Delta17

Page 1

NR.17 19 MEI 2015

onafhankelijk universiteitsblad

Bioprocess Facility Plant

Groter is anders

Pieter Visser:

‘Satellieten zijn dure beestjes’ Studentenraadsverkiezingen 20 en 21 mei

Helping hands

Robots learn to pick fruits and vegetables

LAAT JE STEM HOREN


2

Delta

TU Delft

6 Delta Nr. 17

19 mei

2015

“Ik wilde de twee lijsttrekkers voor de studentenraadsverkiezingen graag ruggelings tegen elkaar fotograferen, met in de verte de TU. Van de spandoeken hoeft er maar een klein stukje op, de kleuren zijn herkenbaar genoeg. Buiten beeld staan nog twee studenten (van Oras) die de spandoeken strakgetrokken houden in de wind, waarvoor dank.” (Fotograaf Sam Rentmeester)

REAGEER!

10

www.delta.tudelft.nl

COLOFON

Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.

Redactie Frank Nuijens (hoofdredacteur) - @franknu, Katja Wijnands - @kwijnands, Dorine van Gorp - @dorinevangorp, Saskia Bonger - @sbonger, Tomas van Dijk - @tomasvd, Connie van Uffelen - @connievanu, Jos Wassink - @joswashere Medewerkers aan dit nummer Jorinde Benner, Aldo Brinkman, Ailie Conor, Auke Herrema, Job Hogewoning, Folkert van der Meulen Bosma, Heather Montague, Molly Quell, Jimmy Tigges, Ellen Touw, Caroline Vermeulen Foto’s Marcel Krijger, Sam Rentmeester Bladconcept en vormgeving Maters & Hermsen, Leiden

Lay-Out Liesbeth van Dam Redactie-adres Universiteitsbibliotheek, Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848, delta@tudelft.nl Advertenties H&J Uitgevers, 010 451 5510, delta@henjuitgevers.nl Druk Mediacenter Rotterdam Oplage 8.000 Jaargang 47 ISSN 2213-8838 Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op de website. Meer informatie op: www.delta.tudelft.nl/colofon

COVER

INTERVIEW

VERKIEZINGEN

PIETER VISSER

Delftse studenten kunnen op 20 en 21 mei tijdens de studentenraadsverkiezingen laten zien hoe belangrijk zij medezeggenschap vinden. Twee lijsttrekkers over inspraak, protest en wat er beter kan aan de TU.

Hij berekent tot op de centimeter nauwkeurig de posities van satellieten. Prof.dr.ir. Pieter Visser, alias ‘Satellieten Pieter’, is benoemd tot hoogleraar astrodynamica en ruimtemissies.


Delta

3

TU Delft

16

25 REPORTAGE

ENGLISH PAGES

PROEFFABRIEK

HELPING HANDS

Aan de andere kant van Delft, op de Biocampus Delft, staat een bijzondere proeffabriek: de Bioprocess Facility Plant (BPF). Hier moet duurzame productie van chemicaliĂŤn, materialen en brandstoffen sneller op industrieel niveau worden gebracht.

A start-up based at YesDelft has developed a robot hand that can pick fruit and vegetables, work currently done by low wage workers in the Netherlands.

Delta 18 verschijnt op maandag 1 juni

VERDER COLUMN NIEUWS MASTER SPORT LIFESTYLE DELFTS PLAN DESGEVRAAGD

04 05 13 14 15 20 23


COLUMNELLENTOUWUNIVERSITEIT®

4

Delta Met het 'Wetsvoorstel bescherming namen en graden hoger onderwijs' wil minister Bussemaker een einde maken aan de praktijk dat niet-erkende instellingen in Nederland zich ongestraft hogeschool of universiteit kunnen noemen. Hoog tijd dat daar iets aan gebeurt, want al jaren is er een vreemde tweedeling in onderwijsland. Aan de ene kant zijn er de erkende instellingen die zich in allerlei bochten wringen om te kunnen blijven voldoen aan de eisen van de NVAO. En aan de andere kant zijn er de creatieve geesten die het cursusoord in hun verbouwde boerderette schijnbaar zonder enige belemmering mogen omdopen tot university, om vervolgens diploma’s uit te delen met de waarde van een oranje feesthoedje. Zoals de Intercultural Open University in Opeinde bij Drachten, waar je tot voor enkele jaren terecht kon voor afstandsonderwijs op masters- en PhD-niveau, en waar in de toptijd volgens eigen zeggen meer dan 58 duizend studenten uit de gehele wereld ingeschreven stonden. Je kon er voor achtduizend euro promoveren op de magische krachten van blauwe saffieren, of op Shinkiko, een alternatieve geneeswijze met behulp van ingestraalde stickers en kaartjes waarmee je negatieve vibraties onschadelijk kon maken. Wie graag Consultant Vedische Astrologie of Begeleider Klankschalentherapie wil worden kan zich wenden tot de Dutch University College for Social & Cultural Studies in Wilp, waar men volgens de website gecertificeerde studieprogramma’s en (beroeps) opleidingen aanbiedt op bachelor- en masterniveau. Ook kun je je er verdiepen in Veda & Kwantumfysica, en Lowbudget-yoga. Noch het Dutch University College, noch de Intercultural Open University hebben ooit last gehad van irritante onderwijsinspecteurs of nieuwsgierige visitatiecommissies, naar het schijnt. Je moet het wel erg bont maken wil je tegen de lamp lopen. In 2010 moest de European University for Professional Education in Den Haag zijn deuren sluiten na beschuldigingen van mensenhandel, oplichting en mismanagement. Studenten van deze particuliere instelling zouden naar Nederland worden gelokt, nauwelijks onderwijs krijgen en in financiële problemen komen, waardoor ze voor hun levensonderhoud gedwongen werden laagbetaald werk te gaan doen. En in 2013 legde de rechtbank de Alhuraa Universiteit in Den Haag een boete op van 50 duizend euro wegens oplichting en valsheid in geschrifte. De universiteit had lange tijd bachelor- en masterdiploma's verstrekt terwijl ze daartoe niet bevoegd was. Bij een doorzoeking van het pand van de Alhuraa Universiteit, gevestigd boven een autodealer op een bedrijventerrein, werd een grote hoeveelheid nepdiploma's gevonden met daarop verschillende graden. Ook werden er printers, hologrammen en stickers aangetroffen voor het maken van diploma's. Universiteiten en misdaad, het zijn twee aparte werelden die niet te veel door elkaar heen moeten gaan lopen. Daar zijn zelfs doorgewinterde criminelen helder over. Want, zo zei Adil A., een van de hoofdverdachten van de liquidaties in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt, tijdens zijn proces vorige maand: “Wapens, overvallen, drugs. Dat zijn MIJN middelen. Ik ben een crimineel, geen studentje aan de TU Delft”.

Ellen Touw is op dit moment uitgeleend als beleidsadviseur internationalisering aan de Universiteit Twente.

TU Delft

1 De Smart Jacket gaat levens redden.

ja

Studenten strategic product design Elrein Blom, Nina van Leeuwaarden en Maaike Stoops proberen via crowdfunding vijfduizend euro startkapitaal te vergaren voor Cladlight. Deze Keniaanse start-up heeft een Smart Jacket ontworpen, een veiligheidshesje met led-lampen die gekoppeld zijn aan de richtingaanwijzers van de motor. In Kenia is de motor een veel gebruikt vervoermiddel – ook als taxiservice – maar er gebeuren veel ongelukken mee. Dit vestje helpt de veiligheid te verbeteren. Via de 1% Student Battle willen de studentes de productie van de Smart Jacket op gang brengen. Als ze winnen, bezoeken ze het project in Kenia.

5 Op welke stelling wil je terugkomen?

2 Het was nog een hele klus om het product te verbeteren.

ja

3 Motorrijders in Nederland rijden veilig genoeg en hebben geen Smart Jacket nodig

nee

4 Als we die 5000 euro niet binnen drie weken bij elkaar krijgen, vullen we het bedrag zelf aan.

“Op stelling 4. We willen in de toekomst betrokken blijven bij de Smart Jacket en kijken hoe we buiten deze drie weken om dit product succesvol in de markt kunnen zetten. Het is een start-up en we gaan andere manieren zoeken om het geld bijeen te krijgen. Het product zelf is goed, alleen is de markt in Kenia lastig. Mensen hebben weinig geld. We kijken hoe we waarde kunnen toevoegen, zodat het meer wordt dan een veiligheidshesje. Een label voor taxichauffeurs bijvoorbeeld, want veel motorrijders in Kenia vervoeren passagiers. Met het hesje kunnen ze niet alleen laten zien dat ze een taxi zijn, maar ook dat ze om de veiligheid van zichzelf en hun passagiers geven.” (CvU) smartjacket.nl studentbattle.nl

nee

62 Er is weer een run op werktuigbouwkunde. De numerus fixus is opgeheven en de faculteit 3mE ziet een stijging van 62 procent in vooraanmeldingen ten opzichte van vorig jaar. Toen meldden zich halverwege mei 453 studenten, nu 731. Decaan Theun Baller spreekt van ‘een uitdaging voor docenten en binnen de bestaande faciliteiten’. “De ervaring leert dat de aantallen nog sterk fluctueren. Studenten stellen de definitieve keuze het liefst uit en schrijven zich in voor meerdere studies. Wat ze werkelijk kiezen zal nog blijken.” delta.tudelft.nl/29892

Tweet Ruben de Nie, teammanager van het ‘dreamteam’ Wasub V: “We bereiden ons voor op de International Submarine Races die van 22 tot en met 26 juni worden gehouden in een militair bassin in Maryland. Het gaat om een snelheidsrace van honderd meter in een rechte lijn, op zeven meter diepte. Het huidige wereldrecord staat op 13,49 kilometer per uur. Voor een hogesnelheidstest zijn we uitgeweken naar het Veenmeer, want de sleeptank van 3mE is niet diep genoeg en een faciliteit bij Marin (Maritime Research Institute Netherlands, red.) wordt nu gerenoveerd. We hadden onze mensaangedreven onderzeeër nooit eerder getest in buitenwater. Het zicht is er twee tot drie meter en dat is slechter dan in binnenwater. Vanwege de veiligheid wilden we daarom om de drie meter een duiker hebben voor een goede communicatie. Een plaatselijke duikschool hielp ons daarmee. We leerden hierdoor dat de communicatie met externe duikers perfect moet zijn. Ook bleek dat op zes tot zeven meter diepte door de hoge druk de aangepaste luchtautomaat niet werkte zoals wij wilden. Er was sprake van luchtophoping, waardoor de onderzeeër vrij snel omhoog ging. Dat hebben we opgelost. We zitten nu rond de tien kilometer per uur, maar ik heb goede hoop op een wereldrecord.”


KORT Meer en uitgebreider nieuws op www.delta.tudelft.nl

Handtekening

Na invoering van tentamenresultaten in studentenregistratiesysteem Osiris hoeven TU-docenten de cijferlijsten voortaan niet meer uit te printen en naar de cijferadministratie op te sturen ter vaststelling. Deze extra check kunnen zij voortaan digitaal doen met een soort TAN-code. Met deze digitale handtekening zijn docenten minder tijd kwijt aan de administratie van tentamenresultaten en kunnen studenten eerder hun cijfer inzien. Het was zwaar voor de deelnemers van het door SBV Slopend opgezette Nederlands Studentenkampioenschap Survival op zaterdag 9 mei. De organisatie had een uit 32 hindernissen bestaand parkoers opgebouwd op de campus, inclusief autogordellussenbrug en brandweerslang-swingover. “Op sommige stukken stond heel veel tegenwind”, aldus winnaar Joris Domhof, evenals zilveren medaillewinnaar Daniel Schumacher lid van Slopend. (Foto: Sam Rentmeester) Pagina 14: Sport

De week van... De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) heeft zestien nieuwe leden gekozen. Voor het eerst treden net zo veel vrouwen als mannen toe tot het exclusieve wetenschapsgenootschap. Een van de nieuwe leden is prof.dr. Nynke Dekker (1971). De hoogleraar moleculaire biofysica (Technische Natuurwetenschappen) werkt op het snijvlak van natuurkunde en biologie: ze doet onderzoek naar de fysische eigenschappen van biologische moleculen. Dekker kijkt bijvoorbeeld naar het mechanisme van celreplicatie in levende bacte-

riële cellen. Met instrumenten die op nanoschaal meten, bestudeert ze ook de werking van eiwitten. De nieuwe leden worden eind september officieel geïnstalleerd. Het lidmaatschap is voor het leven. (Foto: TU Delft) Natuurkundige ir. Julia Cramer is vanaf deze week te volgen op de website facesofscience.nl. Faces of Science is een initiatief van Kennislink en de KNAW en is bedoeld om jonge wetenschappers in de schijnwerpers te zetten en te laten zien wat het leven als wetenschapper

inhoudt, vooral aan jongeren die staan voor een studiekeuze. Cramer gaat blogs publiceren op deze website over haar onderzoek. De promovenda werkt bij het Kavli Instituut voor Nanowetenschappen aan een supercomputer. De rekeneenheden van deze computer (de zogenaamde qubits) zijn elektronen in diamant. Op facesofscience.nl legt Cramer in een filmpje uit hoe de methode werkt. (Foto: Tomas van Dijk)

