Delta TU Delft

Page 1

TUDELTA.09

DELTA. 09 22-03-2012

Deze week week Deze in Delta Delta in

weekblad van de technische universiteit Delft

Floating vomit

01

Kees Le Pair: Over verduistering en zeilmeisjes

SCIENCE: 05

INTERVIEW: 10

NIEUWS: 03

INTERNATIONAL: 07

Figurant bij een aanslag

Stressing out at TU Delft

reportage: 12 Studeren in het buitenland

TU-diploma’s ondergewaardeerd Oudere ingenieursdiploma’s worden in de Verenigde Staten nogal eens beschouwd als bachelorin plaats van masterdiploma’s. Dat komt volgens een Amerikaans adviesbureau door conservatieve richtlijnen. Connie van Uffelen Alumnus Reinier Torenbeek trok onlangs bij de TU aan de bel na een visumaanvraag in de Verenigde Staten. Het adviesbureau The Trustforte Corporation in New York oordeelde dat zijn opleiding tot wiskundig ingenieur (afgerond in 1996) met zijn ervaring, in de VS gelijk staat aan een ‘bachelor of science degree with a dual major in computer information systems and mathematics.’ Dat was volgens Torenbeek weliswaar goed genoeg voor het visum, maar hij beschouwt het als een onderwaardering. “Mijn bul zelf vermeldt zowel de titel ingenieur als master of science in technical mathematics.” Elco van Noort, hoofd international office van de TU, verwijst alumni naar bureaus die diploma’s wel op masterniveau inschalen, zoals West World Education Services in New York en Educational Perspectives in Chicago. Volgens Van Noort heeft de TU een tijdje een vierjarige opleiding gehad en is het juist in die periode misgegaan. Na invoering van de Wet Tweefasenstructuur Wetenschappelijk Onderwijs in 1982 moesten opleidingen namelijk bestaan uit één jaar propedeuse en drie jaar doctoraal. De ingenieursopleidingen lapten die wettelijke regels echter aan hun laars: hun programma’s bleven in de praktijk vijf jaar waarna die in 1995 werden gelegaliseerd. Van Noort heeft de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs Nuffic ingeschakeld, maar die verwacht dat een brief ‘niks oplevert’. “Het is onwil

in Amerika”, zegt Nuffic-medewerker Jessica Stannard. “Daar is een opleiding van vier jaar een bachelor, punt. Heel vervelend. Er zijn veel klachten, maar we krijgen er steeds minder. Met de invoering van de bachelor-masterstructuur in 2002 zijn ze misschien coulanter geworden.” Stannard heeft de indruk dat Amerikaanse bureaus de diploma’s vooral beoordelen op opleidingsduur, zonder vooropleiding, toelating, niveau, inhoud, het doel en de leerresultaten in ogenschouw te nemen. In een schriftelijke reactie aan Delta meldt Evan Mantyk van Trustforte dat het bureau onder meer kijkt naar studieduur, aard en moeilijkheidsgraad van de studie, het onderwijssysteem en de academische vaardigheden. ‘In de Verenigde Staten duurt het gewoonlijk zes jaar om een master te krijgen, vier jaar voor de bachelor en twee jaar voor de master. In veel gevallen kan het zelfs in vijf jaar.’ Het wordt moeilijker als buitenlandse diploma’s in minder tijd zijn behaald. ‘Maar niets staat vast, omdat we per

’Het is onwil in Amerika’ geval naar bewijsstukken kijken en bereid zijn die te bespreken en te onderzoeken’, schrijft Mantyk. Het werkelijke probleem is volgens Mantyk de visie van de immigratiedienst en de database waarop die zich baseert: de Electronic Database for Global Education waarmee buitenlandse diploma’s worden beoordeeld. “Die database is overdreven conservatief, vaak inconsistent en in veel gevallen gewoon onjuist.” Voor verblijfsvergunningen (‘green card’) vanwege werk, voelt het bureau zich genoodzaakt die richtlijnen toe te passen, omdat de immigratiedienst aanvragen anders weigert. ‘Daarom moeten alumni een waardering naar een bachelor niet zien als gênant, maar als ongelukkige bureaucratie die over het hoofd ziet dat culturele context en onderwijskwaliteit soms gaan boven het simpele tellen van jaren.’

