TUDELTA.08
DELTA. 08 15-03-2012
Deze week week Deze in Delta Delta in
weekblad van de technische universiteit Delft
Vincent van Gogh: Bringing back the colors
Studenten met een goed hart
SCIENCE: 04
NIEUWS: 03
01
REPORTAGE: 10 INTERNATIONAL: 07
Lustrum voor Students4sustainability
LOOPBAAN: 12
TU Delft’s fastest MSc graduate
Bijleskoningin Lonneke Boels
Studieschuldteller op de aula Actievoerende studenten hebben dinsdagmiddag een studieschuldteller op de aula aangezet. Connie van Uffelen De teller op de aula geeft ruim 5,8 miljard euro aan en loopt komende week op met zeventien euro per seconde. Het totale bedrag is volgens het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) de huidige Nederlandse studieschuld, ofwel: vijftienduizend euro gemiddeld per student bij afstuderen. Die schuld zal volgens ISO-voorzitter Sebastiaan Hameleers ‘alleen maar oplopen’ met maatregelen als de invoering van het sociaal leenstelsel, duurdere schakelprogramma’s voor hbo-afgestudeerden, inperking van het recht op de OV-studentenkaart en mogelijke maatregelen na het huidige kabinetsoverleg in het Catshuis. “Studenten zijn straks niet in staat een hypotheek af te sluiten. Onze vraag is dan ook: Wie betaalt nu eigenlijk de rekening?” Het ISO roept daarom via de website wiebetaaltderekening.nl op tot het tekenen van een petitie tegen het wetsvoorstel Studeren is Investeren. Volgens het ISO leidt het beleid van staatssecretaris Zijlstra niet alleen tot meer studieschulden, maar ook tot minder toegankelijk onderwijs en minder kwalitatief hoger onderwijs. Hameleers hoopt dat de website aan-
Actieweek
leiding is tot een breed maatschappelijk debat. Het ISO hield de aftrap van zijn actie bij de TU Delft omdat technische studenten ‘harder worden getroffen’ met hun tweejarige masters. Voor het bestuur van de TU was dat dan ook de reden om mee te doen. “De overheid zegt eigenlijk: doe handig en neem een master van één jaar”, zei collegelid Paul Rullmann. Daarnaast noemde Rullmann de inspanningen van afgelopen jaren om meer bèta-studenten op te leiden. “Nu begint dat te draaien en voert de overheid een sociaal leenstelsel in, wat de techniekstudent extra dupeert.” Dat is volgens Eddie Haket van de
‘De overheid zegt eigenlijk: doe handig en neem een master van één jaar’ MHP, vakcentrale voor Middengroepen en Hoger Personeel, niet goed voor de toekomstige arbeidsmarkt, waar hoogopgeleiden ‘hard nodig’ zijn. Haket sprak van een ‘achterlijk sociaal leenstelsel’. “Het is een verkeerd signaal: steek je maar in de schulden.”
www.wiebetaaltderekening.nl
De actie van het ISO is de eerste in een reeks met de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). In de week van 19 t/m 23 maart organiseren het ISO, de LSVb in samenwerking met hun lidorganisaties de hele week door acties. Zo speelt de Delftse studentenvakbond VSSD op vrijdag 16 maart om 16.00 uur op de Markt een mega Jenga spel. Bij dit spel halen spelers om de beurt een blok uit een toren en leggen die bovenop, waardoor een steeds hogere en instabielere toren ontstaat. “Als je de fundamenten van de kenniseconomie weghaalt, dan stort de maatschappij in”, zegt VSSDvoorzitter Mariska Heidema. Op maandag 19 maart volgt tussen 12.45 uur en 13.30 uur een college Fins in collegezaal C van de faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen (3mE). Boodschap daarvan is volgens de VSSD dat in Scandinavië het onderwijs nog betaalbaar en goed is en dat studenten dus beter daar kunnen gaan studeren. Op 23 maart is de landelijke slotmanifestatie op de Dam in Amsterdam.
In een wolk van roze en rood (en geel , groen, blauw en paars) vierden Indiase studenten afgelopen zondag het Holifeest op de campus. Het Hindoeïstische feest Holi-Paghwa is zowel de viering van nieuwjaar, van de overwinning van het goede op het kwade als een lentefeest. Ook dit jaar was het Holifeest weer aanleiding om uitbundig te dansen, zingen, eten, stoeien en met gekleurd poeder te strooien. (Foto: Hans Stakelbeek)
L&R beperkt masterinstroom Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek (L&R) moet na de numerus fixus bij de bachelors nu ook masterstudenten weigeren. Die worden volgens studentenvakbond VSSD hierdoor gedwongen naar het buitenland te gaan. Twee van de vijf mastertracks bij de faculteit L&R krijgen een instroombeperking, een zogeheten cap zoals decaan Jacco Hoekstra het op zijn website noemt. Het gaat om de tracks control & operations en flight performance. Doel van deze beperkte toelating is de verdeling van studenten over de vijf mastertracks beter te reguleren. Volgens Hoekstra is er door de financiële situatie van de faculteit te weinig staf en zou de kwaliteit van de opleiding omlaag gaan als iedere masterstudent wordt toegelaten tot de track van zijn keuze. De beperkte toelating is volgens Hoekstra geen numerus fixus, maar een
vorm van selectie. ‘Een interne aangelegenheid’ binnen de master. Studenten worden geselecteerd op basis van een motivatiebrief, cijfers uit de bachelor en een gesprek. Zo’n vijftig tot zestig studenten laat de faculteit tot de tracks toe, zo’n tien tot twintig studenten verwacht Hoekstra te moeten teleurstellen. Hij baseert dat getal op de toenemende aantallen studenten van de afgelopen jaren.
’In plaats van dit soort maatregelen te nemen, moet je extra investeren’ De Delftse studentenvakbond VSSD vindt dat de overheid moet voorkomen dat deze masterstudenten naar het buitenland verdwijnen. De VSSD noemt het op zijn website ‘absurd’ dat de rijksoverheid zegt techniekstudenten nodig te hebben, niet bereid is daarvoor te betalen. De TU Delft is de enige universiteit in de Benelux waar de bachelor en master aerospace engineering wordt aangeboden, zo schrijft de VSSD. Daarom worden studenten volgens de bond
gedwongen een dergelijke opleiding in het buitenland te volgen of een andere opleiding te kiezen. Hoekstra vindt dat de VSSD dit ‘een beetje groot brengt’. “Studenten hebben de optie om een track te kiezen die lijkt op wat ze willen doen.” Verder heeft de VSSD volgens de decaan een punt. “In plaats van dit soort maatregelen te nemen, moet je extra investeren. Juist door de extra vraag uit het bedrijfsleven en onze unieke positie: in Europa en de Verenigde Staten vind je verder geen faculteit met zo’n naam, reputatie en verscheidenheid aan opleidingen.” Volgens de decaan is er ook vraag van buiten de sector naar de afgestudeerde luchtvaart- en ruimtevaartingenieurs. Hij noemt Shell en bedrijven rond Eindhoven. “Er werken er nu meer in de lucht- en ruimtevaart dan in de tijd van Fokker.” (CvU)
www.delta.tudelft.nl/24776
DELTA. 08 15-03-2012 www.delta.tudelft.nl @tudelta delta@tudelft.nl www.facebook.com/ tudelta
nieuws/column
02
Robotdag
Bsa-twist
Zondag 18 maart staat het science centre Delft geheel in het teken van robots. Deze Robotdag kent een vol programma met diverse workshops, lezingen en demonstraties van de robots EVA en TUlip. Het prototype zorgrobot EVA is ontwikkeld door TUstudenten en ondersteunt eenvoudige huishoudelijke taken. TUlip is een voetbalrobot die meedoet aan de hoogste klasse van het robotvoetbal. Hoofd robotlab bij de TU dr.ir. Martijn Wisse verzorgt een lezing.
De studentenraad (sr) en het college van bestuur (cvb) botsten vorige week in een overleg over de verhoging van de bsa-norm naar 45 studiepunten per 1 september. Collegelid Paul Rullmann gebruikte als argument dat de Universiteit Twente heeft besloten de norm naar 45 te verhogen en dat Leiden van 42 naar 50 wil voor de eerste twee studiejaren. Ook noemde hij de uitslag van een poll in Delta als argument. Hieruit bleek dat 47 procent van de respondenten op een bsa-norm van 45 studiepunten stemt. De sr verwacht echter een hoge uitval van studenten
www.sciencecentre.tudelft.nl
‘Aanslag’ bij TBM bij sommige faculteiten en pleit voor invoering per faculteit en alleen als die er klaar voor is. Ook wijst de sr op de uitslag van de enquête naar studiedruk (Delta 07), die aantoont dat Delftse studenten last hebben van zeer grote studiestress. Rullmann was niet onder de indruk en daarom vraagt de sr juridisch advies. De raad heeft volgens het cvb echter geen medezeggenschaprecht bij de verhoging van de bsa-norm.
De dienst persoonsverlening van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) neemt dinsdag 20 maart een trainingsvideo op voor de entree van de faculteit TBM aan de Jaffalaan. In de video wordt de aanslag op een hoogwaardigheidsbekleder in scène gezet. De video zal worden gebruikt voor het trainen van persoonsbeveiligers. De opnamen vinden plaats van 08.00 tot 16.00 uur. Wie niet gefilmd wil worden, kan de ingang van de faculteit aan de Landbergstraat gebruiken.
www.delta.tudelft.nl/24790
‘Dit riekt naar een verkapte fusie’ delta online Onderzoeksmaster Studenten van onderzoeksmasters hebben meer waardering voor hun opleiding dan studenten van gewone masters. Ze zijn vooral tevreden over hun docenten en de academische vaardigheden die ze aangeleerd krijgen. tudelta.tudelft.nl/24789
Samenwerking Wetenschappers reageren afwachtend op de samenwerkingsplannen van de universiteiten van Leiden, Delft en Rotterdam. “Samenwerken doen we toch al.” tudelta.tudelft.nl/24787
Studieschuld Het is verstandig dat banken studieschulden meewegen bij een hypotheekaanvraag, vinden staatssecretaris Zijlstra van Onderwijs en minister De Jager van Financiën. tudelta.tudelft.nl/24785
Stufi strenger Buitenlandse studenten in Nederland moeten meer gaan werken als ze studiefinanciering willen ontvangen. Staatssecretaris Zijlstra maakt de regels vanaf volgend studiejaar strenger. tudelta.tudelft.nl/24782
Prestatiebekostiging De ministerraad is akkoord gegaan met het plan van staatssecretaris Zijlstra om zeven procent van het onderwijsbudget van universiteiten en hogescholen afhankelijk te maken van geleverde prestaties. tudelta.tudelft.nl/24780
Korte promotie Vijf hoogleraren van de Rijksuniversiteit Groningen vegen de vloer aan met het plan om promotietrajecten in te korten van vier naar drie jaar. In een open brief waarschuwen ze voor reputatieschade voor de Nederlandse universiteiten. tudelta.tudelft.nl/24779
Pound foolish Het is pound foolish dat het kabinet de instroom van buitenlandse studenten wil beperken, vindt werkgeversvoorzitter Wientjes. Maar CDA-fractievoorzitter Van Haarsma Buma wil de stemming in het land niet uit het oog verliezen. www.delta.tudelft.nl//24792
De universiteiten van Delft, Leiden en Rotterdam gaan een strategische alliantie aan. Hans Schenk, hoogleraar economie en fusie-expert aan de Universiteit Utrecht, waarschuwt voor een ‘waterhoofdconstructie’.
vervoer. Je zou dan bijvoorbeeld microeconomie kunnen geven via iemand uit Rotterdam. Dat kan nu ook, maar er is onderling geen goed draaiend verrekensysteem voor de kosten. De individuele docent loopt daardoor tegen een muur aan.” Een alliantie is dan toch juist een voordeel? “Als een strategische alliantie het faciliteren van individuele samenwerking beoogt, zou ik voor zijn. Maar: eerst zien, dan geloven.”
Connie van Uffelen Wat zijn de verschillen tussen een fusie en deze strategische alliantie? “Een fusie gaat veel verder: de individuele organisaties houden de facto op te bestaan. Bij een strategische alliantie niet: je hebt op onderdelen afspraken gemaakt waar je gemakkelijk van af kunt. In die zin is dit een beter plan. Kennelijk hebben de colleges geleerd van reacties. Maar wat je ziet, is een samenwerking op een heel breed terrein. Dat riekt een beetje naar een verkapte fusie. Zo van: er is geen draagvlak voor een fusie, dus laten we het een alliantie noemen. Het leidt mogelijkerwijs tot dezelfde bureaucratische rompslomp.” Waarom meer rompslomp? “Op zeker tien terreinen is er een strategische alliantie. Daar zijn beleids-
Hans Schenk: “Een strategische alliantie leidt mogelijkerwijs tot dezelfde bureaucratische rompslomp.” (Foto: Hans Stakelbeek)
functionarissen en ondersteuners voor nodig. Voor je het weet gaat dat een eigen leven leiden. Samenwerking vindt dan voor tachtig procent op bestuurlijk niveau plaats en niet op de werkvloer. Het lijkt erop dat bestuurders bij elkaar zijn gaan zitten en dachten: hoe kunnen we eens iets moois organiseren. Het lijkt allemaal tegelijk aangepakt te worden. Zo krijg je een waterhoofdconstructie. Ondertussen gaan wetenschappers hun eigen weg.” Over een fusie zei u eerder dat samenwerking vaak moeilijk verloopt omdat mensen een ‘klik’ moeten hebben. Lukt dat bij een alliantie wel?
“Die heeft een betere kans van slagen omdat je de samenwerking benoemt. Er worden bijvoorbeeld graduate schools opgericht. Daar voelen mensen zich meer toe aangesproken. Dat neemt niet weg dat zo’n brede vorm het risico heeft dat medewerkers denken: ‘Die bestuurders gaan hun gang maar, wij gaan door met ons werk’.” U ziet vooral nadelen… “Ik praat vooral over risico’s. Te veel in één keer oppakken. Je zou beter kunnen zeggen: laten we op één of twee terreinen kijken hoe samenwerking tot stand zou kunnen komen. De TU heeft een goede afdeling infrastructuur en
Ook op het gebied van internationalisering zien de drie universiteiten meerwaarde. “Grappig punt. Internationalisering steunt op individuele hoogleraren of docenten die iemand kennen in bijvoorbeeld Berkeley of Oxford. Die gaan dat concurrentievoordeel niet zomaar opgeven. Er moet iets tegenover staan. Ga dat maar eens op centraal niveau uitzoeken. Gezamenlijk een delegatie naar China sturen of internationaal studenten werven: prima. Als je zo’n alliantie op al die terreinen wilt uitventen, zal er nog heel wat water door de Maas moeten stromen.”
Lees de uitgebreide versie op www.delta. tudelft.nl/24783
hartmann
Echte wetenschap Er woedt de laatste tijd een verhitte discussie over wat echte wetenschap precies behelst, en of de zogenaamde ‘wetenschappelijke methode’ niet veel te rigide is waardoor nieuwe ideeën al bij voorbaat worden afgewezen. Gevestigde wetenschappers zouden zich verschansen in hun bastions van traditionele opvattingen uit angst voor revolutionaire denkbeelden die het door hen zorgvuldig gecreëerde wereldbeeld op zijn kop zouden zetten. “Jij zit opgesloten in een stalen kooi waarvan je de sleutel hebt ingeslikt”, is mij weleens verweten. Dat de werkelijkheid anders is, werd onlangs bewezen in de discussie over neutrino’s die sneller zouden reizen dan licht. Neutrino’s die van Zwitserland naar Italië werden geschoten, over een afstand van 730 kilometer, kwamen 60 nanoseconden eerder aan dan licht. Het experiment was heel nauwkeurig uitgevoerd, en de data leken te kloppen. Toch was er, behoudens een enkele zonderling, geen serieuze fysicus die geloofde dat dit waar kon zijn. De speciale relativiteitstheorie van Einstein houdt al meer dan honderd jaar stand onder de meest uiteenlopende omstandigheden. Keer op keer blijken voorspellingen op basis van deze theorie extreem nauwkeurig uit te komen. Als er daadwerkelijk deeltjes zijn die sneller dan het licht kunnen reizen, dan ligt een van de belangrijkste fundamenten van de natuurkunde aan gruzelementen. Ik kan met mijn bescheiden kennis van zaken niet overzien wat de consequenties zouden zijn, maar ik heb het een keer proberen uit te leggen door het te vergelijken met de hypothese dat je ouder bent dan je vader. “Dat kan natuurlijk helemaal niet!” zei mijn gesprekspartner volmondig. Hij vond het eigenlijk volstrekt belachelijk. “Dan weet je nu een beetje hoe natuurkundigen zich voelen als iemand beweert dat neutrino’s de lichtsnelheid kunnen overschrijden”, ant-
woordde ik. “Want ook dat is zó ondenkbaar dat we ervan overtuigd zijn dat het onmogelijk is. Het moet een subtiele meetfout zijn, en we blijven het experiment herhalen en de data bestuderen tot we de oplossing hebben gevonden.” Dat was een maand geleden. Inmiddels is het mysterie opgelost. Een slechte glasvezelkabel blijkt de oorzaak te zijn geweest van de onjuiste metingen. Natuurlijk wordt het experiment straks herhaald met goed functionerende apparatuur, en dan zal blijken dat neutrino’s niet sneller reizen dan licht. Eind goed, al goed. De gevestigde wetenschap heeft weer gewonnen. De moraal van dit verhaal is dat de wetenschap wel degelijk open staat voor nieuwe ideeën, zelfs als die in strijd zijn met de grondslagen van onze huidige kennis. Want alleen zo breng je de wetenschap voorwaarts. Maar we hanteren wel het adagium van Carl Sagan: Extraordinairy claims require extraordinairy proof. Niets is per definitie onmogelijk, maar veel dingen weten we verdomd zeker omdat het al miljoenen malen experimenteel is bevestigd. In de praktijk blijkt dan ook dat de meeste ‘revolutionaire ideeën’ geen stand houden zodra we ze onderwerpen aan de wetenschappelijke methode. Dat is nu eenmaal de manier waarop we theorieën verifiëren dan wel falsificeren. Beweringen die zich niet langs die meetlat laten testen, kunnen best heel mooi, lief, intrigerend, ontroerend, fantastisch, spiritueel, geestverruimend, hartverwarmend en fascinerend zijn, maar ze zijn helaas niet wetenschappelijk. Dap Hartmann is astronoom. Hij werkt als onderzoeker bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.
