Delta TU Delft

Page 1

TUDELTA.17

DELTA. 17 14-06-2012

Deze week week Deze in Delta Delta in

weekblad van de technische universiteit Delft

Stick like the Stig

Mike Jetten: Zoeken naar het onmogelijke

SCIENCE: 04

NIEUWS: 03

01

INTERVIEW: 10 REPORTAGE: 12

INTERNATIONAL: 07

Theun Baller: nieuwe decaan bij 3mE

Striving to define privacy

Geen feestje voor Dimes

Scriptie onder vuur Met zijn scriptie over de opkomsttijd van de brandweer bij woningbranden heeft TU-student Rob Smeets (public safety) de Scriptieprijs 2012 van het NIFV en de VVBA gewonnen. De prijsvraag had een Delfts tintje: een door experts zeer kritisch ontvangen scriptie over de brand bij Bouwkunde was ook genomineerd. Connie van Uffelen De scriptieprijs is een initiatief van het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid (NIFV) en de Vereniging Van BrandveiligheidsAdviseurs (VVBA). Smeets adviseert onder meer wetenschappelijk onderzoek over de overlevingskansen bij woningbranden. Volgens de jury biedt Smeets’ scriptie een goede theoretische basis met prima aanbevelingen en nodigt het uit tot vervolgonderzoek. De genomineerde scriptie van twee bouwkundestudenten van de Hogeschool Rotterdam over de brand bij Bouwkunde werd door critici minder goed ontvangen en bevat volgens deskundigen van de TU Delft ‘storende fouten’. Wiebe Scheffer en Jeroen van de Werfhorst onderzochten twee jaar geleden hoe de brand bij Bouwkunde op 13 mei

‘Dat is geen tegenspraak, er is een kwartier verloren gegaan’ 2008 verliep en hoe dat kon leiden tot het instorten van een deel van het pand. Ze stellen dat het spatten van beton een grote rol heeft gespeeld tijdens het bezwijken van de constructie. De vloer van de achtste verdieping is volgens hen bezweken en heeft daarbij de kolommen doen knikken. “Klinkklare nonsens”, zegt emeritus hoogleraar draagconstructies prof.ir. Kees van Weeren. “Dat knikken is helemaal niet aan de orde geweest. Eerst

zijn de kolommen bezweken, daarna kwam de betonvloer van de achtste verdieping naar beneden.” Volgens Van de Werfhorst is op videomateriaal echter te zien dat er ‘eerst iets gebeurt in het gebouw zelf’ en dat pas daarna de kolommen bezwijken. Het spatten van beton heeft volgens Van Weeren ‘uiteraard’ een rol gespeeld, maar veel minder dan de studenten beweren. Hij wijst erop dat student civiele techniek Ivar Schols in 2009 heeft gezien dat naast een beschadigde buitenhuid van de kolommen ook thermische vervorming van het beton een belangrijke oorzaak is geweest. “Dat kan”, zegt Van de Werfhorst. “Wij zien dat grote stukken van die kolommen zijn afgespat en met videobeelden erbij is dit onze theorie. ‘Klinkklare nonsens’ is een mooie uitspraak, maar er moet meer onderzoek naar het instorten van beton plaatsvinden.” Van Weeren is het wel met de afgestudeerden eens dat de brandweer te lang in het gebouw is gebleven en geen kennis van het gebouw had. “Het is fysiek onmogelijk dat iedere bevelvoerder in ieder gebouw is geweest. Er was weinig kennis. Dat is te verbeteren met online technieken, maar die staan nog in de kinderschoenen.” Volgens hoogleraar veiligheidskunde prof.dr. Ben Ale wist de brandweer heel goed wat hij deed. “Toen ik er om half elf kwam, wisten ze hoe het zat met het gebouw.” Van de brandweercommandant begreep Ale ook dat de bedrijfshulpverlening (bhv) het gebouw goed had ontruimd. De studenten concluderen echter dat de bhv ‘niet adequaat’ heeft gereageerd. Zij melden dat de bhv om 9.00 uur een brandmelding kreeg en om 9.23 uur begon met blussen. “Elders staat dat de brand begon om 9.15 uur”, zegt Van Weeren. “Zo’n tegenspraak is onacceptabel, zeker met zo’n negatieve uitspraak over de bhv.” Van de Werfhorst stelt dat er om 9.00 uur bij de bhv bekend was dat er iets aan de hand was. “Om 9.15 uur gaat een automatisch brandalarm naar de brandweer. Dat is geen tegenspraak. Er is een kwartier verloren gegaan.”

Wij hopen dat u blij wordt bij het zien van deze gezellige oranje foto, want bij het ter perse gaan van Delta was nog niet bekend hoe de wedstrijd Nederland-Duitsland is verlopen. Zo’n 7,5 miljoen Nederlanders zagen zaterdag de eerste EK-wedstrijd van het Nederlands Elftal, tegen Denemarken (0-1) en zaten, net als deze studenten bij Virgiel, veelvuldig met hun handen in het haar. (Foto: Sam Rentmeester)

Weg vrij voor collegegeldvrij besturen Fulltime studentbestuurders hoeven straks geen collegegeld meer te betalen, volgens een nieuwe wet. Instellingen hoeven daar niet in mee te gaan, maar de TU doet dat waarschijnlijk wel. Eindelijk lukte het VVD-kamerlid Anne-Wil Lucas en D66-kamerlid Boris van der Ham dinsdag om hun voorstel ‘collegegeldvrij besturen’ door het parlement te loodsen. Fulltime studentbestuurders mogen zich straks uitschrijven bij hun hogeschool of universiteit als ze een bestuursjaar doen. Het voordeel is dat ze dan geen collegegeld hoeven betalen en minder snel een langstudeerboete krijgen. Doordat ze via een contract verbonden blijven aan hun instelling, kunnen ze wel aanspraak maken op een bestuursbeurs uit het profileringsfonds (RAS-maanden in TU-jargon) van hun instelling en hoeven ze hun

studentenwoning niet te verlaten. De vraag is of studentbestuurders beter af zijn met de regeling. Doordat ze officieel geen student meer zijn, hebben ze geen recht op een ov-studentenkaart en kunnen ze niet lenen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs. Daarbij komt dat er geen bindende afspraken zijn gemaakt over de hoogte van de bestuursbeurzen. Bovendien hoeven hogescholen en universiteiten het ‘collegegeldvrij

Studentenorganisaties reageren verheugd op het nieuws uit Den Haag besturen’ niet in te voeren; de wet laat instellingen de vrije keus. De universiteiten van Tilburg en Utrecht hebben al aangegeven ervan af te zien. Demissionair staatssecretaris Zijlstra benadrukte vorige week opnieuw dat hij geen voorstander van de regeling is. De TU Delft heeft zich altijd positiever uitgelaten over het collegegeldvrij besturen. Collegelid Paul Rullmann liet eerder dit jaar nog tegenover de

studentenraad zijn gedachten gaan over de functies die onder de nieuwe regeling zouden kunnen vallen. Hij zei te denken aan ‘intensieve bestuurlijke activiteiten als studentenraad, besturen van grote studentenverenigingen of sportverenigingen en aan studentenprojecten als de solarcar, de waterstofcart, de superbike, de luchtfiets of andere dreamhall-achtige activiteiten.’ Tevens noemde Rullmann het besturen van grote sport- of cultuurverenigingen. “Telkens zal het moeten gaan om activiteiten die de ontwikkeling van de student als ingenieur ten goede komen, én bijdragen aan het leven op en om de universiteit.” Studentenraadsfracties Oras en Lijst Bèta reageren verheugd op het nieuws uit Den Haag. “De studentenraad zal samen met onze universiteit kijken wat er nodig is om dit initiatief vloeiend in te voeren, zodat er zo min mogelijk negatieve gevolgen zijn van het fulltime inzetten voor de studentengemeenschap en dat daarnaast studenten zo snel mogelijk gebruik kunnen maken van dit voorstel”, aldus Oras. (HOP/SB)


DELTA. 17 14-06-2012

nieuws/column

www.delta.tudelft.nl @tudelta delta@tudelft.nl www.facebook.com/ tudelta

Snelbouw

Deze zomer komen er 140 nieuwe studentenwoningen bij aan de Balthasar van der Polweg. Het nieuwe, uit modules bestaande gebouw, is een winnend ontwerp van Studioninedots (Amsterdam) en wordt in zo’n achttien weken tijd gerealiseerd door bouwbedrijf Jan Snel. “Bouwen met modules gaat snel en flexibel, maar het moet niet op gestapelde containers gaan lijken”, vindt architect Metin van Zijl. Hij wil dat bereiken door creatief gebruik van deels geperforeerde eternietplaten en de inzet van onverwachte gemeenschappelijke ruimtes. (Illustratie: Studioninedots)

02 Net niet

Water & warmte

Michiel Adriaanse, 19-jarige student mechanical engineering, is net niet ‘Student of the Year’ geworden. Hij stond met vijf anderen in de door Studenten.net georganiseerde finale in Düsseldorf, waar de studenten getest werden op kennis, snelheid, originaliteit en biertapvaardigheid. Adriaanse werd er tweede na de Groningse student Maarten Vranckx. De Tilburgse Heidi Veugen werd uitgeroepen tot leukste/knapste vrouwelijke student. De winnaars mogen op reis naar Cuba.

Het KWR watercyclus research instituut in Nieuwegein houdt op 20 juni een symposium over de toekomst van energie- en waternetwerken die beiden decentraal, duurzaam en efficiënt willen worden. We beschouwen water en energie als aparte netwerken, maar die raken in de toekomst meer vervlochten. Denk aan warmte- en koudeopslag, energie uit afvalwaterzuivering en rioolwarmte. Sprekers zijn onder anderen prof.dr.ir. Ad van Wijk (energie) en prof.dr.ir. Jan Peter van den Hoek (water). bit.ly/M1sJcQ

‘Ik had opeens de minste fouten’ delta online IJskogels Bij mysterieuze beschietingen op de A13 vorig jaar sneuvelden veel autoruiten, maar kogels werden nooit gevonden. Kan het zijn dat de schutter met ijskogels heeft geschoten? Studenten werktuigbouwkunde zoeken het uit.

Voormalig Sinterklaas Bram van der Vlugt droeg donderdag 7 juni het TBdictee voor. De 31 deelnemers maakten samen 584 fouten. Winnaar was student Niels Wäckerlin. “Ik maakte het met een biertje voor mijn neus.”

Hoe deed Bram van der Vlugt het? “Leuk. Mooi om die stem van Sinterklaas te herkennen uit mijn jeugd. Jeugdsentiment.” Had je vooraf geoefend? “Nee, eigenlijk niet. Ik dacht: laat ik hier eens aan meedoen. Ik heb het gemaakt met een biertje voor mijn neus.”

Connie van Uffelen

Langstudeerders

Het onderwerp van het TB-dictee was dit jaar de studiereis van studievereniging Curius naar Sevilla, maar dan met als invalshoek: ‘hoe het ook had kunnen gaan…’ Een zin uit het dictee: ’s Avonds werd de hoofdstad van Andalusië getroffen door een grote stroomstoring, nadat enkele argeloze leden van de Delftse delegatie bij een bezoek aan een grote zonne-energiecentrale een no-goarea hadden betreden en gestruikeld waren over een essentiële kabel.

Ook de Eerste Kamer heeft ingestemd met het vangnet voor deeltijdstudenten die onevenredig getroffen worden door de langstudeermaatregel. Die kunnen hun boete straks van hun instelling terugkrijgen. www.delta.tudelft.nl/25305

Met acht fouten was jij de beste, wie had dat gedacht? “Ik niet. Ik had gehoord dat er een dictee zou zijn, maar ik was het eigenlijk al weer vergeten. Op de dag zelf zeiden vrienden dat het leuk was om

www.delta.tudelft.nl/media/ ijskanon/60

varken. Wel had ik Iberico met een hoofdletter. In Nederland gaat men er vaak van uit woorden aan elkaar te schrijven, tenzij het verwarrend is. Vandaar mijn fout bij no-goarea.”

Niels Wäckerlin: “Misschien heeft ook wel meegespeeld dat ik eerstejaars ben. Dan zit dat Nederlands van de middelbare school er nog een beetje in.” (Foto: Sam Rentmeester)

mee te doen en had ik opeens de minste fouten. Ik had wel het idee dat ik het goed had gedaan.”

het wel gemakkelijker. Minder lastige en buitenlandse woorden.”

Was je altijd al goed in dictees? “Ja, dat wel. Vooral met spelling op de middelbare school en op de basisschool. Het kwam niet als een verrassing. Misschien heeft ook wel meegespeeld dat ik eerstejaars ben. Dan zit dat Nederlands van de middelbare school er nog een beetje in.”

Welke woorden had je fout? “No-goarea. Ik had no-go area geschreven, maar die spatie moest weg. Voor mij was dat niet logisch. Je gaat uit van je eigen logica, maar dit was niet het eerste wat in me opkwam. Verder had ik een suf foutje: ik had Heinekenbrouwerij los geschreven, maar dat moet natuurlijk aan elkaar.

Vond je het moeilijk? “Als je het vergelijkt met het Groot Dictee der Nederlandse Taal, vond ik

Over welke woorden twijfelde je? “Ibericovarken. In eerste instantie had ik een streepje tussen Iberico en

De 31 deelnemers hadden gemiddeld 1,75 alcoholconsumpties op toen zij het dictee maakten. Heeft dat nog invloed gehad? “Dat gemiddelde is vooral omhoog gegaan door een paar mensen die vijf tot tien biertjes op hadden. Ik had er zelf maar eentje op.” Wat heb je gewonnen? “De officiële wisseltrofee van het TBdictee – al enigszins gehavend van vorig jaar – een boekenbon en een scrabblespelletje.” Volgend jaar weer? “Ik denk het wel ja. Dan ga ik mijn titel verdedigen en mag ik de beker uitreiken, tenzij ik zelf winnaar ben.”

Debat Het is volgens TNO zo evident dat investeringen in kennis en innovatie geld opleveren, dat alle politieke partijen hier hetzelfde over zouden moeten denken. www.delta.tudelft.nl/25299

Starters Ondanks de crisis is het leeuwendeel van de pas afgestudeerde academici aan het werk. Toch heeft zeventig procent geen vast contract en werkt dertig procent onder zijn niveau. Een schrale troost: in 2005 was de arbeidsmarkt nog slechter. www.delta.tudelft.nl/25298

Contactuur Wat is precies een ‘contactuur’ in het hoger onderwijs? Daar wil het kabinet zijn vingers niet aan branden, blijkt uit de reactie op een motie van PvdA en PVV. www.delta.tudelft.nl/25303

Gasrekening Universiteiten en hogescholen zijn de allergrootste verbruikers van gas, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek. Maar ja, ze hebben dan ook grote gebouwen te verwarmen. www.delta.tudelft.nl/25301

van der duin

Flexibiliteit en onzekerheid Gezien de huidige onrust op mijn faculteit, bekijk ik met veel interesse de plannen van minister Kamp van Sociale Zaken voor het flexibiliseren van de arbeidsmarkt. In grote lijnen komen die erop neer dat de bewijslast voor het ontslag bij de ontslagen werknemer ligt. De ontslagvergoeding zal een stuk lager worden en moet gebruikt worden voor bij- en herscholing, zodat een eventuele overgang naar een nieuwe baan sneller verloopt. Hoe relevant deze plannen voor mij zijn, valt te bezien. De Tweede Kamer moet er nog over besluit nemen en de reorganisatie bij TBM is de invoering daarvan hoogstwaarschijnlijk voor. Als je doceert dat onzekerheid de kern van het werkzame bestaan is en dat alleen vanuit onzekerheid innovatie ontstaat, dan moet je eigenlijk je geen zorgen maken als je zelf met een onzekere situatie wordt geconfronteerd. En toch doe je dat. Je gaat je LinkedIn-profiel opkalefateren, je update je website en je wordt lief voor de mensen in je eigen netwerk. Onzekerheid is blijkbaar iets voor anderen, en niet voor jezelf. Zo kende ik bij mijn vorige werkgever een hoofd personeelszaken, dat een vurige pleitbezorger was van flexibele arbeidscontracten. Volgens deze ijdeltuit werden werknemers daardoor scherper en gemotiveerder, kregen ze daardoor meer plezier in hun werk en verliep een eventuele overstap naar een andere werkgever veel soepeler. Ik vroeg hem wat voor contract hij zelf had. U weet ongetwijfeld het antwoord. Onzekerheid en flexibiliteit zijn dus twee kanten van dezelfde medaille. Een opkomende beroepsgroep die onzekerheid als core business heeft en flexibiliteit hoog in het vaandel heeft staan, is de zzp’er. Hoe onzeker deze beroepsgroep is, blijkt wel uit dat ze tegenwoordig zelfstandige zonder poen worden

genoemd. Je zult het maar zijn. En maar wachten totdat je opdrachtgever eindelijk eens je factuur betaalt, terwijl de belastingdienst ieder kwartaal een percentage wil van je toegevoegde waarde. Alles is bruto. Je vakantiedagen betaal je zelf en een arbeidsongeschiktheidsverzekering is haast niet te betalen. En maar werken voor opdrachtgevers die wel een vast arbeidscontract hebben. Maar gezien de onvoorspelbare stroom aan mogelijke opdrachten zit het met de flexibiliteit wel goed. Volgens de tijdgeest is flexibiliteit goed. We leven in een dynamische samenleving die bestaat uit uitgebreide persoonlijke en zakelijke netwerken. En het zijn juist deze netwerken waarmee we flexibiliteit en onzekerheid te lijf gaan. Vorige week las ik dat een bestuurster van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (Amsterdam) ruim twee ton meekreeg als afkoopsom na daarvoor bij Prorail ruim vijf ton te hebben gecasht. Inmiddels zit ze in de directie van het Flevoziekenhuis, omringd door vrouwen. Waar positieve discriminatie allemaal niet goed voor is. En we weten hoe dit gaat aflopen. Voor sommige mensen is er nooit onzekerheid en zit het leven vol met vastigheidjes. De tragiek is dat het ‘flexibiliseren’ van de arbeidsmarkt, een soort herijking eigenlijk, is ontstaan vanuit deze incidenten die inmiddels systematische vormen heeft aangenomen. Deze netwerken maken van Nederland een klein Nigeria, corrupt tot op het bot. Sommige mensen wens je heel veel onzekerheid en flexibiliteit toe. Patrick van der Duin is toekomstonderzoeker bij de sectie technology, strategy and entrepeneurship van de faculteit Techniek, Bestuur en Management.


