DELTA. 27 23-09-2010
weekblad van de technische universiteit Delft
>03 Geldstrijd
>06 Digital victims
>08 Ren, Coos, ren!
>12 Zo kan het ook
De TU Delft moet volgend jaar 25 miljoen euro voor een nieuwe faculteit Bouwkunde terugbetalen aan het ministerie van onderwijs. De universiteit legt zich daar niet bij neer. “Het nieuwe faculteitsgebouw is genomineerd voor een prijs van nota bene het ministerie zelf.”
In disaster training, the maximum number of victims should be helped with the limited means available. The iPod-based victims that Steven van Campen developed will actually ‘die’ when not properly cared for.
Coos van Buuren zit in de eindfase van twee masterstudies, is betrokken bij een door hemzelf opgezette stichting en verdedigt zondag met zijn clubteam de Nederlandse titel op de 4x800 meter hardlopen. “Ik sta vijf ballen hoog te houden.”
“Woningcorporaties moeten weer een brede maatschappelijke taak krijgen”, vindt docent ruimtelijke planning dr.ir. Paul Stouten. In zijn boek ‘Changing contexts in Urban Regeneration’ roemt hij de Rotterdamse stedelijke vernieuwing. Een tocht met hem door het Rotterdamse Oude Noorden, een schoolvoorbeeld van hoe het kan – maar hoe het tegenwoordig eigenlijk niet meer gebeurt.
01
>19 English Washington Post Many Iranian students at TU Delft are concerned about the consequences of an article published recently in the Washington Post about Iranian students in Delft. The article claimed that TU Delft is the centre of new Iranian activism. Not true, the students say.
TUDELTA.27
Wie zoet is, krijgt lekkers. Dus zette personeelsvereniging Prometheus afgelopen dinsdag een poffertjeskraam neer op de campus om haar leden te verwennen. O, en nieuwe leden te werven vooral, want lid worden klinkt na
zoveel oer-Hollandse suiker natuurlijk wel heel aantrekkelijk. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
DELTA. 27 23-09-2010
02
nieuwsinterview
‘Veel gedaan, maar niet genoeg’ TUdelta.27 > Jaargang 42 Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.
> Redactie Frank Nuijens, (hoofdredacteur), Katja Wijnands, Dorine van Gorp, (eindredactie), Saskia Bonger, Tomas van Dijk, Erik Huisman, Connie van Uffelen, Jos Wassink (verslaggeving). > Medewerkers Willemijn Dicke, Robbert Fokkink, Jorinde Hanse, Dap Hartmann, Auke Herrema, Christian Jongeneel, David McMullin, Anna Noyons, Daan Schuurbiers, Jimmy Tigges, Stephan Timmers, Ellen Touw, Robert Visscher, Pascale Warners, Martine Zeijlstra. > Foto‘s Sam Rentmeester/ Hans Stakelbeek (FMAX).(info@fmax.nl) > Vormgeving Kummer & Herrman, Utrecht > Lay-Out
Liesbeth van Dam
> Mededelingen Martin Kers (m.kers@tudelft.nl) > Redactieraad Ir. S. Rozendaal (voorzitter), prof.dr. Jeroen van den Hoven, prof.dr.ir. F.W. Jansen, J. Op Den Kelder, mr. J.J. M.Kok, R.H.G. Meijer, T. Niks, prof.dr.B.J. Thijsse, ir. M. Persson, dr.ir. C. Vermeeren > Redactie-adressen Universiteitsbibliotheek Kamer 0.18-0.28 Prometheusplein 1 2628 ZC Delft Postbus 139 2600 AC Delft Tel. 015-278 4848 E-mail: delta@tudelft.nl www.delta.tudelft.nl > ISSN 0169-698x > Druk Wegener Nieuwsdruk Twente, Enschede
Gebrekkige communicatie, gemis aan saamhorigheid en te laat ingrijpen leidden tot miljoenentekorten bij Civiel, blijkt uit het Onderzoek Financiën CiTG. Decaan Louis de Quelerij reageert.
doende geweest. In 2008 hebben wij voor het eerst uren doorbelast naar projecten. Een achterstand in tijdschrijven bleek opeens een heel groot effect te hebben op het financiële resultaat, op jaarbasis zelfs meer dan een miljoen euro. Afdelingsvoorzitter zeiden dat de cijfers niet konden kloppen. Inderdaad, maar dat kwam doordat mensen zelf hun uren niet hadden geschreven. Nu krijgt elke week iedereen die te laat is een herinnering. Ik heb een workshop opgezet om financieel projectbeheer aan alle projectleiders uit te leggen. Wat dat betreft zie ik aanbevelingen uit het rapport als steun in de rug.”
xConnie van Uffelen Deelt u de genoemde conclusies? “Ik heb waardering voor al het cijfermateriaal, maar wat me opvalt, is dat de hoofdvraag onvoldoende is beantwoord: waar komen de tekorten door? In het rapport zie je dat de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG) het op alle onderdelen beter heeft gedaan dan het gemiddelde van alle faculteiten. Kijk naar studenteninstroom, wetenschappelijke scores en lastenbeheersing. Je ziet dat de lasten bij alle faculteiten zijn gestegen, wij zijn min of meer gelijk gebleven of gedaald. Hetzelfde geldt voor de hoeveelheid wetenschappelijk personeel. We doen het goed op alles wat je als faculteit kunt beïnvloeden. “ Toch zijn er tekorten. “Wij zijn als enige gigantisch gedaald in inkomsten uit de eerste geldstroom (Rijksbijdrage,
Louis de Quelerij: “Ik had goede plannen.”
red.). We hebben enorm op kosten bespaard. Denk aan de herhuisvesting van mijnbouw, ik heb een verdieping vrijgemaakt om te besparen, we hebben in 2005 aanzienlijk meer dan de beoogde tien procent gereduceerd op ondersteunend personeel. We hebben dus wel degelijk veel gedaan, alleen: het was niet genoeg. De daling bleek steeds groter dan wij dachten. Dat is de hoofdoorzaak. Ik ben het er mee eens dat we nog meer hadden kunnen doen.” Wat dan? “Eerder reorganiseren. Je kunt pas een meerjarenplan maken als je een prognose hebt van je inkomsten. Die basis ontbrak steeds. De eerste die ons die basis bood, was
de nieuwe collegevoorzitter (Dirk Jan van den Berg, red.). Die zei eind 2008: 'Ga er vanuit dat je budget de komende twee jaar bevroren blijft en niet minder wordt'. Pas als je een duidelijke prognose maakt, kun je dieper ingrijpen, met gedwongen ontslagen." Er was ‘gebrekkige communicatie’. “Het model voor de verdeling van het geld binnen de TU heb ik vertaald naar de faculteit. Als je bijvoorbeeld meer studenten hebt, krijg je meer geld. Dat is in de praktijk best lastig te volgen, communicatie daarover is dus moeilijk. Bovendien zorgt zo’n model voor fluctuaties: leidinggevenden krijgen opeens minder geld, terwijl ze nog hetzelfde doen. De communicatie daarover is onvol-
Wat leert het rapport u? “Ik had goede plannen maar achteraf gezien had ik plannen moeten maken die uitgingen van een positief resultaat. De meest wijze les die ik heb geleerd is dat ik langetermijnplannen niet zozeer op een nulbegroting moet richten, maar op een duidelijke plusbegroting, zodat je tegenvallers kunt opvangen. Verder wil ik alle decanen meegeven dat ze het financiële projectbeheer op de werkvloer moeten uitleggen, zeker bij het doorbelasten van TIM-uren op projecten via uurtarieven.”
x Lees het volledige interview op www.delta.tudelft.nl/21772
Schuurbiers
Opstartproblemen
> Oplage 12.000 > Advertenties
H&J uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel Tel. 010-451 55 10 Fax 010-451 53 80 E-mail:delta@henjuitgevers.nl www.linkmagazine.nl
> Abonnement Een abonnement kost 37,50 en kan elk moment ingaan. > HOP Delta werkt samen met het Hoger Onderwijs Persbureau Hein Cuppen, Bas Belleman, Thijs den Otter Tel. 071-523 6151 Fax 071-523 2138 E-mail hop@xs4all.nl > Copyright Delta Auteursrecht voorbehouden. Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur artikelen, schema‘s of illustraties geheel of gedeeltelijk over te nemen en/of openbaar te maken, in enigerlei vorm of wijze.
Het valt niet mee om na een zonnige zomervakantie weer in het werkritme te komen. Mijn vastberadenheid om me vanaf nu niet meer zo druk te maken is na een paar uur achter de pc alweer grotendeels verdwenen. Moedeloos blader ik door de lange lijst e-mails in mijn inbox. Het voordeel van buiten het hoogseizoen op vakantie gaan is dat je de topdrukte op de vakantiebestemming ontloopt; het nadeel is dat die topdrukte zich bij thuiskomst naar je inbox heeft verplaatst. Nou is met die werkdruk op zich niet eens zoveel mis. Wat het vervelend maakt, is het onbehaaglijke gevoel dat het allemaal drukte is om niets. Vlak voor de vakantie leek het allemaal nog zo belangrijk: het congrespaper, de vakpublicatie, de evaluatie van het voorstel. Nu lijkt het meer op een ingewikkelde vorm van bezigheidstherapie. Het reïntegratieproces wordt niet bevorderd door de herinnering aan Willemijn Dicke’s universiteitsroman ‘Mea’. Op het strand kon ik er nog hartelijk om lachen, maar nu ik vanaf mijn werkplek om me heen kijk, is het beeld dat Dicke van de universiteit schetst, hoe cynisch en negatief ook, beangstigend herkenbaar. ‘Mea’ is zo’n boek waarin de dagelijkse realiteit van het universitaire leven wordt uitvergroot, een satire van de academie. De academicus vindt bevestiging in de alledaagse worstelingen van de hoofdpersoon: de monotonie van het congressencircus. Hoogleraren die het drukker hebben met gemene politieke spelletjes dan met onderzoek. Onderzoekers die zich al hun hele loopbaan bezighouden met betekenisloos onderzoek, die zich redden met blufpoker. Die schets sluit aan bij een lange traditie van kritische campusromans als ‘Small World’ van David Lodge, ‘Onder professoren’ van W.F. Hermans en
het hilarische ‘Lab’ van Miquel Bulnes. Al in 1908 schreef F.M. Cornford in zijn ‘Microcosmographia Academica’: ‘The noise of vulgar fame should never trouble the cloistered calm of academic experience. Hence learning is called sound when no one has ever heard of it; and ‘sound scholar’ is a term of praise applied to one another by learned men who have no reputation outside the university, and a rather queer one inside it. If you should write a book (you had better not), be sure that it is unreadable; otherwise you will be called ‘brilliant’ and forfeit all respect.’ De vraag is nu: als alle academici zich zo goed in die beelden herkennen, waarom zijn we dan niet bij machte om er iets aan te doen? Waarom wordt de universiteit geregeerd door zuurpruimen die meer om hun baan geven dan om waarheidsvinding? Waarom maken de bureaucraten de dienst uit en delven de bevlogen vakgekken het onderspit? Hoe kan een plek die gericht is op het verwerven van nieuwe kennis politiek zo conservatief zijn? Hoogste tijd voor actie. Op zoek naar inspiratie blader ik nog eens door de digitale vakantiefoto’s. Ik probeer de ontspanning weer te voelen, de drang tot vernieuwing, tot verzet tegen de gevestigde orde. Dit jaar wordt het allemaal anders, vanaf nu gaat het roer om. Voor kleingeestige politiek is niet langer plaats in deze tempel van de waarheidsvinding. Voetsoldaten van de vooruitgang, ontwaakt! Maar nu eerst een kopje koffie. Daan Schuurbiers reflecteert het komende jaar op het universitaire leven vanaf zijn werkplek aan de Universiteit Utrecht.
DELTA. 27 23-09-2010
Stoelen De befaamde stoelencollectie van de faculteit Bouwkunde is weer in zijn geheel te bewonderen door het publiek. Sinds vorige week staan ze alle driehonderd in de hal bij de bouwkundebibliotheek, in vijf rijen boven elkaar. De stoelen konden na de brand bij Bouwkunde door de brandweer uit de puinhopen worden gered. Daarna stonden ze in depot. De faculteit onderstreept met de expositie het historische belang dat ze hecht aan de collectie. Niet voor niets worden de stoelen vaak gebruikt door de afdeling geschiedenis. Volgens projectleider
CO2-membraan Shaida Freese laat de collectie vooral zien dat de stoel de laatste decennia qua vormgeving en materiaalgebruik weinig is veranderd. De permanentie expositie wordt op 5 oktober officieel geopend.
Volgens het promotieonderzoek ‘DD3R zeolite membranes in separation and catalytic processes’ van dr.ir. Johan van den Bergh (Technische Natuurwetenschappen) zijn zeolietmembranen erg geschikt om aardgas te zuiveren van CO2-verontreinigingen. Zeolieten zijn kristallijne verbindingen van aluminium en silica, met poriën kleiner dan een nanometer. Dat maakt ze geschikt om gasstromen te scheiden op basis van de molecuulgrootte. Bezwaarlijk is nog wel de prijs van het materiaal (duizend tot drieduizend euro per
TU bindt strijd aan om 25 miljoen De TU Delft moet volgend jaar 25 miljoen euro voor een nieuwe faculteit Bouwkunde terugbetalen aan het ministerie van onderwijs. De universiteit legt zich daar niet bij neer. xSASKIA BONGER De TU kreeg het bedrag van oudminister Ronald Plasterk om ‘een nieuw faculteitsgebouw te realiseren dat een architectonisch icoon zal vormen dat een bijzondere positie inneemt in stedenbouwkundig opzicht’. Dat is althans de manier waarop de TU de afspraken met Plasterk uitlegt. VVD-Kamerlid Mark Harbers stelde in januari Kamervragen om te achterhalen wat de precieze voorwaarden waren. Hij vond dat de faculteit geen nadeel mocht ondervinden van de brand die op 13 mei 2008 haar onderkomen in de as legde, maar ook geen voordeel. Eén van zijn vragen luidde: “Wat vindt u van het feit dat de faculteit bouwkunde liever in een oud pand blijft zitten, terwijl u eerder nog overtuigd bent van de
Waterballet
03
Nieuws
noodzaak van nieuwbouw, daar 25 miljoen euro aan heeft toegekend?” De TU vindt dat ze wel degelijk voldoet aan de voorwaarden van Plasterk. Collegevoorzitter Dirk Jan van den Berg zegt er vertrouwen in te hebben dat hij het ministerie daarvan kan overtuigen. “We hopen op een kans in het politieke debat over de OCW-begroting.” Daarvoor moet de TU het politieke spel meespelen, zegt hij. De argumenten van de TU staan in een persbericht dat op Prinsjesdag in allerijl naar buiten in gebracht. “Juist met het oog op een optimale
Het project is genomineerd voor een prijs van nota bene het ministerie zelf besteding van overheidsgelden is ervoor gekozen een bestaand gebouw aan de Julianalaan als uitgangspunt te nemen voor de nieuwe faculteit Bouwkunde.” De universiteit rekent voor dat de brand 170 miljoen euro heeft gekost als het nieuwe pand klaar is. De uitkering van de verzekering bedroeg circa 118 miljoen. Het negatief saldo is dus 52 miljoen. “Met de 25 miljoen
Op en langs de Delftse grachten gaven 37 dansgezelschappen afgelopen zondag uitvoeringen in uiteenlopende stijlen: van klassiek ballet tot streetdance. Het was de eerste keer dat dit festival Delfts Waterballet plaatsvond. Het water is honderden jaren de levensader van Delft geweest en speelt nog steeds een grote rol in de stad. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
zou OCW ongeveer de helft van de tegenslag opvangen. Dat is een redelijke bijdrage in het licht van de opmerking van de minister dat de brand de grootste ramp in de Nederlandse universitaire geschiedenis is.” Daarna wijst de TU het ministerie erop dat het nieuwe faculteitsgebouw een succes is onder studenten en medewerkers, dat het interieur een prijs heeft gewonnen, dat het wel degelijk als icoon wordt beschouwd en dat het project is genomineerd voor een prijs van nota bene het ministerie zelf. Al deze argumenten zijn niet nieuw. Ze staan ook in een brief die de TU in januari opstelde in reactie op de (nog onbeantwoorde) Kamervragen van Harbers. Toch denkt Van den Berg dat hij het ministerie kan overtuigen. “Onze argumenten zijn niet op hun merites beoordeeld. Op dit moment is er een geldkoorts aan de gang in Den Haag. Alle beetjes zijn welkom.” Mocht het niet lukken het ministerie te overtuigen, dan volgt volgens Van den Berg ‘een heel ander traject’, waar hij niet op vooruit wil lopen. Dat geldt ook voor de vraag waar de 25 miljoen euro vandaan moet komen.
