TUDELTA.34
DELTA. 34 01-12-2011
Deze week week Deze in Delta Delta in
weekblad van de technische universiteit Delft
Chaos rules the waves
Plastic is grote milieuramp
SCIENCE: 04
NIEUWS: 03
01
LIFESTYLE: 09 INTERNATIONAL: 07
Beste docent en afstudeerder
INTERVIEW: 10
‘Message to women: we need you’
Robbert Dijkgraaf: ‘Geen Johan Cruijff’
Onderzoek naar verspreiding bof Het RIVM start samen met de GGD een onderzoek naar de verspreiding van het bofvirus onder studenten. Ondanks vaccinaties neemt het aantal meldingen de laatste twee jaar toe, vooral onder studenten. Connie van Uffelen/Marijke de Vries (HOP) Met het onderzoek willen de organisaties de verspreidingsroute van de ziekte in kaart brengen. Als een student met de bof wordt gemeld bij de GGD, zal die student worden gevraagd tien contacten te benaderen, die op hun beurt weer tien anderen benaderen. Deze groep zal dagelijks een speekselmonster opsturen. De onderzoekers monitoren de contacten tussen de deelnemende studenten. Na zes weken kan worden nagegaan hoe de bof zich binnen het netwerk heeft verspreid. Met mathematische modellen wordt vervolgens berekend hoe de verspreiding van de bof in de toekomst kan verlopen. Vorig jaar brak de bof onder andere uit onder studenten in Delft en Leiden. De GGD Zuid-Holland West telde in 2010 in totaal vijftig bevestigde gevallen van de bof en 45 waarschijnlijke gevallen. Opmerkelijk is dat de ziekte voorkomt onder studenten die zijn ingeënt tegen de bof. Sinds de jaren tachtig worden kinde-
Schurft in studentenhuizen
ren ingeënt tegen de bof, waardoor de ziekte nagenoeg verdwenen is. Hoe het komt dat het aantal gevallen van bof weer stijgt, is nog onduidelijk. Daar wordt onderzoek naar gedaan. Studenten hebben veel sociale contacten, waardoor het virus sneller kan worden overgedragen. Besmetting vindt plaats via neus en keelholte, door bijvoorbeeld hoesten, niezen, praten, zoenen en handcontact. De meeste bofpatiënten hebben weinig last van de ziekte. Als iemand iets van een bofbesmetting merkt, is dat meestal door koorts, spierpijn
Studenten hebben veel sociale contacten, waardoor het virus sneller kan worden overgedragen
Voor de masterclass van cultural professor fotograaf Vincent Mentzel maakten studenten foto’s met als onderwerp: de menselijke maat. IO-studente Diantha Boll nam dat heel letterlijk. Ze wilde zichzelf weergeven in verhouding tot haar studie en plaatste haar eigen hoofd als gebruiksvoorwerp op een tafeltje, tussen een fles champagne en een klok. “Ik heb met verschillende voorwerpen geëxperimenteerd, maar dit leverde het mooiste en rustigste resultaat op”, zegt ze. “Gelukkig was er niemand thuis want het was vast een raar gezicht, mijn hoofd op een tafeltje tussen al die spullen.” (Foto: Diantha Boll)
Pagina 12: Blik op de menselijke maat en hoofdpijn. Kenmerkende symptomen zijn een pijnlijke zwelling van de speekselklier voor het oor. Ook pijn bij het openen van de mond en oorpijn komen vaak voor. Complicaties kunnen zich in zeldzame gevallen voordoen bij mannen in de vorm van een ontsteking van de teelbal, soms met onvruchtbaarheid tot gevolg. Nog zeldzamer is ontsteking van de eierstokken bij vrouwen. De laatste maanden zijn er maandelijks zo’n twee gevallen van de bof gemeld in de regio Zuid-Holland West.
www.delta.tudelft.nl/21013
Momenteel is er sprake van scabies (schurft) in studentenhuizen. Het gaat niet om grote hoeveelheden, maar ‘een paar handjes vol’. Volgens de GGD Zuid-Holland West komt scabies jaarlijks af en toe voor. De besmettelijke huidziekte wordt veroorzaakt door de schurftmijt, een parasiet die alleen bij mensen voorkomt. De aandoening jeukt heftig, vooral ’s nachts, door een allergische reactie op de mijt en de uitwerpselen. Schurft komt voor op minder hygiënische plekken. Sommigen nemen het mee terug van vakantie. Om de ziekte over te brengen moeten mensen wel zeer intensief huidcontact hebben. Schurftmijten springen niet over zoals vlooien. De ziekte is goed te behandelen met zalf of tabletten.
Ook meerderheid Rotterdammers tegen fusie De bestuursvoorzitter van de Erasmus Universiteit Rotterdam vindt de weerstand tegen een mogelijke fusie met Leiden en Delft ‘niet verrassend’. 72 Procent van de Delftse studenten en medewerkers is tegen zo’n fusie, bleek eerder uit een Delta-enquête. In Rotterdam is 57 procent tegen, schrijft Erasmus Magazine (EM) deze week nadat bijna vierduizend Rotterdamse studenten en medewerkers dezelfde enquête invulden. De Rotterdamse collegevoorzitter Pauline van der Meer Mohr blijft bij het verhaal dat ook haar Delftse collega Dirk Jan van den Berg vertelt: we onderzoeken een samenwerking en sluiten daarbij niets uit, ook geen fusie. ‘We zouden geen knip voor de neus waard zijn als we niet alle mogelijkheden de revue lieten passeren’, zegt Van der Meer Mohr in EM.
De weerstand valt haar mee: ‘Als je iemand koud vraagt naar een fusie is het logisch dat hij niet gelijk staat te springen. Dat snap ik volkomen.’ De Rotterdamse universiteit gaat net als de TU door met het organiseren van bijeenkomsten om te proberen draagvlak voor samenwerking te creëren. Tachtig procent van de Rotterdammers
’Laten we nu niet doen alsof alle universitaire fusies falen’ vreest ontslagen als er een fusie komt. Ze zijn bang dat er een ‘bureaucratisch onbeheersbare organisatie’ ontstaat waarin studenten een nummer zijn. Ook vrezen ze dat de Erasmus Universiteit haar goede naam verliest. Tegen intensieve samenwerking tussen de drie universiteiten hebben ze minder bezwaar. Vooral de 558 geënquêteerde Rotterdamse wetenschappers zijn kritisch.
De universiteitsbesturen zouden zich volgens hen blind staren op een hogere positie van de nieuwe instelling in de internationale rankings. Bovendien zijn ze bang dat de relatief rijke Erasmus Universiteit geld moet inleveren bij een fusie. De geënquêteerden stellen verder vast tegen dat vier op de vijf fusies mislukken. Van der Meer Mohr in EM: ‘Dan stel ik altijd de wedervraag: hoeveel fusies van Nederlandse universiteiten zijn er geweest? Nul. Waar wel vaak naar is gewezen, zijn fusies in het bedrijfsleven. Maar een universiteit is geen bedrijf. De lessen uit het bedrijfsleven zijn niet zomaar te transplanteren naar universiteiten. Ik ben me heel goed bewust van de risico’s, maar laten we nou niet doen alsof alle universitaire fusies falen. Het universitaire landschap staat nog helemaal aan het begin van de consolidatieslag, maar samenwerken en eventueel fuseren is wel de trend van de komende vijftien jaar.’(SB/HOP)
DELTA. 34 01-12-2011 www.delta.tudelft.nl @tudelta delta@tudelft.nl www.facebook.com/ tudelta
delta online Sinterklaas Sinterklaas is op zoek naar duurzame oplossingen zodat de Pieten op 5 december veel cadeautjes kunnen bezorgen. De door TU-studenten ontworpen ‘Vrachtfiets’ heeft hij onlangs in de windtunnel van de TU getest. www.delta.tudelft.nl/in-beeld
nieuws/column
02
Programmeren
Emotieherkenning
Het Delftse studententeam ‘geen. opdracht5’ heeft afgelopen weekend in Bremen de Northwestern European Regional Programming Contest gewonnen. Aan de wedstrijd - beter bekend als Europees Kampioenschap Programmeren - deden zeventig teams mee. Van de tien programmeeropdrachten moesten zij er zoveel mogelijk in vijf uur oplossen. De winnaars lukte het er zeven te voltooien. Het andere Delftse team, ‘Off To Get Pepernoten’, eindigde op plaats 43. Volgend jaar november wordt de wedstrijd aan de TU Delft gehouden.
Welke factoren hebben invloed op het herkennen van emoties? Samen met de omroepen VPRO en NTR onderzochten wetenschappers van de TU Delft en de Universiteit van Amsterdam dit in het Groot Nationaal Onderzoek. Aan de hand van onder meer avatars, emoticons en acteurs werd duizenden deelnemers gevraagd welke emoties ze herkenden. Gekeken werd welke variabelen daar eventueel invloed op hebben en hoe herkenning wordt beïnvloed door het eigen gevoel. Over de resultaten mag tot aan een uitzending van Labyrint – op woensdag 7 december om 20.50 uur op Nederland
Sluitingstijd bieb 2 – nog niets gezegd worden, zegt dr. Joost Broekens van de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatie. Hij werkte samen met prof.dr. Agneta Fischer van de programmagroep sociale psychologie aan de Universiteit van Amsterdam en dr. Valentijn Visch, universitair docent bij design aesthetics van Industrieel Ontwerpen.
Bijna 62 procent van de studenten wil dat de TU Delft Library, vroeger de universiteitsbibliotheek, in de tentamenperiodes om acht uur opengaat. Buiten de tentamenperiodes mag de UB van bijna de helft van de studenten om negen uur open. Meer dan dertig procent vindt dat de bieb tijdens de tentamens tot twee uur ’s nachts open moet zijn. 25 Procent vindt één uur ’s nachts een mooie sluitingstijd en van dertig procent mag het al om twaalf uur gedaan zijn.
‘Ik laat een uitstekende faculteit achter’ Louis de Quelerij stopt 1 december als decaan van Civiele Techniek en Geowetenschappen. Hij is ‘apetrots’ op de intensievere samenwerking met bedrijven.
twee weken eerder moest terugkomen na mijn sabbatical in Australië, omdat er veel onrust heerste over het financiële resultaat. Ik heb de communicatie over het uren schrijven onderschat en dat betreur ik. Omdat men achter was met uren schrijven, werden we met verliezen geconfronteerd. Achteraf geldt: als je die resultaten had gecorrigeerd, zaten we precies op schema.”
Connie van Uffelen
Problemen met DUO Bij drie op de tien studenten gaat wel eens iets mis bij het doorgeven van een verhuizing, het aanvragen van studiefinanciering of het vervangen van een defecte ov-kaart. En die problemen blijken niet snel op te lossen. www.delta.tudelft.nl/24178
Terugbetalen Studenten die vóór 2010 te veel hebben bijverdiend, moeten toch volgens de oude regels studiefinanciering terugbetalen. De nieuwe, rechtvaardiger regels gelden niet met terugwerkende kracht. www.delta.tudelft.nl/24186
Cijfercircus Over de begroting van het hoger onderwijs valt nauwelijks een goed debat te voeren, zegt het Interstedelijk Studenten Overleg. “Alle partijen verdraaien de feiten en cijfers zoals het ze uitkomt.” www.delta.tudelft.nl/24185
Deeltijdstudent Er komt voorlopig geen oplossing voor deeltijdstudenten die het verhoogde collegegeld voor langstudeerders moeten betalen. Staatssecretaris Zijlstra stelt zijn ‘brede verkenning’ van het deeltijdonderwijs een paar maanden uit. www.delta.tudelft.nl/24173
Internationalisering De VVD heeft er weinig vertrouwen in dat het geld voor internationalisering in het hoger onderwijs goed wordt uitgegeven. De partij wil meer inzicht krijgen in de besteding. www.delta.tudelft.nl/24172
Rapport Vonk Het rapport over wetenschapper Roos Vonk zou openbaar gemaakt moeten worden, vinden studenten van de Radboud Universiteit Nijmegen. Ze pleiten daarvoor in de Volkskrant. De universiteit weigert. www.delta.tudelft.nl/24182
De samenwerking tussen markt, overheid en universiteiten - het thema van uw afscheidssymposium - kans of bedreiging?’ “Ik vind het een kans. Zonder twijfel. Sommige mensen vragen zich af of je de onafhankelijkheid van wetenschappers niet aantast, maar ik geloof er heilig in. We hebben elkaar gewoon nodig. De overheid trekt zich terug. Ik vind dat bedrijven veel meer moeten investeren in langetermijnonderzoek.” Hoe kijkt u terug op uw negen jaar als decaan? “Als een bijzonder enerverende periode. En een stuk dynamischer - dat klinkt misschien een beetje gek van mij als algemeen directeur bij Fugro - dan ik bij het bedrijfsleven had gezien. Bij de TU heb je te maken met ontwikkelingen vanuit de overheid en vanuit beleid, maar ook met de span-
Louis de Quelerij: “Mijn decaanschap was een dynamischere periode dan ik bij het bedrijfsleven had gezien.” (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
ningsvelden soms tussen onderwijs en onderzoek. En tussen individuele excellentie en het groepsresultaat. Ik heb het met veel plezier gedaan. Ook de contacten met de studenten. Trots ben ik op mijn erelidmaatschap van studievereniging Practische Studie.” Dat zijn hoogtepunten? “Ja. Het allergrootste hoogtepunt was de intentieverklaring van alle grote bedrijven en publieke organisaties in de civiele techniek, inmiddels uitgemond in dertien miljoen euro aan contracten. Echt fantastisch. Daar ben ik apetrots op. Als faculteit zijn
we enorm gegroeid in studenteninstroom. Het aantal promovendi is verdubbeld. De eerste geldstroom is van 46 miljoen naar 28 miljoen euro gedaald. Schrikbarend! De tweede en derde geldstroom gaat van 23 procent van ons totale budget in 2002 naar 46 procent. Dit jaar verwachten we zelfs met een plusje af te sluiten. Het Vernieuwingsplan werkt. Ik laat een uitstekende faculteit achter voor mijn opvolger.”
Wat gaat u nu doen? “Ik blijf als hoogleraar civiele techniek aan de TU verbonden. Verder ben ik actief in het Netwerk Deltatechnologie, de Buitenboordmotor van het Deltaprogramma en in het bestuur van Unesco -IHE Daarnaast ondersteun ik de nieuwe decaan met de bedrijfscontracten en zal ik bijdragen aan de innovatiecontracten voor de topsector Water. Het cvb biedt mij de gelegenheid opdrachten van derden aan te nemen. Uiteindelijk zou ik het liefst als zelfstandig professional voor de TU en anderen leuke opdrachten doen.”
Waren er ook dieptepunten? “Ik heb eigenlijk maar één dieptepunt gekend en dat was dat ik eind 2008
smeets
De arrogantie van bèta’s ’Men kan in dit seksueel bevrijde land homo zijn of hetero, allebei prima. Maar breng ons niet in verwarring door het allebei te willen zijn.’ Aldus Frits van Oostrom begin november tijdens de Avond van Wetenschap & Maatschappij. In zijn toespraak ‘Grenzen overstijgen in een hokjesland’ gaf hij een hele reeks voorbeelden van de Nederlandse liefde voor hokjes. Biseksualiteit vinden we moeilijk, net als een dubbel paspoort. Nederlanders houden van duidelijke grenzen en ons land is versnipperd in talrijke clubjes die zichzelf stuk voor stuk het beste vinden. Van Oostroms boodschap was helder: angst voor grensoverschrijding houdt innovatie tegen en wetenschappers moeten over de grens van hun discipline kijken. Laat dat nou net de bedoeling zijn van die jaarlijkse Avond van Wetenschap & Maatschappij. Tafels vol wetenschappers, journalisten, politici en andere bobo’s discussiëren onder leiding van een tafelwetenschapper over maatschappelijke thema’s. Uiteindelijk moet er daardoor in de samenleving meer waardering ontstaan voor wetenschap. Dit jaar mocht ik voor het eerst aanschuiven bij deze discussies en ik was zeer benieuwd naar de uitwisseling van verschillende standpunten. Met zoveel competente mensen bij elkaar leek het niet mis te kunnen gaan. Onze eerste tafelwetenschapper was een gepensioneerde aardwetenschapper. Hij had een stelling meegenomen waarover we het als tafel zouden hebben: ‘Fundamentele geologie reikt de bouwstenen voor een verlichte distantie ten opzichte van mondiale angsten aan.’ Een zeer sexy stelling natuurlijk. En ook geschikt om vanuit allerlei visies over te discussiëren. De geoloog opende zelf de discussie door tegen een Kamerlid van het CDA te zeggen dat christenen
de wetenschap tegenhielden. Even later voegde een dame van de petroleumindustrie er vijandig aan toe dat de politiek nooit luistert naar wetenschappelijke inzichten (zeker niet als het die over oliewinning zijn) en dat dat een schande is. De CDA’er zei de rest van de avond bijzonder weinig. De discussie kwam sowieso niet echt op gang. Iedereen bleef vanuit zijn eigen kleine hokje denken en praten. En het werd nog erger. Na de gloedvolle toespraak van Frits van Oostrom was onze tweede tafelwetenschapper een pedagoog. Terwijl zij vertelde over haar onderzoeksresultaten, begonnen twee van de bèta’s aan tafel te grappen dat ze dit ook wel in kroeg hadden kunnen verzinnen. Grinnikend noemen ze een paar keer de naam Diederik Stapel. Ik schaamde me voor hun onbeschoftheid. Tijdens de koffie na afloop sprak ik twee natuurkundigen die aan andere tafels hadden gezeten en zij deden al net zo lacherig over het werk van aangeschoven psychologen en sociologen. Ik verbaasde me over hun bekrompen, vooringenomen houding. Hadden ze niets gehoord van wat Van Oostrom (natuurlijk ook maar een eenvoudig letterkundige) vertelde? Of waren ze alleen bereid om over de grens van hun vakgebied te kijken als er aan de andere kant een vakgebied lag dat heel erg op hun eigen leek? Misschien moet iemand eens onderzoeken waarom sommige bèta’s zo belachelijk arrogant zijn. En hoe we die lui uit hun ivoren hokjes kunnen krijgen. Ionica Smeets is TU-alumnus (wiskunde), wetenschapsjournalist en onderzoeker bij Publiek Begrip van Wetenschap in Leiden.
