Delta TU Delft

Page 1

DELTA. 29 07-10-2010

weekblad van de technische universiteit Delft

> 03 Kwart haakt af

>07 Milk fat

>08 Emotionele ingenieurs

>14 OTB

Greece rising

Een op de vier studenten die vorig jaar een bacheloropleiding aan de TU begonnen, heeft een negatief bindend studieadvies gekregen. De afdeling onderwijs en studentenzaken is ‘niet ontevreden’ met dit percentage, maar de studenten zijn er niet blij mee.

What should the dairy industry do with the huge amounts of milk fat surplus it is stuck with? TU Delft researcher, dr. Marta Lubary, says some of this fat can be turned into aromatic substances.

De Delftse filosofe Sabine Roeser presenteerde deze week haar boek ‘Emotions and Risky Technologies’. “Politici en beleidsmakers horen in een democratie een moreel debat op te zetten. Ze zijn geen doorgeefluik van wetenschappers en ze moeten zich ook niet laten leiden door ongefundeerde angsten.”

Het OTB is, na het Reactorinstituut, het enige nog overgebleven zelfstandige onderzoeksinstituut van de TU. Nog wel, want de zelfstandigheid staat onder druk. Afgelopen week vierde het instituut haar 25-jarig bestaan met een congres in de aula.

Whether it is the global economic crisis, Greece’s faltering economy, TU Delft’s growing popularity in Europe or a combination of all the above, fact is that Greece now trails only China and India in the number of international students per country studying at TU Delft.

01

>19 English

TUDELTA.29

Een schoonmaker gaat nog even snel met de stofzuiger langs de beroemde stoelencollectie van Bouwkunde. Dinsdagmiddag was de opening van de nieuwe permanente expositie bij de bibliotheek van de faculteit. Ruim driehonderd stoelen van ontwerpers als Gerrit Rietveld, maar ook hedendaagse ontwerpers als Marcel Wan-

ders en Chris Kabel zijn daar te bewonderen. De stoelen werden op 13 mei 2008 gered uit de brand die de oude faculteit Bouwkunde volledig verwoestte. (Foto: Tomas van Dijk)


DELTA. 29 07-10-2010

02

nieuwsinterview

‘Ook in sloppenwijk kijken ze tv’ TUdelta.29 > Jaargang 42 Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.

> Redactie

Frank Nuijens, (hoofdredacteur), Katja Wijnands, Dorine van Gorp, (eindredactie), Saskia Bonger, Tomas van Dijk, Erik Huisman, Connie van Uffelen, Jos Wassink (verslaggeving).

> Medewerkers Willemijn Dicke, Robbert Fokkink, Jorinde Hanse, Dap Hartmann, Auke Herrema, Christian Jongeneel, David McMullin, Anna Noyons, Daan Schuurbiers, Jimmy Tigges, Stephan Timmers, Ellen Touw, Robert Visscher, Pascale Warners, Martine Zeijlstra. > Foto‘s Sam Rentmeester/ Hans Stakelbeek (FMAX).(info@fmax.nl) > Vormgeving Kummer & Herrman, Utrecht > Lay-Out

Liesbeth van Dam

> Mededelingen

Martin Kers (m.kers@tudelft.nl)

> Redactieraad Ir. S. Rozendaal (voorzitter), prof.dr. Jeroen van den Hoven, prof.dr.ir. F.W. Jansen, J. Op Den Kelder, mr. J.J. M.Kok, R.H.G. Meijer, T. Niks, prof.dr.B.J. Thijsse, ir. M. Persson, dr.ir. C. Vermeeren

IO-student Bastiaan Tolhuijs trok met de afbreekbare poepzak Peepoo naar Kibera, een sloppenwijk bij Nairobi. Daar maakte hij kennis met het leven en de verhalen van Christopher ‘Kiki’ Makau. Tolhuijs bundelde die verhalen in ‘Kibera an anonymous life.’ xErik Huisman Wat heeft jou in Kibera geraakt? “Ik was geraakt door hoe het leven in de sloppenwijk lijkt op het onze. Je hebt er internetcafés, juweliers, ziekenhuizen, hotels, handelaars, etenskraampjes. Ze kijken tv, je hebt er armen en rijken. Alles is er, maar op een ander niveau dan hier.” Waarom deed het wat met je? “Ik was nog nooit ‘buiten mijn wijk’, dus in een sloppenwijk, geweest. Ze gaan er met zo’n gemak met hun levenssituatie om. Dat zouden wij nooit kunnen. Wij zeuren al als de trein vijf minuten te laat vertrekt. In Nairobi lopen ze zonder mopperen twee kilometer terug als de bus-

> Redactie-adressen Universiteitsbibliotheek Kamer 0.18-0.28 Prometheusplein 1 2628 ZC Delft Postbus 139 2600 AC Delft Tel. 015-278 4848 E-mail: delta@tudelft.nl www.delta.tudelft.nl > ISSN 0169-698x > Druk Wegener Nieuwsdruk Twente, Enschede

naar hem. De oplage is duizend, dus ik wil duizend keer zeven euro voor hem bijeenkrijgen. Dat is daar een enorm bedrag. Hij kan dan in elk geval zijn school afmaken en zijn familie onderhouden. Als er geld overblijft, is er ongetwijfeld een bestemming, want Chris heeft plannen voor een eigen bedrijf en wil Kibera vooruit helpen.”

Bastiaan Tolhuijs:"Er is daar veel onbenut talent." (Foto Sam Rentmeester/FMAX)

chauffeur een stop vergeet.” Chris deed ook wat met je. Vertel. “Hij hielp ons met het Peepoo-project. Christopher staat model voor veel mensen in Kibera. Zijn vriendelijkheid, zijn intelligentie, zijn doorzettingsvermogen. Er is daar veel talent. Onbenut talent. Veel anoniemen krijgen geen kans. En wat zo leuk is aan Chris: hij kan heel goed vertellen.” En toen dacht je: actie? “Ja. Chris zat op een goede school, tot degene die zijn school betaalde, overleed. Toen moest hij van school, geld verdienen voor zijn familie. Misschien wilde ik daarom wel met hem dit boekje maken. Om hem verder te helpen. Chris heeft de verha-

len geschreven. Ik heb er de foto’s bij gemaakt, sponsors gezocht en geregeld dat het gedrukt werd.” Wat wil je bereiken met je boek? “Ik heb twee doelen. Ik wil de mensen in het Westen laten zien hoe het alledaagse leven óók kan zijn. Dat het leven in Kibera niet alleen zielig is en lelijk. Ook de mooie kanten laten zien. En ik wil er met de opbrengst van het boek voor zorgen dat Chris weer naar school kan en dat zijn familie in die tijd wordt onderhouden, want Chris valt dan weg als werkkracht.” Gaat de hele opbrengst naar Christopher? “Honderd procent. Elk boekje kost zeven euro en dat gaat allemaal

Waarom moet ik dit boek niet alleen kopen, maar ook lezen? “Het geeft je nieuwe inzichten en inspiratie. Chris schrijft over de normale dingen in het leven, maar met een ‘hè?’-momentje. Bijvoorbeeld over elektriciteit. De huizen zijn van golfplaat. Stroom komt met een draad waar 230 Volt op staat binnen en de minpool wordt aan de golfplaat gehaakt.” Hoe loopt de verkoop? “Nog niet zo snel. Ik moet er nog veel energie instoppen. Ik verkoop het boek zelf en het is te bestellen via internet.” Blijft het bij dit boek? “Het blijft bij dit boek, maar bij het boek hoort ook een blog van Chris. Daar is te volgen hoe het met hem gaat. Hij belt mij zijn verhalen door en ik zet ze erop. Daar verantwoord ik ook de besteding van het geld.”

x

kibera.posterous.com kiberablog.wordpress.com

hartmann

Lezing

> Oplage 12.000 > Advertenties

H&J uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel Tel. 010-451 55 10 Fax 010-451 53 80 E-mail:delta@henjuitgevers.nl www.linkmagazine.nl

> Abonnement Een abonnement kost 37,50 en kan elk moment ingaan. > HOP Delta werkt samen met het Hoger Onderwijs Persbureau Hein Cuppen, Bas Belleman, Thijs den Otter Tel. 071-523 6151 Fax 071-523 2138 E-mail hop@xs4all.nl > Copyright Delta Auteursrecht voorbehouden. Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur artikelen, schema‘s of illustraties geheel of gedeeltelijk over te nemen en/of openbaar te maken, in enigerlei vorm of wijze.

Ik mocht dit jaar de Anton Constandse-lezing geven. Een hele eer, want grote namen gingen mij voor. Zo werd de allereerste Constandse-lezing met als titel ‘Is onzin weerlegbaar?’ in 1987 uitgesproken door Joop Doorman. Ook op de lijst staan Cees de Jager (‘Wetenschap tussen skepsis en sprookje’), Jaap van Heerden (‘De toekomst van cultuurpessimisme’) en Paul Cliteur (‘Het seculiere perspectief’). Wat deze sprekers gemeen hebben, is dat het grote denkers zijn (of waren, want Joop Doorman is helaas vorig jaar overleden – op zelfde dag als waarop Theo van Gogh in 2004 werd vermoord) en dat het hoogleraren zijn. In zo’n eminent gezelschap voel ik me wel thuis. De Anton Constandse-lezing wordt ieder jaar georganiseerd door vrijdenkersvereniging De Vrije Gedachte. Sinds 2006 wordt de lezing gecombineerd met het uitroepen van de vrijdenker van het jaar. Dit jaar was dat August Hans den Boef. Er werden mij geen instructies verstrekt wat betreft de vorm of het onderwerp van de lezing. Alleen voor de lengte kreeg ik een richtlijn: ongeveer 45 minuten. Hoeveel woorden zijn dat eigenlijk? Ik besloot om eerst een mooi afgerond verhaal te componeren en dat, indien nodig, in te korten. Tien minuten hardop voordragen bleek 1400 woorden te zijn. De gehele tekst zou dus ongeveer 6300 woorden moeten bedragen. Na zorgvuldig schrappen hield ik 6325 woorden over. De zaal in de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht was goed gevuld, en mijn voordracht met als titel ‘De rijkdom der verbeelding’ werd uitstekend ontvangen. Met een simpele Google-zoekopdracht vindt u hem op het internet. Het gaat over de vrijheid van denken, spreken en handelen, en in het bijzonder over de relatie daartussen. Want denken leidt meestal

tot spreken, en spreken leidt vaak tot handelen. De vraag is: hoever reiken die vrijheid van denken, spreken en handelen? Ook hield ik een pleidooi voor een onvoorwaardelijke vrijheid van meningsuiting. Ik weet liever wel wat iemand denkt dan dat ik het niet weet, omdat sommige meningen niet geuit mogen worden. Tot iemands gedachten hebben we vooralsnog geen directe toegang, anders dan dat hij of zij ons vrijwillig deelgenoot maakt van die gedachten. De onvoorwaardelijke vrijheid van meningsuiting is de eenvoudigste manier om aan de weet te komen wat iemand denkt. Na afloop waren er wel wat vragen, maar er ontstonden geen echt interessante discussies. Mensen die op zo’n lezing afkomen zijn al gelijkgestemd dus het blijft een beetje preken voor eigen parochie. Ik heb heel interessante discussies gevoerd met streng gelovigen, juist omdat ik niet in een God geloof. Een Mormoon in Utah had enorm met me te doen omdat ik denk dat er na de dood niets is, en dat alle kennis die ik gedurende mijn leven heb vergaard verloren gaat. Dat was voor hem onacceptabel, en daarom geloofde hij in een hiernamaals. Heel ontroerend en net zo naïef als een kind dat al weet dat Sinterklaas niet bestaat maar het geloof nog even volhoudt voor de cadeautjes. Zo staat het ook in de Bijbel: ‘Het geloof nu is een vaste grond der dingen, die men hoopt, en een bewijs der zaken, die men niet ziet.’ (Hebreeën 11:1). Of, zoals Mark Twain het verwoordde: ‘Faith is believing what you know ain’t so.’ Dap Hartmann is astronoom. Hij werkt als onderzoeker bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.


DELTA. 29 07-10-2010

Nobelprijs De Nobelprijs voor natuurkunde heeft dit jaar met winnaars Andre Geim en Konstantin Novoselov (Universiteit van Manchester) een TU-tintje. Geim werd vorig jaar eredoctor aan de TU Delft. Hij en Novoselov verzorgden gastcolleges in Delft en hebben regelmatig contact met Delftse wetenschappers. De natuurkundigen krijgen de prijs voor hun opzienbarende ontdekking van grafeen, een stabiele éénatoomlaag van grafiet. Het materiaal lijkt uitermate geschikt als stabiele geleider en heeft mogelijk toepassingen in lcd-, touchscreens

03

Nieuws

en chips. De Russen staan bekend om hun legendarische onconventionele en creatieve aanpak. Zo ontdekten ze grafeen met behulp van een stuk plakband. Geim werkte van 1994-2001 als universitair hoofddocent in Nijmegen, waar Novoselov promoveerde. Pagina 06: ‘Opinion Please!’

Veilig

Uit beeld

Schaarste

De TU wil de afdeling integrale veiligheid integreren in de P&O-afdeling welzijn, veiligheid, gezondheid en milieu. Daarmee zou het tekort aan formatieplaatsen (fte) dat manager integrale veiligheid Ron Massink aankaart in zijn beleidsplan, zijn opgelost. Dat meldt Hans Krul, secretaris van het college van bestuur. Massink schreef in het stuk dat hij nu 2,5 fte heeft, maar 4,5 nodig heeft. Volgens hem is er momenteel sprake van een ‘structurele overwerksituatie’ om de integrale veiligheid ‘op het huidige niveau te handhaven’.

Wegens persoonlijke omstandigheden legt de voorzitter van de ondernemingsraad, Dineke Heersma, tussen half november en 1 januari haar werk neer. René van Egmond van de fractie van AbvaKabo FNV neemt haar taak als voorzitter in die tijd over.

Energietekort leidt tot schaarste aan metalen en andere grondstoffen. Dat zal op zijn beurt het energietekort verder aanjagen. In een notendop is dit het verhaal van ir. André Diederen. In zijn boek ‘Global Resource Depletion’ doet hij zijn visie uit de doeken. Goed nieuws: er is een uitweg. Delta publiceerde op 6 januari 2010 een interview met Diederen, getiteld ‘Afvalberg als goudmijn’.

x

André Diederen, ‘Global Resource Depletion’, Eburon Delft 2010, 14,95 euro.

