Delta nr. 16
25 april 2013
Afscheid van een waterprins
leve de koning reportage
interview
reportage
wubbo met vijf jaar na bijlmerboy frank wassenberg pensioen de brand
english pages inside see page 28
8 Delta nr. 16
25 april
2013
“Soms vraagt een redactie een archieffoto die niet voorhanden is. In zo’n geval moet deze dus worden gemaakt. Wel een extra uitdaging dat het Koninginnedag moet voorstellen in combinatie met water. Gelukkig waren de studenten van Virgiel zo meewerkend dat het een echte Oranje-plaat is geworden.” (Fotograaf Hans Stakelbeek)
REAGEER!
16
www.delta.tudelft.nl
colofon
Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.
Redactie Frank Nuijens (hoofdredacteur) - @franknu, Katja Wijnands - @kwijnands, Dorine van Gorp - @dorinevangorp, Saskia Bonger - @sbonger, Tomas van Dijk - @tomasvd, Carlijn Remmelzwaal - @c_remmelzwaal, Connie van Uffelen - @connievanu, Jos Wassink - @joswashere Medewerkers aan dit nummer Tina Amirtha, Jorinde Benner, Robbert Fokkink, Dap Hartmann, Auke Herrema, Job Hogewoning, Heather Montague, Damini Purkayastha, Molly Quell, Jimmy Tigges, Foto’s Sam Rentmeester, Hans Stakelbeek Bladconcept en vormgeving Maters & Hermsen, Leiden
Lay-Out Liesbeth van Dam, Saskia de Been Redactie-adres Universiteits-bibliotheek, Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848, delta@ tudelft.nl Advertenties H&J Uitgevers, 010 451 5510, delta@henjuitgevers.nl Druk Deltahage, Den Haag Oplage 8.000 Jaargang 45 ISSN 2213-8838 Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op de website. Meer informatie op: www.delta.tudelft.nl/colofon
reportage
achtergrond
vijf jaar later
studentenmagneet
Vijf jaar nadat de faculteit afbrandde staat Bouwkunde er goed voor met een bruisend nieuw onderkomen: BK City. Met een foto-expositie staat Bouwkunde een week lang stil bij de gebeurtenissen op 13 mei 2008.
Een van de bekendste en markantste hoogleraren van de TU neemt afscheid: Wubbo Ockels. Zijn strijd voor een duurzamere wereld sprak velen aan, al lag hij geregeld onder vuur.
20
28
Delta 17 verschijnt op dinsdag 21 mei
cover
english pages
waterprins
talking books
Onze kroonprins met een passie voor water wordt koning. De TU Delft droeg bij aan zijn ontwikkeling tot waterprins. “Op de faculteit civiele techniek begonnen alle bellen te rinkelen.”
There’s no better book than the book of human experience. That’s why visitors to the Human Library borrow people instead of books.
VERDER Column 04 KORT NIEUWS 05 SPORT 06 KRIEP 07 DESGEVRAAGD 07 INTERVIEW 12 PARTYSPOTTERS 15 JOB DE KOK 15 BACHELOR 23 Column 25 APPS 25 SCIENCE 29 SURVIVAL GUIDE 30 TALKING POINT 31
Delta Ik ben altijd bijzonder geïnteresseerd in wat mensen lezen en gelezen hebben. Je boekenkast biedt immers een intiem kijkje in je persoonlijkheid. Iemand die Orwell en Kafka leest, is toch een heel ander mens dan iemand die Kluun en Heleen van Rooyen leest? Niet voor niets luidt een bekend gezegde: Toon mij uw boekenkast en ik vertel u wie u bent. In ‘De Verrekijker’, het nogal teleurstellende Boekenweekgeschenk van dit jaar, vraagt Kees van Kooten zich af hoe dat straks werkt met e-books. Nu kijk je, als je ergens op bezoek bent, heimelijk of juist heel nadrukkelijk naar de inhoud van de boekenkast. Moet je straks iemand vragen naar de inhoudsopgave van zijn e-reader? Nadat haar moeder was overleden, verschenen in de eetkamer van een goede vriendin drie goedgevulde boekenkasten. Ik zag Solzjenitsyn, Gerard Reve, Philip Roth, Vestdijk, Tolstoj, Raymond Carver en nog veel meer grote namen. Wat een verschil met de boekenkast die mijn moeder me naliet: Bartje, Merijntje Gijzen, Doctor Vlimmen, Kees de Jongen, Sil de Strandjutter. Op zich niks mis mee – ik heb beide laatste boeken ook gelezen, en Sil de Strandjutter zelfs op Terschelling zoals het hoort – maar de zwembadpas van Kees is toch van een iets ander allooi dan de klacht van Portnoy. Om nog maar te zwijgen van de vele boeken van Heinz G. Konsalik (‘Een man als een orkaan’, ‘Heet als de steppewind’) en Willy Corsari (‘Schip zonder haven’, ‘Een gast in uw huis’) die nu mijn eigendom waren. Dit jaar vroeg ik de studenten van mijn vak turning technology into business voorafgaand aan het eerste college naar hun favoriete boek. De antwoorden waren nogal verrassend. Ik had niet aangegeven of het fictie of non-fictie moest zijn, en de verhouding bleek ongeveer gelijk. Niemand noemde de Bijbel of een ander religieus boek. Er zaten zwaargewichten tussen als Céline, Aldous Huxley, George Orwell, Ayn Rand, Dostojewski en Nietzsche. En er was lichtere kost: Khaled Hosseini, Carlos Ruiz Zafon en Ken Follet. Iemand noemde ‘Bicycling Science’ van David Wilson. Geen werktuigbouwstudent, zoals je misschien zou verwachten, maar een student sustainable energy technology. Voor iemand anders was ‘De kleine Johannes’ van Frederik van Eeden zijn favoriete boek. Ik vraag me af of hij na de middelbare school, waar dit boek ongetwijfeld op de literatuurlijst stond, nog wel eens een ander boek gelezen heeft. Twee studenten, die elkaar niet kenden, kozen voor ‘The Selfish Gene’ van Richard Dawkins. Tijdens het eerste college bleken ze naast elkaar te zitten! Vier studenten hadden geen favoriet boek, hetgeen me verbaasde. Misschien konden ze niet kiezen en moet ik de vraag volgend jaar anders stellen. Ik vrees echter dat studenten tegenwoordig nog maar heel weinig boeken lezen. Jaren geleden stond in Delta zo’n geinig kort gesprekje met een student: Waar ben je op weg naar toe? Wat heb je op je brood? Heb je een vriendin? Wat is je favoriete boek? Het antwoord op die laatste vraag was: ‘De Ontdekking van de Hemel’, waaraan hij toevoegde: ‘maar ik heb het niet uitgelezen.’ Tja… Dap Hartmann is astronoom. Hij werkt als onderzoeker bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.
TU Delft
1 Het winnen van deze award is een stimulans om nog beter te presteren in de toekomst.
Shokoufeh Cheheili Sobbi, studente life sciences technology aan de TU Delft en geneeskunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen, heeft de Echo Bèta Techniek Award gewonnen. De prijs wordt jaarlijks uitgereikt door Expertisecentrum Diversiteitsbeleid (Echo) aan een getalenteerde niet-westerse student in het hoger onderwijs. De studenten worden niet alleen beoordeeld op hun bovenmatige studieprestaties, maar ook op hun maatschappelijke bijdrage. De prijs die Cheheili Sobbi wint is een summercourse aan de University of California Los Angeles (UCLA).
2 Ik heb terecht
4 Jammer dat ik nu niet op vakantie
gewonnen van de andere TU-finalisten
nee
ja
ja
kan in de zomer.
5 “Op vraag 3. Vooral de taalbarrière maakt het voor allochtonen
3 Vooroordelen en een negatief imago maken het allochtone studenten nog altijd lastig te excelleren.
ja/nee
moeilijk om te excelleren. Taal is een belangrijk element in communicatie. De taalbarrière maakte het in het begin moeilijk voor me om mijn capaciteiten te laten zien en ik moest die barrière compenseren. Als niet-westerling moet je net iets meer je best doen en bewijzen. Maar als je stevig in je schoenen staat, een goed CV hebt en een sterke persoonlijkheid, dan staat iedereen achter je en kijken ze niet meer naar je etnische achtergrond.” www.delta.tudelft.nl/26597
21 Bijna 21 fulltime banen verdwijnen bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management. Het faculteitsbestuur wil de functies opheffen om ruim twee miljoen euro te bezuinigen op personeelslasten. De meeste medewerkers worden boventallig door samenvoeging van de twee kleinere afdelingen innovation systems en values & technology. De ondernemingsraad maakt zich zorgen over het onderwijs: is het onderwijsaanbod nog wel afgestemd op de vraag? En: beseft de faculteit dat veel vakken niet meer worden gegeven? Volgens decaan Theo Toonen is er zorgvuldig naar de onderwijsportefeuille gekeken.
Tweets
(Foto: Ted van Zeestraten)
columnDAPHARTMANNBOEKEN
4
Kort Mailbox lichten
De Harvard University raakte onlangs in opspraak toen bleek dat beheerders heimelijk in de e-mail van decanen hadden gezocht. Ook de TU ‘licht’ wel eens de mailbox van een medewerker, zo blijkt. Er liggen zelfs twee zaken bij Justitie van medewerkers wier mailbox ‘in beslag is genomen’, omdat ze zich niet aan de regels hebben gehouden. www.delta.tudelft.nl/26603
Bsa tweedejaars Actievoerders van de stichting Diensten en Onderzoek Centrum Palestina startten woensdag 17 april op de TUcampus hun actie tegen G4S. Ze beschuldigen het beveiligingsbedrijf van betrokkenheid bij Israëls ‘illegale activiteiten ten aanzien van Palestijnen’. Ze hopen dat de TU G4S hierop wil aanspreken, maar de universiteit hield de boot af. De vooraanstaande mensenrechtenadvocate en hoogleraar Liesbeth Zegveld zei naar aanleiding van de actie dat druk vanuit de TU Delft invloed zou kunnen hebben op de situatie in Israël. (Foto: Sam Rentmeester) www.delta.tudelft.nl/26600 en /26601
Coole trips Nogal wat studenten van de TU Delft houden van avontuur. Zo gaan Laurens de Rijke, Rutger Hofste en Bauke van Gameren vanaf 26 april de oude zijderoute rijden: de route waarlangs handelskaravanen vele eeuwen zijde uit het oosten naar het westen vervoerden. De jongens rijden via Europa door Turkije, Georgië, Azerbeidzjan, Turkmenistan, Oezbekistan, Tajikistan, Kirgizstan, Kazakstan, Rusland en Mongolië. Om het nog avontuurlijker te maken zal Laurens de Rijke dit doen op een vijftig jaar oude Vespa. Zijn mede-avonturiers rijden met een Lada Niva.
Wie ook die kant op gaan zijn Laurens van Dort en Jurre Moormann (die aan de Erasmus Universiteit Rotterdam studeert). Zij rijden deze zomer vanaf Londen naar Ulaanbaatar in Mongolië. Deze trip van meer dan zestienduizend kilometer lengte is voor het goede doel: sponsorgeld gaat naar Cool Earth(www. coolearth.org) en de auto en meegenomen spullen doneren ze om de lokale economie in Ulaanbaatar te stimuleren.
Universiteiten en hogescholen mogen van de Tweede Kamer vanaf september 2014 experimenteren met het wegsturen van trage tweedejaars studenten. Wie te weinig studiepunten haalt, moet de opleiding alsnog staken. De Tweede Kamer wil het experiment klein houden: hooguit één op de tien studenten mag ermee te maken krijgen. www.delta.tudelft.nl/26585
Tweede studies Onder: Laurens de Rijke (rechts) en Rutger Hofste gaan met hun vijftig jaar oude Vespa vanaf 26 april de zijderoute rijden. Links: Laurens van Dort en Jurre Moormann (niet op de foto) reizen deze zomer voor het goede doel naar Mongolië. (Foto’s: Hans Stakelbeek)
Studentenorganisaties ISO en LSVb noemen de prijsverschillen tussen ‘tweede’ masterstudies ‘schrikbarend groot’ en ‘belachelijk’. Uit de Keuzegids Masters 2013 blijkt onder meer dat een bètamaster aan de Universiteit Utrecht tien maal duurder is dan aan de technische universiteiten van Delft en Eindhoven. www.delta.tudelft.nl/26593
WC-fraude
Maastrichtse studenten mogen in het vervolg nog maar eenmaal per tentamen naar de wc. Zo moet voorkomen worden dat ze op de wc gaan spieken. De TU Delft heeft geen last van deze wc-fraude, voor zover Nellie van de Griend, interim-directeur onderwijs- en studentenzaken, weet. “Onze regels zijn strenger.” www.delta.tudelft.nl/26576
Minder Erasmusbeurzen
De populaire Erasmusbeurzen dreigen de dupe te worden van Europese bezuinigingen. Het Erasmusprogramma zou de komende jaren twee miljard minder krijgen dan gepland. Daarmee kunnen tot 2020 niet vijf miljoen, maar vier miljoen studenten een periode in het buitenland studeren. www.delta.tudelft.nl/26591
IN THE SPORTLIGHT Sanne van der Star
sportzaken
Volgens kenners een typisch korfbalpostuur: slank en atletisch.
Specs
1.72 mtr Gewicht
57 kilo Geboortejaar 1991
Kersvers clubshirt met clublogo van Paal Centraal en opdruk van de nieuwe sponsor Proficium. Nog niet in gespeeld.
studie: Bedrijfswiskunde (HHS, locatie Delft)
sport:
Korfbal bij Paal Centraal
andere sporten: In het verleden tennis en turnen Sterke punten: “Timing, op het juiste moment aangespeeld kunnen worden door de aangever.” Zwakke punten: “Een-op-een-duels.” Blessuregevoeligheid, lichamelijke zwakheden: “Ik heb ooit mijn linkerknie verdraaid. Heb daar wel last van, behalve bij korfballen.”
Standaard korfbalrokje.