DELTA. 08 15-03-2012
nieuws
Collegeldvrij jaar De Delta-poll van afgelopen week ging over de vraag of actieve studenten een collegegeldvrij jaar moeten krijgen. 79 Procent van de respondenten vindt dat actieve studenten voor zowel medezeggenschap aan de universiteit als voor inzet voor een studie- of gezelligheidsvereniging een collegegeldvrij jaar verdienen. Zij vinden dat studenten alle ruimte moeten krijgen om zich te ontplooien. Dertien procent van de stemmers is tegen een collegegeldvrij jaar voor actieve studenten. Volgens hen moeten die activiteiten een hobby zijn die studenten in hun eigen
03
Grote grap tijd beoefenen. Slechts één procent van de stemmers vindt dat alleen studenten die zich inzetten voor een gezelligheidsvereniging een jaar geen collegegeld moeten betalen. Verder is vijf procent van de stemmers voor een jaar zonder collegegeld voor studenten die actief zijn voor een studievereniging en twee procent vindt dat studenten die zich inzetten voor de universiteit geen collegegeld moeten betalen. Bekijk de nieuwe poll op www.facebook. com/tudelta
Cabaretier Youp van ’t Hek hield 8 maart zijn openingslezing als cultureel professor aan de TU Delft. Het thema dit jaar is ‘Los van alles’. Volgens Defne Osmanoglou, één van de deelnemers van Van ’t Heks masterclasses, stond het verhaal over zijn imaginaire jeugdvriendje Willem centraal. Als kleine jongen was Van ’t Hek dikke vrienden met Willem, totdat deze volgens zijn moeder op een dag verhuisd was. Als Van ’t Hek tegenwoordig nadenkt over het leven, stelt hij zijn levensvragen nog steeds aan Willem. “De conclusie van het verhaal was dat iedereen een Wil-
All Energy lem heeft. Iedereen moet meer fantaseren, niet alleen als kind maar ook als volwassene,” zegt Osmanoglou. Verder grapte Van ’t Hek over dat hij mavo heeft gedaan, niet heeft gestudeerd en nu professor is aan de TU Delft. “Het leven is één grote grap.”
Tien studenten uit Delft, Leiden en Utrecht organiseren op 23 maart de All Energy Day. Ze willen studenten in contact brengen met wetenschap, bedrijfsleven en politiek over het thema duurzame energietechnologie. Het programma vermeldt workshops, pitch competities en een beursvloer. Prominente sprekers zijn er ook: ex-premier Balkenende en duurzaam ondernemer Ruud Koornstra. Bedrijven als Tennet, Ernst & Young en Alliander verzorgen workshops. www.allenergyday.nl
Voordeel van de twijfel voor betrokken studenten Students4Sustainability viert haar eerste lustrum. De stichting heeft de afgelopen vijf jaar vele duurzame projecten van TU-studenten in ontwikkelingslanden gesteund. S4S ziet een verschuiving van eigen initiatieven naar projecten die voortkomen uit TU-minors. SASKIA BONGER Het Nederlandse ontwikkelingswerk heeft het moeilijk. De regering bezuinigt waar mogelijk en veel burgers hebben kritiek op de manier waarop ontwikkelingsorganisaties hun geld uitgeven. Maar aan de TU zijn vakken waarin ontwikkelingsproblemen voorop staan, populair. Neem de minor international entrepreneurship and development bij de faculteit Techniek Bestuur en Management. De 65 plaatsen zijn na opening van de inschrijving in een paar minuten vol, vertelt Esther Blom, projectmanager
Onafhankelijk
duurzaam ondernemen en één van de docenten die de minor geeft. En dat betekent werk aan de winkel voor de stichting Students4Sustainability (S4S) die op 22 maart haar eerste lustrum viert. S4S sponsort TU-studenten die duurzame projecten uitvoeren in ontwikkelingslanden. Eerst alleen in Afrika, inmiddels ook in Azië en Latijns-Amerika. Het geld komt van zo’n zeshonderd donateurs, meestal TU-studenten, die maandelijks gemiddeld iets meer dan twee euro geven. Bouwkundestudent Martin van Meijeren was het afgelopen jaar S4S-voorzitter. Hij heeft tientallen projecten voorbij zien komen. En het aantal groeit. “We hebben in 2011 31 projecten ondersteund. We hebben er zelfs een paar afgewezen, omdat het te veel werd.” S4S geeft bedragen variërend van enkele honderden euro’s tot tweeduizend euro, leert het verslag van 2011. Dat geld mag alleen gebruikt worden voor het bouwen van prototypes. Studenten die de TBM-minor volgen of het joint masterproject ‘Bottom of the Pyramid’ doen bij Industrieel Ontwerpen worden allemaal geattendeerd op het bestaan van S4S. Ze kunnen hun projectplan voorleggen
Het joint master project India Windmill is uitgevoerd door een team masterstudenten van IO, onder wie Casper van der Meer. Het was een project dat al drie jaar liep voordat de studenten hun onderzoek startten. “Al snel bleek dat de mensen bang waren voor deze zoutmolens. De rotor zat te laag en mensen konden ze niet handmatig stoppen. Wij hebben onder meer gewerkt aan een handmatig remsysteem, maar we hebben de boeren de molen ook leren onderhouden.” Dat laatste was nodig, want verschillende molens deden het niet meer. Het team gebruikte het sponsorgeld van S4S om de staak van de molens te optimaliseren. Een ander deel ging naar het opzetten van een duurzaam fairtrade merk dat de verkoop van boerenzout stimuleert. “We hebben achthonderd euro S4S-geld gebruikt. Dat lijkt niet heel veel, maar dat geld gaf ons de zekerheid dat we onafhankelijk door konden gaan en niet altijd hoefden te wachten op andere partijen om een beslissing te nemen.” (Foto: Emma Haagen) www.teamfourd.nl
en het komt niet zelden voor dat S4S de eerste is die ze sponsort. “We hebben een aantal criteria waaraan projecten moeten voldoen. Het moet om duurzame technologie gaan, er moet onderzoek worden gedaan naar de impact van het project op mens en aarde en de continuïteit moet gewaarborgd zijn”, legt Van Meijeren uit. Soms weten studenten echter nog niet eens wat ze zullen gaan bouwen om een probleem in een ontwikkelingsland aan te pakken. “Wij geven ze dan vaak het voordeel van de twijfel. Dan krijgen ze financiële zekerheid en kunnen ze verder.” Het lukt de studenten altijd wel om een prototype te bouwen. Maar of het ontwerp echt in productie gaat, is van veel factoren afhankelijk. “Soms blijkt bijvoorbeeld dat studenten toch niet goed hebben nagedacht over hoe ze de lokale mensen enthousiast kunnen krijgen”, vertelt Van Meijeren. “Dat is
‘Het eigen initiatief sterft uit. Er is steeds minder tijd voor’ vooral vervelend in de verantwoording naar onze donateurs.” Aan de ene kant hebben de studenten van S4S het voordeel heel dicht op de projecten te zitten door hun directe contact met de studenten die ze uitvoeren. Aan de andere kant zit er een risico aan het werken met studenten. “Ze zijn jong en moeten nog veel leren. Maar wij vinden dat dat risico ons niet ontslaat van de verantwoordelijkheid om wat te doen voor de wereld.” In Van Meijerens betoog klinkt veel idealisme door. Idealistisch zijn ook de studenten die projecten uitvoeren in ontwikkelingslanden. Al is er wel wat aan het veranderen, merkt hij. “Het eigen initiatief sterft uit. Er is steeds minder tijd voor. Ik snap dat de overheid de broekriem aantrekt, maar het is wel jammer. Mensen die zelf het initiatief nemen, hebben vaak een mooie motivatie en ze blijven langer betrokken, waardoor je meer resultaat kunt boeken.” Studenten die een minor of een project doen vanuit de TU moeten na een paar maanden verder met hun studie, of afstuderen. Daardoor kan de continuïteit van een project soms in gevaar komen, merkt S4S. Vandaar dat de stichting samen met de TU nadenkt over de invulling van een aantal langlopende en grootschalige projecten, die door beide partijen begeleid worden. S4S heeft de afgelopen jaren niet zelf contact gezocht met lokale partners om projecten te volgen, dat zal dat bij deze grote projecten wel gaan doen. Alles om opgedane kennis goed door te geven en het project aan de gang te houden. Werk aan de winkel dus voor het nieuwe bestuur dat begin maart is aangetreden
Motivatieboost
Het project Water voor de Filippijnen is een idee van TU-alumnus Harmen van der Laan, destijds student. Met twee andere TU-studenten, onder wie Stefan Suurmond, startte hij het project in de zomer van 2007. Dit jaar wordt de laatste hand gelegd aan het drinkwaternetwerk dat ze hiermee tot stand hebben gebracht. Daarmee zijn straks vierduizend mensen in het bezit van stromend water in hun eigen huis. Voorheen had slechts een deel van het dorp een verouderd waternet. De rest moest water tappen bij de rivier of aankloppen bij familie. S4S heeft twee maal geld gegeven aan het project. Nu aan het einde, om het goed te kunnen afronden. Maar ook helemaal in het begin. Suurmond: “Zeker die eerste bijdrage is heel belangrijk geweest. Van S4S kregen we ons eerste geld. Toen wisten we: ‘Hee, het kan.’ Dat signaal was voor onze motivatie heel belangrijk. Het gaf ons een boost.” (Foto: Water voor de Filippijnen) www.watervoorfilippijnen.nl
en dat door het vele werk is gegroeid van vier naar zes mensen. De voorzitter, student technische bestuurskunde John Spruijt, heeft plannen genoeg. Er moet weer veel promotie gedaan worden in Delft zelf. En hij wil partnerschappen aangaan met bedrijven met
Betrokken
een duurzaam imago. Natuurlijk om meer geld binnen te halen. “Maar we hopen ook op kennis vanuit die bedrijven bij het begeleiden van studenten en het uitvoeren van projecten.”
Veel mensen op de Filippijnen zijn arm, maar als een familielid overlijdt, moet er een heel dure kist komen in Amerikaanse stijl. Een financiële strop is het gevolg. Het joint master project Cebu Coffins van IO-alumnus Swen van Klaarbergen en zijn teamleden moest de mensen een goedkoper en milieuvriendelijk alternatief bieden. En dat vonden ze in kokosbomenhout. “Dat wordt gezien als afvalhout. Maar als je het mooi lakt, ziet het er heel chique uit.” De studenten gebruikten vijfhonderd euro van S4S om een prototype te bouwen. “Eerst vonden de mensen het geen respectvol idee, om hun geliefden te begraven in een kist van wat in hun ogen afvalhout is. Toen ze hem zagen waren ze een stuk positiever. Het geld van S4S heeft dus echt geholpen. En ze waren onze meest betrokken sponsor.” Of de kisten van kokoshout ooit in productie zullen komen, is nog onzeker. Het bedrijf waarvoor de studenten onderzoek deden, wil eerst geld verdienen met iets heel anders: handel in stroopwafels. “Maar we houden contact en hopen dat het er ooit van komt.” (Foto: Cebu Coffins) idpindefilipijnen.wordpress.com
DELTA. 08 15-03-2012
science
opinion please
04
Higher resolution images of cancer Herman van Dam (faculty of Applied Sciences) investigated a new method to create a better image of cancer tumours and metastasis. By using a novel PET detector concept, doctors may see three times smaller tumours. (Photo: Philips)
Robert Visscher
In full swing Singapore is the place to be for researchers from around the world, NRC Handelsblad reports. While universities in many countries in Europe face cutbacks as a result of the economic crisis, according to NRC Handelsblad, Singapore is investing massively in science and technology. The tiny country is regarded by many as a gateway to Asia and is functioning like a magnet for scientists from around the world. TU Delft is also active in Singapore, participating in the Singapore Delft Water Alliance programme, together with the National University of Singapore (NUS) and water research institute Deltares. Involved with this collaboration is hydraulic engineer Professor Guus Stelling, of the faculty of Civil Engineering and Geosciences. He actually has a position as professor at NUS, and is there as we speak. “One of the reasons I’m here is because of the universities double Master’s degree programmes in hydraulic engineering and water management,” says Prof. Stelling. Since 2009 students from both universities can follow these Master’s for which they spend two semesters in Singapore and two semesters in Delft. “Singapore seeks strong partners from all around the world,” Prof. Stelling continues. “We in Delft are renowned for our work within the field of civil engineering. And so, you can sort of say that they choose us to collaborate with within this field.” The hydraulic engineer, who will retire from TU Delft next year, says he is surrounded by part-time professors from institutes like Oxford, Cambridge, Stanford, ETH and MIT, who are also nearing the end of their careers, or rather the end of their careers in their home countries. Singapore offers them the opportunity to continue their vocation. “The money isn’t bad,” says Prof. Stelling. “But it’s more than that. It’s very interesting to be in this booming place. And Singapore has a different attitude towards the elderly than we have. Old people are treated with much more respect. I see many professors in their seventies here who are still in full swing.” Prof. Theo Toonen, dean of the faculty Technology, Policy and Management, also collaborates with NUS, or more specifically with the Lee Kuan Yew School of Public Policy, which is part of NUS. For one, he supervises the work of one of its PhD students. He’s especially interested in water policy and metropolitan governance and would like to increase collaboration in these fields. But to keep pace with the researchers from Singapore, you need money. “They have so much money,” Prof. Toonen sighs. “So much more than we have.” He would also like to add some courses in water governance to the curricula of the dual Master’s programme and is having discussions about this option at the moment. The students from the dual Master’s programme are in Delft this semester. One of them is Phi Bang Do (23). He has a different view of things. “Everybody gets bored very quickly in Singapore,” he says, when asked why he choose to temporarily leave Singapore and come to Delft. “Most students signed a contract obliging them to work for three year in Singapore after graduating, in exchange for which they pay less tuition fee. So we can’t run away. While participating in the dual Master’s however, we do get the opportunity to leave the country for a while.” (TvD)
To be able to see better whether a tumour has formed metastases is of crucial importance in finding a way to cure the patient. When cancer is suspected, the patient usually gets a PET scan, which shows where the tumour is located and if there are metastases. At present, this procedure can take a relatively long time – up to 40 minutes - and, moreover, the produced image is often not clear enough, owing to noise and limited spatial resolution. “Because of this, it’s difficult to see if there are metastases, since they’re so small, and it’s not always clear if one sees a metastasis or image noise,” says Herman van Dam. His new method produces images with higher resolution and larger contrast: “I built several prototypes that can locate the cancer, up to a four times smaller tumour, and do this three times faster than the current method.” Van Dam focused on the detectors of a
PET scanner, the cylinder shaped machine that surrounds the patient and contains radiation detectors, consisting of, in current systems, segmented crystals in the front and a light sensor in the back. Thanks to smart biochemical technology, potential tumours are labelled with so-called tracers, which emit gamma photons. The surrounding detectors use these gamma photons to create a 3D image of the tumours. Van Dam’s method makes use of one big crystal, instead of segmented ones. And instead of one light sensor, he uses several ones. Since the position of interaction in the big crystal can be determined much more accurately than in the segmented crystals, images with higher resolution can be obtained. One of the crystals Van Dam investigated is called LaBr3:Ce, which was recently discovered at TU Delft. Van Dam’s supervisor, Dr Dennis Schaart, emphasizes that the new
method is a very important step towards creating better images. “It has high promise for the future,” he says. “Fighting cancer is all about having information. By creating a higher resolution image, doctors know better how to deal with the cancer. But it cannot yet be implemented. It has to be calibrated, for example. We already took important steps in that direction. I think we will be able use the method in about five years.” Van Dam will defend his Ph.D. on 20 March. He is currently a postdoc, working on the follow-up research of the method he developed. In cooperation with Philips, TU Delft is developing a combined MRI and PET scanner. Schaart: “An MRI system works with a magnetic field, and we think we can create a PET scanner that can operate in such a high magnetic field without disturbing the MRI image. Hopefully we’ll be able to create better diagnostic tools.”
