Delta TU Delft

Page 1

TUDELTA.16

DELTA. 16 07-06-2012

Deze week week Deze in Delta Delta in

weekblad van de technische universiteit Delft

TPM’s cyber soldiers

Jan van der Mast: ‘Prince Mignon, c’est moi’

SCIENCE: 05

NIEUWS: 03

01

INTERVIEW: 10 REPORTAGE: 12

INTERNATIONAL: 07

Goedkope studieboeken

The best of Delft

Sterk spul: grafeen

‘ Een lesje conflictbeheersing’ Vertrouwenspersonen van de TU pleiten voor trainingen waarin medewerkers en leidinggevenden conflicten leren hanteren. Dit vanwege meldingen over intimidatie al dan niet in combinatie met een arbeidsconflict. Connie van Uffelen Er waren in 2011 meer meldingen van ongewenst gedrag dan ooit: 64. Dat zijn er vijftien meer dan in 2010. Net als toen kregen de vertrouwenspersonen de meeste meldingen over intimidatie, al dan niet met machtsmisbruik. In 2010 waren dat er 31, vorig jaar 27. Het gaat daarbij onder meer om medewerkers die zich geïntimideerd voelen door hun leidinggevende, bijvoorbeeld bij een werkoverleg of tijdens of voorafgaand aan een r&o-gesprek, zo schrijven de vertrouwenspersonen

De vertrouwenspersonen zien een opvallende stijging van vrouwen over wie geklaagd wordt in hun Jaarverslag 2011. Directeur Human Resources Nynke Jansen was bij het ter perse gaan van Delta niet in de gelegenheid om te reageren op deze bevindingen. Wat volgens de vertrouwenspersonen aanleiding kan zijn om zich geïntimideerd te voelen, is de manier waarop leidinggevenden feedback geven op het functioneren. Dit gaat soms gepaard met agressief gedrag of taalgebruik. Ook zijn er meldingen van medewerkers die zich door de organisatie geïntimideerd voelen. Mensen met een beperking of ziektegeschiedenis bijvoorbeeld hebben het beeld dat ze niet meer binnen de TU terecht kunnen voor werk. De vertrouwenspersonen zien overigens een opvallende stijging van vrouwen over wie geklaagd wordt. Vol-

gens Jeanneke Bruggeling, coördinator en voorzitter van het overleg van vertrouwenspersonen, gaat het vooral om de manier waarop zij r&o-gesprekken voeren. Ze heeft geen cijfers. Er komen relatief veel meldingen binnen over arbeidsconflicten. Als oorzaak noemen de vertrouwenspersonen de herijking, waardoor een aantal medewerkers zich sneller onzeker voelt. Het gaat om beoordelingen waarbij kritiek onverwacht en onvoorbereid wordt gegeven en medewerkers hun beoordeling onterecht vinden. In een aantal meldingen is gesproken over taakinhoud die als niet passend of oneerlijk ten opzichte van andere collega’s wordt ervaren. In arbeidsconflicten voelen medewerkers zich sneller geïntimideerd, schrijven de vertrouwenspersonen. In totaal werd 22 keer melding gedaan van zaken als laster, roddel, niet-integer, niet-professioneel of respectloos gedrag en omgangsvormen. Melding is gedaan van grove manieren waarop leidinggevenden tijdelijke contracten beëindigen. In het slecht-nieuwsgesprek maken zij nodeloos verwijten die nooit eerder zijn uitgesproken. Het aantal gevallen van intimidatie of agressie zou volgens de vertrouwenspersonen kunnen verminderen door betere normen en waarden en de handhaving daarvan. Ook bij ingehuurd personeel als onderaannemers en schoonmakers. In 2011 zijn negen gevallen van seksuele intimidatie gemeld. Een of twee gevallen daarvan betrof stalking. Door de jaren heen lijken bij seksuele intimidatie naast man-vrouwverhoudingen ook cultuurverschillen een rol te spelen. “Er zijn steeds meer mensen uit het buitenland en die hebben andere opvattingen over wat wij gewoon vinden”, zegt Bruggeling. De universiteit zou volgens de vertrouwenspersonen meer aandacht mogen schenken aan interculturele verschillen die ongewenst gedrag in de hand kunnen werken. Medewerkers zouden zich meer bewust mogen worden van hun eigen grenzen en leren om daarover te praten met collega’s.

Tja, als je het Zomerfestival ook toegankelijk maakt voor ‘burgers’ uit Delft, kun je er natuurlijk donder op zeggen dat de tent bij Gers Pardoel uitpuilt met tieners. Met 4500 bezoekers van binnen en buiten de TU was het festival afgelopen vrijdag hoe dan ook een enorm succes. Dat pal bij aanvang óók de zon nog eens ging schijnen, was de kers op de taart – niet in de minste plaats voor de meute kinderen die, deels in onderbroek, de waterkermis bestormde. (Foto: Sam Rentmeester)

Veel animo voor crèche op TU Een crèche op de campus van de TU Delft: veel ouders en toekomstige ouders zouden er graag gebruik van maken, maar daarmee staat hij er nog niet. Dat er animo is voor kinderopvang op de campus, blijkt uit een enquête van de dienst human resources. De vragenlijst is ingevuld door 615 TUmedewerkers met kinderen tussen nul en vier jaar en 906 medewerkers met een kinderwens. Van de eerste groep zegt 22 procent ‘ja, zeker wel’ op de vraag of ze interesse hebben in een crèche op de campus. 28 Procent van de ouders antwoordt ‘ja, waarschijnlijk wel’. Bij de tweede groep, dus medewerkers zonder kinderen en met een kin-

derwens, antwoordt 61,1 procent ‘ja, zeker wel’ en 26,7 procent ‘ja, waarschijnlijk wel’. In absolute aantallen hebben 275 ouders van jonge kinderen in meer of mindere mate interesse in een kinderdagverblijf op de campus en 795 aanstaande ouders. “Die aantallen gaan we niet halen als er echt een kinderdagverblijf komt”, zegt HR-adviseur Marieke Bouma, verantwoordelijk voor het kinderopvang-

’Die aantallen gaan we niet halen als er echt een kinderdagverblijf komt’ project, er meteen bij. De grootste groep geïnteresseerden heeft immers nog geen kinderen en kan als het zover is zomaar een andere keuze maken. Bij het kiezen van kinderopvang blijkt de afstand tussen werk, woning en crèche de eerste factor waarnaar de

geënquêteerden kijken. Bijna de helft woont overigens in Delft. De tweede factor is flexibiliteit qua ophaaltijden. De derde factor zijn de kosten en de vierde de accommodatie zelf. Dat zal dus allemaal in orde moeten zijn, willen TU-medewerkers werkelijk hun kinderen naar de opvang op de campus brengen. Maar de universiteit heeft niet op alles evenveel invloed. Een nog niet geselecteerde externe partij zal de crèche exploiteren, een locatie moet nog gevonden worden voor nieuwbouw of verbouw en de gemeente moet bereid zijn een vergunning af te geven. Of het mogelijk is een lager tarief te rekenen dan andere crèches is nog erg onzeker. Bouma verwacht dat het nog zeker één tot anderhalf jaar duurt voordat er kinderopvang op de campus is, als het doorgaat. Waarschijnlijk is rond de zomervakantie het projectplan klaar. (SB)


DELTA. 16 07-06-2012 www.delta.tudelft.nl @tudelta delta@tudelft.nl www.facebook.com/ tudelta

nieuws/column

02

Teamwerk

Spinozaprijs

Wie krijgt dit jaar de Teamworkprijs van het universiteitsfonds? Het DUT Racing Team met zijn elektrische racewagen? Het Human Power Team met zijn aërodynamische ligfiets? Roman Technologies met zijn thuiszorgrobot Eva? Of toch de bouwkundestudenten die onder de naam Vertical Cities Asia 2011 een stedelijk ontwerp van één vierkante kilometer maakten voor Beijing? Woensdag streden deze vier genomineerden om de titel, die na het drukken van deze krant uitgereikt is.

Prof.dr.ir. Mike Jetten (1962), bijzonder hoogleraar milieubiotechnologie (TNW), heeft een Spinozaprijs gekregen voor zijn werk aan microorganismen. Jetten, tevens hoogleraar ecologische microbiologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen, is gespecialiseerd in langzaam groeiende anaerobe bacteriën. Zijn onderzoek heeft tot radicaal nieuwe inzichten geleid. Hij heeft laten zien dat bacteriën eerder als ‘onmogelijk’ beschouwde reacties juist gebruiken als energiebron. De Spinozaprijs, waar een geldbedrag van 2,5 miljoen euro aan gekoppeld is, geldt als de

ww.delta.tudelft.nl

grootste wetenschappelijke prijs van Nederland. NWO reikt de prijs, die ook wel de Nederlandse Nobelprijs wordt genoemd, jaarlijks maximaal vier keer uit. Lees volgende week het interview met Jetten in Delta.

Foto:NWO/Ivar Pel

‘Ik wil modellen voelen’ delta online Wanpresteerders De Socialistische Partij wil wanpresterende onderwijsbestuurders verbieden nog langer in het onderwijs te werken. Dat staat in het verkiezingsprogramma dat gisteren is gepresenteerd. www.delta.tudelft.nl/25252

Vijfdejaars studente industrieel ontwerpen Tessa Souhoka (23) is met het ontwerp Smul winnaar geworden van de jaarlijkse Hema ontwerpwedstrijd 2012 voor studenten. “Ik was op zoek naar ruimtebesparing in keukenkastjes.”

mee te schommelen. De kracht van dat ontwerp was de eenvoud en de veelzijdigheid.” Heb je al een specialiteit in het ontwerpen? “Ik werk graag met modellen, sta graag in de werkplaats. Veel anderen maken computergestuurde animaties, maar ik wil echte modellen maken die je kunt voelen. Ik wil de kwaliteit kunnen voelen. Ik wil weten hoe iets in elkaar zit.”

Connie van Uffelen

Ridder Dijkgraaf Robbert Dijkgraaf werd dinsdag bij zijn afscheid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Hij benadrukte in zijn speech het grote maatschappelijk belang van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. www.delta.tudelft.nl/25251

Kunstopleidingen Conservatoria, kunstacademies en andere creatieve hbo-opleidingen zullen de komende jaren veel minder studenten toelaten. Toch krijgen ze evenveel geld als nu, belooft demissionair staatssecretaris Zijlstra. www.delta.tudelft.nl/25250

Gefeliciteerd! “Dankjewel, het is officieel de tweede prijs. De eerste prijs werd niet gegeven. Ze vonden de Smul te retro om de eerste prijs te geven. Het was niet innovatief genoeg, maar ik ben super blij.” Wat heb je precies ontworpen? “De Smul, die ingeklapt een platte schijf is en uitgeklapt een schaal. Je kunt er losse zakjes in doen, waardoor je een broodmandje hebt. Als je het bakje omdraait, heb je een taartplateau. Ik heb drie maten gemaakt: de Smul klein, van vijftien centimeter doorsnede, de Smul middel van twintig centimeter doorsnede en de Smul groot van dertig centimeter doorsnede. De Smul is gemaakt van

Tessa Souhoka: “Ik wil weten hoe iets in elkaar zit.” (Foto: Sam Rentmeester)

aluminium. Grote taarten kun je daar op snijden en als je de kleinste versie daar op zet heb je een etagère.” Zijn daar niet al handige oplossingen voor? “Natuurlijk, maar eentje met meer functies is volgens mij helemaal nieuw. En de manier waarop je hem omklapt is uniek. Als je de platte schijf uitklapt, blijft hij staan op zijn pootjes.” Hoe kwam je op het idee voor dit ontwerp? “Ik was bezig met ruimte besparen in keukenkastjes. Manden en grote bakken passen nooit goed in elkaar. Ik

was dus op zoek naar iets dat je uit kunt klappen en dat altijd in elkaar past, zodat je het minste ruimteverlies hebt. Het moest uit één onderdeel bestaan, zodat je geen dingen hoeft vast te schroeven. Je trekt hem met twee vingers uit elkaar en hij staat.” Je hebt al eens eerder meegedaan met de Hema ontwerpwedstrijd. “Ja, vorig jaar voor de publieksprijs met het ontwerp Zwiep! Dat is een grote gele bal aan een touw, voor kinderen van negen jaar. Zij kunnen die bal over een tak gooien en zo met een goedgekeurde knoop uit een boekje een menselijke hijskraan maken om

Hoe nu verder? “Geen idee. Ik hoop in september een stageplek te vinden door alle publiciteit die ik hiermee krijg. Ik wil zoveel mogelijk praktijkervaring opdoen. Je hebt ook nog de Hema publieksprijs. Mensen kunnen vanaf 18 juni tot en met 18 juli op mijn ontwerp Smul stemmen op www.hemaontwerpwedstrijd.nl.”

www.tessasouhoka.nl

Alcohol In de Eerste Kamer hebben CDA en PVV een ommezwaai gemaakt. Bij nader inzien willen ze de leeftijdsgrens voor verkoop en bezit van dranken als bier en wijn verhogen naar achttien jaar. www.delta.tudelft.nl/25249

Gedragscode Als hogescholen hun code voor ‘goed bestuur’ sterk verbeteren, wil staatssecretaris Zijlstra graag een handje helpen en deze code voor alle hogescholen verplicht stellen. www.delta.tudelft.nl/25247

Barkeepen Barkeepers van studentensociëteiten kunnen de verplichte Instructie Verantwoord Alcoholschenken nu ook volgen via de website van de Landelijke Kamer van Verenigingen. www.delta.tudelft.nl/25244

Open data Als wetenschappelijk onderzoek met publiek geld is betaald, moeten de uitkomsten ook vrijelijk toegankelijk zijn. Tegenwoordig is bijna iedereen het daarmee eens, maar hoe moet het in de praktijk? www.delta.tudelft.nl/25246

hartmann

Publiceren Na mijn promotie in 1994 verruilde ik de Sterrewacht in Leiden voor het Harvard-Smithsonian Center for Astrophysics in Cambridge, MA, om als postdoc waarnemingen te doen aan de verdeling van moleculaire wolken in de Melkweg. Het was een baan voor drie jaar. “Ik zou mijn koffer niet uitpakken”, zei mijn Leidse kamergenoot FPI die PT, de Harvard-professor voor wie ik zou gaan werken, goed kende, “want jij bent binnen twee weken weer terug.” Dat had niets met mijn kwaliteiten te maken, meer met mijn karakter en dat van PT, meende FPI. Uiteindelijk ben ik vier jaar gebleven. Een postdoc op Harvard verdient heel weinig, want voor jou honderd anderen. “Harvard staat goed op je cv, het is een investering in je toekomst”, werd mij letterlijk gezegd. Er was geen jaarlijks r&o-gesprek waarbij ik op vijf kerntaken en zes competenties werd beoordeeld, want Harvard huurt alleen the best and the brightest. Je maakt geen testrit in een Rolls-Royce. Ik kreeg geen target voor het aantal artikelen dat ik per jaar moest publiceren en er werd niet gesproken over de impact van tijdschriften. Een week telt 7 dagen van 24 uur en ook nog een weekend. Je publiceerde vanzelfsprekend in het beste tijdschrift op je vakgebied, The Astrophysical Journal (de rest was chaff), en alleen als je iets zinnigs te melden had. Het grote artikel over mijn waarnemingen gedurende die vier jaar verscheen pas in 2001 – drie jaar nadat ik Harvard had verlaten. Wetenschappelijk onderzoek laat zich niet plooien in bureaucratische springvormen van jaarafspraken, KPI’s en targets. Veldwachters hebben een bonnenquotum, topvoetballers geen doelpuntentarget. Het bewuste ApJ-artikel telt 22 pagina’s en bevat een dubbelzijdige, uitvouwbare volkleurenplaat

die vijf (niet genummerde) pagina’s beslaat. Met 614 citaties (dd. 4 juni 2012) is het een van mijn best geciteerde artikelen. Eén doelpunt in de finale is belangrijker dan zes doelpunten in een oefeninterland. Vier jaar lang was ik verantwoordelijk voor 18 van de 24 uur die onze telescoop per dag in bedrijf was. Twaalf uur kwamen ten behoeve van the big project, de overige zes uur nam ik moleculaire wolken waar op hoge galactische breedte. In de ogen van PT was dat wetenschappelijk gezien chaff. Maar aangezien the big project er niet onder leed, mocht ik mijn gang gaan. PT was wel coauteur op de chaff-artikelen die ik in The Astrophysical Journal publiceerde, maar hij leverde pas input als het artikel helemaal af was. Omdat hij áltijd commentaar had – een artikel van een postdoc kon in zijn ogen nu eenmaal niet perfect zijn – had ik opzettelijk wat kleine imperfecties aangebracht. Zoals een halfslachtige titel, want PT veranderde altijd de titel. Mijn artikelen bevatten dus lokaas om te voorkomen dat PT de meer belangrijke secties zou wijzigen. Een kwestie van een man met een hamer wat half ingeslagen spijkers aanbieden. Ik bofte nog. Mijn collega TD, die vele jaren eerder bij PT was gepromoveerd, vertelde dat hij hem zijn proefschrift gaf in de volle overtuiging dat hij alleen nog de kleur van de kaft hoefde te kiezen. Een week later vroeg PT hem: “Why don’t you write me an outline first?” Dap Hartmann is astronoom. Hij werkt als onderzoeker bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.