Hoogtepunten/ prijzen: “Bij de junioren van mijn oude club in ‘s Gravendeel ben ik ooit drie keer in één jaar kampioen geworden.” Waarom zou je gaan korfballen? “Omdat het een heel gezellige sport is die iedereen kan leren.” Waarom bij Paal Centraal? “Omdat je daar blanco begint, de club staat open voor iedereen. Het gaat daar echt om je korfbalkwaliteiten en niet of je familie bent van iemand.” Ambities? “Ik ben nu nog algemeen reserve omdat ik net lid ben geworden. Ik wil graag volgend seizoen in de selectie komen.”
Echte PC-sokken, met clublogo.
Geleende basketbalschoenen. Missen de enkelondersteuningen van echte korfbalschoenen.
Foto: Sam Rentmeester
Ergens een hekel aan? “Onsportief gedrag in het veld. Gelukkig gebeurt dat niet veel.” (JT)
kracht, kennis en karakter Het is weer voorjaar en dus tijd voor de Batavierenrace. Maar ook voor een survivalrun in het Mekelpark, het NSK windsurfen en een regatta als inwijding van een gloednieuwe roeibaan. De voorbereiding van het TU-team op de Batavierenrace (27 april) is in handen van de studententak van atletiekvereniging De Koplopers. “We zijn nog niet sterk genoeg om mee te dingen naar een podiumplaats in het universiteitsklassement”, tempert Wouter Hordijk bij voorbaat de verwachtingen. Strijden om de medailles is volgens de teamleider een kwestie van langetermijnplanning. Vorig jaar wonnen de studerende Koplopers onder de naam S.N.O.T. het algemeen klassement van de befaamde estafetterace. “Maar daar zaten ook oud-studenten in en studenten uit Rotterdam. Die mogen niet meedoen met het officiële TU-team.” Toch ziet Hordijk kansen: “Er is ook een prijs voor het universiteitsteam dat zich het beste verbeterd heeft. Vorig jaar deed de TU het niet zo best, dus die prijs moet haalbaar zijn.” Voor de echte avonturier houdt buitensportvereniging Slopend op 2 mei in en rond het Mekelpark een open survivalrun. Dat betekent rennen, in touwen klimmen, over balken kruipen. ‘Een strijd tegen de elementen, op kracht, kennis en karakter’, aldus de omschrijving op de clubsite. “Het is een gave uitdaging om het hele parkoers af te leggen”, moedigt secretaris Jasper Velthoen studenten aan om mee te doen (www.slopend.com). Voor de twee euro inschrijvingsgeld krijg je behalve een wedstrijdnummer ook een mooi bedrukt shirt. “Bovendien is het megagezellig. Vorig jaar was het vreselijk weer en toch kwam iedereen met een lach over de finish, voldaan, omdat met elkaar de hindernissen waren overwonnen.” In het eerste weekend van mei organiseert Laga de Damen Raceroei Regatta, op de gloednieuwe Willem-Alexander Baan in Zuidplas. Het is de eerste officiële kortebaanwedstrijd op deze internationaal goedgekeurde roeibaan vlakbij Rotterdam. Wanneer het mede door het Delftse Plankenkoorts georganiseerde NSK windsurfen op het IJsselmeer precies plaatsvindt hangt af van de wind. Diverse weekends in mei en juni staan alvast aangekruist (www.ijsselmeercrossing.nl). Overigens wordt en werd er dezer dagen ook nog binnen vier muren gesport. De zaalvoetbalsters van FC Tutor konden kampioen worden, als zij in Scheveningen zouden winnen van concurrent SC Noordzee. De eerste helft verliep naar wens, rapporteert aanvoerster Nanda Naber. “We kwamen met 2-0 voor. Na de rust ging Noordzee meer druk zetten en ruwer spelen. Uiteindelijk hebben we met 3-1 gewonnen.” De titel werd tot in de kleine uurtjes gevierd in The Crazy Piano’s. (JT) Tips? Jimmy.tigges@hetnet.nl
Delta
7
TU Delft
Desgevraagd De BBC meldt dat een Indiase techniekstudente een beha heeft ontworpen die de draagster beschermt door aanvallers een elektroshock toe te dienen.
Waar zou jij de Delta graag zien willen liggen en lezen?
Schokkende lingerie
sodemieter, maar het kan geen kwaad.” Studenten elektrotechniek in de sociëteit vonden het leuk om zo’n opgeladen condensator bij iemand in de broekzak te laten glijden en dan te wachten tot hij zijn hand in zijn zak deed. Tsjak! Zonder
bleef zitten. Dat kan best ontmoedigend werken.” “Ik vond het een sympathieke gimmick”, zegt prof.dr. Isabel Arends, hoogleraar biokatalyse en voorzitter van Dewis (Delft Women in Science). Wel vraagt ze zich af of gebruik zomaar is toegestaan, omdat de vinding toch in de categorie pepperspray zit. Het bericht deed haar ook denken aan de verplichting in Japan om fotograferende mobieltjes van een geluidje te voorzien. Dat is ingevoerd om het mannen in de metro moeilijker te maken vrouwen onder de rokken te fotograferen. “Op het moment dat een geluidssignaal hierbij verplicht werd, konden ze dit niet meer ongemerkt doen en nam dit verschijnsel zienderogen af.” Het sympathieke van de schoklingerie vindt Arends dat het de
‘De reactie is soms dat vrouwen zich meer moeten bedekken, maar deze vinding geeft daar een eigen zelfbewuste draai aan’ batterij is zo’n schok eenmalig en loopt de lading bovendien langzaam weg. Dat een eenmalig schok afschrikwekkend kan zijn, weet Van der Sluis uit ervaring. “Vroeger zaten we te solderen in radio’s of televisies met condensatoren in de voeding. Als je die toevallig even met je pink aanraakte, kreeg je toch een enorme klap die een tijd in je spieren
vrouwelijkheid inzet voor de zelfverdediging. “De reactie is soms dat vrouwen zich meer moeten bedekken, maar deze vinding geeft daar een eigen zelfbewuste draai aan.” (JW)
11% DOK
56%
Lunchcafé Zondag
33%
Anders, namelijk...
Kijk voor de nieuwe poll op de Facebookpagina van Delta. www.facebook.com/tudelta
Strip: Auke Herrema
Getriggerd door de gewelddadige groepsverkrachting eerder dit jaar in Delhi, maar ook door de machteloze positie van vrouwen in India, kwam Manisha Mohan, studente luchtvaart- en ruimtevaarttechniek aan de SRM universiteit van Chennai, onlangs in actie. ‘Het is hoog tijd dat er een einde komt aan deze sociale misstand’, verklaarde de Indiase tegenover de BBC. Samen met twee medestudenten knutselde ze een apparaatje in elkaar dat opdringerige types afschrikt met een elektrische schok van 3,800 kilovolt, volgens de BBC-correspondent Fiona Graham. ‘Het systeem is voorzien van een isolerende laag die de draagster beschermt’, aldus Mohan, die verder uitlegt dat het pas vanaf een bepaalde druk- of trekkracht actief wordt. Een tedere aanraking brengt geen schok teweeg, terwijl de draagster die zich onveilig voelt wel een schok kan uitdelen via een handbediening. “Ik vond het een prikkelend nieuwtje”, reageert hoogleraar elektriciteitsvoorziening prof.ir. Lou van der Sluis opgewekt. De opgegeven spanning van bijna vier miljoen volt is ridicuul, zegt Van der Sluis. Hij ontdekte dat de condensator op de foto maximaal 330 volt aankon. “Dat geeft een enorm op-
Bouwku
ndeblues Met een foto-expositie staat Bouwkunde een week lang stil bij de brand die de faculteit vijf jaar geleden trof. De ramp leverde Bouwkunde in recordtempo een bruisend nieuw onderkomen op, maar ook kritiek op het flexwerken.
P
inksteren 2008. Hoewel hij een lang weekend vrij heeft, werkt Philip Koppels hard aan datasets voor zijn promotieonderzoek. Ze staan in zijn laptop en op cd-roms en externe harde schijven. Een deel daarvan ligt thuis, een deel bij Bouwkunde, aan de Berlageweg. Misschien moet hij zijn data dinsdag op kantoor maar eens ordenen, denkt hij. Kijken wat dubbel is en welke back-ups hij moet bijwerken. Dinsdagochtend 13 mei. Het is half acht als bij decaan Wytze Patijn in Rotterdam de telefoon gaat: er is een lekkage op de zevende etage van Bouwkunde. Het water wordt al opgeruimd en de schade is beperkt. Koppels komt om kwart over acht met al zijn data bij Bouwkunde.
Hij ziet een laagje water in de lift liggen. Sommige collega’s stappen in, maar Koppels vindt dat niet zo’n fijne gedachte. Hij gaat liever met de trap naar zijn kamer op de twaalfde. Het is nog een hele exercitie met zijn multomappen, cd-roms, dvd’s en harde schijven onder de arm. Eenmaal boven kan Koppels eindelijk zijn goede voornemen uitvoeren: al zijn datasets van de afgelopen drie jaar bij elkaar voegen en updaten.
Ontruimingssignaal Rond negen uur krijgt bedrijfshulpverlener Linda de Vos een brandmelding op haar pieper. Ze pakt haar portofoon en hoort dat ze moet gaan kijken op ‘zes zuid’. Daar komt ze twee studenten tegen die vertellen dat er ‘vuurballen’ uit de koffieautomaat komen. Ze hebben geprobeerd het vuur te
blussen. De Vos ziet rook en vlammen van zeventig centimeter en meldt de bevelvoerder dat het te heftig is. Ze slaat het ruitje van de brandmelder in. Koppels hoort het ontruimingssignaal maar blijft zitten: hij is verdorie net boven! Het zal wel weer een oefening zijn. Zodra zijn collega’s langs lopen, gaat hij toch maar keurig mee. Na al dat gesjouw laat hij alles liggen. Decaan Patijn zit juist in een vergadering. Na twee telefoontjes over brand gaan alle aanwezigen naar buiten. Verdomd ja, er komt rook uit de zesde verdieping. In de verte klinken brandweersirenes. Als Koppels buiten ziet dat er nog zes verdiepingen te gaan zijn voordat zijn kamer in gevaar is, loopt hij terug. Misschien kan hij zijn back-ups nog even ophalen? Het mag niet meer. De ernst van
de zaak dringt langzaam tot hem door. Binnen ontruimen bedrijfshulpverleners alle gangen. De Vos blijft op de zesde verdieping om mensen weg te houden van de brand en te wachten op de brandweer. Ze vindt het doodeng: het licht valt uit, er ligt water op de vloer en er komt rook achter een deur vandaan. De gang staat in lichterlaaie. ‘Als het maar niet instort’, denkt ze. Ze wijst brandweerlieden de brandhaard en verlaat het pand. Rond kwart voor twaalf branden de zesde tot en met de elfde verdieping. De brandweer besluit de brand gecontroleerd te laten uitbranden. Koppels blijft bij het pand totdat hij de vlammen uit zijn kamer ziet komen. Dan volgen bij hem de krachttermen. Zeven maanden aan dataverzameling >>
Wat gebeurde er op 13 mei 2008?
De ontruiming van de kaartenkamer in het afgebrande gebouw.
is hij kwijt, met literatuuraantekeningen erbij zelfs negen maanden. Aan het eind van de middag stort een deel van het pand in.
Regelwerk ’s Avonds ziet eerstejaars student bouwkunde Guido Greijdanus vanuit Civiele Techniek het puin liggen. Een paar van zijn abstracte modellen voor het vak vormstudie is hij voorgoed kwijt. Gelukkig heeft hij die vrij goed gedocumenteerd in zijn portfolio. Koppels trekt die avond een fles wijn open. De dag erna mag hij zijn verhaal doen aan RTL5. “Dat fragment wil ik nooit meer terugzien. Je ziet dat ik aangeslagen ben en de krachttermen vloeien gemakkelijker dan anders.” Voor Patijn volgt een periode van regelwerk. Hij wil dat de faculteit maandag weer draait. Hoe dan ook. Hij heeft maar één regel: “Je mag bij mij aan tafel zitten als je wat doet. Ik heb er niets aan als je
alleen maar een mening hebt.” De faculteit krijgt overal vanuit de TU ruimtes aangeboden. In elk gebouw belanden mensen van Bouwkunde. Er wordt een plattegrondje van gemaakt: BK Space Invaders. “Toen pas heb ik ontdekt hoeveel gebouwen de TU heeft”, zegt Hans Wamelink, afdelingsvoorzitter real estate & housing. “We kwamen overal. Wij leerden de TU kennen en de TU ons.” Er ontstaat een sfeer van verbondenheid. Promovendus Koppels werkt de eerste drie dagen thuis. Hij probeert via blackboard, congreswebsites en verzonden mails werk terug te halen. Via zijn digitale sporen vindt hij redelijk wat terug. Daarna kan hij bij onderzoeksinstituut OTB terecht, in een soort call centre. Hij kan zich er slecht concentreren. Na overleg kan hij vrij snel een kamer betrekken. Voor het onderwijs worden in rap tempo tenten neergezet met plaats
‘Brandalarm. ‘Het zal wel weer een oefening zijn’
voor kleinschalig onderwijs en ontwerpateliers. Grotere colleges worden verdeeld over andere faculteiten en de aula. “Studenten kunnen het niet altijd vinden en klagen, maar zien dat het niet anders kan”, zegt Hans Wamelink. Afstudeersessies vinden plaats in de aula. Veel maquettes van afstudeerders zijn verbrand, maar zij mogen met schetsen hun presentatie geven. De eerste die op deze manier afstudeert, krijgt bloemen van Patijn. Op de maandag na de brand is het tentenkamp al open. De Parade vertoont acts en faculteitscafé de Bouwpub is weer terug. “Echt een super levendig tentenkamp”, zegt bedrijfshulpverlener Linda de Vos. BK City is geboren. Student Guido Greijdanus zit maar één keer in de tenten. “Het is behelpen, maar alles staat er, zoals printers”, zegt hij. Het is er gehorig en warm. Mensen werken al snel buiten aan picknicktafels. Vanaf die plek zien ze het afgebrande pand de weken daarna langzaam gesloopt worden. “Best een scary beeld”, zegt Linda de Vos. Ze helpt bij een reddingsactie van spullen uit de Blokkenhal en omliggende kamers. “Best raar: som-
Een medewerker van Bouwkunde stuit ’s ochtends vroeg op lekkage. Op de zevende etage is een waterleiding door slecht laswerk losgeschoten. Loodgieters voeren een noodreparatie uit. Rond kwart over acht hoort een student de koffieautomaat op ‘zes zuid’ een vreemd repeterend geluid maken. Ruim drie kwartier later valt er smeltend plastic uit de automaat, waarbij een vlam ontstaat. De studenten proberen de op de grond vallende vuurballen te blussen, maar de brand verspreidt zich in luttele seconden over de zesde verdieping. Het lukt de brandweer niet om tijdig binnenin het gebouw te blussen, omdat de waterdruk nog niet hoog genoeg is na werkzaamheden voor de lekkage. Door tijdige ontruiming raakt niemand gewond. Het gebouw stort aan het eind van de dag deels in. Toenmalig minister van Onderwijs Plasterk noemt het ‘de grootste ramp in de universitaire geschiedenis’ en geeft 25 miljoen euro subsidie voor ‘nieuwbouw’. Omdat de faculteit in een bestaand pand trekt, vordert hij dat geld terug. Daarbij maakt hij volgens de rechtbank een procedurele fout, bovendien was niet duidelijk dat het geld voor nieuwbouw van een gebouw was bedoeld. Het ministerie is in hoger beroep gegaan.
mige kamers waren onaangetast, maar er hing een geur van brand en er lag bluswater. Het was een afscheid voor mij.”