Journaaldreiger

TU-student Tarik Z. die eind januari met een nepwapen binnendrong bij het NOS Journaal, heeft vorige week voor de rechtbank in Lelystad gemeld dat hij geen behoefte heeft iets te zeggen. Hij wordt verdacht van bedreiging, gijzeling en verboden wapenbezit. Volgens Visser komt er op 19 juni, als de zaak inhoudelijk wordt behandeld, een ‘gestructureerd verhaal’ naar buiten, meldt de NOS. delta.tudelft.nl/29909

Forze

De Forze VI heeft op de Nürburgring Nordschleife in Duitsland een nieuw ronderecord gevestigd voor raceauto’s op waterstof. Formule-1 coureur Jan Lammers had in de Delftse racewagen minder dan 11 minuten nodig voor de bijna 21 kilometer. Forze VI haalde een topsnelheid van 170 kilometer per uur, maar moet in staat zijn 220 kilometer per uur te halen. delta.tudelft.nl/29903

Mekelprijs

Onderzoekers dr. Jan Carel Diehl en dr. Johan Molenbroek (IO) hebben op 5 mei de Mekelprijs voor meest maatschappelijk verantwoorde innovatie 2015 gewonnen. Speciaal voor Bouwkunde-onderzoeker dr. Ben Bronsema riep de jury een tweede prijs in het leven. delta.tudelft.nl/29890

IJsbrug

Een internationale groep studenten onder leiding van de TU Eindhoven gaat komende winter in Finland een brug bouwen van ijs versterkt met papiervezel. De honderd meter lange brug krijgt een vrije overspanning van vijftig meter. Waarschijnlijk doen ook Delftse studenten mee. delta.tudelft.nl/29895



Tekst: Connie van Uffelen Foto’s: Sam Rentmeester

Delta

7

TU Delft

DELFT IS GEEN AMSTERDAM Na alle Amsterdamse protesten over medezeggenschap kunnen Delftse studenten op 20 en 21 mei laten zien hoe belangrijk zij dit vinden. Die dagen zijn er namelijk weer studentenraadsverkiezingen. Lijsttrekkers Julie Fraiture (Oras) en Julia van der Ven (Lijst Bèta) over inspraak, protest en wat er beter kan aan de TU. JULLIE PARTIJEN HEBBEN VOORAF OVER ELKAARS VERKIEZINGSCAMPAGNE OVERLEGD. IS DAT NIET EEN BEETJE VREEMD BIJ EEN VERKIEZINGSSTRIJD? Fraiture: “Wij zijn daar zelf niet bij betrokken, maar je wilt minstens twee partijen in de studentenraad (sr) en het is dan fijn als je een tegengesteld verkiezingsprogramma hebt. De student heeft anders niks te kiezen.” Van der Ven: “Je werkt als raad natuurlijk intensief samen, maar er zijn onderwerpen waar Lijst Bèta zich voor heeft ingezet en onderwerpen waar juist Oras zich veel mee heeft beziggehouden. Het gaat om het claimen van dingen waarmee je campagne voert. Daarover moet je natuurlijk overleggen.”

JULLIE ZETTEN JE HET KOMEND JAAR IN VOOR INSPRAAK VAN STUDENTEN AAN DE TU. STUDENTEN IN AMSTERDAM BEZETTEN GEBOUWEN VOOR MEER INSPRAAK (ZIE KADER). WAT VINDEN JULLIE DAARVAN? Fraiture: “Oras vindt dat niet de manier. We denken dat je met overleggen het meest bereikt. Oras is de partij die het langst in de raad zit, al 42 jaar, daardoor hebben we met alle partijen binnen de TU een goede relatie. We onderhouden onze contacten goed en proberen via constructief overleg er het beste uit te halen voor de student.” Van der Ven: “Wij begrijpen heel goed waarom studenten in Amsterdam boos zijn. Op de UvA is te weinig inspraak, maar bezetten van gebou-

wen is niet het middel voor ons. De studenten die een gebouw bezetten zijn de meest radicale. Zij gingen alleen weg als het college van bestuur (cvb) opstapte. Er zijn op de UvA ook veel studenten die niet bezetten en naar een oplossing wilden kijken. Het college had met die studenten moeten praten.”

DERGELIJKE PROTESTEN ONTBREKEN IN DELFT. WAAROM GAAN STUDENTEN HIER DE STRAAT NIET OP? Fraiture: “Omdat problemen hier niet zo groot zijn. In Delft stemt veertig procent van de studenten bij studentenraadsverkiezingen. Dat is een van de hoogste percentages van Nederland. Daarom wordt de sr heel serieus genomen door het college. Probleem in Amsterdam is dat kleine studies worden weggecijferd. In Delft neemt het studentenaantal alleen maar toe en zijn er goede baanperspectieven. Daar hoeft dus niet over te worden geprotesteerd.” Van der Ven: “In Amsterdam komt het cvb met een plan en mag de sr er op het eind naar kijken. In Delft worden plannen besproken voordat ze af zijn. We hebben echt de mogelijkheid om dingen te veranderen. We denken niet dat het allemaal perfect is, er is ruimte voor verbetering.”

Fraiture:“Als de nadruk ligt op het halen van punten, gaan studenten niet leren omdat ze een vak leuk vinden, maar omdat ze die punten moeten binnenslepen. Daar heeft de kwaliteit onder te leiden.” Van der Ven: “De druk zit ook bij professoren. Zij krijgen aan het eind van het jaar een rapport met slagingspercentages. Ik heb bij een vak gezien dat ze stof over de deeltjesversneller bij Cern hebben vervangen door meer oefenopdrachten. Misschien wordt hierdoor het vak door tien procent meer studenten gehaald, maar interesse wordt er niet mee gewekt. Een vriendin van mij heeft een stage bij Cern gedaan, juist omdat ze daarover in de collegezalen had gehoord. Daar heeft ze veel van geleerd.” Fraiture: “Stages, buitenlandervaring opdoen: dat vinden we bij Oras ook belangrijk. Het valt onder ontplooiing. Risico is dat professoren een vak gemakkelijker maken, maar dat is helemaal niet het doel. Je wilt een ingenieur van topkwaliteit.”

AMSTERDAMSE STUDENTEN WILLEN MEER DEMOCRATIE OP DE UNIVERSITEIT MET EEN DEMOCRATISCH GEKOZEN COLLEGE VAN BESTUUR. GOED IDEE?

STAAT DE KWALITEIT VAN DE TU DELFT ONDER DRUK?

Fraiture: “Alleen als er genoeg informatie wordt verstrekt over kandidaten en waar zij voor staan.”

Van der Ven: “Door het rendementsdenken? Ja.”

Lees verder op pagina 8


Van der Ven: “Ik vind het moeilijk. Van sommige dingen kun je als bevolking niet genoeg weten.” Fraiture: “Neem de kwestie van de studentassessor (een student die bij vergaderingen van het college zit, red), daarmee vergroot je de brug tussen cvb en sr. Wij zijn daar niet voor. In Delft zijn we blij met de situatie zoals die is, omdat de band met het cvb goed is.” Van der Ven: “Daar ben ik het mee eens, maar de sr hoeft niet over elk onderwerp wat te zeggen te hebben. En dat is bij een student-assessor wel het idee: dat ze bij alle vergaderingen zijn.”

WIL JE NIET OVER ELK ONDERWERP WAT TE ZEGGEN HEBBEN? DAT IS TOCH HET TOPPUNT VAN DEMOCRATIE?

JULIE FRAITURE, ORAS Julie Fraiture (21) is derdejaars student life sciences & technology en lid van Virgiel, waar ze in de barcommissie en in de redactie zat van het verenigingsblad Carmina Burana. Vorig jaar zat ze in het Women Activation Committee van Yes!Delft Students. Medezeggenschap is haar niet vreemd: op de middelbare school zat ze al in de leerlingenraad. Ze hockeyt, werkt als huiswerkbegeleider, geeft bijles en is zeilinstructeur. Verder zingt ze en speelt ze piano, hoewel dat laatste nu op een laag pitje staat omdat ze geen piano in Delft heeft. Fraiture is kandidaat voor Oras, omdat die fractie volgens haar staat voor onderwijs, faciliteiten en ontplooiing. “De beste ingenieur krijg je niet door alleen goed onderwijs, maar ook door ontplooiing. Daarvoor moeten de faciliteiten goed zijn.”

Van der Ven: “Klopt, maar laatst sprak ik iemand van de facultaire studentenraad van Bouwkunde. Die mag iets zeggen over de hele begroting van Bouwkunde…” Fraiture: “Dat mogen wij ook! Wij hebben adviesrecht.” Van der Ven: “Klopt, maar over sommige dingen weten we niet genoeg.” Fraiture: “Dan zou je er meer tijd aan moeten besteden. Het is ons recht om die begroting te krijgen. We hebben in principe overal iets over te zeggen: we hebben overal initiatiefrecht op. Over alle beslissingen kunnen we onze mening geven.”

WAARIN VERSCHILT JULLIE AANPAK? Fraiture: “Wij zoeken waar een probleem zit en pakken dat vanaf het begin aan.” Van der Ven: “We zien problemen en pakken die aan door veranderingen in het onderwijs: zo bereik je elke student. RAS-maanden krijgen

voor een commissie of bestuur is fijn voor de betreffende studenten, maar als je colleges verandert en sprekers laat komen zal elke student profiteren.” Fraiture: “Het gaat niet alleen om commissies, maar om verbreding. Alles buiten je studie noemen wij ontplooiing. Oras vindt onderwijs én faciliteiten én ontplooiing belangrijk.” Van der Ven: “Dat je voor een dreamteam geen RAS-maanden krijgt, is geen probleem. Je kunt het als minor doen. Dingen veranderen om het veranderen: daar staan wij niet achter.” Fraiture: “Maar in een minor ben je er maar een half jaar mee bezig. Veel dreamteams zijn één of anderhalf jaar bezig en daar leer je het meest van. Het gaat niet alleen om de financiële vergoeding, maar ook om de erkenning op je diploma.”

WAT HEEFT JULLIE FRACTIE HET AFGELOPEN JAAR BEREIKT? Fraiture: “Mobiel printen. We zijn voor het behoud van vaste computers en meer werkplekken, omdat er meer studenten zijn. De Aula moet open zijn in het weekend tijdens tentamenweken, zodat je er kunt studeren. Langere openingstijden voor de universiteitsbibliotheek. Het buddyprogramma is mede opgezet door Oras. Delftse studenten worden daarbij gekoppeld aan internationale studenten om die een beetje wegwijs te maken in het Delftse studentenleven.” Van der Ven: “Lijst Bèta helpt docenten zichzelf te verbeteren. We zetten elk jaar het Teacher of the Year-event op, waarbij een professor de kans krijgt om zijn manier van lesgeven te delen. Er is een debat en je kunt vragen stellen. En we hebben bereikt dat er voor alle vakken oefententamens beschikbaar moeten zijn.”