Een op de vier moet studie stoppen Een kwart van de studenten die vorig jaar een bacheloropleiding aan de TU begonnen, heeft een negatief bindend studieadvies gekregen. xConnie van Uffelen Van alle eerstejaars die vorig collegejaar aan hun studie bij de TU begonnen, mag tweederde verder gaan met het tweede jaar. Deze studenten hebben de vereiste dertig van de zestig studiepunten voor het bindend studieadvies (bsa) gehaald. Eén op de vier eerstejaars heeft afgelopen jaar niet voldoende studiepunten gehaald en moest daarom noodgedwongen stoppen. De TU is ‘niet ontevreden’ met dit percentage. “Meer dan dertig procent had ik lastig gevonden”, zegt Irma Croese van de dienst onderwijs en studentenzaken. De studentenraad (sr) daarentegen noemt het percentage ‘erg hoog’, vooral in vergelijking met de TU Eindhoven, waar negentien procent een negatief advies kreeg. De sr wacht op een onderzoek naar de Delftse cijfers. Een groep van gemiddeld negen procent heeft ook geen dertig studiepunten gehaald, maar mocht zich wel opnieuw inschrijven voor de opleiding. Het betreft studenten die hun studie al vóór 1 februari hadden

gestaakt (gemiddeld zes procent) en studenten die wegens persoonlijke omstandigheden uitstel van hun bsa hadden gekregen (gemiddeld drie procent). Studenten met uitstel mogen verder gaan met hun opleiding, maar moeten dit jaar dan wel weer dertig van de zestig studiepunten halen uit de propedeuse. De opleiding waarbij de meeste eerstejaars (79 procent) door mogen naar hun tweede jaar is industrieel ontwerpen (IO). Bouwkunde volgt met 75 procent. Ellen Bos, hoofd onderwijs en studentenzaken bij IO, denkt dat dit onder meer aan de structuur van het onderwijspro-

’We hebben behoorlijk geïnvesteerd in studeerbaarheid’ gramma ligt. Het telt acht vakken van 7,5 studiepunten. “Studenten moeten hun vakken echt binnen een jaar afmaken, omdat onderdelen anders kunnen vervallen. Dat is een stimulans. Alleen hele vakken tellen.” Verder heeft IO een studiebegeleidingsysteem waarbij docenten en studieadviseurs samenwerken. “En we hebben behoorlijk geïnvesteerd in studeerbaarheid”, zegt Bos. Technische wiskunde scoort het laagst: daar mocht slechts 47 procent verder. Bij elektrotechniek was dat slechts 52,5 procent. Onderwijsdirecteur Herman Russchenberg van de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde & Informatica

(EWI) weet nog niet waar dit aan ligt. Bij de pre-adviezen kreeg 45 procent van de eerstejaars bij EWI al een negatief bsa. Wellicht vanwege de onderwijsvorm, dacht Russchenberg toen. EWI heeft veel kleine vakken die weinig studiepunten opleveren. Toch verklaart dit niet waarom technische wiskunde lager scoort dan andere opleidingen met kleine vakken. “Dat zoeken we uit. Misschien moeten we selectiever werven of het onderwijs op een andere manier aanbieden.” De faculteit wil de studiecultuur aanpakken. “Studenten moeten het normaal vinden om nominaal te studeren”, zegt Russchenberg. EWI wil dat via persoonlijker onderwijs, uitgebreidere intakegesprekken en bijvoorbeeld studiecontracten. “Haal je je propedeuse in één jaar, dan willen we dat je je bachelor in drie jaar haalt. Heb je maar dertig studiepunten, dan willen we dat je je bachelor in vier jaar haalt.” Russchenberg wijst er wel op dat het studierendement van studenten bij EWI vergelijkbaar of zelfs hoger is dan bij andere opleidingen. Ofwel: deze studenten zijn vaak op tijd of sneller klaar dan anderen. Luchtvaart- en ruimtevaarttechniek is de opleiding met de meeste studenten die minder dan dertig studiepunten hebben (36,7 procent), maar deze opleiding had vorig jaar nog geen bsa omdat zij ook een nieuwe propedeuse heeft ingevoerd. Dit jaar geldt het bsa wel. Croese verwacht daarom dat dit cijfer straks anders zal zijn.

Opleiding

Positief

Negatief

Aangehouden 1)

Bouwkunde

75,0 %

17,5 %

7,4 %

Civiele Techniek

61,8 %

28,7 %

9,5 %

Elektrotechniek

52,5 %

35,4 %

12,1 %

Industrieel Ontwerpen

79,0 %

13,9 %

7,1 %

Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek 2)

59,7 %

36,7 %

3,6 %

Life Science & Technology 3)

57,4 %

30,3 %

12,3 %

Molecular Science & Technology 3)

58,7 %

24,8 %

16,5 %

Maritieme Techniek

61,8 %

26,3 %

11,8 %

Technische Aardwetenschappen

70,8 %

16,7 %

12,5 %

Technische Bestuurskunde

68,2 %

19,9 %

11,9 %

Technische Informatica

65,5 %

26,4 %

8,2 %

Technische Natuurkunde

67,4 %

26,8 %

5,8 %

Technische Wiskunde

47,2 %

35,8 %

17,0 %

Werktuigbouwkunde

59,2 %

27,7 %

13,1 %

Totaal

66,2 %

25,2 %

9,1 %

1)

Aangehouden: studenten die voor 1 februari hun studie hebben gestaakt of

2)

Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek had in 2009-2010 nog geen bsa.

3)

Life Science & Technology en Molecular Science & Technology hebben een

wegens persoonlijke omstandigheden uitstel van het bsa hebben gekregen.

norm van 40 studiepunten in plaats van 30.

‘Elektronische borden voldoen niet’ De nieuwe elektronische borden in gerenoveerde collegezalen werken niet goed. Ze zijn niet leesbaar achterin zalen bij Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI). De borden zijn afgelopen zomer bij EWI en Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen (3mE) opgehangen en bestaan uit vier delen waarop vier beamers informatie projecteren. De onderste twee borden zijn ook smartboards waarop met een elektronische pen is te schrijven. De borden voldoen niet, meent Dagmar Stadler, hoofd onderwijs en stu-

dentenzaken (O&S) bij EWI. Er verschijnt een knik als de vier beamers gezamenlijk één beeld projecteren. “Bij een tabel of rechte lijn is dat slordig”, zegt Stadler. “Ook reageren de borden zeer traag als je er op schrijft. Je kunt niet schetsen.” Verder worden de borden niet egaal belicht en vertonen ze vlekken. Bovendien zijn ze bij EWI achterin

’Wij kunnen momenteel geen goed onderwijs verzorgen’ niet te lezen. “Het systeem is meer geschikt voor middelgrote zalen”, zegt faculteitssecretaris Geerlinge Pessers. Volgens Pessers is dat tijdens een voorlichtingsbijeenkomst in april al aangegeven, maar zijn de borden toch opgehangen. Stadler zegt dat

bij een proefopstelling met één bord al bleek dat het niet leesbaar was. Gerrit Kahlman, directeur van de dienst facilitair management en vastgoed (FMVG), reageert door te zeggen dat dit ‘iemands mening’ is. “Dit project is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid ingevoerd. Het is niet zo dat daarvóór deze problemen al dusdanig bekend waren dat we het project moesten stoppen. Als er iets niet klopt, dan is het evaluatiemoment het juiste moment om alles tegen het licht te houden.” Volgens Stadler is een oplossing gevonden in ‘lapmiddelen als extra schermen halverwege de zaal’. “Het bestaande ontwerp was heilig. Het ergste, vind ik, is dat wij een onderwijsinstelling zijn, maar op dit moment geen goed onderwijs kunnen verzorgen.” De crux volgens Stadler: “O&S'ers weten alles van onderwijs, FMVG'ers weten alles van bouwen, maar je

De nieuwe elektronische borden worden niet egaal belicht en vertonen vlekken. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

spreekt een andere taal.” Kahlman zegt ‘niets met deze opmerking te kunnen’. Wel wil hij ingaan op het verwijt van Stadler dat er geen informatie is over wanneer welke oplossing

komt. “Maar daarvoor moet ik eerst weten wat er aan de hand is en daar hebben we binnenkort een evaluatie voor.” (CvU)


DELTA. 29 07-10-2010

Tafelarchitectuur BlueDot (Blue Limited University Editions) houdt voor de tweede keer de Delft Tableware Design Competition. Bij de ontwerpwedstrijd gaat het om ‘tafelarchitectuur’, alles wat op tafel kan staan en liggen zoals kandelaars, servies, servetten en bestek. De ontwerpen moeten zinspelen op één of meer kwaliteiten van Delft, zoals architectuur en innovatie. Ze worden verkocht via internet, de TU-shop en bij Blue Dot-partner Van Waay en Soetekouw, een woonwinkel en bureau voor interieurarchitectuur. De wedstrijd is voor Delftse

04

Nieuws

studenten en alumni die korter dan een jaar zijn afgestudeerd. Woensdag 13 oktober is de aftrap voor studenten, om 19.00 uur in het idkafee bij IO. Inschrijven kan vanaf vrijdag 15 oktober: delfttableware. nl, tegelijk met de officiële lancering van de wedstrijd bij Van Waay & Soetekouw.

Watergevecht

Workshop

Populair

Californië is bekend vanwege zijn technologiebedrijven, de prachtige stranden en een falend waterbeleid. Dat stelt econoom dr. David Zetland die in 2008 promoveerde op landbouweconomie aan de Universiteit van Californië. “Er worden zoveel rechten uitgegeven, dat geen enkele technologie nog uitkomst biedt. Dat zal van beleid moeten komen zoals grondwaterbelasting en waterveilingen.”

Het Lorentz Center in Leiden houdt volgende week voor het eerst de workshop ‘Physics with Industry’. In de week van 11 tot 15 oktober zetten promovendi en postdocs uit de fysica hun tanden in praktijkproblemen aangekaart door bedrijven als ASML, Tejin en FrieslandCampina. Het evenement wordt mede ondersteund door Stichting FOM en STW. De uitkomsten van een week puzzelen worden op de vrijdag gepresenteerd.

Studentenverenigingen zijn onder eerstejaars iets populairder dan vorig jaar. Dat blijkt uit een inventarisatie van de Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvV). Het aantal eerstejaars bij de 46 aangesloten verenigingen steeg drie procent. LKvV-voorzitter Jeroen Thys vindt de tendens ‘mooi om te zien in een tijd van toenemend individualisme’. In Eindhoven, Leiden en Utrecht steeg het aantal nieuwe leden tot vijftien procent. In Groningen liep het aantal eerstejaars iets terug. In Delft daalde het aantal nieuwe leden net als vorig jaar enkele procenten.

x

Lezing dr. David Zetland, op 14 oktober om 12.30 uur in TBM-zaal B3.470. aguanomics.com

x

www.lorentzcenter.nl

EU-subsidies binnenhalen: leren winnen door te verliezen Goed nieuws: de TU haalt meer onderzoekssubsidies uit Europa dan de andere Nederlandse universiteiten. Toch heeft ze niet alles in de hand. “Je weet nooit wie je concurrenten zijn. En namen van reviewers zijn geheim.” xSASKIA BONGER Uit het vorige week verschenen rapport ‘Nederland in KP7’ van Agentschap NL (Economische Zaken) blijkt dat de TU meer Europese onderzoekssubsidies binnenhaalt dan andere Nederlandse universiteiten. In de top-15 van Nederlandse onderzoeksorganisaties staat de TU Delft op twee met 99 gesloten KP7contracten. De eerste plaats is voor TNO met 115 contracten. De TU Eindhoven en de Universiteit Twente volgen op plaats zeven en tien (respectievelijk 73 en 64 contracten). Het geld komt uit het zogeheten Zevende Kaderprogramma, een subsidiepot van tientallen miljarden euro’s die eind 2013 leeg moet zijn. Nederland heeft de afgelopen drie jaar ruim een miljard euro onderzoekssubsidie gekregen uit Brussel, op een totaal van zestien miljard. Voor de komende jaren is er nog 32 miljard over.

Nullenkampioen

Het rapport baseert zich op cijfers uit 2009. Volgens Greet Vink van het Delftse valorisation centre stond de teller voor Delft op 1 juni 2010 al op 150 contracten. Van vijftien daarvan was de TU coördinator, een positie die bijdraagt aan een goede naam en meer invloed op de richting van het volgende kaderprogramma. Wat de kans op subsidies vergroot. De TU haalt jaarlijks gemiddeld 22 miljoen euro uit KP7. Ter vergelijking: in 2009 had de universiteit 135,4 miljoen euro aan externe inkomsten. Vink denkt dat het mogelijk is om te groeien naar een jaarlijks gemiddelde van dertig miljoen euro. Het valorisation centre probeert daaraan onder meer bij te dragen met bijeenkomsten en trainingsprogramma’s. Daar is onder wetenschappers veel belangstelling voor. Zo zat de training ‘How to write a competitive proposal for framework 7’ vrijdag 1 oktober met 270 deelnemers helemaal vol. “Die sessie moest kansen vergroten. Uit analyses blijkt dat onze voorstellen als wetenschappelijk goed tot zeer goed worden beoordeeld, maar dat we drie relatief triviale punten laten liggen”, zegt Vink. En dan kan het geld zomaar naar de concurrentie gaan. De drie punten die Vink bedoelt, zijn de consortiumkeuze, want een Europese aanvraag dien je nooit alleen in, de beschrijving van de manier waarop het onderzoek gemanaged zal worden en de beschrijving van de impact van het onderzoek. Lukt het Delftse wetenschappers die

Stoeien met nullen en enen is een kunst op zich. Opperste concentratie vereist dus, tijdens het Delfts Kampioenschap Programmeren van wiskundevereniging Christiaan Huygens, afgelopen zaterdag. Al is het maar om ervan verzekerd te zijn dat je niet ín je papiertje valt. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

onderdelen te verbeteren, dan is het volgens Vink mogelijk om de slagingskans van Delftse voorstellen te verhogen van 25 naar 30 procent. De gemiddelde slagingskans van Nederlandse voorstellen is 23 procent. Het belang van samenwerking met de juiste partners uit de juiste Europese landen werd onlangs nog onderstreept door collegevoorzitter Dirk Jan van den Berg. In Delta 27 zei hij dat het ‘van levensbelang is dat we heel goed aanknopen bij Europese onderzoeksnetwerken’. Volgens Vink weten wetenschappers op basis van publicaties, lezingen en conferenties vaak wel bij wie

‘Het is best moeilijk om afgewezen te worden als je je hele hebben en houden op papier hebt gezet’ ze moeten zijn. Mochten ze daarna nog specifieke expertise zoeken, dan bieden databases uitkomst. “Maar het belangrijkste is dat partijen elkaar aanvullen, respecteren en dat ze een betrouwbare partij zijn om mee te werken.” Om hun kansen verder te vergroten, moeten wetenschappers nauwkeurig vastleggen hoe een onderzoek geleid zal worden. Reviewers moeten immers het vertrouwen krijgen dat er een goed eindresultaat

zal komen. Ook de impact van het onderzoek moet worden beschreven. Het doel van het Europese kaderprogramma is om van Europa de meest kennisintensieve, concurrerende en duurzame economie ter wereld te maken. De EU wil weten hoe een onderzoek aan dat doel kan bijdragen. Om erachter te komen wat de EU wil horen, is het volgens Vink nodig om na te gaan wat er mis was met afgewezen voorstellen. “Ik kan me best voorstellen dat het moeilijk is om afgewezen te worden als je je hele hebben en houden op papier hebt gezet, maar het is nooit voor niets. Winnen leer je door te verliezen. Een goede basis kun je anders aankleden en dan kun je het weer proberen bij een nieuwe call op je vakgebied.” Daarnaast blijkt het heel leerzaam om de samenvattingen te lezen van concurrerende consortia die wel een subsidie hebben ontvangen. Tot zover het deel dat wetenschappers zelf in de hand hebben. Nadat zij een voorstel hebben ingediend, breekt een onzekere tijd aan van lang wachten. “Je weet niet wie je concurrenten zijn”, legt Vink uit. “En je weet ook niet wie je reviewers zijn. Hun namen zijn geheim.” Vink vertelt dat de EU een grote database heeft van wetenschappers die als reviewer kunnen optreden (cordis.europa.eu). Daartussen zitten ook Delftenaren. Reviewers die meedoen aan het beoordelen van voorstellen, moeten daarvoor meestal naar Brussel komen. Daar aangekomen moeten ze achter

gesloten deuren en onder toezicht van onafhankelijke observators de stukken beoordelen. Ondanks dat Delftse onderzoekers nooit gevraagd zullen worden het onderzoeksvoorstel te bekijken van projecten die de TU Delft coördineert, roept Vink hen op zich als reviewer aan te melden. “Als je een paar keer hebt geëvalueerd, weet je hoe de hazen lopen. Dat helpt als je zelf een voorstel wilt indienen.” Vink is positief over de Delftse kansen in Europa. “In vergelijking met algemene universiteiten hebben wij het gemakkelijker. Wij kunnen als technische universiteit tastbare oplossingen bieden voor veel vraagstukken. De thema’s van het zevende kaderprogramma (onder meer nanotechnologie, energie, ict, medische technologie en milieu, red.) zijn ons iets meer op het lijf geschreven. Dat blijft zo in het achtste kaderprogramma.” Tegelijkertijd zit er een maximum aan wat je kunt binnenhalen. “Het is deels een capaciteitskwestie. Doe je het als onderzoeker nationaal goed, dan heb je weinig tijd over om ook Europese voorstellen in te dienen.” Maar lucratief is Europa wel. De EU financiert 75 procent van de kosten van een onderzoek, terwijl nationale subsidiepotjes gaan tot gemiddeld 50 procent.

x cordis.europa.eu


DELTA. 29 07-10-2010

Klokkenluiders De TU heeft een gedragscode opgesteld voor medewerkers en studenten. Daarin worden vier kernwaarden onderscheiden: expertise, betrokkenheid, integriteit en respect. Medewerkers en studenten zijn volgens de code onder meer ondernemend en proactief. Ook staan ze open voor kritiek, zijn ze bereid kritiek te leveren, mikken ze op hoge kwaliteit en proberen ze zich te allen tijde te verbeteren. De gedragscode wordt vandaag besproken in een overlegvergadering tussen ondernemingsraad en college van bestuur (cvb). In een

05

Nieuws

voorbespreking vroeg or-voorzitter Dineke Heersma zich af wat er gebeurt met mensen die zich niet aan de code houden. Dat kon or-lid Erik Louw al beantwoorden: “Je moet de code zien als een soort grondwet, waarop andere regelingen gebaseerd moeten worden.” In een begeleidende brief kondigt het cvb aan dat er een speciale ‘integriteitswebsite’ komt. Ook staat er dat het college heeft besloten een klokkenluidersregeling te gaan opstellen.

