TU Delta 18

Page 1

NR.18 1 JUNI 2015

onafhankelijk universiteitsblad

IFOT

Meer techniek op TU-festival

Wim Thijs:

‘De Dream hall is mijn grootste nalatenschap’ Rioolinspectie met lasertechniek

IN DE PUT

From Delft to Cambridge

Rubicon fellowship for university graduate


2

Delta

TU Delft

8 Delta Nr. 18

1 juni

2015

“Voor deze editie hebben we een rioolput laten openmaken zodat we onderzoeker Nikola Stanić lekker dicht bij zijn onderwerp konden fotograferen. Dat leverde dit pakkende beeld op. Maar we hebben ook bijzonder veel plezier gehad met het maken van het openingsbeeld op pagina 8!” (Fotograaf Marcel Krijger)

REAGEER!

12

www.delta.tudelft.nl

COLOFON

Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.

Redactie Frank Nuijens (hoofdredacteur) - @franknu, Katja Wijnands - @kwijnands, Dorine van Gorp - @dorinevangorp, Saskia Bonger - @sbonger, Tomas van Dijk - @tomasvd, Connie van Uffelen - @connievanu, Jos Wassink - @joswashere Medewerkers aan dit nummer Jorinde Benner, Ailie Conor, Dap Hartmann, Auke Herrema, Job Hogewoning, Folkert van der Meulen Bosma, Damini Purkayastha, Molly Quell, Boudewijn de Roode, Jimmy Tigges, Caroline Vermeulen Foto’s Marcel Krijger, Sam Rentmeester Bladconcept en vormgeving Maters & Hermsen, Leiden

Lay-Out Liesbeth van Dam Redactie-adres Universiteitsbibliotheek, Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848, delta@tudelft.nl Advertenties H&J Uitgevers, 010 451 5510, delta@henjuitgevers.nl Druk Mediacenter Rotterdam Oplage 8.000 Jaargang 47 ISSN 2213-8838 Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op de website. Meer informatie op: www.delta.tudelft.nl/colofon

COVER

INTERVIEW

RIOOLINSPECTIE

WIM THIJS

Honderdduizend kilometer riool onder de Nederlandse straten voert vuil water van huishoudens en regenwater uit de straatputjes af. Met nieuwe inspectietechnieken moet sneller te zien zijn welke buizen aan vervanging toe zijn.

Oprichter van de D:Dream hall, windsurfkampioen, oudofficial bij de Olympische Spelen, orgelspeler, Bach-fanaat. Zelfverklaard chaoot dr. Wim Thijs is het allemaal. Op 8 juni gaat hij met pensioen.


Delta

3

TU Delft

18

28 REPORTAGE

ENGLISH PAGES

IFOT

HEADING TO HARVARD

Delta 19 verschijnt op maandag 15 juni

VERDER Liefhebbers van techniek en muziek komen aan hun trekken bij het International Festival of Technology. Van 1 tot 5 juni kun je los op Jett Rebel en je verbazen over de nieuwste operatietechnieken, zuinige auto’s en efficiënte windmolens.

The NWO Rubicon fellowship has sent Dr. Hannes Bernien, who obtained his PhD at the Faculty of Applied Sciences, to Harvard for a two year research project on quantum nodes.

COLUMN NIEUWS MASTER SPORT LIFESTYLE TEKSTVERHAAL LEUK BEDACHT DESGEVRAAGD

04 05 15 16 17 22 25 27


COLUMNDAPHARTMANNLVERDRAAID

4

Delta Fouten hebben de vervelende neiging klakkeloos overgenomen te worden. Een van de stellingen bij mijn proefschrift was: ‘De waarde van de Science Citation Index dient te worden betwijfeld aangezien de meeste fouten in wetenschappelijke publicaties te vinden zijn in de referentielijsten.’ Om die stelling te ontkrachten en daarmee een contradictie te creëren, liet ik een van mijn paranimfen alle referenties in mijn proefschrift verifiëren bij de bron. Boeken en tijdschriften waren nog niet online beschikbaar dus die arme Frank moest ieder artikel in de bibliotheek naslaan in dikke folianten van ingebonden tijdschriften, en alles zorgvuldig controleren: de spelling van de auteursnamen, de titel en de bladzijnummers. Er kwamen behoorlijk wat fouten aan het licht, want ik had de meeste referenties overgenomen uit artikelen van andere auteurs die dat op hun beurt ook hadden gedaan. Sommige fouten propageerden op die manier al decennialang. De referenties in mijn proefschrift markeerden een schone lei. Zelfs in situaties waarin er slechts twee mogelijkheden zijn, liggen fouten op de loer. The Daily Show with Jon Stewart is een van mijn favoriete programma’s. Sinds 1999 becommentarieert Jon Stewart vier dagen per week het nieuws op kritische en vooral humoristisch wijze. In de oorspronkelijke leader van zijn show is een draaiende aardbol te zien. Van bovenaf (Noordpool) bekeken, draait de Aarde tegen de wijzers van de klok in, zoals het hoort. In 2007 krijgt de show een opfrisbeurt: het decor wordt vernieuwd en er is een andere leader. Opnieuw is een draaiende aarde te zien, maar nu draait de Aarde de verkeerde kant op! Dat is natuurlijk vreemd, aangezien het oorspronkelijk wel goed was. Hier had klakkeloos kopiëren juist goed uitgepakt. Maar het was blijkbaar niemand opgevallen, want die aardbol draaide jarenlang de verkeerde kant op totdat op 27 februari 2012 Neil deGrasse Tyson te gast is. Neil is directeur van het Hayden Planetarium in New York en met afstand de populairste astronoom in de Verenigde Staten. Nadat hij met Jon Stewart over zijn nieuwe boek heeft gesproken, zegt hij tot slot: “In the beginning of your program the Earth is spinning the wrong way.” Jon’s reactie was kort maar krachtig: “sonovabitch!” We zijn nu ruim drie jaar verder, en de Aarde draait nog steeds de verkeerde kant op in The Daily Show. Is het te kostbaar om die gênante fout te herstellen? Ook het populaire Vara-programma De Wereld Draait Door heeft een draaiende aardbol in het openingsfragment, en ook die draait de verkeerde kant op. Het zal niet zijn gekopieerd van The Daily Show want toen DWDD begon had The Daily Show nog de oude leader met de correcte rotatie van de Aarde. Maar wie schetst mijn verbazing toen ik onlangs het nieuwe promotiefilmpje ‘In pursuit of breakthroughs’ van mijn eigen faculteit (TBM) zag. Dat filmpje duurt krap twee minuten en begint met de woorden: ‘Today’s world is facing grand challenges in the fields of energie, sustainability, mobility and security’. Deze boodschap wordt geïllustreerd door een wereldbol. Een draaiende wereldbol. Een in de verkeerde richting draaiende wereldbol. Ik hoop dat het snel wordt gecorrigeerd want het plaatsvervangend schaamrood staat mij op de kaken.

Dap Hartmann is astronoom. Hij werkt als onderzoeker bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

TU Delft De TU stapt over op ecologische onkruidbestrijding. Sensorgestuurde karretjes spuiten geen gif, maar water van 98 graden Celsius over ongewenste plantjes. De groenvoorziening van de TU heeft vorige week nog een rondje Technopolis gedaan. Deze methode is arbeidsintensiever dan spuiten met chemicaliën, legt teamleider groenvoorziening René Hoonhout uit.

1 De groenvoorziening gebruikt helemaal geen gif meer.

nee

2 Ecologische onkruidbestrijding is minder effectief dan chemicaliën.

ja

3 De TU stapt helemaal over naar een ecologische bestrijding van onkruid.

ja

4 Ecologisch wer-

5 Op welke stelling wil je terugkomen? “Op stelling 4. Als je alles meeneemt – CO2- en fijnstofuitstoot, de zwaarte van het werk – dan kun je niet algemeen stellen dat ecologisch werken beter is voor de medewerkers. Ook bij borstelen gebruik je geen chemicaliën, maar er komt veel stof vrij. Of neem de eikenprocessierups, waar we mee te kampen hebben. Die kun je met chemicaliën bestrijden. Doe je dat niet, dan is het nog schadelijker, omdat de haren van de rups irriterend zijn. De onkruidbestrijding met heet water is natuurlijk wel veilig. Daarmee testen we nu op Technopolis. Op de campus rijden we nog met chemicaliën. We doen drie keer per jaar een ronde. Dat zal met de nieuwe methode meer worden, omdat heet water minder effectief is.” (SB) (Foto: René Hoonhout)

ken is gezonder voor de medewerkers van de groenvoorziening.

nee

4 Het salaris en vakantiegeld voor TUmedewerkers liet rond Pinksteren vier dagen op zich wachten. Op vrijdag 22 mei had het geld gestort moeten zijn, maar door een technische storing bij ABN Amro werd dat pas dinsdag 26 mei. De universiteit kreeg vrijdag een melding van de bank dat er een probleem was met haar betaalopdracht, waarop tien TU-medewerkers het weekend hebben doorgewerkt om te kijken of het geen hack betrof. Dat bleek niet zo te zijn, waardoor voorschotten storten niet nodig was.

Tweet Karlijn de Wit, studentencommunicatie: “De Quiznight XL 2015 is een van de activiteiten tijdens het International Festival of Technology dat van 1 tot en met 5 juni hier in Delft wordt gehouden. Het leuke is dat dit festival ongeveer samenvalt met de Dutch Technology Week in Eindhoven. Daar moeten we wat mee, dachten wij. Landelijk hebben we namelijk dezelfde doelgroep: de technologieliefhebber. Daarom nemen we de Eindhovense science & technology quiz op in ons programma. Wij zorgen voor een bus die om 16.30 uur vertrekt van de campus naar Eindhoven en rond 23.00 uur weer terug naar Delft gaat. De quiz is een soort pubquiz voor duizend tot vijftienhonderd personen die het in teams van vijf tegen elkaar opnemen. Ook internationale studenten kunnen meedoen, want de quiz is Engelstalig. Opgeven kan nog tot de gratis bus met vijftig plaatsen vol is. Andersom hebben wij vrijdag 5 juni de Day of Wonder op de campus, het slotfeest van ons festival. De Dutch Technology Week neemt dat op in zijn programma: er rijdt dan een bus van Eindhoven naar Delft en weer terug. We gaan nog kijken of beide voortaan één festival worden, of naast elkaar blijven bestaan.” ifot-delft.com


KORT Meer en uitgebreider nieuws op www.delta.tudelft.nl

Lening

Studeren is duur. Helemaal nu nieuwe bachelor- en masterstudenten geen basisbeurs meer krijgen. Voorlichtingsinstituut Nibud komt met tips en trucs om de studentenlening binnen de perken te houden. Belangrijkste boodschap in de nieuwe geldwijzer: lenen voor je studie is niet erg, maar doe dat alleen als het écht nodig is. delta.tudelft.nl/29970

Scholieren uit 5 vwo werkten de afgelopen maanden op de TU aan het ontwerpen en maken van werkende zonnebootjes tijdens de 'math and science class’. Vrijdag 22 mei testten zij die in de vijver voor de faculteit Industrieel Ontwerpen. (Foto: Sam Rentmeester) Lees hier het hele artikel: delta.tudelft.nl/29964

De week van... Bosbranden die ’s zomers het Afrikaanse continent teisteren, beïnvloeden mogelijk het klimaat. De roetdeeltjes waaien weg en stimuleren duizenden kilometers verderop de vorming van wolken. Om dit fenomeen te onderzoeken gaat promovenda Karolina Sarna van de sectie atmospheric remote sensing (CiTG) meetapparatuur plaatsen op het eilandje Ascension Island, halverwege Afrika en Zuid-Amerika. Vorige week ontving ze vijftienduizend euro van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen om een lidar (laser imaging detection and ranging)-instrument te plaat-

sen, dat de roetdeeltjes hoog in de lucht moet detecteren. “Volgend jaar ga ik naar het eilandje”, zegt ze verheugd. “De gegevens die ik daar verzamel, zal ik vergelijken met satellietdata en met data verkregen met speciale onderzoeksvliegtuigen.” (Foto: Tomas van Dijk) Zo’n driehonderd studenten zag industrieel ontwerper Pieter Welling vorige week sjorren aan zijn uitvinding. Eerstejaars IO-studenten kregen een practicum met trekproeven. Daarvoor gebruikten ze twintig trekbanken die Welling voor zijn master had ontworpen. Bij een trekproef wordt een

materiaal ingeklemd en met een gecontroleerde snelheid uitgerekt om zo de elasticiteit en de treksterkte te bepalen. “Elke ingenieur in wording zou deze proef zelf een keer gedaan moeten hebben”, zegt Welling. “Je moet vuile handen krijgen, anders leer je niet.” Maar bij IO was dit tot voor kort niet haalbaar omdat er maar een paar zeer kostbare trekbanken stonden. Voorheen bestond het trekproefpracticum daarom uit een groep van tien studenten die observeren hoe een assistent de machine bedient. (Foto: Ellen Vroemen)

Plastic soep

Oud TU-student Boyan Slat (20) heeft op een technologieconferentie in Seoul de installatie aangekondigd van zijn Ocean Cleaning System. De plasticvanger moet volgend jaar tussen Japan en Zuid-Korea verschijnen. delta.tudelft.nl/29946

Kroonenberg

TU-emeritus Salomon Kroonenberg houdt op zondag 7 juni de slotlezing in de serie Helden van de wetenschap. Zijn lezing is getiteld ‘Charles Lyell, Darwins Aardefluisteraar’. Lyell (1797-1875) geldt als grondlegger van de moderne geologie. delta.tudelft.nl/29945

Hoog bezoek

Tijdens de jaarlijkse netwerkbijeenkomst, het Network Event YesDelft op 18 mei, maakte gastspreker premier Mark Rutte de balans op van tien jaar YesDelft. Uit de ondernemersclub zijn meer dan honderdvijftig bedrijven ontstaan en meer dan duizend mensen aan het werk gezet. delta.tudelft.nl/29937

