TUDELTA.26
DELTA. 26 22-09-2011
Deze week week Deze in Delta Delta in
weekblad van de technische universiteit Delft
New book on eco-cities
Vincent Mentzel: cultural professor TU
SCIENCE:04
NIEUWS: 03
01
INTERVIEW: 10 INTERNATIONAL: 07
Minder geld voor onderzoek
REPORTAGE: 12
Diss marches on toward integration
Rare dingen printen met 3D
TU wil geld lenen De TU Delft overweegt geld te lenen bij het ministerie van financiën. Dat is nodig om vastgoedinvesteringen mogelijk te maken en achterstallig onderhoud aan te pakken. SASKIA BONGER Dat staat in de notitie ‘Externe financiering TU Delft’, die vorige week is gepresenteerd aan de ondernemingsraad (or). Daarin worden een aantal financiële meerjarenscenario’s beschreven en beoordeeld. Het in de ogen van het college van bestuur (cvb) meest realistische scenario gaat uit van een afnemende eerste geldstroom, het faseren van het meerjaren vastgoed investeringsplan (MIVP) en het verminderen van de investeringen in het pand van de faculteit Bouwkunde. Ook wordt de aanpak van het achterstallig onderhoud uitgesmeerd over een langere periode en blijft er ruimte voor extra investeringen in onderwijs en onderzoek. De notitie laat zien dat wanneer de TU dit alles wil doen en financieel gezond
De universiteit moet vastgoed of grond in onderpand geven wil blijven, ze geld moet gaan lenen. In de notitie worden allerlei bedragen genoemd, die vertrouwelijk moeten blijven. Na onderzoek is vast komen te staan dat de TU het beste kan lenen bij het ministerie van financiën, wat ‘schatkistbankieren’ heet. Voordeel daarvan is onder meer het gunstige rentetarief. Het ministerie hanteert wel een hypothecaire financieringsvorm, waarbij de universiteit vastgoed of grond in onderpand moet geven. De universiteit heeft de campus daarom onlangs laten taxeren. De afdeling vastgoed zoekt op dit moment nog uit welke gebouwen het beste kunnen dienen als onderpand. Het cvb bepaalt de uiteindelijke selectie. Is dit geen gevaarlijke constructie, nu
er economische zwaar weer op komst lijkt te zijn? Kan de TU deze panden kwijtraken? Volgens Mariëlle Vogt, directeur finance, is die kans vooral theoretisch. “De TU Delft voert een gezond en conservatief financieel meerjarenbeleid waar de rentelasten in verwerkt worden. Bovendien is hier sprake van een afspraak tussen twee overheden.” Vogt benadrukt dat de TU voldoende middelen heeft voor de reguliere bedrijfsvoering. “De lening is uitsluitend voor hoge eenmalige uitgaven in de kapitaalsfeer.” Overigens is er van een daadwerkelijke lening nog geen sprake. Zover is het pas als concrete projecten zich aandienen. Op dat moment zal ook de or daarin een adviserende rol hebben. Een project dat hoognodig uitgevoerd moet worden, is de renovatie van het pand van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG). In het gebouw moeten brandveiligheid, klimaat en comfort beter worden. Ook moet het pand nodig energiezuiniger en moderner worden. Een ander voorbeeld waar haast bij is, is de nieuwbouw voor de faculteit Technische Natuurwetenschappen in TU-Zuid om onder meer om state-of-the-art onderzoek te faciliteren. Ook moet achterstallig onderhoud aan het gebouw van technische natuurkunde echt eens weggewerkt worden. Hoe komt de TU aan zoveel achterstallig onderhoud? Vogt legt uit hoe dat zo gekomen is: “Medio jaren negentig hebben de universiteiten hun panden van de rijksoverheid in eigendom gekregen, overigens met onvoldoende middelen voor het onderhoud. Daardoor ligt de financiële last van investeringen in renovaties en nieuw vastgoed nu bij de universiteiten zelf. Door de teruglopende rijksbijdrage is de TU Delft niet in staat geweest hiervoor te sparen.”
De constitutieborrel van Bouwkunde-studievereniging Stylos was dinsdagmiddag een aaneenschakeling van duwen, trekken, drinken en zingen. Het aanstellen van een nieuw verenigingsbestuur is nog steeds een goede aanleiding om weer eens lekker ouderwets te brassen. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Verlies 2010 iets groter dan geraamd De TU Delft heeft in 2010 een iets slechter resultaat behaald dan begroot: min vijftien miljoen euro in plaats van min dertien miljoen. Vooral de 25 miljoen die het Rijk terugvorderde op de herhuisvesting van Bouwkunde hakte erin. In totaal kwam er in 2010 afgerond 514 miljoen euro binnen bij de TU. Het grootste deel daarvan, 318 miljoen, komt van het Rijk. In 2009 bedroeg de Rijksbijdrage nog 353 miljoen. Het verschil wordt grotendeels verklaard door de eenmalige terugvordering van de 25 miljoen, die het Rijk eerder had gegeven voor de nieuwbouw van Bouwkunde. Omdat de faculteit besloot een bestaand gebouw te renoveren, wilde Den Haag zijn geld terug.
De opbrengsten uit werk voor derden stegen in 2010 met bijna zeven miljoen euro ten opzichte van een jaar eerder. Overigens brengt werk voor derden kosten met zich mee en dat kan in de toekomst een probleem worden. De universiteit signaleert aan de ene kant dat ze door afnemende Rijksbijdragen afhankelijker wordt van werk voor derden. Aan de andere kant komen bij verschillende faculteiten de
Aan de lastenkant deed zich net als aan de batenkant een daling voor grenzen van de groei in zicht, staat in de jaarrekening. Aan de basis van onderzoek in opdracht van externe partijen liggen namelijk altijd kosten – bijvoorbeeld loonkosten – die uit de eerste geldstroom moeten komen. Aan de lastenkant deed zich net als aan de batenkant een daling voor. De lasten daalden in 2010 met 27
miljoen euro naar bijna 531 miljoen euro. Onderdeel daarvan de daling van de inhuur van extern personeel. Werd daar in 2009 nog 52 miljoen aan uitgegeven, in 2010 was dat 45 miljoen. In 2011 moet die daling doorzetten. In de jaarrekening wordt de TU uitgesplitst in de driedeling faculteiten en instituten, diensten en concern. Die eerste groep leed in 2010 een verlies van 17,4 miljoen waar min 19 miljoen was begroot. De diensten hadden gemikt op een nulbegroting, maar sluiten 2010 met 8,7 miljoen positief af. Reden daarvoor is onder meer de herijking. Het concern had een positief resultaat geraamd van 16,6 miljoen. Het viel 14,5 miljoen lager uit, mede door de teruggevorderde rijksbijdrage voor Bouwkunde. De TU hoopt het jaar 2011 op nul te kunnen eindigen. (SB)
DELTA. 26 22-09-2011
nieuws/column
02
Herijking www.delta.tudelft.nl @tudelta delta@tudelft.nl www.facebook.com/ tudelta
delta online Deftig clubje
De teller van de operatie herijking staat op 42,2 miljoen euro, blijkt uit een overzicht van alle ingediende plannen. 45 Miljoen euro is het streefgetal. Sinds het college van bestuur (cvb) dat bedrag bekend maakte, heeft het gezegd dat hiervan vijftien miljoen euro directe bezuiniging is. De overige dertig miljoen is bedoeld voor nieuwe investeringen. De ondernemingsraad (or) wilde afgelopen donderdag van het cvb weten waar die investeringen nou precies gedaan worden. “Qua transparantie is het goed om te zeggen waar het geld is gebleven”, zei or-lid Danko
Roozemond. Rector Karel Luyben antwoordde dat het zo niet werkt. “Dat geld komt terug in de reserve van de TU of in de begroting van het volgende jaar.”
Elektromagnetisme
Valorisatie
De ondernemingsraad heeft afgelopen donderdag positief geadviseerd over de opheffing van de sectie elektromagnetisme van de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI). De or deed dat met de aantekening dat het onderwijs op het vakgebied overeind moet blijven. Volgens decaan Rob Fastenau is daar inderdaad in voorzien. “Medewerkers van de sectie die elders op de faculteit zijn herplaatst behouden hun onderwijstaken. Daarnaast hebben we een sectie applied electromagnetism in huis.”
De universiteit heeft drie primaire taken: onderwijs, onderzoek en valorisatie. Op die eerste twee heeft de ondernemingsraad (or) inspraakrecht, op die laatste niet. De or wil dat wel. De or vraagt zich onder meer af of de uitgaven aan valorisatie van de universiteit wel gevolgd worden door genoeg opbrengsten en of meer uitgaven verantwoord zijn. Het antwoord van Luyben: “We moeten er juist meer aan uitgeven, namelijk 2,5 procent van ons budget. Daar zitten we nu nog niet aan.”
‘Studenten zijn een behulpzaam volkje’ Mariska Heidema is sinds kort voorzitter van de VSSD. Meer naamsbekendheid kweken voor de Delftse studentenvakbond is één van haar opdrachten.
Bekijk een filmpje van Campus TV van het Bataafsch Genootschap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte. Dit deftige clubje heren bestaat uit Delftse en Rotterdamse professoren met een lange geschiedenis. Zaterdag kwamen ze bijeen om tweejaarlijkse studieprijzen uit te delen aan de twee beste afstudeerders en de beste promovendus uit zowel Delft als Rotterdam.
Meer nieuwe leden Studentenverenigingen hebben iets meer aanmeldingen dan vorig jaar. In Enschede en Nijmegen groeien ze het hardst, terwijl ze in Rotterdam juist wat minder eerstejaars krijgen.
Troonrede 2011 In haar Troonrede van 2011 sprak de koningin niet alleen over de economische crisis, bezuinigingen, zorg en veiligheid, maar ook over onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. “Goed onderwijs is fundamenteel voor de concurrentiekracht van ons land.”
Hard werken Studenten uit EU-landen die aanspraak willen maken op Nederlandse studiefinanciering moeten minstens 32 uur per maand werken. Stage-uren tellen daarbij in principe niet mee.
Leuke bijbaan Het is een interessantere bijbaan dan pizzakoerier of schoonmaker. Studenten kunnen klagen over het onderwijs of zelf een steentje bijdragen. Kwaliteitsbewaker NVAO zoekt studenten die willen helpen bij het keuren van nieuwe opleidingen.
Ligfiets Sprinter Sebastiaan Bowier haalde donderdagnacht in de woestijn van Nevada (VS) op de Velox ligfiets van het Human Power Team de ongelofelijke snelheid van 129,61 kilometer per uur. Helaas ligt het wereldrecord net iets hoger (133,27 km/u).
Studentenvrienden Studenten protesteren graag tegen het rechtse minderheidskabinet, maar wie zijn hun politieke vrienden in tijden van economische tegenspoed? De plannen van de oppositie zien er onheilspellender uit dan die van staatssecretaris Zijlstra.
ben meegespeeld. Zijn studenten minder idealistisch? “Ik weet van mezelf dat ik wel idealistisch ben. Ik probeer meer te bereiken dan op het eerste gezicht mogelijk lijkt. Je moet jezelf geen grenzen opleggen.”
SASKIA BONGER Het kabinet zei op Prinsjesdag: we ontzien het onderwijs. Goed nieuws? “Het onderwijs ontzien, is niet hetzelfde als studenten ontzien. Het kabinet gebruikt allerlei monetaire prikkels om ons sneller te laten studeren. Het kort weliswaar niet absoluut op het onderwijs, maar relatief gezien is er per student minder te besteden. En dat terwijl de kwaliteit omhoog moet.” Jullie luidden begin september de noodklok over de kamernood in Delft. De gemeente, Duwo en de TU doen er toch al jaren alles aan om meer kamers te bouwen? “Er gebeurt wel wat, maar het gaat erg langzaam. En er gaan ook weer kamers af. Zo wordt de Marcushof gesloopt. Er moet beter gezocht worden naar leegstaande kantoren en bestemmingsplannen moeten waar nodig worden gewijzigd. Maar door bezwaren van
Mariska Heidema: “Studenten zijn nooit te beroerd om te helpen bij een verhuizing, ze kondigen feestjes van tevoren aan en zetten hun muziek zachter als iemand daarom vraagt.” (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
bewonersverenigingen gaat dat heel langzaam. Zij zijn bang voor de naam die studenten hebben. Natuurlijk, er zit altijd wel een student tussen die zich niet gedraagt, maar dat heb je met andere buren ook. Studenten zijn juist een behulpzaam volkje: ze zijn nooit te beroerd om te helpen bij een verhuizing, kondigen feestjes van tevoren aan en zetten hun muziek zachter als iemand daarom vraagt.”
geen nieuwe bestuurders aandienden. De langstudeerboete zou een van de redenen zijn. Hadden jullie daar geen last van? “Dit jaar speelde dat nog niet. Er wordt door VVD en D66) geprobeerd collegegeldvrij besturen (een constructie waarbij een bestuursjaar niet meetelt voor de langstudeerboete, red.) door te voeren. Als dat niet lukt, zou dat volgend jaar een rol kunnen spelen.
De Wageningse studentenvakbond heeft zichzelf opgeheven, omdat zich
In Wageningen zou ook een gebrek aan idealisme onder studenten heb-
Welke andere onderwerpen staan komend jaar op de agenda? “We houden de berichten over de fusie met Rotterdam en Leiden in de gaten. Wij staan er kritisch tegenover. Delftse studenten zijn trots op de TU. Bovendien zijn de studentenculturen in Rotterdam en Leiden heel anders. Zo heeft de studentenraad in Leiden veel minder inspraak. Praktisch gezien zijn onze periodes anders en duurt onze master een jaar langer. In ons bestuur zitten twee studenten die studeren in Delft en Leiden. Beiden zijn kritisch. We willen het komende jaar ook meer werken aan onze naamsbekendheid. Door aanwezig te zijn op de verenigingen en op Facebook en Twitter. Verder willen we de contacten tussen TU-studenten en hbo-studenten stimuleren, net zoals de contacten tussen Nederlandse en internationale studenten. Beide groepen hebben andere invalshoeken, andere culturen en nieuwe inzichten. Dat is een verrijking.”
SMEETS
Scoren in de media Over Diederik Stapel is veel gespeculeerd de afgelopen weken. De Tilburgse hoogleraar sociale psychologie bleek data te hebben verzonnen en is op nonactief gesteld. Is hij een uitzondering of zijn er veel meer wetenschappers die frauderen? Is Stapel bezweken onder de druk om te publiceren? Wat mij opviel is dat Stapel niet alleen veel publiceerde, maar dat hij ook vaak in de media kwam. Niet alleen met zijn onderzoeken, ook met oneliners over allerlei onderwerpen. Daarnaast stelde hij mediagenieke onderzoeksvragen als ‘Maakt macht hypocriet?’ en ‘Leidt troep tot discriminatie?’. Eind augustus kreeg Stapel nog flink wat aandacht door het persbericht ‘Vleeseters zijn egoïstischer en minder sociaal’. Toen journalisten vroegen of ze het onderzoek dat hij uitvoerde met Roos Vonk en Marcel Zeelenberg eens mochten zien, bleek er nog helemaal geen artikel te zijn. Er was alleen een bestandje met rammelende cijfers. Het is een merkwaardig verhaal, zelfs als de data niet door Stapel verzonnen blijken. Roos Vonk probeerde zichzelf vrij te pleiten, maar maakte het alleen maar erger door te zeggen dat hoogleraren nóóit elkaars werk controleren en dat je altijd alleen de resultaten gebruikt die je hypothese bevestigen. Oei. Waarom schoof Vonk überhaupt aan bij Pauw & Witteman? En waarom stuurde de universiteit dat persbericht in eerste instantie uit? Het lijkt erop dat de wetenschap te druk bezig is met scoren in de media. Het is alleen niet zo makkelijk om van onderzoek naar nieuwsberichten te komen. In mijn vakgebied, wiskunde, zie ik twee soorten nieuws. Allereerst de wiskundig belangrijke ontdekkingen, bijvoorbeeld het bewijs van het Poincarévermoeden. Dit soort nieuws is moeilijk sexy te brengen, omdat de details (en
de vraag zelf) volkomen onbegrijpelijk zijn voor het grote publiek. Het andere soort wiskundige nieuws is een variatie op ‘Chinese scholier lost eeuwenoud probleem op’. Vaak is dat eeuwenoud probleem obscuur en totaal oninteressant voor wiskundigen, maar hierover kan een journalist wel snel een lekker smeuïg stukje typen. Waarschijnlijk geldt hetzelfde voor veel vakgebieden: het belangrijkste onderzoek is het moeilijkste te populariseren. De wetenschapsrubriekjes moeten toch vol, dus kiezen redacties de wat frivolere onderzoeken. Veel nieuw onderzoek is nu eenmaal moeilijk te communiceren, zelfs naar collega-wetenschappers. Neem het lunch-colloquium ‘This week’s discoveries’ van de exacte faculteit in Leiden. Twee onderzoekers vertellen elk een kwartier over hun werk waarbij, zoals de titel van de bijeenkomst al suggereert, de alleraller-laatste ontdekkingen centraal staan. Een charmant idee, zeker omdat er een gratis lunch is. Maar in de praktijk zijn de meeste praatjes na twee minuten niet meer te volgen omdat het onderwerp zo specialistisch is. Delft zou een tegenhanger moeten organiseren: een interdisciplinair colloquium, waar onderzoekers vertellen over de grote, klassieke ideeën uit hun vakgebied. Aan het eind mogen ze een minuutje praten over hun eigen werk. Dat is voor de zaal veel leerzamer. En misschien helpt het de onderzoekers een beetje om hun laatste ontdekkingen in perspectief te zetten en niet te snel een hijgerig persbericht te versturen. Ionica Smeets is TU-alumnus (wiskunde), wetenschapsjournalist en onderzoeker bij Publiek Begrip van Wetenschap in Leiden.