DELTA. 17 14-06-2012

nieuws

Handprothesen

Het is misschien wel de beste hand die er is; de Sierra handprothese, uit – jawel - 1945. Je zou denken dat dergelijke prothesen alsmaar beter werden. Volgens wetenschappers van 3mE en de Rijksuniversiteit Groningen staat de ontwikkeling van deze zogenaamde lichaamsbekrachtigde handprothesen echter al meer dan twintig jaar stil. De onderzoekers maten de benodigde bedieningskracht van een aantal hedendaagse handprothesen en vergeleken de resultaten met eerdere metingen uit 1987 (waaronder een meting aan de Sierra die nog steeds wordt verkocht). (Foto: Dipo)

03 Leegstand

Spionagevliegtuigjes

Die miljoenen vierkante meters kantoorruimte die leegstaan; renovatie en transformatie van bestaand vastgoed is één van de grootste opgaves in de ontwikkeling van de bebouwde omgeving. Vanaf 2013 verzorgen de faculteit Bouwkunde en het Nationaal Renovatie Platform daarom een nieuwe opleiding, renovatie en transformatie van bestaand vastgoed, voor mensen die werken in de vastgoedsector. Het programma wordt ontwikkeld onder leiding van hoogleraar housing management prof.dr.ir. Vincent Gruis (afdeling real estate and housing).

Illegale lozingen door schepen vlakbij de havens; het is de kustwacht een doorn in het oog. Maar de malafide kapiteins moeten oppassen, binnenkort worden ze bespied door onbemande autonome vliegtuigjes. Een groot onderzoeksconsortium, geleid door L&R-onderzoekers ir. Bart Remes en dr.ir. Erik-Jan van Kampen, ontwikkelt de vliegtuigjes. Het team heeft net 1,85 miljoen euro gekregen van de EU. Aan het project doen – behalve de TU- onder de Vlaamse, Engelse en Nederlandse havenautoriteiten en de universiteiten van Southampton en Brest mee.

EUR-voorzitter op de barricaden voor het vrije woord Universiteitsbestuurders moeten zich niet met de redactionele keuzes van hun bladen bemoeien, vindt de politiek. Een open deur, dacht de collegevoorzitter van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Maar daar komt ze van terug. Marijke de Vries (HOP) Afgelopen december dienden de SP en de VVD een motie in die door de Tweede Kamer unaniem werd aangenomen. Staatssecretaris Zijlstra moest hoger onderwijsbestuurders laten weten dat inbreuk op de redactionele onafhankelijkheid ‘ongewenst’ is. Zijlstra beloofde de motie onder de aandacht te brengen bij universiteitenvereniging VSNU. De PvdA en de SP vroegen onlangs tijdens een schriftelijk overleg hoe het ermee stond. Had demissionair staatssecretaris Zijlstra inmiddels ‘luid en duidelijk’ op onafhankelijkheid aangedrongen? Waren er concrete afspraken gemaakt met de bestuurders? Ja, schrijft Zijlstra. Tijdens een overleg in maart beloofde de VSNU de boodschap door te geven aan haar leden. Bij de Erasmus Universiteit lijkt die boodschap te zijn aangekomen. Van der Meer Mohr windt zich erover op. Kamerleden houden zich met ‘de

futielste zaken’ bezig, schrijft ze op haar blog. De onafhankelijkheid van universiteitsbladen is toch al in de jaren zeventig geregeld? Om daar ferm aan toe te voegen: “Voor alle duidelijkheid: Erasmus Magazine was, is en blijft onafhankelijk, Staatssecretaris! En nu weer aan de slag met echte problemen, graag.” Volgens onder andere Wieneke Gunneweg, hoofdredacteur van Erasmus Magazine, ziet haar collegevoorzitter de zaken wat te zonnig in. “Van mijn collega-hoofdredacteuren in den lande hoor ik helaas geregeld dat zij met wat minder liberale bestuurders te maken hebben en geregeld hun onafhankelijkheid en bestaansrecht moeten bevechten.” Van der Meer Mohr antwoordt: “Onafhankelijke geesten laten zich niet inperken, dat geldt voor wetenschappers maar evenzeer voor journalisten. Op de EUR koesteren we dat, en volgens mij onderschrijft de hele VSNU dat standpunt, of ben ik nu gewoon naïef?” “De vraag stellen is hem beantwoorden!”, reageert een lezer. Ook anderen noemen voorbeelden waar de persvrijheid in het geding is. De Rotterdamse collegevoorzitter komt tot de slotsom dat het ‘hier en daar wel een issue’ is. “Dus laat ons samen de barricades op gaan voor het vrije woord.” Een oproep om een open brief te schrijven in een landelijk dagblad wijst ze overigens van de hand. “Ik werk liever via de VSNU.”

Werkzaamheden

Het heeft even geduurd, maar de eerste stukjes tramrails van station Delft naar de TU Delft zijn een feit. Maandag werd het spoor aangevoerd voor tram 19. Bij het storten van beton op 19 en 20 juni zijn vertragingen mogelijk op de Michiel de Ruijterweg. De doorgang van Michiel de Ruijterweg naar het Zuidplantsoen is daarom overdag gestremd. (Foto: Tomas van Dijk)

Nieuwe decaan voor 3mE De faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen (3mE) heeft per 1 juli een nieuwe decaan: dr. Theun Baller. Baller (55) is sinds januari van dit jaar al werkzaam op de TU Delft als manager open innovation. Hij studeerde natuurkunde aan de Universiteit van Amsterdam en promoveerde op fundamenteel procesonderzoek aan de Universiteit Twente. Hij vervolgde zijn loopbaan bij onder-

zoeksinstituut Amolf, waar hij tussen 1977 en 1986 onderzoeksassistent was. Daarna maakt hij zijn overstap naar Philips Research, waar hij tot aan zijn vertrek naar de TU Delft bleef. Baller begon in 1986 als onderzoeker. Zes jaar later werd hij projectmanager en weer vier jaar later afdelingshoofd. Sinds 2000 was Baller ‘chief operating officer’, daarna programmamanager en sinds januari 2011 manager open innovation. Van daaruit maakte hij dus de overstap naar een vergelijkbare functie op de TU, die hij nu na zes maanden alweer vaarwel moet zeggen. Het college van bestuur toont zich in een bericht aan de medewerkers ingenomen met de overstap van Baller

naar 3mE: ‘Theun heeft altijd gewerkt op het raakvlak van de wetenschap en het bedrijfsleven. Hij is onderzoeker geweest en heeft later zeer ruime ervaring opgebouwd in het samen met wetenschappers stimuleren van succesvol onderzoek.’ Baller is de opvolger van Marco Waas, die zich in januari 2012 genoodzaakt zag zijn functie als decaan neer te leggen nadat hij in opspraak was geraakt door publicaties in NRC Handelsblad over vermeende belangenverstrengeling en te hoge declaraties. De laatste maanden was Louis de Quelerij ad interim decaan. (SB)

Toekomstig studeren geen science fiction Hoe zitten studenten in de toekomst in de collegebanken? Zítten ze nog wel in collegebanken? Twee studenten en één team van nog eens twee studenten hebben geprobeerd de toekomst van het leren te voorspellen. Zij doen hun verhaal uit de doeken tijdens de opening van het collegejaar in de hoop er duizend euro mee te verdienen. De plannen van Wouter Verbeek, Hildo Bijl, Veronika Heidegger en Alexandros Christodoulou zijn misschien minder vergezocht en minder science fiction dan verwacht (of gehoopt), maar zijn desalniettemin - of juist daardoor - interessant voor de TU. Neem het idee van masterstudent control theory (L&R) Hildo Bijl (23). Zelf ontdekte hij tijdens zijn studie

dat hij een lezer is en geen luisteraar. “Colleges zijn voor mij niet geschikt. Dit heeft er bijna voor gezorgd dat ik gestopt was met studeren.” Totdat Bijl besloot niet meer naar colleges te gaan en thuis de boeken te lezen. Dat hielp kennelijk prima, want op 2 juli studeert Bijl af. In september begint hij aan zijn promotieonderzoek. Bijls conclusie: iedere student moet een manier van leren kunnen kiezen die bij hem past - of dat nou is via online colleges, werkcolleges of studiegroepen, via een goed theorieboek of een praktisch doe-boek. Dan gaat het sneller, gemakkelijker en met een beter resultaat. De universiteit moet al die verschillende manieren aanbieden en ervoor zorgen dat ze allemaal voldoende informatie geven om het

vak te halen. “Deze garantie is heel belangrijk, want dat is precies wat nu ontbreekt”, aldus Bijl. Ook bij Wouter Verbeek (22) geen science fiction-achtige taferelen, maar wel een idee waarvan je denkt: waarom gebeurt dat niet allang? Volgens de student systems and control (3mE) moeten studenten van de TU Delft al tijdens hun bachelor leren werken met collega’s in andere landen. Dat zullen ze als ze later bij een multinational werken immers ook moeten doen. Werktuigbouwkundestudenten kunnen bijvoorbeeld al in hun eerste jaar voor de ontwerpwedstrijd waaraan ze moeten meedoen samenwerken met de eerstejaars van de ETH Zürich, Paris Tech en MIT. “Een samenwerking op afstand waarbij cultuurverschillen naar voren

komen en er samen een global challenge wordt aangepakt. Een samenwerking waarbij je niet met iedereen in één groep komt te zitten, maar moet overleggen met mensen die expert zijn op een ander deel van het project.” Het meest vergaande het idee is dat van studenten building engineering (CiTG) Veronika Heidegger en Alexandros Christodoulou, beiden 24 jaar oud. Eerst het probleem dat zij zien. Dat is kortweg te beschrijven als: toenemende hoeveelheden studenten, van wie velen ervaring moeten opdoen in laboratoria, waar ze moeten werken met dure apparatuur en materialen en waar ze een (klein) risico lopen in contact te komen met gevaarlijke stoffen. Dat oefenen zal in de toekomst

gebeuren in een ‘3D lab’, denken Heidegger en Alexandros, dat tot stand is gekomen door de nieuwste technologieën. Studenten zetten simpelweg een speciale 3D-bril op en trekken 3D–handschoenen aan en hun handelingen kunnen worden vertaald naar een virtuele omgeving. Voordeel: ze kunnen zo lang oefenen als ze willen, zonder dat kostbare materialen op gaan. Zo kunnen ze werken in het lab beter virtueel onder de knie krijgen dan in de werkelijkheid. Dat klinkt als science fiction, maar wie goed naar de presentatie van de twee studenten kijkt ziet dat de toekomst al best dichtbij is. Saskia Bonger


DELTA. 17 14-06-2012

science

opinion please

04

‘How to stick like Stig’ Thanks to Dr Katzourakis’ haptic cues, we might all one day be able to drive like Stig from Top Gear; that is, extremely fast without ever loosing grip. Tomas van dijk

German energy plan under pressure In order to facilitate an Energiewende from nuclear power towards wind and solar energy, Germany must invest tens of billions in new high voltage lines. Meanwhile power companies are trying to slow the transition down. Wind turbines and solar panels instead of nuclear power plants. That was the German message after the nuclear disaster in Fukushima (Japan), caused by an earthquake. All nuclear power plants will close down before 2020 and be replaced in part by renewable energy. But this transition is not without flaws. The Dutch newspaper NRC Handelsblad ran a story about the difficulties of this ‘Energiewende’. Two weeks ago, German electricity transmission system operators presented a plan: 4400 kilometres of new high voltage direct current (HVDC) overhead power lines are necessary to expand the interconnector capacity between north and south. North Germany has large wind parks. The largest load centres are located in the south. The technology has been proven. “In China, they have these kind of interconnectors covering thousands of kilometres,” says professor of process and energy systems engineering, Margot Weijnen (TPM). But it seems that permits and money are the biggest hurdles. An investment of at least 20 billion euros is necessary. Prof. Weijnen: “It certainly is a lot of money. But this kind of investment in HVDC lines will also be needed in other parts of Europe in the near future, especially if we want to incorporate more large scale renewable energy and energy source without endangering the stability of the European electricity grid.” The supply of renewable energy is irregular; therefore, it is necessary to connect different parts of the country in order to fill up any gaps that could exist when the sun isn’t shining or wind isn’t blowing in a particular region. “One can work on it in two ways: by creating local smart grids with the possibility to store electricity and manage electricity demand. Or to aim at a large grid in Europe with connections to Asia and Africa. But probably both options will be combined,” says associate professor Karel Mulder (TPM, section Technology Dynamics and Sustainable Development). Prof. Weijnen stresses that it is a smart move to build high voltage DC power lines: “They will have less transmission losses than high voltage AC. An additional benefit is that flows can be steered over DC lines. In the interconnected AV network, loop flows occur in neighbouring countries whenever Germany has more wind power than it can handle. In other words, the internal German congestion problem is exported to the Netherlands and Poland.” The transition sets off a battle between the defenders of the old way of producing electricity and the supporters of renewable energy. “The old way was to invest in power plants that will supply electricity on demand on the spot. The power plants are expensive and the money paid for it is amortised over a long period of time, for example 30 years. After that period it is financially very rewarding to keep the power plants open, because the investment is paid off. Therefore the electricity companies with these kinds of plants want to keep them open over a longer time,” says professor of wind energy, Gerard van Bussel (Aerospace Engineering). Prof. Van Bussel, Prof. Weijnen and Mulder expect the electricity companies to try to delay the Energiewende. “But the transition will probably not be cancelled,” says Prof. Van Bussel. “In order to make renewable energy work, these kinds of changes are necessary.” (RV)

It sure is handy if you have to make sharp turns while driving slowly, but for people who like to drive fast, power steering can have a serious downside. When tires start to lose their grip in sharp turns, the steering normally becomes lighter - road hogs are thus warned that they are pushing it to the limit - but when driving with power steering this effect is masked. For his PhD research, Dr Diomidis Katzourakis, who is an amateur race driver himself, came up with a solution. He devised a steering support system that creates extra lightness on the power steering when tires are losing grip. Last week he defended his thesis (‘Driver steering support interfaces near the vehicle’s handling limits’) at the 3mE faculty. “We reduced the steering torque and exaggerated the effect you would normally feel,” Katzourakis explains. “Such haptic cues promote the driver’s perception of the vehicle’s behavior.” Katzourakis’ research was sponsored by SKF, a company that develops bearings, including special bearings that sense the tire road adhesion. Such

When the steering becomes lighter you know that you are pushing it to the limit. (Photo: Robson)

bearings would combine well with the haptic steering support system, or at least that is the idea. The researcher had 17 drivers experiment with his haptic system (installed in an Opel Astra). He conducted his tests with Prodrive Automotive, a UK

‘Some of them were not so skilled’ company also known for its supportive work on Mini and Aston Martin racing cars. The guinea pig drivers had to drive as fast as they could in a circle on a wet skid pad. “They reported that the task

was easier to perform with the haptic support and that the support system made them feel more confident,” says Katzourakis. Although the drivers reporting feeling less mental strain, and were more satisfied with the overall performance, what about the speed? Did they also improve their lap times? No, they did not, Katzourakis admits, while grinning, although he can’t help showing a little frustration as well. His drivers weren’t exactly fast and furious. “Some of them were not so skilled,” the researcher says. “If I would test race drivers, I believe the system would help them to reduce lap times. But as it stands now, I can’t prove this.”

