Delta17

Page 1

NR.17 27 JUNI 2016

onafhankelijk universiteitsblad

Science Battle

Promovendi op het podium Hubald Verzijl

Pleaser met plannen Biertocht

Hier drink je het beste bier Onderwijs Doetank

Niet lullen maar poetsen

Sportonderzoek

DELFT GAAT VOOR GOUD


27 JUNI 2016

08 COVER

SPORTPRESTATIES Delft en sport, een gouden combinatie? Een greep uit het sportonderzoek aan de TU.

12 INTERVIEW

HUBALD VERZIJL Owee-voorzitter Hubald Verzijl wil nieuwe studenten laten ervaren hoe geweldig het in Delft is. “Het is een eer dat ik hier kan studeren.”

16 REPORTAGE

SCIENCE BATTLE VERDER 04 06 15 18 19 20 23 23 25 31

Column Nieuws Master Sport Lifestyle Achtergrond Column I go to Rio Desgevraagd Science

De theatershow ScienceBattle biedt promovendi een podium, en bezoekers een avond vol antwoorden op niet gestelde vragen.

08 INTERVIEW

THE BEER STORY Delft heeft veel cafés met een uitgebreid assortiment aan bier. Redacteur Molly Quell ging op onderzoek uit.


Delta

3

TU Delft

COVER “Aan de TU loopt een onderzoek over blessures van pitchers. Tijdens een wedstrijd is deze foto lastig te maken. Niemand zit te wachten op een flitser op statief midden in het veld, en ik lig niet op een heel veilige plek om de foto te maken. De jongens van Hitmanics vonden het geen probleem om even te komen opdraven voor de foto.” (Fotograaf Sam Rentmeester)

COLOFON REDACTIE Frank Nuijens (hoofdredacteur), Saskia Bonger, Tomas van Dijk, Dorine van Gorp, Connie van Uffelen, Jos Wassink, Katja Wijnands MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER Jorinde Benner, Aldo Brinkman, Ailie Conor, Brandon Hartley, Auke Herrema, Job Hogewoning, Heather Montague, Thomas Platzer, Molly Quell, Jimmy Tigges, Caroline Vermeulen, Marco Villares

BLADCONCEPT EN VORMGEVING Maters & Hermsen, Leiden LAY-OUT Liesbeth van Dam, Saskia de Been REDACTIE-ADRES Universiteitsbibliotheek, Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848, delta@tudelft.nl

Zang, dans, piano, theater en nog veel meer. Studenten die een cursus volgen bij de unit Cultuur presenteerden woensdagavond 22 juni alles wat ze het afgelopen semester hebben gemaakt, gedaan en geleerd. Pagina 18: Multicursist Thomas de Boer

ADVERTENTIES H&J Uitgevers, 010 451 5510, delta@henjuitgevers.nl DRUK Quantes Grafimedia B.V. Oplage 4.500 Jaargang 48 ISSN 2213 8838 Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op de website. MEER INFORMATIE OP www.delta.tudelft.nl/colofon.

Wateroverlast

Ondergelopen collegezalen bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek, sportruimtes en studio’s die blank stonden bij Sport en Cultuur. Vooral het zuidelijke deel van de campus werd vorige week in de nacht van woensdag op donderdag getroffen door hoosbuien. En dat betekende eindeloos veel water wegzuigen. delta.tudelft.nl/31815

Carrièreperspectief REAGEER!

Gamen als beroep en daar ook nog mensenlevens mee redden? De toekomstig klinisch technologen van de TU zagen het zichzelf wel doen tijdens de carrièredag van studievereniging Variscopic. delta.tudelft.nl/31808

TU-brugklas

De TU zou op de lange termijn een centraal eerste jaar moeten invoeren, waarna studenten pas echt hun studierichting kiezen. Dat vermindert volgens Lijst Bèta het aantal studieswitchers. Dat laatste zou goed zijn, want één op de drie studieswitchers redt het ook bij de tweede studie niet. delta.tudelft.nl/31807 en 31804

Roeier

Een lid van Laga is half juni na de diesviering van het dakterras van de roeivereniging gevallen. De tweedejaars student maritieme techniek werd opgenomen in het ziekenhuis. Daar bleek dat hij geen blijvende schade aan de val zal overhouden. Zijn hevig geschrokken clubgenoten reageerden opgelucht. delta.tudelft.nl/31794 delta.tudelft.nl/31792

Aangifte

Een voormalige huisgenoot van de weggepeste student Bram Tielen heeft aangifte gedaan van bedreiging door de partner van Tielen. De politie bevestigt dat, maar wil inhoudelijk niet op de aangifte ingaan. Intussen heeft het college van bestuur van de TU Delft contact gehad met Tielen. Collegelid Anka Mulder heeft ook met diens voormalige huisgenoten gesproken. “Die gesprekken zijn en blijven tussen mij en hen, maar ik wil wel kwijt dat ik heb gezien dat dit een enorme impact heeft op jonge mensen. Beide partijen hebben me verteld dat ze het liefst willen dat deze zaak weer snel tot rust komt, zodat ze hun normale leven weer kunnen oppakken.” delta.tudelft.nl/31799

Foto's: Sam Rentmeester

FOTO’S Marcel Krijger, Sam Rentmeester


4

Column Thomas Platzer Sterrenstorm Vandaag ontdekte ik dat er zoiets bestaat als ‘de financiële horoscoop’: beleggingsadvies gebaseerd op astrologie. Bijzonder toch dat in 2016 de astrologie nog steeds bestaat. Er zijn nog steeds mensen die hun geld verdienen met horoscopen schrijven! Ik had laatst ruzie met mijn vrouw. Ik weet niet meer waarover. Wat ik nog wel weet, ik had gelijk. Mijn sterrenbeeld is Waterman. Een kenmerk van Watermannen is, ze hebben vaak gelijk. Ik ken mijn sterrenbeeld al vanaf de lagere school. Het voelt zo vanzelfsprekend als mijn postcode. Het verschil tussen de twee is dat ik mijn postcode gebruik. Op Marktplaats bijvoorbeeld. Voor mijn sterrenbeeld heb ik nog geen zinvolle toepassing kunnen vinden (behalve dan als ik ruzie heb met mijn vrouw). Misschien zou ik het kunnen gebruiken om ongewenste verkopers af te poeieren. “Spreek ik met de heer Platzer? We hebben een aantrekkelijke aanbieding voor u in petto.” “Helaas meneer, ik moet nu ophangen. Ik ben Waterman.” Het is toch vreemd dat ik niet geloof in astrologie maar mijn sterrenbeeld wel weet. Ik ken mijn eigen bloedgroep niet eens, en daar geloof ik heilig in. Waarom voelt mijn sterrenbeeld zo echt, als ik er niet in geloof? Ik geloof ook niet in Oil of Olaz. Mijn vrouw is het levende bewijs dat het niet werkt (Nu herinner ik me weer waar die ruzie over ging). Van Oil of Olaz weet ik toch ook niet welke crème het beste bij mijn huidtype past? Sterrenbeelden zijn over de datum. Copernicus heeft laten zien dat de zon niet om de aarde draait. En de Hubble liet ons zien dat ons leven niet om de sterren draait. De sterren die wij gezellig aan elkaar hebben gekleurd tot één sterrenbeeld, hebben in werkelijkheid vaak niets met elkaar te maken. Ze liggen niet naast elkaar en razen ook nog in tegenovergestelde richting door het heelal. Vanuit mijn tuin kan ik ‘s nachts naar boven kijken en zeggen: “Hé, kijk daar, de Waterman!” (Ik heb dat trouwens nog nooit gezegd. Mede door het feit dat het sterrenbeeld Waterman meer weg heeft van een lintworm.) Maar kijk je vanuit Andromeda naar dezelfde sterren, dan roep je “Wow, zo helder zie je de Guacamole zelden aan de hemel.” Naar sterren kijken vanuit de aarde en roepen: “De Grote Beer staat opgelijnd met Jupiter. Ik ga de loterij winnen!” is het zelfde als vanachter de fruitschaal naar je vriendin loeren en roepen: “Hé, de vrouw staat achter de mango’s. We gaan uit eten!” Geloof mij, 2016 is het jaar van de sterrenbeeldenstorm. Het staat in de sterren geschreven. En zeg niet dat het niet zo is, want ik ben een Waterman. Ik heb sowieso gelijk.

Thomas Platzer is alumnus werktuigbouwkunde en eigenaar van trainingsbureau Creactor. Hij probeert mensen te leren hoe ze vindingrijk, origineel en vernieuwend kunnen blijven in hun werk.

Puppy’s en trampolines. Die zet de technische universiteit in het Australische Brisbane in tegen tentamenstress bij studenten, aldus nu.nl. Studentenpsycholoog Inge Verhoeven ziet het als een ludieke actie, die de aandacht kan vestigen op het voorkomen van stress. Die is ook aan de TU groot, ziet zij deze tentamenperiode weer iedere dag.

1. Tentamenstress neemt de laatste jaren steeds verder toe.

JA 3. De TU moet ook over onorthodoxe maatregelen nadenken als puppy’s aaien en trampoline springen.

NEE

2. Stress in tentamentijd kun je met een goede voorbereiding voorkomen.

JA 4. In de tentamentijd zien wij als studentenpsychologen veel gestreste studenten.

JA

Op welke stelling wil je terugkomen? “Op stelling 3. Primair is het de verantwoordelijkheid van studenten zelf om balans te houden tussen inspannen en ontspannen en tussen geestelijk en fysiek. In de tentamentijd vergeten veel studenten dat. Natuurlijk zou het leuk zijn als de TU het belang daarvan iets meer promoot, én laat zien wat er allemaal al is. Want we hebben al Sport en Cultuur, gezond eten en cursussen van de studentenpsychologen. Een trampoline zou daar best op ludieke wijze de aandacht op kunnen vestigen, want ook tijdens deze tentamenperiode zit ons inloopspreekuur weer overvol met supergestreste en depressieve studenten. Last minute kunnen wij niet heel veel voor hen doen, op voorhand wel.” (SB)


Delta

Cijfer

5-6

Tentamenresultaten van studenten luchtvaart- en ruimtevaarttechniek zijn maximaal zes jaar geldig en die van studenten life science & technology en molecular science & technology komen zelfs na vijf jaar te vervallen. Dat staat in het onderwijs- en examenreglement van die studies. De TU Delft zal dat volgend jaar aanpassen omdat het amendement op de Wet Versterking Bestuurskracht is aangenomen. Volgens dat amendement kan de geldigheidsduur alleen nog worden beperkt als er aantoonbaar sprake is van ‘verouderde kennis, inzicht en vaardigheden’.

Tweet

TU-alumnus industrieel ontwerpen Renee Wever: “Henk Hofland was de leukste gastschrijver die de TU heeft gehad, maar ik ben natuurlijk bevooroordeeld, als deelnemer aan zijn masterclass. Toen het bericht kwam dat hij was overleden, dacht ik meteen weer aan zijn uitdaging om een Sisyfus-machine te bouwen. Een machine die op windkracht een steen uit het water zou tillen en, als die bijna boven is, weer laat vallen. Naar de mythe van Sisyfus. Hofland was daar zelf mee bezig en kwam er niet uit. We zijn toen op excursie geweest naar Museum Tinguely. Jean Tinguely werkte met schrootafval en daar hebben deelnemers zich door laten inspireren. Er zijn meerdere machines gebouwd, tot grote tevredenheid van Hofland. Hij zei: als je die Sisyfusarbeid aan machines kunt overlaten, kan de mens er zelf mee ophouden. Een van de lessen die ik van hem heb geleerd, is zuinig zijn op je vermogen om kinderlijk verbaasd te zijn. Hofland was erg bezig met verbazing over het vernuft als je voor het eerst iets technisch ziet.” (CvU)

TU Delft

De week van...