Ateliergebouw Voor nieuwe huisvesting van de faculteit analyseren Patijn en zijn team in de eerste week na de brand vier plekken: de Schiehallen, een hal van TNO, het verkochte voormalige TU-hoofdgebouw en - op de sportvelden - tijdelijke kassen. Het voormalige hoofdgebouw aan de Julianalaan komt als beste uit
Delta
Tekst: Saskia Bonger Foto’s: Sam Rentmeester
‘Het gebouw is misschien toch wel een geluk bij een ongeluk. Hier is meer interactie’ de bus: de collegezalen zitten er nog in, de hoeveelheid ruimte lijkt geschikt en de projectontwikkelaar is bereid het terug te geven. Het is alleen een deprimerend gebouw, vindt Patijn. Het moet er anders gaan uitzien: Bouwkunde moet weer een ateliergebouw worden, omdat studenten volgens hem in atelierverband het meest van elkaar leren. Om die reden was Patijn in het oude Bouwkundepand al met verbouwingen begonnen, nu kan hij het meteen voor het nieuwe gebouw doen. “We wisten precies wat we aan ruimtes nodig hadden. De architect had plannen gemaakt om de binnenstraat te verlevendigen en er waren aan het oude pand glazen ruimtes gezet. Binnen veertien dagen hadden we het plan klaar.” In de eerste week van juni werd er aan de Julianalaan al gesloopt. Ondanks de haast, vindt Patijn dat het ‘een goed gebouw’ moet worden met vloerbedekking en nieuwe meubels van hoog niveau. “Geen tweedehandsmeubeltjes, dat stimuleert niet.” Ook komen er weer een espressobar als afspreekpunt en picknicktafels. “Er zitten hier ’s zomers meer mensen buiten
dan in het hele Mekelpark.” De nieuwe lichting studenten vindt het normaal dat het gebouw in september klaar is, zegt Wamelink. Het aantal eerstejaars is niet minder door de brand. “Het leek wel een reclamespot”, zegt Patijn. “Stel je voor: je begint je studie en je loopt tussen de bouwvakkers.” Greijdanus, inmiddels afgestudeerd en student-assistent, heeft er niet zo veel last van. “Het gebouw is misschien toch wel een geluk bij een ongeluk. Hier is meer interactie.”
Flexwerkconcept In december hebben ook de laatste medewerkers het nieuwe pand betrokken. Linda de Vos vindt het leuker dan het oude gebouw. “Als dit een vervelend gebouw was geworden, had ik er vast meer mee gezeten dan nu. Ik vind echt dat we er op vooruit zijn gegaan.” Ook Patijn vindt dat. “Door de brand was er een soort nieuw elan ontstaan. Bij andere organisaties heb ik wel eens als grapje gezegd: wanneer je wilt dat er iets gebeurt in je organisatie, steek je gebouw in de fik. Iedereen hoort ineens weer bij de club.” Toch is niet iedereen even blij met
11
TU Delft
Foto boven: Op de maandag na de brand werd alweer les gegeven in tenten. Foto onder:De maquettezaal in BK City.
de nieuwe situatie. Patijn had als doelstelling een bruisend én een flexibel gebouw, want met veel parttimers is een eigen werkplek niet altijd meer haalbaar. “Het flexibel werken hebben we vrij radicaal ingevoerd.” Koppels kwalificeert Patijn daarom als ‘autoritair’. “Veel collega’s hadden moeite met het flexwerkconcept, maar er was geen discussie mogelijk.” Kritiek doet Patijn in die tijd af als ‘koudwatervrees’. “Je moest je mond houden: het was pure noodzaak”, zegt Koppels, die het een inspirerend onderwijsgebouw vindt, maar stilteplekken voor onderzoekers en belplekken mist. “Er zijn collega’s die niet met dit nieuwe kantoorconcept kunnen omgaan en eigenlijk nooit meer optimaal gefunctioneerd
hebben.” Mensen gingen vaker thuiswerken, bleek uit onderzoek. Inmiddels is het flexwerkbeleid wat gematigd en wordt er de komende jaren met het plan BK City Stay gewerkt aan het klimaat en de akoestiek in het pand. Vijf jaar na de brand hebben mensen het niet meer over de ‘grootste ramp in de universitaire geschiedenis’. “Als we bij sport & cultuur zijn, zie ik het gras op de oude plek van Bouwkunde prachtig groen gegroeid”, zegt De Vos. “Net alsof er nooit een gebouw heeft gestaan. Dan denk ik wel eens: ongelooflijk, wat daar is gebeurd.” <<
Brandverlenging voor promovendi Toenmalig rector-magnificus Jacob Fokkema maakte zich sterk voor getroffen promovendi. Zij kregen extra tijd, ‘brandverlenging’ zoals dat in de wandelgangen heette. Van de 189 promovendi liepen er uiteindelijk 84 vertraging op. De meeste, 39, liepen tot drie maanden vertraging op, 28 hadden drie tot zes maanden vertraging, zestien hadden zes tot 12 maanden achterstand en eentje twee jaar.
12
Delta
TU Delft
Frank Wassenberg deed twintig jaar onderzoek naar stadsvernieuwing in de Bijlmer. Na de sloop van meer dan de helft van dertienduizend flatwoningen kreeg de wijk lucht om op te bloeien.
â&#x20AC;&#x2DC;een mooie wijk voor onderzoekâ&#x20AC;&#x2122;
Tekst: Jos Wassink Foto: Sam Rentmeester
Delta
TU Delft
Uw promotieonderzoek gaat over opkomst, ondergang en wederopstanding van de Bijlmer. Wanneer is uw interesse in de Bijlmer begonnen? “Mijn eerste klus bij OTB eind jaren tachtig was een opdracht voor de ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken en dat heette ‘kleine criminaliteit en naoorlogse etagebouw’. Ze hadden geconstateerd dat in flats van jaren vijftig tot zeventig veel criminaliteit plaatsvond en vroegen zich af wat ze daaraan konden doen.” Dus toen u aan onderzoek begon, vertoonde de droom van de Bijlmer al de eerste scheuren? “Die was al behoorlijk in verval op dat moment.” Terug naar het begin van de Bijlmer. U noemt dat in uw proefschrift qua grootte en qua idealen een megaproject. Wat was het idee erachter? “De stadsontwerpers van Amsterdam wilden iets nieuws brengen waardoor de hele wereld opnieuw met bewondering naar Amsterdam zou kijken. In het verlengde van de grachtengordel uit de Gouden eeuw, het Plan-Zuid van Berlage en de westelijke tuinsteden van Van Eesteren - destijds een succesvolle uitdrukking van het moderne leven met zichtlijnen, ruimte en privacy. Dus midden jaren zestig dacht men: kom, het wordt tijd voor een vervolg. Verantwoordelijk wethouder was de latere PvdA-voorman en premier Joop den Uyl. Die heeft een aantal van zijn ambtenaren opzij geschoven toen ze zich durfden af te vragen of uitsluitend hoogbouw nou wel zo’n goed plan was. Maar het was de glorietijd van Ciam (Congres Internationaux d’Architecture Moderne, red.) waar men steevast overtuigd was van de superioriteit van hoogbouw. Want? “Hoog is status - dat is nog steeds zo. Kijk maar naar Dubai, Singapore of Hongkong. Maar hoogbouw betekent ook dat je ruimte overhoudt voor publiek groen. Iedereen kan gebruikmaken van zijn eigen park, maar je moet het wel samen delen. Men had nog een heilig geloof in gemeenschappelijkheid en egalitaire samenleving. Uit dat oogpunt was het bouwen van vijfhonderd identieke woningen in één gebouw juist goed. De flats dwongen een gemeenschappelijkheid af, want de voordeur komt uit op een galerij en een lift, trappenhuis en entreehal. Maar juist in die gemeenschappelijke tussenruimtes begonnen de problemen. Er werd in de liften geplast omdat kindertjes het niet trokken helemaal naar boven te gaan, of mensen lieten er hun hond uit. Later ontaardde dat in criminaliteit en onveiligheid. Maar de woningen zelf waren ruim en luxueus, boden vrij uitzicht en het sanitair was prima.” Wanneer verschenen de eerste wolken boven het paradijs? “Al vrij snel. Eerst werd de uitvoering versoberd. Toen doken er problemen op met leefbaarheid; gezinnen op zeven hoog vonden het lastig om hun kinderen beneden te laten spelen. Het begrip ‘flatneurose’ kwam op. De woningbouw kende een piek begin jaren zeventig waardoor de woningnood, die altijd hoog op de politieke agenda had gestaan, eigenlijk verdween. Er kwamen bovendien andersoortige woningen beschikbaar: leuke eengezinswoningen met voor- en achtertuin in Hoorn, Purmerend en de Haarlemmermeer.”
‘Er werd in de liften geplast omdat kindertjes het niet trokken helemaal naar boven te gaan’
13
Wat gebeurde er toen? “Al die gezinnen met kinderen, voor wie de Bijlmer eigenlijk bedoeld was, kregen een voorkeur voor een echt huis in plaats van een flat. Zeker toen het autobezit ook algemener werd. De beoogde doelgroep vertrok massaal naar de buitenwijken en de groeikernen, waar hen de woonerven wachtten. De Bijlmer kwam daardoor eind jaren zeventig leeg te staan. Beleidsmakers en politici snapten er niets van: jarenlang waren ze woningnood gewend en nu opeens leegstand. Bij de kroning van Beatrix in 1980 scandeerde men ‘geen woning, geen kroning’, maar de leegstand in de Bijlmer groeide. In 1984 stond een kwart van de flats leeg met een verhuisgraad van veertig tot vijftig procent per jaar. Dan bouw je geen sociaal leefklimaat op.” En wat kwam er voor in de plaats? “Toen kwamen eigenlijk de tweede keus-mensen, die misschien ook wel naar Purmerend hadden gewild maar er niet voor in aanmerking kwamen. Zo kwamen er steeds meer mensen in de Bijlmer die er eigenlijk niet wilden wonen. In 1975 was Suriname onafhankelijk geworden, en dat zorgde ook voor een grote toestroom. Een derde van de bevolking van de Bijlmer komt oorspronkelijk daar vandaan. De Caribische wooncultuur was al snel overheersend en is dat nog steeds.” De Caribische wooncultuur? “Dat je er veel tropische spullen kunt kopen, dat er vrienden om je heen wonen, dat er festivals plaatsvinden met Surinaamse muziek.” Dat klinkt heel gezellig, maar er is natuurlijk ook drugs, criminaliteit, vandalisme en prostitutie. “Ja. Vlak voor de onafhankelijkheid in 1975 is een derde van de bevolking van Suriname naar Nederland verhuisd. Het eerste aanknopingspunt was familie of bekenden en die woonden vooral in de Bijlmer omdat daar woningen beschikbaar waren. En opeens woonden er tien, vijftien mensen in zo’n woning. Dat leidde natuurlijk tot overlast, zeker voor de groep bewoners van het eerste uur. Maar diezelfde Caribische wooncultuur wordt nu als een pluspunt gezien. Men vindt het fijn met familie en vrienden bij elkaar te wonen. Eind jaren negentig werd duidelijk dat mensen voor de sfeer in de Bijlmer wilden blijven wonen, maar wel in een eengezinshuis met een tuin.” U noemt in uw proefschrift diversificatie van bouwstijl als een van de punten die de Bijlmer leefbaarder hebben gemaakt. Was dat op initiatief van de bewoners zelf? “Het maakt deel uit van het proces dat begint met sloop. En dat is een drastische stap geweest omdat de flats er net twintig jaar stonden.” Waar kwam die gedachte van sloop vandaan? “Sloop was een uiterste middel, nadat alle andere denkbare maatregelen niet succesvol bleken. >>
14
Delta
TU Delft
‘Amerikanen uit Chicago of Detroit vinden het maar een rustige wijk. ‘Waar is het probleem?’ zeggen ze dan’ De leegstand was bovendien niet alleen slecht voor de leefbaarheid, het kostte ook veel geld doordat er geen huur binnenkwam.” Laat ik het anders vragen. Op gegeven moment, vanaf halverwege de jaren tachtig, zijn de ellende en hopeloosheid van de Bijlmer evident. Het merkwaardige is dat er een wederopstanding komt. Wat was de kiem daarvan? “In de jaren tachtig is eerst nog geprobeerd met verbeteringen en huurverlagingen bewoners naar de Bijlmer te trekken. Maar op hetzelfde moment werd vanuit Den Haag de huursubsidie geïntroduceerd, dus huurprijs was niet zo’n issue meer. Ook werden de flats opgeknapt met meer liften en betere groenvoorziening.” Hielp dat? “Op zich waren het allemaal goede maatregelen, maar op het totaal van de wijk hadden ze weinig effect. Ik heb wel twintig onderzoeken gedaan naar hoe mensen de wijk waardeerden, wat ze van de maatregelen vonden en wat ze wilden met hun flats. Dat was een unieke kans om de vinger aan de pols te houden bij de meest problematische wijk van Nederland.” Vond u het leuk om er te komen? “Ik heb het altijd een mooie wijk gevonden voor onderzoek. Je beseft in de meest problematische wijk van Nederland te lopen, maar ik heb me er nooit super onveilig gevoeld. Amerikanen uit Chicago of Detroit vinden het maar een rustige wijk. ‘Waar is het probleem?’ zeggen ze dan, als ze er op bezoek komen. Maar in Nederlandse context was de Bijlmer lang de slechtste wijk en ook de bekendste. Het NOS-journaal ging jarenlang voor hun items over maatschappelijke problemen steevast filmen in de Bijlmer. Iets met vervuiling op straat, iets met illegalen, overbewoning, drugs, criminaliteit. Het maakte niet uit, het was altijd prijs. De Bijlmer kwam dus steeds stereotyperend in beeld.”
