DELTA. 36 26-11-2009
weekblad van de technische universiteit Delft
>03 Vidi
>07 Climate lab
>08 Marsman
>12 Stoompan
> 19 English Home and away
De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek heeft vijf Delftse wetenschappers een vidi-subsidie toegekend. De TU Delft scoort dit jaar veel beter dan in 2008, toen geen enkele vidi-subsidie naar Delft ging.
Civil engineering constructions are primarily functional. The Climate Adaptation Lab aims to add functions to weirs, sluices and bridges by encouraging civil engineering and architecture students to work together.
Hij is vooral bekend geworden als de man die de microscoop bouwde waarmee zandkorrels op Mars zijn bekeken. Een man met een opmerkelijke loopbaan in het ‘kleine’. Vrijdag 13 november hield prof.dr. Urs Staufer zijn oratie.
In het onderwijsgebouw ‘The Fellowship’ naast Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek zijn twee studio’s ingericht voor een nieuwe vorm van onderwijs. “Deze vorm vereist een actieve participatie, anders werkt het niet.”
Two African students. Two TU Delft alumni. Two different paths chosen. One stays, one returns home. Paul Okonkwo, MSc aerospace engineering, and Adewale John Adebusoye, MSc computer engineering, reflect on their TU Delft experience and their post-graduation choices to remain in and to leave the Netherlands.
01
TUDELTA.36
”Ik zie studenten regelmatig naar binnen kijken, maar ze snappen er niet veel van. Het blijft een beetje vaag”, aldus drs. Liesbeth Mantel van de bibliotheek. Ze is een van de betrokkenen bij het kunstwerk ‘I for Eye’ van Stefaan Decostere dat op initiatief van Margit Tamás (mediastudies, Bouwkunde) in de voormalige portiersloge van
de bibliotheek is geïnstalleerd. Het optische effect van het kijkgat berust op spiegelwerking en is een hommage aan Filippo Brunelleschi, de vijftiende-eeuwse uitvinder van het perspectief. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
DELTA. 36 26-11-2009
02
nieuwsinterview
‘Je moet slim zijn en geluk hebben’ TUdelta.36 > Jaargang 41 Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.
> Redactie Frank Nuijens, (hoofdredacteur), Katja Wijnands, Dorine van Gorp, (eindredactie), Nadine Böke, Saskia Bonger, Tomas van Dijk, Erik Huisman, Maaike Muller, Connie van Uffelen, Jos Wassink (verslaggeving). > Medewerkers Willemijn Dicke, Robbert Fokkink, Dap Hartmann, Auke Herrema, Richard van 't Hof, Christian Jongeneel, Ivo Knubben, David McMullin, Anna Noyons, Edgar van Os, Daan Schuurbiers, Jimmy Tigges, Ellen Touw, Robert Visscher, Floris Wiegerinck, Martine Zeijlstra. > Foto‘s Sam Rentmeester/ Hans Stakelbeek (FMAX).(info@fmax.nl) > Vormgeving Kummer & Herrman, Utrecht > Lay-Out Liesbeth van Dam > Mededelingen
Martin Kers (m.kers@tudelft.nl)
> Redactieraad Ir. S. Rozendaal (voorzitter), mw. prof.dr.ir.drs. H. Bijl, prof.dr.ir. F.W. Jansen, J. Op Den Kelder, mr. J.J. M.Kok, R.H.G. Meijer, T. Niks, prof. dr.B.J. Thijsse, ir. M. Persson, dr.ir. C. Vermeeren > Redactie-adressen Universiteitsbibliotheek Kamer 0.18-0.28 Prometheusplein 1 2628 ZC Delft Postbus 139 2600 AC Delft Tel. 015-278 4848 E-mail: delta@tudelft.nl www.delta.tudelft.nl > ISSN 0169-698x > Druk Wegener Nieuwsdruk Twente, Enschede > Oplage 12.000 > Advertenties H&J uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel Tel. 010-451 55 10 Fax 010-451 53 80 E-mail:delta@henjuitgevers.nl www.linkmagazine.nl > Abonnement Een abonnement kost 37,50 en kan elk moment ingaan. > HOP Delta werkt samen met het Hoger Onderwijs Persbureau Hein Cuppen, Bas Belleman, Thijs den Otter Tel. 071-523 6151 Fax 071-523 2138 E-mail hop@xs4all.nl > Copyright Delta Auteursrecht voorbehouden. Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur artikelen, schema‘s of illustraties geheel of gedeeltelijk over te nemen en/of openbaar te maken, in enigerlei vorm of wijze.
Nanowetenschapper dr. Ronald Hanson is verkozen tot een van de tien nieuwe leden van de Jonge Akademie. In deze onderafdeling van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen komen jonge, excellente onderzoekers uit uiteenlopende vakgebieden samen. xNadine Böke U ontving twee jaar terug een prestigieuze Vidi-subsidie, hebt vier keer in Science en Nature gestaan, bent nu toegelaten tot de Jonge Akademie. En dat allemaal terwijl u net 33 bent. Wat is uw geheim? “Ik geloof niet dat ik echt een geheim heb. Het is denk ik een samenloop van omstandigheden. Je moet slim zijn, hard werken, mensen om je heen hebben die je steunen, en een dosis geluk hebben. Mijn promotieonderzoek ging erg goed en er kwamen mooie publicaties uit. Daardoor kon ik een postdoc plek krijgen bij een goede vakgroep. Waar ik geïnteresseerd raakte in een vakgebied
rican, over quantuminformatica. Dat artikel heeft veel impact gehad. Publiceren in bladen als Science en Nature is erg mooi, maar dit dringt niet door bij het grote publiek. Dingen die je schrijft in een algemener gelezen blad als Scientific American wel.”
Ronald Hanson. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
dat nog in de kinderschoenen stond, en waarvoor ik die Vidi-subsidie kreeg. Als je eenmaal op zo’n goede track zit, gaat het vervolgens allemaal makkelijker.” Een van de doelstellingen van de Jonge Akademie is dat de leden zich mengen in het maatschappelijke of politieke debat. Wat kunnen we op dit vlak van u verwachten? “Ik wil me inzetten voor een beter loopbaanbeleid en arbeidsperspectief voor jonge academici. Het kabinet zet in op een kenniseconomie, en wil om dit te bereiken graag dat zo veel mogelijk mensen promoveren. Maar ik denk niet dat dit de oplossing is. Het is volgens mij belangrijker dat er duidelijke afspraken komen in de trant van ‘als jij dit-en-
dit presteert, dan krijg jij gegarandeerd die positie binnen een universiteit’. Oftewel, mensen bevorderen op basis van hun kwaliteiten, in plaats van dit te laten afhangen van toeval, wat nu deels gebeurt. Verder zouden zowel de overheid als universiteiten er meer rekening mee moeten houden dat mensen op een gegeven moment een pauze willen om kinderen te krijgen. Zaken als subsidies zijn daar nu niet voldoende op ingericht.” Een andere doelstelling is het populariseren van wetenschap. Hebt u hier ervaring mee? “Een beetje. Ik heb natuurlijk wel eens praatjes gegeven. En ik heb een tijdje terug een artikel geschreven voor het tijdschrift Scientific Ame-
Even een test. Kunt u in een paar zinnen uitleggen waar het onderzoek binnen de groep die u met uw Vidi-subsidie startte, om draait? “Wij gebruiken nanotechnologie om het gedrag van losse elektronen en lichtdeeltjes onder controle te brengen. Een van de einddoelen van dit soort onderzoek is quantuminformatica en de quantumcomputer. Hierin worden elektronen of lichtdeeltjes gebruikt als informatieeenheid. Wat verder bijzonder is aan ons onderzoek, is dat wij kijken naar quantumgedrag van deeltjes in diamant. Quantummechanisch onderzoek vindt meestal plaats bij heel lage temperaturen, dicht bij het absolute nulpunt. Maar in diamant is het mogelijk om quantumgedrag te bestuderen bij kamertemperatuur; dat is heel speciaal.” Staan er voor komende tijd al activiteiten met de Jonge Academie op uw agenda? “Nee, nog niet, ik ben nog niet officieel geïnstalleerd.”
van der duin
Wereldberoemd Vraagje. Noem drie wereldberoemde naoorlogse Nederlanders. Rembrandt en Van Gogh tellen dus niet. Mondriaan ook niet. Cruijff reken ik goed. En niet omdat ik een in Amsterdam geboren voetballiefhebber ben. Maar eerlijk is eerlijk, ‘Kroeiff’ doet het bijna overal op de aardbol goed. Ik heb zelf lang nagedacht over deze vraag maar verder dan Cruijff kom ik niet. Paul Verhoeven? Nee toch. Rem Koolhaas? Doe me een lol. Joop Zoetemelk, Karel Appel, Harry Mulisch, Gerard ’t Hooft? Ik ben bang dat als je deze namen op een willekeurig stadsplein in een willekeurig land aan willekeurige voorbijgangers voorlegt, je voornamelijk verbaasde, onwetende gezichten zal oogsten. Anne Frank? Eh, ik had het over wereldberoemde náoorlogse Nederlanders… (of beledig ik nu iemand?) Nog een keer dezelfde vraag. Maar dan anders. Noem drie wereldberoemde naoorlogse Belgen. Even denken. Ja, ik weet er één. Magritte. Eh, nog even denken. Ja, weer één: Eddy Merckx. Ah, dit is gemakkelijk: Kuifje (Hergé), Jacques Brel, Georges Simenon, en sinds afgelopen week: Herman van Rompuy. En omdat ik Mulisch en Zoetemelk niet goed rekende, keur ik ook Hugo Claus, Justin Henin en Kim Clijsters af. Maar ook de lijst met bijna-wereldberoemde Belgen is niet beperkt: James Ensor, de Smurfen, Manneken Pis en Willy Vandersteen haalden het bij mij net niet. Het kan aan mijn ingeboren Hollandse arrogantie (lees: Amsterdams zelfvertrouwen) liggen maar ik vind het opmerkelijk dat het voor Belgen vrij eenvoudig is om een dergelijk lijstje te produceren en het voor de Nederlanders een vrijwel ondoenlijke zaak is. Hoewel verklaringen als de Hollandse nuchterheid en ons aller levensmotto ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, natuurlijk snel gevonden zijn. Maar recent las ik een verklaring die beter en actueler is en verwoord werd door de beste burge-
meester ter wereld, Job Cohen van Amsterdam. 'Wij zijn uiteindelijk allemaal amateurs', verklaarde hij. Voor de goede orde, waarde lezer, hij had het niet over u of mij maar over de bestuurlijke elite van Amsterdam die niet in staat is een gewogen oordeel te geven over de voorstellen van bouwers van de Noord/Zuidlijn in Amsterdam. Met uw welnemen verbreed ik de classificatie van Cohen naar de overige bestuurlijke elite in Nederland. De elite die ons bankwezen in de soep heeft laten lopen, die ons onderwijssysteem de nek heeft omgedraaid, die ‘ingrijpt’ bij onze faculteiten, die niets snapt van integratie, die onze ruimtelijke ordening verrommeld heeft, die de democratische structuur heeft entfremd van de bevolking. Kortom, die elite die ervoor zorgt dat we geen lijst kunnen maken met wereldberoemde Nederlanders. Die de bescheiden Belgen wèl hebben. ónze elite, die wereldberoemd is in eigen land. Een bekende stelling is dat je nooit de mensen moet laten opruimen die de rotzooi hebben gemaakt. Maar in Nederland is het zelfreinigend vermogen van onze elite bijzonder hardnekkig. Kijk naar Harry Borghouts, commissaris van de koningin in Noord-Holland, die na het Landsbanki-debacle met geen stok van zijn positie als ad interim directeur van het ABP was weg te slaan. Vaak moet je je manager opvoeden, en soms later je ouders. Maar onze elite is niet alleen untouchable maar vooral ook uncoachable. Niets helpt. Een blanke vrouw vroeg ooit aan Malcolm X wat zij voor hem kon betekenen in zijn strijd. 'Nothing', antwoordde hij. Ik bedoel maar. Patrick van der Duin is toekomstonderzoeker bij de sectie technology, strategy and entrepeneurship van de faculteit Techniek, Bestuur en Management.
DELTA. 36 26-11-2009
Nieuws
Herstart
Hippolytuslezing
Accreditatiewet
In ’s werelds grootste deeltjesversneller, de Large Hadron Collider (LHC) bij Genève, zijn voor het eerst twee protonenbundels op elkaar geknald. Maandag al joegen onderzoekers de eerste bundels door de 27-kilometer lange tunnels. De stemming bij het Europese instituut voor deeltjesonderzoek Cern was opgetogen en gejuich begeleidde de eerste resultaten. Technici hebben de versneller afgelopen vrijdag herstart na een reparatie van veertien maanden.
De Deltacommissie heeft ons land op een tweesprong gebracht, constateert waterbouwkundige prof. dr.ir. Han Vrijling. Hij verzorgt zondag de Hippolytuslezing in DOK. We moeten kiezen tussen openen van de Zeeuwse zeearmen en ‘bouwen met de natuur’ of de klassieke kustverdediging en het inkorten van de kustlijn, betoogt Vrijling. De discussie raakt aan economie, scheepvaart en landbouw.
Minister Plasterk trekt zich weinig aan van de kritiek die de Raad van State heeft op het wetsvoorstel voor een nieuw keuringsstelsel. Hij gooit er zelfs een schepje bovenop: instellingen mogen hun opleidingen nu al ‘beperkt’ laten toetsen. De voornaamste kritiek van de Raad van State is dat de voorgestelde instellingsaccreditatie niet tot minder, maar tot meer administratieve lasten leidt. Plasterk bestrijdt dat. Vanaf 2010 worden alle opleidingen in het hoger onderwijs opnieuw gekeurd. Universiteiten en hogescholen die
x
Zondag 29 november 2009, 11.30 uur. DOK, Vesteplein 100, Delft. Toegang gratis.
Vidi-subsidies voor vijf TU’ers De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek heeft vijf Delftse wetenschappers een vidisubsidie toegekend. De TU Delft scoort dit jaar veel beter dan in 2008, toen geen enkele vidi-subsidie naar Delft ging. xTomas van Dijk Dankzij deze subsidie, die kan oplopen tot maximaal 800 duizend euro, kunnen jonge wetenschappers een vijfjarig onderzoek opzetten. Biotechnoloog dr. Pascale DaranLapujade (1972) van Technische Natuurwetenschappen (TNW) gaat met haar geld proberen de afbraak van suikers door bakkersgist te versnellen. Door de gist genetisch te modificeren hoopt zij een stam te krijgen die sneller en efficiënter brood doet gisten, bioethanol produceert en alcohol in wijn en bier, om maar een paar voorbeelden te noemen. “Het is een heel ambitieus project”, vertelt de onderzoekster die zich toelegt op een relatief jonge tak van
Proeven
wetenschap: de synthetische biologie. Zij wil veel meer dan slechts hier en daar een gen toevoegen of verwijderen. “Tegenwoordig kunnen we lange DNA-strengen aan het genoom van micro-organismen vastplakken. Misschien ga ik wel dertien genen toevoegen.” Dr. Ferdinand Grozema (1973) van Delftchemtech (TNW) gaat de golfbeweging van elektronen onderzoeken. De beweging van elektronen in moleculen kan net als licht beschreven worden als een golf.
Alles bij elkaar besteedt de organisatie zeventig miljoen euro aan de vidi’s Interferentie-effecten zoals die optreden bij licht, komen ook voor bij het transport van elektronen in moleculen. In dit onderzoek worden deze interferentie-effecten gebruikt om elektronische componenten, bestaande uit één enkel molecuul, te ontwerpen. De wijze waarop rivieren sediment naar zee transporteren is het onderzoeksonderwerp van dr. Joep Storms (1971) van Civiele Techniek en Geowetenschappen. Hij is ondermeer geïnteresseerd in het effect van klimaatverandering op deze
Kijken, walsen, ruiken, proeven en spugen. Dat leerden afgelopen vrijdag zestien voornamelijk vrouwelijke deelnemers aan een vol bezette cursus wijnproeven. Zes wijnen werden besproken en tevens een aantal kazen van over de hele wereld. Wat het wil zeggen als de wijn aan het glas blijft hangen? Dat er veel wijn en/of suiker in zit. Proeven biedt uitkomst. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
03
Protonenkliniek willen dat hun opleidingen ‘lichter’ worden getoetst dan in de eerste ronde, kunnen er in het nieuwe voorstel voor kiezen een zogeheten instellingstoets te doen. Ze moeten dan aantonen dat hun eigen kwaliteitszorg in orde is, net als hun personeelsbeleid en voorzieningen. De opleidingen zouden vervolgens alleen gekeurd hoeven worden op de kwaliteit van het onderwijs.
Ontwerpers gaan aan de slag met de protonenkliniek Holland Particle Therapy Centre (HTPC) in Delft. Architect, installateur, constructeur en adviesbureau zijn geselecteerd op hun ervaring met ontwerp en bouw van bestralingsklinieken en op bekendheid met patiëntvriendelijkheid en energiezuinigheid – kernpunten van het HTPC. De protonenkliniek is een samenwerkingsproject van onder meer Erasmus MC, LUMC, NKI en TU. De financiering hangt af van goedkeuring door de gezondheidsraad en zorgverzekeraars.
Woonproject voor studenten met autisme sedimentaanvoer naar de kust en de langetermijngevolgen voor het kustgebied. Filosoof dr. Sabine Roeser (1970) van Techniek, Bestuur en Management doet onderzoek naar wat zij noemt ‘morele emoties en risicopolitiek’. Een puur rationele benadering over het doorvoeren van mogelijk risicovolle technologieën volstaat volgens haar niet. Om verantwoord om te kunnen gaan met risico’s, moeten politici eerst onderkennen welke ethische vraagstukken er spelen, vindt Roeser. Met zijn onderzoek ‘Solving difficult optimization problems’ zoekt dr. Frank Vallentin (1972 ) van Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica nieuwe rekenkundige manieren om wiskundige problemen zo efficiënt mogelijk op te lossen. De vidi is een van de drie subsidievormen van de zogenoemde vernieuwingsimpuls. De andere twee subsidies zijn veni (voor pas gepromoveerden) en vici (voor zeer ervaren onderzoekers). NWO kende dit jaar 89 Vidi subsidies toe. Alles bij elkaar besteedt de organisatie zeventig miljoen euro aan de vidi’s. Het geldbedrag is dit jaar gestegen van maximaal zes naar acht ton. In totaal schreven 508 onderzoekers een onderzoeksplan. Vorig jaar waren dat er ‘maar’ 393. Daarvan werden er 81 gehonoreerd.
