TUDELTA.27
DELTA. 27 29-09-2011
Deze week week Deze in Delta Delta in
weekblad van de technische universiteit Delft
Quantum calculations in diamonds
Eric Mazur: retour Harvard - Delft
SCIENCE:04
NIEUWS: 03
01
INTERVIEW: 10 INTERNATIONAL: 07
Trots op Delft
REPORTAGE: 12
TEDxDelft: where inspiration is born
Slimme neurostimulator controleert hersenen
Promovendi missen structuur Promovendi aan de TU Delft geven de universiteit gemiddeld een 7,2 voor het promotieklimaat. Er is veel onvrede, blijkt uit een enquête. Connie van Uffelen De gemiddelde promovendus is redelijk tevreden over het promoveren aan de TU, vooral over faciliteiten als bibliotheek, kantoor en lab. Maar er valt veel te verbeteren. Zo vinden promovendi het opleidingsprogramma niet gestructureerd. Bijna de helft heeft geen opleidings- en begeleidingsplan, terwijl dit volgens de cao verplicht is voor promovendi in dienst van de universiteit. Een kwart van de promovendi ervaart onvoldoende mogelijkheden om trainingen te volgen vanwege het ontbreken van een opleidingsbudget of toestemming van de begeleiders. Bijna
Bijna de helft van de promovendi heeft geen eigen opleidingsbudget de helft van de promovendi heeft geen eigen opleidingsbudget en één op de drie weet niet waar hij informatie over trainingen kan vinden. Ook de loopbaanbegeleiding is volgens promovendi niet goed georganiseerd. Slechts eenderde geeft aan dat de universiteit helpt bij de carrièreplanning en in ongeveer de helft van de gevallen stimuleren collega’s daarbij. Een ruime meerderheid zou graag een loopbaanadviseur spreken. Een derde van de promovendi heeft vertraging opgelopen. In 56 procent van de gevallen is dat onderzoeksgerelateerd: het onderwerp en het bepalen van de focus blijkt moeilijk (37,8 procent) en promovendi doen er veel naast (18,2 procent), zoals contractonderzoek. Daarnaast wijt ruim een op de acht de vertraging aan zijn begeleiding: de begeleider of promotor is afwezig of is moeilijk tot overeen-
stemming te krijgen over de richting van het onderzoek. Ongeveer een op de vijf promovendi is ontevreden over de manier waarop de supervisie is georganiseerd, zoals de frequentie van de afspraken, de voorbereiding van de begeleiders voor de afspraak en de verkregen feedback. Tweevijfde van de promovendi spreekt zijn of haar promotor minder dan eens per maand. Daarnaast geeft bijna veertien procent van de promovendi aan dat hun begeleiders niet betrokken zijn bij het promotieonderzoek en vindt bijna één op de tien dat hun bijdrage aan het onderzoek niet serieus wordt genomen. Eenderde heeft niet regelmatig contact met andere promovendi en eenvijfde is ontevreden over het contact met collega’s binnen de afdeling. Het onderzoek bestond uit een digitale vragenlijst die door 891 promovendi (41,5 procent)werd ingevuld. Overigens bleek ontevredenheid niet het motief om de vragenlijst in te vullen: de faculteit met de relatief hoogste respons (Technische Natuurwetenschappen) kreeg - samen met Industrieel Ontwerpen (IO)- het hoogste cijfer: een 7,5. De faculteit met de relatief laagste respons (Bouwkunde) kreeg het laagste cijfer: een 6,6. De resultaten van het onderzoek dienen als nulmeting waarmee na een aantal jaren is te zien of de invoering van de Graduate School een en ander heeft verbeterd. Rector Karel Luyben opende vorige week de eerste facultaire graduate schools bij Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (cijfer 7,3), IO en Bouwkunde. Hij zei dat graduate schools zorgen voor meer structuur. Doel is betere begeleiding en doctoraal onderwijs te bieden. Promovendi krijgen een mentor en een persoonlijk onderwijsbudget. Verder zijn er inmiddels een parttime loopbaanadviseur en een psycholoog voor promovendi.
www.delta.tudelft.nl/23214 www.psychologen.tudelft.nl www.graduateschool.tudelft.nl
Minstens acht centimeter hoog waren ze, de hakken van de deelneemsters tijdens de Stiletto Sprint afgelopen zaterdag in de Zuidpoort. Over een parcours van honderd meter renden de dames richting de felbegeerde titel Miss Stiletto Sprint 2011 en een winkelbon. De race was onderdeel van de Ladies Day, met ook een modeshow en een schoenenruilbeurs, waar zo’n tachtig paren van eigenaar wisselden. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Tweede Kamer zeer kritisch over fusie De Tweede Kamer staat zeer kritisch tegenover een mogelijke fusie tussen de universiteiten van Delft, Leiden en Rotterdam. Een groot deel is nu al tegen. Dat bleek afgelopen maandag tijdens een debat tussen staatssecretaris Zijlstra en de Tweede Kamer over zijn ‘strategische nota’. PvdA en SP zeiden ‘nee’ tegen een fusie. PvdA-Kamerlid Tanja Jadnanansing stelde dat de geschiedenis heeft geleerd dat fusies niet goed uitpakken. SP-er Jasper van Dijk liet eerder al weten helemaal niets te zien in schaalvergroting en verwijt de bestuurders van de universiteiten grootheidswaan. Andere fracties, ook die van de regeringspartijen VVD en CDA en gedoogpartner PVV, zijn weinig enthousiast. Het CDA denkt dat kleinschaligheid
meer bij de tijdgeest past en vreest voor de onderwijskwaliteit. De VVD ziet geen noodzaak voor een fusie. De PVV is vooral bang voor kartelvorming en minder keuzevrijheid voor studenten. GroenLinks en D66 zijn ook uiterst kritisch, maar willen nog niet keihard ‘nee’ zeggen. Zij wachten een wetsvoorstel af. Voor een fusie in de
’Kleinschaligheid past meer bij de tijdgeest’ universitaire wereld is een wetswijziging nodig. Dat maakt dat uiteindelijk de Tweede Kamer het laatste woord heeft. Het ziet er dus vooralsnog weinig rooskleurig uit voor de colleges van bestuur van de Zuid-Hollandse universiteiten. Want ook in de woorden van staatssecretaris Zijlstra valt weinig enthousiasme te beluisteren. Hij herhaalde maandag dat hij niet op
voorhand ‘nee’ wil zeggen, maar dat er strikte voorwaarden zullen gelden. In zijn antwoord op Kamervragen van de SP met betrekking tot de fusie legde Zijlstra nog uit waarop die voorwaarden betrekking hebben: ‘de zorgvuldigheid van het fusieproces, het draagvlak onder interne en externe belanghebbenden, beperking van overhead en checks en balances waar het gaat om governance en kwaliteitsborging’. Toch is het ook niet zo dat hij helemaal geen voordelen ziet. Eén van de doelen van een fusie is om te stijgen in internationale rankings. Zijlstra ziet daar wel wat in: “Wanneer de voorgenomen samenwerking tussen de universiteiten van Leiden, Rotterdam en Delft leidt tot een hogere plaats van deze universiteiten op internationale ranglijsten, juich ik dat van harte toe.” (SB)
DELTA. 27 29-09-2011
nieuws/column
02 Chip
www.delta.tudelft.nl
Koloniale architectuur
@tudelta
De afdeling geschiedenis van Bouwkunde en de TU Library maken een database over koloniale architectuur en stedenbouw uit de periode 1850-1970. NWO financiert het werk grotendeels. De Delftenaren werken samen met het Koninklijk Instituut voor de Tropen, het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde in Leiden en het Nederlands Architectuurinstituut in Rotterdam. Later willen ze ook samenwerken met instellingen elders in Europa en in voormalige kolonies. Op de foto staat Villa Isola, een villa in art-decostijl in voormalig Nederlands-Indië. (Foto: TU Delft Library)
delta@tudelft.nl www.facebook.com/ tudelta
Onderzoekers van de Universiteit Twente hebben een chip gemaakt die razendsnel het beste oppervlak kiest voor medische implantaten. De reactie van het menselijk lichaam op een medisch implantaat hangt mede af van hoe het materiaal is afgewerkt: glad of juist ruw. De juiste afwerking maakt het mogelijk ongewenste reacties te voorkomen of af te remmen, zoals het dichtgroeien van een stent (een buisje voor in bloedvaten) met littekenweefsel. Tot nu toe was het moeilijk de reacties van cellen op veel verschillende structuren te vergelijken. De onderzoekers uit Twente
delta online
‘We zullen wel moeten’
Prestatiebekostiging
Dr.ir. Karel Mulder presenteerde afgelopen donderdag zijn boek ‘What is Sustainable Technology’ over duurzame dilemma’s.
Een deel van het geld voor hoger onderwijs moet voortaan worden verdeeld op grond van prestaties van instellingen, vindt staatssecretaris Zijlstra. Een Kamermeerderheid steunt hem, maar twijfelt over de criteria.
Fraude
Jos Wassink
Na Tilburg en Amsterdam heeft ook de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) een commissie ingesteld die het werk van de frauderende sociaal-psycholoog Diederik Stapel gaat controleren. Stapel was tussen 2000 en 2006 hoogleraar aan de RUG.
Hoe was de presentatie? “Ik deed hem samen met Erik Tempelman van Industrieel Ontwerpen. Hij heeft een hoofdstuk geschreven over duurzame materialen in auto’s. Daarin zie je dat allerlei duurzaamheidseisen leiden tot dilemma’s in het construeren van een autochassis.”
Schakelen Staatssecretaris Zijlstra gaat geen maximum stellen aan het instellingscollegegeld voor schakelprogramma’s die langer dan een half jaar duren. Schakelprogramma’s zijn bedoeld voor hbo’ers die een master aan een universiteit willen volgen of voor academische bachelors die aan een masteropleiding willen beginnen die niet op hun bachelor aansluit.
Tweede studies Staatssecretaris Zijlstra gaat geen maximum stellen aan het collegegeld voor tweede studies, tenzij instellingen stelselmatig overvragen. Ook besparingen op de studiefinanciering leiden misschien nog tot lagere tarieven.
Was er veel belangstelling? “Ja, zo’n 70 tot 80 mensen. De meerderheid was student bij een van de duurzaamheidsstudies zoals industrial ecology of sustainable energy. En dan nog wat medewerkers.” Uw boek heet ‘What is sustainable technology?’. Maar dat weten we toch: windmolens, zonnecellen en hybride auto’s? ”Zo simpel ligt het niet. Uit onvrede uit die eenvoudige benadering hebben we juist het boek geschreven. Een student die denkt dat zijn stalen constructie duurzaam is omdat je staal kunt recyclen, heeft nog veel te leren. Duurzaamheid heeft te maken met uitputting van grondstoffen, emissies,
prioriteiten van vandaag gebruikt, dan zit je er zeker naast.” En in de toekomst moeten we wel duurzaam worden? “Dat kan niet anders. We kunnen niet de hoeveelheid grondstoffen en emissies permanent overschrijden. Dan ga je op een catastrofe af. De vraag is niet of we ons duurzame ontwikkeling kunnen permitteren, want dat zullen we wel moeten. De vraag is of we daar naartoe gaan via een catastrofe of dat we er ons op voorbereiden.”
Karel Mulder: “Ik hoop dat studenten breed en kritisch leren denken over hun technische ontwerpen.” (Foto: Tomas van Dijk)
respect voor natuur en leefomgeving. Daar moet een ingenieur allemaal rekening mee houden.” U vraagt nogal wat van de ingenieur. “Soms staan duurzaamheidseisen lijnrecht tegenover elkaar. We hebben het boek geschreven omdat ingenieurs er vaak naïef over zijn. Die kunnen denken: mijn windmolen is recyclebaar, dus duurzaam.” Kun je het wel op alle fronten goed doen? “Je kunt niet alles voorzien. CFK’s bijvoorbeeld zijn ingevoerd als onbrandbare koelvloeistof vanaf 1930 na een grote brand. Pas veertig jaar later kwamen de eerste aanwijzingen dat CFK’s
Managers Actievoerende promovendi slaan de plank mis als ze beweren dat er steeds meer managers bijkomen aan de universiteiten. Er zijn de laatste jaren juist drie keer zoveel wetenschappers bijgekomen als ondersteunend personeel. Dat zeggen de universiteiten.
Titulatuur Dat hbo’ers en academici straks na hun afstuderen dezelfde titel mogen voeren, is een ‘onverdiend cadeautje’ voor het hbo, vindt VVD-kamerlid Anne-Wil Lucas. Het verschil tussen hbo en wetenschappelijk onderwijs zou in de titels van afgestudeerden zichtbaar moeten blijven.
Schulden Studenten moeten in de toekomst meer schulden maken om te kunnen studeren. Dat voorspelde premier Mark Rutte tijdens de algemene beschouwingen. Het kabinet schaft de basisbeurs voor masterstudenten af en vervangt die door een leenstelsel. Misschien dat zo’n leenstelsel later voor het hele hoger onderwijs wordt ingevoerd.
hebben daarvoor nu de oplossing: een chip die in één keer het effect van maar liefst 2176 verschillende structuren vergelijkt. Bio-informatici van de TU Delft hielpen met het analyseren van de omvangrijke databestanden. Deze week verschijnt in het wetenschappelijke tijdschrift PNAS een artikel over de chip.
de ozonlaag aantasten. Dat konden ze destijds niet weten. Maar het geeft wel aan dat je duurzaamheid constant moet herijken.” Duurzaamheid is dus een heel dynamisch begrip? “Het is een punt aan de horizon waar we voortdurend over moeten blijven nadenken en die ook technieken in wisselend daglicht stelt. Waar wij over moeten nadenken is: wat worden de problemen over tien of twintig jaar?” Dat lijkt me even belangrijk als ongrijpbaar. “Je krijgt er nooit antwoorden op omdat het over de toekomst gaat. Maar als je alleen de antwoorden en
Duurzaam is ook vaak duurder, en daar heeft niemand trek in. “De afweging: we kunnen niet in duurzame energie investeren, want dat is te duur, betekent dat het energiesysteem niet wordt voorbereid op een omslag. Gelukkig is het nog niet zover, maar je hoort dat soort geluiden wel vaker.” Wat wilt u de studenten meegeven? “Dat ze niet eenvoudig alle technieken in hokjes indelen van wel of niet duurzaam. Maar denk na over wat je ontwerp hier betekent en verder weg. En ook over welk pad het opent naar de toekomst. Ik hoop dat studenten breed en kritisch leren denken over hun technische ontwerpen.” Karel Mulder, Didac Ferrer, Harro van Lente: ‘What is Sustainable Technology – perceptions, paradoxes and possibilities’, Greenleaf publishing, 2011, € 40,-
touw
T-shirt in Afrika Een paar weken geleden las ik een artikel in Delta over een tenenkrommend initiatief van studenten die Owee-T-shirts verzamelden om naar Afrika te sturen. Want: “In Afrika is juist heel veel vraag naar kleding.” Aaaaarrrrchhhhgggg! Arme zielige negertjes, lopen in hun blote billen, gelukkig dat we hier nog wel een paar Heineken T-shirts over hebben. Je ziet het al voor je, zo’n Togolees, gehuld in een Virgielshirt, die wegloopt, nog een keer. ”Dank u wel, Massa, voor het mooie shirt” zegt, maar ondertussen terloops onder de oksels van dit T shirt maatje bierbuik achtstejaars ruikt en denkt: “Grote goden, ben ik dat echt? Nou, in elk geval houdt die smell de leeuwen uit de buurt”. Delftse studenten een opgeruimde kast en een fijn gevoel, Togolees een billenbedekker, iedereen blij, toch? Ik was deze malle actie eigenlijk al weer vergeten toen ik afgelopen week in Delta de ingezonden brief las van Emmanuel Mulom, alumnus van de TU Delft, en afkomstig uit Uganda. In zijn brief legde Emmanuel beleefd maar beslist uit dat wij hier in Europa wel een heel eenzijdig beeld van Afrika hebben als wij denken dat heel Afrika dringend om oude T-shirts verlegen zit: 'The news coverage Europeans see regarding Africa contains certain keywords - poverty, starvation, Aids - and as a result the reality of an African for most Europeans is a miserable one. I assume this is one of the main reasons such charity initiatives keep popping up.' Waarna hij uitlegt hoe desastreus het langetermijneffect van het dumpen van liefdadigheidskleding was, in bijvoorbeeld Zambia: 'The idea was that cheap clothes meant families could save money spent on clothes to buy
other goods. However, mass influx (…) led to the collapse of the local Zambian textile industry - leaving lots of people jobless. They could buy cheaper clothes but did not have jobs to afford food let alone cheaper clothes.' (lees de hele brief op www.delta.tudelft.nl/23736) Arme Emmanuel Mulom, en arm Afrika. Wij leiden hier ingenieurs op waarvan een deel straks op uw mooie continent komt werken. Maar leggen we ze wel goed uit dat de ingenieursontwerpen die hier uit Macbooks rollen, daar misschien niet werken en op de lange termijn heel nare bijeffecten kunnen hebben? Leren we ze wel genoeg nadenken over de effecten van onnadenkende ingrepen in biologische en economische systemen? En klopt het echt dat binnen onze universiteit alleen TBM en CiTG vakken aanbieden met trefwoorden als ‘techniek in ontwikkelingslanden’? Ik hoop oprecht dat ik fout heb gegoogled. Wat de T-shirts betreft: ik hoop dat de T-shirtverzamelaars het advies van Emmanuel Mulom hebben gevolgd en er voetbalteams blij mee hebben gemaakt in plaats van ze naar Afrika te sturen. Ik heb begrepen dat ook deze donatie met open armen ontvangen zal worden aangezien ‘Sommige voetbalteams niet aan hun competitie mogen meedoen, omdat de teamleden niet allemaal hetzelfde aan hebben’. Leidt zo’n donatie misschien toch nog even tot een ‘feelgood-momentje’. Ellen Touw is hoofd van de dienst onderwijs- en studentenzaken bij Civiele Techniek en Geowetenschappen en beleidsadviseur internationalisering.