DELTA. 26 22-09-2011
nieuws
Voedselbank De TU betreurt het dat voedsel wordt weggegooid bij de Owee, maar anders dan Ton van Schie van de Voedselbank suggereert heeft de TU er wel aandacht voor, zegt collegelid Paul Rullmann. Van Schie zei het verbijsterend te vinden dat er na de Owee zoveel voedsel werd weggegooid en gaf aan dat de Voedselbank het graag had willen hebben. Volgens Rullmann is er tijdens de Owee echter nog contact geweest met de Voedselbank en werd het aangebroken voedsel geweigerd. “Naar verluidt stoelt dit op een wettelijke regel”, zegt Rullmann. De onaangebroken zaken gaan volgens
03
Libië hem terug naar C1000. De spullen gaan in de kratten van de volgende dag of komen (ook aan het eind van de Owee) in de schappen afgeprijsd voedsel als het tegen de houdbaarheidsdatum aanloopt. “Als de heer Van Schie mogelijkheden ziet om aangebroken voedsel op een goede plek te krijgen, zijn we graag bereid daarover afspraken te maken.”
“Ik studeer aan de TU in Delft. Nu even niet natuurlijk want ik ben een paar maanden geleden naar Libië afgereisd om mijn volk te helpen in de strijd tegen Kaddafi.” Dat zegt de achttienjarige Kamal Al-Tabouli in dagblad De Gelderlander. De student vecht mee met Libische rebellen nabij het stadje Sirte. Zijn vader is viceambassadeur op het Libische consulaat in Nederland. “Mijn vader steunt me, hij staat achter mijn besluit”, aldus Kamal.
Comedy Train
Stand-upcomedian, cabaretier en tvpresentator Jan Jaap van der Wal (o.a. Dit was het nieuws) stond afgelopen donderdagavond in een uitverkocht Culture. Hij had een aantal leden van ‘zijn’ gezelschap Comedytrain, waarvan hij artistiek leider is, meegenomen. Zoals de jonge talenten Peter Pannekoek (“Nee, dat is géén artiestennaam!”), Merijn Scholten (zie foto) en René van Meurs. Het geheel werd aan elkaar gepraat door ‘vrouw met ballen’ Soundos el Ahmadi (verliezend finalist van Wie is de Mol). (Foto: Sam Rentmeester/FMAX))
Driehonderd miljoen prestatiebekostiging Staatssecretaris Zijlstra gaat zeven procent van het bestaande budget voor hoger onderwijs verdelen onder universiteiten en hogescholen die hun ambities waarmaken. Hein Cuppen (HOP) Onderwijs is de software van onze economie, stelt de regering in haar begroting voor 2012. Daarom wordt het vooralsnog ontzien bij de bezuinigingen. In ruil daarvoor moeten instellingen en studenten topprestaties leveren. Hogescholen en universiteiten die de onderwijsdoelen halen die ze met het ministerie overeengekomen zijn, krijgen straks meer geld dan instellingen die daar niet in slagen. Staatssecretaris Zijlstra had dit al aangekondigd in zijn ‘strategische agenda’. Het kabinet stelt overigens geen extra geld ter beschikking. Het reserveert zeven procent van het reguliere onderwijsbudget voor universiteiten en hogescholen. Een bedrag van tachtig miljoen euro in 2012, oplopend naar 260 miljoen in 2015, gaat naar instellingen die hun prestatieafspraken met het ministerie nakomen. Daar bovenop kunnen ze geld krijgen uit een pot van vijftig miljoen euro als ze er – in lijn met het advies van de commissie-Veerman – in slagen om zich goed te profileren en hun onderwijsaanbod zinvol af te stemmen met andere universiteiten of hogescholen. Ook studenten worden door het kabinet aangezet om het beste uit zichzelf te halen, al gaat dat met negatieve prikkels. ‘Om een ambitieuze studiecultuur te ondersteunen’, heet het in de begro-
ting, krijgen masterstudenten vanaf 2012 geen basisbeurs meer, betalen langstudeerders een hoger collegegeld en wordt het gebruik van de studentenov-chipkaart beperkt. ‘Studenten moeten daardoor bewuster nadenken over hun studiekeuze en studievoortgang.’ Het geld dat deze maatregelen opleveren wordt volgens het kabinet gebruikt om de kwaliteit van het hoger onderwijs te verbeteren. Het gemiddelde bedrag dat het ministerie van onderwijs per student uitgeeft, daalt echter. In het wo van 6000 in 2012 naar 5600 euro per student in 2013, in het hbo van 6100 naar 5900 euro. Dankzij een hogere private bijdrage via de langstudeerboete blijft het totale bedrag per hbo-student gelijk, raamt het kabinet. Maar het erkent dat dit bij de universiteiten niet gaat lukken: die leveren volgens de begroting in 2013 tweehonderd euro per student in. De Landelijke Studenten Vakbond is weinig enthousiast. “Het komt erop neer dat de studenten van nu gaan betalen voor de studenten van de toekomst. Bijdragen voor huidige studenten worden verlaagd als oplossing voor het stijgende aantal studenten”, aldus voorzitter Pascal ten Have. Het Interstedelijk Studenten Overleg wil ‘een eerlijk verhaal’. In de miljoenennota worden ‘luchtkastelen’ gebouwd, al is het maar omdat de uitgaven aan hoger onderwijs geen gelijke tred houden met de toename van het aantal studenten. ‘Als we een meer stabiele economie willen realiseren is een koerswijziging een must’, stelt voorzitter Sebastiaan Hameleers.
www.delta.tudelft.nl/23721, 23727 en 23728
In skatepark ‘de Middenberm’ aan de Provincialeweg vond afgelopen - autoloze - zondag het jaarlijks terugkerende openluchtfestival Skatejam Festival plaats. Naast demonstraties op de ramp en andere straatsporten traden er verschillende bandjes op. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Minder geld voor onderzoek De uitgaven aan wetenschappelijk onderzoek zullen de komende jaren dalen. Alleen voor grootschalige onderzoeksvoorzieningen gaat het budget flink omhoog, blijkt uit de rijksbegroting. Het kabinet reserveert 36 miljoen euro extra voor wetenschappelijke ict-projecten, geavanceerde mri-scanners, biodatabanken en andere grote onderzoeksvoorzieningen. Voor deze grootschalige onderzoeksinfrastructuur komt daarmee in totaal jaarlijks 56 miljoen euro beschikbaar. Zijlstra meldde eerder al in zijn strategische agenda dat de helft van het extra geld bedoeld is voor ict-voorzieningen:
netwerken, supercomputers, geavanceerde dataopslag en dergelijke. Maar dit extraatje moet de wetenschap zelf betalen. De totale uitgaven aan wetenschappelijk onderzoek zullen de komende jaren lager worden. Die zijn niet meer rond de één miljard euro, zoals in de vorige rijksbegroting, maar dalen van bijna negenhonderd miljoen in 2012 naar ruim achthonderd miljoen in 2016. Het jaarlijkse budget voor wetenschapsfinancier NWO daalt van 322 miljoen euro naar 304 miljoen euro in 2016. De talentenprogramma’s, waarin de beste onderzoekers om het geld strijden, krijgen het iets minder ruim. Dit staat los van de bekostiging van universiteiten, die ook minder royaal wordt. In de begroting maakt het kabinet geen onderscheid meer in het onderzoeksdeel en het onderwijsdeel van de universiteitsbekostiging. Wel
groeit het budget voor de universiteiten minder hard dan het aantal studenten (zie ‘Drie miljoen prestatiebegroting’ op deze pagina), zodat onderwijs of onderzoek zullen moeten inleveren. Tegenover deze daling van het onderzoeksbudget staat de belastingaftrek voor bedrijven. Zij zullen de komende jaren goedkoper research & development kunnen verrichten, omdat ze de kosten van de belasting af kunnen trekken. Daarvoor is komend jaar 250 miljoen euro beschikbaar, oplopend tot 500 miljoen in 2015. Pascal ten Have, voorzitter van de Landelijke Studenten Vakbond, vindt dat dit geld veel beter naar het hoger onderwijs zou kunnen gaan: “Daarmee zou je echt kunnen investeren in researchmasters en promovendi, in de werknemers van de toekomst.” (HOP)
Over planeten en merknamen Iedereen mag meedenken over de toekomst van de universiteit. Want: ‘Als één ding op een universiteit niet werkt, dat is het top down van alles bedenken en verwachten dat iedereen erachteraan loopt’, zei collegevoorzitter Van den Berg in april in Delta. En dus komt het college van bestuur naar je toe deze zomer. Tijdens zogeheten town hall meetings kunnen medewerkers hun mening laten horen. Op maandag 19 september was er voor Technische Natuurwetenschappen zo’n bijeenkomst. In een half gevulde collegezaal in de aula drukte Van den Berg de aanwezigen nog eens op het hart: “Niet
allemaal goed luisteren omdat ‘ik het weet’, nee: andersom.” Toen hij vervolgens een beeld schetste van de TU en haar buitenwacht – verbeeld als planeten rond de universiteit – en de mogelijke manieren om op ze in te spelen, leverde dat meer vragen op dan meningen. Medewerkers wilden vooral de visie van het college horen. Bijvoorbeeld over de ‘planeet’ studenten. “Waarom kunnen we studenten niet wegsturen als ze maar één vakje volgen of maar vijf studiepunten halen in een jaar”, vroeg een man. “Het college kijkt ons er op aan, maar wij kunnen er niets aan doen.” De
universiteit mag studenten wettelijk niet wegsturen, maar alleen een bindend studieadvies in het eerste jaar geven, antwoordde Van den Berg. “We mogen na twee jaar toch wel een propedeuse verlangen?” vond de medewerker. Directeur onderwijs Rob Mudde zei dat de TU daar nog ‘een slag’ in zou kunnen maken. De ‘planeet’ bedrijfsleven dan. Universiteiten en onderzoeksinstituten moeten er van het kabinet beter mee samenwerken binnen de topsectoren high tech, energie, creatieve industrie, logistiek, agrofood, tuinbouw, life sciences, water en chemie. Gevraagd naar zijn mening sprak Van
den Berg van oude wijn in nieuwe zakken. “Alleen kleinere zakken. Eén miljard minder.” ‘Zorgelijk’ noemde hij de verdeling van het onderzoeksgeld. “Krijgt onderzoeksfinancier NWO wel de kans om onderzoek door te meten op kwaliteit, of krijgen die topsectoren daar meer over te zeggen?” De planeet academe, ofwel andere universiteiten, kwam ook ter sprake. Zorgen waren er over de merknaam TU Delft bij samenwerking met Rotterdam en Leiden, maar volgens Van den Berg ‘gooi je je naam natuurlijk niet weg’. “Ongetwijfeld zal science & technology een van de domeinen
worden” zei hij. “Daar zul je dan de naam Delft aan plakken. Het aantal studenten is eenderde: dat poets je niet zomaar weg. De merknaam Delft hoort er absoluut bij. Je kunt dan Delft Institute of Technology heten bijvoorbeeld.” Tot slot ontbrak volgens een toehoorder een planeet: die van de alumni, belangrijk voor financiering van de TU. Van den Berg zei dat hij hen niet meteen geld gaat vragen, maar daar de tijd voor wil nemen.
www.delta.tudelft.nl/23095
DELTA. 26 22-09-2011
science
opinion please
04
How to build an eco-city During Green Building Week, a team of TU lecturers has launched a brand new book on eco-cities. The book is to help future designers and engineers to green up the urban environment. Jos Wassink
Dutch internet security fails TU Delft scientists are not surprised that the Dutch government faces major security issues on the web. They stress that there is little awareness of security issues. Every year Dutch journalists try to get their hands on the classified budget for next year. This year they received the budget in a very simple way: it was published accidentally in advance on the internet, and on a webpage that wasn’t even encrypted. This blunder launched a lively discussion about how the government fails to secure important documents. Even more troublesome were the problems involving a company called DigiNotar, which went bankrupt last week. DigiNotar provided secured certificates for the government. DigiNotar was hacked by an Iranian, who then created certificates. Iran allegedly used the certificates to spy on its own people, although this is not yet certain. Over the past couple of weeks, many people have asked themselves how it is possible that the government does not take IT security more seriously. But TU Delft scientists are not surprised. “There isn’t much awareness about security at the government level. Many people who design websites do not take security seriously enough. There aren’t enough ICT specialists in government service. And the same goes for many big companies,” says Dr Johan Pouwelse (Software Technology section, faculty of Electrical Engineering, Mathematics and Computer Science). The certificates issued by DigiNotar were being used to digitally identify websites and to encrypt traffic to and from https-websites. It is not yet known officially what went wrong, but human errors seem to have been made. “Strangely enough, it looks like employees at Diginotar had not enough awareness regarding security,” says Dr Jan van den Berg (ICT section of the faculty of Technology, Policy and Management). “But also the monitoring of the company failed tremendously. There should have been better supervision from the government. Hopefully this will change fast.” The DigiNotar scandal also affects TU Delft, as the company was the delivering party at the TU for certificates. Whoever wanted to sign and send a contract by email and encrypt a confidential email at TU Delft used DigiNotar. “We did not expect at all that security at DigiNotar was this bad, because they were being monitored. We thought they were trustworthy. It seems like all the processes inside the company were good, but human errors were made. This should not have happened. After the hack was known we sent emails to whomever used DigiNotar at the TU, informing them that their certificates could not be used anymore,” adds Alf Moens, corporate information security officer at the TU. Van den Berg also used DigiNotar: “I even taught my students how to send encrypted information by using certificates signed by DigiNotar during my classes.” According to Van den Berg, a lot of new changes should be made to make the internet safer. “We made up rules that are necessary to drive a car. One needs a driver’s license and to put seatbelts on. Otherwise, it’s not regarded safe to drive. I’m surprised that something similar doesn’t exist yet for the internet.” The freedom on the internet is great, he says, but is also too good to be true. “Everyone who uses the internet should use certificates for certain applications, to be sure that anyone who says who he or she is, really is that person. Of course this is more inconvenient, but whenever one collects a passport there are also security precautions. No one thinks that is strange, because we know why it’s important. That’s why we should start making people more aware of the necessity to secure computers that are connected to the web.” (RV)
Love them or loathe them, cities are here to stay. In 2007 half of the world’s population lived in cities and by 2050 the UN expects seventy percent of all people will be urbanites. The UN Habitat programme foresees the rise of mega- and hypercities with over twenty million inhabitants. One could regard cities as ecological monsters consuming water, energy and materials in huge amounts (forty percent of all materials extracted is used in buildings and structures), and releasing polluted water, greenhouse gases and piles of waste in return. But then again, cities are also the centres of our economy and generate new economic activities, such as shops, offices and services. ‘In this book we aim to avoid thinking of cities in terms of good or bad,’ writes editor and assistant professor Dr Ellen van Bueren (TPM). ‘Cities are there, and most of them are growing. This is something that we should take as a starting point for our attempts to make them sustainable…. The urban environment holds various keys to a more sustainable planet.’ As examples, she mentions high-density buildings to reduce land use, reusing building
The eco-city design ‘Hanging Gardens’ for the Erasmusveld quarter in The Hague. (Illustration: Arjan van Timmeren/2T atelier)
materials, making buildings energyefficient or even energy producing, and providing buildings with green roofs. There is a wealth of opportunities at hand. The large tome (429 pages) is the outcome of a collective effort of 16 authors from three faculties (Architecture; Civil Engineering and Geosciences; Technology, Policy and Management) and the research institute OTB. Titled ‘Sustainable Urban Environments’, the publication has been written as a textbook for the module ‘Sustainable Urban Environments & Infrastructures’ in the MSc programme Industrial Ecology (TU Delft in cooperation with Leiden University). “Most similar books just cover energy, water or sanitation topics,” says Van Bueren. “Other books give an overview of best practices, but these tend
to be fairly soon outdated.” So, the authors chose a different tack – the systemic approach. “What are the problems you want to address, how do you choose your system boundaries (what to include and what not) and which solutions are there on offer?” says Van Bueren. She is well aware that the urban dynamics is such that future professionals will constantly be confronted by new solutions and new challenges. This new book should help to prepare them.
Ellen van Bueren et.al., ‘Sustainable Urban Environments – an ecosystem approach’, Springer Verlag, 2012. The book was presented at the first Delft Environment Initiative Lecture, last Wednesday at BK-city.
