DELTA. 32 11-11-2010
weekblad van de technische universiteit Delft
> 03 Geen fixus L&R
>06 Silent speech
>08 Supermensen
>12 Touchscreens
Gewogen loting voor eerstejaars studenten die volgend jaar luchtvaart- en ruimtevaarttechniek willen studeren, is van de baan. De procedure voor deze loting is ongunstig voor buitenlandse studenten en Nederlandse studenten met een internationaal baccalaureaat. “Dat risico willen we niet lopen.”
Loud telephone calls are the number one irritation in trains. The first-ever Dutch lip reader might provide a solution: silent speech or mute miming. “It’s a huge market.”
Met technologie knutselen aan de mens. Voor- en tegenstanders vliegen elkaar in de haren over het ‘verbeteren’ van de mens. Ciano Aydin, bijzonder hoogleraar bij TBM: ”Natuurlijk wil bijna iedereen langer leven en langer gezond blijven. Maar je moet wel durven nadenken over de mogelijke gevolgen: overbevolking, leegte, verveling.”
Het wonderlijke materiaal dat onmisbaar is voor touchscreens begint op te raken. Langzaam komt een zoektocht op gang naar alternatieven. Binnen tien jaar kan het uit zijn met de vingerbesturing en moeten we weer terug naar het toetsenbord.
01
>19 English Proud grads Recent civil engineering graduates Fanuel Kalugendo (Tanzania) and Camilo Medina (Colombia) reflect on the two years they spent earning MSc degrees at TU Delft. “I was surprised to realise that Dutch people expect their government to be very active in providing solutions to their problems,” the Colombian opined.
TUDELTA.32
De allereerste Delftse Museumnacht moest het niet van het weer hebben. Toch kwam er aardig wat volk af op het verrassende programma, zoals een spectaculaire vuurshow bij het Legermuseum. De Museumnacht is
onderdeel van de landelijke kunstweek, die nog duurt tot en met 14 november. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
DELTA. 32 11-11-2010
02
nieuwsinterview
‘Mensen betrekken, niet afstoten’ TUdelta.32 > Jaargang 42 Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.
> Redactie
Frank Nuijens, (hoofdredacteur), Katja Wijnands, Dorine van Gorp, (eindredactie), Saskia Bonger, Tomas van Dijk, Erik Huisman, Connie van Uffelen, Jos Wassink (verslaggeving).
> Medewerkers Fausia Abdoel, Jesse Budding, Willemijn Dicke, Robbert Fokkink, Jorinde Hanse, Dap Hartmann, Auke Herrema, David McMullin, Maaike Muller, Anna Noyons, Daan Schuurbiers, Merel Segers, Jimmy Tigges, Stephan Timmers, Ellen Touw, Robert Visscher, Martine Zeijlstra. > Foto‘s Sam Rentmeester/ Hans Stakelbeek (FMAX).(info@fmax.nl) > Vormgeving Kummer & Herrman, Utrecht > Lay-Out Liesbeth van Dam > Mededelingen Martin Kers (m.kers@tudelft.nl) > Redactieraad dr. B.B. Scholtens (voorzitter), G.K. Berghuijs, MSc, prof.dr. M.J. van den Hoven, mr. J.J.M. Kok, R.H.G. Meijer, T. Niks, ir. M. Persson, C.J.M. Pieters, prof. dr. B.J. Thijsse, dr.ir. C.A.J.R. Vermeeren > Redactie-adressen Universiteitsbibliotheek Kamer 0.18-0.28 Prometheusplein 1 2628 ZC Delft Postbus 139 2600 AC Delft Tel. 015-278 4848 E-mail: delta@tudelft.nl www.delta.tudelft.nl
De Leuvense milieukundige en auteur Peter Tom Jones roept maandag bij zijn Studium Generale-lezing op tot een vegetarische donderdag. Hoe dat zo?
we in detail uitgewerkt voor de vier belangrijkste consumptiedomeinen. Voeding, mobiliteit, wonen en toerisme staan samen in voor 80 tot 90 procent van onze milieu-impact. En binnen de sector voeding heeft vleesconsumptie een onvoorstelbaar grote impact: klimaatwijzigingen, ontbossing, erosie, water- en luchtverontreiniging etc.”
xJos Wassink Het lijkt me wel een goede kapstok voor uw verhaal. Wat stelt u concreet voor? “Het is voor mij een symbolisch onderdeel in een veel breder transitieverhaal. Ik ga geen lezing geven om alleen het belang van vegetarisme aan te geven. In Vlaanderen startte het Ethisch Vegetarisch Alternatief (EVA) in 2009 een sterke campagne met als baseline ‘Donderdag Veggiedag’. EVA is een kleine maar spitsvondige non-gouvernementele organisatie actief in Vlaanderen. EVA heeft vooral succes aan de universiteit van Gent, de tweede grootste stad na Antwerpen. In Gent werkt EVA samen met de stadsoverheden, de stadsscholen en de stadsrestaurants om op donderdag vegetarische maaltijden te serveren. Het is dus niet zo dat men, zoals in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië, meatless mondays heeft, vleesloze maandagen. Het is meer een positieve keuze, namelijk: donderdag is het veggiedag. De motivatie is dezelfde, maar het ‘framen’ gebeurt op een positievere manier.”
Peter Tom Jones schreef ‘Terra Reversa’ samen met zijn vrouw Vicky. (Foto: Sofie Hoste)
Is al het vlees van de schappen verbannen, of gaat het niet zover? “Neen, het is geen dwingende maatregel. Een aantal restaurants heeft besloten om op donderdagen de niet-vegetarische keuze van het menu te halen omdat vrijwel niemand er nog om vroeg. Die campagne is nu overgenomen in twee andere Vlaamse steden, Mechelen en Hasselt. Een aantal andere steden neemt het nu in overweging. Internationaal gezien is de campagne overgenomen in Sao Paolo, een echte wereldstad.” En hoe zit het in Leuven? ”In Leuven zelf ligt het moeilijk. Hier is de beweging stopgezet. Dat is gebeurd door een tegencampagne vanuit de boerenorganisaties
tijdens de bestuursraad op het stadhuis waar men er een beslissing over moest nemen.” Wat is het verband van veggiedag met uw lezing? “In onze lezing brengen we de samenvatting van ons laatste boek ‘Terra Reversa’, de transitie naar rechtvaardige duurzaamheid (Jan Van Arkel/EPO) waar we op conceptueel niveau kijken naar transitiemanagement en naar potentiële tools om transities te maken. Het Britse 4E-model bijvoorbeeld: duurzame keuzes mogelijk maken (enable), financieel ondersteunen (encourage), het goede voorbeeld geven (exemplify) en mensen betrekken in veranderingsprocessen (engage). Die concepten hebben
Bent u zelf vegetariër? “Ik ben zelf vegetariër. Een dag vleesmatiging bij de westerse bevolking is natuurlijk verre van voldoende. Maar anderzijds als je de burger vertelt dat we morgen allemaal vegetariër moeten worden, dan heeft dat geen effect. Je moet mensen betrekken, niet afstoten. Dat is belangrijk voor een campagne die goed wil blijven ‘plakken’. Dat wordt ook bevestigd door het feit dat de lancering van Donderdag Veggiedag op magistrale wijze de wereldpers heeft gehaald: BBC, CNN, Time Magazine etc.”
x Studium Generale: ‘Transitie naar echte duurzaamheid, voorbij het technologisch optimisme’, maandag 15 november, 21.00 uur, Koornbeurs, Voldersgracht 1, Delft. www.petertomjones.be
touw
> ISSN 0169-698x > Druk Wegener Nieuwsdruk Twente, Enschede > Oplage 12.000 > Advertenties H&J uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel Tel. 010-451 55 10 Fax 010-451 53 80 E-mail:delta@henjuitgevers.nl www.linkmagazine.nl > Abonnement Een abonnement kost 37,50 en kan elk moment ingaan. > HOP Delta werkt samen met het Hoger Onderwijs Persbureau Hein Cuppen, Bas Belleman, Thijs den Otter Tel. 071-523 6151 Fax 071-523 2138 E-mail hop@xs4all.nl > Copyright Delta Auteursrecht voorbehouden. Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur artikelen, schema‘s of illustraties geheel of gedeeltelijk over te nemen en/of openbaar te maken, in enigerlei vorm of wijze.
Wind Afgelopen donderdag moest ik door weer en wind van het ene naar het andere gebouw lopen. Het regende dat het goot en de wind duwde mij alle kanten op, en het kostte mij moeite een min of meer rechte koers aan te houden. Bij terugkeer bij het gebouw van CiTG had ik moeite om zonder kleerscheuren binnen te komen. De ingang bevindt zich namelijk in een soort windtunnel, en als je jezelf bij zwaar weer niet bijtijds vastgrijpt aan een betonnen pilaar of prullenbak, dan loop je het risico de ingang compleet voorbij te schieten. Je kunt dan uiteraard in de herkansing proberen om tegen de wind in alsnog de ingang te bereiken, maar de kans is groot dat je omver wordt geblazen. Nu heb ik, ik zeg het eerlijk, een lengte-gewichtverhouding die maakt dat ik niet makkelijk van mijn sokken te blazen ben. Maar mensen met een iets andere aerodynamica kunnen op dit soort winderige plekken ineens speelbal van de elementen worden. Zo is er het verhaal van mijn naaste collega L, van wie de flapperende jaspanden tijdens een pittige windkracht 8 ineens als parasail gingen fungeren, waardoor zij als een menselijke tumbleweed over de Mekelweg buitelde, om tenslotte geheel bemodderd en met enkele gekneusde ribben in de bosjes voor Natuurkunde tot stilstand te komen. Of deze zomer nog, de argeloze medewerkster die, met een karretje vol informatiemateriaal op weg naar de aula, werd verrast door een windvlaag. Ineens was zij omhuld door een paddenstoelenwolk van A4-tjes en memory sticks, die eerst razendsnel omhoog werden geblazen
om vervolgens tergend langzaam naar beneden te dwarrelen. Met daartussen rondrennend de medewerkster, die wanhopig probeerde het product van een hele ochtend kopiëren uit de blubber te houden. En wie kent de foto’s niet van studenten die als wapperende vlaggen in de lantaarnpalen voor EWI hingen (google ‘EWI storm’). Bekijk vooral ook eens de beelden die gemaakt zijn van (en door) vliegende TU-studenten op YouTube (check ‘Superstorm in Delft’, meer dan zesduizend hits). Maar gelukkig is er nu iets gevonden tegen de windgevoeligheid van het Mekelpark, en vooral de stormgoot naast EWI. Loop maar eens van 3mE naar EWI. Eureka. Het is een enkel element, dat bijna opgaat in zijn omgeving. Het is mooi in zijn eenvoud, strak vormgegeven, bijna popart-achtig zwart-wit met een rood kleuraccent aan de randen. Als je niet beter wist zou je zeggen dat het met zijn driehoekige vorm een boodschap wil uitzenden. Het is… een waarschuwingsbordje met een windzak erop! Applaus voor dit staaltje ‘out of the box’-denken, voor deze 21ste-eeuwse oplossing van een 20ste-eeuws probleem. Nooit hoeven we meer studenten uit lantaarnpalen of medewerkers uit prikstruiken te bevrijden, dankzij dit ei van Columbus. Driewerf hoera voor deze briljante vondst. Of in de woorden van de grote Obelix: ‘Broeva, Haro!’ Ellen Touw is hoofd van de dienst onderwijs- en studentzaken bij Civiele Techniek en Geowetenschappen en beleidsadviseur internationalisering.
DELTA. 32 11-11-2010
Nieuws
Decaan EWI
Eigen houtje
Prof.dr.ir. Henk Sips is per 1 november door het college van bestuur (cvb) benoemd tot waarnemend decaan van de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica. Sips bekleedt de functie tot in de definitieve opvolging van prof. Daan Lenstra is voorzien. Per half juni was Sips door het cvb al benoemd tot vice-decaan, in het bijzonder belast met het uitvoeren van de herijkingsagenda in de faculteit. Lenstra had aangegeven zijn contract bij EWI niet te willen verlengen en is nu met prepensioen.
De TU Delft en het ministerie van onderwijs (OCW) blijven het oneens over de toekenning van 25 miljoen euro voor Bouwkunde. Staatssecretaris Zijlstra schreef vorige week dat de TU zonder overleg heeft besloten geen nieuwbouw te plegen voor Bouwkunde. Hij zegt dat de TU dat op 25 januari 2010 per brief mededeelde. Collegevoorzitter Dirk Jan van den Berg schrijft deze week aan Zijlstra dat er toen ‘nog geen onomkeerbare beslissing [was] genomen’. “Het doel van de brief was het ministerie in te lichten […]” OCW vroeg daarna niet
Bacteriedressuur om een toelichting, aldus de TU. In september volgde de beschikking dat het geld terug moet, omdat de miljoenen specifiek voor nieuwbouw waren bestemd. De vraag of de TU op eigen houtje handelde, kan belangrijk zijn voor de Tweede Kamer. Die kan tijdens de behandeling van de OCW-begroting pleiten voor clementie met de TU. De universiteit hoopt daarop.
Gewogen loting bij L&R van de baan De TU stelt de numerus fixus voor de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek een jaartje uit. De faculteit gaat decentrale selectie voorbereiden voor collegejaar 2012-2013.
die is volgens Rullmann niet in staat om de regels op korte termijn om te buigen. “DUO heeft ons aangeraden om dit probleem op te pakken via decentrale selectie. De faculteit heeft nu goed de tijd om uit te zoeken hoe.” Bij decentrale selectie kan de faculteit zelf selecteren, maar niet op cijfers. “Daarvoor is nu juist de gewogen loting”, zegt Rullmann. Bij die loting komen internationale studen-
xConnie van Uffelen Gewogen loting voor eerstejaars studenten die volgend jaar Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek (L&R) willen studeren, is van de baan. De procedure voor deze loting is ongunstig voor buitenlandse studenten en Nederlandse studenten met een internationaal baccalaureaat. “Dat risico willen we niet lopen”, zegt collegelid Paul Rullmann. De lotingprocedure is volgens het college van bestuur (cvb) gericht op Nederlandse studenten en het Nederlandse ritme van diploma’s krijgen. “In het buitenland heb je je diploma nog niet op het moment dat je het hier moet inleveren om je visum en huisvesting te regelen”, zegt Rullmann. “De uitslag van de loting is te laat om op tijd een visum en kamer te regelen.” De TU heeft daarom contact opgenomen met de ministeriële Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), maar
Frituur
L&R wil buitenlandse studenten een eerlijker kans geven dan bij gewogen loting ten automatisch in de lotinggroep van studenten met een gemiddeld eindcijfer van 7 tot 7,5 omdat zij een niet-regulier diploma hebben. Buitenlandse studenten scoren echter vaak hoger bij L&R. De faculteit denkt nu aan een maximum aantal eerstejaars van 440. Dat is ongeveer gelijk aan het aantal instromers van het huidige collegejaar. Volgens onderwijsdirecteur Aldert Kamp is dat het maximum wat L&R aankan. Argumenten voor dit maximum zijn volgens Kamp dat er nu een ‘extreem hoge student-stafratio’ is van 27 studenten per vaste weten-
Hoe maak je temperatuur zichtbaar, vroeg promovendus ir. Caspar van Vroonhoven zich af. Hij maakt bij de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI) chips die ook ver boven de honderd graden Celsius nog nauwkeurig werken. Frituren bij 170 graden leek hem een goede demonstratie en zo kwam hij met schort voor op de customer day terecht van het Delft Centre for Mechatronics and Microsystems (DCMM), tussen communicerende robots, haptische afstandbedieningen en satellietenschudders. De jaarlijkse DCMM-presentatie vond donderdag 4 november plaats. (Foto: Tomas van Dijk)
03
schapper. “Dat is het hoogst van alle faculteiten binnen de TU”, zegt Kamp. “Als je naar 28 tot 30 studenten per wetenschapper gaat, komen sommigen nauwelijks aan onderzoek toe.” Daar komt bij dat de faculteit logistiek 440 eerstejaars kwijt kan. “Uitgaande van een doorstroom van driekwart naar het tweede jaar passen deze studenten net in de collegezalen”, aldus Kamp. Momenteel komt 25 tot 30 procent van de studenten bij L&R uit het buitenland. Veelal uit België en Duitsland. Kamp denkt dat die studenten massaal afhaken bij gewogen loting. De faculteit wil nu een methode zoeken om per 2012 alleen buitenlandse studenten decentraal te selecteren, maar zoekt nog uit of dat mag. “Die vraag ligt nu bij DUO”, zegt Kamp. L&R wil buitenlandse studenten een eerlijker kans geven dan bij gewogen loting, maar wil niet uitkomen op meer dan de huidige 25 procent. “Het is moeilijk uit te leggen als Nederlandse studenten massaal afgewezen worden, terwijl buitenlandse studenten geen belasting betalen.” Volgende week neemt het cvb een besluit over de hoogte van de numerus fixus bij zowel Bouwkunde als Industrieel Ontwerpen. Die fixi moeten, via gewogen loting, wel het komende collegejaar ingaan.