DELTA. 27 29-09-2011
nieuws
Decaan
TEDxDelft
Nieuwe kamers
Prijsvraag
Klussers
Dr.ir. Bert Geerken wordt per 1 december de nieuwe decaan van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen. Hij studeerde technische natuurkunde aan de Universiteit Twente en promoveerde aan de Vrije Universiteit. Hij is nu zakelijk directeur ad interim bij het Herseninstituut (NIN) van de KNAW. Daarvoor was hij algemeen directeur van Naturalis. Tussen 2000 en 2008 vervulde hij verschillende directiefuncties bij onderzoeksfinancier NWO. Geerken volgt Louis de Quelerij op die ruim negen jaar decaan is geweest.
Ben je jonger dan dertig en heb je een idee dat je graag wilt delen? Voor een publiek van zo’n duizend enthousiaste TED–fans? Bindt dan de strijd aan voor de TEDxDelft award. Schrijf voor 1 oktober je idee op en zet een filmpje online. Dertig inzenders presenteren hun idee voor een jury en de beste zes gaan door naar de finale op 28 oktober. De winnaar staat op 7 november op het TEDxDelft podium in de Aula.
Overweldigend. Zo noemt Jan Benschop, directeur van studentenhuisvester Duwo, het grote aantal inschrijvingen voor een woning in de derde woontoren aan de Balthasar van der Polweg. Meer dan tweeduizend reacties kwamen binnen, terwijl er 380 huurcontracten voor zeven woningtypes te vergeven zijn. Duwo zoekt nu uit wie opgeroepen kan worden en hoopt daar over een week mee te beginnen. Het is de bedoeling dat de eerste bewoners op 7 november in hun gloednieuwe kamers trekken.
Ontwerp het schip van de toekomst, vraagt Proeftuin Maritieme Innovatie alle technische studenten in Nederland. Om de grijze cellen alvast een beetje te kraken doet de organisatie een aantal suggesties: een honderd procent hybride voortstuwingsinstallatie voor een megatanker, een zonnecelinstallatie voor megajachten, of een compleet groen cruise-, bagger-, of bulkschip. Inzenden tot 17 oktober. Het winnende ontwerp wordt beloond met duizend euro.
Voor een technisch probleem draait een echte TU-student zijn hand natuurlijk niet om. Heb je als student of als vwo-scholier iets leuks en handigs in elkaar geklust? Upload daarvan een foto of videofilmpje op facebook.com/opendagentudelft en win een klusbon ter waarde van honderd euro. Onder het motto Dare to be an engineer laat de TU voor de aankomende open dagen op 21 en 24 oktober graag jouw oplossingen aan anderen zien.
www.tedxdelftaward.nl
03
www.proeftuinmaritiemeinnovatie.nl
facebook.com/opendagentudelft
‘Delftse cultuur behouden in 2020’ TU-studenten missen de Delftse studentencultuur in de discussienota over de TU in 2020. “De Delftse student is breed en ondernemend, daar moet je op focussen.” CONNIE VAN UFFELEN Dat brachten studenten vorige week vrijdag naar voren tijdens een bijeenkomst van het college van bestuur met leden van de studentenraad, studieen studentenverenigingen en studentenvakbond VSSD. De studenten werd via een strategiespel gevraagd na te denken over wat zij in 2020 nodig hebben en welke reputatie de TU Delft dan zou moeten hebben. Uiteraard kwam daarbij ook de samenwerking met Leiden en Rotterdam ter sprake. Dat heeft zeker meerwaarde voor studenten ‘omdat je dan ook van goede docenten in Leiden les kunt krijgen’. Ze staan open voor samenwerking, maar heen en weer reizen zien ze niet zitten. “Het moet wel efficiënt gepland worden door bijvoorbeeld een hele dag in Leiden te zijn of het eerste jaar op één locatie te zitten.” Studenten betwijfelden of fusie een stijging in de rankings zou opleveren.
Digitaal
“De universiteiten in California staan ook los van elkaar in de rankings”, wist een studente. “En als je stijgt in de rankings wil dat niet zeggen dat je beter bent.” Of fusie een eng woord is? “Ja”, zei een studente kortweg. “Wij zijn trots op onze Delftse cultuur”, viel een ander haar bij. “Ik denk dat wij best angstig zijn als wij gemengd worden met de Leidse cultuur. Onze cultuur is mooi en beter ontwikkeld.” De studenten doelden daarbij onder meer op het verenigingsleven en de sfeer op de campus. De campussen in Leiden en Rotterdam liggen meer
‘Onze cultuur is mooi en beter ontwikkeld’ verspreid over de stad. “In Delft kom je elkaar altijd tegen.” En: “Wij verbreden ons ook door veel contacten met faculteiten. Dat zie je in Leiden niet.” Belangrijk in 2020 is wel de keuzevrijheid en een breed aanbod, zo vinden studenten. Dat is uniek in Delft en dat moet de TU behouden. Tot slot is selectie aan de poort voor studenten zeker een optie. “Je zult er voor moeten werken.” Maar studenten simpelweg weigeren, dat niet. Liever ‘positieve middelen’ gebruiken, zoals een motivatiebrief.
Een medewerker van de TU Library kiepert de boekenserie ‘Chemical Abstract’ in de container omdat een deel van de serie onlangs waterschade opliep. De papieren versie is daarmee dus verloren voor de mensheid, maar gelukkig is de gehele serie nog wel gewoon digitaal beschikbaar. En dat scheelt weer een paar meter in de kasten. (Sam Rentmeester/FMAX)
Tekenles
Eerstejaars handtekenles voor bouwkundestudenten, dinsdag buiten bij de aula. Docent en illustrator Henning Janssen: “Het voordeel van buiten lesgeven is dat je een sigaretje kunt roken tijdens de vier uur durende les.” De gestrekte arm van de studenten dient om de verhoudingen goed te kunnen meten. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Een leerzame zondagochtend Een nieuwe naam, een nieuwe locatie, een ander tijdstip en geen toga’s meer. De TU heeft de lezing waarin zij haar onderzoek toont aan het grote publiek in een nieuw jasje gestoken. De Hippolytuslezing werd de Van Leeuwenhoeklezing en zie daar: drommen mensen lieten afgelopen zondagochtend de zon voor wat zij was om iets van prof.dr. Jenny Dankelman te leren over de operatiekamer van de toekomst. De grote opkomst had vast ook iets te maken met het onderwerp, want gezondheid en gezondheidszorg spreken bijna iedereen wel aan. En voor wie de zon zondag moeilijk vaarwel kon zeggen: de lezing staat integraal op collegerama. Daar blijkt het verhaal van Dankelman glashelder over te komen. Alleen naar de woorden van mensen die niet in een (werkende) microfoon praten, moet de kijker raden. Voorafgaand aan de lezing van Dankelman deed de Delftse burgemeester een van de redenen uit de doeken waarom de stad financieel bijdraagt aan de nieuwe lezingenreeks: “We zijn vergeten om ziekenhuizen en andere instellingen te vernoemen naar Antoni van Leeuwenhoek.” En dat terwijl het zo belangrijk is ‘dat de grote helden van de stad ook vandaag de dag nog betekenis krijgen en bijdragen aan de identiteit van de stad’. “Antoni van Leeuwenhoek leeft bij de inwoners van Delft vast meer dan de
oude soldaat Hippolytus.” Dankelman kon daarna de link tussen Van Leeuwenhoek en haar eigen werk vrij eenvoudig leggen. Met zijn microscoop was Van Leeuwenhoek de eerste die cellen en bacteriën kon bekijken. En die bacteriën wil Dankelman nou juist heel graag uit de operatiekamer houden. Maar er zijn meer redenen waarom volgens haar het verbeteren van minimaal invasief opereren – haar vakgebied – zo belangrijk is. Neem een sleutelgatoperatie. De voordelen daarvan zijn groot: een
'Groot probleem met een stuurbare naald is dat hij ook stijf moet zijn. Daar liggen nog heel mooie uitdagingen' patiënt houdt er minder littekens aan over, herstelt sneller, heeft minder pijn en heeft minder kans op bacteriële infecties tijdens de operatie. Omdat zo’n operatie dus lichter is voor de patiënt, kunnen ernstig zieke, zwakke mensen vaak toch geopereerd worden. Maar nadelen zijn er ook en dan vooral voor de arts. De beelden uit het inwendige van de patiënt kunnen leiden tot misoriëntatie: beweegt de arts zijn operatie-instrument van
links naar rechts, dan ziet hij het op het scherm van voren naar achteren bewegen. Ook is de dieptewaarneming beperkt, kan de arts nauwelijks voelen wat hij doet, heeft hij minder correctiemogelijkheden als hij een fout maakt en krijgt hij pijn in handen, schouders en rug. En daar komt het vakgebied van Dankelman om de hoek kijken. Zij en haar collega’s werken in samenwerking met artsen aan betere, gebruiksvriendelijkere instrumenten. Zoals een instrument dat als een slang om structuren als zenuwen heen kan kronkelen. Of zoals een instrument met sensors in de tip, waarmee weefsels als goed- of kwaadaardig gekarakteriseerd kunnen worden. Een ander voorbeeld is een stuurbare naald. “Die bestaat nog niet, maar als er bijvoorbeeld een biopt moet worden genomen, moet de arts kunnen bijstellen als hij er net naast prikt. Groot probleem met een stuurbare naald is dat hij ook stijf moet zijn. Daar liggen nog heel mooie uitdagingen.” Dankelman oogstte na afloop van haar praatje over deze en andere uitdagingen veel lof van het publiek, dat daarna de benauwde zaal weer mocht verruilen voor de warme nazomerzon. Saskia Bonger
DELTA. 27 29-09-2011
science
opinion please
04
Quantum calculations in diamonds With the read out of four quantum bits on a diamond chip, Dr Ronald Hanson (AS) believes he and his colleagues have jumped a key hurdle in the development of a quantum computer. Their findings were published last week in Nature online. Tomas van Dijk Trapped atoms, superconducting coils, pairs of confining electrodes or carbon nanotubes; many such building blocks for the computer of the future have been proposed over the years. With their malleable quantum properties, such as spin, charge, current or polarization, these building blocks, or qubits, have the extraordinary capability of ‘superposition’; that is, they do not just contain the value ‘0’ or ‘1’, like a normal digital bit, but rather are capable of both values simultaneously, which, theoretically, enables them to perform very fast calculations. In the quantum world, a millisecond seems an eternity. Keeping qubits in
‘When I tell my friends what we are doing, they’re astonished’
’ Einstein would have loved it’ Nature’s cosmic speed limit is under scrutiny. Neutrinos sent from Cern (the European Organization for Nuclear Research) to Italy’s INFN Gran Sasso Laboratory, 730 kilometres away, seemed to have travelled at a velocity 20 parts per million above the speed of light. Cern made the results of its so-called Opera experiments public last Friday. Physicists worldwide reacted with a mixture of excitement and disbelieve. “This result comes as a complete surprise,” says Opera spokesperson, Antonio Ereditato, of the University of Bern, in a press release. “After many months of studies and cross checks we have not found any instrumental effect that could explain the result of the measurement.” Cern asked other researchers from, for instance, the Fermi National Accelerator Laboratory in the United States and the neutrino observatory Super-Kamiokande in Japan to carry out independent measurements. “We will probably get the results from these other research groups in about half a years time,” says Harry van der Graaf, of the National Institute for Subatomic Physics (Nikhef), who teaches elementary particle physics in Delft. Van der Graaf, who is an expert in detection instruments for sub atomic particles and a regular visitor to Cern, says he looked closely at Opera’s experimental set up and could not find the tiniest flaw. “The set up is airtight,” he says. “Most physicists think that an error was made somewhere, but I wouldn’t be surprised if the findings turn out to be correct. This might then very well be the most important discovery in physics since Michelson and Morley discovered in the late 19th century that light moves at constant and invariant speed.” Would this mean that Van der Graaf would no longer teach Einsteins theory of relativity? That theory, which assumes that nothing can travel faster than the speed of light and that light moves at a constant speed, would then obviously be false. “Einstein’s theories would not end up in the waste bin,” the researcher says. “After all, they explain many observations in cosmology correctly. But we will need to give a twist to the theories. And maybe we will be able to develop new theories that better explain gravity and missing dark matter and dark energy. I’m sure Einstein would have found this discovery, if true, fantastic.” If it is possible to travel faster than the speed of light, would time travel then also be possible? You hear this question a lot in the media. Van der Graaf thinks it’s silly to extrapolate these phenomena to our real world. After all, we are not made of neutrinos. Time machines will always be science fiction. Still, if the measurements are confirmed, they will dramatically change our view of physics. “But physicists agreed not to speculate,” says Van der Graaf. Which is perhaps easier said than done. (TvD)
a stable position long enough to perform calculations is a huge challenge. And that is not to mention the subsequent challenges, like reading out the information from a qubit without disturbing it, resetting the qubit, and allowing qubits to communicate with one another through quantum entanglement. Given all these impediments, the quest for a quantum computer may seem like a never-ending story to the
Electron microscope image of the diamond chip. The four quantum bits of spins (the spheres with arrows) are read out by firing a red laser light at them. (Image courtesy of W. Pfaff and TU Delft)
layman. Not so for Dr Ronald Hanson. When asked whether his work isn’t just yet another tiny step, he laughs and says that to the contrary, developments are going fast. “Ten years ago we weren’t able to do anything,” he explains. “But look at us now. We’re turning and manipulating atoms and electrons. When I tell my friends what we are doing, they’re astonished.” Dr Hanson’s team works with synthetic diamond that has nitrogen impurities. Opposite each nitrogen atom in the carbon grid is an empty space, which harbors a free electron. This electron’s spin can be set and read out by polarized laser pulses. Earlier, the researchers revealed in Science magazine that a series of microwave pulses shield an electron spin from external perturbations. Now they have shown that they can use the infor-
mation from the electron to read out the spin direction (quantum state) of three other adjacent particles: that of the nitrogen nucleus and those of two nearby carbon nuclei. To read out these spin directions, the researchers first perform a quantum operation. The electron then gets entangled with the atomic nuclei, and the information about the atom is transferred to the electron. This technique is special because it does not alter the state of the atomic nuclei. It is therefore useful for preparing the atomic nuclei for further quantum calculations.