Delft krijgt in het voorjaar van 2010 een begeleid-wonenproject voor studenten met autisme. Initiatiefnemer Elly van der Hagen is al op zoek naar een geschikt pand. De woonvorm is bedoeld voor mensen met een autismespectrum stoornis (AS) zoals het Syndroom van Asperger. Het gaat om vaak intelligente mensen met een ‘blinde vlek’ voor sociale en organisatorische facetten van het bestaan, mensen die moeite hebben met (snelle) veranderingen. Daardoor lopen ze vaak vast in het hoger onderwijs. Ze moeten hun studie organiseren en werken in projectgroepen. In een regulier studentenpand vallen ze door hun sociale onhandigheid buiten de boot en raken gauw in een isolement. Van der Hagen heeft een coachingsbureau waarin ze al vijf jaar mensen met AS begeleidt. Vorig jaar zette ze in Amsterdam en Leiden een woonproject op voor mensen met autisme. In Leiden wonen twee TUstudenten. Volgens Van der Hagen moeten er in Delft meer TU’ers met autisme studeren die baat kunnen hebben bij begeleid wonen. Ze mikt op een project voor drie studenten. In een woonproject wonen de studenten met een begeleider in een
huis. De extra kosten die daarbij komen kijken, worden betaald uit een persoongebonden budget dat mensen met AS via de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten kunnen krijgen. Via de 24-uursbegeleiding worden alledaagse vaardigheden ingeslepen als schoonmaken en koken, maar ook sociale interactie. Dat en de structuur kunnen het
In een regulier studentenpand vallen ze door hun sociale onhandigheid buiten de boot zelfvertrouwen versterken en het werk rond de studie overzichtelijker maken. Dirk Hoek, onderzoeker bij de faculteit 3mE, is begeleider in Leiden. “Zo rond het eten trek ik 2,5 uur met ze op. Ik help het gesprek op gang en zorg dat ze allemaal aan bod komen. Het is belangrijk dat ze elkaar begrijpen om slepende irritaties voor te zijn. Je helpt ze ook bij alledaagse zaken als boodschappen halen. Soms lijken ze die dingen niet interessant te vinden en te negeren, maar dat is vaak onmacht. Ze hebben moeite om de concentratie vast te houden.” (EH)
x
www.delta.tudelft.nl: Dirk Hoek (3mE) begeleidt autisten
DELTA. 36 26-11-2009
Nieuws
Intercitystation
Twee prijzen
Delft heeft de NS gevraagd om van station Delft een volwaardig intercitystation te maken. Nu stoppen er alleen intercitytreinen van en naar station Den Haag Centraal. Volgens wethouder Koning wordt bereikbaarheid per openbaar vervoer steeds belangrijker en is de trein op regionale en interregionale verbindingen het belangrijkste alternatief voor de auto. Ook is Delft onderdeel van Stedenbaan, dat zich onder meer richt op betere benutting en versterking van bestaande infrastructuur. Een intercitystation zou ‘een stap de goede kant op’ zijn.
Het kon niet op voor Loubna Aammari de afgelopen week. De tweedejaars studente informatica (19) werd verkozen als beste allochtone vrouwelijke eerstejaars studente in de exacte vakken en ontving de Kartini Prijs van 1250 euro. Ze haalde gemiddeld een 8 in haar eerste jaar. Nog geen week geleden sleepte ze een van zeven studiebeurzen van 2400 euro binnen die Finalist IT Group uitreikte aan uitzonderlijke eerstejaars studenten technische informatica. De Kartini Prijs werd toegekend door de Koninklijke Hollandsche
Maatschappij der Wetenschappen, die nog veertig Jong Talent aanmoedigingsprijzen voor eerstejaars uitreikte. Daarvan kwamen er acht in handen van TU-studenten. Bij de uitreiking van de beurzen van de Finalist IT Group, bedoeld om aandacht te vragen voor het nijpend tekort aan studenten technische informatica, vielen naast Aammari de TU-studenten Dennis Stevense en Friso Abcouwer in de prijzen. Ook zij kregen een beurs van 2400 euro.
04
Afstudeerders
Schaatspakken
Afstudeerders van alle acht faculteiten presenteerden afgelopen donderdag hun scripties. Het waren de winnaars van de UfD-Mecanooprijzen voor beste afstudeerders 2008-2009. Rector Jacob Fokkema reikte de prijzen uit. Als allerbeste afstudeerder kwam ir. Evelien Pingen van Technische Natuurwetenschappen uit de bus. Het lukte haar om water en zout gelijktijdig en onafhankelijk van elkaar te laten kristalliseren en om er een toepassing voor een Rotterdams bedrijf uit te ontwikkelen.
Afgelopen jaar waren TU-medewerkers dr.ir. Leo Veldhuis en ir. Nando Timmer (Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek) betrokken bij windtunneltests van nieuwe Nederlandse schaatspakken. Die vonden plaats in Emmeloord in opdracht van schaatsbond KNSB. De vraag was of nieuwe pakken -herkomst geheim- beter waren dan de huidige Nike SwiftSkins. Over het resultaat van de tests mag Timmer niks zeggen. “De KNSB heeft het contract met Nike beëindigd. Verder zeg ik niks.”
docent van het jaar
‘Begrijpen in plaats van reproduceren’ Nooit meer naar de universiteit, dacht Daniel Rixen na zijn studententijd. “Frustrerend: tentamen, reset, volgende tentamen. Het was reproduceren in plaats van begrijpen.”
Wie is de beste docent van de TU Delft? De zeven genomineerden komen elke week aan bod op deze pagina. Dit is deel 4.
xConnie van Uffelen Toch werkt Rixen nu aan de universiteit. En het is zijn persoonlijke uitdaging om colleges niet op dezelfde manier te geven als zijn docenten deden. Hij gebruikt weliswaar ‘ouderwetse’ sheets, maar alleen als ondersteuning van zijn verhaal. Op zijn sheets gaat het niet om de vergelijkingen zelf - daar heb je immers boeken of collegedictaten voor – maar om wat wordt bedoeld met de vergelijkingen. “Hoe kom ik aan deze vergelijking? Begrijpen in plaats van reproduceren.” Daarom neemt hij altijd mondeling tentamens af. “Het is binnen tien seconden te zien of iemand iets vertelt omdat het er staat, of omdat hij het begrijpt. Studenten vinden het prettig want als ze goed studeren, kunnen ze laten zien dat ze het weten.” Die mondelinge tentamens kosten Rixen veel tijd. “Bij mechanica heb ik zo’n veertig studenten en iedere student kost minimaal een half uur, dus ik ben bijna twee weken bezig. Maar het slagingspercentage is bijna tachtig procent. Niet omdat het tentamen makkelijk is, maar omdat ze niet komen als ze het niet weten.” Die aanpak zou bijgedragen kunnen hebben aan zijn nominatie,
Daniel Rixen: “Mijn ervaring is dat studenten harder gaan werken als ze zien dat de docent veel tijd in begeleiding stopt.” (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
vermoedt Rixen. Verder steekt hij veel tijd in een goed collegedictaat en in de voorbereiding van colleges. “Onze universitair hoofddocent heeft als theorie dat in de bachelorfase het product van de inspanning
‘College geven is iets tussen mensen’ van een docent en een student een constante is. Dus als de docent meer doet, gaat de student minder doen. Maar ik denk dat het in de masterfase omgekeerd ligt: daar gaan studenten harder werken als ze zien
dat de docent veel tijd in begeleiding stopt. Dat is mijn ervaring.” Rixen grijpt de zaal met voorbeelden uit de praktijk. Uit zijn onderzoeksprojecten met ESA in Noordwijk bijvoorbeeld, of uit zijn samenwerking met BMW. Soms neemt hij zijn elektrische gitaar mee om uitleg te geven over trillingen. Aansprekend is ook het praktijkvoorbeeld waar Rixen vorig jaar op stuitte toen zijn afdeling verhuisde naar haar huidige plek. “Toen ik hier binnenkwam, kon ik de buren horen praten. Ik heb studenten toen gevraagd de geluidsoverdracht te analyseren en modelleren. Als iemand hier geluid maakt, hoeveel ga ik daar dan horen? Waar zou ik
geluidabsorberende materialen moeten plaatsen?” Of neem de dynamica van de fiets. Wie met een mountainbike over een heuveltje scheurt, moet het stuur naar beneden duwen voor meer snelheid. Door de lucht vliegen kost namelijk vaart. Rixen liet dit fenomeen door zijn studenten modelleren om te kij-
ken of het inderdaad zo is. “Ze vonden het heel leuk.” De professor loopt niet warm voor doceren via internet en zelfstudie. Het is handig wanneer studenten niet naar het college kunnen komen, maar als student zou Rixen dat zelf niet willen. “College geven is iets tussen mensen.” Het leuke daaraan is volgens Rixen het delen van kennis. “Je behandelt je studenten bijna als je eigen kinderen: je wilt dat ze het maximale uit zichzelf halen.” Dat heeft zich terug vertaald: Rixen is op zijn faculteit al driemaal docent van het jaar geworden en is dit jaar door toptrack-studenten gevraagd ze te begeleiden. “Een hele eer.”
x Tips van Daniel Rixen: - Doe niet alsof je alles weet. Soms moet ik zeggen: goede vraag, ik heb er geen antwoord op. - Maak een goede show van je college maar overdrijf niet. - Denk niet dat studenten lui zijn: ze werken hard als ze maar genoeg begeleiding en uitdaging krijgen.
Naam: Daniel Rixen (42) Doceert bij: Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Materiaalwetenschappen (3mE) Burgerlijke staat: Verliefd en getrouwd, drie kinderen, een blindengeleidehond op training, een konijn Vakken: engineering dynamics, mechanical analysis, numerieke methoden voor dynamica, vloeistof-vaste stofinteractie
Newton en de slingerende pendule Zet Daniel Rixen met een aanwijsstok voor een groep studenten en je krijgt even het idee dat hij een majorettekorps aanvoert. Hij laat de stok horizontaal boven zijn hoofd draaien en verticaal voor zijn lichaam heen en weer slingeren. Dat zit zo. Engineering dynamics is een moeilijk basisvak voor werktuigbouwkunde. Als student wist Rixen precies wanneer het moeilijk was. Hij weet dat het bij abstracte vergelijkingen over beweging zeer verhelderend werkt om een pendule te zien bewegen. En dus is daar de volop slingerende aanwijsstok. En het werkt. Newtons ‘kracht is massa maal versnelling’ wordt inzichtelijk als Rixen de beweging van een pendule met de stok nabootst en met krijt op het bord tekent. Hij wil vooral voorkomen dat hij studenten frustreert. Dat hij afge-
leiden urenlang uitlegt, maar dat studenten het niet begrijpen en zich zelfs gaan afvragen of ze niet ‘gewoon dom’ zijn. Hij gaat dan gerust een stapje terug in zijn afgeleiden. Rixen gebruikt daarvoor sheets en begint steevast met een inhoudsopgave. Hij zegt wat hij de vorige keer heeft gedaan en wat hij nu gaat doen. Zo krijgt het verhaal structuur. Het valt immers niet mee een rode draad te vinden in een verhaal vol lineaire en niet-lineaire vergelijkingen en formules. Een verhaal dat deze Belg ook nog eens in goed Engels vertelt, zij het met een licht Frans accent. Rixen is behulpzaam: “Heeft iemand vragen over Lagrangevergelijkingen? Ik ga ze de hele dag gebruiken.” Hij stelt studenten gerust: “Kunnen jullie dit analytisch oplossen?” Nee, schudt een enkeling. “Is dat hopeloos? Nee.” Hij ver-
luchtigt zijn verhaal met grapjes: “Ik heb slecht nieuws: de wereld is niet lineair.” Soms verontschuldigt hij zich bijna voor alle mathematica. Hij vindt dat hij niet genoeg tijd neemt om sommetjes helemaal uit te werken. Toch lijkt dat na dit college erg mee te vallen. Studenten begrijpen wat hij heeft uitgelegd en weten hoe ze de beweging van modellen kunnen beschrijven op een makkelijker manier dan die van Newton.
DELTA. 36 26-11-2009
Nieuws
Voorzitter
Geen taboe
Rob Brons wordt per 1 maart 2010 de nieuwe bestuursvoorzitter van de Haagse Hogeschool, die ook een vestiging heeft op de TU-campus. Brons is regionaal commandant brandweer van de veiligheidsregio Haaglanden en landelijk commandant van de internationale reddingseenheid. Daarnaast is hij vicevoorzitter van de raad van toezicht van Rivierduinen, een organisatie voor geestelijke gezondheidszorg in Zuid-Holland, en bestuurslid van het Rode Kruis Den Haag. Brons volgt Pim Breebaart op, die ruim twaalf jaar collegevoorzitter was.
De TU mag niet bezuinigen op garantiemaanden voor studenten. Dat vindt de studentenraad (sr). Bezuinigen op deze bestuursbeurzen vermindert volgens de sr de ‘toegankelijkheid voor ontplooiing’ van studenten met een kleine portefeuille. Bovendien, zo vindt de sr, werken de beurzen juist stimulerend voor de studievoortgang, omdat studenten voor een beurs moeten aantonen dat ze goed studeren. De TU stopt 1,2 miljoen euro in de beurzen. Dat is volgens de sr maar een klein bedrag terwijl de gevolgen voor studenten groot
05
zijn. Collegelid Paul Rullmann zei tijdens een overleg met de sr dat de TU voor een zware financiële opgave staat. “1,2 miljoen is een klein bedrag maar hoe je efficiency bereikt, zit hem in kleine dingen. Als je de toekomst werkelijk bestendig in wilt gaan, moet je juist ook kleine dingen aanpakken. Beurzen, inkoopbeleid, voorzieningen: niks is taboe.”
Buidel
Flexplekken
Wie een deel van zijn studie in de Verenigde Staten wil doen, moet waarschijnlijk dieper in de buidel tasten. De universiteiten in Amerika hebben moeite de eindjes aan elkaar te knopen. De staat Californië balanceert op de rand van faillissement en verhoogt de collegegelden met 32 procent. Met de hogere collegegelden wil Californië ruim 380 miljoen euro binnenhalen. Zonder recht op een studiebeurs kost een jaartje studeren daar vanaf 2010 ongeveer 7500 euro. Dat is 1500 euro meer dan nu. (HOP/EH)
De faculteiten Industrieel Ontwerpen en Techniek, Bestuur en Management verkennen de mogelijkheden voor het invoeren van flexplekken. Als hun bevindingen positief uitvallen, volgen er pilots. Dat schrijft het college van bestuur aan de studentenraad die vindt dat de TU juist moet wachten met flexplekken totdat problemen hiermee bij Bouwkunde zijn opgelost. Uit de voorlopige campusstrategie voor 2030 blijkt dat het college op de lange termijn naar een brede introductie van flexplekken wil om ruimte te besparen.
Studenten tegen 10-urenrooster De studentenraad is tegen een 10-urenrooster om groeiende studentenaantallen op te vangen. Het college van bestuur komt nog met een voorstel. xConnie van Uffelen Hoewel de discussie officieel nog niet op de agenda staat, heeft de studentenraad (sr) het college van bestuur alvast laten weten tegen invoering van een 10-urenrooster te zijn. De voordelen zouden niet opwegen tegen de nadelen. In een brief schrijft de sr dat een 10-urenrooster financiële gevolgen heeft als faculteiten langer open moeten blijven en docenten een avondtarief betaald moeten krijgen. Bovendien gebruiken veel studenten de tijd buiten de huidige
acht uren om zich te ‘ontplooien’. Een 10-urenrooster zou het effectief leren van studenten beïnvloeden. ‘Studenten zullen een studieritme moeten creëren dat wisselt van dag tot dag’, schrijft de sr. Ook zouden studenten die buiten Delft wonen nog langere dagen maken door hun reistijd. Verder zou volgens de sr de motivatie van studenten, en mogelijk ook docenten, dalen door avondcolleges. Dat zou leiden tot ‘slechtere colleges’. Tot slot voorziet de sr veel administratieve moeilijkheden. Studenten zien meer heil in het huren van extra onderwijszalen of het plaatsen van noodgebouwen. Voor de langere termijn - na 2020 voorziet de TU stabiliserende of dalende studentenaantallen – pleit de sr voor een discussie over onderwijsvormen. De TU zou colleges misschien gecomprimeerd en in kleinere groepen moeten geven, meer in combinatie met ict. De brief werd vorige week besproken tijdens een overleg met het college
van bestuur. Op de vraag van studenten waarom een 10-urenrooster nodig is, antwoordde collegelid Paul Rullmann dat gebouwen efficiënter worden benut. “Dat levert geld op omdat je minder hoeft bij te bouwen of te huren.” Volgens Rullmann roostert de TU momenteel al ‘heel efficiënt’ met een bezettingsgraad van zeventig procent in de faculteiten. “Als
‘Geen intensieve veehouderij op kennisgebied’ er maar iets mis gaat, is er sprake van roosterproblemen.” Efficiënter roosteren binnen de huidige acht uur is volgens hem dan ook geen optie. Rullmann liep ook niet warm voor het voorstel om grotere zalen te huren. “Grote colleges moet je beperken tot diegenen die een boei-
end betoog kunnen houden, anders is het intensieve veehouderij op kennisgebied.” Er is juist een tendens naar kleinere groepen in projectachtige ruimtes, zei Rullmann. Hij wil kijken naar oplossingen met ict, virtuele collegezalen (volgende week lanceren de drie TU’s de eerste) en collegezalen die zijn op te delen in twee ruimtes. “Bijhuren is ook een optie, maar jullie tillen veel te zwaar aan een 10-uren rooster. Het is even wennen en daarna weet je niet meer beter.” Het argument ‘ontplooiing’ vond geen genade. “Dan ga je een uurtje later sporten.” De sr wees er op dat studenten nu juist tussen half zes en acht sporten, eten en een biertje drinken. Rullmann: “We hadden vroeger avondcolleges en ook een bloeiend studentenleven.” Op de vraag of de TU niet kritisch kon kijken naar het aantal colleges, zei Rullmann dat de sr het voorstel moest afwachten.