Bringing back the colors Vincent van Gogh’s drawings and paintings have significantly changed in appearance due to the degradation of dyes. Dr Jan van der Lubbe (EEMCS faculty) will try to reconstruct the old masterpieces. The battlements on top of the tower of Montmajour are hardly visible anymore, and the grass and stones at the base of the castle are seriously faded. “Luckily, we also have a reproduction of this drawing from Vincent van Gogh [which he made in 1888, ed.],” says Dr Jan van der Lubbe, as he pokes around in his papers. Spread out on the desk of the image processing expert are heaps of pictures of drawings by the great Dutch artist. “Here, you see? This reproduction was made in 1928. It’s very valuable, since the dyes of this reproduction haven’t degraded yet.” Together with colleagues from the Tilburg University and the Van Gogh Museum, Van der Lubbe received a grant worth some 750,000 euros from the Netherlands Organisation for Scientific Research to develop data mining and image processing tools that must help digitally reconstruct the way Van Gogh’s paintings and drawings looked in the old days. Two PhD students will be appointed, one at each university. The one at TU
A recent reproduction of Montmajour (left) and a photographic reproduction of the same drawing from 1928. (Photo: Van Gogh Museum)
Delft will focus on the drawings, while his colleague in Tilburg will study the paintings. In addition to reproductions, the researchers hope to retrieve interesting information from the drawings’ edges. While the exposed image underwent various degrees of fading, ink on the edges sometimes retains its old color (often bright purple, a color Van Gogh used a lot) if it was hidden behind a mount. In some cases however there is hardly any information. The challenge here is to reconstruct the drawing on the basis of similar, well-kept drawings. Also, there are letters from Vincent
written in purple ink in the same week when he made purple drawings. Since the letters were kept in the dark, they did not change color, and this information will also be used. Van der Lubbe and his colleagues from Tilburg have collaborated before on other art-related projects. Several years ago they developed software that distinguish fake Van Gogh’s and other forged paintings from the real thing by analysing numerous traits, such as brushstrokes and colors. When this project was completed, the researchers teamed up to analyse the paper the painters used. (TvD)
DELTA. 08 15-03-2012
science
05
short news science Photon guide
A new nano waveguide dramatically increases the light yield from quantumdots. Because q-dots emit single photons in random directions, most of them never reach their destinations (mostly an optical fibre). Only 1-2 percent do. But a waveguide developed by Professor Leo Kouwenhoven and Dr Val Zwiller, together with colleagues from FOM and TU/e, increases the efficiency to almost half of the photons (42 percent). The waveguide, with a 200 nm diameter, contains the q-dot in the middle and a gold mirror on the backside. The results were published in Nature Communications.
Solar cells
Revolt house
Water prize
The section photovoltaic materials and devices (EEMCS faculty) received more than 750,000 euros, of which part of this sum (nearly 300,000 euros) is coming from the Foundation for Fundamental Research on Matter ( FOM). The researchers participate in the FOM program, Stirring of Light, which aims to optimize the absorption and processing of light waves in solar cells. From the European Union they received 460,000 euros to develop cells that are fine-tuned to absorb blue light.
The plan to build the spectacular ‘Revolt’ house - a two-person round floating home that is energetically self-sufficient and revolves with the sun – has been abandoned, because of lack of funding. The design was a collaborative effort of dozens of students. The Revolt House was the Delft entry for the Solar Decathlon 2012, a worldwide university competition for designing self-sustaining, solarpowered homes.
Biotechnologist Professor Mark van Loosdrecht (AS faculty) has won the Lee Kuan Yew Water Prize for 2012. He will receive the award during the Singapore International Water Week in July. Van Loosdrecht has secured the prize primarily for his work on an innovative biological wastewater purification process involving Anammox bacteria. These bacteria can convert ammonia into harmless nitrogen gas without the use of oxygen or other additives.
Nature Communications: doi:10.1038/ ncomms1746
Watch your step
the graduate the broom model, and a bunch of springs in the joints of the robot, that measure all the forces at play, allow Tulip to calculate where it should put its next step and how much force it should exert on each foot in order to remain balanced. De Boer believes balanced bipedal robots have a bright future. “They’re much more practical than robots on wheels, which can only be used on flat terrains. One can imagine bipedal robots being used as aids during res-
Tomas de Boer with his robot Tulip. On the left is Tulip’s sister, Flame. (Photo: Tomas van Dijk)
A robot that you can push around and won’t fall over. This is what Dr Tomas de Boer developed for his thesis, ‘Foot placement in robotic bipedal locomotion’, which he defended this week. Tomas van Dijk She walked very smoothly, especially for a robot. Flame, which was developed several years ago at the 3mE faculty, was a hit in robotics. But when you gave her a little push, she would drop to the ground instantly. She now shares the robotics laboratory with an (in many ways) improved version of
herself, Tulip, an android that can be pushed around but won’t fall over. Mechanical engineer, Dr Tomas de Boer, developed Tulip during his PhD research. He first had a good look at how we humans keep our equilibrium, and to explain what our most important trick is, a trick which he copied in Tulip, he takes hold of a broom stick and starts balancing it upside down on his fingertip. “Bipedal locomotion is in essence about the ability to maintain control over the position and velocity of the body’s center of mass,” De Boer explains. “When slightly perturbed, balance is quickly lost and a step must be taken to prevent a fall.” With the broom stick, one must move ones finger to continuously keep it right under the body’s center of mass. A simple model, which De Boer call’s
‘Bipedal robots are much more practical than robots on wheels’ cue missions in the future, or as butlers.” As a matter of fact the researcher is now working for a company called Pal Robotics, based in Spain, which develops robotics butlers. But some hurdles still need to be cleared, De Boer says: “It’s is still very difficult to make robots that are at the same time light, powerful and energy efficient. We buy a lot of parts from the automotive industry. There’s no real robot industry yet, but it’s coming.”
Watch Tulip as she prepares for Robocup 2011 in Istanbul. www.dutchrobotics.net
Tomas de Boer, ‘Foot placement in robotic bipedal locomotion’, 13 March, PhD supervisor Prof. Frans van der Helm.
cover “I’m going to put a self-portrait on the cover,” said mathematician Dr Sonja Cox (EEMCS) to her friends when she was preparing her thesis. They protested she couldn’t do that, but she did so nonetheless. She drew a selfportrait by hand and asked her friend Fien Thoolen, an IDE graduate, to help her. “I’m kind of clumsy with computers,” she explains. The ladies scanned in the drawing, some sheets with Cox’s calculations and started toying around with colours. The result portrays not only Cox but also her mathematics and some personality quirks, like the messy papers and the teapot which is always near (here: on the back cover). Cox loves mathematics
Rotterdam in 2021: from A to C
and can toy around with equations endlessly. She loves it when a problem gets solved with an elegant proof, and she even dreams about it. Her thesis is about stochastic differential equations that incorporate noise to allow for uncertainties in the real world. “Like a bacterial population in which organisms divide and die at arbitrary moments,” she helpfully explains.
Sonja Cox, ‘Stochastical Differential Equations in Banach Spaces’, 12 March 2012, PhD supervisor Prof. Jan van Neerven (EEMCS)
Robert Korteland: “It’s about making the best use of the time spent on the way.” (Photo: Tomas van Dijk)
In Rotterdam in 2021, the concept of public transportation will have changed due to developments in the city and among its inhabitants, according to Robert Korteland (25). For his MSc thesis, Korteland designed new concepts that promote sustainable mobility capable of coping with these urban developments. He chose Rotterdam to focus on because of its interesting history. The city was bombed during the Second World War and then rebuilt in a modern style. Its modernist character is now blamed for social and economic problems. When the city was rebuilt in the 1960s, every function had to be separated, and these different areas are now one of the causes of social problems. “At night, the city centre is empty because people live in other areas. This causes people to feel insecure, Korteland explains. Nowadays, the city of Rotterdam is in the middle of its second rebuilding. According to Korteland, Rotterdam in the year 2021 will be denser, house more residents and its car-friendly character will need to make way for cyclists and pedestrians. Korteland identified two ways in which citizens may react to these developments. Either they are overwhelmed by the increasingly complex city and retreat or they welcome the opportunities and diversity the city provides. In response to these types of citizens, Korteland designed two concepts that support sustainable mobility in Rotterdam. The Oasis concept is directed at the “comfort-zone people” who look for comfort and feel insecure in the urban life. For these people, Korteland designed doubledecker trams with private seats. The stops are separated from the busy and dense station and provide a good overview of the city. “It allows them to find little oases of peace in public transportation,” Korteland adds. For the ‘master-the-flow people’, the citizens who find the hectic environment inspiring and want to engage in maintaining the liveability of the city, Korteland designed another concept in sustainable mobility, an application called A-C, which allows people to attach requests to public transportation and share their expertise of neighbourhoods with other users. Korteland decided to design an application, because it fits the way of life of the progressive, flexible people who are interested in the developments of the city. The name A-C was chosen because mobility is no longer about moving from A to B, but rather about moving from activity to activity. “It’s about making the best use of the time spent on the way,” he says. “So it is not about moving from A to B, but from A to C”. Korteland will defend his thesis on March 16 at the faculty of Industrial Design Engineering. He will not use the outcomes of his thesis for further research, however, because he has already received a job offer as an interaction designer at a web office. “My research can be seen as a source of inspiration,” he concludes. “It offers a different perspective on mobility”. (CR)
DELTA. 08 15-03-2012
international students
06
‘Ready to take on whatever’ Diss’ new board members took their seats last month. SWATHI KRISHNA Looking back, 2011 was a year of many achievements for Delft International Student Society (Diss), especially in the housing segment, where, with the help of others, including the VSSD, Diss brought about many positive changes benefiting international students. In addition to organizing cultural events, Diss also set up the Tandem Delft language exchange project along with Aegee, which now has 250 participants learning international languages in informal settings. Diss, started in 2010, is now entering its third year, welcoming a new group of enthusiastic international students as board members last February. “Handling the transition was a difficult part. We advertised for candidates in October and spent the next four months coaching the selected candidates. I see they’re a strong, motivated group, ready to take on whatever’s in store for them,” said Jonathan Mugerwa, a third-year BSc civil engineering student from Uganda and Diss’ former Chairman. Of his motivation for wanting to join the Diss board, Rohit Kacker, a firstyear chemical engineering MSc student from India and Diss’ new External Affairs Officer, said: “I wanted to be more involved in matters involving international students and saw that Diss had a potential for voicing our
concerns and also bringing various nationalities together.” The new board will continue tackling some hovering concerns regarding housing, with support coming from previous Diss board members like Jayakrishnan Harikumaran, a secondyear MSc student from India who spearheaded last year’s housing negotiations: “The inflexible housing contracts hampers international student mobility, and I think establishing an online forum to exchange information to ease subletting would be a step in the right direction.” Kacker however will also focus on new issues: “TU Delft manages ‘pre-care’ for international students as they arrive
a monthly borrel. Diss’ new Chairman, Ulas Ulgen, a fifth-year MSc computer science student from Turkey, elaborates: “The gap between the Dutch and internationals is odd, so we really want to organize elite events that would appeal to all internationallyminded students.” As the new Diss team takes over the role of helping the international student community, the old board experiences a sense of accomplishment. Happy about how Diss has turned out, compared to when it first started, former Chairman Mugerwa says: “The experience has been invaluable and fulfilling. I’m a little jealous because I know the new board will achieve more than us, but I’ll happily get over that.”
The new board will continue tackling some hovering concerns regarding housing to Netherlands very well, but at the same time lacks ‘post-care’, especially in terms of facilitating transition from academia to the work environment. We shall strive to tackle this issue.” He also hopes other (international) student association boards will reach out to Diss whenever they feel an issue or event can be addressed on a larger scale, rather than solely among their own association members. It’s not all work and no play at Diss, however, and plans are in place to organize both big and small events, like International Week activities and
diss-online.nl
Diss’ new board members (l. to r.): Ulas Ulgen (Turkey), Harish Ramakrishnan (India), Fei Cui(China), Siddharth Pandey (India), Alexander Alefragkis (Greece), Rohit Kacker (India). (Photo: no credit)
what’s cooking
(Photo: Pat Hong)
(Guinness) Irish Stew While studying in Ireland, I can report getting slightly tipsy during my first encounter with Irish stew. I wasn’t quite sure if it was because I had the Guinness Stew version or that I simply consumed too much booze that evening, but I liked it: the mix of vegetables, potatoes and tender meat with a hint of barley was just perfect in the cold weather. But when I happily shared my lovely experience with some of my Irish friends, they either made a funny face or offered some weird comments, like, ‘It’s a cross between a soup and a curry - with potatoes - so I never know whether to eat it with a fork or a spoon,’ said my friend Eileen. ‘When it’s bad, it’s really not good - lumpy, watery, grisly, in the worst case,’ added Debbie. Irish stew has suffered from less than glamorous reputation in recent years, being associated with pub grub and routine home meals. As my friends put it, it is a ‘comfort food’ that reminds Irish people of ‘childhood’, ‘growing up’, ‘mom’, and ‘grandmas’. For Debbie, a real six o’clock winter meal at the wooden table with stew that warmed her from the inside was a wonderful memory. ‘Stew is the meal that reminds a lot of Irish people of their days growing up, coming home from school on a damp winter’s day,’ recalls PJ. And when you look past the unsophisticated dish, you will find it rich with lots of nutritious ingredients and herbs: parsley, thyme, onions, large chunks of root vegetables such as carrots and parsnips, and also the secret ingredient: barley. Dubliners have their special version which they call it ‘Coddle’, with preserved salted bacon and sausages as the signature ingredients, served with crispy bread rolls smeared with thick chilled butter to dip into the soup. A more traditional dish called ‘Colcannon’, with curry kale, butter and black pepper, is sometimes served during Halloween. ‘Remember, Pat, you should cook it slowly on a low heat, two hours plus, and use the juices from the meat and vegetables to make a rich sauce. Serve with boiled or mashed potato,’ advises PJ, as I frantically take down notes, while thinking that next time I ought to create my own version of stew and spice it up with a stronger booze, Jameson Irish Whiskey. (PH)
For those who’d like to make your own Irish Stew, just go to www.delta.tudelft.nl for the online version of this article and follow the simple step-by-step instructions. Be creative (and careful) with the booze!
motsyk
Magnificent failure If you’ve ever been to a rocket launch, you’ve probably witnessed the tense preparations leading to the final moment, and experienced the dramatic silence during the countdown. Three, two, one, ignition, hopefully followed by liftoff, the fine line between a fizz and a bang. You might not have realized at the time exactly how fine of a line that was, or how many test countdowns have led to fizzes and bangs in preparation to this launch. Rocketry is exciting, enticing, addictive. The excitement of a successful launch leaves you ecstatic, yet there’s another side to rocketry, the bulk of the iceberg, which you typically wouldn’t associate with the fast and mighty liftoff. Rocketry teaches you about patience and failure, lots and lots of it. While most other engineering projects also require tedious preparations and numerous tests before a successful “launch”, the difference in rocketry is, if your test isn’t successful, in most cases you can’t just stop running it, fix what’s wrong, and then test it again. When a rocket launch fails, it tends to fail rather spectacularly, which means back to the drawing board, starting from scratch. Watching your hard work fail can be crushing and painful, but it motivates you to pick up the pieces, learn your lesson about what caused it to fail, and move on. If you haven’t failed, you haven’t lived. There are countless
tweets, social media groups, blog posts on the subject, and even tear-jerking Youtube videos depicting how famous people overcame countless failures and finally succeeded in life. Yet failure is something we tend to avoid like the plague, and naturally so. It’s in our genes to stay out of harm’s way. We believe that failure in school or the workplace shows us in a bad light, therefore we tend to stigmatize teachers and bosses that ‘lead us’ to fail. Teachers that give out good grades are seldom harassed by parents, students or school administrations in the same way that stricter, demanding teachers are. This urge to always be right, always succeed, always avoid failure, begins at an early age and stays with us throughout our lives. When you get to the real world, though, you suddenly realize that having spent most of your childhood learning how to succeed, as an adult you need to learn to fail, to fall flat on your face and then get up, dust yourself off, and keep moving. I’ve met people in my life who rarely fail. Those are the people that steer clear of danger, walking away from problems instead of facing them head-on. I do believe you can actually solve a problem by avoiding it, leaving it for somebody else to solve. By doing this, though, you learn nothing yourself, and worse, you become a prisoner in your own comfort zone, staying in place
while the world moves forward. Tasks you avoided grow more daunting, until you reach a point where you’d rather walk in the opposite direction than trying to overcome the mental barrier you’ve put up for yourself. Innovation is about exiting your comfort zone, and you’re sure to fail along the way. But don’t be afraid of it: the worst kind of failure is failing to try. Olga Motsyk is an MSc aerospace engineering student from Kiev, Ukraine. She can be reached at olgamotsyk@gmail.com
DELTA. 08 15-03-2012
international students
07
TU Delft’s fastest MSc graduate Meet Anand Teke, a Sustainable Energy Technology student who graduated on 21 February, setting the record as the fastest student to complete a TU Delft MSc program, obtaining his degree in just 18 months.
an MSc program helps a lot, too. Work experience gives one a little more confidence and understanding behind the courses being taught.”