DELTA. 16 07-06-2012

nieuws

Pre-masters Studenten van de TU Delft die zich vóór de invoering van de harde knip in 2009 hebben ingeschreven als pre-master, kunnen wel eens eerder met de langstudeerboete te maken krijgen dan anderen. Oras en Lijst Bèta inventariseren nu via een online enquête om hoeveel studenten het gaat en hoeveel studiepunten zij in die tijd hebben gehaald. Vóór de harde knip tussen bachelor en master konden studenten die nog niet helemaal klaar waren met hun bachelor alvast vakken uit de master volgen. Voor die ijver worden ze nu wellicht gestraft, omdat de TU ze destijds

03

Studiehulp heeft geregistreerd als masterstudent. Als pre-masterstudent gelden ook studenten met een hbo-diploma die een schakelmaster hebben gevolgd of volgen. In zo’n schakeljaar worden ze klaargestoomd voor de universitaire master, maar in de huidige situatie verliezen zij daarmee hun jaar uitlooptijd. Daardoor moeten zij net als de andere pre-masters hun masteropleiding nominaal afsluiten, anders lopen ze meteen tegen de langstudeerboete aan. De TU Delft wil ook een oplossing voor de premasters.

Goed plannen, effectief studeren en speedreading. Dat zijn drie vaardigheden die volgens de studentenraad (sr) onderdeel moeten zijn van een goede studiebegeleiding. Dat staat in een notitie aan het college van bestuur, die op 7 juni wordt besproken. Volgens de sr is het wel belangrijk om studenten eerst het nut te laten inzien van zoiets als goed plannen, voordat ze er iets van opsteken. Het bedrijfsleven kan daarbij helpen, denkt de sr, door als rolmodel op te treden. Om de steeds drukkere studieadviseurs te ontzien, moeten er volgens de sr studentassistenten

Waterfilmpjes worden aangesteld. “Op bepaalde faculteiten moeten studenten soms enkele weken wachten voordat ze bij een studieadviseur terecht kunnen met hun vraag”, schrijft de sr. “Studentassistenten zouden zich met name bezig kunnen houden met het administratieve werk rondom piekperiodes bij bijvoorbeeld bsa-adviezen.” De studentenraad heeft meer ideeën voor het verbeteren van de studiebegeleiding, zoals het skypen met studieadviseurs. De faculteit 3mE test momenteel of dat helpt.

Omdat het TU Delft Waterfilmfestival van 31 mei vanwege een tekort een aanmeldingen niet doorging, is de prijsuitreiking van de Urban Water Movie Contest ook vervallen. Het plan is om de prijs van duizend euro uit te reiken tijdens het congres Water & the City, dat op 14 en 15 juni plaatsvindt in het Science Centre. Jong filmtalent was gevraagd filmpjes van maximaal drie minuten te maken over oplossingen voor stedelijke waterproblemen. tudelft.nl/en/research/environment/ water-the-city/

‘Studieboeken te duur’ Stapels nieuwe en dure boeken moeten studenten ieder jaar kopen. Dat kan goedkoper, vinden twee TU-studenten. Met hun vereniging Boekswap willen zij een schakel vormen tussen kopers en aanbieders van gebruikte studieboeken. SASKIA BONGER Het eerste jaar dat Malcom Brown en Said Idoum luchtvaart- en ruimtevaarttechniek kwamen studeren in Delft, moesten zij naar eigen zeggen vierhonderd euro neertellen voor een stapel van twintig boeken, die ze gedurende het jaar nodig zouden hebben. Aan het einde van dat jaar hadden ze een probleem, vertelt Brown: “Wat moesten we met die boeken doen? We vinden ze te duur en sommige hadden we nauwelijks of helemaal niet gebruikt. Toen dachten we: studenten kunnen elkaar helpen.” Zo ontstond het idee voor Boekswap. Bij Boekswap kunnen studenten hun gebruikte studieboeken inleveren. De eerste inzameldag was in april in de Library. Van 18 juni tot 13 juli kunnen studenten opnieuw hun boeken inleveren in de bibliotheek. In augustus volgt weer een inzamelronde en begin september start de verkoop. Wie vijf of meer boeken tegelijk inlevert, is meteen lid van Boekswap en krijgt daarmee een paar euro extra korting op tweedehands boeken. Op ieder boek plakken Brown en Idoum een sticker met de naam van de eigenaar. Die laatste krijgt bij het inleve-

ren een bonnetje mee. Eind september kan die het geld van de verkochte boeken komen halen in de bibliotheek. De niet-verkochte boeken mag hij weer meenemen. Boekswap zamelt dit eerste jaar boeken in die horen bij de bacheloropleidingen van alle faculteiten, op Bouwkunde na, omdat daar veel verschillende boeken worden gebruikt. Boekswap kiest alleen voor de druk die nu wordt gebruikt, of één druk eerder. Brown en Idoum hebben nog niet geteld, maar hebben in april al aardig wat boeken ingezameld, vertellen ze. Die liggen nu opgeslagen in de biblio-

’De prijzen van vooral buitenlandse titels zijn soms schandalig hoog’ theek. Idoum: “Het lijkt erop dat studenten er blij mee zijn. Als ze horen dat ik ze 25 euro kan geven voor een boek, vinden ze dat toch wel goed klinken. Met dat geld kunnen ze weer andere boeken bij ons kopen. Zo kun je honderden euro’s besparen.” Studenten kopen hun boeken nu nog goeddeels nieuw op hun faculteit of bij de VSSD, die ook zelf boeken uitgeeft. Frank van Olmen is bij de VSSD verantwoordelijk voor de financiële zaken en de inkoop van boeken. Hij juicht Boekswap toe. “Het is ons streven om studenten onbezorgd te laten leven. Dat kan mede door boeken zo goedkoop mogelijk aan te bieden en zelf boeken uit te geven. De prijzen van vooral buitenlandse titels zijn soms schandalig hoog. Dat zou zo de helft minder kunnen.” www.boekswap.com

Wat meisjes betreft loopt het nog steeds niet echt storm bij de technische opleidingen. Dus wat doe je dan? Je lokt ze met een catchy event. Onder de titel ‘Model in één dag’ mochten honderd 5-vwo-meisjes onlangs modelleren in teamverband, in een prakticumruimte van EWI welteverstaan. Zonder make-up en afslankbroekjes deze keer, maar – geheel op z’n Delfts – met geodriehoek en waterpas. Uit drie door de jury geselecteerde kandidaten, kozen de overige deelneemsters uiteindelijk de winnaar. Die kúnnen nu natuurlijk niet anders meer dan kiezen voor een TU-studie. (Foto: Sam Rentmeester)

Lijst Bèta wint Oras moet komend studiejaar één studentenraadszetel afstaan aan Lijst Bèta. De zetelverhouding wordt nu zes-vier, maar net als vorig jaar spande het erom wie de laatste zetel zou krijgen. De lijsttrekker van Oras, Anna van der Togt, vindt het jammer dat ze nu niet met zeven, maar met zes mensen verder moet. “Maar we hebben er veel zin

in om ons hard te maken voor ontplooiing, onderwijs en faciliteiten. Komend jaar wordt heel interessant door de bezuinigingen uit Den Haag en we kijken uit naar de samenwerking met Lijst Bèta.” Voor die laatste fractie valt de verdeling van de zetels dit jaar gunstig uit, nadat ze in 2011 met enkele tientallen stemmen te weinig een vierde zetel aan zich voorbij zag gaan. ‘Deze uitslag betekent voor ons dat wij een geluid laten horen waar duidelijk een

behoefte aan is en wij zullen ons dus ook keihard blijven inzetten voor het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs aan de TU’, zo staat het op de website. Studenten konden op 23 en 24 mei via internet hun stem uitbrengen voor de studentenraad. De opkomst was 39,2 procent. Vorig jaar was dat 36,9 procent. (SB)

jardste) meer materie dan antimaterie is zodat er iets voor ons is overgebleven en alsof dat nog niet genoeg is zouden zware Majorana’s ook de substantie zijn van de raadselachtige donkere materie die sterrenstelsels bijeenhoudt. Exotische experimenten zijn gaande en in voorbereiding om die zware Majoranadeeltjes te detecteren. En ondertussen haalde Kouwenhoven met zijn groep de cover van Science (24 mei 2012) met zijn Majorana ‘in de koelkast’. De verwarring is deze: praten de vastestoffysici en de deeltjesmensen wel over hetzelfde? Deeltjesfysici hebben al voorgesteld om de ontdekking van Kouwenhoven een ‘quasideeltje’ te noemen. De Delftenaar wil daar niet aan. Ook een

golftoestand kan een fundamenteel deeltje zijn, stelt hij. Denk aan een supergeleidende ring die een stroom voert - die is miljarden malen stabieler dan het universum. Als dat niet fundamenteel is, wat dan wel? Kouwenhoven bereidt verdere experimenten voor om andere voorspelde eigenschappen van de Majorana’s aan te tonen. Theatermaker Jan van den Berg (Theater Adhoc) had een constructief voorstel: Laten we de Delftse massaloze ontdekking geen Majorana noemen, maar een Leo. Kouwenhoven kon er wel om lachen.

Is Majorana eigenlijk een Leo? Als het goedbezochte KNAW minisymposium afgelopen donderdag bedoeld was om helderheid te verschaffen over Leo Kouwenhovens ontdekking van het Majoranadeeltje, dan is dat, heel toepasselijk, zowel niet als wel gelukt. Duidelijk werd hoe Kouwenhoven een experiment had opgezet dat ontworpen was om Majorana-eigenschappen waar te nemen in een constellatie van halfgeleiders, een supergeleider en een magnetisch veld. Die eigenschappen, die in 1937 voorspeld zijn door de jonge, briljante en enigmatische Italiaanse fysicus Ettore Majorana, houden onder meer in dat er geen lading en geen spin mag zijn, omdat het deeltje zijn eigen antideeltje is. Kouwenhoven liet zien hoe onder de

juiste omstandigheden een piekje bij 0 volt (geen energie) verscheen in de meetresultaten. “Een klein schattig piekje, en meer is het ook niet”, zei Kouwenhoven bescheiden. Ook maakte Carlo Beenakker van de Universiteit Leiden duidelijk waarom Microsoft zo geïnteresseerd was in het onderzoek om er een miljoen in te steken (de andere helft kwam van FOM). Een paar Majorana’s (ze kunnen niet in enkelvoud voorkomen) zijn namelijk zowel stabiel als verstrengeld, en ze voldoen aan een speciaal soort logica wat ze geschikt maakt als uiterst stabiele quantumbits. “Als de quantumcomputer er komt, dan draait die op Windows,” verzekerde hij. Het publiek reageerde geschokt. Uitermate onduidelijk werd het

toen deeltjesfysicus Patrick Decowski (UvA) vertelde wat men in zijn kringen van een Majorana verwacht. Nogal veel namelijk. Kort gezegd past het Majoranadeeltje zo goed in het standaardmodel van de fysica, dat de

‘Als de quantumcomputer er komt, dan draait die op Windows’ ontdekking ervan drie onopgeloste mysteries in een klap oplost. Het zou duidelijk maken waarom het neutrino een (heel kleine) massa heeft. Het zou verklaren waarom er na de Oerknal een heel klein beetje (een mil-

Jos Wassink


DELTA. 16 07-06-2012

science

opinion please

04

Secret of the 30s houses

Is it nostalgia or is there really something special about these houses of the thirties? (Photo’s: Joost Kingma Consult)

It was a time of terrible recession, yet the 1930s saw a massive rise of garden-city neighbourhoods with luxurious houses. These old ‘30s houses’ are still very popular. What’s their secret? Dr Joost Kingma set out to investigate.

Tumult about cell phone radiation The Dutch TV show Zembla created controversy by arguing that cell phones are dangerous and can cause brain tumors. Scientists and science journalists call the broadcast highly suggestive. The radiation of cell phones can cause cancer and the use of them is particularly risky for children. That was the gist of the TV show Zembla last Friday. It was an alarming message to anyone owning a cell phone and using it on a daily basis. But how trustworthy was the evidence? According to two Dutch science journalists, Nadine Böke and Elmar Veerman, the broadcast was highly suggestive. They criticize for example the beginning of the documentary, when Professor Michiel Haas (Civil Engineering and Geosciences) uses a detector to show how much radiation comes out of cell phones, routers and microwaves. “The images of detecting radiation from cell phones send out the wrong messages,” says Adrie Bos (Applied Sciences, Radiation, Radionuclides and Reactors section). “It suggests that we’re at risk. They should have explained that there are different types of radiation.” Bos works with the ionizing radiation that is used to kill cancer cells: “That radiation is dangerous, but cell phones and routers make use of a totally different kind of radiation that transfers only an incredibly small portion of energy. There’s no physical evidence that this radiation is harmful to humans. The documentary didn’t mention this and that is very wrong.” Haas studied architecture but was called a TU Delft radiation specialist in the documentary. “I wasn’t happy with that,” Haas says. “I did write a book on radiation, but I’m not a radiation expert at TU Delft, but in my company Nibe.” Haas still supports the message of the broadcast: “Technically, the radiation of cell phones and other devices may not seem harmful, but I think there is a strong possibility that it is, because of recent research.” He refers to research by the Swedish oncologist professor, L. Hardell, who’s also mentioned in Zembla. He asked patients with a brain tumour if they use their cell phones a lot. He concluded that if this was the case the phone may have caused it. Scientists however question his methodology, because it does not show a strong link between cause and effect. It is also interesting that the number of people with brain tumours did not increase over the last couple of years. “Before we can conclude whether cell phones are dangerous, more in-depth epidemiological research should be done,” says Professor Bert Wolterbeek (Applied Sciences). “Two groups are necessary to conduct the research: one group in which people use cell phones and another where no one uses a cell phone. It is very difficult to show cause and effect by doing this kind of research, because the people in both groups should behave similar or in a known way, to rule out that anything else than cell phones caused the brain tumour.” Haas, who hardly uses his cell phone and has no wireless Internet at home, hopes that the TV show will help to discuss the possible risk of cell phones. “People should know that it could be harmful,” he says. Bos: “Even though physically we can say that there is no risk of using cell phones, I also would like to stress that these subjects need our attention. Because cell phones may be dangerous for reasons we do not know yet, and they should, based on a precaution principle, be handled with caution. But no serious proof has been found.” (RV)

the 1930s house cannot serve as an example for today’s housing industry. Labour for instance was very cheap for the middleclass, which suffered a lot less from the recession than the lower class, and even saw a rise in its purchasing power during the 1930s. This explains why these houses are of varied architecture, have so many exterior and interior decorations, fine details in the brickwork, stained glass windows, panelled doors and so on. But what then is there to copy from this architectural period, if we are to

aware of these important details, Kingma believes: “Many neighbourhoods in new urban extensions built since the mid-1990s incorporate elements from the private garden-city neighbourhoods of the 1930s. At first glance these neighbourhoods appear to resemble the original, but on closer inspection they often lack important elements of quality.” Garden cities of the 1930s are also characterized by broad avenues with big trees. With the high prices of land nowadays, it is understandable that

take into account this different economic point of departure? “One of the key ingredients is the harmonious transition from garden to house using bay windows, balconies, porches and extended eaves,” says the researcher. “I discovered this during my research. Once you know this, of course, it’s very obvious.” Architects have not been sufficiently

houses are stacked closer together. Is there a way around this? Kingma has an idea for this: “In the 1930s, roads would only be paved in a neighbourhood after many buildings had been constructed. This is one way to lower the price of land. The investments risks are lowered this way. This is something we could do now as well.” Second, building houses close together in the Netherlands is very much a political choice, according to Kingma:

Tomas van Dijk Set in a lush woody environment, enclosed by a big garden and yet within a stone’s throw distance of the city centre. It is no wonder that a typical ‘30s houses’ is popular. Real estate agencies still earn good money selling them despite the crisis in the housing market. But is this success really due to the above-mentioned factors. Dr Joost Kingma, an urban planning consultant, believes there is more to it than just that. “1930s houses have a significantly higher price - 6 to 11 per cent higher - than comparable houses from other building periods,” he says. Kingma lives in such a house himself (in the town of Driebergen) and says that he completely fell in love with it. For his PhD research, which he defended in May at the faculty of Architecture, he tried to grasp the magic of the 1930s house and figure out what lessons today’s architects and urban planners can learn from that period. First, it is important to stress that the economy at the time was completely different and that in many aspects

’One of the key ingredients is the harmonious transition from garden to house’ “We put houses close together to facilitate public transport. I believe however that we should give people what they really want. They want space, at least from a certain age on. And space is something we do have. Ten percent of the country is urbanized. What’s wrong with making it 12 percent?” Another typical aspect of a 1930s house is its small windows. That doesn’t seem luxurious and doesn’t add up to the smooth transition from garden to interior. It raises the question whether the success of the 1930s house can be explained to a large extent by nostalgia. “Well to some extent it can be attributed to nostalgia,” Kingma says. “But that isn’t necessarily a bad thing.”