Casimir

Waterstofkart

Een zomerschool volgen of even naar Harvard? Veelbelovende masterstudenten aan de Casimir Research School krijgen de kosten voor dergelijke uitstapjes vergoed van de 96-jarige weduwe van natuurkundige Hendrik Casimir. Vanaf dit jaar krijgt jaarlijks een handjevol studenten hiervoor de zogenaamde Hendrik Casimirprijs van 750 euro. De onderzoeksschool is een samenwerkingsverband tussen het Delftse Kavli Instituut voor Nanowetenschappen en het Leids Instituut voor de Natuurkunde.

Het Delftse waterstofteam Greenchoice Forze heeft vorige week zijn waterstofkart getoond aan Al Gore, Nobelprijswinnaar en voormalig vice-president van de Verenigde Staten. ‘Ik ben erg geïnspireerd door de waterstofkart, het is een prachtige technologie’, aldus Al Gore in een persbericht van de TU. ‘Aruba zet groots in op duurzame innovatie’, aldus de Arubaanse minister-president Mike Eman, die zelf ook een stukje met de kart heeft geracet, ‘en de Delftse waterstofkart is hiervan een prachtig voorbeeld. Hij haalt een topsnel-

heid van ruim 120 kilometer per uur en stoot slechts een glaasje water uit.’ De studenten waren op Aruba voor het internationale congres ‘Aruba goes green’, dat door de Arubaanse regering is georganiseerd om duurzame technologie op het eiland te promoten. Tijdens het congres presenteerden sprekers zoals Al Gore en Wubbo Ockels hun kijk op duurzame technologie.

‘Bij haar wil je opletten’ Een voorbeeld voor elk meisje. Zo noemen studenten Miriam Blaauboer. Zij dingt namens de faculteit Technische Natuurwetenschappen mee naar de titel ‘beste docent van de TU Delft’. xConnie van Uffelen Miriam Blaauboer leeft voor de TU en voor haar kinderen. “Na een dag werken gaat ze om vijf uur naar haar kinderen, en als die om acht uur op bed liggen werkt ze zo nodig weer verder achter haar laptop”, zegt Mischa van der Haar, commissaris onderwijs van de Vereniging voor Technische Physica (VvTP). Eén keer nam Blaauboer haar dochtertje van (toen nog) zes jaar mee naar college, maar die vond het na afloop ‘hartstikke stom’. Studenten waarderen Blaauboers openheid over het combineren van haar werk en privéleven. Tijdens een lezing voor vrouwelijke VvTP’ers verhaalde ze over haar ervaringen als vrouw in de mannenwereld die de fysica is. Door haar ervaringen te delen, is ze een voorbeeld en inspirator voor veel (vrouwelijke) studenten. Blaauboer doceerde het afgelopen collegejaar klassieke mechanica. Volgens haar studenten op een toegankelijke en begrijpelijke manier: gestructureerd en zeer goed voor-

delta online

bereid. Haar aantekeningen zet ze vóór haar hoorcolleges op blackboard. “Dat geeft je de kans om honderd procent op te letten: Miriam schrijft in no time een bord vol”, weet Van der Haar. Hoewel aantekeningen dus op blackboard staan, hebben studenten niet de neiging hoorcolleges over te slaan. “Het is juist leuk om naar college te gaan”, zegt Vidar van der Meijden, secretaris bij de VvTP. “Zonder colleges is het vak pittig. Concepten moet je op het bord gezien hebben of er moet eens over gesproken zijn.” Daar komt bij dat Blaauboer heel enthousiast vertelt over haar vak. “Dat maakt het vak echt leuk”, zegt Van der Haar. “Ze staat echt heel

‘Ze staat echt heel erg haar best te doen om het jou te laten snappen' erg haar best te doen om het jou te laten snappen.” En als ze een vraag stelt, zo weet Van der Meijden, kijkt ze je bemoedigend aan in plaats van afwachtend. Blaauboer weet, kortom, de juiste snaar te raken bij haar studenten. “Als je bij haar zit, wil je opletten”, zegt Van der Haar. “Je moet als student gemotiveerd worden om naar colleges te gaan en om huiswerk te maken.” Blaauboer kan dat. Na een uur hoorcollege krijgen studenten een uur werkcollege. Wie alle werkcolleges volgt, doorloopt

Actie kamerhuur De belangstelling voor de ‘checkje-kamer-dag’ van de studentenvakbonden VSSD en LSVb was gisteren bescheiden. De actie was bedoeld om de nieuwe website checkjekamer.nl te promoten.

Salarisverhoging De onderhandelaars van universiteiten en vakbonden hebben vrijdag afgesproken de huidige cao te verlengen tot 1 oktober 2011. In november krijgt het personeel vijfhonderd euro bruto en vanaf februari 2011 een half procent salarisverhoging.

Harder getroffen Miriam Blaauboer schrijft in no time een bord vol. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)

alle 26 oefeningen uit Blaauboers dictaat en heeft daarmee de gehele stof voor een tentamen voorbij zien komen. Op blackboard heeft Blaauboer een tentamenbundel gezet én de uitwerkingen van de twee laatst gemaakte tentamens. Als extra hulp heeft ze er een quiz aan toegevoegd. “Als je de vragen kunt beantwoorden, kun je je tentamen maken”, zegt Van der Haar. Wie daarna toch nog vragen heeft, kan gerust bij Blaauboer aankloppen. “Het afgelopen jaar kon je in de week vóór het tentamen elke dag tussen twaalf en één langskomen voor vragen”, zegt Van der Haar. En

dat stelt studenten gerust: zo kunnen ze op hun eigen tempo tentamens voorbereiden.

Studiekeuzegesprek

Wie is Miriam Blaauboer? 39, onderzoeker en docent, theoretische natuurkunde (nanofysica), combinatie ambitie + gezin (getrouwd en 4 kinderen), doel hoogleraar.

Zorgen over kenniseconomie Nederland staat in de mondiale ‘moederindex’ van de kenniseconomie op de achtste plaats. Dat lijkt mooi, maar we moeten ons wel zorgen maken. Dat staat in de onlangs door Stichting Nederland Kennisland gepresenteerde Kenniseconomie Monitor 2010. Die is een vervolg op edities uit 2003 en 2006. Hoopvol is dat de begrippen kenniseconomie en innovatie er bij iedereen ingehamerd zitten. Tevens weet iedereen dat er hard gewerkt moet worden om bij te blijven ten opzichte van het buitenland. Bij de in 2003 en 2006 gestelde doelen

excellent onderwijs, scherp onderzoek, innovatief ondernemerschap, sterke infrastructuur en een slimme overheid, zijn ‘mooie resultaten’ behaald. Daar staat tegenover dat het buitenland ‘vaak net even sneller’ is. De op het oog fraaie achtste plaats in de moederindex wordt bedreigd. De index is opgesteld met vijftien internationale ranglijsten op gebied van kennis en innovatie. De achterstand op de koplopers – onder meer Denemarken, Zweden en Canada – is sinds 2006 gegroeid. Zij scoren op minstens de helft van de aspecten beter dan Nederland. Bovendien hijgen de achtervolgers Nederland in de nek. Landen als Groot-Brittannië, Hongkong en Japan scoren op diverse aspecten beter dan Nederland. De kenniseconomie leidt tot scherpe tegenstellingen, constateert de

stichting, en de huidige economische crisis versterkt die. Het gaat om vijf tegenstellingen: jong versus oud, hoog versus laag, open versus gesloten, materieel versus immaterieel en groei versus krimp. De stichting geeft bij elke tegenstelling aan hoe kan worden bijgestuurd. Zo is ‘jong versus oud’ het

Collectieve burnout bij jongeren moet worden voorkomen gevolg van uitstroom van de babyboomers en toenemende vergrijzing. Door inzet op productiviteit en innovatie moeten ouderen kunnen blijven werken en dat leuk vinden en moet collectieve burnout bij jongeren worden voorkomen. Bij ‘hoog versus laag’ moet meer

Techniekstudenten worden harder dan andere studenten getroffen door de plannen van VVD en CDA. Dat zegt de Delftse studentenvakbond VSSD. De bond verwacht dat masterstudenten om financiële redenen naar het buitenland vertrekken.

aandacht en waardering komen voor laaggeschoolde arbeid, omdat het aantal banen voor laagopgeleiden – anders dan verwacht – niet vermindert. Tegelijk moet in het hoger onderwijs worden gestreefd naar internationale excellentie. Bij ‘open versus gesloten’ moet bescherming van intellectueel eigendom samengaan met het maximaal inzetten van kennis die ongebruikt op de plank ligt. (EH)

Studenten die vooraf een studiekeuzegesprek bij hun opleiding hebben gevoerd, halen betere studieresultaten. Deze gesprekken dringen ook studie-uitval terug. Tot die voorzichtige conclusie komt het Kohnstamm Instituut.

‘Kans voor migrant’ Hoewel alles in het gedoogakkoord van PVV, CDA en VVD erop gericht lijkt zoveel mogelijk migranten buiten de deur te houden, is er één uitzondering: migranten met een opleiding. Zij mogen zelfs ‘kansrijker’ worden.

Regeerakkoord De studentenbonden zijn niet blij met het regeerakkoord van CDA en VVD. Zware studies, stages in het buitenland en bestuurswerk worden er door ontmoedigd, verwachten ze.

Basisbeurs weg Masterstudenten raken hun basisbeurs kwijt, blijkt uit het conceptregeerakkoord van VVD en CDA. Trage studenten gaan bovendien drieduizend euro extra collegegeld betalen.

x www.delta.tudelft.nl


DELTA. 29 07-10-2010

06

science

opinion please

Paper’s hidden fingerprints The imprint of the sieve in traditionally manufactured paper may be used to verify the authenticity of a work of art. xJos Wassink How to establish if the print of an etching by Rembrandt dates from say 1640, during his lifetime, or from hundred years later, if, as is the case for most of his prints, the paper doesn’t carry a watermark? A new technology presented this week in a PhD thesis by Mark van Staalduinen offers an alternative identification method for handmade or ‘laid’ paper. The technique works by analyzing the pattern of the horizontal and vertical wires that form the imprint from the sieve that the paper was made in. This pattern is so unique that it can be regarded as the paper’s fingerprint: it links the sheet to a certain manufacturer during a relatively short time period (because the sieves became progressively deformed in the papermaking process, they were not used for long periods of time). Van Staalduinen describes the technique he developed at the faculty of

Mark van Staalduinen discovered the paper’s fingerprint. (Photo: Tomas van Dijk)

Electrical Engineering, Mathematics and Computer Sciences. First, a piece of paper is scanned, either by backlighting or subjecting it to soft x-ray radiation (more expensive, higher quality). Image analysis then identifies the orthogonal lines and orientates the image with the chain lines running vertically. Van Staalduinen has shown that the combination of the distance between the chain lines (typically between 2 to 3 centimetres) and the average density of the horizontal laid lines is sufficient for making a unique identification. There is a glitch however: the iden-

tification requires a large reference database. “The technology is very powerful”, says dr. Chris Stolwijk, of the Van Gogh Museum. “However, building up a database of tens of thousands of paper sheets costs time and money. And we don’t know yet where to get that from.”

x

Mark van Staalduinen, ‘Content-based Paper Retrieval Towards Reconstruction of Art History’, 7 October 2010. PhD supervisor professor Jan Biemond.

Assertive patients An aging population and people’s increasing assertiveness challenges healthcare workers, researchers and industry. xTomas van Dijk “What is it you want?”, asks Medical Delta Café’s discussion leader, leaning towards dr. Frans Vos, of the Quantitative Imaging department (Applied Sciences), to see what’s written on his jacket sticker. Not ‘people’ or ‘collaboration’ is written there, but rather ‘money’. The audience laughs. The questions debated last Tuesday during a meeting organised by Medical Delta, a joint venture involving the universities of Leiden, Rotterdam and Delft, was whether computer-aided diagnosis could improve future healthcare and how researchers and industry should work together to innovate. Vos, who also works at Amsterdam’s

Academic Medical Center (AMC), spoke of his efforts to improve virtual colonoscopy, a medical imaging technique that searches for intestinal polyps using 3D-imagery. His work is sponsored by Philips. Vos said that 200,000 EU citizens died of colon cancer in 2002, yet many lives could be saved if people were periodically screened. “But”, he added, “forty percent of the

Could computer-aided diagnosis improve future healthcare? people considered for screening refuse.” Such assertiveness isn’t surprising, Vos states, because prior to undergoing optical colonoscopy (still the standard procedure) patients must first cleanse their bowels by drinking “five litres of a disgusting liquid”. In future, virtual colonoscopy could spare patients this trouble. Currently, some radiologists search for

polyps using images and algorithms as a second scanner, but they aren’t allowed to only use virtual colonoscopy, as the technique hasn’t yet fully matured. The next speaker, Joost Peeters, a Philips Healthcare clinical software researcher, said technologies like computer-aided diagnosis will only develop if the Food & Drug Administration makes their regulatory rules for new medical technologies much clearer. Finally, Ard den Heeten, an AMC radiologist and founder of a spin-off company specialising in screening technology, was clearly no fan of multinationals like Philips. “If you want innovate”, he said, “you must start your own spin-off company. Otherwise you’ll fall into the hands of big companies that suddenly start reorganising their R&D departments.”