Exploring the molecular toolkit
Molecular engine designed by Seldenthuis and Prins. (Illustration: Marijn van der Meer)
Make a nanogap, stick a molecule across and see what it does. Ferry Prins’ experiments could lead to molecular memories, more efficient solar cells and the tiniest motor ever. He is basically a chemist, although he mainly worked with physicists during his PhD project. Dr Ferry Prins just loves molecules and is excited that the latest technologies at Applied Sciences allowed him to almost put his finger onto these tiniest building blocks of chemistry. What’s more: he
did most of his experiments at room temperature. A whole lot of tricks are required to get in contact with single molecules. A 1 to 2 nanometer wide gap for example cannot be made by lithography. Instead, a current is fed through a thin platinum wire until it locally ‘evaporates’ and leaves a nanogap between the electrodes. Now try to stick a molecule across the gap – another nasty hit and miss affair, which requires patience and persistence. Prins’ patience was rewarded with the discovery of very useful molecular traits. For example, he reports the discovery of a molecular switch – a molecule able to switch between two spin states. Moreover, the iron-based poly-
mer works at room temperature and its spin state is externally readable. That sounds like a promising candidate for yet smaller memory devices. Prins also used lead-selenide quantumdots as photodetectors. Resting between two electrodes only 5 nanometers apart, the quantumdots readily pass on any electrons freed by incident photons. The electronic efficiency is much higher than in traditional solar devices, but in the present configuration no external current is generated. Prins’ successors are busy inventing solutions for that. Lastly, Prins also designed a molecule that can serve as a rotor in a molecular engine. At two extremes the (flat) molecule has two rings, which should bind to two gold electrodes. The other two extremes of the molecules are electrically charged, which makes the molecule sensitive to the electric fields. Prins, and his colleague Jos Seldenthuis (MSc), hope to demonstrate that the application of an alternating electric field to an adjacent electrode will nudge the molecular engine into rotation. (JW)
Ferry Prins, 'Molecular functionality in nanoelectronic devices', 16 September 2011, PhD supervisor: Professor Herre van der Zant (AS)
DELTA. 26 22-09-2011
science
05
short news science Study awards
Test closure
An enormous movable barrage, called the Maeslandtkering, will drift into the Nieuwe Waterweg next Saturday, 24 September. The barrage will close off the Port of Rotterdam from the North Sea during a yearly test conducted the start of the storm season. The 450 million euros construction consists of two hinged, floating doors that can be sunk in the middle of the waterway. Their ball bearings - 10 meters in diameter - are the largest in the world. The adjacent Hartelkering, south of the Nieuwe Waterweg, will also be shut, but the visitors centre near Hoek van Holland is open from 9:00 a.m. Closure starts at 12:00 a.m. (Photo: Wikicommons)
During a festive meeting in Rotterdam last Saturday, the Batavian Association (Bataafsch Genootschap) gave awards to several TU Delft and Rotterdam students for their excellent theses. Rotterdam’s mayor, Ahmed Aboutaleb, who is also Praeses Magnificus of the honorary association, presented the prizes. Karel Wagner (MSc), of the faculty of 3mE, received the study prize (a certificate and 750.00 euros) for his 2009 thesis on an algorithm that optimises configurations of drilling ships in the design phase. The other Delft study prize went to Tim van Oijen (MSc), who graduated from
www.keringhuis.nl
Balloonist prepares TEDx demo
Tim Zaman with his flight robot. (Photo: Tomas van Dijk)
Tim Zaman did it again. He launched a helium balloon and made photos at the edge of space. But this time, he beamed the images back to base.
his friends to track the balloon and retrieve the black box from the IJsselmeer, in which it had dropped. Only then could he inspect the photos. TEDxDelft organiser Rob Speekenbrink contacted Zaman for a lecture at TEDxDelft on 7 November, suggesting that Zaman should show live images from
Jos Wassink
'You don’t just want clouds or sky’ the balloon during his talk. Zaman took the challenge and totally rebuilt his flying robot, using specially designed printboards from China. The middle print, containing the ARM-processor (known from the iPad), is fed 5 Volts from the bottom print, while
Pagina 8: TEDxDelft: belletjes in je brein. www.hollandshoogte.nl www.tedxdelft.nl
proposition
When MSc biorobotics student, Tim Zaman, launched a helium balloon last year, and brought back spectacular images of the IJsselmeer and the near-black edge of space at from 30 kilometres high, many enjoyed his adventurous enterprise. The payload had continuously transmitted its gps-position, which enabled Tim and
the top print contains a gps-receiver and gsm module. On board there is a webcam and a tiny radio transmitter. With only 10 mW power, the transmitter doesn’t require authorisation to operate. Meanwhile, the extremely low power output (about 1 percent of a cellphone) does limit the data transmission to 1.200 bits per second maximum. “In two hours, we sent 119 photos, which equals 6 million bits or about 0.8 megabyte,” Zaman says. He clearly enjoys getting the best from his simple equipment. To reach that point, Zaman had to build in lots of ingenious tricks. For transmitting the images, for example, he used an error detection and correction code (known as the Reed-Salomon code), which uses extra information to correct up to 7 percent of the lost data. Moreover, the computer automatically selects the best shots for transmission from the hundreds of images made. “You don’t just want clouds or sky,” Zaman explains. Some two hours before his lecture, Zaman will release his balloon, so that it will have risen above the November clouds by the time the balloonist student takes the podium.
(Illustration: Auke Herrema)
The main task of the current political system and its elements: politicians, cultural and social tools etc., is to eliminate the idea that an alternative way of political and social organization is possible. ‘Charactarization of low-dimensinal structures by advanced transamission electron microscopy’, Phd-thesis by Emrah Yücelen, Applied Sciences
Tuning in 3mE in 2010, for his discovery that robots walk best if their centre of gravity is located just above the hips. The PhD thesis prize was awarded to Dr Johan van den Bergh, who worked on zeolite membranes, used in separation processes. The combination of fundamental science (11 papers and nearly 100 citations) and societal relevance was what won the jury over, said Professor Frans van der Helm.
Finding your way around as a cyclist isn’t always easy. You can’t continuously consult a satnav system, so Matthijs Zwinderman, of Eindhoven University of Technology, came up with a solution, or so the online magazine wired.com heralds. Zwinderman developed a smartphone app called, “Oh Music, Where Art Thou?”, which works as follows: You set a destination and then put on your headphones to listen to music. As you ride, the music shifts from left to right to direct you towards your goal.
See video on delta.tudelft.nl
the graduate
Stephen van ‘t Hof (left) and Thijs Wenveen hope that one day supermarkets will use their price tags. (Photo: Tomas van Dijk)
Communicating with light-emitting diodes Light in the supermarkets of the future may not only illuminate in the literal sense, but also metaphorically. Stephen van ‘t Hof and Thijs Wenveen believe it is possible to use light-emitting diodes to send simple information all around the shop. Together with four other bachelor students at the 3mE faculty, Stephen van ‘t Hof (21) and Thijs Wenveen (21) developed price tags that are controlled by a kind of Morse code emitted by LEDs. This summer they defended their Bachelor’s thesis. “LEDs are becoming more and more mainstream and they’re becoming better and faster,” says Wenveen. “This prompted our supervisors to give us the assignment to develop a communication system using LEDs.” By ‘fast’ Wenveen means to say that the lights switch on and off very quickly. When looking at LED light, you are actually looking at flickering light, but don’t notice it. The light’s frequency can be controlled quite simply with software. The price tags which the students developed receive the encoded light on a small solar panel. This panel sends the information to a microcontroller that interprets the information – a new price for a bunch of bananas for instance which subsequently appears on the screen. The system also uses the light as an energy source. Some wholesale shops already use a smart system with electronic price tags that can be controlled wirelessly. These shops don’t need to send their employees around the shop anymore with little paper stickers to change the price, which is a laborious and thus costly task. “The disadvantage of these systems however is that they have to change the batteries every few years,” says Van ‘t Hof. “With our system, that’s not necessary. And you don’t have to install transmitters all around the shop, either.” The students haven’t yet figured out if their price tags are energy efficient enough when further miniaturized (they are now still quite big, or about the size of a candy bar). “One idea we had to spare energy is to use e-paper as screen material,” says Van ‘t Hof. “This material only uses energy when it needs to change the information it depicts.” Despite the advantages of LED communication, the young engineers believe electronic price tags are the future, not their system, because technologies like Bluetooth and Wi-Fi are fairly advanced already and people have a lot of faith in them. But this hasn’t dissuaded the two students from participating in the UfDImtech Bachelor Grants competition, a competition organized by the University Fund Delft. (TvD)
DELTA. 26 22-09-2011
international students
06
Rocking 'n rolling in Delft Up for shaking a leg or two to some good old fashioned rock ‘n roll music? A new club at TU Delft offers everyone the chance to learn to dance like rocker. SWATHI KRISHNA Inspired by their passion for rock’n roll dance, two PhD candidates from 3ME faculty, Andrea Simonetto and Helene Clogenson, recently started the Rock’n Delft (RnD) association, which provides informal dance courses at the university, where you not only can learn some moves but also meet new people. “RnD is as much about dancing as meeting friends and having a good time together,” says Simonetto, who is from Italy. Simonetto and Clogenson offer classes in rock ‘n roll dance every Sunday at the TU’s Culture Centre, from 20:00 to 22:00. Clogenson, a Frenchwoman and the president of the association, explains: “We’ve been teaching in Delft for one year now. We aren’t professional dancers but rather experienced volunteers. I taught a class in a very similar way during my two year stay in Norway.” Simonetto, who is also the secre-
tary of RnD, adds that students who become experienced eventually help them during the classes. And there is no entrance fee to attend these sessions. RnD also adds more color to the social life in Delft by organizing a dancing event at De Ruif on every third Thursday of the month. The evening of socializing, drinks and dancing starts at 22:00. Over the past months RnD has had lots of positive feedback, with Clogenson noting that they are now more involved in the university’s cultural
'One does not need to already have a dancing partner’ scene and more than 100 people on their Facebook page interested in their activities. They also gave a demo and a workshop at the summer festival. Many students who heard about RnD said that even though they were interested in taking the classes, they did not have a partner to join with. Luca de Frate, an Italian PhD student at the TPM faculty and an RnD member, is quick to clarify that “one does not need to already have a dancing partner, because Andrea and Helene will make sure that everyone dances with everyone else, allowing them to share
impressions and receive feedback.” Students who have attended the RnD classes are full of praise for their teachers. Barbara Venica, a member who is also from Italy, says: “We like how Andrea and Helene explain the moves: they start from the very basic steps and build up gradually. Thus, one starts dancing from the very first lesson, which is fun.” But is rock’n roll dance really popular in the TU Delft’s multi-ethnic environment? Anil Km, an Indian PhD student, is one non-Weseren keen to learn this dance form. “That’s something I wanted to try but never really got to it,” he says. “So I’m glad to hear about this association.” Meanwhile, Tungky Subroto, an Indonesian PhD student, admits that he has “never danced before RnD, but at least I’m able to do so now. Thanks to the instructors who made the moves so easy to learn.” Roman Latsuzbaia, a Georgian PhD student, adds: “I like rock n roll dance, as it’s very alive and fast, and you can learn to do a lot of difficult moves in a very short time. The teachers are really great, so I’d suggest everybody who wants to have fun should join the classes.” So there go, a new club in town people! Now don your dancing shoes and put your best foot forward.
info@rockndelft.nl rockndelft.nl
Rocking n’ rolling during an RnD dance class. (Photo: courtesy of RnD)
Rock’n Delft’s next event is on 23 September at the Culture Centre, starting at 21:00: a prelude dance party to the new beginner’s class, featuring a live band, Vezpa. Those interested in joining the party and possibly also the classes are most welcome to attend.
what's cooking
(Text/Photo: Pat Hong)
Korean ‘Bibimbap’ For those who love rice dishes, you definitely shouldn’t miss ‘Bibimbap’ -a signature Korean dish. ‘Bibimbap’, which literary means ‘mixed meal’ in Korean, used to be a royal court dish of the Joseon Dynasty. It was also one of the tributes for the Chinese Emperor because of its rare ingredients. Served with steamed white rice and topped with a variety of seasoned vegetables (mushrooms, spinach, fern stems, and sprouts), red chili pepper sauce, raw egg, and sliced meat (chicken, seafood, or beef), the bundle of colors in ‘Bibimbap’ creates a nice visual touch to the eyes. To enjoy ‘Bibimbap’ properly, you have to mix all the ingredients together thoroughly. “The dish is special because it captures traditional Korean food culture in a single bowl. The simple naked arrangement and layers of its basic ingredients creates a sense of curiosity,” says Vitto from South Korea. A famous variation of this dish, called ‘dolsot bibimbap’, is served in a very hot stone bowl coated with sesame oil. When the rice touches the bowl with a sizzling sound, a crispy, golden brown layer is formed. And, it’s not just an ordinary layer of crispy rice but rather a symbol of love. It is a Korean tradition that when a couple eats ‘Bibimbap’ together, the man has to help his girlfriend stir the ingredients. If his girlfriend can’t finish the dish, the man has to eat the remaining food to represent the love of his girlfriend. In Korean households, ‘Bibimbab’ is frequently prepared from steamed rice, vegetables, and meat in very simple ways. “Basically, you can mix just about everything,” says Kay, also from South Korea. “The ‘mixing-together’ concept actually represents the concept of the Korean society.” Kay recalls her childhood years when her dad used to make ‘Bibimbab’ for her and her brother. “He would dig out all the dishes in the refrigerator and then mixed them together with rice in a single, large pot,’ she says. “The only thing we needed was three spoons! It was not just a ‘Bibimbab’, it is a memory of the wonderful with my family, which I can never forget.” For those who’d like to mix your own ‘Bibimbap’ and perhaps share it with your girl (or boy) friend, just go to www.delta.tudelft.nl for the online version of this article and follow the simple step-by-step instructions. And remember to mix thoroughly before you eat!
lei li
B-side story After a 3-month assignment in Geneva, my BCG consultant friend Baastian finally came back to Holland for a short stay. The first day he arrived, he called me for a catch up dinner. We decided to go to the restaurant where we used to hang out a lot during our student days. Of course it’s not like I was still expecting a baseball cap, sweater and Converse sneakers kind of guy, but Baastian’s makeover was somehow too radical that I almost missed him when I passed by his table. He was wearing a dark gray suit with a light blue shirt underneath. The strong colour contrast brought out all the sharp edges. As little as I knew about fashion, I could still tell this high quality fabric must be a designer piece. The metallic silver watch, which was vaguely visible underneath the shirt, must also cost a fortune. However, as soon as he stood up to give me his trademark big hug, I knew immediately he was still the Baastian I had known. To be honest, before I went off to meet Baastian, I was a bit concerned that our dinner would turn into a storytelling and photo
sharing session. As much as I love hearing stories from people going to faraway places, it can only go on for so long before it starts to lose its glamour. Therefore, instead of asking ‘how was your life abroad’, I purposefully started our conversation with ‘did you miss here’. ‘Yes, a lot,’ said Baastian, honestly. Noticing a slight surprise on my face, he explained to me that the first half year of his job was amazing in every single way you could think of. But it didn’t take that long before he realised London, Geneva or Chicago started to make no difference, as the life pattern stayed the same: arriving, working hard from morning til late at night, hanging out with other expats at ‘expat exclusive’ bars, going back to hotel, moving on to next destination. In the end, Baastian confessed to me that at this moment all he wanted was to stay grounded, to stay home. I still remember how one year ago everybody thought Baastian had landed the perfect job – a competitive salary package with a company car, free travel, substantial international experience
– which I believe is something that most young grads would still crave for. Not saying this kind of job isn’t appealing any more, but there is another side to the story that many of us hardly ever hear. Having a job that has you traveling around the world makes for popular Facebook status updates and pretty photo albums, but is it truly as glamorous as it seems? When traveling around turns into jetting around, hotels become your home and racking up airline miles becomes a hobby, shouldn’t we give it a second thought before plunging into such a life? Lei Li, from Shanghai, China, is recent MSc graduate in science communication. She can be contacted at: LeiLivanShanghai@ gmail.com
DELTA. 26 22-09-2011
international students
07
Diss marches on
news in brief Net loss TU Delft has closed the 2010 financial year with a negative balance of 15 million euros. In total, the TU had nearly 514 million euros in revenues. The largest part of this - 318 million euros - is government funding. In 2009, this amount was much larger: 353 million euros. The difference is largely explained by the reclamation of 25 million euros by the government, which had given that amount to the university a few years ago for rebuilding the faculty of Architecture, after the old faculty building burnt down. That money had to be spent on a new building, but the TU decided to renovate an existing building. Much to the chagrin of the university, the government then demanded its money back.
Money needed TU Delft is considering borrowing money from the Ministry of Finance for property investments and deferred maintenance. Renovation of the faculty of Civil Engineering and Geosciences is urgently needed. The building requires improvements in climate, comfort and fire safety. It also must become more energy efficient and modern. There is also an urgent need for a new building for the faculty of Applied Sciences in TU-Zuid, in order to facilitate more state-of-theart research. Deferred maintenance is also a problem there.