Elektrische auto vierkante meter). Ook zijn de membranen minder effectief bij hogere temperaturen. Het is dan ook de vraag of het membraan geschikt is om CO2 uit hete rookgassen af te vangen. Wel ziet Van den Bergh een grote toekomst in de zuivering van aardgas en biogas. In het verlengde daarvan verwacht hij twintig jaar na de eerste introductie een energiesparende doorbraak van zeolietmembranen in de industriële gaszuivering.
Er is veel positieve publiciteit over de elektrische auto en Financiën stimuleert ‘m fiscaal. Maar stappen we straks massaal over? Over onder meer die vraag gaat het op 27 september tijdens het Elsevier Technologiedebat. Gespreksleider is TU-alumnus en wetenschapsredacteur Simon Rozendaal. Aan het debat neemt onder anderen IOdecaan Cees de Bont deel.
x Locatie: Campus Den Haag van Uni-
versiteit Leiden aan de Lange Houtstraat 5-7 in Den Haag. Aanvang: 16.30 uur. Inschrijven via info@campusdenhaag.nl
‘ We laten het kopje niet hangen’ Hogescholen en universiteiten krijgen minder geld van het Rijk. Om te overleven, moet de TU Delft Europa in, vindt collegevoorzitter Dirk Jan van den Berg. ‘Schijnheiligheid troef”, reageerde VSNU-voorzitter Sijbolt Noorda op de bezuinigingsplannen van het demissionaire kabinet-Balkenende. De financiering per student daalt, er is geen geld om de salarissen op peil te houden en er gaan miljoenen euro’s minder aardgasbaten (FESgelden) naar kennis en innovatie. Ook wordt een aantal toegezegde subsidies verlaagd. Waar Noorda zijn woede niet onder stoelen of banken steekt, blijft TUcollegevoorzitter Dirk Jan van den Berg een stuk rustiger. Hij noemt het ‘niet bijzonder fraai’ dat de financiering per student gaat dalen, en constateert dat ook de TU Delft het binnen drie jaar gaat voelen dat de FES-gelden opdrogen. “Het gaat om tien à vijftien miljoen euro per jaar.” Woede of niet, de bezuinigingen op de OCW-begroting zaten er al aan te komen. Daarom is de TU al aan het reorganiseren. En wil de universiteit
haar blik veel meer op Brussel gaan richten. “We moeten ons daarop inrichten, want onze kans ligt in Europa. Er is daar nog wel geld voor onderzoek en innovatie. Het is van levensbelang dat we heel goed aanknopen bij Europese onderzoeksnetwerken. We gaan het kopje niet
Van den Berg noemt het ‘niet bijzonder fraai’ laten hangen”, zegt Van den Berg. Hij geeft het voorbeeld van Health Ties, een samenwerkingsverband tussen universiteiten en gezondheidsinstellingen in Zuid-Holland (waaronder de TU Delft), Spanje, Zwitserland, Hongarije en het Verenigd Koninkrijk. “Per onderwerp moeten we in de goede groepen terechtkomen”, aldus Van den Berg. Het valorisation centre van de TU Delft helpt onderzoekers overigens al bij het binnenslepen van Europese gelden. Zo is er op 1 oktober een trainingsdag voor onderzoekers waar ze onder meer leren hoe ze de juiste strategische partners kunnen vinden. (SB/HOP)
x
www.delta.tudelft.nl/21770 www.delta.tudelft.nl/21769 www.delta.tudelft.nl/21768
DELTA. 27 23-09-2010
Nieuwe leden De vakbonden hebben relatief veel nieuwe leden gekregen sinds de TU eind 2009 aankondigde te gaan reorganiseren. Abvakabo FNV heeft sindsdien een kleine honderd nieuwe leden bijgeschreven op een totaal van achthonderd. Nieuwe aanwas is fijn, maar Hans van Schagen van de Abvakabo vindt het dramatische tijden. “Zelfs de jonkies zien nu het nut van een vakbond.” Het veel kleinere AC Hop heeft sinds eind 2009 relatief een even grote groei doorgemaakt: tien leden erbij op een totaal van tachtig. Volgens contactpersoon
04
Nieuws
Leo Gerrese was er bij de vorige reorganisatie ook een piekje in de aanmeldingen, “maar je zou verwachten dat het er nu meer zouden zijn”. “Mensen zijn afwachtend”, zegt hij. En dat is volgens hem niet handig, want de vakbonden nemen liever geen leden aan die al in een arbeidsconflict zitten.
Herbenoeming
Rekenwerk
Louis de Quelerij is met ingang van 1 oktober 2010 voor één jaar herbenoemd als decaan van de faculteit Civiele Techniek & Geowetenschappen. De maximale benoemingstermijn is gewoonlijk tweemaal vier jaar, maar De Quelerij plakt daar nog een jaartje aan vast. Zowel hij als het college van bestuur vinden dit wenselijk vanwege de afronding van het convenant waarin het bedrijfsleven en de sector financiële steun beloven. De Quelerij (58) zegt open te staan voor nog één maal een nieuwe functie binnen of buiten de TU.
Maar liefst 65 duizend processoren tegelijk gaat prof. Harm Jonker van Multi-Scale Physics (Technische Natuurwetenschappen) inzetten om de atmosfeer beter te doorgronden. Zijn aanvragen voor rekentijd aan de Amsterdamse supercomputer Huygens in het kader van de Dutch Computational Challenge en aan het Duitse rekenmonster Bluegene zijn onlangs gehonoreerd. Het Nederlandse project wordt gefinancierd door NWO/NCF, het Europese door Prace (Partnership for Advanced Computing in Europe). “In totaal
mogen we meer dan een half miljoen verstoken”, aldus Jonker. Zijn onderzoek gaat over de grenslaag tussen het aardoppervlak en de vrije atmosfeer daarboven. Die grenslaag groeit van een paar honderd meter dikte in de ochtend tot een kilometer of meer in de middag. In die turbulente laag vindt vrijwel alle uitwisseling van temperatuur, beweging en vervuiling plaats. Computersimulaties moeten duidelijk maken hoe de grenslaag zich ontwikkelt.
Gezocht: het schaap met de vijf poten De TU Delft zoekt twee nieuwe decanen. Eén gaat weg omdat hij zichzelf geen manager vindt, de tweede krijgt geregeld het verwijt slecht te communiceren. Hoe vindt de TU de goede mensen op de goede plek? Kunnen wetenschappers wel een faculteit managen? xSaskia Bonger/Connie van Uffelen Daan Lenstra maakte vlak voor de zomer bekend geen contractverlenging te willen als decaan van Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI). “Door de financiële problemen van de TU is de nadruk meer komen liggen op financieel en organisatiemanagement en dat is niet mijn ding”, zei hij. In diezelfde periode probeerde Wytze Patijn op zijn faculteit Bouwkunde juist tegemoet te komen aan kritiek dat hij te weinig communiceerde met medewerkers en studenten. In de zomer tekende hij bij voor twee jaar decaanschap, met de afspraak dat hij zal terugtreden zodra zijn opvolger bekend is. De TU zoekt dus twee nieuwe decanen die in staat zijn noodzakelijke bezuinigingen door te voeren en hun faculteiten te reorganiseren. De ideale kandidaten hebben niet alleen wetenschappelijke visie, ze kunnen ook nog eens goed managen en communiceren. Maar hoe vind je die? En wat als het schaap met de vijf poten niet te vinden is, wie verdient dan de voorkeur: de wetenschapper of de manager?
Vernieuwing Bij Bouwkunde is nu vooral een decaan nodig die de faculteit op orde kan brengen, zo meent Gerrie Hobbelman, voorzitter van de onderdeelcommissie. “Onze vorige decaan (Hans Beunderman, red.) was iemand die heel netjes op de winkel paste en naar consensus streefde onder hoogleraren. Hij was vooral de manager, die financiën en het personeel goed in de gaten hield.” Daardoor, zo schetst Hobbelman, kwam er van vernieuwing in de faculteit niet zo veel terecht. De opvolger van Beunderman moest destijds daarom iemand zijn die echt voor de inhoud ging. Dat was Wytze Patijn: architect en gewezen Rijksbouwmeester. “Hij heeft heel wat inhou-
delijke vernieuwingen doorgevoerd, maar daardoor is de faculteit financieel in behoorlijk slecht vaarwater geraakt. Er is een aantal groepen gekomen die wel geld kosten, maar weinig inkomsten hebben.” De opvolger van Patijn zou daarom een mix van zijn twee voorgangers moeten zijn, denkt Hobbelman. “Ons onderwijsprogramma moet nodig op de schop: het is veel te complex en kost daarmee te veel. Er is nogal wat wildgroei geweest in ontwerpstudio’s en mastervarianten. Dat moet de decaan reduceren. Verder staat onze begroting onder zware druk: we hebben dus iemand nodig die financieel wat kan. Dat is echt belangrijk.” De mooiste oplossing volgens Hobbelman: een architect die er blijk van heeft gegeven een architectenbureau goed te kunnen runnen. “Als die al rondloopt, heeft die helemaal geen zin om decaan te worden. Succesvolle architecten hebben zoveel plezier en drukte uit hun bureau. Ook binnen de faculteit heeft denk ik op dit moment niemand zin in deze klus.”
Visie Toch zijn ze er wel: hoogleraren die decaan kunnen en willen zijn. Dat meent althans Peter Kroes, voorzitter van de raad van hoogleraren. Hoewel hij niet is betrokken bij de zoektocht naar nieuwe decanen, wil hij er op persoonlijke titel wel wat over zeggen. “Kies voor de man met visie. Het managen kun je ook opvangen met mensen om de decaan heen. Terwijl een decaan die alleen manager is, zonder visie,
‘ Kies voor de man met visie’ desastreus is voor een faculteit.” Juist in tijden van reorganisaties is het belangrijk een decaan te hebben die weet wat wetenschappers drijft, meent Kroes. “Je moet vanuit een inhoudelijke visie op de centen letten. Is er een zware reorganisatie aan de gang, dan is het wellicht beter iemand van buiten te halen.” Decaan Daan Lenstra pleit bij EWI juist voor iemand uit de eigen faculteit. “Maar dan wel iemand die een behoorlijke bestuurlijke ervaring heeft en het wetenschappelijk ook goed doet, bijvoorbeeld als afdelingsvoorzitter. Ik denk dat we mensen hebben die daar klaar voor zijn.” Een decaan moet volgens Lenstra wetenschappelijk overwicht hebben en hoeft minder verstand te hebben van financiën en personeelsbeleid. “Maar je moet er wel belangstelling voor hebben”, waarschuwt hij,
(Illustratie: Stephan Timmers)
“anders gaan anderen het doen. We hebben nu op P&O en financiën een geoliede organisatie. Dat maakt het makkelijker.” Lenstra wilde geen managementcursussen volgen. “Bij organisatiemanagement ging ik op mijn intuïtie af. Voor financiën hanteerde ik een simpele methode: zorg dat de bodem van je portemonnee niet in zicht komt. Zo heb ik overleefd door alle jaren heen.” Voor zijn eigen benoeming heeft Lenstra alleen gesprekken gehad met individuele afdelingsvoorzitters en rector Jacob Fokkema, die hij nog kende van zijn promotietijd bij elektrotechniek. “Ik denk dat dit achteraf beter had gekund. Nu is dat heel anders, dat doet mij goed.” Nu is de betrokken faculteiten door rector Karel Luyben en directeur personeel & organisatie Nynke Jansen gevraagd wat er in het profiel voor hun nieuwe decaan moet staan. Afdelingsvoorzitters, de onderdeelcommissie en facultaire studentenraad konden aangeven waar het accent moet liggen.
Affiniteit Hoewel het bij beide faculteiten dus maatwerk is, moeten decanen in
ieder geval aantoonbare affiniteit hebben met vakgebieden binnen de faculteit, en een ‘verbindend leider’ zijn voor de afdelingen en onderzoeksgebieden. “Je moet je willen laten voeden door mensen in de organisatie en dus niet jouw mening doordrukken”, zegt Jansen. Een decaan moet goed kunnen luisteren en inspireren. “Mensen mee
Ze zijn er hoor, van die alleskunners. ‘Ik zou bijna zeggen: mutanten’ kunnen krijgen in jouw visie is heel belangrijk”, vervolgt Jansen. “Dat horen we iedere keer bij Bouwkunde en EWI. Verder is een decaan een boegbeeld, zowel extern als intern. Moet de decaan bedrijfsvoeringkwaliteiten hebben. We vinden nu coachend leiderschap heel belangrijk: enerzijds duidelijk aangeven wat je verwacht van je mensen, anderzijds duidelijk feedback kunnen geven.” Inderdaad, geeft Jansen toe: het schaap met de vijf poten. Hobbel-
man heeft het af en toe voorbij zien komen. “Een hoogleraar die inhoudelijk goed was, maar ook heel goed geld wist te verwerven, promovendi kon aansturen en een goede leider was van zijn groep. Dat zijn van die – ik zou bijna zeggen – mutanten.” Daar komt bij dat de TU ook heel graag één of twee vrouwen als decaan wil. Nu bestaat de groepsraad uit louter mannen. Veel van hen hebben een externe achtergrond en zijn niet doorgestroomd als bijvoorbeeld afdelingsvoorzitter. “Ook daar willen we een balans in hebben”, zegt Jansen. “Een derde element is een balans tussen wetenschappelijk onderlegd zijn en je carrière elders doorlopen hebben.” Volgens Lenstra heeft EWI zelf een interne kandidaat. “Geen vrouw, helaas niet. Je kunt wel zoveel willen. We hebben allemaal verlanglijstjes.” Hobbelman ziet een vrouw bij Bouwkunde helemaal zitten. “Als je het hebt over samenbindende eigenschappen, kunnen luisteren, kunnen motiveren, is dat een pre. Een vrouw is maar zelden een mannetje, hè?”
05
DELTA. 27 23-09-2010
Nieuws
Stagerecensies
Deelauto’s
Superbus
Stagelopen pakt niet altijd goed uit. Soms is de begeleiding matig, dan weer blijkt een stagiair vooral goed om de koffieautomaat te bedienen. Nadine van Boxtel (Fontys Hogeschool Tilburg) en Esmée Pater (Hogeschool Windesheim Zwolle) hadden evenmin goede ervaring en begonnen daarom begin augustus de website www.stagerecensies.nl, waarop studenten van mbo, hbo en wo hun stage kunnen recenseren. Inmiddels is dat 28 keer gebeurd.
Het duurde langer dan gepland, maar Delft krijgt op 1 november een deelauto van StudentCar. Eigenlijk wilde het Rotterdamse bedrijf er vanaf begin dit jaar twee of drie op de campus en bij studentenhuizen stationeren. StudentCar, dat net zo werkt als Green Wheels, zet de auto bij de studentenflats aan de Balthasar van der Polweg en is nog bezig met een tweede plek in de Delftse binnenstad. Delft is de achtste (studenten)stad waar studenten en niet-studenten zich kunnen abonneren op een deelauto.