Battle of app control

(Illustration: Auke Herrema)

There’s more to apps on smartphones than just fascinating information, videos and games. At TU Delft a conference will show the science of apps, including a power struggle between telecom operators, app and hardware providers. For years mobile payment has been presented as a great promise to turn a smartphone into a bankcard, enabling micro payments for public transport. However, this hasn’t been introduced with success in most parts of the world. “Because there is a power struggle going on between telecom operators, banks and providers,” says chair of the conference, Harry Bouwman, associate professor at the faculty of Technology, Policy and Manage-

ment. The different actors want to be in control yet at the same time one cannot do without the help of the others. “For example, Nokia, Samsung and Apple would love to offer mobile payment apps integrated in a mobile phone. This would put device manufacturers in control. The telecom operators strongly oppose this. They want people to use their network to make payments to create traffic, having insight in costumer data and controlling the financial float. This will reinforce their position. Banks want their apps and platforms to be used so that they can control behaviour.” No one knows who will win this battle. “But it has already shown that different approaches could lead to success,” says assistant professor Mark de Reuver (TPM), who is part of the local organizing committee for the conference. “Google for example has a very open governance approach, whereas Apple uses a closed system. Both are very successful. Mobile business operates in a fast changing and

dynamic world. Scientists therefore are currently developing new theories of these ecosystems that will be discussed during the conference.” Bouwman and De Reuver will also present the outcome of a user study. In order to get to know how often what certain kinds of apps are used, a survey was conducted and also software installed to log user activity on 128 smartphones. “This was done for the first time. Interestingly enough it showed that results of the survey did not correspond with the results of the software. 62 per cent of the actual use of apps is different from what participants thought. It shows that there is still a lot to investigate and uncover regarding the science of apps.” (RV)

The 11th ICMB ‘Mobile Business in Everyday Life’ Conference will be held on June 21-22.


DELTA. 17 14-06-2012

science

05

short news science Twist & torque

Neutron microscope

Chemical Bridging

Just a month after Kavli researchers (faculty of Applied Sciences) described in Molecular Cell how they discovered a key element in the mechanism of DNA repair using magnetic tweezers and laser tweezers, they have now scored again with an online publication in Nano Letters. Researchers, including Prof. Nynke Dekker and Dr Xander Janssen, describe a new instrument with magnets they developed that allows them to perform precise measurements on the coiling of DNA.

The Larmor microscope at the Isis neutron centre, near Oxford, England, will receive funding of 2.3 million euros from the Dutch organization for scientific research - NOW. The TU is one of the three Dutch universities involved. Together, they will be allotted a third of the observation time. Larmor, which will be built over the next five years, allows researchers to zoom in on the atom scale. TU team leader, Professor Katia Pappas (AS), foresees development of new molecules for electronics, batteries, food and medicines.

Graduates in chemical engineering may be interested in the applied research training Chemical Product Design, starting next September. The two-year post-Master’s program is a more applied alternative to the PhD training and leads to the title PDEng (Professional Doctorate in Engineering). Trainees, who are paid during training, are trained to translate academic developments into concrete applications and industrial products.

dx.doi.org/10.1021/nl301330h

Larmor: a huge instrument to study atoms. (Illustration: Isis)

The stiff guide Flexible endoscopes that doctors use to inspect your insides may handle better if they contain elements that can stiffen up at will, says Dr Arjo Loeve.

Any gastro-enterologist will testify that pushing a flexible hose up someone’s bum can be a heck of a job Pushing harder merely leads to major discomfort for the patient and quite possibly will stretch and damage the large intestine. No wonder then that multiple researchers have come up with various methods of stiffening an endoscope in order to improve its manoeuvrability. But only four attempts have resulted into scientific publications, and only

halfway softens when you break the vacuum. An inflatable balloon inside the tube clamps the steel cables and the materials are selected for maximal friction. Promising, says Loeve, but mechanically complicated and prone to entanglements. His favourite is the stiffening polymer, which has a sharp phase transition at a preset temperature. Heating or cooling elements within the tube are required to control the stiffness. No prototype has been developed in this study, however. Loeve recommends clamped cables (Forguide) and stiffening polymers (PastoLock) as the way forward for his successors.

Jos Wassink “Every exit is an entrance,” Dr Arjo Loeve joyfully remarks at the end of his propositions. But, as any gastroenterologist will testify, pushing a flexible hose up someone’s bum can be a heck of a job. Especially the first S-shaped part is notorious for its sharp turns and its unpredictable anatomy. A flexible hose, which an endoscope, despite all its complexity, basically is, will incidentally buckle up in the curves and be impossible to advance.

www.pdeng.tudelft.nl/cpd

Elements that stiffen at will may make controlling endoscopes easier. (Photo: Biomechanics Lab, 3mE)

one of these in a clinical demonstration. “It seems that there is still a lot of work to be done on this subject,” Loeve concludes in his PhD thesis. He shows how shaft-guidance may be achieved by two elements in a tube that can be stiffened alternatively: the stiffened element serves as a rail supporting the rest of the tube sliding over it. For a next curve, the other element is stiffened up to take over the guiding. The stiffening elements may be arranged parallel on opposite sides of the tube or concentrically, depending on the mechanical realisation. In his thesis, Loeve compares three different mechanisms for these stiffening elements: vacuum tubes, clamped cables and miracle polymers. The vacuum tubes may be compared to a hard pack of sealed coffee that

Oleksandr Zverkhovskyi. (Photo: Daan Vos)

Ships ‘floating on air’ Name: Oleksandr Zverkhovskyi (MSc) Nationality: Ukrainian Supervisors: Prof. Tom van Terwisga (3mE-MTT, Ship Hydromechanics and Structures), Prof. Jerry Westerweel and Dr René Delfos (3mEP&E, Fluid Mechanics section) Subject: Ship drag reduction by air lubrication Thesis Defence: In one year Arjo Loeve, ‘Shaft-guidance for flexible endoscopes’, 12 June 2012, PhD supervisors Prof Jenny Dankelman and Dr Paul Breedveld (3mE).

cover ”I recently came up with this idea of using scrabble to illustrate my thesis, as I have been playing the scrabble game, Wordfeud, a lot on my smart phone. At first I was thinking of putting the image of an open book on the cover, but I think this design is better. My research is about simplifying search engines using matrix computation. The matrix with numbers under the magnifying glass represents the method. The scrabble words, like music, rhythm and bigband, represent the collection of information to be searched. They are chosen from my hobby, swing dance. Using words from my thesis like array, query and database, instead, would have been

boring. The cover idea was mine. A friend made it. My fellow swing dancers like it a lot, too. Thanks to the illustration, it’s easy for them to understand what I’m talking about.”

Roberto Cornacchia, ‘Querying sparse matrices for information retrieval’, 29 May 2012, PhD Supervisor Professor Arjen de Vries (EEMCS faculty).

Blowing air underneath the ship’s hull seemed to reduce the local skin friction drag up to 90%, greatly reducing the energy consumption of propulsion. These figures, based on early laboratory results, sparked wild dreams about fuel reduction in the shipping industry a decade ago. But implementation efforts proved inconclusive, nonetheless. Four years ago, this apparent contradiction motivated two Maritime Engineering departments to collaborate with other universities on a quest to discover the physical mechanisms that occur around air bubbles and air bubble lubrication in general. Two PhD students from TU Delft embarked on projects to find explanations and further possibilities for implementation. The results are convincing, but surprising. Marc Harleman was the first to start with his PhD study. Developing his test set up, Harleman examined the interaction between ‘micro’ – very small, non-deformable – bubbles and the surrounding water flow. Overcoming many obstacles, he explored the mechanisms of micro bubbles interacting with a turbulent flow, but concluded that there is no significant fuel reduction to gain from using micro bubbles around the hull of the ship. Oleksandr Zverkhovskyi (MSc) started his doctoral study about two years later and chose a different direction, based on the findings by Harleman. He examines the use of an air ‘film’ – a layer of air – on the bottom of the ship between the hull and the water to reduce the friction drag. Including the effect of turbulence on the air film, Zverkhovskyi not only explores the relevant physical mechanisms but also concludes that implementation of this technique can actually be realized. Currently, Zverkhovskyi is narrowing down his research and examining the stability of air cavities in his experiments. Future developments are promising, especially for inland waterway shipping. Supervisor Tom van Terwisga: “What I think is realistic is to expect a 10% fuel reduction on inland waterway shipping with this sort of technique, and that is a conservative estimate”. (DV)


DELTA. 17 14-06-2012

international students

06

A formula for success International students Eckart Kunze and Ashim Pandey are key members of TU Delfts successful Formula Zero racing team. CHRISTOPH BECKER It was 23 August, 2008, when the first hydrogen-powered car race was held in Rotterdam. Over two physically and mentally stressful days, the question continuously running through the TU Delft team members’ minds was: “Did we do everything possible to get the best out of our car?” They did. After two races, against five other university teams from the United States, England, Spain and Belgium, TU Delft’s Formula Zero Team declared the winners. Since then, the team improved the car’s design, building a new car every year and never shrinking from the challenge of producing improved ‘green’ energy-driven vehicles. Prior to 2011, the Formula Zero Team’s three cars were basically glorified gokarts. After 2011 however the step was taken to the next level: the team’s first formula car, called ‘Force IV’, was a great success, breaking the world record for hydrogen-powered cars. The team is currently working on a new track racer, which will have its first test on 11 July at the Formula Student race held in the United Kingdom. The team’s plans are clear: to be at the forefront in the application of

fuel cell technology and knowledge. TU Delft’s Formula Zero Team is also important in that it has an international student component: Eckart Kunze, from Germany, and Ashim Pandey, from Nepal, are key members of this year’s team and say the opportunity to be involved in this particular student project had a big influence on their decisions to study at TU Delft. “When searching for a university to study abroad at for my Erasmus exchange year, I selected TU Delft mainly because I wanted to work in the Formula Zero Team,” confirms Kunze, a 5th year MSc mechanical

The team’s first formula car, called ‘Force IV’, was a great success, breaking the world record for hydrogen-powered cars engineering student at TU Dresden. Arriving in Delft last September, he quickly got involved in the project, becoming responsible for the design of the car’s chassis and bodywork. Pandey, a second-year BSc aerospace engineering student, is also fully engaged in team activities, but still focuses more on his regular studies. “While searching for universities, I received a brochure about TU Delft and read about the opportunity to be part of the Formula Zero Team,” Pandey recalls. “My enthusiasm for this car and project led

what’s cooking to my decision to attend TU Delft.” To be accepted as a new team member, Pandey was interviewed by the team’s chief engineers, in order to determine the right spot for him within the team. “Because of my field of study, it was decided that I should work on the car’s aerodynamic structure - the chassis,” Pandey explains. “Because of the connection between the shell and the cooling system, I got the chance to work in a totally new field. But without having any earlier experiences in working with something similar, I had to read a lot about different configurations of side F1 cars’ side pods. After doing that, I was able to figure out the right configuration for the design needed.” Pandey credits the relaxed atmosphere and helpfulness of the other team members for making his work much easier. “By applying knowledge I’d never used before and learning new skills, you also get a greater understanding of the science you’re confronted with in your regular studies,” he adds. “For a student, that’s a valuable experience I’m fortunate to be having.” For Pandey, the importance of being part of the Formula Zero Team transcends his work on the car: “The opportunity to make friends with people who have the same interests helped me grow in a new social environment far from home.” As Pandey’s home in Nepal is some 9000 km from Delft, he loves the fact that he can spend weekends and evenings socializing with his teammates, enjoying shared meals and outdoor BBQs. For the next two weeks, Kunze and Pandey have loads of work ahead of them, as they scramble to finish their work on ‘Force V’ ahead of the team’s presentation, on 23 June, of their new racing car on the Spuiplein in Den Haag. After that, ‘Force V’ will be loaded onto a trailer for the ride to its first real race in England on 11 July. As ‘Force V’ will be the only hydrogen-powered car among the 110 other competitors, the Formula Zero Team must prove yet again that it has a winning formula for environmentalfriendly driving.

www.formulazero.tudelft.nl

Eckart Kunze and Ashim Pandey. (Photo: Sam Rentmeester)

(Photo: Pat Hong)

Coca-Cola Chicken For those who are extremely clumsy in the kitchen, Coca-cola chicken is definitely your perfect solution for the desperate moments of searching for something to bring over to a potluck party. Well-known for its easy-to-get ingredients, easy-to-make steps, and also its ‘zero-failure’ rate, Coca-cola chicken surely captures the hearts of many housewives who wish to quickly throw together a delicious home-cook dish. It is also a popular party-dish for Chinese students living abroad, craving something Asian without having to put too much effort into gathering ingredients. The preparation of coca-cola chicken is very similar to making a soy-sauce chicken, a common Cantonese dish. For the most basic version, you just need some onions and scallions, a can of coke, a little bit of soy-sauce, some chicken, and you’re all set. It doesn’t require any sophisticated cooking skills or accurate steps, while offering ample flexibility of variation in the ingredients, depending on your personal taste. Different parts of the chicken determine the main textures: chicken wings for those who love to chew on bones; chicken breasts for meat-lovers; and drumsticks for those yearning for a taste of the countryside. Spicing up the dish with ginger, pepper or a hint of rice wine or dry sherry is up to you: just remember that this is a dish perfect for dummies in the kitchen and there’s no way you’ll ruin the chicken as long as you remember to add Coca-cola and soy sauce! Coca-cola chicken is actually the first proper dish I learned to make while studying abroad. Having always been less-than-adequate in the kitchen, I recall the surprised and proud look on my family’s face when I presented this dish garnished with fresh scallions and a hint of ginger during one of my visits home. Even my sister, who is always highly skeptical about my cooking skills, made some nice comments about the slight sweetness of the tender meat enhanced by the Coca-cola. And, just like how the dish is pronounced in Mandarin Chinese – as ‘joyful chicken’ - the sheer happiness of sitting together with my family and fighting over who gets the larger pieces certainly captures the best moments of Coca-cola chicken. (PH) For those who are just as clumsy as me in the kitchen but wish to show off your cooking skill with something simple yet creative, just go to delta.tudelft.nl/ for an online version of this article with step-by-step instructions.

news below sea level This week’s roundup of what’s been making headlines in the Netherlands begins with the news that Dutch Prime Minister Mark Rutte remains a supporter of the euro, saying that he believes that in 50 years time the euro will still be the European Union’s one currency. Meanwhile, Rutte’s ruling coalition partner, Geert Wilders, of the Freedom Party, lost the case he brought against the European rescue fund. Wilders objected to the creation of the European Stability Mechanism (ESM), but a judge ruled that this isn’t sufficient legal grounds for preventing the Dutch Parliament from ratifying the ESM fund, which will involve the Netherlands committing 4.5 billion euros to the fund, and an extra 35 billion in future if EU economies continue to struggle. Wilders wanted to delay ratification until after the next general election in September. Elsewhere, Amsterdam remains an expensive place to live, but is now less expensive for expats compared to last year. Amsterdam ranked 57th, down 7 spots from last year, in Mercer consultancy agency’s ranking of the world’s most expensive cities. Tokyo remains the most expensive city, while Karachi, Pakistan, is the cheapest city for expats. Meanwhile, ING Bank released a report calling for major innovation and investment in the Dutch travel sector, or else the Netherlands will continue to experience a decrease in numbers of tourists visiting the country

annually. Wednesday’s Euro-football match between the Netherlands and Germany prompted the Dutch border town of Kerkrade to adopt emergency by-laws for the town’s street that runs along the German border, which will be patrolled by joint Dutch and German police patrols during the match. The bylaw ends 30 minutes after the match’s final whistle. Over the past decade, the Netherlands has paid 79 million euros in compensation to people wrongly imprisoned for crimes they didn’t commit. It costs 200 euros per day to jail a person in the Netherlands, which leads all 27 EU countries in the number of false imprisonments. A court in Haarlem ruled that Schiphol Airport can capture and gas to death flocks of geese at the airport. The geese pose risks to planes landing and taking off. Fauna Bescherming, a Dutch animal rights group, opposed Schiphol’s geese extermination plan, but a judge ruled extermination will reduce risks of aircraft collisions and accidents. Dutchman Eric Heerema sold his 1962 Ferrari 250 GTO to a US billionaire for 35 million dollars. Heerema bought the car ten years ago for 8.5 million dollars. Only 39 Ferrari 250 GTOs were ever built. Police are using students to help track paedophiles, pimps and others committing identity fraud on dating and chat websites. The students report suspicious posts and chat profiles to the police. Royal Dutch Shell and consortium

partners will invest 1 billion dollars in oil exploration in Kazakhstan, where a oilfield discovered in 2000 is said to hold reserves of 9 to 13 billion barrels of oil. A former commander of al-Shabaab, a Somali-based al-Qaeda-affiliated group, claimed that secret cells in the Netherlands are preparing terrorist attacks in the country. And finally, there are now more electric car charging poles in the Netherlands than the number of electric cars. There are 2,850 charging poles but only 1,560 fully electricpowered vehicles registered in the country. “Our objective is 10,000 poles,” said a spokesperson for E-laad, the company that installs the poles. Each pole costs 6000 euros. (DM)


DELTA. 17 14-06-2012

international students

07

Striving to define privacy Privacy is a hot-button issue in our internet age, but as a recent conference at TU Delft revealed, as yet nobody really knows the real definition of privacy.

New dean TU Delft’s Executive Board has appointed Theun Baller as dean of the 3mE faculty, starting on 1 July 2012. Baller (55) studied physics at the University of Amsterdam and obtained his PhD for fundamental process research at the University of Twente. Since January of this year, he has been Open Innovation Program Manager at TU Delft. Previously he held various positions at Philips Research, the last ten years of which he was an active member of the management team as Chief Operating Officer and Program Manager. “Theun has always worked at the interface of science and business. He was a researcher and later gained extensive experience working with scientists to stimulate successful research,” said Rector Magnificus Karel Luyben. Baller succeeds Marco Waas, who was dean of the 3mE faculty until the beginning of this year.