New chairperson Partying at the World Café. But where are the Dutch students? (Photo: Devin Malone)
The Delft International Student Society is set to form new member committees and is looking for help to increase student involvement, especially among the Dutch. DEVIN MALONE The Delft International Student Society (Diss) will hold its first of regular informal drink session, or borrel, next Wednesday night. Drinks will be provided by Diss and serve as a new point of contact between international students and their Dutch counterparts, the latter of which are seen as being largely absent for international events. Next Wednesday’s borrel will also see the formation of Diss working committees, which will address various topics, ranging from raising Diss’ profile on campus and networking and event planning with other international student organizations, to addressing administrative issues, like dealing with Duwo. Diss has been working hard to raise its profile on campus, as it’s the primary voice of international student concerns, and because the group is still relatively unknown, particularly among Dutch students. While one part of Diss’ mission is to represent international students’ interests, its other goal is to create a community of internationally-minded students, and to support, network and plan events with the disparate international student societies, like the Indian Student Association. Diss can help such organizations raise the profile of their events, or get official recognition – and funding – from the university. This second part of Diss’ mission is not only for international students, but rather for all students. “International thinking is about more than just your passport,” says Arturo Orjuela, Diss’ secretary. Consequently, Diss was involved for the first time this year in both the Owee (for Dutch students) and the Iwee (for international students) opening weeks. In an attempt to achieve crossover between these two events, which are virtually separate, Diss co-hosted a World Café event, where students could meet and learn about different cultural activities. While about 40 people showed
up, only ten were Dutch. According to Orjuela, one of these Dutch students said that he came to TU Delft because it was so “international”, yet he was surprised that there seemed to be hardly any regular ways for Dutch and international students to interact. Diss welcomes more Dutch student involvement, not only for the mutual benefit and enjoyment of both Dutch and internationals, but because Dutch students can also help Diss accomplish its goals, as they speak the language and understand university bureaucracy better. To help get more Dutch students involved, Diss plans to co-host more events with Dutch student groups. Unfortunately, Diss finds the process difficult, because Dutch bureaucracy is slow to change. “Many employees, teachers, teams and student organizations are still doing their jobs the way they did ten years ago, when ‘foreign’ students were few,” says Orjuela. “This is reflected by the reluctance to use English or at least bi-lingual communication. Some groups - like study associations - rarely or never offer activities for non-Dutch speakers, and they don’t stop to think: how is this going to work for non-Dutch students?” Orjuela feels that an “international mentality” should be embedded from the very beginning, with the bachelor Owee, so that Dutch students understand that TU Delft is an international institution and that sometimes English will (and should be) spoken.
Office space
Diss was created two years ago in conjunction with the Delft student union (VSSD) and the student council. But unlike traditional Delft student societies, Diss doesn’t have official members nor a full-time board, meaning Diss’ board has less time to get things done. Being board members of Dutch student societies is essentially a full-time job, a paid position done over a full work week, with funds also coming from membership dues and business sponsorships. The Diss board conversely is volunteer-only, and board members work for the board while simultaneously completing their university programs; hence, they have much less time to spend on getting things done. Some Diss board members admit that while Diss is indeed important, their studies must and do come first. Wit-
hout official members, Diss is incapable of collecting dues or getting sponsorships and is thus completely dependent on the university for funding. Diss says that Rector Magnificus Karel Luyben is supportive of its mission of increased interaction between Dutch and international students, yet he acknowledges that these efforts are still in their nascent stages. This is one reason for the new Diss working committees, which can help the Diss board accomplish more with limited resources. Diss also doesn’t have an office space, meaning students cannot stop by to ask questions, and consequently the board must find areas to do their work ad hoc. Diss is however in negotiation with VSSD about getting office space on Leeghwaterstraat. For Diss’ committees to function properly, more students must get involved, yet this is sometimes an issue. Jonathan Mugerwa, Diss’ current chairman, says international students are more likely to prioritize their studies above all else, since they pay so much more tuition than their Dutch and EU counterparts. Mugerwa thinks that Diss consistently reaches around 300 to 400 TU Delft international students, but adds that this is primarily for social events. The Diss chairman hopes this will change and wants TU Delft students to know that “we’re approachable. International students can contact us for whatever reason, to let us know how things are going or with ideas or suggestions they might have…. We have the network and know who to talk to about these things.” At present however the students who do get involved are unlikely to speak up about issues troubling them, and this makes Diss’ job more difficult. “If we’re to effectively address certain issues – like housing and tuition - we need to show that it’s not only a group of people on the board but rather a large group of international students who have certain views on certain issues,” Mugerwa explains. “But for that to happen, international students must take an active role.” If you’re a Dutch or international student and want to learn more about Diss or get involved, join them at Café Zondag (Voldergrachts 7) from 19:00-23:00 on Wednesday, September 28, or get in touch via www.diss-online.nl, board contact the International Office to be put on the mailing list, or search for ‘TUD international students’ under ‘organizations’ on Blackboard.
Mariska Heidema was recently appointed chairperson of the Delft Student Union (Vssd). One of her focal points is to make students more aware of the Vssd, and therefore the union will be more actively engaged with student associations, Facebook and Twitter. Furthermore, the union wants to stimulate relations between TU Delft students and those studying at area polytechnics. And the same goes for relations between Dutch and international students. “Both students have other angles, other cultures and new insights. That is an enrichment.”
EU interns Students from EU countries who wish to be eligible for Dutch study grants must work at least 32 hours per month. But in principle internship-hours do not count toward this total. PvdA MP, Tanja Jadnanansing, formally asked Halbe Zijstra, State Secretary for Education, Culture and Science, to excuse students doing internships from this working hours requirement, but Zijlstra disagreed. European students in the Netherlands must first access the available study grants available to them in their home countries, according to the government. Only when they reach 32 hours per month of work can they receive the status of ‘migrant worker’ and then apply for Dutch study grants. Zijlstra made this announcement, despite the fact that he is well aware that the Educational Performance Department (Dienst Uitvoering Onderwijs) regards an internship as legitimate work, provide the student intern has a legitimate work contract and is paid a normal salary.
Performance agreements Universities and colleges that meet their educational performance agreements will receive more funding from the Ministry of Education. Seven percent of the current State Budget for higher education will be used for this objective. Universities however will get a lower average amount of funding per student. In 2013, this figure will be 200 euros less per student.
Borders again If the EU’s external borders are not better protected, EU countries could face the reintroduction of border controls between neighbouring countries, according to new legislative proposals tabled by the European Union’s executive committee. The controversial plans are aimed at stopping the increasing illegal immigration into Europe, particularly from North Africa. Following the recent upheavals in Tunisia, Egypt and Libya, some 30,000 illegal aliens have attempted to enter the EU from these countries, with the majority attempting enter via Italy and Greece.
Lower expenditures The total expenditure for scientific research in the Netherlands will be lowered in the coming years: from 1 billion euros, as in last year’s State Budget, to 900 million euros in 2012, and to just over 800 million euros in 2016. To offset this decline, companies will have the possibility to deduct research and development costs from their taxes. Some 250 million euros will be made available for that purpose next year, and this figure will rise to 500 million in 2015. Student Union LSVb states that the money would be better spent on higher education.
DELTA. 26 22-09-2011
lifestyle
08
TEDxDelft: belletjes in je brein Altijd al eens willen luisteren naar een ontwerper van sportauto’s, een astronaut van bijna tachtig of een student die luchtballonnen met camera’s de lucht in stuurt? Dan mag je TEDxDelft niet missen. Connie van Uffelen
Musetta Blaauw. (Foto: TEDx)
TED, je hebt vast al eens van dit internationale fenomeen gehoord. Alles draait om interessante mensen die in zes, twaalf of achttien minuten inspirerende verhalen vertellen. Over technologie, entertainment en design, want daar staat de afkorting TED voor. Het begon allemaal in 1984 met conferenties in de Verenigde Staten, waarbij het motto was: ideas worth spreading. Die opmerkelijke verhalen zijn op internet te beluisteren via live streaming. En sinds YouTube is de populariteit van TED alleen maar gestegen. Zo zijn er praatjes te zien van Bill Gates, Al Gore, Jane Goodall, Richard Branson en Isabel Allende. Inmiddels zijn er ook lokale TEDxvarianten toegestaan onder licentie, waarbij de x staat voor onafhankelijk georganiseerd. In Nederland heeft na Amsterdam en Rotterdam nu ook Delft zijn eigen TEDx-event: op 7 november in de aula. De TU en de gemeente Delft organiseren het samen met de bureaus
Fabrique en TamTam voor studenten, Delftenaren en notoire TED-fans. Zij kunnen naar een flink aantal boeiende sprekers luisteren. “De ultimate brain spa”, zoals Simone de Jong van de organisatie het noemt. Wat te denken bijvoorbeeld van Lowie Vermeersch? Cum laude afgestudeerd bij Industrieel Ontwerpen, daarna
‘De ultimate brain spa’ hoofd van de ontwerpafdeling bij de Italiaanse ontwerpstudio Pininfarina. Veel van de razendsnelle sportwagens die je nu ziet rijden, zoals de Ferrari 458, heeft hij mee helpen ontwerpen. Of neem de bijna tachtigjarige Lodewijk van den Berg die per ongeluk astronaut werd. Deze onderzoeker van kristalgroei wilde de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie Nasa graag wat testjes in de ruimte laten doen. Dat bleek echter zo ingewikkeld voor de Nasa-onderzoekers dat hij zelf werd
geselecteerd om in 1985 mee te vliegen in de Space Shuttle Challenger. Nasa vond dit wel potentieel spionagegevoelig en dus moest Van den Berg eerst genaturaliseerd worden tot Amerikaan. Misschien is hij daarom niet zo bekend als de eerste Nederlandse (van origine dan) astronaut. Maar ach, in 2007 werd er een asteroïde naar hem vernoemd: de 11430 Lodewijkberg. De 22-jarige masterstudent Tim Zaman is bij 3mE druk bezig met biorobotica. In zijn vrije tijd laat hij graag luchtballonnen kilometers ver opstijgen. cameraatje er aan en je krijgt prachtige plaatjes van de aarde. Tijdens zijn presentatie kunnen we live meekijken. (Zie ook Balloonist prepares TEDx demo). Meeluisteren kunnen we bij een iPhone jam van TTYPP. Een wat? Jawel, Peter Mertens en Donald Beekman maken live muziek op een iPhone of iPad en illustrator Max Kisman maakt er ter plekke een tekening bij. Of de zaal het bij Rolf Hut drooghoudt, is nog even afwachten. Deze Delftse onderzoeker heeft uitgezocht hoe hij de hoeveelheid regen kan meten via het geluid van de druppels. En dan hebben we het nog niet eens gehad over YesDelft technostarter Felienne Hermans die fouten opspoort bij het gebruik van Excel, adviseur Marcel Kampman die ideeën heeft voor het opzetten van de beste school van Nederland en architect Kas Oosterhuis die gebouwen laat reageren op beweging. Of over professor Sabine Roeser die vindt dat emoties mee moeten spelen in debatten over riskante technologieën, of tweep Musetta Blaauw die na het verwijderen van haar baarmoeder op zoek ging naar een manier om toch een vierde kind te krijgen.
TEDxDelft maandag 7 november vanaf 9.00 uur, aula TU Delft. Kaarten via www.tedxdelft.nl. Studenten 25 euro, anderen 50 euro, maar volgens de organisatie krijg je er veel meer voor terug.
time out
Stappen voor de wetenschap Feesten en studeren tegelijkertijd: dat kan op het Discovery Festival. Een feestje waar de gemiddelde party nog een puntje aan kan zuigen. Een ‘vooruitstrevend nachtfestival dat unieke dwarsverbanden smeedt tussen kunst, wetenschap en muziek’. Dat kan op twee manieren uitpakken: óf het wordt erg vaag en vergezocht, óf je hebt een feest te pakken dat zo indrukwekkend is, dat je baalt dat je er de afgelopen zes edities niet ook bij was. Dat laatste is het geval bij het Discovery Festival 2011, vrijdag in Amsterdam. De muziek betekent in dit geval vette beats van dj’s Presk en Mattheis op het dak van Nemo, tot in de vroege ochtend. Ook Cinnaman, pas nog te zien op Lowlands, is van de partij. De kunst vind je vooral in The Body Lab: het lichaam als laboratorium. Daar ‘matcht’ een interactieve installatie hartslagen van bezoekers en doet een kunstenaar onderzoek naar ‘de gekrompen mens’. Ook leuk: de Cardboard Robot Battle. Maar waar je natuurlijk voor gaat is de wetenschap, met gastpresentatie van TU’s eigen Rolf
Hut (CiTG). Die wetenschap legt de nadruk dit jaar op het medische, en dan vooral live wetenschappelijke experimenten. Klínkt erg Graaf Dracula, ís vooral erg vermakelijk. Zo checkt de Mobile Eye Tracker waar het oog van bezoekers op blijft hangen en kun je penalty’s schieten met een shutterbril op je neus. In zijn ‘20PK Micropresentatie’ vertelt ‘MacGyver scientist’ Rolf Hut over hoe hij van de meest bizarre rommel functionele gebruiksvoorwerpen weet te maken. Je mag zelf met zijn creaties spelen, maar leuker: je kunt ook meedoen aan zijn workshop ‘Hardware hacking voor Afrika’. Het doel van dit alles? De kick die je krijgt als je nieuwe dingen ontdekt, hoopt de organisatie. De grootste ontdekking is in dit geval misschien wel het festival op zich. Zo niet, dan kun je altijd nog ter plekke je lichaam ter beschikking stellen voor de wetenschap. Brrr… (JH)
Op vrijdag 23 september van 21.00 to 4.00 uur in Science Center Nemo, Amsterdam. Toegang: € 15,- (€ 17,- aan de deur). www.discoveryfestival.nl
sport
Op de beginnersles sportklimmen van instructeur Pieter Braat kwamen donderdagavond ongeveer twintig studenten af. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
De TU-gelieerde rugbyclubs proberen met hun deels vernieuwde herenploegen hun draai te vinden in de nieuwe competitie. “Naar omstandigheden gaat het goed”, verklaart Bouke Nederstigt namens DSR-C. Die omstandigheden zijn dat enkele ervaren spelers vertrokken, evenals de jarenlange coach Julius Breinburg. Onder leiding van diens vervanger Michiel Snijders begon het verjongde vijftiental met een nipte uitzege op HRC 2. Zondag ging de eerste thuiswedstrijd tegen het sterke AAC met 10-32 verloren. Nederstigt: “AAC is een degradant uit de ereklasse. Dat was dus sowieso een zware tegenstander, maar het spel is ons niet tegengevallen. Michiel hanteert een speelstijl die goed bij ons aansluit, we groeien met de week.” Nederstigt is optimistisch: “Er zit genoeg potentie in het team, we denken dan ook weer ergens bovenin te eindigen. In de terugmatch gaan we AAC tezijnertijd zeker pakken.” Dat zijn uitspraken die vertrouwen wekken. Voorzitter Jeroen van Nieuwenhuizen van Thor laat eveneens een positief geluid horen. Logisch, want voor het eerst sinds enige jaren beschikt zijn club weer over twee herenteams. Ooit kwamen er drie herenploegen uit in de competitie, maar drie jaar geleden had de vereniging amper genoeg mensen om één vijftiental de wei in te sturen. Van Nieuwenhuizen dicht de Zuid-Afrikaanse coach Willem ‘Wimpy’ Mostert een grote rol toe in de opmars van de club, waarvan het hoogste team een paar jaar geleden van de vierde klasse terugkeerde naar de derde klasse. “Vorig jaar zijn we in de top-5 geëindigd. We gaan dit jaar voor promotie, maar het belangrijkste is dat we die twee competitieteams in stand kunnen houden.” Na een dikke nederlaag in de competitieouverture tegen de Rotterdamse studentenploeg van Erasmus RSRC, kon afgelopen zondag in Leiden de eerste overwinning worden bejubeld. LRC Diok 3 werd op eigen terrein met 19-32 geklopt. “Het begon zwaar, we kwamen met 7-0 achter, maar daarna zijn we goed teruggekomen. Met een aantal nieuwe spelers moeten we elkaar nog een beetje leren vinden in de combinatie.” Op de Kralingse Plas van Rotterdam bezorgde roeier Bart Lukkes zijn vereniging Proteus de eerste overwinning van het seizoen. Samen met Bastiaan Vervoort van Nautilus won hij de finale in het zogeheten Erasmussprints Klein-veld. Dat gebeurde overigens pas nadat die finale moest worden overgeroeid, vanwege een hapering in het startsysteem. Dat systeem was gebaseerd op de verschillende niveaus van de deelnemers. (JT) Tips? Jimmy.tigges@hetnet.nl
Stephan
DELTA. 26 22-09-2011
lifestyle
09
Hotel op het Binnenhof
apps
Een verlichtingsmachine, gebouwen zonder achterkamertjes en een parasietkolonie: hoe maak je een gebouw democratischer?
Efficiënt beroemd worden Terwijl je je vijfde biertje op de sociëteit achterover slaat, valt opeens het kwartje: de wereld loopt met jou een nieuwe Giel Beelen mis, en dan nog een snel en hoog opgeleide ook.