De magische grens van duizend leden is gepasseerd. De ‘TU Delft PhD Group’ op LinkedIn is populair met 1026 leden. Hoewel pas eind maart opgericht, weten zowel huidige promovendi als PhD-alumni de groep te vinden. TU-medewerkers Rob Speekenbrink en Mira Pasveer begonnen de groep als laagdrempelige mogelijkheid om elkaar te vinden. Leden kunnen er discussies beginnen en nieuwsberichten of aankondigingen van bijvoorbeeld workshops vinden.
De Superbus van astronaut en hoogleraar luchtvaart- en ruimtevaarttechniek prof.dr.ir. Wubbo Ockels heeft afgelopen vrijdag zijn eerste testrondjes gereden op een testbaan in Lelystad. In Ockels’ toekomstvisie razen de elektrische voertuigen, die plaats bieden aan 23 passagiers, met 250 kilometer per uur over speciale Superbusrijbanen door het land. De bus gaat nu tachtig kilometer per uur. Ockels zegt desgevraagd dat het met de motor en accu in de bus mogelijk is om 250 kilometer per uur te rijden. Het onderzoeks-
x
www.linkedin.com
team gaat de komende maanden de snelheid van de bus opvoeren tot 120 kilometer per uur en vervolgens op een hogesnelheidsbaan in Duitsland verder experimenteren. Het ministerie van verkeer en waterstaat droeg negen miljoen euro bij aan het project, openbaarvervoersbedrijf Connexxion één miljoen en de TU anderhalf miljoen euro. De bus is nu tijdelijk tentoongesteld op de Internationale Automobil-Ausstellung in Hannover.
x
bit.ly/d5oAsW
‘Als hij praat, dan luister je’ Wat hebben veiligheid en een vlinderdasje met elkaar te maken? Grote kans dat studenten van Techniek, Bestuur en Management (TBM) dat weten. Het ezelsbruggetje is van dr. Pieter Bots, TBM-docent van het jaar. Hij dingt mee naar de titel ‘beste docent van de TU Delft’, die op 25 november bekend wordt gemaakt. xSaskia Bonger Maken studenten het tentamen risk management bij Pieter Bots, dan denken ze aan een vlinderdasje, vertellen Lilian Maat en Sebas Greeven van studievereniging Curius. Het dasje beeldt de analyse van een veiligheidssituatie uit: de knoop in het midden is de ontstane onveilige situatie. De vleugel aan de ene kant verbeeldt het steeds meer in detail analyseren van de oorzaken. De vleugel aan de andere kant laat de zich steeds verder uitbreidende gevolgen zien. Bots was tot begin 2009 een paar jaar in Frankrijk voor onderzoek. Na terugkomst wist hij op Maat en Greeven, die hem in hun eerste jaren nooit zagen, indruk te maken.
Greeven heeft een keer een werkcollege bij Bots gevolgd, Maat deed haar bachelorproject bij hem. Nu zijn ze een jaar lang respectievelijk commissaris onderwijs en bachelor en commissaris master en carrière bij Curius. Al denkend vertellen de twee waarom Pieter Bots in de ogen van honderden TBM-studenten de beste docent van 2010 is. Kenmerken die in hun relaas voorbij komen: enthousiast, betrokken, opgewekt, open, streng, strikt, veeleisend, innovatief, scherp. Maat en Greeven blijken goed op de hoogte van Bots’ lange staat van dienst aan de faculteit. Hij is onder meer coördinator van de technische bestuurskundevakken (TB), hij was
‘Enthousiast, betrokken, opgewekt, open, streng, strikt, veeleisend, innovatief, scherp, babbelkont, natuurlijk overwicht’ opleidingsdirecteur en lid van de adviescommissie kwaliteitszorg onderwijs en lid van het platform duurzame ontwikkeling. Maat: “Hij heeft vanaf het begin meegeholpen bij de ontwikkeling van het onderwijsprogramma, vooral van de echte TB-vakken. Daarom weet hij er veel van af en kan hij heel goed inschatten wat studenten weten en wat niet.” Maar de doorsnee student zal
(E)motie LSVb Prinsjesdag werkte inspirerend op het bestuur van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Stijlvol trok de bond gisteren tijdens Prinsjesdag ten strijde tegen het uitblijven van investeringen om van Nederland (weer) een kennisland te maken.
Verblijfsvergunning
Pieter Bots is in de ogen van honderden TBM-studenten de beste docent van 2010. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
vooral op hem hebben gestemd om zijn didactische kwaliteiten. Greeven: “Hij stelt vragen waar ik zelf niet aan denk. Hij leest zich snel in en heeft de gave zich snel een onderwerp eigen te maken. Hij zet je aan het denken en stuurt je zo in de goede richting.” Bots ziet het volgens de studenten als een uitdaging om de lesstof zo goed mogelijk over te brengen. Daarbij is hij innovatief. Hij bedenkt ezelsbruggetjes, werkt met smartboards, ontwikkelde een peer reviewsysteem waarbij studenten elkaars werk beoordelen en ontwerpt al vanaf 2004 serious games. Bots heeft een natuurlijk overwicht, vindt Maat. “Als hij praat, dan luister je”, vult Greeven aan. Ze merken dat Bots veel weet en dat hij daar graag over praat. Maat: “Hij is een bab-
belkont, maar hij heeft het wel over serieuze dingen.” Vanaf nu lees je wekelijks op deze plek over de kandidaten voor de titel 'Beste docent van de TU Delft' - door ogen van hun studenten.
(Foto: Frank Schotman)
Schotman reed bij het ingaan van de laatste tien kilometer met vier andere kanshebbers, onder wie oud-olympisch kampioen Bart Brentjens, in de kopgroep. Op een kruising lag een pijl op de grond die door het vijftal werd genegeerd.
“Ik had het parkoers in Groesbeek een paar dagen van tevoren verkend, maar op de wedstrijddag had de organisatie het laatste stuk iets gewijzigd. We zagen die pijl liggen, maar reden alle vijf door.” Schotman schreeuwde naar de andere vier en reed zelf terug naar
het kruispunt om alsnog de pijl te volgen. Daar voegden de achtervolgende Niels Wubben en Axel Bult zich bij hem. “Toen we even later een lint zagen, wisten we dat we goed zaten.” Schotman versloeg Wubben in de sprint, Bult werd kort daarachter derde. Daarop kreeg Schot-
Niet-Europese studenten raken straks hun verblijfsvergunning kwijt als de IND te horen krijgt dat ze minder dan de helft van hun jaarlijkse studiepunten halen. De TU Delft heeft principiële bezwaren.
Oppassen Studenten die zich, om meer studiefinanciering te krijgen, ten onrechte uitgeven als uitwonend moeten op hun tellen gaan passen. Ook hun familieleden en de kennissen die hen aan een adres in hun studiestad helpen, trouwens.
Weeffout
Wie is Pieter Bots? Hermieneke, werken, uit eten gaan, kelderkoor, fietsvakantie, contact met studenten, software bouwen, praten, conceptualiseren, uitproberen.
Civieler wordt kampioen dankzij pijl Het was een rare manier om de wedstrijd te winnen, erkent Frank Schotman. Zondag werd de mountainbiker en civiel ingenieur Nederlands kampioen in de categorie marathon, op een parkoers van 90 kilometer. Zijn eindtijd: 3.04:33.
delta online
man de roodwitblauwe trui omgehangen. “Ik werd wel gefeliciteerd, maar het voorval leverde ook veel gezeur op van de vier gedupeerden. Ze zeiden mij niet gehoord te hebben, maar ik zag ze twijfelen toen ik riep. Normaal gesproken hangt zo’n pijl ergens aan. Het was twijfelachtig, maar zij hielden vast aan hun gevoel.” Schotman voelt zich niet schuldig. “Ik heb het gedaan zoals het moest.” Behalve het WK is het NK de enige marathonwedstrijd die de Delftse mountainbiker dit jaar heeft gereden. “Ik richt mij meer op crosscountrywedstrijden. Dat is een olympische sport, daarin valt meer te halen. Die marathontitel is natuurlijk wel een bevestiging dat je goed bezig bent.” Nu hij Nederlands kampioen is wil hij in zijn pas verworven kampioenstricot toch wat vaker aan marathons meedoen. “Kijken hoe dat voelt.” (JT)
Hogescholen en universiteiten krijgen straks minder overheidsgeld als studenten op het verkeerde moment in het buitenland zitten. Het is de vraag of deze weeffout in de nieuwe wet nog op tijd hersteld kan worden.
Wereldtop Bedrijfsleven, overheid en kennisinstellingen moeten samen zes of zeven gebieden benoemen waarin Nederland tot de wereldtop wil behoren. Grote vraag blijft welke gebieden dat moeten zijn.
Popstar Suzanne Vos is door naar de volgende ronde van ‘Popstars’. Met het nummer ‘Use somebody’ van Laura Jansen wist de derdejaars studente technische bestuurskunde driekwart van het publiek en uiteindelijk ook de jury te overtuigen. “Ik wil nu in elk geval de live shows halen.”
Ranking De Nederlandse universiteiten doen het minder goed in de grondig vernieuwde World University Rankings van Times Higher Education. Ze staan samen nog wel vijfde in het landenklassement, met de TU Eindhoven als koploper op positie 114. Delft staat op plaats 151.
x www.delta.tudelft.nl
DELTA. 27 23-09-2010
06
science
opinion please
iPod app for disaster victims In disaster training, the maximum number of victims should be helped with the limited means available. The iPod-based victims that Steven van Campen developed will actually ‘die’ when not properly cared for. xJos Wassink Even the biggest disaster relief operations usually start with a phone call from an eyewitness, someone reporting a collision on a motorway, for example. But once in the scene, the accident turns out to be a massive pile-up, including a leaking patrol truck, a van transporting radioactive materials and, wedged in between, a family car with injured but still-alive children in the backseat. This is the scenario that the popular Dutch science series, ‘Jules Unlimited’, created to introduce its audience to the concept of disaster management logistics. “The first mistake people make”, the trainer on the TV show explains, “is to act intuitively; that is, they immediately start treating the first victim they encounter without being aware of other victims who might be in a more critical state, or of dangerous substances that may endanger their own safety.” “The main problem is to get the injured from the spot in time”, says traumatologist, Professor Tore Vikström, from the University of Linköping in
Sweden. In the late 1980s, Vikström developed the EmergoTrain System to coach disaster managers in their tasks. The system looks like child’s play, featuring cardboard patients, ambulance drivers, intensive care nurses, surgeons and like, with the victims based on database information about hundreds of actual accident victims. The cardboard puppet(s) (gubbe or gubbar (plural) in Swedish), which serves as the victim of the accident, very concisely reveals its vital signs (conscious, breathing, injuries, bleeding or not, heart rate), at which point it’s up to the team of trainees to decide what to do: to treat the puppet immediately (red), to treat it later (yellow), or to leave it unattended (green). “I was amazed by how animated people got discussing the fate of a cardboard puppet on a magnetic
People taking the disaster course tended to fall silent and become absorbed in their computer screens whiteboard”, says Martin Boosman, from e-semble, a serious gaming and simulation software company that trains incident response managers. “Two students even started a fight over it. The instructor literally had to pull them apart to allow them to cool down.” Boosman, who has developed the computer-based incident command-training tool Isee, which he describes as “a Playmobile for disaster scenarios set on a computer”, originally thought he could
easily improve on Emergotrain’s cardboard figures and whiteboards. Isee is much more advanced in that it shows participants a map of the region, a virtual reality disaster site and the locations of hospitals and other help centres. All very sophisticated, but, as the disaster training unfolds, people taking the course tend to fall silent and become absorbed in their computer screens. No shouting here on behalf of the supposed victims. In other words, the social interaction fell short of what typically happens in an Emergotrain setting. But this is where Steven van Campen comes in. Having already graduated as an aeronautical engineer, Van Campen wanted to do a second MSc degree in industrial design. His mission was to combine the oversight of computer-based Isee with the interaction of Emergotrain. “An MSc student at Industrial Design should be able to integrate ergonomics and marketing into his design”, says his MSc supervisor, Professor Huib de Ridder (IDE). “Not many students achieve this, but Steven did.” Van Campen’s Master’s project was awarded a ‘9’ and he graduated cum laude. By replacing the cardboard gubbar puppets with an iPod-touch running a specially developed application, Van Campen kept the focus on the victims, while also adding some useful features. Vital signs are now dynamic, meaning a digital gubbe will react to the treatment it receives. Meanwhile, all the important data are logged onto a central server, which provides an overview for the instructors or material for feedback after the exercise. Van Campen, who did his graduation thesis project at e-semble, plans to further develop his Digital Gubbar System (DGS) into a marketable product by linking the puppets on the whiteboard to a virtual disaster area inside a central server.
x www.e-semble.com Steven van Campen has made the gubbar dynamic. (Photo: Tomas van Dijk)
www.emergotrain.se
Get up and play Introduced as ‘the new magic wands’, movementbased interfaces for Playstation and X-box are meant to add an extra dimension to gaming. But they could be cool scientific tools as well. The entertainment pages of ‘De Pers’ newspaper hail the new wave of movement-based interfaces. Imitating Nintendo’s Wii, Microsoft and Sony have both introduced new interfaces aimed at getting gamers more physically involved. But while the interfaces are there, the games are still missing, ‘De Pers’ reports. Gaming researcher, Dr Rafael Bidarra (Electrical Engineering, Mathematics and Computer Sciences) agrees. Games on the movementbased Wii are very different from those on the X-box or Playstation, he points out. “Wii-games were good because they specialised in movement, untroubled by the simple and even childish graphics. Microsoft and Sony meanwhile focussed on graphical quality. These designers have no idea what to do with movement; they will have to turn around their way of thinking.” Bidarra estimates it will take about two years before well-balanced, movementbased games hit the market. Bidarra’s colleague, postdoctoral researcher Dr Gerwin de Haan (EEMCS), makes a distinction between the movement interfaces. “The Wii interface and that of the Playstation are not very innovative. They’ve only made a known technology smaller and more affordable. The X-box however uses a three-dimensional scanner called Kinect, which does away with the need for a controlling device.” In fact, the users themselves become the device. De Haan foresees innovative applications, such as window-shoppers controlling displays situated on the other side of the glass, surgeons operating on patients without actually touching them or scientists using the Kinect as a new sensor. The Wii interface has already been converted into a scientific instrument. PhD student Rolf Hut, and colleagues at the faculty of Civil Engineering and Geosciences, have attached the Wii to the side of a floating basin filled with water that is used for measuring evaporation. In the middle of the basin they’ve placed a bobber that emits an infrared signal, just like the bar that must be placed at the top of the screen when playing Wii games at home. The Wii continually receives infrared signals and then forwards them to the computer that calculates the Wii’s position. In this specific experimental set-up, it calculated the position of the bobber, which dropped as water evaporated. “Any nerd can do that with a Bluetooth adapter”, Hut told ‘Delta’ last year. “This type of communication is easy to hack.” And that is exactly what De Haan is waiting for in the case of Kinect. Either Microsoft should allow access to the sensor’s data, or the system should be hacked to make it accessible for scientific applications. For now, though, not even its resolution or speed is known. (TvD/JW)
DELTA. 27 23-09-2010
07
science
halfway
Better safe than sorry At the chemical engineering department, a new version of the Nanosafety Guidelines gives researchers clues as to how to cope with possible risks associated with nanoparticles. xTomas van Dijk “Welcome in my laboratory”, says PhD student Tobias Pfeiffer, “as long as you didn’t bring sandwiches with you.” Eating in the laboratory is against the safety rules and, Pfeiffer adds, just plain stupid. Pfeiffer makes magnesium nanoparticles, which are particles that might one day be used as a hydrogen storage medium. He isn’t particularly afraid of nanoparticles, but he adheres to the adage, ‘better safe than sorry’. Since last week, a new flowchart, called the ‘Nano safety quick check’, hangs on the walls of all laboratories in the chemical engineering department (faculty of Applied Sciences), there as a reminder to Pfeiffer and his colleagues about how to deal with the possible risks associated with nanoparticles. Chemicals that have always been regarded as non-toxic can become harmful when they come in the form of nanoparticles. Because of their small size, the particles may be highly reactive, and their effect on one’s metabolism cannot be easily predicted. For security reasons, the concentration of most types of particles should therefore be kept below a benchmark level of 20,000 particles per square centimeter. This level was set by the National institute for Public Health and the Environment, and that is more or
Tobias Pfeiffer makes magnesium nanoparticles with his spark generator. (Photo: Tomas van Dijk)
cology. It’s tailored to the present needs of our faculty, however, and the input of all researchers is included in updates.” “The guidelines are useful as they force us to think more thoroughly about what exactly it is that we’re doing”, Pfeiffer says. The guidelines force researchers to answer questions for themselves, such as ‘are the particles soluble in water?’ (if so, they can be treated as a normal chemical), or ‘is the nanomaterial proven not to be nanotoxic?’. For Pfeiffer, an interesting question that was recently added to the guideline is whether the particles ignite spontaneously in air. His magnesium nanoparticles do. The guideline tells him to filter the exhaust gas with special filters. Prof. Schmidt-Ott hopes to join forces with other universities: “As far as I know we’re the only university in the Netherlands that works with such guidelines, but perhaps other universities want to use them as well, and their insights could also help us in sharpening the guidelines.”