VIKRANT VENKATARAMAN What motivated or inspired you to finish your MSc program so quickly? “Well, to be frank, the tuition fee charged here for international students is quite a lot. I’d taken a loan back in India to sponsor my studies here, and my main aim for me was to save as much as possible and repay my loan. That’s the main reason behind finishing the program soon.” By doing so, did you miss out on the fun life a student has, because of your accelerated study workload? “No, not at all, I enjoyed every bit of my student life and had fun activities almost every week. Friday nights was always party night, and I’d either go to a friend’s house or call them over to my place to cook, eat and party together. I’m also an avid cyclist, going for long cycle rides on weekends, and even once cycled all the way to Aachen, Germany, to meet a friend there. I also went sailing on the North Sea during the summer with some guys, so I never compromised on fun side of student life.” What techniques did you use to study so fast and well? “The first year of the MSc program is the busiest period, because one has weekly assignments, group work and also exams. I was punctual in completing my assignments before the weekend started, possibly before Saturday at the earliest, so that gave me more time to concentrate on other academic-related activities. Since I had previously worked in the energy industry for two years, the subjects taught in my MSc program were quite easy for me to understand and comprehend, and as a result I also secured high marks in almost all my courses.”
Anand Teke: “I enjoyed every bit of my student life and had fun activities almost every week.” (Photo: no credit)
Is finishing fast something that was noticed by others and positively commented on? “To be frank, this wasn’t at all noticed by my professors or other academic staff, but very much noticed by my near and dear friends. They were always there for me, proving constant support and encouraging me whenever I was feeling low.” Doing an MSc thesis takes approximately nine months at least, so how did you manage to complete your studies with some six months still left to go? “As I previously worked for two years, I got an internship exemption, and moreover I had taken a course worth 12 credits titled ‘Design Challenge’ during the first and second quarter of my first year. I used the credits from this course as a replacement for my internship. Another important factor was that I set my priorities right and decided early on what I wanted to work on. So I actually started working on my thesis at the beginning of fourth quarter in my first year.” Any tips or do’s and don’ts for readers who also might like to accelerate their studies and graduate early? “I will just say one thing; study your courses with dedication and try to clear them in the first attempt. That relives a lot of mental pressure and gives you room to focus on other things. Otherwise, things pile up and accumulate and the pressure builds. Another factor in completing the MSc soon is to decide one’s area of interest early on and then take elective courses accordingly. Plus, having some work experience before entering
What do you think about the controversy involving Dutch students fighting the government’s efforts to make them finish their Bachelor/Master degrees in 5 years or else pay for the extra years they need to finish? “I really like the style of education that Dutch students follow: four years for the BSc and three years for the MSc, which gives ample room for one to travel, engage in student projects, be part of student societies, etc. There’s is not much pressure on them, but this is completely unacceptable back in India, as there the society would just not allow you to do something like that. Also, competition back in India is extremely fierce, only the best of the best survive. The government must not force Dutch students to accelerate their studies. If I was either a Dutch or an EU national, I would never have gone on such a quick ride to complete my Master’s in 18 months.” How did you score in your subjects and thesis? “I got an aggregate of 8 in courses and also the same mark for my thesis.” Don’t you think if you spent a couple more months studying you might’ve gotten even higher grades and possibly graduated cum laude? “Well, it’s just not worth the time and effort. Plus, if I hung on for a few more months then I also would’ve had to pay tuition fees. So considering monetary matters, I don’t think it would have done me any good.” What plans for the future? Job or PhD? “I have got an offer from my previous company, so I’ll be taking that, and as the job is in my home town, I’m more than happy to return back.” How was your TU Delft experience? “To put it in two simple words: simply awesome. The Sustainable Energy Technology course is indeed one of a kind and not offered by any of the US universities. That’s why I came to TU Delft, even though I had an excellent score on my GRE and also had an offer from a US university. I’ll definitely miss the Netherlands, TU Delft and most of all the cycling.”
news in brief Numerus fixus Following the numerus fixus being applied to BSC programs at the faculty of Aerospace Engineering, a numerous fixus will be applied to the MSc study tracks control & operation and flight performance, which will limited enrolments. Some 50 to 60 students will be selected based on their motivation letters, grades during their BSc and an interview. Consequently, it is likely that some 10 to 20 MSc students will not be able to follow the study track of their choosing. According to TU Delft student union, VSSD, these students will be compelled to go abroad to study, but faculty dean, Jacco Hoekstra, countered by stating that the students have the option of choosing a different track.
Student debt Activist students and TU Delft and MHP have set up a study debt counter at the Aula. The counter shows 5.8 billion euros in debt to date, and accumulates 17 euros in debt per second. The total amount of Dutch student study debt, according to the Intercity Student Committee, is an average of 15,000 euros per student. The Delft student union, VSSD, will hold a mega Jenga game on the Market Square on 16 March, at 16:00, in order to show that the foundations of the knowledge economy are collapsing. On Monday March 19, from 12:45 to 13:00, there will be a lecture on Finland in lecture hall C of the 3mE faculty, the message of which is, according to the VSSD, that education in Scandinavia is much more affordable and that students are better off going there to study.
Academic Award 2012 Teams have until 2 April, 2012 to register for the Academic Year Award 2012. The Annual Academic Prize is awarded to the best translation of academic research to a wider audience. Researchers, students and PhD’s are challenged to make an original and compelling communication plan. The Academic Year Prize was created in 2005 by NRC Handelsblad newspaper in cooperation with The Netherlands Organisation for Scientific Research (NWO) and the Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW). Creative scientists, students and PhDs can win up to 100,000 Euros for their research. For more information visit the website. www.academischejaarprijs.nl
Students4Sustainability On 22 March, the Students4Sustainability (S4S) foundation will celebrate its anniversary at the Culture Centre, starting at 18:00. Over the past five years the foundation has supported many sustainability projects by TU Delft students in developing countries. S4S sees a shift from the self-devised student projects to projects deriving from TU minors. “The own initiatives are dying off, as there is increasingly less time for this,” a S4S spokesperson said. “I understand that the government is putting the brakes on, but it’s still a pity. People who take the initiative themselves usually are wonderfully motivated and remain engaged in project for a longer time, and results in greater success.” S4S give projects funding, ranging from a few hundred euros to 2000 euros, according to the 2011 annual report. The funds can only be used for building prototypes.
‘Sweet&Salt’ exhibition The exhibition ‘Sweet&Salt - Water and the Dutch’ can be seen until 10 June at Kunsthal Rotterdam. TU Delft is sponsoring this exhibition by contributing through the Delft Environment Initiative. Employees and students get a 10% discount on the entry price when showing their employee or student cards. In the exhibition, Kunsthal Rotterdam is using a 120 works of art to illustrate our connection to water. Prominent pieces by old masters are interspersed with exceptional works by modern and contemporary painters’, according to Kunsthal. On Friday 20 April 2012, Kunsthal and TU Delft will hold a special ‘Arts & Drinks’ evening, when the Kunsthal’s auditorium will be transformed into a relaxing meeting place. The programme includes a short lecture about the TU Delft/ Wageningen Galatea project: how do you design an underwater vehicle by simulating nature?
Wifi onboard
Foreign Eye
For a country as flat as the Netherlands, the dunes running along the northern region’s coast certainly provide a welcome change, looking to this foreigner’s eye like comforting feather beds. With their own characteristic flora and fauna, the formation of these dunes is due to the effects of the wind on sand. The dunes are typically covered with long and fine European beach grass, folding in wavy patterns almost like the fur of an animal. While the beaches are used for recreational activities, the dunes and their little peaks and valleys are exciting to stroll along or be explored on mountain bikes for those who want to be a little more adventurous. (RR) (Photo: Raghuveer Ramesh)
Netherlands Railways (NS) reports that the number of Wifi internet sessions on trains increased by 450 percent in 2011, with 663,000 internet sessions recorded in December 2011, compared to just 140,000 sessions 11 months before in January 2011. All 137 single deck intercity trains have Wifi and now NS is busy putting Wifi on all it double-deck trains, with NS saying that every month 10 Wifi equipped trains are added to the fleet. NS says all 365 intercity trains will have Wifi by the end of 2013. T-mobile currently provides the Wifi service on intercity trains for free, and the service will remain free through 2012, after which a decision will be taken whether the service will remain free.
DELTA. 08 15-03-2012
lifestyle
08
Het verlangen van de gebruiker Zes IO-studenten maakten een documentaire over de cruciale rol van ontwerpers bij het ontwikkelen van strategieën voor bedrijven. De film werd al vertoond in onder meer de Verenigde Staten, Mexico en India. Robert Visscher Hoe zorg je ervoor dat gebruikers loyaal blijven aan een bedrijf en merken dat ze er door begrepen worden? Jaren geleden werd een product in de markt gezet, flink veel reclametijd ingekocht en daar bleef het vaak bij. “Bedrijven communiceerden via reclames met hun doelgroep”, zegt de Colombiaanse masterstudent industrieel ontwerpen Juan David Martin. Maar de toekomst ziet er volstrekt anders uit. “Het gaat er om het verlangen van de gebruikers te kennen. Vervolgens blijf je voortdurend met hen in contact via bijvoorbeeld sociale media. Vroeger bereikten bedrijven pas op het einde van het productontwikkelingstraject met hun product consumenten. Nu is het begrijpen van mensen het startpunt.” Op welke manieren je dat kan doen? Daarover gaat de film Design the New Business, gemaakt door Juan David Martin en vijf andere IO-studenten. Als voorbeeld noemt de Colombiaan de werk-
wijze van het bedrijf Océ uit Venlo. Zij begonnen met het maken van printers, maar merkten dat hun klanten dat niet alleen wilden. Nu zetten ze hele distributiesystemen op voor het maken van readers bij universiteiten. Ze lossen ook alle problemen onderweg op. “Ze denken vanuit wat de gebruikers willen.” Design thinking wordt een dergelijke aanpak genoemd. Grofweg kan men zeggen dat deze term gaat over het verlangen van mensen kennen, hun loyaliteit aan een bedrijf bewerkstelligen en met creativiteit nieuwe strategieën creëren. De crux is volgens de IO-studenten dat ontwerpers daarbij
‘Nu is het begrijpen van mensen het startpunt’ onmisbaar zijn. “Managers en ontwerpers vullen elkaar aan. Om te voldoen aan de vraag van consumenten in de complexiteit van de moderne wereld moeten ze wel samenwerken.” Of zoals Alexander Osterwalder, invloedrijk auteur van ‘Business Model Generation’, het zegt in de film: ‘Managers zijn gewend om beslissingen te nemen. Ontwerpers zijn getraind om nieuwe dingen te creëren.’ Een eenduidige definitie van design thinking geven de studenten bewust niet. Ze willen discussies uitlokken en niet de wet voorschrijven. “Dat vind ik een uitstekende keuze”, zegt Frido Smulders, directeur van de master
IO-studenten worden klaargestoomd voor het vak van ontwerper. (Foto: Designthenewbusiness)
strategic product design. Hij zit ook in de film. “Door verschillende visies weer te geven, laten de studenten zien dat er geen eenduidig beeld is van wat design thinking is. Bovendien laten ze ook kritische noten niet weg.” Voor de studenten was het een groot avontuur om de documentaire te maken. Ze kregen het idee aangereikt door IO-docent ir. Erik Roscam Abbing. De zes studenten die de film maakten, wilden bij zijn bedrijf Zilver Innovation stage lopen, maar zoveel plek had hij niet. Daarop bedacht hij het maken van de film als zomerstage. “Onze generatie is opgegroeid met films, dus om er zelf een te maken sprak ons aan. Het onderwerp vonden we geweldig omdat het zo actueel is”, zegt Juan David Martin. Maar van een film máken wisten de studenten nog niet veel. “We kozen daarom voor dezelfde aanpak als bij het bedenken van een project en begonnen met research.” De studenten kregen tips van een doorgewinterde documentairemaakster. Ze maakten een indeling, waarbij ze onder meer uitgingen van de onderwerpen complexiteit en onderwijs. “Bij het eerste interview werd al de opmerking gemaakt dat design thinking te ‘gehyped’ was. Dat deed ons beseffen dat we ons niet te veel op de terminologie moesten focussen, maar wel op hoe bijvoorbeeld vaktermen als complexiteit en design thinking worden toegepast.” De documentaire was al te zien in tien landen, waaronder de Verenigde Staten, Mexico, Zuid-Afrika en India. “Ik zie aanleiding voor een vervolgfilm met veel voorbeelden, waarbij wordt nagegaan waar design thinking bewust buiten het oorspronkelijke veld van design wel en niet is toegepast”, zegt Smulders. Een tweede film sluit Juan David Martin niet uit. “Maar we zijn nu nog druk met het organiseren van vertoningen over de wereld inclusief workshops met veel ruimte voor discussie. Het is mooi om te zien dat zoveel mensen graag over dit onderwerp willen praten.” De documentaire is te zien op www.designthenewbusiness.com
Ontspanning met een boodschap time out
Skip voor één keer die Pathé-zaal en zak onderuit bij een film met een boodschap, tijdens het Movies That Matter Festival in Den Haag. Kunst, zelfs de meest lichtvoetige romantische comedy - die tenslotte ook ooit ontsproot aan het creatieve brein van een regisseur -, heeft altijd bestaansrecht. Maar de films tijdens het Movies That Matter Festival doen er net een beetje extra toe. Omdat ze gaan over mensenrechten. De opvolger van het Amnesty International Filmfestival presenteert volgende week zo’n zeventig human rights-speelfilms en –documentaires. Daarnaast zijn er dagelijks allerlei verdiepingsprogramma’s, waaronder vragensessies na de film, talkshows en debatten, waarbij het publiek uitgebreid in gesprek mag met mensenrechtenactivisten, filmmakers, politici en journalisten. En natuurlijk zijn er muziek, beeldende kunst en feestjes. Studenten spelen een speciale rol tijdens het festival: een studentenjury van de Haagse Hogeschool kiest uit een door hen gemaakte selectie van drie documentaires een winnaar. Die regisseur ontvangt de Students Choice Award, een geldbedrag van duizend euro. En mooi meegenomen: de winnende film
is voor studenten één keer gratis te bezoeken. Eén van de kandidaten is ‘Special Flight’, over de erbarmelijke omgang met asielzoekers in Zwitserland (gratis op vrijdag 23 maart om 20.30 uur in Theater aan het Spui). Ook ‘How to Start a Revolution’, een portret van wetenschapper dr. Gene Sharp uit Boston die een handboek schreef voor vreedzame activisten (gratis op zaterdag 24 maart om 20.00 uur in Theater aan het Spui), dingt mee naar de prijs. Laatste kanshebber is ‘5 Broken Cameras’, de persoonlijke getuigenis van een Palestijnse vader die vijf jaar lang de vreedzame protesten filmt van zijn dorpelingen tegen de bouw van een Israëlische scheidingsmuur (gratis op zondag 25 maart om 19.00 uur in Theater aan het Spui). Veel meer zin om lekker thuis zinvol boven een bak popcorn te hangen? Elk jaar produceert dagblad Trouw een dvd-box met materiaal van het festival. Maar goedkoper: Nederland 2 zendt sommige documentaires gewoon uit op tv! ‘The Heart of Jenin’ bijvoorbeeld, op woensdag 21 maart om 23.00 uur. (JH)
Movies That Matter Festival, van donderdag 22 maart tot en met woensdag 28 maart in Den Haag. www.moviesthatmatter.nl
sport
Een hockeyer van Groen Geel tracht met bal aan de stick te ontkomen aan de achtervolgende DSHC-spelers Steven Vis (159) en Jeroen Wefers Bettink (164). DSHC won met 3-2. (Foto: Hans Stakelbeek)
Met een krappe 3-2 zege op Groen Geel bleven de hockeyers van DSHC zondag voor de achtste opeenvolgende keer ongeslagen in thuiswedstrijden. De corpsclub keerde na een ongelukkige degradatie naar de tweede klasse binnen een jaar terug op eerste klasseniveau en strijdt daarop nu serieus om de posities die recht geven op promotiewedstrijden. Het duel met Groen Geel, uit nog met 8-2 opgerold, verliep op eigen terrein nochtans vrij moeizaam. “We kwamen steeds voor, maar het lukte maar niet om een gat van twee doelpunten te slaan”, vertelt captain Steven Vis. “Het bleek moeilijk om controlerend te blijven spelen, zoals was afgesproken. Het was bij vlagen chaotisch.” Tien minuten voor tijd kreeg zijn team, in zijn ogen ‘heel ongelukkig’, de 2-2 om de oren. Maarten Groen bood kort hierna redding. Na eerder een aantal keren vergeefs te hebben aangelegd, wist hij toen het er op aan kwam wel munt te slaan uit een strafcorner: 3-2. Vis: “Normaliter moeten wij het hebben van ons technische spel en onze hoge passing-snelheid. Zondag hebben we op vechtlust gewonnen.” Hij sluit af met een Cruyffiaanse wijsheid: “Het is niet de eerste keer dat we met één doelpunt verschil winnen. Je zou kunnen zeggen dat dat ook een kwaliteit is.” Ook de voetballers van vierdeklasser Ariston’80 maken voor de zoveelste keer kans op een plek in de play-offs. In Rijswijk verraste de studentenploeg door de pas eenmaal eerder verslagen lijstaanvoerder Semper Altius met 3-1 te kloppen. Ali Mousivand scoorde zijn zestiende competitiedoelpunt van het seizoen. “Een terechte zege”, oordeelde coach Arjan van der Meyde wiens ploeg nu tweede staat. Op de Amsterdamse Amstel bestreden de wedstrijd- en clubroeiers elkaar tijdens de Heineken Roeivierkamp op de 2500, 250, 750 en 5000 meter. Een combinatieacht, met onder anderen de afgevallen Olympiër Arnoud Greidanus van Proteus, behaalde in het eindklassement een fraaie tweede plaats achter de oppermachtige acht van het Amsterdamse Nereus. Bij de lichte heren derde divisie bleek Laga over de snelste acht te beschikken. De echte toppers zaten in het Italiaanse Varese, waar middels selectiewedstrijden bepaald werd welke roeiers een definitieve plek krijgen in de Holland Acht tijdens de Olympische Spelen in Londen. Onder de vrijdagavond door technisch directeur René Mijnders bekend gemaakte uitverkorenen zit ook Lagaaier Olivier Siegelaar. Stuurman is Peter Wiersum van Proteus. Beiden maakten ook in Peking (2008) al deel uit van de ploeg. (JT)
Tips? Jimmy.tigges@hetnet.nl
Stephan
DELTA. 08 15-03-2012
lifestyle
09
Met je hoofd in de wolken Ze ontwierpen en bouwden hun eigen raket, lanceerden hem in Zuid-Afrika en staan er nu nog mee op de vaste tentoonstelling van één van ’s lands bekendste musea ook. Voor zes Dare-studenten kan het succes niet op.