Nobel Prize TU scientists are ecstatic that TU Delft honorary doctor, Andre Geim, and Konstantin Novoselov (University of Manchester), have won the Nobel Prize for Physics for their discovery of graphene. Both scientists have close ties to TU Delft. The Russian scientists gained worldwide fame for their groundbreaking discovery of graphene, a stable conductor that holds great promise for developing chips in electrical devices and as a material for touchscreens. “It’s fantastic news”, says professor Lieven Vandersypen, of Delft’s Kavli Institute of Nanoscience. “When we first heard about it at the laboratory, everyone was smiling.” Vandersypen has known Novoselov and Geim for years. “They’re very creative scientists and have done marvellous research”, adds Ekkes Brück, professor of Fundamental Aspects of Materials and Energy. Geim and Novoselov have close links with TU Delft, where both men have given lectures. Geim, who worked at the University of Nijmegen from 1994 to 2001, was awarded an honorary doctorate by TU Delft last year. “When he received his doctorate, I predicted that one day he would win the Nobel Prize. I’m very happy I was right”, says professor Brück, who was Geim’s second honorary doctoral advisor at Delft. The story of how Geim and Novoselov discovered graphene is legendary. In search of a one-atom layer of graphite, they placed a piece of graphite on scotch tape. Very small bits of the graphite stuck to the tape, which they then put under a microscope and discovered graphene. “This approach shows how incredibly creative they are”, says professor Leo Kouwenhoven, who was Geim’s first doctoral advisor for his honorary TU Delft doctorate. Graphene has remarkable features. “It’s the only one atom layered material we can isolate that is stable”, says Kouwenhoven. “Electrons move at a constant speed through graphene; it seems as if they don’t have any mass. Other materials are not as stable, Vandersypen adds. “In future graphene could be used in RF transistors in cell phones or as a material for making LCD and touchscreens, because it’s a transparent conductor. At the moment these screens are made of indiumtinoxide, which is a difficult and expensive material. However, before we can use graphene, there are some tough nuts to crack. It still must be produced on a large scale.” After the scotch tape breakthrough five years ago, graphene became a hype. Numerous scientists are currently working with this material, including Prof. Vandersypen, who conducts fundamental research on graphene. “At the moment there are over fifty publications a month on graphene”, he says. Because Geim has Dutch nationality, Dutch newspapers, are proclaiming that a ‘Nederlander’ has won the Nobel Prize. Kouwenhoven: “That’s an exaggeration. He hardly speaks Dutch, was born in Russia, and works in England. Nevertheless, we’re very proud of his achievement and prize.” (RV)


DELTA. 29 07-10-2010

07

science

halfway

Yummy… milk fat! What should the dairy industry do with the huge amounts of milk fat surplus it is stuck with? TU Delft researcher, dr. Marta Lubary, says some of this fat can be turned into aromatic substances. xTomas van Dijk Thanks to the trend of people buying light, healthy products, the dairy industry is able to develop many new lucrative products. But this is also problematic, because what should the industry do with all that surplus fat? Making butter from it isn’t a solution, as the butter market is saturated, and that’s not likely to change. “The decline in milk fat consumption experienced over the last decades has prompted lots of research into alternative uses for this natural fat”, says dr. Marta Lubary, who last month defended her thesis, titled ‘Added-value milk fat derivatives from integrated processes using supercritical technology’. Lubary believes things will only get worse for the European dairy industry, because this industry is currently protected by a quota system that is set to disappear in 2015. “This system guarantees a minimum selling price. As the EU market price for dairy products is higher than the world price, exports are generally subsidized. “Subsidized exports are one of the means to absorb excess butter.”

Thanks to the trend of people buying light, healthy products, the dairy industry is able to develop many new lucrative products. (Photo: Thomas Widmann)

Getting rid of excess fat will become much more difficult when the EU dairy industry loses its protections and must operate in a free market. Luckily milk fat isn’t all that bad,

‘There was a strong scent of pineapple and pear in the laboratory’

ons of the different chains. For this Lubary experimented with a solvent called supercritical carbon dioxide, a relatively high pressured and high temperature carbon dioxide, which, when in such states, has properties that are an intermediate between liquid and gas and are advantageous for processing compounds, such as oils and fats. “By varying the temperature and pressure, you can vary which fractions of the milk fat the fatty acids dissolve in”, says Lubary, who first used enzymes called lipases, which are also present in our saliva, to break up the milk fat molecules. But by adding ethanol to the mixture, she managed to form fatty acid ethyl esters, which are molecules with a fruity flavour. Lubary says that she believes she is the first researcher to use this technique for milk fat. “There was a strong scent of pineapple and pear in the laboratory, and that was a much better smell than when I started my research,” Lubary says, laughing. “I had used fish oil to practice with the supercritical carbon dioxide fractionation technique, and that smelt terrible.”

Lubary says: “Triglycerides, the main components of fats, consist of one glycerol molecule and three fatty acid chains. In most milk fat molecules one of these fatty acids has a short chain. And that’s interesting. Short chains are relatively rare in natural fats. You can use them, for example, to make aromatic substances.” The trick is to obtain pure fracti-

cover “Li Bai is a poet who lived during Tang Dynasty in the 8th century AD. I love his poems. Longing for a free and easy life, Li made his home wherever he was. Sometimes I feel I have been pursuing a similar life attitude since I left my hometown at age 16 to go to the university, which was located 2000 kilometres away. I also love the painting ‘Li Bai strolling and chanting a poem’, painted by Liang Kai during the 13th century AD (Southern Song Dynasty). With the fewest lines, Liang captured the soul of Li Bai. I hope all my readers have fun when they see the nano-copy I made of this painting. We already have too much to be serious about. For this image I used ion-beam-induced

deposition (ibid) technology. I entered a data file of the painting in the machine. I didn’t actually paint the copy myself. It’s has only been possible since quite recently to make such high resolution images with ibid-machines.”

x Ping Chen, ‘Three-dimensional nanostructures fabricated by ion-beaminduced deposition’. Thesis defense: 6 October 2010, Professor Huub Salemink (Applied Sciences).

Agata Šakic: “We made the most sensitive silicon electron detector in the world.” (Photo: Tomas van Dijk)

Playing with photodiodes Name: Agata Šakic (25) Nationality: Croatian Supervisor: Professor Lis Nanver (Delft Institute of Microsystems and Nanoelectronics (Dimes), faculty of Electrical Engineering, Mathematics and Computer Science) Subject: On-chip electronics for silicon charged particles detectors. Thesis defense: In two years

“Together with my supervisor, I’ve made the most sensitive silicon electron detector in the world. In the past, silicon photodiodes could only measure at electron energies greater than 5 kilo electron volt (keV). Our detector can measure electron energies down to 200 eV. Special configurations of our diodes form detectors that enable accurate nanoscale imaging in Scanning Electron Microscopes. But improvements in low-energy, charged-particle detection are of great interest for many more applications, including in medical diagnostics, space missions and electron beam lithography. An article of ours has been accepted for presentation during the two most important conferences in our field this year: the European Solid-State Device Research Conference in Spain, and the International Electronic Device Meeting in San Francisco. Our article will appear in their proceedings. In December, I will travel to San Francisco to give a presentation, which I’m preparing for now. I’m quit nervous, as many of the leading people in the electronics industry will be present. Compared to them, I’m just a kid. How did we succeed in making such a sensitive detector? We created a very uniform layer of a photosensitive material, called Dimes Boron Layer, on a silicon wafer. It is only 2-nanometers thick. Normally, on top of the boron, a layer of metal is situated, which is partially etched away to create the electrodes and fully expose the photosensitive surface. It is very difficult to etch away this metal without damaging the photosensitive boron layer that lies beneath, however. But we found an etching chemical with which this is possible. I conduct my research in collaboration with FEI, an important supplier of electron microscopes. FEI wants to commercialize new detectors containing the Dimes photodiodes. It’s nice to work this way. Every time I make a wafer with photodiodes, I set aside some diodes for the company, and then ‘play’ with the rest. I add for instance some thicker or thinner layers of oxide (which serves as insulator) on the chip to see how this affects the speed of the diode. If the diode fails, then scientifically speaking that is an interesting result as well. Before coming to Delft, I studied electrical engineering in Zagreb, specializing in microelectronics. But in Croatia there is no microelectronics industry. Fortunately, my supervisor there did part of his PhD research in Delft and had good contacts with professor Lis Nanver, who is now my PhD supervisor. Nanver and I have successfully applied for the Huygens Scholarship Programme.” (TvD)


DELTA. 29 07-10-2010

08

interview

WIE IS SABINE ROESER? Naast haar onderzoek, waarvoor Roeser (1970) steeds weer prestigieuze subsidies binnensleept, is zij onder meer managing director van het 3TU Centre for Ethics and Technology. Ze is trots op de subsidie die het centrum vorig jaar kreeg voor een nieuwe graduate school, een combinatie van een masteropleiding en een promotieonderzoek. Die is in september met vier studenten van start gegaan. “Het is best een pittige klus om zoiets te regelen met drie verschillende instituties met verschillende belangen. Je moet recht doen aan ieders interesses, een onderwijsprogramma opzetten waar de verschillende onderzoeksrichtingen in terugkomen en je moet studenten selecteren.” De drie universiteiten vullen elkaar aan, zegt Roeser, die binnenkort naast haar Delftse aanstelling Socrates-hoogleraar wordt in Twente. “Er is veel overlap, maar de zwaartepunten zijn anders. In Eindhoven doen ze veel aan risicofilosofie. In Delft gaat het veel over value sensitive design en verantwoordelijkheid en technologie. Twente betrekt de filosofische antropologie bij de techniekfilosofie. Het is mooi als we promovendi een zo breed mogelijke, state of the art basis mee kunnen geven in plaats van dat we elkaar gaan beconcurreren.” Roeser is getrouwd en heeft twee kinderen (3 en 5). (Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)


DELTA. 29 07-10-2010

09

interview

‘ We hebben emotionele ingenieurs nodig’ De Delftse filosofe Sabine Roeser presenteerde afgelopen maandag haar boek ‘Emotions and Risky Technologies’. “Het is onder ingenieurs niet gebruikelijk om prat te gaan op je emoties, dus moeten we opnieuw bedenken wat de ideale ingenieur is. Hij moet niet alleen goed zijn met cijfers, maar ook zijn morele emoties de ruimte kunnen geven.” xSASKIA BONGER Je nieuwe boek is een afsluiting van je veni-onderzoek naar de rol van morele emoties op de beoordeling van technologieën. “Dit boek komt voort uit een congres uit 2007, dat ik heb georganiseerd omdat ik erachter was gekomen dat ik als enige filosoof bezig was met morele emoties en risico. Ik heb filosofen, psychologen en andere ethici uitgenodigd om een nieuw onderzoeksgebied krachtig neer te zetten. De artikelen die daaruit zijn voortgekomen, zijn nu gebundeld.” Volstond het bestaande psychologische onderzoek naar emoties en risico niet? “In hun artikelen en boeken doen psychologen en sociologen vaak boude theoretische claims, gebaseerd op simplistische filosofische stellingen. Kijk ik als filosoof naar die claims, dan denk ik: ‘ho ho, wacht eens even, hier is juist een enorm debat over gaande’. Neem de stellingen ‘rede en emotie zijn twee heel verschillende dingen’ of ‘alle waarden zijn subjectief’. Veel emotiefilosofen zeggen tegenwoordig dat emoties een bron van praktische rationaliteit zijn. En de meeste ethici gaan uit van enige objectiviteit van waarden. Je kunt filosofie niet vervangen door empirisch onderzoek, want je beantwoordt verschillende vragen. Als je wilt weten wat de bevolking ergens van vindt, dan moet je een enquête houden. Als je wilt weten wat mensen eigenlijk zouden moeten vinden, dan moet je ethisch nadenken. Voor empirische wetenschappers is dat heel erg gek en vervreemdend.” Hoe weet je dat waarden niet subjectief zijn? “Dat kun je niet echt weten. Het vervelende van filosofie is, dat je dingen niet kunt bewijzen. Toch kun je er door filosofisch te redeneren achter komen tot welke conclusies bepaalde veronderstellingen leiden. Vervolgens bepaal je of je ze aannemelijk acht. Stel dat waarden inderdaad subjectief zijn, dan zou een racist of een seksist evenveel recht van spreken hebben als iemand die zegt dat alle mensen gelijkwaardig zijn.” Er zijn culturen waar dat zo is. “Wel degelijk. Tot dertig, veertig jaar geleden was elke samenleving seksistisch. Maar je haalt de angel uit de ethiek als je zegt dat het allemaal subjectief is wat je van ethiek vindt. Het idee achter de ethiek is juist dat je kritiek probeert uit te oefenen, dat je erachter probeert te komen wat de juiste manier is om met andere mensen om te gaan. Als je bij voorbaat stelt dat er geen goed antwoord is omdat alles subjectief is, dan hoef je er niet eens meer over na te denken.” Heb je een lijstje van de waarden die voor alle mensen gelden? “Onder ethici bestaat grote consensus over waarden als rechtvaardigheid, gelijkwaardigheid, autonomie en basale levensbehoeften waar ieder mens recht op heeft zoals toegang tot schoon drinkwater, vrijheidsrechten of een opleiding.” Het barst in Delft van de empirische wetenschappers. “Zij zouden emoties zoals inlevingsvermogen, sympathie, compassie en empathie een belangrijke rol moeten laten spelen bij de ontwikkeling van risicovolle technologie. Mijn vorige onderzoeksproject ging over de morele emoties van experts. Ik heb net een artikel gepubliceerd met de stelling dat we emotionele ingenieurs nodig hebben. Je kunt zeggen: laat ingenieurs hun technologieën maken en dan kan de samenleving

beslissen of die goed zijn. Maar dat is mosterd na de maaltijd. Het is veel verstandiger om te kijken of je niet meteen rekening kunt houden met morele overwegingen. Wij noemen dat value sensitive design: de goede kanten van een technologie behouden en proberen de slechte kanten te minimaliseren. Uit onderzoek waarbij ethici meelopen met ingenieurs blijkt dat zij negatieve gevolgen kunnen opsporen waar onderzoekers zich niet bewust van zijn.” Kun je een voorbeeld noemen? “In een artikel in mijn boek beschrijft Simone van der Burg uit Twente haar casestudy van Twentse ingenieurs. Die ontwikkelden een apparaat waarmee je met lichtstraling door de huid de bloedsuikerwaarde kunt meten. Patiënten met suikerziekte hoeven dan geen bloed meer te prikken. Een prachtig instrument, maar uit een literatuuronderzoek van Van der Burg bleek dat het alleen maar werkt op een blanke huid. Tegelijkertijd komt suikerziekte alleen al in Nederland veel voor onder de Marokkaanse bevolking. Dat maakt het in ieder geval de moeite waard om over aanpassingen na te denken. Of over het opzetten van een onderzoeksprogramma voor mensen die geen blanke huid hebben. Want het is natuurlijk gek om een soort blanke technologie te ontwikkelen.” Naast iedere ingenieur een ethicus? “Dat zou jammer zijn. Alle mensen hebben het vermogen tot morele reflectie en het aanspreken van morele emoties. Het is onder ingenieurs niet gebruikelijk om prat te gaan op je emoties, dus moeten we opnieuw bedenken wat de ideale ingenieur is. Hij moet niet alleen goed zijn met cijfers, maar ook zijn morele emoties de ruimte kunnen geven Dat vereist dat daar aandacht voor is in de opleiding. Gelukkig zijn er hier in Delft ethiekvakken, die mijn collega’s en ik verzorgen, maar ook daarin ligt de nadruk op een rationele benadering. Het zou goed zijn als je door literatuurvakken, of aandacht voor film of toneel, de emotionele verbeeldingscapaciteiten en het inlevingsvermogen van studenten kunt ontwikkelen. Een afgestudeerde is pas een intellectueel als hij op zijn minst een paar goede romans heeft gelezen.” Had jouw denkwijze de ontwerpers van de kernbom op andere gedachten kunnen brengen? “Dat is een mooi voorbeeld. Bij betrokkenen die later zijn geïnterviewd zie je de wroeging, de twijfel. Ik wil die mensen niet met een opgeheven vinger benaderen, want het waren moeilijke, dramatische tijden. Maar als capaciteiten als inlevingsvermogen eerder meer ruimte hadden gekregen, was het wellicht anders gelopen. Dan hadden de bedenkers misschien eerder gedacht: ‘als we dit gebruiken worden er hele steden weggevaagd. Daarmee winnen we misschien de oorlog, maar heel veel onschuldige mensen zijn wel dood’.” Voor wie is je nieuwe boek bedoeld? Voor wetenschappers of voor beleidsmakers? “Voor beiden. Mijn veni-project ging over de vraag waarom