9 Fraiture: “Wat niet zo is… Ik heb wel eens een vak waar geen oefententamen voor is, maar dan zijn er wel oefenopgaven.” Van der Ven: “Ik heb dat nog niet eerder gehoord. Is dat een Leids vak?” Fraiture: “Nee, een Delfts vak.” Van der Ven: “O, daarom is het belangrijk om vaak met studenten te blijven praten. Er kan altijd net één vak tussen de regels slippen…”

WAT MOET ER NA JULLIE JAAR IN DE SR VERANDERD ZIJN OM TEVREDEN TE KUNNEN TERUGBLIKKEN? Fraiture: “Ik ben tevreden als er nog meer werkplekken zijn, er minder verschoolsing is en meer ruimte is voor ontplooiing.” Van der Ven: “We willen af van verschoolsing door docenten zich te laten professionalise-

ren. Ze moeten meer focussen op onderwijs. De kloof tussen studenten en professoren moet kleiner worden. Dat kan door middel van spreekuren. In de universiteit die ik in Amerika bezocht is een professor verplicht om twee uur per week een spreekuur voor studenten te hebben. We willen meer keuzevrijheid in het curriculum.” Fraiture: “Tentamens moeten nagekeken zijn in tien dagen. Het kan soms twintig dagen duren. Dat moet sneller zodat je als student beter weet waar je aan toe bent. Dat is al bereikt. Alle studie-informatie moet op één plek te vinden zijn. Dat kan nog verbeterd worden. Verder: een sportkaart waarbij je betaalt voor wat je gebruikt. En ik ben tevreden als de colleges interactiever worden.” <<

BEZETTINGEN UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM Wegens gebrek aan inspraak en onvrede over ‘rendementsdenken’ bezetten enkele tientallen studenten van de Universiteit van Amsterdam (UvA) op 13 februari het Bungehuis. Dat is het pand van de faculteit Geesteswetenschappen, waarop fors wordt bezuinigd. Kleine talenstudies zouden moeten stoppen als zelfstandige opleiding. De protesterende studenten noemen zich De Nieuwe Universiteit en bezetten na de ontruiming van het Bungehuis op 24 februari het Maagdenhuis. Ook docenten en wetenschappers organiseren zich, in ReThink UvA. Zij vinden dat door het ‘doorgeschoten rendementsdenken’ de kwaliteit van onderwijs en onderzoek niet langer is gewaarborgd. Het bestuur is bereid een student-lid toe te laten in het college en een tienpuntenplan voor democratie vast te stellen. De bezetters beloven op 13 april - na een festival - te vertrekken, maar de politie ontruimt het pand twee dagen daarvoor. De ondernemingsraad en de studentenraad zeggen het vertrouwen in het bestuur op, waarna collegevoorzitter Louise Gunning vertrekt. Op 30 april bezet het 'Students 1st of May Committee' het kennis- en informatiecentrum van de UvA. De actievoerders protesteren tegen de hoge werkdruk, tijdelijke contracten en prestatieprikkels en willen bovendien op de internatonale Dag van de Arbeid 1 mei vrij. De vijf bezetters verlaten na enkele uren het gebouw vrijwillig.

JULIA VAN DER VEN, LIJST BÈTA Julia van der Ven (20) wilde na haar middelbare school eerst iets van de wereld zien, voordat ze vijf of meer jaar natuurkunde zou gaan studeren. Met een Fulbright beurs studeerde ze een jaartje in Pennsylvania, waar het haar opviel dat er meer contact is tussen docenten en studenten. Zij lopen daar wat makkelijker bij docenten naar binnen voor een kop koffie. Na dit uitstapje naar de Verenigde Staten trainde ze een paar maanden Kung Fu in China, omdat ze gek is op vechtsporten. Ze is inmiddels tweedejaars student natuurkunde en lid van Sint Jansbrug, waar ze een activiteitencommissie heeft gedaan. Van der Ven kiest voor Lijst Bèta, omdat die volgens haar élke student vertegenwoordigt en wil helpen. “De focus van Lijst Bèta ligt bij onderwijs.”


MISSIE GESLAAGD Hij berekent tot op de centimeter nauwkeurig de posities van satellieten. Prof.dr.ir. Pieter Visser, alias ‘Satellieten Pieter’, is benoemd tot hoogleraar astrodynamica en ruimtemissies.


Tekst: Tomas van Dijk Foto’s: Sam Rentmeester

Delta

11

TU Delft

Ruis, alleen maar ruis. Dat zag Pieter Visser in het najaar van 2009 op zijn computerscherm. Twintig jaar had hij aan de Goce-missie gewerkt. Goce – de Gravity field and steady-state ocean circulation explorer – had tot doel om de zwaartekrachtvelden van de aarde nauwkeuriger in kaart te brengen. Vissers proefschrift, verdedigd in 1992, verhandelde methoden om de satellietmetingen te interpreteren en om te zetten naar zwaartekrachtveldmodellen. Later werd hij lid van de Goce mission advisory group van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA en hield hij continu een vinger aan de pols, tijdens de bouw, de lancering en alles eromheen. De astrodynamicus was de missie bijna als een persoon gaan zien, vertelde hij tijdens zijn intreerede op 18 maart. “Als een recalcitrante puber soms.” Begrijpelijk, want enkele maanden na de lancering kreeg hij deze rommel binnen. Waar waren de mooie curves - de gravitatiesignalen - waar hij op anticipeerde?

Maar jullie hebben het ook flink mis zien gaan. “In 2005 is CryoSat ontploft. Dit was een aardobservatiesatelliet die de veranderingen in de dikte van de voornaamste ijslagen op aarde moest gaan meten. Ik zat ook in de stuurgroep. In oktober 2005 waren we allemaal bij de Space Expo in Noordwijk bijeengekomen. De satelliet werd gelanceerd vanuit Rusland. De Russen brachten ons elke seconde op de hoogte. De eerste rakettrap ging goed. Maar vlak nadat de tweede trap was ontstoken, hoorden we niets meer. Na tien minuten voelden we ons heel ongemakkelijk. De satelliet bleek te zijn neergestort in de Noordelijke IJszee door een softwarefout, hoorden we een paar uur later. Al snel is besloten om de satelliet opnieuw te bouwen. CryoSat-2 is in 2010 gelanceerd.”

Had u het toen benauwd? “Van tevoren ben je nerveus. Het zijn dure beestjes, die satellieten. Maar het kwam gelukkig goed. Er moest nog een correctie plaatsvinden. De satelliet roteerde; de centrifugale krachten moesten beter worden weg gefilterd. Toen verscheen het gravitatiesignaal. Ik maakte een plaatje, en dat ging overal bij ESA rond. Iedereen was blij. Het gaf een enorme kick.”

Wat gaf precies die kick? “Dat we aantoonbaar een idioot hoge nauwkeurigheid hadden behaald. Goce bepaalde zwaartekrachtversnellingen met een nauwkeurigheid van tien tot de min twaalfde meter per seconde kwadraat. Dat is tienduizend miljard maal kleiner dan de zwaartekrachtversnelling op aarde. Met die precisie zou je op aarde een duwtje van een sneeuwvlokje op een olietanker kunnen meten. En natuurlijk is het ook fijn dat mijn werk direct aanwijsbaar nut heeft. We bepalen op de centimeter nauwkeurig hoe hoog satellieten vliegen en dat stelt ons in staat om metingen te verrichten voor oceanografen, klimaatonderzoekers en magneetveldonderzoekers. We kunnen de stijging van de zeespiegel meten, of het afsmelten van Groenland, om maar wat te noemen. Maar mijn fascinatie zit hem in de techniek.”

In 2013 is de satelliet grotendeels verbrand in de atmosfeer. “Ja. Er zijn brokstukken op aarde terechtgekomen, vlakbij de Falklandeilanden. Vijfentwintig jaar ben ik er mee bezig geweest. Niets anders is zo dominant in mijn carrière geweest.”

Momenteel zit u in de stuurgroep van Swarm; drie satellieten die het magneetveld van de aarde meten en die gelanceerd zijn in 2013, net toen Goce ter ziele ging. “In dit vakgebied mag je blij zijn als je één succesvolle missie meemaakt in je hele carrière. We zijn dus heel gelukkig geweest in onze groep.”

‘Met de precisie van Goce zou je op aarde een duwtje van een sneeuwvlokje op een olietanker kunnen meten’

U bent oorspronkelijk naar Delft gekomen om vliegtuigen te leren bouwen. Heel iets anders dus. Vanwaar de overstap? (Lacht) “Ik was inderdaad vanwege mijn interesse in vliegtuigen naar Delft gekomen. Dat durf ik nu bijna niet meer te zeggen. Dankzij een college van mijn latere promotor, professor Karel Wakker, raakte ik gefascineerd door het vakgebied van de astrodynamica. Wakker vertelde over de International Sun/Earth Explorer 3, een satelliet die uit de mottenballen werd gehaald om een primeur te bewerkstelligen, een ontmoeting met de komeet Giacobinni-Zinner. De satelliet kwam zelfs in de buurt van de bekendere komeet Halley. Hij voerde een bijzondere reis uit met zogenaamde zwaartekrachtslingers langs de Maan en de Aarde. En dat allemaal om precies op de juiste tijd aan te komen bij de doelkomeet. Ik vond dit zo knap, dat ik besloot te kiezen voor het vakgebied van de astrodynamica.”

ESA maakte vorig jaar furore met de spectaculaire reis van de Europese Rosetta sonde naar de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko. Gaat u zich ook richten op interplanetaire missies? “We zijn betrokken bij Juice, Jupiter Icy moons Explorer. Deze satelliet moet naar Jupiter en zijn manen gaan. De berekeningsmethoden zijn grotendeels hetzelfde als voor de satellieten die we in een baan om de aarde brengen. Maar het terrein is onontgonnen. Je kunt met interplanetaire missies makkelijker grote ontdekkingen doen. Zo hopen we ondergrondse oceanen te vinden op de manen van Jupiter. Voor de plaatsbepaling van Juice maken we onder meer gebruik van Dopplermetingen. Daarvoor kunnen we de grote radiotelescopen van Westerbork gebruiken. Dopplermetingen worden ook door de politie gebruikt om je snelheid op de autoweg te meten.

Lees verder op pagina 12


12

Delta

TU Delft

‘De reistijd naar Mars moet verkort worden naar een paar maanden’

Volgens de huidige - optimistische - planning wordt Juice in 2022 gelanceerd. Het is een project van de lange adem. Pas in 2030 komen de eerste metingen binnen. Ik zit dan al tegen mijn pensioen aan.”

Maar u blijft dan toch nog even hangen? “Bij ons werkt bijna iedereen door na zijn pensioengerechtigde leeftijd. Met veel liefde heb je aan een missie gewerkt, en dan zou je opeens niets meer doen omdat je een arbitraire leeftijd hebt bereikt? Nee. Op congressen kom ik mensen tegen van in de tachtig. Prof. Byron Tapley bijvoorbeeld. Tapley is still going strong. In 1993 werkte ik een jaar bij het Center for Space Research van de University of Texas at Austin onder zijn leiding. Het was een van de hoogtepunten uit mijn carrière. Tapley is nog steeds met nieuwe missies bezig. Wakker werkt overigens ook nog. Hij is in de zeventig en geeft nog steeds college.”

Wat zijn, behalve een toename in het aantal interplanetaire missies, belangrijke ontwikkelingen binnen uw vakgebied? “Er komen meer kleine satellieten, nanosatellieten, die in zwermen vliegen. De vraag is hoe je die op de juiste afstand van elkaar houdt. Deze kleine sondes zijn veel gevoeliger voor stoorkrachten, zoals de druk door zonnestralen en het kleine beetje luchtdruk in de ruimte. En het probleem van ruimtepuin neemt toe. Satellieten moeten vaak uitwijken omdat ze dreigen te botsen op puin. Als we de banen van ruimteschroot beter kunnen berekenen, kunnen we voorspellen wanneer een satelliet daadwerkelijk moet uitwijken en wanneer niet. Uitwijken is kostbaar, want een satelliet heeft maar een beperkte hoeveelheid brandstof aan boord.”

In uw intreerede noemde u de toenemende commercialisering van de ruimtevaart. “De ruimtevaart verandert heel snel. Ronduit spectaculair vind ik de activiteiten van een bedrijf als SpaceX. SpaceX blijkt met particuliere investeerders goedkoper raketten te kunnen ontwikkelen dan vroeger onder de auspiciën van ruimtevaartorganisaties. Hierdoor worden lanceringen in de toekomst misschien wel veel goedkoper. Daarnaast begeeft een

aantal andere bedrijven zich op het grensvlak van luchtvaart en ruimtevaart, zoals Virgin Galactic en XCOR (bedrijven die toeristen met kortdurende vluchten net buiten de dampkring willen brengen, red.). Voor mij begint de ruimtevaart als je in een baan om de aarde bent. Dat doen deze bedrijven niet. Ze ruiken aan de ruimte. Met XCOR kun je ook metingen verrichten tijdens de lange vrije val terug naar de aarde. Zo kun je apparatuur testen die je later in een satelliet wilt gebruiken. Ik denk dat dit soort bedrijven een revolutie in het reizen kan veroorzaken. Straks vlieg je in een uurtje van Amsterdam naar Sydney buiten de dampkring om. De vraag is wel of het op een milieuvriendelijke manier kan. Voor deze reizen zijn verbeterende modellen van de atmosfeer nodig. Wie weet kunnen we daar aan bijdragen.”

Gaat de mens de ruimte koloniseren?