AAFKE VAN DEN BERG Privacy is often-debated subject, especially in relation to advancing technologies, like social networking sites, cookies and CCTV cameras. Despite the need for clear legislation, though, no clear definition of privacy exists. Martijn Blaauw, assistant director of the 3TU.Centre for Ethics and Technology, and research fellow in the Technology, Policy and Management (TPM) faculty’s philosophy section, suggests a completely new field within philosophy to find a proper definition of privacy. He was the main organiser and chair of a three-day conference, titled ‘Epistemological Problems of Privacy and Secrecy’, held last weekend at TPM. Blaauw’s specialism is epistemology (the theory of knowledge), and this was the first-ever conference on this topic. “Jurists, sociologists, anthropologists and philosophers have all tried to formulate a good definition of privacy,” he explains. “It’s strange that nobody ever thought about privacy from an epistemological point of view. The relation between privacy and knowledge is obvious, since privacy is about knowing personal data.” Blaauw briefly offers a short introduction to epistemology, before discussing the conference’s key topics: “There are several branches in philosophy, which all try to answer different questions: for example, ‘what is love’ or ‘what is wisdom’. Epistemology deals with the question: ‘what is knowledge’? When do you know something? “Epistemologists have largely concluded that three conditions must be fulfilled for a person to know something. A person knows that a certain proposition is true if and only if, one, that proposition is true; two, the person believes the proposition is true; and three, the person is justified in believing the proposition true. So, for example, if a person predicts that he’ll win the lottery and he does, then the person still didn’t know he was going to win, because he wasn’t justified to believe that. It was just wishful thinking. Thus, summarized, knowledge is defined as justified true belief.” How can epistemology help arrive at

Foreign eye

Ukrainian fans cheer as Shevchenko scores a second goal in the match against Sweden at the 2012 European Championships, which is the one major event that truly unites Europe. For hardcore sport fans it’s a time to unleash their inner beasts, but even people who don’t care much for football are swept up in the excitement. At what other time of year is it appropriate to paint yourself in bright colors, scream your lungs out and act like a crazy drunkard on a Tuesday afternoon? For TU Delft’s international students it’s the perfect opportunity to blend in with the orange Dutch mass, or to proudly wave their own country’s flag in defiance. For me, as a Ukrainian, it’s a doubly exciting event: for the first time in its history, the European Championship is hosted in my home country. It’s heartwarming to see Europe’s friendly, wild football fans gather in camaraderie to cheer and party in the places I’ve known as ‘home’. (Photo: Tetiana Motsyk)

news in brief

Join the Pipe Martijn Blaauw: “In what context is personal information privacy sensitive?” (Photo: Sam Rentmeester)

a good definition of privacy? Before answering, Blaauw adds some nuance. “On one hand, there’s informational privacy, and on the other, the right of self-determination, or tort,” he explains. “Informational privacy considers obtaining various personal data about a person, like for example hair colour, date of birth, sexual orientation, etc. Privacy of self-deter-

‘The relation between privacy and knowledge is obvious’ mination is about control over your own life, including your body. If the government decides to forbid abortion, that’s a violation of privacy of self-determination. During this conference, we were interested in informational privacy.” An example of informational privacy is electronic medical records, which can benefit patients and doctors. However, if the wrong person gains access to medical files, a patient’s informational privacy has been violated. To formulate proper regulations for medical records, a proper definition of privacy is required.

Potential harm

What exactly then constitutes personal data? Blaauw: “The term personal data can refer to any piece of information about a person. However, when a person’s personal data are known by someone else, it doesn’t necessarily mean privacy has been violated. Most people don’t care if I know their hair colour; however, your hair colour could be important private information if the police are searching for you. Any personal information is therefore potentially privacy sensitive, depending on the context. The question

then is: in what context is personal information privacy sensitive?” Blaauw says the ultimate purpose of philosophical discussions of privacy is to advise jurists and engineers on the best way to legally protect informational privacy. Jeroen van den Hoven, professor of moral philosophy at TU Delft, has a suggestion for solving technical privacy issues. “The solution isn’t to make privacy-sensitive information either public to everyone, or to nobody, but to control the accessibility to personal information for each person,” he explains. “Technology’s already capable of controlling this, so it’s therefore important that conclusions from this conference are discussed with engineers for feedback.” Also speaking at the conference was Daniel Domscheit-Berg, who left Wikileaks in 2010 to start his own whistleblowing website, OpenLeaks. The fuss around Wikileaks shows the importance of discussing epistemological problems of secrecy, another conference topic. “Do citizens have a duty to reveal governmental information when they find it?” Blaauw asks. “My first reaction is that complete transparency isn’t always wise or sensible.” In late 2012, Blaauw will organize a second conference on epistemological problems of privacy and secrecy, inviting more than just philosophers to attend. “I’d like philosophers, jurists and engineers to discuss the subject together,” Blaauw concludes. “Since last weekend’s conference was the first on the topic, more questions were raised than answers given, but the search for a good definition of privacy has started.”

TU Delft and charity, Join the Pipe, are asking all students and staff to drink tap water and refill their bottles at one of the two new Join the Pipe tap water points on the TU Delft campus. The first water point was presented on 1 June at Sport & Culture during the summer festival. In the coming week, a second water point will be installed outside the Aula. The installation of two water points from Join the Pipe was the initiative of two TU Delft students. Placing these water points outside makes it easier for students and staff to fill up a bottle with tap water instead of buying pre-packaged water. Tap water is also better for the environment as it doesn’t leave behind any waste and doesn’t need to be transported by road using trucks. For every tap water point, Join the Pipe finances a water project in a developing country.

Future education Will the students still sit in classrooms and lecture halls in future? Two students and a team of two other students are compiling a report that aims to predict the future of education. The will reveal their findings during the opening of the next academic year. The plans of Wouter Verbeek, Hildo Bijl, Veronika Heidegger and Alexandros Christodoulou are less far-fetched and less science fiction than expected, but should be interesting for TU Delft. The conclusions suggest that each student must find the manner of learning that suits them best, be it via online lectures, workshops or study groups, or purely theoretical books or practical how-to books.

Less innovative A recent report by TNO states that although the Netherlands’ economy is doing well, the country has an average grade in Europe for its level of competition and innovation. This despite the fact that the Netherlands invests more than the EU average in developing its knowledge economy. Nevertheless, with fewer people employed in innovation-linked sectors, the country has dropped below the EU average. The report also states that relatively few Dutch students, especially female students, opt to pursue careers in science and technology. TNO warns that the government and private sector must do more to improve innovation departments within large companies or else the Netherlands will fall further behind leading countries like China and Germany. More controversially, the reports states that some Dutch companies will need to be taken over by foreign multinationals in order to prosper.

Fans for hire In a stunt aimed at raising money for the UN children’s charity UNICEF, a group of thousands of Belgian football fans offered to cheer for whichever country made the highest bid during the 2012 European Football Championships in Poland/Ukraine. An anonymous Dutch sponsor bid 3000 euros via Ebay and now the Belgians, whose country’s national team did not qualify for the European Championships, will be dressing in orange form head to toe and loudly willing the Dutch on to victory, while also only eating Dutch food for however long the tournament lasts for the Dutch team and learning the words to the Dutch national anthem, Wilhelmus.

Plagiarism Some 150 Erasmus University law students are suspected of having committed plagiarism during a business law exam. The students however say that they were allowed to draw inspiration from published texts. The exam was an assignment in which the students drafted a corporate acquisition agreement. A standard plagiarism digital check of the exam papers found that 150 of the exams had plagiarized an average 70 percent of the content from other published sources.


DELTA. 17 14-06-2012

lifestyle

08

Snelste balsport op twee benen Het gaat goed met lacrosse in Nederland en met The Barons uit Delft in het bijzonder. Het mannenteam van de vijfjarige vereniging werd begin juni landskampioen. Daarnaast levert de studentenvereniging zes internationals voor het aanstaande EK in Amsterdam. Jimmy Tigges “Ik had er een hard hoofd in”, zegt aanvaller Lex Janssen over de finale van de play-offs tegen The Amsterdam Lions. De titelhouder van de afgelopen drie seizoenen werd op een Haags voetbalveld met 8-6 verslagen en daarmee door de Delftse lacrossers onttroond als landskampioen. “In de reguliere competitie verloren we van ze, maar nu ging het zó goed.” Voor het eerst tegen Amsterdam stond zijn ploeg bijna de hele wedstrijd op voorsprong. “Meestal zijn we niet scherp in het begin. We komen altijd met 1-0 achter; ook als we met 27-3 winnen. Dat gebeurde nu niet. En we zakten tijdens het derde kwart ook niet in, zoals meestal.”

Drie jaar geleden eindigde The Delft Barons nog onderaan in de derde divisie. “Het is echt een mooie weg geweest daarna”, zegt Bram Durieux. Volgens de verdedigende middenvelder is de club enorm gegroeid in haar pas vijfjarig bestaan. “Ik zat laatst oude foto’s te bekijken. Het vrouwenteam bestond uit een clubje van zes, te weinig om wedstrijden te kunnen spelen. Nu bestaat de selectie uit twintig dames.” Afgelopen seizoen misten de vrouwen op het laatste moment promotie naar de hoogste divisie. Het was Philip Heijkoop die als eerstejaars werktuigbouwkundestudent in Delft in 2007 The Delft Barons

Lacrosse is een sport waarin een beoefenaar bij uitstek zijn fysieke voordeel kan uitspelen oprichtte. Op de internationale school in Brussel was hij in aanraking gekomen met de sport die eeuwen geleden haar oorsprong vond bij de indianen. Het is de snelste balsport op twee benen, zeggen de beoefenaren. Teams bestaan uit tien mannen of twaalf vrouwen. Met een schepnetje aan een stick proberen zij de bal te vangen en die door te zwiepen naar een mede-

speler om ‘m uiteindelijk in het kleine doeltje te deponeren. De bal afpakken doe je door je tegenstander op zijn stick te slaan of opzij te duwen. Snelheid komt daarbij goed van pas, maar wie sterk is laat zich lastig de bal afnemen. Lacrosse is een sport waarin een beoefenaar bij uitstek zijn fysieke voordeel kan uitspelen. Durieux: “Voor iedereen die een beetje sportief is aangelegd is het een uitdaging. Het is een stap om aan het spelletje te wennen. Sommigen hebben in een keer de klik en willen niets anders meer. Anderen houden het bij voetbal.” Volgens Tim Wunderlich is het niveau flink gegroeid sinds de oprichting. “Drie jaar geleden zijn er een paar goede spelers met een atletische achtergrond bij gekomen.” Wunderlich doelt met name op Ingmar Bolderink. “Iemand met een sportieve achtergrond in basketbal, honkbal en wielrennen. Een pure atleet die de sport heel snel onder de knie had. Hij kan alles. Hij is een goede verdediger, vanwege zijn snelheid en sterkte. Hij kan zelfs keepen als het moet.” Met de genoemde Janssen, Durieux, Heijkoop, Wunderlich en Bolderink zijn op Joshua Ledderhof na de Delftse internationals genoemd die op het komende EK in Amsterdam zullen uitkomen. Voor Oranje, behalve Wunderlich die voor zijn vaderland Duitsland speelt. Pikant, want het openingsduel dat op 20 juni plaatsheeft in het Olympisch stadion gaat tussen Nederland en Duitsland. Bang voor Nederland is Wunderlich niet. “Engeland is zwaarder”, zegt hij over het land dat met Duitsland wordt gezien als belangrijkste favoriet. Durieux gelooft desondanks in kansen voor Oranje. Nederland eindigde op de vorige EK, vier jaar geleden in Finland, immers als tweede. Bovendien is een zeer ervaren Amerikaanse ex-topspeler aangetrokken als coach. Overigens wordt er ook een EK voor vrouwen gehouden in de zomer. Met Michelle Hoogwout en Anne Koelewijn levert de Delftse studentenclub ook hier twee afgevaardigden aan de nationale selectie.

De internationals van The Delft Barons, van links af: Tim Wunderlich, Ingmar Bolderink, Lex Janssen, Bram Durieux en Philip Heijkoop. Joshua Ledderhof ontbreekt. (Foto: Sam Rentmeester)

time out

Battle voor de beste move Op de één of andere manier lijkt het een wat ondergesneeuwd muziekgenre onder studenten, hiphop. Zonde, want je mist een hoop. Gelukkig is er een Haagse hiphoptiendaagse. Voor de ingewijden is het al jaren een vast agendapuntje: het festival I Love Hiphop in Den Haag. Dit jaar pakt de organisatie het groter aan, met een Haagse hiphoptiendaagse voorafgaand aan het festival. Mocht je je nou echt nog nooit hebben verdiept in hiphop, dan is dit het moment om er eindelijk eens mee te beginnen. En voor liefhebbers is het evenement niets anders dan tien dagen smullen. Locaties door de hele stad doen mee, van het strand in Scheveningen tot in het Zuiderpark en alles wat daar tussen ligt. Na de pre-party in de Supermarkt op vrijdag 15 juni, begint de tiendaagse op zaterdag 16 juni officieel met de zevende editie van het North Sea Jam Festival in Scheveningen, waarbij breakdancers uit de hele wereld battelen om de beste moves. Tijdens dat-

zelfde festivalletje vindt trouwens de finale plaats van de Road To Parkpop, die moet leiden naar een podiumplaats op Parkpop, 24 juni. Maar goed, hiphop is in de eerste plaats natuurlijk muziek, dus puilen de tien dagen vooral uit van rap en, niet te vergeten, graffiti. Voor dat laatste komt onder anderen de Deense graffiti-artiest Swet van de crew The Wild Style naar Den Haag, om in totaal achthonderd vierkante meter graffiti in de stad te spuiten. Ook maakt hij een expositie in Artifac, die vanaf 21 juni te zien is. De lijst muziekartiesten is eindeloos, maar hoogtepunt is het I Love Hiphopfestival tijdens Parkpop, dat de tiendaagse afsluit. Denk Kleine Viezerik, natuurlijk Kraantje Pappie, Grote Prijs-winnaar Typhoon en Jimmy G. Kijk eens, en dát in combinatie met de mainstream grote acts van Parkpop zelf, onder wie Amy Macdonald, Blaudzun, Adam Ant en Bettie Serveert. Het beste van twee werelden, kant-en-klaar en gratis in je schoot geworpen. Bumpin’! (JH)

Hiphop Tiendaagse en I Love Hiphop, van vrijdag 15 tot en met zondag 24 juni op diverse locaties in Den Haag. www.ilovehiphop.nl

sport

Na de promotie sleepten de hockeysters van DSHC (zwart/rood) op de laatste speeldag ook nog het kampioenschap binnen van de tweede klasse. (Foto: Sam Rentmeester)

Voor de hoogste damesploeg van DSHC was het zondag een spannende dag. De hockeycoryfeeën van het corps waren als zekere nummer twee al enkele weken verzekerd van promotie naar de eerste klasse. De absolute kers op de taart zou natuurlijk het afdelingskampioenschap zijn. Geen onrealistische gedachte, want het verschil met lijstaanvoerder De Pelikaan bedroeg voor aanvang van de laatste competitiedag slechts twee punten en de Roosendaalse vrouwen stond een zware uitwedstrijd tegen de nummer drie, Warande, te wachten. Zelf had DSHC op eigen terrein weinig moeite met laagvlieger Rapide. De 5-0 eindscore stond halverwege al op het bord. “Eén minuut voor tijd hoorden we van onze coach dat De Pelikaan verloren had en wij dus kampioen waren”, vertelt Minke Albers. “Hij wist al eerder dat ze achter stonden, maar wilde onze concentratie niet verstoren. Het was echt fantastisch. Er was champagne en er waren speciale T-shirts bedrukt. Na een triomftocht op de rondvaartboot hebben we een groot feest gevierd”, aldus de nog hese aanvoerster een dag na de wedstrijd. Een dag eerder gingen enkele wielrenners van WTOS de strijd aan in een koers in het Belgische Callenelle. Een omloop van vijf kilometer met onder anderen ruim honderd Belgische en Franse coureurs aan de start. Toen er na een kilometer of vijftien vier man vandoor gingen, besloten Rob Lokate en Dirk Jonker daar met twee anderen naartoe te rijden. De Delftse coureurs reden zo’n zestig kilometer mee in de kopgroep. Anderhalve ronde voor het einde sloot ook ‘Cowboy’ Lennart Weerts van WTOS zich na een lange achtervolging aan. “Hij wist op dat moment niet meer wat te doen”, aldus clubgenoot Erik Altena. “Daarom besloot hij op kop van de groep het tempo omhoog te trekken.” Het gezelschap viel uiteen en Lokate profiteerde. “Er reden nog twee renners voor hem en hij ging erop en erover.” Lokate leek de koers te gaan winnen, maar doordat de jurywagen niet genoeg afstand hield bij een 250 meter voor de finishlijn geparkeerde ambulance moest de Delftse student in de remmen. Zo werd hij op de valreep door een van de achtervolgers gepasseerd. Een week eerder maakte de Delftse afvaardiging op het Groot Nederlands Studenten Kampioenschap in Eindhoven weinig indruk. De TU-ploeg eindigde overall als achtste van de dertien deelnemende universiteiten en hogescholen. De enige tak van sport die Delft wist te winnen was badminton. (JT)

Tips? Jimmy.tigges@hetnet.nl

Stephan


DELTA. 17 14-06-2012

lifestyle

09

Vakmanschap is zusterschap

apps

Je bent een creatieve starter, vers van de TU, en je wilt wat. Iets inspirerenders dan de gladde wanden van YesDelft in elk geval, en graag in de binnenstad. Bedrijfsverzamelgebouw De Zuster biedt – hoe kan het anders - hulp.