emoties van leken belangrijk zijn. Mijn daarop volgende niasproject ging vooral over de emoties van experts. Het vidi-project dat ik in juli ben begonnen betreft morele emoties over risico’s in politieke besluitvorming. Ik wil een politieke filosofie ontwikkelen waarin het rationalisme van nu wordt vervangen door een emotioneel ideaal. Ik kan me voorstellen dat de politiek nu op twee manieren reageert: of emoties worden weggewuifd als niet ter zake doende, of men besluit te stoppen met een technologie omdat mensen bang zijn. Ik zeg: praat juist over die angsten, vraag waar iemand precies bang voor is, welke redenen hij voor zijn angst kan articuleren. Gebruik emoties als beginpunt van discussie en niet als eindpunt.” Willen beleidsmakers wel doorvragen? Dat maakt hun werk een stuk ingewikkelder. “Dat klopt, maar je krijgt op deze manier wel betere morele oordelen over technologie. Idealiter zou een bestuurder dat wenselijk moeten vinden. Daarnaast verklein je de kloof, omdat je die zogenaamd emotionele leken nu werkelijk serieus neemt. Politici en beleidsmakers horen in een democratie een moreel debat op te zetten. Ze zijn geen doorgeefluik van wetenschappers en ze moeten zich ook niet laten leiden door ongefundeerde angsten. Als emoties echt de ruimte krijgen, zullen leken ontvankelijker zijn voor argumenten en inzichten van experts.” Het moet moeilijk zijn voor een expert als anderen een mening hebben over zijn vakgebied, zonder dat ze kennis van zaken hebben. Dat irriteert. En dat leidt ertoe dat experts emoties van anderen wegwuiven. “De irritatie kan ik me voorstellen, de reactie die daarop volgt niet. Die komt voort uit het idee dat het publiek irrationeel is en de expert rationeel. Maar dat vergroot de kloof alleen maar. Natuurlijk, risico’s hebben een kwantitatieve dimensie, maar ook een morele, omdat ze het welzijn van mensen kunnen aantasten. Ingenieurs en wetenschappers zijn experts van de technische dimensie. Maar ten aanzien van de morele dimensie van risico’s zijn we allemaal potentiële experts.” Toch lijken leken angstiger voor de risico’s van technologie dan wetenschappers. “Uit psychologische studies blijkt dat leken inderdaad vaak emotioneel reageren op technologische risico’s. Maar vraag je ze wat ze onder risico verstaan, dan komen er heel veel punten naar boven, meer dan waar de experts mee rekening houden. Daarom schatten leken risico’s vaak hoger in, niet omdat ze er niks van begrijpen. Uit onderzoek is een lijst van achttien aspecten naar voren gekomen die relevant zijn. Een belangrijk aspect is bijvoorbeeld een oneerlijke verdeling van risico’s en baten van een technologie in de samenleving. Ook blijkt het van belang of er beschikbare alternatieven zijn voor een technologie. Amerika is ingericht op autogebruik. Het is moeilijk om daar de auto te laten staan, zelfs als je weet dat dat beter zou zijn.”


DELTA. 29 07-10-2010

10

service

2YHU WKH ODVW ZHHNV FDQGLGDWHV KDYH EHHQ QRPLQDWHG IRU WKH 'HOIW (QWUHSUHQHXULDO 6FLHQWLVW $ZDUG 7KH Delft Entrepreneurial Scientist Award 2010 UHZDUGV D VFLHQWL¿F VWDII PHPEHU RI WKH 78 'HOIW WKDW DFWLYHO\ VXSSRUWV HQWUHSUHQHXUVKLS DPRQJ VWXGHQWV DQG FROOHDJXHV 7KH DZDUG LV DQ LQLWLDWLYH RI SURI $GULDDQ %HXNHUV RUJDQLVHG E\ <(6 'HOIW DQG WKH 78 'HOIW 9DORULVDWLRQ &HQWUH DQG VXSSRUWHG E\ WKH ([HFXWLYH %RDUG RI WKH 78 'HOIW 7KH FRPSHWLWLRQ LV GLYLGHG LQWR WZR FDWHJRULHV WKH (QWUHSUHQHXULDO 6FLHQWLVW $ZDUG DQG WKH (QWUHSUHQHXULDO 0RWLYDWRU $ZDUG Now, the choice is yours RQO\ WKH WRS QRPLQHHV RI HLWKHU FDWHJRU\ ZLOO EH FRPSHWLQJ LQ WKH ¿QDOV RQ Tuesday November 23th.

'XULQJ WKH ¿QDO HYHQW RI WKH 'HOIW (QWUHSUHQHXULDO 6FLHQWLVW $ZDUG WKH HLJKW FRQWHVWDQWV ZLOO SUHVHQW WKHPVHOYHV IRU WKH H[SHUW MXU\ DQG WKH DXGLHQFH 7KH MXU\ ZLOO WKHQ JHW WKH FKDQFH WR DVN WKH ¿QDOLVWV VRPH TXHVWLRQV DQG ZLOO ¿QDOO\ GHFLGH RYHU WKH ZLQQHUV LQ ERWK FDWHJRULHV 7KH (QWUHSUHQHXULDO 6FLHQWLVW ZLOO UHFHLYH D YDORUL]DWLRQ ERQXV RI € 25.000,- DQG WKH ZLQQHU RI (QWUHSUHQHXULDO 0RWLYDWRU $ZDUG LV UHZDUGHG ZLWK € 15.000,- 7KH YDORUL]DWLRQ ERQXV LV PHDQW IRU WKH IXUWKHU HQFRXUDJHPHQW RI HQWUHSUHQHXUVKLS ZLWKLQ WKH GHSDUWPHQW :H DUH KDSS\ WR ZHOFRPH \RX DW WKH ¿QDOV RI WKH 'HOIW (QWUHSUHQHXULDO 6FLHQWLVW $ZDUG

Category 1 Entrepreneurial Scientist ‡ KDV GHPRQVWUDEO\ UHDOL]HG NQRZ OHGJH YDORUL]DWLRQ ‡ KDV JHQHUDWHG IXQGLQJ IRU WKH VSLQ RII ‡ KDV JHQHUDWHG SXEOLFLW\ DERXW WKH HQWUHSUHQHXULDO DFWLYLWLHV ‡ LV DFWLYHO\ XWLOL]LQJ SDWHQWV 7KH ZLQQHU UHFHLYHV D YDORUL]DWLRQ ERQXV RI ¼


DELTA. 29 07-10-2010

11

service

Category 2 Entrepreneurial Motivator ‡ LV HQWKXVLDVWLF DERXW LQVSLULQJ HQWUHSUHQHXULDO VWXGHQWV ‡ FUHDWHV SRVVLELOLWLHV IRU VWXGHQWV WR H[SHULPHQW ZLWK HQWUHSUHQHXUVKLS ‡ LV VXSSRUWLYH LQ WKH SUH VWDUW XS SKDVH RI WKH VSLQ RII ‡ SXWV H[WUDRUGLQDU\ HIIRUW LQ VWXGHQWV ZLWK HQWUHSUHQHXULDO DVSLUDWLRQV 7KH ZLQQHU UHFHLYHV D YDORUL]DWLRQ ERQXV RI ¼


DELTA. 29 07-10-2010

12

lifestyle

/

Net familie

USSR is een badmintonclub met een internationaal karakter. De jonge vereniging telt vooral veel Aziatische studenten. Door het sporten maken ze kennis met de Nederlandse cultuur, ook buiten het studentenleven.

De heren van Punch-volleybal (blauw tenue) hadden vrijdagavond weinig moeite met hun opponent Leython, dat met 4-0 werd verslagen. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

Vorig seizoen waren ze nog actief in de vierde klasse. Na drie duels in de nieuwe competitiejaargang vinden de rugbyers van Thor zichzelf nu ook in de derde klasse terug in de top van de ranglijst. Na RSRC en The Elephants werd zondag op het sportcentrum ook DSR-C 2 verslagen. Wat heet, de rugbyende corpsstudenten werden afgedroogd met 92-7. Na een gelijkopgaande beginfase, die resulteerde in een 7-7 tussenstand, gingen de sluizen wagenwijd open. “We hebben de wedstrijd zowel offensief als defensief daarna tot het einde toe gedomineerd”, glunderde captain Francis Ndonga. Zondag staat zijn ploeg een mooie testcase te wachten tegen RFC Gouda dat al vijf zeges op zijn naam heeft. Minder voortvarend was de competitiestart van de eveneens gepromoveerde Delftse studentenfloorballers van Blue Falcons. Anderhalve week geleden debuteerde het herenteam in de eerste divisie (het hoogste landelijke niveau) met een 9-4 nederlaag tegen UA Sonics uit Amersfoort. Zaterdag bleek de ongeslagen kampioen van vorig jaar, het Amsterdamse FB Agents, een veel te zware opgave. Na de drie periodes stond de eindscore 12-0 op het scorebord. “Een goed leermoment voor de spelers en een teken dat er nog genoeg werk aan de winkel is”, was de nuchtere reactie van voorzitter Gerard Pijcke. Uit de met 3-2 verloren openingswedstrijd tegen VOC Maarssen zullen de volleyballers van Punch waarschijnlijk ook enige leermomenten hebben getrokken. Vrijdagavond bleek in elk geval het veel sterker geachte Leython geen enkel probleem voor de TU-ploeg. Op het sportcentrum werd de opponent uit Leiderdorp in vier sets (25-19, 25-23, 25-14, 25-19) simpel terzijde geschoven. “Onze buitenaanvallers scoorden superveel”, aldus diagonaalaanvaller Koen Keijsers. Met Nico Halsema als nieuwe coach wil de promotieklasser proberen terug te keren naar de derde regiodivisie. Niet onmogelijk, volgens Keijser, “maar we hebben wel grotendeels een nieuw team, met heel andere spelverdelers. Het is nog even afwachten hoe dat gaat lopen.” Anders dan vorig jaar was ook de samenstelling van het team dat zaterdag in Hoogezand-Sappemeer namens studentenwielerclub Wtos aan de meet stond tijdens de NK ploegentijdrit voor clubteams, de traditionele afsluiting van het wegseizoen. Zonder drie belangrijke krachten, om uiteenlopende redenen afwezig, eindigde het aanvankelijke zestal in de middenmoot. “Het liep niet helemaal zoals gepland”, erkende woordvoerder Jos Koop. De 26ste plaats van 2009 schiep verwachtingen, die niet werden waargemaakt. Het al vroeg afhaken van John Spruit, na een valpartij, en van Martin Janssen, dertig kilometer verder, was daar mede debet aan. De overgebleven vier coureurs zetten uiteindelijk de 43ste tijd neer. Voor het eerst verscheen er ook een Wtos-ploeg aan de start van de ruim veertig kilometer lange damesrace, een kleine mijlpaal in de clubhistorie. Na het uitvallen van Lisa de Rooij trapte het resterende trio, onder wie Wtos-coryfee Debbie van Ammerlaan, in een goed tempo door naar de 24ste plaats. (JT)

x Tips? Jimmy.tigges@hetnet.nl

xJimmy Tigges “Het is altijd grappig wanneer we met een Aziatische afvaardiging competitie spelen in de regio”, zegt speler/trainer Wouter Veldman. “Tegen clubs uit Lisse, ‘s Gravenzande of Kwintsheul, om maar wat te noemen. Onze tegenstanders zijn niet gewend om Chinezen te ontmoeten en onze spelers maken kennis met de typisch Nederlandse clubcultuur. Elk dorp heeft wel een badmintonclub. Je ontmoet mensen met verschillende achtergronden, ook veel niet-studenten. Door badminton te spelen leer je het land en de mensen beter kennen. De meeste buitenlandse studenten zijn geneigd alleen elkaar op te zoeken. Vooral Aziaten. Die gaan in het weekend niet naar hun ouders, maar blijven in Delft. Dan is zo’n badmintonclub voor hen een uitkomst.” Na de wedstrijd wordt er samen met de tegenstanders gedronken en komt er zelfgebakken cake op tafel. “We komen in plaatsen waar andere Chinese studenten nooit komen”, zegt bouwkundestudent Lei Qu. “Het Westland heeft heel veel dorpen waar ik anders nooit heen zou gaan.” Haar landgenoot Yan Shi, student bouwkunde: “Via badminton hebben we meer contact met Nederlanders dan bij onze studie of op het werk. We praten met elkaar, vertellen elkaar leuke verhalen. Doordat we elkaar steeds weer tegenkomen bij wedstrijden, leren we elkaar een beetje kennen.” Yan Shi en Lei Qu vormen met een Nederlandse clubgenote het vrouwelijke deel van het tweede mixed team, dat verder bestaat uit een Thaise en Nederlandse jongen. Vorig seizoen werden ze kampioen in de zesde klasse. Het is een hecht team, dat na de zomer tot beider

stephan

Sport

Binnen een paar jaar groeide het multiculturele USSR uit tot een herkenbare en bekende club. Het hoogste mixed team speelt inmiddels in de op één na hoogste regioklasse. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

vreugde bij elkaar bleef en nu in de vijfde klasse hoge ogen gooit. In China speelden ze allebei voor de lol. Het meeste hebben ze naar eigen zeggen geleerd in Delft, door de trainingen van Ginny Severien, een Nederlandse toptienspeelster. “Toen ik hier kwam studeren was er alleen algemene badmintontraining en een vrije speelavond”, verhaalt Veldman, die vier jaar geleden was betrokken bij de oprichting van USSR, voluit United Shuttles Smashing Right. Binnen een paar jaar groeide de vereniging uit tot een herkenbare en bekende club binnen en buiten de studentenwereld. Het hoogste mixed team promoveerde al snel naar de op één na hoogste regioklasse. “We hebben nu vier mixed teams en twee herenteams. Iedereen kan bij ons op eigen niveau badmintonnen.” Van de ongeveer zestig leden is de helft buitenlands. Veel Chinezen, Indonesiërs, Indiërs, maar ook Fransen en Duitsers. Yan Shi: “We hebben veel social events, zo raken we erg close met elkaar. We helpen

elkaar ook met dingen buiten het sporten om.” De cultuuruitwisseling uit zich in de gezamenlijke viering van feesten als het Chinese Nieuwjaar en Sinterklaas. Voor het multiculturele eetfestijn kookt iedereen een typisch gerecht uit eigen land. Yan Shi: “Het leuke is ook dat je mensen van andere faculteiten ontmoet. Als buitenlander gebeurt dat normaal gesproken niet zo snel.” De voertaal is Engels, maar in het vuur van de strijd willen de twee landgenoten nog wel eens in het Chinees communiceren met elkaar. Yan Shi: “Zo leren sommige Nederlandse spelers ongemerkt wat simpele Chinese woorden van ons in het veld. Wij kunnen weer in het Nederlands tellen. Tot 21, want verder gaat de puntentelling niet. Ook kennen we woorden als ‘fijne wedstrijd’, ‘gefeliciteerd’ of ‘dankjewel’.” Shi zou een hoop missen als ze niet bij USSR zat: “Dan zou ik alleen maar studeren. Nu voelt het alsof ik hier een familie heb. We kopen samen bruiloftscadeaus voor elkaar, vieren samen verjaardagen."