Lucio Robledo, Lilian Childress, Hannes Bernien, Bas Hensen, Paul Alkemade & Ronald Hanson DOI 10.1038/nature10401
Arsenic removal remains problematic In Bangladesh millions of wells are contaminated with arsenic. Doris van Halem, of the faculty of Civil Engineering & Geosciences, tried to solve this problem using a bicycle pump and aquarium pump. Millions of wells were installed in Bangladesh during the last few decades. Clean groundwater for everyone would mark an end to the high death toll caused by contagious diseases spread by unsafe surface water, or so Bangladesh’s department of public health engineering reasoned. It indeed helped, yet sadly people now suffer from arsenic poisoning. In the Netherlands, the ground and groundwater contain an unwanted chemical, too, which - although it won’t kill you (just ruin your laundry) - behaves in some other respects just like arsenic. That chemical is iron. Some drinking water companies remove it by pumping oxygen rich water into the ground. By doing so, the adsorbed iron around the well gets
or expensive equipment,” says Van Halem, who will defend her thesis next week. “All you have to do is pump up water from the well, aerate it in a tank using, for instance, a bicycle pump or aquarium pump, and then you let the water seep into the well again.” But the problem turned out to be per-
'These ideal circumstances do exist in Bangladesh, so it’s worth continuing the research'
Arsenic-contaminated ground water is a huge problem in Bangladesh. (Photo: Doris van Halem)
oxidized. This oxidization process turns the ground into a filter. When the flow direction is reversed during groundwater abstraction, the dissolved iron in the groundwater binds to the oxidized iron, and so too does arsenic. With this technology in mind, Doris van Halem went to Bangladesh in 2008. Over the course of one year, she tested the technique at two locations. At first it seemed like the silver bullet. “You don’t need any chemicals
sistent. Phosphate, which is around in much higher concentrations, also binds to oxidized iron, leaving hardly any binding sites left for arsenic. “Back in the laboratory we found that the technology can work when the Ph is high and the concentration of phosphate low,” Van Halem explains. “These ideal circumstances do exist in Bangladesh, so it’s worth continuing the research.” The problem in Bangladesh however is that the water supply system is decentralized: every family has its own well. A more centralized approach would be better, the researcher believes, as more effort and money could be spent on finding the right locations. (TvD)
DELTA. 27 29-09-2011
science
05
short news science 3TU AMI
Kavli Prize
iGem debate
Professor Kees Vuik (EEMCS) will be the new director of the 3TU Applied Mathematics Institute (AMI). The Institute’s Board has appointed Vuik as the successor to its first scientific director, Professor Bernard Geurts (UT and TU/e) for the period 2012-2013. AMI’s annual autumn spectacle will take place in The Hague on 27 October. Talks will be delivered by researchers from the institute, together with their industrial partners, such as Magwel, Plaxis, Rabobank and NRG.
The first-ever Kavli Delft thesis prize was awarded to Dr. Katja Nowack last Thursday. Kavli Institute of Nanoscience’s director, Professor Cees Dekker, has introduced the biannual award (a statue and 3,000 euros) for the best thesis produced within the institute. Nowack received her PhD on the manipulation of electron spins in quantum dots with honours in 2009. Her publications in leading journals were widely referenced. Nowack, now a postdoc at Stanford, was flown in for the event.
Dutch students participating in the international Genetically Engineered Machine (iGem) competition will debate the pros and cons of genetically engineering bacteria this Friday with political youth organizations. Each year iGem participants fiddle with bacteria in order to give them new fancy properties, like the ability to eat oil or act as a biosensor for dangerous chemicals.
bit.ly/ami-autumn
Solar dots
ChemE and Kavli researchers (Applied Sciences) have shown electron mobility between semiconductor quantum dots. They published their results online at Nature Nanotechnology. Nano-sized quantum dots are seen as promising material for high efficiency solar devices (up to 44 percent theoretically). The problem has always been that freed electrons were incapable of crossing the gap between q-dots. By tightly stacking the dots, the TU researchers have now shown electron mobility. The photo shows an even, brownish layer of lead-selenium quantum dots. (Photo: Nature Nanotechnology)
www.rathenau.nl/minds
Pressure rises in ORC community
Professor Piero Colonna in his lab. (Photo: Tomas van Dijk)
Some 300 researchers from around the world visited the seminar on Organic Rankine Cycle power systems last week, organised by Professor Piero Colonna (3mE). The interest in his field of research is directly related to the oil price, says Professor Piero Colonna. It was high in the 1970s and now pressure is building again, with major technology companies sniffing out start-ups as a means of entering the market.
The Rankine Cycle is what drives 90 percent of all electric power plants, as it describes the thermodynamic conversion of thermal energy into work, usually by boiling up steam, which drives a turbine coupled to a generator. For large systems (10 to 1,000 megawatts), there is nothing better. For smaller systems, however, water cannot be used, and the adoption of an organic fluid allows for very high efficiency rates. That’s what Organic Rankine Cycle or ORC stands for. Suitable organic fluids are less dense than water and the larger volume occupied by the organic vapour is key to the design of efficient turbines. By choosing the right fluid, ORC engineers
can maximise the system efficiency. You typically find ORC installations in smaller power plants that run on biomass, geothermal, solar or waste heat. The maximum efficiency of converting heat into power is about 30 percent, but currently most ORC systems achieve about 20 percent. Prof. Colonna notes that since most ORC units are run in cogeneration mode, the rest of the energy is used as heat in a greenhouse or for district heating. The Delft renewable energy systems group (at the faculty of Mechanical, Maritime and Materials Engineering) operates at the forefront of the ORC development, says the professor, who received an NWO Vidi grant in 2005. With funding from STW and industry, his group is active in both fundamental and applied research. What does bother Prof. Colonna, and his guests, however, is that it is so much harder to get funding for renewable energy projects than their conventional energy counterparts. “We have so many ideas to improve the technology,” he says, “but in comparison with conventional energy technology, we’re dramatically underfunded.” (JW)
www.orc2011.nl
The conference was dedicated to Professor Gianfranco Angelino, one of the founders of the technology, who passed away last year.
cover “During presentations of my thesis I distribute M&M’s. I call that cryptotasting. I think it’s magic to make numbers appear and disappear with formula’s. That is what we do in cryptography, which is the topic of my thesis. Basically cryptography is math’s and magic: M&M. More specifically during my research I developed algorithms that protect our privacy. Society changed a lot. Data used to be stored locally on a computer, now everything is connected. Everything is on the net. Once connected to the net, the web provides various services, like email, search engines etc. These services are all provided through proxies that use advertisements for their income. In order to provide the most interesting
advertisement private information is needed. People trust that their data do not end up in the wrong hands. But for this you need protocols. Often thesis’ are very grim looking. I wanted mine to look cheerful. At first I tried to order the M&M’s to from letters. But that didn’t look nice. Now I just put them at random.”
Bartek Gedrojc, ‘Private computing with untrustworthy proxies’, 4 Oct. 2011, Promotor: prof. R.L. Lagendijk.
halfway
(Photo: Tomas van Dijk)
Electric vehicles in future power systems Name: Remco Verzijlbergh (30) Nationality: Dutch Subject: Electric vehicles in future power systems Promoters: Professor Marija Ilic and Dr Zofia Lukszo (Technology, Policy and Management, energy and industry section) Thesis Defence: In two years “More and more electric cars are being sold over the last couple of years. But what consequences will this have for our electricity system? What for instance will happen when millions of electric cars are being charged at the same time, when people are at home after a hard day’s work? To answer these kinds of questions, I’m researching the role of electric vehicles in future power systems. Flexibility is a crucial part of my research. I focus on various ways we can use electric vehicles in the power grid. For instance, when the wind starts blowing all of a sudden, it would be great if at that moment cars were being charged. And when the wind hardly blows, charging can be postponed. Or what should happen when the wind blows less hard than expected? A problem occurs when an electricity producer predicts in advance that it will deliver 2 gigawatts, but is only able to deliver 1.8 gigawatts. It will cost the electricity producer money, because the producer must then buy expensive back-up capacity from other companies. But flexibility does not end with the electricity producers. I also focus on another actor: the network operators. These companies are responsible for the cables and transformers that transfer electricity to the end-consumers. When electric vehicles are used to absorb a sudden surplus of wind energy, the network cables need to be able to deliver more power; therefore, it might be necessary for costly reinforcements of the existing electricity networks to be implemented. Because the introduction of electric vehicles has consequences for different actors in the system, my research is typically a TPM subject. I’m not only focusing on one technology, but rather am looking at all system levels - from the top, where the wind turbines are, to the lowest level, where people charge their electric cars. Over the course of the next two years I hope to find answers to the many questions I have. By simulating different scenarios, I hope to find ways to adopt electric vehicles and sustainable energy at the lowest social cost. I believe that electric vehicles have a bright future. In the long run, the price of oil can only go up, and renewable energy sources can only become cheaper. How fast this will happen is as of yet unknown. I started doing this research because I was idealistic, but that’s not the whole story. In the meantime, I discovered just how interesting and elegant the technology of electric cars in the power system is. And that’s why I like conducting this PhD research so much.” (RV)
DELTA. 27 29-09-2011
international students
06
Intro week: connecting internationals With this year’s Introduction Week programme for internationals recently completed, programme coordinator Germaine Poot shares her thoughts on this year’s events. CHANDRA ELANGO Each year international students come from around the world to study at TU Delft. This resulting international student group comes from hundreds of different countries, are of all ages and from all types of social and economic backgrounds, religions and ethnicities, from undeveloped, developing and highly developed countries, and from recently completed university programmes or professional careers in the private sector. Moreover, for some it’s the first time travelling or living abroad, while others are seasoned travellers or former international students elsewhere. In short, creating an introduction programme that appeals to such a large, widely diverse group is a formidable task. Nevertheless, Germaine Poot,
head of the Introduction Week organizing committee, is charged with this task each year, for which the primary aim is to ultimately help students perform better during their years at TU Delft. How do implement lessons learned into each successive year’s introduction programme? ”After each intro week is completed, an organising team member analyses the feedback we received from an extensive survey conducted towards the end of each intro week. Based on this feedback, we improvise the programme for the next academic year. For instance, based on the 2010 intro week’s feedback, we increased the duration of the intro week, from 10 days in 2010 to 18 days in 2011, which gave students more time to explore the university and Delft on their own.” What is the logical thought process behind the execution of intro week? ”The main theory is acculturation, a process in which individuals with different cultural backgrounds learn to adjust with each other but still manage to keep their original culture. It has been proven that the students perform better after they’ve undergone
the bike of...
such a process in the beginning.” To pull off a successful intro week, you must have had a good team behind you? ”Definitely. I was backed by a team of eight people and 40 student coaches. The coaches are trained personally, so as to know how to go about their tasks, such as the ability to identify symptoms of culture shock and those students who might need extra help.” What would you like international students to bear in mind regarding intro week? ”That intro week should be considered as ‘serious fun’. It’s not something for them to like or dislike. Rather, it’s a programme proven to be the best for helping them perform better during their stays in Delft.” Which was this year’s most popular intro week activity? ”The Master Chef event’. We asked arriving students to participate in an online ‘Recipe contest’ on Delftulip. The end result was a huge success, culminating in a multicultural buffet made entirely by students for students.” Do other universities in the Netherlands have similar intro programmes? ”TU Delft is the only university in the Netherlands with such an elaborate introduction week with various survival activities designed to help students get accustomed to their new surroundings effectively. In fact, in appreciation of the efforts put in by the university in this regard, Nuffic awarded TU Delft with the 2010 Orange Carpet Award.”
The united colors of international students. (Photo: Germaine Poot)
(Photo/text: Dhariyash Rathod)
Name: Ali Vaqar (MSc Aerospace Engineering, from Pakistan) Brand: Gazelle Price: 95 euros Striking feature: Comfortable ride “In the Netherlands, it’s impossible to survive without a bike, especially if you’re a student. So, soon after coming to Delft the first thing I had to do was search for a good bike. After many days of walking around the campus from Poptahof, I was desperate to get a bike. I happened to have good knowledge of bikes from my high school days, so my main aim was to secure a durable secondhand bike. I knew right from the start that I’d be staying in Delft for a minimum of two years, so figured even if I had to spend 100 euros for a bike it would be worth it. Having looked around different places for a bike, I was even surprised when some random guys on the street offered to sell me bikes for less than 20 euros, although I had been informed not to buys such bikes for obvious reasons. During Introduction Week I meet a new friend and he took me to a bike shop called Karlas Fietsen, where test rode many bikes before selecting one. My bike is now one of the most important things in my life here in Delft. I use it to travel to university and to the market to buy groceries several times a week. The best thing about my bike is that it never gives me any problems, so it is definitely worth the money I paid for it. The only problem I’ve had so far is a flat tire, but nobody can really control that. I have never tried to fix a flat tire myself, as it costs time and is also hassle, so I took my bike to a Turkish bike store, which repairs bikes for really low price. But as for major repairs, so far I haven’t spent a single euro.”