De olieafbrekende bacterie van het Delftse iGem-team bereikte afgelopen week de finale van de International Genetically Engineered Machine competitie in Boston. Uiteindelijk won het team van de universiteit van Slovenië. Wel kreeg het Delftse team de prijs voor de beste presentatie. iGem is een jaarlijkse competitie voor studenten in de synthetische biologie. Het is de bedoeling om micro-organismen te voorzien van nuttige of ludieke eigenschappen, de zogenaamde biobricks. Het negenkoppige Delftse team
ontwikkelde afgelopen zomer een bacterie die olie kan afbreken. Die zou ingezet kunnen worden bij de reiniging van afvalstromen vol zouten en vetten. Andere teams maakten bacteriën die de grondkwaliteit beproeven (Bristol), zware metalen onschadelijk maken (Peking) of licht geven (Cambridge). Het is de bedoeling dat een volgend Delfts team de olievretende bacterie tot een toepassing weet uit te bouwen.
x www.igem.org
Meer internationale studenten Een hoger collegegeld weerhoudt internationale studenten er niet van zich aan te melden voor een master aan de TU Delft. Op 1 november lag het aantal aanmeldingen een kwart hoger dan vorig jaar. Stond de teller op 1 november 2009 op 828, nu is dat 1031. Internationale masterstudenten hebben tot 1 april de tijd om zich aan te melden voor een studie aan de TU, maar de universiteit probeert hen over te halen dat eerder te doen. Daarom geldt dit jaar voor het eerst een application fee van vijftig euro voor studenten die pas na 1 november in actie komen. Elco van Noort, hoofd van het international office, denkt dat de toeslag één van de redenen is waarom het aantal aanmeldingen zoveel groter is. Die stijging is extra opvallend, omdat het collegegeld voor nietEU-studenten komend jaar wordt verhoogd van 8800 euro naar 12.500 euro. Aanleiding voor die prijsverhoging is het besluit van de landelijke overheid om de studies van internationale studenten in Nederland vanaf 2015 niet meer te bekostigen. Over het algemeen betekent een prijsstijging een daling van de vraag,
maar volgens Van Noort zijn er in deze markt andere mechanismen van kracht. Internationale studenten weten volgens hem dat kwaliteit een prijs heeft. “Bij een lage prijs vragen ze zich af of er iets aan de hand is.” Verder is de vijfde plaats op de Times Higher Education-ranglijst erg belangrijk voor een grote toestroom, denkt Van Noort, net als positief gestemde (oud-)studenten.
Internationale masterstudenten hebben tot 1 april de tijd om zich aan te melden “Zij zijn tevreden, dat maakt het voor ons gemakkelijker goed te scoren”, weet Van Noort. De 828 aanmeldingen van 1 november 2009 bleken een kwart te vormen van het totale aantal aanmeldingen: 3200. Uiteindelijk kwamen er dit studiejaar zevenhonderd internationale studenten naar Delft. Van Noort verwacht dat de verhouding tussen aanmeldingen en inschrijvingen dit jaar gunstiger zal uitvallen. Met het oog op de financiële crisis verwacht hij voor komend jaar extra veel aanmeldingen vanuit mediterrane landen. (SB)
DELTA. 32 11-11-2010
Nieuws
Aardwarmte
Winkel
Wie moeite heeft met de koude herfst kan zich verheugen op het aardwarmtecongres dat maandag plaatsvindt. Drs. Guus Willemsen (IF Technology) komt uitleggen waarom Nederland een topland is voor diepe geothermie (heet water opgepompt van meer dan een kilometer diepte). Dichter bij huis is het Delft Aardwarmte Project actief. Volgens de organisatie gaat er eind 2011 geboord worden.
De TU wil in de nieuwe stationshal in Delft samen met de gemeente een informatiepunt of universiteitswinkel openen. Anneke Kooijman van de directie marketing en communicatie (M&C) voert daarover oriënterende gesprekken met de gemeente. Hoe de winkel er precies moet gaan uitzien is nog niet bekend, zegt zij. Een voorbeeld is er wel: de Universiteit Leiden heeft samen met onder meer de gemeente Leiden en de Kamer van Koophandel een winkel op station Leiden Centraal. De winkel is een manier om de TU en het Science
x
Groeien met Geothermie, 15 november, Aula www.delftaardwarmteproject.nl
WK-goud Centre te profileren. Overigens zal het nog wel even duren voordat de plannen werkelijkheid worden. De nieuwe stationshal is op zijn vroegst in 2015 klaar.
Feestje op kantoor Het leek even op het welbekende 'Yes, we can'. “Ja, we gaan het doen”, zei rector Karel Luyben vorige week donderdag na een conferentie over het nieuwe werken. Hoe en wanneer? Daar is nog geen antwoord op. Afdelingen: meldt u zich voor een pilot. Luyben noemde de term ‘het nieuwe werken’ weliswaar ‘een hype en een vaag begrip’, maar: “Digitalisering, flexibel werken, een betere interactie tussen thuis en werk, vertrouwen in medewerkers: schaadt dat ons?” En: “Het kan toch niet zo zijn dat studenten na hun afstuderen een omgeving vinden die veel verder is dan de TU?” Aan het begin van de conferentie waren het nog open vragen: waarom het nieuwe werken? “Omdat de wetenschap zich er goed voor leent, een nieuwe generatie niet anders meer wil, bewezen is dat het dertig procent aan kantoorruimte bespaart, het ziekteverzuim daalt en je er gemotiveerde werknemers door krijgt”, zei directeur human resources (HR) Nynke Jansen. Waarom niet het nieuwe werken? “Omdat het niet voor elke job kan”, wist Luyben zelf. “Omdat vijftig procent van de nieuwe generatie niet zelfredzaam is”, reageerde Wim Pullen, directeur van het Centre for People and Buildings, verwijzend naar onderzoek. “Sterker nog, promovendi hebben in het begin sterke kaders nodig”, zei Erik Louw, lid van de ondernemingsraad. Het begint met het maken van een scan van een afdeling, vertelde
René Hoogland van Rabobank Nederland. “Waar sta je en hoe wil je verder? Maak een heldere businesscase, begin met het openen van de agenda’s en weet wat iedereen doet, werf ambassadeurs, laat mensen zelf voor het nieuwe werken kiezen, onderzoek wat wel en niet vanuit huis kan en blijf realistisch.” Uiteindelijk deed de Rabobank er drie tot vier jaar over om het flexwerken in te voeren. Dat ging onder meer gepaard met mentale veranderingen. De bank stelde
‘Flexibel werken, schaadt dat ons?’ wisselend leiderschap per project in en wilde niet meer van bovenaf dingen opleggen. “Voor managers tussen de 30 en 45 jaar die net een eigen kantoor hebben, is het ’t moeilijkst.” En ja, investeringen in infrastructuur en cultuurverandering lopen in de miljoenen. Het adagium van Marc Jetten van Interpolis – ‘geef voorrang aan cultuur boven efficiency, het gaat om de klanten en medewerkers’ – leek in goede aarde te vallen. Luyben: “Wij zijn in deze tent heel goed in het uitrekenen van winst. Vooral decanen.” Ook HR-directeur Jansen benadrukte het nog maar eens: vooral cultuur is de drijfveer en niet efficiency. En als mensen dan ‘nieuw werken’, zo bleek uit workshops, moeten ze wel de mogelijkheden van ict kennen, ofwel: ‘mediawise’ zijn. Ze
04
moeten zelf hun onderlinge contacten en communicatie organiseren en er echt een feestje van maken als ze elkaar wel op kantoor zien, maar zullen er achter komen dat volkomen papierloos werken toch niet echt fijn werkt. Connie van Uffelen
Chantal Achterberg kwam net als in 2009 terug van het WK roeien met een gouden medaille. De damesvier zonder stuur, waarvan zij deel uitmaakte, was de enige Nederlandse boot die in NieuwZeeland eremetaal veroverde. De eerste 1500 meter waren vooral een kwestie van overleven, zo liet de roeister van Proteus haar Delftse achterban weten. Het kwartet lag bij het 500-meterpunt nog derde. Eerst viel Amerika weg na een enorme misslag, waarna het de Nederlandse vrouwen na 1250 meter lukte om weg te roeien
van Australië dat op drie seconden achterstand finishte. Er lagen vier boten in dit niet-Olympische veld. Met onder anderen verenigingsgenote Sytske de Groot moest Achterberg zich twee dagen later in de damesacht tevreden stellen met een vijfde plaats. Ook de herenacht, met Delftse inbreng van Olivier Siegelaar en Peter Wiersum, en de lichte mannenvier met Roeland Lievens behaalden geen podiumplaats.
Ongeschreven regels De themamiddag ‘Diversiteit’ afgelopen dinsdag in de aula leek op een spoedcursus sociologie. In elk geval vatte spreker Gert Jan Hofstede, als bioloog verbonden aan de Wageningen Universiteit en gespecialiseerd in menselijk gedrag, het onderwerp erg ruim op. Begonnen met een slide van een vrouwelijke Perzische ruiter, volgden al snel uitspraken over cultuur in de diverse stadia van cross-culturele samenwerking. Van ‘Nonsens!’(ontkenning van de verschillen) via minimalisatie en defensie (‘Mijn cultuur is beter’) en acceptatie tot aanpassing. “Als een groep uit twee subgroepen bestaat, moet je daarvan op de hoogte zijn, maar er niet over praten”, adviseerde Hofstede. “Benadruk de gemeenschappelijkheden.” Zijn levendige betoog leek af en toe wat te veel op docenten gericht. “Maar cultuur is ook een verborgen invloed, in het bijzonder onder stress. Dus colleges zonder stress. En docenten: werk aan je crossculturele vaardigheden!” Maar wat is een cultuur eigenlijk? Volgens de Wageningse bioloog, onder meer bekend van de bestseller ‘Allemaal Andersdenkenden’, wordt die gevormd door de onge-
schreven regels van het sociale spel. “In Engeland bijvoorbeeld ga je aan de linkerkant van de lift staan als je wilt instappen. In Nederland is dat anders. Met dit Nederlandse gedrag laat je in Engeland zien dat je niet bij de groep hoort. Docenten, zorg daarom voor één moraal in je klas!” Zo niet, dan scheert een groep alle anderen als ‘outsiders’ over een kam en vergeeft deze alleen ‘insiders’ overtredingen van de onge-
‘Zorg voor één moraal’ schreven regels. Wat Nederlandse studenten volgens crosscultureel onderzoek op de TU vooral Chinezen maar weinig vergeven, is hun matige beheersing van het Engels. Volgens Hofstede komt dat vooral door hun afwijkende accent. Zodra je daar aan gewend bent, vindt hij, zijn ze gewoon verstaanbaar en op dat punt dus niet zo anders dan Nederlandse studenten. Buitenlanders blijken het moeilijk te vinden om zich aan te passen op de TU Delft. Oorzaak daarvan is volgens Hofstede de vage hiërarchie op de universiteit, wat weer te maken heeft met de egalitaire Nederlandse bedrijfscultuur. In veel landen is de hiërarchie sterker, wat meer duidelijkheid geeft. Dat Hofstede zelf moeite heeft om eenheid in een groep te bewaren, blijkt halverwege de lezing. Steeds meer mensen verlaten de zaal om niet meer terug te keren. (JB)
DELTA. 32 11-11-2010
Aanval Gert van Dijk, oud-TU-student en student aan de Haagse Hogeschool, is zaterdagavond op de TUcampus tot twee keer toe van dichtbij in zijn gezicht gespoten met een brandblusser. Van Dijk fietste met een vriend achterop over de Rotterdamseweg naar zijn huis aan de Balthasar van der Polweg toen een zwarte auto kwam aanrijden. De student belde omdat hij niet zeker wist of de bestuurder hem gezien had. “Even later ging het raampje open en zag ik helemaal niets meer,” vertelt hij. In paniek renden Van Dijk en zijn vriend de Cornelis
05
Nieuws
Drebbelweg in. Daar kreeg hij nog een keer de volle laag. Hij zegt veel bluspoeder binnen te hebben gekregen. Via internet zoekt de student naar getuigen, onder wie een blonde jonge vrouw, die op de kruising van de Leeghwaterstraat en de Cornelis Drebbelweg fietste. Zijn vriend denkt in de auto twee mannen met mediterraan uiterlijk te hebben gezien. Een kennis van Van Dijk die bij de politie werkt denkt dat de aanval mogelijk te maken heeft met homogeweld.
x
gertvdijk@gmail.com
Herstellend
Stylos-folly
Robbert van Zijverden, de TU-student die vijf maanden geleden uit een raam viel en een dwarslaesie opliep, denkt erover binnenkort zijn studie weer op te pakken. Dat zegt hij in AD/Haagsche Courant. Van Zijverden, die tot zijn middel verlamd is, verbleef de laatste maanden in een revalidatiecentrum in Utrecht. Daar werkte hij aan zijn lichamelijke herstel en haalde hij zijn aangepaste rijbewijs. Van Zijverden hoopt binnenkort een aangepast huis in Den Haag te kunnen betrekken.
Studievereniging Stylos van Bouwkunde heeft een prijsvraag uitgeschreven voor een nieuw paviljoen, dat op het voorplein van de faculteit aan de Julianalaan moet verrijzen. Het vorige paviljoen is vorig jaar overgedragen aan de universiteit. Het lag te ver af van de nieuwe faculteit. Niet veel later, in oktober 2009, werd dit derde Stylos-paviljoen in brand gestoken en moest het worden afgebroken. Het tweede paviljoen brandde in september 2005 ook al helemaal af, nadat er een molotovcocktail tegenaan was gegooid. Het nieuwe paviljoen moet
kleiner worden dan zijn voorgangers. Het moet een zogeheten folly worden, een ‘bouwwerk zonder functie, gebouwd als ornamenteel element’. Volgens Stylos moet de folly wel ‘een visie op de buitenwereld’ uitdragen. Duurzaamheid speelt daarbij een grote rol. Studenten kunnen hun ideeën tot januari 2011 inleveren. De vijf beste inzendingen mogen een definitief ontwerp maken. Daarna wordt een winnaar aangewezen.
x
www.stylos.nl
Hoeder bij struikelvak De spaghettibruggenbouwwedstrijd, stunts met kratten, het ontvangstweekeinde bij Civiel: Hans Welleman is van de partij. Namens de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen is hij genomineerd voor de titel ‘beste docent van de TU Delft’. xConnie van Uffelen Zijn studenten klapten en juichten toen Hans Welleman tijdens een college te horen kreeg dat hij was genomineerd. En typerend voor hem was dat hij vervolgens tegen de brengers van het goede nieuws zei: “En nu moeten jullie weg, ik moet verder met mijn college.” Hoewel studenten veel vragen hebben over zijn vak constructiemechanica, redt hij het altijd binnen de gestelde tijd. “Het is niet zo dat hij in de laatste week nog een half boek moet doorwerken”, zegt Jelle van der Zwaag, tweedejaars civiel. Welleman bereidt zijn colleges goed voor. Hij geeft veel praktijkvoorbeelden en betrekt daarbij zelfs
zijn hobby fotograferen. “Op studiereizen maakt hij altijd foto’s van bruggen”, zegt Van der Zwaag. “Hoe bruggen zijn gebouwd of hoe ze in aanbouw zijn.” Studieboeken zijn een stuk begrijpelijker na Wellemans colleges, vinden zijn studenten. “Je bent veel meer tijd kwijt als je niet naar zijn colleges gaat”, zegt Annabel Visschedijk, vorig jaar onderwijscommissaris van gezelschap Practische Studie. Ook in de grootste collegezalen weet Welleman studenten stil te houden. Zonder microfoon. “Als het niet stil is, slaat hij flink op tafel met zijn blote hand”, zegt Van der Zwaag. “Hij is heel streng. Accepteert geen smoesjes bij de coz, de computer ondersteunde zelfstudie.” Welleman was een van de eersten die met het coz-systeem ging werken en is dus vernieuwend in zijn onderwijsvormen. Zijn studenten moeten tweewekelijks opgaven maken via de computer en kunnen direct zien of hun antwoorden goed zijn. Na elk blok behandelt Welleman opgaven die slecht zijn gemaakt. “Hij hamert erop dat je het bijhoudt”, zegt Van der Zwaag. “Anders kun je je tentamen wel vergeten.” Constructiemechanica is namelijk een struikelvak. Zeer gewaardeerd is Wellemans behulpzame karakter. Mails met vragen beantwoordt hij duidelijk,
delta online Blij en kritisch Studentenhuisvester Duwo is blij dat de milieueffectrapportage voor Delft Zuid-Oost bijna klaar is en dat er ruimtes zijn aangewezen voor drieduizend studenteneenheden. Wel is Duwo kritisch omdat dat aantal onvoldoende is.
Luchtdrukwapen
”Als het niet stil is, slaat hij flink op tafel met zijn blote hand.” (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
snel en vriendelijk. “In mijn eerste jaar deed coz het op mijn computer niet”, zegt Visschedijk. “Hans is toen helemaal van de zesde naar de eerste verdieping gelopen om te kijken of hij het op mijn computer aan de praat kon krijgen. Hij neemt geen halve maatregelen.” Ook heel fijn: samen met studentassistenten onderhoudt Welleman een website waarop een planning staat en alle leerstof wordt bijgehouden. Studenten die zijn vak niet in één keer halen, biedt hij de mogelijkheid om vóór de herkansingen een spoedcursus te doen. En voor wie dan uiteindelijk flink wil oefenen met oude tentamens, had Welleman ook nog een idee. Ana-
loog aan de waarschuwing voor verstokte rokers heeft hij op elke tentamenbundel een waarschuwende tekst laten zetten: ‘reproducerend gedrag kan schadelijk zijn.’ Zijn studenten moeten immers geen tentamens leren, maar zijn stof begrijpen.
Wie is Hans Welleman 46 jaar, getrouwd met Jennifer Wight (49), dochter Ilse (17), (zee) zeiler, toerschaatser, mechanica boekenserie, programmeren van educatieve tools, Mahler
Vliegtuigcrash wordt TU-student noodlottig TU-student Walter van den Berg is vorige week bij een vliegtuigongeluk op Cuba om het leven gekomen. Hij was op weg naar huis na een stage bij Damen Shipyards. De 25-jarige Van den Berg begon in 2008 aan de master ship production bij de faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek & Technische Materiaalwetenschappen (3mE). Hij kwam van ver, deed eerst mavo, toen havo en vervolgens de hboopleiding werktuigbouwkunde aan de Haagse Hogeschool in Rijswijk. De student liep sinds het begin van de zomer op Cuba stage om een gat tussen verschillende vakken zinvol op te vullen. Volgens goede vriend en medestudent Mark de Jong wilde Van den Berg in februari beginnen met afstuderen om daarna gelijk te
De politie hield gisteren op de Brabantse Turfmarkt een passantenonderzoek. Aanleiding was dat vorige week vier mensen gewond raakten nadat ze waren beschoten met vermoedelijk – een luchtdrukwapen. Later meldden zich nog twee slachtoffers.