'Harde knip levert problemen op' De TU moet volgens de studentenraad (sr) nog veel doen om studenten zo min mogelijk studievertraging te laten oplopen door de harde knip. Uit een enquête bleek dat veel studenten hun bachelor nu uitspreiden over vier jaar, omdat ze vinden dat die niet in drie jaar is te doen. Als ze na drie jaar enkele studiepunten tekort komen, willen ze niet vanwege de harde knip een jaar wachten om aan hun masteropleiding te mogen beginnen. In een overleg met de studentenraad erkende het college van bestuur dat het een groot probleem is als studenten langer over hun opleiding doen. Maar dat betekende volgens collegelid Paul Rullmann dat studenten juist sneller moeten studeren. “We hebben een knoertharde knip en daar heb je je aan te houden.” De sr wees erop dat het soms niet alleen aan studenten ligt, maar dat het zwaartepunt van het derde jaar bij veel studies te veel op het laatste semester ligt. Rullmann zei dat het ‘niet de bedoeling is valkuilen te creëren’ in het derde jaar. Een ander probleem is volgens de
sr dat er nog onnodige voortgangseisen worden gesteld om aan het derde jaar te beginnen of bepaalde tentamens te mogen maken. Rullmann stelt dat die tot een minimum moeten worden beperkt. De administratie voor de masterinschrijving is volgens de sr ook een probleem als herkansingen nog niet zijn nagekeken voor 1 september. Rullmann zei er alles aan te zullen doen om studenten vroegtijdig duidelijkheid te geven, maar gaf aan dat zij altijd colleges kunnen volgen en voor practica ontheffing kunnen vragen. Is de herkansing niet gehaald dan kan de student eruit worden gezet. Juist dat heeft volgens de sr weer consequenties voor medestudenten in hetzelfde project. Het alternatief, zo zei Rullmann, is iemand niet toelaten tot de master. Wie later instroomt in de master, zo bepleitte de sr, moet ook zijn studie kunnen doen in de tijd die er voor staat. Rullmann zei daarvoor zijn best te doen, maar wees er wel op dat die studenten vertraagd zijn en dus achterlopen. “Dat kan betekenen dat je je vooraf moet voorbereiden.” (CvU)
delta online Banenkans technici Afgestudeerde technici, juristen en economen vinden de komende jaren minder gemakkelijk een geschikte baan. Dat blijkt uit een rapport van onderzoeksbureau ROA dan dinsdag 24 november is verschenen.
Migraine-onderzoek De drie winnaars van de Spinozapremie slaan de handen ineen en gaan samen onderzoek doen naar migraine. Dat maakten ze woensdag 25 november bekend bij de uitreiking van de prijs.
Bio-ethanol uit gist Microbiologen van de TU en het Kluyver Centre for Genomics of Industrial Fermentation hebben gist zodanig aangepast dat het microorganisme makkelijker bio-ethanol produceert uit landbouwafval. Hun onderzoek is vorige week gepubliceerd in het tijdschrift Applied and Environmental Microbiology.
Onderzoekers Tussen 2002 en 2007 is het aantal onderzoekers wereldwijd gestegen van 5,8 miljoen naar 7,1 miljoen. Ruim een half miljoen van die stijging komt voor rekening van China. Dat land heeft nu bijna net zoveel onderzoekers als de Verenigde Staten.
OV-chipkaart Even snel op 2 januari een OV-jaarkaart scoren bij het postkantoor zit er in 2010 niet meer in. De ‘papieren’ kaart wordt vervangen door de studenten OV-chipkaart. En die moet ruim van tevoren worden aangevraagd.
Steun promovendi Onderwijsminister Plasterk is blij met de uitspraak van de Groningse rechtbank dat promovendi als werknemers behandeld moeten worden. Die beschouwt hij als ondersteuning van zijn beleid.
Handig pannetje
Studenten Chris Laumans, Stefan Roest en Arne Kaas hebben een ingenieus idee, maar vindt de Nederlandse televisiekijker dat ook? Dat moet blijken op zaterdag 28 november tijdens de finale van het SBS6-programma ‘Het beste idee van Nederland’. De drie masterstudenten sustainable energy technology ontwikkelden een pannetje dat de warmte vasthoudt dat normaalgesproken langs de zijkant opstijgt. Doordat de pan in een glazen omhulsel hangt, werkt het twintig procent efficiënter. Het publiek verkiest per sms de winnaar. SBS6 helpt de winnaar met het succesvol op de markt brengen van zijn product. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
x www.delta.tudelft.nl
DELTA. 36 26-11-2009
06
science
opinion please
Second generation yeast about to rise With their latest genetically modified yeast, TU Delft researchers think they can boost bioethanol production from agricultural waste. “Within two years the first full-scale plants for second generation bioethanol will have started production.” xTomas van Dijk Bioethanol is currently the largest product of industrial biotechnology, accounting for an annual world production of 65 billion litres, which is mainly intended as fuel for cars. Just like beer and wine, bioethanol is made by the yeast Saccharomyces cerevisiae from sugars obtained from plant biomass. “With such huge quantities, each amelioration of the fermentation process leading to some percentages more yield has a big impact on the industry”, says professor Jack Pronk. He and his colleagues from the Kluyver Centre for Genomics of Industrial Fermentation genetically modified yeast, enabling it to produce about ten percent more ethanol. Their discovery was published last week in the scientific journal Applied and Environmental Microbiology. The lead author of the article, Victor Guadalupe Medina (MSc), added a single gene from a bacterium to the yeast, which, in addition to sugar, enabled it to also convert acetate to ethanol. At the same time, Medina knocked out two yeast genes required for the transformation of sugars into glycerol instead of ethanol. Both acetate and glycerol
Microbiologist Victor Guadalupe Medina added only one gene to the yeast genome. He killed three birds with one stone: no glycerol formation, higher ethanol yields and consumption of toxic acetate. (Photo: Kluyver Laboratory)
are undesirable byproducts of the bioethanol production process. “For bulk processes, this increase in yield can make the difference between a ‘go’ or ‘no go’ for industry”, Pronk says. The microbiologist refers specifically to the second generation bioethanol industry. Bioethanol should preferably be produced from resources that do not compete with food production. For this reason, efforts are made to produce second generation bioethanol using agricultural residues, such as wheat straw and corn stover, instead of for example sugar cane, beets or maize. During the processing of these agricultural residues - in which sugars are released from plant polymers significant quantities of acetate are formed. Acetate can slow down or even halt bioethanol production by yeast. It is the second important discovery from TU Delft’s biotechnology department that brings second generation bioethanol a step clo-
Yeast with fluorescent proteins. (Photo: wikimedia commons)
ser. In recent years, Pronk and colleagues made headlines when they engineered a yeast that was able to convert the sugars xylose and arabinose into ethanol. Yeast previously had a hard time digesting these molecules, which occur in large amounts in agricultural residues. One of the genes he added to the yeast came from a fungus derived from elephant feces, a detail that contributed to the extensive press coverage. “My colleague, dr. Ton van Maris, and I were teaching students about a biochemical pathway in the bacterium E.coli, when suddenly it appeared to us”, Pronk recalls. “The formation of glycerol as a byproduct in sugar fermentation was not inevitable, as had always been thought. We only had to insert the gene encoding for an enzyme (acetaldehyde dehydrogenase) from the bacterium into the yeast genome. As an extra consequence more ethanol would be formed and toxic acetate would be consumed. Victor Guadalupe very creatively turned this wild idea into a proof-of-principle.” Now follow-up research on the transfer of this concept to industrial yeast strains and real-life process conditions is required. Among the tests to be conducted will be those that determine whether the genetically modified yeast can survive under these conditions. “But I’m confident we will get this concept to work”, Pronk states. The TU Delft yeast researchers, who have applied for a patent on their invention, hope to intensively collaborate with industrial partners, in order to accelerate its industrial implementation. Pronk believes the industry advances quickly now: “Within two years the first full-scale plants for second generation bio ethanol will have started production.”
Collapsing bridges Due to heavy rainfall last Friday in northwestern England two bridges collapsed and 16 were closed for precautions, the BBC reports. “These floods were of the kind that occurs once every two thousand years”, says bridge expert, Wilfred Molenaar, of the faculty of Civil Engineering & Geosciences’ hydraulic engineering section. Molenaar, who followed the events via internet, is not surprised that some bridges constructed only decades ago collapsed after such heavy rainfall: “One of the recent storm days became the wettest on record. This huge amount of rain alone would have been enough to result in a dangerous flood wave through the river system. Another contributing factor may have been an increasing area of built-up land during the last decennia. Built-up land causes rain water to run off the land into the rivers at a much faster rate. If such a storm had occurred in the past, the water would’ve reached the rivers more gradually.” “A once every two thousand years weather event would also cause damage in Holland”, Molenaar says. “In Holland we accept for instance that dikes along the IJssel will fail during extreme events that statistically only happen once every 1,250 years.” Molenaar thinks that, at the time of their design and construction, a considerable number of the bridges both in England and the Netherlands were not meant to cope with extreme weather events: “Even a century ago bridges were still built to resist the load of storms that people could remember having happened. No statistics came into play.” Judging from the television images, the bridges in Cumbria seem to have been constructed a fairly long time ago. Maintenance and upgrading of (old) bridges generally is the responsibility of governmental bodies that must work with tight budgets. The same goes for the Netherlands. “But”, Molenaar adds, “fortunately for good economic transport reasons the vast majority of bridges here have been modernised in the recent decades, or at least they’ve been kept up to standard.” And the Dutch are also lucky in another way. “In the Netherlands, most bridges, if not all, were built on pile foundations that extend deep into the ground, which is a necessity when building on soft soils”, Molenaar explains. “It looks as if the collapsed bridges in Cumbria had their piers on a shallow foundation. That makes the old English bridges more susceptible to erosion than old Dutch bridges.” Erosion occurring at the base of the bridges’ arches probably caused a lot of damage, Molenaar believes: “A bridge collapses when the foundation is eroded away. Moreover, the surface of the piers - the vertical parts of the bridge - that the water pushes against becomes bigger and this creates more momentum.” Bridges that weren’t high enough to remain above Friday’s rising flood waters had an even more difficult time. Molenaar: “The water level rose so high that at certain places it also pushed against the bridge deck.” (TvD)
DELTA. 36 26-11-2009
07
science
halfway
Inspired by water
Anna Dijk designed a double-faced closable water barrier. Closed and sturdy on the west side, while open, playful and hospitable at the eastern side that faces the city. (Illustration: Anna Dijk)
Civil engineering constructions are primarily functional. The Climate Adaptation Lab aims to add functions to weirs, sluices and bridges by encouraging civil engineering and architecture students to work together. xJos Wassink Last October the province of ZuidHolland awarded prizes for the best ideas to improve the quality of living in the (scarce) rural areas. There were three competition categories, and they were all won by engineers from TU Delft. Apparently, water inspires Delft engineers. Last week the graduation studio Climate Adaptation Lab organised a network event for students from the faculties of Civil Engineering and Geosciences, Architecture, Industrial Design Engineering, and Technology, Policy and Management. The event offered them the chance to graduate in an interdisciplinary group working on projects aimed to cope with the consequences of climate change in the built environment. This marked the recruitment of the fourth generation of CAL stu-
dents, with a fresh start every new semester. The Climate Adaptation Lab started two years ago with projects inspired by the plan ‘Open and Closed Rijnmond’, which the governmental Commission Veerman later included in the new Deltaplan. The plan signalled the need for large moveable dams in the waterways around Rotterdam to protect the city against swollen rivers and rising seawater levels – both consequences of global warming. CAL took up the challenge to make the dams multifunctional. Anna Dijk’s award-winning design ‘Waterslot’ illustrates the point: it uses the large volume needed for the closable dam to accommodate tourist attractions. She designed a restaurant there, terraces at varying levels, a spa and a marina. Moreover, the dam is located close to urban areas, so it doubles as a bridge for cyclists who want to tour the rural surroundings. Later CAL generations widened their view to include sustainability, urban green and urban and regional water. Josephine van der Klauw’s (CAL.3) multifunctional neighbourhood centre is a good example: it faces the challenge of increased rainfall in the city at the same time as adding value to the neighbourhood. Ad van der Toorn is CAL’s contact person within the faculty of Civil Engineering and Geosciences. He welcomes the input from the archi-
tecture students. “If you ask a civil engineer to construct a bridge, he’ll always put the pylon upright”, he says, while illustrating his point with a wooden model of a suspension bridge. “Apparently, you need an architect to do this.” And he draws the pylon back at an angle so that it immediately reminds one of the Erasmus Bridge. Civil engineers have little sense of the aesthetics of their creations, Van der Toorn says. According to CAL’s coordinator, dr. Thorsten Schuetze, about twelve architecture students per year choose this interdisciplinary graduation lab, despite the fact that it requires on average six months extra study time, which is spent on excursions abroad, civil engineering courses on water management and workshops. At the civil engineering faculty, students are much less interested, as most of them conduct their graduate projects within private companies. Van der Toorn isn’t surprised: “They get an invitation saying ‘meet us in Dubai’ with a ticket included. We cannot compete with that.”