CV Prof.dr.ir. Pieter Visser (1965) behaalde in 1988 zijn masterdiploma in de astrodynamica aan de TU Delft. In de jaren daarna deed hij promotieonderzoek aan de baanberekeningen voor de toekomstige ESA-missie Aristoteles. Aristoteles zou het magneetveld en het zwaartekrachtveld van de aarde onderzoeken. Deze missie is later omgezet in Goce, een satelliet die

tot doel had om alleen het aardse zwaartekrachtveld te meten. Visser is nauw betrokken geweest bij deze missie tot 2013, toen de satelliet in de dampkring verbrandde. In 1994 kwam Visser als onderzoeker in dienst bij de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. Sinds juli 2014 is hij professor bij de sectie astrodynamics and space missions.

“Er is geen race meer tussen landen, zoals tijdens de Maanmissies in de jaren zestig en zeventig. Maar de Chinezen willen op de Maan wandelen en de Amerikanen op een asteroïde. Mars koloniseren is een ingewikkelder verhaal. Veiligheid is een grote uitdaging. Als er zonne-uitbarstingen zijn, dreig je bestraald te worden met radioactieve deeltjes. Misschien moet je een pak van lood dragen, of een groot schild om de satelliet bouwen. Reistijd is ook problematisch. We zouden er nu een paar jaar over doen om naar Mars en terug te vliegen. Dat moet verkort worden naar een paar maanden. Misschien kan elektrische voortstuwing in de toekomst de reistijd aanzienlijk verkorten. En wie weet krijgen we ooit kernfusie onder de knie en kunnen we binnen een week naar Mars.” <<


DE MASTER

Panagiotis Oikonomidis

Scheurenvoorspeller

ONDERZOEK: 'Building response due to deep excavations in Delft: Criteria vs. performance'

EINDCIJFER:

6,5

Hoe we hem hebben gevonden, vraagt Panagiotis Oikonomidis (30). Want als het gaat om zijn afstudeertraject, is hij het lichtend voorbeeld van hoe het niet moet, denkt hij. “Eén tip: combineer je afstuderen nooit met een fulltime baan”, lacht hij. De reden dat hij zijn masterscriptie afsloot met een 6,5. “Ik heb er vijf jaar over gedaan, geen grap. Aanvankelijk naast een parttime baan in de Spoorzone in Delft, maar die bleek zo intensief, dat ik mijn scriptie steeds weer op de lange baan schoof. Toen ik begon aan mijn master civiele techniek in Delft, was ik 23.” Het is het resultaat dat telt, beseft hij. Want met zijn papiertje vers in handen, heeft hij mooi al jaren een fulltime baan op zak als monitoring specialist in de Spoorzone. Het onderzoek waar het allemaal mee begon: hoe reageren gebouwen in Delft op diepe afgravingen? Daar bestaan criteria voor, maar de praktijk pakt vaak anders uit. Plaats van actie: de Spoorzone. Oikonomidis onderzocht er 130 gebouwen, die grotendeels zijn gebouwd op ondiepe funderingen. Kwetsbaar voor diepe afgravingen, dus. Er bestaan parameters om de schade aan gebouwen naast diepe afgravingen te voorspellen, maar zijn die wel nauwkeurig? Hij besloot het voor alle betrokken gebouwen te onderzoeken, door meetapparaten te installeren op hun façades. Tijdens de werkzaamheden hielden robotstations de horizontale én verticale deformaties aan die façades ieder uur bij. Wat bleek: de voorspelde schade aan de gebouwen was helemaal niet representatief voor de daadwerkelijke schade. Bovendien bleken zijwanden vele malen gevoeliger voor schade dan de façades van de gebouwen.

Conclusie: tijdens grote afgravingen als bij de Delftse Spoortunnel zou standaard dergelijke meetapparatuur bevestigd moeten worden op de omliggende gebouwen. Zo kun je schade veel beter berekenen, en vergelijken met de vooraf gestelde deformatiecriteria. “Pas dan is afgraven echt veilig voor gebouwen”, aldus de civiel ingenieur. “Om de horizontale belasting van de gebouwen te berekenen, zou je bovendien meetapparatuur moeten bevestigen op de achterwand, of moeten kijken naar de gegevens van de meter op de zijwand die het dichtst bij de achterwand ligt.” In het geval van de Spoorzone trad eigenlijk geen excessief hogere schade op dan voorspeld in de oude methode, geeft Oikonomidis toe. “En bij toekomstige afgravingen waarbij wél excessieve schade dreigt op te treden aan gebouwen, volstaat de oude methode als het gaat om flexibele of zwakke gebouwen.” Het gaat ‘m vooral om de vrijstaande panden, volgens de ingenieur. “Díe lijken zich vrij te bewegen aan de rand van de bouwput, en zijn dus veel gevoeliger dan voorspeld in de zogenoemde traditionele ‘critical damage parameters’.“ Die traditionele meetmethode is dus redelijk betrouwbaar, volgens de civieler, maar bij bijzonder diepe afgravingen of kwetsbare gebouwen direct aan de rand van de afgraving, zijn toch echt speciale, aanvullende calculatiemethoden nodig om schade te voorspellen. “Ingenieurs moeten, kortom, weten hoe ze hun tools moeten gebruiken”, concludeert hij. En ja, dat geldt óók voor hem. Als deskundige lonken nieuwe projecten, zoals een nieuwe tunnel in Den Haag. Zeker nu met eindelijk zijn papiertje op zak. (JB)

(Foto: Sam Rentmeester)

Grote graafprojecten als de Delftse Spoorzone trekken een wissel op bestaande gebouwen aan de rand van de bouwput. Methoden om schade te voorspellen volstaan niet altijd, ontdekte civiel ingenieur Panagiotis Oikonomidis. Dus wat dan?


IN THE SPORTLIGHT

SPORTZAKEN

Alexandr Kachko (Rusland) SPECS

1.80 meter

Reis om de wereld

GEWICHT

76 kilo

Tegenwind bij NSK survival, champagne voor hockeyers en compleet Chinees roeiveld weggevaren.

Geboortejaar 1986

studie: phd engineering thermodynamics

Sport: judo (Yoroshi) )

andere sporten De omgeving van de oren is bevattelijk voor blauwe plekken.

jiu jitsu, krav maga, fietsen, zwemmen, kickboksen

Wanneer ben je begonnen met judo? “Ik deed al twee jaar jiu jitsu, waar je veel verschillende technieken leert: vechten, trappen, worpen, worstelen.”

Katoenen judopak of ‘Gi’.

Wat zijn de belangrijkste vaardigheden? “Scherp denken, drie stappen vooruit. Lichamelijke conditie, respect voor je partner of opponent.” Sterke punten? “Kracht, uithoudingsvermogen.” Zwakke punten? “Door je techniek te verbeteren kun je beter worden. Dat kost tijd en daar heb ik weinig geduld voor.” Blessuregevoelig, lichamelijke zwakheden? “Je valt vaak, vooral als je met zwartebanders traint. Dat levert veel blauwe plekken op, maar die verdwijnen vrij snel. Hoe beter je techniek, hoe minder blessures je oploopt.”

Handen zijn belangrijke ‘wapens’: om de tegenstander mee naar je toe te trekken of om hem stevig van je af te werpen.

Gele band is de eerste band die je kunt halen na de witte.

Hoogtepunten/prijzen? “Een derde plaats op het open Duitse studentenkampioenschap jiu jitsu.” Waarom raad je anderen aan te gaan judoën? “Het helpt je om fit te blijven, vooral als je voortdurend achter een bureau zit. Het is goed voor je conditie en uithoudingsvermogen en kan nuttig zijn als zelfverdediging op straat.”

Extra lap op de knie, ter versteviging.

Ambities? “De kunst van judo beoefenen, als een manier van leven. Ik heb nu een gele band en zou ooit de zwarte band willen halen.”

(Foto: Sam Rentmeester)

Waarom bij Yoroshi? “De club heeft in Dick van Wijngaarden een geweldige trainer en coach. De trainingen zijn goed georganiseerd, je kunt er band-examens doen en clinics.”

Eigenlijk is survivallen een uit de kluiten gewassen ‘reis om de wereld’, zoals we die kennen van de gymles op de basisschool. Maar dan buiten, en veel zwaarder, zoals vorige week zaterdag bleek tijdens het door SBV Slopend in Delft opgezette NSK. De organisatie had een uit 32 hindernissen bestaand parkoers opgebouwd op de campus, inclusief autogordellussenbrug en brandweerslang-swingover. “Op sommige stukken stond heel veel tegenwind”, vertelde winnaar Joris Domhof, evenals zilveren medaillewinnaar Daniel Schumacher lid van Slopend. Domhof klaarde de klus in iets minder dan 51 minuten. Eén van de ongeveer vierhonderd deelnemers aan de survivalrun was zo onfortuinlijk om bij een hindernis zijn enkel te breken. Commentaar op de clubsite: ‘Helaas is survivallen niet zonder risico’s.’ Een dag later stond langs de hockeyvelden van het TU-sportcentrum een tafel vol champagneflessen klaar, in afwachting van de te vieren kampioenschappen van enkele lagere herenteams van DSHC. Hopelijk is er genoeg ingeslagen om ook de aanstaande titel van dames-1 te kunnen vieren. Dankzij een 1-0 zege op directe concurrent Etten-Leur heeft die ploeg weer de beste papieren in de tweede klasse B. Minpuntje is de al eerder vastgestelde degradatie van heren-1 uit de eerste klasse. Je kunt niet alles hebben. De rugbyers van DSR-C speelden tegen The Hookers twee bloedstollende wedstrijden om een plek in de ereklasse. Een verslaggever zette op de clubsite uiteen waarom het thuisduel met 10-15 verloren ging: ‘Helaas moesten we onder weersomstandigheden spelen die meer voordelig waren voor de tegenstander dan voor ons. Daardoor konden we niet zo snel de bal naar buiten spelen als we altijd doen.’ In de terugwedstrijd kwamen de Delftse studenten bij de stand 15-0 voor The Hookers terug tot 15-12, maar daar bleef het bij. Op lager niveau dwong het pas kort bestaande Sanctus Virgilius RC promotie naar de derde klasse af door een tweeluik met RC Tilburg 2 met goed gevolg af te ronden. De voetballers van zowel Ariston’80, die niet willen degraderen uit de derde klasse, als Taurus, die juist naar dat niveau hopen te promoveren, zijn eveneens in het nacompetitiecircus terechtgekomen. Ariston’80-coach Willem Lok liet in de krant weten voldoende vertrouwen te hebben in de goede afloop: “We bezitten voldoende kwaliteiten om het in de nacompetitie te redden.” Wordt vervolgd. Vermeldenswaard tot slot is de gouden plak die Ellen Hogerwerf (Proteus) met Nereus-roeister Olivia van Rooijen vorige week behaalde in de vrouwen tweezonder tijdens de wereldbekerwedstrijd in het Sloveense Bled. Het duo liet in de eindsprint vijf Chinese boten achter zich. Tips? Jimmy.tigges@hetnet.nl


WAT: Ohm Festival WAAR: Lijm & Cultuur WANNEER: zaterdag 30 mei van 12.00 tot 23.00 uur TOEGANG: € 27,50 PARTYPROGNOSE:

9

15

PARTY SPOTTERS

Teriyaki Kort verhaal in verband met een leuk recept. Het is tijd voor iets Aziatisch! Gebakken rijst met teriyaki Nodig: snijplank, mes, 2 koekenpannen, kookpan, bak, rasp Ingrediënten: mirim, sojasaus, sesamolie, limoensap, rijst, handje diepvrieserwten, lente-ui, ei, kippendij zonder bot, knoflook, chilipeper, wortel