Werkstraf Tegen een inmiddels ontslagen secretaresse van de TU Delft is gisteren een werkstraf van 180 uur en een voorwaardelijke celstraf van een half jaar geëist. De 44-jarige vrouw drukte tussen mei 2007 en oktober 2008 minstens 35 duizend euro van de TU achterover.
Diplomafraude De Landelijke Studentenvakbond voorspelt meer gevallen van diplomafraude en slechter onderwijs, als universiteiten en hogescholen inderdaad boetes krijgen voor vertraagde studenten. Per jaar vertraging wordt drieduizend euro gekort.
Koehandel gaan werken voor scheepsbouwer Damen Shipyards. De Jong schetst zijn vriend als een ‘heel gedreven, ambitieuze jongen’. Dat beeld komt ook naar voren uit de woorden van hoogleraar ship design, production and operations prof.ir. Hans Hopman. “Het kwam Walter niet aanwaaien, maar dat werd volledig gecompenseerd door zijn gedrevenheid en enthousiasme. Hij was een goede student.” De Jong weet dat Van den Berg heel graag expat wilde worden. “Ik heb hem goed leren kennen toen we samen op stage naar Kaapstad zijn geweest. Dat was de enige keer dat ik hem voor het buitenland heb moeten motiveren. Daarna heeft hij zijn afstuderen in China gedaan, een semester van de TU in Noorwegen gevolgd en stage gelopen op Cuba.” Van den Berg en De Jong voetbalden wekelijks met een vriendengroep genaamd Vitamine B7 op het sportcentrum. “Walter was een heel gezellig, aanwezig persoon en bracht zeker sfeer.” De vrienden knapten samen een
Wantrouwen, achterdocht, koehandel en disproportionele kosten. In een harde evaluatie is geen spaan heel gelaten van de manier waarop onderzoeksgeld uit de aardgasbaten de afgelopen jaren is verdeeld.
Hippe schoen Vier oud-studenten van de TU Delft maken kans op de Herman Wijffels Innovatieprijs van de Rabobank. Het gaat om Sanne en Mirik Castro van Simgas en de oud-IO-studenten Christiaan Maats en Dirk-Jan Oudshoorn van Oat Shoes.
Walter van den Berg. (Foto: Mark de Jong)
honderd jaar oud bootje op. Ook hield Van den Berg van brommers en motoren. “Zijn nieuwste aanwinst was een Honda motor, een oldtimer. Hij probeerde ons over te halen ook een motorrijbewijs te halen, zodat we samen ergens op de wereld een motortrip konden maken.”
3mE-decaan Marco Waas schrijft in een persbericht geschokt te zijn door het tragische ongeval in de bergen van Cuba. De faculteit verloor niet alleen een student, maar ook alumnus en oud-medewerker Hans van Schuppen. (SB)
x www.delta.tudelft.nl
DELTA. 32 11-11-2010
06
science
opinion please
Getting from A to B A website that predicts the travelling times by car. Chris van Hinsbergens fileradar.nl is based on a method he developed during his PhD studies. The system determines which one of several models works best. xrobert visscher When Chris van Hinsbergen (faculty of Civil Engineering and Geosciences, Dynamic Traffic Management section) first started his research, he discovered that there were 130 different models to predict travel times by car. “I didn’t want to make model number 131,” he says. “I assumed that the best model would be found among the 130 that already existed. However, the question was how I could pick the one that makes the best prediction?” Four years later and Van Hinsbergen has developed a fascinating method that determines what model could be used best. “To select the best model, one should take three steps. The first is to pick several you think will work best based on prior knowledge or a literature study and to use
How long will this take? ( Photo: Vijverln/Wikimedia )
data to calibrate these methods. The second step is the numerical comparison of the models. And the last step is to rank the models and select one or a few of the best
’I didn’t want to make model number 131’ models to actually make predictions in the field.” With his method, Van Hinsbergen comes closer to determining what has been a mission impossible: to know exactly how long one will be on the road. “It’s difficult because there are many insecurities,” he explains.
“Traffic is the result of human behaviour, which changes all the time.” Nevertheless Van Hinsbergen and his colleague Frank Zuurbier have used the new method to set up a website, fileradar.nl (file being the Dutch word for ‘traffic’), that will predict how long one can expect to be on the road travelling to a particular destination. The researchers combine data about the occupation rate of the road and speed of the cars, which are measured, as well as historical data on past traffic jams on Dutch roads. The two budding entrepreneurs hope to have their new website online by April 2011.
Silent speech
Loud telephone calls are the number one irritation in trains. The first-ever Dutch lip reader might provide a solution: silent speech or mute miming. If a talking mouth is all there is on the screen, the automated lip reader that Dr Alin Chitu has developed even beats experienced human lip readers. However, as soon as the image widens, humans win hands down. Context is perhaps the most important factor for humans in visual speech recognition. You needn’t be especially gifted to understand the request for a ‘Biertje?’ in a crowded, noisy bar. For his PhD project at the faculty of Electrical Engineering, Mathema-
tics and Computer Sciences, the Romanian-born Chitu compared three different methods for lip reading, setting up ‘corpus’, or database, of twelve hours of video recorded spoken Dutch that contains spoken digits, letters, texts read aloud and bits of spontaneous speech. As for which is the best method, that depends, Chitu says. At high speech rates, the method that continually fits a mouth shape over the camera image seems to perform best. At lower speech rates, the method that only captures the movement of the mouth is the best choice. So far the system recognizes 92 percent of the spoken digits correctly; 60 to 70 percent of spelled letters; 50 percent of fenced-in talk (in a fixed menu) and about a third of free speech. Currently, the prototype needs about two to three times the utterance duration for processing, which is quite fast considering how many different options the system
must weigh and discard. Chitu’s PhD supervisor, Professor Leon Rothkrantz, thinks the first lipreading application will be in mobile phones. “It’s a huge market,” he says. Recognition of silent speech would not only benefit rail commuters, but also crisis communication in noisy environments. Ever tried making a call from a helicopter? Yet another application could be in the very labour-intensive process of teaching hearing-impaired children to lip read. (JW)
x
Dr Alin Chitu, Towards Robust Visual Speech Recognition, 2 November 2010, PhD supervisor Professor Leon Rothkrantz.
The Barendrecht Syndrome After years of protests from residents against Shell’s plan to inject 400,000 tonnes of compressed CO2 under a local shopping mall, the plan was finally scrapped last week by the new Dutch minister of economic affairs, Maxime Verhagen. On Thursday, 4 November, Minister Maxime Verhagen informed the Dutch House of Representatives that the proposed CO2 sequestration project in Barendrecht would be stopped due to a 'complete lack of local support', as well as a delay of more than three years in obtaining permits. Nature carried the story on its website. “It’s a shame,” says geoscientist Dr Karl-Heinz Wolf of the faculty of Civil Engineering and Geosciences (CEG), who had been assisting the project by answering questions from concerned residents. During this process, Wolf however also discovered that people did not believe the scientists, including Wolf and his students. Wolf blames this fact on the fear-mongering of activists opposed to the plan. “Once people are scared, they won’t listen to rational arguments,” says Wolf, adding that the effectiveness of fear-mongering has subsequently been labelled ‘The Barendrecht Syndrome’ and that activists from ‘Die Linke’ in Germany are now using the same tactics in Brandenburg as well. “Social acceptance is a real issue,” says Professor Hans Bruining, also from the CEG faculty. “First you have to explain the need, explain that atmospheric CO2-levels are reaching two to three times pre-industrial levels, and that something needs to be done.” But Prof. Bruining also recognises that the word of an ‘authority’ is no longer simply taken granted. He further believes that this is a modern phenomenon: not only are engineers greeted with scepticism, but so too doctors, judges or even a minister (in Barendrecht, two Dutch government ministers were booed from the podium during meetings). Nicole Huijts, from the faculty of Technology, Policy and Management, finds the case most 'interesting'. From her perspective, as a researcher on the public acceptance of technology, Minister Verhagen’s decision to cancel the project shows that “the public does have influence.” Huijts says that attitudes of acceptance in Barendrecht were eroded by a lack of trust. The partnership between Shell and the government apparently inspired little faith. “Once the public starts to think that the government is not serving their well-being, but some private interests instead, they will also distrust the information they are given.” The Barendrecht fiasco does not however signal an end to research into Carbon Capture and Sequestration (CCS) in the Netherlands. As part of the CATO-2 research programme, various techniques to capture CO2 from flue gases are under development. New national injection sites have not yet been identified, but it seems plausible that the less densely populated northern part of the country will now be targeted. It shall be interesting to see if and how local support can be won. Shell meanwhile has decided to try its luck elsewhere. The Quest project in Alberta, Canada, and the Gorgon project in Australia are mentioned as the company’s next sequestration projects. Does this signify a loss for the Netherlands? Not necessarily, Prof. Bruining says. CCS is an international issue and Dutch scientists will remain involved through Shell. (JW)
DELTA. 32 11-11-2010
07
science
come to think of it
Design for doctors Engineers can help doctors perform better and save lives. That’s the conviction professor of physical ergonomics, Richard Goossens, expressed in his inaugural lecture.
Feather chair in limbo Delta and Delft Integraal often write about innovative ideas that offer big promises for the future. But what has happened to such ideas a couple years on? What for instance has happened to the micro gravity chair?
xROBERT VISSCHER Following a horrific car accident, the victim is rushed into the operating room, where the surgeon begins a very complex operation. But halfway through the operation, the surgeon must repeatedly twist his wrist awkwardly and uncomfortably in order to use his instruments. During such life threatening operations, surgeons must at the very least be able to use their life-saving tools correctly and comfortably. This is one of the many examples of how engineers can help surgeons. One of Professor Richard Goossens’ PhD students discovered that this was a common problem for surgeons in the operation room, so consequently designed special handles that make the instruments easier to use. Goossens, who is also a professor at the Erasmus Medical Center in Rotterdam, sees it as his mission to improve the way doctors work. “The field of physical ergonomics focuses on the development of products that are comfortable, efficient and safe. Safety is an aspect we have experience with, and we help doctors
Richard Goossens: "We help doctors with our knowledge." (Foto: onbekend)
with our knowledge. We observe doctors in their own environments. It’s very important to study how a person interacts with a product. This shows if a product works properly.” Goossens proposes to create a surgeons’ cockpit. “We should treat the operating room as we do an airplane’s cockpit. The airplane industry
’We should treat the operating room as we do an airplane’s cockpit’ has a long tradition with safety.” At the ‘Human factors in Healthcare’ symposium, held in honour of Prof. Goossens inaugural speech as professor at TU Delft, a veteran NASA astronaut and an airline industry safety expert will join the professor
proposition Don't panic, happiness will find its way to you. 'Analysis of streaming media systems', PhD-thesis by Yue Lu (Electrical Engineering, Mathematics and Computer Science).
in exploring this topic. “I’d like to stress that the doctors are already doing great work and that the equipment is very good,” he adds. “However with our expertise, ergonomics has the ability to improve the work of doctors.” Prof. Goossens and his colleagues were already engaged in illustrating the ways in which they could improve how doctors work, having previously designed new wheelchairs, distributed questionnaires among cancer patients to help improve our understanding of where the pain comes from, and developed a seat cushion that minimises the chance of one developing pressure ulcers. Goossens’ Medisign group has also improved the way doctors examine a womb to determine if there are any problems related to myoma. “Current practice is to fill the womb with water, in order to make a CT scan. But that gets messy and is uncomfortable, because the water leaves the womb quickly. We’ve been working on a special gel and plug that closes the womb. After the scan is taken, women use a special cord – similar to a tampon - to remove the gel and plug in the toilet. This works much better and is more patientfriendly and comfortable than the current method. And that’s what my job is about.”
x (Illustration: Auke Herrema)
‘Human factors in Healthcare’ symposium and inaugural speech by Richard Goossens. 12 November from 9:30-18:00
Nearly nine years ago, industrial designer Niels Vrijlandt predicted Delta 31-01-2002 his micro gravity chair would be on Industrial designer Niels Vrijthe market in 2003. “In the beginlandt won the Assistant-SEEning everything was going really Innovation Competition with well,” he recalls. “We traveled to his micro gravity chair. the United States, Germany and Hong Kong and received enthusiastic reactions from companies that make office chairs.” A company in Hong Kong was keen to produce this new office chairs. Vrijlandt: “We already had a deal, but the financial crisis hit the company hard. Around the world people spend a lot less money on office chairs. Most of them hang on to the ones they had. The company in Hong Kong therefore decided not to put our chair on the market. It has disappointed me that it proved so hard to sell the chair. Because of the production costs needed to set up a new line of office chairs, companies had to make tens of thousands to make a profit. This costs hundreds of thousands euros.” The micro gravity chair has a feather compensation mechanism that is built into the chair’s undercarriage. Because of this feather mechanism, the chair moves easily in any direction one wants. “With your little finger you could move the chair in any position,” Vrijlandt explains. “When you sit on it and move, the chair moves with your body. When you move your mouse for example the chair supports this movement. You could compare it to sitting on a Skippy ball. I believe that it’s bad for a person to sit still and that it’s good to move around. The micro gravity chair underlines my vision: one moves while sitting.” Vrijlandt has since managed to use this technique to help people who have muscle disorders. “We’ve used the mechanism in a wheelchair, so one who has a muscle disorder can move an arm without much effort,” he says. “I’ve also heard of people using it to shake someone’s hand, comb their hair or put a pizza in the oven. For such people it makes a big difference that they can use their arms. Normally our technique would never have been developed to help them, because it’s such a small market, but since we had already done all the research, it was great to develop this.” Vrijlandt has high hopes that his chair will be on the market in future: “But that depends on what day you talk to me about this. Some days I think it won’t work. Today a big company asked for information about the chair, so I believe we do have a chance again to put it on the market.” (RV)
Niels Vrijlandt: "The financial crisis hit the company hard." (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
DELTA. 32 11-11-2010
interview
08
WIE IS CIANO AYDIN? Een docent die zijn studenten met zachte doch dwingende hand richting een al voorgebakken conclusie leidt ‘hoort niet thuis op een universiteit’, vindt Ciano Aydin (1972). Veel liever maakt hij studenten deelgenoot van een zoektocht, waarbij hij het liefst ook zijn eigen denken ziet aangescherpt. Zo was er de student die hem in een discussie over vriendschap en Facebook duidelijk maakte dat je op duizend kilometer afstand wel degelijk heel goede vrienden kunt zijn. Roll over, Aristoteles. Aydin studeerde cum laude af in filosofie en pedagogiek en promoveerde op het substantiebegrip bij Nietzsche. Aydin bekleedt sinds september 2010 een leerstoel aan de faculteit Techniek, Bestuur en Management voor de Thomas More stichting. Op 9 november startte zijn eerste collegereeks als bijzonder hoogleraar wijsbegeerte en technische wetenschappen over human enhancement. Hij doet dit samen met Peter-Paul Verbeek, met wie hij aan de Universiteit Twente werkt. “Ik vertegenwoordig de christelijke invalshoek, hij de humanistische.” Aydin werkt aan een boek over identiteit, interactie en idealen: het resultaat van een onderzoek waarvoor hij in 2006 een Veni-subsidie kreeg. (Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)
DELTA. 32 11-11-2010
09
interview
