TUDELTA.24
DELTA. 24 08-09-2011 weekblad van de technische universiteit Delft
Deze week week Deze in Delta Delta in
Seven veni’s for TU
Waterprofessor: ‘Ons drinkwater is het beste’
SCIENCE: 04
NIEUWS: 03
01
INTERVIEW: 10 INTERNATIONAL: 07
Owee: ‘bizar wat er wordt weggegooid’
REPORTAGE: 12
Dreams beyond the classroom
Spoortunnel is er nog lang niet
33 Miljoen extra voor TU’s De drie technische universiteiten krijgen de komende drie jaar samen 33 miljoen euro extra. Zij moeten het geld besteden aan verbetering van onderwijs en studiesucces. Connie van Uffelen / Bas Belleman (HOP) Met de toekenning van het extra geld heeft staatssecretaris Halbe Zijlstra het startsein gegeven voor de uitvoering van het Sectorplan Technologie 2011-2015. Hierin staan concrete plannen op het gebied van onderwijs, onderzoek en valorisatie. Zijlstra is er enthousiast over. “De drie TU’s tonen hiermee aan dat zij bereid zijn verder te investeren in sterke technisch-wetenschappelijke opleidingen met een goed studierendement”, zei hij. “Dat heeft Nederland ook nodig.” Minder enthousiast is vice-decaan Rens Voesenek van de Utrechtse faculteit
Meer wiskundedocenten om de aansluiting met het middelbaar onderwijs te verbeteren Bètawetenschappen. Die sprak dinsdag tijdens de facultaire opening van het academisch jaar zijn verontwaardiging uit over de miljoenengift aan de drie TU’s, schrijft DUB, het digitale universiteitsblad van de Universiteit Utrecht. “Er zijn meer bètafaculteiten in Nederland”, zei Voesenek. Collegevoorzitter Yvonne van Rooy zei een dag eerder de kwestie te zullen aankaarten bij de staatssecretaris. “Ik kan de bèta-medewerkers vertellen dat wij hen niet in de steek zullen laten. Als de technische universiteit extra geld krijgt, moet dat er ook zijn voor de algemene universiteiten: gelijke monniken gelijke kappen.” Naar rato krijgt de TU Delft waar-
schijnlijk iets minder dan de helft van de toegezegde 33 miljoen euro. Daarvan zal het grootste deel gaan naar de herziening van het bacheloronderwijs, de monitoring en begeleiding van studenten en extra cursussen voor docenten die al wat langer doceren. Collegelid Paul Rullmann is ‘heel blij’ met het extra geld. “Zeker als het gaat om de herziening van de curricula. Het grote gevecht de komende tijd betreft het vergroten van het studiesucces en het voorkomen van langstuderen.” Behalve in het verbeteren van het studiesucces zal de TU het extra geld ook stoppen in digitalisering van het onderwijs. Dat gebeurt onder meer via het verspreiden van colleges via Open CourseWare en iTunes U. De TU Delft loopt daarmee in Nederland al behoorlijk voorop met meer dan zestig cursussen op haar website ocw.tudelft.nl. Daarmee stimuleert de TU ook internationalisering, een ander onderdeel van het sectorplan. “Dit jaar zijn er weer meer internationale studenten en dat heeft veel effect op het onderwijs”, zegt Rullmann. Om die studenten goed te kunnen laten integreren komt er onder meer een digitale studentenportal en verzorgt de TU digitale zomercursussen. “Daarmee kunnen internationale studenten zich vooraf al oriënteren op wat ze in Delft te wachten staat.” Extra geld zal bovendien gaan naar ontwerpersopleidingen. De drie TU's gaan onder de vlag van het Stan Ackermans Instituut in Eindhoven tweejarige onderzoeksopleidingen aanbieden voor na de masterfase. Niet alleen voor typische ontwerpersopleidingen als industrieel ontwerpen en bouwkunde, maar bijvoorbeeld ook voor proces-engineering. Tot slot zal er extra geïnvesteerd worden in wiskunde: er komen meer docenten voor de wiskundige kernvakken. De aansluiting met het vwo en het hbo moet namelijk beter. Volgens Rullmann heeft het ministerie geld toegezegd voor vijf jaar. “De eerste drie jaar zijn nu toegekend voor onderwijs. Daarna wordt nader bezien of er een volgende ronde komt. Daarvoor moeten we laten zien dat we het geld goed hebben besteed.”
Slopend
Tot 19 september kun je gratis proeflessen volgen bij het sportcentrum. Zoals touwklimmen, dat studentenbuitensportvereniging Slopend afgelopen maandag organiseerde. Zo’n veertig nieuwelingen woonden de training bij. Slopend heeft deze zomer een eigen hindernisbaan gebouwd op het sportcentrum waar naar hartenlust gesurvivald kan worden onder begeleiding van leden. De officiële opening van de baan is over enkele weken. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Science Centre een succes Het Science Centre heeft erg goed gedraaid het eerste jaar. Het komende jaar moet blijken of de belangstelling blijvend is. Maar liefst 38.300 bezoekers wisten het Science Centre te vinden, nadat het in september 2010 zijn deuren opende. Dat is boven verwachting, vertelt Michael van der Meer, hoofd van het Science Centre. Die verwachting lag rond de 25 duizend bezoekers. Dat aantal heeft de voorganger, het Techniek Museum, nooit weten te overschrijden. Het Science Centre moet van de TU Delft jaarlijks 200 duizend euro zelf financieren. Met de entreegelden, inkomsten uit horeca en zaalverhuur, plus subsidies van derden lukte dat. Van der Meer denkt dat er verschillende verklaringen zijn voor het succes. “We hebben een goede campagne gevoerd. Het was een slechte zomer en dat is mooi voor het museumbezoek.
En natuurlijk zit er een nieuwigheidsbonus bij.” Van der Meer realiseert zich dat het komende jaar daarom opnieuw spannend wordt. “We moeten weer hard aanpoten qua programmering en marketing. We moeten uitdagend blijven. Ik heb er vertrouwen in dat we
In oktober komt er een nieuw lab met een flight simulator dat kunnen. We hebben nu al mensen gehad die verschillende keren zijn langsgekomen.” Van der Meer vertelt dat het Science Centre de kerndoelgroep, kinderen van 9 tot 16 jaar, goed weet te bereiken. De bezoekers zijn grofweg in te delen in twee groepen. Bijna 11.300 kinderen van basis- en middelbare scholen kwamen in schoolverband of met de buitenschoolse opvang. De rest van de bezoekers kwam op eigen gelegenheid. Van die laatste groep was 57 procent
kind en 43 procent volwassen. Van der Meer stelt verder vast dat het Science Centre vooral regionaal aantrekkingskracht heeft. 44 Procent van alle bezoekers komt uit Delft, 79 procent uit de zuidelijke Randstad. “We zijn relatief klein met een vloeroppervlak van 1100 vierkante meter. Als je uit Groningen komt, wil je meer.” Toch zijn de bezoekers van het Science Centre tevreden, blijkt uit permanent tevredenheidsonderzoek. “Het Bouwlab is erg populair, de workshops in de vakanties worden leuk gevonden.” Met aanmerkingen gaat het centre aan de slag. Zo komen er meer informatiebordjes bij de opstellingen, en worden kwetsbare opstellingen vervangen of aangepast. In oktober komt er bovendien een nieuw lab met een flight simulator van de faculteit Luchtvaarten Ruimtevaarttechniek. (SB)