DELTA. 29 07-10-2010

13

lifestyle

broodje aap

Kunst voor de gewone man Het Delftse ‘volk’ verheffen. Dat hoopten docenten van de Polytechnische School tussen 1880 en 1940 te bereiken met hun sierlijke en sociaal bewogen affiches. Ze maakten ze naast hun werk als docent. Museum Lambert van Meerten verzamelde de meest opmerkelijke. xMartine Zeijlstra

Excuse me, officer? Je geld of je – toch al hopeloos gammele – fiets? Hm, even denken. Eh, pardon meneer agent, waar had u het over? Geen student zonder fiets en geen studentenfiets zonder gebreken. Sommige wetten moet je respecteren, zelfs als je politieagent bent. Voor je het weet gaan er legendes over je rond. En wordt die toch al niet zo sterkte arm der macht – als het om kleine overtredingen gaat - een studentikoos lachertje. Kijk maar naar de agent die een volgens de overlevering Amsterdamse student een ietwat te rechtlijnig oor dreigde aan te naaien. Het was een doordeweekse avond, amper een uurtje donker, toen die student op zijn net op de kop getikte barrel over de Amsterdamse grachten hobbelde. Zonder licht, maar dat spreekt voor zich. Hij had zijn huis al in zicht, toen een agent hem staande hield. Wist deze jongen wel hóe gevaarlijk hij bezig was? Hóe slecht hij zichtbaar was voor automobilisten en wat voor bekeuring daar tegenover stond? De student stapte af, zijn fiets aan de grachtkant. Met een innemende glimlach maakte hij een razendsnelle calculatie. Zijn fiets had hem net vijftien euro gekost, een boete voor fietsen zonder licht kost 35 euro. Hij hief zijn kin op, zette een verbaasde, licht verontwaardigde blik op, en kieperde zijn stalen ros met een ferme zwaai de gracht in. “Ehm, pardon agent, over welke fiets heeft u het?” Vervolgens huppelde hij de avond in, de agent flabbergasted achterlatend. Wow, goeie truc! Sterker nog, die smaakt naar meer! Voor autorijden onder invloed (don’t try this at home, natuurlijk) ben je minimaal honderd euro kwijt, voor het weigeren mee te werken aan een alcoholcontrole zestig. Dat geeft te denken… Investeren in een paar wielreflectoren voor je fiets is wel Er zijn best aardige weer verstandig, net als het bevestigen van een bel, trouwens. Als één agenten op de wereld, die twee ontbreekt, kan oom die een goede grap wel van agent er zomaar twintig euro voor kunnen waarderen vragen – doorgaans precies de prijs van een ‘nieuwe’ fiets (op deugdelijke wijze verkregen natuurlijk). Maar ho ho, zo gemakkelijk gaat dat niet. Geen bewijs is geen misdaad, denk je misschien, maar dat komt neer op jouw woord tegen dat van de agent. En dáár hebben de hotemetoten van de rechtelijke macht lang geleden al goed over nagedacht: het woord van de agent weegt zwaarder, want hij heeft een eed afgelegd. Het is dus een truc die je kunt proberen bij een flitsboete (“Door rood gereden? Overleg me de foto’s maar!”), een camera legt immers geen eed af. Broodje aap, dus. Of misschien ook niet, want er zijn natuurlijk nog best aardige agenten op de wereld, die een goede grap wel kunnen waarderen. Hoe dan ook zingt dit verhaal al decennialang rond in het studentenleven. Het lijkt bovendien verdacht veel op een broodje aap uit de tijd dat het kijk- en luistergeld nog bestond. Daarin wilde de inspecteur een student beboeten voor het niet betalen van zijn kijkgeld, en wees daarbij verwijtend op een gigantische beeldbuis. Daarop pakte de student het apparaat op, gooide het uit het raam en riep: “Welke tv bedoelt u?” Hij heeft nooit iets hoeven betalen. (JH)

Een vrouw met enorme pofmouwen schenkt bedachtzaam slaolie in een emaillen tobbe met leeuwenpootjes. De olie glijdt over de knapperige slablaadjes. Een statige vrouw in een al even weelderig versierde jurk kijkt naar de bereiding. Het is een simpele handeling, je hoeft geen keukenprins of -prinses te zijn om een salade te maken. Maar wie naar het slaolieaffiche van Jan Toorop kijkt, voelt zich wel even zo. Bij de art nouveau-reclameposters voor ‘Delfsche slaolie’ lik je al je vingers af. Dat hebben in 1894 meer gezinnen gedaan. Niet voor niets heet de tentoonstelling in Lambert Van Meerten ‘Delftse Smaakmakers!’. Jan Toorop, Piet Zwart en docenten van de Polytechnische School (voorloper van de TU Delft), Adolf Le Comte en Karel Sluyterman gaven de stad niet alleen kleur en smaak met sfeervolle reclameaffiches; ze voedden er tegelijkertijd het Delftse volk mee op, zegt conservator moderne kunst erfgoed Delft Marga Schoemaker. De Delftse industrie was van 1880 tot 1940 de vormgever van leven en kunst in Delft. Niet zo vreemd, zegt Schoemaker. “Veel docenten aan de Polytechnische School gaven niet alleen les, ze waren ook ontwerper, in dienst van bedrijven, eigenaar, directeur en autonoom kunstenaar.

Adolf Le Comte was bijvoorbeeld naast docent aan de Polytechnische School, ontwerper en artistiek leider van De Porceleyne Fles en directeur van Lambert van Meerten. Hun studenten kregen hoogwaardig, kunstzinnig materiaal als voorbeeld.” Op de tentoonstelling hangen zowel ontwerpen van reclameposters als vrij werk. “Le Comte maakte in zijn vrije tijd traditionele schilderijen van schepen, maar zijn werk bij De Porceleyne Fles was heel vernieuwend.” Piet Zwart maakte strakke ontwerpen met geavanceerde technieken voor de Nederlandse Kabelfabriek. “Hij was zijn tijd ver voorbij”, zegt Schoemaker. “Het gezicht van de moderne tijd. In tegenstelling tot Jan Toorop: hij sprak met zijn slaolieaffiches de gewone man aan.” Beiden deden dat op een kunstzinnige manier om het volk te verheffen, zegt Schoemaker. “Onder het

‘Studenten van nu kunnen veel van de Smaakmakers oppikken’ motto: goed voorbeeld doet goed volgen. De docenten van de Polytechnische School en grote industriëlen in Delft wilden graag wat doen aan de sociale leefomstandigheden van de arbeiders in de stad.” Aanstichter van de verheffing van het Delftse volk door middel van kunst, vormgeving en industrie was Jacques van Marken. Hij was directeur van de Delftsche Nijverheid, een verzamelnaam voor de Gisten Spiritusfabriek, Nederlandse Olie Fabriek (Calvé) en de Lijm- en Gelatinefabriek. “’Kunst aan het Volk’ was een landelijke vereniging, maar Delft had door het enthousiasme van Van Marken en de docenten van de Polytechnische School maar liefst drieduizend leden”, zegt Schoemaker. Maar Van Marken trakteerde het Delftse volk niet alleen op sierlijke affiches. Hij zette zich ook intensief in voor verbetering van de sociale leefomstandigheden. Hij

liet het Agnetapark bouwen, met 78 woningen. Turnzalen, scholen, kegelclubs, goede pensioenen, muziekverenigingen, theater, sociale woningbouw; hij ondersteunde het allemaal. “In de archieven van de TU Delft vond ik allerlei plannen en overeenkomsten die de docenten en industriëlen met elkaar sloten om de positie van de arbeider te verbeteren”, zegt Schoemaker. “Zelfs in de crisisjaren van 1935 waren ze druk bezig met plannen maken. Ik kwam tabellen tegen met getallen van ontslagen werknemers, en hoe ze daar wat aan konden doen.” Schoemaker vindt dat TU-studenten veel van de Delftse Smaakmakers kunnen oppikken. “Ze waren creatief en sociaal begaan. Cultuur, ontwerp, kunst en industrie waren in die tijd met elkaar vervlochten. Delft is dus al heel lang een kennisstad, en deze tentoonstelling laat dat op een heel inspirerende manier zien.”

x ‘Delftse Smaakmakers!’, van 15 oktober t/m 27 februari in museum Lambert van Meerten, Oude Delft 199. www.lambertvanmeerten-delft.nl

time out

Wel zo fair Heb jij wel eens nagedacht over de spijkerbroek aan je billen? Behalve dat hij mooi moet zitten, dan? Precies. Op naar Speakers, komende zaterdag, voor het Fair Trade Fashion Event. Tja, mode. Als het verder gaat dan de nieuwste streetwear, is het aan de gemiddelde Delftse student al snel niet besteed. Natuurlijk, iedereen wil een goede broek die je achterwerk niet huge maakt, en een winterjas die comfortabel en ook nog een beetje hip is. Maar wat een beetje jammer is, is dat voor een groot deel van die kleding mensen aan de andere kant van de wereld worden uitgebuit. Dan kun je nog zo bewust aan je kopje Max Havelaar-koffie zitten; er zijn nog bergen te verzetten. En dat is nou precies de insteek van het Fair Trade Fashion Event. Verwacht geen fashion victims en poe-

nerige wannabe’s; bewust is hier belangrijker dan modebewust. Dus wordt iedere bezoeker als VIP verwelkomd met hap en drank – volledig fairtrade, uiteraard. Behalve modeshows van bij Made-By of Fair Wear Foundation aangesloten merken (Expresso, The Way-In, Tee’s & More), kun je er werk zien van vj’s, dansers en bodypainters. Of gewoon lekker relaxt je handen laten masseren. Eigenlijk gewoon een fijne avond uit, ook voor wie die hele mode weinig boeit. Na de shows barst er namelijk gewoon een afterparty los, met het TabassCo dj collective en liters eerlijke drank. Om met recht op te toasten. Proost! (JH)

x

Fair Fashion Event, op zaterdag 9 oktober in Speakers. Aanvang: 21.00 uur. Toegang tot 24.00 uur gratis (inclusief goodie bag!), daarna € 5,-. www.delftfairtradegemeente.nl


DELTA. 29 07-10-2010

14

reportage

OTB gedijt bij TU’s onderzoeksinstituut voor de gebouwde omgeving OTB, vierde afgelopen week haar 25-jarig bestaan met een congres in de aula. De zelfstandigheid van OTB staat onder druk en door bezuinigingen stagneert de stedelijke herstructurering. Niettemin ziet men de toekomst opgewekt tegemoet. “Wij kunnen weer eindeloos vooruit.” xJos Wassink “Ik wens u veel problemen toe”, zei directeur-generaal wonen, wijken en integratie Mark Frequin van het ministerie van Vrom aan het einde van zijn toespraak. Hij weet als geen ander dat OTB ingeschakeld wordt bij elk onderzoek op het gebied van stedelijke vernieuwing. “OTB was bij alle operaties van Vrom betrokken”, vertelde Frequin. “Er komt nu een nieuwe wind.” Ruim vierhonderd bezoekers kwamen afgelopen week naar de aula om het zilveren jubileum van Onderzoeksinstituut OTB te vieren. Ze kwamen uit het hele land, van Zeeland tot Groningen. Veel ambtenaren van gemeenten, provincies en ministeries, naast vertegenwoordigers van woningcorporaties, advies-, architecten- en ingenieursbureaus. Ze kennen OTB van samenwerkingsprojecten of van bijscholingscursussen en studiedagen. Het congres bood onder het thema ‘Stedelijke ontwikkeling - naar nieuwe perspectieven’ volop de gelegenheid om bij te praten en ondertussen op de hoogte gesteld te worden van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van wonen en wijken. Collegevoorzitter Dirk Jan van den Berg prees in zijn toespraak het jubilerende instituut vanwege ‘de geslaagde combinatie van toegepast en fundamenteel onderzoek’ en om ‘de goede koppeling tussen onderzoek en onderwijs’. Ingewijden wisten dat het college van bestuur met OTB in gesprek is om het instituut onder te brengen bij de faculteit Bouwkunde. Professor Hugo Priemus, oprichter van het OTB, spitste dan ook de oren toen Van den Berg zei: “De integriteit en de integraliteit van OTB moeten voor de toekomst worden gewaarborgd.” Hieruit maakte Priemus op dat de zelfstandigheid van ‘zijn’ instituut geen gevaar loopt, vertelde hij later.

OTB-directeur Peter Boelhouwer (uiterst rechts) kon zijn verbijstering over het concept-regeerakkoord nauwelijks verbergen. “Het Rijk heeft geen visie meer op de inrichting van Nederland.” (Foto's: Hans Kruse)

In het ochtendprogramma zette Mark Frequin (Vrom) het belang van stedelijke vernieuwing neer. Het Centraal Planbureau stelt dat het meeste geld verdiend wordt in de steden. “Maar die motor begint te haperen”, waarschuwde Frequin. “Nederland zakt in de Europese ranglijsten. De ‘verdiencapaciteit’ komt onder druk. Investeerders willen een goede woon- en leefomgeving voor hun personeel.” En die kwaliteit laat wel eens te wensen over. Rotterdam-Zuid bijvoorbeeld is de grootste achterstandswijk van Nederland. Frequin: ”Mensen overlijden er zes jaar vroeger dan elders in Nederland. De kans op werkloosheid is twee maal groter en de

'Ik wens u veel problemen toe' kindersterfte ligt op het niveau van Albanië.” Hoe is dit te rijmen met geld verdienen in de steden? De directeur-generaal ziet maar één oplossing: stedelijke vernieuwing hand in hand laten gaan met sociale vernieuwing. Maar het tij zit tegen: de woningbouw stagneert, banken en verzekeringsmaatschappijen zijn voorzichtig geworden en bestaande regels belemmeren vernieuwende experimenten. “Het wordt tijd dat Nederland uit de Europese achterhoede komt wat stedelijke herstructurering betreft”, vond Frequin. “We weten er genoeg van.”