Supermensen Met technologie knutselen aan de mens. Geef je zo de evolutie een duwtje in de goede richting of degradeer je de homo sapiens tot een zielloze cyborg? Voor- en tegenstanders vliegen elkaar in de haren over human enhancement, het ‘verbeteren’ van de mens. Ciano Aydin, bijzonder hoogleraar bij TBM, ontwaart in beide kampen de taaie invloed van een oud idee. xJoost Panhuysen U bent geboren in Nusaybin, een grensstad in het zuidoosten van Turkije. Uw ouders zijn als Aramees vluchteling naar Nederland gekomen. Kunt u iets over uw achtergrond vertellen? “In de streek waar ik vandaan kom, woonden sinds mensenheugenis Syrisch-Orthodoxe christenen. Maar vanaf einde negentiende eeuw vonden daar grootscheepse vervolgingen plaats. Veel mensen hebben gehoord van de genocide op de Armeniërs in 1915; minder bekend is dat toen ook honderdduizenden Aramese en andere christelijke burgers zijn gedood. Sinds die periode was het moeilijk voor Syrisch-Orthodoxe christenen om in die streek te blijven wonen. Ze zijn langzaam naar het westen getrokken. Mijn ouders kwamen in een grote Aramese gemeenschap in Twente terecht. Daar is in Hengelo eind jaren zeventig de eerste Syrisch-Orthodoxe kerk van Europa gesticht.” U bent grootgebracht in de Syrisch-Orthodoxe Kerk. Heeft dat invloed gehad op uw denken? “Ik ben gevormd in die traditie, met de bijbel. Zoals menig gezond kind heb ik daar tegen gerebelleerd: allemaal dogmatische onzin. Later ga je daar anders tegen aan kijken. Je kunt je eigen achtergrond niet ontkennen. Je moet je die tradities eigen maken, ze herontdekken en herscheppen.” Als u naar uw eigen werk kijkt, ziet u dan invloeden van die traditie? “Ik vond het als jongen vaak een beproeving om drie dagen per week Bijbelexegese te moeten doen. Maar op die manier heb ik geleerd tijd te nemen voor teksten, aandachtig en geduldig te lezen. En wat de ideeën betreft: ik voel wel affiniteit met de vierde-eeuwse dichter Efrem de Syriër, één van de inspiratoren van de Syrisch-Orthodoxe Kerk. Hij zegt steeds dat hij niets over God kan zeggen, want dat gaat voorbij de grenzen van zijn verstand. En toch wil hij dat gebied verkennen. Dat herken ik. Verkennen doe je vooral door vragen te stellen. Zodra iemand pretendeert alle antwoorden paraat te hebben, begin ik me onbehaaglijk te voelen.” In een recent artikel stelt u dat de discussie over human enhancement voor een deel bepaald wordt door impliciete vooronderstellingen die zijn terug te voeren op het werk van Descartes en Kant. Kun je met filosofen uit de zeventiende en achttiende eeuw de morele dilemma’s ontwarren rond zaken als genetic engineering, smart drugs, breinimplantaten? “Het is goed om de discussies te kennen die zulke filosofen ooit hebben gevoerd over thema’s waar we nu nog mee worstelen. Anders ga je heel naïef het wiel opnieuw uitvinden. Maar uiteraard blijken sommige ideeën niet langer toereikend te zijn. Neem verantwoordelijkheid: dat hebben filosofen vanouds gekoppeld aan het individu. Vandaag de dag hebben we echter te maken met complexe organisaties. Handelingen en verantwoordelijkheden zijn eerder te herleiden tot netwerken en relaties tussen mensen. Dus moet je een nieuwe ethiek ontwikkelen. Daarvoor hebben wetenschappers en filosofen elkaar hard nodig.” In de discussie tussen transhumanisten (die het gebruik van technologie propageren om de biologische tekortkomingen van de mens te overwinnen, red.) en bioconservatieven (critici van human enhancement, red.) ontwaart u het oude idee dat er een strikte scheiding bestaat tussen geest en materie, tus-
sen de mens en de buitenwereld. De mens heeft volgens die visie een autonome geest, die onaantastbaar boven de empirische werkelijkheid zweeft. “Mijn these is dat Descartes met dat idee een crisis in het denken probeerde te bezweren. Oude zekerheiden waren gaan wankelen door nieuwe wetenschappelijke inzichten, ontdekkingsreizen, de Reformatie. Descartes zei: die externe, empirische werkelijkheid mag dan nu een bron van onzekerheid zijn, we kunnen in ieder geval waarheid vinden door ons eigen denken te onderzoeken. Op die innerlijke wereld kon je blind varen. Dat was een radicale, ietwat verkrampte poging om weer controle te krijgen over de werkelijkheid. De materiële wereld werd volledig losgescheurd van de geestelijke wereld. Wie adequate uitspraken over de werkelijkheid wilde doen, was aangewezen op zijn innerlijke wereld, want die was zuiver, niet besmet door empirische invloeden.” En zo’n ‘autonoom ik’ bestaat niet? “Nee. Daarom vind ik sommige argumenten van bioconservatieven tegen human enhancement minder overtuigend. Hun vrees dat human enhancement de uniciteit van de mens bedreigt, gaat vaak uit van die onveranderlijke, autonome geest. Een concept dat ook snel leidt tot afkeer van nieuwe technologie. In werkelijkheid is er voortdurend interactie tussen jou en de buitenwereld. Daar staat geen onbeweeglijke muur tussen. En omdat technologie sinds enkele eeuwen de buitenwereld steeds meer bepaalt, wordt onze identiteit op haar beurt steeds meer bepaald door onze interactie met technologie. Dat technologische ontwikkelingen ons zelfbeeld veranderen is niets nieuws. Bij de introductie van de eerste stoomtreinen dachten veel mensen: dat kan niet gezond zijn, zo’n hoge snelheid gaat in tegen de menselijke natuur.” De mens verandert dus mee met de techniek. Veegt u daarmee alle bezwaren tegen human enhancement van tafel? “Nee. Ik zeg niet dat je alle nieuwe technologie kritiekloos moet omhelzen. Maar je moet kritisch zijn op basis van adequate argumenten. Als jij zegt: ‘geen human enhancement, want dat gaat in tegen de menselijke natuur’ moet je uitleggen wat je bedoelt met die term. Is de menselijke natuur iets zuivers en onveranderlijks? Of eerder iets waarover we voortdurend nieuwe ideeën ontwikkelen?” Toch zet u ook vraagtekens bij het enthousiasme van de transhumanisten. “Zij roepen het beeld op van de supermens, die triomfeert over de beperkingen van de natuur en zijn ideale staat gevonden
heeft. Maar onder invloed van de buitenwereld zal de mens voortdurend blijven veranderen. Transhumanisten gaan ook te makkelijk voorbij aan het feit dat we weliswaar geen onveranderlijke menselijke natuur hebben, maar ons in de loop der eeuwen wel degelijk bepaalde sociale en morele gewoontes hebben eigen gemaakt. Die gewoontes hebben vooral betrekking op hoe we met elkaar omgaan: denk aan het idee dat elk mens recht heeft op een zekere waardigheid. Waarom hebben dat soort waarden zich zo goed weten te handhaven in de loop van de geschiedenis? Zulke tradities mag je niet zomaar opzij schuiven omwille van een aantrekkelijke nieuwe technologie. Het is niet mijn taak om mensen te vertellen welke keuzes we moeten maken, maar ik wil wel vooronderstellingen blootleggen. Als bijvoorbeeld bio-ethicus John Harris in zijn boek ‘Enhancing Evolution: The Ethical Case For Making Better People’ betoogt dat we de morele plicht hebben om alles te doen wat mogelijk is om mensen te verbeteren, inclusief gentechnologie, dan moet je je kritisch afvragen wat er precies bedoeld wordt met ‘verbetering’.” Harris heeft het over mensen die weerbaarder zullen zijn in tijden van klimaatverandering en energieschaarste, mensen die minder tot gewapende conflicten geneigd zijn omdat ze daarvoor te intelligent zullen zijn. Mensen die een hogere leeftijd bereiken, zonder ouderdomsziektes. “Goed, maar op het moment dat je over verbeteren praat, veronderstelt dat een ideaal. Dan zeg ik: laten we eens over dat ideaal praten.” Transhumanisten, wees intellectueel zo eerlijk om precies te beschrijven wat voor ideaal mens jullie voor ogen staat? “Precies. In de discussies gaat het nooit expliciet over het doel. Terwijl een probleem of een ziekte alleen onderkend kan worden in het licht van een bepaald ideaal, met bijbehorende criteria. Natuurlijk wil bijna iedereen langer leven en langer gezond blijven. Ik zeg ook niet dat je daar niet aan mag werken. Maar je moet wel durven nadenken over de mogelijke gevolgen: overbevolking, leegte, verveling. En als je onze huidige ‘imperfecte’ staat voortdurend naast dat ideaalbeeld van de vervolmaakte toekomstmens legt, bestaat het risico dat we onszelf steeds meer als minderwaardig zullen gaan ervaren.”
x De hoorcollegereeks Technology and the Future of Humanity (www. thomasmore.nl/delft.php) is op 9 november begonnen. Nieuwe studenten blijven welkom. Als ook internationale studenten de colleges bijwonen, zullen deze in het Engels worden gegeven.
DELTA. 32 11-11-2010
10
lifestyle
Echte mannenreis “Ik heb er wel vertrouwen in”, zegt Frank Jacobs (20). De derdejaars werktuigbouwkundestudent start 29 november met de rally Amsterdam-Dakar 3FM Serious Request Edition als invulling van zijn eerstejaarsstage. xFausia Abdoel
Hekkensluiter Dopie (blauwe shirts) schoot weinig op met het 2-2 gelijkspel tegen Spirit. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Het uitduel van subtopper Ariston’80 tegen hekkensluiter UVS uit Leiden begon zaterdag spectaculair. Binnen vijf minuten kregen de 22 voetballers het voor elkaar om een 2-2 tussenstand op het scorebord te zetten. Het doelpuntenfestijn ging in die eerste helft vrolijk verder: halverwege leidde de thuisploeg met 4-3. Na de pauze maakten de Delftse studenten het verschil op de ranglijst alsnog waar door met 5-4 te winnen. Coach Arjan van der Meijde had zijn spelers tijdens de theepauze op het juiste spoor gezet: “Ik heb in de rust even gevraagd of de heren verdedigers wilden gaan verdedigen, de heren aanvallers aanvallen en de heren daartussenin eens een duel wilden aangaan.” Voetbal is een simpele sport, als je maar weet wat je moet doen. Dat geldt vast ook voor de hockeyers van Dopie die graag van de laatste plaats af willen in de tweede klasse B. De thuiswedstrijd tegen het eveneens laaggeplaatste Spirit was zondag een uitgelezen mogelijkheid om die wens concreet in te vullen. De Virgilianen bleven echter steken op 2-2. “We hadden kunnen en misschien wel moeten winnen”, vond Pieter Verhoeven, die niettemin blij was dat een 2-1 achterstand nog op tijd kon worden opgewaardeerd tot een gelijkspel. Tim van de Swaan zorgde met twee sleeppushes uit strafcorners voor de Delftse productie. Tot overmaat van ramp boekte nummer voorlaatst Warande een zege, waardoor het gaatje met de eerstvolgende op de ranglijst tot drie punten werd vergroot. Verhoeven blijft optimistisch: “Er zit een stijgende lijn in ons spel. Als we zo doorgaan moeten de punten komen.” In dezelfde afdeling gaat DSHC intussen onverdroten voort met het bijeengaren van punten. Zondag zette de gedegradeerde corpsploeg de wens om zo snel mogelijk terug te keren naar de eerste klasse kracht bij door runner-up Gouda met 2-1 te kloppen. Met 21 punten uit 8 wedstrijden staan de Delftenaren soeverein aan kop. Zo’n riante koppositie hebben de rugbyers van Thor weliswaar niet, maar de heren draaien wel hoog mee in de derde klasse. In de voorlaatste wedstrijd leed het vijftiental, vorig seizoen nog vierdeklasser, een ongelukkige 17-18 nederlaag tegen Haagsche RC 3. Zondag herstelden de Delftse studenten zich in Rotterdam waar rode lantaarndrager Sparta met 36-17 werd geklopt. Thor staat tweede, maar wel met 15 punten achterstand op de ongenaakbare koploper Gouda. Op het WK schermen, in Parijs, plaatste TU-student en florettist Sebastiaan Borst zich vorige week voor de laatste 64, waarna de schermer in de eerste ronde werd uitgeschakeld. Boosdoener was de Rus Renal Ganeev die de student technische wiskunde met nipte cijfers versloeg: 10-9. Tot slot een bericht voor mensen die graag sporten met een biertje in de buurt. Op 15 november wordt er een tafelvoetbalcompetitie voor tweetallen gehouden op het sportcentrum. Aanmelden kan bij de balie.
x Tips? Jimmy.tigges@hetnet.nl
stephan
Sport
Dat Jacobs ooit zou meedoen aan de Amsterdam-Dakarchallenge, stond voor hem al vroeg vast: “Al van jongs af aan was ik gefascineerd door racen en na een keer de Parijs-Dakar-rally gevolgd te hebben op tv wist ik zeker dat ik ook van partij wilde zijn.” Dakar zal hij overigens niet bereiken, want het mag dan Amsterdam-Dakar Challenge heten, de Serious Request-editie volgt een alternatieve route door Marokko en eindigt in het zuidelijkste puntje van dit land. Reden is de politieke onrust in Mauretanië, waar de deelnemers normaal gesproken doorheen rijden. Jacobs vindt het geen probleem: “Het gaat om de reis zelf en de landschappen verschillen volgens mij niet zoveel van elkaar.” Het lag minder voor de hand om de rally als stage te gebruiken. “In het eerste jaar lopen werktuigbouwkundestudenten drie weken mee bij een bedrijf. Volgens mijn vrienden stelt dat niet veel voor. Je wordt als stagiaire alleen maar gebruikt om koffie te halen. Er is niet eens tijd om een project uit te voeren.” Jacobs wilde meer verantwoordelijkheid en iets van zijn studie in praktijk brengen. Hij wist het stagebureau ervan te overtuigen dat de Amsterdam-Dakar-rally een goede aanvulling op zijn studie zou zijn: “Je leert hoe de onderdelen van een voertuig er in het echt uit zien. Je kunt ook al je theoretische kennis toepassen als er onderweg wat kapot gaat. Bovendien leer je omgaan met bedrijven aangezien ik ook sponsors moet werven.” Dat laatste blijkt lastig te zijn. “Het is moeilijker dan verwacht”, zegt Jacobs. Hij wil ongeveer tweedui-
Met aanpassingen als grotere wielen, hogere schokdempers en een metalen bodemplaat maakt Jacobs de Hyundai geschikt voor de Amsterdam-Dakar-challenge. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
zend euro ophalen voor een goed doel, Het Glazen Huis (een jaarlijkse actie waarbij dj’s van 3FM zich een week zonder voedsel opsluiten om geld in te zamelen voor het Rode Kruis, red.) . Daarvan is nog maar een klein deel binnen. Jacobs: “Bedrijven hebben niet veel interesse. Het zal de crisis wel zijn. Maar gelukkig is mijn moeder heel enthousiast. Ze belt echt iedereen die zij kent om wat geld los te krijgen.” Jacobs moeder had graag meegewild, maar mag niet mee: “Het is echt een mannenreis”, vindt Jacobs.
‘Mijn moeder belt iedereen om geld los te krijgen’ Met zijn vader naast hem gaat hij de negenduizend kilometer tellende uitdaging aan in de Hyundai Lantra van zijn tante. “Zij stopte met werken en plaatste haar autootje voor vijfhonderd euro op Marktplaats. Voor vierhonderd euro kon ik hem kopen”, vertelt Jacobs. “Met nog wat aanpassingen blijven we zo binnen wat 3FM als budget aanhoudt: vijfhonderd euro.” Om de auto geschikter voor de reis te maken monteren Jacobs en zijn vader hogere schokdempers en een metalen bodemplaat. “We hadden er al grotere wielen onder gezet.” De eerst pech hebben ze ook al gehad: “Vandalen staken een paar
weken terug drie banden lek.” Voor pech onderweg is Jacobs niet bang. Hij ziet het als een mooie manier om wat praktijkervaring op te doen. “En als het me niet lukt, is er altijd nog mijn vader die verstand heeft van mechanica.” Dat hij met zijn vader bijna 24 uur per dag in een auto zal zitten, vindt Jacobs geen punt. “We houden van dezelfde muziek, dus als het even niet goed gaat zetten we de muziek aan.” Ook het slapen is geen probleem: “Ik neem twee eenpersoonstentjes mee, want mijn vader snurkt nogal. Ik kan dan zo ver mogelijk van het lawaai gaan slapen”, lacht Jacobs. Hij kan bijna niet wachten: “Het lijkt mij een ervaring waarmee ik kan groeien op persoonlijk en professioneel vlak. Ik spreek een beetje Engels en Duits, dus ik red me wel.” Dat ze in Marokko voornamelijk Frans en Arabisch speken, ziet Jacobs niet als een probleem.
DELTA. 32 11-11-2010
11
lifestyle
tekentafeltalenten
Feel good-water We moeten als de bliksem en massaal aan de duurzame hervulbare waterfles. Utopie? Vijf TBM’ers hebben een mooi plan dat donderdag, de Dag van de Duurzaamheid, kan worden beloond met twintigduizend euro. xErik Huisman
Eline de Vroome: “Vooralsnog verdien ik er niks aan, maar ik vind het een hele eer dat ze ermee aan de slag willen.” (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
Lichtpuntje voor kantoorwerkers Lastig, zo’n after-lunch-dip achter je bureau. Zou het niet heerlijk zijn als je vanzelf weer energie zou krijgen? Dat vond Eline de Vroome (21) ook, en ze ontwierp de dagritmelamp ‘Dimple’. Een dag op kantoor kan behoorlijk vermoeiend zijn. Zo niet door de werkdruk, dan wel door de verlichting. “Die zit vaak ingebouwd en heeft maar één lichtsterkte”, weet De Vroome. Resultaat: oog- en hoofdklachten bij de mensen die eronder werken. De Vroome had daar wel zo haar gedachten bij. Wat een mazzel dat tussen de bedrijven die zich aansloten bij de IO-bachelor-eindprojecten van afgelopen zomer, kantoorverlichter Emmelkamp zat. Kleine uitdaging: per bedrijf kunnen twintig studenten zich inschrijven voor hun eindproject en er zijn gemiddeld 120 bachelor-afstudeerders per semester. “Tien minuten voordat de inschrijving opende, zat ik als een bezetene op F5 te drukken”, lacht De Vroome. Ze kwam erdoor, ont‘De fabrikant doet nu wierp haar ‘Dimple’ en scoorde een onderzoek om mijn 9,5. Ondertussen doet ze de master ontwerp op de markt te Design for Interaction, waarin ze zich specialiseert in medische toebrengen’ passingen. Niet mis. “Nee, ik had het zelf ook totaal niet verwacht, al was ik in de technische uitwerking wel heel diep gegaan. Bovendien maakt mijn ontwerp gebruik van een bijzonder soort led-verlichting, en Emmelkamp bleek samen te werken met een bedrijf dat daarin gespecialiseerd is.” Een gelukstreffer dus. En niet met het minste resultaat: “Ik heb net al mijn rechten op mijn verslag uit handen gegeven, zodat de fabrikant de komende twee maanden onderzoek kan doen om het op de markt te brengen. Ik houd natuurlijk wel het auteursrecht. Vooralsnog verdien ik er dus niks aan, maar ik vind het een hele eer dat ze ermee aan de slag willen.” Maar wat maakt ‘Dimple’ nou zo bijzonder? “Mijn armatuur bestaat uit een hoog en een laag deel”, vertelt De Vroome. “Het hoge gedeelte brandt altijd, maar verandert van lichtsterkte naarmate het lichter of donkerder wordt op de werkplek. Het lage gedeelte brandt op ‘moeilijke momenten’. Tijdens een lunchdip, bijvoorbeeld. Dan krijgt het licht een hogere kleurtemperatuur, en straalt blauwig uit. Dat werkt opwekkend.” (JH)
In Delta 31 stond de verkeerde foto bij het stuk ‘Frisse neus, warme voeten’, over de ‘Stooff’ van IOstudent Marloes Meerburg. Hiernaast de juiste foto.