Martine Zeijlstra Het Binnenhof is tegenwoordig het toneel van spindokters, mondige ministers, populisten en leden van de Eerste en Tweede Kamer. Dat was vroeger wel anders, ontdekten bouwkundedocent Willemijn Wilms Floet en haar studenten. Wie eeuwen geleden door het gebied kachelde, liep grote kans om op een paar flinke bloemkolen te stuiten. “Op het Plein, aan de oostkant van het Binnenhof werd vroeger namelijk landbouw bedreven”, zegt Wilms Floet. Het gebied rond het Haagse Binnenhof kent een dynamische geschiedenis. “Na de landbouwtelers verstedelijkte het gebied steeds meer en kwamen er villa’s aan het Plein te staan waar druk werd geflaneerd”, zegt Wilms Floet. De Ridderzaal was een grote, tochtige zaal die door de stadhouders in bruikleen werd gegeven aan de burgers van Den Haag. “En die hielden er boekenmarkten en de staatsloterijtrekking”, zegt Wilms Floet. “De afstand tussen burgers en politiek was toentertijd kleiner dan nu, met alle beveiligingsmaatregelen.” Ook waren de gebouwen waar politiek in werd bedreven verre van fraai. “Het Binnenhof was jarenlang een grote bakstenen klomp. Een anonieme, bescheiden bebouwing.” Pas eind negentiende eeuw ontstond er een conservatieve opvatting over restauratie en werd het Binnenhof opgesierd met prestigieuze gevels. De bewogen geschiedenis leverde genoeg inspiratie op voor de bouwkundestudenten die Wilms Floet begeleidde bij hun afstudeeropdracht voor het ontwerp van een uitbreiding van het Binnenhof. Ze bedachten een burgerzaal en een hotel voor Tweede Kamerleden die te ver weg van Den Haag wonen. “De studenten willen de burgers met hun ontwerpen meer bij de politiek betrekken. En de wervelende geschiedenis van dit gebied laat zien dat dit prima in een traditie past,
"Een van mijn studenten tekende een persiflage van de architect als Superman, redder van gebouwen en de samenleving.” (Illustratie: Govert Flint)
want vroeger werd ook niet moeilijk gedaan over bijbouwen en afbreken. Dit hele gebied stond vol schuurtjes en aanbouwen.” De studenten van bouwkundedocent Marc Koehler stortten zich eveneens op de democratie van publieke gebouwen als het Binnenhof. “Toen zij met de opdracht begonnen, waren ze nauwelijks met politiek en media bezig.
‘Met zijn ontwerp van een volkomen transparant gebouw uit een student kritiek op de achterkamertjescultuur’ Ze keken naar De Wereld Draait Door en lazen Metro om nieuws tot zich te nemen. Nu lezen ze NRC Handelsblad en zijn het geëngageerde, jonge architecten geworden”, zegt Koehler. “Architecten zijn vaak gedegradeerd tot geveltjesontwerpers terwijl je ook visionair kunt zijn met gebouwen door goed over de functie na te denken. Een van mijn studenten tekende een persiflage van de architect als Superman, redder van gebouwen en de samenleving.” Met Superman-architect liep het niet goed af, zegt Koehler, want het is lastig om een verandering en meer demo-
cratie teweeg te brengen met behulp van gebouwen. Toch deden zijn studenten een interessante poging. “Een van mijn studenten ontwierp een gebouw dat volkomen transparant is. Zodat er geen gangetjes en achterkamertjes zijn. Daarmee uitte hij zijn kritiek op de achterkamertjescultuur.” Een andere student benadrukte de kloof tussen burgers en politiek door een grand canyon door het gebouw aan te leggen. “Hij vindt dat er teveel wordt gedaan alsof er geen verschillen zijn tussen groepen mensen. Met de letterlijke kloof wil hij benadrukken dat we beter kunnen accepteren dat er machtsverschillen zijn.” Burgers en politiek hebben elkaar nodig, vond ook een andere studente. Zij ontwierp een parasietenkolonie: kamertjes buiten op een piramidevormig gebouw die bezet zijn door politiek en sociaal activisten. “Zij leven als het ware als parasieten op de huid van het politieke gebouw. Ze hebben elkaar nodig.”
De tentoonstelling Ruimte voor Democratie is te zien tot 15 november in Den Haag, Hofweg 1H. Er is ook een boek verschenen: Ruimte voor Democratie. http://democratie-rechtsstaat.nl/Over-ProDemos. www. marckoehler.nl
Geef toe: ook jij hebt weleens gedroomd van een carrière als radiodj, al was het maar heel even. Veel glitter, weinig glamour en gratis muziek op de koop toe. Klinkt toch als de ideale baan? Is het ook! Tenminste, met Blip.Me Broadcast. Daarmee draai je in een wip een podcast in elkaar die niet onder doet voor de gemiddelde radio-uitzending. Eigenlijk is de app niets meer dan een radiokanaal voor de iPhone. Je neemt je podcast er ter plekke op en deelt hem via Twitter. Een sociaal medium-plus dus, maar dan met meer geluid en minder beeld. Is weer eens wat anders, maar je moet er wel echt voor gaan zitten. En in een tijdperk waarin zelfs een volzin
SpeedReading Leuk Handig Bediening Prijs Platform
***** ***** ***** Tijdelijk gratis, anders € 0,79 iPhone, iPod Touch, iPad
op Facebook moeite kost, is dat misschien teveel gevraagd van de gebruiker. Bovendien: je hebt ook nog een studie af te maken. Gelukkig kun je tijdelijk de app SpeedReading gratis downloaden. Die belooft je te leren hoe je met één blik op een pagina de context kunt vatten. Een gevalletje oefening baart
In een tijdperk waarin zelfs een volzin op Facebook moeite kost, is dat misschien teveel gevraagd van de gebruiker kunst; de app bestaat vooral uit heel veel trainingsoefeningen met cijfers. Typisch voor TU’ers zou je zeggen, al mag je van hen op voorhand misschien al wel een bovengemiddelde vaardigheid verwachten in SpeedReading. In dat geval is de app in elk geval een geinig spelletje braintraining. En je weet natuurlijk nooit hoe dat weer van pas kan komen tijdens je radiouitzending. (JH)
Blip.me Broadcast Leuk ***** Handig ***** Bediening ***** Prijs gratis Platform iPhone, iPod Touch
buitenlandstage
Dubbele retour Singapore “In het kader van everyday do something you’re afraid of, raad ik iedereen aan zijn koffers te pakken naar een ver oord.” Zo, die uitsmijter van Robert Hasselaar (25) staat. “Je wordt, zeker als je alleen vertrekt, uit je comfortzone gehaald. Je leert jezelf en anderen echt goed kennen. Je bent op jezelf aangewezen en moet zelf op zoek naar nieuwe maten. Aangezien dat voor alle uitwisselingsstudenten geldt, hangt hier in Singapore een open sfeer. Je leert snel mensen kennen. Ook in het buitenland op stage waar geen andere studenten zijn, is een heel andere ervaring. Het helpt de zaken een beetje in perspectief te zetten”, vertelt Robert Hasselaar. Hasselaar, zesdejaars civiele techniek, is ervaringsdeskundige. Hij liep al stage in Afrika en vorig jaar augustus begon hij aan een dubbel masterprogramma in Delft en Singapore. Hij heeft nu een beetje de blues:
streep trok, is dat je met een beurs twee keer op en neer mag naar Singapore én er twee diploma’s aan overhoudt.” Die twee keer Singapore en zijn Afrikaanse stage waren de vervulling van een grote wens. “Ik heb altijd met een grote groep jongens in Delft in een huis gewoond en was benieuwd hoe het was om me in mijn eentje staande te houden in het buitenland. Ik heb me voor alles wat met buitenland te maken had opgegeven. Toen
'Ik heb me voor alles wat met buitenland te maken had opgegeven'
Robert Hasselaar: “Half oktober moet ik helaas al terug.” (Foto: Privébezit)
“Half oktober moet ik helaas al terug.” Hij volgt in Delft de master waterbouw en in Singapore de master hydraulic engineering and resources management. “Wat mij over de
ik in Afrika stage liep, kreeg ik te horen dat ik naar Singapore mocht.” Vorig jaar volgde Hasselaar in Azië de verplichte vakken. Van januari tot augustus deed hij hetzelfde in Delft. “Veel studenten gaan dan terug naar Singapore voor een stage, maar die had ik al gedaan.” Daarom koos hij voor een alternatief: met drie anderen doet hij het multidisciplinaire project van de Delftse master in Singapore. “In tien
weken benader je een project van zoveel mogelijk kanten en probeer je ervaringen van je studie toe te passen in de ‘echte wereld’. Voor de Nederlandse stichting Building with Nature maakt het team een ontwerp voor eilanden voor de kust van Singapore. “Wij proberen de randvoorwaarden voor het groeien van een aantal ecosystemen te creëren. Dat moet leiden tot richtlijnen.” Intussen geniet Hasselaar van de stadstaat. “Singapore kun je omschrijven als Azië light. Het is hier waanzinnig schoon en alles is tot in de puntjes geregeld. Een beetje te. Voor de echte Aziatische experience moet je naar landen in de buurt. Dat kan voor een appel en een ei. Maar Singapore is een heerlijke uitvalsbasis om te studeren of werken. Huisvesting en openbaar vervoer zijn goed. Eten is goedkoop, zeker in lokale eettentjes. Voor anderhalve euro heb je gerechten uit heel Azië. Ik heb hier dan ook nog geen pan aangeraakt.” Ook met zijn kleding heeft hij zich aangepast. “Veel spullen heb ik níet meer meegenomen. Het is zo waanzinnig warm. Met een korte broek, twee witte T-shirts en slippers kom je een heel eind.” (EH)
DELTA. 26 22-09-2011
interview
10
DELTA. 26 22-09-2011
interview
11
‘Zat er nog maar een geurtje aan’ Hij legde vier decennia lang belangrijke nieuwsmomenten vast, ‘zonder poespas, om het publiek te informeren’. Dit najaar is fotograaf Vincent Mentzel cultural professor aan de TU Delft. TOMAS VAN DIJK
pen foto. Hij klopt helemaal, aangezien het zijn afscheidsfoto is.”
“Naar deze foto kan ik heel lang kijken”, zegt Mentzel. “Waarom kijkt Beatrix zoals ze kijkt? Wat denkt zij nou? We hebben afgesproken in de Kunsthal in Rotterdam, waar in het voorjaar van 2011 de expositie ‘Het oog van Nederland’ te zien was, een retrospectief van Vincent Mentzel met meer dan tweehonderd foto’s. We staan stil voor een foto van koningin Beatrix uit 1986. De foto is genomen tijdens het honderdjarig bestaan van het wetboek van strafrecht. Beatrix zit op een bankje met haar handen vroom gevouwen in haar schoot. Om haar heen staan tientallen mannen; ministers, juristen, rechters. En meer op de voorgrond staan journalisten, voorlichters en beveiligingsmensen. Alleen Beatrix kijkt in de lens, wat de foto een wat surrealistische uitstraling geeft. In de foto gaat de aandacht uit naar Beatrix, maar ook naar haar entourage. Mentzel: “Dat hele protocol mannen dat daar staat, dat toont eerbied. De dag ging over gezag. Dat wordt hiermee mooi uitgebeeld. Maar al die mannen hebben ook hun eigen wereldje. Ze hebben thuis misschien een vrouw die ze slaan.” Hoe verhoudt de mens zich tot de ruimte waarin hij leeft? Deze vraag fascineert de fotograaf. ‘De menselijke maat’ is dan ook het thema van Mentzels lessen aan de TU. Gedurende twee maanden begeleidt hij studenten bij het maken van reportages over dit thema. Je bent maar een mens met een bepaalde maat in een omgeving en je kunt niet alles overzien. Dat is Mentzels boodschap.
U maakte veel foto’s van politici. “Ja, en ik kon het ook goed vinden met veel politici. Vooral met Ruud Lubbers heb ik een leuke vriendschap. Maar dat werd niet altijd op prijs gesteld. We stonden op een dag op het Binnenhof een praatje te maken toen collega’s van mij riepen: ‘hé Mentzel, rot eens op’. (Het was 1982. Lubbers was de kersverse premier en had net zijn maidenspeech gehouden. Hij liep met zijn papieren terug naar zijn bureau. Het was het plaatje dat fotojournalisten graag wilden schieten. Maar dan zonder Mentzel in beeld, red.). Die vriendschappen waren ook niet goed. Je moet mensen kritisch volgen.” (Naar aanleiding van dit voorval is Mentzel minder foto’s van politici gaan maken, red.)
Zouden wetenschappers vaker stil moeten staan bij ‘de menselijke maat’? “Wat ik denk over wetenschap…” Hij fronst zijn wenkbrauwen. “Wetenschappers zijn van het A kwadraat, B kwadraat, C kwadraat. Ze rekenen uit dat de mens naar de maan kan en ze sturen hem ernaartoe. De berekeningen kloppen immers. Maar (lachend) vervolgens zijn ze toch ook wel weer dolgelukkig als die astronauten levend terugkomen. Je kunt wel alles hebben uitgerekend, maar er kan altijd een spelbreker zijn. Je bent maar een mens met een bepaalde maat. Je moet altijd rekening houden met het onverwachte.” Hoe reageert de mens als er iets onverwachts gebeurt, iets wat buiten zijn macht ligt? “Neem nou dat ongeluk met de kerncentrale in Japan. Kerncentrales konden niet ontploffen, maar ze doen het toch. Dat ongeluk levert iets ongrijpbaars op. Er is iets in de lucht waar je niets aan kunt doen. Wat ik me dan afvraag is: wat gebeurt er bij de mens als er straling op hem afkomt? En leg zoiets eens uit door middel van fotografie. Dat kan heel beeldend of abstract. De bijeenkomsten worden dus geen lessen in portretfotografie. Ik gebruik fotografie om studenten iets te laten onderzoeken.” Wat voor camera heeft u nu bij u? “Een mooie Canon. Ik weet niet welke. Wacht even.” Hij haalt zijn camera tevoorschijn; een
Cultural professor De traditie van de gastschrijver is op de schop gegaan. Het gastschrijverschap is uitgebreid met andere kunstdisciplines. De gastschrijver gaat voortaan twee maanden door het leven als cultural professor. Behalve schrijvers worden nu ook beeldend kunstenaars, componisten, filmmakers en fotografen uitgenodigd. Mentzel is de eerste cultural professor. Hij begint zijn werk in Delft op 23 september met een openbare lezing onder de titel de ‘Cultural Promotion’. In de periode erna zijn er zeven besloten bijeenkomsten voor studenten. Op 25 november sluit Mentzel af met een openbare slotrede.
Wie is Vincent Mentzel?
Vincent Mentzel (1945) is al ruim veertig jaar actief als fotojournalist. Tussen 1963 en 1967 studeerde Mentzel aan de Rotterdamse Academie van Beeldende Kunsten. Hij verliet de Academie in 1967 zonder diploma na een conflict met de directeur. In datzelfde jaar ontmoette hij de Amsterdamse theaterfotograaf Maria Austria voor wie hij als donkere-kamerassistent aan de slag ging. Van haar leerde hij het fotografievak. In 1970 trad hij in dienst als staffotograaf van NRC Handelsblad. In de jaren zeventig maakte hij vooral veel foto’s van de Haagse politiek. In 1973 werd een foto van hem van minister-president Den Uyl onderscheiden als ‘Beste Nederlandse Persfoto’ van World Press Photo. Mentzel wordt ook geroemd om zijn reportages in het buitenland, waaronder China, Japan en Tibet. Voor de beeltenis van koningin Beatrix op de Nederlandse munt en postzegel zijn foto’s van Mentzel gebruikt. Vier maal maakte hij officiële portretten van de koningin. (Foto's: Sam Rentmeester/FMAX)
EOS5D, met groothoek. “Ik ben niet zo technisch. Sterker nog, ik weet er niets van. Het interesseert me niet. Het werken in de doka vond ik overigens wel heel leuk. Maar ik ben geen expert. Op een gegeven moment ontmoette ik een heel goede beeldverwerker. Hij doet dat werk nu voor mij. Het is iemand die mijn taal spreekt en mijn gevoelens herkent.” Wat is uw taal? “Ik vind het leuk om het beeld naar mijn hand te zetten. Bijvoorbeeld door het licht op sommige plekken door te drukken. Mijn foto’s zijn verder zonder poespas. Toen ik voor de krant fotografeerde moest ik de lezers informeren. Natuurlijk probeer je je daarin wel te onderscheiden.” U beschouwt uzelf niet als kunstenaar, maar uw werk hangt wel in musea. Waar ligt de scheidslijn tussen fotojournalistiek en kunst? “Neem nou het werk van de New Yorkse straatfotograaf Weegee. Zijn werk werd kort na zijn dood opgenomen in het MoMa. Weegee maakte prachtige ‘recht voor zijn raap-foto’s’ van de politie bij prostituees of mensen met een kogel in hun kop. Die man had echt een eigen handschrift.” U hebt toch ook een eigen handschrift? “Ja, maar ik heb soms moeite om mijn handschrift te herkennen. Pieter Broertjes (voormalig hoofdredacteur van De Volkskrant, red.) was eens bij me. In mijn huis is het een enorme bende. Broertjes zei, ‘ja, hier woont een kunstenaar’. Maar zo voel ik mezelf niet. Ik zit graag bij kunstenaars. Heerlijk vond ik het bijvoorbeeld om bij Cobraschilder Eugene Brandts te zitten, tussen al die potjes. Ik wil ook met mijn handen in de verf zitten. Wat ik fotografeer wil ik het liefst tekenen of schilderen. Maar dat kan ik niet. Verven of beeldhouwen met beitel of klei geeft toch het ultieme gevoel van vrijheid. Ik vind fotograferen… ik wil niet zeggen te makkelijk… maar ik zou zo graag willen dat er een nog een geurtje aan zat; dat het toch iets meer was dan alleen dat platte.”