’s Middags hadden de aanwezigen de keus uit acht verschillende parallelsessies over ondermeer het eigen huis als pensioenvoorziening, energiebesparing in de bestaande woningen, elektrisch vervoer (‘hot of hype?’) en indelen van huurders naar leefstijl met als doel om burenoverlast te verminderen. In het slotdebat onder leiding van Hugo Priemus werden de resultaten van de themasessies kort samengevat en besproken door een deskundig panel. Als laatste nam OTB-directeur prof. dr. Peter Boelhouwer het woord. Na een dag van afwachten was aan het eind van de middag eindelijk het concept-regeerakkoord van CDA, VVD en PVV bekendgemaakt. Bladerend in een stapel A4'tjes kon Boelhouwer zijn verbijstering over het stuk ‘vrijheid en verantwoordelijkheid’ nauwelijks verbergen. “Ruimtelijke ordering wordt overgedragen aan provincie en gemeente. Het Rijk heeft geen visie meer op de inrichting van Nederland.” De afsluitende borrel kende geen gebrek aan gespreksstof.

x www.otb.tudelft.nl

Wat is OTB? Op 1 oktober 1985 opende toenmalig minister van Vrom Pieter Winsemius het Onderzoeksinstituut Technische Bestuurskunde. Het was opgezet op initiatief van huisvestingshoogleraar prof.dr.ir. Hugo Priemus (Bouwkunde) als instituut dat zich zou richten op de verstrengeling van techniek en bestuur in de gebouwde omgeving. Zijn initiatief werd vanuit andere toenmalige faculteiten ondersteund door prof.dr. Theo Bogaerts (Geodesie), prof.dr. Albert Pols (Civiele Techniek) en prof.dr. Hans Wessel (Wijsbegeerte en Technische Maatschappijwetenschappen). In eerste instantie werden twee universitaire hoofddocenten aangesteld en Priemus werd directeur. Priemus droeg het directeurschap per 1 september 2003 over aan prof.dr. Peter Boelhouwer. OTB was toen uitgegroeid tot een gezaghebbend orgaan op het gebied van ruimtelijke ordening, wonen, stedelijke vernieuwing en infrastructuur. Het kent zeven onderzoeksprogramma’s. Dit zijn volkshuisvesting en woningmarkt, duurzame woningkwaliteit, stedelijke en regionale ontwikkeling, stedelijke vernieuwing en wonen, geografische informatiesystemen, vervoer en infrastructuur en tot slot geoinformatie en grondbeleid. OTB doet contractonderzoek voor externe opdrachtgevers en verzorgt cursussen en postacademisch onderwijs. Binnen de TU verzorgt het instituut onderwijs, vooral binnen de faculteiten TBM, Bouwkunde, L&R en CiTG. Het OTB, waaraan inmiddels vijftien hoogleraren zijn verbonden, wordt bedrijfsmatig geleid; medewerkers schrijven uren op projecten. De inkomsten komen voor de helft van externe opdrachtgevers (derde geldstroom; tweede geldstroom; Europese fondsen) en voor een kleiner gedeelte (veertig procent) vanuit het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (eerste geldstroom). Er zijn meer dan honderd mensen werkzaam. Het instituut zal waarschijnlijk in de loop van dit collegejaar organisatorisch ondergebracht worden bij de faculteit Bouwkunde.


DELTA. 29 07-10-2010

15

reportage

problemen Vreemde eend Het OTB is, na het Reactorinstituut Delft, het enige nog overgebleven zelfstandige onderzoeksinstituut van de TU. Nog wel. Gesprekken zijn gaande om OTB onder te brengen bij de faculteit Bouwkunde. Had de naastgelegen faculteit Techniek, Bestuur en Management (TBM) niet meer voor de hand gelegen? “Het is algemeen bekend dat die optie mijn voorkeur had”, zegt OTB-oprichter Hugo Priemus. Toen hij in 2003 gevraagd werd als decaan voor de faculteit TBM, stond een samengaan van TBM en OTB hem al voor de geest. Ooit, in de tijd van onderwijsminister Deetman, zijn TBM en OTB samen ontstaan als onderwijs- respectievelijk onderzoekspoot van technische bestuurskunde. Daarom leek het Priemus een mooie gedachte om zo’n twintig jaar later OTB en TBM weer samen te voegen. “Als in een roman”, licht hij toe. Als TBMdecaan voerde hij daarover gesprekken met het college van bestuur (cvb). “Maar toen Bouwkunde ervan hoorde waren de rapen gaar. Het cvb wilde geen conflict met Bouwkunde en OTB wilde het liefst zelfstandig blijven.” Dat heeft een paar jaar geduurd, maar nu staat de zelfstandigheid weer ter discussie, zij het met een andere faculteit. Priemus, nu met emeritaat, is daarbij niet meer betrokken. Directeur Peter Boelhouwer vindt de combinatie met Bouwkunde niet zo vreemd. Als onderzoeksinstituut heeft OTB een te kleine relatie met het onderwijs, vindt hij. Idealiter zou iedere onderzoeker zo’n twintig procent van zijn tijd onderwijs moeten geven. Bij Bouwkunde is de situatie omgekeerd: veel onderwijs en weinig onderzoek. Door OTB binnen Bouwkunde te plaatsen zou die onbalans vereffend worden. Naast de positieve basishouding zijn er punten van zorg. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met de onderzoeksgroepen geo-informatie en vervoer, die beter bij Civiele Techniek en Geowetenschappen passen dan bij Bouwkunde? Blijft het instituut handelingsbekwaam en baas over de eigen begroting? Zullen de onderzoekers niet opgeslokt worden door de

Hugo Priemus: “Kennelijk heeft TBM geen strijd op leven en dood willen voeren om OTB binnen te halen.”

onderwijsbehoefte? Blijft OTB met alle onderzoekers in het eigen pand gehuisvest? Boelhouwer zegt de komende tijd ‘waakzaam te blijven’. Hij wil ‘hekjes zetten’ om te zorgen dat de merknaam OTB overeind blijft, net als het onderzoek. “Als je dat laat gaan, drogen de inkomsten op en is het binnen de kortste keren gedaan.” Ook nestor Priemus (binnenkort 68) kan er vrede mee heb-

ben: “Ongeacht waar je ondergebracht wordt, als je de feitelijke zelfstandigheid kunt waarborgen en als je het interdisciplinaire karakter en de internationale kwaliteit kunt bewaren, is het oké.” Om er even later aan toe te voegen: “Kennelijk heeft TBM geen strijd op leven en dood willen voeren om OTB binnen te halen. Dat zou ik als decaan wel hebben gedaan.”

‘Onuitvoerbaar kiezersbedrog’ Met zoveel nadruk op integratie zou je verwachten dat het regeerakkoord van VVD, CDA en PVV veel aandacht heeft voor wonen en wijken. Niets blijkt minder waar. “Stagnatie, achteruitgang en onuitvoerbare dwaze plannen”, vindt OTB-directeur Peter Boelhouwer. “Je hoort niks meer over achterstandswijken. De Vogelaarheffing (verplichte afdracht van corporaties voor investeringen in achterstandswijken, red.) wordt afgeschaft. Er komt ook niets voor in de plaats. Ja, gekke ideeën over meer asfalt, maar dat brengt de BV Nederland niet verder.” OTB-oprichter en volkshuisvester van het eerste uur Hugo Priemus is al niet veel positiever: “Het is niet om aan te zien. De paragraaf ‘wonen’ is één grote chaos. Het lijkt werkelijk nergens op. Er is geen beginnen aan. Echt ongelooflijk.” Gevraagd naar de consequenties van het akkoord zegt Priemus: “Het is vreselijk beleid dat nergens op lijkt, maar bovendien is het onuitvoerbaar. Die combinatie is geruststellend. Er wordt niks opgelost, maar het wordt ook niet erger.” Als voorbeeld van onuitvoerbaar beleid noemt Priemus het recht van huurders van corporatiewoningen om hun woning te kopen. Boelhouwer promoveerde er al in 1987 op, naar aanleiding van het toenmalige Britse right to buy. Het verschil is: in Engeland waren de huurwoningen gemeenteeigendom. In Nederland zijn de huurwoningen eigendom van woningcorporaties en dus privaat bezit. “Je kunt die corporaties niet zomaar onteigenen om de woningen aan

Rotterdam-Zuid is de grootste achterstandswijk van Nederland. (Foto: Tomas van Dijk)

de huurders te verkopen”, legt Priemus uit. “Dat is strijdig met het eigendomsrecht.” Bovendien komt het ‘kooprecht’ in geen van de drie verkiezingsprogramma’s voor. Wel in dat van GroenLinks. “Een duidelijk voorbeeld van kiezersbedrog”, signaleert Priemus. Net als het idee dat de partijleiders van de SP hebben overgenomen: een huurverhoging van vijf procent boven de inflatie voor huurders met een

jaarinkomen van meer dan 43 duizend euro. Dat betekent een inkomenstoets voor alle huurders, en dus een heel ambtelijk apparaat voor de uitvoering. “Het is één grote wanvertoning”, besluit Priemus. “Dit wordt helemaal niks. Maar voor cabaretiers en ons soort mensen… Dank! Wij kunnen weer eindeloos vooruit.”


DELTA. 29 07-10-2010

16

service

Topbaan in Silicon Valley?

begin eerst hier. nl


DELTA. 29 07-10-2010

17

service

Agenda Donderdag 7 oktober Wetenschapsagenda • 10.00 uur - Content-based Paper Retrieval. Towards reconstruction of art history. Promotie van ir. M. van Staalduinen. Promotor: prof.dr.ir. J. Biemond. • 12.30 uur - Exploiting noisy and incomplete biological data for prediction and knowledge discovery. Promotie van ir. Y. Li. Promotor: prof.dr.ir. M.J.T. Reinders. • 14.00 uur - Carrier multiplication and exciton behavior in PbSe quantum dots. Promotie van M.T. Trinh, MSc. Promotor: prof.dr. L.D.A. Siebbeles. Deze promotie vindt plaats in de Kronigzaal. • 15.00 uur - Ampelmann. Development of the Access System for Offshore Wind Turbines. Promotie van ir. D.J. Cerda Salzmann. Promotor: prof.ir. J. Meek. Kivi Niria Students Delft 16.00-17.30 hrs - Guest Lecture: Automotive Mobility 2010 till 2040 – challenges from a 20 year student to an engineer at

50 years by Egbert-Jan Sol of TNO Science and Technology. This activity is free of charge and open to members as well as non-members of Kivi Niria. Registration is required via www.kns-delft.nl.

Vrijdag 8 oktober Alumnisymposium TU Delft De TU Delft nodigt vandaag haar oud-studenten en –promovendi van harte uit voor het alumnisymposium ‘Crossborder Cooperation’. Voor meer informatie en registratie zie www.alumni. tudelft.nl/alumnisymposium2010. OJV De Koornbeurs 23.00 uur – Wop Wop, het maandelijks terugkerende drum ‘n bass en dubstep feest vindt plaats in de grote zaal. DJs: Skyrise en Echnaton & Friends.

Zaterdag 9 oktober Fair Fashion Event 21.00-23.00 uur - Kom naar het Fair Fashion Event in Speakers, met aansluitend een afterparty. Op de catwalk de nieuwe collec-

ties hippe fairtrade kleding. Zie www.delftfairtradegemeente.nl voor meer informatie.

Waalse Kerk aan het Agathaplein in Delft. Toegang bedraagt 7 euro; CJP en 65+ 5 euro.

OJV De Koornbeurs 23.00 uur – De huisdj’s draaien vanavond electro in de kelder in het straatje van Boys Noize, Vitalic en the Bloody Beeroots.

Maandag 11 oktober

Zondag 10 oktober International Student Church 11.30 hrs - Students of all denominations are invited to our ecumenical
service every Sunday at Raamstraat 78, followed by tea/ coffee. The services are led by the chaplains Reverend W. Stroh and Father Avin, and are supported by student leaders. More information on www.iscnetherlands.nl. Messa di Voce 15.00 uur - Het Delftse koor voor oude muziek ‘Messa di Voce’ voert onder leiding van Karel Smagge het concert ‘Scendi dal paradiso’ uit met madrigalen uit de 16e eeuw van Luca Marenzio, afgewisseld met werken voor clavecimbel uit dezelfde tijd. Het concert vindt plaats in de

Wetenschapsagenda • 10.00 uur - Long Distance Measurement with a Femtosecond Frequency Comb. Promotie van ir. M. Cui. Promotor: prof.dr. H.P. Urbach. • 12.30 uur - Moving Target Indication for Multi-channel Airborne Radar Systems. Promotie van ir. L. Lidicky. Promotoren: prof.ir. P. Hoogeboom en prof.dr.ir. L.P. Ligthart. • 15.00 uur - Quantifying Pathology in Diffusion Weighted MRI. Promotie van ir. M.W.A. Caan. Promotoren: prof.dr.ir. L.J. van Vliet en prof.dr.ir. C.A. Grimbergen. Onderstaande promoties vinden plaats in het Auditorium van de Aula. • 10.00 uur - A zero-variance based scheme for Monte Carlo criticality simulations. Promotie van S. Christoforou, MSc. Promotor: prof.dr.ir. T.H.J.J.

Announcements Students Subsidy Living Expenses Room Tenants Are you renting a room in a student house in Delft? Chances are you are entitled to a council subsidy. Go to www.gemeentedelft.info/twk for more information and apply immediately. You can only apply between October 1st and December 31st. SIFE Delft Looking for something new? Students in Free Enterprise Delft offers you the opportunity to combine social entrepreneurship with your academic knowledge. With the support of companies like Unilever, Heineken, HSBC, KPMG, Schiphol and Philips we create projects

to help people all around the world. Do you also have a head for business and a heart for the world? We are looking for new participants now! Check www. sifedelft.nl or mail your motivation to info@sifedelft.nl. Student and Career Support The student psychologists and the central student and careers councilors are located at Jaffalaan 9A. Office hours: Monday-Friday from 9.00-17.00 hrs. You can direct your inquiries or make an appointment at the Front Office or by phone: 0152788004. For an initial appointment with one of the student psychologists you should first come to one of the open office hours: Tuesdays and Thursdays from 11.30-12.30 hrs. The open

van der Hagen. • 12.30 uur - Significance of Public Space in the Fragmented City. Designing Strategies for New Urban Opportunities. Promotie van F. Janches, architect. Promotor: prof. dipl.-ing. H.J. Rosemann. Studium Generale 20.15 uur – ‘De griepvaccinatie: Paniekindustrie in actie’ door Luc Bonneux. Het was de eerste keer in de geschiedenis dat we een pandemie zagen aankomen. Dat de maatschappelijke belangen geschaad zijn door paniekzaaierij, staat buiten kijf. Wat doen we een volgende keer? Het Prinsenhof, ingang Oude Delft 183B, Delft – toegang gratis.

Dinsdag 12 oktober Wetenschapsagenda • 10.00 uur - Modeling and Simulation of Low Voltage Arcs. Promotie van L. Ghezzi, Laurea Ingegneria. Promotor: prof.ir. L. van der Sluis. • 11.30 uur - Modeling and Simulation of Low Voltage Arcs. Promotie van A.

het bi-annuele offshore symposium van de TU Delft. Ditmaal met de titel ‘Gas: From Flare to Favourite? New Developments Offshore’. De dag spitst zich toe op de toekomstige gas supply chain gedreven door nieuwe ontwikkelingen. Kijk voor meer informatie en kaarten op www.flaretofavourite.nl.

Balestrero, Laurea in Fisica. Promotor: prof.ir. L. van der Sluis. • 15.00 uur - The Role of Technology in Distributed Team Coordination. A multi-method investigation of a technology change process in the field. Promotie P.S. Bayerl, DiplomPsychologin, MA. Promotoren: prof.dr. P. Badke Schaub en prof.dr. K. Lauche.

Woensdag 13 oktober

x

Studium Generale 20.15 uur – ‘Sport & Techniek: van klapschaats tot haaienpak’ door Frans van der Helm. Sport combineert technische en fysiologische kennis en is daardoor een boeiend platform waar de wetenschap zich kan etaleren. Voorbeelden hiervan zijn bijv. haaienpakken, klapschaatsen en motoren voor de Formule 1. DOK, Vesteplein 100, Delft – toegang gratis.

Donderdag 14 oktober Offshore Symposium 2010

Delta Inleveren kopij Bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek 'Agenda' in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail: delta@ tudelft.nl. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur. Alle promoties, intree- en afscheidsredes genoemd in deze agenda vinden, tenzij anders vermeld, plaats in de Aula van de TU, Mekelweg 5, Delft.