EEN DANSJE VAN GELUK Wat doe je als je door de invoering van de harde knip maandenlang maar één vak kunt volgen? Dan begin je in je vrije tijd een evenementenbureau. Wapenfeit vier jaar na dato: de derde editie van het Ohm Festival, dat 30 mei neerstrijkt op het terrein van Lijm & Cultuur. Ze zijn technisch bestuurskundige, maar de kans dat Stijn Ceelen (27) en Glenn Schonewille (28) daarmee in het bedrijfsleven belanden, is klein. Vanuit hun ZeeZout-kantoor in Amsterdam werken ze inmiddels fulltime aan het organiseren van allerhande housefeesten. Schonewille is ondertussen nog bezig met zijn afstuderen. Hun belangrijkste evenementen: ZeeZout in het Amsterdamse Diemerbos, Hollandsch Glorie (‘elektronische danschmuziek in je moedertaal’ tijdens Koningsdag in Amsterdam) en het Delftse Ohm Festival. Het evenementenbureau begon min of meer als een geintje. Ceelen: “Tijdens onze studie organiseerden we jaren geleden een strandfeest. We hadden diverse vriendengroepen verspreid door het land, en het leek ons leuk om iedereen eens bij elkaar te brengen. Dat was zo'n succes, dat toen vier jaar geleden de harde knip werd ingevoerd en Glenn en ik noodgedwongen heel veel vrije tijd hadden, we besloten weer een feest te organiseren. Op de sociëteit van DSB deze keer, vooraf gegaan door een diner. Meer feesten volgden. Er zat totaal geen systeem in; mensen moesten geld overmaken voor hun entreekaartje. Langzaam maar zeker groeide dat uit tot een evenementenbureau, drie eigen festivals en twee stagiairs, waarmee we zeven dagen per week bezig zijn.” Het Ohm Festival - niet alleen een hint naar het technische maar ook een Indiaas geluksmantra - richt zich behalve op Delftse studenten, op iedereen die van een goed feestje houdt. Ceelen en Schonewille verwachten zo'n drieënhalfduizend bezoekers. “We houden het samen met de jongens die onder andere het Soenda Festival in Utrecht organiseren; goed voor zo'n vijftienduizend bezoekers elk jaar. Zij zagen namelijk ook wel in dat talloze Delftenaren het hele land door reizen voor goede feesten, en een festival in eigen stad erg zouden waarderen.” Op het programma staat vooral een enorme variatie aan house en techno, van onder anderen Oscar Mulero, Leon Vynehall, FunkinEven, Benny Rodrigues, Abstract Division, Nachtbraker en Life on Mars. “En er is natuurlijk een uitgebreid foodprogramma”, zegt Ceelen er achteraan. Dat mag ook wel, want het festival vindt plaats in de buitenlucht, van 12.00 tot 23.00 uur. “Zodat we 's avonds geen geluidsoverlast veroorzaken”, aldus de organisator. “We zouden het niet anders willen: een festival in de zon is nu eenmaal leuker dan in een donkere zaal.” (JB) ohmfestival.nl

Kook de rijst gaar zoals aangegeven op het pak of de manier waarop je het altijd doet. Giet af en laat volledig afkoelen. Schil en rasp de wortel tot fijne sliertjes en snij de chilipeper in fijne stukjes. Snij de lente-ui in ringetjes, en snij alle knoflook helemaal fijn. Klop ei los met een beetje sojasaus en maak er een omelet van. Afkoelen en in dunne reepjes snijden. Als alternatief kun je ook roerei maken en dat dan fijn hakken. Snij de kippendij in grove stukken en leg koud weg. Vergeet dit niet ongeveer 30 minuten voor het eten uit de ijskast te halen. Meng in een bak mirim, sojasaus, sesamolie, de helft (!) van de fijngesneden knoflook en limoensap. Proef of de balans goed is. Zet de twee pannen op middelhoog vuur, doe een beetje olie in de pannen en zet je schrap, we gaan beginnen. De kip en de rijst moeten tegelijkertijd! Doe de kip in de pan en bak tot mooi goudbruin. Blus af met het mirim/soja/sesamolie mengsel. Dit zal dikker worden en een laagje vormen om de kip. Als dat is gebeurt en de kip gaar is, dan is de kip klaar. Voor de rijst, doe de knoflook, chili en wortel in de pan en vrijwel direct daarna de rijst. Erwtjes erbij en roer door tot alles gaar is. Ei erbij en afmaken met lente-ui. Breng op smaak met sojasaus.

Met geslepen messen, Job Hogewoning


Arno van de Kant: “Als mensen hier weggaan hebben ze voldoende kennis om een fabriek op te zetten. Andere Europese bio-proeffabrieken bieden minder apparatuur, kennis en industriĂŤle ervaring.â€?


Tekst: Jos Wassink Beeld: Sam Rentmeester, Genevieve Rietveld

Delta

17

TU Delft

HDMT

TUSSEN LAB EN INDUSTRIE Op het terrein van de Biocampus Delft, aan de andere kant van Delft, staat een bijzondere proeffabriek: de Bioprocess Facility Plant (BPF). Alles is er hier op gericht om duurzame productie van chemicaliën, materialen en brandstoffen sneller op industrieel niveau te brengen. De fabriek werd op 19 maart geopend.

T

ijdens de opening ontvingen drie start-ups een cheque van tienduizend euro waarmee ze een eerste stap konden maken om hun proces op te schalen. Dr.ir. Kirsten Steinbusch van Delft Advanced Biorenewables (DAB) is een van hen. Ze kan goed uitleggen wat ze van de proeffabriek verwacht. Haar technostarter DAB zit met drie medewerkers in een uithoek van het gebouw voor Life Science & Technology aan de Julianalaan, met uitzicht op de Botanische Tuin. Steinbusch studeerde en promoveerde in Wageningen en kwam eind vorig jaar naar Delft. Ze werkt aan een technologie waar de TU patent (*) op heeft aangevraagd. Daarmee zijn olieachtige substanties (die door micro-organismen zijn geproduceerd) te scheiden van het waterige medium waar de organismen in leven. Om duidelijk te maken waar het om gaat zet ze twee potjes op tafel. Onderin ligt een laagje gist, dan volgt water en daar bovenop drijft olie. In het ene potje is de olie een helderrode vloeistof, in het andere een roze smurrie. “Als je olie produceert met micro-organismen komt dat er meestal niet bovenop drijven. In plaats daarvan krijg je een mayonaise-achtige emulsie. Om de olie daaruit te winnen moet je de emulsie centrifugeren of er chemicaliën aan toevoegen. Onze methode werkt goedkoper en brengt twintig tot veertig procent meer op.” Onderzoekster dr. Maria Cuellar heeft een gepatenteerde oplossing bedacht om de olie al in het reactorvat van het water te scheiden. DAB

gaat dat procedé nu verder uitwerken en op de markt brengen. Hoe de techniek precies werkt vertelt Steinbusch niet. Wel dat het op laboratoriumschaal van honderd liter werkt. Nu wil ze het procedé verder ontwikkelen in de BPF om het proces ook in duizend en achtduizend liter vaten te demonstreren. “Onderzoekers denken vaak dat ze er zijn met het ontwikkelen van een gemodificeerde stam die doet wat ze willen. Maar dan begint het pas”, weet ze inmiddels. “Op kleine schaal valt de mayonaisevorming je niet eens op, maar op grotere schaal kan dat je opbreken. Andersom kun je je zorgen maken over schuimvorming in je laboratoriumopstelling terwijl het schuim in een grote reactor vanzelf in elkaar kan zakken.” Sommige zaken kun je kennelijk niet bedenken, die moet je gewoon proberen.

GROTER IS ANDERS Een van de eerste dingen die opvalt aan de proeffabriek is dat het gebouw aanvoelt als een fabriek. Alle ruimten, met uitzondering van de kantoren, zijn ingericht op een schaal die het laboratorium verre overstijgt. Verder valt op dat vrijwel alle deuren alleen met een pasje opengaan. Dat is het gevolg van het open-access karakter van de BPF, vertelt Arno van de Kant,die hier business development director is. De 50-jarige microbioloog liep hier 25 jaar geleden stage bij DSM en is blij om terug te zijn bij wat hij ‘een leuke tent’ noemt. Destijds was dit gebouw de fermentatie- en opwerkingsfabriek van DSM (voorheen Gist-

Brocades). Deze proeffabrieken zijn van eigenaar veranderd met de vorming van de BPF. Het eigenaarschap ligt nu bij TU Delft en Corbion (voorheen CSM dat zich heeft toegelegd op productie van melkzuren) en DSM. De proeffabriek staat open voor alle bedrijven en universiteiten, wat tot gevolg heeft dat vertrouwelijkheid hoog in het vaandel staat. Klanten moeten er op kunnen vertrouwen dat hun geheimen hier veilig zijn. Vandaar dat veel deuren gesloten blijven in de open-access omgeving. Hetzelfde geldt voor het stand-alone IT-systeem. Het moet potentiële klanten duidelijk maken dat de BPF een aparte en neutrale eenheid is. De context van de BPF is de verduurzaming van grondstoffen: de overgang van eindige grondstoffen zoals aardolie naar hernieuwbare biologische materialen zoals gewassen, bladeren, stengels, stro en houtsnippers en ook afvalstromen. Het streven is om van dergelijke hernieuwbare materialen commerciële producten te maken in de vorm van enzymen, smaakstoffen, chemicaliën, biomaterialen, bioplastics en biobrandstoffen. Veel onderzoek naar dergelijke processen speelt zich momenteel af in laboratoria van universiteiten en bedrijven. Maar om er commercieel levensvatbare processen van te maken, moeten de nieuwe processen op een adequate schaal getest en gedemonstreerd worden. Dat is waar het BPF voor staat.

Lees verder op pagina 19


Voorbehandeling Aanvoer Stengels, stro, takken en houtsnippers komen hier binnen. Ze worden gezeefd, gezuiverd in versnipperd. Ook natte biomassa kan verwerkt worden. Zo'n 40 kilogram per uur aan droge stof belandt in een opslagvat voor verdere verwerking.

Fijngehakt groenafval of natte biomassa wordt blootgesteld aan stoom onder hoge druk om lange suikers vrij te maken uit de cellen en om het materiaal te steriliseren. Een speciaal apparaat scheidt de suikers van de houtachtige stof lignine.

Controlekamer Van hieruit worden de parallelle processen in de reactoren op afstand gestuurd dankzij een netwerk aan sensoren en 2.500 kleppen.

Š GR-A rtwork

s 2015

Voeding Voor voeding gelden strengere eisen dan voor de productie van chemicaliĂŤn of brandstof. Vandaar dat voor fermentatie en zuivering van voedingsstoffen een aparte afdeling is ingesteld die aan de strenge eisen voldoet.

Fermentatie Zuivering Aan het eind van de rit moet het product (bijvoorbeeld een enzym, alcohol of biopolymeer) uit de reactorvloeistof gewonnen worden. Hiervoor staan tal van technieken ter beschikking.

Suikers uit de biomassa zijn de voedingsstof voor fermentatie met gisten, bacteriĂŤn of schimmels. Verschillende stammen kunnen hier met elkaar vergeleken worden op opbrengst.


Delta

Het streven is om van hernieuwbare materialen als gewassen, bladeren, stengels, stro en houtsnippers commerciële producten te maken

“Er zijn enorme verschillen tussen labschaal en productieschaal”, zegt Van de Kant. “Bij fermentatie in het lab moet je de reactor verwarmen. In de fabriek komt er juist zoveel warmte vrij dat je moet koelen. Je hebt te maken met drukverschillen. Je moet mengen zonder de micro-organismen te beschadigen. Er kan opeens schuimvorming optreden doordat er eiwitten vrijkomen. Op grotere schaal wordt fermentatie echt een heel ander spelletje.” Daar komt nog bij dat er in academische kring weinig kennis en ervaring bestaat over scheidingstechnieken. Die worden in de downstream processing toegepast om het product (bijvoorbeeld ethanol, citroenzuur, een enzym of een bijzonder eiwit) uit het reactiemengsel te winnen. De praktische ervaring van operators die al decennia in de biotechnologie gewerkt hebben komt hierbij goed van pas.

FABRIEK De rondleiding volgt de gang van het materiaal door de fabriek en begint dus in de hal waar de biomassa (bladeren, stengels, stro en houtsnippers) binnenkomen. De tien meter hoge hal wordt gedomineerd door transportbanden, zeven en voorraadbakken. Per uur wordt hier zo'n veertig kilogram droge biomassa voorbereid en opgeslagen in een groot blauw buffervat. Niet voor niets was deze installatie het pronkstuk tijdens de opening. Proeffaciliteiten elders draaien vaak zonder een realistische voorbehandeling van plantaardige afvalstromen. In de tweede fase van de voorbehandeling worden de vezels onder druk aan hete stoom blootgesteld. Als dan plots de druk wegvalt breken de weefsels open. De plantaardige cellen moeten kapot om toegang te krijgen tot de suikers in de cel - van oudsher de voedingsstof voor fermentatie. Plantaardige biomassa bestaat voor ongeveer de helft uit suikers en bevat verder lignine (veertig procent) die planten hun stevigheid geeft en een beetje eiwit (tien procent).