motsyk
Information addiction The other day I was reading an article in a magazine when a curious reference caught my attention. I found myself mentally trying to ‘click’ the reference, even though the copy was ink on paper, and not the online version. I read on but the curiosity in me grew to an urge, and the urge turned into a demand to know right then and there what the background story of the reference was. I became impatient and — absurdly — almost frustrated that the magazine could not give me the information I wanted to have at that moment. I tried to fight the urge but eventually ended up setting the magazine aside and reaching for my laptop to google the story. Some fifteen years ago this wouldn’t have been possible. If I wanted to know something on a whim, I’d have to go to the library, find an almanac or encyclopedia and do some thorough research. In all likelihood in the above situation I would have just not bothered and continued reading the article, making a mental note to look up the reference later if I was still curious about it. Instead, after looking the reference up, I spent about two minutes reading the piece, which lead me to more curious links, so that eventually I ended up on a website that had nothing to do with the original article that I had wanted to read in the first place. In this digital age we have become addicted to information: we now expect to find anything we want to know quickly and effortlessly. Search engines have adapted to this need by creating filtering options to search for very specific pieces of information, and even sometimes doing simple calculations for us instead of linking to sites that could help. While this may be very convenient for saving time, it has also decreased our capacity to think for ourselves. Additionally, as this information addiction grows, our attention span understandably decreases: when bombarded with so much information from all angles, our minds cannot process it. As our
brains become more adapted to multitasking, we seem to lose a certain depth of understanding of the information we absorb. It’s like we binge on information, gobbling up every piece of news thrown at us, just to purge our minds of it seconds later. This form of information bulimia blocks the flow of actual understanding and logical processing of the material. Additionally, it turns us into sharing machines, so we perpetuate the information bombardment by sharing the items we like through social media, blogs and various news-sharing sites. News sites have also adapted to this new habit of society: online articles are often barely a few sentences long. Some online newspapers even consider it sufficient to publish just the headline, as if they were ‘tweeting’ the news. Additionally, it seems that absolutely anything is considered newsworthy these days, as sites struggle to keep up with feeding the information-hungry masses. Quantity over quality seems to be the new motto of the information industry. That is, of course, the flip-side of the coin. In this digital age, we have the luxury of a world of information at our fingertips; we just need to learn how to use this power wisely. Children growing up in the digital age should not only be taught how to use search engines, but how to distinguish the information they need from the mass of garbage that is out there, to learn to focus on a task and to think independently of computers. The human brain is after all a much more powerful and useful tool than a computer. Let’s keep it that way. Olga Motsyk is an MSc aerospace engineering student from Kiev, Ukraine. She can be reached at olgamotsyk@gmail.com
DELTA. 27 29-09-2011
international students
07
TEDxDelft: where inspiration is born
Sustainable warning
BENNETT COHEN
Dutch artist and kinetic sculptor, Theo Jansen, is one of the featured speakers at TEDxDelft. Joining him onstage will be his latest creation (pictured here), a beach creature called ‘Animaris Gubernare’. “The walls between art and engineering exist only in our minds,” Jansen believes. (Photo: Loek van der Klis)
After a lot of time, effort and emails, TEDxDelft is set to take place at the TU’s Aula on November 7, 2011. Despite the on-campus location, Rob stresses that the conference will not be strictly technical. “It’s not TEDx TU Delft, it’s TEDx Delft. The Delft city government is a partner as well as the TU. The conference must address entertainment and design - in addition to technology - to be a true TED.” Speakers will cover topics related to philosophy, the role of emotions in evaluating technology, and the art of dynamic sound sculptures, among others. One featured speaker is Musetta Blaauw, a 29-year-old Dutch mother, who will talk about her quest to have a fourth child. After her third child, Musetta unfortunately lost her uterus. Unwilling to give up on the idea of another child, Blaauw set about exploring all the technological options available to allow her to give birth again, including having a new uterus surgically placed in her body. This quest led her to question the ethics of different technologies, and to consider whether individuals should accept faith as society defines it. Her talk will
focus on her personal story, as well as how to evaluate the ethics of some of society’s most controversial technological capabilities. Another speaker, Marcel Kampman, will speak about Project Dream School — a collaborative vision of the school of the future. Kampman is known for his engaging speaking style, with his motto being: “Don’t do a presentation, put on a show.” Students who wish to win the TEDxDelft Award, which entitles them to a 6-minute slot at TEDxDelft to share an idea with the large audience, would do well to follow Kampman’s advice. Interested students have until October 1 to apply for the award. From the initial application pool, 30 students will make it to the second round. Finally, one lucky student will become a TED presenter at the conference. Speekenbrink particularly encourages international students to attend TEDxDelft. The conference will be entirely in English, and a quarter of the speakers are internationals themselves. “TED is inherently international,” Speekenbrink says. “The whole point is to spread ideas worth spreading across the globe.”
‘First impressions’ bring change A team of international students helped provide valuable feedback to the university. “Want to earn some extra money while getting involved a real project?” That was the tantalizing question posed on a flyer distributed during last year’s international student Introduction Week. The flyer, distributed by the university’s Marketing & Communication (M&C) department, aimed to assemble a team of students that would meet monthly and brainstorm about ideas for possible changes to aspects of the university. The project, called ‘First Impressions’, was led by M&C’s Karen Smid. Six international students – from India, China, South Africa and Columbia – answered the call and formed a project team. The team then attended monthly meetings with Smid that focused on particular topics thought to crucial to enhancing and simplifying the international student experience, with a particular focus on making the wealth of infor-
Merger scepticism The Dutch House of Commons is very critical about a possible merger between the universities of Delft, Leiden and Rotterdam. In this early stage, the socialist party (SP) and the social-democratic party (PvdA) have already said ‘no’ to the plan. Other parties, including the coalition parties, have also not reacted very enthusiastically. The liberal VVD thinks a merger is unnecessary. The Christian Democrats (CDA) argue that small-scale education fits the Zeitgeist better. Meanwhile, the populist Freedom Party (PVV) is afraid that students’ freedom of choice will be constrained if the three universities eventually merge. Most parties, however, state that they will only give their final judgments if a new bill is passed. In order for the three universities to merge, an amendment is necessary. The Dutch House of Representatives therefore has the final say.
In early November TU Delft will host TEDxDelft, a unique conference focused solely on “ideas worth spreading”. Students with good ideas to share can now compete to present their ideas at this conference.
“Why is there no TEDxDelft?” About a year ago, Rob Speekenbrink, a consultant for Online Media at TU Delft, found himself asking this question over and over again, and not finding any good answer. Before experiencing his first TEDx, Speekenbrink was “burnt out from attending boring conferences where presenters are only there to talk about their company’s latest product.” But then he attended TEDx Rotterdam last year, where Speekenbrink says he was “totally flabbergasted” by the power of the conference, in which innovative and charismatic presenters shared their ideas about technology, entertainment and design (TED) in exciting and theatrical ways. A TEDx - an independently organized version of the centrally organized TED - is no ordinary conference. Meant to inspire audiences with “ideas worth spreading”, TED speakers are as much performers as presenters, whose topics have included crowd-based art, how language has transformed humanity, and engineering inspired by nature. To organize a TEDx, you must be a TED “licensee”, which means you must attend an official TED conference. Last year, Speekenbrink attended TED Edinburgh, in Scotland, so that he could then organize TEDx Delft. “After Edinburgh, I was so excited that I couldn’t enjoy my vacation after the conference — all I could think about was getting back to work and organizing TEDxDelft!” Speekenbrink recalls.
news in brief
mation available throughout TU Delft more easily accessible and organized. TU Delft’s new webpage, which went online a few months ago, was partly influenced by the project team’s suggestions. Team members were asked to submit examples of other university’s websites they found more interactive and easy to browse around than TU Delft’s. Gaurav Genani, an MSc industrial
’Want to earn some extra money?’ design student, found Stanford’s website easier to navigate regarding applications for master/graduate programs. Gina Qing, MSc in architecture, thought University College London’s separate colour columns for different subjects visually appealing and easier for identifying desired topics. The team also suggested that TU Delft’s website search engine wasn’t powerful enough and gave unwanted results. Imperial College London’s website, powered by
a Google search engine, was regarded as superior. Another welcoming initiative stemming from the project team was the incorporation of a ‘Wall of Fame’ on TU Delft’s website. The ‘Wall of Fame’ aims to motivate students by profiling other students who have achieved excellence academically and in other endeavors, like sports, student projects, business competitions, etc. A final suggestion from the project team was that TU Delft should hold a grand graduation ceremony in the Aula, with students and professors dressed in formal robes, as is the case with graduation ceremonies at other leading universities worldwide. While no promises on this were made, Smid plans to take the issue to the authorities concerned. (VV)
wall-of-fame.tudelft.nl
Sustainability is inevitable, says Dr Karel Mulder (TPM), in an interview on Delta’s page 02. “The current use of materials and levels of emissions are untenable in the long run.” But what is sustainable technology? That’s the title and the main question of Dr Mulder’s latest book (Greenleaf Publishing, 2011). The case studies in his book show that the answer is not straightforward, but rather changes with time and that often different aspects or ‘articulations’ of sustainability are contradictory. Nonetheless, in the long run it’s either sustainability or catastrophe.
Student teachers Harvard Professor Eric Mazur visited TU Delft last week to give a lecture, titled ‘Confessions of a converted teacher’. In this week’s interview, Mazur explains the origins of his Peer Instruction – having students explain key physics concepts to one another instead of lecturing about them himself. “I couldn’t understand what they did not understand,” he explains. Mazur, who is Dutch by origin, is not only known for his original didactics but also for Black Silicon – a promising spin-off from his optoelectronic labs.
PhD feedback When asked about the process of preparing a doctorate, PhDs give TU Delft with a grade of 7.2. However, they are dissatisfied with many other things, such as the doctoral education, which is, in their opinion, unstructured. One of five PhDs is dissatisfied about the way supervision is organized and one in three PhDs say that TU Delft helps with career planning. The graduate schools should help tackle these problems. Last week, Rector Karel Luyben opened the first graduate schools at the faculty of Electrical Engineering, Mathematics and Computer Science; Industrial Design Engineering; and Architecture.
Lucky According to an article in the Dutch newspaper, Nederlands Dagblad, more and more students are coming to the Netherlands from foreign countries and securing places in the most sought-after programmes at Dutch universities and polytechnics. These popular but oversubscribed courses include medicine and dentistry, for which prospective students must win a lottery to get a place. The newspaper reports that one in five first-year students enrolled in such courses had gained their places through winning these place-allotment lotteries. In 2010, some 18 percent of students in these courses came from abroad, while in 2006 that figure was just nine percent.
New dean As of 1 December 2011, the Executive Board of the TU Delft has appointed Dr Bert Geerken as dean of the faculty of Civil Engineering and Geosciences. Dr Geerken studied Applied Physics at the University of Twente and gained his PhD at the VU University Amsterdam on a solid state physics subject. He is currently the interim Managing Director at the Netherlands Institute for Neuroscience (NIN) of the KNAW (Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences). Before that, he was General Director of the Netherlands Centre for BiodiverBert Geerken. (Photo: Naturalis) sity Naturalis. In 2000, Dr Geerken became a director of NWO (the Netherlands Organisation for Scientific Research).
Dual nationalities A majority of Dutch people (60 percent) say that immigrants should have to give up their foreign passport when they acquire Dutch citizenship, according to survey conducted by Statistics Netherlands. Moreover, 70 percent believe government cabinet ministers should be forbidden from having dual citizenship. Among non-Western immigrants living in the Netherlands, 60 percent think dual nationality should be allowed. Only 1.1 million people of the current Dutch population of 16.5 million hold dual nationality.
DELTA. 27 29-09-2011
lifestyle
08
Op zoek naar energie
Marie Curie wilde weten hoe radium straalt in extreme kou. (Foto: Museum Boerhaave)
Seismisch onderzoek in de jaren vijftig. (Foto: NAM)
Nederland staat bekend om windmolens en water, maar echt bedreven waren onze voorouders in het winnen van fossiele brandstoffen. Museum Boerhaave laat de eerste olievelden op Sumatra zien en het radiumpreparaat van Marie Curie.
zorgde er ook voor dat er arbeid vrijgemaakt kon worden om met schepen op ontdekkingstocht te gaan.” Ook met andere vormen van energie wisten Nederlanders wel raad, zegt Maas. “De gasbel in Slochteren is natuurlijk heel bekend, maar wist je dat Schoonebeek in de jaren vijftig het grootste olieveld van Europa had?” Ook op Sumatra zochten Nederlanders driftig naar olie. Museum Boerhaave heeft voor de tentoonstelling een groot aantal instrumenten verzameld, voornamelijk afkomstig van Shell, die werden gebruikt om de eerste olie te
Martine Zeijlstra Elke buitenlander die aan Nederland denkt, ziet meteen kaas en windmolens voor zich. Wild draaiende wieken met bolle zeilen zijn het symbool van ons land. Toch is windenergie maar een klein onderdeel in de geschiedenis van energiewinning in Nederland, blijkt uit de tentoonstelling ‘Verborgen Krachten: Nederlanders op zoek naar energie’ in het Leidse Museum Boerhaave. “Nederlanders blonken pas echt uit in het winnen van fossiele brandstoffen”, zegt conservator van het museum Ad Maas. “Tijdens de Gouden Eeuw hebben Nederlanders veel turf gewonnen. We hadden een grote voorsprong op onze buurlanden. Het heeft enorm bijgedragen aan de bloei van de Gouden Eeuw. De turf verwarmde niet alleen onze huizen maar de energiewinning
‘Marie Curie nam haar radiumpreparaat gewoon mee in de trein naar Leiden’ onderzoeken. “Zo hebben we bijvoorbeeld pijptesters met wieltjes die door de oliebuizen heen raasden, op zoek naar roest en onregelmatigheden.” Tevens heeft het museum de oude kaarten van de ontdekte olievelden in bruikleen, en de eerste oliepreparaten uit Sumatra uit 1920-1930. In Nederland werd ook heel wat af geëxperimenteerd met nieuwe energievormen. “We hebben de aandelen van Convectron, het bedrijf van ingenieur Dijkhuis. Hij hoopte bolbliksems te temmen en zo het wereldenergie-
probleem op te lossen. Hij dacht in de jaren tachtig echt dat hij daar dichtbij zat. En nog steeds, want hij heeft zijn bedrijf weer heropgericht.” Een ander hoogstandje van de tentoonstelling is het radiumpreparaat van Marie Curie, de grand dame en Nobelprijswinnares van de scheikunde. “Zij nam haar radiumpreparaat mee in de trein naar Leiden. We moeten nu zoveel voorzorgsmaatregelen nemen om haar preparaat veilig hierheen te vervoeren, maar zij nam het in 1911 gewoon mee in de trein. Ze wilde er koude experimenten met vloeibaar helium mee doen met Kamerlingh Onnes in zijn Natuurkundig Laboratorium. “Marie Curie bagatelliseerde de gevaren van radium. Ze wist ergens wel dat het niet zulk lekker spul was, maar ze zat er wel haar hele leven tussen omdat ze wilde weten wat de mogelijkheden ervan waren voor medische toepassingen. Uiteindelijk is zij gestorven aan leukemie, mogelijk veroorzaakt door werken met radium.” Maas is erg nieuwsgierig naar het preparaat. “Ik heb zelf ook geen idee hoe het er uitziet. Normaal gesproken wordt het in Zeeland, vlak bij Borssele bewaard. Er komt een speciale vitrine.” Tijdens de tentoonstelling zijn ook nieuwe vormen van energie te zien, zoals aardwarmte, rotors van windturbines en blue energy. “Maar als we naar onze buurlanden kijken, laat het wel zien dat Nederland achter loopt met alternatieve energie. We hebben niet zoveel ruimte voor grote windmolenparken en we hebben ook geen natuurlijk reliëf om veel energie uit water te winnen. We hebben heel romantische ideeën over wind en waterkracht, maar het belang van windmolens is in het verleden vaak overschat.”