Als ze winnen, merk je dat binnenkort via je Facebook- en Twitteraccount. Van allerlei mensen uit je netwerk krijg je dan de melding dat ze alwéér hun waterfles hebben bijgevuld. Dat zij dus lekker duurzaam bezig zijn. Tijd voor uitleg, want hoe rijm je water, flesjes, duurzaamheid en sociale netwerken? En waar komt die twintigduizend euro vandaan? “Van Nudge, een duurzame bv die een wedstrijd had uitgeschreven”, vertelt zesdejaars Techniek, Bestuur en Management (TBM) Frank Pijnenborg (24). “Ze willen laten zien dat duurzaamheid en producten die daarop zijn gebaseerd zonder subsidie, dus via een normaal bedrijf gestalte kunnen krijgen,” vult Robert van Rooij (23), ook zesdejaars TBM, aan. De uitdaging waarvoor de deelnemers werden geplaatst was groot: verzin iets om het half miljoen plastic flesjes dat dagelijks wordt verbruikt terug te dringen. “Die belasten het milieu. Je moet ze maken, transporteren, vullen, als afval ophalen en verwerken of recyclen. Vaak zit er bronwater in en dat wordt zo heel milieuonvriendelijk”, aldus Pijnenborg. Dat probleem sprak Pijnenborg, Van Rooij en hun studiegenoten Robbert Weijers (23), Jeroen Vrouenraets (22) en Michiel Degen (21) wel aan: in de marge van de studie meedoen aan wedstrijdjes is een hobby van ze. “We wonen in een huis met uitsluitend TBM’ers en al anderhalf jaar brainstormen we elke week een
“We brainstormen elke week over wedstrijdjes.” (Foto: Sam Rentmeester/FMAX))
dagdeel over wedstrijden waaraan we kunnen meedoen”, legt Pijnenborg uit. En deze wedstrijd –Nudge Waterwars – was perfect. Van Rooij: “Typisch een vraagstuk dat past bij onze studie: een technisch probleem met een sociaal aspect.” Het kwintet wilde niet het zoveelste duurzame, hervulbare en afwasbare flesje maken. “Die zijn echt milieuvriendelijk. We hebben er zelf allemaal een en ze vallen bij iedereen die ze ziet in de smaak”, is Pij-
‘Mensen vinden de flesjes cool en toch loopt niet heel Nederland ermee’ nenborgs ervaring. “ Mensen vinden de flesjes zelf cool en toch …. Niet heel Nederland loopt er mee”. “Wij willen de link leggen tussen de flesjes, de gebruikers, de tappunten en de bekendheid.” En daarmee kwamen ze uit bij sociale netwerken. “Mensen moeten het leuk gaan vinden hun flesje te vullen. Dat kan door er een chip aan te maken die wordt gescand bij het tappunt en dan aan je netwerk doorgeeft dat je je flesje vult. Dat geeft jou een goed gevoel én je omgeving krijgt een signaal”, analyseert Pijnenborg. Dat het zo werkt, weten ze uit een enquête. “Van de ondervraagden wilde 95 procent duurzamer zijn
dan ze nu zijn en 70 procent wilde zijn duurzame gedrag delen.” Tot donderdag 11 november kan er op hun idee worden gestemd. Ze hebben concurrentie van twee plannen voor een voorlichtingscampagne en (weer) een duurzame fles. Pijnenborg en Van Rooij hebben al een plan voor de besteding van het geld. “Eerst steken we het in het uitbouwen van het aantal tappunten, maar we verdienen het meteen terug door ze te verkopen aan gemeenten en bedrijven als Prorail of een winkelcentrum. Vervolgens steken we het geld in ict: het ontwikkelen van chips en readers en het integreren van het systeem in onder meer Twitter en Facebook.” Het aantal variaties op hun concept is onbegrensd, denken ze. “Een bedrijf kan zich ermee profileren als milieuvriendelijk. Als ondernemers in de buurt een tappunt adopteren en in ruil daarvoor data van de gebruikers krijgen, kunnen ze aanbiedingen op maat doen voor kortingsacties en dergelijke”, stelt Van Rooij. Pijnenborg: “Denk aan het tanken van je elektrische auto, een chip op biologisch vlees en ga zo maar door.”
x www.nudge.nl www.nudge.nl/waterwars
time out
Warm bad met appeltaart Duurzaamheid. Kun je dat woord na een week colleges even niet meer horen, is er opeens een waanzinnig duurzaamheidsfestival in Rotterdam. Vooruit dan maar, in het belang van je studie natuurlijk. Goede muziek, kunst, een warm bad in een watertank en appeltaart. Daar is geen smoes tegen opgewassen; het Haka Festival is gewoon een bezoekje waard komend weekend. Op een opmerkelijke locatie in RotterdamWest, het Design Dock vlakbij het Marconiplein, staan drie dagen in het teken van multidisciplinaire kunst, muziek en design. Met duurzaamheid als uitgangspunt. Zo zijn overal in en rond het gebouw installaties te vinden van gerecycled materiaal, allemaal afkomstig uit de directe omgeving van het Haka-gebouw, driehonderd meter verderop. Ook is er een tentoonstelling ingericht
met onder andere een autosauna en Miele Space Station. Aanvankelijk zou het festival – logischerwijs - plaatsvinden in het monumentale, gelijknamige Haka-gebouw, maar het pand is door een uitgelopen verbouwing tijdelijk onbruikbaar. Het staat al jaren op de planning om er een ‘premium shoppingmall’ van te maken, compleet met hoogwaardige restaurants. Heel wat anders dan de tippelzone die het gebied ooit was. Geen probleem voor organisator Maatschappij voor Volksgeluk, kortweg Mavv, opgericht ‘om het algehele gelukspeil in en buiten Rotterdam te verhogen.’ ‘Wij zijn altijd op zoek naar bijzondere locaties, om iedere beleving weer anders te laten zijn.’ Eind goed, al goed dus. Vergeet alleen je zwembroek niet. (JH)
x Haka Festival, vrijdag 12 tot en met zondag 14 november. Toegang: 5 euro, zaterdag na 21.00 uur 7 euro. www.hakafestival.nl
DELTA. 32 11-11-2010
12
reportage
Je laatste Het wonderlijke materiaal dat onmisbaar is voor touchscreens begint op te raken. Langzaam komt een zoektocht op gang naar alternatieven. Binnen tien jaar kan het uit zijn met de vingerbesturing. xJames Mitchell Crow Een zetje, een veegje en een tikje. De hele digitale wereld is letterlijk onder handbereik. E-mail, sociale netwerken, en de digitale versie van je favoriete blad. Surfen op het web is door smartphones met touchscreen-technologie wel heel erg gemakkelijk geworden. Trotse eigenaars halen hun speeltjes graag te voorschijn en demonstreren hoe soepel en sexy alles werkt. Touch is snel, touch is leuk en touch heeft de toekomst. Toch kan het snel afgelopen zijn met touch. De huidige aanraakschermpjes zijn, net als lcd-displays, afhankelijk van de bijzondere eigenschappen van één materiaal – een metallisch mengsel waarvan de bronnen binnen tien jaar uitgeput kunnen zijn. Niet alleen hightech speeltjes hebben daarvan te lijden, ook zonnecellen en led-verlichting, beide van belang voor een verminderde CO2-uitstoot, komen in de knel. Niet verrassend dus dat bedrijven en laboratoria over de hele wereld naarstig op zoek zijn naar alternatieven. Als dit nieuws is, dan heeft u waarschijnlijk nog nooit gehoord van het materiaal dat voor alle ophef zorgt.
Het mengsel van twee metaaloxiden dat bekend staat als indium tin oxide (ITO) wordt door ingenieurs zowel aanbeden als vervloekt. Het hoofdbestanddeel, indium, is een bijproduct uit lood- en zinkmijnen; het is moeilijk te verkrijgen en kostbaar. Eenmaal beschikbaar voor de industrie maakt de brosheid van het materiaal het moeilijk om ermee te werken. Maar het heeft één eigenschap die alles goed maakt. Het is namelijk een van de zeldzame stoffen die zowel elektrisch geleidend zijn als optisch transparant, wat betekent dat het materiaal geen fotonen absorbeert. Absorptie vindt plaats als de energie van een foton overeenkomt met de energie die nodig is om een elektron in een aangeslagen ener-
‘Zonder de mogelijkheid om het beeld uit te vergroten, zou je je ogen verpesten’ gietoestand te brengen. Een metallische geleider heeft een ‘zee’ aan vrij bewegende elektronen met veel verschillende energietoestanden, waardoor absorptie bijna altijd plaatsvindt. Daardoor laat een metaal vrijwel nooit licht door. Maar ITO is anders. Het is zo transparant als glas, maar geleidt ook – niet zo goed als de meeste metalen, maar voldoende. Dat maakt het een gewild ingrediënt in moderne elektronische apparaatjes die licht manipuleren. In platte beeldschermen wordt ieder pixel aan- en uitgeschakeld door een stel transparante ITO-elektroden. In dunnefilm
zonnecellen heeft de lichtabsorberende siliciumlaag aan de voorzijde een transparante elektrode nodig om een stroomkring te kunnen maken.
Echte doorbraak Touchscreens zijn de meest recente innovatie die gebruik maakt van ITO. Oudere aanraakschermen werkten nog zonder, die gebruikten dan bijvoorbeeld infrarood leds langs de rand van het scherm waarvan de straal onderbroken werd door aanraking. Maar die opzet was veel te grof en kostte teveel energie voor toepassing in een smartphone. De eerste mobiele toepassingen maakten nog gebruik van twee lagen ITO, gescheiden door een tussenruimte. Door met een pennetje het scherm aan te raken, maakten beide lagen contact en het apparaatje reageerde. Nu heeft de sexy smartphone in je broekzak geen pennetje meer nodig, omdat het gebruikmaakt van de geleiding door je vinger. Aanraking van het scherm verandert de capaciteit ter plekke, en dat wordt opgepikt door één enkele ITO-laag. “Die innovatie was de echte doorbraak”, zegt Lawrence Gasman van NanoMarkets analisten in Glen Allen, Virginia. “Multi-touch verandert echt de omgang met smartphones, bijna vergelijkbaar met wat de muis betekend heeft voor computers”, zegt hij. “Zonder de mogelijkheid om het beeld uit te vergroten om tekst te lezen, zou je je ogen verpesten door op zo’n klein scherm te lezen.” Maar hoe lang kunnen we nog op het wonderlijke materiaal rekenen dat dit alles mogelijk maakt? Niemand weet precies hoeveel indium er nog is, zegt Thomas Graedel van de universiteit van Yale. Hij is het hoofd van de VN-werkgroep voor wereldwijde
We willen de aanraakschermen niet meer kwijt. (Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)
metalenhandel. Die onbekendheid is er mede het gevolg van dat indium een bijproduct van de mijnbouw is, en dat niet alle mijnen moeite doen om het indium te winnen. De Amerikaanse geologische dienst schat de wereldwijde reserves van indium wereldwijd op 16 duizend ton, waarvan het grootste deel in China. Als je die hoeveelheid deelt door het jaarlijkse gebruik, dan zijn de voorraden in 2020 uitgeput. Er komen vast nieuwe vindplaatsen van indium, maar het is onwaarschijnlijk dat die de sterk stijgende vraag aankunnen. Volgens Gasman is de markt voor aanraakschermen dit jaar 1,47 miljard dollar waard en dat rijst tot 2,5 miljard in 2017. Ook al is de voorraad onbekend, het ITO zal steeds schaarser en duurder worden. Dit economische feit, en het gegeven dat China de export al begint af te knijpen, drijft ondernemingen ertoe om alternatieve indium-vrije aanraakschermen te ontwikkelen.
Leuk bedacht
Surfen op het web is door smartphones met touchscreen-technologie wel heel erg gemakkelijk geworden.
Tenzij er opeens een andere technologie opgeld doet, lijkt het logisch te zoeken naar een materiaal dat chemisch verwant is. Neem nu zinkoxide - eenvoudig beschikbaar en tegen een fractie van de kosten van ITO. Maar het is niet erg transparant, en het geleidt ook niet best. Dat is
een probleem, want de geleidbaarheid bepaalt de gevoeligheid van het scherm, en de geleidbaarheid van ITO zit ongeveer aan de onderkant van praktische bruikbaarheid. Misschien moeten we indium niet schrappen, maar er slimmer gebruik van maken. Zo hebben Tobin Marks en collega’s van de Northwestern universiteit in Evanston, Illinois een materiaal ontwikkeld dat gebaseerd is op cadmiumoxide met een klein beetje indium, dat net zo transparant is als ITO en drie tot vier keer beter geleidt. Maar omdat het gevoelig is voor corrosie, moet het met een dun laagje ITO afgedekt worden. Niettemin bevat het geheel 20 procent indium in vergelijking met 90 procent indium voor ITO. Dat klinkt veelbelovend. Maar helaas, het ligt niet zo eenvoudig. Om te beginnen is cadmium een erg giftig metaal, dat voorzichtige omgang behoeft. Maar ook is cadmiumoxide nogal bros, en dat is een slechte eigenschap voor een schermpje waarop geprikt, getikt en gewreven wordt. En geleidende polymeren dan? Deze lange organische moleculen fungeren als moleculaire draden en verslaan ITO met gemak in buigbaarheid en flexibiliteit. Maar je kunt ze niet smelten zonder de eigenschappen te veranderen en ze lossen ook niet op, dus coatings maken van
DELTA. 32 11-11-2010
13
reportage
touchscreen? pure geleidende polymeer is ongeveer onmogelijk. Bovendien zijn ze gevoelig voor ultraviolet licht en zuurstof in de lucht.
En de winnaar wordt… Is er dan geen enkel materiaal dat aan alle eisen voldoet? “Jawel”, zegt Mark Hersam van de Northwestern universiteit, “koolstof.” Koolstof is een chemische kameleon. Als zwart bulkmateriaal is koolstof zo ongeveer het meest lichtabsorberende materiaal dat we kennen. Maar pel het af tot nanoschaal, en het wordt transparant. In juni ontwikkelde een team van de Koreaanse Sungkyungkwam universiteit een film bestaand uit vier lagen grafeen op een plastic ondergrond. Grafeen, het wonderlijke materiaal achter de Nobelprijs van dit jaar, bestaat
Als de productie van zilveren touchscreens aantrekt, daalt de prijs uit koolstoflagen van slechts één atoom dik. De grafeen-plastic film liet negentig procent van het licht door en had een geleidbaarheid die weinig onderdeed voor het beste ITO. Koolstofnanobuisjes, in feite grafeenlaagjes opgerold tot kleine cilinders, zijn ook veelbelovend. Ze zijn sterk, transparant en goed verkrijgbaar. Prima geschikt voor een flexibel aanraakscherm, zegt Hersam. “Je kunt ze buigen en uitrekken zonder dat de eigenschap-
(Illustratie: New Scientist)
(Illustratie: Stephan Timmers)
pen er onder te lijden hebben.” Moeilijker is het om er een geleidend netwerk mee te maken. Individuele nanobuisjes geleiden heel goed,
maar eenmaal aan het einde gekomen, springen elektronen niet over naar een volgend buisje. Hersam wil dat oplossen door nanobuisjes aan elkaar te solderen zonder dat de optische eigenschappen daar onder mogen lijden. Anderen zien daar weinig in. Jonathan Coleman van Trinity College in Ierland werkt samen met Hewlett-Packard aan transparante stroomgeleiders. “Toen we begonnen, dacht de hele industrie dat het idee van koolstofnanobuisjes de toekomst had. Maar nu niet meer”, zegt Coleman. Nadat hij verschillende pogingen had ondernomen om de weerstand tussen de buisjes te overbruggen, ging hij met zijn collega’s overstag. “We beseften dat je met metaalnanodraadjes in plaats van koolstofnanobuisjes een contact krijgt op plaatsen waar de draadjes elkaar raken. Daardoor kan elektronenoverdracht plaatsvinden”, vertelt hij. Experimenten met zilvernanodraadjes leverde een transparantie op van 85 procent en een geleidbaarheid die slechts een beetje achterbleef bij die van ITO. “Optisch en elektronisch deed zilver niet onder voor de beste kwaliteit ITO”, zegt Coleman. “Bovendien is het materiaal totaal flexibel.” Helaas heeft dit wondertje een stevige prijs: zilvernanodraadjes zijn tien maal duurder dan het toch al niet goedkope ITO. Andere metalen
lenen zich er helaas nauwelijks voor. Koper bijvoorbeeld geleidt prima, maar erg transparant wordt het niet (met zestig procent lichtdoorlaat). Maar zelfs als de magische eigenschappen van zilver niet geëvenaard kunnen worden door andere materialen, is er nog hoop. Als de productie van zilveren touchscreens aantrekt, daalt de prijs. En omdat indium alleen maar duurder wordt, zullen de prijzen elkaar ooit snijden. “De vraag is wanneer”, zegt Coleman. “Hewlett-Packard ziet zilvernanodraadjes als de beste kanshebber.” Dus, dames en heren, waar zet u op in? Zilver, koolstof, zink, cadmium of polymeren? Wat wordt de zege-
vierende opvolger van het teruglopende indiumtinoxide? Geen van de materialen heeft nog een overtuigende voorsprong. Er staat veel op het spel door de enorme vraag naar touchscreens, en nergens gaat de innovatie zo snel. Binnenkort zal er toch een winnaar uit de rij naar voren moeten stappen, want we willen de aanraakschermen niet meer kwijt. Overgenomen uit New Scientist, 23 oktober 2010. Oorspronkelijke titel ‘Losing touch’. Vertaling: Jos Wassink.