Overweldigende belangstelling was er afgelopen vrijdag voor de lezing van Nobelprijswinnar prof. Steven Chu van Stanford University. Hij sprak over de ongewenste gevolgen van de industriële revolutie en de landbouwrevolutie, die de wereld hebben veranderd. Na zijn lezing ‘Climate Change, Energy and a sustainable, low cost path forward and how this government bureaucrat returns to science’ ging hij in op zijn huidige onderzoek en op efficiëntere energie en schone energiebronnen als betaalbare optie voor ‘s werelds energiebehoefte. (Foto: TU Delft) ‘Hoe voorkomen we een promotiefabriek?’, vraagt TUpromovendus Rolf van Wegberg zich af in Delta. Van Wegberg is verkozen tot nieuwe voorzitter van het Promovendi Netwerk Nederland. Hij wil meer aandacht voor de manier waarop promovendi worden aangesteld. “Omdat er nu veel promovendi zijn, blijven ze niet allemaal op de universiteit. Juist daarom is er veel aandacht nodig voor loopbaanontwikkeling. Die is er nu te weinig en daarom hebben wij zelf maar een Professional PhD Programme opgericht. Promovendi die buiten de academie werkervaring willen opdoen, koppelen wij tijdens hun promotie drie tot zes maanden aan bedrijven en instellingen. Wij vinden eigenlijk dat dit primair bij graduate schools hoort.” (Foto: Sam Rentmeester) delta.tudelft.nl/31792

5


Nieuws

6

Boomy McBoomface en de media

H

ij lijkt wel een artiest. Cameramensen en journalisten struikelen nog net niet over elkaar om het beste shot van Boyan Slat te krijgen, het 21-jarige brein achter het Ocean Cleanup project. Met zijn rustige uitstraling weet hij precies hoe hij met opdringerige media en lastige vragen om moet gaan. Woensdag 22 juni presenteerde Slat in Scheveningen zijn prototype dat het een jaar moet zien te overleven in de Noordzee. Waarom zou je actief door de oceaan bewegen als de oceaan door jou kan bewegen? Met dit idee begon Boyan Slat vijf jaar geleden zijn profielwerkstuk op de middelbare school. Hij wil hiermee plastic afval, de zogeheten plastic soep, opruimen uit de oceanen. Inmiddels is zijn idee uitgegroeid tot een stichting. Tijdens de persconferentie werd hij begeleid door zijn persoonlijke assistente. Zij wees de horde journalisten en fotografen op het strakke schema van Slat. Hooguit vijf minuten tijd is er om foto’s te maken, voordat hij interviews moet geven. En die zijn natuurlijk alleen besteed aan nationale nieuwszenders. Het lijkt hem weinig te doen dat er tientallen camera’s op zijn gezicht gericht staan. Wat betekent het om te stoppen met je studie en op jonge leeftijd ceo te worden van een internationaal gerenommeerde stichting? Terwijl de meeste studenten tentamenstress hebben, besteedt Slat zijn tijd aan het waarmaken van zijn droom. In plaats van boeken, tentamens en feesten in de kroeg, slijt hij zijn dagen met haalbaarheidsstudies en het binnenhalen van financiering en data over plastic in de oceanen. Op de koffie gaan bij Boskalisceo Peter Bedowski hoort bij zijn taken. En met premier Rutte en staatsecretaris Dijksma maakt hij in november een reis naar Indonesië om daar zijn project onder de aandacht te brengen. Of het ligt aan zijn jonge leeftijd, zijn enorme door-

Gedrang bij de persconferentie van The Ocean Cleanup in Scheveningen.(Foto: The Ocean Cleanup)

zettingsvermogen of zijn ambitie om de wereld te helpen en de oceanen te ontdoen van plastic is niet duidelijk. Maar dat hij nationaal en internationaal ongekend populair is, dat is zeker. “We hebben een heel leger aan Boyans nodig”, zei Dijksma. Bedowski noemde hem inspirerend en vol met lef. Slat lijkt ondertussen niet erg onder de indruk van deze mooie woorden. Hij legt Dijksma en Bedowski enthousiast uit dat zijn prototype ‘slim’ is, omdat de bovenkant vol zit met sensoren. Zou ook dat een tactische zet zijn voor de camera, ingefluisterd door een pr-team?

Slat weet ook dat dit mediacircus nodig is om zijn idee tot werkelijkheid te maken. En ondanks de flitsende camera’s, weet hij op een rustige en duidelijke manier zijn verhaal te presenteren en de media te woord te staan met de nodige dosis humor. Zijn prototype krijgt de naam ‘Boomy McBoomface’ en wordt binnenkort in de Noordzee geïnstalleerd voor een jaar lang onderzoek. Annemijn Smid is stagiaire bij Delta

Opknapbeurt en Starbucks voor L&R De kantine van Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek maakt deze zomer plaats voor een zogenoemde Food and Beverage corner en een extra collegezaal. Ook de hal krijgt een opknapbeurt én een Starbucks. Het zou na de zomer wel eens druk kunnen worden in de hal van Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. De benedenverdieping van de faculteit krijgt deze zomer een grondige opknapbeurt, met als klapper voor koffieliefhebbers een Starbucks. De entree van L&R moet vooral een rustiger uit-

straling krijgen. De nieuwe balie wordt kleiner dan de huidige en de felle blauwe kleuren maken plaats voor overwegend wit. Her en der in de hal komen zitjes en aan de balustrade kunnen medewerkers en studenten straks op krukken zitten. Even verderop krijgt collegezaal A een facelift. Ook daar verdwijnt de veelheid aan kleur. Tussen de rijen stoelen in de amfi-zaal komt een looppad, zodat de docent straks tussen zijn honderden studenten door kan lopen om de afstand te verkleinen. Het gangpad kost nauwelijks zitplaatsen. Nu kunnen er driehonderd studenten in de zaal, na de zomer 292. Zij krijgen dan les met behulp van een modern smartboard. En als ze de zaal verlaten, stuiten ze niet meer op rijen wachtenden

voor de koffieautomaten en de magnetrons. Die verhuizen naar de veel rustigere doorgang aan de voorzijde van het gebouw. Wie na de zomer uitgebreid wil lunchen, kan niet meer naar de eigen kantine. In de naastgelegen Fellowship komt een FoodMarket, met vers bereid eten van drie verschillende cateraars. Wie binnen wil blijven kan terecht bij de ‘Food & Beverage Corner’ of zijn eigen brood opeten ergens op de ruim honderdvijftig zitplaatsen daaromheen. Tijdens de zomer is er buiten in het Kluyverpark een tijdelijke horecavoorziening. Door het verdwijnen van de kantine is er bij L&R plaats voor een extra platte collegezaal met 92 plekken. Zaal K komt op de plek waar tot nu de spoelkeuken zat. (SB)


Delta

7

TU Delft

De mens die het opneemt tegen de machine. Stiekem hoop je natuurlijk dat de mens wint, maar in dit geval waren wij absoluut supporter van de machine. Het dreamteam van Wasub racete woensdag 22 juni in het Pieter van den Hoogenband Zwemstadion in Eindhoven tegen olympisch zwemmer Kyle Stolk. Het scheelde maar anderhalve seconde, maar toch wisten de TU-studenten met hun zelf ontworpen en gebouwde mens aangedreven onderzeeër te winnen. Het team gaat van 11 tot 15 juli in Engeland de strijd aan tegen vergelijkbare teams van over de hele wereld tijdens de European International Submarine Races. (Foto: Rob Aarsen) wasub.nl subrace.eu

Minstens vier numeri fixi in 2017 De TU wil voor 2017-2018 numeri fixi aanvragen voor nanobi0logie, klinische technologie, industrieel ontwerpen en luchtvaart- en ruimtevaarttechnologie. De studentenraad oppert er ook een voor de master werktuigbouwkunde. Het college van bestuur wil voor volgend jaar: • een fixus van 100 instellen voor nanobiologie, omdat het aantal aanmeldingen nu al groeit en de opleiding in 2017 wordt opengesteld voor internationale studenten • de fixus van klinische technologie ondanks dalende aanmeldingen op 100 houden, omdat studenten geneeskunde zich straks voor twee fixusopleidingen mogen aanmelden • de fixus van industrieel ontwerpen op 330 laten staan vanwege een beperkte capaciteit • de fixus van luchtvaart- en ruimtevaarttechnologie verlagen van 480 naar 440, omdat de plaatsingsprocedure bij selectie straks wordt versneld. Tot nu toe begonnen loting en plaatsing na bekend worden van de eindexamencijfers, wat er in de praktijk voor zorgde dat er minder dan 480 studenten begonnen. De studentenraad (sr) kan zich in de eerste twee vinden maar plaatst vraagtekens bij die voor industrieel ontwerpen, omdat daar al een paar jaar minder dan 330 studenten beginnen. Ook vraagt de raad zich af waarom de fixus van luchtvaart- en ruimtevaarttechniek wordt verlaagd. Liever ziet de sr daar een getrapte verhoging naar 450 en 500, om zoveel mogelijk studenten te kunnen laten studeren. Collegelid Anka Mulder wil niet dat industrieel ontwerpen te veel groeit. “Het lastige van een

numerus fixus is dat je je wettelijk mag baseren op capaciteit en niet op de arbeidsmarkt. Maar ik neem die wel mee. In Nederland is een enorme behoefte aan ingenieurs werktuigbouwkunde en civiele techniek. Die hebben snel een baan. Bij industrieel ontwerpen is dat anders.” Wat betreft capaciteit doet de faculteit Industrieel Ontwerpen het nu goed, aldus Mulder. “Er is voldoende aandacht voor onderwijs, er wordt veel gebruikgemaakt van het gebouw en veel meer studenten kunnen er niet in. De faculteit pakt haar maatschappelijke taak goed op.”

‘De arbeidsmarkt schreeuwt om ingenieurs’ Bij luchtvaart- en ruimtevaarttechniek is al veel instroom en passen volgens Mulder 400 tot 450 studenten goed bij de faculteit en het aantal docenten. De ideale ratio verschilt volgens Mulder per opleiding. Hoewel de sr numeri fixi in principe onwenselijk vindt, stelt hij er een voor bij de master werktuigbouwkunde. Volgens prognoses groeit het aantal masterstudenten daar van 140 in 2010 naar 800 straks. Volgens de facultaire studentenraad is er een student-staf-ratio van veertig. Anka Mulder gaat uit van dertig als tijdelijke docenten worden meegeteld. Ook is er volgens haar al meer personeel aangetrokken en is ze in gesprek met de technische universiteiten van Twente en Eindhoven. Die laatste kan volgens haar nog wel wat studenten gebruiken. Omdat werktuigbouwkunde ‘waanzinnig populair is en de arbeidsmarkt schreeuwt om ingenieurs’ vindt Mulder dat er goed moet worden nagedacht over een masterfixus. (CvU)

Delftse verenigingen beperken hun reclame Studentenverenigingen hebben beloofd het plaatsen van reclameborden en spandoeken in de binnenstad zo veel mogelijk te beperken tot de Owee en de kennismakingstijd. Dat schrijft het college van burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad. Met hun toezegging komen studentenverenigingen tegemoet aan de gemeenteraad. Die maakte zich eind vorig jaar bij het vaststellen van de gewijzigde reclameverordening zorgen over het toenemend aantal borden en spandoeken van studentenverenigingen. Het onderwerp werd door de wethouder ter sprake gebracht in een vergadering van de Verenigingsraad (Vera), waarin veel, maar niet alle studentenverenigingen zijn vertegenwoordigd. Bij die vergadering werden als voorbeeld de makelaarsborden genoemd die bij menig studentenhuis hangen, legt Vera-woordvoerder Rob Dregmans uit. Verenigingen zijn bereid hun leden er op te attenderen de borden niet onnodig te laten hangen. Volgens Dregmans komen er jaarlijks niet meer borden bij. “Elk jaar worden bij het ophangen van de nieuwe borden de oude vervangen.” Hoewel ze studenten op dezelfde manier willen blijven bereiken, zullen verenigingen zich er voor inspannen hun reclame te beperken tot de periode van half augustus tot half september. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt echter bij de verenigingen en niet bij de Vera, zegt Dregmans. Wel kan de Vera verenigingen er op wijzen dat spandoeken tijdig na een evenement worden verwijderd. (CvU)


ZEILSIMULATOR

D

e beste ter wereld”, noemt dr.ir. Jouke Verlinden (faculteit Industrieel Ontwerpen) de Laser-zeilsimulator die is ontwikkeld door de TU Delft en Sentec. Tientallen studenten werkten voor de minor sports innovation aan de ontwikkeling en verbetering ervan. In de zeilsimulator krijgen zeilers het gevoel echt in een boot te zitten, doordat interactieve technieken het effect van golven en water nabootsen en omdat ze druk kunnen uitoefenen op het roer. Sinds de introductie in 2014 is er gewerkt aan het simpeler maken van de software. “De simulator is ontworpen voor wetenschappelijk onderzoek”, zegt Verlinden. “Nu we hem op de markt willen brengen, moet hij meer fail proof zijn. Een aantal complexe functies, zoals het instellen van de zwaartekracht, is niet interessant voor het commerciële circuit en er daarom uitgehaald.” Ook is de zeilsimulator inmiddels uitgerust met motion traction: via een camera is te zien hoe ver je uit de boot hangt. Tijdens de Olympische Spelen zal de zeilsimulator een aantal Nederlandse steden aandoen. Verlinden: “Zo kan iedereen ervaren hoe het is om olympisch te zeilen.” (TvD)

De door de TU ontworpen Laser-zeilsimulator maakt deze zomer een tour langs diverse Nederlandse steden.


Tekst: Jos Wassink, Connie van Uffelen, Tomas van Dijk Foto's: Sam Rentmeester

Delta

9

TU Delft

Meten aan medailles Terwijl zes Delftse topsporters zich op dit moment letterlijk in het zweet werken in hun voorbereiding op de Olympische Spelen, draait ook het Sports Engineering Institute overuren. Delft en sport, een gouden combinatie?