Verborgen Krachten: Nederlanders op zoek naar energie is te zien in Museum Boerhaave in Leiden van 30 september t/m 18 maart. Ook is er het gelijknamige boekje.
www.museumboerhaave.nl
time out
Vanavond withlof Ook zo’n zin in een avond iets anders? Iets geks? Doe eens een avondje Withlof. Leuker dan de kroeg en nog cultureel verantwoord ook. Als schaken een sport is, waarom theater dan niet? Niets is tenslotte zo gezond voor lichaam én geest als een stevige lachbui. Nou is het fenomeen theatersport niets nieuws, dat is en blijft al sinds de jaren negentig een rage in theaterland. Maar jouw bijdrage eraan – die kent nog niemand. De veertienkoppige Delftse improvisatietheatergroep Withlof, ooit geboren uit een cursus theatersport bij de Delftse Komedie en begeleid door onder anderen cabaretier Jochem Meijer, draait op de input uit het publiek. Verdeeld over twee teams dagen de acteurs elkaar uit om geïmproviseerde scènes te spelen. Met succes? Dat bepalen drie botte ‘rechters’ en… jij. Net als de details van het spel trouwens. Een ander decor? Ander karakter? Onmogelijke weersomstandigheden? Een nieuwe verhaallijn? Tijdens een avond Withlof mag het publiek de spelers voor een groot deel sturen. Hilarisch natuurlijk, want dat leidt tot absurde
verhalen. Weer eens wat anders dan de zoveelste avond slap geklets op de sociëteit. Gek genoeg treedt het gezelschap maar zo’n twee keer per jaar op in Delft. Op zaterdag 8 oktober is dat in het DTG-theater (voorheen Falie Begijnhoftheater) met de ‘Rumble Tumble Show’. Een soort BNN’s Lama’s, maar dan live, in plaats van het bordspel dat als enige van dat gezelschap is overgebleven (cadeautip!). En: meedoen kan ook, want Withlof geeft workshops. Alleen voor durfals natuurlijk, maar als je nagaat dat de TU met Pieter Jouke en Jasper van Kuijk al twee cabaretiers heeft afgeleverd, schuilen achter die ingenieur in jou misschien ook nog wel onvermoede talenten. Break a leg! (JH)
Withlof, zaterdag 8 oktober om 20.30 uur in het DTG-theater in Delft. Toegang: € 7,50. www.withlof.nl
sport
Dankzij een ferme inhaalslag na de pauze wist rugbyploeg Thor (blauwzwarte tenues) een fikse achterstand tegen Rotterdam RC tijdig weg te werken (31-31). (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
De heren van derdeklasser Thor wisten dat ze zondag een zware kluif zouden hebben aan de Rotterdamse Rugbyclub. De strijd aan de Mekelweg ging een tijdje gelijk op, maar na een minuut of tien kreeg de thuisploeg een ‘inzakker’, in de woorden van captain Jeroen van Nieuwenhuizen. “We kwamen een try of drie achter te staan, maar na de rust hebben we ze binnen twintig minuten weer helemaal bijgehaald.” De eindstand 31-31 stond tien minuten voor het einde op het scorebord. “Rotterdam speelde vorig jaar nog tweede klasse. We wisten dat de ploeg heel sterk was, dus we waren blij met het gelijke spel.” Het in dezelfde klasse als Thor ingedeelde DSR-C 2 kreeg overigens in Hoek van Holland met 10010 flink op de broek van de reserves van The Hookers. De hockeyers van DSHC gingen intussen in Den Haag flink te keer tegen Groen Geel. Pas bij 2-8 stokte de teller in Delfts voordeel. De TU-studenten hebben na drie duels nog een ongeschonden status (9 uit 3) in de eerste klasse B. De dames van DSHC doen voorlopig, zij het een klasse lager, niet veel onder voor hun mannelijke clubgenoten. Ook zij zetten hun tegenstrevers, Evergreen, zondag simpel opzij (1-6) en zijn na drie duels met 9 uit 3 medekoploper. De vrouwen van Dopie, reeds in bezit van één punt, werkten zich in de derde klasse op naar de middenmoot door voor het eerst deze competitie de volle buit binnen te halen. In Delft werd Voorhout geklopt met 3-0. De Dopie-mannen snakten ook naar de eerste competitiepunten. Na twee kleine nederlagen zouden die moeten worden binnengehaald in de thuiswedstrijd tegen Pijnacker. Dat wilde niet echt lukken, gezien de eindstand van 0-6. De Vlaamse TU-student Robby de Bock mengde zich afgelopen weekend een eindje verderop in de strijd om het open Benelux-kampioenschap mountainbiken in Zoetermeer. In de (gemengde) categorie beloften/eliterijders kwam de Vlaming als vijfde over de streep, achter de Vlaamse elitecoureur Kevin van Hoovels, de Nederlanders Bas Peters (elite) en Henk Jaap Moorlag (belofte) en de Australisch elitekampioen Chris Jongewaard. “Ik dacht derde te zijn geworden in de categorie Benelux-elite, omdat Jongewaard als Australiër niet meereed voor het Benelux-klassement, maar jammer genoeg wilde Moorlag geklasseerd worden als eliterijder, zodat mij het podium net ontglipte.” (JT) Tips? Jimmy.tigges@hetnet.nl
Stephan
DELTA. 27 29-09-2011
lifestyle
09
Duurzame luiers voor Bangladesh Nu nog leven jonge gehandicapten soms in schrijnende omstandigheden. Twee IO-studentes proberen met duurzame luiers hun leven wat aangenamer maken. Robert Visscher Roos van der Schoor had zich erop voorbereid dat in Bangladesh niet dezelfde hygiënische standaard gold als in Nederland. Maar ze schrok toch, toen ze een gehandicapte jongen zag die een plastic zak als luier droeg. En toen ze kort daarna een leeftijdgenoot leerde kennen die helemaal onder de vliegen zat. “Ze werden met de beste bedoelingen verzorgd door hun ouders. De ene jongen werd buiten neergelegd, zodat hij nog wat om zich heen kon kijken. Maar hij lag in zijn uitwerpselen waar de vliegen op afkwamen. En voor de andere jongen hadden de ouders zelf een luier gemaakt. Maar plastic ventileert niet en irriteerde zijn huid”, zegt ze. Het onderstreepte voor IO-studenten Van der Schoor (22, TU Delft) en Aylin Groenewoud (21, TU Eindhoven) dat hun werk nut zou hebben. “Het was beter om de mensen in Bangladesh te helpen, dan de zoveelste gadget te ontwikkelen”, zegt Van der Schoor. Bij hun minor international entrepeneurship & development kwamen de studentes het project tegen. Stichting Niketan, dat zich inzet voor gehandicapte kinderen en jongeren in Bangladesh, riep hun hulp in om duurzame luiers te ontwikkelen. Ze wonnen er onlangs de tweede prijs mee bij een prijsvraag van Wilde Ganzen, een goededoelenorganisatie op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. De studentes bedachten een luier, die gemaakt is van jute, biokatoen en bioplastic. De luier zit als een soort inlegkruisje in een broek. Dankzij
Om de luier zit een stoere basketbalbroek. (Foto: Roos van den Schoor)
ritsen aan de zijkant, kan het inlegkruisje vrij eenvoudig verwisseld worden. “De luier is grotendeels biologisch afbreekbaar. Alle materialen zijn in overvloed aanwezig in Bangladesh, waardoor de luiers lokaal gemaakt kunnen worden. Het was ook belangrijk dat de luier niet als zodanig te herkennen was. Daarom zit er
De luier is grotendeels biologisch afbreekbaar en alle materialen zijn in overvloed aanwezig in Bangladesh een stoere basketbalbroek omheen. In Bangladesh heerst deels nog een rangensysteem en een (bijna-) volwassene met een luier wordt benadeeld. Maar nu is niet te zien dat ze een luier dragen.” Voor hun onderzoek verbleven de studentes drie maanden in Bangladesh. Niketan heeft daar op het platteland, tachtig kilometer van hoofdstad Dhaka, een tehuis voor acht jongens. Ze zijn zowel geestelijk als lichamelijk gehandicapt. “Dat tehuis is vrij luxe voor lokale begrippen. Het
apps
is van cement gemaakt en de jongens liggen in bedden met een matras. Dat zag er allemaal netjes verzorgd uit. De jongens komen daar terecht als hun ouders niet meer voor ze kunnen zorgen. Bijvoorbeeld omdat ze geen geld meer hebben of de hele dag werken.” De luiers moeten duurzaam zijn omdat afval niet wordt opgehaald. Het wordt naar buiten gegooid of verbrand en vervuilend materiaal is daarom uit den boze. De verzorgers in het tehuis waren volgens Van der Schoor dolblij met de luiers. “Toen we de prototypes weer meenamen naar Nederland, omdat we ze voor ons vak moesten presenteren, protesteerden ze. Ze wilden niet meer zonder onze luiers. Dat is het grootste compliment dat je als ontwerper kunt krijgen.” Inmiddels gebruikt het tehuis de luiers van de studentes weer. “Maar ze zijn nog lang niet uitontwikkeld. Er moet bijvoorbeeld nog gebruikersonderzoek worden gedaan. Zodat we weten of de luier goed absorbeert en de ritsen aan de zijkant van de broek bijvoorbeeld niet vervelend zijn voor de jongens.” De studentes zoeken daarom andere studenten die hun project voort willen zetten. Zelf hebben ze geen tijd. “We hebben aardig wat studievertraging opgelopen, onder meer omdat we cholera kregen in Bangladesh. Maar het project mag nu niet stoppen. Het is te belangrijk. We verwachten nog wel andere studenten te vinden die het stokje over willen nemen, omdat het belangrijk werk is waarbij je toch een verschil maakt. Eerst dachten we dat de luier eind 2012 in productie zou worden genomen, dat staat nu onder druk. Maar hopelijk is het niet lang daarna.”
Een leven vol hoogtepunten Behalve een bucket list, met dingen die je gedaan moet hebben voor je dood gaat, kun je anno 2011 écht niet meer zonder mijlpalenlijst. Je zult maar vergeten hoe vaak je ‘American Pie’ hebt gekeken of het zuinigst ooit hebt gereden. Het klinkt als een geinige gadget voor bejaarden, een app die vastlegt hoe vaak je een bepaalde film hebt gezien of boek hebt gelezen, wanneer je je eerste tand wisselde of ontmaagd werd. Wie vergeet nou dat hij ‘Dirty Dancing’ al tien keer heeft bekeken? Maar schijn bedriegt: de nieuwe app LifeLogger is ook heel leuk voor mensen zonder extreme vergeetachtigheid. Per onderwerp maak je gebeurtenissen aan, voorzien van foto en korte beschrijving. Vakantiebestemmingen,
Fueless Leuk Handig Bediening Prijs Platform
***** ***** nog niet getest gratis iPhone, iPod Touch, iPad
leuke shopadressen, bijzondere sportprestaties… Niet alleen om te onthouden wanneer bepaalde mijlpalen plaatsvonden, maar ook om gewoon een overzicht te hebben van alle leuke, gekke of enge dingen die je al hebt gedaan – en via Twitter of Facebook te delen met de rest van de wereld, uiteraard. Ultrazuinig van A naar B rijden bijvoorbeeld, al heb je nou net daarvoor ook weer een nieuwe app: Fueless. Die helpt automobilisten door middel van positieve feedback tijdens het rijden brandstof te besparen door hun rijgedrag aan te passen. Je winst, hopen de makers in opdracht van Het Nieuwe Rijden: 180 euro per jaar. O, en een bijdrage aan een megaton minder CO2-uitstoot binnen drie jaar, is de bedoeling – ook niet onbelangrijk. Gelukkig heeft de app ook nog gewoon een funfactor: op www.fueless.nl kun je als automobilist je resultaten checken en een wedstrijdje zuinig rijden doen met vrienden en collega’s. En díe winst? Die noteer je natuurlijk weer netjes in LifeLogger. (JH)
Lifelogger Leuk Handig Bediening Prijs Platform
***** ***** ***** € 0,79 iPhone, iPod Touch, iPad
buitenlandstage
Havenslib en Cuba libres “Vooral wilde ik de Cuba libres, de sigaren, het leven én de danscultuur meemaken”, zegt Kasper Lendering (23). Die missie is geslaagd. Acht weken heeft de zesdejaars waterbouw met vier studiegenoten Cuba’s dagelijkse ritme ondergaan. Het was de slagroom op de taart van het multidisciplinaire project van Lenderings masterstudie. Maar eerst moesten wat puzzelstukjes samenkomen. Want hoe regel je een stage in zo’n land? “Via mijn vader. Hij kent het havenbedrijf en kende mijn belangstelling voor het Caribisch gebied. Ik ben opgegroeid op Curaçao. En ik wilde naar een Spaanstalig land om mijn
Lendering(tweede van rechts): “We probeerden te leven als een Cubaan.” (Foto: privébezit)
Spaans te verbeteren.” De Cubaanse havenautoriteit kreeg vervolgens een simpele vraag: “is er een probleem waar geen geld voor is en dat toch opgelost moet worden?” Dat was er: de dichtslibbende haven bij Batabano, vijftig kilometer van Havana. Met zijn collega’s verbleef Lendering van april tot juni in Havana. Batabano bezochten ze één keer. “APN, de nationale havenautori-
teit, had alle informatie in Havana. En we werden ondergebracht op de universiteit.” “De haven slibt dicht door zand, koraal en ander sediment dat langs de kust stroomt. Sinds 1964 baggeren ze elke vier jaar. Eigenlijk moet het elke twee jaar, maar ze rekken het door sediment weg te blazen”, legt Lendering uit. “We hebben allerlei oplossingen bekeken, zoals een zandvanger vóór de
haven en een continu pompsysteem dat sediment bij de bovenstroomse zijde afvangt en benedenstrooms neerlegt. En allerlei combinaties.” Vanwege de kosten kwamen de studenten uit op het verlengen van het bovenstroomse havenhoofd en het vrijwel afsluiten van de havenbaai aan de zeekant met een golfbreker. Intussen laafden ze zich aan Cuba. “We zaten in een casa particolar, een hostel met ontbijt – fruit en exotische dingen – en avondeten. Naar het werk gingen we met de bus. Die zijn overvol. Ik hing een keer met mijn tenen en mijn handen aan de deurranden. Bij het sluiten van de deur werd ik zo de bus in gedrukt. We probeerden als Cubanen te leven, bijvoorbeeld in de taxi niet het toeristentarief betalen. Je moet instappen, niet vragen wat het kost, alleen zeggen waar je heen wilt. Dan betaal je in peso’s omgerekend vijftig cent, anders zeker vijf dollar.”