Indiumdraad (3 mm). (Foto:Dschwen/Wikimedia)
DELTA. 32 11-11-2010
14
service
Agenda Donderdag 11 november Studium Generale • 15.30–17.00 uur - Borrellezing ‘Tantrische seks’ door tantratrainer en oud-Delftenaar Jan den Boer. In samenwerking met s.v. Froude en Leeghwater. Faculteit 3mE, Mekelweg 2, Collegezaal B – toegang gratis.
Vrijdag 12 november Wetenschapsagenda • 10.00 uur – Imaging velocity and attenuation scatterers with wave equation migration. Promotie van ir. B. Hak. Promotor: prof.dr. W.A. Mulder. • 12.30 uur - Conceptual design automation. Promotie van ir. E.J. Schut. Promotor: prof. dr.ir. M.J.L. van Tooren. • 15.00 uur – Intreerede prof. dr.ir. R.H.M. Goossens, faculteit Industrieel Ontwerpen. OJV De Koornbeurs 23.00 uur – WopWop-avond. Dans tot je er bij neervalt in de grote zaal. www.koornbeurs.nl
Zaterdag 13 november Day of the International Student Nuffic organizes the Day of the International Student in the World Forum in The Hague. This day is meant to welcome new foreign students and bring international students in contact with each other. In the morning several tourist attractions in The Hague will be visited and in the afternoon different workshops will be given on for example job interviews and entrepreneurship. See www. dis2010.nl for more information. OJV De Koornbeurs 19.00 uur – Het Postrock Festival vindt plaats in de grote zaal. Reserveer je kaarten via e-mail. Zie www.koornbeurs.nl.
in memoriam drs. D. Schuurbiers. Promotoren: prof.dr. J. Kinderlerer en prof.dr. P. Osseweijer. • 15.00 uur - Adaptive Multiscale Finite Element Method for Subsurface Flow Simulations. Promotie van ir. J.M. van Esch. Promotor: prof.dr.ir. F.B.J. Barends.
de antwoorden op de stijgende energievraag is fusie-energie: schone energie waar we miljoenen jaren mee vooruit kunnen. Arian Visser vertelt aan de hand van live-experimenten over fusie als duurzame energiebron voor de toekomst. DOK, Vesteplein 100, Delft – toegang gratis.
Prijsuitreiking Young Wild Ideas 16.00-17.00 uur – De Young Wild Ideas prijs van het Delft Center for Materials zal worden uitgereikt. De prijswinnaar van dit jaar is Remco Addink met zijn project ‘conversie van restwarmte in elektriciteit met behulp van magnetocalorische materialen’. De uitreiking vindt plaats in vergaderzaal 1 van de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek van de TU Delft.
Donderdag 18 november
Studium Generale 21.00 uur – ‘De transitie naar echte duurzaamheid: voorbij het technologisch optimisme’ door milieudeskundige Peter Tom Jones. Een transitie vereist de inzet van alle maatschappelijke spelers en wordt het radicalisme van de doelstellingen verbonden met het pragmatische van de aanpak. De Koornbeurs, Voldersgracht 1, Delft – toegang gratis.
Dinsdag 16 november Wetenschapsagenda • 10.00 uur – Intelligent Route Guidance. Promotie van ir. F.S. Zuurbier. Promotor: prof.dr.ir. S.P. Hoogendoorn. • 12.30 uur – Data assimilation for applications in traffic. Promotie van ir. C.P.I. van Hinsbergen. Promotoren: prof. dr. H.J. van Zuijlen en prof.ir. F.M. Sanders. • 15.00 uur - Optimisation of Hydrologic Monitoring Networks by maximising the Information Content. Promotie van J.L. Alfonso Segura, MSc. Promotor: prof.dr. R.K. Price.
Zondag 14 november International Student Church 11.30 hrs - Students of all denominations are invited to our ecumenical service every Sunday at Raamstraat 78, followed by tea/ coffee. The services are led by the chaplains Reverend W. Stroh and Father Avin, and are supported by student leaders. More information on www.iscnetherlands.nl.
Maandag 15 november Wetenschapsagenda • 10.00 uur – Simple, reliable, scalable and energy-efficient Wireless Sensor Networks. Promotie van ir. C. Guo. Promotor: prof.dr.ir. I.G.M.M. Niemegeers. • 12.30 uur – Social Responsibility in Research Practice. Engaging applied scientists with the socio-ethical context of their work. Promotie van
Etnografische Vereniging Delft 20.15 uur – Lezing ‘Fietsen in Tibet’ van Geert Jan Olsder. Locatie: Museum Nusantara, Sint Agathaplein 4, Delft. Toegang bedraagt 5 euro, studenten betalen 2,50.
Woensdag 17 november
Colloquium ‘Recent Advances in Water Resources’ 15.00 hrs – The colloquium series ‘Recent Advances in Water Resources’ has two speakers today: dr. C.A. Katman with ‘Scenarios for local sea rise along the Dutch coast’ and dr.ir. E.O.J. Schrama with ‘Observation and modeling changes in the Greenland ice sheet with Nasa’s Grace system’. The colloquium will be held in room 4.98 of the faculty of Civil Engineering and Geosciences. Studium Generale 20.15 uur – ‘Kritisch denken II: Brein en waarneming’ door Johan Braeckman. Een serie hoorcolleges over het ontwikkelen van heldere ideeën en argumenten. De tweede voordracht gaat dieper in op de eigenschappen van het menselijk brein en van de zintuiglijke waarneming die kritisch denken in de weg staan. Het Prinsenhof, ingang Oude Delft 183B, Delft – toegang gratis.
Februari 2011 Consultition Zit jij in de laatste fase van je studie en heb je interesse in strategy consultancy? Meld je voor 15 december aan op www. consultition.nl en maak kans op een ballonvaart. Studenten uit alle studierichtingen zijn van harte welkom. De bedrijven zullen op basis van CV en cijferlijsten vijftig studenten selecteren die zullen worden uitgenodigd voor een interview. Aan de hand van dit interview zullen de twintig meest enthousiaste, gemotiveerde en geschikte studenten worden geselecteerd voor deelname aan dit prestigieuze project.
Studium Generale 20.15 uur – ‘Kernfusie: De Fusion Road Show’. Eén van
Met verdriet hebben wij kennis genomen van het overlijden van onze zeer toegewijde, geliefde en gewaardeerde collega
Ger Aggenbach Wij zijn Ger intens dankbaar voor haar grote toewijding, enthousiasme en genegenheid waarmee zij zich, twintig jaar lang, heeft ingezet voor het postdoctoraal onderwijs en de organisatie van advanced courses van de Stichting BSDL en de afdeling biotechnologie van de Technische Universiteit Delft. Haar manier van werken was nauw verbonden met haar sterke persoonlijke karakter. In haar werk was haar aandacht altijd
gericht op de mensen om haar heen: collega’s, studenten en gastsprekers. De mens stond bij haar centraal. En daarmee creëerde zij binnen de gehele afdeling biotechnologie een bijzondere en warme sfeer. Zij laat dan ook een diepe leegte achter. Dit geldt nog veel meer voor haar familie. Wij zijn in gedachten bij haar man, kinderen en kleinkinderen en naaste familie, en wensen hen veel sterkte om dit grote verlies te verwerken. Alle collega’s van de afdeling biotechnologie van de TU Delft
Naast je studie een leuke baan in de evenementenbranche? Word oproepkracht bij Van der Maarel Sfeermeesters! Wij zoeken op oproepbasis voor in het weekend en op één of meerdere dagen/avonden e/o nachtelijke uren een:
• Chauffeur/decorateur In bezit van rijbewijs BCE en diploma CCV-B. • Bijrijder/assistent decorateur Kijk voor meer informatie over deze vacatures op www.vandermaarel.nl of neem contact op met Bernard ter Horst, telefoonnummer 015-2146822. Reacties voorzien van motivatiebrief en CV kun je sturen naar: bernard@vandermaarel.nl. Van der Maarel Sfeermeesters is gevestigd aan de Pastoor Verburchweg 6a 2286 KD Rijswijk.
H&J Uitgevers_2x70_zw-w
14-05-2004
14:02
Pagina 1
x Delta Inleveren kopij
Wetenschapsagenda • 12.30 uur – Mechanisms for Self-organizing Ad Hoc Grids. Promotie van M.T. Abdullah, MSc. Promotor: prof.dr.ir. H.J. Sips. • 15.00 uur - Characterisation of 2nd generation biomass under thermal conversion and the fate of nitrogen. Promotie van J. Giuntoli. Promotor: prof. dr.ir. A.H.M. Verkooijen.
Nooit zal alles meer hetzelfde zijn
Bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek 'Agenda' in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail: delta@ tudelft.nl. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur. Alle promoties, intree- en afscheidsredes genoemd in deze agenda vinden, tenzij anders vermeld, plaats in de Aula van de TU, Mekelweg 5, Delft.
Voor advertenties bel met:
H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJsel T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80 E delta@henjuitgevers.nl
Eindelijk echt leren
luisteren
Neem contact op met Hennie de Ruyter of met Mireille van Ginkel voor nadere informatie
Minimaatjes AC-HOP de vakbond voor Universiteitspersoneel. Voor informatie kijk dan op www. AC-HOP.nl. Stichting Delftse Natuurwacht zoekt vrijwilligers voor het begeleiden van activiteiten met kinderen van 8-14 jaar. www. natuurwacht.nl, 015-2783086 of
j.f.m.molenbroek@tudelft.nl. Spelregels minimaatjes. Minimaatjes zijn niet toegankelijk voor het bedrijfsleven. Voor commerciële aanbiedingen en advertenties: H&J Uitgevers (adres in colofon). Minimaatjes zijn maximaal 200 tekens lang. Inleveren vóór vrijdag 14.00
uur via e-mailadres delta@ tudelft.nl.
Word ook buddy ! www.buddynetwerk.nl of bel 070-3649500
DELTA. 32 11-11-2010
15
Opinie/recensies
Wetenschapper is geen etalagepop Strategische wetenschapscommunicatie draagt bij aan een sterke positie van de universiteit en moet daarom ingevoerd worden in het allocatiemodel, vinden Maarten van der Sanden en Patricia Osseweijer. Persaandacht, valorisatie, congres, debat, dialoog, eigen pr, aantonen van het maatschappelijk nut van je onderzoek. De communicatietaak van wetenschappers is de afgelopen 25 jaar behoorlijk toegenomen. En wees eerlijk, wie wil er niet schitteren op de shortlist van beste populair wetenschappelijke boeken? Imago en publieke zichtbaarheid zijn geen vieze woorden meer binnen de academie. Zo ook voor de Delft Research Initiatives. En het
is juist binnen deze initiatieven dat communicatie door wetenschappers strategischer wordt. Op een warm bed van romantische wetenschappelijke passie, compassie en een gezonde dosis ijdelheid draagt weldoordachte communicatie bij aan het bereiken van individuele- en organisatiedoelen. Binnen corporate science communication gaat het dan ook om het samenkomen van geloofwaardigheid, vertrouwen, integriteit, een maatschappelijk vooraanstaande rol en wetenschap van uitstekende kwaliteit op individueel- en op groepsniveau. Niet alleen in communicatie met het publiek, maar ook in contact met bedrijven, overheden, andere kennisinstellingen en collega wetenschappers over de hele wereld. Eigenlijk gaat communicatie over wetenschap al 25 jaar niet meer alleen over het verheffen van het volk en het tegengaan van wetenschappelijke ongeletterdheid van het lekenpubliek. Voorlichten in de meest klassieke zin. Nee, com-
municatie over wetenschap is een onmisbaar element geworden in de discussie over de impact van wetenschap en techniek op de samenleving, het überhaupt kunnen beoefenen van wetenschap en het betrekken van de beste studenten bij onze universiteit. En omdat wetenschap-
Het vuur van Prometheus moet gloeiend heet zijn pers geen etalagepoppen zijn die je achter de ruit zet, staan in ons beeld de wetenschappers naast, of juist voor de communicatie en marketingmedewerkers, die de wetenschappers ondersteunen in hun communicatietaken en mede zorg dragen voor de onderlinge afstemming en de communicatiekwaliteit. Worden wetenschappers dan geen buiksprekende etalagepoppen? Onzin, communicatie maakt juist dat
wetenschap uitdagend, provocerend en passievol is. Het vuur van Prometheus moet gloeiend heet zijn, maar wel gestookt op integriteit, geloofwaardigheid en wetenschappelijke topprestaties. Dit is niet gemakkelijk en kost tijd en geld. Tijd en geld dat nodig is voor het communicatief coachen van wetenschappers, het ondersteunen van communicatieprofessionals in hun taken als adviseur en kennismakelaar en het koppelen van sociaalwetenschappers aan natuurwetenschappers in een embryonaal stadium van onderzoek (Delta-columnist Daan Schuurbiers hoopt daar 15 november op te promoveren aan deze universiteit). Ook aanmoedigingspremies voor communicatie passen in dit idee. Een sabbatical om dat populair wetenschappelijke boek te schrijven. Of dagelijks tijd, ruimte en ondersteuning voor communicatietaken voor wetenschappers die dat graag willen en er talent voor hebben. En dat zijn er best veel denken wij. Waarom eigenlijk niet een basiskwalificatie communicatie (BKC) naast die voor
Futloze technofantasie In ‘Makers’ beschrijft Cory Doctorow het toekomstige Amerika na de crisis vanuit het perspectief van twee ondernemende nerds. Helaas schiet de uitwerking tekort. xJos Wassink Het begin is veelbelovend. De setting is een persconferentie van het nieuwe bedrijf Kodacell. Kodak en Duracell zijn ten onder gegaan omdat de vraag naar filmpjes en batterijen is ingestort. De nieuwe baas Landon Kettlewell legt uit dat hij gebruik wil maken van het kapitaal en de logistieke infrastructuren om in de Verenigde Staten ‘het nieuwe werken’ van de grond te krijgen door microkredieten te verstrekken aan kleine innovatieve bedrijfjes. Journaliste Suzanne Church volgt de ontwikkeling op de voet en komt terecht bij twee nerds die uit elektronica en robots van de sloop aangepaste robots maken die als een soort circusact in auto’s rondrijden of brood roosteren. Kettlewell ondersteunt hun activiteiten. Church gaat op de uitnodiging van Kettlewell in om exclusief voor hem het nieuwe werken te verslaan. Ze zegt haar baan op bij de krant, begint een weblog en trekt bij de nerds Perry en Lester in. Rondom hun werkplaats ontstaat een bohemienachtige samenleving van op
De printers maken onderdelen, de robots zetten die in elkaar en zo ontstaat het ene pretpark na het andere. Hoe dat precies in zijn werk gaat laat de auteur in het midden. Een andere succesvolle onderneming is de in Sint Petersburg ontwikkelde afslankingskuur die Lester in tien weken tijd doet afvallen van 180 naar 80 kilo. Dankzij de kuur, een mix van hormoonpreparaten, stamcellen en een opgezweept metabolisme, verdwijnen de ‘dikkies’ gestaag uit de Amerikaanse straatbeeld. Afgezien van zulke onderhoudende zijlijntjes blijft de focus van het ver-
Maarten van der Sanden en Patricia Osseweijer zijn betrokken bij het onderzoek naar en onderwijs van wetenschapscommunicatie binnen de TU Delft (Science Education & Communication en Biotechnology and Society). Onlangs schreven zij samen het hoofdstuk ‘Effectively embedding science communication in academia: a second paradigm shift?’ in een boek over wetenschapscommunicatie (eds. David Bennett en Richard Jennings) dat volgend voorjaar verschijnt bij Cambridge University Press.
wubben
drift geraakte mensen die allemaal hun reguliere baan zijn kwijt geraakt in de voortschrijdende crisis. Doctorow: “In het industriegebied rond Detroit richtte iedereen zich op technologieën die de auto moest vervangen. Sommigen bouwden robots om oude tankstations te ontmantelen en de verontreinigde bodem af te voeren. Anderen bouwden lopende bandsystemen om auto’s uit elkaar te houden, om de materialen uit het binnenste van de oudjes opnieuw te gebruiken.” In het nieuwe werken is een grote rol weggelegd voor driedimensionale printers en voor pretparken.
In het nieuwe werken is een grote rol weggelegd voor driedimensionale printers en pretparken
onderwijs (BKO)? Kortom strategische corporate science communication die bijdraagt aan een sterke positie van de onderzoeker en daarmee van zijn universiteit. In het allocatiemodel van de TU Delft is het niet alleen goed om dit te realiseren, maar ook belangrijk om te implementeren als je de beoogde kwaliteit en de intensiteit van een universiteit midden in de samenleving wilt waarmaken.