H

et sportonderzoek aan de TU is verzameld in het Sports Engineering Institute. Dit betreft zowel topsport en breedtesport als onderzoek voor gehandicapte sporters. Vaak is er nauwe samenwerking tussen verschillende faculteiten en met bedrijven. Zo werkt de TU samen met de Keio universiteit in Japan, Stanford universiteit en het ETH in Zurich aan nieuwe sporten, zogenaamde superhuman sports. “Dat zijn technologisch gedreven sporten waarbij ook een fysieke inspanning nodig is”, zegt Frans van der Helm, directeur van het Sports Engineering Institute. “Het zijn combinaties tussen gaming en sport. Tot nu toe zijn er drone-gevechten ontwikkeld

en gevechten tussen mensen op springveren en omgeven met een sumo-achtige luchtballon.” De eerste demonstraties hiervan vinden volgend jaar in Stanford plaats en het is de bedoeling om dit op de Olympische Spelen in 2020 (Japan) verder bekend te maken. Op dit moment worden studententeams opgezet die deze sporten zullen demonstreren. Een deel van het onderzoek dat valt onder het Sports Engineering Institute is voor topsport. “Dat geeft uitstraling aan de universiteit”, vindt Van der Helm. “Bovendien sluiten topsport en topwetenschap goed bij elkaar aan. Ze vragen dezelfde mentaliteit. Ook wetenschap is competitief. Als je iets heel moois ontwikkelt voor het schaatsen zodat iedereen 0,2 seconde sneller gaat op een rondje, dan wint dat medailles maar het heeft geen directe maatschappelijke impact. Toch zie je dat de klapschaats, die eerst voor de topsport ontwikkeld is, ook snel door amateurs gebruikt wordt.” “Onderzoek voor breedtesport zit vooral bij de

faculteiten Bouwkunde en Industrieel Ontwerpen”, vervolgt hij. “Daar worden mooie dingen ontwikkeld die mensen stimuleren om te bewegen. Uitdagende spelletjes die kinderen op een speelplaats laten spelen in plaats van achter de computer te zitten. Of die bejaarden een uitnodigende en veilige omgeving bieden om te wandelen. Ze moeten op tijd een wc of een bankje tegenkomen. Dat heeft met stedelijke planning te maken. Voor aangepaste sporten tot slot werkt het Sports Engineering Institute aan materiaalonderzoek voor bladerunners en voor verschillende rolstoelen voor rolstoelbasketbal. “Het einddoel van revalidatie moet niet langer zijn dat mensen naar huis gaan, maar dat ze gaan sporten.” (JW) >>


P

romovendus Rienk van der Slikke van de faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek & Technische Materiaalwetenschappen (3mE) ontwikkelde een methode met sensoren om te meten wat er met de snelheid van een sportrolstoel gebeurt als je die anders instelt. Zijn onderzoek is onderdeel van een samenwerking met de Haagse Hogeschool, de Vrije Universiteit en de Rijksuniversiteit Groningen. Op beide wielen en op het frame onder de zitting plaatste hij shimmers, sensoren die rotatiesnelheid en versnelling meten. Op een scherm kon hij vervolgens zien hoe de wielen draaiden en welke afstand ze hadden afgelegd. Van der Slikke heeft al bij tientallen rolstoelbasketballers, -rugbyers, -tennissers en baansprinters metingen verricht maar richt zich specifiek op rolstoelbasketbal. “Bij basketbal weet je dat het belangrijk is dat de een harder kan sprinten dan de ander”, zegt

Rienk van der Slikke (3mE) verrichtte bij tientallen rolstoelbasketballers, -rugbyers, -tennissers en baansprinters metingen om te achterhalen wat er gebeurt als je een rolstoel anders instelt.

hij. Toch wil je niet alleen de snelste rolstoel. Een coach zal zijn spelers ook graag zo hoog mogelijk willen laten zitten. Maar hoe hoger een speler zit, hoe langzamer hij naar verluidt gaat. Die relatie wil Van der Slikke in beeld brengen. “Stel je laat iemand vijf centimeter zakken, hoeveel sneller wordt hij dan? Een andere variabele is de zogeheten camberstand, de mate waarin de wielen schuin staan. “Dat vergroot de wendbaarheid”, legt Van der Slikke uit.

Verder valt er te variëren in de positie van de wielen. Verplaats je de voorwielen naar voren, dan rust je gewicht meer op de achterwielen. “Voordeel daarvan is minder rolweerstand, bovendien ben je wendbaarder.” Van der Slikke wil zijn meetsysteem op de markt brengen in de vorm van een kastje dat op het rolstoelframe komt. Zo kunnen sporters hun eigen training en wedstrijd evalueren en mogelijke blessures vroeg detecteren. (CvU)

Een meetboei in de baai van Guanabara (Brazilië) verzamelt data over stroming en wind voor de Olympische zeilers. (Foto: Sports Engineering Institute)

ooit eerder produceerden sporters zoveel getallen. Sensors en statistieken kunnen sportprestaties verbeteren, waarbij vooral vroege gebruikers in het voordeel zijn. Wielerploeg Giant-Alpecin bijvoorbeeld, monitort zijn renners op prestaties. Wiskundestudent Marieke de Vries (faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica - EWI) helpt hen bij het vinden van afwijkende prestaties in de enorme datasets die de ploegleiding binnenkrijgt over de coureurs: hartslag, kracht op de pedalen, snelheid en parcours. Een andere wiskundestudent, Jeroen Roseboom, analyseerde met embedded scientist Koen Muilwijk van het InnoSports Lab Den Haag de data van stroming, wind, bootsnelheid en positie bij het zeilen over de baai van Rio de Janeiro. Roseboom ontwikkelde een correctie van de meetdata op basis van een wiskundig model. Prof.dr.ir. Geert-Jan Houben (ook EWI) werkte met Ortec Sports (‘creating value from official data’) aan de invoer van voetbal- en hockeydata. Sommige gegevens, zoals positie op het veld, snelheid en hartfrequentie, komen rechtstreeks uit sensoren. Andere gegevens, zoals balbezit en of passes al dan niet geslaagd zijn, zijn afkomstig van personen. Houben: “Wij ontwikkelen algemene theorieën die in concrete situaties toe te passen zijn. De generieke principes om mensen in te zetten zijn bij het duiden van een spelsituatie gelijk.” Ook sport-apps zorgen voor veel getallen, maar het is natuurlijk vooral belangrijk deze relevant te maken. “Devices genereren een tsunami aan data”, zegt Houben. “Het valt niet mee om daar nog chocolade van te maken. Het filteren van data is onze grootste uitdaging. Data moeten heldere betekenis en structuur hebben. Daarna kun je ze vrij eenvoudig verwerken.” (JW)

N DATADOPING

SPORTROLSTOEL

‘Topsport en topwetenschap sluiten goed bij elkaar aan. Ze vragen dezelfde mentaliteit’


Delta

TU Delft

DE IDEALE WORP

W

11

at is de ideale werptechniek van een pitcher? Over die vraag buigen onderzoekers van de sectie biomechanical engineering (3mE) zich. “Het verzoek om dit te onderzoeken kwam van de Nederlandse honkbalbond”, vertelt biomechanicus prof.dr. DirkJan Veeger. “Zij kreeg veel meldingen binnen over schouder- en elleboogblessures bij pitchers.” In 2013 zijn de Delftenaren daarom samen met wetenschappers van onder meer de VU Amsterdam en enkele medische centra gestart met project Fastball. De onderzoekers filmden pitchers met drie camera’s vanuit verschillende hoeken terwijl ze ballen gooiden. De opgenomen beelden zijn gebruikt om samen met de Nederlandse en internationale coaches de tien belangrijkste punten van een juiste worp te bepalen. Een daarvan is een kleine kniehoek op het moment dat de pitcher de bal loslaat. “Het verschil tussen goede en slechte techniek is lastig te zien”, zegt Veeger. “We hebben ook ontdekt dat het bekken eerder tot stilstand moet komen dan de rug. Je romp moet als laatste draaien. Maar het is echt millisecondenwerk.” (TvD)

“Het verschil tussen goede en slechte techniek is lastig te zien”, ontdekte DirkJan Veeger tijdens zijn onderzoek naar werptechnieken van honkbalpitchers.

E MEETFIETS

erder dit jaar berichtte Delta uitgebreid over het vele fietsonderzoek dat aan de TU plaatsvindt (delta.tudelft. nl/31487). Zo vroeg Niels Lommers (faculteit 3mE) zich af ‘waarom een

renner als Vincenzo Nibali in een bochtige afdaling als een condor naar beneden vliegt terwijl Thibaut Pinot met dichtgeknepen billen rijdt’. Volgens Niels Lommers en zijn begeleider, dr.ir. Arend Schwab van het TU Delft fietslab bij 3mE,

speelt er meer mee dan alleen lef bij het afdalen. Je moet af en toe remmen, daar ontkomen ook de durfallen niet aan. “Als je remt, doe dit dan krachtig en pas vlak voordat je een bocht in duikt”, zegt Schwab. Schwab en Lommers hebben een ‘meetfiets’ ontwikkeld waarmee ze het stuur- en remgedrag van de leden van de professionele wielerploeg Team Giant-Alpecin in kaart hebben gebracht. De fiets kan ook meten hoe een fietser in de bocht hangt en welke lijn hij aanhoudt. Inzicht hierin kan zorgen voor een beslissende voorsprong op de concurrentie. Op termijn wil Schwab de fiets voorzien van meetapparatuur om angst bij de renners te bepalen. Normaal kan dit door de elektrische weerstand van de huid te meten. Maar omdat de sporters ontzettend zweten, is dat in dit geval lastig. “Daar moeten we nog wat op zien te vinden”, zegt Schwab. (TvD) <<

Ahrend Schwab (op foto) en Niels Lommers ontwikkelden een ‘meetfiets’ waarmee ze het stuur- en remgedrag van de leden van de professionele wielerploeg Team Giant-Alpecin in kaart hebben gebracht.


Het is een half jaar bikkelen. Voor het organiseren van een introductieweek voor nieuwe studenten voert hij gesprekken met de brandweer, studieverenigingen, sponsoren. En hij moet met idiote doemscenario’s rekening houden. Wat drijft Oweevoorzitter Hubald Verzijl?

‘WE HEBBEN DE OWEE HELEMAAL GEAUTOMATISEERD’


Tekst: Tomas van Dijk Foto's: Marcel Krijger

Delta

TU Delft

13

Waarom wilde je de Owee organiseren?

Heb je het nu al druk met de organisatie?

“Ik hou ervan om met veel mensen om te gaan en om iedereen tevreden te stellen. Ik ben jarenlang misdienaar geweest. Je ziet dan al die blije mensen om je heen. Prachtig vond ik dat. Ik hoop dat het me met de Owee ook gaat lukken om iedereen blij te maken.”

“Ja. De Owee duurt maar vijf dagen. Maar het is ongelofelijk wat er allemaal bij komt kijken. Elke maand bespreken we onze plannen met de brandweer. We moeten vergunningen regelen en sponsoren. We hebben rekening te houden met allerlei zaken waar je niet zo snel bij stil staat. Stel dat een lid van het Koninklijk Huis komt te overlijden, dan kunnen we geen feest meer houden op de Markt. Daar moeten we een back-up-plan voor hebben. Dat soort dingen. We werken een half jaar lang fulltime met een team van acht mensen. Het is heel vermoeiend.”

Hoe was jouw eigen introductieweek? “Ik heb ontzettend genoten van mijn eigen Owee. Ik had nul beeld van Delft. Ik kwam uit Friesland. Daar had ik op de middelbare school gezeten. Dan zie je opeens hoe groot het hier is en wat een rijke geschiedenis de stad heeft. En al die faculteiten en het onderzoek aan de TU. Ik weet nog dat ik bovenop de Nieuwe Kerk stond en dat ik Rotterdam en Scheveningen zag liggen. ‘Dit is de plek waar ik wil studeren’, dacht ik toen. Het is een eer dat ik hier kan studeren. Dat gevoel wil ik graag overbrengen. Ik wil nieuwe studenten laten ervaren hoe geweldig het hier is.”

Wat is dit jaar anders dan vorig jaar? “Net als vorig jaar krijgt iedereen een polsbandje met een chip. Daarmee kun je betalen. Wat nieuw is, is dat je de chip zelf kunt opladen via een app op je smartphone. Vorig jaar moest je hiervoor naar een oplaadpunt. Bij het openingsfeest stonden enorme rijen voor die oplaadpunten. Met de app kun je ook groepjes aanmaken en geld naar een ander sturen wanneer deze bijvoorbeeld net een rondje heeft gegeven. En het geld dat je aan het eind van de Owee over hebt, kun je aan een goed doel geven. Op de laatste dag komt er een speciale supermarkt op de campus. In plaats van een smoothie te kopen, kun je er voor kiezen om geld te doneren aan een TU-medewerker die in Zambia gaat fietsen om geld op te halen tegen kindhuwelijken, om maar wat te noemen. We willen in die supermarkt kleinschalige goede doelen presenteren. De techniek erachter spreekt me enorm aan. Dat hebben ze in andere steden niet. Als je ergens voor ingedeeld bent, kun je alleen naar binnen als er een groen lichtje gaat branden als je chip uitgelezen wordt.”

Naar binnen sneaken kan dus niet meer? “Vroeger kon je bonnetjes ruilen. Dat kan niet meer. We hebben de Owee helemaal geautomatiseerd. Als de bandjes falen, hebben we een probleem. Maar dat zal niet gebeuren. Het bedrijf heeft ervaring. Het doet ook zaken met voetbalclub NAC Breda.”

Het thema dit jaar is ‘op die fiets’. Wat houdt dat in? “Studenten gebruiken deze zin veel, het betekent ‘op die manier’. Tijdens de Owee zie je dat ‘op die manier’ het studentenleven in elkaar zit. Daarnaast staan Delftse studenten natuurlijk bekend als fietsenmakers. Bovendien hebben we een deal gesloten met het bedrijf SwapFiets. Je betaalt 7,50 euro en dan heb je tot eind september een fiets. Dat werkt ook weer met die chip.”