Met de cultuur kwam het ook goed. “Elk weekend probeerden we naar het platteland te gaan. We zijn naar een tabaksplantage geweest. De eigenares demonstreerde hoe je sigaren rolt. We kregen koffie van verse bonen, hebben er sigaren gerookt en ook gekocht.” De houding van de Cubanen was allerminst vijandig. “Zij kijken anders dan hun regering. De Verenigde Staten boycotten Cuba, niet andersom. Alles uit de VS is welkom. Kapitalisten zijn welkom. De mensen waren vriendelijk en dankbaar als je vertelde wat je deed. Maar het land begrijpen is lastig.” Leerzaam was het wel. “Met beperkte middelen, maar goede kennis kun je een goed project neerzetten. En je leert relativeren. Wíj hebben het materieel gezien beter, zíj zijn opgewekter en rijk aan cultuur. Een fijn land, al miste ik kleding- en elektronicawinkels. En een Mac.” (EH)
DELTA. 27 29-09-2011
interview
10
DELTA. 27 29-09-2011
interview
11
‘Ik begreep niet wat ze niet begrepen’ Eric Mazur, hoogleraar in Harvard, was vorige week even terug in Nederland. Prof.dr. Barend Thijsse en docent van het jaar 2009-2010 dr. Akke Suiker hadden hem uitgenodigd te vertellen over zijn bijzondere aanpak van colleges. Jos Wassink U bent hier vanwege uw innovaties in het onderwijs. U loopt nu twee dagen rond op de TU. Bent u tevreden met de respons? “Ik ben zeer tevreden. De betrokkenheid, de vragen die gesteld werden, de belangstelling die er is voor het onderwijs; het is allemaal heel anders dan dertig jaar geleden.” Is er nu meer belangstelling voor onderwijs? “O ja, veel meer.” Hoe zou dat komen? Is het omdat er meer druk op de ketel staat om op tijd af te studeren? “Waarschijnlijk wel, maar ik ben niet zo bekend met de politiek op Nederlandse universiteiten. Maar op internationaal niveau is er steeds meer druk op iedereen om het beter te doen in internationale vergelijkingen, om studenten beter voor te bereiden om kenniswerkers te worden. En nu met informatie die overal en altijd beschikbaar is, geloof ik dat een heleboel universiteiten zich afvragen wat hun rol is in de maatschappij van de 21ste eeuw. Ik geloof dat er daardoor wat meer aandacht is voor hoe we mensen opleiden en wat er van onze hoogleraren en onze studenten verwacht wordt.” Uw grote belangstelling voor onderwijs, en uw onderzoek ernaar, wordt die breed gedeeld door andere hoogleraren? “Dat is heel langzaam gegaan.” Even wat achtergrond. U gaf vanaf 1984 natuurkundeles in Harvard. U kreeg daar goede beoordelingen voor en toch had u zelf het gevoel dat er iets niet in de haak was. Wat was dat? “Dat was de force concept inventory (FCI), een begripstest over wat er in de eerste helft van het college behandeld is en wat studenten nodig hebben om de rest te kunnen volgen. Uit de test bleek dat de meeste studenten de informatie niet hadden begrepen, ondanks dat ze mij waardeerden als docent en de standaardsommen uit het boek wel konden oplossen. Ze deden dat door een strategie toe te passen zonder te begrijpen waarom die strategie werkt. Toen ik dat ontdekte, besefte ik dat ik iets moest veranderen aan de manier waarop ik college gaf. Ik deed dat omdat ik een probleem had en dat ik mijn studenten beter begrip wilde bijbrengen. Dat ik twintig jaar later uitgenodigd zou worden om er in Delft over te spreken kwam niet in mijn hoofd op. Niemand wist waar ik mee bezig was. Maar op een gegeven moment had ik resultaten die ik aan anderen wilde laten zien. Dus ik ging naar een onderwijscongres in Vancouver en liet de resultaten zien, waarop anderen me vroegen: hoe heb je dat gedaan? Over de jaren heeft dat idee van peer instruction wortel gevat. Eerst op andere universiteiten. Uiteindelijk ontdekten mijn collega’s in Harvard wat ik had gedaan. Niet door mijn klas te observeren, maar door naar Stanford te gaan, waar hen werd verteld dat ze mijn methode gebruikten in hun eerstejaarsonderwijs.” Heeft het daarom twintig jaar geduurd voordat wij ervan hoorden? We hebben het over een onderwijsinnovatie die u al in 1991 in praktijk bracht. “Ik denk dat het meestal lang duurt voordat innovaties worden toegepast. De transistor is uitgevonden in de jaren veertig en het duurde tot de jaren zestig à zeventig totdat hij beschikbaar kwam. Innovaties gaan niet van de ene dag op de andere.” Even terug naar uw centrale idee van de peer instruction. Hoe bent u daarmee begonnen? “Nadat ik de FCI had gegeven, merkte ik dat mijn studenten de fundamentele zaken niet begrepen. Daarom organiseerde ik een sessie waarin ik de vragen van de test wilde behandelen. Ik merkte dat het heel ingewikkeld was om die simpele Newtoniaanse principes uit te leggen omdat ik niet begreep wat de studenten niet begrepen. Dus op een gegeven moment zei ik tegen mijn studenten: bespreek het met elkaar. Ik zag dat ze met elkaar begonnen te praten in plaats van alleen te luisteren. Het volgende semester dacht ik: waarom stoppen we energie in het voorlezen van een boek ten overstaan van de studenten? Waarom laten we hun het boek niet lezen en helpen we in de klas met die punten te begrijpen waar ze moeite mee hebben.” Dat draait dan allemaal om goed geformuleerde vragen waar u de studenten over laat discussiëren. Hoe komen die vragen tot stand? “Op drie manieren. Eén is: ik zoek in de literatuur naar dingen die ik kan gebruiken, bijvoorbeeld het boek ‘Thinking Physics’ (Lewis Caroll Epstein, red). Wat nog veel beter werkt is de studenten te gebruiken als een bron van vragen. Als ik nu tentamens nakijk en ik zie een fout, schrijf ik die op. Als je enkele tientallen tentamens hebt afgenomen, begin je een patroon te zien in de gemaakte fouten. Die fouten gebruik ik om een vraag te ontwerpen voor een
WIE IS ERIC MAZUR
een manier om wel een procent van een materiaal in silicium te krijgen, dus ongeveer tienduizend keer meer dan er in het silicium van computerchips zit.”
Prof.dr. Eric Mazur is hoogleraar natuurkunde aan de universiteit van Harvard, ondernemer in opto-elektronica en onderwijsvernieuwer. Hij studeerde natuurkunde in Leiden, waar hij in 1981 cum laude promoveerde. Snel daarna kwam hij terecht op de universiteit van Harvard, eerst als research fellow, daarna als assistent-professor en vanaf 1990 als hoogleraar. Zijn onderzoek maakte naam op het gebied van optica, lasers en nanofotonica. In 1988 ontving hij er uit handen van president Ronald Reagan de Presidential Young Investigator Award voor. De uitvinding van Black Silicon leidde tot het spin-off bedrijf SiOnyx. Ook zijn onderwijsvernieuwing, de zogenaamde peer instruction, maakte naam. Er verscheen een boek over (‘Peer Instruction, A User’s Manual’, Prentice Hall, 1997) en een dvd.
Dat deed u met laserpulsen? “Ja. Bovendien was het materiaal dat we erin aanbrachten een type zwavel dat normaal gesproken als slecht voor de elektrische eigenschappen werd beschouwd. Maar tot onze totale verbazing kwam er iets uit dat totaal zwart was. Niet alleen in het zichtbare licht, maar ook in het infrarood waar silicium normaal transparant voor is. Siliciumoxide, glas, is transparant in het zichtbare licht, maar silicium zelf is transparant voor infrarood. Daarom hebben we het black silicon genoemd omdat het zwart is zowel voor het zichtbare licht als in het infrarood. Het is een materiaal dat buitengewoon veel toepassingen heeft in detectie, beeldvorming en in zonnecellen.”
(Foto's: Sam Rentmeester/FMAX)
U hebt er een bedrijf voor opgericht. “Vijf jaar geleden heb ik er een bedrijf voor opgericht, SiOnyx. Dat loopt momenteel erg goed; we hebben onze eerste imagers.”
soort confrontatie. Ik probeer de misconceptie uit de mond van studenten te horen, dan confronteer ik ze met de werkelijkheid en geef ze een kans om hun begrip te veranderen. Dus dat is de tweede bron: tentamens. De derde bron werkt zo: ze moeten het materiaal lezen vóór het college. Dan kunnen ze mij vertellen waar ze moeite mee hebben. Dus voordat het college begint, heb ik al een lijst me vragen van studenten over de leerstof en die gebruik ik voor de peer instruction.” U zei ook: ik maak geen sommen meer voor het bord. Terwijl dat toch het typische beeld van een college is. Wat doet u dan wel? “Als ik een sommetje op het bord doe, is het enige dat studenten doen de oplossing kopiëren. Ze leren niet hoe je zulke vraagstukken moet oplossen door te kijken hoe de expert dat aanpakt. Net zomin als je andere dingen leert door uitsluitend observatie. We leren door dingen te doen. Mijn studenten moeten nog steeds sommetjes oplossen, maar dat doen ze buiten de klas. We maken assistenten beschikbaar om hen te helpen als ze vastlopen. Wat ik in de klas doe is: prototype sommetjes in de vorm van korte vragen stellen, zodat ze bepaalde conceptuele stappen leren die belangrijk zijn voor de oplossing van grotere problemen.” Voordat mensen nu gaan denken dat professor Mazur een onderwijskundige is, wil ik het ook nog even over black silicon hebben. Wat is dat? “Black silicon is een vorm van silicium die heel zwaar gedoteerd is zwavel, selenium of telurium – allemaal stoffen met vier elektronen in de valentieband. De meeste halfgeleiders worden gedoteerd met elementen die toestanden in de verboden zone creëren die dicht bij de valentieband of de geleidingsband zitten. Zwavel is nooit goed onderzocht, want het geeft een energieband middenin de verboden zone. Voor elektronica is dat verschrikkelijk. Vandaar dat er weinig belangstelling voor bestond. Bij normale dotering van halfgeleiders wordt verhoudingsgewijs weinig materiaal gebruikt, één op een miljoen zo ongeveer. Wij ontdekten bij toeval
Wat voor instrumenten zijn dat? “Een imager lijkt op een beeldchip die in een fotocamera zit, maar hij heeft een veel hogere quantum efficiency wat vooral bij weinig licht een voordeel is. Als je een foto gemaakt bij weinig licht vergelijkt van een CMOS-chip en de onze, dan heeft die van ons een hoger signaal. En ook voor infrarood? “That’s it. De gevoeligheid strekt zich uit tot in het infrarood, wat een buitengewoon belangrijke band is voor veiligheids- en detectietoepassingen.” Het product is dus een ultragevoelige chip? “Een chip én een camera. We hebben nu de chip en binnen een jaar verwacht ik ook de camera. Het prototype werkt, en we zijn er zeer trots op. Het bedrijf is begonnen met alleen mijzelf en een promovendus. Nu lopen er 25 man rond en volgend jaar zijn dat er waarschijnlijk 140 om de productie op te starten.” En u blijft ook gewoon nog eerstejaars college geven? “Ja, ik blijf lesgeven.” Vanaf morgenmiddag is het vrij programma voor u. Wat gaat u doen? “Ik denk dat ik met Barend (prof.dr. Barend Thijsse, 3mE, red.) op de fiets stap.” Is hij een studiemaatje van u? “Hij lag een paar jaar voor op mij, maar we zijn allebei gepromoveerd bij Jan Beenakker (1926 – 1998, hoogleraar fysica, Universiteit Leiden, red.) Dus ik denk dat ik iets ga doen wat ik in geen dertig jaar gedaan heb: het Nederlandse landschap bekijken vanaf de fiets.” mazur.harvard.edu
DELTA. 27 29-09-2011
reportage
12
Hersenen onder controle Mensen met hersenaandoeningen zoals Parkinson en tinnitus (oorsuizen) krijgen in de toekomst mogelijk een slimme geminiaturiseerde neurostimulator in hun lijf. Made in Delft. Het onderzoeksprogramma werd in 2008 gestart toen neurochirurg prof. Dirk De Ridder en neurowetenschapper Eddy van der Velden van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen in contact kwamen met dr. Wouter Serdijn (afdeling micro-elektronica, EWI). Serdijn is gespecialiseerd in het ontwerpen van elektronische circuits voor medische implantaten. De twee neurowetenschappers, die vooral werken met patiënten die lijden aan tinnitus, vroegen aan Serdijn of hij voor hen kleinere en slimmere stimulatoren kon maken. “Die stimulatoren zouden ook in staat moeten zijn om zelf te detecteren wanneer ze pulsjes moeten genereren door de signalen in de hersenen te analyseren, net zoals een pacemaker doet bij het hart”, vertelt Serdijn, die vanuit de TU programmaleider is van Sins. Ook moeten de patronen van de pulsjes instelbaar zijn en natuurlijker van vorm; niet hoekig zoals nu. De huidige pulsjesstructuren lijken op een reeks kantelen van een kasteel. Doordat dat voor de hersenen zo onnatuurlijk is slaagt de neurostimulator er vaak
Dr. Wouter Serdijn is gespecialiseerd in het ontwerpen van elektronische circuits voor medische implantaten. (Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)
Tomas van Dijk Aan zijn hevige spasmen komt plotsklaps een eind wanneer de Parkinsonpatiënt op een knopje van zijn afstandbediening drukt. De man heeft zojuist zijn neurostimulator geactiveerd, een apparaatje ter grootte van een mobiele telefoon dat in zijn borstkas geïmplanteerd zit. Via een kabeltje zendt het elektrische pulsjes naar elektrodes in bepaalde gebiedjes in de hersenen die abnormale activiteit vertonen. De neurostimulator onderdrukt deze hersengebiedjes. “Het is geweldig om te zien hoe goed
De grote uitdaging is om de neurostimulator te laten luisteren naar de kakofonie in de hersenen de techniek bij deze man werkt”, zegt elektrotechnicus ir. Marijn van Dongen die een filmpje van deze ogenschijnlijk ‘miraculeuze’ genezing op zijn computer toont. “Elektrische stromen in ons lichaam bepalen voor een groot deel hoe wij functioneren”, vervolgt de promovendus van de afdeling micro-elektronica (Elektrotechniek,
Wiskunde en Informatica). “Door daar op in te spelen kunnen heel lokaal tal van hersenaandoeningen, zoals Parkinson, tinnitus en epileptische aanvallen aangepakt worden.” “Maar”, voegt Van Dongen na een korte stilte toe, “tegelijkertijd zijn deze technieken toch ook wel echt middeleeuws.” De elektrische kabels die door de nek naar de hersenen lopen, kunnen breken en voor infecties zorgen. Ook zorgen ze voor littekenweefsel in de nek waardoor het voor de patiënt pijnlijk is om zijn hoofd te bewegen. Maar het zijn niet zozeer deze martelgangen waar Van Dongen op doelt met zijn opmerking. ‘Middeleeuws’ is volgens hem vooral het ontwerp van de stimulator. Het huidige ontwerp staat verdere miniaturisering in de weg. Om het gedoe met kabels te voorkomen moet het ontwerp op de schop. Een compleet nieuw ontwerp van het implantaat is waar Van Dongen met talloze collega’s aan werkt binnen het onderzoeksprogramma Smart Implantable Neurostimulators (Sins). Het doel is om binnen tien jaar een neurostimulator gereed te hebben die onder de hersenpan geplaatst kan worden; een twee millimeter dik apparaatje van twee vierkante centimeter met daarin ook de batterij en antenne.
Hersenstimulatie Het is mogelijk om de effecten van hersenafwijkingen zoals de ziekte van Parkinson te onderdrukken door in de hersenen abnormale impulspatronen tussen neuronen te corrigeren. Zodra er een elektrisch veld wordt opgewekt in de hersenen verdwijnen de effecten van de ziekte. De ontwikkeling van zulke neurostimulatie staat echter nog in de kinderschoenen. De elektrische parameters zijn door trial-and-error vastgesteld en het is nog niet duidelijk hoe de onderdrukking precies werkt.
niet in om effectief hersengebiedjes te onderdrukken of terug in het gareel te krijgen. Hierdoor werkt de techniek bij de helft van de tinnitus-patiënten niet.
Sardientjes
Op zijn bureau heeft Van Dongen een neurostimulator liggen; hetzelfde type apparaat als de man van het filmpje in zijn lijf heeft. Het bovenste deel van het frame van titanium heeft hij opengedraaid, als een blik sardientjes. “Moet je eens kijken”, zucht hij. “Een grote batterij, veel losse componenten op een printplaatje en grote condensatoren.” Van Dongen wil alle losse componenten integreren in een chip en de ruimte vretende condensatoren verwijderen. De condensatoren zorgen ervoor dat de positieve en negatieve stromen aan elkaar gelijk blijven. En dat is niet onbelangrijk: alle elektronen die het weefsel in gestuurd worden moeten er even later ook weer aan ontrokken worden, anders ontstaan er allerlei chemische reacties (elektrolysereacties) bij de elektrodes in de hersenen.
Electroden In de hersenen zijn electroden geïmplanteerd. Deze elektroden (circa 5 mm lang) bevinden zich aan het uiteinde van de geleidingsdraad . Door een potentiaalverschil aan te brengen over een elektrodepaar verplaatsen ionen in het lichaam (bijv. kalium, natrium en chloor) zich naar de elektroden.
Ongewenste bijeffecten Omdat verschillende functionele gebieden in de hersenen dichtbij elkaar liggen, bestaat er een kans dat niet alleen het doelgebied wordt gestimuleerd. Het gevolg hiervan is dat ongewenste bijeffecten kunnen optreden. Zo kan een patient bij de onderdrukking van Parkinson last krijgen van ongewenste stemmingswisselingen omdat de hersendelen die hiervoor verantwoordelijk zijn vlakbij liggen.
Elektrisch veld Door de ionenverschuivingen ontstaat in het hersenweefsel een elektrisch veld dat signalen tussen neuronen blokkeert of opwekt. De grootte van het gebied rondom de elektroden dat beïnvloedt wordt door het elektrisch veld is afhankelijk van het potentiaalverschil, bijv. 5 mm rond de elektrode.