Hoe gaat u te werk? “Elke foto heeft een enorme spanningsboog. Het begint al als de telefoon gaat. De krant en de lezers hebben bepaalde verwachtingen. Daar krijg ik een knoop van in mijn maag. Dan moet ik vertrekken en spelen er allerlei triviale lulligheden. Kom ik wel op tijd? Kan ik mijn auto kwijt? En dan begint het pas echt. Je komt aan op de locatie en bent aan allerlei regels gebonden. Er zijn voorlichters en mensen van de security die de pers wegduwen.” Hij neemt weer de foto van Beatrix tijdens de viering van het honderdjarige bestaan van het wetboek van strafrecht als voorbeeld. “Kijk naar deze situatie. Overal stonden mensen om mij heen. In een split second moest ik beslissen wat ik ging doen. Door de voorlichters en de mensen van de security heen duiken en op mijn knieën voor Beatrix gaan zitten, of de hele situatie gebruiken? Ik koos voor dat laatste.” En als u portretfoto’s maakt? “Als ik bij mensen thuis kom en ze zijn heel aardig, dan word ik daar heel zenuwachtig van. De mensen zijn vaak heel verwachtingsvol en hebben het poseren geoefend voor de spiegel. Ik probeer ze dan op het verkeerde been te zetten waardoor ze ontspannen. Ik maak een praatje; ‘mooi schilderij heeft u daar en wat een mooie boeken’. Mensen moeten zich aan je overgeven. Vaak vragen ze hoe lang ik nodig heb voor de foto. Het maken van de foto op zich duurt maar een minuutje, maar de aanloop duurt veel langer. Lacht. “Tegen Beatrix heb ik eens gezegd dat ze mij eerst op mijn gemak moest stellen door me een kopje thee in te schenken. Je moet ook wel eens geluk hebben. Dat had ik toen ik Joseph Luns portretteerde voor zijn afscheid als minister van Buitenlandse Zaken in 1971.” Mentzel zet een kakkerig stemmetje op. “Waar moet ik staan, vroeg Luns. Op hetzelfde moment liep er een vrouw langs. Luns neemt zijn hoed af en ik druk af. Het is een onbehol-
Hier in de Kunsthal is ook een expositie van foto’s die met de iPhone gemaakt zijn. Er hangen ook foto’s van u. Fotografeert u graag met uw telefoon? “Voor NRC Handelsblad heb ik al drie keer een foto gemaakt met de iPhone. En tijdens het evenement de schildersweek in Domburg maak ik er foto’s mee. De organisatie vroeg me hoe ik het ging doen. Met de iPhone, zei ik. Daar was men wel even stil van. De app Hipstamatic gebruik ik ontzettend veel. Het programma ziet er uit als een fototoestel. Je kunt er een zwart-wit of een kleurenfilmpje in doen. Je wordt genept waar je bij staat. Geweldig. Je kunt er ook filmpjes uit de jaren twintig of zeventig in doen. Humor is dat. Ik vind de technische ontwikkelingen fantastisch.” Moest u er aan wennen, aan die technische ontwikkelingen? “Vroeger ging ik op pad met een grote koffer waarmee ik foto’s kon versturen via de faxmodem met pulsjes en piepjes. Achttien jaar geleden veranderde dat. Toen kreeg ik een Mac van de krant. Die moest ik gebruiken. Maar ik heb hem een jaar lang niet gebruikt. Mag ik niet gewoon afdrukjes sturen, vroeg ik.” U fotografeert graag met de iPhone, maar u hebt wel uw spiegelreflexcamera bij u. U loopt dus met twee camera’s rond. “Ja. Tijdens de overgang van film naar digitaal liep ik ook altijd met twee camera’s rond. Ik vertrouwde digitaal nog niet. Ik fotografeerde in de tijd altijd eerst met film en daarna digitaal. En dat was maar goed ook, want als ik terugkijk naar al die jpg’jes, die zijn nu tien, twaalf jaar later eigenlijk waardeloos.” Wat is het voordeel van de smartphone? “Je ziet hem bijna niet. Heerlijk is dat. Dat had ik vroeger ook als ik met een kleine Leica fotografeerde. Je loopt er niet bij als een Japanse toerist of als iemand van de pers. Niemand die je wegduwt. Maar je moet wel van dichtbij fotograferen. Al is er een of andere gek die een grote lens gemaakt heeft die je tegen je iPhone aan kunt zetten. Dan gaat de telefoon en dan sta je met een enorme toet aan je oor. Al die technische ontwikkelingen gaan keihard door. Mijn collega van de New York Times is in Afghanistan op pad gegaan met militairen. Die militairen fotografeerden elkaar allemaal met de smartphone. Toen is hij dat ook gaan doen. Er ontstond een heel nieuwe manier van werken, een andere vertrouwensband.” Bent u blij dat u met pensioen bent? “Vreselijk. Ik moest met mijn 65ste weg. Allerlei fondsen gaan dan uitkeren. Je wordt er helemaal geschuffeld van.”
Dit artikel verscheen ook in Delft Integraal, september 2011
DELTA. 26 22-09-2011
reportage
12
De geprinte wereld Het driedimensionaal printen van digitale ontwerpen zal productieprocessen transformeren en meer mensen in staat stellen om zelf dingen te maken.
Van een digitaal ontwerp tot een kunststof model met draaiende onderdeeltjes; praktijkinstructeur Roel Franken demonstreert hoe dat werkt met de 3D printer bij IO. Op zijn pc naast de printer kiest hij een turbinemotor en hij drukt op de printknop.
Filton, net buiten Bristol, is de plek waar ooit Groot-Brittannië’s vloot van supersonische Concordes werd gebouwd. Nu wordt hier iets gebouwd wat nog veel opmerkelijker is. In een gebouw vlakbij een windtunnel op een uitgestrekt terrein staat een machine die stapje voor stapje een complex titanium onderdeel voor een landingsgestel print. Normaal had dit onderdeel, ter grootte van een schoen, uit een massief blok metaal vervaardigd moeten worden. De onderzoekers in Filton, die gelieerd zijn aan Airbusfabrikant EADS, hebben nog veel grotere ambities: ze willen een hele vliegtuigvleugel printen. Lijkt dit vergezocht? Er zijn nog veel meer mensen die driedimensionaal printtechnologie gebruiken om opmerkelijke voorwerpen te creëren zoals medisch implantaten, juwelen, op maat gemaakte voetbalschoenen, lampenkappen, onderdelen van racewagens, batterijen en mobiele telefoons. Sommigen maken zelfs mechanische apparaten. Aan het Massachusetts Institute of Technology werkt promovendus Peter Schmitt aan iets wat lijkt op oma’s slingeruurwerk. Hij had enkele pogingen nodig, maar uiteindelijk, nadat hij de plastic klok uit de printer had gehaald en aan het gewicht trok, begon de klok te tikken. Ingenieurs en ontwerpers maken al meer dan tien jaar gebruik van 3D-printers. Maar tot nu toe hebben ze dat vooral gedaan om snel en goedkoop prototypes te maken alvorens de fabrieksmachines aan te passen om het uiteindelijke voorwerp te maken.
Inmiddels zijn 3D-printers geavanceerder en in staat om met een groot assortiment aan materialen te werken, waaronder hoogwaardige plastics en metalen, en daarom worden ze nu ook steeds vaker gebruikt om eindvoorwerpen mee te maken. Meer dan twintig procent van de output van 3D-printers zijn eindproducten in plaats van prototypes, aldus Terry Wohlers, die een onderzoeksbureau heeft gespecialiseerd in 3D printen. Wohlers denkt dat dit percentage in 2020 is opgelopen tot vijftig procent. 3D-printen kan productieprocessen transformeren omdat het kosten en
Veel kleine en middelgrote onderdelen kunnen in slecht enkele uren of dagen gemaakt worden risico’s inperkt. Producenten hoeven niet langer duizenden of honderdduizenden items te maken om hun vaste kosten terug te verdienen. In een wereld waar massaproductie niet langer een economische noodzaak is, en waarin het mogelijk is om producten op maat te maken, is de massaproductie van identieke producten niet altijd meer wenselijk. In de toekomst downloaden mensen producten, zoals ze nu al doen met muziek, en ze printen die thuis uit of in een 3D-productiecentrum in de buurt, nadat ze de ontwerpen eerst aan hun smaak heb-
Langzaam maar zeker verrijst in de printer een turbinemotor.
ben aangepast. Het klinkt misschien als verre toekomstmuziek, toch is een nieuwe industriële revolutie wellicht in aantocht. 3D-printen klinkt misschien bizar. Het is vrijwel hetzelfde als op een printknop op je computerscherm drukken en een document naar een inktjetprinter versturen. Het enige verschil is dat de ‘inkt’ in een 3D-printer een materiaal is dat in opeenvolgende dunne laagjes wordt afgezet waardoor er een vast object verrijst. Dat kan op verschillende manieren. Poeder kan op een tray worden aangebracht en worden verhard in het gewenste patroon met straaltjes bindmiddel of door te sinteren met een laser- of elektronenstraal. Weer andere machines deponeren fijne draadjes gesmolten plastic. Hoe het ook gebeurt, nadat een laag is aangebracht, zakt het plateau waarop het voorwerp wordt gemaakt een fractie van een millimeter waarna de volgde laag wordt aangebracht.
Lichtgewicht
Vliegtuigfabrikanten hebben veel metaal in vliegtuigen vervangen door lichtgewicht koolstofcomposiet. Toch zit er in vliegtuigen nog tonnen aan hoogwaardig titanium. Bij de vervaardiging van deze onderdelen, uit massieve blokken, wordt soms wel negentig procent van het materiaal weg gebikt. Dit vijlsel kan niet meer gebruikt worden in de vliegtuigbouw. Met 3D-printers verbruiken fabrikanten tien keer minder materiaal. Het proces kost bovendien minder energie en is soms nog sneller ook.
Na uren printen haalt Franken het kunststof model uit de printer. Het is nog omgeven met een gelachtig ondersteunend materiaal dat weggespoeld moet worden.
Er zijn meer voordelen. De meeste plastic en metalen voorwerpen zijn lomper dan noodzakelijk voor hun functionaliteit. Het materiaaloverschot is een bijkomend kwaad inherent aan het productieproces. 3D-printen kent dit euvel niet. “Je stopt het materiaal alleen daar waar je het echt nodig hebt”, zegt Andy Hawkins, hoofdingenieur bij het EADS-project. De onderdelen die zijn team maakt zijn ranker en zestig procent lichter maar net zo robuust als de onderdelen die op de oude manier gemaakt worden. De afmetingen van de geprinte onderdelen zijn nu nog beperkt, doordat de 3D-printers nog vrij klein zijn. Maar de onderzoekers van EADS denken dat ze aanzienlijk grotere onderdelen kunnen maken. Ze willen titanium componenten uiteindelijke direct printen op de structuur van de vleugel.
Structuur
Met sommige 3D-systemen is het mogelijk om de interne structuur van een materiaal te variëren. Zo verwacht het bedrijf Within Technologies dit jaar medische implantaten van titanium op de markt te brengen met eigenschappen die veel lijken op die van bot. De dijbeenimplantaten van het bedrijf zijn stevig en samengepakt waar stijfheid noodzakelijk is. Maar op andere plekken heeft het materiaal een rastervorm waardoor bot makkelijker in het implantaat kan groeien. Within Technologies werkt aan meer voorwerpen met rasterstructuren waarvan de stijfheid en flexibiliteit op elk gewenst punt kunnen worden
aangepast. Zo maakt het bedrijf ook binnenzolen voor een bedrijf dat ’s-werelds meest comfortabele naaldhakschoenen wil maken. Een aanverwant bedrijf, Digital Forming, gebruikt 3D-ontwerpsoftware om consumenten te helpen bij het verpersoonlijken van massaproducten. Een voorbeeld hiervan is een programma waarmee mensen via internet
Een ondernemer kan enkele proefstukken printen om te zien of zijn idee werkt de vorm en kleur van het buitenwerk van hun toekomstige nieuwe mobiele telefoon kunnen aanpassen. Volgens directeur Lisa Harouni, is dit principe toepasbaar bij talloze consumentenproducten. “Ik ben er zeker van dat deze technologie de wijze waarop we dingen produceren zal veranderen”, zegt ze. Het maken van hoogwaardige verpersoonlijkte onderdelen in kleine hoeveelheden is allemaal wel leuk en aardig, maar kan additive manufacturing, zoals 3D-printen ook wel wordt genoemd, echt de competitie aan met technieken voor massaproductie die al meer dan een eeuw oud zijn? De oude technieken zullen niet weggevaagd worden, maar wat wel al duidelijk is, is dat fabrieken van de toekomst 3D-printers zullen hebben die parallel werken naast freesmachines,
Et voilà. Even afdrogen en checken of alle onderdeeltjes goed draaien.
DELTA. 26 22-09-2011
reportage
13
Net buiten het laboratorium voor computergestuurde maquettetechniek bij Bouwkunde staan deze door studenten geprinte pilaren. “De studenten stuiterden van enthousiasme toen ze deze complexe vormen zagen”, vertelt universitair hoofddocent Jack Breen. (Foto's: Tomas van Dijk)
persmachines, gieterijen en spuitgietmachines, en dat de printers de andere machines veel werk uit handen zullen nemen. Een van de eerste bedrijven die stevig geïnvesteerd heeft in additive manufacturing was Morris Technologies in Cincinnati. In het begin wilde dit bedrijf snel prototypes kunnen maken, maar in 2007 realiseerde men zich dat er ‘een nieuwe industrie geboren werd’. En dus zette het een ander bedrijf op, Rapid Quality Manufacturing, speciaal voor het in grotere hoeveelheden produceren van onderdelen door middel van additive manufacturing. Volgens het bedrijf kunnen veel kleine en middelgrote onderdelen in slecht enkele uren of dagen gemaakt worden. Met traditionele technieken duurde het weken. Neil Hopkinson van de Loughborough University weet zeker dat 3D-printen op veel terreinen zal concurreren
IO’ers moeten in hun ontwerpen rekening houden met het feit dat consumenten veel zeggenschap krijgen over het eindproduct met massaproductietechnieken. Zijn onderzoeksgroep heeft een hogesnelheidssintersysteem uitgevonden. Het systeem gebruikt inktjetkoppen die infraroodlicht absorberende inkt afzetten op laagjes polymeerpoeder. Door middel van infraroodlicht wordt het polymeerpoeder vervolgens verhit waarna het zijn vaste vorm aanneemt. De onderzoekers proberen met deze techniek onder meer plastic gespen te maken voor snowboards. Dergelijke onderdelen worden doorgaans gemaakt met spuitgietmachines. Volgens Hopkinson is het voordeel van zijn techniek dat de ontwerpen makkelijk aangepast kunnen worden. De fabricage-instrumenten hoeven niet
telkens voor hoge kosten te worden aangepast. Hopkinson denkt dat het sintersysteem kan concurreren met spuitgiettechnologie wanneer er duizend onderdelen geproduceerd worden of minder. Over vijf jaar zal het zelfs competitief zijn bij producties van honderden duizenden stuks, meent hij. Als 3D-printers eenmaal in staat zijn om zulke hoeveelheden te produceren, zullen meer fabrikanten overstag gaan . Will Sillar van het Britse adviesbureau Legerwood denkt dat er ‘digital production plants’ zullen ontstaan; dat zijn fabrieken waar relatief weinig geld wordt gestoken in grondstoffen en in het aanpassen van machines. De tijd die nodig is om van een digitaal ontwerp te komen tot een product zal met vijftig à tachtig procent afnemen, meent Sillar.
Lagere kosten
Sommige mensen in de industrie denken dat het effect van 3D-printen vergelijkbaar zal zijn met het effect dat de inktjettechnologie had op het printen van documenten. Het geschreven woord veranderde in het geprinte woord met de uitvinding van de boekdrukkunst met losse letters door Johannes Gutenberg in de vijftiende eeuw. Drukpersen werden massaproductiemachines die in staat waren om heel efficiënt grote hoeveelheden kopieën te maken, maar niet om individuele documenten te produceren. Dat laatste werd met de komst van de inktjetprinter een stuk makkelijker en goedkoper. Nu worden deze machines gebruikt om talloze dingen te printen, van etiketten tot hele boeken en foto’s. Hoe zal deze nieuwe ontwikkeling uitpakken? Misschien wel het meest spannende aspect van additieve fabricage is dat de kosten om de markt op te gaan veel lager worden. Je hoeft niet meer op zoek naar geld om een fabriek op te zetten of een massaproducent te vragen om iets voor je te maken. 3D-printers zorgen ervoor dat
je de markt op kunt op een veel goedkopere en minder riskante manier. Een ondernemer kan enkele proefstukken printen om te zien of zijn idee werkt. Hij kan er enkele extra produceren om te zien of het verkoopt en aanpassingen doen als klanten daar om vragen. En als alles echt goed gaat kan hij opschalen, met conventionele massaproductiemachines of door enorme hoeveelheden te printen.
Succes zal minder afhangen van schaalgrootte en meer van de kwaliteit van ideeën. Goede ideeën kunnen door de 3D-technologie nog sneller gekopieerd worden, en dus zal er waarschijnlijk nog meer strijd gevoerd worden over intellectueel eigendom. Het gemak voor zowel imitators als innovators om de markt op te gaan neemt toe en daardoor zullen competitieve voordelen van korte duur zijn.
Net als met eerdere industriële revoluties zijn de grootste begunstigden wellicht niet de bedrijven maar hun klanten. Maar wie er ook profiteert, een revolutie zal het zeker zijn. Het artikel ‘The printed world’, verscheen in The Economist van 10 februari 2011 en is vertaald door Tomas van Dijk.