less the extent to which this institute sets safety rules. The chemical engineering department however wanted more guidance and therefore wrote a booklet, titled Nanosafety Guidelines. The flowchart on Pfeiffer’s wall is part of this booklet. Guidelines were first issued about two years ago at the department. “Before then, everybody was essentially following their gut feelings
‘Welcome in my laboratory - as long as you didn’t bring sandwiches with you’ about safety procedures”, says Professor Andreas Schmidt-Ott, one of the initiators who also worked on the guideline’s second edition, together with Valerie Butselaar, Delft Chemical Engineering’s safety officer. “The booklet isn’t a bible”, Prof. Schmidt-Ott says. “We sharpen it up periodically, taking into account knowledge gained on nanotoxi-
cover “Actually, you’d have to ask my friend what inspired her”, says Dr Xing Lan Liu, of the faculty of Applied Sciences. Her friend, Kateryna Naumova, a fashion designer, made an acryl painting on an old pizza box, which she then used as the basis for the cover. When Lan Liu asked Naumova for a cover design, she told her about her work on quantum dots and showed her a scanning electron microscope image of the twin quantum dot, located in between slanted longitudinal strips of conductor on a silicon base. The surface was partly covered by grapheme, a single atomic layer of carbon sheet. Lan Liu told her friend that the thickness of graphene is usually
determined by looking at the colour contrast under an optical microscope. “I think that’s how she came up with the coloured bands”, Lan Liu surmises. Another artist she met on a scientist-meet-artists website interpreted the stripes of conductor as a wiggly zebra-crossing, allowing humans instead of electrons to cross the quantum gap. Lan Liu appreciated the metaphor, but eventually preferred Naumova’s colourful cover.
x
Xing Lan Liu, Quantum dots and Andreev reflections in grapheme, 22 September 2010, Professor Lieven Vandersypen (AS). naumova.net www.cienciaysugerencia.com/
Jeroen Pruyn: “I hope I can head my own shipbuilding industry research group.” (Photo: Tomas van Dijk)
Total frenzy Name: Jeroen Pruyn (31) Nationality: Dutch Supervisor: Professor Ubald Nienhuis (faculty of Mechanical, Maritime and Materials Engineering) Subject: Modeling the shipbuilding industry and freight transport Thesis defense: In two years “Dutch shipyards are active all over the world. China, Japan and Korea are now important areas. But chances are that Vietnam and India will become more important manufacturers, especially of bulk carriers. So where in the world should Dutch shipyards invest? This is one of the questions I would like to answer with my PhD research. For this I am developing a shipbuilding and freight transport model that takes into account many variables, such as freight price and trade routes. Before I started my research on this topic, at the end of 2006, I had already been working at the TU for a few years as researcher. During that time I developed a maritime business game for students. I wanted this game or model to become more holistic, which is one of the reasons I started my PhD project. I also understood that the current freight and shipbuilding hype was a bubble that would burst. Its roots are found in another bubble, that of the dotcom, which burst in 2000. In a reaction to that the American government lowered interest rates to stimulate consumption. This led to the mortgage bubble and, through the cheap money available, to a worldwide increase in consumption, freight transport and freight rates. This sparked investors to keep on ordering new ships from shipyards. Between 2006 and 2008 the number of orders ran sky high. Many of the new investors had no experience in shipbuilding and freight transport; they were buying for speculation. It was a total frenzy. Investors thought that the business was safe because they only saw steeply rising graphs of freight transport turnover. They didn’t realize that the increase in turnover was, at a certain point, mainly caused by an increase in the oil price, which greatly reduced profits. For shipping, the crisis is just starting. The number of ships that are now in the order books equals half the number of ships that are currently sailing. This means that over the next fifteen to twenty years we will have a huge overcapacity, which will put further pressure on the freight transport prices. Merchants and investors who have expensive ships will go bankrupt. And in the coming years a lot of old ships will be dismantled. After I have finished my PhD research, I hope I can head my own shipbuilding industry research group at TU Delft on this combination of engineering and economics. Shipyards used to be more interested in people with Bachelor’s degrees. But that is changing now. The industry is becoming more and more interested in scientific research, creating room for not only Master’s but also PhD positions.” (TvD)
DELTA. 27 23-09-2010
interview
WIE IS COOS VAN BUUREN? De in Rotterdam (1985) geboren Coos van Buuren bracht zijn jeugd door in Gouda en Soest. In 2003 begon hij een studie civiele techniek in Delft. Tegelijk met de aanvang van zijn master aan de TU, in 2007, stroomde hij via een schakelprogramma in een masteropleiding econometrie in Rotterdam in. Eerder was hij initiatiefnemer en medeoprichter van International Research Projects Delft (IRPdelft): Een stichting die als doel heeft masterstudenten van de TU onderzoek te laten verrichten in het buitenland, voor Nederlandse bedrijven in opkomende markten. Als middenafstandloper bereikte Van Buuren de nationale subtop. Zijn beste individuele tijden dateren van 2006 (50.97 seconden op de 400 meter) en 2007 (1.53.80 op de 800 meter). Op het Nederlands studentenkampioenschap won hij zowel indoor als outdoor eenmaal zilver op de 1500 meter. Hoogtepunt in zijn carrière was de gouden medaille op het NK estafette 2009, veroverd met zijn ploeg van Leiden Atletiek. Het kwartet zette op de 4x800 meter een eindtijd neer van 7.42 minuten, een van de snelste tijden die de afgelopen tien jaar in Nederland zijn gelopen. Komend weekeinde staat het viertal op het NK in Amstelveen opnieuw aan de start. (Foto’s: Hans Stakelbeek/FMAX)
08
DELTA. 27 23-09-2010
09
interview
‘ Ik sta vijf ballen hoog te houden’ Coos van Buuren is op veel fronten actief. Hij zit in de eindfase van twee masterstudies. Daarnaast is hij nog steeds betrokken bij een door hemzelf opgezette stichting. Zondag verdedigt hij met zijn clubteam de Nederlandse titel op de 4x800 meter hardlopen. xJimmy Tigges Hoe is die stichting ontstaan? “De aanleiding was tweeledig. Enerzijds ben ik altijd geïnteresseerd geweest in de financiering achter techniek en de commerciële toepassing ervan. Anderzijds zag ik dat een paar vriendjes in Rotterdam, bedrijfskundestudenten, een marktonderzoek in Brazilië hadden verkocht voor een ton. Ik combineerde die twee gegevens en dacht: de natuurkundefaculteit is natuurlijk een visvijver voor bedrijven als McKinsey. Wat ik bedoel is, dat er studenten zijn met interesse in het commercieel toepassen van technische kennis. Een techniekstudent heeft meer marktwaarde dan een bedrijfskundestudent. Het bracht mij er toe een organisatie op te zetten, International Research Projects Delft. Dat is een stichting voor technische studenten die voor Nederlandse bedrijven onderzoek doen in het buitenland. Op een breed vlak, in interdisciplinaire groepjes. Met twee vrienden heb ik de stichting van de basis af opgebouwd.” Wat voor onderzoeken zijn dat? “Een goed voorbeeld is het onderzoek van een civiel ingenieur, een bouwkundestudent en iemand van luchtvaarten ruimtevaarttechniek voor een grote Nederlandse railcontractor, Strukton. Dat ging om het mogelijke gebruik van ultrasone meting van spoorstaven in India; met laserstralen rails doorzoeken op mogelijke breuken. Het is één van de vijftien tot twintig onderzoeken die we inmiddels gedaan hebben. Als stichting zijn we een schakel tussen de TU Delft, studenten en bedrijven. De studenten doen onderzoek voor hun studie. Het onderzoek passen ze toe voor bedrijven en ze brengen bedrijven in contact met de TU. Een mooi voorbeeld daarvan is het onderzoek voor Petrobas, een grote oliemaatschappij in Brazilië. De TU had de techniek al ontwikkeld die ze daar nodig bleken te hebben. Dan breng je de TU in contact met dat bedrijf. De stichting is eigenlijk de smeerolie tussen dat soort organisaties. Vanuit de TU komt ook steeds meer vraag naar contacten met andere universiteiten. Het levert allerlei verbanden op. De kennis hebben we van professoren, de studenten werken gratis en de bedrijven betalen de onkosten van de studenten. De stichting heeft een positie verworven binnen de TU. Bij ons leer je zowel ondernemen als onderzoek doen. Twee jaar geleden ben ik er uitgestapt. Ik geef nog wel advies.” Hoe pakt de stichting dat aan? “Het bestuur kiest het land uit, zoekt naar geschikte studenten en benadert de bedrijven. Het is een jaarlijkse cyclus. Per jaar doen vijftien tot twintig studenten mee aan vier tot vijf onderzoeken, gedurende de twee zomermaanden. Er wordt geselecteerd, dan is er een teamweekend en er worden enkele trainingen gegeven: hoe haal je projecten binnen bijvoorbeeld. Met een seminar in het najaar sluit je het af.” Wat heeft de stichting jou opgeleverd? “Aan de stichting heb ik niets verdiend. Mijn onderzoeksproject heb ik met mijn master ingevuld. Uiteindelijk heb ik er ontzettend veel van geleerd. Ik kan goed consumer goods verkopen, maar van business to business sales wist ik niets af. Met het runnen van een groep van veertien mensen had ik totaal geen ervaring. Ik vind het erg jammer dat de politiek steeds meer de focus legt op nominaal studeren, zo strak mogelijk je studie afmaken. Daardoor creëer je minder ruimte voor dit soort activiteiten.” Je bent nu zeven jaar bezig? “Ja. Het grappige was dat ik eigenlijk geen techniek mocht studeren. Mijn profiel kwam niet overeen met de toelatings-
eisen (lacht uitbundig). Mevrouw Minnigh, ambtelijk secretaris, heeft ervoor gezorgd dat ik toch civiele techniek mocht studeren. Ik heb mijn bachelor gehaald in drieëneenhalf jaar. Op aanraden van mijn huidige afstudeerprofessor ben ik naast mijn master waterbouwkunde ook econometrie gaan studeren in Rotterdam. Na een schakelprogramma kon ik daar aan mijn master beginnen. Mijn afstuderen is een combinatie van econometrie en civiele techniek. Het is eigenlijk één onderwerp: de financiële risico’s van nieuwe haveninfrastructuur in kaart brengen. De technische risico’s vertaal ik naar een probabilistisch model: op kansberekening berust model. Met kerst wil ik doctorandus ingenieur zijn.” Naast die activiteiten ben je ook op sportgebied op hoog niveau bezig. Bedrijf jij topsport of semi-topsport? (Na enige overpeinzing): “Semi-topsport. Ik heb wel jarenlang een (lage) topsportstatus gehad. Toen ik die vorig jaar weer moest aanvragen dacht ik: laat maar hangen. Wat is topsport? Ik train zes keer per week. Individueel zit ik in de subtop van Nederland. Bij mijn club Leiden Atletiek is een brede groep van goede lopers actief. Er zijn in Nederland niet zoveel grote groepen die zoveel samen trainen. Dan behoor je bij een NK estafette ineens bij de top.” Je bent nu 25. Had je op grotere individuele prestaties gehoopt? “Als ik realistisch ben, is het voor mij moeilijk om bijvoorbeeld het EK te halen. Dan moet ik 1.46, 1.47 lopen op de 800 meter. Dat is zes seconden onder mijn persoonlijk record. Op de 800 meter loop je ongeveer 28 kilometer per uur, dat is acht meter per seconde. Dan moet ik een gat van vijftig meter overbruggen. Dat is wel erg veel.” Hoe groot is je trainingsactiviteit? “In het schema van mijn huidige trainer Bram Wassenaar staan zes trainingen per week gepland. Drie keer train ik bij Bram, de andere drie keer ga ik zelf een half uur tot een uurtje lopen. Dat werkt heel ontspannend. Zeker als ik heel druk bezig ben met studeren, is het lekker om een break te nemen. Na een half uurtje lopen, ben ik weer superscherp en fris. Ik vind het geweldig om hard te lopen. Lekker door de natuur rennen of door de stad. Hoe dat komt weet ik niet. Als ik mij er fulltime op zou toeleggen, zou ik onder de 1.50 kunnen lopen. Maar dan zou ik wel veertien keer intensief moeten trainen per week, wil ik enige zekerheid hebben dat ik dat ook haal. Ik vraag mij af of ik daar wel talent voor heb, voor die absolute top.” Wat zijn de voorwaarden om goed een middenafstand te kun-
nen lopen? “Het is een combinatie van snelheid en uithoudingsvermogen. De wereldrecordhouder loopt met een snelheid van dertig kilometer per uur, bijna twee minuten lang. Vergelijk het met de 1500 meter bij het schaatsen. Bij een heel hoge snelheid verzuur je op de laatste 150 meter, dan moet je toch nog je snelheid hoog houden. Voor sprintafstanden ben ik niet explosief genoeg, voor lange afstanden ben ik te zwaar gebouwd. Om de marathon te kunnen lopen moet ik twintig kilo afvallen. Voor mij is het een uitdaging. Je loopt niet in banen, maar in clusters van atleten. Er komt tactiek bij kijken: welke positie kies je en waarom?” Welke plaats neem jij in de estafetteploeg in? “We lopen niet in een vaste samenstelling. De volgorde op de 4x800 maakt niet zoveel uit. De meeste teams hebben twee goede atleten, één mindere en één topatleet. Die topatleet wordt meestal als laatste ingezet. Wij hebben een constante groep, er is er niet één die eruit springt. Als je in de laatste ronde niet wilt verliezen van de topatleet van je concurrent, moet je zorgen eerder een gaatje te slaan dat groot genoeg is. Vorig jaar is ons dat gelukt.” Hoe combineer je twee pittige studies, een bestaan als nationale subtopatleet en je bezigheden met een serieuze stichting? “Als je het leuk vindt om de dingen te doen die je doet, kost dat niet zoveel moeite. Zo bijzonder is het trouwens niet wat ik doe. Ik heb alleen maar zesjes gehaald en zeven jaar over mijn studie gedaan. Overigens werk ik ook nog parttime in een kledingzaak in Den Haag. Ik sta dus vijf ballen hoog te houden. Alle vijf tegelijk is lastig, maar drie gaat goed. Voor die winkel heb ik verschillende promotietours georganiseerd en een golftoernooi helpen organiseren.” Heb je ook nog tijd voor een sociaal leven? “Zeker. Een sociaal leven is heel belangrijk, ik ga graag een biertje drinken. Dat is een heerlijke ontspanning waarvan je volgens mij beter gaat lopen. Ik doe voor mijn lol aan golf in Nunspeet, in de buurt bij mijn ouders. Dat doe ik wel aardig, ik heb handicap 18. Golf is voor mij puur een gezelligheidssport.” Wat ga je met je studies doen als je klaar bent? “Dat weet ik nog helemaal niet.”