19

TU Delft

Maar suikers die voor vergisting geschikt zijn, komen pas in oplossing na blootstelling aan geschikte enzymen die de lange suikers in stukken knippen. Dat hydrolyseproces kan één tot vijf dagen in beslag nemen. Een speciaal apparaat scheidt vervolgens de suikers in oplossing van de onopgeloste lignine. In de proeffabriek is een vat van negen kubieke meter aangebracht dat groot genoeg is als grootste vergistingstank (acht kubieke meter). Een andere belangrijke functie van de voorbehandeling met hete stoom is de sterilisatie. Biotechnologische processen met gisten, schimmels of bacteriën zijn erg gevoelig voor infectie van buitenaf. Met een wilde import uit het bos komt natuurlijk van alles mee dat je niet in je reactor wilt hebben. Eenmaal op het niveau van suikers volgt de fermentatie waar de BPF grote ervaring mee heeft. De BPF kent vier honderdliter vaten en vier van driehonderd liter om verschillende stammen naast elkaar te kunnen vergelijken. De fabriek is goeddeels geautomatiseerd met 2500 automatische kleppen om de processen te sturen. Vanuit de controlekamer houden operators een oogje in het zeil. Wanneer een keuze gemaakt is voor een bepaalde stam kan het proces opgeschaald worden naar duizend, vierduizend of achtduizend liter. De industriële schaal zit daar met 250 duizend tot 2,5 miljoen liter nog een orde boven. Dan volgt de zuivering van het product uit de reactorvloeistof. In fabriekstermen heet dat de downstream processing. Als het product in de cellen zit, moeten die eerst ‘gehomogeniseerd’ worden. Dan volgt een slimme combinatie van centrifugeren, filtreren, decanteren (scheiding van vast en vloeibaar) of kristallisatie om het product te zuiveren. De praktijkervaring van de operators komt de klant hier goed van pas, omdat vooral start-ups doorgaans weinig idee hebben van de beschikbare technieken. De foodgrade afdeling tot slot is speciaal inge-

De Bioprocess Pilot Facility Plant heeft dertig mensen in dienst: vijf procestechnologen, achttien operators en zeven mensen in overhead. Het geïnvesteerde vermogen bedraagt ongeveer 75 miljoen euro, het oppervlak meet vijfduizend vierkante meter. Het eerste gedeelte (fermentatie en zuivering) ging op 15 mei 2012 in bedrijf. Het gedeelte voor voorbehandeling van ruwe biomassa kwam er op 19 maart bij. Aandeelhouders van de non-profit BPF zijn TU Delft, DSM en Corbion. Zij legden zeven miljoen euro in. Subsidies met een totale waarde van dertig miljoen euro werden ontvangen van het ministerie van economische zaken, landbouw en innovatie, het Europese fonds voor regionale ontwikkeling (via de provincie Zuid-Holland) en van de gemeenten Den Haag, Delft en Rotterdam. bpf.eu

richt voor alle stoffen die voor menselijke consumptie zijn bedoeld. Dat houdt in dat de ruimte van de rest van de fabriek geïsoleerd is en aan extra eisen voldoet. Er vindt ook fermentatie en zuivering plaats, maar dan op kleinere schaal en onder scherper toezicht.

DURFKAPITAAL “Er zijn wel andere Europese bio-proeffabrieken (Bio Base Europe in Gent, ARD in Frankrijk, Fraunhofer in Duitsland, red.)”, zegt Van de Kant, “maar die bieden minder apparatuur, kennis en industriële ervaring. Als de mensen hier weggaan hebben ze voldoende kennis om een fabriek op te zetten.” In Amerika zijn meerdere proeffabrieken, maar die zijn niet open voor andere bedrijven. Wat Amerika in zijn ogen wel beter doet is de ondersteuning van start-ups. Men durft er makkelijker om geld in veelbelovende technostarters te steken, ook al weten ze dat er soms niks uitkomt. “In de VS mag je falen. Hier wordt je dat lang aangerekend.” Het bedrijf DAB dat de winning van olieachtige stoffen wil verbeteren, zou graag aan de slag gaan bij de BPF, legt Steinbusch uit: “Er is veel materiaal, kennis en kunde bij de BPF aanwezig. Daarnaast hebben ze alle vergunningen om met gemodificeerde organismen te werken. Door met hen samen te werken, scheelt dat ons hoge investeringskosten voor het demonstreren van haar technologie op pilot-schaal.” Met de prijs die ze heeft gewonnen, kan ze een studie laten doen naar hoe het proces daar op te schalen is. << (*) Process for the recovery of lipids or hydrocarbons (28 Feb 2014) aanvraagnummer: N 2012334 op naam van Maria Cuellar Soares, Luuk van der Wielen en Arjan Heeres.


20

Delta

TU Delft

‘De oplossing komt eerder uit Rotterdam of Leiden’ In 2050 is de energievoorziening in Europa duurzamer en complexer dan nu. Dat vraagt om regie en Nederland is het land bij uitstek om die taak op zich te nemen. Dat stelt het ‘Delft Plan: Nederland als Energy Gateway’ dat het Delft Energy Initiative van de TU eerder dit jaar publiceerde. Is dit een goed idee?

H

et Delft Energy Initiative publiceerde eind maart het ‘Delft Plan: Nederland als Energy Gateway’. Daarin schetst de TU een toekomst, 2050, waarin Nederland een Europees handelscentrum is voor energie, waar ‘energie- en grondstoffenstromen binnenkomen, worden verwerkt, opgeslagen en verhandeld’. Het 24 pagina’s tellende stuk beschrijft de grove lijnen waarlangs technische ontwikkelingen moeten plaatsvinden om in die toekomst te komen. Het belangrijkste daarbij is volgens de schrijvers dat energieconversie, -opslag, -transport en systeemintegratie worden geoptimaliseerd. Dat is nodig omdat tegen die tijd energie en koolstof niet meer voornamelijk een fossiele oorsprong hebben, zoals nu, maar uit allerlei bronnen komen. ‘Denk aan zon en wind voor de energievraag en biomassa voor de koolstofvraag. […] Straks moeten conversie en opslag een strategische brug vormen tussen een fluctuerend aanbod van duurzame energie en de benodigde energie- en grondstoffuncties, zodat gebruikers op elk moment over de gewenste vorm en hoeveelheid energie kunnen beschikken.’ Met het Delftse plan in de hand, zo staat er te lezen, ‘kunnen verschillende beleidsterreinen strategieën ontwikkelen, waaruit vraag komt naar technologie- en dienstenontwikkeling en een moderne,

‘Als windenergie van Duitsland naar Frankrijk moet, loopt dat niet via Nederland’

leidende rol voor de Nederlandse overheid als verbinding tussen decentrale energievoorziening en transnationale systemen in Europa’. ‘Dit vraagt tijdige, geconcentreerde innovatie waarbij innovatieve marktpartijen en overheden verbonden moeten worden met het hoogwaardige Nederlandse onderwijs en (fundamenteel) onderzoek.’ Jan Rotmans, hoogleraar transitiekunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, is het ‘in de kern’ eens met het Delft Plan, zegt hij desgevraagd. “Het is het zoveelste rapport over het overstappen naar een duurzame energievoorziening, dus dat onderstreept de urgentie. Het kan geen kwaad als een gerenommeerde universiteit als de TU dat naar voren brengt.” Maar TU-alumnus Rotmans vindt het ‘een typisch Delfts stuk’ en dat bedoelt hij niet positief. “Het gaat over techniek en innovatie. Alleen, met de huidige techniek kunnen we al overstappen naar een duurzame energievoorziening. Het gaat dus niet meer om de techniek, dat is niet het wezen van de energietransitie. Het gaat over macht, belangen en politiek. Vergeet niet, wij zijn veredelde turfstekers. Nederland is groot geworden op turf, kolen, olie en gas. Het Nederlandse energiebeleid wordt voor een groot deel gemaakt door bedrijven als Shell. Het gaat hen niet om de rekensommen die aantonen dat een transitie naar duurzame energie kan, het gaat om politiek, geopolitiek. Het gaat niet om het wát, maar om het hóe. En daarover lees ik niets in het Delft Plan. De oplossing komt eerder uit Rotterdam of Leiden.”

JURIDISCHE BARRIÈRES En dus, raadt Rotmans aan, moeten de schrijvers daar ‘onmiddellijk’ heen. “Een voorbeeld: we weten al wat we technisch moeten doen om over te stappen naar een biobased economie. Het is uitgezocht


21

Tekst: Saskia Bonger

dat 69 regels en wetten dat in de weg staan. Zo verbiedt de Afvalwet hergebruik van afval, omdat dat schadelijk zou zijn. We hebben het over juridische en institutionele barrières, niet over technische.” En wat te denken van de infrastructuur die nodig is voor windmolen- of zonne-energieparken, voor biomassa- en aardwarmtecentrales? “Hoe integreer je die in het landschap en hoe zorg je ervoor dat burgers erin mee gaan? Dat soort dingen moet in het Delft Plan komen te staan. Je moet het ‘hoe’ adresseren, anders blijft het een papieren stuk en sterft het in schoonheid.” Daar komt bij dat het TU-rapport volgens Rotmans een ‘hoog business as usual’-karakter heeft. “Terwijl we juist voortdurend worden geconfronteerd met verrassingen: schaliegas, Fukushima, vloeibaar gas, geopolitieke spanningen. We weten één ding zeker over de toekomst: business as usual zal het niet worden. Daar kun en moet je rekening mee houden. Dat kan, omdat verrassingen zich vaak eerst in het klein aftekenen.” Rotmans noemt thoriumcentrales, een handelsboycot van Rusland en een echt grote aardbeving in Groningen. “Onderzoek wat je in dergelijke gevallen moet doen, anders zijn we niet voorbereid.”

GEEN HAALBARE DOELSTELLING Geert Deconinck, hoogleraar smart grids aan de Katholieke Universiteit Leuven, nam het Delft Plan ook door. Zijn eerste indruk is ‘vrij positief’. “Het gaat uit van een algemene systeembenadering, niet van één onderdeel. Het gaat over elektriciteitsnetten, energiebronnen, conversie en er is een link met de eindgebruiker. De relevante wetenschappelijke vraagstukken komen aan bod, de goede termen staan erin, al is het erg kort. Wat precies de inhoud erachter is, is moeilijk vast te stellen.” Deconinck mist een economische analyse, terwijl juist economische overwegingen volgens hem de boventoon voeren bij het maken van beslissingen. “In de markt speelt het een grote rol welke bron het minste kost en welke het meeste opbrengt. Daar lees ik niks over. Dat moet duidelijk worden, voordat politici en beleidsmakers erin mee kunnen. Er zijn investeringen nodig en daar zitten gevolgen aan. De bevolking wacht een prijsverhoging. Dat is onvermijdelijk, want de energieprijs is nu heel laag als je kijkt naar de maatschappelijke kosten.” Nederland als energy gateway, dat ziet Deconinck niet gebeuren. “Dat is eerder een marketingterm dan een haalbare doelstelling. Zeker, er is nood aan een Europese benadering, maar ik denk niet dat één land daarbinnen de rol van centraal handelspunt op zich zal nemen. Buurlanden zullen het niet aanvaarden, want ieder land heeft zijn eigen rol. Daarbij komt dat de verbindingen tussen landen er al zijn. Als windenergie van Duitsland naar Frankrijk moet, loopt dat niet via Nederland. Zou dat wel gebeuren, dan moeten Nederland én België daarvoor hoogspanningsmasten bouwen. Dat zal niet zomaar gaan.”

UITDAGEND Ook Rotmans ziet Nederland geen duurzaam handelsknooppunt worden. “Dat is kretologie. We lopen ver achter in Europa als het gaat over duurzame energieopwekking. We staan op nummer 25 van de 27 landen. Met de Rotterdamse haven zijn we zijn juist het grootste fossiele energieknooppunt ter wereld. De haven is de meest conservatieve wereld die je je kunt voorstellen. Die willen nog vijftig à honderd jaar door zoals nu.” Binnen de TU zelf is ook twijfel over Nederland als energy gateway. Volgens zonnecelhoogleraar Miro Zeman is dat ‘heel ver weg’. “Het is een hartstikke uitdagende doelstelling. Het is fijn om een stip aan de horizon te hebben, maar halen we het? Dat zullen we moeten zien. Er kan veel gebeuren in 35 jaar.” Zeman constateert dat het Delft Plan zich sterk richt op Nederland

‘Nederland als energy gateway is eerder een marketingterm dan een haalbare doelstelling’ als handelsland. “Ik ben blij met het technische deel, maar handel en de positie van Nederland liggen buiten mijn expertise. Mijn afdeling is bezig met de vraag hoe we naar een elektriciteitsnetwerk voor de toekomst komen. Als we kunnen bijdragen aan het idee van Nederland als handelsland, is dat prima, maar concreet doen we dat niet.” Zeman is gevraagd mee te denken over de technische uitwerking van het Delft Plan, vertelt hij. “We gaan ons best doen om ons steentje bij te dragen. Ik heb mijn eigen visies en doelen. Die moet ik hebben als afdelingshoofd. Als die in het plan komen, is het mooi. Dat helpt wellicht de ontwikkeling te versnellen. Als ze er niet in komen, is het ook goed. En als het blijft bij een foldertje, dan maakt het voor ons niet uit. Het stuk is vooral voor de politiek bedoeld.”'