Movies zonder maagklachten De terrassen staan blank, de stufi is er doorheen, dus wat doe je dan? Movie night met je huisgenoten natuurlijk! Met een snack die zowaar nog valt binnen de houdbaarheidsdatum.

Jorinde Hanse ‘Ze legt haar koele handen op m’n voorhoofd / en kijkt me even onderzoekend aan / ze helpt me bij het drinken van wat water / zuster blijf nog even bij me staan / nachtzuster wat moet ik zonder jou beginnen.’ (Doe Maar) De nachtzusters van het eerste ziekenhuis van Nederland, dat in de dertiende eeuw werd gebouwd aan de Koornmarkt, zijn al lang vertrokken. En aan de zusters die er eeuwen geleden werden opgeleid, herinneren alleen nog de lange, hoge gangen en grote ramen. In het pand zijn sinds kort pas opgeleiden van heel andere orde aan het werk: voornamelijk startende zelfstandigen van industrieel ontwerpen en bouwkunde. Een centrum voor creatieve ondernemers, moet De Zuster worden. Middenin in de stad, waar het allemaal gebeurt. “Creatievelingen hechten niet aan voorgekookte ruimtes en gladde wanden”, denkt ontwikkelaar Meijerink. “Die willen hun eígen ruimte creëren, zelf de hand hebben in de uitstraling van hun bedrijf. Het zijn ondernemers op fiets; ze willen in de binnenstad zitten, dicht bij de kroeg.” Niet dat er iets mis is met die gladde wanden, zoals in een ander belangrijk startup-pand in Delft: YesDelft. De vastgoedontwikkelaar heeft dat nota bene ook in beheer. “Net als Bacinol aan de Hooikade en Radex, aan de Kluyverweg”, benadrukt hij. Hij weet daardoor als geen ander hoe ondernemers van elkaar verschillen – niet alleen qua vakgebied, maar ook qua behoeften. Niet voor niets zitten in Radex vooral ict’ers en in De Zuster vooral ontwerpers, denkt hij.

Waar eeuwen geleden zusters werden opgeleid in het eerste ziekenhuis van Nederland, beginnen creatievelingen van de TU nu hun eigen bedrijven. (Foto: De Zuster)

Toch is het juíst niet de bedoeling dat zich in De Zuster alleen maar industrieel ontwerpers en bouwkundigen vestigen. Meijerink heeft een visie, en selecteert zijn huurders daar min of meer streng op. Een creatief ecosysteem moet het worden, met links met het bedrijfsleven, de TU en de stad. Een broedplaats vol kruisbestuiving. “Er mag bijvoorbeeld ook een accountant in, want die ontwerpers moeten toch hun administratie doen. En een

‘De meeste hoog opgeleide creatieve starters uit Delft vertrekken direct na hun studie naar steden als Rotterdam en Amsterdam’ tekstschrijver. Of een ict’er. De kunst is een dorp te creëren waarin alles vertegenwoordigd is: een timmerman, een smid en een kruidenier – maar dan op TU-niveau.” Handig, want zo kan iedereen elkaar helpen. De ontwikkelaar hoopt dat te stimuleren door het organiseren van evenementen (vooralsnog vooral borrels) en creatieve sessies. Al kan een spontane ontmoeting tijdens een sigaret op één van de balkons al wonderen verrichten.

In het oude zusterhuis zijn daarom aller rkplekken te vinden, van werkruimtes voor bedrijven, tot ontmoetingsplekken voor studenten en zzp’ers, flexwerkplekken en een prototyperuimte. De Zuster wordt pas in september officieel geopend, maar veel huurders zijn er al sinds begin mei aan het werk. Zo’n tachtig procent van de ruimte is inmiddels verhuurd. Een genot voor Jurre Antonisse, ook één van de initiatiefnemers van het bedrijfsverzamelpand. “De meeste hoog opgeleide creatieve starters uit Delft vertrekken direct na hun studie naar steden als Rotterdam en Amsterdam. Die hebben een veel verder gevorderde creatieve industrie. De Zuster laat zien dat ook Delft een rol speelt in creatieve innovatie.”

www.dezuster.com

Ken je dat? Je hoofd loopt over van stapels films die je echt nog een keer wilt zien, maar als puntje bij paaltje komt en je klaar zit voor een filmavondje met vrienden, heb je geen idee meer wat je moet bestellen. Het is het bestaansrecht van de app MovieNight. Daarin kun je bijhouden welke films je wilt zien, welke films in de bioscoop verschijnen en welke dvd’s je hebt uitgeleend aan vrienden. Je wensenlijst kun je natuurlijk delen en als klap op de vuurpijl zit er een datumprikker in om die filmavond met je matties nu eindelijk eens vast

te leggen. Moet je ze nog uitleggen waar de film over gaat of wie erin meespelen? Eitje: want uiteraard is de app gewoon gekoppeld aan Imdb. Tjonge, dat scheelt een hoop frustratie. Al zou het helpen dat de bitterballen die je speciaal voor de gelegenheid uit de vriezer vist, niet over datum zijn. Maar ook dáár heb je een app voor: My Food Reminder. Die houdt bij wanneer de houdbaarheidstermijn van je etenswaren – al dan niet ingevroren – verloopt. Ja ja, daar gebruikt je moeder van die handige diepvrieszakjes voor waar je gewoon de datum op kunt schrijven, maar geef toe: heb je die ooit weleens gekocht? En dan nog: vind dat vergeten pakje gehakt maar eens terug in de vriezer, achter de bakken ijs, ovenpatat en kippenbouten van je huisgenoten – allemaal ook zonder datum natuurlijk. Behalve je goede humeur behoud je er meteen je centen mee, want zonder de app had je vast en zeker al lang bij de snackbar gezeten. Voor verse, houdbare bitterballen. (JH)

My Food Reminder Pro Leuk ***** Handig ***** Bediening ***** Prijs gratis

Movie night Leuk ***** Handig ***** Bediening ***** Prijs € 2,99

Platform: Android, iPhone, iPod Touch, Tablet en iPad Ontwikkelaar: Lan Wen

Platform: iPhone, iPod Touch en iPad Ontwikkelaar: Joost van der Borg

london calling

Wakker worden met een kater en een medaille om de nek Topsportende TU-studenten proberen zich te kwalificeren voor de Olympische Spelen deze zomer in Londen. Deze week: De Holland Acht (Olivier Siegelaar en Peter Wiersum). “We stoppen ermee”, reageerde twee weken geleden Olivier Siegelaar gevat op de openingsvraag ‘hoe gaat het met de Holland Acht?’ De Lagaaier gekscheerde uiteraard, maar zijn spontane grapje zou best ingegeven kunnen zijn door de heersende onvrede binnen de Acht. Een week later werd bekendgemaakt dat Antonio Maurogiavanni als hoofdcoach het veld had geruimd voor René Mijnders. De klik tussen de ploeg en de Italiaan was “een beetje weggevallen”, vertelt de andere Delftse inzittende, stuurman Peter Wiersum van Proteus. “We hebben tijdens ons verblijf in Luzern in mei nog één serieuze poging gewaagd om de boel bij elkaar te brengen. Op de wereldbekerwedstrijden daar roeiden we echt ondermaats, terwijl we fysiek

Roeiers Olivier Siegelaar en Peter Wiersum. (Foto’s: Sam Rentmeester)

niet ondergeschikt waren aan de tegenstanders. Na overleg met alle partijen hebben we zelfs nog een dagje doorgebracht bij de Luchtmobiele Brigade, de special forces van de landmacht, om de samenwerking binnen het team te versterken. Dat was nuttig hoor, maar het hielp allemaal niet.” Wiersum benadrukt zeker veel aan Maurogiovanni te hebben gehad. “Hij heeft absoluut kwaliteiten. Hij heeft ons fysiek een grote stap laten zetten. Op dat vlak horen we tot de besten van de wereld. Persoonlijk heb

ik erg prettig met hem samengewerkt en veel van hem geleerd.” Het probleem was het verschil in visie tussen Maurogiovanni en anderzijds de roeiers en technisch directeur Mijnders. Fysiek is alles dik in orde, maar technisch moet het beter, wil de boot de snelheid kunnen halen om bijvoorbeeld favoriet Duitsland voor te blijven. “Als je fysiek sterker bent maar minder snel dan de rest, dan roei je dus minder efficiënt dan de rest. We hoeven alleen maar efficiënter leren roeien in de resterende tijd.

Het verschil met Duitsland is al vier jaar vier seconden. We moeten daarom nog veel doen als we over precies zeven weken willen wakker worden met een kater en een medaille om onze nek.” Als assistent-coach is Koos Maasdijk aangesteld. Maasdijk zat in 1996 in de Gouden Acht van Atlanta die gecoacht werd door Mijnders. Wiersum: “Koos zit volledig op dezelfde lijn als René. In de kern verandert er niet zoveel, we blijven veel en hard trainen. Maar Mijnders en Maasdijk zijn wel iets meer coaches dan trainers, met voldoende ruimte voor de techniek.” Wiersum memoreert de aanloop naar Peking, vier jaar geleden, toen het echt slecht ging met de Acht. Uitgerekend hij en Siegelaar namen tien weken voor de Spelen de plaats in van twee anderen. De boot viel in China buiten de prijzen, “maar we schoven in die korte tijd wel op van een tiende plaats op de wereldranking naar de vierde. Dat was eigenlijk een fantastische prestatie. Dat kan nu ook nog. Je hoeft alleen maar in een opwaartse spiraal terecht te komen. Nu we een duidelijk plan hebben kan dat heel snel gaan. Alles ligt nog open.” (JT)


DELTA. 17 14-06-2012

interview

10


DELTA. 17 14-06-2012

interview

11

‘We zoeken op de grens van het mogelijke’ Bijzonder hoogleraar milieumicrobiologie, prof.dr.ir. Mike Jetten, heeft een Spinozaprijs gekregen voor zijn werk aan tergend langzaam groeiende bacteriën die overal zitten, maar nooit werden opgemerkt. die bijzondere reacties gebruiken om aan hun energie te komen? “We kennen sowieso nog maar heel weinig bacteriën. Ik denk dat we er zo’n miljoen kennen, waarvan we er zo’n dertigduizend ook in handen hebben. Er zijn er nog miljarden. Ik beperk me tot de bacteriën die moeilijke zuurstofloze reacties katalyseren. We doen thermodynamische berekeningen aan dergelijke reacties. We zoeken op de grens van wat nog net mogelijk is, reacties die nog net wat energie kunnen opleveren voor bacteriën. Vervolgens bedenken we, samen met onze ecologen, waar ter wereld zich de juiste omstandigheden voordoen. Daar gaan we naartoe om monsters te nemen.”

Tomas van Dijk Decennia lang is er vergeefs naar de bacterie gezocht. Onderzoekers begonnen hun geloof in het bestaan van het beestje te verliezen. De anammoxbacterie werd een soort Yeti, een fabeltjesorganisme, van de microbiologie. Maar dit celletje, dat zonder zuurstof ammonium omzet in stikstofgas en water, bleek wel degelijk te bestaan. Sterker nog, de anaerobic ammonium oxidizing-bacterie zit vrijwel overal waar weinig zuurstof is. In de modder van de Delftse grachten, op grote diepte in de oceanen en in onze riolen; overal duikt hij op. De helft van het stikstofgas in de atmosfeer is van hem afkomstig. Mike Jetten, bijzonder hoogleraar milieumicrobiologie bij Technische Natuurwetenschappen en hoogleraar ecologische microbiologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen, was één van de pioniers die de geheimen van dit micro-organisme ontrafelden. Mede hierom kreeg hij vorige week de Spinozaprijs, de grootste wetenschappelijke prijs in Nederland, waar een geldbedrag van tweeënhalf miljoen euro aan is verbonden. Het begon er allemaal mee dat het zo vreselijk stonk in Delft. “Van het afvalwater van Gist Brocades (tegenwoordig onderdeel van DSM) kwam een lucht van rotte eieren. Om klagende burgers tegemoet te komen, ging het bedrijf haar afvalwater in gesloten tanks (zonder zuurstof) verder verwerken. En een slimme ingenieur van dat bedrijf (dr. Arnold Mulder, red.) ontdekte toen, in 1988, dat er ammonium verdween uit de tanks. Hij is naar de TU gegaan, naar de groep van microbioloog prof.dr. Gijs Kuenen, en heeft voorgesteld om te kijken wat daar aan de hand was.” En het bleek het werk van de anammoxbacterie. Is hij dus door toeval ontdekt? “Bij toeval gecreëerd en door goed opletten ontdekt.” U kwam in 1994, vanuit de Verenigde Staten, naar de TU om onderzoek te doen naar deze bacterie. U viel met uw neus in de boter. “Nou ja… mijn talent was gespot. Biotech was in die tijd op zoek naar een extra talent om het anammoxonderzoek meer elan te geven. Ze dachten in mij een goede kandidaat te hebben gevonden. Ik kreeg de taak om de onderzoeksgroep te leiden en de geheimen van de bacterie te ontrafelen. Ik denk niet dat ik ze heb teleurgesteld. We hebben ontdekt hoe de bacterie het ammonium omzet. Daarvoor bleek hij een heel reactief tussenproduct te maken, hydrazine, een stof die ook wordt gebruikt als raketbrandstof.” Wat is er nog meer zo bijzonder aan deze bacterie? “Doordat hij nitraat en ammonium afbreekt (zonder zuurstof) kun je hem gebruiken om waterzuiveringsinstallaties efficiënter en duurzamer te maken. (Er zijn dan geen energie slurpende systemen nodig die zuurstof in de bassins pompen, red.) Dat is waar we vanuit ons Delftse perspectief natuurlijk als eerste naar gekeken hebben.” En dat is heel succesvol gebleken. De anammoxbacterie wordt nu wereldwijd in meer dan veertig waterzuiveringsinstallaties gebruikt. “Ja, en vorige week heeft Paques, het bedrijf waarmee we samenwerken, zijn grootste opdracht tot nu toe gekregen; de bouw van een waterzuiveringsinstallatie voor een verwerkingsbedrijf van slachtafval.” NRC Handelsblad typeerde de Spinozoprijswinnaars als ‘vrije geesten’. Jullie zouden je bezig houden met de kern van de wetenschap: fundamentele kennis vergaren. De toepassing van die verworven inzichten zou voor jullie pas van latere zorg zijn, zo schreef de krant. Maar dat klopt dus helemaal niet. “Wij zijn wel vrije geesten. Maar je moet oog hebben voor maatschappelijke toepassingen.

Wie is mike jetten?