DELTA. 16 07-06-2012

science

05

short news science Drifting sand

Smelling yeast

Rusty town

Closing the narrow channel between the beach and the newly laid ‘Zandmotor’ with stones is a panicky reaction, says Professor Huib de Vriend (CIG and Deltares). The SouthHolland province took the decision to protect swimmers against the strong current. De Vriend expects a new channel to form next to the stone dam and would have preferred a sand dam if anything. The province only has temporary permission and will likely remove the stones after the summer season ends.

You may think microbes are smelly beasts, but student teams are engineering yeast cells to sniff out other organisms, such as people with tuberculosis. Dubbed ‘Snifferomyces’, the engineered yeast is meant as a cheap and fast diagnostic system. The effort is part of the iGEM2012 competition, a yearly university team competition in producing engineered microorganisms. The Delft/Leiden 2012 team will present their results in Amsterdam on 5-7 October. The international finale is at MIT in November.

Letting old sea containers simply rust away is such a waste, when you can also make a ‘Green Village’ out of them. This is exactly what construction workers have started building on the campus today. The initiative comes from Professor of Future Energy Systems, Ad van Wijk. “We will construct attractive working areas, meeting places, a restaurant and labs,” he says. The village, which will initially consist of 20 to 40 containers, will make use of innovative energy systems.

Kids House

The Kids House at the Floriade agricultural exposition in Venlo is an example of bio-based building. It was opened as a BE-Basic initiative by Dutch Minister Verhagen (Economic Affairs, Agriculture & Innovation) last Monday.” All building materials used are green and can be fully recycled,” said Verhagen. The walls are made from pressed straw, its roof from vegetable oil, and the wall sockets from bioplastic. But instead of being recycled, the house will go on tour through the Netherlands after the Floriades ends. (Foto: BE-Basic)

2012.igem.org/Europe

Cyber soldiers to the rescue

Wars nowadays are not only fought on land, in water, air or space, but also in cyber space. (Photo: mi2g)

The TPM faculty is starting a cyber security and cyber warfare course in September, a course compulsory for all of the faculty’s ICT MSc students.

proposition

Cyber space battlefield, cyber warfare and cyber soldiers: these seem like pretty harsh terms in an academic setting like TU Delft. “That is also what my colleagues told me. Such language sounded too hostile to them,” says the initiator of the cyber security and cyber warfare course, ICT expert Dr Jan van den Berg (TPM faculty). “But that was until about half a year ago.”

Due to internet security scandals, like the DigiNotar scandal (DigiNotar provided secured certificates for the government and was as hacked by an Iranian) and the discovery of the Stuxnet computer worm, a malware that spies on and subverts industrial systems (and which attacked industrial systems in Iran), people are starting to realize that the web poses serious security threats. Van den Berg: “Wars are fought on different territories now. Not only on land, in water, air or space, but also in cyber space. The time is ripe now for this course.” During the course, which is also – it must be said – largely about securing companies and other civil organizations, students will learn about all kinds

of technological aspects of network security. And they will be given lectures on legal and ethical issues. “The goal of the course is not to produce cyber soldiers,” says Van den Berg, “but we will be collaborating with the Ministry of Defense, among others.” Hans Folmer, a colonel responsible for task force cyber at the Ministry of Defense, says he is enthusiastic about the course. His organization is in great need of ‘cyber professionals’. “We need hackers - ethical hackers that is - but also scientists who are good at analyzing things. With us, they are allowed to do things they are not permitted to do anywhere else.” This need for personnel will only increase in the near future, as the ministry invests 50 million euros over the next four years in the development of a cyber security command centre, or, as Folmer puts it, “to develop cyber capabilities to be incorporated in a cyber unit”. Indirectly, Van den Berg is also involved with this command centre. He is supervising a soldier whose task it is to develop a simulation environment – which will be part of the cyber command – with which the effects of attacks on military infrastructures can be simulated. (TvD)

The probability that 20-year-old digital information will no longer be readable is a lot smaller than the probability that somebody will actually want to read it. Recognizing surgical patterns, PhD-thesis by Loubna Bouarfa (Faculty of Mechanical, Maritime and Materials Engineering). (Illustration: Auke Herrema)

the graduate

Sigrid van Veen redesigned the back seat (Photo: Daan Vos)

The future car seat To work for BMW and to design the car seat of the future: only the idea itself triggers the wildest dreams of any design student. Sigrid van Veen made this dream a reality in her graduation project for her study ‘Integrated Product Design’ at the faculty of Industrial Design Engineering. Not only did she end up with some radical improvements, but Van Veen also changed the entire concept of sitting in the backseat of a BMW car. April 26 was the day that Van Veen presented the outcome of her graduation project to the jury of TU Delft, which reacted positively to the results. The project had a clear aim: to enable new ways of relaxing and working in the backseat of a BMW car. The context of the assignment was the future vision of BMW, in which computer systems will drive the car instead of a human driver. This future vision opens up new possibilities for spending time in the car - substituting driving for working or relaxation, for example. The task for Van Veen was to redesign the backseat of the car in order to facilitate such new possibilities. Following an initial literature study, Van Veen concluded that body posture plays a key role in enabling activities while sitting in a car seat: different activities require different body postures. She therefore developed a car seat that enables a variation of postures, especially for relaxing. Furthermore, Van Veen developed special armrests for the use of handheld devices. Current trends of personal computing away from the office show that the use of handheld devices will grow in future for doing work in the car. Tests with people using handheld devices in the back of a moving car gave insights into the problems that occur when using handheld devices. Tests with the prototype of the seat evoked positive reactions by participants. Van Veen: “Someone compared it to floating in a swimming pool, for instance.” For Van Veen, this testing phase was one of the highlights of her project. A remarkable aspect of the car seat designs is that they do not comply with safety regulations. Certain twists of the body for example are currently not allowed in car seats. For the designs to be realized, the rules themselves will have to be changed – a process that will take years. One major factor here is that the use of autonomous cars needs public acceptance. Van Veen herself supports this development: “Autonomous cars would improve safety a lot in terms of decreasing accidents. Then the way you sit in a car could also change”. (DV)


DELTA. 16 07-06-2012

international students

06

Enough of Sodexo

the bike of...

There’s more than just patat met cooking in the campus kitchen. Some TU students are protesting against Sodexo, the multinational food catering company that runs the TU’s restaurants, calling for an end to high campus food prices.

tion, giving different businesses the chance to compete, which will definitely improve quality and lower food prices. Also, allowing some stalls to be owned and operated by students or student associations will encourage student entrepreneurship.”

Antonio Rubino

What prompted this action? “Frustration towards Sodexo started years ago, and we decided to do something about it. We studied this issue for a few months, checking Sodexo’s background, other businesses and market prices. We then started a Facebook group on 25 May 2012 and had over 1000 members in the first three days.”

University students worldwide are seemingly always short of cash and always hungry, the latter thanks to their constant intellectual and physical pursuits. This is particularly bad news if you’re a TU Delft student, argue Said Idoum (BSc Aerospace Engineering), Malcom Brown (BSc Aerospace Engineering) and thousands of other TU students and staffers who’ve joined their Facebook protest against Sodexo, the TU’s food catering supplier, demanding an end to Sodexo’s high food prices. Moreover, as Idoum and Brown note, this isn’t the first time Sodexo’s faced student protests. According to Wikipedia, Sodexo’s been boycotted at some nine other universities worldwide. What’s the purpose of your initiative? ”We aim to end the food monopoly on campus and introduce competi-

How do you plan to achieve this? “We’ll voice our opinions, objections and suggestions to TU Delft and the public through public media channels. We’ll go on peaceful demonstrations or boycotts to fight this injustice.”

That’s a lot of members in just a few days. ”Indeed, we just crossed 2000 members yesterday, which is a clear indication of the frustration students and staff feel towards Sodexo’s greedy methods of conducting business and exploiting students. We didn’t have to convince people to join us.” Who’s involved in the initiative? ”I co-founded the group with Malcom Brown, but TU Delft students were already complaining a lot about this

Said Idoum: “We’ll go on peaceful demonstrations or boycotts to fight this injustice.” (Photo: Sam Rentmeester)

among themselves. We started the group to unite voices. Although we’re leading the movement, this is a movement of TU students, staff and others who are sick of corporate exploitation in an unfair environment.” Has there been a backlash against you yet? “As with any movement, there are some critics: roughly 2% of voters voted against the movement. Some claimed that we don’t have to buy from Sodexo because we can always bring food from home or eat in the city center. But that’s not efficient or practical in most cases. All around the world, universities are places where students find the cheapest food. It’s not right that Sodexo abuses its monopoly privilege to force students to dine at its price and convenience or leave campus!” So it’s also about competition? “Yes, introducing competition doesn’t mean kicking Sodexo out. If Sodexo can still get clients with their current prices, they can also stay.” How can students get involved? ”By joining our Facebook group, ‘Sodexo: We’ve Had Enough!’, and sharing opinions. Also, a petition requesting competition on campus will be available for people to sign at the BoekSwap student association, starting from 18 June.” How do you see the movement developing in future? ”I’m optimistic. Sodexo’s been kicked out of several universities abroad. Mass complaints about overcharging students for food have yielded amazing results. TU Delft students aren’t less capable of controlling their own lives and deciding when enough is enough. Our message isn’t as aggressive as plainly kicking Sodexo out directly, but if competition is allowed in, Sodexo will either have to step up its game or get voted out by people’s wallets.”

boekswap.com kickoutsodexo.usas.org

(Photo: Raghuveer Ramesh)

Name: Advait Jani (European Postgraduate MScs in Urbanism, from India) Price: 50 euros Brand: Gazella Hybride Striking feature: Bright white seat Advait Jani, an urbanism student from India, has an unusual use for his bike. He lives in Rotterdam and uses it to commute only between Delft station and the university. His perfect outing would be never ending bike rides exploring new places. What makes this peculiar is that he prefers to walk at every other instance. “The route to Hoek van Holland is my favorite. The ride along the promenade reminds me of a similar place in my country – the Marine drive in Bombay, which is close to my heart. Apart from that I enjoy my ride to Rotterdam as well. As an urbanist, I can see how well the two contrasting cities of Delft and Rotterdam blend through the use of a well-integrated landscape. The entire route is along a canal, but the dense urbanscape gradually transcends to a wide open sprawling landscape and then back to heavy traffic and chaos of the city. In a way, Dutch cities automatically draw you into exploring the bike.” While Advait is quite the enthusiastic athlete, his bike however is the uncooperative opposite. But opposites do attract! “It’s really high maintenance,” he says, “constantly demanding attention by punctually breaking down right in time to make me late for class or get caught in the rain. It’s probably the only bike in Delft which can automatically shift gears when you drive on one of those cobble roads.” So what has stopped Advait from dumping the bike and getting a new one? “Oh, the thought of getting rid of it has never crossed my mind,” he says. “The bike is pretty special to me. It’s also been my first and only bike. Even though I’m quite skeptical to take mine out for long rides nowadays, I have some fond memories with the bike. On a lighter note, the seat of my bike makes a case as well. Not for comfort, but for its bright white color, making it easy to spot in the chaotic bike parking at the station and school.” (RR)

motsyk

The worldwide grapevine If you google the word ‘eyeliner’, you’ll get results for millions of videos, images, blog posts…about how to apply eyeliner. This is one of the most basic steps of applying makeup, yet an incredible number of people in the world want to share their personal tips and tricks on selecting the right brush, getting the perfect line, keeping it from smudging… Some of these people are celebrity makeup artists, some beauticians and skin care professionals, but the vast majority of these ‘beauty bloggers’ are just regular teenage girls filming from their bedrooms, girls who probably learned the technique just months before in a similar online tutorial. It’s the global grapevine in action: people learn something new, then pass that experience on by telling others about it. The only difference is, in the information age, that ‘somebody’ can be hundreds of thousands of people around the world. The same idea can naturally be applied to other territories of life, like gaming, cooking, programming, or even mundane things like folding socks or the infamous ‘double-utensil wash’ (if you don’t know what it is, google it; it will blow your mind.) Everything from making nitroglycerine to sneezing correctly has a how-to video these days, and each video finds an audience, no mat-

ter how small or large. Each contribution adds to the diversity of human knowledge, and the result is bigger than the sum of its parts. As a result, now is the first day and age during which people can become experts in a field without leaving their homes or live communication. Imagine, for example, that you’re a teenager living twenty years ago, and you want to learn to apply eyeliner. It’s not a skill you can learn at school or research at the library, so your only authorities on the subject are your mom and the neighbor girl, if at least one of them knows how to do it well and is willing to teach you. If not, you can invest in a makeup course, but even then your body of knowledge will be limited to that of a handful of people. Fast forward to the information age, and suddenly you’ve got thousands of neighbor girls, all experts in applying makeup, eager to pass on their knowledge to you. Information sharing is powerful, and I’m not referring to the vast collection of the traditional ‘expert’ media, like magazines, manuals or scientific papers; I’m only talking about word-ofmouth: people talking to other people. As social beings, we place more authority on the opinions of real people than of the infor-

mation we’re bombarded with. When looking for a good dishwashing liquid, for instance, would you be more inclined to buy the one you saw a fancy ad about, or the one your housemate casually mentioned as being ‘pretty decent’? Likewise, if you want to quickly learn how to make a mean risotto, would you rather sift through volumes of cookbooks for the perfect technique, or just watch someone else do it? The beauty of the worldwide grapevine, or word-of-mouth information sharing, is that now traditionally unteachable things have become teachable: things that don’t require tremendous computational skills and are considered to be intuitive, yet for most people are not. On their own, these mundane tips may seem insignificant, but in combination it’s the little things - like knowing how to properly choose a suit, store cables without them tangling, or make eye contact – that can make a huge difference to the quality of someone’s life. Olga Motsyk is an MSc aerospace engineering student from Kiev, Ukraine. She can be reached at olgamotsyk@gmail.com


DELTA. 16 07-06-2012

international students

07

The best of Delft

news in brief

Best Delft recently hosted 22 students from various universities across Europe, here for wind energy lectures and workshops and to experience the local flavor of student life.

Hema awards TU Delft student Tessa Souhoka (23) won the annual Hema student design contest with her design of a collapsible basket and cake platter, called Feast. The fifth-year industrial design student did not win the first prize however, because the jury found the design, with its “retro-look, not timeless enough”. Instead, Souhoka received second prize, with no first prize being awarded. Two other TU students shared third place: Joseph Serrarens designed a paper sandwich plate for making sandwiches on, and Nikè Jenny Bruinsma designed an ‘earworm’, a device for storing the cord and earplugs of an earpiece phone.

Spinoza Prize

RAGHUVEER RAMESH Traveling as a tourist cannot compare to experiencing places up close and personal with the locals. As such, Best (Board of European Students of Technology) offers students chances to discover Europe through participating in various Best courses, competitions and cultural exchanges. The Delft wing of Best recently organized a 10-day spring course, ‘Gone with the wind and returned with energy’, in which 22 students from various European universities participated in lectures, workshops and practical experiments about wind energy. “We organize courses that bring people from across Europe together under the same roof for a couple weeks of working and having fun through social activities,” says Ujwal Kumar, a computer science MSc student from India and Best Delft member. “This makes the whole aspect of cultural diversity easy to absorb and fun.” For the international students visiting Delft, the wind energy spring course featured compelling workshops, like kite-building, and lectures delivered by professionals from leading firms like Siemens. The students also enjoyed city rallies in Delft and Den Haag. The visiting students were keen to share their opinions about the course and offer comparisons with their home universities. “Wind energy’s long been my subject of interest, and TU Delft’s reputation in this subject was a major motivating factor,” said Lauriane Fillot, an engineering student from Ensta Paris Tech in France. “Besides, it was an exciting chance to experience Dutch culture, as I’d never visited the Netherlands before.” Diogo Palma, an aerospace engineering student from Portugal’s Instituto Superior Tecnico, added: “Apart from my great passion for wind power, I’d heard that the ‘best’ way of going

Microbiologist Prof. Mike Jetten has won a NWO Spinoza Prize worth 2.5 million euros for his work on extraordinary microbes, which he discovered in unusual biotopes. He specializes in slow-growing, anaerobic bacteria. This highest scientific award in the Netherlands is awarded by the Netherlands Organisation for Scientific Research annually to a maximum of four researchers.