‘DELFT PLAN STIP OP DE HORIZON’ De initiators van Het Delft Plan, TBM-hoogleraar prof.dr.ir. Paulien Herder en TNW-decaan prof.dr.ir. Tim van der Hagen, reageren samen per mail op de kritiek van Jan Rotmans en Geert Deconinck. Ze laten weten dat het nooit hun intentie is geweest om een transitiepad te schetsen en dat het daarom logisch is dat het rapport zaken als macht, belangen en politiek niet adresseert. ‘Het plan schetst een stip op de horizon, een toekomst waarin Nederland een betaalbare, schone en betrouwbare energievoorziening heeft. Natuurlijk wordt het pad ernaartoe er een van belangen, macht etc. Dat zal niemand ontkennen, maar daar gaat het Energy Plan (inderdaad!) niet over.’ ‘Het tweede kritiekpunt van Jan, dat het TU-rapport een ‘hoog business as usual’-karakter heeft, verbaast ons. Het belangrijkste uitgangspunt van het Energy Plan is nu juist dat die toekomst onzeker is. Inderdaad, de weg naar 2050 is bezaaid met onzekerheden. Dat geven we in het Plan aan.’ En wat het commentaar van Geert Deconinck betreft, dat in het rapport een economische analyse ontbreekt: ‘Natuurlijk zal de markt een beslissende rol spelen in het pad naar 2050. Het Plan geeft twee dingen duidelijk aan: die markt(inrichting) zal danig (moeten) veranderen en aangezien de energiemix in 2050 onbekend is, is het belangrijk om alle technologieën te kunnen accommoderen.’ Deconinck ziet Nederland niet veranderen in energy gateway, al was het maar omdat het transport van energie voor een groot door anderen landen loopt. Herder en Van der Hagen: ‘De suggestie van Geert dat je voor handel altijd alle goederen (fysiek) een keer in handen zou moeten hebben, lijkt ons onjuist. Het Energy Plan geeft een toekomstvisie, een beeld waar Nederland naar toe kan of zou moeten werken in samenwerking met de haar omringende landen.’ (TvD)


22 Voor advertenties bel met:

I N

M E M O R I A M

Maandag 27 april jongstleden is – toch onverwachts – overleden onze geweldige collega T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80

E delta@henjuitgevers.nl

H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel

Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.

Delta Magazine

Lees ‘m online www.delta.tudelft.nl

Gerben Dijkstra Gerben was al lange tijd ziek, maar toch kwam het bericht onverwachts. Na een studie Industrial Design trad Gerben in 1995 bij de TU Delft in dienst als AV-technicus bij het AudioVisueel Centrum, zoals het Library NewMedia Centre destijds heette. Hij was onder andere verantwoordelijk voor de organisatie van de weblecture service “Collegerama”. Gerben had een passie voor de medezeggenschap binnen de universiteit. Hij werd voorzitter van de onderdeelcommissie (OdC), eigenlijk omdat niemand anders dat wilde. Gerben was het liefst “gewoon lid”, zodat hij zich makkelijker kon mengen in de

discussie. Het kostte hem geen enkele moeite om het debat te zoeken. Altijd op de bres voor collega’s, nooit uit eigenbelang. Een warme, geheel eigen persoonlijkheid. Gerben was pas 50 jaar, en laat zijn vrouw Elles en twee dochtertjes Noor en Pien achter. We wensen hen, en alle andere familie en vrienden heel veel sterkte bij het verwerken van dit verlies. Gerben, we zitten vol prachtige herinneringen. We gaan je missen... Je collega’s van

TU Delft Library NewMedia Centre

SUDOKU VARIATION Solution Delta Sudoku 16

© 2014 www.sudoku-variations.com

In a regular Sudoku, every row, column and block of 3x3 cells must contain the digits 1 through 9 exactly once. In this Challenging Sudoku, there are three further items to solve. These are three groups of coloured cells, pink, blue and yellow. Each contains nine cells. These groups must also

contain the digits 1 through 9 exactly once. The grey cells are common cells between two groups. If you love to solve more of these challenging Sudoku variations please visit www.sudoku-variations.com

www.dier.nu www.dier.nu


DESGEVRAAGD

Stelling

Amazon heeft een methode gepatenteerd om pakketjes te leveren met drones, meldt de website van de BBC. In het patent staat beschreven hoe de drones bepalen waar ze naartoe moeten. Zo kunnen de onbemande vliegtuigjes vanuit de lucht de smartphone van de geadresseerde traceren. De drones moeten ook met elkaar communiceren over het weer en het luchtverkeer. Ze hebben snufjes aan boord waarmee ze goede landingsplekken vinden en botsingen met mensen of andere objecten voorkomen. “De patentomschrijving is een lijvig rapport van zevenendertig pagina’s. Er staan enorm veel details in. Maar het is prachtig om te lezen”, zegt droneonderzoeker ir. Christophe De Wagter (Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek) desgevraagd. “Ik verwacht niet dat we binnenkort honderden drones met pakketjes van Amazon kriskras door het luchtruim boven steden zien vliegen. Maar dat drones steeds vaker ingezet zullen worden om goederen te leveren, daar durf ik mijn hand voor in het vuur te steken. Dus het is slim van het bedrijf dat ze deze methode heeft gepatenteerd.” Is het niet gevaarlijk? Stel je eens voor dat straks wasmachines en koelkasten boven onze hoofden vliegen. De Wagter: “Het vervoer van zware vracht boven de stad, zie ik niet snel gebeuren. Het is maar zeer de vraag of dro-

nes hiervoor het meest geschikte transportmiddel zijn. Ook vanuit energetisch oogpunt bezien.” Drone delivery staat nog in de kinderschoenen. Het probleem waar bedrijven als Amazon mee kampen, is dat ze moeten demonstreren dat hun drones

‘Drones zullen steeds vaker ingezet worden om goederen te leveren’ veilig zijn voordat ze deze breed kunnen inzetten. De Wagter: “Aantonen dat er bij slechts een op de miljoen vluchten iets misgaat, is een kostbare aangelegenheid. Dat krijg je niet snel voor elkaar.” Maar veiligheid is een rekbaar begrip. Vlieg je boven dunbevolkte gebieden en is de vracht van levensbelang, dan willen overheden wel eens coulant zijn.

23

TU Delft

Zo worden op sommige Duitse Waddeneilanden nu af en toe medicijnen afgeleverd door drones. De Duitse overheid staat dit toe omdat het maatschappelijke belang groot is en de risico’s op calamiteiten klein, aangezien de toestellen voornamelijk boven zee vliegen. Volgens De Wagter gaat de ontwikkeling van pakketjesbezorging zich via deze lijnen verder ontwikkelen. Gaandeweg wordt de technologie aantoonbaar veiliger en kan er over dichter bevolkt gebied gevlogen worden. “Hoe snel de ontwikkelingen gaan, hangt voor een groot deel van overheden en hun regelgevingen af.” Maar er ligt ook een grote rol voor de bedrijven die drones maken voor amateurs. De Wagter: “Sommige van deze bedrijven hebben jaaromzetten die in de miljarden lopen. Zij hebben budget om te investeren in veiligheid. Om er bijvoorbeeld voor te zorgen dat drones straks niet meer gehackt kunnen worden. En om de batterijtechnologie te verbeteren, waardoor drones niet plots zonder energie komen te zitten tijdens een vlucht.” (TvD)

De vooruitgang in technologie en kunstmatige intelligentie maken geld uiteindelijk overbodig. HAMID MUSHTAQ Informaticus Uit proefschrift ‘Deterministic execution of multithreaded applications for reliability of multicore systems’

“Geld is slechts een manier om schaarse hulpbronnen onder de mensen te verdelen. Zaken die in overvloed aanwezig zijn, worden niet verkocht. Lucht op aarde bijvoorbeeld. Maar andere zaken, zoals voedsel, materialen en energie zullen in de toekomst ook in overvloed aanwezig zijn. Kernfusie zal voor een overdaad aan energie zorgen en verticale landbouw voor voedsel. We zullen leven in een wereld waarin alles gemaakt wordt door robots. Huizen en auto’s komen uit 3D printers. Iedereen kan snel krijgen wat hij wil. Aangezien alles in overvloed zal zijn, zal geld geen functie meer hebben.” Verdediging 19 juni

Strip: Auke Herrema

Delta


24

IN MEMORIAM

Studentenkamer

17 juni 1946 - 23 april 2015 Met het overlijden van Bas Kok heeft de geo-informatiesector, in Nederland en daarbuiten, een van zijn drijvende krachten verloren. Bas begon zijn carrière bij het Kadaster, waar hij onder meer als projectingenieur aan ruilverkavelings- en herinrichtingsprojecten werkte. Als directeur van de Raad voor de vastgoedinformatie (Ravi) legde hij het fundament voor de wijze waarop de huidige informatievoorziening in Nederland is georganiseerd. Bij de Ravi organiseerde Bas de commitment voor de totstandkoming van de Structuurschets vastgoedinformatie in 1992. Zes kernregistraties werden geïdentificeerd die het hart vormen van wat we tegenwoordig het stelsel van basisregistraties noemen. De Ravi met Bas als directeur bleef gedurende de jaren negentig van grote invloed op de geo-informatievoorziening in Nederland. Bas vertegenwoordigde de sector in velerlei interdepartementale werkgroepen, onder meer op het gebied van e-overheid en authentieke registraties, initieerde beleid en onderzoek op het gebied van publiekrechtelijke beperkingen, kabel- en leidingenregistraties, en registratie van bodemverontreiniging. Het populaire vakblad VI matrix komt uit Bas’ koker, hij haalde het grootste internationale geoinformatiecongres naar Nederland en was een van de drijvende krachten achter het grootste kennisinnovatieprogramma dat de sector heeft gekend. Bas acteerde niet alleen in Nederland maar besefte vroeg dat een goede geo-informatie infrastructuur (SDI) niet bij de landsgrens ophoudt. De toenemende invloed van ‘Europa’ onderkende hij met internationale vakgenoten en samen richtten zij in 1994 de European Umbrella Organisation for Geographic Information (Eurogi) op. Het was deze groep die aan de basis stond van wat uiteindelijk uitmondde in de Europese richtlijn Inspire: alom gezien als een best practice geo-informatievoorziening. Mondiaal was Bas nauw betrokken bij de oprichting van de Global Spatial Data Infrastructure association (GSDI) waarvan hij van 2008 tot 2010 president was. Het jaarlijkse GSDI-congres is jarenlang het toonaangevende geo-evenement geweest waar vooral kennisuitwisseling over de governance van een SDI centraal stond. De behoefte van Bas om ook kennis uit te

wisselen met jonge talenten werd in 1998 geformaliseerd met een deeltijdaanstelling als universitair hoofddocent aan de TU Delft. De colleges spatial data infrastructures, internationale ontwikkelingen op geo-informatiegebied, en de beoordeling van het succes van SDIs, heeft hij vijftien jaar lang met veel plezier en interactie verzorgd. In 2010 begon Bas aan een nieuw avontuur: het Kenniscentrum Open Data waarin met acht partnerorganisaties wordt gewerkt aan kennisvraagstukken op het gebied van de governance van (open) geoinformatie. De startconferentie van het Kenniscentrum in 2014 kon hij tot zijn verdriet niet bijwonen. Zijn ziekte belemmerde hem echter niet om op de achtergrond de lijnen uit te zetten. Na een voorspoedig genezingsproces stond Bas begin 2015 klaar om zijn oude leven weer op te pakken. De ziekte sloeg echter, tot verbijstering van Bas en iedereen die hem liefheeft, opnieuw toe. Bas Kok overleed op 23 april in het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis in Amsterdam. Hij werd 68 jaar. Dr.ir. Bastiaan van Loenen Kenniscentrum Open Data

Aldo G.M. Brinkman is promovendus bij de onderzoeksgroep organic materials & interfaces (OMI) bij chemical engineering (Technische Natuurwetenschappen) en blogger bij de Scheikundejongens.