DELTA. 34 01-12-2011
nieuws
Fusie Lijst Bèta heeft een website gelanceerd die studenten moet informeren over de samenwerking tussen de universiteiten van Leiden, Rotterdam en Delft. Volgens de studentenraadsfractie vraagt ‘de student’ zich af wat er gaat gebeuren. “Tot nu toe is er vanuit de universiteiten slechts mondjesmaat informatie naar buiten gekomen.” Studenten vragen zich volgens Lijst Bèta af of hun universiteit gaat verdwijnen. Op de website staan veel links naar artikelen van Delta en NRC Handelsblad. Ook de speeches van de Delftse en de Rotterdamse collegevoorzitters bij de opening van
het academisch jaar staan erop. De studenten zijn ook van plan binnenkort hun ‘positioning paper’ over dit onderwerp op de site te publiceren. Die paper moet een gezamenlijk stuk worden van de Delftse studentenraad en hun Rotterdamse en Leidse tegenhangers.
www.leidendelfterasmus.nl
Bill Rossen beste docent van de TU Bill Rossen en Jerôme Schalkwijk zijn gekozen tot docent en afstudeerder van het afgelopen studiejaar. De laatste studeerde af met een tien. Saskia Bonger/Connie van Uffelen Hoogleraar petroleumwinning Rossen is ‘aangenaam verrast’ door zijn uitverkiezing tot beste docent van de TU Delft 2011. “We zijn erg vereerd bij Civiele Techniek en Geowetenschappen. Het is de tweede keer in twee jaar tijd dat deze faculteit de beste docent heeft.” In 2009 was Susanne Rudolph de beste. Haar leidinggevende toen was Bill Rossen. Zijn studenten typeren Rossen als ‘een inspirerende en enthousiaste docent met oneindig geduld en geniale praktijkvoorbeelden’. Rossen weet nog niet hoe hij de gewonnen vijfduizend euro voor onderwijsverbetering gaat inzetten. Ook voor de tweeduizend euro die hij zelf mag houden, heeft hij nog geen bestemming. Voor zijn eigen lessen deed Rossen van medegenomineerde Peter Naaijen een idee op: studenten belonen die de meeste fouten in zijn college vinden. “Briljant.” Ook briljant is Jerôme Schalkwijk (24), die in september 2010 aan de faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW) afstudeerde op lage wolken. Die hebben een grote afkoelende invloed op ons klimaat, omdat ze zonlicht terugkaatsen. Wat gebeurt er met de wolken als de aarde opwarmt door kli-
maatverandering? Komen er dan minder, en wordt de opwarming daardoor versterkt, of gebeurt het omgekeerde? Wetenschappers van TNW gebruiken supercomputers om daarachter te komen. Samen met de computer graphics-groep van de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica paste Schalkwijk het simulatieprogramma zodanig aan dat het kan draaien op de grafische kaart (GPU) van een gewone pc. Dat maakt het volgens de voordracht mogelijk ‘om snelle wolkensimulaties uit te voeren op een lokaal werkstation’. Schalkwijk ontwikkelde ook ‘een abstract conceptueel model van het wolkentype cumulus, waardoor het
Hogewoning en zijn opponente Sacha de Lint moesten in de finale-uitzending van Masterchef vorige week meerdere opdrachten uitvoeren. Ze moesten een voorgerecht, een hoofdgerecht en een dessert maken. Maar eerst moesten ze een smaaktest doen. Die won De Lint. Hogewoning kon de achterstand daarna niet meer inhalen,
Petitie
Technologiedebat
Kwaliteit
De Delftse studentenvakbond VSSD roept studenten op om de LSVb-petitie tegen stijgende studiekosten te ondertekenen. De website betaalbaarstuderen.nl noemt maatregelen die studeren duurder maken. De ondertekenaars verzoeken de minister van OCW om de maatregelen te ‘heroverwegen’ of uitzonderingen te maken. Volgens VSSD-voorzitter Mariska Heidema denken veel politici dat dit de ‘studenten niet boeit’. “We moeten laten blijken dat dat wel zo is.”
Wikileaks en internet privacy. Dat is het thema van het technologiedebat dat weekblad Elsevier op donderdag 8 december houdt met Campus Den Haag en de TU Delft. Delftse onderzoekers geven de feiten en achtergronden over dit onderwerp en gaan daarna het debat aan met ondernemers, politici en beleidsmakers. Tussendoor presenteren jonge Delftse onderzoekers en ondernemers hun laatste vindingen en modellen. Het debat vindt plaats in De Haagsche Kluis, Plein 20 in Den Haag van 17.00 – 19.00 uur.
De Nederlands-Vlaamse accreditatieorganisatie (NVAO) oordeelt positief over de onderwijskwaliteitszorg van de TU. Daarom krijgt zij als een van de eerste universiteiten de instellingstoets kwaliteitszorg. Volgens de NVAO heeft de TU ‘een duidelijke visie op de kwaliteit van het onderwijs en op wat ze in de toekomst wil bereiken’, ’ is er een kwaliteitscultuur in alle geledingen’ en ‘siert de overlegcultuur de universiteit’. Een aanbeveling is wel om centrale richtlijnen voor toetsen en de rol van de examencommissies versneld in te voeren.
www.betaalbaarstuderen.nl
Pre-PhD moet talent vasthouden Ir. Tim Baart is de eerste die de pre-PhD voor studenten natuurkunde uit Leiden of Delft heeft afgerond. De masteropleiding is een antwoord op de uitstroom van talent naar het bedrijfsleven. De pre-PhD is een initiatief van de Casimir Research School, een onderzoeksschool van de TU Delft en de Universiteit Leiden. Die school bood al twee gewone masteropleidingen aan: physics en applied physics. Vanaf het studiejaar 2009/2010 kwam daar de pre-PhD-track bij.
De pre-PhD zit anders in elkaar dan de andere masteropleidingen. Zo is er geen stage in het bedrijfsleven en mogen deelnemers naar de prestigieuze summerschool Les Houches in Frankrijk. Studenten lopen niet met één onderzoeksgroep mee, maar met drie, ‘om het onderzoeksperspectief te verbreden’. En studenten kunnen al tijdens deze master hun onderzoeksvoorstel schrijven. Als dat goed genoeg is, ligt er een subsidie van het NWO klaar waarmee de gehele promotie in één klap is gefinancierd. Tim Baart begon met één medestudent als eerste aan deze opleiding, maar die ander haakte af. Vandaar dat Baart de eerste afstudeerder is. Inmiddels volgt nog een handjevol studenten de master.
Baarts resultaten waren zo goed dat hij op 23 november de Shell Afstudeerprijs voor Natuurkunde won. Niet alleen haalde hij hoge cijfers, hij publiceerde ook een wetenschappelijk artikel in het tijdschrift Nanoletters. Baart deed onderzoek in zowel Delft, Leiden als Harvard. Het Leidse onderzoek naar het uit elkaar trekken van dunne gouden draadjes leidde tot de publicatie. In Harvard onderzocht de student diamanten resonators, in Delft werkte hij met grafeen. Het hoofddoel was om enkele elektronen op te sluiten in dit materiaal om ze vervolgens te kunnen manipuleren, met als uiteindelijke toepassing de quantumcomputer. Baarts promotieonderzoek richt zich nu op een soortgelijk onderwerp. (SB)
’Gewoon hard werken, en sporten om je hoofd helder te houden’ probleem minder complex werd maar toch zijn essentie behield’, aldus TNW. Schalkwijk is inmiddels alweer een jaar bezig met zijn promotie, waarvoor hij vier dagen in de week in Delft zit en één dag bij het KNMI. De bedoeling is dat hij GPU-simulaties gaat uitvoeren voor het Nederlandse weer. Een bestemming voor de gewonnen tweeduizend euro heeft de promovendus nog niet. Hij had er niet op gerekend te winnen. Dat terwijl Schalkwijk niet minder dan een tien haalde voor zijn afstuderen. Ook op de middelbare school was hij al de beste van zijn jaar. Heeft Schalkwijk nog een wijze les voor de studenten van nu? “Gewoon hard werken”, is zijn advies. “Sporten heb ik er ook altijd naast gedaan. Dat houdt je hoofd helder.”
Hogewoning geen Masterchef Vierdejaars student civiele techniek en amateurkok Job Hogewoning is geen Masterchef 2011 geworden. Hij ziet 25 duizend euro aan zijn neus voorbij gaan.
03
hoewel hij hoge cijfers kreeg voor zijn gerechten. De uitzendingen voor Masterchef zijn eerder opgenomen. Hogewoning moest maandenlang zijn mond houden over de uitslag van de wedstrijd. Op zijn Facebook-pagina kon hij de avond na de wedstrijd eindelijk reageren, vanuit de Colombiaanse stad Cali waar hij zit als uitwisselingsstudent. Hogewoning op Facebook: ‘Persoonlijk heb ik er vrede mee. Mijn studie is wat ik wil doen. Betreffende het koken, dit zal zeker niet de laatste keer zijn dat ik in de keuken sta. Ik zal altijd blijven koken voor de mensen die mij inspireren om te doen wat ik doe, en die mij ook laten doen wat ik doe.” (SB)
Robotdag
Zondag stond het Science Centre in het teken van robots, in het kader van de European Robotics Week. Er waren speciale lezingen voor kinderen en volwassenen. Kinderen konden een workshop Lego Mindstorms doen. De kinderen moesten met de computer een parcours programmeren in een autootje. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
www.sciencecentre.tudelft.nl
Kluistentamen voor speciale gevallen Studenten die door persoonlijke omstandigheden een tentamen niet hebben gehaald, moeten een extra mogelijkheid krijgen om hertentamen te doen, vindt de studentenraad. De studentenraad (sr) hoopt met een nieuw soort tentamen, het kluistentamen, te voorkomen dat studenten buitensporige studievertraging oplopen. Dat tentamen ligt klaar in een spreekwoordelijke kluis en kan snel na
het eerste tentamen worden gemaakt door studenten die vallen onder artikel 7.51.2 van de Wet op het Hoger Onderwijs. Dat beschrijft een reeks aan bijzondere omstandigheden, zoals ziekte, bijzondere familieomstandigheden en lidmaatschap van het bestuur van een studentenorganisatie. Ook ‘studievertraging die het gevolg is van de wijze waarop de instelling de opleiding feitelijk verzorgt’ valt onder het genoemde artikel. Vandaar dat de sr spreekt over ‘persoonlijke omstandigheden’ en ‘buitensporige studievertraging’. Bij het missen van het eerste tenta-
men ontstaat er al gauw vertraging. Studenten moeten vaak een half jaar en soms zelfs een jaar wachten op het hertentamen. Dat kan volgens de sr leiden tot een sneeuwbaleffect, doordat studenten niet verder mogen met vervolgvakken. Het kluistentamen wordt nadrukkelijk alleen ingezet in uitzonderlijke gevallen. ‘De student mag geen materiaal meenemen na afloop van het tentamen. Op deze manier kan het tentamen langere tijd hergebruikt worden’, aldus de sr. De raad wil het voorstel 5 december bespreken met het college van bestuur. (SB)
DELTA. 34 01-12-2011
science
opinion please
04
TU algorithm identifies cancer gene networks A recent article on colon cancer, published in ‘Nature Genetics’, identifies many more cancer genes than expected. The biologists used a data analysis tool developed at TU Delft, in collaboration with the Netherlands Cancer Institute.
Green bombs If you’re working on biofuels, funded by the army, would you hesitate if they asked you to help develop green explosives? Nature reports on the recent worries of some US synthetic biologists. It all began last month following a ‘statement of need’ from the Strategic Environment Research and Development Program, asking for help from microbiologists to adapt microbes to the biological production of explosives instead of biofuels or bioplastics, which they were working on previously. The dilemma starts with the large research funding by the US Department of Defence. “They have a very large budget, which allows them to finance and orchestrate many research topics,” explains Dr Behnam Taebi, a philosopher at TPM, who points out that many research projects are not military in character but just facilitate operations. Think of solar cells, biofuels or robotic research. Professor Jack Pronk, a microbiologist at the faculty of Applied Sciences, also works on biofuels. His current research is not funded by the (Dutch) Ministry of Defence, yet Prof. Pronk has no principal objections to military funding. He can nevertheless imagine that his US colleagues think twice about working on green explosives. After all, knowing what your work will eventually be used for is part of one’s job satisfaction. Nature even quotes a US biologist who says he couldn’t face his children if forced to confess he is developing explosives. Prof. Pronk however argues that industrial microbiology has long ago lost its innocence. During the First World War, German researchers added sulfite to an alcohol fermentation process, thus steering the yeast towards the production of glycerol, with the sole purpose of turning it into the highly explosive nitroglycerine. Ethical decisions in science strongly depend on historical circumstances, the professor contends: “Just read the biography of Robert Oppenheimer, the father of the atomic bomb.” Taebi wants to broaden the perspective of the discussion. What is really at stake, he says, is whether or not the war (or the one that one prepares for) is a ‘Just War’. This concept was introduced by Hugo de Groot (Delft, 1583) in his groundbreaking ruminations on International Law. According to De Groot, a war is ‘justified’ in a nation’s self-defence or in an attempt to prevent gross injustice, like genocide. Thus, a UN resolution makes a war legal, but not necessarily just, says Taebi. The latest wars in Afghanistan and Iraq were neither legal nor just. If however the war is just, one should also discuss the responsible manufacturing and use of weapons. Questions seemingly become legitimate when it is a question of whether depleted uranium should be used in vehicles (minimising risk to the military personnel), whether cluster bombs are permissible weapons (minimising the risk for future inhabitants in a war zone), and whether we should minimise environmental damage by producing explosives more ecologically. Harm should always be minimised. Prof. Pronk says that irrespective of the government’s or university’s standpoint, academic researchers should retain the right to refuse weapons research if it goes against their conscience. Taebi agrees, but he would like researchers to be more vocal in public discussions about their ethical dilemmas: “The concept of a just war is not only a moral discussion for philosophers; it’s also of political and practical importance to engineers and researchers.” Taebi would therefore welcome an open discussion at the university about military funding. (JW) Nature, Vol. 479, 24 November 2011, p. 458
Jos Wassink
Electronic networks analyse biological networks. (Photo: Jeroen de Ridder)
To identify genes involved in colon cancer, the researchers used mice as a model for human cancer formation. The mice carry a piece of DNA that can jump to another location, causing a mutation there. Fittingly named the ‘Sleeping Beauty’ transposon, the gene only jumps once it has been ‘kissed awake’ by a certain chemical. The result is widespread mutations throughout the mouse genome. Some of the mutations may be harmless, others can prove fatal. Molecular biologists from the Sanger Institute (UK) collected and read DNA from more than 400 mouse colon tumours. These tumours carry the genetic mutations that cause cancer, but also harmless mutations. How to tell these apart? That’s where the bio-informatics researchers from TU Delft come in. Dr Jeroen de Ridder (EEMCS), co-author of the article, explains that large numbers of tumours are essential for the
analysis. The method that he and his colleagues developed calculates the likelihood of the presence of a certain mutated gene in multiple tumours on the basis of coincidence. The lower the probability, the more likely it is that the gene plays an active part in cancerous growth. In all modesty, De
‘Not all players may be equally important’ Ridder says their method, which is called Gaussian Kernel Convolution (GKC) and was developed in 2006 in collaboration with the Netherlands Cancer Institute (NKI), has become a world standard in bio-informatics analysis of ‘insertional mutagenesis screens’. “We found many more cancer genes than expected,” says De Ridder, referring to the colon cancer study. More
than 800 genes with mutations were identified, of which more than 200 have been suggested to be deregulated in human colorectal cancer. “Many genes can contribute to tumour growths in combination with other genes.” Analysis of the data yielded no less than 38 genetic networks involved in cancer formation. “Our analysis has shown that large numbers of genes are involved in tumours, but not all players may be equally important,” says De Ridder. It is now suggested that some mutations are actively driving towards cancer growth and other mutations are more like passengers picked up along the way as the disease develops. Researchers are now trying to tease out those key drivers.