3D-printen in Delft Ir. Jouke Verlinden speelt met zijn telefoon. Het beschermhoesje, dat met een 3D-printer is gemaakt, bestaat uit meerdere laagjes en veert mee wanneer de telefoon tegen de tafel aan komt. “Eigenlijk is zo’n hoesje overbodig”, zegt de onderzoeker van de afdeling computer aided design engineering van Industrieel Ontwerpen (IO). Hij denkt dat het een kwestie van tijd is voordat telefoons geprint worden inclusief zo’n beschermlaagje. Dat 3D-printers bezig zijn met een opmars staat volgens Verlinden buiten kijf. Verlinden is een van de universitair docenten van de interdisciplinaire minor on advanced prototyping van IO en Bouwkunde. De studenten die deze minor volgen, hebben drie 3D-printers tot hun beschikking: een machine die kunststof print (bij IO), een apparaat dat voorwerpen van gips maakt (Bouwkunde), en een die dunne laagjes kunststoffolie snijdt en stapelt (3mE). Over twee weken komt er bij Bouwkunde nog een machine bij die werkt met piepkleine kunststof draadjes. De studenten kunnen daarnaast duurdere sinteringmachines van buiten de TU gebruiken om in nylon, keramiek en roestvrij staal te printen. De studenten doen ook mee aan project ‘fablabs’, een wereldwijd initiatief voor democratized digital manufacturing. “Bij de minor bouwen we elk jaar een nieuwe zelfbouwprinter”, legt Verlinden uit. “De verbeteringen ten opzichte van het jaar ervoor delen we met anderen online.” Na een jaar doet Verlinden de machines van de hand omdat de ontwikkelingen heel snel gaan. Omdat de vormvrijheid met 3D-printen enorm toeneemt, moeten industrieel ontwerpers anders worden opgeleid, meent Verlinden. “Tot nu toe waren ontwerpers erop gericht om ontwerpen simpel te houden aangezien het veel geld kost om mallen aan te passen. Met 3D-printers hebben ze die beperking niet. Producten kunnen nu ook heel andere eigenschappen krijgen. Je kunt met minder materiaal stevige constructies maken door geodetische constructies te gebruiken, vormen die je in de
natuur ook veel ziet. En je kunt vloeiende overgangen maken tussen materialen waardoor de eigenschappen, bijvoorbeeld temperatuur- en elektrische geleiding, geleidelijk veranderen.” Ook het feit dat consumenten straks veel zeggenschap krijgen over het eindproduct is iets waar IO’ers rekening mee moeten houden als ze iets ontwerpen. Volgens Verlinden is er aan zijn faculteit nu een klein team dat onderzoek doet naar 3D-printing, met slechts één promovendus, ir. Zjenja Doubrovski. “We zijn bezig dit onderzoek uit te bouwen.” De 3D-printer van Bouwkunde staat in het laboratorium voor computergestuurde maquettetechniek (CAM-lab) tussen de lasersnijders en de computergestuurde freesmachines. “Behalve studenten van de minor advanced prototyping maken ook afstudeerders en masterstudenten die het MSc-keuzevak ornamatics volgen (een samenvoeging van ornamentation, informatics en aesthetics, red.) hier gebruik van de 3D-printer”, vertelt ir. Jack Breen, universitair hoofddocent bij de sectie vormstudie en maquettetechniek van Bouwkunde. Als hem gevraagd wordt waarom ze bij Bouwkunde eigenlijk nog laser- en freesmachines hebben staan, moet Breen hartelijk lachen. “De kosten van het gebruikte gipspoeder zijn behoorlijk hoog. Dat is een bottleneck. We dachten eerst dat het gewoon een soort bakpoeder was dat je in de winkel kunt kopen. Maar het is een heel fijn en duur gips. Bovendien is het materiaal broos. Veel voorwerpen kun je daarom beter maken met de lasersnijder of de freesmachine.” Net buiten het lab toont Breen enkele voorwerpen die uit de 3D-printer komen, gemaakt door studenten die het vak ornamatics hebben gevolgd. “Die studenten stonden vaak te stuiteren van enthousiasme als ze deze complexe vormen zagen, die met traditionele technieken níet te realiseren zouden zijn.” (TvD)
DELTA. 26 22-09-2011
TUdelta.26
mededelingen
Agenda
> Jaargang 43
Donderdag 22 september
Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.
Lunchseminar 12.30-14.00 hrs - Harvard’s professor of Physics and Applied Physics Eric Mazur will give the lecture ‘Confessions of a converted teacher’ in the theatre room of the Cultural Centre, Mekelweg 10, Delft. Entrance for employees and staff of Delft University of Technology only. Free lunch will be provided. Register via bko@tudelft.nl and mention the lunchseminar.
> Redactie
Frank Nuijens - @FrankNu, (hoofdredacteur) Katja Wijnands - @kwijnands, Dorine van Gorp - @dorinevangorp, (eindredactie) Saskia Bonger - @sbonger Tomas van Dijk - @tomasvd Connievan Uffelen - @ConnievanU Jos Wassink - @joswashere (verslaggeving)
> Medewerkers
Willemijn Dicke, Patrick van der Duin, Robbert Fokkink, Jorinde Hanse, Dap Hartmann, Auke Herrema, Desiree Hoving, Erik Huisman, David McMullin, Merel Segers, Ionica Smeets, Jimmy Tigges, Stephan Timmers, Ellen Touw, Robert Visscher, Rutger Woolthuis
> Foto‘s Sam Rentmeester/ Hans Stakelbeek (FMAX).(info@fmax.nl) > Vormgeving & Lay-Out Liesbeth van Dam > Mededelingen
Martin Kers (m.kers@tudelft.nl)
> Redactieraad dr. B.B. Scholtens (voorzitter), G.K. Berghuijs, MSc, prof.dr. M.J. van den Hoven, mr. J.J.M. Kok, R.H.G. Meijer, T. Niks, ir. M. Persson, prof. dr. B.J. Thijsse, dr.ir. C.A.J.R. Vermeeren > Redactie-adressen Universiteitsbibliotheek Kamer 0.18-0.28 Prometheusplein 1 2628 ZC Delft Postbus 139 2600 AC Delft Tel. 015-278 4848 E-mail: delta@tudelft.nl www.delta.tudelft.nl > ISSN 0169-698x > Druk
Wegener Nieuwsdruk Twente, Enschede
> Oplage 12.000 > Advertenties H&J uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel Tel. 010-451 55 10 Fax 010-451 53 80 E-mail:delta@henjuitgevers.nl www.linkmagazine.nl > Abonnement Een abonnement kost 37,50 en kan elk moment ingaan. > HOP
Delta werkt samen met het Hoger Onderwijs Persbureau Hein Cuppen, Bas Belleman, Marijke de Vries Tel. 071-523 6151 Fax 071-523 2138 E-mail hop@xs4all.nl
> Copyright Delta Auteursrecht voorbehouden. Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur artikelen, schema‘s of illustraties geheel of gedeeltelijk over te nemen en/of openbaar te maken, in enigerlei vorm of wijze.
Blijf niet rondlopen met uw vragen over kanker Bel de KWF Kanker Infolijn: 0800-022 66 22 (gratis)
14
Project3:Opmaak 1 19-09-11 16:26 Pagina 1
Masterclass 14.30-15.30 hrs – Harvard’s professor of Physics and Applied Physics Eric Mazur will give a masterclass ‘Interactive Teaching for TU-lecturers’ in the theatre room of the Cultural Centre, Mekelweg 10, Delft. Entrance for employees and staff of Delft University of Technology only. Free lunch will be provided. Register via bko@tudelft.nl and mention the masterclass. Kivi Niria Students Delft 18.45-21.00 uur - Vanavond verzorgt Anjo Travaille in de TU Delft Library een presentatie over de werking van het brein, besluitvorming en beïnvloeding. Bijwonen van de lezing is kosteloos. Registratie is verplicht via www.kns-delft.nl. Delftse Werkgroep Homoseksualiteit/Outsite 20.00-22.00 uur - DWH/Outsite start een nieuwe kennismakingsgroep voor homoseksuele, biseksuele en lesbische jon-
geren uit Delft en omgeving. Meisjes en jongens tot 28 jaar kunnen zich hiervoor aanmelden. Op acht avonden praat je over leuke en serieuze onderwerpen: coming-out, verliefdheid, vriendschap, uitgaan, acceptatie, discriminatie, seks enzovoorts. De bijeenkomsten worden op donderdagavond gehouden bij de DWH, Lange Geer 22, Delft. Meedoen kost niets en is vrijblijvend. Je kunt je aanmelden of meer informatie krijgen door een mailtje te sturen naar kennismakingsgroep@homodelft.nl.
Vrijdag 23 september Rock ‘n Delft 21.00-24.00 hrs - Rock n Roll dance Party, as a prelude of the upcoming new class at the Cultural Centre, Mekelweg 10, Delft. We start introducing ourselves and showing the basic moves from 21.00-22.00 hrs. Then, there is a party with live band Vezpa. Free entrance. www.rockndelft.nl
Zondag 25 september Studium Generale 11.00-12.00 uur - Van Leeuwenhoeklezing ‘de operatiekamer van de toekomst’ door prof. Jenny Dankelman. Binnen de operatiekamer worden steeds meer operaties uitgevoerd via kleine openingen in het lichaam. Voorbeelden van deze zogenaamde minimaal invasieve operaties zijn kijkoperaties, catheter- en naaldinterventies. Grote voordelen zijn dat gezond weefsel
minder wordt beschadigd, waardoor de patient sneller weer beter is. Science Centre, Mijnbouwstraat 120, toegang gratis.
Donderdag 29 september
International Student Church 11.30 hrs - Students of all denominations are invited to our ecumenical service every Sunday at Raamstraat 78, followed by tea/coffee. The services are led by the chaplains Reverend W. Stroh and Father Avin, and are supported by student leaders. More information on www.iscnetherlands.nl.
Interfacultair Feest 22.00 uur - De vijf studieverenigingen Froude, Christiaan Huygens, de Electrotechnische Vereeniging, Life en de Mijnbouwkundige Vereeniging organiseren het jaarlijkse Interfacultair Feest ‘Go to the Gym, Resist the AXE-effect’. Kaarten zijn verkrijgbaar bij de studieverenigingen.
Rock ‘n Delft 20.00-22.00 hrs - Every Sunday evening starting today: Rock ‘n Roll class! Discover new moves during the first hour, then practice what you learned. Everyone can come; with or without dancing skills, alone or with a partner, it is really for everybody! Free entrance. www.rockndelft.nl
Vrijdag 30 september
Maandag 26 september Wetenschapsagenda • 10.00 uur - Betrokkenheid: Onderzoek naar de situationele en instrumentele kwaliteiten. Promotie van ir. P. Krabbendam. Promotor: prof. dip.-ing. H.J. Rosemann. • 12.30 uur - Multiscale failure modelling of quasi-brittle materials. Promotie van V.P. Nguyen, Master. Promotor: prof.dr.ir. L.J. Sluys. • 15.00 uur - Urban Dispositif: An Atlas of Spatial Mechanisms and the Contemporary Urban Landscape. Promotie
van ir. G.J.B. Bruyns. Promotor: prof.dip.-ing. H.J. Rosemann.
Wetenschapsagenda 15.00 uur – Afscheidsrede prof. ir. C. van Weeren, faculteit Bouwkunde.
Delta Inleveren kopij Bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek 'Agenda' in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail: delta@tudelft. nl. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur.
H&J Uitgevers_2x70_zw-w
14-05-2004
14:02
Voor advertenties bel met:
Voor advertenties bel met:
H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC H & J Uitgevers Capelle aan den IJssel Postbus 101 2900 AC 451 55 10 T (010) Capelle F (010)aan 451den 53IJsel 80
E delta@henjuitgevers.nl T (010) 451 55 10 Neem contact451 op met F (010) 53Hennie 80 de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie. E delta@henjuitgevers.nl
Project1:Opmaak 1 21-09-11 10:56 Pagina 1 Neem contact op met Hennie de Ruyter of met Mireille van Ginkel voor nadere informatie
Alle promoties, intree- en afscheidsredes genoemd in deze agenda vinden, tenzij anders vermeld, plaats in de Aula van de TU, Mekelweg 5, Delft.
Aankondigingen Officieel Vacature bij het College van Beroep voor de Examens (CBE) Elke instelling van hoger onderwijs heeft een College van Beroep voor de Examens (CBE, art. 7.60 ev. Whw). De voorzitter, plaatsvervangend voorzitter en de overige leden en plaatsvervangend leden van het CBE van de Technische Universiteit Delft worden benoemd door het College van Bestuur. Met inbegrip van de voorzitter bestaat het CBE uit drie leden en drie plaatsvervangend leden, waaronder een studentlid en een plaatsvervangend studentlid. Het College van Bestuur zoekt voor het CBE van de TU Delft: • een (plv.) studentlid
De benoeming van het (plv.) studentlid van het CBE is twee jaar. Na deze periode is het lid opnieuw benoembaar. Het CBE oordeelt onder meer over beroepen ingesteld tegen beslissingen: • van examencommissies en examinatoren; • inzake vaststelling van het aantal behaalde studiepunten; • inzake bindend studieadvies; • omtrent toelating masteropleidingen; • niet zijnde besluiten van algemene strekking met het oog op de toelating tot de examens. Voor informatie over de vacature kunt u contact opnemen met de secretaris van het CBE, mw. mr. M.H. Koopman, 0152788377. Uw sollicitatiebrief met curriculum vitae kunt u binnen 14 dagen richten aan het Col-
lege van Bestuur, Postbus 5, 2600 AA Delft of per email aan M.H.Koopman@tudelft.nl.
Algemeen Democratisch Beleid Past een actieve, kritische en opbouwende houding bij jou en wil je je naast je primaire taken inzetten voor de TU als geheel? Wellicht is de Ondernemingsraad iets voor jou! Democratisch Beleid is DE onafhankelijke partij in de OR. Bel of mail: 0152782047 / d.a.roozemond@tudelft.nl.
Studenten Nederlands Studenten Kamerkoor Het NSK houdt eind oktober en begin november audities in verschillende steden. Zie www. nskk.nl voo meer informatie of neem contact op met koorcommissaris Céline Beemster, tel. 0645682291. Rode Kruis Studentendesk Delft zoekt voor het komend jaar enthousiaste, creatieve bestuurders. Help jij graag een ander? Zou jij graag projecten opzetten om kwetsbaren te helpen? Ben jij een netwerker en heb je bestuurlijke kwaliteiten, kijk dan op http://delft.studentendesks. nl. Interesse? Stuur je motivatie met cv naar studentendeskdelft@redcross.nl Student and Career Support Student and Career Support is een onderdeel van de dienst Onderwijs en Studentenzaken. Het omvat de diensten van de studentendecanen, de studentenpsychologen, en het Career Centre met studiekeuzeadviseurs en loopbaanadviseurs
en het informatiecentrum. Het informatiecentrum in de hal op de begane grond is geopend op werkdagen van 9.00–17.00 uur. Er is documentatie beschikbaar over onder andere WO- en HBOopleidingen, arbeidsmarkt, studie- en beroepskeuze, buitenlandse studies, en promoveren. Ook is er een vacaturewand. Bij de balie of telefonisch kun je afspraken maken met een van de medewerkers. Voor de psychologen geldt dat je je als student of promovendus online kunt aanmelden op http://studentenpsychologen. tudelft.nl. Een eerste contact kan ook via het inloopspreekuur op dinsdagen van 11.3012.30. De studentendecanen houden een inloopspreekuur op dinsdag van 11.30-12.30 uur, de loopbaanadviseurs en de studiekeuzeadviseur houden een inloopspreekuur op dinsdag en donderdag van 11.30-12.30 uur. Zie voor het aanbod aan workshops en trainingen van Student & Career Support zie http://smartstudie.tudelft.nl. Bezoekadres: Jaffalaan 9a (gebouw 30A); tel. 0152788004. E-mail: studentandcareersupport@tudelft.nl; careercentre@tudelft.nl; studiekeuzevragen@tudelft.nl. Website: www.studentandcareersupport.tudelft.nl; http:// careercentre.tudelft.nl. Online huurprijs check Is jouw huurprijs redelijk? Check www.huurcommissie. nl voor meer informatie en om helderheid te krijgen over huren en geschillen tussen huurder en verhuurder. International Office Het International Office, Jaf-
falaan 9a, is op werkdagen geopend van 9.00-17.00 uur. Je kunt ook vragen stellen via internationaloffice@tudelft.nl of telefonisch (015-2788012) een afspraak maken. Studium Generale Het bureau Studium Generale, Jaffalaan 5, is van maandag t/m donderdag geopend van 9.00–17.00 uur. Je kunt ook vragen stellen via studiumgenerale@tudelft.nl of telefonisch een afspraak maken via 015-2783258.
Announcements Students Courses Course code WI3150TU and WI4150TU (partial differential equations I and II): students who (still) have to do these courses are encouraged to enroll as soon as possible. The first lecture of the course WI3150 will be given Tuesday, September 13. Biomodd Want to use e-waste, brain power, plants and algae to produce a system in which social, biological and technical systems meet and interact? Then join an open innovation process for which gaming is fundamental! Biomodd [TUDelft3] from 3 to 14 October. Start is at 9.00 am in the mail hall at the TPM-building. Students acquire 2 ECTS. Please subscribe at www.participatorysystems.org. (Places are limited).
Delta Inleveren kopij Bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek 'Agenda' in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail: delta@tudelft. nl. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur.