CV Dr. Frank Wassenberg (1959) studeerde sociale geografie en planologie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en werkte vervolgens twee jaar op het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Vanaf 1987 was hij verbonden aan onderzoeksinstituut OTB van de TU Delft, waar hij twintig jaar lang onderzoeken verrichte in de Bijlmer en vele andere gebieden in binnen- en buitenland. In 2009 stapte Wassenberg over naar het Nicis-instituut in Den
Haag, waar hij programmaleider onderzoek is. Afgelopen jaar fuseerde Nicis tot Platform 31. Dit instituut richt zich op de toepassing van wetenschappelijk onderzoek in de stedelijke praktijk. Daarnaast is hij gastonderzoeker bij OTB. Op dinsdag 12 maart promoveerde Wassenberg bij emeritus hoogleraar Hugo Priemus (OTB) op het proefschrift ‘Large housing estates: ideas, rise, fall and recovery - The Bijlmermeer and beyond.’
De vraag blijft: wat was de omslag? Was dat de sloop? “Toen eind jaren tachtig geen van de verbeteringen bleek te werken en het imago verder achteruit ging, klonk steeds vaker de suggestie om de boel maar te slopen. Dat geluid is regelmatig besproken in de gemeente- en stadsdeelraad. Begin jaren negentig waren de geesten rijp voor rigoureuze verandering en werd besloten om een kwart van de dertienduizend flats te slopen. Driekwart zou blijven staan. Gaandeweg zou dat aandeel sloop stijgen. Anders dan in de jaren tachtig kwam daar eigenlijk nauwelijks protest tegen, want niemand wist meer hoe het verder moest. Rond 1995 is toen begonnen met gelijktijdige sloop, renovatie en Almere-achtige laagbouw. Dat markeert de omslag. De gerenoveerde flats bleken razend populair, evenals de nieuwe laagbouw die niet bedoeld was voor yuppen uit de grachtengordel, maar voor mensen uit de Bijlmer zelf. Daarnaast werd de openbare omgeving opgeknapt en er werden veel sociaaleconomische maatregelen getroffen. Dat is sindsdien de standaardaanpak van probleemwijken geworden.” Zijn dat de lessen van de Bijlmer? “Nergens anders in Nederland is op zo’n grote schaal en op zo’n intensieve manier aan stadsvernieuwing gewerkt als in de Bijlmer. Het was jarenlang het grootste stadsvernieuwingsgebied van Nederland, en eigenlijk nog steeds.” U schrijft dat de lessen van de Bijlmer ook betrekking hebben op Rotterdam-Zuid en andere probleemwijken. Hoe bijvoorbeeld? “Jarenlang was de Bijlmer het putje van Nederland, nu is dat Rotterdam-Zuid, of in elke geval een aantal wijken daar.” Maar wat moeten ze daar aan doen? “De context is natuurlijk heel anders. Rotterdam-Zuid verschilt van de Bijlmer qua fysiek, bouwstijl en bewoners. Het gebied is veel groter en gedifferentieerder. Maar de grootste overeenkomst is dat het momenteel de slechtste wijk van Nederland is.” En wat kunnen ze daaraan doen? “Ik ga geen lijstje geven van vijf dingen die ze moeten doen. Dat zou te schoolmeesterachtig zijn. Maar er is wel een aantal elementen aan te wijzen waar ze van kunnen leren. Een van die zaken is het belang van gedifferentieerde bouw. Nou, dat is daar al veel meer dan in de Bijlmer.” Laat ik iets anders nemen. U zegt: je moet succesvolle mensen in een wijk zien te houden, en de klagers kwijt zien te raken. “Ja, een kwart van de bewoners van de Bijlmer zijn believers. Sommigen van hen zijn bewoners van het eerste uur. Die mensen houden van de wijk, die moet je op alle manieren faciliteren. Dan zit er een net zo grote groep die graag weg wil. Die mensen klagen alleen maar, niks is goed in hun ogen. Die moet je ook faciliteren, rijd desnoods de verhuiswagen voor. Die zijn nu ook vertrokken. En de middengroep trekt naar de positivo’s. Een voorbeeld daarvan vind ik de klusflats, een idee dat in Rotterdam ontwikkeld is, en dat nu in de laatste Bijlmerflat Kleiburg veel geïnteresseerden trekt. Bij het item daarover onlangs was de toon van het NOS-journaal opeens opvallend positief.” <<
Wat: Kermis in de Kunstkop Waar: Galerie De Kunstkop, Nieuwe Langendijk 10 Wanneer: Tot en met zaterdag 11 mei, geopend van donderdag tot vrijdag van 10.30 tot 17.30 uur en op zaterdag van 11.00 tot 17.00 uur. Maandag en dinsdag geopend op afspraak. prijs: Gratis PARTYPROGNOSE:
6
15
party spotters
Royale maaltijd Het moment is daar: we krijgen een koning. Het blijft een bijzondere aangelegenheid. Net als voetbal is Koninginnedag een dag dat het hele land ineens één land is. De verschillen en problemen zijn ver weg, en de oranje chaos is compleet. Dus wat dan te koken? Voor mijzelf de uitdaging: een rood-wit-blauw oranjemaal! Na lang ploeteren is het toch gelukt. Koninklijk visje Moeilijkheidsgraad: De moeite waard. Materiaal: kookpan, bakpan, grillpan, stamper. Ingrediënten voor 3 personen: 300 gr wortel, 300 gr kruimige aardappel , wasabi, room, boter, witvis (kabeljauw), 300 gr rode kool, 300 gr paprika, azijn, olijfolie.
kunst voor kermis Koningsdag. Misselijk van de kermis brengen we onze magen straks mooi tot rust bij plaatjes ervan, in galerie De Kunstkop. Die houdt een dubbelexpositie van fotograaf Suzanne Liem en beeldend kunstenaar René Jacobs - schijnbaar ook koningsgezind. Eigenlijk wilden we er gewoon heen voor de gratis suikerspinnen, maar die waren alleen bedoeld voor de opening op 21 april. Dus settelen we voor de kortingsbonnen voor de kermis, die de 26ste begint op de Paardenmarkt. Kunst kijken is best een opgave als de stad bruist van de feestjes, maar een gegeven paard mag je niet in de bek kijken – zeker niet wanneer er een door René Jacobs geschilderde Willem-Alexander op zit. Jacobs en Liem hebben aardig uitgepakt. Houden met ‘Kermis in de Kunstkop’ niet alleen een dubbelexpositie, maar eigenlijk een heel duoproject. Een jaar lang trokken ze langs kermissen in de omgeving van Delft, gewapend met camera en verwondering. Als een onderwerp zo tot de verbeelding spreekt, snappen zelfs wij dit feestje wel. Van een dagbladfotograaf (NRC Handelsblad, de Volkskrant, AD en Trouw) mag je ook wel een gezonde dosis cynisme verwachten. Oog voor detail met net die subtiel humoristische twist - zonder mensen echt op de korrel te nemen. ‘Portretten van alledaagse mensen in een niet-alledaagse omgeving’, vindt ze ze zelf. Dat op de korrel nemen ligt bij Jacobs wel anders. Zijn doorgaans op het koningshuis geïnspireerde werken hebben vaak absurdistische trekjes, al sloeg hij voor deze expositie vooral aan het experimenteren met absurde materialen. Buttons, medailles, led-verlichting en zelfs een volledig gedemonteerde televisie uit de seventies. Hij vertelt er de woordenloze verhalen van kleine mensen mee, die zich groot proberen te houden, zegt de schilder. “In de kleurrijke, absurde omgeving van de kermis moeten zij tot het uiterste gaan om zichzelf staande te houden.” Komt daar toch dat zwarte randje om de hoek kijken, dat het werk van Jacobs zo bindt met dat van Liem, zeggen ze zelf. Een kunstzinnig feestje in tijden van zoveel volksvermaak. Dat leidt nog eens een nieuw tijdperk in. (JB) www.galeriedekunstkop.nl www.suzanneliem.nl
Oranje: aardappel-wortelpuree met wasabi Maak de wortelen schoon en snij ze in stukken van ongeveer twee centimeter. Doe de stukken wortel in de pan met een klontje boter en stoof op lage temperatuur tot je er met gemak met een lepel doorheen kunt duwen. Kook de aardappelen tot ze gaar zijn in gezouten water. Doe de wortel en de aardappel erbij, voeg boter en room, zout en peper naar smaak toe en stamp goed fijn. Doe er vervolgens als twist een klein beetje wasabi bij, verrassend (en) lekker! Rood en blauw: Salade van gegrilde paprika en rauwe rode kool Snij de rode kool in zo dun mogelijke strips. Doe voor een klein beetje magie de kool in een bak en voeg wat azijn toen. Door stoffen die reageren op de kool wordt de kool ineens blauw! Niet te veel azijn, een klein beetje, samen met wat olijfolie en een beetje peper en zout naar smaak. Snij de paprika in stukjes en gril deze in de grilpan tot ze een mooi grilrandje hebben. Voeg op het laatste moment de kool en paprika samen. Wit: gebakken visje Lekker simpel, bak een mooi stukje witvis in de pan met een beetje boter en olie. Zout en peper naar smaak. Oranje Boven, leve de Koning(in)!
Met geslepen messen, Job Hogewoning
Tekst: Saskia Bonger/Tomas van Dijk Foto’s: Hans Stakelbeek/TU Delft Repository/Joris Melkert/ANP
Delta
17
TU Delft
Einde aan de Wubboshow Wubbo Ockels, de BN’er onder de Delftse hoogleraren, gaat met pensioen. Nederlands eerste man in de ruimte was alom aanwezig, zijn gedrevenheid voor een duurzamere wereld sprak velen aan, maar zijn mediagenieke plannen lagen niet altijd goed bij andere wetenschappers.
Z
ijn officiële afscheid moet nog komen, maar de tien jaar geleden door Wubbo Ockels bedachte leerstoel Institute for applied sustainable science, engineering and technology (Asset) is al opgeheven, en de astronaut zit sinds januari op Aruba. Hij voer erheen met zijn duurzame zeilschip Ecolution, om de autoriteiten daar te adviseren over duurzaamheid. Zijn voormalige secretaresse raadt aan om hem via e-mail te benaderen, maar antwoord blijft uit. Journalisten die over hem schreven, weten hoe gedreven de gewezen hoogleraar is en was. Ze weten ook hoe kritiek hem kan steken, misschien juist omdat hij zo gelooft in zijn strijd voor duurzaamheid. Zo diende hij in 2005 bij de Raad voor de Journalistiek een later ongegrond verklaarde klacht in tegen de Volkskrant, omdat hij een artikel over de Superbus opzettelijk negatief, tendentieus en minachtend vond. Iedereen die Ockels wel eens heeft horen spreken, kent zijn drijfve-
ren. Onvermoeibaar verhaalde hij steeds weer over zijn ruimtereis in 1985, die hem deed inzien hoe kwetsbaar de aarde is. Hij wilde zich inzetten voor duurzaamheid. Na zijn terugkeer op aarde ging hij werken bij Estec in Noordwijk. In 1992 kwam daar een deeltijdhoogleraarschap aan de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek bij. In 2003 ging hij voltijds in Delft werken, voor zijn eigen leerstoel.
Wilde ideeën Ockels is een man van ideeën, een uitvinder die tal van patenten op zijn naam had staan, zoals een astronautenpak met flexibeler handschoenen, een systeem om windenergie te oogsten met vliegers en een soort buitenboordmotor voor ruimteschepen. Slim is hij zonder twijfel. In 1973 studeerde hij cum laude af in wis- en natuurkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar hij vijf jaar later ook promoveerde. In 2003 kreeg Ockels de kans om de wilde ideeën die hij tijdens zijn Estec-periode al had gehad uit te werken binnen zijn eigen
leerstoel. Het was in zijn contract opgenomen dat hij een reeks tot de verbeelding sprekende projecten zou proberen te realiseren. Op het bijgaande lijstje stonden destijds al een snelle autobus, een door zonne-energie aangedreven raceauto en elektriciteit opwekkende vliegers. Een paar jaar later begonnen andere wetenschappers zich te roeren. Vooral toen Ockels in 2006 zijn plannen presenteerde voor de Superbus, was de kritiek niet van de lucht. Ockels zou niet wetenschappelijk genoeg zijn, de TU zou niet moeten inzetten op zijn mediagenieke projecten.
achterklap De voormalige astronaut deed zich echter nooit anders voor dan hij was: zeker van zijn zaak. In een interview met Delta (Delta 07, 1902-2004) zei hij: ‘Ik ben goed in iets opzetten, in de pioniersfase, maar niet in de fase erna, als het project geëtaleerd moet worden. Ik ben altijd op zoek naar iets nieuws.’ In NRC Handelsblad zei hij in 2011: ‘Door mijn werk als astronaut ben
ik uitgegroeid tot een bekende Nederlander. Die positie buit ik uit door veel en vol overgave te praten over de missie in mijn leven: duurzame technologie die drijft op wind-, water-, en zonne-energie.’ Het interview in NRC Handelsblad zette kwaad bloed op de universiteit. Ockels sprak over een sfeer van jaloezie, trucjes en achterklap. ‘Bekende Nederlanders worden sowieso al snel als ijdeltuit weggezet. Mij treft dat waarschijnlijk nog sterker, omdat ik nogal tomeloos op mensen kan overkomen.’ De kritiek volgde inderdaad snel. Zo schreef Dineke Heersma, voorzitter van de TU-ondernemingsraad, op eigen titel een ingezonden brief in Delta. Ze verweet Ockels prima donna-gedrag. ‘Wubbo, je wordt vaak genoemd als uithangbord voor de TU Delft. Er zijn plenty hoogleraren die je wetenschappelijk voorbij streven. Je laat je voorstaan op BN’er zijn, je moet je schamen.’ Prof.dr.ir. Jacco Hoekstra, tot 15 april decaan van L&R, is desondanks vol lof over Ockels. >>
November 1985, met koningin Beatrix.