apps
S.O.S. studentenleven Deze week staat je telefoon in het teken van stappen! Party!
Jorinde Hanse
familiezaken
Het Museon in Den Haag – is dat niet waar de liefde voor wetenschap bij veel TU-studenten is ontstaan? Met je voeten in de modder: letterlijk pielen aan alles wat er te zien is. Niet verwonderlijk dat het museum de rollen nu eens omdraaide, en een paar TU-studenten vroeg of ze wilden meewerken aan de tentoonstelling ‘Satellieten – ver weg, toch dichtbij’. “Ze belden gewoon”, zegt Geert Henk Visser (22), vierdejaars L&R en lid van studievereniging Delft Aerospace Rocket Engineering (Dare). “We hadden net met een zelfgebouwde raket de Cansat-competitie in Zuid-Afrika mogelijk gemaakt, en het Museon vroeg of we die raket misschien wilden schenken aan de tentoonstelling. Dat hebben we gedaan.” De raket, een zogeheten Cansat V6, is namelijk onmisbaar voor de satellietjes die middelbare scholieren jaarlijks bouwen voor de Cansat-competitie. Daarin maken ze van een colablikje een satellietje met functies die de scholieren zelf mogen bedenken. De temperatuur meten bijvoorbeeld, 3D-beelden schieten van de Aarde of klimaatgegevens verzamelen. “De raketten die Dare daarvoor bouwt – jaarlijks zo’n stuk of vier – brengen die satellietjes vervolgens in dertien seconden naar één kilometer hoogte”, aldus Visser. “Daar opent de raket zijn luiken en laat zes satellietjes met een parachuutje naar beneden, waarop ze hun werk kunnen doen. De beste missie wint de competitie.” Een beter lokkertje voor de TU, Dare én Cansat is niet te bedenken: voor basisscholieren die de tentoonstelling bezoeken is het bouwsel van de TU’ers natuurlijk pure magie. “Dat snappen wij als geen ander; in ons team zit
Nasa-astronaut John Grunsveld repareert in 2008 de Hubble-ruimtetelescoop, een kunstmaan die bepakt is met precisie-instrumenten voor astronomische waarnemingen. De kunstmanen op de expositie in het Museon zijn nagebouwd; de TU-raket is één van de weinigen die daadwerkelijk de ‘ruimte’ heeft gezien. (Foto: Museon)
een jongen die zelf dankzij de Cansatcompetitie L&R is gaan studeren.” Voor de groep studenten betekende de tentoonstelling wel even aanpoten. Niet alleen moesten ze de raket – een dikke twee meter hoog en twintig centimeter in doorsnee - eerst nog even verschepen vanuit Zuid-Afrika, hij kon ook wel weer een verfje gebruiken. “Daarna hebben we een lanceertoren gebouwd in de expositieruimte en de raket met vier man een dag lang weer in elkaar geknutseld”, aldus Visser.
Tussen Sputnik en ISS – geen slechte plek voor een L&R-student Peanuts vergeleken bij de bouw van een nieuwe Cansat-raket. “Die neemt zo’n driekwart jaar in beslag. Er valt een hoop aan te sleutelen: de luiken om de satellietjes los te laten moeten precies op het juiste moment opengaan, de motor moet goed presteren…” Binnenkort starten de leden van Dare met de bouw van weer een nieuw type. “We moeten er natuurlijk wel van blijven leren.” Mooie insteek voor de jonge bezoekers van de tentoonstelling, ook. “Dan trok er tijdens het opbouwen zo’n klein mannetje aan mijn mouw en vroeg: ‘Meneer, meneer, wat kan die raket allemaal?’ Dan zei ik alleen maar: wat denk je dat jij
kunt doen voor de raket? Want als hij zich op de middelbare school interesseert voor techniek, kan hij zelf een satelliet ontwerpen die door de raket omhoog wordt gebracht.” Een pakkende manier om het onderwerp satellieten – en het belang van ruimtevaart in het algemeen - tastbaar te maken voor een jong publiek. Want voor hen is een satelliet niet veel meer dan dat knipperende stipje tussen de sterren, dat je op een heldere avond soms kunt zien. Dat dat stipje onder andere televisie, GPS, weersvoorspelling en communicatie mogelijk maakt, daar hebben de meeste kinderen geen idee van. Tijdens de tentoonstelling, die is ingericht als een soort ruimtestation, mogen ze zelf met satellieten experimenteren. Verder is er natuurlijk aandacht voor de grootste bemande satelliet met André Kuipers aan boord, ruimtestation ISS, en worden de grote historische stappen naar Sputnik, de eerste kunstmaan gepresenteerd. Geen slechte plek om tussen te staan, als L&R-student. En dan te bedenken dat het allemaal begon met een colablikje.
‘Satellieten – ver weg, toch dichtbij’. Vaste tentoonstelling in het Museon in Den Haag. www.museon.nl
Duizend-en-één apps die je efficiënter laten studeren en beter leren plannen. Maar één ding is net zo belangrijk tijdens je studie: stappen. En daar bestaan gelukkig al net zoveel apps voor, hoewel niet allemaal zo leuk als deze twee. Afterparty is als het om ontspanning gaat één van de weinige apps die echt niet op je telefoon of tablet mag ontbreken. Hij maakt in één klap je complete spelletjescollectie overbodig (hallo kastruimte in de GR!) en zorgt voor de grootste lol na een avondje stappen – of ervoor natuurlijk. De spelletjes in de app zijn onder andere Raad de Sterren, Zeg geen Uh en Ranking the Friends; extra leuk als je wat gedronken hebt. Je speelt in
teams van minimaal twee personen tegen elkaar. Verloren? Dan krijg je straf op één van de gebieden Social Media, Drank, Sexy of Lichamelijk. De gratis versie heeft trouwens maar een beperkt aantal vragen en straffen. Voor de volledige versie kun je de app voor €1,59 opwaarderen. Goed, ervan uitgaande dat je ná de spelletjes pas de stad in gaat: installeer dan Nighttag even. Sta je in een bar of club en wil je dat graag via Facebook delen met je vrienden? Met Nighttag kun je niet alleen met één druk op de knop je locatie kenbaar maken, maar ook foto’s delen en zelfs de muziek laten horen die ze er draaien, want die herkent de app automatisch. Hij koppelt zelfs het nummer dat ze draaiden aan de foto die je op dat moment nam. Socialer kan een app niet worden, nu nog de leukste vrienden mee. (JH)
Nighttag Leuk ***** Handig ***** Bediening ***** Prijs gratis
Afterparty Leuk ***** Handig ***** Bediening ***** Prijs gratis
Platform: iPhone, iPod Touch en iPad Ontwikkelaar: Amsterdam Worldwide
Platform: iPhone, iPod Touch en iPad Ontwikkelaar: Jonathan Kenemans @ Croissant Neuf
Naam: Helen Emmerink (42) Functie: Secretaresse bij O&S van faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW) Familierelatie: Nicht van Eddy Dijksman en Astrid SchomakerDijksman, ‘onze moeders zijn zussen’. Eduard Schomaker is een aangetrouwde neef. “Op advies van Astrid ben ik op de TU gaan werken. Dat was in 1985 bij wat IAESTA heette, onderdeel van het bureau van de universiteit. Later was ik onder meer faculteitssecretaresse bij IO. Ik vind het uniek dat we hier met vier familieleden werken, maar je merkt er weinig van. Ed werkt bij mij in het gebouw. Als er wat is op zijn vakgebied, dan ga ik naar hem. Over de TU hebben we het alleen als er iets speelt. Meer familie op de TU zit er via mijn kinderen niet in. De jongste wil muziekproducer worden, de oudste profvoetballer. Ja, mijn man is hier soms. Hij werkt bij Ricoh, dus als er storingen zijn met de printers…”
Naam: Eduard Schomaker (59) Functie: Manager facilitaire zaken bij het Science Centre Familierelatie: Man van Astrid Schomaker, zwager van Eddy Dijksman, aangetrouwde neef van Helen Emmerink “De TU speelde een grote rol voor mijn familierelaties. Ik heb hier mijn vrouw leren kennen en er zo een stel waanzinnige familieleden bijgekregen. Al die familie is leuk. Ik ben een jongen die in veel gebouwen heeft gezeten. Bij Scheikundige Propedeuse, bij Gele Scheikunde, bij 3mE/IO, nu het Science Centre. Als je met een familielid in een gebouw werkt of langskomt, dan stap ik even binnen voor een bakkie. Met Astrid gaat het wel over de TU en met Helen en Eddy als er iets aan de hand is. Reorganisatie. Of het Science Centre, daar ben ik heel enthousiast over. Misschien komt hier nog meer familie. Een zoon maakt via de studentenpool filmpjes voor het Science Centre.”
Naam: Eddy Dijksman (52) Functie: Logistiek medewerker bij TNW Familierelatie: Broer van Astrid Schomaker-Dijksman, neef van Helen Emmerink en zwager van Eduard Schomaker “Toen ik in 1986 als conciërge bij Technische Natuurkunde kwam, werkte Astrid al op de TU, maar dat speelde geen rol. Ik solliciteerde op een advertentie, geloof ik. Ik ben altijd bij TNW gebleven, maar wel naar het logistieke gedeelte gegaan. Al die familie is prima en werkt niet verstikkend. Als er wat is, hebben ze een half woord nodig. Met zoiets als de herijking heb je het erover, maar niet de hele avond en het drukt de stemming niet. Van mijn kant zit meer familie op de TU er niet in, maar ik kan de TU wel aanraden. Redelijke vastigheid, goed salaris en goede omstandigheden.”
Naam: Astrid Schomaker-Dijksman (49) Functie: Projectmedewerker Finance bij biotechnologie (TNW) Familierelatie: Vrouw van Eduard Schomaker, zus van Eddy Dijksman en nicht van Helen Emmerink “Mijn familie speelde een rol bij mijn komst, maar het hielp niet. Mijn vader werkte in de bibliotheek en ik stuurde mijn sollicitatie in een interne envelop. Dat leek me handig. De envelop hadden ze opzijgelegd. Die kon wel wachten, dachten ze. De functie was toen weg, maar het kwam goed. Ik kon als leerling-administratief medewerker naar de sportstichting. Tijdens het werk merk ik niet dat we hier met zijn vieren werken. Veel mensen weten wel van Eduard, veel minder weten dat ik hier ook een nicht en een broer heb. Als iemand dat hoort, krijg je reacties van: ‘o, familiebedrijf?’ (EH)
Eduard Schomaker, Astrid Schomaker-Dijksman, Eddy Dijksman en Helen Emmerink. (Foto: Hans Stakelbeek)
DELTA. 08 15-03-2012
reportage
Studenten met een hart
10
Door de langstudeerboete en het zelf betalen voor een master, wordt het voor veel studenten lastiger om vrijwilligerswerk te doen. Hun kostbare tijd stoppen TU’ers liever in hun studie of betaalde bijbaan. Maar niet iedereen denkt er zo over. MARTINE ZEIJLSTRA Een technische studie kost veel tijd. Een tentamen leer je niet met twee vingers in de neus, maar door flink te stampen. Soms tot laat in de nacht. Wie niet wil lenen tijdens de masterfase moet een bijbaan zoeken. Tel daarbij op dat je als student gezellig wilt borrelen met vrienden of je huisgenoten en er blijft weinig tijd meer over voor vrijwilligerswerk. Toch zijn er op de TU Delft nog aardig wat studenten te vinden die maatschappelijk betrokken zijn. Ze zijn dat bijvoorbeeld vanuit hun geloof. Zoals Jan Fokke Post (23), masterstudent bouwkunde, die drie weken naar India
ging om daar te helpen bij het bouwen van een weeshuis. Of omdat ze graag meer willen weten van de stad waarin ze studeren, door met rasechte Delf-
‘Het vraagt meer offers door de langstudeerboete. Maar ik zou er niet door stoppen’ tenaren te werken, zoals masterstudent industrieel ontwerpen Paul van Veen (24). Plezier staat voorop. Want wie maatschappelijk betrokken is, gaat met een grote glimlach naar het vrijwilligers-
werk toe en niet omdat het moet. Abel Heinsbroek (22), vierdejaars student civiele techniek was verkocht toen hij langs de ratelende projector bij filmhuis Lumen liep. Nu scheurt hij als vrijwilliger de toegangskaartjes, opent de deuren en duikt daarna de magische wereld van bewegend beeld en ratelende machines in.
Kick
Niet alleen plezier is belangrijk voor maatschappelijk betrokken studenten. Tweedejaars technische natuurkunde Jasper Eenhoorn (19) doet vrijwilligerswerk omdat hij een kick krijgt als hij anderen helpt. Op de middelbare school gaf hij al bijles en hielp hij stu-
diegenoten met examentraining, nu heeft hij zich op School’s cool gestort. Komend schooljaar is hij mentor van een basisschoolleerling die in september naar de middelbare school gaat en die hij helpt bij de lastige schoolovergang. “Ik krijg veel energie van vrijwilligerswerk”, zegt hij. “Mensen hebben mij geholpen toen ik het vroeger moeilijk had thuis, nu kan ik anderen helpen.” De vier studenten zijn het roerend met elkaar eens: een baantje als vakkenvuller in de supermarkt geeft niet zoveel voldoening als vrijwilligerswerk. En dat maakt dat ze het graag doen en er tijd voor vrij maken. Al wordt het door overheidsmaatrege-
len wel lastiger, vinden de meeste studenten. Paul van Veen is inmiddels op zoek naar een betaalde bijbaan omdat hij door het wegvallen van zijn studiefinanciering niet meer kan rondkomen. Toch denken de meeste vrijwilligers dat maatschappelijke betrokkenheid onder studenten niet zomaar verdwijnt. “Er is altijd wel wat tijd voor vrij te maken”, vindt Post. “Het vraagt meer offers door de langstudeerboete. Maar ik zou er niet door stoppen”, zegt Eenhoorn. “Daarvoor vind ik het te leuk en belangrijk. Je vindt altijd wel een manier om toch nog iets aan vrijwilligerswerk te doen.”