‘Voor zeven euro vijftig heb je tot eind september een fiets’

Je ziet er inderdaad heel moe uit. “Ik had liever niet vandaag dit interview gehad. Gisteren hadden we de Ladies Intro, een introductiedag speciaal voor nieuwe eerstejaars studentes. Dat ging door tot in de vroege uurtjes. Ik ben blij dat de fotograaf er nu niet is. Je gaat nu zeker opschrijven dat ik er brak uitzie.”

Verzijl wil graag af van het stereotype beeld van de brallende en zuipende student. “Mensen associëren studenten met bier drinken en verkwisting van belastinggeld. Het klopt dat studenten tijdens de Owee feest vieren en bier drinken. Dat laatste gebeurt vooral ‘s avonds bij de studentenverenigingen. Dat staat los van ons. Maar de Owee is zoveel meer. We willen de studenten voorbereiden op hun studententijd. Tijdens de City Challenge leren ze over de geschiedenis van de stad. We organiseren een backstage tour over de campus; een rondleiding langs alle gave laboratoria, waaronder het hoogspanningslab en de stiltekamer. En we hebben natuurlijk het boek Binas (Belangrijke informatie Naar Alle Studenten), waarmee we de eerstejaars voorbereiden op hun studentenleven.”

Over dat boekje was ophef. Een boze moeder stuurde vorige maand een brief naar de rector en jou over de vrouwonvriendelijke uitlatingen die er in staan. “Ja, Luyben en ik werden in dezelfde regel genoemd. ‘Geachte heren Luyben en Verzijl.’ Dat gebeurt niet vaak. Het bericht van die moeder stond ook op Facebook. Ik kreeg allemaal Whatsapp-berichtjes binnen, meer nog dan wanneer ik jarig ben. Iedereen wilde weten wat er aan de hand was. En een dag later stond er een stuk over op website Geenstijl. Mensen die niet hier gestudeerd hebben, begrijpen die termen in dat boekje niet.”

In de Binas staat onder meer het woord ‘jaarringen’ toegelicht. Dat zijn ‘laagjes opgeslagen energie op vrouwelijke heupen’. Wat vind je ervan dat die moeder klaagde over dergelijke termen? “De woordenlijst is al zeven jaar hetzelfde. Niemand is er ooit eerder over gevallen. Maar goed, de wereld verandert. Misschien kan het niet meer. Als mensen al negatieve associaties hebben met studenten en ze zien dan ook nog eens zo’n boekje met die termen voorbij komen dat namens de TU wordt verstuurd, dan wordt het beeld er natuurlijk niet beter op. Wij adviseren het volgende Owee-bestuur om dit woord en enkele andere uit de lijst te schrappen.” Lees verder op pagina 14


14

Delta

TU Delft

‘Niet iedereen vindt die verenigingen leuk’ Wat gaan jullie allemaal doen tijdens de Owee? “We gaan veel meer samenwerken met het introductiecomité voor de internationale studenten. Dat comité organiseert een filmvertoning op het dak van de bibliotheek. Wij haken daarbij aan. En op dinsdagavond is er samen met de internationale studenten een kroegentocht, de Pubcrawl. Dat is ook het moment dat studenten langs de studentenverenigingen kunnen gaan. Niet iedereen vindt die verenigingen leuk. Dus we hebben bedacht dat we ook iets anders moesten aanbieden. Bovendien groeit de Owee. Op een gegeven moment passen niet alle studenten meer bij de studentenverenigingen binnen. Op donderdag hebben we samen de hop-on-hop-off-bus georganiseerd. Een aantal bussen rijdt rondjes om de stad en stopt bij bezienswaardigheden. Elke tien minuten komt er een bus langs.”

Wat verandert er nog meer? “Vorig jaar had je op zondag de canal tour. Studentenverenigingen presenteerden zichzelf langs de kades. Nu komt er een campus diner. We zetten tafels neer op de trambaan. Op zondag rijden daar geen bussen. Over het fietspad trekt een parade langs van voertuigen van studentenverenigingen en van de dreamteams. ’s Avonds vindt het openingsfeest plaats op de Markt. Vanaf de campus gaan de studenten daar in een grote optocht naar toe. We hebben het dan over zo’n vierduizend mensen, als je de mentoren en leden van de studentenverenigingen en dreamteams meerekent. Alcohol wordt pas geschonken op het feest. Op maandag vindt de informatiemarkt plaats waarbij alle studie- en sportverenigingen zichzelf presenteren. Vorig jaar stond de markt op de campus om overlast in de stad te voorkomen. Maar we mogen nu weer terug op de Markt, waar de informatiemarkt van oudsher staat. Het podium van het feest van zondag laten we staan. We bouwen tussendoor niets af. Zo veroorzaken we minder overlast. Dat was de voorwaarde. Ook nieuw is dat we op dinsdag in De Veste een voorstelling hebben die geënt is op het tv-programma Collegetour waarbij mensen geïnterviewd worden.”

En als alles voorbij is? “Als dit voorbij is, gaan we met zijn achten een week naar Portugal op vakantie. Daarna beginnen de colleges alweer. Ik heb er zin in. De TU is zo gaaf. Er is zo ontzettend veel te doen.” << owee.nl

CV Hubald Verzijl (1994) studeert klinische technologie. Vorig jaar augustus behaalde hij zijn propedeuse. In 2013 had hij al een propedeuse werktuigbouwkunde aan de TU behaald. Verzijl is opgegroeid in Drachten, Friesland. Hij speelt sinds zijn achtste piano. “De laatste tijd doe ik het wat minder. Maar als ik er een zie

staan, op het station bijvoorbeeld, dan moet ik er even op pingelen.” Hij is lange tijd misdienaar geweest. “Ik weet niet zeker of ik nog honderd procent gelovig ben, maar ik overweeg het toch weer op te pikken na mijn studie. Het geeft veel rust.” Verzijl heeft de oranje band in karate en houdt van oldtimer brommers.

NIEUW OP DE OWEE • • • • • • • •

Campus Diner met Dreamteam Parade Betaalchip opladen via smartphone Hop-on hop-off-bus op campus Fiets huren voor 7,50 euro Pubcrawl met internationale studenten City Challenge door Delft Backstage Campus Tour Goede doelen-supermarkt


Delta

15

TU Delft

de

Master Hélène van Heijningen Best ver wandelen, van Musée Rodin naar de Champs Elysees. En de metro is zo heet in de zomer. Gelukkig spring je in Parijs zo op een deelfiets, beschikbaar in de talloze docking stations verspreid door de stad. Jammer dat Nederland er niet op zit te wachten… of wel?

ONDERZOEK: Exploring the design of urban bike sharing systems intended for commuters in The Netherlands

EINDCIJFER:

8

Foto: Sam Rentmeester

‘De Hollandse nuchterheid trapt liever zelf naar het werk’

Voor toeristen is het dé manier om een stad snel te verkennen: met een deelfiets trap je van attractie naar attractie, om de fiets vervolgens in het dichtstbijzijnde parkeerstation weer achter te laten. Even in- en uitchecken met je creditcard, en je kunt die donkere metro die je de helft van de stad laat missen gewoon laten voor wat ‘ie is. Het is niet verwonderlijk dat een onderneming die zich specialiseert in mobiliteit en daarover advies uitbrengt aan overheden en bedrijven, een half jaar geleden weleens wilde weten of zo’n leenfietssysteem haalbare kaart is in Nederland, en in welke vorm dan. En liet Techniek, Bestuur en Managementafstudeerder Hélène van Heijningen (23) nou nét dol zijn op alles rond de deeleconomie en mobiliteit. Een afstudeerproject was geboren, en daarmee het eerste wetenschappelijke onderzoek naar leenfietsen in Nederland. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: zo’n stad vol dockingstations als Parijs is wel het laatste waarop Nederland zit te wachten. “Bijna iedereen heeft hier een eigen fiets”, zegt Van Heijningen. “Dan wil je als consument echt niet moeten betalen voor een fiets waarmee je je verplaatst in de binnenstad.” Wel op een OV-fiets, omdat die zich richt op locaties waar de eigen fiets niet aanwezig is, zoals een andere stad waar je met de trein naartoe reist. “Maar die is niet flexibel, want alleen te huur op stations, waar je hem ook weer terug moet brengen.” Wat de burger wil, ontdekte ze – en dan vooral de forens en zakelijke reiziger - is een leenfiets op heel specifieke plekken. “Op bedrijventerreinen bijvoorbeeld, als pendel tussen een P+R of station en werk.” En dan wel graag een reguliere, en geen elektrische, zoals de TBM’er eigenlijk verwachtte. “Niemand wil tenslotte bezweet aankomen op zijn werk.” Maar ja, die Hollandse nuchterheid. “Mensen zien het nut niet van een elektrische fiets voor korte eindjes. Wel van een zakelijke leenfiets die wordt betaald uit de reiskostenvergoeding.” Waar Duitsland en Frankrijk zich ondertussen toeleggen op onderzoek naar het invoeren van elektrische deelfietssystemen in grote steden, is Van Heijningen vooralsnog al blij dat haar afstudeerbedrijf dankzij haar onderzoek basiskennis beschikbaar stelt voor bedrijven en overheden die een kleinschaliger leenfietsplan in het leven willen roepen. Sterker nog: ze sleepte er een baan in de wacht, waar ze zich verder toelegt op transport en mobiliteit, én het verspreiden van kennis over deelfietsen bij onder andere bedrijven. Wel eerst even verhuizen uit haar Haagse studentenkamer. Een heel eind fietsen naar je werk is ook zo wat. (JB)


Promovendi op het podium


Tekst: Jos Wassink Foto: Sam Rentmeester

Hoe groeien wetenschappers uit tot podiumbeesten? De theatershow ScienceBattle biedt promovendi een podium, en bezoekers een avond vol antwoorden op niet gestelde vragen.

T

heater Walhalla op het Rotterdamse Katendrecht is met zijn kleine zaal en gemoedelijke uitstraling een prima locatie voor de try-outs. Dit is de plek waar promovendi voor het eerst aan een publiek over hun onderzoek vertellen. Bedenker en presentator René Broeders, spijkerbroek en loshangend overhemd, stelt hen aan het publiek voor en maakt een praatje ter introductie. Ook formeert hij een jury die de kandidaten zal beoordelen. Alles met een knipoog. Deze avond melden zich een freelance marketeer, een hypotheekadviseur en wetenschapsjournalist uit het publiek. RTV-Rijnmondbekendheid Roland Vonk is juryvoorzitter. “Niets is ingewikkeld”, moedigt hij de kandidaten aan. “Een goede verteller kan alles uitleg-

Delta

17

TU Delft

gen.” Daarna is de vloer voor achtereenvolgens Robin van Oorschot (over design en ondernemerschap, TU Delft), Linda Drijvers (over handgebaren in taal, Radboud Universiteit Nijmegen), Sophie Rijnders (vrouwenalbums uit de zestiende en zeventiende eeuw als sociale media, RU Nijmegen) en Giorgio Touburg (over culturele pluriformiteit in ondernemingen, Erasmus Universiteit Rotterdam). De try-out op 18 mei was zo’n beetje de laatste voorstelling van het seizoen, en een voorbereiding op het volgende. Het team, bestaand uit René Broeders, producente Suzanne Streefland en zo’n dertig promovendi, hebben ongeveer veertig voorstellingen verzorgd sinds hun première op het Zomerfestival van de TU Delft in 2014. Ze streven naar dertig voorstellingen per jaar door het hele land met een ruime diversiteit aan onderwerpen.

TOEGANKELIJK Theatermaker René Broeders kwam op het idee door een voorstelling die hij zag. ‘ScienceSlam ken ik uit Berlijn, waar het heel populair is. Maar het niveau wisselt erg en het lukt daar zelden om er echt theater van te maken’, schrijft Broeders per e-mail. “Ik heb al eerder een theatergenre naar Nederland gehaald (ImproCabaret, Op Sterk Water, de Lama’s) en mij leek ScienceSlam ook uitermate geschikt voor het Nederlandse theater, precies in een tijd dat laagdrempelige wetenschap populair wordt in allerlei media. Ik vind het leuk om wetenschap toegankelijk te maken voor een breed publiek, zonder dat het alleen vermaak wordt, dus met zoveel mogelijk inhoud. Dat moet in een goede en ontspannen sfeer, met veel interactie met het publiek. Op die manier probeer ik ScienceBattle te maken.”

Broeders begeleidt promovendi (‘half wetenschapper, half student’) van het lab naar het podium. Daarvoor komt hij eerst langs en laat zich rondleiden en alles vertellen over het onderzoek. “Vaak zie ik al snel de rode draad. De onderzoekers zelf zien die meestal niet”, zegt hij. Daarna volgt een trainingsweekend met andere promovendi die aan elkaar vertellen waar ze mee bezig zijn. Zo ontstaat gaandeweg een tien-minutenverhaal dat Broeders nog een

‘Een goede verteller kan alles uitleggen’ keer met ze doorneemt. Daarna is de kandidaat klaar voor de try-out. “Na twee of drie keer staat het verhaal wel.” Volgens producente Suzanne Streefland hebben de promovendi al snel door wat wel en niet werkt op het podium. Ze leren de veiligheid van de computerpresentatie los te laten. In plaats daarvan komen attributen, voorbeelden, afwisseling en interactie met het publiek. Kortom: theater. Promovendi leren om te gaan met verschillende doelgroepen, van schoolkinderen tot ondernemers. En bovendien, zegt ze: “Het is gewoon echt heel leuk.” << Meer informatie over het nieuwe seizoen: sciencebattle.nl

De TU Delft is met acht van de dertig promovendi de belangrijkste leverancier van kandidaten aan ScienceBattle. Wat vonden zij ervan? Wie: ROBIN VAN OORSCHOT Doet: Onderzoek naar de overeenkomsten tussen design en ondernemerschap bij Industrieel Ontwerpen

Wie: ELINE VAN DER KRUK Doet: Bij 3mE onderzoek naar directe feedback voor schaatsers over hun techniek

Wie: JULIA CRAMER Doet: Onderzoek naar gedrag van quantumbits in diamant bij TNW/QuTech

Hij stond als kind al op de planken en heeft affiniteit met het presenteren. Hij leerde jargon te schrappen en afstand te doen van de PowerPoint als back-up. “Het helpt om fysieke voorwerpen in te zetten en om goed gebruik te maken van de ruimte op het podium.” Zelf vertelt hij zijn verhaal aan de hand van Crocs-sandalen en een doosje sushi. Hij leerde minder druk te bewegen en zijn bewegingen doelgerichter te maken. “Je leert je verhaal op een andere manier voor een ander publiek te vertellen.”