’Nature Genetics’, 6 November 2011, doi:10.1038/ng.990
Chaos rules the waves Hydroinformatician Michael Siek developed a chaos-based computer model, which seems to predict storm surges better than the models currently in use. Siek would like to see his model put to the test. High tides and northwesterly storms have always been scary circumstances for the Dutch. In February 1953, for example, water levels rose by 4.5 metres and caused major flooding in the southwest of the country. It’s hardly surprising then that major efforts have been put in to correctly predicting water levels hours or even days in advance. The official Dutch Continental Shelf Model (DCSM) does this by combing wind speed and direction, air pressure and tides, in a mathematical model based on physical equations and knowledge about the sea floor. However complicated and refined the model is, it is not failsafe. In another storm, on 9 November 2007, the DCSM model underestimated the sea rise by more than one metre. The water rose even higher than in 1953. Michael Siek, MSc (Indonesia, 1974), was not surprised by this underestimation. He argues that a model is as good as its inputs, such as weather forecasts, and the fact that - like the weather - the sea level is basically
Modified Lorentz attractor. (Image: Michael Siek)
a chaotic system. This implies that small differences in the starting conditions can produce wildly different outcomes. Instead of building a physics-based model, Siek, following an approach that the Hydroinformatics group of Unesco-IHE has been developing for the past ten years, made a highly sophisticated data-driven model based on chaos theory and neural networks. His model uses huge historical data files of water levels in, say, Hoek van Holland, without solving the underlying physics. Chaos theory can reveal hidden patterns in seemingly random phenomena, which it does by embedding the data in hyperspace – choosing the right number of dimensions and other
parameters is essential. If well chosen, repeating patterns emerge from the data, as do occasional sudden jumps to other patterns. Siek predicts the storm surge by following neighbouring trajectories in hyperspace step by step. Strange as it may seem, chaotic prediction has performed very well, although thus far it has only been performed on historic data. Siek would like his model to be tested side-byside with the DCSM. (JW)
Michael Siek, ‘Predicting Storm Surges: Chaos, Computational Intelligence, Data Assimilation, Ensembles’, 6 December 2011, PhD supervisor Prof. Dimitri Solomatine (TU/IHE)
DELTA. 34 01-12-2011
science
05
short news science More alcohol
Wrist watch
Rijkswaterstaat
Rembrandt researcher
Ten percent more alcohol from fermentation. That is what biotechnology researchers from Professor Jack Pronk’s group (Applied Sciences) achieved in collaboration with Brazilian colleagues from the University of Sao Paulo and the Federal University of Santa Catarina. Brazil has the world’s largest bioethanol production based on sugarcane. The yeast was genetically modified to take up sucrose and break it down in the cell (it normally does this outside of the cell), and subsequently put under evolutionary pressure.
After a fall, bones in the wrist may change position, owing to torn ligaments for example. The displaced bones may cause pain and result in absenteeism long afterwards. Conventional imaging techniques however show no abnormalities. Dr Martijn van de Giessen (AS) developed a way to make the displaced bones visible by comparing the X-rays of a standardised set of movements with poses of healthy wrists. His computer model is able to distinguish between normal (green) and abnormal (red) bone gaps.
Rector Karel Luyben and Rijkswaterstaat ICT director Kees van der Kaa signed a research contract yesterday. Rijkswaterstaat will provide 800,000 euros in funding to geodetic and data research projects at the TU over the next four years. Research topics will include the capsizing of the Netherlands (east up, west down), data management policy (is Rijkswaterstaat’s data public or not), embedding laser scanning technology and setting up a 3D basemap of the Netherlands. OTB research institute is the primary scientific partner.
Delft paint expert, Professor Joris Dik (3mE faculty) has joined the Young Academy of the Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW). The Young Academy was founded in 2005 with the aim of bringing young researchers into contact with colleagues from other specialist fields. Dik studied art history and archaeology and conducted his PhD research in chemistry. He is renowned for his research on paint layers of old paintings, including those by Rembrandt and Van Gogh.
Flying without a trail
halfway
PhD student Tim Snijders of the faculty of Aerospace Engineering is investigating how well airplanes can fly on synthetic kerosene. After years of ground tests he is about to take off. Tomas van Dijk Some airline companies are already flying on synthetic kerosene, which is kerosene fabricated from organic materials, coal or gas, using the Fischer–Tropsch process. That is, they are allowed to fly on a fuel mixture consisting of 50 percent regular kerosene and 50 percent of the synthetic form. This 50-50 mixture is needed because pure synthetic kerosene is too clean. This may seem a strange reason, yet it makes sense according to Snijders. “Synthetic kerosene contains no sulphur and no aromatic hydrocarbons,” he explains. “These compounds however are to some extent necessary for the lubrication of the air plane engines. Aromatic hydrocarbons also cause the o-rings in the piping of the engines to swell during flight, which is good because as a result all pipes become tightly sealed.” However, during extensive ground tests with TU Delft’s research airplane (Cessna citation), which the university co-owns with the National Aerospace Laboratory, Snijders discovered that a blend containing only
In January 2012, Tim Snijders plans to fly using his synthetic kerosene blend. (Photo: TU Delft)
5 percent of normal kerosene is also ‘filthy’ enough to have these advantages. Now, three years after the researcher started experimenting on the ground
A blend containing only 5 percent of normal kerosene is ‘filthy’ enough to have these advantages and sending his findings to the flight authorities, Snijders finally got approval to experiment in the air. In early 2012 he will take off. The flight will be enervating, not so much from a safety perspective – Snijders is sure his blend containing
90 percent synthetic fuel made from natural gas is safe – as from an environmental one. The engineer hopes the plane will not create any contrails, the visible trails of tiny ice crystals left behind by airplanes. Air traffic is thought to contribute to climate change not only by the emission of greenhouse gasses but also by the clouds it produces. The little droplets and crystals need fine, dust-like soot to start forming. Snijders believes he will emit much less of these little particles with his clean fuel.
cover “I found the picture on internet,” says Dr Chenggang Shen. “I chose this one called ‘particles’ because it shows small particles, degrees of separation and light. Just like in my PhD research.” The real pictures from his research are monochromatic and the sub-micron particles are no more than bright spots. Shen did not want to use these photos as a cover, however, as people might think he was a nerd doing boring stuff. The cover had to be ‘cool’ and stimulate one’s imagination. During his research, Shen designed and made three different nano-sieves, which are devices that use a vertical wall to separate for example 2 and 0.2
micron particles, selectively stopping the ‘big’ ones while letting the smaller ones pass. So far there are no applications for these nano-sieves, but Shen can easily think of some, such as having one in your smartphone, thereby allowing it to analyse your blood sugar level or other vital health data. Or industry could use such filters to separate fat from protein in milk. Shen even thought of ways to prevent the sieves from clogging.
Chenggang Shen, ‘Silicon Micromachined Vertical Structures for Nanoparticle Separation’, 21 November 2011, PhD supervisor Professor Pasqualina Sarro (EEMCS).
(Photo: Sam Rentmeester/FMAX)
Dry bulk terminal design Name: Teus van Vianen (31) Nationality: Dutch Promoters: Professor Gabriël Lodewijks and Dr Jaap Ottjes (Mechanical, Maritime and Material Engineering - marine and transport technology section) Subject: Design and operational control of dry bulk terminals Thesis defence: In 2.5 years “Owing to the high demand for steel and energy, in the near future more terminals will be needed for storing dry bulk, such as iron ore and coal. In Europe, we’re increasingly looking into sustainable energy, but in countries with fastgrowing economies, like China and India, the demand for cheap energy sources and steel will increase. Iron ore and coal primarily comes from countries like Australia, Brazil and South Africa. Terminals are built in harbour areas, as intersections between land and sea transport. How should we expand existing bulk terminals or design new ones? There is hardly any existing literature on this subject. Much research has been done about container terminals, but not about dry bulk terminals, for which the building costs are considerable, given that large investments must be made in heavy equipment. An extensively researched approach is therefore a must. Consequently, my research is focusing on how to expand or build dry bulk terminals. When a ship docks with iron ore or coal in its cargo holds, a grab crane is used to unload the ship. Belt conveyors then transport the unloaded materials to a stockyard machine, which stacks it in the stockyard. This may sound like a very straight-forward operation, but it isn’t, because one never knows exactly when ships will dock, as they easily get delayed by rough weather, like sea squalls, during the journey. And when a ship is unloaded, another ship could arrive that must be loaded. This has consequences for the belt conveyors being used, as well as for the machines in the stockyards. No one wants ships to dock for longer than necessary, because that costs money. Planners are therefore constantly busy selecting the right routes for the belt conveyors, and these planners all have their own methods based on personal experience. I’m working on a simulation model containing smart algorithms that takes possible delays and disturbances to the machines into account. The simulation model also considers the optimal network of the belts. I’ve visited many dry bulk terminals during my research and was surprised to find that the terminals want many of the belt conveyors to be flexible, so that they can be moved if necessary. However, it could very well be that the system works more efficiently and requires less maintenance when a majority of the belts are static. Hopefully, in two and half years from now, I will have succeeded in creating much more knowledge about how to build dry bulk terminals and a simulation tool for an optimal conveyer-belt network.” (RV)
DELTA. 34 01-12-2011
international students
06
Life after Delft: ‘better, brighter’ Smart, strong and hard working, Yusuf Hartono is a TU Delft graduate to be proud of. DAVID MCMULLIN Born in a leprosy colony east of Palembang, South Sumatra, Yusuf Hartono (47) would eventually make his way to TU Delft, earning a PhD in number theory at the EEMCS faculty from 1998-2003. After graduation he returned to Indonesia, where he is currently a university lecturer at Sriwijaya University. While pursuing his PhD in Delft, Hartono was profiled in a Delta article, titled ‘The smartest paperboy in the world’, as he worked six days a week delivering morning, afternoon and evening newspapers in Delft. You’ve gone a long way. “Indeed. During my childhood, not many people knew about leprosy. The colony was built by the Salvation Army in 1914. Healthy people, so to say, always looked down on leprosy or
ex-leprosy patients and their families. That’s why I was very strongly motivated to study hard in order to lift up my family.” How do you spend your working days? “I teach statistics and number theory and also conduct research, mainly on mathematics education, such as how to help high school students learn math and help math teachers deal with the subject.” What did you learn from your TU Delft years? “I had a great experience at TU Delft. It taught me how to work hard, appreciate others, use time efficiently, care for the environment…. And of course my understanding of my subject is also much better than before, which gives me more self-confidence in teaching.” Did you take anything from the ‘Dutch way of life’? “Yes, gezelligheid. Showing hospitality, sympathy and appreciation to everybody, that’s a good example of a Dutch way of life I took with me.”
Foreign eye
Always some last-minute tinkering for students to do when preparing their experiments for launch. At times like this teamwork sure comes in handy. Here, two students rush to connect the last few wires of their CanSat (a simulation of a real satellite integrated within the shape and volume of a regular soft drink can) at the first African CanSat launch, in South Africa, where TU Delft’s Dare student rocket club members were invited to organize a launch in conjunction with the International Astronautical Fede
http://me
What has a TU Delft degree meant to your life after Delft? “Having a degree from overseas - let alone from a well-known university like TU Delft - is a dream of everybody. A TU Delft degree isn’t just about knowledge, but far beyond that. You get different ways of thinking and of appreciating differences among people.” Describe your experience delivering newspapers in Delft. “It wasn’t just about earning money, but also about working hard and appreciating ‘lower lower’ people.” How do you see your future? “I know it’s going to be bright. I’m working on my full professorship and plan to retire as a lecturer at Sriwijaya University.” In a word or two, describe your ‘Life after Delft’? “Better and brighter.” The 2003 Delta archived article about Yusuf Hartono is available at: www.delta. tudelft.nl/206
ration’s 60th anniversary. Six CanSats designed and built by South African high school and university students were launched to an altitude of one kilometer on a Dare CanSat V6 rocket. (OM) (Photo: Frank Engelen www.dare.tudelft.nl
Puja Nanda, from India, is an MSc student studying computer science engineering. (Photo: webcam)
“Little did I anticipate the level of dependency that I’d eventually have in life when first laying my hands on a personal computer as a 4th grader in the mid 1990s. From geeky Windows 3.0 to its more convenient descendant, Windows 7, the transformation has been marvelous. The first time I used internet was some 12 years ago - the altavista.com search engine. A Rediffmail account was trendy back then in India, and having a well-populated Yahoo! messenger chat list was considered equally cool for us Indian schoolkids. By the time I reached high school, I’d graduated from a naive BASIC programmer to a more comfortable being in C/C++, and thus decided to study computer science. My earliest encounter with internet each day happens when I subconsciously try to shut my online kukuklok.com rooster off and turn on my grooveshark online streaming playlist to kick start my day. Of course I’m a social networking fanatic, but I also end up spending lots of time at my favorite technology web publications, TechCrunch.com and BBC Technology. Technology’s a rather volatile domain, where something new is born each day, thus I’m always surprised by articles on these sites. Apart from the technical blogs, I really enjoy exploring Flickr.com, checking out the photo of the day and other photographs at Flickr Explore. I love photography, and Flickr.com’s a brilliant site for photographers to share their work and learn from each other. Internet’s growing and shrinking simultaneously. What’s brilliant about internet is that it’s accessible to me in all sizes: from lightweight apps on my smartphone to the massive SETI@home project that allows me to contribute to the search for extraterrestrial intelligence. Since I’m a student of scientific computing, I love the latter, but for personal convenience I end up spending enough time interacting with internet applications on my smartphone. My current favorite smartphone internet apps are Google Sky Map, travel helpers like 9292ov and NS app, ActionVoip (international calls on student budgets) and blogs, like my Dad’s blog. I could never write enough about the internet; it’s such a delightful abyss. Tim Berners-Lee is a superhero for inventing www and I’m lucky that I share a birthday with him.” (CE)
My favorites: techcrunch.com flickr.com/explore setiathome.berkeley.edu ramblingnanda.blogspot.com kukuklok.com
LEI LI
Hands off Christmas As the page of November gets ripped off the calendar, the festive month unfolds, stretching from Sinterklaas to Christmas to New Year’s Eve feasts and parties (along with the waistbands of our pants). But just when most everyone is desiring to have an excuse to leave their worries behind for a while and plunge into the festive mood, Adbusters, a Vancouver-based counterculture magazine, is exhorting its followers to ‘Occupy Christmas’ by boycotting all gift shopping during the coming holiday season. Not coincidentally, this is the same magazine widely credited with having launched the original Occupy Wall Street protests and countless other offshoots around the world. In a recent interview, Adbusters’ co-founder, Kalle Lasn, took a look at today’s mode of gift-giving before pronouncing, ‘the ethic to this ritual has completely changed from back then’. Lasn recalled the holidays of his childhood, which he said were focused on quality time spent with family and friends, with gifts that were either made by hand or completely intangible. As much as one might agree that quality time should always come first, it’s highly unlikely that many people today would really appreciate a hand-made or intangible gift. Because let’s be pragmatic: the best gift is that which is most wanted and used by the receiver, no matter how expensive or inexpensive that gift may be. So it’s perfectly normal for a kid of today to want and expect the latest Xbox game instead of a heart-warming, handwritten poem from grandma, and if Xboxes and other expensive gizmos were around in Lasn’s childhood days, surely little Lasn would’ve been clamoring for them, too.