Ockels zou niet wetenschappelijk genoeg zijn, de TU zou niet moeten inzetten op zijn mediagenieke projecten “Hij was een markante hoogleraar, oprecht bewogen door duurzaamheid. Daarvoor bewonder ik hem. Wat hij deed, paste niet altijd in het stramien. Hij was anders, dan krijg je kritiek. Maar het is goed om dat soort mensen te hebben; mensen met originele ideeën die de wereld proberen te verbeteren”, aldus Hoekstra. Voor een hoogleraar blonk Ockels inderdaad niet uit in het aantal wetenschappelijke publicaties. Volgens Hoekstra kun je hem daar niet op afrekenen. “Publicaties,
citatiescores en dergelijke, zijn slechts één maatstaf. Aan de TU doen we aan science, design en engineering. Ockels hield zich vooral bezig met design en engineering. Die zijn moeilijker meetbaar. Maakt hij iets waarover hij weinig publiceert, dan zegt dat niet dat het niet goed is wat hij gemaakt heeft.” Ir. Joris Melkert heeft ook niets dan lof voor de man met wie hij jarenlang innig optrok. “Wubbo houdt ons een spiegel voor”, zegt hij, refererend aan de Superbus. “Hij laat
Studentenmagneet
Laddermolen Op honderden meters hoogte waait het veel harder dan laag bij de grond. Wil je windenergie oogsten, dan moet je dat dus daar doen. Zoiets moet Ockels gedacht hebben toen hij in 1998 patent aanvroeg (en kreeg) voor een elektriciteitsopwekkende vliegertechniek. In zijn octrooi staan afbeeldingen van een soort reuzenrad van talloze vliegers die een as aandrijven. Binnen zijn leerstoel zette Ockels een onderzoeksgroep op die zich helemaal ging richten op energieopwekkende vliegers. De onderzoekers lieten het reuzenradconcept los. Hun systeem is veel simpeler. Het bestaat uit één vlieger die
zien wat er mogelijk is.” Melkert, tegenwoordig verbonden aan de sectie flight performance and propulsion, leerde Ockels begin jaren negentig kennen. Ockels was op zoek naar hulp bij de ontwikkeling van een techniek die langzaam vliegen door de stratosfeer mogelijk moest maken. Een laag vliegend gemotoriseerd vliegtuig moest een veel hoger vliegend zweefvliegtuig achter zich aan gaan trekken, was zijn idee. Alleen zo kon die luchtlaag bestudeerd worden. Via via kwam hij bij masterstudent Melkert terecht.
op termijn - zo is de hoop - volautomatisch achtjes vliegt. Een dynamo zet de trekkracht van de vlieger om in elektriciteit. Als de vlieger hard trekt, viert de lijn. Daardoor wordt de dynamo aangedreven. Hangt het gevaarte even stil, dan wordt er een stuk lijn binnengehaald. “Het systeem werkt”, zegt Melkert. “Goed, het wekt nog niet heel veel elektriciteit op. Maar de vraag is of het aan universitaire onderzoekers is om deze techniek op te schalen. Voor ons is het interessanter om een systeem te ontwikkelen dat de vliegers automatisch laat opstijgen en landen.”
De samenwerking resulteerde in 1994 in de wetenschappelijke publicatie ‘Stratospheric towed vehicle concept’. En in een grote kleurenfoto van Ockels in het zweefvliegtuig die de werkkamer van Melkert siert. Vrij snel na de oprichting van de leerstoel Asset kwam Melkert erbij. “Het is uniek om voor Ockels gewerkt te hebben. Hij is heel slim en creatief en veeleisend.” Melkert was onder de indruk van Ockels’ netwerk. “Geef hem een telefoon en hij regelt alles. Dat merkte ik al tijdens ons eerste project. We hadden draadloze modems nodig voor de communicatie tussen de twee vliegtuigen. Die dingen kostten een vermogen. Hij begon te bellen en niet veel later kregen we ze gratis van een fabrikant.”
Ockels was niet alleen goed in het aantrekken van geld, hij was ook een studentenmagneet. Student luchtvaart- en ruimtevaarttechniek Witold Koning was vorig studiejaar commissaris onderwijs van studievereniging VSV ‘Leonardo da Vinci’. Hij zat bij allerlei vergaderingen van onderwijscommissies. Volgens Koning genoot Ockels behoorlijk aanzien onder studenten. “Velen waren benieuwd naar hem. Het maakte ze enthousiast dat ze les zouden krijgen van een heuse astronaut. Je kon als trotse L&R-student thuiskomen met het verhaal dat je les kreeg van iemand die in de space shuttle had gezeten.” Ockels’ aanzien steunde ook op een andere pilaar, aldus Koning. “Hij was de drijvende kracht achter veel dreamteams. Zijn bijdrage aan die studentenprojecten is onomstreden groot geweest.” Hadden studenten het wel eens over prima donna-gedrag? “Zijn colleges kregen soms de kritiek dat ze te veel over Ockels zelf gingen en te weinig over sustainability. Het zijn niet mijn woorden, maar de term ‘de grote Wubboshow’ is mij meerdere malen ter ore gekomen.” << Het afscheid van Wubbo Ockels op 26 april is om persoonlijke redenen uitgesteld
Delta
TU Delft
superbus De Superbus was Ockels’ meest ambitieuze project. Gestroomlijnde elektrische bussen zouden met 250 kilometer per uur over verwarmde rijbanen razen en mensen tot vlakbij hun huis brengen. Het project kostte dertien miljoen euro en loopt eind 2013 af. Het geld kwam vooral van het voormalige ministerie van Verkeer en Waterstaat. De TU droeg anderhalf miljoen bij. Weggegooid geld, vinden critici. Bij de presentatie van de plannen in 2006 werd de bus al uitgemaakt voor ‘batmobiel’, ‘rariteitenkabinet’ en ‘superlatievenbus’. Van de techniek zou weinig deugen. Een kritische paper van vervoersdeskundige prof.dr. Ingo Hansen, die stelde dat de Superbus wat betreft techniek en inpassing in het wegennet geen haalbare kaart is, leidde tot een debat. Critici vreesden voor de reputatie van de universiteit. In 2007 verruilde Spinozaprijswinnaar en
hoogleraar numerieke mechanica prof.dr.ir.René de Borst Delft voor Eindhoven, omdat de TU Delft zich volgens hem te veel richtte op mediagenieke projecten, zoals de Superbus. Desondanks ging Ockels door. Vorig jaar mei behaalde hij een mijlpaal. Minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu plaatste kentekens op de Superbus. En ze maakte een testrit, waarbij de bus maar honderd kilometer per uur reed. Volgens ir. Joris Melkert kan de bus zeker harder. “Geef ons een langere testbaan en we rijden 250.” Minstens zo belangrijk is de actieradius. “De accu gaat snel leeg”, geeft Melkert toe. “Maar binnenkort moet het mogelijk zijn om een paar honderd kilometer te rijden.” Of het er ooit van komt, is aan de maatschappij. Als straks het geld op is, moet blijken of de bus zonder subsidies toekomst heeft.
April 2010, op UITP fair in Dubai.
zonnewagen Vier maal op rij wonnen Delftse studenten de zonnewagenrace die om het jaar plaatsvindt in de Australische woestijn. De enige energiebron: zonnepanelen op het dak van de auto’s.Ockels coachte de opeenvolgende Delftse Nuna-teams. Hij gaf collegereeksen over het bouwen van zonnewagens. Dankzij de voormalige astronaut had het team jarenlang zeer efficiënte zonnecellen. Deze ‘gallium-arsenide triple junction-zonnecellen’ worden doorgaans alleen in de ruimtevaart gebruikt. Ze gaven de Delftenaren een enorme voorsprong op de rest.
In 2009 kwam er een einde aan de Delftse hegemonie. Het team eindigde als tweede en twee jaar later weer. Ockels was sinds 2004 ook betrokken bij het organiseren van de tweejaarlijkse Elfstedentocht voor zonneboten in Friesland. De teams moeten 220 kilometer afleggen in zelfgebouwde boten. Het Delftse team deed telkens mee in de topklasse, de categorie deelnemers die hun eigen zonnepanelen verzorgen. In 2006 en 2008 wonnen Delftse studenten de wedstrijd. In 2010 en 2012 eindigden ze respectievelijk als derde en als vijfde.
Augustus 2009, met minister Jacqueline Cramer.
November 2011, met Richard Branson.
Juni 2012, met het Solar Boat team.
Juni 2004, met staatssecretaris Karien van Gennip.
19
20
Delta
TU Delft
‘Het heeft zijn belangstelling, hij weet er het nodige van en kan er met zeker gezag over spreken’ (Emeritus hoogleraar waterbouwkunde Kees d’Angremond over Willem-Alexander)
21
Onze kroonprins met een passie voor water wordt koning. De TU droeg bij aan zijn ontwikkeling tot waterprins. “Ik denk wel dat ik een gebied gevonden heb waarin ik me vast wil bijten”, vertelt kroonprins Willem-Alexander in een interview met Paul Witteman. Het is september 1997 en de prins is net dertig geworden. “Dat is watermanagement,” zegt de kroonprins en veert op uit zijn stoel. “Pardon?” reageert Witteman. “Watermanagement. Water is iets fantastisch moois. Het is een primaire levensbehoefte, het is gezondheid, het is milieu, het is transport. Het is een gevecht tegen water, of een gevecht voor te weinig water. Je kunt er echt alles mee doen. En bovenal is het een oer-Hollands iets.”
Evenwichtig oriënteren “Op de faculteit civiele techniek begonnen toen alle bellen te rinkelen”, herinnert emeritus hoogleraar waterbouwkunde Kees d’Angremond zich. Hij was decaan bij CiTG tussen 1996 en 1998. “We vonden dat hartstikke leuk om twee redenen: wij verwachtten dat er meer belangstelling van studenten voor onze opleiding zou komen en dat het het imago van de waterbouw in Nederland goed zou doen. Toen hebben wij als faculteit – ik heb daar als decaan het voortouw in gehad – een redelijk afstandelijke brief geschreven waarin we stelden dat we enthousiast waren met het voornemen van de prins om zich met water bezig te houden, dat we daarin een aantal facetten zagen, niet alleen het watermanagement maar ook de waterbouw. Wij hebben toen als faculteit onze medewerking aangeboden om de nodige contacten te leggen zodat de prins zich op een evenwichtige manier in dat hele veld kon oriënteren. Wij boden hem aan om hem te assisteren zijn weg te vinden en niet meer dan dat. Ik heb achteraf begrepen dat dat de reden is geweest waarom men teruggekomen is bij de faculteit en ons heeft uitgenodigd om in de begeleidingscommissie van de prins te komen.” Rond diezelfde tijd legde Huub Savenije, die toen als hoogleraar integraal waterbeheer aan het Delftse Unesco IHE-instituut verbonden was, de laatste hand aan de samenvatting van de beleidsnota water. Hij schreef die samen met Bert Diphoorn van het ministerie van buitenlandse zaken op verzoek van voormalig minister van ontwikkelingssamenwerking Jan Pronk. De televisie stond aan, de prins vertelde over zijn plannen, en Diphoorn zei: “Dit rapport valt in goede aarde.” Savenije: “En dat bleek dus ook. Want we leverden het rapport in en werden bij de vader van de prins geroepen die inspecteur-generaal was van Buitenlandse Zaken. Claus zag dat boekje en zei: kijk, dit is nu wat voor mijn zoon!” Vanaf dat moment lopen er twee zaken parallel: de opleiding van de prins in wat bekend werd als ‘het klasje’ en het scouten door vertegenwoordigers van de ministeries van verkeer en waterstaat en buitenlandse zaken van geschikte functies voor de prins. Bert Diphoorn (BuZa) kwam op het idee om het Wereld Water Forum in het jaar 2000 naar Nederland te halen, en om de prins daar voorzitter van te maken. In het voortraject daarvan
is er een hele reeks buitenlandse bezoeken geweest naar ondermeer Brazilië, Zuid-Afrika, Mozambique en Namibië. Huub Savenije, vanaf 1999 hoogleraar waterhuishouding aan de TU, heeft veel van die bezoeken begeleid “om Willem-Alexander vertrouwd te maken met de internationale issues en met wat er op het Wereld Water Forum zou gebeuren.”