The skate track in the neighbourhood centre that Josephine van der Klauw designed for the Afrikaanderwijk in Rotterdam acts as a rainwater reservoir, while the centre itself should improve the local social climate. (Illustration: Josephine van der Klauw)
Durandus Vonck. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
New tool for safer surgery Name: Nationality: PhD supervisor: Subject: Thesis defence:
Durandus Vonck (31) Dutch Dr. Richard Goosens (Industrial Design Engineering) Safer surgery with vacuum technique In less than two years
“Minimal invasive surgery is tricky. Surgeons can only see what they’re doing on a screen, and the instruments they use make it more complicated. When they try to remove a gallbladder for instance, they use a laparoscopic grasper. This is a tool with which they can grab the bladder. The grasper has sharp ends with notches, which makes it easier to grab the gallbladder or a piece of the slippery intestine. But this is also the reason for many problems during operations. The grasper could damage soft organs in the abdominal area, and this may cause a delayed perforation or an infection that can have severe consequences for the patient. Inexperienced surgeons in particular have a hard time using the grasper. I am developing a new kind of instrument as an alternative to the laparoscopic grasper. My instrument doesn’t have a grasper, but rather uses vacuum technique. My instrument has suction cups that suck on to the intestine or gallbladder. It is hard to find the right suction cups, and so I’ve created several. At the moment I’m working with a suction cup that the surgeon attaches to the tissue of the intestine and that sucks the tissue in like a balloon. I’m also working on a new handle. When the surgeon squeezes the handle, the cup attaches itself. The first prototype has a handle that has to be squeezed all the time to suck. Surgeons at the Amsterdam Medical Centre and Catharina Hospital in Eindhoven have tested my instrument, and they complained about the handle. It was tough to squeeze and make complicated moves in the stomach at the same time. Therefore I’m working on a new prototype. The surgeon only has to squeeze once to use the vacuum technology. Surgeons are enthusiastic about the possibilities of my instrument. They have tested the prototype on intestines of pigs, and the tests went very well. No tissue has been harmed so far, which is important, because it shows that my instrument will be much easier to use for inexperienced surgeons. They also like the instrument because it has such a basic technique, and this makes it easy for them to understand how it works. The surgeons encouraged me to also create a new vacuum technique instrument that will make it possible to stabilise and control an intestine or gallbladder during minimal invasive surgery. Such a tool does not yet exist. I have high hopes that my instrument will be used in the near future. I’m already in contact with Karl Storz, a German company that develops and manufactures high end tools for surgeons. In January I will present to them two new prototypes with better handles and suction cups.” (RV)
DELTA. 36 26-11-2009
interview
WIE IS URS STAUFER? Prof.dr. Urs Staufer (Zwitserland, 1960) heeft een opmerkelijke loopbaan in het kleine. Zijn dissertatie aan de universiteit van Basel (1990) ging al over het maken van nanometer structuren op glasachtig materiaal met een scanning tunneling microscope (uitgevonden in 1981). Uit die tijd stamt ook zijn patent op het maken van ‘structuren met atomaire dimensies’. Daarna volgt anderhalf jaar bij IBM in de Verenigde Staten waar hij een geminiaturiseerde kolom maakt voor een elektronenmicroscoop. In 1992 keert Staufer terug naar Zwitserland voor een gecombineerde betrekking bij het IBM research laboratorium in Rüschlikon en de universiteit van Basel. Hij werkt er verder aan de elektronenkolom en weet er voor het eerst lithografie mee te bedrijven. In 1997 wordt hij onderzoeksleider van de groep aan de universiteit van Neuchatel. Daar ontwikkelt hij de ‘scanning force microscope’ voor de Marsmissie. Tien jaar later krijgt Staufer de TU-leerstoel micro- en nano-engineering bij Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen (3mE). Opvallende zijlijnen zijn Staufers interesse in talen en didactiek. Vrijdag 13 november was zijn oratie. (Foto’s: Hans Stakelbeek/FMAX)
08
DELTA. 36 26-11-2009
09
interview
‘Alle goede technieken zijn simpel’ Prof.dr. Urs Staufer is vooral bekend geworden als de man die de microscoop bouwde waarmee zandkorrels op Mars zijn bekeken. In zijn oratie ging hij verder en sprak over ‘nanofabricage’. xJos Wassink Vorig jaar mei is de Phoenix op Mars geland met een instrument van u aan boord. Maar waarom duurde het 64 Marsdagen voordat er resultaten kwamen? “De eerste keer dat we een meting wilden doen, waren er wat problemen. Want als je een monster bij de sensor brengt, meet je de buiging van de hefboom. En zo snel je buiging meet, stop je de benadering. Dat gaat automatisch. We kregen toen valse positieve meldingen. Er werd een monster aangeboden, dat stopte. Maar op het beeld was niks te zien. Dat snapten we niet en we slaagden er niet in om beelden te krijgen. De coördinator van de missie vertelde ons dat we eerst maar moesten uitzoeken wat er aan de hand was voordat we opnieuw meettijd kregen toegewezen. We moesten dus terug naar het lab. Uiteindelijk vonden we dat er een klein verschil zit tussen de manier waarop de microscoop op Mars werkt, en die op Aarde. Op Mars staan de stappenmotoren altijd aan en de programmatuur was anders dan in de lab-versie. In het lab werden de motoren alleen aangeschakeld als ze gebruikt werden. Daardoor werd de opstelling in Mars warmer en dat veroorzaakte uitzetting waardoor het instrument misleid werd. Toen we dat eenmaal wisten, hebben we de programmatuur veranderd. Maar dat mag zomaar niet in de ruimtevaart, alles moet eerst gecontroleerd worden. Daardoor duurde het zo lang voordat we onze eerste meting konden doen.” Dat moet een spannende tijd voor u geweest zijn. “Dat was het zeker.” Hing uw reputatie er vanaf? “Ik denk niet dat het zo kritiek was. Ons instrument behoorde niet tot de kritische onderdelen van de missie. Het was de eerste keer dat men zo'n ingewikkeld instrument aan boord van een ruimtemissie op afstand bestuurde. Gelukkig hadden we een compleet systeem in het laboratorium staan waaraan we konden werken om te zien wat er aan de hand was.” Hoe klein en licht was uw instrument eigenlijk? “Ik kan het laten zien. Het geheel heeft drie delen: deze scanner, de elektronica en een bemonsteringsgedeelte. De scanner is dit zwarte apparaatje, dat kleiner is dan een luciferdoosje. Daar steekt aan de korte zijde een chip uit met acht hefboompjes zo dun als een haar om de oppervlakte mee af te tasten. Je kunt ze net onderscheiden. Ze zijn een halve millimeter lang en aan het eind zit een spits van een paar micrometer groot die eindigt in een paar atomen. We meten de buiging van de hefboom met een ingebouwde spanningsmeter. In het zwarte doosje zitten drie spoeltjes in een magneetveld, zoals bij een luidspreker. Aan het bewegende deel van de speaker zit een driehoekig platform waar de chip aan vast zit. Dus als je de luidspreker activeert, beweegt het platform en daarmee de chip. Zo kunnen we de tip over een oppervlak sturen dat we willen aftasten.” Slim. En u hebt acht hefboompjes in geval er een afbreekt? “Dat klopt. Op Aarde heb je er maar een en als dat stuk gaat vervang je het. Op Mars gaat dat niet. Als er een aftaster kapot gaat moeten we die afbreken. Dat doen we met een snijdend randje op het monsterwiel dat een hefboompje kan doorzagen. Op Aarde ging dat goed, maar de eerste keer dat we dat op Mars moesten doen waren we erg zenuwachtig. Gelukkig werkte het.” En wat kost zoiets? “Het is moeilijk er een prijskaartje aan te hangen. Ons budget was ongeveer drie à vier miljoen dollar over tien jaar. De hele missie kostte vijfhonderd miljoen dollar. Zo bezien was ons instrument het goedkoopste aan boord. En als je weet wat alleen al het transport van een gram naar Mars kost, name-
lijk tienduizend dollar. Deze scanner weegt vijftien gram, de elektronica honderd gram. We waren dus echt de goedkoopste partij aan boord.” U hebt dus de lichtste atomic force microscope (AFM) ooit gemaakt? “Dat zou goed kunnen.” Hoe is de Nasa hiervoor bij u terecht gekomen? “Tot op zekere hoogte was dat toeval. We werkten in Zwitserland aan een project, en een van de medewerkers was daarvoor postdoc geweest bij het Nasa Jet Propulsion Lab. Daar bedachten ze dat een AFM-microscoop aan boord van een Marsmissie een mooie aanwinst zou zijn. Ze kwamen naar Zwitserland naar IBM in Rüschlikon, waar de uitvinder van de AFM, Gerd Binnig, toen werkte. Ze kwamen met zijn drieën bij ons op het lab hun oude postdoc opzoeken. Die nodigde me uit voor hun praatje over een AFM in de ruimte. Ik vond dat wel interessant omdat we net aan een AFM werkte die met microtechnologie gemaakt zou gaan worden. Ik had eigenlijk geen idee wat een AFM voor in de ruimte inhield, maar ik vertelde ze dat we ze wel konden helpen. Ja ja, zeiden ze maar ze hielden de boot af. Maar bij IBM bleek dat het bedrijf er niks in zag. Een half jaar later belden ze: ‘Urs, heb je nog interesse’. ‘Ja,’ zei ik. ‘Natuurlijk’.” Had u destijds het vertrouwen dat het u zou lukken, of was het bluf? “Ik wist dat we het konden. Ik dacht wel: massa is kritisch. Gedurende de lancering zijn er enorme trillingen, maar zo lang de massa gering is, geldt dat ook voor de krachten. Bij de landing ook. Daar werpen ze het hitteschild af met explosieven. Dat geeft een schokgolf van 2500 keer de zwaartekracht. Hoe lichter dus, hoe beter. En, laten we eerlijk zijn, AFM is een simpele techniek. Het is als een blindeman die zijn weg vindt. Het is niet ingewikkeld, en dat is ook de schoonheid ervan. Alle goede technieken zijn simpel. Ik had er dus wel vertrouwen in en binnen een jaar hadden we het instrument klaar.” In uw oratie sprak u over nano-instrumenten. De Phoenixmicroscoop is een mooi voorbeeld. Welke andere toepassingen ziet u? “Met deze instrumenten hebben onderzoekers geleerd hoe materie werkt op deze schaal. Een van de bekendste voorbeelden is Don Eigler die atomen verplaatste in een gewenst patroon. We zitten nu in het tijdperk dat we de fundamentele verschijnselen willen begrijpen. Als we die kennis technisch willen gebruiken om een bepaald probleem op te lossen, kun je
denken aan een slimme verandering van oppervlakten waardoor het een goede katalysator wordt. Dan wordt het interessant. Maar twee uur besteden aan het arrangeren van tientallen atomen schiet natuurlijk niet op.” U sprak over tienduizend robotjes die allemaal van informatie en materiaal voorzien moeten worden. “Eerst moeten we uitzoeken hoe zulke robotjes kunnen samenwerken. Daar hebben we er geen duizenden voor nodig. Vier tot tien is genoeg.” Ik vind het nog wat vaag. Wat gaan die robotjes samen maken? “Laten we eens een voorbeeld nemen. Als gereedschap is er niet alleen de AFM-tip, er zijn verschillende gereedschappen. We werken aan een nanopipet, een holle microscooptip eigenlijk, waarmee je vloeistof kunt aanbrengen om lokaal iets te oxideren. Je kunt de oxidegroei meten en wanneer het ver genoeg is, breng je een neutraliserend stofje aan. Daarvoor heb je twee of drie instrumenten nodig. Je kunt ook denken aan een grijpertje en een boor, alles op micronschaal.” Maar wat ze ook maken, het is altijd heel klein. Hoe krijgt zoiets impact in de macrowereld? “Als je eenmaal weet hoe ze kunnen samenwerken, moet je kijken of je ze in een lijn kunt zetten. Die kan een meter breed zijn en een miljoen robots bevatten. En dan kun je ook denken aan lopende band productie van grote oppervlakten. Dat is niet ondenkbaar. Toepassingen in biologische systemen en medische toepassingen liggen het meest voor de hand. Denk aan verandering van de oppervlakte van een implantaat waardoor het metaaloppervlak aantrekkelijk wordt voor een bot om zich aan te hechten.” Tot slot, wat maakt Delft aantrekkelijk voor u? “Alles is er. We hebben Technische Natuurwetenschappen aan de overkant met alle fundamentele kennis van het Kavli-instituut, dan hebben we Dimes om dingen te maken, we hebben elektrotechnici, we hebben binnen 3mE de afdeling systems & control, we hebben een sectie materiaalkunde. Het is er allemaal.”
DELTA. 36 26-11-2009
10
lifestyle
In het hoofd van Hugo Ontsnappen via de beroemde kist van Delftenaar Hugo de Groot (1583-1645). Dat kan tijdens de tentoonstelling ‘Grotius’ in de Haagse Kunstkring. De befaamde jurist wordt er geëerd met kunstwerken en een theaterstuk over zijn leven.
Het rugbyvijftiental van Thor (blauwzwart gestreept) moest zondag een stapje terug doen in de strijd om de topplaatsen in de ereklasse van de dames. Ondanks een uitstekende eerste helft ging het Utrechtse RUS er met de winst vandoor. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
Een lach en een traan, afgelopen zondag op het rugbyveld aan de Mekelweg. Eerst leed de vrouwenploeg van ereklasser Thor verlies in een belangrijk duel in de strijd om de bovenste plaatsen, waarna de heren van DSR-C in hun gevecht om handhaving op het hoogste landelijke niveau hun eerste seizoenszege boekten. “We deden het wel beter dan vorige keer”, verzachtte Thor-speelster Fanny Ruter de 15-4 nederlaag tegen de rugbyende studentes van de Utrechtse universiteit (RUS). “Toen verloren we met 20-5, nu kregen we maar twee tries tegen.” De Delftse vrouwen begonnen goed met een try van Hilde Schonewille. “In de slotfase van de eerste helft kregen we twee tries over ons heen. Toen zag je de koppies echt gaan hangen. Toch zijn we er na rust weer heel hard ingegaan. We konden heel wat meters maken, maar het afmaken lukte ons niet.” Met AAC en Tilburg vormen Thor en RUS het kwartet dat momenteel de bovenste vier plaatsen bezet, de posities die aan het einde van de rit kwalificatie voor de play-offs als gevolg hebben. De lach kwam zondag van de gezichten van de mannen van DSR-C, nadat het Rotterdamse Sparta met 10-3 was geklopt. Die cijfers stonden halverwege al op het scorebord. “Vooral de eerste helft ging het heel goed”, vertelt Ward Italianer. “Na rust ging het een stuk rommeliger, maar heeft iedereen wel alles gegeven.” Aan dat laatste ontbrak het volgens de spelmaker een week eerder, tegen mede-degradatiekandidaat AAC. “We zijn redelijk tevreden, alleen jammer om te realiseren dat als we vorige week hadden gewonnen we nu gedeeld zevende hadden gestaan, in plaats van gedeeld laatste.” Een lach en een traan waren er ook voor judoka Karin van Dijk, de bouwkundestudente die in juni iedereen verraste door met een bronzen medaille naar huis te komen van een wereldbekerwedstrijd in Lissabon. Een maand later moest zij tot haar grote teleurstelling de Universiade missen, vanwege een ernstige knieblessure. Afgelopen zondag trad de herstelde Van Dijk in het Turkse Antalya aan op de EK tot 23 jaar, in de klasse tot 78 kilo. Haar eerste tegenstandster was de Poolse Podkowka. “Ik was aan het begin niet scherp genoeg en kreeg zo wazari tegen. Ik kon nog terugkomen tot drie yuko’s, maar dat was helaas niet genoeg om te winnen”, aldus Van Dijk die in de herkansing tegen de sterke Russin Gubadova een betere start maakte. “Helaas kreeg ik tijdens een actie een tik tegen mijn knie, waardoor ik vooral uit schrik losliet en zo overgenomen werd en verloor.” Het leverde haar een zevende plaats op. “In eerste instantie een teleurstelling, maar gezien de recente blessure en korte aanloopperiode was een eerste plaats op dit moment niet reëel geweest.” (JT)
x Tips? Jimmy.tigges@hetnet.nl
(Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
Het vervaarlijk krakende deksel sluit zich. Opgesloten in een grote boekenkist ontsnapte Hugo de Groot ooit uit slot Loevestein. De bezoeker ondervindt deze legendarische vlucht aan den lijve in de installatie ‘De kist’ van toverlantaarnspecialist Henk Kranenburg. Wanneer het deksel boven de hoofden van de bezoekers sluit, ontstaan kleurige, ronde en kartelige vormen, die door elkaar heen draaien op de zijkant van de kist. “Bij de installatie ‘De Kist’ zit je als het ware in het hoofd van Hugo de Groot”, zegt Ellen Fernhout, coördinator van de tentoonstelling. “Je ziet de wereld door zijn ogen.” Het eerste beeld in de installatie is ‘Zicht op Delft’ van Johannes Vermeer. Een verwijzing naar de geboortestad van De Groot. Ook de zeilwagen van Simon Stevin passeert de revue. De Groot was er bij toen de spectaculaire uitvinding over het strand van Scheveningen roetsjte. Nu rijdt de wagen in 360 graden om de bezoeker heen. De laatste beelden van de installatie gaan over het dramatische scheepsongeluk, dat het einde van het leven van De Groot inluidde. De golven klotsen om de bezoeker heen. Met ‘De Kist’ begint de manifestatie ‘Grotius’ van de Haagse Kunstkring. Kunstenaars vieren op de valreep dat Hugo de Groots meesterwerk ‘Mare Liberum’ (1609) vierhonderd jaar geleden het levenslicht zag. “Dat boek is de bakermat van het internationale recht”, stelt Fernhout. In ‘Mare Liberum’ pleit De
Groot voor de vrije toegang tot de zee en vrijhandel. “Wij vroegen kunstenaars om werken over ‘recht en onrecht’ te maken. Van de twintig werken hebben wij er tien geselecteerd.” Niet alle kunstwerken zijn, zoals ‘De Kist’, direct te herleiden tot het leven van de Delftenaar. “Dat hebben we bewust gedaan. Anders wordt de kunst al gauw illustratief. Dan schildert iemand bijvoorbeeld een boekenkist. Dat is inhoudelijk
floris
Sport
xRobert Visscher
Ook het industriële kunstwerk van Peter van Loon valt op niet interessant. We kozen voor een abstract thema om kunstenaars te dwingen over het anekdotische heen te stappen.” Daarom is er een aantal schilderijen te zien die ogenschijnlijk niets met De Groot te maken hebben. Zoals schilderijen van kindsoldaten. Een donkere jongen houdt een taart vast waarop ‘happy birthday’ staat. Een schattig beeld. Maar dat wordt al snel dreigend als ook het geweer om zijn schouder zichtbaar wordt. Ook het industriële kunstwerk van Peter van Loon valt op. Hij maakte een prachtige weegschaal van betonstaal. Aan de ene kant staan legerpoppetjes, aan de andere kant ligt de universele Verklaring van de Rechten van de Mens. De balans is weg, de weegschaal hangt over
naar de legerpoppetjes. Onder het touw waar de schaal met de verklaring aanhangt, ligt een schaar met de tekst: ‘bij de geringste twijfel knippen’. Het betonstaal is roestig en ruw aan de kant van de militairen en mooi afgewerkt aan de andere kant. Kunstenaar Van Loon laat treffend zien hoe politici de Verklaring gebruiken om oorlogen te beginnen. Op twee donderdagen is een toneelstuk te zien over het leven van Hugo de Groot. Vier acteurs leiden in evenveel scènes, onder regie van Rob Scholten, bezoekers kriskras door de tentoonstellingsruimten. Een lofzang op De Groot is het niet. De acteurs staan vaak lijnrecht tegenover elkaar. De dienstmeid schept bijvoorbeeld op dat De Groot tijdens zijn spectaculaire ontsnapping werd toegejuicht door een uitzinnige menigte. Een andere snoert haar de mond en zegt dat ze hem juist uitscholden. Een treffend voorbeeld van de veelzijdige manier waarop de Kunstkring het turbulente leven van De Groot eert.
x ‘Grotius’, 24 november tot en met 7 december in de Haagse Kunstkring, Denneweg 64 in Den Haag. De theatervoorstelling is te zien op 26 november en 3 december om 20.00 en 21.30 uur.