Filmprojector Abel Heinsbroek was met vrienden in de bioscoop toen hij uit een openstaande deur geratel hoorde. De student civiele techniek werd nieuwsgierig en nam een kijkje. “Ik heb me staan vergapen aan alle machines die ik zag”, vertelt hij. “Ik zag dat ze vrijwilligers zochten en heb me meteen aangemeld.” Inmiddels weet hij alles van de ratelende projector, hoe hij de stukken film aan elkaar plakt en in de machine plaatst. “Ik werk hier niet zozeer uit liefde voor films, maar vooral vanwege de apparaten”, zegt hij. “Het zijn oude, bewezen technieken. De projector stamt uit de jaren zestig. Over twee maanden gaan we over op digitale projectie en leert niemand dit ambacht meer. Dat ik het nog mag meemaken is uniek.” Hij pakt een stukje film van 35 millimeter groot. Wie goed kijkt ziet een man en een vrouw op een boot, een scène uit de film ‘A dangerous method’. “Het is magisch dat uit een postzegel van 35 millimeter een complete filmscène zichtbaar wordt”, zegt Heinsbroek. “Veel mensen hebben niet door dat een film uit bewegende beeldjes bestaat. Maar ik zie ze vliegensvlug, beeldje voor beeldje, door de projector ratelen.” Naast de liefde voor oude machines vergroten de collega’s het plezier. “Vaak borrelen we nog tot een uur of twee. Iedereen die hier werkt doet dat voor zijn plezier. Je gaat niet voor je plezier vrijwilligerswerk in een supermarkt doen.” Zonder de vrijwilligers kan Lumen bepaalde artistieke films niet draaien, denkt Heinsbroek. “Bij sommige films zitten maar een paar mensen. Zonder vrijwil‘Ik offer er graag mijn ligers zouden hier alleen maar commerciële films draaien.” De student zondagavond voor op’ moet er niet aan denken. “Ik zie liever de Deense film ‘Melancholia’ of de stomme film ‘The Artist’, dan een echte kaskraker.” Doordat iedereen zo bevlogen is, ziet de student het niet als werk. “Ik offer er graag mijn zondagavond voor op.” Hij is nog nooit in tijdnood gekomen met zijn studie door zijn vrijwilligerswerk. “Gelukkig heb ik op maandag nooit het eerste uur college, want dan is het wel heftig om tot drie uur na te borrelen.” Maar mocht hij wel op maandag negen uur college hebben, dan is dat ook geen probleem. “Dan ga ik eerder naar huis.”
Abel Heinsbroek: “Ik werk hier niet uit liefde voor films, maar vooral vanwege de apparaten.” (Foto’s: Hans Stakelbeek)
Weeshuis
Jan Fokke Post: “Meestal kiezen we voor projecten waarbij we lekker kunnen klussen, we zijn natuurlijk wel TU-studenten.”
Jan Fokke Post is lid van de christelijke studentenvereniging Navigators. Voor hem en zijn medestudenten is vrijwilligerswerk een belangrijk onderdeel van hun geloof. Samen met vijf andere TU’ers zet Post zich regelmatig in voor vrijwilligerswerk bij stichting Present. Vaak kunnen ze kiezen uit sociale projecten als koken voor gedetineerden. “Maar meestal kiezen we voor projecten waarbij we lekker kunnen klussen”, zegt Post. “Dat vinden we leuk, want we zijn natuurlijk TU-studenten.” De mensen bij wie ze klussen hebben er ook veel aan, denkt Post. Voor stichting Present hielpen ze een oude vrouw in haar Haagse woning. “In haar muren zaten allemaal scheuren, waardoor de verf los liet en kalk vrij kwam. Daar was ze allergisch voor. Door onze expertise wisten we precies welke materialen we nodig hadden en hoe we de problemen goed konden verhelpen.” Het karwei was in een avond gepiept. ‘Veel mensen vinden dat Afgelopen zomer ging Post met een aantal de regering dit soort Navigators naar India om daar te helpen bij het bouwen van een weeshuis. Ze hadden problemen moet oplossen’ 7500 euro mee. Met het geld kochten ze stapelbedden, wasmachines en speelgoed voor de weeskinderen. En ze staken zelf de handen uit de mouwen. Het ging er primitiever aan toe dan in Nederland. “Ze gebruiken geen beton, maar oud puin voor de fundering.” De wasmachines installeerden ze met hamers en beitels. “Een heel gedoe, maar door onze opleiding wisten we gelukkig goed hoe we dat probleem op konden lossen.” De weeskinderen waren erg blij met hun aanwezigheid en het meegebrachte materiaal en speelgoed. “Ze hebben eindelijk schone kleren. ‘You are super!’ riepen de kinderen enthousiast.” De studenten vonden het zelf ook erg leuk om met de kinderen te spelen. “De verzorgers hebben daar geen tijd voor. Ineens waren er jongens die het leuk vonden om met ze te mens-erger-je-nieten en te voetballen. Dat vonden ze geweldig.” Post vertelt andere studiegenoten wel eens over het project in India. “Ze vinden het leuk om te horen, maar zeggen zelf niet snel zoiets te zullen doen”, zegt hij. “Veel mensen vinden dat de regering dit soort problemen moet oplossen. Terwijl ziekenhuizen vaak vanuit de kerk en de samenleving zijn ontstaan. Nu de regering bezig is met bezuinigen, moeten we misschien juist meer inzetten op vrijwilligerswerk. Als studenten wel tijd hebben voor commissies, dan kan het hier ook voor.”
DELTA. 08 15-03-2012
reportage
11
Paul van Veen: “Studeren is sowieso duur, dus ik denk niet dat de langstudeerboete veel uitmaakt voor studenten die vrijwilligerswerk doen.”
Jasper Eenhoorn: “Ik ben zelf ook door anderen geholpen toen ik het moeilijk had en weet daarom goed hoe belangrijk het is.”
Gastheer
Mentor
Paul van Veen is een geboren en getogen Hagenees. “Ik was als kind maar twee keer in Delft geweest en kende de stad totaal niet toen ik er kwam studeren”, zegt de student industrieel ontwerpen. Dat vond hij stom. “Want als je ergens studeert, wil je een stad goed leren kennen.” Die kans kreeg hij toen hij vier jaar geleden een vriend uit de brand hielp door in te vallen bij het Techniek Ontmoetings Punt (TOP). TOP heeft als uitgangspunt om de inwoners van Delft kennis te laten maken met de techniek van de universiteit. Dat sprak hem aan. Na de invalbeurt werkte hij er ieder weekend een dag. Als gastheer leidt hij bezoekers rond bij de verschillende tentoonstellingen, zoals een tentoonstelling over de spoorzone. Hij leerde er Delft en zijn inwoners beter door kennen. TOP-collega’s die al heel lang in Delft wonen, vertellen hem over Delftse festivals en wijzen hem de onbekende maar geliefde plekjes van Delft. “Dat is leuk om te horen.” Tijdens de tentoonstelling over de spoorzone kwamen er oude bewoners op hem af die vertelden Als gastheer leidt hij bezoekers hoe het er vroeger in de Phoenixstraat uitzag. “Ze herkenden het van de oude foto’s op de tentoonrond bij de verschillende stelling en vertelden me enthousiaste verhalen tentoonstellingen over vroeger.” Zelf vond hij de tentoonstelling ‘BliepBliep’, vol oude computerspelletjes erg leuk. “Als kind speelde ik niet vaak computerspelletjes omdat wij geen console hadden, maar bij vriendjes speelde ik altijd Super Mario. Het was heel cool om die oude spellen tijdens de tentoonstelling te kunnen doen.” TOP is inmiddels omgedoopt tot Hypo Kunst Supermarkt. Naast tentoonstellingen over techniek verkoopt het oude postkantoor aan de Hippolytusbuurt nu ook vrolijk gekleurde houten bloemen en kunstig gebakken mokken en schotels. “Het is een kunstsupermarkt zonder het elitaire van een galerie”, zegt Van Veen. Lang zal hij geen gastheer meer zijn. De student is inmiddels in zijn masterfase beland en krijgt geen studiefinanciering meer. “Ik ben op zoek naar een betaalde bijbaan”, zegt hij. “Nu ik geen stufi meer krijg, wordt het financieel lastig. Ik heb het geld momenteel echt nodig. Studeren is sowieso duur, dus ik denk niet dat de langstudeerboete veel uitmaakt voor studenten die vrijwilligerswerk doen. Alhoewel. Bij mij is dat dus wel zo.”
Jasper Eenhoorn is al sinds de middelbare school actief als vrijwilliger. In de vijfde klas gaf hij vrijwillig bijles aan medescholieren. “Ik ontdekte toen dat ik daar heel goed in was.” Binnen korte tijd wist Eenhoorn de cijfers van zijn medescholieren op te krikken. “Binnen drie lessen waren ze op weg naar een voldoende.” Tijdens zijn eerste jaar op de TU Delft werkte hij op een instituut voor huiswerkbegeleiding. Daar had hij al snel door waarom scholieren er met de pet naar gooiden op school en hoe hij dat kon veranderen. “Dat komt door mijn zusje. Het ging niet goed op school, terwijl ze toch op haar tenen liep. Later bleek dat ze dyslectisch was, maar dat niemand dat door had omdat ze zo hard werkte.” Zijn ouders vroegen zelden naar haar schoolresultaten, maar grote broer Jasper juist wel. “Ik merkte dat ze het fijn vond om over problemen te praten en aandacht te krijgen. Nu gaat het weer goed.” Die karrenvracht aan ervaring zet hij de komende maanden in als mentor van een groep acht leerling die de overstap maakt naar de middelbare school. “Die periode is zo belangrijk voor een kind. Als die overstap naar de middelbare school goed gaat, zijn de meeste problemen overwonnen”, weet De student technische Eenhoorn. Hij is erg enthousiast over het School’s natuurkunde zegt door al die Cool-project. “Ik was op zoek naar vrijwilligerswerk en de vacature voor School’s Cool was de eerervaring goed te weten hoe hij ste die ik zag. Dat kon geen toeval zijn.” jongeren kan helpen Eenhoorn wil weer graag vrijwilligerswerk doen omdat hij weet hoe belangrijk het is om anderen te helpen. Mijn ouders maakten veel ruzie en ik probeerde dat op te lossen. Ik zat er erg mee, maar kon altijd met mijn verhaal bij vrienden terecht. Een moeder van een vriend is psycholoog, zij hielp mij om alles op een rijtje te krijgen. Dat was erg fijn.” De student technische natuurkunde zegt door al die ervaring goed te weten hoe hij jongeren kan helpen. “Als jongeren negatief benaderd worden door docenten, vertel ik ze waardoor dat kan komen. Een jongen van huiswerkbegeleiding deed stinkend zijn best, maar werd toch altijd bekritiseerd door zijn docent. Dat gedrag relativeren hielp die jongen enorm.” Eenhoorn heeft veel zin in zijn vrijwilligerswerk. “Je steekt er tijd in, maar krijgt er zoveel energie voor terug. Dat is het leuke en fijne aan vrijwilligerswerk.”
Afgelopen zomer ging Jan Fokke Post met een aantal medestudenten van studentenvereniging Navigators naar India om te helpen bij het bouwen van een weeshuis. Ze hadden 7500 euro mee en kochten van het geld bouwma-
teriaal, stapelbedden, wasmachines en speelgoed. Het geld voor de actie hebben ze onder meer vergaard door een geldverzamelingsactie tijdens Koninginnedag, waarbij ze zich met eieren lieten bekogelen (foto uiterst links).
DELTA. 08 15-03-2012
loopbaan
12
DELTA. 08 15-03-2012
loopbaan
13
’Ik ben didactisch heel goed’ “Ik durf te stellen dat ik iedereen op een voldoende kan krijgen voor wiskunde of rekenen, als ze op het goede schoolniveau zitten.” Lonneke Boels zegt het soms wat onwennig, maar ze draait er niet omheen: ze is goed in haar werk, zowel inhoudelijk als didactisch. Op alle niveaus, van de basisschool tot de universiteit, geeft ze bijles en examentraining rekenen en wiskunde. Ook is ze docent op een middelbare school.
WIE IS LONNEKE BOELS? Naam: Lonneke Boels (45) Woonplaats: Delft Verliefd, verloofd, getrouwd: Getrouwd, vijf kinderen, van wie twee pleegkinderen. Studie: Elektrotechniek Afstudeerjaar: 1991 Afstudeeronderzoek: Het verkleinen van het risico op instabiliteit van eilandbedrijven, bedrijven die hun eigen stroom opwekken. Loopbaan: Na afstuderen eerst even gewerkt via een uitzendbureau. Daarna tien jaar milieuadviseur bij onderzoeksen adviesbureau CE Delft. Na een sabbatical dat daarop volgde, deed Boels de lerarenopleiding van de TU, de Tulo. Na drie maanden lesgeven op een basisschool, maakte zij de overstap naar het voortgezet onderwijs. Eerst werkte ze vijf jaar op het Alfrink College in Zoetermeer. In 2007 ging zij aan de slag op het Christelijk Lyceum Delft. In datzelfde jaar begon zij haar eigen bijlesbedrijf Alaka. (Foto’s: Sam Rentmeester)
SASKIA BONGER Geen glimmend kantoorpand op een bedrijventerrein, geen statig herenhuis aan de gracht; het bijles- en examentrainingsbedrijf Alaka van Lonneke Boels (45) is gewoon gevestigd in de omgebouwde garage van haar woning in een Delftse nieuwbouwwijk. Het is vakantie en haar zoon doet de deur open. Bij binnenkomst is rechts de keuken en links de werkkamer waar dagelijks de kennis van scholieren, maar steeds vaker ook van TU-studenten, wordt bijgespijkerd. De kamer staat vol bureautjes met werkspullen. In de kasten die twee wanden bedekken staan rijen lesboeken strak in het gelid. Door de vakantie blijven deze week de bureautjes leeg. Boels werkt twee dagen per week als docent wiskunde aan het Christelijk Lyceum Delft (CLD), bij haar letterlijk om de hoek. De andere drie dagen – ‘in de praktijk zijn het er vijf’- steekt ze in Alaka. Ze werkt zestig tot zeventig uur in de week en heeft duidelijk passie voor haar vak. Niet dat Boels meteen na haar studie elektrotechniek aan de TU Delft in 1991 voor het onderwijs koos. Eerst werkte ze tien jaar bij CE Delft, een energie- en milieubeleidsbureau. Daar gaf ze milieuadvies, een baan die goed aansloot op haar zelfgekozen afstudeeronderwerp bij de vakgroep energievoorziening. Voor haar afstuderen deed ze in opdracht van de AVR (Afvalverwerking Rotterdam) onderzoek naar het verkleinen van het risico op instabiliteit van de stroomvoorziening als het bedrijf functioneert als eilandbedrijf. Dat laatste betekent dat het bedrijf zijn eigen stroom levert in geval van nood. Na tien jaar bij CE Delft was Boels het geven van milieuadvies ‘een beetje zat’. “En eigenlijk lag mijn hart bij het onderwijs.” Ze gaf tijdens haar studie aan de TU al lessen wiskunde en informatica op
‘Ik werk alleen met mensen die veel ervaring hebben, die liefst al met pensioen zijn’ een MTS. Tijdens haar werk bij CE Delft gaf ze geregeld cursussen voor het bedrijfsleven. Boels was eerst een beetje huiverig voor een echte overstap. “Mijn ouders zaten in het onderwijs, dus ik wist wat dat betekende: vakanties en weekenden doorwerken.” Toch werkte ze al tijdens haar laatste zes maanden bij CE Delft als docent op een Pabo, waar ze al gauw merkte dat het haar ontbrak aan didactische vaardigheden. “Ik heb daar een aantal klassieke beginnersfouten gemaakt. Ik had niet veel tijd gehad om me op voorhand in de stof te verdiepen en toen heb ik tegen mijn studenten gezegd: ‘ik weet evenveel als jullie’. Natuurlijk was dat niet zo, maar ik kreeg wel ordeproblemen. Gelukkig heb ik me daar niet door uit het veld laten slaan.” Boels nam een sabbatical en ging naar de lerarenopleiding van de TU, de Tulo, om haar lesbevoegdheid te halen. Met die bevoegdheid op zak kwam ze eerst drie maanden op een basisschool terecht. Daarna werkte ze bijna vijf jaar als docent op het Alfrink College in Zoetermeer. Toen er een vacature vrijkwam bij het Christelijk Lyceum Delft verhuisde ze, nu vijf jaar geleden, daarheen.
Ze kende de school al, want ze had er stage gelopen en haar twee pleegkinderen gingen erheen. Als docent op de middelbare school heeft Boels inmiddels bijna alle leerjaren in de klas gehad. Dit jaar geeft ze wiskunde A aan 5 en 6 vwo. Ze gebruikt daarbij niet de standaard lesmethode. “Ik geef verlengde instructie. Dat betekent dat ik heel kort de theorie uitleg en dat ik dan met een klein groepje stap voor stap opdrachten ga uitleggen. Niet veel docenten doen het zo, maar het werkt heel goed. Ik leg de lat hoog.” Op school houdt Boels zich ook bezig met het rekenbeleid. Daar gaat namelijk landelijk weer wat veranderen: “We krijgen extra rekenexamens, officieel heten ze trouwens toets. Daarvoor is het nodig grondig en praktisch te leren rekenen. Dat gaan we onderbrengen in allerlei vakken: wiskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie en economie.”