De presentaties maakten voor haarzelf duidelijk waar ze in haar schaatsonderzoek eigenlijk mee bezig was: meten, modelleren en feedback geven. Ze leerde dat je mensen moet meenemen in je verhaal en dat uitleggen geen taboe is. Er heerst volgens haar bij media, met De Wereld Draait Door voorop, een grote angst voor diepgang. ScienceBattle schrikt niet terug voor diepgang, wat in andere media soms wel gebeurt. Van der Kruk geniet van de reacties achteraf en van vragen uit het publiek. Zo merkt ze hoe haar verhaal overkomt. Presenteren op podium of op conferenties verschilt niet veel, vindt ze. “Bij conferenties mag er vaak wat meer pit in.”

Op het podium legt ze verstrengeling uit met twee doosjes chocolaatjes en exponentiële groei met een schaakbord en rijstkorrels. Dat bedenkt ze tijdens het hardlopen. “Dan druppelen die dingen binnen.” Van nature treedt ze niet op de voorgrond, vertelt Cramer, maar de podiumervaring hielp haar daar overheen. Veel van haar onderzoek speelt zich in een donkere kelder af. “Daar klapt niemand als je eindelijk een schroefje op zijn plek hebt gekregen.” Ze geniet ervan om mensen te vertellen over dingen die ze zich nog nooit hebben afgevraagd.


18

SPORTZAKEN

UIT DE KUNST Thomas de Boer SPECS

Geboortejaar

Feest voor balende hockeyers

1991

Studie: Werktuigbouwkunde, bachelor (2015); na een tussenjaar verder met een master.

Cursus: Elektrische gitaar, basgitaar, zang pop/ rock, drums individueel, piano klassiek, trompet, fotografie, houtbewerken.

Waar, bij wie: Unit cultuur (S&C), diverse docenten.

Waarom zoveel cursussen? “Ik pak redelijk snel dingen op en vind het leuk om zoveel mogelijk uit te proberen. Sommige dingen, zoals piano- en gitaarspelen, deed ik al eerder, maar trompet en drums nog niet. Het is nieuwsgierigheid naar wat ik kan en naar wat andere muzikanten doen. Handig om te weten als je samenspeelt. Als ik jam met mensen van Sint Jansbrug, kan ik invallen als er bijvoorbeeld geen basgitarist is.”

“Deze gitaar – een Paul Reed Smith - is een beetje mijn schatje. Mijn vorige gitaar was ik ontgroeid. Deze was drie keer duurder dan mijn budget toeliet. Ik heb er tig keer in de winkel op staan spelen, ze werden helemaal gek van mij. Ik was er zo verliefd op dat ik hem uiteindelijk heb gekocht. Het niveau van de gitaar is vooralsnog hoger dan mijn spel erop.”

Bizarre ontknoping in hockeycompetitie en koude douche voor roeier De Groot.

“Goedkope trompet, speciaal voor de cursus aangeschaft.”

Blink je ergens in uit? “Ik denk dat ik meer uitblink door mijn veelzijdigheid dan mijn expertise.” Wat leveren de lessen je op? “Ik vind het interessant om te zien hoe docenten lesgeven. Iedere docent geeft je op zijn eigen manier muziektheorie mee. Ik heb heel veel geleerd. Bovendien kun je met verschillende docenten een prettig gesprek voeren. Er zit ook een sociaal aspect aan de cursussen.” Hou je het allemaal een beetje bij? “Dat valt niet mee. Je moet afwisselen, als je zoveel doet. Ik sta nu op het punt om mij toe te leggen op zang en gitaar. Die combinatie is makkelijk te leggen. Daarnaast zal ik altijd piano blijven spelen.”

Je werkt ook bij S&C? “Als freelancer verzorg ik de licht- en geluidstechniek. Ik ben daar ooit bij Aangeschoten Wild mee begonnen. Eigenlijk heb ik daarin het meest geleerd, vooral over mijzelf. Je bent bezig met klanten, collega’s, dat moet je allemaal verbinden. Ik heb nu mijn eigen bedrijf.”

Tweedehands basgitaar.

“Een cajón, alias handtrommel, waarop je zittend speelt. Elke plek waarop je met je handen slaat geeft een ander geluid.”

Foto: Sam Rentmeester

Fotografie? “Dat deed mijn vader veel vroeger. Ik hield mij er niet zo mee bezig. Op een gegeven moment trok mij dat toch. Bij S&C heb ik de basisprincipes onder de knie gekregen. Daar heb ik veel aan gehad. Ik ben zelf heel technisch, maar hier heb ik geleerd om over mijn composities na te denken, een verhaal te vertellen met mijn foto’s.”

‘We hebben feest op het clubhuis, tot straks.’ Deze bondige mededeling op de website van de Oosterhoutse hockeyvereniging Warande, onder het kopje ‘Heren-1 kampioen’, betekende slecht nieuws voor de fans van DSHC. De Delftse corpsploeg ging op 12 juni als lijstaanvoerder de laatste speeldag in. Voor de afdelingstitel was slechts een overwinning bij en tegen middenmoter Rijswijk nodig. Bij een 3-1 voorsprong – niks aan de hand - moesten twee Delftse spelers met een gele kaart naar de kant, wat Rijswijk de ruimte bood om terug te komen tot 3-3. Weg titel. En feest bij Warande, want dat won bij runner-up Ommoord en eindigde daardoor gelijk met DSHC in punten, maar met een beter doelsaldo. Het was trouwens helemaal een hilarische competitieontknoping, want ook titelkandidaat nummer vier, Barendrecht, verspeelde zijn kans door een gelijkspel tegen Pijnacker. “Waanzinnig spannend”, vatte DSHC-bestuurslid Carolien van Mens de bizarre dag samen. Er werd dus gebaald bij haar vereniging, maar ook feest gevierd. Het gelijkspel was immers voldoende voor de tweede plaats en ook die geeft recht op promotie. En was dat aan het begin van het seizoen niet het grote doel? Libero Harmen Schölvinck, met zijn 26 jaar binnen de selectie beschouwd als ‘veteraan’, was er in 2014 na eerder te zijn gestopt speciaal voor teruggekeerd bij zijn oude club. Hij had de manschappen, waarmee hij ooit uitkwam in de overgangsklasse, twee keer achter elkaar zien degraderen, tijd voor actie. “Delft is het aan zijn stand verplicht minimaal eerste klasse te spelen”, verklaarde hij zijn rentree. Het teleurstellende resultaat tegen Rijswijk kon dus toch nog enigszins feestelijk worden gevierd. Veel kouder was de douche die Proteus-roeier Sjoerd de Groot onderging. Na tot zijn teleurstelling geen kans te hebben gekregen op een plaats in de olympische vier werd hem door de bondscoaches een rol als algemene reserve voor de zware selectie in Rio verzekerd. Eenmaal verzoend met die situatie ontving hij half juni totaal onverwacht het bericht dat er toch voor een andere roeier als reserve gekozen was. “Nogal een koude kermis”, omschreef de ambitieuze roeier zijn teleurstelling. De Groot ziet intussen wel uit naar de deelname deze week in een andere vier aan de prestigieuze Henley Royal Regatta in Henley-on-Thames. Zijn clubgenotes Chantal Achterberg (nationale vier) en Ellen Hogerwerf (nationale acht) kwamen vorige week beiden met een bronzen medaille terug uit Polen van de derde editie van de World Cup-wedstrijden. Zij gaan wel naar Rio. (JT) Tips? Jimmy.tigges@hetnet.nl


19

WAT: Zomerfeesten in en rond Delft WAAR: Delft, Den Haag en Rotterdam WANNEER: 1 juli tot en met 31 augustus PRIJS: Gratis – entreekaartje dancefestival

Au revoir Beste lezer, beste allemaal. Helaas komt aan alle goede dingen een eind en zo ook aan Job de Kok. Na vier prachtige jaren is het voor deze eeuwige student afgelopen. Ik wil jullie allemaal bedanken voor deze fantastische tijd. Vaak werd ik op de TU aangesproken over of ik nog tips had voor bepaalde recepten. Die actieve houding heeft ook mij ertoe gezet nog beter na te denken over recepten en hoe ik jullie kon helpen met beter koken.

PARTYPROGNOSE

10

Staycation Een vakantie in het buitenland? Daar heb je deze zomer helemaal geen tijd voor. In en om Delft is het de komende weken non-stop feest. Sport & cultuur kwam als eerste op de proppen met een staycation-programma: tijdens de zomervakantie, van 1 juli tot en met 31 augustus, houdt het voor de thuisblijvers allerlei pop-upactiviteiten op de campus. Een kanotocht, storytelling bij het haardvuur en een buitenluchtbioscoop op het Mekelpark. Op de kanotocht na allemaal gratis; je hoeft alleen je eigen eten mee te nemen. Houd de Facebookpagina van sport & cultuur in de gaten voor aanvangstijden en andere evenementen. Zoveel leuks maakt thuisblijven aantrekkelijk. De vakantie is nog niet officieel begonnen, of in Rotterdam is theaterfestival De Parade al aan de gang. Tot 3 juli; daarna is het vanaf 8 juli te bezoeken in het Haagse Westbroekpark. Flesje rosé, de zweefmolen en een paar knettergekke voorstellingen, en je dag kan niet meer stuk. Ondertussen is in het Rotterdamse Zuiderpark op 3 juli het gratis muziekfestival Metropolis. Ooit stonden The Killers en Blauzun er, toen nog volledig onbekend. Ogen open houden dus; voor de bands van komende editie betaal je over een paar jaar misschien wel tientallen euro’s. Het kan niet op met de muziekfestivals in Rotterdam. Zo kun je er naar onder anderen Pharell Williams, The Roots, Earth, Wind & Fire, Simply Red en TaxiWars tijdens het North Sea Jazz Festival, van 8 tot en met 10 juli – en dan hebben we het nog niet eens over de meer dan tweehon-

derd gratis concerten in de stad tijdens North Sea Around Town. In het Euromastpark staat op 16 juli de vierde editie van het elektronische muziekfestival Expedition, met onder meer een optreden van Roisin Murphy. Ook leuk: Confetti Fest, The Great Escape, op 30 juli aan de kade van de Cruise Terminal. Een spiksplinternieuw festival, met in de line-up namen als The Flexican, Jeff Solo en Benny Rodriguez. Toch geen zin in dat eindje treinen of trappen? Op 15 en 16 juli vindt één van de leukste gratis popfestivals plaats, gewoon op eigen terrein. Tijdens Westerpop treden bands op als Waylon, Novastar, Band of Friends, Birth of Joy en De Likt. Nog behoefte een last-minute te boeken? Dachten wij ook niet. Al is even uitrusten van al dat gefeest wel welkom, maar dan moet je even wachten tot 26 augustus. Bij Lijm & Cultuur kun je dan drie dagen lang smullen tijdens foodfestival Eten op Rolletjes. En die reis naar het buitenland? Die boek je daarna gewoon. (JB) facebook.com/sc.tudelft deparade.nl metropolisfestival.nl northseajazz.com/nl expeditionfestival.nl westerpop.nl etenoprolletjes.nl/2016/delft-2016

Het is een lange reis geweest, van koekjes tot coquilles, van brakke hap tot haute cuisine. We hebben gepocheerd, gefrituurd, gebakken, gebraden, gekookt, gesneden, gepureerd, gefileerd, gegrild en gedrapeerd, om zo maar een paar dingen te noemen. We hebben de winter, de zomer, de herfst en de lente gekookt. We hebben alles wat onder de zon loopt en groeit beroerd. We zijn van noord naar zuid, van oost naar west gegaan. Mijn hoop en wens is, dat zowel jullie als ik er uit zijn gekomen als betere koks. Ik durf te zeggen dat ik veel heb geleerd van het voor jullie mogen schrijven. Het is niet makkelijk het idee achter een recept over te brengen en precies duidelijk te maken wat je bedoelt. Mijn laatste woorden wil ik dan ook wijden aan wat koken voor mij is. Voor mij is het een ontspanning en een manier om dichter bij elkaar te komen. Neem eens de tijd om voor je naasten en geliefde te koken en neem ook de tijd om het op te eten, niet voor een scherm maar samen aan tafel. Eten, en daarmee koken, is een van de absolute fundamenten van het leven, en misschien wel de definitie wat het betekent een mens te zijn. Ik zal mijn zoektocht naar nieuwe recepten altijd doorzetten, hongerig naar meer. Blijf koken!

