selected as successor to Karin Laglas, who left the university in July 2014. Currently, the Canadian national is the only dean at TU Delft without a Dutch background. He takes over from Professor Hans Wamelink who served as acting dean during a ten month interim period. “I feel honoured to be chosen as the next dean of this Faculty,” Russell said. “TU Delft has earned its great reputation through years of excellent pedagogy and excellent research. It is actually quite a privilege to be given the helm of such a storied institution. I am humbled by the choice. Nonetheless, I accept the responsibility and look forward to the challenges that lie ahead - both those known and those unknown.” According to TU Delft Rector Magnificus Karel Luyben, Russell was selected by the Executive Board for of his international experience. In their view, he fits exceptionally well with the BK Faculty’s global outlook. Moreover, Russell’s expertise in building intelligence and building information interfaces is considered to be in-line with the university’s research on intelligent cities. As the new dean, Russell intends to listen to members of the BK Faculty and to discuss the areas they think need improving. “I do have some of my own ideas,” he said, “but for now I am going to listen and learn.” Russell’s other main priority is to learn Dutch. When asked about the significance of architecture in the Netherlands, Russell praised the Dutch for making the most of what they have. “[...]

Delta

and Wageningen UR) to enter their research in the competition. The aim is to encourage young engineers to explore much-needed, sustainable technological solutions concerning the provision of energy, food and water. “To be able to continue to meet the future energy demand, we will need both the diversity of ideas, and the creativity and quality of innovations,” said Shell Chief Technology Officer Yuri Sebregts in an official press statement. This year, the awards committee praised Thanawala for his relevant technological contribution and his strong, innovative leadership.

SUSTAINABLE DEVICE Focusing on the efficient storage of electricity produced by renewable resources, Thanawala developed a sustainable, silicon-based photo-electrochemical device that generates hydrogen when illuminated and immersed in water. The hydrogen can either be converted into natural gas or used as a long term,

seasonal storage option. Resulting in a 12.3% solarto-hydrogen efficiency (as opposed to the desired 10% target), Thanawala’s silicon-based solar cell is a testament to the effectiveness of using solar-based devices in hydrogen conversion.

Thanawala won for his research on hydrogen production with the use of solar light “Personally, I am glad that my research got the credit it deserved“, says Thanawala. “ I spent a year working on my master’s thesis and to get this award means a lot to me.” Following his success, he hopes to gain relevant work experience before returning to India to start his own company and plans to focus on the development and installation of distributed renewable energy systems. (PG)

The Netherlands as Europe’s Energy Gateway?

Peter Russell: “TU Delft is the place where we ask the question, ‘How can we do this even better?’”.

when you have very little of something, you care for it, nurture it and pay attention to details,” Russell explained. “The Netherlands has always had a lack of space and so using it well has always been a priority. Designing the built environment means allocating resources to maximise the value - this appears to be a theme across all of Dutch society so it is natural that design plays an important role. The TU Delft is just the place where we ask the question, ‘How can we do this even better?’” Prior to his appointment, Russell served as Dean of the Faculty of Architecture at the Rheinisch-Westfälische Technische Hochschule (RWTH) Aachen, where he chaired the Dean’s council. He is also Professor of Computer Supported Planning in Architecture (CAAD) and the Rector's

Russell’s research centers on building information modelling, intelligent buildings and ambient assisted living

Emissary for Alumni Affairs. Besides his academic responsibilities, Russell is a partner at architectural firm IP Arch GmbH, Vice-chairman of the German Architecture Dean’s Council (DARL) and founding member of the European architectural research network ARENA. Earning his master’s degree in Architecture from the Technical University of Nova Scotia, Russell’s research centers on building information modelling, intelligent buildings and ambient assisted living. In 2010, he chaired the Research Evaluation Committee for Architecture and Urban Planning in the Netherlands, which conducted a joint assessment of the TU Delft and TU Eindhoven architecture research programmes and institutes. That being said, Russell is no stranger to TU Delft and the BK Faculty. A full interview with Peter Russell will be published in the upcoming Delta special, English-language edition.

The Netherlands could become a major European energy hub in the near future according to scientists at TU Delft. Given its strategic location, infrastructure and advances in scientific research, the country could potentially take on a leading role in the European energy market if it learns to play to its strengths.

I

n order to prepare the Netherlands for complex changes in its energy infrastructure, while ensuring continuous economic prosperity, TU Delft has initiated a movement to harness the nation’s power and direct it towards the European energy sector. Entitled “The Delft Plan: the Netherlands as