x
www.haagsekunstkring.nl
DELTA. 36 26-11-2009
11
lifestyle
de melkkoe
Avontuur voor futuristen flyer_voorkant_final.pdf 1 12-11-2009 23:10:15
Geïnteresseerden in de nieuwste gamestechnologie kunnen donderdag hun hart ophalen op het NewMediaEvent. Het programma van het gratis toegankelijke evenement op het sport- en cultuurcentrum is opgezet door de nieuwe studentenvereniging Game Development Sanctuary. xJimmy Tigges
“Scholieren krijgen heel gekke dingen aangeleerd”, zegt David van Woerkom. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
Bijlesgever David van Woerkom (21, technische natuurkunde) geeft bijles in natuur- en wiskunde. Waar? Bij de scholier thuis, aan de keukentafel. “Als je goed wilt blijven pokeren, dan moet je het bijhouden. Boeken lezen, handen bespreken. Ik had er steeds minder plezier in en kon het niet meer opbrengen. Op het einde gooide ik mijn muis total loss. Ik stopte ermee, ook al was het best lucratief. Later zag ik een oproep hangen van iemand die bijles wilde. Zo ben ik ermee begonnen. Nu geef ik ongeveer vier uur per week les.” “Eigenlijk bereid ik me nooit voor. Ik laat iemand eerst een som maken, zorg dat hij de belangrijkste gegevens opschrijft. Daarna kijk ik waar het fout gaat en leg een methode uit om hem op te lossen. Soms is de universele manier te moeilijk en houd je die van de leraar aan. Je ziet trouwens heel gekke dingen die ze geleerd hebben. Een meisje uit 4vwo gebruikte nog een schuine deelstreep. Onbegrijpelijk, net als het niveau. Ik had een keer iemand die al vier uur per week op school bijles had gehad. Echt, het was niet te zien. De twee uren die ik erin stak, hadden al meer effect. Een andere scholier pakte zijn rekenmachine om zes keer één uit te rekenen. Was hij verbaasd dat er zes in het schermpje stond. Tja.” “Jou is iets overgebracht en jij kunt dat weer doorgeven. Dat vind ik het mooie aan lesgeven. Oké, het is niet altijd even makkelijk. Ik ben natuurlijk erg enthousiast over de stof, maar een scholier mist dat bijna altijd. Daar moet je rekening mee houden. Soms gebruik ik een trucje. Eén meisje vond kleren bijvoorbeeld leuk. Gebruikte ik kledingstukken bij een rekensom, waardoor ze zich er beter iets bij kon voorstellen. Er kwam een moeder naar me toe die zei: ‘Wat ben jij een geduldig persoon, zeg.’ Ze had het blijkbaar zelf al opgegeven. Het zijn bijna altijd de ouders, die hun kinderen aanmelden. Tijdens de eindexamens in mei bijvoorbeeld. Je merkt dat die scholieren dan in een keer veel willen leren, proberen te redden wat er te redden valt, zeg maar. Dan merk je pas dat ze echt de basis missen.” Bijbaan: Verdiensten: Opvallend:
Bijlesgever €15 per uur Bijna alleen meisjes melden zich aan
x Weet je een aparte bijbaan? Mail naar iamknubben@gmail.com
‘Eén groot futuristisch avontuur met gaming pods, beamerschermen, de nieuwste tekentablets, gastlezers, bands en dj’s, demonstraties van digitale artiesten en een expositie over technologische onderzoekprojecten van de TU Delft. De avond wordt afgesloten met een afterparty, waarbij dj’s game soundtracks zullen mixen om het sfeertje door te zetten.’ In ronkende taal hoopt de organisatie geïnteresseerden te lokken naar dit initiatief, waarvoor de unit sport en cultuur de hulp inriep van de negen maanden geleden opgerichte studentenvereniging Game Development Sanctuary (GDS). De vereniging ontstond uit onvrede met het gebrek aan een organisatie op de TU die zich bezighoudt met game development. “Terwijl dat toch een snel groeiende industrie is”, weet voorzitter Frans van Agthoven. “Er bestaan wel hbo-opleidingen, maar ze zijn er niet op universitair niveau. De TU doet daar op een enkel project na weinig mee. Omdat we met een aantal mensen waren die graag wetenschappelijk onderwijs volgen, zijn we eens om ons heen gaan kijken wie er nog meer interesse in hadden.” Dat resulteerde in een club van
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
K
(Illustratie: Frans van Agthoven)
achttien studenten, voornamelijk uit de hoek van de informatica. GDS is geen gezelligheidsvereniging, benadrukt de preses, maar een cultuurvereniging, zij het vooralsnog zonder officiële status. “We staan niet geregistreerd bij de Kamer van Koophandel. We zijn ook niet erkend door de TU.” Eigenlijk vindt Van Agthoven dat niet erg: “Het is prettig om onafhankelijk te zijn, dan heb je een grotere vrijheid met je projecten, wat tot meer creativiteit leidt.” Met de unit cultuur sloot de vereni-
'Het is prettig om onafhankelijk te zijn' ging een overeenkomst. “Drie dagen per week mogen we gebruikmaken van een lokaal om spellen te ontwikkelen. In ruil daarvoor organiseren wij dit evenement. Het cultuurcentrum helpt ons bij die organisatie, zo doen wij ook extra ervaring op met organiseren.” Het eerste project waar de developers zich op stortten, was game modifications: het ontwikkelen van spellen vanuit een bestaand framework als basis. “We concentreren ons op de beginselen van de game development. Zelf ben ik in Flash bezig. Daarin kun je je makkelijk ontwikkelen, zeker op het gebied van 2D-spellen. Daar heb je alleen basiskennis voor nodig. In principe zijn we autodidactisch bezig, maar
we gebruiken daarbij wel kennis die we opdoen bij onze studie informatica. Programmeren is immers onderdeel van onze TU-opleiding.” Bij de activiteiten maakt GDS dankbaar gebruik van de contacten met Dutch Game Garden, een Utrechtse organisatie die de game-industrie in Nederland tracht te stimuleren. “Onder meer via hen vragen we professionals uit de industrie om gastcolleges bij ons te geven. In ruil voor een flesje wijn, meer kunnen we ze niet bieden. Daar leren we ook weer veel van. Onze absolute held is echter dr.ir. Rafael Bidarra, die het enige project op dit gebied op de TU Delft leidt.” Op het NewMediaEvent staat onder meer een live-band op het programma die soundtracks van bestaande games ten gehore zal brengen, want muziek speelt een grote rol in de hedendaagse wereld van computerspelen. Op de afterparty zal een dj-duo soundtracks van games mixen. De buitentent wordt getransformeerd in een expositiehal waar resultaten van TUonderzoeksprojecten zoals de DUTracingcar, robots, pico-projectors, serious gaming (simulatiespellen) en nog veel meer spectaculaire technologieën in ontwikkeling zijn te bekijken en beleven. Over het aantal mogelijke bezoekers tast Van Agthoven volledig in het duister. “Het is afhankelijk van de hoeveelheid promotie in de laatste week. Bovendien is het een pilot event, dus we kunnen de opkomst ook niet schatten op basis van vorige ervaringen. Hoewel we het event zo mainstream mogelijk hebben geprogrammeerd, heeft het nog steeds een beetje een specifieke doelgroep. Het is de vraag of we díe groep kunnen aanspreken.”
x www.gdsanctuary.com
time out
Paleisgeheimen Dit weekend is Delft het toneel van een heuse community opera: ‘Paleisgeheimen’. Het leven van prins Maurits wordt hierin vertolkt door Delftenaren. Een toepasselijker locatie had een opera over Maurits van Oranje niet kunnen hebben. Bij Museum Het Prinsenhof wordt het leven van de prins en zijn hofhouding verteld. Hoewel Maurits een machtig man was in de Gouden Eeuw, zien we in de opera ook belangrijke rollen weggelegd voor andere markante personages. Zo maken onder meer Constantijn Huygens, koningin Elisabeth Stuart en Maurits’ broer Frederik Hendrik hun opwachting. De opera ‘Paleisgeheimen’ biedt een leuke gelegenheid om de kennis van de vaderlandse geschiedenis weer eens op te halen. Het turbulente deel van de historie van
de monarchie is interessant om te bekijken. De onrusten die zich in de zeventiende eeuw voordeden op het Prinsenhof doen de huidige sores rond een prinselijk vakantiehuis in Mozambique al gauw verbleken. ‘Paleisgeheimen’ is met recht een Delftse opera te noemen. Niet alleen speelt zowel het verhaal als de uitvoering zich af in Delft, ook de cast bestaat uit Delftenaren. In september vonden er audities plaats waar iedereen uit Delft aan mee kon doen. Resultaat van deze lokale talentenjacht is een prachtige opera. Bezoekers hoeven uiteraard niet per se uit Delft te komen, deze opera is namelijk voor iedereen een aanrader. (EvO)
x
‘Paleisgeheimen’, 25 t/m 28 november, aanvang 20.00 uur in Museum Het Prinsenhof, kaarten €10 bij kassa Het Prinsenhof www.delftcultuurjaar.nl
DELTA. 36 26-11-2009
12
reportage
Stoompan voor In het onderwijsgebouw ‘The Fellowship’ naast L&R zijn twee studio’s ingericht voor een nieuwe vorm van onderwijs. Actieve deelname is een vereiste. xJos Wassink Eigenlijk kan het niet, college geven in de ‘witte week’ voor de tentamens. Maar prof.dr. Gerard van Bussel en ir. Joris Melkert (beiden Luchtvaarten Ruimtevaarttechniek) helpen deze week hun studenten met voorbereiding op hun tentamen in het nieuwe vak ‘duurzame technologie voor aerospace engineers’. Ze noemen het dan ook geen college, maar een ‘studio classroom’. Er zijn die dag twee sessies: een om half negen en een om half elf. De laatste is het drukst bezocht. Met 110 studenten zit de studio in het nieuwe onderwijsgebouw goed vol. Door de hele ruimte staan 26 tafels opgesteld met aan beide zijden een computer en plaats voor twee of drie studenten. Voorin de zaal bedient Van Bussel de computer die sheets en sites projecteert op zestien grote schermen die overal in de studio classroom zijn opgesteld. Een headset met microfoontje geeft hem bewegingsvrijheid om door de zaal te lopen en bij iedere tafel te kijken hoe de studenten het er van af brengen. Daarbij moet hij wel af en toe bukken voor de diagonale balken die midden door het lokaal lopen. Constructiefoutje van de bouwers. Hij vraagt de studenten te laten weten hoe zij deze nieuwe interactieve vorm van college ervaren. “Dan weten we of we het volgend jaar meer moeten toepassen, of dat
Van Bussel houdt het tempo er wel in. Iedere tien minuten een nieuw onderwerp. (Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)
we ermee moeten ophouden. Laat van je horen en help het onderwijs te verbeteren.”
Suffig Van Bussel houdt het tempo er in. Iedere tien minuten een nieuw onderwerp. Gemiddeld vijf minuten uitleg, gevolgd door groepswerk voor de studenten om een oplossing te bedenken. Ook vijf minuten. Ondertussen beent de professor druk heen en weer tussen de tafels door. Hij probeert in twee maal 45 minuten bij ieder groepje minstens
één keer te komen kijken. Om tien minuten over elf druppelen nog wat studenten binnen. Na een opmerking van de professor over de verstoring, zoeken ze nog wat suffig naar een plekje. Veel rust is de studenten niet gegund. Behalve dat de professor iedere tien minuten een nieuw onderwerp aansnijdt, worden ze ook geacht om direct de goede gegevens te vinden uit de online reader op Blackboard en verschillende relevante internetsites. Een groepje van drie meisjes (met
in totaal tien van de 110 studenten zijn vrouwen hier in de minderheid) gaat het iets te snel allemaal. “Je hebt twee computerschermen en dan de professor. Ik vind het rommelig.” “Onoverzichtelijk”, vindt een tweede. Na de pauze zijn ze vertrokken. “Als ze genoeg denken te weten of ze tot de conclusie zijn gekomen dat hun voorbereiding niet voldoende was, vind ik dat prima”, reageert Van Bussel laconiek. Om eraan toe te voegen: “Deze vorm vereist een actieve participatie, anders werkt het niet. Als je met de oefeningen meedoet, wordt het leuk. Anders mis je het.” Naast voorbereiding is computervaardigheid vereist, en die is minder dan verwacht. Van Bussel: “Aan de universiteit in Twente werken ze al langer zo. Daar werken studenten bij alle technische opleidingen met een laptop, en ze zijn er een stuk handiger mee dan ik hier zie. Ik had verwacht dat ik op de computer wel de traagste zou zijn, maar niet dus.”
Onderwijsvorm
“Het is wennen”, vindt Stefan. “In de klas ben je er gewoon meer bij.”
Studio classroom zit als werkvorm tussen hoor- en werkcollege in. Dat zie je terug in de bezetting. Bij een hoorcollege kan de professor 480 leerlingen tegelijk aan. Bij de studio classroom zijn dat er 120, bij een werkcollege is de verhouding 1 op 30. De nieuwe onderwijsvorm, laten we het een groepswerkcollege noemen, is een kleine vijftien jaar gele-
den voortgekomen uit financiële en onderwijskundige druk. Prof.dr. Jack Wilson, decaan van het Rensselaer Polytechnic Institute in New York, schrijft dat het instituut in 1995 te maken kreeg met een grotere toestroom aan studenten, ondermeer doordat een groeiend aantal studenten werk en studie ging combineren. Maar extra gelden voor nieuwbouw bleven achterwege. Er moest dus een efficiëntere manier van onderwijs komen. Dat werd in 1997 de studio classroom met als belangrijkste kenmerken interactiviteit en afwisseling tussen instructie en groepswerk. Wilson hierover: “We wilden het gedeelte
‘Als je met de oefeningen meedoet, wordt het leuk’ hoorcollege verminderen om een betere aansluiting te krijgen tussen de leerstof en het laboratorium. We wilden de studenten meer laten doen, en minder achterover laten zitten en toekijken. We wilden het samenwerken bevorderen en de techniek integreren. En dat alles willen we bovenal doen om de kosten te verlagen.” Tegenover het (efficiëntie)nadeel van een kleinere groep stond het voordeel van een dertig procent kortere contactduur. En toch leverde het volgens Wilson betere resultaten op: “Ondanks de reductie
DELTA. 36 26-11-2009
13
reportage
studenten
Ted vindt het een stuk praktischer dan de hoorcolleges.
in contacturen, tonen de evaluaties aan dat studenten de stof sneller en beter beheersen.” Het eerste uur loopt ten einde. Van Bussel heeft nog een leuke vraag ter afsluiting: “Als je een rotor moet ontwerpen en de diameter staat vast, wat is dan beter: drie of twaalf bladen?” Na een paar minuten voor onderling overleg in de groep pakt hij de vraag weer op. Wie heeft een idee? De meeste groepjes kiezen voor driebladig, maar een goede motivatie blijft uit. “Drie bladen of twaalf maakt voor het vermogen niet uit”, stelt Van Bussel. “Maar die met drie bladen moet wel sneller draaien om evenveel energie uit de wind te halen.” Die snelle omloop is gunstig voor elektriciteitsopwekking, maar niet voor bijvoorbeeld een pomp. Twee bladen is voor elektriciteit nog beter, want sneller. Maar tweebladige turbines zijn onrustig voor het oog. Vandaar dat windmolens op het land bijna allemaal driebladig zijn. Op zee wordt het tweebladig, voorspelt Van Bussel. Pauze.
Resultaat Vanaf 2002 begonnen ook Nederlandse universiteiten met de studio classroom te experimenteren. Drie jaar later, in 2005, paste de faculteit Technische Natuurwetenschappen de methode voor het eerst in Delft toe voor het vak natuurkunde 2. Tot die tijd slaagde maar de helft van de studenten voor dat vak. Na de invoering van de nieuwe methodiek, haalde opeens negentig procent van
de studenten een voldoende. Nu ligt dat niet alleen aan de studioaanpak. Tegelijk met de onderwijsvernieuwing werd namelijk de verplichting ingevoerd om de colleges te volgen. Bovendien werd het beruchte tentamen natuurkunde 2 gesplitst in deeltoetsen. Beide ingrepen doen wat schools aan, maar ze hadden wel effect. Vanwege het succes in studierende-
‘We zitten nu echt aan de grenzen’ ment werd het jaar daarop ook het vak elektronische instrumentatie op de studioleest geschoeid. En nu is dus Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek (L&R) aan de beurt. Dat roept de vraag op voor welke vakken de studiomethode vooral geschikt is. Volgens Van Bussel is dat bij het aanleren van bepaalde vaardigheden, dus bijvoorbeeld bij programmeren en bij examentraining, zoals nu gebeurt. Daarnaast heeft Van Bussel voorgesteld om virtuele practica te houden in de studio classrooms. In Twente gebeurt dat met het vak biomedische techniek. Daar gebruiken studenten een webapplicatie om te zien wat er gebeurt als je een bepaald stofje in de hartspier injecteert. Gaat ook moeilijk anders. Maar ook bij L&R zou een virtueel practicum uitkomst kunnen bieden. Bijvoorbeeld voor windtunnelexperimen-
ten. Er zijn webapplicaties waar je kunt experimenteren met profielen in een windtunnel bij verschillende snelheden en onder diverse hoeken. Het leek Van Bussel leerzamer dan de huidige opzet waar een groep van twintig studenten samen één experiment doen in een echte windtunnel. Maar hij heeft zijn collega’s er nog niet van weten te overtuigen. Wel is het de bedoeling om het programmeervak in studiosetting te geven. Het gevolg is dat er vier tot zes keer meer docenten voor nodig zijn dan bij een hoorcollege. “Alleen
als het een hoger studierendement geeft, verdien je het terug”, zegt Van Bussel. “Voor ons is het nog zoeken naar een balans.” “Ik zit liever in een klas”, zegt Stefan. Met ‘klas’ bedoelt hij werkcollege. “Je hebt bij de studio classroom veel meer afleiding.” Niels vult aan: “Je mist snel de draad.” “Het is ook wennen”, vindt Stefan. “In de klas ben je er gewoon meer bij.” Corné vindt de tijd te kort om alles op het scherm door te lezen. Hij lijkt niet te beseffen dat Van Bussel ervan uit gaat dat de theorie bekend is. Corné
"Deze vorm vereist een actieve participatie. Anders werkt het niet."
geeft de voorkeur aan een werkcollege omdat er meer contact met de docent is. En de groepen zijn kleiner, zegt Stefan. Medestudenten Ted en Simon zijn gunstiger gestemd. Ted vond het afgelopen uur een stuk praktischer dan de hoorcolleges. Simon miste het verband tussen de colleges en kon zich geen voorstelling maken van het tentamen. En omdat het vak voor het eerst gegeven wordt, zijn er geen oude tentamens om houvast te geven. “Ook fijn dat hij gewoon rondloopt en dat je vragen kunt stellen”, zegt Ted. Simon: “Dat hadden ze veel eerder moeten doen.” De waardering van de studenten lijkt dus vooral af te hangen van hun referentie. Kort gezegd: studenten waarderen het groepswerkcollege beter dan een hoorcollege, minder dan een werkcollege. De werkdruk van docenten blijft buiten beschouwing. Studio classroom is destijds onder druk ontwikkeld, en het wordt nu ook onder druk toegepast. Van Bussel: “De bedoeling is om het studierendement te verhogen zodat je de stof sneller in de studenten krijgt, zodat er meer slagen voor het tentamen.” De nieuwe methodiek maakt deel uit van de hervorming van de bacheloropleiding van L&R dat door vermindering van vakken en betere aansluiting een hoger studierendement beoogt. Het eerste jaar draait nu, en het tweede is in voorbereiding. De reorganisatie zet, samen met de grote instroom aan eerstejaars, de docenten op de faculteit onder druk, want voorlopig betekent de ombouw van de bacheloropleiding alleen maar extra werk. “We zitten nu echt aan de grenzen”, zegt Van Bussel. “Dat merk ik van alle kanten. Sommigen zeggen nu: ‘laat dat tweede jaar maar ongewijzigd’. Maar dat kan natuurlijk niet.”