Dit was de laatste column van Job Hogewoning voor Delta.


Delta

TU Delft

‘Innoveren: niet denken maar doen’ Overleggen, rapporten schrijven en nog meer praten. Onderwijsinnovaties blijven vaak steken in een moeras van vergaderingen en notities, als ze al niet worden overwoekerd door dagelijkse beslommeringen. Daarom is YesDelft-start-up FeedbackFruits de ‘Onderwijs Doetank’ begonnen, onder het credo ‘niet lullen, maar poetsen’.

H

et zal herkenbaar zijn voor iedereen die werkt in een grote organisatie: trage werkprocessen en dagelijkse beslommeringen staan vernieuwing in de weg. Mensen hebben simpelweg geen tijd om eens iets nieuws te ontwikkelen. Proberen ze het toch, dan krijgen ze te maken met stroperige besluitvorming. Neem het in aanleg eenvoudige idee van Oras. Een paar jaar geleden - niemand herinnert zich precies hoeveel - opperde de studentenraadsfractie dat het handig zou zijn als studenten een programmaatje hadden waarmee ze hun curriculum konden plannen. Er zijn immers veel studenten die door studievertraging van de gebaande paden af raken. Op een vodje papier of in een Excel-bestandje proberen ze vervolgens hun eigen curriculum in elkaar te draaien. Vaak met vele vragen aan de studieadviseur over toegangseisen, jaarplanningen en leerlijnen als gevolg. Oras wilde die studieadviseurs met een planningstool ontzien. Met als belangrijk doel om wachttijden te verkorten voor stu-

denten met problemen die niet door software te ondervangen zijn. De diensten onderwijs- en studentenzaken (O&S) en ict zagen Oras’ punt, vertelt Mark Schenk. Hij is ‘trekker’ van het ict-innovatieteam. Het punt kwam op hun projectenlijst terecht, alleen nooit hoog genoeg. Het onderhoud aan en de ondersteuning van bestaande systemen heeft namelijk altijd prioriteit. “We willen nu wel meer gaan openstaan voor innovatie”, vertelt Schenk, “want in het verleden hadden we er niet echt oog voor en ontbrak het aan capaciteit.”

AGILE De uitdaging is volgens hem vooral dat innoveren een manier van werken vergt die slecht aansluit op bestaande werkprocessen. ‘Agile’ heet die werkwijze. De term is ingeburgerd in kringen van managers en ondernemers – zeker ook in de YesDelft-stal. Het betekent zoiets als flexibel, lenig. Als FeedbackFruits een middle name zou kunnen hebben, dan komt agile in aanmerking. Niet voor niets liet Oras-raadslid Johan van den Heuvel zijn wens voor een planningstool vallen tijdens een overleg met ceo Ewoud de Kok van

‘De concentratieboog van studenten is korter, kennis is overal beschikbaar’

de YesDelft-start-up. Dat leidde uiteindelijk tot een eerste testcase voor de op 10 mei officieel opgerichte ‘Onderwijs Doetank’, met een knipoog naar de vele denktanks die de wereld rijk is. De Koks filosofie is dan ook ‘niet lullen, maar poetsen’.

FOUTEN ZIJN GOED In zijn kantoor in het nog grotendeels onbewoonde YesDelft II-gebouw vertelt De Kok samen met zijn collega’s Emily Verwaal en Esther Schinkel wat dat betekent. Verwaal: “Ons idee is om in korte tijd een onderwijsprobleem aan te pakken én een oplossing neer te zetten, met oog voor de didactiek.” De Doetank werkt per onderwijsprobleem met een zogenoemde pioneer squad: vijf ‘specialisten’ die het probleem vanuit verschillende hoeken kennen. Vaak zullen dat ict’ers zijn zoals Mark Schenk, of onderwijskundige ondersteuners. Afhankelijk van het probleem zullen ook studenten en docenten deel uitmaken van de squad. Het idee is dat de pioneer squad gedurende één onderwijsperiode (tien weken) een dag per week bijeenkomt om het probleem en de mogelijke oplossingen te bespreken. FeedbackFruits zet bij die overleggen een programmeur en een ontwerper, iemand als Esther Schinkel. De Kok: “De pioniers weten alles van het probleem en onze mensen zijn de motor die het proces gaande houden. Ze realiseren tijdens en na de bijeenkomsten wat het team tot dan toe heeft gedacht.”


Tekst: Saskia Bonger Illustratie: Auke Herrema

Na tien weken moet de gebouwde software klaar zijn voor de testfase, die de volgende onderwijsperiode van tien weken in beslag neemt. Dat testen gebeurt in vooraf geselecteerde vakken, liefst acht tot tien bij meerdere instellingen. Als er ontwerpfouten naar voren komen, kunnen die meteen worden aangepakt. Na nog een onderwijsperiode evalueren, bekijkt FeedbackFruits of de tool het probleem heeft opgelost. Zo niet, dan is het terug naar de ontwerptafel. Niemand leidt daarbij gezichtsverlies. Fouten betekenen juist progress, vindt de soms naar Nederlandse woorden zoekende De Kok: “We zeggen tegen gebruikers: ‘we zijn aan het veranderen, geef ons feedback’. Het is niet erg als iets niet klopt. Dan kun je valideren. We werken stapje voor stapje, omdat veel onderwijsproblemen te complex zijn om in één keer door nadenken te bevatten. Dat is veel beter dan het pushen van allesomvattende oplossingen die misschien helemaal niet werken.”

INTERACTIEF BLOKKENSCHEMA Of het gaat lukken om de planningstool daadwerkelijk meteen na de zomer te testen, is nog spannend. Alle betrokkenen willen dat het lukt, maar er zijn ‘wat beertjes op de weg’, zoals Schenk het zegt. Voordat de tool kan werken, zijn er namelijk veel data nodig, uit verschillende administratieve systemen die soms moeilijk op elkaar aansluiten. De curricula moeten erin, informatie over toegangseisen voor vakken moet kloppen, studieresultaten moeten worden

Delta

TU Delft

meegenomen, datums moeten juist zijn. Alles om datgene te maken waarnaar studenten volgens Oras-raadslid Van den Heuvel zo snakken: een interactief blokkenschema, dat de student overzicht en inzicht geeft over wat hij nog aan vakken moet doen en wanneer. Esther Schinkel laat de interface zien die ze bouwt. Overzichtelijkheid en gebruiksvriendelijkheid staan voorop. Studenten kunnen hun vakken gemakkelijk in de jaarplanning slepen, alleen dáár waar ze daadwerkelijk gegeven worden. Het systeem waarschuwt over eventuele ingangseisen en het maakt het mogelijk leerlijnen en specialisaties met de juiste vakken in te vullen. Ook waarschuwt het systeem als de student zich moet inschrijven voor een tentamen. Dat kan overigens niet in de tool. De student gebruikt die om te plannen, maar kan er geen rechten aan ontlenen.

LEEFWERELD VAN STUDENTEN Hoewel de Doetank zijn eerste vruchten nog moet afwerpen, is Surf, de ict-organisatie van het hoger onderwijs, enthousiast. Surf wil een Onderwijs Doetank Consortium oprichten, waarbij instellingen zich vanaf september kunnen aansluiten. De Doetank werkt al samen met de Hogeschool van Amsterdam, de Haagse Hogeschool, de universiteiten van Wageningen, Utrecht en Delft. De Kok hoopt met het consortium minstens tien andere instellingen te interesseren. Problemen genoeg om op te lossen. De Kok laat een foto zien van een verveeld kijkende studen-

21

te in een collegebank. “Hoe zet je studenten aan tot actie? Dat is een mega complex probleem, ook omdat docenten achterlopen op studenten. De concentratieboog van studenten is korter, kennis is overal beschikbaar. Docenten merken dat de afstand tot de leefwereld van studenten steeds groter wordt.” Daar hebben niet alleen docenten last van. Icten onderwijsondersteuners op de universiteit worstelen er net zo goed mee, vertelt Mark Schenk. Daar komt de samenwerking met het jonge FeedbackFruits van pas. “Het is voor ons moeilijk om echt in de leefwereld van studenten door te dringen”, vertelt Schenk. “De mensen van FeedbackFruits hebben gewoon meer voeling met hoe studenten dingen doen.” Veel medewerkers van de startup zijn zelf student. Toch betekent dat niet dat de TU alle ict-innovatie uit handen zal geven, zegt hij. “De TU heeft als founding father een heel goede band met Feedbackfruits. Ze zijn heel slim in het vertalen van onderwijskunde naar softwaresystemen en we hebben veel voordeel van hun innovaties. Maar het is een extern bedrijf en sommige dingen wil je binnen de universiteit houden. We willen zelf een online leerplatform blijven aanbieden en we moeten voorzichtig omgaan met gevoelige onderzoeksdata.” <<


22

Delta

TU Delft

OPINIE Bibliotheeknomade zoekt stekje

S

tudenten zijn net badgasten. Hebben ze eenmaal een plekje gevonden, dan houden ze dat lange tijd bezet. Niet zoals die zonaanbidders op het strand met hun handdoekje, maar in de UB met hun studieboeken en kladblokken. Die laten ze vaak liggen als ze een uur of langer weggaan. Vooral tijdens tentamenperiodes, want dan geldt: wie het eerst komt, het eerst maalt. En heb je eenmaal een plaats dan wil je die natuurlijk niet kwijt. Gevolg: onnodig bezette plekken en gefrustreerde medestudenten zonder stek. De TU Library zocht daarom een manier om studenten aan te zetten hun plek niet onnodig bezet te houden, zonder meteen voor politieagent te hoeven spelen. Ze huurde voor 12.500 euro een bureau in dat er onderzoek naar deed, studenten sprak en uiteindelijk kwam met een towelcard. Dit is een soort omgekeerde parkeerkaart: als je voor langere tijd weggaat, leg je die neer en draai je het klokje naar het tijdstip dat je verwacht terug te komen. Een onpraktische oplossing, die niet werkt. Het achterliggende idee van de towelcard is inspelen op schaamtegevoel - omdat studenten heus wel weten

dat ze anderen benadelen als ze hun plaats bezet houden - en vervolgens komen met een simpel sociaal gebaar om anderen te helpen. Dat klinkt sympathiek. Maar wie heeft er iets aan

Towelcard voor bezette plekken in de UB werkt niet, laat creatieve studenten zelf naar een oplossing zoeken een plaats voor een uurtje waar hij ook nog eens flink naar op zoek moet? Als bibliotheeknomade van plekje

Voor advertenties bel met:

T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80

E delta@henjuitgevers.nl

H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel

Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.

naar plekje verkassen: daar zit geen student op te wachten en het bevordert zeker niet de concentratie en rust in de UB. Uit een eerste enquête onder studenten bleek volgens het bureau dat ze de towelcard een goed idee vinden. Zestig procent gaf aan hem minstens één keer of vaker te hebben gebruikt. Er zou echter meer onderzoek nodig zijn voor het daadwerkelijke effect. De eerste resultaten van metingen tijdens de huidige tentamenperiode laten zien dat er vijf, zes, zeven, hooguit acht kaarten op de vele onnodig bezette tafels liggen. Dat is nog veel voor wie nu zelf gaat kijken, maar ze-

ker geen zestig procent. En wie studenten vraagt of ze wel eens zo’n kaartje hebben gelegd, krijgt vaak als antwoord ‘nee’. Gebruikte argumenten: ‘ik heb geen zin om mijn plek kwijt te raken door die kaart’ of ‘in principe heb je er zelf niet veel aan’ en ‘awkward om mensen weg te sturen’. Als studenten met studieplek niet merken dat ze er zelf wat aan hebben, gebruiken ze de kaart niet. Jammer, maar zo werkt dat kennelijk. Maar wacht eens… waarom is er voor bijna dertienduizend euro een bureau ingehuurd? Omdat de TU de expertise voor gedragsverandering niet in huis heeft, aldus de bibliotheek. Werkelijk? Bij Industrieel Ontwerpen werkt dr.ir. Nynke Tromp die op 1 juli tijdens de conferentie ‘What design can do’ vertelt hoe je de kracht van ontwerpen kunt inzetten om socialer gedrag te stimuleren. We zouden gebruik kunnen maken van de creativiteit van studenten. Ingenieurs zijn toch probleemoplossers? Kom op studenten, jullie kunnen meer dan handdoekje leggen. Connie van Uffelen is nieuwsredacteur bij Delta. Volg haar op Twitter: @ConnievanU

Delta Magazine Lees ’m online delta.tudelft.nl


Delta

Foto: Sam Rentmeester

I GO TO RIO

In augustus 2016 zijn de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Delftse topsporters staan in de startblokken om mee te doen.

“Stuurman. Hoe dat komt? Als je geschikt bent om te sturen word je daarvoor gevraagd. Daar moet je wel iets voor kunnen, niet alleen maar heel licht zijn. Ik begon in 2005 in de zware eerstejaarsacht bij Proteus. Op het WK van 2007 zat ik in de nationale lichte mannenacht, in april 2008 kwam ik bij de zware acht aanwaaien.”