Technasium
Ook is Boels coördinator van het technasium, een nieuwe stroom op het CLD waarin kinderen leren denken als ontwerpers en onderzoekers door te werken aan concrete projecten. Dit eerste jaar is het een project in opdracht van de gemeente Delft. Die wil weten waarom ooievaars juist op een monumentale schoorsteen aan de Rotterdamseweg willen nesten. “De ene groep scholieren doet biologisch onderzoek, de ander denkt dat het met een natuurkundig principe te maken heeft. Dit vak werkt heel anders dan gewoonlijk. Normaal gesproken bepalen de docenten van te voren wat kinderen moeten kunnen. Nu kunnen de kinderen het onderzoek op verschillende manieren uitvoeren waardoor zij raken aan allerlei vakgebieden. Ze doorlopen het curriculum heel anders.” Kort nadat Boels aan de slag ging bij het CLD begon zij haar eigen bedrijf, om een deel van haar tijd zelf in de hand te hebben. “Wat ik echt niet leuk vind van het onderwijs, is dat je tien uur krijgt en wordt geacht er vijftien uur van te maken. Dat wordt gewoon tegen je gezegd en het geldt voor alle taken op school. Dat was ik zo zat.” Boels begon met bijlessen wiskunde en was daar naar eigen zeggen meteen succesvol in. “Ik begon met een leerling die een 5 stond voor wiskunde in 3vwo en die wiskunde B wilde kiezen. Daarvoor moest hij minimaal een 7 staan. Bij de eindtoets haalde hij een 7. Onder voorwaarde dat hij bijles bleef volgen, mocht hij wiskunde B doen. Uiteindelijk is hij met een 9 voor dat vak geslaagd.” De website van Boels’ bijlesbedrijf staat vol met bedankjes van kinderen of hun ouders. Zoals deze: ‘Onze zoon Tom heeft nu 2 toetstrainingsdagen achter de rug en dat is aan zijn wiskundecijfer zeker te merken. In 4havo had hij alleen onvoldoendes, nu was zijn laatste toetscijfer voor wiskunde een 7,7.’ “Ik ben didactisch gewoon heel goed”, verklaart Boels haar succes. “Ik durf te stellen dat ik iedereen op een voldoende kan krijgen voor wiskunde of rekenen, als ze op het goede schoolniveau zitten. Hoe ver het cijfer daarna nog omhoog gaat, hangt af van iemands talent.” De vraag naar haar bijlessen is zo groot geworden dat ze voor sommige groepen een wachtlijst heeft. Boels heeft vier mensen voor zich werken en nog eens drie die op afstand werk voor haar doen. Zelf geeft Boels alle varianten van wiskunde en rekenen aan alle leeftijden, en ze is specialist in kin-
deren die met lastigere problemen bij haar komen. “Dan moet je echt onderzoeken wat het probleem is.” Alsof dat nog niet genoeg is, publiceert Boels regelmatig in vaktijdschriften en is ze eindredacteur voor uitgeverij Malmberg. Zij en haar werknemers hebben officiële examens gemaakt voor het mbo. Op de Haagse Hogeschool geeft Boels het vak ‘vakdidactiek rekenen bovenbouw’ aan eerstejaars pabostudenten. En ze doet nascholing voor basisschooldocenten in wiskunde, natuurwetenschap en techniek. Het is geen verrassing dat Boels lange werkweken maakt, van tussen de zestig en zeventig uur. Maar de marges van haar bureau zijn klein. “Ik zou eigenlijk 150 procent moeten vragen van wat ik per uur vraag. Dat gaat niet, want ik heb concurrentie van studenten die bijles geven.” Waarom die concurrentie dan niet gewoon in dienst nemen? “Dat doe ik niet. Ik werk alleen met mensen die veel
‘Mijn ouders zaten in het onderwijs, dus ik wist wat dat betekende: vakanties en weekenden doorwerken’ ervaring hebben, die liefst al met pensioen zijn.” Boels praat met veel vertrouwen over haar vak en over zichzelf. Toch heeft het vak van docent op een middelbare school geen goed imago, niet in de laatste plaats omdat pubers geen beste naam hebben. Boels herkent dat en zegt: “In het onderwijs werken bevlogen mensen, die hart hebben voor de kinderen. Maar het is waar: soms is het echt aanpoten. Je gereedschap dat ben je zelf en kinderen houden je een spiegel voor. Ze weten feilloos je zwakke plekken te vinden.” Ook Boels liep daar in het begin in Zoetermeer, maar ook weer in Delft tegenaan. “Toen ik begon, had ik ordeproblemen. Maar je moet jezelf voorhouden dat het eerste jaar voor iedereen doorbijten is. Kinderen testen je uit. Je moet eerst naam maken. Pas als ze zien dat je er het volgende schooljaar weer bent, krijgen ze waardering voor je. Dan pas begint het oogsten.” Tijdens een evaluatie in een klas hoorde Boels bovendien ontroerende dingen, vertelt ze. “Ze zeiden dat ik het me niet zo moest aantrekken en dat ze het goed vonden dat ik niet alleen oog heb voor de goede scholieren, maar ook voor de mensen die niet goed zijn in wiskunde. Dat was goed om te horen.”
DELTA. 08 15-03-2012
TUdelta.08 > Jaargang 44 Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.
> Redactie Frank Nuijens - @FrankNu, (hoofdredacteur) Katja Wijnands - @kwijnands, Dorine van Gorp - @dorinevangorp, (eindredactie) Saskia Bonger - @sbonger Tomas van Dijk - @tomasvd Connie van Uffelen - @ConnievanU Jos Wassink - @joswashere (verslaggeving) > Medewerkers
Bennett Cohen, Willemijn Dicke, Patrick van der Duin, Chandra Elango, Robbert Fokkink, Jorinde Hanse, Dap Hartmann, Auke Herrema, Desiree Hoving, Erik Huisman, Devin Malone, David McMullin, Olga Motsyk, Carlijn Remmelzwaal, Ionica Smeets, Jimmy Tigges, Stephan Timmers, Ellen Touw, Maurits van der Ven, Vikrant Venkataraman, Robert Visscher, Daan Vos, Rutger Woolthuis, Martine Zeijlstra
> Foto‘s
Sam Rentmeester (sam@samfoto.nl) Hans Stakelbeek (info@stakelbeek.com)
> Vormgeving & Lay-Out Liesbeth van Dam > Mededelingen Martin Kers (m.kers@tudelft.nl) > Redactieraad
dr. B.B. Scholtens (voorzitter), G.K. Berghuijs, MSc, prof.dr. M.J. van den Hoven, mr. J.J.M. Kok, R.H.G. Meijer, T. Niks, ir. M. Persson, prof. dr. B.J. Thijsse, dr.ir. C.A.J.R. Vermeeren
> Redactie-adressen Universiteitsbibliotheek Kamer 0.18-0.28 Prometheusplein 1 2628 ZC Delft Postbus 139 2600 AC Delft Tel. 015-278 4848 E-mail: delta@tudelft.nl www.delta.tudelft.nl > ISSN 0169-698x > Druk Wegener Nieuwsdruk Twente, Enschede > Oplage 12.000 > Advertenties H&J uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel Tel. 010-451 55 10 Fax 010-451 53 80 E-mail:delta@henjuitgevers.nl www.linkmagazine.nl
mededelingen
Agenda
Announcements
Donderdag 15 maart
Dinsdag 20 maart
Delfts Film Gayvenement Van donderdag 15 maart tot en met zondag 18 maart organiseert Filmhuis Lumen samen met de Delftse Werkgroep Homoseksualiteit het tweede Delfts Film Gayvenement. Zie www.filmhuis-lumen.nl voor meer informatie.
Wetenschapsagenda • 10.00 uur - Autoignition and flame stabilisation processes in turbulent non-premixed hot coflow flames. Promotie van E. Oldenhof, MSc. Promotor: prof.dr. D.J.E.M. Roekaerts. • 12.30 uur - Foam for Enhanced Oil Recovery: Modeling and Analytical Solutions. Promotie van E. Ashoori, MSc. Promotoren: prof.dr. W.R. Rossen en prof.dr. D. Marchesin. • 15.00 uur - Monolithic scintillators and SiPMs in time-of-flight PET detectors. Promotie van ir. H.T. van Dam. Promotor: prof.dr. F.J. Beekman.
Electrotechnische Ver. 23.00 uur - In samenwerking met de Leidse studieverenigingen Code en Emile organiseert de ETV het ‘Glow in the Dark: it’s your time to shine’-feest in de Four Reasons, Lange Mare 43, Leiden. In de voorverkoop is een kaartje 4 euro, aan de deur 5 euro. De deur sluit om 1.00 uur.
Vrijdag 16 maart Nederlands Studenten Snow Kampioenschap Dit jaar zal voor de tiende keer het Nederlands Studenten Snow Kampioenschap worden gehouden van 16 - 25 maart in Saint Sorlin D’Arves in Frankijk. Alle Nederlandse snowboarders en freestyle skiërs zijn welkom op dit evenement. Zie www.nssk.nl voor meer informatie.
Zondag 18 maart International Student Church 11.30 hrs - Students of all denominations are invited to our ecumenical service every Sunday at Raamstraat 78, followed by tea/coffee. The services are led by the chaplains Reverend W. Stroh and Father Avin, and are supported by student leaders. More information on www.iscnetherlands.nl.
Maandag 19 maart Wetenschapsagenda • 10.00 uur - The Residual Strength Failure Sequence in Fibre Metal Laminates. Promotie van R. Rodi, ingegneria. Promotor: prof.dr.ir. R. Benedictus. • 15.00 uur - GIBSONISM: Ecologies of Architecture. Promotie van ir. A. Radman. Promotor: prof.dr. A.D. Graafland.
Symposium ‘Women in IT’ Op 20 maart 2012 van 12.3018.00 uur houdt Dewis een symposium. De spreektaal is Engels, iedereen (student/ medewerker en man/vrouw) is welkom. Het symposium is kostenloos na inschrijving. Dewis heeft 3 inspirerende sprekers uitgenodigd voor lezingen over: technologie en moderne media, robotics en over (het gebrek) vrouwen in de (computer) science. Meer informatie: www.dewis.tudelft.nl
Woensdag 21 maart Wetenschapsagenda • 10.00 uur - Multi-criteria Optimisation in the Rehabilitation of Urban Drainage Networks. Promotie van W.J. Barreto Cordero, MSc. Promotoren: prof.dr. R.K. Price en prof.dr. D.P. Solomatine. • 12.30 uur - Filtering algorithms with LIDAR terrain data for urban flood modelling. Promotie van A.F. Bin Abdullah, MSc. Promotor: prof.dr. R.K. Price. • 15.00 uur – Afscheidsrede van prof.dr. J.H.W. de Wit, faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen. Spoorzone Diner Pensant 18.00 uur – Studenten en bewoners van Delft zijn uitge-
Kunt u mij de weg naar huis vertellen meneer?
Delta werkt samen met het Hoger Onderwijs Persbureau Hein Cuppen, Bas Belleman, Marijke de Vries Tel. 071-523 6151 Fax 071-523 2138 E-mail hop@xs4all.nl
51 55 10 51 53 80 henjuitgevers.nl
Pagina 1
Voor advertenties bel met: H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel
T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80 E delta@henjuitgevers.nl
Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.
tact op met Hennie de Ruyter of lle van Ginkel voor nadere informatie
VSV ‘Leonardo da Vinci’ 22.00-4.30 uur – Airbase 2012 will take place at the faculty of Aerospace Engineering, Kluyverweg 1, Delft. More information on www.vsv.tudelft.nl.
Zaterdag 24 maart Mannendag Delft ‘Man, leid je nog?’ 16de Mannendag Delft. Thema: Leiderschap & vaderschap. Sprekers: Bert Reinds en Henk Jan Kamsteeg. Voor meer informatie en aanmelding zie www. cmdelfland.nl.
Woensdag 28 maart TEDxDelftSalon 12.30–13.30 hrs – The second TEDxDelftSalon will take place in the TU Delft Library. We will show one TED video and Hildo Bijl will give a lecture ‘The learning revolution starts here’. Register through www. facebook.com/TEDxDelft. We are also looking for speakers for our TEDxDelftSalon podium. Are you a (PhD) student from Delft University of Technology and do you have an idea worth spreading (no products or companies)? Send an e-mail to tedxdelftsalon@tedxdelft.nl.
Donderdag 29 maart Nuon Solar Team Interesseborrel 17.00-21.00 uur - Het Nuon Solar Team is op zoek naar teamleden voor het nieuwe team Nuna7. Daarom organiseren we een interesseborrel in de D: Dream Hall in het gebouw achter de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen. Een gezellige babbel met de huidige teamleden kan alle vragen die je hebt in verband met wat er mogelijk is en hoe het Nuon Solar Team in je
drukke studie past oplossen. Voor meer vragen vooraf of voor het uiten van interesse zijn we te vinden op Facebook, www.nuonsolarteam.com of kun je mailen naar sollicitatie@ nuonsolarteam.com.
Vrijdag 30 maart Aangeschoten Wild 15.00-1.15 uur – Aangeschoten Wild is een festival waar naast muzikale acts ook culturele acts aan bod komen. Een kaartje kost 12 euro. Locatie: Lijm & Cultuur, Rotterdamseweg 270 Delft. Onder andere Electric Alleycat, Milkbar en The Secret Love Parade zullen een optreden verzorgen. www. aangeschotenwild.com
Donderdag 26 april Symposium ‘Smart Materials’ Het Technologisch Gezelschap organiseert het symposium ‘Smart Materials: Smart Outside, Chemistry Inside’ in het Westcord Hotel te Delft. Een kaartje kost 7,50 euro voor studenten, 10 euro voor Aio’s, 35 euro voor medewerkers van de TU Delft en 55 euro voor overigen. Zie www.tgsymposium.nl voor meer informatie.
Delta Inleveren kopij Bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek 'Agenda' in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail: delta@tudelft. nl. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur. Alle promoties, intree- en afscheidsredes genoemd in deze agenda vinden, tenzij anders vermeld, plaats in de Aula van de TU, Mekelweg 5, Delft.
General Generation ‘92 What is your vision for sustainable living in 20 years’ time? Competition ‘Generation ‘92’ offers the opportunity for young Europeans born in 1991, 1992 or 1993 to make a video showing their vision of a sustainable future. The winners will be invited to take part in an event on sustainable development in Copenhagen on 5 June. The best entries will also win a total of 6000 euro in cash prizes. Entries may be submitted between 1 March and 2 April. See www.eea.europa.eu for more information. Student and Career Support The psychologists and the central student and careers counselors are located at Jaffalaan 9A (building 30A). There is some English career information and a vacancy wall in the information centre. Office hours: Monday-Friday from 9.00-17.00 hrs. You can direct your inquiries or make an appointment at the Front Office or by phone: 015-2788004. Students and PhD candidates can make an initial appointment with one of the psychologists at studentenpsychologen. tudelft.nl or by sending an email to studentenpsychologen@tudelft.nl. You can also come by at the open office hour every Tuesday at 11.3012.30 hrs. Open office hours of the student counselors are on Tuesdays from 11.30-12.30
hrs and the career counselors are on Tuesdays and Thursdays from 11.30-12.30 hrs. More information on www.studentandcareersupport.tudelft.nl or careercentre.tudelft.nl. For a list of workshops and trainings offered by Student & Career Support please visit http:// smartstudie.tudelft.nl.
International Office The International Office, Jaffalaan 9a/visitor’s entrance at Mekelweg, office opening times Monday to Friday 9.00–17.00 hrs. Appointments and enquiries can be made by email: internationaloffice@tudelft.nl or by phone: 015-2788012. International Student Chaplaincy Looking for a home away from home, trying to make new friends, interested in intercultural and interfaith activities, needing some inner peace, searching for more than academic challenges? Check the website of the International Student Chaplaincy, www. iscnetherlands.nl, to learn about their wide range offer. Studium Generale Studium Generale (SG) is open from Monday-Thursday, 9.00-17.00 hrs. SG is located at the TU Delft Library, Prometheusplein 1, Delft. For questions send an e-mail to studiumgenerale@tudelft.nl or call 015-2783258 to make an appointment.
Een kilo vlees is een kilo dier, geen stuntartikel
Koop geen KiloKnaller!
Aankondigingen
Algemeen
rtenties bel met:
an den IJsel
Vrijdag 23 maart
Afstudeerprijs Offshore Techniek De afdeling Offshore Techniek van Kivi Niria stelt een jaarlijkse prijs in van 2000 euro voor het beste afstudeerwerk in Offshore Techniek. Zie afdelingen.kiviniria.net/offshoretechniek voor meer informatie. De uiterste datum voor deelname is 31 maart.