Battery low
haal op Perry, Lester en Suzanne Church die bovendien verliefd wordt op de nieuwe en slanke Lester. Van haar journalistiek is weinig meer over, het verandert in gedweep. Dat geldt helaas ook voor het boek dat uiteindelijk heel weinig duidelijk maakt over hoe Amerika na de crisis verder leeft. Na een voortvarende start in het eerste hoofdstuk kabbelt het verhaal zeshonderd bladzijden door. Dat is erg lang. Daar komt bij dat de taal zo plat is als in een vakantiethriller, maar dan zonder spanning. Mocht het je interesseren, download het verhaal dan gratis als e-book en spaar een boom.
x
Cory Doctorow, Makers, 2010 (Nederlandse vertaling), De vliegende Hollander. Download via craphound.com/ makers/download
Wetenschappers houden niet van zweverig gedoe. Ik ook niet, dus dat komt goed uit. Maar eerlijk is eerlijk... er zijn dingen die zich niet schematisch laten weergeven of rationeel laten verklaren. Die moet je ervaren. Ik kom dan wel eens voor een dilemma te staan. Zoals laatst. Mijn klant zit als een dood vogeltje op de bank. Hij ziet asgrauw en kan bijna niet uit zijn woorden komen van vermoeidheid. Dat irriteert hem ook nog eens. Mijn eerste impuls is om hem een oefening te laten doen die helpt om de batterij weer een beetje op te laden. Maar daarmee neem ik een risico. Ik heb deze wetenschapper, die ik maar even Bert noem, pas één keer eerder gesproken. Hij is van het ongeduldige soort en ik voel intuïtief aan dat ik het maar beter niet te bont kan maken. Gewoon het gesprek aan gaan is het meest veilige. Ik zie alleen niet voor mij hoe Bert, door het moeras van vermoeidheid, nog iets zinnigs uit deze sessie kan halen. Ik besluit de gok te nemen: “Je ziet er ontzettend moe uit, klopt dat?” Natuurlijk klopt het. Bert heeft de afgelopen weken een marathon gelopen en de halve nacht doorgewerkt om een deadline te halen. Op mijn voorstel om een oefening te doen om iets beter in zijn energie te komen reageert hij lauw. Dit viel te verwachten, maar zelfs voor tegensputteren is hij te moe, dus vooruit maar. We doen een oefening waarbij Bert de batterij langzaam weer oplaadt. Na een minuut of tien heeft hij weer een beetje kleur op zijn gezicht. Alle agitatie is verdwenen en hij voelt zich ontspannen. Nog wel moe, maar anders moe. Bert is ontzettend verbaasd: Hoe is het mogelijk, vraagt hij zich af, dat je dit met je voorstellingsvermogen voor elkaar kunt krijgen? Het moeras is een begaanbaar weiland geworden en het gesprek kan beginnen. Maar in feite is de winst al behaald. Bert heeft een nieuwe lader in handen voor als de batterijen weer eens leeg zijn. Op de een of andere manier is daar niets zweverigs meer aan.
x www.alettawubben.nl
DELTA. 32 11-11-2010
16
service
Aankondigingen Studenten Tegemoetkoming Woonlasten Kamerhuurders Huur jij in Delft een kamer in een studentenhuis? Grote kans dat jij recht hebt op een tegemoetkoming van de gemeente. Zie www.gemeentedelft.info/ twk voor meer informatie en vraag direct aan. Aanvragen kan alleen van 1 oktober t/m 31 december. Online huurprijs check Is jouw huurprijs redelijk? Check www.huurcommissie. nl voor meer informatie en om helderheid te krijgen over huren en geschillen tussen huurder en verhuurder. Student and Career Support Bij Student and Career Support kun je terecht voor een bezoek aan een studentendecaan, een studentenpsycholoog, het
Career Centre met studiekeuzeadviseurs en loopbaanadviseurs, en het Informatiecentrum. Voor de studentenpsychologen geldt dat het eerste contact loopt via het Open Spreekuur iedere dag van 11.30-12.30 uur. De studentendecanen en de loopbaanadviseurs houden een inloopspreekuur op dinsdag van 11.30-12.30 uur en de studiekeuzeadviseur op donderdag van 11.30-12.30 uur. Het Informatiecentrum (begane grond) is geopend van 9.00–17.00 uur. Er is documentatie beschikbaar over WO- en HBO-opleidingen, arbeidsmarkt, studie- en beroepskeuze, buitenlandse studies, enz. Bij de balie, telefonisch of via de email kun je een afspraak maken met een van de medewerkers. Bezoekadres: Jaffalaan 9a (ingang Mekelweg); tel. 0152788004. e-mail: studentandca-
reersupport@tudelft.nl website: www.studentandcareersupport.tudelft.nl WorkNtravel WorkNtravel is een jong bureau dat bemiddelt tussen vrijwilligers/stagiair(e)s en bedrijven. WorkNtravel is op zoek naar Nederlandse stagiair(e)s die stage willen lopen in Suriname. Meer informatie via info@ bluefrogtravel.net. International Office Het International Office, Jaffalaan 9a, is op werkdagen geopend van 9.00-17.00 uur. Je kunt ook vragen stellen via internationaloffice@tudelft.nl of telefonisch (015-2788012) een afspraak maken. Studium Generale Het bureau Studium Generale, Jaffalaan 5, is van maandag t/m vrijdag geopend van 9.00–17.00
uur. Je kunt ook vragen stellen via www.sg.tudelft.nl of telefonisch een afspraak maken via 015-2783258.
Wat zie jij?
x Delta Inleveren kopij Bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek 'Aankondigingen' in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail: delta@tudelft.nl. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur.
Announcements Students Subsidy Living Expenses Room Tenants Are you renting a room in a student house in Delft? Chances are you are entitled to a council subsidy. Go to www.gemeentedelft.info/twk for more information and apply immediately. You can only apply between October 1st and December 31st. International Student Chaplaincy Looking for a home away from
home, trying to make new friends, interested in intercultural and interfaith activities, needing some inner peace, searching for more than academic challenges? Check the website of the International Student Chaplaincy, www.iscnetherlands.nl, to learn about their wide range offer. Student and Career Support The student psychologists and the central student and careers councilors are located at Jaffalaan 9A. Office hours:
Monday-Friday from 9.00-17.00 hrs. You can direct your inquiries or make an appointment at the Front Office or by phone: 0152788004. For an initial appointment with one of the student psychologists you should first come to one of the open office hours: Tuesdays and Thursdays from 11.30-12.30 hrs. The open office hours of the Student and Career counselors are on Tuesdays from 11.30-12.30 o’clock. More information on www.studentandcareersupport.nl.
International Office The International Office, Jaffalaan 9a/visitor’s entrance at Mekelweg, office opening times Monday to Friday 9.00–17.00 hrs. Appointments and enquiries can be made by email: internationaloffice@tudelft.nl or by phone: 015-2788012.
Lekker weertje, niet ?
SteedS meer koeien komen nooit meer buiten. word wakker! www.wakkerdier.nl
Ik zou het niet weten.
Doe ook mee!
29 november t/m 4 december 2010 Meld je aan op www.oogcollecte.nl (030) 261 71 19 / (0343) 52 65 57 De Oogcollecte maakt belangrijk wetenschappelijk onderzoek Initiatief van: Vereniging Bartiméus Sonneheerdt en Stichting Oogfonds mogelijk Nederland
DELTA. 32 11-11-2010
17
loopbaan
Toekomst in 3D Over tien jaar kan iedereen de meest innovatieve voorwerpen maken met behulp van een 3D-printer, een lasersnijder en een freesmachine. Joris van Tubergen (33) leidt het Utrechtse Fablab, ProtoSpace, waar nu al allerlei spannende ontwerpen uit de 3D-printers rollen.
tussen de verschillende bedrijven. Ik liet ze niet de kloof tussen de verschillende afdelingen zien, maar visualiseerde juist de overeenkomsten.” De ontwerper had het naar zijn zin bij de Limburgse bedrijf voor kopieermachines en printers, maar toen hij de advertentie zag voor labmanager Fablab Utrecht hoefde hij niet lang na te denken. “Een Fablab is een speeltuin voor IO’ers waar je iedere dag rondjes mag rennen, zelfs in het weekend. Het is een revolutie voor fabricatie.”
Terminator Toen de industrieel ontwerper bij het lab begon, was er slechts een kale ruimte vol dozen. Meubilair scoorde hij tweedehands en op veilingen, van een ijswinkel namen ze de glazen pui over en gebruikers verfden zelf de ruimte om geld te besparen en het Fablab mooier te maken. “Daardoor konden we extra machines kopen”, zegt Tubergen. Het Utrechtse Fablab is een groot succes. De NS printte het model voor het stalen beugeltje voor de pinpassen in de kaartautomaten met hun 3D-printer. In de toekomst worden de apparaten die in het Fablab staan
xMartine Zeijlstra In het Fablab in Utrecht is het een komen en gaan van bezoekers. Rond een 3D-printer zit een groepje mannen te kijken hoe hun ontwerp wordt verwezenlijkt. De wonderlijkste voorwerpen komen uit het apparaat. Een paar studenten proberen de vinylfolie en lasersnijder en leggen een oudere man uit, waar zij mee bezig zijn. Een stukje verderop werkt een vrouw aan een freesmachine. Het lijkt erg druk. Labmanager van ProtoSpace, het Utrechtse Fablab Joris van Tubergen schudt lachend zijn hoofd. “Vandaag is het juist vrij rustig”, zegt hij. “Op drukke dagen zijn alle machines bezet en is er geen enkele werkplek meer vrij.” Het Fablab is een concept van MIT-hoogleraar Neil Gershenfeld. Over de hele wereld zitten Fablabs. Het idee is simpel: met behulp van een aantal inventieve apparaten alles maken wat mogelijk is, zonder al te veel kennis van zaken. Whizzkids zitten naast huisvrouwen. Kortom: iedereen is welkom in het lab om ideeën om te zetten in concrete producten. Zolang de kennis die je opdoet tijdens het ontwerpen en werken aan de verschillende machines maar deelt met de andere labgenoten. Het Fablab is namelijk ook een kenniscentrum. Joris van Tubergen voelt zich als labmanager als een vis in het water. Op de schappen van ProtoSpace staan veel van zijn eigen creaties, zoals een stoel met ronde, weelderige vormen. Zelfs in het weekend is hij vaak in het lab te vinden om zelf dingen te maken. “Dat is het handige aan labmanager zijn: ik heb een sleutel.”
Hels kabaal Als klein kind bouwde Van Tubergen een brommer door een step met een motortje te maken. “Ik was alleen vergeten om een uitlaat te maken, waardoor het ding een hels kabaal maakte. De buren belden de politie en ik was bang voor een hoge boete. Het staalkabeltje had ik met een potlood gefikst en kon ik eenvoudig doormidden breken toen ik de politie zag. Daarna startte het ding niet meer en kon ik maken dat ik wegkwam”, zegt Tubergen. De studie industrieel ontwerpen was hem op het lijf geschreven, maar Van Tubergen wilde wel graag met beide benen in de praktijk staan. “Ik leerde veel tijdens mijn opleiding, maar grote projecten kunnen nog zo leuk zijn, het bleef een beetje nep. Ik wilde echt dingen maken.”
Naam: Joris van Tubergen (33) Verliefd/verloofd/getrouwd: Verliefd en verloofd Woonplaats: Amsterdam Studie: Industrieel Ontwerpen Afstudeerrichting: Productontwerp Afstudeerjaar: 2005 Loopbaan: In 1996 begon Van Tubergen als freelanceontwerper. In 2000 werkte hij voor Internet Hotspots. In 2004 begon hij Red Pixel. Een jaar later werkte hij freelance voor Océ. In 2008 begon hij bij ProtoSpace, het Utrechtse Fablab. Daar werkt hij nog steeds. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
’Over een paar jaar heeft iedereen een 3D-printer in huis’
Dus werkte de ontwerper veel naast zijn studie. Hij schreef computerprogramma’s voor lootjes op kassabonnen en was webmaster voor een van de eerste internettijdschriften: Internet Hotspots. Hij was geen hardcore technicus, maar wist wel precies waar de technici en commerciële mensen in bedrijven langs elkaar heen praten. “Ik heb in die jaren tijdens mijn studie goed leren vertalen tussen nerds en commerciële men-
‘Een Fablab is een speeltuin voor IO’ers waar je iedere dag rondjes mag rennen’ sen. Ik snapte wat de nerds bedoelden en wilden, en vertaalde hun ideeën vervolgens naar de commerciële jongens van die bedrijven. Hun ideeën lagen vaak dicht bij elkaar. Maar vaak begrepen ze elkaar niet. Ik was geen commerciële jongen en geen hardcore techneut, maar snapte wel precies wat mogelijk was. Soms kun je met heel simpele middelen imposante dingen maken. Met een simpel plakbandje kun je als een soort IO-McGiver eenvoudig een probleem aanpakken, tot je lang genoeg nagedacht hebt over een permanente oplossing.”
Eenvoudig prototype Vaak zijn praktische oplossingen handig om plannen te verbeelden, zegt Van Tubergen. “Een plaatje zegt meer dan duizend woorden, maar een simpel, vroeg model zorgt ervoor dat iedereen je ontwerpideeën begrijpt. Ook al gebruik je een eenvoudig schuimblokje of een plakbandje om dingen vast te maken, mensen snappen meteen hoe een nieuw product eruit ziet. Een prototype werkt verhelderend en in een vroeg stadium hoeft het nog niet perfect te zijn.” Na zijn studie ging Van Tubergen als freelance-ontwerper aan de slag bij Océ. Het bedrijf wilde één lijn voor verpakkingen, in plaats van veel verschillende en het was zijn taak om dat voor elkaar te krijgen. Hij liep alle afdelingen af om met verschillende mensen te praten. “Als buitenstaander mocht ik domme vragen stellen om achter alle problemen te komen. Iedere afdeling dacht de perfecte verpakking te hebben. Ze hebben het gevoel dat je hun kindje afpakt. Maar omdat ik van buiten kwam en neutraal in het proces stond, was het makkelijker om werknemers te laten veranderen. Ik was het smeermiddel
nog belangrijker, denkt de industrieel ontwerper. “Over een aantal jaar is het niet gek als je hier materiaal ziet dat net als Robocop of Terminator zichzelf weer kan materialiseren uit een kwikachtig plasje.” Het Fablab loopt op de toekomst vooruit. Over tien jaar heeft iedereen thuis een 3D-printer om dingen te maken, denkt Van Tubergen. “Vroeger moest je een techneut zijn om een foto te kunnen maken of een computer te gebruiken, zo ingewikkeld waren de knopjes en de handleiding. Nu is er bijna geen verschil meer tussen een digitale en analoge foto en je maakt ze met een druk op de knop. Zo zal dat ook met 3D-printers gaan. Je download een kapstokhaakje, of je ontwerpt er zelf een, drukt op print, en er rolt een kapstokhaakje uit. Je hoeft alleen nog maar naar de bouwmarkt om grondstoffen voor de printer te kopen, zoals je nu inkt voor je printer koopt.” De industrieel ontwerper verheugt zich enorm op de toekomst. “Ik heb het altijd al leuk gevonden om van alles zelf te maken, dus hoe makkelijker het wordt om die apparaten te bedienen, hoe leuker ik het vind.”
Red Pixel Van Tubergen verdeelt zijn tijd tussen het Fablab, vrije opdrachten als freelance-ontwerper en Red Pixel, een softwareapplicatie voor fotowinkels. Klanten kunnen met behulp van Red Pixel software hun foto’s uploaden en fotowinkels drukken de bestanden vervolgens af. “Een fanatieke webmaster van een sportvereniging kan met behulp van een linkje de mogelijkheid bieden om foto’s af te drukken. Dat is makkelijker dan zelf foto’s van sportevenementen uploaden bij de Hema of Albert Heijn en daardoor loopt het aardig goed”, zegt Van Tubergen. Thuis zit de industrieel ontwerper ook niet stil. Al zijn meubels en lampen heeft hij zelf ontworpen en gemaakt. “Alles wat bij mij thuis staat, is het bewijs van wat er met allemaal met een Fablab mogelijk is.” Maar niet alleen grote voorwerpen komen van zijn lab. Het laatste ontwerp dat hij bij ProtoSpace maakte, was een plantenbak vol verse kruiden. “Die gingen dood omdat er geen zonlicht bij kwam. Ik heb een speciale haak gemaakt, zodat ik de bak naar de patio van de buren kan hijsen, zonder te hoeven boren en schroeven. Nu hangt de plantenbak in de zon en heb ik weer verse kruiden. Het is erg handig en praktisch om een Fablab te hebben en IO’er te zijn.”
DELTA. 32 11-11-2010
18
Delta in English
Indonesia
Advanced grant
Veni grants
Indonesia has suffered a series of disasters of late, including floods, an earthquake, tsunami and volcano eruption, in which hundreds of people have been killed and many more displaced from their homes. TU Delft’s Indonesian Student Association (PPI Delft) is appealing for donations to help the victims. If you would like to help, email PPI Delft member Agung Purniawan: A.Purniawan@tudelft.nl
Professor Henny Zandbergen has been awarded an ERC Advanced Grant of 2.5 million euros for his research into improved microscopic technologies. The technologies enable Professor Zandbergen to visualise extremely small structures, such as semiconductor nanowires, all the way down to atomic level, and also measure them. The ERC Advanced Grant is awarded by the European Union to scientists of exceptional professional standing.
Five young and talented TU Delft researchers have been awarded Veni grants from the Netherlands Organisation for Scientific Research. The Veni grants – which are worth a maximum of €250,000 per researcher - will allow the researchers to spend the next three years developing ideas and conducting research. The grant winner are: Dr Akira Endo, whose work will focus on developing a huge network of superconductive, far infrared detectors for the purpose of studying star formation; Dr Caspar Chorus, whose work
will focus on preventing regret in mobility decisions; Dr Ali Mesbah, who will develop an automated testing procedure for web applications; Dr Rudy Negenborn, whose continuing research on coordinated transport hubs should lead to better coordinated and more efficient transport management systems; and Dr Mohanchand Paladugu, whose project will study methods for developing a new form of selfrepairing steel.