Not only have the gifts evolved to fit our times, so too has the way we gift shop. Adbusters is also ridiculously calling for the ‘Occupy Christmas’ movement to target all shopping malls, because this where most holiday shoppers flock to nowadays in search of gifts for their loved ones. And yes, many of today’s big malls also house shops selling hand-made gifts or places where kids can make arts & craft type gifts with their own little hands, so let’s hope that Lasn and Co. at least decide to ‘Selectively Occupy Christmas’ this year. Anyway, shopping in malls is no picnic. Sure, wet, freezing cold outdoor shopping streets are more ‘authentic’ than temperature-controlled malls, but fighting to grab that last twee halen, een betalen (get two, pay for one) blanket off the shelf before an ‘enemy’ shopper does is no less of a battle. So ‘Occupy Christmas’ people, keep your hands off our Christmas. Keep after the over-compensated bankers if you want, but let Santa compensate us ‘nice kids’ with new Xboxes or whatever else we most want. Unsolved crises, perceived corporate greed, political differences…let’s leave it to 2012, if, that is, the world doesn’t end first. Lei Li, from Shanghai, China, is recent MSc graduate in science communication. She can be contacted at: LeiLivanShanghai@gmail.com
DELTA. 34 01-12-2011
international students
07
‘We need women’
news in brief
TU Delft still struggles to increase the number of female professors among its academic staff, but a reinvigorated Delft Women in Science (Dewis) and new, well-funded fellowship programme offers newfound hope, according to Professor Isabel Arends, Dewis’ current chairwoman.
Farewell Professor Louis de Quelerij is stepping down as dean of the faculty of Civil Engineering and Geosciences. On Thursday, December 1 a farewell symposium will be held in his honour in lecture hall A, starting at 13:30. The symposium will focus on cooperation between industry, government authorities and universities: chance or threat? Prof. De Quelerij really believes such cooperation offers a chance for all and says he is very proud that he managed to intensify cooperation with industry and public organisations in the area of civil engineering, which subsequently yielded 13 million euros in funds for his faculty.
Mumps Health organisations RIVM and GGD will study the spread of the mumps virus among students. Despite vaccinations, the total number of reported cases of the mumps has increased over the last two years. When a student is reported to have the mumps, he/she will be asked to notify ten students he/she has had contact with, and these students in turn will be asked to do the same. This total group of students will then be requested to submit to daily saliva tests, and the people they come into contact with will be monitored. After six weeks, researchers expect to be able to see how the disease has spread throughout the group.
TINA AMIRTHA Like a car put back into gear to continue its ascent of a steep hill, TU Delft recently put in place the Dewis Fellowship, aimed at significantly increasing the numbers of women on the university’s scientific staff. “We want to bring in more females, and one instrument is to create extra positions,” says Professor Isabel Arends, a professor of biocatalysis and organic chemistry, Dewis’ chairwoman and a member of the fellowship’s central direction committee. In July 2011, TU Delft’s Executive Board approved the Dewis Fellowship, to be used to attract new, female academic faculty staff members, with funding amounting to upwards of 14 million euros. The fellowship’s funds will be dispersed to select female candidates, in order that they may pursue tenure-track positions for a period of five years, after which control of the funding will be taken over by the faculties where the female professors work. The Executive Board has agreed to appoint ten female candidates to the fellowship in 2012, and another ten in 2014. Dewis is an organization that formally advocates for professional standards on behalf the TU Delft’s female academic staff. Or, in Arend’s words: “We act as a counterpart to the human resources’ department and to the university’s Executive Board”, while also providing networking and mentoring opportunities among female scientific staff in Delft and encouraging professional success. All women holding scientific staff positions at TU Delft are automatically members of Dewis. The Dewis group laid down its first roots back in early 2006, through a
‘Why is the participation of women so low?’ series of lunchlezingen (lunch lectures), at which keynote speakers would discuss various gender-focused career topics in an informal setting during lunch hours. “One of the first goals was of course to stimulate the participation of women,” Prof. Arends says. “Why is the participation of women so low? We subsequently went through a cycle of a few years trying to understand why that was.” A yearly conference was also instituted in 2006, and Dewis has since gradually evolved into an influential body regarding the university’s resources and female academics. However, Dewis has had its struggles. “At a certain moment there was a critical moment,” Prof. Arends explains of a period in 2008 when TU Delft signed a charter called ‘Talent to the Top’. “Dewis was the catalyst in that process, because we had invited the charter’s chairwoman, Sybilla Dekker, to the confe-
Award winners Professor Bill Rossen of the faulty of Civil Engineering and Geosciences has been named the ‘Best TU Delft Teacher 2010-2011’. Jerôme Schalkwijk, of the Applied Sciences faculty, was awarded the title ‘Best Graduate’ of the past academic year. His degree project studied the still unknown interaction between clouds and the phenomenon of climate change.
Masterchef Professor Isabel Arends: “We want to bring in more females, and one instrument is to create extra positions.” (Photo: Sam Rentmeester/FMAX)
rence. She was very influential over our [then university] president. She said: ‘You can be the first university to sign this charter’. The board decided, ‘Ok, this is important to us; we’ll do this.’ So, at that Dewis conference we brought everyone together.” As a result, the university’s Executive Board formally engaged the human resources department into creating an action plan, of which one point was the Dewis Fellowship.
Lagging behind
In line with European Union mandates calling for increasing female faculty members in academic settings, many Dutch universities have maintained recruitment programs and increased their female faculty levels since 2000. In 2005, TU Delft, supported by the Dutch Ministry of Education, set a goal of increasing its number of female faculty members from 4 percent to 10 percent by 2010. However, as of 2010, TU Delft had only managed to increase this total to 7 percent - 3 percent short of the goal set back in 2005. “What you see is that for tenure track positions, the percentage of females university-wide is lagging behind further and further,” Prof. Arends admits, but adds that the Dewis Fellowship will strive to close that gap. “But we’re also in competition with a lot of other universities.” The general consensus is however that TU Delft has a clear advantage over other Dutch technological universities in this regard. Arends: “In Eindhoven, for instance, they focus on biomedical and health topics, while TU Delft is open to all technical subjects.” Despite having put in place a solid strategy for bringing in female faculty through 2014, TU Delft seemingly also needs to brainstorm about how to retain female talent. “I sometimes see a lot of PhDs at the end of their research periods, when perhaps they want to start families or want to make sure that their husbands are happy,” Prof. Arends says, citing one reason for low female academic retention rates. “One of the things Dewis does is
visit all the faculties every two years, to speak to the deans and support staff about diversity and things we can do to stimulate bringing in more women to their staff positions.” TU Delft’s efforts to increase female faculty members were upstaged earlier this year, when Dr Maaike Snelder, an outstanding graduate from the faculty of Civil Engineering & Geosciences and the 2010 recipient of the annual Dewis Award, presented to the university’s ‘most talented female PhD student’, did not immediately consider an academic career. Instead, Snelder
‘The dean cannot pick the personnel; it’s the department heads that have to do that’ decided to continue her scientific career at TNO, the Dutch innovation center. “But that has now changed,” Arend says, noting that Snelder is now considering a part-time contract with the university. “I think the award stimulated her to think more about an academic career, and now she’s looking for a way to combine her job and academic career.” Moves to bridge the gender disparity among academic staff has now assumed a new vigor. Dewis will shift its communication focus closer to the source of change. “As Dewis, we not only want to speak to the deans, we also want to talk to the department heads, as that is often where the real decisions are made about personnel,” Prof Arend notes. “The dean cannot pick the personnel; it’s the department heads that have to do that.” With Prof. Arends at the helm, Dewis will continue to strive to attract female scientists to the TU Delft community. The Dewis Fellowship is her priority for this year, she adds, with the preliminary candidates being announced in April 2012: “It brings a clear message to women that: ‘We need you. Please come to us’.”
Job Hogewoning, a civil engineering student, failed to become the Dutch Masterchef 2011, which came with a 25,000 euros prize. Hogewoning and his opponent, Sacha de Lint, had to execute different tasks in the TV show’s final episode. They both had to cook a starter, main course and dessert, but first they had to test their taste, a test which De Lint won. After that, Hogewoning wasn’t able to catch up with De Lint, despite of the high marks he earned for his dishes.
Re-sit Students who failed an exam due to personal circumstances should be given an extra re-sit immediately after the first exam, the Student Council (SC) says. The SC calls this a kluistentamen, an exam that is kept in a proverbial safe and only used in special cases. After this exam, students are not allowed to take the exam home with them. In this way, the exams can be used over longer periods of time. The SC wants to prevent students from being delayed in their studies. Regular re-sits are often held six and sometimes even 12 months after the original exam.
Merger The chairwoman of the Erasmus University Rotterdam’s Executive Board, Pauline van der Meer Mohr, is not surprised by the resistance to the merger with the universities of Delft and Leiden. Some 72 percent of TU Delft students and staff are not in favour of a merger. This week Erasmus Magazine published the Rotterdam figures: 57 percent is against the merger. Van der Meer Mohr, however, is sticking to the story that the three universities are simply investigating a close cooperation. Like her TU Delft colleague, Dirk Jan van den Berg, she claims that a merger should not be excluded at this time.
Sino-Dutch agreement Evides Industriewater, TU Delft and two Chinese institutes - the Harbin Institute of Technology’s National Engineering Center of Urban Water Resources and the Xi’An Provincial Academy of Environmental Science – signed a cooperation agreement last week. This agreement marks the start of the Sino-Dutch Research Program (SDRP) for the coal-chemical industry, which will combine fundamental and applied research and focus on developing new and improved advanced wastewater treatment technologies, reuse technologies and zero liquid technologies.
Amsterdam liveable Amsterdam was ranked 12th on this year’s rankings of the world’s most liveable cities. The Mercer consultancy company annual issues this ranking of the worlds’ best cities to reside in. Vienna was adjudged the world’s most liveable city, followed by Zürich and Auckland. In this ranking of 221 cities, Baghdad was ranked in last place.
Master’s track Tim Baart is the first student to finish the Casimir pre-PhD track for MSc students of Applied Physics (Delft) and Physics (Leiden). This Master’s track focuses on educating students, especially for PhD positions at the two institutions or elsewhere and is designed to respond to the increasing mobility of students after completing their BSc. The track leads to a particular set of courses and research experiences in more than one department. Baart conducted his research in Leiden, Harvard and Delft. He is now a PhD student at TU Delft.
DELTA. 34 01-12-2011
lifestyle
08
Dicht bij de doelgroep Techniek is niet suf. Dat beeld heeft de TU Delft het afgelopen jaar uitgedragen aan scholieren en bachelorstudenten. Het idee voor de campagne ‘Dare to be…’ kwam van drie TU-studenten. Komende week start de ontwerpwedstrijd die een nieuw marketingconcept moet opleveren.
afbeeldingen van sporters die vol in beweging zijn. Student industrieel ontwerpen (IO) René Smeets legt uit hoe hij en zijn partners Vincent Laban (ook IO) Niels Jacobs (luchtvaart- en ruimtevaarttechniek) redeneerden: “Techniek wordt op middelbare scholen met sufheid geassocieerd. Met de campagne wilden we laten zien dat aan bijna alles om ons heen is gerekend, ook aan die kitesurfer.” Daarom bedachten de drie winnaars dat er
SASKIA BONGER
‘Dat we studenten zijn, werkt zowel in ons voordeel als in ons nadeel’
Een kitesurfer. Zo iemand is hip, snel en sportief. En wie wil dat nou niet zijn? De wervingscampagne ‘Dare to be…’ die de TU de afgelopen drie rondes open dagen heeft gebruikt, kwam voor het eerst niet van een duur reclamebureau. Hij kwam voort uit een ontwerpwedstrijd voor studenten van de TU. Het idee was dat zij zo dicht bij de doelgroep staan - scholieren op zoek naar een bacheloropleiding en bachelorstudenten op zoek naar een master - dat zij hen als geen ander kunnen aanspreken. De winnaars van vorig jaar bewezen dat goed begrepen te hebben met
technische informatie over de afbeelding heen moest komen te staan. Via augmented reality waren de afbeeldingen in 3D te bekijken. De ‘Dare to be…’-campagne heeft Smeets en Jacobs geen windeieren gelegd. Hun bedrijfje Kinetic Vision kreeg er een boost van. “Er zijn een hoop bedrijven die gekscherend beginnen, maar nooit verder komen. Ons is dat op deze manier wel gelukt”, vertelt Smeets. Hij en Jacobs haalden onder andere de gemeente Delft als opdrachtgever binnen en ontwikkelden applicaties voor telefoons en tablets. Ze ontwierpen ook voor ver-
Voor de laatste ‘Dare to be…’-open dagen lieten Jacobs, Smeets en Laban de sporters los en toonden ze de stad Delft en haar ‘altijd knutselende studenten’. Hier een scene in de Delftse Hout. (Foto: Kinetic Vision)
schillende kleinere bedrijven de huisstijl. Voor Royal Delft maakten ze een film over een nieuwe productlijn. De studenten investeerden in foto- en filmapparatuur en er kwam kantoorruimte aan het Mijnbouwplein. Vooral dat laatste is volgens Smeets een belangrijke stap. “Dat we studenten zijn, werkt zowel in ons voordeel als in ons nadeel. Studenten zijn jong en fris, maar hebben ook de naam laks te zijn. Het bedrijfspand laat potentiële opdrachtgevers zien dat we een stabiel inkomen hebben.” Die potentiële opdrachtgevers zijn er genoeg, denkt Smeets, ook binnen de TU. “De TU is één organisatie, die eigenlijk bestaat uit vele kleine organisaties. Moet er ergens gefilmd worden, dan komen mensen naar ons toe. Maar we zijn multi-inzetbaar. We doen meer dan alleen filmen. Ook voor conceptontwikkeling, grafisch design en 3D-modellen kunnen mensen bij ons aankloppen.” Smeets hoopt over een half jaar af te studeren. Daarna is hij van plan om al zijn tijd in zijn bedrijfje te steken. De toekomstige winnaar van de ontwerpwedstrijd van marketing en communicatie heeft dus kans op een leuke carrièrestart. Maar eerst moet dat ene winnende idee bedacht worden. Dat moet niet alleen dichtbij de doelgroep blijven en ‘inspirerend en creatief’ zijn. Het moet ook de ‘merkwaarden’ van de TU Delft versterken, voor alle faculteiten bruikbaar zijn, en toepasbaar zijn op verschillende media, zoals internet, brieven en posters. Daarnaast moet er een ‘logische link tussen de bachelor- en de mastercampagne’ worden gelegd. Studenten krijgen tot 10 februari 2012 de tijd om hun ontwerp in te leveren. Een week later maakt de jury bekend welke drie concepten verder uitgewerkt mogen worden. Dat moet op 8 maart een winnaar opleveren.