Nursery school

Best course members during the kite-building workshop. (Photo: Raghuveer Ramesh)

about the courses involved lots of partying and meeting people from various parts of the world. Interacting with them was exciting.”

Jokes

As for differences between TU Delft and their home universities, the visiting students found many. Palma was impressed with Delft: “Compared to Lisbon, the variety of international students here is tremendous. It brings minds thinking in very different ways to work together.” France’s Fillot was similarly impressed: “I’m amazed by the infrastructure offered to stu-

‘In fact the interaction is so different that professors here even crack jokes’ dents here - the buildings very well designed, the labs equipped with the latest technologies.” She was less impressed with the TU’ campus vibe: “Compared to my home university, the spirit of campus life is missing here.” She was however pleasantly surprised by Delft’s lack of student-teacher hierarchy: “I‘m used to a conventional teaching methodology: professors are authorities and usually there are no arguments. But here the studentprofessor relationship seems to be a level field. In fact the interaction is

so different that professors here even crack jokes.” Emre Barlas, a mechanical engineering student at Technical University Denmark (DTU), has studied at various universities in Turkey, Germany and Denmark: “The studies at both TU Denmark and TU Delft are similar, but the atmosphere here is dynamic. You can see the passion in the students here.” As for the challenge of working in teams comprised of students who just met, Tanya Boichuk, a student from St. Petersburg State Polytechnical University in Russia, was glad for the experience: “Throughout the 10-day course we remained a closeknit group. It was a learning experience: not just learning something new about wind energy, but also how students from different cultures approach a project.” Best course are also good PR for TU Delft. “The courses help the university broaden its reach, with participating students experiencing the high standards set in Delft,” remarked Jonathan Ramirez, a TU Delft sustainable energy technology student. To which Basil Vereecke, the president of Best TU Delft, added: “There have also been many cases where these participants return to Delft for an MSc program or even PhDs.”

A nursery school on the TU Delft campus: many parents and prospective parents would use such a school, according to a survey conducted by the human resources department. Some 615 TU Delft employees with children aged between 1 month and 4 years, and 906 employees with as yet no children, completed the survey. From the first group, some 22 percent answered ‘yes, certainly’ to the question of whether they would be interested in a nursery school on campus, and 28 percent of the parents answered, ‘yes, probably’. From the second group of as yet childless employees, 61.1 percent answered ‘yes, certainly’, and 26.7 percent, ‘yes, probably’, to the same question. In total, 275 parents with young children were more or less interested in a nursery school on campus, and 795 of the prospective parents.

Greek students Increasing numbers of Greek students are coming to study at Dutch universities. So far in 2012, 1400 Greeks enrolled in Dutch universities, which marks a 33 percent increase from 2011. The relatively low cost of education and low cost of living in the Netherlands are main attractions, coupled with a deflated job market back in Greece.

Boekswap Each year students must buy stacks of new and expensive books. But this can be much more affordable, say two TU Delft aerospace engineering students, Malcom Brown and Said Idoum, whose Boekswap association has organised a book swap between buyers and sellers of university text books. Via Boekswap, students can exchange their text books. The first Boekswap was in April in the TU Library. And now, from 18 June to 13 July, students can once again hand in their old books in the library. In August there will be another chance to hand in old books, and in September the books will be resold. boekswap.com

Conflict resolution TU Delft councilors are calling for trainings in which employees and managers learn to deal with conflicts. The cases involve employees who feel intimated by their superiors, for example during work meetings or evaluations. In 2011, there were nine cases of sexual intimidation reported, of which two involved cases of stalking. It appears that cultural differences also play a role in cases of sexual intimidation between men and women. “There are increasing numbers of people coming here from abroad and they can have different views of what we find normal behavior,” says Jeanneke Bruggeling, coordinator and chairwoman of the commission of private counselors.

www.bestdelft.nl

Meeting the rector Rector Magnificus Karel Luyben definitely needed the backup of the ‘Pulp Fiction’ mobster duo when recently sitting down to field questions fired at him by students during the latest ‘Meet the Rector’ event, an informal meeting between the Rector and students held at the ‘Jacoba van Beierenlaan’ (JVB) student complex. The spirited discussions ranged from academics to student life and politics. ‘International Student Integration’, was a core topic dear to the hearts of the 18 students of varying nationalities living together at JVB, a rarity in Delft, where shared housing is usually dominated by the Dutch. Integrated housing, the Dutch job market and better communication were other major topics discussed, with students insisting on living together with the Dutch and mixing academic and cultural life in a truly international university experience. “Although

Duwo initially had exchange students living in Dutch housing for a couple months of their stays, it has changed its policy recently, housing the Dutch separate from internationals. This could definitely change!” remarked one of the few Dutch students in attendance. Rector Luyben proposed initiating a dialogue on international integration through academic culture, noting that TU Delft needs to adapt to changes in world culture, in order to create better rapport between international and Dutch people. He added that TU Delft must adapt to the culture of speaking English, and that the university is trying to create more BSc programs taught in English, which he believed would help bridge the gap between Dutch and internationals. “There’s no crisis,” remarked one of the hosts, referring to the fact that

and its diverse but unified culture. The Rector asked what European culture and economies could learn from developing countries like India, prompting feisty debate among students. Although the event officially ended well after midnight, when the Rector departed, student debates went on for much longer. Siddarth Pandey, from Diss, one of the event’s organizers, said: “We’re happy that the most important issues concerning international students were brought into limelight, so that the Rector could offer his thoughts on them.” Harish Ramakrishnan Rector Luyben (centre) among his students. (Photo: Harish Ramakrishnan)

the Dutch market doesn’t seem to represent a failing economy. The Rector was keen to hear the students’

perceptions of the crisis and how they’d tackle it. A topic everyone showed specific interest in was India

Students interested in participating in ‘Meet the Rector’ events can register by emailing library@tudelft.nl. The next event is slated for 13 November 2012.


DELTA. 16 07-06-2012

lifestyle

08

Held in fietsbandenpak De Griekse held Herakles vecht met een leeuw en haalt zijn geliefde Megara uit de krochten van de onderwereld. Hij trotseert de listige plannetjes van de goden in een heel Delfts gevechtstenue: zijn pak is gemaakt van fietsbanden. Studenten van de theaterproductie van Virgiel voeren de musical over de Griekse halfgod op. MARTINE ZEIJLSTRA Herakles slaakt woeste kreten uit. Zijn geliefde Megara kijkt verschrikt op als hij naar zijn hoofd grijpt met een gepijnigd gezicht. Dansers krioelen wild kijkend om hem heen. De Griekse held is gek geworden en vermoordt zijn pasgeboren kinderen. Megara blijft verdrietig en verloren achter, terwijl Herakles gestoord lachend wordt afgevoerd door de dansers. Het is een heftig begin van de musical ‘Herakles’ die studenten van studentenvereniging Virgiel opvoeren. Na de twee theaterstukken ‘Jesus Inc’ en ‘The Wave’ die modern waren, willen de studenten dit keer een klassieker

opvoeren. “Herakles is een donker verhaal omdat hij zijn kinderen vermoordt, maar ook een stuk vol spektakel. Hij moet veel onmogelijke opdrachten uitvoeren die hem tot het uiterste testen”, zegt lid van de theatercommissie 2012 en derdejaars student technische bestuurskunde Lisa van Woerden (22). Dat spektakel volgt al snel. Samen met Herakles gaan we terug in de tijd, vóór zijn gekte. De muzen bezingen zijn sterke spieren. “Hij is een echte held, of je het nu gelooft of niet.” Herakles kent zijn eigen kracht nog niet. Hij dolt met zijn vriend Admetus

‘Ik word veel heen en weer getild en krijg veel decorstukken op me gesmeten’ om wie de sterkste is. Veel moeite lijkt het hem niet te kosten. Zijn gevechtstenue gemaakt van fietsbanden spant nauwelijks om zijn spieren. “Herakles is heel sterk en Admetus is maar een tenger mannetje”, zegt Patrick Levie (24), zevendejaars student bouwkunde. “Ik word veel heen en weer getild en krijg veel decorstukken op me gesmeten. Ik heb aardig wat blauwe plekken, maar ondanks dat blijft Herakles mijn beste vriend. Ik steun hem altijd.” Als Herakles zijn vader Zeus de opper-

De eerste ontmoeting tussen Herakles en Megada, op het moment dat ze verliefd worden. (Foto: Sam Rentmeester)

god ontmoet, helpt Admetus Herakles om nog sterker te worden. Hij is boksbal en trainer tegelijkertijd. Tijdens de ontmoeting met Megara ligt Admetus onder een rotsblok te creperen. Maar niet alleen Admetus krijgt het zwaar te verduren. Herakles vindt dan wel de liefde van zijn leven in Megara, hij is een speelbal van de goden. Zeus wil het allerbeste voor zijn zoon, maar zijn vrouw Hera niet. Zodra Herakles ter sprake komt trilt haar indrukwekkende pauwentooi van woede. Ze is jaloers op het buitenechtelijke kind. Net als Hades, de god van de onderwereld, die het liefste zelf de scepter zwaait over de godenwereld. Als hij de naam Herakles hoort, schudt zijn kostuum met vuurstroken kwaadaardig heen en weer. De furiën Onverzoenlijkheid, Wraak en Toorn proberen de jaloezie nog wat meer aan te wakkeren in de hoop op een heerlijk familiedrama. Zij leven pas op als ze het ‘merg uit het leven zuigen’ zingt het drietal. “Ik vind het een heerlijke rol om te spelen”, zegt Rhea van Kasteren (21), derdejaars industrieel ontwerpen. “In het dagelijks leven ben ik niet zo achterbaks en nu mag ik een heel manipulatieve, valse dame spelen.” Met hulp van de furiën belandt Megara in de klauwen van Hades. Herakles daalt af in de onderwereld om zijn geliefde uit de hel te bevrijden. Woeste dansers proberen hem te verzwelgen, maar hij weet toch weer boven te komen. Vader Zeus is trots op hem en biedt hem een plek op de godenberg Olympus aan, die Herakles weigert omdat hij bij zijn geliefde wil blijven. Hera kan al het geluk niet aanzien. Als Herakles met Megara en zijn pasgeboren baby’s straalt van geluk, drinkt hij Hera’s drankje en wordt gek. “De opdrachten die Herakles na zijn gekte krijgt, testen hem op alles. Dan begint zijn wervelstorm aan onmogelijke opdrachten”, zegt Van Woerden. “In Herakles de Musical kom je erachter wat iemand tot een held maakt.”

Herakles de musical, 7 en 8 juni, 20.15 uur in Theater de Veste, kaarten €15,50. Reserveren via www.virgieltheater.nl

time out

EK-lachertje Voetbalfans én –haters opgelet! Stand-up comedians voorzien het EK live van wel heel bijzonder commentaar, in het Haagse theater Pepijn. Ja ja, voetbal is heilig, en tijdens wedstrijden moet iedereen vooral zijn mond houden – zéker als het Nederlands elftal speelt. Dat betekent alleen hoogstwaarschijnlijk wel dat je vriendin níet naast je op de bank zit. En dat is best een beetje jammer, toch? Dé manier om je liefste voetbalhaters toch mee te krijgen met dat voetbal, is het Theater Pepijn Oranje Festijn. Het theater zendt alle wedstrijden van het Nederlands Elftal live uit op groot scherm, maar in plaats van het commentaar van de NOS, praten Nederlands beste stand-up comedians het spel aan elkaar. Geen zorgen dat een stelletje lolbroek jouw heilige avond verpest; Frank Heijman, de nieuwe programmeur van Theater PePijn, heeft het initiatief zelf bedacht om zijn twee grote passies theater en voetbal te combineren. Uniek, denkt hij. En welbesteed aan stand-up comedians Tom Sligting, Wilko Terwijn, Jacob Spoelstra,

sport

Het ging moeizaam, maar de 1-0 nederlaag tegen het Haagse PGS/Vogel was net goed genoeg voor de in roodblauw gestoken voetballers van Ariston’80 om te promoveren. (Foto: Sam Rentmeester)

‘Promotie op zijn Duits’. Met dit zelf bedachte geuzenlied vierden de voetballers van Ariston’80 hun nederlaag tegen het Haagse PGS/Vogel. Het nipte verlies (1-0) was immers net genoeg om de al jaren felbegeerde promotie naar de derde klasse af te dwingen. “Het was ontzettend slecht, zeker ook van onze kant”, erkende coach Arjan van der Meijde die een aaneenschakeling aan ellende opsomde over het middagje voetbal: “Na drie minuten al de goal tegen, zodat het voorsprongetje weg was, voorwedstrijd die uitliep, een speler die bij de warming up afhaakte vanwege buikgriep, een scheidsrechter die hard spel toeliet, niemand lekker in de wedstrijd, etcetera.” En dan liet de arbiter ook nog eens acht minuten extra doorspelen voordat het verlossende eindsignaal klonk. Minstens zo opmerkelijk is de prestatie van The Delft Barons. Vier jaar geleden eindigde de lacrosseclub nog als laatste in de laagste (derde) divisie. Afgelopen weekend werd de pas vijfjarige vereniging landskampioen. Op een voetbalveld in Den Haag legden The Barons in de halve finale The Domstad Devils uit Utrecht over de knie (7-4), een dag later werden in de finale The Amsterdam Lions verslagen (8-6). In het lange weekend daarvoor legde het achttal roeiers van Team Proteus tijdens de Roparun de 520 kilometer tussen Parijs en Rotterdam af binnen 43 uur. Lopend. “Een paar weken geleden leek het nog een vrijwel onhaalbaar streven, nu kan ik vol trots zeggen dat we het geflikt hebben met zijn allen”, aldus een opgetogen woordvoerder Anne Sjoukema van de debutanten. Autocoureur Priscilla Speelman (L&R) nam in hetzelfde weekeinde met teammaat John van der Voort in diens BMW 130i deel aan de Supercarchallenge op de Duitse Nürburgring. In de eerste race eindigde het koppel als tweede. In de tweede race nam Van der Voort als starter de leiding, die na de rijderswissel door Speelman niet meer werd afgestaan. Speelman zette zowel in de kwalificaties als de beide races de allersnelste rondes op haar naam. Bouwkundestudent Daan Spijkers mocht zondag met partner Emiel Boersma het zilver omhangen na de verloren eindstrijd van het EK beachvolley op het Scheveningse strand. Het koppel had in de kwartfinale afgerekend met Nederlands topduo Nummerdor/Schuil (21-14, 21-11). In de finale was het Duitse tweetal Brink/Reckermann echter te sterk (21-17, 22-20). Spijkers en Boersma zijn nog altijd in de race voor een Olympisch startbewijs. (JT) Tips? Jimmy.tigges@hetnet.nl

Stephan Harry Glotzbach en Bas Birker, met jarenlange ervaring op het gebied van stand-up comedy en cabaret. “Ze zijn gewend om de ene keer in een volle schouwburg te spelen en de andere keer in een rumoerige kroeg. Daarnaast kunnen ze uitstekend inspelen op de actualiteit en zijn ze gespecialiseerd in improvisatie en interactie met het publiek”, meldt de theaterprogrammeur. Natuurlijk kun je de eerste wedstrijd zaterdag ook gewoon kijken bij je eigen vereniging, óf bij Sport en Cultuur, dat ook een groot scherm heeft aangerukt en iedereen oproept om vooral zo oranje mogelijk uitgedost te komen. Gratis. Dat scherm is overigens niet alleen voor het EK: het laatste stukje Roland Garros, Wimbledon en de start van de Tour de France kun je er ook op bekijken. Wat je noemt goede service van de TU. Maar vergeet vooral daar je lolbroek niet aan te trekken. (JH)

Oranje Festijn, zaterdag 9 en woensdag 13 juni om 20.45 uur in Theater Pepijn, Den Haag. Toegang: € 11,-www. diligentia-pepijn.nl EK-wedstrijden Nederlands elftal, zaterdag 9, woensdag 13 en zondag 17 juni bij Sport en Cultuur.


DELTA. 16 07-06-2012

lifestyle

09

Bouwen voor Ghana

apps

Je kunt natuurlijk gewoon gaan feesten als je je dertiende lustrum viert, maar het kan ook anders. Bij roeivereniging ProteusEretes steken studenten dit jaar de handen uit de mouwen om een school in Ghana te bouwen.

Spelen met wetenschap Scheikunde is kinderspel, zelfs als je niet op de TU zit. En voor moeilijke vragen heb je altijd Wisebits nog.