Pauselijk lintje

Emeritus hoogleraar afwerking en inrichting van gebouwen, prof.ir. Lex Haak (1930), kreeg op zondag 17 maart een hoge pauselijke onderscheiding in de Maria van Jessekerk in Delft. Haak komt de Pro Ecclesia et Pontifice toe vanwege zijn uitzonderlijke verdiensten voor het bisdom van Rotterdam, de Parochie Sint-Ursula in Delft en de gemeenschap en haar inwoners in Delft en omgeving. delta.tudelft.nl/29916


6

Delta

TU Delft

NIEUWS Verkiezingen sr: hoogste opkomstpercentage ooit Het opkomstpercentage voor de verkiezingen van de centrale studentenraad is met 40,6 procent het hoogste ooit. Oras krijgt zeven zetels en Lijst Bèta drie. Bij de facultaire studentenraden was de hoogste opkomst bij nanobiologie van Technische Natuurwetenschappen: 67,8 procent. Dit jaar brachten 8125 van de 20020 kiesgerechtigde studenten hun stem uit. Blanco stemden 436 studenten, zestien meer dan vorig jaar. Het opkomstpercentage lag maar één procent hoger dan vorig jaar, maar passeerde daarmee voor het eerst de veertig procent. Het oude record van vijf jaar geleden bedroeg 39,7 procent. Oras en Lijst Bèta reageren verheugd en denken dat de hogere opkomst te maken kan hebben met de Am-

sterdamse studentenprotesten voor meer zeggenschap. "Verder hebben we flink campagne gevoerd", zegt lijsttrekker Julia van der Ven van Lijst Bèta. Hoewel het ledenaantal van die partij is verdubbeld, heeft zich dat niet vertaald in extra zetels. Waarom weet Van der Ven niet. "Beter steady op drie zetels, dan schommelingen van tien procent." Jeroen Delfos van Oras spreekt van een 'mooie uitslag' nu zijn partij weer zeven zetels krijgt. "Daar kunnen we mooie dingen mee doen. We willen niet de enige partij zijn." Van alle kandidaten is er niet één die persoonlijk de kiesdeler heeft gehaald. Kandidaat nummer 7 van de lijst Oras – Eva Rikkers – kwam daarvoor met 768 stemmen net één stem tekort. Als ze die wel had gekregen, had ze officieel een zetel kunnen claimen, als ze niet in de raad gekozen was. In dit geval had dat geen effect op de samenstelling, maar Oras hanteert strikt de volgorde op de lijst.

STUDENTENRADEN De opkomstpercentages tussen en binnen de facultaire studentenraden (fsr) variëren nogal. Vooral bij Technische Natuurwetenschappen, die

opgedeeld is in zogeheten kamers per studie. Daar kende science education and communication en sustainable energy technology met 22,6 procent het laagste opkomstpercentage, en nanobiologie met 67,8 procent juist het hoogste percentage. Die hoge opkomst heeft volgens Jasper Veerman van de fsr nanobiologie te maken met het kleinschalige karakter van de opleiding en de actieve studievereniging. "Je spreekt elkaar gemakkelijk aan. Verder is nanobiologie een nieuwe studie waaraan nog een en ander te verbeteren is. Dan is het belangrijk wie jou vertegenwoordigt." Dat science education and communication zo laag scoort kan volgens Kim Stolk van studievereniging Intersection te maken hebben met het feit dat veel studenten van vooral science education niet fysiek op de TU waren. Op de universiteit werden studenten volop herinnerd aan de verkiezingen. Zelf bleek Stolk op de tweede dag van de verkiezingen rond half vijf niet te kunnen inloggen. Ze maakte daar per mail melding van, maar wacht nog op antwoord. De studentenraad kreeg daarover trouwens wel meer meldingen. Studenten bleken nogal eens

foutief in te loggen met de toevoeging @tudelft.nl. De lage opkomst bij sustainable energy technology kan volgens fsr-kandidaat Trisha Paul te maken hebben met het hoge aantal internationale studenten. Die zijn volgens haar niet vertrouwd met het concept en het belang van een studentenraad. (CvU)

De studentenpartijen denken dat de hogere opkomst te maken kan hebben met de Amsterdamse studentenprotesten voor meer zeggenschap

TU treft schikking met softwarebedrijf VORtech De TU en softwarebedrijf VORtech zijn tot een schikking gekomen. De van softwarepiraterij beschuldigde TU heeft een licentie van VORtech gekocht voor een programma om aan treinwielen en rails te rekenen. De rechter hoeft geen uitspraak meer te doen in de zaak die VORtech had aangespannen tegen de TU Delft. Na twee maanden van overleg heeft de TU een licentie gekocht van VORtech om het programma Contact te mogen gebruiken. Contact is een programma dat onder meer dient om te rekenen aan de wrijving tussen treinwielen en rails. Volgens VORtech-eigenaar Edwin Vollebregt verrichtte de TU jarenlang commerciële onderzoeken

voor ProRail met zijn softwareprogramma Contact en liep zijn bedrijf daardoor inkomsten mis. Hij eiste afgelopen maart in een kort geding in Den Haag dat de TU daarmee stopt. In 2000 kocht Vollebregt met zijn softwarebedrijf VORtech het auteursrecht van Contact van de TU.

De interpretaties van de schikking lopen uiteen, maar de spanning van een jarenlang geschil is uit de lucht Hij had dit programma medeontwikkeld in de jaren daarvoor toen hij als promovendus aan de TU werkte. Overeengekomen werd dat de TU het programma bleef gebruiken voor onderzoek en onderwijs. Onder geen geding mocht ze er munt uit slaan. Vol-

gens Vollebregt deed de TU dit laatste wel degelijk. De licentie die de TU deze week heeft gekocht, geldt met terugwerkende kracht tot 2000. “Het is een soort schadevergoeding”, zegt Vollebregt, die blij is met de uitkomst. Over welk bedrag het gaat wil hij noch de TU iets kwijt. Erkent de TU dat ze jarenlang onrechtmatig gebruik heeft gemaakt van het programma? “Nee”, zegt Saskia Voortman van de afdeling juridische zaken. “We hebben het programma namelijk niet voor commerciële doeleinden gebruikt. Met deze schikking hebben we geregeld dat we de softwareversie uit het jaar 2000 kunnen gebruiken voor onze verdere activiteiten. Na 2000 heeft VORtech de software verder ontwikkeld, van die aanpassingen maken we geen gebruik.” (TvD)


Delta

7

TU Delft

Ecorunner zuinigste wagen op waterstof Het Eco-Runner Team van de TU veroverde tijdens het Pinksterweekend de eerste plaats in de waterstofklasse van de Shell Eco-marathon.

O

p een litertje benzine naar Madrid en terug: dat dit in theorie mogelijk is, demonstreerden de vijftien studenten van het Eco-Runner Team Delft op een speciaal aangelegd parcours rondom Ahoy Rotterdam. Hun waterstof-aangedreven Ecorunner V heeft een verbruik van 1227,5 kilometer op een kubieke meter waterstof. Dat is omgerekend naar energie-inhoud 3653 kilometer op een liter benzine. Een tankje met 2,9 kilogram waterstof zou voldoende zijn om met de wagen rond de wereld te rijden. Met deze score won het team van de TU de prototype-waterstofklasse, met ruime voorsprong op de concurrentie. Team H2A van de Hogeschool van Amsterdam, dat vorig jaar als eerste eindigde, heeft nu de tweede plaats in de wacht gesleept met 762,8 kilometer op een kubieke meter waterstof. Ondanks het indrukwekkende eindresultaat verliep de race niet vlekkeloos. Het team had last van een wagen met cameramensen die ook over het parcours reed. Deze ontnam de bestuur-

De Ecorunner kan op een volle tank rond de wereld rijden. (Foto: Sam Rentmeester)

der het zicht en voorkwam dat zij een ideale lijn kon volgen. Daarnaast hadden de Delftse studenten door tijdgebrek weinig telemetrie aan boord. Zo konden ze gedurende de race niet bijhouden wat het brandstofverbruik was. “Dit jaar hebben we heel veel aandacht besteed aan het verlagen van de luchtweerstand”, zegt teammanager Jim Hoogmoed. “Tijdens een test in een windtunnel hebben we vastgesteld dat de Ecorunner V op dit moment 's werelds meest aerodynamische auto is.”

Met het nieuwe ontwerp brak het team dit weekend ook het eigen persoonlijke verbruiksrecord, dat vorig jaar gezet was op 3524 kilometer per liter. Behalve aerodynamisch is de Ecorunner bijzonder licht. Het voertuig weegt, inclusief bestuurder, slechts achtentachtig kilogram. Dit jaar was de eenendertigste editie van de Shell Eco-marathon. Wat in 1985 begon met vijfentwintig voertuigen is in drie decennia uitgegroeid tot een evenement met tweehonderd teams en drieduizend studenten. De studenten hebben de keuze uit

twee types voertuigen, namelijk het futuristische voertuig de Prototype, of de conventionelere UrbanConcept. Daarnaast kunnen ze kiezen uit zeven soorten brandstoffen. Benzine, diesel, ethanol, GTL of het nieuwe brandstoftype CNG (compressed natural gas) vallen onder de meer conventionele brandstoffen. De alternatieve energiedragers zijn waterstof en elektrisch (met mogelijke ondersteuning van zonne-energie). De winnaar is het team dat het verst rijdt op het equivalent van een kWh, een kubieke meter of een liter brandstof. (TvD)

Zeven Vidi-beurzen naar Delft Zeven onderzoekers van de TU krijgen een Vidi-beurs van onderzoekersfinancier NWO van maximaal achthonderdduizend euro. Dr.ir. David Abbink (faculteit 3mE) wil bestuurders van automatische auto’s nog meer taken uit handen nemen. Automatische auto's moeten voorlopig nog door bestuurders in de gaten gehouden en gecorrigeerd kunnen worden. Dat kan slimmer, denkt Abbink. Onhoorbaar geluid van vulkanen en aardbevingen reist over enorme afstanden door de aarde, atmo-

sfeer en oceanen. Dr. Läslo Evers (CiTG) verricht metingen aan dit geluid. Hij hoopt dat de data inzicht verschaffen in de temperatuur van de diepe oceaan en de hogere luchtlagen in de atmosfeer. Het immuunsysteem van bacteriën bestaat deels uit eiwitten die het DNA van virussen vernietigen door het in stukjes te knippen. Dr. Chirlmin Joo (TNW) onderzoekt hoe die eiwitten het virus-DNA herkennen. Of je nu naar school moet of naar de bioscoop wilt, in een stedelijk gebied zijn de voorzieningen altijd in de buurt. Dr. Evert Meijers (OTB, Bouwkunde) onderzoekt of de voordelen van stedelijke agglomeraties uitgespreid kunnen worden over een groter gebied. Dr.ir. Susan Steele-Dunne (CiTG) werkt aan een

techniek om watertekort in vegetaties vroegtijdig te herkennen door middel van satellieten met radarapparatuur. De metingen moeten leiden tot betere droogtevoorspellingen, verbeterde waterhuishouding en slimmer irrigatiebeheer. Dr. Stephanie Wehner (Qtech, TNW) probeert een quantumnetwerk te bouwen. Aan dit internet van de toekomst moeten ooit razendsnelle quantumcomputers verbonden zijn. En dr. Michael Wimmer (quantumnanoscience, TNW) tot slot onderzoekt welke materialen het meest geschikt zijn om een quantumcomputer van te maken. Meer dan vijfhonderd wetenschappers deden een gooi naar de Vidi-beurzen. Van de aanvragen is dit jaar zeventien procent toegekend. (HOP/JW/TvD)


Het riool valt pas op als het niet functioneert. Doordat het verstopt zit en de wc wel doortrekt maar overstroomt.


Tekst: Jos Wassink Foto’s: Marcel Krijger, Nikola Stanić, Wikimedia

Delta

9

TU Delft

ZOEKTOCHT IN HET RIOOL In Nederland ligt een kapitaal van zestig miljard euro aan rioolleidingen begraven. Die moeten geleidelijk vervangen worden, maar waar te beginnen? Nieuwe inspectietechnieken moeten uitkomst bieden.

J

e trekt door, je rijdt er overheen, regenwater spoelt in een putje. Een kleine honderdduizend kilometer aan buizen onder de Nederlandse straten voert vuil water van huishoudens en regenwater uit de straat putjes af naar de rioolwaterzuivering. Die vanzelfsprekendheid is een tamelijk recente verworvenheid. Tot in de jaren dertig van de twintigste eeuw deden de meeste Nederlanders hun behoefte nog op een emmer. Poepemmers en beertonnen werden opgehaald, in de rivier gekieperd of over het land verspreid. In de steden dienden de grachten als open riool, wat voor woonboten in Amsterdam tot 2013 bleef gelden. Nu zijn ook die aangesloten op het riool Het riool valt pas op als het niet functioneert. Doordat het verstopt zit en de wc wel doortrekt maar overstroomt. Of er is zoveel grond weggelekt dat er plots een gat in het wegdek valt waar een auto in verdwijnt. Of de straten staan blank na een heftige regenbui en auto's blijven steken in een ondergelopen tunnel. Dan haalt het riool de krant en is het voor even het onderwerp van verontwaardigde discussies. Een van de thema's van het rioolonderzoeksprogramma Tisca (zie kader pagina 10), waarvoor onderzoeksfinancier STW afgelopen voorjaar met 1,5 miljoen euro het door de sector ter beschikking gestelde bedrag heeft verdubbeld, richt zich op rioolvervanging. Want hoe gaat

dat? Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het rioolonderhoud. Ze huren rioolservicebedrijven in die met een hogedrukspuit en een rijdende camera de riolen schoonspoelen en inspecteren. Het bedrijf levert een inspectierapport af aan de gemeente volgens Europese standaards.