Meer informatie over de ontwerpwedstrijd ‘Ontwerp jij het nieuwe campagnebeeld voor de TU Delft?’ is te vinden via studenten.tudelft.nl. Het bedrijf van de winnaars van vorig jaar is te vinden op www.kineticvision.nl.
time out
Lekker stampen Waarom zijn er zo weinig technofeestjes in Delft? Misschien wel omdat niemand behalve club Ciccionina eraan denkt ze te organiseren. Van die bank af dus: we like techno! Club Ciccionina heeft er een handje van om precies die gaten in het Delftse uitgaansleven op te vullen, waarvan je gewoon weet dat ze een daverend succes zijn als je ze opvult. Wie herinnert zich het laatste echt goede technofeestje in Delft? Precies. Hartstikke zonde natuurlijk, want voor je het weet zit tout studerend Delft op donderdag, vrijdag en zaterdag wéér in de trein naar Rotterdam of Den Haag om eens iets te beleven buiten de soos. Technofeestjes zat in de Randstad, maar wat zou het heerlijk zijn als je niet telkens een logeeradres of trein na afloop zo hoeven regelen, maar gewoon in je eigen bed zou kunnen duiken. Bij deze. Met We Like Techno zet Ciccionina de fijne feestjes terug op de Delftse kaart. Compleet met een wat underground karakter, voor 150 man publiek tegen een ieniemienie entreeprijs - precies zoals dat hoort bij deze muziek. De kick-
off is vanavond, wat meteen het startsein moet zijn van een ‘gruwelijk gezellige feestmaand’ bij Ciccionina. De club trommelt er één van de meest succesvolle vrouwelijk techno-dj’s voor op: de Amsterdamse Shinedoe. Niet missen, zeker als je haar niet allang eens hebt gezien op Dance Valley, Awakenings of in een club op Ibiza. Ze wordt geflankeerd door de Delftse dj’s Oelaj (van de Club Clochard-feesten), huis-dj Def Jefferson en Steelo. De toon kan maar gezet zijn: wat je noemt een goede avond stampen na het stampen voor je tentamens. O, en mocht je over het enige excuus beschikken om deze avond te missen: op 24 december heb je nog een kans. Dan draait Shinedoe in de tijdelijke club Perron aan de Rotterdamse Schiestraat, in navolging van Benny Rodrigues en Speedy J. (JH)
We like techno, donderdag 1 december van 23.00 tot 5.00 uur in Ciccionina. Toegang: €5,-. Geen voorverkoop, wel betaalde reservering: info@interlabmusic. nl. www.ciccionina.nl
sport
Dopie-spits Aimee Ferouge (blauw shirt) vergeefs op zoek naar een doelpunt in de verloren hockeymatch tegen Gouda. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Drie seizoenen geleden hockeyden de dames van Dopie nog in de eerste klasse. De toenmalige selectie had zich in korte tijd daarnaar opgewerkt vanuit de derde klasse. In twee seizoenen tijd legden de vrouwen de omgekeerde weg af, een schijnbaar logisch gevolg van een leegloop. De sterkste speelsters studeerden af en gingen weg, waarna een soort sneeuwbaleffect ontstond: teamgenoten zochten hun hockeyheil bij burgerverenigingen. “Vorig jaar wonnen we voor het eerst weer wedstrijden”, verhaalt Aimee Ferouge. “Dat kwam de sfeer binnen het team zeer ten goede.” Met een sterk verjongde ploeg draait Dopie nu goed mee in de subtop van de derde klasse. Zondag zou een thuiszege in de ‘zespuntenwedstrijd’ tegen Gouda zelfs zicht op een plek voor de play-offs geven, maar de bezoeksters hadden in Delft weinig moeite met Dopie en wonnen met 4-0. Ferouge, die er als spits niet in slaagde een tegentreffer te produceren, schat de promotiekansen vooralsnog niet hoog in: “Gouda en Noordwijk zijn gewoon veel te sterk. Geeft niks, want het gaat best wel goed nu. We bouwen aan de teamband en draaien bovenin mee.” Toch hoopt ze stiekem ooit nog mee te maken dat haar ploeg weer een of twee stapjes hogerop komt: “De prestatiecurve van Dopie verloopt als een sinusbeweging, dus ooit zullen we terugkeren in de eerste klasse. Ik hoop dat ik dat nog meemaak.” De prestatiecurve van mountainbiker Robby de Bock verloopt voorlopig meer als een opgaande lijn. Anderhalve week geleden werd de Delftse L&R-student uit het Belgische Waasland vierde tijdens de Alanya International MTB Cup-wedstrijd in Turkije. Hij kon daardoor 25 UCI-punten bijschrijven op zijn totaal dat nu op 232 punten staat. Als gevolg steeg hij naar plaats 106 op de UCI-ranking, waarin hij na Van Hoovels, Carabin en Scheire als vierde Belg staat genoteerd. Twee punten vóór zijn illustere landgenoot Sven Nijs. Voor de crossliefhebbers onder de wielrenners staat op 17 december weer de door studentenwielervereniging Wtos georganiseerde Regiocross op het programma. Het evenement vindt plaats bij het Vrederustpad, in het bos achter Ikea (www. wtos.nl/regiocross) Nieuw is het fenomeen European University Games, een initiatief van de Europese studentensportorganisatie Eusa. Het tweejaarlijkse evenement vindt volgend jaar in Cordoba plaats. De Games van 2014 zijn toegewezen aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Er komen tien sporten aan bod, waaronder voetbal, volleybal en roeien. (JT) Tips? Jimmy.tigges@hetnet.nl
Stephan
DELTA. 34 01-12-2011
lifestyle
09
Plastic soep als brain food Alarm! Na de smeltende ijskappen van Al Gore stevenen we opnieuw af op de grootste milieuramp ooit. De oorzaak? Plastic soep: vervuiling van de wereldzeeën. Tenminste, dat stelt onderzoek van de Plastic Soup Foundation. Dit weekend houden ze een landelijk congres, en Delft doet mee. Jorinde Hanse Dag 50-milliliter-stuiterfles, dag bananenzak. Dag boodschappentasje en gebruikt condoom. Dag doosje daglenzen, dag speelgoedverpakking. Allemaal in één dag zo de prullenbak in. En dat is nog niks. Als we de Verenigde Naties moeten geloven, verbruikt de gemiddelde mens 140 kilo plastic per jaar. “Plastic is ontworpen om voor altijd mee te gaan, maar wordt in de meeste gevallen eenmalig gebruikt”, stelt maritiem bioloog en plastic-soepontdekker Charles Moore. Sterker nog: volgens zijn stichting gooien we de helft van het plastic dat op ons consumptiepad komt, binnen een kwartier weer weg. Natuurlijk, een deel daarvan wordt gerecycled. Maar een ander groot deel – zo’n 6,4 miljoen ton - belandt in onze wereldzeeën. Resultaat: in elke vierkante kilometer oceaan, drijven gemiddeld achttienduizend stukken plastic rond. Plastic soep, dus. Moore ontdekte dat in totaal vijf ronde afvalgebieden in de oceanen drijven. Gyres, heten ze, waarin het afval zich verzamelt onder invloed van stromingen, wind en de rotatie van de aarde. De gyre in de Stille Oceaan alleen al zou twee keer zo groot zijn als de Verenigde Staten. Tijd voor actie, dat mag duidelijk zijn. Want wat niet wordt opgegeten door zeedieren en vogels en zo in onze voedselketen belandt, spoelt uiteindelijk aan. Niet dat dát direct leidt tot de grootste milieuramp ooit, maar de tsunami in Japan wel, waarschuwt Moore. “Een enorme hoop puin van de aardbeving
apps
Overleef de winter Van stringetjes omcirkelen tot eerste hulp bij insneeuwen: je kunt je smartphone deze winter maar het best zo compleet mogelijk inrichten. Plastic in rivieren en oceanen belandt via plankton, vissen en vervolgens vogels op ons bord. Eet smakelijk. (Foto: Plastic Soup)
en tsunami daar zet sneller dan verwacht koers naar Hawaï. Maar liefst twintig ton aan meubels, koelkasten en andere rommel bereikt in december de Midway Eilanden in de Stille Oceaan – voor een groot deel natuurreservaat.” Daarna zou het puin binnen twee jaar de kust van Hawaï moeten bereiken, en een jaar daarna de kust van Californië. En dan maar hopen dat het niet radioactief is. Goed, actie dus. Op 1 mei 2012 vertrekt een expeditie naar het drijvende afval uit Japan om data te verzame-
In de Pacifische Oceaan drijft een afvalgebied dat twee keer zo groot is als de VS len. Ondertussen mag de mens wel wat bewuster gemaakt worden, en dat moet gebeuren tijdens de landelijke Plastic Soep Driedaagse. Het klinkt als een kunstzinnig culinair evenement, maar er valt weinig te lachen: het gaat in feite over strategie en innovatie. Tussen evenementen door het hele land staan debatten in Delft gepland. Een ‘innovatief hightech debat’ in het DelfTechPark tussen industrie en wetenschap bijvoorbeeld, over hoe je plastic afval kunt afvangen in riviermondingen voordat het in zee terechtkomt. Of een Innovation Lab, waarin drie teams young scientists, young industrials en young internationals onderzoeken hoe je een sterk
vervuilde rivier kunt schoonmaken op zo’n manier dat het nog economisch winstgevend is ook. Ondertussen organiseert de Plastic Soup Foundation allerlei acties om mensen wereldwijd bewust te maken van de ‘meest onzichtbare en grootste afvalverzamelingen ter wereld’. Flashmobs bijvoorbeeld. Of Plastic Breakfasts op basisscholen, waarbij een stormvogel wordt ontleed om zijn (plastic) maaginhoud te bekijken. Zo ook op een basisschool in Franeker, tijdens de Plastic Soep Driedaagse. Je kunt de mensheid tenslotte maar het best zo jong mogelijk confronteren met de gevolgen van plastic soep. Je vraagt je af waarom de TU, al tijden bezig met de ontwikkeling van bioplastics en andere afbreekbare materialen, niet betrokken is bij een congres als dit. Maar het doel is dan ook meer bewustwording dan nog meer onderzoek. Verbeter de wereld, begin bij jezelf – dat idee. Eenmalig is schandalig. Dus neem je eigen stoffen boodschappentas mee, stop je tomaten niet in een zakje, gebruik een thermosbeker in plaats van plastic cup uit de automaat en koop geen producten met polyetheen microbeads. En blijf vooral kritisch nadenken. Want die eenmalig gebruikte condoom, die voorkomt natuurlijk uiteindelijk een hoop extra vervuiling.
Plastic Soep Driedaagse, tot en met vrijdag 2 december. www.plasticsoupfoundation.org
Een dikke puist op je voorhoofd (delete!), de whale tale van je grootste concurrent (omcirkelen!), een snorretje op die vervelende professor: met de app PhotoPen teken je net zo lang in foto’s tot je je vrienden het leukste of duidelijkste plaatje voorschotelt. Of dat ene gebouw wél oké is volgens jouw architectonische oog. Daar houdt het dan ook wel meteen weer mee op, want veel meer kan PhotoPen niet, maar wie zegt dat een goede app moet barsten van de features? Handig is ‘ie ook nog, want stel je voor dat je ingesneeuwd raakt in de barre winter die voorspeld wordt? Wel zo praktisch als je dan de route naar je huis kunt
Winter Survival Kit Leuk ***** Handig ***** Bediening ****** Prijs gratis Platform iPhone, Android, iPod Touch, tablet en iPad Ontwikkelaar Myriad Devices
tekenen op een landkaartje om de hulpdiensten op weg te helpen. Maar gelukkig heb je dan ook nog de app Winter Survival Kit. Lijkt die bij acht graden Celsius wat voorbarig; je weet maar nooit. Als je compleet met auto stilvalt langs de besneeuwde snelweg zul je nog blij zijn dat je hem hebt. De app helpt je precies te bepalen waar je je bevindt, 112 in te schakelen en familie of vrienden te alarmeren. Ook berekent hij hoe lang je je motor kunt laten draaien om warm te blijven, zonder te bezwijken aan koolmonoxidevergiftiging. O, en of je daar dan wel voldoende brandstof voor hebt (bij 27,3 liter kun je de motor veilig 14,5 uur laten draaien – wat een opluchting). De alertfunctie zorgt er verder voor dat je elk halfuur even checkt of de uitlaat niet vol gesneeuwd is, anders heb je aan die koolmonoxideberekening weinig meer. Het is wat over de top voor Nederlandse begrippen, maar aan de andere kant: wie wat downloadt, heeft wat. (JH)
PhotoPen Leuk ***** Handig ***** Bediening ***** Prijs gratis Platform iPhone, iPod Touch en iPad Ontwikkelaar Ralph Gootee III
buitenlandstage
Balanceren in China Twee maanden China hebben duidelijk wat teweeg gebracht bij masterstudent werktuigbouw Edgar van Os (26). Met een zee van verhalen keerde hij begin deze maand terug. Van Os vertelt anderhalf uur. Dan stapt hij over naar zijn foto’s. Hij licht toe, vult aan en stuit op weer ándere verhalen over de stage die hij met medestudent Florus Plaizier (23) liep bij het Nederlands-Chinese 3PM China Manufacturing Ltd. in industrieregio Shenzhen. “China is het centrum voor de productie van elektronica voor alle grote merken. Dell, Compaq, Apple, noem maar op. Shenzhen is een van de productiecentra”, vertelt Van Os. 3PM, waar hij en Plaizier hun stage voor de master production engineering and logistics liepen, maakt showmodellen van mobieltjes. “Die moeten exact gelijk zijn aan de echte toestellen. Dezelfde kleuren, randjes, weerstand van de toetsjes”, schetst hij. Er
Na secuur timen konden Van Os en Plaizier taken beter balanceren. (Foto: Edgar van Os)
komt veel handwerk bij kijken en omdat arbeid een beperkende factor wordt, werd gedacht aan automatiseren. Voor die slag was ‘Delft’ nodig. “Chinezen zijn minder sterk in creativiteit en eigen initiatief.” Dankzij Van Os en Plaizier wordt afgezien van automatisering. Na timen,
analyseren en informeren bleek het mogelijk ‘taken beter te balanceren’. Daarnaast werd onder meer de bevoorrading van de arbeiders verbeterd en met een slimme houder een sorteerstap bij het monteren van qwerty-toetsenbordjes geëlimineerd. “Uiteindelijk hadden we per arbeider tachtig procent meer productie.” Intussen leerde Van Os de Chinese bedrijfsen economische cultuur kennen. Hij is geïmponeerd door de hightech supply chain en productie die plaatsvindt in Shenzhen, waar het dagelijks leven simpel en armoedig aandoet. Van Os worstelde met de kloof tussen arbeiders en managers. “Managers zeggen wat je moet doen en hoe; de arbeiders doen dat.” Kritisch meedenken met de chef is er niet bij. En bij de vraag of alles goed liep, was het altijd ‘ja’. Ook als het nee was. Dat was voor Van Os het vervelendste én mooiste van de stage. “Alles ging aanvankelijk langzaam. Je moest vertrouwen winnen, dubbel checken en eindeloos vragen.” In Shenzhen zat Van Os ‘gevangen in een gouden kooi’. Om zeven uur ’s morgens haalde een bedrijfsauto het management van Hongkong-Chinezen, Van Os en Plaizier
op bij hun dormitory. Na een stop bij een ontbijtrestaurant waren ze om acht uur op de fabriek. Daar werkten ze tot zeven uur ‘s avonds, werden thuis afgeleverd, waar een Chinees diner wachtte. “Erna was het borrelen, even mail checken en slapen. Weinig tijd voor jezelf.” Van Os haalde de schade in de weekeinden in Hongkong in. Een schril contrast met de fabriekswijk van Shezhen. Die is grauw en onafgewerkt, vrijwel iedereen spreekt alleen Chinees en Van Os en Plaizier werden ‘schaamteloos’ aangegaapt. Dan Hongkong: “Geen taalbarrière, expats, kroegen, extreme hoogbouw en absurde luxe. Een heel winkelcentrum van Armani!” In Shenzhen genoot hij overigens ook, bijvoorbeeld van de Chinese kopieerdrift. “Nep-producten van 3M waar 3N op staat. De BMW X5 van een ander merk, maar 99 procent identiek. Van Os sluit een terugkeer niet uit. Wonen in Hongkong en werken in Shenzhen bijvoorbeeld. “Er is nog zo veel te verbeteren in de organisatie van productielijnen.” (EH)
DELTA. 34 01-12-2011
interview
10
DELTA. 34 01-12-2011
interview
11
‘Houd het servies van de wetenschap compleet’ Profileren is goed, maar universiteiten horen zich niet uitsluitend op hun sterke kanten richten. Samen moeten ze alle disciplines overeind houden, vindt natuurkundige en KNAW-president Robbert Dijkgraaf. wiskunde op verschillende universiteiten aan te bieden, al is het een kleine opleiding. Ten eerste kiezen veel studenten eerst voor een bepaalde stad en pas daarna voor een opleiding. Dus het aantal studenten wiskunde zou dramatisch afnemen als ze allemaal in dezelfde stad zouden moeten studeren. Ten tweede heeft een discipline als wiskunde een dienende functie: andere wetenschappen zijn erbij gebaat dat er aan de universiteit goede wiskundigen rondlopen. Dit geldt natuurlijk ook voor sommige geesteswetenschappen. Een fatsoenlijke universiteit moet bepaalde studies in huis hebben, al zou er bijna niemand op af komen.”
Bas Belleman (HOP) Binnenkort verruilt Robbert Dijkgraaf Nederland voor een droombaan als directeur aan het Institute for Advanced Study in Princeton, waar Einstein nog gewerkt heeft. “Iemand waarschuwde alvast dat ik niet als een soort Johan Cruijff vanaf een berg ver weg commentaar moet blijven leveren op het Nederlandse onderwijs en onderzoek”, glimlacht Robbert Dijkgraaf. “Dat zal ik zeker proberen te voorkomen.” Maar voorlopig spreekt hij nog vrijuit, want tot mei 2012 is hij gewoon president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Het is zijn taak om zich ermee te bemoeien, vindt hij. “Wij zijn in 1808 opgericht om de koning van advies te dienen.”
Sommige universiteiten overwegen een fusie. Heeft dat zin? “Ja hoor. De overtreffende trap zou zijn dat we met alle veertien universiteiten fuseren. Ik begrijp wel dat je graag met een preferred partner werkt. Ik zie hoger onderwijs en onderzoek als een netwerkstructuur: alle takken van de boom moeten in de stam bij elkaar komen, maar het is niet erg als twee takken wat eerder samenkomen dan de andere takken. Maar ik zeg opnieuw: pas op dat disciplines niet buiten de boot vallen als ze net niet binnen de lijntjes passen.”