DELTA. 36 26-11-2009
14
service
Aankondigingen Algemeen Sinterklaasfeest TU Delft Op zaterdag 28 november zal Sinterklaas vergezeld door zijn pieten de TU Delft bezoeken. Vooraf aan de voorstelling kunt u op de foto met zwarte piet, een glitter tattoo laten zetten, schminken of een spelletje doen. Vanaf 13.15 uur is het Aula Congrescentrum geopend, de voorstelling start om 14.15 uur. Toegangsbewijzen zijn verkrijgbaar bij personeelsvereniging Prometheus vanaf 3 november en kosten voor ouders en kinderen € 7,50. Kaartje is inclusief een cadeau voor alle kinderen, en iets te drinken in de pauze. Lezingenreeks Bouwkunde De leerstoelen Smart Architecture en Sustainable Housing Transformation organiseren een lezingenreeks met de titel ‘Architectural solutions for a sustainable city. Alle lezingen zin op de donderdag van 18.0019.45 in zaal A van de faculteit Bouwkunde. • Donderdag 3 december – Pieter Weijnen (Faro Architecten) en Sarah Wigglesworth (Sarah Wigglesworth Architecten). • Donderdag 10 december – Ineke Hulshof (Ineke Hulshof Architecten) en Frank Bijdendijk (directeur Stadgenoot). • Donderdag 17 december – Wubbo Ockels (TU Delft) en Dick van Gameren (TU Delft). Zie www.smart-architecture.nl voor meer informatie. Cantarella Op woensdag 16 december voert zangkoor Cantarella in de Nicolaas en Gezellenkerk in Delft vier delen van het Weihnachts-Oratorium van Johann Sebastian Bach uit. Aanvang 20.15 uur (zaal open 19.30 uur). Kaarten (voorverkoop € 20,- en tot 17 jaar en 65+ € 17,-) zijn verkrijgbaar bij muziekhandel Van Buytene en bij de leden van Cantarella. Meer informatie en reservering via www.cantarellazingt.nl. Kamermuziekserie Op 19 december en 16 januari zal er om 20.15 uur onderleiding van Geoffrey Douglas Madge een concertdrieluik worden gehouden. Zie www.madgictouch.com voor meer informatie. Studenten krijgen korting. Masterclass Cradle to Cradle Op donderdag 21 januari start aan de Erasmus Universiteit Rotterdam voor de eerste keer de Masterclass Cradle to Cradle in Hoger Onderwijs. Deze masterclass is speciaal ontwikkeld voor de onderwijssector. Te
denken valt aan docenten, AIO’s (PhD-studenten), lectoren en hoogleraren. Onder de supervisie van prof.dr. Michael Braungart wordt gedurende vier dagen ingegaan op het inbouwen van de principes van Cradle to Cradle (C2C) in hoger onderwijs. Zie voor meer informatie www. erasmusacademie.nl/c2c. Studium Generale • Dinsdag 1 december, 20.15 uur - Lezing ‘The future isn't what it used to be’ door Hans van Grieken. Toekomstverkenning - het op een na oudste beroep van de wereld - is een complex vak. Van Grieken zal illustreren hoe zij van invloed zijn op specifieke trends. Het Meisjeshuis, Oude Delft 112, Delft - toegang gratis. • Woensdag 2 december, 20.15 uur - Interview ‘Evolutie en cultuur’ met Tijs Goldschmidt en Coen Vermeeren. Aan de hand van Goldschmidt's boeken ‘Oversprongen’ en ‘Kloten van de engel’ zullen zij discussiëren over evolutie, antropologie en kunst. DOK, Vesteplein 100, Delft - toegang gratis. Stage in het buitenland? Denk op tijd aan vaccineren! Tijdens stage buiten (West-) Europa komen bepaalde infectieziekten om de hoek kijken waar je goed tegen te vaccineren bent. Voor bepaalde vaccinaties wordt een schema van zes maanden gehanteerd. Andere vaccinaties zijn eenmalig en kunnen korter voor vertrek worden toegediend. SGZ heeft een overeenkomst met de TU Delft voor vergoeding van vaccinaties welke noodzakelijk zijn bij verblijf in het buitenland in verband met stage. Als je een afspraak bij een ander reizigersadviescentrum maakt worden de vaccinaties niet vergoed door de TU. Als je voor stage naar een land buiten (West-)Europa gaat, maak dan minstens zes weken, maar beter nog een half jaar voor vertrek, een afspraak bij ons en vergeet niet het vaccinatieformulier, ondertekend door de stagecoördinator mee te nemen. SGZ StudentenGezondheidsZorg. Kijk voor meer informatie op www.sgzopreis.nl/ telefoon: 015-2121507.
Student and Career Support Informatie Student and Career Support is een onderdeel van de dienst Onderwijs en Studentenzaken. Het omvat de diensten van de studentendecanen, de studentenpsychologen en het
Wetenschapsagenda informatiecentrum. Het informatiecentrum in de hal op de begane grond is geopend op werkdagen van 9.00–17.00 uur. Er is documentatie beschikbaar over onder andere WO- en HBOopleidingen, arbeidsmarkt, studie- en beroepskeuze, buitenlandse studies, enz. Bij de balie of telefonisch kun je afspraken maken met een studentendecaan of een studentenpsycholoog. Voor de studentenpsychologen geldt dat het eerste contact loopt via het Open Inloopspreekuur dinsdag- en donderdagochtend van 11.30–12.30 uur. Voor Student and Career Support in het algemeen kun je terecht op het open spreekuur op dinsdagochtend van 11.30-12.30 uur. Bezoekadres: Jaffalaan 9a (ingang Mekelweg); tel. 0152788004. e-mail: studentandcareersupport@tudelft.nl website: www.studentandcareersupport.tudelft.nl Inloopspreekuren Per 1 september heeft de TU Delft een Career Centre, waar je met deze studiekeuze- en loopbaanvragen terecht kunt. Iedere donderdag is er een inloopspreekuur speciaal voor studiekeuzevragen van 11.3012.30 uur. Vooraf aanmelden hoeft niet. Je kunt er ook voor kiezen meteen een afspraak te maken met de studiekeuzeadviseur Mary Warffemius, tel. 015-2788004. Iedere dinsdag is er een inloopspreekuur speciaal voor loopbaanvragen, van 11.30-12.30 uur. Vooraf aanmelden hoeft niet. Je kunt er ook voor kiezen meteen een afspraak te maken met de loopbaanadviseur Caroline Scheepmaker, tel. 015-2788004. International Office Het International Office, Jaffalaan 9a, is op werkdagen geopend van 9.00-17.00 uur. Je kunt ook vragen stellen via internationaloffice@tudelft.nl of telefonisch (015-2788012) een afspraak maken.
x
Delta Inleveren kopij Bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek “Aankondigingen” in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail: delta@tudelft.nl. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur.
International Student Church Students of all denominations are invited to our ecumenical service every Sunday at Raamstraat 78, 11.30 hrs followed by tea/coffee. The services are led by the chaplains Reverend W. Stroh and Father Avin, and are supported by student leaders. More information on www.iscnetherlands.nl. Student and Career Support The student psychologists and the central student and
careers councilors are located at Jaffalaan 9A. Office hours: Monday-Friday from 9.00-17.00 hrs. You can direct your inquiries or make an appointment at the Front Office or by phone: 0152788004. For an initial appointment with one of the student psychologists you should first come to one of the open office hours: Tuesdays and Thursdays from 11.30-12.30 hrs. The open office hours of the Student and Career counselors are on Tuesdays from 11.30-12.30 o’clock. More information on www.studentandcareersupport.nl.
Vrijdag 27 november * Human Risk of Fires: Building a decision support tool using Bayesian networks. Promotie van ir. D.M. Hanea. Promotor: prof.dr. B.J.M. Ale. 10.00 uur. * Von Baudenkmälern zu Baudenkmalen. Die Entwicklung des Denkmalrechts im Land Berlin von 1949 bis Heute. Promotie van D. Nellessen. Promotoren: prof.dr. F. Bollerey en prof.dr. W. Schäche. 12.30 uur. * Intreerede van prof.drs. P. Ossenwijer, faculteit Technische Natuurwetenschappen. 15.00 uur.
Maandag 30 november * Single Grain TFTs for High Speed Flexible Electronics. Promotie van A. Baiano, Laurea Ingegneria. Promotor: prof.dr. C.I.M. Beenakker. 10.00 uur. * A unified approach towards decomposition and coordination for multi-level optimization. Promotie van ir. A.J. de Wit. Promotor: prof.dr.ir. A. van Keulen. 12.30 uur. Dinsdag 1 december * Design framework to develop ICT product & services for rural development. Promotie van V.S. Parmar, Master of Design. Promotoren: prof.dr. C.J.P.M. de Bont en prof.dr. D.V. Keyson. 10.00 uur. * Adaptive Baseband Processing Techniques for Cognitive
Radio Systems. Promotie van I. Budiarjo, MSc. Promotor: prof. dr.ir. L.P. Ligthart. 12.30 uur. * Mechanical systems at the nanoscale. Promotie van ir. M. Poot. Promotor: prof.dr. H.S.J. van der Zant. 15.00 uur. Woensdag 2 december * Road Incidents and Network Dynamics - Effects on driving behaviour and traffic congestion. Promotie van drs. V.L. Knoop. Promotoren: prof.dr. H.J. van Zuijlen en prof.dr.ir. S.P. Hoogendoorn. 10.00 uur. * Content Discovery from Composite Audio: An Unsupervised Approach. Promotie van L. Lu, MEng. Promotor: prof.dr.ir. R.L. Lagendijk. 12.30 uur. * Intreerede prof.ir. D.F. Sijmons, faculteit Bouwkunde. 15.00 uur.
Donderdag 3 december * The Architectural Information Map: Semantic modeling in conceptual architectural design. Promotie van E.B. Tuncer, MSc. Promotor: prof.dr.ir. S. Sariyildiz. 10.00 uur. * Greening Governance: An Evolutionary Perspective to Policimaking for a Sustainable Built Environment. Promotie van drs. E.M. van Bueren. Promotor: prof.dr. K.G.W. Goossens. 12.30 uur. * Intreerede prof.dr.ir. W.S.J. Uijttewaal, faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen. 15.00 uur.
Gegevens voor deze rubriek kunt u doorgeven via e-mail: delta@tudelft.nl.
You need water…..
water needs you!
Wetsus, centre of excellence for sustainable water technology is a facilitating intermediary for trendsetting know-how development. Wetsus creates a unique environment and strategic cooperation for development of profitable and sustainable state of the art water treatment technology. The inspiring and multidisciplinary collaboration between companies and research institutes in Wetsus results in innovations that contribute significantly to the solution of the global water problems.
For our innovative research program, we are looking for enthusiastic
PhD students (m/f) The research program of Wetsus is divided in various themes (Clean water technology, Waste water technology, Interaction with natural systems & Sensoring). Within these themes specific research subjects are defined, which are mainly carried out as PhD projects. On our website www.wetsus.nl the various themes are explained and the open PhD positions are announced. There are new job openings every month, so check regularly. Also if you are graduated or going to graduate in 2009/2010 we welcome you to apply for these positions. The Profile If you have clear research affinity, are enthusiastic about multidisciplinary cooperation, committed to the development of sustainable technology for the world and have a Master degree in Environmental technology, Chemical technology, Membrane technology, Process technology, Chemistry, Physics and/or Microbiology/ biotechnology, you are the ideal candidate for us! The Offer You get the opportunity to grow with an innovative, dynamic and future orientated top research institute. You can accelerate in the development of new water technology in cooperation with prominent companies and universities. In most cases is the workplace in Leeuwarden, The Netherlands. The salary is in accordance with the collective labour agreement of the Dutch Universities for PhD students. The PhD students will receive commencement of employment of the universities participating in Wetsus.
Announcements General
Alle promoties, intree- en afscheidsredes vinden, tenzij anders vermeld, plaats in de Aula van de TU, Mekelweg 5, Delft.
Information and Application
International Office The International Office, Jaffalaan 9a/visitor’s entrance at Mekelweg, office opening times Monday to Friday 9.00–17.00 hrs. Appointments and enquiries can be made by email: internationaloffice@tudelft.nl or by phone: 015-2788012.
Please send your application, with your CV, to Wetsus, for the attention of the HRM department, P.O Box 1113, 8900 CC, Leeuwarden, The Netherlands or by email recruitment@wetsus.nl. For further information about a PhD position you can contact Mr. Dr. G.J.W. Euverink, 058-2846200, gertjan.euverink@wetsus.nl.
combining scientific excellence with commercial relevance
DELTA. 36 26-11-2009
15
opinie/boeken
Visionair of volgzaam? De poging van Winy Maas om zich in het interview in Delta 35 te poseren als provocatief en visionair, is niet helemaal geslaagd. xJACQUES SCHIEVINK Ik doel niet op de vermoeide pose voor de fotograaf, maar op de visies en projecten. Ik zie naast de zinnigheid van extreme scenario’s toch vooral volgzaamheid ten aanzien van megalomane plannen uit het natuurverwoestende repertoire. Mijn irritaties waren wat Maas betreft al eerder opgewekt. Zijn bijdrage aan de wereldtentoonstelling was een in beton gestolde denkfout die een daverend gebrek aan inzicht in het aardse systeem blootlegde. Maar het paste wel mooi in de sinds begin jaren negentig op het getouw gezette visionaire bedoelingen van bankiers en vastgoedboeren om Nederland onder de met schulden (3,5 miljoen huishoudens in de
gevarenzone door de huizenbubbel) overladen bouwsels te bedelven. Dat is de bouwgolf die dit land overwoekert en die de bouwlobby dwars door de kredietcrisis heen vrolijk wil voortzetten. Met de aanstaande Crisis- en Herstelwet wordt zelfs het gezond verstand buiten de wet gesteld. Het is niet moeilijk om in het interview het gebrek aan affiniteit met de menselijke en natuurlijke omgeving terug te vinden. Zo biedt hen het feit dat het IJmeer niet zo waardevol zou zijn (‘Het water is niet te drinken!’) voldoende argument om geen acht te slaan op de schade aan landschap en natuur. Wat een heerlijke misser. Beste Winy, in West-Europa kun je oppervlaktewater sowieso nergens drinken, of het moest zijn boven de 1200 tot 1500 meter. E-coli, weet je wel? Ecologische kwaliteit van oppervlaktewater wordt vastgesteld aan de hand van drie groepen organismen: water- en oeverplanten, kiezelwieren en macrofauna, Die beoordeling heeft met drinkwater of zelfs met zwemwater niets te maken. Over Almere en de brug over het
IJmeer moeten we het natuurlijk ook nog even hebben. Aan die zestigduizend woningen extra bij Almere, ook nog buitendijks brutaal genoeg, is natuurlijk helemaal geen behoefte meer - nou ja, Jorritsma en Duivesteijn zijn geboren met een baksteen in de maag, die weten van geen ophouden. Rudy Stroink mocht
Beste Winy, in West-Europa kun je oppervlaktewater sowieso nergens drinken in de krant (15 november) vertellen, dat de verwarde bestuurders bouwplannen hebben waar je dertig miljoen Nederlanders voor nodig hebt. Maar ook anderszins is die brug onzinnig. Voor het cultureel en economisch functioneren van Amsterdam is het dubbelstad-idee levensgevaarlijk. Door inefficiëntie natuurlijk, maar ook door de milieugevolgen. Dit weekend werd
bekend dat de Almeerders nationaal kampioen zijn wat de CO2uitstoot aangaat. Alleen al het concept van de dubbelstad zou ervoor zorgen dat Nederland zijn doelstellingen niet haalt. Almere staat op nog een andere manier op nummer één: bodemdaling, zo’n anderhalve centimeter per jaar. Vijf miljard voor een brug naar de prut - daar moet een visionaire, dromende en provocerende architect niet aan willen werken. En dat we er niet aan ontkomen dat de voedselproductie compacter wordt? Lijkt me onzin. De landbouwgrond wordt onder de druk van verstedelijking te duur, dat is inderdaad de huidige trend, maar als de bevolking gaat afnemen, diezelfde bevolking bereid wordt dat goed voedsel een veel hogere prijs heeft dan de smakeloze Nederlandse bulkproductie, de energie veel duurder wordt en de milieu- en welzijnseisen voor de intensieve voedselproductie eindelijk eens worden gehandhaafd, dan gaan de hazen heel anders lopen. Ach ja, architecten en notarissen liften van oudsher volop mee met het
Klaar in vier jaar Wetenschappelijke resultaten kun je niet plannen en dus lijken planning en wetenschappelijk onderzoek elkaar te bijten. Maar het boek ‘Klaar in vier jaar’, hoopt juist het tegendeel te bereiken: planning die onderzoek versterkt. xbennie mols ‘Alles wat werkelijk groots en inspirerend is, is gecreëerd door een individu dat kon werken in vrijheid’, zei Albert Einstein. Natuurlijk zijn Einsteins prestaties geen normale maatstaf, maar ook wanneer je als promovendus streeft naar – gewoon – een goed proefschrift, is de vrijheid waarin je werkt cruciaal. Goede wetenschap ontstaat uit een combinatie van passie, creativiteit, precisie, opmerkzaamheid, doorzettingsvermogen en discipline. En deze combinatie gedijt het beste bij voldoende vrijheid. Als je dit voortdurend in je achterhoofd houdt, kun je uit het boek ‘Klaar in vier jaar – Projectmanagement voor promovendi’ nuttige tips halen. Door je eigen promotietraject te organiseren op een manier die het beste bij je karakter past,
kun je wetenschapsinhoudelijk het meeste uit je promotie halen, zo menen de schrijfsters van het boek. Goede ideeën kun je weliswaar niet plannen, maar de juiste planning geeft wel de tijd en ruimte om je creativiteit optimaal te benutten. De kwaaltjes tijdens een promotietraject zijn legio. De geïnterviewde universitair docent Laura Spierdijk zegt hierover in ‘Klaar in vier jaar’: ‘De belangrijkste oorzaken om te lang over je promotie te doen zijn: zomaar wat dingen uitproberen en daar te lang mee bezig blijven, te veel lezen, je onderwerp laten uitdijen en te veel willen in vier jaar. Kortom: onvoldoende gefocust bezig zijn.’ Focussen is dus een belangrijk recept tegen vele promotiekwaaltjes. Wanneer je als doel stelt dat het proefschrift over vier jaar gedrukt moet zijn, vergroot je de kans dat je dat ook echt haalt, welke tegenslag je onderweg ook tegenkomt. Plan van achteren naar voren in plaats van maar zien waar je wanneer uitkomt, zo is een andere tip uit het boek. De week waarin je proefschrift gedrukt moet zijn, bepaalt wanneer je het proefschrift bij de drukker moet inleveren. De duur van alle correctierondes bepaalt vervolgens het tijdstip waarop de eerste versie van je proefschrift af moet zijn. Zoals bij veel tips uit het boek is dit voor sommigen een automatisme, maar voor velen ook niet. Ooit werd een proefschrift als een levenswerk gezien, maar die tijd
ligt decennia achter ons. Een proefschrift is nu vooral een bewijs dat de promovendus zelfstandig onderzoek kan doen dat de horizon van de wetenschap weer een beetje verschuift. Promoveren bereidt allang niet meer alleen voor op een wetenschappelijke carrière. Sterker nog: negentig procent van alle promovendi verlaat de wetenschap en komt projectmatig werken elders in de maatschappij weer tegen. Ook om die reden kan het geen kwaad al tijdens je promotie aandacht te besteden aan planmatig werken.