x www.irpdelft.nl
DELTA. 27 23-09-2010
10
lifestyle
Trappen voor je leven Als Delftse ‘fietsenmaker’ doe je je naam natuurlijk eer aan. Dus maken vier IO-studenten fietsen voor ziekenbroeders en artsen in Kenia. xTomas van Dijk
De in het geel uitgedoste zaalvoetballers van FC Tutor konden het zwaar versterkte Togr aardig bijbenen, maar verloren uiteindelijk toch met 11-7. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
Nog niet zo heel lang geleden telde zaalvoetbalclub FC Tutor een tiental herenteams. Daarvan zijn er bij aanvang van het nieuwe seizoen nog maar vier over. De twee damesteams zijn totaal verdwenen. Sinds de club, op last van het management, zijn thuiswedstrijden op de voor velen ongunstige vrijdagavond moet spelen, heeft er een klaarblijkelijke leegloop plaatsgevonden. In dat licht bezien gaat het ‘wel redelijk’, in de woorden van aanvoerder Wim Kanning, met het hoogst spelende vijftal. Wonderlijk genoeg is de selectie nagenoeg intact gebleven. Na twee zware jaren in de landelijke eerste divisie, met degradatie tot gevolg, is de equipe onlangs aan haar tweede seizoen in de hoofdklasse begonnen. De eerste wedstrijd, tegen NOC, werd vrij eenvoudig met 6-2 gewonnen. Vrijdag kwam Togr als tweede opponent op bezoek op het sportcentrum. Een op voorhand zware tegenstander, want afgelopen zomer versterkte die club zich met enkele spelers met eredivisie-ervaring. Kanning: “Door goed gegroepeerd te voetballen, hebben we ze aardig kunnen bijbenen, maar uiteindelijk waren ze te sterk voor ons.” De Rotterdammers wonnen met 11-7. Aan Delftse kant onderscheidde Sybren Weeke zich door het scoren van vier doelpunten. Kanning acht zijn team in staat om voor een plaats bij de bovenste vier te spelen. Dat is vermoedelijk ook het minste waarop de uit de ereklasse gedegradeerde rugbyers van DSR-C mikken. De mannen begonnen het competitieseizoen niettemin met een fikse nederlaag bij en tegen RC The Hookers (695). Een week later herstelden de corpsstudenten zich goed door op eigen terrein Usrs met 25-0 te kloppen. Afgelopen zondag werd daar in Leiden een klinkende zege op LRC Diok aan toegevoegd. Vier try’s, drie benutte conversies plus twee geslaagde penaltykicks zorgden voor 32 punten. De Leidenaren konden daar slechts één try (5 punten) tegenover plaatsen. De vrouwen van Thor staan na twee duels ouderwets aan kop in de ereklasse. Na de zege op The Wasps (31-12) werd afgelopen zondag ook Utrechtse RC met 0-41 verslagen. De herenploeg van Thor kwam voor de tweede opeenvolgende week niet in actie. De tegenstander met de studentikoze naam Amsterdam Academicals bleek over te weinig spelers te beschikken. “Zelf hadden we een probleem met het regelen van een scheidsrechter, dus hebben we de wedstrijd verzet naar 24 november”, aldus captain Francis Ndonga. Ook de waterpoloërs zijn weer aan de competitie begonnen. Het hoogste herenteam van Wave, uitkomend in de eerste klasse regio, leed zaterdag in Leiden tegen De Zijl (SG) een kleine nederlaag (8-6). Over watersport gesproken. Komende zaterdag is het weer tijd voor de jaarlijkse, door roeivereniging Proteus georganiseerde University Eights op het Schiekanaal. Een boord-aan-boordwedstrijd waarin de beste Nederlandse universiteiten om de Delft Cup strijden. De uit Proteus- en Lagaroeiers samengestelde TU Delft-acht verdedigt haar vorig jaar behaalde titel. (JT)
x Tips? Jimmy.tigges@hetnet.nl
stephan
Sport
Verwacht in het Keniaanse dorp Kisumu niet dat er een ambulance voor komt rijden als je in medische nood zit. Met wat geluk komt er een fiets. Daarvan wemelt het in het gebied. “Eén op de vier mensen in Kisumu is taxichauffeur”, zegt Paul van Deelen (24). “De enigen met een ‘achterop’”, vult studiegenoot Stephan van Meir (24) lachend aan. De twee studenten, die de master strategic product design volgen, vertrekken volgende week naar Kisumu om een lokale fietswerkplaats te helpen een nieuwe productielijn op te zetten. Het is de bedoeling dat uit het atelier binnenkort fietsambulances rollen, of speciale fietsen voor artsen. Welke van de twee het worden, gaan de IO’ers ter plekke bepalen. Van Deelen en Van Meir werken aan dit project in het kader van de ontwerpopdracht integral design project, een vak van vijf maanden waarbij IO-studenten van verschillende afstudeerrichtingen in teams van vier tot zes studenten een nieuw product ontwerpen voor een bedrijf. Ze werken samen met stichting Cycling out of Poverty. Die heeft verschillende werkplaatsen onder haar hoede in Burkina Faso, Oeganda, Kenia en Rwanda, waar fietsen gemaakt worden voor kleine ondernemers en gezondheidswerkers. Zitten de fietsenmakers in Kenia wel op te wachten op een stel studenten dat hoogstens af en toe wat hobbyistisch sleutelt aan zijn racefiets? Dat kunnen de Kenianen zelf toch veel beter? Van Deelen: “De mensen daar volgen eigenlijk een soort standaardrecept als ze fietsen maken. Wij gaan innoveren; maken echt niet alleen maar een fiets met een karretje erachter of een bak voorop waarin een arts zijn
Een fiets kan levens redden in Namibië. (Foto: Aaron Forest)
instrumenten kan vervoeren. Eerst verkennen we de markt en dan schrijven we een businessplan.” Het tweetal is ook verantwoordelijk voor het marketingplan. Teamgenoot Tamar Meijer, die bij IO de specialisatie medisign volgt, gaat zich verdiepen in de gezondheidszorg in Kisumu. En masterstudent integrated product design Guido Molenaar is verantwoordelijk voor de bouw van het prototype. Het project slaagt alleen als de werkplaats geld verdient aan de fietsen. Van Meir denkt dat dat kan. “De fietsen zijn gemaakt met Indiase fietsframes en zullen waar-
De innovatieve fietsen moeten goedkoop én winstgevend zijn schijnlijk rond de honderd euro kosten. Ze zijn bedoeld voor mensen die over het algemeen minder dan twee euro per dag verdienen. Die mensen krijgen een microkrediet om de schuld verspreid over één of twee jaar terug te betalen.” Dat het mogelijk is om zulke projecten commercieel succesvol te maken, en ook nog eens in maar een paar maanden tijd, is volgens de studenten al aangetoond door IO’ers die vorig jaar voor hetzelfde vak naar Kenia zijn gegaan. Zij maakten daar vrachtfietsen voor kleine ondernemers, waaronder visboeren. “Bij aankomst hebben we meteen een afspraak met wat zij daar de ‘provinciale minister van gezond-
heidszorg’ noemen en de directeur van Cycling out of Poverty”, zegt Van Deelen. “Zij geven ons een rondleiding langs ziekenhuizen. Ook trekken we het platteland in, om afgelegen gemeenschappen te bezoeken. En natuurlijk kijken we in de werkplaats hoe de mensen daar werken.” Het is voor het eerst dat de studenten werken aan een Bottom of the Pyramid-project (BOP), een commercieel project gericht op de armste laag van de bevolking. “Nou ja”, nuanceert Van Meir, “eerder had ik al wel gewerkt aan een BOP-project, maar dat was volkomen fictief. Ik had een multifunctioneel kastje ontworpen voor mensen in Colombia. Maar daar hebben de mensen daar nooit iets van afgeweten. Nu werken we echt aan een goed doel.” “Ik denk dat ons project impact kan hebben”, vult Van Deelen aan. “Eind januari staan daar fietsen waarmee hopelijk levens gered worden. Misschien komt in elk dorp wel zo’n fiets te staan en heeft elk dorp straks een ziekenbroeder.”
x Volg het project via de blog: bike4care. wordpress.com
DELTA. 27 23-09-2010
11
lifestyle
broodje aap
Bijna beroemd Een beetje band battelt. Dat komt niet door hypes als Idols, Popstars en andere talentenjachten, dat is al decennialang zo. Dé battle der battles is al 25 jaar De Grote Prijs van Nederland. En geen betere plek voor de halve finales dan Delft natuurlijk.
Ssst… de corpsjongen
Lachen, sekspraat tijdens de borrel. Maar sommige dingen houd je liever privé. Zoals wat jij nu echt uitspookt met je liefje, zéker tijdens jullie huwelijksnacht. Stel je voor dat je dispuut dát zou horen… Ah, natuurlijk doe je niet lullig over je eerste keer. Mag iedereen weten, toch? Tenminste, als ze vragen hoe oud je was, en wie zich de gelukkige mocht noemen. Je kunt altijd nog je leeftijd aanpassen. En die night before? Verhalen te over. Een stud als jij vertelt maar al te graag over zijn prestaties. Je weet nooit hoe anderen er nog van kunnen leren. Iedereen dikt zijn seksverhalen aan waar nodig, en zwakt ze af als het gênant dreigt te worden. Maar seks met je grote liefde? Daar praat (bijna) iedereen met respect over – of gewoon helemaal niet. Dat is iets van jullie, voor altijd. Heilig, bijna. Béétje jammer als dan toch je hele dispuut kan meegenieten van al dat heiligs. En dan hebben we het niet over een quicky op de zolder van Bouwkunde dat per ongeluk in de gaten liep. Nee, een lid van het Leidsch Studenten Corps moest zijn huwelijksnacht live delen met twee vrienden van zijn sociëteit. Oké, hij had het verdiend – vonden zijn vrienden dan. De Leidse bal – ook in deze legende natuurlijk weer zonder achterhaalbare naam – was acht jaar lang de schrik van de sociëteit geweest met zijn rotgeintjes. Een beetje zenuwachtig was hij dan ook wel toen hij ging trouwen. Als iets dé gelegenheid zou zijn om hem genadeloos terug te pakken… Vlak voor zijn vrijgezellenavond bestierf de student het bijna. Nu moest er iets vreselijks gaan gebeuren. Maar de mannen gingen stappen, hingen flink de beest ‘ Maak daar maar uit en genoten zoals dat hoort op zo’n avond. Poe, gelukkig. vier van!’ Ook de dag van de ceremonie verliep vlekkeloos. Nou ja, op die huilende oudtante na die te diep in het glaasje had gekeken. Zouden ze dan echt niks…? Tegen tweeën wist het bruidspaar het zeker: ze waren de dans ontsprongen. Gouwe gozers waren het, die dispuutleden! Ze goten er nog wat glazen champagne in, gingen los op de dansvloer en vertrokken innig verliefd en vol goede zin naar hun bruidssuite. Wat een feest en… wát een huwelijksnacht. De volgende ochtend klopte roomservice op de deur. De trolley die binnenreed, overtrof hun stoutste verwachtingen. Al dat eten! “Wenst u verder nog iets?”, vroeg de bediende. “Nou, twee koffie zou…”, begon de bruidegom. Toen klonk er wat gerommel onder het bed: “Maak daar maar vier van!” Wow, broodje aap natuurlijk. Zo’n streek haalt toch niemand uit? Nou, jawel. Volgens publicist Peter Burger, schrijver van de broodje-aapbundel ‘De wraak van de kangoeroe’, is het echt gebeurd, en echt in Leiden – al zou het naadloos tegen een Delftse enscenering passen. Maar wie weet: Ralph Inbar jatte het verhaal al eens voor een streek in zijn tv-programma ‘Bananasplit’ – en dat kunnen Delftse studenten natuurlijk tien keer beter. Iemand trouwplannen? (JH)
xJorinde Hanse Nou ja, natuurlijk… Zo logisch is het niet om een halve finale met voornamelijk Amsterdamse rock/ alternative-bandjes in Delft te houden. Leuk is het wel. En een beetje ingewikkeld, want er zijn een heleboel halve finales, en dan ook nog in verschillende stijlen. Behalve de halve finale rock/alternative, onder andere donderdagavond in Speakers, zijn er ook nog halve finales singer/songwriter (zondag in het Haagse Paard van Troje), dance en hiphop (vrijdag in Speakers). Bottom line: een paar van de rockbands en hiphoppers die je vanavond en morgen kunt zien in Speakers, staan op 11 december in de finale van de Grote Prijs van Nederland in Amsterdam. Die grote prijs: vijfduizend euro, een professionele videoclip, optredens op festivals, aandacht van de media en muziekindustrie en een jaar professionele coaching op maat. O, en je naam in het rijtje van onder anderen Junkie XL, Pete Philly, Opgezwolle, Face Tomorrow, Marike Jager, Nobody Beats the Drum, Sabrina Starke, Roosbeef en Typhoon – allemaal winnaars uit voorgaande jaren. Spannend. Want concurreer maar eens met bands die weliswaar compleet anders, maar ook ontzettend goed zijn. Dan is het maar net wie de beste performance neerzet. Toch valt in de Delftse halve finale rock/ alternative de band Zorita wel erg op. ‘Zorita verzamelt’, zo omschrijft
De band Zorita is een vreemde eend in de bijt tijdens de halve finale rock/alternative van de Grote Prijs van Nederland. (Foto: Zorita)
het achtkoppige ensemble haar swingende, wereldse muziek. ‘We nemen alles wat we tijdens onze muzikale reizen tegenkomen mee in onze steeds groter wordende koffers en rammelen en schudden alles door elkaar. Dat levert een brouwsel van genres op, dat het best tot zijn recht komt op het podium. Daar leiden wij het publiek door Mexico, Parijs, de woestijn van Colorado, Broek op Langedijk, Sevilla en Hongarije in één onvergetelijke nacht.’ Resultaat: een geweldige mix van
Doel: a good-old pain in the neck morgenochtend balkan, flamenco, country, latin, blues en funk. Groentjes zijn ze trouwens niet. Zorita won in 2009 het Amsterdams Studentenfestival en haalde de finale van de Amsterdamse Popprijs. Ook speelde de band dit jaar op Lowlands. Hoe schril is dan het contrast met de trash/death en metalcore van concurrent Ethereal, dat sinds 2005 flink aan de weg timmert. De enige metalband die zo ver is gekomen in de Grote Prijs van Nederland brengt in januari zijn tweede ep uit, ‘Lunacy Falls’. Klinkt aardig ambitieus. Toch is het de bandleden maar om één ding te doen, zeggen ze: “Wij willen overweldigende, verbazingwekkend
goeie muziek maken, met in elk geval één garantie: a good-old ache in the neck morgenochtend.” Moet je van houden. Maar zo niet, alle optredens van vanavond duren maar twintig minuten. Daarna is er altijd nog de catchy pop van The Jetts, of de lekkere rock van The Fudge. En het optreden van de grote winnaar van vorig jaar natuurlijk: Cosmic Carnival. Over verrassende acts gesproken. En zijn het je dan nog steeds te veel gitaren? Tijdens de halve finale hiphop morgenavond, strijden aDiSON, Dubbel N & Rascle en Kingsize & ZiRe om een finaleplaats. Oude formule of niet, daar kunnen ze bij Idols nog een puntje aan zuigen.