Connie van Uffelen Ze wilden natuurlijk graag wat voor het goede doel doen, maar alleen maar geld inzamelen - zoals vorige keer voor de Hartstichting – dat was het eigenlijk net niet. ‘Dan gaan we toch gewoon een school bouwen?’ opperde iemand bij de lustrumcommissie min of meer voor de grap. “Die grap is nu realiteit geworden”, zegt tweedejaars civiel Femke van Overstraten Kruijsse (20). Een groep van achttien studenten gaat in november drie maanden naar Ghana om onderwijsgebouwen voor driehonderd leerlingen neer te zetten. Ze werken daarbij samen met de stichting BigStep, een ontwikkelingsorganisatie met directe banden in Ghana. “BigStep was heel enthousiast”, zegt Sylvie Dorn (21), derdejaars bouwkunde. “Als studenten bouwkunde en civiele techniek hopen we net iets meer te weten dan de gemiddelde timmerman en omdat we met een grote groep zijn, kun je meer doen”, zegt Van Overstraten Kruijsse. Dat dacht BigStep ook. Een dorp in de buurt van New Abirem in het binnenland van Ghana had behoefte aan schoolgebouwen. Wat te denken van een garage om auto’s te leren repareren, een machinehal voor hout- en metaalbewerking, een ict-lokaal, een winkeltje, een keuken voor een koksopleiding, en gebouwen voor een naai- en een schildersopleiding? De studenten kozen voor de garage, de machinehal, twee theorielokalen met opslag en een soort aula. Het ontwerp viel nog niet mee, want alle ontwerpeisen moesten ze zelf bedenken. “De grootte, hoe het eruit moet zien, voor hoeveel mensen het is, welke bouwmaterialen we moeten gebruiken: het

Drie panden met rieten tropendaken; zo moet de Ghanese school eruit zien. (Foto: Proteus-Eretes)

was allemaal een beetje vaag”, zegt Dorn. Toen de studenten een foto van het bouwterrein vroegen, kregen ze foto’s van een bosje, een boom en een dorp in de verte. “Die foto van dat bosje was uit 2006, dat bosje is nu natuurlijk groter”, zegt Van Overstraten Kruijsse. “We hebben een mooi ontwerp gemaakt, maar hebben geen idee wat we aantreffen.” Geen nood: de studenten maakten een ontwerp uit losse onderdelen die ze gemakkelijk in grootte kunnen aan-

Toen de studenten een foto van het bouwterrein vroegen, kregen ze foto’s van een bosje, een boom en een dorp in de verte passen. Bovendien sturen ze twee mensen enkele weken van tevoren naar Ghana om te kijken of het terrein bouwrijp is gemaakt en om uit te vogelen waar ze materiaal en gereedschap kunnen halen. De school moet immers wel duurzaam zijn: er wordt niks verscheept. De maquette van de school toont drie panden met rieten tropendaken. Voor een natuurlijke ventilatie staan die daken los van de lokalen eronder. De muren zijn van steenblokken met ronde gaten, die vaker in Ghana worden gebruikt. “Ghanezen willen graag

alles heel Westers van beton maken, maar dat is niet geschikt voor hun klimaat: veel te heet”, zegt Dorn. Tijdens de bouw - van november tot half januari - zal er minimaal één Ghanees meekijken. “De bevolking heeft toegezegd te helpen”, zegt Dorn. Als de studenten het bouwplan niet af krijgen, weet de bevolking in ieder geval hoe zij het zelf kan afmaken. Het zal hard werken worden voor de roeiers. Ze betalen zelf hun vlieg- en verblijfkosten en benaderen voor de bouwkosten sponsoren. Die kunnen voor vermelding van hun logo onder meer pixels kopen op de website teamghana.nl. Dat hun studie drie maanden zal uitlopen, hebben de studenten er graag voor over. Sommigen hebben het geluk dat ze er een minoropdracht van kunnen maken. “Het is heel vet om drie maanden in Afrika te zijn. Je leert er meer van dan drie maanden in Nederland studeren”, zegt Dorn.

www.teamghana.nl www.bigstep.nl

familiezaken

Naam: Christiaan Maat (20) Functie: Tweedejaars student bouwkunde Familierelatie: Broer van Lilian Maat

Pff, moleculen, atomen… Die zijn toch alleen iets voor de wise guys van scheikunde? Wat een genot dat jij ze weer mag vergeten sinds je eindexamen. De app Minim maakt het spelen met scheikunde alleen wel weer erg leuk. Sleep de juiste atomen bij elkaar tot één molecuul, puzzel met moleculen en speel in zo min mogelijk tijd zo veel mogelijk atomen weg. Veel hersencapaciteit vergt het niet; het is een soort Rumble voor bèta’s. En zo ben je toch nog een beetje wetenschappelijk bezig, terwijl je op de wc zit te niksen. Wel een beetje jammer dat de app er bij het minste of geringste uit klapt, maar misschien

helpt het installeren van de betaalde versie, in plaats van de lite. Feit is dat je dan in elk geval vijftig levels tot je beschikking hebt. Een aardig vooruitzicht, met een lange, vrije zomer voor de deur. Ook een leuk stukje wetenschap op Jip en Janneke-niveau: de app Wisebits, bedacht door filosoof Bas Haring voor de RVU. Is één plus één altijd twee? Is het erg dat de panda uitsterft? Bestaat er een criminaliteitsgen? De app presenteert er een kort filmpje over, gemaakt door professionele film-, documentaire- en theatermakers, animatoren en beeldend kunstenaars. Beetje à la tv-programma Willem Wever: leerzaam voor je kleine neefje, maar gewoon ook hartstikke leuk voor jou – ook omdat je er natuurlijk over kunt twitteren. Dat kan zomaar leiden tot geinige, verfrissende inzichten. En fijne ontspanning met een biertje op je dakterras. Slimmer kun je de zomer bijna niet beginnen. (JH)

Wisebits Leuk ***** Handig ***** Bediening ***** Prijs gratis

Minim Leuk ***** Handig ***** Bediening ***** Prijs € 1,59

Platform: iPhone, iPod Touch en iPad Ontwikkelaar: Elastique@NTR

Platform: iPhone, iPod Touch en iPad Ontwikkelaar: Fishing Cactus

Naam: Lilian Maat (23) Functie: Masterstudent technische bestuurskunde bij Techniek, Bestuur en Management Familierelatie: Zus van Christiaan Maat

“Vanuit mijn interesse ben ik naar de TU Delft gekomen, niet omdat mijn broer Reinier en mijn zus Lilian hier al studeerden. Ik heb in Utrecht een jaar hbo civiele techniek gestudeerd. Met mijn propedeuse kon ik naar een TU. Naar Delft, want in Twente heb je geen bouwkunde en in Eindhoven mis je het studentenleven. Dat is hier wel. En Delft staat goed aangeschreven. Dat heb ik zelf uitgezocht en ik wist het van mijn broer en zus. Van druk om te kiezen voor Delft was geen sprake. Mijn moeder zegt altijd: als je maar gelukkig bent. Lilian vond dat ik voor mezelf, voor mijn toekomst moest kiezen. Ik ben ook bewust lid van een andere vereniging. Lilian zit bij het corps, ik bij Virgiel. Vooraf dacht ik dat we elkaar vaak zouden zien, maar dat gebeurt niet. We spreken soms af om samen te eten. Bij elkaar binnenlopen doen we nooit; dan loop je elkaar toch mis. Wel spreken we af om samen naar mijn ouders te gaan. En we zien elkaar op het werk. Voor Team Robin geven we op middelbare scholen voorlichting over de TU. Ik vind het af en toe handig familie op de TU te hebben. Als ik iets niet snap, kunnen Reinier en Lilian het uitleggen. Ze studeren iets anders, maar onze technische bagage is hetzelfde.” (EH)

“Ik wilde geneeskunde doen en moest een tweede keus hebben, maar kon niet goed kiezen. Ik wilde iets breeds waarmee je wat kunt betekenen voor mensen en de wereld. Pas laat zag ik dat de studie TB bestond. Dat leek me leuk. Ik werd uitgeloot voor geneeskunde, dus werd het TBM. Daarvoor moest ik naar Delft, maar ik wílde ook naar Delft. Mijn ouders hebben me heel vrij gelaten; ze hebben ons voor het uitzoeken van een studie overal mee naartoe genomen. Ik kom Christiaan soms tegen. Gisteren nog op de fiets. Hij ging naar tennis; ik naar huis. Soms zien we elkaar op een feestje. Dat is dan wel leuk, want onze levens zijn nogal gescheiden: andere studentenvereniging, andere faculteit, andere weekindeling. We zijn ook niet goed in afspreken. Dat moeten we vaker doen; alleen zijn we allebei bezige bijtjes. Maar onze band is goed. Als ik plan om naar pappa en mamma in Utrecht te gaan, sms ik hem. Of hij ook gaat. Familie hebben op de TU is eerder leuk dan handig. Als Christiaan het ergens over heeft – zoals Virgiel of de faculteitsstudentenraad – dan weet ik wat het is. En we kunnen overleggen wie de stad in gaat voor een gezamenlijk cadeautje.”

Christiaan en Lilian Maat. (Foto: Hans Stakelbeek)


DELTA. 16 07-06-2012

interview

10


DELTA. 16 07-06-2012

interview

11

‘Prince Mignon, c’est moi’ Jan van der Mast studeerde stedenbouw, maar werd schrijver. Eind april verscheen zijn nieuwste roman ‘De kleine Keizer’, over de dwerg Gerrit Keizer. Die had als Prince Mignon – The Smallest Man in the World - veel succes in Londen, Parijs, Berlijn en New York. Connie van Uffelen Hoe werd u van bèta alfa? “De alfa heeft er waarschijnlijk altijd al in gezeten. Tijdens mijn studie ben ik al gaan schrijven en toneelspelen bij de Delftse Komedie. Daar heb ik mijn eerste tekstjes in dialoogvorm geschreven. Ik mocht in Barcelona afstuderen bij Joan Busquets. Dat was echt een voorrecht. Ik heb zelfs in een huis van Gaudí gewoond: La Pedrera, een hoogtepunt in mijn wooncarrière. De Rijksbouwmeester belde me nog op om het huis te zien. In Barcelona was ik ook bezig met een toneelstuk dat zou worden opgevoerd in Den Haag: ‘De Meester en Margarita’, naar een roman van Michail Boelgakov. Dan ben je afgestudeerd en sta je op een kruispunt. Ik kon ontwerper worden in Ypenburg en ik had succes met een eerste toneelstuk ‘Dood van een sardien’, dat werd genomineerd voor de Nederlands/Vlaamse Toneelschrijfprijs. Mijn vriendin zei: ‘Doe wat je hart je ingeeft. Hoe het met de centen gaat, zien we later wel.’ Dat stimuleerde mij om voor het schrijven te gaan.” Waarom vond u dat leuker? “Zeg alsjeblieft ‘jij’. Ik vind mensen en de verhouding tussen mensen spannender dan blokjes op de zon situeren en verkavelingen. Dat vond ik ook leuk hoor, het is een heel plezierige studie. Ik heb er goed leren observeren. Ik begon met toneelstukken, maar had ook de ambitie om een roman te schrijven. Die verscheen in 1994: ‘Films, vaders en neuzen’.” Die roman leverde je lovende kritieken en een nominatie voor de Debutantenprijs op. Waar gaat het verhaal over? “Vaders en zonen. Daar was ik toen door geobsedeerd. Het contact met mijn vader had ik graag anders gezien. Wat intensiever. Vanuit die behoefte heb ik dat boek gecreëerd. Het was deels autobiografisch: een jongen op zoek. Hij wil graag filmmaker worden en bekijkt films over vaders en zonen. Hij gaat in Rome op zoek naar de acteurs in de beroemde film ‘Fietsendieven’. Het is een queeste naar de ideale vader. Ik schreef het nog voordat ik zonen kreeg en heb altijd gedacht dat ik daar eigenlijk een vervolg op moet schrijven.” Knap, zo’n nominatie. “Ja, het was een nominatie met onder anderen Anna Enquist en Arnon Grunberg. Enquist won met ‘Het Meesterstuk’. Grunberg eindigde net als ik laag.” (Lacht) Je hebt daarna nog veel meer gedaan: essays, libretto’s, hoorspelen. Hoe ging dat? “Af en toe krijg je een vraag voor een hoorspel. Dat ligt dicht bij de toneelvorm en is dus niet zo ingewikkeld. Ik heb een hoorspel over een bestaande Siamese tweeling gemaakt: ‘Chang en Eng’. Het hoorspel moest met Den Haag te maken hebben, dus ik dook in het archief. Ik ontdekte dat die twee in 1837 op de Haagse kermis hadden gestaan. Toen ging ik fantaseren hoe het was om onafscheidelijk aan elkaar vast te zitten. Het heeft wel iets met mijn nieuwe boek te maken.” Ja, die roman gaat over het leven van Gerrit Keizer. Hoe kwam je aan dit onderwerp? “Mijn vrouw had me eens verteld dat ze een beroemde oom had. Hij woonde in Den Haag en er is een straatnaam naar hem vernoemd: Kleine Keizer. Mijn vrouw is een kleinkind van een halfbroer van Gerrit Keizer. Ze liet me eens een foto van hem zien, maar dan zie je een oud mannetje met een fiets. Dat zei me niet zo veel. Anderhalf jaar geleden kwam bij een etentje opeens meer ter sprake: Gerrit was op jonge leeftijd naar Amerika gegaan met een impresario. Mijn schoonzus was op zoek naar de datum van Gerrits aankomst op Ellis Island. Toen ging het verhaal voor mij leven en ben ik dingen gaan uitzoeken. Op één van de eerste dagen had ik al 20 tot 25 krantenberichten. Van de eerste advertentie dat hij op de kermis staat tot berichten dat hij in dienst wil. Fascinerend. Uiteindelijk kom je dan ook bij een recensie van The New York Times. Ik heb een half jaar dingen uitgezocht en een jaar geschreven.” Was dat moeilijk? Je kunt verzuipen in alle informatie. “Ja, en in de vorm. Daar heb ik mee lopen worstelen. Ik dacht aan een wisselend perspectief vanuit de moeder en de zoon, maar dat was toch te ingewikkeld. Ik moest dichter bij die jongen zelf blijven: alles vanuit die jongen. Dat ging heel goed, maar kostte me een paar maanden. Het laatste half jaar was ik strenger voor mezelf: ik moest duizend woorden per dag produceren. Dat ging goed.” Ging je je vereenzelvigen met de dwerg? “Ik heb bij de presentatie een grap gemaakt dat ik helemaal samenviel met Gerrits karakter: een driftkikker en moederskindje, grillig in carrière. Oké, ik ben iets langer, maar Prince Mignon, c’est moi. Zoals Flaubert zei: ‘Emma Bovary: c’est moi’. Je gaat je vereenzelvigen. Dat is belangrijk als je vanuit de ik-figuur schrijft.”

Wie is Jan van der Mast?