International Student Chaplaincy Looking for a home away from home, trying to make new friends, interested in intercultural and interfaith activities, needing some inner peace, searching for more than academic challenges? Check the website of the International Student Chaplaincy, www. iscnetherlands.nl, to learn about their wide range offer. Student and Career Support The psychologists and the
central student and careers counselors are located at Jaffalaan 9A (building 30A). There is some English career information and a vacancy wall in the information centre. Office hours: Monday-Friday from 9.00-17.00 hrs. You can direct your inquiries or make an appointment at the Front Office or by phone: 0152788004. Students and PhD candidates can make an initial appointment with one of the psychologists at http://studentenpsychologen.tudelft.nl or by sending an email to studentenpsychologen@tudelft. nl. You can also come by at the open office hour every Tuesday at 11.30-12.30 hrs. Open office hours of the student counselors are on Tuesdays from 11.30-12.30 hrs and the career counselors are on Tuesdays and Thursdays from 11.30-12.30 hrs. More information on www. studentandcareersupport. tudelft.nl or http://careercentre.tudelft.nl. For a list of workshops and trainings offered by Student & Career Support please visit http:// smartstudie.tudelft.nl. International Office The International Office, Jaffalaan 9a/visitor’s entrance at Mekelweg, office opening times Monday to Friday 9.00–17.00 hrs. Appointments and enquiries can be made by email: internationaloffice@tudelft.nl or by phone: 015-2788012.
DELTA. 26 22-09-2011
opinie
brieven
Stop donating t-shirts to Africa I get frustrated reading articles like ‘Owee shirts naar Afrika’. Not again! The same cliché, and unimaginative thinking when it comes to Africa. Two students Flip Schellekens and Duco Vollebregt have, like many, taken it upon themselves to save people in Africa. Their initiative is to collect t-shirts used during the Owee, as well as other unwanted clothing, pack it and ship if off to Africa where ‘Clothing is very much wanted’. I have no doubt that Schellekens and Vollebregt are well-intentioned but I would like to convince them and every student engaged in such projects, to seriously consider that these short term, band-aid projects are part of a wider process that is inflicting long term damage to development and dignity of Africa. When I first came to Europe to study at TU Delft, I started to understand why there were so many aid and charity programmes in Uganda, where I come from, and most other African countries. A Nigerian author, Chimamanda Adichie, describes what I observed as ‘The Danger of a Single Story’. The news coverage Europeans see regarding Africa contains certain keywords - poverty, starvation, AIDS - and as a result the reality of an African for most Europeans is a miserable one. I assume this is one of the main reasons such charity initiatives keep popping up. I am not saying these problems do not exist, however, this kind of thinking is comparable to me basing my perception of Dutch people solely on marijuana-smoking and Geert Wilders. Its just plain silly.
While people like Schellekens and Vollebregt are basking in good feelings from charity initiatives, they miss the numerous negative effects these initiatives have on the very people they are trying to help, I would like to point out one related to donated t-shirts. In Zambia, secondhand donations like your Owee t-shirts are called Salaula. The idea was that cheap clothes meant families could save money spent on clothes to buy other goods. However, mass influx of Salaula led to the collapse of the local Zambian textile industry - leaving lots of people jobless. They could buy cheaper clothes but did not have jobs to afford food let alone cheaper clothes. Everybody needs to stop this notion that Africans are poor, helpless people who need to be given unwanted t-shirts, food or underwear. More importantly, I hope Schellekens and Vollebregt rethink their project and donate all t-shirts sports teams in TU Delft instead. There are many ways to help Africa, but sending unwanted t-shirts is not one. When thinking about development projects, the initiators should reflect beyond clichés and ask themselves if they are not possibly doing harm in the long term. Emmanuel Mulom alumnus of TU Delft and from Uganda For more information on negative effects of donating t-shirts look at goodintents.org/aid-debates/1-million-shirts-campaign
Open brief Geachte Dirk Jan van den Berg, Met veel belangstelling hebben wij uw toespraak op de opening van het academisch jaar op 5 september 2011 beluisterd. Het fusieplan van onze universiteit met de universiteiten van Leiden en Rotterdam heeft al veel stof doen opwaaien. In uw toespraak zegt u: ‘Maar het antwoord op die vraag [of we moeten fuseren] is nu nog niet aan de orde en kan pas gegeven worden als de inhoud verder ontwikkeld is en de medewerkers en studenten van onze universiteiten hierover kunnen meespreken. Als je als bestuurder alleen zelf aan het woord bent leer je het minst.’ Hieruit maken wij op dat u veel waarde hecht aan de opvat-
Het is een goed idee om zo snel mogelijk een referendum te houden over de fusie onder studenten en medewerkers van de TU ting van medewerkers en studenten. Daar zijn wij het volmondig mee eens. Het lijkt ons dan ook een goed idee om zo snel mogelijk een referendum te houden onder studenten en medewerkers van de TU Delft, zodat u dit kunt meewegen in het besluit om te fuseren of niet. De SP en Rood, jong in de SP, vinden een fusie tussen de drie universiteiten een bijzonder slecht plan. Het creëren van één mega-universiteit met 55 duizend studenten zal ervoor zorgen dat er nog meer afstand komt tussen bestuurders, medewerkers en studenten. Behalve dat het slecht is
voor de onderlinge samenhang, wordt het ook niet goedkoper. De kans is groot dat er een extra bestuurslaag bijkomt en bestuurders verdienen vaak al niet weinig. Neem bijvoorbeeld uw eigen riante salaris. Niet alleen de SP, maar ook de regering vond dat de spuigaten uitlopen. Om die reden is het budget van de TU Delft zelfs met 19 duizend euro gekort. Het zou u sieren als u deze korting alsnog uit eigen zak aan de universiteit zou terugbetalen. Het onderwijs schiet hier niets mee op. Het is ook zeer de vraag of u met een fusie hoger scoort op de internationale ranglijsten. Volgens ons kunt u zich dan beter richten op de onderwijskwaliteit, door middel van goede docenten en intensieve begeleiding. Laat overigens helder zijn dat SP en Rood niet tegen samenwerking zijn. Het probleem van een fusie is dat er extra bestuurders komen en dat de afstand tussen top en werkvloer (nog verder) wordt vergroot. Bovendien is volstrekt onduidelijk hoe de kwaliteit wordt verbeterd door een fusie. Het gaat vooral veel tijd en geld kosten, zonder duidelijke meerwaarde. Mocht u de fusie werkelijk willen doorzetten, dan rekenen wij erop dat betrokkenen hierin een stem krijgen. U vindt dat zelf ook belangrijk, blijkt uit uw toespraak. Als u dat meent, dan stellen wij voor om hierover een referendum te houden. Daarmee krijgen medewerkers en studenten een volwaardige stem, wat niet meer dan logisch is voor een dergelijk ingrijpend besluit. Het is wel het minste wat het bestuur kan doen. Graag vernemen wij hierop uw reactie. Jasper van Dijk, Tweede Kamerlid, woordvoerder hoger onderwijs van de SP en Tom Zonneveld, Rood Delft
Goed leren zoeken Op 24 augustus 2011 verscheen in Delta online het artikel ‘Weg kwijt in de bibliotheek’. Het artikel verwijst naar een onderzoek van universiteiten in Illinois waaruit blijkt dat studenten niet ‘goed’ kunnen zoeken. Ze zijn, zoals wij dat in bibliothekenland noemen, niet informatievaardig. Ook bij de TU Delft constateren wij dit probleem. De TU Delft wil de wetenschappelijke kwaliteit van de output van haar studenten vergroten en heeft studiesucces en minder uitval van studenten hoog op de agenda staan. Academische vaardigheden, waaronder informatievaardigheden, spelen een belangrijke rol in het bereiken van deze doelen. Om die reden heeft TU Delft Library de afgelopen jaren een aantal instructies ontwikkeld om studenten deze vaardigheden bij te brengen. Het gaat hierbij niet alleen om zoeken, ook het leren beoordelen van de gevonden informatie is belangrijk. Niet alle gevonden informatie is immers even betrouwbaar. De volgende stap is het verwerken van de informatie. Hoe
voorkom je bijvoorbeeld plagiaat? Hoe citeer en verwijs je op de juiste manier? De nadruk van de instructies ligt op het creëren van bewustwording bij de studenten. Met een instructie alleen zijn we er nog niet. Je leert het pas echt als je ermee aan de slag gaat. En hoe vaker je het toepast, hoe beter de resultaten worden. De instructies zijn online gezet op Blackboard, zo kunnen de studenten altijd teruggaan naar de instructies. Iedereen met een NetID kan zich ‘enrollen’ en deze doornemen. De instructies worden door de Library in samenwerking met docenten gegeven in BSc 1 en 2 of 3 en sinds september 2011 ook aan MSc studenten. Nicole Will, productmanager TU Delft Library
www.delta.tudelft.nl/artikel/weg-kwijt-in-bibliotheek/23538
15
Over muzak en gestrande walvissen Geluidsoverlast is een onderschat milieuprobleem, dat meer gezondheidsproblemen en ontregeling van de natuur oplevert dan menige andere bron van vervuiling, betoogt John Stewart. Christian Jongeneel John Stewart is al meer dan dertig jaar actievoerder, vooral tegen verkeersoverlast. Hij zag kans een extra landingsbaan voor Heathrow te blokkeren en werd in 2008 door de Independent on Sunday uitgeroepen tot de meest effectieve milieuactivist van het Verenigd Koninkrijk. Wanneer je aan zijn boek ‘Why noise matters’ begint, weet je dus dat zijn doel is een alarmbel te luiden, niet een evenwichtig betoog te houden. Wat het boek niettemin waardevol maakt, is dat het een breed overzicht schetst over een veld dat nauwelijks als een eenheid gezien wordt. Bovendien maakt hij vanuit zijn oogpunt gehakt van twee ontwikkelingen die andere delen van de milieubeweging nou juist sterk propageren, namelijk zeetransport en windenergie. Voor walvissen en veel andere zeedieren is geluid namelijk het belangrijkste zintuig. De enorme hoeveelheid lawaai die commerciële scheepvaart, sonar van onderzeeërs en seismisch onderzoek door de olie-industrie veroorzaken leidt tot desoriëntatie op grote schaal. De hoeveelheid onderzoek op dit vlak is beperkt, want kostbaar in uitvoering, maar vrolijk word je er niet van. Sonars gebruiken pulsen van 230 decibel (een straaljager produceert 120 dB) en eigen onderzoek van de Amerikaanse marine laat zien dat walvissen daar totaal van in de war raken. Er bestaan aanwijzingen dat een van de gevolgen is dat walvissen erdoor te snel uit de diepzee opstijgen, zodat ze caissonziekte (luchtbellen in het bloed) ontwikkelen. Dat is in veel gevallen dodelijk en leidt tot stranding van complete kuddes. Onderzeeërs zijn echter relatief gering in getal vergeleken met vrachtschepen,
waarvan de schroeven ook verstorende bromtonen door de oceanen jagen. Stewart kijkt dan ook met argusogen naar de stormachtige groei van de scheepvaart. Gelukkig zijn scheepsfabrikanten geneigd te sleutelen aan de schroeven, omdat het geluid correleert met inefficiënt brandstofgebruik. Bij windmolens is het helaas juist omgekeerd, constateert Stewart. Efficiëntie vraagt daar om steeds grotere turbines, die juist meer geluidsoverlast veroorzaken. In Amerikaans onderzoek klaagde bijna honderd procent van de omwonenden over slaapproblemen sinds de plaatsing van windturbines. Hoofdstuk na hoofdstuk stelt Stewart geluidsproblemen aan de kaak. Industrie en transport zijn erkende geluidsbronnen die de gezondheid van mens en dier bedreigen. Muzak, bedoeld om mensen in liften en winkels een rustig gevoel te geven, is niet onderworpen aan wetgeving, maar als je er de hele dag in moet staan, is dat bepaald geen pretje. Gelukkig beginnen overheden maatregelen te nemen, vooral in Azië. Het is een van de milieuproblemen die in China serieuzer wordt genomen dan in westerse landen, al laat de handhaving nogal eens te wensen over. ‘Why noise matters’ zet een alomtegenwoordig gevolg van voortschrijdende technologische ontwikkelingen breed op de kaart en geeft ingenieurs dus iets om over na te denken bij hun ontwerpen. John Stewart, 'Why noise matters'. Earthscan, pp. 174, 27 euro.
DELTA. 26 22-09-2011
lifestyle
16
fietsenmakers
Een prikkelend project Ga je eindelijk zitten voor een welverdiend glaasje cola, is de prik eruit. Werktuigbouwkundestudenten Jos Jacobs (22), Wouter Glas (22), Bob Speth (23) en Gihin Mok (22) laten het er niet bij zitten en ontwierpen een vernuftige frisdrankdop voor hun bachelor-eindproject. Prik verzekerd.
De koelkast van Raamstraat 47 is een duidelijke afspiegeling van het huis: niet zeer recent een grote schoonmaakbeurt gehad en een plank die is verzakt. De vijf bewoners, allen lid van Virgiel, beschikken over twee koelkasten die op elkaar staan. De onderste heeft de bijnaam Ezekiel, genoemd naar een demon die alles verorbert. Volgens bewoner Jurjan de Graaf zijn er geen strakke regels voor het gebruik van de koelkasten. Iedereen gebruikt zijn eigen spullen. “Eigenlijk gewoon zoals het hoort.” Veel geld hebben ze niet uitgegeven aan de koelkasten, net zoals aan de rest van het meubilair. Alles is gevonden of gekregen. De laatst binnengekomen koelkast is gevonden op straat, zonder stekker. “Stekker eraan en hij deed het weer.” De vorige koelkast is vanwege ernstige ijsvorming en een dikke lag drab onderin overleden. De vraag is hoelang deze het volhoudt. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
de Huisjongste
de koelkast
sex and the student city
Je kunt je iets saaiers voorstellen bij een bachelor-eindproject dan frisdrank drinken en experimenteren met CO2. Zeker als je er zelf nog beter van wordt ook, want niks is toch irritanter dan een platgeslagen glaasje cola? Toch waren de vier studenten niet de eersten die aan de slag gingen met het prikprobleem. “Er zijn al twee producten op de markt die beloven het koolzuurgehalte in frisdrank op peil te houden: de Fizz-Keeper en de Dispenser”, weet Jos Jacobs. “Maar daarvan mag je de Fizz-Keeper meteen weer vergeten; die werkt hoe dan ook niet.” Daarmee was het eerste stukje vooronderzoek meteen getackeld: want waardoor werkt de Dispenser dan wel en wat hadden de studenten daar aan toe te voegen? Jacobs: “De Dispenser spuit CO2 onder hoge druk onderin de fles. Hartstikke efficiënt, maar er is één minpuntje: de bubbels worden vervolgens ook zo hard in je glas gespoten, dat ze meteen weer plat slaan.” De studenten ontwierpen daarop een methode waarbij je de prik zelf via de dop injecteert. “Het behoud van koolzuur bleek daarmee een factor 4 hoger; het werkte dus!” Maar ja, toen volgde nader onderzoek naar de economische haalbaarheid van de superdop, en díe viel nogal tegen. “Want mensen willen niet betalen voor het opkrikken van hun glaasje cola”, vertelt de student, “en die CO -patronen moet je nu eenmaal wel eerst kopen. Op een fles frisdrank kost het inspuiten van koolzuur al snel 26 cent extra.” De gouden oplossing volgens het viertal: ontwikkel niet hun dop, maar de Dispenser verder. Al is dat slechts een aanbeveling, want zelf gaan ze er niet mee aan de slag. “Na een halfjaar onderzoek hebben wij het wel gezien met de frisdrank”, lacht Jacobs. Toch levert dat onderzoek wel een wezenlijke bijdrage als de Dispenser inderdaad wordt doorontwikkeld. “Dan wil ik dus wel mijn naam op het product”, lacht Jacobs. En een exemplaar in de kast – om de huidige, niet werkende te vervangen. Want fan van frisdrank blijft hij, al is het tot die tijd soms zonder prik. (JH)
D-day There are several things about dating a girl that might drive a guy close to the point of desperation. Classical examples include meeting the parents for the first time, being introduced to her close friends with their judging eyes piercing right through you, or explaining why your ex left a note on your wall saying she still loves you. However, this all peanuts compared to the d-day that is marked with a red flag in every guy’s agenda: her birthday. The first waves of nervousness start about a month before: what the heck should I buy her? But the comforting thought of knowing that you have four weeks left eases the pain a little. I will find something… right? Two weeks later, unfortunately you still did not have the eureka moment you are craving for so badly. But who can blame the guy? Finding the right gift is close to impossible. Every gift you buy comes along with a certain message. Flowers, chocolates and jewellery say for instance: “he does not care to buy me a personal gift, does he still love me”? Then there is the category of honest mistakes. If you buy her lingerie with a too big cup size or the panties do not fit, this is most likely being translated in: ”Aaahh,
so he thinks my boobs are too small and my ass is too big.” The category of gifts consisting of a massage, home cooked dinner and romantic night walk underneath the stars causes a reaction like: “what a cheap dude, with how many girls did he do this before?” And then there is a final, but most dangerous category. Things like a weekend to Paris, or a key to your apartment could result in: “Stop, this is going too fast, does he think we are getting married or so”? Luckily enough it often turns out in the end that torturing yourself was not necessary at all. You walking into her room in the morning bringing her breakfast in bed with a smile on your face, turns every gift into a winner. Jos Jacobs weet wel hoe je een glaasjes cola moet opkrikken. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX) Onderzoek: ‘Hoe kan de CO2-concentratie behouden worden in een fles koolzuurhoudende frisdrank’ Cijfer: 7,5
kriep