Europe’s Energy Gateway”, the proposal offers a future direction for policy, market actors, science and other stakeholders in the energy field. It envisions the Netherlands as the primary coordinator of Europe’s fast-changing energy market, managing the conversion, transportation and storage of energy across the continent. “The energy system is complex,” said TU Delft Professor Paulien Herder, Chair of the Delft Energy Initiative and co-initiator of the Delft Plan, in a statement on the TU Delft website. “It is a market that involves many different energy carriers, as well as a range of methods of storage and conversion. Such a market requires some form of direction. Whoever can convert, store and transport energy the most efficiently and profitably will be able to provide this direction.” Based on TU Delft’s proposal, the Netherlands must establish an integrated and flexible system, whereby energy conversion and storage forms a bridge

between fluctuating supply and demand. Since energy is generated from a number of different sources, conversion between various energy carriers and carbon sources is required to ensure that European consumers are supplied with the desired amount of energy in the desired form at all times. The Delft plan was developed based on the input of TU Delft scientists and various stakeholders in the energy sector. “In the ideal European energy market, you would use solar energy to generate power in southern Europe, wind energy in the Netherlands, the United Kingdom and Northern Germany, nuclear power in France and hydroelectric power in Scandinavia and the Alps,” said Tim van der Hagen, Dean of the Faculty of Applied Sciences and initiator of The Delft Plan. “Such a complex and integrated system would require direction, however, and the Netherlands ticks all the right boxes for that role. In fact, all we need is to continue doing what we are best at.” (PG)


30

Delta

Text: Daniela Stow Cartoons: Auke Herrema

TU Delft

Delta

SCIENCE

DELFT SURVIVAL GUIDE

Ice propelling nanosatellites Hydrazine, one of the most widely used rocket propellants, is toxic and severely carcinogen. Why not use water instead? Delft researchers are working on a new propulsion concept for icepropelled nanosatellites.

Surviving Dinglish You put in the effort and learnt the basics of Dutch. But even the most bilingual of Dutch sometimes throw the odd curve ball into the conversation. You’ve now experienced Dinglish. Dinglish is Dutch-English, or a directly translated phrase from Dutch to English that makes little or no sense. According to Joe Neeson, organiser of the international expat group The Delftians, “While potentially confusing, I think Dinglish is funny for those who speak Dutch and English.” To allow you to share in the joke next time a friend, colleague or random Dutch stranger uses Dinglish we have worked together to compile a list of common Dinglish phrases and words to help you through that next awkward conversation.

FIVE COMMONLY USED DINGLISH PHRASES Iemand op de kast jagen - Chasing somebody onto the closet. Not to be confused with coming out

of the closet, this phrase refers to pushing someone’s buttons or intentionally irritating them. It’s a light-hearted phrase, so if somebody apologises for irritating you by saying they were simply chasing you on the closet, don’t be alarmed. At least you know how to chase them right up into that closet with you by pointing out their mistake.

31

TU Delft

Nu komt de aap uit de mouw - Now comes the monkey out of the sleeve. This refers to a situation when somebody accidentally gives away a secret piece of information which lets you know they have been lying to cover a hidden agenda. The English variation is ‘to let the cat out of the bag.’ Je maakt me blij met een dooie mus - You made me happy with a dead sparrow. Used when somebody has been made happy with a piece of information that then turns out to be untrue, or that a piece of information was lacking which changes the outcome of the event. An example: if you are offered a ticket to

a festival by a Dutch friend and you accept assuming it’s a gift (as it’s been offered to you) only to discover you have to pay for the ticket that would be a dead sparrow. Hij viel met zijn neus in de boter - He fell with his nose in the butter. Making reference to someone being lucky in a certain situation. Je bent een dief van je eigen portemonnee - You’d be a thief of your own wallet. This phrase refers to buying anything that is on sale or a very cheap price compared to what one would expect to pay for a similar product elsewhere.

FIVE COMMONLY USED DINGLISH WORDS There are also a few words that you are likely to come across during your stay: Original Dutch

Dinglish translation

Correct English translation

kippenvel

chicken skin

goose bumps

handschoenen

hand shoes

gloves

waterkoker

water cooker

kettle

pindakaas

peanut cheese

peanut butter

Angelo Cervone, Barry Zandbergen and their team of researchers at the Faculty of Aerospace Engineering described a simple and reliable propulsion system that uses water ice for nanosatellites. Once in space, the ice, stored at very low pressure (less than 1% of the atmospheric pressure at sea level), sublimates and releases vapour molecules. Some of these water molecules bounce against a hot plate to gain speed before escaping into outer space, thereby generating thrust. Nanosatellites are spacecraft with a launch mass lower than 10 kg. They are cheap and popular for student projects. About 200 nanosatellites are currently in orbit, two of which are from TU Delft; Delfi-C3 (2008)

'No land shortage’

Mock-up of Delfi-C3. One of its successors may be propelled by water. (Photo: Tomas van Dijk)

and Delfi-n3Xt (2013). The next step in nanosatellites is an on-board micro-propulsion system. While most research groups in this field focus on accelerating charged particles (typically of an inert gas) as a means of thrust, the Delft researchers thought of water. “We did calculations and simulations proving that our micro-propulsion device using ice can deliver an excel-

lent performance”, said Cervone. The challenge is to keep the water frozen. In space, the satellite itself is still kept at ambient temperature (usually between 0 and 30°C) by its thermal control system, but the outside environment is very cold (about -270 °C) which helps to efficiently freeze the water inside the tank. (JW)