COLUMNALDOBRINKMAN

Mr.ing. Bas Kok

De sleutel gaat stroef in het slot. Je wordt begroet door screensavers en klikt het licht aan. Jas over de stoel, tas naast het bureau en de computer aan. Nu koffie halen. Het eerste half uur blijven de ventilatoren van je computer het enige geluid in de werkkamer. Het is jouw mooie werk dat ze zo hard draaien. Voor je vorige stage moest je vooral ventielen afstellen en glazen kolven wisselen. Dat was suf. Een promovendus in deze groep schrijft een simulator en jij mag hem helpen. Hoe gaaf! Voor de lunch overleg met je begeleider. Eerst was je nogal geïntimideerd dat je niet zo goed kon programmeren. Je hebt jezelf alles geleerd, maar nu blijkt dat iedereen op de vakgroep zo begonnen is. Waar je niet aan kunt wennen, is dat ze met zoveel aandacht naar je luisteren. En vragen stellen. Waar je dan soms het antwoord op weet. En zij niet. Niet dat jij slimmer bent, integendeel, maar het geeft een gevoel van... nut. Jij, kleine, nietige student, hebt nut in het grote geheel van dit onderzoek. Met de lunch gaan de andere vijf studenten, wat promovendi en jij, samen naar de kantine. Het is altijd leuk om Rodriguez geplaagd zien worden door Sarah. Hij klaagt over de pinautomaten, zij stuurt hem de verkeerde rij in, hij weer op de bovenste kast. Jullie denken dat ze elkaar leuk vinden. Het lunchritueel eindigt bij het ‘illegale’ espresso-apparaat van Paul. Om vier uur de dagelijkse procrastinatie. Iemand zegt: “What the movie?” Drie bureaustoelen rollen. “Narnia, LOTR, nee The Golden Compass. Yes!” “Land before time? Moeilijk, volgende.” Twee studenten stoppen altijd om vijf uur, de anderen blijven plakken. Gelukkig zijn er nood-noodles. Het hele lab voelt als familie en jullie zijn de jongste telgen. Allemaal deel van hetzelfde avontuur. Dit wil je de rest van je leven blijven doen. Jij wilt later ook zo'n gave kamergenoot als Paul. Ook een eigen, illegale espressostokerij. Een eigen workstation en in het weekend bierproeven met je prof. Je hoopt dat je volgende stage ook zo cool is.


25

Delta

TU Delft

Text: Ailie Connor Photo: Marcel Krijger

A helping hand in the food industry

Is it true that it’s illegal to bike while drunk? Find out in this edition’s Survival Guide. And we’re working on a project to turn the Survival Guides into a book. Let us know what you’d like us to cover by emailing deltainternational @tudelft.nl

English pages

Lacquey’s robot has the dexterity to not damage the produce it picks.

The past few years have seen the field of robotics focus increasingly on developing technologies which allow robots to handle more accurate and delicate tasks. A TU start-up called Lacquey has developed a robotarm that is capable of handling more delicate tasks in the food industry’s production lines, potentially changing the way the Netherlands produces food.

L

ocated in YesDelft incubator, where it has been since 2010, Lacquey received a sizeable investment from FTNON (Food Technology Noord-Oost Nederland) who bought a majority share in the company at the start of March. CEO Richard van der Linde said that

although they originally aspired to be an independent company, “In reality, it doesn’t work like that. You need to team up with one of these few players who rule the world of food equipment.” The technology they are developing first originated within the walls of TU Delft. Phd candidate Gert Kragten developed the technology as part of his research which was funded by a baggage handling company wishing to automate their process. What he developed was a robot which had the potential to pick up and move objects of varying sizes, weights and malleability, something most robots are currently unable to do. His method uses under-actuation, where the robot gripper uses a single motor to control the force of the fingers. This is far more important than controlling their movement, and makes the robots “easier, cheaper, and more reliable” according to Dr. Just Herder, Kragten’s colleague and an expert in the field. This under-actuated gripping technology was patented by TU Delft in 2009 and then bought by Lacquey, with the intention of applying technology to the fresh food industry.

‘I hope that automation will not only replace dull tedious labour, but will help in optimising yields to decrease waste’

What Lacquey aims to do, according to van der Linde, is “replace dull, heavy and tedious human jobs with more intelligent and hygienic automated solutions." As the CEO of the company, Van der Linde is just as much a businessman as a selfprofessed robotics ‘geek’, managing to spin Lacquey’s technology as more than just a way to reduce production costs and increase efficiency and hygiene. He considers it a way to reduce damaging repetitive labour currently done by humans, and even a potential solution to food security. “From the raw material to the fork, 40% of food is spilled. I hope that automation will not only replace dull tedious labour, but will help in optimising yields to decrease waste,” he said. The fresh food industry is one of the largest in the Netherlands, and so while the automation of the repetitive labour it currently employs would make a dent in food wastage, it would not be until the long term. Additionally, being one of the largest industries, replacing lowskill labour with robots may be met with resistance, as the Netherlands is job-market is already a climate where, according to research from Groningen University, low skilled workers are being squeezed out. Dr. Herder asserts that in his opinion this type of robot does not pose a significant threat to employment as they are intended to work alongside humans.


26

Delta

Text: Caroline Vermeulen Photo: Marcel Krijger

TU Delft

DELFT SURVIVAL GUIDE Surviving the cycling rules Everyone uses a bike to get around in the Netherlands. It’s a way of life. Whilst you may not see the rules strictly adhered to in practice, here is what they actually are. LEGAL PROTECTION Cyclists are protected by a strict liability law. The car is deemed responsible in any collision between a cyclist and a car, regardless of fault. Even if a driver can prove the crash occurred because of a cyclist’s wrongdoing, the motorist’s insurance company is still responsible for at least 50% of the damage to the bike and its rider, 100% if the cyclist is a child.

LIGHTS AND REFLECTORS Lights and reflectors are compulsory on your bike at night, or when visibility is restricted. Reflectors are red at the rear, yellow on the pedals, and white or yellow on the wheels. Front lights are white or yellow, and rear lights are red. Lights don’t have to be fixed to the bike, they could be attached to your chest or back, so long as they’re visible. According to the Fietsersbond, the Dutch Cyclists’ Union: “It only costs a few euros, but investing in a good set of bike lights is worth your while. You’ll be seen better by cars and cyclists.” In addition to an accident, you also risk a fine if you don’t comply: €55 for no lights, and €35 for no reflectors.

A BELL Every bike should have a bell that can

With biking as the main mode of transportation in the Netherlands, it’s good to know the rules.

be heard by other road users. It’s much easier to pass other traffic on narrow or busy roads with your bell, so don’t be afraid to use it. The fine for a faulty bell is €35.

ALCOHOL AND DRUGS Cycling whilst under the influence of drink or drugs is not allowed. The alcohol in your breath must not exceed 220 micrograms per litre. That’s a blood alcohol content of 0.05%. Is this the same for all road users? “Yes, for you as a cyclist, the same standards apply as for motorists,” according to the police website. The public prose-

Cycling three or four in a row is not permissible by law, despite teenagers doing this often

cution website details the penalties: “For cycling under the influence, the penalty amount is €140. Cycling under the influence in combination with dangerous cycling behaviour is punished more severely.” So a taxi is cheaper than the fine if you’re considering cycling home after a heavy night.

PRIORITY TO THE RIGHT The general rule at road junctions is that priority must be given to traffic approaching from the right, and this goes for bikes as well as cars, unless road markings or signs indicate otherwise. For example, shark teeth, the white triangles painted on the ground, point to whoever is supposed to stop and yield.

INDICATION It’s compulsory to give advance warning of your intention to turn left or right by stretching your arm out horizontally in the direction you wish to

travel. A €35 fine is possible for failing to do so. And it’s always best to check over your shoulder before turning.

NO RULES Cycle helmets are not compulsory. There are no rules saying you can’t cycle whilst using your mobile phone or whilst listening to music. Carrying passengers on the front or back of your bike is fine, so long as children eight or under have a suitable seat. Cycling two abreast is fine, so long as you don’t disturb or hinder other traffic. Cycling three or four in a row is not permissible by law, despite teenagers doing this often. An English language brochure entitled ‘Road Traffic Signs and Regulations in the Netherlands’ can be downloaded from rijksoverheid.nl, a government website. The public prosecution website, om.nl, details in Dutch the penalties for breaching the rules.


Delta

27

TU Delft

Platform seeks to ease the cost of textbooks Students frequently complain about the price of books, and with some text books for courses at TU Delft costing upwards of €90, it is clear why. Recently, as part of their Honours Leadership course, a group of TU students came up with ‘Binder Done That!’ a book-sharing platform that could potentially negate these high costs. The platform would allow students to search for people that have a copy of the book they need and rent it from them. A survey carried out by the group revealed that 97% of students surveyed consider their required books to be too expensive. Binder would theoretically reduce this high cost by allowing students to rent and lend their books. With 63% of students already sharing their books anyway and

80% asserting that they would use this service if available, the idea seem feasible. Developed as part of the leadership course for honours students which TU Delft has been running for the last three years, the idea for Binder even won the 2014-15 leadership award, beating out four other teams, all working on projects with the theme ‘The Next Best Thing’. When

Binder won the leadership award asked about where inspiration for the project came from, team member Julian Jagtenberg said, “We have all experienced the urgency of this situation ourselves”, adding that with the decrease in government support for students enrolling this September, it will become near impossible for students to have

all their own books. The group will likely face stiff opposition from publishing companies. Projects attempting to share, open access to or digitise educational content have often been presented with legal problems by publishing companies looking to protect their financial interests. However, the team has been in touch with Hortis legal advice office to find out how a non-profit group like Binder can deal with copyright laws. If the group is able to negate any legal or copyright issues, leadership instructor Glenn Weisz believes with so much start-up potential, the group could achieve success; “They are very determined and enthusiastic. Binder have a very strong team – I definitely believe in it.” They are currently seeking investments to help them launch their start-up. (AC)

TU Delft recognised for excellence in open education Three TU Delft courses have been awarded prizes at this year’s Open Education Consortium conference. Over the past eight years the university has been at the forefront of open education in the Netherlands, offering OpenCourseWare (OCW) since 2007 and massive open online courses (MOOCs) since 2013. This year, the Open Education Consortium committee, comprised of both educators and online education advocates, awarded three of the nine prizes for outstanding sites and courses, to courses from TU Delft.

David Abbink’s OCW ‘The Human Controller’, which is part of master’s programme in mechanical enginee-

The university has been at the forefront of open education in the Netherlands ring garnered an award for outstanding course. Being OpenCourseWare, it is digital and freely available offering people access to university-level

coursework and educational materials. Prizes were also awarded to two of TU Delft’s MOOCs; web-based courses with interactive user forums and participation which aim to build a community for both students and educators. Jaap Dalhuizen’s bachelor’s level industrial design engineering course ‘Delft Design Approach’ was one of the winners. The other was ‘Solving Complex Problems’ a technical administration course by Alexander de Haan who, in 2013 was named TU Delft’s best lecturer. The annual conference, this year themed ‘Entrepreneurship and Innovation’ took place in Canada at the end of

April, and was organised by the Open Education Consortium, an organisation comprising hundreds of institutes involved in open education. TU Delft currently offers 18 MOOCs, with over 400, 000 people having completed, or enrolled in them, and 150 courses with 1,500 visits per day. In an interview with the consortium the university’s Vice-President for Education and Operations Anka Mulder affirmed the university’s commitment to providing open educational resources, stating that the university plans to expand on their open and online course materials. (AC)


Contents International

25

A helping hand in the food industry

26

Surviving the cycling rules

Text: Heather Montague Photo: Sam Rentmeester

27

News

See delta.tudelft.nl for the translation of page 10: Interview with Pieter Visser

AVOCATIONS

Dr. Eduardo Mendes

Early on Dr. Eduardo Mendes thought he wanted to be an architect. But he ended up choosing to study physics because of what he calls its hidden beauty. Originally from Brazil, the associate professor studied quantum optics before moving to France to pursue his PhD. “I was doing hard core theory,” explained Mendes. “Then I saw a picture of a laser beam cutting through gel and I was fascinated.”As part of the Faculty of Chemical Engineering at TU Delft since 2003, Mendes’ research now focuses on Functional Soft Matter. Clearly passionate about what he does, Mendes wants to make a difference.

He tries to use his knowledge in soft matter for health-related products. “I feel rewarded as a person when I discuss something with a doctor that treats real patients,” he said. “It feels like I am fulfilling a social mission.” But there is another passion that Mendes pursues outside of science. “Art has always been there for me,” he said. As a child he made sculptures out of soap and felt the need to create art. He even bought painting materials at many points of his life, but never did anything with them. That is until he was inspired to explore his artistic ability in 2006 while attending a TU Delft course at the Culture Centre. Mendes’ self-taught talent is expressed through

paintings created with latex, acrylic, chalk and collage. He explained that when he starts a painting he doesn’t know what it will be named. Although his works are somewhat abstract, he likes order and what he describes as controlled spontaneity. He seeks to find a layer between the conscious and unconscious. “I don’t paint to feel good,” Mendes said. “I paint when I feel good.” He explained that painting doesn’t happen when he is stressed by work and he has to be in the right state of mind. And he believes that everyone has their own creative algorithm. “For me, painting is not a hobby or a sport,” he said,”it’s something I need to do.”


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.