Plan van achteren naar voren in plaats van maar zien waar je wanneer uitkomt Tijdmanagement, het stellen van prioriteiten, het schrijven en de begeleiding komen in ‘Klaar in vier jaar’ uitgebreid aan bod. Gelukkig ontbreekt ook conflicthantering niet. Wetenschap is mensenwerk en dus zijn menselijke botsingen geen uitzondering. Dankzij de tips in het boek hoeft niet elke promovendus steeds opnieuw het wiel uit te vinden. Toch ligt het gevaar op de loer dat overdreven aandacht voor planning een knellend korset wordt, zoals in de medische zorg is gebeurd. Planning is en blijft slechts een middel en geen doel. Het eindre-
sultaat wordt beter als je zo flexibel omgaat met je planningen, dat ze je vrij laten ademen in plaats van je opsluiten in een korset. Zo geeft het boek geeft het advies om elke doelstelling ‘Smart’ te maken: specifiek, meetbaar, acceptabel en actiegericht, realistisch en tijdsgebonden. Maar wat als je je daardoor vooral bekneld voelt? Als je weet dat je met je eigen manier van focussen beter je einddoel haalt? Dan kun je toch beter maar je eigen gang gaan. Een prettige bijkomstigheid van het boek is dat het alle cursussen planmatig werken voor promovendi overbodig maakt. Het is efficiënter om selectief te winkelen in dit boek, dan het verdoen van je onderzoekstijd met een cursus planmatig werken, waarin je ook alles moet aanhoren wat niet bij je eigen manier van werken past. In ‘Klaar in vier jaar’ kun je dat allemaal lekker overslaan en je voordeel doen met de tips die wel bij je passen.
x www.klaarinvierjaar.nl
x Jeanine de Bruin en Brigitte Hertz: ‘Klaar in vier jaar – Projectmanagement voor promovendi’. Boom onderwijs, 2009, € 20,50, 148 pag., ISBN 9789047301301
ritselende trio van bankiers, ontwikkelaars en lokale bestuurders. Maas is zich hiervan overigens wel bewust. ‘En opnieuw bewees de architect de schurk een uitstekende dienst’, schreef Gerrit Komrij onlangs. Zo is het. Jacques Schievink, initiatiefgroep Natuurbeheer en oud-bestuurder van Hoogheemraadschap Delfland (1995-1999)
DELTA. 36 26-11-2009
16
service
Studentenactiviteiten Studieverenigingen Mijnbouwkundige Vereeniging Op 3 december houdt Ingeokring vanaf 13.30 uur een symposium op de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen in collegezaal B. Het symposium draagt als thema: ‘Special Ground Investigation Innovation in Site Investigation’. Iedereen is uitgenodigd, om in te schrijven kun je mailen naar Wim Verwaal op w.verwaal@ tudelft.nl. De middag eindigt met een borrel om 17.00 uur bij het GeoEngineering lab.
Studievereniging Life Op donderdag 3 december vindt vanaf 22.00 uur het Betakerstfeest plaats in de Oude Harmonie in Leiden. Kaartjes van 5 euro zijn verkrijgbaar bij SV Life of een van de Leidse beta-studieverenigingen.
week plaatsvinden van de Mijnbouwkundige Vereeniging. Het hoofdevenement van de week is een internationaal symposium met als thema ‘How smart technology pushes today’s limits’. Zie www.lustrum-mv.nl voor meer informatie.
VSV ‘Leonardo da Vinci’ Op dinsdag 15 december vindt vanaf 22.00 uur de jaarlijkse Belgische Bieren Borrel van de VSV plaats.
Overige
Mijnbouwkundige Vereeniging In april 2010 zal de Halflustrum-
Minimaatjes AC-HOP de vakbond voor Universiteitspersoneel. Voor informatie kijk dan op www. AC-HOP.nl. Stichting Delftse Natuurwacht zoekt vrijwilligers voor het begeleiden van activiteiten met kinderen van 8-14 jaar. www. natuurwacht.nl, 015-2783086 of j.f.m.molenbroek@tudelft.nl.
Spelregels minimaatjes. Minimaatjes zijn niet toegankelijk voor het bedrijfsleven. Voor commerciële aanbiedingen en advertenties: H&J Uitgevers (adres in colofon). Minimaatjes zijn maximaal 200 tekens lang. Inleveren vóór vrijdag 14.00 uur via e-mailadres delta@ tudelft.nl.
Eettafels knowledge. With the support of companies like Unilever, Heineken, HSBC, KPMG, Schiphol and Philips we create projects to help people all around the world. Do you also have a head for business and a heart for the world? We are looking for new participants now! Check www. sifedelft.nl or mail your motivation to info@sifedelft.nl.
SIFE Delft Looking for something new? Students in Free Enterprise Delft offers you the opportunity to combine social entrepreneurship with your academic H&J Uitgevers_2x70_zw-w
14-05-2004
Voor advertenties bel met:
H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJsel T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80 E delta@henjuitgevers.nl
Neem contact op met Hennie de Ruyter of met Mireille van Ginkel voor nadere informatie
EIGEN MENING? TIEN JAAR CEL! Steun Amnesty met € 3,- per maand. Sms AMNESTY AAN naar 5757.
Alcuin Oude Delft 55-57 Ma t/m do geopend van 18.0019.30 uur. Tijdens het hockeyseizoen ook op zondag geopend van 18.00-19.00 uur. Dagelijks daghap maaltijd, op ma., di. en do. ook een luxe maaltijd. Alle maaltijden zijn inclusief soep. Daghap 3 euro, luxe 4,10 euro.
Sociëteit De Bolk Buitenwatersloot 1-3 Onze open eettafel is geopend ma. t/m do. De maaltijd begint 18.30, waarna 14:02 omPagina 1 er gezamenlijk gegeten zal worden. Vegetariërs en groepen worden verzocht (voor 14.00 uur) te bellen. De prijs voor de maaltijd is 4,00 euro, inc. soep en toetje. Koornbeurs Voldersgracht 1 Om mee te eten bij de eettafel van de Koornbeurs moet je je even inschrijven. Dit kan op
www.koornbeurs.nl/eettafel tot 14.00 uur op dezelfde dag. We eten elke dag om 18.30 uur. Deze manier van eten is tijdelijk, maar nog steeds erg gezellig en lekker. Eettafel geopend ma. t/m vr. van 17.30-19.30 uur. Basismaaltijd 3,60 euro, soep 0,30 euro, toetjes v.a. 0,30 euro, fruit v.a. 0,40 euro. Inl. www.koornbeurs.nl/ eettafel. Sint Jansbrug Oude Delft 50-52 Ma. t/m vr. geopend van 17.3019.30 uur. Dagschotel (incl. salade) 3,40 euro, fruit 0,25 euro, toe 0,30 euro, luxe toe 0,85 euro, bier en fris 1,10 euro. Het menu staat ook op www.jansbrug.nl.
Open from Monday to Friday from 17.30-19.30 hrs. Daily dish (incl. salad) 3,40 euro, fruit 0,25 euro, dessert 0,30 euro, beer and soda 1,10 euro. Find the complete menu at www.jansbrug.nl. Tyche Oude Delft 123 Eettafel geopend van 18.0019.30 uur. Basis 3,50 euro, luxe 4,30 euro, xluxe 4,80 euro. Dagelijks soep. Vegetarische variant beschikbaar. English menu available: www.delftschestudentenbond.nl. Wolbodo Verwersdijk 102 Soup is served at 18.30h. Everyone is welcome. Tuesday and Thursday: 3,40 euro, Wednesday: 4,00 euro. www.wolbodo.nl
x www.eettafels.tudelft.nl
Webspace nodig? Gratis Windows Server 2008 web hosting en .nl domeinnaam Ga naar: http://www.gratiswindowshosting.nl
DELTA. 36 26-11-2009
17
service
Challent-programma prikkelt bachelorstudent De TU Delft heeft bijna twee miljoen euro gekregen voor het ontwikkelen van een programma voor excellente bachelorstudenten. Veel universiteiten kiezen voor het concept van university colleges, maar de TU Delft heeft in overleg met de studenten in het programma Challent gekozen voor onderwijs op maat.
TU DELft voorlichting
verschijnt onder verantwoordelijkheid van de directie Marketing & Communicatie
xANGèLE STEENTJES In 2008 startte het ministerie van onderwijs met het Sirius Programma. Minister Plasterk wil graag dat hogescholen en universiteiten de beste studenten uitdagen om het beste uit henzelf te halen. De vraag is echter welke aanpak excellentie prikkelt en bevordert en welke belemmeringen hiervoor in de huidige situatie bestaan. Hogescholen en universiteiten konden met voorstellen komen om deze excellentie te bevorderen en daarvoor een subsidie bij Sirius krijgen. Het projectbureau van de afdeling onderwijs en studentenzaken heeft voor de TU het
programma Challent ingediend en dat is gehonoreerd. De TU krijgt zo’n twee miljoen euro en vier jaar de tijd om een uitdagend programma voor excellente bachelorstudenten te realiseren.
Eigen insteek Een aantal universiteiten zal university colleges oprichten, zoals deze al langere tijd bestaan in Utrecht en Middelburg. De TU Delft kiest voor een andere aanpak, aldus Sylvia Walsarie Wolff van het projectbureau onderwijs & studentenzaken (O&S). “De universiteit wil zich met het Challent-programma profileren als een universiteit waar technologische oplossingen voor maatschappelijke problemen centraal staan. De studentenraad, en vooral de AAG-fractie, had met drie studieverenigingen een notitie geschreven over de wensen en ideeën van de studenten over dit onderwerp. Daarnaast hebben de faculteiten hun wensen kenbaar gemaakt. Daar was wel een patroon in te zien. De science-faculteiten willen graag verdieping, terwijl de faculteiten van de domeinen design en engineering meer behoefte hebben aan verbreding van kennis door excellente studenten met elkaar te laten samenwerken.” Het uitgangspunt van de TU Delft en de wensen van de studenten en faculteiten zijn de leidraad geweest voor het vormgeven van het Challent-programma. Walsarie Wolff: “Faculteiten verzorgen de verdiepende onderdelen van het programma, dat aansluit bij
hun studenten. Op centraal niveau, aangestuurd door de projectleider die bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management (TBM) werkt, zal vormgegeven worden aan het verbredende deel van Challent door verschillende organisatieonderdelen, zoals Studium Generale, Delft Centre for Entrepreneurship, de Delft Research Initiatives (DRI) en informatie- en communicatietechnologie van TBM. De studenten kunnen ook met ideeën komen.”
Initiatieven De faculteiten Bouwkunde en Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek doen nog niet mee en Industrieel Ontwerpen wil eerst definiëren wat zij onder een excellente ontwerper verstaat. Op de andere faculteiten zijn al diverse initiatieven gestart. “De faculteit 3mE was vorig jaar al begonnen met Toptrack voor excellente bachelors en heeft dit ondergebracht bij Challent. De eerste groep studenten heeft een aantal activiteiten en projecten uitgevoerd, waaronder een presentatie voor het Rotterdam Climate Initiative. Dit resulteert wellicht in een bijdrage van de studenten aan een congres over duurzaamheid. Daarnaast volgden de studenten een veiligheidscursus en een summerschool in Frankrijk. De faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen gaat met de studenten ontwerpen aan de drijvende stad. De faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica koppelt studenten aan onderzoeksgroepen en Technische
Natuurwetenschappen biedt mogelijkheden tot vakverdieping aan en een cursus wetenschapsfilosofie.” O&S staat voor de uitdaging om de kwaliteit te kunnen meten van al deze verschillende initiatieven. Een leidraad zijn de prestatie-indicatoren, die zijn afgesproken met het ministerie, aldus Walsarie Wolff. “Faculteiten selecteren zelf de studenten. Aan het eind van het programma verwachten wij dat de deelnemers hun visie op hun werkterrein goed kunnen verwoorden, een uitgebreid netwerk hebben en kunnen samenwerken met mensen op allerlei niveaus. De studenten die zich vakinhoudelijk hebben verdiept, moeten hun onderzoek in een internationale setting kunnen presenteren. De vraag is hoe je meet dat zij aan deze prestatie-indicatoren voldoen. Daar gaan wij bij O&S aan werken.” Walsarie Wolff verwacht dat het Challent-programma een uitstraling zal hebben naar alle studenten. “Wij verwachten dat studenten niet langer een zes voldoende vinden, maar dat zij hun talenten maximaal ontplooien om deel te kunnen nemen aan het programma. Dat zal er wellicht in resulteren dat het gemiddelde aantal studiepunten dat wordt behaald in de bachelor stijgt, en uiteindelijk ook het studierendement.”
x www.siriusprogramma.nl
UfD-Strukton Master Award voor civieler Robin van Abeelen, student bij CiTG, onderzocht enkele huizen aan de Amsterdamse Vijzelgracht die verzakt waren door de aanleg van de Noord/Zuidlijn. Met deze gegevens heeft hij een model verfijnd dat schade aan gebouwen voorspelt bij verzakkingen. Hij verkreeg daarmee de eerste UfD-Strukton Master Award.
Van links naar rechts: Rudy van der Meer (voorzitter UfD), prof. André Molenaar, Jan Wouter Langenberg, Benjamin ter Kuile, Robin van Abeelen en Martijn Smitt (Strukton). (Foto: Cetera)
In het hoofdkantoor van Strukton in Utrecht werd op 12 november de eerste UfD-Strukton Master Award uitgereikt. Dit is een prijs van het Universiteitsfonds Delft (UfD) en het bouw- en spoorbedrijf Strukton. De jury gaf aan veel moeite gehad te hebben met het maken van een keuze. Wie de onderwerpen en presentaties van de deelnemers zag, kon zich hun salomonsoordeel wel voorstellen. Zo presenteerde de genomineerde Benjamin ter Kuile (Technische Natuurwetenschappen) een computersimulatiemodel waarmee luchtstromingen en verontreiniging in bebouwde gebieden nauwkeurig zijn te voorspellen. Bij rampen is het bijvoorbeeld belangrijk de verontreiniging te kunnen voorspellen, maar er wordt
nog geen gebruikgemaakt van gedetailleerde modellen. “Door moderne computersimulaties toe te passen lukte het mij een nauwkeurig model te realiseren van luchtstromingen in stedelijke gebieden. In de niet al te verre toekomst zal het met deze technieken zelfs mogelijk zijn om de verspreiding van vervuiling of chemicaliën realtime te simuleren, bijvoorbeeld ter ondersteuning van actieplannen bij calamiteiten.” Genomineerde Jan Wouter Langenberg (Techniek, Bestuur en Management) onderzocht de congestie in elektriciteitsnetwerken. Bij het kiezen van de locaties voor windenergie is het volgens Langenberg belangrijk ook rekening te houden met de capaciteiten van het bijbehorende elektri-
citeitsnetwerk. “In de kustgebieden verschijnen de meeste kolencentrales – omdat de zee voor het koelwater gebruikt kan worden – maar ook nieuwe windmolenparken. In het noorden van Duitsland en Nederland zijn er echter relatief weinig hoogspanningsmasten. Bijplaatsen levert vaak verzet op van de bevolking. De kans is groot dat er rond 2015 problemen ontstaan, omdat het netwerk niet altijd de hoeveelheid opgewekte energie kan verwerken.” Zo lang de netten niet versterkt zijn, moet het probleem met behulp van een vorm van congestiemanagement opgelost worden, zoals het instellen van prijszones, aldus Langenberg. De eerste prijs ging naar Robin van Abeelen (Civiele Techniek en Geowe-
tenschappen). Hij is een voorstander van ondergronds bouwen, maar realiseert zich dat dit niet zonder risico’s is. Om de risico’s van verzakkingen bij ondergronds bouwen in te schatten, wordt gebruikgemaakt van zettingrisicoanalyses. Van Abeelen heeft op een bijzondere manier de toepasbaarheid en juistheid van deze risicoanalyses onderzocht. Hij heeft dat gedaan door de schade aan de huizen van de Amsterdamse Vijzelgracht te onderzoeken die verzakt zijn bij de aanleg van de Noord/Zuidlijn. “Bij de panden heb ik het scheurpatroon geanalyseerd en de gegevens daarvan vergeleken met het patroon dat het computermodel voor schadepredicties voorspelt. Het bleek dat het model de scheurwijdtes veel groter voorspelde dan zij in werkelijkheid waren. Met deze gegevens en de analyse kan het model worden aangepast en is er meer inzicht gekomen in het complexe grond-constructiegedrag. Dat is belangrijk voor de diverse ondergrondse constructies, zoals de spoortunnel in Delft, die op stapel staan.” De jury, onder voorzitterschap van prof.dr.ir. André Molenaar, vond dat ook. De jury gaf Van Abeelen de eerste prijs, omdat hij een maatschappelijk relevant onderzoek had verricht dat ook nog direct toepasbaar is. Hij ontving hiervoor de eerste prijs van vijfduizend euro. Langenberg en Ter Kuile kregen ieder 2500 euro. (AS)
DELTA. 36 26-11-2009
18
Delta in English
Job market
Ecotax
Engineering, law and economics graduates will find it increasingly difficult to find suitable jobs in the coming years, according to a report published by ROA research agency. The reasons for the diminishing employment prospects include the current economic crisis and the continuing rise in the number of university graduates. Architecture and civil engineers will be hit hardest, although it was just two years ago that job prospects for those graduates were rated as ‘very good’.
Professor Michiel Haas delivered his inaugural lecture at TU Delft on Friday, 20 November, during which he called for an ecotax to be placed on all construction materials that are environmentally-harmful. Haas, of the faculty of Civil Engineering and Geosciences, said we must aspire towards buildings whose materials cause no environmental impact whatsoever. He calls such structures zero-material buildings: “In principle that means using renewable materials, such as wood, reed, sheep’s wool and so on. But you cannot make a building
Best graduate from these materials alone, so you also need other solutions, like bioplastics made from agricultural materials and other grown and harvested materials.” Haas is eager to put his theories into practice where he works: ‘TU Delft’s campus must be transformed as quickly as possible into an experimental garden for all the fascinating stuff that the TU faculties are currently developing in this field.”
Delft University Fund’s Mecanoo awards for the best graduates of the 2008-2009 academic year were presented last week by TU Delft’s Rector Magnificus, Jacob Fokkema. The best graduates from each of the eight faculties presented their final projects, and then the best graduate overall was chosen from these eight. And the winner was Evelien Pingen, of the faculty of Applied Physics.