U hebt natuurkunde en wiskunde gestudeerd, maar ging tussendoor ook schilderen aan de Gerrit Rietveld Academie. Had u in deze tijd van hoge collegegelden voor langstudeerders en tweede opleidingen kunnen uitgroeien tot wie u nu bent? “Laten we eerlijk zijn: het wordt steeds moeilijker. Misschien zou ik in deze tijd wel naar een brede opleiding als het university college zijn gegaan.” Dan was u geen natuurkundige geworden. “Misschien toch wel. We lijken soms te vergeten dat er een zeker ritme zit in hoe de student zich ontwikkelt. In Nederland doen we alsof de middelbare school de tijd is waarin je je vleugels kunt uitslaan, waarna je op je achttiende doelgericht gaat studeren. Op mijn achttiende kon ik dat toevallig wel, maar op mijn twintigste begon het te kriebelen. Onderschat de menselijke geest niet. Soms lijkt het van buitenaf alsof iemand de weg kwijt is, terwijl die gewoon om zich heen aan het kijken is. Als je het aankunt, dan moet het tot de mogelijkheden behoren om in vrijheid rond te dwalen. Dat geldt voor alle studenten, ook in het hbo. Universiteiten en hogescholen zouden jonge mensen moeten volgen, en niet omgekeerd. Je ziet ook dat vernieuwingen vaak plaatsvinden waar juist grenzen worden opgeheven. Studenten moeten zelf ook begrijpen dat ze steeds alle kanten op kunnen. Soms denken ze dat ze op een hogesnelheidstrein stappen. Ze beginnen aan een opleiding economie en op hun vijftigste zijn ze dan nog altijd econoom. Maar het is een boemeltreintje. Het stopt op heel veel stations: je kunt altijd overstappen. Daarom is het ook goed om een helder onderscheid tussen bachelor en master te hebben, zodat studenten tot nadenken worden gedwongen.” Staatssecretaris Zijlstra schreef een Strategische Agenda. Wat vindt u van zijn plannen? “Er staan verstandige dingen in, met zekere nuance. Het is een bruikbare blauwdruk. Het gaat nu om de invulling ervan; de bal ligt bij de instellingen. Het risico is dat er niet genoeg gebeurt als je het aan de instellingen overlaat, maar we hebben ook slechte ervaringen met bewindslieden die de veranderingen zelf gaan uittekenen. Het moet ‘bottom up’ komen, niet ‘top down’. De vraag is wat ‘bottom up’ en wat ‘top down’ is, natuurlijk. Als je met bestuurders van universiteiten en hogescholen spreekt, bedoelen ze met top down dat het ministerie het invult. Als je met docenten en wetenschappers spreekt, dan bedoelen ze met top down dat het college van bestuur dingen oplegt.” Als Zijlstra zijn zin krijgt, wordt een deel van het onderwijsgeld gereserveerd voor kwaliteitsbekostiging. Is dat een goed idee? “Je moet oppassen dat je kwaliteit niet te smal opvat. Een instelling kan excelleren met een hbo-opleiding voor mensen aan de onderkant, die anders buiten het systeem zouden vallen. Of door samenwerking met het bedrijfsleven. Of met een masteropleiding voor de allerbeste studenten. Je moet rekening houden met zulke diversiteit. Maar toch is het belangrijk dat er een bepaald competitief element in het onderwijs komt. Voor het wetenschappelijk onderzoek is de rol van NWO heel belangrijk geweest. Daar moet je strijden voor geld en dat heeft zeker de kwaliteit van wetenschap verbeterd. Zoiets zou ook in het onderwijs kunnen. Maar je moet er heel eerlijk in zijn: dat kan alleen met extra middelen.”
WIE IS ROBBERT DIJKGRAAF?
Robbert Dijkgraaf (1960) studeerde natuurkunde en wiskunde in Utrecht. Tussendoor stapte hij tijdelijk over naar de Gerrit Rietveld Academie. Later promoveerde hij cum laude bij Nobelprijswinnaar Gerard ’t Hooft en stortte hij zich op de snaartheorie: de stroming in de theoretische natuurkunde die ervan uitgaat dat alle verschijnselen (licht, energie, materie) op het kleinste niveau dezelfde basis hebben, zoals snaren in verschillende trilling verschillende klanken voortbrengen. Hij was gasthoogleraar in onder andere Harvard, Berkeley en Kyoto en aan het MIT. Hij werkte enige tijd aan Princeton en is nu universiteitshoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn tweede termijn als president van de KNAW (Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen) maakt hij niet af. Hij wordt directeur van het Institute for Advanced Study in Princeton, waar hij al twee keer eerder heeft gewerkt. Wel blijft hij co-voorzitter van de internationale vereniging van wetenschappelijke academies: the InterAcademy Council. In 2003 kreeg hij de hoogste Nederlandse wetenschappelijke onderscheiding: de Spinoza-premie. Van het geld liet financierde hij www.proefjes.nl, een website met alledaagse proefjes voor kinderen vanaf acht jaar. Hij wordt alom geprezen om het vuur waarmee hij de wetenschap toegankelijk maakt voor buitenstaanders, bijvoorbeeld in het televisieprogramma De Wereld Draait Door. (Foto’s: Hans Stakelbeek/FMAX)
De VVD zegt dan altijd: als je nieuw geld verstandig kunt verdelen, dan kun je dat met het bestaande budget ook. “Je moet geen berg maken door ergens anders een kuil te graven. Die kuil laat zich ook niet zomaar uitgraven. Je roept dan te veel negatieve energie op. En als je echt profilering nastreeft, dan hebben we het over hele onderzoeksgroepen en delen van opleidingen die overstappen naar andere instellingen. Een verbouwing kost geld en wordt van tevoren altijd te optimistisch ingeschat.”
“Dat er witte vlekken op de kaart van het wetenschappelijk onderzoek ontstaan. Als alle universiteiten keuzes maken en alleen willen doen waar ze goed in zijn, vallen er dan geen disciplines buiten de boot? Neem sterrenkunde, een klein vakgebied dat me na aan het hart ligt. Dat zit verspreid over allerlei universiteiten. In Utrecht hebben ze besloten sterrenkunde af te stoten. Het zou jammer zijn als de andere universiteiten daar ook voor kiezen. Als een universiteit een mooi kopje uit haar handen laat vallen, dan is dat jammer, maar het is maar één kopje. Alleen is het servies dan eigenlijk niet meer compleet. Wie maakt zich zorgen om het hele servies van de wetenschap? Dat is de taak van de KNAW en het moet de zorg van Den Haag zijn. De vraag is niet alleen: hoe gaat het met de afzonderlijke instellingen? De vraag is ook: hoe gaat het met de hele wetenschap? Maar toegegeven, soms kan het werkelijk verstandiger. Kijk naar de twee Amsterdamse universiteiten. Sommige afdelingen van de Vrije Universiteit liggen dichter bij de UvA dan bij andere afdelingen van de eigen instelling. Zij zouden hun geesteswetenschappen en bèta-opleidingen opnieuw kunnen ordenen. Want er moet wel genoeg mankracht op een faculteit zijn, er moet intellectueel genoeg te beleven zijn.”
Het kabinet wil ook dat het universitaire onderzoek een scherper profiel krijgt, onder het motto ‘focus en massa’. Wat is daarbij uw grootste zorg?
Dus als een faculteit te klein wordt, dan moet die samengaan met een zusterfaculteit aan een andere instelling? “Niet altijd. Het is bijvoorbeeld noodzakelijk om een studie als
Nederlandse wetenschappers presteren opvallend goed. Never change a winning team: waarom zouden we überhaupt iets aanpassen? “Het winnende team heeft zich altijd aangepast. Denk aan de Rode Koningin uit Alice in Wonderland: zij moet blijven rennen om op haar plaats te blijven. Subsidiestromen veranderen nu eenmaal. Europa wordt steeds belangrijker en gaat zijn budget misschien wel verdubbelen. Er komen meer grootschalige subsidies voor grote projecten. Daar moet je rekening mee houden. Maar inderdaad reageer ik graag enigszins conservatief. We zijn het negende land ter wereld in het aantal citaties in de wetenschap. Voor een klein land als Nederland is dat enorm. Onze wetenschappers zijn bijna de meest productieve ter wereld; alleen Zwitserland staat daar nog boven. We hoeven niet telkens scherpe keuzes te maken. Het aanbod kan best volledig blijven.” U pleit voor extra geld voor de wetenschap, maar de Nederlandse wetenschap doet het paradoxaal genoeg goed, ook al zijn de middelen schaars. “Eigenlijk is er geen sprake van een paradox. Ik las dat Nederlandse natuurkundigen gemiddeld de beste ter wereld zijn, als je naar de invloed van hun onderzoek kijkt. Maar ja, er zijn niet zo veel Nederlandse natuurkundigen. Alleen de allerbesten worden hoogleraar, want er zijn maar een paar leerstoelen te verdelen. Ik zou het niet erg vinden als Nederland in dat opzicht naar de tweede plaats zakt, als we er dan een paar extra hoogleraren natuurkunde bij zouden hebben. Hoe meer wetenschappers, hoe lager de gemiddelde kwaliteit: maar verdunning van de wetenschap is in Nederland bepaald niet het grootste gevaar. Je moet de wetenschap niet beknotten om de kwaliteit kunstmatig hoog te houden. Vergeet bovendien niet dat deze goede wetenschappers in het midden van hun carrière zitten. Ze hebben een aanloop van twintig jaar gehad. Wat dat betreft is het als de sterren die we zien schijnen: dat is het licht van decennia geleden. Ik maak me wel zorgen. Als ik zie wat nu de mogelijkheden voor jonge mensen zijn, dan voorspel ik dat de Nederlandse wetenschap zeker niet zal groeien. Ze zeggen wel eens dat we blij mogen zijn dat er niet ingrijpend op de wetenschap bezuinigd wordt, maar sluipenderwijs gebeurt het wel. Het geld van de aardgasbaten gaat niet meer naar de wetenschap, waardoor er veel promotieplaatsen zijn verdampt. In een gezonde kennissamenleving heb je een flink aantal gepromoveerden, maar Nederland heeft er naar verhouding heel weinig.” Als je niet kunt voorspellen welk fundamenteel onderzoek tot nieuwe toepassingen leidt, kun je toch net zo goed het onderzoek financieren waar het bedrijfsleven om vraagt? “Het gaat om de afweging tussen de lange en de korte termijn. Wetenschap heeft vaak een langere termijn nodig. Als je met het bedrijfsleven praat is vijf jaar al ver. Bij ASML zeggen ze dat de helft van hun producten binnen twee jaar is verouderd, en van de rest is twee jaar later ook weer de helft verouderd. Niet alle wetenschap kan dat tempo volgen. Net als bij investeringen heb je een portefeuille nodig met investeringen voor de korte en lange termijn. Het is menselijk om vooral naar de korte termijn te kijken, maar het is zelden verstandig.” Hebt u zin om het allemaal achter u te laten? “In zekere zin ga ik helemaal niet weg. Het Institute for Advanced Study is er voor de hele wereld. Ik heb de laatste benoemingen van hoogleraren eens bekeken: dat waren wetenschappers uit Zuid-Afrika, Argentinië, Frankrijk – en nu één uit Nederland. Maar tegelijkertijd beland ik nu inderdaad in een kleinere wereld: het draait er alleen om zuivere wetenschap. Ik wil me graag weer op het onderzoek zelf richten.”
DELTA. 34 01-12-2011
reportage
12
Blik op de menselijke maat Wat is de menselijke maat? Dat probeerden 25 TU-studenten de afgelopen maanden te achterhalen met hun cultural professor fotograaf Vincent Mentzel. Met hun fototoestel reisden ze naar Parijs om de Parijzenaars en elkaar onder de loep te nemen. “Het leverde een boeiend en spannend resultaat op”, zegt Vincent Mentzel. “Iedere student interpreteerde de menselijke maat weer anders.” MARTINE ZEIJLSTRA Dat elke student met een andere blik naar de menselijke maat keek, is duidelijk te zien aan de foto’s die zij maakten. Diantha Boll (20), derdejaars student industrieel ontwerpen, nam de menselijke maat bijvoorbeeld heel letterlijk: in centimeters. Ze experimenteerde met perspectieven, zodat volwassenen op haar foto net zo groot lijken als de kleine kinderen op de voorgrond. Voor tweedejaars bouwkundestudent Nina Bohm (19), is haar fototoestel een machtig instrument om de menselijke maat in ontwerpen niet uit het oog te verliezen. “Als fotograaf zie je
hoe gebouwen en de openbare ruimte door mensen worden gebruikt. Je bent onderdeel van de wereld omdat je die vastlegt. Als architect sta je buiten het toneel: je bent de decorbouwer.” Masterstudent industrieel ontwerpen Ties van Veelen (26) wil met zijn foto’s een verhaal vertellen waarop te zien is hoe mensen zich tot elkaar verhouden. “Elke foto roept een verhaal op.” Hoessein Alkisae (22), masterstudent civiele techniek, vindt de menselijke maat juist verwerpelijk. “Ik wil mensen niet de maat nemen omdat ieder mens oneindig veel dingen kan”, zegt Alkisae. “Een maat werkt beperkend.” Van Vincent Mentzel leerde hij over zijn eigen grenzen kijken. “Technici
denken vaak zwart-wit. Als een berekening niet klopt, kan hij niet meer veranderen. Maar een lelijke foto kan wel mooi worden door er anders naar te kijken of hem anders te belichten
Vincent Mentzel: ‘Het is een ontdekkingstocht geweest, ook voor mij’ of uit te snijden. Vincent leerde mij van een ongeluk een geluk te maken. En dat is heel waardevol voor ons als TU-studenten.” Bart Ruigrok (19), eerstejaars student luchtvaart- en ruimtevaarttechniek,
stapte ook over zijn eigen grenzen heen. “In het begin was het onwennig om foto’s van elkaar te maken. We kenden elkaar niet. In Parijs was dat snel over en werden we heel hecht. En maakten we steeds foto’s van elkaar, zelfs tijdens het bellen. Ik kreeg steeds meer lef om dat gewoon te doen.” Mentzel roemt de open blik waarmee de studenten het onderwerp benaderden. “De een was heel abstract, de ander weer creatief. Ze interpreteerden de menselijke maat letterlijk en figuurlijk en dat leverde bijzondere beelden op. Het is een ontdekkingstocht geweest, ook voor mij.” Mentzel had nog niet eerder les gegeven
en vond het best spannend. Maar dat was snel over. “Ik vond het mooi om te zien hoe hecht ze waren en open stonden voor elkaars ideeën en foto’s. Dat is ook te zien aan de foto’s: hun foto’s zijn open vragen. Ze verwachten geen vooropgestelde antwoorden maar hebben een open, nieuwsgierige blik. Dat vond ik inspirerend.” En het bracht hem op nieuwe ideeën. “Hun fotografie zocht ook de grenzen op. Ze fotografeerden schuin en met prachtige schaduwen. Dat wil ik ook wel.”