Mike Jetten (1962) studeerde moleculaire wetenschappen aan de Wageningen Universiteit. Daar promoveerde hij in 1991 cum laude op een onderwerp uit de anaerobe microbiologie. Van 1991 tot 1994 verrichtte de wetenschapper met financiering van NWO onderzoek aan het Massachusetts Institute of Technology. Van 1994 tot 2000 werkte hij als universitair docent aan de TU Delft bij de afdeling biotechnologie. Jetten is sinds 2000 hoogleraar ecologische microbiologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen en daarnaast sinds 2002 bijzonder hoogleraar milieumicrobiologie aan de TU Delft. In 2004 richtte Jetten het Institute for Water and Wetland Research (IWWR) op. Hij was van 2004 tot 2010 directeur van dat instituut. Jetten ontving in 2008 de prestigieuze Europese ERC Advanced Grant en dit jaar was hij een van de vier wetenschappers die een Spinozaprijs in de wacht sleepten. (Foto’s: Sam Rentmeester)

Het is daarom goed dat ik aan de TU verbonden ben. Het onderzoek naar de waterzuivering is een samenwerking tussen de TU, de Radboud Universiteit Nijmegen en Paques. Fundamenteel onderzoek en toepassing gaan in dit geval hand in hand. We zijn de fundamenten van onze aarde en de fundamenten van die bacterie aan het blootleggen en tegelijkertijd houden we goed contact met de maatschappij.” Waarom bent u de fundamenten van de aarde aan het blootleggen? “Het onderzoek naar anammox leidt tot nieuwe inzichten in de wereldwijde stikstofkringlopen. We hebben de bacterie gevonden in de grote zuurstofarme zones van de oceanen, bijvoorbeeld ten westen van Zuid-Amerika en ten westen van Afrika. De helft van de totale hoeveelheid stikstof wordt door de anammoxreactie gemaakt. En het grootse deel van de stikstofcyclus van de wereld vindt in de oceanen plaats.” Is dat wat u de afgelopen jaren heeft gedaan, de anammoxbacterie uit de diepzee opvissen? “Ik word al zeeziek als ik de pont in Delft neem. Mijn teamgenoten zijn de wereld rondgegaan. We hebben gedacht: oké, als de bacterie hier voorkomt in rioolzuiveringsinstallaties, waar kunnen we hem dan nog meer verwachten? In welke ecosystemen elders op de wereld zit ook ammonium en is een gebrek aan zuurstof? En dan kom je al heel snel uit op uit de zuurstofarme zones in de oceaan. Zo gezegd, zo gedaan. Samen met het Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek en het Max Planck Instituut hebben mijn onderzoekers zeemonsters genomen uit de Zwarte Zee en de Arabische Zee. Daar hebben we al onze moleculaire technieken op losgelaten. En ja hoor, hoera, ze bleken er te zitten en actief te zijn. Dit werk heeft navolg gekregen door veel meer instituten. Die zijn ook monsters gaan

nemen. Die anammoxbacterie zit overal en we hebben hem al die tijd over het hoofd gezien.” Is het opkweken van die bacteriën moeilijk? “Het zijn moeilijk te kweken bacteriën, omdat ze heel langzaam groeien. Om de geheimen te ontrafelen, heb je een behoorlijke hoeveelheid biomassa nodig. Met vallen en opstaan – gedurende de achttien jaar dat ik er al aan werk - heb ik geleerd hoe je precies die omstandigheden creëert waarbij ze goed gedijen. Daar ben ik wereldspecialist in geworden. Je moet ze exact de juiste doses ammonium en nitriet geven, bij de juiste CO2-concentratie en de juiste temperatuur. Vooral het nitriet is lastig. Dat is een giftig goedje dat je niet in grote hoeveelheden kunt toedienen. Dat moet druppel voor druppel. Ik heb hier vooral tijdens mijn aanstelling in Delft handigheid in gekregen.” In 2000 werd u hoogleraar in Nijmegen. Waarom bent u niet als voltijds onderzoeker in Delft gebleven? “Bij de Radboud Universiteit kon ik mijn groep zelf oprichten en kreeg ik meer mogelijkheden om met moleculair geschoolde mensen samen te werken. Er waren daar ook meer faciliteiten voor onderzoek naar eiwitten en DNA. Die zijn er nu ook wel bij TU, maar destijds was dat wat minder.” U werkt nauw samen met de microbiologen van de TU. Wat voor spannends doet u samen? “We zijn een aantal afvalzuiveringsinstallaties helemaal aan het doorlichten. We brengen alle reacties en de mogelijk bijbehorende bacteriën in kaart. Het is een mooi onderzoek, dat een soort blauwdruk van de afvalzuivering moet opleveren.” Denkt u dat u nog meer bacteriën zult ontdekken

Bent u zo de methaan-etende Twentekanaalbacterie op het spoor gekomen? “Ja, die bacterie hebben we op deze manier gevonden. In methaan zit veel energie die zou moeten vrijkomen bij een zuurstofloze reactie, bedachten we. We hebben een brainstormsessie gehad met ecologen om te bedenken waar in Nederland voldoende methaan en stikstof zit. De ecologen wezen ons toen op het Twentekanaal, waar ze al lange tijd een project hadden lopen. We hebben daar modder gehaald en dat in onze bioreactoren gedaan. Een promovendus heeft die bacterie toen kunnen aantonen. Het bleek een heel bijzondere bacterie. Hij is in staat om zijn eigen zuurstof te maken. Daarmee activeert hij het methaan waardoor hij het kan opeten. Net als naar een ammonium-etende bacterie hadden mensen ook jarenlang tevergeefs gezocht naar een methaan-etende bacterie.” Heeft deze bacterie ook toepassingen voor de industrie? “We kijken nu hoe we de Twentekanaalbacterie effectief kunnen inzetten bij de waterzuivering. Daar zijn we sinds 2005 mee bezig. Dat onderzoek heeft nog een lange weg te gaan.” Op uw kamer hangt een poster met de anammoxbacterie en bacteriën die daar op lijken. Op de poster staan vier lege vakjes. Waarom is dat? “Dat zijn vakjes voor bacteriën die nog ontdekt moeten worden. Ze voeren vergelijkbare reacties uit als anammox. Maar meer wil ik er niet over zeggen vanwege de concurrentie. Ik wil degene zijn die ze ontdekt.” Vorig jaar publiceerde u met uw team uit Nijmegen een artikel in Nature over de eiwitten die betrokken zijn bij de anammoxreactie. Bent u nu helemaal klaar met die bacterie? “Nee hoor, nog lang niet. We hebben slechts een paar tipjes van de sluier opgelicht. Er valt nog veel meer te onderzoeken. Deze bacterie heeft voor de verwerking van het toxische hydrazine een organel (een kamertje, red.) in zijn cel. Dat is heel bijzonder. Bacteriën hebben normaal gesproken geen organellen. We willen weten hoe het werkt en hoe het ooit heeft kunnen ontstaan. Ik heb daar een heel team op zitten. Met de tweeënhalf miljoen euro van de Spinozaprijs, kan ik dit onderzoek voortzetten. En ik ga het geld ook gebruiken om nieuwe bacteriën te zoeken.” Kunt u wat meer vertellen over die nieuwe bacteriën waar u naar op zoek gaat. “Haha. Nee dat doe ik dus niet. Ik wil wel vertellen waar we gaan zoeken. We gaan naar mooie meren in Noorwegen. En de medewerkers willen heel graag naar de tropen, naar een aantal vulkaanmeren waar fantastische dingen gebeuren.”


DELTA. 17 14-06-2012

reportage

Dimes moet commercieel

12

Dimes bestaat vijfentwintig jaar. Maar echt reden voor een feestje is er niet. De TU bezuinigt flink op Dimes. EWI-decaan prof.dr.ir. Rob Fastenau legt uit hoe het onderzoeksinstituut commerciëler gaat worden. terugvallen.” Het is een keer aardig fout gegaan. ASML wilde detectors bij Dimes laten maken, maar week uiteindelijk uit naar Imec in Leuven. “ASML schatte in dat we niet betrouwbaar konden leveren”, reageert de decaan. “Het gaat over hun machines met een kostprijs van tientallen miljoenen euro’s. Dat maakt het heel zuur als je een bepaalde component niet op tijd geleverd kunt krijgen. Ze zijn daarom erg beducht op risico’s in het levertraject.” Met de vaste financiering die in vijf jaar tijd terugloopt van vier miljoen per jaar terug naar nul, kan Dimes zich niet al te veel van dit soort grote tegenslagen veroorloven. “Als je significant achterloopt bij de trendlijn zie je al dat het niet gaat lukken. De indicatie dat we op een goede

‘Waar we in elk geval voorzichtig mee moeten zijn is om onderzoekers of promovendi al te zeer in te zetten bij productietaken’

Dimes in de begintijd, eind jaren tachtig. (Foto: Nout Steenkamp)

Jos Wassink en Tomas van Dijk Het vermaarde chiponderzoeksinstituut Dimes (Delft Institute of Microsystems and Nanoelectronics) gaat op de schop. Uit bezuinigingsoverwegingen heeft het college van bestuur besloten de vaste financiering af te bouwen van vier miljoen euro per jaar naar nul in vijf jaar tijd. Decaan prof.dr.ir. Rob Fastenau van de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI) heeft de lastige taak gekregen om Dimes commerciëler te maken. Staat hij ook achter het plan? “Het is duidelijk dat we niet anders kunnen.” Maar het is absoluut wennen aan de nieuwe situatie, geeft de decaan toe. Hoogleraren moeten straks zelf aan-

De brede blik van boor

zienlijk meer fondsen binnen gaan halen. Fastenau: “Stel dat een professor een promovendus heeft die heel veel tijd in de cleanroom besteedt, dan moet hij daar een fee voor betalen van ongeveer vijftigduizend euro per jaar. Dat maakt de promovendus grofweg twee keer duurder dan nu. We gaan ervan uit dat de hoogleraar dat bedrag door kan leggen naar de financier van het onderzoek. We zitten nu in de fase dat we daar aan moeten wennen, en dat is best een lastig proces. Een aantal hoogleraren vindt het een hoog bedrag, en het maakt hun leven natuurlijk lastiger.” Bestaat het risico dat Dimes gaat dansen naar de pijpen van de industrie? Dat moet te allen tijde voorkomen worden, aldus Fastenau. “Onderzoek is de

De detectoren die prof.dr.ir. Lis Nanver (Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica) ontwikkelt, zijn een goed voorbeeld van onderzoek bij Dimes: fundamenteel vernieuwend en direct toepasbaar voor de hightech industrie. Detectoren met een laag van het scheikundige element boor hebben een ultradunne lichtgevoelige laag. “Deze diodes zijn een revolutie geweest voor detectie van extreem violet en zachte röntgenstraling”, zegt Nanver. Haar detectoren zijn behalve in zo’n dertig publicaties ook opgedoken in de nieuwste generatie chipmachines van ASML en de gevoeligste elektronenmicroscopen van FEI. “Lis heeft de boorlaag als nieuwe technologie ontdekt”, zegt dr. Gerard van Veen, manager science & technologie bij FEI Nederland. “Die technologie kan op veel terreinen worden toegepast. Die laag heeft zulke aparte eigenschappen dat er nieuwe mogelijkheden komen. Het begon als een geintje, vertelt Lis Nanver. Nou ja, geintje. Eigenlijk is serendipiteit een beter woord: dat je ergens naar zoekt en opeens struikelt over iets veel beters. Studenten bij Dimes waren bezig met het maken van een monolaag (één atoomlaag dik) van arseen op silicium. Dat gebeurt met een zogenaamde epi-reactor waarin normaal gesproken silicium met

primaire taak van DTC (Dimes Technology Centre, red.). Waar we in elk geval voorzichtig mee moeten zijn is om onderzoekers of promovendi al te zeer in te zetten bij productietaken.” Bedrijven willen vaak technologie die hier ontwikkeld is ook binnen Dimes produceren. En Dimes is daar ook voor in. Fastenau: “We zijn onszelf aan het voorbereiden om dit soort opdrachten te aanvaarden. Dat heeft te maken met logistiek en het stabiliseren van processen. Maar ook met de aanwezige mensen en competenties en of we waar kunnen maken wat we beloven.”

Productietaken

Het komt erop neer dat de organisatiestructuur van Dimes op de schop moet. Huidige onderzoeksopdrachten zijn op

basis van best effort. Dat betekent dat je je best gaat doen om iets te ontdekken, maar dat dat ook kan mislukken. Bij een productieopdracht moet je daarentegen binnen een bepaalde tijd een afgesproken aantal afleveren. “Dat vereist een heel andere organisatie”, aldus Fastenau. “Er is niet alleen een technisch risico, maar ook organisatorisch.” Is er misschien zelfs een financieel risico bij contracten met boeteclausules? “Nee, dat accepteren we nooit. Maar je moet iets doen met die klant om het risico draagbaar te maken. Zoals proberen een redelijke voorraadbuffer te maken. Mocht er een kink in de kabel komen doordat er een medewerker ziek is geworden of een apparaat stuk is gegaan, dan kun je daarop

een kleine hoeveelheid ‘doop’atomen aangroeit op een silicium wafer. Speels als ze waren, probeerden de studenten het eens met een ander doopgas (diboraan of B2H6) en legden zo een heel dun laagje boor op het silicium. “Het resultaat was verbazingwekkend”, herinnert Nanver zich. “De stroom in de diode kelderde met decaden. Dus wij dachten: ze hebben een isolerende laag gemaakt en we hebben er een tijd geen aandacht meer aan besteed.” “Een paar jaar later hebben we er experimenten mee gedaan”, vervolgt Nanver. “Toen bleek dat borium een laag creëert die

Je zoekt ergens naar en struikelt opeens over iets veel beters hetzelfde deed als een mooi gedopete p-laag op een n-silicium onderlaag. In feite hadden we een junctiediode gemaakt. Dat is fantastisch, want doordat we bij lage temperaturen werkten, is de junctie maar een paar nanometer dik.” Op basis van de boordetector ontwikkelde elektronenmicroscoopfabrikant FEI in samenwerking met Dimes een ‘naakte detector’ ter grootte van een boordknoopje.

manier bezig zijn, moet er eind van dit jaar zijn. Anders volgen er andere maatregelen”, zegt Fastenau. Op de vraag wat hij onder ‘andere maatregelen’ verstaat, geeft Fastenau een wat cryptisch antwoord. “Kijk, er is een bepaalde minimale kostprijs waar je niet onder kunt. Aan een halve kernreactor heb je ook niks. Zo’n activiteit als Dimes kost enkele miljoenen. Daarvan kunnen we wel wat bezuinigen, maar niet de helft.” Vrij vertaald: als de inkomsten structureel achterblijven bij het plan, dan is Dimes niet te handhaven. Gaan we het vijftigjarig jubileum van Dimes nog meemaken? “Ik weet niet of ik dat haal.” Lacht. “Ik zou het willen. Ik zou erbij willen zijn en ik zet me ervoor in dat het gaat gebeuren.” Een langere versie van deze reportage verscheen in Delft Integraal 02/2012

De wet van Moore duwt chipmakers naar steeds kortere golflengten. Omdat lithografie een optische technologie is, worden de minimale afmetingen bepaald door de golflengte van het gebruikte ‘licht’. Chipmachinefabrikant ASML heeft de gebruikte golflengte zien dalen vanaf ultraviolet (365 nanometer), via diep UV (245 en 193 nm) tot extreem UV (13,5 nm) in de toekomstige machines. Boorlaagdetectoren passen goed in deze extreme omgeving, want de ultradunne gevoelige laag haalt het maximale rendement uit de invallende straling. Daarnaast is de donkerstroom extreem laag (pico-ampères per cm2 bij 1 Volt sperspanning) en is de detector goed bestand tegen langdurig belichten. Die eigenschappen hebben ASML ertoe gebracht om Nanvers detectoren in te plannen voor hun ‘next generation’ NXE-3300 machine. Eén detector meet er de intensiteit van de EUV-straling, twee anderen worden gebruikt om wafers precies goed te positioneren met een combinatie van tralietechnieken. Na de ontwikkeling bij Dimes heeft ASML er vorig jaar voor gekozen om de productie van de EUV-detectors over te brengen naar het Leuvense laboratorium Imec.


DELTA. 17 14-06-2012

reportage

13

Prof.dr.ir. Lis Nanver: ”Het begon als een geintje.”

In de cleanroom van Dimes wordt gewerkt aan detectoren voor elektronenmicroscopen en lithografiemachines.

Proeven met verschillende coatings op de detectoren. (Foto’s: Sam Rentmeester)

Dansen naar de pijpen van de industrie De samenwerking met het bedrijfsleven - lees Philips –liet gedurende het bestaan van Dimes nogal eens te wensen over. Emeritus hoogleraar elektronische instrumentatie prof.dr.ir. Simon Middelhoek en emeritus hoogleraar elektrotechniek prof.dr.ir. Jan Davidse blikken terug op de ontstaansgeschiedenis van Dimes, hun geesteskind. Jarenlang hebben de twee onderzoekers geknokt voor de oprichting van het instituut. “De weerstand vanuit de TU, overheid, Philips en de collega’s in Eindhoven en Twente is met geen pen te beschrijven”, vertelt Davidse met veel gevoel voor dramatiek. “Onbekend met wat ons te wachten stond, zijn we toch aan het avontuur begonnen.” De twee onderzoekers, die in de jaren zestig aan de TU Delft kwamen werken, zagen hun kans schoon om iets groots op te zetten toen eind jaren zestig de integrated circuits (ic)-technologie opkwam. “Men was hier aan de TU verschrikkelijk ver achter geraakt op het gebied van transistortechniek”, vertelt Davidse. “De komst van de ic-technologie bood nieuwe kansen. Schakelingen moesten op een radicaal nieuwe manier ontworpen worden. Hier lag een kans om het onderwijs in één forse inspanning volledig eigentijds te maken.” De hoogleraren wilden een echt laboratorium. En dat kregen ze in 1976. In het zogenaamde ic-atelier – de voorloper van Dimes – konden studenten zien hoe chips gemaakt werden, en ze konden er wat sleutelen aan transitoren en diodes. Philips was de Delftenaren toen goed gezind. Davidse: “Enkele technici van Philips kwamen bij het ic-atelier werken. We konden hierdoor al heel snel werkende chips maken, dingen waar we mee voor de dag konden komen.” De chiptechnologie denderde voort. In 1981 kwam het tweetal met het voorstel om het ic-atelier uit te breiden tot een Natio-

naal Atelier voor geïntegreerde Schakelingen en Sensoren (Nass). Later ging dat Dass (met de D van Delft) heten, wat weer onderdeel uitmaakte van Nithoss (Nederlandse Inter-TH Organisatie voor geïntegreerde Schakelingen en Sensoren). “Toen kwam er een heel circus op gang”, zegt Davidse. “De indiening van het Nithoss-plan leidde tot oeverloze vergaderingen met een groot aantal partijen. Als belangrijkste de drie TH’s, de Stichting FOM, en de ministeries van Onderwijs en Wetenschappen en van Economische Zaken.” In de wandelgangen bij Dimes gaat het verhaal dat vooral Simon Middelhoek met zijn standvastigheid en directheid het bloed bij de andere gedelegeerden van onder de nagels vandaan haalde. “Ja, dat verhaal klopt wel”, lacht Middelhoek. “Ik was er zelf niet bij, maar premier Lubbers zou op een gegeven moment met zijn