VIDEO-INSPECTIE Beschadigingen, scheuren, ingroei en afzettingen krijgen een code en een graad mee (een 5 voor de hoogste aantasting). Aan de hand daarvan beslissen gemeenten waar de problemen het meest urgent zijn. Alleen gebeurt het regelmatig (12 reparaties per 100 kilometer) dat er toch opeens een verstopping of een inzakking optreedt, ondanks een geruststellende videoinspectie. Een deel van het probleem is de menselijke factor. Met een vergelijkend onderzoek tussen verschillende inspecteurs liet dr.ir. Jojanneke Dirksen (Waternet) zien dat er verwarring bestond over scheuren en breuken, en over het verschil tussen afzetting en ingespoeld zand. Bovendien zagen de inspecteurs bepaalde zaken zoals mechanische beschadigingen of uitstulpende sluitringen vaak over het hoofd. Dirksen concludeerde dat het coderingssysteem een stuk eenvoudiger moest worden om tot eenduidiger rapportages te komen.

LASERSCANNER Daarnaast heeft de video-inspectie een aantal inherente tekortkomingen, vertelt promovendus ir. Nikola StaniC. Videobeelden zeggen niets over de dikte van de buis en ook niets over het omhullende grondpakket. Bovendien is de plaatsbepaling van beschadigingen summier (foutmarge van een meter) omdat het videokarretje maar een beetje heen en weer waggelt over de ronde bodem van de buis. Maar er is hoop in de vorm van een laserscanner. StaniC heeft in het lab gewerkt met een prototype laserscanner die was samengesteld uit de gebruikelijke videotractor met een uitstekende stang. Een laserstraal die door een draaiend spiegeltje aan het eind van de stang wordt afgebogen, tast in vliegende vaart de binnenzijde van de rioolbuis af. Uit de positie van de lichtcirkel die ontstaat is veel af te leiden - veel meer dan uit een regulier videobeeld. Een belangrijk meetresultaat is de buisdiameter, die een maat is voor de dikte.

Lees verder op pagina 11


10 UITNODIGING TOT INNOVATIE "Soms moet je iets kwijtraken om de waarde ervan in te zien", constateert onderzoeksleider dr.ir. Jeroen Langeveld (Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen en onderzoeks- en adviesbureau Urban Water). Pas toen de leerstoel riolering en stedelijk water dreigde te verdwijnen bij de sectie gezondheidstechniek (afdeling watermanagement van CiTG), kwam de sector in actie. De koepelorganisatie Stichting Rioned voor stedelijk waterbeheer bracht geld bijeen om met een onderzoeksprogramma de leerstoel te steunen(prof.dr.ir. François Clemens). Dit resulteerde in 2010 tot het kennisprogramma Urban Drainage waarvan Jeroen Langeveld (universitair hoofddocent bij Clemens) onderzoeksleider is. Toen de eerste promovendi hun proefschrift inleverden, nam Langeveld het initiatief voor een aanvullend programma met de naam Tisca (Technologie innovatie voor sterkte- en conditiemeting van afvalwaterleidingen) dat afgelopen voorjaar door STW gehonoreerd werd met 3 miljoen euro voor de komende vier jaar. "Video-inspectie is de huidige standaard op de markt en de prijsdruk maakt het moeilijk om met iets nieuws te komen, hoewel dat wel hard nodig is", vertelt Langeveld. "Het onderzoeksprogramma wil die impasse doorbreken door nieuwe technieken te ontwikkelen die het mogelijk maken om rioolinspecties naar een hoger plan te brengen." Laser, akoestiek, optisch, radar - er zijn legio technieken denkbaar die het falen van een rioolbuis beter voorspellen dan de huidige videoinspecties. "Het is nu aan de universiteiten om met technieken te komen die ze verder willen onderzoeken", zegt Rioned-directeur Hugo Gastkemper. "Uiteindelijk is het de bedoeling van dit STW-programma om een breder scala van inspectiemiddelen te ontwikkelen." Als dat lukt, heeft die technologie ook een exportwaarde, denkt Langeveld: "De hele Europese Unie heeft met dezelfde uitdaging te maken: een zo efficiënt mogelijk beheer van een verouderende infrastructuur. Iedereen gebruikt nu de video-inspectie, maar die schiet duidelijk tekort."

Een zogeheten sink hole naast een huis in Perry County, Kentucky. (Foto: Rob Melendez/Wikimedia)

Rioolresearch voor dummies Stichting Rioned Stowa TU Delft STW Kennisprogramma Urban Drainage

Aantal reparaties (2012)

12 per 100 kilometer

MILJARD EURO GEINVESTEERD VERMOGEN

Aantal kilometer vervangen (2012)

650 kilometer (0,7 %) per jaar

KOSTEN ONDERHOUD PER JAAR

1,5 MILJARD EURO

Aantal promovendi 10 in afgelopen 20 jaar en momenteel 10 promovendi actief en 9 extra in Tisca

Lengte Nederlandse rioolnetwerk

kilometer exclusief persleidingen

RISICOFACTOREN RIOOL • veroudering • verzakking • instorting en daardoor wateroverlast • problemen volksgezondheid • schade


11

‘Betonnen rioolbuizen worden in de loop van de tijd dunner’ Onderzoeksopstelling voor het meten van de binnenkant van een rioolbuis. (Foto: Nikola Stanic)

ONDERZOEKSTHEMA'S - EEN VEELZIJDIG RIOOL

Vervolg van pagina 9 “Betonnen rioolbuizen worden in de loop van de tijd dunner”, weet promovendus Stanic. Bacteriën in uitwerpselen produceren zwaveldioxide die in een waterige omgeving een zuur kan vormen dat het kalk in de buis oplost. Het cement wordt bros en wordt hier en daar weggespoeld als er een waterjet langskomt voor de reiniging. “Je hoort de losgelaten kiezels langskomen als ze het water opzuigen”, vertelt Stanic. Uit de buisdiameter valt af te leiden hoeveel de buiswand aan dikte verloren heeft. “Zodra dat 15 tot 20 millimeter is (van de ongeveer 60 mm wanddikte) spreken we van een substantieel verlies aan dikte en dus aan sterkte”, aldus Stanic.

DRUK OPVOEREN In een laboratorium van de TU Eindhoven deed hij sterktemetingen aan oude betonnen rioolbuizen uit Den Haag en Breda. Hij mat de

Rioolvervanging

Verbeteren van de informatie over de conditie van het riool, en een beter gebruik van de informatie in de besluitvorming

Operationeel beheer

Meer inzicht verkrijgen in falen van straatputten ('kolken') en het verband bepalen tussen onderhoud en storingen

Dynamisch functioneren

Een beter functionerend afvalwaternet realiseren met behulp van langjarige datasets en integrale wiskundige modellen

Nieuwe sanitatie

Verbeteren van de kennis van stroomgedrag van vuilwater en keukenslurries

diameter met de laserscanner, hij nam rondom boorkernen om de materiaalsterkte te testen en hij drukte de buis samen (van boven en vanaf de zijkanten) tot de eerste scheuren ontstonden. Dat was bij twintig ton. Stanic wilde nog verder om te zien wanneer de buis zo bezwijken. De druk werd opgevoerd tot dertig ton totdat rondom grote krakende scheuren ontstonden en de proefleider riep: “Stop, stop!” uit vrees dat de drukbank zelf zou bezwijken. Het is de bedoeling dat uit de combinatie van geometrie, materiaaleigenschappen (afgeleid van de boorkernen) en mechanische belasting een wiskundig model is op te stellen van de rioolbuis. Zo'n model moet duidelijk maken welke factoren de meeste invloed hebben op de sterkte en de levensduur van een buis: het interne milieu, de resterende wanddikte of toch de uitwendige krachten? Bovendien is de belasting van een rioolbuis in de zandgrond van Den Haag anders dan in de verzakkende bodem van Amsterdam of Rotterdam.

De laserscanner zal niet alle problemen rond de verouderingen van rioolbuizen oplossen, maar volgens Stanic heeft de laser wel de potentie om de nieuwe standaard in rioolinspectie te worden. Dit omdat de laserinspectie veel meer informatie oplevert. Naast de diameter wordt namelijk de ruwheid van de buis gemeten (resolutie 1 millimeter). Bezinksel en afval worden precies gelokaliseerd, en de diepte van scheuren en beschadigingen wordt precies vastgelegd, evenals de plek. Die exacte plaatsbepaling is mogelijk geworden doordat de driedimensionale positie van de videotractor gebruikt wordt om de beelden mee te corrigeren. De volgende stap is volgens Stanic om een robuust prototype videoscanner te ontwikkelen en die in het riool te beproeven. Maar dat zal na zijn promotie zijn. <<


‘RITSELEN EN REGELEN; DAAR BEN IK GOED IN’

Voormalig windsurfkampioen, oud-official bij de Olympische Spelen, fervent orgelspeler, Bach-fanaat. Zelfverklaard chaoot en flapuit dr. Wim Thijs is het allemaal. Op de TU was hij vooral bekend om zijn ‘pretcolleges’ voor aankomende studenten werktuigbouwkunde en het oprichten van de D:Dream hall. Het vijftienjarig bestaan van dat onderkomen voor dream teams als Nuna en Wasub valt samen met Thijs’ pensioen. Op 8 juni neemt hij afscheid.


Tekst: Saskia Bonger Foto’s: Marcel Krijger

Delta

13

TU Delft

D

rukte bij de entree van de D:Dream hall, het voormalige Stevin I-lab, achter de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen. Terwijl de studenten van dreamteams als Nuna, Formula Student en Wasub (in totaal dertien teams) binnen werken aan de nieuwste versies van hun zuinige racemachines, doet droomhaloprichter en -directeur Wim Thijs hoog bezoek uitgeleide. Ambassadeurs uit verschillende landen hebben zich mogen vergapen aan het succes van de droomhal. Die is, vijftien jaar na de enigszins clandestiene oprichting van de voorgangers van de hal, onderdeel geworden van alles waar de TU graag mee pronkt. Thijs maakt grapjes en houdt een slotpraatje. Dat zal hij niet vaak meer doen. Op 8 juni neemt hij, op bijna zeventigjarige leeftijd, formeel afscheid van de universiteit. De droomhal kan zonder hem voort, vertelt hij later op zijn kamer, beter zelfs zonder hem.

van der Meijden is meer een manager en is toch gek genoeg om goed contact met de studenten te houden. Ik ga ergens helemaal voor en vergeet de rest. Ik ben een warhoofd en een chaoot.”

Hoe kwam u daarachter? “In de jaren negentig was ik directeur van het Koninklijk Nederlands Watersportverbond. Dat was gedeeltelijk een debacle. Na vijf jaar werd ik gillend burn out. Ik werkte altijd: overdag op kantoor in Bunnik, ’s avonds vergaderen met vrijwilligers, in de weekenden naar wedstrijden. Dingen als functioneringsgesprekken voeren, ik vond het niks. Dat is voor angsthazen. Ik ben ermee gestopt en teruggegaan naar de TU. Ik had de contacten warm gehouden.”

Waarom is het beter dat een ander de leiding neemt? “Iets opbouwen en starten past mij. Maar de eerste boost, waarin we alles gedaan hebben wat God verboden heeft, is geweest. De volgende levensfase vereist een ander type voorman. De droomhal is wel mijn grootste nalatenschap, behalve de hoge studentenaantallen bij werktuigbouw. Ik heb daar ruim vijftien jaar de studievoorlichting gedaan. Toen ik begon waren er ongeveer honderd eerstejaars studenten, in 2013 waren het er 660. Natuurlijk is dat absoluut niet alleen mijn verdienste, maar toch.”

Hoe ontstond de droomhal? “Het begon vijftien jaar geleden. Formula Student en Nuna werden opgericht en zochten een onderkomen. Ik hielp ze zoeken, en ritselde en regelde een half illegaal plekje in een kelder bij werktuigbouw. Adriaan Beukers, die ook veel teams heeft geholpen vanuit L&R, zei: ‘Wim, je moet die studenten bij elkaar zetten op neutraal terrein, zodat ze elkaar kunnen inspireren’. Anders dan ik hoeft Adriaan nooit zo op de voorgrond, daarom hecht ik eraan hem te noemen. Ik ben een flapuit. Ook Marco Waas, toen decaan van mijn faculteit 3mE, heeft me altijd gesteund. Hij is mijn grote maat. Ik vind het een gruwel dat de pers hem kapot heeft geschreven en dat de TU hem niet echt heeft beschermd. Marco is een topper. YesDelft en deze hal zijn er dankzij hem. Als je bij hem kwam met een goed idee, zei hij: dat gaan we doen.”

Hoe kwamen jullie op de huidige locatie terecht? “Ik kende Gerrit Kahlman, toen de directeur van FMVG (facilitair management en vastgoed, red.). Ik zorg dat ik goede vriendjes ben met alle bazen. Duwen en trekken, ritselen en regelen; daar ben ik goed in. Kahlman stuurde mij naar de Stevin I-hal. Er waren plannen om die af te breken. Is dat wat voor die teams, zei hij. Nou, dat was het. Ga er gewoon in, zei Gerrit, knappe jongen die je er nog uit krijgt. Ik moest in het begin knokken om machines naar hier te krijgen en we hadden geen budget. Nu zijn we zo’n gevestigd instituut dat mensen ons opbellen als ze iets kwijt willen. En we hebben nu voor het derde jaar budget. Nu is de lol er voor mij een beetje af. Er is nu een andere levensfase, er moeten andere mensen bij om te consolideren. Mijn opvolger Frans

‘Ik trek de stekker eruit voordat ik wegga, dan hoeft een ander het niet te doen’

De laatste vijftien jaar bent u ‘mister dream hall’. Hoe ziet u de toekomst van de hal? “Ik vind dat de teams meer moeten mengen, zodat ze nog meer van elkaar leren. Er komt daarom een kantine, zodat de studenten om beurten kunnen koken en samen kunnen eten. De hal is uniek in de wereld. Toronto en Michigan hebben iets soortgelijks, alleen veel kleiner. Op andere universiteiten krijgen studenten studiepunten voor dit soort projecten, bemoeien docenten zich ermee. Dat werkt niet. Wij zorgen dat de studenten probleemeigenaar van hun eigen project zijn en blijven. Dan geven ze alles wat ze hebben en werken ze harder dan ooit. Relaties gaan er soms aan kapot. Als ze hier vandaan komen, is het even omschakelen. Studeren is opeens gemakkelijk, het stelt geen zak meer voor. In het jaar dat ze hier lopen, worden ze drie jaar volwassener. Ze komen zichzelf tegen, hebben vreugde en verdriet - bijna jaarlijks wordt er iemand overspannen, ze leren hun grenzen kennen en uiteindelijk blijkt het een gouden tijd. Er zijn ook bedreigingen. Die belachelijke regeling uit Den Haag dat Delft aan prestatieafspraken moet voldoen, is krankzinnig. En beledigend voor alle staf, die altijd hard heeft gewerkt aan zo goed mogelijke resultaten. Alsof we met zijn allen hebben zitten slapen en het opeens veel beter kan zonder het niveau te laten zakken. Docenten op de TU worden door managers hard onder druk gezet, de ene na de andere valt om door die belachelijke eisen. College van bestuur, houd je rug recht en zeg: minister ben je op je achterhoofd gevallen?”