Jan van der Mast (Den Haag, 1961) begint in 1982 aan zijn studie stedenbouw en gaat halverwege in dagboeken schrijven. Al voor zijn afstuderen in 1989 schrijft hij toneelstukken. Dat doet hij vervolgens vijftien jaar met beeldend kunstenaar Wilma Keizer, met wie hij samenwoont en twee zonen heeft, Olmo (1995) en Mees (1997). Hij schrijft libretto’s, essays, columns en hoorspelen en noteert wat mensen zoal vertellen terwijl tekenaar Mark van Huystee dit letterlijk optekent. “Een oude man zei: ‘Op die brug is in de oorlog een emmertje soep omgevallen en lagen mensen met hun tong over de stenen te schrapen.’ Dat soort verhalen: een feest.” Het resulteert in het project ‘Dwars door Delft’ waarbij ze 24 uur op het station werken. Van der Masts roman ‘Films, vaders & neuzen’ wordt genomineerd voor de Debutantenprijs. Na een korte periode als docent Nederlands en culturele en kunstzinnige vorming verschijnt zijn roman ‘De kleine Keizer’. “Op basis van een synopsis en een mooie foto die ik mailde, had ik na zevenendertig minuten een uitgever.” (Foto’s: Sam Rentmeester)

Was het moeilijk zijn leven te reconstrueren? We hebben het over het eind van de negentiende eeuw. “Ja. Je hebt krantenberichten als bronnen. Ik ontdekte dat die vooral gingen over de dynamiek van zijn leven tussen zijn tiende en twintigste: de artistieke periode. Als tweede bron heb je de verhalen van familieleden die hem nog gekend hebben. Als derde bron was er een biografie uit de jaren zeventig: een paar bladzijden in een boek met allemaal dwergen. En ik had veel foto’s. Mijn vrouw had er maar eentje, maar een neef had er heel veel geërfd. Ik denk dat Gerrit een van de meest gefotografeerde personen is uit die tijd. Er zaten gaten tussen die bronnen, maar ik heb ze aan elkaar kunnen knopen. Het verhaal was dat hij heel vroeg naar Amerika was gegaan. Zijn moeder ging hem ophalen en kwam zwanger terug. Haar zoon Hendrik werd in april 1889 geboren en was dus in juli 1888 verwekt. Toen heeft die reis dus plaatsgevonden. Ik had geen data van die eerste reis. Er was ook een verhaal dat hij die eerste reis naar Amerika op zijn vijftigste had gemaakt, maar dan was zijn moeder 75.”

heel fantasierijk in zijn antwoorden en verzon alles bij elkaar. Ik dacht: het klopt helemaal niet wat hij hier zegt, zijn vader was allang dood. Hij had een heel eigen wereldje. Er werd ook heel mooi beschreven dat hij op een driewieler door Central Park reed. Dat was heel praktisch, want er waren nog geen kinderfietsen. Ik dacht: dat kan ik mooi gebruiken. Zelf had ik het nooit verzonnen, dat zou te flauw zijn: een dwerg op een driewieler in Central Park.” Dat wordt banaal. “Ja, maar als je het dan leest in een krant is dat zo’n mooi beeld. Dat was de mooiste vondst. Via zo’n interview gaat hij echt leven. Ik heb een paar oude filmbeelden gezien van wanneer hij oud is en dan kom je ook dicht bij hem. Daarop zie je hoe mensen met hem omgaan en hoe hij dat toestaat. Je ziet dat hij bij dames op schoot gaat zitten en dat hij aan de hand van een man wandelt. Zijn stem had ik graag willen horen. Bij de boekpresentatie in Friesland was een dame van 85 die hem goed heeft gekend. Zij zei dat hij zo’n bijzondere stem had. Heel krakerig. Hij is geïnterviewd door de Avro toen hij 65 werd. Dat interview is niet gevonden, maar wie weet komt het nog naar boven, want ik krijg door dit boek ook foto’s toegestuurd.” Je beschrijft in je roman Central Park, de Roof Garden van het American Theatre, een wijk in Chicago, een Fries dorpje en de ambiance in het London Pavilion. Zijn dat de invloeden van die opleiding stedenbouw? “Ik wil heel graag de plek waar het gebeurde voor me zien. Ik ben naar dat Friese dorp en het café het Graauwe Paard geweest. Nu is het een eetcafé, toen was het een logement. Ik heb het boek daar gepresenteerd. Chicago had ik ook graag willen zien, maar daar had ik geen geld voor. Chicago was een naargeestige stad met de geur van het slachthuis. Ik verzamel ook foto’s van de World Fair in Chicago om een goed beeld te krijgen van waar Gerrit met zijn driewielertje rondreed.” Ben je alweer met een nieuw project bezig? “Ja, over mevrouw Benz, de vrouw van de uitvinder van de Mercedes Benz. Die man durfde niet zoveel met het prototype. Terwijl hij lag te slapen, pakte zij de auto uit de schuur en reed er 150 kilometer mee. Met alle problemen van dien, zoals wasbenzine halen of de motor herstellen met een haarspeld. Een ander idee speelt in het Agnetapark in Delft en gaat over Agneta van Marken. Zij was van de generatie van de moeder van Gerrit. De documentairemaker Marijke Jongbloed benaderde mij voor een film over Keizer: half documentaire, half fictie. Maar waar vind je een acteur die Gerrit wil en kan spelen?“

En zo vallen die puzzelstukjes in elkaar. “Ja, dat vond ik heel leuk. Aan mijn muur had ik een soort tijdlijn uitgeschreven met jaartallen en foto’s, om een beetje overzicht te houden van zijn leven en de gebeurtenissen als de World Fair, de kermis, Londen, Parijs, New York. Mensen die hem hebben gekend zeggen: dit is Gerrit. Fijn om te horen dat ik zo dicht bij hem heb kunnen komen. Ik heb geprobeerd er integer mee om te gaan. Een paar weken geleden heb ik bij zijn grafje gestaan en een gesprek met hem gehad. Ik heb het boek uit respect voor hem geschreven. Hij was heel dapper.” Wat was het merkwaardigste waar je op stuitte? “Het leukste vond ik een interview met hem in The New York World uit 1893. Dat was een interview van duizend woorden. Hij was

Jan van der Mast, ‘Kleine keizer’. Nieuw Amsterdam, pp. 256, 18,95 euro www.janvandermast.nl


DELTA. 16 07-06-2012

reportage

12

Een materiaal van Superlatieven De ultraplatte koolstofstructuur is pas sinds 2004 bekend, maar onderzoekers geloven nu al in wijdverspreide toepassingen van wondermateriaal grafeen. Op de TU werken vier onderzoeksgroepen met grafeen – ieder op een volstrekt ander terrein, van flexibele elektronica tot sensoren voor DNA-analyse. Jos Wassink en Tomas van Dijk De ontdekker, professor Andre Geim (Nobelprijs 2010), vergelijkt grafeen het liefst met plastic. Hij verwacht namelijk dat grafeen net als plastic - het wondermateriaal van de 20-ste eeuw - talloze verschijningsvormen zal kennen, met veel uiteenlopende identiteiten en toepassingsmogelijkheden. Grafeen als het plastic van de eeuw dus. Zijn collega en mede-Nobellist Konstantin Novoselov is deze week eregast op de grafeenweek (Graphene week) – een jaarlijkse bijeenkomst over grafeen die dit jaar in Delft

gehouden wordt en georganiseerd is door prof.dr.ir. Lieven Vandersypen van de afdeling quantumtransport (Technische Natuurwetenschappen). Ook Vandersypen twijfelt niet aan tal van toepassingen van grafeen, al is daar tot nu toe weinig van te zien. “Het komt eraan”, verzekert hij. Een van de eerste toepassingen zullen waarschijnlijk touchscreens van Samsung zijn en speciale transistors (waarmee draadloos te communiceren valt) van IBM. Onderzoekers van beide bedrijven spreken op de grafeenweek. “Grafeen is een materiaal van superlatieven“, zegt Vandersypen over de ultraplatte koolstofverbinding. Stel je

het voor als een kippengaasstructuur waarin iedere punt van de zeshoeken uit een koolstofatoom bestaat dat met twee enkele en een dubbele binding aan zijn buren is verbonden. Het

Het materiaal is dun, transparant, sterk, eenvoudig te bewerken, gasdicht en het geleidt warmte materiaal is zo dun als een koolstofatoom en heeft zeer bijzondere eigenschappen. Het geleidt elektriciteit

bijna net zo goed als koper dat doet, het is transparant (een zeldzame combinatie) het is heel sterk, het geleidt warmte (wat voor elektronische toepassingen erg handig lijkt), het laat zich eenvoudig bewerken en het is, zelfs één laagje dik, gasdicht voor de lichtste gassen. Daar komt nog bij dat er veel onderzoek naar gedaan wordt. Iedere week komen er tachtig wetenschappelijke artikelen bij met het woord ‘graphene’ in de titel. Zelfs voor onderzoekers is dat nauwelijks meer bij te houden. Om een idee te geven van de diversiteit: de grafeenweek biedt, verspreid over vijf dagen, bijeenkomsten over

elektronisch transport, de optische eigenschappen, materiaalonderzoek, structuren en apparaatjes van grafeen, magnetisme, spin en de eerste toepassingen. Maar waar blijven al die nieuwe materialen waar we al zo lang over horen? Het simpele antwoord is: er wordt aan gewerkt. Ook op de TU. Vraag het aan de onderzoekers wanneer ze de eerste toepassingen van grafeen verwachten, en de meesten houden het op een jaar of vijf.

www.graphene-week.eu

Sterk spul

Chip met een quantumdot van grafeen. (Foto: Victor Calado)

Speeltuin

“Voor Lieven is grafeen de speeltuin van de quantumfysica”, zegt zijn promovendus ir. Stijn Goossens. Vandersypen beaamt dat. Zijn fascinatie voor de koolstofmonolaag stamt uit 2005, toen hij twee onderzoeksartikelen in Nature over het materiaal las. Daarin stond het gedrag beschreven van stroomgeleiding door grafeen in een magnetisch veld. Daarbij ontstaat er een spanningsverschil dwars op de stroomrichting (het Hall-effect). Maak het magneetveld groot genoeg, en het spanningsverschil verloopt in stapjes (het quantum Hall-effect), die zich normaal op vaste onderlinge afstand bevinden. Maar in grafeen waren die niveau’s verschoven. “Dat was een ‘smoking gun’”, zegt Vandersypen. Daaraan kon je zien dat elektronen in grafeen zich gedragen als (relativistische) deeltjes, die met een constante snelheid voortbewegen. Bovendien worden elektronen in grafeen maar weinig verstrooid, waardoor de beweeglijkheid van de elektronen tweehonderd keer hoger is dan in silicium. “De elektronen gaan in grafeen gewoon rechtdoor,” vat Goossens samen. Voor elektronische componenten van grafeen Het onderzoek bij belooft dat snelle en quantumtransport is gericht op het ultradunne elektronica met geringe warmteontontdekken van de eigenschappen wikkeling. van het materiaal Het onderzoek bij quantumtransport is echter niet gericht op het ontwikkelen van componenten, maar op het ontdekken van de eigenschappen van het materiaal. Goossens zelf bijvoorbeeld experimenteert met heel kleine stukjes grafeen (ongeveer 0,1 micron groot) waarop minder dan honderd vrije elektronen huizen. Als je zo’n ‘Coulomb-eiland’ klein genoeg maakt, gaat het zich qua energieniveaus gedragen als één kunstmatig atoom. Het is slechts een voorbeeld uit een reeks verkenningen naar het elektronisch karakter van grafeen. Daarnaast is Vandersypen ook een aantal samenwerkingsprojecten begonnen met collega-onderzoekers. Met elektronenmicroscoopspecialist prof.dr. Henny Zandbergen bekijkt hij het ladingtransport in grafeen met een elektronenbundel, en dat levert een interessante dynamiek op. “De stroom beïnvloedt de structuur, en omgekeerd beïnvloedt de structuur de stroom”, vat Vandersypen samen. Met prof. dr.ir. Herre van der Zant ontwikkelde hij moleculaire elektroden door wat laagjes grafeen gecontroleerd door te laten branden. Tussen de twee uiteinden past met enig geluk precies één molecuul (van één à twee nanometer). Dat heeft de weg geopend tot een nieuwe aanpak van de moleculaire elektronica. De combinatie van grafeen en supergeleiding heeft Vandersypen verkend met prof.dr.ir. Teun van Klapwijk. En met prof.dr. Cees Dekker tot slot zette hij de eerste stappen naar grafeen met nanogaatjes (zie kader: De kleinste gaatjes).

Het heeft iets frustrerends. Dat je als volwassen vent niet zo’n stukje folie doormidden kan scheuren. Probeer een vel papier: zap. Aluminiumfolie: krak. Maar nu dit: Arrgghh. Chemicus en materiaalkundige prof.dr. Theo Dingemans (L&R en ChemE) kijkt geamuseerd toe. Het folie is een polymeer dat 2 procent grafeen bevat, en dat is al genoeg om het twee maal sterker te maken. Overigens telt niet alleen de sterkte, maar ook de vervormbaarheid (‘ductiliteit’). Veel polymeren voor koolstofcomposieten die de laatste tijd ontwikkeld zijn ontbreekt het daaraan, zegt Dingemans: “Als je zulk folie verfrommelt, houd je een handje snippers over.” Grafeencomposiet kan straks overal opduiken: in skateboards, hockeysticks, fietsframes, waterstoftanks en in de ruimtevaart. De constructies kunnen naar verwachting twee maal lichter en dunner worden dan we nu kennen. Voorlopig, en dat is over een jaar of vijf, verwacht Dingemans vooral kleinere Grafeencomposiet kan toepassingen, en nog geen hele vliegtuigrompen. Afgezien van de straks overal opduiken: in beperkte beschikbaarheid moet het skateboards, hockeysticks, nieuwe materiaal eerst nog getest fietsframes, waterstoftanks worden op ondermeer vermoeiingsverschijnselen en gevoeligheid voor en in de ruimtevaart ondermeer uv-straling, chemische invloeden en temperatuurswisselingen. Het lijkt zo eenvoudig: je hebt een polymeer (kunsthars), je voegt er wat grafeenpoeder aan toe, je roert en wacht wat eruit komt. Maar wat het lastig maakt, is dat de gebruikte kunsthars en koolstof niet goed mengen. Daar heeft de groep van Dingemans nu (letterlijk) oplossingen voor ontwikkeld, waarmee ze het sterke folie kon maken. Nu willen de onderzoekers de hoeveelheid grafeen verder opvoeren naar 10 of 25 procent van het volume en daarmee hopelijk ook de sterkte. Promovendus Mauti Hegde heeft systematisch onderzoek gedaan naar de invloed van koolstof vulmateriaal op composieten. Hij vergeleek vullingen van C-60 moleculen (‘bucky balls’) met nanobuisjes (‘carbon nanotubes) en grafeen. Dingemans wilde weten wat de invloed was van de dimensie van de vulstructuur (0 voor de C-60; 1 voor de buisjes en 2 voor het vlakke grafeen) op de composiet. Hegde vond dat grafeen, dat het grootste oppervlak heeft, het sterkst de kristalvorming van het polymeer stimuleerde en daardoor tot de sterkste composieten leidt. Ook komt Hegde, die momenteel zijn promotieopdracht afrondt, met heel concrete voorschriften voor constructeurs. Van een publicatie is het nog niet gekomen. Dingemans wil eerst uitzoeken welke technieken hij wil patenteren.

Promovendus Mauti Hegde kan er aan trekken wat hij wil. Dit stukje folie met grafeen erin gaat niet stuk. (Foto: Tomas van Dijk)


DELTA. 16 07-06-2012

reportage

13

De kleinste gaatjes “Toen ik voor het eerst van grafeen hoorde, in 2004, wilde ik het meteen aanraken”, memoreert chemicus dr. Grégory Schneider. “Ik was erg onder de indruk. Het geleidt goed is extreem sterk.” De postdoc uit Straatsburg weet de kracht van het materiaal op een wat aparte, maar wel zeer beeldende, wijze uit te drukken: ”Als je er een vierkante meter van zou hebben, zou je er een kat op kunnen zetten. Zo sterk is het.” Schneider is onderzoeker bij de bionanoscience-groep van Cees Dekker. Die groep werkt al jaren aan nanogaatjes, piepkleine gaatjes in een dun laagje silicium waar de onderzoekers DNA-moleculen doorheen trekken. Door de gaatjes stromen tegelijkertijd ionen. Uit de fluctuaties in de ionenstroom destilleren de wetenschappers allerhande eigenschappen van het DNA; of het enkel- of dubbelstrengs is bijvoorbeeld en wat voor eiwitten er aan vast zitten. De groep behoort tot de wereldtop op nanogaatjesgebied. Maar er valt nog veel meer informatie uit het DNA te halen als je in plaats van silicium grafeen gebruikt. Zo zou je er de erfelijke code van het DNA - base voor base – mee kunnen aflezen en er de elektrische eigenschappen van de afzonderlijk bouwsteentjes van het DNA mee kunnen onderzoeken. “Het laagje silicium is ongeveer dertig nanometer dik”, zegt Schneider. “Dat komt overeen met een stuk DNA van honderd baseparen lang. Dat is dus gelijk de resolutie die we behalen met silicium nanogaatjes. Grafeen is daarentegen ongeveer even dik als een base; 0,3 nanometer.” Dat je met grafeen DNA kunt analyseren, demonstreerden Schneider en enkele collega´s in 2010. De doorbraak leverde een publicatie op in het wetenschappelijke tijdschrift Nano Letters. Schneider is nu bezig deze techniek verder te ontwikkelen. De Fransman maakt de piepkleine onderzoeksinstrumentjes door vlokjes grafeen elk op een laagje silicium te leggen met daarin een gaatje. Met elektronen schiet hij vervolgens door die gaatjes openingen in het grafeen. Het aanbrengen van het grafeen op het silicium blijkt verrassend simpel en lijkt op het krassen van een kraslot. “Iedere student kan het doen”, zegt Schneider terwijl hij een stukje grafiet (het basismateriaal dat bestaat uit een opeenstapeling van laagjes grafeen), een silicium wafer en een stuk clearoom-plakband tevoorHet aanbrengen van het schijn haalt. Hij maakt een sandwich van de drie onderdelen met grafeen op het silicium lijkt op het grafiet in het midden en krast het krassen van een kraslot met de botte kant van een schaar hard over het plakband. Wanneer hij het plakband wegtrekt, blijven er dunne schilfertjes grafiet over op de silicium wafer. Nadat hij dit proces enkele keren heeft herhaald, blijken er ook stukjes achter te blijven die slechts een atoomlaag dik zijn: oftewel grafeen. Met de lichtmicroscoop zijn ze goed zichtbaar als lichtpaarse vlokken op een donkerpaarse achtergrond. Met behulp van een waterafstotend laagje polymeer en een plens water kan Schneider het grafeen naar de juiste plek op de wafer dirigeren. “Het polymeer en het grafeen hechten aan elkaar en drijven op het water. Zodra het grafeen op de juiste plek is beland, pomp ik het water weg. Het hele proces duurt slechts een uur. Dat is ideaal om biologische processen te onderzoeken. Je wilt dan niet een maand bezig zijn met het maken van één wafer.”