Bestaande neurostimulator De neurostimulator stuurt elektrische pulsen naar de hersenen om de werking van de hersenen te beïnvloeden. De neurostimulatoren die nu op de markt zijn bestaan uit een titanium huis met een printplaatje met elektronische componenten, een batterij en een aantal condensatoren . De neurostimulator past niet in de hersenpan en wordt daarom onder de huid in de borst geplaatst.
Geleidingsdraad Om de signalen van de neurostimutor bij de elektroden in de hersenen te krijgen, zijn onderhuids elektrische geleidingsdraden ingebracht (diameter circa 2 mm). Het littekenweefsel van deze draden in de nek maakt het pijnlijk voor de patiënt om het hoofd te bewegen. Als gevolg van de bewegingen kunnen de draden breken.
Pulsduur bijv. 0,5 ms
Batterij Frequentie bijv. 20 Hz Ladingsbalancering Als er elektronen op de elektroden zouden achterblijven, kunnen er ongewenste chemische reacties optreden die schadelijk zijn voor de hersenen (bijvoorbeeld als metaalionen gaan reageren met hersenweefsel). Het is daarom essentieel dat er geen ladingsopbouw bij de elektroden plaatsvindt. 8 cm Na een positieve puls geeft de stimulator daarom altijd een negatieve puls die alle opgebouwde lading weer verwijdert. In de bestaande stimulator zijn grote condensatoren nodig die zorgen dat de positieve en negatieve ladingen precies gelijk zijn.
5 cm
DELTA. 27 29-09-2011
reportage
Het ontbreken van de condensatoren wordt in het nieuwe ontwerp van de Delftenaren ondervangen door elektronische schakelingen die de hoeveelheid lading bijhouden die de hersenen in- en uitgaat. Het prototype van het apparaat dat in de toekomst in de hersenpan geplaatst moet worden, hebben de onderzoekers al gereed. Het is nog wat groter dan de huidige stimulatoren, maar zal de komende jaren verder verkleind worden. De Delftenaren hebben het prototype onlangs getest. “Het was een eerste test om te zien of onze neurostimulator überhaupt een geschikte neurale respons teweeg zou brengen”, zegt Van Dongen. Dat bleek het geval. Neurowetenschappers De Ridder en Van der Velden waren zelf de proefpersonen. Voor de gelegenheid hadden ze ieder tijdelijk elektroden in hun hersenen laten implanteren. Via een app op de iPhone konden ze de stimulator aansturen. Door middel van elektroencefalografie maten de onderzoekers de respons. De grote uitdaging is om de neuros-
timulator te laten luisteren naar de kakofonie in de hersenen en hem heel gericht te laten reageren met sterkere of minder sterke pulsjes al naar gelang de noodzaak, net zoals een pacemaker doet voor het hart. ‘Closed loop’ noemen de onderzoekers dat. Bij een pacemaker is het nog relatief simpel. Dat apparaat houdt slechts één golf in de gaten; die van de hartslag. De elektrodes in de hersenen hebben
13
‘Elektrische stromen in ons lichaam bepalen voor een groot deel hoe wij functioneren’ daarentegen met duizenden neuronen te maken. Medici hopen dat het door middel van closed loop mogelijk wordt om de hersenen (en daardoor de afwijkingen ervan) beter te begrijpen, waardoor betere therapieën ontwikkeld kunnen worden. “We werken daarom nu aan sensor-
Neuron Dendriet
Elektrisch impulsje Axon
Ir. Marijn van Dongen: “Elektrische stromen bepalen voor een groot deel hoe wij functioneren.”
Elektrische impulsjes Neuronen communiceren met elkaar door middel van korte elektrische impulsjes . Een neuron verstuurt zo’n impuls (ca. 100 mV, pulsduur 5 ms) door een spanningsverschil aan te brengen tussen de binnenkant en de buitenkant van de schil van de zenuwcel, het celmembraan. Dankzij dit potentiaalverschil kunnen geladen deeltjes zich door het isolerende celmembraan heen verplaatsen. Hierdoor ontstaat er een potentiaalverschil in het celmembraan van de aangrenzende cel. Deze actiepotentiaal verplaatst zich zo als een golf van cel naar cel door een zenuwvezel totdat de impuls de kern van het andere neuron heeft bereikt.
N I EU WE N EU R O S T I M U L ATO R
Variabel elektrisch signaal De huidige stimulator genereert continu een vast, blokvormig signaal. Hersenweefsel blijkt zich aan te passen aan een constant signaal. Het effect van de stimulatie neemt af en na een paar weken zijn de ziektesymptonen terug. De verwachting is dat een stimulator met een variabel signaal , bijv. een signaal dat meer lijkt op de signalen die het hersenweefsel zelf aanmaakt, tot een effectievere behandeling kan leiden
Miljarden neuronen De hersenen van een volwassen mens bevatten naar schatting 100 miljard neuronen (zenuwcellen). Een neuron ontvangt informatie via een netwerk van soms duizenden vezels, de dendrieten. Een neuron heeft één vezel, de axon, om een signaal naar een andere neuron, klier of spier te sturen.
NIE U W E NEUR OST IMUL ATO R
Kleine batterij De batterij moet 20 jaar meegaan of moet op afstand inductief oplaadbaar zijn.
Volume circa 50 x kleiner De Delftse onderzoeksgroep wil binnen tien jaar een neurostimulator maken ter grootte van twee 2-euro-munten die in het hoofd geïmplanteerd kan worden. Om de batterij fors te verkleinen moet het nieuwe ontwerp zeer energiezuinig zijn. De 16 condensatoren kunnen verdwijnen omdat slimme elektronische schakelingen precies bijhouden hoeveel lading de hersenen in- en uitgaat.
Miniaturisering
Microcontroller Alle componenten worden geïntegreerd op een 5x5 mm2 chip en centraal aangestuurd door een microcontroller.
2,6 cm
Actuator-electronica Aansturing van de variabele pulsjes die de electroden naar de hersenen afgeven.
NIE U W E NEUR OST IMUL ATO R
Alleen stimuleren wanneer dat nodig is De nieuwe stimulator moet via de elektroden de elektrische activiteit van de hersenen monitoren en op basis hiervan beslissen wanneer er in welke gebieden stimulatie nodig is. Alleen door incidenteel pulsjes te geven (bij lager voltage en kortere pulsduur) kan het energieverbruik van de stimulator fors dalen.
Sensorelectronica Verwerking van de data die de sensoren registreren.
Draadloze communicatie Een antenne communiceert met de buitenwereld zodat de instellingen van de stimulator kunnen worden aangepast.
elektronica die inzoomt op bepaalde frequentiegebieden waar zich de problemen voordoen”, vertelt ir. Senad Hiseni, die ook als promovendus in de groep van Serdijn werkt. “Dat heeft meerdere voordelen. Neem tinnitus, dat wordt veroorzaakt door afwijkende activiteit in de auditieve cortex, het gedeelte van de grote hersenen waar geluid wordt waargenomen. Tinnitus ontstaat niet altijd op dezelfde plaats en de bron kan zelfs van plaats veranderen. Met een closed loop-systeem kan de stimulator die verandering in de gaten houden en alleen daar waar nodig stimuleren. Tinnitus kan daardoor efficiënter bestreden worden, en het bespaart ook een hoop energie waardoor de batterij langer meegaat.” Het nieuwe ontwerp is nog lang niet
closed loop en ook nog niet bepaald klein. Maar flexibel is het al wel. “Dankzij het nieuwe ontwerp zijn we in staat om de pulsjes iedere vorm te geven die we maar willen”, zegt Van Dongen. “De schakelingen zorgen voor het balanceren van de lading. We zijn hierdoor niet meer gebonden aan hoekige pulsjes. We zouden bij wijze van spreken muziek van de Rolling Stones op de hersenen kunnen afvuren.” Serdijn, lachend: “AC/DC lijkt me meer gepast.” Dit artikel verschijnt deze week ook in Delft Integraal.
DELTA. 27 29-09-2011
TUdelta.27
H&J Uitgevers_2x70_zw-w
mededelingen
14
Agenda
> Redactie Frank Nuijens - @FrankNu, (hoofdredacteur) Katja Wijnands - @kwijnands, Dorine van Gorp - @dorinevangorp, (eindredactie) Saskia Bonger - @sbonger Tomas van Dijk - @tomasvd Connievan Uffelen - @ConnievanU Jos Wassink - @joswashere (verslaggeving) > Medewerkers Bennett Cohen, Willemijn Dicke, Patrick van der Duin, Robbert Fokkink, Jorinde Hanse, Dap Hartmann, Auke Herrema, Desiree Hoving, Erik Huisman, David McMullin, Olga Motsyk, Merel Segers, Ionica Smeets, Jimmy Tigges, Stephan Timmers, Ellen Touw, Vikrant Venkataraman, Robert Visscher, Rutger Woolthuis > Foto‘s Sam Rentmeester/ Hans Stakelbeek (FMAX).(info@fmax.nl) > Vormgeving & Lay-Out Liesbeth van Dam > Mededelingen Martin Kers (m.kers@tudelft.nl) > Redactieraad dr. B.B. Scholtens (voorzitter), G.K. Berghuijs, MSc, prof.dr. M.J. van den Hoven, mr. J.J.M. Kok, R.H.G. Meijer, T. Niks, ir. M. Persson, prof. dr. B.J. Thijsse, dr.ir. C.A.J.R. Vermeeren > Redactie-adressen Universiteitsbibliotheek Kamer 0.18-0.28 Prometheusplein 1 2628 ZC Delft Postbus 139 2600 AC Delft Tel. 015-278 4848 E-mail: delta@tudelft.nl www.delta.tudelft.nl
Donderdag 29 september Interfacultair Feest 22.00 uur - De vijf studieverenigingen Froude, Christiaan Huygens, de Electrotechnische Vereeniging, Life en de Mijnbouwkundige Vereeniging organiseren het jaarlijkse Interfacultair Feest ‘Go to the Gym, Resist the AXE-effect’ in Speakers. Kaarten zijn verkrijgbaar bij de studieverenigingen voor 6 euro en voor 8 euro aan de deur.
Vrijdag 30 september Wetenschapsagenda • 15.00 uur – Afscheidsrede prof.ir. C. van Weeren, faculteit Bouwkunde.
Zaterdag 1 oktober Bierhistorie Delft 13.15-16.15 uur - Rond 1550 waren er ongeveer 200 bierbrouwerijen actief in Delft, Delft was daarmee de grootste brouwstad van Nederland. Tijdens de bierhistorische rondwandeling kom je meer te weten over het bierbrouwen in Delft. De rondwandeling kost 7,50 euro inclusief 2 Delftse bieren. Aanmelden kan via info@bierhistoriedelft.nl.
Zondag 2 oktober International Student Church 11.30 hrs - Students of all denominations are invited to our ecumenical service every Sunday at Raamstraat 78, followed by tea/coffee. The ser-
Voor advertenties bel met:
H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC H & J Uitgevers Capelle aan den IJssel vices are led by the chaplains Reverend W. Stroh and Father Avin, and are supported by student leaders. More information on www.iscnetherlands.nl. Rock ‘n Delft 20.00-22.00 hrs - Every Sunday evening: Rock ‘n Roll class! Discover new moves during the first hour, then practice what you learned. Everyone can come; with or without dancing skills, alone or with a partner, it is really for everybody! Free entrance. www.rockndelft.nl
Maandag 3 oktober Wetenschapsagenda • 10.00 uur - Particulate and organic matter fouling of seawater reverse osmosis systems: Characterization, modelling and applications. Promotie van S.G. Salinas Rodrigues, MSc. Promotors: prof.dr. G. Amy en prof.dr. M.D. Kennedy. Deze promotie vindt plaats in de Senaatszaal. • 10.00 uur – Multicore Architectures for Bioinformatics Applications. Promotie van S. Isaza Ramirez, MSc. Promotor: prof.dr.ir. H.J. Sips. Deze promotie vindt plaats in het Auditorium. • 12.30 uur – A New Concept of Ultrafiltration Fouling Control: Backwashing with Low Ionic Strength Water. Promotie van S. Li, MSc. Promotoren: prof.ir. J.C. van Dijk en prof.dr. G. Amy. Deze promotie vindt plaats in de Senaatszaal.
> ISSN 0169-698x
Aankondigingen
> Druk Wegener Nieuwsdruk Twente, Enschede
Algemeen
> Oplage 12.000 > Advertenties H&J uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel Tel. 010-451 55 10 Fax 010-451 53 80 E-mail:delta@henjuitgevers.nl www.linkmagazine.nl > Abonnement Een abonnement kost 37,50 en kan elk moment ingaan. > HOP
Delta werkt samen met het Hoger Onderwijs Persbureau Hein Cuppen, Bas Belleman, Marijke de Vries Tel. 071-523 6151 Fax 071-523 2138 E-mail hop@xs4all.nl
> Copyright Delta Auteursrecht voorbehouden. Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur artikelen, schema‘s of illustraties geheel of gedeeltelijk over te nemen en/of openbaar te maken, in enigerlei vorm of wijze.
Blijf niet rondlopen met uw vragen over kanker Bel de KWF Kanker Infolijn: 0800-022 66 22 (gratis)
Onderzoeksinstituut OTB Op 4/5 oktober en 30 november/1 december vindt de vierdaagse OTB-cursus ‘De wijkaanpak: sociaal, fysiek en economisch’ plaats. Hoe geef je wijkaanpak, beheer en herstructurering vorm? Zie www. otb.tudelft.nl/agenda voor meer informatie.
Studenten Nederlands Studenten Kamerkoor Het NSK houdt eind oktober en begin november audities in verschillende steden. Zie www. nskk.nl voo meer informatie of neem contact op met koorcommissaris Céline Beemster, tel. 0645682291. Rode Kruis Studentendesk Delft zoekt voor het komend jaar enthousiaste, creatieve bestuurders. Help jij graag een ander? Zou jij graag projecten opzetten om kwetsbaren te helpen? Ben jij een netwerker en heb je bestuurlijke kwaliteiten, kijk dan op delft.studentendesks.nl. Interesse? Stuur je motivatie met cv naar studentendeskdelft@ redcross.nl Student and Career Support Student and Career Support is een onderdeel van de dienst Onderwijs en Studentenzaken. Het omvat de diensten van de studentendecanen, de studentenpsychologen, en het Career Centre met studiekeuzeadviseurs en loopbaanadviseurs en het informatiecentrum. Het
14:02
Voor advertenties bel met:
> Jaargang 43 Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.
14-05-2004
informatiecentrum in de hal op de begane grond is geopend op werkdagen van 9.00–17.00 uur. Er is documentatie beschikbaar over onder andere WO- en HBOopleidingen, arbeidsmarkt, studie- en beroepskeuze, buitenlandse studies, en promoveren. Ook is er een vacaturewand. Bij de balie of telefonisch kun je afspraken maken met een van de medewerkers. Voor de psychologen geldt dat je je als student of promovendus online kunt aanmelden op studentenpsychologen.tudelft. nl. Een eerste contact kan ook via het inloopspreekuur op dinsdagen van 11.30-12.30. De studentendecanen houden een inloopspreekuur op dinsdag van 11.30-12.30 uur, de loopbaanadviseurs en de studiekeuzeadviseur houden een inloopspreekuur op dinsdag en donderdag van 11.30-12.30 uur. Zie voor het aanbod aan workshops en trainingen van Student & Career Support zie smartstudie.tudelft.nl. Bezoekadres: Jaffalaan 9a (gebouw 30A); tel. 0152788004. E-mail: studentandcareersupport@tudelft.nl; careercentre@tudelft.nl; studiekeuzevragen@tudelft.nl. Website: www.studentandcareersupport.tudelft.nl; careercentre.tudelft.nl. Online huurprijs check Is jouw huurprijs redelijk? Check www.huurcommissie. nl voor meer informatie en om helderheid te krijgen over huren en geschillen tussen huurder en verhuurder.