x
Halve finales Grote Prijs van Nederland, op donderdag 23 en vrijdag 24 september in Speakers. Aanvang: 20.00 uur. Toegang: € 8,-.
time out
Over the top Ze zijn een zeldzaamheid, dus wat heerlijk als je er één tegenkomt; zo’n feest waar je je weken van tevoren op verheugt en waar je gewoon helemaal voor gaat. Zo’n feest als 'Rotterdam Loves Burlesque'. De meeste TU-studenten zijn niet van die hysterische types. Dol op een feestje, maar al net zo gek op de ratio. Hoe heerlijk is het dan als je je eens een avond helemaal kunt laten gaan? Je over the top mag uitdossen en even in de huid kunt kruipen van iemand die je anders nooit durft te zijn? Tijdens 'Rotterdam Loves Burlesque', zaterdag in Café Engels, waan je je in een heel andere wereld. Eén die overloopt van glamour; van rode lippen en zwarte pakken. Een wereld van variété, pluche en champagne. En: van Playboymodel Ancilla, met de curves en uitstraling van een pin-up uit de jaren vijftig. Dát is Burlesque – let-
terlijk trouwens ‘met een grijns’. Je kunt gewoon naar de show en party, vanaf 22.30 uur ‘tot laat’. Maar als je het echt goed wilt doen, en toch al van plan was om uit te pakken, dan ga je eerst naar het VIP-champagnediner in Engels. Je kunt zelfs nog een aansluitende hotelovernachting boeken in het tegenover gelegen Manhattan Hotel. Hangt éven een prijskaartje aan, maar is de stufi niet net binnen? Want eigenlijk is dat de enige manier om Burlesque te leven: over the top en all the way. En nou ja, dan kun je ’s middags eigenlijk net zo goed die bijpassende workshop meepakken. Spannend feestje gegarandeerd. En een hele maand om uit te kateren – tot de nieuwe stufi weer binnen is. (JH)
x Rotterdam Loves Burlesque. Op zaterdag 25 september in Café Engels, van 22.30 uur tot ‘laat’. www.rotterdamlovesburlesque.com
DELTA. 27 23-09-2010
12
reportage
Koningen van
‘Woningcorporaties moeten
Rotterdam was jarenlang een schoolvoorbeeld van stedelijke vernieuwing. De kwaliteit, gunstige prijs en bewonersinspraak werden internationaal geroemd. Dr.ir. Paul Stouten schreef er een boek over. Een tocht door het Oude Noorden langs groene pleinen en verloren klimrekken. xMartine Zeijlstra “Kijk, hier wilden ze een snelweg aanleggen”, zegt Paul Stouten, docent ruimtelijke planning aan de TU Delft. Het is een bizar idee, want Stouten staat voor een groot huizenblok met 406 woningen. Op de vierde verdieping van het huizenblok rent een kind over de houten veranda. Er is geen snelweg te bekennen: af en toe hobbelt een auto over een drempel in de rustige straat. Maar ga met zevenmijlslaarzen terug in de tijd en het wordt duidelijk. Stouten staat met beide benen op de brandgrens in het Oude Noorden van Rotterdam. Bij zijn rechtervoet brandde Rotterdam af tijdens het bombardement in de Tweede Wereldoorlog, bij zijn linkervoet werden de huizen gered.
Als Haussmann in Parijs Met een groot gedeelte van de Maasstad in puin was het na de oorlog tijd voor grootse beslissingen, vond de gemeente. De wildste plannen passeerden de revue. “Sommige stedenplanners en architecten waanden zich als Haussmann in Parijs”, zegt Stouten. Haussmann brak grote gedeelten in de Parijse binnenstad af voor de aanleg van prestigieuze boulevards, Rotterdam wilde een snelweg met een grote rotonde die door het Oude Noorden naar de binnenstad liep. “Daarvoor
“Teveel van hetzelfde soort mensen in een wijk kan de verhoudingen verstoren. Het is beter als het gemengd blijft”, vindt buurtkapper Aad. (Foto’s: Hans Stakelbeek/FMAX)
moesten de woningen die nog overeind stonden worden platgegooid”, zegt Stouten. En zo geschiedde, maar een snelweg: daar kwam niets
Rotterdam wilde een snelweg met een grote rotonde die door het Oude Noorden naar de binnenstad liep van in. Niet omdat er geen geld was voor de aanleg. “De bewoners in de wijk staken er een stokje voor”, zegt Stouten. “Zij wilden geen snelweg,
Dr.ir. Paul Stouten pleit voor meer sociale woningbouw.
ze wilden huizen. In Parijs werden mensen gedwongen naar de banlieus te vertrekken, maar in Rotterdam wilden de bewoners niet naar de buitenwijken. Ze wilden liever dicht bij de binnenstad blijven wonen.”
Vriendenlaan De inwoners van de Franse banlieus leven geïsoleerd en zijn vaak betrekkelijk arm. Een groot verschil met de sociale woningbouwprojecten die in het Oude Noorden werden opgezet. De 406 woningen op de hoek Hofdijk/Vriendenlaan, die eind jaren zeventig werden neergezet, zijn geliefd bij de bewoners. Niet zo gek: tijdens bewonersvergaderingen hadden zij veel inspraak over de indeling van de woning, het woningtype, het bouwproject en de architect. “Vroeger waren appartementen vrij standaard. De drie- of vierkamerwoningen lagen rond een portiek en waren volledig gericht op het gezin. In dit woonblok zitten meer dan veertig verschillende woontypes. Van ateliers tot eengezinswoningen”, aldus Stouten. Een tocht met hem door de wijk is een speurtocht langs huizen en pleinen. Stouten weet dankzij zijn boek ‘Changing contexts in Urban Regeneration’ alles over de ontstaansgeschiedenis van de wijk, de gebouwen en de bewoners. Langs de Rechter Rottekade schiet hij een portiek in. Achter het huizenblok gaat een grote binnentuin schuil
met gras, bomen en comfortabele bankjes. De bewoners zijn blij met hun groene buitenruimte, weet Stouten. “En de plattegrond van de woning bevalt goed. Er zit een grote woonkamer in, en een grote slaapkamer. Veel Marokkaanse bewoners maken een bezoekkamer van de grootste slaapkamer. Of de kinderen slapen er. De woning en de afzonderlijke vertrekken zijn groot genoeg om ieder een eigen plek te geven.” Stouten deed een tijd onderzoek bij een woningcorporatie, ploeterde het nodige papierwerk door en nam enquêtes in de buurt af. Een kwart van de bewoners leverde zijn enquêtes weer ingevuld bij hem in. Een hoge respons. “Ik heb een aantal Turkse en Marokkaanse studentes de wijk ingestuurd en zij werden met open armen ontvangen.” De tocht gaat verder, langs gerenoveerde sociale woningbouw uit de jaren dertig en lange straten vol kleine winkeltjes. “Dit was vroeger woonruimte”, zegt Stouten terwijl hij door de Noordmolenstraat loopt. “Nu zitten er allerlei kleine zaakjes die leuk zijn voor de wijk, maar de winkeliers hebben het wel lastig met grote koopcentra als het Alexandrium vlakbij.”
Aad de kapper Op het Brancoplein is de afgelopen tien jaar ook het nodige veranderd, zegt Stouten. Aad Assman (62), bijnaam Aad de Kapper, rommelt in
een lade van zijn kapperszaak om te laten zien hoe het plein er vroeger bij lag. Op de zwart-witfoto’s zijn winkels, tegels en houten schuttingen te zien, waar nu een groen park ligt. De kapper vindt het groene plein een enorme verbetering. “Ik zat daarvoor tegen die houten schutting aan te kijken”, zegt hij. “Dit is veel beter. Het is een leuk plein. Er wordt wel eens wat rotzooi getrapt, maar ach,
Rechts brandde Rotterdam af tijdens het bombardement in de Tweede Wereldoorlog, links werden de huizen gered dat gebeurt overal weleens.” De kapper knipt al 42 jaar buurtgenoten in zijn zaak vol voetbalparafernalia. Voor een stevig potje kletsen met bewoners staat zijn deur altijd open. “Er is hier ontzettend veel veranderd in de afgelopen veertig jaar, maar ik vind het een leuke samenleving”, zegt hij. “Er loopt hier van alles rond, de bevolkingssamenstelling is heel gemêleerd. Mensen accepteren elkaar hier en groeten vriendelijk.” Hij hoopt wel dat dit zo blijft. “Woningbouwverenigingen kijken de laatste jaren wel erg veel naar het geld dat ze kunnen
DELTA. 27 23-09-2010
13
reportage
het Noorden weer een brede maatschappelijke taak krijgen’ projecten onder hun hoede hadden. Ze konden goede kwaliteit leveren. En voor een gunstige prijs, want ze wisten dankzij de vele projecten precies hoeveel renovaties en nieuwbouw kosten. Natuurlijk gingen er ook wel eens dingen mis of werd er onnodig beknibbeld. Maar de bewoners hielden de woningcorporaties door hun inspraak ook goed bij de les.” In de toekomst mogen woningcorporaties alleen bouwen voor de allerlaagste inkomensgroepen en niet voor de middeninkomens. De vrije markt is het toverwoord, en dat vindt Stouten onverstandig. “In de koopsector is er geen enkele controle op de prijs/kwaliteitverhouding. De prijzen voor koopwoningen zijn explosief gestegen. De markt bepaalt de prijs, terwijl er in de dure koopsector niet veel meer wordt verkocht. Toch is er een grote behoefte aan woningen voor de middeninkomens en de lagere inkomens. Een groot gedeelte van de bouw ligt door de crisis stil. Woningcorporaties moeten daarom weer een brede maatschappelijke taak krijgen, want er is nog steeds een grote behoefte aan goede en betaalbare huizen.”
Achter de grote deur van het Van der Ploeg-huis is een flinke wintertuin gemaakt. Bejaarden zitten aan lange tafels in een zee van licht en glas. Boven zijn de woningen.
verdienen. Er komt binnenkort een Turks bejaardentehuis. Teveel van hetzelfde soort mensen in een wijk kan de verhoudingen verstoren. Het is beter als het gemengd blijft.”
Koffiezetten bij de buren Verderop in de wijk wordt duidelijk wat er gebeurt als speculanten stukken land opkopen om zo duur mogelijk weer aan de gemeente te verkopen. Op de Raephorststraat staat een klimrek verloren ingeklemd tussen de huizenblokken. Veel speelruimte is er niet op de kale tegels, omdat het merendeel van de ruimte is ingeruimd voor parkeerplekken. De afwerking van de gerenoveerde huizen verdient evenmin de schoonheidsprijs. Blauwe en grijze trespaplaten ontsieren de woningen. “De mensen die hier wonen zijn niet zo tevreden over de buitenruimte”, zegt Stouten. “En dat is wel begrijpelijk. Die huizen op dit blok hadden eigenlijk weg gemoeten om de straat door te laten lopen, maar de speculanten wilden niet weg. Het duurt zeven jaar om iemand te laten onteigenen en daar was geen tijd voor. Nu loopt de straat dus dood op deze huizen.” Eerder was de situatie in dit gedeelte van de wijk nog erger, zegt Stouten. “Door de prijsopdrijving van speculanten waren de kavels zo smal, dat je bij je buren het koffiezetapparaat aan kon doen.” Dat wordt goed zichtbaar bij een speelkooi waar basisschoolkinderen kunnen bas-
ketballen en voetballen in het speelkwartier en na schooltijd. Het ligt tussen twee grote huizenblokken in en doet daardoor al wat beklemmend aan. “Moet je voorstellen hoe het hier eerder was”, zegt Stouten. “Dat speelveld was ook een huizenblok. Die huizen zijn platgegooid om meer ruimte te maken, want de straten waren erg smal.”
Wintertuin vol bejaarden De leefruimte is dus beduidend beter geworden door de aanpassingen. Dat blijkt ook als hij het Van der Ploeg-huis in loopt. Achter de grote deur is een flinke wintertuin gemaakt. Bejaarden zitten aan lange tafels in een zee van licht en glas. Boven zijn de woningen. Door de overkapping van glas is het er zelfs in de winter prettig toeven. “Ze drinken hier samen koffie”, zegt Stouten. De indeling van de woning is eveneens flexibel. “Mensen kunnen hier alleen wonen, maar twee zussen kunnen ook samen in dezelfde woning leven, door een gedeelte te scheiden. Dat is heel handig.” Jarenlang was Rotterdam vermaard om zijn stadvernieuwing. “Collega’s uit New York en Berlijn kwamen hier regelmatig kijken om inspiratie op te doen”, zegt Stouten. Bewoners zijn nog steeds erg tevreden over hun woning en de wijk, maar er is de laatste jaren ook veel te doen over de veiligheid in de wijk. Vooral in de groene buitenruimtes. Dat blijkt ook wel als Stouten wil laten zien
hoe in een nieuwbouwproject het parkeerprobleem is aangepakt met een ondergrondse parkeergarage. Een bewoonster met kinderwagen
‘Collega’s uit New York en Berlijn kwamen hier regelmatig kijken om inspiratie op te doen’ is achterdochtig en wil hem niet binnenlaten. Ze verwijst naar het politiebureau dat ook aan de bin-
In de Rotte wordt vaak kunst geëxposeerd.
nentuin ligt, maar ook daar lukt het niet. Stouten komt er met zijn TUpas wel in, maar de freelanceverslaggeefster zonder TU-pas komt er ‘wegens veiligheidsoverwegingen’ niet in. Kijken door het hek is de enige mogelijkheid.
Veilige toekomst Stouten ziet de toekomst op het gebied van veiligheid minder somber in, maar hij plaatst wel kanttekeningen bij het toekomstperspectief voor woningbouwcorporaties. “De stadsvernieuwing was zo goed, doordat de woningcorporaties veel
DELTA. 27 23-09-2010
service
14
Topbaan bij een elektronicaconcern?
begin eerst hier. nl
DELTA. 27 23-09-2010
15
service
Agenda Donderdag 23 september DWH/Outsite DWH/Outsite start donderdag 23 september met een nieuwe kennismakingsgroep (KMG) voor homoseksuele, biseksuele en lesbische jongeren uit Delft en omgeving. Meisjes en jongens tot 28 jaar kunnen zich hiervoor aanmelden. De bijeenkomsten worden op donderdagavond gehouden bij de DWH aan de Lange Geer 22 in Delft. Iedere avond begint om 20 uur en duurt tot ongeveer 22 uur. Meedoen aan de kennismakingsgroep kost niets en is vrijblijvend. Je kunt je aanmelden of meer informatie krijgen door een mailtje te sturen naar kennismakingsgroep@homodelft.nl. Workshop ‘Eerste hulp bij Solliciteren’ Op donderdag 23 september van 16.00–18.00 uur organiseren Supair en Kivi Niria Students Delft een workshop over solliciteren. Deze workshop is bedoeld voor studenten in de afstudeerfase of recent afgestudeerden. Tijdens de workshop gaan deelnemers actief aan de slag met
hun CV en worden realistische vragen en situaties behandeld die tijdens sollicitatiegesprekken naar voren kunnen komen. Aanmelden en meer informatie op www.kns-delft.nl.
• 12.30 uur - Protocols for UWB Ad Hoc Networks. Promotie van ir. N. Shi. Promotor: prof. dr.ir. I.G.M.M. Niemegeers. • 15.00 uur – Intreerede prof.dr. P.T.W. Hudson, faculteit Techniek, Bestuur en Management.
Vrijdag 24 september
Zaterdag 25 september
Lectures technical director Autodesk On Friday September 24th technical director of Autodesk Europe, Tim Doidge, will give two presentations at TU Delft, faculty Industrial Design Engineering: ‘Computer Graphics Make Games Come to Life’ from 12.45–13.45 hrs and ‘Sustainable Design & Digital Prototyping’ from 15.30–17.00 hrs. These lectures are free of charge for students from all faculties. Prior registration is mandatory via www.kns-delft.nl.