Generation alpha girls Our value system may recognize the uprising of females, but antiquated social mores still dictate that no matter how strong a female is at work, she should let her date choose the wine in a dimly lit restaurant. xLEI LI 18:30 hours: in the candlelit ‘Little Italy’ restaurant, Karen sits opposite her date, who is flipping through the menu for the third time tonight, still unable to make his choice. This date was made a couple days previously, at a common friend’s birthday party where they first met. When her date proposed dinner, Karen immediately said yes, as her dating page had been blank for quite some time. Besides, this guy was still eligible. After a little struggle with her not too cooperative schedule, Karen finally managed to steal four hours for the date between a meeting with her supervisor and her late fitness class. Once the waiter had left, Karen’s date started the conversation. “So, I hear you got a job offer at BCG. Great! How did you do that?”, he asked. Obviously, Karen took such a casual question too literally. The date suddenly turned into a job interview. Karen’s academic achievements and experience were hard for her date to digest. And the truth was that what Karen had revealed was just half of her whole profile. As they were finishing the main course, Karen struck up a conversation with the restaurant’s owner, in Italian - yes, Karen speaks three
(Illustration: Ricardo Mejia, MSc, IDE)
languages other than her native Dutch. Karen’s date, nearly choking on his tagliatelle, spent the rest of the date mute. When the bill came, Karen reached for her purse and insisted on paying for her own meal, knowing that her starting salary at BCG far outnumbered her date’s student subsidy. Now three weeks have past and Karen still gets no call from her date. Perhaps Karen did commit the worst dating faux pas: she had outshone her suitor. But I wonder is it that easy to hide your radiance if you just happen to be an alpha girl? On the TU Delft campus, you must have met these girls all the time: they get straight A’s, they’re focu-
sed, career-minded and appear aggressively confident. They’ve grown up with successful women like Hillary Clinton and Madonna as role models. In future they might evolve into those high-powered women from ‘Lipstick Jungle’. However, these girls may find that the very qualities they’ve needed to get ahead in study or work actually work against them in romance. Prevailing conventional wisdom - reinforced everywhere from the dating bible to the Mars-Venus series - holds that traits like assertiveness, directness and decisiveness may add ten points to your CV but are definitely turnoffs to guys. If that’s true, what can alpha girls do then? Is hanging up their brains really the only solution? This reminds me of something I read recently. Some researchers argue that an earlier premise of feminism has been distorted. What the earlier generation of feminists was actually hoping for was for boys to become more like girls - softer and kinder and emotionally mature about human relationships. Well putting aside the study’s reliability - this does imply a solution: change the rules. In our world, alpha males always make the rules. Females must struggle to reconcile their femininity with this male working culture built around single-mindedness, competitiveness and self-projection. And this journey usually starts in girlhood. But like another alpha male has said: ‘It’s time for change’. We must learn the art of going ‘yin’, in order to cultivate the feminine traits of serenity, meekness and gentleness in our culture. Although I don’t know what the new world would exactly look like, I do believe it should be a world where girls don’t have to sacrifice their femininity to be alpha.
(Photo: Surya Narayanan, MSc, computer engineering)
Foreign eye Memories of spring. It was a warm, sunny Saturday evening when some friends and I planned to explore Delft in bicycle. We didn’t have anyplace particular in mind, but while pedalling along the Delft-Rijswijk highway we saw a sign indicating the direction to Wilhelminapark. We dropped in there with no expectations. First glance of the lush green valley, the serene landscape, the open blue sky and the usual breeze made us more energetic to explore this place further. Being here, an infinite number of thoughts came to mind at once. For a moment I felt I’d seen this place before, later deciding that it was none other than Windows ’97 wallpaper! This made me click this random snap in the memories of spring. Soon this place will change its shades from green to white once the snow fall begins, but it doesn’t matter, spring or winter, weekend visits and small parties here are always fun. (SN)
news below sealevel This week’s round-up of what’s been making headlines in the Netherlands begins with the news that three Dutch sociologists penned an article calling the Freedom Party (PVV) and its leader, Geert Wilders, extreme right wingers that threaten democracy. Wilders responded by calling the three prominent sociologists “absolutely crazy”. With Vancouver’s Winter Olympic Games fast approaching, Dutch speed-skating hopes suffered a blow when Marianne Timmer, threetime Olympic champion, broke her ankle during a recent race. But still, she’s better off than five other Dutch speed-skaters – Robert Bovenhuis, Rob Hadders, Christijn Groeneveld, Jorrit Bergsma, Arjan Stroetinga – who became citizens of Kazakhstan in hopes of qualifying for the Olympics as members of the Kazakh team. Unfortunately for them, Dutch law forbids dual nationality and these ‘Kazakh’ skaters must now apply for temporary residence permits to stay in the Netherlands. The Dutch kicked-off a nationwide vaccination program, vaccinating some one million children aged six months to five-years-old against the dreaded A(H1N1) influenza virus. Somewhat surprisingly, of all European Union countries, the Netherlands has one of the highest infant mortality rates, a fact partly blamed on the Dutch tradition of giving birth at home
assisted only by midwives. Some Dutch doctors are now calling for new childbirth hospitals to be built throughout the country. Dutch gay Dads will soon have their own children’s book, entitled Arwen and her Daddies. The book, published this month, portrays a family in which the children have two Dads. An English-language version will be published in the United States, where conservatives surely won’t welcome a book in which there is no mother in the family. Conservative Dutch Euro MP Hans van Baalen was booted out of Nicaragua, accused by the ruling socialist Sandinsta party of fomenting unrest. Van Baalen wasn’t amused. “Such behaviour belongs in an East German museum,” he huffed. Dutch girls are improving at crime: in 1995, there were 2,220 criminal cases involving girls, while in 2008 that figure jumped to 6,800 cases. But still, boys are the worst, with 31,000 criminal cases against Dutch boys in 2008. And finally, a new Dutch website, Right to Die-NL, offers information on committing suicide using drugs. Right to Die-NL’s director, Petra de Jong, said such information was sorely needed, so that people don’t have to kill themselves by “gruesome methods”, like “jumping in front of trains… or setting themselves on fire.” (DM)
19
DELTA. 36 26-11-2009
Delta in English
Sinterklaas
Osiris cometh
Two awards
Intercity station
Feedback
Sinterklaas is coming to TU Delft on 28 November. The event is hosted by Prometheus, TU Delft’s staff association, and all university employees and their children are warmly invited. Sint and his Piets will give out presents and put on a show, including song and dance numbers and a ‘Soccer Showdown’. The Sint party is at the Aula, with the doors opening at 13.15 and the main activities starting at 14.15 hours. Tickets cost €7.50.
TU Delft students and staff can get a sneak-preview of Osiris, the new Student Information System, on 3 December. All teaching staff and students will start working with this new system as of 14 December. The system allows teachers to see students’ grades; academic counsellors to record reports from meetings with students; and students to view their study programs and register for exams. Everyone is welcome to try out this new system on December 3, between 12:00-14.00 hours, at the Aula - no appointment necessary.
Loubna Aammari, a second-year TU Delft student studying computer science, has won the Kartini Award, given annually to the best female Dutch science and technology student of immigrant origins. The award comes with a cash prize of 1,250 euro. Aammari had an 8 average in her first-year courses. She has also received one of seven study grants worth 2,400 euro as part of the Finalist IT Group, which are given to outstanding first-year computer science students.
Delft has asked NS to make Delft station an intercity station. At present, the only intercity trains that stop in Delft are those to and from Den Haag Central. A Delft city official said that Delft should be granted intercity station status because accessibility via public transport is becoming increasingly important and trains with regional and interregional connections are the best alternatives to travelling by car. Delft is also part of the ‘Stedenbaan’, an initiative aimed at improving and strengthening existing infrastructure.
If you’d like to comment on anything appearing on the English Page or on a university-related matter, or if you have a question or suggestion for us, send your emails to d.mcmullin@tudelft.nl. We welcome all feedback from our readers. Letters intended for publication should include your name and be no longer than 350 words. This edition of Delta is also available online at www.delta.tudelft. nl, where you can also access the English Page archive.
Life after Delft: should I stay or go? Two African students. Two TU Delft alumni. Two different paths chosen. One stays, one returns home. Paul Okonkwo, MSc aerospace engineering, and Adewale John Adebusoye, MSc computer engineering, reflect on their TU Delft experience and their postgraduation choices to remain in and to leave the Netherlands. xBEMGBA NYAKUMA Like many other students from around the world, Adewale John Adebusoye (28) and Paul Okwonkwo (32) arrived in Delft on a cold autumn day, ready and eager to tap into the wealth of knowledge and training this great university offers. Fast forward to graduation day two years later and both men were also faced with that common question among students - what next? Adebusoye decided to stay in the Netherlands and further hone his skills as a software engineer at Yokogawa Europe Solutions in Amersfoort. His compatriot, Paul Okwonkwo (32), returned home to a job as a military officer-instructor in the Nigerian Air Force. From his air force base in Kaduna, Nigeria, Okwonkwo looks back with amazement at his decision to study at TU Delft, while Adebusoye
Adewale John Adebusoye. (Photo: no credit)
describes his Delft experience as 'worthwhile', stressing the effect that the Dutch culture and way of life had on him and his studies. Adebusoye: 'I had to alter my mindset towards challenges, learn to see them as learning experiences, while also adopting the curious mindset of an engineer. I also gained the ability to identify what tools I needed to solve challenges, find those tools, and then apply them to solving problems.' Okonkwo meanwhile describes his Delft experiences as “a rollercoaster ride”, in which he says he had 'some good moments and a handful of sad periods', yet does add that he’d gladly do it all over again if given the chance. When asked about his experiences with Dutch people, their culture and way of life, Okonkwo is rather philosophical, simply saying that 'they’re nice fellows with closeknit social circles, but I admire the Dutch for their honesty, efficiency and attitude to work'. Despite his admiration for many aspects of the Dutch way of life, such as 'Dutch directness', Okwonkwo decided to return home after graduation. When asked why, Okonkwo, a career air force officer, hinged his reply on the military code of espirit de corps and patriotism: “I returned because I already had a job back home that I cherish so much.” He was eager to make a difference with the knowledge and experience he gained from TU Delft in his country. For Adebusoye, his decision to remain in the Netherlands had more to do with career and personal development. “It was about my growth as an engineer”, he says. “Back in my home country, I realized there were so many things I didn’t know.” In the Netherlands, Adebusoye believes there are more challenging “pro-
Squadron Leader Paul Okonkwo. (Photo: no credit)
jects and valuable experiences, and I’m hungry for this! I felt I’d get the maximum training and exposure if I stayed behind in the Netherlands, and so I did.”
Maximum exposure When asked if they had any regrets about their decisions to come to Delft, Adebusoye was first to respond. “I don’t have any regrets”, he began, “because once you make a choice, you must understand that your choices have consequences, and be prepared to handle the results of those choices. I can say however that I’m learning and growing in my profession here and getting the maximum exposure.” While agreeing with Adebusoye’s point of view, Okwonkwo expressed dismay at what he described as 'the slow pace of development and people’s attitude to work in my
country.' This, he said, makes him ponder his time in the Netherlands. When asked about what he missed most about the Netherlands, Okonkwo quickly replied, 'uninterrupted power supplies, fast internet connections, good roads and the Dutch efficiency'. Adebusoye meanwhile spoke of how he longs to re-live the Nigerian way of life after three years away from home. The software engineer said one of the things he missed most was 'the sense of community' back in Nigeria, a sense of community that makes people 'watch out and care for their loved ones'. He also misses “getting around the Nige-
‘Be ready to work hard, otherwise don’t bother applying’ rian system of 'getting things done and the freedom of being able to just stroll to a friend’s house on a whim', without having to make an appointment in advance. Nevertheless, Adebusoye is grateful for the opportunity of studying in the Netherlands that his scholarship afforded him, describing the experience as an 'eye opener'. He says that studying at TU Delft instilled in him 'the passion to achieve', an experience he declares that opened his mind and way of reasoning, especially 'the realization that every engineering problem is indeed a challenge that can be tackled by applying many different approaches.' Okonkwo also expressed his gratitude for the opportunity to study at TU Delft: 'I’m happy for the knowledge gained from my studies, the
friends made and wealth of exposure from visiting other European countries.” But would he recommend TU Delft to other young students looking to study abroad. “Sure I would”, he says, “but with a clause that the person should be ready to work hard - otherwise they shouldn’t bother applying.” Adebusoye agreed: “TU Delft’s MSc program is very intensive and you learn a lot in two years. And then the quality of work you get to do for your thesis is amazing. The standards here are high and professors demand quality work from you.” When asked about their future plans, perhaps ten years from now, Adebusoye replied: “I’m an entrepreneur, so I see myself running my own businesses, mentoring others and giving back to my community.” Okonkwo however declines the calling to be a ‘social entrepreneur’, saying instead that in ten years time “I hope to have obtained my PhD and developed the knowledge base required for efficient lecture delivery and development of the human capacity required for Nigerian’s development in the field of aerospace engineering.” Okwonkwo hopes that in future Dutch scholarship agencies will increase the number of scholarships granted to African students, as this he says will help alleviate what he calls the “intellectual bankruptcy” in Africa. Although both men had mixed feelings about their lives and studies in the Netherlands, they both viewed studying at TU Delft as a privilege. Adebusoye: “One cannot come here to study and not leave a changed person.”
DELTA. 36 26-11-2009 achterkant
00 20
de fiets van... Naam: Mandy van Waas (22, industrieel ontwerpen) Merk: Batavus Gekocht voor: €65 Opvallend: “De fiets is roze, zoals bijna alles in mijn kamer” Bij de fietsenstalling van de faculteit Industrieel Ontwerpen staat Mandy van Waas ‘s middags haar ketting te repareren. “Vanochtend is de ketting er weer eens afgelopen”, verzucht Van Waas. “Dat gebeurt wel vaker de laatste paar dagen.” Verder heeft ze tot nu toe weinig problemen gehad met de fiets, die nu een jaartje in haar bezit is. Alleen haar achterband was op een gegeven moment aan vervanging toe. “Dat wilde ik zelf doen”, zegt Van Waas, “maar een huisgenoot verveelde zich zo dat hij de band heeft vervangen.” Dat de band versleten was, had waarschijnlijk te maken met haar functie als roeicoach bij Laga. “Als coach van de heren-2 ben ik waanzinnig vaak op en neer gefietst langs de Schie, echt waanzinnig vaak.” (EvO)
as in olde times
Beer stein When the Torius club’s handball players compete in tournaments, they always bring with them a three-litre Delft Blue beer stein, encased in a protective wooden box they made themselves, because such a stein is indeed pretty expensive, says current team member Mona Hichert. The box has nameplates on it. “At tournament parties we fill the stein with beer and then people drink from it according to the order that their names appear on the box. And you drink while standing on the box: first the honorary members drink, then the graduates, board members, etc. If you’ve done a lot for the club, you drink first and get the best, freshest beer, while club newcomers must make do with the swill left at the bottom. It’s also advisable to hold the heavy stein with two hands when drinking from it.” After training session at the TU’s sports centre, extra money is always collected, so that there is sure to be enough money to buy beer at the tournaments. Donations are also welcome, and those who donate get their names published in a list of donors in the club’s newsletter. “The stein is popular, and other clubs are always asking about it.” So popular in fact that it was once stolen. “We lost it for about six months. It was left among our bags at a tournament in Utrecht and disappeared.” The stein travelled via Tilburg to Groningen.” There it happened that stein ended up in the room of a housemate of the brother of one of Torius’ members, who didn't realise it was there. “We had to go to Groningen to pick up our stein.” The incident prompted the ‘stein commission’ to designate the youngest club member as stein security guard. (JT/DM)
Kriep
Torius’ communal beer stein. (Photo: Hans Stakelbeek/FMAX)
”Ik ben waanzinnig vaak op en neer gefietst langs de Schie.” (Foto: Richard van ’t Hof)
robert fokkink
Schijtlijst Kaatsen, korfbal, klootschieten. Begint het met een K dan zijn wij wereldkampioen vanwege gebrek aan competitie. Kenniseconomie begint ook met een K. Vandaar dat de Tweede Kamer unaniem de wens heeft uitgesproken dat we daar ook wereldkampioen in worden. Kaaskoppen. Hoe word je wereldkampioen kenniseconomie? De VSNU, de vereniging van samenwerkende Nederlandse universiteiten, meent dat daarvoor meer investeringen in het hoger onderwijs nodig zijn. Dat denkt de VSNU wel meer. Gebeurt er iets op onderwijsgebied, dan schrijft de VSNU het zoveelste rapport waarin wordt gehengeld naar meer geld. Zijn het niet hogere salarissen dan is het wel meer onderzoeksgeld. VSNU. Een Vereniging van Samenwerkers. Da’s zo’n koe van een pleonasme, van zo’n club kun je niet veel meer verwachten. De ranglijst van kenniseconomieën wordt aangevoerd door Zwitserland en dat is toevallig ook het land waarin de lijst wordt samengesteld. Nederland staat op 10, boven Engeland en Frankrijk, landen waar wij op universitair gebied niet tegenop kunnen, maar dat schijnt voor het WK kenniseconomie niet relevant te zijn. Vorig jaar stond Nederland zelfs op 8, maar dit jaar is ons land twee plaatsen gezakt omdat, zo lees ik in het rap-
port, de ‘kwaliteit van de financiële markt is gedaald, vanwege zorg over kredietwaardigheid en solvabiliteit van de Nederlandse banken’. Zo zie je maar, de miljardeninjecties in de ABN zijn goed voor de kenniseconomie. Van Wouter voor Gerrit, een hele goede kennis. De Zwitserse lijst is niet de enige lijst, er is er ook eentje uit Sjanghai. In Delta verscheen onlangs het trotse bericht dat Delft op die lijst boven Twente en Eindhoven staat. Ook boven Aken trouwens. Zo wordt een 150ste plaats op een lijst van 500 universiteiten toch nog eervol. Waar heeft Delft deze duizelingwekkend hoge positie aan te danken? Niet aan wetenschappelijke output. Niet aan het aantal citaties. Daarop scoren alle universiteiten ongeveer hetzelfde. Het verschil wordt gemaakt door twee categorieën: Nobelprijswinnaars en alumni. Qua Nobelprijswinnaars scoort bijna elke instelling een nul, wat Gerard ’t Hooft in staat stelt om de universiteit van Utrecht eigenhandig tot de top van Nederland te bombarderen. Delft scoort beter dan Eindhoven en Twente op de categorie alumni. Hoe deze marginaal betere score wordt bepaald, is een raadsel. Een ding is duidelijk: bij de top 50 staan maar liefst 37 Amerikaanse universiteiten. Zo’n bizarre verhouding alleen is voldoende om de Sjanghai-ranking te diskwalificeren als een schijtlijst.