> HOP
gevers 01
nodigd om te praten, eten en mee te denken over ervaringen en vraagstukken van mobiliteit rond de spoorzone. Aanmelden kan tot 20 maart via bestuur@ stipdelft.nl. Locatie: OJV De Koorneurs, Voldersgracht 1, Delft.
Studenten
> Abonnement Een abonnement kost 37,50 en kan elk moment ingaan.
> Copyright Delta Auteursrecht voorbehouden. Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur artikelen, schema‘s of illustraties geheel of gedeeltelijk over te nemen en/of openbaar te maken, in enigerevers_2x70_zw-w 14-05-2004 14:02 lei vorm of wijze.
14
Forenzen gezocht De TBM faculteit onderzoekt telewerken en het gebruik van reisinformatie door forenzen. Hiervoor zijn wij op zoek naar deelnemers. Reist u één of meerdere keren per week met de auto naar uw werk of studie? Dan nodigen wij u uit om tegen betaling deel te nemen aan een online reis-simulator experiment. Het onderzoek zal maximaal 45 minuten (meestal 30 minuten) in beslag nemen. Door deelname aan het onderzoek ontvangt u een beloning van minimaal 10 euro en mogelijk meer (max. 25 euro). De uiteindelijke beloning hangt af van de keuzes die u maakt in
het experiment. Als u wilt deelnemen aan dit onderzoek, stuur een e-mail met uw contactgegevens (naam, e-mailadres en hoe vaak u reist met auto) naar R.Lu@tudelft.nl (Zack Lu).
Student and Career Support Student and Career Support is een onderdeel van de dienst Onderwijs en Studentenzaken. Het omvat de diensten van de studentendecanen, de studentenpsychologen, en het Career Centre met studiekeuzeadviseurs en loopbaanadviseurs en het informatiecentrum. Het informatiecentrum in de hal op de begane grond is geopend op werkdagen van 9.00–17.00 uur. Er is documentatie beschikbaar over onder andere WO- en HBOopleidingen, arbeidsmarkt, studie- en beroepskeuze, buitenlandse studies, en promoveren. Ook is er een vacaturewand. Bij de balie of telefonisch kun je afspraken maken met een van de medewerkers. Voor de psychologen geldt dat je je als student of promovendus online kunt aanmelden op studentenpsychologen.tudelft. nl. Een eerste contact kan ook via het inloopspreekuur op dinsdagen van 11.30-12.30.
De studentendecanen houden een inloopspreekuur op dinsdag van 11.30-12.30 uur, de loopbaanadviseurs en de studiekeuzeadviseur houden een inloopspreekuur op dinsdag en donderdag van 11.30-12.30 uur. Zie voor het aanbod aan workshops en trainingen van Student & Career Support zie smartstudie.tudelft.nl. Bezoekadres: Jaffalaan 9a (gebouw 30A); tel. 015-2788004. E-mail: studentandcareersupport@tudelft.nl; careercentre@ tudelft.nl; jn studiekeuze@ tudelft.nl. Website: www.studentandcareersupport.tudelft.nl; careercentre.tudelft.nl.
Online huurprijs check Is jouw huurprijs redelijk? Check www.huurcommissie. nl voor meer informatie en om helderheid te krijgen over huren en geschillen tussen huurder en verhuurder. International Office Het International Office, Jaffalaan 9a, is op werkdagen geopend van 9.00-17.00 uur. Je kunt ook vragen stellen via internationaloffice@tudelft.nl of telefonisch (015-2788012)
een afspraak maken.
Studium Generale Studium Generale (SG) is geopend van maandag t/m donderdag van 9.00-17.00 uur. SG is gevestigd in de TU Delft Library, Prometheusplein 1, Delft. Je kunt vragen stellen via studiumgenerale@tudelft. nl of telefonisch een afspraak maken via 015-2783258.
Delta Inleveren kopij Bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek 'Agenda' in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail: delta@tudelft. nl. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur.
DELTA. 08 15-03-2012
opinie
15
De technologie dendert door Aan toekomstboeken geen gebrek de laatste tijd. Kaku’s ‘Reis naar de toekomst’ is een optimistische vooruitblik met hier en daar een waarschuwing. JOS WASSINK Toekomstboeken zitten er meestal naast. Wie herinnert zich nog Francis Fukuyama die in ‘The End of History’ (1989) verklaarde dat de liberale democratie de finale en algemene staatsvorm zou worden? Of George Orwells 1984? Hoe boeiend ook. Soms blijken er flarden te kloppen, zoals bij boeken van Jules Verne. Eigenlijk gaat het bij toekomstboeken minder om de voorspellingen zelf dan om het denken over gaande ontwikkelingen.
Daarvoor heeft Michio Kaku (hoogleraar snaartheorie en begenadigd popularisator van wetenschap voor radio, televisie, krant en boeken) de goede papieren. Hij schrijft dat hij het voorrecht heeft gehad om, vergezeld van cameraploegen, de belangrijkste laboratoria te bezoeken en met de grootste denkers te spreken. Die driehonderd ontmoetingen, beschreven door Kaku’s vlotte pen, maken het boek tot een achtbaanrit naar het jaar 2100. Daarbij zijn de thema’s: computers, kunstmatige intelligentie, geneeskunde, nanotechnologie, energie, ruimtevaart, welvaart en de mensheid zelf. Ieder hoofdstuk begint met een beschrijving van de huidige situatie, waarna Kaku de lijnen doortrekt op korte (tot 2030), middellange (tot 2070) en lange termijn (tot 2100). Het laatste hoofdstukje beschrijft het dagelijks leven in 2100 met magnetische zweefauto’s in het hoog omdijkte
Gids voor dappere architecten Wie als architect een eigen bureau opricht, krijgt te maken met een krappe markt door een afnemende vraag en moordende concurrentie. Nog niet afgeschrikt? Dan is er een informatieve gids geschreven door TU-docenten en een alumnus om de bouwkundige ondernemer door de bouwjungle te loodsen. De architect die een eigen bedrijf wil beginnen, krijgt nogal wat voor zijn kiezen vandaag de dag. Door de kredietcrisis bouwen bedrijven, overheden en particulieren aanzienlijk minder. En alsof dat niet genoeg was, ziet de verre toekomst er ook niet rooskleurig uit. Bovendien is er een demografische crisis; de vergrijzing. Hierdoor zijn er in de toekomst minder woningen en kantoren nodig. Tel daar nog bij op dat de afgelopen jaren een kleine bouwexplosie is geweest en je hoeft geen briljant econoom te zijn om te zien dat de markt voor architecten krap wordt. Toch zal het bloed bij een aantal architecten kruipen waar het niet gaan kan. Zij laten zich niet afschrikken maar willen hoe dan ook een eigen bureau. Voor hen is het boek ‘Architect in de praktijk’. Het is geschreven door TU-docenten bouwmanagement Alijd van Doorn en John Heintz en Leon Teunissen, TU-alumnus architectuur en bouwmanagement. Het boek heeft een uitstekende insteek en is actueler dan ooit voor de startende ondernemer. ‘Architect in de praktijk’ belooft een gids te zijn voor de architect als ondernemer. Maar daar slaagt het helaas niet helemaal in. Vooral het begin van het boek is zwak. Heintz schrijft een volkomen overbodig hoofdstuk over identiteit en imago van een architect. Met veel verwijzingen naar de sterke voorkeur van architecten om zwart te dragen. Onmisken-
Manhattan. Wat er met Bangladesh en Tuvalu gebeurd is, daar kunnen we alleen naar gissen. Kaku haalt in elk hoofdstuk culturele vergelijkingen aan met oude Grieken (ook Prometheus komt langs), Noorse mythologieën of recente boeken en films. Dat zorgt telkens voor een frisse start. Ook is Kaku verrassend in zijn stellingname. Bijvoorbeeld over robots wier gebrek aan patroonherkenning en gezond verstand zo endemisch is dat ze in het beste geval het niveau van zware autisten zullen bereiken. Een geintje valt er niet met ze te maken, stelt Kaku. Ander voorbeeld: hoge temperatuur supergeleiding. Uit het feit dat nog niemand een goede verklaring voor het fenomeen heeft gevonden, put Kaku de hoop dat ergens halverwege de eeuw supergeleiding bij kamertemperatuur bereikt zal worden. Vanaf dat moment zal de energievraag van het wegverkeer drastisch dalen.
Er wacht ons volgens Kaku een prachtige toekomst en een lang leven. Wie Prometheus’ vuur brandend weet te houden, kan profiteren van een intellectueel kapitalisme: geld verdienen met software, wetenschap, creativiteit, artisticiteit en vernieuwing. Daarvoor is een cultuur nodig die wetenschap en technologie de ruimte biedt, en een onderwijssysteem dat creatieve en nieuwsgierige mensen kweekt. Bedreigingen voor de prachtige toekomst zijn er ook. De vooruitgang kan gesmoord worden door behoudende en onverdraagzame groeperingen zoals het Amerikaanse ultrarechts en de Taliban. Ook kan het zijn dat klimaatverandering de natuur zo ontregelt dat overstromingen en droogte verdere technologische ontwikkeling bemoeilijken. Michio Kaku, ‘Reis naar de toekomst - Het leven in 2100’, Nieuw Amsterdam, 2011, 462 blz, 24,95 euro.
LEES ‘M ONLINE! WWW.DELTA.TUDELFT.NL
Wednesday 28 March 2012 12:30 – 13:30 hrs TU Delft Library
The Learning Revolution Starts Here
baar waar. Maar om daar nou een heel hoofdstuk aan te wijden... Er zijn, zeker gezien de hierboven geschetste situatie, nijpendere kwesties om te bespreken. Heintz tekent ook voor het allerbeste hoofdstuk van het boek. Dat gaat namelijk over toekomstgerichte strategieën voor architecten. Daarin zet hij uiteen dat architectenbureaus een koerswijziging moeten overwegen. Nieuwe omstandigheden als krapte op de markt, crisis en grote concurrentie roepen om flexibiliteit. Bureaus dienen te denken aan inzetten op renovatiewerk. Nauw samenwerken met technici is ook belangrijk. De tijd dat architecten alleen tekenden voor het ontwerp, lijkt verleden tijd. Opdrachtgevers vragen vaker om een meer omvattend aanbod met daarin ontwerp en bouw. Het hoofdstuk is to the point met heldere voorbeelden, tips en verkenningen. ‘Architect in de Praktijk’ is een waardevolle eerste stap voor wie overweegt een eigen bedrijf wil opzetten. Een aantal hoofdstukken mist weliswaar diepgang, maar daar staan bruikbare tips en situatieschetsen in andere hoofdstukken tegenover. (RV)
Hildo Bijl
Powered by
Free lunch!
registration required (www.facebook.com/TEDxDelft
Leon Teunissen, Alijd van Doorn en John L. Heintz, ‘Architect in de Praktijk’, SUN, 148p., 22,90 euro
or TEDxDelftSalon@TEDxDelft.nl)
Smaakt dit naar meer? De besproken boeken zijn binnenkort te vinden op de leestafel in de bibliotheek. A2-poster 28032012.indd 1
07-03-12 11:57
DELTA. 08 15-03-2012
lifestyle
16
fietsenmakers
Een zachte ingreep Testosteron in je lijf of niet; wie vindt het niet heerlijk om de auto lekker hard door de bocht te trekken? Gewicht aan het stuur en gassen. Maar de auto kan opeens slippen, en wanneer precies weet niemand. Dáár bedachten vier 3mE-studenten een handig snufje voor.
heimwee Toen Sine Celik (25) ruim vijf jaar geleden vanuit Ankara naar Delft kwam, moesten en zouden haar kunstschaatsen mee in haar bagage. Niet zo gek als je weet dat Celik van haar twaalfde tot haar achttiende deel uitmaakte van het Turkse nationale team kunstrijden. Het knuffelhondje was haar eerste trofee die haar vanuit het publiek werd toegeworpen toen ze een jaar of zeven was. Hier in Nederland schaatst ze ook graag en de mensen zijn vaak verbaasd over haar kunsten. Verder staat Celik op het ijs als scheidsrechter bij ijshockeywedstrijden voor de jeugd bij haar club Dordrecht Lions. Ze doet daar ook een vervolgcursus waarna ze ook bij de senioren mag fluiten. (Foto: Hans Stakelbeek) In de rubriek Heimwee portretteert fotograaf Hans Stakelbeek buitenlandse studenten met een object dat hen herinnert aan hun thuisland. Meedoen? Mail naar delta@tudelft.nl
sex and the student city
Shy Guy In a conversation with a fellow Delft student male friend recently, the subject came up of how my boyfriend and I had met. “Simple. We met on campus. He just came up to me one day and asked me out.” Ok, the story was a bit more complex than that. We had been eyeballing each other for several months prior to this approach, nevertheless that’s how it happened, simple and clean. What surprised me was my friend’s reaction: he seemed very impressed by this heroic feat. “It’s good to know that there are guys out there with the balls to do that, and Delft girls who would actually say yes.” My jaw nearly dropped. I wanted to say to my friend: “Look in the mirror, you’re a handsome, tall, smart guy; you should be able to ask a girl out like that without fear of rejection!” Then I realized whom I was speaking to. My friend was a seventh-year student; he had been in this city long enough to deduce from his experience that ‘One Does Not Simply Walk Into Mordor’ and ask a girl out. He was the typical Delft shy guy. Young men generally enter Delft at a tender age, fresh from high school. Upon experiencing the difficulties with
getting attention from the opposite sex, they tend to take one of two paths. The first one is to amp up their artillery, jumping at every opportunity to get laid, kissed, a date, anything, all to avoid the dreaded Panda state. This is often accompanied by lowering of standards (the ‘every hole is a goal’-philosophy.) The second path leads in the opposite direction. Following several unsuccessful attempts to score with the local ladies, these young men realize that they are not willing to lower their standards, so they accept their Panda fate and regress into sceptical asexual mode (the ‘every girl is a bitch’-philosophy.) This boils down to approaching every target with various degrees of caution , or in extreme cases, not approaching them at all. Ever. While necessity leads Delft guys to the two extremes, it’s important to remember the middle ground. Not all girls in Delft are witches, and not all of them are taken. Asking a girl out may sometimes lead to rejection, but not asking her out will always do that.
Traction control, ABS, cruise control, parking assistance… Een beetje auto van nu is uitgerust met hightech snufjes én heeft een stabiele wegligging, wat een bochtje nemen met flinke snelheid soms wel heel verleidelijk maakt. Alleen, één keer te overmoedig op de tractielimiet van je banden, en je auto raakt in een gevaarlijke slip. Om dat te voorkomen, bedachten Richard Nefs (21), Jeroen Beerens (23), Joost de Haan (21) en Timothy Schuit (21) voor hun bachelor-eindproject bij 3mE een controller op het stuurwiel. Die grijpt in zodra in een snelle bocht teveel kracht op het stuur komt, door de koppel op het stuur op dat moment te verminderen. Eh, logisch lijkt anders: hoe lager de tegendruk van het wiel, hoe eerder je toch geneigd bent nog sneller te gaan? “Ja, maar een plotseling afnemende kracht voelt iedereen, en wat een te hóge tegendruk is, is heel persoonlijk”, zegt Richard Nefs. “Een sterke jonge man trekt hem nog een tandje door, een oude vrouw vindt al snel dat het hoogste punt bereikt is.” Natuurlijk, de bestuurder moet van tevoren wel even weten dat zijn auto dat snufje bezit, anders zou hij alsnog geneigd zijn te versnellen in de bocht zodra de kracht op het wiel afneemt. “Het zou een gadget moeten zijn als cruise control; je kiest ervoor of je hem aan zet of uit”, aldus Nefs. Negentwintig proefpersonen gingen de rijsimulator in om de ontdekking van de studenten te testen. Ze moesten zo hard als ze konden een cirkel rijden, met en zonder controller, zonder de controle over het ‘voertuig’ te verliezen. Conclusie: mét controller hielden de testpersonen op volle snelheid in de bocht hun voertuig beter onder controle. Een test in een echte auto lonkte, maar de tijd die de studenten hadden voor hun project, was na al die onderzoeken wel op. Nefs: “We hebben de controller nog wel in een echte auto gebouwd, een Opel Astra. Samen met onze begeleider, die hem nu verder ontwikkelt, hebben we hem vervolgens getest in Zandvoort. Die resultaten konden we niet meer verwerken in onze minipaper, maar: hij werkte. We hebben een 8 gekregen voor ons onderzoek, maar onze begeleider vond het een hoger cijfer waard.” Nou hielp het wel dat drie van de vier studenten elkaar al kende van de middelbare school. “We waren dus aardig op elkaar ingespeeld.” En, staat de controller nu bovenaan het wensenlijstje van Nefs zelf? “Ik zou het echt handig vinden. Maar ik heb geen auto.” (JH)
Richard Nefs: “Het zou een snufje moeten zijn dat je net als cruise control kunt aan- en uitzetten. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX) Onderzoek: ‘Cornering negotiation through variable steering feedback torque’ Eindcijfer: 8
kriep