Klasje Het opleidingstraject werd opgezet door een begeleidingscommissie waarin behalve Kees d’Angremond (namens de TU) ook zaten: IHE-directeur Wil Segeren, Gerrit Blom (directeur generaal van Rijkswaterstaat), de oud-politicus Pieter Winsemius en de vroegere directeur van de Heidemij, Maarten van Dis. Die groep heeft toen een opzet gemaakt voor de opleiding van de prins. Een van de uitgangspunten was dat de prins vooral met leeftijdsgenoten op zou moeten trekken en niet aan het handje moest worden genomen. Savenije werd gevraagd ’het klasje’ met de prins en leeftijdsgenoten te leiden. “Ik heb dat ongeveer een jaar gedaan in die periode. De groep bestond uit ongeveer twintig personen van zijn leeftijd uit verschillende bedrijven en overheden. Daarmee heb ik toen een soort van crash course gedaan van één middag in de week. Dat hebben we gevuld met lezingen, rollenspellen en groepswerken. Dat ging over alle verschillende kanten van het waterbeheer.” D’Angremond vult aan: “Dat waren heel enthousiaste sessies. Ik heb het hier wel meegemaakt in het lab. Dan loop je op de achtergrond zo’n beetje mee. Dan stond de prins bij studenten naast de golfgoot en dan stonden ze te jijen en jouen tegen elkaar tot ze zich realiseerden dat dat eigenlijk niet hoorde en dan zag je ze allebei terugschrikken.” Savenije herinnert zich: “We deden ook rollenspellen in het klasje waarbij de één voor boer speelde, en een ander verantwoordelijk was voor de energievoorziening of de waterverdeling. Als het spel eenmaal op gang was, merkte niemand meer dat hij anders is dan de rest. Daar gaat hij zelf heel soepel mee om. Je krijgt snel een situatie die je tussen gewone studenten zou hebben. WillemAlexander pakt iets heel snel op. Bij televisie-interviews suggereerden ze soms dat de prins niet zo slim was, waarop ik dan zei: hij was gewoon echt goed en snel. Hij was een van de betere studenten die je kunt hebben, dat is zonder meer waar. Hij was dan niet van de wiskundige vergelijkingen, maar hij had wel het inzicht.”
Ontklede demonstranten Op het Wereld Water Forum van 2000 in Den Haag kon WillemAlexander zich als voorzitter bewijzen op een internationaal >>
‘Dan stond de prins bij studenten naast de golfgoot en dan stonden ze te jijen en jouen tegen elkaar’
22
‘Hij was een van de betere studenten die je kunt hebben. Hij was dan niet van de wiskundige vergelijkingen, maar hij had wel het inzicht’ podium. Maar de bijeenkomst verliep minder gladjes dan verwacht. Demonstranten hingen met touwen aan het plafond en hadden zich vastgeketend aan stoelen. Twee van hen hadden zich op het podium ontkleed voor de spreker, een minister uit Egypte. Ze kleedden zich uit, klonken zich met handboeien aan elkaar en op hun billen stond geschreven: ‘Damn the Dams’. De minister sprak aanvankelijk gewoon verder. Mogelijk was hij in verwarring door het culturele karakter van de bijeenkomst. Er was immers vlak daarvoor nog een dans geweest met schaars geklede vrouwen die elkaar met water besproeiden, dus misschien dacht hij dat de demonstranten daar nog bij hoorden. Maar op gegeven moment werden die twee afgevoerd en toen begonnen ze achterin de zaal te roepen: Damn the Dams! Damn the Dams! Savenije, die achter de prins op het podium zat, herinnert zich: “Het was een ontzettend goed georkestreerd geheel dat maar doorging totdat Willem-Alexander ingreep. Hij zat naast de directeur-generaal en zei: ik ga ingrijpen, is dat goed? Akkoord, zei de directeurgeneraal. Willem-Alexander is toen naar voren gestapt en zei: ‘Als je nou gewoon naar beneden komt en in de zaal gaat zitten kun je mee discussiëren.’ Hij deed dat met overwicht maar op een aangename manier. Het was indrukwekkend. Toen zag je wat hij in zijn mars had.”
Zelfverzekerd Henk Jan Overbeek, emeritus hoogleraar waterbouw en ouddecaan van CiTG (1998 – 2001) denkt dat de prins onder meer naar aanleiding van dat optreden gevraagd is als voorzitter van de VNcommissie water & sanitation. Overbeek zit in de adviescommissie water die in 2004 is opgericht om de minister ‘gevraagd en ongevraagd’ van advies te dienen. Willem-Alexander is voorzitter van de commissie en doet in die hoedanigheid uitspraken die soms tegen de ministeriële lijn ingaan. “Het meest recente voorbeeld is de dialoog tussen de technischwetenschappelijke wereld en het ministerie over onze waterveiligheid”, zegt Overbeek. “Daar heeft de adviescommissie een aantal keren advies over uitgebracht en daarbij moest WillemAlexander zeker weten dat hij door de anderen gesteund werd en dat hij kon verantwoorden wat hij zei. De boodschap is dat wij op een andere manier tegen onze waterveiligheid aan moeten gaan kijken. Vroeger vond men: praat niet over de veiligheid, want dan maak je de mensen maar bang door te suggereren dat het niet veilig is. Nu wordt er gewoon gesproken over evacuaties en over ‘meerlaagse
veiligheid’. Dat is een volslagen omslag. Net als de openlijke kritiek op de toestand van de dijken. Dertig procent van de waterkeringen zijn van onvoldoende kwaliteit. Voordat de adviescommissie water een advies uitbrengt, ga je eerst het veld af om te zien wat er speelt en wat de voordelen en nadelen zijn van het huidige beleid en waar zou je naartoe willen en hoe kom je daar dan? De commissie doet haar huiswerk grondig, en dan was Willem-Alexander er ook niet wars om als voorzitter van de wateradviescommissie het woord te voeren. En als hij zich daarbij tegen het huidige beleid uitspreekt, dan zit je een beetje scheef met de ministeriële verantwoordelijkheid, maar dat gebeurt.”
Invloed Overbeek zag de prins iedere zes weken op een vergadering van de adviescommissie water. Op 16 april was de laatste bijeenkomst onder het voorzitterschap van Willem-Alexander, omdat het koningschap geen nevenactiviteiten duldt. D’Angremond heeft, toen de taak van de begeleidingscommissie erop zat, met Willem-Alexander afgesproken: “Als u een concrete vraag heeft aan ons, neem contact op. En als wij vinden dat u beslist ergens van op de hoogte moet zijn, zullen we u het laten weten.” Dat is de afgelopen tien jaar misschien drie of vier keer gebeurd, vertelt hij. Savenije, die in 2001 voor het laatst met de prins op reis was naar Mozambique om de gevolgen van een grote overstroming te bekijken, stuurt Willem-Alexander nog wel eens wat toe. Omgekeerd ontving de hoogleraar een uitnodiging om aanwezig te zijn bij de kroning op 30 april. Met de kroning houden weliswaar zijn voorzitterschappen op, maar niet zijn belangstelling voor water. Daar zijn de professoren zeker van. Ze verwachten dat Koning Willem-Alexander op binnenlands niveau invloed zal blijven uitoefenen op waterbouw en waterbeheer. d’Angremond vraagt retorisch: “Hij heeft zijn belangstelling, hij weet er het nodige van en kan er met zeker gezag over spreken. Welke minister luistert in zo’n geval niet naar de koning?” En ook internationaal zal de interesse voor water merkbaar blijven, verwacht Savenije: “Internationaal speelt het zeker. Hij komt overal, in de wandelgangen zie je veel mensen. Daar zal hij wel van zich laten horen.” De onderwerpen van staatsbezoeken worden er op uitgezocht, denkt d’Angremond. “Ik neem aan dat het staatshoofd daar zelf ook een belangrijke stem in heeft.”
Ir. Jos Wassink is wetenschapsredacteur van Delta
De bachelor
23
Thijs de Booij
Bovenop het boontje Voor iets waar zoveel mensen niet buiten kunnen, is koffiedrinken maar een arme belevenis. Een automatisme, functionaliteit. Zonde, voor misschien wel het lekkerste drankje van de wereld. IO’er Thijs de Booij probeerde van koffiedrinken de belevenis te maken die het verdient. Zodra je er voldoende water op hebt gegoten en naar eigen smaak hebt laten trekken, druk je een ventiel open en zie je de koffie in je kopje stromen. Een rijkere ervaring dan gewoon op een knopje drukken.” Maar goed, kennen we niet al iets vergelijkbaars, in de vorm van een cafetière? “Daar lijkt het inderdaad op”, zegt de student, “mijn product is alleen net even anders. Bij een cafetière druk je de koffie door het water heen, en in mijn ontwerp gebeurt precies het omgekeerde. Bovendien is mijn ontwerp makkelijker schoon te maken. Eigenlijk wil ik me niet afzetten tegen zo’n fantastisch product. De cafetière is ook heel mooi, maar misschien moeten we wat meer te kiezen hebben bij dit soort producten. Er zijn tenslotte ook duizend verschillende espressoapparaten.” Douwe Egberts kon het idee waarderen, maar neemt het – zoals het de meeste bachelor-eindprojecten vergaat – niet in productie. Jammer, vindt De Booij: “Ik geloof hier echt in.” Niet in de minste plaats omdat hij zelf zo verzot is op koffie. Hij heeft zelf een handmatig espressoapparaat, en werkt naast zijn studie in een koffiecafeetje in Utrecht. “Maar ik heb ook vaak trek in een simpele bak filterkoffie.” Die zal vooralsnog uit een ouderwets papieren filter moeten komen. Al zegt dat natuurlijk niets over de toekomst: hij is straks immers industrieel ontwerper. En wie weet staat Douwe Egberts wel met open armen te wachten. (JB)
Onderzoek: ‘‘Breng de productbeleving van koffie dichterbij het product’ Eindcijfer:
8,5
(Foto: Sam Rentmeester)
Het is een routine waar bijna niemand meer bij nadenkt. Je strompelt ongeschoren naar de keuken, gooit een pad of schep koffie in het apparaat, drukt op het knopje en eindelijk: je komt tot leven. Die eerste slok; de smaak op je tong en de warmte in je keel – het is niet eens de cafeïne, maar alleen al de sensatie die maakt dat die eerste kop je een opkikker geeft. Gek eigenlijk dat het bereiden van die koffie dan niet iets meer lading heeft, een ritueel is. Het zou de smaakbeleving een stuk bewuster maken. Precies om die reden vroeg koffiefabrikant Douwe Egberts een groep van twintig IO-bachelors een eindproject te ontwerpen dat de ‘productervaring dichterbij het product - de koffie - brengt’. Dat bracht Thijs de Booij (26) tot een opvallende constatering: “Kwaliteitskoffie wordt bijna altijd geassocieerd met hoogstaande apparatuur. Voor espresso is dat terecht, daarvoor heb je nu eenmaal hoge druk nodig. Maar voor goede filterkoffie is een luxe apparaat van weinig belang. Als je de smaakbeleving van die koffie wilt verbeteren, moet je focus dus liggen op de bonen zelf.” De student wilde een product ontwerpen dat de simpelheid bezit van filterkoffie, maar dan zonder het ouderwetse imago dat er nu aan hangt. Het werd een dubbelwandig glazen handfilter, met een vast, metalen binnenfilter. De Booij: “Dat zet je op je kopje. Zo zie je stap voor stap wat je doet, wat de koffie doet, en hoe hij ruikt wanneer je er heet water op gooit.
24
Advertenties en Mededelingen
leden redactieraad Delta en Delft Integraal/Outlook Delta is het onafhankelijke nieuwsmedium van de TU Delft, Delft Integraal/Outlook is het wetenschappelijke magazine van de TU Delft dat naar alumni en externe relaties wordt verzonden. De redactieraad van Delta en Delft Integraal/Outlook controleert het redactionele en journalistieke beleid van beide uitgaven, is een klankbord voor de redactie en bespreekt de uitgekomen nummers. De redactieraad vergadert vier keer per jaar.
Sports & Culture
Gezocht:
De raad heeft negen leden. Per 1 september 2013 zijn er twee vacante plaatsen in de redactieraad, voor een student en een lid van het ondersteunend en beheerspersoneel (OBP). Journalistieke interesse is wenselijk. Lees het redactiestatuut op www.delta. tudelft.nl/redactiestatuut, in het bijzonder artikel 5. De zittingstermijn voor het studentlid is twee jaar, voor het OBP-lid vier jaar. Internationale studenten en medewerkers zijn van harte welkom om te reageren, maar een goed begrip van het Nederlands is noodzakelijk. Sollicitaties en informatie voor vrijdag 31 mei 2013 bij de hoofdredacteur, Frank Nuijens, f.w.nuijens@tudelft.nl
mededelingen/ announcements Verkiezingen studentenraad op instellingsniveau De Verkiezingscommissie maakt hierbij de kandidaten voor de verkiezingen op 22 en 23 mei 2013 van de leden van de studentenraad op instellingsniveau bekend. Tegen de geldigheid van de kandidatenlijst kan tot donderdag 2 mei 2013 17:00 uur bezwaar worden ingediend. Indien er geen bezwaarschriften zijn ingediend, zullen de kandidatenlijsten op 3 mei 2013 onaantastbaar zijn. Bezwaarschriften kunnen ingediend worden bij de Verkiezingscommissie, Stevinweg 1, Delft, kamer 5.10.