Met u verdwijnt de D:Dreamminor. Waarom? “Die minor is een gedrocht. Ik ben hem circa vijf jaar geleden begonnen met samengeknepen billen, puur als strategische tegenzet op de dreigende langstudeerboete. Hij heeft nooit echt goed gepast in de hal. Je kunt niet precies aanreiken wat de teams nodig hebben. Lees verder op pagina 14


14

Delta

TU Delft

‘Dat Delft aan prestatieafspraken moet voldoen, is krankzinnig en beledigend voor de staf’ We gaven een mooi stuk onderwijs, waardoor de deelnemers veel betere ingenieurs werden, alleen de teams hadden er geen bal aan en dat was wel het doel. Wat de deelnemers leerden, was te breed. Ze moesten papers schrijven, maar gaat de Nuna dan harder rijden? Helemaal niet. Na een half jaar waren bovendien de meeste minorstudenten weer weg, net op het moment dat de teams het druk kregen. Ik trek de stekker eruit voordat ik wegga, dan hoeft een ander het niet te doen. Nu willen we het liefst een honours track, met gerichte modules op een hoger niveau. Als je bent aangenomen bij een team en als je aan wat vereisten voldoet, zoals een goede verslaglegging, dan kom je in aanmerking.”

Hoge cijfers zijn geen eis? “Nee, wat een onzin. De mensen die hier zitten, zijn vaak niet degenen die de hoogste cijfers halen. Dat vinden ze saai. Toch kun je wat zij kunnen net zo goed als honorable waarderen. Ze krijgen geen studiepunten, maar een certificaat. Ik hoop dat veel meer mensen zich gaan melden dan voor de minor en dat de teams goed gaan selecteren. Maar goed, dit is nog een plan.”

“We don’t take no for an answer. En zo nodig verzinnen we weer een list.”

op heel veel andere plekken. Ik heb twee piano’s waar ik zelf een voetklavier onder heb gebouwd. Dan kun je net als bij een orgel met voeten en handen spelen. En ik ga piano’s restaureren, misschien weer schilderen en tekenen. Ik ga me niet vervelen, hoor.”

Wat gaat u doen na uw pensioen?

Wat gaat u missen van de TU?

“Mijn vrouw en ik zijn al verhuisd naar Middelburg. We wilden weg uit het Westen: rust, ruimte, vriendelijker mensen. Ik ga piano en orgel spelen. Orgel is mijn grote passie. Ik speel al veertig jaar op het hoofdorgel van de Grote Kerk in Breda, heb orgels gespeeld in Delft, Zuid-Afrika, op Hawaï en

“Het enthousiasmeren en het enthousiasme van studenten. Ze een kans geven hun vleugels uit te slaan en ze daarin te beschermen. Denken in oplossingen. Omdat ik dat intrinsiek mooi vind, heb ik de kracht gehad puzzelstukjes in elkaar te laten vallen. Ik deed het niet voor mijn ego. Ik weet: mensen die dat zeggen, doen dat meestal wel, maar toch. Als ik voorlichting gaf, kwamen de ouders me na afloop een hand geven. Ik probeerde er altijd iets leuks van te maken. Onderwijs geven, is theater. Als ik sommige collega’s hoor, dan vind ik het een misdaad dat zij voor de klas staan. Het dogma dat een hoogleraar onderzoek én onderwijs moet doen, moet verdwijnen. Laat mensen die goed zijn in onderzoek en slecht in onderwijs lekker onderzoek doen. Laat mensen die onderwijs leuk vinden voor de klas staan.”

Als het niet doorgaat, is er niks?

CV Wim Thijs (1945) woonde als kind in Indonesië en Breda. In 1967 begon hij een studie werktuigbouwkunde. Hij studeerde snel en haalde hoge cijfers. Toch zou hij er twaalf jaar over doen om zijn bul te halen. In 1973 begonnen zijn broer, zijn zus en hij met windsurfen. “Mijn broer is tig keer wereldkampioen geweest. Ik werd tweede in ’75 en ‘76.” Daarna werd Thijs de jongste international judge ter wereld. Thijs, zijn broer en zus richtten een BV op. Ze importeerden onder meer windsurfplanken en runden drie windsurfscholen. Binnen een jaar na zijn afstuderen keerde hij terug naar Delft om te promoveren op fault management: hoe gaat een operator om met fouten in een complexe machine?

Zijn promotie deed hij vanaf 1983 in deeltijd. Daarnaast was hij circusdirecteur, zoals hij dat noemt: acht jaar lang was hij wedstrijdleider professioneel windsurfen en reisde hij de wereld rond. In 1987 rondde Thijs, inmiddels vader van twee kinderen, zijn proefschrift af. Drie jaar later realiseerde hij zich dat hij ‘nog geen cent pensioen had opgebouwd’. Hij werd directeur van het Koninklijk Nederlands Watersportverbond. Daarna keerde hij terug naar 3mE. Hij zette onder meer de eindprojecten op en deed de studievoorlichting van werktuigbouw. Hij werd mentor van studententeams als Nuna en Formula Student. In 2000 richtte hij de D:Dream hall op.

Kunt u, terugkijkend op uw veelzijdige carrière, een rode draad ontdekken? “Tijdens mijn afstuderen vond ik dat de stukjes van de opleiding in elkaar moesten vallen, maar er was niemand die die lijnen kon trekken. Dat is nog steeds zo: er zijn bijna geen hoogleraren die overzicht hebben. Iedereen zit als specialist te neuzelen. Waar is de synthese? Ik had daar altijd al behoefte aan. Daarom ben ik tijdens mijn studie nog vakken filosofie gaan lopen. Daarmee kreeg ik over het vak niet meer overzicht, maar wel over mijn leven. Ik werd een beetje wijzer. In verband met mijn afscheidsrede ben ik nu druk doende de grote lijn in mijn leven helder te krijgen. Hopelijk kan ik op 8 juni een tipje van de sluier oplichten.” <<


DE MASTER

Tino de Bruijn

Complete patiënt in één document

D

ONDERZOEK: Onderwerp: ‘Designing a clear and fudgeable Electronic Health Record’

EINDCIJFER:

8,5

aar lig je dan, na je blindedarmoperatie, overgeleverd aan de Excel-vaardigheden van de behandelend arts. Die kan voor hij aan zijn rondes begint namelijk niets anders dan een A4'tje in elkaar knutselen met de meest recente informatie over zijn patiënten, die hij bij elkaar scharrelt uit verschillende datasystemen van het ziekenhuis. Het is op zijn minst opmerkelijk te noemen dat in een tijd waarin zo bezuinigd wordt in de zorg, artsen en verplegend personeel meer handelingen dan ooit moeten verrichten om informatie over zieken in te voeren en te verkrijgen. “Elektronische patiëntendossiers (EPD's), de software waarin medisch personeel alle informatie over patiënten in hun ziekenhuis moet bijhouden, zijn zelden gebruiksvriendelijk”, zegt Tino de Bruijn (28). Onlangs studeerde hij af op dit onderwerp - overigens niet te verwarren met het landelijke Elektronisch Patiënten Dossier, dat alle data van patiënten synchroniseert voor zorgpersoneel en apothekers. De Bruijn liep vijftig uur mee in ziekenhuizen en klinieken. Conclusie: ziekenhuispersoneel heeft te maken met software die niet met, maar tegen ze werkt. “Artsen en verpleegkundigen hebben vaak het gevoel dubbel werk te doen. Zo leggen ze bijvoorbeeld veel relatief complete informatie vast in de brief die naar de huisarts van de patiënt gaat, maar die informatie komt niet automatisch terecht in een EPD van het ziekenhuis. In de praktijk moeten ziekenhuizen dus hun externe communicatie napluizen om tot het helderste beeld van hun zieke te komen. Waarom bestaat er geen systeem waarin de behandeld arts de informatie noteert en waarin de huisarts meteen kan meekijken?” Daarnaast zijn EPD's zelden fudgeable: ze hebben niet de mogelijkheid om data gefaseerd in te voeren. “Het zijn vaak immense en heel stugge syste-

men. Je móet elk veld invullen, anders kun je het formulier niet opslaan. Maar het gebeurt natuurlijk vaak dat een arts of verpleegkundige tijdens het invoeren wordt weggeroepen naar een spoedgeval. Gevolg is dat de informatie over de vorige patiënt dus niet wordt opgeslagen, en maar op een briefje wordt gekrabbeld, of helemaal verdwijnt.” Die starheid van dergelijke programma's is best begrijpelijk, vindt De Bruijn. “Je hebt te maken met protocollen, er moet gedeclareerd worden naar de zorgverzekeraar... Bovendien bestaat er weinig concurrentie van andere applicatiebouwers, want een ziekenhuis kiest een patiënteninformatieprogramma en zit daar de komende vijf tot tien jaar aan vast.” Hoog tijd voor een nieuw systeem dus. In opdracht van een bedrijf dat EPD's maakt voor kleinere, poliklinische klinieken, waar de software vaak veel beter geregeld is, keek hij hoe je al die losse systemen van verschillende ziekenhuizen én afdelingen op klinisch niveau in één grote applicatie kunt stoppen. Eentje die het óók nog eens accepteert dat informatie gefaseerd wordt ingevoerd en bovendien in één oogopslag een overzicht biedt van afzonderlijke patiënten. “De meeste bestaande patiëntendossiers hebben namelijk een interface die gebaseerd is op een ouderwetse manier van werken: we hebben een stapel foto's, diagnoses en klachten van een patiënt, en bouwen daar een interface omheen. Mijn webapplicatie voor desktop en tablet kijkt naar hoe mensen nu werken, en hoe ze hun informatie graag gepresenteerd krijgen. Iedereen die ik spreek in de medische wereld zegt nu: dit wil ik hebben. En het principe werkt natuurlijk net zo goed voor een organisatie als de politie.” De Bruijn presenteert zijn applicatie eerst nog aan zijn afstudeerbedrijf, voordat hij weet hoe en waar hij er verder aan werkt. (JB)

(Foto: Sam Rentmeester)

Als het gaat om de organisatie van patiënteninformatie, verkeren veel Nederlandse ziekenhuizen in erbarmelijke staat. Verschillende patiëntendatasystemen zijn zelden (goed) gekoppeld en overzicht ontbreekt. Dat kan en moet heel anders, stelt industrieel ontwerper Tino de Bruijn.


IN THE SPORTLIGHT

SPORTZAKEN

Jinne Geelen SPECS

Elitestieren

1.82 meter GEWICHT

64 kilo

Nieuwe verhoudingen in voetballand, hockeydames naar eerste klasse en positieve discriminatie in geurende sporthal.

Geboortejaar 1992

studie: biomedical engineering

Sport:

Lange haren moeten heel strak naar achteren, zodat ze niet in het gezicht wapperen bij een sprong. ‘Mijn zusje noemt dat een Bulstronk-look, naar de strenge lerares in de film Matilda.’

volleybal (hoofdblokkeerder dames 3, Punch)

andere sporten beachvolley, pilates, hardlopen

Waarom volleybal? “Ik heb lang geturnd en gejudood, individuele sporten. Toen ik naar de middelbare school ging zocht ik een leuke teamsport. Dat was volleybal.”

Clubshirt Punch.

Wat zijn de belangrijkste vaardigheden? “Snel reageren, goed kunnen samenwerken.” Sterke punten? “Goed inschattingsvermogen van bal en tegenstander.” Zwakke punten? “Ik ben te lief. Volleybal is een mentaal spelletje. Ik moet meer zelfverzekerdheid uitstralen, maar het gaat vooruit.”

‘Ik vind die witte broekjes van Punch echt niet kunnen. Ze schijnen door. Leuk voor het publiek, maar van mij mogen ze zwart worden.’

Blessuregevoelig, lichamelijke zwakheden? “Nee, wel vaak schaafwonden.”

Waarom raad je anderen aan om te gaan volleyballen? “Het is van camping- tot topniveau leuk om te doen en geschikt voor alle lichamelijke types. Lang en sterk zijn is een voordeel bij smashen of blokkeren, voor de spelverdeler of libero is het handig om klein en tenger te zijn.” Waarom bij Punch? “Vanwege het sociale karakter. We gaan altijd samen eten voor een wedstrijd en je kunt in allerlei commissies leuke dingen organiseren.” Ambities? “Elk jaar beter worden. Op korte termijn: een heel flexibele aanvaller worden.”

‘Kniebeschermers zijn echt nodig, anders gaan je knieën helemaal kapot als je op de grond terecht komt.’

Gat in de punt van de rechterschoen, door het vele gesleep met de voet bij het serveren.

(Foto: Sam Rentmeester)

Hoogtepunten/prijzen? “Dit seizoen. We hadden champagne gekocht en onze ouders uitgenodigd voor de kampioenswedstrijd, maar het bleek dat we een week eerder al kampioen waren geworden.”