• 12.30 uur - Optimal design of variable stiffness composite structures using lamination parameters. Promotie van ir. S.T. IJsselmuiden. Promotor: prof.dr. Z. Gürdal. Deze promotie vindt plaats in het Auditorium. • 15.00 uur – Superconducting Single Photon Detectors. Promotie van ir. S.N. Dorenbos, MSc. Promotor: prof. dr.ir. L.P. Kouwenhoven. Deze promotie vindt plaats in de Senaatszaal. • 15.00 uur - Subsurface iron and arsenic removal for drinking water treatment in Bangladesh. Promotie van ir. D. van Halem. Promotoren: prof. ir. J.C. van Dijk en prof.dr. G. Amy. Deze promotie vindt plaats in het Auditorium.
Dinsdag 4 oktober Wetenschapsagenda • 10.00 uur - Coupled seismic and electromagnetic wave propagation. Promotie van drs. M.D. Schakel. Promotor: prof.dr.ir. D.M.J. Smeulders. • 12.30 uur - Design, Simulation and Validation of DualChannel Polarimetric Agile Radar Technology. Promotie van Z. Li, MEng. Promotoren: prof.dr.ir. L.P. Ligthart en prof. P. Huang. • 15.00 uur - Private Computing with Untrustworthy Proxies. Promotie van ir. B. Gedrojc. Promotor: prof.dr.ir. R.L. Lagendijk. CSFR Delft 19.45 uur - Christelijke studentenvereniging Johannes
International Office Het International Office, Jaffalaan 9a, is op werkdagen geopend van 9.00-17.00 uur. Je kunt ook vragen stellen via internationaloffice@tudelft.nl of telefonisch (015-2788012) een afspraak maken. Studium Generale Het bureau Studium Generale, Jaffalaan 5, is van maandag t/m donderdag geopend van 9.00–17.00 uur. Je kunt ook vragen stellen via studiumgenerale@tudelft.nl of telefonisch een afspraak maken via 015-2783258.
Delta Inleveren kopij Bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek 'Agenda' in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail: delta@tudelft. nl. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur.
Calvijn, dispuut van CSFR Delft, organiseert de eerste lezing over de bevindelijk-gereformeerden. Vanavond spreekt dr. M.A. van Willigen over de geschiedenis en de wortels van deze christelijke stroming in het Huis van Bewaring, Achterom 28.
Woensdag 5 oktober Wetenschapsagenda • 15.00 uur – Intreerede prof. dr.ir. M. Lech Kaminski, faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Materiaalwetenschappen.
Delta Inleveren kopij Bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek 'Agenda' in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail: delta@tudelft. nl. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur.
Alle promoties, intree- en afscheidsredes genoemd in deze agenda vinden, tenzij anders vermeld, plaats in de Aula van de TU, Mekelweg 5, Delft.
Postbus 101 2900 AC 451 55 10 T (010) Capelle F (010)aan 451den 53IJsel 80
E delta@henjuitgevers.nl T (010) 451 55 10 Neem contact451 op met F (010) 53Hennie 80 de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie. E delta@henjuitgevers.nl
Announcements Neem contact op met Hennie de Ruyter of met Mireille van Ginkel voor nadere informatie
Students Doctoral Courses Personal Development: Awareness, Communication & Coping Strategies for PhD candidates. 1,5 ECTS. Date: Friday October 7 and 14. Enroll at www.graduateschool. tudelft.nl. Biomodd Want to use e-waste, brain power, plants and algae to produce a system in which social, biological and technical systems meet and interact? Then join an open innovation process for which gaming is fundamental! Biomodd [TUDelft3] from 3 to 14 October. Start is at 9.00 am in the mail hall at the TPM-building. Students acquire 2 ECTS. Please subscribe at www.participatorysystems.org. (Places are limited). International Student Chaplaincy Looking for a home away from home, trying to make new friends, interested in intercultural and interfaith activities, needing some inner peace, searching for more than academic challenges? Check the website of the International Student Chaplaincy, www. iscnetherlands.nl, to learn about their wide range offer. Student and Career Support The psychologists and the central student and careers
counselors are located at Jaffalaan 9A (building 30A). There is some English career information and a vacancy wall in the information centre. Office hours: Monday-Friday from 9.00-17.00 hrs. You can direct your inquiries or make an appointment at the Front Office or by phone: 0152788004. Students and PhD candidates can make an initial appointment with one of the psychologists at studentenpsychologen.tudelft.nl or by sending an email to studentenpsychologen@tudelft.nl. You can also come by at the open office hour every Tuesday at 11.3012.30 hrs. Open office hours of the student counselors are on Tuesdays from 11.30-12.30 hrs and the career counselors are on Tuesdays and Thursdays from 11.30-12.30 hrs. More information on www.studentandcareersupport.tudelft.nl or careercentre.tudelft.nl. For a list of workshops and trainings offered by Student & Career Support please visit smartstudie.tudelft.nl. International Office The International Office, Jaffalaan 9a/visitor’s entrance at Mekelweg, office opening times Monday to Friday 9.00–17.00 hrs. Appointments and enquiries can be made by email: internationaloffice@tudelft.nl or by phone: 015-2788012.
DELTA. 27 29-09-2011
mededelingen/opinie
15
Project2:Opmaak 1 27-09-11 15:18 Pagina 1
Liefdesverklaring aan een toverbal Naar niets minder dan de hel gaat prof.dr. Salomon Kroonenberg op zoek in zijn nieuwste boek. De emeritus hoogleraar geologie beschrijft prachtig hoe hij in kalkgrotten en ondergrondse rivieren verzeild raakt tijdens zijn mythologische zoektocht. Robert Visscher De krochten van de aarde worden gedemoniseerd. ‘Het is de onderwereld, het dodenrijk in bijna alle culturen van de wereld’, schrijft Kroonenberg. Dat naargeestige beeld van het binnenste van de aarde is volkomen onterecht, volgens Kroonenberg. Voor hem staat het binnenste juist voor ‘zoveel moois’. Zoals ‘prachtige gele zwavelkorsten, blauwe saffieren, rood cinnaber, groen malachiet, meterslange vlijmscherpe gipskristallen’. Kroonenberg neemt de lezers daarom mee naar het middelpunt der aarde om hen van de schoonheid ervan te overtuigen. Hij slaagt met vlag en wimpel. Na ‘De menselijke maat’ schreef Kroonenberg opnieuw een prachtig boek. Dit keer een stuk minder geruchtmakend, maar minstens zo interessant. De emeritus hoogleraar bewijst opnieuw een geboren verhalenverteller te zijn over de ‘toverbal’. Want daarmee vergelijkt hij de aarde tref-
fend. “Een vlezige mierzoete bal snoep, die maar nauwelijks in je mond past. Aan de buitenkant is hij wit met spikkels, maar als je er een tijdje op gesabbeld hebt en weer uit je mond neemt is hij ineens van kleur veranderd: blauw, of groen, of roze. Na elke zuigbeurt ontdekt je weer een nieuwe laag. Het is een perfecte weergave van de concentrische opbouw van de aardbol.” Die veelzijdigheid onder onze voeten behandelt Kroonenberg onder meer door op zoek te gaan naar de ingang van de Hades, zoals in de oudheid de onderwereld werd genoemd. Hij reist bijvoorbeeld naar het kra-
‘Een vlezige mierzoete bal snoep, die maar nauwelijks in je mond past’ termeer Lago Averno in Italië. Hij beschrijft niet alleen de pracht van het meer, maar neemt de lezer ook mee in zijn spannende zoektocht naar de ingang van de Hades. Je zit welhaast op het puntje van de stoel te lezen. Ondertussen beschrijft hij hoe de veertiende eeuwse Italiaanse schrijvers Bocaccio en Dante over Averno schreven. En hij citeert uit het meesterwerk ‘Aeneis’ van de Romeinse schrijver Virgilius (eerste eeuw voor Christus). Moeiteloos koppelt Kroonenberg de verschillende mythen en ervaringen aan elkaar. Hij slaagt er in reisverhalen, geologie en mythologie te mixen. Hoogtepunten vormen ook de per-
soonlijke anekdotes. Kroonenberg haalt bijvoorbeeld een herinnering op aan een eerstejaars-veldprakticum in Zuid-Limburg. De docent vertelt hoe de studenten löss konden herkennen. 'Ik was negentien en groen, had nog nooit de dijen van een meisje gevoeld, dus ik heb het andersom geleerd: de dijen van een jong meisje voelen net als löss.’
Salomon Kroonenberg, ‘Waarom de hel naar zwavel stinkt. Mythologie en geologie van de onderwereld’, Atlas, 400 p., 24,95 euro
Loop je binnenkort een Marathon of een Vierdaagse? Ben je binnenkort jarig of ga je trouwen? Ga je iets speciaals doen?
kom in actie voor jouw favoriete goede doel! Project1:Opmaak 1 27-09-11 14:55 Pagina 1
Kies uit meer dan 2000 goede doelen Meld je aan en start je eigen actie op www.geefsamen.nl
DELTA. 27 29-09-2011
lifestyle
16
fietsenmakers
Undercover eco Een dikke elektrische auto op je parkeerplek in hartje stad – dat wil iedereen wel. Béétje duur alleen, en kilometers of snelheid maak je er in zo’n situatie toch niet mee.
De twintig bewoners en hond Butch van Oude Delft 35 beschikken over zes koelkasten, twee bierkoelkasten en een friskoelkast. De heren, allen lid van het Delftsch Studenten Corps, hebben de koelkasten fraaie namen gegeven. Zoals De Somaliër, een slecht gevulde koelkast en De Goedgevulde waar altijd de wat meer culinair gewaardeerde zaken liggen. De jongens die lid zijn van De Goedgevulde kunnen bovengemiddeld lekker koken. De ‘ijskastoudste’ heeft altijd recht op de bovenste plank. Zo voorkom je dat er lekkende viezigheid van anderen in jouw eten terecht komt, aldus bewoner Olivier Sassen. Overstappen naar een andere koelkast gaat niet zomaar. Je moet een heuse sollicitatiebrief schrijven en deze op de desbetreffende koelkast plakken. Het antwoord ontvang je ook via die koelkast. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
de Huisjongste de koelkast
willemijn dicke
Omweg Per jaar studeren er negenhonderd buitenlandse studenten aan de TU Delft. Deze studenten, afkomstig van alle continenten, krijgen elk collegejaar gedurende drie weken een speciaal introductieprogramma van de TU Delft aangeboden. Ze leren de stad kennen, de universiteit en vooral: elkaar. De bijna-volwassen mannen en vrouwen uit China, MiddenAmerika, Duitsland, Italië en Japan giechelden en bloosden. Hun ogen flonkerden. Hun stemmen waren hees. Ze wreven over hun blote armen en streken door hun haren. Ik bevond me in deze wolk feromonen ter gelegenheid van de beoordeling van hun eindprojecten. In de laatste week hebben ze in groepjes van acht een gezamenlijk project uitgevoerd. Dat zijn bijzondere groepjes. Bij elke presentatie die ik heb gezien zaten studenten van minstens zes verschillende nationaliteiten. In een ingewikkeld logistiek proces worden op de laatste dag alle honderd projecten door een jury van twee of drie mensen beoordeeld. De jury bestaat uit ambtenaren van de gemeente Delft, de directeur van het sportcentrum, medewerkers van studentpolissen, onderzoekers van alle
faculteiten en nog veel meer mensen. De studenten konden het project naar keuze invullen. Veel projecten gingen over eten. De Aziatische, Zuid-Amerikaanse of Italiaanse studenten voelden zich ontheemd tijdens hun de eerste dagen in Delft. Een Italiaanse studente: “Ik heb nog steeds geen verse basilicum gevonden.” De studenten liepen rond in supermarkten en hadden geen idee wat er op al die verpakkingen staat. Is het melk? Is het slagroom? Gadver, het blijkt karnemelk. De studenten waren lovend over het introductieprogramma. Er ontbrak alleen één ding: “Het gerucht gaat dat er ook Nederlanders aan deze universiteit studeren. Misschien is het aardig als we hen ook een keer te spreken krijgen?” vroeg een studente. Maar voor een kennismaking hadden de Nederlanders geen tijd. Die zaten inmiddels allang in hun eigen feromonenwolk. Wat een omweg, dat studeren. Maar wel een mooie omweg.
Daar zit een gat in de markt, ontdekten werktuigbouwstudenten Bart van Liere (21), Jaap van der Blonk (22), Martin Maayen (21) en Jaco Zuijdweg (21) voor hun bachelor-eindproject. Raadseltje: wat doet een dure, luxe auto voor de deur van iemand die woont en werkt in de stad? Antwoord: doorgaans niet zo heel erg veel. En dat is eigenlijk best zonde. Je betaalt tenslotte voor allerlei opties in die auto (een hoop PK’s, cruise control…), maar kunt in de stad hooguit met vijftig kilometer per uur van je hightech navigatiesysteem genieten – zelfs al is die auto elektrisch. Dan volstaat een brommobiel toch ook? Maar ja, sexy is anders – en zo’n veredelde invalidenwagen is nog steeds milieuvervuilend. “Daartussen zit een enorm gat”, constateert Bart van Liere. “Het Nederlandse wagenpark bestaat uit meer dan zeven miljoen auto’s, waarvan een half procent elektrische. Elektrische auto’s zijn nog steeds duur in aanschaf, terwijl hun prestaties gemiddeld zijn. Ze kunnen net zo veel als gewone, goedkopere benzineauto’s, maar hebben een veel kleinere actieradius.” Lag daar even een mooie kans voor hun bachelor-eindproject. De elektrische aandrijflijn die de studenten ontwierpen, past in elke kleine auto. Resultaat: een goedkope, superschone auto voor een groot publiek, met een maximumsnelheid van tachtig kilometer per uur. Daar kun je precies een dag mee rondrijden zonder op te laden. “We hebben er een kleinere accu in gebouwd en een kleinere motor, want daar merk je toch niks van als je niet sneller rijdt dan tachtig”, vertelt Van Liere. En niemand die het ziet, want het omhulsel is gewoon je spiksplinternieuwe Fox, Micra of Ka. O, of Smart natuurlijk, die de docent van het viertal speciaal voor het project aanschafte. Sterker nog; hij heeft er een heel bedrijf omheen, dat verder gaat met de ontwikkeling van de zogeheten EcoSmart. Zonder Van Liere en consorten, trouwens. “Geeft niks”, vindt hij, “voor ons was het gewoon een studieonderdeel. En niet voor elk bachelor-eindproject krijg je al zo’n totaalplaatje aangereikt. We worden wel op de hoogte gehouden van de vorderingen.” Zo moet bijvoorbeeld nog onderzocht worden wat de afzetmarkt is voor zo’n kleine, superschone stadsauto. Zelf zou Van Liere er alvast wel in willen rijden. Het is natuurlijk lucratief, in een fase waarin zelfs het bewaakt parkeren van je fiets al te duur is. Moet hij alleen nog even niet die droombaan aan de andere kant van de Randstad accepteren, want zoveel ontwikkeling – dat houdt zelfs een futuristische stadsauto pas na nog heel wat volgende bacheloreindprojecten bij. (JH)
Bart van Liere: “Elektrische auto’s zijn nog steeds duur in aanschaf, terwijl hun prestaties gemiddeld zijn.” (Foto: Sam Rentmeester/FMAX) Onderzoek: Aandrijflijn voor kleine elektrische stadsauto’s Eindcijfer: 6,5
kriep