Dr. Grégory Schneider: “Het maken van nanogaatjes in grafeen is heel simpel. Elke student kan het.” (Foto: Tomas van Dijk)

Een DNA-molecuul dat door een minuscuul gaatje in een laag grafeen stroomt . (Illustratie: Cees Dekker Lab / Tremani)

Jong en wild Het was een wild idee met een hoge faalkans, maar wel zeer goed doordacht en daarom het proberen waard. Voor zijn plan om flexibele displays van grafeen te maken werd promovendus Shou-En Zhu vorig jaar beloond met de ‘Young Wild Ideas’ prize’ (tienduizend euro) van de Delft Centre for Materials. Grafeen is volgens de promovendus een veelbelovend materiaal voor flexibele displays, omdat je het tot 12 procent kunt uitrekken zonder dat je daarmee de elektriciteitsgeleiding beïnvloedt. Bovendien geleidt het materiaal warmte ook heel goed. Zijn idee in een notendop: maak talloze kleine verwarmingselementjes van grafeen, plak die op een laag silicium en voeg er een laag met thermochromatische (warmtegevoelige) pigmenten aan toe. De jonge onderzoeker beschreef deze aanpak in 2011 in het prestigieuze blad Nano Letters. Voor zijn vervolgexperimenten heeft Zhu inmiddels een chemical vapor deposition-oven gemaakt, waarin hij zelf stukjes grafeen fabriceert. Hij heeft talloze stukjes grafeen nodig om de karakteristieken ervan – bijvoorbeeld hoe het uitzet als gevolg van verhitting - beter te onderzoeken. Wie ook oren heeft naar flexibele displays van grafeen is Samsung. Zhu was indirect betrokken bij de plannen hieromtrent van dit elektronicabedrijf. Voordat Zhu naar de TU kwam, werkte hij aan grafeen aan de universiteit van Sungkyunkwan in Zuid-Korea. Enkele van zijn naaste collega’s daar hadden ook een aanstelling bij Samsung. “Samsung heeft aangekondigd volgend jaar al een flexibele display van grafeen op de markt te brengen”, zegt Zhu. “Maar ik geloof niet dat hen dit gaat lukken.” Zhu is tot de conclusie gekomen dat zijn Young Wild Idea wel erg wild was en toch echt iets voor de lange termijn. “Het is heel lastig om van grafeen een capacitief aanraakscherm te maken”, (het type aanraakscherm dat in de huidige generatie smartphones zit, red.) legt de onderzoeker uit. “De weerstandseigenschappen van grafeen zijn inferieur aan die van indiumtinoxide dat momenteel in displays zit (maar dat dan weer als nadeel heeft dat het heel broos is).” Gedurende zijn onderzoek heeft Zhu besloten zich meer te gaan richten op druksensoren van grafeen. Dat is wellicht wat minder sexy. Maar ook een voorbeeld van flexibele elektronica en handig voor talloze toepassingen in de industrie.

Shou-En Zhu bij zijn zelfgemaakt oven waarin hij synthetisch grafeen bakt. (Foto: Tomas van Dijk)


DELTA. 16 07-06-2012

TUdelta.16

mededelingen

Agenda

Aankondigingen

> Jaargang 44

Donderdag 7 juni

Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.

Wetenschapsagenda • 10.00 uur - Biological Nutrient Removal in Compact Biofilm Systems. Promotie van J.P. Bassin, MEng. Promotor: prof.dr.ir. M.C.M. van Loosdrecht. • 12.30 uur - Statistical lifetime mangement for energy network components. Promotie van ir. R.A. Jongen. Promotor: prof.dr. J.J. Smit. • 15.00 uur - Challenges, Design and Analysis of Peerto-Peer Video-on-Demand Systems. Promotie van L. D’Acunto, ingegneria. Promotor: prof.dr.ir. H.J. Sips.

> Redactie Frank Nuijens - @FrankNu, (hoofdredacteur) Katja Wijnands - @kwijnands, Dorine van Gorp - @dorinevangorp, (eindredactie) Saskia Bonger - @sbonger Tomas van Dijk - @tomasvd Connie van Uffelen - @ConnievanU Jos Wassink - @joswashere (verslaggeving) > Medewerkers

Tina Amirtha, Bennett Cohen, Kees Custers, Willemijn Dicke, Jessica van den Doel, Patrick van der Duin, Chandra Elango, Robbert Fokkink, Jorinde Hanse, Dap Hartmann, Auke Herrema, Desiree Hoving, Erik Huisman, Devin Malone, David McMullin, Olga Motsyk, Gunjan Singh, Ionica Smeets, Jimmy Tigges, Stephan Timmers, Ellen Touw, Maurits van der Ven, Vikrant Venkataraman, Robert Visscher, Daan Vos, Rutger Woolthuis, Martine Zeijlstra

> Foto‘s Sam Rentmeester (sam@samfoto.nl) Hans Stakelbeek (info@stakelbeek.com) > Vormgeving & Lay-Out Liesbeth van Dam > Mededelingen

Martin Kers (m.kers@tudelft.nl)

> Redactieraad dr. B.B. Scholtens (voorzitter), G.K. Berghuijs, MSc, mr.drs. S.J. Hessing, prof.dr. M.J. van den Hoven, mr. J.J.M. Kok, R.H.G. Meijer, T. Niks, ir. M. Persson, prof. dr. B.J. Thijsse, dr.ir. C.A.J.R. Vermeeren > Redactie-adressen

Universiteitsbibliotheek Kamer 0.18-0.28 Prometheusplein 1 2628 ZC Delft Postbus 139 2600 AC Delft Tel. 015-278 4848 E-mail: delta@tudelft.nl www.delta.tudelft.nl

Vrijdag 8 juni Wetenschapsagenda • 10.00 uur - Monitoring and Characterization of Crystal Nucleation and Growth during Batch Crystallization. Promotie van S.S. Kadam, MSc. Promotor: prof.dr.ir. A.I. Stanklewicz. • 12.30 uur - Steel plate reinforcement or orthotropic bridge decks. Promotie van S. Teixeira de Freitas. Promotor: prof.ir. F.S.K. Bijlaard. • 15.00 uur - Long Term Performance of Gas-Insulated Switchgear Operating under Tropical Conditions. Promotie van ir. A. Pharmatrisanti. Promotor: prof.dr. J.J. Smit.

Zondag 10 juni International Student Church 11.30 hrs - Students of all denominations are invited to our ecumenical
service every Sunday at Raamstraat 78, followed by tea/coffee. The services are led by the chaplains Reve-

Student and Career Support The psychologists and the central student and careers counsellors are located at Jaffalaan 9A (building 30A). There is some English career information and a vacancy wall in the information centre. Office hours: Monday-Friday from 9.00-17.00 hrs. You can direct your inquiries or make an appointment at the Front Office or by phone: 015-2788004.

Maandag 11 juni Wetenschapsagenda • 10.00 uur - Recovery of biobased butanol. Promotie van ir. A. Oudshoorn. Promotor: prof.dr.ir. L.A.M. van der Wielen. • 12.30 uur - Gebiedsgerichte Energetische Systeemoptimalisatie. Promotie van ir. L.J.J.H.M. Gommans. Promotoren: prof.ir. J.J.M. Cauberg en prof.dr.ir. A.A.J.F. van den Dobbelsteen. • 15.00 uur - The Design of a Large Scale Airline Network. Promotie van R.B. Carmona Benitez, ingenieuro. Promotor: prof.dr.ir. G. Lodewijks. VSV ‘Leonardo da Vinci’ 20.00 uur – Lustrumlezing van het Ruimtevaart Dispuut van de VSV ‘The red planet, Some Unraveled Mysteries and Technical Challenges ahead’. Locatie: collegezaal A, faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek, Kluyverweg 1, Delft.

Dinsdag 12 juni Wetenschapsagenda • 10.00 uur - Slave-side Devices for Micromanipulation in a Haptic Teleoperation Scenario. Promotie van P. Estevez Castillo. Promotor: prof.ir. R.H. Munnig Schmidt. • 12.30 uur - The Terra Incognita of Sampling: Grouping and Segregation. Promotie van ir. D.S. Dihalu. Promotor: prof.dr. H.T. Wolterbeek. • 15.00 uur - Shaft-guidance for flexible endoscopes.

patriottisme: ongehoorde muziek’ door DSMG Krashna Musika met Minin en Pozharsky van Stepan Degtyaryov en de vijfde symfonie van Tsjaikovski. Toegangsprijs: 12 euro en 10 euro (studenten, alumni, CKV/ CJP, 65+). Locatie: Maria van Jessekerk, Burgwal 20, Delft. www.krashna.nl

Promotie van ir. A.J. Loeve. Promotor: prof.dr. J. Dankelman.

DSMG Krashna Musika 20.15 uur – Concert ‘Russisch patriottisme: ongehoorde muziek’ door DSMG Krashna Musika met Minin en Pozharsky van Stepan Degtyaryov en de vijfde symfonie van Tsjaikovski. Toegangsprijs: 12 euro en 10 euro (studenten, alumni, CKV/ CJP, 65+). Locatie: Elandstraatkerk, Elandstraat 194, Den Haag. www.krashna.nl

Zaterdag 23 juni

Woensdag 13 juni Conference Water & the City Key purpose of the Delft ‘Water & the City’ conference is to bring together experts and students from the fields of Science, Engineering, Design and Governance from all over the world, and get them to actively work together in workshops on one of four cases of cities around the world facing their own specific water ‘challenges’: Singapore, Jakarta, Rotterdam and New Orleans. The conference will take place from 13-15 June in the Science Centre in Delft. See tudelft.nl/en/research/environment/water-the-city/ for more information. Kennisfestival 11.30-18.00 uur – Vandaag vindt het Kennisfestival plaats bij Lijm & Cultuur, Rotterdamseweg 270, Delft. Voor het programma en meer informatie zie www.kennisfestival.com.

Roll-out Forze V Op het Spuiplein in Den Haag onthult het Forze-team haar nieuwste waterstofraceauto, waarmee van 11 t/m 17 juli zal worden geracet op het Silverstone-circuit in Engeland. forze-delft.nl

Delta Inleveren kopij Bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek 'Agenda' in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail: delta@tudelft. nl. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur. Alle promoties, intree- en afscheidsredes genoemd in deze agenda vinden, tenzij anders vermeld, plaats in de Aula van de TU, Mekelweg 5, Delft.

Donderdag 14 juni DSMG Krashna Musika 20.15 uur – Concert ‘Russisch

Student and Career Support Student and Career Support is een onderdeel van de dienst Onderwijs en Studentenzaken. Het omvat de diensten van de studentendecanen, de studentenpsychologen, en het Career Centre met studiekeuzeadviseurs en loopbaanadviseurs en het informatiecentrum. Het informatiecentrum in de hal op de begane grond is geopend op werkdagen van 9.00–17.00 uur. Er is documentatie beschikbaar over onder andere WO- en HBOopleidingen, arbeidsmarkt, studie- en beroepskeuze, buitenlandse studies, en promoveren. Ook is er een vacaturewand. Bij de balie of telefonisch kun je afspraken maken met een van de medewerkers. Voor de psychologen geldt dat je je als student of promovendus online kunt aanmelden op studentenpsychologen.tudelft. nl. Een eerste contact kan ook via het inloopspreekuur op dinsdagen van 11.30-12.30. De studentendecanen houden een inloopspreekuur op dinsdag van 11.30-12.30 uur, de loopbaanadviseurs en de studiekeuzeadviseur houden een inloopspreekuur op dinsdag en donderdag van 11.30-12.30 uur. Zie voor het aanbod aan workshops en trainingen van Student & Career Support zie smartstudie.tudelft.nl. Bezoekadres: Jaffalaan 9a (gebouw 30A); tel. 015-2788004. E-mail: studentandcareersupport@tudelft.nl; careercentre@ tudelft.nl; jn studiekeuze@ tudelft.nl.

Website: www.studentandcareersupport.tudelft.nl; careercentre.tudelft.nl.

Online huurprijs check Is jouw huurprijs redelijk? Check www.huurcommissie. nl voor meer informatie en om helderheid te krijgen over huren en geschillen tussen huurder en verhuurder. International Office Het International Office, Jaffalaan 9a, is op werkdagen geopend van 9.00-17.00 uur. Je kunt ook vragen stellen via internationaloffice@tudelft.nl of telefonisch (015-2788012) een afspraak maken. Studium Generale Studium Generale (SG) is geopend van maandag t/m donderdag van 9.00-17.00 uur. SG is gevestigd in de TU Delft Library, Prometheusplein 1, Delft. Je kunt vragen stellen via studiumgenerale@tudelft. nl of telefonisch een afspraak maken via 015-2783258.

Delta Inleveren kopij Bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek 'Agenda' in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail: delta@tudelft. nl. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur.

Een kilo vlees is een kilo dier, geen stuntartikel

> Oplage 12.000

H&J > Advertenties Uitgevers_2x70_zw-w

14-05-2004

Students and PhD candidates can make an initial appointmet:ment with one of the psychologists at studentenpsychologen.

> Abonnement Een abonnement kost 37,50 en kan elk moment ingaan.

14:02

International Office The International Office, Jaffalaan 9a/visitor’s entrance at Mekelweg, office opening times Monday to Friday 9.00–17.00 hrs. Appointments and enquiries can be made by email: internationaloffice@tudelft.nl or by phone: 015-2788012.

academic challenges? Check the website of the International Student Chaplaincy, www. iscnetherlands.nl, to learn about their wide range offer.

Studium Generale Studium Generale (SG) is open from Monday-Thursday, 9.00-17.00 hrs. SG is located at the TU Delft Library, Prometheusplein 1, Delft. For questions send an e-mail to studiumgenerale@tudelft.nl or call 015-2783258 to make an appointment.

Pagina 1 Student International

Chaplaincy Looking for a home away from home, trying to make new friends, interested in intercultural and interfaith activities, needing some inner peace, searching for more than

Koop geen KiloKnaller! VROLIJK JIJ STRAKS MIJN VAKANTIE OP?

Voor advertenties bel met:

> HOP Delta werkt samen met het Hoger Onderwijs H & J Persbureau Uitgevers Hein Cuppen, Bas Belleman, Marijke Postbus 101 de Vries Tel. 071-523 6151 2900 AC Fax 071-523 2138 E-mail hop@xs4all.nl Capelle aan den IJsel > Copyright Delta Auteursrecht voorbehouden. Het T (010) 451 55 10 is verboden zonder schriftelijke toestemming van de53 hoofdredacteur F (010) 451 80 artikelen, schema‘s of illustraties E delta@henjuitgevers.nl geheel of gedeeltelijk over te nemen en/of openbaar te maken, in enigerlei vorm of wijze.

tudelft.nl or by sending an email to studentenpsychologen@tudelft.nl. You can also come by at the open office hour every Tuesday at 11.3012.30 hrs. Open office hours of the student counsellors are on Tuesdays from 11.30-12.30 hrs and the career counsellors are on Tuesdays and Thursdays from 11.30-12.30 hrs. More information on www.studentandcareersupport.tudelft.nl or careercentre.tudelft.nl. For a list of workshops and trainings offered by Student & Career Support please visit smartstudie.tudelft.nl.

H & J Uitgevers T (010) 451 55 10 Postbus 101 F (010) 451 53 80 2900 AC Capelle aan den IJssel E delta@henjuitgevers.nl Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.

VRIJWILLIGERS GEZOCHT!

GRATIS ADVERTENTIE

> Druk Wegener Nieuwsdruk Twente, Enschede

Voor advertenties bel

rend W. Stroh and Father Avin, and are supported by student leaders. More information on www.iscnetherlands.nl.

Announcements

> ISSN 0169-698x

H&J uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel Tel. 010-451 55 10 Fax 010-451 53 80 E-mail:delta@henjuitgevers.nl www.linkmagazine.nl

14

In de schoolvakanties organiseert Stichting Wielewaal kinderthemaweken voor kinderen met een beperking in diverse steden. De begeleiding is in handen van enthousiaste vrijwilligers. De kinderen kunnen zich per dag aanmelden, vrijwilligers zijn de hele week aanwezig. Binnen een thema doe je iedere dag allerlei activiteiten. Iets voor jou? Lees verder op:

Neem contact op met Hennie de Ruyter of met Mireille van Ginkel voor nadere informatie

RUIM 40 MILJOEN MENSENGEEFOP DE VLUCHT VANDAAG NOG OP GIRO 999 IN LANDEN ALS CONGO, KENIA, DARFUR IN SOEDAN, SRI LANKA EN COLOMBIA ZIJN MILJOENEN MENSEN OP DE VLUCHT.