OLYMPISCHE ERVARING “Met Olivier Siegelaar kwam ik kort voor Beijing in de acht, tien dagen voor het kwalificatietoernooi. We hadden een heel jonge ploeg, die vierde plaats was heel keurig. Voor Londen was de situatie anders, met de beste roeiers in de boot. Op de een of andere manier mislukte de campagne, heel teleurstellend. Het was een heel rommelig jaar, waarin ook van coach werd gewisseld. We hebben nu weer een ervaren ploeg, met Olivier en mij als meest ervaren leden. De groep bestaat verder uit drie jongens die in Londen als lid van de vier bij de jongeren hoorden plus vier jonkies die deze Olympische cyclus voor het eerst meedraaien, maar wel sterk zijn.”

SITUATIE “Dankzij de derde plaats op het WK 2015 waren we al vroeg gekwalificeerd. In de zomer roeien we heel veel in de acht, onder meer in de worldcupwedstrijden. In de winter was ik zelf veel aan het sturen in het buitenland. Als betaalde job coach ik een aantal ploegen in Amsterdam. Buiten de

setting probeer ik zelf naar andere uitdagingen binnen het roeien te zoeken.”

DRIJFVEREN “Ik geniet nog ontzettend veel van de sport en vind het heerlijk om met zo’n team ergens voor te gaan en je daar vol op te storten. Sturen is een vak en ik heb het idee dat ik nog steeds beter word. Ik heb best een bewijsdrang. De Spelen zijn ook vrij bijzonder. De eerste dag na de Spelen is verschrikkelijk, ongeacht het resultaat. Alles voelt een beetje futloos.”

KANSEN “Dat is geen interessante vraag. Vorig jaar zaten we er met brons op het WK dicht op. We gaan er alles aan doen om nog harder te gaan dan toen. Ik weet dat veel mogelijk is.”

TOEKOMST NA RIO “Lastig te zeggen. Ik dacht voor Londen dat ik daarna zou stoppen, maar ben toch doorgegaan. Het verliep de afgelopen twee jaar veel gestroomlijnder dan in de aanloop naar Londen en dat geeft veel vertrouwen. Ik weet niet wat er gebeurt als we Rio met tevredenheid afsluiten. Vier jaar bijschrijven lijkt heel veel, aan de andere kant lijkt het mij heel gek als ik dit over anderhalf jaar niet meer zou doen. Ik heb een soort kantoorbaan. Om in een roeiboot te zitten hoef je niet per se fit te zijn.” (JT)

Gekke ingenieurs Vijftien jaar geleden was mijn coming out als nerd. In de zomer van 2001 ging ik voor het eerst op wiskundekamp. Daar ontdekte ik dat er andere mensen waren zoals ik: kinderen die er ook van hielden om na te denken over hoe mensen leven met een achttallig stelsel. Vijf, zes, zeven, oct. Een taal voor nerds. Tien jaar geleden begon ik een wetenschapper te worden. Op de universiteit leerde ik de grote vraag te stellen: waarom? Alsof ik een kleuter was, begon ik de wereld opnieuw te ontdekken. Maar nu op de meest gestructureerde manier, aan de hand van de wetten van de wetenschap en de taal van de wiskunde. Ik wist het zeker: de universiteit is waar ik de rest van mijn leven ga zijn. Fast forward: een paar jaar geleden begon ik op de TU Delft. Wist ik veel waar die T voor stond en dat dit vroeger een hogeschool was. Wat voor mij belangrijk was, was dat die U voor universiteit stond en ik ademde academische cultuur. Ik ging met impedantiespectroscopie kijken naar de fluctuerende capaciteit van polyelectrolieten op een halfgeleider met als toepassing helemaal fucking niets. Heerlijk. Totdat iemand me vroeg: ‘maar waarom dan?’ Uhm, omdat ik wil weten hoe dat werkt, natuurlijk. ‘Geen toepassing?’ Nope. Toen viel het kwartje: ik keek om me heen en het viel me op dat er zoveel mensen samenwerkten met bedrijven en met specifieke einddoelen. Ze zoeken niet het antwoord op de waaromvraag, maar de hoe-vraag. Hoe maken we een efficiënte zonneauto en hoe maken we een quantumcomputer. Ook gaaf, maar geen wetenschap. Techniek met een T en ingenieurs met een ir. In de Amerikaanse sci-popcultuur is het verschil tussen scientists en engineers duidelijker; misschien daarom dat mijn kwartje zo laat viel. Les voor de lezer: probeer er eens bij stil te staan, de volgende keer dat je luistert naar een wetenschapper of een ingenieur. Mij scheelde dat sindsdien veel spraakverwarring, want niet iedere nerd spreekt dezelfde taal. Daarnaast zijn trouwens de meeste mad scientists meer mad engineers. Aldo G.M. Brinkman is scheikundige en blogger bij de Scheikundejongens, en was promovendus bij chemical engineering (Technische Natuurwetenschappen).

COLUMNALDOBRINKMAN

Wie Peter Wiersum (31) Studie Vijf jaar luchtvaart- en ruimtevaarttechniek Sport Roeien Vereniging Proteus-Eretes Boot Holland Acht Olympische Spelen Met Holland Acht vierde in Beijing (2008) en vijfde in Londen (2012)

POSITIE

23

TU Delft


SUDOKU VARIATION

VAKANTIE IS...

GRATIS ADVERTENTIE

Solution Delta Sudoku 16

...EEN UITDAGING

Š 2015 www.sudoku-variations.com

In a regular Sudoku, every row, column and block of 3 x 3 cells must contain the digits 1 through 9 exactly once. In this SquareNumberDoku, there are ten more items to solve. These are the ten groups of three cells, marked A through J and marked in pink, blue and grey. Each group holds a square number of three different digits. No group holds

the same square number. There are five combinations of two partly overlapping square numbers. The thirteen square numbers of three different digits are: 169 196 256 289 324 361 529 576 625 729 784 841 961

If you like to receive a possible partly solution of this puzzle in Dutch please send an email to folkert@sudoku-variations.com, with the number of the puzzle you want.

VAKANTIE IS WIELEWAAL Bezorg jij hem een onvergetelijke vakantietijd? www.wielewaal.nl/ vrijwilligers

If you love to solve more of these challenging Sudoku variations please visit www.sudoku-variations.com.

Why is the Architecture faculty called BK? What is sugar called in Dutch? What does a person do for a midnight snack in Delft? Why is the food at the Aula so bad? Okay, we can't help with the last one, but TU Delta has answers for the rest and more.

Op eigen benen staan. Daar tekent zij voor. Het Liliane Fonds helpt haar met protheses en revalidatie. Helpt u mee? Lilianefonds.nl

We are proud to announce the launch of our very first e-book – Delft Survival Guide. Free to download and accessible on any online reader, this is a compilation of the hugely popular Survival Guide series published in TU Delta. The book is your handy reference guide to Delft. From eating out and public transport, to understanding Dutchisms. So grab your copy today at delta.tudelft. nl/ebooks.


Delta

DESGEVRAAGD

Stelling

Met gebruikt toiletpapier kun je nog best wat leuks doen. Dat bewijst een waterschap in Noord-Holland. Het wint toiletpapier uit rioolwater en maakt er bioplastics van, aldus Technisch Weekblad.

D

e rioolwaterzuiveringsinstallatie van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier in Zuidoost-Beemster is sinds begin deze maand voorzien van een grote zeefinstallatie. De filters vangen toiletpapier uit het rioolwater voordat het de zuiveringsinstallatie instroomt. Met de cellulose in de pulp maakt het bedrijf bioplastic. “Cellulose terugwinnen is interessant”, zegt hoogleraar waterzuivering prof.dr.ir. Mark van Loosdrecht desgevraagd. “Er zijn allerlei toepassingen denkbaar. Behalve als grondstof in de industriële biotechnologie, waarbij je er onder meer bioplastic of bio-ethanol van maakt, kun je het materiaal gebruiken als vezel in de bouwindustrie. En je kunt er nieuw toiletpapier van maken. Hygiënisch is dat helemaal verantwoord. Toch zal nieuw toiletpapier waarschijnlijk geen succes zijn op de markt. Wat uiteindelijk het meest interessante product is, zal de toekomst uitwijzen. Wanneer voldoende zuiveringsinstallaties cellulose gaan terugwinnen, ontstaat er een significante afvalwater-cellulose

markt.” Pionier in het terugwinnen van toiletpapier is promovendus Chris Ruiken, van de sectie milieubiotechnologie (Technische Natuurwetenschappen). Al in 2008 begon hij hier mee te experimenteren. Hij heeft een pilot plant opgezet bij een waterzuiveringsinstallatie bij Blaricum.

‘Wat uiteindelijk het meest interessante product is, zal de toekomst uitwijzen’ De techniek klinkt vrij simpel. Maar volgens Ruiken is het toch een kunst om het papier weg te vissen. “Je moet zorgen voor exact het juiste waterverval en druk en de mazen moeten

25

TU Delft

natuurlijk van het goede formaat zijn.” De zeven kosten flink wat geld. “Het is financieel interessant om het systeem toe te passen wanneer je nieuwe zuiveringsinstallaties bouwt of bestaande installaties uitbreidt. Dit laatste was het geval in Zuidoost-Beemster. Je integreert het wegvangen van cellulose dan in je zuiveringsproces. Dat is dan je grootste winst.” De bacteriën hoeven de cellulose uit het water niet meer af te breken. Daardoor kunnen sommige installaties af met een voorbezinktank minder. Volgens Ruiken is nog een ander waterzuiveringsinstallatie bezig filters te installeren; die van Aarle-Rixtel in Noord-Brabant. “Er is een beweging op gang aan het komen. Daar ben ik erg blij mee. Als voldoende installaties op deze manier gaan werken, zijn er op termijn business cases te bedenken waarbij de pulp geld oplevert. Nu kost het nog geld om een vuilverwerkingsbedrijf de pulp op te laten halen. Straks halen ze het misschien wel gratis op en nog later betalen ze er wellicht voor. Het is zaak om goede producten te bedenken die je van het materiaal kunt maken.” Volgens Technisch Weekblad kijkt men in Leeuwarden of de pulp te verwerken is in asfalt. (TvD)

‘De interacties tussen actoren tijdens rampenbestrijding onderschrijven het gezegde: brutale mensen hebben de halve wereld’ THEO VAN RUIJVEN bestuurskundige en industrieel ecoloog “Bij evaluaties van rampenbestrijdingen concludeert men vaak dat hulpdiensten te weinig hebben gecommuniceerd. Als reactie worden steeds geavanceerder systemen van afspraken en protocollen ontwikkeld. Mijn onderzoek laat zien dat dit systeem weinig invloed heeft op de manier waarop actoren in de praktijk met elkaar omgaan. In de praktijk gaat het erom welke actoren anderen weten te beïnvloeden. Omdat dit per persoon of organisatie verschilt, gaat er de ene keer meer aandacht uit naar slachtofferhulp, een andere keer naar het doen van onderzoek naar de aanleiding van een ongeval, en weer een andere keer naar het herstellen van beschadigde infrastructuur. Rampenbestrijding lijkt daarmee meer op een arena, een plaats waar actoren strijden voor hun belangen en waar brutale actoren het meest voor elkaar krijgen, dan een commandostructuur waarin besluiten en taken volgens vooraf gemaakte afspraken worden genomen en uitgevoerd.” Verdediging 27 juni


Text: Molly Quell Photo: Sam Rentmeester

26

Delta

TU Delft

Delft has lots of great bars offering a wide beer selection. But which bars to choose and which beers to order? Molly Quell, Delta’s International Editor and beer lover, took on an evening on the town (and the next morning’s hangover) so she can share with you the best spots and some great Dutch beers.

BEST BEER..


...

Delta

TU Delft

27

...IN TOWN


28

News

Text: Ailie Conor Photo: Introduction Programme

Integrating introduction

English pages

Wait, it’s not the last Delta of the year! Next week, there is a special edition of Delta that is published entirely in English. You can get a copy in your faculty or read it online.

Students from 2015 Introduction Programme show off their countries flags.

August will see the influx of new students joining TU Delft for the next academic year. For Dutch students Ontvangstweek, or Owee, serves as an introduction program to campus and a way to meet fellow students, while international students get the Introduction Program (IP).

T

his year, organisers are searching for ways to integrate these two events and increase contact between the Dutch and international inductees. The Dutch program which is held over five days, August 21 to 25, is expecting approximately 3,000 participants this year, and the international program held over 2 weeks expects around 1,800. As TU Delft aims to become an increasingly international institution, attracting larger numbers of international students every year, it seems important to integrate them with Dutch students. And the students certainly

think so. Rianne Smits from the IP team said that every year a questionnaire is sent out after the IP event and “We always get feedback that they missed interaction with Dutch students.” Marjo van Koppen, coordinator of this year’s IP program added that, “Introducing these groups in the introductory weeks is an opportunity for learning about each other, learning about where differences are and not to judge them but how to deal with them.” For Hubald Verzijl, head of Owee, not only would integration be a chance for internationals to learn about Dutch culture but it could also raise awareness about the significant international student population, and show them the campus and facilities. “If we integrate,” he explained, “we are saying welcome to the Netherlands, welcome to TU Delft and good luck studying.” In addition to the large party on the Delft Markt, open to all students, there are more opportunities for international students to get involved in Owee activities. There are several tables reserved for international students to watch the parade in the campus bike lane. There are also 100 places reserved during the pub crawl, and opportunities to join the campus backstage tour and the campus sing-along. The executive board of the university

has responded positively to upcoming changes to the programs. Though there are a number of activities with opportunities to crossover, because of timing issues Verzijls does not expect a large number of internationals to join Owee. The first week of IP, when Owee will be held, sees international students sorting out BSN numbers, visas and administrative issues that Dutch students don’t need to deal with. Smits and Van Koppen also believe that because most of the Dutch students are undergraduates while most of the international students are master’s students, differences in age and outlook may pose a barrier to integration. Organisers have chosen to integrate activities they believe will best suited both groups. However this is something of a prototype and if the small attempts at integration are well received there are hopes it will be attempted on a larger scale in coming years. “This is an opportunity to try some new things to see how we can make bigger steps during the next program,” said Smits. Read the interview with Hubald Verzijl at delta.tudelft.nl/31819


Delta

29

TU Delft

Differing perspectives on housing segregation Segregation and gentrification. These two words have caused innumerable headaches for civic leaders and their constituents all the way from San Francisco to the streets of Amsterdam.