‘Taurus 1 gaat promoveren’, luidde de stellige aankondiging op Facebook namens de aan Virgiel gelieerde voetbalclub. Nu worden in studentenkringen wel vaker huiden verkocht voordat de beer geschoten is, maar in dit geval was er geenszins sprake van blaaskakerij. Thuis tegen het Goudse ONA (1-0) schoot matchwinner Bas Oude Luttighuis zijn club vorige week naar de derde klasse. Opmerkelijk, want de Elitestieren hielden in de reguliere competitie als nummer zes maar drie teams onder zich. Een sterke tussensprint halverwege het seizoen leverde een periodetitel op en daarmee een plaats in de play-offs, met het hierboven gemelde resultaat. De zaterdagploeg van Ariston’80 volgt de omgekeerde weg. Na onder meer een roemloze 7-1 afstraffing door Te Werve in de play-offs daalt zij af van de derde klasse naar de vierde. De nieuwe verhoudingen in de Delftse studentenvoetbalwereld tekenden zich onlangs al af in het onderlinge oefenduel waarin Taurus met 1-0 zegevierde. De hockeysters van DSHC zullen volgend seizoen, met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, eveneens op een ander niveau uitkomen. Voor de deadline van deze Delta kwam de wedstrijd te laat, maar het moet wel raar zijn gelopen als de dames afgelopen zondag niet het ene puntje hebben binnengesleept om zich kampioen van de tweede klasse te mogen noemen. Er werd ook nog binnen vier muren gesport. Bijvoorbeeld in hal 1 van het sportcentrum waar op Pinksterzaterdag en –zondag het internationale basketbaltoernooi van Punch plaatsvond. Met de deuren open, om de nachtelijke geuren van de daar slapende buitenlandse ploegen te verdrijven, en tussen de opzijgeschoven matrassen en slaapzakken werd om de prijzen gestreden. Scores van de meisjes in de gemixte teams leverden een punt meer op dan die van de jongens. Een stukje positieve discriminatie, legt Punch-voorzitter Kimberley Bouman uit: “Ter compensatie, er zitten nogal wat lange gasten tussen de mannen.” Het toernooi werd gewonnen door het Franse Feniks. Lopers, roeiers en fietsers kunnen deze week hun hart ophalen. Vandaag (maandag 1 juni) gaat om 18.00 uur de CampusRun van start. Lopen (naar keuze 5, 10 of 15 kilometer) voor een goed doel. En voor jezelf natuurlijk. Organisator is studievereniging Gezelschap Leeghwater. Het thema van de veertigste editie van de 100 kilometer lange Ringvaart Regatta op woensdag 3 juni luidt Lose yourself. Er kan vanaf Leidschendam naar Delft desgewenst op de kant worden meegefietst met de roeiers. Met een drankje in de hand op het finishterrein de binnenkomende boten bekijken kan natuurlijk ook. Tips? Jimmy.tigges@hetnet.nl


WAT: Delft Fringe theaterfesival WAAR: Binnenstad Delft WANNEER: Donderdag 4 tot en met zondag 14 juni 2015 PRIJS: Gratis tot €2,50 PARTYPROGNOSE:

8

17

PARTY SPOTTERS

Zwart en rauw Het seizoen begint eindelijk pril en wel aan te breken. Schoorvoetend verwijderen mensen stof en spinnenwebben van de barbecues; het mag weer! Met rugby ging altijd de barbecue aan: beter dan me honger naar huis gaan. Al voordat het vlees gaar was, maar wel licht aangebrand en te heet om aan te pakken, stond een horde hongerige wolven te azen op een stukje. Genoeg saus doet alle rare smaakjes verbeteren. Ter afwisseling van de eindeloze stroom worstjes, hamburgers en sjasliek, hier een recept voor iets compleet anders. Tandoori kip voor op de barbecue Nodig: barbecue, satéstokjes, grote schaal Ingrediënten per 500 gram kip: kippendij ontbeend, 100 milliliter yoghurt, sap van een halve citroen, eetlepel tandoori masala, eetlepel chat masala, olie, zout en peper

GEKKEPLEKKENTHEATER Edinburgh heeft het grootste kunst- en theaterfestival ter wereld met zijn Fringe Festival, maar Delft heeft het eerder. Dit jaar viert Delft Fringe zijn vijfjarig bestaan, met de langste editie ooit. In een hotelkamer, de kerk, een krappe telefooncel of de bibliotheek. Op een pakschuit, in huiskamers en cafés. Het klinkt als een wedstrijdje ‘Wie doet het op de gekste plekken’, maar het is het grootste theaterfestival van Delft. Tijdens Delft Fringe kun je honderden voorstellingen zien op meer dan honderd onverwachte locaties in de binnenstad - zo lang het maar geen theaters of andere podia zijn. Delft Fringe heeft het zwaar, maar dat is aan de grootte en de duur van het festival niet te merken. Om zijn jubileum te vieren, duurt het maar liefst elf dagen, en de tweehonderd acts van vorig jaar overschrijdt de organisatie dit jaar met gemak. Toch moest het evenement vorig jaar voor het eerst terugkomen op zijn credo: ‘het publiek bepaalt wat hij betaalt’. Romantisch: na een voorstelling ging iemand simpelweg met de pet rond. Niet bepaald de manier om het hoofd financieel boven water te houden, zeker in een tijd waarin zo bezuinigd wordt op kunst. Daarom heeft het festival zijn eigen munteenheid in het leven geroepen: met de Fringe Munt betaal je voor de meeste voortstellingen, én je biertjes. Eén munt is € 2,50 waard, halve munten bestaan ook. Spontaan gratis binnenstappen bij een voorstelling is er dus niet meer bij, maar dat kent ook zijn positieve kanten. Hoe groot is immers de kans dat je anders nog een plekje vindt bij het optreden van singer-songwriter Janne Schra (Room Eleven, Schradinova) in het Rietveld Theater, op zaterdag 6 juni? Het is de enige voorstelling waarvoor je kunt reserveren. En de enige voorstelling die zes Fringe-munten kost trouwens; de overige voorstellingen kosten één munt of zijn gratis, te herkennen aan het Free Fringe Logo. Na afloop van alle voorstellingen gaat de artiest alsnog, zoals vroeger, met de pet rond voor fooi. Munten koop je overigens op de Beestenmarkt, De Markt of bij het Rietveld Theater (Rietveld 49). Bij die laatste (én verspreid door de binnenstad) liggen ook festivalkranten met plattegronden die je naar de voorstellingen leiden. Gewoon de Layar-app installeren, die je vanaf je huidige locatie naar de bestemmingen stuurt, is nog handiger. Nu alleen nog even op de juiste manier je neus volgen, om de krenten uit de pap te vissen. (JB) delftfringe.nl

Het recept is vrij simpel, maar je moet er wel even voor langs de lokale toko. De kruidenmixen zijn ook zelf te maken, maar dat is een complex proces met meerdere valkuilen. Enfin, tijd voor het recept. De kip moet een nacht marineren, dus moet van tevoren. Snijd de kip in stukken van ongeveer 2 tot 3 centimeter en doe deze in een grote schaal. Doe daar vervolgens de yoghurt, kruiden en citroensap in. Meng met een beetje olie om het mengsel smeuïg te maken. Op de dag zelf is het ook vrij simpel. Begin met uiteraard de barbecue aan te steken en de stokjes in water te weken. Hierdoor verbranden ze minder snel. Rijg de stukken kip aan de stokjes en grill tot gaar. De marinade heeft de neiging wat te verbranden, maar dit hoort! Serveren met flatbread, een beetje mangochutney en verse koriander. De zomer kan beginnen!

Met geslepen messen, Job Hogewoning


Old Church

New Church

Prinsenkwartier Sint Agathaplein 1

Theater de Veste Asvest 1 Science Centre Mijnbouwstraat 120

TU Delft Library & Hive Prometheusplein 1 TU Delft Faculty Industrial Design Landbergstraat 15 Haagse Hogeschool Rotterdamseweg 137 TU Delft Faculty 3mE Mekelweg 2

Betafactory & HighTechCentre Delft Abtswoudseweg 16-18

Hogeschool Inholland Rotterdamseweg 141

TU Delft Faculty TU Delft Faculty Civil EEMSC Engineering & Geo Science Mekelweg 4 Stevinweg 1

Lijm & Cultuur Rotterdamseweg 270


Tekst: Tomas van Dijk Beeld: Sam Rentmeester ea.

Delta

19

TU Delft

HDMT

FEESTEN OP TECHNIEK De TU nerdy? Integendeel: een smeltkroes voor techniek, muziek en theater zul je bedoelen. Tijdens het International Festival of Technology, van 1 tot 5 juni, kun je los op hits van Jett Rebel en je verbazen over de nieuwste operatietechnieken, zuinige auto’s en efficiënte windmolens.

VIJFDAAGS FESTIVAL Het International Festival of Technology is een nieuw jaarlijkse festival dat het Zomerfestival vervangt. Het Zomerfestival was jarenlang een groot succes, met topartiesten en duizenden bezoekers. Vanwaar deze verandering? “We willen een betere mix krijgen van muziek en techniek”, vertelt projectleider Karlijn de Wit. “Er was in de voorgaande jaren wel aandacht voor techniek, maar dan toch vooral in de randprogrammering. Dit jaar vindt er een kanteling plaats. Er komt nu veel meer aandacht voor techniek.” “Daarnaast vinden er rond deze tijd tal van activiteiten plaats”, vult haar collega Mick de Witte aan. “Optredens, de bouw van de bierkrattenbrug en lezingen. Met het International Festival of Technology bundelen we de activiteiten. We doen er een strik omheen.” Ook nieuw aan het International Festival of Technology is dat het een samenwerking is van de TU Delft met De Haagse Hogeschool, Hogeschool Inholland, gemeente Delft en Ondernemersfonds Delft (gebied 11).>>


THE ICE MAN - A MEDICAL MYSTERY UNRAVELLED THEATER DE VESTE, ASVEST 1 Donderdag 4 mei 20.30 - 23.00 uur Je moet het met eigen ogen zien om het te geloven. Wim Hof, alias The Iceman, gaat twee uur lang in een badkuip met ijsklontjes zitten. De man die talloze besneeuwde bergen blootsvoets beklom en in zijn zwembroekje onder ijs op de Noordpool zwom is ervan overtuigd dat mensen hun zenuwstelsel kunnen beïnvloeden met hun geestelijke vermogens. De wetenschappelijke verdieping komt van onderzoeker Matthijs Kox van het Radboud UMC Nijmegen. Hij nam Hofs mentale trucs onder de loep en zal uitleggen hoe het kan dat The Iceman zijn stunts overleeft.

De man die in zijn zwembroekje onder Noordpoolijs zwom is ervan overtuigd dat mensen hun zenuwstelsel kunnen beïnvloeden met hun geestelijke vermogens

GRANDPARENT & GRANDCHILD DAY SCIENCE CENTRE DELFT, MIJNBOUWSTRAAT 120 3 juni 10.00 - 17.00 uur Een betere plek om te ontdekken aan welke technische hoogstandjes Delftse ingenieurs werken, is er niet. Robots, zuinige wagens, vliegsimulators; alles is te vinden in het Science Centre Delft. Bent je TU-alumnus en wil je je kinderen of kleinkinderen laten kennismaken met techniek? Het museum opent op woensdag 3 juni van 10.00 tot 17.00 haar poorten voor jong en oud tijdens de speciale grootouder-kleinkinddag.

BIERKRATTENWEDSTRIJD CAMPUS 1 t/m 5 juni Je kunt er niet omheen. Een opstapeling van achtduizend kratten bier vormt de toegangspoort voor de festivaldag A day of Wonder op 5 juni. De poort, met een overspanning van 26 meter, is een creatie van studievereniging Gezelschap Practische studie. Woensdag 3 juni plaatsen de studenten het laatste krat. Dan weten we of het record voor de grootste overspanning van bierkratten weer naar Delft gaat. De TU Eindhoven is momenteel kampioen met een overspanning van 19,8 meter. Yorick Ligthart van Practische Studie heeft er vertrouwen in. “We hebben de poort uitvoerig doorgerekend. Zelfs de windbelasting hebben we meegenomen. Het moet echt gaan stormen wil het mis gaan.”

ROEIEN & DANSEN LIJM EN CULTUUR Woensdag 3 juni 15.00 03.00 uur Wie tot in de vroege uurtjes wil feesten moet woensdag naar cultuurcentrum Lijm en Cultuur. Vanaf 15.00 uur arriveren daar de roeiers van de OC&C Ringvaart Regatta, de jaarlijkse honderd kilometer lange roeimarathon van de Delftse roeivereniging Laga. Het TU Delft Sports Engineering Institute presenteert technologieën om sporters nog harder te laten gaan, waaronder de supersnelle roeiboot Rise. Deze boot heeft draagvleugels die het vaartuig bij voldoende snelheid uit het water tillen. Nadat de roeiers zijn onthaald, wordt er gefeest met onder anderen dj Dennis Kruissen. Toegang is gratis.


Delta

21

TU Delft

A DAY OF WONDER TU DELFT LIBRARY EN AULA 5 juni 17.00 - 23.00 uur

PROEFSCHRIFT POËTEN DELTA-DICHTERS BAUKE STEENHUISEN EN JAN BEUVING CAFÉ BARBAAR, ST AGATHAPLEIN 4

A Day of Wonder is het eindfeest van het International Festival of Technology. Een van de hoogtepunten is het optreden van de Nederlandse zanger en multi-instrumentalist Jett Rebel. Hij trapt om 17.15 uur af op het grote Wonder Stage dat is opgesteld tussen de bibliotheek en de Aula. Vorig jaar won Rebel de 3FM Serious Talent Award en een Edison in de categorie Nieuwkomer. De rest van de line-up bij dit podium is ook de moeite waard. Er zijn optredens van onder anderen Jacqueline Govaert, de Rolling Beat Machine en Typhoon met zijn vrienden Benjamin Herman, Rico & A.R.T. Wie even genoeg gedanst heeft, kan verspreid over het festivalterrein kennismaken met technologie. Stap in een Exoskelet, ontdek hoe racewagens rijden op bio-ethanol, fietsframes groeien van bamboe en designers kleding maken met een 3D printer. Culinair valt er ook van alles te beleven. Eet insecten op de bazar. Of proef in het D-exto pavillion tomaten die studenten van InHolland hebben gekweekt op zeewater. Toegang tot het festivalterrein is gratis.