Tegenstrijdig trappenhuis Nina Bohm (19, tweedejaars BK), zette zichzelf op de gevoelige plaat in het trappenhuis van een vriendin. Niet terwijl zij de trap op liep, maar met haar benen op de trap en haar hoofd op de vloer. Even lijkt het alsof ze van de trap is gestuiterd, maar daarvoor kijkt ze te sereen. “Bij Bouwkunde leer je trappen zo maken dat ze ideaal zijn om op te lopen. Ik wilde mezelf daarom op deze tegenstrijdige manier fotograferen: zoals het niet hoort. Ik nam de foto bij een vriendin in een oude school vanwege de mooie kleuren. Het was de eerste foto die ik voor de masterclass nam. Vincent zei dat hij de kleuren Erwin Olafachtig vond. Dat vond ik een mooie reactie. Andere studenten hebben later in de masterclass een vergelijkbare foto op een trap gemaakt omdat ze het een inspirerende foto vonden. Ik heb zelf veel inspiratie gevonden in de interactie met andere mensen. In Parijs heb ik twintig minuten foto’s gemaakt van breakdancers. Ze vertelden wie ze waren en wat ze deden. Normaal was ik daar snel voorbij gelopen, nu raakten we in gesprek. Als fotograaf sta je midden in het leven. Voor Vincent is zijn camera het verlengstuk van zijn lichaam. Hij maakt levensechte foto’s. Voor mij is mijn camera ook erg belangrijk. Je staat stil bij dingen en mensen, zoals die breakdancers, die je anders niet snel ziet. De meest normale dingen kunnen bijzonder zijn door de manier waarop je ze bekijkt en vastlegt.” (Foto: Nina Bohm)
Mooie mix Diantha Boll (20, derdejaars IO), neemt de menselijke maat heel letterlijk: in centimeters. Dat is goed te zien op de foto die zij in La Défense nam. De man die bukt terwijl hij skate, is bijna even groot als de steppende kinderen naast hem. “Ik heb geprobeerd om een mooie mix in maten te vinden”, zegt Boll. “Het meisje vooraan is bijvoorbeeld heel groot. De mensen achteraan heel klein.” De studente wisselt graag met perspectieven en speelt ermee. “De volwassen man die skatend op de foto staat, is even groot als de steppende kinderen. Het laat goed zien hoe relatief alles is. Alles en iedereen staat tot een bepaalde verhouding tot elkaar. Als wij heel groot zouden zijn, maken we onze gebouwen ook groter. De hele wereld wordt dan aangepast. Voor mij is de menselijke maat een zoektocht naar die verhoudingen, en hoe die verhoudingen tot elkaar in relatie staan.” Eerder maakte Boll veel foto’s in de natuur en zette ze interieurs op de foto. Mensen stonden er zelden in. “Nu kijk ik veel meer welke rol de mens in de omgeving speelt en zet ik mensen juist wel op de foto.” Andere studenten benaderden de menselijke maat op een minder letterlijke manier dan Boll. “Voor iedereen was die zoektocht weer anders en dat was erg boeiend.” (Foto: Diantha Boll)
DELTA. 34 01-12-2011
reportage
13
Speels plein Bart Ruigrok (19, eerstejaars L&R) wil met zijn foto’s benadrukken hoe mensen zich tot hun omgeving verhouden. Op het grote betonnen plein La Défense in Parijs had hij zijn fototoestel dan ook in de aanslag. De mensen op het plein lijken op zijn foto net speelgoedpoppetjes. “Ik vond het een indrukwekkend plein door de grootte. Daar realiseer je goed hoe klein je bent als mens. De andere studenten hebben er ook veel foto’s gemaakt en vergeleken met mijn foto’s zijn die vrij negatief. Ze zien er somber en grauw
uit. Parijs is druk en staat vol oude gebouwen. Maar als je de metro pakt naar La Défense, kom je in een heel andere wereld terecht. Het is een gigantisch, hypermodern plein. Het nodigt niet uit om er te gaan zitten. De architectuur staat er niet in verhouding tot de mens. Toch voelt niemand zich daar verloren in de ruimte. De Parijzenaars trekken zich niets aan van de grootte van het plein. Ze gaan geheel hun eigen gang. Ze zitten er, doen spelletjes met hun kinderen. Er wordt geskate. Dat speelse karakter heb ik willen
benadrukken met mijn foto. Ik heb een kikvorsperspectief gebruikt om te laten zien hoe klein de mensen op het gigantische plein zijn. Maar door de kleuren feller en uitbundiger te maken met Photoshop, ziet het geheel er speels uit. Ik wilde dat de foto weergaf dat de mensen zich er prima vermaken. Ik vind dat de foto goed mijn gevoel voor La Défense weergeeft.” (Foto: Bart Ruigrok)
Geluk in ongeluk Hoessein Alkisae (22, masterstudent CT) zegt niet zoveel met de menselijke maat te hebben. “Ik vind het te beperkend om mensen te meten”, zegt hij. “Mensen zijn tot oneindig veel dingen in staat.” Dat blijkt ook uit zijn verhaal tijdens de masterclass. Alkisae leerde met behulp van Mentzel over zijn eigen grenzen te gaan. Lelijke, mislukte foto’s bleken ineens wel degelijk mooi te zijn. “Foto’s hoeven technisch niet perfect te zijn om ze toch mooi te vinden. Ik zoemde in op een foto en ontdekte met behulp van Vincent dat het detail heel mooi was. Terwijl het origineel echt lelijk was. Voor technici is de wereld vrij zwart-wit. Als een berekening niet klopt, kan het niet ineens wel goed zijn. Hij leerde mij het geluk in het ongeluk te zien. We hadden een zonnebril op en Vincent heeft die zonnebril afgezet tijdens deze masterclass.” Alkisae zette vriendin Floortje Verkade op de foto tijdens haar balletoefeningen. “Het was die dag donker en bewolkt weer. Maar op het moment van de foto, terwijl zij een ingewikkelde, perfecte pose innam, brak de zon door. Ik wist meteen dat het een mooie plaat zou worden. Voor mij toont het aan dat het leven niet makkelijk is. Het is zwaar om op je tenen te dansen. Maar als je er moeite voor doet, is het leven heel waardevol. Dan breekt het licht door op het perfecte moment tijdens een donkere, sombere dag. En maak je tijdens die vijf seconden vol licht een prachtige foto.” (Foto: Hoessein Alkisae)
Uitdagende pose Ties van Veelen (26, masterstudent IO) zegt graag een verhaal te willen vertellen met behulp van foto’s. Daar spreekt voor hem de menselijke maat uit. Wie een plaat van hem ziet, vraagt zich meteen af hoe de verhouding is tussen de mensen op het beeld. Bij de Parisienne op rollerskates is het niet moeilijk om een verhaal te verzinnen. “Op deze foto valt niet te discussiëren over de menselijke maat”, zegt Van Veelen. “Je ziet haar gezicht niet, maar toch is het duidelijk dat zij een leuke interactie heeft met de automobilist verderop. Ik vroeg me af hoe ze keek en wie het was. Ze draagt een erg kort rokje en staat er uitdagend bij met haar handen in haar zij met die skates aan. Staat ze daar soms haar geld te verdienen of heeft ze het warm? Je kunt zien dat de automobilist zich dat ook afvraagt. Iedereen verzint er een ander verhaal bij en dat vind ik er leuk aan.” Van Veelen maakt liever registrerend foto’s dan dat hij een beeld in scène zet. “Ik houd ervan om echte emoties vast te leggen en zo het verhaal te vertellen. Ik ben ook bruidsfotograaf en maak dan liever actiefoto’s dan statieportretten. Vincent doet dat ook en dat vind ik erg inspirerend. Als hij bekende mensen op de foto zet, dan legt hij ze vast terwijl ze bijvoorbeeld hun haar of makeup bijwerken. Dan zijn ze zich niet bewust van de fotograaf en dat levert de mooiste foto’s op.” (Foto: Ties van Veelen)
DELTA. 34 01-12-2011
TUdelta.34 > Jaargang 43 Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.
> Redactie Frank Nuijens - @FrankNu, (hoofdredacteur) Katja Wijnands - @kwijnands, Dorine van Gorp - @dorinevangorp, (eindredactie) Saskia Bonger - @sbonger Tomas van Dijk - @tomasvd Connie van Uffelen - @ConnievanU Jos Wassink - @joswashere (verslaggeving) > Medewerkers Bennett Cohen, Willemijn Dicke, Patrick van der Duin, Chandra Elango, Robbert Fokkink, Jorinde Hanse, Dap Hartmann, Auke Herrema, Desiree Hoving, Erik Huisman, Devin Malone, David McMullin, Olga Motsyk, Merel Segers, Ionica Smeets, Jimmy Tigges, Stephan Timmers, Ellen Touw, Vikrant Venkataraman, Robert Visscher, Rutger Woolthuis > Foto‘s
Sam Rentmeester/ Hans Stakelbeek (FMAX).(info@fmax.nl)
> Vormgeving & Lay-Out Liesbeth van Dam > Mededelingen Martin Kers (m.kers@tudelft.nl) > Redactieraad dr. B.B. Scholtens (voorzitter), G.K. Berghuijs, MSc, prof.dr. M.J. van den Hoven, mr. J.J.M. Kok, R.H.G. Meijer, T. Niks, ir. M. Persson, prof. dr. B.J. Thijsse, dr.ir. C.A.J.R. Vermeeren > Redactie-adressen
Universiteitsbibliotheek Kamer 0.18-0.28 Prometheusplein 1 2628 ZC Delft Postbus 139 2600 AC Delft Tel. 015-278 4848 E-mail: delta@tudelft.nl www.delta.tudelft.nl
> ISSN 0169-698x > Druk Wegener Nieuwsdruk Twente, Enschede > Oplage 12.000 > Advertenties
H&J uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel Tel. 010-451 55 10 Fax 010-451 53 80 E-mail:delta@henjuitgevers.nl www.linkmagazine.nl
> Abonnement Een abonnement kost 37,50 en kan elk moment ingaan. > HOP Delta werkt samen met het Hoger Onderwijs Persbureau Hein Cuppen, Bas Belleman, Marijke de Vries Tel. 071-523 6151 Fax 071-523 2138 E-mail hop@xs4all.nl
mededelingen
Agenda
Aankondigingen
Donderdag 1 december
www.iscnetherlands.nl.
Studium Generale • 19.45–20.15 uur - Korte lezing over de muziek van Stravinsky, wiens Mass net als Studium Generale 65 jaar geleden het licht zag. Het Prinsenhof, Oude Delft 183B – studenten/medewerkers/ alumni 8 euro, anderen 15 euro. • 20.30 uur – Lustrumconcert ‘Stravinksy en Bruckner’ door Cappella Ex Occasione uit Breda. Op het programma staan de Mis in E-moll van Anton Bruckner en de Mass van Igor Stravinsky. Het Prinsenhof, Oude Delft 183B – studenten/medewerkers/ alumni 8 euro, anderen 15 euro.
Maandag 5 december
Vrijdag 2 december Wetenschapsagenda • 10.00 uur - Towards DataDriven Control for Modern Wind Turbines. Promotie van I. Houtzager, MSc. Promotor: prof.dr.ir. M. Verhaegen. • 12.30 uur - Isogeometric Design Optimisation. Promotie van A.P. Nagy, MSc. Promotor: prof.dr. Z. Gürdal. • 15.00 uur – Intreerede prof. dr.ir. D.M. van Solingen, faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica.
Zondag 4 december International Student Church 11.30 hrs - Students of all denominations are invited to our ecumenical service every Sunday at Raamstraat 78, followed by tea/coffee. The services are led by the chaplains Reverend W. Stroh and Father Avin, and are supported by student leaders. More information on
Studium Generale 20.15 uur – ‘Geschiedenis van de Adel III: Koninkrijk der Nederlanden’ door Coen Schimmelpenninck van der Oije. In deze serie van vier zal hij ingaan op de historische ontwikkeling en betekenis van de adel en ridderschappen ten tijde van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Het Prinsenhof – Oude Delft 183B – toegang gratis.
Dinsdag 6 december Wetenschapsagenda • 10.00 uur - STEPS - Steps to TurbulencE: Patterns in pipe flow. Promotie van ir. D.J. Kuik. Promotoren: prof.dr.ir. J. Westerweel en prof.dr.ir. B.E. Eckhardt. • 12.30 uur – Mechanical Robustness and Hermeticity Monitoring for MEMS Thinfilm Encapsulation. Promotie van F. Santagata, ingegneria. Promotor: prof.dr. P.M. Sarro. • 15.00 uur - Predicting Storm Surges: Chaos, Computational Intelligence, Data Assimilation, Ensembles. Promotie van M.B.L.A. Siek, MSc. Promotor: prof.dr. D.P. Solomatine.
Woensdag 7 december Wetenschapsagenda • 10.00 uur - Pulsed Electric Field treatment of package food. Promotie van ing. B. Roodenburg. Promotor: prof. dr. J.A. Ferreira. • 12.30 uur - Sub-micron grinding of a food product. Promotie van S.L.A. Hennart, Diplome d’Ingenieur. Promotor: prof.dr. A. Schmidt-Ott.
Auteursrecht voorbehouden. Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur artikelen, schema‘s of illustraties geheel of gedeeltelijk over te nemen en/of openbaar te maken, in enigerlei vorm of wijze.
Blijf niet rondlopen met uw vragen over kanker Bel de KWF Kanker Infolijn: 0800-022 66 22 (gratis)
• 15.00 uur – Intreerede prof. A.J.M. van Wijk, faculteit Technische Natuurwetenschappen.
Donderdag 8 december WijWonen Delft 20.30 uur - De Algemene Leden Vergadering van WijWonen zal plaatsvinden in Delftstede, Phoenixstraat 66. Voor de agenda zie www.wijwonendelft. nl.
Zaterdag 17 december WTOS De Delfste studenten wielervereniging WTOS organsieert de Regiocross. Het evenement zal plaatsvinden bij het Vrederustpad in Delft, het bos achter de Ikea. Voor deelname en verdere informatie kun je terecht op www.wtos.nl/regiocross.
Delta Inleveren kopij Bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek 'Agenda' in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail: delta@tudelft. nl. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur.
Algemeen Kivi Niria Het tijdschrift De Ingenieur en Kivi Niria schrijven een essaywedstrijd uit. Laat zien hoe de technologie voor defensie en veiligheid er over vijftig jaar uit zal zien in maximaal 3000 woorden eventueel met enkele illustraties. De winnaar ontvangt een prijs van 1000 euro en publicatie in De Ingenieur. Inzenden kan tot 1 maart. Kijk voor meer informatie op www. kiviniria.nl/dv.
Studenten Tegemoetkoming Woonlasten Kamerhuurders Huur jij in Delft een kamer in een studentenhuis? Grote kans dat jij recht hebt op een tegemoetkoming van de gemeente. Meer weten over deze Tegemoetkoming Woonlasten Kamerhuurders (TWK)? Kijk www.delft.nl. Je kunt ook tussen 8.00-17.00 uur bellen met de gemeente Delft, tel. 14015 (geen 015) óf tussen 8.30-17.00 uur langskomen op Werkplein Delft, Westlandseweg 40, Delft. Aanvragen kan t/m 31 december 2011. Student and Career Support Student and Career Support is een onderdeel van de dienst Onderwijs en Studentenzaken. Het omvat de diensten van de studentendecanen, de studentenpsychologen, en het
Alle promoties, intree- en afscheidsredes genoemd in deze agenda vinden, tenzij anders vermeld, plaats in de Aula van de TU, Mekelweg 5, Delft.
Announcements General TU Delft App Competition Do you have a brilliant app idea? Send us your concept and win one of the 5 iPads! The EEMCS Faculty (EWI) & Appsterdam are organising an app competition together for all students and staff of Delft University of Technology. Write down your mind-blowing idea in no more than 300 words and include 1 screenshot or sketch. For full details and conditions go to www.app.tudelft. nl. Submit your idea before November 30.
activities, needing some inner peace, searching for more than academic challenges? Check the website of the International Student Chaplaincy, www. iscnetherlands.nl, to learn about their wide range offer.
Student and Career Support The psychologists and the central student and careers counselors are located at Jaffalaan 9A (building 30A). There is some English career information and a vacancy wall in the information centre. Office hours: Monday-Friday from 9.00-17.00 hrs. You can direct your inquiries or make an appointment at the Front Office or by phone: 0152788004. Students and PhD candidates can make an initial appointment with one of the psychologists at studentenpsychologen.tudelft.nl or by sending an email to studenten-
H&J Uitgevers_2x70_zw-w
> Copyright Delta
14
Students International Student Chaplaincy Looking for a home away from home, trying to make new friends, interested in intercultural and interfaith
Voor advertenties bel met:
Career Centre met studiekeuzeadviseurs en loopbaanadviseurs en het informatiecentrum. Het informatiecentrum in de hal op de begane grond is geopend op werkdagen van 9.00–17.00 uur. Er is documentatie beschikbaar over onder andere WO- en HBOopleidingen, arbeidsmarkt, studie- en beroepskeuze, buitenlandse studies, en promoveren. Ook is er een vacaturewand. Bij de balie of telefonisch kun je afspraken maken met een van de medewerkers. Voor de psychologen geldt dat je je als student of promovendus online kunt aanmelden op studentenpsychologen.tudelft. nl. Een eerste contact kan ook via het inloopspreekuur op dinsdagen van 11.30-12.30. De studentendecanen houden een inloopspreekuur op dinsdag van 11.30-12.30 uur, de loopbaanadviseurs en de studiekeuzeadviseur houden een inloopspreekuur op dinsdag en donderdag van 11.30-12.30 uur. Zie voor het aanbod aan workshops en trainingen van Student & Career Support zie smartstudie.tudelft.nl.