Op 14 oktober organiseert 14-05-2004 H&J Uitgevers_2x70_zw-w Dispuut Offshore Technology

14:02

Voor advertenties bel met: office hours of the Student and Career counselors are on Tuesdays from 11.30-12.30 o’clock. More information on www.studentandcareersupport.nl. International Office Information The International Office, Jaffalaan 9a/visitor’s entrance at Mekelweg, office opening times Monday to Friday 9.00–17.00 hrs. Appointments and enquiries can be made by email: internationaloffice@ tudelft.nl or by phone: 0152788012. International Student Chaplaincy Looking for a home away from home, trying to make new friends, interested in intercultural and interfaith activities,

needing some inner peace, searching for more than academic challenges? Check the website of the International Student Chaplaincy, www.iscnetherlands.nl, to learn about their wide range offer.

H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJsel T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80 E delta@henjuitgevers.nl

Neem contact op met Hennie de Ruyter of met Mireille van Ginkel voor nadere informatie

techniekbedrijven Talents

P


DELTA. 29 07-10-2010

18

service

Aankondigingen Studenten Tegemoetkoming Woonlasten Kamerhuurders Huur jij in Delft een kamer in een studentenhuis? Grote kans dat jij recht hebt op een tegemoetkoming van de gemeente. Zie www.gemeentedelft.info/ twk voor meer informatie en vraag direct aan. Aanvragen kan alleen van 1 oktober t/m 31 december. Empac Challenge Empac looft 10.000 euro uit aan de student of het team van studenten, dat de beste duurzame innovatie creert op het gebied van metalen verpakkingen. Zie onze Facebook pagina ‘Metal Packaging – the Next 200 Years’ of volg ons op Twitter @metalpackaging voor meer informatie. De deadline voor wedstrijdinzendingen is op 5 november.

Student and Career Support Bij Student and Career Support kun je terecht voor een bezoek aan een studentendecaan, een studentenpsycholoog, het Career Centre met studiekeuzeadviseurs en loopbaanadviseurs, en het Informatiecentrum. Voor de studentenpsychologen geldt dat het eerste contact loopt via het Open Spreekuur iedere dag van 11.30-12.30 uur. De studentendecanen en de loopbaanadviseurs houden een inloopspreekuur op dinsdag van 11.30-12.30 uur en de studiekeuzeadviseur op donderdag van 11.30-12.30 uur. Het Informatiecentrum (begane grond) is geopend van 9.00–17.00 uur. Er is documentatie beschikbaar over WO- en HBO-opleidingen, arbeidsmarkt, studie- en beroepskeuze, buitenlandse studies, enz. Bij de balie, telefo-

Minimaatjes nisch of via de email kun je een afspraak maken met een van de medewerkers.

Meer informatie via info@ bluefrogtravel.net. International Office Het International Office, Jaffalaan 9a, is op werkdagen geopend van 9.00-17.00 uur. Je kunt ook vragen stellen via internationaloffice@tudelft.nl of telefonisch (015-2788012) een afspraak maken.

Bezoekadres: Jaffalaan 9a (ingang Mekelweg); tel. 0152788004. e-mail: studentandcareersupport@tudelft.nl website: www.studentandcareersupport.tudelft.nl Online huurprijs check Is jouw huurprijs redelijk? Check www.huurcommissie. nl voor meer informatie en om helderheid te krijgen over huren en geschillen tussen huurder en verhuurder.

COLLECTANTEN GEVRAAGD! 6 T|M 12 FEBRUARI 2011

AMNESTY

INTERNATIONAL

Stichting Delftse Natuurwacht zoekt vrijwilligers voor het begeleiden van activiteiten met kinderen van 8-14 jaar. www. natuurwacht.nl, 015-2783086 of j.f.m.molenbroek@tudelft.nl.

Spelregels minimaatjes. Minimaatjes zijn niet toegankelijk voor het bedrijfsleven. Voor commerciële aanbiedingen en advertenties: H&J Uitgevers (adres in colofon). Minimaatjes zijn maximaal 200 tekens lang. Inleveren vóór vrijdag 14.00 uur via e-mailadres delta@ tudelft.nl.

luisteren

x

WorkNtravel WorkNtravel is een jong bureau dat bemiddelt tussen vrijwilligers/stagiair(e)s en bedrijven. WorkNtravel is op zoek naar Nederlandse stagiair(e)s die stage willen lopen in Suriname.

www.amnesty.nl/collecte of bel (020) 626 44 36

AC-HOP de vakbond voor Universiteitspersoneel. Voor informatie kijk dan op www. AC-HOP.nl.

Eindelijk echt leren

Delta Inleveren kopij Bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek 'Aankondigingen' in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail: delta@tudelft.nl. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur.

Voor wie draag jij het armbandje? Bestel het unieke armbandje voor € 3,99 op kwfkankerbestrijding.nl

Word ook buddy ! www.buddynetwerk.nl of bel 070-3649500


DELTA. 29 07-10-2010

Skunk Researchers at University College London have discovered that one of Holland’s most famous products, ‘skunk’ cannabis, causes more-severe memory loss than other cannabis strains. Cannabis contains two chemicals: Tetrahydrocannabinol (THC), the primary active ingredient responsible for the classic ‘high’ effect, including euphoria, giddiness, anxiety and paranoia; and cannabidiol, a chemical with more calming effects that brain-imaging studies show can also block THC’s psychosisinducing effects. Owing to aggres-

19

Delta in English

sive plant breeding in recent decades, skunk varieties now contain severely elevated THC levels, leading to mild-to-severe cognitive impairment in young users and possibly higher incidences of psychotic conditions, such as schizophrenia. Researchers suspect the harmful effects of the drug on mental health stem from the increased ratio of THC to cannabidiol in cannabis, because cannabidiol levels have not kept pace with rising THC concentrations. The research findings are published in the British Journal of Psychiatry.

3TU

IBM

Feedback

Starting in 2011, the 3TUs (TU Delft, TU Eindhoven and TU Twente) will receive 11 million euro in government funding. This will allow the 3TUs to develop its strategic plan, said TU Delft president, Dirk Jan van den Berg: “If there is funding leftover, then there will perhaps be scope for new ideas.” The three Dutch technological universities established their 3TU joint venture in 2007 and collaborate in areas including education, research and knowledge valorisation. www.3tu.nl

TU Delft and IBM are jointly researching how technology and analytics can be applied to complex water systems to minimise flood risks. Insights into complex water systems are central to flood prevention and water conservation. The research results will impact the Dutch water system as well other regions with similar complex water systems, like the Sacramento River Delta in the US, the South-North Water Transfer Project in China, and reservoir management in the Alps.

If you’d like to comment on anything appearing on the English Page or on a university-related matter, or if you have a question or suggestion for us, send your emails to d.mcmullin@tudelft.nl. We welcome all feedback from our readers. Letters intended for publication should include your name and be no longer than 350 words. This edition of Delta is also available online at www.delta.tudelft. nl, where you can also access the English Page archive.

Here comes the Greek invasion Whether it’s the global economic crisis, Greece’s faltering economy, TU Delft’s growing popularity in Europe or a combination of all the above, fact is that Greece now trails only China and India in the number of international students per country studying at TU Delft. xVasilis Antonopoulos The new academic year has started in Delft, with the many new faces flooding the faculty corridors with the usual anxiety, questions and fuss that mark the first weeks of classes. ”How do I enroll for courses?” “Where do we have class next?” All the typical queries, typically answered by us experienced, ‘self-assured’ senior students. This year however there is something different about this bunch of international newcomers. This year the everyday activities in faculties seem more stressed than usual and the discussions louder, while, at least to this author’s ears, there is always a persistent yet familiar lingo being spoken somewhere in the background. One quickly understands what has happened: a Greek invasion of TU Delft, which is also validated by the university’s various official enrollment figures. This year there was a sharp rise in the number of Greek students pursuing MSc degrees at TU Delft. This year’s total is 80 Greek students, which is more than double from last year, putting Greece at No 3 in the country ranking of TU Delft’s international student enrollments, trailing only China (135 students) and India (102 students), respectively. In 2008-09 and 2009-10, there were only 36 and 38 Greek students respectively, accepted to the university. Moreover, last year Greece occupied fifth position in the international student nationality ranking, behind Iran (third) and Italy (fourth). China of course has long been the single largest ‘supplier’ of international students to TU Delft, but this year the actual number of Chinese newcomers dropped from 152 students to 135. India however continues to bridge the gap with China, supplying increasingly more students each year. Digging deeper into the statistics, it’s interesting to also consider the

actual numbers of students who applied to TU Delft according to nationality. China unsurprisingly leads with 554 applicants, followed by India and Greece with 459 and 231, respectively. But compared to last year’s number of applicants, Greece had the largest increase rate: 75 percent.

Criteria Elco van Noort, head of TU Delft’s International Office, offered some insights about the university administration’s views and policies in this area. Asked if the university also selects according to the applicants’ nationalities and if EU students are considered first on the list, his answer was forthright: “The faculties assess the students, and the criteria are clear for English proficiency, GPA and a BSc diploma from a qualified university. These are more or less hard criteria. In addition, the students are further assessed based on their essay. The assessment has nothing to do with nationality.” Looking over this year’s nationality figures, Van Noort was asked to make a prediction for the future. “It’s envisaged that the number of European students will increase”, he said. “According to the Bologna Process, an international MSc degree will become more common, as more TU Delft students also pursue international Master’s degrees abroad. We assume that this will

‘The assessment has nothing to do with nationality’ also strengthen our international networks, thus further enhancing international mobility. In our perspective, these developments are very much welcomed in order to provide answers to major global problems.” Returning to the case of Greece, Van Noort was asked why he thought more and more Greek students are applying to and enrolling in TU Delft. He remarked that several Greek students had already been asked this question and that they had noted four main reasons: TU Delft is a very good university of technology in a nice city and offers very competitive fees; many Greeks already have Greek student friends studying in Delft who are enthusiastic about the university; the perspectives for the Greek universities are fairly gloomy; and given the economic situation back home, many Greek students want ensure they have international prospects for fin-

A new Parthenon soon on library hill? (Photo: Vasilis Antonopoulos)

ding a good job with a high qualified international education.

Opportunities But what do Greek students themselves have to say about all this? While questioning several of them, it soon became clear that despite some variety in personal opinions, the majority of responses were quite similar. When asked why she decided to study abroad, Efthymia Foka (Water Management) replied: “I was interested in studying something related to water management and I wanted to gain experience from one of the best in this area. Also, going abroad is a great opportunity to develop your way of thinking.” When asked why they decided to study at TU Delft, most Greek students mentioned the university’s fine international reputation. “TU Delft was my first and only choice, as it’s considered as number one in Europe in my field”, said Panagiotis Afratis (Computer Engineering). In terms of the professional opportunities available back home, most of the students did not offer very positive assessments. “The Greek market is small and most of the opportunities can only be found in the capital, Athens”, Afratis said. Sonia Lourma (Geology Engineering) was however rather more optimistic in her views: “There are few people with my background in Greece, and this would make my

field quite promising in terms of professional opportunities.” However, she also agreed that generally there aren’t many opportunities in other professions in Greece. Regarding the ongoing economic crisis, Greece is widely regarded as being at the epicenter of international developments. “It’s a difficult period”, admits Michalis Prodromou (Building Engineering), “but this shouldn’t be regarded as a Greek issue only. Furthermore, this is a chance for necessary reforms to be made that had to be implemented anyway.” According to Ioannis Giannelos (Transport, Infrastructure & Logistics), “the situation isn’t good. People in Greece feel rather desperate and purchasing power is in decline.” Although Giannelos has just begun his studies, he, like all the Greek students interviewed, said he’d very much like to return home to Greece after he graduates. But, as he explains, “it remains unclear if I will finally go back. That will very much depend on the labor market situation at the time of my graduation.”


DELTA. 29 07-10-2010 achterkant

00 20

huisjongste

delftse klanken

Toast op het leven De klezmer- en balkanband L’Chaim speelt op grote festivals, maar ook op bruiloften en begrafenissen. “En we spelen regelmatig op straat”, vertelt bandlid en bouwkundig ingenieur Pepijn Noordhuizen. “Gaan we met de pet langs, hartstikke leuk.” Ze zingen in zes, zeven verschillende talen, als Russisch, Slavisch en Roma. ‘Gojim’ zijn ze: niet-joodse muzikanten die (onder meer) joodse muziek spelen. De naam L’Chaim is Jiddisch voor een toast op het leven. “Dat past wel bij ons.” Lol maken en feest creëren, dat willen ze en dat dragen ze uit op het podium. “Het is moeilijk om stil te blijven staan, het is heel aanstekelijke muziek. Van 8 tot 88, iedereen beweegt. Laatst zag ik een opa in het publiek dansen. Ik dacht: o jee, als zijn pacemaker het maar houdt.” Het begon in 2006. Een aantal bewoners van een studentenhuis aan de Bagijnhof had de Amsterdam Klezmer Band zien optreden. “Daar waren ze ontzettend enthousiast over. Ik kende een meisje uit die band. Zij speelde viool, ik accordeon. We begonnen daar een keer met zijn tweeën een klezmerliedje te spelen, en iedereen haalde er al snel een instrument bij: een bouzouki, een gitaar, een saxofoon, weer iemand anders kon zingen. Na een halfuurtje spelen besloten we een klezmerband te beginnen. We hebben nog een paar mensen gebeld en klaar waren we.” Het eerste optreden was op St. Jansbrug. “We stonden nog vanaf bladmuziek te spelen. Het was eigenlijk onze derde oefensessie, maar er werd heel enthousiast gereageerd. We hebben daarna nooit om optredens verlegen gezeten.” Ze begonnen met traditionals, inmiddels zijn ze druk bezig met het schrijven van eigen nummers. Het achttal, merendeels intussen afgestudeerd, wil een cd uitbrengen met eigen werk. “Maar we zijn absoluut niet commercieel ingesteld. Als we de onkosten er maar uithalen.” (JT)

Kriep

L’Chaim was binnen een halfuur gevormd. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

Emma Bakker (eerstejaars bouwkunde) woont sinds een maand in Huize de Rosmolen, een DSC/Virgiel-meisjeshuis op de Brabantse Turfmarkt 85. Ze vindt het er erg gezellig, en als huisjongste hoeft ze alleen te zorgen voor het vuilnis en de deur open doen. De teksten op de muur zijn een geintje van de ouderejaars voor de vorige HJ. Binnenkort gaat de verfroller er overheen, maar veel verf is er niet nodig: de kamer is ongeveer 1,70 bij 2,40 meter. “Ik heb het bed aan de andere kant gezet, en nu is het veel ruimer.” (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)

sex and the student city

Male heaven All summer long the Delft male students have been looking forward to the start of the new academic year. Was that because many interesting courses were about to start? No! It was because a new (limited) batch of girls was about to arrive in Delft. Every year guys look forward to this moment and maybe this year is going to be your year. The best way to get yourself in the game, was by becoming a mentor during the freshmen weekend or Owee. Guys who weren’t already part of a student association, could have chosen to sign up and support their potential girlfriends throughout their initiation period. More drastic measures could involve deciding to redo a few first year courses, just to get yourself in the picture with these new beauties. Now what if you missed out on all opportunities mentioned above? Don’t worry, it is not too late yet. New girls arriving first want to explore what Delft has to

offer them. But you have to make your move fast, thousands of fellow students are out looking for girls as well. Another reason not to hesitate is that it will not take the new girls long to figure out they have just landed in ‘male heaven’. Within three months they will turn in to the arrogant, inapproachable girls you were familiar with from last year. So take your chance while you still can. Visit some of the student parties or join that committee. But most important, make your move! The highest possibility of success is now. Keep in mind that some of these girls might have actually come to study here for the guys. Profit from that, before they change their mind. So go out and land your gal, if all fails, Leiden is always no more than twenty minutes away.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.