Dinsdag 2 juni om 12.00 uur en om 20.00 uur O Newton Er balanceren ballen op een rij. De eerste ketst en slingert even flink de laatste weg, terwijl ertussenin de ballen als bevroren zij aan zij Na vier jaar bikkelen ligt het er dan: het proefschrift. Het is taaie lectuur. Veel lezers komen niet verder dan het dankwoord. Maar voor Bauke Steenhuisen (docent bij de faculteit TBM) en Jan Beuving (tekstschrijver en theatermaker) klinken alle formules en gevolgtrekkingen als muziek in de oren; zij verdichten proefschriften. In café Barbaar dragen ze hun poëtische impressies voor en gaan ze in discussie met de auteurs van de dissertaties. Om alvast in de stemming te komen kun je hun sonnetten op de blog Poetic Engineering lezen. delta.tudelft.nl/blog/poetic-engineering

OPEN LABS VERSPREID OVER DE CAMPUS Woensdag 3 juni 11.00 - 17.00 uur

In de Dode Kamer hoor je je ademhaling en zelfs het bloed door je aderen stromen

Je hoort er je ademhaling en zelfs het bloed door je aderen stromen. De Dode Kamer, het lab voor akoestisch onderzoek van de faculteit Technische Natuurwetenschappen, is tot in het extreme geïsoleerd. Het is een van de laboratoria waar je deze dag een kijkje kunt nemen. Een andere aanrader is het INSYGHTLab in het faculteitsgebouw van Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica. Robots leren hier dingen met vallen en opstaan en onderzoekers simuleren hier overstromingen. Of ga eens bovenop het dak van dit gebouw staan en bewonder de Parsax radar waarmee Delftse ingenieurs wolken onderzoeken. Verspreid over de campus zijn vijftien labs te bezoeken. Meld je van te voren wel even aan via ifot-delft.com.<<


22

Delta

TU Delft

‘Ik heb de kennis en jij het probleem’ Als wetenschapper samenwerken met het bedrijfsleven: hoe doe je dat? Er zijn kansen, maar ook valkuilen. Delta vroeg het aan Leo de Vreede, die onlangs door YesDelft en het TUvalorisatiecentrum werd uitgeroepen tot meest ondernemende wetenschapper, en aan Frido Smulders, die studenten aanzet om te ondernemen en daarvoor de Motivator Award 2015 won.

O

f het nu contractonderzoek, publiek-private samenwerking of consultancy betreft: elke samenwerking tussen universiteit en bedrijfsleven zou moeten beginnen met erkennen dat beide partners verschillende doelstellingen hebben, schreef hoogleraar industriële microbiologie Jack Pronk in het maartnummer van Nature Biotechnology. In dat artikel, ‘How to set up collaborations between academia and industrial biotech companies’, schrijft hij met zijn mede-auteurs dat het belangrijkste doel van wetenschappelijke instellingen is: het integreren van de opleiding van onafhankelijke wetenschappers met grensverleggend fundamenteel onderzoek. Het kerndoel van bedrijven is winst maken voor aandeelhouders, vaak via innovatie en praktische toepassing van geavanceerde technologie, aldus Pronk. Wanneer beide partijen geen rekening houden met die verschillende doelen, leidt dat volgens hem tot wrijvingen en verspilde tijd. De beschikbare tijd is bij samenwerking met het bedrijfsleven nu juist vaak de beperkende factor, zegt Leo de Vreede, universitair hoofddocent bij het electronics research laboratory. Hij richtte onder meer het bedrijf Anteverta-mw op dat de kennis uit diverse promotieonderzoeken combineerde in een gepatenteerd apparaat dat het doormeten van basisstations voor mobiele telefonie versnelt en verbetert. Twee weken geleden won De Vreede de Delft Entrepreneurial Scientist Award 2015, omdat hij naast het oprichten van start-ups

‘Het is zaak om slim te kiezen. Vaak kun je je eigen plannen en ideeën voorstellen aan de industrie’

veel met bedrijven samenwerkt. Niet alleen met bedrijven voor hoogfrequente meettechniek (zoals Keysight, Cascade, NI en Maury-mw), maar ook met bedrijven die zich richten op het ontwikkelen van componenten en concepten voor energiezuinige en breedbandige zenders voor draadloze communicatie (zoals Skyworks, RFMD, TriQuint, Infineon, Catena en in het bijzonder NXP, het voormalige Philips semiconductors). Daaruit blijkt dat De Vreede veel mogelijkheden ziet om samen te werken met het bedrijfsleven. Hij weet echter ook dat hij zijn tijd maar één keer kan besteden, en daar stuiten wetenschappers volgens hem nogal eens op. “En dus moet je je focus goed kiezen om een bepaald resultaat op tijd te bereiken.” Ingaan op elke wens van het bedrijfsleven is de belangrijkste valkuil voor wetenschappers, aldus De Vreede. “Het is zaak om slim te kiezen. Vaak kun je je eigen plannen en ideeën voorstellen aan de industrie. Meestal wordt hier zeer welwillend mee omgegaan. Met een paar kleine aanpassingen kun je het onderzoeksplan in een industrieproject gieten.”

KENNIS-PUSH Andere valkuilen voor wetenschappers zijn niet de taal van het bedrijfsleven spreken en ‘kennis-push’, betoogt Frido Smulders. Hij is universitair hoofddocent innovatie management & entrepreneurship bij Industrieel Ontwerpen, begeleidt masterstudenten bij het opzetten van hun bedrijf en geeft verschillende ondernemerschapsvakken, zoals cleantech launch pad I en II en het keuzevak cutting edge: design, innovation and entrepreneurship. ‘Ik heb de kennis en jij hebt volgens mij het probleem’, dát bedoelt Smulders met ‘kennis-push’. “Het bedrijf denkt vervolgens: ik heb dat probleem helemaal niet en als ik het probleem wel heb, dan had ik al een oplossing gezocht. Een voorbeeld is een hoogleraar die zei: ‘ik heb een oplossing voor de NS, zodat het netwerk beter is aan te sturen’. De NS wilde er niet aan.” Een ander voorbeeld is volgens Smulders Wubbo Ockels’ Superbus. “Eigenlijk een fantastisch idee om op een andere manier naar vervoer te kijken. Hij krijgt de handen op elkaar en een paar miljoen euro om een prototype te bouwen. Dat


23

Tekst: Connie van Uffelen

vind ik een fantastisch proces om te leren hoe je dingen moet doen, maar het werd verkocht als oplossing. Je moet juist uitgaan van trial and error: iets doen, leren van die stap en die kennis toepassen in stap twee. Dat doen al die nieuwe bedrijven in YesDelft ook.” Voor De Vreede geen kennis-push. Hij werkt met de meeste bedrijven vrijblijvend: de industrie draagt een probleem aan dat hij dermate interessant moet vinden om er tijd in te stoppen. Dat probleem lost hij dan op via afstudeerprojecten van masterstudenten (met een kleine financiële bijdrage van het bedrijf), of - als het grotere of moeilijkere projecten zijn - via een promovendus.

PARTNERSHIPS Wanneer de inzet van een promovendus over een langere tijd nodig is, streeft De Vreede meestal naar een onderzoeksproject als financiering. “Worden deze kosten geheel door het betrokken bedrijf gedragen (contractonderzoek) dan wordt de samenwerking natuurlijk minder vrijblijvend”, zegt De Vreede. “Vaak streven we er naar het onderzoek te combineren met bijvoorbeeld een STW- of Europees project, om de kosten voor het betrokken bedrijf draaglijker te maken.” Het betreft dan zogeheten bi- of trilaterale partnerships, waarbij de universiteit een flink deel van de projectkosten op zich neemt via bijvoorbeeld supervisie en infrastructuur. Samenwerking tussen de academische wereld en het bedrijfsleven kent voor- en nadelen. In zijn artikel in Nature Biotechnology noemt Pronk er een aantal. Het bedrijfsleven vaart wel bij: toegang tot specialistische vaardigheden en bronnen, de mogelijkheid tot het ontwikkelen en screenen van talent, kosteneffectief onderzoek, out-of-the-box denken en toegang tot uitgebreide netwerken. Als voordelen voor de academische wereld noemt Pronk onder meer inspiratie voor onderzoek door toepassingsgerichte vragen, mogelijkheden voor jonge onderzoekers om op het grensvlak van industrie en universiteit te werken, het verwerven van fondsen voor onderzoek, snelle praktische toepassing van academisch onderzoek en bewustwording van trends in de industrie. Pronk benadrukt dat succesvolle samenwerking voortdurende communicatie tussen beide partijen vereist. Zo moeten er heldere afspraken worden gemaakt over intellectueel eigendom, het relatief belang van directe toepasbaarheid en fundamenteel begrip, en eventuele conflicten voortkomend uit de verschillende tijdslijnen in academisch en industrieel onderzoek.

VERTROUWELIJKHEID Verder waarschuwt Pronk academici zich van tevoren bewust te zijn van de vertrouwelijkheid die gekoppeld is aan samenwerking met het bedrijfsleven. Ze kunnen onderzoeksresultaten niet onmiddellijk en onbeperkt delen met de buitenwereld. Ook De Vreede gaat daar behoedzaam mee om. “Als bedrijven substantieel financieel bijdragen aan een onderzoek, hebben ze zekere rechten op het resultaat. Je kunt je niet veroorloven je partners boos te maken, door ‘hun’ resultaten binnen de contractperiode aan hun concurrent beschikbaar te stellen. Zelfs al is de officiële contractstermijn verstreken, dan nog moet je hier zeer terughoudend in zijn, om eventuele goodwill niet te verspelen.” Om het belang van de student niet te schaden, moeten resultaten altijd kunnen worden gepubliceerd, vindt De Vreede. Bij al zijn projecten is dat in beginsel de bedoeling. “Dat lukt in de praktijk ook meestal. Wel kan een publicatie maximaal een jaar worden vertraagd om een bedrijf in de gelegenheid te stellen eventuele vindingen afdoende te kunnen beschermen of om in ieder geval een voorsprong op te bouwen op de concurrentie.” Als studenten in het bedrijfsleven afstuderen, is dat na een opdracht van een bedrijf, zegt Smulders. Dan is het meestal zo dat het bedrijf

het intellectueel eigendom heeft. “Dat is voor de hand liggend, omdat studenten worden betaald door het bedrijf”, zegt Smulders. “Belangrijk voor de carrière van de student is dat zijn naam op het patent staat als hij een uitvinding heeft gedaan. Ere wie ere toekomt.”

SPANNINGSVELD Pronk wijst verder op een mogelijk spanningsveld tussen onderwijs en commerciële belangen. De Vreede komt dat in de praktijk echter niet tegen, zegt hij. “Het enige spanningsveld zit in de beschikbare tijd: hoe wordt die verdeeld over de universitaire taken?” Volgens Smulders is onderzoek versus commercie is een veel groter probleem. “Onderzoek moet wetenschappelijk gefundeerd zijn. Dan kunnen bepaalde uitkomsten wel eens vervelend zijn voor het bedrijf. Hoe ga je daarmee om?” Moet een universiteit haar oren laten hangen naar de wil van de industrie en bereid zijn tot compromissen? Geldt: wie betaalt, bepaalt? “Nee, natuurlijk niet”, zegt Smulders. “Het is maar net welke onderzoeksvraag bedrijven stellen. Als ze een uitvoerende vraag stellen, geldt: wie betaalt bepaalt. Dus als een ingenieursbureau opdracht krijgt iets door te rekenen, bepaalt de klant. Als Shell een opdracht geeft aan de universiteit om iets uit te vogelen, is het erg afhankelijk van de situatie. Daar moet je een open discussie over voeren.” Smulders doet dat in zijn samenwerking met Unilever. “Dat bedrijf is zo goed in innoveren dat het een productieproces is geworden, maar drie jaar geleden wilden ze gaan innoveren op een andere manier. Wij zijn samen gaan experimenteren, maar ik heb vanaf dag één gezegd dat als het succesvol is, ik vind dat zij onderzoek moeten financieren om te bepalen waarom het succesvol is. Want dan bouwen we er een theorie van en heb ik er ook wat aan. Daar kunnen zij nooit iets tegen hebben, want dat is theorie. Het gaat niet over Unilever.” De Vreede is ook stellig in zijn oordeel bij de vraag of wie betaalt, bepaalt. “Je werkt bij een universiteit om de dingen te doen waar je in gelooft! Echter, wetenschap is wetenschap, dus je moet open staan voor kritiek of technische argumenten. De koers van een project moet worden bepaald op basis van technische argumenten, niet door wie het voor het zeggen heeft.”

Voor wie wil samenwerken met het bedrijfsleven, heeft Pronk een aantal aanbevelingen: • Discussieer openlijk over voordelen, vereisten en risico’s voor beide partners • Bepaal welke vorm van samenwerking optimaal is voor gezamenlijke doelstellingen • Sluit professionele contracten over intellectueel eigendom, geheimhouding en publicatieprocedures • Behoud volledige transparantie binnen de academische onderzoeksgroep over bepalingen en voorwaarden van de samenwerking en instrueer onderzoekers en studenten over het belang van geheimhouding en regels voor intellectueel eigendom • Hou de voortgang van het project voortdurend in de gaten en communiceer over de aansluiting op gezamenlijke en individuele doelen. • Baseer relaties op wederzijds vertrouwen en respect. Benoem en vier successen, leer van fouten ‘How to set up collaborations between academia and industrial biotech companies’, Jack Pronk et al, Nature Biotechnology, volume 33, nummer 3, maart 2015


24 Voor advertenties bel met:

T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80

E delta@henjuitgevers.nl

H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel

Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.