Elections members of the Student Council at institutional level The Central Election Committee hereby makes known the candidates for the elections for the university’s Student Council at institutional level on 22nd en 23rd May 2013. A formal objection pertaining to the validity of the candidate lists can be submitted, in writing, to the election committee
until 5.00 p.m. on Thursday 2nd May 2013. If no formal objections are received then the results will be made irreversible on 3rd May 2013. Formal objections can be submitted to the Student Council Election Committee, Stevinweg 1, Delft, room 5.10. Lijst/List 1: ORAS 1.Annelot Wartna 2.Vincent Steenkamp 3. Myrthe Gillis 4. Bob Smits 5. Jochem Brouwer 6. Chiem Ringers 7. Jet ten Voorde 8. Sander van Welsem 9. Yorick Breukers 10. Tom Timmerman 11. Annelijn Vernooij 12. Jan van Straaten 13. Jeroen Roozendaal 14. Koen Rijnen 15. Raoul de Jonge 16. Joost Verkade 17. Arthur Dobbe 18. Kirsten van Dongen 19. V alentijn van den Bosch 20. R une van der Meijden 21. Marieke Selles 22. Rob Bootsman 23. Jasper Breeman 24. Rolf Bruins 25. Naomi van den Berg
26. Stefan Githa 27. Tessa Leferink 28. Jolien van der Meché 29. Martine van Neer 30. Melanie van Laak Lijst/List 2: Lijst Bèta 1. Veerle Steenhuisen 2. Sjoerd Bastiaansen 3. Laura van Buggenum 4. Robbert de Keijzer 5. Lisa Verschuren 6. Karel van Leeuwe 7. Richard van Gent 8. Dik Jansen 9. Cem Sengül 10. Zoé Martial 11. Margot Overvoorde 12. Jennie Christiaanse 13. Krispijn te Riet 14. Alejandro López Telgie 15. Jos Wulms 16. Daan Achterbergh 17. Benedict Krautheim 18. Christian Moll 19. Wouter Verbeek 20. Lisa van Woerden 21. Wyona Boers 22. Karens Grigorjancs 23. Esmee Joosten 24. Evelien Bos 25. Maura Henkes 26. Joost van Ingen 27. Roy van Kuijk 28. Mathieu Baas 29. Derk-Jan Hulsinga 30. Thom van Gerwe
LOVE IT...
MET AL JE VRIENDEN IN ACTIE KOMEN
KOM OOK IN ACTIE CHECK FIGHTCANCER.NL
Delta
media
Kleine deeltjes
Hadden we er hier niet al ongeveer twintig van gezien? Zo ongeveer, maar toch is de app Wijndagboek net even anders dan zijn concurrerende broertjes als Wine Notes en WijnApp - al zijn díe gratis. Doordat je wijnen kunt indelen op kleur, soort en zoetheid bijvoorbeeld. Natuurlijk kun je het jezelf gemakkelijk maken en gewoon een wijnadviseur als WineStein downloaden. Dan krijg je de mooiste/ goedkoopste/meest exclusieve wijnen zo voorgeschoteld. Je kunt er alleen je eigen ontdekkingen niet in vastleggen. En díe maken nou juist dat je je eigen smaak leert kennen. Met Wijndagboek kun je de streepjescode van een fles simpelweg scannen en bewaren. Je kunt foto’s en notities toevoegen en ze - vanzelfsprekend – delen via Facebook en Twitter. Handig, want dan hebben je onwetende studiemaatjes er ook nog iets aan. Spectaculair is Wijndagboek niet. Leuk is ‘ie wel, en lekker overzichtelijk. Meer hoeft een app als deze ook niet te kunnen. Nu er nog een lekker restaurant bij vinden – met bijpassende date natuurlijk. (JB)
Apps
wijndagboek Ontwikkelaar René van Mil Platform iPhone en iPod Touch
Prijs: € 1,79 jjjjj leuk jjjjj handig jjjjj bediening
Delta. Lees ‘m. TU Delta App. Download ‘m. TU Delta Nieuwsbrief. Meld je aan.
Zeg Higgs-deeltje, en het hart van menig TU’er gaat sneller kloppen. Bij jou ook? Dan kun je nu de app The Particles installeren. Niet voor jezelf natuurlijk, want in plaats van voer voor profs, biedt de app vooral toegankelijke informatie voor leken. Welke deeltjes horen in welke groep en wat zijn hun eigenschappen en geschiedenis? En wat betekent dat eigenlijk (lang leve de woordenlijst)? Dat alles wordt verbeeld in prachtige plaatjes, die juist op de iPad zo goed tot hun recht komen. Voor natuurkundigen is het hooguit een naslagwerk waarin symbolen, massa en lading vermeld staan. Een beetje duur is ‘ie wel, voor een app die voor wetenschappers weinig toevoegt en door leken hooguit twee keer wordt bekeken. Maar goed, wetenschap mag wat waard zijn. Net als tegenwicht aan al die games, niet te vergeten. (JB)
THE PARTICLES Ontwikkelaar Science Photo Library Ltd. platform iPad
Prijs: € 6,99 leuk jjjjj handig jjjjj bediening jjjjj
Kruideniers De VU ligt onder vuur. Rector Lex Bouter is afgetreden nadat het college van decanen een motie van wantrouwen indiende. ‘Chaos VU neemt toe’, kopt De Telegraaf. ‘Hard oordeel over onderwijs’, schrijft NRC Handelsblad. Wat is er eigenlijk aan de hand? In februari was er een proefvisitatie op de Vrije Universiteit (VU), als voorbereiding op de instellingstoets. Alle Nederlandse universiteiten moeten zo’n toets afleggen en zes hebben die ondertussen gehaald. De proefcommissie stelde vast dat de VU niet voldoet aan drie van de vijf criteria. Vooral de onderwijsvisie van het college van bestuur (cvb) was onvoldoende. De proefvisitatie stond onder leiding van Jan Veldhuis, voormalig directeur van de QANU, toevallig ook het instituut dat de echte instellingstoets afneemt. Het heeft de schijn van belangenverstrengeling, waar wij ondertussen immuun voor zijn geworden. De commissie Veldhuis constateerde drie onvoldoendes, waarna het cvb in de stress schoot en uitstel aanvroeg voor de instellingstoets. Dat was niet zo verstandig. Andere instellingen die Veldhuis eerder visiteerde, zoals de Open Universiteit en de Erasmus Universiteit Rotterdam, kregen namelijk precies hetzelfde te horen: enkele onderdelen niet op orde en geen visie op onderwijs. Struikelvakken verhuizen vaak mee met een docent en ik denk dat Veldhuis ook zo’n struikeldocent is. Hij deed al de proefvisitatie, dus de echte wordt gedaan door een prettiger persoon. Het cvb had niet moeten paniekeren. Er is niets mis met het onderwijs op de VU. Er is natuurlijk wel wat mis met het management. Onbezonnen speculaties met derivaten kostte de VU tientallen miljoenen euro’s. Bovendien staat er een fusie op stapel met de Universiteit van Amsterdam, die ook armlastig is vanwege uit de hand gelopen verbouwingen. Medewerkers van de VU hebben schoon genoeg van hun ondeskundige managers. De gekozen oplossing is symptomatisch. Rector Lex Bouter, wetenschapper, treedt af en wordt opgevolgd door iemand met QANU-affiniteit. Voorzitter René Smit, afkomstig uit het bedrijfsleven, blijft zitten. Cambridge en Harvard worden bestuurd door wetenschappers. In Nederland hebben kruideniers het voor het zeggen. Robbert Fokkink
columnROBBERTFOKKINK
Weer een wijnapp
25
TU Delft
26
Advertenties
May - June 2013
Activities TU Delft Library
1 until 5 June
7 21 en 27 Mei
May Exposition ‘Op Kamers. Studentrooms all over the world.’
We prolonged our exposition of large-size photos of student rooms in various countries around the world by the Amsterdam photographer Henny Boogert. For everyone
May TU Human Library: PhD students meet the rector
During this event PhD students will -together with Rector Karel Luyben- listen and talk to two exceptional people, or rather ‘Living Books’. For PhD students
Mei Tweedelige workshop Photoshop voor medewerkers
Leer in twee middagen foto’s bewerken, affiches en collages maken en meer! Je kunt deze cursus voor werkdoeleinden volgen of voor privé. Voor medewerkers
28 4 10 until 7 July
11 until 1 July
May Meeting the Rector
Discuss the news with Rector Karel Luyben in an informal setting in a student house. For students
June Quick Library introduction
An introductory workshop intended for new researchers. Learn all about the services and information sources available at TU Delft Library. For everyone
Juni Expositie resultaten masterclass SPINVIS
In de hal van de Library zal het werk van studenten getoond worden die de masterclass van Cultural Professor SPINVIS gevolgd hebben. Voor iedereen
MEDITATION WORKSHOP BY ADITYA KAMALAPURKAR
WEDNESDAY 1ST MAY 12:30 PM @ SNIJDERSZAAL, FACULTY EWI, MEKELWEG 4, DELFT ENTRANCE FREE
BROODJE FILOSOFIE
HOEZO, CARRIERE? DOOR AD VERBRUGGE
DONDERDAG 2 MEI 12.30 UUR @ HIVE-RUIMTE, TU DELFT LIBRARY, PROMETHEUSPLEIN 1, DELFT GRATIS LUNCH!
MEDITATION WORKSHOP BY ADITYA KAMALAPURKAR
WEDNESDAY 8TH MAY 12:30 PM @ SNIJDERSZAAL, FACULTY EWI, MEKELWEG 4 ENTRANCE FREE
,
DELFT
VERITAS FORUM
HET HART VAN DE LIEFDE, WHAT IS LOVE? WOENSDAG 15 MEI 20.00 UUR @ AULA TU DELFT, MEKELWEG 5, DELFT
BROODJE FILOSOFIE
HOEZO, AMBITIE? DOOR JOEP DOHMEN
DONDERDAG 16 MEI 12.30 UUR @ HIVE-RUIMTE, TU DELFT LIBRARY, PROMETHEUSPLEIN 1, DELFT GRATIS LUNCH!
June Mystery object
A Mystery Object with price question is again on in the Library Learning Centre. The contest is open till 1 July. The winner gets a Nespresso coffee maker. For everyone
SG.TUDELFT.NL www.library.tudelft.nl/agenda
Are you a leader of the future? Voor advertenties bel met:
H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80 E delta@henjuitgevers.nl Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.
Interested in learning about leadership in a challenging setting with 50 other excellent students from around the world? Join the STeLA Leadership Forum coming August in Delft! The deadline for application is April 30. If you want to know more, visit the website www.stelaforum.org
27
Advertenties
Win € 500.000,-
met jouw groene businessplan! Wi nn aa r 2010
Wi nn ar es vor ig jaa r
Wi nn aa r 2011
Heb jij een innovatief idee waar de wereld groener, duurzamer en beter van wordt? Doe dan mee met de Postcode Lottery Green Challenge. Wie weet win jij € 500.000,- voor het realiseren van je plan!
www.greenchallenge.info
Time: 16.00 - 01.00h Delft Location: Mekelweg 8-10, TU ,00 Presale: €15,00 / Door: €20
Kom jij ons vertellen hoe we Nederland gaan inrichten? & ticketsaelleft.nl more info st ival.tud fe er om www.z
Fe s t i
! e n o y r e v e r v a l fo
Rijkswaterstaat zoekt trainees hbo+/wo. Ga naar www.werkenvoornederland.nl/rwstrainee voor je eigen videosollicitatie.
www.werkenvoornederland.nl
28
international pages
Enjoy the warm and sunny weather while we’ve got it. Take your copy of Delta outside, perhaps to the roof of the library to enjoy it. Have a hard time locating Delta? Let us know on Facebook where you want us to distribute.
Delta
TU Delft
Text: Damini Purkayastha Cartoon: Auke Herrema
Talking books and breaking barriers In the university library, students and faculty members, with the Rector Magnificus, gather around in a circle. Cups of coffee steam as the ‘living books’t get ready to narrate their stories. The first “book” takes centre stage. PhD candidate Robert Setekera. He calls his story “Above the Clouds It’s Always Summer”. It is inspired by his flight to Amsterdam from Uganda. This is also his mantra in life, sunshine is always around the corner. Setekera’s talk is punctuated with photos of his country, his stay at TU Eindhoven and his take on the culture clash. “One thing I learnt quickly was to give short, to the point answers!” he laughs. Setekera has a lot of jokes to share and the Rector, Karel Luyben, joins in with punch lines of his own. By the end of the first talk, the ice has broken. The 20 odd students present are now ready to share their own stories, and pepper the Rector with questions. “That is the point of the Human Library. PhD students often work in isolation and don’t feel connected to the university. This seemed like a great way to bring them together, not only with other candidates, but also with members of the faculty,” explains Marion Vredeling, the Library Programme Manager. “The
Rector was keen on a platform to interact with PhD candidates and he really liked this idea,” she adds. The format is simple. At every session a PhD student and a faculty member are asked to present themselves as books. While the students are usually picked by Vredeling, the Rector chooses the faculty member. So far, every edition has been a success. Former books include Iraqi microbiologist Salah Al Zuhairy, Sana Amir, a PhD student from Pakistan and Marielle Vogt, the director of finance of the university. Every story offers an insight into different cultures and daily life in different spheres of the university. During the break between the two sessions, the Rector introduces himself to the students and invites everyone to say a bit about themselves. “We want to encourage people to talk openly and create an atmosphere that encourages conversation. In fact, one section of the evening is dedicated to an open discussion where students can raise any question,” he says. Soon, the second book is ready. Wouter van der Wal, an Assistant Professor at the faculty of Aerospace Engineering, is ready to talk about
“Expanding Knowledge”. His session is about the quirks of fate that determined his professional trajectory, including being chased by a grizzly bear in Banff, Canada. “The first time I submitted a paper, my supervisor asked me to change the title. I was thrilled. I thought the rest of the paper was perfect. He soon clarified that by change the title, he meant I needed to change my topic altogether,” recalls Wal. He confesses that he got his first compliment from his supervisor after one and a half years of his PhD and that when he finally decided on a topic for his dissertation, he found that it had already been done. The talk ends with the crowd engrossed a debate about paid journals versus open source information. The Rector, who had earlier said he would have to leave early on account of pending work, decides to stay on. “This is so engaging, I’d much rather stay,” he says. The next Human Library session is on May 7. The books are Lourdes Silva De Souza, a PhD candidate from Brazil, and Dr. Elvin Karana, an Assistant Professor in Design Engineering.