‘Onbekend met wat ons te wachten stond, zijn we aan het avontuur begonnen’ vuist op tafel hebben geslagen en heeft gezegd dat het nu eens afgelopen moest zijn met het gezeur.” Ook Philips had zijn woordje in de besluitvorming. “Philips zat ons verschrikkelijk dwars”, vertelt Davidse. “Wij wilden ook onderzoek doen en zij zeiden dat dat een pretentie was die we toch niet waar konden maken. Hun reactie was begrijpelijk gezien de bedroevende onderzoekreputatie die we tot dan toe hadden opgebouwd.” Toch kregen de Delftenaren het tij mee. Philips begon niet veel later met een enorme inspanning om de Japanse technologiebedrijven in te halen. Davidse: “Er kwam geld van de overheid en

het micro-elektronicastrijdplan werd gesmeed. Wij konden toen een vuist maken.” “Het feit dat we er al zo lang mee bezig waren, heeft ons geen windeieren gelegd. Wij kregen verreweg het meeste geld, veel meer dan Twente en Eindhoven. In 1986 kreeg Delft een directe overheidsbijdrage van 33 miljoen gulden, door de instelling aan te vullen met 24 miljoen gulden.” “Eerst hadden we als naam Dime bedacht, zoals het Amerikaanse dubbeltje. Maar het werd Dimes, met de s van submicron aan het eind, omdat het submicroncentrum van Technische Natuurkunde ook moest participeren. Daarmee ontstond een instituut met een zeer brede researchscope.” De relatie met Philips verbeterde, volgens Davidse. “We hebben veel projecten samen gedaan. Toen we met Dimes begonnen, was er geen sprake van dat Philips geld in ons zou investeren.” Middelhoek vindt dat Philips altijd met dedain op de TU Delft is blijven neerkijken. Wat verwachten de emeritus-hoogleraren dat er gaat gebeuren nu de directe financiering vanuit de TU stapsgewijs wordt teruggebracht? Davidse merkt op dat Dimes er altijd goed in is geslaagd om geld uit de tweede geldstroom (NWO-geld) binnen te halen. “Maar”, zegt hij dan, “zulke vragen moet je eigenlijk niet stellen aan iemand van over de tachtig. Dat is iets van de huidige generatie.” Middelhoek reageert een stuk heftiger op de plannen van het college van bestuur: “Dat wordt dansen naar de pijpen van de industrie.” Davidse: “Vroeger was op de locatie van Dimes een grote mechanische werkplaats waar je met je tekeningen naartoe ging waarna er onderdelen voor je gemaakt werden. Ik zou het jammer vinden als Dimes zo’n fabriek werd.”


DELTA. 17 14-06-2012

TUdelta.17 > Jaargang 44 Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.

> Redactie Frank Nuijens - @FrankNu, (hoofdredacteur) Katja Wijnands - @kwijnands, Dorine van Gorp - @dorinevangorp, (eindredactie) Saskia Bonger - @sbonger Tomas van Dijk - @tomasvd Connie van Uffelen - @ConnievanU Jos Wassink - @joswashere (verslaggeving) > Medewerkers Tina Amirtha, Bennett Cohen, Kees Custers, Willemijn Dicke, Jessica van den Doel, Patrick van der Duin, Chandra Elango, Robbert Fokkink, Jorinde Hanse, Dap Hartmann, Auke Herrema, Desiree Hoving, Erik Huisman, Devin Malone, David McMullin, Olga Motsyk, Gunjan Singh, Ionica Smeets, Jimmy Tigges, Stephan Timmers, Ellen Touw, Maurits van der Ven, Vikrant Venkataraman, Robert Visscher, Daan Vos, Rutger Woolthuis, Martine Zeijlstra > Foto‘s

mededelingen

Agenda Donderdag 14 juni DSMG Krashna Musika 20.15 uur – Concert ‘Russisch patriottisme: ongehoorde muziek’ door DSMG Krashna Musika met Minin en Pozharsky van Stepan Degtyaryov en de vijfde symfonie van Tsjaikovski. Toegangsprijs: 12 euro en 10 euro (studenten, alumni, CKV/ CJP, 65+). Locatie: Maria van Jessekerk, Burgwal 20, Delft. www.krashna.nl

Zaterdag 16 juni Studium Generale 20.15 uur – Concert: ‘Meesters van de San Marco’ door i bioni antichi. De Basiliek van San Marco in Venetië was natuurlijk niet compleet zonder de fraaist denkbare muziek. Giovanni Gabrieli combineerde weelderige polyfonie met spetterende meerkorigheid, waarbij contrasterende groepen van zangers en instrumentalisten de akoestiek benutten met hun klankrijkdom en zeggingskracht. Oud-Katholieke Kerk, Bagijnhof 21, Delft. Toegang gratis.

Zondag 17 juni International Student Church

Sam Rentmeester 11.30 hrs - Students of all (sam@samfoto.nl) denominations are invited to Hans Stakelbeek H&J Uitgevers_2x70_zw-w 14-05-2004 our ecumenical
service every (info@stakelbeek.com)

Sunday at Raamstraat 78, followed by tea/coffee. The services > Vormgeving & Lay-Out are led by the chaplains ReveLiesbeth van Dam Voor advertenties bel met: rend W. Stroh and Father Avin,

> Mededelingen Martin Kers (m.kers@tudelft.nl)

Aankondigingen and are supported by student leaders. More information on www.iscnetherlands.nl.

Vrijdag 22 juni IO Festival Industries Ignited is het thema van het jaarlijkse IO-festival. Diverse acts passeren de revue, zoals The Hype, Rolla, Carnival, de Kraaien, Lola Kite en vele anderen. Het festival vindt plaats op de faculteit Industrieel Ontwerpen van 21.00 tot 06.00 uur. Meer info: id.tudelft. nl/iof/2012 of www.iofestivalsvid@tudelft.nl

Woensdag 27 juni

Cursussen

TEDxDelft 9.00-20.00 hrs - TEDxDelftLive Simulcast: Radical Openness. At TEDxDelftLive we will screen a live broadcast of the TEDGlobal2012 conference in Edinburgh. For the program guide see http://bit.lv/KCkEPx. Please register at http://ted2012simulcast.evenbrite.com. Science Centre, Mijnbouwstraat 120, Delft. Free entrance including lunch and drinks.

Spaans Nieuw semester start op 10 en 11 september. Twaalf cursusweken, 3 ECTS plus certificaat. Drie niveaus: Spaans 1 (WM-ITAV-1010) Spaans 2 (WM-ITAV-1011) Spaans 3 (WM-ITAV-1012) Meer informatie en inschrijven via Blackboard.

Zaterdag 23 juni Roll-out Forze V Op het Spuiplein in Den Haag onthult het Forze-team haar nieuwste waterstofraceauto, waarmee van 11 t/m 17 juli zal worden geracet op het Silverstone-circuit in Engeland. forze-delft.nl

Zondag 24 juni Studium Generale 11.00 uur – Van Leeuwenhoeklezing: Delft (z)onder water door prof. Han Vrijling en prof. Theo Toonen. De Van Leeuwenhoeklezing is voor iedereen die meer wil weten over technologie en de TU Delft. 14:02 Pagina 1 Hoe is het eigenlijk gesteld met de veiligheid van onze dijken? Collegezaal Science Centre, Mijnbouwstraat 120, Delft. Toegang gratis.

Delta Inleveren kopij Bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek 'Agenda' in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail: delta@tudelft. nl. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur. Alle promoties, intree- en afscheidsredes genoemd in deze agenda vinden, tenzij anders vermeld, plaats in de Aula van de TU, Mekelweg 5, Delft.

Voor advertenties bel met:

> Redactieraad

H & J Uitgevers dr. B.B. Scholtens (voorzitter), G.K. 101S.J. Hessing, Berghuijs, Postbus MSc, mr.drs. 2900 prof.dr. M.J. van AC den Hoven, mr. J.J.M. Kok,Capelle R.H.G. Meijer, T. Niks, aan den IJsel ir. M. Persson, prof. dr. B.J. Thijsse, dr.ir. C.A.J.R. Vermeeren T (010) 451 55 10

H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel

T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80 E delta@henjuitgevers.nl

F (010) 451 53 80

> Redactie-adressen E delta@henjuitgevers.nl

Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.

Universiteitsbibliotheek Kamer 0.18-0.28 Prometheusplein 1 Neem contact op met Hennie de Ruyter of 2628 ZC Delft met Mireille van Ginkel voor nadere informatie Postbus 139 2600 AC Delft Tel. 015-278 4848 E-mail: delta@tudelft.nl www.delta.tudelft.nl

> ISSN 0169-698x > Druk Wegener Nieuwsdruk Twente, Enschede

> Oplage 12.000 > Advertenties H&J uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel Tel. 010-451 55 10 Fax 010-451 53 80 E-mail:delta@henjuitgevers.nl www.linkmagazine.nl > Abonnement Een abonnement kost 37,50 en kan elk moment ingaan. > HOP Delta werkt samen met het Hoger Onderwijs Persbureau Hein Cuppen, Bas Belleman, Marijke de Vries Tel. 071-523 6151 Fax 071-523 2138 E-mail hop@xs4all.nl > Copyright Delta Auteursrecht voorbehouden. Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur artikelen, schema‘s of illustraties geheel of gedeeltelijk over te nemen en/of openbaar te maken, in enigerlei vorm of wijze.

GEEF YASMIN EEN ‘BLIND DATE’ Voor € 35,- geeft u al een staaroperatie. Voor € 10,- een bril. Steun de actie van Eye Care Foundation.

Giro 5 25 25

14

www.geefeenlens.nl

GEEF EEN LENS AAN EEN MEDEMENS

Een kilo vlees is een kilo dier, geen stuntartikel

Koop geen KiloKnaller!

Student and Career Support Student and Career Support is een onderdeel van de dienst Onderwijs en Studentenzaken. Het omvat de diensten van de studentendecanen, de studentenpsychologen, en het Career Centre met studiekeuzeadviseurs en loopbaanadviseurs en het informatiecentrum. Het informatiecentrum in de hal op de begane grond is geopend op werkdagen van 9.00–17.00 uur. Er is documentatie beschikbaar over onder andere WO- en HBOopleidingen, arbeidsmarkt, studie- en beroepskeuze, buitenlandse studies, en promoveren. Ook is er een vacaturewand. Bij de balie of telefonisch kun je afspraken maken met een van de medewerkers. Voor de psychologen geldt dat je je als student of promovendus online kunt aanmelden op studentenpsychologen.tudelft. nl. Een eerste contact kan ook via het inloopspreekuur op dinsdagen van 11.30-12.30. De studentendecanen houden een inloopspreekuur op dins-

dag van 11.30-12.30 uur, de loopbaanadviseurs en de studiekeuzeadviseur houden een inloopspreekuur op dinsdag en donderdag van 11.30-12.30 uur. Zie voor het aanbod aan workshops en trainingen van Student & Career Support zie smartstudie.tudelft.nl. Bezoekadres: Jaffalaan 9a (gebouw 30A); tel. 015-2788004. E-mail: studentandcareersupport@tudelft.nl; careercentre@ tudelft.nl; jn studiekeuze@ tudelft.nl. Website: www.studentandcareersupport.tudelft.nl; careercentre.tudelft.nl.

Nederlandse Dataprijs voor onderzoekers 3TU.Datacentrum en Dans organiseren de Nederlandse Dataprijs, een prijs voor onderzoekers die data bij elkaar brengen, documenteren en toegankelijk maken. Er is ook een prijs voor de exacte en technische wetenschappen. Kandidaten kunnen tot 1 juli worden genomineerd op grond van een bijzondere dataset of hun werk op het gebied van data-archivering in het algemeen. Nomineren kan via datacentrum.3tu.nl.

International Office Het International Office, Jaffalaan 9a, is op werkdagen geopend van 9.00-17.00 uur. Je kunt ook vragen stellen via internationaloffice@tudelft.nl of telefonisch (015-2788012) een afspraak maken. Studium Generale Studium Generale (SG) is geopend van maandag t/m donderdag van 9.00-17.00 uur. SG is gevestigd in de TU Delft Library, Prometheusplein 1, Delft. Je kunt vragen stellen via studiumgenerale@tudelft. nl of telefonisch een afspraak maken via 015-2783258.

Delta Inleveren kopij Bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek 'Agenda' in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail: delta@tudelft. nl. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur.

Online huurprijs check Is jouw huurprijs redelijk? Check www.huurcommissie. nl voor meer informatie en om helderheid te krijgen over huren en geschillen tussen huurder en verhuurder.

Announcements Student and Career Support Information The psychologists and the central student and careers counsellors are located at Jaffalaan 9A (building 30A). There is some English career information and a vacancy wall in the information centre. Office hours: Monday-Friday from 9.00-17.00 hrs. You can direct your inquiries or make an appointment at the Front Office or by phone: 015-2788004. Students and PhD candidates can make an initial appointment with one of the psychologists at studentenpsychologen. tudelft.nl or by sending an email to studentenpsychologen@tudelft.nl. You can also come by at the open office hour every Tuesday at 11.3012.30 hrs. Open office hours of the student counsellors are on Tuesdays from 11.30-12.30 hrs and the career counsellors are on Tuesdays and Thursdays

from 11.30-12.30 hrs. More information on www.studentandcareersupport.tudelft.nl or careercentre.tudelft.nl. For a list of workshops and trainings offered by Student & Career Support please visit smartstudie.tudelft.nl.

International Office The International Office, Jaffalaan 9a/visitor’s entrance at Mekelweg, office opening times Monday to Friday 9.00–17.00 hrs. Appointments and enquiries can be made by email: internationaloffice@tudelft.nl or by phone: 015-2788012.

academic challenges? Check the website of the International Student Chaplaincy, www. iscnetherlands.nl, to learn about their wide range offer.

Studium Generale Studium Generale (SG) is open from Monday-Thursday, 9.00-17.00 hrs. SG is located at the TU Delft Library, Prometheusplein 1, Delft. For questions send an e-mail to studiumgenerale@tudelft.nl or call 015-2783258 to make an appointment.

International Student Chaplaincy Looking for a home away from home, trying to make new friends, interested in intercultural and interfaith activities, needing some inner peace, searching for more than

1 uur wandelen 1 dag rust EEn niErpatiënt moEt Er hEEl vEEl voor ovEr hEbbEn om EEn bEEtjE normaal tE lEvEn. Wat hEEft u ovEr voor EEn niErpatiënt? StEun onS. KijK Wat u Kunt doEn op niErStichting.nl


DELTA. 17 14-06-2012

mededelingen/opinie

Dicht op de huid van Stephen Hawking

Oort verdient beter Het is een schande dat er twintig jaar na zijn dood nog steeds geen fatsoenlijke biografie over Jan Hendrik Oort, de belangrijkste Nederlandse astronoom uit de geschiedenis, is geschreven, vindt Dap Hartmann. Ook het boek ‘Oort, Melkwegonderzoeker en grondlegger van de radioastronomie’, brengt daar volgens de TU-onderzoeker en astronoom geen verandering in. Dap Hartmann Jan Hendrik Oort (1900-1992) was de belangrijkste Nederlandse astronoom uit de geschiedenis. Het is een schande dat er twintig jaar na zijn dood nog steeds geen fatsoenlijke biografie over hem is geschreven. Het onlangs verschenen boekwerkje (159 blz.) ‘Oort – Melkwegonderzoeker en grondlegger van de radioastronomie’, geschreven door Jan van Evert brengt hierin helaas geen verandering. Van Evert bewijst Oort en de Nederlandse sterrenkunde bepaald geen dienst met dit flutwerkje dat leest als deel 53 van de Bob Evers-serie: ‘Jan Oort als schuttingwoord’. De dertien thematische hoofdstukken zijn structuurloze opsommingen van feiten verluchtigd met veel foto’s en onnozele anekdotes, zoals ‘elke ochtend deed Oort in enkel zijn onderbroek ochtendgymnastiek in de achtertuin’. Van Evert springt van de hak op de tak, zowel chronologisch als inhoudelijk. Geen van de vele grote bijdragen van Oort aan de sterrenkunde wordt ook maar bij benadering

goed uitgelegd. Je vraagt je af voor wie dit boekje eigenlijk is bedoeld. Want geïnteresseerde leken steken er niets van op, en voor collega-wetenschappers is het een regelrechte belediging. Naast de rammelende inhoud roept vooral de belabberde schrijfstijl grote ergernis op. Een paar voorbeelden. ‘In het begin van de jaren zestig was de benodigde elektronica voor dit project van een enorme complexiteit en het was dan ook een enorme uitdaging.’ Iets was ‘een hele rekenpartij’, resultaten werden ‘met grote interesse ontvangen’, en toen Oort werd benoemd

Naast de rammelende inhoud roept vooral de belabberde schrijfstijl grote ergernis op tot plaatsvervangend directeur van de Leidse Sterrewacht, was dat ‘een hele eer en verantwoordelijkheid voor zo’n jonge sterrenkundige’. Oort reisde naar Kenia ‘om zich persoonlijk op de hoogte te stellen van de stand van zaken’. Daar was men ‘Oort opeens kwijt. Na een kwartier begonnen ze zich toch zorgen te maken of hij misschien half verslonden was door een baviaan of een leeuw.’ Op die expeditie naar Kenia ging ‘maar liefst 25 ton aan uitrusting mee’. Van Evert is dol op de toevoeging ‘maar liefst’. Zo vergde het opzetten van de ESO ‘maar liefst tien jaar’, was de kostenraming voor de Westerbork telescoop ‘maar liefst 30 miljoen gulden’, waren ‘maar liefst vier van de zeven directeuren die ESO tot nu toe heeft gekend Nederlanders’, was het stuk land dat de ESO in Chili aankocht ‘maar liefst 627 vierkante kilometer groot’, hebben de spiegels van de Very Large Telescope een diameter ‘van maar liefst acht meter’, en

Persoonlijke vriendschap tussen de biograaf en haar subject is geen garantie voor een evenwichtig boek, wel voor toegang tot veel informatie.

krijgt de geplande European Extremely Large Telescope ‘een spiegel van maar liefst veertig meter!’ Grote wetenschappers verdienen doorwrochte biografieën waarin de betekenis van hun wetenschappelijke prestaties in de context wordt geplaatst van de tijd waarin ze leefden. Waarom zagen zij wel wat hun tijdgenoten niet zagen? Wat is de betekenis van hun werk toen en nu, en hoe zag hun leven er naast de wetenschap uit? Ik denk aan monumentale biografieën als ‘Subtle is the Lord – The Science and the Life of Albert Einstein’ van Abraham Pais, ‘Genius – The Life and Science of Richard Feynman’ van James Gleick, en ‘The Man Who Knew Infinity: A Life of the Genius Ramanujan’ van Robert Kanigel. Voor Jan Hendrik Oort is er vooralsnog alleen dit prijzige (€34,50) flutboekje van Jan van Evert. Oort verdient beter. Veel beter. Smaakt dit naar meer? De besproken boeken zijn binnenkort te vinden op de leestafel in de TU Library.