Delta Magazine

Lees ‘m online www.delta.tudelft.nl

Vrijwilligersorganisatie Humanitas steunt medemensen die tijdelijk sociaalmaatschappelijke hulp nodig hebben. Steun uw Humanitas-afdeling daarbij: • als projectvrijwilliger • als donateur of lid • of als sponsor

www.humanitasdelft.nl Afdeling Humanitas Delft Rijswijk Pijnacker-Nootdorp

SUDOKU VARIATION Solution Delta Sudoku 17

© 2014 www.sudoku-variations.com

In a regular Sudoku, every row, column and block of 3x3 cells must contain the digits 1 through 9 exactly once. In this Challenging Sudoku Variation, there are five further items to solve. These are groups of nine cells, each with its own colour. These groups hold a spiral of digits. In such each spiral,

the digits roll-out in consecutive order, forwards or backwards, beginning in the middle cell and starting with any digit, e.g. 789123456 or 43219876. If you love to solve more of these challenging Sudoku variations please visit www.sudoku-variations.com

www.dier.nu www.dier.nu


Delta

LEUK BEDACHT

De Superbus was zonder twijfel Ockels’ meest ambitieuze project. Wubbo Ockels, die op 18 mei vorig jaar overleed, voorzag een toekomst waarin gestroomlijnde elektrische bussen met 250 kilometer per uur over verwarmde superbusrijbanen zouden razen en mensen tot vlak bij hun huis zouden brengen. De Superbus kon al meteen op kritiek rekenen. Bij de presentatie van de plannen in 2006 werd de bus uitgemaakt voor ‘batmobiel’, ‘rariteitenkabinet’ en ‘superlatievenbus’. Van de techniek zou niet veel deugen, of het nu ging over het navigatiesysteem, de banden, de accu of het speciale wegennet. Maar de Superbus kwam er. In 2012 kreeg de elektrische bolide zelfs een kenteken. “Dat we een kenteken zouden krijgen, hadden we nooit durven dromen”, zegt ir. Joris Melkert (L&R), die sinds het begin bij het Superbusproject betrokken was. Volgens hem is het project succesvol afgerond. “Busfabrikanten hebben het concept niet overgenomen. We hadden ook niet verwacht dat ze er meteen op zouden duiken. Maar als onderzoeksproject is de bus geslaagd. We hebben een demonstratiebus gemaakt waarmee we hebben laten zien dat je met dit type voertuig 250 kilometer per uur kunt rijden.”

HOE NU VERDER? De bus staat geparkeerd in een opslagruimte achter het faculteitsgebouw van Civiele Techniek en Geowetenschappen. “Dat hij is opgeborgen vind ik ontzettend jammer”, zegt Melkert. “De bus was altijd een grote publiekstrekker tijdens demonstraties en op beurzen. Het zou mooi zijn als hij op de campus tentoongesteld werd of in een museum terechtkwam. Dan kan iedereen er tenminste van genieten.” De bus staat onder beheer van 3mE-decaan prof.dr.

Delta bericht regelmatig over innovatieve ideeën. Maar wat is daar een paar jaar later van terechtgekomen? Hoe staat het bijvoorbeeld met de Superbus van wijlen L&R-hoogleraar prof.dr. Wubbo Ockels?

Theun Baller. Begin 2013, niet lang na Ockels’ pensionering, is het superbusproject overgebracht van L&R naar 3mE. Er moesten nog een paar tests uitgevoerd worden om het project af te ronden. Even is er sprake van geweest dat het valorisatiecentrum van de TU zich over de Superbus zou ontfermen en op zoek zou gaan naar investeerders. Maar dat ging niet door. Baller laat weten dat er op dit moment geen investeerders geïnteresseerd zijn in de Superbus. Dat betekent volgens hem allerminst dat de bus is afgeschreven of vergeten. “”De markt is nu aan zet. De implementatie van zo’n nieuw vervoersconcept is natuurlijk een heel traject.” Maar zou de bus niet tentoongesteld moeten worden? “Wij staan open voor suggesties”, zegt Baller. "Maar er heeft zich nog geen museum gemeld.” Hij voegt er aan toe dat het op een waardige manier zou moeten gebeuren. “Als de bus op een shabby manier tentoongesteld staat, dan schaadt dat het imago van de Superbus en dat kan investeerders afschrikken.” (TvD)

De wc-meter Het water closet is in onze samenleving verweven alsof het nooit anders is geweest. Minder bekend is dat deze voorziening pas sinds de negentiende eeuw in de huidige vorm bestaat. Al enkele millennia(!) voor Christus wordt er over sanitaire voorzieningen geschreven, zelfs met eenvoudige riolering. De Romeinen gingen gezamenlijk poepen in een soort overdekte hal met rijen gaten waar je overheen kon gaan zitten, maar met de val van de Romeinen verviel helaas ook de persoonlijke hygiëne. Rond 1600 werden de eerste stappen gezet in de richting van onze moderne troon en tweehonderdvijftig jaar later werd er pas grootschalig gebruik gemaakt van een zetel met stortbak. Sinds enkele decennia krijgt onze bleke vriend de aandacht die hij verdient. De man des huizes zit al sinds de vorige eeuw met de krant op het toilet en dames gaan buitenshuis al jarenlang gezamenlijk. Met de komst van de wrijftelefoon en tabletcomputer heeft het toilet een centrale functie in het dagelijks leven gekregen. Minstens eenmaal daags zitten we in een walm van individualiteit met alle actualiteiten binnen handbereik. De grootste waarde heeft de wc voor mij als sociaaleconomische graadmeter. Het toilet wordt meestal slechts als noodzakelijkheid behandeld, en hierin ligt de sleutel. Door ergens naar de wc te gaan kom je er achter wat daar gezien wordt als puur noodzakelijk. Neem bijvoorbeeld een restaurant: de kaart ziet er netjes uit, de prijzen degelijk, het interieur acceptabel en de gastheer/gastvrouw is vriendelijk. Als hier echter de wc ruikt als een Dixi, het wc-papier meer weg heeft van verpakkingsmateriaal en de knop van de handdroger meer plakt dan de vloer van de disco, acht ik de kans groot dat je hier een haar in je soep zal vinden. Zo ook in woongelegenheden: het toilet biedt een soort onaangetaste blik in de ziel van de bewoner(s). De volgende keer dat je ergens om vijf uur ’s nachts in de aanwezige toiletpot zowaar een toiletblok tegenkomt, er geen strepen van de voorganger zitten, er fluweelzacht toiletpapier hangt en de bril niet aan je ledenmaten blijft plakken, weet je dat je daar veilig je roes kunt uitslapen. Boudewijn de Roode is bachelorstudent werktuigbouwkunde.

COLUMNBOUDEWIJNDEROODE

HET IDEE

25

TU Delft


26

How do you make a lithography system that goes to the limit of what is physically possible? At ASML we bring together the most creative minds in physics, electronics, mechatronics, software and precision engineering to develop lithography machines that are key to producing cheaper, faster, more energy-efficient microchips. Our machines need to image billions of structures in a few seconds with an accuracy of a few silicon atoms. So if you’re a team player who enjoys the company of brilliant minds, who is passionate about solving complex technological problems, you’ll find working at ASML a highly rewarding experience. Per employee we’re one of Europe’s largest private investors in R&D, giving you the freedom to experiment and a culture that will let you get things done. Join ASML’s expanding multidisciplinary teams and help us to continue pushing the boundaries of what’s possible.

www.asml.com/careers /ASML

1

/company/ASML

3

• Snelle analyse in 60 - 150 sec • Geschikt voor aardgas, biogas en meer

2

• Flexibele configuratie van max. 4 kanalen

5

• Compact ontwerp 4

40

Seconds

Boosting laboratory efficiency

• Snelle en eenvoudige opstart

Op zoek naar een snelle, flexibele en compacte oplossing voor een gasanalyse? Bel Da Vinci Laboratory Solutions om een Micro GC Demo aan te vragen op 010-258 1870.

150

www.davinci-ls.com

Help Alzheimer overwinnen. Dan hoeft niemand zichzelf te verliezen. 1 op de 5 mensen krijgt dementie, waarvan Alzheimer de meest voorkomende vorm is. www.alzheimer-nederland.nl


27

DESGEVRAAGD

Stelling

Toen de Amerikaanse wiskundige John Nash op 24 mei om het leven kwam bij een verkeersongeluk in New Jersey was dat breaking news bij de BBC. Nash was in de woorden van emeritus hoogleraar systeem- en besturingstheorie prof.dr. Geert Jan Olsder ‘toch een beetje een godheid’ met zijn Nobelprijs voor de economie (1994) en de Abelprijs van afgelopen voorjaar. Bij het grote publiek werd Nash bekend door de film ‘A Beautiful Mind’ die zijn levensverhaal vertelt inclusief zijn 25 jaar lange worsteling met schizofrenie. Olsder was geschokt. Nash heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de speltheorie, ‘een hobby’ van Olsder, en bovendien hing er altijd een soort mystiek om de man heen, zegt Olsder desgevraagd. Hij ontmoette Nash in 2008 op een tweejaarlijkse conferentie over speltheorie in Sint Petersburg. Nash was daar als publiekstrekker uitgenodigd en reisde samen met vrouw Alicia en zijn zoon Johnny van ruim veertig. Alicia regelde de praktische zaken voor vader en ook voor zoon Johnny, die vaak met hen mee reisde. “Hij had een rugzak bij zich die hij nooit afgaf en hij zat altijd formules te schrijven in een boekje”, herinnert Olsders vrouw Elke zich. “Op zijn naamplaatje stond ‘Johnny NOT Nash’ alsof hij afstand wilde houden van zijn vader.” Toen op een avond tijdens het diner

Nash op een gegeven moment alleen aan een tafeltje zat, schoof Olsder bij hem aan, als een van de andere sprekers op het congres. Het werd een genoeglijk gesprek dat begon over speltheorie en daarna wat small talk

‘Hoe moet het nu verder met Johnny?’ over waar Nash nu nog mee bezig was (dwarsverbanden leggen tussen verschillende deelgebieden van de zuivere wiskunde). Dat duurde een uurtje tot er anderen bij kwamen zitten. De indruk bleef hangen van een wat introverte en verstrooide man die zijn best deed om een gesprekje te voeren. Nash kreeg de Nobelprijs voor een bijdrage aan de speltheorie die hij in 1957 al publiceerde: het Nash-evenwicht. Olsder omschrijft dat als het

evenwicht dat ontstaat tussen twee concurrerende partijen, zeg Venezuela en Saudi-Arabië, die beiden dezelfde markt bedienen. Hoe meer olie ze op de markt brengen, hoe meer de prijs daalt. Als een van tweeën zijn productie heeft vastgesteld, kan de andere partij zijn productie zo instellen dat de winst maximaal wordt. Andersom geldt hetzelfde, met als gevolg dat er een (tijdelijk) evenwicht ontstaat waarin beide concurrenten het beste af zijn. Dat is het Nash-evenwicht in een notendop. Het wordt in de economie veel gebruikt, er is veel op voortgeborduurd en er zijn boeken over volgeschreven. Naast die wetenschappelijke bijdrage heeft ook de strijd die Nash heeft gevoerd tegen zijn geestelijke ziekte zijn beroemdheid bepaald, denkt Olsder. “Op conferenties hoorde hij nooit helemaal bij de club. Eerst omdat hij weg was in een inrichting. Daar werd over gefluisterd. Toen hij 25 jaar later terugkwam, was hij een mythe en durfden mensen hem amper meer te benaderen.” Die status maakte van het overlijden van John en Alicia Nash tot wereldnieuws. Maar Elke Olsder dacht: “Hoe moet het nu verder met Johnny?” (JW)

‘In muziek spelen niet alle instrumenten noodzakelijkerwijs dezelfde noten om tot harmonie te komen. Dit geldt ook voor het huwelijk van twee promovendi.’ Uit proefschrift: ‘Laboratory and Field Asphalt Fatigue Performance; Matching Theory with Practice’ PUNGKY PRAMESTI Civiel ingenieur “Mijn man is ook een civiel ingenieur. Ik werk aan asfalt en hij aan zelf herstellend beton. Mijn man denkt erg conceptueel. Ik heb vaak juist moeite om het grote plaatje te zien doordat ik me richt op details. Je zou denken dat dit een goede combinatie van eigenschappen is. In de praktijk valt het echter niet mee. Ik heb moeite om te luisteren naar zijn grote ideeën over zelf herstellend beton. En hij wordt ongeduldig als ik praat over mijn berekeningen aan vermoeiing in asfalt. Zowel in ons onderzoek als in het gezinsleven zijn we heel anders. Toen we net in Nederland aankwamen met onze zeven jaar oude zoon, hadden we het moeilijk. Nu vormen de verschillende ‘noten’ die we produceren een harmonisch geheel.” Verdediging 17 juni


28

Delta

TU Delft

Text: Ailie Conor Photo: Hannes Bernien

The love of small things

Take advantage of the sunny spring we’ve been experiencing and get yourself some ice cream. We tell you where in the Survival Guide. And if you need a more indoor activity, you can try the mineralogical and geological museum, which is hiding in Delft.

English pages

Dr. Hannes Bernien shows off the lab equipment he uses for his research.

The Rubicon program, part of the NWO (Netherland’s Organisation for Scientific Research) awarded 18 post-docs with a Rubicon fellowship this year.

the atom to the light, and collect it with another atom. This single atom and this light particle - you can see them as the network node. So you can have one atom, or a few atoms that you control very well and you use this light to couple this number of atoms to another group of atoms that might be far away.”

T

What applications could this research have?

he fellowship offers students from all scientific fields the chance to spend one to two years at a university abroad pursuing their research. One of them is German national and recent TU Delft Phd graduate Dr. Hannes Bernien, who started his fellowship in May at Harvard University in the United States, to research quantum networks.

Explain a little about your research into quantum network nodes. “Quantum physics often describes the smallest things; think about single atoms, single particles of light, and when you go to such scales things start to behave quite differently from what you would expect. I am looking at single atoms, and how you can couple them to light, and transmit quantum information form

“If you were able to set up a quantum network over a large distance, then you could use this network to transit information from one node to another, without the possibility of anyone intercepting. This is of course a huge drive, especially now days when everyone is interested in sending information safely. Another interesting application could be quantum computers, offering an entirely new way of computing things, and a much more powerful way. These are very nice applications, but for me still, I am astonished every day in the lab by how these small things behave.”

Is it difficult to find these funding opportunities in this field, and at your level of academia? “In physics the funding situation is quite good, you can also find groups

‘Still, I am astonished every day in the lab by how these small things behave’

who are willing to pay for you without having a fellowship but of course having a fellowship is a great bonus.”

Why did you choose Harvard? “Mainly, the research group. Harvard is, of course, a good name and environment and I hope it will be very stimulating - you get in contact with lots of people from different fields. But this particular case I am interested in this particular research group. I was also looking into other research groups, but I thought this would suit me the best.”