DSR Proteus-Eretes Op 25 september organiseert DSR Proteus-Eretes van 10.0016.00 uur de 19e Pinewoods University Eights: een boord aan boord roeiwedstrijd waar de beste universiteiten van Nederland tegen elkaar om de Delft cup zullen strijden. Zie http:// proteus.tudelft.nl voor meer informatie.
Wetenschapsagenda • 10.00 uur - Global Optimization using Interval Analysis. Interval optimization for Aerospace applications. Promotie van ir. E. van Kampen. Promotor: prof.dr.ir. J.A. Mulder.
Zondag 26 september International Student Church Students of all denominations are invited to our ecumenical service every Sunday at Raamstraat 78, 11.30 hrs followed by tea/coffee. The services are led by the chaplains Reverend W. Stroh and Father Avin, and are supported by student leaders. More information
Announcements Students SIFE Delft Looking for something new? Students in Free Enterprise Delft offers you the opportunity to combine social entrepreneurship with your academic knowledge. With the support of companies like Unilever, Heineken, HSBC, KPMG, Schiphol and Philips we create projects to help people all around the world. Do you also have a head for business and a heart for the world? We are looking for new participants now! Check www. sifedelft.nl or mail your motivation to info@sifedelft.nl. International Student Chaplaincy Looking for a home away from
home, trying to make new friends, interested in intercultural and interfaith activities, needing some inner peace, searching for more than academic challenges? Check the website of the International Student Chaplaincy, www.iscnetherlands.nl, to learn about their wide range offer. Student and Career Support The student psychologists and the central student and careers councilors are located at Jaffalaan 9A. Office hours: Monday-Friday from 9.00-17.00 hrs. You can direct your inquiries or make an appointment at the Front Office or by phone: 0152788004. For an initial appointment with one of the student psychologists you should first
on www.iscnetherlands.nl.
Dinsdag 28 september
Maandag 27 september
Wetenschapsagenda • 10.00 uur - Personal Ad Hoc Networks: Mobility and Clustering. Promotie van ir. Y. Gu. Promotor: prof.dr.ir. I.G.M.M. Niemegeers. • 12.30 uur - Design of a Milling setup with an active magnetic bearing spindle. Promotie van ir. M.H. Kimman. Promotor: prof.ir. R.H. Munnig Schmidt. • 15.00 uur - Dynamics of nitric oxide and nitrous oxide emission during nitrogen conversion processes. Promotie van ir. M.J. Kampschreur. Promotoren: prof.dr.ir. M.C.M. van Loosdrecht en prof.dr.ir. M.S.M. Jettern.
Wetenschapsagenda • 10.00 uur - Superconducting Qubits and Quantum Resonators. Promotie van P. FornDiaz, BSc. Promotor: prof.dr.ir. J.E. Mooij. • 12.30 uur - Spark Discharge Generated Nanoparticles for Hydrogen Storage Applications. Promotie van ir. V.A. Vons. Promotor: prof.dr. A. Schmidt-Ott. • 15.00 uur - First-order phase transitions and magnetocaloric effect. Promotie van drs. T.T. Nguyen. Promotor: prof.dr. E.H. Brück. Studium Generale 20.15 uur - Karin Lekkerkerker van waterleidingbedrijf Dunea, spreekt over ‘Drinkwater van bron tot tap’ en zal ons meevoeren van het slootwater van de Middeleeuwen tot het drinkwater van vandaag de dag. Het Prinsenhof, ingang Oude Delft 183B, Delft – toegang gratis.
2.0: Mechanically Upgrading Human Capacity’ plaats op de faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalkunde. Zie www.leeghwater.nl/symposium voor meer informatie en voor kaarten. Studium Generale 20.15 uur – ‘De meetkunde van universele natuurlijke vormen’ door Johan Gielis. Alle basisvormen in de natuur zijn te beschrijven met behulp van een relatief eenvoudige formule die door variatie van slechts enkele variabelen een cirkel kan omzetten in een vierkant. DOK, Vesteplein 100, Delft – toegang gratis.
Woensdag 29 september
Donderdag 30 september
Wetenschapsagenda • 12.30 uur – Computational modelling of failure in laminates. Promotie van ir. F.P. van der Meer. Promotor: prof.dr.ir. L.J. Sluys.
OTB Op 30 september vindt van 9.3016.40 uur het OTB Jubileumcongres 'Stedelijke otnwikkeling: naar nieuwe perspectieven’ plaats in de Aula van de TU Delft, Mekelweg 5. Deelname is gratis. Opgeven kan via www.otb. tudelft.nl/agenda. Inschrijving sluit 24 september.
Symposium Human 2.0 Op woensdag 29 september vindt het symposium ‘Human
Oktober WISV Christiaan Huygens Op zaterdag 2 oktober vindt van 10.00-18.00 uur het Delfts Kampioenschap Programmeren plaats. Inschrijven is mogelijk via http://ch.tudelft.nl/ chipcie/?page=dkp/dkp2010.
x Delta inleveren kopij Bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek 'Agenda' in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail: delta@ tudelft.nl. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur. Alle promoties, intree- en afscheidsredes genoemd in deze agenda vinden, tenzij anders vermeld, plaats in de Aula van de TU, Mekelweg 5, Delft.
Aankondigingen come to one of the open office hours: Tuesdays and Thursdays from 11.30-12.30 hrs. The open office hours of the Student and Career counselors are on Tuesdays from 11.30-12.30 o’clock. More information on www.studentandcareersupport.nl. International Office The International Office, Jaffalaan 9a/visitor’s entrance at Mekelweg, office opening times Monday to Friday 9.00–17.00 hrs. Appointments and enquiries can be made by email: internationaloffice@tudelft.nl or by phone: 015-2788012.
Studenten Empac Challenge Empac looft 10.000 euro uit aan de student of het team van studenten, dat de beste duurzame innovatie creëert op het gebied van metalen verpakkingen. Zie onze Facebook pagina ‘Metal Packaging – the Next 200 Years’ of volg ons op Twitter @metalpackaging voor meer informatie. De deadline voor wedstrijdinzendingen is op 5 november. Student and Career Support Bij Student and Career Support kun je terecht voor een bezoek aan een studentendecaan, een studentenpsycholoog, het Career Centre met studiekeuzeadviseurs en loopbaanadviseurs, en het
Informatiecentrum. Voor de studentenpsychologen geldt dat het eerste contact loopt via het Open Spreekuur op dinsdag- of donderdagochtend van 11.3012.30 uur. De studentendecanen en de loopbaanadviseurs houden een inloopspreekuur op dinsdag van 11.30-12.30 uur en de studiekeuzeadviseur op donderdag van 11.30-12.30 uur. Het Informatiecentrum (begane grond) is geopend van 9.00–17.00 uur. Er is documentatie beschikbaar over WO- en HBO-opleidingen, arbeidsmarkt, studie- en beroepskeuze, buitenlandse studies, enz. Bij de balie, telefonisch of via de email kun je een afspraak maken met een van de medewerkers. Bezoekadres: Jaffalaan 9a
(ingang Mekelweg); tel. 0152788004. e-mail: studentandcareersupport@tudelft.nl website: www.studentandcareersupport.tudelft.nl Online huurprijs check Is jouw huurprijs redelijk? Check www.huurcommissie. nl voor meer informatie en om helderheid te krijgen over huren en geschillen tussen huurder en verhuurder. WorkNtravel WorkNtravel is een jong bureau dat bemiddelt tussen vrijwilligers/stagiair(e)s en bedrijven. WorkNtravel is op zoek naar Nederlandse stagiair(e)s die stage willen lopen in Suriname. Meer informatie via info@ bluefrogtravel.net.
International Office Het International Office, Jaffalaan 9a, is op werkdagen geopend van 9.00-17.00 uur. Je kunt ook vragen stellen via internationaloffice@tudelft.nl of telefonisch (015-2788012) een afspraak maken.
x
Delta Inleveren kopij Bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek 'Aankondigingen' in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail: delta@tudelft.nl. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur.
techniekbedrijven Talents
DELTA. 27 23-09-2010
service
16
SHELL BACHELOR MASTER PRIJS 2010
IS JOUW SCRIPTIE DUURZAAM? Doe mee en win 2.500 of 5.000 euro Q Kom in contact met het topmanagement van Shell Q Kans op media-publiciteit voor jouw onderzoek Q Presenteer je professioneel door de gratis presentatietraining Q Meer info, voorwaarden en aanmelden op shell.nl/bachelormasterprijs Q
B$GY [ B%DFKHORU PDVWHUB0Y'B9 LQGG
$0
H&J Uitgevers_2x70_zw-w DELTA. 27 23-09-2010
14-05-2004
14:02
17
service
Voor advertenties bel met:
H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJsel
MoTiv presenteert:
Hands
T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80 E delta@henjuitgevers.nl
Een documentaire van Pim Schachtschabel
MoTiv nodigt u uit voor de feestelijke première van de documentaire Hands. Deze documentaire weerspiegelt vijf portretten van studenten in en uit Malawi. Wanneer? zaterdag 25 september 2010 aanvang: 14.45 u
Waar? Filmhuis Lumen Doelenplein 5 te Delft
Na afloop is er gelegenheid voor een drankje in de foyer. Als je komt, meld je dan aan bij: info@motiv.tudelft.nl
Neem contact op met Hennie de Ruyter of met Mireille van Ginkel voor nadere informatie
Minimaatjes AC-HOP de vakbond voor Universiteitspersoneel. Voor informatie kijk dan op www. AC-HOP.nl. Stichting Delftse Natuurwacht zoekt vrijwilligers voor het begeleiden van activiteiten met kinderen van 8-14 jaar. www. natuurwacht.nl, 015-2783086 of j.f.m.molenbroek@tudelft.nl.
Two-year traineeships to boost your career: Post-MSc programmes
Nadenken over straks, als u er niet meer bent, is moeilijk. Maar een goed gesprek met de medewerkers van het Leger des Heils over uw zorgen, uw twijfels, eventueel uw geloofs vragen is vaak een hele opluchting. Wilt u hier meer over weten? Bel dan naar 0365398162 of ga naar de website www.wiezorgterstraks voorpietje.nl
Doe de Oogtest w w w.oogfonds.nl
Project1:Opmaak 1 20-09-10 15:51 Pagina 1
3TU. School for Technological Design
Spelregels minimaatjes. Minimaatjes zijn niet toegankelijk voor het bedrijfsleven. Voor commerciële aanbiedingen en advertenties: H&J Uitgevers (adres in colofon). Minimaatjes zijn maximaal 200 tekens lang. Inleveren vóór vrijdag 14.00 uur via e-mailadres delta@ tudelft.nl.
Wie zorgt er straks voor Pietje?
STAN ACKERMANS INSTITUTE
Jobs in an environment which is multidisciplinary high-tech industry and business oriented
. . .
More information: www.3tu.nl/sai, tel.: +31 (0)40 - 247 2452
P
DELTA. 27 23-09-2010
18
Delta in English
Nightwalk
Famous chairs
Superbus
FP7 workshop
A charity walk will be held at midnight on Saturday, 25 September, to raise money to help victims of sexual violence in the DR Congo. The ‘Nightwalk’ covers 40 kilometres. Some one-thousand people are expected to walk from Rotterdam’s Erasmus Bridge to Den Haag, where a warm welcome awaits them on Sunday morning. Famous musicians and athletes will also walk, with entertainment along the route. To join or donate go to website.
Paul Schnabel will open the faculty of Architecture’s new permanent exhibition of famous chairs on 5 October. This extensive and historically important collection will be permanently exhibited in the hall near the architecture faculty library. The collection consists of more than three hundred chairs designed by Gerrit Rietveld and contemporary designers, like Marcel Wanders and Chris Kabel.
Last Wednesday TU Delft presented the innovative experimental prototype of the Superbus at the Internationale Automobil-Ausstellung (IAA) fair in Hannover. Germany. This new electric bus concept promises to be a fast, sustainable future mode of public transport. The Dutch Ministry of Transport (9 million euros) and public transport company Connexxion (1 million euros) funded Superbus’ prototype development. TU Delft also invested 1.5 million euros.
As the EU has recently launched no less than 51 new Framework Programme 7 (FP7) calls for research proposals, TU Delft’s Valorisation Centre will host a special 1-day workshop called ‘How to Write a Competitive Proposal for Framework 7’ on 1 October 2010. The workshop will be led by Dr Sean McCarthy, managing director of Hyperion Ltd., and one of the best EU advisors.
x
x
www.nachtvandevluchteling.nl
the bike of...
Name: Michalis Prodromou (27, Greek, MSc civil engineering) Brand: Gazelle Price: 70 euros Striking feature: noisy back ‘snake’ wheel “My bike is basic but practical”, Prodromou says, “although some friends tell me that if it was any more basic I would be walking to the university every day.” Nevertheless, Prodromou seems to enjoy the simplicity of his ride. It’s a Gazelle, blue and grey, with no gears and no handbrakes. As he says: “The whole point of bicycling is to use your legs and not your hands.” When provoked to explain why he chose a women’s bike, he replied: “I did not choose the bike, the price of the bike chose me!” Despite his bike’s aesthetical and functional simplicity, Prodromou says that his bike can still be quite a thrill - sound-wise at least. “The back wheel makes the strangest noises and also rotates a bit loosely. I go straight but that wheel moves left to right, like a snake or something.” He says that he got this new feature one day for free while riding down a bumpy hill carrying a friend on his back rack, although he refused to reveal any more details of this event, simply stating that some things are better left unsaid. “The only extra thing I have bought for my bike is a harder back tire”, he says, “although I still have to put more effort to overcome the frictions of that crooked wheel.”
x
www.valorisationcentre.tudelft.nl
Netherlands falls in Times ranking Dutch universities have seen their performance drop according to the 2010 World University Rankings, published by the Times Higher Education (THE) supplement.