OF DONEER ONLINE OP WWW.VLUCHTELING.NL


DELTA. 16 07-06-2012

opinie

Voortschrijdend inzicht De faculteit Luchtvaarten Ruimtevaarttechniek heeft een nieuwe entreehal. Otto Bergsma maakt zich zorgen over de kosten en vraagt zich hardop af of dit geld niet beter besteed kan worden. Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek is een mooie faculteit. Ze is al vele decennia gehuisvest op de Kluyverweg 1. Hoewel sommigen beweren dat de oorspronkelijke flat een kwartslag gedraaid had moeten zijn, weet ik toch echt dat dat niet is gebeurd. Wel heeft de faculteitsflat twee ingangen, één met een dubbele schuifdeur aan de Kluyverweg en één met een draaideur aan de Antony Fokkerweg. De dubbele schuifdeur is al vele jaren de hoofdingang van L&R en de draaideur de artiesteningang. Na een verfraaiing van de parkeerplaats werd de staf die de schuifdeur gebruikte,

draaideurstaf. En door de overdekte studentenfietsstalling te verplaatsen werden de schuifdeurstudenten nu draaideurstudenten. In 2012 blijkt dat de verfraaiers wat over het hoofd hadden gezien: de draaideur is de drukste ingang geworden. Hierbij kun je twee soorten volk onderscheiden: snel draaiende draaideurstudenten en langzaam draaiende draaideurstaf. Oei, oei, dat moest wel tot ergernis of erger leiden! Gelukkig was daar het Arbo-inzicht: De draaideuringang wordt dusdanig veel gebruikt dat er een grotere draaideur moet komen om veilig de faculteit in en uit te kunnen. Al snel blijkt dat de nieuwe grotere draaideur niet echt past: de trap naar de eerste verdieping staat akelig in de weg, er is niet genoeg ruimte om prettig binnen te kunnen komen. Maar ook dat probleem is snel overkomen, de trap kan gewoon naar links verplaatst worden! De vijftig jaar oude tegelvloer moet dan wel aangevuld of anders vervangen worden. Bij mijn vraag wat dat gaat kosten

wordt het heel even stil. Maar al snel volgt het antwoord: helemaal niets, facilitair management en vastgoed betaalt, en niet de faculteit. Nu heb ik dat al vaker gehoord, en vervolgens gemerkt dat de huurprijs van gebouwen elk jaar wordt aangepast. De suggestie dat de TU beter uit is als je de draaideur alleen voor draaideurstaf gebruikt of hem vervangt door een nooduitgang en het begrote verbouwgeld spendeert aan promovendi, waardoor het draaideurvolk geforceerd na vijftig meter schuifdeurvolk wordt, is niet wijs en dient dan ook niet gedaan te worden. L&R, gefeliciteerd met de nieuwe entreehal, en vergeet vooral niet het adres van de faculteit te wijzigingen van Kluyverweg in Antony Fokkerweg. Dat past beter bij de faculteit en kost vast ook niets. Dr.ir Otto Bergsma, afdeling aerospace materials & manufacturing composites (Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek).

Evolutieleer zonder vonk ‘Levenswerk’ van Nick Lane is een degelijk boek over de verschillende stadia van de evolutie, maar ontbeert het vuur van de echte verteller. Christian Jongeneel Het is een bekende tijdschriftentruc: maak een lijstje. De tien beste zus, de vijf opvallendste zo. Dat er vervolgens weinig opmerkelijks in het lijstje staat, doet er weinig toe. Mensen zijn nu eenmaal dol op de suggestie van overzichtelijkheid. Dat werkt vast ook met boeken, moet bioloog en wetenschapsjournalist Nick Lane gedacht hebben, toen hij ‘Levenswerk, de tien sterkste staaltjes van de evolutie’ schreef. Die tien staaltjes zijn – laten we ze meteen maar weggeven – het begin van het leven, DNA, fotosynthese, de complexe cel, seks, beweging, gezichtsvermogen, warmbloedigheid, bewustzijn en dood. Dat lijstje is niet erg origineel, het zijn allemaal onderwerpen die op de middelbare school aan bod komen. Ook bij nader inzien bevat het boek inhoudelijk geen verrassingen. Dus komt het aan op de uitvoering. Die valt helaas een beetje tegen. Het is allemaal goed geschreven, de uitleg is helder, er zijn anekdotes om het verhaal te verluchtigen – en toch wil het maar niet sprankelen. Neem het

hoofdstuk over seks. De binnenkomer is de overbekende dialoog tussen toneelschrijver Bernard Shaw en een actrice, die voorstelt dat ze samen een kind krijgen, ‘met mijn uiterlijk en uw hersenen’. Waarop de auteur riposteert: ‘Ja, maar wat als het een kind wordt met mijn uiterlijk en uw hersenen?’ Nog een anekdote verder is het afgelopen met de pret en begint een betoog over de genentombola van de voortplanting, erfelijke aandoeningen, geslachtsziekten, kolibries, Mendel, Darwin en meer verantwoorde biologische praat, met zinnen zoals: ‘Als we allen van een seksuele voorouder

Het is een bekende tijdschriftentruc: maak een lijstje afstammen, die weer afstamde van aseksuele bacteriën, moet er een flessenhals geweest zijn waardoor alleen seksuele eukaryoten zich konden persen’. Naarmate het boek vordert en de onderwerpen te ingewikkeld worden om uitputtend te behandelen, komt Lane los van de schoolmeestertoon, die stap voor stap uitlegt. Dan is het echter te laat om het verhaal tot leven te brengen. In de epiloog breekt Lane nog eens een lans voor evolutieleer: dat is echt de beste verklaring voor het leven op

aarde. Of dit ook betekent dat God niet bestaat, laat hij expliciet in het midden. Zo illustreert hij mooi wat er ontbreekt in het boek: overtuiging. ‘Levenswerk’ is een keurig, niet aanstootgevend boek, dat in tien hoofdstukken de stadia van de evolutie uitlegt. Het ontbeert echter de polemiek van Richard Dawkins of het vertelplezier van Bill Bryson, die het leesgenot van een populair wetenschappelijk boek maken. Vooral aan te bevelen als je een opfriscursus biologie nodig hebt – en natuurlijk als je domweg dol bent op lijstjes.

Nick Lane, ‘Levenswerk, de tien sterkste staaltjes van de evolutie’. Veen Magazines, pp. 304, €16,95.

1 avondje uit 1 week ziek

EEn niErpatiënt moEt Er hEEl vEEl voor ovEr hEbbEn om EEn bEEtjE normaal tE lEvEn. Wat hEb jij ovEr voor EEn niErpatiënt? KijK Wat jij Kunt doEn op niErstichting.nl

15

Commercial spaceflight at a price Commercialization of space has been the buzz topic of the international aerospace community for at least the past decade, yet surprisingly few comprehensive reference guides exist on the subject. This (expensive) book is one of them. Olga Motsyk ’Space-Based Technologies and Commercialized Development’ is an excellent, up-to-date reference book detailing the major recent developments in the commercialization of space. The book covers a wide range of topics, from commercial lunar bases and space tourism to the commercialization of space stations. In addition to recent developments in commercial space, the author, Stella Tkatchova, includes historical references that put the issues into context. Also noteworthy, the book contains particular space reference data, like statistical or finance-related information, which is notoriously difficult to come by in the competitive aerospace world. The book is structured like a textbook, although when reading it, I never really had the feeling that it was one. The information presented isn’t a solid monotonous body of facts, as often occurs in reference books, but is rather peppered with stories and historical anecdotes to keep the reader engaged and focused on the subject. Highlights include a summary of the new U.S. space strategy, including the COTS program, an overview of commercial space launches, and chapters on space industry market trends and emerging markets. My personal favorite was the chapter on the commercialization of space stations, which gave a good example of how governments tend to fail at space business. So, it’s a good read for staying up-todate on recent commercial spaceflight developments, and also good for getting an overview of the commercial space industry, for those new to the subject. In short, the book is suitable

for a broad audience, easy to read, and present the big picture of the commercialization of spaceflight. The book is by no means perfect, however. The text is heavily peppered with italicized words, which at times serve to highlight keywords, while at others seems unnecessary and simply distracting. The style is a bit inconsistent and not all of the figures are clearly legible or labeled. The real downside of this book is the price. At around 150 euros for 260 pages of text, it is far from being affordable. Additionally, being a reference book for the quickly-evolving sphere of commercial spaceflight, it is a book that must be continuously updated in order to remain a relevant and useful source of information. Overall, this book should appeal to a wide audience of space professionals and enthusiasts, alike. However, owing to the price, I would not recommend that students purchase this book. Instead, it is definitely worth requesting at your library, especially since it can be easily read in a matter of days. Smaakt dit naar meer? De besproken boeken zijn binnenkort te vinden op de leestafel in de TU Library.

Stella Tkatchova, ‘Space-Based Technologies and Commercialized Development: Economic Implications and Benefits’, RHEA System S.A., Belgium, 260 pages, €150.

Introduction to Holland A foreigner who oversees the flat Dutch landscape and thinks it is boring should think again, says geographer and anthropologist, Jacob Vossestein, in his picture book The Dutch and their Delta. With over 200 photos on some 300 pages, Vossestein presents the Dutch landscape instead as a piece of art that combines natural elements and human skilfulness. The first chapter follows a Q&A for foreign visitors: how far under water are we here, how did the Dutch make land from water, what are sluices for anyway, and do cars drive into the canals? Incidentally, they do. Subsequent chapters present images and background for the various Dutch regions: Wadden islands, reclaimed polders, river landscapes, the heart of Holland, and the islands of Zeeland. As always, Vossestein takes water as his

guide. Consequently, the eastern third of Holland, which is plus 2 meters above sea level, remains out of sight. The pictures are often original and sometimes stunning (the aerial shots in particular), the text well written and informative. Less attractive are the narrow blue and green bands at the edge of each page that contrast with the photos. Moreover, captions are missing from the photos; instead, you’ll have to find the same number (in red) somewhere in the text or on an extra captions page. The book does feature a modest index, though.

Jacob Vossestein, ‘The Dutch and their Delta, Living below sea level’, XPat Media, 2012, 296 pages, € 24.95, www.hollandbooks.nl


DELTA. 16 07-06-2012

lifestyle

16

bachelor

Schuiven met bussen Sommige infrastructuren lijken zo knullig aangelegd, dat je je afvraagt of nou niemand iets beters had kunnen bedenken. Station Rotterdam Alexanderpolder bijvoorbeeld. Civielstudent Arie van Ekeren nam het voor zijn bachelor-eindproject op papier vast op de schop.

heimwee Al zes jaar woont Catalin Ciobanu (29, uit Brasov in Roemenië) in Nederland. Op dit moment is hij aan het promoveren in computer engineering aan de faculteit EWI. Hij hoopt aan het einde van dit jaar klaar te zijn en gaat dan voor een postdoc naar de Chalmers University in Gotenborg, Zweden. Wellicht dat hij daar ook weer de foto’s van zijn favoriete wandelomgeving in Brasov ophangt. Het bosrijke gebied ligt op tien minuten lopen van zijn appartement daar. Ieder jaar rond Kerst verblijft hij er wel enige tijd om zijn longen te laven aan de pure bos- en berglucht. (Foto: Hans Stakelbeek)

In de rubriek Heimwee portretteert fotograaf Hans Stakelbeek buitenlandse studenten met een object dat hen herinnert aan hun thuisland. Meedoen? Mail naar delta@tudelft.nl

maurits van der ven

Bevlogen docent Het was negen uur ‘s avonds toen ik aanklopte. Gekluisterd aan zijn megagrote computerscherm zat mijn docent professor H. zoals altijd nog te werken. Hier in Londen is dat overigens niets bijzonders. Wie gaat er nu om vijf uur naar huis? Zijn kantoor is niet meer dan een zolderhok, met nauwelijks daglicht en tapijt dat meer doet denken aan een basisschool in Puttershoek dan aan een topuniversiteit. Natuurlijk de gebruikelijke stapels papier, voornamelijk op de grond. In een hoek ligt een klein kartonnen vormpje. Het stelt iets wiskundigs voor weet ik, onderdeel van zijn proefschrift. Het was een van onze schaarse offtopic gesprekken. Niet eens zo off-topic natuurlijk, maar toch. In de context al een behoorlijke triomf kan ik u verzekeren. Ik vraag of er even tijd is. De bekende knik is veelbelovend. Ik ga zitten, en laat zien wat ik heb gedaan, en wat ik daarvan nog niet begrijp. Het wordt me uitgelegd, geduldig maar vol vuur. Zelfs mijn wedervragen lijken van wereldniveau. Ik word bevangen door een gelukzalig gevoel. Terwijl professor H. een leeg vel uit de printer trekt, denk ik aan het romantische concept van de strenge

maar rechtvaardige leermeester, gevoed door een leergierige pupil. Ik ben gefascineerd door onze relatie. Uren heb ik zittend naast hem doorgebracht. Maar verder weet ik niets. Dat er geen ring aan de vinger van professor H. zit is slechts een vage onbewuste observatie geweest. Een studievriend vertelde me hem eens te hebben zien lopen in de stad. Ik wil het eigenlijk allemaal niet horen. Voor mij is professor H. een meester waar je tegenop kijkt, zo een die je geen menselijke proporties toedicht. Een overzichtelijke afstand tussen meester en leerling. En zo hoort het ook. Tegen elf uur ’s avonds loop ik naar buiten. De campus is uitgestorven. Ik heb het gevoel (eindelijk) de schoonheid van studie te ervaren. En dan bedoel ik echte studie. De mogelijkheid om serieus verstand van zaken op te doen onder de vleugels van een bevlogen docent. Wat een weelde. Dat gun ik iedereen.

Woonshoppen, overdekt je nieuwe zomergarderobe bij elkaar sprokkelen, stappen in club Eclipse – alle reden om eens een dagje naar Rotterdam Alexanderpolder te treinen. Alleen, zie maar eens een aansluiting naar metro of bus te vinden. Of veilig in het winkelgebied te komen. Geen enkel station lijkt zo onhandig in elkaar te steken als die twee perrons in nota bene één van de grootste steden van Nederland. Een verhoogd spoor, een metrobaan én ontsluitingsweg beneden die het winkel- en bedrijvengebied doormidden klieven en bushaltes her en der door het gebied verspreid. Je mag wel een goede bekende in de omgeving zijn om binnen een paar minuten de juiste aansluiting te vinden. “Het hele stationgebied is onoverzichtelijk en ontoegankelijk”, concludeert ook Arie van Ekeren (22), die zijn hele middelbareschooltijd gebruikmaakte van het station. Zijn vingers jeukten dan ook om met de infrastructuur aan de slag te gaan voor zijn bachelor-eindproject bij CiTG. “Zes jaar lang heb ik me aan die plek geërgerd”, zegt hij. “Overstappen was een gigantische irritatie, want je weet gewoon niet waar je welke bus moet pakken.” En hoewel hij na zes jaar middelbare school de plattegrond van het station wel kan dromen, besloot hij het nog maar eens goed in kaart te brengen. Dit moest toch anders kunnen? “Ik heb eerst de plannen van de gemeente, NS en ProRail onderzocht. Zijn er plannen om het gebied uit te breiden? Hoe zit het met het bedrijventerrein, kan daar gesloopt worden? Komen er in de toekomst meer reizigersstromen?” En het belangrijkste: wat is nu echt belangrijk voor dat gebied? Dat de metrobaan niet zo één-twee-drie te verleggen valt was al snel duidelijk: onbetaalbaar. “Maar een voetgangerstunnel onder het metrospoor door zou al enorm schelen”, aldus Van Ekeren. “Net als één centraal busplein, zo dicht mogelijk bij de stationshal, en een algemene fietsenstalling aan de andere kant van de metro.” Opgeruimd staat netjes; aan de slag dan maar. Maar zo simpel ligt het helaas niet. “Er is al ongelooflijk veel onderzoek naar gedaan”, zegt de student. “Maar de gemeente heeft het geld gewoon niet. Ze waren wél blij met mijn onderzoek, maar vooralsnog is er alleen geld voor de vernieuwde fietsenstalling.” (JH)

De infrastructuur van station Rotterdam Alexanderpolder is al jaren een doorn in het oog van Arie van Ekeren. (Foto: Sam Rentmeester)

Onderzoek: ‘Herontwerp stationsgebied Rotterdam Alexanderpolder’ Eindcijfer: 8

kriep


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.