Road running across Amsterdam No ‘goodie bag’ from the organisers, but running through streets of Amsterdam in shorts is still a great chance to get up close and personal with the natives and learn more about yourself along the way. xVIKRANT VENKATARAMAN It was about one month back when I decided to take my first international run, registering on the last day for the Amsterdam half marathon. I had run in seven half marathons over the years back home in India, but this would be my first international race, a unique chance to feel what it’s like to run on foreign soil. So it was on a sunny Sunday last month when my two roomies, both Chinese students, and another classmates boarded the train in Delft heading for Amsterdam, they tagging along just to cheer me on. Having navigated our way from the AMS Central station to the Sporthallen Zuid, where the running bibs and runner numbers were being distributed, I then asked the Dutch lady at the counter for the usual runner’s ‘goodie bag’, but she didn’t understand the meaning of ‘goodie bag’, thinking instead it was some kind of brand. I explained that usually a bag
with lots of running-related ‘stuff’ is distributed pre-race to the marathon runners, but obviously not at the Amsterdam Marathon, which is perhaps why the International Association of Athletics Federations rates this race only as a ‘Silver Class’ event. Nevertheless, thankfully it was a cold but bright day, the Sun God mercifully showing his face all day long. After my quick pre-race meal (bread, biscuits, banana), we runners then proceeded towards the Startvak, the Dutch word for star-
I set my target on a girl who seemed like a pretty strong runner ting line. The runners were divided into five packs, and I was put in the last pack. At 13:30, our pack still hadn’t started, and I began getting anxious. Finally, at 13:45, we were flagged off, so I waved to my friends and took off. Back in Delft I usually run four times a week in the mornings or evenings, reserving weekends for the longer runs. But for such a race as this, one must be both mentally and physically prepared for the gruelling kilometres that lie ahead. Fortunately the route was superb, covering much of Amsterdam, starting near the Olympic Stadium and then passing along the Rivierenbuurt, before circling around Overamstel, crossing the Hugo de Vrieslaan and finishing
(Photo: Vikrant Venkataraman)
back inside the Olympic Stadium. The route was however quite narrow in places, forcing us runners to squeeze through or slow down so as not to bump into each other.
Personal best Professional runners usually complete half marathons (21.1 km) in one hour. My goal was to finish under 2 hours. Usually when one
is running in a marathon alone, the runner will use another runner as a target, trying to follow and overtake the target runner over the course of the race. In my case, I set my target on a girl who seemed like a pretty strong runner. This soon became like a cat and mouse game between us, I overtaking her and then she overtaking me, then again I overtaking her, only to find that she was
always still right on my heels! She finally overtook me at the 16-kilometre mark and I never caught up to her again. The Dutch people lining the race route were very supportive, especially the school kids, who cheered for all the runners and gave us ‘high fives’ as we passed, which really motivates you and gives you extra bursts of energy as you tire and reach your pain threshold. I finally reached the Olympic Stadium and the finish line, completing my run in 2:08:26, my new personal best. Entering the Olympic Stadium was a wonderful, once-in-lifetime feeling. I celebrated by thanking God for giving me the strength to complete another race successfully. I wanted to hug somebody, but unfortunately (or fortunately for them) I couldn’t immediately find my roommates at the crowed finish line. Having completed my first ‘international’ race, I’m now training for a full marathon in Barcelona in March, followed by the Berlin marathon – one of top five marathons in the world - in September. Many people call me crazy for spending so much time (and money) running, but for me it is pure joy and a wonderful way to test my endurance capabilities. After completing a race I always have just one thought in mind: ‘Human willpower, how amazing!’
malone
More sustainable than you think “Do you ride a bike? The answer is probably yes. If you do, you’re more sustainable than you think you are. You’re probably thinking, ‘sure, I ride a bike, and I know it doesn’t burn gas’, but remember that sustainability is about more than the environment. It’s not just the gas you don’t burn, it’s the entire way the city is arranged because people bike, and the way people treat each other on the road, all of which encourages more cycling. In other words, because you bike, you make it easier for other people to bike, and to walk. This is because personal choice in transportation has large social ramifications due to the creation of a positive feedback loop: if more people drove, there would be more parking lots and fewer bike lanes, and so things would be farther apart and it would be harder to bike, and so more people would drive, and so there would be more parking lots and fewer bike lanes…. See what I mean? Let me explain how it works where I’m from, the United States: the thing that sticks out is how many parking lots we have, not how many bikes. And if you ask someone if they ride a bike and they say yes, it’s probably because (a) they’re 12 years old, because as soon as you’re old enough to drive you get a car, or (b) they’re a professional triathlete and love how they look in spandex shorts. This makes sense, because in the US very little is reachable by bike – the house I grew up in was a 45-minute walk to the nearest store (in a city of 300,000 people), and whether you were walking or biking, you had to share the road with the cars, which isn’t pleasant.
The concept of positive feedback and bikes also applies to social attitudes: if more people always drove, fewer people would understand what it’s like to be on a bike and so would be less courteous to bikers, and so more people would drive…. Before I moved here, I lived in Portland, Oregon, supposedly the most bike-friendly large city in the US, but many drivers there hate the bikers. My last summer in Portland there were three well-publicized violent incidents between drivers and cyclists, one of which resulted in a video recording of a cyclist hanging by the windshield wipers of a car doing 50mph down the road. But this is the result of a divided road, where there are bikers and there are drivers, and each has contempt for the other. So believe me: you’re more sustainable than you think you are. Every time you climb on your bike, not only are you saving money and saving the environment by not burning gas, you’re making it easier for other people to make the same choice. And for people who can’t drive (the old, young, infirm and poor) you’re making their lives just a little bit easier, too. When I try and tell Dutch people that their country is quite sustainable, they look at me quizzically and say, ‘No it isn’t’. But believe me, it is!” Devin Malone, a second-year MSc student of industrial ecology, is from Anchorage, Alaska. He has lived, worked, and traveled in 21 countries on four continents.
19
DELTA. 32 11-11-2010
Delta in English
Learning Centre
Pay back
Lights on
Observation
Feedback
Under the slogan, ‘Educate – Innovate – Create’, TU Delft will officially open its new Library Learning Centre on 18 November, at 15:00 (Prometheusplein 1). After two years of planning, renovating and refurbishing, TU Delft Library has been transformed into a Library Learning Centre, where teachers have access to innovative teaching facilities in multifunctional classrooms, and students can work together on multidisciplinary, upto-date business projects. To register to attend the opening, send an email to: s.stok@tudelft.nl
Dutch Education State Secretary, Halbe Zijlstra, has requested that TU Delft’s president, Dirk Jan van den Berg, repay the government 19,000 euros, because, according to the pay scale set for Dutch public sector employee salaries, President Van den Berg’s salary for 2009 exceeded the imposed limits. President Van den Berg’s salary for 2009 was 200,000 euros, excluding pension contributions.
With the shorter winter days upon us, and in order to avoid paying fines, it’s time for students to turn their bike lights on during the dark morning and evening commutes to and from university. To encourage this, Delft municipality has organized a week-long event called ‘Led on’, aimed at reminding local cyclists to start using their bike lights. On Friday, November 12, at 19:00, Delft alderman Milène Junius will help promote this event at the Vesteplein, where students can also buy led bike lights at discount prices.
TU Delft’s teachers now have the opportunity to have their lectures filmed and then receive tips for improving their teaching styles. Focus Education Centre is offering TU Delft instructors a course titled, ‘An (even) better teacher through observation and feedback’. Participants are taught about the importance of posture, lesson structure and vocal projection, while also observing their colleagues during their lectures. Teachers often find direct feedback the most instructive learning method.
If you’d like to comment on anything appearing on the English Page or on a university-related matter, or if you have a question or suggestion for us, send your emails to d.mcmullin@tudelft.nl. We welcome all feedback from our readers. Letters intended for publication should include your name and be no longer than 350 words. This edition of Delta is also available online at www.delta.tudelft. nl, where you can also access the English Page archive.
‘If you want to stay, learn Dutch’ Recent civil engineering graduates Fanuel Kalugendo (Tanzania) and Camilo Medina (Colombia) reflect on the two years they spent earning MSc degrees at TU Delft. “I was surprised to realize that Dutch people expect their government to be very active in providing solutions to their problems,” the Colombian opined. xBERNAT GOñI After having worked for several years in their home countries, civil engineers Fanuel Kalugendo and Camilo Medina decided to head to the Netherlands to gain Master’s degrees at TU Delft, attracted they both say by the university’s good reputation and research standards. Kalugendo (MSc Transport and Planning) and Medina (MSc Transport, Infrastructure and Logistics) both recently graduated from their respective programmes, thus concluding their TU Delft experience. With their diplomas now under their belts, the young engineers share their thoughts on life at and after TU Delft. What are the most valuable things you learned in your two years in Delft? Kalugendo: “To think more independently as an engineer. I was used to an educational system in which students are mainly required to learn things by heart and reproduce them in exam or assignments. However, in many of my TU Delft courses I had
’If I don’t find a job, I won’t regard my two years in Delft as a waste of time to think beyond methods and justify my own decisions. This is difficult for students, but thanks to these skills I now feel that I can develop and assess engineering projects from a more critical point of view.” Medina: “One of my most valuable experiences was meeting people from all over the world. It’s very stimulating to learn how people
from other cultures see the world, and what they expect from themselves and others. I was surprised for example to realise that Dutch people expect their government to be very active in providing solutions to their problems.” How do you feel about your overall experience in Holland? Kalugendo: “I’ve learned many useful things, not only at the academic level but also about other lifestyles. One example is the whole idea of individualism and working independently, which is much more developed in Europe than in my home country. I do however feel I wasn’t able to completely integrate into Dutch society: during my two years, I made more friends among international students than among the Dutch. But the reason was not only the language barrier but also the differences with regard to personal situation.” Such as…? Kalugendo: “Well, I was living in a strange country, far from my family. This makes you vulnerable and you try to meet people in similar situations, with similar needs. Conversely, Dutch students generally feel at home and are more confident; they have their own lives and don’t need to make more friends. However, I was lucky to be hosted by a family in Deventer who are friends of a relative of mine in Tanzania. They did a lot to make me feel at home. They regularly invited me over and even attended my MSc thesis presentation. Some kind of program sponsored by the university to provide ‘host families’ for international students would be very helpful. This was done in Deventer years ago, and that’s actually how my relative, who studied there, met my Dutch host family.” How does Holland compare to your home country? Medina: “I like this country, although adaptation is difficult as a foreigner. Dutch people are very different from Colombians. I find Dutch people to be less social than we are. A Dutch person seldom approaches people he/she doesn’t know; you always have to go talk to them. Instead, we Colombians are generally more open to socializing with new people - both locals and foreigners. We also like much more to dance, like salsa and meringue, and express ourselves by dancing. Dutch people just don’t dance!” What are your plans now that you’ve graduated? Kalugendo: “I plan to go back to Tanzania, which was already my initial
Fanuel Kalugendo and Camilo Medina share their thoughts on life at and after TU Delft. (Photo: Bernat Goni)
plan. I have a family back home, so I never seriously considered the possibility of staying in Europe after graduating. Once in Tanzania I’ll continue working for my previous employer, at least for some time.” Medina: “Originally my plan wasn’t to stay in Holland after graduating, but now I’d like to stay a while. I’d like to find a job related to the transport field and gain some professional experience here. I don’t think this is impossible; actually, I know foreigners who studied at TU Delft and succeeded in being hired by companies in Holland.” Do you think your TU Delft degree will make a real difference in your future career? Kalugendo: “I expect it will help me move forward in my professional career, both because of the knowledge and skills I’ve acquired and because of the recognition one gets after gaining a degree from a top university. I’m particularly looking for possibilities of participating in implementing the new Bus Rapid
Transit system in Dar es Salaam. Whether or not I’ll professionally benefit from my two years at TU Delft, only time will tell, but it certainly has been a deeply enriching experience for me from a personal point of view.” Is speaking Dutch a prerequisite for working here? Medina: “In my experience, it’s hard to find a job here if you don’t speak Dutch. So, my little piece of advice to other international students is: if you want to stay, learn Dutch!” How have you gone about finding work in Holland? Medina: “That would be my second piece of advice: make use of the resources the university has available for graduates looking for jobs – like the TU’s Career Centre and Supair. I did and they were very helpful: they reviewed my CV, and they gave me recommendations on how to approach companies. However, I must admit I only got to know about the Career Centre and Supair
informally, through one of my thesis supervisors.” So to find a job here, it’s up to the individual’s personal ambition rather than institutional handholding? Medina: “The university offers many services to graduates looking for jobs, but there’s no clear guiding process. All information is scattered and no one formally tells you about these services. I don’t feel the university really cares about whether or not I find work here. However, if I don’t find a job, I won’t regard my two years in Delft as a waste of time. Eventually, I’m planning to go back to Colombia and hope my MSc studies will subsequently help me in my career - not necessarily in terms of a better position or higher salary, but in terms of recognition and background to create my own company in future.”
DELTA. 32 11-11-2010 achterkant
00 20
huisjongste
delftse klanken
Razende rockshow Kick the kiwi is niet zomaar een coverband, vertelt de website. ‘Het is een show die over, en soms ook naast, het podium raast.’ Het repertoire varieert van classic rock als van de Golden Earring tot heftige hardrock à la Rage Against The Machine. “Geen Anouk of Bohemian Rhapsody”, benadrukt gitarist David Beijer. “Dat is top-veertig rock, een heel andere categorie dan tijdloze rock.” De gitarist stond met drummer Martijn Zeestraten in 2009 aan de wieg van de band. Binnen de muren van hun thuishonk De Koornbeurs vonden ze al snel een bassist en zanger. Ook de per ongeluk bij een band meeting aanwezige gitarist Rick Brandt werd liefdevol ingelijfd. In oktober doken ze de oefenruimte in. De ambitie was simpel: ‘zo snel mogelijk het podium op, de zaal platspelen en lol maken’. Het eerste doel, na twee binnenoptredens, was een spetterende show op Koninginnedag, voor de deur van de Koornbeurs. Ze studeerden een hele rits nummers in. Brandt: “Het was de vraag of zoiets gewaardeerd zou worden. We wilden muziek spelen die de mensen kennen, er komen op zo’n dag immers ook ouderen langs. We twijfelden bijvoorbeeld over Fear Of The Dark van Iron Maiden. Dat duurt acht minuten.” Ze speelden het toch. “We kregen heel veel mensen aan het dansen. Niet alleen vlak voor het podium, maar ook een stukje verder bij Gall & Gall.” Het geslaagde optreden was aanleiding om, met een nieuwe bassist, de zaken serieuzer aan te gaan pakken. “We willen overal optreden waar we maar gewenst zijn”, aldus Beijer. Naast uitbreiding van het repertoire krijgt ook het showelement veel aandacht, vertelt Brandt: “David en ik hebben allebei dezelfde soort gitaar gekocht. Daar gaan we lasers in bouwen, die spectaculaire effecten moeten geven. De ideeën daarvoor moeten alleen nog uitgewerkt worden.”
Kriep
Staand vlnr: Rick Brandt (gitaar), Wouter van den Hof (bas), David Beijer (gitaar) en Martijn Zeestraten (drums). Hurkend, met rastahaar Sjoerd Drenkelford (zang). (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Bart Gramberg is vierdejaars student industrieel ontwerpen en woont in het Virgielhuis ‘de Hippohoeve’ op de Hyppolytusbuurt. Hij is nu al 2,5 jaar de jongste in huis: de oude lullen weigeren te verhuizen. Na al die tijd is hij nog steeds degene die koffie zet, maar de overige HJ-taken zijn een beetje verwaterd. Als gevolg van een gewonnen weddenschap mag hij nu zelfs een achtstejaars huisoudste opdracht geven de wc te poetsen. Mocht er ooit een nieuwe HJ komen: die kan zijn borst natmaken. Bart zegt helemaal los te gaan op de nieuwe HJ als hij na al die tijd geen jongste meer is. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Anna noyons
Het Nieuwe Werken Na het Nieuwe Leren, het Nieuwe Neuken en het Nieuwe Eten is nu ook het Nieuwe Werken in onomkeerbare opmars. Nieuw Werken betekent zoveel als; niet meer inklokken waar en wanneer de baas dat wil, maar resultaat boeken waar en wanneer u dat wilt. Nooit meer in de file, gewoon uw dochters viooluitvoering bijwonen en toch een carrière. Als het aan TU’s afdeling human resources ligt, is dat uw aller toekomst. Prettig? Laat me u waarschuwen: Al vroeg in mijn studie droomde ik van deze vorm van werken. Vijf dagen per week verplicht van 9 tot 5 achter een bureau zitten met in je nek hijgende collega’s, paste niet bepaald in mijn toekomstplaatje en dus begon ik als zzp’er. Mijn eigen tijd indelen, niemand die op mijn vingers kijkt; heerlijk! Maar naarmate de weken verstreken en ik nog steeds in dezelfde joggingbroek rondliep, moest ik toch toegeven dat ik weliswaar heerlijk ‘nieuw’ mijn eigen tijd indeelde en niemand op mijn vingers keek, maar dat van ‘werken’ niet veel sprake was. Wel had ik aan het einde van een Nieuwe Werkweek, gebukt onder een constant schuldgevoel, mijn hele huis op orde, was ik op de hoogte van iedere
status update van mijn 756 facebook-vrienden, had ik geen uitzendinggemist.nl, iedere dag een uur met mijn moeder geskyped en kende ik alle tijdschriftcollecties van iedere Coffeecompany in een straal van tien kilometer uit mijn hoofd. Dodelijke deadlines in het vooruitzicht, verplichtten mij vervolgens alle schade als een razende in te halen in de avonduren en het weekend, terwijl mijn Oud Werkende vrienden gezellig samen facebook-status-inspiratie opdeden in horecagelegenheden. De prachtige belofte van het Nieuwe Werken is omgeslagen in een non-productieve, vicieuze eenzaamheidscirkel. Het wachten is nu op het Nieuwe Dienstverlenen: Een surrogaatcollega die tegen een kleine vergoeding vijf dagen per week bij u thuis in uw nek komt hijgen en u de toegang tot Youtube, Facebook en andere voor de Nieuwe Werknemer bedreigende websites ontzegt. Te bestellen via www.werkenvannegentotvijfiszogeknogniet.nl. De column in Delta 31 was toegeschreven aan Anna Noyons, maar was van Merel Segers.