Michalis Prodromou: “I did not choose the bike, the price of the bike chose me!” (Photo/text: Vasilis Antonopoulos)
www.superbusproject.com
In the THE ranking of the world’s Top 200 universities, TU Eindhoven is ranked highest among Dutch universities, at 114th. Delft is ranked 151st. The University of Utrecht and University of Amsterdam are the biggest losers in the new THE ranking: they saw their rankings drop to 143rd and 165th, compared to last year, when they ranked 49th and 70th, respectively. The Netherland’s highest ranked universities were still not good enough to crack the world’s Top 50. TU Eindhoven climbed up the ranking from 120th to 114th, while the country’s other two universities of technology lagged rather far behind: TU Delft at 151 (compared to 83rd in 2009) and Twente University, ranked 185th. Completely left off of the THE ranking were the universities of Nijmegen, Tilburg and Maastricht. Leiden University (ranked 124th) and VU Amsterdam University (139th) were the second and third highest ranking Dutch universities in the THE ranking. The Netherlands occupied the fifth
position in the country ranking; however, in the previous THE ranking, the Netherlands was ranked third, tied with Canada and Japan. In this year’s list, the top four countries are the United States, the United Kingdom, Germany and Canada. The US is home to the world’s top five universities (Harvard, California Institute of Technology, MIT, Stanford and Princeton), with Cambridge and Oxford sharing sixth place on the ranking. It was expected that something would change in this ranking of the leading British educational maga-
The Netherlands occupied the fifth position in the country ranking zine. Earlier this year the editorial board announced that the previous ranking, which was compiled together with QS, a research agency, would be totally revaluated and modified. The magazine decided to work with another research agency, expand the data used for compiling the ranking, issue more scientific surveys and seek better balance among all the various criteria. The quality of the education now accounts for 30 percent of the final evaluation, the number of publications by scientific staff for 32.5 percent, and the research reputation, capacity and financing of the universities collectively for 40 percent of the final score. A healthy mix of
nationalities among staff and students accounts for 5 percent, while income generated from private enterprise accounts for another 2.5 percent. The biggest difference from the past methodology is the influence of reputation. The image of the university previously accounted for half the score: 40 percent for the academic reputation and 10 percent for the reputation among employers. Now however the weigh of such opinion is reduced to 34.5 percent: 19.5 percent for research reputation and 15 percent for education reputation. The number of students per member of the teaching staff also now has less influence on the score: 20 percent last year, compared to 4.5 percent this year. This is because this data is easy to manipulate and moreover says little about the quality of the education. Or, as the editor of the THE ranking said: the number of waiters in a restaurant says nothing about the quality of the food. However, unlike modern restaurant guides, the THE ranking does not yet include the opinions of the customers (i.e. students) in its ranking criteria. Meanwhile, QS, the former partner of THE, has published its own university ranking, in which the University of Maastricht and Radboud University Nijmegen do appear, ranked 111th and 149th, respectively. (HOP)
x www.timeshighereducation.co.uk
lei li
Nice to see you again Life hasn’t unveiled itself that much to 20-somethings like us, but has already given us enough anniversaries to celebrate, such as, in July of this year, the seventh anniversary of my high school graduation. Some of my classmates had the idea for a dinner. Location was settled and invitations were sent out two weeks in advance. What a great time it would be to catch up with the buddies you spent your teenage years with. However, when the week arrived, my anxiety increased exponentially. First, what to wear? People say: ‘No matter the size and contents of a girl’s wardrobe, there’s always one piece missing.’ Every girl knows that fear, and the other girls attending this dinner worked in an industry where an appreciation of fashion and trends is acknowledged. While, stuck with my student status for too long, my wardrobe was crammed full of T-shirts and jeans. But more than what to wear, I was most anxious about what to say. It wasn’t a normal dinner. Seven years before, we were all the survivors of a cut-throat competition to enter a top-class high school. It was a dinner with elites. And the table would look something like this: future lawyer, future surgeon, future lawyer, future banker, future manager, future professor… And then there was me. Although ‘writer’ sounds attractive, ‘university newspaper’ sort of wanes this title’s glamour, and ‘freelance’ really isn’t much of an improvement. Sneaking away from guys’ career contest, I was afraid I wouldn’t get any comfort in girls’ zone, either. Who says we can’t have everything at the same time? Some girls are just that good at balancing career and
private life and excel in both. Wedding announcements were continuously posted on social networks. Seated next to them, would I be dazzled by their Tiffany diamond rings? What if they all started to talk about their Mediterranean honeymoons, plans to buy houses and have babies? It was bad enough to see other girls achieving life’s milestones one after another, but it was even worse to realize I was still wandering through random hook ups. It just made me look so pathetic. I was nearly nauseous at the thought of having to go to that dinner. But the strange thing is normally I’m the last person in a room to be short on self-confidence. But recently I read about something called ‘social comparison theory’, which solved the mystery of my social phobia. According to this theory, we don’t compare ourselves to the average person, but to our own social network. It means that we care more about how we’re doing against the people we started off with and how they will judge us. Realizing I simply bothered myself with measuring up to my peers, I now think my anxiety at that time was reasonable, although definitely unnecessary. And what happened next actually proved my point. No career contest. No beauty pageant. Everyone - future lawyer, future surgeon, future banker, future professor… - was waxing a bit nostalgic about the time when life could be ‘wasted’. Lei Li is from Shanghai, China. She can be contacted at: leilivanshanghai@gmail.com
DELTA. 27 23-09-2010
I-student day Nuffic, the Netherlands organization for international cooperation in higher education, will once again host the Day of the International Student at the World Forum venue in Den Haag. The event, held on 13 November, is a day in which international students from around the Netherlands are brought together to be entertained and celebrated. Nuffic organises this annual event as an expression of gratitude for the fact that so many young international talents have chosen to study in the Netherlands rather than elsewhere. The day’s pro-
19
Delta in English
Popstar gramme offers a good mix of education and fun, including visits to various famous landmarks in Den Haag, workshops about building a career either at home or in the Netherlands, and various presentations and cultural activities. The day ends with dinner and a party.
x
www.dis2010.nl
Suzanne Vos, a third-year technology, policy and management student at TU Delft, has successfully made it to the next round of the popular Dutch TV programme, ‘Popstars’, an Idols-like song contest broadcast on SBS6. Vos sung the song ‘Use somebody’ by Laura Jansen, and then three-quarters of the viewing public and the jury voted her on to the next round. Now she gets to perform on the live shows. “My life has now been turned upside down. It’s quite an adventure”, she said. Vos was in a band in her teen years and, she
Feedback says: “Now as a student-assistant, I also give lectures at the TU, which is also a performance.” Vos is now preparing for the competition’s next rounds: “I’m trying to learn as much as I can from this experience.” Vos can be followed via twitter:
If you’d like to comment on anything appearing on the English Page or on a university-related matter, or if you have a question or suggestion for us, send your emails to d.mcmullin@tudelft.nl. We welcome all feedback from our readers. Letters intended for publication should include your name and be no longer than 350 words. This edition of Delta is also available online at www.delta.tudelft. nl, where you can also access the English Page archive.
Washington Post imperils Delft’s Iranians Many Iranian students at TU Delft are concerned about the consequences of an article published recently in the Washington Post about Iranian students in Delft. The article claimed that TU Delft is the centre of new Iranian activism. xMARTINE ZEIJLSTRA “This isn’t true at all. The article is full of incorrect information and highly exaggerates the facts”, said members of the Iranian Students Society of TU Delft (Isstud). “But nevertheless, for the Iranian government, this article might raise unnecessary sensitivities about the social and non-political activities of Iranian students in Delft.” “When I read the Washington Post article I had to laugh”, says Ardavan Khorsand, an architecture student and Isstud member. “I was baffled about the writer of this article’s knowledge and intentions.” The other Isstud board members nod in agreement. “That article is such a big exaggeration of reality”, says Rad Haghi, an MSc student. The article in question, written by Thomas Erdbrink, claimed that over 1,000 Iranian students and scholars study here in Delft. “But according to the student affairs database there are 350 Iranian students registered here.” But apart from such miscalculations, Isstud members are even more baffled by the article’s claim that TU Delft is the centre of Iranian activism. The Washington Post quotes an anonymous TU Delft student named Sohrab, who says Delft is a think-tank on Iran’s future, and through Facebook, telephone and email, he and other Iranian students maintain contact with their homeland and as such are trying to reform Iran. “The article gives a wrong image about the activities of TU Delft students, which might evolve into wrong judgments for the Iranian government, which is experiencing a critical time after the last year’s post-election development of a civil movement”, Haghi says. “It’s absurd to publish an article based on wrong information. The writer did not fully understand the difference between political activities in the context of Iran, compared to the Netherlands. In Iran it’s very unclear what is poli-
Last June, TU Delft’s Iranian students protested on campus. (Photo: Hans Stakelbeek/FMAX)
tical and what isn’t. So, if an article in the Washington Post specifically talks about political activists in a small city like Delft, the margin of political, social and cultural issues becomes very vague”, Khorsand adds. “Any misjudgement, based on this incorrect, false article, might result in unexpected conclusions, specifically in a chaotic administration like the one in Iran.”
Activists “When entering Iran, you can be questioned just for being in Delft as a student”, says Mehdi Vosooghi, an MSc student (EEMCS) who is not an Isstud member. “It all depends on the political circumstances back home what will happen. TU Delft students could be in trouble because of this false article: just for studying in Delft, because the Washington Post claims it’s a hotbed for activism. Or nothing happens. You never know for sure, until students return to Iran.” “The article is based on an interview with an unknown person who could never be an Isstud representative”, says Hamed Abolhadi, a pre-MSc student and Isstud board member. Abolhadi stresses this, because in the Washington Post article the author states there’s an active Iranian students club that organises meetings with exiled dissidents and politicians. “It’s unclear which
organisation or community the author is referring to.” But if the author is referring to Isstud, its members don’t recognise themselves in the activities mentioned in the article. “We don’t do stuff like that. If people think it’s our student society, it might even attract temporary and fake attention”, Abolhadi says. “Delft isn’t an Iranian centre of antigovernment activism; it’s the centre of Iranian culture. At Isstud we
‘We students shouldn’t be so scared’ organise all sorts of cultural, social and academic activities.” So, what’s the reality of Iranian students in Delft? Isstud is a platform and network for Iranian students. “When I arrived in Delft six years ago, there were hardly any Iranian students and it was hard to find my way around. So it’s nice to have an organization to go to for help", Abolhadi says. Isstud helps Iranian students find information about renting rooms and organises sporting events and film evenings, as well having literature, art and scientific committees. “Sometimes we even advise students about buying bikes and how to repair them. We most certainly aren’t activists. We come to Delft to
study”, Khorsand adds. “There simply aren’t many activist-students at TU Delft.”
Hotbed But one such activist-student is Mehdi Vosooghi, an MSc student (EEMCS) who also says the Washington Post article is wrong in stating that Delft is a hotbed of Iranian activism. Last year he, another TU Delft student and a few other students from other universities started the Iranian Progressive Youth organisation, which strives to get media attention for human rights breaches inside Iran, such as the woman recently facing stoning for allegedly committing adultery. Although Vosooghi isn’t as active as he was in the beginning, he still believes it’s vital to be active in some sort of opposition against the Iranian government. “Right after the elections I used Facebook to pass around all the stories. Facebook is banned in Iran and the internet is very slow, but people always manage via links to post their stories and videos on Facebook and email. I shared all this information with friends. It was very important that news of the demonstrations came out, because otherwise no one outside Iran would know what was going on inside our country.” After the elections, Iranian students held a demonstration on the
TU Delft campus. Vosooghi was there, too, but he reports that there were no more than 100 Iranian students demonstrating. “But after that most of them became passive again, unfortunately. There are now more than ten, but certainly no more than 50, Iranian students active in demonstrations or other opposition activities.” Vosooghi wishes the Washington Post article was true: “But it’s not. Most Iranian students are passive. They come from rich families and are only here for better academic opportunities. They only study here. Or they’re too afraid to participate in demonstrations.” He regrets this. “People in Iran are having such a hard time. It’s getting worse every day. If they’re demonstrating, they could end up in prison or be killed, because the police use their guns during demonstrations. We owe it to our people back home to make their stories heard. They can’t tell it themselves, but we can. We students shouldn’t be so scared to take that risk.”
x To read the Washington Post article headlined ‘Dutch town of Delft is center of a new Iranian activism’, go to washingtonpost.com and search under the author, Thomas Erdbrink.
DELTA. 27 23-09-2010 achterkant
00 20
huisjongste
delftse klanken
Swingende luisterliedjes Yamama ontstond vijf jaar geleden op het cultuurcentrum, waar Mérit Heinen zangles volgde. Enkele medecursisten, die ook nog een instrument machtig waren, fungeerden op de eindpresentatie als begeleidingsband. Het clubje wilde verder als groep. Enig probleem: de beoogde leadzanger vertrok voor een half jaar naar Zuid-Afrika. “Toen heb ik mij opgedrongen als zangeres”, vertelt Heinen, die tevens de taak van schud-ei-hanteerster op zich nam. Dansbare covers speelden ze. “Een beetje het feestgenre. In het begin heel leuk, maar na een tijd waren sommigen daarop uitgekeken. We stapten over op luisterliedjes, met af en toe een lekkere groove, en van elektrisch op akoestisch.” Voor dat laatste was nog een reden: “Onze oefenruimte aan de Rotterdamseweg was in de winter steenkoud. De jongens kregen koude vingers, konden niet meer gitaarspelen. Toen zijn we bij mij thuis gaan oefenen. Akoestisch, vanwege de buren, en dat beviel ons wel.” In cafés kwam de band met zijn nieuwe singer/songwriter-achtig repertoire (inspiratiebronnen: John Mayer, Jason Mraz) beter tot zijn recht. Ze kregen complimenten over ‘kippenvelmomenten’ en haalden de finale van het Open Podium Vlaanderen. In Den Haag werd een repetitieruimte gevonden door de groep, naast Heinen bestaand uit Reinoud van der Zijde (gitaar), Lucas van de Akker (percussie), Pim van Gennip (bas) en Martijn Heijnen (gitaar). De laatste twee begonnen eigen songs te schrijven. Mérit Heinen: “Soms komt er een kant-en-klaar nummer, andere keren alleen een tekst waarmee we aan de slag gaan. We zoeken nog naar de ideale manier, het is een proces dat tijd nodig heeft.” Het recente vertrek van Martijn Heijnen verstoorde dat proces, maar de ambities blijven: “Het mooiste zou zijn als we alleen met eigen nummers kunnen optreden en mensen daarnaar komen luisteren.”
Zangeres Mérit Heinen heeft meteen maar de taak van schud-ei-hanteerster op zich genomen. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
x
Kriep
www.yamama.nl
Jaap Meijer is tweedejaars IO en woont in ‘Fort Juliana’, op Julianalaan 7. Er wonen alleen Vgsd-leden. Dit huis (of ‘kast’, zoals een vereniginghuis bij de Vgsd heet) is nog maar net studentenhuis. Vijf maanden geleden heeft de vader van één van de bewoners het huis gekocht. Omdat de studenten er allemaal ongeveer even lang wonen, is er geen sterke hiërarchie. De HJ heeft dus ook geen speciale taken, alleen mocht hij als laatste de kamer kiezen. Als er iemand zou verhuizen, krijgt de nieuwe HJ trouwens wél wat klusjes te doen: koffiezetten en de kip in de achtertuin voeren. Sommige tradities moeten tenslotte ergens beginnen. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Anna noyons
No waste De opening van het nieuwe collegejaar. Ik ben er – afgestudeerd - niet bij, maar vanuit mijn nieuwe huis in Amsterdam kijk ik mee. ’No waste’, luidt het thema. Ik vreet me alweer op over de opportunistische creativiteit waarmee de sprekers het nauwelijks hebben over de gigantisch interessante en spannende visie die de TU op dit prangende probleem zou kunnen hebben. Over hoe ze in plaats daarvan de aankomende studenten op het hart drukken dat studeren vooral geen lolletje moet zijn. Dat ze niet moeten denken dat ze zich de komende jaren een beetje kunnen gaan zitten ontwikkelen tot breed opgeleide zelfstandig denkers, want dat kost geld. Maar dan zie ik haar ineens in de zaal zitten. Ik herken haar meteen, de nieuwe 1171798: mijn plaatsvervanger. Zeven komma twee jaar jonger dan ik, maar met hetzelfde korte haar, de grote ogen en de hoge verwachtingen. “Talent is als je binnen vijf jaar afstudeert en je in die tijd ontplooit!”, schreeuwt een man op het podium. Ze
steekt het in haar zak. “De wereldbevolking groeit, er is een tekort aan energie en dat zal zwaar drukken op de techniek!” “Op mij dus”, denkt ze en haar hart begint sneller te kloppen. “Haal eruit wat erin zit!” En ik zie dat ze niet kan wachten. Ik kan een gevoel van moederlijke bezorgdheid niet onderdrukken en wil haar iets toeschreeuwen, iets wijs, iets bemoedigends: “Delft: at times a bitter sweet taste, but whatever it takes, you’ll find it no waste!” Maar ze kijkt me strak aan. Trekt met een stalen gezicht haar naar kots en zweet ruikende feutenshirt aan, staat op en grist op weg naar de uitgang haar eerste Delta mee - voor tijdens het college morgen. ‘Student vindt zichzelf een tijger in bed!’ leest ze. Ze pakt de fiets waarmee ze door haar hele middelbareschooltijd fietste en denkt: “Dat zullen we nog wel eens zien.”