Jan van Evert, ‘Oort, Melkwegonderzoeker en grondlegger van de radioastronomie’, Veen Magazines, Diemen, 2012, 195 blz, 34,50 euro.

Darwiniaans keurslijf voor uitvindingen Wired-oprichter Kevin Kelly claimt dat innovaties een Darwiniaans patroon kennen. Kleine verbeteringen aan uitvindingen worden ‘beloond met kopieën’ en volgen in zijn ogen ‘evolutionaire lijnen’. Tien jaar lang zwierf Kelly rond in afgelegen delen van Azië ‘op goedkope gympen en gekleed in jeans’. Bezit had hij nauwelijks. Hij sliep overal en nergens en at met zijn handen. Terug in Amerika werd hij gegrepen door de opkomst van computers. Vooral doordat ze mensen met ideeën online bij elkaar brachten. Technologie liet hem daarna niet meer los. Kelly werkte in de jaren tachtig aan de eerste publieke toegangspoort voor internet en richtte in 1992 het tijdschrift Wired op, door hemzelf de ‘officiële spreekbuis van de digitale cultuur’ genoemd. In plaats van een leven zonder technologie, werd hij er nu door overspoeld vanwege zijn werk. Toch bezit hij nog altijd geen smartphone, zit hij niet op twitter en gebruikt hij geen bluetooth. ‘Ik erken dat mijn relatie met technologie vol tegenstrijdigheden zit’, schrijft hij daarover.

Die tegenstrijdigheden zorgen er op zijn minst voor dat Kelly een opmerkelijke manier ontwikkelde om over techniek te schrijven. En er tegen aan te kijken. In ‘De wil van de technologie’ bepleit hij dat innovaties een Darwinistische ontwikkeling kennen. ‘Net als in de evolutie à la Darwin worden kleine verbeteringen beloond met meer kopieën, zodat de innovaties zich gestaag door de hele populatie heen kunnen verspreiden. Oudere ideeën fuseren en broeden nieuwe ideeën uit. Technologieën vormen niet alleen ecosystemen van elkaar kruislings ondersteunende bondgenoten, maar ze vormen ook evolutionaire lijnen.’ Kelly doet in zijn boek erg zijn best om de ontwikkeling van technologie in dat darwinistische keurslijf te proppen. Het doet vooral geforceerd aan doordat hij gelooft dat de ontwikkeling een vaste route volgt. Bepaalde uitvindingen zijn volgens hem onvermijdelijk. Neem de elektrische telegraaf en fotografie. Ze werden door meerdere mensen vrijwel tegelijkertijd en onafhankelijk van elkaar uitgevonden. In 1901 werd zelfs al opgemerkt dat er niet één belangrijke elektrische uitvinding is gedaan waarvan de eer niet door meer dan een persoon is opgeëist. Dat is uiteraard een merkwaardige constatering, maar maakt het nog niet tot een wet. Toeval bestaat en we kun-

15

Kitty Ferguson, auteur van meerdere populair-wetenschappelijke boeken, kent Stephen Hawking en zijn familie al meer dan twintig jaar. Dat leverde twintig en tien jaar geleden al eens een biografie op van ’s werelds bekendste hedendaagse wetenschapper, die genoeg meemaakt om een derde boek te rechtvaardigen. Over Hawkings jonge jaren is in de loop der jaren genoeg geschreven: intelligente jongen, maar te lui om echt werk te maken van zijn studie. Toen bij hem als student de dodelijke spierziekte ALS geconstateerd werd, zag hij doorstuderen helemaal niet meer zitten. Pas toen hij trouwde met Jane Wilde, kreeg hij weer zin in het leven

Een goed boek, maar niet de definitieve biografie en in zijn theoretische onderzoek naar zwarte gaten, dat hem in academische kring beroemd zou maken. Dankzij dit werk werd Hawking op 37-jarige leeftijd benoemd op de leerstoel van Isaac Newton in Cambridge. Weinigen zullen toen vermoed hebben dat hij het dertig jaar zou volhouden. Ferguson slaagt er goed in om de noodzakelijke natuurkundige uitleg te integreren in haar boek. Dat doet ze door inhoudelijk redelijk aan de oppervlakte te blijven, met veel nadruk op de betekenis van resultaten. Het gevolg van Hawkings berekening dat zwarte gaten informatie opzuigen, bijvoorbeeld, was dat astronomen minder goed terug in de tijd konden kijken en het misschien wel onmogelijk zou blijken de Big Bang theorie goed te onderbouwen met metingen. In 2005 gaf Hawking toe dat zwarte gaten misschien toch informatie lekten. Ferguson neemt niet de moeite om het uit te leggen, maar volstaat met het beschrijven van de scène waarin Hawking voor een volle zaal zijn verlies toegeeft aan collega John

Preskill, met wie hij acht jaar eerder een weddenschap erover was aangegaan. Die weddenschap is een van de manieren waarop Hawking wetenschap een menselijk gezicht gaf. Na het verschijnen van ‘A brief history of time’ werd hij een publieke persoonlijkheid. Beelden van Hawking met Barack Obama, tijdens een zweefvlucht en als figuur in de Simpsons ontbreken niet in het boek. Hawking, met een steeds verwrongener gezicht aan zijn rolstoel gekluisterd, is zo’n symbool van de wetenschap geworden dat menigeen niet zal weten te vertellen waaraan hij zijn faam ontleend heeft. Waar Ferguson ongetwijfeld veel meer over weet, maar waar ze niet over vertelt, is het rumoer in Hawkings privéleven, het tweede huwelijk met zijn verpleegster, waar geen hun beider kinderen weet van wilden hebben, en de scheiding daar weer van. Wie details wil weten, moet het boek dat Hawkings eerste vrouw Jane over haar huwelijk schreef erop naslaan, want Ferguson is er zeer summier over. Alleen de fijne privézaken hebben het boek gehaald. Kitty Ferguson zit dicht op de huid van Stephen Hawking, maar kan logischerwijs niet tegelijk enige afstand bewaren. De biografie is rijk aan informatie, maar scherpe randjes zijn zorgvuldig vermeden. Een goed boek, maar niet de definitieve biografie. (CJ)

Kitty Ferguson, ‘Stephen Hawking, his life and work’. Bantam Press, pp. 406, 25 euro.

Adapt your lifestyle nen niet nagaan of technologie (en andere belangrijke ontwikkelingen in de samenleving) zich in een onvermijdelijke richting begeeft. Kelly beweert zelfs dat als J.K. Rowling de Harry Potter-boeken niet had geschreven, iemand anders dat had gedaan. Mij heeft Kelly daarvan niet weten te overtuigen. Dat maakt ‘De Wil van Technologie’ absoluut niet tot een slecht boek. Door de uitdagende stelling is het boek alleen al boeiend. Bovendien maken de schrijfstijl en Kelly’s grote feitenkennis het tot een feest om te lezen. (RV) Kevin Kelly, ‘De Wil van de Technologie’, Dwarsligger/Maven Publishing, 841 p., 18,50 euro.

The current crisis may be a blessing in disguise, says emeritus Professor Jo Hermans from Leiden University in his book ‘Energy survival guide’. The crisis may help us to adjust our lifestyles to the fact that energy will be less abundant in future. Politicians may act as if our current way of living is a right of birth, but the energy professor shows us otherwise in his clear, concise and compact book. The book’s first part, Insight, shows energy aspects of your body (a 100 Watt heater), your home (which are the energy killer appliances and how much does insulation help), and transport (bicycles are eight times more energy efficient than cars). More widely, Professor Hermans provides figures of energy use and CO2 emissions worldwide. The next section, Outlook, inspects

the usual suspects of sustainable energy: biomass (low energy efficiency of only 0.5% in moderate climates), solar PV (15% efficiency), and wind (about 100 W/m2). Geothermal, wave-energy and hydropower might also have great potential, just as nuclear fusion does. Within the range of energy books, this book’s charm lies in the many and practical data it provides. Engineers and technical students generally prefer such data over talk. This book allows them (and you) to make back of the envelope calculations to decide which energy solutions make sense. (JW) Jo Hermans, ‘Energy survival guide, insight and outlook’, BetaText, Bergen, 2011 (Dutch version ‘Energie survivalgids’ in 2008), 184 pages, 25,99 euro.


DELTA. 17 14-06-2012

lifestyle

16

bachelor

Koning van de onderwereld Eén damesverbandje teveel in het toilet, en de hele straat kan open om het riool te fiksen. Jammer in een rustige woonwijk, dramatisch in een winkelgebied. Wanneer besluit je dan dure, maar schadebeperkende, sleufloze technieken in te zetten? Civieler Maarten Bambacht dook de rioolwereld in.

heimwee De Mexicaanse Diana Garcia Cejudo (33, Queretado, Mexico) verblijft al 5,5 jaar in Delft. Ze is aan het promoveren bij Bouwkunde in de richting urbanism & environmental design. Ze hoopt rond september volgend jaar klaar te zijn en gaat dan graag terug naar Mexico. Er is daar volgens haar nog bijzonder veel werk te doen. De shawl heeft ze van haar moeder gekregen, als cadeau voor haar masterdiploma. Haar moeder vindt al jaren dat Diana zich te veel kleedt als ‘architect’. De kleurrijke shawl moet tegenwicht geven aan al die donkere kleuren. Het ontwerp is van een groep vrouwelijke designers die zich laat inspireren door de Mexicaanse folklore. (Foto: Hans Stakelbeek) In de rubriek Heimwee portretteert fotograaf Hans Stakelbeek buitenlandse studenten met een object dat hen herinnert aan hun thuisland. Meedoen? Mail naar delta@tudelft.nl

jessica van den doel

Beproeving Acht trainees, een snoek, twee ex-commando’s, een zeiltje, twee touwtjes en een motivator van het Nederlandse Kungfu-team. Wat heb je dan (en het is geen re-run van MacGyver)? Een beproeving. Een beproeving die ver afstaat van wat een kantoorbaan op de TU inhoudt. Geen fout van de marketingafdeling, maar een juist beeld van wat werken op de TU meestal is. Mijn beproevingen zijn vaak taken met mensen van wie je weet dat het niet fijn samenwerken is, deadlines die gisteren al verliepen en een opdracht waarbij je zo diep de TUbureaucratie in moet dat je op plekken komt vanwaar nog niet eerder een levende ziel is teruggekeerd. En toch mis ik als trainee soms de echte uitdagingen. Niet de uitdagingen in klusjes oplossen, maar de intellectuele uitdagingen. De uitdagingen waarvoor je echt zelf verantwoordelijk bent, waarbij niet om 17.00 uur uitgeklokt wordt en de leuke uitdagingen waar je een warm gevoel van binnen krijgt als je ze tot een goed einde kan brengen. De uitdagingen die ertoe doen. Ze zijn er zeker wel, vorige week nog, en ik werd er inderdaad blij van. Met onder andere dit in ons achterhoofd, hebben we als lichting 2010 aangegeven dat we een andere training wilden. En gelukkig werd ons de mogelijkheid gegeven om wat nieuws te organiseren. Geen leidinggeven aan jezelf,

planmatig werken, gekleurde mapjes en gesprekken over jezelf. Daar hadden we even genoeg van. En dat hebben we geweten ook. Zo zaten we een tijdje later in de stromende regen in nette werkkleding met twee ex-commando’s een zojuist gevangen snoek te bereiden op een smeulend kampvuurtje. Gelukkig duurde dat even want daarna was het bedtijd: acht slaapzakken en twee lekkende zeiltjes. Er klonk nog net geen kumbaya maar de sfeer kwam er wel helemaal in. Ik vond het enorm leuk om te zien dat het ‘overleven’ in de ‘wildernis’ van Zuid-Holland een echt team-effort werd, successen gevierd werden en het hele team gezamenlijk problemen en taken oppakte. Toch jammer dat we op kantoren vaak vergeten successen te vieren of als TU-team gezamenlijk te opereren in plaats van ieder voor zich. Wat ik er vooral uit meegenomen heb is een vraag die ik mezelf nog vaak ga stellen: voel ik de noodzaak om op dit moment hier te zijn en dit te doen? Om vervolgens daarin je verantwoordelijkheid te nemen en te zorgen dat als het niet zo is, je er alles aan doet om het te veranderen. Van kantoorbaan naar survivallen met ex-commando’s bijvoorbeeld.

Ben je halverwege je studie aan de TU, klaar om je bachelor af te ronden, kun je letterlijk de stront in zakken. Er zijn aantrekkelijkere onderwerpen te bedenken voor je bachelor-eindproject dan poep. Gelukkig hoefde Maarten Bambacht (22) voor zijn onderzoek naar de voordelen van rioolwerkzaamheden met sleufloze technieken niet echt met de voeten de modder in. Dat spreekt eigenlijk voor zich, want sleufloze technieken houden juist in dat je het riool kunt renoveren zonder de straat open te breken. “Iemand voor mij had al uitgezocht welke technieken er zijn, en wat de voor- en nadelen zijn”, vertelt de civielstudent. “Ik heb vooral gekeken waar voordelen te behalen zijn op het gebied van geld en overlast.” Want dat is het heikele punt bij rioolwerkzaamheden: met het openbreken van een straat zorg je niet alleen voor overlast voor de bewoners, maar leg je soms zelfs complete infrastructuren én het bedrijfsleven plat. Dan kan een sleufloze techniek een uitkomst zijn. “Ik heb de bedrijventerreinen en woonwijken even gelaten voor wat ze zijn, en heb me geconcentreerd op winkelgebieden”, aldus Bambacht. “Daar zijn de indirecte kosten náást de gemeentekosten voor de rioolwerkzaamheden zelf, namelijk het hoogst. Winkeliers lopen tot wel zeventig procent omzet mis als de straat open ligt en mensen moeten omrijden. Dat zijn kosten die de samenleving draagt, want de gemeente vergoedt geen extra benzine voor die omrijdkilometers.” Het opmerkelijk is dat bij aanbestedingen van dergelijke projecten nu bijna alleen maar wordt gekeken naar de directe kosten, volgens de student. “Tja, dan besluit de gemeente – die vaak toch al geen geld heeft - al snel de straat open te breken, want dat is gewoon de goedkoopste techniek.” Goedkoper in elk geval dat het inzetten van tunnelboormachines die het oude riool opeten en meteen een nieuwe rioolbuis aanleggen, of een nieuwe laag in de oude rioolpijp aanbrengen. Die laatste techniek is alleen wél vaak nodig, zegt Bambacht. “De meeste riolen zijn tussen 1960 en 1980 aangelegd. Die verkeren vaak in slechte conditie.” Maar kijk daarbij naar de indirecte kosten, en dan kunnen de in eerste instantie dure sleufloze technieken, onderaan de streep veel goedkoper zijn, concludeert de student in zijn onderzoek. “Niet wereldschokkend hoor”, vindt hij zelf. “Sleufloze technieken worden soms al gebruikt, en er wordt veel onderzoek gedaan naar nieuwe technieken. Maar ik hoop dat de variant waarin de índirecte kosten zijn opgenomen in de toekomst eindelijk wat vaker wordt gebruikt.” (JH)

Civieler Maarten Bambacht opteerde voor een bachelor-eindonderzoek naar ondergrondse ruimten, en belandde in de rioolwereld. (Foto: Sam Rentmeester) Onderzoek: ‘De voordelen van rioolwerkzaamheden met sleufloze technieken’ Eindcijfer: 8

kriep


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.