B

oth are widely considered distressing phenomenons that are difficult to resolve. A recent colloquium hosted by Dr. Maarten van Ham from the Faculty of Architecture and the Built Environment, however, offered some different perspectives on these issues. It featured a presentation by Ad Coenen, a third year PhD candidate in sociology from Ghent University followed by a discussion among an international group of TU Delft students and faculty. Much of Coenen’s research is devoted to examining

the root causes of ethnic housing segregation in Belgium and the role that household composition plays into them. Coenen presented the results from two of his papers during the colloquium. He has concluded that whether or not residents have children has a tremendous influence on where they live. Childless couples and lone parents have a larger tendency to reside in diverse neighbourhoods than dual parent households, regardless of their socio-economic status “Parents-to-be will start looking at the ethnic composition of where they live and where they want to live,” Coenen said. Van Ham, who published a book on socio-economic segregation last year, offered another perspective on the topic during a recent interview. “It is a misconception that segregation and gentrification are a problem. Most people live segregated and are quite happy,” he said. “Segregation becomes a problem when people cannot leave the neighbourhoods they want to leave.” He also noted that segregation can cause negative

impacts on residents ranging from health problems to limitations on their socio-economic mobility. His views on gentrification differ from the commonly-held perception that it’s entirely detrimental. “When low income residents are replaced by higher income residents this can improve neighbourhoods and the economic base of cities,” Van Ham said. “However, if rich and poor live completely separated, and when the lower income households cannot live in central parts of cities, then things start to get more problematic.” Segregation and gentrification will continue to alter how cities change and grow in the years to come. But how can local governments help residents with limited resources that might become displaced if their neighbourhood suddenly becomes a trendy hotspot? Van Ham and others have argued that increasing investments in education and employment programmes could help even the odds. (BH)

Gripping and flipping at the ID PhD Day Every so often it is healthy to have a time out and reflect on what you are doing and where you are heading.

T

he Industrial Design Engineering faculty (IO) took an in depth look at its research arm last Thursday June 16 during their PhD day. Mentors and PhDs gathered to discuss current research and its possible future directions. Ena Voute, Dean of IO, started proceedings in the main hall by opening

the Get a Grip exhibition displaying nine prototypes of research work in progress. Get a Grip was an appetizer followed by a swarm of ideas discussed at the Flip the Faculty debate held in the i.d-kafee coffee bar. Boris Eisenbart, assistant professor in Design Theory and Methodology, moderated the discussion by a panel of eight volunteer PhDs before an audience of around 30, including mentors. Illustrator André Weenink drew cartoons of the issues thrown up in the debate, which were beamed onto a screen behind the panel in real time. The panel discussed their research in the context of the field of design and questioned the role of design itself.

PhD researcher Abhigyan Singh signalled an individualist bias holding design research back, saying design can benefit from other broad societal disciplines such as sociology and anthropology. PhD researcher Mafalda Casais stressed that design research can be valuable to other academic fields, with designers as change agents mediating research and development of technologies. PhD researcher Holly Harris finds the relationship with business partners can bring many benefits such as access to resources but the relationship should be carefully managed as it can shape the nature of research. At the faculty level, PhD researcher

Marian Loth said more collaboration between IO departments is valuable and desirable. Though most of the panel felt generally well supported in their PhD roles, more weight should be given to providing tools for research project management and managing academic and business partnering, as well as cross cultural skills when doing research abroad. After so much self-analysis, PhD researcher Ricardo Mejia Sarmiento's reminder about the strengths of an IO designer to imagine and visualise concepts and actually make stuff, was a fitting close to the session. (MV)


30

Text: Caroline Vermeulen Photo: Marcel Krijger

DELFT SURVIVAL GUIDE Surviving death Death is a morbid subject, but one of life’s inevitabilities. How are practicalities handled here? OFFICIAL MATTERS A death in the Netherlands needs to be reported to the municipality in which it occurred, and this is usually done by the undertaker who also requests a death certificate. There’s no hanging around, since the law states: “Burial or cremation is to take place no earlier than 36 hours after the death, and no later than the sixth working day after the death.”

REPATRIATION In order to arrange repatriation of a body, help will be required from the embassy. Expect a fair bit of paperwork and be sure to check any airline, carrier or local regulations beforehand. Schiphol airport is unusual in that it has its own mortuary, which helps the process.

BURIAL VERSUS CREMATION Graves are leased for a minimum period of ten years, and in Delft can be leased for up to 30 years, although this varies per municipality. An extension can be negotiated thereafter, for a price. Once the lease is up, the remains are moved to a communal grave. Following a cremation, ashes are held by the crematorium for one month in case they’re needed for criminal investigation. You cannot simply scatter ashes where you please, permission from the municipality or land owner is needed. Delft has three public cemeteries, and one crematorium.

BODY DONATION Donating your body to medical science is possible by prior arrange-

Traditions around funerals vary widely in different cultures.

ment with a university anatomical institute. You can also register as an organ or tissue donor. They are independent arrangements, so if you do both, the latter will have priority.

CUSTOMS Obituaries are often published in local newspapers, and death announcements are sent to family and friends along with details of funeral arrangements. It’s normal to send a sympathy card in return. Funeral wishes are often expressed beforehand, and if not, the family decides the details. Funerals vary massively, and may or may not include a church service. If it does, don’t be caught unawares by the collection tray for donations to the church or a nominated charity. The family normally receive guests one by one by shaking hands, a few words are said, follo-

Repatriation: Schiphol airport has its own mortuary

wed by some music. A wake follows, where everyone gets together to reminisce. Traditionally a coffee and cake affair, these days champagne is not unheard of either. Black clothes were typical mourning attire,although less so nowadays. Funerals are generally invite only, and not drop-in affairs. De Eenzame Uitvaart attend funerals where there are no family or friends, and read poems to avoid a lonely end. If there’s no family capable of being pallbearers, students can be hired for the job.

COSTS Many people have insurance to cover the cost of funeral expenses that are often upwards of €5,000.

WILLS A will is not compulsory, but it allows you to decide who inherits what after your death. In the absence of a will there are strict rules that dictate who gets what. Only a notary can write a will, and they’re expensive, DIY wills are not legally valid here. Interestingly, it’s impossible to completely

disinherit children, unless they agree. It is possible to refuse an inheritance, if it includes debts for example.

EUTHANASIA The Netherlands is well-known for its assisted suicide policy. “Under Dutch law, any action intended to terminate life is in principle a criminal offence. The only exemption from criminal liability is where a patient is experiencing unbearable suffering with no prospect of improvement and the attending physician fulfils the statutory due care criteria,” state government guidelines. It must be a voluntary well-considered request, with two physicians agreeing to the plan. Patients need not be terminal, and the majority are cancer sufferers. Requests can be made in advance with a living will. Only citizens and residents are eligible because of the requirement of an ongoing doctor/ patient relationship.


Delta

31

TU Delft

SCIENCE Measurements ocean wave via smartphone Triggered by the loss of their expensive wave measurement buoy, civil engineer Max Radermacher (MSc) and his South African colleague Zane Thackeray designed a low-cost buoy based on smartphone technology.

D

uring wave measurements in Durban, South Africa, Radermacher and Thackeray lost contact with their conventional buoy. “Those buoys are so expensive that it is worth a helicopter trip to search for it,” Radermacher explained. “As buoys float in the open sea, it is hard to supervise them and theft and damage are all too common.” Thakeray then wondered why these buoys are overpriced, while the sensors needed can simply be found in your pocket. Using Radermacher’s knowledge on ocean wave theories and software, they together developed a buoy which is ten times cheaper

“Set is a simple game, popular with children,” Gijswijt said. “Its goal is simple: to find special triples, called ‘sets,’ within a deck of 81 cards.” The maths behind it have confused researchers for years, however. Questions such as “How big is the largest collection of cards that contains no set?” are the kind of questions mathemati-

More news on delta.tudelft.nl/science

Overdimensioned

The data is immediately processed in the smartphone and via an internet connection, the client is provided with real-time data. (Photo: Max Radermachter)

than its conventional counterpart. Years of research and development in the smartphone industry have resulted in accurate, reliable and most of all cheap sensors. While normally used to turn the screen or navigate, apparently they are suitable for wave data collection as well. By using the accelerometer and gyroscope in the smartphone, the buoy measures the height, direction and period

of waves. The strength of WaveDroid lies within applications close to shore. It allows, for example, harbours to inform ship transport and coastal engineers to predict coastal erosion. The first commercial pilots have already been conducted with a Dutch dredging company and WaveDroid buoys are now tested in Myanmar, France, the Netherlands and El Salvador. (AS)

Mathematicians captivated by card game The card game Set is as simple as ABC. Yet the maths behind it have puzzled mathematicians for decades. Delft Mathematician Dr. Dion Gijswijt helped unravel some of its mysteries.

SHORT

cians deal with in the field of combinatorics. The answer to the above question is 20. Set, however, is still quite simple. Each card displays a different design with four attributes. They differ in colour (cards can be red, purple or green), shape (oval, diamond or squiggle), shading (solid, striped or outlined) and number (one, two or three copies of the shape). In theory, one could extend the designs with more than four attributes. “How big would then be the largest collection of cards that contains no set? In extremal combinatorics, this is known as the cap set problem,” Gijswijt said. Together with an American colleague Gijswijt developed a technique, a

so-called polynomial method, to calculate this. The simplicity of the solution has stunned mathematicians. The polynomial method has many implications. It is useful in linear algebra, for instance. One can use the method to multiply huge matrices quickly. The paper by Gijswijt and Ellenberg was published on May 30th on ArXiv. Within only a few weeks’ time, it elicited the publication of five other papers. It seems a train is set in motion. Mathematicians around the world are publishing about this new finding with the speed of light, mostly on ArXiv, a repository of electronic preprints. (TvD)

In his PhD thesis, Maarten Holtslag, of the department of Aerodynamics, Wind Energy & Propulsion, shows that today’s turbines are sturdier than they need to be. Wind shear and turbulence both contribute to loads on a wind turbine that result in material fatigue. Consequently, wind turbines are built to resist those loads. Holtslag showed that high wind shear and strong turbulence do not coincide. During winter, the relatively warm seawater causes lots of turbulence in the air, which flattens the wind profile. In summer, the situation is reversed with little turbulence and significant wind speed differences with height. This means that the tower is typically designed to withstand loads 30% higher than expected, and for the rotor this is about 10%. (JW) delta.tudelft.nl/31790

Sheringham Shoal Windpark. (Photo: Wikicommons)

The math of wounds

Mathematician Daniel Koppenol (EEMCS faculty) developed a model that simulates the healing of wounds. “At present, it is very difficult to predict the properties of the newly generated tissues that form during the healing of deep dermal wounds,” said Koppenol. “Biological materials, such as skin tissue, are very complex so developing the model was no easy task. I had to take into account a huge amount of parameters such as the random and non-random movements of cells in the tissue, the speed with which proteins are produced or broken down and the elasticity of the skin, to name just a few.” Koppenol validated the model by comparing the simulation results with data gathered by a group of Canadian researchers that has been monitoring growth of scar tissue in patients for years. (TvD) delta.tudelft.nl/31796


26

28

30

31

Best beer in town

Integrating introduction

Death

Ocean waves

BEER

Contents International

MAIN

SURVIVING

SCIENCE

AVOCATIONS

Ernesto Gonzales

C

alling himself a stereotypical Peruvian, Ernesto Gonzales says he likes salsa music a lot. “I grew up in Lima listening to this music and I tend to relate salsa music with good times,” he said. The electrical engineering master’s student said he used to dance as a child, but always wished he could play the music himself. His desire came to fruition at the age of 14 when, by chance, he learned to play the cajón, a box-shaped

wooden percussion instrument that originated in Peru. “The Buddhist organisation I belong to has a folklore group,” said Gonzales. “Back in the day they needed someone to play the cajón and there was a professional player who came to teach me.” Later, while studying in the United States as part of the United World Colleges programme, he took drum lessons. And as his interest in percussion instruments continued to grow, he taught himself how to play timbales and conga drums.

Over the years, Gonzales has performed in Peruvian music groups, student groups and a small Latin band. And last year he joined The Latin Band Project launched by Groover, the TU Delft student jazz society, which plays mostly salsa music. When asked what he loves about salsa, Gonzales said: “Maybe it’s a cultural thing, but mainstream music like rock has very straightforward rhythms. But salsa is syncopated. When I hear it, it really makes me want to move.” Text: Heather Montague Photo: Sam Rentmeester


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.