Phones leading the way in Senegal A Delft team won the Transport Prize in the Data for Development (D4D) Challenge. They showed how to use mobile phone data to optimise road planning. The idea behind the D4D Challenge by telecom provider Orange is to use big data usage techniques in developing countries to achieve sustainable development in energy, health, agriculture, national statistics and transport. The TU Delft team, consisting of master's student Yihong Wang, Assistant Professor Dr Gonçalo Correia and Professor Erik de Romph from the Department of Transport and Planning (CEGS), came out as winners of the Transport Prize. The competition focussed on the West African nation

SHORT

of Senegal that urgently needs new roads and upgrading existing roads. But the question is where? When planning new or upgraded infrastructure, the first thing that transport planners will want to know is the demand of travel between areas. The number of travels between two areas A and B is proportional to the numbers of people in A and in B, divided by the effort it takes to travel between A and B. The problem is that such data don’t exist for Senegal. Now, wouldn't it be great if you could use mobile phone data instead of national statistics? The good news is that the TU Delft team has shown that they can indeed derive relevant transport data from Call Detail Records (CDR's) as provided by Orange over the year 2013. These GSM traffic data were used in a road network

model to determine where upgrades or new roads are most effective. There is an element in choice involved here. The team decided to improve accessibility first in the least accessible regions. The result is a map showing new roads east and west and two major upgrades at both sides of the country. De Romph believes that not only are telephone data perfectly suitable to understand and predict mobility patterns, but also they may be better than the conventional statistics. For instance, if data shows that there is no telephone traffic between neighbouring cities (because of cultural differences) the road building budget is better spent elsewhere. (JW) delta.tudelft.nl/29801

The Scientific Committee on Problems of the Environment (SCOPE) launched a 700page report stating the availability of land is not a limiting factor for biofuels. Furthermore, it says that bioenergy can contribute to sustainable energy supplies, local development and food security. Even under the conditions of rising urbanisation and increasing food demands. The authors launched the SCOPE report in Sao Paulo on April 14, 2015. Further presentations have been planned: at the World Bank (no date provided) and during the Sustainable Energy Week in Brussels on June 16-18, 2015. delta.tudelft.nl/29795

Sailing for plastic

Ocean Cleanup, founded by former TU Delft student Boyan Slat, announced an expedition to search for plastic in the Pacific Ocean in August this year. Up to 50 sailing ships will cover a square area between California and Hawaii in parallel tracks while looking out for floating plastic debris. The idea behind the Mega Expedition is to create a high-resolution map of plastic on 3,500,000 km2 of ocean in three weeks. Slat will use the plastic map to prepare the launch of his passive clean-up technology next year. delta.tudelft.nl /29812

Cloud computing

Clouds used to be the least understood chain in the weather system. But that lack of knowledge might be over soon because computed clouds are becoming ever more similar to the real thing. The key to this success is large-scale parallel computing with 256 graphic processing units. Together with researchers from EEMCS PhD student Jerôme Schalkwijk (AS) developed a version of the computer programme GALES which calculates clouds on the basis of distribution of temperature and moist in the atmosphere. Schalkwijk defended his thesis on April 21, 2015. delta.tudelft.nl /25929


Contents International

22

Who‘s afraid of college rankings

30

Surviving Dinglish

Text: Caroline Vermeulen Photo: Marcel Krijger

31

Science

WHAT'S HIDING?

Beijerinck Museum

In the attic of the Department of Biotechnology lies an archive of papers and many of the tools of the first three bioscience professors at TU Delft: Martinus Willem Beijerinck, Gerrit van Iterson and Albert Jan Kluyver.

O

ne room is maintained as a small museum, with the desk and furniture from the office used by Beijerinck and Kluyver. The clock from Beijerinck’s private lab is on display, along with a selection of photographs and their original lab keys amongst other things. “It’s set up to look as though the professor has wandered off for a cup of coffee,” explained curator, Dr. Lesley Robertson. A second room has climate-controlled archival storage where letters, manuscripts, drawings and lab journals are kept. There is also a substantial collection of teaching aids including wall charts, plant models and some 27,000 glass negatives, some of which date back to the 1880s. The museum is run largely by a group of volunteers, led by Robertson. The team is in the process of digitalizing and cataloging the entire collection. “Part of the collection

is scanned, but none of it is really digitized in such a way that’s its usable by anyone outside of the team,” explained volunteer, Louise Grütter Dyer. They often have researchers visit from all over the world. Robertson has been with TU Delft for over 40 years, yet every week new discoveries are made. “You just can’t predict what’s going to come out of the boxes,” she said. The team recently discovered copper discs which led them to an anorthoscope. Robertson writes a blog where she shares their finds. “You don’t have to be a scientist to be interested in this collection. Kluyver in his letters just loves to gossip. He mentions going to a conference with Einstein, for example. The social history is fascinating,” said Grütter Dyer. “It’s a snapshot of a period of TU Delft.” When the department moves to new premises in 2016, the collection will be relocated to the science centre. In their new home they hope to become more accessible, with tours available.

BEIJERINK MUSEUM Department of Biotechnology, Julianalaan 67. Opening hours: Tuesdays by appointment only. beijerinck.bt.tudelft.nl delftschoolmicrobiology. weblog.tudelft.nl

See delta.tudelft.nl for the translation of page 18: 'The future of nucleair energy'


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.