‘Every story offers an insight into different cultures and daily life in different spheres of the university’
Delta
29
TU Delft
science TU to develop robot car Always wanted to read your newspaper or enjoy breakfast while driving to work? Autonomous cars might hold this in store and TU Delft is planning to make such a car. Snow, rain, fog, dust clouds. The four autonomous cars, tiny Piaggio vans with sensors to perceive the environment, that travelled 13,000 kilometres in convoy from Parma (Italy) to Shanghai (China) in 2010 endured it all. Worst of all,
though, was the behaviour of other road users in cities like Moscow and Shanghai. “We often had to grab the wheel”, the leader of this remarkable expedition, Alberto Broggi, said last Thursday to a large audience of mostly students at the faculty of Civil Engineering and Geoscience. Broggi, who is a professor of Computer Engineering at the University of Parma, gave a lecture about his work on artificial vision for autonomous vehicles and about his 2010 expedition. And he also came to announce that he and his laboratory, VisLab, are going to collaborate with researchers of the TU Delft
Broggi’s autonomous vans travelled 13 thousand kilometres from Parma (Italy) to Shanghai. (Photo: Vislab)
Robotics Institute. In November this year this collaboration should result in an autonomous car. Delft robotic expert, Prof. Pieter Jonker (MMME faculty) said that he believes that the technique Broggi is working on, which involves stereo cameras instead of laser systems to monitor the surroundings, holds the future. “We want to continue down that path.” Contrary to the previous cars Broggi made, the researchers will now put a lot of effort on devising haptic feedback systems for the car, Jonker adds. In other words, the communication between the passenger/driver and the car needs to be ameliorated. The car should be designed to support smooth transitions between automated and manual control. “Ultimately of course we would like to have a car with just one button”, says Broggi. “You press on it and the car does all the rest. But for now that is impossible. We believe it will be possible to use autonomous cars within a decade in special situations, on reserved motorway lanes.” (TvD)
Award-winning math may save us billions A new approach to flooddefense measures won the Franz Edelman Award last week. TU emeritus Professor Kees Roos says it may save us nearly 8 billion euros over the next 40 years. A team from Deltares, Netherlands Bureau for Economic Policy Analysis (CPB), Tilburg University and TU Delft was awarded the Franz Edelman Award for best achievement in operations research for their rational approach to flood protection in the Netherlands. According to their analysis, three areas in the Netherlands deserve special flood protection: Rotterdam, Almere and
the Betuwe. Back in 2006 Professor Kees Roos (EEMCS) was approached for the mathematical support of the ideas of the economist Carel Eijgenraam from the CPB. Eijgenraam proposed to adopt national flood protection standards based on cost-benefit analysis. In short: valuable regions deserve better protection. This was a different approach from the second Delta Commission that advised to reduce the overall risk for flooding by a factor of ten. The cost of this overhaul was estimated at 11.5 billion euros until 2050. “We had to combine probabilities of flooding, which may as well come from the rivers as from the sea, with the economic consequences”, says Roos. “So you have the expected
damage plus the investment costs for dike upgrading that you have to minimise. This makes it an optimization problem, which happens to be my expertise.” This led to a two year long and complicated exercise during which a cost function for dike upgrades was made, as well as a formula for flooding probabilities and one for damage costs. “If our advice was followed”, said Jaap Kwadijk (Deltares) at the Award Ceremony, “the investment costs are 3.7 billion euro, which is 7.8 billion euro less than the advice of the second Delta Commission.” (JW)
Hybrid eco wind car
By simply changing the rear part, students from Hogeschool Inholland, TU and Haagse Hogeschool combine the high-mileage vehicle Apollo with the wind-powered vehicle Anemo. Both need a slick, light aerodynamic capsule for the driver, only the back part is different. Vincent Koenders says the super-efficient ethanol-powered Apollo will be on the road within two weeks. The Shell Ecomarathon, in which it will compete, will be held in Rotterdam between 15 to 19 May. Koenders is one of the initiators of the Hogeschool Rootbox, a practical workshop comparable to the TU’s Dreamhall, where the combi-vehicle was built. The back part for the wind-powered vehicle Anemo will have to be much more sturdy and heavy than Apollo, explains Koenders. It will have to be able to withstand the considerable wind forces on the breezy dike near Den Helder in the Racing Aeolus competition. TU researcher Ben Geurts MSc. was involved in the early stages of the TU wind racing team called Team Vortex. He thinks the Rootbox team has made a smart move. “Combining the two vehicles makes better use of knowledge, production facilities, workshops, financial means and sponsorships”, says Geurts. He doesn’t think there is much sacrifice or compromise in the design. “You’ll add a little extra weight for the coupling, but that’s negligible.” Geurts has left the Vortex team after it had decided it would not make use of a vertical axis turbine – Geurt’s expertise and PhD research project. Currently the team’s main activity is issuing calls for students to participate. For an activity that will take place in August, such calls seem a bit late.
www.delta.tudelft.nl/26581 www.delta.tudelft.nl/26589
30
Delta
TU Delft
Text: Damini Purkayastha Photo: Holland Media Bank
delft survival guide Surviving Queen’s day Wondering why all that orange is showing up in the shops? Heard about this Willem-Alexander person, but don’t know who he is? Here’s our advice for surviving (and celebrating) Queen’s Day. I’ve been living under a rock. What is Queen’s Day? The most important thing to know is that the Dutch like to party. Add a royal twist, and you’ve got one epic event. Queen’s Day, or Koninginnedag, is a national holiday celebrated on April 30 every year, to mark the birthday of the reigning Queen, Queen Beatrix. The day is marked with a nation-wide outdoor party, flea markets, concerts, games, beer and crazy crowds dressed in orange. But isn’t Queen Beatrix’s birthday on January 31st? Yes. But, January isn’t really great party weather is it? In honour of her mother, Queen Juliana, and the great Dutch love of sunshine, Queen Beatrix decided to continue celebrating on her mother’s birthday. Why’s everyone calling this the last Queen’s Day? Because it is. On April 30, in a coronation ceremony that will be broadcast live all over the Netherlands, Queen Beatrix will crown her son, WillemAlexander, as King. Does that mean no more partying in 2014? Of course not. The party will henceforth be called Koningsdag, King’s Day. Thankfully, King Willem-Alexander’s birthday is on April 27, so the party will continue to be in spring. Next year though, it will be held on April 26, since his birthday falls on a Sunday. So, how can I celebrate Queen’s Day in Delft? Step out of your house for starters.
Queen’s Day requires the wearing of a lot of orange.
The little town of Delft will be a hustle bustle of activity. “There’ll be a flea market all across town and food stalls with typical Dutch food. An entertainment programme is being organised at the Markt with dance groups, live bands and lots of fanfare. Every restaurant will up the ante for their regulars. So you can enjoy great Blues at Plan B and dance to the DJ’s on Burgwal,” says Nick Keijzer, Marketing and Communications, Bureau Binnenstad, Delft.
tradition started in honour of the name of the royal household, Oranje. If you don’t have anything orange, don’t worry. The streets will be full of vendors hawking all things oranje, from giant sunglasses to tall hats, and even orange holders for all those beer cans you’re going to buy. Where else can I party? It’s a nation-wide party. So, anywhere. Will I be hung-over? Yes.
I don’t own a TV. Can I still watch the coronation? “At the Markt, you can follow the whole event live on a high definition screen placed next to the stage. The abdication and homage will be played from 10.00 till 11.00 and 14.00 till 15.00,” says Keijzer. Do I have to wear orange? Of course. We recommend finding your loudest orange accessories. The
‘If you don’t have anything orange, don’t worry, the streets will be full of vendors’
Den Haag The Haagse Koninginnedag is going all out to mark the holiday. Monthlong festivities in the city kicked off in April, offering loads of ‘royal’ fun. From carriage rides around the city, a Queen’s Day concert by The Hague Philharmonic, rides on historic trams and special boat tours. www.haagsekoningsdag.nl Amsterdam Amsterdam is the scene of the real action. The royal ceremony will take place at the Royal Palace at Dam Square and the Nieuwe Kerk following which, the new King and his wife, Queen Maxima, will take a boat tour. www.koninginnedagamsterdam.nl Rotterdam The annual circus opens on April 29, so you can check out acrobatic feats, dance, theatre and music. Festivities will be on across the city, with a Queen’s festival at Plein 1940, an ongoing fair, an after-party with performances by big names, and fireworks at night. www.rotterdam.nl/programmakoninginnedag
Delta
Crowd sourcing clean oceans While he was still in high school, first-year aerospace student, Boyan Slat, developed a concept for cleaning up the islands of floating plastic in our ocean’s gyres. These slowly rotating currents, which span the Indian and North and South Pacific and Atlantic oceans, trap land-produced plastics in a never-ending merry-go-round of suspended solids. If left in the water, these plastic particles can re-enter our everyday drinking water systems, continue to disrupt oceanic and coastal ecosystems, and damage shipping vessel propellers. Derived from an existing ocean surface-sweeping concept called a manta trawl, Slat’s version of the device would float semi-submerged on the ocean’s surface while each of its fins would stabilize a lateral boom. Several processing platforms and booms would work in series to span the radius of one gyre. While the platform is anchored to the seafloor, the boom-platform-boom series
would face the gyre’s gentle current head on. Like a record brush cleaning a 45 on a turntable, Slat’s barrier, which has the working name Ocean Cleanup Array, would try to catch most of the incoming debris, by essentially stopping the scraps from traveling around the current again. Slat’s initial estimates convinced him that he could clean the gyres in five years, given that one gyre rotation typically lasts five years. A startling disclaimer on Slat’s
plankton, a key oceanic organism, nearly matches that of seawater, the plankton would naturally pass under the trawls’ booms. This has not been tested, but centrifuging could be a solution. If plankton populations are disrupted because of Slat’s technology, then the environmental community would unlikely throw its support behind it. For Slat, much of this year is consecrated to completing the Array’s feasibility study, for which he has rallied funds
Small-scale donors have awarded the wunderkind almost $50,000 USD in one week website reads, ‘Although the preliminary results look promising, we had and have no intention of presenting a concept as a feasible solution while still … in [the] investigative phase.’ At this point, his concept has neither been completely specified nor fully tested for feasibility. One assumption Slat makes is that since the density of sea
through crowd sourcing. While harnessing his social media reach and providing compelling business projections, Slat’s boyishness works to his advantage. Small-scale donors have awarded the wunderkind almost $50,000 USD in one week. (TA)
lbeek
nostalgia
Photo: Hans Stake
31
TU Delft
Nikos Larisis, 27, is holding mountain tea, a commonly used medicinal herb in the Mediterranean. Larisis, originally from Greece, moved to the Netherlands in 2011 to pursue an MSc in Embedded Systems. His parents mail him the herb, which he uses to treat the symptoms of colds and flus. Aside from its medicinal properties, its intense odour reminds him of home and inspires images of the mountains where it grows, a geographic feature Larisis doesn’t see much of living here.
Talking point Open and online Internet has changed many sectors. We shop online, we book holidays online, we listen to music online. Now it is education’s turn. Students are expecting this from their university. You often hear that internet distracts students, because they consume so much media, torn between texting, posting on Facebook and watching YouTube. And yet they also have an astonishing ability to focus on elaborate videogame play for six-hour stretches or to watch complex, television dramas in binge sessions that can swallow a weekend. TU Delft recognises these trends and we have taken different steps to prepare our university for this development. In 2007, TU Delft started with open courseware, offering free access to high-quality educational content organised as courses. In last five years, we have published more than hundred courses for both bachelor’s and master’s students. This year, we are taking the next steps. We have started a pilot with online distance education for three master’s programs and we have joined the EdX Consortium to offer massive open online courses (mooc). The three master’s programs will offer their master program online. Students will pay the regular tuition fee for it, but don’t need to live in the Netherlands to follow these courses. After completion, they will earn an MSc degree from TU Delft. The programs will start with small numbers of students (10 to 20). Why moocs? Because our university is a strong advocate for open education and we believe the next step for education is online. Moocs are an interesting step into both directions. The EdX Consortium is a not-for-profit consortium of top universities founded by MIT and Harvard. The platform is open-source and the courses will be openly licensed. But most important, there is a strong focus on research of innovation in education, not only online but also for campus education. Moocs are about the big numbers. We are aiming at 50,000 students per course. Students who pass the course will get a non-formal certificate of mastery. The first moocs, Introduction to Water Treatment and Solar Energy, will start in September of this year. We aim to learn from these first DelftX mooc experiences to make each new mooc a better one. The pilots of open and online education are good way to improve our education and prepare the university for the future. Professors should embrace this. Our students are expecting it. Willem van Valkenburg Coordinator Open Education Team Project Director DelftX @wfvanvalkenburg Do you agree or disagree with the points raised in this week’s Talking Point? Let us hear your opinion: start or join the discussion in the website’s Comments section at www.delta.tudelft.nl
Contents International
28
Talking books and breaking barriers
29
Robot car
Text: Heather Montague Photo: Hans Stakelbeek
30
Surviving Queen’s day
See www.delta.tudelft.nl for the translation of page 20: ‘Educating Willem-Alexander’
The bike of Marco Cattani Marco Cattani has been riding a bike since he was four years old. You might say he has a love of bikes, as he has three bikes here in Holland and another one in his home country of Italy. The bike you see in the picture entered Cattani’s life by way of coincidence in the summer of 2012. “I got it as a present from a friend of mine,” said Cattani. “He was an Erasmus student and broke the bike just a week before leaving. He didn’t have the time to fix it and sell it so he gave it to me as a present.” Fortunately, Cattani knows a thing or two about bikes. “Before being able to ride my bike I spent two weeks finding all the spare parts and fixing the bike in my small studio apartment. Luckily, I live in a student house and no one complained about the noise I made at random hours in the night.” Cattani says that the bike is unusual because it has
Name: Marco Cattani (Italy, Embedded Software Group, EWI, PhD Student) Price: Free Brand: Gazelle Striking feature: Rod-actuated brakes
rod-actuated brakes. This means that they use a series of rods and pivots (instead of Bowden cables) to move the brake pads into action. Although it’s a bit rusty, the lights are not working and only 2 out of 3 gears work, he says it is still a fast bike. “I use it every day, especially in winter, when I cannot use my race bike, which does not have any mudguard,” states Cattani. Sadly, it is too expensive to fix as the rear wheel alone costs €280 euro. But he likes it so much that Cattani is planning to buy a new one of the same model. “Previously I was living in Trento, a city surrounded by the Italian Alps. There not having a car is unimaginable,” says Cattani. “The Netherlands is a great place to bike, especially on sunny days. You realize that living without a car is possible.”