Omstanders, onder wie collegelid Paul Rullmann, brengen zich in veiligheid. De Delftse studentenvakbond VSSD voerde vrijdagmiddag 16 maart op de Markt met een mega Jenga-spel actie tegen de bezuinigingsplannen van staatssecretaris Zijlstra. Bij Jenga halen spelers om de beurt een blok uit een piepschuim toren en leggen die bovenop, waardoor een steeds hogere en instabielere toren ontstaat. De moraal van het verhaal: als je de fundamenten van de kenniseconomie weghaalt, dan stort de maatschappij in. (Foto: Sam Rentmeester)

Werken bij de NS? Dikke huid vereist “Hoe bent u hier gekomen?” Die vraag krijgt NS-baas Bert Meerstadt wel vaker. Toch kwam hij deze week met de auto naar de TU Delft, voor een lezing voor Kivi Niria Students met als thema ‘Biedt de NS perspectief voor ingenieurs?’ Met wat charme redde Meerstadt zich aardig uit de enigszins penibele situatie waarin de vraag van één van zijn toehoorders hem had gebracht. Hij moest hierna naar een moeilijk bereikbare plek. En het was ook wel ver lopen van het station naar Civiel. “Maar ik reis liever met de trein dan met de auto en ik doe dat bijna iedere dag. Vanochtend ben ik met de trein naar mijn werk gegaan.” Bert Meerstadt is sinds 2009 president-directeur van de Nederlandse Spoorwegen. Hij studeerde bouwkunde aan de (toen nog) TH Delft en was voorbestemd om het architectenbureau van zijn vader over te nemen. Maar Meerstadt ging aan de slag bij consultantskantoor McKinsey & Company. Via verschillende andere banen kwam hij uiteindelijk terecht bij de Nederlandse Spoorwegen, als hoogste baas.

Meerstadt zette zijn bedrijf tegenover de studenten neer als een internationaal bedrijf, dat meer om het lijf heeft dan treinen alleen. “We zijn in grootte het derde horecabedrijf van Nederland. Over tien jaar zijn we de grootste.” De internationale tak van de NS maakt een derde deel uit van het bedrijf. En niet zonder reden.

‘Een goede sneeuwvoorspelling zou ons enorm helpen’ “Als je talent aan je wilt binden, sta je als een puur Nederlands bedrijf op achterstand. Bovendien leren we heel veel in het buitenland.” Ingenieurs hebben wel degelijk wat te zoeken bij de NS, hield Meerstadt de studenten voor. De ontwikkeling van de dienstregeling staat internationaal in hoog aanzien, verzekerde hij, maar de NS wil het systeem robuuster maken. En dan is er nog die sneeuw. “Een goede sneeuwvoorspelling zou ons enorm helpen. Die is nu

nog te onzeker.” Meerstadt benadrukte meer dan eens dat hij plezier heeft in zijn werk. “Maar als we een sneeuwbuitje hebben gehad, dan is het een hondenbaan, een mooie hondenbaan.” Wie bij de NS wil werken, moet ‘een beetje een dikke huid hebben’, aldus Meerstadt. “Je moet ervan houden of gaan houden: als het goed gaat, hoor je niks; als het slecht gaat krijg je op je donder. Dat hoort bij ons.” Dat zal in de toekomst ook zo zijn, denkt Meerstadt. De spoorwegen zijn nu eenmaal een collectief goed, waarvan mensen verwachten dat het werkt. Aan de andere kant is de samenleving niet bereid er maximaal in te investeren. En dus blijft de kans dat het af en toe mis gaat, al wil Meerstadt dat graag voorkomen. “We denken er nu over om al te gaan afschalen als de sneeuw nog in de lucht zit. Dat is een grote beslissing voor de samenleving, want dan zal het drie of vier keer per jaar voorkomen dat we de dienstregeling aanpassen.” Saskia Bonger


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Delta TU Delft by Delta en Delft Integraal/Delft Outlook - Issuu