Online huurprijs check Is jouw huurprijs redelijk? Check www.huurcommissie. nl voor meer informatie en om helderheid te krijgen over huren en geschillen tussen huurder en verhuurder. International Office Het International Office, Jaffalaan 9a, is op werkdagen geopend van 9.00-17.00 uur. Je kunt ook vragen stellen via internationaloffice@tudelft.nl of telefonisch (015-2788012) een afspraak maken. Studium Generale Het bureau Studium Generale, Jaffalaan 5, is van maandag t/m donderdag geopend van 9.00–17.00 uur. Je kunt ook vragen stellen via studiumgenerale@tudelft.nl of telefonisch een afspraak maken via 015-2783258.
Bezoekadres: Jaffalaan 9a (gebouw 30A); tel. 015-2788004. E-mail: studentandcareersupport@tudelft.nl; careercentre@ tudelft.nl; studiekeuzevragen@ tudelft.nl. Website: www.studentandcareersupport.tudelft.nl; careercentre.tudelft.nl.
Delta Inleveren kopij Bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek 'Agenda' in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail: delta@tudelft. nl. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur.
Voorrang voor darmkankerpatiënten Wil je weten hoe?
voorrangskaart psychologen@tudelft.nl. You can also come by at the open office hour every Tuesday at 11.30-12.30 hrs. Open office hours of the student counselors are on Tuesdays from 11.3012.30 hrs and the career counselors are on Tuesdays and Thursdays from 11.30-12.30 hrs. More information on www. studentandcareersupport.tudelft.nl or careercentre.tudelft. nl. For a list of workshops and trainings offered by Student & Career Support please visit smartstudie.tudelft.nl.
14-05-2004
International Office The International Office, Jaffalaan 9a/visitor’s entrance at Mekelweg, office opening times Monday to Friday 9.00–17.00 hrs. Appointments and enquiries can be made by email: internationaloffice@tudelft.nl or by phone: 015-2788012.
Dhr. J. A. van der Veldhuijzen 2011/2012
14:02
Pagina 1
Lange wachtrijen voor het toilet zijn vervelend voor
Darmkanker is één van de meest voorkomende
iedereen, maar zijn voor darmkankerpatiënten een
vormen van kanker. Ieder jaar krijgen meer dan
reden om bepaalde openbare locaties te vermijden.
12.000 Nederlanders te horen dat ze darmkanker
Lang ophouden kan voor hen namelijk, meer dan
hebben. Patiëntengroep Darmkanker Nederland vraagt
voor anderen, problemen opleveren. Patiëntengroep
aandacht voor de ziekte en laat patiënten weten dat zij
Darmkanker Nederland komt met een oplossing: een
er niet alleen voor staan. DarmkankerNederland.nl is een
kaart waarmee darmkankerpatiënten voorrang kunnen
initiatief van SPKS (Stichting voor Patiënten met Kanker
krijgen bij het openbaar toilet. Met deze voorrangskaart
aan het Spijsverteringskanaal) en wordt ondersteund
krijgen darmkankerpatiënten een deel van hun
door KWF Kankerbestrijding en NFK.
bewegingsvrijheid terug.
Voor advertenties bel met: H & J Uitgevers Postbus 101 H & J Uitgevers 2900 AC Postbus 101 Capelle aan den IJssel
2900 AC 10 CapelleT (010) aan 451 den55IJsel
F (010) 451 53 80 E delta@henjuitgevers.nl
T (010) 451 55 10 contact451 op met53 Hennie F Neem (010) 80de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie. E delta@henjuitgevers.nl
Ga naar DarmkankerNederland.nl
SPKS werkt samen met en wordt gefinancierd door
DELTA. 34 01-12-2011
mededelingen/opinie
Het falen van de markt Holt de marktwerking de zorg, energievoorziening en het openbaar vervoer uit? Drie Delftse wetenschappers schreven er een uitstekend boek over en concluderen dat de marktwerking op vele fronten faalt. Robert Visscher Managers met dollartekens in de ogen, die het algemeen belang aan hun laars lappen. Exorbitante prijsverhogingen en afname van kwaliteit in zorg, openbaar vervoer en energiemarkt. Jaar in jaar uit is het een van de meest bediscussieerde onderwerpen in en buiten de politieke arena: marktwerking. TU’ers Willemijn Dicke, Bauke Steenhuisen en Wijnand Veeneman stortten zich op dit hete hangijzer. Hun boek ‘Graaiers of redders?’ is een must voor wie meer wil weten over marktwerking. En bijvoorbeeld het essentiële verschil helder uitgelegd wil krijgen tussen deregulering, privatisering en liberalisering. Vooral vanaf begin jaren negentig werd marktwerking een hot item. En met goede reden. Klachtbrieven van patiënten bleven onbeantwoord, de PTT deed drie maanden over een telefoonaansluiting. Meer concurrentie en een gevecht om klanten zou veel verbeteren, was de verwachting.
Maar vandaag de dag is er vooral kritiek. Terecht volgens de auteurs: ‘marktwerking heeft op vele fronten gefaald.’ Een van de grootste klachten na de invoering ervan is de toegenomen bureaucratie. Bestuurders ontvangen hoge salarissen, reizen met openbaar vervoer is duurder, elektriciteitstarieven stijgen. En nu blijkt ook nog dat de meeste patiënten en energiegebruikers honkvast zijn en zich niet als consument gedragen. Maar niet alles is kommer en kwel na de invoering van marktwerking. Drie verpleegkundigen benadrukken in het boek bijvoorbeeld dat ze vroeger niet wisten wat materiaal kostte. Nu denken ze beter na over aanschaffen en weggooien. Ze menen ook dat er meer controle is ‘die wel degelijk tot kwaliteitsverbetering leidt’. Daarnaast stellen artsen sneller diagnoses en plannen ze operaties strakker. Maar het is de vraag of de marktwerking tot deze kwaliteitsverbetering heeft geleid. De aandacht van politiek Den Haag voor openheid rondom prestaties is volgens het Centraal Planbureau en de auteurs daarvoor belangrijker. Dat betekent niet dat marktwerking direct afgeschaft dient te worden. De auteurs wijzen er op dat marktwerking een werkwoord is. ‘De invoering ervan is geen zelfsturend proces. Ingrijpen blijft noodzakelijk, ook na vele jaren nog. […] Van een afstand bezien, is er sprake van continu bijsturen.’ Volgens de auteurs is niet een groep uitsluitend winnaar of verliezer.
Project2:Opmaak 1 16-11-11 11:25 Pagina 1
15
Rondleiding door de wiskunde In de fraai verzorgde serie ‘De Grote Vragen’ is nu ook een deel uitgekomen over wiskunde. Een beknopte rondleiding in twintig essays. Jos Wassink
Interessant is hoe ze de positie van de ‘klanten’ omschrijven. ‘De binaire gedachte die wij met dit boek wel willen tegenspreken is dat de komst van de markt gegraai zou hebben voortgebracht ten koste van de klant. Voor de introductie van concurrentie waren klanten overgeleverd aan een monopolist. Nu is het graaien niet minder maar wel zichtbaarder. Klanten kunnen stemmen met hun voeten.’ ‘Graaiers of redders?’ is een zeer geslaagd boek. De auteurs leggen begrippen en ontwikkeling helder uit en trekken evenwichtige, weloverwogen conclusies. Willemijn Dicke, Bauke Steenhuisen en Wijnand Veeneman, ‘Graaiers of Redders? Wat marktwerking heeft aangericht en klaargespeeld in de zorg, het openbaar vervoer en de energievoorziening’, Atlas, 208p., 21,95 euro
Het is een moedige onderneming om in een boekje van tweehonderd bladzijden een vakgebied als wiskunde aan te vatten waarvan beoefenaars elkaar nauwelijks begrijpen als ze niet toevallig in dezelfde uithoek bezig zijn. Tony Crilly, hoogleraar wiskunde verbonden aan de universiteit van Middlesex, is er de juiste man voor. Eerder schreef hij het succesvolle boek ’50 inzichten wiskunde’ (eveneens bij Veen Magazines uitgegeven) en hij heeft een grote belangstelling voor de geschiedenis van het vak. De breedte van de onderwerpen is duizelingwekkend. Vanaf de eerste getal-
Het hangt tussen een leesboek en een leerboek in len, getallenleer, meetkunde (Euclides) via statistiek, chaostheorie, coderingen, symmetrieleer tot filosofische vragen over hoe het komt dat wiskunde de natuur zo goed beschrijft, of wiskunde eigenlijk waar is en of er nog wat valt te ontdekken in de wiskunde (jazeker). Een TU-student zal zijn kennis van de middelbare school erin terug vinden, maar ook de beperktheid ervan inzien. Waar de middelbare school ophoudt bij de complexe getallen, gaat Crilly door naar de vierdimensionale variant ‘quaternionen’ en zelfs ‘octanionen’. Complexe getallen die toepassingen schijnen te hebben in de navigatie en robotica. Vaak gebruikt Crilly de historie als leidraad in zijn verhalen. Dat geeft de complexiteit een chronologie en een betekenis, wat lekker leest. Zo begint het hoofdstuk over code met het geheimschrift van Caesar die letters verving door letters die een stukje verderop in het alfabet stonden. Dat ging natuurlijk niet lang goed. Het is mooi te zien hoe codeerders en krakers elkaar steeds weer de loef afstaken en hoe
daardoor razend ingewikkelde coderingen zijn ontstaan. De laatste decennia heeft die wedloop een versnelling gekregen door de beschikking over steeds krachtiger computers. Niet altijd lukt het Crilly zijn anekdotische vorm vast te houden waardoor er in het hoofdstuk over de vorm van het heelal een zin voorkomt als: ‘Een variëteit is een meetkundig object waarvan de plaatselijke structuur lijkt op een gewoon lijnstuk in het geval van een eendimensionaal object, en op een gewone schijf in het geval van een tweedimensionaal object.’ Dat roept de vraag op voor wie het compacte boekje bedoeld is. Het hangt voor mijn gevoel tussen een leesboek en een leerboek in. Als leerboek schiet het echter tekort omdat de ruimte voor afleidingen en formules ontbreekt. Zelfs het begrip ‘standaardafwijking’ wordt niet nader uitgelegd. En als leesboek is het soms wat zwaar en stug. Wel zijn de verklarende woordenlijst en het register keurig op orde zodat alles makkelijk is na te zoeken. Dat is handig voor wie wil weten wat ook alweer de laatste Stelling van Fermat was, of waarover Leibnitz en Newton elkaar in de haren zaten. Want helder uitleggen, dat kan Crilly wel.
Tony Crilly, ‘De Grote Vragen – Wiskunde’, Uitgeverij Veen Magazines, 208 blz. , €24,95
Lees het laatste nieuws op www.delta.tudelft.nl
GEEF YASMIN EEN ‘BLIND DATE’ Voor € 35,- geeft u al een staaroperatie. Voor € 10,- een bril. Steun de actie van Eye Care Foundation. Giro 5 25 25
www.geefeenlens.nl
GEEF EEN LENS AAN EEN MEDEMENS
DELTA. 34 01-12-2011
lifestyle
16
fietsenmakers
Duurzamer dan ooit De ijskappen smelten, de wereldzeeën zijn vervuild - we maken er collectief een zooitje van. Fijn dat er dan studenten zijn die ervoor zorgen dat we vervuilende hobby’s als autorijden en racen duurzaam kunnen maken.
Meer dan tweehonderd uitgeknipte cartoons van Fokke & Sukke uit NRC sieren de deur en het toilet van het studentenhuis aan de Piet Heinstraat 57. De zes heren die in het huis wonen hebben niet meegedaan aan deze decoratie. “Ik woon hier al vier jaar en toen hingen ze er al”, meldt huisgenoot Pieter. Dat geldt ook voor de lichtknop die bij het aandoen een radio laat spelen en de muziek van Amor FM laat horen. Behalve de bekende mannenbladen is er een webcam opgehangen boven de deur. Maar men hoeft niet bang te zijn voor ongewenste opnames: de webcam is niet aangesloten. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
DE POT OP merel segers
De laatste Dit is de laatste. Ik zit in de trein naar Bosschenhoofd en kijk naar buiten. Dit academisch jaar is er een van eindes, en het tweede einde is dit. Het eerste einde overkwam me in maart. Zonder er al te veel aandacht aan te schenken, kopte ik mijn laatste (!) tentamen in. Had ik geweten dat dit mijn laatste was, had ik er vast meer van genoten. Nooit meer blokken tot twaalf uur ‘s nachts in een met laatstudeerders gevulde UB. Nooit meer tentamens, een wens van vroeger, nu een nostalgisch gemis. Het laatste einde komt er ook aan, langzaam brei ik een einde aan mijn studentenbestaan. Een voor een verlaten mijn jaargenootjes de TU Delft, met een ingenieurstitel op zak kloppen ze aan bij grote bedrijven. Ik werk bijna dagelijks aan mijn afstudeerproject en als deze kers op mijn studentenbestaan volmaakt is, zal ik toch echt ook het ‘grote mensen leven’ in moeten duiken. Het tweede einde is dit. Dit is mijn laatste column voor Delta, iets dat ik ontzettend jammer vind. Graag had ik nog langer geschreven op deze plek over wat mij dagelijks bezighoudt, over mijn geloof dat een goede crisis goud
Onze brandstoffen raken op en we zijn collectief toe aan nieuwe energiebronnen – daar is iedereen het wel over eens. Stap dan nog maar eens met droge ogen in een racekart. Het is geen toeval dat de TU al jaren sleutelt aan de Formula Student Car, die elk jaar mee strijdt in de gelijknamige wereldwijde race voor wagens op waterstof. Maar alles kan beter. Sneller. Lichter en duurzamer. Dus onderzochten Floris van den Berg (22), Roy van Dam (23), Victor Snoeij (22) en Jurian Jansen van Galen (21) voor hun bachelor-eindproject bij 3mE hoe ze dat voor elkaar konden boksen. De Formula-racewagen is namelijk efficiënt, maar niet efficiënt genoeg. “In de auto wordt waterstof vanuit een opslagtank in druk verlaagd, en in overmaat door de brandstofcel heen gepompt. Daarbij wordt niet alle waterstof verbruikt, dus is er een recirculatiesysteem dat de verloren waterstof opnieuw door die brandstofcel pompt”, vertelt Van den Berg. “Die pomp is elektrisch aangedreven. Wij hebben die pomp vervangen door een passief – dus duurzaam – exemplaar: een ejector. Die maakt gebruik van de overdruk in de tank, waardoor meer elektrische energie uit de brandstofcel gebruikt kan worden voor de aandrijving.” De bedoeling was dat het brandstofsysteem door deze vinding niet alleen sneller, maar ook kleiner en lichter zou worden. Tot dat laatste zijn de studenten niet gekomen. “We hebben geen prototype gebouwd. We hebben alleen aangetoond dat de zuigende werking van een ejector gebruikt kan worden voor het recirculatiesysteem van een brandstofcel. Daarvoor hebben we die ejector gedimensioneerd en geoptimaliseerd.” Ook mooi natuurlijk. Dus vanaf nu is elke waterstofracewagen ter wereld superduurzaam dankzij dit nieuwe systeem? Nou, nee. “We hebben dit echt heel specifiek gemodelleerd en geoptimaliseerd voor deze auto”, zegt Van den Berg. Lucratief voor de Formula-race dus; maar niet per se voor de waterstofracesport. Toch leverde het onderzoek de studenten een dikke 7 op. Verdiend, vindt Van den Berg, want het was niet altijd even makkelijk. “We werden ontzettend vrij gelaten tijdens ons eindproject en moesten veel op eigen initiatief regelen. Sommige professoren wisten niet eens wat een Venturi-ventiel was; we moesten dus erg ons best doen om op de goede weg te komen. Dat lukte, en hoe – niet in de minste plaats voor de Formula-wagen zelf. Die rijdt dit seizoen gewoon weer mee in de race, maar met de oude waterstofrecirculatiepomp. Een bachelor-eindproject blijft tenslotte in de meeste gevallen, gewoon een mooie testcase. (JH)
waard is of een prachtig zelfbeklag over mijn absolute afwezigheid van tijdmanagement vaardigheden. Deze column was een geweldige springplank, ik ben mede erdoor bij ‘Kijk’ beland (nee, geen jongetjesblad; ‘Kijk’ is volwassen geworden), iets waar ik apetrots op ben. Nu mag deze plek als springplank voor een ander dienen, ik zou zeggen: Spring hoog, mijn lieve opvolger, en schrijf toffe columns die iedereen met plezier leest. Succes!
Floris van den Berg en consorten ontwierpen een ejector die de Formula-racewagen nog efficiënter maakt. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX) Onderzoek: ‘De toepassing van een ejector in een waterstof racevoertuig’ Eindcijfer: 7
kriep