What do you expect are the benefits of a fellowship abroad, as opposed to one here, and where do you think you will go after? “Getting more experience abroad I think is very important, also getting experience in America, which is quite a big magnet. It still draws quite a lot of people and there is good reason for that. I would really like to experience the research culture – so having this opportunity is great. I think the next logical step after this fellowship is to maybe start setting up my own research group, and TU Delft of course would be very attractive, because it is a very good place for this.”


Delta

29

TU Delft

Human clavicle printed in 3D In April, the Industrial Design Engineering (IDE) department used a Polyjetting 3D printer to print a human clavicle.

T

his manufactured human clavicle is now in Erasmus MC, Rotterdam where trauma surgeon Professor Verhofstadt will use it to prepare for surgery. This clavicle is particularly interesting thanks to the printer it was made with. The first of its kind in the Netherlands, the Connex3 can print using three different materials simultaneously which it does using a technique called Polyjetting. Dr. Jouke Verlinden from the IDE department who helped print the hu-

man clavicle explained this process as essentially like inkjet printing technology, except instead of mixing inks, “you can blend different materials by using dif-

The first of its kind in the Netherlands, the Connex3 can print using three different materials simultaneously ferent pin heads for different materials.” While regular 3D printing already offered a number of possibilities in medicine, the ability to mix materials has greatly improved the quality of parts produced. They are not only more realistic thanks to this

Polyjetting technique, but they have a much higher resolution than those from a regular 3D printer. This means that shape and curvature of printed parts are far more accurate. Currently Dr. Verlinden is part of the research at TU Delft looking into 3D printing and the human head, particularly the brain and ears, using the multi-material printing to “visualise different aspects of the head, brains and nervous system”. At the moment, 3D printing in medicine is used primarily for diagnostics, instruction, education and preparation as with the clavicle printed in Delft. Looking to the future of this printing technique, Dr. Verlinden spoke about the possibility of using manufactured parts for therapy, or even for prosthetics, using CT scans and MRIs to create parts which fit harmoniously with the human body. (AC)

75 Years of Aerospace Engineering Why is the Faculty of Aerospace Engineering the seemingly furthest point on campus? Who were the pioneers of space engineering? What was the first-flight like? If any of these questions piqued your interest, then you might want to join one of the many events being held to mark the 75th anniversary of the academic pursuit of aeronautical studies on campus.

culty of Mechanical Engineering, the Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart (Dutch Aeronautical Association) came up with the idea of starting a chair in aeronautics in 1920. “Until 1931 many professors believed that disciplines such as heating and cooling technology and automobile technology were much more viable than aeronautics. By 1931 a number of

I

staff members were enthusiastic about this subject and requested for funding and facilities such as wind tunnels, leading in that year to the appointment of a teacher,” said Hester Bijl, the dean of the faculty. Finally, in 1940, Hendricus Jacobus van der Maas was appointed as the first aeronautics professor at the university. He headed the sub-department

n 2015, the Faculty of Aerospace Engineering celebrates 40 years, but courses in the field began being taught at the university in the 1930s. In fact, the story of their genesis dates back even further. According to 'Tussen Tandwiel en Turbulentie', a book about the history of the Fa-

Every second Wednesday of the month, a classic movie about aerospace pioneers will be screened

Vliegtuigbouwkunde that was part of the Faculty of Mechanical Engineering. When the faculty split and became independent in 1975, it was reportedly Van der Maas wanted the building to be located at the edge of the campus so they would have plenty of room to expand. Fittingly then, the theme for the lustrum celebrations is Pioneers. “All of our activities are somehow related to pioneers. We already had a Van der Maas lecture in which former Professor Bob Mulder re-enacted one of the lectures of Van der Maas on the basis of documents we found in the basement. On September 24 we will have lecture about Anthony Fokker and one of the first flights of Fokker will be programmed in our Simona flight simulator,” said Bijl. Every second Wednesday of the month, a classic movie about aerospace pioneers will be screened. There are also symposiums and an exhibition. Entrance to the screenings and events is free and open to people across faculties. (DP)


30

Delta

TU Delft

Text: Caroline Vermeulen Photo: Marcel Krijger

DELFT SURVIVAL GUIDE Surviving ice cream The warmer weather is coming at last, and that’s reason enough to indulge in an ice cream, or as they call it here: ijs. Fortunately, there are a number of ice cream parlours to choose from in Delft. CHOCOLATERIE AND GELATERIE DE LELIE VOORSTRAAT 10 If the queues are anything to go by, this is the best ice cream parlour in Delft. They make their ice cream on the premises from organic milk provided by the local Biesland farm near the Delftse Hout, and they only use natural ingredients. A single scoop will cost you €1.25, and if you’re a regular you can purchase an €11.00 strippenkaart for ten scoops. Feeling greedy? €7.50 will buy you a half litre container. They also have a handy app, so you can see anytime what flavours are available, allergy information and offers. The app is in English and Dutch. Their newest flavour is Kobus Kuch apple pie.

PLAN B IJSSALON BOTERBRUG 15 For years this place was known as IJssalon van Bokhoven. Now it’s called Plan B, an Indonesian restaurant and wine bar, but the ice cream parlour is still there. One scoop will cost you €1.20 plus an extra €0.50 for cream. There’s a nice terrace, plus inside seating. “For more than 50 years home-made ice cream has been prepared on this spot, in the catacombs under Plan B dating from 1584,” states their website. In the summer they have more than 30 flavours. Franco Palomba has been the ice cream maker for more than 25

If the queues are anything to go by, De Lelie is the best ice cream parlour in Delft.

years, and his specialities include Mirto-ijs made with a Sardinian myrtle berry liqueur, and Rozenijs made with Indonesian stroop soesoe.

coffee, and patisserie treats like the new ice cream macaroons.

OTELLI MARKT 49

Primarily a chocolaterie, they also serve Italian ice cream throughout the year in the same flavours as their chocolates, at €1.10 per scoop. “We sell 15 flavours. Chocolate, vanilla, strawberry and cookies are our most sold flavours. We also sell sugar free, lactose free and gluten free ice cream,” said Elly van Leeuwe, a shop employee.

This ice cream parlour is on the Markt, the main market square, has a terrace at the front where you can sit and watch the world go by, and a decent inside sitting area. The board outside boasts 48 flavours. During the summer sorbets like mango, raspberry and melon are popular. In the winter, flavours like hazelnut praline and cinnamon crunch are more in demand. They also have seasonal specialities like asparagus ice cream. One scoop costs €1.25. They also serve Illy

A terrace at the front where you can sit and watch the world go by

LEONIDAS CHOORSTRAAT 18

DE IJSSALON DELFT SINT ALDEGONDESTRAAT 2 This ice cream parlour in Wippolder is part of an award winning Rotterdam based chain. There are 24 different flavours to choose from, with elderberry ice cream being the latest addition. “There’s a good selection and the flavours are really good, my personal favourite is snickers. They even have a few sorbets, and a changing

flavour of the month. It’s affordable, the only negative is that you can only pay in cash,” said Tarja van Veldhoven, Wippolder resident.

BEAART IJS JULIANALAAN 37 A family run business, this ice cream parlour has been going for 80 years. It’s not immediately obvious from the street, so look out for the red and white striped awning. Popular with locals, they have relied on word of mouth for custom for decades, so you won’t find a website or formal Facebook page for them. You can enjoy your ice cream on the corner by the water overlooking the Oostpoort bridge, or there is some inside bar seating. The portions are generous, the sprinkles are good, although the selection of flavours is a little less than other ice cream parlours around.


Delta

31

TU Delft

SCIENCE Chip corrects quantum errors Leo DiCarlo and his team have developed a superconducting chip that corrects errors in quantum bits. Quantum error correctors (QEC) will be essential parts of future quantum computers. To safeguard one quantum bit (qubit) against errors, start by building five qubits on a chip. That’s what researcher Dr. Leo DiCarlo and his team from the Kavli Institute of Nanoscience (Faculty Applied Sciences) and the QuTech Institute have done. They published a photo of their 2 by 7 mm chip in Nature, together with the test results. The logic behind the manifold is this: three qubits (top, middle and bottom) are used to encode one qubit’s worth of data in special, so-called ‘entangled’ states of the three. Direct measurement of the state of each qubit would collapse the encoded information. So instead of direct measurements, the researchers perform a parity check between middle and top qubits, and another between middle and bottom qubit. The parity check produces a ‘0’ when both qubits are in the

SHORT Roboots

Leo Di Carlo at the cryostat that houses the quantum correction chip.

same state or a ‘1’ when they are in a different state. Each parity check requires one extra qubit, bringing to five the total number of qubits on the chip. “We can detect flip errors on any one qubit and still preserve the encoded information”. DiCarlo explains. Take a simple example. If the original state is ‘1’, the three qubits are encoded into ‘111’. Now suppose the top parity check detects an error, then we know that either the middle or the top qubit flipped. Now, if the bottom parity check does not detect an error, we know the top qubit must have flipped. Because the double parity check not

only tells us that an error has occurred, but also which qubit it is in, we can preserve the original information.” Such bit flips are one of three types of disturbances that happen to qubits, the other two types carry even stranger names. To protect one qubit’s worth of quantum data against all possible types of error, one can use nine instead of three qubits to store the data, and eight instead of two qubits to perform the parity check. Building and operating 17 qubits on a chip is the next goal for the team.

Biomechanical engineers from TU Delft have developed a walking aid called the Achilles. The battery-powered exoskeleton adds energy to each step, but it doesn’t make walking any lighter yet. The robot boots each contain a small 120 watt electric motor that drives a ball-screw gear behind one’s calf muscle. The lever with which it is connected to the hinge near the ankle acts like a spring and buffers the energy, just as the Achilles tendon does. When pressure sensors detect the onset of a stance, the electric engine together with the elastic lever provides a power peak that coincides with the push-off from the walker. The exoskeleton contributes to the torque over the ankle, as measurements have shown, but it does't reduce the effort of walking yet. delta.tudelft.nl/ 29878

delta.tudelft.nl/29973

‘Artificial cell division in five years’ The ERC grant of 2.5 million euros for Professor Cees Dekker allows him to pursue artificial cell division with a mix of nano physics and synthetic biology. Bionano researcher Professor Cees Dekker (Kavli Institute for Bionano Science, Faculty of Applied Sciences) will use the ERC Advanced Grant that he received to develop artificial cell division within five years. He has planned to produce soap-like bubbles - filled with a watery solution containing DNA and proteins – called liposomes with a belt of proteins around it. As the belt contracts, it will gradually close the connection between the

two halves and divide one liposome in two. “It’s a challenging proposal”, said Professor Rutger van Santen (TU Eindhoven). He worked on liposomes and the conditions under which they divide. “Cell division is a crucial and elementary feature of living cells. So developing cell division is a good starting point in the development of artificial living cells.” Van Santen explained that ERC grants are awarded to challenging proposals that promise exciting research while developing new science on the way. Dekker’s proposal fits that frame nicely. In the development of cell division in liposomes, he will open up three new fields of scientific research. Dekker will study E. coli bacteria in artificial shapes like rec-

tangles or triangles to get a better understanding of the mechanics of natural cell division (under unnatural circumstances). Dekker will also experiment with proteins by placing them in nano chambers to unravel the spatial organisation of the biomolecules involved in cell division. Finally, Dekker will develop a chip-based technology for creating liposomes for his research. Although simple in form – fluid surrounded by a membrane of soap-like molecules – liposomes don’t form spontaneously. Instead, they have to be blown from a small opening under the right conditions. delta.tudelft.nl/29967

Close-up of the prototype robot boots. (Photo: Wietse van Dijk)

Printed circuitry

Researchers of TU Delft and the Japan Advanced Institute of Science and Technology in Nomi have developed a technique to make chips with silicon ink. Ultimately the researchers hope to make transistors for wearable electronics. The new technique, developed amongst others by Delft professor in microelectronics Ryoichi Ishihara, puts liquid polysilane directly on paper and anneals it with an excimer-laser for a few tens of nanoseconds, leaving the paper completely intact according to the researchers in the journal Applied Physics Letters of April 21, 2015. The most immediate application is in wearable electronics, as it should allow for the production of fast, lowpower and flexible transistors at a low cost. delta.tudelft.nl/29900


Contents International

25

The love of small things

Text: Caroline Vermeulen Photo: Marcel Krijger

26

27

Surviving ice cream

News

WHAT'S HIDING?

The mineralogical and geological museum

The future of TU Delft’s historic collection of crystals, minerals, ores and fossils has been secured.

T

U Delft has had a mineralogical and geological collection since 1864. In the early 1900’s it gained an international allure, and officially became a museum in 1912. The collection grew to some 140,000 specimens, and filled three floors at Mijnbouwstraat 120. Over time the collection played less of an active role in teaching and research, and the museum closed its doors in 2008. Due to financial restraints the space had to be vacated, and in 2013 the bulk of the collection was transferred to Naturalis Biodiversity Center

in Leiden. Duco Drenth, chairperson of Stichting Mineralogisch Geologisch Museum Delft, and alumnus of TU Delft, has since played a central role in raising money from a group of sponsors to realise the reopening and refurbishment of the museum, with a ten year sponsorship plan now in place. The museum officially reopened on April 23, 2015. The collection is now owned by Naturalis, who have loaned back part of the collection, some 4,000 objects, to be displayed here in Delft. It is now located on the second floor of Mijnbouwstraat 120, as part of Science Centre Delft. “I’m very happy with the solution that we have now, because the collection is now well maintained, and a collection that isn’t well maintained, is a lost collection,” said Science Centre director, Michael van der Meer. The original display

cabinets have been restored, and the contents carefully labelled. A portion of the collection is now digitalised and accessible via the Brightstones app, free on iTunes. The main objective of the renewed museum is education - tours and educational workshops are to be organised about mineral extraction, ore processing and geology. Regarding accessibility, Van der Meer explained: “The museum is officially open, but we are still working to finish it. It will be open on weekends, and we will organise several tours per day. It will cost a little bit extra above the entrance fee of the Science Centre. When everything is ready it will be on the website.” sciencecentre.tudelft.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.